Nieuwe Veluwe 2 2010

52
NATUUR EN CULTUUR 2/10 Nieuwe Veluwe Biodiversiteit is de troef van de Veluwe. Raaf, draaihals en kleine heivlinder: ze komen alleen daar voor Cultuurmakelaar: wie zegt dat er op de Veluwe niets aan cultuur gebeurt? Teken en processierupsen we weten eigenlijk nog weinig over deze beestjes Arcadische landschappen, zo zijn de foto’s van kunstenaar Elger Esser het best te typeren Helene Kröller-Müller geeft in 2500 brieven een gedetailleerd beeld van haar leven Losse Nummers e 9,50

description

Nieuwe Veluwe gaat over natuur en landschap, kunst en cultuur en biedt een platform voor discussie en opinie. Nieuwe Veluwe beoogt een inhoudelijk, inspirerend en kritisch kwaliteitsmagazine te zijn voor liefhebbers van de Veluwe met een brede interesse. Op en rondom de Veluwe zijn veel ontwikkelingen gaande die meer aandacht verdienen. De Veluwe sprankelt en leeft. Beken worden boven-gronds gehaald en stuifzanden hersteld. Op de flanken van de Veluwe wordt gezocht naar een nieuw evenwicht tussen verstedelijking en behoud van landschappelijke waarden. Landbouw en toerisme staan op gespannen voet met de natuur, maar hebben elkaar ook nodig. Het gebied is een inspiratiebron voor kunst en cultuur. De rijke cultuurhistorie biedt aanknopingspunten voor ruimtelijke ontwikkeling. Op dit soort thema’s wil het nieuwe magazine ingaan. Voor reacties, suggesties en vragen [email protected] of bel 0317 425880. E-mail [email protected]. Less

Transcript of Nieuwe Veluwe 2 2010

Page 1: Nieuwe Veluwe 2 2010

natuur en cultuur

2/10Nieuwe Veluwe

Biodiversiteit is de troef van

de Veluwe. Raaf, draaihals en kleine

heivlinder: ze komen alleen daar voor

Cultuurmakelaar: wie zegt dat er

op de Veluwe niets aan cultuur gebeurt?

Teken en processierupsen

we weten eigenlijk nog weinig over deze

beestjes

Arcadische landschappen, zo

zijn de foto’s van kunstenaar Elger Esser

het best te typeren

Helene Kröller-Müller geeft

in 2500 brieven een gedetailleerd beeld

van haar leven

Losse Nummers e 9,50

Page 2: Nieuwe Veluwe 2 2010

Generaal FoulkesweG 72 . 6703 Bw . waGeninGen . 0317 425890 . [email protected] . www.uitGeverijBlauwdruk.nl

blauwdruk

BLAUWDRUK

blauwdruk

blauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdruk

blauwdruk

blauwdruk

blauwdrukuitgeverij

blauwdrukUITGEVERIJ

UITGEVERIJ

blauwdrukUITGEVERIJ

blauwdrukuitgeverij

blauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdruk blauwdruk

blauwdrukblauwdrukblauwdruk

blauwdruk

blauwdruk

blauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdruk

Bundel - de nieuwe Hollandse waterlinieISBN 978-90-75271-36-2Prijs 49,90

landscHapsarcHitectuur en stedenBouw in nederland 07-08ISBN 978-90-75271-29-4Prijs 39,90

de avontuurlijke arcHi-tectuur van de scoutinGISBN 978-90-75271-35-5Prijs 26,50

canon van Het nederlandse landscHapISBN 978-90-75271-30-0Prijs 29,50

Het landscHap in de openBare ruimte -stadswandelinGPrijs 7,00

on site - landscHaps-arcHitectuur in europaISBN 978-90-75271-40-9Prijs 49,00

BEVLOGEN LANDSCHAP/SOARING LANDSCAPEPeter van Bolhuis, landschapsarchitect en luchtfotograaf

Nederlands/Engels

Hardcover

32x24 cm, 320 pagina’s, full colour

ISBN 978-90-75271-34-8

Prijs 49,50

April 2010

Landschapsarchitect Peter van Bolhuis koos voor zijn passie en werd luchtfo-

tograaf. Onder de naam Pandion fotografeerde hij het Nederlandse landschap

zoals niemand dat eerder deed: met oog voor samenhang, ontwerp en verande-

ring. Pandion bracht het werk van architecten en planners trefzeker in beeld en

leverde haarscherp studiemateriaal voor onderzoekers. Van Bolhuis reisde naar

Italie, Frankrijk en Engeland om klassieke tuinen, parken en villa’s vast te leggen,

en fotografeerde het stedelijk landschap in Nederland, Europa en Amerika. Van

Bolhuis overleed in 2005 en liet een archief na van ruim 15.000 beelden. Dit

boek laat een ruime selectie zien van zijn mooiste en belangrijkste foto’s.

Page 3: Nieuwe Veluwe 2 2010

ColofonNieuwe VeluweNummer 2, 2010 Nieuwe Veluwe verschijnt 4 keer per jaar.i www.nieuweveluwe.nl

UitgaveGrafisch Atelier Wageningen

AdresGeneraal Foulkesweg 726703 BW Wageningent 0317 418128, f 0317 425886e [email protected]

RedactieRia Dubbeldam([email protected]),Agnes Renssen,Dick van der Klis, Annemiek SimonsCecile van Wezel

KlankbordgroepDe leden zitten op persoonlijke titel in de klankbordgroep.Annelies Barendrecht (publicist), Hans van den Bos (journalist, fotograaf), Gerrit Breman (historicus), Jolijn Brus (Bureau Veluwe Vallei, provincie Gelderland), Koos Dansen (natuurkenner, publicist), Ad Germing (natuurkenner, fotograaf), Michiel Hegener (publicist, cartograaf), Arne Heineman (Natuurmonumenten Gelderland), Lex Hoefsloot (Vereniging van Kleine Kernen Gelderland), Patrick Janssen (Vrienden van de Veluwe), Patrick Jansen (Probos), Kim Knoppers (maker van tentoonstellingen hedendaagse kunst en fotografie), Henk Kuijpers (gemeente Apeldoorn), Antoon Loomans (KNNV), Ingrid Regelink (Waterschap Veluwe), Frits Storm (IVN), Dirk van Uitert (Veluwecommissie provincie Gelderland), Gert van Veldhuizen (Vogelbescher-mingswacht Noord-Veluwe), Marike Vissers (Staatsbosbeheer), Arjan Vriend (Landschapsbeheer Gelderland), Hans Vulto (gemeente Ede)

VormgevingTibor Balogh, Cecile van Wezel (GAW)

DrukModerndruk b.v., Bennekom

BladmanagementJelle de Gruyter (GAW)

Abonnementene [email protected] jaar abonnement in 2010: € 29,50 incl. btw, jaarabonnement vanaf 2011 € 37,50 incl. btw.Een abonnement wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij vóór 1 november schriftelijk wordt opgezegd. Losse nummers: € 9,50.

Advertentie-exploitatieEelco Jan Velema (Brickx)t 070 322736, m 06 46291428e [email protected]

OmslagfotobvBeeld

© 2010 Grafisch Atelier WageningenOvername van informatie mag alleen met voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en onder vermelding van de bron.

ISSN1879-6001

Artikelen

6 ThermometerindeVeluwse

biodiversiteit

14 Arcadischelandschappenineen

jasjevannieuwezakelijkheid

18 Opgelet:tekenen

processierupsen!

28 InterviewOeneGorter:‘Ons

landgoedisoptijdveranderdin

eenmodernbedrijf’

32 Demannenvan

HeleneKröller-Müller

38 Natura2000indemedia

39 Relaxteromgaanmet

natuurbeleid

Rubrieken

4,37,50Actueel

13 Vraagenantwoord

26 Foto:stenenbeeldenvan

AdriVerhoeven

31 ColumnWouterKlootwijk

43 Boeken

44 KoningswegGinkel-Dieren

48 Beroepcultuurmakelaar

50 Agenda

Architectuur:

Het regent prijzen voor ontwerp revalidatiekliniek Groot

Klimmendaal /5

MarjavanderTas:

Meer samenwerking voor Nationaal Landschap Veluwe /10

Toerisme:

Verwen mensen met een authentieke beleving: natuur,

rust en wild zien /22

HeidiLinck:

Verbeelding van de afwezigheid, de leegte, het licht en de

stilte /24

Natura2000:

We komen er wel uit, zeggen organisaties van boeren,

recreatieondernemers en natuurbeheerders /39

Inhoud

nieuwe Veluwe 2/10 3

Page 4: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/104

De papegaaiduiker in sneeuwstorm van de Apeldoornse natuurfoto-graaf Jan Vermeer heeft een eervolle vermelding gekregen in de pres-tigieuze fotowedstrijd Wildlife Photographer of the Year. Daarmee is hij doorge drongen tot de beste natuurfotografen ter wereld. Vermeer maakte de foto in het Varanger Fjord in Noorwegen. De laatste jaren is hij vaak op de Noordpool of in de tropen te vinden. Maar als hij niet op pad is voor een opdracht, vind je hem steevast ergens op de Veluwe. ‘Ondanks de vele reizen die ik maak, fotografeer ik nog steeds met heel veel plezier in eigen land en dan vooral op de einde-loze Veluwe’, zegt hij. ‘In de bronsttijd bijvoorbeeld sta ik ook tussen al die zeshonderd andere idioten op de Wildbaanweg in Het Nationale Park De Hoge Veluwe naar het spektakel van burlende edelherten te kijken.’De foto van Vermeer en de foto’s van 99 andere fotografen zijn tot en met september 2010 te zien in het nieuwe Wereldnatuurhuis De St@art op het terrein van de Apenheul in Apeldoorn. De fototentoon-stelling is een productie van BBC Wildlife Magazine en Natural History Museum Londen. De expositie is samengesteld uit 43.135 foto’s uit 94 landen.

ActueelBouw van ecoducten op de Veluwe op dreef

In juni start de bouw van twee ecoduc ten: bij Hoog Buurlo (Apeldoorn) over de A1 en bij Hulshorst (Nunspeet) over de A28. Ecoduct Tolhuis over de A50 bij Heerde is al in aanbouw. ‘Het dek over het oostelijke deel van de A50 is klaar. Binnenkort beginnen we aan de westelijke kant’, zegt omgevingsmanger Paul Hoogerwerf. ‘Als de con-structie klaar is, wordt de grond erop en er tegenaan gelegd. In het tweede kwartaal van 2011 denken we met dit ecoduct klaar te zijn.’ In oktober begint de bouw van nog een ecoduct: ecoduct Jac. P. Thijsse over de A12 bij Ede.

In totaal komen er negen eco-ducten. Ze horen bij het project Negen Ecoducten. Zes eco ducten komen op de Veluwe, twee op de Utrechtse Heuvelrug en een op de Sallandse Heuvelrug. Uiterlijk eind 2012 moeten alle ecoducten klaar zijn. Ecoducten zijn veilige oversteek-plaatsen voor dieren die van het ene naar het andere natuurge-bieden willen. Vooral de drukke rijkswegen zijn onover komelijke barrières voor lopende en krui-pen de en soms zelfs vliegende dieren. Niet alleen herten maken veel gebruik van ecoducten maar ook vossen, marters, muizen, kikkers en vlinders.

Veluwse fotograaf krijgt internationale erkenning

foto Jan Vermeer

Zuiderzeestraatweg, 1900

Zuiderzeestraatweg herkenbaar maken

De voormalige Zuiderzeestraat-weg tussen Zwolle en Amersfoort over de Noord-Veluwe moet weer herkenbaar worden, vindt Regio Noord-Veluwe. Van een door-gaande weg is allang geen sprake meer. Stukken zijn verdwenen en veel gedeelten hebben een an-dere naam gekregen. ‘De samen-hang in de bijna tweehonderd jaar oude de weg is grotendeels verdwenen’, zegt Cees Duine van Regio Noord-Veluwe. ‘Daarom willen we met gemeenten en het Veluws Bureau voor Toerisme de weg weer herkenbaar maken.

Denk aan straatnaambordjes met daarop een verwijzing naar de oorspronkelijke naam. Er zul-len allerlei acties komen om de toeristisch-recreatieve kansen rondom de weg te benutten. Het kan wel 10 tot 15 jaar duren voordat de plannen allemaal zijn uitgevoerd. We staan nog hele-maal aan het begin.’De Zuiderzeestraatweg was een uitdrukkelijke wens van een aan-tal landgoedeigenaren. In 1827 keurde Koning Willem I de aanleg goed. Drie jaar later was hij al in gebruik.

Page 5: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 5

Architect Koen van Velsen is een

meester in het vinden van balans.

Zijn ontwerp voor de revalidatiekliniek

Groot Klimmendaal in Arnhem valt

dit jaar flink in de prijzen.

tekst Martine Bakker, foto bvBeeld

Groot Klimmendaal is meer dan een nieuw gebouw. Eigenlijk is de inrichting van het hele bosrijke terrein veranderd. Het vernuft van het ontwerp begint al met het plan dat de architect voor het heuvel-achtige terrein opstelde, zonder nog een gebouw te hebben ontwor-pen. In dit plan schoont hij het terrein helemaal op. De bestaande bebouwing, die met vleugels en bijgebouwen vrijwel het hele grond-stuk in beslag neemt, wil hij vervangen door compacte nieuwbouw. Zo krijgt de parkachtige omgeving meer adem en kan ook de nieuw-bouw goed tot zijn recht komen. De nieuwbouw betreft een revalida-tiekliniek, een scholencomplex en een appartementengebouw.

Open uitstralingTot nog toe is alleen de revalidatiekliniek af. Het is een langwerpig, hoog gebouw geworden met een open uitstraling. Om bij te dragen aan de reïntegratie van de patiënten wil de organisatie het contact met buurbewoners vergroten. Daarom kun je van de ene verdieping naar de andere kijken en is er geen strikte scheiding tussen binnen en buiten. De begane grond is extra hoog en biedt zoveel doorkijk, dat het bos gewoon in het gebouw lijkt door te lopen. De verdiepingen staan met elkaar in verbinding door dakramen, lichtschachten en binnengalerij-en. Voor de muurvlakken van al die onderdelen zijn kleuren gekozen die het licht en de ruimtelijkheid nog eens versterken. De gevels zijn van glas en geribbeld bruin aluminium dat past bij de bomen. Op de bovenste verdieping is, met weinig doorkijk, een Ronald McDonald-huis gevestigd. Verdeeld over de andere verdiepingen liggen onder meer een zwembad, sportzaal, fitnesscentrum en theaterzaal. Het zwembad en de theaterzaal zijn ook bedoeld voor buurtbewoners, wat er een echt gebruiksgebouw van maakt.

Extreme keuzenVan Velsen zoekt in zijn ontwerpen altijd naar een combinatie van kleuren en vormen, waarin zowel de gebruiker als de omgeving het beste tot hun recht komen. Hij is niet bang om extreme keuzen te maken en weet alles altijd subtiel op elkaar af te stemmen. In zijn Universiteitsmuseum in Utrecht zijn een oud en een nieuw gebouw vloeiend in elkaar geschoven. Bij zijn Commissariaat voor de Media in Hilversum speelt de parkachtige omgeving een nadrukkelijke rol. Hier laat hij een boom door een gat in de luifel steken. Zoiets doet hij ook bij Klimmendaal, dat aan één zijde boven de helling van een heuvel hangt. Zo is het gebouw tegelijk aanwezig en vluchtig.

Revalidatiekliniek Groot Klimmendaal is in april door de Bond van Nederlandse Architecten verkozen tot het beste gebouw van 2010 en in juni bekroond met de Hedy d’Ancona-prijs voor excellente zorgarchitectuur 2010 en de Heuvelinkprijs voor Arnhemse architectuur.

Bos komt kliniek binnen

Page 6: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/106

Thermometer in Veluwse biodiversiteit

rivierkreeft kleine heivlinderlentevuurspin vliegend hert kommavlinder zadelsprinkhaan tapuitduinpieper klapekster nachtzwaluw draaihals boommarter raaf lederboktor bosparelmoervlinder groot zweepmos grote runenkorst wrattenbijter blauwe dennenprachtkever blauwvleugelsprinkhaan meervleermuisvalkruid

Page 7: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 7

Boswachter Roel van Ekeris van Natuur-monumenten, werkzaam op de Zuidwest-Veluwe, denkt geen seconde na over waarom we juist de meest zandige delen moeten koesteren. ‘Het stuifzandlandschap is weliswaar door de mens ontstaan – door overbeweiding van schapen – maar heeft in de loop der eeuwen een eigen karakteristieke flora en fauna gekregen.’ Volgens Van Ekeris zie je dit buiten de Veluwe nergens meer in Noordwest-Europa. Kom bij hem dus niet aan met de omschrijving ‘ecologisch rampgebied’, zoals voorstanders van spontane natuurontwikkeling deze zandvlakte nog wel eens noemen. ‘Want waar heb je in Nederland überhaupt nog ongerepte natuur? De invloed van de mens is overal. Prima dat lokaal – zoals op de Veluwezoom – spontane processen meer ruimte krijgen. Maar dit stuifzand is uniek. We hebben een verantwoordelijkheid om dat te bewaren, net als de soorten die hier al honderden jaren voorkomen.’ VVV-heideSoortenrijkdom op zich zegt hem niet zoveel. Soorten hebben altijd een relatie met het landschap. Tussen stuivend zand, heide en

bos zijn vele overgangsstadia en elk stadium heeft zijn eigen soorten. ‘Het merendeel van de kenmerkende soorten voor stuifzanden vind je vooral in de eerste stadia van de vastlegging van het zand, dus niet in het stuivende zand. In zand met een enkel polletje struikhei leeft de in Nederland bijna uitgestorven kleine heivlinder. Verderop, waar het zand wat meer is vastgelegd en meer hei groeit, leven de heivlinder en de eveneens zeer zeldzame grote wrattenbijter, een sprinkhaan. Hier vinden we ook de lentevuurspin. Dit in Europa zeldzame diertje komt in Nederland alleen op de allerwarmste plekken van de Veluwe voor.’Van Ekeris betreurt het dat op zoveel plaatsen een ‘VVV-heide’ te zien is: een eenvormig, structuurloos tapijt met weinig dieren. Volgens hem zijn de soorten die het nu moeilijk hebben allemaal gebonden aan open heide of – zoals hij het liever noemt – open zandlandschap met heide. Voorbeelden naast de heivlinder zijn kommavlinder en kleine heivlinder, de vogelsoorten tapuit en duinpieper en sprinkhanensoorten als grote wrattenbijter, veldkrekel, zadelsprinkhaan en blauwvleugelsprinkhaan.

Dagvlinders bedreigdDat de heide en stuifzanden van groot nationaal belang zijn voor dagvlinders en meer aandacht verdienen, onderbouwt Michiel Wallis de Vries van De Vlinderstichting en Wageningen UR met cijfers. Dagvlinders zijn in Nederland een sterk bedreigde diergroep: een groot deel van de soorten staat op de Rode Lijst. ‘Op de Veluwe leven 42 van de 53 Nederlandse standvlinders en 17 van de 31 Rode Lijstsoorten. (Een standvlinder heeft regelmatig een populatie (gehad) in een bepaald gebied, red.). De kleine heivlinder en bosparelmoervlinder komen buiten de Veluwe niet voor en de grote parelmoervlinder en het gentiaanblauwtje slechts beperkt.’ Naast boswachter Van Ekeris maakt ook Wallis de Vries zich zorgen. De kenmerkende vlindersoorten hebben het erg moeilijk door verzuring, vergrassing en het dichtgroeien van heide tot bos. De kleine heivlinder dreigt uit te sterven; de duinparelmoervlinder lijkt al verdwenen. Beheerders leveren in zijn ogen nog onvoldoende maatwerk, bijvoorbeeld door grootschalige begrazing. Ook het verdwijnen van hakhoutbeheer, waarbij bomen laag

‘De kleine heivlinder en bosparelmoervlinder komen buiten de Veluwe niet voor.’

‘De draaihals is elders in Noordwest-Europa overal al verdwenen; hetzelfde geldt

voor de raaf.’ Drie deskundigen, Michiel Wallis de Vries, Rob Vogel en Roel van Ekeris,

geven hun mening over de waarde van de Veluwse zandverstuivingen, heidevelden

en bossen. Zij brengen – in dit Internationaal Jaar van de Biodiversiteit – de huidige

situatie van de Veluwse biodiversiteit in beeld, alsook de kansen en bedreigingen.

Thermometer in Veluwse biodiversiteit

tekst Hans van den Bos, foto’s Vlinderstichting/Henk Bosma, Jan Aalders, Rob Bulder

Links: De kommavlinder is afhankelijk van open zandlandschappen met heide

Onder: De raaf komt in Nederland alleen op de Veluwe voor.

Page 8: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/108

blijven door ze regelmatig te hakken, en het voedselrijker worden van bosranden eisen hun tol: het heeft van de bosparelmoervlinder een bedreigde soort gemaakt.Toch ziet hij ook positieve ontwikkelingen. ‘Het bont zandoogje – een soort van bosranden en open plekken in het bos – neemt sterk toe. De keizersmantel – een soort van viooltjesrijke bossen op stuwwallen – is terug van weg-geweest. En het gentiaanblauwtje – een typische soort van natte heide – lijkt zich na doelgerichte maatregelen goed te ontwikkelen op De Hoge Veluwe.’

Kleinschalige beheermaatregelenMaatwerk bij herstel van heide en stuifzand is dan ook dé manier om de biodiversiteit van de Veluwe voor de komende 20 à 50 jaar veilig te stellen, vindt de vlinderdeskundige. Denk daarbij aan kleinschalige beheermaatregelen zoals hier en daar wat plaggen en bekalken, tijdelijke akkertjes en een verschillende begrazingsdruk. Beheerders staan steeds meer open voor zo’n benadering, merkt hij. Ook ziet hij veel in herstel van verbindingen tussen heidegebieden, herinvoering van hakhoutbeheer en het op peil brengen van lokale grondwatersystemen. ‘Beekdalherstel kan zelfs de zilveren maan weer terugbrengen!’Boswachter Van Ekeris steunt het pleidooi van Wallis de Vries. Beheerders hebben tegenwoordig meer aandacht voor de subtiele structuur- en milieuverschillen binnen een landschapstype. Zij zien het belang van variatie voor de soorten. ‘Het zandlandschap bestaat uit een grote variatie aan biotopen, van actief stuivend zand tot gesloten heide. Die puzzelstukjes moet je kleinschalig beheren.’ Voor het praktische beheer ziet hij een nuttige rol weggelegd voor vrijwilligers, die hem nu al vaak helpen met bijvoorbeeld het uittrekken van dennen – dennen scheren – op de hei om dichtgroeien te voorkomen. Hij kan nog best wat extra handen gebruiken, benadrukt hij.

ThermometerGoede thermometers om de effecten van veranderingen in het landschap en in het ecosysteem te volgen zijn vogels. Er is geen

diergroep in Nederland waarvan zoveel bekend is. Subtiele verschuivingen in het broedareaal, trekpatronen en aantallen worden door vele waarnemers vastgesteld. Rob Vogel, hoofd monitoring bij SOVON Vogelonderzoek Nederland, heeft niet alleen toegang tot een rijk gevulde databank, als veldonderzoeker brengt hij ook heel wat uurtjes door op de Veluwe. In een gemiddeld jaar broeden op de Veluwe 110 soorten vogels, zegt hij. Tijdens de seizoenstrek en in de winter kunnen nog eens vijftig extra soorten voorkomen. Ook al zijn deze aantallen ‘normaal’ voor een gebied van deze omvang, de Veluwe is wel degelijk bijzonder – ook in internationaal perspectief. Veel Midden-Europese broedvogels, waarvoor Nederland aan de rand van hun verspreidingsgebied zit, hebben het ondanks een krimpend broedareaal nog lang op de Veluwe uitgehouden (zoals de klapekster) of balanceren op de rand van verdwijnen (de duinpieper). Een aantal kenmerkende soorten voor schrale en droge gebieden zoals draaihals, tapuit en grauwe klauwier heeft het moeilijk, maar houdt vooralsnog stand. De draaihals is elders in Noordwest-Europa overal verdwenen. Hetzelfde geldt voor de raaf.

NachtzwaluwRonduit goed gaat het met de voorheen zeldzame nachtzwaluw. Die profiteert van de toename van het aantal nachtvlinders door de warmere zomers. Vogel: ‘Nu broedt 40 procent van de Nederlandse nachtzwaluwen op de Veluwe. Een dergelijk percentage geldt ook voor boomleeuwerik en roodborsttapuit.’ Vogel verklaart de aantrekkelijkheid van de Veluwe door het bijzondere milieu. ‘De zandverstuivingen, zandige heiden en dennenbossen op schrale, droge bodems zijn in trek bij vogels die aan een warm en droog microklimaat hechten. Niet in de laatste plaats omdat hier ook veel insecten leven; dit betekent voedsel. Het aaneengesloten bosareaal is van belang voor soorten die hechten aan rust (raaf) of soorten die gewoon een groot bos nodig hebben om hun voedsel te vergaren (wespendief en zwarte specht).’Toch neemt de vogelrijkdom af. In de afgelopen

BiodiversiteitnoglangnietinkaartDe Verenigde Naties hebben 2010 uitgeroepen tot Internationaal Jaar van de Biodiversiteit. Extra aandacht voor de natuurlijke rijkdom is nodig, want het gaat slecht met de biodiversiteit. Wereldwijd is sinds 1700 ongeveer 30 procent van de oorspronkelijke biodiversiteit verdwenen; in de EU gemiddeld 65 procent. Nederland scoort nog slechter met meer dan 80 procent verlies. Biodiversiteit staat voor de verscheiden-heid aan levensvormen op aarde. Die verscheidenheid komt niet alleen tot uitdrukking in planten- en diersoorten maar ook in eco-systemen (natuurlijke landschappen) en genenvariatie binnen soorten. Toch hebben we het meestal over soorten. Want die zijn het gemakkelijkst te tellen en soortenlijstjes zijn eenvoudig te vergelijken. Wereldwijd zijn bijna twee miljoen planten- en diersoorten bekend, maar waarschijnlijk zijn het er vele miljoenen. Voortdurend worden nieuwe soorten ontdekt, ook in Nederland.In ons land zijn tot nog toe ruim 35.000 soorten aangetroffen. Er zijn maar weinig plekken op aarde waar de verspreiding van vogels, vaatplanten, zoogdieren, dag-vlinders, reptielen en amfibieën zo goed onderzocht is. Het waarnemingsnet van betaalde en onbetaalde deskundigen is extreem dicht, de kwaliteit van de ver-zamelde gegevens goed. Toch onder-zoeken al deze mensen slechts een fractie van de biodiversiteit. Liefst tienduizenden vogelkenners kijken naar enkele honderden vogelsoorten en slechts een tiental spinnendeskundigen naar zeshonderd soorten spinnen! In de praktijk van het natuurbeheer wordt biodiversiteit vaak verengd tot de handvol hierboven genoemde soortengroepen, omdat die relatief gemakkelijk zijn te inventariseren. Dat is eigenlijk te beperkt, maar er is geen werkbaar alternatief.

Page 9: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 9

kwarteeuw was sprake van een lichte afname en de 25 jaar ervoor een matige. De afname uitte zich vooral langs de randen van de Veluwe, met name door neerslag van stikstof. ‘Dit leidde tot vergrassing en versnelde bosvorming, waardoor het voedselaanbod voor veel vogelsoorten afnam.’ Weer andere vogelsoorten (duivensoorten als zomertortel, vinkachtigen, geelgors, torenvalk, patrijs) langs de Veluweranden zijn de dupe van intensivering van de landbouw, waar maïs het dominante gewas is geworden. Ook nadelig voor vogels is de lang geleden ingezette intensivering van de bosbouw.Met andere soorten gaat het tegenwoordig juist goed. ‘Kleine bonte specht, boomklever en houtsnip hebben baat bij het ouder wordende bos. Interessant is dat de middelste bonte specht vanuit het oosten is begonnen met

een herkolonisatie van de Veluwe. Deze aan oude eiken gebonden soort was sinds 1850 verdwenen.’

Biodiversiteit verbeterenVogel ziet volop mogelijkheden om de afname van biodiversiteit te stoppen en zelfs weer te verbeteren. ‘Daarvoor moeten we zandpaden niet meer verharden, recreatie op zandverstui-vingen en heidevelden terugdringen, berken-singels langs hei handhaven en agrarisch natuurbeheer bevorderen.’ Ook hij ziet grote voordelen in het kleinschalig plaggen van heide, maar tevens in het laten liggen van kadavers van grote zoogdieren. ‘De broed-populatie van de raaf en buizerd en het aantal overwinterende roofvogels zoals zeearend hangt sterk samen met het aanbod dode dieren.’ Vogel waarschuwt voor het openstellen

van voormalige militaire oefenterreinen. ‘Hier bevinden zich belangrijke populaties van zeldzame broedvogels. Recreatie kan onom-keerbare schade toebrengen aan de nacht-zwaluw, draaihals en tapuit.’ Ook Van Ekeris pleit voor rust in specifieke gebieden. ‘Je mag best hier en daar gebieden afsluiten als je soorten daarmee helpt’, en geeft een leerzaam voorbeeld. ‘De grauwe klauwier broedt massaal op het militair schietterrein Oldebroek – als enige plek op de Veluwe. Ook de laatste broedende klapekster bevond zich in afgesloten gebied.’

Belangrijk vindt Van Ekeris dat stuifzanden en aangrenzende heiden met elkaar in verbinding staan, zonodig over eigendomsgrenzen heen. Daarom werkt hij actief samen met zijn buren, De Hoge Veluwe. ‘Wat is er mooier dan samen verbindingen maken, waardoor soorten van de Ginkelse Hei naar de Veluwezoom kunnen komen? Soms moet hij daarvoor corridors in het bos kappen, bijvoorbeeld voor de zadelsprinkhaan die niet kan vliegen. Hij ziet de effecten van kleinschalig in mozaïekpatroon plaggen van heide, van het maken van corridors. Al gaan er wel vele jaren overheen voordat je de beoogde soorten ook hebt, weet hij uit ervaring.

Ditisdeel1vanhetartikeloverbiodiversiteitopdeVeluwe.In

devolgendeeditiekomenanderedeskundigenaanhetwoord.

‘�Wat�is�er�mooier�dan�samen�

verbindingen�tussen�gebieden�

te�maken,�waardoor�soorten�

van�de�Ginkelse�Hei�naar�de�

Veluwezoom�kunnen�komen?’De draaihals. Recreatie kan onomkeerbare schade toebrengen aan deze vogelsoort.

Page 10: Nieuwe Veluwe 2 2010

10 nieuwe Veluwe 2/10

Het Nationaal Landschap Veluwe

bestaat vijf jaar. Maar is dat wel

een feestje waard? Om het meer

te laten zijn dan het zoveelste

etiket op het gebied, moet er

nog veel gebeuren. We moeten

helder krijgen wat we er nu

echt mee willen en hoe we

een goede organisatie krijgen

om er samen aan te werken.

De kansen liggen er, ook in

deze tijden van economische

recessie, vindt de voorzitter van

de Veluwecommissie Marja van

der Tas. Zij pleit onder meer

voor de oprichting van een

Veluwefonds.

Page 11: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 11

Weet u het nog? In 2005 wees het Rijk twintig nationale landschappen aan: gebieden met unieke landschappen, bijzondere natuur en recreatieve kwaliteiten. Gelderland kreeg liefst zeven nationale landschappen toegewezen, waaronder de Veluwe. De verantwoordelijkheid voor de nationale landschappen kwam bij de provincies te liggen. Zij moeten ervoor zorgen dat de landschappen duurzaam beheerd en behouden worden. Ook belangrijk is dat recreanten van het landschap moeten kunnen genieten. Om daarvoor te zorgen heeft de provincie voor elk landschap een integraal uitvoeringsprogramma opgesteld. Voor de Veluwe zijn vier prioriteiten vastgesteld: een goede toegankelijkheid voor recreanten, behoud en versterking van cultuurhistorie, landschapsontwikkeling en behoud en versterking van de landbouw als belangrijke drager van het landschap. Gelijkertijd was ook al bekend dat er onvoldoende middelen zouden zijn om alle ambities te realiseren. Voor de periode 2007-2013 is slechts 4 miljoen euro beschikbaar. Voor zo’n omvangrijk gebied kun je daar weinig mee doen. Gelukkig wordt ook op andere manieren in de Veluwe geïnvesteerd. Met het programma Veluwe 2010 is al eerder 10 miljoen euro gereserveerd voor een groot aantal projecten, waaronder de realisering van ecologische poorten en ecoducten, een netwerk van parkeerplaatsen en transferia, imagoversterking en de realisatie van het fietstotaalplan. Eind vorig jaar hebben Gedeputeerde Staten toch een subsidiestop voor de landschappen moeten afkondigen. Door de vele subsidieaanvragen was de 4 miljoen euro bijna halverwege de periode al op.

AmbitieusJe kunt stellen dat het uitvoeringsprogramma van de provincie heel ambitieus is, gezien de beschikbare financiële middelen en menskracht. Maar ook gezien het toekomstbeeld dat ze schetst voor het ideale Nationaal Landschap Veluwe in 2020. De Veluwe is dan een gebied van internationale allure tussen de Randstad en het Ruhrgebied. Het heeft vanwege de landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten een aantrekkelijk woonmilieu en een zeer sterk economisch investeringsklimaat. De landbouw doet het goed onder meer door plattelandstoeslagen voor landschapsbeheer. Langs de zuid- en oostrand van de Veluwe is een robuust landgoederenlandschap met duurzame agrarische bedrijven en ecologische verbindingszones ontstaan. Voormalige militaire complexen hebben een nieuwe invulling gekregen. Ook de recreatiebedrijven doen het goed vanwege het hoogwaardige aanbod aan voorzieningen. Al met al is de Veluwe in 2010 een gebied waar mensen graag wonen en werken. Voor Nederland is het weer het belangrijkste binnenlandse recreatiegebied!

VeluwefondsDit ideale toekomstplaatje komt er niet vanzelf. Waar het nog vooral aan schort, is dat de neuzen niet in dezelfde richting staan. Het zou goed zijn een debat te organiseren voor provincie, Veluwegemeenten en overige betrokkenen zoals terreinbeheerders, landbouwers en recreatieondernemers. Dit kan helder maken of betrokken partijen de ambities voor het Nationaal Landschap Veluwe (nog) delen en of zij bereid zijn om ook in tijden van crisis zich ervoor in te zetten. Een snelle screening van de

collegeprogramma’s van de Veluwse gemeenten stemde mij in ieder geval niet vrolijk. Er zijn maar weinig gemeenten die de Veluwe in hun programma noemen. Gecombineerd met een bezuinigingsopgave is het de vraag op hoeveel inzet de groene waarden mogen rekenen. Ik pleit dan ook voor de oprichting van een Veluwefonds. Een fonds, gevoed en beheerd door partners op de Veluwe en waarvoor gemeenten en recreatieondernemers jaarlijks een afdracht doen om gezamenlijke projecten mee uit te voeren voor het nationaal landschap. Voor gemeenten zouden bijvoorbeeld één euro per inwoner kunnen afdragen en per bezoeker 25 eurocent.

AchtertuinVoor de provincie geldt dat het denken in concrete, overzichtelijke projecten eenvoudiger is dan denken in grote gebieden met complexe opgaven die in elkaar grijpen. Om de Veluwe toch zo goed mogelijk als een geheel te behandelen, heeft de provincie in 1997 een streekcommissie – de Veluwecommissie – in het leven geroepen. Die commissie adviseert de provincie over integrale uitvoeringsopgaven. Nu is een gebied van ruim 100.000 hectare

Meer samenwerking voor Nationaal Landschap Veluwe tekst Marja A.J. van der Tas, foto bvBeeld

‘Juist�onder�de�noemer�van�het�

Nationaal�Landschap�Veluwe�

kunnen�alle�betrokkenen�zich�

verenigen�en�samenwerken’

Opinie

Page 12: Nieuwe Veluwe 2 2010

12

met achttien gemeenten natuurlijk lastig als één geheel te beschouwen. Temeer omdat de provincie bij voorkeur met andere gebiedsindelingen werkt, bijvoorbeeld met die van de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR). In die verdeling is de Veluwe plotsklaps de achtertuin van een drietal WGR-gebieden, namelijk de Stedendriehoek (Apeldoorn, Zutphen, Deventer), de Noordwest-Veluwe en het WERV-gebied (Wageningen, Ede, Rhenen, Veenendaal). Arnhem richt zijn pijlen op het gebied Arnhem-Nijmegen. Kortom, hoe is dan een gezamenlijke notie en gemeenschappelijk belang voor dat ene Nationale Landschap Veluwe te organiseren?

Wisselende coalitiesToch is het mogelijk. De VROM-raad, die regering en parlement adviseert over beleid voor een duurzame leefomgeving, geeft een handreiking. De raad heeft onderzocht hoe een complexe ruimtelijke opgave bestuurlijk het best kan worden aangepakt. In haar advies Wisselende coalities, naar een effectief regionaal ruimtelijk beleid stelt de raad dat met name provinciebesturen regionale samenwerking nogal eens als een ondermijning van hun gezag zien. De raad roept op met bestuurlijke krachtpatserij te stoppen en te investeren in een meerlagige samenwerking. Daarbij wordt bekeken welke partijen uit verschillende (bestuurs)lagen het beste kunnen samenwerken om zo goed mogelijk een ingewikkelde ruimtelijke opgave aan te pakken. Bovendien is er in zo’n samenwerking niet alleen plaats voor overheden, maar ook voor markt- en maatschappelijke partijen, die kennis en geld mee kunnen brengen.Op de Veluwe zie je dit soort samenwerking al. Bijvoorbeeld daar waar de provincie langjarige contracten heeft gesloten met grote terreinbeheerders zoals Natuurmonumenten en het Geldersch Landschap voor het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur. Of binnen de zogenoemde prioritaire gebieden rondom de ecologische poorten, waar de provincie extra aandacht aan besteedt. Je ziet dat binnen de poorten samenwerking is, maar tussen de poorten niet, terwijl alle poorten samen zorgen voor verbinding van de Veluwe met andere natuurgebieden. Partijen rondom de Hierdense poort (Harderwijk/Elburg) hebben weinig affiniteit met de Soerense of Renkumse Poort of het Renkums Beekdal. Nu heeft de provincie vanwege geldtekort ook nog eens een verdere

prioritering afgekondigd, waardoor de bijzondere aandacht voor een aantal gebieden is afgevallen. Los van het feit dat met deze besluitvorming het vertrouwen in het provinciale bestuur en het draagvlak voor uitvoering wordt ondermijnd, dreigt daarmee ook het uitgangspunt om te werken aan één eindeloze Veluwe gemakkelijk verder te verschralen.

Natuurlijk bindmiddelToch is er alle belang bij om te werken vanuit één gedeeld Veluwebelang. Juist onder de noemer van het Nationaal Landschap Veluwe kan iedereen zich verenigen en samenwerken. Het zou goed zijn als er een eigen rechtspersoon komt om de gezamenlijkheid meer daadkracht te kunnen geven, meer dan nu gebeurt in de Veluwecommissie met haar louter adviserende taak. Adviseren is toch iets anders dan zelf verantwoordelijkheid nemen.De noodzakelijke inzet om met elkaar te werken aan de doelen van Natura 2000 kan een fantastisch ondersteunend bindmiddel zijn. Voor het Natura 2000-gebied Veluwe moeten namelijk voor minimaal achttien jaar drie beheerplannen gemaakt worden. In die plannen komt te staan wat voor maatregelen nodig zijn om de biodiversiteit op de Veluwe te behouden. Het is mijns inziens een gedeelde verantwoordelijkheid van alle gebiedspartners om de instandhouding en ontwikkeling van de biodiversiteit inhoud te geven. Dat gebeurt nu door in de Taskforce Veluwe met alle gebiedspartners een beheerplan te maken. We zijn er dus al aan gewend om in Veluwe-verband te werken. Eerder al aan de reconstructie van met name de landbouw en nu voor het beheerplan Natura 2000.

Mijn pleidooi is daarom dat de provincie en het Rijk met name gebiedspartijen moeten blijven stimuleren en meehelpen om in het Nationaal Landschap Veluwe te investeren. Die partijen zijn vast te interesseren, want ook gemeenten en andere maatschappelijke partners hebben belang bij een krachtig en dynamisch nationaal landschap. Zeker nu het economisch niet echt meezit, komt het erop aan de krachten te bundelen. Met elkaar de droom van 2020 helpen verwezenlijken, vraagt doelgericht samenwerken, investeringsbereidheid en actie. Wie doet er mee?

Reageren? Mail naar [email protected] of plaats uw reactie op www.nieuweveluwe.nl

FeitenencijfersoverhetNationaalLandschapVeluwe

Maar liefst achttien Gelderse gemeenten heb-ben (een deel van hun) grondgebied binnen de grenzen van het Nationaal Landschap Veluwe, dat bestaat uit ruim 100.000 hectare. In deze gemeenten wonen bijna 864.000 mensen. Zij zijn de directe gebruikers van het gebied. Daar-naast bezoeken jaarlijks circa 28 miljoen dag-jesmensen en 1,7 miljoen vakantiegangers de Veluwe. Kortom, de Veluwe is een buitengewoon attractief gebied. Door de natuurwaarden zoals de aaneengesloten bossen, open heidevelden en stuiflandschappen, maar ook door de grote landschappelijke contrasten van zeer besloten naar zeer open. Denk aan de overgangen van de randen van de Veluwe naar de Randmeren, en van de beken en sprengen vanuit het bos naar de rivieren of het Apeldoorns Kanaal naar de IJsselvallei.Niet alleen natuur en landschap kenmerken de Veluwe; het gebied herbergt ook iconen als Pa-leis Het Loo, het jachthuis Sint Hubertus en het voormalig zendgebouw Radio Kootwijk. Bezoe-kers trekken eveneens massaal naar trekpleis-ters als het Kröller-Müller Museum, het Open-luchtmuseum, Burgers Zoo, het Dolfinarium, Koningin Juliana Toren en de Apenheul. Gelderland heeft in totaal zeven nationale land-schappen. Naast de Veluwe zijn dat Arkenheem-Eemland, Gelderse Poort, Graafschap, Nieuwe Hollandse Waterlinie, Rivierengebied en Winters-wijk.

Marja van der Tas woont en werkt op de Veluwe en is zeer betrokken bij haar leefomge-ving. Ze is voorzitter van de Veluwecommissie. Het voortbestaan van de commissie is echter onzeker. Provincie Gelderland zoekt manieren om de bestuurlijke ‘drukte’ terug te dringen en de bezuinigingen inhoud te geven. Van der Tas is ook voorzitter van de Task Force Natura 2000/beheerplan Veluwe en voorzit-ter van het Gelders Genootschap, de onaf-hankelijke adviesorganisatie voor ruimtelijke kwaliteit in Gelderland. Tevens is zij lid van de VROM-raad en plaatsvervangend voorzitter van de Commissie van de milieueffectrapportage. Eerder was ze wethouder in Apeldoorn.

nieuwe Veluwe 2/10

Page 13: Nieuwe Veluwe 2 2010

13nieuwe Veluwe 2/10

Luuk Keunen, historisch geograaf bij RAAP Archeologisch Adviesbureau

‘Een wildwal – ook wel wildgraaf genoemd – werd tot het eind van de negentiende eeuw gemaakt om vee en wild op de heidegronden weg te houden van aangrenzende akkers. Je vindt ze dan ook precies op de grens van voormalige heidegronden en akkerlanden. Er werd een greppel gegraven en met de vrijkomende grond werd aan de zijde van de cultuurgrond een wal opgeworpen. Daarmee ontstond een hoogteverschil van ongeveer twee meter. Om te voorkomen dat het wild hier alsnog overheen sprong, kwam bovenop deze wal nog extra begroeiing zoals een meidoorn- of sleedoornhaag of een schutting. Er waren openingen in de wal met een slagboom of hek, zodat boeren vanuit de nederzettingen de hei op konden met hun vee. De Geertjesweg in Wageningen is zo’n toegangsweg, die waarschijnlijk vernoemd is naar de beheerder van deze toegang, ene Geert. Een bekende wildwal is die op de westflank van de Veluwe, van Wageningen naar Meulunteren (ten noorden van Lunteren). Om de precieze ligging te ontdekken, heb ik een kadasterkaart uit 1818 gebruikt. Ik ben de route gaan lopen, op zoek naar aanwijzingen. Het landschappelijk onderscheid is nog altijd goed te zien, zoals bij de Zoomweg in Wageningen, al is de heide van destijds nu bos. Op vier plekken is de wal echt zichtbaar. Een deel nabij het sportpark is hersteld door de greppel weer uit te graven.’

Frans van Oort, landmeetkundige en amateur-historicus

‘Houtwallen, waartoe we ook wildwallen rekenen, hadden meer-dere functies. Ze markeerden iemands eigendom, ze fungeerden als windscherm en ze leverden geriefhout voor de boerenstand. Daarbij hoorde het cyclisch kappen van het eikenhakhout, eens per elf jaar was gebruikelijk. De stammen werden gebruikt als brandhout of ander geriefhout. De bast werd geschild, de zogenaamde eek, en vermalen tot run om leer te looien. Met name in de tweede helft van de negentiende eeuw was zo’n wal een mooi bezit, vooral wanneer de eekprijzen opliepen. Toen chemische looimiddelen hun intrede deden, zo rond de vorige eeuwwisseling, verdween de eekschiller en verloor de wal zo een van zijn functies. In diezelfde tijd werd door de introductie van kunstmest ook de mest van het vee overbodig. Boeren konden op de zandgronden zonder vee akkerbouwgewassen gaan telen. Tot overmaat van ramp stortte ook nog eens de wolmarkt in door de aanvoer van goedkope wol uit Australië. De hoeveelheid kuddes nam snel af en de engen hoefden ook niet meer zo beschermd te worden tegen de schapen. Al met al zagen boeren uitsluitend nog nadelen en het slechten van de wallen begon. Vooral na de Tweede Wereldoorlog, toen de ruilverkaveling en perceelsvergroting in zwang kwamen, zijn veel van deze landschapselementen weggeploegd en geëgaliseerd.’

Zelf ook een vraag die gerelateerd is aan de Veluwe? Mail deze naar [email protected]

VRAAGeNANTWOORDWATIseIGeNLIjK

eeNWILDWAL?

De voormalige wildwal langs de Wageningse Eng. De wal

scheidde vroeger de akkers van de heide en het bos.

De voormalige wildwal langs de Wageningse Eng. De wal

scheidde vroeger de akkers van de heide en het bos.

foto: bvBeeld

Page 14: Nieuwe Veluwe 2 2010

14 nieuwe Veluwe 2/10

Combray (Arc-en-Barrois), Frankrijk, 2009

Page 15: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 15

Het werk van Elger Esser is vanaf 16 juli te zien in de overzichtstentoonstelling Eigentijd in het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem. Het past in het beleid van het museum om kunstenaars uit het nabijgelegen Rijnland te programmeren. Het benadrukt de geografisch bijzondere plek van het museum in Nederland. In het werk van Esser speelt het landschap een belangrijke rol. Voor het museum is dit een subtiele verwijzing naar haar eigen ligging in het bijzondere landschap.Esser werd in 1967 geboren in het Duitse Stuttgart, maar groeide op in Rome. Op twintigjarige leeftijd wilde hij weg uit Italië, weg van de door zijn moeder gefotografeerde stad – ze was fotocorrespondente voor het Duitse tijdschrift Der Spiegel – waar hij nauwelijks nog met onbevangen blik naar kon kijken. Hij toog naar Düsseldorf, misschien op zoek naar ruimte om zijn wortels te onderzoeken, waar hij ging studeren aan de Kunstakademie die

inmiddels naam en faam had gemaakt, niet in de laatste plaats door het fotografenechtpaar Bernd en Hilla Becher. In 2002 ontvingen deze grondleggers van de registrerende fotografie de Erasmusprijs van prins Bernhard.

Neutraal en zakelijkDe Bechers hebben een belangrijke invloed gehad op Esser. Ze doceerden een objectieve en registrerende manier van fotograferen. Op hun vele reizen door Europa en Noord-Amerika speurden ze systematisch naar gebouwen van de zieltogende kolen- en staalindustrie. Ze wilden deze gebouwen in kaart brengen en vastleggen voor ze door verval en afbraak zouden zijn verdwenen en uit het collectieve geheugen gewist. Kenmerkend aan hun fotografie is dat het onderwerp altijd in het centrum van de afdruk terecht kwam, met het camerastandpunt halverwege het gebouw. Een grijze lucht diende als achtergrond om een

tekst Lise Lotte ten Voorde, foto’s Elger Esser

in een jasje van nieuwe zakelijkheid

Kijk je naar historische plaatjes of is dit eigentijds werk? De afwezigheid van

mensen, het opvallende, bijna monochrome kleurgebruik en de opvallende

voorliefde voor zee en landschappen versterken de twijfel. De onderschriften

bij het werk van de Duitse kunstenaar Elger Esser verraden al snel dat het

hedendaagse foto’s zijn.

Arcadische landschappen

MuseumvoorModerneKunstArnhemHet Museum voor Moderne Kunst Arnhem is gehuisvest in een stijlvolle voormalige herensociëteit. Het ligt bovenop een stuwwal aan de oevers van de Rijn. De beeldentuin rondom het museum biedt daar een uitzicht op.De brede collectie van het museum omvat zowel moderne als hedendaagse figuratieve kunst, toegepaste kunst en vormgeving uit de periode vanaf circa 1900 tot nu. De nadruk ligt op Arnhemse kunst. Beroemd is de collectie magisch realisten, maar het museum staat ook bekend om de kwaliteit en het experiment. Op basis van de sterke punten in de collecties ontwikkelt het museum ieder jaar een inhoudelijk programma.

Page 16: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/1016

teveel aan schaduw, en daarmee dramatiek, te vermijden. De foto’s van meer dan twee-honderd complexen vormen niet alleen een index van de kolen- en staalindustrie, maar zijn ook een herinnering aan een verouderde technologie en industrietak. Het echtpaar heeft de weg voor een generatie fotografen bereid die “geen dingen van prak-tisch nut moeten maken en wiens fotografie gelijkwaardig is aan elk ander artistiek medium”. Opvallend is dat de strenge eisen die de Bechers aan hun eigen fotografie stelden, niet hebben geleid tot een uniform werkende groep kunstenaars. Het resulteerde eerder in fotografen met een grote variëteit aan persoonlijke benaderingen. Esser is misschien wel het markantste voorbeeld, omdat zijn romantisch aandoende landschappen in visueel opzicht ver afstaan van de zakelijke foto’s van de Bechers.

CompromisPas in 1996, tijdens een reis naar Frankrijk, besloot Esser het landschap tot hoofdonderwerp van zijn fotografie te maken. Daarvoor foto- grafeerde hij portretten en stillevens, nauw-keurig geregisseerd en met een hoofdrol voor het licht. De stranden, rivieren, kusten en valleien die hij in Frankrijk fotografeert, zijn misschien een compromis tussen zijn Duitse geboortegrond en het Rome van zijn kindertijd: romantiek en arcadische landschappen gestoken in een jasje van nieuwe zakelijkheid.

Essers oeuvre omvat inmiddels een aantal series. Voor de serie Vedutas - vrij vertaald uitzicht of vergezicht – fotografeerde hij bruggen. Romeinse bruggen van steen, een metalen brug ontworpen door de beroemde architect Eiffel, boogbruggen, bruggen met pijlers, soms alleen de voet, soms beeldvullend en in andere gevallen heel ver weg. Zelden

Blois I, Frankrijk, 1998

Een�harmonieus�gebruik�

van�kleur�en�licht�dat�een�

romantische�melancholie�

teweeg�brengt,�is�Essers�

handelsmerk�geworden

Page 17: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 17

bevat zijn werk sporen van menselijke bewoning. De gebouwen en bruggen, duidelijk het werk van mensenhanden, wekken de indruk een zelfstandige levensvorm te zijn, afkomstig uit het verleden. Zijn nieuwste serie werken is gebaseerd op de door Esser zelf verzamelde collectie ansichtkaarten, rond de 25.000 exemplaren, van de Franse Atlantische kust. De serie bestaat uit vergrotingen van details uit die kaarten, waarvan een aantal in de tentoonstelling in Arnhem te zien zullen zijn. De vergrotingen zijn referenties aan een verleden, zonder te wijzen op een moment, plaats of gebeurtenis. Het verleden én de ansichtkaarten die hij al langer als inspiratie gebruikt, krijgen voor het eerst een heel concrete vorm in de tentoonstelling in het Arnhemse museum. In zijn verzamelwoede is iets terug te zien van de systematische Gründlichkeit van zijn leermeesters. Ook de vlakverdeling van zijn werken heeft niet zelden een formeel karakter, zoals dat van de Bechers. Een lage, rechte horizon die vaak grote vlakken water en lucht scheidt, badend in atmosferisch licht en reflecties, is in veel van zijn werken terug te vinden. Een harmonieus gebruik van kleur en licht dat een romantische melancholie teweeg brengt, is zijn handelsmerk geworden.

PicturalistenEssers werk wordt vaak vergeleken met dat van de picturalisten. Deze groep mensen, die kort na de uitvinding van de fotografie aan het eind van de negentiende eeuw ontstond, wilde de praktische toegepaste fotografie uit zijn gebruiksfunctie halen om deze tot kunst te verheffen. Ze kozen uit een grote diversiteit aan onderwerpen, zoals de schilders uit de zeventiende eeuw dat gedaan hadden. In Nederland legden de picturalisten zich vooral toe op interieurs en portretten, maar elders in Europa in met name in Duitsland en Engeland, en in Amerika was vooral het landschap onderwerp van hun fotografie. De uitdrukking van de sfeer en stemming was een belangrijk middel in hun poging fotografie tot kunst te

verheffen. In Nederland was volgens critici uit die tijd met name Berend Zweers een van de zeldzame fotografen die het verstond “waarlijk iets van zichzelf in zijn landschapsfoto’s te leggen”.

TijdloosheidWat Essers werken met elkaar gemeen hebben, is een opvallende tijdloosheid. Zijn analoge afdruktechnieken en ingetogen kleur-gebruik dragen daaraan bij. De zwart-witte heliogravures die hij maakte in de Franse streek Combray, gebruikt hij bewust om de kijker op het verkeerde been te zetten bij het plaatsen van deze foto’s in de tijd. Zijn kleurenpalet van groen, bruin, blauw en geel suggereert dat de afdrukken zijn gemaakt in een tijd dat de techniek nog in de kinderschoenen stond.Maar het zijn de beelden zelf die de grootste verwarring geven. Het zijn geen historisch belangrijke plaatsen of monumenten die Esser vereeuwigt, maar door de manier waarop hij ze vastlegt, worden ze vanzelf monumenten. Zijn foto’s zijn onpersoonlijk, waardoor ze als een decor achter eigen herinneringen kunnen schuiven. Herinneringen aan een jeugd of vakanties die zich niet eens noodzakelijk in het Frankrijk van Esser afgespeeld hebben. Zijn foto’s geven de essentie van een plek en zijn nadrukkelijk geen bepaling in de tijd.

240 Biarritz, 2004

Page 18: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/1018

Het opruimen van nesten van de eiken-

processierups gebeurt met een grote stof-

zuiger. Het nest komt in een reservoir met

filters, zodat er geen brandharen in de lucht

terechtkomen. Of de nesten worden opgezogen

en meteen verbrand in een rijdende installatie.

De mensen die de nesten verwijderen,

moeten beschermende kleding dragen, want

als je regelmatig in aanraking komt met

de brandharen, kan dit tot steeds heftiger

allergische reacties gaan leiden.

Page 19: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 19

Arnold van Vliet trekt een witte katoenen lap achter zich aan. Teken haken zich vast aan de lap. De onderzoeker haalt ze eraf en stopt ze in een buisje om mee te nemen voor onderzoek. Iedere eerste zaterdag van de maand herhaalt dit ritueel zich in het bos bij Ede. Soms vangt hij wel meer dan duizend teken per 200 vierkante meter. Op dertien andere vaste locaties in Nederland doen vrijwilligers van het IVN precies hetzelfde, om zoveel mogelijk gegevens te verzamelen. ‘Want we weten eigenlijk nog zo weinig van het beestje’, zegt Van Vliet. ‘Waar komt hij voor, in welke aantallen en wat is het percentage teken dat besmet is met de Borrelia-bacterie, die de ziekte van Lyme veroorzaakt?’ Dit soort vragen probeert

hij samen met hoogleraar Willem Takken te beantwoorden. ‘Toen we met dit onderzoek begonnen, schrokken we enorm. In het najaar van 2006 bleek zo’n 24 procent van de teken besmet te zijn met de bacterie’, zegt Van Vliet. ‘Op sommige plekken zelfs 50 tot 75 procent. In het voorjaar van 2007 zagen we de besmetting teruglopen naar gemiddeld 7 procent. Zou in het voorjaar de besmetting altijd lager zijn dan in het najaar? Het leek er wel op, maar afgelopen jaar lag ineens ook de besmetting in het voorjaar hoog. Zowel in het voorjaar als in het najaar was 18 procent van de teken besmet.’ Wat vaststaat, is dat het aantal mensen dat jaarlijks besmet raakt, groeit. Klachten zijn

onder meer gewrichtspijn en aangezichts-verlamming, die uiteindelijk tot blijvende arbeidsongeschiktheid kunnen leiden. Huisartsen hebben vorig jaar bij 22.000 mensen de ziekte van Lyme vastgesteld. Dat zijn er 5000 meer dan in 2005, blijkt uit een onderzoek van het RIVM. De getallen liegen er niet om, de ziekte van Lyme en de preventie ervan verdienen serieuze aandacht. Van Vliet: ‘Ik merk de gevolgen ook in mijn eigen omgeving; ik heb vrienden en collega’s die thuis zitten vanwege deze ziekte.’

In de achtertuinDe resultaten van het tekenonderzoek zijn bekend gemaakt tijdens de Week van de Teek, een initiatief van meer dan twintig

Teken en eikenprocessierupsen zijn in opmars. Ook in de eigen achtertuin kan het barsten van de teken, ontdekte

de Wageningse onderzoeker Arnold van Vliet. We weten eigenlijk nog zo weinig van teken, zegt hij. Joke Fransen

van de Plantenziektenkundige Dienst zegt hetzelfde over de eikenprocessierups.

tekst Annemiek Simons,foto Eikelboom, bvBeeld

Opgelet: teken en processierupsen!

Levenscyclus van de teekDe teek is een spinachtige met acht pootjes. Er zijn verschillende soorten, maar de schapenteek – ook wel hondenteek of houtteek genoemd – veroorzaakt de ziekte van Lyme. De teek kent vier groeistadia: eitje, larf, nimf en volwassen teek. De teek kan als nimf en volwassen teek besmet raken met de Borella-bacterie. De eitjes zitten vooral in strooisel en dood blad. De larf – zes pootjes – is zo’n 1 millimeter groot en bijna niet te zien. Een volwassen teek is nauwelijks een halve centimeter groot.

In totaal zuigt een teek drie keer bloed in zijn leven. De larf doet dat meestal bij een muis. Na zo’n drie dagen valt hij van zijn gastheer af en vervelt tot nimf. Die komt op een volgende gastheer terecht, vaak een iets groter dier. De nimf zuigt zich vol en ontwikkelt zich tot een volwassen teek. Een volwassen vrouwtje heeft veel bloed nodig om haar eitjes, zo’n tweeduizend, te kunnen leggen. Het vrouwtje is daardoor makkelijk te herkennen aan een rood achterlichaam, vol opgezogen bloed.

Page 20: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/1020

organisaties die hun krachten bundelen om mensen te informeren. Ook via de site www.natuurkalender.nl komt waardevolle informatie binnen. Van Vliet, de initiatiefnemer van deze succesvolle website, zegt: ‘De Natuurkalender hebben we uitgebreid met diverse gezond-heidsonderwerpen zoals hooikoorts, eiken-processierupsen en teken. Mensen kunnen zelf meldingen doen op de site, en daardoor krijgen we een beter zicht op wanneer en waar mensen een tekenbeet oplopen. Door deze meldingen kwamen we er bijvoorbeeld achter dat veel mensen een teek oplopen in de eigen achtertuin, tijdens het tuinieren. Dat overkomt

35 procent van de mensen die zich melden. Dit percentage ligt maar iets lager dan de 40 procent mensen die in het bos een teek hebben opgelopen. Buitenspelen staat met 11 procent op de derde plaats.’De getallen geven aan dat we het beeld moeten bijstellen dat je vooral in het bos moet oppassen voor teken. Van Vliet: ‘Er bestaan heel veel misverstanden. Zo kunnen teken helemaal niet springen, zoals veel mensen denken. En ze vallen ook niet massaal uit overhangende takken van grote bomen. Ze kunnen zich wel laten vallen, maar wat ze eigenlijk doen is: klimmen in vegetatie, zoals gras, struiken of planten tot 1,5 meter. Vervolgens proberen ze aan te haken op de vacht of huid van de gastheer – een dier of mens – zodra deze voorbijkomt.’

Ook in de winter tekenVan Vliet kan nog niet concluderen dat het aantal teken in Nederland toeneemt. Daarvoor loopt het onderzoek nog te kort. Als er inder-daad een toename is, dan zou het veranderen-de klimaat hierin een rol kunnen spelen. ‘Want we zien dat de teek langer actief is. Zelfs in de winter hebben we nog teken gevangen en hebben mensen nog tekenbeten gemeld op de site. Vooral in de warme winter van 2006-2007 waren relatief veel teken actief.’ En wat we ook niet moeten vergeten, benadrukt de onder-zoeker: ‘Het weer beïnvloedt ons recreatie-gedrag. Als het lekker weer is, gaan we naar buiten, en misschien wel met een korte broek in het gras zitten. Het klimaat heeft dus effect op de activiteit van de teek en het menselijk gedrag.’ Ook al zijn er misschien meer teken, zijn ze langer actief en vaker besmet, mensen moeten toch vooral van de natuur blijven genieten, vindt Van Vliet. ‘We willen mensen geen angst aanjagen. Wel moeten we ons goed bewust zijn van het gevaar. We moeten onszelf aanleren dat we ons lichaam controleren op teken.’ Gezien de ernst van de ziekte van Lyme is er wel grote urgentie voor meer onderzoek. Maar vanuit de overheid blijft het stil. Van Vliet: ‘De problematiek ligt op het snijvlak van natuur en gezondheid, en daardoor voelt geen van beide ministeries – LNV en VWS – zich echt verantwoordelijk. Dus gaan we op eigen kracht verder. Want er zijn zoveel mensen die de ziekte van Lyme oplopen en preventie kan voorkomen dat mensen het in een laat stadium ontdekken.’

Onderzoeker Arnold van Vliet vangt teken op een katoenen doek.

Page 21: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 21

Eikenprocessierups rukt opVeel minder ernstig voor de gezondheid, maar wel vervelend om mee in aanraking te komen, zijn brandharen van de eikenprocessierups. Net als bij de teek lijkt het probleem ieder jaar ernstiger te worden. Blijkbaar is er iets aan de hand, waardoor in diverse Europese landen de eikenprocessierups steeds verder oprukt. In Nederland gaat hij met grote sprongen richting het noorden en het westen; in Friesland en Groningen zijn vorig jaar de eerste meldingen gedaan. ‘Op de Veluwe is de rups in bijna iedere gemeente gesignaleerd’, zegt entomoloog Joke Fransen. Zij is coördinator van het ‘aanspreekpunt eikenprocessierups’ bij de Plantenziektenkundige Dienst, die instanties en gemeenten helpt met vragen over de beheersing en bestrijding. Maar ook particulieren bellen soms, bijvoorbeeld met de vraag welke firma ze kunnen bellen voor bestrijding van de rups of met de klacht dat de gemeente niks doet.Fransen verwacht dit jaar veel rupsen. ‘We hebben een mooi voorjaar gehad, wat gunstig is voor de overleving van de jonge rupsen. Ook de eipakketten hebben de afgelopen winter goed overleefd.’ De eitjes komen normaal gesproken rond april uit en ook dit jaar was dat het geval. Als ze net uit het ei zijn, lopen ze al in processie, maar dat gebeurt hoog in de eikenboom. Vanaf half mei worden de rupsen beter zichtbaar. Ze maken nesten van spinsels op de stam of onder de oksel van een tak, en gaan daar met z’n allen vervellen. In totaal vervellen ze vijf keer. Eind juni, begin juli maken ze een nieuw nest om zich te verpoppen tot vlinders. De nesten, vol met afgeworpen

huidjes, uitwerpselen en brandharen, blijven in de boom hangen en kunnen op de grond vallen. Daarbij komen dan ook brandharen in de lucht.

Allergische reactieIn de zomer is het dus opletten in de buurt van eiken. Maar zolang je niet in contact komt met brandharen, is er niets aan de hand. Fransen: ‘Brandharen moet je niet verwarren met de lange zichtbare haren van de rups. De brandharen zijn maar 0,3 tot 0,6 millimeter lang en hebben weerhaakjes. Ze zitten in grote hoeveelheden (tot wel 700.000 per rups) in borstels op de rug. De brandharen laten los, wanneer de rupsen gestoord worden. Wanneer je voorbij loopt, kun je ze inademen of ze zetten zich met hun weerhaakjes vast in je huid.’ De haren geven een stofje af dat een allergische reactie geeft en je krijgt jeukende bulten. Komen de brandharen in je oog terecht, dan moet een oogarts controleren of er geen risico is op ontstekingen, want dat zou uiteindelijk kunnen leiden tot blindheid.’

Tussen wal en schipFransen inventariseert de nesten in gemeenten in heel Nederland en brengt zoveel mogelijk kennis en ervaring uit het veld bij elkaar. Daarbij krijgt ze ondersteuning van de expertgroep eikenprocessierups. Maar net als bij de teken is er geen geld beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek, en dat betreurt Fransen. ‘De rups valt tussen wal en schip; de rijksoverheid voelt zich evenals de lokale overheden zich niet verantwoordelijk voor het zoeken naar oplossingen. Het is belangrijk dat gemeenten en beheerders goede

handvatten krijgen voor monitoring, zodat ze bijtijds problemen kunnen herkennen. Verder willen we bestrijding met natuurlijke vijanden onderzoeken. Nu worden de eikenbladeren bespoten met een middel op basis van de bacterie Bacillus thuringiensis. Dat is weliswaar een natuurlijke vijand, maar deze doodt ook andere soorten rupsen. Een selectievere methode is dus gewenst. Ook zijn zoeken we naar manieren om natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups beter in te zetten. Vragen die we hebben zijn bijvoorbeeld: kunnen we door een andere manier van bermbeheer ervoor zorgen dat er meer natuurlijke vijanden komen? Zijn er bepaalde bloemen waar natuurlijke vijanden goed op gedijen? Of kunnen we sluipwespen produceren en uitzetten tegen de rupsen, zoals ook gebeurt bij de bestrijding van schadelijke insecten in kassen?’

Ervaringen van werkers in het groenDe preventiedienst voor de groene sector, Stigas, heeft onder mensen die in de bos- en natuursector werken, hun ervaringen met teken geïnventariseerd. Mirjam de Groot, preventieadviseur bij Stigas: ‘De resultaten liegen er niet om. Van de duizend mensen gaf 81 procent aan een of meer tekenbeten te hebben opgelopen. Maar ook: 91 procent verwijdert de teek op tijd, binnen twintig uur. De liesstreek wordt het vaakst genoemd als plek waar de teek wordt aangetroffen, 61 procent. Ruim eenderde heeft zich een of meerdere keren met antibiotica laten behandelen tegen de ziekte van Lyme. In heidevelden werken, takken

versnipperen en rasters maken leveren het grootste risico op. Ook het contact met levende of dode dieren verhoogt de kans op tekenbeten, vooral het verwijderen van aangereden of aangeschoten wild.’ Hetzelfde onderzoek zal nog in de hovenierssector worden gedaan. Ook zoekt Stigas verder naar geschikte, beschermende kleding en kledingcombinaties. Daarnaast wil de dienst onderzoeken welke tekenverwijderaars nu het beste werken. Bedrijven zijn al verplicht om een risicoanalyse te maken en tekenwerende middelen beschikbaar te stellen aan werknemers.

Gevangen teek voor onderzoek.

Page 22: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/1022

Dit voorjaar in het voormalige zendgebouw Radio Kootwijk: tijdens een bijeenkomst over nieuwe kansen voor de Veluwse vrijetijdssector zet gedeputeerde Annelies van der Kolk kort en helder de provinciale visie over recreatie en toerisme uiteen. De provincie steekt in op meer toeristen op de Veluwe en wil weer de populairste binnenlandse vakantiebestemming worden. Gelderland voert namelijk al enige tijd een symbolische strijd met de Noordzeebadplaatsen om de toerist. Tot in de jaren tachtig was de Veluwe jaar na jaar de topbestemming voor binnenlandse vakanties; niemand die er grote inspanningen voor hoefde te doen. Maar de aandacht verslapte, de Veluwe ging niet mee met de tijd, het imago verstofte en verloor zijn nummer één-positie als populairste binnenlandse vakantiebestemming. Ook de mond- en klauwzeercrisis in 2001 droeg daar een steentje aan bij. Een deel van het gebied ging tijdelijk op slot. Niet alleen agrarische bedrijven waren afgesloten maar ook diverse attracties en veel wegen. Er moest wat gebeuren, vond de provincie, en daarom richtte ze het Veluws Bureau voor Toerisme (VBT) op. Daarna kwam het programma Imagoversterking Veluwe met diverse projecten die moeten zorgen voor een grotere herkenbaarheid van de regio en meer ‘Veluwegevoel’ bij bezoekers en bewoners. Dit moet leiden tot meer toeristen,

meer herhalingsbezoek en daardoor meer bestedingen. Nieuw is het project Regionaal beeldverhaal Veluwe waar deze bijeenkomst in Radio Kootwijk de aftrap van is. Het project is een initiatief van het VBT, recreatieschap RGV, het Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme en de provincie Gelderland. De opzet is dat ondernemers uit de vrijetijdssector en deelnemers uit allerlei andere sectoren – zoals Staatsbosbeheer, Geldersch Landschap & Geldersche Kasteelen, Natuurmonumenten, Nationaal Park De Hoge Veluwe en de gezondheidszorg – samen ideeën bedenken voor een vernieuwend en toekomstgericht

beeld voor de Veluwe en versterking van de vrijetijdssector. Die middag komen beelden op van een mystieke Veluwe, een wilde Veluwe naar analogie van Afrikaanse safariparken, verborgen elementen van de Veluwe en zorgrecreatie voor de revaliderende mens.

Bovengemiddelde groeiDe laatste tijd zit het aantal mensen dat de Veluwe bezoekt, inderdaad weer in de lift. De groei van het toerisme is de laatste jaren ‘bovengemiddeld’ in vergelijking met andere gebieden. Die groei komt vooral op conto van mensen uit de lagere inkomensklassen. Gedeputeerde Van der Kolk geeft tijdens de bijeenkomst in Radio Kootwijk aan dat ook een goede zaak te vinden. Recreatie en toerisme moet voor iedereen mogelijk zijn. Dat is natuurlijk zo, maar dagvoorzitter Stephen Hodes van LAgroup waarschuwt dat je je beter niet kunt blindstaren op zoveel mogelijk toeristen. ‘De meest succesvolle toeristische gebieden in Europa, zoals in Italië, richten zich op mensen die veel te besteden hebben. In het aantrekken van veel dagbezoekers zit juist een faalfactor. Ze kunnen veel overlast en verkeersopstoppingen veroorzaken en brengen bovendien relatief minder inkomsten op voor de streek.’ Zaken waar de bewoners en ondernemers op de Veluwe ook niet op zitten te wachten. Dat beseft het VBT terdege. Commercieel

Het toerisme op de Veluwe groeit. Het gebied zet koers op een herovering van zijn positie als populairste

binnenlandse vakantiebestemming. Moet de provincie dit wel willen, zo’n toestroom van toeristen? LAgroup,

een adviesbureau voor de culturele en vrijetijdssector, meent dat investeren in kwaliteitstoerisme economisch

het meeste oplevert én de beste garantie is voor het behoud van het gebied.

Kwaliteit is allesbepalend voor

toerisme

tekst Ria Dubbeldam, foto Geurt Besselink

‘�Verwen�mensen�met�

een�authentieke�

beleving�van�de�

Veluwe:�natuur,�rust�

en�wild�zien’

Page 23: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 23

directeur Wilco de Jong: ‘Natuurlijk is iedereen welkom op de Veluwe, maar in onze marketing kiezen we minder voor gezinnen met kinderen. We gaan in eerste instantie voor kwaliteitstoerisme. Natuurlijk klinkt hier een paradox in door als wij tegelijkertijd zeggen dat wij de nummer één binnenlandse vakantiebestemming willen worden. Maar wij denken dat toch te kunnen bereiken door substantieel meer tweeverdieners in het voor- en naseizoen aan te trekken. Dan is er nog voldoende ruimte.’Het VBT is er echter nog niet in geslaagd die felbegeerde tweeverdieners binnen te halen. Wellicht is het bureau daarvoor nog te kort bezig. Hodes geeft suggesties voor een aanpak. ‘Maak een visie over wat je als de streek met het toerisme op de lange termijn wilt bereiken en welke kwaliteiten je wilt behouden en versterken. De groei op korte termijn is dan wellicht minder spectaculair, maar wel duurzamer, zowel economisch als ecologisch. Maak voor deze visie heel duidelijke keuzes.’ De adviseur geeft als voorbeeld Wales, waarbij mensen denken aan weldadige rust. ‘Om dat te bieden kiest de streek er heel duidelijk voor af te wijken van de standaard. In bepaalde gebieden is geen bereik voor de mobiele telefoon en dat promoot de streek ook als een belangrijke waarde.’

Duurzame toeristische topperOm van de Veluwe uiteindelijk die gewenste duurzame, toeristische topper te maken voor korte vakanties en dagtochten moet je eerst weten wat mensen van de Veluwe vinden, welke kwaliteiten het gebied heeft en hoe die zijn te versterken. NBTC-NIPO Research heeft dat kortgeleden in opdracht van de provincie nog eens onderzocht. Dagvoorzitter Hodes presenteert de resultaten. Zo’n 1700 mensen zijn ondervraagd: bewoners, bezoekers en zelfs mensen die nog nooit de Veluwe hebben bezocht. ‘Opmerkelijk is dat elke groep eigenlijk hetzelfde beeld heeft van de Veluwe, of ze nu bewoner of bezoeker zijn of het gebied niet kennen’, licht Hodes toe. ‘Mensen denken extreem consistent over de Veluwe. De groepen mensen zijn gevraagd waar ze bij de Veluwe aan denken, zowel in algemeen als in toeristisch opzicht. Het ging om spontane reacties. Mensen blijken de Veluwe te associëren met vooral bos, natuur en heide en met als belangrijkste toeristische attracties fietsen, wandelen en opnieuw bos en natuur. Het algemene en het toeristische imago komen dus erg overeen.’ De motivaties om voor een

Een voorbeeld van kwaliteitstoerisme: acht gerenommeerde hotel-restaurants en vier landgoed-

hotels op de Veluwe hebben gezamenlijk negen fiets- en drie wandelvakanties uitgestippeld,

variërend van drie tot acht overnachtingen. De bagage wordt naar het hotel gebracht en iedere

avond is er een tafel gereserveerd voor een diner. En dan onderweg maar hopen wild te zien. Meer

informatie: www.hotelnaarhotel.nl of www.develuwe.nl, zie rubriek fietsen.

dagje of een korte vakantie naar de Veluwe te gaan, verschillen nauwelijks: natuur, tot rust komen, wandel- en fietsmogelijkheden, een aantrekkelijk landschap. Ook de goede bereikbaarheid, zo lekker centraal in Nederland, wordt genoemd. Dit zijn de sterke punten van de Veluwe. De resultaten zijn niet vernieuwend, maar wel verhelderend. Ze bevestigen dat het goed is de huidige kwaliteiten te koesteren.

MinpuntjesWaar de Veluwe volgens de geïnterviewden niet goed in scoort, is de betaalbaarheid van de recreatievoorzieningen. En dat ver-baast de dagvoorzitter zichtbaar. Hij somt vervolgens andere zaken op die beter kunnen: meer gelegenheden om lekker te eten en te drinken, slechtweervoorzieningen en gast-vrijheid. ‘Beleving is niet alleen een goed hotel, maar ook een aardige meneer of mevrouw die je de weg wijst’, bevestigt Wilco de Jong van het VBT.Mensen komen niet naar de Veluwe vanwege de sportfaciliteiten, wellness, kunst en cultuur, zegt het onderzoeksrapport. Op die punten probeert de provincie en ook het VBT wel bezoekers te trekken. Zo hingen er in de VBT-stand begin dit jaar op de jaarlijkse Vakantiebeurs in Utrecht, naast de bekende foto’s van bossen en heidevelden, foto’s van een gezichtsmassage en zeilboten op

het Veluwerandmeer. Het moest laten zien dat de Veluwe zich heeft ontwikkeld tot dé Nederlandse wellnessregio en dat het gebied ook op watersportgebied aantrekkelijk is. Voor het laatste aspect is het project Waterrijke Veluwe gestart, dat naast de IJssel en het Apeldoorns Kanaal ook de Veluwse Randmeren belicht. Nieuwe projecten als Veluws Verleden proberen mensen met interesse in cultuur en cultuurhistorie warm te maken.

VrijetijdshectiekDe dagvoorzitter sluit de bijeenkomst in Radio Kootwijk af met trends waar de recreatieve sector volgens hem rekening mee moet houden. ‘Een algemeen misverstand is dat we denken dat mensen steeds meer vrije tijd krijgen. De trend is juist dat onze vrije tijd afneemt. Alleen gepensioneerden hebben meer vrije tijd. Anderen ervaren steeds meer een ‘vrijetijdshectiek’. Ofwel, dat we meer willen of moeten doen in minder tijd. Door die hectiek krijgen mensen een enorme behoefte zichzelf te verwennen. Ze gaan vaker korter op vakantie. En hier ligt een enorme kans voor de Veluwe. Verwen mensen met een authentieke beleving van de Veluwe: natuur, rust en wild van dichtbij zien. Kwaliteit is allesbepalend.’

Page 24: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/1024

tekst Kim Knoppers, tekening Heidi Linck

Het zwart kan niet zonder het wit

HetvoetbalstadionopdeWageningseBergligteralachttienjaarstilenverlatenbij.

VoorkunstenaarHeidiLinckishetstadiondeinspiratiebronvooréénvanhaar

Rich People Having Fun-tekeningen(2010),waarinvervallenruimtescentraalstaan.

Page 25: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 25

Het zwart kan niet zonder het wit

De Wageningse Heidi Linck (1978) heeft een atelier en onderzoeksbureau O,

waar ruimte, culturele identiteit, visuele kwaliteit, wetenschap en beeldende

kunst elkaar ontmoeten. Tot en met 27 juni is haar werk te zien in de tentoon-

stelling Group show by one artist bij Galerie Wit in Wageningen.

Het is lang geleden dat FC Wageningen haar laatste thuiswedstrijd speelde. Op 26 april 1992 klonk een saamhorig gejuich uit duizenden kelen. Het Bredase NAC werd met 2-1 verslagen. Nog geen maand later was de ongelukkige voetbalclub failliet. Niet alleen voor de voetbalfans van weleer is het stadion een haast magische plek. Ook voor natuurliefhebbers, stiltezoekers en kunstenaars is het een plek die altijd zou moeten blijven.Voor de tekening is de voetbalgeschiedenis van de plek nauwelijks van belang. Het is de ruimte van het vervallen stadion zelf die Linck intrigeert. Een ruimte kan bestaan als ruimte op zich, losgekoppeld van haar oorspronkelijke functie. Door in allerlei zwartnuances van Oost-Indische inkt te tekenen en kleur achterwege te laten wordt de ruimte als geheel benadrukt. Horizontale, verticale en schuine strepen, die geduldig zijn gezet, vormen samen stoeltjes, staketsels en een dak. Het lege wit van het papier gebruikt Linck voor de ramen en voor de gaten in het dak.

Geconstrueerde ruimteIn haar vroege tekeningen combineert Linck fragmenten van verschillende ruimtes tot een nieuwe ruimte. Naast tekeningen maakt ze ruimtelijke installaties, waarmee zij ingrepen doet in bestaande ruimtes. Door deze ingrepen worden de ruimtes verstoord en op een geheel andere manier ervaren. Voor de tentoonstelling Beelden op de Berg 9/Exoten, in het Belmonte Arboretum vlakbij het stadion in Wageningen, maakte zij de installatie Bunnies in Australia (2008). Deze installatie kun je beschouwen als een driedimensionale variant op haar vroege tekeningen. Fragmenten uit verschillende ruimtes worden gecombineerd tot een nieuwe ruimte. Midden in het bos legde ze een witte tegelvloer neer, die werd doorbroken door zwarte tafels op hoge poten. De maagdelijk witte, lege tegels vulden zich gedurende de tentoonstellingsperiode met afgebroken takjes, sporen van vogels en andere dieren en dode bladeren. En ook met de schaduwen van de bomen overdag en de weerspiegeling van de maan ’s nachts.

Veluwse stilte en donkerteDe film Where is Tranquillity (2010) maakte Linck als onderdeel van een wetenschappelijk onderzoeksproject, waarin de stilte en donkerte op de Veluwe in kaart wordt gebracht als een kwaliteit van het landschap. De film is nauwelijks als zodanig te herkennen. Het beeld lijkt bijna stil te staan. Er heerst een serene rust in het met sneeuw bedekte bos. De vogels zijn naar warmer oorden vertrokken en het is windstil. Beweging is nauwelijks waar te nemen of het moeten de subtiele veranderingen van het daglicht zijn. Dit is stilte. Als je weet dat je naar een archeologisch landschap kijkt – een grafheuvel bij Renkum uit de jonge steen- of bronstijd – dan wordt de stilte nog nadrukkelijker. Al eeuwen verandert het landschap zachtjes mee met de wisseling van de seizoenen, maar verder blijft het onverstoorbaar hetzelfde. De rust op deze plek, verbonden met de eeuwige stilte van de dood, wordt in de film abrupt verstoord door het knallen van vuurwerk. Eerst zacht, dan harder en vervolgens weer zachter. Door de knallen merk je dat stilte context- en tijdgebonden is. Het geluid van rotjes hoort bij een stedelijke omgeving en Oud & Nieuw en niet bij een winters bos in januari. Ook merk je dat de stilte dieper is na een harde knal. Je ervaart haar intenser. Als er iets typerend is voor het werk van Heidi Linck, dan is het wel dat het tastbaar aanwezige niet kan zonder het niet-tastbare: het materiële kan niet zonder het immateriële. Ze probeert in haar werk dan ook datgene te verbeelden wat niet makkelijk te verbeelden is: de afwezigheid, de leegte, het licht en de stilte. Automatisch gaat het daarom ook over aanwezigheid, materie, donker en geluid. Het zwart in de tekening kan niet zonder het wit. De omsloten ruimte niet zonder de leegte ertussen. De stilte kan niet zonder geluid. Het voetbalstadion wel zonder voetbalclub. Blijkt.

nieuwe Veluwe 2/10 25

Page 26: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/1026

De steen is onverstoorbaar. Kunstenaar Adri Verhoeven drukt deze gedachte uit met zijn beeldenroute over de

Ginkelse hei en door Planken Wambuis. De steen ligt, staat of leunt en heeft genoeg aan wat hij is. Al het andere is

veranderlijk: de bomen, planten, dieren en mensen. Die zijn steeds druk met een of ander doel.

De beeldenroute volgt de knooppunten 65, 64, 63 naar 84 van het fietsknooppuntensysteem (www.fietseropuit.nl).

foto bvBeeld

Page 27: Nieuwe Veluwe 2 2010
Page 28: Nieuwe Veluwe 2 2010

‘Ons landgoed is op tijd veranderd in

een modern bedrijf ’

nieuwe Veluwe 2/1028

Page 29: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 29

In de zorghoutvesterij geeft Oene Gorter allereerst zijn stokoude hondje Gijs een bak water. Ze komen net terug van een bespreking in Den Haag. ‘Het beestje heeft een vermoeiende dag gehad, hij moet echt wat drinken’, zegt Gorter bezorgd. Het baasje zelf maakt geen vermoeide indruk. Al snel is duidelijk: hier is een ondernemer aan het woord.

Wanneer spreek je van een landgoed?‘Als het meerdere functies én economisch bestaansrecht heeft. Is dat niet het geval, dan is het een landgoedlocatie, een landgoed opgekocht door een terreinbeherende organisatie. Een voorbeeld is landgoed Hoekelum bij Bennekom.’

Wat is er bijzonder aan landgoed Welna?‘Welna is van oorsprong een boslandgoed. In tegenstelling tot veel andere landgoederen heeft landbouw hier nooit een serieuze rol gespeeld. Vóór de jaren veertig van de negentiende eeuw was het hier door ontbossing allemaal heidegrond. Tijdens de privatiserings-golf onder Thorbecke kwamen deze woeste gronden in bezit van kapitaalkrachtige particulieren. Deze privatisering werd ook gepropageerd door Willem III, die zelf de uitbreiding van Kroon-domein Het Loo realiseerde. Hij maakte de landgoedeigenaren warm om bos aan te leggen. Dat moest de grootschalige stuif- zandvorming door erosie van de heidegronden tegengaan. Het productiehout was goed te gebruiken in de mijnindustrie.

Prof. dr. Christophorus Buys Ballot kocht in 1848 samen met zijn oom een stuk grond van 37 hectare en later nog eens 322 hectare. Uiteindelijk is Landgoed Welna door de jaren heen uitgegroeid tot ongeveer 600 hectare.’

Heeft u connectie met de familie Buys Ballot? ‘Nee. Buys Ballot stierf in 1890. Het landgoed ging in de ‘openbare verkooping’. Een jonge student van 22, Egbert Bavink ten Cate, kreeg het landgoed in bezit voor 48.000 gulden. Hij was niet van adel, maar afkomstig van een Twents geslacht, bekend van de textielindustrie. Hij kocht het landgoed voor zijn moeder – tante Cato – die een zwakke gezondheid had. Maar volgens mij heeft ze er niet echt van kunnen genieten, want ze stierf kort daarna. Ten Cate trouwde, maar bleef kinderloos. De neef van Ten Cates vrouw, Egbert Gorter – mijn vader dus – nam in 1953 Welna over. Ik werd na het overlijden van mijn vader in 1956 mede-eigenaar.’

Wat streeft het landgoed na?‘We willen het als familiebezit in stand houden, op een duurzame en een bij deze omgeving passende wijze, rekening houdend met de biodiversiteit. De hoofdactiviteit is de houtproductie en -verwerking. In de zorghoutvesterij bieden we een dagbesteding aan mensen met een verstandelijke beperking. Ze maken volop vogelhuisjes en andere dingen, maar onlangs hebben we een grote order binnen gehaald van de Stichting Rust.nu: ruim tweehonderd picknicktafels met bankjes. De provincie Gelderland overweegt om dezelfde soort tafels en bankjes in de hele provincie te gaan plaatsen. Het wordt nu echt heel druk voor de medewerkers. De houtvesterij vervult een maatschappelijke functie, maar we proberen er ook wel degelijk een economisch succesvol bedrijf van te maken. In 2004 hebben we een bv opgericht, Welna-BouwHout, om met ons kwaliteitshout te kunnen bouwen volgens het houtstapelbouw-principe. De houtdelen passen precies op elkaar. Het is zelfs mogelijk een compleet gebouw te bestellen van echt Veluws hout.

Interview met Oene Gorter

Veellandgoederenhebbenhetmoeilijk,maarbijLandgoedWelnain

Tongerenlooptheteconomischoprolletjes.HetWelna-BouwHoutvindt

gretigaftrekendezorghoutvesterijheefthetrazenddruk.Voormede-

eigenaarOeneGorterisheteenspannendetijd.‘Nuikzeventigben,

wordtdeoverdrachtnaardevolgendegeneratiemenens.’

tekst Annemiek Simons, foto’s bvBeeld

‘Ons landgoed is op tijd veranderd in

een modern bedrijf ’

Page 30: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/1030

Zo hebben wij vier golfclubhuizen en een werkschuur laten bouwen. Een derde inkomstenstroom is verhuur van de huizen op het landgoed, waaronder voormalige personeelswoningen en een zadenmagazijn. We verhuren ze in roulatie aan familieleden en zij verhuren het weer onder aan vrienden. Op die manier hebben we een vaste groep betrokken huurders. Een perfect systeem! Inkomsten komen ook uit het faunabeheer. Al zestig jaar pacht dezelfde jachtcombinatie het landgoed.’

Het motto luidt: traditioneel en toch modern. Kunt u dat toelichten?‘Een landgoed is per definitie traditioneel, maar we zijn heel modern bezig. Met stapelbouw proberen we een andere manier van bouwen onder de aandacht te brengen. We organiseren binnenkort een symposium over de productie van pallets (voor het stoken van kachels) van ons resthout. Met de aanwezigen willen we de vraag beantwoorden: moeten we proberen dit van de grond te krijgen? Het is geen romantisch product, nee, maar het hoeft ook niet allemaal romantisch te zijn. De moderne kant van Welna wil innoveren. Ik heb jarenlang een investeringsbedrijf gehad, dus ik weet dat als je succesvol wilt zijn, je steeds weer nieuwe dingen moet bedenken. Daarom proberen we nieuwe economische dragers onder het landgoed te schroeven.Zo zijn onze bossen, samen met die van aangrenzende bossen van landgoed Tongeren, Geldersch Landschap en gemeente Epe FSC-gecertificeerd. Dat betekent verantwoord bosbeheer, bijvoorbeeld geen grote kaalkap en niet meer kappen dan de bijgroei. Eigenlijk alle normale wetgeving rondom flora en fauna. Ik vind FSC dan ook flauwekul, het voegt niks toe aan de bestaande wetgeving. Alleen in landen waar nog steeds roofbouw wordt gepleegd, is het zinvol.’

Hoe kijkt u naar de manier waarop we met natuur omgaan?‘Er is enorm veel druk vanuit een aantal ecologen en hun organisaties om mee te doen met het concept procesnatuur, ofwel natuur met minimaal beheer. Maar Nederland heeft helemaal geen natuur! We hebben een cultuurlandschap. Al dat geld voor nieuwe natuur kunnen we beter in de oerbossen van Polen steken. Dát is natuur! Ik moet een beetje lachen als ik

een bord zie van Staatsbosbeheer met daarop: ‘Hier ontwikkelt Staatsbosbeheer nieuwe natuur.’ Dan wordt misschien wel gebruik gemaakt van natuurlijk processen, maar dat maakt het nog geen natuur. De gemiddelde Nederlander kan het echt niet schelen of hij in procesnatuur loopt of hier op Landgoed Welna in een cultuurlandschap.’

Waar gaat het in het natuurbeleid mis volgens u?‘De overheid streeft ernaar om alle natuur publiek, dus uit belastinggeld, te beheren, maar het is veel te ver doorgeschoten. Er is genoeg kapitaal bij particulieren, maar dan moet het weer verleidelijk gemaakt worden om geld in natuur te steken. Nu is het niet te doen, je doet er als particulier bij wijze van spreken vijf jaar over om 5 hectare te kopen. Mensen die dit doen, zijn op een hand te tellen. De politiek moet inzien dat de grote verhalen die ze ophangt over natuur, bijvoorbeeld de realisatie van de EHS voor 2018, alleen mogelijk zijn als je er ook particulieren bij betrekt. De regelgeving moet dan ook beperkt worden danwel in één loket worden ondergebracht. De beheerplannen van Natura 2000 zijn een goed voorbeeld van een sectoroverstijgende aanpak. Dat geeft nieuwe kansen, omdat je kunt schuiven met bestemming van gronden. Daar wat groener, daar weer wat minder groen. Je kijkt waar dingen goed kunnen, waardoor op andere plekken weer ruimte ontstaat voor bijvoorbeeld landbouw, woningbouw en recreatie. Ik pleit dan ook voor een concessiemodel: je levert iets in, maar het levert je ook iets op: samenwerken.’

Wat ligt er in het verschiet voor Landgoed Welna?‘Het is een heel spannende tijd, want we zitten middenin de overgangsfase van de derde naar de vierde generatie. Ik ben nu 70 en heb altijd gezegd dat ik op mijn 65e zou stoppen. Lang was het onduidelijk of er onder mijn kinderen en die van mijn zusters – acht in totaal – animo was voor opvolging. Ik heb zelfs overwogen iemand van buiten de familie te zoeken. Maar twee jaar geleden zei mijn zoon Frank – musicus van beroep – ineens: ik ga naar Van Hall Larenstein om voor rentmeester te studeren. Hij wil het stokje van me overnemen.’

Hij neemt een succesvol bedrijf over.‘Ja, maar Rob Fernandes (de terreinbeheerder van Welna en Tongeren, red.) en ik hebben wel een jaar lang gerekend toen we tien jaar geleden besloten om van Welna een modern bedrijf te maken. Sommige andere landgoederen hebben zich te laat gerealiseerd dat ze zich als bedrijf moeten opstellen, willen ze blijven voortbestaan. Ook speelt vaak het gebrek aan opvolging parten of de kosten van het onderhoud die gewoon niet op te brengen zijn, bijvoorbeeld bij kastelen.’

Heeft u plannen voor na de overdracht van Welna? ‘Ik zal veel met mijn vrouw en Gijs op Welna gaan rondlopen om te genieten van de natuur. Bijvoorbeeld wanneer in het voorjaar de mannetjesherten zich aan het groeperen zijn. Maar ik ga ook genieten van de natuur buiten Welna, tot ver buiten de landsgrenzen. En dan is er altijd nog die grote stapel boeken die ik ooit had willen lezen. Vervelen zal ik mij vast niet.’

De zorghoutvesterij van Welna biedt een dagbesteding

aan mensen met een verstandelijke beperking.

Page 31: Nieuwe Veluwe 2 2010

Om dieren wordt wel eens gelachen. Om honden veel, om vogels soms, om

lammeren tot ze schaap geworden zijn. Nooit om bomen. Om planten lach je niet.

Gras is niet grappig. Een tulp? Nee, die is meer wat je bespottelijk noemt. Maar het

is niet algemeen gebruikelijk om aan vegetatie iets te lachen te vinden. En wee de

natuur die met zijn bazen de draak steekt. Klieren kan niet.

Als er zand moet verstuiven, moet heide het niet wagen dat te verhinderen. Groeit

er gras waar het gezag heide had gedacht, dan is gras de klos.

Mos. Het mag haast nergens groeien waar het toevallig zin had om te zijn.

Mos wordt bestreden, ook op particuliere erfjes waar de baas gras wou.

Goed beschouwd wordt alles bestreden wat ergens anders groeit dan waar

gazoneigenaren, regisseurs van Natuurmonumenten en militaire strategen van

Staatsbosbeheer wensen dat het groeit.

Het is oorlog.

Ik zit in het verzet, solidair met ongehoorzame natuur die het vertikt om naar de

pijpen van de majesteit te dansen.

Het begon in mijn dakgoot. Hij moet een paar keer per jaar schoongemaakt

worden. Dat dat moet, hoor ik van anderen, het moet nu eenmaal. Ik stel het graag

uit. En kijk, wie lui is en zijn plicht verzaakt, beleeft wat. In mijn dakgoot schoten

berkenboompjes op. Grappig onnozel. Hoe denk je, boompje, dat het verder moet

als de goot je niet meer houden kan?

Waar ik woon, was een wildernis. Ja, waar niet?

De wildernis is er niet meer, er groeit nu gras. En de baas over dat gras is Staatsbos-

beheer. Een doodserieuze overheidsinstelling met een ambtenaren-cao waarin

staat dat lachen onder werktijd streng verboden is.

Aan de randen van de velden groeit riet. Staatsbosbeheer heeft, omdat er riet

groeide, verordonneerd dat er riet moet groeien. En waar gras groeide moet het nu.

Wildernis? Nee, dat was van voordat Staatsbosbeheer bestond.

De boompjes uit mijn dakgoot heb ik tussen het riet geplant. Twee jaar lang zag je

ze haast niet. Maar ze zijn niet meer te ontkennen. Grinnikend zie ik ze groeien.

Mijn illegalen.

Ze zijn zopas – na dertien jaar – ontdekt door de boswachter, die in woede

ontstak. Niet boos op mij, hij weet niet dat ik de bomen daar heb neergezet,

maar laaiend op de bomen. Het zit in zijn Staatsbosbeheerhersens vastgebakken:

planten en dieren hebben zich aan de regels te houden, opgesteld in Den Haag of

in bijkantoren. Waar riet moet groeien, mag een boom niet meedoen. En waarom

dan niet? Omdat, laten we wat bedenken om dat de burger te kunnen vertellen,

in een boom kraaien en eksters kunnen nestelen en Staatsbosbeheer bedoelt

hier weidevogels. De boswachter kondigt harde actie aan. Er blijken meer brutale

berken in de buurt te staan. Misschien wonen hier meer dakgootanarchisten. De

bomen en boompjes zijn zonder enige vorm van proces en vanachter het stuur

van het groene autootje waarin hij bos wacht, ter dood veroordeeld en worden

binnenkort, zegt de man van Staatsbosbeheer, geëxecuteerd. Daarom maak ik

komend najaar weer mijn dakgoten niet schoon.

Wouter Klootwijk

Wouter Klootwijk is journalist, columnist en kinderboekenschrijver. Hij is onder meer bekend van de televisieprogramma’s De Keuringsdienst van Waarde en Klootwijk aan Zee. Zijn nieuwste programma De Wilde Keuken gaat over de herkomst van en ontwikkelingen rondom ons eten.

Natuur

dientzichte

gedragen

Column

nieuwe Veluwe 2/10 31

Page 32: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/1032

Van links naar rechts: Helenes vertrouweling Sam van Deventer, beeldhouwer John Rädecker (vooral bekend van het Nationaal Monument op de Dam) en Vlaamse architect Henry Van de Velde. Rädecker maakte in opdracht van Helene het beeld Stenen Gewei, dat aan de voet van de Franse berg op de Hoge Veluwe is geplaatst. Dit was ook de locatie waar het ‘monument van kultuur’ was gepland, een ontwerp van Van de Velde dat nooit is gerealiseerd.

Demannenvan

Page 33: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 33

tekst Ria Dubbeldam, foto’s en illustratie Kröller-Müller Museum, Otterlo

Een grote metalen kist tot de nok toe gevuld met ongeveer 2500 brieven, notitieboekjes, familiepapieren, foto’s en nog veel meer. Dit vormt begin 2006 de aanleiding voor een nieuwe, grondige speurtocht naar het leven van Helene Kröller-Müller en haar drijfveren om kunst te verzamelen. Het zijn brieven van Helene aan vooral haar achttien jaar jongere huisvriend en vertrouweling Sam van Deventer, maar ook aan haar vier kinderen, haar man en een aantal kennissen. Dikke brieven, acht tot tien kantjes vol, maar soms ook twintig. Alles in een fraai, sierlijk handschrift. ‘Het is geweldig, een unieke kans om zulke prachtig geschreven brieven te mogen bestuderen’, zegt Rovers, die als promovendus bij het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen de brieven onderzoekt.Tientallen jaren zijn de brieven zorgvuldig bewaard, eerst door Sam van Deventer (1888-1972) en na diens overlijden door zijn zoon Rudi. Eind 2005 komt de kist door het overlijden van Rudi van Deventer via

een schenking bij het Kröller-Müller Museum terecht. Het museum vraagt Rovers om een nieuwe biografie te schrijven, omdat de brieven een nieuw licht zouden kunnen werpen op Helene. Tot nog toe geldt de biografie die Sam van Deventer in 1956 publiceerde, als het standaardwerk. Want niet alleen kende hij Helene bijna als geen ander, nog belangrijker is dat hij als enige toegang had tot haar brieven. ‘Maar’, zegt Rovers, ‘zijn boek is erg subjectief. Het is geschreven door een groot bewonderaar; er komt geen onvertogen woord in voor. Ook heeft hij veel uit eigen herinnering opgeschreven wat niet alle informatie betrouwbaar maakt.’

BespiegelingenDe inzage in de persoonlijke brieven geeft voor het eerst een idee hoe Helene haar eigen leven zag. Ze geeft uitgebreide bespiegelingen over haar wandelingen in de natuur, het gedachtegoed van Nietzsche, de kunst van Van Gogh, maar ook over haar huwelijk en de conflicten met haar kinderen en werknemers.

Bovendien laten de brieven een prachtig tijdsbeeld zien. Begin vorige eeuw was een heel interessante, woelige tijd met grote politieke en maatschappelijke veranderingen en de opkomst van het feminisme.

Beeld bijschaven Wat na het lezen van de brieven vooral genuanceerd moet worden, is het beeld over Helenes karakter en haar omgang met mensen, vindt Rovers. ‘Ze staat bekend als een hautaine, arrogante en emotieloze vrouw. Bij rondleidingen in het Sint-Hubertusslot wordt als voorbeeld verteld dat het bedienend personeel de dienstrap moest beklimmen om haar in de 37 meter hoge torenkamer thee te brengen. Zelf beschikte ze over een lift. Het is te gemakkelijk hieruit te concluderen dat ze hautain was. Ik zal zeker niet beweren dat het een gemakkelijk mens was. Voor de buitenwereld was ze geen warme, hartelijke vrouw, maar je moet het wel in het perspectief van díe tijd zien. Haar behandeling van het personeel was echt niet anders dan bij andere

Helene Kröller-Müller (1869-1939) bouwt begin vorige eeuw een indrukwekkende collectie moderne kunst op. Dit

moet wel het werk zijn van een sterke, geëmancipeerde vrouw. In haar brieven leest kunsthistoricus en biograaf Eva

Rovers echter dat ze vrouwen tot weinig in staat acht. Omringt zij zich daarom met invloedrijke mannen om haar

ambities te verwezenlijken?

Helene Kröller-Müller en Anton Kröller picknicken op de Veluwe, circa 1915-1920.

Demannenvan Helene

Page 34: Nieuwe Veluwe 2 2010

rijke families. Ik denk zelfs dat ze goed was voor haar personeel. Ze bleven opmerkelijk lang in dienst.’Er zijn ook vele andere momenten uit haar leven te noemen, waaruit geen arrogante, maar eerder een betrokken, doortastende vrouw naar voren komt. Bijvoorbeeld tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het Belgische Luik komt in de frontlinie te liggen. Helene rijdt er met haar auto naar toe om gewonde soldaten te verzorgen. ‘Een welgestelde dame uit die tijd deed zoiets niet. Zij wel. Ze schrobde en boende; werk waar ze thuis een heel leger aan dienstmeisjes voor had.’

Duitse wortelsIn die tijd heeft Helene het moeilijk met de veranderende houding van Nederland ten aanzien van Duitsland. Na haar huwelijk met de Rotterdamse Anton Kröller werpt ze al snel haar Duitse identiteit af en leert ze in korte tijd Nederlands. Rovers: ‘Ze wordt met volle overtuiging Nederlandse. Tijdens de Eerste Wereldoorlog is ze zich weer bewust van haar Duitse wortels. Ze is heel verbolgen dat Neder-land ‘neutraal’ is, maar in wezen terugvalt op nationalistische sentimenten. Ze voelt zich zó gekwetst. Het is verbazingwekkend dat ze toch in Nederland een museum wil bouwen en niet in Duitsland. Waarschijnlijk wil Helene boven de politiek staan en met haar Duitse achtergrond laten zien: kijk, Duitsers zijn niet allemaal en alleen maar oorlogvoerende barbaren. Ook wij hebben de cultuur hoog staan.’

Helene neemt onder meer om die reden het kunst verzamelen bloedserieus en legt de lat heel hoog voor haarzelf én voor anderen, waardoor zij al snel bekend staat als een moeilijke vrouw. Haar instelling is,

dat als je iets doet, je het ook goed moet doen en met volledige overgave. ‘Als tiener laat ze al zien veel in haar mars te hebben. Ze wil graag studeren. Maar dat is in het Duitse Besitzbürgertum – de behoudende, bezittende klasse – niet aan de orde. Vrouwen dienen goede partijen te huwen en voor het nageslacht te zorgen. Ze horen niet op de voorgrond te treden.’

Laatdunkend over vrouwenDit maakt het verklaarbaar dat Helene ondanks haar grote gedrevenheid en ambities niet feministisch was. In haar brieven laat ze zich zelfs laatdunkend uit over vrouwen. Rovers: ‘Ze omschrijft vrouwen als wezens die niet tot veel in staat zijn en weinig zelfstandig zijn. Zo denkt ze ook over zichzelf en ze omringt zich voor haar kunstcollectie en museum dan ook met invloedrijke mannen, die ze naar haar hand probeert te zetten.’ Haar man Anton Kröller verschaft het familie- en bedrijfskapitaal voor haar kunstaankopen, huizen en museum. Dé kunstkenner uit die tijd, Henk Bremmer die ze leert kennen tijdens zijn kunstlessen, adviseert haar jarenlang bij haar kunstaankopen. Met haar beschermeling, huisvriend en vertrouwensman Sam van Deventer, bespreekt zij haar plannen om van haar kunstcollectie een ‘monument van kultuur’ te maken. En dan is er nog een groep architecten. Ze laat het eerste kennismakingsgesprek met architect en kunstenaar Peter Behrens nog aan haar man Anton over, maar bij H.P. Berlage heeft zij al zo’n duidelijke visie dat de samenwerking mede daardoor spaak loopt. ‘Vooral in haar samenwerking met de architecten – waaronder ook Mies van der Rohe en Henry van de Velde – wordt duidelijk dat Helene zich door de jaren ontwikkelt tot een zelfstandige vrouw.’

Nalaten aan de gemeenschapOok al ziet Helene vrouwen als ondergeschikt aan mannen, in de loop van de jaren beseft ze dus wel degelijk dat ze iets te vertellen heeft. Ze koestert het idealistische beeld dat moderne kunst louterend werkt, dat die je laat

concentreren op het wezenlijke van het bestaan. Anderen moeten dat ook ervaren. Daarom wil ze iets nalaten aan de gemeenschap: niet een gewoon museum maar een ‘monument van kultuur’ om de tijdgeest vast te leggen. Haar verzameling moet laten zien hoe de kunst tussen 1870 en 1920 zich ontwikkelt van het weergeven van de werkelijkheid naar een meer spirituele beleving van de werkelijkheid (abstracte kunst). Zo is een collectie ontstaan die een mooi beeld geeft van de periode waarin de moderne kunst zich in een stroomversnelling bevindt.Het eerste idee voor het museum voor haar collectie ontstaat al in 1911. Helene verzamelt nog maar enkele jaren en ze moet een levensbedreigende operatie ondergaan. Geconfronteerd met haar eigen sterfelijkheid neemt ze een besluit. Wanneer ze de operatie niet overleeft, zegt ze tegen haar man, dan moet hij haar collectie aan een museum schenken. Blijft ze leven, dan zou ze zelf een eigen museum laten bouwen.

Monument voor haarzelfHet ‘monument van kultuur’ is behalve voor de gemeenschap ook bedoeld als een monument voor haarzelf. Daar is ze heel open in. Niet alleen de kunst maar ook mijn denken moet overleven, schrijft ze in een van haar brieven. En ook: ‘[...] een groote les hoe ver aan innerlijke beschaving een koopmansgezin uit het begin der eeuw ’t zou hebben gebracht’. Dat ze er zo op gebrand is zich te bewijzen, komt omdat ze in haar woonplaats Den Haag niet geaccepteerd wordt door de families met oud geld. Alleen zij hebben het patent op smaak, vinden deze families van stand. Helene wil aantonen dat een koopmansvrouw behalve smaak en beschaving zelfs een visie heeft op kunst. Zelfs een betere dan de oude gegoede families, die nog nauwelijks moderne kunst kopen.Op al haar kunstaankopen heeft kunstkenner Henk Bremmer grote invloed. Het is háár verzameling, maar ze laat zich wel erg door hem leiden. Door de nadruk op het spirituele

‘�Helene�leek�voor�de�

buitenwereld�geen�warme,�

hartelijke�vrouw,�maar�je��

moet�het�wel�in�het�perspectief�

van�díe�tijd�zien’

nieuwe Veluwe 2/1034

Het ontwerp van Henry van de Velde (1863-1957) voor het ‘monument van kultuur’ bij de Franse berg.

Page 35: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 35

karakter van Van Goghs werk stimuleert Bremmer haar om Van Goghs kunst tot het middelpunt van haar verzameling te maken. Eerst verzamelt Helene vooral zijn Franse werk, later komt ook het vroegere Nederlandse werk erbij door de opmerkelijke aanschaf van de collectie van L.C. van Enthoven. Rovers: ‘Tijdens de veiling van die collectie in 1920 koopt ze, aangestuurd door Bremmer, ineens 26 werken, een spectaculaire actie. Van Goghs zijn dan al niet meer zo goedkoop, omdat hij – mede door de uitgave van zijn brieven in 1914 – bij een groot publiek bekend is.’

LacunesMaar hoe goed Helenes collectie ook is, er zitten ook lacunes in, vindt Rovers. ‘Beelden van Rodin hadden heel goed gepast, net als Duitse expressionisten, maar vooral werken van Cézanne. Deze ontbreken met het argument dat ze een tegenbeweging wil laten zien. Cézanne is volgens haar al erg populair en wordt veel verzameld, in tegenstelling tot Van Gogh. Als reactie daarop wil zij zich juist richten op Van Gogh. Eigenlijk een drogreden, want rond 1912 zijn beide kunstenaars ongeveer even gewild.’De volgzame opstelling van Helene naar Bremmer gaat ook een keer mis. Rondom de Duitse kunsthandelaar Otto Wacher ontstaat in 1928 een rel. Hij zou falsificaties van Van Gogh verkopen. In navolging van Bremmer is Helene ervan overtuigd dat een aantal werken wel echt is. Om een statement te maken koopt ze voor 18.000 gulden Zeegezicht te Saintes-Maries-de-la-Mer. Ze staat erop het werk te hangen tussen haar uitgeleende collectie Van Goghs in het museum van Berlijn. De museumdirecteur weigert aanvankelijk, maar gaat uiteindelijk overstag. Al snel blijkt het werk inderdaad een vervalsing, wat Helene nooit heeft erkend. Rovers: ‘Haar blinde vertrouwen in Bremmer gaat hier fout, maar het is de vraag hoe erg dat is. Waarschijnlijk had ze nooit zo’n goede collectie opgebouwd als ze meer haar eigen koers had gevaren.’

De biografie van Eva Rovers over Helene Kröller-Müller verschijnt in

november, tegelijkertijd met de expositie De�mannen�van�Helene�

–�Het�leven,�de�liefde,�de�kunst�en�het�bouwen.�De expositie in het

Kröller-Müller Museum loopt van 11 november 2010 tot en met

27 februari 2011.

Helene Kröller-Müller als kompas voor de kunstKunstverzamelaars fungeren in de vroege twintigste eeuw als een kompas. Zo ook Helene Kröller-Müller, die vanaf haar 31e kunst begint te verzamelen. Tussen 1907 en 1938 legt ze een collectie van ruim vijfduizend kunstwerken aan. Met haar 300 schilderijen en tekeningen van Van Gogh en tientallen andere (vroeg)moderne grootheden drukt ze een flinke stempel op de intro-ductie en acceptatie van de moderne kunst in Nederland. Door werken bewust al dan niet aan haar collectie toe te voegen, bepaalt ze tot op zekere hoogte welke kunst(stromingen) in Nederland het publiek bereiken.Naast kunst koopt het gefortuneerde echtpaar Anton en Helene Kröller tussen 1909 en 1921 ruim 5000 hectare bos en hei op de Veluwe – het huidige Nationale Park De Hoge Veluwe – waar Anton zijn liefde voor de jacht uitleeft en Helene de natuur beleeft en haar kunst een plek kan geven in een museum. De bomen lijken tot in de hemel te groeien. Enkele jaren na de Eerste Wereld-oorlog krijgt het familiebedrijf Müller & Co echter te maken met ernstige financiële problemen als gevolg van economisch ongunstige omstandigheden, maar ook door overmoedige investeringen en het onttrekken van miljoenen voor privé-uitgaven. De kunstaankopen worden wel betaald van de particuliere rekening, maar het onroerend goed – de huizen in Wassenaar en het Sint-Hubertusslot op De Hoge Veluwe – staan op de rekening van Müller & Co. Ook de lang gekoesterde droom van het megalomane museum op De Hoge Veluwe zou het bedrijf bekostigen. Maar in 1922 moet de net gestarte bouw van het grote museum gestaakt worden. In 1927 verkeert het bedrijf in dusdanige financiële problemen, dat Helene nauwelijks nog kunst kan kopen. Om te voorkomen dat de collectie uiteen zou vallen, richt ze in 1928 de Kröller-Müller Stichting op. En ze nodigt de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Henri Marchant, uit op de Veluwe om hem er te midden van het natuurschoon van te overtuigen de collectie met een waarde van ruim 5 miljoen gulden te kopen voor het symbolische bedrag van 800.000 gulden. In 1935 draagt de stichting de kunstcollectie over aan het Rijk, op voorwaarde dat deze bijeen blijft in een museum. Architect Henry van de Velde heeft het ontwerp voor dit ‘overgangsmuseum’ op De Hoge Veluwe al klaar liggen. Helene heeft de intentie om wanneer er weer voldoende middelen zouden zijn, alsnog het imposante ‘monument van kultuur’ te bouwen. Het komt er nooit meer van. In 1938 wordt het tijdelijke museum geopend. Tot haar dood in 1939 is Helene directeur. Het overgangsmuseum breidt in de loop van de tijd uit tot het huidige Kröller-Müller Museum.

Opening van het Kröller-Müller Museum in 1938. Van links naar rechts: Sam van Deventer, minister Charles Welter en zijn vrouw, Helene Kröller-Müller en minister Jan Rudolph Slotemaker de Bruïne

Page 36: Nieuwe Veluwe 2 2010

CineMec in Ede is verrassend veelzijdig. Het is dé ontmoetingsplek voor film- en cultuurliefhebbers maar ook de zakelijke markt weet de locatie steeds vaker te vinden voor congressen en bedrijfsevenementen. U bent van harte welkom!

Kaartverkoop: 0900 - 321 0 321 (0,35 ct p.m.)

www.cinemec.nl

CineMec presenteert

CineMecfilm events congres

Page 37: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 37

De Provinciale Staten van Gelderland hebben besloten de aankooppauze in veertien gebieden op te heffen. In het najaar is de grondaankoop voor natuuront-wikkeling ten behoeve van de ecologische hoofdstructuur tijdelijk stopgezet. Aanleiding was een gebrek aan financiële middelen. Veel aangekochte gronden waren duurder dan begroot en het ruilen van gronden verliep minder goed dan verwacht. De Veluwse gebieden waar weer grond kan worden gekocht zijn: Enclave Uddel Elspeet (Staver-dense beek), Harderwijk-Elburg (Hierdense Poort, Bloemkampen), Epe-Vaassen Wisselse Poort (diverse deelgebieden), Beek-bergse Poort (Empense en Tondense Heide) en Soerense Poort (Soerense beek).In acht gebieden, waaronder de Renkumse en Hattemer Poort, blijft de pauze van kracht. Voor deze gebieden wordt bekeken of er ondanks de aankooppauze toch mogelijkheden zijn om verder

te gaan met natuurontwikkeling.De ontwikkeling van de Renkumse Poort is al gevorderd. De sanering van het industrieterrein in het Renkums Beekdal en de herin-richting tot natuurgebied is bijna klaar. Ook zijn drie ecoducten in voorbereiding. In de Doorwerth-sche Waarden liggen goede kansen om grond aan te kopen. De Hattemer Poort is minder ver in vergelijking met andere gebieden. Wel wordt hier momenteel een ecoduct van de Veluwe naar de IJsselvallei gebouwd. In twee Gelderse gebieden wordt een ABC-constructie toegepast. Daarbij wordt grond aangekocht en gelijk doorverkocht aan de uiteindelijke beheerder. Dit geldt onder meer voor de Havikerpoort, die een schakel moet worden van Oostvaardersplassen via de Veluwe naar Duitsland (Reichswald). De provincie stimuleert particulieren – landgoederen Middachten en Twickel en betrokken pachters – om de ecologische hoofdstructuur te realiseren.

Neede Borculo

t Woold

Landgoederenzone

Appel - Gerven

Middengebied-West

EVZ's Gelderse Vallei

Ratum Henxel

Rijnstrangen

TOP Gebied Staverdense beek

Havikerpoort

Brink heurne-Kotten

Agrarisch gebied / randmeerkust

Tussen landgoederen en IJssel

Cortenoever

Beekvliet- Stelkampsveld

Binnenveld Oost, incl. Groene Grens Ede-Veenendaal

Landgoederenzone Noord-Zuid

Hatertse Overasseltse vennen + EVZ Heumen Horssen

EVZ Nieuwe Graaf

Beek- Kievitsveld en Vossenbroek

Wisselse Veen West

Hierdense Poort / TOP Bloemkampen Dijkhuizen,Vemderbroek,Gulbroek

Soerense Beek

Tongeren-Wissel

Empese en Tondense Heide

EHS Regulieren

REVZ/TOP-lijst Nieuwe Zuiderlingedijk e.o.

Overige REVZ

Datum:Bron:

Team:

Afdeling:

10-05-2010Provincie Gelderland

Auteur:

Opdrachtgever:

bakkers

0 9.8004.900

Kilometers

Deelgebieden actieplan Grond - PMJP

Actieplan Grond

ABC Aankopen

overig gebied

Provincie Gelderland

PMJPgebied

Aankooppauze opheffen

Grondaankoop voor natuur kan weer starten De beeldend locatietheatergroep Odd Enjinears uit Amsterdam komt deze zomer naar Radio Kootwijk. Zes weken lang verbre-ken ze de stilte in het voormalige zendgebouw. Kunstenaars bren-gen met hun met klinkende in-stallaties en bijzondere muzikale presentaties weer geluid in het radiozendstation, dat Nederland en Indonesië met elkaar verbond maar in 1998 werd gesloten. ‘Radio Kootwijk is een fantasti-sche plek voor onze theatrale, muzikale tentoonstelling De Vol-gende Toon…. De kunstenaars worden er geïnspireerd door de overweldigende architectuur, de verhalen, de oude functie en de vroegere relatie met Indonesië’, zegt Bregje Deben van Odd En-jinears. ‘Alle installaties zullen interactief zijn; iets met het pu-bliek doen. Je kunt voelen, ho-ren, er doorheen lopen of in gaan zitten. De bezoekers maken dus deel uit van de tentoonstelling.’

Odd Enjinears maakt sinds 2002 beeldende en klinkende instal-laties met een sterke theatrale inslag en speelt op zomerfestivals in binnen- en buitenland, zoals Oerol.De Volgende Toon... is te bezoe-ken van 14 juli t/m 22 augustus op wo. t/m zo., met uitzondering van 13 augustus. Openings- tijden: 10:00 tot 17:00 uur.

Mountainbikers op de bon

Mountainbikers die in het Natio-naal Park Veluwezoom buiten de aangegeven route fietsen, lopen het risico op een bekeuring. Op-treden is nodig, vindt Natuurmo-numenten, omdat de toegangs-voorwaarden te vaak worden overtreden.Ongeveer negen jaar geleden is in het Nationaal Park Veluwe-zoom in samenwerking met aan-grenzende landgoedeigenaren en MTB-organisaties een ongeveer 50 kilometer lange MTB-route uitgezet. ‘Het overgrote deel van de mountainbikers houdt zich aan de routes. Helaas neemt een klein percentage het niet zo nauw met de regels en omgangs-vormen’, zegt boswachter Jan

Potkamp. ‘Er komen klachten van wandelaars, ruiters en mountain-bikers die zich storen aan het gedrag van de overtreders.’

Actueel Muzikale, theatrale beleving omgeven

door natuurlijke stilte

Neede Borculo

t Woold

Landgoederenzone

Appel - Gerven

Middengebied-West

EVZ's Gelderse Vallei

Ratum Henxel

Rijnstrangen

TOP Gebied Staverdense beek

Havikerpoort

Brink heurne-Kotten

Agrarisch gebied / randmeerkust

Tussen landgoederen en IJssel

Cortenoever

Beekvliet- Stelkampsveld

Binnenveld Oost, incl. Groene Grens Ede-Veenendaal

Landgoederenzone Noord-Zuid

Hatertse Overasseltse vennen + EVZ Heumen Horssen

EVZ Nieuwe Graaf

Beek- Kievitsveld en Vossenbroek

Wisselse Veen West

Hierdense Poort / TOP Bloemkampen Dijkhuizen,Vemderbroek,Gulbroek

Soerense Beek

Tongeren-Wissel

Empese en Tondense Heide

EHS Regulieren

REVZ/TOP-lijst Nieuwe Zuiderlingedijk e.o.

Overige REVZ

Datum:Bron:

Team:

Afdeling:

10-05-2010Provincie Gelderland

Auteur:

Opdrachtgever:

bakkers

0 9.8004.900

Kilometers

Deelgebieden actieplan Grond - PMJP

Actieplan Grond

ABC Aankopen

overig gebied

Provincie Gelderland

PMJPgebied

Aankooppauze opheffenAankooppauze opheffenABC-constructie

Page 38: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/1038

De opinie van Frans Evers in het maartnummer van Nieuwe Veluwe heeft een flinke discussie losgemaakt. Ook al lopen meningen uiteen, over een ding is vrijwel iedereen het eens: de regels voor Natura 2000 zijn te ver doorgeschoten, dus ze moeten eenvoudiger. Dat zeggen ook partijen op de Veluwe, die ondertussen in een taskforce gezamenlijk werken aan een beheerplan. Ze hebben het gevoel er wel uit te komen.

‘Natuur verdient beter dan een loopgravenoorlog’, kopte het eerste nummer van Nieuwe Veluwe. In de opiniebijdrage lichtte oud-hoofddirecteur van Natuurmonumenten Frans Evers dit toe. Natuurbeschermers dachten met Natura 2000 – bedoeld om de meest bijzondere natuurgebieden van Europa veilig te stellen – eindelijk het instrument te hebben waar ze al jaren naar smachten, maar ondernemers – of dit nu boeren, campinghouders of transporteurs zijn – zien alleen maar nieuwe belemmeringen voor hun bedrijfsvoering. De voorbereiding van de beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden gaat met een technisch-ecologische precisie waar menig ruilverkavelaar uit de jaren zestig zijn vingers bij zou aflikken. Natuur wordt uitgedrukt in nauwkeurig omschreven ‘habitattypen’. Alle activiteiten die maar enigszins verstorend kunnen werken voor de natuur of daarin levende soorten, moeten in detail worden vastgelegd. De Nederlandse Natura 2000-aanpak is zo opgesteld dat het alleen maar tegenstellingen kan oproepen en is aldus een eersteklas splijtzwam geworden. Ondernemers, boeren en landgoedeigenaren die de afgelopen jaren natuurbeheer met enthousiasme als onderdeel van hun bedrijfsstrategie hebben omarmd, dreigen teleurgesteld af te haken.

BijvalEen interessante visie, merkte journalist Hans Marijnissen op, die vervolgens contact met Evers zocht. Ongeveer een week later, op 14 april, opende Trouw met een interview en passages uit zijn opinie. We moeten ernaar toe Natura 2000 te versoepelen, bepleit Evers. Het gaat erom meer in de geest van verdragen te handelen,

in plaats van die naar de letter toe te passen. Nog dezelfde avond trad Evers op in het radioprogramma Stand.café. In Trouw volgde de dagen erna een discussie, andere kranten pakten de actualiteit ook op en gaven er een eigen invulling aan. Ondertussen kreeg Evers uit allerlei hoeken bijval, van Staatsbos-beheer tot demissionair minister Gerda Verburg. Directeur Kalden van Staatsbosbeheer vindt Evers’ analyse in grote lijnen deugen. Volgens Kalden moet Nederland af van de verkramptheid waarmee de Natura 2000-gebieden worden beheerd. Directeur Jan Jaap de Graaff van Natuurmonumenten herkent ook de polarisatie rondom Natura 2000, maar vindt het in wezen wel een goed instrument en de verplichting voor bedrijven om een vergunning voor activiteiten aan te vragen een onmisbaar gereedschap. Maar ook hij pleit voor een versimpeling van de regelgeving.

NatuurpactDat demissionair minister Verburg de kritiek deelt, is voorspelbaar. Verburg is ook minister van landbouw en waakt dus voor de economische belangen van die sector. Maar anderzijds is de kritiek opmerkelijk. Nederland interpreteert en vertaalt zelf de Brusselse richtlijnen in nationale voorschriften, en kan dus enige speelruimte geven. Als reactie rondom de commotie die rondom Natura 2000 is ontstaan, zegde Verburg toe een Natuurpact te willen sluiten met de boeren, de recreatiesector en de grote natuurorganisaties om knelpunten aan te pakken. De boeren willen wel, zegt belangen-behartiger LTO Nederland, om maar snel duidelijkheid te krijgen. Wel stelt de boerenorganisatie eisen aan een Natuurpact. Er moet ruimte zijn voor bedrijfsontwikkeling en boeren die als natuurondernemer aan de slag willen, moeten daarvoor de kans krijgen.Ook al kreeg Evers’ opinie veel bijval, niet iedereen is het met hem eens. Oud-directeur Frits van Beusekom van Staatsbosbeheer vindt dat natuurman Evers een stoot onder de gordel geeft. Hij zegt in Trouw: ‘Evers ergert zich kennelijk mateloos aan het gezeur van ecologische mierenneukers, maar dat zijn wel de mensen die ervoor zorgen dat nog niet alle grutto’s zijn weggemaaid en dat je in ons land nog weiden met wilde bloemen kunt bewonderen en niet alleen gras en brandnetels.’

Gedeputeerde Harry Keereweer van Gelderland pleit ervoor de beheerplannen over te laten aan de gebieden zelf, zoals ook op de Veluwe gebeurt (zie pagina 39-42). ‘Het criterium is dat de natuurdoelstellingen worden gehaald en dat de totale stikstofdepositie door de landbouw daalt. Op deze manier werkt Gelderland aan de beheerplannen voor de negentien Natura 2000-gebieden’, zei Keereweer in de Volkskrant. ‘We zoeken samen met ondernemers, boeren, waterschappen en natuurbeheerders naar een evenwicht. Als je per gebied maatwerk levert met alle partijen, dan is het helemaal niet zo ingewikkeld om een goede balans te vinden tussen ecologie en economie.’

Natura 2000 in de

mediatekst: Ria Dubbeldam

Page 39: Nieuwe Veluwe 2 2010

Relaxter omgaan met natuur-beleid

nieuwe Veluwe 2/10 39

De Veluwe nog waardevoller

maken dan hij al is. Dat is het idee

achter de Natura 2000-plannen.

Daar is niemand tegen. Wel

tegen de manier waarop: te

veel details waardoor boeren,

burgers, recreatieondernemers

en natuurorganisaties ongewild

tegenover elkaar komen te staan.

tekst Leonore Noorduyn, foto’s Ton Heekelaar en Hans van den Bos

Page 40: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/1040

Leen Jacobs is maar wat trots op ‘zijn’ gebied, de Veluwe. Als districtshoofd Veluwe bij Staats-bosbeheer kent hij het op zijn duimpje. Daarom ook kan hij al genieten als hij zich voorstelt hoe het gebied er in de verre toekomst uit gaat zien: als één groot leefgebied waar de wisent vanzelfsprekend deel van uitmaakt. Ontsnip-perd en verbonden met andere natuurgebie-den. ‘Dat is nog een stipje op de horizon, maar we leggen nu wel de basis’, verheugt hij zich. Die basis is gelegd met Natura 2000. Jacobs wijst erop dat het slecht gaat met de biodiver-siteit in de hele wereld. Kritische geluiden van mensen die zich afvragen waarom het erg is dat er wat minder soorten komen, pareert hij met een vergelijking. ‘Als een boom 40 procent minder bladeren heeft, zie je dat niet. Maar zodra het aandeel bladeren nog verder af-neemt, is het echt helemaal mis.’

Gesnoept aan natuurNatura 2000 kan dat proces van achteruitgang stoppen, is de overtuiging van Jacobs. ‘Al decennialang wordt er gesnoept aan de natuur, elke keer een beetje. Deze wet is heel rigide. Voor iedere vierkante meter die eraf gaat voor de wespendief, moet er elders leefgebied bij komen. Nu is dat misschien lastig, maar als we doorgaan met de natuur geweld aandoen, is dat ook niet goed. Over honderd of tweehonderd jaar moet er ook nog mooi natuurgebied zijn in Nederland. Onze kindskinderen hebben daar toch recht op?’ Jacobs staat zeker niet alleen in zijn kijk op het belang van goede natuur. Meer partijen in de Taskforce Beheerplan Veluwe – het klankbord voor de provincie bij het opstellen van het Natura 2000-beheerplan – delen

die mening. Dat blijkt uit een rondgang. ‘De Veluwe heeft unieke natuur. Dat is van levensbelang, ook voor onze sector’, vindt bijvoorbeeld Gerard Beltman, die de belangen van de recreatiesector in de taskforce vertegenwoordigt.

Te gedetailleerdMaar toch. Ieder voegt daar gelijk aan toe dat ook al is het principe van Natura 2000 misschien goed, de manier waarop de wet de doelen probeert te bereiken is overtrokken, te gedetailleerd, te veel gejuridiseerd. Jacobs vindt dat. Beltman vindt dat. Jeroen de Koe van Natuurmonumenten ook, evenals Ivo Gelsing van de belangenvereniging van recreatieonder-nemers Recron, Jan-Willem Bakkenes van de agrarische belangenorganisatie LTO Noord en Lex Hoefsloot van de Vereniging Kleine Kernen (VKK) Gelderland. Beltman: ‘De aanname in Natura 2000 is dat de natuur volledig maakbaar is. Dat zie je aan de doelen die zo precies zijn vastgelegd in aantallen en getallen.’De ondernemers op de Veluwe vrezen dat met zulke precieze doelen en aantallen het gebied ‘op slot‘ gaat, ofwel dat er geen veranderingen of nieuwe dingen mogen. Recreatieonder-nemers zijn bang dat ze geen nieuw evenement mogen organiseren of stacaravans mogen vervangen door de zo gewenste comfortabe-lere en luxere huisjes. Zelfs een fietspad 40 centimeter verbreden vergt een groot doorzet-tingsvermogen en duur onderzoek, waar ook een organisatie als Natuurmonumenten last van heeft. Veel veehouders mogen nu al niet meer uitbreiden. Dat komt doordat de wet al in oktober 2005 in werking is getreden. Alles wat voor die tijd gebeurde, mag doorgaan. Voor alle activiteiten die daarna in gang zijn gezet, is een vergunning nodig waaruit blijkt dat deze activi-teiten geen schadelijke effecten hebben op de doelen van Natura 2000.

GedrochtAls logisch gevolg is het gevoel ontstaan dat de natuur voorrang heeft boven alles en dat on-dernemers alleen maar te lijden hebben onder alle natuurplannen. ‘De wet is een gedrocht’, fulmineert De Koe van Natuurmonumenten. Gelsing van Recron zegt dat, in andere woor-

den, ook. Beiden zijn oprecht bezorgd. Straks is alle draagvlak voor natuurbeleid verdwenen. Gelsing: ‘De recreatieondernemers en natuur-organisaties werken al veertig jaar lang samen en dat gaat altijd goed. Maar door deze wetge-ving worden we uit elkaar gedreven. Er hoeft maar één burger bezwaar te maken en je komt tegenover elkaar te staan.’ Dat dat niet denkbeeldig is, maakt De Koe op uit de geluiden die hij hoort. Van bijvoorbeeld politici die dankbaar gebruik – en misbruik – maken van de negatieve stemming. Hij hoort ze zelfs ‘klinkklare’ nonsens vertellen waar nie-mand tegen in gaat. Zoals het Tweede Kamerlid dat beweert dat Nederland overtrokken bezig is door 162 Natura 2000-gebieden aan te wijzen, terwijl Frankrijk er maar twee heeft aangewe-zen. ‘Stuitend gewoon. Zo iemand moet beter weten. In Frankrijk zijn zo’n 1500 gebieden aangewezen. Maar vervolgens praten belangen-groeperingen hem weer na.’ De vraag is of ondernemers en organisaties regelrecht tegen het natuurbeleid zijn. Vaak lijkt de weerstand vooral te maken te hebben met onzekerheid. Mensen weten niet wat hen

‘�Voor�iedere�vierkante�meter�

die�eraf�gaat�voor�de�

wespendief,�moet�er�elders�

leefgebied�bij�komen’

Page 41: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 41

boven het hoofd hangt. De voorlichtingsavonden die de provincie dit voorjaar heeft georgani-seerd, bevestigen dat beeld. Aanwezigen kwamen met een spervuur aan vragen. Of ze een bepaalde activiteit nog wel konden uit-oefenen of dat ze overal een vergunning voor moeten aanvragen. Marianne van der Veen, projectleider beheerplan Veluwe vanuit de provincie, benadrukt dat het helemaal niet de bedoeling is om een activiteit te laten stoppen. Voor bestaande activiteiten, die al voor 2005 plaatsvonden, is al helemaal niets aan de hand. ‘De voorlichtingsavonden dienden er ook voor om alle activiteiten op de Veluwe in kaart te brengen, zodat we die mee kunnen nemen in het beheerplan. Wellicht moet je wat aanvul-lende afspraken maken, bijvoorbeeld dat een grote dropping niet in het broedseizoen mag. Maar er blijft volop ruimte om dingen op de Veluwe te doen.’

Pragmatisch te werk gaanRuimte in de regelgeving is waar het om draait. De Koe pleit ervoor de wet zo uit te voeren dat zo min mogelijk mensen er ‘pijn van ervaren’.

Voor Natuurmonumenten is de uitbreiding van stuifzand en heide het belangrijkste doel in Natura 2000. ‘Zo’n honderd jaar geleden was de Veluwe een groot heide- en stuifzandgebied. Nu willen we op logische plekken, waar dat kansrijk is, de heideterreinen en stuifzandgebieden uitbreiden. Als uit onderzoek zou blijken dat dat het beste kan op een plek waar twintig ondernemers er last van hebben, roept dat weerstand op. Wij zijn best bereid water bij de wijn te doen en een andere plek te kiezen waar anderen er geen last van hebben. De Veluwe is zo groot, dat we daar volgens mij wel uitkomen.’ Ook als de letter van de wet voorschrijft dat boeren hun stallen moeten afbreken, omdat ze net na de peildatum een stal hebben gebouwd, wil De Koe dat niet doordrukken. ‘Waarom kun je daar niet wat relaxter mee omgaan? Vanuit Natuurmonumenten zijn we best voor een deal te porren, als het uiteindelijke doel, natuur opbouwen, maar in zicht blijft.’‘We moeten pragmatisch met de wet omgaan’, zegt ook Beltman. Die wil is er in ieder geval in de taskforce, geeft hij aan. Allen hebben het gevoel dat ze er wel uitkomen. Ook Bakkenes,

WatisNatura2000?De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld uiterlijk

in 2010 de achteruitgang van biodiversiteit te stoppen.

Daarvoor dient het Natura 2000-netwerk. Alle lidstaten

wijzen gebieden aan die speciale bescherming nodig

hebben, omdat ze een standplaats zijn voor specifieke

habitattypen, zoals droge heide, speciale habitatsoorten,

zoals het vliegend hert of omdat ze broed- en/

of leefgebied vormen voor specifieke vogelsoorten.

Nederland draagt aan dit Natura 2000-netwerk bij met

162 gebieden. Voor elk gebied is per soort of habitattype

bepaald of er verbetering van kwaliteit of een toename

in aantallen of oppervlakte nodig is, of dat het met het

huidige beleid voldoende is om de natuurwaarden te

behouden.

Voor de Veluwe zijn verschillende doelstellingen

(instandhoudingsdoelen) geformuleerd.

Een samenvatting:

Uitbreidingenverbeteringvan:

• de verschillende heidetypen;

• zandverstuivingen;

• oude eiken- en berkenbossen.

Behoudenkwaliteitsverbeteringvan

• vennen en beken.

Behoudvanbelangrijkesoorten,zoals:

• vogelsoorten: wespendief, zwarte specht, draaihals,

duinpieper, nachtzwaluw, tapuit, roodborsttapuit;

• vissoort: beekprik;

• keversoort: vliegend hert.

HetbeheerplanIn het beheerplan komt te staan wat voor maatregelen

nodig zijn om de doelen van Natura 2000 te bereiken.

In grote lijnen staat dit al vast. De Taskforce Beheerplan

Veluwe vult dit verder in.

Wat gaat er gebeuren?

• Flinke stukken bos worden omgevormd tot heide en

stuifzand.

• Oude recreatieterreinen in ‘krimpgebieden’ worden

opgekocht en omgezet in natuur, zodat recreatie in

‘groeigebieden’ kan groeien. Dit krimp- en groeibeleid

is al vastgesteld door de provincie en wordt voortgezet

in het beheerplan.

• Er komt een zonering voor dagrecreatie. In sommige

gebieden mag de recreatie toenemen, in andere wordt

die zoveel mogelijk geweerd. Dat kan bijvoorbeeld

door routes te verleggen. Een fietspad dat langs de

rand van bos en heide loopt, is een ideale plek voor de

wespendief. Dit kan verlegd worden naar het bos.

Page 42: Nieuwe Veluwe 2 2010

42

die te maken heeft met een gelaten agrarische achterban. ‘Blij zijn we niet met Natura 2000. Maar als het dan toch moet, kunnen we beter zo snel mogelijk helderheid krijgen. Dan weten we tenminste wat vergunningvrij is en waar je een vergunning voor moet aanvragen.’ Steun in de rug is de uitspraak van de Europees commissaris van Milieu, Janez Potocnik, die eind april een bezoek bracht aan twee Natura 2000-gebieden in Nederland. Hij sprak hier uit dat sociaal-economische ontwikkeling mogelijk moet blijven bij de Natuura 2000-gebieden.

Lastige kwestiesOndertussen heeft de taskforce al het een en ander afgesproken om voor te stellen aan de provincie, zoals over de punten waar Lex Hoefsloot van de VKK Gelderland zich hard voor heeft gemaakt. Zo gaat als het aan de taskforce ligt, Natura 2000 pas gelden op minimaal 700 meter van een dorp of kern. Dat betekent dat als een dorp bijvoorbeeld een groot evenement wil organiseren, het geen uitgebreide vergunningprocedure door hoeft. Ook komt de al geplande woningbouw rondom dorpskernen niet in gevaar. De echt lastige kwesties liggen er nog. Neem de ammoniakdepositie. Die moet verminderen

zonder dat de landbouw compleet op slot gaat. Dit is een taak die Rijk en provincie oppakken. Specifiek voor de Veluwe is er nog de vraag hoe om te gaan met de ruim honderd recreatiebedrijven binnen het Natura 2000-gebied. De provincie wil daar tien van opkopen en verplaatsen, maar weet nog niet welke. Dit betekent dat al die honderd bedrijven in onzekerheid zitten over wat ze wel of niet kunnen. Als ze een boom willen kappen of een kunstgrasveld willen aanleggen, moeten ze een vergunning aanvragen en aantonen dat het plan geen invloed heeft op het halen van de doelen van Natura 2000. Lange procedures en veel administratie en bureaucratie dus. Een oplossing kan zijn deze recreatieterreinen uit te zonderen van de invloedssfeer van de wet. Maar als de provincie dan gaat uitkopen, is er op papier geen winst voor Natura 2000. Dat heeft weer tot gevolg dat elders geen groei van recreatie is toegestaan. Zo puzzelt de provincie met de taskforceleden nog even verder. Een ander lastig punt is dat sommige doelen onverenigbaar lijken. Omvorming van bos tot heide en stuifzand gaat ten koste van het leefgebied van de zwarte specht, waarvan nu juist is aangegeven dat die in aantal moet toe-nemen. Welk doel heeft nu voorrang? Is het

voldoende om de kwaliteit van de overgebleven bossen te verbeteren? ‘Als we daar niet uit-komen, moet LNV maar een beslissing nemen’, vindt provincieambtenaar Van der Veen.

Effecten monitorenNaast deze inhoudelijke punten is er het geld. Want wat heb je aan een goed plan dat niet uitvoerbaar is omdat de financiën ontbreken? Ook is er geld nodig voor een goed monitoringssysteem. Het staat al vast dat de natuurontwikkeling op de voet zal worden gevolgd. Maar de verschillende partijen willen ook precies weten wat de effecten van de maatregelen zijn op de bedrijfseconomische ontwikkeling of wat voor effect recreatie heeft op de natuurontwikkeling. Hoefsloot: ‘Als er straks een vogeltje minder is, komt dat dan door het beheerplan, is dat het gevolg van een autonome trend of doordat de vogel in Afrika wordt afgeschoten? Dat moeten we wel weten als we over vijf jaar een nieuw beheerplan op gaan stellen.’Tegelijk relativeren de taskforceleden de impact van hun afspraken. Het beheerplan is maar voor zes jaar geldig, waarna er weer een nieuwe moet komen. Belangrijk is dan ook om veranderingen in gang te zetten, benadrukken ze, niet om in die tijd alle doelen te halen. Jacobs van Staatsbosbeheer: ‘Natura 2000 hoeft echt niet al over zes jaar bereikt te zijn. De eerste zes jaar gaan we geen ingrijpende dingen doen. Zelfs bij het omvormen van bossen gaat het voorlopig maar om tientallen hectares.’

De provincie werkt tot en met september aan het beheerplan

voor de Veluwe. Dan wordt ook de definitieve aanwijzing

door de minister van LNV verwacht. In het najaar is nog een

informatieronde. Tegen die tijd is er meer duidelijkheid over de

consequenties voor de sectoren.

Op www.nieuweveluwe.nl/lezersberichten reageert een lezer op

Natura 2000.

nieuwe Veluwe 2/10

Page 43: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 43nieuwe Veluwe 2/1043

Boeken

Wat vliegt waar? – In de om-geving van Wageningen, Rhenen, Overbetuwe, Renkum en Ede Wandelen, fietsen en vogels kijken. Doortje Udo en Henrik de Nie (red.), KNNV Vogelwerkgroep Wageningen e.o. en Rob Bijlsma, ISBN 9789090253381, bestellen: www.knnv.nl/wageningen//vwg/watvliegwaar.html of [email protected], vogelboek: € 24,95, wandel- en fietsroutes: € 10,-

Twee boeken die bij elkaar horen. Ze zijn gemaakt door leden van de vogelwerkgroep van de jubi-lerende honderdjarige natuur-organisatie KNNV Wageningen en omstreken. Het vogelboek geeft een kleurig beeld van wat de vogelliefhebber allemaal kan beleven in het werkgebied van de KNNV: rivierengebied, Veluwe, Utrechtse Heuvelrug en Gelderse Vallei. Naast een beschrijving van de favoriete vogelgebieden zijn er portretten gemaakt van 51 vogelsoorten. De keuze van de vogelsoorten heeft alles te maken met de voorliefde van de leden. Planken Wambuis heeft een bijzondere plaats in het boek. Oud lid en groot vogelkenner Rob Bijlsma zet in een prikkelend stuk de positieve en negatieve veran-deringen die de vogelstand heeft doorgemaakt uiteen. En dan op pad. De lezers van Wat vliegt waar? krijgen in het volgende boekje met wandel- en fietroutes praktische tips waar vogels zijn te zien.

Het Hoge Veluwe boekElio Pelzers, Wim H. Nijhof, Uitgeverij Waanders, ISBN 9789040076725, bestellen: www.waanders.nl of 038 4673400, € 14,95

In een toegankelijk, handzaam boekje hebben de auteurs allerlei wetenswaardigheden en anekdo-tes over Het Nationaal Park De Hoge Veluwe opgetekend. In dit boek, uitgebracht ter gelegenheid van het 75-jarige bestaan van het park, eens geen lange verhande-lingen, maar korte stukjes tekst over de geschiedenis, natuur, architectuur en cultuur van het park, opgeluisterd met heel veel illustraties. Je zapt van het leven en werk van de oprichters van het park, Helene en Anton Kröller-Müller, naar de tuinen van Berlage, het Sint Hubertusslot, de zandhagedis en vos, de boswachter en de witte fietsen van de provo’s. Het boekje past gemakkelijk in een rugzakje of fietstas. Leuk om mee te ne-men tijdens een bezoek aan het park. Of juist leuk om nog eens door te bladeren als herinnering na een dagje vertoeven.

De Oosterbeekse en Door-werthse beken – een cultuur-historische wandelgidsRuud Schaafsma, Uitgeverij Matrijs in samenwerking met IVN Zuidwest Veluwezoom, ISBN 9789053453971, bestellen: www.matrijs.com of 030 2343148, € 14,95 (inclusief verzendkosten)

De Oosterbeekse en Doorwerthse beken stromen door diep inge-sneden erosiedalen met een on-Nederlands groot verval naar de Rijnvallei. De beken en valleien hebben een grote natuurlijke schoonheid, grote landschappelij-ke waarde, een rijke geschiedenis en bijzondere flora en fauna. Deze beken en beekdalen waren al in de prehistorische tijd een aantrekkelijke leefomgeving. Na circa 1300 verschoof de functie van natuurlijke bronbeek naar ge-bruiksbeek. Er kwamen watermo-lens om graan te malen, buskruit en papier te maken en bieten te raspen. De laatste twee eeuwen maakten landgoedeigenaren van veel stroompjes parkbeken. Zo veranderde de functie nog een keer, nu van gebruiksbeek naar parksieraad.Maar veel beken kampen met verval en de Slag om Arnhem in 1944 heeft veel schade veroor-zaakt. Waterschap Vallei & Eem en overheden zetten zich in voor herstel en onderhoud.Achterin het boek zijn drie uitvouwbare routekaarten met rondwandelingen langs beken en historisch interessante plaatsen. De routes zijn ook aan elkaar te koppelen.

Open op zondagEd Bruinvis, Uitgeverij Kontrast, ISBN 9789078215929, bestellen: www.uitgeverijkontrast.nl of 026 3337975, € 15,00

‘De bus reed door een laan met aan weerszijden enorme eikenbomen, toen de chauffeur plotseling op de rem trapte.’ Het is de openingszin van het boek en tegelijk die van het eerste korte verhaal Fijn wandelen. In 48 tragikomische verhalen doet een stadsbewoner pogingen om aan de benauwdheid van beton en billboards te ontsnappen door op pad te gaan met de bus of trein. De stad is in de natuur en op het platteland weliswaar minder nadrukkelijk aanwezig, maar onverwacht – en vooral onderhuids – laat deze zich toch steeds opnieuw gelden. De stedeling neemt je mee op zijn zoektochten. Hij trotseert regen en storm, verpoost nogal eens bij een café, terras, theetuin of de Chinees in het dorp, bemint in stilte de serveersters, leert zijn tegenvoeters kennen en hoopt de broodnodige rust te vinden.

De Arnhemse auteur debuteerde in 2008 met de dichtbundel Rivierklei waarin een overeen-komstig motief speelt: hoe denkt de hedendaagse mens aan de omklemming van zijn dagelijkse bestaan te kunnen ontsnappen?

Ed Bruinvis

Open

op

zondag

In Open op zondag is de hoofdpersoon een stadsbewoner, maar niet van harte. In zijn pogingen om aan de benauwdheid van beton en billboards te ontsnappen, loopt hij

echter ook telkens vast in het buitengebied. Daar is de stad weliswaar minder nadrukkelijk aanwezig, maar onverwacht - en vooral onderhuids - laat deze zich toch steeds opnieuw gelden. In een cyclus van achtenveertig tragikomische verhalen neemt de hoofdpersoon ons mee op zijn zoektochten. We trotseren samen met hem de elementen, doen samen met hem zijn pleisterplaatsen aan, beminnen samen met hem in stilte zijn serveersters, leren zijn tegenvoeters kennen en hopen samen met hem de broodnodige rust te vinden.

Bruinvis debuteerde in 2008 met de dichtbundel Rivierklei waarin een overeenkomstig motief speelt: hoe denkt de hedendaagse mens aan de omklemming van zijn dagelijkse bestaan te kunnen ontsnappen?

Op

en

op

zo

nd

ag

Ed

Bru

invis

Omslag Open op zondag J DEF2.ind1 1 26-1-2010 14:14:18

Wat vliegt waar?In de omgeving van Wageningen, Rhenen, Overbetuwe, Renkum en Ede

Doortje Udo en Henrik de Nie (samenstelling en redactie)Met medewerking van leden van de Vogelwerkgroep KNNV Wageningen e.o. en Rob Bijlsma

Dit boek portretteert 51 vogelsoorten die karakteristiek zijn

voor de omgeving van Wageningen, Rhenen, Ede en de Midden

Betuwe en de 18 natuurgebieden waarin deze vogels zijn

waargenomen.

Het boek is het resultaat van de inzet en het enthousiasme

van liefhebbers die de vogelsoorten en gebieden waarover

ze schrijven zeer goed kennen. Het is ook het resultaat van

jarenlange observaties en inventarisaties.

De beschrijvingen zijn geïllustreerd met fraaie foto’s, gemaakt

door beroeps- en amateurfotografen uit de buurt.

‘Wat vliegt waar?’ wil mensen stimuleren hun omgeving beter

te leren kennen door er op uit te trekken en zelf naar vogels te

gaan kijken.

Dit boek is bedoeld om thuis te lezen; het bijgevoegde boekje is

bruikbaar als gids voor wandelingen en fietstochten.

Een absolute aanrader voor iedereen die in deze streek de

natuur in wil om bijzondere vogels te zien.

Uitgave Vogelwerkgroep KNNV Wageningen e.o.

ISBN 978-90-9025338-1

Wat vliegt w

aar? Vogelwerkgroep K

NN

V Wageningen e.o.

Veluwehet Hoge

boek

nieuwe Veluwe 2/10 43

Wandelenfietsen en vogels kijkenTwaalf wandel- en fietsroutes in de omgeving van Wageningen, Rhenen, Overbetuwe, Renkum en Ede

Doortje Udo en Henrik de Nie(samenstelling en redactie)

Page 44: Nieuwe Veluwe 2 2010

Koningsweg Ginkel-Dieren

over voormalig ontginningsland

In een aantal etappes loopt historicus Gerrit Breman van Herberg Zuid Ginkel naar het landgoed Hof

te Dieren, een voormalig buitenverblijf van de Oranjes. Op zoek naar de ongeveer 25 kilometer lange

koningsweg die stadhouder-koning Willem III er ruim drie eeuwen geleden liet aanleggen ten behoeve

van de koninklijke jacht. In hoeverre is deze weg – vrijwel in een rechte lijn van west naar oost – nog

herkenbaar? En hoe ziet het landschap er nu uit? Breman koppelt zijn waarnemingen aan oude en

nieuwe kaarten, Google Earth en GPS, en doet ontdekkingen. Deze derde etappe voert hem vanaf de

oostelijke grens van Het Nationale Park De Hoge Veluwe tot net over de A50.

nieuwe Veluwe 2/1044

Page 45: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 45

Op kaarten uit 1872 en 1931 (pagina 46) is te zien hoe dat komt. Het terrein dat ik nu ga betreden, is sinds de ontginning in 1846 grondig op de schop gegaan. Het is natuurlijk jammer dat ik 2,5 kilometer lang vrijwel zeker geen resten van de historische koningsweg zal ontdekken, maar het maakt het gebiedje er niet minder interessant om. Hier is sprake van een boeiende landschapsgeschiedenis met verschillende tijdlagen. De geschiedenis is niet gemakkelijk te begrijpen, maar gelukkig loopt cultuurhistoricus René Vossebeld met me mee. Hij kent het gebied als zijn broekzak en heeft er veel kennis over. Met name de militaire geschiedenis geniet zijn bijzondere belangstelling.

OntginningsboerderijenWe gaan terug naar de eerste historische laag. De stad Arnhem bracht in 1846 de brede strook woeste grond in de verkoop. Van west naar oost, langs de nieuwe weg, verrezen enkele ontginningsboerderijen (zie kaart 1872): Rijsenburg, Wildhoeve, ‘t Heuvelink (ook wel Heuvel Enk genoemd), Heiderijk (ook wel Heidenrijk genoemd), en iets noordelijker langs de voormalige Deelense weg Petersburg. Om de boerderijen bereikbaar te maken werd aan de zuidzijde een nieuwe weg aangelegd. Deze weg nam de naam van de oorspronkelijke koningsweg over. De N311 heet nog steeds zo.De oorspronkelijke koningsweg verdween. De ontginners met hun door ossen getrokken ploegen gingen dwars door de bestaande infrastructuur heen en hadden geen enkel respect – en geen tijd - voor zo’n cultuurhistorisch relict als de koningsweg. Die werd ‘overruled’ door een recht lijnenspel van de ontginning. Op de kaart van 1872 is mooi te zien hoe rationeel met de inrichting van het gebied werd omgesprongen. De Deelense weg, tussen Heuvelenk en Petersburg door richting het noorden, werd op de ontginning rechtgetrokken, maar daarboven hield de weg zijn oude, kronkelige tracé.

Landgoed VrijlandVerder naar het oosten werd landgoed Vrijland gesticht (zie kaart 1931). De eigenaar liet voor zijn landhuis een oprijlaan in de vorm van een halve cirkel

tekst Gerrit Breman, foto’s bvBeeld

De vorige etappe eindigde voor het hek van De Hoge Veluwe (RD 188087 449895). Dat punt is vanaf de andere kant van het hek, waar ik de wandeling weer oppak, gemakkelijk te vinden. Het bordje ‘verboden toegang’ springt direct in het oog en daar beginnen gelijk de moeilijkheden. Niet zozeer vanwege dat bordje, maar vooral omdat het terrein achter dat bordje in de loop van de jaren heel erg veranderd is. Laat ik maar helder zijn: van de koningsweg zal over een flinke afstand niets meer te zien zijn.

Boven: het beginpunt van de derde etappe:

bij het hek aan de oostelijke grens met het

Nationale Park De Hoge Veluwe.

Midden: links het huidige Defensieterrein

Deelerwoud, rechts op de foto heeft de

koningsweg gelopen.

Page 46: Nieuwe Veluwe 2 2010

aanleggen. Die is er nog steeds. Het landhuis is er niet meer. Dat stond precies tussen de huidige twee witte gebouwen in. De koningsweg moet hier vlak achterlangs hebben gelopen.Achter het landhuis lagen aan weerszijden van de lange noord-zuid georiënteerde weg bijna sym-metrische akkers en boomkwekerijen, omzoomd door brede beukenrijen. De akkers zijn deels be-houden. Ze houden op bij het hek van het Defen-sie-terrein. Daarachter zijn de akkers verdwenen onder de infrastructuur van het vliegveld.

Paters en Duitsers De tweede historische laag begint met de komst van de paters van Mill Hill. Vlak na de Eerste Wereldoorlog kochten zij het landgoed. In 1928 lieten zij rechts van de halfcirkelvormige toegangsweg een rusthuis voor oudere broeders bouwen en een paar jaar later aan de linkerzijde een kapel. Iets verder naar het westen kwam een opleidingscentrum voor jongere broeders met een broederhuis en opleidingsgebouwen.Lang hebben de paters niet op het landgoed kunnen wonen. In 1940 namen de bezetters het hele gebied ten noorden van de Koningsweg en ook een groot gedeelte ten zuiden daarvan in beslag (de derde laag). Het gebied viel binnen de veiligheidszone van ‘Fliegerhorst Deelen’. Duitsers en Duitsgezinden gingen in het gebied wonen en de kapel ging dienst doen als bioscoop. Voor degenen die er oog voor en verstand van hebben: er zijn nog de resten van rolbanen en hangars te vinden.

Koude OorlogDe vierde laag trad na de Tweede Wereldoorlog in, toen het vliegveld een rol ging spelen in de Koude Oorlog. Nederland kon met vliegveld Deelen

nieuwe Veluwe 2/1046

Tracé van de Koningsweg bij Schaarsbergen (1850).

Boven: kaart 1872. Onder: kaart 1931.

1. Rijsenburg 2. Wildhoeve 3.’t Heuvelink 4. Heiderijk 5.Petersburg 6. Vrijland

1

12

3

5

23

5

4

4

6

Page 47: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 47

aan zijn NAVO-verplichtingen voldoen. Gebouwen die de Duitsers hadden achtergelaten, werden gesloopt. Andere werden opnieuw gebruikt en er kwamen nieuwe gebouwen bij, ook heel recent nog. Wie wil weten wat nu precies het Defensieterrein is, moet maar eens op Google Earth kijken. Het is herkenbaar aan de camouflagekleuren.Het poortgebouw aan de Hoenderlose weg is een mooi voorbeeld van een gebouw dat in twee historische lagen een functie heeft gehad. Het is gebouwd als poortgebouw voor de ‘Fliegerhorst’ maar is nu het bedrijfsgebouw van Deelen. De koningsweg, om daar maar weer op terug te komen, heeft vlak voor dat gebouw langs gelopen.

Recht naar het oostenHet heeft moeite gekost om de lange rechte lijn van de voormalige koningsweg te blijven volgen. Met zo’n gelaagde geschiedenis wil je wel eens wat ruimer kijken dan alleen recht vooruit. Even na het poortgebouw is het gedaan met de wijdlopigheid. Bij RD 190811 450060 zit in de huidige Koningsweg een heel flauwe bocht, vlakbij een wildrooster (RD 190816 450055). Daar komen het oorspronkelijke en het huidige tracé bij elkaar en gaat de weg overduidelijk recht naar het oosten. Op de oude kaarten loopt de weg precies zo (zie kaart 1850). Zelfs het stroomdalletje is niet te missen. Steeds maar rechtdoor, de A50 over, langs de parkeerplaats, het zandpad op en nog verder, richting Dieren.

Maar nu wil ik een punt gaan zetten achter deze wandeling. Op de historische kaarten van 1872 en 1931 is een voorlopig eindpunt te vinden: de Jacobsput op de kruising van de Ringallee en de koningsweg. Met behulp van die kaarten en een GPS moet zo’n put te lokaliseren zijn. Maar daar blijkt toch meer voor nodig te zijn dan wat technische trucs. Rini van der Have, mijn metgezel zonder al te veel affiniteit met kaarten en kompas, vindt gewoon op het oog en ongeveer op de juiste plaats een gat gevuld met takken en water in het midden van een grote diepe kuil. Je moet natuurlijk nooit vergeten om je heen te kijken! RD 192836 450159 is het eind van deze wandeling. Deze keer 5 km gelopen en gezien; nog 11 kilometer te gaan.Het voormalige landhuis van landgoed Vrijland.

Landgoed Vrijland. Na de Eerste Wereldoorlog

bouwden paters een rusthuis voor oudere

broeders (pand rechts) en een kapel (pand

links).

Page 48: Nieuwe Veluwe 2 2010

BeroepCultuurmakelaar

nieuwe Veluwe 2/1048

Page 49: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/10 49

‘De amateurkunst bruist op de Veluwe’, zegt Adri Jens (1956), sinds anderhalf jaar coördinator van het Servicepunt Amateurkunst Noordwest-Veluwe (SAK). ‘Er zijn honderden orkesten, koren, toneelverenigingen, om maar even wat te noemen.’ Liever noemt ze zich cultuurmakelaar, een naam die duidelijker aangeeft wat haar functie inhoudt: bruggen slaan tussen en de weg wijzen aan amateur-kunstenaars.

Het monumentale pand in het hart van hanzestad Harderwijk waarin het SAK gevestigd is, ademt historie en cultuur uit. Evenals het vlakbij gelegen voormalige klooster, nu een bolwerk van amateurkunst. Ze wil graag laten zien wat daar zoal gebeurt. ‘Om te voorkomen dat mijn verhaal te theoretisch wordt.’ Nu is het rustig in het pand, maar de creatieve gebruikers hebben genoeg sporen achtergelaten om een goed beeld te geven van alle activiteiten. ‘Er komen hier veel basisschoolleerlingen. Ze maken de mooiste kunstwerken’, wijst Jens naar grote, kleurige ‘gedrochten’ van lapjes en papier. In de twee ateliers staan kwasten in jampotjes, aan de muur hangt werk te drogen. De toneelzaal met de rode banken voor het publiek is knus. ‘Ideaal voor kleinere gezelschappen of muziekuitvoeringen’, stelt de enthousiaste cultuurmakelaar vast.

Verbindend elementJens heeft een uitgestrekt werkgebied. Op papier is dat de Noordwest-Veluwe. In de praktijk komen er nog wat randgemeentes bij. ‘In principe ben ik aangesteld voor de gemeenten Elburg, Nunspeet, Harderwijk, Ermelo en Putten, maar in de slipstream heb ik ook veel contact met Barneveld, Scherpenzeel en Nijkerk.’ In eerste instantie is het SAK opgezet als een proef van de provincie Gelderland. ‘Die heeft cultuurparticipatie hoog in het vaandel staan. De kern van de beleidsnota Verbindingen over de periode 2004-2008 was dat cultuur een verbindend element is in de samenleving. In de nota Meer Verbindingen, die de periode 2008 tot 2012 beslaat, wordt hierop doorgeborduurd. Het zijn gelukkig geen loze woorden. De provincie heeft samen met het Fonds Cultuur Participatie besloten steun te geven aan gebieden waar de culturele infrastructuur minder fijnmazig is.’ Amateur-kunstenaars kunnen bij het SAK terecht voor ondersteuning en advies. Maar het servicepunt kan ook de motor zijn achter nieuwe projecten die kunstenaars een platform geven. Het SAK moet zich in vier jaar waarmaken, beseft Jens, want daarna wordt het geëvalueerd. Jens: ‘Het begin was aarzelend. Ik heb me wel eens afgevraagd of er wel behoefte was aan een servicepunt. Veluwenaren zijn bescheiden; die kloppen niet zo snel aan voor hulp. Nu, na anderhalf jaar, loopt het boven verwachting. Er zijn weken dat ik de vraag niet aankan.’

Zóveel vragen, zóveel te doenHet gaat om zeer uiteenlopende vragen, weet Jens uit ervaring. ‘Hoe je de verenigingskas kan spekken bijvoorbeeld of hoe je publiciteit moet genereren. Of waar subsidie is aan te vragen en of het servicepunt een dirigent kan regelen. ‘Er zijn zóveel vragen, er is zóveel te doen’, aldus Jens. ‘Mensen hebben het druk en er wordt steeds meer van ze

verwacht. Dat is niet bevorderlijk voor het verenigingsleven. In zo’n situatie is het prettig als er ondersteuning beschikbaar is en deskundigheidsbevordering.’ De door het SAK georganiseerde studiemiddagen zijn dan ook een succes. Ze haken in op een gesignaleerde behoefte. Thema’s als ‘hoe maak je verenigingsbeleid?’ en ‘hoe profileer je je als vereniging?’ blijken een schot in de roos. ‘De deelnemers komen overal vandaan. Bijkomend voordeel is dat mensen met elkaar aan de praat raken en gaan netwerken.’

Overstekend WildAmateurs met elkaar in contact brengen is dan ook een van de speerpunten van het SAK. ‘Want waar mensen met elkaar aan tafel zitten, ontstaan mooie, creatieve ideeën.’ Trots laat Jens het blad Saktueel zien met verhalen, interviews en wat dies meer zij over cultuur op de Veluwe. ‘Het is een podium voor amateur-kunstenaars. Zij kunnen via het blad gratis publiciteit genereren, maar er staan ook studiedagen en cursussen in aangekondigd. En speciale projecten.’ Dan volgt een enthousiast verhaal over het gloednieuwe festival Overstekend Wild, georganiseerd door Cultuurpact Veluwe, een cultureel verbond van twaalf Veluwse gemeenten. ‘We gaan dit

drie keer doen. In die tijd is elke Veluwse gemeente een keer gastheer. De eerste editie is op zaterdag 16 oktober, in het wildseizoen. Gastheren zijn Barneveld, Elburg, Epe en Putten. Het is de bedoeling dat niet-georganiseerde kunstenaars er een podium krijgen. Het liefst op een bijzondere locatie, zoals een oude molen of een kasteel.’

Het woord amateur heeft vaak een negatieve lading, meent Jens. ‘Als mensen het hebben over een stelletje amateurs, is het meestal niet zo complimenteus bedoeld. En dat terwijl het woord amateur oorspronkelijk niets anders betekende dan liefhebber. Mensen met een passie, die daar veel vrije tijd in investeren en het beste van zichzelf geven. Er valt zoveel te genieten bij die amateur-kunstenaars. Wie zegt dat er op de Veluwe niets aan cultuur gebeurt, heeft gewoon niet goed opgelet. Voor het SAK is het een voorrecht om het ‘hele stelletje amateurs’ met elkaar in contact te brengen en te ondersteunen. En om ze flink in de schijnwerpers te plaatsen.’

‘Wie�zegt�dat�er�op�de�Veluwe�niets��

aan�cultuur�gebeurt,�heeft�gewoon��

niet�goed�opgelet’

tekst Annelies Barendrecht, foto bvBeeld

Page 50: Nieuwe Veluwe 2 2010

nieuwe Veluwe 2/1050

Agenda

Kunst & cultuur

4juli,26september,3oktober,24oktober,

14november,28november

Radio Kootwijk

Excursie

Wandeling langs natuur- en cultuurschoon rond

en in Radio Kootwijk.

www.staatsbosbeheer.nl/radiokootwijk

3,17,31julien1augustus

Kröller-Müller Museum

Zwoele Zomeravonden

Theater, muziek, poëzie en picknick in de beeldentuin.

www.kmm.nl/summer-night

t/m5september

Museum voor Moderne Kunst Arnhem

Mind-sets

Eigenzinnige meubel- en gebruiksontwerpen van Ineke Hans.

www.mmkarnhem.nl

zaterdag10t/mzondag25juli

Kasteel Cannenburch. Vaassen (Gld)

Glas…… natuurlijk, MMX

Gerenommeerde glaskunstenaars tonen glaskunstobjecten van

formaat zowel qua grootte als qua robuustheid en stijl.

www.stichtingglaskunst.nl

11en12september

Paleis Het Loo

Openstelling Kunstzaal en Rookzaal

Entree gratis, via de Oostelijke ingang van het paleis.

www.paleishetloo.nl

t/m12september2010

CODA Museum, Apeldoorn en Museum Rijswijk

Holland Papier Biënnale

Papierkunstenaars uit binnen- en buitenland stellen

fascinerende kunstwerken van papier en karton ten toon.

Landschap & natuur

13juli

Hoog Soeren

Zomeravondwandeling: Wild in de Kijker

Met IVN-natuurgidsen door het bos en langs de bosrand.

www.ivn.nl/gelderland

28juli

kasteel Doorwerth

Bootsafari over Nederrijn van Doorwerth

naar Blauwe Kamer

Een gids vertelt over planten en dieren in, op en rond de

Nederrijn. Reserveren noodzakelijk.

www.utrechtslandschap.nl

t/m18augustusdiversewoensdag-enzaterdagavonden

Parkeerplaats Waterberg aan de Otterloseweg (N304), tussen

hectometerpaaltjes 20,2 en 20,3

Naar het Natuurtheater

De avond valt: wilde zwijnen, herten en reeën gaan op zoek

naar eten.

Reserveren: Bezoekerscentrum Veluwe-Noord, 0341 252996

tot31oktober

Het Aardhuis, Hoog Soeren

Tentoonstelling

Naast de vaste collectie een tentoonstelling over bosranden,

bioritme, uilen en ecoducten.

www.vvvapeldoorn.nl

Meer agenda op www.nieuweveluwe.nl

De Industrial Designers Society of America heeft het Airborne Museum Hartenstein in Ooster-beek genomineerd voor de IDEA 2010 Award. De nomina-tie geldt voor het ontwerp van de Airborne Experience, een beleveniswereld waarin bezoe-kers via beelden, geluiden en multimedia-effecten de indruk- wekkende Slag om Arnhem er-varen.

‘De nominatie is een prachtige prestatie’, vindt interim-direc-teur Paul Tirion. ‘Het is een erkenning voor de innovatieve wijze waarop het museum bezoekers duidelijk maakt dat vrede niet vanzelf komt en soms bevochten moet worden.’De belevingswereld is ontwor-pen door Bureau Tinker Imagi-neers en decorontwerper André Postma. In augustus zul-len de winnaars van de award bekend worden gemaakt.Vorig jaar won het museum al de Gouden Reiger van het Key-ing into the Brain mediafestival, een landelijk festival voor com-municatie met audiovisuele en interactieve media.

Actueel Airborne Museum genomineerd in VS

In natuurgebied Planken Wambuis van Natuurmonumenten is dit voorjaar op kleine schaal heide geplagd om meer zand tussen de begroeiing te krijgen. De plaggen zijn naar golfbaan Heelsumse Veld gebracht en op zandige plekken neergelegd om de baan een nog natuurlijker uitstraling te geven. De directie van de golfbaan werkt al langer samen met Natuurmonu-menten om de golfbaan natuurlijker aan te kleden. Inmiddels bestaat meer dan de helft van de golfbaan, voormalige landbouwgrond, uit natuur. Beide partijen zijn enthousiast. De golfbaandirectie maakt dankbaar gebruik van de expertise van Natuurmonumenten en Natuurmonumenten draagt bij aan natuurontwikkeling buiten haar eigen terreinen. Voor golfliefhebbers ontstaat er een aantrekkelijke baan met veel variatie, hoogteverschillen en afwisseling tussen ruigte, heide en open zand. Ook dieren profiteren ervan. Vorig jaar is er al een adder gesignaleerd. Een das komt regelmatig buurten. Omdat de golfbaaneigenaren graag hun ervaringen uitdragen, hebben ze samen met Natuurmonumenten eind mei een symposium geor-ganiseerd over natuurlijke golfbanen en samenwerking met natuur-organisaties.

Heideplaggen voor natuurlijke golfbaan

Page 51: Nieuwe Veluwe 2 2010

Generaal Foulkesweg 64 • 6703 BV Wageningen

T 0031 (0)317 424 420 • F 0031 (0)317 420 780 • [email protected] • www.hetdepot.nl

Architectuur

Beeldhouwkunst

Arboretum

Naast de diverse tentoonstellingen van ruim 300 torsen en fragmenten van hedendaagse beeldhouwers bieden de arboreta een prachtige collectie fl ora. Bewonder de prachtige bomentuinen rondom Beeldengalerij Het Depot. Arboretum Villa Hinkeloord, De Dreijen arboretum & Botanische tuin Belmonte.

Tentoonstellingen in Het DepotGerrit Offringa 13 juni 2010 t/m 6 februari 2011Petra Boshart 13 februari 2011 t/m 5 juni 2011

Openingstijden: donderdag t/m zondag van 11.00 tot 17.00 uur

Arboreta

Page 52: Nieuwe Veluwe 2 2010

studio voor landschapsarchitectuur

Amsterdamseweg 21 6814 GA Arnhem

026 4420766 | 026 4426650

[email protected] | www.landlab.nl