Natuurkunde Hoe Schrijf Je Een Verslag H4

4
klas 4 HAVO - juli 2014 Hoe schrijf je een verslag van een natuurwetenschappelijk onderzoek? Bij natuurwetenschappelijke vakken, zoals natuurkunde, moet je geregeld een experiment uitvoeren en uitwerken. In de bovenbouw zul je ook buiten de les experimenten gaan doen in het bètalab, waar je dan ook een verslag van moet schrijven. In dit document vind je een overzicht van wat er allemaal in zo'n verslag moet staan, en wat die onderdelen allemaal inhouden. Vormgevingseisen Bij een wetenschappelijk onderzoek ben je zo objectief en helder mogelijk In het algemeen geldt dat als iemand jouw verslag leest, hij of zij daarmee de proef uit moet kunnen voeren, zonder de originele proefbeschrijving. et verslag is kort en bondig geschreven in goed !ederlands" dus geen lange verhalen maar ook geen telegramstijl. #psommingen mogen wel. et moet ook op $%&formaat geschreven zijn. #p het voorblad van het verslag staat de volgende informatie" itel $uteur" naam ( klas )ak ( hoofdstuk*module*onderdeel #mschrijving of nummer van de opdracht +atum waarop je het verslag hebt afgerond De Inleiding +e inleiding bestaat in het algemeen uit een aantal onderdelen" & $lgemene Inleiding over het onderwerp. aar is dit onderzoek relevant voor- aarom zou het belangrijk kunnen zijn om hier meer over te willen weten- & $chterliggende heorie. )oor de proeven die je krijgt heb je vaak al eer wat geleerd in de les dat kan ook wat langer geleden zijn.../. ier kun dan vertellen wat je al eerder hebt geleerd over dit onderwerp. $ls je in een proefje gaat onderzoeken wat het verband is tussen de stroomsterkte door een lampje en hoeveel licht dat lampje uitstraalt, kun je al wat vertellen over stroomsterkte, spanning, vermogen, elektrische energie... & +e #nderzoeksvraag. +e onderzoeksvraag is de vraag die je door middel van je proef wilt beantwoorden. )aak staat deze al in de proefbeschrijvin en kun je die gewoon overnemen. 0oms moet je de onderzoeksvraag ook zelf bedenken. 1

description

how to write a report for a scientific subject in Dutch

Transcript of Natuurkunde Hoe Schrijf Je Een Verslag H4

Naam/namen

klas 4 HAVO - juli 2014

Hoe schrijf je een verslag van een natuurwetenschappelijk onderzoek?

Bij natuurwetenschappelijke vakken, zoals natuurkunde, moet je geregeld een experiment uitvoeren en uitwerken. In de bovenbouw zul je ook buiten de les experimenten gaan doen in het btalab, waar je dan ook een verslag van moet schrijven. In dit document vind je een overzicht van wat er allemaal in zo'n verslag moet staan, en wat die onderdelen allemaal inhouden. Vormgevingseisen

Bij een wetenschappelijk onderzoek ben je zo objectief en helder mogelijk. In het algemeen geldt dat als iemand jouw verslag leest, hij of zij daarmee de proef uit moet kunnen voeren, zonder de originele proefbeschrijving. Het verslag is kort en bondig geschreven in goed Nederlands: dus geen lange verhalen maar ook geen telegramstijl. Opsommingen mogen wel. Het moet ook op A4-formaat geschreven zijn.Op het voorblad van het verslag staat de volgende informatie:

Titel

Auteur: naam + klas

Vak + hoofdstuk/module/onderdeel Omschrijving of nummer van de opdracht

Datum waarop je het verslag hebt afgerondDe Inleiding De inleiding bestaat in het algemeen uit een aantal onderdelen: - Algemene Inleiding over het onderwerp. Waar is dit onderzoek relevant voor? Waarom zou het belangrijk kunnen zijn om hier meer over te willen weten?

- Achterliggende Theorie. Voor de proeven die je krijgt heb je vaak al eerder wat geleerd in de les (dat kan ook wat langer geleden zijn...). Hier kun je dan vertellen wat je al eerder hebt geleerd over dit onderwerp. Als je in een proefje gaat onderzoeken wat het verband is tussen de stroomsterkte door een lampje en hoeveel licht dat lampje uitstraalt, kun je al wat vertellen over stroomsterkte, spanning, vermogen, elektrische energie... - De Onderzoeksvraag. De onderzoeksvraag is de vraag die je door middel van je proef wilt beantwoorden. Vaak staat deze al in de proefbeschrijving en kun je die gewoon overnemen. Soms moet je de onderzoeksvraag ook zelf bedenken.

Bij natuurkunde kijk je doorgaans naar het verband tussen twee grootheden terwijl je andere variabelen zoveel mogelijk constant houdt. Kijk dus goed naar de grootheid die je zelf verandert (de onafhankelijke grootheid) en de grootheid die daardoor ook verandert (de afhankelijke grootheid). De onderzoeksvraag is dan vaak in de vorm:

Wat is het verband tussen (de onafhankelijke grootheid) en (de afhankelijke grootheid) ?"- De Hypothese. Een hypothese is een verwachting. Je geeft een antwoord op de onderzoeksvraag voordat je de proef gedaan hebt. Je geeft ook aan waarom je deze verwachting hebt (misschien met behulp van de theorie die je hierboven hebt besproken). De hypothese hoeft niet juist te zijn. Het kan zijn dat je een verkeerde hypothese hebt gesteld. Verander die dan niet achteraf. Waar het om gaat is dat je laat zien dat je van tevoren goed hebt nagedacht over wat je gaat doen, niet dat je verwachting goed was. Materiaal en MeetmethodeMateriaal

Beschrijf het gebruikte materiaal zo nauwkeurig mogelijk (massa bal, temperatuur water, bereik van de meter, etc.). Dit is vaak het overzichtelijkst op te schrijven door een lijstje te maken. Geen onzinnige informatie geven, bijvoorbeeld dat je geschreven hebt met een pen en op papier, of dat Alexandra de waardes opnoemt terwijl Bernard het opschreef, e.d. MeetmethodeDe proefopstelling moet nauwkeurig beschreven worden (daarbij werkt een tekening of foto heel verhelderend). Beschrijf kort en zakelijk hoe je de proef uitgevoerd hebt.Een methode is geen dagboek beschrijving; toen gingen we naar het huis van Pietje om de ballen naar beneden te gooien. Je schrijft dit deel van het verslag als een soort kookboek (eventueel in de verleden tijd).

Bedenk: iemand anders moet aan de hand van je verslag de proef na kunnen doen. Speciale omstandigheden/waarden zijn ook belangrijk. Als je een proef doet waarbij je van de docent een voorschrift hebt gekregen (bijvoorbeeld een Btalab-proef) probeer dan zoveel mogelijk je eigen woorden te gebruiken zodat je toch kan laten zien dat je je meetmethode goed kan opschrijven.

Waar moet je op letten bij het voorbereiden van een experiment? Zorg dat je goed weet wat je moet doen. Er mag slechts n grootheid gevarieerd worden en andere grootheden moeten constant blijven. Voer een meting, als dat kan, altijd meerdere keren uit (duplo (=twee keer) of triplo (=drie keer)). Hoe meer metingen je hebt, des te betrouwbaarder zijn de resultaten.ResultatenVermeld in dit deel alles wat je gezien en gemeten hebt, alleen feiten, geen verklaringen of conclusies! Deze komen verderop.Vermeld meetresultaten zoveel mogelijk in overzichtelijke tabellen en grafieken. Geef ook een duidelijke legenda bij deze tabellen en grafieken. Bij het hoofdstuk Resultaten hoef je nog geen verklaringen te geven. Je geeft alleen je waarnemingen en resultaten weer. Maar zorg er voor dat de tabellen en grafieken goed te interpreteren zijn, dus voeg zo nodig wat extra uitleg toe.

Bij natuurkunde is het vaak de regel dat je:

je ruwe meetwaarden in een tabel zet. waarden die zijn berekend uit je meetwaarden ook in deze, of een extra, tabel zet. Het hangt vooral van de grootte van de tabellen af of je hier n tabel of meerdere tabellen gebruikt. Je zet dan ook de grootheden en eenheden in de kolomkop met daaronder de getallen. Bedenk: volledigheid en duidelijkheid zijn hierbij het belangrijkst.

je meetwaarden vervolgens in een grafiek zet. Dat laat duidelijk het verband zien tussen de twee grootheden (denk aan je onderzoeksvraag: wat is het verband tussen X en Y) en uit bijvoorbeeld het hellingsgetal van een lineair verband kun je ook belangrijke informatie halen. Zorg dat je grafiek een trendlijn heeft, maar ook dat je meetpunten wel zichtbaar blijven en makkelijk af te lezen zijn. Beantwoording van extra vragenVaak staan er in de proefbeschrijving nog extra vragen. Soms zijn dit vragen als Teken een grafiek. Deze vraag heb je dan natuurlijk al bij de resultaten beantwoord. Door deze vragen te beantwoorden is het makkelijker om een conclusie te trekken. Ga dus na of er nog vragen waren die nog niet in je verslag worden behandeld en voeg deze alsnog toe.

Conclusie Bespreek je resultaten en geef mogelijke verklaringen voor je gevonden waarnemingen. Vergelijk als dat kan altijd je eigen resultaten met gegevens uit de literatuur.Trek je conclusies. Waar baseer je die conclusie(s) op? De conclusie is je definitieve antwoord op de onderzoeksvraag. Was de hypothese juist (dan kun je deze bevestigen) of niet (verwerpen), of weet je het nog niet zeker. Licht dat kort toe.

Discussie

De discussie is een belangrijk onderdeel van je verslag. Hier kan je laten zien dat je inzicht hebt in je onderzoek, dat je eventuele bijbehorende theorie begrijpt, dat je kunt analyseren. In de discussie blik je terug op je onderzoek. Was de opzet van je onderzoek wel goed, of zou je nu dingen anders hebben aangepakt? Hoe betrouwbaar zijn je resultaten (en dus je conclusie) eigenlijk? Kunnen er ook andere factoren de resultaten hebben benvloed, waar je geen rekening mee hebt gehouden? Is er iets fout gegaan bij de uitvoering? Denk hierbij aan moeilijk te controleren factoren, het aantal experimenten, de proefopzet, etc. Hoe heb je dat opgelost? Hoe zou het experiment nog verbeterd kunnen worden? Welke nieuwe problemen ben je tegen gekomen? Welke nieuwe vragen roept het onderzoek op? Maak een voorstel voor wat een geschikt vervolgonderzoek zou kunnen zijn (eventueel al met onderzoeksvraag). Verder kan je de literatuur raadplegen voor problemen die je bent tegengekomen, of verklaringen voor afwijkende resultaten. Het is dus de bedoeling dat je inhoudelijk op de proef en de resultaten ingaat. Dingen zoals we hebben de taken goed verdeeld of de volgende keer eerder beginnen zijn niet voldoende.

Literatuur De literatuurlijst is het laatste onderdeel van je verslag. Je geeft je bronnen op alfabetische volgorde weer. Vervolgens nummer je ze. In de tekst kan je dan eenvoudig naar de juiste bron verwijzen door het gebruik van superscript. -> 1Zet dus niet alleen aan het einde van het verslag een lijst van de gebruikte literatuur, maar probeer zoveel mogelijk in de tekst aan te geven voor welk stukje je welke bron hebt gebruikt.

EindeTip: een aantal grafiektypes is niet helder of vertekenen zelfs de resultaten. De meest geschikte grafiek in Excel is meestal de spreiding met alleen markeringen grafiek (Engels: scatter with only markers), waarin je vervolgens zelf een trendlijn kan zetten. Als je niet zeker weet of je het goed doet, zie dan het document "grafieken maken met Excel".

3