NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van...

58
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Wetenschappelijke verhandeling Robin Vancayseele MASTERPROEF POLITIEKE WETENSCHAPPEN afstudeerrichting INTERNATIONALE POLITIEK PROMOTOR: DR. KOENRAAD BOGAERT COMMISSARIS: PROF DR. SAMI ZEMNI ACADEMIEJAAR 2014 – 2015 NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS MARCHICAMED IN MAROKKO aantal woorden: 15.271

Transcript of NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van...

Page 1: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

Wetenschappelijke verhandeling

Robin Vancayseele

MASTERPROEF POLITIEKE WETENSCHAPPEN

afstudeerrichting INTERNATIONALE POLITIEK

PROMOTOR: DR. KOENRAAD BOGAERT

COMMISSARIS: PROF DR. SAMI ZEMNI

ACADEMIEJAAR 2014 – 2015

NIEUWE STAATSRUIMTEN EN

MEGAPROJECTEN:

DE CASUS MARCHICAMED IN MAROKKO

aantal woorden:

15.271

Page 2: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

1

Page 3: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

2

Page 4: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

3

Nieuwe staatsruimten vormen een fenomeen dat wereldwijd opgang maakt,

maar dat in het Globale Zuiden nog in grote mate onderbestudeerd blijft. Deze

studie wil deze tekortkoming tegemoetkomen door op zoek te gaan naar de

institutionele structuur van een megaproject als nieuwe staatsruimte.

In eerste instantie bespreken we de bestaande modellen, gaande van het scalair

model van Brenner, het multisitemodel van Jones, Marston & Woodward , en het

model van bereik van Allen & Cochrane tot aan het samengestelde TPSN-model

van Jessop, Brenner en Jones. Aan de hand van de kritieken op deze

respectievelijke modellen wordt vervolgens een eigen model, het TSNB-model,

voorgesteld dat de veelheid aan modellen bundelt zonder aan analytische kracht

in te boeten.

Via veldwerk en analyse van relevante wetteksten kan vervolgens duidelijkheid

verkregen worden over een specifieke gevalsstudie, namelijk het MarchicaMed-

project. Dit prestigeproject in het noorden van Marokko heeft als doel het

economisch opwaarderen van de regio rond Marchica. Vooral kenmerkend is de

tweeledige structuur van de organisatie die dit project beheert, namelijk de

opdeling tussen het Agentschap Marchica en de Maatschappij MarchicaMed. Het

Agentschap Marchica is met name bij wet gemachtigd om in volledige autonomie

van de staat zijn taken uit te voeren en heeft hierdoor een bijzondere

beslissingsmacht.

Ten slotte wordt ook de vraag naar de implicaties van deze institutionele

structuur gesteld, wat zich met name uit in een gebrek aan democratische

legitimiteit en verantwoordingsplicht.

Page 5: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

4

1. VOOR- EN DANKWOORD ..................................................................................... 6

2. INLEIDING ................................................................................................................. 7

Naar een nieuw begrip van staatschap: mondialisering, politieke ruimte en

Makhzen ............................................................................................................................. 7

Economische hervorming, stedelijke ontwikkeling en megaprojecten in Marokko:

het MarchicaMed-project ................................................................................................. 8

Het MarchicaMed-project ........................................................................................... 11

Bepalen van de onderzoeksvragen ............................................................................... 13

Methodologische keuzes en praktische omstandigheden ........................................ 15

Veldwerk ....................................................................................................................... 16

Moeilijkheden ............................................................................................................... 17

3. THEORIEËN VAN POLITIEKE TERRITORIALITEIT ....................................... 20

De proliferatie van ruimten: decentralisering ............................................................. 22

De proliferatie van ruimten: nieuwe staatsruimten ................................................... 23

Het belang van politieke territorialiteit........................................................................ 24

Modellen van politieke territorialiteit .......................................................................... 25

De scalaire en multisitebenadering ........................................................................... 26

Bereik als concept voor politieke territorialiteit ...................................................... 28

Samengestelde modellen: het TPSN-modellen en de drie ruimten van macht .. 29

Synthese: het TSNB-model............................................................................................. 30

4. MARCHICAMED: NIEUWE STAATSRUIMTE IN DE PRAKTIJK ................. 33

De structuur achter het MarchicaMed-project ............................................................ 34

De Maatschappij MarchicaMed ................................................................................. 34

Het Agentschap Marchica .......................................................................................... 34

Vergelijkbare megaprojecten ..................................................................................... 36

MarchicaMed als verlengstuk van statelijke macht? .............................................. 37

Page 6: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

5

Toepassing theoretisch model ....................................................................................... 38

Territorium ................................................................................................................... 38

Schalen ........................................................................................................................... 39

Netwerken .................................................................................................................... 39

Bereik ............................................................................................................................. 39

5. IMPLICATIES VAN NIEUWE STAATSRUIMTEN ............................................ 41

Publiek-private partnerschappen: een opstap naar publiek-private organisaties?41

Democratische legitimiteit van nieuwe staatsruimten .............................................. 42

Verdere dynamieken en trends achter het MarchicaMed-project ........................... 45

Gentrificatie .................................................................................................................. 45

Ecologie en ecotoerisme .............................................................................................. 45

Het Guggenheimeffect en het Dubaimodel belichaamd in het MarchicaMed-

project ............................................................................................................................ 46

6. BESLUIT .................................................................................................................... 49

7. BIBLIOGRAFIE ......................................................................................................... 51

APPENDIX ....................................................................................................................... 56

Tabel met interviewees, gerangschikt volgens datum van eerste ontmoeting

tijdens het veldwerk ........................................................................................................ 56

Page 7: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

6

Probeer in de hoedanigheid van politieke wetenschapper veldwerk te doen rond

een megaproject als MarchicaMed en een commentaar die vaak terugkeert is dat

een dergelijk megaproject geen relevant studieobject vormt voor politieke

wetenschappers. Een centrale insteek van voorliggende studie zal dan ook zijn

dat de geografische en ruimtelijke niveaus waarop politieke beslissingen

genomen worden geen a priori, neutraal of technocratisch gegeven zijn, maar net

een cruciaal onderdeel uitmaken van het verloop van politieke besluitvorming en

de uitoefening van (staats-)macht. Het MarchicaMed-project als nieuwe

staatsruimte, zoals zal beargumenteerd worden, vormt hiervan een duidelijke

belichaming. Ondanks het vermeend technocratisch karakter en de in retoriek

transparante besluitvorming, verbergen de betrokken organisaties achter hun

opake structuur een politiek geladen programma dat weinig inspraak toelaat.

Nieuwe staatsvormen vormen dus een bestuurlijke realiteit met onmiskenbare

gevolgen en met winnaars en verliezers. De hoop is dan ook dat deze studie een

licht kan werpen op het maatschappelijk fenomeen van het megaproject als

nieuwe staatsruimte.

Ik bedank in de eerste plaats mijn promotor, Koenraad Bogaert, voor het mogelijk

maken van deze masterproef en het erbij horend veldwerk en voor de vele

suggesties over beiden. Ik bedank ook al diegenen die me tijdens het veldwerk in

Nador en de brede omgeving van de Marchicalagune hebben bijgestaan,

doorverwezen, informatie gestuurd en dit tot de verruimende ervaring hebben

gemaakt die het was. Ik ben ook mijn ouders dankbaar, zonder wie deze studies

en het veldwerk in Nador niet konden plaatsvinden. En ten slotte dank aan Elke

om me ook voorbij politieke ruimten te laten zien.

Page 8: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

7

Deze inleiding heeft tot doel de centrale problematieken naar voor te brengen die

aan de basis liggen van deze studie. Na een bondige bespreking van de

hedendaagse transformatie van staatschap als concept, bespreken we kort het

recente beleid in Marokko omtrent ontwikkeling. Hieruit volgend wordt dan de

centrale gevalsstudie, het MarchicaMed-project, voorgesteld. Dit zal ons in staat

stellen om de belangrijkste onderzoeksvragen af te leiden die het vertrekpunt

zullen vormen van de rest van deze studie. Ten slotte worden ook de

methodologische keuzes en de praktische moeilijkheden bij het veldwerk

toegelicht.

De staat als begrip is niet langer het evidente begrip dat het lang geweest is.1

Mondialisering is, los van de vraag naar de wenselijkheid van het fenomeen, een

onmiskenbare empirisch waarneembare realiteit geworden (Kiely, 2005). Beleid

wordt meer en meer op internationaal niveau gevoerd en nationaal beleid wordt

grondig beïnvloed door internationale actoren. Een belangrijk gevolg van

mondialisering is dan ook de uitholling van het traditionele begrip van

staatschap. Doordat steeds meer nieuwe actoren een belangrijke rol gaan spelen

in politieke besluitvorming, dient de staat zich aan te passen en wordt deze in een

positie gedrukt waarin het steeds minder kan beantwoorden aan de vraag naar

voorzieningen die het als staat in eerdere fasen nog kon voorzien (Strange, 1996).

Naast globalisering wordt de staat ook van onderuit2 aangetast. Decentralisering

wint in vele landen in het Globale Zuiden aan belang en wordt ook officieel

verdedigd door internationale instellingen als de Wereldbank. Het doorgeven

van de verantwoordelijkheid van politieke besluitvorming van centrale naar meer

lokale overheden wordt dan ook vaak geprezen als een beslissing die beter

bestuur en meer participatie in de hand werkt (Cheema & Rondinelli, 2007).

1 Uiteenzettingen over de hedendaagse transformatie van staatschap spreken over ‘new medievalism’

(Anderson, 1996), de proliferatie van ruimten (Brenner, 2006) of glocalisatie (Swyngedouw, 2004) 2 In deze inleiding hanteren we nog onbevraagd het intuïtieve verticale model van politieke ruimte. In

het volgende deel zal dit spreken over politieke ruimte in termen van ‘boven’ en ‘onder’ echter aan

kritische lezing onderworpen worden.

Page 9: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

8

Globalisering en decentralisering hebben dus onmiskenbaar hun effect op de

manier waarop machthebbende elites op nationale basis aan bestuur doen. In

Marokko wordt over deze machthebbende elite doorgaans gesproken in termen

van de Makhzen. Dit begrip omschrijft de elites die zich situeren rond de

Marokkaanse monarchie en staat symbool voor de traditionele Marokkaanse

staatsmacht (Iraki, 2003). “Le pouvoir central s’accapare les compétences, et le Makhzen

constitue un bassin de recrutement des élites, asséchant les partis politiques et la

bureaucratie administrative de ses compétences naturelles.”(Hibou, 2011) Gezien de

transformatie van staatschap wereldwijd, kan deze vraag ook specifiek worden

gericht naar de Makhzen als traditioneel belangrijk symbool van de Marokkaanse

staatsmacht. Is de Makhzen aan uitholling van haar macht onderhevig of

transformeren de strategieën van statelijke actoren om hun macht in

besluitvorming te kunnen behouden?

In dit kader kunnen we reeds de zogenaamde ‘paradox van decentralisering’

vermelden. Voor Marokko houdt decentralisering in dat enerzijds politieke actie

zodanig diffuus wordt gemaakt en anderzijds dat er een zodanige proliferatie aan

ruimten ontstaat dat het politiek veld compleet gefragmenteerd wordt. Dit

bemoeilijkt politieke actie tegen centrale machthebbers en versterkt deze dus

uiteindelijk (Catusse, Cattedra, & Janati, 2007). Een centrale vraag bij iedere

transformatie van staatschap is dus hoe macht en ruimte met elkaar interageren.

Het begrip Makhzen brengt ons meteen bij de kern van het Marokkaanse beleid.

Machtsbehoud van Makhzen mag dan wel niet de enige verklarende determinant

zijn in het gevoerde beleid in Marokko, het vormt in ieder geval wel nog steeds

een belangenconstellatie die bepalend is, ook voor institutionele hervormingen,

gaande tot de creatie van nieuwe staatsruimten.

Sinds het aantreden van Mohammed VI als koning in 1999 zijn hervormingen

binnen de sfeer van ontwikkeling in een verdere stroomversnelling

terechtgekomen. Voorgaand beleid in het kader van economische hervormingen

betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling

gesproken werd in termen van importsubstitutie, opbouw van infrastructuur en

versterking van lokale markten. Sinds het invoeren van een structureel

Page 10: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

9

aanpassingsprogramma in de jaren ‘80 is de Marokkaanse overheid echter

overgeschakeld naar wat omschreven wordt als een meer universeel kader van

ontwikkeling. Het doel van dit ontwikkelingskader is dat de Marokkaanse

economie zich openstelt voor buitenlandse investeerders en zichzelf tracht in te

schakelen in de globale economie. Ten eerste gaat dit gepaard met een aantal

binnenlandse institutionele en wettelijke hervormingen die zijn doorgevoerd in

het kader van politiek liberalisme. Ten tweede uit zich dit in het hanteren van

neoliberalisme als voornaamste model van ontwikkeling en als centrale politiek-

economische ideologie (Cohen & Jaidi, 2006).

Enerzijds is een tweede belangrijk luik het economisch beleid dat integratie in

globale markten als de voornaamste ontwikkelingsdoelstelling naar voor schuift.

Dit wordt georganiseerd onder de vorm van specifieke programma’s en projecten

van ontwikkeling (WorldBank, 2006). Vooral de projectgedreven aanpak is

vandaag de dag kenmerkend voor het Marokkaanse economisch (ontwikkelings-

)landschap. Van belang is wel dat deze projecten en programma’s hoofdzakelijk

opgelegd zijn door externe instituties, hoofdzakelijk het IMF en de Wereldbank.

Ze worden dus doorgaans als losstaand beschouwd van de eerder vanuit het

binnenland gedreven politiek hervormingen (Joffé, 2009, p. 157).

Anderzijds is er vandaag de dag het doel van institutionele en wettelijke

hervormingen. Dit houdt in dat politiek liberalisme moet naar voor gebracht

worden en dat politieke vrijheden moeten gegarandeerd worden, dit met het

voornaamste doel eventuele investeerders niet af te schrikken (Cohen & Jaidi,

2006). Verder betekent dit ook een beperkte vorm van sociale maatregelen. Het

beleid van marktaanpassing en ontwikkeling gaat niet ongepaard met een aantal

sociale hervormingen die via wetgeving worden opgedragen aan de

Marokkaanse bevolking (Catusse, 2005).

De staat heeft zelf een belangrijke rol gespeeld in het zich openstellen voor

internationalisering. De markthervormingen die zijn doorgevoerd zijn in grote

mate bepaald door de kringen rond de monarchie.

Zo argumenteert Joffé dat zowel het politieke als economische luik van de

hervormingen een specifieke functie hebben in het in stand houden van het

politieke systeem van de monarchie (Joffé, 2009). Op vergelijkbare manier werken

ontwikkelingen zoals de creatie van het INDH, het Initiatif National pour le

Développement Humain, dat tot doel heeft “to strengthen the power of the appointed

Page 11: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

10

representatives of the Ministry of the Interior, especially at the province level, at the expense

of local governments.” (Bergh, 2012). Opnieuw zien we een vergelijkbare dynamiek

zoals we reeds gezien hebben naar aanleiding van de paradox van

decentralisering. De evaluatie en interpretatie van deze ontwikkelingen blijft

echter voer voor een discursieve strijd waarin voor- en tegenstanders vanuit

verschillende strekkingen een verschillende mening aanhangen.

Stedelijke ontwikkeling vormt een belangrijke pijler van deze

ontwikkelingsdynamiek in Marokko. Verstedelijking is een fenomeen dat sterk

toeneemt in de ganse Maghreb gedurende de laatste decennia. Het beleid dat

hierrond gevoerd wordt is enerzijds dat van het beperken van de grootste

stedelijke problemen.

Het oprichten van het INDH is reeds vernoemd als initiatief om

sociaaleconomische problemen in achtergelegen steden te remediëren. De creatie

van een nationaal programma als Villes sans Bidonvilles, dat tot doel heeft

ongelijke stadsontwikkeling tegen te gaan, is vanuit dezelfde motivering

opgericht. De vraag hierbij blijft echter of het ‘recht op de stad’ wel ten volle

gegarandeerd wordt (Belguidoum, Cattedra, & Iraki, 2015; Iraki, 2007) Anderzijds

wordt ook bewust aan de creatie van steden en inrichting gedaan, onder meer via

megaprojecten die gaan over immobiliën of infrastructuur. Zo wordt een

concurrentiestrijd ingezet tussen steden om internationale aandacht te vergaren

(Signoles, Cattedra, & Troin, 2014). Verder wordt het beleid van stedelijke

ontwikkeling sinds 2003 ook ingeschakeld binnen een discours van veiligheid en

controle: “Les attentats de Mai 2003 ont certes indiqué un virage vers une logique

sécuritaire, marquée par un resserrement du controle et un désir de réglementation, qui

indique davantage les effets d’une conjoncture, difficiles à évaluer actuellement.” (Iraki,

2007).

Volgend op deze dynamiek van economische ontwikkeling, worden het laatste

decennia ook een aantal megaprojecten gelanceerd in Marokko. Voorbeelden van

dergelijke megaprojecten zijn onder meer de projecten langs de waterfronten van

Casablanca en Rabat (Barthel & Mouloudi, 2009), TangerMed en Casamarina

(Barthel & Planel, 2010) en het Bouregregproject bij Rabat. Verder bestaat er ook

de Société de développement de Saïdia (Boumeaza, Sbai, Salmon, Benata, & Ozer,

2010). Met name deze laatste twee megaprojecten zullen nog terugkeren in deze

Page 12: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

11

studie, gezien hun overeenkomsten met de centrale gevalsstudie het megaproject

MarchicaMed.

Deze vallen ook te benoemen als prestigeprojecten. Vaak gaat er evenzeer als

economische ontwikkeling een belangrijke dynamiek naar het verwerven van

prestige toe als regio. Dit als motor om als regio of stad de mogelijkheid tot

dynamisme tentoon te spreiden en een groter aantal buitenlandse investeringen

te kunnen aantrekken. In dit verband kan verwezen worden naar het

zogenaamde Guggenheimeffect. Karakteristiek voor een prestigeproject is dat het

een vlaggenschipfaciliteit als symbool voor het ganse project heeft. Dit is van

belang, gezien de noodzaak om private investeerders te motiveren om ook

effectief te investeren in een dergelijk project. Dit is vergelijkbaar met de manier

waarop het Guggenheimmuseum in Bilbao, Brazilië is aangelegd om een bredere

stedelijke ontwikkeling in de hand te werken.

De voornaamste gevalsstudie in dit werk zal het MarchicaMed-project in de

noordelijke Rifregio in Marokko zijn. Dit is een concreet voorbeeld van een

megaproject of prestigeproject, dat echter nog niet het onderwerp geweest is van

een grondige studie vanuit politiekwetenschappelijk oogpunt. Het MarchicaMed-

project is een massaproject rond de Marchicalagune in het noordoosten van

Marokko dat de economische opwaardering van de regio rond de

Marchicalagune tot doel heeft. De meest nabijgelegen stad is Nador, van waaruit

ook het grootste deel van het veldwerk heeft plaatsgevonden.

De onderontwikkeling van de bredere Rifregio in Noord-Marokko waarin de

Marchicalagune zich bevindt, is historisch gezien lange tijd een bewuste strategie

geweest van Marokkaanse machthebbers om deze om historische redenen

tegendraadse regio onder controle te houden (de Boer, 2013).

De kern van het project werd lange tijd gedefinieerd aan de hand van zeven

afzonderlijke, thematische sites langs de Marchicalagune die elk zouden

opgewaardeerd worden naar normen die voor het doel van de creatie van

luxetoerisme aanvaardbaar zijn. 3 van deze 7 siteprojecten zijn op dit moment aan

de gang, namelijk ‘La Ville Nouvelle de Nador’, ‘Cité d'Atalayoun’, ‘Cité des

Deux Mers’. De vier oostelijk gelegen sites, zijnde ‘Marchica Sport’, ‘Les Vergers

de Marchica’, ‘La Baie des Flamants’ en ‘Le Village des Pêcheurs’ zijn op het

moment van het veldwerk voor onbepaalde duur uitgesteld. Naar gelang het

Page 13: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

12

verloop van het project is men dus teruggekomen van een ambitieuze opzet naar

een meer geconcentreerd project met de focus op de sites met de grootste

symbolische waarde.

MarchicaMed betreft verder onder meer de ecologische zuivering van de lagune

Marchica aan de Middellandse Zee. Natuurbehoud vormt een van de pijlers

waarop het project ideologisch steunt, met het construeren van een reservaat voor

vogels als voorbeeld ("Loi n° 25-10 relative à l’aménagement et à la mise en valeur

du site de la lagune de Marchica," 2010). Daarnaast hangt ook een duidelijk

economisch doel vast aan het MarchicaMed-project: het schoonmaken van de

lagune laat immers ruimte voor het creëren van kunststranden wat een aanzet

kan bieden tot een toeristische opwaardering van de regio. Ook de omliggende

regio wordt opgenomen in het bredere project. Binnen dit kader is onder meer de

binnenstad van de bijliggende stad Nador herontworpen ("Belgen ontwerpen

nieuwe stad," 2012)

De organisatie van dit project wordt door de Marokkaanse overheid uitbesteed

aan twee nauw verbonden instituties, enerzijds ‘l’Agence pour l’aménagement du

site de la Lagune de Marchica’ (AASLM), voortaan aangeduid als het Agentschap

Marchica en anderzijds de ‘Société d'Etat pour le Développement de la Lagune de

Marchica’ (SEDLM), of de Maatschappij MarchicaMed. De Maatschappij

MarchicaMed is als eerste opgericht in 2008. Vervolgens is het Agentschap

Marchica opgericht met een aantal duidelijke functies voor ogen:

“L’avènement de l’Agence pour l’aménagement du site de la Lagune de

Marchica, en août 2010, est venu consacrer une évolution conceptuelle et

institutionelle du project. Les nouvelles missions confiées à l’Agence protent sur

le remembrement du foncier, la réalisation d’infrastructures, le développement

immobilier ainsi que la maîtrise d’ouvrage sociale.” (Projet d'aménagement et de

mise en valeur du site de la lagune de Marchica, 2011)

Tijdens het veldwerk bleek dit onderscheid van essentieel belang te zijn om

toegang te vinden tot informatie over de projectorganisaties. Niettemin is de

structuur van deze organisaties achter het project vrij moeilijk te doorgronden

voor buitenstaanders. Berichtgeving in Marokkaanse media geeft geen enkele

blijk af te weten van de dubbele organisatiestructuur van het MarchicaMed-

Page 14: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

13

project.3 Ook bij het interviewen van personen uit het middenveld die actief zijn

rond het MarchicaMed-project bleek dat deze zich nauwelijks tot niet bewust

waren van deze tweeledige structuur.

Het huidige MarchicaMed-project, gevoerd door de Maatschappij MarchicaMed

en het Agentschap Marchica, is niet het eerste of enige gevoerde project rond de

Marchicalagune. MarchicaMed loopt als opvolger van en gelijklopend met een

aantal andere projecten die ook de opwaardering van de regio rond Marchica als

doel hebben. Het probleem volgens Garnaud en Rochette hierbij is echter dat bij

de creatie van het Agentschap Marchica nauwelijks rekening werd gehouden met

deze andere projecten. Zowel de integratie met projecten die voorgaand aan de

oprichting van het Agentschap Marchica gevoerd werden (diachrone integratie)

als de integratie met nevenprojecten die nog steeds van kracht zijn in de

Marchicalagune (synchrone integratie) schiet tekort (Garnaud & Rochette, 2012).

Garnaud en Rochette zijn echter de enige auteurs die tot op moment van

schrijven van onderliggende studie een analyse geven van het MarchicaMed-

project als dusdanig. Hierin wil deze studie en het veldwerk dat daartoe gedaan

is, een meer uitgebreide uiteenzetting geven over de stand van zaken en de

thematische dynamieken van dit project.

Enkele belangrijke thema’s en kwesties zijn in deze inleiding al naar voor

gekomen. Dit kan ons toelaten hieruit een aantal onderzoeksvragen te distilleren.

Het MarchicaMed-project behelst een hele resem van recente trends en

dynamieken en ook tijdens het veldwerk is van een thematisch brede

vraagstelling uitgegaan. Niettemin is het van belang voor deze studie een keuze

te maken voor specifieke onderzoeksvragen.

1) Welk benadering van politieke territorialiteit kan een accuraat model

vormen voor de transformatie van staatschap als concept?

Een eerste centrale onderzoeksvraag zal gaan over de theoretische inkadering van

nieuwe staatsruimten en transformaties van staatschap.

3 Een enkele uitzondering in Marokkaanse media die blijk geeft van dit institutioneel onderscheid is

het artikel van Anne-Sophie Martin in La Vie éco (Martin, 2014)

Page 15: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

14

2) Wat is de institutionele structuur van de twee onderzochte instituties,

namelijk het Agence Marchica en de Société MarchicaMed en welke

functionaliteit hebben beide? Hoe past dit binnen het voorgestelde

model van politieke territorialiteit?

Vervolgens is ook van belang te achterhalen hoe dit werkt voor de gevalsstudie

van het MarchicaMed-project. Zoals al aangegeven is de tweeledige structuur van

de organisatie achter het project zelfs voor vele belanghebbenden bij het project

nog onduidelijk. Een duidelijke analyse van de structuur van deze organisatie, op

basis van relevante wetteksten en data uit het veldwerk, kan deze structuur en de

strategie erachter duidelijk maken. Vervolgens kunnen we het voorgestelde

model van politieke territorialiteit toepassen op het MarchicaMed-project. Dit kan

zowel dienen als een illustratie van de bruikbaarheid van dit model, alsook tot

het plaatsen van de gevalsstudie van het MarchicaMed-project als nieuwe

staatsruimte binnen de bredere theorievorming over de relatie tussen macht en

ruimte.

3) Wat zijn de politieke implicaties die volgen uit deze toepassing van de

nieuwe staatsruimten?

Ten slotte dient ook de vraag gesteld te worden wat de implicaties zijn van de

specifieke institutionele structuur van het MarchicaMed-project en van de

algemene structuur van nieuwe staatsruimten. Vertrekkend vanuit de

bevindingen omtrent MarchicaMed, bekijken we de gevolgen van het bestaan van

een organisatie die in zijn kern tegelijk publieke en private belangen heeft. De

vraag wordt ook gesteld naar de transparantie en democratische legitimiteit van

een dergelijke institutionele structuur.

Een studie van het fenomeen van nieuwe staatsruimten heeft in de eerste plaats

een belangrijke politiekwetenschappelijke relevantie. Binnen de analyse van

politieke actoren kan er vandaag de dag immers niet langer van worden

uitgegaan dat de staat de enige wezenlijke actor is in het voeren van openbaar

beleid. Over de manier waarop deze nieuwe vormen van politieke actoren

conceptueel kunnen gekaderd worden, bestaan echter nog vele uiteenlopende

visies. Zo onder meer in de wijdverbreide literatuur over globalisatie en

‘glocalisatie’, waar uitgegaan wordt van een erosie van de staat ten voordele van

zowel regionale als supranationale politieke niveaus. Hiernaast bestaan ook meer

genuanceerde theoretische modellen die belang hechten aan inzichten uit

Page 16: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

15

geografie om de evoluties in nieuwe vormen van territorialiteit te kunnen vatten.

Een voorbeeld hiervan is Neil Brenners theorie van scalaire politieke niveaus.

Zoals aan bod zal komen, kan schaal als element van een samengesteld model

van politieke territorialiteit zijn waarde hebben als analytisch middel. Zo kan

uiteindelijk een model geboden worden dat zijn toepassing kent, ook buiten de

specifieke gevalsstudie van het MarchicaMed-project.

Verder kan een studie van dit onderwerp ook een maatschappelijke relevantie

hebben. Tot nu toe vormt dit de enige vanuit politiekwetenschappelijk of zelfs

breder menswetenschappelijk perspectief van het MarchicaMed-project als

dusdanig. In deze zin kan het blootleggen van praktijken die via de autonome

agentschappen worden verricht, leiden tot een bewustzijn van de capaciteiten van

de Marchicamed-organisatie en soortgelijke agentschappen. Verder is het

ontstaan van nieuwe staatsvormen ook relevant voor de vraag naar publieke

participatie. Het verschuiven van de instanties van politiek handelen, brengt met

zich vragen mee over de aansprakelijkheid die nieuwe niet-statelijke actoren nog

hebben. Aangezien zij functioneren op de rand van de publieke en private sfeer

wordt het complexer om democratische verantwoording te eisen bij het beleid dat

zij voeren. De vraag kan ook bestaan naar het democratisch gehalte van deze

ontwikkelingen en de wetgeving die gehanteerd wordt, waarbij een discours van

politiek liberalisme onderhuids wordt vergezeld door maatregelen die terug een

aantal vrijheden ontnemen (Storm, 2007). Studies over het ontstaan van nieuwe

staatsvormen kunnen hierbij dus een beleidsrelevantie hebben die niet

vrijblijvend theoretisch is. Niettemin is het wel nodig een theoretisch kader uit te

bouwen om deze evoluties te kunnen vatten.

De vanuit politiekwetenschappelijk en zelfs breder menswetenschappelijk

oogpunt ononderzochte aard van het project, zorgde voor een aantal

methodologische en praktische moeilijkheden. Allereerst was het noodzakelijk

om exploratief veldwerk te doen over het MarchicaMed-project, gezien het

gebrek aan voorgaande studies. Deze data kunnen toelaten om tegenover de meer

behandelde gevalsstudies in het Noorden de daaraan gekoppelde ontworpen

modellen van politieke territorialiteit te toetsen. De kwalitatieve data omtrent het

MarchicaMed-project en de structuur van de organisaties erachter zijn verkregen

enerzijds vanuit de betrokken wetteksten die het institutionele raamwerk van de

Page 17: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

16

organisaties vastleggen. Anderzijds vormen semigestructureerde diepte-

interviews met sleutelfiguren een belangrijke bron van informatie.

Het veldwerk is verricht in de zomer van 2014 (van 15 augustus tot 19 september)

te Nador en omstreken. Hierbij was het de bedoeling een beeld te krijgen van de

verschillende dynamieken, het discours en de juridische structuur van de

organisaties rond het MarchicaMed-project.

Ten eerste is de opdracht geweest op zoek te gaan naar de groepen van

belanghebbenden bij het MarchicaMed-project.4

- Functionarissen bij het Agentschap Marchica en de Maatschappij

MarchicaMed, zowel technisch als meer beleidvoerend personeel.

- Overheidsambtenaren zowel op provinciaal niveau (Province de Nador)

als op nationaal niveau (lokale afdelingen van nationale ministeries)

- Middenveldorganisaties betrokken

- Academici met kennis van de regio en recente evoluties in het regionaal

beleid

Voor het identificeren van contactpersonen is te werk gegaan via de methode van

sneeuwbalsteekproeven (snowball sampling method) of

kettingverwijzingsteekproef. Deze methode houdt in dat een alleenstaande

contactpersoon als object van onderzoek de contactgegevens van een ander

relevante contactpersoon of groep van relevante individuen doorgeeft. Hierdoor

groeit de toegang tot initieel gesloten netwerken en groeien contacten aan volgens

de metafoor van een sneeuwbal (N. Cohen & Arieli, 2011).

Wat betreft middenveldorganisaties en activisme tegen het project kan men

spreken van een gemarginaliseerde groep waar de methode van de

sneeuwbalsteekproef zeer bruikbaar was. Ook wat betreft personen met functies

binnen het MarchicaMed-project is de methode van sneeuwbalsteekproeven van

belang geweest. Het gebrek aan menswetenschappelijke studies wordt immers

ruimschoots gecompenseerd door een brede literatuur over

4 In de bijlage is een lijst van geïnterviewde personen te vinden. Deze lijst is niet te zien als exhaustief,

maar beschrijft met name de formele contacten en afgelegde gestructureerde interviews. Informele

gesprekken die hier niet in opgenomen zijn, bleken vaak echter even informatief te zijn.

Page 18: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

17

natuurwetenschappelijke aspecten van de Marchicalagune, met name biologische

en ecologische studies. Deze onderzoekers staan makkelijk in contact met interne

werknemers binnen de projecten, gezien het nut van hun onderzoek voor het

MarchicaMed-project. Via hen is het mogelijk geweest om ook als

sociaalwetenschappelijk onderzoeker toegang te vinden tot belangrijkere

verantwoordelijken binnen de projectorganisaties.

De thema’s die hierbij steevast aan bod kwamen waren onder meer ecologie en

participatie en van specifiek belang, gezien de gestelde onderzoeksvragen: het

bewustzijn over het onderscheid tussen de Société MarchicaMed en het Agence

Marchica, ook buiten deze organisaties zelf. Vaak bleek deze tweeledige structuur

nauwelijks bekend voor externen aan de organisaties.

Vervolgens werden na afspraak de interviews zelf afgenomen. Hierbij waren de

vragen gestructureerd rond een aantal kernthema’s:

-(Bewustzijn van) het onderscheid tussen de Maatschappij MarchicaMed en

het Agentschap Marchica.

-Participatie en inspraak van omwonenden en andere belanghebbenden bij

project

-Bestaan en aard van het protest tegen het MarchicaMed-project.

-Sociaaleconomische gevolgen van het project

-Ecologische impact van het project

Het anekdotisch karakter van een kwalitatieve onderzoeksmethode zorgt dat veel

speculatieve aspecten aanwezig blijven. Over specifieke belangenconstellaties of

motieven die zich achter het project schuilhouden kunnen grotendeels enkel

hypotheses opgesteld worden. Verder is ook informatie uit het middenveld niet

altijd even betrouwbaar gebleken, aangezien details van het MarchicaMed-project

vaak niet gekend bleken en verschillende personen uit het middenveld soms

tegenstrijdige informatie gaven.

Een algemene praktische moeilijkheid bij het veldwerk was met name de

barrières die vanuit de organisaties zelf werden opgeworpen om informatie te

verkrijgen. Telefonische vragen werden doorgaans met excuses afgewimpeld. Het

Page 19: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

18

hoofdkantoor van de MarchicaMed-organisaties5 aan het uiteinde van de

Boulevard Mohamed V in Nador werd steevast bewaakt door veiligheidsagenten,

net zoals iedere andere locatie waar het project gezeteld was. Zonder afspraak

was het dan ook quasi onmogelijk om hier toegang toe te krijgen. Een mogelijke

hypothese door een persoon uit het middenveld was dan ook dat de zetel in

Nador slechts een façade vormt voor het Agentschap en dat de werkelijke

beslissingen zouden plaatsvinden in Rabat op een niet officieel aangegeven

locatie. Op zich blijft dit echter vrij speculatief. Hoewel ook op voorhand al via

een contactpersoon ter plaatse contact bestond met een architect van het

Agentschap Marchica was deze ook heel weerhoudend om verdere

contactgegevens te verstrekken binnen de organisatie.

Een bijkomend aspect was het administratief onderscheid tussen het Agentschap

Marchica en de Maatschappij MarchicaMed. Bij de voorbereiding van het

veldwerk was deze tweeledige structuur nog vrij onduidelijk. Journalistieke

artikels over het MarchicaMed-project spraken immers, op een enkele

uitzondering na, telkens over slechts een centrale organisatie en maakten geen

melding van dit onderscheid. Bij het contacteren van de MarchicaMed-

organisaties werd voor informatie echter vaak doorverwezen van de ene naar de

andere organisatie.

Een toonaangevende moeilijkheid lag bij het verkrijgen van een

onderzoeksvergunning voor het verkrijgen van informatie omtrent het

MarchicaMed-project bij de administratie van de Provincie Nador. Om dit aan te

vragen, was het verplicht langs te gaan bij de gouverneur van de Provincie Nador

met een aanvraag. De gouverneur in persoon kon echter enkel meedelen dat

omtrent alle zaken die te maken hebben met het MarchicaMed-project, alle

beslissingsmacht ligt bij het Agentschap Marchica en zijn directeur Saïd Zarrou.

Dit gold dus evenzeer voor het verkrijgen van informatie over MarchicaMed bij

de eigen provinciale administratie.

Uiteindelijk werd ondanks herhaaldelijk aandringen geen gehoor gegeven bij het

Agentschap Marchica aan de aanvraag om informatie. Niettemin, ondanks deze

moeilijkheden en de onmogelijkheid om informatie te verkrijgen vanuit de

Provincie Nador, was dit als illustratie van de verhouding en verdeling van

5 Ook hier bleek het onderscheid tussen het Agentschap Marchica en de Maatschappij MarchicaMed

quasi onbestaande

Page 20: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

19

soevereiniteit tussen de Provincie Nador en het Agentschap Marchica een

verduidelijkende ervaring.

Page 21: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

20

In dit onderdeel bespreek ik de literatuur omtrent de transformatie van de staat

en de invloed op het ontstaan van nieuwe vormen van politieke geografie. Hierbij

zal het doel zijn tot een model te komen dat de tegemoetkomt aan de

tekortkomingen van bestaande model en een benadering te bieden die breed

toepasbaar is in gevalsstudies van politieke ruimtelijkheid. Allereerst bespreek ik

kort de literatuur omtrent de erosie of transformatie van de staat als dusdanig.

Van hieruit zal het dan mogelijk zijn toe te lichten hoe Brenners theoretisch model

van hiërarchische schalen een antwoord kan geven op de vragen die voortkomen

uit deze transformatie van de staat en het ontstaan van nieuwe staatsvormen.

Vervolgens gaan we ook in op de modellen of theorieën die zich tegenover

Brenner plaatsen, met name de multisitetheorie van Jones, Marston & Woodward

en de theorie van bereik van Allen & Cochrane. Ten slotte bekijken we het

samengestelde TPSN-model van Jessop, Brenner & Jones en wordt op basis

hiervan een nieuw synthetisch model voorgesteld.

De staat heeft als politieke instantie de laatste decennia een verregaande

transformatie ondergaan. Theorieën die het afnemen van de staatsmacht

constateren zijn gemeenplaats te noemen, net als meer verregaande

voorspellingen van het volledig verdwijnen van de staat als dominante structuur

van politieke ordening. Hierbij wordt economische globalisering doorgaans als

belangrijkste oorzaak aangeduid van wat als de erosie van de staatsmacht op het

politieke toneel aangeduid wordt (Evans, 1997). Hoewel in meer recente

literatuur het verdwijnen van de staat als dusdanig als een ietwat te voortvarende

voorspelling gezien wordt, bestaat wel een consensus over het feit dat de staat

gedurende de laatste decennia onmiskenbaar een belangrijke transformatie

doorgemaakt heeft en nog steeds doormaakt (Strange, 1996). Zo worden steeds

meer vragen gesteld bij de daadwerkelijke rol die de staat nog uitoefent in het

uitvoeren van publieke taken.

Deze transformatie van de staat brengt de vraag met zich mee op welke vlakken

de staat verandert en hoe deze handelt binnen de nieuwe ruimten die aan belang

gewonnen hebben, zowel op supranationaal niveau als op regionaal niveau. In dit

Page 22: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

21

opzicht kan gesproken worden van het ontstaan van nieuwe staatsruimten en de

proliferatie van het aantal niveaus waarop politiek zich afspeelt. Deze evolutie is

door theoretici op een ruim aantal verschillende manieren geconceptualiseerd.

Een voorbeeld hiervan is de theorie van ‘new medievalism’. Hierin wordt de

vergelijking gemaakt tussen de middeleeuwse structuren van

politiekgeografische ordening en decentrale vormen van territorialiteit die golden

vóór het Verdrag van Westfalen en de vorming van de moderne centrale staat.

Ook nu is de centrale staat niet langer het enige ankerpunt van politieke structuur

en wordt het internationale politieke niveau gekenmerkt door een universeel

kader. Op het middeleeuws internationaal politiek toneel was dit het verspreiden

en in stand houden van het katholicisme, vandaag de dag is dit de economische

orde van het neoliberalisme (Anderson, 1996).

Naast de betwiste rol van de staat als centraal element van de

politiekgeografische ordening, staat ook al gedurende lange tijd het begrip van de

staat als concept binnen de politieke wetenschappen ter discussie. Enerzijds

leiden de proliferatie van parastatelijke en extrastatelijke entiteiten ertoe dat het

concept van de staat binnen de politieke wetenschappen, sinds de jaren ’50

achterwege wordt gelaten, waarbij de term politiek systeem als alternatief wordt

genomen. Maar Mitchell acht het niet nodig om vanwege deze reden de staat als

concept helemaal te verwerpen:

“The importance of the state as a common ideological and cultural construct, I argue,

should be grounds not for dismissing the phenomenon in favor of some supposedly more

neutral and accurate concept (such as political system), but for taking it seriously.

Politics, after all, is a process built out of such shared constructs.” (Mitchell, 1991)

Anderzijds is de tegenbeweging die omschreven wordt als de ‘terugkeer van de

staat’ evenmin wenselijk. In deze benadering wordt de staat immers opnieuw als

fundament genomen, wat gezien de ontwikkelingen en de recente transformatie

van de staat moeilijk vol te houden is (Mitchell, 1991). Het gebruik van de staat

als concept is dus niet compleet te verwerpen, maar ook niet zonder aandacht

voor de werkelijkheid van nieuwe staatsruimten te volharden.

Niettemin blijkt het concept van staatschap aan transformatie onderhevig, onder

invloed van processen van internationalisering en van lokale, stedelijke of

regionale dynamieken die aan belang winnen. Henri Lefebvre spreekt in dit

verband over de proliferatie van ruimten. De vraag hierbij is in welke mate deze

Page 23: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

22

ruimten nog onder controle kunnen gehouden worden van staten of

kapitaalbezitters (Brenner, 2006). Zoals we zullen zien, is in het geval van het

MarchicaMed-project, er een duidelijke opzet in de institutionele structuur van

deze nieuwe staatsruimte. Deze structuur staat in functie van het uitoefenen van

controle zonder hiervoor verantwoordingsplicht te moeten opnemen. In wat

volgt zal dit geplaatst worden binnen de paradox van decentralisering zoals

opgevat door Catusse et al. De ‘paradox van nieuwe staatsruimten’ valt hierdoor

binnen een bredere dynamiek te vatten.

Het fenomeen van decentralisering is niet alleen een dynamiek die van

toenemend belang is en die een aantal inzichten kan verschaffen over nieuwe

staatsruimten6. Ook is dit nodig om een accuraat beeld te vormen van hoe

politieke territorialiteit evolueert en een theoretisch model van politieke

ruimtelijkheid moet rekening houden met de bestaande vormen van

decentralisering om volledig omvattend te kunnen zijn.

Decentralisering kan zowel betrekking hebben op een transfer van

bevoegdheden, als op een transfer van de middelen om die bevoegdheden uit te

oefenen, met name begrotingen. Er bestaat een brede tendens van

decentralisering wereldwijd, waarbij staten toegenomen bevoegdheden

toekennen aan andere niveaus van bestuur. Deze tendens wordt ook ondersteund

door internationale instituties zoals onder meer de Wereldbank (Litvack, Ahmad,

& Bird, 1998). Decentralisatie zou zo onder meer leiden tot verbeterde lokale

democratie, grotere efficiëntie van de publieke sector en verbeterde transparantie

en verantwoording in het beheer van openbare aangelegenheden (Huntington &

Wibbels, 2014).

Een paradox die hierbij ontstaat is dat het statelijk niveau zijn macht en reikwijdte

net kan versterken aan de hand van het afstaan van macht aan een subnationale

politieke entiteit:

“Dans un contexte de poursuite de l’ouverture économique et d’une certaine

démocratisation, la décentralisation confère aux communes et aux régions de nouvelles

responsabilités et compétences. En parallèle, le mouvement de déconcentration des services

6 Zo geldt bijvoorbeeld het verband met de paradox van decentralisering zoals genoemd door

Page 24: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

23

centraux s’accentue. L’action et la tutelle de l’État n’en demeurent pas moins très

présentes. On assiste à l’avènement de nouveaux référentiels des politiques publiques

(développement de procédures contractuelles négociées, management territorial).” (Iraki,

2007).

Het is in dit verband dat we met Catusse et al. kunnen spreken van een paradox

van decentralisering:

“[W]e need to underline the extreme fragmentation of legitimate territories in the city.

[…] This complexity of territories interferes with the exercise of citizenship. The city is,

on the one hand, a space for mobilisation, and protest, where power is fought for, but the

struggles for power also play on the level of policy making.”(Catusse et al., 2007)

Nieuwe staatsruimten, waaronder het MarchicaMed-project vormen in deze zin

een verderzetting van deze tendens naar meer decentralisering. In tegenstelling

tot beweringen dat decentralisering zou leiden tot good governance en meer

aandacht voor lokale aspiraties, blijkt politieke actie net moeilijker gemaakt te

worden door het fragmenteren van politieke niveaus waarop een beroep kan

gedaan worden. Dit leidt ertoe dat de staat uiteindelijk zijn macht hervestigt, net

door te decentraliseren.

Wat zijn nieuwe staatsruimten? De term zelf komt van Brenner die deze nieuwe

staatsruimten ziet binnen zijn eigen scalaire benadering van politieke

territorialiteit (Brenner, 2006). Het belang van Brenners concept van nieuwe

staatsruimten is dat hierin de theorievorming buiten de termen van ‘nationaal’ en

‘supranationaal’ denkt. Waar globalisering en theorieën over staatschap en de rol

van de staat binnen globalisering vooral de nadruk leggen op het

internationaliseren van beleid of beslissingsmacht en het transformeren of

sublimeren van staatschap, plaatst Brenner stedelijke dynamieken centraal:

“[U]rban policy—broadly defined to encompass all state activities oriented towards the

regulation of capitalist urbanization—has become an essential political mechanism

through which a profound institutional and geographical transformation of national states

has been occurring.” (Brenner, 2006)

Nieuwe staatsruimten zijn institutionele structuren die het klassieke onderscheid

tussen de publieke en private sfeer tarten. Brenner plaatst nieuwe staatsruimten

Page 25: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

24

binnen een scalaire benadering van politieke territorialiteit om deze te kunnen

conceptualiseren.

Politieke territorialiteit houdt de vraag in wat het verband is tussen macht en

ruimte. Hoe werken deze op mekaar in en met welke concepten kan men deze

relatie best vastleggen? De proliferatie van ruimten verandert deze verhouding

fundamenteel en noodzaakt bezitters van macht om nieuwe strategieën te zoeken

om hun controle te behouden (Wolch & Dear, 2014).

Van zodra naar andere vormen van politieke territorialiteit dan het statelijke

niveau gekeken wordt, is het moeilijker te evalueren in welke termen deze

discussie best gevoerd wordt. De verschillende paradigma’s voor politieke

territorialiteit bieden elk een ander conceptueel kader dat niet onderling

inwisselbaar is. De manier waarop macht wordt uitgeoefend speelt hierin een

determinerende rol.

Over deze alternatieve vormen van politieke territorialiteit of nieuwe

staatsruimten vallen vanuit de literatuur verschillende modellen te distilleren,

met name de scalaire benadering van Brenner, de multisitetheorie van Jones,

Marston & Woodward en de theorie van bereik van Allen & Cochrane. De drie

modellen verschillen dus zowel over het topografische, visuele uitzicht van

nieuwe staatsruimten, als hun visie op macht en de manier waarop de macht

interageert tussen de verschillende niveaus van besluitvorming. In de theorie

over nieuwe staatsruimten komen in wezen twee onderzoekslijnen samen.

Hierbij gaat het ook om de theorievorming over wat macht betekent. Allen stelt

onder meer dat de theorievorming hieromtrent in de eerste plaats onder invloed

staat van de foucaultiaanse herdefiniëring van macht als diffuus, decentraal en

alomtegenwoordig. Hiertegenover staat een theorie waarin macht wel degelijk

niet langer als centraal gezien wordt, maar waar vooral de verschillende vormen

van macht worden erkend. Een essentiële schakel hierin zijn instituties (Allen,

2003). In het volgend stuk zal ingegaan worden op de institutionele architectuur

die de nieuwe staatsruimte van het MarchicaMed-project kenmerkt. De structuur

van de instituties kan dus geplaatst worden binnen de onderzoekslijnen rond

macht en geografie. Dit zal worden toegepast in wat volgt.

Page 26: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

25

Ferguson & Gupta zien verder ook een verschuiving van de door de staat in stand

gehouden metaforen van verticaliteit en omvattendheid naar een uitbesteding

naar niet-statelijke actoren, met name het middenveld die een aantal traditioneel

statelijke taken op zich gaan nemen (Ferguson & Gupta, 2002). Zoals zal blijken

uit volgende beschouwing van het MarchicaMed-project, bestaan er ook

uitbestedingsoperaties waarin de staat wel degelijk nog steeds rechtstreekse

zeggensmacht heeft en dus zijn beslissingsmacht niet privatiseert, maar op een

indirecte manier het beste van twee werelden tracht te bereiken.

Een theorie over ruimtelijkheid maakt dus niet alleen de

politiekwetenschappelijke studie van dit domein mogelijk, maar is ook een

element van een machtsbepalend discours en dus voorwerp van politieke

betwisting. Een belangrijke aanname hierbij is dat ruimte in zijn verschillende

dimensies geen politiek neutraal gegeven is, maar het resultaat is van politieke

keuzes en ook gevolgen heeft die zich niet binnen een vacuüm afspelen.

In dit deel worden de verschillende modellen van politieke territorialiteit

besproken. Ten eerste stelt Brenner een kader voor waarin het ontstaan van

nieuwe staatsruimten op te vatten is als een proliferatie van schalen. Hierbij

neemt de schaal van de staat als dusdanig af in invloed, maar dit wordt

gecompenseerd door het feit dat via instituties de invloed van staatschap geldig

blijft. Ten tweede is er de multisitetheorie van Jones, Marston & Woodward

waarin wordt ingegaan tegen schaal als een verticale hiërarchische benadering

van politieke territorialiteit en in de plaats een zuiver plat, niet-hiërarchisch

model van de invloed van staatsmacht aangenomen wordt. Ten derde stellen

Allen & Cochrane een meer diffuus model voor, waarin bereik als centrale term

gehanteerd wordt, wat toelaat een verschil in intensiteit van de geografische

invloed van de staatsmacht te conceptualiseren. De theorievorming rond politieke

territorialiteit heeft een aantal belangrijke evoluties gekend, waarbij het niet

uitzonderlijk is dat prominente onderzoekers hun positie grondig aanpassen,

zoals het geval is met onder meer Brenner en Jones in het geval van het TPSN-

model. Zij zijn in dit geval overgegaan tot een model dat ruimte openlaat voor

meerdere concepties van politieke territorialiteit.

Page 27: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

26

Een mogelijke manier om het begrip van de staat nog te kunnen gebruiken als

politiekwetenschappelijk concept is via het concept van staatschap (“statehood”)

dat Neil Brenner naar voor schuift. Voor Brenner is een begrip van de staat als

een entiteit die een centrale politieke macht waarborgt niet langer vol te houden.

Als alternatief stelt hij het meer flexibele concept van staatschap (“statehood”)

voor. Dit begrip houdt rekening met contingente, gehistoriseerde en

schaalgevoelige vormen die breder zijn dan enkel de traditionele staat. Het laat

toe de invloed van wat traditioneel als de staatsmacht gezien wordt ook te

omschrijven in ambigue vormen van staatsinstituties (Brenner, 2006, p. 4).

Het begrip van schaal geldt binnen Brenners theoretisch model van politieke

territorialiteit als de centrale notie. Schaal betekent binnen deze benadering de

geografische vorm waarbinnen sociaal en politiek handelen kan plaatsvinden.

Hierbij is van belang dat verschillende schalen niet als onveranderlijk en

onbeïnvloedbaar, maar als evoluerend en afhankelijk van elkaar beschouwd

worden. Brenner vertrekt vanuit dit concept van schaal om aan te duiden hoe

geografie een invloed heeft op politieke processen. Hij beschouwt de

transformatie van de staat als getuige van het feit dat geografische verhoudingen

van politiek niet louter als een verschuiving van het ene niveau naar het andere te

zien is. In plaats van één centrale schaal die de bovenhand voert, is er

daarentegen sprake van een proliferatie van staatsruimten en schalen die een

invloed hebben op het politieke proces. De verschillende schalen en staatsruimten

staan hierbij in een verticale hiërarchie die hun uiteindelijke taken en macht

bepaalt (Brenner, 2006, pp. 8-11).

Door een nieuw ideologisch klimaat sinds de jaren ‘80 vindt er volgens Brenner

een grondige wijziging plaats in het beheer van steden en regio’s, als schalen die

een vernieuwd belang binnen de verticale hiërarchie opnemen. Hij omschrijft dit

als het postkeynesiaanse klimaat dat een sterke invloed heeft op

stadsmanagement in West-Europa:

“… major urban regions were equipped with place-specific forms of administration and

special-purpose, customized regulatory arrangements, which were increasingly seen as a

crucial institutional basis for enhancing global competitive advantages and attracting

mobile capital investment.” (Brenner, 2006, pp. 3-4)

Page 28: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

27

Deze vorm van differentiatie staat in verband met wat Brenner als term

overneemt uit de kritische geografie, namelijk ‘de ongelijke geografie van

ontwikkeling’. Doordat niet langer een herverdelend geografisch beleid gevoerd

wordt, ontstaat er een steeds grotere kloof tussen regio’s die reeds een

voedingsbodem kunnen bieden voor investeringen en regio’s die achterblijven in

deze economische competitie.

“Within this rescaled configuration of state spatiality, national governments have not

simply downscaled or upscaled regulatory power, but have attempted to institutionalize

competitive relations between subnational administrative units as a means to position

local and regional economies strategically within supranational (European and global)

circuits of capital.” (Brenner, 2006, p. 260)

Deze vorm van herschalen als een bewuste strategie om tot een competitiestaat te

komen is voor Brenner de uiteindelijke conclusie van wat de invloed is op het

postkeynesiaanse klimaat, in ieder geval wat betreft West-Europa.

Op Brenners scalaire benadering van politieke territorialiteit bestaan echter ook

een aantal kritieken. Specifieke problemen met Brenners model zijn de verticale

benadering die ervoor zorgen dat nieuwe staatsruimten die niet binnen een

verticaal-hïerarchische structuur passen, moeilijk te plaatsen zijn. Voor de

uiteenzetting van nieuwe staatsruimten zal dus een andere theorie moeten

gebruikt worden.

Zo bestaat als kritisch alternatief voor de scalaire benadering een model van

nieuwe staatsruimten dat in plaats van schaal uitgaat van de site als centraal

concept. Binnen dit model, dat wordt aangeduid als de multisitetheorie wordt het

verticaal hiërarchische beeld van de schaalbenaderingen verworpen en wordt in

de plaats uitgegaan van een platte sociale geografie (Jones, Woodward, &

Marston, 2007).

Aan de hand van het concept site probeert Jones, Woodward & Marston de

verplaatsing van staatsruimten te vatten als een samenspel van krachten tussen

een veelvoud van sites. Deze sites maken dat op niet-hiërarchische wijze kan

nagedacht worden over staatsmacht. “This broad inclusion of orders within sites

allows us to account for the presence and affective capacity of relatively stable

objects and practices that continuously draw each other into relation and

resurface in social life. Such a strategy avoids misrepresenting the world as

Page 29: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

28

utterly chaotic and retains the capacity to explain those orders that produce

effects upon localized practice” (Marston, Jones, & Woodward, 2005).

Uniek aan deze conceptie van ruimte is dat het politieke territorialiteit bewust via

een niet-hiërarchisch beeld ziet, ondanks het contra-intuïtieve karakter van deze

aanname. Macht wordt niet langer gezien als iets dat van bovenaf wordt

opgelegd op lagere niveaus, maar is net iets wat zich via horizontale netwerken

laat gelden.

Een verdere kritiek op deze individuele modellen kan ontleend worden aan Allen

& Cochrane. Zij verzetten zich tegen zowel multiscalaire theorieën als

multisitetheorieën van politieke ruimte. Zo is de multiscalaire theorie van onder

meer Brenner en Jessop niet toereikend wat betreft het dynamische karakter van

de nieuwe staatsruimten. De multisitetheorieën zijn door hun nadruk op

postmoderne ruimte te troebel om een duidelijk model te kunnen vormen voor de

nieuwe staatsruimten:

“The articulation of political demands in such a context has less to do with “jumping

scale” or formalizing extensive networkconnections and more to do with the ability to

reach directly into a “centralized” politics whereproximity and reach play across one

another in particular ways.” (Allen & Cochrane, 2010)

Als een derde theoretisch model bepleiten Allen & Cochrane dan ook een meer

flexibele benadering waarbij vertrokken wordt van bereik, eerder dan van een

verticale of horizontale positie op een schaal of site (Allen, 2003; Allen &

Cochrane, 2010). De metafoor van een cartesiaans assenstelsel (een topografische

benadering) wordt dus terzijde geschoven in ruil voor een beeld van

invloedssferen dat meer ruimte openlaat voor verschillende manieren waarop

macht kan inwerken binnen nieuwe vormen van politieke territorialiteit (een

topologische benadering. “What is arguably novel about the state’s spatiality in

the current moment is its ability to exercise its hierarchical powers of reach in

ways that reflect a topological appreciation of space and place” (Allen &

Cochrane, 2010). Dit houdt concreet in dat niet louter een proliferatie van

staatsruimten plaatsvindt, maar ook dat in de eerste plaats een verschillende

intensiteit kan gelden van de manier waarop de staatsmacht nog van invloed is.

Page 30: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

29

De voorgaande modellen, waaronder de scalaire en de multisitebenadering

brengen telkens een vrij unidimensioneel beeld met zich mee. Deze eenzijdige

modellen zorgen echter voor problemen in de theorievormig hieromtrent:

“The limits of one-dimensionalism are also reflected in several methodological

tendencies in contemporary sociospatial theory, including: theoretical amnesia

and exaggerated claims to conceptual innovation; the use of chaotic concepts

rather than rational abstractions; overextension of concepts and their imprecise

application; concept refinement to the neglect of empirical evaluation; and an

appeal to loosely defined metaphors over rigorously demarcated research

strategies.”(Jessop, Brenner, & Jones, 2008)

Nieuwe staatsruimten op stedelijk niveau zijn niet eenvoudigweg te plaatsen

binnen één model zonder de analytische verklaringskracht hiervan te beknotten.

Op dit inzicht inspelend hebben Jessop, Brenner en Jones dan ook een

synthetisch model uitgewerkt, wat zij benoemen als het TPSN-model. Waar

Brenner en Jones als auteurs voorgaand respectievelijk de scalaire benadering en

de multisitebenadering hebben uitgewerkt, zijn dan ook in latere instantie

overgestapt naar een meer omvattend model dat zowel de horizontale als

verticale eigenschappen van politieke territorialiteit aanvaardt. Het TPSN-model

geldt hierbij als een verdere uiteenzetting van het scalair model en de

multisitetheorie. Naast schalen en netwerken, worden ook territorium en plaats

als essentiële aspecten van politieke ruimte aangeduid. De auteurs bieden

hiermee een multidimensionele uiteenzetting van socioruimtelijke relaties. In

deze is het de bedoeling een polymorf model te zijn, met andere woorden, niet

één exclusief model wordt centraal gesteld.

Schalen en netwerken en hun belang in de studie van politieke territorialiteit zijn

voorafgaand al besproken in de secties over respectievelijk de scalaire benadering

en de multisitebenadering. Territoria vormen voor Brenner en Jones een verder

aspect dat van belang is voor de analyse van politieke ruimten. Traditioneel,

binnen een Westfaals statensysteem, is soevereiniteit gekoppeld aan het

territorium van een bepaalde staat. Door de proliferatie van ruimten gaat

territorium losstaan van nationale grenzen en kan het op subnationaal niveau een

Page 31: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

30

rol gaan spelen bij de analyse van de plaats waar soevereiniteit ligt (Jessop et al.,

2008).

Dit polymorf model biedt dus een aantal belangrijke voordelen tegenover

unidimensionele benaderingen. Belangrijk punt is dat het doorgaans metaforisch

karakter van theorievorming rond politieke territorialiteit wordt overstegen en er

een werkelijk bruikbare analytische tool ontstaat, die toepasbaar is op

gevalsstudies die zich buiten het Noorden situeren.

Een kritiek op het model kan zich richten op de bruikbaarheid van elk van deze

dimensies. Zo kan de vraag opgeworpen of plaats als aspect ook niet essentieel

deel uitmaakt van territorium. Plaats als aspect heeft het risico een te algemeen

begrip met weinig bruikbaar nut (Casey, Paasi, Shapiro, & Mayer, 2008). Op die

manier kunnen we in vraag stellen of plaats wel een analytische kracht heeft die

het nodig maakt dit in het model op te nemen.

Tegelijk houdt het TPSN-model evenmin rekening met Allen & Cochranes

benadering van bereik als model voor politieke territorialiteit. Bereik, waarbij een

verschil in intensiteit ook een fundamenteel aspect is van de relatie tussen macht

en ruimte, verdient vanuit deze modellen evenzeer om opgenomen te worden in

een breed multidimensioneel model.

Op basis van het samengestelde model van Jessop, Brenner & Jones en de

kritieken erop kan een nieuw model worden ontworpen dat net zoals het TPSN-

model rekening houdt met polymorfie in de verschillende vormen van politieke

territorialiteit, maar dat ook een antwoord biedt op de kritieken op het TPSN-

model.

Door de synthese van het TPSN-model en het model van bereik van Allen en

Cochrane ontstaat er een model dat zowel de topologische als topografische

realiteit in kaart brengt. Zoals zonet besproken verkiezen Allen en Cochrane een

topologische benadering boven een topografische. Dit houdt in dat een element

van bereik wordt opgenomen en er dus rekening kan gehouden worden met een

verschil in intensiteit van macht. Een synthetisch model waarbij de twee elk

afzonderlijk mogelijk als een analytische tool gebruik worden, kan een grote

verklaringskracht bieden voor meer complexe nieuwe staatsruimten die niet

Page 32: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

31

binnen een unidimensioneel model te gieten zijn. Zo biedt het TSN-raamwerk een

kader om vanuit meerdere perspectieven, meerdere cases te kunnen behandelen.

Een samengesteld model is dus te verkiezen bovenop een model waarin één

aspect alle verklaringskracht zou moeten bezitten:

“Worse still, some scholars ontologically privilege a single dimension,presenting it as the

essential feature of a (current or historical) sociospatial landscape. In most cases this

overontologizes questions that are best resolved in more concrete- complex terms. Such

attempts to establish the primacy of a given sociospatial dimension tend to expand its

analytical and empirical scope to encompass an ever broadening range of phenomena. The

carefully defined abstractions of territory, place, scale, and network are thus rendered

increasingly imprecise, and may even be transformed into chaotic conceptions.”(Jessop et

al., 2008)

Vier niveaus van analyse kunnen binnen dit model dus toegepast worden,

waarbij telkens een ander perspectief wordt verleend aan een specifiek geval.

Territoria, schalen, netwerken en bereik vormen elk een samenhangend aspect

van politieke territorialiteit. Op deze manier ontstaat zowel een theorie van

politieke ruimte als een analytische tool die toepasbaar is zowel op nieuwe

staatsruimten als op andere vormen van of transformaties binnen politieke

territorialiteit.

Ervan uitgaand dat niet elk van deze aspecten in alle mogelijke gevalsstudies van

toepassing is, kan het model in functionaliteit vergeleken worden met een

Zwitsers zakmes. Gezien bovenstaande kritiek op unidimensionele modellen dat

deze, bij te brede toepassing, chaotische concepten worden, dient dan ook

aanvaard te worden dat geen enkele van deze aspecten universeel is.

Samengenomen kunnen ze echter wel een universele theorie bieden die op in

theorie alle mogelijke gevalsstudies van toepassing is.

Samengevat bestaan er in de literatuur over de relatie tussen macht en ruimte

verschillende theorieën van politieke territorialiteit die elk een eigen model

voorstellen van deze relatie. Zo hebben we onder meer het scalaire model van

Brenner, het multisitemodel van Jones, Marston & Woodward en het model

bereik van Allen & Cochrane besproken. In recentere literatuur wordt echter

meer en meer aandacht besteed aan polymorfe theorieën van politieke

territorialiteit die niet één aspect vooropstellen, maar net de veelheid aan

Page 33: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

32

benaderingen omarmen en op basis daarvan een samengesteld model opzetten.

Hierop ingaand hebben we een synthetisch model opgebouwd, het TSNB-model,

dat rekening houdt met de onvolledigheden en kritieken op de voorgaande

samengestelde modellen.

Page 34: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

33

In dit deel zal eerst het MarchicaMed-project nog verder toegelicht worden,

waarna vervolgens wordt ingegaan op de institutionele structuur die het

MarchicaMed-project kenmerkt en de eigenheden van respectievelijk de

Maatschappij MarchicaMed en het Agentschap Marchica. Dit laat ons ten slotte

toe om het voorgestelde model voor politieke territorialiteit toe te passen op het

project als gevalsstudie.

Het huidige MarchicaMed-project focust zich op drie sites rond de lagune, zijnde

de Cité des Deux Mers, La Nouvelle Ville de Nador en La Cité d’Atalayoun.

Tijdens het veldwerk tijdens de zomer van 2014 was vooral La Cité d’Atalayoun

al het verst gevorderd en waren één van de twee marines, een golfterrein al

aangelegd en waren luxeappartementen en vijfsterrenhotels in opbouw.

Het MarchicaMed-project dient ook gezien te worden als ingebed binnen een

dynamiek van stedelijk beleid dat gevoerd wordt in Marokko. In dit verband is

reeds eerder over het INDH (Initiative Nationale du Développement Humain)

gesproken, in het kader van projecten rond verstedelijking. In Nador heeft het

INDH een belangrijk kantoor, maar tijdens het veldwerk is het niet mogelijk

geweest contact op te nemen voor een interview. Ook Al Omrane heeft een

visueel duidelijke aanwezigheid in Nador, in het kader van het aanbieden van

sociale huisvesting.

Een bijzonder aspect aan het MarchicaMed-project dat even karakteristiek is voor

het recente beleid gevoerd in Marokko is de institutionele structuur van het

MarchicaMed-project. Het volgende deel zal dus in de eerste plaats de

institutionele structuur trachten toe te lichten die verscholen is achter de zichtbare

werkzaamheden en billboards rond de Marchicalagune. Niet alleen is dit relevant

in het licht van de theorievorming over nieuwe staatsruimten. Voor de studie van

het Marchicaproject in se is dit van specifiek belang. De tweeledige institutionele

structuur is tijdens het veldwerk een van de moeilijk te doorgronden aspecten

van het project gebleken. Bij een interview met een voormalig projectleider, nu

fotograaf van het Marchicaproject, liet deze verstaan dat deze organisaties

Page 35: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

34

“praktisch gezien één organisatie uitmaken, het bestaan van de onderverdeling is

enkel politiek [just politics].”7

In dit deel zal het de bedoeling zijn na te gaan wat de institutionele constructie

rond het Marchicaproject juist inhoudt. Deze structuur is interessant gebleken

tijdens het veldwerk, onder meer door het feit dat deze intern aan de organisatie

als cruciaal gezien wordt, terwijl deze voor externen nauwelijks duidelijk is, zoals

bleek uit interviews met personen uit het middenveld.

De Maatschappij MarchicaMed (Société d'Etat pour le développement de la

lagune de Marchica) wordt een semipublieke organisatie genoemd die tegelijk

ook een lucratief statuut heeft. De organisatie moet dus rendement halen en moet

zijn inkomen vergaren aan de hand van investeerders. Tijdens het veldwerk in

de zomer van 2014 waren de voornaamste investeerders de Marokkaanse

spoorwegmaatschappij ONCF8 en Atlas Hospitality, wat een filiaal is van de

Marokkaanse luchtvaartmaatschappij Air Maroc. De investeerders zijn in deze

periode dus nog voornamelijk van nationale en publieke of semipublieke

oorsprong.

De Maatschappij MarchicaMed houdt zich in de eerste plaats bezig met

ontwikkeling, met andere woorden, het uitbouwen van sites met medewerking

van investeerders. Zo is de Maatschappij MarchicaMed werkzaam aan la Cité de

l’Atalayoun aangezien het werk hier al het verst gevorderd is. Een belangrijke

taak voor de Maatschappij MarchicaMed is ook de zoektocht naar en het contact

met potentiële investeerders.

Het Agentschap Marchica of AASLM (Agence pour l’Aménagment du Site de la

Lagune de Marchica) is gecreërd in 2010. Via de wet 25-10, gecombineerd met het

7 Zoals verteld door een van de projectorganisators van het MarchicaMed-project 8 Het ONCF is tot voor kort vrij actief geweest in investeringen in immobiliën.

Page 36: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

35

zogenaamde Plan d’ Aménagement Spécial (voortaan aangeduid als PAS)9

worden de bevoegdheden van deze organisatie toegekend.

Het Agentschap Marchica is in essentie een staatsinstitutie, zij het dat deze

handelt met volledige autonomie van besluitvorming. Het krijgt het grootste deel

van zijn werkingsbudgetten toegekend door de overheid.

Het Agentschap Marchica doet de zaken waarvoor het door de wet geautoriseerd

is: het zich toe-eigenen van land, en het eigenlijke proces van inrichting van de

grond. In die zin doet het voorbereidend werk op wat dan vervolgens door de

Maatschappij MarchicaMed verder wordt opgebouwd aan de hand van

privékapitaal. Op het moment van het veldwerk is het Agentschap nog specifiek

aan het werk in de stad Nador zelf, onder meer aan La Corniche, de

bewandelbare dijk langs de lagune en daarnaast ook aan La Cité des Deux Mers.

Het Agentschap Marchica vaardigt ook ‘des appels d’offres locals’ uit. Dit houdt

in dat lokale ondernemingen in onderaanneming worden aangeworven. Deze

werken vooral in het kader van de restructuratie van een aantal wijken. Het feit

dat op deze manier Marokkaanse kleine ondernemingen worden ingehuurd,

wordt ook ingeroepen als een positief gevolg dat het project zou hebben voor de

lokale economie.

Artikel 50 van de wet 25-10 zet het recht op onteigening uiteen:

“Pour les acquisitions des biens immeubles nécessaires à l’accomplissement de

ses activités, l’Agence exerce, par délégation, les droits de la puissance publique

conformément à l’article 3 de la loi n° 7-81 relative à l’expropriation pour cause

d’utilité publique et à l’occupation temporaire. Le droit d’expropriation à

l’intérieur de la zone prévue à l’article premier ci-dessus est exercé exclusivement

par l’Agence.” ("Loi n° 25-10 relative à l’aménagement et à la mise en valeur du

site de la lagune de Marchica," 2010)

Artikel 34 definieert daarnaast publiek nut zoals dat wordt omschreven in het

Plan d’Aménagement Spécial. Het recht van de organisatie om gronden te gaan

onteigenen omwille van publiek nut is dus het exclusieve recht van het

Agentschap Marchica en wordt ook door werknemers bij de projectorganisaties

9 Dit Plan d’Aménagement Spécial bestaat uit het 1) De regelgeving omtrent stedelijke herinrichting; 2)

Grafisch materiaal; 3) Een plan met de verdeling van het publieke domein van de staat en lokale

overheden.

Page 37: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

36

zelf een van de redenen genoemd waarom dit als institutie gecreëerd is bovenop

de Maatschappij MarchicaMed. Een functionaris bij het Agentschap Marchica

deelde verder ook mee dat het Agentschap Marchica ook is opgericht met als doel

samenwerking met lokale en regionale overheden en besturen.

Eerder is gesproken over andere megaprojecten in Marokko. Twee specifieke

projecten zijn in nauw verband te brengen met het MarchicaMed-project, met

name het Bouregregproject en het toeristisch project van Saïdia. . Herhaaldelijk is

bevestigd dat het MarchicaMed-project op institutioneel vlak dezelfde structuur

vormt van het Bouregregproject. Op gelijkaardige manier zijn twee juridisch

afzonderlijke organisaties ingeschakeld in eenzelfde project. In deze zin kan het

Agentschap Marchica als een parallelle organisatie gezien worden met het

Agence pour l’Aménagement de la Vallée du Bouregreg (AAVB) (Bogaert, 2012).

Tijdens het veldwerk is ook herhaaldelijk beklemtoond door interviewees,

betrokken in de organisatie van het MarchicaMed-project, dat qua juridische

structuur er een copy-paste heeft plaatsgevonden met het Bouregregproject.

Het project in Saïdia vindt plaats in dezelfde noordoostelijke regio van Marokko

en is vooral gericht op het creëren van massatoerisme in de regio. Twee zaken

zijn hiervan voor belang voor het MarchicaMed-project. Ten eerste wordt vanuit

het middenveld twijfel gecreëerd over de kansen van slagen van twee

gelijkaardige projecten die mikken op een grote instroom van toerisme die

tegelijk zo nabijgelegen zijn. Het project in Saïdia wordt ook als een gefaald

project gezien, waarbij veel van de opgezette constructies door gebrek aan

verdere investeringen niet verder opgebouwd zijn en waarbij ook een groot

probleem van vervuiling geldt. Een tweede aspect is het feit dat er voor het

uitvoeren van het project net zoals aanvankelijk bij het MarchicaMed-project, er

eerst een zogenaamde private of semipublieke organisatie werd opgericht. Voor

het MarchicaMed-project was dit de Maatschappij MarchicaMed, voor het project

in Saïdia was dit de Société de développement de Saïdia. Voor het project in

Saïdia, dat al een tijd vroeger aan de gang was, is geen respectievelijk agentschap

opgericht, wat impliceert dat het enkel afhankelijk was van inkomsten uit private

investeerders. In zekere zin kunnen een aantal aspecten van het MarchicaMed-

project beschouwd worden als het trekken van lessen uit het project van Saïdia.

Page 38: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

37

Over de specifieke connecties die MarchicaMed heeft met de eerder genoemde

Makhzen zijn enkel op speculatieve wijze hypotheses op te stellen. Wat wel te

bevestigen is, is de centrale rol die Saïd Zarrou in het ganse project speelt. Als

voorzitter van de raad van bestuur van de Maatschappij MarchicaMed en

algemeen directeur van het Agentschap Marchica bekleedt Zarrou de

belangrijkste functie in het MarchicaMed-project.

De eerder genoemde episode tijdens het veldwerk rond het aanvragen van een

onderzoekstoestemming is een duidelijke illustratie van hoe de beslissingsmacht

van Saïd Zarrou centraal staat in het project. Enkel met de instemming van

Zarrou zelf, was het mogelijk informatie te verkrijgen over het MarchicaMed-

project. Geen enkel ander individu bezat de autoriteit hiertoe, zelfs niet de

gouverneur van de Provincie Nador.

Opvallend hieromtrent is ook dat Saïd Zarrou, nog voor er sprake was van het

MarchicaMed-project, als voormalige functie (vanaf juni 2004) de functie

directeur van "Pôle Aménagements" bij het Agence pour l'aménagement de la

Vallée du Bouregreg uitoefende (MAP, 2010). Het overnemen van de

institutionele structuur van het Bouregreg-project door het MarchicaMed-project

in 2010 is dan ook waarschijnlijk niet los te zijn van de invloed van Saïd Zarrou.

De precieze connecties die Zarrou heeft met de staatselite zijn echter moeilijk vast

te stellen, dus de de facto rol die de staat speelt in het MarchicaMed-project is

moeilijk vast te stellen.

Wel kan de nadruk gelegd worden op de vanuit juridische gronden ambigue

positie van het Agentschap Marchica. Enerzijds fungeert het als een

staatsorganisatie dat publieke fondsen als inkomsten heeft, anderzijds is het een

volledig autonoom agentschap met eigen beslissingsmacht. Als nieuwe

staatsruimte geldt het Agentschap Marchica dus als een institutie dat de

voordelen heeft van het statuut van een publieke organisatie, zonder dat het daar

autonome beslissingsmacht moet tegenover stellen.

De organisatie werkt enerzijds vanuit een mandaat van de Marokkaanse overheid

maar heeft anderzijds ook verregaande autonomie in het ontwikkelen van de

plannen voor Marchica. Artikel 38 van de wet die het MarchicaMed-project

vastlegt omschrijft acht taken van het agentschap, waaronder het voortrekken

van de urbanisatie van de regio en het opwaarderen van de woon- en

Page 39: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

38

ontspanningszones, binnen de grenzen van de site die toegewezen is. Artikels 42

tot 52, leggen onder meer de autonomie en de capaciteiten vast die het

agentschap, zijn directeur en zijn functionarissen bezitten. Hierbij wordt

bijvoorbeeld ook duidelijk gemaakt dat:

“Pour l’accomplissement de ses missions, l’Agence peut acquérir les terrains qui

lui sont nécessaires, par voie d’acquisition à l’amiable ou d’expropriation” ("Loi

n° 25-10 relative à l’aménagement et à la mise en valeur du site de la lagune de

Marchica," 2010)

In dit verband kan ook gewezen worden op de paradox van decentralisering in

Marokko volgens Catusse:

“[W]e need to underline the extreme fragmentation of legitimate territories in the city.

[…] This complexity of territories interferes with the exercise of citizenship. The city is,

on the one hand, a space for mobilisation, and protest, where power is fought for, but the

struggles for power also play on the level of policy making.”(Catusse et al., 2007)

Decentralisering heeft fragmentering tot gevolg van politieke niveaus, wat

politieke actie bemoeilijkt en net ten nadele komt van burgerschap. De creatie van

nieuwe staatsruimten zoals het Agentschap Marchica versterkt deze tendens nog

verder.

Hoe past het MarchicaMed-project binnen het voorgestelde model van politieke

territorialiteit? Het TSNB-model kan in elk van zijn 4 aspecten toegepast worden

als volgt.

Het verband tussen territoria en soevereiniteit is zeker van belang voor het

MarchicaMed-project. In de omgeving van de Marchicalagune spelen territoria en

soevereiniteit ook een onmiskenbare rol. Zoals vastgelegd in het PAS, geldt er een

strikte verdeling die op een kaart vast te leggen valt, tussen waar welke entiteit

soevereiniteit heeft. Op die manier is te zien dat bij het ontstaan van het

Agentschap Marchica in 2010, de Provincie Nador als bestuursniveau territoria

van soevereiniteit afstaat.

Page 40: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

39

De verhouding tussen verschillende schalen is relevant voor een nieuwe

staatsruimte zoals het MarchicaMed-project er een vormt. Door te kijken naar de

verschillende bestuursniveaus en de plaats in de verticale hiërarchie van macht

die zij innemen, kan nagegaan worden in welke mate deze verschillende niveaus

zich tot elkaar verhouden (Brenner, 2006). Op vergelijkbare manier als bij het

aspect van territorium valt hier waar te nemen dat de schaal van het provinciale

niveau verdrongen wordt door een nieuwe schaal. De schaal van deze nieuwe

staatsruimte van het Agentschap Marchica wordt bepaald door de plaats die het

inneemt in de verticale hiërarchie, waarbij de provinciale schaal onder die van het

autonome agentschap komt te staan.

Netwerken bieden eveneens een belangrijk uitgangspunt van waaruit het

MarchicaMed-project kan bekeken worden zonder uit te gaan van hiërarchische

standpunten. Hier kan gewezen worden op het overleg met andere

bestuursniveaus en diensten. De manier waarop interactie binnen deze

netwerken verloopt valt moeilijk vast te stellen, maar op basis van het veldwerk

en contacten met andere bestuursniveaus viel af te leiden dat deze in grote mate

beheerst wordt door de standpunten van het Agentschap Marchica.

Hoewel ook niet op specifieke manier waarneembaar is hoe de staat via

verborgen netwerken inspeelt op het beleid gevoerd door het Agentschap

Marchica, kan het model van netwerken hier een inzicht bieden in hoe een

dergelijke hypothese er kan uitzien.

Wat betreft het MarchicaMed-agentschap is het model van bereik minder van

toepassing, gezien de gegevens die voorhanden zijn. Aangezien hypotheses over

de rechtstreekse invloed van de staat in de besluitvorming omtrent het

MarchicaMed-project moeilijk te testen zijn, is het moeilijk om een analyse te

geven van de intensiteit van de uitoefening van macht. Daarnaast wordt in het

model van bereik ook één uniek centrum van macht verondersteld, zoals

bijvoorbeeld de centrale staatsmacht (Allen & Cochrane, 2010). Aangezien de

instituties van het MarchicaMed-project zowel afhankelijk zijn van publieke als

private actoren (gezien de tweeledige structuur van de organisatie) en er dus een

veelheid aan actoren een rol spelen, is dit model met zijn centraal perspectief in

Page 41: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

40

dit geval minder nuttig. Bereik kan niettemin wel degelijk van belang zijn, maar

is in het kader van de betrokken actoren en de beschikbare gegevens over het

MarchicaMed-project als nieuwe staatsruimte minder bruikbaar.

In dit deel is de tweeledige structuur uitgewerkt van de MarchicaMed-

organisaties, met name respectievelijk de Maatschappij MarchicaMed, dat

semipubliek is en afhangt van investeerders en het Agentschap Marchica dat een

budget en verregaande bevoegdheden toegekend krijgt van de staat zonder

hiervoor aan beslissingsmacht in te boeten. De toepassing van het TSNB-model

brengt ook verdere duidelijkheid over de verschillende aspecten die

samenhangen met MarchicaMed-project als nieuwe staatsruimte. Op vlak van

territoria en schalen, wordt vooral duidelijk dat het niveau van de MarchicaMed-

organisatie de beslissingsmacht en het territorium van het provinciale niveau

ondermijnt. De multisitetheorie is van toepassing in de vele overlegplatformen

met andere bestuursniveaus en diensten. Hier kan uitgegaan worden van een

machtsrelatie die gedomineerd wordt door het Agentschap Marchica. Bereik als

aspect van politieke ruimte blijkt voor het MarchicaMed-project minder van

toepassing te zijn, gezien het brede aantal actoren.

Page 42: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

41

Nieuwe staatsvormen vormen een bestuurlijke realiteit met onmiskenbare

gevolgen en met winnaars en verliezers. In dit deel zal het de bedoeling zijn de

implicaties van MarchicaMed als nieuwe staatsruimte verder uit te werken. Met

name zal er gefocust worden op de verhouding tussen publiek en privaat die in

het geval van een nieuwe staatsruimte onder druk komt te staan. Vervolgens

bekijken we de specifieke gevolgen voor transparantie en democratische

legitimiteit. Ten slotte gaan we nog in op een selectie van een aantal trends en

dynamieken waar MarchicaMed de belichaming van vormt. Deze worden belicht

vanuit hun relevantie voor het MarchicaMed-project als een nieuwe staatsruimte.

Binnen het bestek van deze studie kunnen deze niet ten volle uitgewerkt worden,

maar een aanleiding tot relevante onderzoeksvragen voor verdere studie wordt

wel gegeven. Zo kan het fenomeen van nieuwe staatsruimten in verband gebracht

worden met andere dynamieken en sociale gevolgen die voortkomen uit het

specifieke geval MarchicaMed.

Een overweging die van belang is om de implicaties van nieuwe staatsruimten en

het MarchicaMed-project in het bijzonder te kunnen inschatten, is dat van de

evolutie in de verhouding tussen de publieke en private sfeer.

Wat betreft de definitie van publieke en private sfeer, kan hier uitgegaan worden

van het onderscheid dat in economische theorie gehanteerd wordt, namelijk van

het publieke als de overheid of staat en het private als de markt.10 Een belangrijke

parallelle evolutie die samenloopt met de transformatie van het concept

staatschap is de toenadering tussen de publieke en de private sfeer. Het strikte

onderscheid vervaagt onder meer onder invloed van processen als

mondialisering (Weintraub, 1997).

Een specifieke vorm van deze toenadering uit zich in het toegenomen belang van

publieke-private partnerschappen. Er bestaat een brede literatuur rond de

10 De definitie van het onderscheid is echter

Page 43: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

42

voordelen en nadelen van publiek-private partnerschappen als middel tot het al

dan niet effectief uitvoeren van beleid. Deze bieden een indicatie over de

problemen die uiteenlopende motieven kunnen bieden in dergelijke

partnerschappen. Publiek-private partnerschappen verwijzen doorgaans naar het

verwerven van fondsen voor een publiek doeleinde aan de hand van private

investeerders11 (Wettenhall, 2003). Een gevolg van publiek-private

partnerschappen is dat op domeinen en bevoegdheden die historisch gezien tot

de publieke sfeer behoren, er wordt ingeboet aan publieke verantwoordingsplicht

doordat private actoren de rol gaan innemen van de verantwoordingsplichtige

publieke organisatie (Forrer, Kee, Newcomer, & Boyer, 2010).

Eens dit partnerschap tussen publieke en private actoren zodanig ver gaat dat dit

de facto één organisatie gaat vormen, zoals impliciet het geval is in het

MarchicaMed-project, zijn gevalsstudies minder voorhanden. Een vergelijkbaar

voorbeeld hiervan betreft een studie van Zapata & Hall met een aantal

gevalsstudies van lokale toerismeprojecten in Spanje. Vergelijkbaar met het

MarchicaMed-project betreft het terzelfder tijd quasipublieke en quasiprivate

organisaties die voor hun inkomsten in grote mate afhankelijk zijn van publieke

fondsen. Volgens de studie is het ontstaan van dergelijke organisaties het gevolg

van gelijktijdige processen van ‘bedrijv-iseren’ en politisering. Er wordt een

heikele balans gezocht tussen efficiëntie en effectiviteit enerzijds en

democratische legitimiteit anderzijds (Zapata & Hall, 2012).

Een terugkomende factor bij publiek-private partnerschappen, waar het

MarchicaMed-project een unieke variant van vormt, is het gebrek aan publieke

verantwoordingsplicht. Het Agentschap Marchica heeft de jure volledige

autonomie tegenover andere niveaus van publieke besluitvorming ("Loi n° 25-10

relative à l’aménagement et à la mise en valeur du site de la lagune de Marchica,"

2010) en hoeft dus geen democratische verantwoording af te leggen voor

beleidsdaden. Enkel de juridisch vage definitie van ‘utilité publique’ bepaalt de

11 Vaak worden publiek-private partnerschappen ook ingevuld als het uitvoeren, construeren,

implementeren van publiek beleid door private ondernemingen in onderaanneming. Buiten deze twee

voornaamste vormen van publiek-private partnerschappen bestaat er een ganse literatuur gewijd aan

verdere definities ervan (Wettenhall, 2003)

Page 44: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

43

gevoerde beleidsdaden door het Agentschap Marchica, maar hiervoor hoeft

extern geen rekenschap afgelegd te worden.

Herhaaldelijk is in dit verband reeds gesproken van de paradox van

decentralisering. Dit duidt op administratieve herverdeling en de fragmentatie

die het gevolg is van processen van decentralisering zoals deze plaatsvinden in

Marokko.

“[W]e need to underline the extreme fragmentation of legitimate territories in the city.

[…] This complexity of territories interferes with the exercise of citizenship. The city is,

on the one hand, a space for mobilisation, and protest, where power is fought for, but the

struggles for power also play on the level of policy making.”(Catusse et al., 2007)

Nieuwe staatsruimten, waaronder het MarchicaMed-project vormen in deze zin

een verderzetting van deze tendens naar meer decentralisering.

Een belangrijke insteek rond democratische legitimiteit en de gevolgen van de

creatie van een publiek-private organisatie wordt gegeven door Noam Chomsky:

“The most effective way to restrict democracy is to transfer decision-making from the

public arena to unaccountable institutions: kings and princes, priestly castes, military

juntas, party dictatorships, or modern corporations. The decisions reached by the directors

of GE affect the general society substantially, but citizens play no role in them, as a matter

of principle (we may put aside transparent myth about market and stockholder

"democracy").” (Chomsky, 1998)

De MarchicaMed-organisaties als nieuwe staatsruimte kunnen hierin gezien

worden als een nieuwe vorm van dergelijke transfers van besluitvorming. In

samenspraak met de stelling van Catusse over de paradox van decentralisering in

Marokko kan een idee gevormd worden van wat de belangen vanuit

staatskringen mogelijk kunnen zijn. Door de creatie van het Agentschap Marchica

wordt een verdere fragmentering van het politiekruimtelijk landschap in de hand

gewerkt in de regio, die op zijn beurt politieke actie bemoeilijkt.

Een specifieke manier waarop democratische legitimiteit of het gebrek eraan zich

laten gelden heeft te maken met de manier waarop sloppenwijken worden

hervestigd. Eerder is al gewezen op de wet die het Agentschap Marchica toestaat

om zich in het kader van het algemeen belang gronden toe te eigenen. Bij vragen

omtrent de participatie van omwonenden of inwoners van sloppenwijken

Page 45: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

44

worden doorgaans uiteenlopende antwoorden gegeven. De directrice van sociale

zaken van het Agentschap Marchica vermeldde in een interview het bestaan van

overlegplatformen, waarbij betrokkenen en afgevaardigden van de

projectorganisaties samen aan tafel gaan zitten. Zelf kon ze hierover niet in detail

gaan en ook elders kwam geen bevestiging van het bestaan van dergelijke

overlegplatformen. Bij de vraag naar het bestaan ervan aan een lokale

buurtverantwoordelijke van de wijk Bouarourou (gelegen binnen het territorium

waar het Agentschap Marchica soevereiniteit heeft), werd dit weggelachen als

zijnde enkel retoriek.

In theorie kan de manier waarop inwoners van sloppenwijken hervestigd

worden, worden ingedeeld op een spectrum gaande van een autoritaire wijze tot

een gemeenschapsversterkende methode. De ideale benadering is er een van

sociale mediëring, waarbij hervestiging gebeurd in samenspraak met de getroffen

inwoners. Het voorbeeld van de hervestiging van een sloppenwijk in Ennakhil in

Marokko toont aan dat dit mogelijk is (Arandel & Wetterberg, 2013). De vraag in

hoeverre dit via een orgaan als het Agentschap Marchica mogelijk is en er niet

zuiver wordt uitgegaan van een autoritaire benadering van stedelijk planning

blijft echter de vraag.

In het algemene proces van herinrichting van steden kan dit verzet tegen een

autoritaire benadering worden ingeroepen. Niet alleen participatie van

belanghebbenden, maar ook historische aspecten kunnen hierbij van waarde zijn:

“Dans ce repérage des dimensions spatiales de J'aménagement il importe de ne pas

évacuer la dimension historique. On conçoit l'aménagement comme une opération

mêcanique. en somme. unc technique d'application automatique, quels que soient le passé

ou le présent du pays.” (Naciri, 1985)

Verder kunnen we ook de vraag stellen wat de rol is van het middenveld in de

politieke actie omtrent een dergelijk project. Tijdens het veldwerk van het

MarchicaMed-project viel vooral ook de verdeeldheid van het betrokken

middenveld op, wat de evaluatie van het project betreft. Verder bleek ook bij het

voorleggen van de tweeledige institutionele structuur van het project (het bestaan

van het Agentschap Marchica naast de Maatschappij MarchicaMed), dat dit voor

alle geïnterviewde personen uit het middenveld een tot dan toe ongekend

gegeven was.

Page 46: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

45

Manifestaties tegen het MarchicaMed-project zijn in de periode rond 2011 heel

prominent geweest en hoewel ze nog steeds bestaan op kleinere schaal, worden

ze door functionarissen bij de projectorganisaties doorgaans ontkend of

toegeschreven aan marginale, soms zelfs criminele groeperingen.

Het MarchicaMed-project overschrijdt door zijn ambitieuze opzet een veelvoud

en thematieken en vormt een knooppunt van trends en dynamieken die recent

opgang maken binnen de bredere Arabische wereld. Toch kan hier al gewezen

worden op een aantal doorkruisende thematieken. Deze kunnen elk op zich

object uitmaken van een minstens even omvangrijke studie, maar kunnen binnen

het kader van deze studie enkel beknopt besproken worden.

Een eerste vrij duidelijke dynamiek is het proces van gentrificatie dat plaatsvindt

onder het MarchicaMed-project. Het opwaarderen van buurten in functie van

economische heropleving is een gemeenplaats geworden in het stedelijke

planningsbeleid in het Globale Zuiden (Krijnen & De Beukelaer, 2015). Dit proces

heeft zowel sociaaleconomische gevolgen, het meest zichtbaar in de onteigening

van niet-officiële bebouwing, als culturele gevolgen, aangezien de architectuur en

stedelijke planning niet de traditionele lijnen van stadsontwikkeling volgt. Dit

brengt op zijn beurt een aantal secundaire sociale problemen met zich mee, zoals

het ontstaan van sloppenwijken en daarmee gepaard praktijken van landgraaien.

Gentrificatie doet dus de vraag rijzen naar de sociale kost van ‘stedelijke

heropleving’ zoals ook gedefinieerd in het MarchicaMed-project. Dergelijke

processen van gentrificatie vinden niet enkel plaats in hoofdsteden, maar ook

steeds meer in regionale centra, waar Nador een belangrijke instantie van gaat

vormen. Het is een proces dat gepaard gaat met markthervorming en het

openstellen van markten (Atkinson & Bridge, 2004).

MarchicaMed als project promoot zich ook specifiek als een ecotoeristisch

project:12

12 Voor een kritische uiteenzetting van de trends omtrent ecotoerisme, zie (Duffy, 2013; Wearing &

Neil, 2009).

Page 47: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

46

“L’Agence envisage de développer, sur le cordon dunaire, une aire naturelle protégée

accueillant la Cité des Deux Mers. Ce complexe éco-touristique totalement intégré dans le

site devra répondre aux standards internationaux […] en utilisant des méthodes et

techniques d’avant-garde en terme d’éco-construction”(Projet d'aménagement et de mise

en valeur du site de la lagune de Marchica, 2011)

Het project aan de Marchica-lagune is te zien binnen de bredere initiatieven

onder het mom van ‘geïntegreerde kustzone management’ (ICZM). Dit wordt

toegepast voor de ecologische zuivering van een breed aantal kustgebieden

gelegen langs de Middellandse Zee (Prieur & Ghezali, 2000). Hierbij gaat het

zowel om de ecologische houdbaarheid als om de bescherming tegen

klimaatgebonden rampen (Raji, Niazi, Snoussi, Dezileau, & Khouakhi, 2013).

Op basis van het veldwerk zijn er in ieder geval redenen om aan te nemen dat het

ecologisch profiel van het project geen lege doos is. Zo wordt de Marokkaanse

milieuwetgeving strikt gevolgd, worden milieueffectenrapporten opgesteld die

ook volgens het betrokken nationale ministerie strikt worden nageleefd.

Ecotoerisme geldt dus niet zuiver als een vorm van greenwashing, zij het dat het

ecologische discours dat wordt aangenomen in de promotie wel een duidelijk

vooropgesteld doel heeft. Het is immers de mix van luxueus en ecologisch

toerisme dat de kern uitmaakt van de promotie van het MarchicaMed-project

naar internationale doelgroepen toe.

Het Guggenheimeffect biedt een leidraad om de culturele factoren te begrijpen

die uitgaan van een megaproject als MarchicaMed. Dit is vergelijkbaar met de

manier het Guggenheimmuseum in Bilbao het vlaggenschip vormt van een

stedelijk hernieuwingsproject.

Karakteristiek voor stedelijke projecten die verlopen volgens het

Guggenheimeffect is dat een spectaculaire vlaggenschipfaciliteit als symbool

fungeert voor het ganse stedelijke project (Vicario & Monje, 2003). In het geval

van MarchicaMed staat de in ieder promotiefilmpje overdadig geprezen ‘Cité des

Deux Mers’ garant als symbool van regionale ontwikkeling, nationale grandeur

en verbonden met rijkere klassen wat de voornaamste doelgroep van het project

vormt. De status van MarchicaMed als een prestigeproject dat de regio inschakelt

Page 48: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

47

in de concurrentie om internationale aandacht in de vorm van investeringen

wordt hierbij als essentieel beschouwd.

Een andere dynamiek van belang die meespeelt is het zogenaamde Dubaimodel

dat voor een megaproject als MarchicaMed een belangrijke invloed heeft. De

ontwikkeling en het succesverhaal van Dubai vertoont vele parallellen met de

vooropgestelde doelen van het MarchicaMed-project. Zo heeft ook in Dubai de

doelstelling bestaan om internationaal luxetoerisme aan te trekken. Projecten die

hiertoe dienden werden geleid door The Jumeirah International Group

(Davidson, 2009).

Het Dubaimodel heeft ook een specifieke politieke dimensie die ook relevants is

voor het MarchicaMed-project:

“[T]he extremely centralized and capable decision-making structure and significant

government involvement in the economy have made it possible to coordinate sizable state

investments, incoming foreign investments, and most likely a good part of privatesector

investments. Although proponents of democracy and neoliberalism may rightfully

criticize this centralized approach, it nevertheless constitutes a major reason for Dubai’s

success. From a statist perspective, democratic or participatory forms of governmental

leadership might endanger development in its initial phases because it may divert

investment and political focus away from key factors in economic development.” (Hvidt,

2009)

Het MarchicaMed-project kent, zoals reeds besproken, gelijkaardige kenmerken.

Het oprichten van het Agentschap Marchica creëert een centraal orgaan dat

autonoom is en dus voldoende beslissingsmacht heeft om aan de voorwaarden te

kunnen voldoen om investeerders aan te trekken.

Niettemin staat dit Dubaimodel sinds de mondiale financiële crisis van 2008

onder druk en kent Dubai als modelstaat steeds meer moeite om buitenlandse

investeerders aan te trekken (Elsheshtawy, 2010). Wat de verdere gevolgen van

het mogelijke falen van dit model in de toekomst kunnen zijn voor

megaprojecten, kan als onderzoeksvraag evengoed de basis vormen voor verdere

studie.

Page 49: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

48

In dit deel is ingegaan op de gevolgen van het statuut van het MarchicaMed-

project als een nieuwe staatsruimte. Zo is onder meer ingegaan op de verhouding

tussen de publieke en private sfeer die in de institutionele structuur van het

MarchicaMed-project heel dicht op elkaar komen te staan. Een gevolg hiervan is

in de eerste plaats merkbaar in het gebrek aan verantwoordingsplicht en

democratische legitimiteit die het project kenmerken en wat onmiskenbaar ook

tot maatschappelijke gevolgen kan leiden. Ten slotte zijn nog een aantal

Page 50: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

49

Met het Bouregreg- en MarchicaMed-project zijn belangrijke precedenten gezet

voor megaprojecten in de toekomst. Van specifiek belang voor deze studie is een

concreet kenmerk geweest van het MarchicaMed-project als dusdanig, namelijk

de oprichting van een van de staat autonome organisatie, het Agentschap

Marchica, dat verantwoordelijk is voor het beheer van het project. Het

Agentschap Marchica heeft via een wet het recht in naam van ‘utilité publique',

zich gronden toe te eigenen, waarna de Société MarchicaMed de verdere

inrichting overneemt en beroep doet op private investeerders.De tweeledige

structuur van de organisaties van zowel het Bouregreg- als het MarchicaMed-

project geldt hierbij als een institutioneel sjabloon dat in de nabije toekomst niet

beperkt zal blijven tot deze twee gevalsstudies.

Het theoretisch model dat is opgezet laat ons hierbij toe om te analyseren hoe een

nieuwe staatsruimte als het MarchicaMed-project kan opgevat worden. Dit

TSNB-model bevat als synthetisch model de belangrijkste aspecten die eigen zijn

aan politieke territorialiteit, namelijk territorium, schaal, netwerken en bereik. De

bredere toepassing van dit model, op een groter aantal gevalsstudies kan verder

licht brengen op de bruikbaarheid van dit model en kan eventuele

tekortkomingen.

Ook zijn enkele verbonden onderzoekslijnen weergegeven die zich uiten in het

MarchicaMed-project en die ook in verband staan met de hoedanigheid van

nieuwe staatsruimte, maar die binnen het bestek van deze studie niet verder zijn

kunnen behandeld worden. In een opvolgende studie kunnen dergelijke aspecten

eventueel verder belicht worden en kan de relatie verduidelijkt worden tussen

bijvoorbeeld processen van gentrificatie en nieuwe staatsruimte. Of een

vergelijkende studie kan gemaakt worden tussen de projecten in Saïdia en

MarchicaMed, waarbij het eerste project voor de promotie nog enkel vertrok van

een semipublieke Maatschappij Saïdia, in tegenstelling tot de tweeledige

institutionele structuur die ondertussen het MarchicaMed-project kenmerkt.

Deze studie heeft ook de hoop maatschappelijk relevant te zijn en licht te werpen

op de interactie tussen macht en ruimte die plaatsvindt in een nieuwe

staatsruimte zoals het Agentschap Marchica en de Maatschappij MarchicaMed er

samen een vormen. Aangezien een aantal zaken over de specifieke

Page 51: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

50

machtsverhouding rond het project ondanks het geleverde veldwerk vrij

speculatief blijven, is het moeilijk om heel precieze claims te stellen over

belangenconstellaties achter het project. Niettemin kent het Agentschap Marchica

vanuit zijn autonoom statuut en de soevereiniteit die het heeft over de geplande

territoria een grote beslissingsmacht waarvoor het nauwelijks hoeft te

compenseren door verantwoordingsplicht. Een aspiratie is dan ook dat deze

studie, samen met vergelijkbare studies van megaprojecten en hun structuur

duidelijkheid kan scheppen over de maatschappelijke gevolgen hiervan en

bijgevolg ook het belang voor het middenveld om kennis te nemen van deze

institutionele structuren.

Page 52: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

51

Allen, J., & Cochrane, A. (2010). Assemblages of State Power: Topological Shifts in

the Organization of Government and Politics. Antipode, 42(5), 1071-1089.

Anderson, J. (1996). The shifting stage of politics: new medieval and postmodern

territorialities? Environment and Planning D: Society and Space, 14(2), 133-153.

Arandel, C., & Wetterberg, A. (2013). Between “Authoritarian” and

“Empowered” slum relocation: Social mediation in the case of Ennakhil, Morocco.

Cities, 30, 140-148.

Atkinson, R., & Bridge, G. (2004). Gentrification in a global context: Routledge.

Barthel, P.-A., & Mouloudi, H. (2009). Waterfronts de Casablanca et de Rabat : un

urbanisme de projet. Urbanisme, 369, 52-56.

Barthel, P.-A., & Planel, S. (2010). Tanger-Med and Casa-Marina, Prestige Projects

in Morocco: New Capitalist Frameworks and Local Context. Built Environment,

36(2), 48-63.

Belgen ontwerpen nieuwe stad. (2012, 06-12-2012). De Standaard.

Belguidoum, S., Cattedra, R., & Iraki, A. (2015). Villes et urbanités au Maghreb.

L’Année du Maghreb(12), 11-32.

Bergh, S. I. (2012). ‘Inclusive’Neoliberalism, Local Governance Reforms and the

Redeployment of State Power: The Case of the National Initiative for Human

Development (INDH) in Morocco. Mediterranean Politics, 17(3), 410-426.

Bogaert, K. (2012). New State Space Formation in Morocco:The Example of the

Bouregreg Valley. Urban Studies, 49(2), 255-270.

Boumeaza, T., Sbai, A., Salmon, M., Benata, M., & Ozer, A. (2010). Impacts

écologiques des aménagements touristiques sur le littoral de Saïdia, Maroc

oriental. Méditerranée. Revue géographique des pays méditerranéens/Journal of

Mediterranean geography(115), 94-102.

Brenner, N. (2006). New State Spaces: Urban Governance and the Rescaling of

Statehood. Oxford: Oxford University Press.

Page 53: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

52

Casey, E., Paasi, A., Shapiro, M., & Mayer, M. (2008). Comments on “Theorizing

socio-spatial relations”. Environment and Planning D: Society and Space, 26(3), 402-

404.

Catusse, M. (2005). Les réinventions du social dans le Maroc “ajusté”. Revue des

mondes musulmans et de la Méditerranée, 105-106, 221-246.

Catusse, M., Cattedra, R., & Janati, M. H. I. (2007). Decentralization and its

paradoxes in Morocco. Cities of the South, 113-135.

Cheema, G. S., & Rondinelli, D. A. (2007). Decentralizing governance: emerging

concepts and practices: Brookings Institution Press.

Chomsky, N. (1998). Domestic constituencies.

Cohen, S., & Jaidi, L. (2006). Morocco: globalization and its consequences (Vol. 6):

Taylor & Francis.

Davidson, C. M. (2009). Dubai: foreclosure of a dream. Middle East report.,

251(Summer), 8-13.

de Boer, S. (2013). Het Volk van Abdelkrim: Actualiteit en Geschiedenis van de

Marokkaanse Rif. Leeuwarden: Wijdemeer.

Duffy, R. (2013). A trip too far: ecotourism, politics, and exploitation: Earthscan.

Elsheshtawy, Y. (2010). Little space, big space: everyday urbanism in Dubai.

Brown J. World Aff., 17, 53.

Evans, P. (1997). The Eclipse of the State? Reflections on Stateness in an Era of

Globalization. World Politics, 50(1), 62-87. doi: 10.2307/25054027

Ferguson, J., & Gupta, A. (2002). Spatializing states: toward an ethnography of

neoliberal governmentality. American ethnologist, 981-1002.

Forrer, J., Kee, J. E., Newcomer, K. E., & Boyer, E. (2010). Public–private

partnerships and the public accountability question. Public Administration Review,

70(3), 475-484.

Garnaud, B., & Rochette, J. (2012). Rôle et limites de l'approche projet dans

l'aménagement du littoral à Nador (Maroc). Revue Tiers Monde, 211(3), 169-188.

Page 54: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

53

Hibou, B. (2011). Le mouvement du 20 février, le Makhzen et l'antipolitique.

L'impensé des réformes au Maroc. Dossiers du CERI, 1-12.

Huntington, H., & Wibbels, E. (2014). The Geography of Governance in Africa:

New Tools from Satellites, Surveys and Mapping Initiatives. Regional & Federal

Studies, 24(5), 625-645. doi: 10.1080/13597566.2014.971774

Hvidt, M. (2009). The Dubai model: An outline of key development-process

elements in Dubai. International Journal of Middle East Studies, 41(03), 397-418.

Iraki, A. (2003). Des Notables du Makhzen à l'Epreuve de la "Gouvernance"-Élites

locales, gestion urbaine et développement au Maroc: Harmattan.

Iraki, A. (2007). L'organisation des solidarités dans des territoires en construction:

quartiers restructurés au Maroc. Espaces et sociétés(4), 63-77.

Jessop, B., Brenner, N., & Jones, M. (2008). Theorizing sociospatial relations.

Environment and Planning. D, Society and space, 26(3), 389.

Joffé, G. (2009). Morocco’s Reform Process: Wider Implications. Mediterranean

Politics, 14(2), 151-164.

Jones, J. P. I., Woodward, K., & Marston, S. A. (2007). Situating Flatness.

Transactions of the Institute of British Geographers, 32(2), 264-276. doi:

10.2307/4626247

Kiely, R. (2005). The clash of globalisations. Neo-Liberalism, the Third Way and Anti-

Globalisation. Leiden/Boston: Brill.

Krijnen, M., & De Beukelaer, C. (2015). Capital, state and conflict: the various

drivers of diverse gentrification processes in Beirut, Lebanon. In H. B. S. L. Lees,

& L.-M. Ernesto (Ed.), Global gentrifications : uneven development and displacement.

Bristol, UK: Policy Press.

Litvack, J. I., Ahmad, J., & Bird, R. M. (1998). Rethinking decentralization in

developing countries: World Bank Publications.

Loi n° 25-10 relative à l’aménagement et à la mise en valeur du site de la lagune

de Marchica (2010).

MAP. (2010). SM le Roi nomme M. Said Zarrou directeur de l'Agence pour

l'Aménagement du site de la lagune de Marchica à Nador, Agadir Inou.

Page 55: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

54

Marston, S. A., Jones, J. P. I., & Woodward, K. (2005). Human Geography without

Scale. Transactions of the Institute of British Geographers, 30(4), 416-432. doi:

10.2307/3804505

Martin, A.-S. (2014). Immobilier : Le projet Marchica Med est relancé, La Vie éco.

Mitchell, T. (1991). The Limits of the State: Beyond Statist Approaches and Their

Critics. The American Political Science Review, 85(1), 77-96.

Naciri, M. (1985). L’aménagement de l’espace territorial au Maroc: lieux

d’autonomie et centralisation étatique. P.-R. Baduel, Etats, territoires et terroirs au

Maghreb, Paris, CNRS, 225-242.

Prieur, M., & Ghezali, M. (2000). National Legislations and Proposals for the

Guidelines Relating to Integrated Planning and Management of the

Mediterranean Coastal Zones. Nicosia, Cyprus: Priority Actions Programme

Regional Activity Centre.

. Projet d'aménagement et de mise en valeur du site de la lagune de Marchica. (2011).

Royaume du Maroc.

Raji, O., Niazi, S., Snoussi, M., Dezileau, L., & Khouakhi, A. (2013). Vulnerability

assessment of a lagoon to sea level rise and storm events: Nador lagoon (NE

Morocco). Journal of Coastal Research, 65, 802-807.

Signoles, P., Cattedra, R., & Troin, F. (2014). Territoires et politiques dans les

périphéries des grandes villes du Maghreb.

Storm, L. (2007). Democratization in Morocco: The political elite and struggles for power

in the post-independence state. London: Routledge.

Strange, S. (1996). The retreat of the state: The diffusion of power in the world economy:

Cambridge university press.

Swyngedouw, E. (2004). Globalisation or ‘glocalisation’? Networks, territories and

rescaling. Cambridge review of international affairs, 17(1), 25-48.

Vicario, L., & Monje, P. M. M. (2003). Another'Guggenheim Effect'? The

generation of a potentially gentrifiable neighbourhood in Bilbao. Urban studies,

40(12), 2383-2400.

Page 56: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

55

Wearing, S., & Neil, J. (2009). Ecotourism: impacts, potentials and possibilities? :

Routledge.

Weintraub, J. (1997). The theory and politics of the public/private distinction.

Public and private in thought and practice: Perspectives on a grand dichotomy, 1.

Wettenhall, R. (2003). The rhetoric and reality of public-private partnerships.

Public Organization Review, 3(1), 77-107.

Wolch, J., & Dear, M. (2014). The Power of Geography (RLE Social & Cultural

Geography): How Territory Shapes Social Life: Routledge.

Zapata, M. J., & Hall, C. M. (2012). Public–private collaboration in the tourism

sector: balancing legitimacy and effectiveness in local tourism partnerships. The

Spanish case. Journal of Policy Research in Tourism, Leisure and Events, 4(1), 61-83.

Page 57: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

56

Voornaam + Naam Functie

Abbas

Houssine Nibani

Architect bij het Agentschap Marchica

Voorzitter van de ngo-associatie AGIR – wil

overleg creëren tussen lokale vissers en de

projectorganisaties van MarchicaMed

Bouchra Lotfi Verantwoordelijke communicatie van de

Maatschappij MarchicaMed

Jalal Lika Fotograaf en voormalig coördinator

zuiveringsproject MarchicaMed

Chakib el-Khayari Activist en voorzitter van de voornaamste

mensenrechtenorganisatie in Noord-Marokko

(OUDHLP)

Anoniem (via Chakib el-

Khayari)

Buurtverantwoordelijke (Bouarourou/

Bouaregwijk in Nador) en eigenaar van Café

Club

Fabrice Bernard

(telefonisch interview)

Conservatoire du littoral

Délégation Europe & International

Kaylhouh Architect betrokken bij het project in Beni

Ansar

Sherazade Amhajer Directrice sociale zaken van het Agentschap

Marchica

Outman Amjab Verantwoordelijke milieu van de Maatschappij

MarchicaMed

Page 58: NIEUWE STAATSRUIMTEN EN MEGAPROJECTEN: DE CASUS ... · betrof voornamelijk een discours van modernisering, waarbij over ontwikkeling gesproken werd in termen van importsubstitutie,

57

Bouchra Oujidi Lokale ambtenares voor het Ministerie van

Milieu

Najib Bachiri Voorzitter van de ngo Association Homme et

Environnement (hoofdzetel te Berkane)