Monitor van de duurzame ontwikkeling nr 14
description
Transcript of Monitor van de duurzame ontwikkeling nr 14
Monitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van de
Duurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame Ontwikkeling Driemaandelijks │nr. 14 │zomer 2011
Petroleumpiek in Brussel
Silly, 1e slow gemeente in België
Feesten … hou het duurzaam!
IIINHOUDNHOUDNHOUD
Deze publicatie is de vrucht van samenwerking tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en
de vzw Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB)
Ze kan gedownload worden op www.vsgb.be
Nr. 2011/14 — zomer 2011
Redactie: Patrick Brocorens, Philippe Mertens, Virginie Randaxhe, Sabine Storme
Lay-out: Philippe Mertens
Vertaling: Liesbeth Vankelecom - Revisie: Philippe Delvaux, Virginie Randaxhe
Coördinatie: Philippe Mertens - Verantwoordelijke uitgever: Marc Thoulen
Adres: Aarlenstraat 53/4 - 1040 Brussel
Petroleumpiek in Brussel 03
Silly, eerste slow gemeente in België 08
Feesten … hou het duurzaam 14
BLZ 2 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
BLZ 3 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
De petroleumpiek komt De petroleumpiek komt
naar Brusselnaar Brussel
De Vereniging voor de studie van de petroleum- en gaspiek
(ASPO, Association for the Study of Peak Oil & Gas) heeft
onlangs in Brussel een internationale conferentie gewijd
aan de uitputting van de petroleumvoorraden en de econo-
mische en sociale gevolgen daarvan. Wij maken een stand
van zaken op van het probleem met de Belgische voorzitter,
Patrick Brocorens.
BLZ 4 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
N u de benzine meer
dan 1,6 euro per liter
kost, komt de confe-
rentie ASPO9 op het juiste
moment. Dit keer heeft de
ASPO (Association for the
Study of Peak Oil & Gas)
namelijk België gekozen voor
hun negende jaarlijkse confe-
rentie, de enige internationa-
le conferentie die gewijd is
aan de verwachte achteruit-
gang van de olieproductie op
wereldvlak en de economi-
sche en sociale gevolgen
daarvan.
De conferentie vond plaats
van 27 tot 29 april 2011 in de
Albert Hall in Brussel, met
een verlengstuk in het Waal-
se Parlement (op 26 april) en
het Europese Parlement (op
3 mei), wat zorgde voor een
regionale politieke dimensie.
De Belgische politici zijn
reeds gesensibiliseerd voor
het probleem. Het Vlaamse,
Brusselse en Waalse Parle-
ment hebben immers elk een
resolutie “petroleumpiek”
goedgekeurd. En het Waalse
Parlement heeft overigens
een comité “pic de pétrole et
de gaz” opgericht.
Er werden studies uitgevoerd
in opdracht van politieke in-
stanties, ondermeer het Brus-
sels Gewest, over de effecten
van hoge petroleumprijzen
(tot 300 dollar per vat), en
andere studies zijn nog aan
de gang.
Het eerste thema van de con-
ferentie was de beschikbaar-
heid van petroleum op lange
termijn. De ASPO is namelijk
opgericht door geologen die
zich gespecialiseerd heb-
ben in aardolie en -gas, en
zij merkten op dat de op-
brengst van een bron
reeds fel daalt alvorens de
voorraad volledig uitgeput
geraakt. (figuur 1)
Op schaal van een land
kan dat verschijnsel lei-
den tot een vreemde situ-
atie, waar de petroleum-
productie een maximum
bereikt - een piek - en dan
achteruitgaat, terwijl de
reserves stabiel zijn of
zelfs toenemen. (figuur 2)
De “40 jaar petroleum”
waarover onze planeet
beschikt, zijn dus geen
goede aanwijzing voor de
hoeveelheid petroleum
die de komende 40 jaar
nog dagelijks opgehaald
kan worden.
Figuur 1: Evolutie van de wereldproductie van vloeibare koolwaterstoffen sinds 1965, verdeeld in verschillende groepen
van productielanden (gegevens BP). De groepen landen die hun piek overschreden hebben, zijn aangeduid met (piek
overschreden meer dan 5 jaar geleden) of met als de piek nog niet bevestigd is (piek minder dan 5 jaar). De data van de
pieken zijn vermeld.
BLZ 5 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
En het is de productie-
hoeveelheid die belangrijk is
voor de economie (momen-
teel 86 miljoen vaten per
dag).
Als het volume van de reser-
ves geen betrouwbare indi-
cator is om een energie-
beleid op te baseren, wat
moeten we dan gebruiken?
Verschillende modellen van
productiepieken, die steeds
beter rekening houden met
de invloed van de technolo-
gie op de winning van petro-
leum of met economische en
geopolitieke beperkingen,
werden op de conferentie
besproken.
Volgens het Internationaal
EnergieAgentschap (IEA)
bedraagt het verlies aan
productie van de huidige
bronnen 3,9 % per jaar. De
nood aan nieuwe petroleum-
projecten zal dus enorm zijn
tussen vandaag en 2030: het
equivalent van zes keer
Saoedi-Arabië.
Het IEA analyseert wat er
ondernomen zou moeten wor-
den om aan de vraag tege-
moet te komen, maar houdt
in zijn scenario’s op lange ter-
mijn geen rekening met be-
perkingen die verhinderen
dat de prognoses kunnen uit-
komen.
In het scenario van Total wor-
den technische beperkingen
verwerkt, die de stijgende lijn
van het IEA naar beneden
afbuigen en er een plateau
van maken.
Een plateau betekent een
nulgroei van de productie,
wat op zich reeds een
probleem stelt aangezien
de economische groei his-
torisch steeds gepaard
gegaan is met een toena-
me van het petroleum-
verbruik.
In het scenario van Total
kunnen we nog andere be-
perkingen toevoegen: on-
gelukken (orkanen in de
Golf van Mexico), de wet-
geving (moratorium op het
boren naar petroleum in
diep water, …), politiek,
geopolitiek (guerrilla in
Nigeria, Libië, …), econo-
mische problemen (crisis
2008-2009).
Er wordt verwacht dat de-
ze verschijnselen de duur
van het productieplateau
beperken en dat het gol-
vend wordt, d.w.z. dat de
Figuur 2: Evolutie van de petroleumproductie (in het zwart) en de bewezen reserves (in het rood) van de Verenigde Staten.
De reserves zijn uitgedrukt in productiejaren. Sinds 1920 blijft er nog ongeveer 10 jaar petroleum, maar de productie gaat
achteruit sinds 1970 (gegevens IEA).
BLZ 6 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
petroleumproductie schom-
melt volgens de economische
en politieke grillen.
Tal van deskundigen en het
IEA wijzen immers al van
vóór 2015 op een tekort aan
petroleumprojecten.
De wereld is fel veranderd
sinds 17 januari 1991, de da-
tum waarop de operatie De-
sert Storm van start ging. De
productie in Koeweit en Irak
lag stil, maar die dag sloot
de prijs van de aardolie af op
21 dollar per vat, omdat an-
dere landen het productie-
verlies vlot compenseerden.
Dergelijke manoeuvreer-
ruimte bestaat vandaag niet
meer. Het productieplateau is
immers reeds bereikt sinds
2004. Die stagnering van de
wereldproductie heeft 4 jaar
stijgingen van de aardolieprijs
teweeggebracht: van 20 dollar
per vat (een typische prijs voor
de jaren 1980 en 1990) tot een
maximum van 145 dollar per
vat (in juli 2008). Die felle stij-
ging werd afgebroken door
de financiële crisis, maar het
herstel van de economie bracht
de prijs opnieuw op 90 dollar
per vat eind 2010.
Bij die dynamiek van prijs-
stijgingen kwam vervolgens
een geopolitieke factor, nl. de
Arabische revolutie. Terwijl de
wereldproductie zijn plafond
bereikte en de vraag groot was,
draaiden de meeste olieprodu-
cerende landen op volle toeren.
Er zijn weinig overschotten.
Er zijn dus geen schokdempers
meer zoals bij de eerste Golf-
oorlog.
We komen tot een stelsel van
prijsschommelingen, wat de
deur opent voor speculatie en
de prijzen bijzonder gevoelig
maakt voor evenementen die
de productie of de vraag kun-
nen verstoren.
De analyse van de algemene
situatie is dus ingewikkeld
omdat de fysieke factoren
(de uitputting van de bron-
nen) samenhangen met geo-
politieke en economische fac-
toren.
De schommeling van de prij-
zen berokkent bij voorbeeld
schade aan de economie bij
stijgingen, remt energie-
investeringen af bij dalingen,
maar verhult ook het pro-
bleem door tegenstrijdige
signalen uit te zenden die de
uitwerking van een coherent
beleid op lange termijn af-
remmen.
Figuur 3: Recente evolutie van de aardolieprijs (gegevens IEA). Het einde van de goedkope aardolie in 2004 stemt overeen
met het begin van het productieplateau.
N° 2011/14 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING BLZ 7
Dit probleem is wellicht het
grootste obstakel voor de ont-
wikkeling van echte oplossin-
gen voor de petroleumpiek.
Reeds zes jaar zitten we op
de productiepiek zonder dat
er een massale mobilisering
op gang komt. Wij ondergaan
daar de negatieve gevolgen
van en deze plateaufase zal
gevolgd worden door de fase
van achteruitgang van de
productie, die waarschijnlijk
gekenmerkt zal worden door
nog hogere en onstabielere
prijzen.
Aangezien aardolie aanwezig
is in alle raderen van de
samenleving, belichtte de
conferentie heel wat uiteen-
lopende thema’s zoals land-
bouw, transport, alternatieve
energie en begeleidingsmaat-
regelen voor de petroleum-
piek.
In het Waalse Parlement
werd de link met de financië-
le wereld onder de loep geno-
men. Bij een petroleumpiek
kan iedere heropleving van
de economie zichzelf schade
toebrengen door een nieuwe
stijging van de aardolie-
prijzen teweeg te brengen.
Tegelijk zullen er record-
bedragen nodig zijn voor de
ontwikkeling van de alterna-
tieven en de aanpassing van
de samenleving. Dan blijft
nog de vraag hoe we moeten
omgaan met de dualiteit
risico op systeemcrisis - aan-
zienlijke investeringen. Hoe
kunnen we een beleid uitstip-
pelen met het oog op de sti-
mulering van de economie,
aangepast aan de context
van de petroleumpiek en de
graad van voorbereiding van
de banken beoordelen?
In het Waalse Parlement kwam
ook de rol van de research aan
bod, omdat de petroleumpiek
nog niet vaak behandeld wordt
in wetenschappelijke studies.
Op dat vlak is de studie van de
permanente conferentie voor
territoriale ontwikkeling CPDT
“Anticipation des effets du pic
pétrolier sur le territoire wal-
lon”, die uitgevoerd werd op
verzoek van het Waalse Ge-
west, één van de eerste studies
die de effecten van de petrole-
umpiek op wereldvlak onder de
loep neemt.
Het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest heeft middelen uitge-
trokken om een studie te wij-
den aan de petroleumpiek. Dit
initiatief sluit aan bij de resolu-
tie betreffende de voorbereiding
van het Gewest op olie- en gas-
pieken die het Brussels Parle-
ment goedkeurde op 19 decem-
ber 2008. Die resolutie plant
het volgende:
• de analyse van de economi-
sche en administratieve ge-
volgen van een hoge prijs van
een vat aardolie (indicatieve
scenario’s 150, 200 of 300
dollar) voor de gewestelijke
administratieve diensten, het
Gewest en de inwoners
• de opstelling van een plan
tot beperking van de afhan-
kelijkheid van het Gewest
van aardolie en -gas, zodat
de overgang naar een wereld
waarin energie duur zal zijn
en aardolie en -gas onvol-
doende aanwezig, zo zacht
mogelijk zou verlopen voor
de mensen en in het bijzon-
der voor de meest kwetsba-
ren.
Wij kunnen deze politieke initi-
atieven alleen maar toejuichen,
want zij verschaffen meer in-
zicht in het verschijnsel van
de petroleumpiek en de gevol-
gen ervan. Het onderwerp is
immers bijzonder complex,
moeilijk te vatten en de gevol-
gen zijn moeilijk in te schat-
ten, omdat het zich nog nooit
heeft voorgedaan in de ge-
schiedenis van de mensheid.
Terwijl het aantal studies en
de politieke mobilisering voor
sommigen nog te zwak lijken,
aangezien de tijd dringt en de
plafonnering en de achter-
uitgang van de petroleum-
productie op wereldvlak een
van de grootste problemen
van de moderne wereld vor-
men, is België ongetwijfeld
een van de zeldzame landen
in de wereld waar actie on-
dernomen wordt.
Dat kan alleen maar verbete-
ren in de toekomst, onder-
meer dankzij de popularise-
ring van het onderwerp door
de media en de mobilisering
van de mensen, bij voorbeeld
via het netwerk van de Tran-
sition Towns, waarvan Brus-
sel, enkele Waalse en ook veel
Vlaamse gemeenten deel uit-
maken.
Laten we gebruik maken van
dit voordeel ten opzichte van
andere landen om goede
beslissingen te nemen. De
conferentie ASPO9 bracht
politici, wetenschappers en
industriëlen samen rond deze
grote uitdaging. De meeste
documenten en video’s zijn
beschikbaar op www.aspo9.be
Patrick Brocorens
Voorzitter ASPO België
BLZ 8 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
Silly, eerste ‘slow city’Silly, eerste ‘slow city’
in België in België
Nu zovelen zo fel begaan zijn met econo-
mische groei dat de parameters van de
duurzame ontwikkeling van onze
samenleving genegeerd worden, heeft
de Henegouwse gemeente Silly beslist
zich toe te leggen op de toepassing van
de ‘slow’ filosofie.
BLZ 9 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
D it artikel schetst
het parcours dat
afgelegd werd door
een entiteit die positief wou
nadenken over de levens-
kwaliteit, met een duurza-
me ontwikkeling van onze
samenleving voor ogen.
In het jaar 2005 begon het
’slow’ avontuur van de ge-
meente Silly met de start
van hun jumelage met het
Toscaanse stadje San Mini-
ato.
San Miniato heeft 25.000
inwoners en ligt tussen Pisa
en Firenze. Het bestaat uit
twee delen, op verschillende
niveaus: het laag gelegen
deel met winkels en het
hoger gelegen deel met de
historische kern.
Er werden verschillende
projecten uitgewerkt rond
samenwerking op cultureel,
sportief en toeristisch ge-
bied, met eigen (gemeente-
lijke) middelen en ook Euro-
pese toelagen.
De filosofie
Cittaslow
(trage steden
/gemeenten), waarin levens-
kwaliteit voorop staat, en de
filosofie van Slow Food,
waarbij de interesse voor
lokale producten aangewak-
kerd wordt, waren reeds
zeer goed ingeburgerd in
San Miniato. Daarom beslis-
te Silly zich in hetzelfde
avontuur te storten!
Silly treedt toe tot de
‘Slow Food’ beweging
in 2005
Het gedachtegoed van Slow
Food wordt gestuurd door
een internationale vereni-
ging die de biodiversiteit
promoot en de lokale, duur-
zame en kleinschalige econo-
mie ondersteunt. Het con-
cept werd in 1989 in het le-
ven geroepen door de Itali-
aanse epicurist Carlo Petrini
die het gebruik van ‘goede,
nette en billijke’ producten
voorstaat en er alle burgers-
medeproducenten voor sensi-
biliseert.
Deze filosofie wordt op inter-
nationale schaal gedragen
door ‘convivia’ of gemeen-
schappen van consumenten
die Slow Food een warm
hart toedragen. Deze ge-
meenschappen hebben suc-
ces waar men open commu-
nicatie vindt, waar de zin
voor initiatief gedragen
wordt door gemeenschappe-
lijke idealen en waar de pro-
blemen in het leefmilieu, de
gezondheid en de opvattin-
gen aangepakt worden met
een schitterend, gek maar
tolerant gedachtegoed van
plezier en gezelligheid!
In België zijn een tiental
convivia actief en zij bieden
een aantal uiteenlopende ac-
tiviteiten voor die gericht
zijn tot verscheidene doel-
groepen in alle hoeken van
het land: van de vlakten van
Antwerpen, het land van Her-
ve tot de valleien van Picar-
disch Wallonië, gaande over
Brussel, ...
Er bestaan 2 convivia in He-
negouwen: “vallées vertes
(Saint-Sauveur)” en “saveurs
de Silly”.
Op nationaal niveau vindt
jaarlijks de “week van de
Slow Food” plaats, rond de
bevordering van de biodiver-
siteit, eco-gastronomische
smaken, lokale producten,
oude en nieuwe recepten, culi-
naire tips met als doel een po-
sitieve kijk op voedingskeuzes
te promoten.
Het convivium
“saveurs de Silly’’
is een gemeen-
schap van burgers-
consumenten uit verschillen-
de disciplines, die zich vrijwil-
lig inzetten voor de toepas-
sing van de doelstellingen van
Slow Food International. Het
bestaat uit een actiecomité
van 12 personen dat adviezen
uitbrengt en verschillende
projecten in goede banen leidt
in de entiteit. Sinds maart
2011 heeft het convivium de
vorm van een vzw.
Het convivium van Silly is lid
van het Europees school-
netwerk dat opgericht werd
door Slow Food International,
het netwerk Dream Canteen,
waar projecten rond smaak-
educatie, tuinieren op school
BLZ 10 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
en composteren door verschil-
lende generaties uitgevoerd
worden in de zeven scholen
van de gemeente (zo worden
zowat 900 kinderen of 450 ge-
zinnen bereikt). Het project
“générations rurales” wordt
gesubsidieerd door het minis-
terie van Landbouw van het
Waalse Gewest. Plaatselijke
producenten worden actief bij
deze projecten betrokken.
De school van Hoves (90 kin-
deren) heeft de dynamiek op
gang gebracht met het project
“Bon app’academy”, een initi-
atief van APAQ-W rond de
slogan “Je mange malin avec
les fermes de Wallonie”. Aan
de hand van allerlei activitei-
ten rond de smaak van sei-
zoensproducten, sensibilise-
ring voor evenwichtige voe-
ding, aanleg van een moes-
tuin en een boomgaard
speelden de kinderen een ac-
tieve rol in hun school en
stroomde de informatie door
naar hun familie.
Er kwamen verschillende
activiteiten tot stand dankzij
samenwerking tussen vere-
nigingen en instellingen,
waaronder de smakenwan-
deling, die vijf jaar geleden
voor het eerst georganiseerd
werd: “Slow food wint stil-
aan terrein ten opzichte van
fast food en de inhoud van
ons bord bepaalt onze ge-
zondheid: kom kennis maken
met de levenskwaliteit in het
dagelijks leven van onze
gemeenschap. Laten we op
pad gaan, te voet, per fiets
of te paard … om van na-
derbij kennis te maken met
lokale producten, ons erf-
goed en ons leefmilieu. De
‘smaken van Silly’ is een
culinaire wandeling rond
evenwichtige voeding, de
authenticiteit van traditio-
nele bereidingen, bier,wijn
en de kennismaking met
allerlei voedingsgewoonten.
Een moment om zich te la-
ten meedrijven in het ple-
zier van gezellig tafelen en
gezond eten.”
Gekoppeld aan het streven
om de kennis en ervarin-
gen burgers uit verschillen-
Een smakenwandeling doet mensen kennis maken met lokale producenten.
BLZ 11 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
de horizonten te bundelen,
werd er een boekje met lo-
kale en seizoensrecepten
samengesteld: “Le manuel
des saveurs de Silly”.
Het boekje staat vol een-
voudige recepten die aange-
bracht werden door land en
tuinbouwers, ambachtslui,
epicuristen en gewone in-
woners van Silly. Deze oude
en nieuwe recepten vormen
een kostbaar cultureel erf-
goed, dat kan bijdragen tot
de gezondheid en het welzijn
van alle generaties.
Zowel op beurzen voor lokale,
provinciale en regionale am-
bachtslui (bv. Foire de Libra-
mont) als thematische collo-
quia is het convivium Slow
Food aanwezig met de lokale
dynamiek van producenten en
ook het project Dream
Canteen.
De doelstellingen van de Slow
Food en de pedagogische en
didactische toepassingen
worden er belicht. Er wordt
ook informatie gegeven over
voeding en de vrijwaring van
de biodiversiteit.
Slow Food is ook aanwezig
op het niveau van de werk-
groep van het Waals net-
werk voor duurzame voe-
ding, dat een testproject op-
zet met verschillende vereni-
gingen en instellingen. (www.pourunealimentationdurable.be)
Als eerste stap in het posi-
tief denken over voedings-
keuzes is Silly toegetreden
tot Cittaslow in 2007.
Cittaslow, inter-
nationaal netwerk
van gemeenten
In het verlengde
van de filosofie
Slow Food, die
tot stand kwam in 1989, met
als doel de verbetering van
de levenskwaliteit door de
aandacht voor smaak, de
ontdekking van streekpro-
ducten en de bescherming
van de lokale biodiversiteit,
ontstond de filosofie Citta-
slow, die het concept van de
lokale voedingskwaliteit ver-
ruimt tot het concept levens-
kwaliteit dat multisectoriële
kwaliteitsparameters omvat.
Het is ontstaan uit de intuï-
tie van een consortium van
burgemeesters van Greve in
Chianti, Bra en Orvieto en
het project Positano of “de
ontwikkeling van de globale
BLZ 12 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
levenskwaliteit in mijn
stad” in 1999.
De verruiming van
het concept voedsel-
kwaliteit tot het
concept algemene
levenskwaliteit
« De tijd nemen om goed te
leven in zijn stad of dorp. »
De steden die aansluiten
bij deze filosofie, verbinden
zich ertoe om een trager
levensritme aan te nemen,
waarbij inspiratie gehaald
wordt uit gewoontes van
plattelandsgemeenschap-
pen. De mensen moeten op
een eenvoudige en aange-
name manier van hun ge-
meente kunnen genieten.
De steden van Cittaslow
willen de schijnwerpers
richten op hun levenska-
der, hun onroerend erfgoed
of hun ambachtelijke tradi-
ties. Zij bevorderen de con-
tact tussen burgers, produ-
centen en consumenten. Zij
betrekken alle generaties
erbij, met het oog op hun
duurzame ontwikkeling.
De trage steden willen stra-
tegieën uitwerken die toe-
gankelijk zijn voor alle doe-
len van bevolking, strate-
gieën van herlocalisering in
een bepaalde tijd. Dat net-
werk kan slechts internatio-
naal zijn als er rekening ge-
houden wordt met de diver-
siteit van de culturen.
Het netwerk van trage ste-
den bevordert de uitwisse-
ling van ervaringen die no-
dig zijn voor de ontwikke-
ling en die levenskwaliteit
en duurzaamheid centraal
stellen.
Deze dynamiek is in Italië
ontsproten uit het enthousi-
asme en de wil van Paolo
Saturnini, burgemeester
van Greve in Chianti, en
een vijftigtal steden. Die
steden moeten minstens
50.000 inwoners hebben en
reeds nadenken over demo-
cratie, milieu-educatie en
sensibilisering van de bur-
gers voor de plaatselijke tra-
dities. Deze filosofie streeft
ook naar de ontwikkeling
van verschillende competen-
ties onder de bevolking.
Momenteel zijn er een twin-
tigtal landen deel tot de dy-
namiek toegetreden, goed
voor 137 steden: Australië,
Oostenrijk, België, Canada,
Denemarken, Duitsland,
Groot-Brittannië, Frankrijk,
Nederland, Italië, Nieuw-
Zeeland, Noorwegen, Polen,
Portugal, Zuid-Korea, Span-
je, Zweden, Zwitserland,
Turkije en de USA.
De internationale organisa-
tie omvat een voorzitters-
raad, een coördinatiecomité
en een certificeringscomité.
Er werd zopas ook een mul-
tidisciplinair wetenschappe-
lijk comité opgericht. Met
zijn knowhow begeleidt het
de beweging en de steden bij
de organisatie van hun pro-
jecten en evenementen.
Silly is de eerste Belgi-
sche gemeente die een
dergelijk initiatief
neemt. Het avontuur begon
in 2007 met de gemeenten
Edingen en Lens. De ge-
meente Chaudfontaine
heeft er zich in 2009 bij aan-
gesloten.
BLZ 13 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
Het is lid van het inter-
nationaal coördinatiecomité
en woont drie jaarlijkse ver-
gaderingen bij. Silly coördi-
neert de uitbouw van de fi-
losofie op nationaal niveau.
De verschillende projecten
die in Silly op het getouw
gezet worden, zijn zeer ge-
varieerd en zetten aan tot
nadenken over levenskwali-
teit. Iedere gemeente die tot
Cittaslow toetreedt, moet de
filosofie van de Slow Food
onderschrijven.
Deze filosofie vergt een in-
vestering en de burgemees-
ter moet er zich ook bij aan-
sluiten. De gemeenteraad
moet namelijk ook zijn ze-
gen geven. Het moet dus
ook in verschillende fasen
goedgekeurd worden op het
niveau van de politieke be-
sluitvorming.
De evolutie van dit initiatief
op het niveau van de verschil-
lende schepenbevoegdheden
wordt geconcretiseerd in pro-
jecten rond milieubeleid, ste-
denbouwkundige kwaliteit,
infrastructuurbeleid, het pro-
moten van lokale producten,
gastvrijheid en bewustma-
king met voorbeelden, zoals
de creatie van tijdelijke im-
mersiezones, een intergenera-
tionele eco-wijk, projecten
voor milieu-educatie, renova-
tie van het erfgoed, ...
Wij moedigen alle gemeenten
aan om toe te treden tot een
internationaal netwerk dat
ijvert voor een open geest,
culturele uitwisselingen en
een positieve instelling ten
opzichte van een stijgende
levenskwaliteit in onze sa-
menleving!
Sabine STORME
Coördinatrice van
het Belgisch netwerk
Cittaslow
Voorzitster van het
Convivium Slow Food
« Les saveurs de Silly »
www.cittaslow.net
http//cittaslow.silly.be
BLZ 14 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
Duurzame ontwikkeling kan op tal van domeinen toegepast worden,
waaronder de organisatie van evenementen. Begin mei heeft de
Vereniging er een informatievergadering aan gewijd.
Aan de workshop namen heel wat gemeentelijke ambtenaren deel die
op zoek waren naar handige tips om de organisatie van evenementen
duurzamer aan te pakken
Feesten ...
Hou het duurzaam!
BLZ 15 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
Duurzame evenementen
voor iedereen, zonder
verspilling van geld en
middelen
Een evenement organiseren
heeft altijd een impact op
milieu, sociaal en economisch
vlak. Zowel bij kleine als
grootschalige evenementen
zijn de gevolgen niet te ver-
waarlozen: er wordt papier,
energie, water en voedsel ver-
bruikt, er worden personen en
goederen vervoerd, afval ge-
produceerd, …
De organisatie van een event
werkelijk duurzaam aan-
paken betekent meer dan wa-
ken over de milieu-impact.
Doorheen het hele proces, van
de voorbereiding tot het eve-
nement zelf, moeten de prin-
cipes van duurzaamheid voor
ogen gehouden worden. Men
moet continu zijn gewoontes
in vraag stellen voor een re-
sultaat dat gunstig is voor het
milieu, het budget van de or-
ganisatoren en de bevolking.
Wat kunnen de gemeente-
besturen doen?
Ieder jaar organiseren de
Brusselse lokale besturen
honderden evenementen over
het hele Gewest.
Stel u voor dat al die lokale
initiatieven rekening houden
met toegankelijkheid voor ie-
dereen, een afvalpreventiebe-
leid, afvalsortering en
-verwerking, lokale hande-
laars, lokale inschakelings-
bedrijven of nog de betrok-
kenheid van burgers bij de
organisatie en het nemen
van beslissingen.
“Feesten … hou het duur-
zaam!” Of hoe duurzame-
re lokale evenementen
organiseren
In de loop van de maand mei
organiseerden de VSGB en
Leefmilieu Brussel een
workshop "Feesten? Hou het
duurzaam" die de schijnwer-
pers richtte op de organisa-
tie van duurzame evene-
menten op gemeentelijk
vlak. De talrijke opkomst
bewees dat er belang aan
gehecht wordt en dat tips en
goede praktijkvoorbeelden
nuttig en zelfs noodzakelijk
zijn.
"Nuit blanche", een
groen voorbeeld
Reeds 9 jaar lang is Nuit
blanche een artistiek en po-
pulair cultureel project dat
mensen aanspoort de stede-
lijke omgeving vanuit een
nieuwe invalshoek te (her)
ontdekken of te (her)overen
tijdens een feestelijke nacht.
De vorige editie bracht
100.000 bezoekers op de
been: de overgrote meerder-
heid daarvan zijn Brusse-
laars tussen 18 en 34 jaar.
Er worden vergelijkbare ma-
nifestaties georganiseerd in
tal van andere grote steden,
zoals Parijs, Rome, Madrid
en Boekarest. Door die inter-
nationale successen is "Nuit
blanche Europa" tot stand
gekomen.
Er bestaat zelfs een charter
met 7 punten, waarin onder-
meer staat dat de Nuit blan-
che een gelegenheid is om de
zachte mobiliteit te promo-
ten, bij voorbeeld via de be-
vordering van het fietsge-
bruik, het openbaar ver-
voer of pendelboten.
Nathalie Thiry is algemeen
coördinatrice van de Nuit
blanche in de cultuurdienst
van de stad Brussel:
"Tijdens de Brusselse Nuit
blanche is het Noctis-
netwerk gratis.
Sinds 2008 is het debat ge-
evolueerd van de vormen
van zachte mobiliteit naar
'duurzame coherentie', zo-
wel in het zoeken naar
partners als in de uitwer-
king van concrete acties, in
een globale context van de
uitdagingen van de bescha-
ving waarmee de wereld
geconfronteerd wordt in dit
begin van de 21e eeuw.
De voornaamste elementen
waarrond gewerkt wordt
zijn mobiliteit, food &
catering en afval."
Participatieve projecten
Wat Nuit blanche zo speci-
fiek maakt, is dat de Brus-
selse artiesten, actoren uit
de cultuurwereld en vere-
nigingen via een projectop-
roep aangespoord worden
om mee te werken.
Zoals Nathalie Thiry
preciseert "vinden we in de
selectiecriteria (artistieke
kwaliteit, originaliteit, cre-
ativiteit/innovatie, interac-
tie, synergie en de ontdek-
king van de stad op een ori-
ginele manier, gezelligheid
en financiële aspecten,
duurzaamheid), naast het
BLZ 16 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
'groene' ook de participatie
die de sensibilisering van
het publiek voor duurzaam-
heid aan bod brengt."
Duurzaamheid staat
centraal op verschillende
vlakken
De voornaamste doelstellin-
gen van het organisatieteam
zijn aandacht voor milieu-
bescherming, duurzame
economie en zachte mobili-
teit.
Daarom wordt de nadruk
gelegd op het gratis gebruik
van de nachtbussen van
Noctis, die uitzonderlijk
zelfs tot 5 uur ‘s morgens
rijden. Bovendien worden
bepaalde stukken van het
parcours autovrij gemaakt,
terwijl een gratis parking
ter beschikking gesteld
wordt van de omwonenden.
Een culinair platform is be-
stemd voor de lekkerbekken.
Deze plaats is volledig gewijd
aan gezonde keuken met fair-
trade, biologische en lokale
producten. Verschillende lo-
kale verenigingen bieden het
publiek schotels aan demo-
cratische prijzen aan. Het
doel is de verenigingen zicht-
baar te maken en ook ama-
teurkoks aan het werk te
kunnen zien.
Er gaat bijzondere aandacht
naar de afvalproblematiek.
Zo'n grootschalig initiatief
moet nauwgezet voorbereid
worden, zowel op het niveau
van het publiek als de expo-
santen. Daartoe aarzelt het
organiserend Brusselse team
niet om naar andere voorbeel-
den te kijken: "Wij trachten
onze ecologische voetafdruk te
beperken en aan sensibilise-
ring te doen," stelt Nathalie
Thiry. "Vooruitgang gaat
stap voor stap en het team
staat open voor alle soorten
nuttige informatie. In 2010
hebben wij voor de activiteit
"het grote restaurant" bij
voorbeeld een zone voor af-
valsortering ingericht zoals
op Couleur Café.
De plaatsing van de toilet-
ten kadert in die stedelijke
context waar tal van part-
ners reeds over wc's be-
schikken. Daarbij komen
nog droogtoiletten op open-
bare ruimten.
Tegelijk was het team aan-
wezig op het platform
“réseau apprenant” dat ge-
coördineerd wordt deoor de
vzw Court Circuit. In die
workshops werden de
schijnwerpers gericht op
initiatieven die elders op
touw gezet werden."
© Brolet / Vrins
BLZ 17 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2011/14
Nieuw in 2011 en 2012
Voor de achtste en de negen-
de editie heeft Nuit blanche
een beroep gedaan op de
knowhow van Greenloop.
De algemeen coördinatrice
preciseert: "We wilden hun
medewerking voor de optima-
lisering van de afvalsortering
in functie van de realiteit op
het terrein en de inzameling
van gegevens en doeltreffende
meetinstrumenten voor het
opmaken van een balans
2011 in verband met netheid.
De bijstand van Greenloop
heeft overigens ook betrekking
op het gebruik van biologisch
afbreekbaar vaatwerk, de be-
perking van het energiever-
bruik, nieuwe contacten voor
de bio-stands, slowfood en
fairtrade in 'het grote restau-
rant', catering voor de arties-
ten en tot slot de vip-receptie."
De 9e editie van Nuit blan-
che is een artistiek en popu-
lair cultureel project dat
mensen aanspoort de stede-
lijke omgeving vanuit een
nieuwe invalshoek te (her)
ontdekken of te (her)overen
tijdens een feestelijke nacht.
Het is dus zowel cultureel als
artistiek en populair en het
knappe ligt erin dat het loka-
le initiatieven koppelt aan
een grootschalig project dat
bijdraagt tot de internationa-
le uitstraling van Brussel en
tegelijk ook aandacht heeft
voor de verschillende aspec-
ten van duurzame ontwikke-
ling.
Het milieufeest, een goede
leerschool
Dit grote feest met iedereen
die in het Brussels Hoofdste-
delijk Gewest rond leefmilieu
actief is, doet al 13 jaar aan
sensibilisering, op aansturen
van Leefmilieu Brussel, bij
het grote publiek.
Aanvankelijk was de voor-
naamste bekommernis cohe-
rentie: een milieufeest moest
natuurlijk zorg dragen voor
… het milieu. De eerste be-
kommernissen draaiden dus
vooral rond afvalsortering,
bereikbaarheid, lawaai en
gratis toegang.
In de loop der jaren ging de
aandacht ook naar de opstel-
ling van een mini-charter
voor de exposanten met tips:
beperking van het papier dat
uitgedeeld wordt, voorwaar-
den voor de horeca (hoeveel-
heid, servetten, blikjes, …),
verbod op plastic gadgets en
zakken, maar eventueel wel
verdeling van duurzame pro-
ducten: planten, boodschap-
pentassen, …
Vandaag wordt er tevens ge-
streefd naar een stelselmati-
ge begeleiding op basis van
een 'uitstootbalans' van het
hele gebeuren.
Er worden nu ook inspannin-
gen geleverd op het vlak van
mobiliteit en voeding. De cen-
trale ligging vlak bij het
openbaar vervoer beperkt de
CO2-uitstoot van verplaatsin-
gen van bezoekers.
Toch ligt de grootste verlies-
post van de balans in de voe-
ding. Om die impact zo sterk
mogelijk te beperken heeft
Leefmilieu Brussel strikte
criteria vastgelegd voor de
horeca: gebruik van sei-
zoensproducten, lokale,
biologische en artisanale
producten of kort circuit.
Op die manier werd in
2010 nagenoeg 30 ton CO2
minder uitgestoten.
Stap voor stap
Buiten de Nuit blanche
zijn er nog heel wat goede
praktijkvoorbeelden op
het vlak van duurzame
evenementen. Degene die
bekeken werden op onze
werkvergadering, waren
bestemd voor een groot
publiek, maar vele tips
kunnen ook toegepast
worden op kleinere
schaal.
Men moet wel voor ogen
houden dat één editie niet
volstaat om alle aspecten
van duurzaamheid op een
evenement toe te passen.
Het engagement groeit
geleidelijk: enkele eenvou-
dige acties het eerste jaar
en zich daar volledig op
toeleggen is al een grote
uitdaging. Daarna kun-
nen er nog andere uitda-
gingen bij genomen wor-
den. Het is beter te begin-
nen met bescheiden en
realistische doelstellin-
gen, rekening houdend
met de draagkracht van
de organisatie, dan te
hoog gegrepen ambitie die
te veel middelen en ener-
gie zou vergen.
Virginie Randaxhe
C’est électronique… c’est écologique !
Par soucis de cohérence et d’engagement en faveur d’un développement plus durable mais aussi
afin d’éviter des gaspillages inutiles de papier, nous souhaitons diffuser le Moniteur du
Développement Durable prioritairement par courriel.
Inscrivez-vous !
Vous n’avez pas reçu personnellement le Moniteur du Développement Durable ?
Vous souhaitez être tenu au courant de la parution des prochains numéros ? Pas de problème !
Abonnez-vous sur le site internet de l’Association.
Pour remplir le formulaire : www.avcb.be>publications>moniteur du développement durable.
Téléchargez-le !
Vous pouvez également télécharger gratuitement le moniteur à l’adresse suivante :
www.avcb.be>publications>moniteur du développement durable.
Pas d’adresse électronique ?
Vous n’avez pas accès à internet et vous souhaitez quand même recevoir le Moniteur du
Développement Durable. Téléphonez-nous, ensemble nous trouverons une solution.
Contact: Forum pour un Développement Durable
Association de la Ville et des Communes de la Région
de Bruxelles-Capitale.
Rue d'Arlon 53 Boîte 4 à 1040 Bruxelles
Tél: 02/238.51.62 Fax: 02/280.60.90 Courriel : [email protected]
MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING BLZ 18 N° 2011/14
Het ecodynamisch label van de Vereniging kreeg een tweede ster
zomer 2011
Elektronisch … dus ook ecologisch !
Ons engagement voor duurzame ontwikkeling indachtig maar ook om papierverspilling tegen
te gaan, wensen wij de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling prioritair per e-mail onder
onze lezers te verspreiden.
Neem een abonnement!
Hebt u de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling niet persoonlijk ontvangen? Wenst u de
volgende nummers te ontvangen? Geen probleem! Neem een abonnement via de website
van de Vereniging. U kan het formulier invullen op www.vsgb.be > Diensten > Publicaties
> Monitor van de Duurzame Ontwikkeling.
Download via onze website!
U kan de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling tevens gratis downloaden op
www.vsgb.be > Diensten > Publicaties > Monitor van de Duurzame Ontwikkeling.
Geen e-mailadres?
U hebt geen rechtstreekse toegang tot internet en wil de Monitor van de Duurzame
Ontwikkeling toch ontvangen? Bel ons en we zullen samen een oplossing zoeken.
Contact:
Forum voor Duurzame Ontwikkeling van de
Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB)
Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel
Tel: 02 238 51 62 - Fax: 02 280 60 90
E-mail: [email protected]