Netwerk gaf Willebrands sleutelrol

1
24 april 2013 11 TERTIO kinderen met springtuigen door de geestdrift van drie ‘vijanden’. Een sleutel- passage die trouwens losjes geïnspireerd is op de verplichte passage van de schrijfster in het IDF. Impliciete klaagzang Het lappendeken van vaak bevreemdende ge- beurtenissen dat Boianjiu kunstig aan elkaar haakt, toont pagina na pagina steeds duidelijker hoe conflictsituaties ontmenselijkend werken. De militaire machine walst over de meeste per- sonages en verstoort hun ‘coming of age’. Maar wie daarbij gedesoriënteerd raakt, beseft dat zo- iets bij het leven in het huidige Israël ‘hoort’. Be- rusting vormt het beste pantser wanneer elke passant een potentiële vijand is. En net door schijnbaar de schouders op te halen, wekt de vertelster verontwaardiging op. Boianjiu beseft duidelijk dat een expliciete aanklacht minder aan de ribben plakt dan onderkoeling. In de lite- ratuur is al menige klaagzang over de absurdi- teit van geweld aangeheven, maar deze roman triggert de lezer om zelf tot dit besluit te komen. Nauwelijks achttienjarige meiden die tegenover kinderen met springtuigen staan. En niemand die echt weet waarmee hij bezig is. De leeshou- ding die zoiets inspireert, is hoofdschuddend. Geen wijzende vingers Dit internationaal veelgeprezen debuut is dui- delijk geëngageerd, maar de auteur beseft ge- lukkig dat in literatuur propaganda geen plek heeft. Daarom kiest ze ook geen partij. Pales- tijnse burgers en Israëli’s zijn afwisselend da- ders en slachtoffers.Het eeuwige volk uit de titel is verwikkeld in een strijd die voor betrok- kenen al eeuwen lijkt te duren. De onverzoen- lijkheid die aan de basis ligt van dit ontmen- selijkende permanente conflict, is zo de echte booswicht in deze verontrustende roman. Shani Boianjiu, Het eeuwige volk kent geen angst, Ambo/Anthos, Amsterdam, 286 blz., € 19,95. Bestellen kan via www.tertio.be © rr Kerk bij de tijd brengen Paus Johannes XXIII opende op 11 oktober 1962 het Tweede Vaticaans Concilie. In zijn rede Gaudet Mater Ecclesia had hij het over het ‘aggiornamento’, het bij de tijd brengen van de kerk. Een van de grote realisaties daarbij was de erkenning van de oecumene. Daarin speelde de Nederlandse kardinaal Jo Willebrands een grote rol. Joris Delporte | De klinkende naam van Jo Wil- lebrands is in Vlaanderen onlosmakelijk verbon- den met grote doorbraken voor de oecumene en dan met name tijdens Vaticanum II. Zo was hij het die in 1965 de verklaring uitsprak waarmee de wederzijdse excommunicaties van de rooms- katholieke en oosters-orthodoxe kerkleiders (begin Oosters Schisma in 1054, nvdr) werden opge- heven. Vier jaar later bracht hij het zelfs tot voor- zitter van het Secretariaat voor de Eenheid on- der de Christenen (huidige Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Eenheid der Christenen, nvdr) die hij tijdens het Concilie als secretaris diende. Bo- ven de Moerdijk genoot hij dan weer vooral be- kendheid als aartsbisschop van Utrecht tijdens de woelige periode in de nasleep van het pasto- rale concilie in Noordwijkerhout. “Deze typering uit beide lage landen klopt, maar is onvolledig”, geeft Karim Schelkens aan. Het staflid van het ‘Cardinal Willebrands Research Centre’ aan de ‘Tilburg School of Catholic Theo- logy’ betreurt onder meer dat de centrale rol die hij speelde tijdens zijn preconciliaire Neder- landse jaren onderbelicht blijft.“Dit terwijl zowel de latere kardinaal als zijn kerkprovincie destijds een belangrijke evolutie doormaakte.” Nieuw man dankzij Newman Schelkens die ook verbonden is met het Cen- trum voor Conciliestudie van de KU Leuven, schrijft een academische biografie van Wille- brands die over drie jaar in het Engels verschijnt. Voor dat project volgt hij bewust zijsporen bin- nen Willebrands’ levensloop en speurt daarbij naar de katholieke bijdrage tot de oecumene. Een van die sporen heeft hem naar het proef- schrift geleid dat de Nederlander aan de En- gelse theoloog en notoire bekeerling John Henry Newman wijdde. “Toen hij aan het Angelicum (Pauselijke Universiteit Sint-Thomas van Aquino, nvdr) op dit onderwerp doctoreerde, maakte hij een heuse ‘filosofische bekering’ mee”, vertelt de vorser. “In dit bolwerk van het neothomisme wou hij Newman aanvankelijk bestrijden. Maar hoe meer hij zich in zijn onderwerp verdiepte, hoe duidelijker het voor hem werd dat een neo- thomistisch kader niet alleen te eng was om Newman gepast te duiden, maar het ook diende af te leggen tegen de meer inductieve methode van Newman. Een voortschrijdend inzicht dat niet in dank werd afgenomen binnen het Ange- licum. Hierdoor haalde hij geen hoge score en werd het werk zelfs nooit gepubliceerd. Morgen zetten we dat evenwel recht op het symposium.” Preconciliair netwerk De receptiegeschiedenis van Newman is be- langwekkend op zich, maar heeft Willebrands door dat onderzoek ook zijn oecumenische ge- voeligheid aangescherpt? Schelkens meent al- vast van wel.“Dankzij de Engelse kardinaal kreeg hij interesse in de historische context van kerk- gemeenschappen. Mede hierdoor liet hij de des- tijds gebruikelijke focus op ‘terugkeeroecumene’ los en leerde hij de positieve facetten van tradi- ties buiten het rooms-katholicisme waarderen.” Deze beginnende openheid tegenover protes- tanten – maar ook tegenover het jodendom – werd vervolgens versterkt tijdens Willebrands’ passage in Amsterdam. Schelkens: “Als kapelaan van het plaatselijke begijnhof kwam hij in con- tact met joodse huurders. Later, in de jaren vijf- tig, leerde zijn secretaresse die een joodse be- keerlinge was hem die godsdienst van binnen- uit kennen. Gelijktijdig met een professoraat in de filosofie aan het Warmondse Grootseminarie leidde hij trouwens de ‘Katholieke Conferentie voor Oecumenische Vragen’. Een internationaal platform waarbinnen hij contacten legde die hem voorbereidden op zijn cruciale rol tijdens Vaticanum II. Veel specialisten die hij dankzij dit preconciliaire netwerk leerde kennen, nam hij ook tijdens het Concilie in de arm.” Oecumenische reuzenstap Over de eigenlijke bijdrage van de Nederlandse intellectueel aan de conciliedocumenten over oecumene (Unitatis Redintegratio), godsdienst- vrijheid (Dignitatis Humanae) en de verhouding tot niet-christelijke godsdiensten (Nostra Aetate) is de vorser formeel. “Bij de start van het Conci- lie was Willebrands nog geen bisschop en dus evenmin concilievader. Hij voerde dus zeker niet het hoge woord, maar vervulde wel een sleutel- rol achter de schermen bij de redactie van die teksten. Daarnaast bepaalde ook zijn diploma- tieke talent mee het verloop van Vaticanum II. Zo reisde hij onder meer naar Rusland om obser- vatoren van niet-katholieke denominaties naar Rome te lokken. Een historische krachttoer die tijdens Vaticanum I mislukte en sinds eeuwen niet was vertoond. De fysieke aanwezigheid van deze waarnemers zou dan ook een factor van betekenis worden op Vaticanum II.” Het symposium over De Nederlandse jaren van kardinaal Willebrands vindt morgen vanaf 9.30 uur plaats in het audito- rium van het Utrechtse Museum Catha- rijneconvent. Vakspecialisten nemen deze afspraak te baat om zowel de publicatie van het proefschrift over John Henry Newman als de inventaris van zijn persoonlijke archieven te presenteren. ‘Netwerk gaf Willebrands sleutelrol’ Jo(hannes) Willebrands (1909-2006) staat te boek als wegbereider van de oecumene tijdens en na Vaticanum II. Veel minder bekend is zijn ‘filosofische bekering’ onder impuls van kardinaal John Henry Newman. Ook zijn preconciliaire netwerk van oecumenespecialisten is op de achtergrond van onze kerkgeschiedenis verzeild. Onderzoeker Karim Schelkens plaatst morgen deze onderbelichte wetenswaardigheden over de kardinaal in de schijnwerpers tijdens een symposium in Utrecht. Jo Willebrands kondigt op 7 december 1965 de an- nulatie af van excommunicaties van 1054. © rr Karim Schelkens schrijft biografie. © rr

description

Jo(hannes) Willebrands (1909-2006) staat te boek als wegbereider van de oecumene tijdens en na Vaticanum II. Veel minder bekend is zijn ‘filosofische bekering’ onder impuls van kardinaal John Henry Newman. Ook zijn preconciliaire netwerk van oecumenespecialisten is op de achtergrond van onze kerkgeschiedenis verzeild.

Transcript of Netwerk gaf Willebrands sleutelrol

Page 1: Netwerk gaf Willebrands sleutelrol

24 april 2013 11TERTIO

kinderen met springtuigendoor de geestdrift van drie ‘vijanden’. Een sleutel-passage die trouwens losjes geïnspireerd is op de verplichte passage van de schrijfster in het IDF.

Impliciete klaagzangHet lappendeken van vaak bevreemdende ge-beurtenissen dat Boianjiu kunstig aan elkaar haakt, toont pagina na pagina steeds duidelijker hoe conflictsituaties ontmenselijkend werken. De militaire machine walst over de meeste per-sonages en verstoort hun ‘coming of age’. Maar wie daarbij gedesoriënteerd raakt, beseft dat zo-iets bij het leven in het huidige Israël ‘hoort’. Be-

rusting vormt het beste pantser wanneer elke passant een potentiële vijand is. En net door schijnbaar de schouders op te halen, wekt de vertelster verontwaardiging op. Boianjiu beseft duidelijk dat een expliciete aanklacht minder aan de ribben plakt dan onderkoeling. In de lite-ratuur is al menige klaagzang over de absurdi-teit van geweld aangeheven, maar deze roman triggert de lezer om zelf tot dit besluit te komen. Nauwelijks achttienjarige meiden die tegenover kinderen met springtuigen staan. En niemand die echt weet waarmee hij bezig is. De leeshou-ding die zoiets inspireert, is hoofdschuddend.

Geen wijzende vingersDit internationaal veelgeprezen debuut is dui-delijk geëngageerd, maar de auteur beseft ge-lukkig dat in literatuur propaganda geen plek heeft. Daarom kiest ze ook geen partij. Pales-tijnse burgers en Israëli’s zijn afwisselend da-ders en slachtoffers.Het eeuwige volk uit de titel is verwikkeld in een strijd die voor betrok-kenen al eeuwen lijkt te duren. De onverzoen-lijkheid die aan de basis ligt van dit ontmen-selijkende permanente conflict, is zo de echte booswicht in deze verontrustende roman.

Shani Boianjiu, Het eeuwige volk kent geen angst, Ambo/Anthos, Amsterdam, 286 blz., € 19,95. Bestellen kan via www.tertio.be

© rr

Kerk bij de tijd brengenPaus Johannes XXIII opende op 11 oktober 1962 het Tweede Vaticaans Concilie. In zijn rede Gaudet Mater Ecclesia had hij het over het ‘aggiornamento’, het bij de tijd brengen van de kerk. Een van de grote realisaties daarbij was de erkenning van de oecumene. Daarin speelde de Nederlandse kardinaal Jo Willebrands een grote rol.

Joris Delporte | De klinkende naam van Jo Wil-lebrands is in Vlaanderen onlosmakelijk verbon-den met grote doorbraken voor de oecumene en dan met name tijdens Vaticanum II. Zo was hij het die in 1965 de verklaring uitsprak waarmee de wederzijdse excommunicaties van de rooms-katholieke en oosters-orthodoxe kerkleiders (begin Oosters Schisma in 1054, nvdr) werden opge-heven. Vier jaar later bracht hij het zelfs tot voor-zitter van het Secretariaat voor de Eenheid on-der de Christenen (huidige Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Eenheid der Christenen, nvdr) die hij tijdens het Concilie als secretaris diende. Bo-ven de Moerdijk genoot hij dan weer vooral be-

kendheid als aartsbisschop van Utrecht tijdens de woelige periode in de nasleep van het pasto-rale concilie in Noordwijkerhout.

“Deze typering uit beide lage landen klopt, maar is onvolledig”, geeft Karim Schelkens aan. Het staflid van het ‘Cardinal Willebrands Research Centre’ aan de ‘Tilburg School of Catholic Theo-logy’ betreurt onder meer dat de centrale rol die hij speelde tijdens zijn preconciliaire Neder-landse jaren onderbelicht blijft. “Dit terwijl zowel de latere kardinaal als zijn kerkprovincie destijds een belangrijke evolutie doormaakte.”

Nieuw man dankzij NewmanSchelkens die ook verbonden is met het Cen-trum voor Conciliestudie van de KU Leuven, schrijft een academische biografie van Wille-brands die over drie jaar in het Engels verschijnt. Voor dat project volgt hij bewust zijsporen bin-nen Willebrands’ levensloop en speurt daarbij naar de katholieke bijdrage tot de oecumene. Een van die sporen heeft hem naar het proef-schrift geleid dat de Nederlander aan de En-gelse theoloog en notoire bekeerling John Henry Newman wijdde. “Toen hij aan het Angelicum (Pauselijke Universiteit Sint-Thomas van Aquino, nvdr) op dit onderwerp doctoreerde, maakte hij een heuse ‘filosofische bekering’ mee”, vertelt de vorser. “In dit bolwerk van het neothomisme wou hij Newman aanvankelijk bestrijden. Maar hoe meer hij zich in zijn onderwerp verdiepte, hoe duidelijker het voor hem werd dat een neo-thomistisch kader niet alleen te eng was om

Newman gepast te duiden, maar het ook diende af te leggen tegen de meer inductieve methode van Newman. Een voortschrijdend inzicht dat niet in dank werd afgenomen binnen het Ange-licum. Hierdoor haalde hij geen hoge score en werd het werk zelfs nooit gepubliceerd. Morgen zetten we dat evenwel recht op het symposium.”

Preconciliair netwerkDe receptiegeschiedenis van Newman is be-langwekkend op zich, maar heeft Willebrands door dat onderzoek ook zijn oecumenische ge-voeligheid aangescherpt? Schelkens meent al-vast van wel. “Dankzij de Engelse kardinaal kreeg hij interesse in de historische context van kerk-gemeenschappen. Mede hierdoor liet hij de des-tijds gebruikelijke focus op ‘terugkeeroecumene’ los en leerde hij de positieve facetten van tradi-ties buiten het rooms-katholicisme waarderen.”

Deze beginnende openheid tegenover protes-tanten – maar ook tegenover het jodendom – werd vervolgens versterkt tijdens Willebrands’ passage in Amsterdam. Schelkens: “Als kapelaan van het plaatselijke begijnhof kwam hij in con-tact met joodse huurders. Later, in de jaren vijf-tig, leerde zijn secretaresse – die een joodse be-keerlinge was – hem die godsdienst van binnen-uit kennen. Gelijktijdig met een professoraat in de filosofie aan het Warmondse Grootseminarie leidde hij trouwens de ‘Katholieke Conferentie voor Oecumenische Vragen’. Een internationaal platform waarbinnen hij contacten legde die hem voorbereidden op zijn cruciale rol tijdens Vaticanum II. Veel specialisten die hij dankzij dit preconciliaire netwerk leerde kennen, nam hij ook tijdens het Concilie in de arm.”

Oecumenische reuzenstapOver de eigenlijke bijdrage van de Nederlandse intellectueel aan de conciliedocumenten over oecumene (Unitatis Redintegratio), godsdienst-vrijheid (Dignitatis Humanae) en de verhouding tot niet-christelijke godsdiensten (Nostra Aetate)

is de vorser formeel. “Bij de start van het Conci-lie was Willebrands nog geen bisschop en dus evenmin concilievader. Hij voerde dus zeker niet het hoge woord, maar vervulde wel een sleutel-rol achter de schermen bij de redactie van die teksten. Daarnaast bepaalde ook zijn diploma-tieke talent mee het verloop van Vaticanum II. Zo reisde hij onder meer naar Rusland om obser-vatoren van niet-katholieke denominaties naar Rome te lokken. Een historische krachttoer die tijdens Vaticanum I mislukte en sinds eeuwen niet was vertoond. De fysieke aanwezigheid van deze waarnemers zou dan ook een factor van betekenis worden op Vaticanum II.”

Het symposium over De Nederlandse jaren van kardinaal Willebrands vindt morgen vanaf 9.30 uur plaats in het audito-rium van het Utrechtse Museum Catha-rijneconvent. Vakspecialisten nemen deze afspraak te baat om zowel de publicatie van het proefschrift over John Henry Newman als de inventaris van zijn persoonlijke archieven te presenteren.

‘Netwerk gaf Willebrands sleutelrol’ Jo(hannes) Willebrands (1909-2006) staat te boek als wegbereider van

de oecumene tijdens en na Vaticanum II. Veel minder bekend is zijn

‘filosofische bekering’ onder impuls van kardinaal John Henry Newman.

Ook zijn preconciliaire netwerk van oecumenespecialisten is op de

achtergrond van onze kerkgeschiedenis verzeild. Onderzoeker Karim

Schelkens plaatst morgen deze onderbelichte wetenswaardigheden over

de kardinaal in de schijnwerpers tijdens een symposium in Utrecht.

Jo Willebrands kondigt op 7 december 1965 de an-

nulatie af van excommunicaties van 1054. © rr

Karim Schelkens schrijft biografie. © rr