Mozaïek

13
1 inhoud DOSSIER GROEN IN LEUVEN CAMPUS REMY THUIS IN DE STAD Leuven. Eeuwenoud, springlevend. MOZAÏEK EDITIE JUNI 2005 JAARGANG 2 NUMMER 2 STADSVERNIEUWING LEUVEN

description

Magazine over stadsvernieuwing in Leuven

Transcript of Mozaïek

Page 1: Mozaïek

1

inhoud

DOSSIER GROENIN LEUVEN

CAMPUS REMY

THUIS IN DE STADLeuven.

Eeuwenoud, springlevend.

MOZAÏEK EDITIE JUNI 2005 JAARGANG 2 NUMMER 2

STADSVERNIEUWINGLEUVEN

Page 2: Mozaïek

Mozaïek is een uitgave van de stad Leuven

Concept: infohuis stadsvernieuwing en persdienst van de dienst communicatie

Redactie: Geert Antonissen, Wendy Maes, Karlien Stroeykens, Erna Vanesch

Eindredactie: Wouter Pelgrims, Dany Winnen

Directeur communicatie: Alfons Verdyck

Fotografie: Geert Antonissen, Karlien Stroeykens, Erna Vanesch, Wendy Maes, Eric Dewaersegger, Désiré Vanautgaerden

Met dank aan: Stad Leuven: groendienst, milieudienst, projectencel huisvesting, huisvestings-dienst, dienst planning, technische dienst wegbeheer, persdienst, communi-catiedienst, verkeersorganisatie en mobiliteit, college van burgemeester en schepenen

A 33, architectenbureau, prof. M. Van Haegendoren LUC, Ontwerpbureau Pauwels, ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Bos & Groen, Houtvesterij Leuven, AMINAL, afdeling Water, Edgard Goedleven, Spitz, com-municatiebureau en vele anderen

Verantwoordelijke uitgever: college van burgemeester en schepenen

Contactgegevens: infohuis stadsvernieuwing, Rijschoolstraat 4/0102, B-3000 Leuven, [email protected], tel. (016) 30 08 75 (openingsuren: maandag: 9.00-13.00 uur, dinsdag: 13.00-20.00 uur, woens-dag: 9.00-12.00 uur, donderdag: 12.00-16.00 uur)

Meer info: http://www.leuven.be/stadsvernieuwing

Volgend nummer: september 2005

3

Inhoudstafel

Pag 2 Colofon, overzichtskaartje

Pag 3 Tweebronnen (1)

Pag 4 Campus Remy (2)

Pag 6 Luchtfoto, dossier groen in Leuven

Pag 7 GNOP

Pag 8 Parken: De Bron (3), park aan Van Waeyenbergh- laan (4), Sint-Donatuspark (5), Hagelandpark (6)

Pag 9 Parkje aan Mechelsestraat (7), Kruidtuin (8), Dijlepark (9), Philipssite (10)

Pag 10 De Bruul (11)

Pag 11 Snelkoppelingen

Pag 12 Heverleebos

Pag 14 Natuurgebieden: Kesselberg (13), Begijnenbos (14)

Pag 15 Koeheide (15), Dijlemeander (16)

Pag 16 Groene buffers: geboortebos en Toverberg (17), buffer Kesseldallaan (18)

Pag 17 Overstromingsgebied (19)

Pag 18 Interview prof. Mieke Van Haegendoren

Pag 22 Openbare werken: schoolomgevingen

Pag 24 Voor en na

voorstelling

2

WINNAAR ARCHITECTUURPRIJS PROVINCIE

Tweebronnen

De nummers op dit overzichtsplan verwijzen naar de num-mers achter de verschillende projecten in de inhoudstafel.

De architectuurprijs van de provincie Vlaams-Brabant 2004 voor publieke en openbare gebouwen werd gewonnen door RITO-architecten met de stadsbibliotheek Tweebronnen. De prijsuitreiking vond plaats op woensdag 18 mei 2005 in Twee-bronnen.

Het gebouw ‘Tweebronnen’ is één van de weinige voorbeel-den in Leuven van het moderne bouwen in de jaren ‘30. Het is oorspronkelijk ontworpen door de bekende Belgische ar-chitect Henry van de Velde. Nadat deze voormalige Techni-sche School in 1990 beschermd werd als historisch waardevol geheel, werd het gebouw tussen 1994 en 2000 omgetoverd in een openbare bibliotheek en stadsarchief door RITO-archi-tecten onder leiding van Georges Baines.

De leeszalen en de boeken- en archiefmagazijnen pasten per-fect in de oude skeletstructuur. Waar vroeger de klassen en de gangen waren, verkavelen nu kolommen de open ruimtes van de bibliotheek.

Het complex is volledig heropgebouwd, maar wel in de stijl van architect Henry van de Velde. Zo volgt de tegelbekleding

van muren en vloeren het oorspronkelijke kleurenpalet: gele gevlamde vloertegels, zwarte plinten en watergroene wandte-gels. Ook het idee van zichtbare uitrusting tegen het plafond bleef behouden. In het industriële gebouw dat de Technische School was, was dit een logische zet. Bij de restauratie kregen de gevels aan de straatkant opnieuw stalen ramen in de oor-spronkelijke kleur. De terracotta tegels en de blauwe hardste-nen bekleding werden gereinigd en gerestaureerd.

Op andere plaatsen is de structuur volledig veranderd omwille van nieuwe eisen.

De architecten van de renovatie grepen de functieverandering aan om een grotere stedelijke betekenis te geven aan het ge-heel: de vroegere speelplaats werd een stedelijk ontmoetings-plein dat een doorgang biedt tussen de Diestsestraat en de Rijschoolstraat. Tegelijk huisvest het gebouw nu ook een hele reeks stedelijke actoren als tentoonstellingsruimtes, een café, een auditorium, publieke kantoren, enz.

Meer info: www.leuven.be/stadsvernieuwing

Page 3: Mozaïek

Campus Remydeelgemeente Wijgmaal

De gemeente Wijgmaal groeide

als het ware om de Remysite heen.

Remy bouwde immers niet

enkel de fabriek, maar ook

woningen en gemeenschaps-

voorzieningen zoals de foyer Remy.

Het bedrijf was ook verantwoordelijk

voor de aanleg van de dreven,

waarlangs grote vrijstaande

woningen zijn ingeplant.

Door de opeenvolgende

moderniseringen had de

Remyfabriek aanzienlijk

minder ruimte nodig.

De onderneming stootte

verschillende gebouwen af,

waardoor de site

dreigde te vervallen. De eigenaar

van de silotoren, Jos Debecker,

nam samen met A33 het initiatief

om de site nieuw leven in te blazen.

De geklasseerde silo –

die al 150 jaar een baken

is langsheen de Vaart –

speelt ook in

de nieuwe ontwikkeling

een erg belangrijke rol.

De witte toren

werd gerenoveerd en

vormt nu de ‘hoeksteen’

van het nieuwe hoofdgebouw

langsheen de Vaart.

Loftachtige kantoren zien uit

over velden en dorpen.

In de toekomst kan er dwars

op het hoofdkantoor

nog een kantoorgebouw komen.4

Aan de spoorzijde

kwam er een groot,

rood bakstenen kantoorgebouw

dat duidelijk refereert

aan het voormalige

industriële karakter

van de omgeving.

De campus Remy

omvat nu 37 000 m2

polyvalente vloeroppervlakte:

kantoren, ateliers

en onderzoeksruimte.

Daarnaast zijn er ook

commerciële

ruimten en loketfuncties

gepland.

Centraal op de site

is er een boulevard,

een publiek toegankelijk

parkje en een mini-kanaal.

inhoud

Om al het verkeer

in goede banen te leiden

besloten de stad Leuven,

de NMBS en De Lijn

om de stationsomgeving

van Wijgmaal op te waarderen.

De Lijn legde een Joblijn in

tussen Leuven en campus Remy.

In de toekomst kan de nabijheid

van de Vaart ook een rol spelen.

5

Page 4: Mozaïek

7

parkabdij © Désiré Vanautgaerden

dossier

Groen in LeuvenIn een stad zijn de niet-bebouwde ruimten even essentieel als de bebouwde ruimten. Parken, landbouwgebieden, tuinen, bossen, enz. structureren de stad en brengen zuursof, kleur en rust. De groene ruimtes worden dan ook niet langer aan-zien als restruimtes, maar eerder als strikt noodzakelijke puz-zelstukken in onze energieke stad.

Toch is groen niet per defi nitie goed. Waar het slecht inge-plant is, kan het bijvoorbeeld onveiligheidsgevoelens opwek-ken of een goede doorstroming van voetgangers en fi etsers verhinderen. Maar voor poëtische zielen en gestresseerde ste-delingen is het wel een noodzakelijke tegenpool om de drukte van het alledaagse leven even te ontvluchten. De voorbije ja-

ren is er dan ook veel in het groen van de stad geïnvesteerd. In dit dossier zoomen we in op verschillende groene ruimtes die Leuven kenmerken: van kleine, groene voetgangersver-bindingen, over buurtparken tot het omvangrijke Heverleebos en Meerdaalwoud.

Gezien het uitgangspunt van Mozaïek zullen we in dit groen-dossier vooral de infrastructurele en stedenbouwkundige ei-genschappen van de groenzones belichten. U zal dus niet veel lezen over de verschillende varianten inktzwammen of muur-havikskruid die onze groenzones teweegbrengen, maar wel over de rol die het groen speelt in bijvoorbeeld de woonkwa-liteit, het waterbeheer en de sportmogelijkheden.

6 7

In 1997 werd een gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) opgemaakt. Dit plan bevat een inventaris van de na-tuurwaarden in Leuven, een beleidsvisie voor de sector natuur en een actieprogramma voor een actief natuurbeleid.

Op die manier werd een coherent beeld van de natuur en het natuurbeleid in Leuven in kaart gebracht. Tegelijkertijd was een set van samenhangende maatregelen voorhanden.

De stad ging over van losse projecten naar een samenhan-gend beleid met maatregelen op het hele grondgebied van Leuven.

Er zijn tal van acties die het GNOP vermeldt en die ondertus-sen al zijn uitgevoerd: de aankoop en inrichting van de Dijle-meander en het Begijnenbos, de aanplant van het geboorte-bos, subsidiereglementen, ecologisch berm- en beekbeheer, inrichting van het park De Bron, projecten rond kleine land-schapselementen (het holle wegen - project samen met het Regionaal landschap Dijleland) en werken aan sensibilisatie via verschillende initiatieven. Een aantal van deze projecten komt uitgebreider aan bod in deze Mozaïek.

GEMEENTELIJK NATUURONTWIKKELINGSPLAN

GNOPDe voorbije vijf jaar hebben er op het terrein echter een aantal nieuwe ontwikkelingen plaatsgevonden. Voor sommige pro-jecten blijkt de realisatie op het terrein niet mogelijk: proble-men met de aankoop van terreinen, te dure projecten, sommi-ge projecten bleken technisch nog niet mogelijk, … Daarnaast dienen zich ook nieuwe projecten aan die volledig binnen het kader van het GNOP passen.

Daarom is het nodig het actieprogramma opnieuw te bekij-ken.

Op het niveau van het beleidskader veranderde er ook heel wat. In 2004 is het structuurplan voor Leuven goedgekeurd. Dit structuurplan geeft een sterk juridisch kader waarin ook andere visies geïntegreerd zijn. Het GNOP is daarom vorig jaar geactualiseerd: de visie van het GNOP werd meer afge-stemd op het structuurplan. Het nieuw actieprogramma in het GNOP moet nu aangeven hoe die visie eruit ziet in de praktijk. De volledige tekst van het GNOP beslaat 150 bladzijden en ligt ter inzage bij de milieudienst van de stad Leuven (tel 016 211 511).

dossier

De Bron Geboortebos Dijlemeander

Page 5: Mozaïek

8 9

DE BRONOpvallend: interessant kasteelparkje met oud bosje wordt verder ontwik-keld tot een natuurpark.

PARK VAN WAEYENBERGLAANVan Waeyenberglaan – Kaboutermansstraat – Paardenweg – Edouard Remyvest

Opvallend: dit nieuwe park is opgebouwd met allerlei terrassen en een diagonaal lopend wandelpad om de helling tussen de laagstad en Gast-huisberg te overwinnen.

Ontwerp: Gedas NV

STADSPARK (SINT-DONATUSPARK)Beriotstraat – Vlamingenstraat - Tiensestraat

Opvallend: de middeleeuwse toren in het park, restant van de eerste ringmuur, zal in het najaar van 2005 gerestaureerd worden door de Stich-ting Erfgoed Vlaanderen. De hedendaagse kunstwerken van Büren en de middeleeuwse muur kunnen zo evenwaardig naast elkaar bestaan.

HAGELANDPARKAchter de kerk van Wilsele, tussen de Hagelandstraat en de achterzij-de van de firma Celis legt de stad een nieuw parkje aan van ongeveer 4.000m². Op dit voormalig braakliggend gebied komen naast een voet-balveld ook een speelpark, speelheuvel, zitbanken en verlichting. Het park zal daarmee een interessante en aangename buffer vormen tussen de industriële activiteiten van de firma Celis en de woningen langsheen de Hagelandstraat. Deze groenzone komt er dankzij de “Kom op voor je wijk”-actie. Via deze actie ondersteunt de stad initiatieven van buurt-bewoners die - hoe kleinschalig ook - hun woon- en leefomgeving wat aangenamer maken.

Meer info: www.leuven.be/komopvoorjewijk

PARKJE MECHELSESTRAAT/ KLEIN BEGIJNHOFMechelsestraat - Klein Begijnhof

Opvallend: na de afwerking van de appartementen langsheen de Me-chelsestraat zal dit parkje – met zijn opvallende stalen skelet van het voormalige schoenfabriekje – weer een rustige groene link vormen tus-sen het Klein Begijnhof en de in heropbouw zijnde 19de eeuwse gordel rond de Penitentienenstraat.

KRUIDTUINKapucijnenvoer - Heilige-Geeststraat

Opvallend: de oudste kruidtuin van België zal tussen 1 juli en 2 septem-ber verrijkt worden met allerlei kunstwerken.

DIJLEPARKSchapenstraat, Rambergpark

Opvallend: de stad heeft de erfpacht op dit romantische parkje op de oude vestingmuur met drie jaar verlengd.

PARK PHILIPSSITEE. Ruelensvest – Geldenaaksebaan - Tivolistraat - Nieuwe Kerkhofdreef

Opvallend: het grootste park (86.000m²) dat momenteel aangelegd wordt met o.a een stadsboomgaard, een nieuwe verbinding met de ach-tergelegen parkabdij en een ‘Mikado’ speelplein.

Ontwerp: De Gregorio en Partners, Studio Aldo Rossi Associati in sa-menwerking met Landschapsarchitect Pauwels (Leuven) & groendienst van de stad Leuven.

Meer info: www.leuven.be/philipssite

Parken

dossier

dossier

Page 6: Mozaïek

11

Kinderen kunnen zich uitleven op nieuwe speeltuigen in aparte speelzones per leeftijdsgroep. Ook voor de jeugd zijn er ver-schillende spel- en sportmogelijkheden: de geliefde balsport-muur blijft behouden, een centraal gelegen verhard speelter-rein met trappen en muurtjes geeft verschillende speelopties en het huidige sportveldje krijgt een nieuw uitzicht met een houten omheining en tribune. Een lichte drainage van het sportgrasveld zorgt ervoor dat het steeds droog is voor ge-bruik.

De ouderen komen aan hun trekken met de nieuwe petan-quebaan in de buurt van het ontmoetingshuis en met het struifspel.

TimingDe werken aan het nieuwe ontmoetingshuis starten nog voor het bouwverlof.

In het najaar van 2005 kan de heraanleg van de wegen, speel- en sportterreinen dan beginnen. De speeltuigen zelf worden terzelfdertijd geplaatst.

In 2006 zal de groendienst van de stad alles inzaaien en be-planten, zodat in de zomer van 2006 alles afgerond is.

Meer info: www.leuven.be/stadsvernieuwing

10

De stad Leuven wil de zachte weggebruiker veilige en aan-gename verbindingen aanbieden zodat hij op een snelle ma-nier verschillende plaatsen in de stad kan bereiken. Een kleine greep uit het aanbod. In de toekomst wordt dit netwerk uit-gebreid.

FIETSPAD PETRUSPLEINTJEIn 2000 is de stad Leuven gestart met de actie ‘Kom op voor je wijk’. Via deze actie ondersteunt de stad initiatieven van buurtbewoners die hun woonomgeving wat aangenamer ma-ken. In de deelgemeente Wilsele stelde de buurt voor om een braakliggend stadsterreintje tussen de Vuntlaan en de Petrus Geeraertslaan om te vormen tot een klein speelterrein. In één beweging is er ook een voet- en fietspad aangelegd dat voor een snelle verbinding zorgt tussen de twee straten.

FIETSPAD TUIN VAN SIONAan de Karel Van Lotharingenstraat verrijst een nieuw ap-partementsgebouw. De Dijle krijgt in de toekomst op dit ter-rein langs haar oever een voet- en fietspad. Dit fietspad loopt verder door de tuin van Sion, een openbaar parkje dat aan een rust- en verzorgingstehuis grenst. Deze doorsteek legt voor fietsers en wandelaars een link tussen de Vaart en de Vismarkt.

SnelkoppelingenFIETSPAD PENITENTIENENSTRAATDe stad wil de Dijle zo veel mogelijk valoriseren door er wan-del- en fietspaden naast aan te leggen. Langs een speelter-reintje tussen de Fonteinstraat en de Penitentienenstraat loopt een voet- en fietspad dat verder met een nieuw bruggetje de Dijle oversteekt om zo via de Pereboomstraat het buurtpark De Bruul te bereiken. Verschillende groenzones in deze omge-ving worden zo met elkaar verbonden.

PARKBEGRAAFPLAATS DIESTSEVELDHet ontwerp van de parkbegraafplaats Diestseveld in de deel-gemeente Kessel-Lo gaat niet alleen uit van intimiteit maar ook van openbaarheid en toegankelijkheid. Drie wegen snij-den het raster van de serene graftuinen door. Er is de centrale hoofdas en een wandelpad dat in ovaalvorm langs het park loopt. Daarnaast slingert een fietspad dwars door het park en verweeft zo dit eiland met de omgeving. Het ligt verzonken ter hoogte van de graftuinen.

De subtiele groenaanleg geeft deze begraafplaats een echt parkkarakter. Een klein speelpleintje aan de Heidebergstraat vormt de overgang tussen de woonwijk en de begraafplaats.

Sinds de aanleg in de jaren ’50 zijn er in het buurtpark De Bruul weinig aanpassingen gebeurd. De hoogste tijd dus voor een nieuw kleedje.

Wegen en infrastructuurTwee nieuwe wandelwegen zullen het park structureren. Daarnaast geeft een netwerk van kleinere wegen joggers en wandelaars de kans het park volledig te verkennen. De we-gen worden alle aangesloten op de openbare verlichting en blijven dan ook ’s nachts verlicht. De verschillende gebouwtjes op het terrein verdwijnen en maken plaats voor één nieuw gebouw dat bergingen, kleedruimtes, sanitair en een ontmoe-tingslokaal groepeert. De overige infrastructuur, vaak typische elementen uit de jaren ’50, zoals de overdekte zitbanken, de luifel aan het voetbalplein, de muurtjes tussen het park en de straat, … krijgen een grondige opknapbeurt, maar blijven behouden.

Sport- en speelmogelijkhedenDe bedoeling is dat de verschillende sport- en speelterreinen in de toekomst ingebed liggen in een groen park. Voor die he-raanleg moeten een aantal bomen sneuvelen; achteraf komen er wel veel nieuwe bomen en struiken bij.

De Bruul

dossier

dossier

PetruspleintjeTuin van Sion Penitentienenstraat Diestseveld

Page 7: Mozaïek

12

dossier

dossier

DE GROENE LONG VAN LEUVENIn dit groendossier kunnen we onmogelijk voorbijgaan aan onze grootste groene long: Heverleebos. Samen met het vlak-bij gelegen Meerdaalwoud vormt het een duidelijk ecologisch en landschappelijk baken in het zuiden van de stad. Deze twee restanten van het grote Kolenwoud zijn vandaag nog steeds één van de grootste Vlaamse boscomplexen. Beide zijn als belangrijke natuurgebieden geselecteerd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen én behoren tot het Europees ecolo-gisch netwerk.

Het rastervormig wegenpatroon linkt beide bossen aan el-kaar. Toch is de visie op beide bosgebieden verschillend: He-verleebos ontwikkelt zich tot een onvervalst stadsbos waar de natuurlijke variatie ondergeschikt is aan de recreatie van de stadsbewoners. Wandelaars, fietsers en allerlei recreanten mogen er – in een zeer aangenaam kader – tot rust komen. In het Meerdaalwoud daarentegen primeert de natuur. Som-mige delen zijn slechts beperkt toegankelijk zodat de natuur in alle verscheidenheid kan floreren.

De recreatie in Heverleebos wordt letterlijk en figuurlijk in goede paden geleid. Zo worden de parkings in het bos ge-leidelijk aan ontoegankelijk en kunnen automobilisten hun auto kwijt op één van de vijf nieuw aangelegde randparkings. Grote kaarten geven de bezoeker meteen de nodige info, op verschillende plaatsen staan zitbankjes en bij de planten en bomen hangen er bordjes met uitleg.

De (fiets-)paden die Heverleebos doorkruisen zijn zowel func-tioneel als recreatief. Het bos zelf vormt met andere woorden ook een snelle link tussen de verschillende woonwijken van de omliggende gemeenten.

Beheer Heverleebos: ministerie van de Vlaamse Gemeen-schap; afdeling Bos & Groen.

Meer info: www.heverleebos.be

Heverleebos

Natuurlijke architectuurDe belangrijkste toegang tot het Heverleebos op het Leu-vens grondgebied ligt op de Naamsesteenweg, vlak achter de viaduct van de snelweg naar Luik. Het is de hoofdtoegang tot het arboretum – een belangrijke verzameling boomsoorten – met een nieuw aangelegde parking en vooral een opvallende … boshut.

De oorspronkelijke ontmoetingsplaats voor wandelaars en lopers brandde af in 1996.

Na de nodige zorgen is in 2003 een opvallende constructie opgetrokken die niet alleen rekening moest houden met de boomrijke omgeving, maar ook met de honderd meter verder gelegen snelweg. Het ontwerp past zich echter wonderwel aan deze specifieke plek aan en is in niets te vergelijken met de klassieke ineengesjorde blokhut.

De bouwmaterialen voor de schuilhut zijn allemaal afkomstig uit de directe omgeving.

Het houten skelet vormt de basis van de hut. Eén zware boomstam en een aantal kleinere boomstammen ondersteu-nen het gebogen grasdak dat de boshut een opvallend dyna-misch uitzicht geeft.

Verder bestaat de hut uit leem, zand en wilgenwissen (wil-genbundels). De lemen muren zijn brand- en geluidswerend. De speciale schelpvorm van de muren werd ontworpen om in de schuilhut een geluidsluwe, halfopen ruimte te creëren, vlak naast de E40.

Voor de hut liggen opvallende boomstammen waaruit zit-plaatsen zijn gesneden. Het geheel bewijst dat ook kleine infrastructuurprojecten interessante architectuur kunnen op-leveren. In dit geval: architectuur die zich letterlijk inplant in een groene omgeving.

Ontwerp: Arch BRIK cv. (Borgerhout) & VIBE, uitgevoerd in samenwerking met vele vrijwilligers

13

Page 8: Mozaïek

14 15

KESSELBERGDe Kesselberg is een 14 ha groot natuurgebied, eigendom van de stad Leuven. De 75 meter hoge heuvel, die bovenaan af-gevlakt is, ligt in de deelgemeente Kessel-Lo. De heuvel strekt zich over een lengte van 300 meter uit. Samen met een aantal andere “bergen” in de omgeving, zoals de Keizersberg, de Schoolbergen en de Lemingsberg, vormt de Kesselberg een aaneengesloten heuvelketen in het Hageland.

Het natuurgebied biedt een grote waarde op educatief, recre-atief, esthetisch en natuurhistorisch vlak.

De vegetatie is er vrij uniek en zeker erg waardevol voor de streek. Zo komt er een heidevegetatie voor die door verschil-lende invloeden onder grote bedreiging staat en die in een straal van 15 km nergens anders te vinden is.

De graslanden op de Kesselberg worden bedekt door een gro-te verscheidenheid aan planten. Op de plaats waar volgens de legende vroeger een kasteel Kesselstein heeft gestaan, bloeien verschillende struiken als braamstruiken, wilde roos, hoge brem, …

In de 18de eeuw was de Kesselberg bijna helemaal bebost. Nu

is er enkel nog een smalle rechthoekige strook met bomen, maar het valt wel op dat er haast nergens oude bomen staan te pronken.

Het gebied is erg kwetsbaar voor erosie. De steile flanken worden daarom met zorg beheerd.

BEGIJNENBOSHet Begijnenbos ligt ten oosten van de Kesselberg. De Kes-selberg is het belangrijkste reservaat van de stad Leuven. De vegetatie heeft er grote waarde. Daarom wil de stad in dat reservaat de recreatie beperken en afleiden naar minder kwetsbare gebieden.

Met de aankoop van het Begijnenbos wil Leuven een groot natuur- en recreatiegebied ontwikkelen. De natuurwaarde van het Begijnenbos is eerder beperkt. Maar dit gebied zal in de eerste plaats als speelbos fungeren.

De jeugddienst zal mee onderzoeken hoe men jeugdvereni-gingen kan betrekken in het beheer. Met de verenigingen worden ook afspraken gemaakt over het recreatief gebruik van de Kesselberg en het Begijnenbos.

NatuurgebiedenKOEHEIDEDe Koeheide is een gebied in Leuven, Bertem en Herent vlak-bij de Tervuursesteenweg en de E 314. Dit gebied bestaat uit een mozaïek van mooie landschapselementen als holle we-gen, houtkanten, grote percelen permanent grasland met weelderige plantengroei en velden met intensieve landbouw. Dat alles maakt het gebied tot een waardevolle biotoop voor heel wat planten en dieren zoals zeldzame paddestoelen, vo-gelsoorten en vlinders.

In het gebied is een project opgestart om de landschappelijke en ecologische waarde te beschermen en te vergroten. Na-tuurpunt vzw huurt de ecologisch waardevolle weiden en de landbouwers huren de akkers. Intensief overleg met de land-bouwsector, Natuurpunt en de stad Leuven heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen.

Binnen het Ruimtelijk Structuurplan Leuven valt een deel van dit gebied, namelijk de akkers, onder de categorie landbouw met ecologische nevenfunctie; de ecologisch waardevollere weiden behoren tot de categorie natuur.

Meer info: www.koeheide.be

DIJLEMEANDERDe Dijlemeander is een driehoekig gebied van 7,5 ha op de grens van de deelgemeenten Wijgmaal en Wilsele. Men kan het gebied betreden langs het Dijlepad, het toeristisch fiets-pad dat vertrekt aan Wijgmaal-station.

Het natuurgebied, dat pas in 1998 gekocht werd, ligt op de linkeroever van de Dijle. De 500 meter lange Dijlearm die middenin ligt, wordt zo beheerd dat oever- en waterplanten er zich kunnen ontwikkelen en dat amfibieën, watervogels en insecten er zich thuis voelen.

Men onderscheidt een aantal zones in het gebied.

Een aangeplant bosje zorgt voor een landschappelijke af-scherming van de nabijgelegen industriële omgeving. Een overgangszone vanaf de Dijlearm huisvest een biotoop voor vlinders en vogels. Op de graslanden grazen schapen om op termijn een gevarieerde vegetatie na te streven.

Men treft hier nog heel wat restanten aan van het industriële verleden van het gebied.

dossier

dossier

Kesselberg Begijnenbos Dijlemeander Koeheide

Page 9: Mozaïek

Groene buffersGEBOORTEBOS EN TOVERBERGDe Toverberg is een woonwijk in de deelgemeente Heverlee. De bestaande wijk krijgt een uitbreiding in de vorm van een private verkaveling. Om het straatbeeld een groen tintje te geven, plantte de groendienst reeds 92 linden aan. In een volgende fase komen er nog meer bomen. Het speelpleintje in de bestaande wijk wordt doorgetrokken in de nieuwe verkaveling. Tussenin nodigen open groene ruimtes uit tot sport en spel.

De stad is sinds 2000 bezig met het aanplanten van een ge-boortebos. Jaarlijks worden enkele hectaren aangeplant met de hulp van de kinderen die dat jaar vijf worden. Wanneer het bos volgroeid is, zal het als speelbos dienen voor recreatie. Dit bos geeft meteen ook de aanzet om de natuurontwikkeling op de flank van de Voervallei te starten. Het bos wordt in totaal 11 ha groot. Dit geboortebos dient nu al als groene recreatieruimte voor de woonwijk aan de Voervalleilaan, waar de huidige toegang tot het bos is. In de toekomst zullen ook de bewoners van de wijk Toverberg genieten van dit gebied en komt er aan die kant een tweede ingang.

BUFFERZONE KESSELDALLAANBij de opmaak van het masterplan Leuven-Noord ging er veel aan-dacht naar het behouden en versterken van de bestaande groen-structuren. Aangepast en doordacht aangebracht groen draagt immers bij tot een positieve beleving van de leefomgeving. In het project Leuven-Noord werden er vier noord-zuid gerichte groen-dragers (parallel met de Vaart) geselecteerd die extra aandacht krijgen. Een van deze groendragers is de groenzone die vertrekt aan de Dijlevallei en langs het Vuntcomplex en de Kesseldallaan doorloopt tot aan de Eenmeilaan. Deze zone heeft de belangrijke functie om de sterk bevolkte woonwijken af te schermen van de K.M.O.-zone op het achterliggende spoorwegplateau. Tegelijker-tijd is het erg belangrijk om dit gebied te vrijwaren van bebouwing en te werken aan een betere waterhuishouding in de regio.

16

In de strijd tegen wateroverlast wordt op dit moment de laat-ste hand gelegd aan een groot wachtbekken in Egenhoven. Deze ingreep moet overstromingen van de Dijle tegengaan en Leuven behoeden voor wateroverlast. De realisatie van dit wachtbekken past in een overkoepelende operatie die uit drie fasen bestaat. De eerste fase speelt zich af in Neerijse. Stroomopwaarts wordt daar al een groot deel van het water geborgen, via de IJse in de Dode Bemde.

De tweede en de derde fase omvatten drie ingrepen op het grondgebied van Leuven, in Egenhoven en in Bertem.

1. overstromingsgebiedIn geval van een te hoge waterstand van de Dijle, wordt er door middel van schuiven op de Dijle en op een zijloop van de Dijle (Leigracht) in Egenhoven voor gezorgd dat het water tijdelijk wordt geborgen in het wachtbekken van Egenhoven-bos. Een groot deel van Egenhovenbos fungeert als overstro-mingsgebied. Daar zorgen oude spoorwegbermen en nieuw aan te leggen dijken voor een omsloten wachtbekken. De Dijle zelf krijgt een gedeeltelijke nieuwe loop langs die schui-ven om daarna via de zandvang terug haar oorspronkelijke loop te volgen.

Het bestaande fietspad door Egenhovenbos zal in de toekomst over de bestaande verhoogde bosweg lopen.

2. zandvangDe Dijle voert in haar stroom heel wat materiaal mee. Door veranderende stroomsnelheden wordt een deel van het slib afgezet in de rivierbedding, wat een vlotte doorstroming ver-hindert. In Leuven moet er zo regelmatig bezinksel worden weggehaald. In de binnenstad zijn deze ruimingwerken niet altijd evident. Daarom komt er in Egenhoven een zandvang om het bezinksel daar op te vangen.

STRIJD TEGEN WATEROVERLAST IN EGENHOVEN

Overstromingsgebied Een zandvang scheidt het water en het slib in verschillende fasen: door de Dijle plots te verbreden zorgt de lagere stroom-snelheid voor een eerste afzetting van materiaal. Op regelma-tige tijdstippen wordt deze zandvang geruimd. Het geruimde materiaal gaat dan naar een uitlekbekken zodat er nadien een steekvast materiaal overblijft. Afhankelijk van de kwaliteit kan dit materiaal dienen als bodem of als bouwstof. Het water zelf komt in een nabezinkingsbekken terecht om alle slibdeeltjes verder te filteren.

3. pompstationBij de werken in Bertem is een pompstation gepland om te zorgen dat bepaalde gebieden en woonwijken altijd vrij van water blijven. In het najaar 2005 moeten alle werken achter de rug zijn.Tenslotte starten begin 2006 de werken aan het bedieningscomplex, dat een plaatsje krijgt vlakbij de Leuvense brandweerkazerne en Gasthuisberg. Het zal alle watergege-vens van het Dijle- en Zennebekken centraliseren.

17

dossier

dossier

Geboortebos

Toverberg

Kesseldal

Page 10: Mozaïek

18

interview

“Leuven zit in de kop van het peloton van de Vlaamse centrum-steden. Maar als de stad niet waakzaam is, dreigt het succes in zijn eigen staart te bijten.” Dit was midden april dé conclusie van het stadsgesprek waarop burgers en politici aan het woord kwamen over Leuven. Zowat iedereen vond dat de stad er de laatste jaren opmerkelijk was op vooruitgegaan, maar tegelijk borrelde er meteen enkele bemerkingen op, die eerder ook op de infovergaderingen van het structuurplan weerklonken: de woningen zijn stilaan onbetaalbaar, de verkeersdruk neemt toe en de inspraakmogelijkheden zijn te beperkt. Deze problemen typeren iedere bloeiende stad. “Het zal er dus op aankomen de juiste antwoorden te vinden op deze uitdagingen.”

Dit stadsgesprek was de zoveelste activiteit binnen het ‘Thuis in de stad’-project. Onder deze Vlaamse paraplu ontlook de voor-bije jaren een hele armada aan initiatieven die onze kennis van – en daarmee onze liefde voor – de stad stimuleerde. ‘Thuis in de stad’ is een kind van het stedenbeleid dat eind jaren ‘90 het licht zag. Zo werden dertien centrumsteden, waaronder Leuven, onder de loep genomen. Onlangs nog verscheen de meest re-cente stadsmonitor, waarin 188 verschillende aspecten van het stedelijk leven in Leuven werden belicht en vergeleken met de andere centrumsteden. Enkele van deze bevindingen leest u in de groene tussenkadertjes. Professor Mieke Van Haegendoren stond mee aan de wieg van dit nieuwe stedenbeleid als kabi-netsmedewerker bij de ministers Anciaux en Sauwens van 1999 tot 2002. Anno 2005 is ze vice-rector van het Limburgs Universi-tair Centrum, maar eerder schreef ze o.a. de Leuvense stadsmo-nografie en lanceerde ze het ‘Witboek stedenbeleid’. Het ver-scheen vorig jaar en maakt een analyse van de mogelijkheden en problemen van onze dertien centrumsteden.

MVH: Het idee om een witboek te maken kwam uit Engeland. Premier Tony Blair had daar de opdracht gegeven een witboek te maken van Engelse steden, die toen in een zeer diepe crisis verzeild waren. Zijn en onze bedoeling was in eerste instantie inzicht te krijgen in de problemen en mogelijkheden en pas dan een beleid uit te dokteren. Sindsdien hebben we een hele weg afgelegd. Onze steden staan weer op de politieke agenda, en niet alleen als probleem. Het is jammer dat alle Vlaamse ministers die tot vandaag verantwoordelijk waren voor het stedenbeleid – Sauwens, Van Grembergen, Anciaux en Keulen – geen stede-lingen zijn. Zelfs Anciaux woont niet echt in Brussel. Ik ben ervan overtuigd dat dit een zwaar gemis is. Een stedeling denkt anders. Al besef ik wel dat we eigenlijk maar twee, drie steden kennen in Vlaanderen: Brussel, Antwerpen en met een beetje goede wil Gent. De andere – waaronder Leuven, Oostende, Mechelen en Hasselt – noemen we steden, maar zijn ‘au fond’ grote dorpen. Maar goed, ze hebben natuurlijk wel stedelijke kenmerken.

Waar plaatst u Leuven binnen de dertien centrumsteden?

MVH: Leuven is in vergelijking met de andere centrumsteden zowat het aards paradijs op het vlak van steden en wonen. Het is de rijkste stad met de meest geschoolde mensen. Daarnaast heeft Leuven een erg aantrekkelijk historisch erfgoed. Akkoord! Ik ben misschien niet honderd procent objectief, omdat ik oor-spronkelijk een Leuvense ben, maar het is toch een stad om van te snoepen. Dat blijkt ook uit de stadsmonitor.

Vindt u dat de stad genoeg doet met deze mogelijkheden?

MVH: Ik denk dat wel ja. De laatste tien jaar heeft de stad maxi-maal gepresteerd.

De keerzijde van de medaille is natuurlijk wel dat het wonen in de stad veel duurder wordt, en dat tegenwoordig zelfs mensen met een gemiddeld inkomen niet langer een betaalbare woning vinden. Is dit een typisch Leuvens probleem of kampt iedere stad met dit probleem op het moment dat ze een beter imago krijgt?

MVH: Steden hebben per definitie een veel grotere sociale on-gelijkheid dan dorpen. Hoe rijker een stad is, hoe groter de so-ciale ongelijkheid. Aan de andere kant mag je ook niet uit het oog verliezen dat je een zogenaamd ‘trickle-down’ effect hebt. Hooggeschoolden zetten veel laaggeschoolden aan het werk. Zij hebben, om het simpel te zeggen - allemaal een poetsvrouw nodig. Die krijgt op haar beurt weer een inkomen. Het is dus dubbel.

Denkt u dat het zin heeft om bij woonprojecten te stre-ven naar een mix van sociale woningen, middenklassen-woningen en duurdere privé-woningen? Of gaan mensen met echt hogere inkomens daar massaal op afhaken?

MVH: Grote inkomens passen daar voor. Maar mensen met een gemiddeld inkomen zijn daar niet vies van. In Engeland heeft men bijvoorbeeld studenten in sociale wijken gaan huisvesten. Dat bracht veel dynamiek in de wijk. De studenten hadden geen hoog inkomen, zodat er geen afgunst was bij de sociaal zwak-kere bewoners van de wijk. Ik denk dat sociale mix goed is, maar je moet niet denken dat professoren in een sociale woonwijk gaan wonen, assistenten misschien nog wel.

“Universiteiten en steden hebben elkaar nodig”INTERVIEW MET PROFESSOR MIEKE VAN HAEGENDOREN

19

Stadsmonitor Leuven over wonen: De gemid-delde verkoopprijs van kleine en middelgrote woningen en appartementen steeg tussen 1998 en 2002 met bijna 70%. Het aantal huishoudens dat over voldoende midde-len beschikt om een eigen kleine of middelgrote woning of appartement te kopen daalde van 36,9% in 2000 naar 29,6% in 2002. Enkel de inwoners van Brugge, Turnhout en Hasselt hebben meer moeilijkheden om zulke wonin-gen te bemachtigen. De tevredenheid van de bewoners die in Leuven wonen is daarentegen wel opvallend hoog (90%). Enkel de Bruggelingen zijn nog meer tevreden.

Page 11: Mozaïek

Moet men - al was het maar om fiscale redenen - de inko-mensmix niet op een hogere schaal realiseren door al dan niet bewust een “rijke wijk” te ontwikkelen in de stad?

MVH: Dat denk ik wel ja! Mensen willen toch samenleven met gelijkaardige medeburgers. Welvarende mensen vormen hierop geen uitzondering. Als ze dit dan toch doen, kan je ze maar beter in de stad laten wonen, zodat de steden er de nodige in-komsten uit kunnen genereren.In veel steden troepen de ho-gere inkomens samen in de randgemeenten. Ze genieten van de stedelijke infrastructuur, maar betalen verhoudingsgewijs veel minder belastingen omdat hun gemeenten die dure infrastruc-tuur niet (nodig) hebben. Je kan de steden administratief niet oneindig vergroten, maar er zou een evenwicht moeten komen tussen de centrumsteden en de omliggende slaapgemeenten.

Het viel ons inderdaad op dat alle studies (het witboek, de monografie, de monitor enz.) de stad beperkten tot haar ambtelijke grenzen, terwijl door de enorme subur-banisatie van de voorbije jaren het toch zinvoller is om te spreken over het stedelijk gebied.

MVH: Dat is waar. We hebben er zelfs bij aanvang over ge-discussieerd om niet alleen de steden op zich, maar ook hun invloedssfeer in de studie te betrekken. Uiteindelijk hebben we, ook omwille van technische redenen, ervoor gekozen de steden op zich te bestuderen.

Groen in de stad is – net als netheid - erg belangrijk voor de Leuvenaars wanneer ze de kwaliteit van hun omge-ving beoordelen.

MVH: De kwaliteit van het openbaar groen primeert in dichtbe-volkte gebieden. Misschien moeten we kleine bouwblokken die vrij komen niet herinvullen, maar openlaten en er kleine parkjes van maken – net als nu vaak in Parijs gebeurt. We moeten hard-op durven te zeggen dat sommige wijken in onze grootsteden wel degelijk te dichtbevolkt zijn om er fatsoenlijk in te leven.

En dat terwijl ieder structuurplan pleit voor een verdichting van onze steden.

MVH: Klopt. Natuurlijk zou de ingroening van bouwgronden de prijzen wederom laten stijgen… maar soms is het echt niet verwonderlijk dat mensen uit bepaalde wijken vluchten.

Heeft het zin om te streven naar waardevolle natuur in de centrumsteden, of moet het stedelijk groen vooral op recreatie gericht zijn?

MVH: Als ik echt in de natuur wil zijn, ga ik toch niet in de stad blijven. In een stad moet groen eerder recreatief zijn.

Waarom behouden de Leuvense scholen hun aantrek-kingskracht op leerlingen van buiten de stad? Komt dit door de link met de universiteit?

MVH: Als je kijkt naar Antwerpen, heb je op dit moment een ware vlucht uit de scholen in het centrum. Ouders associëren de stad blijkbaar met onveiligheid en drugs. In Leuven circule-ren er ook wel drugs op de scholen, maar blijkbaar hebben die nog altijd geen slechte reputatie. Het blijvende succes heeft te maken met de reputatie van zowel de scholen op zich, als die van de stad zelf.

En de universiteit?

MVH: Een universiteit is een zegen voor iedere stad. Je kent on-getwijfeld de geschiedenis van Lier die op een bepaald moment kon kiezen tussen een schapenmarkt en een universiteit. Ze ko-zen voor de schapenmarkt, zodat Leuven de universiteit kreeg. Ik denk dat ze daar vandaag nog altijd spijt van hebben. Universitei-ten genereren niet alleen een grote directe tewerkstelling, maar ook vele arbeidsplaatsen voor lagergeschoolden. Denk maar aan de horeca. De vestiging van een universiteit lijkt wel een garantie voor het succes van een stad. Kijk maar naar de rol die Harvard speelt in Boston.

De band tussen de Leuvense universiteit en de stad is de voorbije jaren sterker geworden. Is dat ook het geval aan jouw universiteit?

MVH: Absoluut. We willen ook de band van onze universiteit met de stad Hasselt verder versterken. We zijn daar reeds een tijdje mee bezig. We gaan dat niet alleen doen door onze naam te ver-anderen, maar ook door effectief op Hasselts grondgebied te gaan bouwen. De campus in Diepenbeek dateert uit de jaren zestig. Op dat moment werden universiteiten buiten de stad geplaatst. Zo konden de studenten en de “gewone mensen” apart leven. Tegenwoordig ziet men dat het én voor de universiteit én voor de stad een pluspunt is als je de universiteit in de stad hebt. Het is bijvoorbeeld typerend dat na de fusie van de drie Antwerpse uni-versiteiten, ze vrijwel meteen een nieuw groot gebouw hebben neergepoot midden in de stad. Dichtbij het centraal station.

Denkt u het zinvol is om effectieve inspraak te organiseren in steden? Of gelooft u dat de stedelijke problematiek te complex is om te reduceren tot voor- of tegen vragen?

MVH: Tja. Participatie is een tweesnijdend zwaard. Als stads-bestuur moet je kunnen luisteren en je mening hier en daar aanpassen, maar je moet uiteindelijk zelf beslissen. Ik ben ervan overtuigd dat je moet starten met een visie waar je naar toe wilt. Dit moet je voorleggen aan de bevolking. Ik geloof niet dat je goede beslissingen krijgt als je alles van onderuit laat opborrelen. Referenda zijn in principe wel goed, maar in reali-teit blijkt dat je er toch heel voorzichtig mee moet zijn. Je komt soms tot resultaten waarvan je met gezond verstand kan zeggen dat ze waanzin zijn. Ach, het is een hele moeilijke evenwichts-oefening.

Wat is dan het alternatief, zoveel mogelijk communiceren?

MVH: Inderdaad. Op wijkniveau zullen de inwoners ongetwij-feld wel zinnige zaken te zeggen hebben. Maar ik denk niet dat mensen echt geïnteresseerd zijn om op een hoger niveau echt inspraak te hebben en echt mee te denken. Ik vrees dat het beeld van de stadsgesprekken – waar de helft van de aanwezi-gen politici en ambtenaren zijn – boekdelen spreekt. De meeste mensen zijn vooral geïnteresseerd in het resultaat van de visie, namelijk de leefbaarheid van hun eigen wijk, hun eigen straat.

Stadsmonitor: 72% van de Leuvenaars is van oordeel dat er voldoende groen is in de leefomgeving. Daar-mee bevindt de stad zich op dit vlak in de betere mid-denmoot van de centrumsteden.

Wanneer de onderzoekers peilden naar de bereik-baarheid van het openbaar groen, scoort Leuven nog beter. Bijna 80% van de inwoners heeft groen bin-nen een loopafstand van 400 meter. Enkel Oostende scoort beter. Na Antwerpen en Oostende is Leuven wel de stad met de meeste woningen per ha. Samen met Gent.

Stadsmonitor: In het Leuvense middelbaar onderwijs komen verhoudingsgewijs zeer veel kinderen naar de stad om hier les te volgen. Ruim de helft van de leer-lingen komt van buiten de stad. Enkel in Turnhout is de instroom verhoudingsgewijs nog groter.

In de stadsmonografie kan men ook ontdekken dat Leuvenaars met verve de stedelingen zijn met het meest vertrouwen, dat bijna 82% fier is op zijn stad; en dat Leuvenaars samen met Gentenaars de grootste gebruikers zijn van het openbaar vervoer. Wie meer van dit soort kennis wil, kan surfen naar de website.

www.thuisindestad.be

Stadsmonitor: Op de vraag of de inwoners vinden dat de stad hen voldoende raadpleegt, antwoordde ongeveer 30% van de Leuvenaars positief. Daarmee scoort de stad eerder zwak. Enkel Aalst, Antwerpen en Mechelen scoren zwakker. Op de vraag of de in-woners zelf actief waren om hun stad of buurt te ver-beteren moet Leuven (met 25%) enkel de Mechelaars laten voorgaan.

2120

Page 12: Mozaïek

22

openbare werken

Aan het begin en het einde van de lessen, heerst er een echte verkeerschaos rond een school. Een overzichtelijke en veilige omgeving is daarom noodzakelijk. Leuven heeft met de scho-len een overeenkomst afgesloten voor veiliger verkeer. In die overeenkomst staan afspraken over wie wat doet om de ver-plaatsingen naar school veiliger en milieuvriendelijker te ma-ken. Van de scholen zelf worden een aantal taken verwacht. Daarnaast verbindt de stad zich ertoe om veilige fi etsroutes aan te leggen. Jaarlijks wordt een aantal scholen aangepakt. Naast werken, voert de stad aan deze scholen ook een zone 30 in. Een exacte timing is nog niet altijd gekend, maar de volgende schoolomgevingen staan in ieder geval op de be-groting van 2005:

VEILIG NAAR SCHOOL

Werken aanschoolomgevingen

- Pee en Nel in de Van Monsstraat (tussen de J.P. Minckelersstraat en de Strijdersstraat) in Leuven-centrum

Door de breedte nodigt deze straat uit tot te snel rijden. Bo-vendien is het voetpad aan de schoolpoort erg smal. De in-voering van een zone 30, de verbreding van het voetpad in dat straatdeel en een stoepuitbouw voor de schoolpoort moeten dit euvel verhelpen.

- De Ring in de Justus Lipsiusstraat in Leuven-centrumEen groot verkeersplateau aan het kruispunt van de Justus Lipsiusstraat en de Nobelstraat zal hier de veiligheid verho-gen.

23

LEUVEN-LA-NEUVEWandelen en fi etsen langs hedendaagse architectuur- en stedenbouwkundige projecten in Leuven

Leuven is het voorbije decennium grondig veranderd. Zowel grote ste-denbouwkundige ingrepen type stationsomgeving, als kleinere gebou-wen, hebben de stad een meer hedendaags gezicht gegeven. Om de vele nieuwe projecten te ontdekken, geeft het ‘infohuis stadsvernieu-wing’ een boek uit, waarin ruim vijftig nieuwe projecten staan verza-meld. Het boek is opgebouwd aan de hand van twee wandelroutes in de binnenstad en twee fi etslussen langs de deelgemeenten.

Het boek verschijnt eind juni 2005 en zal voor € 2,5 te koop worden aangeboden in het infohuis stadsvernieuwing (in Tweebronnen) en aan de balie van Toerisme Leuven (stadhuis).

- Sint-Jozefschool in de Jozef Pierrestraat in de deelgemeente Kessel-Lo

De voetpaden krijgen meer ruimte. Een stoepuitbouw ter hoog-te van de bocht zal de fi etsers beschermen. Het bestaande verkeersplateau aan de kleuterschool blijft behouden.

- Sint-Lambertusschool en de Klare Bron in de J. Vanden-bemptlaan in de deelgemeente Heverlee

Sinds het nieuwe mobiliteitsplan is er meer verkeer in de Van- denbemptlaan. Verkeersremmers aan de scholen moeten de zone 30 beter accentueren.

- De Twijg in de deelgemeente WijgmaalBetere voet- en fi etspaden zullen de leerlingen begeleiden in hun dagelijkse schooltraject.

- De Krullevaar’t aan de Aarschotsesteenweg in dedeelgemeente Wilsele

De stad stelt een stuk grond ter beschikking om een pad aan te leggen zodat leerlingen de school langs de achterzijde kun-nen bereiken en de Aarschotsesteenweg vermijden.

Schoolomgevingen die binnenkort veiliger zullen worden.

Schoolomgevingen die reeds werden aangepakt.

Page 13: Mozaïek

Oude Markt jaren ‘70

voor en na

Oude Markt 2005