Nieuwe Wildernis 42

8
Nieuwe Wildernis: Het Avontuur van de Natuur, jaargang 12,nummer 42, najaar 2007

description

cover, inhoud en 1 artikel

Transcript of Nieuwe Wildernis 42

Nieuwe Wildernis: Het Avontuur van de Natuur, jaargang 12,nummer 42, najaar 2007

3 Redactioneel

5 Gebiedsontwikkeling aan de MaasTussen Malden en Molenhoek vindt interprovenciale

gebiedsontwikkeling plaats. Een nieuwe vorm van

polderen, die onder voorwaarden tot succes kan leiden.

11 Natuurbeleving vanuit Vlaams perspectiefNatuurbeleving kan een belangrijke rol spelen bij het

scheppen van meer betrokkenheid bij natuur, vindt

Vlaamse natuurbeschermer Bart Slabbinck.

17 Het bezit van natuurLandaankoop lijkt een voor de hand liggende methode

voor adequate natuurbescherming. Toch is er sprake van

angels en voetklemmen. Een medewerker van IUCN NL

wijdt daar over uit.

21 OntsnipperingEr zijn veel natuurgebieden in Nederland, maar deze zijn

onderling slecht verbonden. Voor dieren vormen wegen

vaak onneembare hindernissen. Een pleidooi voor een

infrastructuur van de natuur.

25 Woeste GrondenColumn van Tom Bade. Door lokale overheden de vrije

hand te geven wordt ons landschap verkwanseld. Terug

naar de ruimtelijke orde.

27 SnippersRubriek met boeken en andere berichten.

31 BuitenboelEr op uit in de Natuur

Omslag

Een wild zwijn op een prachtige herfstochtend anno 2007.

Zal het 2008 nog halen? (foto Ruud Lardinois)

Deze pagina's

Linksboven: Kruisspin (Araneus diadematus)

(foto Ruud Lardinois)

Linksonder: Insectenhotel (foto Ruud Lardinois)

Rechts: Inktzwam (foto Ruud Lardinois)

Bart Slabbinck over de natuur als belevenis

Beleven en begWij vinden het misschien vanzelfsprekend. Natuur is nu eenmaal belang-

rijk. Maar waarom zet niet iedereen zich in voor meer en betere natuur?

Om meer mensen bij natuur te betrekken moeten we op zoek gaan naar de

kracht van de natuur als product. Belevenis van de natuur kan de sleutel zijn

tot meer betrokkenheid.

Waarom kost een kop koffie in café Florian aanhet San Marcoplein in Venetië meer dan in eeneenvoudig café of thuis op de bank? En watzoeken kinderen en volwassenen in Disneyland?

Deze vragen komen uit het boek De belevenis-economie waarin de auteurs Gilmore en Pinestellen dat we een nieuw economisch tijdperkbetreden. In dit nieuwe tijdperk is de klanthet product en vormen ondernemingen podia

w s N U M MD R NN u w

••riJpen J

voor een belevenis. Ze stellen dat het productvroeger een commodity, een grondstof was,bijvoorbeeld koffiebonen. Later werd dit eenartikel; een pakje koffie uit de supermarkt, ennog later werd het product een dienst. Een kopjekoffie op een terras. Nu, in het nieuwe tijdperk,is het kopje koffie een belevenis geworden. Nudrinken we Senseo met allerlei smaken koffie-patches.Alles goed en wel, maar wat heeft dat metnatuurbeheer te maken? Wel, bovenstaandetrend van meer nadruk leggen op belevingzien we ook terug bij de natuur. Het is niet debedoeling om onder het motto ecologie = eco-nomie alle economische principes letterlijk opde ecologie toe te passen. En misschien komtbij u direct het beeld op van platte commercie:een natuurgebied dat er louter toe dient om erzoveel mogelijk vertier (en geld) uit te persen.Maar dit is absoluut niet de bedoeling. Volgensde auteurs van De beleveniseconomie heeft hetregisseren van belevenissen niets te maken metamuseren, maar gaat het erom de klanten aan tespreken en te betrekken.

Als we een natuurbelevenis analyseren volgensde beleveniscirkel die de auteurs uitwerkten(figuur 1), dan kunnen we zien dat een natuur-belevenis een combinatie is van:1. Amusement. Natuur moet leuk zijn en bezoe-

kers moeten natuur kunnen beleven en er eengoed gevoel aan overhouden

2. Leren. We willen natuurlijk graag dat onzegasten iets bijleren over de natuur.

3. Esthetiek. Natuur beleven start veelal bij ver-wondering over het kleine ("Kijk papa, eenvieze kikker!"), ofhet grote ("Wauw, wat eenfantastische zonsondergang").

4. Ontsnapping, of het wilderniseffect. Vond uhet als kind niet leuk om met de laarzen doorde modder te ploeteren of om als volwassenemet een kompas de weg te vinden?

R 4 2

dat is de trucT

absorptie bewerking Jasper van Winden

passieve deelname actieve deelname

onderdompeling

De vier domeinen van een belevenis

De horizontale as gaat over de deelname van de gast: aan het ene uiteinde zien we de actieve deelnamewaarbij de gasten persoonlijke invloed uitoefenen op het evenement (vb. skiën,lopen, ... ), bij de pas-sieve deelname heeft de gast geen invloed op de belevenis.

De verticale as beschrijft de soort relatie of verhouding tot de omgeving. Bij absorptie neemt de gast debelevenis in zich op, bij onderdompeling maakt de gast zelf fysiek of virtueel deel uit van de belevenis.

N u w w o R N s N U M M R 4 2 2

Zaden verspreiden zich ook via schoenzolen.

Paul Stryckers, directeur van het CentrumVoor Natuur- en milieueducatie en bestuurslidNatuurpunt Voorkempen

Jaren geleden maakte Natuurpunt eenbelangrijke keuze: 'natuur voor iedereen'.Hiermee verlieten we een jarenlang volge-houden 'slakkenhuis-strategie'. Uit het slak-kenhuis kruipen was uiteraard een risico:Zou de domme massa de kleine kwetsbarenatuurterreinen niet overrompelen?

Wachten tot er meer natuurterreinenwaren bijgekomen was echter geen optie.Die extra natuur komt er, maar alleen dank-zij de steun van massaal veel leden. En ookde politiek volgt als ze voldoende draagvlakheeft. Inmiddels weten we dat die strategiesucces heeft. Het aantal leden en het aantalhectaren beschermde natuur gaan beide instijgende lijn. Sommigen kijken misschienmet heimwee terug naar de tijd dat jeelkaar de loef kon afsteken met natuurken-nis. Het leven is echter géén grote natuur-quiz, maar moet respect betonen voor denatuur als zijn bestaansvoorwaarde.

Kennis kan hier een rol spelen, maar degrote troeven die natuur in onze infor-matiemaatschappij biedt, liggen elders.Natuur biedt schoonheid in een vaak lelijkewereld, afwisseling in een soms eentonigbestaan, rustig genieten als tegenwicht vande alomtegenwoordige stress. Hierop moet'Natuur voor iedereen' gericht zijn.

N u w w

Dirk Begeert van de Artevelde Hogeschool- UGem en het Maritiem Instituut

Beleveniseconomie zet de vraag over(on)toegankelijkheid van natuur hoog opde agenda. Natuurgebieden worden vaaknog gezien als ontoegankelijke reservaten,waar je als het ware een bedreigde soortmoet zijn om binnen te komen. Vaak wijktde belevenis af van de realiteit. Steeds meernatuurgebieden ontwikkelen immers ini-tiatieven voor openstelling via de aanlegvan wandelpaden en het inrichten vaneen onthaalinfrastructuur. Alleen wordthierover nog te weinig gecommuniceerd.Betere communicatie voorkomt niet alleenmisverstanden, maar levert ook de kans omduidelijk te argumenteren waarom natuur-gebieden al dan niet toegankelijk zijn.

Je moet er ook rekening mee houden datieder natuurgebied een eigen geschiedenisheeft, ook wat betreft toegankelijkheid. Hetopenstellen van natuurgebieden die decen-nialang ontoegankelijk zijn geweest (voor-malige privé-terreinen) kan lokaal zelfs totdraagvlakproblemen leiden. Door openstel-ling zien omwonenden vaak een aantalprivileges verloren gaan. 'Hun' wandel-,speel- en struingebied wordt plots 'natuurvoor iedereen'. Het is voor het natuurbe-heer dan ook belangrijk om naast de eco-logische ook de sociale uitgangssituatie inkaart te brengen. Op doordachte wijze kanrecreatie dan ook een hefboom zijn voormeer draagvlak voor natuur.

. Johan Van Den Bosch, projectleider van hetNationaal Park Hoge Kempen

Disney veroverde de wereld met het ver-filmde epos van een hertenjong met eenvlindervriendje op zijn neus, dat vrien-delijk lacht naar de voorbij huppendespecht. Een idylle die bruusk verstoordwordt als de mens de hertenmoeder doodt.Het leidde tot een 'Bambi' -ecologischehouding van heel wat goedbedoelendenatuurbeschermers: de natuur is perfect enharmonieus, zolang de mens ver uit haarbuurt blijft. Maak je echter geen illusies,ook door een voorbij struinende ree vluchtde specht in paniek weg.

Laat het duidelijk zijn: er is in Vlaanderente weinig natuur voor te veel mensen endat leidt tot grote problemen op het vlakvan duurzaam behoud van biodiversiteit.Maar een Barnbi-ecologische reflex zadeltmensen op met een schuldgevoel. Gebods-en verbodsregels, debatteren over hetrecreatieprobleem, het blijft dweilen metde kraan open zolang we zelf geen validealternatief bieden. Mensen blijven tochkomen naar de natuur, alsmaar met meer,vaker en op de meest onontdekte plaatsen.Voor sommigen is dat een pijnlijke realiteit,voor anderen een kans.

Probeer het eens zo te zien. Een pinkster-bloem voelt heus niet of een kinderhandhem plukt of de muil van een Galloway.En een groep spelende kinderen vervangtde heerlijke dynamiek die bevers ooit ineen beek ofbos teweegbrachten. Zadenverspreiden zich via de schoenzool van eenpasserende wandelaar ...

Dit is geen pleidooi voor alles kan, allesmag. Met velen in een te kleine woonsteeleven vraagt om afspraken, om wederzijdsrespect, om zorgzaamheid. Laat ons datiedereen duidelijk maken. Voor sommigerecreatievormen, zoals quads en motor-cross is de tuin van Vlaanderen écht teklein. Maar een dergelijke mensgerichteaanpak van een legitieme maatschappelijkevraag naar open groene ruimte, leidt somstot verrassende oplossingen. En niet inhet minst tot een roep naar vooral méérnatuur!

o N U M M R 4 2 3R N 5

txw

"--'of-co

If-

o=>of-ou.

Het natuurlijke potentieelDe tijd dat natuurgebieden alleen voor biologeneen (top)bestemming betekenden is voorbij.Onder het motto "ecologie is economie" zienwe dat natuurbehoud ook aantrekkelijk wordtvoor bijvoorbeeld de toeristische sector. Enkelecijfers:• Een studie naar de economische impact van

het fietstoerisme in de provincie Antwerpenleert dat een fietstoerist zo'n 12 euro per daguitgeeft. Dat levert 730 directe en indirecte'arbeidsplaatsen op. Dat de aantrekkelijkenatuur (en het landschap) hiermee te makenheeft behoeft geen betoog.

• De Veluwezoom in Nederland levert de recre-atiesector op jaarbasis 100 miljoen euro op(tegenover slechts 0,5 miljoen euro aan hout-opbrengsten) .

• Meer dan de helft van de Vlamingen zegt datniet-georganiseerd wandelen en fietsen zijnbelangrijkste sportactiviteit is.

'"w"--'of-co

If-

o=>O.f-

ou.

bezoekers komen echter niet om te leren, maarom 'al spelend' de wereld te verkennen. Dezemotivatie zou dan ook de spil moeten zijn waarhet om gaat bij het vormgeven aan natuureduca-tie en -beleving.Wat betekent dit dan voor ons als naruurbe-heerder? We zouden - vanuit het idee "natuur,waar je je thuis voelt" - een shift moeten maken"van numbers and names-naar magic and mea-ning. Naast natuurbeleving gaat het immersook om het aanleren van de betekenis, van debasisconcepten van ecologie. Wat is immers hetnut als bezoekers braakballen kunnen ontledenen alle "onderdelen" van een huismus kunnen

benoemen als ze nog niet inzien hoe de natuurfunctioneert ?

Kortom, de bezoeker moeten natuur zien (bele-ven), inzien (begrijpen), ontzien (betrokkenraken om er zelfiets aan te doen) en hongerkrijgen om nog meer aan natuurbeleving tedoen. Laten we het klassieke beeld van de natuurals quizdecor verlaten. Leve de natuurkluns:

Deze tendensen bieden voor een natuurbeheer-der nieuwe, unieke kansen voor een maatschap-pelijk draagvlak voor natuur. De kritische suc-cesfactor is echter hoe we deze interesse kunnenvertalen naar nieuwe "zieltjes". Essentieel hierbijis dat we weten wie Jan met de Pet is en vooralhoe we hem kunnen laten toehappen.

Natuur als quizdecorDe vaststelling dat velen een grote kennishebben van de milieuproblematiek of de vast-stelling dat er een stijgende vraag is naar hettoeristisch macro-product "groen Vlaanderen"is niet genoeg. De cijfers van hierboven liegener niet om, maar dit betekent niet dat we onzeopzet (meer draagvlak creëren) zo maar berei-ken.

Een voorbeeldje: al enkele jaren geleden con-stateerden onderzoekers dat de voorlichting eneducatie in natuurgebieden te veel ecologischekennis veronderstelt bij de bezoekers. Het gaatteveel over numbers and names. De meeste

N E UWE w DER N s NUMMER 4 2 4

N u w w D R N s N U M M R 4 2 5

ozo'"""--'

Kennis vervult een belangrijke rol innatuurbeheer, maar staat het draagvlakervoor soms in de weg. Natuurbeheerdersbesteden vaak nog teveel aandacht aan hetkennisaspect en te weinig aan ethische enesthetische aspecten. Bovendien reducerenze kennis hierbij vaak tot ecologische ken-nis. Zonder afbreuk te doen aan het belangvan deze kennis, schuilen er belangrijkekansen in het uitbreiden van deze kennismet sociaal-wetenschappelijke inzichtenen in het betrekken van 'lekenkennis' . Ken-nis over erfgoed en streekidentiteit biedthierbij een belangrijke hefboom tot draag-vlakverbreding. Om de natuurbeelden vannatuurbeheerders beter te laten aansluitenbij natuurbeelden van de bevolking verdie-nen ook ethische en esthetische aspectenaandacht.

Johan Van Den Bosch, projectleider van hetNationaal Park Hoge Kempen

o::J::Jo:

Met de uitwerking van het Fietsroutenet-werk probeert het Regionaal LandschapKempen en Maasland natuureducatie tebrengen waar het traditioneel niet terechtkomt.Bezoekerscentra en natuurverenigingenkennen het profiel van hen die op bezoekkomen, deelnemen aan wandelingen of lidworden, maar kennen ze ook het profielvan de mensen die ze nooit ontmoeten?Uiteindelijk bevindt zich daar het groeipo-tentieel.Daarom hebben we geprobeerd fietskaartenals normale toeristische brochures uit tegeven. Fietsen en wandelen doe je omdathet leuk is, dat is de kernboodschap, maarde aandachtige toeschouwer zal opmer-ken dat nooit vergeten wordt er aan toe tevoegen dat dan wel eerst een belangrijkevoorwaarde vervuld moet worden: meer enbetere natuur!

Paul Stryckers, directeur van het CentrumVoor Natuur- en milieueducatie en bestuurslidNatuurpunt Voorkempen

of-ou,

Dirk Bogaert van de Arrevelde Hogeschool- UGent en het Maritiem Instituut

'Zien - inzien - ontzien' is een mooischema, maar werkt het wel? Het lijkt,gebaseerd op een omkering van de spreuk:'onwetend kan men niet zondigen'. Geefde mens wetenschap, dan zal hij de zondevermijden. Dit wordt tegengesproken doorde werkelijkheid van alledag. Wie is nunog niet op de hoogte van de gevaren vanroken? En toch zijn er nog heel wat rokers.Er komen er zelfs elke dag nieuwe bij.Hoelang bestaat de veiligheidsgordel al? Entoch blijkt een heel groot gedeelte van deinzittenden van een wagen er geen gebruikvan te willen maken.

Mensen roken omdat het hen status ver-leent binnen een bepaalde groep. Mensendragen geen veiligheidsgordel omdat hunauto hun vrijheid is. Mensen doen allerleidingen, tegen beter weten in. Ook in hunhouding tegenover de natuur.

Respect voor natuur komt niet plots totstand op basis van kennis. Respect voornatuur (of juist het gebrek daaraan) groeitvan jongs af aan. Het heeft te maken metde plek waar je opgroeit. Het gezin waarinje leeft. Je vrienden- en kennissenkring.Je opvoeders. Maar ook je eigen voor- enafkeuren, gevoelens en angsten (denk aande angst voor bepaalde 'vieze beestjes').Al die elementen maken dat je een eigen,uniek mentaal beeld van de natuur creëert.Dit natuurbeeld kan sterk afwijken van dat

. van bijvoorbeeld de beheerder van eennatuurgebied. Die laatste moet daar terdegemee rekening houden, wil communicatieniet eindigen in een Babylonische spraak-verwarring. Vraag kortom niet aan eenecoloog-expert hoe de vork in de steel zit,maar aan de bezoekers van het natuurge-bied zelf

.L

N E U W