morele paniek via de media
Click here to load reader
description
Transcript of morele paniek via de media
Massimo Introvigne
Morele paniek via de media
Massimo Introvigne: Morele paniek via de media 2
bron: http://www.mercatornet.com/
Massimo Introvigne: Morele paniek via de media 3
Is pedofilie door priesters een
probleem? Ja, aldus een Italiaanse
socioloog. Is het een groot probleem?
Nee. Er is sprake van zogenaamde
‘morele paniek’ via de media gevoed
door morele entrepreneurs.
Introductie
Waarom wordt er weer gesproken over pedofiele priesters,
waar in geval van de Duitse casus mensen rondom de paus
en nu zelfs ook de paus in meegesleurd worden? Heeft de
sociologie hier iets te zeggen of moeten we het in z‘n
geheel overlaten aan de journalisten? Ik denk dat de
sociologie hier heel veel kan betekenen en de sociologie
moet zich niet hullen in een stilzwijgen uit angst om
sommigen te mishagen.
De huidige uiteenzettingen over pedofiele priesters zijn
vanuit een sociologisch perspectief een typisch voorbeeld
van ‗morele paniek‘. Dit concept werd bedacht in de jaren
70 als verklaring voor bepaalde problemen die het
onderwerp worden van ‘sociale hyperconstructie‘. Of
preciezer, morele paniek is gedefinieerd als een sociaal
geconstrueerd probleem die gekarakteriseerd wordt als een
in de media of door de politieke systematische versterking
van de echte feiten.
Massimo Introvigne: Morele paniek via de media 4
Morele entrepreneurs
Twee andere karakteristieken worden als typisch voor
morele paniek genoemd. Ten eerste problemen die al
decennia lang bestaan en in de media en politiek worden
gereconstrueerd als nieuw of als onderdeel van een
dramatische toename. Ten tweede wordt de incidentie
overdreven door uit de lucht gegrepen statistiek die, niet
ondersteund door academisch onderzoek, in de media
worden herhaald en een inspiratie vormen in aanhoudende
mediacampagnes. Geschiedkundige en socioloog Philip
Jenkins van de Pennsylvania State University heeft de rol
benadrukt van ‗morele entrepreneurs‘ bij het ontstaan en in
stand houden van de paniek en wiens agenda vaak
verborgen blijft. Morele paniek brengt niets goeds voort.
Zij verstoren de perceptie van de problemen en hinderen
de doelmatigheid van de maatregelen die de problemen
moeten verhelpen. Na een schadelijke analyse volgt
onvermijdelijk een schadelijke interventie.
Pedofiele priesters typisch voorbeeld
van morele paniek
Laat er geen misverstand over zijn: ten grondslag aan
morele paniek liggen objectieve en echte gevaren. Er
wordt geen nieuw probleem uitgevonden, maar de
statische omvang wordt overdreven. In een aantal
voortreffelijke onderzoeken, toonde Jenkins aan waarom
het probleem van pedofiele priesters waarschijnlijk het
meest typische voorbeeld is van morele paniek. Twee
karakteristieke elementen zijn aanwezig: een feit die als
startpunt dient en een overdrijving van dit feit door morele
entrepreneurs.
Op de allereerste plaats komt het feit die als startpunt
dient. Er zijn pedofiele priesters. Bepaalde gevallen zijn
zowel schokkend als walgelijk; ze hebben geresulteerd in
veroordelingen en de beschuldigde priesters hebben zelfs
nooit geprotesteerd dat ze onschuldig zijn. Deze gevallen –
in de Verenigde Staten, Ierland en Australië – liggen ten
grondslag aan de woorden van de paus en zijn vraag om
vergiffenis aan de slachtoffers. Zelfs als er maar twee
gevallen waren – en helaas is er sprake van meer dan twee
– zouden dit er twee teveel zijn.
Massimo Introvigne: Morele paniek via de media 5
Vergiffenis vragen is niet genoeg
Maar om vergiffenis vragen – ofschoon op zich nobel en
op zijn plaats – is niet genoeg. We moeten er ons van
vergewissen dat het niet nog eens kan gebeuren. Het is dus
relevant om uit te zoeken of er 2, 200 of 20.000 gevallen
zijn geweest. En het is relevant om na te gaan of het aantal
gevallen onder katholieke priesters en ander gewijde
personen hoger of lager is ten opzichte van andere
categorieën personen. Sociologen worden er vaak van
beschuldigd te werken met koude getallen en te vergeten
dat achter elk geval zich een menselijke persoon bevindt.
Maar getallen, ofschoon op zich onvoldoende, zijn
noodzakelijk. Ze zijn essentieel voor een adequate analyse.
Onafhankelijk onderzoek Om te kunnen begrijpen hoe een tragisch, bestaand feit
overgaat in morele paniek, moeten we ons afvragen
hoeveel priesters pedofiel zijn. De grootste hoeveelheid
informatie is vergaard in de Verenigde Staten, waar in
2004 de katholieke bisschoppenconferentie van de VS
opdracht gaf tot een onafhankelijk onderzoek door het
John Jay College of Criminal Justice van de New Yorkse
City University. Deze universiteit is niet katholiek en
wordt unaniem erkend als het meest gezaghebbende
academisch instituut voor criminologie in de VS.
In dit onderzoek werd aangetoond dat van 1950 tot 2002
4.392 Amerikaanse priesters (op een totaal van 109.000)
werden beschuldigd van seksuele relaties met
minderjarigen. Van deze groep werden er iets meer dan
100 door een rechter veroordeeld. Het lage aantal
veroordelingen is toe te schrijven aan verschillen factoren.
In sommige gevallen deden de echte of vermeende
slachtoffers aangifte over priesters die al overleden waren
of voor wie de verjaringstermijn de behandeling van de
zaak verhinderde. In andere gevallen was de beschuldiging
of een canonieke veroordeling niet strijdig met de wet, dit
is bijvoorbeeld het geval in verscheidene Amerikaanse
staten als een priester een seksuele relatie heeft gehad met
instemming van een persoon die ouder is dan 16 jaar.
Massimo Introvigne: Morele paniek via de media 6
Valse beschuldigingen
Maar er zijn ook vele sensationele zaken waarin priesters
vals werden beschuldigd. Deze gevallen namen enorm toe,
toen sommige advocatenkantoren in jaren 90 in de gaten
kregen dat ze al miljoenen konden verdienen indien er
sprake was van louter een verdenking. De roep om ‗zero
tolerance‘ is rechtvaardig, maar dan moet er ook sprake
zijn van een ‗zero tolerance‘ wat betreft het belasteren van
onschuldige priesters. Toch daalde tussen 2002 en 2010
het aantal beschuldigingen significant. Het John Jay
College toonde aan dat er in het eerste decennium van de
21ste
eeuw al sprake was van een ―significante daling‖.
Nieuwe onderzoeken zijn zeldzaam en veroordelingen
uiterst zeldzaam als gevolg van een rigoureuzere controle
door zowel de Amerikaanse bisschoppen als de Heilige
Stoel.
Leert echter het onderzoek van het John Jay College, zoals
door velen wordt beweerd, dat 4 procent van het aantal
Amerikaanse priesters pedofiel is? In het geheel niet.
Volgens het onderzoek heeft 78,2 procent van het aantal
beschuldigingen betrekking op minderjarigen die al uit de
puberteit waren. Het aangaan van seksuele relaties met een
17-jarige is beslist niet fraai, en nog minder voor een
priester, maar het is geen pedofilie. Om die reden werden
slechts 958 Amerikaanse priesters over een periode van 52
jaar beschuldigd van echte pedofilie, 18 per jaar. Het
leidde tot 54 veroordelingen, net iets minder dan een per
jaar.
Massimo Introvigne: Morele paniek via de media 7
Niet elke beschuldiging is gericht tegen
priesters
Het aantal veroordeelde priesters en gewijde personen in
andere landen is vergelijkbaar met die van de Verenigde
Staten, zelfs als die landen niet zo‘n uitvoerig onderzoek
hebben uitgevoerd zoals die van het John Jay College.
Vaak worden Ierse overheidsrapporten geciteerd die het
niveau van het misbruik op internaten, door bepaalde
bisdommen en religieuze orders gerunde weeshuizen (voor
jongens) als ―endemisch‖ beschrijven. Zonder twijfel is er
in dat land sprake geweest van soms ernstige gevallen van
seksueel misbruik van minderjarigen. Uit het systematisch
bestuderen van deze rapporten blijkt echter, dat vele
beschuldigingen betrekking hadden op excessieve of
gewelddadige bestraffingsmethoden. Het zogenaamde
Ryan Report uit 2009 bezigde zeer harde taal met
betrekking tot de katholieke kerk. Deze studie had
betrekking op 25.000 pupillen in internaten, gestichten en
weeshuizen. Er werden 253 beschuldigingen gedaan van
seksueel misbruik bij jongens en 128 bij meisjes. Niet elke
beschuldiging was gericht tegen priesters of gewijde
personen. De beschuldigingen waren van uiteenlopende
aard wat betreft ernst en aard, zelden hadden ze betrekking
op kinderen van voor de puberteit. Slechts zelden kwam
het tot een veroordeling.
Massimo Introvigne: Morele paniek via de media 8
Morele entrepreneurs voeden morele
paniek op georganiseerde en
systematische wijze
De controverse van de afgelopen weken over de gevallen
in Duitsland en Oostenrijk, volgen het typische patroon
van morele paniek: ‗nieuwe‘ feiten dateren van vele jaren
geleden, soms meer dan 30 jaar, en zijn deels al lang
bekend. Gebeurtenissen in jaren 80 – in het bijzonder die
uit de deelstaat Beieren waar de paus zelf vandaan komt –
verschijnen op voorpagina van kranten alsof ze gisteren
hebben plaatsgevonden. Wilde verhalen duiken op in een
georkestreerde aanval, waarin elke dag sensationele
nieuwe ‗ontdekkingen‘ worden verkondigd. Zo wordt
morele paniek op een georganiseerde en systematische
wijze gevoed door morele entrepreneur.
Het feit dat krantenkoppen zeggen dat ―de paus betrokken
is‖, is op zichzelf al een casus voor de leerboeken. Ze
verwijzen naar misbruik in een periode in de jaren 80, in
het aartsbisdom van München-Freising in Beieren, toen de
huidige paus er aartsbisschop was. De zaak kwam in 1985
aan het licht en in 1986 sprak een Duitse er een oordeel
over uit. De rechter oordeelde ondermeer dat de toelating
van de betreffende priester tot het aartsbisdom geen besluit
was van kardinaal Ratzinger. Hij wist er zelfs niets van,
wat in het geheel niet vreemd is in een groot bisdom met
een complexe bureaucratie. De echte vraag moet gaan over
het waarom een Duitse krant 24 jaar na de rechterlijke
uitspraak heeft besloten om een casus als deze weer op te
graven en het op het voorpagina te brengen.
Massimo Introvigne: Morele paniek via de media 9
Twee tot tien keer grotere kans op
pedofilie bij niet-katholieke
voorgangers
Nu komen we toe aan een onplezierige vraag – vanwege
de eenvoudige reden dat deze vraag defensief over komt en
het de slachtoffers geen troost biedt –, maar het is wel een
belangrijke. Is het zijn van katholiek priester een factor die
een groter risico oplevert om pedofiel te worden en
minderjarigen seksueel te misbruiken ten opzichte van
andere groeperingen? Zoals we reeds hebben gezien is
misbruik van een 16-jarige niet hetzelfde als pedofilie. De
beantwoording van deze vraag is fundamenteel voor de
ontrafeling van de oorzaak van het fenomeen en dus de
preventie ervan.
Volgens het onderzoek van Jenkins zal een vergelijking
tussen de katholieke kerk in de Verenigde Staten en de
belangrijkste protestantse denominaties laten zien dat de
aanwezigheid van pedofielen – afhankelijk van de
denominatie – varieert van een twee tot tien keer hogere
kans bij de belangrijkste protestantse denominaties in
vergelijking tot katholieke priesters. Het antwoord op de
vraag is belangrijk, omdat het laat zien dat het probleem
niet gelegen ligt in het celibaat. De meeste protestantse
voorgangers zijn getrouwd.
Over dezelfde periode waarbinnen ongeveer 100
Amerikaanse priesters werden veroordeeld vanwege
seksueel misbruik van minderjarigen, lag in de VS het
aantal veroordelingen van gymleraren en coaches van
junioren sportteams – ook overwegend getrouwd – voor
dezelfde misdaden op ongeveer 6.000. En zo zijn er meer
voorbeelden, niet alleen in de VS. En bovenal wordt,
volgens regulaire overheidsrapporten uit de VS, tweederde
van het aantal misbruikgevallen niet veroorzaakt door
vreemden of opvoeders – inclusief priesters en protestantse
voorgangers – maar door familieleden: stiefvaders, ooms,
neven, broers en ongelukkigerwijze zelfs ouders.
Vergelijkbare cijfers bestaan voor talloze andere landen.
Massimo Introvigne: Morele paniek via de media 10
Tolerante houding ten opzichte van
homoseksualiteit seminaries jaren 70
Het is waarschijnlijk niet politiek correct om te zeggen,
maar er is een gegeven die veel belangrijker is: meer dan
80 procent van de pedofielen zijn homoseksueel, dat wil
zeggen, mannen die andere mannen misbruiken. En –
Jenkins citerend – meer dan 90 procent van de katholieke
priesters die veroordeeld zijn wegens misbruik van
minderjarigen is homoseksueel. Als er dan al een probleem
haar oorsprong vindt binnen de katholieke kerk, wordt het
niet veroorzaakt door het celibaat, maar door een bepaalde
tolerantie ten opzichte van homoseksualiteit op de
seminaries, met name in de jaren 70, toen de meeste
priesters die later werden veroordeeld gewijd zijn. Dit is
een probleem die Benedictus XVI op een rigoureuze wijze
corrigeert. In het algemeen, terugkeer naar de morele
principes, de ascetische discipline, mediteren over de
werkelijke grootsheid van het priesterschap, zijn het
tegengif voor de werkelijke tragedie van pedofilie. Het
Jaar van de Priester kan erbij helpen.
Verborgen agenda van morele
entrepreneurs
Ten opzichte van 2006, toen de BBC een documentaire
uitzond over de Ierse parlementariër en homoactivist Colm
O‘Gorman, en 2007, toen de Italiaanse
mediapersoonlijkheid Santoro de Italiaanse versie ervan in
zijn programma Annozero uitzond, is er niets nieuws
onder de zon — behalve dan een verhoogde mate van
strengheid en waakzaamheid binnen de kerk. De pijnlijke
gevallen van de afgelopen weken zijn niet nieuw, maar zij
dateren van 20 of zelfs 30 jaar geleden.
Maar, wellicht is er wél iets nieuws.
Waarom worden in 2010 dagelijks oude en vaak
welbekende zaken opgegraven en waarom wordt hiermee
de paus aangevallen? Dit is paradoxaal als men de grote
strengheid over ditzelfde onderwerp van de toen kardinaal
Ratzinger en van Benedictus XVI in ogenschouw neemt.
De morele entrepreneurs die de morele paniek organiseren
hebben een agenda die steeds duidelijker wordt en die niet
noodzakelijkerwijs de bescherming van kinderen behelst.
Het is nu een periode waarin politieke, juridische en zelfs
verkiezingsbesluiten in Europa en elders worden genomen
Massimo Introvigne: Morele paniek via de media 11
over de abortuspil RU-486, euthanasie en de erkenning van
het homohuwelijk. Alleen de stem van de paus en de Kerk
is te horen bij de verdediging van het leven en het gezin.
Bij het lezen van bepaalde artikelen in de media blijkt dat
er zeer machtige lobbygroepen proberen deze stem tot
zwijgen te brengen door de ergst mogelijke laster – en
helaas een zeer gemakkelijke – die over het goedpraten of
tolereren van pedofilie.
Deze min-of-meer Vrijmetselaarachtige lobbygroepen
laten de sinistere macht zien van de technocratie die door
Benedictus XVI zelf werd genoemd in zijn encycliek
Caritas in veritate en door Johannes Paulus II in 1985
werd afgewezen in zijn boodschap voor de Werelddag
voor de Vrede. Zij waarschuwden onder andere voor de
―verborgen agenda‖ die ―openlijk wordt nagestreefd‖ en
die ―bedoeld is om alle mensen te onderwerpen aan
regimes waarin God niet telt.‖
Negentiende-eeuwse voorspelling komt
uit
We beleven waarlijk een donker tijd. Het leidt ons terug tot
de voorspelling van een grote Italiaanse katholieke denker
in de 19de
eeuw, Emiliano Avogadro della Motta (1798 –
1865). Hij voorspelde dat na de verwoestingen die zijn
veroorzaakt door seculiere ideologieën een onvervalste
―duivelse verering‖ zal opkomen die een aanval zal doen
op het gezin en het ware concept van het huwelijk. Het
opnieuw bevestigen van de sociale waarheid over morele
paniek over priesters en pedofilie, zal niet op zichzelf het
probleem oplossen en het zal de lobbygroepen niet
stoppen. Maar het is een kleine en juiste hulde aan de
grootheid van deze paus en aan een Kerk die gewond is en
belasterd wordt, omdat zij niet over de vraagstukken van
het leven en het gezin zal zwijgen.
De Massimo Introvigne is een religiesocioloog die woont
en werkt in Italië. Hij is de oprichter en voorzitter van het Centrum voor Studies naar Nieuwe Religies (CESNUR).