Neohumanisme 1 2015-2016

60
NEOHUMANISME 1e kwartaal 2015-2016 Afzendadres - Verantwoordelijke uitgever Thomas Buyse Mgr.Sllemansstraat 9 Sint-Nikaas Afgiſtekantoor Stapelplein Gent 4 edies per jaar P91 11 96 België - Belgique PB - PP BC 31407

description

Jaargang 79

Transcript of Neohumanisme 1 2015-2016

Page 1: Neohumanisme 1 2015-2016

NEOHUMANISME

1e kwartaal 2015-2016Afzendadres - Verantwoordelijke uitgever

Thomas BuyseMgr.Stillemansstraat 9 Sint-Nikaas

Afgiftekantoor Stapelplein Gent4 edities per jaar

P91 11 96

België - Belgique

PB - PP

BC 31407

Page 2: Neohumanisme 1 2015-2016

INHOUD

VISIE 5 Wie is er bang van open grenzen? 45 Baas in eigen buik? Arno Morsa Julie Van Pée

8 Over welvaartsstaten, schuld, banken en (een beetje) INTERVIEW over Griekenland 56 Dirk Verhofstadt Lode Cossaer

HET LEZEN WAARD 15 Kunstmatige vrije wil 27 Wereldrijk voor een dag Jonathan Peck Arno Couwenberg

22 War on Truth VARIA Tim Vaucerels 3 Voorwoord 4 Editoriaal 30 De absolutie van de Katholieke Kerk 14 Bestuur Vince Liégeois 29 Slaet opten trommele 39 Kruiswoordraadsel 42 De waarde van waardigheid 40 Ereleden Thomas Buyse 60 Sponsors

Het Neohumanisme is een forum voor discussie over politiek, economie, filosofie en alles wat binnen de

liberale beweging gezegd moet worden. Wie een artikel wil schrijven; neem contact op met [email protected]!

REDACTIE

Hoofdredacteur Vince Liégeois Redactie: Jonathan Peck Lay-out Vince Liégeois Timon Lesage Mats Cuvelier

2

Page 3: Neohumanisme 1 2015-2016

Voorwoord Thomas Buyse

Thomas BuyseVoorzitter LVSV Gent

Gent is op dit moment werkelijk een bijzonder moo-ie plek. Toegegeven, Gent is altijd een mooie plek om te vertoeven, maar de maanden september en ok-tober brengen wel meer dan enkel het vallen van de bladeren met zich mee. Het studentenvolkje neemt namelijk opnieuw zijn intrek in de Arteveldestad. Het is een beeld dat jaarlijks terugkeert: overvolle auditoria, eerstejaarsstudenten die schoorvoetend de beruchte Overpoort betreden en oudere studenten die elkaar na drie maanden zon-zee-strand weer terugzien.

Elk jaar mogen wij enkele van die nieuwe en iets mind-er nieuwe studenten ontvangen bij het LVSV. Logisch ook, want elk jaar hebben wij heel wat te bieden aan de studentengemeenschap: boeiende lezingen en debatten, cantussen, een quiz, een bierbowling, een reis en natuurlijk niet te vergeten de bijwijlen gezel-lige toogdiscussies. Dit jaar is echter een bijzonder jaar, een historisch jaar. LVSV Gent en bij uitbreiding het gehele LVSV met al haar afdelingen gaan dit jaar

een 85ste jaar tegemoet! 85 jaar al verdedigt het LVSV de vrijheid en scherpt zij de kritische geest van al haar leden.

Dat het lustrumjaar niet zomaar in stilte zal passeren zult u geweten hebben, beste lezer! Verwacht u aan een jaar gevuld met formele en minder formele avon-den, activiteiten en evenementen en ook ons eigen magazine “Neohumanisme” zal later dit jaar extra in de bloemetjes gezet worden met een speciale editie. Het kersverse bestuur met enkele nieuwe gezichten is er alvast klaar voor en wij hopen dat u dat ook bent!

We verwelkomen u alvast graag op 30 september op ons jaarlijks openingsdebat, dat inmiddels gi-gantische proporties heeft aangenomen. De affiche voor het debat en de rest van de kalender zien er al-vast weer uit om duimen en vingers bij af te likken.

Tot binnenkort!

3

Page 4: Neohumanisme 1 2015-2016

Vince Liégeois Hoofdredacteur LVSV Gent

Editoriaal Vince Liégeois

Het is met gepaste trots en de nodige dosis zelfgen-oegzaamheid dat ik u de eerste Neohumanisme van het werkingsjaar 2015-2016 voorstel, tevens mijn eerste Neohumanisme als hoofdredacteur. Een geweldig Neo’tje is het trouwens geworden als u het mij vraagt. Niet zozeer omdat ik zelf niet zo’n grote digibeet bleek te zijn als verwacht, als wel om de in-houd en de kritische toon van deze editie. Deze editie van het Neo’tje bevat namelijk zowel actuele onder-werpen zoals de vluchtelingencrisis, Rusland en de crisis waarin Griekenland zich bevindt, alsook liber-ale toponderwerpen zoals het probleem van de wel-vaartsstaat, vrije wil en de scheiding van kerk en staat.

Ook - en misschien zelfs vooral - de kritische ondertoon van ons blad maken deze uitgave alweer geslaagd. Vrijw-el alle artikels in het Neo’tje geven blijk van een kritische en intelligente dimensie die vrijwel niemand ziet, helaas ook de politici zelf niet. Toch is het deze kritische “di-mensie” die nodig is om problemen als de vluchtelin-gencrisis en de eurocrisis goed en volledig op te lossen.

Het is daarom dat ik in mijn editoriaal voorwoord aan eenieder oproep om kritisch (en liefst ook liberaal) na te denken. Niet alleen aan de politici maar ook aan de mensen die zich niet of minder met politiek bezig houd-en. Geen enkele beschaving is ooit slechter geworden door meer kritisch te denken, integendeel. Maar al te veel beschavingen en ook personen zijn ten onder ge-gaan door zich schuldig te maken aan populisme en conservatisme. Het symbool van het hedendaagse geb-rek aan kritisch en oprecht denken werd ongetwijfeld de 3-jarige Aylan Kurdi, wiens dood als geen ander uit-beeldt dat een gebrek aan kritisch denken uiteindelijk uitmondt in protectionisme en onverdraagzaamheid.

Het LVSV is altijd al een vereniging van kritische en liberale denkers geweest, misschien wel één van de laatste die er nog is, zelfs kritisch tegenover de lib-erale zaak indien zij dit nodig acht. Het is zoals Lud-wig Von Mises decennia geleden al zei: er zijn nog maar weinig echte liberalen - die de echte betekenis

van het liberalisme nog eren - over in Europa. Dat is eigenlijk hoe ik vaak naar het LVSV kijk; als het laat-ste groepje echte en kritische liberalen in België.Zeker gezien Libera! tegenwoordig meer vertrouwen stelt in Xavier Everhaert dan in de liberale waarden.

Ik hoop daarom ook dat deze mooie editie van het Neohumanisme het begin is van alweer een geslaagd, interessant en kritisch jaar voor LVSV Gent. Verder in deze editie kunt u nog een in-terview vinden met Dirk Verhofstadt, oprichter van Liberales en schrijver van de Liberale Canon.

Op de voorkaft van deze editie vindt u het schilderij “Feest van de Vrijheid” van Slavica Sekuloski, dat in 2013 door Amnesty International geveild werd. Dit schilderij koos ik omdat vrijheid een groot feest is, wat wij als liberalen natuurlijk inzien, en dat meer vri-jheid to meer geluk en meer welvaart leidt. Ik hoop dat we daarom in de toekomst - en zeker in landen als Syrië en Rusland - meer vrijheid mogen genieten, want een leven met te weinig vrijheid is geen leven.

Veel leesplezier!

De 3-jarige Aylan werd het symbool van de vluchtelin-gencrisis en het falen van Europa.

4

Page 5: Neohumanisme 1 2015-2016

Arno MorsaOud-bestuurslid LVSV Gent

Visie

Wie is er bang van open grenzen?

Arno Morsa

De tekst van oud-bestuurslid Arno Morsa kon - met de hedendaagse vluchtelingencrisis - niet actueler zijn. Arno Morsa probeert in zijn tekst aan te tonen dat alle protectionis-

tische gedachten ten opzichte van immigratie gebasseerd zijn op onwaarheden en dat er goede argumenten zijn om pro migratie te pleiten.

Afgelopen weken was het drummen voor politici om een plekje te krijgen waar ze hun beklag konden doen over de overlast die de talloze aangespoelde vluchtelingen met zich meebrengen. ‘Wij kunnen deze ongeziene immigratiegolf niet aan,’ klonk het in koor.De economische crisis en de hoge werkloosheidsci-jfers duwen politici duidelijk steeds meer richting re-pressieve beleidsinstrumenten. De poorten van Fort Europa sluiten onherroepelijk. De ‘collateral dam-age’ in de vorm van enkele honderden, zo niet dui-zenden, verdronken vluchtelingen nemen ze er maar bij. Maar is het hermetisch afsluiten van onze gren-zen een juiste reactie op een eeuwenoud fenomeen?

De politiek creëert een angstig klimaat

Een politieke meerderheid is ervan overtu-igd dat een land zijn grenzen niet onbeperkt kan openen voor migranten. Zij zouden nu een-maal grote kosten voor de sociale zekerheid mee-brengen en jobs van de lokale burgers innemen.

Dit zijn populistische argumenten die kant noch wal raken. Politici die angst willen cultiveren, blijven de bevolking inpeperen dat we overspoeld zouden worden met vluchtelingen. Dacht men na de toe-treding van de Oost-Europese landen tot de Eu-ropese Unie ook niet dat hetzelfde zou gebeuren?

Maar cijfers liegen niet. Het aantal internationale migranten steeg minder snel dan de totale wereld-bevolking. Zevenennegentig procent van de wereld-bevolking blijkt geen migrant te zijn. Van een overspo-eling is dus geen sprake. Door framing van de media en de hoge concentratie aan migranten in steden kan men die indruk krijgen, maar het tegendeel is waar.

Clichés

‘Maar wie gaat die mensen onderhouden?’ is een andere dooddoener. Men lijkt ervan uit te gaan dat vluchtelingen enkel kunnen overleven bij gratie van een overheid. Maar het is net de overheid die ervoor zorgt dat deze vluchtelingen afhankelijk zijn van hen, waar-door de kosten voor de sociale zekerheid hoog oplopen.

Die afhankelijkheid is het resultaat van beleidsmak-ers die vluchtelingen verbieden te werken. Nochtans hebben zij de gewenste capaciteiten om vele beroep-en uit te oefenen. Het zijn niet de vluchtelingen zelf die smeken om bij het handje gehouden te worden.

Velen hebben goede scholing genoten en willen graag bijdragen aan onze maatschappij. Ze willen welvaart creëren, ondernemen of met enthousiasme beroepen uitoefenen die moeilijk ingevuld geraken. Om dit te illustreren hoeft men niet ver te zoeken.

5

Page 6: Neohumanisme 1 2015-2016

Uit een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) blijkt dat tus-sen 1995 en 2005 maar liefst veertig procent van de migranten naar België, Luxemburg, Zweden en Den-emarken hoogopgeleid te zijn. Dringend tijd dus om dit clichébeeld, waar migranten als hulpbehoevend of als misdadiger neergezet worden, wat bij te schaven.

De voordelen van migratie

Door nieuwkomers toe te laten hun recht op ar-beid uit te oefenen, wordt de sociale zekerhe-id niet geplunderd maar versterkt. Bovendi-en zou het ook de schatkist ten goede komen.

Toch blijft men onder andere in België blind voor de voordelen van migratie. Naast allerlei absurde belast-ingen blijkt de overheid nog steeds taksen te heffen op de afkomst van een individu. Op korte termijn kan dit misschien wel een miljoen of zeven opbrengen waar-mee de staatssecretaris dan zijn repatriëringen kan financieren, al weegt dit niet op tegenover de voor-delen die het recht op werk voor vluchtelingen biedt.

Vrijheid van beweging is een natuurrecht

Los van de economische argumentatie zou iedereen die het zelfbeschikkingsrecht het verdedigen waard vindt voor open grenzen moeten pleiten. Vrijheid van beweg-ing over alle landsgrenzen heen is een inherent natuur-recht. Geen enkele overheidsinstantie kan een individu verhinderen zich te verbeteren en het vaderland – per geboorte en dus per toeval bekomen – te verlaten.

De meritocratie en het vooruitgangsoptimisme zijn in het Westen wijdverspreide begrippen, maar blijkbaar zijn ze enkel nuttig binnen landsgrenzen. Men vindt het normaal dat een getalenteerd violist afkomstig uit een vergeten hoek van de Europese Unie zich mag ver-beteren en mag verhuizen om zijn capaciteiten optimaal te benutten. Dit wordt zelfs terecht aangemoedigd.

Maar als een begenadigd wiskundige wil vluchten uit oorlogsgebied en zijn of haar capaciteiten ten dienste van onze maatschappij wil stellen, is dit niet mogeli-jk. Overheden reageren dan met opsluiting in opvan-gcentra, ze nemen de fundamentele vrijheden af van

Iedereen die het zelfbeschikkingsrecht het verdedigen waard vindt zou voor open grenzen moeten pleiten. Vrijheid van beweging over

alle landsgrenzen heen is een inherent natuurrecht.Migranten geven geld uit, waardoor ze ook nieuwe banen creëren. Bovendien verliezen velen uit het oog dat migranten een systeem van grensoverschrijdende solidariteit ontwikkelen. Sommige ngo’s kunnen alleen maar dromen van zo’n efficiënte manier van werken.

Als migranten eenmaal geld beginnen te verdienen in het land van aankomst, maken ze vaak sommen over aan familie en anderen in het land van herkomst. Het komt via giften rechtstreeks bij de bevolking terecht en stuwt het welvaartspeil van mensen in het vaderland omhoog

Als men de populistische laag durft weg te schrapen, komen de ware voordelen van een open grenzenbeleid duidelijk naar boven.

migranten en behandelen hen als hopeloze wezens.

6

Page 7: Neohumanisme 1 2015-2016

Fort Europa

Dit repressief optreden is schering en inslag in de Europese Unie. Landen als Hongarije linken migrant-en aan terroristische aanslagen en stellen econ-omische migratie voor als een grote en recente bedreiging. De huidige leiders zijn blijkbaar de sol-idaire actie in 1956, waar burgers vluchtend voor het communisme werden opgevangen, al vergeten.

Ook dichter bij huis zijn er voldoende voorbeelden te vinden. Een Duitse stad had plannen om vluchtelin-gen in een deel van het voormalige concentratieka-mp Buchenwald onder te brengen. Het toont nog maar eens aan in welke verontrustende mate over-heden het spoor bijster zijn. Herinneringen aan ons tragische verleden vervagen blijkbaar snel.

Migratie is van alle tijden. Tussen 1846 en 1924 verlieten ongeveer achtenveertig miljoen Europe-anen het Europese continent, wat neerkomt op ongeveer twaalf procent van de bevolking. Vanuit Groot-Brittannië trokken zo’n zeventien miljoen Brit-ten naar onder meer de Verenigde staten en Canada.

Men kan vandaag onmogelijk gesloten grenzen als een ijzeren wet beschouwen. Met dit historisch anachronisme mag nu eens dringend komaf ge-maakt worden. De maatschappij zal er wel bij varen.

7

Page 8: Neohumanisme 1 2015-2016

Lode CossaerPresident MRI

Visie

Over welvaartsstaten, schuld, banken en (een beetje) over

Griekenland

Voozitter van het Murray Rothbard Insituut Lode Cossaer geeft zijn visie op het prob-leem van de welvaartsstaat en de problemen waar Griekenland heden ten dage mee

kampt, waarin hij aantoont dat het probleem dieper zit dan de meeste mensen denken.

Het is duidelijk dat er een enorm grote verwarring is - vooral bij onze linkse, quasicommunistische vrien-den en opportunistische SP.A’ers die zich ongegeneerd onverantwoordelijk kunnen gedragen in de oppositie, maar zeker niet uitsluitend bij hen - over het triade van de bovenstaande onderwerpen. Laten we daar-om dan even een primer geven in deze onderwerpen, om vanuit het essentiële basisbeginsel een licht te laten schijnen op de problematiek van Griekenland.

Welvaartsstaten

Welvaartsstaten - zoals de USA, Denemarken, Groot-Brittannië, Australië, België, Griekenland en zoveel andere landen - zijn in essentie herverdelende mechanismen. Hun netto toevoeging aan welvaart is...betwijfelenswaardig. Er zijn, uiteraard, redelijke economische argumenten die stellen dat een overheid bepaalde efficiëntievoordelen heeft ten opzichte van markten. Dit is de theorie van marktfalen, en zegt dat er een bepaalde rol voor de overheid is. For the sake of argument, aanvaarden we deze redeneringen. Echter: zelfs als je dat aanvaardt, zijn er een heleboel zaken die Westerse overheden doen die heel waarschijnlijk uit-sluitend een herverdelend karakter hebben - een zero sum game, at best - en geen extra welvaartscreërend karakter. Waarschijnlijk zijn ze zelfs negative sum, sim-pelweg door de standaardanalyse van deadweightloss,

i.e. als je bepaalde zaken reguleert of belast dan zal er in het totaal minder welvaart zijn dan er mogelijk is, maar een deel van deze welvaart kan dan gebruikt worden om te herverdelen, i.e. om sociaal beleid te voeren.

Dit is een heel normale trend in Westerse wel-vaartsstaten en alhoewel we uiteraard interes-sante discussies kunnen hebben over wat er al-lemaal via beleid moet gebeuren (met dus totale verliessituaties, maar (mogelijkerwijze) in het voor-deel van de zwakkeren/armen van de samenlev-ing) zijn markten doorgaans redelijk robuust om toch nog steeds redelijk wat welvaart te creëren.

Het probleem komt er echter als je teveel van dit soort herverdelingen/reguleringen/privileges be-gint toe te passen. Nu, er zijn inderdaad linkse/so-cialistische mensen die denken dat reguleringen en herverdelingen een (groot?) netto voordeel voor de hele samenleving heeft, i.e. dat de samenleving in zijn geheel rijker wordt, als je veel van deze zak-en doorvoert. Dit is impliciet het idee als je stelt dat we de minimumlonen moeten verhogen en je denkt dat in plaats van enkelen daarmee te helpen, de hele samenleving daarmee verbeterd wordt. Laten we duidelijk zijn: dit is simpelweg niet waar als algemeen idee. Het is theoretisch mogelijk dat onder heel spec-ifieke voorwaarden (die zelden van toepassing zijn)

8

Page 9: Neohumanisme 1 2015-2016

Indien er in een land teveel herverdelingen en reguleringen gebeuren, krijg je een samenleving waar mensen niet rijk worden door in een

vrije competitieve markt consumenten te dienen.

reguleringen en herverdelingen een netto verhoging van de welvaart betekenen, maar heel waarschijnli-jk is het niet. Zeker niet omdat dit vooronderstelt dat politieke mechanismen (politici, bureaucraten, etc.) goed zouden zijn in het (1) herkennen van deze situ-aties, (2) daar correct op te handelen en (3) zichzelf te

weerhouden van in te grijpen als de voorwaarden niet van toepassing zijn. Maar we weten vanuit de pub-lic choice literatuur dat dit niet heel waarschijnlijk is.

Indien er dus teveel herverdelingen en reguleringen gebeuren, krijg je wat in de literatuur een rent-seeking society heet, i.e. een samenleving waar mensen niet rijk worden/geld verdienen door in een vrije, competi-tieve markt consumenten te dienen, maar waar men door beschermde reguleringen zichzelf duurder kan maken, wat de consument niet ten goede komt. Uiter-aard wordt je daar zélf beter van (als de reguleringen jou beschermen), maar dit gaat ten koste van anderen. De specifieke voordelen voor jou kunnen groot zijn, de specifieke nadelen voor anderen klein; waardoor het moeilijk is daar vanaf te komen. Maar beeld u nu in dat dit soort reguleringen de norm zijn in heel de samen-leving: specifieke belangengroep na specifieke belan-gengroep krijgt voordelen ten koste van de rest van de samenleving.... De robuustheid van de markt om par-ticipanten toe te laten om welvaart te creëren wordt steeds precairder, de privileges worden dan ook belan-grijker (omdat de rest van de markt minder en minder functioneert, dus wil je kost-wat-kost aan je situatie vasthouden.) Deze spiraal is een negatieve spiraal, die moeilijk te stoppen is. (Voor de goede verstaander: het probleem in Griekenland gaat dus wel een pak verd-er dan de subsidies/belastingsvrije tarieven van ‘de rederijen’. Het idee dat 1 specifieke sector heel de prob-lematiek in Griekenland heeft kunnen veroorzaken is... bijna lachwekkend. Een land komt niet in zo’n proble-men door 1 specifieke sector, maar door dit soort prob-lematieken in een groot aantal sectoren. Maar niet

alleen door sectoriële reguleringen - alle landen heb-ben die - maar ook door genereuze herverdelingen.)

Verder: als een groter en groter deel van de samen-leving kan leven op kosten van de overheid, krijg je een bijkomstig negatieve spiraal. Immers: de overheid

kan (alweer: behoudens bepaalde theoretische, relat-ief uitzonderlijke, omstandigheden) enkel maar herver-delen. Als een hoop mensen genereuze pensioenen, uitkeringen, gezondheidsuitkeringen krijgen, dan is dit ten koste van anderen. Welvaartsstaten hebben ech-ter een interessant mechanisme waar ze toegang tot hebben: staatsschuld. Hiermee kan je deze kosten ver-plaatsen naar de toekomst, i.e. je kan als politicus de problemen verschuiven naar politici in de toekomst. Op dit moment kan je je daarmee populair maken.

Uiteraard is er - vanuit het oogpunt van ‘probeer een crisis te vermijden’ - niets onmogelijk aan herver-delingen. Je kan perfect herverdelingsmechanismen hebben, zonder per se in een Griekse crisis verzeild te raken. (Alle welvaartsstaten hebben problemen, maar ik denk persoonlijk (maar ik kan me vergis-sen) niet dat ze allemaal problemen gaan hebben van Griekse proporties.) Je komt maar in de prob-lemen als je, gecombineerd met de paragraaf over reguleringen en privileges, te veel daarvan doet.

Om de totaliteit van dit probleem te begrijpen, deze quote: “Overall tax revenue amounts to 33.8 percent of gross domestic product, and public expenditures equal 58.5 percent of domestic output”. (Bron: Her-itage Freedom Index.) Met andere woorden: Griek-enland geeft (tegenwoordig) ongeveer 20% meer uit dan ze aan belastingsgeld binnenkrijgt. (Of het nu 15% of 25% is, maakt niet zoveel uit voor het punt.) Dit is een vrij groot verschil en daardoor komen we weer bij het probleem van overheidsschuld.

9

Page 10: Neohumanisme 1 2015-2016

Het idee dat 1 specifieke sector heel de problematiek in Griekenland heeft kunnen veroorzaken is bijna lachwekkend.

Een derde, minder evident punt, is het probleem van regime uncertainty en instutionele onzekerhe-id. De instituties die een samenleving ‘dragen’ (rule of law, eigendom, vrijwillige interacties, etc.) be-horen een soort van wederzijds vertrouwen te heb-ben. Je kan niet ineens dicteren ‘vanaf nu is er hier een stabiele overheid, met een stabiel eigendoms-regime’. Dit soort zaken vergt tijd om te groeien,

om het vertrouwen daarin te verkrijgen. Indien je de-cennialang (en het is over dat soort periode dat we spreken als we het over de problemen in Griekenland hebben) een rent-seeking society hebt ontwikkeld, is de kans groot dat het moeilijk wordt omdat ineens te hervormen naar een stabiele, functionerende staat met betaalbare en haalbare reguleringen en herver-delingen. De moeilijkheid daarvan is een functie van hoe institutioneel ‘corrupt’ de samenleving is. Bijvoor-beeld: stel dat Griekenland de belastingen zou verla-gen en zou gezegd hebben ‘investeer maar: uw inves-teringen zijn veilig, we beloven het! We beloven lage belastingen en weinig reguleringen’ dan heb je het grote probleem van de geloofwaardigheid van deze beloften. We weten uit de economie dat (tolereer-bare) belastingen, (tolereerbare) reguleringen alle-maal oké zijn, je zal nog steeds investeringen aantrek-ken. Maar het is niet zozeer wat nu telt, maar 2 jaar, 5 jaar, 10 jaar in de toekomst. Het is immers niet omdat nu de belastingen (en reguleringen) laag zijn, dat dit over 5 jaar nog steeds zo is, en dan kan je nog steeds alle investeringen kwijt zijn. Als je decennia lang een rent-seeking society hebt ontwikkeld én als je dan een partij verkiest (Syriza/Onafhankelijke Grieken) die zich groot hebben gemaakt op een anti-investerings, anti-kapitalistische retoriek, dan kunnen ze dat soort zaken nog beloven, geloofwaardig is het (waarschijnlijk) niet.

Wat ik hier dus zeg is: zelfs als de Trojka met goéde hervormingen zouden afgekomen zijn (niet al-les wat ze voorstellen lijkt mij wenselijk) en zelfs als de Griekse overheid dit zou hebben aanvaardt, dan nog zouden ze daar een probleem hebben.

Om te herhalen: je kan als staat herverdelen en regul-eren zonder dat je economie in een totale, Griekse cri-sis stort. Echter: als je dit teveel doet, dan krijg je prob-lemen. En deze problemen zijn groter dan gewoon ‘ah, we zullen stoppen met de hoge reguleringen en de hoge belastingen’. Je hebt ook nog het bijkomende prob-leem van de geloofwaardigheid van ‘daarmee stoppen’.

Staatsschuld

Zo komen we bij het tweede punt, zoals hiervoor al aangehaald. Staatsschuld maakt het mogelijk om op ‘kosten van de toekomst’ te leven. Ook hier: er zijn bep-aalde, theoretische mogelijkheden (die niet heel fre-quent zijn) waarbij het verhogen van de staatsschuld een netto voordeel is voor de samenleving. Dit is vooral het geval indien deze staatsschuld wordt gebruikt als een investering. (Net zoals op individueel niveau: als je in-vesteert (en het is succesvol) dan krijg je in de toekomst een groter inkomen.) Dit kan het geval zijn bij nieuwe wegen, nieuwe havens of dat soort investeringen om de ‘productieve mogelijkheden’ van het land te vergroten.

Dit is uiteraard niet het geval als het dient om uitkerin-gen, pensioenen en dergelijke te betalen. Immers: voor de individuen die dit krijgen is dit leuk, maar het verhoogt de productieve mogelijkheden van het land niet. Alweer: dit is géén pleidooi tégen overheden die uitkeringen en pensioenen geven. (Dat is een andere discussie.) Maar als je dat teveel doet, dan wordt het geheel (zeg het met me mee:) onhoudbaar. De reden is twee-ledig: mensen die productief kunnen zijn en toch (uitgebreide) uitkeringen krijgen, die onttrekken zich (meer) uit de arbeidsmarkt, waardoor ze geen welvaart produceren én tegelijkertijd door het verhogen van de staatsschuld verhogen ze de toekomstige interest-betalingen waardoor toekomstige politici minder bele-idsruimte hebben. (De grootste reden om, ‘vanuit de huidige status quo-redeneringen, te proberen om, in-dien mogelijk, aan schuldafbouw te doen, is exact dat: om je toekomstige interestbetalingen te verminderen

10

Page 11: Neohumanisme 1 2015-2016

en dus, wanneer het ‘nodig’ zou zijn, je een reserve hebt om terug schuld op te bouwen. Hiermee zeg ik niet dat ik daarmee akkoord ben, maar ik probeer hier licht te schijnen op de brede discussie van dit soort crisissen.)

Maar elk soort van land kan een (grote) staatsschuld dragen. Immers: op elk gegeven moment moet je im-mers de staatsschuld niet afbetalen. Het enige dat je moet afbetalen is de rentelasten. (En zien dat je je schuld kan herfinancieëren als bepaalde bonds hun maturiteit behalen.) Het is perfect mogelijk om een schuld te dra-gen die 2 keer je totale jaarinkomen is. (Griekenland’sschuld is ongeveer 180% va het BNP: dat is dus 1,8 keer het ‘totale jaarinkomen’ van Griek-enland. Net zoals een persoon, kan een land dat ook: je moet gewoon je interestbetalingendoen en geloofwaardig zijn dat je dat op lange

termijn ook kan.) Het probleem is echter - zie het vorige deel van hoe je je eigen staat onderuit kan halen - dat als je niet een voldoende welvaartscreërende (i.e. geldver-diendende) basis hebt om dit te betalen, je in de prob-lemen komt. (Elk individu dat een huis koopt, weet dat het perfect mogelijk is om schulden te hebben die grot-er zijn dan je jaarinkomen. Het verschil met een land is dat je als individu dat ‘huis’ hebt als onderpand, terwijl landen als ‘onderpand’ de werkende bevolking hebben.)

Het probleem van Griekenland moet dus struc-tureler zijn; anders zou het niet zo’n groot prob-leem zijn om haar schulden te betalen. Het zou lastig zijn, maar niet ‘crisis’-lastig zoals het nu is.

Griekenland zou, uiteraard, kunnen beslissen om haar schulden niet te betalen. Vergis u niet: niemand kan Griekenland (met geweld) dwingen om haar

11

Page 12: Neohumanisme 1 2015-2016

schulden af te betalen. (Ik denk niet dat iemand se-rieus denkt dat de EU de tanks gaat uitrollen om griekenland binnen te vallen om haar schulden te betalen.) De kans bestaat echter dat Griekenland daarna niet (of enkel aan hoge interesten) zou kun-nen lenen. (Alhoewel dat ik het tegenovergestelde ook al gehoord heb: waarom zou je niet lenen aan een land met géén overheidsschuld? Omdat ze 1 keer hebben gedefault? Misschien doen ze het nog eens, maar dat is sowieso pas ver in de toekomst.)

Maar deze overheidsschuld staat wel ergens op de boek-en. Wat gebeurt daarmee? Zo komen we bij het laatste.

Banken

De grote ‘villains’ bij ‘links’ zijn, na de ‘Trojka’ en ‘de rederijen/kapitalisten’, uiteraard, de banken. Het is eigenlijk degoutant hoe dat ze zo’n aanval doen op het instituut van ‘banken’ (los van de specifieke, ge-reguleerde context waarin we leven), vermits de be-langrijke functie die banken vervullen om individuen (van zowel de armen, als de middenklasse, uiteraard) hun geld te verbinden met investeringen. Deze koppe-ling is vrij belangrijk, daar het het investeringen - i.e. toekomstige welvaartsverhogingen - mogelijk maakt.

Wat zou er gebeuren indien Griekenland (volledig of gedeeltelijk) zou defaulten op haar staatsschuld? Wel; alle banken (instellingen) die een deel Griekse schulden heeft, zouden deze moeten afschrijven, i.e. verlies in-casseren. Concreet betekent dit zaken zoals: minder inkomsten voor pensioenfondsen, spaargeld, etc. Ik kan niet inschatten hoe groot dat dit effect zal zijn (sommige banken sowieso al meer dan anderen), maar dat zou dus het concrete gevolg zijn. (Ik kan mij moeilijk inbeelden dat er niet op zijn minst een paar banken zijn die zwaar in de problemen gaan komen. Het is echt wel veel geld.)

Wat te doen?

Nu dat we het probleem begrijpen, kunnen we ons focussen op ‘de oplossing’. Idealiter voor de Griekse bevolking, komt er een structurele her-vorming, i.e. (1) ze zorgen ervoor dat hun uitgaven

niet (veel) groter zijn dan hun inkomsten en, belangrijker (2) ze zorgen ervoor dat het interne land een land wordt waar mensen in willen investeringen, (3) zorgen dat hun herverdelingsmechanismen enkel die mensen bereiken die het ‘nodig’ hebben en (4) dat hun reguleringen niet de ene na de andere klasse producenten beschermen.

Maar alweer: dit is eenvoudiger gezegd dan gedaan; het moet immers geloofwaardig zijn. Indien ze dat zouden kunnen doen, dan zou een schuld kwijtscheld-ing zelfs niet nodig zijn, want je kan grote schulden afbetalen, als je een steady flow van inkomsten hebt. Het probleem is echter: zolang ze geen (gedeeltelijke of volledige) schuldhervorming hebben, is de belofte ‘we gaan niet te veel belasten!’ eigenlijk niet zo ge-loofwaardig. (Zou jij iemand die diep in de schulden zit geloven als hij zegt: ‘investeer in mij, ik ben echt betrouwbaar en ik ga niet met je geld lopen!’?) Dus ik denk dat een schuldhervormingen onvermijdelijk is.

Wat Syriza echter lijkt te eisen (lijken: ik heb de indruk dat) is dat hun schuld (deels/geheel) wordt kwijtges-cholden, zonder echt een noemenswaardige inspanning te doen om hun publieke financieën op orde te krijgen. Het is daar waar, begrijpbaar, andere landen (met ban-ken die in gevaar zijn) problemen mee hebben: waar-om zouden immers andere landen een onverantwoor-delijk herverdelingsbeleid moeten blijven financiëren?

Alweer: dit is géén pleidooi tegen herverdelingsmecha-nismen via de staat, maar wel: je kan niet meer herver-delen dan je hebt. En als je dan systematisch wilt bli-jven geld uitdelen, op de kosten van de bewoners van andere (soms zelfs armere landen) in de EU, is het dan zo raar dat die andere landen daar... lastig over doen?

De fundamentele waarheid is dit: herverdelin-gen gebeuren op kosten van anderen. In het West-en vandaag de dag is dat een politieke keuze en dat is redelijkerwijze werkbaar, als je er voor zorgt dat je productieve basis groot genoeg en efficiënt gen-oeg blijft. Indien dat niet zo is, dan heb je een ni-et-robuuste samenleving en dan kan je schokken niet aan. Dat is wat er gebeurd is in Griekenland.

12

Page 13: Neohumanisme 1 2015-2016

Welk voorstel er ook is: de uiteindelijke bedoeling moet zijn om de productieve basis van de samenleving terug te vergroten

Nu, of dit betekent dat we universeel de ‘Troj-ka’s’ voorstellen moeten toejuichten is een ande-re zaak. In tegenstelling tot wat (extreem-links/sp.a-links) beweert, zijn die voorstellen geen ‘neo-liberale’ dogmatici, maar interne politieke com-

verloedering van Griekenland. Waar we ons evenzeer tegen moeten verzetten, is tegen die mensen die denk-en dat we het ‘eenvoudig’ zouden kunnen oplossen als we gewoon ‘de rederijen’ nationaliseren/confisceren of eender welke sector ineens ‘publiek’ maken. De basis van

compromissen; een deel belastingsverhogingen, een deel verlaging van de herverdelingsmechanismen. (Of dat ze daar de slimme keuzes maken... Al die keuzes zijn politieke keuzes, dus het zou me verbazen.) Maar welk voorstel er ook is: de uiteindelijke bedoeling moet zijn om de productieve basis van de samenleving terug te ver-groten, i.e. meer mensen moeten in welvaartscreëren-de beroepen zijn (in een redelijk competitieve markt.)

Maar belangrijker: zelfs als de Trojka’voorstellen’ de perfecte set van voorstellen zouden zijn, volgens wat nodig zou zijn (lagere belastingen, haalbare uitkerin-gen, etc.) Dan nog blijft het grootste probleem: de geloofwaardigheid van de overheid en haar beloften. Dit kan je niet met een 1, 2, 3-hervormingen oplos-sen. Dus ‘links’ zal altijd kunnen zeuren. In het beste geval (ik ken niet alle specifieke eisen) zijn de voor-stellen van de Trojka een noodzakelijk deel van de oplossing, ze kunnen nooit een voldoende deel zijn: een geloofwaardige overheid krijg je niet zomaar.

Wat wél had geholpen, is dat Syriza de voorstellen had aanvaard (met hun slechte en goede kanten), die doorgevoerd, en dan daarop had verder gebou-wd. Kortom: geloofwaardigheid opbouwen. Door hun actie nu - en gesterkt door het ‘nee’ - vrees ik dat de problemen nog niet achterwege zijn. Een ander (groot) punt van de geloofwaardigheid zou zijn: (grote) in-spanningen om het budgetdeficit omlaag te krijgen. (Zelfs niet zozeer de staatsschuld!) Immers: als je op dat vlak grote inspanningen doet, kan je geloofwaar-digheid winnen voor de rest van je beleidsvoorstellen.

Wat we sowieso moeten verwerpen zijn die mensen die zich, in essentie, verzetten tegen een balan-cering van de inkomsten en uitgaven van Griek-enland. Dit is de beste garantie op continue

economie is duidelijk - en nauwelijks te betwijfelen: competitieve markten en een tolereerbare overheid zijn de kern van een succesvolle welvarende samen-leving. De vraag is: weet Syriza dat? (En weten de Syr-iza-aanhanger in België dat?) Een voorbeeld van hoe ze volledig de bal misslaan is dat ze de eisen om col-lectieve loonsonderhandelingen te verminderen onge-hoord vinden. Maar elke econoom kan uitleggen dat dat soort zaken arbeidsmarktflexibiliteit vermindert en in een land met 27% werkloosheid, is méér arbe-idsmarktflexibiliteit juist enorm wenselijk. Collectieve loonsonderhandelingen zijn - vrij letterlijk - een luxe die Griekenland zich op dit moment niet kan veroor-loven. En het idee dat Griekenland ‘goed’ heeft her-vormd - ze hebben blijkbaar inderdaad op het vlak van reguleringen al wel wat inspanningen gedaan - is een beetje een lege doos vermits hun belangrijkste probleem (uit de hand lopende uitgaven) nog steeds verre van opgelost is. Dan mag je nog die grafiek (zoals bij De Correspondent) aanhalen dat Griekenland het méést hervormd heeft van iedereen; wat maakt het uit, als je de belangrijke zaken niet hervormd? (Het is ook niet zo bepaald spectaculair dat Griek-enland meer dan Duitsland heeft hervormd. Ze heb-ben een pak meer problemen om mee te beginnen.)

Uiteraard zou Griekenland deze (goede) hervormingen kunnen combineren met een unilaterale declaratie dat ze de staatsschuld niet betalen. Het gevolg hier-van zou kunnen zijn dat banken misschien in het al-gemeen minder geneigd zijn om aan landen te lenen, wat voor mij persoonlijk dik oké zou zijn. Maar de kans dat dit een (heel) dure pil zal worden voor de rest van Europa (en een heleboel mensen hun pen-sioenen, spaargeld) is wel vrij groot. Indien dat geb-eurt, dan zullen we moeten zien wat er gebeurt.

13

Page 14: Neohumanisme 1 2015-2016

Bestuur LVSV Gent 2015-2016

Voorzitterthomas buyse

Politiek SecretarisTimon Lesage

Politiek SecretarisSander Casier

Penningmeester: Dries Glorieux

HoofdredacteurVince Liégeois

SecretarisAnthony G. Desmet

WebmasterJonathan peck

PR Arno Couwenbergh

ActiviteitenStijn D’hondt

Sponsoringjan-alexander nédée

SponsoringJasper janssens

Bestuurslidmegi rroku

BestuurslidMats Cuvelier

BestuurslidEdouard Dumolin

BestuurslidLieven Tavernier

14

Page 15: Neohumanisme 1 2015-2016

Jonathan PeckWebmaster LVSV Gent

Visie

Kunstmatige vrije wil

Jonathan Peck

Webmaster Jonathan Peck heeft het over vrije wil, haar vijanden en het belang ervan in onze samenleving. Hij toont via wetenschappelijke analyses en bewijzen aan dat in een

goed functionerende samenleving vrije wil en vrijheid onmisbaar zijn.

De vraag of onze wil nu “vrij” is of niet, komt heel vaak terug in filosofische discussies en is één van de grote pijlers van het klassieke liberalisme. Men kan zelfs be-weren dat zonder een vrije wil, de meeste stellingen van het liberalisme betekenisloos zijn. Het concept van “vrijheid” is immers moeilijk in te vullen zonder een verwijzing naar vrije wil, het is niet direct duidelijk hoe er zoiets zou kunnen bestaan als “individuele verant-woordelijkheid” wanneer mensen niet vrij zijn: verant-woordelijkheid toeschrijven aan onvrije wezens lijkt op het eerste zicht absurd. In afwezigheid van individuele verantwoordelijkheid kan men tevens moeilijk optimis-tisch blijven over de vrije markt en de rule of law: het is namelijk de basis van de feedbackmechanismen die de vrije markt aandrijven alsook de reden waarom jus-titie (theoretisch gezien) werkt. Positieve en negatieve keuzes worden respectievelijk aangemoedigd en ont-moedigd via een systeem van aansprakelijkheid, waar mensen beloond worden indien ze iets positiefs doen en gestraft indien ze iets negatiefs doen. Als er echter geen vrije wil bestaat en dus ook geen verantwoordeli-jkheid, kan dit systeem niet werken vermits mensen er toch niet op zullen (of zelfs kunnen) reageren.Het belang van vrije wil voor het liberalisme is bij deze duidelijk. Zoals bijna altijd het geval is bij dergelijke ab-stracte filosofische concepten, is de discussie verre van voltrokken. Sterker nog: recente wetenschappelijke ontwikkelingen ondermijnen steeds meer het “naïeve” concept van vrije wil dat de meeste mensen kennen. Het Human Brain Project (HBP) is een uitstekende

casus: het uiteindelijke doel van het project is het volledig namaken van een menselijk brein door mid-del van digitale elektronica en men is er ondertus-sen al in geslaagd een vereenvoudigd muizenbrein te construeren. Teneinde mijn argument dus zo sterk mogelijk te maken, zal ik anticiperen op mogeli-jke verdere wetenschappelijke vorderingen en vol-gende (misschien controversiële) toegeving doen:

Het menselijk brein kan gesimuleerd worden door een klassieke Turing-machine.

Hiermee bedoel ik dat het mogelijk is een wiskundig model van het menselijk brein te construeren en dit te implementeren als een algoritme op een klassieke computer, op zo’n manier dat mensen zelf het result-erende gedrag van deze computer niet kunnen onder-scheiden van gewoon menselijk gedrag (m.a.w.: het programma slaagt voor de Turing-test). De nadruk ligt op het feit dat het een klassieke computer bet-reft, in tegenstelling tot een kwantumcomputer. Mijn reden hiervoor is het feit dat men vaak voor de on-voorspelbaarheid van de vrije wil argumenteert door beroep te doen op resultaten uit de kwantumfysica zoals het onzekerheidsprincipe en superpositie, maar mijn inziens is er geen enkel wetenschappelijk bewi-js dat vrije wil (of, meer algemeen, eender welk rele-vant deel van de hersenen) onderhevig is aan kwan-tumeffecten. Het onzekerheidsprincipe lijkt mij in de meeste gevallen niet meer dan een retorische truc

15

Page 16: Neohumanisme 1 2015-2016

om toch nog van een fundamenteel niet-determin-isme te kunnen spreken. Dit kan correct zijn, uiter-aard, maar ik ken er geen bewijs voor en ik zal er dus ook niet op vertrouwen. Bovendien is dit ondertus-sen een redelijk gevaarlijke strategie geworden: filo-sofische kwakzalvers gebruiken regelmatig termen uit de kwantumfysica om mystieke nonsens te prediken (Deepak Chopra is hét voorbeeld bij uitstek), en ik wil dergelijke associaties niet oproepen bij de eventuele lezer die met deze methodes al contact heeft gehad.

De naïeve benadering

Voor ik verder ga met mijn persoonlijke opvatting van vri-je wil, lijkt het mij interessant om toe te lichten wat (vol-gens mij) de “naïeve” benadering is van dit probleem, teneinde de verschilpunten beter te kunnen toelichten en het probleemdomein meer in detail te schetsen. In populair discours wordt de vrije wil meestal gekarak-teriseerd aan de hand van volgende eigenschappen:

1. Niet-determinisme. Men kan niet voorspellen wat een vrij individu gaat doen.

2. Metafysisch. De vrije wil zit nergens concreet geprogrammeerd in het menselijk brein; men kan dus geen stukje van het brein aanduiden en zeggen dat daar de vrije wil zit.

3. Niet-manipuleerbaar. Het is onmogelijk om de vrije wil rechtstreeks te manipuleren. Vrije wezens kunnen dus geen “marionetten” worden van iemand anders.

4. Isolatie. De vrije wil wordt niet beïnvloed door externe factoren, maar werkt zoals een “black box”: we weten niet wat er precies ingaat en we weten pas wat eruit komt als het individu in kwestie de wil uitoe-fent.

Het valt op hoe men bijna altijd een “negatieve” karakterisatie van vrije wil geeft: men is blijkbaar heel goed in zeggen wat de vrije wil niet is, maar ik heb nog nooit een deftige omschrijving gezien van wat de vrije wil wel is. Ik zie intuïtief trouwens ook niet

niet in hoe deze eigenschappen ons “vrij” mak-en. Waarom zijn we meer of minder vrij op ba-sis van hoe goed onze acties voorspeld kunnen worden? Volgens die logica zou een individu dat to-taal willekeurige dingen doet vrijer moeten zijn dan een individu dat zich aan een deterministisch sche-ma houdt, een redelijk absurde notie aangezien geen van beiden “echt” controle lijkt te hebben.

Waarom doet de aanwezigheid van een concreet “vri-je-wilgebied” in de hersenen afbreuk aan onze vrijheid? Hoe realistisch is het dat onze wil niet manipuleerbaar is en niet vertrouwt op “externe factoren”? Het lijkt toch vrij duidelijk dat wij net wél externe factoren in acht ne-men bij het maken van zo goed als al onze beslissingen. De bron van mijn verwarring hieromtrent schuilt in het feit dat “vrijheid” meestal een zeer vaag begrip is en slechts weinig filosofen mijn inziens de moeite hebben gedaan om dit exact te beschrijven. Ik ga proberen hier tegenin te gaan door (misschien vrij radicaal) te bew-eren dat de vrije wil heel concreet geprogrammeerd kan worden in een computer. Deze aanname spreekt bijna al de hierboven genoemde eigenschappen tegen:

1. Niet-determinisme. Een klassieke Turing-ma-chine is deterministisch (er bestaan ook niet-determin-istische Turing-machines, maar die zijn equivalent aan hun deterministische tegenhangers): voor een gegeven invoer zal dezelfde Turing-machine altijd hetzelfde doen

2. Metafysisch. Als men het brein kan mod-elleren op een Turing-machine, dan kan men een fysieke realisatie van de vrije wil bouwen.

3. Niet-manipuleerbaar. Dit is een vrij vage eigen-schap. Men kan geneigd zijn te zeggen dat vermits er een algoritme bestaat dat het brein simuleert, we exact kunnen weten hoe dit algoritme in alle omstandigheden zal werken en we het dus ook kunnen manipuleren. Er zijn echter nogal wat theoretische subtiliteiten gemoeid hiermee waardoor we dit niet over het algemeen kun-nen stellen zonder het precieze algoritme te kennen.

4. Isolatie. Indien men het brein kan beschrijven via een algoritme, weet men exact welke invoer het nodig

16

Page 17: Neohumanisme 1 2015-2016

heeft en wat voor soort uitvoer het zal produceren.

De vraag stelt zich nu hoe men in het licht van deze vaststellingen toch nog een zinvolle invulling kan geven aan vrijheid, vrije wil en verantwoordelijkheid.

Een nieuwe vrije wil

Veronderstel dus dat er een algoritme bestaat dat het menselijk brein kan simuleren. Impliceert dit dat vrije wil, verantwoordelijkheid en vrijheid nut-teloze concepten worden? Ik zal argumenteren van niet. Integendeel, ik beweer dat de mogelijkheid dat menselijk gedrag gesimuleerd kan worden door een computer eerder suggereert dat men deze begrippen moet uitbreiden zodat (onder meer) ook artificiële organismen ze kunnen bezitten.

Vrijheid

Ik begin met de observatie (men kan het ook een axio-ma noemen) dat “vrije” wezens hoofdzakelijk gekarak-teriseerd worden door de eigenschap dat zij “dingen willen”, of meer formeel: elk individu heeft op elk mo-ment in tijd een verzameling keuzes die het kan maken en het kiest een optie uit deze verzameling op basis van een waardering van verwachte gevolgen. Wiskun-dig gezien zou men kunnen spreken van een functie die een keuze als invoer neemt en een getal als uit-voer produceert, een getal dat evenredig is met de waardering die het individu heeft voor die keuze. Het keuzemechanisme dat men hanteert, selecteert een-voudigweg die optie met de hoogste waardering op het huidige moment in de tijd. Merk op dat ik niet be-weer dat deze verzameling keuzes op een “vrije” mani-er tot stand komt of dat de waarderingsfunctie “vrij” is;

17

Page 18: Neohumanisme 1 2015-2016

Als vrijheid geen noodzakelijk onderdeel van de maatschappij is, waarom moeten het dan respecteren?

ik neem enkel aan dat men keuzes kan maken en dat men dit doet volgens een waardering die men heeft voor de verwachte uitkomsten. Dit hoeft in geen enkele zin van het woord “vrij” te zijn: het kan zijn dat er een de-terministische procedure bestaat om voor een bepaald individu deze waarden te berekenen, of dat ze geheel door het toeval bepaald worden. Ook de definitie van een verzameling “keuzes” is niet tegenstrijdig: ik versta hieronder namelijk simpelweg de verzameling acties waartoe het individu in principe fysiek toe in staat is .

Er zijn filosofen die beweren dat zonder vri-je wil te veronderstellen, de verzameling keuzes voor elk individu telkens maar bestaat uit één el-ement, omdat er maar één keuze is die men ef-fectief zal maken. Deze redenering, hoewel ze overtuigend kan klinken op het eerste gezicht, is

één enkel concreet resultaat zal evalueren, wil niet ze-ggen dat het zinloos is te spreken over domein en co-domein. Het tegendeel is zelfs zinloos als x variabel is.

Voor elk individu is dus een waarderingsfunctie ge-geven samen met een tijdsafhankelijke verzamel-ing keuzes. Nu is het evident dat in een samenleving met meerdere dergelijke individuen, de verschillende waarderingsfuncties soms zullen leiden tot conflicter-ende keuzes: keuzes van een individu die keuzes van een ander bemoeilijken of onmogelijk maken. Het is in deze setting dat mijn concept van “vrijheid” pas echt gedefinieerd kan worden: onder vrijheid vers-ta ik het principe dat men in een samenleving moet streven naar het minimaliseren van conflicterende keuzes. Gegeven de waarderingsfuncties en poten-tiële keuzes van de verschillende individuen, spreek

eigenlijk nogal nonsensicaal. Beschouw bijvoorbeeld de functie f(x) = x. Indien men het domein beperkt tot de reële getallen R, dan is dit duidelijk een func-tie van R naar R. De filosoof zou echter zeggen dat dat niet waar is: de uitkomst van de functie is volledig gedetermineerd door de invoer, dus dit is geen func-tie “van de reële getallen naar de reële getallen”, dit is een functie van x naar x. De filosoof gaat er m.a.w. vanuit dat de invoer x reeds volledig gekend is, dat het geen variabele meer is maar een constante. Het is in-derdaad zo dat - voor een constante x - de functie f precies één uitkomst zal hebben en men dus een ex-actere uitspraak kan doen dan “de uitkomst is reëel”. Men kan het algoritme dat de vrije wil belichaamt in deze analogie zien als de functie 1f, waar het domein invoer van de zintuigen is en het codomein de ver-zameling keuzes. Nu zou duidelijk moeten zijn waarom het wel zinvol is te spreken van een verzameling keuz-es: de invoer, onze x, is niet constant, maar varieert afhankelijk van de precieze omstandigheden waarin het individu zich bevindt. Dat de functie uiteindelijk

1 Deze analogie gaat perfect op vermits alge-meen verondersteld wordt dat elk algoritme een wiskundige functie is.

ik van “vrijheid” als men ernaar streeft zoveel mogeli-jk keuzes van zoveel mogelijk individuen toe te lat-en. Indien men gestrand is op een onbewoond ei-land, bijvoorbeeld, dan is vrijheid een triviaal ver-vulde eigenschap aangezien er geen conflicterende keuzes kunnen zijn; zodra men zich echter bevindt in een samenleving met meerdere individuen, moet er in principe voor elke keuze een afweging gemaakt worden waar men afziet van sommige keuzes om-wille van hun impact op andermans mogelijkheden.

Men kan via deze invulling van vrijheid zowel de typ-isch socialistische “positieve vrijheid” als de typisch liberale “negatieve vrijheid” verdedigen: de positieve interpretatie stelt dat men conflicterende keuzes min-imaliseert door individuen actief bij te staan bij het verwezenlijken van hun keuzes (voornamelijk door een systeem van plichten), de negatieve interpretatie tracht dit minimum te bereiken door individuen zo weinig mogelijk te hinderen in het verwezenlijken van hun keuzes (voornamelijk door een systeem van recht-en). Als liberaal zijn er verschillende redenen waarom ik de negatieve interpretatie verkies boven de posi-tieve, maar daar ligt de focus van dit artikel niet op.

18

Page 19: Neohumanisme 1 2015-2016

Bemerk tevens dat deze notie van vrijheid, in tegen-stelling tot sommige literatuur hieromtrent, geen strikt noodzakelijk onderdeel is van een maatschappij: vri-jheid is een principe dat kan dienen als richtlijn, het is niet iets wat ik kan argumenteren puur vanuit logische noodzaak, en het is ook niet iets wat op een eenduidige manier verwezenlijkt kan worden. Het is een idee dat men vooral zal moeten verdedigen door de vermeende voor- en nadelen ervan te vergelijken met de alter-natieven, of puur op basis van subjectieve voorkeur.

Een laatste kanttekening die ik moet maken bij deze notie van vrijheid is wat er moet gebeuren wanneer mensen elkaars waarderingsfuncties beïnvloeden. Ik ga immers niet veronderstellen dat de waardering die mensen hebben voor een bepaalde verzameling keuz-es constant is: gegeven een vaste set keuzes, kan de waardering voor exact dezelfde elementen variëren in tijd op basis van de specifieke omstandigheden en geb-eurtenissen. De voorwaarde van isolatie uit de popu-laire opvatting van vrije wil kan getransponeerd wordennaar dit scenario: het is de bewering dat mensenelkaars waarderingsfuncties niet kunnen beïnvloeden.

19

De lezer die bekend is met de populaire discussie zal deze claim wel herkennen: dat vrije wil inhoudt dat men “vrij is van de invloed van anderen” en dergelijke. Ik ga dit niet beweren, aangezien het voor mij over-duidelijk is dat mensen continu (bewust en onbewust) elkaars keuzes beïnvloeden. Dit ga ik niet interpreteren als iets negatiefs; integendeel, ik ga het gebruiken om een concept van verantwoordelijkheid op te bouwen. Voordat ik hierin echter verderga, kan ik mezelf er niet van weerhouden het typische gedachte-experiment te behandelen waar men volgende vraag stelt: steldat persoon A een toestel implanteert bij persoon B zodat A met een afstandsbediening de wil van B kan sturen; is B dan nog steeds vrij? De meeste mensen zouden zeggen van niet, zelfs al voegen we de voor-waarde eraan toe dat B niets merkt van deze manipu-latie anders dan een plotse verandering in zijn gemo-edstoestand. Vanuit het standpunt van mijn theorie maakt dat echter geen verschil: elke waarderingsfunc-tie is even arbitrair, dus of die van B nu “natuurlijk” is of “kunstmatig” is irrelevant; de enige relevante kwestie is in hoeverre het B wordt toegelaten om

Page 20: Neohumanisme 1 2015-2016

21

te handelen volgens die functie: zolang men B zoveel mogelijk ruimte geeft om dit te doen, noem ik hem “vrij”, ongeacht of er nu een A is die de wil van B manipuleert of niet. De reden waarom dit toch wringt bij de meeste mensen, ligt volgens mij in een subtiele verwarring: men protesteert niet tegen het implantaat omdat B het niet wil (B heeft er geen besef van), maar omdat wij het niet willen voor B. Als wij ons inbeelden dat dit zou gebeuren met iemand die ons dierbaar is, dan zouden we daartegen protesteren omdat we die dierbare kwi-jt zouden raken: het zou immers een ander persoon worden. Het bestaan van zo’n toestel is dus niet zozeer schadelijk voor mensen bij wie het wordt ingebracht dan wel voor mensen die hierdoor dierbaren kwijtrak-en. Een vrije maatschappij kan het bestaan en gebruik van zo’n toestel dus enkel maar tolereren als het bij iedereen wordt ingebracht, enkel bij mensen waar ab-soluut niemand om geeft of als iedereen de manipu-laties aanvaardt. Dat zijn extreme situaties die volgens mij in de praktijk niet of nauwelijks zouden voorkomen.

Verantwoordelijkheid

Nu we een werkbare notie van vrijheid hebben, kun-nen we proberen het idee van verantwoordelijkheid in te vullen. Mensen verantwoordelijk houden voor hun daden houdt in dat men de positieve en negatieve externaliteiten van keuzes (althans gedeeltelijk) over-hevelt naar het individu dat de keuzes gemaakt heeft. Het gaat hier duidelijk om een feedbackmechanisme dat positieve en negatieve externaliteiten respectiev-elijk aanmoedigt en ontmoedigt. De bedoeling van een systeem van aansprakelijkheid is dus ervoor zorgen dat de keuzes die men maakt zo weinig mogelijk negati-eve effecten hebben op anderen en zoveel mogelijk positieve. Daar de private kosten en baten van keuzes per definitie al gedragen worden door het individu dat die keuzes gemaakt heeft, bekomt men een systeem waarin men voor elke keuze een afweging moet maken tussen zowel private als publieke kosten en baten, en de acties die het meest aangemoedigd worden zijn bi-jgevolg die keuzes die de grootste private en publieke baten opleveren aan zo weinig mogelijk private en pub-

20

Page 21: Neohumanisme 1 2015-2016

lieke kosten, een situatie die mij redelijk “optimaal” lijkt12.

Het moge duidelijk zijn dat verantwoordelijkheid nog steeds een zinvol begrip is zelfs in de afwezigheid van “traditionele” vrije wil: het is immers gewoon een feedbackmechanisme dat als extra gewicht fungeert op de individuele waarderingsfuncties, op zo’n mani-er dat deze functies gecoördineerd worden. Een nut-tige analogie is de volgende: verantwoordelijkheid is voor vrijheid wat het prijsmechanisme is voor de markt, namelijk een manier om de voorkeuren van de verschillende actoren kenbaar te maken en te coördineren zodat een uitkomst bekomen wordt die voor iedereen zo optimaal mogelijk is. Verantwoor-delijkheid is het mechanisme waarmee men conflict minimaliseert, en gaat op die manier hand in hand met vrijheid: men garandeert een maximale indivi-duele vrijheid via individuele verantwoordelijkheid.

De link met voorgaande discussie over het beïnvloeden van andermans waarderingsfuncties mag duidelijk zijn: het is door het beïnvloeden van elkaars keuzes via dit feedbackmechanisme dat men verantwoordelijkheid in de praktijk brengt en vrijheid realiseert. Ik weet geen andere (praktische) manier om de noodzakelijke compromissen te sluiten die garanderen dat iedereen zoveel mogelijk keuzes in de praktijk kan brengen, behalve misschien als men het hypothetische toestel uit het voorgaande gedachte-experiment op globale schaal zou toepassen (een hilarisch onpraktisch idee naar mijn mening). Waar het traditionele discours om-trent vrije wil het beïnvloeden van andermans wil als nefast beschouwt, zie ik het net als noodzakelijk: als we aannemen dat mensen inderdaad gewoon hun waard-eringsfuncties volgen in het bepalen van hun keuzes, dan kunnen we die keuzes enkel maar veranderen door de waarderingsfunctie aan te passen of door andere, aantrekkelijkere keuzes aan te bieden. Beide aanpakken zijn in theorie equivalent, maar in de prak-tijk is wellicht de eerste optie vaak de gemakkelijkste.

2 Men kan inderdaad zelfs argumenteren dat alle speltheorie uiteindelijk hierop neerkomt, althans sinds de inzichten van John Nash en John von Neu-mann.

Niet-menselijke wezens

De discussie hierboven is niet exclusief van toepassing op mensen. De enige voorwaarden waaraan voldaan moet zijn te kunnen spreken van vrije wil, zijn de volgende:

1. Het wezen moet in staat zijn “dingen te doen”, dus het moet beschikken over een verzameling keuzes in functie van de parameters van zijn bestaan.

2. Het wezen maakt keuzes op basis van een waardering van de verwachte uitkomsten.

Waarom vrijheid?

Ik zal afsluiten met een legitieme vraag die men kan stel-len naar aanleiding van mijn bewering dat vrijheid geen logisch noodzakelijk onderdeel van een maatschappij is: als dat zo is, waarom moeten we het dan respecteren? Over dit probleem is al zeer veel geschreven, maar hier zal ik mijn persoonlijke verantwoording uiteenzetten.Ik definieer centrale planning algemeen als het bepalen van een verzameling keuzes, één keuze voor elk indivi-du in de samenleving, zodanig dat de verwachte pay-off van alle keuzes samen maximaal is. Informeel gezien komt het probleem van centrale planning er dus op neer voor elk individu te bepalen wat zijn “beste” keuze is. Hayek pakte dit probleem zelf al aan in de context van prijsmechanismen in zijn essay The Use of Knowl-edge in Society. Het is nu mijn bedoeling dat argument iets formeler te maken en toe te passen op menseli-jke voorkeuren in het algemeen. Ik steun hierbij op de veronderstelling dat centrale planning een “moeilijk” probleem is, in die zin dat er geen efficiënt algoritme bestaat om het op te lossen. In de informatica doet men dan vaak een beroep op metaheuristieken, algo-ritmen die een benaderde oplossing produceren voor het gegeven probleem. Mijn hypothese is nu dat vri-jheid samen met verantwoordelijkheid de beste meta-heuristiek vormen om het probleem van centrale plan-ning op te lossen, om dezelfde reden dat Hayek vond dat prijzen niet centraal gepland mochten worden: het is niet efficiënt om al die informatie te centraliseren.

21

Page 22: Neohumanisme 1 2015-2016

?Tim VaucerelsEen anoniempje

Visie

War on Truth: Pers & Propaganda in Poetins Rusland

Tim Vaucerels

Iemand die liever anoniem wenst te blijven geeft in deze visietekst uitgebreid de prob-lemen van het Russische medialandschap weer, waarin zowel de geschiedenis als de

uitdagingen waar het liberalisme in Rusland voor staat worden besproken.

De ontwikkelingen in Oekraïne en het toenemend au-toritarisme in Rusland spreken tot de verbeelding van velen. Een vaak aangehaald aspect in deze problematiek is de sterke greep van het Kremlin over informatie. We gaan na hoe deze heerschappij is ontstaan, welke gevol-gen ze heeft voor burgers in Rusland en daarbuiten en hoe deze kwestie zich situeert binnen het liberale debat.

La plume est serve

Persvrijheid werd in 1991 in Rusland geïntroduceerd na de val van de Sovjetunie. Hoewel de formele ban-den tussen staat en pers werden opgeheven, bleven journalisten en ambtenaren echter hechte kameraden. In de maatschappelijke en politieke chaos van de jaren negentig werden nieuwskanalen steeds meer erkend als krachtige instrumenten om de politieke ambities van hun eigenaars te dienen. Desondanks wisten sommi-gen toch een respectabele nieuwsdienst uit te bouwen. Midden jaren negentig kon men spreken van een em-bryonaal medialandschap hoewel een groot deel ervan verwikkeld raakte in de intense strijd tussen oligarchen.

Dit kwam tot een einde bij de aanvang van het presi-dentschap van Vladimir Poetin. In de vroege jaren 2000 namen een aantal overheidsinstellingen bestuurlijke of financiële controle over 70% van de elektronische media, 80% van de regionale pers, en 20% van de nationale pers. De media bleef een politiek instru-

ment, maar nu in exclusieve dienst van de kring rond Poetin. Met een mix van economische, poli-tieke en juridische middelen werden ook de over-blijvende kanalen onder druk gezet. Dit leidde tot een de facto staatsmonopolie op nationaal tv-nieu-ws, terwijl oppositiestemmen verbannen werden naar het geschreven nieuws en het internet (in 2009 gaf 94% van de russen aan dat tv hun voornaam-ste, en voor 51% de enigste bron van nieuws was).

Het recentste stadium van overheidsinterventie ving aan na de terugkomst van Poetin in 2012 en de volk-sprotesten van 2011-2013. Sindsdien is een evolutie ingezet naar harder optreden en toenemende censuur. Het nieuwsagentschap RIA werd onder leiding gezet van omstreden pro-Kremlin anker Dimitri Kiselev en het enig overgebleven onafhankelijk tv-kanaal Dozhd werd het slachtoffer van een lastercampagne door poetinproponenten, wat ertoe leidde dat kabelbedri-jven de zender lieten vallen. Ook het internet werd ge-kortwiekt. Verscheidene oppositie-websites en blogs werden reeds offline gehaald en ook VK, de populaire Russische facebookimitatie, wordt voortaan bestu-urd door een telg van het Kremlin-establishment.

De Machine ontleed

Gezien de term steeds opduikt in de dis-cussie rond Rusland en persvrijheid lijkt het me

22

Page 23: Neohumanisme 1 2015-2016

aangewezen om ‘propaganda’ te definiëren. De Oxford Dictionary definieert propaganda als “Informatie, in het bijzonder van een vooringenomen of misleidende aard, die ertoe gericht is een politiek doel of standpunt te bev-orderen”. Mij lijkt vooral het oogmerk van belang. Geen auteur kan m.i. beweren objectief of onbevooroordeeld te zijn. Propaganda onderscheidt zich hiervan doordat het gaat om het bewust manipuleren of weerhouden van informatie, met het oogmerk een publiek te beïnv-loeden in functie van – traditioneel – een politiek doel.

Vervolgens bespreken we een aantal relevante compo-nenten van het informatieapparaat zonder in te gaan op de – vaak nog radicalere – binnenlandse bronnen. Eerst en vooral is er RT, de Russische BBC/CNN-ersatz met het hoofddoel een negatief beeld over ‘het Westen’ verspreiden, daarbij slim gebruik makend van ‘kritische’ westerse stemmen reikende van linkse antiglobalisten, negationisten en eurosceptici tot academici en exper-

ten allerhande. Complottheorieën en ‘whataboutism’ zijn een specialiteit van de zender, die reeds meermaals een forum gaf aan 9/11 truthers, geclaimd heeft dat de CIA achter Ebola en Aids zit en berichtte over plasti-cine-dummy’s aan boord van MH17. Ook het internet wordt ingezet. Niet alleen vinden RT, Lifenews en Sput-nik News er het gros van hun fanbase, ook geeft het de mogelijkheid om informatie – al dan niet gefabri-ceerd - in de vorm van tweets, comments en posts de wereld in te sturen die dan opgepikt worden door tra-ditionele Russische en internationale media. Over het troll-army in Sint-Petersburg werd reeds in verschil-lende kranten bericht. De academische en politieke wereld wordt tevens aangespeeld. Enerzijds worden experten van Angelsaksische en nu ook BRICS-landen gelokt naar conventies waar men de gelegenheid krijgt om hoge overheidsofficials te spreken. Sommigen zien daarin een mogelijkheid om kritiek te uiten, maar lout-ere aanwezigheid draagt reeds bij tot de legitimering

Page 24: Neohumanisme 1 2015-2016

Het grote verschil tussen Westerse en Russische informatiebronnen is dat het voor Russische burgers gaat om een de facto staatsmonopolievan het Kremlin. Anderzijds worden experten en jour-nalisten via lucratieve contacten aangeworven bij Sta-atsdiensten. Ten slotte worden met Russisch geld den-ktanks opgericht die pro-Russische (of antiwesterse) content afleveren of mensenrechtenschendingen al-ler aard onderzoeken in het Westen (terwijl hetzelfde doen in Rusland enigszins moeilijker zou lukken). Ook geven Russische staatsbanken goedkope leningen aan alle spelers die zich publiek uitspreken tegen de EU en de aangevoelde dominantie van de VS zoals FN en AfD. Met radicale anti-EU en anti-VS partijen zoals Vlaams Belang, Podemos, Jobbik en Syriza worden in het alge-meen goede relaties aangehouden. Divide et Impera.

Er dient gewezen te worden op het tu quoque-argu-ment dat ook in de ‘westerse samenleving’ propagan-da wordt gemaakt. Het is correct dat belangengroep-en, bedrijven, politieke spelers en andere organisaties constant de publieke opinie trachten te beïnvloeden via de media. Het grote verschil met de Russische in-formatiebronnen is dat het voor Russische burgers gaat om een de facto staatsmonopolie. Er is met an-dere woorden geen ontsnappen aan de boodschap die de staat heeft gecementeerd. Sinds 2010 worden alle nationale nieuwszenders, het merendeel van de radiozenders en meer dan 60% van de geschreven pers direct of indirect door de Staat gecontroleerd. Wanneer alle informatiebronnen onder één controle vallen, is er geen sprake meer van het trachten te overtuigen van de burger van een of ander standpunt.

Het wordt een indoctrinatiemachine die het volk op dezelfde lijn moet krijgen van de overheid. Dit is een klare vorm van overheidsdwang waaraan de Russische burger – vaak onbewust – wordt blootgesteld. Naar het buitenland toe is een verschil eerder kwalitatief – en dus lastiger – te omschrijven. Terwijl de BBC ook met overheidsgeld een wereldpubliek bereikt, doet het dit met een wezenlijk ander oogmerk dan pak-weg RT. Hoewel staatskanalen nergens onafhankeli-jk nieuws kunnen brengen lijkt het me evenwel niet onbeduidend dat er onafhankelijkheidsmechanismen

voorhanden zijn of journalistieke standaarden worden aangehouden. Waar de ene probeert ‘neutraal’ te bli-jven en journalistieke waarden aanhoudt, zijn bij de ander alle tussenschotten met de uitvoerende macht weggebroken. Zich ter dienste stellen van een Rus-sisch overheidskanaal betekent zich ter dienste stel-len van het Kremlin en diens strategie, zij het militair, politiek of ideologisch. Een valse equivalentie dus.

Naast het opdringen van haar eigen boodschap wordt de Russische overheid verantwoordelijk geacht voor het onderdrukken van dissidente stemmen. Het re-pressie-arsenaal is dan ook groot. Een web van vers-tikkende en vage regelgeving zorgt ervoor dat journal-isten onder druk kunnen gezet worden en zelfcensuur aangemoedigd wordt. Voorbeelden van breed geïn-terpreteerde regels zijn o.a. de verboden op ‘het beledigen van overheidspersonen’, het ‘schenden van de territoriale integriteit van de Russische Fed-eratie’ en ‘aanzetten tot openbare onrust’. Ook het internet wordt door de staat geviseerd. Zo moeten sociale netwerken hun data 6 maand bijhouden op servers op Russisch grondgebied en moeten bloggers met meer dan 3000 dagelijkse lezers zich registreren bij de overheid. Het centrale orgaan in dit verhaal is mediaregulator Roskomnadzor, die zich met 29.000 geblokkeerde URL’s in 2014 heeft ontpopt tot een waar Ministry of Truth. Moeilijker te bewijzen, doch lastig te ontkennen, is de extralegale repressie. Deze varieert van overvallen door gemaskerde mannen die computers en documenten meenemen tot chan-tage en verdwijningen. Ook de Wikipedia-pagina ‘List of journalists killed in Russia’ blijft helaas groeien.

Infowar

Als ultieme uitdrukking van media als instrument werd in de laatste jaren een media-organisme (her)opgebouwd die informatie tot een wapen verheft. Zo stelt ex-hoofd binnen de Marine Vladimir Piru-mov: “Information war consists in securing national policy objectives both in war time and in peace time

24

Page 25: Neohumanisme 1 2015-2016

through means and techniques of influencing the infor-mation resources of the opposing side… and includes influences on an enemy’s information system and psy-chic condition.” Deze denklijn maakt het trouwens des te aannemelijk dat het Kremlin gelooft dat het belaagd wordt door het Westen, gebruik makend van CNN tot mensenrechtenorganisaties en ngo’s. Hoe gemeend deze denkbeelden zijn doet er niet meer toe. ‘It creates its own political realities’ aldus veiligheidsexpert bij NYU Mark Galeotti. En waar men elders deze technieken ook gebruikt, lijken ze in Rusland het buitenlandbeleid te sturen. President Poetin begrijpt onder het begrip soft power immers “Een matrix van instrumenten en methoden om doelen te bereiken op vlak van buiten-lands beleid zonder het gebruik van wapens doch door het aanwenden van informatie en andere hefbomen van invloed”. Geen imagobouwen maar een wapen.

werden genoemd – de term die door Russische me-dia naar voren werd geschoven. Het cynisme waar-mee het Kremlin met berichtgeving omspringt wordt nog steeds onderschat door een pak journalisten

Liberale antwoorden?

De kwalificatie van dit vraagstuk is belangrijk. Indien we meegaan in de lijn van het Kremlin moeten we hun informatiekanalen zien als gelijkwaardige spel-ers op onze informatiemarkt: indien er genoeg vraag is naar hun boodschap en er een winst mee te mak-en valt, zullen zij blijven aanbieden. We hebben het echter niet over een nieuwsdienst die informatie als dusdanig aanbiedt maar over een staatsgesponsorde machine die een duidelijk doel heeft de informatie-markt te beïnvloeden in functie van beleidsdoelen.

Rusland is in de bewoordingen van Rawls een ‘outlaw-state’ die de basisvrijheden van haar burgers en het Volkerenrecht miskent

De link met oorlogsvoering is duidelijk. Informatie speelt een grote rol in wat “Hybrid Warfare” gedubd werd. Meer dan eens ging een offensief on the ground gepaard met of vooraf gegaan door een bewuste info-campagne die de hele Machine achter één doel schaart. Zo wordt op algemeen niveau een alternatieve realite-it gecreëerd - de Russische infobubble - waarin fascis-ten en neonazi’s met de hulp van de VS aan de macht geholpen zijn in Kiev en een genocide plannen op de Oost-Oekraïense bevolking. Op cruciale momenten in het conflict worden ook verhalen verteld die erop gericht zijn publieke opinie achter een nieuw offensief te scharen of de tegenstander te demoraliseren. Verh-alen van een door de Oekraïners gekruisigd kind deden de ronde toen deze Slovyansk heroverd hadden. Naast de fabricatie van verhalen wordt ook aan loutere ‘in-foflooding’ gedaan. Zo werden in de dagen na MH17 talrijke theorieën en berichten verspreid om journalis-ten te desoriënteren. Vaak lukt het ook om ‘westerse’ media te vangen met de ‘balance trap’ ofwel het als gelijkwaardig behandelen van Russische en westerse standpunten, rekenend op het neutraliteitsstreven van journalisten. Die naïvité werd o.a. tentoongespre-id toen ‘little green men’ in Russisch uniform de Krim innamen en een week lang ‘pro-Russische militanten’

Indien we de Machine beschouwen als een arm van de Russische staat (bij deze is het ook niet onbelan-grijk dat 70% van de Russen het huidige buitenlands-beleid steunt en 87% achter Poetin staat), moeten we deze kwestie benaderen binnen de tolerantie/inter-ventie discussie. Rawls maakt een onderscheid tussen de omgang met ‘outlaw states’ waartegen interventie en sancties gerechtvaardigd zijn en ‘decent non-liberal societies’, die men kan tolereren. Rusland is dan een outlaw-state, gezien het de basisvrijheden van haar onderdanen miskent en het Volkenrecht overtreedt.

Het lijkt me echter moeilijk om deze principes te tran-sponeren op de informatiesfeer. Ook Russische ze-nders brengen nieuws dat niks te maken heeft met beleidsdoelen en zorgen er zodoende voor dat het onderscheid tussen propaganda en nieuws moe-ilijk consistent gemaakt kan worden. Bovendien is het één ding om te erkennen dat achter sommige boodschappen kwaad opzet schuilt, doch een an-der om deze boodschappen te gaan censureren.

Het antwoord ligt m.i. bij de gereputeerde me-dia van deze tijd. Zij kunnen - bottom-up - op een legitieme wijze overeenkomen welke

25

Page 26: Neohumanisme 1 2015-2016

journalistieke standaarden waargenomen moet-en worden. Ook worden nu reeds bij vele kranten mensen aangeworven die nagaan welke bronnen vertrouwd kunnen worden. Voorbeelden van initiati-even zijn ‘StopFake.org’ en ‘Politifact.com’. Tenslotte is er een opportuniteit om een ranking op te richten à la Freedom Ranking of de Corruption Perception Index voor de media. Dergelijke initiatieven kunnen experten en internationale media samenbrengen

om het eens te worden over concepten en methodologie om persvrijheid en -onafhankelijkheid te beoordelen.

Hoe dan ook blijft deze kwestie een uitdaging voor de toekomst. In de woorden van media-analist Vasily Ga-tov: “If in the 20th century the great challenge was the battle for freedom of information, in the 21st centu-ry the greatest challenge will be from states and oth-er powerful actors abusing freedom of information.”

26

Page 27: Neohumanisme 1 2015-2016

Arno CouwenberghPR-verantwoordelijke LVSV Gent

Boekbespreking“Wereldrijk voor een dag”

(Amy Chua)

De rode draad doorheen Amy Chua’s werk is het thema tolerantie. Haar stelling gaat ervan uit dat tolerantie een noodzakelijke voorwaarde is om een hypermacht te worden. Eerst dient zich een definitie van het begrip aan. Kortweg komt het neer op een situatie in de geschiede-nis waarin de wereld wordt overheerst door een instan-tie op militair, intellectueel, cultureel en sociaal vlak.Dus om een hypermacht te worden moet een ge-meenschap volgens haar stelling zich tolerant tonen. Onder tolerantie verstaat ze het tolere-ren van anderen met een verschillende etnic-iteit, geloof, taal of geslacht. Meer precies het tolereren van “anderen” die tot de gemeenschap toetreden door middel van verovering of immigratie.

De verschillende hoofdstukken omvatten steeds een onderdeel van de geschiedenis waarin er een hyper-macht bestaat. Na een algemene beschrijving toont ze hoe tolerantie steeds een noodzakelijke maar geen voldoende voorwaarde vormt om een hypermacht te worden. Dit impliceert dan ook dat een hypermacht, eens die niet meer tolerant is, zal vervallen. Deze trend komt doorheen elk hoofdstuk terug. Het Romeinse Rijk, het rijk van Djenghis Khan, Nederland tijdens de gouden eeuw en nog vele anderen komen aan bod. Echter er komen niet enkel geschiedkundige toe-passingen aan bod die dankzij tolerantie hypermacht werden. Ook enkele aspirerende gemeenschappen die nooit de status van unilaterale wereldleider hebben bereikt door gebrek aan tolerantie zoals Nazi-Duit-sland en Spanje in de veertiende en vijftiende eeuw.

Het boek volgt een opbouwende en verfijnende structuur. Met elke volgende geschiedkundige periode wordt haar these duidelijker. Toleran-tie moet immers niet begrepen worden in de he-dendaagse zin. Haar geschiedkundige toepassing-

en zijn niet louter toepassingen maar dienen tot duid-ing en context. Immers, tolerantie is geen absoluut en vaststaand gegeven maar een relatief begrip. Men kan pas een gemeenschap of iemand tolerant bes-tempelen na vergelijking met de rest van de gemeen-schappen of populatie. Vandaar de introductie van het begrip relatieve tolerantie. Deze correctie vermijdt hineininterpretierung. Elke case moet binnen zijn kad-er worden geplaatst en getoetst worden aan dat kad-er. Romeinen tolereerden bijvoorbeeld Galliërs eens ze opgenomen waren in het rijk maar ze werden nog steeds als barbaren beschouwd. Ondanks het feit dat ze na verloop van tijd wel het Romeins burgerschap konden bekomen en dan formeel als gelijken werden behandeld. Zelfs na dat proces bleven de Galliërs rare buitenstaanders en bespot door de echte Romeinse burgers van de stad Rome. Heel tolerant waren ze dus niet naar absolute maatstaf maar wel relatief gezien in vergelijking met hun tijdgenoten. Die kenden im-mers geen wijze van volwaardige toetreding tot de gemeenschap in dezelfde graad zoals de Romeinen.

Amy Chua stelt eigenlijk dat het loont om toleran-tie aan de dag te leggen naar anderen toe omdat dit simpelweg toestaat meer menselijk kapitaal te ver-garen en zo meer talent te kunnen aanspreken. Een tolerante gemeenschap, staat zichzelf toe om uit een grotere poel aan kapitaal te vissen terwijl minder tolerante gemeenschappen hun poel net beperken. Mensen verwelkomen die andere gemeenschappen uitspuwen, is een van de manieren waarop de spree-kwoordelijke kapitaalmarkt voor menselijk kunnen wordt vergroot. Dit vereist naargelang van de tijd andere middelen maar houdt in dat de buitenstaan-ders vergelijkbare rechten hebben als de inheemse burgers na het doorlopen van een bepaald proces.

27

Page 28: Neohumanisme 1 2015-2016

Met tolerantie is evenwel de kous niet af, vele andere voorwaarden om een hypermacht te worden gaan Ch-ua’s these te buiten en worden niet behandelt. Bij toler-antie komt ook een bijkomend probleem naar voren. Een steeds diversere populatie wordt immers moeilijker te binden aan de gemeenschap. Ze doopt dit het probleemvan het bindmiddel. Zonder bind-middel dat de heterogene populatie bij elkaar houdt, valt de gemeen-schap uit elkaar. Een oplossing hi-ervoor komt van bij de Romeinen met hun burgerschap. Ze boden een aantrekkelijk pakket aan waar de niet-burgers vrijwillig in toetraden. Via dit proces romaniseerden ze ook die niet-burgers. De Romeinse cultu-ur werd immers gekoppeld aan het burgerschap, een zeer gegeerd goed. Tegenwoordig is deze oplossing niet meer werkbaar maar een aantrek-kelijk cultureel geheel aanbieden vormt wel nog een haalbare kaart. Als hedendaags voorbeeld wordt dan ook de Amerikaanse cultuur uitgekozen die zich met veel succes over de hele wereld heeft verspreid en waar velen vrijwillig op intekenen. Het boek dateert ondertussen reeds van 2007 maar Chua’s analyse van de Europese Unie is in het licht van de huidige migratiecrisis zeer inter-essant. Ze beoordeelt immers de EU naar binnen toe wel als tolerant maar merkt op dat tolerantie naar buiten moeilijker valt. Interessanter nog stelt ze dat de EU het meeste moeite heeft met het tolereren van moslims. Omdat het tolereren van intolerantie in tegenstelling tot in-tolerantie een grote moeite vergt. Vandaag zien we ons geconfronteerd met onze houding naar migratie toe en de conflicten met moslimge-meenschap die voortvloeien uit een groter contact. Gaan we tolerant zijn

en het mogelijk maken dat menselijk kapitaal naar ons vloeit? Of houden we vast aan onze identite-it? Geen gemakkelijke vraag en daarenboven stelt Chua eveneens dat het zelfs niet eens een doel hoeft te zijn om een hypermacht te worden. Misschien is de wereld beter af met een multipolaire macht-sorde? Of niet? Een boek dat noopt tot nadenken.

28 29

Page 29: Neohumanisme 1 2015-2016

Slaet opten trommele!Lustrumjaar!

LVSV Gent bestaat 85 jaar!!!

Jawel, u leest het goed, vrienden van de vrijheid; LVSV Gent bestaat 85 jaar! In 1930 ontstond LVSV Gent uit een aantal geëngageerde liberale jongeren die de stem van het liberalisme wilden vertegenwoordigen. Al 85 jaar lang kan men in de Arteveldestad (aka Gent) LVSV’ers spotten langs de Leie en het Gravensteen en zo een gelegenheid kan LVSV Gent natuurlijk niet aan zich voorbij laten gaan zonder er een echt lustrumjaar van te maken!

Verder op dit jaar zal LVSV Gent een speciale lustrumactiviteit houden en ook één van onze latere Neohumanisme’s (Neo’tje voor de vrienden) pakt uit met een speciale lustrumeditie waarin we de belangrijkste teksten uit de afgelopen 85 jaar heruitgeven met commentaar van één van onze bestu-ursleden of de schrijver van het artikel zelf! Ook LVSV Nationaal zal later op dit jaar iets speciaals doen rond het ontstaan van het LVSV, dat met LVSV Gent haar eerste afdeling kende.

Slaet opten trommele en drinkt erop, vrienden van de vrijheid, want voor een gelegenheid als dit ziet geen liberale student wit!

29

Page 30: Neohumanisme 1 2015-2016

Visie

Vince LiégeoisHoofdredacteur LVSV Gent

De absolutie van de Katholieke Kerk

Vince Liégeois

Hoofdredacteur Vince Liégeois heeft het over de scheiding van kerk en staat en waar-om die in België nog steeds niet bestaat. Hij bespreekt er eveneens de posities van de

andere religies en legt uit wat er naar de toekomst toe moet gebeuren.

De Katholieke Kerk is in België en de rest van de wereld op vele vlakken absoluut, en dit telkens op de meest negatieve wijze. De vormen van absolutie van de Katholieke Kerk waarover ik in dit artikel zal spreken is haar absolute houding tegenover haar (ex)leden en de absolute positie van de kerk in België. Want ondanks wat vele liberalen willen geloven is er in België nog lang geen sprake van een echte scheiding van kerk en staat.

Absoluut t.o.v. haar leden

Dat de Katholieke Kerk absoluut is ten opzichte van haar leden is voor u uiteraard geen geheim, met haar conservatieve standpunten over onder andere het ho-mohuwelijk, euthanasie, abortus en echtscheiding. Dat zijn echter niet de vormen van absolutie waarover ik in deze visietekst wil spreken, u komt er echter al gen-oeg mee in contact via de media en ik moet u ook ab-soluut niet meer van het ongelijk van de kerk over deze doodnormale zaken bewijzen, u weet immers beter.

Ik wil namelijk spreken over hoe absoluut de kerk is wan-neer haar leden (wijselijk) beslissen om de kerkgemeen-schap te verlaten, dat is namelijk het moment wanneer de Katholieke Kerk zich degoutanter dan ooit gedraagt.

Als voorbeeld hiervoor zal ik een brief nemen die ik een aantal maanden geleden naar het Bis-dom van Antwerpen verstuurde en waarin ik

vriendelijk vroeg om - na dit jarenlang aan mijn vrien-den beloofd te hebben - ontdoopt te worden. Na eerst te hebben moeten opzoeken wanneer en in welke kerken ik mijn doopsel en communies had gedaan - voor een reden die mij totaal onduidelijk is, maar waar-schijnlijk gewoon om mensen er niet toe aan te zetten zich te ontdopen vanwege het vele opzoekwerk en om-dat veel mensen die dingen gewoon (niet meer) weten - gaf ik een aantal argumenten waarom ik terecht geen deel meer wilde uitmaken van de Katholieke Kerk.

Onder meer de conservatieve en verdorven stand-punten van de Kerk over bovenstaande ethische the-ma’s gaf ik als reden op. Wat ik ook als reden opgaf was de manier waarop men “lid” wordt van de Katho-lieke Kerk. Dit “lid worden” begint namelijk met het doopsel dat aan je wordt gegeven. Je wordt namelijk gedoopt op een moment dat je nog niet kan spreken of lopen, je kan zelfs amper denken want je bent nog maar een baby van een paar maanden oud. Je hebt met je doopsel dus geen idee wat er aan het gebeuren is. Het doopsel is eigenlijk één grote aanslag tegen de vrije wil en de vrijheid van meningsuiting, je bent niet in staat je eigen mening te geven en de keuze of jij al dan wel of al dan niet deel gaat uitmaken van de Katholieke Kerk wordt gemaakt door je ouders.

Dan had ik het over de volgende twee fases in het katholiek worden; namelijk de communies. Je

30

Page 31: Neohumanisme 1 2015-2016

eerste communie vindt namelijk alweer plaats op een tijdstip in je leven waar dat je eigenlijk nog steeds geen supergoed idee hebt wat je exact aan het doen bent, en bovendien wordt de keuze hier ook bijna altijd gemaakt door de ouders, die daarna vaak hun kind verblinden met het idee van de vele cadeautjes die het zal krijgen.

Met het vormsel weet je dan uiteraard al wel een stuk beter wat je doet, maar toch is het niet altijd de eigen mening van het kind dat doorslaggevend is, maar al te vaak doen kinderen namelijk hun vormsel omdat hun beste vrienden dat ook gaan doen of omdat de oud-ers (en grootouders) toch vrij hard hiervoor pushen.

Dit was wat onder meer in mijn brief stond die ik naar het Bisdom van Antwerpen verstuurde. Enkele weken later kreeg ik van het Bisdom een brief terug waarin men mij schreef dat het onmogelijk was om ontdoopt te worden en uitgeschreven te worden als katholiek, de daad kan

namelijk niet ongedaan gemaakt worden. Hierover kan men toch enkel zeggen dat dit uitermate raar is, als je uit eender welke andere vereniging wil stappen schrijven deze je toch ook gewoon uit zonder daar een probleem van te maken, van absolutie gesproken! Het enige wat ze konden doen voor mij was een kruisje achter mijn naam zetten, wat zoveel betekent als “wil hier eigenlijk geen deel van uitmaken”. Als iemand ergens geen deel van wil uitmaken laat hem of haar dan toch gewoon we-ggaan! De enige manier - na lang zoeken op het internet - om echt uitgeschreven te raken uit de Katholieke Kerk is door het winnen van een gerechtelijke procedure te-gen de Katholieke Kerk, wat heel moeilijk is want de kans is blijkbaar zéér groot dat justitie de Kerk gelijk geeft en niet de aanklager, wat gewoonweg waanzin is.

U ziet hier dat het dus niet alleen de Kerk haar con-servatieve standpunten over een heleboel ethische thema’s zijn die haar absoluut maken tegenover

31

Page 32: Neohumanisme 1 2015-2016

haar leden alsook haar gedrag en houding tegenover haar leden. Het is namelijk niet alleen haast on-mogelijk om je uit te schrijven bij de Katholieke Kerk - wat al de nodige wenkbrauwen doet fron-sen - maar het is ook vaak de schuld van an-deren - en in de eerste plaats de kerk zelf - dat je in het lidmaatschap van de Katholieke Kerk sukkelt.

Absoluut in de Belgische staat

Hoe graag we ook het omgekeerde zouden beweren is er in België nog lang geen sprake van een correcte scheiding tussen kerk en staat. De ongezonde posi-tie van de Katholieke Kerk in België speelt zich niet alleen af op financieel vlak, want ook op veel ande-re vlakken wordt de Katholieke Kerk voorgetrokken.

De staat - op eender welk niveau - trekt de katho-lieke kerk namelijk maar al te vaak voor op onder meer de private sector en ergerlijk genoeg blijkt daar bijna geen haan naar te kraaien. Een goed voor-beeld hiervoor is de Broeders van Liefde. De Broed-ers van Liefde is een katholieke instelling die onder andere vele psychiatrische centra, verzorgingstehu-izen en afkickcentra uitbaat. de Broeders van Lief-de is slecht één van de katholieke organisaties die dit doet, maar de Broeders van Liefde is wel degene die ondertussen onrustbarend groot is geworden.

De huidige situatie is namelijk als volgt: als de Broeders van Liefde op de lijst van kandidaten staan om eender welk soort instituut van de staat over te nemen is er een kans van 95% dat zij uiteindelijk het instituut mo-gen overnemen, zo goed als altijd worden zijn voorget-rokken op de private sector. Wanneer ze niet op de lijst staan is het trouwens meestal wel een andere katho-lieke organisatie die de boel overneemt, en weeral niet de private sector. Maar toch is er niemand in het parle-ment die voor deze ongezonde situatie zijn slaap laat; iedereen laat de Broeders van Liefde en andere katho-lieke organisaties altijd maar begaan. Opvallend is ech-ter wel dat de hel losbreekt wanneer de keuze uiteindeli-jk naar een niet-katholieke en private organisatie gaat. Dat is het moment dat kranten en tijdschriften vol ar-tikels staan die zijn gevuld met belachelijke argumenten

waarom het wél een katholieke organisatie zou moet-en zijn en niet de private sector. Hier toont de Katho-lieke Kerk en de misvormde scheiding van kerk en staat zich dus een duidelijke vijand van de private sector.

Maar het beste voorbeeld hierover is misschien wel het katholiek onderwijs. Op vlak van het aanbieden van onderwijs heeft de kerk een ongelooflijke en ab-solute machtspositie. Waar men ook gaat of staat, overal komt men katholieke scholen tegen. Sint-Hup-peldepupsscholen en Mater Dei-instituten genoeg in Vlaanderen, om nog maar te zwijgen over katholieke universiteiten. De kerk bezit hier weeral een monop-oliepositie tegenover andere religies en onafhankeli-jke organisaties en zeker en vast tegenover de private sector, gezien er in België amper private scholen zijn.

Het Rooms-katholicisme is gewoon de enige religieuze instelling die kapitaalkrachtig genoeg is om zoveel scho-len uit te baten, is wat we veel mensen dan als excuus horen opgeven. Dat is dan ook juist het probleem, al eeuwenlang is de macht van de Katholieke Kerk in deze streken een heilig huisje waar niet tegen gestampt mag worden. Als het zo door gaat zal de macht en invloed van de Kerk op onder meer het onderwijs niet dalen. Nu moeten politici katholieke verenigingen die scholen willen uitbaten e.d. een halt toeroepen en de katholieke scholen verminderen door deze te laten aansluiten bij niet-christelijke organisaties die los staan van de staat (zoals AGORA) of door deze gewoon te privatiseren.

Tegenover de andere religies in ons land - die zulke voorrechten niet hebben - wordt vaak als excuus ge-geven dat zij niet aan de reglementering zouden vol-doen om onderricht te mogen geven. Het is inderdaad waar dat er zeer strenge regels zijn opgelegd voor scho-len. De parlementen en andere politieke instellingen controleren deze religieuze scholen echter niet op een correcte manier. Nog voor er een onderzoek naar deze scholen wordt ingesteld uiten vele partijen - in de eerste plaats natuurlijk Vlaams Belang - heel snel onterechte vooroordelen voor moslimscholen, joodse scholen,....

Kortom, voor ander religieuze instellingen en eveneens voor de private sector is België geen

32

Page 33: Neohumanisme 1 2015-2016

Heel wat katholieke secundaire scholen in België leren kinderen in het vak wiskunde de voorrangsregels verkeerd aan zonder dat de staat

of iemand anders zich daar zorgen over maakt.

gezonde omgeving om rustig en onbezonnen een nieu-we school te kunnen neerplanten. Wanneer de Katho-lieke Kerk dit echter wilt doen is er weeral niemand die zich daar vragen bij stelt wat ertoe leidt dat de invloed van de katholieke kerk op onze samenleving nog lang niet is uitgewerkt. Toch moeten die katho-lieke scholen ook gecontroleerd worden want ook zij zijn niet helemaal koosjer. In veel katholieke scholen is het Rooms-katholicisme de enige vorm van lev-ensbeschouwing die wordt aangeboden - zedenleer wordt meestal ook niet aangeboden - en vaak zijn leerlingen van een katholieke school ook verplicht om x aantal keren met hun school naar de kerk te gaan, dit is toch duidelijk een schending van het recht op vrijheid van geloofsovertuiging (valt onder artikel 19 van de Belgische Grondwet)1. Officiële scholen worden door de Vlaamse Overheid bovendien ver-plicht alle erkende godsdiensten in hun lessenpakket aan te bieden alsook het vak moraalwetenschappen.

Het gaat hierbij ook over serieuzere vakken dan levens-beschouwing, een bekend voorbeeld - waarbij men zelfs foutief zaken aanleert - is het vak wiskunde. Een heel aantal katholieke middelbare scholen (al zijn het er nu wel minder dan pakweg vijftien jaar geleden) leert kin-deren de voorrangsregels verkeerd aan. Zoals u hopeli-jk nog wel weet houden de voorrangsregels in hoe de bewerkingsvolgorde verloopt: eerst reken je uit wat tussen haakjes staat, dan doe je de machtsverheffing en het worteltrekken, gevolgd door vermenigvuldigen en delen om dan ten slotte af te sluiten met optrekken en aftrekken. Sommige katholieke scholen leren echter aan dat je nog voor het vermenigvuldigen moet delen of dat het worteltrekken pas na de vermenigvuldiging en deling2 komt , wat foutieve uitkomsten opleverten bij de overgang naar de universiteit of hoges-chool ook veel problemen oplevert. Dit is toch

1 Hoewel dit bij Joodse scholen en Islamscholen natuurlijk ook het geval is2 Deze laatste was de volgorde die in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw werd gebruikt.

een duidelijke manier van foutief onderwijzen waarbij de overheid - of eender wie - toch moet ingrijpen!?

Het is dus heel duidelijk dat de Belgische staat drin-gend moet stoppen met instituten en verantwoordeli-jkheden blindelings toe te wijzen aan de Katholieke Kerk en ook scholen en andere instituten die de Katho-lieke Kerk uitbaat aan andere instellingen (liefst pri-vate) toe te wijzen. Dit moet zo snel mogelijk gebeuren. Hoe langer we wachten hoe langer de Katholieke Kerk de Belgische staat in haar grip zal blijven houden.

Kerk en kapitaal

Dat de Katholieke Kerk in deze contreien nog veel te sterk staat komt zoals reeds gezegd doordat ze zo kap-itaalkrachtig is. Dat de kerk vandaag de dag nog steeds zo rijk is komt niet - zoals veel mensen foutief denk-en - omdat ze in de Middeleeuwen oppermachtig was

of omdat er in het Vaticaan veel geld huist. Het aandeel van die twee zaken in het omvangrijke kapitaal van de Katholieke Kerk is echter verwerpelijk, zo niet onbesta-ande. Het is de Belgische staat die door haar enorme fi-nanciële steun de Katholieke Kerk zo rijk heeft gemaakt en zo op vele vlakken een monopoliepositie heeft bezorgd, wat op het financiële vlak het meest tot uiting komt. Over de vele financiële steun die de kerk van de Belgische staat krijgt doen echter de wildste gerucht-en de ronde, wat ertoe leidt dat iemand die echt wil weten wat er aan de hand is veel kritisch opzoekwerk moet doen, waarna men alleen maar kan constateren dat zelfs de wildste geruchten nog niet wild genoeg zijn.

Allereerst moet u weten dat de overheid zowel op federaal, regionaal, provinciaal als lokaal vlak fi-nancieel steun biedt aan de Katholieke Kerk. Vaak denken mensen dat de katholieke kerk geld kri-jgt afhankelijk van het aantal Rooms-katholieke in België. Dit is absoluut niet het geval. De Katho-lieke Kerk krijgt namelijk van de overheid ieder jaar 80% van de subsidies voor eredienstinstellingen,

33

Page 34: Neohumanisme 1 2015-2016

om deze subsidies te krijgen moeten ze aan geen (waar-mee echt helemaal niets bedoeld wordt) voorwaarden voldoen, dit is een percentage dat bij wet bepaald is.

Als men opzoekt waarom de Katholieke Kerk zo mas-saal veel geld krijgt is het omdat hun subsidies afhang-en van het totale inwonerstal van heel België, wat dus ook inhoud dat daar atheïsten, agnosten en mensen met een compleet andere geloofsovertuiging bij zitten en die eigenlijk een anti-katholieke meerderheid vor-men. Alweer valt duidelijk op dat de katholieke kerk wordt voorgetrokken op andere geloofsovertuigingen. De vijf andere geloofsovertuigingen die subsidies voor eredienstinstellingen krijgen (het Protestantisme, het Jodendom, de Islam, de Anglicaanse Kerk en de Or-thodoxe Kerk, nvdr.) subsidies aan de hand van het aantal leden hun geloofsovertuiging heeft. Uit deze subsidieregeling kunnen we dus afleiden dat de Bel-gische overheid ervan uitgaat dat het Katholicisme in België een belangrijkere rol inneemt dan de andere re-ligies, gezien het bedrag dat de Katholieke Kerk krijgt niet afhangt van haar eigen leden maar van het aantal leden van de Belgische staat waardoor we wel moet-en aannemen dat de overheid vindt dat de Katholieke Kerk niet alleen belangrijk is voor haar leden zelf maar voor de gehele Belgische staat waardoor er gewoon geen scheiding van kerk en staat kan zijn! Ook opval-lend is dat veel andere godsdiensten zoals het Sikh-isme en zelfs wereldgodsdiensten als het Hindoeïsme en het Boeddhisme13 geen subsidies van de overheid mogen verwachten waardoor de overheid een elite creëert onder de godsdiensten met daarbovenop nog eens het Rooms-katholicisme als de absolute elite.

Opmerkend als u bent zult u misschien ook al wel op-gemerkt hebben dat de Kerk geld krijgt van mensen die niets met de Katholieke Kerk te maken willen hebben. De subsidies die aan de eredienstinstellingen worden besteed worden immers - zoals alle subsidies - beta-alt met het belastingsgeld van de belastingsbetaler. Als we dan weten dat het grote merendeel van de ere-dienstsubsidies (80 procent) naar de Katholieke Kerk

3 Boeddhisme kreeg een aantal jaar geleden wel een speciale status, die haar ook een klein deel subsi-dies oplevert.

gaan weten we ook dat in die 80% ook geld zitten van niet-katholieke mensen. Dit zijn ondermeer mensen die atheïst of agnost zijn, een andere geloofsover-tuiging zijn toegedaan en zelfs mensen die ooit mis-bruikt zijn door clerici en dus absoluut niets met de Katholieke Kerk te maken willen hebben! Tevens zijn er dus ook heel veel mensen (atheïsten en mensen van een minder goed vertegenwoordigde geloofsover-tuiging) die een deel van hun belastingen afstaan aan eredienstinstellingen en daar niets voor in return krij-gen. In het hele landschap van instellingen en organi-saties die op subsidies werken is er geen beter voor-beeld dan de katholieke kerk en de eredienstsubsidies om aan te tonen dat subsidies asociaal zijn en onze maatschappij misvormen en zelfs - hoewel mensen dat vaak niet door hebben - ronduit grof kunnen zijn.

De meest perfecte en liberale oplossing zou natuurlijk dat men geen geld geeft aan eredienstinstellingen, wat echter utopisch lijkt gezien de vele linkse en christen-democratische politici in het parlement. Maar miss-chien kunnen we dan wel evolueren naar een regeling zoals Duitsland en Italië - toch een zeer katholiek land dat laatste - er één hebben. Daar geldt namelijk de regeling dat je als belastingbetaler zelf bepaald naar welke religie een deel van zijn of haar belastingen gaan of dat ze helemaal niet naar een religie gaan. Dit zou een veel correctere en meer precieze regeling zijn die de scheiding van kerk en staat enkel ten goede komt.

Dat in België een nieuwe regeling nodig is om de ongelijkheid tussen de religies en de misluk-te scheiding tussen kerk en staat tegen te gaan mag wel duidelijk zijn. De ongelijkheid tussen de gods-diensten onderling is namelijk nog veel groter. De overheid investeert namelijk ook op al haar andere niveaus in de Katholieke Kerk. De eigenlijke verhoud-ing van overheidsuitgaven aan erediensten is dat 96% van de overheidsuitgaven naar de Rooms-katho-lieke Kerk gaat en 4% naar alle andere godsdiensten! Absolutie tot en met kunnen we dus wel stellen.

De Kerk krijgt bovendien ook nog 1 euro van de overheid per nieuw gedoopt kind. Natuurli-jk worden dat er steeds minder maar toch is het

34

Page 35: Neohumanisme 1 2015-2016

het enorm oneerlijk. De andere godsdiensten hebben zo’n regeling namelijk niet. Het is niet zo dat het Jo-dendom geld krijgt per nieuwe besnijdenis of dat de Islam per nieuw lid een euro krijgt, waarom de Katho-lieke Kerk dan wel? En de Kerk betaalt ook geen geld terug aan de staat wanneer leden zich laten ontdopen want je kan je helemaal niet laten ontdopen zoals in het vorige topic aangetoond! De absolutie van de Kerk tegenover haar leden intern en te weinig controle door de staat blijken hier dus duidelijk een probleem te zijn.

Op lokaal krijgt de Katholieke Kerk alweer massa’s geld. Dit omdat er veel meer parochies zijn in ver-houding met andere geloofsgemeenschappen en veel meer kerken dan in verhouding met het aantal leden. Als voorbeeldgemeente hiervoor zal ik mijn eigen ge-meente nemen, Brasschaat, gezien de cijfers voor de mooiste stad ter wereld (Gent, nvdr) mij onbekend zijn. Hoewel er door verschil in aantal kerken misschien een schommeling in cijfers zal zijn met andere gemeent-en en steden zul je wanneer je dezelfde oefening maakt met een andere gemeente identiek hetzelfde fenomeen waarnemen: dat de Katholieke Kerk op ge-meentelijk vlak alweer een financiële absolutie heeft.

Ik zal u hierbij ook een beeld scheppen van de positie van de Katholieke Kerk in de gemeente Brasschaat. In deze gemeente met bijna 40000 inwoners bevinden zich zes vrij grote kerken. Ondanks de zes kerken komt er echter bijna geen kat naar de kerk. Op het moment dat er 30 mensen in de kerk aanwezig zijn spreekt men van een “ongelooflijk succesvolle” miszondag, deze woorden werden bovendien in de mond genomen door één van de pastoors zelf. Ook op een gewone avondmis ziet men blijkbaar maximum zeven personen.

Ondanks deze duidelijk zwakke opkomst kreeg de Katholieke Kerk van de gemeente Brasschaat in 2014 164.746 euro aan subsidies, wat tevens gelijkstaat aan het volledige budget ter beschikking gesteld voor eredienstinstellingen door de gemeente. De enige ge-gevens die de overheid wou hebben waren de financiële gegevens van de Katholieke Kerk en ondanks het feit dat enkele van de zes kerken heel rijk waren (met een kapitaal van bijna een miljoen euro!) kregen de kerken

waanzinnige bedragen toegekend. Als u een beetje bekend bent met het toelagereglement voor sport-verenigingen, jeugdverenigingen of soortgelijke van uw gemeente weet u eveneens dat er heel wat voor-waarden zijn om in aanmerking te komen voor sub-sidies. Je moet bijvoorbeeld lid zijn van een overkoe-pelende organisatie, op kamp gaan en nog veel meer, meestal bevatten subsidiereglementen zodanig veel voorwaarden dat een kat haar jongen er niet meer in terugvindt en vanaf dat aan één van die vele voor-waarden niet voldaan wordt ben je je subsidies of alleszins een aanzienlijk deel daarvan kwijt. Voor de Kerk gelden deze condities blijkbaar helemaal niet. Nochtans zijn zij van alle instellingen die subsidies kri-jgen juist diegene die het meest gecontroleerd moet-en worden vanwege hun twijfelachtige belang in de huidige maatschappij en het belang - in het bijzonder voor liberalen! - van de scheiding van kerk en staat

Bovenop deze subsidies vergoeden de lokale bes-turen ook nog alle bouwkosten die de kerken

35

Page 36: Neohumanisme 1 2015-2016

maken. Of het nu gaat over bijbouwen, verbouwen of gewoon het plaatsen van een nieuwe deur of een nieuw raam, zonder vragen stellen vergoedt de staat alles. De gemeente Brasschaat gaf de Kerk bovenop haar (grote) eredienstsubsidies om deze reden nog eens 30.234 euro extra . Maar hoe komt dit, is de staat echt nog incompetenter dan wij liberalen reeds denk-en? De reden dat de staat die kosten moet vergoeden komt door een keizerlijk besluit van Napoleon uit 1809. Nietsontziend als u bent merkt u nu drie zaken op; één: in België gelden Koninklijke besluiten en geen keizerli-jke, twee: Napoleon was een Fransman en geen Belg en drie: in 1809 bestond België nog niet. En drie keer na elkaar heeft u volkomen gelijk, dit was - net zoals

raar dat kerkfunctionarissen deze voorrechten krijgen. Rabbi’s, imams en andere functionarissen van andere in België erkende religies hebben dit voorrecht nameli-jk niet, waarom de Kerk dan wel? Wat maakt dat de Rooms-katholieke godsdienst hier alweer voorrang kri-jgt op andere wereldgodsdiensten en in België erkende religies? Ook is het raar dat de staat wel in het onder-houd van kerkfunctionarissen voorziet en niet in het onderhoud van haar eigen personeel; ambtenaren, soldaten,...zij moeten allemaal hun onderhoudskosten zelf betalen. Hier is dus niet alleen spraken van geen scheiding tussen kerk en staat alsook dat kerkfunc-tionarissen voor de staat belangrijker zouden zijn dan haar eigen werknemers, wat de Katholieke Kerk dus

Wanneer justitie de Kerk een boete oplegt, betaalt de FOD justitie deze boete in essentie zelf.

zoveel andere wetten14 - een wet die bij het ontstaan van België uit het Frans wetboek werd overgenomen in ons eigen wetboek. Napoleon stelde deze wet in 1809 in om de Katholieke Kerk onder zijn bewind tevreden te houden en tevens om de paus te vriend te houden. Napoleon had tijdens zijn veroveringstochten nameli-jk heel wat kerkelijk eigendom ontvreemd - hoewel een groot deel daarvan ondertussen al wel terecht is - waardoor de Kerk zeer ontevreden was. Ondanks dat Napoleon geen Belg was en de onteigening van zoveel kerkelijk goed niet de schuld van België was namen de grondleggers van de Belgische staat deze wet mee over uit het Frans wetboek. Niettegenstaan-de dat de Kerk ondertussen wel het grote merendeel van haar bezittingen heeft teruggekregen en in die 206 jaar wel ruimschoots vergoed zal zijn voor de geleden bestaat deze wet uit 1809 nog steeds, zij het met een kleine - verwaarloosbare - aanpassing uit 2004.

Ook in het onderhoud van de kerkfunctionarissen moet de gemeente voorzien: hun tuinonderhoud, hun schoonmaak,...gewoon teveel om op te noemen. Dit is ook de reden waarom grootmoeders hun klein-kinderen aanmanen om priester te worden. Als men dieper over deze kwestie nadenkt - zoals helaas te weinig mensen doen - is het om meerdere redenen4 Het Franse wetboek diende bij het ontstaan van België als voorbeeld voor het Belgisch wetboek.

eigenlijk boven de staat verheft. Let op, ik vind zeker en vast niet dat de staat in het onderhoud van haar werknemend personeel moet voorzien, ik hoop ab-soluut nooit in een wereld te leven waar dat de rol van de staat is, ik wil er alleen maar mee aangeven dat er nog lang geen scheiding is van kerk en staat.

Iets waar ook geen maat op staat zijn de eigendommen van de Katholieke Kerk. In België bezit de Kerk namelijk nog steeds heel veel gebouwen en grote stukken grond hoewel ze er niet altijd op de juist manier gebruik van maakt. Het terrein waar mijn chiro op ligt is bijvoor-beeld nog altijd eigendom van de kerk. Als de Kerk ge-woon al de zo vele eigendommen zou verkopen die ze toch te veel heeft zou ze door simpelweg rentenieren en investeren zonder subsidies van de Belgische Staat kunnen overleven met eveneens het aantal kerken en functionarissen dat de Rooms-katholieke Kerk exact nodig heeft in de huidige maatschappij. Mocht de kerk dit niet vanzelf gaan doen en net zoals de overheid in-consequent van haar eigendom gebruik maken moet-en er consequenties volgen. De staat moet meer met de Kerk in gesprek gaan en voorwaarden stellen voor haar subsidiëring en proberen door bewustmaking van de Kerk de subsidies zo hard mogelijk af te bouwen. Ik hoop persoonlijk ten zeerste dat dit zo snel mogeli-jk zal gebeuren en dat de parlementariërs en andere politici snel wakker schieten. Wat bijvoorbeeld bin-

36 37

Page 37: Neohumanisme 1 2015-2016

nen vijftien jaar, wanneer driekwart van de huidige kerkgangers er niet meer zal zijn, gaan we dan nog steeds aan hetzelfde toelagereglement gebonden zijn?

Extra geld en justitie

Ondanks dat de Kerk in de Belgische Staat zo vaak voorgetrokken wordt en financieel zoveel voordeel geniet vroeg ze in 2013 na reeds een reusachtig mo-nopolie te hebben opgebouwd toch extra geld aan de staat. De twee redenen die de Kerk hiervoor op-gaf waren dat er steeds minder en minder volk naar de kerk komt en deze mensen ook steeds minder geld geven alsook dat de Kerk zich blauw betaalt aan boetes van seksueel misbruik. De eerste reden valt makkelijk te weerleggen door gewoon het liber-ale standpunt omtrent subsidies te verduidelijken.

Op het feit na dat voor subsidies belastingen nodig zijn, zijn liberalen onder meer ook tegen subsidies omdat ze een aanfluiting van de vrije markt zijn. Ze vervormen tevens de vrijheid van meningsuiting; in-stellingen waaraan we geen of alleszins weinig nood

37

hebben blijven bestaan en de wetten van vraag enaanbod worden niet gevolgd. Als de Kerk minderkostgangers heeft en deze minder geld geven bete-kent dat dat de Kerk aan waarde verliest en er dus automatisch minder kerken, functionarissen en mis-sen nodig zijn, dat zijn de wetten van vraag en aan-bod, dat is hoe een klassiek economisch model werkt. Met subsidies verblindt je alleen de werkelijkheid.

De tweede reden is nogal makkelijk te weerleggen; moet de staat wanneer ze een boete geeft geld gaan bijgeven zodat iemand die boete makkelijker kan betalen? Is het de schuld van de staat dat ze de Kerk boetes moet opleggen? Wanneer een ambtenaar mor-gen een boete krijgt wegens te snel rijden vraagt die toch ook geen extra loon aan zijn werkgever; de staat? Gelukkig zag het parlement in dat beide redenen die de Kerk opgaf verwerpelijk waren en gaf ze geen gehoor aan de vraag van de Katholieke Kerk. Maar of dit het begin is van een betere regeling is echter twijfelachtig.

Nu we het toch over boetes hebben, is dat bij de Kat-holieke Kerk wel een punt waar even bij stilgestaan

Page 38: Neohumanisme 1 2015-2016

moet worden. De waanzin in het voortrekken van de Katholieke Kerk en de mislukte scheiding van kerk en staat is namelijk nergens zo groot als hier. Wanneer justitie de Kerk een boete oplegt wordt die betaalt door het Aartsbisdom Mechelen-Brussel. Die betalen deze boete dan weer met geld dat ze van de over-heid krijgen, dit krijgen ze van de FOD Justitie. Om het met andere woorden te zeggen; justitie beta-alt de boetes die ze de Katholieke Kerk oplegt zelf! Is er een beter voorbeeld om aan te tonen dat er in België absoluut geen scheiding van kerk en staat is!?

Het is ook raar dat bij justitie de Kerk zo weinig in twijfel wordt getrokken. Het ene schandaal na het andere veroorzaakt door de Kerk komt tegenwoor-dig uit maar toch trekt niemand in vraag of daar ex-tra gevolgen voor zouden moeten zijn zoals bijvo-orbeeld het verliezen van subsidies. Wanneer er schandalen in de wielerwereld zijn stellen zoveel mensen in vraag of dat nog wel een Olympische disci-pline moet blijven en of we de wielerbond nog wel moetblijven en of we de wielerbond nog wel moeten sub-

sidiëren. Waarom stellen zo weinig mensen zich soortgelijke vragen over de Katholieke Kerk? Dit is omdat de Kerk nog steeds onwrikbaar vast staat in onze samenleving, hoewel dit volkomen onterecht is!

Conclusie

De conclusie mag duidelijk zijn: in België is er nog lang geen scheiding van kerk en staat. Ook in de rest van de wereld is dit nog lang niet het geval. Het gescheiden houden van staat en religie is een gevecht dat in de verlichting is begonnen met Voltaire, Spinoza en Locke maar nog lang niet gestreden is. Om een echte scheid-ing van kerk en staat te hebben moet de Belgische overheid minder geld - zo niet zelfs helemaal geen geld - geven aan de Katholieke Kerk. Ook moet de staat de vele wetten die de Kerk voordeel verschaffen afschaf-fen, alsook de macht van de Kerk (bv. de vele eigen-dommen) inperken door bijvoorbeeld voorwaarden te stellen in een eerlijk subsidiereglement. Enkel dan zal de scheiding van kerk en staat een feit zijn.

38

Page 39: Neohumanisme 1 2015-2016

KruiswoordraadselHorizontaal1. Persoon op afbeelding op pagina 35.6. Afkorting Liberaal Archief.7. ....it senior, ....it corona.9. Voormalig studenencafé LVSV Gent.12. Vrijzinnige individualistische persoon.13. Schrijver The Use of Knowledge in Society.14. Afkorting van de zuiderse afdeling van de Aus-tralische liberale partij: Liberal...15. Overkoepelend orgaan van de politiek-filosofische studentenverenigingen.16. Serie waaruit de cartoon op pagina 6 afkomstig is.

Verticaal2. Bekende Griek die omstreeks 400 v.C. tegen abortus was.3. Afkorting socialist.4. Dienst StudentenActiviteiten5. Achternaam schrijfster “Wereldrijk voor een dag”.6. Liberale denktank8. Schrijver Human Dignity and the Limits of Liberty.10. Proponent Oostenrijkse School.11. Schrijver The Stupidity of Dignity.17. Staat waar liberalen als Locke en Smith in het begin een grote invloed op hadden.

1 2 3 4

5

6 7

8

9 10

11

12

13

14 15

16 17

39

Page 40: Neohumanisme 1 2015-2016

Ereleden LVSV Gent 2015-2016 Wim Aerts Oud-voorzitter LVSV Gent Oud-voorzitter Jong VLD

Louis Bril Gewezen volksvertegenwoordiger (Open Vld)

Alexander De Croo Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Post en Tele- com

Herman De Croo Gewezen partijvoorzitter (Open Vld) Minister van Staat Gewezen kamervoorzitter Vlaams volksvertegenwoordiger

Peter Dedecker Federaal volksvertegenwoordiger (N-VA)

Karel De Gucht Minister van Staat

Mieke De Regt Oud-voorzitter PFK Gent

Marc De Vos Hoogleraar UGent/VUB Algemeen Directeur Itinera Institute

Erwin Devriendt Oud-voorzitter LVSV Gent Algemeen Directeur VZW Solidariteit voor het Gezin

Mattias De Vuyst Oud-politiek secretaris LVSV Gent

Sven Gatz Vlaams Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel

Sonja Helleputte Gemeenteraadslid Sint-Martens-Latem (Open Vld)

Egbert LachaertOud-voorzitter LVSV GentFederaal volksvertegenwoordiger (Open Vld)

Vincent LaroySchepen Lovendegem-Vinderhoute (Open Vld)

Elisabeth MatthysOud-bestuurslid LVSV Gent

Arno MorsaOud-bestuurslid LVSV Gent

Annemie NeytsMinister van Staat

Christophe PeetersSchepen Gent (Open Vld)

Hans PijpelinkRegiovoorzitter Open Vld Waas en Dender

Romeo RauVoorzitter Open Vld Nieuwpoort

Gilbert StrumaneEreschepen De Pinte

Bart TommeleinStaatssecretaris voor Sociale Fraude, Privacy en Noordzee

Carina Van CauterFederaal volksvertegenwoordiger (Open Vld)

Pieter en Leen Van Den Broeck-Holvoet

Maarten Vander StichelePenningmeester Jong VLD

Guy VanhengelBrussels Minister van Financiën, Begroting en Externe Betrek-kingen.

Lawrence VanhoveOud-voorzitter LVSV Gent

40

Page 41: Neohumanisme 1 2015-2016

Ereleden LVSV Gent 2015-2016 Simon Van Poucke Voorzitter PFK Gent Secretaris MRI

Matthijs Verschraegen Geert Versnick Gedeputeerde provincie Oost-Vlaanderen (Open Vld)

Wietse VerwimpOud-politiek secretaris LVSV Gent

Patrice ViaeneOud-voorzitter LVSV Gent

Julie Van PeéOud-bestuurslid LVSV Gent

Het jaarlijks diner van de LVSV-alumni van vorig academiejaar

41

Page 42: Neohumanisme 1 2015-2016

Thomas BuyseVoorzitter LVSV Gent

Visie

De waarde van waardigheidThomas Buyse

Voorzitter Thomas Buyse schrijft in dit artikel over de menselijke waardigheid en het be-lang ervan voor de (liberale) samenleving. Onderbouwd met heel wat beroemde teksten over waardigheid probeert hij te achterhalen wat de echte waarde van waardigheid is.

Waarom is prostitutie illegaal? Waarom was in vitro fer-tilisatie lange tijd taboe? Waarom ontstaat er een het-ze vanjewelste wanneer een persoon met dwerggroei zich als projectiel laat gebruiken voor iemand anders z’n vermaak? Waarom gaan sommige belangengroep-en luid kraaien wanneer we ons aan stamcelonder-zoek wagen en waarom klagen diezelfde mensen na-nobots in onze bloedbaan aan? Het antwoord is vaak dat de ter sprake zijnde problematiek niet strookt met de waardigheid van de mens, als individu of als soort.

Weg ermee!

Het concept menselijke waardigheid gaat al een lange tijd mee en in elke tijd is het dé maatstaf geweest van wat een samenleving aan de hand van haar bui-kgevoel aanvaardbaar vindt en wat niet. Ook van-daag nog wordt menselijke waardigheid vaak als ar-gument en/of standaard gebruikt voor wat een leven zou moeten zijn. We vinden het onder andere terug in artikel 23 van de Belgische Grondwet en in de In-ternationale Verklaring voor de Rechten van de Mens.Maar wat is het eigenlijk? Wat moeten we nu verstaan onder waardigheid? En waarom zouden we de recht-matigheid van ons handelen eraan moeten toetsen?

Wel, de drie bovenstaande vragen beantwoord ik met een simpele “Laat die waardigheid toch gewoon varen! Laten we er ons niks meer van aantrekken!”.

U bent vast geschrokken dat iemand die steeds z’n best doet om er op zijn paasbest uit te zien en onder de wol kruipt met een etiquettebijbel dergelijk radi-caal antwoord geeft. Heb echter geen schrik. Ik roep heus niet op om uw medemens dagelijks te treit-eren, folteren of te vernederen. Ik heb gewoon enkele problemen met de notie “menselijke waardigheid”.

Ten eerste is “waardigheid” als dusdanig een lout-er subjectief begrip. De invulling ervan verschilt van persoon tot persoon, van tijd tot tijd, van cultuur tot cultuur. Zo heb ik grote moeite om mensen te tolere-ren die geen tafelmanieren hebben. Een gebrek aan tafelmanieren herleidt hen in mijn ogen tot bees-tachtigen; het ontneemt hen hun menselijkheid of hun waardigheid. In tegenstelling tot wat ik vind, zal het monster recht tegenover mij aan tafel waarschi-jnlijk echter geen graten zien in zijn eetgewoonten.

Ten tweede is “waardigheid” blijkbaar helemaal niet zo’n heilig goed zoals we voorheen altijd gedacht heb-ben. We offeren het voortdurend op. In ons dagelijks leven maken we geregeld een trade-off, waarbij we onze “waardigheid” of een deeltje ervan opofferen voor iets wat we blijkbaar belangrijker achten. Iedereen kan zich wel bepaalde medische onderzoeken inbeelden die buiten de medische context geheel en totaal onwaardig zouden zijn. Toch kiezen we er volledig bewust en vri-jwillig voor om dergelijke onderzoeken te ondergaan.

42

Page 43: Neohumanisme 1 2015-2016

Wie een vrije samenleving wil, moet nu eenmaal het gedrag van an-deren kunnen tolereren, ook al is het in zijn ogen onwaardig gedrag.

We ruilen op dat moment een deeltje van onze waardigheid in voor een betere gezondheid of lev-enskwaliteit. Maar denk bijvoorbeeld ook aan een fouillering op een luchthaven. We kiezen ervoor een wildvreemde ons en plein public te laten betas-ten en in ruil daarvoor moeten we niet nog meer tijd verspillen in een groezelig achterkamertje.

Ten slotte kan het hanteren van een concept als menseli-jke waardigheid in uitzonderlijke omstandigheden ook simpelweg zeer schadelijk zijn voor het individu en voor de maatschappij als een geheel. Een hevig voorvechter van waardigheid als toetssteen binnen de biomedische wereld, Jean Bethke Elshtain, stelt zich luidop de re-torische vraag of het negeren of ontkennen van waar-digheid in het verleden ooit al iets goeds heeft voort-gebracht. Wel, mijn antwoord daarop is een luide “ja!”. Te vaak al werden politieke en/of religieuze repressie gerationaliseerd aan de hand van de waardigheid van een leider, een staat of een geloof: denk maar aan de fatwa die werd uitgesproken over Salman Rushdie, de rellen die ontstonden na een Deense cartoon en recent nog de extremistische represailles tegen het Franse Charlie Hebdo. Totalitaire regimes of overtuigingen gaan vaak uit van het dwangmatig opleggen of afdwin-gen van een waardigheid die werd ingevuld door een dictator, een religieuze entiteit of een éénpartijstaat.

Hoe kunnen we “menselijke waardigheid” nu nog langer aanwenden als argument en zelfs als het hoog-ste morele goed als het louter subjectief is, blijkbaar helemaal niet zo belangrijk is en het in het verleden zelfs geleid heeft tot onnodig menselijk lijden? Bovendien mogen we niet vergeten dat menselijke waardigheid een containerbegrip is. Het heeft geen ab-

solute invulling of definitie. Het is een vage verzameling van een aantal concrete begrippen als zelfbeschikking, privacy en autonomie overgoten met een saus van bui-kgevoel en eventueel afgekruid met religieuze retoriek.

Laat ons in de toekomst dan ook in discussies rond bi-jvoorbeeld prostitutie en bio-ethische kwesties dan ook enkel gebruik maken van rationele argumenten, waa-rbij principes als autonomie e.d. voorop staan. Wan-neer een bepaalde handeling geen schade berokkent aan een derde en er derhalve geen rationele of weten-schappelijke argumenten zijn tegen in te brengen, laat ons dan voor eens en voor altijd het buikgevoel, dat we hebben proberen concretiseren als “menselijke waar-digheid”, over boord gooien. Wie een vrije samenleving wil, moet nu eenmaal het gedrag van anderen kunnen tolereren, ook al is het in zijn ogen onwaardig gedrag.

Op de bres voor waardigheid!

Voorstanders van het concept “menselijke waardigheid” pareren de tegenargumenten vaak met twee (sterke) argumenten. Vooreerst beweren zij dat wanneer we mensen hun waardigheid ontnemen, we deze indivi-duen als samenleving gaan dehumaniseren en hen dan ook navenant gaan behandelen met nog meer geweld en vernederingen. Voorbeelden zijn legio, denk bijvo-orbeeld aan de Jodenster ten tijde van de Shoah. Natu-urlijk is dit argument makkelijk te counteren. Vooraleer een situatie van dehumanisering als gevolg van een gebrek aan waardigheid zich kan voordoen moet er al sprake geweest zijn van een inbreuk op het autono-miebeginsel en van het gebruik van geweld. Beide zijn ongeoorloofd. Met andere woorden, om dergelijke sit-uaties te voorkomen heeft men helemaal geen concept

in een vrije samenleving kunnen we niet toestaan dat de overheid bepaald gedrag gaat criminaliseren dat iemand beledigt gewoon om-dat de beledigde een geval bedenkt waarin er hypothetische en toe-

komstige schade zou kunnen gaan plaatsvinden.

43

Page 44: Neohumanisme 1 2015-2016

als “waardigheid” nodig. Het autonomiebeginsel gekoppeld aan het non-agressieprincipe volstaan.

Een tweede argument dat wel eens naar voren komt, handelt over negatieve invloed die derden kunnen ondervinden ten gevolge van vrijwillige waardighe-idsontneming – als we het zo mogen noemen. Econ-omisten hebben hier over de zogenaamde negatieve externaliteiten. Men beweert dat we als samenleving anders gaan kijken naar pakweg alle personen met dw-erggroei omdat sommigen zich laten gebruiken als pro-jectiel bij het zogenaamde dwergwerpen. Zo zouden we als samenleving ook anders kijken naar de vrouw omwille van het bestaan van prostitutie en pornograf-ische beelden en net om die negatieve gevolgen te kunnen indijken zouden we het begrip “waardigheid” moeten erkennen en op basis van het begrip een ver-bod moeten stellen op de betwiste handelingen. Ik geef toe, dit argument is misschien iets minder makke-lijk omver te werpen, maar het is minstens even moe-ilijk om het staande te houden. Zo is er op dit momentonvoldoende empirisch bewijs om de claim overeind te houden. En dus kunnen we in een vrije samenlev-ing niet toestaan dat de overheid bepaald gedrag gaat criminaliseren dat iemand beledigt gewoon omdat de beledigde een geval bedenkt waarin er hypothetische en toekomstige schade zou kunnen gaan plaatsvinden.

Niet zomaar de vuilbak in!

U heeft het alvast wel al gemerkt dat ik eerder een koele minnaar ben van het gebruik van waardigheid. Moeten we het dan werkelijk compleet van uit het ni-ets dumpen? Neen! Waardigheid kan perfect worden aangewend als een barometer voor ons eigen gedrag of voor dat van anderen. Wanneer we aan waardigheid in een specifieke situatie een concrete invulling geven, kunnen we het zonder enig probleem – net omwille van de emotionele geladenheid van het begrip – aan-wenden om te bepalen wat we als moreel laakbaar beschouwen en wat niet. Laat ons echter niet zover gaan om verplichtingen en verboden te laten afhangen van wat we als onwaardig beschouwen, maar laat ons steeds terugvallen op onze sterkste troeven: de ratio en het respect voor andermans autonomie en privacy.

Referenties

• R., Macklin, Dignity is a useless concept, 2003, http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC300789/• S., Pinker, The Stupidity of Dignity, 2008, http://www.newrepublic.com/article/the-stupidi-ty-dignity• J., Bolt, Human Dignity and the Limits of Lib-erty, http://www.acton.org/pub/religion-liberty/vol-ume-13-number-2/human-dignity-and-limits-liberty

44

Page 45: Neohumanisme 1 2015-2016

Visie

Julie Van PéeOud-bestuurslid LVSV Gent

Baas in eigen buik?Pro choice of Pro life: Een voortdurend spanningsveld

Julie Van Pée

Oud-bestuurslid Julie Van Péé heeft het over de eeuwigdurende discussies omtrent abortus en de eeuwigdurende strijd tussen Pro choice en Pro life. Via verscheidene manieren probeert een overzicht van en een antwoord op deze kwestie te geven.

“We’re always going to argue about abortion. It’s a hard choice and it’s controversial, and that’s why I’m pro-choice, because I want people to make their own choices.”

- Hillary Clinton -

Abortus is altijd een gevoelige ethische kwestie ge-weest, beheerst door talloze debatten waarvan meerdere circulerend rond een vermeend recht op leven voor de (nog niet levensvatbare) foetus. Het is een gedachtegang die het grootste deel van onze geschiedenis domineert. Het “verbod “, als ik het zo even mag noemen, is net zo oud als de “wil”, maar vaak ook noodzaak van vrouwen om het kind niet ter wereld te brengen. Zo wordt omstreeks 400 v. Chr. in de eed van Hippocrates al verwezen naar de uit-voering van vruchtafdrijvingen door het als gangbare praktijk af te wijzen: “Ik zal nooit een vrouw een mid-del toedienen ter vernietiging van ontkiemend leven”. Dit “verbod” voor artsen lag in de lijn van de pythag-oreïsche filosofie die een foetus gelijkstelde met een levend wezen. De opname van dit verbod in de Eed bewijst dat abortus in de oudheid al een dagdageli-jkse realiteit was, en men daarvoor de kennis, de mid-delen en de wil had. Naast dit verbod voor artsen,

was er echter nog geen juridisch verbod om abortus-sen uit te voeren. Er zijn zelfs aanwijzingen dat in latere periode van het Romeinse Rijk de “Abortus Provoca-tus” (kunstmatig opgewekte abortus) toegelaten was. Dit veranderde echter met de opkomst van het Chris-tendom waar abortus in extremis werd beschouwd als moord. Deze gedachtegang bleef West-Europa be-heersen tot verschillende stromingen, waaronder het Liberalisme, in de 20ste E probeerden om een einde te maken aan de strafbaarheid van en het verbod op abortus. Deze strijd voor legalisatie van abortus werd vooral gekleurd door de tweede feministische golf. In Nederland was deze golf vooral gekend door de “Dolle mina’s” die met slogans als “Baas in eigen buik” de le-galisatie van abortus, gebruik van de pil en het zelfbes-chikkingsrecht van de vrouw over haar eigen lichaam op de agenda wilden zetten. Nederland zou uitein-delijk in 1984 het verbod op abortus, onder bepaalde voorwaarden, uit haar strafwetboek halen. België ver-soepelde haar abortusbeleid in 1990 met de Wet betr-effende de zwangerschapsafbreking van 3 april 1990.

Abortus in België: Pseudo-legalisatie

De wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschaps-

45

Page 46: Neohumanisme 1 2015-2016

De koningskwestie en het probleem van koning Boudewijn met de wet Lallemand-Michielsen in maart 1990 is maar één voorbeeld van hoe abortus als ethische kwestie alle lagen van onze maatschappij

beroert

afbreking was niet alleen het gevolg van de groeiende pro choice-beweging, maar ook van de groeiende rechtsonzekerheid voor artsen inzake mogelijke straf-baarstelling. In de jaren ’70 werd abortus, alhoewel straf-baar, de facto niet meer vervolgd. Deze inactiviteit nam een einde in de jaren ’80 waar er opnieuw systematisch werd vervolgd. De artsen in kwestie beriepen zich op de onoverwinnelijke dwaling: uit de jarenlange niet-ver-volging hadden zij te goeder trouw afgeleid dat abortus

deze zienswijze niet volledig correct in de opvattin-gen van de Wet Zwangerschapsafbreking: abortus blijft in beginsel een strafrechtelijk misdrijf, maar is in bepaalde gevallen en onder strikte voorwaarden geoorloofd. Bijgevolg wordt juridisch een onder-scheid gemaakt tussen geoorloofde abortus, i.e. abortus die voldoet aan de voorwaarden om legaal te zijn, en ongeoorloofde abortus, i.e. het misdrijf abortus. Dit blijkt ook duidelijk uit de opmaak van het

niet meer strafbaar was1. Dergelijke onzekere toe-stand was, zeker in het strafrecht, onhoudbaar en riep om een duidelijk standpunt van de wetgever. Het was uiteindelijk een coalitie van socialisten, groenen en liberalen die in de jaren ’80 een voldoende meer-derheid vonden om abortus (gedeeltelijk) te decrim-inaliseren (het wetsvoorstel Lallemand-Michielsen). De bekrachtiging van deze wet zou vervolgens leiden tot de welbekende “abortuskwestie” of “mini-Kon-ingskwestie” van toenmalig Koning Boudewijn die de ondertekening in de wet in strijd achtte met zijn mo-rele geweten. Aangezien de Koning in zijn brief van 30 maart 1990 wenste dat zijn morele onmogelijkheid de goede werking van de democratische instellingen niet zou belemmeren, werd hij door de in Raad verenigde ministers van de regering Martens VIII voor 1 dag in de “onmogelijkheid om te regeren” verklaard en werd de wet vervolgens door deze ministers in zijn plaats ondertekend. Na een stemming in de Senaat en Kamer werd de koning vervolgens in zijn functie hersteld2. Het is maar één voorbeeld van hoe abortus als eth-ische kwestie alle lagen van de maatschappij beroert.

Heden wordt vaak gezegd dat de abortus sinds 1990 in België is gelegaliseerd. Eigenlijk is

1 Brussel 30 juni 1983, J.T. 1983, 522.2 G. MARTYN en R. OPSOMMER, Geschiedenis van de politiek en van het publiekrecht, Brugge, Die Keure, 2011, 240.

hoofdstuk “Vruchtafdrijving” in het Strafwetboek (Sw.): in art. 348 en 350 Sw, eerste lid wordt bepaald dat abortus strafbaar is; Vervolgens wordt in art. 350, 2de lid, als wijze van uitzondering, aangegeven onder welke voorwaarden abortus niet als misdrijf wordt be-schouwd. Abortus is dus nog altijd niet legaal in Bel-gië, het werd maar gedeeltelijk gedecriminaliseerd.

Het begrip “abortus” wordt niet wettelijk gedefinieerd, maar algemeen wordt aangenomen dat het gaat om “de opzettelijke vernietiging van een embryo of foetus in het lichaam van de vrouw, ongeacht de daarvoor gebruikte middelen”. Hieruit kunnen we de bestanddelen van het misdrijf abortus afleiden:

1) Opzet (Moreel bestanddeel): Abortus ve-ronderstelt een menselijke handeling met het oog op (i.e. “wetens en willens”) de vernietig-ing of doding van de embryo of foetus. Derhalve is er geen abortus wanneer het ongeboren kind sterft n.a.v. een medische fout of een ongeval.

2) Vernietiging of doding van een em-bryo of foetus: vooreerst moet het gaan om een ongeboren vrucht, nl. een embryo of foe-

46

Page 47: Neohumanisme 1 2015-2016

tus13. Dit is respectievelijk de tweede en derde fase van het ongeboren leven (de eerste fase is de “morula”). Ten tweede moet er sprake zijn van vernietiging of doding. Dit impliceert dat de ongeboren vrucht geleefd heeft en door de handeling niet levend ter wereld zal komen. Komt de ongeboren vrucht desondanks de handeling toch levend ter wereld dan zal er geen sprake zijn van abortus, maar van een strafbare poging tot abortus.

3) De vrouw moet zwanger zijn: abortus op een ni-et-zwangere vrouw wordt beschouwd als een absoluut onmogelijke poging die niet strafbaar is. Aanleiding tot discussie is de vraag wanneer de zwangerschap aan-vang neemt: vanaf de laatste menstruatie, bevruchting of voltooide innesteling van de embryo? In België li-jkt men “de bevruchting” als aanvangspunt te nemen.

3 Een wettelijke definitie van deze begrippen vind je terug in respectievelijk art. 2, 4°-5° van de Wet Menselijk lichaamsmateriaal (19 december 2009). Voor meer info over het wettelijk statuut van em-bryo’s en foetussen, zie T. VANSWEEVELT, “Juridische aspecten van het statuut en onderzoek op stamcellen en embryo’s”, T. Gez./Rev.dr.Santé 2007-08, 130-145.

4) In het lichaam van de zwangere vrouw: de han-deling dient te gebeuren in het lichaam van de vrouw, nu abortus als doel heeft om te voorkomen dat het kind zou leven. Doodt men het kind buiten het lichaam van de vrouw, en dus enige tijd nadat het levend ter wereld is gekomen, dan is er sprake van het misdrijf “opzetteli-jke doding” of “moord” (art. 393-394 Sw.). Abortus di-ent ook onderscheiden te worden van “het opzetteli-jk doden van een kind dat op het punt staat geboren te worden, hoewel het nog niet van de moeder ges-cheiden is, of onmiddellijk na de geboorte.” Dit laatste is kindermoord en wordt bestraft als doodslag of moord.

5) Door een derde: de hoedanigheid van de dader is irrelevant. Wie ongeoorloofde abortus is strafbaar, ongeacht of hij arts is of niet. Dit impli-ceert dat ook de zwangere vrouw die “wetens en willens” abortus laat verrichten buiten de wetteli-jke voorwaarden strafbaar is. Belangrijk is daarbij de term “laat verrichten”. Het is onduidelijk in de recht-sleer en wetgeving of een de zwangere vrouw die opzettelijk op zichzelf een abortus uitvoert strafbaar is.

6) Ongeacht de middelen: Het middel maakt geen specifiek bestanddeel van het misdrijf uit. Het

47

Page 48: Neohumanisme 1 2015-2016

Een duidelijke stelling pro of contra abortus innemen, laat staan zich uitspreken voor het “recht op abortus” is voor instellingen als het

Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Europees Hof van Justitie en tevens voor de politieke instellingen zeer moeilijk nu we leven en samenwerken in een smeltkroes van verschillende cul-

turen, ook wel Europa genaamd.

volstaat dat er een causaal verband bestaat tussen het gebruik van een middel/opzettelijk gedrag en de dood van de ongeboren vrucht14. Bijgevolg is er sprake van abortus bij een miskraam of wanneer op het moment van de handeling de ongeboren vrucht reeds overleden was.

Wanneer aan al bovenvermelde bestanddelen is voldaan, is er sprake van het misdrijf abortus en bev-indt men zich in beginsel in een strafbare situatie. Het is enkel wanneer aan bepaalde wettelijke voor-waarden (art. 350, 2de lid Sw.) is voldaan dat de ge-pleegde abortus niet strafbaar is, i.e. een geoorloofde of rechtmatige abortus25. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen rechtmatige abortus vóór de twaalfde week na bevruchting (art. 350, 2de lid, 1°-3° Sw.) en de rechtmatige abortus vanaf de dertiende week zwangerschap (art. 350, 2de lid, 4°). Juridisch wordt immers aangenomen dat de ongeboren vrucht vanaf de 12de week een bijzondere rechtsbescherm-ing verkrijgt. Twaalf weken is dus het scharnierpunt.

Abortus en het recht op leven

De wetten van 1984 en 1990 vertegenwoordigen de zoge-naamde “Pro Choice-beweging”, waar het recht en vooral de gezondheid van de vrouw op het ongeboren ”kind”

4 Het betreft hier een causaal verband conform de equivalentietheorie: het volstaat dat het gedrag van de dader één van de oorzaken is geweest.5 Open VLD verklaarde op 5 april abortus uit het strafrecht te willen halen. Zie: P., Cobbaert, “Open VLD wil abortus volledig uit het strafrecht halen”, Knack, 5 april 2015, http://www.knack.be/nieuws/belgie/open-vld-wil-abortus-volledig-uit-het-strafrecht-ha-len/article-normal-559809.html?utm_source=face-book&utm_medium=social&utm_campaign=knack.

primeert. De tegenhanger is de “Pro life-beweg-ing”, dat derhalve een verbod van abortus voorstaat. Deze 2 bewegingen vormen een voortdurend span-ningsveld en hebben geleid tot verschillende arresten voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM of Het Hof) en het Europees Hof van Justitie. Een duidelijke stelling pro of contra abortus innemen, laat staan zich uitspreken over het besta-an van een “recht op abortus” is echter bijzonder moeilijk voor deze juridische instellingen en de poli-tiek nu we leven en samenwerken in een smeltkroes van verschillende culturen, ethische houdingen en rechtssystemen dat zich Europa noemt. Het typeren-de voorbeeld van deze moeilijke afweging en de voort-durende strijd voor een recht op abortus is Ierland.

Ierland

a. Aanzet: Savita Halappanavar, de vrouw die gered had kunnen worden.

14 november 2012, in Ierland gaan mensen de straten op naar aanleiding van de tragische dood van de 31-jarige vrouw Savita Halappanavar. De jonge vrouw was 17 weken zwanger toen ze op 21 oktober werd opgenomen in Galway University Hospital met ernstige rugpijnen.

De dokters stelden vast dat ze een miskraam zou kri-jgen, maar weigerden desondanks meerdere malen om de zwangerschap te beëindigen omdat bij de foe-tus een hartslag werd vast gesteld. De protesterende echtgenoot kreeg te horen dat “Ierland een katholiek land is”. De vrouw kreeg 3 dagen later inderdaad een miskraam en stierf aan de gevolgen van sepsis, een

48

Page 49: Neohumanisme 1 2015-2016

bloedinfectie16.

De gebeurtenissen lokten wereldwijd verontwaardig-ing uit. Ierland werd immers al herhaaldelijk veroor-deeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens omdat het zwangere vrouwen niet de mogeli-jkheid bood om de zwangerschap te beëindigen wan-neer hun eigen leven op het spel staat. Het zou uitein-delijk nog tot 30 juli 2013 duren vooraleer Ierland het verbod op abortus zou verzachten na een jarenlange strijd door zwangere vrouwen en pro-choice activisten.

b. Ierland: ante- A, B and C v. Ireland

Het eerste echte abortusverbod in Ierland vond zijn oorsprong in de “Offences against the Per-son Act” van 1861 dat het zoeken én verschaf-fen van abortus als een misdrijf bestempelde:

“Every woman, being with child, who, with intent to procure her own miscarriage, shall unlawfully adminis-ter to herself any poison or other noxious thing, or shall

6 B., QUINN, “Scandal in Ireland as woman dies in Galway after being denied abortion”, The Guardian, 14 november 2012, http://www.theguardian.com/world/2012/nov/14/ireland-woman-dies-after-abor-tion-refusal.

unlawfully use any instrument or other means what-soever with the like intent, and whosoever, with intent to procure the miscarriage of any woman, whether she be or be not with child, shall unlawfully administer to her or cause to be taken by her any poison or other noxious thing, or shall unlawfully use any instrument or other means whatsoever with the like intent, shall be guilty of felony, and being convicted thereof shall be liable . . . to be kept in penal servitude for life.”

De Ierse Grondwet bleef echter gedurende 120 jaar minder expliciet in dit verbod. Dit veranderde in 1983 toen door gelobby van de pro-life activisten Amen-dement 8 tot bescherming van het leven van onge-borenen aan de Ierse Grondwet werd toegevoegd:

“The State acknowledges the right to life of the unborn and, with due regard to the equal right to life of the moth-er, guarantees in its laws to respect, and, as far as prac-ticable, by its laws to defend and vindicate that right.”1 7

De draagwijdte van dit amendement werd al gauw in vraag gesteld in de zaak Society for the Protection of Unborn Children v. Open Door Counseling. Laatstgenoemde en Dub-

7 Cf. Eighth Amendment to the Constitution Act, 1983 (Amendment No. 8/1983) (Ir.)

49

Page 50: Neohumanisme 1 2015-2016

lin Well women waren studentenorganisaties die infor-matie verstrekten over medische zwangerschapson-derbreking en over adressen in het Verenigd Koninkrijk waar op wettige wijzen abortussen konden plaatsvin-den18. S.P.U.C. meende dat het verstrekken van dergeli-jke informatie onder het 8ste amendement bij de Ierse Grondwet viel, en derhalve verboden was. Zowel in eerste als in hoger beroep werd de zaak beslecht in het voordeel van S.P.U.C. Meer bepaalde oordeelde het hooggerechtshof dat het recht op leven van het onge-boren kind hoger was dan andere “concurrerende” rechten. Open Door Counseling bracht de zaak vervol-gens voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens met het argument dat dergelijk verbod strijdig was met art. 8, 10 en 14 van het EVRM29. Het hof onder-zocht de Ierse wetgeving enkel onder art. 10 EVRM en meende dat dit artikel daadwerkelijk werd geschon-den in die zin dat de beperking van art. 10 EVRM niet noodzakelijk was in een democratische samenleving om het legitieme doel (bescherming van de moraal te verantwoorden) te bereiken. Het Hof concludeerde dat

“it would be an abdication to ac-cept the government’s largely ineffective,over-broad and disproportionate perpetual injunction.”

Dezelfde zaak kwam in 1991 ook voor het Europees Hof van Justitie310. onder een andere invalshoek, met name werd de vraag gesteld of men op grond van het vrij verrichten van diensten de hierboven vermelde inf-

8 Statistieken tonen aan dat tussen 1980 en 2013 ongeveer 160.000 Ierse vrouwen naar het Verenigd Koninkrijk reisden om een abortus te ondergaan. Zie in dat opzicht: https://www.ifpa.ie/Hot-Topics/Abor-tion/Statistics. In 2010 waren dat er 4.400, dat zijn ongeveer 12 vrouwen per dag: X, “Over 4,400 Irish women travelled to England and Wales for abortions in 2010”, The Journal, 24 mei 2011, http://www.thejour-nal.ie/over-4400-irish-women-travelled-to-england-and-wales-for-abortions-in-2010-142753-May2011/.9 EHRM, Open Door and Dublin Well Woman v. Ireland, ECHR 1992.10 Arrest Society for the Protection of Un-born Children Ireland/Grogan e.a., C-159/90, ECLI:EU:C:1991:378.

ormatie kon verstrekken. Alhoewel het Hof aan-vaarde dat een lidstaat waar abortus verboden is ook aan verenigingen kan verbieden om informatie over abortus te verspreiden, aanvaarde het hof wel dat zwangerschapsafbreking, zoals deze in andere lid-staten op wettige wijze werd verricht, een medische werkzaamheid is die gewoonlijk tegen vergoeding en in het kader van een vrij beroep kan plaatsvinden en derhalve een “dienst” is in de zin van art. 57 VWEU. Vrij vertaald aanvaardt het Hof hier indirect het recht van zwangere vrouwen om voor een zwanger-schapsonderbreking naar het buitenland te reizen.

Uiteindelijk zou Ierland in 1992 een amendement aannemen waarin het Ierse burgers werd toegesta-an “to receive information about obtaining abor-tions in other jurisdictions”. Desondanks bleef Ier-land vast houden aan het verbod van abortus. Het Ierse geloof in dit verbod was zelfs zo pertinent dat zowel het Verdrag betreffende de Europese Unie (1992) en het Verdrag van Lissabon (2008/9) er bi-jna over struikelden. Pas na invoeging van de garan-tie dat “nothing in the Treaty... affects in any way the scope and applicability of the protection of the right to life in Article...40.3.3”, i.e. het verbod van abortus, werden beide verdragen bij referendum goedgekeurd.

Gedurende ongeveer 150 jaar bleef Ierland koppig voet bij stuk houden wat hun abortusbeleid betrof. Intern konden pro-choice activisten niets bereiken. Op Europ-ees vlak probeerde de EU de Ierse abortuswetgeving te liberaliseren, zonder resultaat. Het zouden uitein-delijk 3 Ierse vrouwen zijn die erin slaagden het stand-vastige Ierse pro-life beleid een slag toe te brengen.

c. Ierse abortuswet onder internationale loep: A, B & C v. Ireland

Drie vrouwen van Ierse origine werden in 2004 ongep-land zwanger. De zwangerschap bracht voor elk van hen complicaties van uiteenlopende aard met zich mee. De eerste vrouw, A, was ongehuwd, werkloos, leefde in erbarmelijke omstandigheden en had een verleden van depressie en alcoholmisbruik. Ze had reeds 4 kin-deren, waaronder één gehandicapt kind, die alle vier

50

Page 51: Neohumanisme 1 2015-2016

geplaatst waren bij pleeggezinnen. De vrouw was bezig aan een zware strijd om haar leven terug op de rails te krijgen toen ze ontdekte dat ze zwanger was. Aangezien al haar vroegere zwangerschappen aanleiding gaven tot een opwelling van depressieve gedachten, besloot ze om eind februari 2005 naar het Verenigd Konink-rijk te reizen om de zwangerschap te beëindigen. Ze vreesde dat een vijfde zwangerschap haar opnieuw in een neerwaartse spiraal zou brengen, waardoor ze haar vier kinderen voorgoed zou verliezen. A was op dat moment 9,5 weken zwanger. Ook de tweede eis-er, B., werd ongepland zwanger. De Ierse dokters in-formeerden haar dat er een significant risico was dat de het om een buitenbaarmoederlijke zwangerschap ging. Aangezien zij daarenboven niet in staat was om alleen een kind op te voeden, ondernam ze op 17 jan-uari 2005 een reis naar het Verenigd Koninkrijk. Ze was op dat moment 7 weken zwanger. De zaak van C ten slotte had een heel andere inhoud. Zij was net, na een drie jaar lange chemokuur, in remissie toen ze ontdekte dat ze zwanger was. De dokters konden haar echter geen informatie geven over het effect van haar zwangerschap op de kanker en omgekeerd. De vrouw meende dat deze terughoudendheid in het geven van informatie werd opgewekt door de vrees om juridisch vervolgd te worden. Bijgevolg werd in maart 2005 haar zwangerschap beëindigd in het Verenigd Kon-inkrijk. Zij was dan tussen de 9 en 12 weken zwanger.

A, B en C brachten in 2010 hun zaak voor het Europ-ees Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg. De eerste 2 vrouwen argumenteerden dat het abortusver-bod in se strijdig was met art. 3, 8, 13 en 14 EVRM11,terwijl laatstgenoemde vrouw de onzekerheid over legitieme abortusgronden, meer bepaald omwille van “risico voor eigen leven”, in Ierland hekeldeonder art. 212, 3, 8, 13 en 14 EVRM. Beide opgeworpen schendingen werden apart behandeld.

11 Art. 3 EVRM: verbod van foltering; Art. 8 EVRM: recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven; Art. 13 EVRM: recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel; Art. 14 EVRM: verbod van discriminatie.12 Art. 2 EVRM: recht op leven.

De feiten en argumenten van A & B werd enkel onder art. 8 EVRM onderzocht. Het Hof oordeelde dat de beslissing tot zwangerschapsafbreking onder het toe-passingsgebied van het begrip private life in de zin van art. 8 EVRM viel en dat er inderdaad een inmenging was vanwege de Ierse overheid in het recht op eerbiediging van het privéleven. Om echter sprake te zijn van een schending dient deze inmenging ongerechtvaardigd te zijn, wat in casu niet het geval was. Het Hof verwees daarbij naar de Open door case en besloot dat art. 8 EVRM niet was geschonden aangezien “the interfer-ence was in accordance with the law and necessary in a democratic society for one of the legitimate aims in Article 8 of the Convention”. De opgeworpen schend-ing van art. 8 EVRM door C werd daarentegen wel door het Hof aanvaard. In dat opzicht oordeelde het Hof:

It concludes that the authorities failed to com-ply with their positive obligation to secure to the third applicant effective respect for her private life by reason of the absence of any implementing leg-

51

Page 52: Neohumanisme 1 2015-2016

islative or regulatory regime providing an acces-sible and effective procedure by which the third applicant could have established whether she qualified for a lawful abortion in Ireland in accor-dance with Article 40.3.3 of the Constitution13.

Het is deze laatste gedachtegang van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens die een nieuw decen-nia inluidde in de Ierse abortuswetgeving. Ook the UN Human Rights Council heeft in de Universal Peri-odic Review indicaties gegeven voor een menselijker abortusbeleid. Hoewel Ierland op legislatief vlak aan-passingen conform de aanwijzingen van verschillen-de mensenrechtelijke instanties lijkt te maken - o.a. door de invoering van de mogelijkheid van abortus o.g.v. het risico voor het leven van de moeder – vrezen vele auteurs toch dat deze versoepeling van het abor-tusbeleid een louter theoretische noot zal blijven214.

Recht op abortus of recht op leven van het ongeboren kind?

In de zaak A, B & C v. Ireland nam het Hof heel duidelijk het standpunt in dat art. 8 EVRM geen recht op abortus inhoudt315.Aangezien het merendeel van de zaken omtrent abortus in relatie tot art. 8 EVRM bij het Hof worden aangebracht, kan aangenomen worden dat er – volgens de huidige in-terpretatie van het Hof - algemeen geen recht op abor-tus bestaat onder het EVRM. Dergelijke standpunten van het Hof zijn niet zeldzaam, noch verwonderlijk. HetEHRM zal bij vragen omtrent ethische the-ma’s de aangevochten wetgeving toetsen aan de praktijk in andere lidstaten van de Raad van Europa. Dergelijke evaluatie van de staten-13 EHRM, A, B & C v. Ireland, ECHR 2010, §267.14 o.a. M.A., RHINEHART , “Abortions in Ireland: Reconciling a History of Restrictive Abortion Practices with the European Court of Human Rights’ Ruling in A., B. & C. v. Ireland”, Penn State Law Review 2013, 978.15 Ibid., §214.

praktijk gebeurt vaak bij de beoordeling van de draag-wijdte van de margin of appreciation van een lid-staat, i.e. de appreciatiemarge in het afwegen van 2 belangen zoals het leven van de moeder tegenover recht op leven van een ongeboren kind. Indien er over een bepaald standpunt geen consensus bestaat zal de margin of appreciation wijder zijn16. In casu oor-deelde het Hof dat A en B in ongeveer 35-40 lidstaten legaal een abortus hadden kunnen ondergaan o.g.v. gezondheidsoverwegingen, derhalve was er een con-sensus tussen staten dat de gronden tot legale abor-tus breder zijn dan in Ierland het geval was. De Ierse wetgeving liet tot voor kort namelijk enkel abortus toe wanneer het leven van de moeder in gevaar is217. Bij-gevolg besloot het Hof dat, desondanks er geen recht op abortus bestaat onder art. 8 EVRM, een verbod op abortus wel onder het toepassingsgebied van laat-stgenoemd artikel valt. Vrouwen hebben bijgevolg de kans om beperkende abortuswetgeving of wet-geving met een informatielacune – zoals C ervaarde – onder art. 8 EVRM voor het Hof aan te vechten. In het geval van de derde Ierse vrouw, C, besloot het Hof zelfs tot een schending van art. 8 EVRM (cf. supra).

Het 5de amendement alsook art. 40.3.3. van de Ierse Grondwet3 beogen de bescherming van het ongeboren leven. Dit morele uitgangspunt gedragen door – voor-lopig- de meerderheid van de Ierse bevolking is ook één van de gronden waarop de Ierse staat zich steunt terrechtvaardiging van haar beperkend abortusbe-leid419. Dit argument van de Ierse overheid deed

16 Ibid., §229-241.17 Ibid., §235.18 Art. 40.3.3. van de Ierse Grondwet bepaalt als volgt: “The State acknowledges the right to life of the unborn and, with due regard to the equal right to life of the mother, guarantees in its laws to respect, and, as far as practicable, by its laws to defend and vindi-cate that right ...”19 Ibid., §180

Het is logisch dat voor het EVRM het recht op leven van de foetus geen absoluut recht is; anders zou men oordelen dat een “unborn

child” boven het leven van de zwangere vrouw staat.

52

Page 53: Neohumanisme 1 2015-2016

het Hof terug grijpen naar de gemaakte denkoe-fening in de Vo-case. In laatstgenoemde zaak werd de vraag gesteld of art. 2 EVRM – het recht op lev-en – zich ook uitstrekte tot foetussen. Meer spec-ifiek vroeg het Hof zich af of en in welke mate het woordje “everyone” – “toute personne”- in art. 2 EVRM zich uitstrekte tot ongeborenen:

“The Court has yet to determine the issue of the “beginning” of “everyone’s right to life” with-in the meaning of this provision and wheth-er the unborn child has such a right120.“

Het Hof zelf sprak zich niet uit over deze kwest-ie, maar verwijst zowel in het arrest A, B & C v. Ire-land als in Vo v. France naar een beslissing van de commissie, nl. X v. United Kingdom. De commis-sie oordeelde dat de term “everyone” in de context van art. 2 EVRM niet verwijst naar ongeborenen. 21

“ (…) concern persons already born and cannot be ap-plied to the foetus322”

Het sprak zich niet eenduidig uit of foetussen volle-dig buiten het toepassingsgebied van laatstgenoemd artikel vallen of wel onder vallen mits bepaalde re-stricties. De commissie verduidelijkte wel dat art. 2 EVRM zeker geen absoluut recht op leven van de foe-tus vaststelde. Er anders over oordelen zou een “un-born life” boven het leven van de zwangere vrouw zetten423, hetgeen onwenselijk zou zijn gelet op het feit dat het merendeel van de lidstaten abortus toeliet o.g.v. een ernstig risico voor het leven van de moeder.

“The ‘life’ of the foetus is intimately connect-ed with, and it cannot be regarded in isola-tion of, the life of the pregnant woman524.”

20 EHRM, VO v. France, ECHR 2004, §75.21 EHRM, X v. United Kingdom, ECHR 1980, §922 Ibid., §8.23 Ibid., §19.24 Ibid.

Daarenboven zou dergelijke interpretatie stri-jdig zijn met het doel van het Verdrag125. Het Hof zelf reageert eerder terughoudend om een uitspraak te doen over het al dan niet toeken-nen van een recht op leven voor een foetus. In tal van arresten zoals A, B & C v. Ireland, Vo v. France en Open Door and Dublin Well Woman v. Ireland besloot het Hof dat “it did not consider it rele-vant to determine (…)whether the foetus is encom-passed by the right to life as contained in Article 2”.26

Geconcludeerd kan worden dat zowel de pro-life als de pro-choice activisteng een absoluut recht ter recht-vaardiging van hun standpunt in het EVRM kunnen ter-ugvinden. Het enige doorslaggevende punt bij het aan-vechten voor het Hof van een te beperkte legalisatie van abortus is de statenpraktijk onder de lidstaten van de Raad van Europa. Het Hof zal daarentegen – wellicht- nooit een recht van abortus, noch een recht op leven van een foetus in dergelijke duidelijke bewoordingen aanvaarden, maar toont zich wel voorstander van een recht op informatie omtrent de abortusgronden in de eigen staat. Het Europees Hof van Justitie ging op dat vlak nog een stap verder en erkende impliciet zelfs een recht voor zwangere vrouwen, indien EU-burger, om een legale abortus te ondergaan in het buitenland indien dit niet mogelijk is in het land van herkomst (cf. supra).

25 Ibid., §20.2 EHRM, A, B & C v. Ireland, ECHR 2010, §222; EHRM, VO v. France, ECHR 2004, §79; EHRM, Open Door and Dublin Well Woman v. Ireland, ECHR 1992, §66.

53

Page 54: Neohumanisme 1 2015-2016

Slot: mijn buik, my choice?

Het debat pro-life vs. pro-choice zal wellicht, zoals in de meeste ethische kwesties, geen winnaar kennen. In de meeste West-Europese landen werd abortus ge-legaliseerd – of in het geval van België: pseudo-gele-galiseerd – , doch dit is dit in sommige delen van de wereld niet het geval. Terwijl ik mijn conclusie neer-pen valt mijn oog in een moment van dalende con-centratie op een artikel van Amnesty International. De Paraguyaanse autoriteiten weigeren abortus aan een 10- jarig meisje die werd verkracht door haar stiefvad-er, dit terwijl het Paraguyaanse recht zwangerschap-sonderbreking toelaat o.g.v. gevaar voor eigen leven, hetgeen in casu het geval is127. Het is een duidelijk voorbeeld van “legalisatie op papier”, wellicht ingevo-erd onder druk van internationale organisaties om in dergelijke omstandigheden toch abortus toe te laten, ondanks een duidelijke voorkeur van een bepaald land voor een pro-life beleid zoals in Ierland het geval is. Het is wellicht één van de weinig harde standpunten die de internationale wereld over abortus naar buiten brengt. In plaats van een duidelijk pro-choice of pro-life mening in te nemen, verwijst men naar het even-wicht van belangen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens spreekt in dat geval van de fair balance – test. Zoals eerder vermeld vond het Hof dat het belang van de foetus nooit kon opwegen tegen het leven van de moeder. De meeste internationale organisaties zijn in dat opzicht dezelfde mening toegedaan. Het is im-mers een veilige manier om abortus te liberaliseren in een wereld van complexe en multiculturele aard.

Het is schrijnend, tragisch zelf, hoe de wereld denkt het recht te hebben om te beslissen in jouw naam. De meeste antiabortusactivisten verwijten zwangere vrou-wen die neigen naar abortus dat ze een keuze maken in de naam van een ongeboren kind. Dat het kind het recht

27 Press release Amnesty International: “Child denied abortion after rape. Save her life.”, Amnesty International UK, 1 mei 2015, https://www.amnesty.org.uk/actions/child-denied-abortion-after-rape-save-her-life?utm_source=FBPAGE&utm_medium=So-cial&utm_content=20150430175800&utm_cam-paign=Maternal_reproductive.

heeft om te leven. Ik vind het ironisch, want is dat niet juist wat pro-life activisten – en pro-life beleid alge-meen- doen? Kiezen in mijn naam wat ik moet doen met mijn leven, met een foetus dat op dat punt van de zwangerschap zelfs niet valt te onderscheiden van een foetus van een salamander. Ik herinner me nog die ene les biologie waar de leraar me vroeg waar de “mens” zich bevond in een reeks foetussen. Ik duidde met enige aarzeling de voorlaatste foetus aan… het bleek een kalfje te zijn. Ik wil hiermee niet aantonen dat de foetus op dat stadium geen “mens” is, maar wel dat het nog geen menselijke kenmerken heeft, hetgeen vaak verkeerdelijk wordt voorgesteld door pro-life ac-tivisten. Ik zie ze soms staan in de media met affiches van baby’s. Ze stationeren zich aan abortusklinieken1 28

en wijzen met enige agressie naar de flyers: “dit gaat u doden”. Het is een vorm van psychische manipulatie van de ergste soort. De baby op de flyers is een foetus van – ik schat – 8 maanden oud. Natuurlijk willen we dat niet doden, maar de foetus die zich op dat moment in onze buik bevindt, komt niet overeen met de foetus op de flyer. Laatstgenoemde heeft elk menselijk ken-merk dit in tegenstelling tot de foetus die in aanmerk-ing komt voor abortus. Het blijft in elk geval een moe-ilijke afweging. Het is namelijk een dilemma gebaseerd op dé vraag die vele activisten, juridische instellingen, nationale regeringen en internationale instellingen beroert: wanneer is een foetus een mens? Wanneer begint het leven? Amerikaanse conservatieven ne-men aan dat dit vanaf de conceptie is. Puur juridisch kan men in België aannemen dat dit vanaf de 12de week is, aangezien het kind dan een bijzondere rechts-bescherming geniet. Dit verklaart ook waarom abor-tus vanaf de 12de week als misdrijf wordt bestempeld. Het is echter pas vanaf de geboorte dat het kind juri-dische persoonlijkheid krijgt, i.e. titularis van rechten en plichten. Juridisch gezien klinkt het allemaal mooi, logisch. Moreel gezien is het debat vaak moeilijker. Als Liberaal, maar meer nog als vrouw meen ik dat ik nog altijd het beslissingsrecht heb over mijn eigen lichaam. Het is mijn recht om te kiezen wanneer ik sterf - alhoew-

28 In een recent arrest verklaarde het Hoog-gerechtshof in Washington dat antiabortusactivisten het recht hebben om vrouwen aan te spreken die van plan zijn een abortuskliniek binnen te gaan.

54

Page 55: Neohumanisme 1 2015-2016

el het Hof in Pretty v. UK aanneemt dat er onder art. 2 EVRM geen right to die bestaat129 -, het is mijn recht om te kiezen voor orgaandonatie, het is mijn recht om mijn lichaam te versieren met tatoeages en oorringen, het is mijn recht om een korte of lange rok te dragen en het is zeker en vast mijn recht om te kiezen of mijn lichaam het aankan om een kind ter wereld te zetten. Wanneer ik meen dat mijn leven in gevaar wordt geb-racht door een zwangerschap, dit omwille van fysieke of zelfs psychische moeilijkheden, dan heb ik het recht om de foetus te aborteren. Het is mijn mensenrecht om die keuze te maken. Mij ertoe dwingen de foetus te voldragen en ter wereld te brengen, is een aantastingvan mijn fysieke integriteit. In het opzicht van Savita Halappanavar kan men zelfs zeggen dat het een aanslag op haar leven was. In de woorden van het Hof kan ik

29 EHRM, Pretty v. United Kingdom, ECHR 2002, §39

zeggen dat deze redenering een faire balance slaat tussen het vermeende recht op leven van de foe-tus en het recht op leven van de zwangere vrouw. Men zegt vaak Abortion is a matter of choice, maar soms, mijn beste pro-life activisten, is het in boven-vermeld opzicht ook een noodzaak en voor de staten zelfs een positief legislatieve verplichting.

55

Page 56: Neohumanisme 1 2015-2016

Interview

Dirk Verhofstadt

Speciaal voor de lezers van het Neohumanisme interviewde LVSV Gent voor u niemand minder dan Dirk Verhofstadt, oprichter van Liberales en

schrijver van de Liberale Canon. Het links-liberalisme en de liberale ideol-ogen zijn enkele van de thema’s die aan bod kwamen.

In uw boek de Liberale Canon probeert u een his-torisch overzicht te geven van het liberalisme en haar ideologen, in hoeverre vindt u dat u dat gelukt is?Het is een blijft natuurlijk een persoonlijke selectie, wat het een subjectief gegeven maakt en het zal nooit volledig zijn, dat besef ik maar al te goed. Ik noem ze ook niet allemaal liberale ideologen, eerder mensen die een belangrijke invloed uitoefenden op het liberal-isme. Dat was natuurlijk vooral in de 17e en 18e eeuw; de eeuwen van de Verlichting en later zie je dat de ideeën en de invloed van die mensen leidt tot het ont-staan van de eerste liberale partijen in de 19e eeuw. Wat ik eigenlijk vooral wou doen was een werk naar voor schuiven voor zij die het liberalisme verketteren. Ik wou via het boek het mooie van het liberalisme en het recht op zelfbeschikking waarop het hele liberal-isme gebaseerd is aantonen.

In uw boek vermeldt u ook Thomas Hobbes - die er-voor pleitte dat de mens in grote mate door de staat overheerst wordt - bij de liberale ideologen, waarom?Daarom noem ik ze ook geen liberale ideologen, maar mensen met een belangrijke invloed op het liberal-isme. Hobbes is bijvoorbeeld belangrijk vanwege zijn sociaal contract waarin hij stelt dat de mensen rechten moeten afstaan aan de staat, maar dat de staat ook wel geen misbruik mag maken van die rechten en haar

mensen moet beschermen. Uiteraard is dat later veel beter uitgewerkt door John Locke bijvoorbeeld die stelt dat we macht ook moeten beperken.

De ideoloog waar u zelf een groot aanhanger van bent is Karl Popper. Waarom vindt u hem zo belan-grijk?Karl Popper is om meerdere redenen zéér belangrijk en hij is ook niet alleen op politiek en filosofisch vlak belangrijk maar ook omwille van bijvoorbeeld zijn wetenschapstheorie. Maar Popper is vooral belangrijk omdat hij dé persoon is die de twintigste eeuw heeft meegemaakt, die - met onder andere zijn twee werel-doorlogen - misschien wel de meest bloederige eeuw uit de geschiedenis was. Popper heeft dan zeer scherp en terecht ingezien dat het fascisme en communisme een groot gevaar vormden voor de democratie en de mensheid en hij stelde zoals Churchill ook al zei dat de democratie hét mensenrechtensysteem was. Dit doet hij voornamelijk in zijn boek The Poverty of Historicism waar hij zich verzet tegen ideologieën en mensen die een utopie voorstellen gezien zij altijd de hemel be-loven maar uiteindelijk naar de hel leiden. Ook zeer belangrijk is zijn boek The Open Society and Its Ene-mies, waarin hij frontaal een aanval doet op Plato, Marx en Hegel die hij als vijanden van de democratie en de open samenleving ziet. Popper is ook degene die

Ik wou eigenlijk een werk naar voor schuiven voor al die mensen die het liberalisme verketteren, ik wou hun duidelijk maken wat de

waarde van het liberalisme was.56

Page 57: Neohumanisme 1 2015-2016

in de 20e eeuw het belang van de democratie bleef benadrukken; dat men leiders zonder bloedvergi-eten kan afzetten en ook altijd opnieuw die macht in vraag kan stellen, wat uiteraard de essentie is van de democratie.

U bent ook de oprichter van de links-liberale denk-tank Liberales, wat is volgens u de rol van Liberales in de liberale beweging?Ik zou u er allereerst op willen wijzen dat Liberales géén links-liberale denktank is, Liberales is een liberale denktank. Ik verzet mij principieel tegen elk adjectief dat voor het liberalisme wordt geplaatst omdat men op die manier afbreuk doet aan het liberalisme en maar al te vaak gebruikt met het liberalisme dan om stromingen als het conservatisme en het nationalisme een liberale bijklank te geven.

Wat onze denktank betreft; Liberales is opgericht in 2002 door onder andere een aantal oud-LVSV’ers. Ons

doel was niet om aan partijpolitiek te doen maar om een echte liberale stem te laten weerklinken in het ide-ologische debat. Toen men vroeger ideologische liber-ale teksten opzocht op het internet kwam je namelijk al heel snel uit bij iets dat oftewel uiterst links of an-ders uiterst recht was, iets echt liberaal bestond bijna niet. Dat gat hebben we met Liberales weten op te vul-len. Voor de rest geven we ook een aantal lezingen en geven wie ieder jaar het Liberales boek van het jaar uit.

Wat vindt u van de invloed die Liberales uitoefent op Open Vld?Waar de liberale gedachte van Open Vld vandaan komt en welke invloeden ze krijgen of aanwenden weet ik natuurlijk niet, ik kan geen gedachten lezen. Wel hopen we natuurlijk dat we een zekere invloed hebben en dat onze stem gehoord wordt. Met onze nieuws-brief bereiken we wekelijks 10000 mensen, dus in die zin oefenen we wel een zekere invloed uit

Page 58: Neohumanisme 1 2015-2016

Individualisme is niet hetzelfde als egoïsme, zoals socialis-ten de mensen trachten wijs te maken, individualisme is het

recht op zelfbeschikking.

Binnen de wijsbegeerte staat u ook bekend als indi-vidualist. Hoeverre loopt het individualisme synch-roon met het liberalisme?Het individualisme is eigenlijk de basis van het liberal-isme. Het individualisme is niet hetzelfde als egoïsme, het individualisme is het recht op zelfbeschikking, het recht om je eigen keuzes te maken. Doorheen de geschiedenis valt ook op dat de mensen meer recht op zelfbeschikking willen, wat vooral bij liber-ale ideologen als John Stuart Mill tot uiting komt. Het is daarom ook dat ik zeg tegen mensen die zich afvragen of we niet teveel recht op zelfbeschikking hebben dat ze er grandioos naast zitten. Zeker in

zedenleer, waarmee we eveneens een stempel op die kinderen drukken. LEF zet kinderen aan om kritisch na te denken over alle geloofsovertuigingen en in navol-ging van het recht op zelfbeschikking geeft het hen in zekere mate ook meer keuzevrijheid. Het vak LEF is tevens in navolging van Fernando Savater die zei dat onderwijs niet dient om gelovigen te kweken maar om kritische burgers voort te brengen.

Ik denk ook niet dat het in onze democratie gevaarlijk is om de staat zoiets te laten doen, LEF is iets wat we perfect kunnen omschrijven in de eindtermen van ons onderwijs. Laat ons ook niet vergeten dat men privé

landen als Iran en Afghanistan, waar religie het maar al te vaak boven het recht op zelfbeschikking staat. Daar-om hangt individualisme ook vast aan kosmopolitisme en universalisme; individualisten strijden niet alleen voor meer recht op zelfbeschikking voor zichzelf maar voor iedereen. De gedachte van het individualisme is dus identiek hetzelfde als die van het liberalisme vol-gens mij: het recht om je leven te leiden zoals je zelf wilt. Omwille van die reden pleit ik ook voor georgani-seerd onderwijs en een sterke sociale zekerheid, gezien deze nodig zijn om een volwaardig leven te leiden.

Ook staat u bekend als een vurig verdediger van het atheïsme. In welke mate zorgt religie volgens u voor moreel verval?Ik heb inderdaad ooit een boek geschreven over het atheïsme, met name Atheïsme als basis voor de moraal. Maar ondanks het feit dat ik zelf atheïst ben, ben ik wel van mening dat iedereen mag geloven wat hij of zij zelf wil. Waar ik het wel moeilijk mee heb is dat sommige mensen omwille van religie het recht op zelfbeschikking niet kunnen genieten, zoals in bijvo-orbeeld het Midden-Oosten het geval is. Daarom ben ik ook een groot voorstander van het vak LEF waarin jongeren zowel in levensbeschouwing als in ethiek als in filosofie onderricht krijgen. Nu halen we enkel en al-leen klassen uit elkaar voor vakken als godsdienst en

en buiten de schooluren nog aan geloofsbelijdenissen kan doen.

U bent zelf nooit in de actieve (partij)politiek gegaan, waarom is dat?Ik ben inderdaad zeer in politiek geïnteresseerd maar ik had niet zozeer de nijging om in allerlei raden te gaan zetelen en mandaten op te nemen. Mij was het meer om de ideologie te doen, daar heb ik dan een heel aantal boeken over geschreven, wat op zich ook een bijdrage is aan een betere samenleving.

58

Page 59: Neohumanisme 1 2015-2016

Vindt u dat libertairen en anarchokapitalisten ook lib-eralen zijn?Ik ben zelf geen voorstander van die ideologieën en stel toch wel mijn twijfels bij de ideologen die daar wel voorstander van zijn zoals een Murray Rothbard. Ook vind ik dat een heel aantal van hun ideeën ingaan te-gen de grondvesten en principes van het liberalisme en het Manifest van Oxford, waarin de principes van het liberalisme staan opgeschreven. We mogen ook niet vergeten wat liberalen in de 19e eeuw zegden over wat de staat allemaal moet doen. Maar men mag ook niet de invloed vergeten die die mensen - zoals Hayek en Friedman - uitoefenden op het liberalisme. Daarom staan ook zij in de Liberale Canon waarin ik ook niet zo-zeer de tegenstelling als wel de gelijkenissen probeer bij te schijnen.

Uw broer zei echter onlangs in een interview dat hij ooit bijna een anarchokapitalist was.Ik weet zelf niet of hij dat gezegd heeft en of hij ook echt gezegd heeft dat hij anarchokapitalist was. We hebben natuurlijk allebei in onze tijd bij het LVSV ook wel Mises en Nozick en dergelijke gelezen, we werden toen regelmatig gevoed met boeken door Boudewijn Bouckaert. Maar ik denk ook dat je je mening door-heen je leven - zeker als je meer ervaring opdoet - kan bijschaven en toch kritisch kan blijven. Ik denk dat mijn broer in het Europees Parlement nog steeds één van de meest kritische personen is.

Hartelijk bedankt, meneer Verhofstadt.

Interview door Timon Lesage en Vince Liégeois

59

Page 60: Neohumanisme 1 2015-2016