Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de...

136
Nederlandse betaald voetbalorganisaties En de invloed van de economische crisis Bachelorscriptie Erasmus School of Economics (ESE) Auteur: Niels Baijer Studentnummer: 347866 Datum: 01-05-2014 Opleiding: Economie en Bedrijfseconomie

Transcript of Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de...

Page 1: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Nederlandse betaald voetbalorganisatiesEn de invloed van de economische crisis

Bachelorscriptie

Erasmus School of Economics (ESE)

Auteur: Niels Baijer

Studentnummer: 347866

Datum: 01-05-2014

Opleiding: Economie en Bedrijfseconomie

Begeleider: André van Stel

Page 2: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

AbstractIn deze scriptie is de invloed van de economische crisis op de Nederlandse betaald voetbalorganisaties

onderzocht aan de hand van een aantal variabelen, waaronder de netto-omzet, de bedrijfslasten, het

bedrijfsresultaat na belasting, het aantal werknemers en het eigen vermogen. Deze variabelen zijn zo

specifiek mogelijk opgesplitst in subvariabelen, waardoor er een goed beeld ontstaat over waar de

economische crisis het grootste effect op heeft. Gezien het feit dat er in korte tijd vier clubs failliet

gingen, is het interessant om te bekijken hoe het gesteld is met de financiële situatie van de

overgebleven voetbalclubs. In het onderzoek zijn de jaarrekeningen van Ajax, FC Groningen, FC

Utrecht, Feyenoord, PSV, Roda JC en sc Heerenveen tijdens de seizoenen 2004/2005 tot en met

2011/2012 onder de loep genomen. Deze voetbalclubs zijn de gehele onderzoeksperiode in de

Eredivisie actief geweest. Aan de hand van bevindingen uit de resultatenrekening is vervolgens per

club een SWOT-analyse opgesteld.

De economische crisis heeft vooral effect op de mediabaten van de onderzochte betaald voetbal

organisaties. Ook heeft een groot aantal clubs er uit bezuinigingsoverwegingen voor gekozen om te

snijden in de salariskosten. Het aantal werknemers werd verkleind. Verder heeft de economische crisis

een negatieve uitwerking op het bedrijfsresultaat van de clubs. Door de grote hoeveelheid verliezen is

de omvang van het eigen vermogen bij veel bvo’s flink verslechterd, waardoor er problemen in de

toekomst kunnen ontstaan. De economische crisis treft dus ook de Nederlandse voetbalclubs.

Uit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat

de drie traditionele topclubs (Ajax, Feyenoord en PSV) nog steeds voordeel halen uit hun rijke

historie. Het grootste zwaktepunt van de meeste clubs is dat er maar weinig positieve resultaten voor

afschrijving en vergoedingssommen worden behaald. Verder geldt dat de geografische ligging van een

club zowel een kans als een bedreiging kan zijn. De andere belangrijke bedreigingen zijn de wetgeving

omtrent jeugdcontracten en het dreigende verlies van startplekken in de lucratieve Europese

toernooien.

Tot slot blijkt dat er drie clubs zijn die beleidsmatig op de goede weg zitten, namelijk Feyenoord,

Roda JC en sc Heerenveen. Ook Ajax, FC Utrecht en FC Groningen scoren een ruime voldoende, al

moet de laatste club meer inzetten op een minder risicovol transferbeleid. Slechts van PSV kan worden

gesteld dat er een slechte strategie is gekozen. Nog steeds stijgen de kosten en worden er dure spelers

aangetrokken. De betaald voetbal organisatie uit Eindhoven zal dus structurele beleidsveranderingen

moeten doorvoeren om haar financiële gezondheid te waarborgen.

Page 3: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

DankwoordGraag zou ik mijn scriptiebegeleider, André van Stel, willen bedanken voor de tijd die hij in deze

bachelorscriptie heeft gestoken. Mede dankzij zijn input heeft deze scriptie tot stand kunnen komen.

Daarnaast gaat mijn dank uit naar dhr. Marc-Jan Oldenbandringh, dhr. Hans Huyzer, mw. Michelle

Bindels en dhr. Danny Steenstra. Dankzij hen heb ik een aantal belangrijke jaarverslagen van

respectievelijk FC Groningen, Feyenoord, Roda JC Kerkrade en sc Heerenveen in handen gekregen.

Page 4: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Inhoudsopgave

Abstract 2

Dankwoord 3

1 Inleiding 6

2 Theoretisch raamwerk 8

2.1 SWOT-Analyse 8

2.2 Risico 9

3 Onderzoeksopzet 10

3.1 Geselecteerde variabelen 10

3.1.1 Netto-omzet 10

3.1.2 Bedrijfslasten 11

3.1.3 Bedrijfsresultaat 12

3.1.4 Overige informatie bedrijfsvoering 12

3.2 Geselecteerde bvo’s 13

4 Resultaten 14

4.1 Ajax 14

4.1.1 Resultatenrekening 14

4.1.2 SWOT-Analyse 19

4.1.3 Conclusies 21

4.2 FC Groningen 22

4.2.1 Resultatenrekening 22

4.2.2 SWOT-Analyse 25

4.2.3 Conclusies 27

4.3 FC Utrecht 27

4.3.1 Resultatenrekening 28

4.3.2 SWOT-Analyse 31

4.3.3 Conclusies 33

4.4 Feyenoord 34

4.4.1 Resultatenrekening 34

4.4.2 SWOT-Analyse 37

Page 5: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

4.4.3 Conclusies 39

4.5 PSV 40

4.5.1 Resultatenrekening 40

4.5.2 SWOT-Analyse 43

4.5.3 Conclusies 45

4.6 Roda JC 46

4.6.1 Resultatenrekening 46

4.6.2 SWOT-Analyse 48

` 4.6.3 Conclusies 50

4.7 sc Heerenveen 50

4.7.1 Resultatenrekening 51

4.7.2 SWOT-Analyse 53

4.7.3 Conclusies 54

5 Verbeterpunten onderzoek 56

6 Conclusies 58

Referenties 60

Appendix 63

Bijlage 1: Eindstanden Eredivisie, 2005-2012 63

Bijlage 2: Resultatenrekening Ajax, 2005-2012 64

Bijlage 3: Resultatenrekening FC Groningen, 2005-2012 66

Bijlage 4: Resultatenrekening FC Utrecht, 2005-2012 68

Bijlage 5: Resultatenrekening Feyenoord, 2005-2012 70

Bijlage 6: Resultatenrekening PSV, 2005-2012 72

Bijlage 7: Resultatenrekening Roda JC, 2005-2012 74

Bijlage 8: Resultatenrekening sc Heerenveen, 2005-2012 76

Bijlage 9: Bezettingsgraad Eredivisieclubs, 2010-2013 77

Bijlage 10: Bevolkingsdichtheid Nederland 2012 78

Page 6: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

1. InleidingSinds het begin van de economische crisis in 2008 bevinden veel sectoren binnen de economie zich in

zwaar weer. Op vrijwel ieder terrein moet worden bezuinigd, vele werknemers worden

noodgedwongen ontslagen en decenniaoude bedrijven vallen om. Ook de Nederlandse betaald

voetbalorganisaties (vanaf nu bvo’s) ontspringen de dans niet. In 2010 viel het doek voor HFC

Haarlem en een jaar later ging ook RBC Roosendaal financieel ten onder. Meer recent gingen ook

AGOVV Apeldoorn en SC Veendam definitief failliet (AD, 2013a).

Categorie 1 FC Emmen, Fortuna Sittard

Categorie 2 ADO Den Haag, AZ, FC Den Bosch, SC Cambuur Leeuwarden, FC Dordrecht, FC

Eindhoven, Excelsior, Feyenoord, De Graafschap, FC Groningen, Helmond Sport,

Heracles Almelo, NAC Breda, N.E.C., RKC Waalwijk, Roda JC, Sparta Rotterdam,

FC Twente, FC Utrecht, Vitesse, VVV-Venlo, Willem II, PEC Zwolle

Categorie 3 Ajax, Almere City FC, Go Ahead Eagles, sc Heerenveen, MVV, FC Oss, PSV,

Telstar, FC Volendam

Om de financiële gezondheid van de nog overgebleven voetbalclubs te waarborgen, hanteert de

KNVB (Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond) een categorie-indeling. Clubs in categorie 1 scoren

op financieel gebied een onvoldoende. Categorie 2 staat voor voldoende en categorie 3 voor goed. Uit

tabel 1 blijkt dat er twee clubs in financieel zwaar weer verkeren. Drieëntwintig bvo’s zijn (voorlopig)

veilig en bij slechts negen van de Nederlandse betaalde voetbalorganisaties is de financiële situatie

goed op orde (KNVB, 2013).

Voor clubs uit categorie 1 geldt dat zij

binnen maximaal negen meetmomenten in

een hogere categorie moeten worden ingedeeld. Indien dit niet lukt, loopt de proflicentie van de bvo

ernstig gevaar. Clubs in deze categorie dienen een plan van aanpak in te leveren, welke moet leiden tot

financieel herstel. Afwijkingen van dit plan kunnen uiteenlopende sancties, zoals boetes, puntenafrek

en eventueel het afpakken van de proflicentie tot gevolg hebben (KNVB, 2013).

Over het algemeen geldt dat alle Nederlandse bvo’s last hebben van de huidige economische crisis.

Als oplossing lijkt bezuinigen het meest voor de handliggend. Er zijn echter ook andere manieren

waarop de verschillende voetbalclubs op de crisis hebben gereageerd.

Zo verkocht Feyenoord 49% van haar aandelen voor dertig miljoen euro, waarbij dat bedrag eventueel

nog op zou kunnen lopen (Rijnmond, 2012). Verder werd Vitesse volledig overgenomen door de

Georgiër Merab Jordania (Visser, 2010), welke zijn aandelenpakket inmiddels heeft overgedragen aan

Aleksandr Tsjigirinski (NOS, 2013). PSV trachtte de economische crisis te overleven door een

grondverkoop van haar trainingscomplex aan de gemeente, waarmee een som van ruim 43 miljoen

euro gemoeid ging (Jaarverslag PSV, 2011/2012). Zoals al eerder naar voren is gekomen zijn er

Tabel 1: Categorie-indeling KNVB per 28-08-2013Bron: KNVB, 2013

Page 7: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

helaas ook vier betaalde voetbalclubs geweest die het hoofd niet boven water konden houden. Zij zijn

ten onder gegaan aan de economische crisis.

In deze scriptie wordt onderzocht wat de invloed van de economische crisis op de Nederlandse betaald

voetbalorganisaties is. Hierbij zullen de meest bepalende factoren van zowel de kosten- als de

opbrengstenkant onder de loep worden genomen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de netto-omzet, de

bedrijfslasten, het transferresultaat en het financiële resultaat na belasting. Om een duidelijk beeld te

krijgen, worden deze factoren opgesplitst in kleinere subgroepen, zoals sponsoren, kaartverkoop en

salariskosten. Ook wordt de invloed van de economische crisis op het eigen vermogen en het aantal

werknemers van een bvo in dit onderzoek meegenomen.

De nadruk van het onderzoek ligt op de clubs die uitkomen in de Eredivisie, de hoogste afdeling van

het Nederlandse betaalde voetbal. Dit zijn immers de meest toonaangevende clubs uit Nederland en

hierdoor is het effect van de financiële crisis op deze bvo’s het interessantst om te onderzoeken.

Om de invloed van de economische crisis te kunnen bepalen, worden de financiële gegevens van de

desbetreffende voetbalclubs gebruikt. Deze financiële gegevens zullen hoofdzakelijk uit de

gepresenteerde jaarrekeningen van deze bvo’s worden verkregen. Aan de hand van gegevens uit deze

jaarverslagen wordt er uiteindelijk vastgesteld wat de invloed van de economische crisis op de

Nederlandse bvo’s is. De onderzoeksvraag luidt dan ook:

“Wat zijn de gevolgen van de economische crisis voor de Nederlandse bvo’s?”

Naast deze analyse van de jaarrekeningen wordt er ook een SWOT-analyse opgesteld. Hierbij worden

de zwakte- en sterktepunten van een bvo in kaart gebracht. Ook komen de belangrijkste kansen en

bedreigingen aan bod. Aan de hand van deze analyse wordt er een aantal uitspraken gedaan over het

beleid wat de club voert. Hierbij wordt rekening gehouden met de strategie die de bvo moet

aanhouden om in de toekomst op financieel gebied gezond te zijn

Page 8: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

2. Theoretisch RaamwerkIn dit hoofdstuk wordt een aantal algemene theorieën en begrippen besproken. Deze worden later in

deze scriptie toegepast op de Nederlandse bvo’s. Vandaar dat het van belang is om deze eerst uit te

werken, zodat iedereen begrijpt wat er precies met een theorie of begrip wordt bedoeld.

2.1 SWOT-Analyse

Bij het opstellen van een SWOT-analyse worden de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van een

bedrijf, of in dit geval een bvo, aan het licht gebracht (zie figuur 1). Aan de hand van een dergelijke

analyse kan een strategie voor de toekomst worden vastgesteld (Kotler & Keller, 2009, pp. 89-92).

Sterktepunten: de positieve aspecten van een onderneming die een gunstige invloed hebben op de

toekomst van de organisatie. Er is sprake van een interne focus.

Zwaktepunten: de negatieve aspecten van een onderneming die een ongunstige invloed hebben op de

toekomst van de organisatie. Ook hier wordt er uitgegaan van een interne focus.

Kansen: de mogelijkheden die een onderneming in de (nabije) toekomst heeft om haar positie te

versterken en haar doelen te behalen. Deze kansen zijn het gevolg van externe ontwikkelingen.

Bedreigingen: de gevaren waar een onderneming mee te maken krijgt die verdere uitbreiding

bemoeilijken en een negatieve uitwerking hebben op de mate waarin ondernemingsdoelen worden

bereikt. Deze bedreigingen doen zich voor door externe ontwikkelingen.

Bij de sterkte- en zwaktepunten wordt er dus vooral naar de onderneming zelf gekeken, terwijl bij

kansen en bedreigingen de ontwikkelingen van de markt van belang zijn (Beleidsimpuls, 2013). Ook

voor een bvo kan het interessant zijn om haar relatieve positie t.o.v. andere bvo’s te bekijken, omdat er

dan een toekomstbeeld van de club kan worden geschetst. Een belangrijk onderdeel van deze scriptie

Figuur 1: SWOT-AnalyseBron: Robxead, 2012

Page 9: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

is dan ook het opstellen van een SWOT-analyse voor de verschillende bvo’s. Hieruit wordt duidelijk

hoe een bepaalde bvo op financieel vlak presteert in verhouding tot haar concurrenten. Er zal worden

gekeken naar specifieke zaken voor de desbetreffende bvo, maar ook naar algemene zaken in de markt

waarin voetbalclubs opereren.

2.2 Risico

Juist tijdens een economische crisis is het extra van belang dat ondernemingen rekening houden met

de risico’s die zij door bepaalde keuzes en handelingen lopen. Het is dan ook interessant om het

risicobeleid van een onderneming of bvo te bekijken. Over het algemeen geldt dat er drie soorten

gedragingen met betrekking tot risico kunnen worden onderscheiden (Reiss, 2013, pp. 45-46):

1. Risico aversie: een grote kans op een kleine payoff wordt geprefereerd boven een kleine kans

op een grote payoff. In tabel 2 is een klein, eenvoudig cijfervoorbeeld te vinden. De verwachte

uitkomst is in beide gevallen 90. Afhankelijk van de aanvaarding van risico kiezen mensen

voor optie A of optie B. Een risico-avers persoon zou optie A prefereren boven optie B.

2. Risicozoekend: risico wordt juist opgezocht. Men verkiest een kleine kans op een groot succes

boven een grote kans op een minder groot succes. Een risicoprefererend persoon zou dus optie

B uit tabel 2 verkiezen boven optie A.

3. Risiconeutraal: er is sprake van indifferentie tussen risico en zekerheid. Risico wordt niet uit

de weg gegaan, maar het wordt ook niet bewust opgezocht. Een risiconeutraal persoon zou

indifferent zijn tussen optie A en optie B uit tabel 2.

Optie Kans Payoff

A 90% 100

10% 0

B 10% 900

90% 0

Tabel 2: Keuzegedrag bij risico's

In tijden van crisis neemt de onzekerheid op de markt toe. Dit geldt uiteraard ook voor de Nederlandse

voetbalclubs. Er zal in deze scriptie worden gekeken in hoeverre de onderzochte Nederlandse bvo’s

risico aanvaarden. Hierbij zijn vooral de posten die leiden tot de totale bedrijfslasten en het

transferbeleid van belang.

Page 10: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

3. OnderzoeksopzetBij ieder onderzoek is het van belang dat er eerst wordt vastgesteld wat er precies wordt onderzocht.

Allereerst moet de onderzoeksperiode worden bepaald. Deze begint bij het seizoen 2004/2005 en loopt

door tot 2011/2012. Aangezien de economische crisis in 2008 begon, kan de financiële situatie tijdens

deze crisis worden vergeleken met de periode ervoor. Hierdoor kan worden vastgesteld waar de

invloed van de economische crisis het best zichtbaar is. Om dit te bepalen, zijn er een aantal

variabelen geselecteerd. Nadat deze zijn gedefinieerd komt de selectie van onderzochte bvo’s aan bod.

3.1 Geselecteerde variabelen

Doordat de economische crisis op meerdere aspecten van een bvo van invloed kan zijn, is het

noodzakelijk om vast te stellen welke variabelen er in dit onderzoek worden onderzocht. Er zal blijken

dat er bij een aantal variabelen verdere specificatie mogelijk is.

3.1.1. Netto-omzet

De netto-omzet is de som van de opbrengsten uit normale bedrijfsuitoefening van de desbetreffende

club per seizoen. Deze netto-omzet kan worden opgesplitst in een aantal verschillende variabelen,

waaronder de kaartverkoop, de sponsoropbrengsten, tv-geld en merchandising. Verder zijn er nog

overige opbrengsten, waaronder alle soorten opbrengsten die niet kunnen worden ondergebracht bij de

andere variabelen worden verantwoord. Ook zijn er clubspecifieke variabelen, welke hier niet worden

behandeld, maar voor de volledigheid wel in het onderzoek zijn meegenomen.

Kaartverkoop: deze post vormt een belangrijk onderdeel van de opbrengsten van een bvo. De hoogte

van deze post is afhankelijk van onder andere de grootte van het stadion, de prijs van een entreebewijs

en de bezettingsgraad. In dit onderzoek wordt er waar mogelijk onderscheid gemaakt tussen de

opbrengsten uit kaartverkoop in de competitie, beker en vriendschappelijke wedstrijden, opbrengsten

uit Europese wedstrijden, premies uit Europese competities, opbrengsten van seizoenskaarthouders en

business- en skyboxplaatsen en de indirecte wedstrijdbaten. Door deze opsplitsing kan worden

vastgesteld of er sprake is van incidentele (Europese successen) of structurele (kaartverkoop voor

competitiewedstrijden) opbrengsten.

Sponsoren: bvo’s verkrijgen een groot deel van hun opbrengsten door de samenwerking met

verschillende sponsoren. Echter ontkomt ook het bedrijfsleven niet aan de economische crisis. Doordat

huidige en potentiële sponsoren in de kosten moeten snijden, kunnen zij er voor kiezen om te snijden

in haar sponsoractiviteiten. Wel moet er goed worden gerealiseerd dat sponsorcontracten over het

algemeen voor een langere periode worden aangegaan, waardoor de economische crisis pas zichtbaar

wordt zodra er een contract met een sponsor afloopt.

Page 11: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Tv-geld: onder deze post vallen opbrengsten die worden gegenereerd door het verkopen van

uitzendrechten van voetbalwedstrijden. Vooraf lijken een tweetal verbanden mogelijk. Huidige klanten

kunnen hun contract bij FOX Sports opzeggen, omdat zij deze door de economische crisis niet meer

kunnen betalen. Daarnaast zouden stadionbezoekers uit zuinigheidsoverwegingen kunnen kiezen om

de wedstrijden thuis te bekijken en dus een abonnement bij FOX Sports af te sluiten. Dit laatste

verhoogt het aantal kijkers en dus de waarde van de uitzendrechten. In hoeverre deze verbanden

opgaan moet uit dit onderzoek blijken.

Merchandising: dit zijn de opbrengsten door de verkoop van allerlei fanartikelen. Mogelijk zou deze

post tijdens de economische crisis een mindere omvang hebben, doordat consumenten (supporters)

minder geld te besteden hebben en zich minder fanartikelen kunnen veroorloven.

3.1.2 Bedrijfslasten

Onder de bedrijfslasten vallen de kosten die een bvo per seizoen moet maken om de opbrengsten uit

de normale bedrijfsuitvoering te genereren. Belangrijke posten zijn inkoopwaarde van de omzet, lonen

en (sociale) lasten en afschrijving op vaste activa. Daarnaast is er bij iedere club nog een restpost

aanwezig, welke uit een aantal subposten bestaat.

Inkoopwaarde omzet: de inkoopwaarde van de omzet hangt in grote mate samen met de

merchandising. Hoe meer fanartikelen er worden verkocht, hoe hoger de totale inkoopwaarde van deze

artikelen is. De ontwikkeling van deze posten over de tijd zou dus gelijk moeten zijn, al heeft de

inkoopwaarde van de omzet betrekking op meerdere zaken dan alleen de merchandising.

Lonen en (sociale) lasten: de belangrijkste kostenpost van een bvo wordt gevormd door de salarissen

van het personeel. Een logisch gevolg van de economische crisis zou zijn dat clubs in deze kostenpost

gaan snijden. Dure werknemers (spelers) zullen moeten worden vervangen om de teruggang in de

opbrengstenkant op te vangen. In hoeverre deze ontwikkeling in de Eredivisie daadwerkelijk heeft

plaatsgevonden komt uit dit onderzoek naar voren.

Afschrijving vaste activa: deze kostenpost heeft betrekking op de materiële vaste activa van een bvo.

Een club zou kunnen bezuinigen door reeds afgeschreven activa niet te vervangen, zodat er sprake is

van lagere afschrijvingskosten op vaste activa.

Overige kosten: bij de meeste clubs worden de overige kosten verder opgesplitst in een aantal

subcategorieën. Wedstrijdkosten, huisvestingskosten,verkoopkosten, algemene kosten, KNVB

heffingen, overige personeelskosten, beheer- en administratiekosten en bijzondere lasten zijn de meest

voorkomende categorieën.

Page 12: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

3.1.3 Bedrijfsresultaat

Als de netto-omzet en de bedrijfslasten worden vergeleken, komt het bedrijfsresultaat voor

afschrijving en vergoedingssommen naar voren. Om vervolgens het bedrijfsresultaat na belasting vast

te stellen, moet er rekening worden gehouden met transfers, financieel resultaat, belastingen en

resultaat deelnemingen. Op deze manier wordt duidelijk hoe de bvo tijdens een bepaald seizoen op

financieel gebied heeft gepresteerd. In dit onderzoek worden financieel resultaat, belastingen en

resultaat deelnemingen slechts voor de volledigheid vermeld. Vanwege het ontbreken van het

voetbalgerelateerde karakter worden deze posten niet geanalyseerd.

Afschrijving vergoedingssommen: een bvo activeert de waarde van haar spelers op de balans. Jaarlijks

vindt er afschrijving op deze post plaats. In de meeste gevallen worden spelers tegen hun

aankoopwaarde geactiveerd en wordt er lineair over de contractduur afgeschreven. De restwaarde

wordt op nul verondersteld.

Resultaat vergoedingssommen: onder resultaat vergoedingssommen worden de opbrengsten uit de

verkoop van spelers verstaan. Wel moet er rekening worden gehouden met het aandeel van derden, de

contante waarde aanpassing bij uitgestelde betalingen, transferkosten en de boekwaarde op de

transactiedatum (Jaarverslag Ajax, 2012).

Financieel resultaat: het financieel resultaat betreft het verschil tussen de kosten van geleend geld en

de opbrengst van gespaard geld tijdens een bepaald seizoen. Bij deze post kan er zowel sprake zijn van

een positief als een negatief resultaat.

Belastingen: net als iedere andere onderneming in Nederland zijn ook bvo’s onderhevig aan

vennootschapsbelasting. Bij verliezen mogen voorheen betaalde belastingen worden teruggevorderd,

bij winsten moet er belasting worden betaald.

Resultaat deelnemingen: indien een bvo deelneemt in andere ondernemingen of partijen, wordt hier

een resultaat op geboekt. Hoewel niet iedere bvo deelneemt in andere partijen, wordt deze post voor de

volledigheid toch meegenomen in de bepaling van het bedrijfsresultaat na belasting.

3.1.4 Overige informatie bedrijfsvoering

Bij de overige informatie over de bedrijfsvoering worden per club twee of drie variabelen

meegenomen. Ten eerste komt het aantal werknemers van de bvo onder aan bod. Verder is de

ontwikkeling van het eigen vermogen van belang. Tot slot wordt er bij Ajax en PSV vermeld of er in

het desbetreffende seizoen werd deelgenomen aan de Champions League.

Page 13: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Aantal werknemers: bij deze post wordt gekeken naar het aantal voltijd dienstverbanden (FTE’s). Ook

met de functies die de verschillende werknemers bekleden wordt rekening gehouden. In veel gevallen

maakt de club onderscheid tussen spelers, technische en medische staf en het overige personeel.

Logischerwijs hangt deze variabele sterk samen met de salariskosten van een bvo. De vraag is of bij

voetbalclubs dezelfde trend plaatsvindt als in het gewone bedrijfsleven, waar veel werknemers uit

bezuinigingsoverwegingen worden ontslagen.

Eigen vermogen: in principe moet bij deze post altijd gelden dat het eigen vermogen in periode één

gelijk is aan het eigen vermogen in periode nul plus het resultaat in periode één. Als er sprake is van

het plaatsen van extra kapitaal en de daaruit volgende toename van de agioreserve, gaat dit verband

echter niet op. In dat geval wordt het eigen vermogen gecorrigeerd voor deze kapitaalstortingen en –

onttrekkingen. Dit geeft een beter beeld van de invloed van de economische crisis op deze post.

Deelname Champions League: Ajax en PSV zijn de enige clubs die tijdens de onderzoeksperiode in de

Champions League actief zijn geweest. Doordat dit toernooi van grote invloed is op de kosten en

opbrengsten van een bvo, moet er rekening worden gehouden met deelname aan deze competitie. Door

een correctie toe te passen, kan er worden vastgesteld hoe de club er op financieel gebied voor had

gestaan zonder de opbrengsten van dit toernooi. Dit maakt uitspraken over de invloed van de

economische crisis betrouwbaarder.

3.2 Geselecteerde bvo’s

Bij het selecteren van clubs is gekozen om alleen bvo’s mee te nemen die in de gehele

onderzoeksperiode (2005-2012) in de Eredivisie actief zijn geweest. De achterliggende gedachte

hierbij is dat een eventuele degradatie naar de Jupiler League (eerste divisie) enorme financiële

gevolgen met zich meebrengt. Dit geeft een vertekend beeld en daardoor zou

de eventuele invloed van de economische crisis niet goed in beeld kunnen

worden gebracht. In bijlage 1 staan de ranglijsten van de Eredivisie van de

gehele onderzoeksperiode (EredivisieStats, 2014). Dertien clubs blijken

tijdens de gehele onderzoeksperiode in de Eredivisie actief te zijn geweest.

Er is op basis van beschikbaarheid van jaarrekeningen een zevental bvo’s

gekozen die verder worden onderzocht. Deze zijn in tabel 3 te vinden. Voor

deze zeven clubs worden de in hoofdstuk 3.1 besproken variabelen geanalyseerd, zodat er aan Tabel 3:

Geselecteerde bvo’s

de hand hiervan uitspraken over de invloed van de economische crisis kunnen worden gedaan.

Selectie bvo'sAjaxFC GroningenFC UtrechtFeyenoordPSVRoda JCsc Heerenveen

Page 14: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

4. ResultatenIn dit hoofdstuk worden de bevindingen van het onderzoek naar de invloed van de economische crisis

op Nederlandse bvo’s gepresenteerd. De onderzochte financiële posten komen uit de

resultatenrekeningen (2005-2012) van de desbetreffende clubs. Eerst komt de netto-omzet aan bod,

vervolgens de bedrijfslasten, daarna het bedrijfsresultaat en tot slot de overige informatie van de

bedrijfsvoering. Deze worden zo nauwkeurig mogelijk opgesplitst in verschillende posten. Aan de

hand van deze bevindingen wordt voor iedere bvo een SWOT-analyse gemaakt. Ook vindt er een

beoordeling van het huidige beleid van de desbetreffende voetbalclub plaats.

4.1 Ajax

Bijlage 2 geeft het verloop van de verschillende posten van de resultatenrekening van Ajax weer. Met

behulp hiervan is het mogelijk om uitspraken te doen over de ontwikkelingen die de club in de

onderzochte tijdsperiode heeft doorgemaakt, waardoor een eventuele invloed van de economische

crisis naar voren komt.

4.1.1 Resultatenrekening

Netto-omzet: bij Ajax behoren kaartverkoop, sponsoring, tv-geld en merchandising tot de netto-omzet

van de club. Pas in het laatste seizoen is er sprake van de post overige baten, waardoor deze buiten de

analyse wordt gelaten. Voor de volledigheid is deze post wel terug te vinden in bijlage 2.

Belangrijk om op te merken is dat de opbrengsten uit kaartverkoop zijn opgesplitst in subgroepen.

Allereerst valt een wisselend verloop in de opbrengsten uit competitie-, beker- en vriendschappelijke

wedstrijden op. In de beginperiode is er sprake van een stijgend verloop, maar zodra de crisis begint,

slaat deze trend om. Dit houdt twee seizoenen aan, waarna er toch weer sprake is van een stijging. Een

logische verklaring is het feit dat de club in deze periode op sportief gebied steeds succesvoller werd.

Hierdoor is het voor supporters aantrekkelijker om naar het stadion te komen. Een duidelijk verband

met de economische crisis wordt dus niet ontdekt.

Over de kaartverkoop uit Europese wedstrijden en premies uit Europese competities kan weinig

worden geconcludeerd. Het is logisch dat deze post een hogere waarde aanneemt indien een club

verder in het toernooi komt en dus meer wedstrijden speelt. Daarnaast blijkt uit het verloop van deze

post dat de Champions League veel meer kaartverkoopopbrengsten en premies genereert dan de

Europa League. Doordat Ajax niet jaarlijks aan hetzelfde toernooi deelneemt, kunnen er dus geen

waterdichte uitspraken worden gedaan over de invloed van de economische crisis op dit deel van de

opbrengsten uit kaartverkoop.

De opbrengsten uit seizoenskaarten vertonen de gehele onderzoeksperiode een stijgend verloop.

Ondanks de economische crisis hebben de supporters van Ajax toch massaal een seizoenkaart

Page 15: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

aangeschaft, zelfs toen de club in sportief opzicht minder succesvol was dan tegenwoordig het geval

is. Op deze post lijkt de economische crisis dus geen of een zeer beperkte invloed te hebben.

De verkoop van stadionplaatsen aan het zakenleven vertoont ook een lichtstijgend verloop. Hoewel er

tijdens de beginjaren van de crisis sprake is van een neergang, vindt er in de daaropvolgende

seizoenen herstel plaats. Hierdoor is de eindwaarde van deze post hoger dan de beginwaarde en blijft

een sterk effect van de economische crisis dus uit.

De overige opbrengsten met betrekking tot kaartverkoop vallen onder de indirecte wedstrijdbaten. In

dit onderzoek wordt deze post als incidenteel beschouwd, doordat de opbouw per seizoen erg

verschillend is. Hierdoor is het onmogelijk om een verband met de economische crisis te leggen.

Voor de kaartverkoop als geheel geldt dat er slechts aan het begin van de economische crisis sprake is

van een dalend verloop. Wel valt op dat Europese successen van grote invloed op deze post heb zijn,

wat blijkt uit de laatste twee seizoenen van de onderzoeksperiode. De eventuele invloed van de

economische crisis op deze post wordt dus (gedeeltelijk) verbloemd door de toenemende sportieve

prestaties van de club. Hierdoor kunnen er geen conclusies worden getrokken.

Naast de kaartverkoop vormen de sponsoropbrengsten een relatief belangrijk onderdeel van de netto-

omzet. Opvallend aan deze post is de constante omvang van ongeveer negentien miljoen euro tijdens

de eerste vier seizoenen van dit onderzoek. De daaropvolgende seizoenen bedraagt deze post jaarlijks

vijfentwintig miljoen euro (uitgezonderd 2010/2011). Tegen de verwachting in geldt dat bij Ajax de

sponsorinkomsten dus juist zijn gestegen i.p.v. gedaald. Dit komt ook doordat grote sponsorcontracten

vaak voor de lange termijn worden afgesloten. Hierdoor is de relatie tussen deze post en de

economische crisis vrij beperkt.

Voor de door Ajax ontvangen tv-gelden geldt dat er vanaf het seizoen 2006/2007 een dalend verloop

wordt waargenomen. De laatste twee seizoenen vormen hierop een uitzondering, welke kan worden

verklaard door de deelname aan de Champions League. Doordat een jaarlijkse deelname aan dit

toernooi een irreële aanname is, is deze stijging incidenteel van aard. Aangezien het verloop van deze

post gelijkloopt met de prestaties op sportief gebied, kunnen er ook hier geen conclusies over de

invloed van de economische crisis worden getrokken.

De opbrengsten uit merchandising bedragen jaarlijks vijf tot zes miljoen euro. Tijdens de laatste twee

seizoenen ligt deze waarde aanzienlijk hoger. Hoewel de club in haar jaarverslagen geen uitspraken

doet over de oorzaken hiervan, lijkt het aannemelijk dat dit komt doordat Ajax tijdens die periode op

sportief gebied relatief succesvol was. Dit kan voor veel supporters een extra stimulans zijn om (extra)

fanartikelen aan te schaffen. De economische crisis heeft op deze post dus geen duidelijke invloed.

Al met al kan er dus worden geconcludeerd dat de precieze invloed van de economische crisis bij Ajax

moeilijk valt af te leiden. Dit komt doordat er tijdens de beginperiode van deze crisis sprake was van

verminderde sportieve prestaties. Aangezien dit ook van invloed is op de financiële resultaten van de

club, kan er dus niet worden vastgesteld of de ontwikkeling van een bepaalde post wordt veroorzaakt

door de economische crisis of juist door de afnemende sportieve prestaties. Slechts bij de verkoop van

Page 16: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

seizoenskaarten, de sponsoropbrengsten en de merchandising kan worden gesteld dat de economische

crisis geen of zeer beperkte invloed heeft.

Bedrijfslasten: deze bestaan bij Ajax uit de inkoopwaarde van de omzet, lonen en lasten en

afschrijving op vaste activa. Verder is er een restpost, welke overige personeelskosten,

wedstrijdkosten, huisvestingskosten en beheer- en administratiekosten bevat.

De inkoopwaarde van de omzet bedraagt jaarlijks drie tot vier miljoen euro. Pas tijdens de laatste drie

seizoenen is er sprake van een bovenwaartse afwijking. De verklaring hiervoor is de sterke samenhang

met merchandising. Doordat er meer fanartikelen werden verkocht, namen ook de inkopen toe. Net als

bij merchandising lijkt er ook bij deze post geen samenhang met de crisis te zijn.

De salariskosten worden opgesplitst in een voetbalgerelateerd gedeelte en een niet-voetbalgerelateerd

gedeelte (merchandising e.d.). Het voetbalgerelateerde deel vertoont vrijwel de gehele

onderzoeksperiode geen noemenswaardige daling. Dit geldt niet voor het laatste seizoen, waar deze

kostenpost met bijna zeven miljoen afneemt. Bij de niet-voetbalgerelateerde salarissen geldt deze

daling in het laatste seizoen niet en is er sprake van een flinke toename. Tijdens het laatste seizoen zijn

de totale salarislasten van de club wel gedaald. Dit kan worden beschouwd als een verlate reactie op

de economische crisis en als het voeren van een gezonder beleid.

Een verband tussen de afschrijving op vaste activa en de economische crisis lijkt niet aanwezig. Deze

kostenpost bedraagt constant één tot twee miljoen euro. Pas in het laatste seizoen vindt er een

afwijking plaats, welke wordt veroorzaakt door een extra afwaardering van Ajax Experience.

Tot slot heeft de club te maken met overige bedrijfskosten. Hierbij is opvallend dat de overige

personeelskosten in de crisisperiode slechts tijdens twee seizoenen een afwijkende waarde vertoont.

De afwijking in het seizoen 2008/2009 wordt verklaard door de toegenomen premies voor transfer- en

contractwaardeverzekeringen (Jaarverslag Ajax, 2009). In het laatste seizoen vindt er een extra

crisisheffing van de overheid plaats, welke enkele miljoenen euro’s bedraagt (Jaarverslag Ajax, 2012).

Deze heffing kan als incidentele kostenpost worden beschouwd. Daarnaast zijn de wedstrijdkosten

vooral afhankelijk van het aantal wedstrijden die Ajax speelt. Hierdoor kan de verhoogde omvang van

de post tijdens de laatste twee seizoenen worden verklaard door de Champions League deelname.

Verder bedragen de huisvestingskosten constant ongeveer negen à tien miljoen euro per seizoen. Tot

slot moet worden opgemerkt dat bij de beheer- en administratiekosten allerlei naheffingen worden

verantwoord. Al met al is het dus onmogelijk om in deze restpost een verband met de crisis te

onderscheiden, doordat iedere subpost uit een aantal componenten bestaat die specifiek zijn voor een

bepaalde jaargang of doordat een aantal subposten constant over de tijd zijn.

Voor de bedrijfslasten geldt dus dat er weinig verbanden met de economische crisis worden

waargenomen. Slechts bij de voetbalgerelateerde salarissen is er sprake van een verlate reactie.

Aangezien deze post slechts in het laatste seizoen een dalend verloop laat zien, kunnen er pas in de

Page 17: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

toekomst conclusies worden getrokken, afhankelijk van verdere ontwikkelingen van

voetbalgerelateerde lonen en lasten in de toekomst.

Bedrijfsresultaat: voordat het bedrijfsresultaat kan worden bepaald, moet er eerst rekening worden

gehouden met vergoedingssommen, financieel resultaat, belastingen en resultaat deelnemingen. De

ontwikkeling van de laatste drie posten wordt in dit onderzoek niet geanalyseerd.

Opvallend is dat er tijdens de economische crisis meer wordt afgeschreven op voetballers dan in de

periode ervoor. Aangezien een speler lineair wordt afgeschreven, duidt dit erop dat er ook tijdens de

economische crisis hoge transfersommen zijn betaald. Met betrekking tot transfers is er dus de gehele

onderzoeksperiode risicozoekend gedrag vertoond. Deze post lijkt dan ook niet in verband te staan met

de economische crisis, aangezien de omvang van deze post naar verwachting zou moeten dalen.

Door de grote variatie in het resultaat op transfersommen is het onmogelijk om een verband met de

economische crisis te ontdekken. Wel moet worden gerealiseerd dat een hoge waarde van deze post

het bedrijfsresultaat enorm kan beïnvloeden, zoals in het seizoen van 2008/2009 is gebeurd.

Het bedrijfsresultaat na belasting wordt zowel voor als tijdens de economische crisis afgewisseld door

winsten en verliezen, waardoor er geen duidelijk verband wordt ontdekt. Wel is duidelijk dat Ajax

deelname aan de Champions League of een zeer voordelig transferresultaat nodig heeft om aan het

einde van het jaar een positieve winst na belasting te kunnen presenteren.

Om de invloed van de economische crisis vast te stellen, is het raadzaam om te kijken naar het

bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen, aangezien deze alleen de operationele

posten van de bedrijfsvoering bevat. Resultaat op vergoedingssommen kan immers een zeer vertekend

beeld geven. Zowel tijdens als voor de economische crisis geldt dat deze post alleen een positieve

waarde vertoont als er Champions League voetbal wordt gespeeld. Opvallend is wel dat de verliezen

tijdens de economische crisis veel groter zijn dan de periode ervoor het geval was. Dit wordt

veroorzaakt door de eerder besproken stijging van de salaris-, wedstrijd- en beheer- en

administratiekosten.

Het is mogelijk om een gedeelte van de Champions League opbrengsten buiten beschouwing te laten

bij de resultaatbepaling. Het gaat hierbij om de opbrengsten uit Europese premies en Europese

kaartverkoop. Doordat Ajax structureel minimaal de Europa League bereikt, kan echter niet het gehele

bedrag van deze posten in mindering worden gebracht. Om deze reden wordt er vijf miljoen euro bij

de gecorrigeerde resultaten van de ‘Champions League seizoenen’ opgeteld. Uit deze post kan worden

geconcludeerd dat er wel degelijk een verband tussen de verliezen voor afschrijving en

vergoedingssommen en de economische crisis bestaat. Tijdens de crisisperiode zijn de verliezen voor

afschrijving en vergoedingssommen immers veel groter dan in de periode ervoor. Er geldt echter dat

deze correctie niet volledig is, aangezien deelname aan de Champions League van invloed is op

meerdere posten uit de jaarverslagen. Hierover ontbreken echter gegevens in de jaarverslagen.

Page 18: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

De economische crisis lijkt geen invloed te hebben op het gecorrigeerde bedrijfsresultaat na belasting.

Zowel voor als tijdens de crisis worden grote verliezen geleden. In slechts één seizoen neemt dit

gecorrigeerde bedrijfsresultaat een positieve waarde aan.

Er kan dus worden geconcludeerd dat een verband tussen de afschrijving op vergoedingssommen en

de economische crisis niet aanwezig lijkt te zijn. Voor het resultaat op transfersommen is een

eventueel effect onduidelijk, terwijl er bij het bedrijfsresultaat (voor afschrijving en

vergoedingssommen) wel een duidelijk verband met de economische crisis is ontdekt. Dit wordt echter

vervaagd door de wisselende deelname aan de Champions League. Wanneer hiervoor wordt

gecorrigeerd blijkt het verband met de economische crisis nog duidelijker.

Overige informatie bedrijfsvoering: hier zijn het aantal werknemers en het eigen vermogen van

belang. Ook wordt er in bijlage 2 vermeld of er in een bepaald seizoen aan de Champions League

werd deelgenomen, omdat dit een positieve invloed op het bedrijfsresultaat heeft.

Het totale aantal werknemers van de club neemt ook tijdens de economische crisis flink toe. Echter

wordt er vanaf het seizoen 2009/2010 een afnemende hoeveelheid spelers waargenomen. Dit geldt niet

voor het aantal leden van de technische en medische staf en de overige personeelsleden. Deze nemen

jaarlijks toe, met als enige uitzondering het seizoen 2010/2011. Al met al kan er dus worden gesteld

dat Ajax als gevolg van de crisis niet bezuinigt op het aantal overige medewerkers. Slechts op het

aantal (contract)spelers wordt gekort.

Verder is het belangrijk om te realiseren dat de verliezen die Ajax vrijwel constant tijdens de crisis

lijdt ten koste gaan van het eigen vermogen. Door de twee recente Champions League deelnames

wordt dit grotendeels gecompenseerd, maar duidelijk is dat het eigen vermogen van deze club er

zonder deelname aan dit toernooi veel minder florissant uitziet. Uit het gecorrigeerde eigen vermogen

blijkt dat deze balanspost zonder deelname aan de Champions League ruim veertig miljoen euro lager

zou zijn. De crisis is dus wel degelijk van invloed op het eigen vermogen.

Uit de bijlage blijkt dat Ajax tijdens de seizoenen 2004/2005, 2005/2006, 2010/2011 en 2011/2012

actief was in de Champions League. In deze seizoenen presenteert de club goede financiële resultaten,

terwijl deze in de overige jaargangen uitblijven.

Er kan dus worden gesteld dat het aantal contractspelers negatief wordt beïnvloed door de

economische crisis. Dit geldt echter niet voor de andere personeelsleden van de club. Verder wordt

ook het eigen vermogen op een negatieve manier beïnvloed, al wordt dit verbloemd doordat de club

zich in bepaalde seizoenen plaatst voor de Champions League. Indien hiervoor wordt gecorrigeerd,

zou het eigen vermogen veel lager zijn dan dat nu het geval is. Echter geldt ook hier dat deze correctie

niet volledig is en er dus geen waterdichte conclusies kunnen worden getrokken.

Page 19: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

4.1.2 SWOT-Analyse

Sterkheden: de rijke historie van de club vormt een groot sterktepunt. Zowel op nationaal als op

internationaal niveau heeft Ajax meerdere prijzen gewonnen (Ajax, 2014). Door de relatief goede

sportieve prestaties breidt de prijzenkast zich steeds verder uit. Hierdoor is de club bekend over de

hele wereld, waardoor er meer interesse voor Ajax is en (jeugd)spelers er sneller willen spelen. Dit

zorgt voor financieel gewin in de toekomst.

Verder heeft Ajax van alle clubs uit dit onderzoek het grootste eigen vermogen tot haar beschikking.

Hierdoor is de kans op acute financiële problemen relatief klein en kan de club eenvoudiger vreemd

vermogen aantrekken om zo grote investeringen te bekostigen. In de media circuleren de opties om

van de beurs te gaan of het stadion te kopen (Rezelman, 2013). Dit zou een positieve ontwikkeling

zijn, omdat de club dan geen rekening meer hoeft te houden met de aandeelhouders en een stijging van

de waarde van Ajax volledig aan de club ten goede komt. Een eigen stadion zorgt er voor dat de

volledige opbrengsten uit dit stadion voor Ajax zijn. Ook als er andere activiteiten, zoals concerten in

De Arena plaatsvinden, zou de club hier een vergoeding voor krijgen.

Een ander sterktepunt zijn de voor Nederlandse begrippen hoge opbrengsten uit kaartverkoop. In

positieve zin is vooral de tien miljoen euro die het meest recente seizoen via skyboxen en business-

seats werd verkregen opvallend. De Arena biedt dan ook volop mogelijkheden om met zakenrelaties

een wedstrijd van Ajax te bezoeken (Ajax, 2010).

Tot slot mag het beleid van Johan Cruijf als een groot (potentieel) sterktepunt van Ajax worden

beschouwd. Hierin staat de jeugdopleiding centraal en moet een uitgaande transfer worden

opgevangen door een jeugdspeler van topniveau. Slechts bij uitzondering gaat de club de transfermarkt

op, waar het geen extreem hoge transfersommen meer betaalt. Door in te zetten op relatief goedkope

jeugdspelers is het risico van het verdampen van een transfersom minimaal. Daarnaast worden er geen

extreme salarissen meer betaald, waardoor de club een gezonder financieel beleid kan voeren (Vissers,

2012). Deze houding toont aan dat het beleid van Ajax meer risico-avers is geworden. Doordat dit

beleid pas aan het einde van de onderzoeksperiode werd ingezet, zullen de resultaten hiervan pas in de

resultatenrekeningen van de komende seizoenen duidelijk worden. Wel staat vast dat dit beleid kan

worden beschouwd als (verlate) reactie op de economische crisis, mede doordat er veel beter op de

kosten van de club wordt gelet.

Zwakheden: van alle onderzochte clubs heeft Ajax het grootste aantal werknemers in dienst, waardoor

ook de salariskosten het hoogst zijn. Vooral het overige (kantoor)personeel is in verhouding erg

omvangrijk. Wellicht zou Ajax efficiënter kunnen werken, zodat het aantal werknemers en dus de

salarissen worden teruggedrongen.

Verder is Ajax de enige Nederlandse voetbalclub met op de beurs verhandelbare aandelen. 73% is in

eigen bezit, de rest is in handen van derden (RTL Z, 2013). Deze hebben recht op een deel van het

Page 20: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

resultaat, in de vorm van dividend of koerswinst. Indien mogelijk, zou Ajax moeten overwegen om

weer van de beurs te gaan, waardoor toekomstige winsten volledig ten goede van de club komen.

Tot slot is het in negatieve zin opvallend dat Ajax alleen winst maakt bij deelname aan de Champions

League of bij een flink positief transferresultaat. Indien dit een aantal seizoenen niet gebeurt, zou de

club in grote financiële problemen kunnen komen. Ajax moet er dus naar streven om een dusdanig

beleid te voeren waarbij het ook zonder de opbrengsten uit de Champions League en uitgaande

transfers kan overleven. Dit kan de club het beste doen door goed te letten op de salariskosten.

Doordat voetballers over het algemeen veel verdienen, zou het verminderen van het aantal

(overbodige) spelers al flink kunnen helpen. Daarnaast zou de club moeten proberen om zich te

verzekeren van opbrengsten op lange termijn. Dit kan o.a. worden bereikt door lange termijn

contracten aan te gaan met sponsoren.

Kansen: doordat Ajax oud-spelers met wereldwijde faam een functie geeft, vergroot de club haar

naamsbekendheid in het buitenland steeds verder. Dit geldt vooral voor jongere fans die het

succesvolle verleden van de club niet (bewust) hebben meegemaakt. Zo is het goed mogelijk dat

jongere voetbalfans uit Engeland aandacht schenken aan Ajax vanwege het feit dat Dennis Bergkamp

er heeft gespeeld. Door deze grotere bekendheid komen meer mensen in aanraking met Ajax,

waardoor het vooral voor grote multinationals aantrekkelijker is om hun geld in Ajax te steken dan in

een andere Nederlandse bvo. Vooral op het gebied van sponsoring kan dit dus financiële voordelen

opleveren.

Daarnaast blijkt uit verschillende onderzoeken dat Ajax de meest populaire club onder de supporters

is. Ruim 7,6 miljoen Nederlanders voelen zich verbonden met de club, wat neerkomt op 46% van de

totale bevolking (Volkskrant, 2012). Voor Ajax zou het dus relatief eenvoudig moeten zijn om het

stadion vol te krijgen en een hoge omzet m.b.t. de merchandising te behalen. Uit bijlage 9 blijkt dat

Ajax qua bezettingsgraad tijdens het laatste seizoen van de onderzoeksperiode slechts een

middenmoter uit de Eredivisie is (Lenders, 2013). Aangezien de club de meeste fans heeft, valt er op

dit terrein dus nog wel degelijk winst te boeken.

Tot slot geldt dat er in de Champions League nog veel winst te behalen valt. De laatste keer dat de

club erin slaagde om te overwinteren was in het seizoen 2005/2006. Indien het Ajax zou lukken om

beter te presteren in dit toernooi, zouden de Europese wedstrijden nog lucratiever zijn. Er geldt

immers, hoe succesvoller de deelname, hoe hoger het ontvangen prijzengeld (NOS, 2012). Als de club

er in slaagt om structureel ver in de Champions League te komen, zou Ajax deze extra opbrengsten

niet langer als incidenteel hoeven beschouwen. Wel moet de club ten alle tijden blijven inzien dat een

beleid gebaseerd op Champions League opbrengsten erg risicovol is.

Bedreigingen: Ajax streeft er naar om een spelersverkoop op te vangen met een talentvolle

jeugdspeler. In Nederland is het echter bij wet verboden om een jeugdspeler jonger dan zestien jaar

Page 21: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

een contract aan te bieden (Telegraaf, 2012). Hierdoor loopt Ajax het risico dat de grootste talenten

voor slechts een opleidingsvergoeding naar het buitenland vertrekken, waar hogere salarissen worden

betaald. Hierdoor blijven alleen de minder talentvolle jeugdspelers over, wat de kwaliteit in het eerste

elftal op den duur niet ten goede komt.

Daarnaast ondervindt Ajax mogelijk last van de kwaliteitsverslechtering van de Nederlandse

Eredivisie, wat de Europese prestaties negatief beïnvloedt (UEFA, 2013). Indien dit te lang aanhoudt,

verliest Nederland tickets voor Europese competities, wat grote financiële gevolgen kan hebben. Voor

Ajax is het vooral van belang dat er geen Nederlandse plek in de Champions League moet worden

ingeleverd. Het verliezen van een Europa League plaats zou minder erg zijn, aangezien Ajax zich

structureel minimaal voor dit toernooi weet te plaatsen.

Tot slot kunnen de hoge verwachtingen van de supporters een fikse bedreiging zijn. Fans van de club

verwachten ieder jaar het maximale. Bij tegenvallende sportieve prestaties, zou er onrust bij de

achterban kunnen ontstaan. Hierdoor komt het bestuur onder druk te staan, waardoor de kans op

emotiebeleid toeneemt. Dit heeft op de lange termijn mogelijk een schadelijke uitwerking en ook op

de korte termijn zou de club moeten betalen voor eventuele ontslagvergoedingen of het doen van

enkele paniekaankopen.

4.1.3 Conclusies

Al met al kan worden geconcludeerd dat de invloed van de economische crisis in de jaarverslagen het

beste zichtbaar is bij het aantal contractspelers en de salariskosten. Na een flinke groei van deze posten

in de afgelopen jaren, vindt er in het laatste (en op-één-na-laatste) seizoen een daling van het aantal

contractspelers en de salariskosten plaats. Dit kan worden beschouwd als een reactie op de

economische crisis.

Daarnaast geldt dat het bedrijfsresultaat negatief wordt beïnvloed door de crisis. Dit blijkt uit de

omvang van het bedrijfsresultaat gecorrigeerd voor Champions League voetbal. Wel moet worden

opgemerkt dat deze correctie niet volledig is, waardoor er voorzichtig moet worden omgegaan met

uitspraken over deze verliezen. Uiteraard hebben deze verliezen ook een negatieve uitwerking op het

eigen vermogen van de club.

Uit de SWOT-analyse blijkt dat vooral het hoge eigen vermogen en het beleid van Johan Cruijf als

sterktepunt van Ajax gelden. Het belangrijkste zwaktepunt is de omvang van het overige personeel en

de technische staf en de daarbij horende hoge salariskosten. Verder vormt het grote aantal fans de

grootste kans, terwijl de niveaudaling van de Eredivisie en de hieruit volgende dreiging van het verlies

van Champions League tickets als belangrijkste bedreiging geldt.

Tot slot worden er nog uitspraken over het beleid gedaan. De nadruk ligt hier op de kostenkant,

aangezien een bvo hier het meeste invloed op heeft. Opvallend is dat in het laatste seizoen de

voetbalgerelateerde salarissen en overige kosten dalen. Hieruit blijkt dat Ajax beter let op haar kosten,

waardoor er een beter financieel resultaat wordt geboekt. Indien deze ontwikkeling zich voortzet, kan

Page 22: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

worden gesteld dat Ajax beleidsmatig op de goede weg is. Het beleid van Johan Cruijf en de daarbij

behorende focus op de jeugdopleiding dragen hier enorm aan bij, aangezien jeugdspelers goedkoper

zijn dan aangetrokken spelers van andere clubs. Op den duur zal dit transferbeleid ook te zien zijn aan

de dalende afschrijvingen op vergoedingssommen, welke nu nog relatief constant zijn.

4.2 FC Groningen

In bijlage 3 zijn de financiële ontwikkelingen van FC Groningen te vinden. Met behulp van deze

gegevens uit de jaarrekeningen kunnen er uitspraken over de invloed van de economische crisis op de

club worden gedaan.

4.2.1 Resultatenrekening

Netto-omzet: FC Groningen vermeldt onder de netto-omzet de kaartverkoop, de sponsoropbrengsten,

de tv-gelden en de merchandising. Verder is er een restpost en worden er vanaf het seizoen 2009/2010

opbrengsten uit een organisatiebureau vermeld. Deze opbrengsten zijn voor de volledigheid in de

bijlage weergegeven, maar worden niet verder geanalyseerd. Vanwege de grote verschillen in de

opbouw van deze post per seizoen geldt dit ook voor de restpost.

FC Groningen maakt in haar jaarverslagen geen onderscheid in kaartverkoop uit verschillende

competities, waardoor de kaartverkoop van deze club in dit onderzoek als één post wordt behandeld.

Opvallend is dat de club tijdens de economische crisis vrijwel ieder seizoen voor ongeveer 3,75

miljoen euro aan toegangskaarten verkoopt. Slechts in het seizoen 2010/2011 zijn deze opbrengsten

noemenswaardig hoger. Dit kan worden verklaard door een hogere bezettinggraad, het bereiken van de

finale van de play-offs en verhoogde opbrengsten uit het bekertoernooi (Jaarverslag FC Groningen,

2011). Opmerkelijk is dat de kaartverkoop voor de economische crisis voor een behoorlijk lagere

opbrengst zorgde. Dit kan worden verklaard doordat de club haar thuiswedstrijden vanaf 2006 in het

grotere Stadion Euroborg speelt (FC Groningen, 2014). Doordat er vlak voor het begin van de

economische crisis naar een ander stadion werd verhuisd, is het onmogelijk om vast te stellen of de

deze crisis invloed heeft (gehad) op de opbrengsten uit kaartverkoop van FC Groningen. Dit maakt het

immers onmogelijk om de situatie voor en tijdens de economische crisis met elkaar te vergelijken.

De sponsorinkomsten vertonen een stijgende trend. Wel valt op dat de snelheid van de groei van deze

opbrengstenpost vanaf het seizoen 2008/2009 steeds kleiner wordt. Deze toename kan worden

verklaard door het feit dat er in het nieuwe stadion meer ruimte was voor sponsoring. Ook voor FC

Groningen geldt dat er lange termijn contracten met sponsoren worden aangedaan, waardoor er tijdens

de laatste vier seizoenen voor ongeveer 9,25 miljoen euro bij sponsoren werd opgehaald. Door deze

lange termijn contracten is de invloed van de economische crisis op deze post dus niet of in slechts

zeer beperkte mate aanwezig.

Bij de tv-gelden komt de invloed van de economische crisis duidelijker naar voren. Tot aan het begin

van deze crisis was er sprake van een jaarlijkse toename. Tijdens de economische crisis wordt er

Page 23: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

echter een dalende trend waargenomen. Doordat de hoeveelheid tv-geld die een bvo ontvangt sterk

afhangt van de sportieve prestaties, illustreert een vergelijking tussen de seizoenen 2005/2006 en

2010/2011 de invloed van de economische crisis het beste. Hoewel FC Groningen in beide seizoenen

als vijfde eindigde, ontving het in het seizoen 2010/2011 ruim twee ton minder aan tv-geld. De

economische crisis heeft dus duidelijk een negatief effect op de mediabaten van FC Groningen.

Wat betreft de merchandising is er weinig invloed van de economische crisis zichtbaar. Tegen de

verwachting in vertoont deze post de gehele onderzoeksperiode een sterk stijgend verloop. De

economische crisis heeft dus geen negatieve invloed op de opbrengsten uit merchandising.

Er mag dus worden geconcludeerd dat bij de netto-omzet alleen de mediabaten negatief worden

beïnvloed door de economische crisis. Bij de overige onderdelen is er geen sprake van een

aantoonbaar (negatief) verband.

Bedrijfslasten: FC Groningen rapporteert in haar jaarrekeningen de inkoopwaarde van de omzet, lonen

en lasten en afschrijving op vaste activa als haar bedrijfslasten. Ook komt er een restpost voor, welke

bestaat uit wedstrijdkosten, huisvestingskosten, verkoopkosten, algemene kosten, KNVB heffingen en

bijzondere lasten.

Over de invloed van de economische crisis op de inkoopwaarde van de omzet kunnen weinig

uitspraken worden gedaan. Buiten het feit dat deze post voor de seizoenen 2006/2007 en 2007/2008

onbekend is, geldt dat de kosten van het in 2010 verschenen organisatiebureau ook onder de

inkoopwaarde van de omzet worden vermeld. Dit verklaart de verhoogde waarde aan het einde van de

onderzoeksperiode. Een duidelijk verband met de crisis wordt dus niet gevonden.

Bij de post lonen en lasten wordt er pas vanaf het seizoen 2009/2010 onderscheid gemaakt tussen

spelerssalarissen en salarissen van het overige personeel. Opvallend is dat de totale salariskosten tot

aan het seizoen 2009/2010 toenemen, terwijl er hierna bezuinigingen op deze post plaatsvinden. Uit de

jaarrekeningen blijkt dat er alleen in de spelerssalarissen wordt gesneden en niet in de salarissen van

het overige personeel. Deze bezuiniging lijkt een (verlate) reactie op de economische crisis, welke dus

wel degelijk invloed heeft op deze post.

De afschrijving op vaste activa vertoont een relatief constante waarde over de tijd. Ieder seizoen

bedraagt de post ongeveer één tot anderhalve ton. Dit is zowel in de periode voor als tijdens de

economische crisis het geval, waardoor een verband met deze crisis niet wordt ontdekt.

De wedstrijdkosten van FC Groningen bedragen jaarlijks ongeveer twee miljoen euro. In de periode

voordat de club haar thuiswedstrijden in Stadion Euroborg speelde, lag dit bedrag aanzienlijk lager.

Doordat deze post in het nieuwe stadion jaarlijks relatief constant blijft, zijn er geen aanwijzingen dat

de wedstrijdkosten van de club worden beïnvloed door de economische crisis.

Bij de huisvestingskosten valt het stijgende verloop over de tijd op. Pas tijdens de laatste drie

seizoenen van de onderzoeksperiode is deze post relatief constant. Een belangrijk onderdeel van de

huisvestingskosten is de stadionhuur. Aangezien er tegenwoordig in een ander stadion wordt gespeeld,

Page 24: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

is het onmogelijk de periode voor en tijdens de crisis met elkaar te vergelijken. De eventuele invloed

van de economische crisis op de huisvestingskosten valt dus niet goed waar te nemen.

Voor de verkoopkosten en de algemene kosten geldt dat het verloop van deze posten erg wisselend is.

Per seizoen is er een verschil van enkele tonnen en stijgingen en dalingen wisselen elkaar af. Ondanks

het seizoenspecifieke karakter valt wel op dat de verkoopkosten aan het einde van de

onderzoeksperiode drie keer zo hoog zijn als aan het begin. Doordat er geen duidelijk stijgende of

dalende trend wordt waargenomen, lijkt een invloed van de economische crisis op deze post echter

zeer onwaarschijnlijk.

Voor de KNVB heffingen geldt dat er sprake is van een vrij constant verloop. Hoewel er over de

eerste twee seizoenen van de onderzoeksperiode geen gegevens bekend zijn, geldt dat er in de

seizoenen erna jaarlijks ongeveer twee tot tweeënhalve ton onder deze post wordt vermeld. Hierdoor is

het aannemelijk dat de economische crisis geen invloed heeft op de KNVB heffingen.

De bijzondere lasten kunnen niet worden geanalyseerd. Slechts in twee seizoenen speelt deze post een

rol. Wel is het goed om te benadrukken dat de waarde van het laatste seizoen wordt veroorzaakt door

de crisisheffing van de overheid. Deze incidentele heffing houdt in dat een werkgever zestien procent

extra belasting moet betalen over salarissen hoger dan 150.000 euro (Vossers, 2013).

Er kan dus worden geconcludeerd dat de economische crisis alleen invloed heeft op de

spelerssalarissen van FC Groningen. Wel moet worden opgemerkt dat het verband tussen sommige

posten en de economische crisis door het nieuwe stadion wellicht niet goed kan worden waargenomen.

Hierdoor kan een eventueel effect van de crisis niet volledig worden uitgesloten.

Bedrijfsresultaat: om het bedrijfsresultaat na belastingen te kunnen bepalen, moet er rekening worden

gehouden met vergoedingssommen, financieel resultaat, belastingen en resultaat deelnemingen. De

ontwikkeling van de laatste drie posten wordt in dit onderzoek niet geanalyseerd.

Bij de vergoedingssommen is het opvallend dat er juist tijdens de economische crisis veel op spelers

wordt afgeschreven. Dit duidt op een risicozoekend beleid, aangezien spelers voor hun aankoopwaarde

op de balans worden opgenomen en er vervolgens lineaire afschrijving plaatsvindt. De economische

crisis zorgt er dus niet voor dat de club minder risico op de transfermarkt neemt. Nog steeds worden er

relatief dure spelers aangetrokken.

Hoewel het resultaat op vergoedingssommen tijdens de economische crisis enorm fluctueert, valt wel

op dat deze post tijdens de crisis over het algemeen een hogere waarde aanneemt dan in de periode

ervoor. Hoewel de club dus relatief dure spelers blijft aantrekken, zijn ook de inkomende

transfersommen van een hoog niveau. De economische crisis lijkt dus eerder een positieve dan een

negatieve invloed op de transferresultaten van FC Groningen te hebben.

Doordat positieve resultaten op de transfermarkt het bedrijfsresultaat na belasting enorm kan

beïnvloeden (zie seizoen 2011/2012), is het beter om transfers niet mee te nemen bij de analyse van

het bedrijfsresultaat. Er wordt dus gekeken naar het bedrijfsresultaat voor afschrijving en

Page 25: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

vergoedingssommen. Opvallend is dat dit resultaat tijdens de economische crisis, in tegenstelling tot

de periode ervoor, ieder seizoen negatief is. De invloed van de economische crisis is dus goed

zichtbaar als naar het bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen wordt gekeken. Een

positief bedrijfsresultaat na belasting wordt dan ook alleen behaald als er sprake is van een sterk

positief resultaat op de transfermarkt.

Er kan dus worden geconcludeerd dat economische crisis geen negatieve uitwerking op de resultaten

op de transfermarkt heeft. Wel is er duidelijk sprake van een negatieve invloed op het bedrijfsresultaat

voor afschrijving en vergoedingssommen.

Overige informatie bedrijfsvoering: net als bij de andere bvo’s wordt er hier naar het aantal

werknemers en het eigen vermogen gekeken. Opvallend is dat er slechts tijdens de laatste twee

seizoenen sprake is van een afnemend aantal werknemers, wat ook bij de lonen en (sociale) lasten het

geval is. Dit lijkt een verlate reactie op de economische crisis.

Voor het eigen vermogen geldt juist dat deze in de crisisperiode is gegroeid. Echter is in de seizoenen

2009/2010 en 2010/2011 het gestorte kapitaal uitgebreid, waardoor de agioreserve op de balans met

zes miljoen euro groeide. Deze toename heeft dus niet te maken met resultaten op financieel gebied.

Zonder deze uitbreiding van het kapitaal zou het eigen vermogen in de laatste twee seizoenen een

negatieve waarde aannemen. Dit blijkt uit het voor kapitaalstortingen en –onttrekkingen gecorrigeerde

eigen vermogen. De economische crisis heeft dus wel degelijk invloed op deze balanspost.

De conclusie luidt dus dat de economische crisis wel degelijk van invloed is op het aantal werknemers

en het eigen vermogen, al wordt de invloed op de laatste post in het jaarverslag enigszins verbloemd

door de uitbreiding van het gestorte kapitaal en de daaruit volgende toename van het agioreserve.

4.2.2 SWOT-Analyse

Sterkheden: een belangrijk sterktepunt van FC Groningen is het moderne, multifunctionele stadion

waarin de ploeg haar thuiswedstrijden speelt. De Euroborg is comfortabel, maakt gebruik van de

allernieuwste technieken en naast het voetbalgedeelte is er ook ruimte voor o.a. appartementen,

winkels, een hotel, en een casino (FC Groningen, 2012). Dit draagt bij aan de binding die de club met

de (lokale) bevolking heeft, wat op de duur financiële voordelen met zich meebrengt.

Daarnaast valt op dat een groot gedeelte van de netto-omzet uit sponsoropbrengsten bestaat. In het

laatste seizoen zorgde deze post voor ruim 57% van de netto-omzet. Doordat sponsorcontracten in

veel gevallen voor de lange termijn worden aangegaan, heeft de club een relatief grote zekerheid dat

dit gedeelte van de opbrengst in de nabije toekomst ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Een

sponsor kan dus niet zomaar per direct vertrekken, waardoor de club zich ook in economisch zware

tijden van deze omzet verzekerd. Pas als een contract afloopt is deze zekerheid verdwenen.

Tot slot hebben de wereldberoemde spelers Arjen Robben (Bayern München) en Luis Suarez

(Liverpool FC) een verleden bij FC Groningen, waarbij de eerste zich nog steeds actief inzet voor de

Page 26: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

club. Daarnaast zijn er nog aan aantal andere minder bekende spelers bij iets kleinere clubs actief. Dit

vergroot de naamsbekendheid in het buitenland en zorgt er voor dat scouts van andere clubs de spelers

van FC Groningen beter in de gaten houden. Uiteindelijk heeft dit een positieve uitwerking op de

transferopbrengsten van de Groningse bvo.

Zwakheden: het grootste zwaktepunt van FC Groningen is dat het bedrijfsresultaat voor afschrijving

en vergoedingssommen tijdens laatste vijf seizoenen constant negatief is. Hoewel deze post in de

periode voor de economische crisis in twee van de drie seizoenen positief was, was de omvang ook in

deze seizoenen niet overtuigend. De club slaagt er dus niet in om met de normale bedrijfsvoering

zwarte cijfers te schrijven. Bij het uitblijven van uitgaande transfers zou de club dus in grote financiële

problemen kunnen komen.

Daarnaast is de vrijwel lege prijzenkast een minpunt van de club. De enige prijs van de club is het

kampioenschap van de eerste divisie in het seizoen 1979/1980. Door deze beperkte rol in het verleden

heeft de club van oudsher een mindere aantrekkingskracht bij spelers en supporters dan bijvoorbeeld

Ajax, Feyenoord of PSV. Hoewel dit zwaktepunt voor veel clubs uit de Eredivisie geldt, is het toch

waardevol om deze te vermelden.

Tot slot blijkt uit de afschrijving op vergoedingssommen dat de club tijdens de crisisperiode niet heeft

bezuinigd op de aankoop van nieuwe spelers. Dit brengt een groot risico van het verdampen van een

transfersom met zich mee, waardoor FC Groningen zichzelf met haar transferbeleid in grotere

financiële problemen zou kunnen brengen.

Kansen: het milieu wordt als maatschappelijk thema steeds belangrijker. Dit biedt dit grote

mogelijkheden voor FC Groningen, aangezien deze club voor de buitenwereld een ´Groen en

Duurzaam´ imago heeft (Jaarverslag FC Groningen, 2012). Juist door dit imago zouden potentiële

sponsoren zich aan de club willen binden. Hiermee zou de sponsor laten zien dat deze zich ook waarde

hecht aan het milieu en zich dus bezighoudt met onderwerpen die spelen in de maatschappij.

Een andere kans is dat FC Groningen door het vrij recente faillissement van SC Veendam de enige

betaalde voetbalclub uit de provincie is. Dit biedt mogelijkheden voor de club om meer supporters uit

de regio te werven. Ondanks dat deze provincie relatief dunbevolkt is, zou FC Groningen wellicht nog

meer supporters kunnen trekken dan dat nu het geval is. Ditzelfde zou voor (regionale) sponsoren

kunnen gelden.

Bedreigingen: ondanks dat FC Groningen de enige bvo uit de provincie is, is het feit dat de regio

relatief dunbevolkt is een belangrijke bedreiging (zie bijlage 10). De enige uitzondering is de stad

Groningen. Doordat er in de wijde omgeving relatief weinig mensen wonen, is het voor de club

lastiger om haar supportersaantallen te laten groeien. Clubs uit de Randstad hebben deze problemen

niet of in mindere mate.

Page 27: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Daarnaast blijkt uit de eindklasseringen dat FC Groningen vrijwel ieder seizoen meedoet in de strijd

om Europees voetbal. Doordat het niveau van de Eredivisie daalt worden de verschillen tussen de

ploegen steeds kleiner. Naast het feit dat er dus meer clubs serieus meestrijden om een plaats in de

Europa League, dreigt het Nederlandse voetbal plaatsen in de Europese toernooien te verliezen. Dit is

het gevolg van tegenvallende prestaties van de Nederlandse bvo’s in de Europese competities.

Hierdoor wordt de kans dat FC Groningen deel mag nemen aan de Europa League (en dus opbrengsten

uit het toernooi genereert) steeds kleiner (UEFA, 2013).

4.2.3 Conclusies

Uit de verschillende jaarverslagen van FC Groningen blijkt dat de economische crisis aan de

opbrengstenkant vooral van invloed is op de mediabaten, welke vanaf het seizoen 2008/2009 een

dalende waarde vertonen. Ook de salariskosten dalen in de laatste twee seizoenen, wat duidt op een

invloed van de economische crisis. Daarnaast is de uitwerking ervan zichtbaar bij het bedrijfsresultaat

voor afschrijving en vergoedingssommen, het aantal werknemers en het eigen vermogen. Dit laatste

valt echter niet direct op, doordat er meerdere kapitaalstortingen hebben plaatsgevonden. Verder moet

worden opgemerkt dat het feit dat de club tijdens de onderzoeksperiode in een ander stadion is gaan

spelen mogelijk een vertekend beeld geeft.

Uit de SWOT-analyse blijkt dat de omvang van de sponsoropbrengsten als belangrijk sterktepunt

kunnen worden beschouwd. Grote zwaktepunten zijn de negatieve bedrijfsresultaten voor afschrijving

en vergoedingssommen en het risicovolle transferbeleid. Het feit dat de club de enige bvo in de

provincie is biedt kansen, maar de verslechtering van de Eredivisie en de daarbij horende dreiging van

het verlies van plaatsen voor de Europa League vormt een grote bedreiging. Indien deze plaatsen

daadwerkelijk verloren gaan, wordt het voor een club als FC Groningen immers moeilijker om deel te

nemen aan een lucratief Europees toernooi.

Tot slot worden er uitspraken gedaan over de strategie van FC Groningen. Bij deze bvo wordt er de

laatste twee seizoenen gesneden in de spelerssalarissen. Echter stijgen de overige kosten, waardoor dit

per saldo geen grote kostenbesparing oplevert. Het is dus van belang dat het management van de club

in de toekomst nog verder in de kosten snijdt. Gezien de verliezen voor afschrijving en

vergoedingssommen is dit noodzakelijk voor FC Groningen. Verder blijven de afschrijvingen op

vergoedingssommen vrijwel onveranderd. Hieruit blijkt dat er nog steeds relatief dure spelers worden

aangetrokken. FC Groningen zou er goed aan doen om minder risico op de transfermarkt te nemen om

zo haar financiële gezondheid te waarborgen.

4.3 FC Utrecht

In bijlage 4 zijn de financiële gegevens van FC Utrecht te vinden. Aan de hand van deze gegevens

worden er uitspraken gedaan over de invloed van de economische crisis. Doordat er van het seizoen

Page 28: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

2004/2005 geen resultatenrekening beschikbaar is, vindt er voor deze club een analyse over een

kortere onderzoeksperiode plaats.

4.3.1 Resultatenrekening

Netto-omzet: bij FC Utrecht vallen onder deze categorie de kaartverkoop (opgesplitst in

seizoenskaarten en losse kaartverkoop, skyboxen en logehouders), sponsoropbrengsten, tv-gelden,

merchandising en een restpost. Net als bij de andere bvo’s wordt de laatste post in dit onderzoek niet

verder geanalyseerd.

Bij de seizoenskaarten en losse kaartverkoop is er sprake van een wisselend verloop. Het seizoen

2010/2011 vormt het hoogtepunt, 2011/2012 het dieptepunt. Volgens de club wordt deze stijging in

het seizoen 2010/2011 veroorzaakt door het meespelen in de Europa League. Doordat in het

daaropvolgende seizoen niet werd deelgenomen aan dit toernooi, vond er een flinke daling van deze

post plaats. Ook de economische crisis wordt genoemd als oorzaak van deze afname. Hoewel het

verloop van deze post dus wisselend is, heeft de economische crisis volgens de club zelf dus wel

degelijk een remmende werking.

De skyboxen leveren constant ongeveer 1,6 tot 1,9 miljoen euro op, terwijl de logehouders jaarlijks

ongeveer zes ton bijdragen aan de netto-omzet van FC Utrecht. Slechts tijdens de laatste twee

seizoenen wijken de opbrengsten van logehouders in positief opzicht af van deze waarde. Echter kan

door het relatief constante karakter van deze twee posten worden gesteld dat de economische crisis

hier geen of een zeer beperkte invloed op heeft.

De sponsoropbrengsten van FC Utrecht bedragen constant ongeveer vijf miljoen euro per seizoen. Wel

moet worden opgemerkt dat deze waarde in de laatste jaargang van het onderzoek veel lager lag. De

oorzaak hiervan is dat het contract met de hoofdsponsor afliep. Mede door de economische crisis is het

de club niet gelukt om een op financieel gebied even aantrekkelijke sponsor aan te trekken

(Jaarverslag FC Utrecht, 2012). Doordat er een belangrijk sponsorcontact afliep heeft de economische

crisis dus wel degelijk invloed op de sponsoropbrengsten van FC Utrecht.

Net als bij bijvoorbeeld FC Groningen blijkt de invloed van de economische crisis goed uit de

mediaopbrengsten van FC Utrecht. Tijdens de crisisperiode vertoont deze post een sterk dalend

verloop. Tijdens het laatste seizoen is de omvang van deze post de t.o.v. de eerste jaargang van dit

onderzoek gehalveerd, wat wordt veroorzaakt door de financiële crisis.

Bij de merchandising wordt geen duidelijk verband met de economische crisis waargenomen.

Opvallend is slechts dat de omvang van deze post het hoogst was toen de club in de Europa League

actief was (seizoen 2009/2010). Op basis van deze gegevens lijkt sportief succes dus een grotere

invloed op de opbrengsten uit merchandising te hebben.

Er mag dus worden geconcludeerd dat de economische crisis effect heeft op de seizoenskaarten en

losse kaartverkoop (volgens de club zelf), de mediabaten en de sponsoropbrengsten. Bij deze laatste

Page 29: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

post is het van belang om op te merken dat dit komt doordat een belangrijk sponsorcontract afliep.

Indien dit niet het geval was, zou een effect van de economische crisis achterwege zijn gebleven.

Bedrijfslasten: net als de eerder geanalyseerde clubs splitst FC Utrecht haar bedrijfslasten op in

inkoopwaarde van de omzet, lonen en lasten, afschrijving op vaste activa en een restpost, welke

bestaat uit wedstrijdkosten, huisvestingskosten, verkoopkosten, algemene kosten, KNVB heffingen en

overige personeelskosten.

Voor de inkoopwaarde van de omzet komt ook bij FC Utrecht naar voren dat deze sterk samenhangt

met de merchandising. In de seizoenen dat de opbrengsten uit merchandising hoger zijn, geldt dit ook

voor de inkoopwaarde van de omzet. Een duidelijk verband met de economische crisis wordt dan ook

niet gevonden.

De lonen en lasten vertonen een duidelijk stijgend verloop over de onderzoeksperiode. Slechts in het

laatste seizoen vinden er bezuinigingen op deze post plaats. Hoewel FC Utrecht dus jarenlang geen

rekening heeft gehouden met het feit dat de salariskosten extreem zijn gestegen, lijkt dit besef het

laatste seizoen wel aanwezig te zijn. Dit blijkt ook uit het door de club ingestelde salarisplafond van

250.000 euro per seizoen (Jansen, 2013). Er is hier dus sprake van een verlate reactie op de

economische crisis.

Opvallend aan de afschrijving op materiële vaste activa is dat deze een kostenpost een stijgend verloop

over de tijd vertoont. In de crisisperiode zijn de afschrijvingskosten dus hoger, wat een negatieve

invloed heeft op het bedrijfsresultaat. Door het feit dat er jaarlijks met een vast percentage wordt

afgeschreven, kan er echter geen verband worden gelegd met de economische crisis. Het is immers

niet aannemelijk dat een club met financiële problemen extra gaat investeren in een crisisperiode.

De hoogte van de wedstrijdkosten hangt sterk samen met het aantal gespeelde wedstrijden in een

bepaald seizoen. Dit blijkt het beste uit het seizoen 2010/2011, waar de kosten relatief hoog waren als

gevolg van de deelname aan de Europa League. Er is echter geen reden om aan te nemen dat deze

kostenpost wordt beïnvloed door de economische crisis.

De huisvestingskosten vertonen een lichtstijgende trend tijdens de crisisperiode van ongeveer 350.000

euro in totaal. Tijdens de economische crisis was er dus geen sprake van een huurverlaging voor de

club. Een duidelijk verband tussen de huisvestingskosten en de economische crisis blijkt dan ook niet.

Met uitzondering van het laatste seizoen nemen de verkoopkosten van FC Utrecht de gehele

onderzoeksperiode toe. Vooral in het seizoen waarin de club Europees actief was (2010/2011) is dit

het geval. Ondanks de economische crisis heeft FC Utrecht er dus niet voor gekozen om te snijden in

deze kostenpost, waardoor een verband achterwege blijft.

Ook voor de algemene kosten geldt dat deze vrijwel de gehele onderzoeksperiode een stijgend verloop

vertonen, met uitzondering van het laatste seizoen. De daling in de laatste jaargang is zelfs zo groot

dat de omvang van deze post vergelijkbaar is met de periode voor de economische crisis. Pas in het

seizoen 2011/2012, toen de financiën bij de club al erg waren verslechterd, heeft de club dus

Page 30: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

aanzienlijk bezuinigd op deze post. Dit zou kunnen worden beschouwd als een reactie op de huidige

financiële crisis.

De KNVB heffingen verschillen per seizoen enorm in omvang. Hoewel deze kostenpost een zeer

kleine bijdrage levert aan de totale kosten, is er geen duidelijke trend zichtbaar. Een eventueel verband

met de economische crisis kan dan ook niet worden gelegd.

De overige personeelskosten stijgen over de gehele onderzoeksperiode. Zelfs in het laatste seizoen,

waarin de club wel bezuinigde op de salariskosten, neemt deze post toe. Doordat deze toename ook

voor de economische crisis plaatsvond, kan er geen duidelijk verband worden gelegd.

Aan de kostenkant worden dus alleen de salariskosten en de algemene kosten beïnvloed door de

economische crisis. Wel is het raadzaam om op te merken dat het hier gaat om een verlate reactie,

aangezien er geen veranderingen in het kostenpatroon plaatsvonden op het moment dat de

economische crisis begon. Of deze veranderingen blijvend zijn moet uit toekomstige

resultatenrekeningen blijken.

Bedrijfsresultaat: door het verschil tussen de netto-omzet en bedrijfslasten te bekijken, kan het

bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen worden bepaald. Om vervolgens tot het

bedrijfsresultaat na belasting te komen, moet er rekening worden gehouden met vergoedingssommen,

financieel resultaat, belastingen en resultaat deelnemingen. Doordat deze laatste drie posten weinig

met voetbal te maken hebben, worden deze in dit onderzoek niet behandeld.

Bij de afschrijving op vergoedingssommen valt op dat deze tijdens de economische crisis hoger zijn

dan de periode ervoor. De club heeft er dus voor gekozen om een risicovol transferbeleid te voeren.

Slechts in het laatste seizoen zijn de afschrijvingskosten vergelijkbaar met die van de periode voor de

crisis. Ondanks de economische crisis zijn er dus toch spelers met een hoge transferwaarde

aangetrokken. Een aantal van deze spelers zijn tijdens de laatste jaargang uit de onderzoeksperiode

weer verkocht, waardoor de afschrijvingskosten daalde. Een verband met de financiële crisis is dus pas

in het laatste seizoen zichtbaar.

Het transferresultaat van de club fluctueert enorm per seizoen. Doordat er geen duidelijke trend wordt

waargenomen, kan er geen verband met de economische crisis worden gelegd. Wel valt op dat er

tijdens de laatste drie seizoenen een transferresultaat van in totaal bijna elf miljoen euro wordt

behaald. Juist in de crisisperiode slaagt de club er dus in om winstgevende transfers te realiseren.

Voor het bedrijfsresultaat geldt dat deze tijdens de economische crisis niet een keer positief is. Dit is

zowel het geval voor het bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen als voor het

bedrijfsresultaat na belasting. Bij de club beseft men inmiddels zelf ook dat het op deze manier niet

verder kan en wordt er geprobeerd een winstgevend beleid op te zetten om op deze manier het

voortbestaan van de bvo te waarborgen (FC Utrecht, 2013). FC Utrecht heeft dus niet goed genoeg

gereageerd op de economische omstandigheden van de rest van de wereld.

Page 31: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Er kan dus worden geconcludeerd dat de economische crisis wel degelijk invloed heeft op het

bedrijfsresultaat van de club. De afschrijvingen op transfersommen maken duidelijk dat er pas vanaf

het laatste seizoen rekening is gehouden met de economische crisis in het gevoerde transferbeleid. Pas

vanaf dat moment vonden er serieuze bezuinigingen plaats.

Overige informatie bedrijfsvoering: bij dit gedeelte worden de ontwikkelingen van het aantal

werknemers en het eigen vermogen behandeld. Over het algemeen geldt dat het aantal werknemers

van FC Utrecht stijgt over de tijd. Kleine dalingen worden afgewisseld met grotere toenames. De

enige noemenswaardige afname in het aantal werknemers vindt plaats in het laatste seizoen. Dit komt

door het verminderde aantal (jeugd)spelers wat de club onder contract heeft. Verder is opvallend dat

de toename van het aantal medewerkers in de overige seizoenen vooral wordt veroorzaakt door de

stijging van de hoeveelheid contractspelers en technische en medische staf. Het aantal overige

werknemers blijft relatief constant.

Het eigen vermogen van de club neemt vrijwel de gehele onderzoeksperiode af. Dit is een logisch

gevolg van de eerder behandelde negatieve bedrijfsresultaten. Opvallend is echter wel dat er in het

seizoen 2007/2008 een plotselinge stijging plaatsvond. Volgens het desbetreffende jaarverslag wordt

deze veroorzaakt door een toename van het gestorte aandelenkapitaal en de daaruit volgende

agioreserve (Jaarverslag FC Utrecht, 2008). Het eigen vermogen aan het einde van de

onderzoeksperiode zou zonder deze toename van het kapitaal nog negatiever zijn, namelijk -22

miljoen euro. Ook zou er tijdens de gehele onderzoeksperiode sprake zijn geweest van een negatief

eigen vermogen, terwijl deze post nu in een aantal seizoenen wel een positieve waarde aannam.

Er kan dus worden gesteld dat de economische crisis een verlate reactie op het aantal werknemers van

de club heeft. Er wordt vooral bezuinigd op het aantal contractspelers. Doordat deze crisis een

negatieve uitwerking op de bedrijfsresultaten heeft, wordt ook het eigen vermogen negatief beïnvloed.

Dit laatste wordt in de jaarverslagen enigszins verborgen door een uitbreiding van het gestorte kapitaal

en de daaruit volgende toename van de agioreserve. Na een correctie voor deze kapitaaluitbreiding

komt de invloed van de economische crisis nog duidelijker aan het licht.

4.3.2 SWOT-Analyse

Sterkheden: FC Utrecht heeft met Frans van Seumeren een rijke eigenaar. Hij is een echte supporter en

wil dus niet koste wat het kost aan de club verdienen. Dit zorgt er voor dat de club iemand heeft waar

het op terug kan vallen in financieel zware tijden. Hoewel Van Seumeren de club graag wil helpen, wil

hij een beleid gaan voeren waarmee de club weer financieel gezond kan worden zonder dat hij

privévermogen hoeft aan te wenden. Om de club te helpen heeft hij niet minder dan 27 miljoen euro

geschonken, zodat FC Utrecht inmiddels schuldenvrij is (NOS, 2014).

Daarnaast is het feit dat FC Utrecht een aantal goede jeugdspelers onder contract heeft staan een

sterktepunt van de club. Hoewel de bvo geen grote transfersommen meer kan betalen, is het feit dat de

Page 32: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

club zich nu en in de toekomst meer op de eigen jeugd wil richten een goed streven (Jansen, 2013).

Spelers uit de eigen opleiding zijn goedkoper en hebben over het algemeen meer binding met de

supporters van de club. Op dit moment zijn Yassin Ayoub en Dave Bulthuis de belangrijkste

voorbeelden van sleutelspelers in het eerste elftal die een groot gedeelte van hun opleiding van de

Utrechtse bvo hebben doorlopen.

Zwakheden: een belangrijk zwaktepunt van FC Utrecht is het feit dat de club er in de laatste vijf

seizoenen van de onderzoeksperiode niet één keer in slaagt om zwarte cijfers te schrijven. Zowel het

bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen als het bedrijfsresultaat na belasting zijn

constant negatief. Deze verliezen gaan ten koste van het eigen vermogen, wat de laatste twee

seizoenen dan ook negatief is. Deze verliezen kan de club dus niet oneindig op blijven vangen.

Verder is het opvallend dat de bezettingsgraad van FC Utrecht de laatste seizoenen vrij laag was (zie

bijlage 9). Ondanks het feit dat de club is gevestigd in de relatief dichtbevolkte Randstad, lukt het de

club dus niet om haar stadion vol te krijgen. Hierdoor loopt de Nederlandse bvo dus veel opbrengsten

uit kaartverkoop mis.

Daarnaast geldt dat met name tijdens de laatste vier seizoenen van dit onderzoek de salariskosten in

verhouding tot de netto-omzet erg hoog zijn. Tijdens jaargang 2011/2012 wordt zelfs 93% van de

netto-omzet besteed aan salarissen van het personeel. Mede dankzij de hoogte van deze post slaagt de

club er niet in om een positief financieel resultaat te presenteren. De UEFA stelt dat dit percentage

ongeveer 70% zou moeten zijn, iets waar FC Utrecht dus totaal niet aan voldoet (Sanchez, 2011).

Tot slot geldt dat de sponsoren van FC Utrecht een relatief kleine bijdrage leveren aan de totale netto-

omzet van de club. Uit het feit dat dit bij andere clubs de belangrijkste opbrengstenpost is, blijkt

duidelijk dat de club op dit vlak ondermaats presteert. In de toekomst moet FC Utrecht dus proberen

om meer en beter betalende sponsoren aan te trekken. Op deze manier verzekert de club zich op de

lange termijn van inkomsten.

Kansen: doordat FC Utrecht haar thuiswedstrijden in de Randstad speelt, wonen er relatief veel

mensen op geringe afstand van de club. Aangezien de kans groter is dat iemand een stadion bezoekt

als hij dichtbij woont, zou de club in de toekomst eenvoudiger nieuwe supporters aan kunnen trekken

dan bijvoorbeeld FC Groningen. Dit duidt er dus op dat het voor de club relatief eenvoudig zou

moeten zijn om toekomstige groei te bewerkstelligen.

Daarnaast geldt dat FC Utrecht door het vermogen van behulpzame supporters de kans krijgt om

ondanks de slechte financiële positie te bouwen aan een gezonde toekomst. Naast de eigenaar is er

namelijk een andere groepering opgestaan die de club wil helpen (Schouten, 2013). Indien dit

vermogen op een goede manier wordt geïnvesteerd aan zaken als de jeugdopleiding, kan de club hier

in de toekomst de vruchten van plukken. De club kan dus voordelen halen uit de kennissenkring van

de grootaandeelhouder, iets wat bij andere clubs niet het geval is.

Page 33: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Bedreigingen: een belangrijke bedreiging voor FC Utrecht zijn de grote hoeveelheid bvo’s in de wijde

omgeving. Door de goede infrastructuur in de Randstad zijn clubs als Ajax, Feyenoord, ADO Den

Haag, Sparta Rotterdam, FC Dordrecht en Excelsior goed bereikbaar. Hierdoor zouden potentiële

supporters uit de omgeving kunnen kiezen om fan van een andere club te worden. Dit zou de

toekomstige (financiële) groei van FC Utrecht in de weg kunnen staan.

Daarnaast werkt FC Utrecht met een salarisplafond van 250.000 euro (Jansen, 2013), waardoor de bvo

het risico loopt dat goede spelers voor andere clubs kiezen. Dit is het gevolg van de ontwikkelingen op

de spelersmarkt, waar andere clubs wel hoge salarissen betalen. Doordat FC Utrecht niet mee kan gaan

in deze trend, loopt de bvo het risico dat er geen goede spelers meer naar de club komen. Zij kunnen

elders immers meer geld verdienen. Op deze manier verliest de club op sportief gebied terrein aan

andere clubs uit de middenmoot en subtop. Dit gaat echter alleen op als andere bvo’s besluiten om niet

of met een hoger salarisplafond te gaan werken.

4.3.3 Conclusies

Uit de jaarverslagen blijkt dat de invloed van de economische crisis aan de opbrengstenkant vooral bij

de sponsoropbrengsten en de mediabaten zichtbaar is. De club is er niet in geslaagd om een aflopend

sponsorcontract te vervangen voor een contract van gelijke omvang. Verder vindt er in het laatste

seizoen een daling van de salarissen plaats. Ook worden er tijdens de economische crisis grote

verliezen geleden, zowel voor als na afschrijving en vergoedingssommen. Verder dalen het aantal

werknemers in het laatste seizoen en is het eigen vermogen negatief. Hierin speelt de economische

crisis een belangrijke rol.

Bij de SWOT-analyse geldt Frans van Seumeren als grootste sterktepunt. Naast investeerder is hij ook

supporter van de club en in het verleden heeft hij FC Utrecht meerdere keren op financieel gebied

geholpen. De belangrijkste zwaktepunten zijn de grote verliezen, de relatief lage sponsoropbrengsten

en de hoge salariskosten. De ligging in de Randstad geldt vanwege het hoge inwonersaantal en de

infrastructuur als een grote kans, maar de grote hoeveelheid bvo’s in de omgeving vormt een

belangrijke bedreiging voor de club.

Wat betreft het beleid moet FC Utrecht grote stappen zetten. Nog steeds zijn de salariskosten veel te

hoog (90% van de netto-omzet) en nog steeds worden er flinke verliezen geleden. Wel moet worden

opgemerkt dat de club in het laatste seizoen flink bezuinigt op de salarissen en de overige kosten.

Daarnaast is ook de afschrijving op vergoedingssommen lager, wat er op duidt dat er minder dure

spelers worden aangetrokken. Zeker in economisch zware tijden is een risicomijdend transferbeleid

een goede strategie. Echter geldt dat FC Utrecht nog veel moet verbeteren om een structureel gezond

beleid te voeren, waarbij de club niet meer afhankelijk is van schenkingen of leningen van Frans van

Seumeren en andere vermogende supporters. Zelfs in het laatste seizoen wordt er immers een groot

verlies geleden. De club is in het laatste seizoen echter de goede weg ingeslagen en het is van belang

Page 34: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

dat er in de toekomst wordt vastgehouden aan deze zuinigere strategie. Met name in de salariskosten

en overige kosten zal in de komende seizoenen nog flink gesneden moeten worden.

4.4 Feyenoord

In bijlage 5 is het financiële overzicht van Feyenoord te vinden. De verschillende variabelen worden

hier voor deze club uiteengezet, zodat een eventueel verband met de economische crisis kan worden

onderzocht.

4.4.1 Resultatenrekening

Netto-omzet:de netto-omzet van Feyenoord bestaat uit wedstrijdopbrengsten (competitie, beker en

vriendschappelijk, Europese competities en seizoenskaarten), sponsoren, mediabaten, merchandising

en een restpost. Voor deze laatste post vindt er geen verdere analyse plaats, aangezien deze erg

specifiek per jaargang is.

Hoewel er over de opbouw van de kaartverkoop in de eerste twee seizoenen geen gegevens bekend

zijn, kan de ontwikkeling van de seizoenen erna wel worden geanalyseerd. Opvallend is dat de

opbrengsten uit kaartverkoop als geheel jaarlijks ongeveer tien miljoen bedragen. Op het eerste gezicht

lijkt er dus geen verband met de economische crisis aanwezig te zijn.

Bij de opbrengsten uit kaartverkoop van vriendschappelijke, competitie- en bekerwedstrijden valt een

wisselend verloop over de tijd op. Uit de jaarverslagen blijkt dat positieve afwijkingen vaak worden

veroorzaakt door successen in het bekertoernooi (Jaarverslag Feyenoord, 2008). Een verband met de

economische crisis wordt dan ook niet ontdekt.

Er kunnen geen uitspraken worden gedaan over de invloed van de crisis op de opbrengsten uit

kaartverkoop voor Europese duels. Dit komt doordat Feyenoord in een groot gedeelte van de

onderzoeksperiode niet aan internationale toernooien heeft deelgenomen.

De opbrengsten uit seizoenkaarten vertoont een stijgend verloop over de tijd. Slechts in het seizoen

2008/2009 is er sprake van een lichte daling. Deze wordt in de daaropvolgende jaargangen echter

volledig gecompenseerd. Aangezien het onaannemelijk is dat de economische crisis een positief effect

heeft op deze post, mag er worden gesteld dat er geen verband met de opbrengsten uit seizoenkaarten

is gevonden.

Bij de sponsoropbrengsten valt op dat er tot aan het seizoen 2007/2008 jaarlijks sprake was van een

omvang van ongeveer zestien miljoen euro. Het jaar erna is deze post echter twintig miljoen, wat de

verdere onderzoeksperiode niet meer verandert. Dit constante karakter kan worden verklaard door het

feit dat sponsorcontracten vaak voor de lange termijn worden aangegaan. Hierdoor blijft een eventuele

invloed van de economische crisis achterwege.

De opbrengsten uit tv-gelden vertonen een dalende trend over de tijd. In het laatste seizoen is de

omvang nauwelijks meer dan de helft van de waarde die aan het begin van de onderzoeksperiode werd

gepresenteerd. Hieruit blijkt dat de economische crisis van invloed is op de door Feyenoord behaalde

Page 35: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

mediabaten. Echter moet er wel rekening mee worden gehouden dat de club in een aantal seizoenen

mediabaten is misgelopen door zich niet te plaatsen voor Europees voetbal.

Ook de opbrengsten uit merchandising vertonen een dalend verloop over de tijd. Echter is het wel van

belang om op te merken dat deze pas vanaf het seizoen 2008/2009 wordt ingezet. Gezien het feit dat

de afname tijdens de beginperiode van de recessie werd ingezet, kan worden gesteld dat de

economische crisis wel degelijk van invloed is op de merchandisingopbrengsten van Feyenoord.

Als met al kan er dus worden geconcludeerd dat bij Feyenoord de invloed van de economische crisis

het duidelijkst naar voren komt bij de afnemende mediabaten en de dalende opbrengsten uit

merchandising. Deze vertonen sinds het begin van de crisis een dalend verloop over de tijd.

Bedrijfslasten: net als bij de andere onderzochte bvo’s zijn de inkoopwaarde van de omzet, de

afschrijving op vaste activa en de salariskosten de belangrijkste lasten van Feyenoord. Ook is er een

restpost, welke in de jaarverslagen niet verder wordt opgesplitst.

De inkoopwaarde van de omzet stijgt vrijwel de gehele onderzoeksperiode. Slechts in het laatste

seizoen vindt er een geringe daling plaats. Aangezien er in een crisisperiode mag worden verwacht dat

er in de kosten wordt gesneden, blijft een verband met de economische crisis achterwege.

De salariskosten vertonen aan het begin van de onderzoeksperiode een lichtstijgend verloop. Pas vanaf

het seizoen 2009/2010 wordt er in deze post gesneden. Deze afname zet in de resterende jaargangen

door, waardoor er kan worden geconcludeerd dat de economische crisis van invloed is op de hoogte

van de salariskosten van Feyenoord.

De afschrijving op vaste activa vormt slechts een zeer klein gedeelte van de totale bedrijfslasten.

Jaarlijks bedraagt deze post ongeveer drie tot vijf ton. Slechts in het seizoen 2008/2009 is deze waarde

noemenswaardig hoger. Dit wordt veroorzaakt door een eenmalige, bijzondere waardevermindering

van een activum. Er is dus geen duidelijk bewijs dat de economische crisis effect heeft op de

afschrijving op vaste activa.

De overige bedrijfskosten vertonen slechts in drie seizoenen een afwijkende waarde. Waar deze post

meestal een omvang heeft van ongeveer elf miljoen euro per jaar, ligt deze in 2006/2007, 2007/2008

en 2008/2009 behoorlijk hoger. Dit zou kunnen worden veroorzaakt door de economische crisis. Waar

de club deze postenkost eerst liet stijgen, is deze er later op teruggekomen als gevolg van de

tegenvallende opbrengsten door de economische crisis.

Er kan dus worden geconcludeerd dat de economische crisis van invloed is op de salariskosten van

Feyenoord. Ook op de overige bedrijfskosten lijkt deze effect te hebben, al is deze relatie minder

overtuigend aanwezig.

Bedrijfsresultaat: wanneer het bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen wordt

bekeken, blijkt dat deze slechts tijdens het laatste seizoen positief is. Het dieptepunt vindt plaats in het

seizoen 2008/2009, waarin een verlies van ruim acht miljoen euro wordt geleden. Na dit seizoen lijkt

Page 36: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Feyenoord veranderingen te hebben doorgevoerd en vertoont de post een steeds minder negatieve

waarde. Uiteindelijk leidt dit tot een positief bedrijfsresultaat in het laatste seizoen. Hoewel er dus

zowel voor als tijdens de economische crisis negatieve bedrijfsresultaten voor afschrijving en

vergoedingssommen werden gepresenteerd, lijkt de economische crisis dus wel degelijk van invloed.

Waar er in de beginperiode van dit onderzoek flinke verliezen werden geleden, lijkt de club haar

financiën steeds beter in de hand te krijgen. Door in de (salaris)kosten te snijden, worden er steeds

betere resultaten op financieel gebied behaald. Er wordt dus een succesvoller beleid gevoerd.

Om het bedrijfsresultaat na belasting vast te stellen, moet er eerst rekening worden gehouden met

vergoedingssommen, financieel resultaat, resultaat deelnemingen en belastingen. Ook presenteert

Feyenoord in haar jaarverslagen ieder seizoen een afschrijving op de goodwill. In dit onderzoek

worden echter alleen de vergoedingssommen verder geanalyseerd.

Voor de afschrijving op vergoedingssommen geldt dat deze tijdens de economische crisis flink zijn

afgenomen. Feyenoord heeft er dus voor gekozen om minder dure spelers aan te trekken, waardoor de

afschrijvingskosten zijn gedaald. Dit kan worden beschouwd als een effect van de economische crisis.

De club heeft immers gekozen voor een minder risicovol transferbeleid. Er mag echter niet worden

vergeten dat Feyenoord voor het begin van de crisis al in grote financiële problemen zat. Hierdoor

hadden er ook zonder de economische crisis flinke veranderingen plaats moeten vinden.

Het resultaat op vergoedingssommen vertoont een wisselend verloop. Wel wordt duidelijk dat dit

resultaat voor de economische crisis veel groter was. Doordat Feyenoord koos om minder dure spelers

aan te trekken, namen ook de kansen om deze voor een hoog bedrag door te verkopen af. Dit heeft

effect op het resultaat en mag worden beschouwd als een reactie op de economische crisis.

Opvallend aan het bedrijfsresultaat na belasting is dat deze, in tegenstelling tot het bedrijfsresultaat

voor belasting en vergoedingssommen, in de helft van de gevallen een positieve waarde vertoont. Wel

moet worden vermeld dat de verliezen veel hoger zijn dan de winsten. Doordat dit zowel voor als

tijdens de crisisperiode het geval was, kan er geen duidelijk verband worden gelegd.

Er kan dus worden geconcludeerd dat de economische crisis van invloed is op het bedrijfsresultaat

voor afschrijving en vergoedingssommen en op de afschrijving op vergoedingssommen. Wel moet er

worden opgemerkt dat Feyenoord al voor de economische crisis financiële problemen had.

Logischerwijs hadden er dus ook zonder de crisis beleidsveranderingen plaatsgevonden.

Overige informatie bedrijfsvoering: ook bij Feyenoord worden het eigen vermogen en het aantal

werknemers geanalyseerd. In haar jaarverslagen maakt de club onderscheid tussen werknemers in het

binnenland en werknemers in het buitenland (Ghana).

Het aantal binnenlandse medewerkers is in het seizoen 2008/2009 op het hoogtepunt. Na dit seizoen

neemt deze hoeveelheid flink af. Hieruit blijkt dat de economische crisis een grote invloed heeft op het

aantal medewerkers van de bvo.

Page 37: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Daarnaast blijkt dat Feyenoord er tijdens de economische crisis voor heeft gekozen om haar vestiging

in Ghana op te heffen. Hierdoor is het aantal buitenlandse werknemers gedaald naar nul. Dit kan deels

worden beschouwd als een bezuiniging om de economische crisis te overleven.

Tot slot valt op dat het eigen vermogen van Feyenoord de gehele onderzoeksperiode negatief is. Ook

geldt dat er vrijwel jaarlijks allerlei kapitaalstortingen en –onttrekkingen plaatsvinden. Als dit niet het

geval zou zijn, had het eigen vermogen nog veel negatiever geweest dan dat nu het geval is, namelijk

bijna 28 miljoen euro. Na een correctie voor deze stortingen en onttrekkingen wordt deze balanspost

tijdens de economische crisis steeds negatiever te worden (het laatste seizoen uitgezonderd), waardoor

er sprake is van een negatieve invloed van de economische crisis.

Er kan dus worden geconcludeerd dat de economische crisis van invloed is op zowel het aantal

binnenlandse, als het aantal buitenlandse medewerkers van Feyenoord. Door kapitaalstortingen en -

onttrekkingen valt de invloed op het eigen vermogen in de jaarverslagen niet erg op, maar na een

correctie blijkt de crisis ook op deze zijn uitwerking te hebben. Door de grote verliezen die zijn

geleden zou de omvang van het eigen vermogen nog veel negatiever zijn dan dat nu het geval is.

4.4.2 SWOT-Analyse

Sterkheden: ten eerste is de geschiedenis van Feyenoord een groot sterktepunt van de club. Zowel op

internationaal, als op nationaal niveau werden er veel prijzen gewonnen (Feyenoord, 2014). Ook heeft

de club veel spelers van wereldniveau onder contract gehad. Het beste voorbeeld van een speler die op

dit moment nog actief is, is Robin van Persie. Mede dankzij haar succesvolle geschiedenis is

Feyenoord de grote club die het nu is.

Daarnaast vormt de grote, trouwe aanhang een belangrijke kracht van de club. Zelfs in de op sportief

gebied onsuccesvolle jaren tijdens deze onderzoeksperiode, bleven de opbrengsten uit seizoenkaarten

maar stijgen. Naast het feit dat de fans trouw zijn, blijkt uit de CPM-index dat Feyenoord na Ajax de

meeste supporters heeft (Volkskrant, 2012).

Verder is de jeugdopleiding van grote waarde voor de club. De afgelopen jaren zijn er veel spelers

doorgebroken, waarvan een groot aantal een belangrijke rol in het eerste elftal hebben. Ook bij andere

clubs lopen voetballers met een verleden in de jeugdopleiding van Feyenoord rond. Niet voor niets is

deze voor de vierde keer op rij verkozen tot beste van Nederland (Rijnmond, 2013).

Tot slot valt op dat Feyenoord qua sponsoropbrengsten nummer twee van de onderzochte Bvo’s is.

Slechts Ajax blijft de club op dit gebied voor. Doordat sponsoren contracten voor de lange termijn

aangaan, heeft Feyenoord dus een grote zekerheid dat deze opbrengsten ook in de nabije toekomst

daadwerkelijk worden gerealiseerd.

Zwakheden: allereerst vormen de sportieve prestaties van de afgelopen jaren een groot zwaktepunt van

Feyenoord. De afgelopen tien jaar is de enige prijs die werd gewonnen de KNVB beker (Feyenoord,

Page 38: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

2014). Dit is erg mager voor een bvo die traditioneel gezien altijd mee moet doen om de prijzen. De

club doet op sportief gebied dus al jaren onder voor de directe concurrentie.

Ook het behaalde bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen is een grote zwakte van

de club. Slechts in het laatste seizoen nam deze post een positieve waarde aan. Dit toont aan dat de

club een risicovol beleid voert, aangezien het voor een positief bedrijfsresultaat na belasting

afhankelijk is van transfers. Dit duidt op een beleidsverandering. Feyenoord heeft haar financiën dus

niet goed onder controle (gehad), waardoor de club de laatste jaren bijna volledig heeft moeten wijden

aan financieel herstel.

Tot slot is het eigen vermogen van de club de gehele onderzoeksperiode negatief. Door extra

kapitaalstoringen wordt dit enigszins verbloemd, aangezien de balanspost zonder deze stortingen nog

veel negatiever was uitgevallen. Alleen wanneer de club een gezonder beleid gaat voeren, kan er in de

toekomst een positief eigen vermogen ontstaan. Volledig herstel op financieel gebied is voor

Feyenoord dus van groot belang.

Kansen: de eerste belangrijke mogelijkheid van Feyenoord is een eventueel nieuw stadion of een

grondige renovatie van De Kuip. Hoewel eerdere plannen voor een nieuw stadion zijn afgewezen, lijkt

een modernisering van het huidige stadion nog wel degelijk tot de mogelijkheden te behoren. Indien

Feyenoord er in slaagt om haar thuiswedstrijden in een groter stadion te spelen zal dit uiteraard

positieve gevolgen hebben voor de financiën van de club. Er wordt zelfs gesuggereerd dat de

begroting zou kunnen verdubbelen naar een omvang van tachtig miljoen euro per seizoen (AD,

2013b). De club is bij de realisatie van deze plannen echter afhankelijk van externe financiers en ook

de gemeente Rotterdam moet haar medewerking verlenen.

Een andere kans voor Feyenoord is het Nederlands Elftal. Nu er zoveel Nederlandse spelers in het

eerste elftal spelen, is de kans groot dat er ook daadwerkelijk spelers voor de toernooien van het

nationale elftal worden opgeroepen. Zo deden er in de kwalificatiewedstrijden voor het komende WK

vijf spelers van Feyenoord mee. Aangezien het spelen van een sterk WK of EK een enorme invloed

kan hebben op de transferwaarde van speler, biedt dit dus volop kansen voor Feyenoord.

Tot slot kan ook de stad Rotterdam voor positieve ontwikkeling in de toekomst zorgen. Rotterdam is

immers een grote stad met veel inwoners en er zijn een hoop bedrijven gevestigd. Dit zorgt er voor dat

de club relatief eenvoudig meer supporters en sponsoren kan werven. Afhankelijk van de economische

omstandigheden van de rest van de wereld, heeft Feyenoord door haar ligging in de (nabije) toekomst

dus volop mogelijkheden om verder te groeien.

Bedreigingen: ten eerste dreigt Feyenoord achterop te raken bij bijvoorbeeld Ajax en PSV. Doordat de

club er niet in slaagt om voor een langere periode Europees voetbal te spelen, hebben de spelers geen

ervaring op het hoogste niveau. Mede hierdoor worden de grootste talenten uit het eerste elftal van

Page 39: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Feyenoord voor relatief weinig geld verkocht. Indien het de club niet lukt om dit te veranderen, kan

dat grote gevolgen hebben voor de groei op financieel gebied.

Daarnaast geldt dat de grootste talenten uit de jeugdopleiding van Feyenoord goedkoop kunnen

worden weggekaapt door rijke clubs uit het buitenland. Dit komt doordat het in Nederland bij wet

verboden is om spelers jonger dan zestien jaar een profcontract aan te bieden (Telegraaf, 2012).

Hierdoor is het voor buitenlandse topclubs relatief goedkoop om talenten over te nemen. Indien

jeugdspelers naar buitenlandse topclubs vertrekken komen zij niet uit voor het eerste elftal van

Feyenoord. Slechts de kwalitatief mindere talenten blijven dus over voor het eerste elftal, wat de

sportieve prestaties niet ten goede komt.

Tot slot vormen de hooligans van de club een bedreiging. Deze ‘supportersgroep’ zorgt er voor dat

Feyenoord geregeld boetes moet betalen. Ook wordt de club in diskrediet gebracht en komt ze negatief

in het nieuws. Een goed voorbeeld hiervan zijn de rellen in Nancy (2006), waarna Feyenoord werd

uitgesloten van verdere deelname aan de UEFA Cup (Misset, 2008).

4.4.3 Conclusies

Uit de resultatenrekeningen van Feyenoord blijkt dat de mediabaten en opbrengsten uit merchandising

een negatieve invloed van de economische crisis ondervinden. Naast deze posten aan de

opbrengstenkant, vindt ook een daling van de salarissen en de overige kosten plaats. Verder is het

bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen tijdens de economische crisis erg negatief.

Het gevolg hiervan is dat het voor kapitaalonttrekkingen en –stortingen gecorrigeerde eigen vermogen

een dalende trend vertoont. Dit geldt echter niet voor het laatste seizoen van de onderzoeksperiode.

Uit de SWOT-analyse blijkt dat de jeugdopleiding en de trouwe aanhang van Feyenoord twee grote

sterktepunten van de club zijn. Deze helpen de club door de zowel op sportief als financieel gebied

zware jaren heen. Deze achterblijvende sportieve prestaties zijn een belangrijk zwaktepunt van de

club. Het eventuele nieuwe stadion is een grote kans, maar Feyenoord is daarbij afhankelijk van

externe partijen. De grootste bedreiging wordt gevormd door de regelgeving omtrent jeugdspelers in

Nederland. Het is namelijk bij wet verboden om spelers jonger dan zestien jaar vast te leggen.

Hierdoor kunnen buitenlandse topclubs de grootste talenten uit de jeugdopleiding goedkoop

overnemen en blijven alleen de kwalitatief mindere spelers over.

Beleidsmatig is Feyenoord op de goede weg. Vrijwel iedere kostenpost vertoont de laatste één of twee

seizoenen een daling. De grootste winst wordt behaald bij de salariskosten, welke in twee jaar tijd met

ruim negen miljoen euro zijn gedaald. Ook nemen de afschrijvingen op vergoedingssommen af, wat

duidt op een minder risicovol transferbeleid. Dit alles resulteert in een positief bedrijfsresultaat (zowel

voor als na afschrijving en vergoedingssommen) in het laatste seizoen. Feyenoord moet de ingezette

weg dus vasthouden om definitieve financiële gezond wording te bewerkstelligen. Op deze manier kan

de club zich ook op sportief gebied herstellen.

Page 40: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

4.5 PSV

De ontwikkeling van verschillende financiële posten van PSV zijn te vinden in bijlage 6. Met

betrekking tot de economische crisis valt er een aantal verbanden op, welke in dit hoofdstuk verder

worden uitgewerkt.

4.5.1 Resultatenrekening

Netto-omzet: de netto-omzet van PSV bestaat uit kaartverkoop, sponsoropbrengsten, tv-geld,

merchandising, stadionexploitatie en een restpost. Deze restpost wordt vanwege het seizoenspecifieke

karakter niet geanalyseerd. Wel moet worden vermeld dat de extreem hoge waarde in het seizoen

2011/2012 wordt veroorzaakt door de verkoop van de grond van het trainingscomplex aan de

gemeente, terwijl in 2007/2008 het parkeerterrein werd verkocht.

De kaartverkoop wordt opgesplitst in opbrengsten uit competitie, beker en vriendschappelijk verband,

Europese competities, premies uit Europese competities en indirecte wedstrijdbaten.

De opbrengsten van de verkoop van entreebewijzen van competitie-, beker- en vriendschappelijke

wedstrijden vertonen een dalend verloop in de periode voor de economische crisis. Vanaf het seizoen

2008/2009 wordt er echter een toename gerapporteerd. Aangezien een stijgend verband tussen de

kaartverkoop en de economische crisis niet logisch is, kan er worden geconcludeerd dat er geen

verband wordt gevonden.

De opbrengsten uit kaartverkoop in Europees verband kunnen niet goed worden geanalyseerd. Dit

komt doordat deelname aan de Champions League veel meer geld opbrengt dan de Europa League.

Hierdoor kunnen er geen uitspraken worden gedaan over het verband tussen deze post en de

economische crisis. Hetzelfde geldt overigens voor de Europese premies, welke ook sterk worden

beïnvloed door de prestaties in het internationale toernooi.

De opbrengsten uit seizoenskaarten vertonen een stijgend verloop over de tijd. Dit geldt zowel voor de

periode voor als tijdens de economische crisis. Een verband tussen deze variabele en de economische

crisis wordt dan ook niet gevonden.

De indirecte wedstrijdbaten laten geen duidelijk stijgend of dalend verloop over de tijd zien. Door

deze grote verschillen per seizoen wordt er dan ook geen verband met de economische crisis ontdekt.

Hoewel de sponsoropbrengsten over het algemeen een stijgend verloop vertonen, vindt er in

2008/2009 een daling van 4,5 miljoen euro plaats. Deze wordt veroorzaakt door een lagere bijdrage

van sponsoren (door het aflopen van contracten), verandering van belevingspakketten van

sponsorgelden naar mediagelden door de introductie van Eredivisie Live en lagere boarding inkomsten

door het ontbreken van UEFA Cup (voorloper Europa League) voetbal (Jaarverslag PSV, 2009). Een

verband tussen de sponsoropbrengsten en de economische crisis wordt dan ook niet gevonden.

Ook de mediabaten zijn sterk afhankelijk van deelname aan de Champions League. Echter valt wel op

dat er in de laatste drie seizoenen sprake is van een relatief grote daling van deze post. Doordat PSV in

Page 41: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

alle drie de seizoenen niet actief is in de Champions League, bestaat er dus wel degelijk een verband

tussen de mediabaten en de economische crisis.

De opbrengsten uit merchandising laten een wisselend verloop over de tijd zien. Ook voor deze post

lijkt te gelden dat sportieve prestaties een positieve uitwerking hebben. Er wordt dan ook geen verband

met de economische crisis ontdekt.

De stadionexploitatie bedraagt tijdens de gehele crisisperiode ongeveer vijftien miljoen euro per

seizoen. Dit is iets hoger dan dat in de periode ervoor het geval was. De economische crisis heeft dus

geen invloed op deze post.

Er kan dus worden geconcludeerd dat de economische crisis slechts invloed heeft op de tv-gelden van

PSV. Het feit dat de club uit Eindhoven niet ieder seizoen deelneemt aan de Champions League heeft

echter een verstorende werking op de mogelijke verbanden tussen de verschillende posten en de

economische crisis.

Bedrijfslasten: de bedrijfslasten bestaan uit de inkoopwaarde van de omzet, de salariskosten, de

afschrijving op vaste activa en een restpost, welke overige personeelskosten, wedstrijdkosten,

huisvestingskosten en beheer- en administratiekosten bevat.

De inkoopwaarde van de omzet vertoont eenzelfde verloop als de opbrengsten uit merchandising.

Stijgingen worden afgewisseld door dalingen. Wel is het opvallend dat deze kostenpost aan het begin

van de onderzoeksperiode vele malen kleiner was dan aan in de laatste seizoenen. Een duidelijk

verband met de economische crisis kan echter niet worden gelegd.

De salariskosten bedragen tijdens de economische crisis ongeveer dertig tot drieëndertig miljoen euro

per seizoen. Deze waarde is gemiddeld genomen ongeveer even hoog als in de periode voor deze

crisis. PSV heeft de salariskosten dus redelijk constant gehouden, waardoor een verband met de

economische crisis niet wordt gevonden.

De afschrijving op vaste activa bedraagt tijdens de gehele onderzoeksperiode ongeveer vijf miljoen

euro per seizoen. Doordat er in de omvang van deze post geen veranderingen over de tijd plaatsvinden,

lijkt een verband met de economische crisis dus niet te bestaan.

De overige personeelskosten zijn qua omvang niet heel groot. Wel verschilt de omvang per seizoen

procentueel gezien enorm. Hierdoor blijft een duidelijk verband met de economische crisis

achterwege. Er geldt echter wel dat deze post in het laatste seizoen voor 2,4 miljoen uit crisisheffing

bestaat, waardoor de crisis in dit specifieke seizoen wel degelijk effect heeft.

De wedstrijdkosten zijn over de gehele onderzoeksperiode relatief constant. De post bedraagt namelijk

ongeveer 2,5 tot 3,2 miljoen euro per seizoen. De economische crisis lijkt dan ook geen effect te

hebben op de omvang van de wedstrijdkosten van PSV.

De huisvestingskosten vertonen een wisselend verloop over de tijd. Kleine dalingen worden

afgewisseld met kleine stijgingen. Slechts is het laatste seizoen vindt er een grote stijging plaats.

Page 42: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Doordat PSV hier in haar jaarverslag geen toelichting over geeft, is de oorzaak echter onbekend. Er

geldt dat de economische crisis geen effect heeft op de huisvestingskosten van PSV.

Ook de beheer- en administratiekosten laten geen duidelijk stijgend of dalend verloop over de tijd

zien. Door de grote verschillen per seizoen is het dan ook onmogelijk om een verband met de

economische crisis te ontdekken.

Er kan worden geconcludeerd dat de economische crisis geen invloed heeft op een kostenpost van

PSV. Bij veel posten wordt er geen duidelijk stijgend of dalend verloop over de tijd gevonden. Slechts

in het seizoen 2011/2012 heeft de economische crisis met zekerheid invloed op de bedrijfslasten. Dit

komt door de eerder behandelde incidentele crisisheffing van de overheid.

Bedrijfsresultaat: door de bedrijfslasten te vergelijken met de netto-omzet, ontstaat het

bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen. Wanneer er vervolgens rekening wordt

gehouden met vergoedingssommen, financieel resultaat, resultaat deelnemingen, belastingen en

bijzondere waardeverminderingen, kan het bedrijfsresultaat na belasting worden vastgesteld.

Opvallend aan het bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen is dat deze slechts twee

van de acht seizoenen een negatieve waarde aanneemt (2009/2010 en 2010/2011). Wel moet worden

opgemerkt dat dit wordt veroorzaakt door deelname aan Champions League of door de verkoop van de

grond van het trainingscomplex in het laatste seizoen. Hierdoor is het lastig om de invloed van de

economische crisis op het bedrijfsresultaat direct uit de jaarverslagen af te lezen.

Wel is het mogelijk om gedeeltelijk te corrigeren voor opbrengsten uit de Champions League. In haar

jaarverslagen verantwoordt PSV opbrengsten uit kaartverkoop van Europese wedstrijden en Europese

premies. Aangezien het aannemelijk is dat PSV zich structureel voor de Europa League plaatst, is het

echter onjuist om deze posten volledig te elimineren. Er is voor gekozen om deze posten structureel op

vijf miljoen euro te veronderstellen tijdens de ‘Champions League seizoenen’. Na deze correctie blijkt

dat er zonder deelname aan dit lucratieve toernooi structureel een groot verlies na belasting zou

worden geleden. Dit is zowel vóór als tijdens de crisisperiode het geval. Wel moet worden opgemerkt

dat deelname aan de Champions League op meer posten van invloed is. De correctie is dus niet

volledig en dus moet er voorzichtig worden omgegaan met uitspraken die gebaseerd zijn op deze

gecorrigeerde post. Uitgaande van deze correctie wordt er geen duidelijk verband tussen de

economische crisis en het bedrijfsresultaat van PSV gevonden.

De afschrijving op vergoedingssommen vertoont een constante waarde van ongeveer tien tot twaalf

miljoen euro per seizoen. Doordat de periode voor en tijdens de economische crisis niet van elkaar

verschillen, wordt er geen verband ontdekt.

Het resultaat op vergoedingssommen is erg wisselend. Er geldt dat deze post erg specifiek en

wisselend per seizoen is. Ook bij het resultaat op vergoedingssommen blijft een duidelijk effect van de

economische crisis dus achterwege.

Page 43: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Er kan dus worden geconcludeerd dat de economische crisis geen invloed heeft op het behaalde

bedrijfsresultaat en de vergoedingssommen die PSV betaalt. Tijdens de crisis werden er nog steeds

dure spelers aangetrokken en het transferresultaat verschilde per seizoen enorm.

Overige informatie bedrijfsvoering: wanneer er wordt gekeken naar het aantal werknemers van PSV

valt op dat er onderscheid wordt gemaakt tussen voetballers en technische staf en het overige

personeel. Slechts van het laatste seizoen is deze verdeling onbekend.

Opmerkelijk is dat PSV op geen enkele manier snijdt in het aantal personeelsleden. De hoeveelheid

medewerkers lijkt tijdens de crisisperiode zelfs eerder te stijgen dan te dalen. Dit lag in de lijn der

verwachting, aangezien ook de salariskosten relatief constant bleven. De economische crisis heeft dus

geen invloed op het aantal medewerkers van PSV.

Voor het eigen vermogen geldt dat deze balanspost in de periode voor de crisis een negatieve waarde

vertoonde. Dat deze tijdens de economische crisis steeg, valt echter grotendeels toe te rekenen aan de

deelnames aan de Champions League en aan de grondverkoop in het laatste seizoen. In de jaargangen

2009/2010 en 2010/2011 is dit niet het geval en daar neemt het eigen vermogen dan ook flink af. Door

de verkoop van parkeerterreinen en de grond van het trainingscomplex blijft deze post echter positief.

Indien deze verkopen niet had plaatsgevonden en er geen Champions League voetbal zou zijn

gespeeld, dan zou er een negatief eigen vermogen worden gepresenteerd. Dit blijkt uit de ontwikkeling

van het gecorrigeerde eigen vermogen, welke in het laatste seizoen een negatieve waarde van ruim 118

miljoen vertoont. Hieruit blijkt dus dat de economische crisis wel degelijk invloed heeft op het eigen

vermogen van PSV, al moet wel goed worden gerealiseerd dat de uitgevoerde correctie niet geheel

juist is, aangezien Champions League voetbal ook van invloed is op de omvang van andere posten. Dit

wordt in de jaarverslagen echter niet vermeld.

De conclusie luidt dus dat de economische crisis geen effect heeft op het aantal medewerkers van

PSV. Het eigen vermogen van de club uit Eindhoven wordt echter wel flink aangetast, al wordt dit in

de jaarverslagen grotendeels verbloemd door Champions League voetbal en door de verkopen aan de

gemeente.

4.5.2 SWOT-Analyse

Sterkheden: de binding met multinational Philips is een duidelijke kracht van PSV. Buiten het feit dat

dit de hoofdsponsor van de club is, komt de naam van de multinational zelfs terug in de clubnaam

(Philips Sport Vereniging) en is de Koninklijke Philips de oprichter van de club. Deze sterke binding

met een kapitaalkrachtige onderneming als Philips kan zorgen voor meer financiële zekerheid.

Vanwege het feit dat veel (potentiële) klanten van de multinational het merk Philips zullen associëren

met de voetbalclub, lijkt het onlogisch dat Philips er voor zou kiezen om PSV om te laten vallen in

financieel zware tijden. De financiële zekerheid wordt op deze manier vergroot.

Page 44: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Daarnaast heeft ook PSV een zeer rijke historie. Er werden op zowel nationaal als internationaal

niveau verschillende grote prijzen gewonnen (PSV, 2014b). Hierdoor is de bekendheid en dus de

aantrekkingskracht van PSV in het buitenland zeer groot. Ook heeft PSV in het verleden een groot

aantal spelers die later de absolute wereldtop hebben bereikt onder contract gehad. Ook het feit dat

zulke grote spelers bij de club hebben gespeeld heeft een positieve invloed op het beeld wat men over

de hele wereld van PSV heeft. Hier heeft de club nu nog financiële voordelen van.

Tot slot houdt PSV de salariskosten redelijk onder controle. Slechts tijdens het seizoen 2009/2010

bedragen de salariskosten meer dan 60% van de netto-omzet. Hiermee voldoet de club aan de

richtlijnen van de UEFA (Sanchez, 2011). Hoewel er dus geen daling in deze kostenpost plaatsvond, is

deze ook niet schokbarend hoog.

Zwakheden: ten eerste is het in negatieve zin opvallend dat PSV slechts een positief bedrijfsresultaat

voor afschrijving en vergoedingssommen behaalt als er Champions League voetbal wordt gespeeld.

Het positieve resultaat in het laatste seizoen wordt veroorzaakt door de grondverkoop aan de

gemeente. Indien de club zich dus een aantal seizoenen achter elkaar niet voor het lucratieve Europese

toernooi plaats, zou het in grote financiële problemen kunnen komen. Het eigen vermogen zou door de

verliezen die in dat geval worden geleden immers flinks worden aangetast.

Een ander opvallend zwaktepunt van PSV zijn de opbrengsten uit kaartverkoop. Wanneer de omvang

van deze post wordt vergeleken met andere clubs uit de traditionele top drie (Ajax en Feyenoord),

blijkt PSV flink minder opbrengsten uit kaartverkoop te genereren. Zelfs tijdens de op sportief en

financieel gebied zware jaren bij Feyenoord lukte het PSV niet om meer opbrengsten uit kaartverkoop

te behalen. Dit kan voor een deel worden verklaard door de relatief geringe grootte van het Philips

Stadion. Zo heeft de Amsterdam Arena 53.052 zitplaatsen (Amsterdam Arena, 2014) en kan De Kuip

van Feyenoord 51.117 supporters een zitplaats bieden (De Kuip, 2014). Het Philips Stadion van PSV

kan echter maar 35.000 toeschouwers verwelkomen (PSV, 2014a). Logischerwijs heeft PSV hierdoor

een lagere opbrengst uit kaartverkoop dan de andere traditionele topclubs.

Tot slot is het in negatieve zin opvallend dat er tijdens de gehele onderzoeksperiode in slechts zeer

beperkte mate gebruik werd gemaakt van spelers uit de eigen jeugdopleiding. Waar er bij andere clubs

veel werd opgeleid, brak er bij PSV zelden een goede jeugdspeler door. De club koos er voor haar

eigen talenten te verwaarlozen en duurdere spelers van buitenaf aan te trekken. Dit brengt uiteraard

een groter risico met zich mee. Wel moet er worden vermeld dat PSV recent heeft aan gegeven meer

met de jeugdopleiding te gaan doen. Het is de bedoeling om de doorstroming van de eigen jeugd naar

de eerste selectie in de toekomst drastisch te verbeteren. Dit seizoen (2013/2014) laat de club zien dit

ook echt te willen, aangezien er inmiddels een aantal talenten in de basis staan. Echter blijft gelden dat

PSV een club is die erom bekend staat haar jeugdspelers weinig kansen te bieden. Een logisch gevolg

is dat jonge talenten eerder voor een opleiding bij een andere bvo zullen kiezen.

Page 45: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Kansen: in het verleden heeft PSV een groot aantal Aziaten en Zuid-Amerikanen onder contract

gehad. Dit heeft de naamsbekendheid van de club in deze werelddelen een positieve impuls gegeven.

Doordat dit twee grote markten zijn, zou PSV kunnen proberen om meer geld uit deze regio binnen te

halen. Aangezien inwoners van deze gebieden hun landgenoten willen volgen, kan er meer vraag naar

uitzendrechten en merchandisingartikelen komen. Dit heeft een positieve uitwerking op de financiën

van de bvo uit Eindhoven.

Daarnaast staat PSV op de tweede plaats in de CPM matrix (Volkskrant, 2012). Dit is een meting die

rekening houdt met het imago, de populariteit en de financiën van een bvo. Door de tweede plek kan

worden gesteld dat het beeld wat de buitenwereld van PSV heeft erg positief is. Dit biedt kansen voor

de club uit Eindhoven.

Bedreigingen: doordat het niveau van de Eredivisie steeds verder achteruit gaat, loopt de Nederlandse

competitie het gevaar om plaatsen in de Europese competities te verliezen. Dit is eerder aan bod

gekomen bij de SWOT-analyse van Ajax. Als er een (voorronde)plaats in de Champions League wordt

verloren, wordt de kans dat PSV aan dit toernooi deelneemt kleiner. Aangezien de club alleen winst

maakt als het zich voor dit toernooi plaatst, kan dit grote negatieve gevolgen voor de toekomstige

financiën hebben.

Daarnaast geldt dat de supporters van PSV ieder seizoen hoge verwachtingen hebben omtrent de

sportieve prestaties, net zoals dit bij Ajax het geval is. Indien PSV niet aan die verwachtingen kan

voldoen, wordt het onrustig binnen de aanhang van de club. Dit kan er toe leiden dat het bestuur er

voor kiest om uit paniek nieuwe spelers aan te trekken of om de trainer te ontslaan, wat een negatieve

impact op het financiële resultaat van de club kan hebben.

4.5.3 Conclusies

Uit de jaarverslagen van PSV blijkt dat vooral de mediabaten lijden onder de economische crisis. Aan

de kostenkant is er echter geen duidelijk verband te vinden. Alle kostenposten nemen toe, terwijl er in

tijden van economische crisis verwacht mag worden dat juist het omgekeerde het geval is. Verder is de

crisis wel van invloed op het eigen vermogen, maar dit wordt in de jaarverslagen grotendeels

verbloemd door de opbrengsten uit de Champions League en door de verkopen aan de gemeente

Eindhoven. Zodra er een correctie plaatsvindt komt de uitwerking van de economische crisis op het

eigen vermogen beter aan het licht.

Uit de SWOT-analyse blijkt dat het grootste sterktepunt van PSV haar rijke historie is. De

belangrijkste zwaktepunten zijn de verliezen van de afgelopen jaren en het kleine stadion met de

daarbij horende tegenvallende opbrengsten uit kaartverkoop (in vergelijking met Ajax en Feyenoord).

De grootste kans is het positieve imago dat de buitenwereld van PSV heeft, terwijl de niveaudaling

van de Eredivisie en de daaruit volgende dreiging van het verlies van Champions League tickets de

belangrijkste bedreiging vormt.

Page 46: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Wat betreft het beleid zal het management van PSV een aantal zaken moeten veranderen. Het

positieve eigen vermogen is volledig te wijten aan Champions League voetbal en de verkopen aan de

gemeente. Aangezien de club niet voort kan bestaan als de verliezen aanhouden, moet er flink in de

kosten worden gesneden. Dit moet vooral gebeuren in de salariskosten en in de overige kosten,

aangezien dit de grootste kostenposten van de club zijn. Wat betreft het transferbeleid geldt dat PSV

ook tijdens de economische crisis grote transfersommen betaalt. Doordat dit erg risicovol is, moet PSV

haar transferuitgaven terugdringen en meer op de eigen jeugdopleiding focussen. Om een op financieel

gebied gezonde toekomst te waarborgen moet de club uit Eindhoven dus een aantal belangrijke

beleidsveranderingen doorvoeren.

4.6 Roda JC

De onderzochte variabelen van Roda JC zijn te vinden in bijlage 7. De analyse van deze gegevens

moet bijdragen aan de vaststelling van de invloed van de economische crisis op de Limburgse bvo.

4.6.1 Resultatenrekening

Netto-omzet: opvallend is dat Roda JC tijdens de economische crisis geen melding maakt over de

opbouw van haar netto-omzet. Slechts de omvang van de post als geheel komt uit de jaarverslagen

naar voren. In dit onderzoek wordt dus alleen de netto-omzet als geheel geanalyseerd.

Merkwaardig is dat de omvang van deze post tijdens de beginperiode van de crisis daalt en in een later

stadium toch weer toeneemt tot het oude niveau. Aangezien er geen uitspraken kunnen worden gedaan

over de oorzaak hiervan, blijft een eventuele invloed van de economische crisis achterwege.

Bedrijfslasten: over de bedrijfslasten maakt Roda JC in haar jaarverslagen meer bekend. De lonen en

lasten, afschrijving op vaste activa en overige kosten zijn voor ieder seizoen bekend. Deze laatste

kostenpost wordt bovendien opgesplitst in verkoopkosten, huisvestingskosten, wedstrijdkosten,

algemene kosten en een restpost.

Tijdens de eerste jaren van het onderzoek nemen de salariskosten toe. De piek wordt bereikt in het

seizoen 2009/2010, waarin de salarissen bijna 9,5 miljoen euro bedragen. Na dit seizoen wordt er

echter een daling ingezet, waardoor deze post in 2011/2012 lager is dan aan het begin van de

economische crisis. Deze crisis lijkt dus een verlate reactie op de salariskosten te hebben, net zoals dit

bij een aantal andere clubs het geval is.

Bij de afschrijving op vaste activa valt op dat deze tijdens de economische crisis erg laag is. Er kan

dus worden geconcludeerd dat er in deze periode weinig is geïnvesteerd in vaste activa. Dit zou

kunnen worden aangemerkt als een effect van de economische crisis.

De overige kosten als geheel vertonen een schommelend verloop over de tijd. Wel kan worden

vastgesteld dat de post in het laatste seizoen de laagste waarde vertoont. Roda JC lijkt dus ook op deze

post te bezuinigen om op financieel gebied te overleven. Hoewel er over de opbouw van de overige

Page 47: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

kosten tijdens drie seizoenen niets bekend is, zal er toch een analyse plaatsvinden. Dit is mogelijk

doordat er gegevens over de periode voor en tijdens de economische crisis bekend zijn.

Vrijwel ieder seizoen vormen de verkoopkosten een groot deel van de totale overige kosten. De

omvang van deze post tijdens de crisis is ongeveer even hoog als de periode ervoor (uitgezonderd

seizoen 2005/2006). Uit de data blijkt dan ook geen duidelijk verband met de economische crisis.

De huisvestings- en de wedstrijdkosten blijken wel een te worden beïnvloed door de economische

crisis. In de beginperiode van dit onderzoek zijn deze namelijk flink hoger dan tijdens de latere

seizoenen. Dit komt vooral door de huurverlaging die met gemeente Kerkrade is overeengekomen

(Berends, 2013), welke is bedoeld om Roda JC te helpen om de economische crisis te overleven.

Hoewel de algemene kosten ook een daling vertonen, is deze minder overtuigend. Ten eerste is deze

afname minder groot dan bij de vorige twee posten. Daarnaast geldt dat er sinds de crisis pas gebruik

wordt gemaakt van een restpost. Hoewel dit niet expliciet staat aangegeven, lijkt het aannemelijk dat

dit deel van de kosten eerder bij de algemene kosten werd ondergebracht. Vandaar dat er geen

waterdicht bewijs voor een verband tussen deze post en de economische crisis wordt gevonden.

Over de invloed van de economische crisis op het restgedeelte van deze post (de overige kosten),

kunnen geen uitspraken worden gedaan. Er zijn immers geen gegevens over deze post van de periode

voor de crisis beschikbaar.

Er kan dus worden geconcludeerd dat de bedrijfslasten van Roda JC worden beïnvloed door de

economische crisis. Deze invloed vindt plaats via de salariskosten, de afschrijving op vaste activa, de

wedstrijdkosten en de huisvestingskosten.

Bedrijfsresultaat:het bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen is zowel tijdens als

voor de economische crisis slechts in één seizoen positief (2005/2006 en 2011/2012). Aan de hand van

deze bevinding kan er dan ook niet worden geconcludeerd dat de economische crisis van invloed is op

het bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen.

Tussen de afschrijving op vergoedingssommen en de economische crisis wordt ook een verband

gevonden. Opvallend is namelijk dat deze post tijdens de laatste twee seizoenen een relatief lage

waarde aanneemt. De selectie van Roda JC herbergt dus steeds minder dure spelers, wat kan worden

beschouwd als een verlate reactie op de economische crisis.

Het transferresultaat is zowel tijdens als voor deze crisis erg wisselend. Tijdens het seizoen 2005/2006

wordt er een resultaat van ruim zes miljoen euro geboekt, terwijl dit een seizoen eerder nog geen half

miljoen euro bedroeg. Een duidelijk verband met de economische crisis wordt dan ook niet gevonden.

Net als bij de andere bvo’s vindt er geen analyse plaats van het financiële resultaat, de belastingen en

het resultaat deelnemingen. Deze staan voor de volledigheid wel in bijlage 7.

Voor het resultaat na belastingen geldt hetzelfde als voor het resultaat voor afschrijving en

vergoedingssommen. Ook deze is in de periode voor en tijdens de crisis slechts één maal positief. Ook

hier geldt dus dat een eventuele invloed van de economische crisis niet wordt vastgesteld.

Page 48: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Al met al kan er dus worden geconcludeerd dat de economische crisis een negatieve invloed heeft op

de afschrijving op vergoedingssommen van Roda JC. Door de zware omstandigheden op financieel

gebied heeft de bvo uit Kerkrade besloten om geen dure spelers meer aan te trekken, waardoor het

gevoerde transferbeleid als minder risicovol kan worden beschouwd.

Overige gegevens bedrijfsvoering: ook bij Roda JC worden het aantal werknemers en de omvang van

het eigen vermogen meegenomen in het onderzoek. Allereerst moet worden vermeld dat de club

onderscheid maakt in spelers, technische staf en overig personeel. Globaal gezien kan worden gesteld

dat de economische crisis wel degelijk invloed heeft op het aantal medewerkers. Tijdens de laatste

seizoenen is het aantal contractspelers iets afgenomen. De meeste ontslagen vallen echter bij het

overige personeel, terwijl de omvang van de technische staf relatief constant blijft. Op dit deel van het

personeel heeft de economische crisis dus geen effect. De invloed komst slechts naar voren bij het

aantal contractspelers en bij het overige personeel.

Het eigen vermogen vertoont een dalend verloop over de tijd. Vanaf halverwege de onderzoeksperiode

is deze balanspost zelfs negatief. Dit is kan worden verklaard door de negatieve bedrijfsresultaten die

de club boekt. Wel valt het op dat er tijdens het laatste seizoen een klein herstel plaatsvindt. Er is nog

steeds sprake van een negatief eigen vermogen, maar deze wordt steeds positiever. Doordat de afname

van het eigen vermogen al voor de economische crisis werd ingezet, kan er niet met zekerheid worden

vastgesteld dat de crisis van invloed is op deze balanspost.

De conclusie is dus dat de economische crisis slechts effect heeft op het aantal medewerkers van Roda

JC. In beperkte mate valt een daling van het aantal contractspelers op, maar vooral op de overige

personeelsleden wordt flink gekort.

4.6.2 SWOT-Analyse

Sterkheden: een sterktepunt van Roda JC zijn de relatief lage salariskosten. Wanneer deze kostenpost

wordt afgezet tegen de netto-omzet, blijkt dat deze verhouding slechts in twee van de acht gevallen

hoger is dan 66%. Aangezien de UEFA 70% als richtlijn hanteert, zou de club hier in het grootste

gedeelte van de onderzoeksperiode aan voldoen (Sanchez, 2011).

Verder laat de club in haar jaarverslagen duidelijk naar voren komen dat het bezig is om haar

jeugdopleiding sterk te verbeteren. Deze ontwikkelingen zijn een aantal jaren geleden ingezet en men

verwacht dat er zeer binnenkort talenten uit de eigen jeugd aan het eerste elftal kunnen worden

toegevoegd (Jaarverslag Roda JC, 2012). Dit zorgt er voor dat de Limburgse bvo in de toekomst op

sportief vlak minder afhankelijk is van inkomende transfers en dus meer kan gaan bouwen op relatief

goedkope spelers uit de eigen jeugdopleiding.

Zwakheden: allereerst boekt ook Roda JC zelden een positief bedrijfsresultaat voor belasting en

vergoedingssommen. Hetzelfde geldt overigens voor het bedrijfsresultaat na belasting. Het gevolg

Page 49: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

hiervan is dat de club inmiddels een negatief eigen vermogen heeft en de financiële situatie dus niet

erg rooskleurig is. Het enige lichtpunt is dat er in het laatste seizoen van de onderzoeksperiode een

winst werd behaald. Dit biedt hoop voor de komende seizoenen.

Daarnaast vallen bij Roda JC de relatief magere transferresultaten op. In vergelijking met andere clubs

scoort de bvo uit Kerkrade erg laag op deze post. Hoewel een beleid gebaseerd op transferopbrengsten

erg risicovol is, kunnen transfers wel voor een buffer zorgen. Juist in economisch zware tijden kan dit

goed van pas komen, aangezien verliezen dan relatief eenvoudig kunnen worden opgevangen. Wel

moet worden opgemerkt dat uit de afschrijving op vergoedingssommen blijkt dat de club ook niet in

dure spelers investeert.

Kansen: in het verleden zijn er belangrijke gesprekken gevoerd over het oprichten van Sporting

Limburg. Deze club zou bestaan uit een fusie tussen Roda JC en Fortuna Sittard. Deze fusie is echter

in een vergevorderd stadium afgeketst, doordat de provincie financiële steun weigerde (NRC, 2009).

Door deze samenvoeging zou er een grotere club in Limburg ontstaan. Dit zou zorgen voor minder

bvo’s in de regio, waardoor de club meer opbrengsten zou kunnen genereren. Ook aan de kostenkant

kan worden gesneden, aangezien er bij een fusie bijvoorbeeld slechts één keer huisvestingskosten,

salarissen en wedstrijdkosten te hoeven worden betaald. Wellicht dat het in de toekomst alsnog tot een

fusie komt, waardoor verdere groei tot de mogelijkheden behoort. Wel moet er hierbij rekening

worden gehouden met het draagvlak van de fusieclub. De supporters moeten hier immers wel mee

instemmen, aangezien zij zowel direct, als indirect voor de opbrengsten van een bvo zorgen.

Hoewel het niveau van de Eredivisie niet heel hoog is, staat de competitie wel bekend om spannende

wedstrijden. Dit zou ook buitenlandse voetbalfans aan kunnen trekken. Doordat Roda JC dichtbij de

grens van Duitsland en België ligt, zou deze club bij uitstek aantrekkelijk kunnen zijn voor

buitenlandse stadionbezoekers. Ook zou het voor die club makkelijker kunnen zijn om jeugdspelers uit

deze landen aan te trekken. Zij kunnen immers in hun eigen land blijven wonen, terwijl dit bij clubs uit

bijvoorbeeld de Randstad lastiger is.

Bedreigingen: de belangrijkste bedreiging van Roda JC is degradatie naar de Jupiler League.

Degradatie zorgt immers voor een forse daling in de opbrengsten van de club. Uit bijlage 1 blijkt dat

de club in het seizoen 2008/2009 nacompetitie moest spelen om haar positie in de hoogste divisie

veilig te stellen. Ditzelfde geldt voor het seizoen 2012/2013 (FC Update, 2013). Ook in het huidige

seizoen vecht Roda JC tegen degradatie (FC Update, 2014).

Daarnaast telt de provincie Limburg met Fortuna Sittard, MVV Maastricht, Roda JC en VVV-Venlo in

totaal een viertal bvo’s. Dit beperkt de potentiële groei van de club. Een groot aanbod van bvo’s in de

nabije omgeving zorgt er bijvoorbeeld voor dat supporters meer verdeeld raken over deze clubs. Ook

moeten regionale sponsors een keuze maken tussen welke club zij financieel willen steunen. Wanneer

er bijvoorbeeld maar één of twee bvo’s in de regio gevestigd zijn, zouden deze supporters en

Page 50: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

sponsoren dus minder verdeeld zijn over de clubs. Dit biedt dan ook meer groeimogelijkheden in de

(nabije) toekomst.

Naast het feit dat er veel clubs in dezelfde provincies gevestigd zijn, blijkt uit bijlage 10 dat Roda JC

haar thuiswedstrijden speelt in een relatief dunbevolkt gebied. Hoewel de bevolkingsdichtheid bij FC

Groningen nog dunner is, kan de ligging ook Roda JC in haar groei beperken. In combinatie met het

aantal dichtbij gelegen bvo’s is dit een grote bedreiging van de Limburgse club.

Tot slot blijkt uit onderzoek dat Roda JC laag scoort op de CPM-index (imago, populariteit en

financiën). Er komt naar voren dat slechts 3,8% van de Nederlanders zich verbonden voelt met de club

(Volkskrant, 2012). In het seizoen 2011/2012 eindigde de bvo daarmee op de veertiende plaats.

Doordat de club bij maar een zeer beperkt deel van de bevolking leeft, wordt de potentiële groei

beperkt. Mede hierdoor kunnen de lage bezettingsgraden uit bijlage 9 worden verklaard. Roda JC moet

zien te voorkomen dat deze positie op de CPM-index in de toekomst verder verslechtert.

4.6.3 Conclusies

In haar jaarverslagen doet Roda JC geen uitspraken over de opbouw van de netto-omzet. Er blijkt dat

geen verband tussen de economische crisis en de netto-omzet als geheel. Dit is wel het geval bij de

salariskosten, welke tijdens de laatste twee seizoenen flink dalen. Voor de afschrijving op

vergoedingssommen en de omvang van het overige personeel geldt overigens hetzelfde.

Uit de SWOT-analyse blijkt dat Roda JC haar salariskosten redelijk onder controle heeft (op

2009/2009 en 2009/2010 na). Dit is het belangrijkste sterktepunt van de club. De verliezen van de

afgelopen jaren vormen echter een groot zwaktepunt. Indien voldoende draagvlak, zou de oprichting

van een fusieclub in Limburg een grote kans in de toekomst kunnen zijn, terwijl degradatie naar de

Jupiler League en het aantal aanwezige bvo’s in de omgeving de belangrijkste bedreigingen zijn.

Wat betreft het beleid van Roda JC kan worden gesteld dat deze de goede kant op gaat. Het

management heeft de afgelopen twee seizoenen flink gesneden in de salarissen. Ditzelfde gebeurde in

het laatste seizoen van de onderzoeksperiode met de overige kosten, waardoor de omvang van het

eigen vermogen zich langzaam herstelt. Ook op de transfermarkt neemt de club minder risico, wat

blijkt uit de steeds verdere afname van de afschrijving op vergoedingssommen. Wel moet Roda JC

rekening blijven houden met de dreigende degradatie en de teruggang in financiën die dit betekent.

Het management kan dit o.a. doen door clausules in de spelerscontracten op te nemen, welke er voor

zorgen dat de spelers bij degradatie achteruit gaan in hun loon om zo de kosten van de club te drukken.

4.7 sc Heerenveen

De financiële ontwikkelingen van sc Heerenveen zijn te vinden in bijlage 8. Aan de hand van de

verschillende posten van de netto-omzet, de bedrijfslasten, het bedrijfsresultaat en de overige gegevens

van de bedrijfsvoering wordt de eventuele invloed van de economische crisis vastgesteld.

Page 51: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

4.7.1 Resultatenrekening

Netto-omzet: aan de opbrengstenkant maakt sc Heerenveen onderscheid tussen kaartverkoop,

sponsoring, mediabaten , merchandising, food en beverage en een daarnaast is er een restpost. Hoewel

van het laatste seizoen slechts de netto-omzet als geheel bekend is, kan er door het feit dat er nog

genoeg datapunten over zijn toch een analyse plaatsvinden. Verder geldt dat er over de restpost geen

uitspraken kunnen worden gedaan vanwege het seizoenspecifieke karakter.

Bij de opbrengsten uit kaartverkoop wordt tot 2009/2010 een stijgende trend waargenomen. In het

seizoen daarna vindt er een flinke daling plaats, welke lijkt aan te houden. Dit blijkt uit de dalende

netto-omzet in 2011/2012 en afnemende bezettingsgraad uit bijlage 9. De economische crisis heeft dus

een verlate invloed op de opbrengsten uit kaartverkoop van sc Heerenveen.

Het verloop van de sponsoropbrengsten over de tijd is vergelijkbaar met de kaartverkoop. Ook daar

wordt de toename in het seizoen 2009/2010 verbroken. Doordat het hier om een relatief kleine daling

gaat en er geen concrete aanwijzingen zijn dat deze blijft aanhouden, kan er geen duidelijk verband

met de economische crisis worden gelegd.

Bij de mediabaten (tv-gelden) is een relatief grotere afname zichtbaar. Vanaf het seizoen 2009/2010

wordt de omvang van ongeveer vier miljoen doorbroken. Een seizoen later heeft deze post zelfs de

laagste omvang uit de gehele onderzoeksperiode. De economische crisis heeft dus duidelijk een

negatieve invloed op de opbrengsten uit tv-gelden van sc Heerenveen.

De opbrengsten uit merchandising verminderen vanaf het seizoen 2008/2009, terwijl er daarvoor juist

sprake was van een stijgende trend. Het seizoen 2010/2011 is een echt dieptepunt, aangezien de

omvang van deze post nog geen half miljoen euro bedroeg. Ook op de merchandising heeft de

economische crisis dus een negatieve uitwerking.

Bij de opbrengsten uit food en beverage (eten en drinken) wordt er vanaf jaargang 2009/2010 een

dalende trend waargenomen. Deze loopt dus gelijk met de opbrengsten uit kaartverkoop. Dit verband

is logisch te verklaren, aangezien het aannemelijk lijkt dat als er minder supporters in het stadion

zitten er ook minder eten en drinken wordt verkocht. De negatieve invloed van de economische crisis

is dus ook bij deze post goed zichtbaar.

De conclusie is dus dat de economische crisis een negatieve uitwerking heeft op de kaartverkoop, de

tv-gelden, de merchandising en de opbrengsten uit de verkoop van eten en drinken. Aan de

opbrengstenkant worden er dus veel posten beïnvloed.

Bedrijfslasten: de eerste post die hier naar voren komt is de inkoopwaarde van de omzet. Vanaf het

seizoen 2009/2010 wordt er flink in deze post gesneden. Dit is logisch, aangezien ook de omzet als

gevolg van de economische crisis daalt. Hierdoor heeft de crisis dus ook invloed op deze post.

De lonen en lasten vormen een belangrijk onderdeel van de kosten die sc Heerenveen per seizoen

maakt. Tot jaargang 2009/2010 stijgt deze post. Pas na dit seizoen wordt er een afnemende trend

Page 52: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

waargenomen. De Friese bvo heeft dus besloten om op de salarissen te bezuinigen, wat als een

(verlate) reactie op de economische crisis kan worden beschouwd.

Ook bij de afschrijving op vaste activa valt op dat deze kostenpost pas na het seizoen 2009/2010 een

lichte daling vertoont. Doordat er per seizoen met een vast percentage wordt afgeschreven, kan er

worden geconcludeerd dat de afgeschreven activa niet is vervangen. Dit kan worden beschouwd als

een gevolg van de economische crisis.

Tot slot zijn er nog overige kosten. Net als bij de restpost aan de opbrengstenkant wordt ook deze niet

verder geanalyseerd, omdat er niet precies duidelijk is waar deze kosten betrekking op hebben.

Hierdoor kunnen er geen conclusies worden getrokken over de eventuele invloed van de economische

crisis op deze post. Dit komt ook doordat de opbouw van deze post per seizoen wellicht erg verschilt.

De conclusie luidt dus dat de economische crisis er voor heeft gezorgd dat er op een hoop posten aan

de kostenkant wordt bezuinigd. Dit is zowel bij de lonen en lasten, als bij de inkoopwaarde van de

omzet, als bij de afschrijving op vaste activa het geval.

Bedrijfsresultaat: voordat het bedrijfsresultaat na belasting kan worden bepaald, moet er eerst rekening

worden gehouden vergoedingssommen, financieel resultaat, resultaat deelneming en belastingen. Deze

laatste drie worden, net als bij de andere bvo’s, niet verder besproken.

Tijdens de gehele crisisperiode worden er vrijwel alleen negatieve resultaten voor afschrijving en

vergoedingssommen geboekt. Slechts in het seizoen 2010/2011 is er sprake van een zeer geringe winst

van 86.000 euro. Doordat er in de periode voor de economische crisis constant positieve resultaten

voor afschrijving en vergoedingssommen werden behaald, heeft de economische crisis dus een grote

invloed op deze post.

De afschrijving op vergoedingssommen is tijdens de economische crisis hoger dan in de periode

ervoor. Hieruit blijkt dat sc Heerenveen ook tijdens deze crisis is blijven investeren in dure spelers. Op

deze post is de recessie dan ook niet van invloed, aangezien de omvang anders was afgenomen.

Het resultaat op vergoedingssommen is erg wisselend over de tijd. Zowel in de periode voor als tijdens

de crisis wisselen hoge en lage resultaten elkaar af. Er kan dan ook niet worden vastgesteld dat de

economische crisis effect heeft op deze post.

Er mag dus worden geconcludeerd dat de economische crisis van invloed is op het bedrijfsresultaat

voor afschrijving en vergoedingssommen. Het transfergedrag van de Friese bvo is echter niet

veranderd door de recessie. Hierdoor wordt een eventueel effect op het bedrijfsresultaat na belasting

ook niet vastgesteld.

Overige informatie bedrijfsvoering: pas vanaf het seizoen 2010/2011 valt een daling van het aantal

werknemers op. Dit kan dus worden beschouwd als een verlate reactie op de economische crisis,

aangezien er in de periode voor de recessie sprake was van een toename. Doordat sc Heerenveen in

Page 53: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

haar jaarverslagen geen onderscheid maakt in de functie van de verschillende personeelsleden, kan er

niet worden vastgesteld op welk terrein er op medewerkers is gekort.

In de periode voor de economische crisis nam het eigen vermogen steeds verder toe, wat het gevolg

was positieve bedrijfsresultaten na belasting. Toen er tijdens deze recessie flinke verliezen werden

geleden, had dit een zeer negatieve impact op het eigen vermogen. De economische crisis heeft dus

invloed op deze post, aangezien deze ook het bedrijfsresultaat beïnvloedt.

De conclusie luidt dus dat de economische crisis een negatieve invloed heeft op zowel het aantal

personeelsleden, als op het eigen vermogen van de club.

4.7.2 SWOT-analyse

Sterkheden: opvallend is dat een groot gedeelte van de netto-omzet uit sponsoropbrengsten bestaat. Dit

is voordelig, aangezien sponsorcontracten in veel gevallen voor de lange termijn worden aangegaan.

Hierdoor heeft de club een relatief grote zekerheid dat dit gedeelte van de opbrengst ook in de nabije

toekomst daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Een sponsor kan niet zomaar per direct vertrekken,

waardoor de club zich ook in economisch zware tijden van deze omzet verzekert.

Daarnaast hecht sc Heerenveen veel waarde aan de binding met de provincie Friesland. Zowel in het

tenue, als in het logo komt de Friese vlag duidelijk naar voren. Ook wordt voor iedere wedstrijd van sc

Heerenveen het Friese volkslied ter gehore gebracht. Op deze manier zorgt de club er voor dat mensen

uit vrijwel de gehele provincie zich verbonden voelen met sc Heerenveen (sc Heerenveen, 2013).

Tot slot geldt dat sc Heerenveen relatief gezien erg goede transferresultaten behaalt. Hoewel een

beleid gebaseerd op transferopbrengsten risicovol is, kan het wel zorgen voor een extra buffer voor in

economisch zware tijden. Hierdoor kan een aantal seizoenen achter elkaar verlies maken, zonder dat er

een negatief eigen vermogen ontstaat.

Zwakheden: ten eerste heeft de club tijdens de economische crisis slechts één keer een positief

resultaat voor afschrijving en vergoedingssommen geboekt. Dit positieve resultaat bedraagt slechts

86.000 euro. De bvo heeft dus een groot positief transferresultaat nodig om een winst na belasting te

kunnen presenteren. Dit is erg risicovol, aangezien sc Heerenveen bij het uitblijven van grote transfers

in grote financiële problemen zou kunnen komen.

Ondanks het feit dat sc Heerenveen erg veel waarde hecht aan de binding met Friesland, komt het zeer

zelden voor dat een speler van de club ook daadwerkelijk in deze provincie is geboren (Rieken, 2013).

Hoewel de club haar Friese karakter dus erg belangrijk vindt (zie sterkheden), houdt het hier geen

rekening mee in de samenstelling van haar selectie. Dit is erg tegenstrijdig.

Tot slot heeft sc Heerenveen in de laatste jaren erg veel spelers voor grote transfersommen verkocht.

Ondanks dat deze veel geld hebben opgebracht, is het eigen vermogen van de club over de gehele

tijdsperiode slechts minimaal toegenomen. Vooral de salariskosten en de overige kosten stegen enorm,

terwijl de groei in de opbrengstenkant achterbleef. Dit duidt er op dat er al jaren geen goed beleid

Page 54: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

wordt gevoerd (in ieder geval op financieel gebied). Om deze reden is het al een aantal maanden erg

onrustig bij de club (Huiskamp, 2013).

Kansen: sc Heerenveen heeft in het verleden een groot aantal spelers uit Scandinavië onder contract

gehad. Voor veel van deze spelers was de club de basis voor een grote carrière in het buitenland.

Hierdoor heeft de Friese bvo een goede naam opgebouwd in met name Zweden en Denemarken. Dit

biedt grote mogelijkheden om het succes van Heerenveen te versterken. Grote talenten zouden immers

aan de jeugdopleiding van de club kunnen worden toegevoegd en wat oudere talenten zouden sneller

geneigd kunnen zijn om hun carrière bij het eerste elftal van sc Heerenveen te vervolgen.

Verder wil de club meer doorstroming van jeugdspelers naar het eerste elftal creëren (sc Heerenveen,

2010). Er wordt dus meer aandacht aan de jeugdopleiding besteed en spelers van eigen kweek lijken

dus de voorkeur te krijgen. Hierdoor zouden de afschrijvingen op vergoedingssommen verder

afnemen, waardoor de club een beter bedrijfsresultaat na belastingen kan boeken.

Tot slot geldt dat sc Heerenveen qua netto-omzet groter is dan concurrenten als FC Groningen en FC

Utrecht. Hoewel er op financieel gebied dus meer mogelijk is, zijn de sportieve prestaties van deze

clubs ongeveer vergelijkbaar. Gezien de financiële mogelijkheden zou Heerenveen dus meer

aanspraak moeten maken op een hogere eindpositie. Hier kan de club in de toekomst dus nog winst op

behalen.

Bedreigingen: sc Heerenveen was jarenlang de enige club uit Friesland die in de Eredivisie actief was.

Sinds de huidige jaargang (seizoen 2013/2014) is dat echter niet meer het geval. SC Cambuur

Leeuwarden heeft inmiddels een plek in de hoogste divisie van Nederland veroverd en aan alles kan

worden opgemerkt dat deze club weer steeds geliefder wordt onder het publiek. Dit kan een gevaar

vormen voor sc Heerenveen, omdat de kans bestaat dat minder trouwe supporters hun interesse gaan

verleggen naar het nabij gelegen SC Cambuur. Logischerwijs kan dit in de toekomst een negatief

effect hebben op de financiële positie van sc Heerenveen.

Tot slot blijkt uit bijlage 9 dat sc Heerenveen te maken heeft met een relatief grote daling van de

bezettingsgraad van het stadion. In vergelijking met andere voetbalclubs uit de Eredivisie verliest de

club dus veel supporters. Indien deze achteruitgang doorzet, zou dat grote gevolgen voor de bvo uit

Friesland kunnen hebben.

4.7.3 Conclusies

Uit de resultatenrekeningen van sc Heerenveen blijkt dat de economische crisis van invloed is op

verschillende opbrengstenposten, waarvan de mediabaten, kaartverkoop en merchandising het

belangrijkst zijn. Dit komt ook aan de kostenkant tot uitdrukking, o.a. bij de daling van de salarissen.

Verder worden er tijdens de crisisperiode vrijwel constant verliezen voor afschrijving en

vergoedingssommen geleden. Daarnaast nemen het aantal werknemers en het eigen vermogen af.

Page 55: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Bij de SWOT-analyse komt naar voren dat de hoogte van de sponsoropbrengsten en de

transferresultaten de belangrijkste sterktepunten van sc Heerenveen zijn. De negatieve

bedrijfsresultaten voor afschrijving en vergoedingssommen worden echter als zwaktepunt beschouwd.

De goede naam in Scandinavië en de hoogte van de netto-omzet in vergelijking met de andere

middenmoters en subtoppers uit de Eredivisie vormen de belangrijkste kansen. Hiertegenover staat de

aanwezigheid van SC Cambuur in de Eredivisie als grootste bedreiging, aangezien sc Heerenveen o.a.

supporters en sponsoren kan verliezen aan deze concurrerende bvo uit de omgeving.

Beleidsmatig lijkt sc Heerenveen op de goede weg. Hoewel de netto-omzet terugloopt, geldt dit ook

voor de bedrijfslasten. Zo zijn de salariskosten in twee seizoenen tijd met ruim 5,5 miljoen euro

gedaald. Ook de overige kosten zijn in het laatste seizoen weer vergelijkbaar met de beginperiode van

de economische crisis. Tot slot valt op dat de afschrijvingen op vergoedingssommen ook steeds verder

afnemen. Hieruit blijkt dat sc Heerenveen minder risico op de transfermarkt neemt, wat zeker in een

crisisperiode de te prefereren strategie is.

Page 56: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

5. Verbeterpunten onderzoekAan vrijwel ieder onderzoek kleeft een aantal nadelen en verbeterpunten. Vaak worden er

onrealistische aannames gedaan of heeft een bepaalde gebeurtenis een ongewenst bijeffect op het

uiteindelijke resultaat. Zo zijn er ook over dit onderzoek een aantal kanttekeningen te plaatsen. De

belangrijkste worden hieronder weergegeven.

Ten eerste zou er twijfel kunnen bestaan over de bvo’s die zijn onderzocht. Door alleen clubs mee te

nemen die de gehele onderzoeksperiode in de Eredivisie actief zijn geweest, is het moeilijk om met

zekerheid uitspraken te doen over de invloed van de economische crisis op de gehele Eredivisie.

Doordat er een selectie van clubs is gemaakt, is het moeilijk om de uitkomsten te generaliseren naar de

gehele Eredivisie.

Een ander discussiepunt zou kunnen zitten in het feit dat niet alle variabelen waarop de economische

crisis invloed uitoefent zijn meegenomen. Zo zou het in een vervolgonderzoek interessant kunnen zijn

om de kosten van de jeugdopleiding mee te nemen. De clubs zouden er immers voor kunnen kiezen

om meer te investeren in hun eigen opleiding om zo aan goede, goedkopere spelers te komen. Doordat

het onmogelijk was om deze gegevens boven water te krijgen, is deze variabele niet meegenomen in

dit onderzoek. Verder is de enige balanspost die wordt meegenomen het eigen vermogen. Wellicht dat

het vollediger zou zijn om ook het totale en het vreemd vermogen te analyseren en op die manier

rekening te houden met een aantal kengetallen. Gezien het feit dat sommige clubs te maken hebben

met een negatief eigen vermogen en de schulden dus hoog zijn, kan dit interessant zijn.

Ten derde is er wellicht niet genoeg rekening gehouden met de invloed van Europees voetbal. Bij de

meeste clubs werd er bij de kaartverkoop onderscheid gemaakt tussen opbrengsten uit Europese

wedstrijden en competitiewedstrijden. Dit geldt echter niet voor alle bvo’s die in dit onderzoek zijn

meegenomen. Ook kunnen goede prestaties in Europa van invloed zijn op de sponsordeals,

merchandising, salarissen en tv-gelden van een club. Dit beïnvloedt uiteraard het uiteindelijke resultaat

na belasting. Wellicht dat hier in vervolgonderzoek meer rekening mee kan worden gehouden.

Ten vierde is het belangrijk om op te merken dat niet iedere onderzochte bvo dezelfde posten op de

resultatenrekening heeft staan. Enkele voorbeelden zijn de stadionexploitatie van PSV en de food en

beverage van sc Heerenveen. Hoewel het logisch is dat andere clubs ook opbrengsten uit deze posten

verkrijgen, worden deze niet apart vermeld. Deze zijn dus inbegrepen in een andere post, waardoor

deze hoger uitvalt. Dit heeft invloed als de omvang een post van een bvo met die van de andere

onderzochte clubs moet worden vergeleken.

Ook zijn de berekeningen van het eigen vermogen, gecorrigeerd voor Champions League voetbal,

kapitaalstortingen en -onttrekkingen en terreinverkopen onjuist. De berekening is onvolledig en het is

onaannemelijk dat de desbetreffende bvo zonder deze gebeurtenissen hetzelfde beleid zou hebben

gevoerd. Waarschijnlijk zouden er minder kosten worden gemaakt, waardoor de daling van het

gecorrigeerde eigen vermogen te groot is. Daarnaast zouden de grotere verliezen die door deze

correcties ontstaan van invloed zijn op de te betalen belasting, aangezien de betaalde belasting van de

Page 57: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

afgelopen jaren kan worden teruggevorderd als er verliezen worden geleden. Hier wordt in dit

onderzoek geen rekening mee gehouden.

Tot slot moet worden opgemerkt dat de economische crisis nog niet is afgelopen. In de nabije

toekomst zouden bvo’s wellicht andere gevolgen van de crisis kunnen ondervinden dan nu het geval

is. Het is immers onmogelijk om met zekerheid te voorspellen hoe de crisis zich gaat ontwikkelen en

wat de gevolgen hiervan zijn. Mogelijk zou hetzelfde onderzoek dus over een aantal jaar gedeeltelijk

andere uitkomsten opleveren.

Page 58: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

6. ConclusieAan de hand van de bevindingen van dit onderzoek kan een aantal gemeenschappelijke uitspraken

worden gedaan. Ten eerste valt op dat de economische crisis bij de meeste clubs zichtbaar is aan de tv-

gelden die worden ontvangen. De mediabaten vertonen dan ook een dalende trend over de tijd.

Daarnaast blijkt dat veel clubs er voor hebben gekozen om zich te wapenen tegen de economische

crisis door medewerkers te ontslaan. Dit wordt bij zes van de zeven clubs waargenomen. Slechts Ajax

vormt een uitzondering op deze regel (als wordt gekeken naar het totale aantal werknemers). Wel moet

worden opgemerkt dat clubs niet sinds het begin van de crisis met minder werknemers zijn gaan

werken. Veelal wordt er pas in een later stadium afscheid genomen van mensen.

Het gevolg van deze vermindering van het aantal medewerkers is dat de salariskosten ook zijn

gedaald. Dit is bij vijf van de zeven onderzochte bvo’s het geval. Naast het feit dat er met minder

mensen wordt gewerkt, wordt er ook gekort op de salarissen van de medewerkers die de club nog wel

onder contract heeft staan. Ook dit draagt bij aan de afnemende trend van de salariskosten. Net als bij

het aantal werknemers geldt ook voor de salariskosten dat deze pas zijn gedaald toen de crisis al even

aan de gang was.

Het laatste wat uit door de clubs opgestelde jaarverslagen blijkt, is dat er tijdens de economische crisis

zelden een positief bedrijfsresultaat voor afschrijving en vergoedingssommen wordt geboekt. Dit geldt

voor alle clubs, al moet worden opgemerkt dat deelname aan de Champions League er voor zorgt dat

dit voor Ajax en PSV niet altijd opgaat. Daarnaast is het bij sommige bvo’s discutabel in hoeverre dit

een gevolg van de economische crisis is, aangezien zij in eerdere jaargangen ook al negatieve

bedrijfsresultaten voor afschrijving en vergoedingssommen boekten.

Ook bij de SWOT-analyses van de verschillende clubs geldt dat er een aantal overeenkomsten wordt

ontdekt. Voor de drie grote clubs (Ajax, Feyenoord en PSV) geldt dat de rijke historie een belangrijk

sterktepunt is. Mede hierdoor zijn de clubs zo omvangrijk als zij nu zijn en is hun naamsbekendheid in

zowel binnen- als buitenland relatief groot.

Een groot zwaktepunt voor iedere bvo uit dit onderzoek is dat het bedrijfsresultaat voor afschrijving en

vergoedingssommen vrijwel constant negatief is. Zonder grote transfers of deelname aan Europese

toernooien slagen de clubs er niet in om zwarte cijfers te schrijven. Er wordt dus een risicovol beleid

gevoerd, aangezien er met de normale bedrijfsvoering zelden winst wordt behaald.

Daarnaast blijkt dat de geografische ligging een grote rol kan spelen in de kansen en bedreigingen van

een bvo. Logischerwijs geldt dat het voor clubs in dichtbevolkte gebieden (de Randstad) eenvoudiger

zal zijn om meer supporters te trekken. Daarnaast speelt ook de eventuele aanwezigheid van andere

bvo’s in de nabije omgeving een rol.

Verder worden er nog een aantal andere bedreigingen geconstateerd waar vrijwel iedere bvo uit dit

onderzoek mee te maken kan krijgen. Zo richten veel clubs zich steeds meer op de eigen jeugd. Dit is

Page 59: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

goedkoper dan (dure) spelers van buitenaf aantrekken en vaak heeft het publiek meer binding met

spelers uit de eigen opleiding. Echter geldt dat er in Nederland geen spelers jonger dan zestien jaar

mogen worden gecontracteerd. Hierdoor kunnen rijke buitenlandse clubs de beste jeugdspelers voor

slechts een opleidingsvergoeding overnemen. Op deze manier blijven alleen de gemiddelde talenten

over, wat het niveau van de Eredivisie niet ten goede komt.

Ook is de verslechtering van het niveau van de Eredivisie een grote bedreiging voor clubs uit de

(sub)top. Hoewel het voor kleinere bvo’s makkelijker wordt om punten te halen, geldt dat de

Nederlandse clubs op Europees niveau steeds verder achterop raken. Dit leidt mogelijk tot het

verliezen van deelnameplaatsen aan de Champions en Europa League. Buiten het feit dat dit grote

financiële gevolgen voor de clubs kan hebben, zorgt het er ook voor dat de Nederlandse

voetbalcompetitie minder aantrekkelijk wordt.

Tot slot kunnen er nog een aantal uitspraken worden gedaan over de huidige strategie van de

onderzochte bvo’s. Allereerst wordt er hier gekeken naar de kostenkant, waarbij vooral de

salariskosten van belang zijn. Zodra er een duidelijke daling in het kostenpatroon wordt waargenomen,

dan duidt dit op een gezonder wordend beleid. Daarnaast worden de inkomende transfers bekeken.

Juist in tijden van crisis is het verstandig om geen dure spelers aan te trekken, omdat dit een groot

risico met zich meebrengt. In tabel 3 worden de strategiebeoordelingen weergegeven.

Tabel 3: Beleid van de bvo's

Er kan dus worden geconcludeerd dat Feyenoord, Roda JC en sc Heerenveen een goede strategie

hebben gekozen. Deze bvo’s hebben hun kosten onder controle en voeren een risicomijdend

transferbeleid. Ook Ajax en FC Utrecht lijken op de goede weg te zijn, al moeten deze clubs op het

terrein van respectievelijk de inkomende transfers en de kosten nog wat stappen maken. FC Groningen

heeft haar kostenbeleid goed op orde, maar trekt nog steeds relatief dure spelers aan. PSV moet echter

nog grote veranderingen doorvoeren. Deze club scoort op beide terreinen zeer matig. De kosten dalen

niet en ook worden er op de transfermarkt nog steeds grote risico’s genomen.

Club Kostenbeleid Transferbeleid

Ajax + +/-

FC Groningen + -

FC Utrecht +/- +

Feyenoord + +

PSV +/- -

Roda JC + +

sc Heerenveen + +

Page 60: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Referenties AD (2013a). “Veendam negende club sinds 1954 die failliet gaat”, Algemeen Dagblad.

Verschenen op 25-03-2013.

AD (2013b). “De Kuip wordt weer als nieuw”, Algemeen Dagblad. Verschenen op 06-12-

2013.

Ajax (2004 - 2012). “Jaarverslagen 2004 - 2012”.

Ajax (2010). “Skyboxen”, ajax.nl. Verkregen op 17-02-2014.

Ajax (2014). “Erelijst”, ajax.nl. Verkregen op 17-02-2014.

Amsterdam Arena (2014). “Wist je dat?”, amsterdamarena.nl. Verkregen op 17-02-2014.

Beleidsimpuls (2014). “SWOT analyse uitleg”, beleidsimpuls.nl. Verkregen op 17-02-2014.

Berends, S. (2013). “Mooie geste: Roda JC krijgt vanaf 2009 huurverlaging”, ELF voetbal.

Verschenen op 25-04-2013.

Blokland, P. (2012). “Vrienden van Feyenoord”, Vrienden van Feyenoord B.V. Verschenen

op 17-02-2014.

De Kuip (2014). “Over De Kuip”, dekuip.nl. Verkregen op 17-02-2014.

Eredivisiestats (2014). “Standen”, eredivisiestats.nl. Verkregen op 17-02-2014.

FC Groningen (2014). “Stadion Euroborg”, fcgroningen.nl. Verkregen op 17-02-2014.

FC Groningen (2004 - 2012). “Jaarverslagen FC Groningen 2004 - 2012”.

FC Update (2013). “Eredivisie stand 2012-2013”, fcupdate.nl. Verkregen op 02-04-2014.

FC Update (2014). “Eredivisie stand 2013-2014”, fcupdate.nl Verkregen op 02-04-2014.

FC Utrecht (2004 - 2012). “Jaarverslagen FC Utrecht 2005 - 2012”.

FC Utrecht (2013). “Eerste stap op weg naar financieel herstel gezet”, fcutrecht.nl. Verkregen

op 17-02-2014.

Feyenoord (2004 - 2012). “Jaarverslagen Feyenoord 2005 - 2012”.

Feyenoord (2014). “Erelijst”, feyenoord.nl. Verkregen op 17-02-2014.

Huiskamp, F. (2013). “Directeur Veenstra weg bij voetbalclub Heerenveen”, NRC.

Verschenen op 21-06-2013.

Jansen, F. (2013). “FC Utrecht wil niet mee in de waanzin van salariseisen”, Voetbal

International. Verschenen op 04-11-2013.

Kotler, P. & Keller, K.L. (2009). Marketing Management. New Jersey: Pearson Education.

KNVB (2013). “KNVB maakt categorie-indeling clubs bekend”, knvb.nl. Verkregen op 17-02-

2014.

Lenders, R. (2013). “Eredivisie trekt volle zalen”, tussendelinies.nl. Verkregen op 17-02-2014.

Loon, van, W. (2011). “Gemeente Eindhoven koopt grond PSV voor 48 miljoen”, Elsevier.

Verschenen op 25-05-2011.

Misset, R. (2008). “Terug naar inktzwarte dag van Nancy”, Volkskrant. Verschenen op 23-10-

2008.

Page 61: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Nationale Atlas Volksgezondheid (2012). “Bevolkingsdichtheid 2012”, Zorgatlas. Verschenen

op 17-02-2014

NOS (2012). “Prijzenpot CL voller dan ooit”, nos.nl. Verkregen op 17-02-2014.

NOS (2013). “Jordania doet Vitesse van de hand”, nos.nl. Verkregen op 17-02-2014.

NOS (2014). “FC Utrecht verlost van 27 mln schuld”, nos.nl. Verkregen op 17-02-2014.

NRC (2009). “Limburg ziet af van steun aan fusieclub”, NRC. Verschenen op 07-04-2009.

PSV (2004 - 2012). “Jaarverslagen PSV 2004 - 2012”.

PSV (2014a). “Philips Stadion”, psv.nl. Verkregen op 17-02-2014.

PSV (2014b). “Erelijst PSV sinds seizoen 1928-1929”, psv.nl. Verkregen op 17-02-2014.

Reiss, J. (2013). “The Philosophy of Economics”. New York: Routledge.

Rezelman, E. (2013). “Wat gaat Ajax doen met 75 miljoen?”, rtlnieuws.nl. Verkregen op 17-

02-2014.

Rieken, D. (2013). “Ten Rouwelaar wil ooit nog wel in Fryslân keepen”, Friesch Dagblad.

Verschenen op 28-02-2013.

Rijnmond (2012). “Vrienden van Feyenoord hebben dertig miljoen bijeen”, rijnmond.nl.

Verkregen op 17-02-2014.

Rijnmond (2013). “Feyenoord heeft opnieuw de beste jeugdopleiding”, rijnmond.nl.

Verkregen op 17-02-2014.

Robxead (2012). “Het maken en het doel van een SWOT analyse of sterkte zwakte analyse”,

plazilla.com. Verkregen op 17-02-2014.

Roda JC (2004 - 2012). “Jaarverslagen Roda JC 2004 - 2012”.

RTL Z (2013). “Ajax maakt 18 miljoen euro winst”, rtlnieuws.nl. Verkregen op 17-02-2014.

Sanchez, R. (2011). “Real Madrid financieel gezonder dan Barcelona”, realmadridcf.nl,

Verkregen op 17-02-2014.

sc Heerenveen (2004 - 2012). “Jaarverslagen sc Heerenveen 2004 - 2012”.

sc Heerenveen (2010). “Beleid”, sc-heerenveen.nl. Verkregen op 17-02-2014.

sc Heerenveen (2013). “Friese Roots”, sc-heerenveen.nl. Verkregen op 17-02-2014.

Schouten, A. (2013). “Rijke vrienden helpen FC Utrecht”, AD Sportwereld. Verschenen op

30-10-2013.

Telegraaf (2012). “Sanders wil deal met Ajax”, Telegraaf. Verschenen op 14-12-2012.

UEFA (2013). “Country coefficients 2013/2014”, uefa.com. Verkregen op 17-02-2014.

Visser, M. (2010). “Georgische zakenman koopt voetbalclub Vitesse”, Elsevier. Verschenen

op 16-08-2010.

Vissers, W. (2012). “Ajax is kampioen, dus Cruijf heeft gelijk”, Volkskrant. Verschenen op

03-05-2012.

Volkskrant (2012). “46 procent fan van Ajax, FC Twente populairder dan PSV”, Volkskrant.

Verschenen op 17-05-2012.

Page 62: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Vossers, A. (2013). “Werkgevers betaalden 628 miljoen euro crisisheffing in 2012”, Elsevier.

Verschenen op 28-10-2013.

Page 63: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

AppendixBijlage 1: Eindstanden Eredivisie, 2005-2012

Positie 2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008

1. PSV PSV PSV PSV2. Ajax AZ Ajax Ajax3. AZ Feyenoord AZ NAC Breda4. Feyenoord Ajax FC Twente FC Twente5. sc Heerenveen FC Groningen sc Heerenveen sc Heerenveen6. FC Twente FC Utrecht Roda JC Feyenoord7. Vitesse sc Heerenveen Feyenoord FC Groningen8. Roda JC Roda JC FC Groningen NEC9. RKC Waalwijk FC Twente FC Utrecht Roda JC10. Willem II NEC NEC FC Utrecht11. FC Utrecht Vitesse NAC Breda AZ 12. FC Groningen RKC Waalwijk Vitesse Vitesse13. NEC Heracles Almelo Sparta Rotterdam Sparta Rotterdam14. ADO Den Haag Sparta Rotterdam Heracles Almelo Heracles Almelo15. NAC Breda ADO Den Haag Willem II Willem II16. RBC Roosendaal NAC Breda Excelsior De Graafschap17. De Graafschap Willem II RKV Waalwijk VVV-Venlo18. FC Den Bosch RBC Roosendaal ADO Den Haag Excelsior

Positie 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012

1. AZ FC Twente Ajax Ajax2. FC Twente Ajax FC Twente Feyenoord3. Ajax PSV PSV PSV4. PSV Feyenoord AZ AZ5. sc Heerenveen AZ FC Groningen sc Heerenveen6. FC Groningen Heracles Almelo Roda JC FC Twente7. Feyenoord FC Utrecht ADO Den Haag Vitesse8. NAC Breda FC Groningen Heracles Almelo NEC9. FC Utrecht Roda JC FC Utrecht RKC Waalwijk10. Vitesse NAC Breda Feyenoord Roda JC11. NEC sc Heerenveen NEC FC Utrecht12. Willem II VVV-Venlo sc Heerenveen Heracles Almelo13. Sparta Rotterdam NEC NAC Breda NAC Breda14. ADO Den Haag Vitesse De Graafschap FC Groningen15. Heracles Almelo ADO Den Haag Vitesse ADO Den Haag16. Roda JC Sparta Rotterdam Excelsior VVV-Venlo17. De Graafschap Willem II VVV-Venlo De Graafschap18. FC Volendam RKC Waalwijk Willem II Excelsior

Bron: EredivisieStats/Standen

Page 64: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

EUR x 1.000 2005 2006 2007 2008Kaartverkoop € 33.317 € 37.807 € 31.179 € 29.328 - Competitie, Beker en Vriendschappelijk € 3.418 € 5.298 € 6.646 € 6.040 - Europese Competities € 5.153 € 6.210 € 3.944 € 803 - Premies Europese Competities € 4.191 € 7.094 € 441 € 308 - Seizoenskaarten € 8.999 € 8.662 € 9.280 € 9.850 - Business- en Skyboxplaatsen € 9.586 € 9.513 € 9.833 € 10.198 - Indirecte Wedstrijdbaten € 1.970 € 1.030 € 1.035 € 2.129 Sponsoring € 18.868 € 19.328 € 18.759 € 18.781 TV-Geld € 8.260 € 11.871 € 8.834 € 8.207 Merchandising € 6.180 € 5.424 € 6.119 € 5.576 Overig - - - - Netto-Omzet € 66.625 € 74.430 € 64.891 € 61.892

Inkoopwaarde Omzet € 2.927 € 2.976 € 3.439 € 2.757 Lonen en Lasten € 32.377 € 36.234 € 35.510 € 45.161 - Voetbal € 26.980 € 29.686 € 29.153 € 37.251 - Merchandising en Overige € 5.397 € 6.548 € 6.357 € 7.910 Afschrijving Vaste Activa € 1.933 € 1.434 € 1.376 € 1.249 Overig € 24.707 € 26.786 € 25.981 € 27.979 - Overige Personeelskosten € 2.355 € 3.237 € 3.502 € 3.697 - Wedstrijdkosten € 9.184 € 10.199 € 9.444 € 8.563 - Huisvestingskosten € 9.453 € 9.718 € 9.364 € 8.873 - Beheer- en Administratiekosten € 3.715 € 3.632 € 3.671 € 6.846 Bedrijfslasten € 61.944 € 67.430 € 66.306 € 77.146

Bedrijfsresultaat voor Afschrijving en Vergoedingssommen Zonder Champions League

€ 4.681€ 337

€ 7.000€ -1.304

€ -1.415 € -1.415 €

€-15.254 -15.254

Afschrijving Vergoedingssommen € -15.486 € -12.238 € -13.105 € -22.676 Resultaat Vergoedingssommen € 16.418 € 2.092 € 517 € 48.339 Financieel Resultaat € 508 € 547 € 951 € 694 Belastingen € -3.268 € 49 € 2.632 € -3.331 Resultaat Deelnemingen - € -4.076 - - Bedrijfsresultaat na BelastingZonder Champions League

€ 2.853€ -3.268

€ -6.626€ -14.930

€ -10.420€ -10.420 €

€ 7.772 7.772

Overige Informatie BedrijfsvoeringWerknemers (FTE) 236 232 266 2844- Spelers 85 80 89 101- Technische en Medische staf 49 48 58 60- Overig 102 104 119 123Eigen VermogenZonder Champions League

€ 74.912-

€ 68.284€ 59.982

€ 57.852€ 49.562 €

€ 65.442 57.334

Champions League Ja Ja Nee NeeBijlage 2: Resultatenrekening Ajax, 2005-2012

Page 65: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Bron: Jaarverslagen Ajax, 2005-2012

EUR x 1.000 2009 2010 2011 2012Kaartverkoop € 30.226 € 32.461 € 51.594 € 47.997 - Competitie, Beker en Vriendschappelijk € 4.232 € 5.607 € 6.905 € 5.204 - Europese Competities € 4.530 € 4.489 € 11.590 € 9.294 - Premies Europese Competities € 525 € 1.582 € 11.952 € 10.194 - Seizoenskaarten € 10.122 € 10.469 € 10.897 € 11.566 - Business- en Skyboxplaatsen € 10.031 € 9.241 € 9.709 € 10.227 - Indirecte Wedstrijdbaten € 786 € 1.073 € 541 € 1.512 Sponsoring € 25.280 € 25.010 € 28.890 € 24.775 TV-Geld € 5.479 € 5.235 € 7.393 € 17.830 Merchandising € 6.169 € 6.762 € 9.245 € 11.241 Overig - - - € 2.280 Netto-Omzet € 67.154 € 69.468 € 97.122 € 104.123

Inkoopwaarde Omzet € 3.829 € 3.274 € 4.627 € 5.792 Lonen en Lasten € 42.943 € 48.831 € 51.323 € 45.001 - Voetbal € 35.774 € 40.822 € 42.255 € 35.631 - Merchandising en Overige € 7.169 € 8.009 € 9.068 € 9.370 Afschrijving Vaste Activa € 1.294 € 1.523 € 1.787 € 6.104 Overig € 32.059 € 28.997 € 37.541 € 34.172 - Overige Personeelskosten € 4.510 € 3.308 € 3.868 € 6.403 - Wedstrijdkosten € 10.248 € 10.541 € 13.775 € 12.057 - Huisvestingskosten € 9.920 € 9.705 € 10.860 € 9.897 - Beheer- en Administratiekosten € 7.381 € 5.443 € 9.038 € 5.815 Bedrijfslasten € 80.125 € 82.625 € 95.278 € 91.069

Bedrijfsresultaat voor Afschrijving en VergoedingssommenZonder Champions League

€ -12.971€ -12.971

€ -13.157€ -13.157

€ 1.844 € -16.698

€ 13.054€ -1.434

Afschrijving Vergoedingssommen € -18.263 € -19.667 € -20.722 € -19.008 Resultaat Vergoedingssommen € 28.507 € 6.183 € 25.160 € 13.553 Financieel Resultaat € -247 € -12 € -448 € 2.438 Belastingen € -436 € 3.845 € -256 € 431 Resultaat Deelnemingen - - - € -9 Bedrijfsresultaat na BelastingZonder Champions League

€ -3.410 € -3.410

€ -22.808€ -22.808

€ 5.578 € -12.964

€ 10.459€ -4.029

Overige Informatie BedrijfsvoeringWerknemers (FTE) 317 329 313 339- Spelers 111 119 110 107- Technische en Medische staf 71 69 75 82- Overig 135 141 128 150Eigen VermogenZonder Champions League

€ 61.789€ 53.924

€ 39.228€ 31.116

€ 44.680€ 18.152

€ 54.746 € 14.123

Champions League Nee Nee Ja Ja

Page 66: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Bijlage 3: Resultatenrekening FC Groningen, 2005-2012EUR x 1.000 2005 2006 2007 2008

Kaartverkoop € 1.441 € 2.441 € 3.717 € 3.718 Sponsoring € 3.352 € 4.966 € 6.985 € 7.925 TV-Geld € 1.407 € 2.553 € 2.808 € 3.462 Merchandising € 74 € 183 € 188 € 202 Organisatiebureau - - - - Overig € 1.678 € 1.517 € 394 € 467 Netto-Omzet € 7.953 € 11.661 € 14.093 € 15.775

Inkoopwaarde Omzet € 152 € 97 - - Lonen en Lasten € 6.722 € 7.599 € 8.641 € 9.441 - Spelers - - - - - Overige Personeel - - - - Afschrijving Vaste Activa € 103 € 106 € 76 € 106 Overig € 2.456 € 3.639 € 5.232 € 6.742 - Wedstrijdkosten € 828 € 1.373 € 1.914 € 2.123 - Huisvestingskosten € 669 € 1.319 € 1.903 € 2.364 - Verkoopkosten € 292 € 472 € 443 € 501 - Algemene Kosten € 565 € 475 € 710 € 680 - KNVB Heffingen - - € 263 € 251 - Bijzondere Lasten € 102 - - € 823 Bedrijfslasten € 9.433 € 11.440 € 13.949 € 16.288

Bedrijfsresultaat voor Afschrijving en Vergoedingssommen € -1.480 € 221 € 143 € -513Afschrijving Vergoedingssommen € -797 € -739 € -1.428 € -3.093 Resultaat Vergoedingssommen € 13 € 2.865 € 3.522 € 4.619 Financieel Resultaat € -63 € -11 € -143 € -134 Belastingen - - € -576 € -220 Resultaat Deelnemingen - - - - Bedrijfsresultaat na Belasting € -2.328 € 2.336 € 1.519 € 659

Overige Informatie BedrijfsvoeringWerknemers (FTE) 65 64 70 74

Eigen VermogenZonder kapitaalstortingen en -onttrekkingen

€ -2.308-

€ 28 € 28

€ 1.547 € 1.547

€ 2.206 € 2.206

Page 67: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

EUR x 1.000 2009 2010 2011 2012Kaartverkoop € 3.851 € 3.827 € 4.302 € 3.785 Sponsoring € 9.019 € 9.423 € 9.592 € 9.375 TV-Geld € 3.105 € 2.478 € 2.331 € 1.929 Merchandising € 500 € 551 € 552 € 585 Organisatiebureau - € 248 € 114 € 205 Overig € 273 € 479 € 458 € 489 Netto-Omzet € 16.748 € 17.005 € 17.348 € 16.368

Inkoopwaarde Omzet € 203 € 666 € 411 € 467 Lonen en Lasten € 11.099 € 11.411 € 10.856 € 9.908 - Spelers - € 7.599 € 7.190 € 5.987 - Overige Personeel - € 3.812 € 3.666 € 3.921 Afschrijving Vaste Activa € 104 € 148 € 101 € 101 Overig € 6.278 € 6.612 € 7.475 € 7.672 - Wedstrijdkosten € 2.223 € 1.984 € 2.134 € 2.030 - Huisvestingskosten € 2.676 € 3.128 € 3.199 € 3.216 - Verkoopkosten € 703 € 618 € 1.004 € 1.155 - Algemene Kosten € 506 € 633 € 854 € 717 - KNVB Heffingen € 171 € 249 € 284 € 268 - Bijzondere Lasten - - - € 285 Bedrijfslasten € 17.684 € 18.836 € 18.843 € 18.148

Bedrijfsresultaat voor Afschrijving en Vergoedingssommen € -936 € -1.831 € -1.494 € -1.780 Afschrijving Vergoedingssommen € -5.053 € -3.804 € -4.146 € -4.190 Resultaat Vergoedingssommen € 3.349 € 5.947 € 1.002 € 7.840 Financieel Resultaat € -251 € -301 € - € - Belastingen € 723 € 9 € 1.122 € -441 Resultaat Deelnemingen - - - - Bedrijfsresultaat na Belasting € -2.167 € 21 € -3.516 € 1.429

Overige Informatie BedrijfsvoeringWerknemers (FTE) 80 83 81 79

Eigen VermogenZonder kapitaalstortingen en -onttrekkingen

€ 38 € 38

€ 2.069 € 59

€ 2.573 € -3.457

€ 4.002 € -2.028

Bron: Jaarverslagen FC Groningen, 2005-2012

Page 68: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Bijlage 4: Resultatenrekening FC Utrecht, 2005-2012EUR x 1.000 2006 2007 2008

Kaartverkoop € 5.784 € 6.501 € 6.291 - Seizoenskaarten en Losse Kaartverkoop € 3.567 € 4.043 € 3.824 - Skyboxen € 1.647 € 1.848 € 1.869 - Logehouders € 570 € 611 € 599 Sponsoring € 5.201 € 5.054 € 4.953 TV-Geld € 3.358 € 3.421 € 3.384 Merchandising € 455 € 482 € 491 Overig € 782 € 715 € 699 Netto-Omzet € 15.580 € 16.174 € 15.819

Inkoopwaarde Omzet € 283 € 293 € 295 Lonen en Lasten € 7.733 € 9.172 € 9.488 Afschrijving Vaste Activa € 225 € 264 € 354 Overig € 6.269 € 7.431 € 7.206 - Wedstrijdkosten € 1.659 € 2.255 € 1.761 - Huisvestingskosten € 2.050 € 2.326 € 2.319 - Verkoopkosten € 361 € 469 € 536 - Algemene Kosten € 1.111 € 1.174 € 1.291 - KNVB Heffingen € 290 € 323 € 311 - Overige Personeelskosten € 797 € 884 € 987 Bedrijfslasten € 14.509 € 17.160 € 17.343

Bedrijfsresultaat voor Afschrijvingen en Vergoedingssommen € 1.071 € -986 € -1.525 Afschrijving Vergoedingssommen € -1.479 € -1.602 € -1.452 Resultaat Vergoedingssommen € 366 € 2.818 € - Financieel Resultaat € 46 € 57 € 85 Belastingen € - € - € - Resultaat Deelnemingen € - € - € - Bedrijfsresultaat na Belasting € 4 € 286 € -2.891

Overige Informatie Bedrijfsvoering Werknemers (FTE) 195 195 206 - Contractspelers 144 143 153 - Technische en Medische Staf 16 16 17 - Overig 35 36 36

Eigen Vermogen Zonder kapitaalstortingen en -onttrekkingen

€ 2.461 -

€ 2.747 € 2.747

€ 15.856 € -144

Page 69: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

EUR x 1.000 2009 2010 2011 2012Kaartverkoop € 6.081 € 6.235 € 9.214 € 5.966 - Seizoenskaarten en Losse Kaartverkoop € 3.818 € 4.145 € 6.159 € 3.169 - Skyboxen € 1.671 € 1.490 € 1.900 € 1.827 - Logehouders € 592 € 599 € 1.155 € 970 Sponsoring € 4.917 € 4.785 € 5.675 € 3.622 TV-Geld € 2.711 € 2.566 € 2.354 € 1.702 Merchandising € 385 € 573 € 816 € 392 Overig € 672 € 920 € 1.429 € 1.425 Netto-Omzet € 14.766 € 15.078 € 19.487 € 13.106

Inkoopwaarde Omzet € 274 € 398 € 554 € 448 Lonen en Lasten € 11.270 € 13.059 € 13.625 € 12.203 Afschrijving Vaste Activa € 473 € 491 € 530 € 607 Overig € 7.670 € 8.899 € 12.082 € 9.601 - Wedstrijdkosten € 1.936 € 2.466 € 4.749 € 2.790 - Huisvestingskosten € 2.467 € 2.676 € 2.720 € 2.657 - Verkoopkosten € 680 € 777 € 1.079 € 715 - Algemene Kosten € 1.327 € 1.617 € 1.830 € 1.124 - KNVB Heffingen € 149 € 87 € 235 € 176 - Overige Personeelskosten € 1.110 € 1.275 € 1.469 € 2.139 Bedrijfslasten € 19.686 € 22.846 € 26.790 € 22.858

Bedrijfsresultaat voor Afschrijving en Vergoedingssommen € -4.921 € -7.767 € -7.302 € -9.753 Afschrijving Vergoedingssommen € -2.437 € -2.424 € -2.328 € -1.476 Resultaat Vergoedingssommen € 3.294 € 5.618 € 116 € 5.962 Financieel Resultaat € 606 € 111 € 13 € 32 Belastingen € - € - € - € - Resultaat Deelnemingen € - € -531 € 266 € 938 Bedrijfsresultaat na Belasting € -3.458 € -4.993 € -9.236 € -4.297

Overige Informatie BedrijfsvoeringWerknemers (FTE) 204 231 227 218- Contractspelers 151 173 171 158- Technische en Medische Staf 20 23 23 25- Overig 33 35 33 35

Eigen VermogenZonder kapitaalstortingen en -onttrekkingen

€ 12.398€ -3.602

€ 7.405€ -8.595

€ -1.831€ -17.831

€ -6.128€ -22.128

Bron: Jaarverslagen FC Utrecht, 2006-2012

Page 70: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

EUR x 1.000 2005 2006 2007 2008Wedstrijdopbrengsten € 9.769 € 9.067 € 9.617 € 12.220 - Competitie, Beker en Vriendschappelijk € 2.604 € 5.310 - Europese Competities € 1.312 € - - Seizoenskaarten € 5.701 € 6.910 Sponsoring € 16.077 € 16.108 € 15.806 € 17.210 TV-Geld € 6.401 € 7.296 € 7.209 € 6.310 Merchandising € 4.114 € 5.343 € 5.207 € 6.510 Overig € 239 € 124 € 405 € 710 Netto-Omzet € 36.689 € 37.938 € 38.244 € 42.960

Inkoopwaarde Omzet € 2.204 € 3.726 € 3.721 € 5.361 Lonen en Lasten € 26.163 € 26.493 € 23.691 € 27.085 Afschrijving Vaste Activa € 395 € 571 € 541 € 486 Overig € 11.099 € 11.412 € 15.802 € 17.512 Bedrijfslasten € 39.861 € 42.202 € 43.755 € 50.444

Bedrijfsresultaat voor Afschrijving en Vergoedingssommen € -3.172 € -4.264 € -5.511 € -7.484 Afschrijving Vergoedingssommen € -7.181 € -8.390 € -7.181 € -9.522 Resultaat Vergoedingssommen € 6.727 € 7.379 € 15.188 € 23.441 Afschrijving Goodwill € -500 € -500 € -500 € -500 Financieel Resultaat € -1.456 € -1.895 € -1.291 € -2.625 Belastingen € - € - € - € - Resultaat Deelnemingen - - - - Bedrijfsresultaat na Belasting € -5.582 € 2.330 € 705 € 3.310

Overige Informatie BedrijfsvoeringWerknemers (FTE) 204 206 206 208- Binnenland 166 168- Buitenland 40 40

Eigen VermogenZonder kapitaalstortingen en -onttrekkingen

€ -2.904-

€ -574 € -574

€ -11.633 € 131

€ -6.423 € 3.441

Bijlage 5: Resultatenrekening Feyenoord, 2005-2012

Page 71: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

EUR x 1.000 2009 2010 2011 2012Wedstrijdopbrengsten € 10.209 € 10.390 € 9.252 € 10.431 - Competitie, Beker en Vriendschappelijk € 2.503 € 3.690 € 2.284 € 3.215 - Europese Competities € 1.103 € - € 84 - - Seizoenskaarten € 6.603 € 6.700 € 6.884 € 7.216 Sponsoring € 19.509 € 20.300 € 19.220 € 19.982 TV-Geld € 6.708 € 4.497 € 3.456 € 3.198 Merchandising € 5.908 € 4.900 € 5.159 € 4.195 Overig € 1.208 € 500 € 1.076 € 933 Netto-Omzet € 43.542 € 40.587 € 38.163 € 38.739

Inkoopwaarde Omzet € 6.246 € 6.320 € 7.063 € 6.757 Lonen en Lasten € 28.869 € 26.325 € 20.520 € 17.236 Afschrijving Vaste Activa € 1.828 € 508 € 520 € 268 Overig € 14.972 € 11.422 € 11.170 € 11.406 Bedrijfslasten € 51.915 € 44.575 € 39.273 € 35.667

Bedrijfsresultaat voor Afschrijving en Vergoedingssommen € -8.373 € -3.988 € -1.110 € 3.072 Afschrijving Vergoedingssommen € -10.719 € -9.271 € -5.084 € -2.484 Resultaat Vergoedingssommen € 3.842 € 649 € 900 € 7.781 Afschrijving Goodwill € -500 € -500 € -500 € -500 Financieel Resultaat € -1.102 € -1.437 € -1.541 € -852 Belastingen € - € - € 1.000 € -475 Resultaat Deelnemingen - - - - Bedrijfsresultaat na Belasting € -16.852 € -14.547 € -6.335 € 6.542

Overige Informatie BedrijfsvoeringWerknemers (FTE) 212 153 144 140- Binnenland 172 153 144 140- Buitenland 40 0 0 0

Eigen VermogenZonder kapitaalstortingen en -onttrekkingen

€ -23.275 € -13.411

€ -34.822 € -27.958

€ -21.057 € -34.293

€ -9.515 € -27.751

Bron: Jaarverslagen Feyenoord, 2005-2012

Page 72: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Bijlage 6: Resultatenrekening PSV, 2005-2012EUR x 1.000 2005 2006 2007 2008

Kaartverkoop € 28.021 € 22.862 € 43.998 € 41.838 - Competitie, Beker en Vriendschappelijk € 938 € 929 € 786 € 544 - Europese Competities € 5.434 € 3.425 € 4.811 € 5.186 - Premies Europese Competities € 15.606 € 11.472 € 31.632 € 28.914 - Club Cards € 5.077 € 6.021 € 6.235 € 6.542 - Indirecte Wedstrijdbaten € 966 € 1.015 € 534 € 652 Sponsoring € 15.268 € 16.164 € 16.805 € 17.176 TV-Geld € 4.212 € 6.097 € 7.390 € 7.772 Merchandising € 1.020 € 1.681 € 3.835 € 3.093 Stadionexploitatie € 11.381 € 13.586 € 13.977 € 15.005 Overig € 3.881 € 2.479 € 1.957 € 12.571 Netto-Omzet € 63.783 € 62.869 € 87.962 € 97.455

Inkoopwaarde Omzet € 577 € 1.853 € 3.978 € 3.569 Lonen en Lasten € 34.258 € 31.900 € 36.969 € 33.616 Afschrijving Vaste Activa € 4.823 € 4.809 € 5.160 € 4.915 Overig € 14.247 € 13.323 € 19.384 € 15.325 - Overige Personeelskosten € 977 € 716 € 1.094 € 439 - Wedstrijdkosten € 2.961 € 2.636 € 2.968 € 3.035 - Huisvestingskosten € 3.603 € 3.145 € 4.157 € 3.806 - Beheer- en Administratiekosten € 6.706 € 6.826 € 11.165 € 8.045 Bedrijfslasten € 53.905 € 51.885 € 65.491 € 57.425

Bedrijfsresultaat voor Afschrijving en VergoedingssommenZonder Champions League

€ 9.878 € -6.162

€ 10.984 € 1.087

€ 22.471 € -7.405

€ 40.030 € -70*

Afschrijving Vergoedingssommen € -11.596 € -12.509 € -10.156 € -10.875 Resultaat Vergoedingssommen € 379 € 16.209 € 5.689 € 11.278 Bijzondere Waardevermindering € -2.055 € -2.313 € -2.384 € -4.493 Financieel Resultaat € -7.735 € -8.210 € -10.061 € -5.709 Belastingen € -162 € -1.669 € 664 € -858 Resultaat Deelnemingen - - - - Bedrijfsresultaat na BelastingZonder Champions League

€ -11.291 € -27.331

€ 2.492 € -7.405

€ 6.223 € -25.220

€ 29.373€-10.727*

Overige Informatie BedrijfsvoeringWerknemers (FTE) 155 167 172 180- Voetballers en Technische Staf 75 85 86 90- Overig Personeel 80 82 86 90Eigen VermogenZonder Champions League

€ -12.617-

€ -9.665 € -20.022

€ -3.911 € -45.242

€ 25.026 € -55.969

Champions League Ja Ja Ja Ja

* Ook de opbrengsten van de verkoop van het parkeerterrein (€ 11.000.000) zijn buiten het resultaat gehouden.

Page 73: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

EUR x 1.000 2009 2010 2011 2012Kaartverkoop € 36.417 € 12.602 € 14.968 € 14.110 - Competitie, Beker en Vriendschappelijk € 577 € 899 € 1.029 € 1.316 - Europese Competities € 2.380 € 1.936 € 2.930 € 2.063 - Premies Europese Competities € 25.595 € 1.912 € 3.356 € 2.749 - Club Cards € 7.075 € 7.041 € 7.296 € 7.471 - Indirecte Wedstrijdbaten € 790 € 814 € 357 € 511 Sponsoring € 12.611 € 13.764 € 14.252 € 18.329 TV-Geld € 4.583 € 4.962 € 4.497 € 3.710 Merchandising € 2.658 € 2.823 € 2.490 € 3.120 Stadionexploitatie € 15.339 € 15.707 € 15.744 € 15.401 Overig € 1.600 € 1.996 € 3.194 € 46.554 Netto-Omzet € 73.208 € 51.854 € 55.145 € 101.224

Inkoopwaarde Omzet € 2.672 € 3.541 € 3.233 € 3.620 Lonen en Lasten € 29.907 € 32.899 € 32.583 € 31.195 Afschrijving Vaste Activa € 5.197 € 5.239 € 5.733 € 5.396 Overig € 15.655 € 15.921 € 17.785 € 21.732 - Overige Personeelskosten € 1.334 € 390 € 1.051 € 3.052 - Wedstrijdkosten € 2.518 € 3.142 € 3.208 € 2.972 - Huisvestingskosten € 4.404 € 4.185 € 4.644 € 6.812 - Beheer- en Administratiekosten € 7.399 € 8.204 € 8.882 € 8.896 Bedrijfslasten € 53.431 € 57.600 € 59.334 € 61.943

Bedrijfsresultaat voor Afschrijving en VergoedingssommenZonder Champions League

€ 19.777€ -3.198

€ 5.746€ 5.746

€ 4.189€ 4.189

€ 39.281€ -3.919*

Afschrijving Vergoedingssommen € -12.506 € -12.110 € -11.758 € -12.386 Resultaat Vergoedingssommen € 14.649 € 4.224 € 5.127 € 12.287 Bijzondere Waardevermindering € -4.616 € -3.072 € -2.896 € -4.317 Financieel Resultaat € -4.786 € -4.461 € -9.248 € 1.691 Belastingen € -3.252 € 3.627 € 7.426 € -8.882 Resultaat Deelnemingen - - - - Bedrijfsresultaat na BelastingZonder Champions League

€ 9.266€ -13.709

€ -17.538€ -17.538

€ -15.538 € -15.538

€ 27.674€-15.526*

Overige Informatie BedrijfsvoeringWerknemers (FTE) 183 188 181 171- Voetballers en Technische Staf 89 94 87 -- Overig Personeel 94 94 94 -Eigen VermogenZonder Champions League

€ 34.349€ -69.678

€ 16.343€ -87.216

€ 194€-102.754

€ 27.280€-118.280

Champions League Ja Nee Nee Nee

Bron: Jaarverslagen PSV, 2005-2012* Ook de opbrengsten van de verkoop van de grond van het trainingscomplex (€ 43.200.000) zijn buiten het resultaat gehouden.

Page 74: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

EUR x 1.000 2005 2006 2007 2008Kaartverkoop € 1.465 € 1.697 - - Sponsoring € 5.570 € 5.087 - - TV-Geld € 2.064 € 3.847 - - Merchandising € 153 € 208 - - Giften € 91 € 32 - - Overig € 377 € 514 - - Netto-Omzet € 9.720 € 11.385 € 10.946 € 12.348

Lonen en Lasten € 6.345 € 3.880 € 7.226 € 7.837 Afschrijving Vaste Activa € 1.395 € 1.403 € 37 € 34 Overig € 3.447 € 4.832 € 4.661 € 5.221 - Verkoopkosten € 1.147 € 1.822 - - - Huisvestingskosten € 982 € 1.357 - - - Wedstrijdkosten € 561 € 921 - - - Algemene Kosten € 757 € 732 - - - Overige Kosten - - - - Bedrijfslasten € 11.187 € 10.115 € 11.924 € 13.092

Bedrijfsresultaat voor Afschrijving en Vergoedingssommen € -1.467 € 1.270 € -978 € -744 Afschrijving Vergoedingssommen € -1.479 € -1.510 € -916 € -1.319 Resultaat Vergoedingssommen € 477 € 6.209 € 1.038 € 1.399 Financieel Resultaat € -1.131 € -1.033 € -154 € -79 Belastingen € 2.790 € -2.790 - - Resultaat Deelnemingen - € 12 € -563 - Bedrijfsresultaat na Belasting € -810 € 2.158 € -1.573 € -743

Overige Informatie BedrijfsvoeringWerknemers (FTE) 67 71 73 77- Spelers 28 28 27 24- Technische Staf 15 17 19 16- Overig 24 26 27 37

Eigen Vermogen € 1.148 € 3.306 € 1.516 € 768 Bijlage 7: Resultatenrekening Roda JC, 2005-2012

Page 75: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

EUR x 1.000 2009 2010 2011 2012Kaartverkoop - - - - Sponsoring - - - - TV-Geld - - - - Merchandising - - - - Giften - - - - Overig - - - - Netto-Omzet € 10.689 € 10.253 € 12.296 € 12.659

Lonen en Lasten € 9.133 € 9.417 € 7.807 € 6.762 Afschrijving Vaste Activa € 40 € 51 € 50 € 51 Overig € 5.479 € 3.155 € 4.956 € 3.397 - Verkoopkosten - € 1.190 € 805 € 1.235 - Huisvestingskosten - € 649 € 1.885 € 729 - Wedstrijdkosten - € 715 € 1.469 € 750 - Algemene Kosten - € 486 € 681 € 560 - Overige Kosten - € 115 € 116 € 123 Bedrijfslasten € 14.652 € 12.623 € 12.813 € 10.210

Bedrijfsresultaat voor Afschrijving en Vergoedingssommen € -3.963 € -2.370 € -517 € 2.449 Afschrijving Vergoedingssommen € -1.772 € -1.268 € -612 € -382 Resultaat Vergoedingssommen € 1.388 € 3.154 - € 883 Financieel Resultaat € -361 € -79 € -63 € -125 Belastingen - - - - Resultaat Deelnemingen - - - - Bedrijfsresultaat na Belasting € -4.708 € -563 € -1.192 € 2.825

Overige Informatie BedrijfsvoeringWerknemers (FTE) 84 84 65 69- Spelers 22 26 28 24- Technische Staf 22 15 13 15- Overig 40 43 24 30

Eigen Vermogen € -3.921 € -4.483 € -5.674 € -2.849

Bron: Jaarverslagen Roda JC, 2005-2012

Page 76: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Bijlage 8: Resultatenrekening sc Heerenveen, 2005-2012EUR x 1.000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Kaartverkoop € 4.465 € 5.159 € 5.528 € 5.212 € 6.679 € 6.939 € 5.079 - Sponsoring € 10.396 € 11.624 € 13.050 € 14.575 € 16.642 € 17.141 € 16.212 - TV-Geld € 2.923 € 4.370 € 3.859 € 4.007 € 4.023 € 2.914 € 2.152 - Merchandising € 29 € 1.101 € 1.082 € 1.352 € 1.099 € 697 € 447 - Food & Beverage € 417 € 537 € 604 € 613 € 867 € 689 € 492 - Overig € 206 € 370 € 491 € 734 € 1.080 € 960 € 717 - Netto-Omzet € 19.237 € 23.160 € 24.615 € 26.494 € 30.390 € 29.340 € 25.100 € 24.521

Inkoopwaarde Omzet € 354 € 550 € 508 € 1.553 € 2.757 € 2.082 € 1.252 € 1.151 Lonen en Lasten € 9.877 € 10.685 € 12.627 € 14.275 € 18.072 € 19.744 € 15.038 € 14.023 Afschrijving Vaste Activa € 743 € 837 € 1.225 € 1.437 € 1.621 € 1.596 € 1.431 € 1.024 Overig € 6.736 € 8.534 € 8.624 € 10.169 € 10.338 € 17.262 € 7.293 € 9.812 Bedrijfslasten € 17.711 € 20.606 € 22.983 € 27.435 € 32.789 € 40.683 € 25.014 € 26.009

Bedrijfsresultaat voor Afschrijving en Vergoedingssommen € 1.527 € 2.554 € 1.631 € -941 € -2.399 € -11.343 € 86 € -1.488 Afschrijving Vergoedingssommen € -1.260 € -1.547 € -4.328 € -8.487 € -7.527 € -15.341 € -6.108 € -4.104 Resultaat Vergoedingssommen € 1.587 € 12.396 € 1.013 € 15.047 € 21.769 € 6.857 € 2.895 € 5.103 Financieel Resultaat € -117 € 17 € -107 € -420 € -240 € -97 € -50 € -148 Belastingen € -581 € -4.034 € 760 € -1.180 € -3.058 € 5.066 € 640 € 367 Resultaat Deelnemingen € 56 € 66 € -21 € -76 € -235 € -52 € -233 € -24 Bedrijfsresultaat na Belasting € 1.212 € 9.452 € -1.052 € 3.943 € 8.310 € -14.911 € -2.771 € -295

Overige Informatie BedrijfsvoeringWerknemers (FTE) 116 128 136 155 156 169 155 135

Eigen Vermogen € 8.934 € 18.386 € 17.334 € 21.277 € 29.502 € 14.592 € 11.821 € 11.526

Bron: Jaarverslagen sc Heerenveen, 2005-2012

Page 77: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Bijlage 9: Bezettingsgraad Eredivisieclubs, 2010-2013

Bron: Lenders, 2013

Page 78: Nederlandse betaald voetbalorganisaties€¦ · Web viewUit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs

Bijlage 10: Bevolkingsdichtheid Nederland 2012

Bron: Nationale Atlas Volksgezondheid, 2012