Monitor van de duurzame ontwikkeling nr 14

18
Monitor van de Monitor van de Monitor van de Monitor van de Monitor van de Monitor van de Monitor van de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Driemaandelijks nr. 14 zomer 2011 Petroleumpiek in Brussel Silly, 1 e slow gemeente in België Feesten … hou het duurzaam!

description

tijdschrift van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Transcript of Monitor van de duurzame ontwikkeling nr 14

Monitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van de

Duurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame Ontwikkeling Driemaandelijks │nr. 14 │zomer 2011

Petroleumpiek in Brussel

Silly, 1e slow gemeente in België

Feesten … hou het duurzaam!

IIINHOUDNHOUDNHOUD

Deze publicatie is de vrucht van samenwerking tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en

de vzw Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB)

Ze kan gedownload worden op www.vsgb.be

Nr. 2011/14 — zomer 2011

Redactie: Patrick Brocorens, Philippe Mertens, Virginie Randaxhe, Sabine Storme

Lay-out: Philippe Mertens

Vertaling: Liesbeth Vankelecom - Revisie: Philippe Delvaux, Virginie Randaxhe

Coördinatie: Philippe Mertens - Verantwoordelijke uitgever: Marc Thoulen

Adres: Aarlenstraat 53/4 - 1040 Brussel

Petroleumpiek in Brussel 03

Silly, eerste slow gemeente in België 08

Feesten … hou het duurzaam 14

BLZ 2 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

BLZ 3 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

De petroleumpiek komt De petroleumpiek komt

naar Brusselnaar Brussel

De Vereniging voor de studie van de petroleum- en gaspiek

(ASPO, Association for the Study of Peak Oil & Gas) heeft

onlangs in Brussel een internationale conferentie gewijd

aan de uitputting van de petroleumvoorraden en de econo-

mische en sociale gevolgen daarvan. Wij maken een stand

van zaken op van het probleem met de Belgische voorzitter,

Patrick Brocorens.

BLZ 4 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

N u de benzine meer

dan 1,6 euro per liter

kost, komt de confe-

rentie ASPO9 op het juiste

moment. Dit keer heeft de

ASPO (Association for the

Study of Peak Oil & Gas)

namelijk België gekozen voor

hun negende jaarlijkse confe-

rentie, de enige internationa-

le conferentie die gewijd is

aan de verwachte achteruit-

gang van de olieproductie op

wereldvlak en de economi-

sche en sociale gevolgen

daarvan.

De conferentie vond plaats

van 27 tot 29 april 2011 in de

Albert Hall in Brussel, met

een verlengstuk in het Waal-

se Parlement (op 26 april) en

het Europese Parlement (op

3 mei), wat zorgde voor een

regionale politieke dimensie.

De Belgische politici zijn

reeds gesensibiliseerd voor

het probleem. Het Vlaamse,

Brusselse en Waalse Parle-

ment hebben immers elk een

resolutie “petroleumpiek”

goedgekeurd. En het Waalse

Parlement heeft overigens

een comité “pic de pétrole et

de gaz” opgericht.

Er werden studies uitgevoerd

in opdracht van politieke in-

stanties, ondermeer het Brus-

sels Gewest, over de effecten

van hoge petroleumprijzen

(tot 300 dollar per vat), en

andere studies zijn nog aan

de gang.

Het eerste thema van de con-

ferentie was de beschikbaar-

heid van petroleum op lange

termijn. De ASPO is namelijk

opgericht door geologen die

zich gespecialiseerd heb-

ben in aardolie en -gas, en

zij merkten op dat de op-

brengst van een bron

reeds fel daalt alvorens de

voorraad volledig uitgeput

geraakt. (figuur 1)

Op schaal van een land

kan dat verschijnsel lei-

den tot een vreemde situ-

atie, waar de petroleum-

productie een maximum

bereikt - een piek - en dan

achteruitgaat, terwijl de

reserves stabiel zijn of

zelfs toenemen. (figuur 2)

De “40 jaar petroleum”

waarover onze planeet

beschikt, zijn dus geen

goede aanwijzing voor de

hoeveelheid petroleum

die de komende 40 jaar

nog dagelijks opgehaald

kan worden.

Figuur 1: Evolutie van de wereldproductie van vloeibare koolwaterstoffen sinds 1965, verdeeld in verschillende groepen

van productielanden (gegevens BP). De groepen landen die hun piek overschreden hebben, zijn aangeduid met (piek

overschreden meer dan 5 jaar geleden) of met als de piek nog niet bevestigd is (piek minder dan 5 jaar). De data van de

pieken zijn vermeld.

BLZ 5 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

En het is de productie-

hoeveelheid die belangrijk is

voor de economie (momen-

teel 86 miljoen vaten per

dag).

Als het volume van de reser-

ves geen betrouwbare indi-

cator is om een energie-

beleid op te baseren, wat

moeten we dan gebruiken?

Verschillende modellen van

productiepieken, die steeds

beter rekening houden met

de invloed van de technolo-

gie op de winning van petro-

leum of met economische en

geopolitieke beperkingen,

werden op de conferentie

besproken.

Volgens het Internationaal

EnergieAgentschap (IEA)

bedraagt het verlies aan

productie van de huidige

bronnen 3,9 % per jaar. De

nood aan nieuwe petroleum-

projecten zal dus enorm zijn

tussen vandaag en 2030: het

equivalent van zes keer

Saoedi-Arabië.

Het IEA analyseert wat er

ondernomen zou moeten wor-

den om aan de vraag tege-

moet te komen, maar houdt

in zijn scenario’s op lange ter-

mijn geen rekening met be-

perkingen die verhinderen

dat de prognoses kunnen uit-

komen.

In het scenario van Total wor-

den technische beperkingen

verwerkt, die de stijgende lijn

van het IEA naar beneden

afbuigen en er een plateau

van maken.

Een plateau betekent een

nulgroei van de productie,

wat op zich reeds een

probleem stelt aangezien

de economische groei his-

torisch steeds gepaard

gegaan is met een toena-

me van het petroleum-

verbruik.

In het scenario van Total

kunnen we nog andere be-

perkingen toevoegen: on-

gelukken (orkanen in de

Golf van Mexico), de wet-

geving (moratorium op het

boren naar petroleum in

diep water, …), politiek,

geopolitiek (guerrilla in

Nigeria, Libië, …), econo-

mische problemen (crisis

2008-2009).

Er wordt verwacht dat de-

ze verschijnselen de duur

van het productieplateau

beperken en dat het gol-

vend wordt, d.w.z. dat de

Figuur 2: Evolutie van de petroleumproductie (in het zwart) en de bewezen reserves (in het rood) van de Verenigde Staten.

De reserves zijn uitgedrukt in productiejaren. Sinds 1920 blijft er nog ongeveer 10 jaar petroleum, maar de productie gaat

achteruit sinds 1970 (gegevens IEA).

BLZ 6 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

petroleumproductie schom-

melt volgens de economische

en politieke grillen.

Tal van deskundigen en het

IEA wijzen immers al van

vóór 2015 op een tekort aan

petroleumprojecten.

De wereld is fel veranderd

sinds 17 januari 1991, de da-

tum waarop de operatie De-

sert Storm van start ging. De

productie in Koeweit en Irak

lag stil, maar die dag sloot

de prijs van de aardolie af op

21 dollar per vat, omdat an-

dere landen het productie-

verlies vlot compenseerden.

Dergelijke manoeuvreer-

ruimte bestaat vandaag niet

meer. Het productieplateau is

immers reeds bereikt sinds

2004. Die stagnering van de

wereldproductie heeft 4 jaar

stijgingen van de aardolieprijs

teweeggebracht: van 20 dollar

per vat (een typische prijs voor

de jaren 1980 en 1990) tot een

maximum van 145 dollar per

vat (in juli 2008). Die felle stij-

ging werd afgebroken door

de financiële crisis, maar het

herstel van de economie bracht

de prijs opnieuw op 90 dollar

per vat eind 2010.

Bij die dynamiek van prijs-

stijgingen kwam vervolgens

een geopolitieke factor, nl. de

Arabische revolutie. Terwijl de

wereldproductie zijn plafond

bereikte en de vraag groot was,

draaiden de meeste olieprodu-

cerende landen op volle toeren.

Er zijn weinig overschotten.

Er zijn dus geen schokdempers

meer zoals bij de eerste Golf-

oorlog.

We komen tot een stelsel van

prijsschommelingen, wat de

deur opent voor speculatie en

de prijzen bijzonder gevoelig

maakt voor evenementen die

de productie of de vraag kun-

nen verstoren.

De analyse van de algemene

situatie is dus ingewikkeld

omdat de fysieke factoren

(de uitputting van de bron-

nen) samenhangen met geo-

politieke en economische fac-

toren.

De schommeling van de prij-

zen berokkent bij voorbeeld

schade aan de economie bij

stijgingen, remt energie-

investeringen af bij dalingen,

maar verhult ook het pro-

bleem door tegenstrijdige

signalen uit te zenden die de

uitwerking van een coherent

beleid op lange termijn af-

remmen.

Figuur 3: Recente evolutie van de aardolieprijs (gegevens IEA). Het einde van de goedkope aardolie in 2004 stemt overeen

met het begin van het productieplateau.

N° 2011/14 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING BLZ 7

Dit probleem is wellicht het

grootste obstakel voor de ont-

wikkeling van echte oplossin-

gen voor de petroleumpiek.

Reeds zes jaar zitten we op

de productiepiek zonder dat

er een massale mobilisering

op gang komt. Wij ondergaan

daar de negatieve gevolgen

van en deze plateaufase zal

gevolgd worden door de fase

van achteruitgang van de

productie, die waarschijnlijk

gekenmerkt zal worden door

nog hogere en onstabielere

prijzen.

Aangezien aardolie aanwezig

is in alle raderen van de

samenleving, belichtte de

conferentie heel wat uiteen-

lopende thema’s zoals land-

bouw, transport, alternatieve

energie en begeleidingsmaat-

regelen voor de petroleum-

piek.

In het Waalse Parlement

werd de link met de financië-

le wereld onder de loep geno-

men. Bij een petroleumpiek

kan iedere heropleving van

de economie zichzelf schade

toebrengen door een nieuwe

stijging van de aardolie-

prijzen teweeg te brengen.

Tegelijk zullen er record-

bedragen nodig zijn voor de

ontwikkeling van de alterna-

tieven en de aanpassing van

de samenleving. Dan blijft

nog de vraag hoe we moeten

omgaan met de dualiteit

risico op systeemcrisis - aan-

zienlijke investeringen. Hoe

kunnen we een beleid uitstip-

pelen met het oog op de sti-

mulering van de economie,

aangepast aan de context

van de petroleumpiek en de

graad van voorbereiding van

de banken beoordelen?

In het Waalse Parlement kwam

ook de rol van de research aan

bod, omdat de petroleumpiek

nog niet vaak behandeld wordt

in wetenschappelijke studies.

Op dat vlak is de studie van de

permanente conferentie voor

territoriale ontwikkeling CPDT

“Anticipation des effets du pic

pétrolier sur le territoire wal-

lon”, die uitgevoerd werd op

verzoek van het Waalse Ge-

west, één van de eerste studies

die de effecten van de petrole-

umpiek op wereldvlak onder de

loep neemt.

Het Brussels Hoofdstedelijk

Gewest heeft middelen uitge-

trokken om een studie te wij-

den aan de petroleumpiek. Dit

initiatief sluit aan bij de resolu-

tie betreffende de voorbereiding

van het Gewest op olie- en gas-

pieken die het Brussels Parle-

ment goedkeurde op 19 decem-

ber 2008. Die resolutie plant

het volgende:

• de analyse van de economi-

sche en administratieve ge-

volgen van een hoge prijs van

een vat aardolie (indicatieve

scenario’s 150, 200 of 300

dollar) voor de gewestelijke

administratieve diensten, het

Gewest en de inwoners

• de opstelling van een plan

tot beperking van de afhan-

kelijkheid van het Gewest

van aardolie en -gas, zodat

de overgang naar een wereld

waarin energie duur zal zijn

en aardolie en -gas onvol-

doende aanwezig, zo zacht

mogelijk zou verlopen voor

de mensen en in het bijzon-

der voor de meest kwetsba-

ren.

Wij kunnen deze politieke initi-

atieven alleen maar toejuichen,

want zij verschaffen meer in-

zicht in het verschijnsel van

de petroleumpiek en de gevol-

gen ervan. Het onderwerp is

immers bijzonder complex,

moeilijk te vatten en de gevol-

gen zijn moeilijk in te schat-

ten, omdat het zich nog nooit

heeft voorgedaan in de ge-

schiedenis van de mensheid.

Terwijl het aantal studies en

de politieke mobilisering voor

sommigen nog te zwak lijken,

aangezien de tijd dringt en de

plafonnering en de achter-

uitgang van de petroleum-

productie op wereldvlak een

van de grootste problemen

van de moderne wereld vor-

men, is België ongetwijfeld

een van de zeldzame landen

in de wereld waar actie on-

dernomen wordt.

Dat kan alleen maar verbete-

ren in de toekomst, onder-

meer dankzij de popularise-

ring van het onderwerp door

de media en de mobilisering

van de mensen, bij voorbeeld

via het netwerk van de Tran-

sition Towns, waarvan Brus-

sel, enkele Waalse en ook veel

Vlaamse gemeenten deel uit-

maken.

Laten we gebruik maken van

dit voordeel ten opzichte van

andere landen om goede

beslissingen te nemen. De

conferentie ASPO9 bracht

politici, wetenschappers en

industriëlen samen rond deze

grote uitdaging. De meeste

documenten en video’s zijn

beschikbaar op www.aspo9.be

Patrick Brocorens

Voorzitter ASPO België

BLZ 8 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

Silly, eerste ‘slow city’Silly, eerste ‘slow city’

in België in België

Nu zovelen zo fel begaan zijn met econo-

mische groei dat de parameters van de

duurzame ontwikkeling van onze

samenleving genegeerd worden, heeft

de Henegouwse gemeente Silly beslist

zich toe te leggen op de toepassing van

de ‘slow’ filosofie.

BLZ 9 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

D it artikel schetst

het parcours dat

afgelegd werd door

een entiteit die positief wou

nadenken over de levens-

kwaliteit, met een duurza-

me ontwikkeling van onze

samenleving voor ogen.

In het jaar 2005 begon het

’slow’ avontuur van de ge-

meente Silly met de start

van hun jumelage met het

Toscaanse stadje San Mini-

ato.

San Miniato heeft 25.000

inwoners en ligt tussen Pisa

en Firenze. Het bestaat uit

twee delen, op verschillende

niveaus: het laag gelegen

deel met winkels en het

hoger gelegen deel met de

historische kern.

Er werden verschillende

projecten uitgewerkt rond

samenwerking op cultureel,

sportief en toeristisch ge-

bied, met eigen (gemeente-

lijke) middelen en ook Euro-

pese toelagen.

De filosofie

Cittaslow

(trage steden

/gemeenten), waarin levens-

kwaliteit voorop staat, en de

filosofie van Slow Food,

waarbij de interesse voor

lokale producten aangewak-

kerd wordt, waren reeds

zeer goed ingeburgerd in

San Miniato. Daarom beslis-

te Silly zich in hetzelfde

avontuur te storten!

Silly treedt toe tot de

‘Slow Food’ beweging

in 2005

Het gedachtegoed van Slow

Food wordt gestuurd door

een internationale vereni-

ging die de biodiversiteit

promoot en de lokale, duur-

zame en kleinschalige econo-

mie ondersteunt. Het con-

cept werd in 1989 in het le-

ven geroepen door de Itali-

aanse epicurist Carlo Petrini

die het gebruik van ‘goede,

nette en billijke’ producten

voorstaat en er alle burgers-

medeproducenten voor sensi-

biliseert.

Deze filosofie wordt op inter-

nationale schaal gedragen

door ‘convivia’ of gemeen-

schappen van consumenten

die Slow Food een warm

hart toedragen. Deze ge-

meenschappen hebben suc-

ces waar men open commu-

nicatie vindt, waar de zin

voor initiatief gedragen

wordt door gemeenschappe-

lijke idealen en waar de pro-

blemen in het leefmilieu, de

gezondheid en de opvattin-

gen aangepakt worden met

een schitterend, gek maar

tolerant gedachtegoed van

plezier en gezelligheid!

In België zijn een tiental

convivia actief en zij bieden

een aantal uiteenlopende ac-

tiviteiten voor die gericht

zijn tot verscheidene doel-

groepen in alle hoeken van

het land: van de vlakten van

Antwerpen, het land van Her-

ve tot de valleien van Picar-

disch Wallonië, gaande over

Brussel, ...

Er bestaan 2 convivia in He-

negouwen: “vallées vertes

(Saint-Sauveur)” en “saveurs

de Silly”.

Op nationaal niveau vindt

jaarlijks de “week van de

Slow Food” plaats, rond de

bevordering van de biodiver-

siteit, eco-gastronomische

smaken, lokale producten,

oude en nieuwe recepten, culi-

naire tips met als doel een po-

sitieve kijk op voedingskeuzes

te promoten.

Het convivium

“saveurs de Silly’’

is een gemeen-

schap van burgers-

consumenten uit verschillen-

de disciplines, die zich vrijwil-

lig inzetten voor de toepas-

sing van de doelstellingen van

Slow Food International. Het

bestaat uit een actiecomité

van 12 personen dat adviezen

uitbrengt en verschillende

projecten in goede banen leidt

in de entiteit. Sinds maart

2011 heeft het convivium de

vorm van een vzw.

Het convivium van Silly is lid

van het Europees school-

netwerk dat opgericht werd

door Slow Food International,

het netwerk Dream Canteen,

waar projecten rond smaak-

educatie, tuinieren op school

BLZ 10 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

en composteren door verschil-

lende generaties uitgevoerd

worden in de zeven scholen

van de gemeente (zo worden

zowat 900 kinderen of 450 ge-

zinnen bereikt). Het project

“générations rurales” wordt

gesubsidieerd door het minis-

terie van Landbouw van het

Waalse Gewest. Plaatselijke

producenten worden actief bij

deze projecten betrokken.

De school van Hoves (90 kin-

deren) heeft de dynamiek op

gang gebracht met het project

“Bon app’academy”, een initi-

atief van APAQ-W rond de

slogan “Je mange malin avec

les fermes de Wallonie”. Aan

de hand van allerlei activitei-

ten rond de smaak van sei-

zoensproducten, sensibilise-

ring voor evenwichtige voe-

ding, aanleg van een moes-

tuin en een boomgaard

speelden de kinderen een ac-

tieve rol in hun school en

stroomde de informatie door

naar hun familie.

Er kwamen verschillende

activiteiten tot stand dankzij

samenwerking tussen vere-

nigingen en instellingen,

waaronder de smakenwan-

deling, die vijf jaar geleden

voor het eerst georganiseerd

werd: “Slow food wint stil-

aan terrein ten opzichte van

fast food en de inhoud van

ons bord bepaalt onze ge-

zondheid: kom kennis maken

met de levenskwaliteit in het

dagelijks leven van onze

gemeenschap. Laten we op

pad gaan, te voet, per fiets

of te paard … om van na-

derbij kennis te maken met

lokale producten, ons erf-

goed en ons leefmilieu. De

‘smaken van Silly’ is een

culinaire wandeling rond

evenwichtige voeding, de

authenticiteit van traditio-

nele bereidingen, bier,wijn

en de kennismaking met

allerlei voedingsgewoonten.

Een moment om zich te la-

ten meedrijven in het ple-

zier van gezellig tafelen en

gezond eten.”

Gekoppeld aan het streven

om de kennis en ervarin-

gen burgers uit verschillen-

Een smakenwandeling doet mensen kennis maken met lokale producenten.

BLZ 11 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

de horizonten te bundelen,

werd er een boekje met lo-

kale en seizoensrecepten

samengesteld: “Le manuel

des saveurs de Silly”.

Het boekje staat vol een-

voudige recepten die aange-

bracht werden door land en

tuinbouwers, ambachtslui,

epicuristen en gewone in-

woners van Silly. Deze oude

en nieuwe recepten vormen

een kostbaar cultureel erf-

goed, dat kan bijdragen tot

de gezondheid en het welzijn

van alle generaties.

Zowel op beurzen voor lokale,

provinciale en regionale am-

bachtslui (bv. Foire de Libra-

mont) als thematische collo-

quia is het convivium Slow

Food aanwezig met de lokale

dynamiek van producenten en

ook het project Dream

Canteen.

De doelstellingen van de Slow

Food en de pedagogische en

didactische toepassingen

worden er belicht. Er wordt

ook informatie gegeven over

voeding en de vrijwaring van

de biodiversiteit.

Slow Food is ook aanwezig

op het niveau van de werk-

groep van het Waals net-

werk voor duurzame voe-

ding, dat een testproject op-

zet met verschillende vereni-

gingen en instellingen. (www.pourunealimentationdurable.be)

Als eerste stap in het posi-

tief denken over voedings-

keuzes is Silly toegetreden

tot Cittaslow in 2007.

Cittaslow, inter-

nationaal netwerk

van gemeenten

In het verlengde

van de filosofie

Slow Food, die

tot stand kwam in 1989, met

als doel de verbetering van

de levenskwaliteit door de

aandacht voor smaak, de

ontdekking van streekpro-

ducten en de bescherming

van de lokale biodiversiteit,

ontstond de filosofie Citta-

slow, die het concept van de

lokale voedingskwaliteit ver-

ruimt tot het concept levens-

kwaliteit dat multisectoriële

kwaliteitsparameters omvat.

Het is ontstaan uit de intuï-

tie van een consortium van

burgemeesters van Greve in

Chianti, Bra en Orvieto en

het project Positano of “de

ontwikkeling van de globale

BLZ 12 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

levenskwaliteit in mijn

stad” in 1999.

De verruiming van

het concept voedsel-

kwaliteit tot het

concept algemene

levenskwaliteit

« De tijd nemen om goed te

leven in zijn stad of dorp. »

De steden die aansluiten

bij deze filosofie, verbinden

zich ertoe om een trager

levensritme aan te nemen,

waarbij inspiratie gehaald

wordt uit gewoontes van

plattelandsgemeenschap-

pen. De mensen moeten op

een eenvoudige en aange-

name manier van hun ge-

meente kunnen genieten.

De steden van Cittaslow

willen de schijnwerpers

richten op hun levenska-

der, hun onroerend erfgoed

of hun ambachtelijke tradi-

ties. Zij bevorderen de con-

tact tussen burgers, produ-

centen en consumenten. Zij

betrekken alle generaties

erbij, met het oog op hun

duurzame ontwikkeling.

De trage steden willen stra-

tegieën uitwerken die toe-

gankelijk zijn voor alle doe-

len van bevolking, strate-

gieën van herlocalisering in

een bepaalde tijd. Dat net-

werk kan slechts internatio-

naal zijn als er rekening ge-

houden wordt met de diver-

siteit van de culturen.

Het netwerk van trage ste-

den bevordert de uitwisse-

ling van ervaringen die no-

dig zijn voor de ontwikke-

ling en die levenskwaliteit

en duurzaamheid centraal

stellen.

Deze dynamiek is in Italië

ontsproten uit het enthousi-

asme en de wil van Paolo

Saturnini, burgemeester

van Greve in Chianti, en

een vijftigtal steden. Die

steden moeten minstens

50.000 inwoners hebben en

reeds nadenken over demo-

cratie, milieu-educatie en

sensibilisering van de bur-

gers voor de plaatselijke tra-

dities. Deze filosofie streeft

ook naar de ontwikkeling

van verschillende competen-

ties onder de bevolking.

Momenteel zijn er een twin-

tigtal landen deel tot de dy-

namiek toegetreden, goed

voor 137 steden: Australië,

Oostenrijk, België, Canada,

Denemarken, Duitsland,

Groot-Brittannië, Frankrijk,

Nederland, Italië, Nieuw-

Zeeland, Noorwegen, Polen,

Portugal, Zuid-Korea, Span-

je, Zweden, Zwitserland,

Turkije en de USA.

De internationale organisa-

tie omvat een voorzitters-

raad, een coördinatiecomité

en een certificeringscomité.

Er werd zopas ook een mul-

tidisciplinair wetenschappe-

lijk comité opgericht. Met

zijn knowhow begeleidt het

de beweging en de steden bij

de organisatie van hun pro-

jecten en evenementen.

Silly is de eerste Belgi-

sche gemeente die een

dergelijk initiatief

neemt. Het avontuur begon

in 2007 met de gemeenten

Edingen en Lens. De ge-

meente Chaudfontaine

heeft er zich in 2009 bij aan-

gesloten.

BLZ 13 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

Het is lid van het inter-

nationaal coördinatiecomité

en woont drie jaarlijkse ver-

gaderingen bij. Silly coördi-

neert de uitbouw van de fi-

losofie op nationaal niveau.

De verschillende projecten

die in Silly op het getouw

gezet worden, zijn zeer ge-

varieerd en zetten aan tot

nadenken over levenskwali-

teit. Iedere gemeente die tot

Cittaslow toetreedt, moet de

filosofie van de Slow Food

onderschrijven.

Deze filosofie vergt een in-

vestering en de burgemees-

ter moet er zich ook bij aan-

sluiten. De gemeenteraad

moet namelijk ook zijn ze-

gen geven. Het moet dus

ook in verschillende fasen

goedgekeurd worden op het

niveau van de politieke be-

sluitvorming.

De evolutie van dit initiatief

op het niveau van de verschil-

lende schepenbevoegdheden

wordt geconcretiseerd in pro-

jecten rond milieubeleid, ste-

denbouwkundige kwaliteit,

infrastructuurbeleid, het pro-

moten van lokale producten,

gastvrijheid en bewustma-

king met voorbeelden, zoals

de creatie van tijdelijke im-

mersiezones, een intergenera-

tionele eco-wijk, projecten

voor milieu-educatie, renova-

tie van het erfgoed, ...

Wij moedigen alle gemeenten

aan om toe te treden tot een

internationaal netwerk dat

ijvert voor een open geest,

culturele uitwisselingen en

een positieve instelling ten

opzichte van een stijgende

levenskwaliteit in onze sa-

menleving!

Sabine STORME

Coördinatrice van

het Belgisch netwerk

Cittaslow

Voorzitster van het

Convivium Slow Food

« Les saveurs de Silly »

www.cittaslow.net

http//cittaslow.silly.be

BLZ 14 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

Duurzame ontwikkeling kan op tal van domeinen toegepast worden,

waaronder de organisatie van evenementen. Begin mei heeft de

Vereniging er een informatievergadering aan gewijd.

Aan de workshop namen heel wat gemeentelijke ambtenaren deel die

op zoek waren naar handige tips om de organisatie van evenementen

duurzamer aan te pakken

Feesten ...

Hou het duurzaam!

BLZ 15 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

Duurzame evenementen

voor iedereen, zonder

verspilling van geld en

middelen

Een evenement organiseren

heeft altijd een impact op

milieu, sociaal en economisch

vlak. Zowel bij kleine als

grootschalige evenementen

zijn de gevolgen niet te ver-

waarlozen: er wordt papier,

energie, water en voedsel ver-

bruikt, er worden personen en

goederen vervoerd, afval ge-

produceerd, …

De organisatie van een event

werkelijk duurzaam aan-

paken betekent meer dan wa-

ken over de milieu-impact.

Doorheen het hele proces, van

de voorbereiding tot het eve-

nement zelf, moeten de prin-

cipes van duurzaamheid voor

ogen gehouden worden. Men

moet continu zijn gewoontes

in vraag stellen voor een re-

sultaat dat gunstig is voor het

milieu, het budget van de or-

ganisatoren en de bevolking.

Wat kunnen de gemeente-

besturen doen?

Ieder jaar organiseren de

Brusselse lokale besturen

honderden evenementen over

het hele Gewest.

Stel u voor dat al die lokale

initiatieven rekening houden

met toegankelijkheid voor ie-

dereen, een afvalpreventiebe-

leid, afvalsortering en

-verwerking, lokale hande-

laars, lokale inschakelings-

bedrijven of nog de betrok-

kenheid van burgers bij de

organisatie en het nemen

van beslissingen.

“Feesten … hou het duur-

zaam!” Of hoe duurzame-

re lokale evenementen

organiseren

In de loop van de maand mei

organiseerden de VSGB en

Leefmilieu Brussel een

workshop "Feesten? Hou het

duurzaam" die de schijnwer-

pers richtte op de organisa-

tie van duurzame evene-

menten op gemeentelijk

vlak. De talrijke opkomst

bewees dat er belang aan

gehecht wordt en dat tips en

goede praktijkvoorbeelden

nuttig en zelfs noodzakelijk

zijn.

"Nuit blanche", een

groen voorbeeld

Reeds 9 jaar lang is Nuit

blanche een artistiek en po-

pulair cultureel project dat

mensen aanspoort de stede-

lijke omgeving vanuit een

nieuwe invalshoek te (her)

ontdekken of te (her)overen

tijdens een feestelijke nacht.

De vorige editie bracht

100.000 bezoekers op de

been: de overgrote meerder-

heid daarvan zijn Brusse-

laars tussen 18 en 34 jaar.

Er worden vergelijkbare ma-

nifestaties georganiseerd in

tal van andere grote steden,

zoals Parijs, Rome, Madrid

en Boekarest. Door die inter-

nationale successen is "Nuit

blanche Europa" tot stand

gekomen.

Er bestaat zelfs een charter

met 7 punten, waarin onder-

meer staat dat de Nuit blan-

che een gelegenheid is om de

zachte mobiliteit te promo-

ten, bij voorbeeld via de be-

vordering van het fietsge-

bruik, het openbaar ver-

voer of pendelboten.

Nathalie Thiry is algemeen

coördinatrice van de Nuit

blanche in de cultuurdienst

van de stad Brussel:

"Tijdens de Brusselse Nuit

blanche is het Noctis-

netwerk gratis.

Sinds 2008 is het debat ge-

evolueerd van de vormen

van zachte mobiliteit naar

'duurzame coherentie', zo-

wel in het zoeken naar

partners als in de uitwer-

king van concrete acties, in

een globale context van de

uitdagingen van de bescha-

ving waarmee de wereld

geconfronteerd wordt in dit

begin van de 21e eeuw.

De voornaamste elementen

waarrond gewerkt wordt

zijn mobiliteit, food &

catering en afval."

Participatieve projecten

Wat Nuit blanche zo speci-

fiek maakt, is dat de Brus-

selse artiesten, actoren uit

de cultuurwereld en vere-

nigingen via een projectop-

roep aangespoord worden

om mee te werken.

Zoals Nathalie Thiry

preciseert "vinden we in de

selectiecriteria (artistieke

kwaliteit, originaliteit, cre-

ativiteit/innovatie, interac-

tie, synergie en de ontdek-

king van de stad op een ori-

ginele manier, gezelligheid

en financiële aspecten,

duurzaamheid), naast het

BLZ 16 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

'groene' ook de participatie

die de sensibilisering van

het publiek voor duurzaam-

heid aan bod brengt."

Duurzaamheid staat

centraal op verschillende

vlakken

De voornaamste doelstellin-

gen van het organisatieteam

zijn aandacht voor milieu-

bescherming, duurzame

economie en zachte mobili-

teit.

Daarom wordt de nadruk

gelegd op het gratis gebruik

van de nachtbussen van

Noctis, die uitzonderlijk

zelfs tot 5 uur ‘s morgens

rijden. Bovendien worden

bepaalde stukken van het

parcours autovrij gemaakt,

terwijl een gratis parking

ter beschikking gesteld

wordt van de omwonenden.

Een culinair platform is be-

stemd voor de lekkerbekken.

Deze plaats is volledig gewijd

aan gezonde keuken met fair-

trade, biologische en lokale

producten. Verschillende lo-

kale verenigingen bieden het

publiek schotels aan demo-

cratische prijzen aan. Het

doel is de verenigingen zicht-

baar te maken en ook ama-

teurkoks aan het werk te

kunnen zien.

Er gaat bijzondere aandacht

naar de afvalproblematiek.

Zo'n grootschalig initiatief

moet nauwgezet voorbereid

worden, zowel op het niveau

van het publiek als de expo-

santen. Daartoe aarzelt het

organiserend Brusselse team

niet om naar andere voorbeel-

den te kijken: "Wij trachten

onze ecologische voetafdruk te

beperken en aan sensibilise-

ring te doen," stelt Nathalie

Thiry. "Vooruitgang gaat

stap voor stap en het team

staat open voor alle soorten

nuttige informatie. In 2010

hebben wij voor de activiteit

"het grote restaurant" bij

voorbeeld een zone voor af-

valsortering ingericht zoals

op Couleur Café.

De plaatsing van de toilet-

ten kadert in die stedelijke

context waar tal van part-

ners reeds over wc's be-

schikken. Daarbij komen

nog droogtoiletten op open-

bare ruimten.

Tegelijk was het team aan-

wezig op het platform

“réseau apprenant” dat ge-

coördineerd wordt deoor de

vzw Court Circuit. In die

workshops werden de

schijnwerpers gericht op

initiatieven die elders op

touw gezet werden."

© Brolet / Vrins

BLZ 17 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14

Nieuw in 2011 en 2012

Voor de achtste en de negen-

de editie heeft Nuit blanche

een beroep gedaan op de

knowhow van Greenloop.

De algemeen coördinatrice

preciseert: "We wilden hun

medewerking voor de optima-

lisering van de afvalsortering

in functie van de realiteit op

het terrein en de inzameling

van gegevens en doeltreffende

meetinstrumenten voor het

opmaken van een balans

2011 in verband met netheid.

De bijstand van Greenloop

heeft overigens ook betrekking

op het gebruik van biologisch

afbreekbaar vaatwerk, de be-

perking van het energiever-

bruik, nieuwe contacten voor

de bio-stands, slowfood en

fairtrade in 'het grote restau-

rant', catering voor de arties-

ten en tot slot de vip-receptie."

De 9e editie van Nuit blan-

che is een artistiek en popu-

lair cultureel project dat

mensen aanspoort de stede-

lijke omgeving vanuit een

nieuwe invalshoek te (her)

ontdekken of te (her)overen

tijdens een feestelijke nacht.

Het is dus zowel cultureel als

artistiek en populair en het

knappe ligt erin dat het loka-

le initiatieven koppelt aan

een grootschalig project dat

bijdraagt tot de internationa-

le uitstraling van Brussel en

tegelijk ook aandacht heeft

voor de verschillende aspec-

ten van duurzame ontwikke-

ling.

Het milieufeest, een goede

leerschool

Dit grote feest met iedereen

die in het Brussels Hoofdste-

delijk Gewest rond leefmilieu

actief is, doet al 13 jaar aan

sensibilisering, op aansturen

van Leefmilieu Brussel, bij

het grote publiek.

Aanvankelijk was de voor-

naamste bekommernis cohe-

rentie: een milieufeest moest

natuurlijk zorg dragen voor

… het milieu. De eerste be-

kommernissen draaiden dus

vooral rond afvalsortering,

bereikbaarheid, lawaai en

gratis toegang.

In de loop der jaren ging de

aandacht ook naar de opstel-

ling van een mini-charter

voor de exposanten met tips:

beperking van het papier dat

uitgedeeld wordt, voorwaar-

den voor de horeca (hoeveel-

heid, servetten, blikjes, …),

verbod op plastic gadgets en

zakken, maar eventueel wel

verdeling van duurzame pro-

ducten: planten, boodschap-

pentassen, …

Vandaag wordt er tevens ge-

streefd naar een stelselmati-

ge begeleiding op basis van

een 'uitstootbalans' van het

hele gebeuren.

Er worden nu ook inspannin-

gen geleverd op het vlak van

mobiliteit en voeding. De cen-

trale ligging vlak bij het

openbaar vervoer beperkt de

CO2-uitstoot van verplaatsin-

gen van bezoekers.

Toch ligt de grootste verlies-

post van de balans in de voe-

ding. Om die impact zo sterk

mogelijk te beperken heeft

Leefmilieu Brussel strikte

criteria vastgelegd voor de

horeca: gebruik van sei-

zoensproducten, lokale,

biologische en artisanale

producten of kort circuit.

Op die manier werd in

2010 nagenoeg 30 ton CO2

minder uitgestoten.

Stap voor stap

Buiten de Nuit blanche

zijn er nog heel wat goede

praktijkvoorbeelden op

het vlak van duurzame

evenementen. Degene die

bekeken werden op onze

werkvergadering, waren

bestemd voor een groot

publiek, maar vele tips

kunnen ook toegepast

worden op kleinere

schaal.

Men moet wel voor ogen

houden dat één editie niet

volstaat om alle aspecten

van duurzaamheid op een

evenement toe te passen.

Het engagement groeit

geleidelijk: enkele eenvou-

dige acties het eerste jaar

en zich daar volledig op

toeleggen is al een grote

uitdaging. Daarna kun-

nen er nog andere uitda-

gingen bij genomen wor-

den. Het is beter te begin-

nen met bescheiden en

realistische doelstellin-

gen, rekening houdend

met de draagkracht van

de organisatie, dan te

hoog gegrepen ambitie die

te veel middelen en ener-

gie zou vergen.

Virginie Randaxhe

C’est électronique… c’est écologique !

Par soucis de cohérence et d’engagement en faveur d’un développement plus durable mais aussi

afin d’éviter des gaspillages inutiles de papier, nous souhaitons diffuser le Moniteur du

Développement Durable prioritairement par courriel.

Inscrivez-vous !

Vous n’avez pas reçu personnellement le Moniteur du Développement Durable ?

Vous souhaitez être tenu au courant de la parution des prochains numéros ? Pas de problème !

Abonnez-vous sur le site internet de l’Association.

Pour remplir le formulaire : www.avcb.be>publications>moniteur du développement durable.

Téléchargez-le !

Vous pouvez également télécharger gratuitement le moniteur à l’adresse suivante :

www.avcb.be>publications>moniteur du développement durable.

Pas d’adresse électronique ?

Vous n’avez pas accès à internet et vous souhaitez quand même recevoir le Moniteur du

Développement Durable. Téléphonez-nous, ensemble nous trouverons une solution.

Contact: Forum pour un Développement Durable

Association de la Ville et des Communes de la Région

de Bruxelles-Capitale.

Rue d'Arlon 53 Boîte 4 à 1040 Bruxelles

Tél: 02/238.51.62 Fax: 02/280.60.90 Courriel : [email protected]

MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING BLZ 18 N° 2011/14

Het ecodynamisch label van de Vereniging kreeg een tweede ster

zomer 2011

Elektronisch … dus ook ecologisch !

Ons engagement voor duurzame ontwikkeling indachtig maar ook om papierverspilling tegen

te gaan, wensen wij de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling prioritair per e-mail onder

onze lezers te verspreiden.

Neem een abonnement!

Hebt u de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling niet persoonlijk ontvangen? Wenst u de

volgende nummers te ontvangen? Geen probleem! Neem een abonnement via de website

van de Vereniging. U kan het formulier invullen op www.vsgb.be > Diensten > Publicaties

> Monitor van de Duurzame Ontwikkeling.

Download via onze website!

U kan de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling tevens gratis downloaden op

www.vsgb.be > Diensten > Publicaties > Monitor van de Duurzame Ontwikkeling.

Geen e-mailadres?

U hebt geen rechtstreekse toegang tot internet en wil de Monitor van de Duurzame

Ontwikkeling toch ontvangen? Bel ons en we zullen samen een oplossing zoeken.

Contact:

Forum voor Duurzame Ontwikkeling van de

Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB)

Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel

Tel: 02 238 51 62 - Fax: 02 280 60 90

E-mail: [email protected]