NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op...

34
NAVO Dit tijdschrift, uitgegeven onder ver- antwoordelijkheid van de Secretaris- Generaal, is bedoeld om een bijdrage te leveren tot een constructieve dis- cussie over de Atlantische vraag- stukken. Daarom weerspiegelt de inhoud niet noodzakelijk de officiële mening of het beleid van de regerin- gen der lidstaten of van de NAVO. UITGEVER: Christopher Bennett ASSISTENT UITGEVER: Vicki Nielsen PRODUCTIE ASSISTENT: Felicity Breeze LAYOUT: NATO Graphics Studio Verantwoordelijke uitgever: directeur informatie & pers – NAVO, B-1110 Brussel Gedrukt in België door les Éditions Européennes © NATO [email protected] [email protected] De artikelen mogen na het verkrijgen van toe- stemming van de hoofdredacteur gereproduceerd worden, mits de NAVO KRONIEK als bron wordt vermeld en de naam van de auteur indien de arti- kelen ondertekend zijn. Het tijdschrift NAVO Kroniek wordt vier maal per jaar gepubliceerd, evenals in het: Deens NATO Nyt; Duits NATO Brief; Engels NATO Review; Frans Revue de l’OTAN; Grieks Deltio NATO; Hongaars NATO Tükor; Italiaans Rivista della NATO; Noors NATO Nytt; Pools Przeglad NATO; Portugees; Noticias da OTAN; Spaans Revista de la OTAN; Tsjechisch NATO Review Turks; NATO Dergisi. Eenmaal per jaar verschijnt een nummer in het IJslands - NATO Fréttir. Gebeurlijk verschijnen er ook nummers in het Oekraïens en het Russisch. NAVO Kroniek en andere NAVO publicaties zijn ook te vinden in het Engels en het Frans op het World Wide Web onder http: //www.nato.int/ Voor alle vragen naar informatie of om NAVO Kroniek gratis te verkrijgen of i.v.m. andere NAVO publicaties, gelieve men zich te wenden naar: NAVO Informatie- en Persbureau, 1110 Brussel, België Fax: (32-2) 707.45.79 E-Mail: [email protected] Elke vermelding in deze publicatie van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is gemarkeerd met een asterisk (*) die verwijst naar volgende voetnoot: Turkijë erkent de Republiek Macedonië onder haar grondwettelijke naam. NAVO NIEUWS 4 Nieuws in het kort van het NAVO-Bondgenootschap VIJF JAAR NA DAYTON 6 Bosnië waarheen? Gerald Knaus en Marcus Cox analyseren hoe het gesteld is met de vrede in Bosnië, vijf jaar nadat de kanonnen zwegen, en bespreken de vooruitzichten op een zelfstandig vredesproces. 12 Zoeken naar oplossingen voor veiligheidsproblemen David Lightburn geeft een overzicht van de militaire situatie in Bosnië en analyseert de internationale programma’s die ten doel hebben de veiligheid op de langere termijn op te bouwen. NAVO Kroniek 2 Winter 2000-2001 16 Mediaoorlogen Daniel Deluce neemt de hervorming van de media in Bosnië onder de loep, die in ernst begon toen de blauwhelmen de zenders van de Bosnisch-Servische televisie hadden veroverd. KRONIEKDEBAT 22 Is het tijd Dayton te herschrijven? TONY BORDEN VS.DANIEL SERWER Zou het herschrijven van Dayton Bosnië helpen of hinderen? Hoe zou het moeten? inhoud NAVO kroniek Banja Luka Tuzla Brcko* Sarajavo Srebrenica Mostar OP DE OMSLAG Amerikaanse soldaten in de Implementatiemacht IFOR, arriveren in december 1995 in Bosnië en Herzegovina om toe te zien op de ten- uitvoerlegging van het Dayton Akkoord. © Reuters

Transcript of NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op...

Page 1: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

NAVODit tijdschrift, uitgegeven onder ver-antwoordelijkheid van de Secretaris-Generaal, is bedoeld om een bijdragete leveren tot een constructieve dis-cussie over de Atlantische vraag-stukken. Daarom weerspiegelt deinhoud niet noodzakelijk de officiëlemening of het beleid van de regerin-gen der lidstaten of van de NAVO.

UITGEVER: Christopher BennettASSISTENT UITGEVER: Vicki NielsenPRODUCTIE ASSISTENT: Felicity BreezeLAYOUT: NATO Graphics Studio

Verantwoordelijke uitgever:directeur informatie & pers –NAVO, B-1110 BrusselGedrukt in België door les Éditions Européennes© NATO

[email protected]@hq.nato.int

De artikelen mogen na het verkrijgen van toe-stemming van de hoofdredacteur gereproduceerdworden, mits de NAVO KRONIEK als bron wordtvermeld en de naam van de auteur indien de arti-kelen ondertekend zijn.

Het tijdschrift NAVO Kroniek wordt vier maal perjaar gepubliceerd, evenals in het: Deens NATO Nyt;Duits NATO Brief; Engels NATO Review; FransRevue de l’OTAN; Grieks Deltio NATO; HongaarsNATO Tükor; Italiaans Rivista della NATO; NoorsNATO Nytt; Pools Przeglad NATO; Portugees;Noticias da OTAN; Spaans Revista de la OTAN;Tsjechisch NATO Review Turks; NATO Dergisi.

Eenmaal per jaar verschijnt een nummer in hetIJslands - NATO Fréttir. Gebeurlijk verschijnen erook nummers in het Oekraïens en het Russisch.

NAVO Kroniek en andere NAVO publicaties zijnook te vinden in het Engels en het Frans op hetWorld Wide Web onder http: //www.nato.int/Voor alle vragen naar informatie of om NAVOKroniek gratis te verkrijgen of i.v.m. andere NAVOpublicaties, gelieve men zich te wenden naar:

NAVO Informatie- en Persbureau,1110 Brussel, BelgiëFax: (32-2) 707.45.79E-Mail: [email protected]

Elke vermelding in deze publicatie van deVoormalige Joegoslavische Republiek Macedoniëis gemarkeerd met een asterisk (*) die verwijst naarvolgende voetnoot: Turkijë erkent de RepubliekMacedonië onder haar grondwettelijke naam.

NAVO NIEUWS

4Nieuws in het kortvan het NAVO-Bondgenootschap

VIJF JAAR NA DAYTON6Bosnië waarheen?Gerald Knaus en Marcus Cox analyserenhoe het gesteld is met de vrede inBosnië, vijf jaar nadat de kanonnenzwegen, en bespreken de vooruitzichtenop een zelfstandig vredesproces.

12Zoeken naar oplossingenvoor veiligheidsproblemenDavid Lightburn geeft een overzichtvan de militaire situatie in Bosnië enanalyseert de internationale programma’sdie ten doel hebben de veiligheidop de langere termijn op te bouwen.

NAVO Kroniek2 Winter 2000-2001

16MediaoorlogenDaniel Deluce neemt de hervormingvan de media in Bosnië onder de loep,die in ernst begon toen de blauwhelmende zenders van de Bosnisch-Servischetelevisie hadden veroverd.

KRONIEKDEBAT

22Is het tijd Dayton te herschrijven?TONY BORDEN VS. DANIEL SERWER

Zou het herschrijven van DaytonBosnië helpen of hinderen?Hoe zou het moeten?

inhoudNAVOkroniek

Banja Luka

Tuzla

Brcko*

Sarajavo

Srebrenica

Mostar

OP DE OMSLAGAmerikaanse soldaten in deImplementatiemacht IFOR, arriverenin december 1995 in Bosnië enHerzegovina om toe te zien op de ten-uitvoerlegging van het Dayton Akkoord.

© R

eute

rs

Page 2: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

KRONIEKRAPPORTAGE

28Partners op het net

29De rampenbestrijding in Albanië

BOEKBESPREKING

30Boeken over BosniëChristopher Bennet bespreektde literatuur die de afgelopen tien jaarover Bosnië is verschenen.

VEILIGHEIDSZAKEN32De veiligheid heroverwegenChris Donnelly belicht nieuwebedreigingen van de veiligheiden dringt aan op robuuste strategieënom ze te bestrijden.

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3

voor

woo

rd

Toen mijn voorganger Paul-Henri Spaak aan het einde vande jaren ‘50 de NAVO Kroniek lanceerde, deed hij dat omdathij geloofde in de kracht van ideeën, het belang van het debatbij de besluitvorming, en het nut van de kritische analyse. Hijhad natuurlijk volkomen gelijk en in de tijd van de KoudeOorlog groeide de NAVO Kroniek uit tot een belangrijkforum voor nieuwe benaderingen t.o.v. de zeer duidelijke vei-ligheidsuitdagingen van die tijd.

Meer dan 40 jaar later is de Euro-Atlantische veilig-heidsomgeving bijna onherkenbaar veranderd. Nu staanwij tegenover een veel groter variëteit aan veiligheidspro-blemen — van crisisbeheersing, tot vredeshandhaving,proliferatie en terrorisme. Wij beschikken ook over nieuwemogelijkheden om vrede en veiligheid in het gehele Euro-Atlantische gebied op te bouwen, door een creatief, gerichtpartnerschap en samenwerking. Als gevolg daarvan is debehoefte aan nieuwe ideeën, openhartige discussie en kwa-litatief hoogwaardig onderzoek eigenlijk groter dan ooit tevoren. Dat is de reden dat wij de NAVO Kroniek hebbengemoderniseerd en een nieuw aanzien hebben gegeven.Natuurlijk zal de nieuwe NAVO Kroniek een bijdrage blij-ven leveren aan een constructieve discussie over Atlanti-sche zaken, en een forum blijven bieden voor een volwas-sen, democratisch debat en de uitwisseling van ideeën.Daar komt geen verandering in. Maar de gemoderniseerdeNAVO Kroniek zal zich op nog uitdagender wijze bezighouden met de veiligheidsvraagstukken van vandaag enmorgen, en een significante bijdrage trachten te leverenaan de internationale discussie en besluitvorming. Zijkrijgt ook een meer lezervriendelijke lay-out. U heeft heteerste nummer van de gemoderniseerde NAVO Kroniek inuw hand. Ik hoop dat u er veel plezier aan beleeft.

Dit nummer van de NAVO Kroniek is bijzonder geschiktom deze verbeteringen en aanpassingen aan te brengen. Hetherdenkt dat het vijf jaar geleden is, dat de eerste vredes-handhavingsmissie van de NAVO van start ging — een ope-ratie die het Bondgenootschap en zijn rol in de Euro-Atlan-tische veiligheid ingrijpend heeft gewijzigd. Sindsdien is hetBondgenootschap gegroeid en heeft het een grote verschei-denheid aan nieuwe missies en taken op zich genomen.Tochblijft de NAVO-missie in Bosnië en Herzegovina, waar deNAVO bijdraagt aan de stabiliteit en veiligheid, van cruciaalbelang. In de vijf jaar sinds de vredesmacht onder leiding vande NAVO voor het eerst in Bosnië werd ingezet, is er veel tengoede veranderd en is er geen hervatting geweest van de vij-andelijkheden. Maar nu wij de 21ste eeuw binnengaan, blij-ken de antwoorden op complexe en reeds lang bestaandeproblemen soms moeilijk te vinden en het is steeds belangrij-ker deze problemen in alle openheid te analyseren, om totduurzame oplossingen te komen. Ik weet zeker dat u vanmening zult zijn dat dit nummer van de NAVO Kroniek eenwaardevolle bijdrage levert aan deze cruciale discussie.

Lord Robertson

Volume 48Winter 2000-2001

Page 3: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

Bezoek aan KosovoLord Robertson bezocht Kosovo op30 november, waar hij zowel Servi-sche als etnische Albanezen waar-schuwde geen steun te geven aanmilitante extremisten in de Presevovallei.

Op 28 november ontving LordRobertson op de NAVO de Letse pre-sident Vaira Vike-Freiberga i.f.v. devoorbereidingen op een mogelijkNAVO-lidmaatschap. Hij had ook eenontmoeting met de Poolse presidentAleksander Kwasniewski om defen-siehervormingen te bespreken.

De Slovaakse premier Mikulas Dzur-inda ontmoette Lord Robertson opde NAVO op 24 november.

Lord Robertson bezocht Turkije van22 tot 23 novemebr en ontmoette deTurkse premier Bülent Ecevit ensprak voor de Turkse stichting vooreconomische en sociale studies.

De Duitse kanselier Gerhard Schrö-der bezocht de NAVO op 22 novem-ber en besprak met Lord Robertsonrecente ontwikkelingen in EU-NAVOveiligheidssamenwerking, Duitsedefensiehervormingen en de situatiein de Balkan.

Lord Robertson woonde de 46ste jaar-lijkse samenkomst van de NAVO Par-lementaire Assemblee bij, dieplaatsvond van 18 tot 21 november inBerlijn, Duitsland.

Gesprek met Soros

George Soros bezocht de NAVO op 9november om er mogelijke samen-werking ter versterking van de demo-cratische samenleving in ZuidoostEuropa en Centraal Asië te besprekenmet Lord Robertson.

De Bulgaarse premier Ivan Kostovontmoette Lord Robertson op deNAVO op 20 november om militairehervormingen te bespreken alsook de Bulgaarse voorbereidingenvoor een mogelijks NAVO-lidmaat-schap en ontwikkelingen in ZuidoostEuropa.

Op 8 en 9 november hield het NAVOMilitair Comité haar jaarlijkse twee-daagse vergadering op niveau van deStafchefs.

Het NAVO Militair Comité bezochtKosovo en Bosnië & Herzegovinaom de vredesprocessen te bekijken,KFOR en SFOR bevelvoerderste ontmoeten, verantwoordelijkenvoor andere internationale agent-schappen, en locale politieke en mili-taire leiders.

Lord Robertson sprak voor de Alge-mene Vergadering van de AtlantischeVerdragsvereniging in Budapest,Hongarije, van 31 oktober tot 3november en ontmoette later de Hon-gaarse president Ferenc Màdl en pre-mier Viktor Orbàn.

Vertegenwoordigers van het Verk-hovna Rada (het Oekraïense parle-ment), de NAVO ParlementaireAssemblee en NAVO’s internationaleciviele en militaire staven kwamensamen op de NAVO op 2 en 3 novem-ber om NAVO-Oekraïense samen-werking te bespreken.

Lord Robertson sprak tot de perma-nente raad van de Organisatie voorVeiligheid en Samenwerking inEuropa (OVSE) in Wenen op 2november. Hij ontmoette ook de Oos-tenrijkse Kanselier Wolfgang Schüs-sel, Buitenlandminister en OVSE-voorzitter Benita Ferrero-Waldner enDefensieminister Herman Schreib-ner.

Veilige verkiezingenLord Robertson gaf uitdrukking aanzijn tevredenheid ingevolge het ver-loop van de gemeenteverkiezingen inKosovo op 28 oktober. KFOR werktenauw samen met OVSE en VN InterimAdministration in Kosovo om een vei-lige omgeving te bewaren en logis-tieke bijstand te verlenen.

Negen NAVO en 11 Partnerlandennamen deel aan Cooperative Determi-nation 2000, een computer-assistedoefening in Luzern, Zwitserland tus-sen 1 en 10 november. Het Internatio-naal Comité van het Rode Kruis en

het bureau van de VN Hoge Commis-saris voor de Vluchtelingen namenook hieraan deel.

Van 16 tot 28 oktober namen troepenvan zes NAVO-landen deel aanUnified Spirit 2000, een marineoefening in de westelijke AtlantischeOceaan en het Caraïbisch gebied.Deze oefening had ten doel deinteroperabiliteit tussen multinatio-nale gezamenlijke troepen te bevor-deren en het vermogen te ontwikke-len operaties aan te passen aande intensiteit van een conflict.

Lord Robertson reisde op 26 oktobernaar Zwitserland voorafgaand aanhet referendum dat op 26 novemberin dat land zou worden gehoudenover de vermindering van de Zwit-serse defensie-uitgaven met 50 pro-cent over een periode van tien jaar. Hijontmoette de Zwitserse president enminister van defensie Adolf Ogi enminister van buitenlandse zakenJoseph Deiss en woonde een sympo-sium bij over Veiligheid door Samen-werking.

De Conferentie van Nationale Bewa-peningsdirecteuren (CNAD) die zichbezig houdt met bewapeningssamen-werking en -aanschaf van de NAVO-leden kwam op 24 en 25 oktober teBrussel, in België bijeen.

De NAVO-Oekraïne werkgroep overwetenschappelijke en milieusa-menwerking kwam voor de eerstekeer bijeen op 18 oktober 2000 op hetNAVO-hoofdkwartier.

Toespraakvan de aanklager

Carla Del Ponte aanklager bij hetInternationaal Gerechtshof in DenHaag sprak op 18 oktober de Euro-Atlantische Partnerschapsraad toe.

De tweede fase van de onderzee-oefe-ning Cooperative Poseidon werdgehouden van 9 tot 13 oktober in DenHelder, Nederland, als vervolg op eenoefening in maart jl. in Stockholm. Hetdoel van deze oefening is gezamen-lijke veiligheidsprocedures te ontwik-kelen tussen de NAVO- en de Partner-landen om het risico van ongelukkenmet onderzeeërs te verkleinen.

Wisseling in het bevelvan KFORGeneraal Carlo Cabigiosu van Italiënam op 16 oktober voor zes maandenhet bevel van KFOR op zich. Hij is deopvolger van generaal Juan Ortuñovan Spanje.

Tijdens een bezoek van twee dagen aanSofia, in Bulgarije ontmoette LordRobertson president Petar Stoyanoven premier Ivan Kostov. Hij hield eentoespraak voor de Atlantische Clubvan Bulgarije en nam deel aan een ver-gadering van de ministers van defensievan landen deelnemend aan het Actie-plan voor Aspirant-leden van de NAVO.

Van 9 september tot 4 oktober werdin Griekenland de oefening AdventureExchange 2000 gehouden. Troepenuit 15 NAVO-landen oefenden in degezamenlijke verdediging van NAVO-grondgebied.

De oefening Destined Glory 2000,waaraan werd deelgenomen doormarine-, luchtmacht-, en amfibischetroepen uit acht NAVO-landen, werdvan 9 tot 25 oktober gehouden in deEgeïsche Zee en het oostelijk deelvan de Middellandse Zee.

NAVO Kroniek4 Winter 2000-2001

NAVO NIEUWS

Page 4: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

Voor de derde maal sinds de onderte-kening van het NAVO-Oekraïne Hand-vest in 1997 bracht het PolitiekComité van de NAVO een bezoek aanOekraïne (4-6 oktober). Het ont-moette hoge vertegenwoordigers vanhet Ministerie van Defensie, de Oek-raïense commissie voor betrekkingenmet de NAVO en leden van het Oek-raïense parlement.

Drie ontvangers van beurzen terbeschikking gesteld door het NAVO-Wetenschappelijk Programma – Zho-res I. Alferov, Alan G. MacDiarmid enPaul Greengard – waren laureaten vande Nobelprijzen van dit jaar, respectie-velijk voor Natuurkunde, Scheikunde enPhysiologie/Geneeskunde.

VN-secretaris-generaal, Kofi Annanbracht op 5 oktober een bezoek aan deNAVO om te spreken over de veilig-heidsproblemen op de Balkan en de bij-drage die de NAVO als regionale organi-satie heeft aan VN-vredesmissies.

VriendschapshandNadat president Slobodan Milosevicvan het voormalig Joegoslavië gevallenwas, heeft Lord Robertson de vriend-schapshand uitgestoken naar de bevol-king van de Federale Republiek Joego-slavië. Sprekend tijdens een informelebijeenkomst van NAVO-ministers vandefensie in Birmingham, Engeland,op 10 oktober, verwelkomde LordRobertson de democratische verande-ring en beloofde hij het Joegoslavischevolk te zullen helpen hun plaats in deEuro-Atlantische gemeenschap terugte vinden.

VideodialoogTijdens videoconferenties op 2 en 3oktober, bespraken Lord Robertson,de voorzitter van het Militair Comité,admiraal Guido Venturoni, en NAVO-ambassadeurs de stand van zaken inde KFOR-missie met de vertrekkendebevelhebber van KFOR, generaal

Juan Ortuño, en de implementatie vanhet Dayton Akkoord in Bosnië met dehoge vertegenwoordiger, WolfgangPetritsch, en de bevelhebber vanSFOR, generaal Michael L. Dodson.

Op 27 september bracht de premiervan de voormalige JoegoslavischeRepubliek Macedonië 1), Ljubco Geor-gievski, een bezoek aan de NAVO.

Lord Robertson reisde op 25 en 26september naar Georgië waar hij pre-sident Eduard Sjevardnadze en eenaantal ministers ontmoette.

Tussen 20 en 29 september werd inBrussel, in België en in Oezjgorod, inOekraïne Trans-Carpathia 2000gehouden, een rampenbestrijdings-oefening, waaraan werd deelgeno-men door militairen uit twee NAVO-en negen Partnerlanden.

ToekomstigeuitdagingenLord Robertson, NAVO-ambassa-deurs, hoge NAVO-officials, rege-ringsdeskundigen en academici kwa-men op 21 en 22 september inBerlijn, in Duitsland bijeen, om tij-dens de jaarlijkse NAVO-Herzie-ningsconferentie te spreken over deuitdagingen voor het Bondgenoot-schap in de toekomst.

Op 20 september informeerde de Geal-lieerd opperbevelhebber Europa(SACEUR), generaal Joseph Ralstonde Noord-Atlantische Raad over devoorbereidingen die door KFOR enSFOR werden getroffen om een veiligeomgeving te scheppen, waarin de aan-staande verkiezingen in Kosovo en Bos-nië gehouden zouden kunnen worden.

Lord Robertson gaf een analyse vande nieuwe rol van de NAVO in de cri-sisbeheersing en de gevolgen daar-van voor de Bondgenootschappelijkeagenda, tijdens een seminar dat geor-ganiseerd was door het GeorgeMarshall Center in Garmisch, inDuitsland, op 14 september, voordathij afreisde naar het NAVO-Defensie-college in Rome, in Italië, waar hij deEisenhower Lezing hield over Therelevance of Atlanticism.

Mijlpaal ontmoetingDe Noord-Atlantische Raad en hetinterim Comité Politiek en Veilig-heid van de EU kwamen voor heteerst op ambassadeursniveau bijeenop 19 september, in Brussel, in Bel-gië. Zij namen de stand van zaken opin de EU-NAVO ad hoc werkgroepen,die zijn opgericht om regelingen teontwerpen waarmee de EU toegang

zou krijgen tot de collectieve NAVO-middelen, en om een permanentoverlegapparaat tussen de twee orga-nisaties in het leven te roepen.

Toespraak Bildt

Carl Bildt bijzonder VN-afgezant voorde Balkan, lichtte op 13 september deNoord-Atlantische Raad in over desituatie op de Balkan.

De oefening Cooperative Best Effort2000 werd van 11 tot 22 septembergehouden in Cloej-Napoca in noord-west Roemenië. Aan deze oefeningwerd deelgenomen door 400 militai-ren uit acht NAVO- en negen Partner-landen, en 800 Roemeense soldaten.Zij betrof operationele aspecten vande vredesondersteuning.

Op 13 september bracht de Slo-veense premier, Andrei Bajoek, eenbezoek aan Lord Robertson op deNAVO.

Troepen uit zes NAVO- en acht Part-nerlanden namen deel aan een oefe-ning vredesondersteuning, Coopera-tive Key 2000 geheten. Aan dezeoefening die van 4 tot 15 septemberin zuidoost Roemenië werd gehou-den, werd deelgenomen door vlieg-tuigen en medisch personeel.

Het Sloveense Centrum voor Taal-trainingen werd door de NAVO offi-cieel bestempeld tot het zevende PfP-Trainingscentrum. Het centrum biedtcursussen aan deelnemers uit allePartnerlanden die Engels willen leren.

De NAVO-chefs van defensiestavenkwamen op 11 september in Athene, inGriekenland, bijeen en op 15 septemberin Istanbul, in Turkije, om te sprekenover de Balkan en om de strijdkracht-structuur van de NAVO te evalueren.

Op 8 september nam de Amerikaansegeneraal Michael L. Dodson hetbevel van SFOR in Bosnië over, hij isde opvolger van de Amerikaansegeneraal Ronald Emerson Adams.

Atlantisch commando

De Amerikaanse generaal WilliamF. Kernan is op 5 september 2000 deAmerikaanse admiraal Harold W. Geh-man Jr. opgevolgd als Geallieerdopperbevelhebber van de NAVO, voorde Atlantische Oceaan (SACLANT).

Lord Robertson heeft een sympo-sium bijgewoond in Reykjavik, opIJsland, dat van 6-7 september geor-ganiseerd was door SACLANT, overde “Future of North Atlantic Security– Emerging Strategic Imperatives”.Hij onderstreepte het belang van derol van de NAVO in Kosovo de betrek-kingen met Rusland, samenwerkingmet de Partnerlanden, de toene-mende samenwerking tussen de EUen de NAVO, en de noodzaak deBondgenootschappelijke defensiever-mogens te verstevigen.

Praten overmilitaire zakenTijdens de vergadering van de Perma-nente Gezamenlijke Raad op 24 julihield kolonel-generaal Valery Manilov,eerste plaatsvervangend chef van deGenerale Staf van de Russische strijd-krachten, een informatieve lezing overde Russische militaire doctrine en deRussische kijk op het Bondgenoot-schappelijk strategisch concept.

Lord Robertson bracht op 28 juli eenbezoek aan Spanje waar hij premierJosé Maria Aznar, minister vandefensie Frederico Trillo en ministervan buitenlandse zaken Josep Piqueontmoette.

Op 27 juli bracht Lord Robertson eenbezoek aan Frankrijk voor een ont-moeting met de Franse premier Lio-nel Jospin.

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 5

Zie voor meer infor-matie de NATO Update op:www.nato.int/docu/updat/index.htm.

NAVO NIEUWS

Page 5: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

NAVO Kroniek6 Winter 2000-2001

den van een baan en steeds minder met etnische conflicten,besteden de grootste politieke partijen nog steeds veel te weinigaandacht aan de vele dingen die dringend noodzakelijk zijn enhouden zij zich te veel bezig met beperkte, politieke chauvinisti-sche agenda’s. De in november 2000 gehouden verkiezingen,werd niet — zoals in de internationale gemeenschap wel werdgehoopt — een strijd tussen hervormingsgezinde gematigden ennaar het verleden terugverlangende nationalisten, maar een weg-stemmen van de zittende politici, wat hun politieke standpuntook was. De gematigde Sociaal-Democratische partij (SDP) ver-ving de reeds lange tijd regerende Partij van DemocratischeActie als de belangrijkste politieke partij in die delen van hetland waar voornamelijk Bosnische Moslims (Bosniacs) woon-den. In de door de Serviërs overheerste delen van het land waarsinds 1998 een door het Westen gesteunde regering onder leidingvan premier Milorad Dodik aan de macht was geweest, werd deServische Democratische Partij de grote winnaar in de verkie-zingen, een Servische nationalistische partij die was opgerichtdoor de van oorlogsmisdaden beschuldigde Radan Karadic.

De internationale vredesmissie staat thans voor een aantalbijzonder ernstige keuzes. Hoe kan het beleid worden aangepastin een omgeving waar de belangrijkste politieke partijen de ele-

Gerald Knaus is directeur van het Europese Initiatief voorStabiliteit (ESI) een in Berlijn gevestigde denktank en pressie-groep die tracht de stabiliteit in zuidoost Europa te herstellen.Marcus Cox is de belangrijkste Bosnië-specialist van het ESI.

De vijfde verjaardag van het Dayton Akkoord vindtplaats op een moment dat er op de Balkan vreugdeheerst. De regimes van Slobodan Milosevic en Franjo

Tudjman, de nationalistische leiders die oorlog hebben gevoerdom een Groter Servië en Kroatië uit de puinhopen van het voor-malige Joegoslavië te scheppen, zijn door hun eigen volkdefinitief verworpen en vervangen door regeringen die hopende twee staten weer onder te kunnen brengen in de Europesefamilie van naties. Nu Bosnië en Herzegovina niet langer opge-sloten liggen tussen roofzuchtige, op onrust beluste buurlanden,zien de vooruitzichten op een duurzame vrede er gunstiger uitdan ooit.

Toch heerst in Bosnië een pessimistische stemming. Uit eenrecente opiniepeiling bleek dat 70 procent van de jongeren hetland zouden verlaten als zij daartoe de kans zouden krijgen.Hoewel de Bosniërs zich steeds meer bezighouden met het vin-

Bosnië waarheen?Gerald Knaus en Marcus Cox analyseren hoe het gesteld is met de vrede

in Bosnië, vijf jaar nadat de kanonnen zwegen, en bespreken de vooruitzichtenop een zelfstandig vredesproces.

© R

eute

rs

Ceremoniële ondertekening: de presidenten Slobodan Milosevic (links), Franjo Tudjman (midden), en Alija Izetbegovic (rechts), zijn allen afgetreden sinds deondertekening van het Dayton Akkoord op 14 december 1995.

Page 6: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

mentaire legitimiteit van de instellingen waarvoor de verkiezin-gen zijn gehouden, in twijfel blijven trekken? Wat kan menleren uit het feit dat het ondersteunen van individuele favorietenkennelijk steeds mislukt? Hoe kunnen de noodzakelijke, duur-zame constitutionele en bestuurlijke hervormingen die nodigzijn om het politieke systeem te stabiliseren worden voortgezet,terwijl de bodem van de schatkist bijna is bereikt en de interna-tionale gemeenschap alsmaar minder bereid lijkt zich met Bos-nië bezig te houden. Kunnen de verdeelde politieke krachten inBosnië tot een redelijk effectieve staat worden samen gesmeed,voordat de economische crisis verergert en het hele idee van eenBosnische staat op de tocht komt te staan?

Het dubbele probleem, zich herstellen van een verwoestendeoorlog en een communistisch systeem omvormen tot een vrijemarkt, is tot dusver te groot gebleken voor de nog wankeleinstellingen van het land. Ondanks de meer dan 5 miljard dollardie door de internationale gemeenschap voor de wederopbouw isverschaft, is Bosnië‘s BNP minder dan de helft van wat het voorde oorlog was. De werkeloosheid blijft hoog, de gemiddeldelonen liggen onder het bestaansminimum van een gezin, en meerdan 60 procent van de bevolking leeft in grote armoede. De bui-tenlandse investeerders zijn weggebleven, afgeschrikt door detrage privatisering, het zwakke rechtssysteem en een doolhof vanweinig behulpzame voorschriften. Sommige regeringen, waar-onder die van de Republiek Srpska, zijn nauwelijks in staatiedere maand de rente op hun buitenlandse schuld te betalen.

Pogingen de economische achteruitgang te stoppen, zijn mis-lukt door de zwakte van de overheidsinstellingen op ieder vande vele niveaus die het Bosnische regeringsapparaat kent. HetDayton Akkoord werd van het begin af aan beschouwd als eenmoeizaam compromis. Het schiep een staat met nauwelijksgenoeg centrale functies om staat te mogen heten, terwijl wel deautonomie van drie gemeenschappen werd gegarandeerd doormiddel van een complex systeem van etnische machtsverdeling.De staatstaken zijn verdeeld onder twee entiteiten, tien federalekantons, 149 gemeenten en het internationaal bestuurde districtBrcko. De meeste van deze bestuurlijke niveaus zijn nieuw. Zehebben te kampen met een acuut gebrek aan ambtenaren encompetente uitvoerende organen. De hele structuur is zo com-plex, dat maar al te vaak helemaal niemand de verantwoorde-lijkheid wil nemen voor de aanpak van de dringende sociale eneconomische problemen.

Omdat de constitutionele organen zwak zijn, wordt de wer-kelijke macht uitgeoefend achter de schermen, ver weg van hetpublieke oog en onttrokken aan de democratische controle. Hetmeest blatante voorbeeld van parallelle macht is de Bosnisch-Kroatische para-staat Herzeg-Bosna, die hoewel officieel opge-heven in 1994, de facto de macht blijft uitoefenen over de Kro-atische instellingen en overheidsgelden. In november 2000hield de Kroatische Volksassemblee, een organisatie zonderenige constitutionele status, een referendum over de status vanhet Kroatische volk en dreigde zichzelf als een parallelle rege-ring op te werpen, als zijn eisen door de internationale gemeen-schap zouden worden verworpen. In de Federatie van Bosnië enHerzegovina, worden zogeheten multi-etnische instellingen infeite opgedeeld in Bosniac en Kroatische delen, die onderlingmaar bitter weinig communiceren. Op staatsniveau kunnen degekozen vertegenwoordigers vaak niet meer doen dan trachtente voorkomen dat de staat een feitelijke politiemacht wordt.

Zolang de elementaire bestuurlijke structuren zwak zijn,kunnen verkiezingen weinig doen ter bevordering van verant-woordelijk bestuur. De internationale gemeenschap heeft deafgelopen zes rondes van stemmingen georganiseerd, als hetware iedere keer weer gooiend met de dobbelstenen in de hoopeen betere uitkomst te bereiken. Het internationale zoeken naarde “gematigden” is frustrerend geweest, en de kandidaten diebij de internationale gemeenschap favoriet waren, zoals de pre-mier van de Republiek Srpska, Milorad Dodik, stelden teleurzodra zij aan de macht waren. Onder de Bosniacs wordt demulti-etnische SDP van Zlatko Lagumdzija steeds populairder.De kiezers van de SPD zitten voornamelijk op gemeentelijk enkantonaal niveau en de partij is afhankelijk van een uiterst zwaken versplinterd bestuurlijk apparaat. Daarom verkeert zij in eenzwakke positie om op korte termijn aanzienlijke hervormingendoor te voeren. In vooral Servisch en Kroatische gebieden, blij-ven de kiezers, ondanks hun grote teleurstelling over het poli-tieke proces, de nationalistische partijen uit de oorlogstijd aande macht brengen.

Terwijl de internationale aandacht in zuidoost Europa zichricht op de complexiteit van de problemen in de Federale Repu-bliek Joegoslavië, wordt de internationale missie in Bosnië doorsommigen, net als in 1996, beschouwd als een race tegen deklok. Bosnië is nog geen zelfstandige structuur en de gevolgenvan een vroegtijdige terugtrekking zouden catastrofaal kunnenzijn, en niet alleen voor Bosnië maar voor de gehele regio. Tochis het duidelijk dat de internationale hulp de zwakten van deBosnische staat niet kan blijven opvangen zonder dat duidelij-ker is hoe deze staat en zijn instellingen levensvatbaar kunnenworden.

De internationale missie is door haar frustratie over hetzwakke functioneren van de nationale instellingen, assertievergeworden. Het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger (OHR)en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa(OVSE) zijn uitgegroeid tot de pijlers onder de constitutioneleorde. De internationale missie wordt gedwongen een rol te spe-len die zij nooit heeft gewenst, omdat zij zich niet kan terugtrek-ken zonder de ineenstorting van de staat te riskeren en evenminde macht kan overdragen aan nationale autoriteiten.

Tijdens de eerste fase van het vredesproces werden de takenvan de internationale missie vastgesteld volgens de traditionelelijnen van de VN-vredeshandhaving, met de steun van eenongebruikelijk grote militaire macht. Het Dayton Akkoordomvatte een uitvoerige lijst van militaire verplichtingen enIFOR, de door de NAVO geleide vredesmacht die kon beschik-ken over 60.000 troepen, zorgde dat zij strikt werden nageleefd.De internationale troepen ontplooiden snel langs de staakt-het-vurenlijnen. Ze scheidden de strijdende partijen van elkaar,sloegen wapens op in militaire opslagplaatsen, en demobili-seerde de strijdkrachten tot de niveaus van vredestijd. Gedetail-leerde akkoorden over het evenwicht tussen de strijdkrachten,en zorgvuldig IFOR-toezicht op militaire bewegingen hebbende veiligheidsproblemen tussen de partijen verminderd. Via hetTrainings- en Uitrustingsprogramma, een programma dat doorAmerikaanse aannemers buiten de NAVO om werd uitgevoerd,werden de Federale strijdkrachten opgebouwd om een machts-evenwicht te creëren tussen de vroeger strijdende partijen. Depolitietroepen zijn door de Internationale Politie Taakgroep opsoortgelijke wijze ingekrompen en in evenwicht gebracht.

VIJF JAAR NA DAYTON

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 7

Page 7: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

Na een moeizaam begin is het Inter-nationale Tribunaal voor Oorlogsmisda-den in het voormalig Joegoslavië (hetTribunaal) nu een heel eind op streek.Het wordt zowel binnen als buiten Joeg-oslavië steeds meer gezien als een instel-ling die van cruciaal belang is voor hetherstel van de stabiliteit in het gebied ende wederopbouw van het vertrouwentussen de verschillende gemeenschap-pen. Bovendien ontstaat er, nu er steedsmeer en ook steeds belangrijker ver-dachten worden berecht, een heel dos-sier van precedenten, die van grootbelang zullen zijn bij het opstellen vantoekomstige oorlogswetgeving.

Het Tribunaal werd in mei 1993krachtens resolutie 827 van de VN-Vei-ligheidsraad opgericht. Het heeft tottaak personen die ernstige schendingenvan het internationale humanitaire rechthebben begaan, te vervolgen en teberechten. Het gaat hier om ernstigeschendingen van de conventies vanGenève uit 1949, schendingen van dewetten of gebruiken van de oorlog,genocide en misdaden tegen de mense-lijkheid - die sinds 1991 zijn begaan ophet grondgebied van Joegoslavië. Pernovember 2000 waren er 35 aange-klaagden, een deel van hen was bezigmet het proces, een deel was nog in

afwachting van het proces, en weeranderen waren reeds berecht en schul-dig bevonden. Vijfentwintig andere ver-dachten, inclusief Radovan Karadzic,Ratko Mladic en Slobodan Milosevicwaren nog op vrije voeten.

Tijdens de beginjaren stond het Tri-bunaal tegenover een aantal schijnbaaronoverkomelijke problemen. Hiertoebehoorden de beperkte financiële mid-delen, de vijandigheid van de plaatse-lijke autoriteiten, een tekort aan ver-dachten in verzekerde bewaring, en delauwwarme steun van belangrijke figu-ren in de internationale gemeenschap.Een jaar na afloop van de oorlog in Bos-nië werden vertegenwoordigers van hetTribunaal niet eens uitgenodigd voor devergadering van de Vredesimplementa-tieraad, de inter-gouvernementeleinstantie die toezicht houdt op het vre-desproces, die in december in Londenzou worden gehouden. Hoewel er geenofficiële uitnodiging kwam, besloot detoenmalige aanklager, de Zuid-AfrikaanRichard Goldstone, toch deze vergade-ring bij te wonen, waar het eerste jaarvan de vredesimplementatie besprokenzou worden. Zijn vasthoudendheid, endie van andere aan het Tribunaal ver-bonden functionarissen na hem, begonal spoedig resultaten af te werpen.

De kansen voor het Tribunaal begon-nen te keren toen op 10 juli 1997, tij-dens een gewaagde operatie, Britseblauwhelmen een belangrijke verdachtevan oorlogsmisdaden arresteerden,Milan Kovascevic, terwijl een andereverdachte, Simo Drljaca, door hen werdgedood. Kovacevic en vooral Drljacawaren kopstukken en toen zij uit de cir-culatie waren, kwam er een einde aan deperiode waarin misdaden begaan tijdensde Joegoslavische oorlog onbestraftkonden blijven. Hoewel er gevreesdwerd voor represailles, kwamen die erniet en op den duur volgden er nog meerarrestaties. Tot nu toe heeft SFOR 19mensen gearresteerd; bij andere arresta-ties zijn nog drie verdachten omgeko-men toen zij zich verzetten, of omdat zijzelfmoord hebben gepleegd voordat zijaangehouden konden worden.

Zelfs vóór 10 juli 1997 waren er alverscheidene aangeklaagde oorlogsmis-dadigers in handen van het Tribunaal. Zijwaren of in het buitenland gearresteerd,of hadden zich vrijwillig overgegeven.Eén van hen was in juni 1997 in Kroatiëgearresteerd onder de jurisdictie van hetUN Overgangsbestuur over Oost-Slavo-nië (Transitional Administration of Eas-tern Slavonia). Dusko Tadic, een Bosni-sche Serviër die in februari 1994 inMünchen gearresteerd was, stond als eer-ste voor oorlogsmisdaden terecht. Na een

De internationale gemeenschap wierp zich met indrukwek-kende energie op de wederopbouw van het door oorlog ver-woeste land. Tegen het einde van de Bosnische oorlog warenmeer dan 2.000 km weg, 70 bruggen, het halve elektriciteitsnet-werk, en meer dan een derde van alle woonhuizen verwoest.Ondanks de enorme logistieke problemen coördineerde deWereldbank samen met de Europese Commissie een wederop-bouwprogramma ter waarde van 5,1 miljard dollar. Tegen 1999was meer dan een derde van de huizen gerepareerd en was destedelijke infrastructuur bijna weer op het niveau van voor deoorlog: van de telefoonverbindingen, de elektriciteits- en drink-watervoorziening tot het aantal lagere scholen per leerling.

Met deze praktische taken behaalde de internationale missiehaar grootste succes. De politieke agenda was bescheiden, enbleef beperkt tot het organiseren van verkiezingen op de kortstmogelijke termijn. Men meende dat verkiezingen de sleutelwaren tot de verwijdering van extremisten uit het politieke land-schap en dat daarmee een nieuw tijdperk van democratie zouingaan. Verkiezingen waren tevens een noodzakelijke eerste stap

VIJF JAAR NA DAYTON

NAVO Kroniek8 Winter 2000-2001

om de nieuwe staatsinstellingen in het leven te kunnen roepen.Helaas bleek dat de oude nationalistische leiders uit de oorlogs-tijd in de ene verkiezingsronde na de andere weer aan de machtwerden gebracht, versterkt en gelegitimeerd met hun nieuwe con-stitutionele mandaten, hetgeen de internationale gemeenschapgeen andere keuze liet dan haar taken uit te voeren in samenwer-king met dezelfde personen die de oorlog hadden bedreven.

Zo lang de internationale gemeenschap met gulle hand gelduitgaf aan de wederopbouw, had de vredesmissie weinig tegen-stand te verduren. Toen echter de eerste militaire en humanitairenoden waren gelenigd en de aandacht werd gericht op hetoprichten van een levensvatbare staat, kreeg de internationalegemeenschap te maken met intensieve politieke weerstand.

Na de oorlog was Bosnië verdeeld in drie territoriale zones,waarvan de staakt-het-vurenlijnen de grenzen vormden. Iederdeel had een zekere mate van politieke en economische onafhan-kelijkheid en werd geregeerd door een apart bestuur dat onder decontrole van een van de drie legers stond. Zoals bij ieder langdu-

Geen vrede zonder gerechtigheid

Page 8: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 9

sche retoriek als een middel om hun eigen bevolkingsgroep intoom te houden, de collectieve angsten werden gebruikt om degrenzen tussen de etnische groepen te verharden. Bijna iedereinternationale doelstelling die verder ging dan het verdelen vanhulp, zoals bijvoorbeeld de terugkeer van vluchtelingen of hetscheppen van een gemeenschappelijke economische ruimte,hield een bedreiging in van de nationalistische machtsstructu-ren en werd krachtig tegengewerkt. De internationale missie zatop de meeste fronten in een impasse en kon niet veel andersdoen dan voort ploeteren met de fysieke wederopbouw, hetenige wat mogelijk was in een dergelijke omgeving. De uitgavevan enorme bedragen aan wederopbouwhulp, terwijl er maareen minimale politieke en institutionele hervorming plaatsvond,leidde onvermijdelijk tot de verdere versterking van de nationa-listische machtsstructuren.

Het was dit voortbestaan van parallelle structuren die deoprichting van de Bosnische staat onmogelijk maakte. De wer-kelijke macht werd achter gesloten deuren uitgeoefend. Denationalistische partijen hadden geen enkele reden om toe te

rig conflict gebeurt, ontwikkelden deze quasi-staten een eigenmachtsstructuur die er een belang bij had de abnormale, door deoorlog veroorzaakte situatie, voort te zetten en die zich sterktegen verandering verzette. Bepaalde elementen van deze regi-mes hadden nauwe banden met de smokkelhandel en de georga-niseerde misdaad, waardoor zij individuele politieke leiders rijk-dom en macht konden bieden. De combinatie van de dreiging metgeweld en de belofte van beloning — zoals de herverdeling vande oorlogsbuit, en baantjes in de overheidssector - stelde hen instaat de politieke macht binnen hun eigen etnische groep temonopoliseren. Volgens de tradities van de oude JoegoslavischeCommunistische Partij gebruikten de nationalistische partijennetwerken van hun protégés om de openbare instellingen te latendoen wat zij wilden.

Deze machtsstructuren uit de oorlogstijd domineerden hetpolitieke leven in Bosnië na de oorlog. Wat voor buitenstaan-ders vaak onoverkomelijke etnische haatgevoelens leken, bleekvaak niets anders dan grove, op eigenbelang gebaseerde, poli-tieke manipulatie. De politieke elite gebruikte de nationalisti-

VIJF JAAR NA DAYTON

proces van 79 dagen plus een beroeps-procedure, werd hij veroordeeld tot 20jaar gevangenisstraf. Acht verdachtenzijn overleden; twee van hen terwijl zij inhechtenis zaten. De aanklacht tegen 18verdachten, waarvan er drie in hechteniszaten, is ingetrokken. Twee aangeklaag-den zijn uiteindelijk vrijgesproken.

Veel mensen in de internationalegemeenschap waren bang dat het pro-bleem van de oorlogsmisdaden en derechtspleging de vredesonderhandelin-gen zouden bemoeilijken en een blij-vende regeling in de weg zouden staan.Het Tribunaal werd opgericht na depublicatie van een 3.300 bladzijden tel-lend rapport, uitgebracht door een com-missie bestaande uit vijf juridische des-kundigen onder leiding van CherifBassiouni, een rechtsgeleerde als pro-fessor verbonden aan de De Paul Uni-versity in Chicago, die de rapportenover de etnische zuiveringen haddenbestudeerd. De commissie werd opge-richt na de in Londen gehouden confe-rentie van augustus 1992, die was geor-ganiseerd in reactie op onthullingen inde media over het bestaan van Servischeconcentratiekampen. Het werk van decommissie Bassiouni werd grotendeelsgefinancierd uit donaties van de SorosFoundation, een liefdadigheids-trust-fonds opgericht door de internationalefinancier en filantroop George Soros.

De Nederlandse regering heeft het Tri-bunaal een hoofdkwartier in Den Haaggeboden, dat nu al niet groot genoeg meeris om de huidige staf van 1.200 man teherbergen. Het budget van het Tribunaal,dat van $276.00 in 1993 is gegroeid naarbijna $100 miljoen in 2000, wordt beko-stigd door de Verenigde Naties. Sommigeactiviteiten worden extern gefinancierd,

zoals de lijkenopgraving in Sebrenica,waar de allergrootste slachting tijdens deBosnische oorlog heeft plaatsgevonden,en een publiciteitscampagne waarin hetwerk van het Tribunaal in de regio wordtuitgelegd. Na de campagne in Kosovohebben bovendien 11 landen gerechtelijkeonderzoeksteams uitgezonden die het Tri-bunaal helpen bij het vooronderzoek.

© R

eute

rs

Gezocht: 25 oorlogscriminelen zijn nog op vrije voeten.

Page 9: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

laten dat de controle over hun zaken door nieuwe instellingenzou worden uitgeoefend, die zij wellicht niet onder controlezouden hebben. Hun tactiek was simpel, ze weigerden eenvou-dig mee te werken en zo zorgden zij ervoor dat de staatsinstel-lingen weinig meer waren dat het strijdtoneel van allerlei natio-nalistisch beleid.

Nu, vijf jaar later, vallen de nationalistische machtsstructu-ren uiteen. Ze zijn ondermijnd door de oorlogsmoeheid van debevolking en de gestage, onverbiddelijke terugkeer van de nor-male toestand in het gebied. In de Republiek Srpska begon hetregime van Karadzjic af te brokkelen vanaf het Dayton Akkoorden na de splitsing tussen Pale en Belgrado. De privé-veilig-heidstroepen die Karadzjic’s uiterst roofzuchtige regime eropnagehouden had, waren heel duur in onderhoud. Een paar goedgerichte internationale operaties om zijn netwerk van smokkel-handel op te rollen, in combinatie met een politieke campagneom hem uit het openbare ambt te drijven, hebben zijn greep opde macht gebroken.

De Kroatische parastaat Herzeg-Bosna hield het langer vol,maar heeft nu ernstig te lijden van het gebrek aan inkomsten uitKroatië, nadat de Kroatische Democratische Unie (Hrvatskademokratska zajednica of HDZ) van wijlen president Tudjman,werd verslagen in verkiezingen die in begin 2000 werdengehouden. Nu de externe subsidies opdrogen, kunnen de paral-

VIJF JAAR NA DAYTON

NAVO Kroniek10 Winter 2000-2001

lelle structuren steeds minder de elementaire publieke dienstenleveren, laat staan de omkoopsommen opbrengen waarvan hunmacht afhankelijk is. Daardoor ontstaan scheuren in het poli-tieke apparaat. Een handjevol hoge figuren in de BosnischeHDZ probeert aansluiting te vinden bij de staat en de interna-tionale gemeenschap, op zoek naar een betrouwbaardere bronvan inkomsten. Aan de andere kant heeft de partijtop, onder lei-ding van Ante Jelavic gekozen voor de confrontatie met deinternationale gemeenschap en dreigt zich uit alle instellingenterug te trekken.

Deze langzame afbrokkeling biedt weliswaar goede kansenvoor vooruitgang, maar is ook gevaarlijk voor het vredesproces.De nationalistische partijen blijven sterk genoeg om te zorgendat er op alle niveaus van de Bosnische staat een bestuurlijkecrisis heerst. Terwijl het oude systeem ineenstort, zijn de legi-tieme constitutionele structuren gewoon nog niet in staat hetover te nemen. In beide entiteiten zijn de overheidsfinanciëneen chaos, de pensioenfondsen zijn failliet en de publieke sectorinefficiënt, de corruptie van ambtenaren viert hoogtij en hetontbreekt aan de vaardigheden en naar het lijkt, ook aan de poli-tieke wil, om de economische hervormingen in gang te zettendie het land zo dringend nodig heeft.

De dagen van de monolithische nationalistische partij zijnmisschien wel geteld, maar er komt geen liberale democratie

0 50 100

0 31 62*

0 50 100

0 31 62*

© O

livie

r N

eola

Kroatië

Servië

Montenegro

Bihac Banja Luka

Tuzla

Brcko*

Sarajavo

Srebrenica

Mostar

Republiek Srpska

Federatie van Bosnië & Herzegovina

Door Kroatië gecontrolleerd gebied

Brcko district maakt deel uit van beide entiteiten

km

miles

Page 10: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

voor in de plaats, maar wel een steeds grotere versnippering eninstitutioneel verval. Een nieuwe regering zal, hoe oprecht zijook wil streven naar hervorming, een zwaar gevecht moetenleveren tegen een achtergrond van zwakke instellingen, steedsminder middelen en oppositie uit allerlei richtingen. Juist nuveranderingen in Kroatië en Servië de kans op een nieuwe oor-log kleiner hebben gemaakt, bestaat het gevaar dat Bosnië alseen chronisch zwakke staat ineen zal storten onder de last vande groeiende economische en politieke crisis.

De internationale gemeenschap, de voortdurende onoprecht-heid van de Bosnische politici moe, heeft zichzelf een aantalnieuwe baanbrekende bevoegdheden toegeëigend. Van dezwakke coördinerende taak die het Bureau van de hoge verte-genwoordiger in het Dayton Akkoord was toegedacht, is dieverheven tot de centrale wetgevende macht. In december 1977machtigde de Vredesimplementatieraad, de intergouvernemen-tele instantie die op de missie toeziet, de hoge vertegenwoordi-ger om wetten op te leggen en overheidsdienaren te ontslaan diehet vredeproces in de weg staan.

De volmachten van de hoge vertegenwoordiger zijn uiterstnuttig gebleken om de vastzittende staatsinstellingen te omzei-len. Alleen dankzij deze volmachten is vooruitgang geboekt opgebieden als: de radio- en tv-zenders uit de greep van de natio-nalistische partijen te ontworstelen, een nieuwe gezamenlijkemunteenheid te introduceren, en de huizen en bezittingen terugte geven aan mensen die door etnische zuiveringen tijdens deoorlog waren verjaagd. Hoewel het in het begin controversieelwas, wordt de wetgeving opgelegd door de Hoge Vertegenwoor-diger, tegenwoordig heel gewoon en er komt maar weinig reac-tie op van het Bosnische publiek of de politieke elites. Hetwerpt echter wel een aantal vragen op over zowel de implemen-tatie van bepaalde wetten als de verdere ontwikkeling van hetconstitutionele systeem.

Bestuurlijke en financiële beperkingen vormen een evengroot probleem voor wetten die worden opgelegd als wetten dieregulier worden aangenomen. Het is bijvoorbeeld onmogelijkper decreet goede Bosnische douanediensten of gerechtelijkemacht tot stand te brengen en internationale programma’s op ditgebied hebben er op gewezen dat er na de oplegging een inten-sief implementatieprogramma moet komen. De successen ophet gebied van de door het OHR opgelegde eigendomswetge-ving zijn het resultaat van een enorme inspanning om te zorgendat de gemeentelijke huisvestingsinstanties de nieuwe wettenook daadwerkelijk uitvoeren. In het district Brcko, dat onderinternationaal bestuur staat, wordt een grote internationale mis-sie niet tegengehouden door nationalistische oppositie, maardoor een gevaarlijk gebrek aan middelen waardoor het onmo-gelijk is een complexe institutionele structuur overeind te hou-den.

Het opleggen van wetten leidt over het algemeen tot eensteeds grotere “implementatiekloof ”, die op de middellangetermijn het vertrouwen in het rechtssysteem eerder ondermijntdan versterkt. Ook is de verleiding groot voor zowel buiten-staanders als Bosnische politici om bij de Hoge Vertegenwoor-diger te lobbyen voor de invoering van een bepaalde wet om eendirect probleem op te lossen, of om een bepaalde politieke favo-riet van dienst te zijn. Dit is natuurlijk niet bevorderlijk voor hetvertrouwen in de jonge instellingen, zo zou immers de wille-

keur van de vroegere regimes worden vervangen door die vande internationale gemeenschap.

“Trusteeship” is een nieuw wapen in het arsenaal van deinternationale interventies, en Bosnië is het eerste oefenterrein.Uiteindelijk kan het alleen als legitiem worden beschouwd alshet leidt tot het ontstaan van een effectieve staat, die het trus-teeship als zodanig overbodig maakt. De taak van de internatio-nale missie is thans architecturaal van aard. Zij moet structurenoprichten die zullen blijven bestaan ook als de externe onder-steuning er niet meer is.

Maar de Hoge Vertegenwoordiger kan niet toveren met zijnvolmachten. Hij kan niet het bestaan van een effectieve staatniet eenvoudig decreteren. Maar weinig internationale agent-schappen in Bosnië hebben veel ervaring met de opbouw vaninstellingen in de praktijk, hiervoor is gedetailleerde kennis vanspecifieke sectoren nodig. Individuele agentschappen hebbende neiging gewoon maar door te ploeteren met de vredestakendie ze kennen: wederopbouw, monitoren, en nog meer verkie-zingen. Het is de vraag of de internationale missie in dit stadiummet succes van koers kan veranderen.

Een aantal initiatieven voor de opbouw van instellingen heefteen indrukwekkend resultaat gehad. Er is een Centrale Bankopgericht met aan het hoofd een internationaal bestuurder, diein 1998 met succes een nieuwe munt heeft ingevoerd. Eenintensief en langdurig programma van het Bureau Douane enFiscale Hulp van de EU om het douanewezen te hervormenheeft indrukwekkende resultaten opgeleverd. De CommissieOnafhankelijke Media, een nieuwe instantie die zendmachtigin-gen uitgeeft, heeft de onafhankelijkheid van de media bevor-derd. Op gemeentelijk niveau werpen de inspanningen omplaatselijke bestuurlijke structuren te scheppen die in staat zijnhet eigendomsrecht af te dwingen geleidelijk meer resultaat af.Voor ieder van hen was een duidelijke strategische visie nodigen moest worden bepaald op welke manier verschillende vor-men van internationale invloed konden worden uitgeoefend opeen complexe problematiek.

De internationale gemeenschap moet nu de structuren gaanuitdenken die nodige zijn om de opbouw van de staat te vol-tooien. In mei 2000 heeft de Vredesimplementatieraad een lijstvan de belangrijkste instellingen opgesteld die als eerste zoudenmoeten worden opgericht. Hiertoe behoren: een regelendeinstantie in voor netwerkindustrieën als de telecommunicatie,energievoorziening en het transportwezen; een onafhankelijk enprofessioneel ambtelijk apparaat; en gegarandeerde inkomst-bronnen voor de staat. De internationale missie kan deze takenalleen volbrengen als zij meer gaat doen dan strijd leveren metde restanten van de regimes uit de oorlogstijd en begint met deopbouw van instellingen die toezicht kunnen houden op deverdere constitutionele ontwikkeling die zou moeten leidentot de oprichting van een goed functionerende staat die door hetBosnische publiek als legitiem wordt beschouwd. ■

ESI-analyses over zuidoost Europa zijn te vinden op hetInternet op www.esiweb.org.

VIJF JAAR NA DAYTON

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 11

Page 11: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

Samen zingen: Bosniac, Kroatische en Servische militairen moeten samenwerken aan de

NAVO Kroniek12 Winter 2000-2001

Voor buitenstaanders kan de interne veiligheidsarchitectuurvan Bosnië niet anders lijken dan disfunctioneel. In beide enti-teiten is de economie bezweken, kreunend onder de last van hetonderhouden van separate, veel te grote legers die slecht zijnuitgerust en opgeleid. En omdat er geen werkelijke dialoogwordt gevoerd tussen de militaire en de defensiegemeenschap-pen van de verschillende bevolkingsgroepen in Bosnië wordt ermaar weinig politieke wil gegenereerd om tot een gezamenlijkdefensiebeleid en gezamenlijke militaire structuren te komen.Dit maakt het land vervolgens ongeschikt om toe te treden totEuropese of Euro-Atlantische structuren of om ten aanzien vande defensie zelfs maar samen te werken met individuele landen.Het land is voor zijn eigen veiligheid dus afhankelijk van devredesmacht onder leiding van de NAVO.

David Lightburn is analist aan het Pearson PeacekeepingCenter van Nova-Scotia (Canada). Hij was verbonden aan hetNAVO secretariaat-general en maakte, tussen de lente van 1992en de herfst van 2000, deel uit van het programma tot ontwik-keling van de NAVO-wredeshandhaving met inbegrip van hetprogramma voor samenwerking inzake veiligheid met Bosnië.

Toen de kanonnen zwegen en de blauwhelmen in decem-ber 1995 onder leiding van de NAVO Bosnië en Herzeg-ovina (Bosnië) binnentrokken, was de oorlog voorbij,

maar de vrede bleef broos. Bosnië was verdeeld in vijandigemilitaire kampen; de betrekkingen tussen rivaliserende, etni-sche strijdkrachten waren antagonistisch; en een buitenlandsemilitaire aanwezigheid was nodig om te voorkomen dat degevechten weer zouden oplaaien. Het Dayton Akkoord omvatteeen lange lijst militaire verplichtingen, waaraan ieder van devoorheen strijdende partijen moest voldoen, maar de taak omvan het akkoord meer te maken dan een staakt-het-vuren ver-eiste meer dan het simpelweg scheiden en onder controle hou-den van de verschillende legers die in Bosnië actief waren. Omeen duurzame vrede op te bouwen en te voorkomen dat de vij-andelijkheden opnieuw zouden beginnen, hebben de NAVO enandere internationale organisaties een serie programma’s opge-zet die ten doel hebben het vertrouwen tussen de militairen vanverschillende etnische achtergronden te versterken en te helpendie omstandigheden te scheppen waarin een gepast, econo-misch verantwoord, en duurzaam veiligheidsraamwerk kan ont-staan.

In het Dayton Akkoord wordt het bestaan onderkend vantwee verschillende legers in Bosnië — dat van de Federatie Bos-nië en Herzegovina, de voornamelijk Kroatische en BosnischeMoslim (Bosniac) entiteit, en dat van de republiek Srpska, devoornamelijk Servische entiteit. In feite waren er toen, en zijner nu nog steeds, drie legers, aangezien de Kroatische en Bosni-sche strijdkrachten niet in structuur of in praktijk geïntegreerdzijn en de samenwerking tussen de twee minimaal en opper-vlakkig is. Deze eigenaardige situatie is het gevolg van bijnavier jaar oorlog, waarin drie etnisch-georiënteerde legers, waar-onder een gemengde groep reguliere militairen, paramilitairen,dienstplichtigen, buitenlandse vrijwilligers, guerilla’s en para-militaire politie, hebben gevochten om grondgebied en lijfsbe-houd. Deze situatie is ook het gevolg van de betrokkenheid vande buurlanden en andere landen bij het conflict en de hulp diezij hebben geboden. Bovendien is na afloop van de gevechteneen grote hoeveelheid wapens en munitie achtergebleven, hetzijin handen van particulieren, hetzij opgeslagen in de wapenop-slagplaatsen van politiekazernes.

Zoeken naar oplossingenvoor veiligheidsproblemen

David Lightburn geeft een overzicht van de militaire situatie in Bosniëen analyseert de internationale programma’s die ten doel hebben de veiligheid

op de langere termijn op te bouwen.

Page 12: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

partijen bij het conflict en het ontstaan van een veilige omge-ving waarin de internationale gemeenschap en de inwoners vanBosnië kunnen gaan werken aan verzoening, de terugkeer vanvluchtelingen en de wederopbouw. In december 1995 boden dedrie legers in Bosnië, oorlogsmoe en gedesorganiseerd, weinigweerstand tegen de IFOR, de vredesmacht onder leiding van deNAVO, en zij voldeden aan de vele initiële eisen van de interna-tionale gemeenschap. Hiertoe behoorde het inleveren vangrondgebied: het instellen van een separatiezone; de opslag vanzwaar materieel en inkwartiering van militair personeel; nale-ving van regels en procedures die door IFOR werden opgesteldmet betrekking tot de training; gecoördineerde mijnopruiming;de instelling van gezamenlijke militaire commissies; en bewe-gingsvrijheid voor IFOR en de internationale gemeenschap.

Achteraf gezien was de mate waarin de strijdkrachten endefensieautoriteiten van beide entiteiten zich hielden aan deregels opmerkelijk. De wapens zijn niet opnieuw opgepakt. Eris een veilige omgeving gekomen voor de civiele instanties diein Bosnië werken. En het omstreden, strategisch gelegen districtBrcko is gedemilitariseerd. Wapens zijn vernietigd zoals over-eengekomen, de mijnopruiming is begonnen en beide entiteitenzijn begonnen met de reorganisatie en inkrimping van hun leger.Als gevolg daarvan konden IFOR, en zijn opvolger SFOR ver-der gaan dan toezicht houden op de implementatie van de mili-taire aspecten van het Dayton Akkoord en ook ondersteuningbieden aan het werk van civiele agentschappen. Zo is SFORsteeds meer betrokken geraakt bij internationale inspanningenom de Bosnische samenleving te hervormen en een einde temaken aan corrupte praktijken, als politieke controle op de eco-nomie, de media en de politie.

Hoewel het Permanent Comité Militaire Zaken - de gemeen-schappelijk defensie-instelling krachtens het Dayton Akkoord -wel werd opgericht, bleef het machteloos, omdat er geen werke-lijk dialoog op gang kwam tussen de partijen over veiligheids-en defensiezaken. In 1997 startte de NAVO met een Programmavoor Veiligheidssamenwerking tussen het Bondgenootschap enBosnië om het proces van verzoening in het land te bevorderen.Hiermee trachtte de NAVO de militaire en defensieautoriteitente helpen die dialoog in gang te zetten en het proces van internesamenwerking op het gebied van defensie op te starten.

De eerste activiteiten, voornamelijk cursussen op de NAVO-School in Oberammergau, in Duitsland, hadden ten doel de ver-zoening te bevorderen en kansen te scheppen voor een dialoogtussen individuele deelnemers. Daarnaast werd elementaireinformatie versterkt over de doelstellingen van de verschillendeprogramma’s van de internationale gemeenschap in Bosnië.Groepen van wel 45 officieren en civiele defensiefunctionarissenwerden bijeengebracht, waarin alle drie de bevolkingsgroepenvan Bosnië gelijkelijk vertegenwoordigd waren. Begin november2000 hadden meer dan 450 personen deelgenomen aan dergelijkecursussen, waaronder ministers van defensie en hun onderminis-ters, chefs van defensie en andere topfiguren op politiek, militairen defensiegebied en daarnaast ook wat lagere bevelhebbers enstafleden en vertegenwoordigers van andere ministeries.

Veel deelnemers konden hun oude relaties met collega’s vaneen andere etnische groep weer opvatten, relaties die somsteruggingen tot de tijd van het oude Joegoslavische Volksleger,en in sommige gevallen zelfs tot hun schooltijd. De deelnemers

VIJF JAAR NA DAYTON

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 13

© R

eute

rs

opbouw van een duurzame veiligheid in Bosnië.

Hoewel het Dayton Vredesakkoord de verantwoordelijkheidvoor defensie aan de entiteiten heeft toegewezen, kunnen geenduurzame veiligheid en stabiliteit worden bereikt, tenzij de Bos-niërs in beide entiteiten met elkaar leren praten, samenwerken enbouwen aan de structuren en vermogens die nodig zijn voor degezamenlijke verdediging van het land. Maar in het klimaat vanachterdocht dat tussen de drie etnische groeperingen bestaat, is ergeen samenwerking van enige betekenis op staatsniveau gegroeid .

Sinds 1997 heeft de internationale gemeenschap getrachtmeer militaire samenwerking tussen de entiteiten tot stand tebrengen en de effectiviteit te versterken van het PermanentComité Militaire Zaken, het gemeenschappelijke militaireorgaan dat krachtens het vredesakkoord werd opgericht en datzich ontwikkelt tot het centrale defensieapparaat. De internatio-nale gemeenschap tracht door middel van de Vredesimplemen-tatieraad (PIC), de intergouvernementele instantie die toeziet ophet Bosnische vredesproces, alle partijen ervan te overtuigendat het Dayton Akkoord in wezen een dynamisch akkoord is,dat er wel een ondergrens is vastgesteld, maar geen bovengrens,en dat het akkoord bedoeld is als een proces op weg naar eenlangdurige, zelfstandige vrede en veiligheid en niet als een stelminimumvereisten voor de stabiliteit op de korte termijn.

Het Dayton Akkoord regelt het onmiddellijk beëindigen vande vijandelijkheden en de scheiding tussen de strijdkrachten der

Page 13: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

vonden het uiterst nuttig met internationale functionarissen tekunnen discussiëren en debatteren over allerlei beleids- engezichtspunten. De honger naar informatie was duidelijk aan-wezig en velen kregen een beter beeld van de rol van de ver-schillende internationale agentschappen in hun land, een beelddat vaak in scherpe tegenstelling stond met wat hun door huneigen autoriteiten en media was verteld. Groepen ontmoetenelkaar in een opmerkelijk ontspannen sfeer en er werden zelfsvriendschappen gesloten. Er werd openhartig van meninggewisseld, en er werden tussen de vroegere tegenstanders zelfsover hun wederzijdse oorlogservaringen gepraat.

In 1999 ging het Veiligheidssamenwerkingsprogramma eennieuwe fase in. Dit betekende dat meer gedetailleerde informa-tie werd verstrekt over de veiligheidsbenadering van de interna-tionale gemeenschap en dat meer diepgaand werd gediscus-sieerd over vredesopbouw, nationale ontwikkeling, en deproblemen waarmee Bosnië wordt geconfronteerd. Naast dealgemene cursussen organiseerde de NAVO een aantal specialeseminars voor defensiefunctionarissen en andere geïnteresseer-den. Ook organiseerde zij bezoeken van groepen functionaris-sen en de media uit Bosnië. Bij wijze van proef werd in 1999een alumnireünie gehouden, er hadden toen 250 Bosniërs deel-genomen aan de cursussen in Oberammergau. Bijna 200 perso-nen kwamen overal uit Bosnië vandaan omdit evenement dat plaatsvond op het SFOR-hoofdkwartier in Sarajevo bij te wonen.Deze reünie was zo’n succes dat er een her-haling werd georganiseerd in Banja Luka,in de republiek Srpska. Voor de toekomststaan nog meer van dit soort ontmoetingenop het programma om de contacten die inOberammergau zijn gelegd te onderhou-den.

Nu is het programma een progressieverefase ingegaan. Tijdens deze fase trachtenwij Bosnische functionarissen en dekomende generatie van defensieleiders tebetrekken bij de ontwikkeling van oplossingen voor de belang-rijkste veiligheidsproblemen van hun land. Bosnië kan voor zijninterne stabiliteit en veiligheid niet voor eeuwig afhankelijkblijven van een externe gewapende aanwezigheid en de interna-tionale gemeenschap kan hiervoor ook niet eindeloos de nodigemiddelen blijven bieden.

Tijdens de afgelopen twee jaar heeft de Vredesimplementa-tieraad geïdentificeerd wat er nodig is om te zorgen dat de sta-biliteit in Bosnië duurzaam en zelfstandig wordt. De ministersvan buitenlandse zaken hebben tijdens hun vergadering inMadrid van december 1998 een beroep gedaan op de partijenom tot een gezamenlijk veiligheidsbeleid te komen voor Bos-nië, en defensie ook een staatsdimensie te geven. Dit hield in:een versterkt Permanent Comité Militaire Zaken, meer militairesamenwerking tussen de strijdkrachten van de twee entiteiten,en tevens een gezamenlijke militaire doctrine en een trainings-en ontwikkelingsprogramma uitwerken. De Vredesimplementa-tieraad heeft in zijn vergadering van mei 2000 in Brussel ver-dere doelstellingen geformuleerd. Hiertoe behoorden: strevennaar de omvorming van het Permanent Comité Militaire Zakentot een effectieve defensie-instelling op staatsniveau; de ont-wikkeling van betaalbare, duurzame strijdkrachtstructuren

VIJF JAAR NA DAYTON

NAVO Kroniek14 Winter 2000-2001

afgestemd op de veiligheidsbehoeften van Bosnië; volledigedoorzichtigheid van de externe militaire hulp; en een verenigdcommando en controle over de strijdkrachten, die in staat die-nen te zijn gezamenlijk te worden ingezet onder de auspiciënvan internationale en regionale veiligheidsorganisaties.

Verscheidene internationale organisaties leveren een bijdrageaan de voortgang van dit proces. Behalve via het Veiligheidssa-menwerkingsprogramma, tracht de NAVO ook via SFOR tewerken aan de reorganisatie van de Bosnische strijdkrachten,hun in omvang te verminderen en het concept van een inspecto-raat-generaal ingang te doen vinden. Dit is een instantie — opdit moment onder leiding van een Amerikaans kolonel, maar datuiteindelijk een binnenlandse aangelegenheid dient te worden— die het gedrag van hoge militaire figuren monitort en con-troleert dat zij geen misbruik maken van hun gezag, geen dubi-euze zaken doen en zich buiten de politiek houden. Het Bureauvan de Hoge vertegenwoordiger helpt bij de ontwikkeling vanhet Permanent Comité Militaire Zaken. De Organisatie voorVeiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) blijft werkenop het gebied van vertrouwenbevordering en wapenbeheersing.De Missie van de Verenigde Naties in Bosnië ten slotte, onder-zoekt op welke wijze Bosnië kan bijdragen aan internationalevredesmissies elders in de wereld.

In de zomer van 2000 werd tijdens eenseminar in Oslo in Noorwegen, een raam-werk voor toekomstig overleg voorgelegdaan de Bosnische militaire en civiele func-tionarissen die deelnamen aan de NAVO-cursussen veiligheidssamenwerking, en aanhoge ambtenaren van defensie en buiten-landse zaken. Twee dingen zijn aangewezendie moeten gebeuren om tot een levensvat-baar concept te komen voor de langdurige,zelfstandige stabiliteit van het land. In deeerste plaats moet een reeks kerntaken wor-den aangewezen, waarvoor Bosnië de lei-ding en de duidelijke verantwoordelijkheid

dient te nemen. Deze kerntaken zijn door de Vredesimplemen-tatieraad geïdentificeerd als: het ontwikkelen van een gezamen-lijk veiligheids- en defensiebeleid; de oprichting van een cen-trale defensie-instelling; het creëren van een kleinere,professionele, betaalbare en coöperatieve strijdmacht; en hetzelfstandig opzetten van extra vertrouwen- en veiligheidverste-kende maatregelen tussen de strijdkrachten in Bosnië.

In de tweede plaats moet samen met de internationalegemeenschap een reeks coöperatieve veiligheidsmaatregelenworden uitgewerkt, die in overeenstemming is met de collec-tieve en coöperatieve veiligheidsbenadering, die in Europa nahet einde van de Koude Oorlog is gegroeid. Bosnië kan evenminals de meeste Europese landen, gewoon een grote strijdmachtlangs de grenzen van zijn grondgebied leggen om zich te verde-digen. Het land zal het dus eens moeten worden over een aantalcoöperatieve veiligheidsmaatregelen met de internationalegemeenschap in plaats van absolute garanties te zoeken voor deBosnische veiligheid bij één ander land, of groep van landen.Deze veiligheidsmaatregelen zouden bijvoorbeeld de volgendeelementen kunnen omvatten: een aanhoudende internationalemilitaire aanwezigheid, waarvan de aard en omvang nog moetenworden bepaald, maar die in de eerste plaats tot taak zou hebben

Bosnië kan voor zijninterne stabiliteit enveiligheid niet vooreeuwig afhankelijkblijven van een externegewapende aanwezigheid

Page 14: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

Bosnië te helpen bij de ontwikkeling van een defensiesysteemop staatsniveau; de deelname van Bosnië aan het NAVO-Part-nerschap voor de Vredeprogramma, of andere internationaleassociaties; vooruitgang in de regionale wapenbeheersingson-derhandelingen, waartoe het Dayton Akkoord de aanzet geeft,een vooruitzicht dat iets rooskleuriger is geworden door hetpositieve politieke klimaat in zowel Zagreb als Belgrado; en deontwikkeling van nauwe en open militaire banden en uitwisse-lingen met Servië, Kroatië en andere buurlanden, als bijdragetot de regionale stabiliteit en de opbouw van het wederzijds ver-trouwen.

De Bosnische defensiefunctionarissen werken thans samenmet de internationale gemeenschap om de agenda die hen doorde Vredesimplementatieraad is opgesteld, aan te pakken. Eendirecte uitdaging is het scheppen van een raamwerk voor deduurzame en concrete samenwerking tussen de twee strijd-machten in het land. Een dergelijke herstructurering zou niet tendoel hebben één geïntegreerd leger te maken van de drie legersdie het land telt, zoals sommigen die het proces willen doen ont-sporen wel hebben beweerd. Iedere herstructurering van destrijdkrachten zou de cultuur en tradities van de verschillendebevolkingsgroepen van het land moeten weerspiegelen enrespecteren, zoals dit ook gebeurt in bepaalde westerse landen,waaronder België, Canada en het Verenigd Koninkrijk.

Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling de strijdkrachten derentiteiten op lagere niveaus met elkaar te integreren. Een van deideeën is daarentegen dat er op staatsniveau een verenigde com-mando- en controlestructuur dient te komen met enige gezamen-lijke training en opleiding, troepen die onder een gemeen-schappelijk defensiebeleid werken en uitgaan van een gemeen-schappelijke militaire doctrine, die via het Permanent ComitéMilitaire Zaken verantwoording verschuldigd zouden zijn aan hetpresidentschap. Het doel van dergelijke strijdkrachten zou zijn desoevereiniteit en territoriale integriteit van het land in stand tehouden in overeenstemming met het internationale recht; bij tedragen aan de internationale veiligheid door de Verenigde Natiesen andere vredesmissies in het buitenland; en hulp te bieden aande civiele autoriteiten wanneer zich een civiele noodtoestand,ramp, of maatschappelijke behoefte voordoet.

Op sommige door de Implementatieraad geïdentificeerdegebieden wordt vooruitgang geboekt. In beide entiteiten werdentijdens 1999 de strijdkrachten en defensiebudgetten met onge-veer 15 procent teruggebracht, en voor 2000 is een ongeveereven grote inkrimping gepland. Verdere vooruitgang is echterniet de zaak van de internationale gemeenschap, maar is afhan-kelijk van de vraag of in Bosnië voldoende politieke en publiekesteun kan worden gegenereerd.

Het belangrijkste obstakel blijft het gebrek aan politieke wilop het terrein van defensie, zowel op staats- als op entiteitni-veau. Een radicale verandering in de houding van de leden vanhet gemeenschappelijk presidentschap en van andere staats- enentiteitleiders is noodzakelijk. Op etnische achtergrond geba-seerde machtsstructuren en de achterdocht die in veel invloed-rijke kringen nog voortleeft over de onderliggende motievenvan andere etnische groeperingen, zijn niet bepaald bevorderlijkvoor een klimaat van samenwerking. Sommige functionarissenblijven zich ook verschuilen achter het argument dat volgenshet Dayton Akkoord defensie een verantwoordelijkheid der

entiteiten is. Dit staat met name de verdere ontwikkeling van hetPermanent Comité Militaire Zaken in de weg. Het secretariaatvan het Comité heeft nog steeds geen vast onderkomen, isafhankelijk van de internationale gemeenschap voor de infor-matietechnologie, heeft een chronisch tekort aan personeel(afhankelijk als het is van de entiteiten voor het personeel) en isdaarom niet in staat geweest verder te komen met enig inhoude-lijk werk. Het heeft vooral administratieve taken uitgevoerd.

Andere ernstige hinderpalen zijn het gevolg van het feit datmen de modernere defensieconcepten niet echt goed begrijpt.De legers blijven te groot en te duur om in stand te houden; deaantallen mannen in uniform overschrijden de gerechtvaardigdeveiligheidsvereisten en Europese normen in ruime mate. Inbeide entiteiten zijn de meeste wapens en ander groot materieelouderwets en slecht onderhouden. De legers kunnen hun mensennauwelijks een redelijke mate van training geven. De defensie-budgetten overschrijden eveneens de internationale normen endrukken zwaar op de wankele economieën van de twee entitei-ten. Vooralsnog is er echter nauwelijks enige publieke dialoogover veiligheid en defensie in Bosnië, er wordt geen publiekedruk uitgeoefend op de strijdkrachten in Bosnië om zich verderte ontwikkelen dan de huidige staakt-het-vurenstatus.

De steun van het publiek kan alleen verworven worden als ereen agressieve eensgezinde informatiecampagne wordt gestartom de gewone Bosniër op de hoogte te stellen van de problema-tiek en een echte veiligheidsdialoog op gang te brengen. Eenmeer rationeel georganiseerd en naar buitengericht leger zoueen positief signaal afgeven aan het Bosnische volk, het zou hetgevaar wegnemen dat het conflict weer terugkeert, en een voor-uitzicht op duurzame stabiliteit bieden. Dit zou op zijn beurt deverzoening op andere terreinen ten goede komen en buiten-landse investeringen aantrekken voor het land en de regio. Devooruitzichten op vooruitgang zullen hopelijk verbeteren, alsBosnië meer gaat integreren met de rest van Europa en als hetpubliek zich realiseert hoe onwerkbaar, en hoe contraproductiefvoor het normaliseringproces in en buiten Bosnië de huidigedefensiestructuur is. ■

VIJF JAAR NA DAYTON

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 15

De NAVO verstrekt ieder jaar een beperkt aantalonderzoeksbeurzen aan individuele personen

en instellingen. Zowel inwoners vanNAVO-landen als van Partnerlanden kunnen

een beurs aanvragen.

Zie voor alle details de NAVO-website:

http://www.nato.int/acad/home.htm

B e u r z e n

Beurzen verstrekt door hetAcademisch Forum van de NAVO

Page 15: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

NAVO Kroniek16 Winter 2000-2001

in andere Joegoslavische republieken en de gevolgen ervan zul-len nog tientallen jaren voelbaar blijven.

Sinds de gevechten in het voormalige Joegoslavië uitbraken,hebben de NAVO-landen en andere westerse landen miljoenendollars aan de Balkan gespendeerd, vooral in Bosnië en Herzeg-ovina (Bosnië) en Servië, met het doel de schade te herstellen.De internationale hulp heeft de bevolking in Servië en in Monte-negro toegang verschaft tot andere informatiebronnen en heeft

geholpen de valse infor-matie die door de staats-media werd verspreid, teontzenuwen. In Bosnië iseen zekere mate van plura-lisme en persvrijheid ont-staan, gedeeltelijk dankzijinternationale giften aanonafhankelijke kranten enomroepen.

Toch krijgen de media,wanneer het erom gaat eenconflict te voorkomen ofde vrede te versterken,niet altijd de prioriteit diezij verdienen. Ondanks dedestructieve rol die demedia hebben gespeeld,toen zij de vlammen vande etnische haat aanwak-kerden in het voormaligeJoegoslavië, waren er inhet vredesakkoord, dat inDayton, Ohio tot standkwam en waarmee er eeneinde kwam aan de Bosni-sche oorlog, geen speci-

fieke bepalingen te vinden over de media in de nieuwe staat. Erwerd alleen een korte vermelding gemaakt van de persvrijheidmet betrekking tot de verkiezingen. De internationale instellin-gen die belast waren met het toezicht op de implementatie vanhet vredesakkoord hebben sindsdien enorm veel tijd en moeitebesteed om dit verzuim goed te maken.

Tot het najaar van 1997 was de internationale gemeenschapin Bosnië gedwongen de gehate toespraken te verduren die con-stant door de Srpska Radio-Televizija (SRT) werden uitge-braakt, de zender die in handen was van Milosevics protégés inPale, in de Republiek Srpska, even buiten Sarajevo. Aangeziener geen coherente regelingen waren voor het verstrekken vanzendfrequenties of –machtigingen en aangezien de rechtelijke

Daniel Deluce, een voormalig Reuters correspondent in Sarajevo,werkte voor het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger tussende lente van 1998 en de herfst van 2000 met als opdrachtde hervorming van de media in Bosnië.

De demonstranten in Servië noemden het de “Bastille”.Dertien jaar lang was het hoofdkwartier van de staats-zender het gehate symbool geweest van het autoritaire

regime van de Joegoslavische president Slobodan Milosevic.Toen demonstranten het gebouw van de Radio-Televisie Serviëbestormden, begon de val van Milosevic. Toen hij het legernoch de politie kon overhalen zijn televisiemonopolie teverdedigen, was zijn dictatorschap ten einde. De citadelwas gevallen.

De Radio-Televisie Ser-vië (RTS) was Milosevicsmachtigste wapen. Eenelektronische knuppelwaarmee hij protesten konsmoren en stemming konkweken voor de oorlogvoe-ring. Servië is nog een heeleind verwijderd van dedefinitieve democratie ende rechtsorde. Maar heteinde van Milosevics totalecontrole over de RTS heefteen nieuw politiek tijdperkingeluid en biedt de vrij-heid van meningsuiting demogelijkheid vaste voetaan de grond te krijgen.

Als de internationalegemeenschap deze zenderaan het einde van de jaren’80 nauwlettender zouhebben gevolgd, dan hadzij de dreigende ramp inhet voormalige Joegosla-vië kunnen zien aanko-men. De RTS en de anderemedia die onder Milosevics controle stonden, schiepen omstan-digheden die oorlog mogelijk maakten. Ze verspreidden vreesonder vreedzame buurlanden en overtuigden vele Serviërservan dat de geesten uit de Tweede Wereldoorlog waren terug-gekeerd om hen af te slachten. De RTS construeerde een bizarrewereld waarin de Bosnische hoofdstad Sarajevo nooit werdbelegerd en de verwoeste Kroatische stad Vukovar, werd“bevrijd”. De media-aanval die in Belgrado op touw gezet was,leidde tot het ontstaan van soortgelijke misselijke propaganda

MediaoorlogenDaniel Deluce neemt de hervorming van de media in Bosnië onder de loep,

die in ernst begon toen de blauwhelmen de zenders van de Bosnisch-Servische televisiehadden veroverd.

Dodelijk wapen: als de internationale gemeenschap meer naar de Servischetelevisie had gekeken aan het einde van de jaren '80 van de vorige eeuw,dan had zij het onheil kunnen zien aankomen.

© R

eute

rs

Page 16: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

macht politiek besmet was, had de toenmalige hoge vertegen-woordiger, Carl Bildt — die de SRT beschreef als een zenderwaar zelfs Stalin zich nog voor zou schamen — weinig wapensin handen. Toch legde Bildt aan het eind van zijn tijd als hogevertegenwoordiger in mei 1997 het fundament voor een krach-tigere aanpak. De Vredesimplementatieraad, de verzamelingvan landen en internationale organisaties die belang hadden bijhet Bosnische vredesproces, keurden in Sintra, Portugal, eendocument goed dat de hoge vertegenwoordiger machtigdemaatregelen te nemen tegen media die een bedreiging vormdenvoor het vredesakkoord. Het was in brede termen gesteld methet oog op de ophitsende programma’s van de SRT.

In de zomer van 1997 werd het steeds duidelijker dat de SRThet vredesproces ondermijnde. Niet alleen werd opruiende taalgebruikt om niet-Serviërs te beschrijven en bleek uit alles devijandigheid tegenover vele aspecten van het vredesakkoord,maar bovendien werd niet gerapporteerd over de politieke oppo-sitie in de Republiek Srpska, die in het avondnieuws consequentwerd aangevallen. Toen er een machtsstrijd ontstond tussen deharde-lijn leiders in Pale en de meer gematigde bondgenotenvan de toenmalige president van de Republiek Srpska, BiljanaPlavsic, in Banja Luca, werden meer waarschuwingen gegevenaan het management van de SRT, echter met weinig effect. Pers-officials van de nieuwe hoge vertegenwoordiger, Carlos Wes-tendorp, lieten al doorschemeren dat er mogelijk militaire actietegen de SRT zou worden ondernomen, maar SFOR, de stabili-satiemacht onder leiding van de NAVO, bleef voorzichtig inhaar openbare uitlatingen.

Het was een spannende tijd voor de vredesmissie en voor deregeringen van de NAVO-landen. De SRT-uitzendingen warenafschuwelijk, maar de westerse regeringen vreesden dat de lei-ders in Pale sympathie zouden kunnen winnen door zich als deverdedigers van de vrije meningsuiting op te werpen, als de vre-desmacht tegen de SRT zou ingrijpen. Het keerpunt kwam injuli, toen Plavsic krachtige nieuwe politiechefs benoemde inBanja Luca, met de steun van de Engelse en de TsjechischeSFOR-blauwhelmen. Details van een voorgenomen coup doorde leiders in Pale tegen Plavsic werden aan het licht gebracht.De SRT veroordeelde de rol van SFOR en vergeleek de vrede-smacht met de Nazi SS in een videoclip. De propagandavormde nu een bedreiging voor SFOR zelf.

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 17

VIJF JAAR NA DAYTON

Toen de SRT een volkomen verdraaid verslag gaf van eenpersconferentie die de hoofdaanklager bij het InternationaalTribunaal voor Oorlogsmisdaden in Den Haag had gegeven,kwam SFOR op verzoek van Westendorp in actie en veroverdeop 1 oktober 1997 vier zendmasten. De SRT hervatte zijn uit-zendingen onder nieuwe leiders in de studio’s in Banja Luca,waar de staf positiever tegenover de partij van Plavsic stond. Denieuwsuitzendingen waren nog steeds nationalistisch maar deexcessen uit het verleden waren voorbij. De verwachte tegenac-ties bleven uit. Veel Servische journalisten hadden de SRT goedingeschat, als een politiek instrument dat niets te maken hadmet echte journalistiek of publieke dienst.

De leiders in Pale lieten geen enkele twijfel bestaan over hetpartijgebonden karakter van de SRT. Hoge leden van de rege-rende nationalistische Servische Democratische Partij (Srpskademokratska stranka of SDS) en het toenmalige Servische lidvan het Bosnische collectieve presidentschap, Momcilo Kraji-snik (nu in afwachting van zijn proces in Den Haag) stondenaan het hoofd van het SRT-bestuur. Na afloop van de interventievan SFOR onderhandelde het Bureau van de Hoge Vertegen-woordiger (OHR) met Plavsic over “interim-regelingen” voorde SRT, die in februari 1998 tot stand kwamen. Met deze rege-lingen kwam er een niet-partijgebonden bestuur en werd eeninternationale “beheerder” aangesteld, die zou zorgen dat menzich hield aan de maatstaven voor openbare uitzendingen en diede redactionele vrijheid zou bevorderen.

De verovering van de zendmasten van de SRT betekende eenommekeer in Bosnië, het speelveld voor de verkiezingen wasbeter toegankelijk voor alle partijen en in Banja Luca, de groot-ste stad in de Republika Srpska, werd de weg gebaand voormeer pluralisme en persvrijheid. De internationale gemeen-schap had een duidelijk signaal afgegeven dat zij bereid was eenhalt toe te roepen aan opruiing tot haat en partij-invloeden opopenbare uitzendingen. Het betekende het einde van het mono-polie dat de harde-lijners hadden over de televisie-uitzendingenvan de Republika Srpska. De crisis rond de SRT onderstreeptehoe regerende nationalistische partijen in het gehele land debelangrijkste media bleven domineren en een open debat blevenontmoedigen. De Bosnische media moesten duidelijk vanaf degrond worden gereorganiseerd om ze te laten voldoen aandemocratische normen. Met de steun van donorregeringen

De NATO 2000-CD-Rom maakt de gebruikerswegwijs in de taken en werkwijzen van de NAVO.De CD-Rom beschrijft ook de ontwikkelingvan het Bondgenootschap en de veranderingendie het heeft ondergaan om zich aan te passenaan de veiligheidsuitdagingen van de 21ste eeuw.Men kan een gratis exemplaar aanvragen bij:

Distribution UnitOffice of Information and Press NATO, 1110-Brussels, Belgium

Page 17: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

VIJF JAAR NA DAYTON

NAVO Kroniek18 Winter 2000-2001

begon het OHR aan de ontwikkeling van een strategie voor deopbouw van een blijvende persvrijheid.

In de loop der tijd groeide die strategie uit tot een ambitieuzeonderneming. Zij omvatte het scheppen van een raamwerk vanregels voor omroepen, de hervorming van de publieke omroep,constante financiële steun voor de onafhankelijke media, voor-lichtingscampagnes om het publiek op de hoogte te houden vande inspanningen van de internationale gemeenschap, en juridi-sche bescherming van journalisten.

Tijdens de bijeenkomst van de Vredesimplementatieraad indecember 1997 in Bonn, werd opgeroepen tot de oprichting vaneen regulerende instantie, die aan de gegadigden zendvergun-ningen zou verschaffen op grond van transparante criteria. Dezeregulerende instantie, die later de naam Independent MediaCommission (IMC) kreeg, zou gaan opereren onder een ad inte-rim internationale supervisie en in de loop der tijd een binnen-landse instelling worden. Zij had tot taak een eerlijke concur-rentie onder de omroepen te bewerkstelligen en de politiekecontrole over de ether op te heffen.

In juni 1998 werd met gelden van de Verenigde Staten en deEuropese Unie de IMC opgericht in opdracht van de hoge verte-genwoordiger. Iedere afdeling had een internationaal hoofd eneen Bosnisch plaatsvervangend hoofd. De IMC was een instel-ling met recht van beroep, bestaande uitinwoners van Bosnië en buitenlanders die tendoel had beroepsaanvragen van zendstationste beoordelen. In de tussentijd was de IMCerin geslaagd een raamwerk van regelgevingop te stellen dat de politieke manipulatie dievoorheen gepaard ging met het verstrekkenvan vergunningen onmogelijk had gemaakt.Door een gedragscode voor omroepen totgemeen goed te maken, heeft de IMC deopruiende uitzendingen helpen te voorko-men, aangezien zendstations niet graag devergunningen in de waagschaal stellen die zijal hebben verworven, of in de toekomst noghopen te verwerven. Sommige zenders heb-ben een reprimande gekregen of zijn beboet,een paar zijn tijdelijk uit de lucht gehaald en twee stations zijndefinitief gesloten omdat zij illegaal gebruik maakten van fre-quenties en de bijbehorende documenten hadden vervalst.

De jury is het nog niet over de IMC eens. Bosnische journa-listen en andere internationale organisaties hebben haar gekriti-seerd omdat zij te zachtzinnig zou omspringen met flagrantepropagandamakers en omdat zij te weinig zou doen om een ver-zadigde mediamarkt te consolideren. In een land met minderdan vier miljoen inwoners, zijn er ruim 280 omroepen, vermoe-delijk de hoogste relatieve dichtheid in de wereld. De IMC zegtdat de criteria voor nieuwe langtermijn vergunningen veel strik-ter zullen zijn en dat dit zal leiden tot een efficiëntere markt. DeIMC zegt ook dat zij alle juridische procedures moet respecte-ren die de zendstations kunnen volgen, met het gevolg dat zijniet zo snel kan werken als de critici wel zouden willen.

Een fundamenteler probleem is, dat de IMC met weinig mid-delen en zonder machtsapparaat om haar besluiten af te dwin-gen, moet strijden tegen diep ingewortelde belangen. In extremegevallen kan de IMC een beroep doen op SFOR – maar alleen

als de NAVO-lidstaten het gepast achten om in actie te komen.Uitspraken gericht tegen Erotel, een zender die in handen wasvan Bosnisch-Kroatische harde-lijners van de Kroatische Demo-cratische Unie (Hrvatska demokratska zajednica of HDZ), wer-den een jaar lang belachelijk gemaakt en in de wind geslagen.

Wat de tekortkomingen van de IMC ook mogen zijn, zij heefteen maatstaf van doorzichtigheid en billijkheid ingesteld die depolitieke inmenging in de omroepen drastisch heeft ingeperkt.Zij heeft andere regulerende instellingen in de Europese Unieen Noord-Amerika als voorbeeld genomen en zich niet bemoeidmet de gedrukte media. In plaats daarvan heeft zij verenigingenvan journalisten aangemoedigd vrijwillig een gedragscode aante nemen. Hoewel er in de gedrukte media nog steeds veelexcessen voorkomen, zijn er voldoende onafhankelijke publica-ties als tegenwicht.

De belangrijkste vraag voor de toekomst is, hoe en wanneerhet werk van de IMC zal worden overgedragen aan de plaatselijkeautoriteiten. Een ambitieus tijdsschema, waarin gemikt werd opde overdracht dit jaar, is opnieuw bekeken en uitgesteld. De Bos-nische instellingen moeten nog bewijzen dat zij op een transpa-rante, niet-partijgebonden manier kunnen opereren. Donorrege-ringen hebben een plan goedgekeurd om de IMC onder tebrengen in een enkele regulerende instantie voor alle telecommu-nicatie onder internationaal toezicht. De huidige hoge vertegen-

woordiger, Wolfgang Petritsch, heeft het fre-quentiespectrum aangemerkt als eenwaardevolle bron van inkomsten, die zo moetworden gereguleerd dat politieke inmengingen corrupte monopolies kunnen wordenvoorkomen.

Een openbare omroep opbouwen, op deas van een etnisch-gescheiden, inefficiëntsysteem is een van de moeilijkste aspectenvan de OHR-strategie. Gevestigde politiekebelangen hebben getracht de macht tebehouden over de restanten van de vroegereSarajevo Radio-Televisie, de Bosnischeomroep van voor de oorlog. Vlak voordat degevechten uitbraken in het voorjaar van

1992, stelde de Servische nationalistische leider, RadovanKaradjiz voor de zender — die de reputatie had evenwichtig,maar prozaïsch te rapporteren — te verdelen in drie aparte etni-sche kanalen. Zijn voorstel werd toen verworpen, maar direct naaanvang van de oorlog werd het bewaarheid. De bezittingen vande Sarajevo Radio-Televisie werden verdeeld overeenkomstigde territoriale veroveringen. Met behulp van Zagreb en Bel-grado werden aparte etnisch georiënteerde zenders opgericht. Ingebieden waar de Bosnische regering de macht had, werd deSarajevo televisie bekend als Radio-Televisie Bosnië -Herzeg-ovina (RTV BiH) en viel onder de controle van Alija Izetbeg-ovitsj’s Bosnische Moslim Partij van Democratische Actie(Stranca demokratske akcije of SDA). Hoewel deze zender uit-sluitend gericht was op Bosnische Moslims, heeft de RTV BiHnooit zulke expliciete haatgevoelens uitgebraakt als de mediavan het Kroatische en Servische regime.

Binnen een half jaar na de aanval van SFOR op de SRT zetteWestendorp een grootschaliger initiatief in gang om de gehelepublieke omroep te hervormen. Na maanden van onderhandelen

Toch krijgen de media,wanneer het erom gaateen conflict tevoorkomen of de vredete versterken, niet altijdde prioriteit die zijverdienen

Page 18: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

VIJF JAAR NA DAYTON

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 19

met het uit drie leden bestaande presidentschap van het land, over-reedde hij de Kroatische en Bosnische Moslim vertegenwoordi-gers — maar niet de Servische — om een akte van overeenkomst(MOU) te ondertekenen over de toekomst van het omroepbestel.In dit document werd opgeroepen tot de oprichting van eennieuwe openbare omroepinstelling die religieuze tolerantie enredactionele vrijheid zou betrachten en die zou opereren op eenfinancieel doorzichtige wijze. Het riep op tot een nieuw publiekomroepnetwerk voor het gehele land en voor een nieuwe dienstvoor de Federatie van Bosnië en Herzegovina (de Federatie), dewat grotere entiteit. Het vroeg ook omroepen uit Servië en Kroatiëzich te houden aan de Bosnische wetten en regels. In praktijk heb-ben de regimes in Belgrado en Zagreb deze bepalingen echtergenegeerd en de SDA heeft later de tenuitvoerlegging van de her-vormingen die in de akte uiteengezet werden, tegengewerkt, ter-wijl de HDZ het document heeft verworpen toen er een ander Kro-atisch lid van het Bosnisch presidentschap was benoemd.

Toch werd een nieuw multi-etnische raad van bestuur voor deRTV BiH benoemd, hoewel haar werk door de SDA-loyalistenwerd tegengewerkt. Toen de MOU een jaar na de ondertekeningvast was gelopen, stelde Westendorp een nieuwe OpenbareOmroepdienst in (Public Broadcasting Service: PBS) voor hetgehele land. Dit besluit, dat hij deed uitgaan op de laatste dagvan zijn ambtstermijn in juli 1999, riep een losse structuur inhet leven die ten doel had te zorgen dat het bestaan van de Bos-nische staat werd beschermd, dat de door de SDA overheersteomroep zou worden opgevolgd door een echte multi-etnischeomroepdienst en dat er een in financieel opzicht realistischmodel zou worden gehanteerd.

De juristen van het OHR vonden juridische gronden voor eenstaatsomroep in Artikel II van de Bosnische grondwet, dat zegtdat de staat de faciliteiten voor de communicatie dient te schep-pen. Het was een baanbrekende interpretatie die een eindemaakte aan het juridische getouwtrek dat ten doel had de multi-etnische omroep te frustreren. Met dit besluit werd ook voor deFederatie een omroep in het leven geroepen. Bovendien zoudenomroepen van beide entiteiten in de toekomst alleen toeganghebben tot de internationale programmering via de nieuwe BiH-dienst, die Bosnië zou vertegenwoordigen in internationaleorganisaties. Het juridisch vacuüm dat de ontwikkeling vangrote mono-etnische omroepen mogelijk had gemaakt, wasopgeheven. De nieuwe omroep moest iedere dag ten minste eenuur aan nieuws en actualiteiten uitzenden. Het besluit werdomschreven als een voorlopige stap en liet ruimte voor toekom-stige politici om het te amenderen, of verder indien gewenst uitte werken. Gezien de beperkingen van het Akkoord van Dayton,de beperkingen ten aanzien van de donorfinanciën en het ver-lamde politieke klimaat van die tijd, was het OHR zo ver gegaanals het op dat moment kon.

De PBS heeft de RTV BiH vervangen als lid van de Euro-pean Broacasting Union (EBU) en zendt thans internationalesportevenementen uit op een signaal dat in het hele land kanworden ontvangen. De Olympische Spelen werden uitgezondenmet een multi-etnische staf van commentatoren en een actuali-teitenprogramma stelde kijkers in staat deel te nemen aan eendiscussie voorafgaand aan de verkiezingen. Een deskundige vande BBC heeft richtlijnen opgesteld voor het creëren van eenmanagementstructuur volgens de modernste Europese gebrui-ken. De hoge vertegenwoordiger heeft multi-etnische raden vanbestuur benoemd voor de entiteitgebonden omroepen in zowelde Republika Srpska als de Federatie.

Nationalistische politieke partijen hebben, hoe kon het ookanders, geprobeerd het PBS-bestuur te manipuleren. Ze hebbenhet werk bij iedere stap tegengewerkt, en het hele project afge-schilderd als een mislukking. In feite hebben echter alleen depolitieke leiders van het land gefaald. Als de Bosnische poli-tieke leiders eerder de maatstaven voor een openbaar omroep-bestel en multi-etnische principes hadden omhelsd, dan was deinternationale gemeenschap nooit tussen beide gekomen. Gege-ven de vijandige houding van de nationalistische partijen, is hetbegrijpelijk dat er vertragingen zijn opgetreden met de uitzen-ding door de PBS van het avondnieuws. Het is nu echter vancruciaal belang dat snel getalenteerde redacteuren worden aan-getrokken en dat de PBS zijn avondnieuwsprogramma gaat uit-zenden. Een kwaliteitsnieuwsdienst van de PBS voor het heleland is cruciaal voor de opbouw van een klimaat dat vrij is van

© R

eute

rs

Uitzendingen achter prikkeldraad: Blauwhelmen onder leiding vande NAVO hebben vier zendmasten veroverd in reactie op de opruiende uitzendingen.

Page 19: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

VIJF JAAR NA DAYTON

NAVO Kroniek20 Winter 2000-2001

intimidatie en religieuze onverdraagzaamheid. Een meer plura-listische politieke omgeving in Bosnië en de recente ontwikke-lingen in Kroatië en Servië moet de PBS voldoende lucht gevenom zich verder te kunnen ontwikkelen.

Het meest ambitieuze particuliere mediaproject op de Balkanwerd gelanceerd door de eerste hoge vertegenwoordiger, CarlBildt, in 1996 kort voor de eerste verkiezingen in het land. De Ver-enigde Staten en de Europese Unie hebben de oprichting van eennieuw multi-etnisch televisienetwerk gefinancierd, het Open Bro-adcast Network (OBN), dat moest dienen als een commercieelalternatief voor de mono-etnische, politiek gebonden zenders. Hetnetwerk had echter een zwakke start, met slecht journalistiek werken een zwakke programmering. Het werd oorspronkelijk gerunddoor diplomaten met een minimale ervaring in de omroepwereld.De OBN speelde geen enkele rol in de verkiezingscampagne van1996 en was nauwelijks in de lucht voordat het stemmen begon.Minder dan twee jaar later, na grote financiële injecties en veleadviezen van beroepstelevisiemakers, had het OBN een solidemulti-etnisch nieuwsprogramma in elkaar gezet, dat een werkelijkalternatief bood voor de propaganda van de nationalistische par-tijen. Partijen van burgerlijk verzet hadden eindelijk ook eenmanier om de kiezers te bereiken.

Het OBN kreeg te kampen met felle tegenstand van de natio-nalistische partijen, vooral van de SDA, die probeerde het defrequenties af te nemen. Sommige donorregeringen weigerdenhet te steunen, omdat zij lokaal opgekweekte mediakanalen pre-fereerden. Ondanks het pittige prijskaartje en al zijn tekortko-mingen, heeft het OBN een significante rol gespeeld in hetdoorbreken van de etnische barrières en het totstandbrengenvan een fragiel pluralisme in Bosnië. De Organisatie voor Vei-ligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Zwitserseregering hebben in 1996 een multi-etnisch radionetwerk in delucht gebracht, Radio FERN geheten, dat minder controversieelbleek. Radio FERN heeft een kwaliteitsnieuwsdienst geprodu-ceerd, vrij van nationalistische, of politieke vooroordelen, enheeft een netwerk mee opgebouwd van onafhankelijke zendersin het gehele land.

De belangrijkste sponsors van de OBN, de Verenigde Statenen de Europese Unie, hadden gehoopt dat de zender zou uit-groeien tot een zelfstandig commercieel netwerk, dat wellichteen groter Servisch-Kroatisch sprekend gebied zou kunnen

bedienen. De Bosnische economie blijft echter straatarm en dezendermarkt is verzadigd. Als gevolg daarvan kunnen de dono-ren wel concluderen dat het OBN het commercieel gezien nietgaat halen. Zij zijn zelfs al bezig te bespreken hoe de nieuws-dienst zou kunnen worden opgenomen in de PBS-structuur. Watook de uiteindelijke bestemming van het OBN moge zijn, hetheeft een uiterst waardevolle rol gespeeld als tegenwicht tegende leugens en verdraaiingen van de zenders die in handen vande nationalistische partijen waren.

Nieuwe organisaties financieren in een autoritaire omgevingbrengt onvermijdelijk risico’s met zich mee. Als geld een cor-rupte en ondemocratische samenleving binnenstroomt, vindenmachtige politieke belangen altijd wel een manier om dat geld inte palmen, of de zender die het geld ontvangt in handen te krijgen.Om effectief te kunnen zijn en te zorgen dat het geld van de belas-tingbetaler niet wordt verspild, is een coherentere en eensgezindeaanpak van de donorlanden nodig. Tot nu toe lijkt de aanpak vande internationale gemeenschap over het algemeen het meest opeen schot hagel. Een deel van de hulp komt op de goede plekterecht en de rest niet. De mediamarkt in Bosnië is mede zo cha-otisch, omdat de Westerse regeringen maar al te graag bereidwaren nieuwe radio- en televisiestations te financieren.

Een al te groot vertrouwen in de commerciële omroepenbrengt ook een gevaar met zich mee, vooral op de langere duur.Een particuliere zender financieren, levert niet automatischredactionele onafhankelijkheid op. Particuliere zenders in lan-den waar geen onafhankelijke juridische macht is en ook geengoede commerciële wetgeving, zijn uiterst kwetsbaar voormanipulatie door gevestigde politieke of financiële belangheb-bers. Het voorbeeld van corrupte commerciële zenders enpublicaties in de gehele vroegere Sovjetunie zouden als waar-schuwing moeten dienen, dat het verkeerd is geld in de particu-liere sector te pompen zonder strikte voorwaarden te stellen.Anders verworden die zogenaamde onafhankelijke media alheel gauw tot politieke wapens die door de belastingbetalers inde Europese Unie en Noord-Amerika worden bekostigd.

Om te zorgen dat de commerciële media in Bosnië zich in eenvrije en competitieve omgeving blijven ontwikkelen, heeft hogevertegenwoordiger Petritsch recentelijk de privatisering van demedia opgeschort, totdat er een uitvoerige evaluatie heeft plaats-gehad. De hervormingen zullen in de toekomst in de eerste

HET WETENSCHAPPELIJK PROGRAMMA VAN DE NAVO“Wetenschappers bijeenbrengen voor vooruitgang en vrede”

Het Wetenschappelijk Programma van de NAVO ondersteunt samenwerkingsprojecten tussenwetenschappers uit Geallieerde en Partnerlanden. Het programma – dat niet aan defensie

is gerelateerd – tracht de samenwerking tussen wetenschappers met een verschillendeachtergrond te stimuleren, blijvende banden tussen onderzoekers te scheppen, en de

wetenschappelijke gemeenschappen in de partnerlanden in stand te houden.

Zie voor alle details de NAVO-website:

http://www.nato.int/science

Page 20: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

VIJF JAAR NA DAYTON

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 21

plaats gericht zijn op het privatiseringsproces en de zakelijkeaspecten van de media. De internationale gemeenschap zal moe-ten aandringen op de ontmanteling van de media oligarchieën entrachten te voorkomen dat er nieuwe monopolies ontstaan.

Wat de wettelijke bescherming van journalisten betreft, is deinternationale gemeenschap begonnen de wetten uit het com-munistische tijdperk, die de vrije meningsuiting en het journa-listieke onderzoek onmogelijk maakten, te vervangen. In juli1999 beriep Westendorp zich op zijn gezag als hoge vertegen-woordiger en schrapte een bepaling die inhield dat mensen dieveroordeeld waren voor laster in de gevangenis konden wordengezet. Hij vroeg om het opstellen onder internationale richtlij-nen van een nieuwe lasterwet en een vrije toegang van informa-tie-wet. In oktober 2000 nam het staatsparlement een wet aandie door de OVSE-deskundigen was voorbereid en die vrije toe-gang garandeert tot alle informatie in het bezit van overheidsor-ganen, met uitzondering van een hele kleine categorie gevallen.De wet over de vrije toegang tot informatie is, hoewel hij nogmaar gedeeltelijk wordt toegepast, in staat de hele cultuur vangeheimhouding die altijd onder de Bosnische politieke leidersgeheerst heeft, te doorbreken.

Enkele vertegenwoordigers van organisaties op het terreinvan de persvrijheid hebben de NAVO-staten beschuldigd dat zijhet recht op de vrije meningsuiting hebbengeschonden door acties te ondernementegen media die naar mening van de NAVO-landen opruiend waren. Toen de IMC wasopgericht, beweerden diezelfde critici dat depersvrijheid in gevaar zou worden gebrachtals er één almachtig agentschap kwam datklaar stond om arbitrair op te treden. Hoe-wel er duidelijk gevaren verbonden zijn aaneen interventiebeleid ten opzichte van demedia, gaan velen van deze critici van deverkeerde premissen uit.

Men moet Bosnië, Kosovo, Rwanda, ofOost-Timor niet op dezelfde manier bekij-ken als een Westerse democratie. Men moetdeze landen bekijken door de lens vanDuitsland in 1945. Bevorderen wij de vrijemeningsuiting als we politieke controle over zendfrequenties endrukpersen toestaan? Als wij toestaan dat demagogen en dicta-toren religieuze, etnische, of raciale haat en genocide aanwak-keren, zijn wij dan bezig onze democratische waarden hoog tehouden? In landen zonder democratische tradities of instellin-gen is er geen sterk juridisch systeem dat journalistenbeschermt, geen regulerende instantie die voorkomt dat poli-tieke belangen de publiek gefinancierde omroepen in hun greephouden, en geen vrije markt die zorgt dat er vrije toegang totdrukpersen en adverteerders is. Niets doen, maakt het de geves-tigde belangen gewoon mogelijk journalisten en afwijkendemeningen de mond te snoeren.

Waar een multinationale vredesmacht de vrede bewaart, moetde mediasector liefst zo snel mogelijk onder maximale interna-tionale bevoegdheid worden geplaatst. Frequenties moeten nietworden toegewezen door politieke oligarchieën. Een houdingvan laissez-faire tegenover de voormalige strijdende partijen,duidt op zwakte en biedt de mogelijkheid het conflict nieuw

leven in te blazen. Het is beter zich direct aan het begin hard opte stellen en op deze wijze de weg voor te bereiden voor een snel-lere terugtrekking. Iedere poging de persvrijheid te bevorderen,moet echter gepaard gaan met een internationale strategie voorfundamentele economische en juridische hervorming. Politiekecontrole over de economie doemt iedere poging om een vrijeonafhankelijke “Vierde Macht” te creëren tot mislukking. Druk-persen, adverteerders en toegang tot frequenties moeten vrij zijnvan politieke inmenging. Zonder een onafhankelijk gerechtelijkapparaat en een onafhankelijke politiemacht is er geen bescher-ming mogelijk tegen bedreigingen van de journalistieke onder-zoeksvrijheid en de vrijheid van meningsuiting.

Er is echter een punt dat door de activisten voor persvrijheidis opgeworpen en dat verdere aandacht verdient. Instellingen ofregelingen die door internationale bestuurders zijn opgelegdmoeten voldoen aan democratische maatstaven omdat de vredes-macht op een bepaald moment weer zal vertrekken en alles zaloverdragen aan de plaatselijke autoriteiten. Wat door de interna-tionale vredesmacht in het leven is geroepen, zal als erfenisworden nagelaten aan de eigen regering van het land. De wet-ten, instellingen en voorschriften die de internationale gemeen-schap ondersteunt, moeten zo veel mogelijk stoelen op de bestedemocratische praktijken en beginselen. Iedere interventie door

de internationale autoriteit, dient te gebeu-ren volgens de juiste procedures en te wor-den vergezeld door een bredere democrati-sche hervormingen die de journalistiekevrijheid beschermen. Als er geen zorgvul-dige rechtsgang is en er geen duidelijkdemocratisch beginsel op het spel staat,heeft interventie in de media of in iedereandere sector met het doel de politieke ont-wikkelingen te beïnvloeden meestal eenaverechtse uitwerking. Donorlanden kunnende wetten en voorschriften die in hun eigenland gelden, niet voor het oog van de wereldelders overtreden.

Het goede nieuws is, dat het klimaat voorde mediavrijheid in Bosnië sinds 1995 isverbeterd. Soms dankzij, en soms ondanks

de aanwezigheid van de internationale gemeenschap. Hetslechte nieuws is, dat er tot dusver nog maar magere vooruit-gang geboekt is, die afhankelijk blijft van enorme buitenlandsegiften. Er is te weinig aandacht besteed aan de opleiding vanjonge journalisten. Misschien zijn de vruchten niet snel genoegzichtbaar voor de donorregeringen, die zich vaak gedwongenvoelen met de hulpgelden directe resultaten te behalen. De BBCSchool for Broadcast News in Sarajevo bijvoorbeeld, die wordtgesponsord door het United Kingdom en George Soros OpenSociety Funds, is een absoluut succes en helpt een nieuwe gene-ratie van onafhankelijk denkende radio- en tv-journalisten tevormen. De internationale financiering zal in de loop der tijdonvermijdelijk afnemen. Maar het is van cruciaal belang dat hethervormingsproces wordt voortgezet. De media hebben eenenorm potentieel, zowel om de oorlog te doen ontbranden, alsom de democratie te helpen vestigen. De media bevrijden vanpolitieke controle zou een even grote strategische prioriteitmoeten hebben als het opruimen van landmijnen, of het bouwenvan bruggen. ■

Waar een multinationalevredesmacht de vredebewaart, moet demediasector liefstzo snel mogelijk ondermaximale internationalebevoegdheid wordengeplaatst

Page 21: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

NAVO Kroniek22 Winter 2000-2001

KroniekdebatIs het tijd Dayton te herschrijven?

Ja:Tony Borden is alge-

meen directeur vanhet Institute for Warand Peace Reporting

Nee: Daniel Serwer is directeurvan het Balkans Initiativevan het AmerikaanseInstitute of Peace

Beste Daniel,

Hert is een goed jaar geweest op deBalkan. In minder dan 12 maanden zijnSlobodan Milosevic, Franjo Tudzjman,Alija Izetbegovic — allemaal om ver-schillende redenen — opgestapt. Nogbelangrijker dan het verdwijnen vandeze drie rampzalige presidenten is hetfeit dat de bevolking in het hele vroe-gere Joegoslavië, in verschillendebewoordingen, in open verkiezingenhebben gestemd tegen extremisme engeweld. Na tien jaar racistische stereo-typeringen te hebben aangehoord overhun aangeboren gewelddadige natuur,tonen de mensen zelf, hoe aarzelend enproblematisch ook, dat zij de wil hebbenom verder te komen. Laten we de voor-uitgang niet overdrijven: er is nog steedsharde-lijn nationalisme en vooral ookcorruptie, er bestaat nog een heel aantalconflicten en gunstige Balkan-windenkunnen heel snel omslaan in een zwarestorm. Maar het zou nog een veel gro-tere vergissing zijn, niet te beseffen hoegroot de verandering is — en het poten-tieel ervan. Er zijn nog wel problemen,maar de oorlog is voorbij en de tijd isgekomen om de erfenis van de oorlogweg te vegen. Om deze kans goed tebenutten, is het van essentieel belangeen positieve bredere visie voor de regiote ontwikkelen. Die visie moet serieus

en haalbaar zijn, zij moet de mensenhouden aan de hoogste internationalemaatstaven en hen op die wijze het wer-kelijke respect tonen dat ze verdienen.

Uiteindelijk betekent dit natuurlijkdat alle staten lid zullen moeten wordenvan de Europese Unie. Dit betekentdaarom een vroegtijdig en rigoureusrespect voor de mensenrechten enandere democratische normen. (Nee,Den Haag kan niet op de waakvlam.)Het betekent doorzichtige structuren —inclusief vrijgevige maar niet onvoor-waardelijke hulp met sterke rapportage-mechanismen — en rechtsorde, nietalleen op straat, maar ook in het zaken-leven en de financiële sector. Om dit tebereiken zijn gigantische sommen geld,herhaaldelijke reprimandes, en tiendui-zenden NAVO-troepen niet genoeg. Eenbelangrijk deel van het geheel zijn ver-standige, werkbare, geloofwaardigepolitieke raamwerken voor de langeretermijn. Het meest ongezonde en insta-biele politieke raamwerk in het gebied ishet constitutionele kaartenhuis datbekend staat als het Dayton Akkoord.Deze regeling belichaamt een gruwelijkoorlogscompromis getroffen tussen drievoormalige presidenten. Het institutio-naliseert nu precies die problemen dieoverwonnen moeten worden. Het heefteen onwerkbaar land gecreëerd en hetmoet zo spoedig mogelijk op de

schroothoop, en worden vervangen dooreen verstandiger regeling voor de toe-komst.

Na vijf jaar is het eigenlijk overbodigde duidelijke tekortkomingen van hetAkkoord nog eens te herhalen (of zijnwe die vergeten?): Dayton erkent eenpolitieke eenheid, in de Servische enti-teit, die op genocide is gebaseerd. Maarde Republika Srpska is niet het enigeprobleem. Terwijl de internationalepolitiek tracht een democratisch Bosniëop te bouwen, gebaseerd op internatio-nale normen voor de rechten van hetindividu, zijn alle structuren in feitegebaseerd op etnische uitgangspunten.Deze ongerijmdheid kan niet voortdu-ren. Als iemand die geen Serviër, Kro-aat of Bosniac is, volgens de wet geendeel uit kan maken van het president-schap, een niet-Serviër volgens degrondwet niet gekozen kan worden tothet Bosnische presidentschap uit deRepublika Srpska en iemand die nochKroaat noch Bosniac is, niet gekozenkan worden voor het Bosnische presi-dentschap uit de Federatie van Bosniëen Herzegovina: dan is de hele politiekedialoog totaal verwrongen. Een institu-tionalisering van politieke partijen enstructuren die op etnische gronden zijngebaseerd, is van nature gesloten en zal,zeker in Bosnië, onvermijdelijk leidentot corruptie.

Page 22: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 23

Deze structuur betekent dat je temaken hebt met een totaal onwerkbarereeks in elkaar grijpende instellingen opgemeentelijk, lokaal, kantonnaal, fede-raal, en (weinig) staatsniveau. Het is opde langere duur onbetaalbaar, en op dekortere functioneert het totaal niet. Ommaar eens één voorbeeld te geven, erzijn misschien wel internationale fond-sen op tafel gekomen om, de wegen terepareren die tijdens de oorlog vernie-tigd waren, maar nu gaan ze weer kapot,omdat de politieke structuren te slechtfunctioneren om ze te onderhouden. Ikheb hier de ruimte niet om alle proble-men en vertragingen te beschrijven diehet systeem heeft veroorzaakt bij deomvorming van de staatsomroep naareen openbare omroepdienst. Ik ben ernet geweest om de plannen te bekijken,maar ik kan je verzekeren dat het eennachtmerrie is van complexiteiten. Defrustratie over het trage tempo van dehervormingen is groot en Westersediplomaten beklagen zich bitter over deonbuigzaamheid en corruptie in de Bos-nische politiek. Omdat die klachten totop zekere hoogte gerechtvaardigd zijn,is dat nog eens een reden te meer om tewerken aan een nieuwe regeling diedeze misstanden niet institutionaliseert.Zeker na vijf jaar lijkt het pervers te blij-ven bouwen aan een structuur die uitein-delijk toch weer zal moeten wordenneergehaald.

Dat is vooral zo omdat de door hetDayton Akkoord in het leven geroepenpolitieke raamwerk, volgens een recenteuitspraak van het Constitutionele Hof,onwettig is verklaard. In een uitspraakvan deze zomer, oordeelde het Hof datmensen van alle etnische achtergrondenover alle constitutionele rechtenbeschikken, in beide entiteiten. In eenklap staat de hele op entiteiten geba-seerde structuur ter discussie en de uit-spraak zou uiteindelijk alle poten onderde Dayton-tafel vandaan kunnen zagen.Dat is vermoedelijk onvermijdelijk. Hetzou zeker niet verkeerd zijn en we moe-ten al onze creativiteit en energie in destrijd gooien om te zorgen dat het zosnel mogelijk gebeurt.

Groeten,Tony

Beste Tony,

Het is echt nodig “verder te gaan danDayton”. De drie legers moeten wordengeïntegreerd en er moet een strategischedoctrine worden ontwikkeld die ten doelheeft heel Bosnië en Herzegovina (Bos-nië) te beschermen, in plaats datgetracht wordt de aparte gemeenschap-pen tegen elkaar te beschermen. Nietsanders zal Bosnië in staat stellen te gaandenken aan deelname aan het Partner-schap voor de Vrede. De drie inlichtin-gendiensten moeten worden afgeschaften er moet één nieuwe worden opge-richt. De oneerlijke voordelen, envooral de controle over de staatsmidde-len en het protectionisme, moeten vande nationalistische partijen wordenafgepakt. De bepalingen ten aanzien vande presidentsverkiezingen waartegen jebezwaar maakt, moeten worden veran-derd en het door nationalisten overheer-ste hoger huis van het Bosnische parle-ment moet worden hervormd. Maar ikzie geen enkele reden om te geloven datdeze veranderingen makkelijker zoudengaan zonder, dan mét Dayton.

Ik heb geen specif iek pleidooi tenvoordele van Dayton. Het is een romme-lig compromis, dat legers en nationalis-tische politieke partijen onwrikbaar ophun plaats houdt, die een bendegemaakt hebben van de Bosnische onaf-hankelijkheid. De ingewikkelde structu-ren en etnische criteria zijn een doorn inhet oog voor iedereen die gelooft in eentransparante, één man/één stem -demo-cratie. De oorlogsgeschiedenis van deRepublika Srpska is, zoals jij ookopmerkt, ongelukkig, en dat geldt ookvoor haar tegenwerking voor de terug-keer van ontheemden en vluchtelingenna de oorlog. Ik zal blij zijn als er eendag komt dat Bosniërs zichzelf zien alsburgers die allen gelijke rechten hebben,in plaats van als Kroaten, Bosniacs, enServiërs, die “beschermd” worden doorgroepsrechten. Maar je hebt voor eenheel stuk aangetoond dat Dayton nogsteeds een uitvoerbaar instrument is,een instrument dat op den duur het soortBosnië zou kunnen scheppen dat deelzal uitmaken van Europa. Het Constitu-tionele Hof, een instelling die door Day-ton in het leven is geroepen, heeft dra-

matische veranderingen in de structuurvan Dayton veroorzaakt. Uit het feit dathet Hof besloot dat bepalingen in degrondwetten van de entiteiten over devolkeren met volledige burgerrechtenniet grondwettig waren, blijkt eerderDayton's kracht dan haar zwakte. Wemoeten het Hof toejuichen en aanmoe-digen door te gaan met zijn werk en deinternationale gemeenschap moet hetHof alle steun blijven verlenen.

Weet je zeker dat Dayton zo slechtfunctioneert? Wil je echt dat het wordtopgedoekt, zonder dat je weet wat ernakomt? Weet je zeker dat er iets beterskan worden uitonderhandeld? Iederepoging om weer van voren af aan tebeginnen, zou de ultranationalisten eennieuwe kans geven weer om afscheidingte roepen, iets dat Dayton in de kiemheeft gesmoord. Veel mensen in West-Europa zouden de ineenstorting vanDayton verwelkomen, omdat zij hetakkoord zien als een bevestiging van hetfeit dat multi-etnische staten niet moge-lijk zijn en dat afscheiding onvermijde-lijk is. Ook sommige mensen in de VSdenken er zo over, zij zijn ervan over-tuigd dat men door de Bosniërs etnischvan elkaar te scheiden, het probleem kanoplossen en de terugtrekking van Ameri-kaanse troepen mogelijk kan maken.

Dayton heeft nog potentieel dat nochdoor de internationale gemeenschap,noch door de Bosniërs is aangeboord. Indecember 1997 heeft de Vredesimple-mentatieraad de hoge vertegenwoordi-ger aanzienlijk meer bevoegdhedengegeven om bindende besluiten tenemen — inclusief de bevoegdheid omtegenwerkende hoogwaardigheidsbe-kleders uit hun ambt te ontzetten. Totdusver zijn deze bevoegdheden maarmondjesmaat gebruikt, maar er is geenenkele reden waarom zij niet zoudenkunnen worden ingezet om in één klapalle tegenwerkers en criminelen te ver-wijderen, die op dit moment nog eenpositie van gezag bekleden. Het Bureauvan de Hoge Vertegenwoordiger heeftook de staatsgrenspolitie opgericht, dieeen belangrijke aanvulling blijkt op decentrale instellingen, en waarvoor in hetDayton Akkoord geen voorzieningenwaren getroffen. De hoge vertegen-

TONY BORDENversusDANIEL SERWER

Page 23: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

woordiger en zijn volmachten opheffen— wat een onvermijdelijk gevolg zouzijn van het afschaffen van Dayton —zou Bosnië niet veel goeds brengen.

Een ander onderdeel van het Dayton-raamwerk dat de bijzondere aandachtvan de internationale gemeenschapwaard is, zijn de constitutionele bepalin-gen die absolute prioriteit boven iedereandere wetgeving verlenen aan de rech-ten en vrijheden neergelegd in de Euro-pese Conventie over de Beschermingvan de Mensenrechten en FundamenteleVrijheden en de bijbehorende protocol-len. Deze bepalingen zijn nog niet benutten opzichte van de wetten op alle rege-ringsniveaus in Bosnië. Als dat wel zougebeuren, zou de basis van de nationa-listische partijmacht vermoedelijk wor-den ondermijnd en de rechten van indi-viduele burgers, ongeacht hun etnischeidentiteit, worden versterkt.

Bosnië's centrale, berucht zwakke,regering, kan via Dayton worden ver-sterkt. De functies van de commissiesbetreffende de mensenrechten en eigen-dom die in Dayton werden opgericht,keren na vijf jaar — nu dus — terug naarde centrale regering. Bosnië moet over eenenkele economische ruimte beschikkenom de Europese Unie te kunnen benade-ren voor een associatieovereenkomst, endie ruimte kan alleen worden gerealiseerdvia regulerende taken die in Dayton nogniet werden voorzien, maar die makkelijkkunnen worden gecreëerd als de politiekewil daartoe maar aanwezig is.

De cruciale vraag blijft, of er vol-doende internationale en Bosnische wilis. Na de dramatische veranderingen inKroatië en Servië en de recente gema-

tigde vooruitgang in Bosnië, is de situ-atie klaar voor een meer agressief stre-ven om de komende vijf jaar het poten-tieel van Dayton uit te buiten en denoodzakelijke veranderingen door tevoeren waar dat nodig is. Het Dayton-raamwerk — met al zijn tekortkomin-gen — biedt toch de beste kansen op eenhoopvolle toekomst voor Bosnië.

Groeten, Daniel

Beste Daniel,

Bedankt voor je antwoord. Het beves-tigt de brede consensus die bestaat overde problemen in Bosnië. We zijn het erduidelijk over eens, dat het er nu om gaatmiddelen te vinden, waarmee die proble-men met succes kunnen worden aange-pakt. Je opsomming van de essentiëletekortkomingen is bijzonder nuttig. Hetis alleen zo jammer dat die lijst indecember 1995 al even duidelijk was alsnu. De eerste keer dat ik deze discussievoerde met een andere collega, was indie spannende dagen nog voordat deofficiële handtekeningen werden gezetonder het akkoord van Parijs: heeft Day-ton nu de vraag om afscheiding doenafnemen in het belang van de eenheid, ofheeft het de eenheid ondermijnd indienst van een effectieve afscheiding?

In die tijd was Dayton effectief, pre-cies omdat verschillende partijen het opverschillende wijzen konden uitleggen— en mee konden doen met het project.Je herinnert je vast nog wel die totaleuitputting die toen in Bosnië heerste, enDayton heeft daar dankbaar gebruik vangemaakt om het bloedvergieten te stop-pen. Maar nu vijf jaar later, is het debatnog geen steek verder. De redeneringdie jij en vele anderen aanhangen, is inwezen dat de snelheid van de hervor-ming acceptabel is, omdat er geen alter-natief is, en omdat radicale veranderingbovendien onder Dayton op een gege-ven moment altijd mogelijk is, als ermaar een werkelijk moedige hoge verte-genwoordiger komt, die dat wil.

Welnu, we wachten nog steeds… .We hebben gezien dat het Bureau van deHoge Vertegenwoordiger steeds meerkan en wil. Maar vooral na de recente

verkiezingen, waarin de nationalistischepartijen onverwacht succesvol waren, ishet niet meer voldoende om je hoop tevestigen op “nog een laatste zet”. Dehervorming is hierdoor afhankelijk vande internationale betrokkenheid (eennieuwe Amerikaanse regering zou zichmisschien heel wat minder interventio-nistisch kunnen opstellen), individuelepersonen (wat gebeurt er als de vol-gende hoge vertegenwoordiger slechtis?) en complete chaos (de schoof last-minute bevelen van de vertrekkendeCarlos Westendorp waren zo overhaastopgesteld dat er zelfs ontwerpnota's encommentaren tussen zaten die gewoonin de wet zijn opgenomen).

Maar erger nog is, dat geld, tijd enbelangstelling opraken. De toenemendefrustratie aan alle kanten voorspelt wei-nig goeds voor een langdurige civielebetrokkenheid. Ik heb verscheidene col-lega's in het Bureau van de Hoge Verte-genwoordiger op een onbewaaktmoment horen zeggen dat ze die oncoö-peratieve Bosniërs maar in hun eigencorruptie en kleinzielig geruzie zoudenmoeten laten verzuipen. Amerikaansediplomaten waarschuwen dat de opwin-dende dagen van grote internationalehulp voor Bosnië — die al ter discussiestaat vanwege de enorme wijdverbreidecorruptie — definitief voorbij zijn wan-neer er fondsen bij Bosnië worden weg-gehaald en toegewezen aan een veran-derend Servië. Zonder de dreiging vaneen grote oorlog zal Bosnië minder geldkrijgen, en we zullen vermoedelijk eer-der een kleiner, zwakker internationaalbestuur krijgen dan het omgekeerde.

Toch is er nog een fundamenteler pro-bleem. De tegenstrijdigheid in de kernvan Dayton, is uiteindelijk fataal. Ik bendaar gepassioneerd over, omdat ik werkin de civiele sector en geloof dat de lastdie op deze fragiele component van dehele omgeving is gelegd, te groot is. Day-ton vraagt van de “gewone mensen” tewerken aan samenwerking en uiteinde-lijke eenheid, terwijl de verdeeldheid ophet hoogste niveau is geïnstitutionali-seerd — en dat met goedkeuring van deinternationale gemeenschap. Dat is dereden dat nu, na vijf jaar, centrale organi-saties eendagsvliegen blijven.

NAVO Kroniek24 Winter 2000-2001

TONY BORDEN

Het meest ongezondeen instabiele politieke

raamwerk in het gebiedis het constitutionele

kaartenhuis dat bekendstaat als het Dayton

Akkoord

TONY BORDENversusDANIEL SERWER

Page 24: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 25

DANIEL SERWER

Wij zijn het erover eens dat de uit-spraak van het Constitutionele Hof dehoop biedt dat instellingen een minderetnisch karakter zullen krijgen. Maar ikvind echt niet dat zo'n voor de hand lig-gende verklaring bewijst dat de Dayton-structuur in staat is zichzelf te hervor-men. Ik zal dolblij zijn als blijkt dat ikongelijk heb. Maar de werkelijkheid isdat de Kroatische en Servische magi-straten de stemming hebben geboycot,waardoor de uitspraak ervan kon wor-den beschuldigd de zoveelste Bosniacpoging te zijn, om de soevereiniteit vande Republika Srpska te ondermijnen.Zonder twijfel zullen internationalefunctionarissen hun uiterste best doenom Banja Luca te overtuigen dat dit niethet geval is, en zoals zo vele malen tevo-ren, zullen zij daarmee in feite de status-quo in stand houden. Tijdens mijn laat-ste bezoek vertelde een invloedrijkeWesterse ambassadeur in Sarajevo me,dat de uitspraak van het Hof destabilise-rend is en moet worden tegengewerkt.

Dit is maar een van de vele voorbeel-den van de afgelopen vijf jaar waaruitblijkt dat Dayton niet de oplossing, maareen deel van het probleem is. Nationalis-ten en internationalisten hebben allen eengevestigd belang bij deze failliete rege-ling, en staan niet toe dat zij zich verderontwikkelt. Zolang Dayton niet veran-dert, zullen nationalistische partijen hetblijven uitbuiten om hun macht en win-sten in stand te houden, en de internatio-nale gemeenschap zal zich blijven degra-deren, haar middelen blijven verspillenen vast blijven zitten in een onhervormden onwerkbaar land. Bosnië stevent af opeen nieuwe crisis en een nieuw gevoelvan urgentie is essentieel. Het debat moetniet langer gaan over Dayton, de oorlogen het verleden, maar over BosniëEuropa en de toekomst.

Groeten,Tony

Beste Tony,

Natuurlijk: Europa en de toekomst,daar draait het om. Maar de DaytonAkkoorden afschaffen, is niet de weg.Waarom zou dat leiden tot een meer ver-enigd Bosnië en niet tot een meer ver-deeld land? Afstappen van Dayton is

naar mijn idee geen haalbare kaart. Hetbrengt je niet waar je naartoe wilt.

De internationale aandacht voor Bos-nië neemt inderdaad af vooral in de Ver-enigde Staten. Veel Europeanen staan,zoals jij ook zegt, bepaald niet te sprin-gen om zelfs ook maar een uitspraakvan het Constitutionele Hof ten gunstevan de eenheid van Bosnië ten uitvoer teleggen. Als Dayton moet worden her-schreven, waar zullen zij dan voor staan,denk je? Ik vermoed dat de Amerikanenbij de herziening niet meer zo'n door-slaggevende positie zullen hebben, alstoen Dayton werd opgesteld. Wie heeftstraks de politieke macht en de wil dienodig zijn om een consensus te schep-pen in het voordeel van een meer ver-enigd Bosnië?

Ik had het bitterzoet genoegen om innovember naar Dayton terug te keren tergelegenheid van het eerste lustrum vanhet akkoord. Bitterzoet omdat ik, detekortkomingen van Dayton ken, diemaar al te duidelijk naar voren kwamenin de verdeeldheid scheppende toespra-ken die door de leden van ieder van Bos-nië's drie belangrijkste etnische groepe-ringen werden gehouden. Maar er wasook een duidelijke wil om hun menings-verschillen op te heffen via wettige enconstitutionele middelen. Als ze die tienjaar geleden hadden gehad, dan was deoorlog er nooit gekomen.

Onder de oppervlakte van nationalis-tische claims en beschuldigingen, groeiter een consensus over een meer ver-enigd — hoewel niet unitair — Bosnië.Bosniërs van alle etnische groeperingenwillen deelnemen aan het Partnerschapvoor de Vrede van de NAVO en eenassociatieovereenkomst ondertekenenmet de Europese Unie. Ze beginnen tebeseffen dat militaire integratie en eco-nomische éénwording noodzakelijkestappen in die richting zijn.

Corruptie is een van de grootste strui-kelblokken. Zij die er de vruchten vanplukken, willen niks te maken hebbenmet economische integratie, transparantemilitaire budgetten en de rechtsorde. Debestrijding van de corruptie in Bosniëzou de greep van de nationalistische par-tijen al een heel eind verzwakken.

De heropening van Dayton zou heneen nieuwe kans geven om hun politiekevoordelen verder uit te buiten. Hoewelde laatste verkiezingen teleurstellendwaren, bewijzen zij niettemin dat dekracht van de nationalistische partijenblijft afnemen. Het volledig benuttenvan de volmachten van de hoge verte-genwoordiger, implementatie van debesluiten van het constitutionele hof, enbepaalde veranderingen in de constitutievan Dayton, zouden de nationale par-tijen beroven van de onterechte voorde-len die zij via Dayton hebben verworvenen die zij sindsdien hebben misbruikt.Hoewel juristen natuurlijk beter wetendan ik hoe de Dayton-constitutie zoumoeten worden veranderd, lijkt het mijtoch dat het op drie manieren kan: viaamendering overeenkomstig de eigenbepalingen van Dayton, via besluitengenomen door de Vredesimplementatie-raad, of via een besluit van de hoge ver-tegenwoordiger. Ieder van die driemogelijkheden lijkt mij te prefererenboven een totale revisie van Dayton.

Het huidige Bosnië kan niet wordengeregeerd zonder de steun van modernepolitieke partijen. In samenwerking metgematigde nationalisten, kunnen zij dekomende vijf jaar misschien betere resulta-ten bereiken dan die van de afgelopen paarjaar. Ik zie geen mogelijkheden voor betereresultaten als er wordt afgestapt van Day-ton. Ik ga me houden aan wat jij betiteldhebt als “nog een laatste zet”. Niet omdatik zo dol ben op Dayton, maar omdat Bos-nië er meer op achteruit zou gaan, als Day-ton wordt opgegeven. Afstappen van Day-ton terwijl Kroatië en Servië zich eindelijkop het goede pad begeven, zou roekelooszijn en opnieuw de stabiliteit van de geheleregio in gevaar brengen. De Amerikanenhebben de afgelopen tien jaar 20 miljarddollar geïnvesteerd in de opbouw van de

Dayton heeft nogpotentieel dat noch door

de internationalegemeenschap, noch door

de Bosniërs is aangeboord

TONY BORDENversusDANIEL SERWER

Page 25: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

vrede in de Balkan. De Europeanen heb-ben er nog meer in geïnvesteerd. De voor-uitzichten dat die investeringen rendementzullen opleveren, zijn nog nooit betergeweest dan nu. Dit is niet het moment omhet op te geven. De nieuwe Amerikaanseregering zal proberen de internationalebetrokkenheid in Bosnië in te krimpen ente bekorten. Wat we moeten doen, is Day-ton verbeteren.

Groeten,Daniel

Beste Daniel,

Het draait in ons debat niet eens omDayton zelf — laat die naam maar staanals je wilt, het is een prachtige stad —maar om het idee de politieke overeen-stemming te bereiken die het akkoordvertegenwoordigt. De drie presidentendie het hebben ondertekend zijn weg,maar wanneer ik zeg “Dayton op deschop”, lijk jij te denken aan een vol-gende conferentie, meer regionale eninternationale leiders en onderhandelin-gen onder hoge druk vol drama, whiskyen deals op het laatste nippertje. Maarkamers vol rook kunnen nooit een echtevrede opleveren. Waarom niet? Omdat

dat proces nu net de mensen en partijendie het probleem vormen, rechtvaardigt,legitimeert en in standhoudt. Dat hebbenwe tijdens de recente verkiezingengezien. Natuurlijk als we drie WillyBrandts in het presidentschap krijgen eneen Churchilliaanse hoge vertegenwoor-diger — allemaal tegelijkertijd — dandoen de tekortkomingen van Dayton erniet meer toe. Maar omdat het is wat hetis, garandeert Dayton dat zoiets nooit zalgebeuren. De Bosnische democratiewordt gewurgd door 13 concurrerendegrondwetten op lands-, entiteits- en kan-tonaal niveau en als de hoge vertegen-woordiger voortdurend de democratischgekozen nationale partijen overrulet danleidt dat onvermijdelijk tot radicalisering.

We hebben een nieuwe benaderingnodig — geen Dayton II maar een anti-Dayton-proces. Dat moet alle hefbomenbenutten die jij vermeldt in je “nog eenlaatste zet”-strategie, te beginnen met denoodzaak voor een “ijzeren” hoge verte-genwoordiger. Maar we moeten nu nietalleen met echte vastberadenheid gaanduwen, maar vooral op een anderemanier. Dit betekent in de eerste plaatsdoorzichtigheid. Het bredere doel is eendemocratie te scheppen waaraan ieder-een deel heeft en waarin iedereen toe-gang heeft tot de rechten, voordelen enverantwoordelijkheden van de EuropeseUnie. Het doel — omdat de twee dingenelkaar wederzijds uitsluiten — is Bosniëte ontdoen van zijn etnisch georiën-teerde politiek en (even tanden opelkaar) op den duur de soevereiniteitvan de entiteiten en kantons te onder-graven. Een losse staat, ja, maar met eenbetekenisvol en soeverein centraal hart.Ten tweede betekent het consequentzijn, vooral over de kernvraagstukkenvan democratie en verantwoordings-plicht. Begin maar niet eens te pratenover mensenrechten, de terugkeer vanvluchtelingen, of een nieuw beleid, ter-wijl er nog zoveel oorlogsmisdadigersop vrije voeten zijn en het “nieuwe”Servië zich buitengewoon clementopstelt tegenover de voortvluchtigen diehet herbergt. Ten derde betekent het eenproces. Dat betekent dat het anti-Day-ton-proces even belangrijk is als dedoelstellingen. Dat komt doordat denieuwe politiek in Bosnië gebaseerd

NAVO Kroniek26 Winter 2000-2001

TONY BORDEN

moet zijn op een fundamentele herinter-pretatie van de rol van de staat — als debeschermer van de rechten van het indi-vidu, en niet zo zeer, zoals onder hetcommunisme het geval was, als degrootste bedreiging van de individueleburger. Om een mandaat te scheppenvoor deze staat-in-wording, moet dezenieuwe taak worden uitgelegd (voortdu-rend), maar hij moet ook geloofwaardigen tastbaar worden gemaakt. Nieuwestaatsbrede instellingen moeten drin-gend worden geformeerd — maar inalle gevallen moet de bevolking uitvoe-rig worden geraadpleegd. Een perma-nente, regionale, gouvernementele ennon-gouvernementele samenwerkings-conferentie zou een uitstekend beginzijn en zou echte betekenis kunnengeven aan het proces dat via het Stabili-teitspact reeds in gang is gezet.

Praktisch gesproken is de toewijdingvan de internationale gemeenschap nogbelangrijker dan de persoonlijkheid vande hoge vertegenwoordiger. “Dayton opde schop” betekent dat de Vredesimple-mentatieraad inziet dat het hele projectgevaar loopt als er niet snel een nieuwe,krachtigere benadering wordt gevonden.Dat betekent een vastberaden proces opweg naar een nieuw beleid en een duide-lijk omschreven doel — een niet-natio-nalistische regeling inclusief het uitwis-sen van de absurde voormalige frontliniedie bekend staat als de binnenlandsegrens tussen de entiteiten — waarin zulkbeleid zou kunnen floreren. Misschienkomt er wel een nationalistische terug-slag, maar dat gevaar wordt altijd tezwaar aangezet en bovendien, met deNAVO in Bosnië is het onder controle tehouden. In zo'n complexe en gemengdesamenleving, is het van essentieel belangde constitutionele en politieke wurg-greep weg te nemen en betekenisvolleciviele mechanismes te scheppen consti-tutionele structuren, electorale syste-men, instellingen voor de conflictbe-heersing media en onderwijsinstellingendie het land vooruit kunnen helpen. Meteen frisse visie en een realistische staats-structuur zullen de Bosniërs zelf eensysteem kunnen opzetten, waardoor allebelangen met elkaar in evenwicht wor-den gebracht en soms zelfs kunnen wor-den gecombineerd, in het belang van

We hebben een nieuwebenadering nodig —geen Dayton II maar

een anti-Dayton-proces

TONY BORDENversusDANIEL SERWER

Page 26: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 27

vië zou Bosnië als een soevereine staaten een partner in de ontwikkeling van deBalkan beschouwen. De Serviërs die inBosnië wonen zouden dan Bosnischestaatsburgers zijn en hun toekomstopbouwen in de Bosnische staat. Bosniëzou één land zijn, welke lijnen er ooknog op de een of andere kaart staan. Diedag is misschien nog heel ver weg. Maarik denk dat hij sneller aan zal breken alswe verbeteringen aanbrengen in Daytondan wanneer we Dayton afschaffen.

Groeten,Daniel

DANIEL SERWER

De bekroonde journalistieke stuk-ken over de Balkan van het Institute forWar and Peace, zijn te vinden op:www.iwpr.net

De aanbevelingen voor de verster-king van het Bosnische vredesproces enandere stukken over zuidoost Europavan het Amerikaanse Institute for Peace,zijn te vinden op: www.usip.org.

allen. Paradoxaal genoeg, komt er nietmeer democratie in Bosnië, totdat diedoor het Westen wordt opgelegd.

Groeten,Tony

Beste Tony,

Ik ben blij te horen dat je geen nieuweinternationale conferentie wilt. Ik benechter bang dat het participatiemecha-nisme dat jij voorstelt voor het scheppenvan een nieuw en meer verenigd Bosniëniet veel kans heeft om de resultaten opte leveren die jij wilt. Het is heel goedmogelijk dat een exclusief participatie-proces voor de herziening van de Day-ton-constitutie niks oplevert — de natio-nalisten hebben in de meest recenteverkiezingen bewezen dat zij het inte-gratiestreven nog steeds kunnen blokke-ren. Zonder een krachtig ingrijpen vanwat jij een 'ijzeren hoge vertegenwoordi-ger' noemt, gaat het niet lukken. Dus nuhet puntje bij het paaltje komt, lijkt hetme dat je het eigenlijk met me eens bentdat er “nog een laatste zet” nodig is.

Jij stelt voor dat we zouden moetenstreven naar de eliminatie van de entitei-ten. Ik ben eens een voorstander geweestvan zo'n directe aanval op de Dayton-structuur. Als het je zou lukken, zou ikeen van de eersten zijn om mee te doen.Maar Bosniërs die een hekel hebben aande entiteiten hebben me ervan overtuigddat een directe aanval vermoedelijk aver-echts zou werken en zou leiden tot natio-nalistische represailles. De economischemacht der entiteiten zal ineenschrompe-len als Bosnië een serieuze poging zoudoen zich voor te bereiden op een asso-ciatieovereenkomst met de EuropeseUnie. De drie aparte legers zullen ookherintegratie als een logische en noodza-kelijke stap zien in hun streven toe te tre-den tot het Partnerschap voor de Vrede.

USIP heeft kort geleden een rapportgeproduceerd, waarin precies wordtbeschreven welke beleidskeuzes moge-lijk zijn binnen het raamwerk van Day-ton om de entiteiten te verzwakken.Hiertoe behoren:● De centrale regering een betrouwbare

bron van inkomsten geven, die nietafhankelijk is van de entiteiten;

● De controle van de nationalistischepartijen over de publieke middelendoorbreken;

● De hulp doen toevloeien naar centraleinstellingen en niet naar de entiteiten;

● De Dayton-constitutie herzien en alleburgers drie stemmen geven voor hetpresidentschap (een voor ieder van devertegenwoordigers van de driebevolkingsgroepen);

● De opheff ing van drie apartegeheime diensten;

● Een verenigde strategische militairedoctrine; en

● Doorgaan met het screenen en deprofessionele training van de politiein de beide entiteiten.

Ik zou nog veel langer kunnen door-gaan. Er kan echt binnen het raamwerkvan Dayton nog een heleboel gedaan wor-den. Texas betitelt zichzelf tegenwoordigals “soeverein” omdat het ooit onafhanke-lijk is geweest, maar de Texanen hebben alheel lang geleden geleerd dat zij nietalleen hun onafhankelijkheid maar ookeen groot deel van hun “soevereine” takenmoesten opgeven in het belang van hunwelvaren. Tegenwoordig heeft de staatTexas een grote mate van zelfbestuur,maar soevereine taken als defensie, bui-tenlands beleid, monetair en douanebeleiden ook de bescherming van de mensen-rechten en de regelingen voor de handeltussen de staten onderling, worden uitge-oefend door de Amerikaanse regering.Het is niet alleen wenselijk, maar ookmogelijk dat de entiteiten zich op soortge-lijke wijze zouden ontwikkelen.

In conclusie zou ik nog eens willenonderstrepen, dat het zeer belangrijk isgebruik te maken van de recente demo-cratische veranderingen in Kroatië enServië. De problemen van Bosnië zijnvoor een groot deel te wijten aan hetstreven van Tudjman en Milosevic, naarrespectievelijk een Groter Kroatië eneen Groter Servië. Kroatië stoot hetBosnisch-Kroatische leger en nationa-listen af, en staat erop dat de BosnischeKroaten hun toekomst in Bosnië zoe-ken. Als Servië hetzelfde zou doen —iets waarop de internationale gemeen-schap zou moeten aandringen — zou desituatie in Bosnië er geweldig op vooruitgaan. Een werkelijk democratisch Ser-

TONY BORDENversusDANIEL SERWER

Het Dayton-raamwerk— met al zijn

tekortkomingen — biedttoch de beste kansen opeen hoopvolle toekomst

voor Bosnië

Page 27: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

R egelmatige bezoekers van deNAVO-website kennen ISN wel-licht als een uitstekende zoekma-

chine voor onderwerpen op het vlak vande internationale politiek en defensie.Maar dit door Zwitserland gefinancierdenetwerk heeft nog veel meer te bieden,met name aan de leden van het Partner-schap voor de Vrede.

Het ISN, het International Relationsand Security Network, werd in 1994 teZürich opgericht binnen het Centrumvoor Veiligheidsstudies en Conflict-onderzoek. Het was oorspronkelijkbedoeld als een instrument om de vrijestroom van informatie tussen veilig-heidsanalysten, denktanks en officiëleorganen te bevorderen. Sinds 1997 is hetISN echter steeds meer betrokkengeraakt bij de bevordering van hetgebruik van het Internet in de Partner-landen. Deze activiteiten werden tijdensde NAVO-top in Washington van april1999 officieel opgenomen in het hui-dige Partnerschapswerkprogramma.

In de afgelopen anderhalf jaar heeftde samenwerking tussen het PfP en hetISN gericht op “de bevordering van hetgebruik en de vaardigheden van deinformatietechnologie” een aantalgoede resultaten opgeleverd. Er zijngrote regiobrede projecten van startgegaan met speciale aandacht voorcomputerondersteund onderwijs. Hier-toe behoort ook het Versterkingspro-gramma voor Opleiding en Onderwijs,dat de ontwikkeling van simulatiepro-gramma's, elektronisch leren en andereopleidingsprojecten voor off icierenbevordert en Advanced DistributedLearning (ADL) een programma datvreemde talen en cursussen over inter-nationale organisaties omvat.

De samenwerking op het gebied vanADL wordt tegenwoordig gecoördi-neerd door het PfP-Consortium vanDefensieacademies en Instituten voorVeiligheidsstudies. Dit consortium werdin 1998 opgericht tijdens de Interna-tional Security Forum Conferentie inZürich die om het jaar wordt gehouden.Het secretariaat van het consortiumbevindt zich in het George MarshallCentrum voor Veiligheidsstudies inGarmisch-Partenkirchen, in Duitsland.

In het begin werkte het ISN met eenvier man sterk team, maar tegenwoordig

zijn er ruim 20 mensen werkzaam. Ditjaar bedraagt het budget 3,2 miljoenZwitserse frank. Sinds september 2000heeft het netwerk zijn eigen vertegen-woordiger bij de NAVO, Stephan Libis-zewski, die daarvoor drie jaar lang deISN-projectcoördinator in Zürich isgeweest. Nu vormt hij de schakel tussenhet ISN-hoofdkwartier, het NAVO-hoofdkwartier en de Partnermissies bijde NAVO.

De informatietechnologie wordtsteeds sterker geïntegreerd in de Part-nerschapsprogramma's, en daardoorwordt ook steeds meer gebruik gemaaktvan de diensten die het ISN biedt, ookde trainingsseminars die door het ISN inde Partnerlanden georganiseerd worden,verheugen zich in een steeds groterepopulariteit. In 2000 heeft het ISN InLetland en Roemenië trainingen gege-ven over “het gebruik van het Internetvoor mensen die zich bezighouden metde internationale veiligheid” en volgendjaar zijn in Bulgarije, Estland en Geor-gië soortgelijke seminars gepland.

Na een trainingsseminar van driedagen in Boekarest dat in septemberwerd gehouden, is het RoemeenseMinisterie van Defensie van plan eenintentieverklaring te ondertekenen methet ISN voor verdere samenwerking ennog meer cursussen. Het seminar, waargewerkt werd met het modernste cursus-materiaal en waar de deelnemers gesi-muleerde praktijkopdrachten moestenuitvoeren, waren zeer populair.

In veel Partnerlanden bestaat nogsteeds een groot tekort aan computer-hardware en software en dit vormt eenbarrière voor een intensiever gebruikvan het Internet. Hoewel het ISN sinds1998 negen verschillende onderzoeks-instituten in Moskou en Sofia heeft uit-gerust met computers en technische

KRONIEKRAPPORTAGE

NAVO Kroniek28 Winter 2000-2001

hulp, is het netwerk niet bedoeld omcomputers te verschaffen.

“Wij weten dat er in veel Partnerlan-den een groot te kort aan apparatuur is”zo zei Libiszewski, “Maar andere institu-ten als de Soros-Stichting, het door deVS gef inancierde PfP-Informatiebe-heerssysteem, en het PfP-Consortiumverschaffen al apparatuur aan de instel-lingen die daar behoefte aan hebben. Wijhopen met onze inhoudelijke steun en opopleiding gerichte diensten de juiste aan-vulling op hun werk te kunnen bieden.”

Tot de meest recente ISN-initiatievenbehoort ook de ontwikkeling van gratison-line cursussen over de non-prolifera-tie van chemische en biologischewapens, en CD-roms over het Zwitsersveiligheidsbeleid en de geschiedenisvan de internationale veiligheid sinds1945. Het netwerk stelt ook individuelebeurzen beschikbaar ter waarde vanmaximaal 10.000 Zwitserse frank voorunieke multimedia opleidingsprogram-ma's. Sinds 1998 hebben projecten vanItalië tot Oekraïne van deze beurzengeprofiteerd.

Het ISN heeft ook een ParallelGeschiedenis Programma en een PfP-Documentatiecentrum, respectievelijkopgericht in 1999 en 2000. Het eerste iseen on-line database van materiaal uitde Koude Oorlog afkomstig van natio-nale en institutionele archieven uitzowel Oost als West. Naarmate degevoeligheid van het materiaal afneemten er meer wordt vrijgegeven, zal ersteeds meer in de database wordenopgenomen. Het PfP-Documentatiecen-trum biedt toegang tot het verloop vangeselecteerde PfP-activiteiten.

Nu de NAVO-campagne in Kosovo isafgelopen en het publiek zich steeds ster-ker bewust wordt van de mogelijkhedendie het Internet te bieden heeft op het vlakvan de internationale veiligheid, onder-zoekt het ISN op welke wijze de informa-tietechnologie kan worden benut om hetvertrouwen in de Balkan te bevorderen.“De ontwikkeling van regionale netwer-ken van deskundigen op het gebied vanhet veiligheidsbeleid, met de steun vanhet Internet is een middel om transnatio-nale gemeenschappen te creëren, Zij zul-len een positieve invloed uitoefenen op dedemocratisering en stabilisering van deregio” zo zei Libiszewski. ■

PARTNERS OP HET NET

I S N o p h e t I n t e r n e t :http//www.isn.ethz.ch

Page 28: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

SOchtends precies om half achtbegon de aarde hevig te schudden.Huizen wankelden om vervolgens

in elkaar te storten, overal laaiden devlammen op en binnen enkele minutenwaren meer dan 4.000 mensen dakloos.De telefoon deed het niet meer, er wasgeen elektriciteit en een landverschui-ving blokkeerde alle toegangswegen vanElbasan, een stad in Albanië ongeveer54 km ten zuidoosten van Tirana. Overallagen lijken tussen het puin, gewonde enbloedende mensen lagen te gillen van depijn, mensen zaten vast onder hun ver-woeste huis en probeerden wanhopigcontact te krijgen met de buitenwereld.Geen wonder dat de paniek snel om zichheen greep. Binnen een half uur - terwijlde omvang van de ramp steeds duidelij-ker werd -waren de instanties die zichbezighouden met de rampenbestrijdingop de hoogte en begonnen zij met hetvoorbereiden van hun hulpacties.

Dit was het scenario voor de AlbaniaDisaster Simulation 2000, de eersteAlbanese oefening in de civiele verdedi-gingsplanning, die plaatsvondop 17 oktober. Dit scenariodat gebaseerd was op de aard-beving die in september 1999Athene trof, zou zich heelgoed in Albanië kunnenafspelen aangezien het landop dezelfde gevaarlijkebreuklijn ligt als Griekenlanden Turkije. De simulatie hadin eerste instantie ten doelduidelijkheid te scheppen inde taken en verantwoordelijk-heden van de belangrijksteagentschappen in Albanië,wanneer zich een natuurramp zou voor-doen, en niet zo zeer de hele de rampen-bestrijding van zo'n aardbeving.

De lokale overheden, rampenbestrij-dingsdiensten, non-gouvernementeleorganisaties en internationale agent-schappen hebben tezamen deelgenomenaan deze simulatie, die de omstandighe-den van de cruciale eerste tien uur naeen natuurramp wilde nabootsen. Tienuur is ongeveer de tijd die verstrijkt totde internationale hulp ter plaatse arri-

veert. De activiteiten die werden geoe-fend, waren ondermeer het evacuerenvan slachtoffers, het verstrekken vanvoedsel en water, de psychologische enmedische hulpverlening, en het ver-schaffen van kleding en onderdak.

Aan deze oefening waren drie maan-den van intensieve voorbereiding voorafgegaan. Ook was er al een jaar samen-gewerkt tussen de NAVO-Bondgenoten,de Partnerlanden, en de Albanese auto-riteiten om een structuur en organisatiete ontwikkelen voor de nationale civieleverdedigingsplanning, dit in het kadervan Albanië 's Individuele Partner-schapsprogramma met de NAVO.Bovendien was er sinds april 1999 InTirana een NAVO-consultant aanwezig,Silla Jonsdottir, die de Albanese inter-ministeriële werkgroep voor de civieleverdedigingsplanning bijstond als juri-disch adviseur, bij het opstellen van denoodzakelijke wetgeving.

Mevrouw Jonsdottir, die afkomstig isvan IJsland, arriveerde in Albanië tij-

dens de NAVO-campagne in Kosovo,toen honderdduizenden vluchtelingenvanuit Kosovo Albanië kwamen binnen-stromen, waardoor de rampenbestrij-dingsdiensten volledig overspoeld wer-den. Deze situatie, waarin aan zoveleduizenden tegelijk hulp moest wordengeboden, heeft er toe geleid dat de taakvan de interministeriële groep een hogeprioriteit kreeg van de regering. Vannovember 1999 tot januari 2000 bestu-deerde de groep hoe de civiele verdedi-gingsplanning in Partnerlanden als Slo-

KRONIEKRAPPORTAGE

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 29

venië, Zweden en Oostenrijk is georga-niseerd. Vervolgens werd een wet ont-worpen die in mei 2000 aan ministeries,instellingen, internationale agentschap-pen en non-gouvernementele organisa-ties werd voorgelegd voor hun commen-taar.

“Ze maakten voor het eerst een totaalnieuwe werkwijze mee, gekenmerktdoor een onbeperkte uitwisseling vaninformatie en ervaringen” zo zei SillaJonsdottir. “Deze benadering vormt debasis van iedere goedlopende, efficiëntesamenwerking”. Tijdens dit proceskwam informatie ter beschikking uitmeer dan 20 bronnen, die allemaal inhet wetsontwerp is verwerkt. Het wets-ontwerp zal vermoedelijk zeer binnen-kort worden aangenomen.

Nu mevrouw Jonsdottir's benoemingen de NAVO-hulp ten einde lopen, zalAlbanië een beroep doen op de bondge-noten en de Partnerlanden om te helpenbij de verdere implementatie van de wet.“Hulp aan Albanië zou nu bilateraalkunnen zijn, onder toezicht van deNAVO” zei Silla Jonsdottir “en” zo ver-telde zij: “wij denken erover een landaan te wijzen, dat in eerste instantie toe-zicht houdt op dit proces.”

De NAVO heeft in 1995haar activiteiten op het gebiedvan de civiele verdedigings-planning uitgebreid tot dedeelnemers aan het Partner-schap voor de Vredeproces ensindsdien zijn vele van hen opdit terrein zeer actief. Alleenal in 2000 heeft het Bondge-nootschap geholpen bij deorganisatie van meer dan 100evenementen op het terreinvan de civiele verdedigings-planning, waaronder oefenin-

gen, seminars en workshops. Hierbijwaren meer dan 100.000 functionaris-sen uit het gehele Euro-Atlantischegebied betrokken. De benoeming vanmevrouw Jonsdottir was echter eenmijlpaal in de civiele verdedigingsplan-ning van de NAVO, omdat de NAVOdaarmee verder ging dan haar traditio-nele educatieve rol en hulp op maatheeft geboden op specifieke punten endaarmee de weg heeft vrijgemaakt voorverdere stabiliteitbevorderende pro-gramma's. ■

DE RAMPENBESTRIJDINGIN ALBANIË

Page 29: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

NAVO Kroniek30 Winter 2000-2001

is het een uitermate indrukwekkend boek. Nog indrukwekken-der is het boek van Rezak Hukanovic Tenth Circle of Hell: amemoir of life in the death camps of Bosnia (Little Brown & Co,1997) de gruwelijke getuigenis van een overlevende uit hetkamp Omarska.

Er zijn nog drie andere werken van Bosnische schrijvers diein het buitenland invloed hebben gehad. Hiervan is het meestinvloedrijke Zlata's Diary (Viking, 1994). Dit boek, dat verteltover de dagelijkse problemen en beproevingen van Zlata Filipo-vic, een teenager uit Sarajevo, in de eerste twee jaar dat haarstad belegerd werd, werd van de ene dag op de andere een inter-nationale bestseller. De twee andere boeken van vooraanstaandeBosnische journalisten verbonden aan het Sarajevose dagbladOslobodjenje, Zlatko Dizdarevic's Sarajevo — a War Journal(Henry Holt & Co, 1994) en Kemal Kurspahic boek As Long AsSarajevo Exists (Pamphleteers Press ,1997) hebben beide inter-nationaal indruk gemaakt. De strijd van de Oslobodjenje om teblijven verschijnen ondanks de oorlog, wordt besproken inSarajevo Daily: a city and its newspaper under siege (Harper-Collins, 1995) door Tom Gjelton, een correspondent vanNational Public Radio.

Barbara Demick van The Philadelphia Inquirer heeft eenindrukwekkend verslag geschreven over het leven op straat datzij van 1994 tot 1995 heeft geleid, Logavina Street: life anddeath in a Sarajevo neighbourhood (Andrews and McMeel,1996) geheten. Janine de Giovani van de Sunday Times verteldeover de ervaringen van het gewone volk tijdens de eerste tweejaar van de bezetting van Sarajevo in The Quick and the Dead:under siege in Sarajevo (Phoenix, 1994). Ondertussen tekendeJoe Sacco, een Amerikaanse striptekenaar, die de belegerdeBosnische Moslim (Bosniac) enclave Gorazde had bezocht, eenheel bijzondere strip over het leven daar, Safe Area Gorazde: theWar in Eastern Bosnia 1992-1995 (Fantagraphics Books,2000).

Michael Nicholson van het Independent Television News ver-telt hoe hij een achtjarig weesje uit Sarajevo heeft gered en naarEngeland gebracht in Natasha's Story (Macmillan, 1994), datals uitgangspunt heeft gediend voor de enige Hollywood filmdie er tot nog toe over het conflict in Bosnië is gemaakt, Wel-come to Sarajevo. Love Thy Neighbour: a story of war van PeterMaass (Macmillan, 1996) is een meer algemeen verslag van deervaringen van een journalist aan het begin van de oorlog en dedilemma's waar reporters mee geconfronteerd werden. Intussenis het beste, vooral journalistieke boek vermoedelijk het werkvan Roger Cohen van de New York Times, getiteld Hearts GrowBrutal: sagas of Sarajevo (Random House, 1998)

Hoewel veel journalisten getracht hebben de psychologie vanhet conflict en de problematiek van de etnische identiteit inBosnië te doorgronden, zijn door academici betere studiesgeproduceerd. Tone Bringa's Being Muslim the Bosnian Way:

T ien jaar geleden bestonden er bijna geen boeken overBosnië in een Westerse taal. De enige uitzonderingwaren de werken van Ivo Andric, de belangrijkste lite-

raire schrijver van Bosnië en het voormalig Joegoslavië, die in1961 de Nobel Prijs voor de literatuur ontving. Sinds het uitbre-ken van de oorlog, is de verkoop van Andric's klassieke werken,De Brug over de Drina, een kroniek van 300 jaar turbulentegeschiedenis in de oost-Bosnische stad Visegrad, en de Bosni-sche Kroniek, een verhaal over diplomatieke intriges in Bosniëin de tijd van de Napoleontische Oorlogen, torenhoog gestegen.Daarnaast zijn de laatste tijd nog enkele honderden boeken ver-schenen, waardoor het conflict in Bosnië nu een van de meestbeschreven conflicten is. Nu er zoveel over het onderwerpgeschreven wordt, zitten er onvermijdelijk ook een aantal min-dere publicaties tussen. Dat gezegd zijnde, dragen alle titels diehier besproken worden iets bij aan een beter inzicht in het con-flict, alleen al omdat in sommige gevallen de houding van debelangrijkste figuren wordt verduidelijkt.

Aangezien er in het begin van de oorlog geen goedegeschiedschrijving van Bosnië voorhanden was, waren veelwaarnemers ervan overtuigd dat het conflict het gevolg was van“oeroude haatgevoelens”. Hoewel die theorieën oppervlakkiggesproken heel aannemelijk lijken, houden ze geen stand, als zetegen het wetenschappelijk licht gehouden worden. De publica-tie van twee goede geschiedenissen van Bosnië in 1994, heeftde “oeroude haat” theorie effectief ontkracht. Robert Donia enJohn Fine, twee Amerikaanse wetenschappers, hebben Bosnia-Hercegovina: a tradition betrayed gepubliceerd (C.Hurst & Co,1994). Noel Malcolm, een Britse schrijver publiceerde Bosnia:a short history (Macmillan, 1994), dat het meest uitgebreide enmakkelijkst te lezen verhaal is over Bosnië tot aan het DaytonAkkoord.

Verslagen over de erbarmelijke toestand van vluchtelingenen beelden van gevangenkampen in 1992, hebben het Bosni-sche conflict in de hele wereld onder de aandacht gebracht vanhet publiek en zij hebben de internationale attitudes tenopzichte van het conflict veranderd. Veel journalisten die ditnieuws als eerste brachten, hebben er later boeken over geschre-ven. Hiertoe behoort ook Roy Gutman van Newsday, wiensboek Witness to Genocide (Element, 1993) een compilatie isvan de rapporten die hem een Pulitzer Prijs hebben opgeleverd,en Ed Vulliamy van de Guardian, een van de eerste journalistendie de door de Serviërs gerunde gevangenkampen bezocht inaugustus 1992. Hoewel het boek van Vulliamy Seasons in Hell:understanding Bosnia's war (Simon and Schuster, 1994) de ver-wachtingen gewekt in de subtitel niet helemaal waar kan maken,

Boeken over Bosnië

Christopher Bennet is de hoofdredacteur van de NAVO Kronieken schrijver van Yugoslavia's Bloody Collapse(New York University Press).

Christopher Bennet bespreekt de literatuur die de afgelopen tien jaarover Bosnië is verschenen.

Page 30: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

identity and community in a Central Bosnian village (PrincetonUniversity Press, 1995) gaat over een onderzoek naar de Bos-niac identiteit door een Finse antropoloog, die in de jaren 1980in een Bosnisch dorpje heeft gewoond om daar haar onderzoekte doen. The Bridge Betrayed: religion and genocide in Bosnia(University of California Press, 1996) dit boek van MichaelSells, een Amerikaanse hoogleraar religieuze wetenschappenvan Servische afkomst, analyseert de rol en het misbruik van dereligie in het conflict. Genocide in Bosnia: the policy of “ethniccleansing” (Texas A&M University Press, 1995) door NormanCigar, een Amerikaanse Midden-Oosten specialist van Kroati-sche origine, onderzoekt de ideologische voorbereiding op deetnische zuiveringen.

De problemen waarmee de VN-Protectiemacht(UNPROFOR) te maken kreeg, worden besprokenin With No Peace to Keep: UN peacekee-ping and the war in theformer Yugoslavia (MediaEastWest, 1996), het is eencollectie essays van BenCohen en George Stamkoiski.En David Rieff onderzoektde tekortkomingen van demissie van de Verenigde Natiesin Bosnië in Slaughterhouse:Bosnia and the failure ofthe West (Simon and Schuster,1995).

Verscheidene VN-bevelhebbershebben een verslag geschreven over hun tijd in Bosnië, sommi-gen om hun beleid te rechtvaardigen en anderen om lucht tegeven aan hun frustratie over het feit dat ze niet méér hebbenkunnen doen. Generaal Lewis MacKenzie, de Canadees die deeerste bevelhebber van UNPROFOR in Sarajevo was, verteltzijn verhaal in Peacekeeper: the road to Sarajevo (Douglas andMcIntyre, 1993). Generaal Philippe Morillon, een FranseUNPROFOR-commandant wiens acties mede hebben geleid tothet veilige haven-beleid van de VN, heeft kort nadat hij Bosniëhad verlaten zijn memoires gepubliceerd Croire et oser: chroni-que de Sarajevo (Grasset, 1993). Generaal Sir Michael Rose, deeerste Britse bevelhebber van UNPROFOR deed zijn verhaalover de gebeurtenissen in Fighting for Peace: Bosnia 1994(Harvill, 1998).

Generaal Francis Briquemont, een Belgische UNPROFOR-commandant, blaast stoom af in Do Something General! Chro-nique de Bosnie-Herzegovina, 12 juillet 1993 — 24 janvier1994 (Labot, 1998). Kolonel Bob Steward, de Britse bevelheb-ber in centraal Bosnië tussen oktober 1992 en mei 1993 tijdensde meest intensieve Bosnisch-Kroatische gevechten, verschaftinzicht in de gebeurtenissen in Broken Lives: a personal view ofthe Bosnian conflict (HarperCollins, 1994). De Franse generaalJean Cot, die het bevel voerde over UNPROFOR van juli 1993tot maart 1994 voordat hij uit frustratie zijn ontslag nam, heeftgeholpen bij het schrijven van twee boeken over Bosnië,Demain la Bosnie (L'Harmattan, 1999) en Dernière guerre bal-kanique? — ex-Yougoslavie: témoinages, analyses, perspecti-ves (L'Harmattan, 1999), een verzameling essays die hij samenmet Cécile Monnot heeft uitgegeven.

De onderhandelaar van de Europese Unie, Lord David Owen,doet zijn verslag over de vredesonderhandelingen in BalkanOdyssey (Indigo, 1996), waarin hij het betreurt dat de interna-tionale gemeenschap geen steun heeft verleend aan het zo gehe-ten Vance-Owen plan van 1993. In Triumph of the Lack of Will:international diplomacy and the Yugoslav war (C.Hurst & Co,1997) is James Gow een Brits academicus het met hem eens dater in 1993 een cruciale kans gemist is, daarnaast geeft hij eenevenwichtig verslag van het internationaal bemiddelingsproces.

De afslachting van minstens 8.000 Bosnische Moslimman-nen in Srebrenica in juli 1995, heeft geleid tot een robuustereinternationale interventie. Deze gebeurtenis, de meest omvang-rijke gruweldaad in de Joegoslavische oorlog, wordt geanaly-

seerd door journalist en Pulitzer Prijs winnaarDavid Rohde, in Endgame: The Betrayal and Fall

of Srebrenica, Europe's Worst Mas-sacre Since World War II(Farrar, Strauss andGiroux, 1997) en door JanWillem Honig en NorbetBoth die zich beide concen-treren op de rol van deNederlandse blauwhelmen inSrebrenica: record of a warcrime (Penguin, 1996). Enbijna in de stijl van Andric,schreef Chuck Sudetic, vroegerbij de New York Times, over deervaringen van de familie van dezwager van zijn vrouw, die uit

Srebrenica afkomstig waren, in Blood and Vengeance: one fami-ly's story of the war in Bosnia (W.W. Norton & C0, 1998) mis-schien wel het beste boek dat ooit over Bosnië geschreven is.

Na de val van Srebrenica werd de rol van de Verenigde Sta-ten als bemiddelaar steeds belangrijker, Richard Holbrook wasdaarvan de exponent en hij doet verslag van de gebeurtenissendie voorafgingen aan het totstandkomen van het DaytonAkkoord in To End a War (Random House, 1998). Een anderverslag over dezelfde gebeurtenissen is te vinden in Getting toDayton: The Makings of America's Bosnia Policy (BrookingsInstitution Press, 2000) door Ivo Daalder, op dit moment ver-bonden aan de Brookings Institution en voorheen directeurEuropese zaken van de Nationale Veiligheidsraad, waar hij tus-sen 1995 en 1996 het Amerikaanse beleid voor Bosnië coördi-neerde.

Over de periode na Dayton zijn nog geen boeken verschenen.Peace Journey: the struggle for peace in Bosnia (Weidenfeld,1998) van Carl Bildt is een verslag over de enorme problemenwaarmee hij als Bosnië's eerste hoge vertegenwoordiger werdgeconfronteerd, maar dat gaat maar tot juli 1997. Rupert WolfeMurray, een Brits schrijver, heeft twee platenboeken overde vredesmissies gepubliceerd, IFOR on IFOR: NATO peace-keepers in Bosnia-Herzegovina (Connect, 1996) en The Roadto Peace, NATO and the International community in Bosnia(Connect, 1997). De enige poging om het totale vredesproceste beschrijven, Faking Democracy After Dayton (Pluto Press,1999) van de Britse academicus David Chandler, wordtondermijnd door zijn ideologische afkeer van internationaleinterventies. ■

BOEKBESPREKING

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 31

Drie van de beste

Page 31: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

NAVO Kroniek32 Winter 2000-2001

Wat nu wordt aangevallen, is niet het grondgebied van de staat,maar het hele bestel, het wezen van de samenleving, het functione-ren van haar instellingen en het welbevinden van de burgers. Dezedreigingen, waartoe onder meer corruptie, de georganiseerde mis-daad, en terrorisme behoren, zijn moeilijker te definiëren dan zui-ver militaire gevaren en daardoor ook moeilijker te bestrijden.Bovendien is in sommige gevallen de remedie voor dergelijkegevaren erger dan de kwaal. In sommige gevallen leidt het optredenvan de staat tegen een bedreiging van de democratie tot dictatorialeprocessen die de persoonlijke vrijheden veel meer inperken dan dedreiging waartegen de actie bedoeld was. Als men verstandig metdeze nieuwe problemen wil omgaan, zijn een heleboel helder denk-werk en een grote gevoeligheid vereist.

Veel van deze dreigingen werden vroeger niet als veiligheids-problemen gezien. Het is tenslotte nog maar 20 jaar geleden dathet begrip “nationale veiligheid” gemeen goed werd in het Wes-ten, en minder dan tien jaar dat het in de nieuwe democratieën inMidden- en Oost-Europa op de juiste wijze wordt verstaan. Hierbetekende “veiligheid” voor de meeste mensen immers “staats-veiligheid” en dat was het werk van de geheime politie.

Aangezien staatsbureaucratieën over het algemeen niet zosnel veranderen, weerspiegelt de structuur van de ministeries

Chris Donnelly is speciaal adviseur voor NAVO inzake centraalen oosteuropese zaken. De zienswijzen zijn zuiver persoonlijk envertegenwoordigen niet het NAVO-standpunt of dat van eenderwelke lidstaat.

H et is meer dan tien jaar geleden dat de dreiging vaneen botsing tussen de supermogendheden in Europaverdween. En hoewel er sindsdien velen zijn omgeko-

men in burgeroorlogen en plaatselijke conflicten, bewijzen deaanhoudende reducties op de omvang en sterkte van de strijd-krachten wel, dat er een fundamentele verandering heeft plaats-gevonden in wat men tegenwoordig als een veiligheidsdreigingbeschouwt. Terwijl conventionele en nucleaire arsenalen krim-pen, en de vereisten van de vredeshandhaving ons nopen toteen heroverweging van de taken en plichten van militairen, isde aandacht voornamelijk gericht geweest op de bijbehorendehervorming van het leger, de herstructurering van de defensie-industrie, en de daaruit voortvloeiende spanningen in de relatietussen de militaire en de burgermaatschappij. Terwijl de tradi-tionele veiligheidsdreigingen zijn afgenomen, zijn andere niet-militaire dreigingen juist gevaarlijker geworden.

De veiligheid heroverwegenChris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt

aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden

© R

eute

rs

Gewapende interventie: de georganiseerde misdaad is een probleem op het terrein van de binnenlandse veiligheid, vanwege haar internationaal karakter,haar banden met vroegere vijandige inlichtingendiensten en haar vermogen het bestuurlijk proces te ontwrichten.

Page 32: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

van defensie en binnenlandse zaken over het algemeen ouderebenaderingen en concepten. Zij zijn opgericht om zich bezig tehouden met “defensie” en de “openbare veiligheid” en niet metvraagstukken op het gebied van de “nationale veiligheid”. In detijd die verloopt tussen het moment dat men beseft dat de eisenzijn veranderd, en het moment dat structuren zijn opgericht omaan de nieuwe eisen te voldoen, ontstaat dikwijls een veilig-heidsvacuüm. Hoewel men van de Europese Unie verwachthad, dat zij zich zo zou ontwikkelen i.f.v. het aanpakken vanniet-militaire bedreigingen van de veiligheid toen ze pas warengeïdentificeerd, is dat niet gebeurd. De oorlogen in het voor-malig Joegoslavië hebben de aandacht afgeleid van dezenieuwe bedreigingen van de veiligheid die tegenwoordig allelanden treffen, en een bijzonder gevaar inhouden voor de wan-kele democratieën in Midden- en Oost-Europa.

De belangrijkste bedreiging van de stabiliteit in de meesteOost- en Midden-Europese landen op dit moment is het feit dater geen effectieve crisisbeheersing is. Hoewel dit recentelijk isonderkend als een probleem, leidt de erfenis uit het commu-nisme de regering in die landen er dikwijls toe, het probleem opte lossen door een nieuwe centrale commandostructuur op tezetten, die zodra zich een noodsituatie voordoet door een crisis-beheersingsteam kan worden bezet, en van waaruit het dan decrisis zou trachten te beheersen. Hoewel zo'n commandocelheel nuttig zou kunnen zijn, is zij als zodanig geen oplossing.De oorzaak daarvan is dat de regeringen in Midden- en Oost-Europa enorme interne gebreken vertonen. Tot die bestuurlijkeproblemen behoren: een onvoldoende juridische scheiding vande macht en de verantwoordelijkheden tussen de regeringsin-stanties, bureaus van de belangrijkste politieke leiders, ministe-ries en parlementen; het ineffectief en ondoorzichtig functione-ren van die instanties en in het bijzonder van de ministeries vandefensie, binnenlandse zaken, justitie en financiën; een tekortaan ambtenaren met de juiste expertise; en het feit dat men erniet in is geslaagd de steun van het publiek voor het beleid teverwerven. Veel Midden- en Oost-Europese regeringen zijnbroos en onvoldoende flexibel, met het gevolg dat een ernstigecrisis, intern of extern, iets wat uiterlijk een stabiel systeemlijkt, zou kunnen verpulveren. Bij gebrek aan een goed bestuur,kunnen grote hoeveelheden computers in een indrukwekkendcommandocentrum, geen effectieve crisisbeheersing opleveren.

Corruptie is op zichzelf al een veiligheidsgevaar, en draagtbovendien bij tot het in het voorafgaande beschreven falen vanhet openbaar bestuur. Het is beslist de allergrootste bedreigingvoor de levensvatbaarheid van de verschillende landen waarin devoormalige Sovjetunie uiteen is gevallen, en vormt ook elderseen ernstig probleem. Er zijn vele en complexe oorzaken vancorruptie, maar zij is overal fataal en moet worden aangepakt,willen de nieuwe democratieën hun potentieel kunnen verwe-zenlijken. Ondanks het vele gepraat over een nieuwe Europeseveiligheidsarchitectuur zonder grenzen, worden de lijnen algetrokken. En die lijnen worden niet getrokken op grond van deuitbreiding van de NAVO of de EU, maar op grond van debestuurlijke en zakelijke praktijken, en de mate waarin die vol-doen aan de gevestigde maatstaven van eerlijkheid en doorzich-tigheid. Helaas begint corruptie in veel landen direct aan de top,zelfs ministers en presidenten zijn er niet tegen gevrijwaard.

De georganiseerde misdaad is de niet-militaire veiligheidsdrei-ging die de meeste aandacht trekt. Als de bestuurlijke processen

maar niet zo te kort schoten en de corruptie maar niet zo ernstigwas, zou de georganiseerde misdaad geen kans hebben, althansniet op die schaal waardoor zij een veiligheidsbedreiging vormt.De georganiseerde misdaad staat meer in de belangstelling danandere potentiële veiligheidsbedreigingen omdat zij zo'n duidelijken direct effect heeft op het leven van de mensen en zich zo mak-kelijk over de grenzen heen verspreidt. Het is vaak de connectietussen interne en externe dreigingen die veel van de veiligheidsbe-dreigingen die hierna worden besproken zo gevaarlijk maken.

In veel Midden- en Oost-Europese landen was er een vrucht-bare bodem voor de georganiseerde misdaad vanwege de erfenisvan het communisme. Omdat Partijprivileges eerder tot welstandleidden dan geld, was het functioneren van de politie in de regioonderontwikkeld. Bovendien waren de politiediensten gebaseerdop een in diskrediet geraakte visie op de openbare orde, waar-door zij in de ogen van het publiek ook geen gezag hadden. Hier-door konden goed ingebedde criminele organisaties tot grotebloei komen. Erger nog, deze groepen werden aangemoedigddoor het ontbreken van een ethische grond voor de veiligheid; deafwezigheid van een effectief juridisch systeem, dat grenzen zoukunnen stellen aan de toelaatbaarheid van zakelijke praktijken,en waardoor de grenzen tussen maffia-activiteiten, legitiemezakelijke praktijken en de regering waren vertroebeld; en oppor-tunistische Westerse partners die meer geïnteresseerd waren inkorttermijn rendement dan langdurige stabiliteit.

Wat de georganiseerde misdaad zo'n groot veiligheidspro-bleem maakt, is niet alleen de omvang ervan, het feit dat zijnaar andere landen kan worden uitgevoerd, en het ontbrekenvan internationale en nationale instellingen die haar aan kun-nen pakken, maar ook de acceptatie ervan. Hoewel het witwas-sen van via de georganiseerde misdaad verkregen gelden in dehele wereld wordt veroordeeld, zijn de meeste Westerse finan-ciële instellingen niet vies van geld uit Midden- en Oost-Euro-pese landen en onderzoeken ze niet al te nauwkeurig waar hetvandaan komt. Veel binnenlandse veiligheidsdiensten lateninfiltratie in de georganiseerde misdaad over aan de politie vanhun land. Zij zouden echter moeten beseffen dat de georgani-seerde misdaad, door haar internationaal karakter, haaromvang, haar banden met de vroegere vijandige inlichtingen-diensten en haar vermogen om het bestuurlijk proces te ont-wrichten, echt een probleem is op het vlak van de nationale vei-ligheid. Israël was een van de eerste landen die te makenkregen met de instroom van Russische maffiosi en de Israëli-sche veiligheidsagentschappen betreuren het nu dat ze niet veeleerder meer aandacht aan dit verschijnsel hebben besteed.

Het begrip 'natiestaat' is de afgelopen tien jaar geërodeerdmede onder invloed van etnisch conflict en nationalisme. Opveel plaatsen heeft dit al geleid tot een grotere lokale autono-mie, minder macht voor de centrale overheid en, in sommigegevallen, zelfs tot het uiteenvallen van landen. Het vraagstukwaar wij nu voor staan, is hoe ver die desintegratie kan gaan enop welk moment een halt moet worden toegeroepen aan datproces. Veel staten hebben te maken met minderheidsgroepe-ringen die strijden voor meer autonomie, of die zelfs proberende landsgrenzen te veranderen. Aan de ene kant van het spec-trum, zeg Tsjetsjenië, kunnen die groepen de staat bedreigenmet afscheiding. Aan het andere uiteinde kunnen zij bijvoor-beeld een regering, die tracht toe te treden tot de NAVO of deEuropese Unie onder druk zetten, door te dreigen een intern

VEILIGHEIDSZAKEN

Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 33

Page 33: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

probleem te creëren waardoor het imago van hun land in hetbuitenland zou worden bezoedeld. Migratie, die vaak het gevolgis van een etnisch conflict, is een van de meest politiek gevoe-lige problemen in Europa en zal vermoedelijk nog een groterprobleem worden, als de verschillen in welvaart toenemen tus-sen de landen in het hart van Europa en die aan de periferie.

De proliferatieproblematiek wordt vaak als een militairekwestie gezien. De aanpak van de proliferatie wordt echtersteeds vaker toevertrouwd aan andere veiligheidsinstellingendan het ministerie van defensie, d.w.z. aan het ministerie van bin-nenlandse zaken, de politie en de grenswacht. Het probleem is deafgelopen tien jaar bovendien geëvolueerd. Proliferatie sloegvroeger alleen op kernwapens en kernmaterialen, maar dat is nietlanger het geval. De vooruitgang op andere wetenschappelijkegebieden en de daaruit voortvloeiende problemen om een onder-scheid te kunnen maken tussen het militair en het civiel gebruikvan technologie, heeft er toe geleid dat het woord tegenwoordigook gebruikt wordt voor het chemische en het biologische vlak.Aangezien nieuwe technologieën zelf tot nieuwe wapens zijngeworden, omvat de term proliferatie tegenwoordig alle soortentechnologie. Zo behoeft nauwelijks te worden uitgelegd welkeschade een groep goedgeorganiseerde computerhackers aan denationale veiligheid zou kunnen berokkenen. Arme landen kun-nen zich die technologie verwerven en ze hebben er niets bij teverliezen als ze haar gebruiken.

Nieuwe bedreigingen kunnen net als oudeonderhevig zijn aan politieke manipulatie.Dit des te meer, omdat de nieuwe bedreigin-gen dikwijls niet goed genoeg omschreven,of ingedamd zijn, omdat het publiek er erggevoelig voor is, of omdat de bestaandemechanismes om ze aan te pakken te zwakzijn. Tot de overdreven of pseudo-bedreigin-gen behoren onder meer: het fundamenta-lisme, het terrorisme, en de informatieveilig-heid. Hoewel alle drie een werkelijk gevaarkunnen inhouden, illustreren ze ook hoe poli-tieke manipulatie, overdrijving, of een verkeerd inzicht in de drei-ging, het vermogen er iets tegen te doen, kunnen ondergraven.

Neem nou terrorisme. Landen moeten en behoren samen tewerken om de gevolgen van terrorisme te reduceren en te voorko-men dat het zich verder verspreidt. Maar als we kijken hoe ter-rorisme is gedefinieerd, kunnen maatregelen ertegen in sommigelanden worden gebruikt als een dekmantel voor de onderdrukkingvan wat in andere landen wordt gezien als een rechtmatig onafhan-kelijkheidsstreven. Soortgelijke overwegingen gelden ten aanzienvan het fundamentalisme. Dit kan een ernstig probleem vormen,maar omdat de dreiging in het verleden vaak zo sterk overdreven is,is zij gedevalueerd. Politici hebben zo vaak “wolf ” geroepen dat debevolking in zekere mate ongevoelig is geraakt voor deze dreiging,op een moment dat zij wellicht ernstige vormen aanneemt.

De veiligheid van informatie is ook een bron van zorg vooralle naties. Maar is sommige Midden- en Oost-Europese lan-den wordt met deze term iets heel anders bedoeld dan in hetWesten. De veiligheid van informatie kan worden misbruikt alseen altijd toepasbare rechtvaardiging voor staatscontrole overinformatie, wanneer een regering de vrije meningsuiting vreesten liever een autoritair regime zou uitoefenen.

VEILIGHEIDSZAKEN

NAVO Kroniek34 Winter 2000-2001

Deze drie voorbeelden, tonen aan dat sommige nieuwe, niet-militaire bedreigingen van de veiligheid gevoelig zijn voor poli-tieke manipulatie. Dit probleem moet verder worden onderzochten de beleidselites, journalisten en het publiek moeten er beterover worden geïnformeerd, zodat de maatregelen die wordengenomen om de samenleving te beschermen gepast, effectief enniet contraproductief zijn. Er is een goede analyse voor nodig, omte kunnen bepalen waar een gerechtvaardigde expressie vanideeën eindigt en een ongerechtvaardigde bedreiging voor degezondheid of het voortbestaan van de staat en de samenlevingbegint. Waar we die lijn trekken, hangt af van onze definitie vandemocratie, legaliteit, en mensenrechten.

Aangezien de niet-militaire bedreigingen van de veiligheid eennieuw verschijnsel zijn, zijn de internationale instellingen er nogniet op ingericht om ze tegen te gaan. Hoewel zij in het meestrecente strategisch concept van de NAVO worden onderkend, val-len deze dreigingen buiten de traditionele taak van het Bondge-nootschap en de NAVO heeft nog geen mechanismes ontwikkeldwaarmee die dreigingen adequaat kunnen worden bestreden. DeEuropese Unie heeft het mandaat gekregen de meeste van dezeproblemen aan te pakken en heeft op sommige gebieden ook alvooruitgang geboekt, zoals in de versterking van de grensregi-mes, en de ministeries van justitie in de Midden- en Oost-Euro-pese landen. Maar sommige terreinen moeten nog worden aange-

pakt en het zal nog wel enige jaren durenvoordat de centrale instellingen van de Euro-pese Unie zo ver zijn dat ze in actie kunnenkomen. Ondertussen werken andere interna-tionale instellingen als Interpol en Europolaan de ontwikkeling van de operationele con-cepten, maar zij hebben totnogtoe weiniggedaan om de landen in Midden- en Oost-Europa te helpen hun bestaande instellingente hervormen, of de noodzakelijke nieuwe opte richten. Bilaterale contacten met politie- endouanediensten, hoe goed die soms ook zijn,bevinden zich in hetzelfde stadium.

In verscheidene landen zijn met succes anti-corruptiepro-gramma's uitgevoerd en de elementaire beginselen zijn goedingevoerd. Men beseft ook dat er in de politiediensten moetworden geïnvesteerd en dat zij verder moeten worden ontwik-keld om de diensten die zich bezig houden met de binnen-landse veiligheid, om te vormen van het Sovjetmodel tot eengendarmerie in de Westerse stijl. Vooruitgang is in sommigelanden echter traag. In sommige Midden-Europese landen is zoveel verbeterd aan de douane- en grensdiensten dat er echt geenexcuus meer is om dit model niet verder in oostelijke richtingdoor te voeren. De wetgeving is misschien nog wel het gevoe-ligste probleem, omdat zij raakt aan de posities van het parle-ment, en de regering. Maar er is genoeg ervaring voorhandenom landen die een goed juridisch raamwerk willen instellen, tehelpen. Om de niet-militaire bedreigingen van de veiligheidaan te kunnen pakken, zijn robuuste strategieën nodig. Diekunnen alleen worden ontwikkeld als de sleutelfiguren in deregering, het rechtsstelsel en onderzoeksinstituten de hoofdenbij elkaar steken om tot een complete aanpak te komen voordeze problemen, die op dit moment de meest directe en snelstgroeiende bedreiging vormen voor de veiligheid en het overle-ven van nieuwe democratieën. ■

Terwijl de traditioneleveiligheidsdreigingenzijn afgenomen, zijnandere niet-militairedreigingen juistgevaarlijker geworden

Page 34: NAVO inhoud - NATO · Chris Donnelly belicht nieuwe bedreigingen van de veiligheid en dringt aan op robuuste strategieën om ze te bestrijden. Winter 2000-2001 NAVO Kroniek 3 voorwoord

N O R T H A T L A N T I C T R E A T Y O R G A N I S A T I O N

HandbookNATO

50th ANNIVERSARY EDITION

“Kosovo - One year on - Achievement and Challenge”Rapport van de secretaris-generaal, Lord Robertson.

“The NATO Handbook - 50th Anniversary edition”Een complete gids over de NAVO-doelstellingen en

-activiteiten, haar huidige beleid en structuren; een chrono-logie van de afgelopen 50 jaar van Bondgenootschappelijke

geschiedenis en een compilatie van de belangrijkstebeleidsdocumenten en juridische teksten.

“Extending Security - The Role of NATOand its Partner Countries”Een geïllustreerd boekje waarin uitvoerig wordt beschrevenhoe de NAVO werkt en welke ontwikkelingen er in het beleidvan de NAVO op de belangrijkste gebieden hebben plaats-gevonden.

N O R T H A T L A N T I C T R E A T Y O R G A N I S A T I O N

HandbookNATO

50th ANNIVERSARY EDITION

“Economics Colloquium 1999”Verslag van het in november 1999 gehouden colloquium overeconomische ontwikkelingen en hervormingen in de Partner-landen.

“NATO Topics”Deze visuele presentatie van het Bondgenootschap schetst de belang-rijkste mijlpalen in de ontwikkeling van de NAVO en de belangrijksteonderwerpen op haar huidige agenda.(Aleen in electronische versie : www.nato.int/docu/update/index)

“The Reader’s Guide to the Washington Summit”Compilatie van alle officiële teksten en declaraties afgelegdtijdens de NAVO-top in Washington van april 1999, inclusief

achtergrondinformatie over Bondgenootschappelijkeprogramma’s en activiteiten.

“NATO at 50”Inleidende brochure over de geschiedenis van het Bondge-

nootschap die een overzicht geeft van de belangrijksteonderwerpen op de huidige NAVO-agenda.

NATO UpdateWekelijks infoblad m.b.t. de NAVO-activiteiten en

gebeurtenissen – met een breed overzicht van de Bondgenootschappelijke initiatieven.

(Aleen in electronische versie : www.nato.int/docu/update/index)

ALLE PUBLICATIES ZIJN VERKRIJGBAAR IN HET ENGELS EN HET FRANS;VELE ZIJN OOK IN ANDERE TALEN BESCHIKBAAR.

Alle aanvragen en bestellingen van gedrukte exemplarendienen te worden gericht aan:Office of Information and Press - Distribution UnitLeopold III -laan - 1110 Brussel - BelgiëTel.: 00-32-2 707 5009Fax.: 00-32-2 707 1252E-mail: [email protected]

Elektronische versies van deze publicaties zijn beschikbaarop de NAVO-website (http://www.nato.int)

Op de website worden ook officiële verklaringen, persberichtenen toespraken gepubliceerd. Er is ook verdere informatie te vin-den over Bondgenootschappelijke structuren, beleid, en actrivi-teiten en er worden verscheidene on-line diensten aangeboden.

N O R T H A T L A N T I C T R E A T Y O R G A N I S A T I O N

Handbook

NATO

50th ANNIVERSARY EDITION