Nieuwe contacten en stof tot nadenken (oktober 2010) in SBM, magazine van de Besturenraad

2

Click here to load reader

description

Als oprichter van de digitale groep PCBO Nederland geïnterviewd voor een artikel over online netwerken in het onderwijs

Transcript of Nieuwe contacten en stof tot nadenken (oktober 2010) in SBM, magazine van de Besturenraad

Page 1: Nieuwe contacten en stof tot nadenken (oktober 2010) in SBM, magazine van de Besturenraad

“Stay in touch with colleagues and friends”, dat belooft social network

site LinkedIn haar leden. Die kunnen zich op de site presenteren met

onder andere foto en curriculum vitae. Maar ze kunnen ook een profiel

aanmaken op bijvoorbeeld Hyves, Facebook, Twitter of Netlog. Waar en

waarom gaat de christelijke schoolleider of onderwijskundige online

netwerken? SBM vroeg het vier van hen.

Het - zakelijke - netwerk uitbreiden en de geest

scherpen. Dat is, kortweg, waarvoor schoolleiders

en -bestuurders social networks gebruiken.

LinkedIn blijkt favoriet. In tegenstelling tot bijvoor-

beeld Hyves of Facebook richt LinkedIn zich expli-

ciet op zakelijke contacten. Hier leer je de ander

niet kennen via zijn vakantiefoto’s, posts over een

gewonnen voetbalwedstrijd of wat er vanavond op

het menu staat, maar door zijn bijdrage aan een

discussie en een kijkje in zijn cv.

Discussiëren met andere professionals

“Een paar jaar geleden dacht ik nog: die social

networks zijn alleen maar een manier om jezelf te

etaleren. In negatieve zin: ik vond het narcis-

tisch”, vertelt Ad Vos (54). Toen een collega hem

uitnodigde voor LinkedIn, werd Vos tóch nieuws-

gierig. Hij nam zich voor het netwerk een half jaar

lang intensief te gebruiken. “Als het niets was zou

ik daarna mijn profiel verwijderen. Maar LinkedIn

leverde me in die zes maanden zo veel op!

Het is belangrijk voor mijn beroepsuitoefening.”

Waarom? “Je krijgt ideeën en een netwerk.

Via LinkedIn vraag ik mensen naar hun ervaringen

en meng ik me in discussiegroepen.”

LinkedIn biedt namelijk ook de mogelijkheid een

‘groep’ te starten. Andere ‘LinkedInners’ worden

lid van zo’n groep en kunnen er een discussie

beginnen. Vos bijvoorbeeld, begon de groep

‘Passend onderwijs en effecten’ en opende het

gesprek over de positie van de basisschool-

directeur.

Ook Anneke Duit (45) richtte een groep op:

PCBO Nederland. “Een beleidsmedewerker van

mijn stichting zei dat we intern veel meer van en

met elkaar zouden kunnen leren. Toen dacht ik:

waarom bìnnen de stichting? Dat kan groter,

bijvoorbeeld via LinkedIn! Zo ontstond PCBO

Nederland.” Duit hoopt dat de online ‘gesprekken’

bijdragen aan de kwaliteit en christelijke identiteit

van het onderwijs. “Ik denk dat het onderwijs zich

moet aanpassen aan de behoeften van de maat-

schappij. Wat die behoeften zijn, kun je mede op

internet ontdekken. Het mooie van zo’n social net-

work is dat niet alleen collega’s uit het onderwijs-

veld, maar ook andere stakeholders als ouders en

politieke partijen van zich laten horen.”

Contacten en mogelijkheden

Haar LinkedIn-netwerk levert Duit overigens meer

op dan ideeën. “Je doet contacten op die je nor-

maalgesproken niet zou leren kennen. Dat heeft

me al freelancewerkzaamheden opgeleverd en ik

werd uitgenodigd een artikel te schrijven over de

ontwikkeling van de Brede School.”

Social networks in het onderwijs

Nieuwecontactenen stof totnadenken

Nieuwe contacten en stof tot nadenken Tekst Hes te r van de Kaa

Anneke Duit

Onderwijskundige en leerkracht

bij PCBO Amersfoort

LinkedIn

Drijvende kracht achter LinkedIn-

groep PCBO Nederland

Ad Vos

Algemeen directeur PCO

Alblasserdam-Zwij ndrecht

LinkedIn, Windows Life Office

Startte de groep ‘Passend onderwijs

en effecten’ en de discussie ‘ALARM:

de basisschooldirecteur in de knel!’

Page 2: Nieuwe contacten en stof tot nadenken (oktober 2010) in SBM, magazine van de Besturenraad

De contacten kunnen dus werk opleveren.

Zo gebruikte Wim-Jan Renkema (42) LinkedIn

eens om een vacature onder de aandacht te

brengen. “LinkedIn maakt de verbanden tussen

mensen inzichtelijk en dat heeft voordelen.

Toen ik een vacature verspreidde, reageerden veel

mensen dat ze het nieuws weer binnen hun eigen

netwerk uitzetten. Als je een advertentie in een

krant plaatst, ben je lang bezig het kaf van het

koren te scheiden. Via LinkedIn weet je snel uit

wat voor netwerk iemand komt.”

Schoolbestuurders, deel je visie

Renkema twittert ook. In zijn berichtjes van 140

tekens op twitter.com reageert hij op onderwerpen

die maatschappelijk in de belangstelling staan.

Zo schreef hij zelf: “Terug van vakantie: Nederland

is veranderd! Plotseling mag er weer worden

‘gedoogd’ in de politiek. Ik dacht dat dat passé

was.” Dat zijn berichtje voor anderen stof tot

nadenken is, vindt hij leuk. “De social networks

zouden ook voor christelijke schoolbestuurders

meer op dat niveau gebruikt kunnen worden: om

hun visie te geven op maatschappelijke ontwikke-

lingen. Tegelijkertijd moet je goed nadenken over

wat je publiek maakt. Informatie op internet kan

immers tot in lengte van dagen teruggevonden

worden.”

Waarom twittert Renkema dan iets persoonlijks

als: “Hockey in de zon in Harderwijk: de laatste

wedstrijd van het seizoen. Uitslag: 20-20.

Spelertjes in het zweet.. .coach tevreden”? Júist

omdat er al van alles over hem gevonden kan

worden, legt hij uit. “Via google kunnen mensen

zich in één oogopslag een beeld van mij vormen.

Ze zien waar ik sinds mijn studie heb gewerkt,

welke predikant mijn kinderen gedoopt heeft en

dat ik lid ben van een politieke partij. Zelf heb ik

weinig over die informatie te zeggen. Daarom is

het beter dat ik die identiteit die ik tóch al heb,

zelf vormgeef. Ik ben hockeycoach. Weinig men-

sen weten dat, maar door er over te twitteren kan

ik verschillende activiteiten van mijzelf laten zien.”

Reageren op ontwikkelingen in het onderwijs en –

management, dat wilde Anke de Peuter (51) op

een social network. Ook zij koos voor LinkedIn en

is verrast door de informatie die ze er opdoet.

“Ik ben bijvoorbeeld lid van de groep VO Netwerk.

Het Mendelcollege is een één pitter, dus achter

veel informatie moet je zelf aan. De discussies op

die groep helpen.”

Een concreet voorbeeld van een oplossing waar de

reacties op LinkedIn toe leidde? “Tja, die zijn dus

heel lastig te geven. Je kunt namelijk deelnemen

aan een discussie op LinkedIn, maar daarna...

Niemand is verantwoordelijk. In de discussie over

“60 – 40” - over het slinkend vmbo-aandeel in

het vo - wordt vaak opgeroepen tot meer onder-

zoek. Maar of dat onderzoek er ook gaat komen?”

De Peuter mist actie in de praktijk naar aanleiding

van een discussie.

Real life vervolg

Vos hoopt daar verandering in te brengen.

Althans, op zijn eigen onderwerp. “De discussie

over de positie van de schooldirecteur roept veel

reacties op en de deelnemers willen elkaar binnen-

kort in real life ontmoeten. Misschien kunnen we

een actie op touw zetten.”

Vos wil ook de docenten binnen zijn stichting

enthousiast maken voor social networks. Vanaf dit

jaar krijgen zij Windows Live aangeboden. In dit

gratis online Windows-systeem kun je een profiel

aanmaken en anderen aan je netwerk toevoegen.

“Bovendien kun je MSN-en. We stimuleren onze

leerkrachten dit te gebruiken. Collega’s van ver-

schillende scholen, die elkaar normaalgesproken

niet tegenkomen in de koffiekamer, kunnen zo wel

met elkaar spreken over bepaalde thema’s.

Mensen ook op afstand laten samenwerken, dat is

het ultieme doel.” Vos probeert het netwerk nu op

verschillende manieren onder de aandacht te

brengen. Zo schrijft hij elke maand een artikel in

het personeelsblad over de mogelijkheden van

Windows Live. Daarnaast blogt hij over de werk-

zaamheden van het schoolbestuur c.q. algemene

directie. “Door te laten zien waar we mee bezig

zijn, wil ik de afstand tussen leerkrachten en het

bestuur verkleinen.”

De surfende schoolleiders en - directeuren hebben

allemaal het gevoel dat social network sites meer

geïntegreerd zouden kunnen worden in het onder-

wijs, zowel onder leerkrachten als in de les.

Duit: “Ik heb het idee dat ik met de voorlopers in

het veld bezig ben, dat vind ik heel spannend.”

Dat ervaart ook Vos: “Als beroepsbeoefenaar moet

je vooruitkijken. Het gebruik van internet neemt

alleen maar toe. Als je dat naast je neerlegt omdat

je het ingewikkeld of gevaarlijk vindt, laat je een

grote kans liggen.”

Nieuwe contacten en stof tot nadenken19

Anke de Peuter

Conrector/plv. rector op het

Mendelcollege, Haarlem

LinkedIn

Discussieert op onder andere het

VO Netwerk op LinkedIn

Wim-Jan Renkema

Lid raad van toezicht op het Lauwers

College

Voorzitter Commissie Governance bij

Besturenraad

Bestuurslid PCBO Meppel

LinkedIn, Twitter

Geeft via social networks zijn visie op

maatschappeli jke ontwikkelingen