KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

41
KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014 April 2011 Versie 2.2

Transcript of KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Page 1: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING

2011-2014

April 2011 Versie 2.2

Page 2: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

2

Page 3: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

3

Inhoudsopgave Samenvatting…………………………………………………………………………………… 5 H1 Inleiding………………………………………………………………………………. 7 1.1 Aanleiding…………………………………………………………………….. 7 1.2 Definitie……………………………………………………………………….. 7 1.3 Doelstelling……………………………………………………………………. 8 1.4 Leeswijzer.…………………………………………………………………….. 8 H2 Uitgangspunten en kaders……………….………………………………..…………… 9 2.1 Coalitieakkoord 2010-2014……………….………………………..…………… 9 2.2 Toekomstvisie 2018……………………………………………..……………… 9 2.3 Structuurvisie……………………………………………..……..…………….... 9 2.4 Cittaslow…………………………….…………………..……..…………….... 10 2.5 Millenniumgemeente………………………………………………………….….. 10 2.6 Positie en afbakening van het plan………………………………………………… 11 2.7 Beleidskaders………………………………………………...………………… 11 2.7.1 Achtergrond en reikwijdte klimaatbeleid…...……………..…………………. 11 2.7.2 Provinciaal beleid……………….....…………..……………………….…. 13 H3 Thema’s ………………….…………………………………………………………… 16

3.1 Duurzame mobiliteit……………………………………………………………. 16 3.2 Duurzaam ondernemen………………………………...………………………... 17 3.2.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen……...…………..…………..……. 17 3.2.2 Cradle to Cradle……...…………..………………………………………. 17 3.2.3 Economische ontwikkeling……...…………..………………..……………. 17 3.2.4 Recreatie en toerisme……...…………..…………….……………………. 18 3.2.5 Vergunningverlening en handhaving…………………………………………. 18 3.3 Duurzaam bouwen……….…………………………...………………………... 19 3.3.1 Duurzaam bouwen gemeente Borger-Odoorn...…………..…………..………. 19 3.3.2 Duurzaam Bouwen Nieuwe Stijl……...…………..………………………. 19 3.3.3 Woonplan……...…………..…………………………………..………. 20 3.4 Duurzaam beheer en openbare ruimte……………………………………………. 20 3.4.1 Duurzaam groenbeheer...…………..……………………………………. 20 3.4.2 Ruimte en Ruimte Ontwikkeling……...…………..………………………. 21 3.5 Duurzame Leefomgeving………………………………………………………. 22 3.5.1 Cultuur en Maatschappij……...…………..………………………..……. 22 3.5.2 Milieu……...…………..……………………………………..………. 24 3.5.2.1 Water……...…………..…………………………………………..…. 25 3.5.2.2 Bodem……...…………..……………………………………..………. 25 3.5.2.3 Lucht……...…………..…………………………………………...…. 26 3.5.2.4 Licht……...…………..………………………………………………. 26 3.5.2.5 Afvalverwerking……...…………..……………………………………. 26 3.5.2.6 Duurzame energie……...…………..……………………...……………. 27 3.6 Duurzame bedrijfsvoering………………………………………………………. 27 3.6.1 Management eigen gebouwen……...…………..…………..………………. 27 3.6.2 Duurzame organisatie……...…………..…………………..……………. 29 3.6.3 Duurzaam inkopen……...…………..………………………..…………. 29

Page 4: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

4

H4 Communicatie, participatie en educatie………………………………………………... 30 4.1 Rollen………………………………………………………..…………. 30

4.2 Participatie burgers/bedrijven………………………………...…………………... 30 4.1 Educatie………………………………………………………………………. 31 H5 Ambities………………………………………………………………………………. 32 H6 Organisatie, programma en financiën……………………………………………..…… 38

6.1 Organisatie……………………………………………….……………………. 38 6.2 Programma……………………………………………….……………………. 38 6.3 Financiën…………………………………………………..………………..…. 39

Bijlagen.………………………………………………………………………………. 41

1. Schema Kadernota duurzame ontwikkeling 2. Bronvermelding 3. Duurzaam Bouwen Nieuwe Stijl

Page 5: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

5

Samenvatting De gemeente Borger-Odoorn kiest voor het inzetten op duurzaamheid en duurzame ontwikkeling. Maar wat is duurzame ontwikkeling? De meest gangbare definitie, welke ook door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu wordt gehanteerd luidt: “duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die in de behoeften van de huidige generaties voorziet zonder daarbij de behoeftevoorziening van toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien”. Duurzame ontwikkeling is een breed begrip. Het betekent bijvoorbeeld dat er geen roofbouw wordt gepleegd op het milieu. Dat bewoners in ontwikkelingslanden zich een leefbaar inkomen kunnen verwerven en armoede en honger wordt aangepakt. Door de verandering van het klimaat, een verminderde biodiversiteit en de uitputting van natuurlijke hulpbronnen wereldwijd, is er een andere benadering nodig om in de behoeften van huidige en nieuwe generaties te kunnen voorzien. De fossiele brandstoffen raken op, waardoor bijvoorbeeld de energieprijzen stijgen. Dit heeft gevolgen voor grote groepen mensen. Een keuze voor duurzame ontwikkeling zorgt ervoor dat Borger-Odoorn nu en straks aantrekkelijk is voor inwoners en bezoekers, waarbij het ook van belang is dat wat binnen de gemeentegrenzen gebeurt niet leidt tot negatieve effecten elders. Duurzame ontwikkeling betekent ook dat binnen de gemeente op alle niveaus bij beslissingen een afweging wordt gemaakt tussen de gevolgen voor mens, milieu en economie (people, planet, en profit). Hierbij moet een gezonde balans gevonden worden tussen deze drie belangen. De gemeente Borger-Odoorn neemt haar verantwoordelijkheid en gaat, op haar eigen niveau, bijdragen aan een meer duurzame samenleving. De gemeente wil een voorbeeldfunctie vervullen, waarbij duurzaamheid deel gaat uitmaken van alle besluiten, beleid en uitvoerende taken van de gemeente. Duurzaamheid is daarmee een zaak voor de hele gemeentelijke organisatie. De keuze voor duurzaamheid komt niet uit de lucht vallen. Duurzaamheid is in het collegeprogramma 2010-2014 verkozen als een van de pijlers van het programma. De Kadernota Duurzame Ontwikkeling 2011-2014 geeft de prioriteiten aan voor de komende jaren. Omdat het om een nieuw programma gaat, wordt het gefaseerd opgebouwd en worden concrete uitvoeringsprojecten nader uitgewerkt in de deelbeleidsnota’s. In de loop van 2011 wordt een projectgroep geformeerd met daarin vertegenwoordigers uit de verschillende gemeentelijke afdelingen en waarbij de beleidsmedewerker milieu wordt aangewezen als projectleider. De projectgroep stelt prioriteiten vast, zet ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid in gang en volgt deze op de voet. De uitvoeringsprojecten die voortvloeien uit de kadernota en deelbeleidsnota’s worden voor een belangrijk deel beheerd door de verschillende afdelingen van de gemeente, maar voor een deel ook door externe partijen als bedrijven(groepen), de provincie of maatschappelijke organisaties.

Page 6: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

6

Ambitie Een gemeente heeft relatief veel invloed op de bebouwde omgeving. Een kans dus om een duurzaamheidsimpuls aan het bouwen en verbouwen in de gemeente te geven. Bij de duurzame ontwikkeling, inrichting en beheer van de gemeente gaat het er ook vooral om de integratie van alle verschillende thema's. Door in een vroeg stadium milieu en natuur te betrekken in de planontwikkeling, is het mogelijk kansen te benutten voor een duurzame leefomgeving. De ambitie is te streven naar een Duurzaam Borger-Odoorn en te werken aan de integratie van milieu, natuur en ruimtelijke ontwikkeling. Daarnaast zet de gemeente in op het initiëren van strategische samenwerking en coalitievorming en het stimuleren van voorbeeldprojecten (bijvoorbeeld in de woningbouw of in de afvalverwerking) waarin strategische partners samenwerken.

Page 7: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

7

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In 2010 heeft de gemeente Borger-Odoorn haar wens geuit om een samenhangend duurzaamheidbeleid te ontwikkelen. Het thema duurzaaheid komt terug in vrijwel alle beleidsterreinen en in veel uitvoeringstaken. Dat geeft een eigen uitdaging. Uitgangspunt is dat rekening gehouden moet worden met duurzaamheid. Naast alle afzonderlijke en vaak losstaande beleidsmaatregelen die de afgelopen jaren al zijn genomen, bestaat de behoefte aan een gemeenschappelijk kader waarbinnen de diverse beleidstukken hun plaats hebben. Deze kadernota biedt ruimte voor ontwikkelng en nieuwe kansen. De laatste tijd is veel bekend geworden over wat niet duurzaam is. Maar hoe het wel duurzaam kan, is nog sterk in ontwikkelng. Met het kader en de focus die deze nota biedt kan eenvoudig een bijstelling plaatsvinden. Deze flexibliteit is noodzakelijk vanwege nieuwe in- en externe informatie over duurzaamheid. Ervaringen, hier en elders, zijn daarbij van groot belang. Daarom zijn geen concrete maatregelen opgesomd. Een dergelijke lijst is onwerkbaar en altijd verouderd. Naast deze Kadernota Duurzame Ontwikkeling worden in de deelbeleidsnota’s uitvoeringsprogramma’s opgesteld. Hierin wordt concreet invulling gegeven aan het duurzaamheidbeleid van de gemeente. Met het opstellen en uitvoeren van het duurzaamheidbeleid geeft de gemeente invulling aan haar maatschappelijke verantwoordelijkheid door te werken aan milieu- en sociale kwaliteiten zowel hier en nu als in de toekomst. 1.2 Definitie Duurzaamheid staat hoog op de maatschappelijke agenda. Duurzaamheid is inmiddels ook verworden tot een containerbegrip dat in verschillende contexten een verschillende betekenis heeft gekregen. Bij het opstellen en uitwerken van duurzaamheiddoelstellingen is het wezenlijk om een goede definitie van duurzaamheid te hanteren, met een bewezen geldigheid. De definitie van duurzaamheid die de Commissie Brundtland heeft gelanceerd, heeft internationaal een grote betekenis; “Duurzame Ontwikkeling is een ontwikkeling die in de behoeften van de huidige generaties voorziet zonder daarbij de behoeftevoorziening van toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien”. “Duurzame ontwikkeling is een proces van verandering waarin gebruik van hulpbronnen, de richting van investeringen, de oriëntatie van technologische ontwikkeling en institutionele verandering alle met elkaar in harmonie zijn en alle zowel de huidige als de toekomstige mogelijkheden vergroten om aan menselijke behoeften en wensen tegemoet te komen” (Our Common Future, Wereld Commissie voor Milieu en Ontwikkeling, ‘Commissie Brundtland’ 1987). Duurzaamheid wordt ook vaak vertaald in de drie P’s van People, Planet en Profit: het in balans brengen van sociale, milieu- en economische factoren.

Page 8: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

8

Steeds meer bedrijven en organisaties (waaronder gemeenten) nemen deze aspecten mee als onderdeel van het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Tenslotte brengt Cradle to Cradle (C2C) een nieuwe kijk op duurzaam ontwerpen. De kern van Cradle to Cradle ligt in het concept: afval is voedsel. Alle gebruikte materialen zouden na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Hierbij zou geen kwaliteitsverlies mogen zijn en alle restproducten moeten hergebruikt kunnen worden of milieuneutraal zijn. 1.3 Doelstelling Met deze nota wil de gemeente Borger-Odoorn, als gemeente een bijdrage leveren aan een wereld waarin de mens in voldoende mate kan voorzien in zijn eigen levensonderhoud met respect voor anderen en zijn natuurlijke leefomgeving. De bijdrage die Borger-Odoorn wil leveren betreft dus een wezenlijke verbetering in leefomgeving, in begrip en in balans tussen verschillende mensengroepen onderling, mens en natuur, mens en bedrijf en bedrijf en natuur. De gemeente Borger-Odoorn is zoekende naar het maximale wat ze binnen haar eigen mogelijkheden kan doen en wil dit ook realiseren. Deze globale doelstelling vereist een voortdurende dialoog met burgers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Vanuit deze dialoog zal de nota worden aangescherpt. De gemeente wil de acties realiseren. Hierbij is de medewerking van burgers en bedrijven noodzakelijk. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft de kaders en uitgangspunten weer. In hoofdstuk 3 wordt de huidige situatie in Borger-Odoorn toegelicht. Hieruit ontstaat een helder beeld van de stand van zaken met betrekking tot duurzaamheid. Om duurzame ontwikkeling te stimuleren is inzet van alle partijen essentieel, hierbij is communicatie is één van de belangrijkste middelen. In hoofdstuk 4 wordt hier op ingaan. Hoofdstuk 5 gaat in op de ambitie van de gemeente Borger-Odoorn. De organisatie en financiering van de gemeente komt aan bod in hoofdstuk 6.

Page 9: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

9

Hoofdstuk 2 Uitgangpunten en kaders 2.1 Coalitieakkoord 2010-2014 Richtingen voor het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid zijn terug te vinden in het coalitieakkoord PvdA, CDA, VVD en ChristenUnie 2010-2014 “Bouwen op vertrouwen”. De belangrijkste duurzaam (gerelateerde) zaken zijn:

- Gestreefd wordt naar erkenning van de gemeente Borger-Odoorn als Cittaslowgemeente. Steekwoorden daarbij zijn: omgevingskwaliteit, landschap, cultuurhistorie en onthaasting;

- Duurzame ontwikkeling wordt in onze millenniumgemeente blijvend gestimuleerd. Er komt een notitie duurzame ontwikkeling;

- Alles waar wij in de gemeente verantwoordelijkheid voor dragen dient op hoofdlijnen (en zo nodig ook in detail) helder en inzichtelijk te zijn voor onze inwoners. Maar ook onze inwoners dienen de mogelijkheid te hebben met de gemeente in gesprek te gaan ver wat hen bezighoudt. Dan kan met onze inwoners op basis van goede verhoudingen en heldere afspraken samengewerkt worden aan onze mooie gemeente. Een gemeente waarin iedereen burgerparticipatie belangrijk vindt.

2.2 Toekomstvisie 2018 Goed en tijdig zicht op de langere termijn ontwikkelingen en wat wenselijk is in Borger-Odoorn, maakt het voor het gemeentebestuur mogelijk om op korte termijn op een goede manier sturing te geven aan beleid en om beargumenteerd een bepaalde beleidskeuze te maken. Op basis hiervan is in 2009 de Toekomstvisie 2018 “Hoe verder je kijkt, hoe meer je ziet” vastgesteld. In de Toekomstvisie 2018 zijn de ambities voor de komende jaren geformuleerd. Hiermee brengt de gemeente haar wensen en belangen in beeld en is op een zorgvuldige manier onderbouwde keuzes gemaakt. Dit op onder meer het gebied van wonen, werken, voorzieningen, economie, landbouw, verkeer, recreatie en toerisme, natuur, landschap en cultuurhistorie. Dat zijn grote maatschappelijke vraagstukken waarop ook Borger-Odoorn moet inspringen. De Toekomstvisie 2018 speelt in de Kadernota Duurzame Ontwikkeling een rol vanwege de overeenkomsten in een aantal taken die in beide nota’s aan de orde worden gesteld. Zoals duurzaamheid en energiebesparing zijn belangrijke ontwikkelingen en van groot belang. Om als gemeente Borger-Odoorn een bijdrage te leveren aan het tegengaan van de klimaatverandering is energiebesparing in alle sectoren een belangrijke en logische eerste stap. Daarnaast is het nodig om het percentage duurzame energie in de energievoorziening te laten groeien. Als gemeente willen we op een breed front partijen met goede ideeën en initiatieven helpen die hiertoe bijdragen. 2.3 Structuurvisie De Toekomstvisie 2018 is een visie op hoofdlijnen. Daar staat in met welke thema’s de gemeente de komende jaren aan de slag gaat, zodat de juiste keuzes worden gemaakt waar het gaat om natuur, werkgelegenheid en leefbaarheid binnen de gemeente Borger-Odoorn. Voor de praktische uitwerking ervan is in 2010 een – wettelijk verplichte - Structuurvisie vastgesteld. De Structuurvisie geeft een integrale visie op de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Borger-Odoorn voor de komende 10 jaar. In dit plan worden kansen beschreven die de ruimtelijke kwalitatieve situatie optimaal maken. Deze visie brengt de gemeentelijke ruimtelijke belangen in beeld aan de hand van de ruimtelijk relevante thema’s en trends. De Structuurvisie haakt aan bij heel veel beleidsterreinen: wonen, werken, natuur, recreatie en voorzieningen.

Page 10: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

10

De structuurvisie geeft richting aan ruimtelijke ontwikkelingen en initiatieven van overheid, organisaties en marktpartijen. De visie zal onder andere vertaald worden in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied van Borger-Odoorn. 2.4 Cittaslow De gemeente Borger-Odoorn is in 2010 toegetreden tot de Cittaslow gemeenschap. Cittaslow is een internationaal keurmerk van gemeenten die op het gebied van natuur, landschap, bewuste voeding, streekproducten, energie, cultureel, cultuurhistorisch en gastvrijheid tot de top behoren. Het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving is het allerbelangrijkste voor een Cittaslow gemeente. Dit betekent dat een gezond milieu, het versterken van de landschappelijke kwaliteiten en een goede infrastructuur hoog op de agenda van de gemeente staan. Doel van Cittaslow is dan ook om de bewustwording bij beleidsmakers, instellingen, ondernemers en inwoners te versterken en hen te stimuleren om verantwoordelijkheid te nemen voor de duurzame ontwikkeling van de gemeente. Om dit te bereiken is een Actieplan Cittaslow opgesteld. Dit plan bevat een overzicht van de stappen die al gezet zijn en van de acties die in 2011 uitgevoerd worden. Onder de kwaliteitsnorm van Cittaslow valt het proces van de Kadernota Duurzame Ontwikkeling. 2.5 Milleniumgemeente De ‘Millenniumgemeente’ campagne die aansluit op de mondiale VN Millenniumdoelen campagne tegen armoede, biedt een kader voor internationale activiteiten van gemeenten en laat zien hoe een gemeente de burger daarbij kan betrekken. Een ‘Millenniumgemeente’ verbindt lokaal initiatief met de mondiale ontwikkelingsagenda. Centraal hierin staan de volgende acht Millenniumdoelen: 1. Extreme armoede en honger zijn uitgebannen 2. Alle jongens en meisjes gaan naar school 3. Mannen en vrouwen hebben dezelfde rechten 4. Kindersterfte is sterk afgenomen 5. Minder vrouwen sterven door zwangerschap 6. De verspreiding van ziektes als AIDS en malaria is gestopt 7. Er leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu 8. Er is meer eerlijke handel, schuldverlichting en hulp De eerste zeven doelen moeten hoofdzakelijk worden gerealiseerd in de ontwikkelingslanden. Het achtste Millenniumdoel beoogt verandering in de relaties tussen rijke en arme landen. Omdat de abstracte Millenniumdoelen concreet vertaald moeten worden, hebben overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties tal van projecten opgestart. Een dergelijk project is de campagne voor Millenniumgemeenten. Gemeenten kunnen binnen hun mogelijkheden namelijk een bijdrage leveren aan de Millenniumdoelen, bijvoorbeeld door eerlijke fair trade-producten in te kopen en groepen binnen de gemeente te stimuleren bij te dragen aan ontwikkelingsprojecten met een positief effect op armoede, honger, milieu, educatie, mensenrechten of gezondheid. Op www.millenniumgemeente.nl en www.fairtradegemeente.nl staat een groot aantal heel concrete maatregelen beschreven die een gemeente kan uitvoeren als ‘Millenniumgemeente’. Een klein deel van de mogelijke Millenniummaatregelen gaat over energie en klimaat, ook is er overlap met het onderwerp duurzaam inkopen.

Page 11: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

11

Op 25 oktober 2007 heeft de gemeenteraad besloten om de millenniumdoelen te ondersteunen en de gemeente Borger-Odoorn een Millenniumgemeente te laten zijn. Er is een werkgroep gevormd uit raadsleden en ambtenaren die met voorstellen komen. Zo is in onze gemeente al het een en ander gebeurd. De millenniumbus bezocht een aantal basisscholen en op het gebied van duurzaamheid en spaarzaam omgaan met energie zijn verschillende maatregelen genomen. 2.6 Positie en afbakening van het plan De nota zal als leidraad dienen voor het handelen van de gemeente als overheid. In grote lijnen wordt beschreven hoe aan duurzaamheid binnen de diverse beleidsvelden concreet invulling wordt gegeven De nota geeft deze hoofdlijnen voor het beleid in principe aan voor een beperkte periode. Gegeven de technologische ontwikkelingen en de wenselijke tijd om actiepunten uit te voeren wordt uitgegaan van een periode tot en met 2014. De meeste actiepunten moeten via een uitvoeringsprogramma nader worden uitgewerkt. Deze nota vormt hiervoor het raamwerk. De gemeente en externe partijen zoeken binnen de uitvoeringsplannen en binnen de gestelde actiepunten het uitvoeringsniveau (ambitieniveau). Zonder afbreuk te doen aan de totale ambities van dit plan is op projectniveau nog enige flexibiliteit mogelijk. 2.7 Beleidskaders 2.7.1 Achtergrond en reikwijdte klimaatbeleid Ons huidige Nederlandse energiegebruik en de wijze waarop we hierin uit primaire energiebronnen voorzien, is momenteel niet duurzaam: veel van de gebruikte energie komt van primaire bronnen met een beperkte voorraad, de uitstoot van CO2 en andere gassen zoals methaan en lachgas zorgt (zeer waarschijnlijk) voor het versterkte broeikaseffect. De door ons gebruikte energie zorgt ook nog voor andere schadelijke milieueffecten en onze energie komt voor een deel vanuit niet-stabiele regio’s waardoor de energievoorziening op lange termijn onzeker is. Diverse Nederlandse gemeenten zijn zich hiervan al langere tijd bewust en voeren een beleid dat moet leiden tot een energiegebruik en een energievoorziening waarvoor bovengenoemde bezwaren veel minder of niet gelden. Energiebeleid is actueel vanwege de economische crisis. Energiebesparing in woningen en scholen is een van de weinige geselecteerde kabinetsmaatregelen voor de aanpak van de crisis met een win-win effect::

• snel veel werkgelegenheid in de bouwsector met veel werklozen door kredietcrisis; • snel extra inverdieneffecten door kostenbesparing dankzij energiebesparing; • een van de goedkoopste manieren om CO2-emissies te reduceren.

Page 12: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

12

Fossiele energiebronnen Het broeikasgas CO2 komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen (kolen, aardolie, aardgas en hiervan afgeleide producten zoals benzine en diesel). Fossiele energiebronnen:

• veroorzaken bij winning, verwerking en transport schade aan landschap en milieu; • dragen bij verbranding bij aan verzuring (stikstofoxiden, zwaveldioxide), broeikaseffect

(kooldioxide) en fijn stofproblematiek; • zijn niet onbeperkt voorradig op aarde en vormen daarom een groeiende kostenpost; • zijn deels afkomstig uit politiek instabiele regio's.

Voor de gemeente Borger-Odoorn zijn de voordelen van investeringen in een lager gebruik van fossiele energiebronnen:

Burgers: - Lagere (of gelijkblijvende) woonlasten door energiebesparing & lagere kosten voor mobiliteit

Bedrijven: - Kostenbesparing op energie, meer innovatie, extra werkgelegenheid Gemeente: - Belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven in de toekomst

- Betere leefomgeving - Goed voor het imago van Borger-Odoorn

Trias Energetica De Trias Energetica is een algemeen geaccepteerde prioriteitsvolgorde bij het kiezen van maatregelen om te komen tot vermindering van de CO2-uitstoot. De in een bouwproces te nemen stappen worden opeenvolgend genomen, zodanig dat eerst zoveel mogelijk maatregelen uit stap 1 worden genomen; kan dit niet meer verantwoord gedaan worden, dan zoveel mogelijk maatregelen uit stap 2 en tenslotte een eventuele restvraag met stap 3:

• Stap 1: Beperken van onnodig energieverbruik, bijvoorbeeld door goede warmte isolatie. • Stap 2: Voor de resterende behoefte zoveel mogelijk duurzame energiebronnen inzetten:

biomassa, wind, water, zon etc. • Stap 3: Efficiënt gebruikmaken van fossiele energiebronnen indien stap 2 niet volstaat.

Bijvoorbeeld door optimaal gebruik te maken van hoogrendement cv-ketels. Besparing is de eerste en meest noodzakelijke stap bij milieubescherming. Het tijdperk van een ongebreidelde toevoer van goedkope energie is verleden tijd: fossiele brandstoffen worden zeldzamer en dus duurder. CO2-compensatie Een extra stap na de Trias Energetica zou kunnen zijn om resterend fossiel energiegebruik te compenseren. Gemeenten die hun eigen organisatie of wagenpark op korte termijn klimaatneutraal willen hebben, kiezen vaak voor deze optie. De CO2-uitstoot kan elders gecompenseerd worden door bijvoorbeeld bosaanplant, het opkopen van CO2-emissierechten (ETS) of extra duurzame energiebronnen te realiseren. Dit laatste geeft veel meer zekerheid over blijvende CO2-compensatie, maar is duurder. Een hectare bos neemt afhankelijk van tal van factoren, ongeveer 10 ton CO2 per jaar op. Dit kost circa 1-5 euro per ton CO2 -compensatie per jaar. In Nederland is het al snel een factor 8 duurder dan in een ontwikkelingsland. De gemeente Den Haag compenseert haar CO2-emissie van de eigen organisatie door het geld dat zij voor bosaanplant nodig zou hebben, in een lokaal klimaatfonds te steken, waaruit partijen binnen de gemeente gebruik van maken. Zij krijgen dan korting op energiebesparende maatregelen of duurzame energiebronnen, als dit leidt tot maatregelen die anders niet waren genomen.

Page 13: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

13

Bestuursakkoorden Om de Rijksdoelen te behalen, heeft voormalige Minister van VROM in het najaar van 2007 bestuursakkoorden gesloten met de woningbouwcorporaties, het bedrijfsleven en de gemeenten. In het bestuursakkoord met de gemeenten (dat namens de gemeenten door de VNG is getekend), staat omschreven welke inspanningen worden geleverd door enerzijds het Rijk en anderzijds de gemeenten. Belangrijke punten uit dit bestuursakkoord zijn:

- Gemeenten nemen het voortouw binnen hun eigen gebouwen en voorzieningen: energielabeling in 2009, Taskforce Verlichting, 75% duurzaam inkopen in 2010 en 100% in 2015;

- Gemeenten stimuleren energiebesparing: voorlichtingscampagnes, prestatieafspraken met woningcorporaties en projectontwikkelaars, MJA-convenant (Meer Jaren Afspraken), energie heeft prioriteit bij periodieke controles bedrijven;

- Gemeenten stimuleren duurzame energiebronnen: verdubbeling windenergie, ruimte bieden in bestemmingsplannen, voortvarende vergunningverlening;

- Het Rijk zal ondermeer zorgen voor: een subsidieregeling als ondersteuning voor gemeenten, een proefproject met extreem zuinige wagenparken.

Noordelijk Energieakkoord In oktober 2007 is het ‘Noordelijk Energieakkoord’ gesloten. De partijen daarbij waren de provincies Fryslân, Groningen, Drenthe en Noord-Holland samen met het ministerie van Economische zaken en dat van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Deze partijen hebben zich verbonden tot een gezamenlijke inzet op het gebied van energie. In maart 2008 hebben alle Drentse gemeenten ook het Energieakkoord ondertekend. Daarmee hebben ze duidelijk gemaakt dat ze achter de doelen van het akkoord staan. Klimaatverbond Borger-Odoorn is lid van het Klimaatverbond: een statement dat klimaatbeleid een hogere prioriteit moet krijgen. Het verbond is een dynamisch netwerk van 140 gemeenten, alle provincies en 1 waterschap, dat samenwerkt aan projecten, kennis uitwisselt en belangen behartigt om een effectief lokaal klimaatbeleid te verankeren. Klimaatbeleid is volgens het Klimaatverbond zowel het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen als het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering, alsook mondiale samenwerking. Doel is het bevorderen van een gezond milieu door ondermeer reductie van energieverbruik, het opwekken van duurzame energie (zonne-energie, windenergie), het reduceren van de CO2-uitstoot, hulp aan inheemse volkeren door projecten te ondersteunen, het vermijden van het gebruik van niet duurzaam geproduceerd tropisch hardhout, het uitwisselen van informatie tussen de leden en het stimuleren van milieuaandacht onder bevolking en bedrijfsleven. Lidmaatschap schept formeel geen verplichtingen, maar veel leden van het Klimaatverbond - waaronder ook Borger-Odoorn - doen mee aan activiteiten die mede door het Klimaatverbond worden gesteund, zoals de warme truiendag. 2.7.2 Provinciaal beleid Het provinciaal beleid is opgenomen in de Omgevingsvisie Drenthe. Naast de Omgevingsvisie Drenthe is de provincie Drenthe bezig met het opstellen van een Structuurvisie ondergrond Daarnaast heeft de provincie Drenthe hoge ambities op het gebied van klimaat- en energiebeleid. Dit is vertaald in het ‘Programma Klimaat en Energie’. Hierin zijn de ambities van de provincie Drenthe beschreven en wordt een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling naar een klimaatbestendig Drenthe.

Page 14: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

14

Omgevingsvisie Drenthe (provincie) Provinciale staten van Drenthe hebben op 2 juni 2010 de ‘Omgevingsvisie Drenthe’ vastgesteld. De Omgevingsvisie is hét strategische kader voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020. De visie formuleert de belangen, ambities, rollen, verantwoordelijkheden en sturing van de provincie in het ruimtelijke domein. De Omgevingsvisie Drenthe vervangt het tweede Provinciaal omgevingsplan (POPII) en is een integratie van vier wettelijk voorgeschreven planvormen: • de provinciale structuurvisie op grond van de Wet ruimtelijke ordening; • het provinciaal milieubeleidsplan op grond van de Wet milieubeheer; • het regionaal waterplan op grond van de waterwetgeving; • het provinciaal verkeers- en vervoersplan op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer. De Omgevingsvisie kent een duidelijke relatie met bestaande programma’s en plannen. Dat geldt op landsdelig niveau (bijvoorbeeld de Gebiedsagenda Noord-Nederland), op regionaal niveau (bijvoorbeeld Regiovisie Groningen-Assen), op provinciaal niveau (bijvoorbeeld provinciaal Meerjarenprogramma) en uitwerkingen van het collegeprogramma van gedeputeerde staten (bijvoorbeeld programma Klimaat en Energie). Deze programma’s en plannen zijn medebepalend geweest bij het tot stand komen van de Omgevingsvisie en worden benut bij de uitvoering ervan. Bestaande bestuurlijke afspraken zijn gerespecteerd. Structuurvisie Ondergrond (provincie) De ‘Structuurvisie Ondergrond’ is een uitwerking van de Omgevingsvisie Drenthe. In de Structuurvisie wordt vastgelegd hoe de provincie Drenthe de ruimtelijke ontwikkeling voor de ondergrond van Drenthe richting willen geven. In de Structuurvisie Ondergrond staan voorstellen voor het gewenste gebruik van gasvelden, zoutkoepels en waterlagen in de ondergrond. Het gaat om diverse vormen van winning en opslag. Dat laatste kan tijdelijk of voor altijd zijn. Het heeft vooral betrekking op gebruik van de ondergrond voor energie. Het betreft beleid voor de volgende nu al bekende functies: - warmte- en koude opslag - winning van aardolie en aardgas - gebruik van diepe waterlagen voor winning van geothermische energie - gebruik van diepe waterlagen voor het opslaan van CO2 - gebruik van zoutkoepels voor winning van zout - gebruik van zoutkoepels voor energieopslag in cavernes - gebruik van zoutkoepels voor opslag van afval, gevaarlijk afval en radioactief afval - strategische aardgasopslag in aardgasvelden - biogasopslag in aardgasvelden - injectie van formatiewater in aardgasvelden - opslag van CO2 in aardgasvelden Maar er zijn in de toekomst misschien ook andere gebruiksfuncties aan de orde. Programma Klimaat en Energie Provincie Drenthe heeft via haar programma Klimaat en Energie 2008-2011 de kabinetsdoelstellingen vertaald naar provinciale doelstellingen. Met het Programma Klimaat en Energie maakt de provincie Drenthe zich sterk voor het ontwikkelen van kennis, innovatie en beleid op het gebied van klimaatverandering en energie.

Page 15: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

15

Het Collegeprogramma 2011-2015 van de provincie Drenthe verbindt de robuuste onderdelen van het lopende programma Klimaat en Energie aan het Noordelijk energieakkoord. In dit akkoord staat de overgang naar een duurzame energiehuishouding centraal.

Ten behoeve van de uitvoering van het provinciale programma Klimaat en Energie wordt ieder jaar een actieplan opgesteld. In het actieplan wordt weergegeven welke inspanningen jaarlijks worden verricht om de programmadoelstellingen te realiseren. Gedeputeerde Staten hebben het Actieplan Klimaat en Energie 2010 vastgesteld. De provincie heeft gekozen voor een uitvoeringsprogramma. Dat heeft alles te maken met de aard van het klimaatvraagstuk. De provincie kan dat vraagstuk niet alleen oplossen. Veel zal daarom afhangen van de andere partijen, zoals rijk, gemeenten, waterschappen, marktpartijen en natuurlijk burgers. Voor het uitvoeren van het programma is dus samenwerking en sterk partnerschap met gemeenten noodzakelijk. Daarbij komt dat ook de gemeenten het Energieakkoord Noord-Nederland hebben ondertekend. Hierdoor hebben provincie en gemeenten zichzelf een harde gemeenschappelijke taakstelling van CO2-emissiereductie en duurzame energieproductie opgelegd. Klimaatcontracten Om de provinciale doelstellingen te kunnen realiseren is samenwerking met de Drentse gemeenten noodzakelijk. Deze samenwerking is geconcretiseerd door het opstellen van een klimaatcontract per gemeente, zo ook voor Borger-Odoorn. In de vorm van een klimaatcontract hebben beide partijen concrete afspraken gemaakt voor 2010 en 2011 om de samenwerking te versterken, maatregelen effectiever maken en de slagkracht van het programma vergroten. In het klimaatcontract is opgenomen:

1. activiteiten die de gemeente Borger-Odoorn gaat ondernemen in de periode 2010-2011

2. gemeentelijke en provinciale financiële bijdrage

3. inspanningsverplichting om gelden van derden te genereren

4. ondersteuning vanuit de provincie (kennis en regie)

5. CO2-emissiereductie te bewerkstelligen

Page 16: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

16

Hoofdstuk 3 Thema’s In bijlage 1 is een schematisch overzicht weergegeven van de verschillende thema’s die onder duurzame ontwikkeling vallen. In dit hoofdstuk wordt per thema aangegeven wat reeds is vastgelegd in diverse beleidsstukken. In bijlage 2 is een overzicht weergegeven welke beleidsstukken de basis zijn voor deze nota. 3.1 Duurzame mobiliteit De inrichting van verkeersstromen en openbare ruimte hebben grote invloed op de leefkwaliteit binnen de gemeente. Daarnaast heeft de kwaliteit van de leefomgeving ook grote invloed op de sociale structuur en draagkracht van burgers en bedrijven. De mobiliteit is nog steeds groeiende en economische ontwikkelingen vragen goed gemeentelijk beleid ten aanzien van infrastructurele voorzieningen, openbaar vervoer, bereikbaarheid en (verkeer) veiligheid. Het in 2000 vastgestelde Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) vormt de basis voor het te voeren verkeer- en vervoerbeleid. In het GVVP staat centraal het verbeteren/vergroten van de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid met eigen (auto, fiets) en openbaar vervoer. De uitgangspunten van de visie Duurzaam Veilig spelen een centrale rol in het plan. Dit beleid is gericht op vier pijlers, namelijk: 1. Veiliger maken van de infrastructuur; 2. Verkeersveiligheid inbrengen in de ruimtelijke ordening; 3. Mobiliteitsbeleid: stimuleren fietsgebruik en gebruik openbaar vervoer; 4. Gedragsbeïnvloeding. In het kader van Duurzaam Veilig heeft de gemeente Borger-Odoorn de afgelopen jaren vele maatregelen genomen. Het herinrichten van gevaarlijke wegvakken en kruisingen heeft zich de afgelopen jaren vooral gericht op het veiliger maken van kruisingen door de aanleg van rotondes, maatregelen om de snelheid te verlagen en aanleg van fietsvoorzieningen. Een deel van de woongebieden in de gemeente is reeds ingericht als 30 km gebied en wordt autoluwheid in de kern gestimuleerd. Waar mogelijk wordt gebruik van openbaar vervoer en de fiets gestimuleerd. Het invoeren van Duurzaam Veilig is een lang proces en is continu in ontwikkeling. Steeds weer komen er nieuwe bevindingen in de jaren na de invoering van Duurzaam Veilig maatregelen. Tevens wordt de uitvoering van het Duurzaam Veilig beleid steeds meer gedecentraliseerd. Daarnaast is een verdieping van de veiligheidsgedachte ontstaan in de vorm van Shared Space. Een manier om de weg in te richten volgens de menselijke maat en rekeninghoudend met de omgeving van de weg. De huidige inrichting van wegen met drempels, chicanes en dergelijke heeft een acceptatiegrens bereikt bij bewoners en weggebruikers. Hier komt de nadruk te liggen op een andere inrichting voor verblijven en op de beïnvloeding van het mobiliteits- en rijgedrag. De Duurzaam Veilig aanpak heeft ten doel om bewoners zelf en gezamenlijk verantwoordelijk te maken voor de gevolgen van de eigen gedragskeuzes. Het Shared Space concept komt hieraan deels tegemoet. Hiermee ligt een zwaarder accent op de inrichting van de openbare ruimte. Het opraken van de fossiele brandstoffen en de landelijke aandacht voor duurzame mobiliteit en alternatieve brandstoffen biedt een duidelijke kans om de kwaliteiten ‘rust en ruimte’ in Borger-Odoorn voor de toekomst veilig te stellen. Hierdoor wordt de gemeente aantrekkelijk voor recreanten en inwoners.

Page 17: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

17

3.2 Duurzaam ondernemen 3.2.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen De aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (hierna MVO genoemd) ligt in het verlengde van die voor duurzaamheid of duurzame ontwikkeling. MVO betekent dat naast het streven naar winst (profit) ook rekening wordt gehouden met het effect van economische activiteiten op het milieu (planet) en dat er ook oog is voor menselijke aspecten binnen en buiten het bedrijf (people). Het gaat er om een balans te vinden tussen people, planet en profit. Bij MVO spelen alle kernprocessen van het bedrijf een rol, van inkoop en productie tot personeelsbeleid en marketing. Voor bedrijven is het winstgevend te investeren in MVO. Het levert vele voordelen op zoals imagoverbetering, innovatiemogelijkheden en besparingen. De gemeente Borger-Odoorn staat positief tegenover bedrijven die, behalve naar hun economisch rendement, ook bewust letten op de mate van profijt voor mens en milieu. Belangrijk aspect is dat MVO veel aanknopingspunten biedt voor samenwerking. Een betere samenwerking en afstemming tussen bedrijven leidt in de meeste gevallen ook tot winstmaximalisatie. De gemeente wil het nastreven van duurzaamheid bevorderen en hierin faciliterend/bemiddelend en stimulerend optreden. Dit onder andere door inzicht te geven in subsidiemogelijkheden voor duurzame maatregelen en het openstellen van een loketfunctie voor bedrijven. 3.2.2 Cradle to Cradle De Cradle-to-Cradle (“C2C” – van de wieg tot de wieg) filosofie bouwt voort op de Brundtland definitie van duurzaamheid. Zij wil voorzien in onze eigen noden, maar ook de toekomstige generaties van meer mogelijkheden voorzien. Het motto daarbij is: probeer goed te zijn in plaats van minder slecht! Dus grote milieustappen, in plaats van iets meer efficiëntie. De kern van Cradle to Cradle ligt in het concept: afval is voedsel. Alle gebruikte materialen zouden na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Hierbij zou geen kwaliteitsverlies mogen zijn en alle restproducten moeten hergebruikt kunnen worden of milieuneutraal zijn. De drie basisregels van Cradle to Cradle zijn:

1. Afval = voedsel; 2. Zon is de energiebron; 3. Respect voor (bio)diversiteit.

Cradle to Cradle is uitgebracht in een boek van William McDonough en Michael Braungart 'Cradle-to-Cradle: Remaking the Way We Make Things'. 3.2.3 Economische ontwikkeling De gemeente Borger-Odoorn heeft meerder bedrijventerreinen. De gemeente wil samen met ondernemers een brug slaan naar de toekomst door het verhogen van het kwaliteitsniveau en de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen en het versterken van de onderlinge samenwerking tussen ondernemers. Duurzaamheid is hierbij een centraal uitgangspunt. Duurzaamheidsaspecten kunnen tot uitdrukking komen op kavel en gebouwniveau (producten) en openbare ruimte (o.a. groenvoorziening en verlichting).

Page 18: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

18

Op het platteland van Borger-Odoorn vindt een groot aantal economische activiteiten plaats. Naast toerisme en natuurbeheer wordt er met name in de landbouw gewerkt. In de landbouw vindt naast het doorontwikkelen van bedrijven en (beperkte) schaalvergroting ook verbreding plaats naar functies als landschapsonderhoud, natuurbeheer, recreatie en zorg. Ook in de agrarische sector wordt gewerkt aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid. Het verbeteren van de verkaveling, waterverbetering en bereikbaarheid, zoals wordt gerealiseerd in de landinrichting Odoorn, is een aspect dat hiermee samenhangt. Als gemeente zijn we hierbij nauw betrokken. Ook projecten op het gebied van multifunctionele landbouw bieden kansen om duurzaam in dit gebied functies te combineren op het platteland. De gemeente wil hierbij de agrarische ondernemers faciliteren. Daarnaast is er binnen de gemeente aandacht voor streekeigenheid en het ontwikkelen van streekproducten. Borger-Odoorn zal primair de reeds bestaande duurzame particuliere initiatieven onderzoeken en in kaart brengen. Daarna kan worden gekeken naar de ondersteuningsbehoefte van deze initiatieven én de mogelijkheden van deze initiatieven om van elkaar te leren. Borger-Odoorn kan hierbij niet alleen aansluiten, maar ook faciliteren. 3.2.4 Recreatie en toerisme Toerisme en recreatie is een belangrijke pijler onder de lokale economie van Borger-Odoorn en heeft een groeipotentie. Het is dan ook de ambitie om het toeristisch-recreatief product in de gemeente Borger-Odoorn verder te ontwikkelen. Hierbij gaat het enerzijds om te voorzien in de recreatiebehoeften van de eigen inwoners, anderzijds ook van de toeristen die naar onze gemeente komen. Bij deze ambitie staan we een duurzame ontwikkeling voor. 3.2.5 Vergunningverlening en handhaving De gemeente heeft een belangrijke adviserende rol naar bedrijven vooral ook bij het afgeven van vergunningen en bij handhaving. In het (voor)overleg met de aanvrager van de vergunning kunnen duurzaamheidsaspecten aan de orde worden gesteld. De belangrijkste vergunning met effecten voor duurzaamheid is de omgevingsvergunning. De vergunningverlener moet beoordelen of de gevraagde activiteit past binnen de wettelijk toegestane mogelijkheden. Een vraag die in de beoordeling bijvoorbeeld nog niet aan de orde komt is of de vergunde activiteiten ook op een andere, maar duurzame wijze, kunnen worden uitgevoerd. Hier kan dus nog aanvulling van de procedure plaatsvinden. Maar vooral ook belangrijk is het signaleren van kansen op het gebied van duurzaamheid en het stimuleren van bedrijven die voorlopen met innovatieve ideeën. Van belang is bij nieuwe bestemmingsplannen of bij actualisatie van bestemmingsplannen te onderzoeken in hoeverre uitdagende condities kunnen worden gecreëerd die duurzame bedrijvigheid uitlokken

Page 19: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

19

3.3 Duurzaam bouwen 3.3.1 Duurzaam bouwen gemeente Borger-Odoorn Duurzaam bouwen en verbeteren is in de gemeente Borger-Odoorn al jaren speerpunt van gemeentelijk beleid en is ook in Drenthe gemeengoed geworden in discussies over ruimtelijke plannen en bouwprojecten. De Provincie en gemeenten hebben duurzaam bouwen opgenomen in hun plannen voor ruimtelijke ordening. Er is een infrastructuur ontstaan van bestuurders, opdrachtgevers en bouwers, die duurzaam bouwen uitdragen en kennis hebben om projecten van de grond te tillen. Er zijn nieuwe materialen en technieken ontwikkeld, waarmee de doelstellingen om duurzaam, gezond en comfortabel te bouwen kunnen worden waargemaakt. Er zijn spraakmakende voorbeeldprojecten gerealiseerd. Tegelijkertijd kan worden geconstateerd dat er nog veel werk is te verzetten. Vooruit kijken is nodig! In bijlage 3 is een overzicht weergegeven van reeds gerealiseerde projecten. 3.3.2 Duurzaam Bouwen Nieuwe Stijl Zoals gezegd duurzaam bouwen en verbeteren is in de gemeente Borger-Odoorn al jaren speerpunt van gemeentelijk beleid. Zo wordt de projectmatige bouw alleen gegund aan die ondernemer /ontwikkelaar die bereid is vergaande duurzame maatregelen op te nemen in zijn plannen. Deze maatregelen beperken zich niet slechts tot duurzaam bouwen in de zin van energiebesparende c.q. woonlastenverlagende maatregelen maar ook met de toepassing van zoveel mogelijk duurzaam geproduceerde materialen. Ook aan de aspecten duurzaam veilig, politiekeurmerk, duurzaam bruikbaar, levensloopbestendig, zongerichte verkaveling en afkoppeling verhard oppervlak wordt uitvoerig aandacht besteed en in de plannen verwerkt. Daarnaast draagt duurzame ruimtelijke planvorming tevens bij aan het behoud en de ontwikkeling van waardevol natuur- en cultuurlandschap en biodiversiteit en creëert een leefbare woon- en werkomgeving met waardevol groen en blauw en een lage milieubelasting. De stedenbouwkundige kwaliteit is eveneens een punt van bijzondere aandacht. Zowel in herstructureringsgebieden als in de nieuwe uitleg worden (beeld)kwaliteitsplannen opgesteld. Aan de inpassing in de bestaande omgeving wordt nadrukkelijk aandacht besteed. Duurzaam bouwen is opgenomen in het bestuursprogramma. In bijlage 3 is weergegeven wat Duurzaam Bouwen Nieuwe Stijl inhoudt.

Page 20: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

20

3.3.3 Woonplan De komende jaren zal de woonlastencomponent stijgen doordat ook energiekosten toenemen. Hier wil de gemeente voortvarend op in spelen, zowel in de bestaande huur- en koopwoningvoorraad als in de nieuwbouw. Tevens draagt de gemeente hiermee bij aan klimaatdoelstellingen en het beperken van de CO2-uitstoot.

- De stijging van de woonlasten van de huurder wordt meer veroorzaakt door de stijging van de energieprijzen dan door de stijging van de huurlasten. Een goede isolatie van bestaande huurwoningen is van belang om de stijging van de woonlasten binnen de perken te houden. De gemeente heeft dan ook in de prestatieafspraken met de corporaties vastgelegd dat de corporaties zich ervoor inzetten om het bestaande woningbezit te verbeteren tot energielabel C. Dit, voor zover de woningen in exploitatie blijven.

- Ook in de koopsector wil de gemeente het aanbrengen van duurzame maatregelen die de energiezuinigheid van de woning vergroten, stimuleren. De gemeente werkt dit uit in haar duurzaamheidsbeleid.

- Sinds 2006 beschikt de gemeente over de regeling “Duurzaam Goedkoper”, een regeling waarbij de gemeente subsidie verstrekt als de nieuwbouwwoning over een lagere EPC beschikt (dus energiezuiniger) dan in het Bouwbesluit wordt geëist. De Regeling “Duurzaam Goedkoper” zal ook in de komende jaren worden voortgezet.

3.4 Duurzaam beheer en openbare ruimte 3.4.1 Duurzaam groenbeheer De beleving van de natuur is een belangrijk aspect in het beleid. Mensen moeten kunnen wandelen in de natuur en moeten de natuur kunnen proeven en ruiken. In natuurbeleid en groenbeleid profiteert niet alleen de aarde ‘planet’ van duurzame activiteiten, ook de gebruikers ‘people’ profiteren daarvan. Zo zullen burgers langer in een groene en veilige wijk willen blijven wonen. Dit maakt de wijk, de wijkvoorzieningen en de huizen per definitie al duurzamer. De groenbeleidsvisie 'Onze Groene Ruimte' legt de hoofddoelstellingen van het groenbeleid vast en benoemt de beleidsthema's groen. Uitwerking van deze beleidsthema's vindt plaats in de nota 'Groen moet je doen'. Het onderhoud van de groene openbare ruimtes gebeurt in principe op duurzame en ecologische grondslag, om de esthetische, ruimtelijke, educatieve, ecologische, milieuregulerende en recreatieve functies te waarborgen. Borger-Odoorn heeft geen bomenbeleidsplan vastgesteld, maar voorafgaand aan de opstelling van de groenbeleidsvisie heeft wel een inventarisatie van het groen en het bomenbestand plaatsgevonden. Groenstroken en ecologische verbindingszones zijn belangrijk om een zogenaamde groene gang, corridor, te creëren naar bepaalde natuurgebieden. Het zijn ontsnappingsgebiedjes waar dieren zich korte tijd, veilig kunnen ophouden. In de ontwikkelingen wordt rekening gehouden met deze wenselijke of mogelijke gebieden.

Page 21: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

21

De gemeente voert jaarlijks bermonderhoud en plantsoenenonderhoud uit. Het betreft hier vaak maai-, zaai-, plant- en snoeiwerkzaamheden. Dit bermonderhoud gebeurt nu reeds op een ecologische grondslag. Hierin is opgenomen:

• Maaien en afvoeren. • Maaitijd en daarmee zorg voor behoud van zaden. • Begrazing door vee.

Voor het in stand houden en verhogen van de biodiversiteit is het belangrijk dat het broed- en bloeiseizoen wordt afgemaakt voordat ernstig verstoringen, door bijvoorbeeld maaiwerkzaamheden, plaatsvinden. Dit mag uiteraard nooit ten koste gaan van de openbare- en verkeersveiligheid. Sinds januari 2011 is de gemeente Borger-Odoorn toegetreden tot de “Coalitie Biodiversiteit”. De leden van de coalitie zetten zich in om biodiversiteit onder de aandacht van een breed publiek te brengen. Burgers, overheden, organisaties en bedrijven worden aangespoord en ondersteund om meer samen te werken voor het behoud en het duurzame gebruik van onze steeds schaarser wordende natuurlijke hulpbronnen, waarvan biodiversiteit een essentieel onderdeel vormt. Voor het bestrijden van onkruid op verharding is, in gebieden waar hemelwaterafvoeren zijn afgekoppeld van het vuilwaterriool, het beleid om in plaats van gif te gebruiken, gebruik te maken van milieuvriendelijke manieren zoals het gebruik van heet water en borstelen. 3.4.2 Ruimte en Ruimtelijke Ontwikkeling Een duurzaam landschap is een gebied waar mensen graag in wonen, werken en recreëren zonder dat dit een zware belasting voor de omgeving vormt. Het beheer en de ontwikkeling van de ruimte moet hier nadrukkelijk op ingaan. De reikwijdte hiervan voor Borger-Odoorn beperkt zich voornamelijk tot het opstellen bestemmingsplannen, het vormgeven van nieuwe ontwikkelingsgebieden (groot en klein) en het maken van plannen over de bereikbaarheid en de beeldkwaliteit. De gemeente beheert voor een deel het gebied met deze ruimtelijke plannen. Een gebied is duurzaam als mensen er ook graag en lang in blijven wonen. Hierbij dient de woonkwaliteit hoog te zijn en te blijven. In de ontwikkelingen van het landschap en in de stedenbouwkundige ontwikkelingen speelt dit brede spectrum van duurzaamheid een rol. Voor onder andere het buitenstedelijk gebied heeft Borger-Odoorn reeds de Structuurvisie geschreven waar aandacht wordt gevraagd voor duurzame ontwikkeling. Bestemmingsplannen Bestemmingsplannen geven de juridische kaders voor de ruimtelijke ordening en zijn bindend voor iedereen. Een bestemmingsplan zegt iets over het gebruik van de grond en de opstallen en het bepaalt de bouwmogelijkheden.

Page 22: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

22

Op het thema duurzaamheid geeft het bestemmingsplan de mogelijkheid om: • bepaalde activiteiten te weren; • te zorgen voor een goede balans in: natuurwaarden, waterbeheer, bodem- en

luchtkwaliteit door: - voorschriften op te nemen voor parkeergelegenheid; - voorschriften op te nemen die zorgen voor voldoende waterinfiltratie in het

gebied; - voorschriften op te nemen die zorgen voor behoud van groen,

biodiversiteitverhogende aspecten* en natuurontwikkeling; - voorschriften op te nemen die het bebouwde oppervlakte compact houden; - voorschriften op te nemen die bepaalde bodem- en of luchtverontreinigende

activiteiten weren; • kaders te geven voor mobiliteitsvraagstukken (waar komen wegen, ontsluitingen,

fietspaden etc.); • voorschriften of mogelijkheden op te nemen om duurzame energie installaties te

ontwikkelen. * In de nog op te stellen Bestemmingsplan buitengebied zal onder andere aandacht geschonken worden aan biodiversiteitverhogende aspecten. 3.5 Duurzame leefomgeving 3.5.1 Cultuur en Maatschappij Een duurzame opbouw van de maatschappij is nauwelijks door een gemeente te beïnvloeden. Hiervoor is de maatschappelijke opbouw te complex en van te veel factoren afhankelijk. Wat wel te beïnvloeden is, is enerzijds de kennis over armoede, de cultuur en de maatschappij. Anderzijds kan de gemeente actief werken aan het creëren van scholingsmogelijkheden en ontmoetingsplaatsen en mogelijkheden. Anders: we maken wijken waar we elkaar, gepland en ongepland, ontmoeten en waar we ons langere tijd kunnen ontwikkelen. Met name is de aandacht voor de jongeren hierin belangrijk. Het werkveld geeft nadrukkelijk aan dat moet worden geïnvesteerd in de brede educatie, de betrokkenheid van ouders in de kind-school relatie en de inzet om kansarmen op weg te helpen. Onder de sociale dimensie van duurzaamheid verstaan we het scheppen van voldoende voorwaarden en het leggen van verbindingen tussen (groepen van) burgers om te bevorderen dat iedereen op zijn of haar manier volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. De meeste burgers kunnen dat op eigen kracht en zijn zelfredzaam. Kwetsbare groepen kunnen dat vaak niet en hebben de solidariteit en hulp nodig van de samenleving. Want ook zij hebben recht op een volwaardig bestaan. Het beleid is er op gericht om bruggen te bouwen en sociale cohesie te bevorderen. Een sterke sociale structuur is een belangrijke voorwaarde om op harmonieuze wijze samen te leven. Een sterke sociale structuur kan voorkomen dat een tweedeling ontstaat tussen zwak en sterk, tussen arm en rijk, en tussen oud en jong

Page 23: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

23

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Met de komst van de Wmo hebben gemeenten de plicht om kwetsbare burgers te compenseren, voor eventuele beperkingen. De Wmo dient binnen deze grenzen zo goed mogelijk en zo ruimhartig mogelijk toegepast te worden. Bij dit alles is het van belang, dat het algemene niveau van zorgvoorzieningen in Borger-Odoorn gehandhaafd en waar mogelijk versterkt wordt. Een uitwerking van deze maatschappelijke pijler van duurzaamheid wordt verder gestalte gegeven in de beleidsplan Wmo 2008-2012. Hierin staan prestatievelden genoemd. Eind 2011 zal naar verwachting deze nota geactualiseerd worden, hierin zal ook sociale duurzaamheid worden opgenomen. Cultuur De cultuur is belangrijk in een samenleving. Het behoud van cultuurerfgoed en cultuurwaarden blijft dus belangrijk. In de Toekomstvisie 2018 en de cultuurnota is beschreven dat Borger-Odoorn de bestaande monumenten en oorspronkelijke landschapselementen en vormen zo veel mogelijk zal behouden of regenereren. Behoud en versterking van cultuurerfgoed zal de kernkwaliteiten van een landschap versterken. Door versterking van de kwaliteiten wordt een impuls gegeven aan het landschap. Samenleving Leefbaarheid wordt voor een groot gedeelte bepaald door zaken als onderling contact, veiligheid en het kunnen rondkomen. Leefbaarheidsvraagstukken dienen dan ook vanuit de burgerkant benaderd te worden. Weten welke behoeften er zijn en wat de mensen bezighoudt. Als overheidsorgaan zal de gemeente dus veelal moeten voorzien in en faciliteren bij: buurtcontact, activiteiten in de wijken, vertrouwen scheppen door positieve communicatie, positieve acties brengen en vooral laten zien tevreden te zijn met de burgers. Internationale samenwerking en ontwikkelingssamenwerking Internationale samenwerking gebeurt met het oog op wederkerigheid en op basis van gelijkheid. Zij leren van ons, wij leren van hen. Zoals de term ontwikkelingssamenwerking al aangeeft, is samenwerking cruciaal. Om te voorkomen dat arme landen afhankelijk blijven van rijke landen staan ervaringen, vaardigheden en kennis van mensen in de ontwikkelingslanden centraal. In 2000 zijn mondiaal acht doelstellingen geformuleerd die voor 2015 bereikt moeten zijn. Dit zijn de zogenaamde millenniumdoelen (zie hoofdstuk 2 en begrippenlijst). Deze millenniumdoelen vormen wereldwijd de leidraad voor ontwikkelingssamenwerking. Borger-Odoorn zal binnen haar mogelijkheden actief meewerken aan het behalen van deze millenniumdoelstellingen. De gemeente Borger-Odoorn maakt deel uit van de regio zuidoost Drenthe. De gemeente maakt echter ook deel uit van de Europese gemeenschap. Het is van groot belang dat alle inwoners van de gemeente, maar vooral ook het gemeentebestuur en de ondernemers zich dit realiseren, omdat over ongeveer 10 jaar bijna alle subsidies voor nieuw te ontwikkelen beleid vanuit “Brussel” zullen worden toebedeeld. De Europese gelden worden steeds nadrukkelijker gekoppeld aan activiteiten en projecten die in Europees verband van belang zijn en waar Europese partners (in dit geval lokale overheden binnen de Europese Gemeenschap) hun voordeel mee kunnen doen.

Page 24: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

24

De gemeente Borger-Odoorn wil op het gebied van samenwerking met andere lokale overheden in Europa een rol vervullen. De gemeente beschikt op een aantal terreinen over kennis en ervaring die van belang kan zijn voor andere gemeenten in Europa:

• op het gebied van specifieke waterbeheersing - de gemeente heeft geparticipeerd in het project “No Regret” en zal bij de uitwerking van dit plan deelnemen in het project “Ruimte voor water” met de pilot “Wijken voor water” in Nieuw-Buinen;

• op het gebied van de oudste historie van het gebied; gebundeld in wetenschappelijke kennis en de vertaling hiervan naar toeristisch- recreatieve functies;

• integrale benadering van probleemwijken, waarbij inwoners zowel op wijkniveau als persoonsniveau worden ondersteund;

• demografische ontwikkelingen en de gevolgen daarvan op tal van beleidsterreinen, bijvoorbeeld “Healthy Aging”.

3.5.2 Milieu Milieuthema’s zoals geluid en giftige stoffen vallen buiten deze kadernota. Deze vallen onder het Milieubeleidsplan 2011-2014. Wel zijn er raakvlakken tussen milieubeleid en ander (duurzaam)beleid:

• problematiek van fijn stof (luchtkwaliteit) en goed binnenklimaat (scholen); • negatieve consequenties van het autogebruik voor het milieu (o.a. geluidsoverlast); • verkeersveiligheid; • behouden en versterken van de groenstructuur; • waterbeleid (wateroverlast, droogte, waterkwaliteit, gevolgen van klimaatverandering); • rioleringsbeleid (chemische onkruidbestrijding op verhardingen).

Water, bodem en lucht en licht De specifieke milieuthema’s water, bodem en lucht en afval worden hier met name kwalitatief beschreven. Lucht en water hebben een grensoverschrijdend karakter; luchtverontreinigingen en waterverontreinigingen stoppen namelijk niet bij een geografische grens. In de Europese Unie worden daarom ook de volgende doelen gesteld:

- Het opzetten van sterke samenwerkingsverbanden tussen publieke en private sector en Stakeholders;

- Uitwisselen van kennis en technologie; - Bewustwording creëren;

- Versterken van samenwerking in het kader van grensoverschrijdende problematiek. De gemeente Borger-Odoorn kan op haar eigen manier een bijdrage leveren aan het verbeteren van de water-, bodem- en luchtkwaliteit en de Europese doelstellingen.

Page 25: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

25

3.5.2.1 Water Borger-Odoorn heeft in december 2004 het Waterplan Borger-Odoorn vastgesteld. Hierin is opgenomen wat duurzaamheid betekent voor oppervlakte-, grond-, afval-, en hemelwater. Bovendien staat erin beschreven hoe met water in de gemeente om te gaan. De waterkwaliteit is niet alleen belangrijk voor de gezondheid (drinkwater, besproeien van groentetuinen of het vervaardigen van voedsel), maar ook van cruciaal belang voor het behoud en bevorderen van de natuurwaarden en de natuurbeleving. In Borger-Odoorn speelt water een belangrijke rol: het Hunzedal is hier van groot belang. Water is te onderscheiden in diverse stromen zoals hemelwater en oppervlaktewater. Kwaliteit Borger-Odoorn zal conform het waterplan de kwaliteit van de diverse waterstromen verbeteren, door het voorkomen van deposities, uitloging, emissies en vermenging. Hoeveelheid De hoeveelheid benodigd water moet indien mogelijk worden beperkt. Voor proceswater (water dat burgers en bedrijven gebruiken, niet zijnde drinkwater) kan hemelwater of grijs water (water afkomstig van douche, bad, wasmachine) gebruikt worden. Het stimuleren en verwerken van alternatieve afvalwateraansluitingen wordt dan ook in bestemmingsplannen en bouwplannen verwerkt. Beleving Water moet je kunnen beleven. In nieuwbouwprojecten maar ook in herstructurering dient water als ‘beleefbaar’ element in het landschap opgenomen te worden. Dit kan onder andere door wadi’s aan te leggen of door sloten en lopen naar de woningen toe te trekken. Stand-still In de vierde nota waterhuishouding is het stand-still beginsel beschreven. In bestemmingsplannen betekent dit concreet dat:

- het verharde oppervlakte tot een minimum beperkt wordt; - het regenwater kan infiltreren in het eigen gebied;

- de infiltratie van water in de bodem wordt bevorderd; - de afvoer van hemelwater wordt vertraagd;

- overtollig water wordt opgeslagen in retentiebekkens.

3.5.2.2 Bodem De bodem heeft een minder grensoverschrijdend karakter dan water en lucht vanwege de relatieve immobiliteit van verontreinigingen. Echter door grondwater en bodemverplaatsing bestaat dit risico wel. Voor wat betreft de kwaliteit en de mogelijkheden om bodem te verplaatsen is inzicht nodig. Borger-Odoorn heeft voor het eigen grondgebied een bodemkwaliteitskaart en een bodembeheersplan vastgesteld. Met name in de kernen is dit belangrijk omdat de dynamiek (bouwen, verbouwen, herstructurering) binnen de kernen groot is. Door het opzetten en telkens actualiseren van een bodemkwaliteitskaart wordt de bodemkwaliteit, gezôneerd, in beeld gebracht. Met hulp van het bodembeheersplan kan grond uit een bepaalde zône in principe naar andere zônes worden gebracht zonder aanvullend onderzoek. Dit sluit tevens verslechtering van de bodemkwaliteit uit.

Page 26: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

26

3.5.2.3 Lucht Luchtverontreiniging en fijnstof zijn steeds belangrijker geworden bij nieuwe ontwikkelingen. Of het nu bedrijven, complete bedrijventerreinen of woningbouwlocaties betreft, de luchtkwaliteit dient te worden getoetst. Het kabinet kiest in de strijd tegen luchtvervuiling voor vier 'sporen':

1. Maatregelen: Het kabinet stimuleert onder andere roetfilters en schoner openbaar vervoer;

2. Wetten en regels: Een wijziging in de Wet milieubeheer maakt het mogelijk een soepelere afweging te maken tussen ruimtelijke ontwikkelingen en luchtkwaliteit;

3. Internationaal: Nederland wil vooral strengere EU- normen voor de uitstoot van auto's, vrachtwagens en vaartuigen;

4. Uitvoering: Overheden werken samen aan het nemen van maatregelen en bedenken van oplossingen om overal de EU-grenswaarde voor luchtkwaliteit te halen.

Borger-Odoorn is niet verplicht om een actieplan luchtkwaliteit op te stellen. Uit onderzoek van de provincie Drenthe is gebleken dat de lucht in de gemeente Borger-Odoorn voldoet aan de normen. 3.5.2.4 Licht Lichthinder ontstaat door bijvoorbeeld een teveel aan lantaarnpalen of kassencomplexen die het natuurlijke donker hinderlijk verstoren door een gloed van licht. Natuur en milieuorganisaties zijn hierom projecten gestart onder de term: “laat het donker donker ”. Een van de (structurele) acties is “de nacht van de nacht”. Een meer fysieke en technologische oplossing is dimbare of uitschakelbare lantaarnpalen. In het binnenstedelijk gebied en op bedrijventerreinen is aandacht voor sociale veiligheid echter altijd een issue en mag donker nooit ten koste gaan van de veiligheid. Door de gemeente is een Openbaar Verlichtingsplan vastgesteld, waarin met het bovenstaande rekening wordt gehouden. Door het toepassen van energiezuinige lampen en duurzame materialen. Tevens zal terughoudend omgegaan worden met verdere uitbreidingen van de openbare verlichting in het buitengebied. Bij de doorgaande wegen wordt de verlichting in de nachtelijke uren elektronisch gedimd. 3.5.2.5 Afvalverwerking Afval wordt niet langer gezien als iets waar je zo snel mogelijk vanaf moet, maar wordt steeds meer gezien als een drager van energie waarmee je zorgvuldig moet omgaan. Vooral toekomstige preventie van afval geniet daarom de hoogste prioriteit. Werken met Diftar (differentiatie van de tarieven van afvalstoffenheffing) is weliswaar een goed begin, maar mogelijk niet toereikend om dit doel ter realiseren. Met gerichte communicatie naar bedrijven en burgers en gebruik van nieuwe technieken om afval om te zetten in energie wordt zoveel mogelijk getracht kringlopen te sluiten. Gescheiden inzameling van afvalstromen Naast de bekende gescheiden stromen voor grijs en groen, grof afval, glas, oud papier, textiel en klein chemisch afval wordt sinds 2010 ook kunststof verpakkingen apart ingezameld. Dit in verband met het realiseren van hergebruiksdoelstellingen uit het Besluit ‘Beheer verpakkingen papier en karton’. In de Notitie deelstromen afvalbeleid wordt de huidige inzameling van afval weergegeven.

Page 27: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

27

3.5.2.6 Duurzame energie Passief gebruik van zonnewarmte is gratis en mogelijk bij huizen die goed op de zon gericht staan of hiervoor speciaal zijn ingericht. Om de aanschaf van zonneboilers en zonnepanelen door particulieren te stimuleren kan men gebruik maken van de regeling Duurzaam Goedkoper. Zuiniger verlichting aanbrengen is een reële mogelijkheid. In bestaande bouw, maar ook langs openbare wegen. Door slimmer schakelen, dimmen van lichtniveau (uiteraard met behoud van sociale veiligheid), vermindering van het aantal verlichtingsuren en het aanbrengen van led-lampen zal een energiebesparing in de openbare verlichting worden gerealiseerd. Het gemeentelijk onderhoud (snoeiafval), het buitengebied (met name dunningshout uit bossen) en de milieustraat leveren potentieel voldoende biomassa om in te zetten als warmte en elektrabron. Het bedrijfsleven (veeteelt) kent ook potenties als het gaat om mestvergisting in combinatie met warmtelevering. Daarnaast levert de waterzuivering en het huishoudelijk GFT afval ook potentie om omgezet te worden in energie. De realisatie van deze opties is grotendeels afhankelijk van initiatiefnemers en de contractafspraken. 3.6 Duurzame bedrijfsvoering 3.6.1 Management eigen gebouwen De gemeente bezit diverse gebouwen, voorzieningen en installaties. Hier valt niet alleen het gemeentehuis onder, maar ook de pompgemaaltjes. Renovatie en onderhoud gaat dan ook verder dan alleen bouwkundige aspecten. Bij nieuwbouw, vervanging of onderhoud liggen er wel kansen om de gebouwen en installaties te verduurzamen. Materiaal- en energiegebruik (planet en profit), comfort (people) en gebruikersgemak (people) zijn hierbij de belangrijkste aspecten. Bij bouw- en ontwikkelingstrajecten wordt altijd gebouwd volgens het principe van de Trias Energetica (zie hoofdstuk 2). Borger-Odoorn bouwt niet veel nieuwe gemeentelijke gebouwen en installaties. Bij renovaties of (groot) onderhoud aan gemeentelijke gebouwen en installaties wordt altijd getracht om het gebouw of de installatie te verduurzamen. De gemeente bezit gebouwen die hoofdzakelijk onderdak bieden aan functies op het gebied van welzijn, sport en cultuur. De gemeente heeft een wettelijke taak ten aanzien van huisvesting voor het primair onderwijs. Over het algemeen kampen de gemeentelijke gebouwen met een onderhoudsachterstand. De oorzaak hiervan is dat er al jarenlang onvoldoende financiële middelen zijn om alle gebouwen te onderhouden. Om het gebouwenbeheer goed in kaart te brengen en hiervoor een strategie te bepalen is de Deelnota Gebouwen opgesteld, welke een onderdeel is van de Kadernota Vastgoedbeleid. Vastgoed is niets meer dan een verzamelnaam voor grond en alles wat daar op staat of in zit, zoals riolering en gebouwen. Meestal wordt de term vastgoed vanuit een commerciële invalshoek gebruikt, en dan worden er over het algemeen gebouwen mee bedoeld. Het vastgoedbeleid geldt voor gebouwen die duurzaam in het bezit van de gemeente zijn, dus gebouwen die we houden, verwerven of bouwen.

Page 28: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

28

Wij streven al jaren als gemeente duurzaam bouwen na. Dat houdt in dat de gebouwen met zo min mogelijk milieubelasting worden gebouwd of verbouwd. Een belangrijk aspect daarbij is dat de gebouwen energiezuinig zijn. Daardoor zijn de kosten soms in het begin wat hoger, maar per jaar lager. Efficiënt gebruik van accommodaties betekent lagere kosten voor de gebruikers. Een mogelijke oplossing is een multifunctionele accommodatie, maar dat is niet per definitie een goedkoper gebouw. Er zijn meestal extra investeringen nodig om een gebouw multifunctioneel te maken, bijvoorbeeld geluidwering. De kosten van het gebouw kunnen wel over meer gebruikers worden verdeeld. In het algemeen wordt de keuze voor een multifunctionele accommodatie echter op inhoudelijke gronden gemaakt. De gemeente is aansprakelijk voor de veiligheid van gebruikers van het vastgoed. Daarnaast willen we de zekerheid dat het vastgoed zijn waarde behoudt en dat onze investeringen in het vastgoed geen verlies opleveren. Vanaf 1 januari 2011 koopt Borger-Odoorn energie duurzaam in (100% groene energie en gas). Daarnaast wordt actief energiebeheer, conform de trias energetica, toegepast om een continue zorg en hiermee een continue besparing op de geplaatste systemen (verlichting, installaties etc.) te behalen. Schoonmaak Schoonmaak van gebouwen, terreinen, installaties en voertuigen gebeurt op een milieuvriendelijke manier. Dat wil zeggen zo mogelijk (voertuigen) op locaties waar het afvalwater in een separaat circuit kan worden gezuiverd of kan worden opgevangen. Het hemelwater wat op het dak van het gemeentehuis valt wordt opgevangen in de vijver achter het gemeentehuis, dit water wordt gebruikt voor het doorspoelen van de toiletten. Frisse scholen De scholen in Borger-Odoorn hebben een grote duurzame potentie. Op de meeste scholen is het energiegebruik namelijk veel te hoog. Dat is niet goed voor het schoolbudget en evenmin voor het broeikaseffect. De energielasten kunnen fors omlaag met isolerende maatregelen tijdens renovatie of nieuwbouw. Maar op kleine schaal kan ook veel worden bereikt met de aanschaf van zuiniger beeldschermen en spaarlampen. Ook het binnenklimaat in de klaslokalen wordt aangepakt, waar veelal sprake is van een veel te hoge CO2-concentratie. De meeste scholen hebben aangehaakt bij het ‘Frisse scholen’ project. Dit is een nationale campagne voor een schoon binnenklimaat dat op lokaal niveau wordt opgepakt. Vooral een kwestie van goed isoleren en ventileren. De gemeente streeft ernaar alle basisscholen energiezuinig en fris te maken. De schoolbesturen hebben hierbij echter ook een belangrijke verantwoordelijkheid. De jeugd draagt een duurzame toekomst in zich. Door meer samenwerking te zoeken met de onderwijswereld betrekt de gemeente kinderen - en indirect ook de ouders - bij duurzaamheid.

Page 29: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

29

3.6.2 Duurzame organisatie We moeten met andere ogen naar de ambtelijke processen kijken, willen we tot vernieuwende duurzame prestaties komen. Medewerkers van de gemeente dienen al bij aanvang van nieuwe projecten, kansen voor duurzaamheid in te schatten en mee te wegen. De duurzame factor moet worden versterkt door vroegtijdig ingrijpen in processen, zoals ruimtelijke en economische ontwikkeling en bij openbare werken. Vaak betekent dit ook een andere manier van werken, meer projectmatig werken en bijvoorbeeld meer dan voorheen het beheer betrekken bij het ontwerp zodat er al in een vroeg stadium rekening wordt gehouden met het toekomstig beheer. Die werkwijze vergt alert optreden van de gemeente in een nieuw soort procesbenadering. 3.6.3 Duurzaam inkopen De gemeente is, net als bedrijven en burgers, consument en schaft materialen en diensten aan. Bij al haar aankoopbeslissingen weegt de gemeente duurzaamheid mee en kiest er voor zo duurzaam mogelijk in te kopen. Op deze manier draagt de gemeente bij aan een duurzamere samenleving en geeft een goed voorbeeld. Daarnaast stimuleert de gemeente haar toeleveranciers en andere marktpartijen om duurzame alternatieven te ontwikkelen. Dit laatste argument is een belangrijke overweging geweest voor de rijksoverheid om een zichzelf en aan andere overheden de verplichting op te leggen om zo veel mogelijk duurzaam in te kopen. De gezamenlijke overheden hebben een dermate grote koopkracht dat de verwachting is dat het interessant genoeg is voor bedrijven die aan overheden (willen) leveren, om duurzamer te gaan ondernemen. In het bestaande inkoop- een aanbestedingsbeleid van de gemeente Borger-Odoorn, dat in 2008 is vastgesteld, staat “Ook gemeente Borger-Odoorn vindt duurzaam inkopen belangrijk. Daarom dient bij iedere Nationale en Europese aanbesteding aandacht te zijn voor dit onderwerp. De hoofdbudgethouder is, binnen de beschikbare budgetten, verantwoordelijk voor de keuze van de mate van duurzaamheid. In de specificatiefase van de aanbestedingen dienen de duurzaamheidscriteria van SenterNovem te worden geraadpleegd”. Door middel van de duurzaamheidscriteria kan worden bepaald of producten of diensten duurzaam zijn. Bij inkoop van producten of diensten wordt gekeken naar de herkomst en wijze van productie. Bijvoorbeeld bij papier (gerecycled) of hout (met FSC keurmerk) wordt enkel ingekocht op basis van een duurzame herkomst. Daarnaast wordt gekeken naar de wijze van productie en de impact van de materialen op de omgeving.

Page 30: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

30

Hoofdstuk 4 Communicatie, participatie en educatie Geloven is zien en zien is geloven. De gemeentelijke organisatie, buren, ondernemers, wijken en buurten maken de gemeente. Daarom willen we samen een duurzame, veilige, gezonde en prettige leefomgeving realiseren. Om de komende jaren te komen tot een meer duurzame samenleving moet verantwoording worden genomen. Essentieel zijn kennis en concrete actie. De toekomstige generaties zullen verder gestalte moeten geven aan het proces van duurzame ontwikkeling; immers, de wereld met inbegrip van Borger-Odoorn zal in bijvoorbeeld 2030 niet af zijn. Om de bewoners van Borger-Odoorn goed te informeren is het van belang goede informatie te bieden over de relatie tussen menselijk handelen enerzijds en de soms negatieve gevolgen hiervan anderzijds, zowel hier en nu als elders in de toekomst. Van belang is ook goede en aansprekende informatie te bieden over de regelingen van de gemeente op het gebied van duurzaamheid en hoe burgers hiervan gebruik kunnen maken. De gemeente heeft de zeer succesvolle regeling Duurzaam Goedkoper ingesteld, die individuele huizenbezitters in staat stelt energiebesparende maatregelen in huis toe te passen. De Kadenota Duurzame Ontwikkeling bevat ambities. Voor het bereiken er van is de inzet van alle betrokken partijen essentieel. Communicatie is één van de belangrijkste middelen om gezamenlijke slagkracht te realiseren. De gemeente Borger-Odoorn zet hier dan ook op in. 4.1 Rollen

De gemeente kan per project verschillende rollen vervullen, te weten:

• Initiërend. De gemeente is initiatiefnemer.

• Participerend De gemeente werkt samen met andere partijen.

• Faciliterend De gemeente heeft een ondersteunde rol of stelt voorzieningen beschikbaar.

4.2 Participatie burgers / bedrijven De uitwisseling van kennis, ideeën en ervaringen tussen burgers, gemeenten en experts is belangrijk voor duurzame ontwikkeling. Hierbij is een gevoel van balans en evenwicht noodzakelijk. Bij burgers wordt dit onder andere versterkt als burgers vroegtijdig worden meegenomen in de ontwikkeling van plannen. Burgerparticipatie leidt niet alleen tot betere ideeën maar vooral ook tot draagvlak en verantwoordelijkheidsgevoel. Het zijn met name deze laatste twee termen die op wijkniveau zo belangrijk zijn voor continuïteit, blijvende hoge woonkwaliteit en daarmee ook duurzaamheid. Horen en gehoord worden en het gevoel hebben erbij te horen zijn hierbij belangrijk. Door een goede participatie van burgers en bedrijven ontstaat er een balans (wederkerigheid). Wij leveren een product aan hen, en zij leveren een product aan ons. Producten hoeven daarbij niet stoffelijk te zijn, maar kunnen ook bestaan uit kennis en bewustwording. Als deze kennis leidt tot gedragsveranderingen in onze eigen maatschappij is een groot deel van het doel bereikt.

Page 31: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

31

De gemeente moet ook benaderbaar zijn voor de burger en ondernemer. Hierbij kan zowel gebruik worden gemaakt van de traditionele kanalen als van moderne medie zoals e-mail, website en social networks. Door besef en begrip ontstaat ook een gedragscultuur die is gericht op het behouden van deze planeet. Veel van onze acties blijken te bestaan uit het imiteren van anderen. In de ‘Nota externe communicatie’ is burgerparticipatie als een speerpunt aangewezen. Borger-Odoorn vindt het belangrijk dat de verschillende doelgroepen voldoende invloed hebben op de ontwikkeling en uitvoering van ons beleid. We willen betrokkenheid creëren. Daarnaast is het belangrijk dat de doelgroepen weten wat ze van de gemeente kunnen verwachten en dat ze het gemeentelijk beleid overwegend accepteren. Met andere woorden: we streven ook naar het vergroten van kennis en het creëren van draagvlak. De gemeente zal inventariseren welke initiatieven er in Borger-Odoorn leven op het gebied van duurzame energie. 4.3 Educatie Milieudoelen kunnen niet worden bereikt zonder steun en draagvlak onder inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Het instrument dat de gemeente hiervoor gebruikt is natuur en milieueducatie (NME) en communicatie in het algemeen, in al haar facetten en voor alle doelgroepen. NME rust mensen toe om bewust natuur en milieu mee te nemen in hun keuzes en gedrag. NME biedt een stevige basis voor duurzaamheidseducatie; NME zal worden aangevuld met een aantal duurzaamheidselementen. NME richt zich vooral op basisscholen. Hiervoor worden lespakketten ontwikkeld waarmee leerlingen al dan niet in wedstrijdvorm, worden uitgedaagd om bijvoorbeeld de milieubelasting van hun school omlaag te brengen of anderszins een bijdrage te leveren aan het milieu. Daarnaast wordt steeds meer aandacht besteed aan de eigen woonomgeving en de rol daarin van zowel de gemeente als het individu. Educatie is meer dan in het verleden ook op middelbare scholieren en volwassenen gericht. Ook kansen in het hbo worden verkend.

Page 32: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

32

Hoofdstuk 5 Ambities Bij een onderwerp als duurzaamheid heeft de overheid een duidelijke taak. Duurzame(re) alternatieven zijn soms duurder dan hun ‘gewone’ tegenhangers. Kiezen voor duurzaam ligt voor burgers en bedrijven vanuit puur economisch oogpunt niet altijd voor de hand. Ook omdat de keuze van één individu meestal geen merkbaar effect heeft op het totaal. De gemeente Borger-Odoorn kan en wil die ontwikkeling bijsturen en het duurzame gedrag van burgers, bedrijven en organisaties stimuleren. Door heldere communicatie, de inzet van stimulerende subsidies en versoepelde regelgeving. Dit betekent tegelijkertijd dat steeds duidelijker keuzes moeten worden gemaakt om de juiste balans te vinden tussen mens, milieu en economie. Duurzaam denken en doen. Niemand uitgezonderd. Daar ligt een belangrijke taak voor alle doelgroepen binnen de gemeente weggelegd. Want we willen graag ondernemers met innoverende plannen in ons kielzog zien, enthousiaste kinderen op school en bewoners prikkelen in te zetten op energiebesparing. De ambities van de gemeente op het gebied van duurzaamheid moeten door verschillende onderdelen van de organisatie worden waargemaakt, in samenspraak met partijen uit de samenleving. In het onderstaande wordt per duurzaamheidsthema aangegeven welke ambities de gemeente wil bewerkstelligen. Deze ambities passen binnen de principes van Cittaslow.

Duurzame mobiliteit De gemeente stimuleert het fietsgebruik en gebruik van het openbaar vervoer en gebruik van alternatieve brandstoffen. Om het fietsverkeer te stimuleren is een goede fietsinfrastructuur ingericht. Hierbij staat het realiseren van een veilig fietsroutenetwerk centraal. Hierbij wordt aandacht geschonken aan het verbeteren van de doorstroming en de aantrekkelijkheid van het gebruik van de fiets. Om een beter alternatief voor de auto te bieden wordt de toegankelijkheid van het openbaar vervoer vergroot. Gemotoriseerd verkeer gebruikt brandstof en produceert daarmee CO2 en fijnstof. Door minder te rijden en groene brandstoffen te gebruiken wordt een bijdrage geleverd aan het terugdringen van CO2-uitstoot.

Page 33: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

33

Duurzaam ondernemen De gemeente bevordert duurzaam ondernemen door samenwerking tussen bedrijven op het gebied van duurzaamheid te stimuleren en speelt hierbij een bemiddelende en faciliterende rol. De gemeente wil in spelen op de groeiende behoefte van ondernemers om duurzaam te ondernemen en hierbij een stimulerende, faciliterende rol te spelen. Zodat condities gecreëerd worden voor duurzaam ondernemerschap, voor ondernemers die binnen de gemeente Borger-Odoorn activiteiten (willen) uitvoeren. Er wordt slimmer, meer integraal en stimulerend samengewerkt met particulieren, bedrijven en organisaties, aan duurzaam bouwen/verbouwen en ondernemen.

Duurzaam ondernemen De gemeente zet voor duurzame economische ontwikkeling in op het stimuleren van duurzame bedrijvigheid en het creëren van uitdagende condities voor duurzaam ondernemen voor bedrijven die binnen de gemeente Borger-Odoorn activiteiten (willen) uitvoeren. Duurzaam ondernemen ofwel maatschappelijk verantwoord ondernemen draagt bij aan de ambitie van de gemeente om naar een duurzame gemeente te koersen. Daarnaast draagt het bij aan een positief imago van bedrijven. De gemeente wil duurzame ontwikkeling van de sector Recreatie en Toerisme bevorderen door win-win kansen te realiseren en de keten agrarisch-recreatie-toerisme te versterken en deze duurzaam te maken en te ontwikkelen.

Duurzaam bouwen De gemeente stelt, zowel voor bestaande bouw als nieuwbouw de kaders zodanig vast dat duurzaamheid wordt meegewogen, brengt duurzame uitvoeringsalternatieven onder de aandacht en stimuleert duurzame keuzes. In de gemeente Borger-Odoorn wordt duurzaam gebouwd met zo min mogelijk (milieu)kwaliteitsverlies in leefomgeving, natuur en landschap. Daarnaast worden duurzaamheidsprincipes in de bouw en bij stedelijke ontwikkeling toegepast. Woningen worden zo veel mogelijk op duurzame wijze gebouwd en de omgeving wordt duurzaam ingericht. Nieuwbouwwoningen met een lage EPC en CO2-neutrale woningen, ofwel woningen met een laag energiegebruik en daarmee lage energielasten, passen bij het streven van de gemeente Borger-Odoorn om voor de lagere inkomensgroepen betaalbare huisvesting te realiseren. Dit alles zonder verlies van wooncomfort en met een gezond binnenklimaat. De regeling Duurzaam Goedkoper voor de individuele huizenbezitter blijft gehandhaafd.

Page 34: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

34

In het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voert de gemeente Borger-Odoorn een algemeen beleid, gericht op bevordering van zelfredzaamheid van inwoners, hun maatschappelijke participatie en de leefbaarheid van hun woonomgeving, met als uitgangspunt dat alle bewoners aan de samenleving kunnen deelnemen. Dit wordt ondermeer vertaald in de beschikbaarheid van goed toegankelijke, aangepaste of aanpasbare woningen.

Duurzaam beheer en openbare ruimte De gemeente behoudt en versterkt de authentieke landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gemeente.

De inrichting van de openbare ruimte is belangrijk voor de beleving ervan. Hoe prettiger deze beleving des te groter is de band met de leefomgeving en dit is weer van invloed op hoe zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Belangrijke waarden voor de ruimte zijn de authenticiteit, de natuurwaarde, de geluidsbelasting en de kwaliteit van lucht, bodem en water. Het ruimtelijk beleid staat in het teken van het benadrukken van de aanwezige authentieke landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden in het zandgebied. Hiermee wordt de recreatieve en toeristische waarde en de kwaliteit van het zand als woonklimaat verbeterd en gewaarborgd voor de toekomst.

Het contrast tussen het coulissenlandschap en het grootschalige open landschap is wat Borger-Odoorn uniek maakt. De openheid in het veengebied is een kernkwaliteit die behouden moet blijven voor de bewoners en bezoekers van het gebied. Binnen de gemeente zijn veel ecologisch waardevolle gebieden aanwezig. Deze liggen in een aantal gevallen geïsoleerd. Het verbinden van deze gebieden vergroot de ecologische samenhang binnen de gemeente, zodat dieren en planten zich makkelijker kunnen verspreiden.

Duurzaam beheer en openbare ruimte De gemeente biedt ruimte voor innovatie op het gebied van energie, duurzame, logistieke verbindingen en waterbeheersing. De pioniersgeest die het veengebied heeft gevormd, vormt nu de basis voor een hoogwaardig en innovatief landbouwgebied. Borger-Odoorn biedt ruimte voor innovatie op het gebied van energie, duurzame, logistieke verbindingen en waterbeheersing. Schaalvergroting in de landbouw maakt dat er in aantal steeds minder en in omvang steeds grotere bedrijven komen. Daarnaast zoeken landbouwkundige bedrijven vaker naar een verbreding van hun werkzaamheden met verblijfsrecreatie of energieproductie. De gemeente zal in gesprek gaan met marktpartijen over nieuwe en innovatieve vormen van duurzame energie winning.

Duurzame leefomgeving De gemeente zet in op het reduceren van het gebruik van energie en groei van het gebruik van duurzame energie. Door de verhoogde efficiëntie van energiegebruik en door besparingen is in de toekomst veel minder energie nodig. De benodigde energie komt van groen gas en van duurzaam opgewekte elektriciteit. Het aantal toepassingen van duurzame energie wordt sterk vergroot.

Page 35: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

35

De gemeente koopt duurzame energie in (100% groene energie en gas). De openbare verlichting wordt de komende jaren verduurzaamd. Als uitgangspunt is gekozen voor energiebesparing en het gebruik van duurzame stroom.

Bij de uitvoering van de plannen wordt er samengewerkt met een groot aantal partners. Samen met woningcorporaties, gemeenten, bedrijven, onderwijsinstellingen, maatschappelijke organisaties én inwoners wordt ingezet op energie besparen en het opwekken van duurzame energie.

Duurzame leefomgeving De gemeente zet in op het voorkomen van afval, het scheiden van afvalstromen en het recyclen van deze gescheiden afvalstromen tot grondstoffen. Uit het restafval wordt zoveel mogelijk energie teruggewonnen.

Er wordt een hoger milieurendement gehaald door een optimale scheiding van de Afvalstromen. Door het vergemakkelijken en aantrekkelijker maken van gescheiden inzameling van afvalstromen, zoals het gescheiden inzamelen van kunststof verpakkingen, zodat burgers en bedrijven hiervoor eerder kiezen en door de inzet van modernere inzamelsystemen. Daarnaast wordt een continue optimalisering van de resultaten van gescheiden inzameling nagestreefd. In relatie tot het thema duurzaamheid krijgen hergebruik en energie uit afval de komende jaren bijzondere aandacht. De focus ligt op hergebruik van componenten uit de categorie restafval, door te richten op het sluiten van kringlopen (cradle to cradle) en het voorkomen van verspilling van afval. De verschillende biomassa reststromen die in de gemeente vrijkomen, worden ingezet voor de productie van groen gas. Het gaat hier in ieder geval om hout en snoeiafval, GFT-afval en organische reststoffen vanuit de RWZI’s.

Duurzame leefomgeving De gemeente streeft naar een schoon watersysteem waarbij water op maat aanwezig is en dat bijdraagt aan een aantrekkelijke leefomgeving en een gezonde natuur. En zet zich in op het benutten van lokale kansen voor duurzaam stedelijk waterbeheer. Hemelwater wordt zoveel als mogelijk lokaal vastgehouden en kan indien mogelijk in de bodem infiltreren. Voor water dat niet kan worden vastgehouden vindt berging plaats in daarvoor geschikte gebieden. Het overtollige water dat niet kan worden vastgehouden of geborgen, wordt afgevoerd. Water wordt zo schoon mogelijk gehouden en gescheiden van vuilwaterstromen. Dit betekent dat hemelwater zo weinig mogelijk op het vuilwaterriool wordt geloosd en dat wordt voorkomen dat water op andere wijze verontreinigd raakt. De belevingswaarde van water in de leefomgeving wordt verder vergroot. Bij nieuwbouw en herstructurering wordt meer oppervlaktewater gecreëerd en worden waar mogelijk oude waterlopen hersteld en worden oevers van waterlopen en waterpartijen natuurvriendelijk ingericht.

Page 36: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

36

De gemeente zet in op waterrijke natuurontwikkeling die de oorspronkelijke structuur van het beekdal versterkt. De natuurontwikkeling respecteert het bestaande agrarisch gebruik en is een stimulans voor natuurvriendelijke recreatie.

Duurzame bedrijfsvoering De gemeente weegt duurzaamheid volwaardig mee in haar keuzes en handelen en kiest, daar waar mogelijk, voor duurzame alternatieven. De gemeente hanteert de landelijke opgestelde duurzaamheidcriteria voor productgroepen die de overheid inkoopt. Daarnaast draagt de gemeente Borger-Odoorn bij aan het innovatieproces en de creativiteit van ondernemers. Door kwaliteit zoals duurzaamheid mee te laten wegen in de gunning, worden aanbieders met innovatieve producten en diensten gestimuleerd. Het opleggen van regels zou de ruimte en creativiteit van de ondernemer alleen maar beperken. Door in processen (o.a. ruimtelijke ordening en economische ontwikkeling) in een vroeg stadium aandacht te geven aan duurzaamheid en duurzame maatregelen te treffen in de eigen organisatie en bij het uitvoeren van gemeentelijke taken draagt de gemeente Borger-Odoorn bij aan duurzame ontwikkeling.

Duurzame bedrijfsvoering De gemeente optimaliseert haar bedrijf interne milieuzorg. De bedrijfsinterne milieuzorg wordt uitgebreid. Het betreft hier het voorkomen van onnodig materiaal- en grondstoffengebruik (o.a. papier en water), energiegebruik en het beperken van afval.

Communicatie, participatie en educatie De gemeente daagt burgers uit om te kiezen voor een duurzame levensstijl en maakt burgers bewust van duurzaamheid De gemeente wil burgers actief te wijzen op mogelijkheden om duurzamer handelen en te kiezen voor een meer duurzame levensstijl. Het onderhoud en inrichting van openbare ruimte deels neer te leggen bij burgers die hiervoor de verantwoordelijkheid willen nemen en in ruil hiervoor de mogelijkheid bieden om duurzame voorzieningen te realiseren.

Werken aan duurzaamheid kan en wil de gemeente niet alleen. We nodigen inwoners uit tot bewustwording en dialoog. We bieden gelegenheid aan maatschappelijke partijen om hun vragen te stellen en hun initiatieven te melden, omdat we daarmee kennis en ervaring kunnen delen. Wederzijdse afhankelijkheden worden dan duidelijker en rollen en deskundigheden kunnen effectiever worden ingezet. We willen ons inspannen om verbindingen tot stand te brengen die tot meer duurzaam rendement kunnen leiden.

Page 37: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

37

Communicatie, participatie en educatie De gemeente stimuleert duurzaamheidseducatie De gemeente besteed meer aandacht aan voorlichting en educatie ten einde te stimuleren dat de bewustwording van burgers en bedrijven over duurzaamheid vergroot wordt. Duurzaamheidseducatie richt zich op de pijlers milieu, economie en sociaal en omvat de thema’s zoals opgenomen in de Kadernota Duurzame Ontwikkeling. Durzaamheidseducatie biedt plaats voor zowel kinderen, jongvolwassenen als volwassenen. Waarbij natuur- en milieueducatie een belangrijk onderdeel blijven.

Page 38: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

38

Hoofdstuk 6 Organisatie, programma en financiën Om deze Kadernota Duurzame Ontwikkeling te kunnen realiseren, is het noodzakelijk inzicht te hebben in de wijze waarop duurzaamheid wordt georganiseerd en financiering plaats vindt. 6.1 Organisatie

Duurzaamheid raakt alle gemeentelijke beleidsvelden en dus alle portefeuilles van de leden van het college. De centrale verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de duurzaamheidsvisie ligt bij de wethouder Duurzame Ontwikkeling. De portefeuillehouders dragen voor hun eigen beleidsvelden verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid voor de controle op de uitgangspunten van Cittaslow ligt bij de portefeuillehouder Cittaslow. Op ambtelijk niveau ligt de verantwoordelijkheid bij het managementteam. Voor een succesvolle uitvoering van de Kadernota Duurzame Ontwikkeling worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

• Het aanwijzen van een aanspreekpunt Duurzame Ontwikkeling en deze leidt de nog te formeren projectwerkgroep waar vertegenwoordigers van diverse beleidsterreinen in plaatsnemen. De werkgroep stelt prioriteiten vast, zet (nieuwe) ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid in gang en volgt deze op de voet. Zo kan het overzicht worden gehouden van de projecten en de voortgang van de projecten worden bewaakt.

• De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de doelstellingen uit de nota komt te liggen bij het organisatieonderdeel dat belast is met de uitvoering van het betreffende thema;

• Bij de realisatie van de doelstellingen wordt zoveel mogelijk integraal gewerkt. Dit houdt in dat bijvoorbeeld beleidsprojecten met meerdere disciplines worden opgezet. Daarnaast houdt integraal werken in dat ook externe partijen bij belangrijke projecten worden betrokken.

Daarnaast is het nodig om de interne communicatie te verbeteren. Hierbij gaat het niet alleen om de inhoud, maar ook om de snelheid en de vorm. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van werkafspraken en/of protocollen plaats vinden. 6.2 Programma Kadernota Duurzame Ontwikkeling en de beleids- en begrotingscyclus De kadernota staat niet op zichzelf (zie figuur 1). De Kadernota Duurzame Ontwikkeling wordt vertaald in de deelbeleidsnota’s naar uitvoeringsprogramma’s, waarin de acties en projecten zijn gekoppeld aan: • de benodigde middelen (geld en tijd), • een planning en • de verantwoordelijke afdeling. Op basis hiervan stelt de gemeente jaarlijks een jaarprogramma vast. Het jaarprogramma vormt een toetsingskader voor de interne taakuitvoering en voor externe verantwoording.

Page 39: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

39

Jaarverslag en monitoring Verantwoording van het gevoerde beleid vindt plaats in een jaarverslag. Dit verslag geeft inzicht in de uitgevoerde activiteiten en projecten. Om de prestaties bij de uitvoering van de Kadernota Duurzame Ontwikkeling op systematische wijze te meten, is het noodzakelijk te monitoren. Hieronder wordt uitsluitend verstaan het periodiek meten, bijhouden en volgen van de voortgang van de uitvoering van de kadernota. Dit heeft tot doel om de voorgenomen prestaties inzichtelijk te maken en te kunnen toetsen. Monitoring is een instrument voor het periodiek aanleveren van informatie. Op basis van die informatie kan de gemeente, indien nodig, bijsturen.

Figuur 1: Beleids- en begrotingscyclus

6.3 Financiën De strategische keuzes die in deze kadernota zijn beschreven worden in de praktijk uitgewerkt in concrete projecten en activiteiten. Er worden uitvoeringsprogramma’s opgesteld met daarbij budget voor specifieke projecten. De uitvoeringsprogramma’s worden in samenwerking met projectleider Duurzaamheid opgesteld en besproken in de projectgroep Duurzaamheid. In de uitvoeringsprogramma’s zal de gemeente moeten afwegen aan welke activiteiten tijd en geld moet worden besteed. In de meerjarige programmabegroting 2012-2015 is in het programma Gezondheid en Milieu het onderdeel duurzaamheid opgenomen. Maar hiervoor is niet specifiek geld gereserveerd. In de begroting zitten verspreid duurzaamheidgerelateerde budgetten, bijvoorbeeld bij waterbeheer.

Beleidscyclus Jaarverslag

Beleidsplan

Programma

Uitvoering

Monitoring

en Organisatieplan

Begrotingscyclus

Verslag

Rekening en

verslag

Voorjaarsnota

Begroting

Page 40: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

40

Concrete uitvoeringsprogramma en -projecten worden nader uitgewerkt in de deelbeleidsnota’s. Hierdoor kan gestuurd worden op dat het programma passend blijft binnen de bestaande begroting. Uitvoering van de kadernota zal niet alleen worden gefinancierd vanuit de gemeentebegroting. Er zal ook worden gezocht naar andere financieringsbronnen en zullen doelstellingen moeten worden gerealiseerd binnen projectbegrotingen. Ook nu al worden bestaande doelstellingen gerealiseerd met gelden uit de markt. Voorbeeld hiervan is het beschikbaar stellen van subsidies door derden voor het realiseren van bepaalde duurzaamheidsdoelstellingen. Doordat het thema duurzaamheid in de gehele organisatie is verweven is de verwachting dat met de omschreven ambitie een minimale extra inzet nodig is. Dit is binnen de huidige capaciteit uit te voeren. Indien op onderdelen een hogere ambitie wenselijk is dan zal dit afhankelijk van het onderwerp extra inzet vragen.

Page 41: KADERNOTA DUURZAME ONTWIKKELING 2011-2014

Versie 2.2 Kadernota Duurzame Ontwikkeling

41

Bijlagen