MU-14

2
ITEL : The Lost Continent of MU AUTEUR : James Churchward UITGEVER : Coronet Communications, N.Y./USA HET VERZONKEN CONTINENT MU HOOFDSTUK 14 DE OORSPRONG VAN BARBAARSHEID In het hoofdstuk over de ondergang van Mu heb ik laten zien hoe de eerste barbaarsheid ontstond. De mens was als beschaafd wezen geschapen en de verwoesting van het Moederland werkte alleen in op de overlevenden van de ramp die zich op de kale, onvruchtbare eilanden vestigden. De gebruikelijke theorie onder geleerden is dat de mens van een bruut beest opklom tot een wilde en van barbaarsheid geleidelijk opklom tot hij een beschaafd stadium bereikte. Ik sta niet alleen met de bewering dat barbaarsheid uit beschaving voortkwam en niet andersom. Baron von Humboldt merkt op, als hij het over de groepen indianen heeft die hij langs de Amazone en Orinoco aantrof: “Ze zijn niet het onbewerkte materiaal van de mensheid; wij zij er ook niet uit voortgekomen. Deze ongelukkige wezens zijn de laatste overgeblevenen van een of ander uitstervend ras dat in deze toestand is geraakt. In de natuurlijke staat is de mens een gedoemd wezen, gedoemd te sterven”. Een wilde die aan zichzelf is overgelaten, komt niet vooruit. Hij zakt steeds verder af. Alleen als hij in kontakt komt met beschaving, wordt een opwaartse verandering in hem mogelijk. Dan zij er twee mogelijkheden: of hij neemt de beschaving over en klimt op, of hij neemt alleen de ondeugden van de beschaving in zich op, voegt ze bij zijn eigen ondeugden, verdierlijkt steeds meer en zakt steeds dieper weg. Dergelijke rassen zijn tot uitsterven gedoemd. Er zijn twee oorzaken die tot barbaarsheid bij verschillende volken hebben geleid en beide waren het gevolg van geologische verschijnselen. Aan het eind van het tertiaire tijdperk was de aardkorst van de meeste oude gasruimtes ontdaan, zodat de gassen gordels konden vormen en bergen konden opheffen. Het voorgaande is in mijn geologische werk uitgelegd. Voor die tijd waren er geen bergen, zelfs geen hoge heuvels. De bewoonbare aarde bestond uit enorme vruchtbare vlaktes die dicht bevolkt waren. Toen de gasgordels werden gevormd, werd het land erboven opgeheven tot bergketens. Een gordel die onder een dicht bevolkte vlakte liep en het land omhoog duwde, brak het land erboven in stukken en de meeste mensen kwamen daarbij om. Er bleven slechts enkelen tussen de ineen gestorte bergen in leven. Zij die op de vlakte waren achtergebleven, op het land dat niet was opgerezen, ondergingen een erger lot, want allen werden door enorme vloedgolven uit de oceanen verzwolgen. Dit vernietigde niet alleen alle leven maar ook de productiviteit van het land. Deze overlevenden konden niet naar de vlaktes terug, want daar was alles van een troosteloze verlatenheid. Er was niets te eten en hun lijden was zo groot dat ze elkaar opaten. Zo ontstond door een geologische verandering het kannibalisme. Soms werden tegelijk met het omhoog komen van de bergen grote vlakke gedeeltes opgeheven en op dit land leefden mannen en vrouwen die eens de weelde van een grote beschaving hadden gekend. Langzamerhand verloren zij alle kennis van kunsten en wetenschappen. Het meest opmerkelijke voorbeeld van dit verval was het grote Uighur-rijk in Midden-Azië. De oostelijke helft werd verwoest door het water van de bijbelse zondvloed en alles verging. Later kwam de westelijke helft naar boven waardoor de Himalaya en andere gebergten in Midden-Azië gevormd werden. Tussen deze bergen waren veel plateaus waar mensen in leven waren gebleven. Langzamerhand gingen zij terug naar de vlakke gebieden. De Uighurs die overleefden, waren de voorvaderen van het Arische ras. Zowel in India als in China zijn overleveringen die betrekking hebben op het opkomen van deze bergen, het grote verlies aan levens en het overleven van velen die in de bergen leefden na de grote verheffing.

description

Er zijn twee oorzaken die tot barbaarsheid bij verschillende volken hebben geleid en beide waren het gevolg van geologische verschijnselen. In het hoofdstuk over de ondergang van Mu heb ik laten zien hoe de eerste barbaarsheid ontstond. De mens was als beschaafd wezen geschapen en de verwoesting van het Moederland werkte alleen in op de overlevenden van de ramp die zich op de kale, onvruchtbare eilanden vestigden.

Transcript of MU-14

Page 1: MU-14

ITEL : The Lost Continent of MUAUTEUR : James ChurchwardUITGEVER : Coronet Communications, N.Y./USA

HET VERZONKEN CONTINENT MU

HOOFDSTUK 14DE OORSPRONG VAN BARBAARSHEID

In het hoofdstuk over de ondergang van Mu heb ik laten zien hoe de eerste barbaarsheid ontstond. De mens was als beschaafd wezen geschapen en de verwoesting van het Moederland werkte alleen in op de overlevenden van de ramp die zich op de kale, onvruchtbare eilanden vestigden.

De gebruikelijke theorie onder geleerden is dat de mens van een bruut beest opklom tot een wilde en van barbaarsheid geleidelijk opklom tot hij een beschaafd stadium bereikte. Ik sta niet alleen met de bewering dat barbaarsheid uit beschaving voortkwam en niet andersom. Baron von Humboldt merkt op, als hij het over de groepen indianen heeft die hij langs de Amazone en Orinoco aantrof: “Ze zijn niet het onbewerkte materiaal van de mensheid; wij zij er ook niet uit voortgekomen. Deze ongelukkige wezens zijn de laatste overgeblevenen van een of ander uitstervend ras dat in deze toestand is geraakt. In de natuurlijke staat is de mens een gedoemd wezen, gedoemd te sterven”.

Een wilde die aan zichzelf is overgelaten, komt niet vooruit. Hij zakt steeds verder af. Alleen als hij in kontakt komt met beschaving, wordt een opwaartse verandering in hem mogelijk. Dan zij er twee mogelijkheden: of hij neemt de beschaving over en klimt op, of hij neemt alleen de ondeugden van de beschaving in zich op, voegt ze bij zijn eigen ondeugden, verdierlijkt steeds meer en zakt steeds dieper weg. Dergelijke rassen zijn tot uitsterven gedoemd.

Er zijn twee oorzaken die tot barbaarsheid bij verschillende volken hebben geleid en beide waren het gevolg van geologische verschijnselen.

Aan het eind van het tertiaire tijdperk was de aardkorst van de meeste oude gasruimtes ontdaan, zodat de gassen gordels konden vormen en bergen konden opheffen. Het voorgaande is in mijn geologische werk uitgelegd. Voor die tijd waren er geen bergen, zelfs geen hoge heuvels. De bewoonbare aarde bestond uit enorme vruchtbare vlaktes die dicht bevolkt waren. Toen de gasgordels werden gevormd, werd het land erboven opgeheven tot bergketens. Een gordel die onder een dicht bevolkte vlakte liep en het land omhoog duwde, brak het land erboven in stukken en de meeste mensen kwamen daarbij om. Er bleven slechts enkelen tussen de ineen gestorte bergen in leven. Zij die op de vlakte waren achtergebleven, op het land dat niet was opgerezen, ondergingen een erger lot, want allen werden door enorme vloedgolven uit de oceanen verzwolgen. Dit vernietigde niet alleen alle leven maar ook de productiviteit van het land.

Deze overlevenden konden niet naar de vlaktes terug, want daar was alles van een troosteloze verlatenheid. Er was niets te eten en hun lijden was zo groot dat ze elkaar opaten. Zo ontstond door een geologische verandering het kannibalisme. Soms werden tegelijk met het omhoog komen van de bergen grote vlakke gedeeltes opgeheven en op dit land leefden mannen en vrouwen die eens de weelde van een grote beschaving hadden gekend. Langzamerhand verloren zij alle kennis van kunsten en wetenschappen.

Het meest opmerkelijke voorbeeld van dit verval was het grote Uighur-rijk in Midden-Azië. De oostelijke helft werd verwoest door het water van de bijbelse zondvloed en alles verging. Later kwam de westelijke helft naar boven waardoor de Himalaya en andere gebergten in Midden-Azië gevormd werden. Tussen deze bergen waren veel plateaus waar mensen in leven waren gebleven. Langzamerhand gingen zij terug naar de vlakke gebieden. De Uighurs die overleefden, waren de voorvaderen van het Arische ras. Zowel in India als in China zijn overleveringen die betrekking hebben op het opkomen van deze bergen, het grote verlies aan levens en het overleven van velen die in de bergen leefden na de grote verheffing.

Page 2: MU-14

Bij de Zoeloes van Zuid-Afrika bestaan overleveringen die zeggen dat hun voorvaderen een groep waren die het opkomen van de noordelijke bergen overleefde.

In Zuid-Amerika werd de hele stad Tiahuanaco tegelijk met het grote plateau dat nu tussen de twee ketens van de Andes ligt, opgeheven. Dit vermeldt de inscriptie op de grote deur die bij archeologen zo bekend is en die bij de oever van het Titicaca-meer ligt.

In de meeste bergachtige landen bestaan overleveringen over de komst van de bergen. Een van de psalmen van David, die het lied van Mozes wordt genoemd (Ps. 90:2) heeft betrekking op het opkomen van de bergen.

U bent ons toevluchtsoord geweest, o Heer,

van generatie op generatie.

Ps. 90:2 Nog voor de bergen waren geboren,

voor wereld en aarde waren gebaard,

bent U God, van eeuwig tot eeuwig.

De huidige geleerden hechten veel waarde aan vuurstenen pijl- en speerpunten, als zij het karakter en de ontwikkeling van een beschaving moeten beoordelen. Omdat de pijl- en speerpunten van het neolithicum van een hoger ontwikkeld type zijn dan die uit het paleolithicum zeggen ze dat de neolithische mens beschaafder was dan de paleolithische mens.

Ik beweer niet dat de geleerden het bij het verkeerde eind hebben: maar dit bewijs spreekt me niet aan als aanduiding voor het niveau van beschaving, behalve in omgekeerde zin: namelijk de paleolithische mens was beschaafder dan de neolithische en er zijn veel feiten op te noemen tegen deze theorie.

Het is geheel binnen de grenzen van de redelijkheid ook te geloven dat in de tijd dat vuurstenen pijl- en speerpunten in gebruik waren, de kondities ongeveer dezelfde waren als nu; namelijk dat niet alle mensen even bekwaam waren in het maken van dingen. Een geoefend handwerksman levert een perfect artikel; een beginneling een inferieur en primitief voorwerp. De mens uit het paleolithium was een beginneling, maar waren ze ook minder beschaafd? Persoonlijk denk ik van niet. Deze beginnelingen waren de overgeblevenen van hoog beschaafde mensen die plotseling aan lager wal zijn geraakt door een van de stuiptrekkingen van de aarde in het paleolithium.

De bewering dat hoe onafgewerkter en primitiever een stenen pijl- of speerpunt is, hoe beschaafder het volk was dat ze maakte, mag op het eerste gezicht onlogisch lijken, maar stel je eens voor: ga in gedachten eens terug naar de oude tijd en zie hoe de mens behalve van zijn blote handen herhaaldelijk van alles beroofd werd en geheel en al op de hulpbronnen van de natuur was aangewezen. Gereedschappen en alle andere dingen waren weg; totaal niets was er overgebleven behalve de hersens en de vingers van de overlevenden. Zonder enige kennis van werktuigkunde moesten ze beginnen met het maken van gereedschappen uit niets anders dan de stenen op de grond. Kon er door mensen zonder ervaring en zonder kennis iets anders dan de meest primitieve vormen worden gemaakt? Ik denk van niet. Voor mij zijn deze primitieve pijl- en speerpunten geen bewijs van barbaarsheid of een lage beschaving. Zij tonen een hoge beschaving aan die is overgegaan in barbaarsheid. Dus waren die paleolithische mensen van een hogere beschaving dan de neolithische die op hen volgden, terwijl het handwerk verbeterde gingen deze menselijke wezens achteruit in beschaving.