Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot...

73
O&S oktober 2003 Monitor Cultuur 2003

Transcript of Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot...

Page 1: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

O&Soktober 2003

Monitor Cultuur2003

Page 2: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een
Page 3: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

2

Inhoudsopgave Bladzijde Belangrijkste conclusies en aandachtspunten 4

Samenvatting 6 1. Achtergrond onderzoek 18

1.1 Aanleiding onderzoek 18 1.2 Leeswijzer en onderzoeksvragen 18 1.3 Methodiek 19

2. Het culturele netwerk 22

2.1 Inleiding 22 2.2 Culturele infrastructuur en samenwerking 23 2.3 Een nadere analyse van het culturele netwerk 33 2.4 De ruimtelijke dimensie: Wat zit waar in de stad? 38

3. Vitaliteit en dynamiek 40

3.1 Inleiding 40 3.2 Nieuwe ontwikkelingen en initiatieven 41 3.3 Een nadere analyse van vitaliteit en dynamiek 56 3.4 Actieplan Cultuurbereik 58 3.5 Imago cultureel ’s-Hertogenbosch 60

4. Cultuurbereik 62

4.1 Inleiding 62 4.2 Cultuurparticipatie 62 4.3 Informatiegebruik door Bossche bevolking 70

Page 4: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een
Page 5: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

4

Belangrijkste conclusies en aandachtspunten Cultureel netwerk en cultureel aanbod • Het cultureel erfgoed en de evenementen zijn het sterkst ontwikkeld in de stad. Direct daarop volgen

de kleinschalige podiumkunsten en de cultuureducatie voor jeugd en jongeren. • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de

stad. Vitaliteit en dynamiek • De Bossche bevolking, maar ook andere steden, beleven cultuur binnen ’s-Hertogenbosch positiever

(imago) dan dat het eigen culturele veld doet. • Samenwerkingsverbanden komen veel vaker voor binnen de eigen culturele discipline dan

daarbuiten. Het meer gericht zijn op interdisciplinaire samenwerking biedt kansen voor meer ‘verrassend’ aanbod (dynamiek) en in sommige gevallen een groter cultuurbereik.

• In veel samenwerkingsverbanden staan organisatorische doelstellingen centraal. Samenwerking met primair een artistiek doel komt minder vaak voor. Juist in de inhoudelijke samenwerking van coproducties is echter vaak de dynamiek te vinden.

• De stad heeft de beschikking over goede organisatoren (mensen met een voortrekkersrol) maar heeft tegelijkertijd te kampen met een tekort aan ‘(smaak)makers’.

• Het alert inspringen op flexibele en kortlopende initiatieven, wordt steeds belangrijker voor het bevorderen van de culturele dynamiek.

Cultuurbereik Cultuurparticipatie • Het opleidingsniveau is de grootste bepalende factor voor cultuurparticipatie. In het algemeen geldt

dat naarmate het opleidingsniveau hoger is, de participatie toeneemt. • Bijna driekwart van de Bosschenaren bezoekt wel eens een voorstelling in een theater dan wel een

concert (73%) of een Bosch cultureel evenement (73%). Van de Bosschenaren is 45% zelf als amateur actief bezig met cultuur.

• De populaire cultuur lijkt een ‘ondergeschoven kindje’ in het cultuurbeleid. Dit treft met name de jongeren. Positieve uitzondering betreft de oprichting van het Verkadecomplex met daarin opgenomen drie nieuwe bioscoopzalen.

• ‘High and low culture’ zouden vaker in gemengde vorm moeten worden aangeboden teneinde het cultuurbereik te vergroten. Binnen een evenement als Den Bosch Maritiem zou het traditionele aanbod bijvoorbeeld kunnen worden verbreed.

• Het aantal initiatieven expliciet gericht op allochtonen, ook in het kader van het Actieplan Cultuurbereik, is zeer beperkt. Met name film, muziek en cabaret bieden kansen jongeren en allochtonen te bereiken.

• Het gemeentelijk beleid ten aanzien van amateurs blijft enigszins onduidelijk. Onduidelijk is bijvoorbeeld wat de rol van de amateurs zou moeten zijn bij het verlevendigen van het culturele klimaat, de culturele vernieuwing en het vergroten van de cultuurparticipatie.

Informatiegebruik • De zichtbaarheid van cultuur in de stad kan worden vergroot. Daarbij kan worden gedacht aan: het

integraal communiceren van het culturele aanbod in een ‘Uitkrant’, het bevorderen van ‘culturele concentratiegebieden’ in de stad, een pakkender presentatie van culturele instanties/panden ‘vanaf de straat’, het plaatsen van centrale ‘informatiezuilen’, het oprichten van een bezoekerscentrum.

• De rol van internet ten aanzien van (oriënterende) informatieverschaffing is beperkt en zal dit de komende jaren waarschijnlijk ook blijven. Dit ligt voor een deel aan de houding van de consument. Deze oriënteert zich veelal via de traditionele media en mond-op-mond reclame. Dit geldt in verhoogde mate voor lager opgeleiden en ouderen.

Page 6: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een
Page 7: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

6

Samenvatting Inleiding De gemeenteraad heeft aangegeven de ontwikkeling in het culturele veld te willen volgen aan de hand van een cultuurmonitor. Dit om haar beleid op gezette tijden te kunnen evalueren en indien nodig bij te kunnen sturen. De belangrijkste bevindingen van het onderzoek, waarvan de gegevensverzameling tot en met maart 2003 plaatsvond, worden in deze samenvatting beschreven. In overeenstemming met de uitgangspunten van de Cultuurvisie 2001, ‘Op een Rijk Verleden Bouwen aan een Dynamische Toekomst’, heeft het onderzoek zich met name gericht op het aanbod van cultuur, samenwerking binnen het culturele veld en vitaliteit en dynamiek. Daarnaast is, mede in het kader van het Actieplan Cultuurbereik, de deelname aan cultuur door de Bossche bevolking nader onderzocht. De samenvatting behandelt, deels volgend uit het voorgaande, achtereenvolgens de volgende onderwerpen: werkwijze, cultureel profiel ‘s-Hertogenbosch, het culturele netwerk, vitaliteit en dynamiek en cultuurbereik. Werkwijze Bronnen Voor het verkrijgen van een beeld van het culturele netwerk en de ontwikkelingen daarbinnen, zijn onder meer jaarverslagen, onderzoeksrapporten, beleidsnota’s en kranten geraadpleegd. Tevens is een groot aantal gesprekken gevoerd met belangrijke spelers binnen het culturele veld. De Bossche bevolking is, voor wat betreft de onderwerpen cultuurparticipatie en cultuurbeleving, geraadpleegd door middel van een schriftelijke enquête. Negen culturele disciplines In het onderzoek zijn, in aansluiting op onder meer de Cultuurvisie, de volgende negen culturele disciplines onderscheiden1: • cultureel erfgoed; • podiumkunsten; • beeldende kunst; • cultuureducatie en kunstzinnige vorming; • amateur cultuur; • letteren en media; • populaire cultuur; • culturele evenementen; • toegepaste kunst.

1 Voor de gehanteerde definities van de verschillende disciplines, zie paragraaf 1.3.

Page 8: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

7

Cultureel profiel ’s-Hertogenbosch Het cultureel profiel van de gemeente is bepaald aan de hand van een drietal dimensies: (1) culturele infrastructuur, (2) samenwerking tussen instanties en (3) aanbod van cultuur. De volgende tabel geeft beknopt weer hoe de verschillende disciplines zich binnen de gemeente tot elkaar verhouden. Tabel 1.1: Positie culturele disciplines binnen culturele veld

Positie

Dimensie

Voorhoede

Runners-up

Middenmoot

Achterhoede

Infrastructuur

(Hoeveelheid en

hoedanigheid van culturele actoren)

• Cultureel erfgoed • Culturele

evenementen

• Podiumkunsten • Amateur cultuur

• Cultuureducatie en

kunstzinnige vorming

• Beeldende kunst

• Populaire cultuur • Toegepaste kunst • Letteren en media

Samenwerking en netwerkvorming

(Tussen en binnen

disciplines)

• Cultureel erfgoed • Culturele

evenementen

• Podiumkunsten • Cultuureducatie en

kunstzinnige vorming

• -

• Beeldende kunst • Amateur cultuur • Populaire cultuur • Toegepaste kunst • Letteren en media

Aanbod

Vitaliteit

(Gebeurt er veel?)

Dynamiek

(Vindt er veel vernieuwing plaats?)

Onderscheidend

vermogen

• Cultureel erfgoed • Culturele

evenementen

• Podiumkunsten

(met name kleinschalig toneel en muziek)

• Cultuureducatie en kunstzinnige vorming (met name voor jeugd en jongeren)

• Amateur cultuur • Beeldende kunst • Toegepaste kunst

• Populaire cultuur • Letteren en media

Totaalbeeld

• Cultureel erfgoed • Culturele

evenementen

• Podiumkunsten

(met name kleinschalig toneel en muziek)

• Cultuureducatie en kunstzinnige vorming (met name voor jeugd en jongeren)

• Amateur cultuur • Toegepaste kunst

• Beeldende kunst • Populaire cultuur • Letteren en media

Uit de tabel blijkt dat vooral het cultureel erfgoed en de culturele evenementen in de stad goed zijn ontwikkeld. Daarna volgen de podiumkunsten (met name kleinschalig toneel en muziek) en de discipline cultuureducatie en kunstzinnige vorming. De laatste is met name sterk als het gaat om de doelgroep jeugd en jongeren. De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de stad. Het netwerk van de toegepaste kunst is bescheiden. Daar staat tegenover dat de stad zich met een aantal projecten op het gebied van architectuur weet te onderscheiden. De achterhoede wordt gevormd door de beeldende kunst, populaire cultuur en letteren en media.

Page 9: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

8

Cultureel profiel per discipline In het navolgende volgt per discipline een samenvatting van de belangrijkste bevindingen met betrekking tot het cultureel profiel van de stad. Cultureel erfgoed De stad kent een rijke historische binnenstad en de gemeente neemt een vooraanstaande positie in als het gaat om het behoud van haar cultureel erfgoed. Initiatieven voor het behoud van de Bossche historie worden breed gedragen. Initiatieven gericht op het behoud van het cultureel erfgoed, hebben zowel een cultureel als een economisch doel (toerisme en aantrekkelijke stad voor bewoners en bedrijven om zich er te vestigen). Veel initiatieven in de stad ontplooien zich dan ook rond het cultuur-historisch toerisme. Een organisatie als Kring Vrienden, gericht op de Bossche historie, is zeer actief binnen de stad. Wel moet blijvend worden gewerkt aan het ‘dynamisch presenteren’ ofwel het doorbreken van de traditionele presentatie van het cultureel erfgoed. Vaker dan nu het geval is, zou samenwerking kunnen worden gezocht met minder voor de hand liggende partners. Culturele evenementen De evenementen blijven een sterke troef van cultureel ’s-Hertogenbosch, ook als het gaat om het cultuurbereik van de Bosschenaar. Theaterfestival Boulevard, één van de grootste culturele festivals van Nederland, weet cultureel ’s-Hertogenbosch gedurende een deel van het jaar goed te mobiliseren en kent zijn eigen vitaliteit en dynamisch aanbod. Ook andere culturele festivals als November Music en Jazz in Duketown timmeren flink aan de weg en richten zich tevens op de niet-Bosschenaar. Een tweetal nieuwe festivals gericht op de jongere Bosschenaar zijn jeugdmuziektheaterfestival Oorproeven (voor ouders en kinderen) en jongerenfestival DB Surround. De festivals hebben met hun grote bezoekersaantallen een behoorlijke economische spin-off. Het aantal en de omvang van de (culturele) evenementen in de binnenstad lijkt echter, volgens de recente Ontwikkelingsvisie Stadscentrum van de gemeente, langzamerhand een maximale grens te hebben bereikt. Zowel het GZG terrein, de Kop van het Zand als het Paleiskwartier bieden volgens de Ontwikkelingsvisie Stadscentrum kansen om nieuwe pleinen te realiseren die onder meer geschikt zullen zijn voor toekomstige evenementen. Ook is de gemeente van mening dat de evenementen steeds sterker zullen moeten worden getoetst aan hun meerwaarde voor de culturele en toeristische functie van de stad. Podiumkunsten Bij de podiumkunsten zijn het met name het kleinschalig toneel en muziek (o.a. Theater Bis, Koningstheater, Muziekcentrum) die een onderscheidend en dynamisch repertoire aanbieden. Het Theater aan de Parade programmeert veel landelijke producties, die op zichzelf vernieuwend kunnen zijn, maar door hun landelijke programmering minder onderscheidend. Door het gebrek aan capaciteit is binnen het TAP minder ruimte voor flexibiliteit en het inspringen op nieuwe locale ontwikkelingen. Uit onderzoek blijkt dat het Theater aan de Parade in haar huidige vorm, haar beste tijd heeft gehad. Het multifunctionele concept is enigszins achterhaald. Sinds de bouw van het TAP zijn er verschillende podia voor kleinschaliger toneel en muziek in de stad ontstaan, waaronder bovengenoemde, die een deel van de functie van het TAP hebben overgenomen. Voor het theater is een nieuwe toekomstvisie en strategie hard nodig. Een gemeentelijke nota podiumkunsten, over de rol van de diverse Bossche theaterzalen, is momenteel in de maak. Vooral de Verkadefabriek moet de toekomstige ‘cultuurwijk’ Kop van het Zand een culturele impuls gaan geven. In het kunstencentrum worden Theater Bis, Filmhuis Jeroen, Theatergroep de Wetten

Page 10: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

9

van Kepler, Productiehuis Brabant en amateurtheaterschool Picos gehuisvest. Bij de verhuizing van Theater Bis naar de Verkadefabriek komt het huidige pand van Theater Bis wellicht vrij voor Het Koningstheater dat een sterke groei heeft doorgemaakt sinds haar oprichting in 1997. Cultuureducatie en kunstzinnige vorming Stichting de Uitlok is een belangrijke aanjager van cultuureducatie voor jongeren in de stad. De stichting weet de meeste professionele instellingen uit verschillende disciplines bij elkaar te brengen. Daarnaast timmert het Bureau Kunsteducatie aan de weg met het organiseren van een breed cultureel aanbod voor basisscholen. Ook binnen het Actieplan Cultuurbereik wordt veel aandacht besteed aan nieuwe initiatieven voor jeugd en jongeren. De Muzerije, de belangrijkste speler op het gebied van kunsteducatie en kunstzinnige vorming, blijft ondanks haar grote educatieve aanbod een zorgenkind. De huisvesting is aan vervanging toe evenals veel van het gebruikte instrumentarium. De gemeenteraad heeft hiervoor extra geld gereserveerd. Voor de huisvesting is echter nog geen structurele oplossing gevonden. Amateur cultuur De stad kent veel amateur theatergezelschappen, koren, orkesten, harmonie-, fanfare- en brassbands. Ook op het gebied van pop- en jazzmuziek zijn veel amateurs actief in de stad. Een aantal cafés als Totaalcafé Boulevard en De Keulse Kar programmeren activiteiten voor amateur cultuur. Ook het Koningstheater en het Theater aan de Parade2 hebben ieder een podium voor optredens van amateurs gecreëerd. Daarnaast is het culturele cursusaanbod, aangeboden door instanties als De Muzerije, diverse dansscholen, ateliers en buurthuizen, behoorlijk groot. Er gebeurt veel, maar wat er ‘speelt’ blijft vaak verborgen. Met de agenda van W2 en de Uitladder zijn de optredens van de popbands in de stad echter wel redelijk te volgen. In veel gevallen is sprake van een behoudend repertoire. In de popmuziek wordt meer geëxperimenteerd, maar de bands hebben landelijk, uitzonderingen daargelaten, over het algemeen weinig succes. Met andere woorden: de vitaliteit van de amateur cultuur is groot (er gebeurt veel), maar qua culturele dynamiek (vernieuwing) spelen de vele groepen en gezelschappen geen grote rol. Initiatieven komen voornamelijk van binnenuit, worden zelfstandig georganiseerd. Er doen zich weinig impulsen, bijvoorbeeld voortkomend uit samenwerking, van buitenaf voor. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van amateurs blijft enigszins onduidelijk. Onduidelijk is bijvoorbeeld wat de rol van de amateurs zou moeten zijn bij het verlevendigen van het culturele klimaat, de culturele vernieuwing en het vergroten van de cultuurparticipatie. De gemeente subsidieert zo’n 70, vaak wat grotere, culturele amateur-organisaties. Bij een eerste inventarisatie zijn echter bijna 300 amateurclubs gevonden. Veel amateurs moeten zichzelf dus bedruipen. Er is in de stad sprake van ruimtegebrek voor amateurs. Voor lessen, cursussen, optredens en oefenruimtes zijn de amateurs afhankelijk van het aanbod van overheid en professionele instellingen. De amateurkunst wordt echter geconfronteerd met het probleem dat vanwege milieueisen op het gebied van geluidshinder veel panden die nu voor repetities worden gebruikt vaak niet meer geschikt zijn (denk aan scholen, zalen bij cafés en buurthuizen). Daarom zullen bestaande sociaal-culturele accommodaties moeten worden aangepast en mogelijk andere worden ontwikkeld. Ook lijkt binnen het amateurveld een trend gaande naar meer projectmatig werken waarvoor de regeling amateurkunstbeoefening als kader niet toereikend is. Meer aandacht zou daarom moeten uitgaan naar het ondersteunen van incidentele bijzondere initiatieven, zowel binnen als buiten verenigingsverband. De gemeente is voornemens knelpunten en mogelijke oplossingen in 2004 in kaart te brengen.

2 In het kader van de bezuinigingen van de gemeente wordt echter in 2004 gestopt met het amateur podium in het Theater aan de Parade.

Page 11: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

10

Beeldende kunst Rondom de beeldende kunst is veel te doen binnen de gemeente. De perikelen rondom de nieuwe huisvesting van Museum Het Kruithuis (nu Museum voor Hedendaagse Kunst3) heeft regelmatig de aandacht van de lokale media. Recent is de nota Beeldende Kunst verschenen. Het totaal aantal beeldend kunstenaars dat zich in de stad heeft gevestigd, wordt op ongeveer 250 geschat. De stad heeft daarnaast op het gebied van de keramiek een aantal unieke instanties binnen haar gemeentegrenzen, maar deze actoren zijn nog onvoldoende zichtbaar voor het grote publiek. Vitaliteit en dynamiek komen op dit moment voornamelijk van de individuele kunstenaarsinitiatieven en instanties als Klub K.O.E., Artis, Artots en de diverse galerieën binnen de stad. Daarnaast heeft het Noordbrabants Museum het afgelopen jaar een aantal grotere tentoonstellingen georganiseerd. Ook staat beeldende kunst binnen een aantal evenementen centraal of wordt hier aandacht aan besteed (o.a. Theaterfestival Boulevard, Floating Time4, Atelierroute). De potenties binnen de beeldende kunst zijn groot, maar meer structuur is belangrijk (gemeenschappelijke visie en faciliteiten, onderlinge positionering) om tot meer samenwerking, zowel binnen de discipline als daarbuiten, te komen. Vanuit de afdeling Cultuur krijgt de regiefunctie van de gemeente op het terrein van de beeldende kunst langzamerhand meer gestalte. Vooralsnog heeft dit aan concrete nieuwe activiteiten nog weinig opgeleverd. De dynamiek blijft tot op heden vooral beperkt tot discussie, aandacht in de media en het ontwikkelen van plannen en beleid. Voorbeelden van het laatste zijn de voorgenomen oprichting van een Centrum voor Beeldende Kunst en de start van een nieuw atelierbeleid. Letteren en media Op het gebied van letteren en media gebeurt er relatief weinig in de stad. De bibliotheek manifesteert zich ondanks de samenwerkingsverbanden die zij nu reeds heeft met een aantal instanties in de stad, nog te weinig als knooppunt en aanjager van nieuwe initiatieven. Dit is onder meer te wijten aan de gebrekkige behuizing van de bibliotheek. Door op de huidige locatie De Muzerije (waarvoor volgens de gemeente met voortvarendheid een nieuwe en definitieve locatie moet worden gevonden) uit te plaatsen, kan de bibliotheek de voor haar functioneren noodzakelijke ruimte worden geboden tot aan het moment dat de nieuwe huisvesting beschikbaar komt op het nieuw in te richten GZG-terrein (na 2007). Eén participant valt vooral in positieve zin op: uitgeverij/ boekhandel Adr. Heinen. Deze laatste brengt veel speciale uitgaven uit, gericht op (historisch) ’s-Hertogenbosch. Deze uitgaven komen vaak tot stand in samenwerking met andere instellingen en betrokken deskundige burgers binnen de stad. In 2002 heeft de boekhandel de Albert Swaneprijs ontvangen van de Vereniging Sociëteit Casino. De prijs wordt om de twee jaar toegekend aan een persoon of instelling die op zijn of haar gebied van meer dan gewone betekenis is geweest voor de kunst en cultuur in ’s-Hertogenbosch. De nieuwe media zijn nauwelijks aanwezig dan wel zichtbaar in de stad. Samenwerking komt nauwelijks voor, terwijl hier kansen liggen ten aanzien van dynamiek en vernieuwing. In de lokale pers, waaronder het Brabants Dagblad, wordt veel aandacht besteed aan cultuur. Ook de amateur cultuur krijgt aandacht, met name in kranten als de Bossche Omroep en het Stadsblad.

3 De naam van Het Kruithuis is recentelijk veranderd in ‘Museum voor Hedendaagse Kunst’. In deze rapportage zal, gezien de onderzoeksperiode die de monitor beslaat, echter nog vaak worden gesproken van Het Kruithuis. 4 In het kader van de bezuinigingen van de gemeente is met ingang van 2004 geen subsidie meer beschikbaar voor Floating Time.

Page 12: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

11

Populaire cultuur Het uitgaansleven is weinig divers. Voor jongeren is er weinig te doen op het gebied van ‘cultureel uitgaan’. De popscène en de jazzscène hebben het moeilijk vergeleken met steden als Tilburg en Eindhoven. Behalve in W2 zijn er weinig gelegenheden om te oefenen. Binnen de stad ontbreekt het aan een voldoende groot filmaanbod (bioscopen). Positief is dat Filmhuis Jeroen straks met drie filmzalen onderdak krijgt in de Verkadefabriek waaraan op dit moment druk wordt gebouwd. Daarnaast heeft Euro Cinema, na een ingrijpende verbouwing en modernisering van haar vijf zalen, plannen twee filmzalen bij te bouwen aan de Van Tuldenstraat. Met name gelegenheden als De Orangerie, café De Keulse Kar en Totaalcafé Boulevard vallen in positieve zin op als het gaat om culturele programmering. Toegepaste kunst Bij de gemeente is een nota architectuurbeleid in voorbereiding. Als voorbereiding hierop is een discussienota architectuurbeleid uitgebracht. Daarnaast wil de stad door het organiseren van een architectuurprijs, discussies en stadswandelingen het meedenken en praten over architectuur en stedenbouw binnen ‘s-Hertogenbosch bevorderen. Het afgelopen jaar laat echter een beperkt aantal nieuwe concrete initiatieven zien op het gebied van de toegepaste kunst. De meeste activiteiten vloeien voort uit projecten die reeds in het verleden zijn opgestart of het gaat om projecten die zich nog grotendeels in een voorbereidende ontwikkelingsfase bevinden. Op het gebied van de architectuur kent de stad een aantal in het oog springende projecten, waarvan met name Haverleij (kasteelwoningen), de architectuur van het Paleiskwartier maar ook de herinrichting van de openbare ruimte in de binnenstad veel aandacht krijgen. Ook landelijk is voor deze projecten de nodige belangstelling. Een eerste visie betreffende de inrichting en bebouwing van het terrein van het Groot Ziekengasthuis (GZG) is het afgelopen jaar tot stand gekomen. Het culturele netwerk Samenwerking Uit de netwerkanalyse is gebleken dat culturele instellingen met name samenwerkingsverbanden aangaan en clusters vormen met instanties die zich binnen dezelfde culturele discipline bevinden. Interdisciplinaire samenwerking komt minder vaak voor. Dit in ogenschouw nemend, zoekt men binnen het cultureel erfgoed, de podiumkunsten, cultuureducatie en de culturele evenementen het vaakst andere disciplines op. Minder vaak wordt interdisciplinair samengewerkt bij de beeldende kunst, amateur cultuur, populaire cultuur, toegepaste kunst en letteren en media. Samenwerking tussen grote en kleine instellingen doet zich vooral voor bij het cultureel erfgoed, de cultuureducatie en kunstzinnige vorming, de culturele evenementen en de toegepaste kunst. Culturele instellingen en het bedrijfsleven weten elkaar het beste te vinden tijdens de culturele evenementen. Waarschijnlijk kunnen bedrijven zich via deze evenementen goed profileren in de stad en/of hebben deze evenementen een stevige lobby bij het bedrijfsleven. De instellingen zien niet-culturele bedrijven in eerste instantie als geldschieter en niet als bron van kennis (management, bedrijfsvoering) of artistiek partner. In de toegepaste kunst is vaak sprake van een business to business relatie. Verticale samenwerking binnen de zogenaamde ‘productiekolom’ (productiefase, PR en plaats van uitvoering) komt met name minder vaak voor bij de populaire cultuur, amateur cultuur en letteren en media. Binnen de disciplines cultureel erfgoed, podiumkunsten, evenementen en toegepaste kunst wordt tenslotte het meest samengewerkt tussen lokale en bovenlokale instellingen.

Page 13: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

12

Club Cultuur en het Directeurenoverleg Een tweetal voor de cultuur in de stad belangrijke initiatieven die het stadium van plan vlot zijn ontstegen, zijn Club Cultuur en het Directeurenoverleg. Onder de naam Club Cultuur organiseert Stichting Bosse Nova sinds december 2001 in opdracht van de gemeente regelmatig bijeenkomsten waarbij het culturele veld wordt uitgenodigd aanwezig te zijn. De bijeenkomsten hebben naast een informatief doel een netwerkfunctie. Voorafgaand aan de bijeenkomsten van Club Cultuur vindt een directeurenoverleg plaats. Hierin zijn vijftien directeuren van de belangrijkste culturele instellingen in ‘s-Hertogenbosch vertegenwoordigd. Tijdens het directeurenoverleg wordt overlegd over diverse punten die spelen in de stad. Vitaliteit en dynamiek Speerpunten gemeentelijk beleid Om meer dynamiek te brengen in de stad, wil de gemeente met name de beeldende kunst, keramiek en culturele evenementen verder ontwikkelen. Ook het cultureel erfgoed is volgens de gemeente een belangrijke discipline, waar aandacht aan moet worden besteed. Een groot deel van het toerisme in ’s-Hertogenbosch valt onder cultuurtoerisme. Mede uit het oogpunt van citymarketing zal in de nabije toekomst worden ingezet op een drietal thema’s: beeldende kunst, keramiek en Jeroen Bosch. Daarnaast zet de gemeente in op het kunstvakonderwijs en de amateur cultuur. Daarmee kiest de gemeente er ten eerste voor haar sterke positie ten aanzien van de culturele evenementen en het cultureel erfgoed verder uit te bouwen. Met het verder willen ontwikkelen van de discipline beeldende kunst (w.o. keramiek), geeft de gemeente ten tweede aan dat zij de potentie van deze discipline heeft onderkend en bereid is hierin te investeren. Bedacht moet echter worden dat deze discipline op dit moment afwisselend een positie inneemt als ‘achterhoede’ of als ‘middenmoter’ (zie tabel 1.1). Een positie als ‘middenmoter’ of ‘runner-up’ lijkt voor de komende jaren dan ook het hoogst haalbare. De intenties en plannen van de gemeente met betrekking tot de drie thema’s ‘beeldende kunst, keramiek en Jeroen Bosch’ verkeren op dit moment nog voor een groot deel in de voorbereidende fase. Volgens de gemeente is tenslotte continue aandacht gewenst voor een aantal basisvoorzieningen met een breed bereik onder de bevolking. Het betreft in de eerste plaats De Muzerije, de Openbare Bibliotheek en het Theater aan de Parade (TAP). Ook de amateurkunstbeoefening als verschijnsel wordt hiertoe gerekend. Door het ‘achterstallig onderhoud’ van De Muzerije, de bibliotheek en het gebrek aan vernieuwing ten aanzien van het TAP, zal de komende jaren echter vooral energie en geld gaan zitten in de lopende exploitatie en (nieuwe) behuizing. Weinig wordt van deze instanties vooralsnog verwacht wat betreft het vernieuwen van het culturele aanbod in de stad. Imago De aanspraak dat ’s-Hertogenbosch niet dynamisch zou zijn, lijkt tenminste voor een deel te wijten aan een imagoprobleem binnen de stad zelf. Uit een onderzoek van Berenschot gehouden in 2002 onder een zestiental middelgrote gemeenten in Nederland, blijkt dat ’s-Hertogenbosch in vergelijking met andere gemeenten qua culturele voorzieningen boven het gemiddelde scoort als het gaat om beeldvorming. Vooral op het gebied van historie, festivals en publieksbereik wordt ’s-Hertogenbosch door sommige steden een voorbeeldfunctie toegedicht.

Page 14: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

13

Volgens het onderzoek wordt het negatieve beeld dat ’s-Hertogenbosch van zichzelf heeft door de andere steden niet herkend. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat respondenten uit de andere steden, geen deelgenoot zijn van de culturele geschiedenis van de stad. Sommigen spreken in dit kader van een ‘sfeereffect’. ‘Mislukkingen’ uit het verleden worden binnen de gemeente en in de belangrijkste regionale krant, het Brabants Dagblad, regelmatig opgehaald bij actuele discussies als die rondom de (her)nieuwbouw van Het Kruithuis (nu Museum voor Hedendaagse Kunst). Hierdoor ontstaat binnen de stad vaak een negatiever beeld van het culturele klimaat dan bij de buitenwacht. Uit het door O&S gehouden onderzoek onder de Bossche bevolking blijkt dat de gemiddelde burger positiever is over de vitaliteit en dynamiek van de stad met betrekking tot cultuur, dan Klamer en Zuidhof concludeerden aan de hand van hun onderzoek uit 2000 ‘De genoegzaamheid en teleurstelling voorbij’ 5. Wel zijn de bewoners over het algemeen wat positiever over de vitaliteit dan de dynamiek in de stad. Met andere woorden: het feit dat er veel activiteiten plaatsvinden op het gebied van cultuur (vitaliteit) wordt niet altijd geassocieerd met het feit dat het culturele klimaat prikkelend, dynamisch en vernieuwend is (dynamiek). Snelheid en flexibiliteit In de kunsten werken kleine en gespecialiseerde organisaties steeds meer in telkens andere configuraties met elkaar samen om producties te realiseren die dikwijls ook niet beperkt blijven tot één discipline. Dit zien we, zij het nog beperkt, in toenemende mate ook in ’s-Hertogenbosch gebeuren. Voor het beleid betekent dit dat het niet langer sturend kan zijn, maar dat het alert moet inspringen op flexibele en vaak kortlopende initiatieven. Voorbeelden in dit kader zijn eenmalige (multidisciplinaire) activiteiten binnen Theaterfestival Boulevard, Oorproeven en Klub K.O.E.. In deze context moet ook het beleid van de gemeente worden gezien, om met grote instellingen te komen tot bestuursconvenanten, waarbij prestatie-afspraken voor vier jaar worden gemaakt. Op deze manier kunnen de instellingen de nodige daadkracht ten toon spreiden doordat flexibel en snel handelen met een eigen budget beter mogelijk wordt. Onverwachte samenwerkingsverbanden stimuleren Uit het onderzoek is gebleken dat veel instellingen nog teveel naar binnen zijn gekeerd. Om de dynamiek te bevorderen zouden culturele instellingen naast de ‘logische’ samenwerkingspartners meer samenwerking moeten opzoeken met organisaties die niet zo voor de hand liggen. Verder zou samenwerking vaker gericht moeten zijn op een artistiek doel en zich niet alleen moeten beperken tot een organisatorisch doel. Juist in de inhoudelijke samenwerking van coproducties is vaak de dynamiek te vinden. Smaakmakers Het ontbreken van voldoende ‘(smaak)makers’ in de stad wordt binnen het culturele veld als een knelpunt ervaren. Trekkers zijn er vooral op organisatorisch vlak. Vaak zijn het dan ook nog eens dezelfde personen die iets initiëren. Het ontbreekt binnen sommige disciplines zelfs vrijwel geheel aan mensen die een echte voortrekkersrol vervullen. Smaakmakers zouden uit de eigen ‘kweekvijver’ van talent moeten komen of van buiten de stad. Eigen (jong) talent zou meer ruimte moeten krijgen door het vaker subsidiëren van initiatieven. Talent van buiten de stad heeft het voordeel dat zij, nog vrij van ingesleten gewoonten en ideeën, met nieuw bloed de noodzakelijke vernieuwing kunnen aanwakkeren.

5 Dit onderzoek werd gehouden in opdracht van de gemeente ter voorbereiding op de nieuwe Cultuurvisie.

Page 15: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

14

Cultuurbereik Participatie en non-participatie naar doelgroep Een vitaal en dynamisch cultureel leven biedt nieuw cultureel aanbod. Maar in welke mate nemen Bosschenaren nu deel aan het culturele leven? De volgende tabel laat beknopt zien welk deel van de Bossche bevolking gebruik maakt van bepaalde culturele voorzieningen in zowel de stad zelf als daarbuiten. Ook staat nader omschreven wie dat zijn. Tabel 1.2: Participatie en non-participatie

Culturele voorzieningen/ aanbod

Participatie in 1 jaar tijd

non-participatie in 1 jaar tijd

Geslacht Leeftijd Opleiding

Cultureel erfgoed en beeldende kunst

Bezoek bezienswaardige gebouwen, monumenten, dorpen of stadsdelen

62% 38% Geen verschil tussen mannen en vrouwen

65-plussers participeren minder

Participatie neemt toe naarmate het opleidingsniveau

hoger is

Bezoek museum, galerie of artotheek/ kunstuitleen

52% 48% Geen verschil tussen mannen en vrouwen

Participatie neemt toe naarmate men ouder is

Participatie neemt toe naarmate het opleidingsniveau

hoger is

Podiumkunsten Bezoek concerten (pop, klassiek, opera, etc.)

52% 48% Geen verschil tussen mannen en vrouwen

Participatie hoogst onder 25-34 jarigen en

65-plussers

Participatie neemt toe naarmate het opleidingsniveau

hoger is

Bezoek voorstellingen (theater, toneel, cabaret, dans, etc.)

58% 42% Vrouwen participeren meer dan mannen

Participatie hoogst onder 25-34 jarigen

Participatie neemt toe naarmate het opleidingsniveau

hoger is

Letteren en media Regelmatig lezen van boeken (laatste keer maximaal maand geleden)

55% 45% Vrouwen lezen meer dan mannen

Het minst wordt er gelezen door 15-24

jarigen

Het lezen neemt toe naarmate het

opleidingsniveau hoger is, vooral hoogopgeleiden

lezen vaker

Amateur cultuur/ kunstzinnige vorming

Zelf actief met amateur cultuur

45% 55% Vrouwen zijn actiever dan mannen

Het meest actief zijn 15-24 jarigen

Laag opgeleiden participeren minder dan middelbaar en

hoog opgeleiden

Populaire cultuur Bezoek bioscoop of filmhuis

59% 41% Geen verschil tussen mannen en vrouwen

Participatie neemt toe naarmate men jonger is

Participatie neemt toe naarmate het opleidingsniveau

hoger is

Culturele evenementen

Bezoek Bossche festivals/ evenementen

73% 27% Geen verschil tussen mannen en vrouwen

65-plussers participeren minder

Participatie neemt toe naarmate het opleidingsniveau

hoger is

Page 16: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

15

Uit de tabel valt op te maken dat, evenals landelijk, het opleidingsniveau de grootste bepalende factor is met betrekking tot de mate waarin men participeert. Over het algemeen geldt, uitzonderingen daargelaten, dat naarmate het opleidingsniveau hoger is, de participatie toeneemt. Op de tweede plaats is de leeftijd van invloed. De deelname van de verschillende leeftijdsgroepen varieert afhankelijk van de culturele activiteit. Vrouwen blijken ten slotte, gemiddeld genomen, vaker te participeren dan mannen. Actieplan Cultuurbereik De gemeente heeft ervoor gekozen de uitvoering van het Actieplan Cultuurbereik in handen te geven van een intendant. Hiermee is een stap gezet om de daadkracht en slagvaardigheid van het cultuurbeleid te vergroten. Bij een groot deel van de nieuwe initiatieven in de stad is de intendant betrokken. Het Actieplan lijkt dan ook een positieve bijdrage te leveren aan het vergroten van de culturele dynamiek in ’s-Hertogenbosch. De financiële middelen van de intendant zijn echter relatief bescheiden ten opzichte van het totale budget dat aan kunst en cultuur wordt uitgegeven. In 2001 had de intendant een budget van ruim 150.000 euro tot haar beschikking. Voor de jaren 2002-2004 is dit per jaar ruim 210.000 euro. In 2002 was voor kunst en cultuur in totaal ruim 21 miljoen euro begroot (kosten minus baten). Dit is inclusief de kosten van het ambtelijk apparaat en de bijdragen aan Monumentenzorg, Archeologie en Bouwhistorie en het Stadsarchief. Opvallend is dat de in het algemeen sterke disciplines (vergelijk tabel 1.1) ook in het Actieplan Cultuurbereik goed zijn vertegenwoordigd met nieuwe initiatieven. Het gaat dan om initiatieven binnen de culturele evenementen, het cultureel erfgoed, cultuureducatie en de podiumkunsten. Het aantal nieuwe initiatieven binnen het Actieplan Cultuurbereik gericht op amateur cultuur, letteren en media, populaire cultuur en toegepaste kunst blijft nog wat mager. Ook het aantal initiatieven specifiek gericht op allochtonen is gering. ‘High and low culture’ Volgend uit het onderzoek zouden ‘high and low culture6’ vaker in gemengde vorm kunnen worden aangeboden teneinde het cultuurbereik onder laagopgeleiden, jongeren en allochtonen7 te vergroten. De meer ‘volkse’ evenementen als Muziek op de Binnendieze, het Liederentafel Festival en Den Bosch Maritiem lijken, ondanks grote bezoekersaantallen, minder aandacht te krijgen van de beleidsmakers. Hier liggen kansen bepaalde groepen Bosschenaren te bereiken met het aanbieden van een mix van ‘high and low culture’, waarbij het traditionele aanbod van een dergelijk festival in meer of mindere mate wordt verbreed. Veel jongeren gaan in Eindhoven en Tilburg uit, mede door het gebrek aan (gevarieerd) aanbod in 's-Hertogenbosch. Vooralsnog lijkt de gemeente, op het ondersteunen van een aantal nieuwe culturele evenementen na, weinig initiatieven te ontplooien om hier verbetering in te brengen. Hier liggen nog volop kansen, met name ook in relatie tot het leggen van verbanden tussen ‘high and low culture’. Met name op het gebied van het laagdrempelig cabaret, de film en muziek ligt tenslotte een kans jongeren en allochtonen als doelgroep te bereiken. Het feit dat Filmhuis Jeroen in het nieuwe Verkadecomplex wordt vergroot tot drie zalen, biedt kansen het aanbod en daarmee het bereik onder deze twee groepen te vergroten. Ook een instantie als het Koningstheater zou zijn programmering meer op de Bossche allochtoon kunnen richten. 6 Van oudsher is het onderscheid tussen ‘high’ and ‘low culture’ gekoppeld aan sociale klasse. Vandaag de dag zijn de grenzen tussen de ‘high’ and ‘low culture’ echter veel vager. Kenmerkend voor de hedendaagse cultuur is dat vormen van ‘high’ and ‘low culture’ door elkaar heen lopen. In het publiek ontstaan zogenaamde culturele omnivoren, publiek dat alle cultuur consumeert. 7 Allochtonen waren dusdanig ondervertegenwoordig in het participatieonderzoek, dat hiervoor geen aparte resultaten zijn opgenomen in tabel 1.2.

Page 17: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

16

Informatiegebruik door Bossche bevolking Uit het Bossche participatieonderzoek blijkt dat drie kwart (75%) van de Bosschenaren informatie over het waar en wanneer van culturele activiteiten uit huis-aan-huis-bladen haalt. Andere veel genoemde informatiebronnen zijn achtereenvolgens: vrienden of familie (59%), lokale en regionale dagbladen (54%), brochures en folders (47%), affiches, uithangborden en posters (43%), de landelijke televisie en radio (respectievelijk 39% en 23%), de lokale/ regionale televisie en radio (respectievelijk 31% en 25%), kabelkrant/ teletekst (25%), tijdschriften (23%) en de landelijke dagbladen (20%). Laag opgeleiden raadplegen voor het aanbod van cultuur relatief vaker de lokale en regionale televisie/ radio, de kabelkrant en teletekst. Daarentegen bieden brochures, folders, affiches, uithangborden, posters en de landelijke dagbladen relatief meer informatie voor hoog opgeleiden. Internet De mate waarin internet een functie vervult bij het achterhalen van cultuuraanbod, is nog maar beperkt. Ongeveer één op de zeven Bossche inwoners (15%) raadpleegt dit medium voor het cultureel aanbod. Internet is een informatiebron die voornamelijk door hoog opgeleiden wordt genoemd en weinig door 55-plussers. Volgens een onderzoek van het NIPO uit 2002 speelt internet voor de theaterbezoeker echter wel een steeds belangrijker rol bij het bestellen van kaarten. Rond de dertig procent bestelt landelijk via het web. Volgens het onderzoek van het NIPO haalt echter maar 3% informatie van het net. Uit het onderzoek blijkt dat mensen eerder op het idee komen om naar de schouwburg te gaan door tips van vrienden of informatie uit krant of tijdschrift, van radio of televisie dan dat zij via internet ‘getriggerd’ worden. Zichtbaarheid cultuur: Uitagenda en informatiepunten Gezien het feit dat internet nog een ondergeschikte rol speelt wat betreft informatievoorziening op het gebied van cultuur (hetgeen in nog grotere mate geldt voor lager opgeleiden en ouderen), is er behalve initiatieven als nieuw gestarte sites zoals ‘uitinbrabant.nl’ (2002) en ‘UitInDenBosch.nl’ (2003) duidelijk behoefte aan een gemeenschappelijke culturele agenda of uitkrant op papier. Deze behoefte wordt zowel door de aanbodkant als door de Bossche inwoners uitgesproken. Op dit moment wordt er dan ook gewerkt aan het uitbrengen van een nieuw Bosch Uit-magazine, met een oplage van 11 keer per jaar. In de stad zijn ook te weinig centrale punten waar klanten en toeristen van alles kunnen vinden over cultuur in de stad, van informatie tot kaartjes kopen. Ook ‘informatiezuilen’ ontbreken op strategische locaties als: het Centraal Station, bij de grote Parkeergarages (bijvoorbeeld Hekellaan), op de markt, bij het VVV en de bibliotheek. Wel wil de gemeente in samenwerking met de provincie in 2004 in de Stadsbibliotheek een zogenaamd ‘Uitpunt’ openen. Zo’n Uitpunt biedt service en informatie op het culturele vlak. Ook zijn er plannen voor de oprichting van een bezoekerscentrum in de stad. De geplande nieuwbouw is in het kader van de bezuinigingen 2004 echter van de baan. Op dit moment wordt gekeken of er alternatieve mogelijkheden zijn voor het onderbrengen van (onderdelen van) het beoogde bezoekerscentrum. De culturele instanties blijken vaak slecht zichtbaar voor het publiek (vanaf de straat) of bevinden zich niet in een ‘looproute’. Geografische clusters kunnen de zichtbaarheid onder meer verbeteren. Ontwikkelingen als die in en rondom het nieuwe Verkadecomplex dragen door clustering van instanties op één plek, in positieve zin bij aan de zichtbaarheid van culturele voorzieningen.

Page 18: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een
Page 19: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

18

1. Achtergrond onderzoek 1.1 Aanleiding onderzoek Ter voorbereiding op de nieuwe Cultuurvisie 2001 ‘Op een Rijk Verleden Bouwen aan een Dynamische Toekomst’ deden prof. A. Klamer en drs. P.W. Zuidhof drie jaar geleden onderzoek naar de waarde van cultuur voor ’s-Hertogenbosch. Het resultaat van dit onderzoek is vastgelegd in het in 2000 uitgebrachte rapport “De genoegzaamheid en teleurstelling voorbij”. In het betreffende rapport komen de zwakke en sterke kanten van het culturele aanbod in de stad aan de orde. Als zwak punt wordt aangegeven dat 's-Hertogenbosch vooral een traditioneel imago heeft. Het culturele klimaat van de stad wordt gekenmerkt door een gebrek aan vitaliteit en dynamiek. Volgens Klamer en Zuidhof is dit voor een belangrijk deel te wijten aan een remmende bestuurlijke organisatie en een gebrek aan samenwerking tussen culturele instellingen onderling. Kortom: het ontbreekt in 's-Hertogenbosch, volgens de onderzoekers, aan slagvaardigheid en samenhang. Klamer en Zuidhof (2000) geven een aantal aanbevelingen om de slagvaardigheid en samenhang binnen het culturele veld te verbeteren. Aanbevelingen liggen vooral op het gebied van het sturen van veranderingsprocessen. Eén daarvan is het bewerkstelligen van samenhang door het bevorderen van meer samenwerking tussen instellingen en het samenbrengen van (gelijksoortige) activiteiten. Door uitwisseling van onder andere informatie, ideeën, kennis, producten en personeel tussen culturele organisaties en personen wordt de dynamiek bevorderd. De dynamiek kan daarnaast worden vergroot door samenwerking van culturele instellingen met andere sectoren, zoals het bedrijfsleven. De gemeenteraad heeft, mede gezien de bevindingen van Klamer en Zuidhof, in de Cultuurvisie van 2001 aangegeven de resultaten van haar cultuurbeleid in de tijd te willen gaan volgen door middel van een cultuurmonitor. Voor het doorlopen van de beleidscyclus is het namelijk van belang het beleid op gezette tijden te evalueren en eventueel bij te sturen. Een monitor maakt dit mogelijk. 1.2 Leeswijzer en onderzoeksvragen Het rapport is opgebouwd uit een viertal hoofdstukken. In overeenstemming met de uitgangspunten van de Cultuurvisie 2001 heeft het onderzoek zich met name gericht op het aanbod van cultuur, samenwerking binnen het culturele veld en vitaliteit en dynamiek. Daarnaast is, mede in het kader van het Actieplan Cultuurbereik, de deelname aan cultuur door de Bossche bevolking nader onderzocht. De monitor beoogt per hoofdstuk antwoord te geven op de volgende vragen: Hoofdstuk 2: Het culturele netwerk • Hoe ziet de Bossche culturele infrastructuur er uit? Wat is er aan cultureel aanbod? • Waar wordt vooral samengewerkt en wie zijn daarbij betrokken? • Welke ‘clusters’ van samenwerkingsverbanden zijn er te onderscheiden? Welke ‘knooppunten’

zijn er aan te wijzen? Hoofdstuk 3: Vitaliteit en dynamiek • Welke nieuwe ontwikkelingen en nieuwe initiatieven doen zich voor binnen het culturele veld? • Hoe is één en ander georganiseerd en draagt deze organisatie bij aan vernieuwing? • Welke uitwerking hebben de nieuwe ontwikkelingen en initiatieven op de vitaliteit en dynamiek van

het Bossche culturele leven? • Hoe wordt het culturele leven in de gemeente ervaren en beoordeeld? Hoofdstuk 4: Cultuurbereik • Op welke wijze en in welke mate nemen Bosschenaren deel aan het culturele leven in de stad? • Hoe wordt de Bosschenaar geïnformeerd en ‘bereikt’?

Page 20: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

19

Citaten In het rapport worden op verschillende plaatsen, cursief en tussen aanhalingstekens, typerende passages uit schriftelijke bronnen dan wel uitspraken van respondenten geciteerd. Dit om een bepaalde gedachtegang of de uitkomsten van een analyse te illustreren. 1.3 Methodiek Bronnen In het kader van het onderzoek is een groot aantal bronnen geraadpleegd. Er heeft een uitgebreide literatuurstudie plaatsgevonden aan de hand van jaarverslagen, onderzoeksverslagen en beleidsnota’s van diverse instanties en de berichtgeving in bladen en kranten. Tevens zijn er 28 gesprekken gevoerd met belangrijke spelers binnen het culturele veld. De Bossche bevolking is, voor wat betreft de onderwerpen cultuurparticipatie en cultuurbeleving, geraadpleegd door middel van een schriftelijke enquête. Gelijktijdig met het maken van de monitor, vond een onderzoek naar culturele netwerken binnen ’s-Hertogenbosch plaats in het kader van een afstudeeronderzoek Vrijetijdswetenschappen aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Tilburg. Dit onderzoek ‘Samen werken aan culturele netwerken’ is uitgevoerd door S. Nuijten onder begeleiding van Prof. Dr. Ir. H. Mommaas. Tevens vond begeleiding plaats vanuit O&S. De monitor beoogt op basis van bovengenoemde bronnen een integraal beeld van de culturele situatie in ’s-Hertogenbosch anno 2002/2003 te schetsen. Culturele disciplines De gemeente onderscheidt in haar Cultuurvisie zeven culturele beleidsvelden c.q. disciplines. Dit zijn: het cultureel erfgoed, de podiumkunsten, beeldende kunst, cultuureducatie en kunstzinnige vorming, amateur cultuur, letteren en media en de populaire cultuur. Deze zeven disciplines worden ook in deze rapportage onderscheiden. Daarnaast zijn twee disciplines toegevoegd. Omdat de evenementen door hun divers aanbod vaak onder verschillende disciplines vallen, is ervoor gekozen deze in de monitor apart te behandelen.8 Ook is de toegepaste kunst (o.a. architectuur, grafische ontwerpen) als aparte discipline toegevoegd. In totaal worden op deze wijze negen disciplines onderscheiden. De negen disciplines vormen telkens het kader van de diverse analyses. Hieronder volgt de definitie van elke discipline afzonderlijk: Cultureel erfgoed Onder cultureel erfgoed worden de sporen uit het verleden verstaan die in het heden zichtbaar en tastbaar aanwezig zijn. Dit kunnen voorwerpen zijn in musea, archeologische vondsten, archieven, monumenten en landschappen. Podiumkunsten De podiumkunsten omvatten alle (voorstellingen van) uitvoerend kunstenaars, acteurs, schrijvers, musici, gezelschappen en impresario’s en organisatiebureaus die zich bezighouden met theater, dans en muziek. Beeldende kunst Beeldende kunst omvat beeldhouwkunst, schilderkunst, fotografie en andere scheppende kunst.

8 In de Cultuurvisie worden de culturele evenementen niet als aparte discipline onderscheiden maar wel als speerpunt benoemd.

Page 21: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

20

Cultuureducatie en kunstzinnige vorming Onder cultuureducatie worden alle vormen van educatie verstaan waarbij cultuur of kunst als doel of als middel wordt ingezet. Amateur cultuur De niet-professionele kunstbeoefening wordt de amateur cultuur genoemd. Dit betreft iedere organisatie en persoon die actief is in de culturele sector, zij het niet beroepshalve. Letteren en media Onder letteren en media vallen alle instellingen en activiteiten die met literatuur en communicatie te maken hebben, zowel in schriftelijke als audiovisuele vorm. Populaire cultuur Hieronder worden die vormen van cultuur verstaan, welke toegankelijk zijn voor de massa en/of niet ‘verfijnd’ zijn. Het betreft onder ander culturele activiteiten in horecagelegenheden en bioscoopbezoek. Culturele evenementen Een cultureel evenement betreft een incidentele of geregeld terugkerende reeks van muziek-, toneel- en/of andere uitvoeringen op het gebied van kunst en cultuur in een bepaald verband. Vaak betreft het festivals. Toegepaste kunst Toegepaste kunst is de kunst, die naast vormgeving en esthetische waarde ook een functioneel doel heeft, zoals door industrieel ontwerpers ontworpen gebruiksvoorwerpen of door architecten ontworpen gebouwen.

Page 22: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een
Page 23: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

22

2. Het culturele netwerk 2.1 Inleiding Een inventarisatie van het aantal culturele actoren gevestigd binnen de gemeente, leverde in totaal ruim 1.000 culturele instellingen, organisaties en personen op.9 In dit hoofdstuk wordt, met als basis deze inventarisatie, het culturele netwerk in ’s-Hertogenbosch per discipline beschreven. Daarbij wordt in paragraaf 2.2 telkens in een ‘notendop’ een algemeen beeld per discipline geschetst waarna dieper wordt ingegaan op de verschillende actoren, knooppunten en samenwerkingsverbanden. Knooppunten In het Bossche culturele netwerk zijn diverse knooppunten aan te wijzen. Dit zijn organisaties die een sleutelrol vervullen binnen het culturele veld. Deze organisaties hebben veel contacten binnen het veld, werken veel met anderen samen en vervullen een voortrekkersrol op diverse gebieden. Dit laatste kan bijvoorbeeld doordat zij inhaken op ontwikkelingen, nieuwe initiatieven ontwikkelen of het publieksbereik vergroten. Ook worden die instellingen waar een enorme expertise aanwezig is als knooppunten beschouwd. Een knooppunt speelt een leidende en sturende rol. Netwerkanalyse Voor het inzichtelijk maken van de samenwerkingsverbanden tussen de verschillende actoren is gebruik gemaakt van een zogenaamde netwerkanalyse. Het doel van een dergelijke analyse is nader inzicht te krijgen in de belangrijkste relaties die er bestaan tussen de verschillende culturele instanties en personen. Samenwerkingsverbanden zijn geïnventariseerd aan de hand van een groot aantal interviews gehouden met belangrijke spelers binnen het culturele veld, diverse beleidsnota’s, jaarverslagen en de berichtgeving in de geschreven media. In paragraaf 2.3 volgt aan de hand van een drietal dimensies van samenwerking een samenvattende analyse van hoe het Bossche culturele netwerk er uit ziet. Het betreft de samenwerking: • binnen elke discipline afzonderlijk; • tussen de verschillende disciplines; • naar aard van de instellingen. Ten aanzien van het laatste aspect, de aard van de instellingen, gaat het om de samenwerking: • tussen grote en kleine culturele instellingen; • tussen professionals en amateurs; • tussen instellingen van verschillende discipline • binnen de productiekolom (hoe zijn productie, publieksbenadering en plaats van uitvoering

gekoppeld?); • tussen culturele instellingen en het niet-culturele bedrijfsleven; • tussen lokale en bovenlokale instellingen. Voor nadere details van de netwerkanalyse wordt verwezen naar de rapportage ‘Samen werken aan culturele netwerken; een onderzoek naar de structuur van culturele netwerken in ’s-Hertogenbosch’. 10 In paragraaf 2.4 wordt tenslotte kort beschreven waar zich in de stad de culturele clusters bevinden.

9 De volgende bronnen zijn voor deze inventarisatie geraadpleegd: bestanden van de afdeling Cultuur, internet, de telefoongids, stadsgids en berichtgeving in de media. 10 De rapportage betreft een afstudeerscriptie Vrijetijdswetenschappen aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Tilburg van S. Nuijten onder begeleiding van Prof. Dr. Ir. H. Mommaas.

Page 24: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

23

2.2 Culturele infrastructuur en samenwerking In deze paragraaf wordt per discipline een beeld geschetst van de culturele infrastructuur in ‘s-Hertogenbosch. Ter illustratie is telkens een tabel opgenomen met vermelding van een groot aantal actoren. Tevens worden de belangrijkste knooppunten en een aantal belangrijke samenwerkingsverbanden benoemd zoals die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen. Cultureel erfgoed Culturele infrastructuur in een ‘notendop’ De gemeente heeft zich tot doel gesteld het cultuurhistorisch besef en kennisoverdracht over de stad te bevorderen. ‘s-Hertogenbosch is een echte vestingstad. Veel van de historische binnenstad, de vestingwerken en stadswallen zijn bewaard gebleven. De historische binnenstad met de St. Janskathedraal en de Binnendieze vormt een belangrijke toeristische trekpleister.

“Voordeel van 's-Hertogenbosch boven andere Brabantse steden is dat 's-Hertogenbosch een cultuurhistorisch decor heeft.”

Op dit moment worden de vestingwerken volledig gerestaureerd. De gemeente wil bovendien dat rond 2006-2007 de meeste (winkel)puien voldoen aan de Bossche ‘huisstijl’, met een eigen karakter en respect voor de stedelijke geschiedenis. Het Noordbrabants Museum, het Stadsarchief, Kring Vrienden van ‘s-Hertogenbosch en de afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM) zijn belangrijke instellingen op het gebied van cultureel erfgoed. Het aanbod aan musea in ’s-Hertogenbosch bestaat op dit moment voornamelijk uit historische musea. Tabel 2.1: Actoren cultureel erfgoed Cultureel erfgoed

Actoren

Musea, expositieruimten Noordbrabants Museum (NBM), Museum Slager, Bouwloods Sint Jan, Zwanenbroedershuis, Capucijnenmuseum, Bossche Prentenmuseum, Oeteldonks Geminte Muzejum

Bouwhistorie Afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM) Archieven Stadsarchief, Rijksarchief NB, Archief Bisdom St. Jan, Capucijnen, Oeteldonkse Club Belangrijke restauraties BAM (o.a. St. Jan, Vestingwerken en Moerputtenbrug), Stadsarchief archiefstukken Archeologie (vindplaatsen) Groter onderzoek in 2002 verricht door BAM: Groote Wielen Blokkenweg, Groote Wielen

Annenborghweg, Peperstraat 22, Berebijt, Locatie Achter het Stadhuis, Zuidwal Stadhouderstoren, Haverleij Kraanvogellaan, Hinthamereinde hoek Andriesstraatje, Snellestraat/Stoofstraat, Rosmalen Annenborchweg

Genootschappen, kringen, stichtingen

Kring Vrienden, De Boschboom, Heemkunde Kringen Rosmalen, Orthen en ‘Onsenoort’, Stichting Binnendieze, Stichting Groote Stroom, Stichting Vestingwerken, Stichting Archeologie Bouwhistorie en Cultuur, Stichting ’s-Hertogenbosch Monumentenzorg, Oude Schuts, Bosch Keldergenootschap, Rederijkerskamer Moyses Bosch

Antiekwinkels Diverse middenstanders (16) Knooppunten: Kring Vrienden, Afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM), Noordbrabants Museum (NBM), Stadsarchief Samenwerkingsverbanden • Het cultureel erfgoed kent een cultuurhistorisch platform bestaande uit de afdeling BAM, het

Noordbrabants Museum en het Stadsarchief. Deze instellingen overleggen over diverse zaken die spelen binnen het cultureel erfgoed en organiseren diverse activiteiten, waarbij ook weer andere

Page 25: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

24

instellingen worden betrokken. Samen met de stichting Boschboom brengt het platform het blad Bossche Bladen uit.

• De vereniging ‘Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch’ kent veel samenwerkingspartners in de stad. De vereniging bestaat uit de Stichting Gastheerschap (o.a. stadswandelingen binnenstad en vestingwerken en rondleidingen in de Sint Jan), Stichting Binnendieze (vaartochten Binnendieze) en Cultuurhistorisch Onderzoek (diverse werkgroepen doen onderzoek naar de cultuurhistorie van de stad).

• Het Stadsarchief, Koning Willem I College en de Kring Vrienden organiseren samen de cursus Bossche cultuurhistorie ‘Boschlogie’. Ook voor de jeugd is er een cursus ‘Jeugdboschlogie’.

• Diverse culturele erfgoedinstellingen participeren in Stichting de Uitlok. • Er doen zich diverse samenwerkingsprojecten met het bedrijfsleven voor. Ter stimulering van het

cultuurhistorisch toerisme is in 1997 het Bezoekersmanagement opgericht. Hierin werken de VVV, De Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch, De Stichting Binnendieze, de Ondernemersvereniging Hartje 's-Hertogenbosch, de Koninklijke Horeca Nederland afdeling 's-Hertogenbosch, het Kerkbestuur Parochie Binnenstad, het Noordbrabants Museum en de gemeente (afdelingen Economische Zaken inclusief Toerisme, Cultuur, Monumentenzorg en Stadsarchief) samen. Een ander belangrijk project met veel samenwerkingspartners uit het bedrijfsleven betreft de restauratie van de vestingwerken.

• BAM is landelijk, maar ook internationaal, toonaangevend op het gebied van archeologie en bouwhistorie.

“Mensen die als bouwhistoricus werkzaam zijn voor andere gemeenten (8), hebben allemaal hun opleiding gehad bij BAM. Het is de bakermat van bouwhistorie in Nederland. Sinds vorig jaar is er zelfs een hoogleraar bouwhistorie aangesteld.”

• Het Noordbrabants Museum werkt onder meer op provinciaal niveau samen met andere musea. Podiumkunsten Culturele infrastructuur in een ‘notendop’ De infrastructuur voor theater is het sterkst ontwikkeld, die voor muziek en in het bijzonder dans blijft enigszins achter. Er is een divers aanbod van podia aanwezig: Theater aan de Parade (TAP), Theater Bis, het Koningstheater, W2, Het Muziekcentrum en de Azijnfabriek. Daarnaast hebben diverse theatergezelschappen (productie) in de stad hun thuisbasis, zoals: Wetten van Kepler, Artemis en Productiehuis Brabant. Verder is de Koningstheateracademie, een vooropleiding voor de kleinkunstacademie, in de stad gevestigd. Tabel 2.2: Actoren podiumkunsten Podiumkunsten

Actoren

Theater: podia Theater aan de Parade (TAP), theater Bis, Koningstheater productie Artemis, Wetten van Kepler, Productiehuis Brabant, Vandenbulck, Theatergroep The

Lunatics, Theatergroep Lakei, Theatergroep Close-Act, De Wandelende Bar, Tuig, Mooi Weer Theater- en organisatie- bureaus

10 (w.o. theaterbureau Movilé)

Dans: podia Theater aan de Parade (TAP), theater Bis productie Productiehuis Brabant Muziek: podia Theater aan de Parade (TAP), Muziekcentrum, W2, Muzerije, Azijnfabriek productie Musica Ducis, Vandenbulck, Big Band Den Bosch Knooppunten: Muziekcentrum, Theater Bis, Theater aan de Parade (TAP)

Page 26: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

25

Samenwerkingsverbanden • Theater Bis heeft veel relaties in de stad en heeft een belangrijke rol gespeeld bij de oprichting

van Wetten van Kepler, thans het huisgezelschap van het theater, en Productiehuis Brabant.

“Deze gezelschappen hadden niet in stad gezeten als Bis er niet was geweest.” Theater Bis vormt bovendien samen met het Theater aan de Parade en een aantal buurthuizen het Kindertheatercircuit waarin ook Theater Artemis participeert. Het gaat maandelijks om ongeveer drie theatervoorstellingen, onder coördinatie van Bureau Kunsteducatie.

• Het ontbreekt aan een goede infrastructuur voor muziek in ’s-Hertogenbosch. Door het aangaan van verbindingen met de amateurwereld en semi-professionele instellingen proberen diverse instellingen deze infrastructuur wel verder te ontwikkelen. Er zijn voldoende instellingen die iets met muziek doen, maar van samenwerking komt het vaak (nog) niet.

“Er is geen rijk muziekleven in ’s-Hertogenbosch, maar Het Muziekcentrum wil een steentje bijdragen.” “In de muziek komt wel steeds meer samenwerking. Door de intendant wordt de samenwerking daarbij steeds meer discipline-overstijgend, zoals met Oorproeven en Theaterfestival Boulevard”.

• Dans is vooral op professioneel gebied zwak ontwikkeld binnen de stad. Er zijn geen dansgezelschappen in de stad gevestigd. Alleen Productiehuis Brabant maakt naast theater- ook dansvoorstellingen. Het aanbod blijft beperkt tot Theater Bis en het Theater aan de Parade. Daarnaast hangt het van de programmering van Theaterfestival Boulevard en het Erasmusfestival af of daar dans wordt aangeboden. Wel zijn er in de stad diverse dansscholen gevestigd.

• De instellingen binnen de podiumkunsten werken vooral samen met instellingen uit de populaire

cultuur, beeldende kunst en de letteren en media. Er wordt met name weinig samengewerkt met instellingen op het gebied van het cultureel erfgoed.

• De samenwerking tussen amateurgezelschappen en podia bestaat vooral uit het geven van voorstellingen in de theaters en muziekpodia. Van coproducties tussen professionals en amateurs lijkt nauwelijks sprake te zijn. Een voorbeeld waar dit wel het geval is, is Artemis dat tijdens Theaterfestival Boulevard een coproductie heeft opgezet met de bezoekers van het festival, ‘300 Musketiers’ genaamd. De bezoekers van het festival werden uitgenodigd mee te spelen in het stuk. Tijdens het festival werden openbare repetities gehouden op de Parade.

• Gezelschappen, podia en onderwijsinstellingen werken regelmatig met elkaar samen. Het gaat hier om samenwerking binnen de ‘productiekolom’ (productiefase, PR en plaats van uitvoering).

• Samenwerking met het bedrijfsleven doet zich met name voor in het kader van de diverse culturele evenementen.

• De podia werken op bovenlokaal niveau samen in koepelorganisaties, zowel provinciaal als landelijk. Voorbeelden op landelijk niveau zijn: het FPPM, VSCD en VVT (per 1 januari 2003 gefuseerd). Op provinciaal niveau is het Brabants Conservatorium binnen de muziek een belangrijke bovenlokale samenwerkingspartner.

Beeldende kunst Culturele infrastructuur in een ‘notendop’ Op het gebied van de beeldende kunst kent ‘s-Hertogenbosch een aantal belangrijke instellingen. zoals Museum Het Kruithuis (nu Museum voor Hedendaagse Kunst11) en het Europees Keramisch Werk Centrum (EKWC). De laatste vormt een platform en werkplaats voor toonaangevende kunstenaars en wordt gesubsidieerd door het ministerie van OC&W. Het Kruithuis, met zijn

11 De naam van Het Kruithuis is recentelijk veranderd in ‘Museum voor Hedendaagse Kunst’. In deze rapportage zal, gezien de onderzoeksperiode die de monitor beslaat, echter nog vaak worden gesproken van Het Kruithuis.

Page 27: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

26

hedendaagse kunstcollectie keramiek en sieraden, zit al 6 jaar zonder museumruimte. (De beeldende kunstopleidingen worden besproken bij de discipline ‘Cultuureducatie en kunstzinnige vorming’.) Niemand weet precies hoeveel beeldend kunstenaars ’s-Hertogenbosch telt. Wel is bekend dat ca. 160 kunstenaars een atelier huren in één van de ateliercomplexen. Veel van deze kunstenaars zijn verbonden aan één van de diverse kunstenaarsinitiatieven of -collectieven die de stad kent, zoals Artis, Artots, Nova Zembla, Stedelijk overleg Kunstenaars (STOK), Klub K.O.E. en Stichting Melkfabriek. Sommige kunstenaars delen een atelier of werken van huis uit, anderen huren als individu op de particuliere markt. Het totaal aantal beeldend kunstenaars wordt op ongeveer 250 geschat. Cor Unum Ceramics and Art is een belangrijke producent van moderne keramiek. Daarnaast kent de stad diverse galerieën, zoals Hüsstege, Borzo, Arti Capelli, Posset en Van Hoof. Ook zijn enkele kunstuitlenen in de stad gevestigd. De ‘nieuwe media’ is nauwelijks vertegenwoordigd in de gemeente, ondanks de vele beeldende kunstenaars die de stad rijk is. Tabel 2.3: Actoren beeldende kunst Beeldende kunst

Actoren

Musea Het Kruithuis, Noordbrabants Museum Galerieën Hüsstege, Borzo, Jan van Hoof, Arti Capelli, Cor Unum Ceramics & Arts, In Druk, Jheronimus,

Posset, Giulio Cesar & Co Gallery, De Laat, Kurtface, Puckworks, Kemperink Keramiek galerie en atelier, Galerie Pierre, Galerie Joop Reichenfield, Galerie Henk Wolvers, Galerie Sluis 0

Werkplaats/atelier, Kunstenaarscollectie-ven en -initiatieven/

Artis, Melkfabriek, Nova Zembla, STOK, EKWC, Artots, Atelier Willem II, Kunstenpakhuis De Poeldonk, Stichting WP Keramiek, Het Kunsthuis Rosmalen, Atelier ’t Fort, Werkplaats Alem, Onrust, Klub K.O.E., Doklens, System XL (DJ’s en kunstenaars), Kobalt, Krokodil, C8, PK14, Beeldtaal, Kunstlicht, KW14, Tangram, Wonderland, Forel, MADK ± 160 ateliers en werkplaatsen

Kunstuitleen Het Kruithuis, Sluis 0/ Stichting Kunstenaar & Konsument Beeldend kunstenaars ± 250 (voorlopige inventarisatie 139) Knooppunt: Afdeling Cultuur van de gemeente Samenwerkingsverbanden • De individuele kunstenaars weten zich, ondanks de diverse kunstenaarsinitiatieven als STOK,

moeilijk te organiseren. “Individuele kunstenaars zijn veel te veel met zichzelf bezig om een aanjagende functie te hebben op het gebied van de beeldende kunst. Het ontbreekt aan organiserend vermogen.”

De instellingen die actief zijn op het gebied van keramiek (Kruithuis, Europees Keramisch Werk Centrum (EKWC), Cor Unum, Kunstacademie) zijn internationaal georiënteerd: Het Kruithuis is, mede door het ontbreken van een goede huisvesting, met haar collectie met name betrokken bij internationale exposities. Ook het keramiekbedrijf Cor Unum heeft contacten in het buitenland. Het bedrijf bezoekt vaak beurzen en probeert dan internationale kunstenaars te interesseren om iets te ontwerpen dat vervolgens in productie kan worden genomen. Verder worden internationale kunstenaars regelmatig bij het EKWC uitgenodigd om daar voor enkele maanden te komen werken. Er is het afgelopen jaar een start gemaakt om te komen tot meer onderlinge samenwerking (zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 ‘Nieuwe ontwikkelingen en initiatieven’).

“Bij de beeldende kunst is het netwerk veel minder dan bij de podiumkunsten. De gemeente wil wel dat partijen intensiever gaan samenwerken om keramiek op de kaart te zetten, maar dat kunnen ze niet alleen. De gemeente moet daar een rol in spelen, door bijvoorbeeld een promotiebudget beschikbaar te stellen. (…), iedereen heeft er baat bij als ’s-Hertogenbosch zich kan profileren als keramiekstad van Europa.”

Page 28: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

27

• Samenwerking in de beeldende kunst vindt vooral plaats tussen professionals. Er is sprake van weinig samenwerking tussen professionals en amateurs. Professionele kunstenaars in de stad kunnen terecht bij diverse kunstenaarsinitiatieven en -collectieven. De amateurkunstenaar maakt gebruik van het aanbod van instellingen als de Muzerije, het Bossche Palet en diverse ateliers met een cursusaanbod.

• De samenwerking met andere disciplines is middelmatig. Er zijn enkele samenwerkingsverbanden buiten de eigen discipline, maar deze zijn vooral tot stand gebracht door kunstenaarsinitiatieven. Een aardig initiatief in dit kader is bijvoorbeeld Klub K.O.E..

“Steeds op een andere locatie biedt Klub K.O.E. een podium aan artiesten/kunstenaars die nieuwsgierig zijn naar samenwerkingsverbanden met andere disciplines en op zoek zijn naar het experiment. Maar bovenal biedt Klub K.O.E. een ontmoetingsplaats voor de nieuwsgierige liefhebber daarvan.”

• Er is weinig samenwerking met het bedrijfsleven.

“Gevestigde instellingen hebben een sterke lobby. Kunstenaarsinitiatieven hebben dat niet. Zij moeten veel meer hun best doen om gelden bij elkaar te brengen.”

Cultuureducatie en kunstzinnige vorming Culturele infrastructuur in een ‘notendop’ Belangrijke instanties binnen het netwerk zijn Stichting de Uitlok en Bureau Kunsteducatie. De eerste richt zich op middelbare scholieren, de tweede op basisschoolleerlingen. De Muzerije, centrum voor kunstzinnige vorming, neemt een groot deel van het aanbod op het gebied van de kunstzinnige vorming voor amateurs voor zijn rekening. De Muzerije kent een dependance in Rosmalen in Sociaal Cultureel Centrum de Bron. De stad biedt de mogelijkheid tot het volgen van een aantal culturele opleidingen: Academie voor Kunst en Vormgeving, de opleiding Koningstheateracademie verbonden aan het Koningstheater en de opleidingen Design, Art en Technologie (DAT-opleiding) en Keramiek van het KW-1college. Tabel 2.4: Actoren cultuureducatie Cultuureducatie

Actoren

Kunstzinnige vorming De Muzerije, Het Bossche Palet, Atelier Achter de Sterren, Atelier De Tekenschool, Keramiek Atelier, Kinderatelier Henriette Heidstra, Kinderatelier Villa Lila, Multi Music, Kunst aan Tafel (Buurthuis Boschveld), A la K(art), Clara-Teken-en-Schilderschool, De Mozaïek Kamer, creatief aanbod Brede Bossche scholen, K6 Ateliers, Fotoclub AFC'68. Jazzwerkplaats

Cultuur en scholen Stichting de Uitlok, Bureau Kunsteducatie, Academie voor Kunst en Vormgeving, Koningstheateracademie, KW1 college: DAT-opleiding (Design, Art en Technologie) en Keramiek

Knooppunten: Stichting de Uitlok, Bureau Kunsteducatie en De Muzerije Samenwerkingsverbanden • Stichting de Uitlok is een stichting die bestaat uit ongeveer 35 professionele culturele instellingen

uit ‘s-Hertogenbosch. Tevens participeren vijf middelbare scholen VMBO/Havo/VWO en drie middelbare scholen VMBO in de stichting. Het doel van de stichting is om kunst en cultuur dichter bij jongeren te brengen. Ze gebruikt hiervoor het vak CKV-1 dat op middelbare scholen wordt gegeven. De instellingen doen mee aan de Uitlokdag en Cultuursjok. Dit zijn dagen waarop CKV-leerlingen uit respectievelijk 4-Havo en 4-VWO (Uitlokdag) en 3-VMBO (Cultuursjok) kennis

Page 29: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

28

kunnen maken met verschillende disciplines in de stad. Bovendien kunnen de leerlingen een kijkje nemen achter de schermen bij de deelnemende instellingen.

• Bureau Kunsteducatie is verantwoordelijk voor een breed aanbod aan schoolvoorstellingen op basisscholen. Ook organiseert zij onder andere de Nationale Jeugdtheaterdag voor de regio ’s-Hertogenbosch. Deelnemende instellingen zijn Artemis, Theater aan de Parade, Theater Bis en amateurtheaterschool Picos. Ook voor leerkrachten worden educatieve programma’s gemaakt. Zo organiseerde Artemis in 2000 in samenwerking met BISK (Brabants Instituut voor School en Kunst) een aantal studiedagen voor leerkrachten uit het basisonderwijs. Onder de noemer ‘KunstKwartier’ kregen 300 leerkrachten de kans een kijkje te nemen in de keuken van het theater maken.

• De verschillende onderwijsinstellingen binnen de beeldende kunst, zoals de Kunstacademie en de DAT-opleiding (Design, Art en Technologie) van het KW1-college, werken samen met diverse beeldende kunstinstellingen (o.a. Artis). Ook is er samenwerking met Bossche basis- en middelbare scholen. Dit gebeurt via educatieve projecten die lopen bij diverse instellingen, vaak via Bureau Kunsteducatie en Stichting de Uitlok.

• Een project dat tussen 1998 en 2001 plaatsvond en de komende jaren een vervolg krijgt, is het Cultuur Educatie Project (CEP) in ’s-Hertogenbosch Oost. Het plan van zes basisscholen in ’s-Hertogenbosch Oost en één middelbare school in ’s-Hertogenbosch West werd voor drie jaar gekozen als hét Provinciaal Cultuur Educatie Project. Het doel van dit project was de kinderen op een actieve manier kennis te laten maken met kunst en cultuur. Participanten waren onder andere De Muzerije, de Openbare Bibliotheek en Stichting Divers.

• De organisaties binnen de discipline cultuureducatie en kunstzinnige vorming zoeken hun

samenwerkingspartners voornamelijk binnen de stad. Stichting de Uitlok is hierbij gebonden aan voorwaarden van de gemeente. Ook een instelling als De Muzerije is een basisvoorziening die in eerste instantie gericht is op de eigen inwoners. Bureau Kunsteducatie programmeert ook veel aanbod van buiten de stad.

• De samenwerking tussen professionals en amateurs is in deze discipline middelmatig te noemen. Stichting de Uitlok werkt niet direct samen met amateurs, maar wel met professionele instellingen die gericht zijn op amateurs. Binnen De Muzerije is wel sprake van een directe relatie tussen professionals en amateurs.

Amateur cultuur Culturele infrastructuur in een ‘notendop’ ‘s-Hertogenbosch kent veel amateurkunstenaars en -gezelschappen. Een eerste inventarisatie levert 84 popbands en 19 DJ’s (totaal aan bands en artiesten wordt geschat op zo’n 150), 63 koren en ensembles, 35 harmonieën, fanfares en brasbands, 11 orkesten, 26 theatergroepen en toneelverenigingen en 11 dansscholen op. Ook bij instellingen als de Muzerije, diverse ateliers en dansscholen zijn vele amateurs actief met het volgen van cursussen en lessen (zie ook de discipline cultuureducatie en kunstzinnige vorming). Tabel 2.5: Actoren amateur cultuur Amateur Cultuur

Actoren

Popbands/ DJ’s ± 150 bands en artiesten (voorlopige inventarisatie: 84 bands, 19 DJ’s) Koren, vocale ensembles ± 63 koren en ensembles Harmonie, fanfare, brasbands ± 35 harmonie, fanfare, brasbands Orkesten ± 11 orkesten Theatergroepen/ toneelverenigingen

± 26 groepen

Foto, film, video ± 3 foto-, film-, videoclubs (Volks)dans, ballet ± 11 dansscholen Beeldende kunst ± 1 organisatie

Page 30: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

29

Knooppunten: Jazzwerkplaats specifiek voor jazz, W2 specifiek voor popbands Samenwerkingsverbanden • Hoewel in ‘s-Hertogenbosch een groot aantal bands actief zijn, is er geen echte scène.

“Wat in de stad ontbreekt is een ontmoetingsruimte voor muzikanten. Vroeger was dat café Boulevard, dat toen nog op de Snellestraat zat. Op de nieuwe locatie aan de Kraaikampen, vlakbij de Onderwijsboulevard, is het meer een soort studentensoos. Het uitgaansleven bestaat nu vooral uit eet- en grandcafés.” “Een duidelijk probleem van de Bossche Jazzscène is het gebrek aan een vaste stek.”

• Bands geven aan dat er een gebrek is aan oefenruimte. Naast de oefenruimtes van het

popcollectief in W2, wordt veel geoefend in de ruimtes van Safe Rent op een industrieterrein aan de Veemarktkade.

• Voor de amateurbandjes is het Popcollectief belangrijk. Het Popcollectief Den Bosch stelt zich ten doel voorwaarden te scheppen voor popmuzikanten door middel van: repetitieruimten, cursussen, info en een eigen (regio)muzikantenblad genaamd Popcall. Met het organiseren van het Boschkilde festival (4 keer per jaar) wil het Popcollectief bands een kans bieden zichzelf te presenteren aan een (groter) publiek, podiumervaring op te doen en bekendheid te verwerven in de regio. Het Popcollectief is verbonden aan W2, maar vormt een zelfstandige organisatie.

• De samenwerking van amateurs met professionele organisaties is nog beperkt. De amateur-

gezelschappen organiseren vooral zelfstandig activiteiten. “Men is zich er vaak niet bewust van wat amateurs kunnen. Het amateurkunstveld heeft een bepaald stigma en daardoor komt samenwerking vaak niet van de grond.”

“…met individuele amateurkunstenaars wordt niet samengewerkt, maar wel met amateurkunstinstellingen, omdat de organisaties van deze instellingen wel professioneel zijn.”

Amateurs hebben de professionele instellingen (podia) echter nodig om te kunnen oefenen en op te kunnen treden. Bij samenwerking nemen de amateurs dan ook vaak een afhankelijk positie in.

• Een amateur-organisatie die veel samenwerkt met professionals is de Jazzwerkplaats. De werkplaats vormt een spil in het jazzaanbod binnen de stad. Een voorbeeld van een evenement waarbij professionals en amateurs worden samengebracht is Jazz in Duketown. Het festival kent een podium waar amateurs en professionals kunnen samenspelen.

• Ook het Theater aan de Parade, het Koningstheater, de Stichting Soos Satisfaction, café De Keulse Kar en Totaalcafé Boulevard organiseren activiteiten met een (open) podium voor amateurs (al dan niet in samenwerking met professionals).12

Letteren en media Culturele infrastructuur in een ‘notendop’ De belangrijkste basisvoorziening in de stad op het gebied van de letteren en media is de Openbare Bibliotheek. Deze heeft in 's-Hertogenbosch zes dependances. De bibliotheek heeft de beschikking over een collectie van ca. 160.000 titels, waaronder 20.000 muziek CD’s en 1.430 CD Rom’s. Diverse media besteden aandacht aan cultuur in de stad. Belangrijk zijn de lokale rtv-omroep Boschtion, het Brabants Dagblad, het Stadsblad, de Bossche Omroep en Bossche Bladen. Ook via diverse websites op Internet wordt aandacht besteed aan Bossche kunst en cultuur. Boekhandel en uitgeverij Adr. Heinen is een belangrijke aanbieder van culturele literatuur in de stad en brengt eigen Bossche publicaties op de markt. Tenslotte zijn er verschillende literaire clubs te vinden in de stad, zoals de Stichting Literair Café en de Stichting Poëzie op Straat.

12 De subsidiëring vanuit de gemeente van ‘Getapt op Zondag’ van het Theater aan de Parade, stopt in het kader van de bezui- nigingen met ingang van 1 januari. Hierdoor vindt in december 2003 de laatste editie van Getapt op Zondag plaats.

Page 31: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

30

Tabel 2.6: Actoren letteren en media Letteren en media

Actoren

Bibliotheken (inclusief muziekuitleen, fonotheek)

Openbare bibliotheken (6 dependances)

(Lokale en regionale) radio- en televisieomroepen

Boschtion, Omroep Brabant radio en televisie, ORVA ziekenomroep

Literaire clubs/ stichtingen Stichting Poëzie op Straat, Literair Contact Brabant, Vereniging voor Dialect en Folklore rond Janus en Bet13, Stichting Genootschap ter bevordering van het gebruik van de naam ’s-Hertogenbosch, Brabantse Lezer m/v (Literaire Manifestatie), Literatuurkring/ leesclub Rosmalen

Literair intermediair over kunst en cultuur (literair café, lezing, symposium, boekhandel)

Boekhandel Adr. Heinen, Stichting ABC, Stichting Literair Café

Audiovisuele instellingen en nieuwe media (o.a. internet)

7 audiovisuele bedrijven, 5 algemene websites op het gebied van cultuur met links naar culturele organisaties/verenigingen, vele websites van (individuele) culturele instellingen

Aandacht voor cultuur in de schrijvende regionale pers

Brabants Dagblad, Bossche Omroep, Stadsblad, Bossche Bladen, Bossche Pracht, Brabant Cultureel, Nieuwskrant Actieplan Cultuurbereik

Knooppunten: Openbare bibliotheek en boekhandel Adr. Heinen Samenwerkingsverbanden • Er bestaat een min of meer natuurlijke vorm van samenwerking tussen de culturele organisaties in

’s-Hertogenbosch en de lokale media als Boschtion, het Brabants Dagblad, de Bossche Omroep en het Stadsblad. Het betreft hier de verslaglegging van culturele gebeurtenissen, recensies en PR. Journalisten staan echter in de meeste gevallen een onafhankelijke relatie voor omdat objectieve berichtgeving dit vereist.

• Daarnaast doet zich vooral samenwerking voor op het gebied van literatuur. Verschillende instellingen werken op dit gebied samen (instellingen op het gebied van het cultureel erfgoed, Stichting Poëzie op Straat, Adr. Heinen, de Openbare Bibliotheek). Met name boekhandel Adr. Heinen is een belangrijke samenwerkingspartner in de stad, en dan vooral op het vlak van cultureel erfgoed (literaire uitgaven) en podiumkunsten (Literaire Manifestatie).

“Heinen is een instituut in de stad. Het is meer dan een boekverkoper alleen.”

• De bibliotheek manifesteert zich ondanks de samenwerkingsverbanden die zij nu reeds heeft met een aantal instanties in de stad, nog te weinig als knooppunt.

“De bibliotheek heeft een groot klantenbestand en is daarom een uitstekend marketinginstrument. Veel culturele instellingen realiseren zich dit niet.”

• De nieuwe media zijn nauwelijks aanwezig dan wel zichtbaar in de stad. Samenwerking komt nauwelijks voor, terwijl hier kansen liggen ten aanzien van dynamiek en vernieuwing.

“Ten tijde van de nieuwe media in de jaren zeventig (video, film, foto’s) is ’s-Hertogenbosch afgehaakt in de vaart der volkeren. Zij is met één oor in slaap gevallen op het kussen van Jeroen Bosch.”

• Veel van de samenwerkingsverbanden in deze discipline zijn samenwerkingsvormen tussen twee instellingen. Er zijn weinig samenwerkingsverbanden waarbij meer dan twee instellingen zijn betrokken.

“Activiteiten met andere literaire uitingen moeten beter op elkaar worden afgestemd. Als een schrijver bijvoorbeeld naar de literaire manifestatie komt in Theater aan de Parade en een

13 De Vereniging voor Dialect en Folklore Rond Janus en Bet is per 1 januari 2003 gefuseerd met de cultuurhistorische vereniging De Boschboom.

Page 32: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

31

maand later in het Literaire Café staat, dan is dat geen goede zaak. Je moet het dan beter op elkaar afstemmen. Dit zou kunnen door een literair platform op te richten.”

• Er lijkt nauwelijks samenwerking te zijn tussen letteren en media enerzijds en de beeldende kunst,

populaire cultuur, toegepaste kunst en de culturele evenementen anderzijds. Ook wordt weinig met het onderwijs en het bedrijfsleven samengewerkt. Wel zijn er enige samenwerkingsverbanden aan te wijzen met een aantal podia en festivals.

• Er doet zich vooral samenwerking voor tussen professionele instellingen onderling. Amateur-

instellingen komen weinig voor binnen deze discipline. • Er is wel sprake van samenwerking tussen de verschillende productiefases in deze discipline.

Zowel op het gebied van productie als PR en distributie werken instellingen met elkaar samen, zoals Adr. Heinen uitgeverij en boekhandel (productie en PR) met de bibliotheek (distributie).

Populaire cultuur Culturele infrastructuur in een ‘notendop’ Onder populaire cultuur worden onder andere bioscopen en culturele uitgaansgelegenheden verstaan. In de stad bevinden zich vier aanbieders van film: Euro Cinema, Cinema Parade, Filmtheater Jeroen en W2 die een wekelijkse filmavond organiseert. De laatste twee draaien hoofdzakelijk ‘arthouse’ en ‘filmhuisfilms’. Daarnaast kent ’s-Hertogenbosch enkele culturele uitgaansgelegenheden, zoals Totaalcafé Boulevard, café De Keulse Kar, Plein 79 en de tot uitgaansgelegenheid omgebouwde kerk De Orangerie. In de Brabanthallen en Maaspoorthallen worden regelmatig concerten georganiseerd. Verder kent de gemeente ’s-Hertogenbosch een aantal sociaal culturele centra waar diverse culturele activiteiten worden aangeboden. Tenslotte speelt carnaval een belangrijke rol in het culturele leven van de stad. De stad kent diverse carnavalsverenigingen met als overkoepelende organisatie de Oeteldonkse Club. Tabel 2.7: Actoren populaire cultuur Populaire cultuur

Actoren

Film Euro Cinema, Cinema Parade, Filmhuis Jeroen, wekelijkse filmavond W2 (Culturele) horecagelegenheden

Totaalcafé Boulevard, Café de Keulse Kar, Café Welvaart, Orangerie, Plein 79, Hotel Central, Restaurant De Peer

Hallen Brabanthallen, Maaspoorthal, Autotron Culturele centra De Kentering, Sociaal Cultureel Centrum de Biechten, Sociaal Cultureel Centrum de Schans,

Cultureel Centrum De Bron (voorheen De Kei), Sociaal Cultureel centrum de Helftheuvel, Sociaal Cultureel centrum D’n As, Cultureel centrum De Schans

Carnavalsverenigingen Oeteldonkse Club Knooppunten: geen Samenwerkingsverbanden • Er is sprake van weinig samenwerking tussen de instellingen binnen de discipline populaire

cultuur. Instellingen en organisaties werken voornamelijk zelfstandig, nemen eigen initiatieven en organiseren bijna allemaal eigen culturele activiteiten. Twee belangrijke actoren die veel culturele activiteiten programmeren zijn Totaalcafé Boulevard en café De Keulse Kar. Ook in gelegenheden als de Orangerie, Hotel Central en Café Plein 79 vinden regelmatig optredens plaats.

• Het filmhuiscircuit is zwak ontwikkeld. Er is een zelfstandige bioscoop, Euro Cinema, die vooral ‘Hollywoodproducties’ draait. De andere twee bioscopen zijn gerelateerd aan het Theater aan de Parade, die ook de kaartverkoop verzorgt voor deze twee filmaanbieders. Er wordt tussen de beide aanbieders overleg gevoerd welke films in Euro Cinema draaien en welke in Cinema Parade. Naast deze filmaanbieders is W2 enkele jaren geleden een eigen filmcircuit gestart om het filmhuisaanbod te vergroten. Iedere woensdagavond draait er een film, overwegend

Page 33: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

32

filmhuisfilms. Iedere maand staat een bepaald thema centraal. (Voor de ontwikkelingen rondom het nieuwe Verkadecomplex, zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 ‘Nieuwe ontwikkelingen en initiatieven’.)

• Door Stichting de Uitlok worden enkele organisaties binnen de populaire cultuur met elkaar verbonden.

Culturele evenementen Culturele infrastructuur in een ‘notendop’ De stad kent in vergelijking met omringende steden een groot aantal festivals. Enkele evenementen die ‘s-Hertogenbosch (inter)nationaal op de kaart zetten zijn Theaterfestival Boulevard, Jazz in Duketown, het Internationaal Vocalisten Concours (IVC) en November Music. Deze festivals worden al jaren georganiseerd. Bosse Nova is een belangrijke actor op dit gebied. Het bureau initieert en organiseert culturele evenementen in heel Nederland. Dit zijn in ’s-Hertogenbosch: Theaterfestival Boulevard, het Erasmusfestival, de Brabantse voorronde van Kunstbende en het Jeroen Bosch Jaar 2001. Een voorbeeld van een nieuw festival is jeugdmuziektheaterfestival Oorproeven dat in 2002 voor het eerst werd gehouden. In september 2003 stond DB Surround op het programma. Dit is een nieuw festival voor jongeren waarbij de instellingen worden uitgedaagd om eens iets anders met hun aanbod te doen en dit te richten op deze jonge doelgroep. Tabel 2.8: Actoren culturele evenementen Culturele evenementen

Actoren

Diverse disciplines Theaterfestival Boulevard (Bosse Nova), Jazz in Duketown, Internationaal Vocalisten Concours, Earational, November Music, Noord-Zuid Bevrijdingsfestival, Liederentafel Festival, Bossche Beiaardweek, Erasmusfestival, Festival Oorproeven, Muziek op de Binnendieze, Floating Time of Kunst langs de Groote Stroom14, Atelierroute, Den Bosch Maritiem, Bigbandfestival, Festival Kamerklanken

Knooppunten: Stichting Bosse Nova en November Music Samenwerkingsverbanden • De gemeente heeft de evenementen aangewezen als één van de speerpunten van het cultureel

beleid. Veel van de evenementen hebben diverse samenwerkingsverbanden ontwikkeld met de diverse podia in de stad.

• Festivals als Theaterfestival Boulevard, November Music en Jazz in Duketown komen jaarlijks terug en worden structureel ondersteund door de gemeente. Daarnaast biedt de gemeente ruimte aan nieuwe initiatieven, vooral op het gebied van jongerenevenementen. Afgelopen jaar werden subsidies verleend voor het jeugdtheatermuziekfestival Oorproeven en DB Surround.

• Stichting Bosse Nova is verantwoordelijk voor verschillende evenementen in de stad, zoals Theaterfestival Boulevard en het Erasmusfestival. Vooral Theaterfestival Boulevard brengt verschillende disciplines en productiefases bijeen. Op het gebied van muziek is November Music een aanjager. Deze organisatie zoekt bewust samenwerkingspartners op, omdat het geen eigen podium heeft.

• De samenwerking met het bedrijfsleven komt in deze discipline veelvuldig voor. De samenwerking tussen culturele organisaties en het bedrijfsleven beperkt zich in de meeste gevallen echter tot alleen het sponsoren van culturele activiteiten. Het meest zichtbaar is deze samenwerking bij evenementen als: Jazz in Duketown, Theaterfestival Boulevard en November Music. Waarschijnlijk kunnen bedrijven zich via dergelijke evenementen goed profileren en/of hebben deze evenementen een stevige lobby bij het bedrijfsleven.

14 In het kader van de bezuinigingen van de gemeente is met ingang van 2004 geen subsidie meer beschikbaar voor Floating Time.

Page 34: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

33

Toegepaste kunst Culturele infrastructuur in een ‘notendop’ Met toegepaste kunst wordt die kunst bedoeld die naast vormgeving en esthetische waarde ook een functioneel doel heeft. Dit betreft bijvoorbeeld architectuur en grafische vormgeving. Het Bosch Architectuur Initiatief (BAI), Cor Unum Ceramics and Art en het Nieuw Grafisch Atelier zijn belangrijke actoren binnen deze discipline. Tabel 2.9: Actoren toegepaste kunst Toegepaste kunst

Actoren

Architectuur ± 39 architecten en architectenbureaus en BAI Grafische ontwerpers ± 60 grafisch ontwerpers & bureaus w.o. het Nieuw Grafisch Atelier Reclamestudio’s ± 5 reclamestudio’s Productie Cor Unum (keramiek) Knooppunten: BAI en Cor Unum Samenwerkingsverbanden • Binnen de toegepaste kunsten zijn slechts een paar beperkte knooppunten te onderscheiden waar

samenwerkingsverbanden samen komen. De drie subcategorieën, architectuur, grafische ontwerpbureaus en reclamestudio’s lijken allemaal hun eigen netwerkje te hebben, met eigen samenwerkingspartners.

• Cor Unum werkt samen met Het Kruithuis, de Kunstacademie en het Europees Keramisch Werk Centrum (EKWC).

• Het Bosch Architectuur Initiatief (BAI) vormt een knooppunt voor de instellingen op het gebied van architectuur. Het Bosch Architectuur Initiatief probeert het thema ‘architectuur en ruimtelijke kwaliteit van de stad’ onder de aandacht te brengen van de inwoners van de stad. Theater Bis en BAI hebben in 2002 bijvoorbeeld een start gemaakt met een nieuw samenwerkingsverband. In 2003 worden op locaties met een bijzondere architectonische waarde theatervoorstellingen gebracht.

• Bovenlokale partners zijn vooral de koepelorganisaties waarbij de verschillende instellingen zijn aangesloten.

2.3 Een nadere analyse van het culturele netwerk Analyse De netwerkanalyse heeft geresulteerd in een oordeel over de mate waarin samenwerkingsverbanden zich voordoen, uitgedrukt in: - (minder goed) via + (matig), ++ (middelmatig) tot +++ (goed). Deze scores zijn terug te vinden in de nu volgende tabellen, waarin achtereenvolgens een oordeel wordt gegeven over de mate van samenwerking: • binnen elke discipline afzonderlijk; • tussen de verschillende disciplines; • naar aard van de instellingen. Ten aanzien van het laatste aspect, de aard van de instellingen, gaat het om de samenwerking: • tussen grote en kleine culturele instellingen; • tussen professionals en amateurs; • tussen instellingen van verschillende discipline

Page 35: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

34

• binnen de productiekolom (hoe zijn productie, publieksbenadering en plaats van uitvoering gekoppeld?);

• tussen culturele instellingen en het niet-culturele bedrijfsleven; • tussen lokale en bovenlokale instellingen. Daar waar een min-teken staat (aanduiding ‘minder goed’), zijn de vakjes in de tabellen donkerder gekleurd. Samenwerking tussen disciplines Tabel 2.10 laat zien in welke mate er samenwerkingsverbanden bestaan tussen de verschillende disciplines onderling. Ter illustratie staan enkele van deze samenwerkingsverbanden vermeld in de tabel.

Page 36: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

35

Tabel 2.10: Samenwerking tussen disciplines Cultureel

erfgoed Podium-kunsten

Beeldende kunst

Cultuur-educatie en kv

Amateur cultuur

Letteren en media

Populaire cultuur

Culturele evene-menten

Toege-paste kunst

Cultureel erfgoed

+ Sint Jan

+ Stichting de Uitlok

++ Stichting de Uitlok, Bureau Kunst-educatie

+ Kring Vrienden, De Bosch-boom

+++ Poëzie op Straat, uitgaven historie Den Bosch

- ++ Jeroen Bosch jaar, Floating Time

-

Podium-kunsten

+ Sint Jan

+ Klub K.O.E., W2 & Artis, Bis & Kunst-academie

+++ Stichting de Uitlok, Bureau Kunst-educatie, opleiding kleinkunst

++ Jazzwerk-plaats, popbands W2, Getapt op Zondag

++ Tekstschrijvers/ PR, Heinen, aandacht in de pers

+ Totaalcafé Boulevard, Keulse Kar, Orangerie & Novem-ber Music

+++ Diverse festivals

-

Beeldende kunst

+ Stichting de Uitlok

+ Klub K.O.E., W2 & Artis, Bis & Kunst-academie

++ Keramiek-opleidingen/ EKWC

- - - - + Kunste-naars & Cor Unum, Nieuw Grafisch Atelier

Cultuur-educatie

++ Stichting de Uitlok, Bureau Kunst-educatie

+++ Stichting de Uitlok, Bureau Kunst-educatie, opleiding kleinkunst

++ Keramiek-opleidingen/ EKWC

++ De Muzerije

+ Stichting de Uitlok, Bureau Kunst-educatie,

+ Stichting de Uitlok, Bureau Kunst-educatie,

+ Stichting de Uitlok

+ Stichting de Uitlok

Amateur cultuur

+ Kring Vrienden, De Bosch-boom

++ Jazzwerk-plaats, popbands W2, Getapt op Zondag

- ++ De Muzerije

- ++ Feesten, carnaval

++ Jazz in Duketown, Amateur-schilders-dag, Sint Jans dag

-

Letteren en media

+++ Poëzie op Straat, uitgaven historie Den Bosch

++ Tekstschrijvers/ PR, Heinen, aandacht in de pers

- + Stichting de Uitlok, Bureau Kunst-educatie

- - + PR & pers, boekhan-del Adr. Heinen

-

Populaire cultuur

- + Totaalcafé Boulevard, Keulse Kar, Orangerie & Novem-ber Music

- + Stichting de Uitlok, Bureau Kunst-educatie

++ Feesten, carnaval

- ++ Liederen-tafel, Den Bosch Maritiem

-

Culturele evene-menten

++ Jeroen Bosch jaar, Floating Time

+++ Diverse festivals

- + Stichting de Uitlok

++ Jazz in Duketown, Amateur-schilders-dag, Sint Jans dag

+ PR & pers, boekhan-del Adr. Heinen

++ Liederen-tafel, Den Bosch Maritiem

-

Toege-paste kunst

- - + Kunste-naars & Cor Unum, Nieuw Grafisch Atelier

+ Stichting de Uitlok

- - - -

Page 37: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

36

Samenwerking tussen disciplines doet zich in het algemeen nog relatief weinig voor. Dit in ogenschouw nemende, komt interdisciplinaire samenwerking vaker voor bij het cultureel erfgoed, de podiumkunsten, cultuureducatie (met name via Stichting de Uitlok) en de culturele evenementen. Minder vaak vindt deze vorm van samenwerking plaats bij de beeldende kunst, amateur cultuur, populaire cultuur, toegepaste kunst en letteren en media. Samenwerking binnen disciplines Uit de netwerkanalyse is gebleken dat culturele instellingen met name samenwerkingsverbanden aangaan en clusters vormen met instanties die zich binnen dezelfde culturele discipline bevinden. Een cluster wordt daarbij gedefinieerd als een concentratie van samenwerkende instellingen of personen binnen een netwerk, meestal rond een knooppunt. De onderstaande tabel geeft weer hoe het is gesteld met de samenwerking binnen de verschillende disciplines afzonderlijk. Ter illustratie staan een aantal belangrijke clusters van samenwerkingsverbanden vermeld in de tabel. Tabel 2.11: Samenwerking binnen disciplines Cultureel

erfgoed Podium-kunsten

Beeldende kunst

Cultuur-educatie en kv

Amateur cultuur

Letteren en media

Populaire cultuur

Culturele evene-menten

Toege-paste kunst

Samenwerking binnen het betreffen-de veld in het algemeen

+++ Bezoekersmanage-ment, Cultuur Historisch Platform, cluster rond Kring Vrienden

++ Cluster rond Theater Bis: Wetten van Kepler, productie-huis Brabant, Verkade-fabriek Cluster rond TAP, Muziek-centrum

+ Start meer samenwer-king binnen keramiek cluster, keramiek congres Floating Time Diverse kunste-naars-initiatieven

++ Stichting de Uitlok Cluster rondom de Muzerije

- - - +++ Diverse lokale organisa-toren en participan-ten

-

Uit de tabel blijkt dat er het meest wordt samengewerkt binnen het cultureel erfgoed, de cultuureducatie en kunstzinnige vorming (met name via Stichting de Uitlok) en de culturele evenementen. Op een tweede plaats komen de podiumkunsten en de beeldende kunst. Het minst wordt er samengewerkt binnen de amateur cultuur, de letteren en media, de populaire cultuur en de toegepaste kunst. Samenwerking naar aard van de instellingen Als laatste volgt nu een tabel waarin de aard van de samenwerkingsverbanden centraal staat. Ook nu weer staan ter illustratie enkele samenwerkingsverbanden vermeld in de tabel.

Page 38: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

37

Tabel 2.12: Samenwerking naar aard van de instellingen Cultureel

erfgoed Podium-kunsten

Beeldende kunst

Cultuur-educatie en kv

Amateur cultuur

Letteren en media

Populaire cultuur

Culturele evene-menten

Toege-paste kunst

Grote en kleine instel-lingen

+++ NBM & museum Slager, BAM & De Bosch-boom & Stads-archief & NBM

- + Academie voor Beeldende Kunst en Vormge-ving, EKWC en beeldend kunste-naars

+++ Stichting de Uitlok

++ Getapt op Zondag, W2 & bands, De Muzerije

- - +++ Organisa-tie, diverse gezel-schappen en podia

+++ Diverse opdracht-gevers-relaties

Instel-lingen en bedrijfs-leven

++ Restauratie vestingwer-ken, Bezoekers-manage-ment

+ Zalen-verhuur TAP, Verkadefa-briek

++ Cor Unum, galeries, o.a. galerie route

- - ++ Boek-handel Adr. Heinen & Literair Café

- +++ Sponsoring

+++ Opdracht-gevers vaak bedrijfs-leven

Productie-fase, verpak-kingsfase (w.o. PR) en distribu-tiefase

++ Bezoekersmange-ment, restauratie en behoud historie, Kring Vrienden

++

Decorbouw, PR, theater- en organisatiebureaus, gezel-schappen, podia

++ Keramiek cluster, Artis

++ Stichting de Uitlok, Bureau Kunst-educatie

+ Lessen, oefenruim-ten en podia voor amateurs

+ Stads-archief en bibliotheek

- ++ Eigen producties, PR, podia

++ Architec-ten, bouw-onderne-mingen, makelaars

Lokale en bovenlo-kale instel-lingen

+++ BAM voorbeeld-functie o.a. restauratie vesting-werken, bruikleen NBM

+++ Co-produc-ties, buitenland-se gezel-schappen, koepelorganisaties en belangen-vereni-gingen

++ Keramiek cluster, NBM

- - - - +++ Veel gezelschappen van buiten ’s-Hertogen-bosch

+++ koepel-organisa-ties en belangen-vereni-gingen, architecten en (bouw)-onderne-mingen

De tabel geeft weer dat de samenwerking tussen grote en kleine instellingen zich vooral voordoet bij de disciplines: cultureel erfgoed, cultuureducatie en kunstzinnige vorming, de culturele evenementen en de toegepaste kunst. De culturele instellingen en het bedrijfsleven weten elkaar het best te vinden tijdens de culturele evenementen. Waarschijnlijk kunnen bedrijven zich via deze evenementen goed profileren in de stad en/of hebben deze evenementen een stevige lobby bij het bedrijfsleven. De instellingen zien niet-culturele bedrijven in eerste instantie als geldschieter en niet als bron van kennis (management, bedrijfsvoering) of artistieke partner. In de toegepaste kunst is vaak sprake van een business to business relatie. Verticale samenwerking binnen de zogenaamde ‘productiekolom’ (productiefase, PR en plaats van uitvoering) doet zich bij alle disciplines in ongeveer dezelfde mate voor. Alleen bij de populaire cultuur komt het nauwelijks voor en ook bij de amateur cultuur en letteren en media komt het minder voor. Binnen de disciplines cultureel erfgoed, podiumkunsten, evenementen en toegepaste kunst wordt tenslotte het meest samengewerkt tussen lokale en bovenlokale instellingen.

Page 39: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

38

2.4 De ruimtelijke dimensie: Wat zit waar in de stad? (Her)huisvesting instellingen Naast het uitgezette beleid in het kader van de Ontwikkelingsvisie Stadscentrum is vaak het toevallige aanbod van gebouwlocaties bepalend voor het locatiebeleid van culturele instellingen. De culturele instanties blijken vaak slecht zichtbaar voor het publiek (vanaf de straat) of bevinden zich niet in een ‘looproute’. Geografische clusters kunnen de zichtbaarheid onder meer verbeteren. Veel instellingen zullen de komende jaren op een andere plek in de stad worden gehuisvest. Plannen hieromtrent komen ter sprake in hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 ‘Nieuwe ontwikkelingen en initiatieven’. Concentratie cultuur aan zuid-oostzijde van de binnenstad De centra voor cultuurbeleving zijn op dit moment sterk geconcentreerd aan de zuid-oostzijde van de binnenstad: Het Theater aan de Parade, theater Bis, filmtheater Jeroen, De Muzerije, de Stadsbibliotheek, het Noordbrabants Museum, museum Het Kruithuis (recent omgedoopt tot Museum voor Hedendaagse Kunst), museum Slager, het Archief van de Sint Jan in de Bouwloods, het Zwanenbroedershuis, het Bossche Prentenmuseum, het Oeteldonks Geminte Muzejum, het Muziekcentrum (voormalige synagoge) en de Azijnfabriek. Elders bevinden zich het Stadsarchief, het Rijksarchief, het Museum Capucijnen, op het Willem I complex het Koningstheater en in de Kop van het Zand het pop-podium W2 en het Kunstenaarsinitiatief Artis. Kunstboulevard Een geografisch cluster op het gebied van de beeldende kunst is aan de Verwerstraat gelegen en de straat wordt dan ook wel ‘Kunstboulevard’ genoemd. Aan dezelfde straat als waaraan het Noordbrabants Museum ligt, zijn de meeste galerieën in de stad gevestigd, zoals Kunsthandel Borzo, Galerie Hüsstege, Arti Capelli en kunstantiquariaat Luiscius. Naast galerieën ontleent de straat haar culturele identiteit aan antiquairs, kunstnijverheid en horeca die van elkaar’s publieksstromen profiteren. Ook in de Uilenburg (rondvaart Binnendieze, horeca, galeries en kunstnijverheid) doet zich een dergelijke clustering van culturele infrastructuur voor. Het nieuwe onderkomen van het Museum voor Hedendaagse Kunst (voorheen Het Kruithuis) zal in de nabije toekomst een plaats krijgen nabij het Noordbrabants Museum (zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 ‘Nieuwe ontwikkelingen en initiatieven’). Werkplaatsen en atelierconcentraties Veelal aan de rand van het centrum in vooral voormalige fabrieks- en schoolgebouwen bevinden zich de werkplaatsen en atelierconcentraties: werkplaatsen van het Europees Keramisch Werk Centrum, theatergroep Picos (in de Bank van Leening), jeugdtheatergezelschap Artemis, Productiehuis Brabant (tijdelijk in de Sint Josephstraat) en atelierconcentraties in de voormalige Rijks-HBS, het W2-complex, de Melkfabriek, het Kruisbroedershof en de Sint Josephstraat. Ontwikkelingsvisie Stadscentrum In hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 ‘Nieuwe ontwikkelingen en initiatieven’, wordt nader ingegaan op de ontwikkelingsvisie van de Bossche binnenstad met betrekking tot cultuur. Hierbij wordt onder andere de ontwikkeling van de kop van ’t Zand met het nieuwe Verkadecomplex besproken.

Page 40: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een
Page 41: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

40

3. Vitaliteit en dynamiek 3.1 Inleiding Prof. A. Klamer en drs. P.W. Zuidhof concludeerden in hun onderzoek naar de waarde van cultuur voor ’s-Hertogenbosch, dat het culturele klimaat van de stad wordt gekenmerkt door een gebrek aan vitaliteit en dynamiek. In dit hoofdstuk volgt nu, drie jaar later, een nadere beschrijving van de huidige stand van zaken met betrekking tot de culturele vitaliteit en dynamiek in 's-Hertogenbosch. In paragraaf 3.2 wordt daartoe bekeken welke nieuwe ontwikkelingen en initiatieven zich hebben voorgedaan in het afgelopen jaar. Vervolgens vindt in paragraaf 3.3 een nadere analyse plaats van de Bossche culturele vitaliteit en dynamiek. Daarbij vormen een zestal dimensies de basis (zie hieronder). Een dergelijke analyse vindt ook in paragraaf 3.4 plaats met betrekking tot alleen die activiteiten die zijn voortgekomen uit het Actieplan Cultuurbereik. In paragraaf 3.5 wordt tenslotte beschreven hoe de Bossche cultuur in 's-Hertogenbosch maar ook daarbuiten wordt beleefd. Het gaat hier om imago en beeldvorming. Dimensies waarop nieuwe initiatieven en aanbod worden beoordeeld Er kunnen zes dimensies worden onderscheiden waarop nieuwe initiatieven en aanbod kunnen worden beoordeeld. Deze dimensies staan centraal in paragraaf 3.3 waarin de Bossche culturele vitaliteit en dynamiek nader worden geanalyseerd. 1. vitaliteit; 2. dynamiek; 3. onderscheidend of uniek zijn; 4. waarde: economisch - sociaal - cultureel; 5. doelgroep; 6. initiatief. Hieronder volgt een toelichting op de gehanteerde begrippen. Vitaliteit Bij vitaliteit staat de vraag centraal: Gebeurt er veel? Vitaliteit gaat in beginsel over levendigheid en daadkracht. Met vitaliteit wordt bedoeld het vermogen van een discipline om een bijdrage te leveren aan een levendig cultureel leven. Vitaal betekent dat er regelmatig culturele activiteiten worden georganiseerd. Dynamiek Het gaat hier om de vraag: Doen zich veel vernieuwende initiatieven voor? Bij dynamiek gaat het om het vermogen te veranderen, te ontwikkelen of te vernieuwen. Een actor is dynamisch als deze snel op veranderingen inspeelt en tot nieuwe dingen komt. Onderscheidend of uniek zijn Een belangrijke dimensie waarop een stad zich cultureel kan onderscheiden is die op het gebied van bijzondere en experimentele initiatieven. Identiteit uit zich in het vermogen om aanwijsbaar te zijn. Een stad laat zich alleen maar aanwijzen, wanneer mensen kunnen zeggen waarin het zich onderscheidt van andere steden of zelfs uniek is. Het gaat hier met andere woorden om de vraag: Komen er veel bijzondere initiatieven binnen de verschillende disciplines voor? Waarde: economisch - sociaal - cultureel Centraal staat hier de probleemstelling: Wat voor vorm van kapitaal vertegenwoordigen de verschillende culturele activiteiten? Dragen de activiteiten voornamelijk bij aan het economisch kapitaal doordat ze de aantrekkingskracht van een stad verhogen? Of creëren ze primair plaatsen waar mensen elkaar ontmoeten? In het laatste geval dragen ze voornamelijk bij aan het sociale

Page 42: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

41

kapitaal van een stad. In andere gevallen bieden culturele activiteiten inspiratie en genot. Dan hebben ze waarde voor het cultureel kapitaal. Het culturele profiel van een gemeente kan sterk aan betekenis winnen wanneer men erin slaagt verbanden te leggen tussen cultuur en andere beleidsterreinen. Kunst en cultuur kunnen worden ingezet om een stad aantrekkelijk te maken voor toeristen. Bovendien is cultuur van belang bij de overweging van grote organisaties om zich al dan niet te vestigen in de gemeente. Cultuur kan worden ingezet om mensen en bedrijven naar de stad toe te trekken. Cultuur kan daarnaast worden ingezet om doelen op het gebied van welzijn en onderwijs te behalen. Betrokkenheid van wijkbewoners bij kunst en cultuur in de eigen wijk kan maken dat mensen met elkaar in contact komen en een gemeenschappelijk belang hebben. Doelgroepen Culturele activiteiten verschillen in voor wie ze gemaakt worden. Wie is de primaire doelgroep: de toerist, het bedrijfsleven, culturele organisaties of de burger van ’s-Hertogenbosch? Initiatief Soms gebeuren zaken van onderaf, dan weer door partijen van bovenaf. Soms coördineert de overheid. In veel gevallen is er een verband tussen wie de doelgroep is - immers zij profiteren van de inspanningen - en wie het initiatief neemt. Het gaat hier met andere woorden om de vraag: Wie neemt het voortouw bij nieuwe ontwikkelingen? 3.2 Nieuwe ontwikkelingen en initiatieven Als eerste wordt in deze paragraaf een aantal nieuwe disciplineoverstijgende initiatieven en ontwikkelingen beschreven. Vervolgens komt elke discipline apart aan bod. Daarbij wordt telkens in een ‘notendop’ een algemeen beeld per discipline geschetst, waarna dieper wordt ingegaan op de verschillende nieuwe initiatieven. Discipline overstijgende initiatieven Een aantal nieuwe ontwikkelingen die meerdere disciplines bestrijken, wordt hieronder kort beschreven. Drie centrale thema’s citymarketing Een groot deel van het toerisme in ’s-Hertogenbosch valt onder cultuurtoerisme. Uit het oogpunt van citymarketing zal door de gemeente in de nabije toekomst worden ingezet op een drietal thema’s: beeldende kunst, keramiek en Jeroen Bosch. Ontwikkelingsvisie Stadscentrum De nieuwe Ontwikkelingsvisie Stadscentrum wijst op de noodzaak nieuwe verbindingen te realiseren tussen de ‘oude’ en ‘nieuwe’ binnenstad om beide delen beter aan elkaar te koppelen. Uitgangspunt is dat de huidige binnenstad te klein is voor haar centrumfuncties en dat met name het Paleiskwartier en de Kop van het Zand bij die binnenstad zullen moeten gaan behoren.

“De toekomstige ‘cultuurwijk’ Kop van het Zand, Citadel, Binnenhaven en Uilenburg moeten gezamenlijk sterker bij toeristisch ’s-Hertogenbosch worden betrokken.”

“De gemeente moet goed kijken naar de Verkadefabriek en zorgen dat er een loop naartoe komt, want het gebied ligt nu nog los van de binnenstad.”

Ontwikkeling Kop van ’t Zand/ Verkadefabriek In de Kop van ’t Zand zijn kunstenaarsinitiatief Artis, W2, het Grafisch Atelier en het Servicepunt Kunstenaars gevestigd. Deze instellingen vormen op dit moment al een geografisch cluster, maar hebben aangegeven in de toekomst meer met elkaar te willen samenwerken. Nu wordt dat op kleine

Page 43: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

42

schaal gedaan. Artis mag bijvoorbeeld gebruik maken van de zaal van W2 als kunstenaars een podium nodig hebben. Vooral de Verkadefabriek moet het gebied een culturele impuls gaan geven. In het nieuwe kunstencentrum worden Theater Bis, Filmhuis Jeroen, theatergroep De Wetten van Kepler, Productiehuis Brabant en amateurtheaterschool Picos gehuisvest. Sterk punt van de Verkadefabriek is de bundeling van podia, productiefaciliteiten en publiek. De Verkadefabriek speelt hiermee in op de vervagende grenzen van de verschillende kunstvormen. De deuren van het nieuwe centrum moeten halverwege 2004 open.

“De Verkadefabriek zou een impuls kunnen geven aan het hele gebied, eerst geografisch, en later inhoudelijk. (…) gemakkelijker om contact te houden, want je hoeft maar de straat over te steken.” “De horeca gaat een belangrijke rol spelen in het geheel. Het publiek moet er zo binnen kunnen lopen. (…). Daar leent het gebouw zich ook voor, want het is heel transparant. “Professionele gezelschappen zullen elkaar eerder treffen in een dergelijke omgeving. Amateurs die cursussen volgen worden meer betrokken bij wat er in een dergelijk gebouw gebeurd. Het werven van vrijwilligers wordt makkelijker.”

Club Cultuur en Directeurenoverleg Onder de naam Club Cultuur organiseert Stichting Bosse Nova sinds december 2001 in opdracht van de gemeente regelmatig bijeenkomsten waarbij het culturele veld wordt uitgenodigd aanwezig te zijn. Gemiddeld bezoeken zeventig mensen van culturele instellingen een bijeenkomst. Tijdens de bijeenkomsten worden sprekers uitgenodigd om iets te vertellen over cultuur. Daarbij wordt aangesloten bij actuele situaties die binnen het Bossche culturele veld spelen. Club Cultuur speelt aldus een belangrijke rol in het culturele netwerk. Tijdens de bijeenkomsten worden mensen uit het culturele veld uitgenodigd met elkaar in gesprek en discussie te gaan. De bijeenkomsten hebben naast een informatief doel een netwerkfunctie.

“Je kent elkaar en instellingen weten elkaar steeds beter te vinden.” Over de genodigden wordt echter opgemerkt:

“Je ziet altijd weer dezelfde gezichten en het is een beetje elitair, maar er wordt wel genetwerkt.” “Ik vraag me af hoe groot de club zou moeten zijn. Fanfare en bibliotheek zijn er bijvoorbeeld niet bij.”

Voorafgaand aan de bijeenkomsten van Club Cultuur vindt er het zogenaamde Directeurenoverleg plaats. Hierin zijn vijftien directeuren van de belangrijkste culturele instellingen in ‘s-Hertogenbosch vertegenwoordigd. Tijdens het directeurenoverleg wordt overleg gepleegd over diverse punten die spelen in de stad. Voorbeelden van onderwerpen die tot op heden aan de orde zijn geweest, zijn: huisvesting, Melkertbanen en publiciteit. Het initiatief is goed ontvangen:

“Het is belangrijk om op de hoogte zijn van zaken die spelen in de stad.” “Hoewel het overleg nu nog vooral uitwisseling van gemeentelijk beleid is, moet het wel uitgroeien tot iets structureels.” “Je leert elkaar kennen. Zo wordt het gemakkelijker om anderen te benaderen en afspraken te maken. De status is nog wat onduidelijk, maar het levert iets op qua netwerk.”

Page 44: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

43

Businessclub Hermes Hermes is met ruim 200 leden het grootste businessnetwerk voor ondernemers en directies van bedrijven en organisaties in de regio ’s-Hertogenbosch. Hermes businessclub is de enige businessclub binnen de stad die zich specifiek bezighoudt met cultuur. Door de businessclub wordt het liefst gesproken over het ‘adopteren van een project’. Tot nu toe ging het te vergeven sponsorgeld vooral naar projecten met een sterke lobby als: Jazz in Duketown, Museum Het Kruithuis, de Azijnfabriek, Het Muziekcentrum en Theaterfestival Boulevard. Ook heeft de club samen met gemeente en Rijk, BAI met een financiële injectie helpen doorstarten (meer informatie hierover onder het kopje ‘toegepaste kunst’). Het gaat de leden volgens Hermes om zowel de PR ‘naar buiten toe’ als ‘naar binnen toe’. Maar: “De doelstellingen ten aanzien van sponsoring van cultuur dienen in de nabije toekomst beter te worden gedefinieerd.” Aan korte termijn initiatieven kan dan vaker ad hoc een bijdrage worden verleend en langere termijn initiatieven kunnen vervolgens voor meerdere jaren worden ondersteund. Het idee is een cultuurfonds op te richten. Dit fonds wordt geadviseerd door kenners uit de cultuurwereld. Daarnaast wil Hermes een expertprogramma opstarten (sponsoring in natura). De bedoeling is specifieke expertise uit het bedrijfsleven te koppelen aan culturele instellingen. Een verzoek wordt vervolgens beproefd binnen het platform. Op deze manier wordt getracht ook initiatieven te ondersteunen met een wat minder sterke lobby, maar met een goed idee. Hermes lijkt met de nieuwe plannen aan te sluiten op een behoefte uit het veld:

“Vaak gaat het bij samenwerking om geld. Maar je moet niet alleen aan sponsoring doen, maar ook inhoudelijk samenwerken. Bedrijven pakken het echter nog niet echt op” “Er moeten meer publiek-private samenwerkingsverbanden komen. Er moet meer interactie komen tussen gemeente, culturele instellingen en bedrijfsleven. Het bedrijfsleven kan daarbij niet alleen voor een financiële impuls zorgen, maar ook kennis uitwisselen en advies geven op het gebied van bijvoorbeeld management en financiën.”

Cultureel erfgoed Vitaliteit en dynamiek in een ‘notendop’ Initiatieven voor het behoud van de Bossche historie worden breed gedragen. De gemeente kent een rijke historische binnenstad en neemt binnen Nederland een vooraanstaande positie in als het gaat om de restauratie van de vestingwerken. Initiatieven gericht op het behoud van het cultureel erfgoed, hebben zowel een cultureel als een economisch doel (toerisme en aantrekkelijke stad voor bewoners en bedrijven om zich er te vestigen).

“Het historisch stratenpatroon met gevelwanden, de Sint Janskathedraal, de Binnendieze en de vestingwerken (incl. de Citadel en ‘stadsbalkon’ langs Bossche Broek) vormen in toenemende mate een toeristisch product van landelijke betekenis.”

Archeologie en bouwhistorie In Nederland zijn er 35 gemeenten met een archeologische dienst. De gemeentelijke afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM) is hierin toonaangevend, zowel op nationaal als internationaal niveau. BAM heeft het grootste gemeentelijk archeologische depot in Nederland. Na restauratie van het gebouw Bethaniestraat 4 zal het depot daar in 2004 een nieuw onderkomen krijgen. ‘s-Hertogenbosch heeft sinds 2002 een archeologische verwachtingskaart voor de binnenstad. Op basis hiervan wil de gemeente bij bouwplannen in een zo vroeg mogelijk stadium rekening gaan houden met archeologische resten in de bodem. Daarvoor is in overleg met de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek een nieuw juridisch instrumentarium ontwikkeld, dat uniek is in Nederland. De gemeente loopt hiermee vooruit op de ratificering van het Verdrag van Malta, dat archeologie een betere bescherming moet bieden. ’s-Hertogenbosch en Utrecht waren de eerste gemeenten die een bouwhistoricus in dienst namen. Inmiddels geldt dat voor negen gemeenten. In 2003 is een nieuwe monumentenkaart gemaakt, deze

Page 45: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

44

bevat alle rijks- en gemeentemonumenten en de beschermde stads- en dorpsgezichten in ‘s-Hertogenbosch. Een bouwhistorische verwachtingskaart zal in 2004 tot stand komen. Deze dient in de eerste plaats om plannenmakers attent te maken op historische elementen die vaak onzichtbaar achter gevels nog aanwezig zijn. Vestingwerken en Binnendieze Een belangrijk initiatief op het gebied van het cultureel erfgoed is de restauratie van de vestingwerken. In 2000 werd gestart met de restauratie onder de titel ‘Versterkt Den Bosch’. De vestingwerken kunnen een grote betekenis hebben voor de revitalisering van de binnenstad. Zij hebben niet alleen een cultuurhistorische waarde, maar kunnen ook de identiteit van de stad versterken, zowel voor toeristen als bewoners. Op dit moment wordt er gewerkt aan de restauratie van de rest van de zuidelijke stadswal en aan de totstandkoming van een vestinginfocentrum (Bastion Oranje). Tegelijkertijd worden plannen voorbereid voor de restauratie van de overige delen van de vesting. De Westwal is daarbij het eerst volgende project. Mede vanwege het herstel aan de Kruisbroedershekel en de Groote Hekel raken Vestingwerken en Binnendieze als toeristische attracties steeds meer met elkaar verweven. In 2003 zijn alle vaarroutes operationeel geworden die in het beleidsplan ‘Vesting Varen’ worden genoemd. Het betreft de volgende routes: De Verborgen Stad, De Vesting Vaart, Historisch ’s-Hertogenbosch en De Groote Stroom. Monumenten In 2001 is begonnen met de inventarisatie van objecten die voor gemeentelijke bescherming in aanmerking komen. Dit project (gemeentelijke MPS) zal naar verwachting enige jaren in beslag nemen. Volgens planning zal eind 2003 een eerste tranche van circa 130 gemeentelijke monumenten worden aangewezen. Uiteindelijk zullen dit er tussen de 300 en 400 zijn. In 2002 telde de rijkslijst in ’s-Hertogenbosch 525 objecten. De gemeentelijke monumentenlijst bevatte 75 objecten. Voor een vergelijk met andere gemeenten, zie de onderstaande figuur. Figuur 3.1: Aantal rijks- en gemeentemonumenten in 2002

150

457

718

1575

200

107

75

139

1562

58

204

244

393

400

430

525

636

1359

7160219

279218

1661

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600

Helmond

Nijmegen

Tilburg

Arnhem

Eindhoven

Breda

Rotterdam

s-Hertogenbosch

Groningen

Utrecht

Maastricht

Amsterdam

Gemeentemonumenten Rijksmonumenten

Bron: NCM (Stichting Nationaal Contact Monumenten) 2002

Page 46: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

45

Wat vooral opvalt in de figuur is het, met andere gemeenten vergeleken, geringe aantal gemeentemonumenten in de stad. Dit is opvallend gezien de historische binnenstad van ’s-Hertogenbosch. Herinrichting markt en restauratie historische kelders De komende jaren zal de markt worden heringericht.

“Het plein zal de kwaliteit moeten krijgen die past bij haar functie als centraal stedelijk ontmoetingsplein (dus ‘verblijfsplek’ en ‘eindpunt’) en als hart van de consument gerichte commercie.”

Dit betekent dat gelijktijdig met de planvorming voor de herinrichting van het plein ook verbetervoorstellen zullen moeten worden ontwikkeld voor de straatwanden. Daarbij wordt zowel gedacht aan:

“De verbetering van de historische panden als het toevoegen van hoogwaardige eigentijdse architectuur passend in de schaal van de historische gevelwand.”

De kelders onder winkelpanden aan de Bossche markt en de Pensmarkt zouden na renovatie een belangrijke toeristische attractie kunnen worden. De ondernemingsvereniging Hartje Den Bosch heeft een eerste haalbaarheidsstudie laten uitvoeren. Mogelijke invulling van de kelderruimtes zijn behalve winkeltjes of horeca, exposities en evenementen. Presentatie stedelijke geschiedenis Met name cultuurhistorische instellingen als: het Stadsarchief, de gemeentelijke afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM), het Noordbrabants Museum, de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch, de stichting Boschboom en de Heemkundekring Rosmalen zullen invulling moeten geven aan de presentatie van de stedelijke geschiedenis. Er zijn diverse plannen in ontwikkeling omtrent de manier waarop de stedelijke geschiedenis op dynamische(r) wijze in de stad kan worden gepresenteerd. Zo heeft in de zomer van 2003 de eerste Bossche Erfgoeddag plaatsgevonden. Doel van deze dag is het Bossche erfgoed onder de aandacht van een breder publiek te brengen. Ook zijn er plannen voor de ontwikkeling van een bezoekerscentrum. Nieuwbouw is echter in het kader van de bezuinigingen van de baan. Mogelijke locaties voor (nieuwe) presentaties in cultuurhistorische centra zijn: musea, het Stadsarchief en de afdeling Bouwhistorie en Monumenten. Jeroen Bosch De schilder Jeroen Bosch is afkomstig uit ’s-Hertogenbosch. Zijn werken hangen over de hele wereld in musea, maar niet in ’s-Hertogenbosch. Toch is het verband met de gemeente snel gelegd. Een aantal initiatieven rondom Jeroen Bosch worden hieronder nader beschreven: - Het museum Boymans van Beuningen in Rotterdam hield in 2001 een tentoonstelling over de

Bossche schilder Jheronimus Bosch, wat voor het gemeentebestuur van ’s-Hertogenbosch aanleiding was het jaar 2001 uit te roepen tot Jeroen Bosch jaar. In de zomer van 2000 werd onder de vlag van Stichting Bosse Nova een projectteam samengesteld dat ruim veertig lokale instellingen op het vlak van cultuur, kunst, cultuurhistorie en cultuurtoerisme benaderde om ideeën en plannen te leveren. Het Jeroen Bosch jaar is belangrijk geweest voor het leggen van contacten, ook interdisciplinair, tussen de instellingen onderling. De geluiden over het Jeroen Bosch jaar zijn overwegend positief:

“De stad ‘s-Hertogenbosch moet de lijn zoals in het Jeroen Bosch Jaar doorzetten.”

“Het thema Jeroen Bosch was marketingtechnisch gezien ijzersterk.” “Het Jeroen Bosch Jaar is een mooi voorbeeld van multidisciplinaire samenwerking.”

Page 47: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

46

Toch zijn er ook kritische geluiden:

“Bestaande activiteiten bij instellingen werden voorzien van een “Jeroen Bosch-kleurtje” om de tekorten op de eigen activiteiten te dekken. Probleem was dat het Jeroen Bosch Jaar volledig onder Economische Zaken viel, het was afgestemd op het cultuurhistorisch product.” “Je moet ‘s-Hertogenbosch los maken van Jeroen Bosch, je moet je richten op 2003 en de rest van de wereld. ’s-Hertogenbosch blijft altijd maar in het verleden hangen.”

- Een site over Jeroen Bosch, boschuniverse.com, is een internationaal geprezen site die oorspronkelijk door Museum Boymans van Beuningen, maar in nauwe samenwerking met het Stadsarchief, is ontwikkeld. De site biedt informatie over Bosch en zijn oeuvre. De gemeente heeft deze site ondertussen overgenomen. Het Stadsarchief heeft de taak op zich genomen de website uit te breiden met informatie over Bosch in relatie tot ’s-Hertogenbosch.

- De gemeente streeft naar de oprichting van een Jeroen Boschcentrum. Als de plannen door de speciaal voor dit doel opgerichte gemeentelijke werkgroep worden goedgekeurd, wordt de leegstaande Sint-Jacobkerk door een particuliere initiatiefnemer aangekocht. Dit om er een museum en studiecentrum rondom Jeroen Bosch te vestigen. Het beheer van het museum en centrum komt vervolgens in handen van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch.

- Ook het Noordbrabants Museum is inmiddels begonnen om Bosch een eigen plaats te geven. De verzameling schilderijen uit de invloedsfeer van Bosch is de laatste anderhalf jaar gegroeid van drie naar elf. In drie zalen worden deze permanent tentoongesteld, evenals diverse historische voorwerpen uit de tijd van de schilder.

Podiumkunsten Vitaliteit en dynamiek in een ‘notendop’ Bij de podiumkunsten zijn het met name het kleinschalig toneel en muziek (o.a. Theater Bis, Koningstheater, Muziekcentrum) die een onderscheidend en dynamisch repertoire aanbieden. Het Theater aan de Parade programmeert veel landelijke producties, die op zichzelf vernieuwend kunnen zijn, maar door hun landelijke programmering minder onderscheidend. Door het gebrek aan capaciteit is binnen het TAP minder ruimte voor flexibiliteit en het inspringen op nieuwe locale ontwikkelingen. Het economisch instituut Nyfer stelt dat de podiumkunsten voor de bewoners van een stad, niet alleen van cultureel en sociaal belang zijn, maar ook van grote economische waarde. Nyfer concludeert dit onder meer naar aanleiding van een onderzoek gedaan in opdracht van de Stichting Tivoli in Utrecht in 2001. Podiumkunsten blijken voor mensen een belangrijke reden om zich te vestigen in een bepaalde stad. Daarmee winnen de theaters het van kantoren en bioscopen. Nyfer ziet de aanwezigheid van goede podiumvoorzieningen dan ook als belangrijk instrument om hoogopgeleiden naar een stad te lokken. Een gemeentelijke nota podiumkunsten, over de rol van de diverse Bossche theaterzalen, is momenteel in de maak. Theater Bis Het theater Bis bestaat sinds 1982. Het presenteert in 's-Hertogenbosch eigentijds theater- en dansaanbod. Daarnaast wordt als bijzondere activiteit, in samenwerking met het Brabants Dagblad, ‘De Zondageditie’ georganiseerd. De publieke belangstelling voor de debatten is groot. De activiteit past in het streven van Bis om meer verbinding te maken tussen kunst en maatschappelijke ontwikkelingen. Het vlakke vloertheater zal halverwege 2004 worden gehuisvest in de Verkadefabriek, De huidige directeur van Bis krijgt tevens de leiding over de Verkadefabriek. Theater aan de Parade Het TAP heeft een schouwburgzaal met 900 plaatsen en een Pleinzaal met de mogelijkheid van 204 tribuneplaatsen. Het TAP heeft daarnaast met Cinema Parade een filmzaal met 184 plaatsen tot haar beschikking. Het theater heeft met 21 andere theaters in Nederland de A-status, maar heeft moeite deze te behouden.

Page 48: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

47

Voor het theater is een nieuwe toekomstvisie en strategie hard nodig. In het in 2001 uitgebrachte rapport ‘Naar een vitaal theater’ concluderen de onderzoekers A. Klamer en P. Zuidhof dat “In haar huidige vorm het theater haar beste tijd heeft gehad. Het multifunctionele concept is failliet.” Sinds de bouw van het TAP zijn er verschillende podia in de stad ontstaan, die een deel van de functie van het TAP hebben overgenomen. Voorbeelden hiervan zijn Het Koningstheater, de Azijnfabriek, Bis en Het Muziekcentrum. Daarnaast is voor grotere concerten en steeds omvangrijker theaterprojecten in het TAP en daarmee in ’s-Hertogenbosch geen plaats (meer). Met de plannen voor drie filmzalen in het Nieuwe Verkadecomplex en de eventuele komst van een megabioscoop en/of grootschalig complex voor musicals en concerten, wordt de functie van het TAP nog beperkter. Maar ook speelt het TAP nauwelijks een rol bij nieuwe, kleinschalige initiatieven.

“De exploitatie opzet van de TAP laat kleine initiatieven en clubs niet toe.” Koningstheater Het Koningstheater is uitgegroeid tot een professioneel theater, dat niet meer op de huidige locatie te handhaven is (het KW1-college). Het Koningstheater is van 40 voorstellingen met 2.950 bezoekers in theaterseizoen 1997/1998, gegroeid naar 175 voorstellingen met 25.000 bezoekers in 2001/2002. Omdat Theater Bis in 2004 verhuist naar de Verkadefabriek, komt er in de binnenstad wellicht ruimte vrij voor het Koningstheater. De gemeente wil het Koningstheater dan combineren met activiteiten van de Pleinzaal in het Theater aan de Parade. Het Koningstheater zou dan functies van de Pleinzaal kunnen overnemen, waardoor in de Pleinzaal meer ruimte vrijkomt voor andere activiteiten. De Azijnfabriek Iedere week wordt op donderdag in de Azijnfabriek een lunchconcert en op zaterdag een middagconcert gegeven (klassieke muziek). Het Muziekcentrum In Het Muziekcentrum (voormalige synagoge) worden kamermuziek en nieuwe muziek geprogram-meerd. In zijn genre is het muziekcentrum één van de meest prominente plekken van Nederland. Het centrum is onder meer betrokken bij het jaarlijkse festival Earational (initiatiefnemer de Melkfabriek), een festival voor (experimentele) elektronische muziek en audio art. W2 De concertzaal van W2 is het poppodium van de stad. W2 beoogt een ‘ontdekkerspodium’ te zijn. Er worden nationale en internationale bands uitgenodigd die nog ‘een reputatie aan het opbouwen zijn’. Sociaal culturele accommodatie in Rosmalen In Rosmalen zijn er plannen voor de realisatie van een nieuw cultuurcentrum in het te verbouwen gemeentehuis van Rosmalen, aan de Hoff van Hollantlaan. De plannen gaan er van uit dat er plaats is voor een flinke theaterzaal met een vlakke vloer. Ook de bibliotheek en de Muzerije-afdeling Rosmalen zouden onderdak kunnen krijgen in het centrum. Artemis Op het gebied van podiumkunsten is Artemis zeer actief. Afgelopen jaar heeft het gezelschap de samenwerking gezocht met Theaterfestival Boulevard. Gedurende het festival heeft zij in samenwerking met de Bossche bevolking het theaterstuk ‘De 300 musketiers’ in elkaar gezet. Vanuit het Actieplan Cultuurbereik ontving Artemis tevens een bijdrage voor marketingactiviteiten rondom de voorstelling ‘Katharina, Katharina in het ganzenbord’. In samenwerking met het Brabants Dagblad is in dit kader een lezersactie opgezet. Een deel van de bevolking dat Artemis nog niet kende, is hiermee bereikt. Jazzplatform Een aantal Bossche instellingen en organisaties die jazzmuziek aanbieden en maken, hebben een Jazzplatform opgericht. De participanten zijn: de Jazzwerkplaats, Het Muziekcentrum, W2, Jazz in Duketown, Plein 79, Hotel Central, De Muzerije, Big Band Den Bosch en Café Welvaart. De intentie is om 80 jazzconcerten per jaar te geven.

Page 49: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

48

Beeldende kunst Vitaliteit en dynamiek in een ‘notendop’ Rondom de beeldende kunst is veel te doen binnen de gemeente. De perikelen rondom de nieuwe huisvesting van Museum Het Kruithuis, nu Museum voor Hedendaagse Kunst, heeft regelmatig de aandacht van de lokale media. Recent is de nota beeldende kunst verschenen. De stad heeft op het gebied van de keramiek een aantal unieke instanties binnen haar gemeentegrenzen, maar deze actoren zijn nog onvoldoende zichtbaar voor het grote publiek. Vanuit de afdeling Cultuur van de gemeente krijgt de regiefunctie op het terrein van de beeldende kunst langzamerhand meer gestalte. De dynamiek komt in dit stadium evenwel met name tot uitdrukking in de beleidsvorming en nog niet zozeer in de beleidsuitvoering. Vitaliteit en dynamiek komen op dit moment voornamelijk van de individuele kunstenaarsinitiatieven en instanties als Klub K.O.E., Artis, Artots en de diverse galerieën binnen de stad. Daarnaast heeft het Noordbrabants Museum het afgelopen jaar een aantal grotere tentoonstellingen georganiseerd. Ook staat beeldende kunst binnen een aantal evenementen centraal of wordt hier aandacht aan besteed (o.a. Theaterfestival Boulevard, Floating Time15, Atelierroute). Nota beeldende kunst De nota beeldende kunst, ‘Tussen droom en daad’ heeft een tijd op zich laten wachten maar is uiteindelijk verschenen. Beleidsvoornemens liggen in de sfeer van de ketenbenadering:

“Van individuele opleiding naar zelfstandige en collectieve beroepsuitoefening en kwalitatief hoogwaardige productie, van samenwerking en grensverleggende initiatieven naar presentatie, en tot slot, van een hierdoor bestendig gewekte interesse naar afname bij een breed publiek.”

Het begin van de keten wordt gevormd door de aanwezige opleiding bij de kunstacademie, welke met faciliteiten en samenwerkingsverbanden kan worden ondersteund. Vervolgens kan in de sfeer van het vestigingsklimaat voor kunstenaars worden bezien of de aantrekkelijkheid hiervan op een hoger plan kan worden gebracht door adequate atelierruimte, werkplaatsfaciliteiten, toepassing van de WIK, samenwerkingsinitiatieven en mogelijkheden voor presentatie. Ateliers Om ervoor te zorgen dat 's-Hertogenbosch aantrekkelijk blijft voor beeldende kunstenaars, wordt gestreefd naar een pakket van maatregelen dat het productieklimaat verbetert. Gedacht wordt aan de combinatie van een werkplaatsvoorziening, een instelling voor kunstenaars-werkruimten en een budget voor kleine investeringssubsidies voor gezamenlijke atelierinitiatieven. Ook zijn er ideeën voor de vorming van een beheersstichting die naar het voorbeeld van het SLAK in Arnhem honderden werkruimten beheert en in eigendom heeft. De gemeente zou dan structureel bij kunnen dragen in de organisatiekosten, terwijl de huuropbrengsten kostendekkend zijn. Mogelijke plekken voor ateliers doen zich voor in de Kop van het Zand en in leegkomende gebouwen zoals de Bank Van Leening (de daar momenteel gevestigde theatergroep Picos gaat naar de Verkadefabriek). Centrum voor beeldende kunst Om de binnen de nota beeldende kunst geformuleerde beleidsdoelen te bereiken, wil de gemeente een Centrum voor Beeldende Kunst starten. Hiervoor wordt nog een aparte beleidsnota uitgebracht. Vooralsnog worden de volgende belangrijke functies voor een CBK voorzien, waarbij de nadruk ligt op facilitering en advisering, zowel van individuele kunstenaars als van georganiseerde initiatieven: a) een omgeving creëren waar ideeën kunnen ontstaan en uitgevoerd worden. Het incorporeren van het Nieuw Grafisch Atelier is binnen dit kader gewenst. (kernvoorziening: werkplaats en plaats voor inhoudelijk debat);

15 In het kader van de bezuinigingen van de gemeente is met ingang van 2004 geen subsidie meer beschikbaar voor Floating Time.

Page 50: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

49

b) advisering aan kunstenaars en tentoonstellingsmakers om van ideeën tot uitvoering te komen. Samenwerking met de nieuwe Brabantse Kunststichting is binnen dit kader gewenst. (kernvoorziening: netwerken);

c) faciliteiten bieden aan kunstenaars en kunstenaarsinitiatieven met kant en klare ideeën (kernvoorziening: expositieruimten);

d) professionaliteit in het presenteren van beeldende kunst (kernvoorzieningen: kunstuitleen en publiciteitsplan);

e) professionaliteit in het onderhouden van kunst in de openbare ruimte. Museum Het Kruithuis wordt Museum voor Hedendaagse Kunst Nadat de gemeenteraad na twaalf jaar discussie definitief besloten had af te zien van herhuisvesting van het museum Het Kruithuis aan de locatie Citadellaan, moest een nieuwe locatie worden gevonden. Twee opties stonden open: het nieuwe museum te koppelen aan de Kunstacademie dat nieuwbouw wil in het Paleiskwartier óf te koppelen aan het Noordbrabants Museum dat ook voor een omvangrijke uitbreiding staat. Uiteindelijk is voor de laatste optie gekozen. Het Kruithuis zal voortaan ‘Museum voor Hedendaagse Kunst’ heten waarbij in symbiose met het Noordbrabants Museum een maximale zelfstandigheid wordt behouden. De bedoeling is de kunstuitleen los te koppelen van het nieuwe museum en te combineren met het Centrum Beeldende Kunst (CBK). Dit omdat het CBK laagdrempelig zou zijn en de inkomsten van de kunstuitleen zoveel mogelijk ten goede zouden moeten komen aan lokale kunstenaars. Dit laat overigens onverlet, dat bij het uitplaatsen van de kunstuitleen-functie, het museum haar specifieke activiteiten op het terrein van ‘art-leasing’ (waarmee ook inkomsten worden verworven) in enigerlei vorm kan voortzetten. Beeldende kunstroute Om kwalitatief hoogstaande kunst naar de stad te kunnen halen, wil B. en W. starten met een beeldende kunstroute. De bedoeling is dat elk jaar twee werken worden aangekocht, die vervolgens worden tentoongesteld langs onder meer de toekomstige wandelpromenades van de vestingwerken. Aan het einde van het jaar wordt één van de twee werken aangekocht. De bedoeling is dat op deze wijze aanstormende talenten worden binnengehaald. Vanuit het veld is de nodige kritiek geuit op dit voorstel. Sommigen zijn bang dat conservatieve, weinig vernieuwende kunstwerken worden verkozen op de ‘verkeerde’ plekken in de stad. Volgens veel kunstenaars dient bovendien de kwaliteit van het werk centraal te staan, niet de mogelijke ‘investeringswaarde’. Tijdens de inspraakavond met betrokkenen uit het veld is volgens de gemeente terecht opgemerkt dat:

“Kunst in de Openbare Ruimte zich in het afgelopen decennium heeft ontwikkeld tot een volwaardige, autonome kunstdiscipline, die de stedelijke omgeving én haar maatschappelijke context als haar natuurlijk werkterrein beschouwt.”

De gemeente heeft op de kritiek gereageerd door aan te geven dat zij voor de Kunst in de Openbare Ruimte een (inter)nationale adviesgroep wil oprichten, die in overleg met de afdeling Cultuur, de sector Stadsontwikkeling en het Centrum voor Beeldende Kunst (i.o.) fungeert als initiator, stimulator en coördinator op dit terrein. Ook heeft zij aangegeven zich bewust te zijn dat dit beleid in nauw overleg met de betrokken kunstenaars moet worden uitgevoerd, zowel inhoudelijk als procedureel. Den Bosch, Keramiekstad In de stad zijn vier instellingen die zich richten op de keramiek. Dit zijn Museum Het Kruithuis, het Europees Keramisch Werk Centrum (EKWC), Cor Unum Ceramics and Arts en de Academie voor Beeldende Kunst en Vormgeving. Deze vier instellingen leveren allemaal een uniek product. Museum Het Kruithuis heeft een grote collectie moderne keramiek en sieraden. Het EKWC is een werkplaats voor internationale kunstenaars die zich met keramiek bezighouden. Cor Unum is het enige bedrijf in Nederland dat moderne keramiek op ambachtelijke wijze maakt. Het bedrijf is sinds enkele jaren erg actief met het innoveren van keramische vormgeving. De academie is één van de weinige kunstacademies binnen Nederland met een keramiekopleiding. Ook het KW1-college is onlangs gestart met een keramiekopleiding in samenwerking met Cor Unum Ceramics and Arts.

Page 51: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

50

Vanuit de gemeente en het EKWC is het voorstel gekomen om de genoemde organisaties meer met elkaar te laten samenwerken om zo een keramiekcluster te vormen dat uniek is voor Nederland. In het cluster zijn onderzoek, productie, presentatie en onderwijs samengebracht. Dankzij deze specialisaties kan ‘s-Hertogenbosch een meerwaarde creëren voor de stad. Een eerste activiteit heeft inmiddels plaatsgevonden in de vorm van een keramiekcongres. Dit congres moet uitgroeien tot een jaarlijkse activiteit, waarbij internationale deelnemers aanwezig zijn. Het eerste congres ging over de positie van de keramist. De instellingen zelf zijn nog verdeeld over het voorstel van de gemeente en het EKWC, maar de eerste aanzet tot een nauwere samenwerking is gelegd. Ook denkt de gemeente dat de uitreiking van een vormgevingsprijs op het gebied van keramiek het imago van ’s-Hertogenbosch als cultuurstad kan versterken. Een laatste activiteit die de gemeente afgelopen november heeft ontplooid in het kader van ‘Den Bosch Keramiekstad’ is het in samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken organiseren van een werkconferentie voor culturele attachés. 's-Hertogenbosch heeft zich daarbij als keramiekstad geprofileerd. Via deze actie is een lobby in het buitenland opgezet waarbij via beurzen, Kamers van Koophandel, musea, galerieën, opleidingen en dergelijke het Bossche keramiek (Cor Unum) en de mogelijkheid tot een werkstage van kunstenaars bij het EKWC in het buitenland onder de aandacht worden gebracht. Artis Al sinds 1985 biedt Stichting Artis met een programmering gedurende het gehele jaar kwaliteit. De waardering daarvoor komt niet alleen van de Mondriaan Stichting, maar onlangs ook van het AICA, een landelijke organisatie van kunstcritici. Deze kende Artis in 2002 de oorkonde voor best beeldende kunstinstelling toe. Een aparte ruimte binnen Artis is de hoger gelegen etage Eénhoog, de zogenaamde startersgalerij. Hier krijgen pas afgestudeerde kunstenaars de gelegenheid hun werk te presenteren. De programmering vindt onder meer plaats in samenwerking met de Academie voor Beeldende Kunst en Vormgeving. Klub K.O.E. Eind 2001 werd het initiatief genomen voor Klub K.O.E. (Kunsten Ontmoeten Elkaar). Klub K.O.E. organiseert telkens op een andere locatie avonden waarbij een mix te zien is van beeldende kunst, muziek, theater, performance, poëzie, zang en film. Voor het publiek levert dit een nieuwe ervaring op en makers kunnen op elkaar reageren. Noordbrabants Museum Het museum had in 2002 drie grote tentoonstellingen. Het aantal bezoekers ten opzichte van 2001 is sterk teruggelopen. Het museum werd in 2002 door in totaal 71.810 mensen bezocht tegen 109.267 bezoekers in 2001. De afname van het aantal bezoekers heeft met name te maken met de in 2000/2001 gehouden tentoonstelling over De Gruyter, die relatief veel bezoekers trok. Cultuureducatie en kunstzinnige vorming Vitaliteit en dynamiek in een ‘notendop’ Op het gebied van cultuureducatie zijn met name De Muzerije, Stichting de Uitlok en Bureau Kunsteducatie leidend in wat er gebeurt binnen de stad. De Muzerije is de basisvoorziening die voor de Bossche bevolking creatieve cursussen en muzieklessen aanbiedt. Een groot aantal culturele instellingen uit de stad houdt zich binnen Stichting de Uitlok en via Bureau Kunsteducatie bezig met nieuw aanbod gericht op jeugd en jongeren. De Muzerije onderscheidt zich in haar aanbod niet veel van vergelijkbare instanties elders in Nederland. De activiteiten geïnitieerd binnen Stichting de Uitlok en Bureau Kunsteducatie hebben wel vaker een vernieuwend karakter. De Muzerije De Muzerije geeft in haar beleidsplan ‘Koers 2005’ aan, in samenspraak met de gemeente, te willen komen tot nieuwbouw in de Bossche binnenstad en tot ingrijpende verbetering van het pand in Rosmalen. De Muzerije zegt graag de haar toekomende rol in het ‘grote steden-beleid’ en in de ontwikkeling van de zogeheten wijkscholen te willen spelen. De wijk- en doelgroepgerichte activiteiten zullen daarbij plaatsvinden in gebouwen van derden.

Page 52: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

51

Over de problematische huisvesting aan de Hinthamerstaat zegt De Muzerije bijvoorbeeld in relatie tot het muziekonderwijs:

“De huidige huisvesting aan de Hinthamerstraat is een knellend probleem. Er zijn te weinig geschikte lokalen, en vervolgens te weinig lokalen. De geluidsisolatie dient verbeterd te worden, evenals de klimaatbeheersing - deze is zwaar onder de maat.”

Behalve de huisvestingsproblematiek is er een grote achterstand in het instrumentarium en de outillage. Het in 2001 verrichte doelmatigheidsonderzoek en organisatieadvies ‘Kiezen voor Koers 2005’ was zeer kritisch over de Muzerije. Het onderzoek inventariseerde naast de huisvestingsproblematiek en achterstanden in vervanging van materiaal, tal van knelpunten op het gebied van de bedrijfsvoering en organisatie. Voor renovatie van De Muzerije is door de gemeente in 2003 dan ook 500.000 euro gereserveerd. Ook is de budgetsubsidie aanzienlijk verhoogd met gemiddeld ruim 160.000 euro per jaar tot en met 2005. Stichting de Uitlok Op het vlak van cultuureducatie is Stichting de Uitlok erg actief. Uit verschillende hoeken wordt bevestigd dat Stichting de Uitlok een belangrijke aanjager van cultuureducatie is in de stad. De stichting weet de meeste professionele instellingen uit verschillende disciplines bij elkaar te brengen. Het afgelopen jaar zijn diverse activiteiten in het kader van het vak CKV-1 uitgevoerd. Sommige van deze activiteiten en producten bestaan al langer, zoals ‘De Uitlokdag’, het informatieboekje ‘Het Reuzenrad’ en het ‘Sporenplan’, anderen waren nieuw het afgelopen jaar.

“Het vak CKV is opgedeeld in een aantal thema’s: liefde, stad, droom en helden. Om deze thema’s worden abonnementen uitgezet (het ‘Sporenplan’). Iedere leerling kan kiezen uit een abonnement met drie voorstellingen die instellingsoverstijgend zijn. Als TAP een mooie voorstelling heeft over liefde, zoeken we daar bijvoorbeeld een film over liefde in Filmtheater Jeroen bij.”

Stichting de Uitlok gaat dit jaar een jongerenkrant ‘de Uitlokker’ uitbrengen in samenwerking met het Brabants Dagblad (als onderdeel van de ‘Uit en Kunst’ katern in deze krant). Leerlingen gaan zelf de krant schrijven en zijn voor een half jaar verbonden aan de stichting. Ze schrijven onder begeleiding van een journalist en redacteur van het Brabant Dagblad mee aan drie nummers. Via de krant brengen leerlingen op deze wijze interessante projecten onder de aandacht van anderen door middel van recensies en interviews. Bureau Kusteducatie De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft Bureau Kunsteducatie opdracht gegeven om te bemiddelen tussen scholen en makers van professionele kunstproducties voor kinderen. Het bureau selecteert, programmeert en adviseert jaarlijks over het kunstaanbod dat geschikt wordt geacht voor gebruik in het onderwijs. Het bureau onderscheidt een aantal thema’s in haar aanbod van schoolvoorstellingen: ‘je eigen stad’, dans, drama, film, literatuur en muziek. Naast deze voorstellingen wordt speciaal voor groep 5 van de basisschool een actief aanbod kunstzinnige vorming aangeboden onder de naam ‘Klas-en-Kunst’. Deze lessen worden verzorgd door docenten van De Muzerije. Tenslotte is in samenwerking met de Bibliotheek een speciaal programma opgesteld onder de naam ‘Boekenspoor’. Amateur cultuur Vitaliteit en dynamiek in een ‘notendop’ ’s-Hertogenbosch kent veel koren, ensembles, harmonie, fanfare, bras- en popbands, theatergroepen en toneelverenigingen. Het merendeel van deze bands en groepen heeft over het algemeen een traditioneel repertoire. Initiatieven komen voornamelijk van binnenuit, worden zelfstandig georganiseerd. Er doen zich weinig impulsen, bijvoorbeeld voortkomend uit samenwerking, van buitenaf voor. In de popmuziek wordt meer geëxperimenteerd, maar de bands hebben landelijk, uitzonderingen daargelaten, over het algemeen weinig succes.

Page 53: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

52

Het is vrij ondoorzichtig wat er in de stad aan optredens en dergelijke binnen het veld plaatsvindt. Met de agenda van W2 en de Uitladder zijn de optredens van de popbands in de stad echter wel redelijk te volgen. Met andere woorden: de vitaliteit van de amateur cultuur is groot (er gebeurt veel), maar qua culturele dynamiek (vernieuwing) spelen de vele groepen en gezelschappen geen grote rol. Voor lessen, cursussen, optredens en oefenruimtes zijn de amateurs afhankelijk van het aanbod van overheid en professionele instellingen. De amateurkunst wordt echter geconfronteerd met het probleem dat vanwege milieueisen op het gebied van geluidshinder veel panden die nu voor repetities worden gebruikt vaak niet meer geschikt zijn (denk aan scholen, zalen bij cafés en buurthuizen). Daarom is de gemeente voornemens bestaande sociaal-culturele accommodaties aan te passen en mogelijk andere te ontwikkelen. Er is in de stad echter nu al sprake van ruimtegebrek voor amateurs. Knelpunten en mogelijke oplossingen worden in 2004 door de gemeente in kaart gebracht. Actuele initiatieven Hieronder volgen voorbeelden van een aantal actuele initiatieven in 's-Hertogenbosch die (mede) gericht zijn op amateurs: - De Jazzwerkplaats is één van de instellingen die voor de amateur cultuur nieuwe activiteiten

ontwikkelt. Zo heeft ze het initiatief genomen om met andere disciplines samen te werken in ‘Jazz Experience’, een evenement dat voor 90 procent bestaat uit muziek en voor 10 procent uit dans, beeld en woord. Verder wil de Jazzwerkplaats jongeren van 17 jaar en ouder interesseren voor vormen van jazz door middel van een Jazzworkshop. Tenslotte hebben een aantal instellingen die iets met jazzmuziek te maken hebben, gezamenlijk een Jazzplatform opgericht (zie ook onder het kopje ‘podiumkunsten’). De instellingen willen hiermee onder andere het jazzklimaat in de stad verbeteren.

- Café De Keulse Kar heeft in 2001 het CabaKar festival in het leven geroepen, een reeks avonden waarbij jong amateur-talent de kans krijgt zijn of haar talent te laten zien aan de cafébezoekers. Daarnaast organiseert het café literaire avonden, een workshop schilderen, meezingavonden en theateroptredens. Ook voert De Keulse Kar in het kader van het Actieplan Cultuurbereik het project ‘Werving actieve participatie jongeren’ uit.

- Totaalcafé Boulevard organiseert onder meer een festival voor lokale en regionale amateurbands: ‘Bully’s Night Out-avonden’, RAM (Metal avond), MAX (kunstenaarspodium) en System XL (Dance events).

- Getapt op Zondag, een initiatief van het TAP, omvat een programma waarin klassieke muziek, pop, dans en interviews elkaar afwisselen. Jonge talenten worden in de spotlights gezet. Daarnaast maken professionele artiesten deel uit van het programma. Helaas stopt de subsidiëring vanuit de gemeente in het kader van de nieuwe bezuinigingen, waardoor in december 2003 de laatste editie plaatsvindt.

- Het Koningstheater is in 2002 gestart met open-podiumavonden. Studenten van de Koningstheateracademie en andere talenten mogen hun materiaal en plein publique testen.

- Stichting Soos Satisfaction in Rosmalen heeft in 2002, na een drietal succesvolle try-outs, het initiatief genomen tot het zogenaamde Theater Café. De bedoeling is dat zo’n vier keer per jaar amateur-artiesten van diverse genres, w.o. stand-up comedians, dans, cabaret, bands, etc. de kans krijgen om op te treden.

Letteren en media Vitaliteit en dynamiek in een ‘notendop’ Op het gebied van letteren en media gebeurt er relatief weinig in de stad. De bibliotheek manifesteert zich ondanks de samenwerkingsverbanden die zij nu reeds heeft met een aantal instanties in de stad, nog te weinig als knooppunt en aanjager van nieuwe initiatieven. Dit heeft onder meer te maken met de gebrekkige behuizing van de bibliotheek, de relatief lage gemeentelijke bijdrage (in vergelijking met andere gemeenten) en het niet ontvangen van een financiële bijdrage van de provincie. Hintham start in 2004 de bouw van een nieuw bibliotheekservicepunt als onderdeel van het zorgcentrum Hintham.

Page 54: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

53

Eén participant valt vooral in positieve zin op: uitgeverij/ boekhandel Adr. Heinen. Deze laatste brengt veel speciale uitgaven uit, gericht op (historisch) ’s-Hertogenbosch. Deze uitgaven komen vaak tot stand in samenwerking met andere instellingen en betrokken deskundige burgers binnen de stad. In 2002 heeft de boekhandel de Albert Swaneprijs ontvangen van de Vereniging Sociëteit Casino. De prijs wordt om de twee jaar toegekend aan een persoon of instelling die op zijn of haar gebied van meer dan gewone betekenis is geweest voor de kunst en cultuur in ’s-Hertogenbosch. Huisvesting Door de gemeenteraad is reeds besloten de te krap gehuisveste bibliotheek op het GZG-terrein te vestigen als onderdeel van de herontwikkeling van dit gebied. Volgens het programma van eisen wordt rekening gehouden met 6.000 vierkante meter voor een bibliotheek/ mediatheek. Door op de huidige locatie De Muzerije (waarvoor volgens de gemeente met voortvarendheid een nieuwe en definitieve locatie moet worden gevonden) uit te plaatsen kan de bibliotheek de voor haar functioneren noodzakelijke ruimte worden geboden tot aan het moment dat de nieuwe huisvesting beschikbaar komt (na 2007). Internet en Uitpunt In 2002 heeft de provincie Noord-Brabant het voortouw genomen om samen met de Brabantse steden zogeheten Uitpunten te ontwikkelen in de lokale bibliotheken. Deze Uitpunten bieden service en informatie op het culturele vlak. Bovendien zijn de Uitpunten nauw verbonden met de nieuwe website ‘uitinbrabant.nl’, de digitale culturele agenda voor heel Brabant. Deze is ontstaan op initiatief van Omroep Brabant, de Provinciale Bibliotheek Centrale, het Brabants Bureau voor Toerisme en de Provincie Noord-Brabant. De Stadsbibliotheek is voornemens het Uitpunt in 2004 te openen. De komst van een Uitpunt is een eerste stap in collectieve cultuurmarketing in ’s-Hertogenbosch. Het initiatief wordt mede (financieel) ondersteund door het gemeentelijk Actieplan Cultuurbereik. In aansluiting op het project zal de Stadsbibliotheek al eind 2003 in samenspraak met de culturele instellingen de website ‘UitInDenBosch.nl’ lanceren. Behalve de nieuwe site, wil men vanaf begin 2004 ook starten met een nieuw Bosch Uit-magazine met een oplage van 11 keer per jaar. Populaire cultuur Vitaliteit en dynamiek in een ‘notendop’ Het uitgaansleven is weinig divers. Voor jongeren is er weinig te doen op het gebied van uitgaan (al dan niet in combinatie met cultuur). Binnen de stad ontbreekt het aan een voldoende groot filmaanbod (bioscopen). De popscène en de jazzscène hebben het in ’s-Hertogenbosch moeilijk vergeleken met steden als Tilburg en Eindhoven. Behalve in W2 zijn er weinig gelegenheden om te oefenen. Met name gelegenheden als De Orangerie, café De Keulse Kar en Totaalcafé Boulevard vallen in positieve zin op als het gaat om culturele programmering. Mega(musical)theater Door de afdeling Cultuur is in het kader van Brabantstad een voorstel bij de provincie ingediend betreffende de bouw van een mega(musical)theater met een capaciteit van 1.500 stoelen. Volgens de ‘Ontwikkelingsvisie Stadscentrum’ past een eventuele grootschalige theatervorm, mede gericht op publiek van buiten ’s-Hertogenbosch, het beste in de nieuwe binnenstad in de omgeving van het station, in de nieuw te ontwikkelen zakelijke knoop Avenue2 of gekoppeld aan de toeristische recreatieve infrastructuur van de stad. Bioscopen Filmhuis Jeroen vindt straks met drie filmzalen onderdak in de Verkadefabriek. Na een ingrijpende verbouwing en modernisering van haar vijf zalen, heeft Euro Cinema plannen twee filmzalen bij te bouwen aan de Van Tuldenstraat. Ook wordt gesproken over de eventuele bouw van een megabioscoop in de stad.

Page 55: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

54

Culturele evenementen Vitaliteit en dynamiek in een ‘notendop’ Theaterfestival Boulevard, één van de grootste culturele festivals van Nederland, weet cultureel ’s-Hertogenbosch gedurende een deel van het jaar goed te mobiliseren en kent zijn eigen vitaliteit en dynamisch aanbod. Het festival wil steeds meer een (boven)regionaal festival zijn en richt zich daarmee nadrukkelijk ook op het publiek buiten ’s-Hertogenbosch. Ook andere culturele evenementen als November Music en Jazz in Duketown timmeren flink aan de weg en richten zich tevens op de niet-Bosschenaar. De festivals hebben met hun grote bezoekersaantallen een behoorlijke economische spin-off. Voor de organisatie van de festivals zijn meestal stichtingen verantwoordelijk. Druk op de binnenstad Het aantal en de omvang van de (culturele) evenementen in de binnenstad lijkt volgens de recente Ontwikkelingsvisie Stadscentrum langzamerhand een maximale grens te hebben bereikt:

“Om ‘overdruk’ te voorkomen kan zowel worden gedacht aan vergroting van de binnenstad met betrekking tot evenementen als aan het streven naar het toepassen van selectiecriteria.”

Beide zullen volgens deze visie in de toekomst een rol gaan spelen:

“Bij het streven naar vergroting van de binnenstad hoort het verlevendigen met openbare ruimten waar evenementen kunnen plaatsvinden. Zowel het GZG terrein, de Kop van het Zand als het Paleiskwartier bieden kansen om hiervoor geschikte nieuwe pleinen te realiseren.”

“Tevens zullen de evenementen steeds sterker moeten worden getoetst aan hun meerwaarde voor de culturele en toeristische functie van de stad.”

De sector CWS zal in 2004 een nota Evenementen uitbrengen. De nota zal richting geven aan wat de gemeente met evenementen in ’s-Hertogenbosch wil bereiken. Hieronder wordt kort ingegaan op de toekomstige plannen rondom Theaterfestival Boulevard en een tweetal nieuwe festivals gericht op jeugd dan wel jongeren. Theaterfestival Boulevard met bovenregionale uitstraling In 2002 kwamen zo’n 90.000 mensen (10.000 minder dan in 2001) op het festival af waarvan zo’n 30.000 van buiten Brabant. Het aantal coproducties en samenwerkingsverbanden was opvallend. Voor het eerst stonden er Huis a/d Werf producties (‘Toegift’ en ‘Warme broodjes’). Een bundeling van krachten van enkele festivals maakte ‘Coppi en Bartali’ mogelijk. Dankzij de samenwerking met enkele Vlaamse Festivals konden Paul en Menno de Nooijer een indrukwekkende video/ foto-installatie opzetten in de tuin van het Noordbrabants Museum. Ook samenwerking met Brabantse instellingen als productiehuis Brabant, Artemis, de Nieuwe Brabantse Kunststichting, het Internationaal Vocalisten Concours, November Music en Muzieklab Brabant leverde een aantal mooie festival producten op (‘Wundertoll’, ‘We go square’, ‘Soundclash’ en ‘Krang (extended)’. De binding met de regio versterken, nieuwe en exclusieve voorstellingen in ’s-Hertogenbosch laten zien en intensiever samenwerken met andere festivals, dat zijn enkele peilers voor de toekomst. Bij de provincie ligt een voorstel het Theaterfestival Boulevard in het kader van Brabantstad op te waarderen tot een bovenregionaal festival waarbij meer internationale gezelschappen worden gecontracteerd. Hiervoor is 1 a 1½ miljoen euro op jaarbasis nodig. Indien dit plan doorgaat, dan worden ook locatievoorstellingen in bijvoorbeeld Eindhoven of Tilburg mogelijk. Oorproeven In september 2002 heeft voor het eerst jeugdmuziektheaterfestival Oorproeven plaatsgevonden. Op tien verschillende locaties uiteenlopend van Theater aan de Parade, Paleiskwartier tot buurthuis Boschveld kregen deelnemers steeds een muziektheaterstuk van tien minuten voorgeschoteld. Het geheel werd opgedeeld in twee te lopen routes. Oorproeven heeft als doelgroep 4-88 jarigen en wil kinderen en (groot)ouders bereiken.

Page 56: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

55

DB Surround ’s-Hertogenbosch heeft in september 2003 een nieuw meerdaags Bosch Jongerenfestival georganiseerd, genaamd DB Surround (doelgroep 15-25 jarigen). Het festival moet dienen als katalysator en binding voor jongeren en cultuur c.q. Bossche instellingen. Het is een festival met muziek, mode, film en fotografie, poëzie en literatuur, beeldende kunst en dans. Instellingen worden uitgedaagd iets anders met hun aanbod te doen, jongeren een plek te geven. Het festival wil met grote decorprojecties vooral botsen met de historische binnenstad.

“We moeten niet op een achterafterrein gaan zitten. Een paar dagen moet je ruimte maken voor jongerencultuur die nu geen plek heeft in de stad.”

Toegepaste kunst Vitaliteit en dynamiek in een ‘notendop’ Op het gebied van de architectuur kent de stad een aantal geslaagde projecten, waarvan met name Haverleij (kasteelwoningen), de architectuur van het Paleiskwartier, maar ook de herinrichting van de openbare ruimte in de binnenstad veel aandacht krijgen. Landelijk is voor deze projecten de nodige belangstelling. Het BAI, het platform voor architectuur in de stad, stelt zich binnen de stad initiatiefrijk op. Zij organiseert onder andere regelmatig debatten over verschillende thema’s op het gebied van architectuur. Met een bedrijf als Cor Unum, dat binnen de wereld van de keramiek een unieke positie inneemt binnen Nederland, heeft de stad tenslotte een ‘pareltje’ in handen.

“Keramiek is een uniek product voor 's-Hertogenbosch, omdat de stad één van de weinige steden in Nederland is waar nog op ambachtelijke wijze de productie plaatsvindt. Dit vindt plaats bij Cor Unum, met de hand. Andere steden waar dit nog gebeurt, zijn Makkum en Delft. ’s-Hertogenbosch is de enige stad in Nederland met moderne keramiek, de andere twee steden richten zich op de traditionele keramiek (Delfts blauw).”

Toch zijn er in 2002 weinig nieuwe initiatieven ontplooid ten aanzien van de toegepaste kunst. Wel wordt er gediscussieerd over de herinrichting van de markt en hebben drie stedenbouwkundigen in opdracht van de gemeente ieder hun visie gegeven op de inrichting en bebouwing van het terrein van het Groot Ziekengasthuis (GZG). BAI De gemeente ’s-Hertogenbosch en businessclub Hermes hebben er voor gezorgd dat het Bosch Architectuur Initiatief (BAI), het platform voor architectuur in de stad, een doorstart heeft kunnen maken. Het initiatief zat financieel aan de grond en omdat de stichting een belangrijke bijdrage levert aan de architectuur in de stad, hebben gemeente, Rijk en het bedrijfsleven de financiën bij elkaar gebracht om BAI nieuw leven in te blazen. Er is een nieuw bestuur geformeerd, waarin ook de gemeente participeert. Op deze wijze kan BAI een rol spelen bij het maken van beleid en plannen, bijvoorbeeld ten aanzien van de herinrichting van de openbare ruimte in de binnenstad en/ of bij de nota architectuurbeleid die in voorbereiding is. Ter voorbereiding van de laatste nota is in nauwe samenwerking met BAI reeds een Discussienota Architectuurbeleid uitgebracht. Door het organiseren van een architectuurprijs, discussies en stadswandelingen wil de gemeente het meedenken en praten over architectuur en stedenbouw in de stad bevorderen. Voor de architectuurprijs 2003 zijn 43 ontwerpen voorgedragen, die sinds 1980 zijn gebouwd in de hele gemeente. Naast de juryprijs is er ook sprake van een publieksprijs. Paleiskwartier De allure van het Paleiskwartier wordt voor een groot deel bepaald door de architectuur. Uitgangspunt voor alle ontwerpen is het beeldkwaliteitdocument van de stedenbouwkundige architect Shyam Khandekar. Het heeft gebouwen opgeleverd als: La Cour en Van Lanschot (Derks Stevens), het

Page 57: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

56

Paleis van Justitie (Charles Vandenhoven), het Rivagebouw (Booster Rats & Ritsen), de Armadagebouwen (T. McGuirk), de Carréfour appartementen (Yera Yanovschtchnisky) en het Magisgebouw (Magis en Van den Berg). Kasteelwoningen, De Haverleij De woningen van Haverleij, nabij Engelen, zijn geclusterd in ‘kasteelgebouwen’. Buiten slot Haverleij (hoofdarchitect Krier & Kohl (Berlijn)) liggen er nog negen andere kastelen verspreid over het landschap. Sjoerd Soeters is supervisor van het project (en architect van één van de kastelen). Landschapsarchitect Paul van Beek heeft het gebied waarin de kastelen staan, met onder meer een golfbaan, vormgegeven. De kastelen zijn door verschillende, vaak buitenlandse, architecten ontworpen. Architecten zijn naast Soeters o.a.: Jo Crépain (Antwerpen), Adolfo Natalini (Florence), Lafour & Wijk (Amsterdam), Franz Demblin (Wenen). GZG-terrein De drie stedenbouwkundigen Bob van Reeth, Frédéric Borel en David Mackey hebben in opdracht van de gemeente in 2002 ieder hun visie gegeven op het terrein van het Groot Ziekengasthuis (GZG) dat begin 2007 vrijkomt. MBM Arquitectes (David Mackey) is uiteindelijk door de gemeente aangewezen als supervisor over de verdere ontwikkeling van de plannen. Volgens de Ontwikkelingsvisie Stadscentrum:

“Zal de openbare ruimte in het gebied mogelijkheden moeten bieden voor een variatie aan kleinschalige evenementen, terrassen, beeldende kunstuitingen en meer ingetogen verblijfsplekken (gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een ‘poëzie-plein’ bij de nieuwe te bouwen bibliotheek).”

3.3 Een nadere analyse van vitaliteit en dynamiek Inleiding De gemeente geeft aan met haar cultuurbeleid het kunstklimaat in de stad te willen ‘dynamiseren’ teneinde de bevolking meer in aanraking te brengen met ‘kunst en cultuur’ en de cultuurparticipatie onder de bevolking te verhogen. Om een beeld te krijgen van wat er in ’s-Hertogenbosch zoal aan nieuwe initiatieven plaatsvindt, zijn een jaar lang (2002) alle berichten in de lokale media gevolgd en geïnventariseerd aan de hand van een zestal dimensies (voor uitleg van deze dimensies, zie paragraaf 3.1). Deze lijst is aangevuld met activiteiten die in de diverse jaarverslagen en beleidsnota’s van de diverse instellingen worden genoemd en de activiteiten die in het kader van het Actieplan Cultuurbereik zijn uitgevoerd. Activiteiten die in 2001 startten maar ook in 2002 nog actueel waren en activiteiten gestart in 2002 met een doorloop naar 2003, zijn ook meegenomen. Analyse Een kwalitatieve analyse is gemaakt op basis van wat binnen de diverse bronnen is geïnventariseerd. Naast het op een min of meer kwantitatieve basis ‘turven’ van nieuwe activiteiten16, is ook nadrukkelijk een kwalitatief oordeel, gebaseerd op informatie uit de interviews en schriftelijke bronnen, meegewogen. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een totaaloordeel per discipline uitgedrukt in plussen en minnen.

16 Bij het turven zijn zoveel mogelijk alleen die initiatieven meegenomen die iets ‘nieuws’ brachten. Jaarlijks terugkerend aanbod is niet meegeteld. De beslissing iets wel of niet mee te nemen is telkens een kwalitatieve, enigszins subjectieve afweging geweest.

Page 58: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

57

Een wetenschappelijke analyse gebaseerd op een volledige inventarisatie, wordt niet gepretendeerd. Wel is getracht een zo goed mogelijk beeld te geven van wat er binnen de stad aan nieuwe activiteiten plaatsvindt. Daarbij is enkel uitgegaan van concrete (afgeronde of lopende) initiatieven. Plannen en voornemens (zoals voor een deel beschreven in paragraaf 3.2) zijn niet meegenomen. In de volgende tabel wordt een totaal overzicht gegeven van nieuwe initiatieven in een jaar tijd. Voor de mate waarin nieuwe activiteiten hebben plaatsgevonden, uitgesplitst naar de 6 dimensies zoals omschreven in paragraaf 3.1 (vitaliteit, dynamiek, onderscheidend of uniek, waarde, doelgroep en initiatief), wordt in de onderstaande tabel 3.2 (en tabel 3.3) een oordeel gegeven, uitgedrukt in: - (minder goed) via + (matig), ++ (middelmatig), +++ (goed) tot ++++ (zeer goed). Daar waar een min-teken staat (aanduiding ‘minder goed’), zijn de vakjes in de tabellen donkerder gekleurd. Tabel 3.2: Nieuwe gerealiseerde initiatieven totaal Cultureel

erfgoed Podium-kunsten

Beelden-de kunst

Cultuur- Educatie en kv

Amateur cultuur

Letteren en media

Populaire cultuur

Culturele evene-menten

Toege-paste kunst

Vitaliteit (Aantal nieuwe initiatieven)

++++

+++

++

+++

+++

+

+

++++

+

Dynamiek (Mate van vernieuw-ing)

+++ +++ + +++ - - - +++ ++

Onder-scheidend of uniek (Ten opzichte van andere steden)

++++ ++ +++ (keramiek)

++ ++ - - +++ ++ (keramiek, architec-tuur)

Waarde (Bijdrage aan welk kapitaal?)

Econo-misch/ cultureel

Sociaal/ cultureel/ econo-misch

Cultureel Sociaal/ Cultureel

Sociaal Cultureel Sociaal/ econo-misch

Econo-misch/ cultureel

Econo-misch

Primaire doelgroep (Op wie in eerste instantie gericht?)

Toerist Bossche-naren

Toerist/ kunstenaar

Jeugdige Bossche-naren

Bossche-naren

Bossche-naren

Bossche-naren

Toerist Bedrijfs-leven

Initiatief (Wie neemt het voortouw?)

Overheid/ burgers/ musea

Podia Overheid/ musea/ kunste-naars

Overheid/ Stichting de Uitlok/ Bureau Kunst-educatie

Burgers/ non-profit/ bedrijfs-leven

Burgers/ bedrijfs-leven

Bedrijfs-leven

Non-profit Bedrijfs-leven/ overheid

Het verschil in aantal initiatieven en de aard daarvan kan voor een groot deel worden verklaard uit de culturele infrastructuur en het netwerk zoals beschreven in hoofdstuk 2. Daar waar deze sterk zijn, blijkt vaak ook de vitaliteit en dynamiek groter te zijn.

Page 59: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

58

3.4 Actieplan Cultuurbereik

Nauw verbonden met het begrip cultuurbereik is het Actieplan Cultuurbereik (met name gericht op jongeren en allochtonen), waarvoor het Rijk en de gemeenten aanvullende financiële middelen beschikbaar stellen. Tijdens de inventarisatie van initiatieven werd duidelijk dat veel (ver)nieuwe(nde) activiteiten in ’s-Hertogenbosch door het Actieplan Cultuurbereik worden ondersteund. Daarom is van de activiteiten die binnen het Actieplan vallen een aparte analyse gemaakt. Hierbij zijn de halfjaarlijkse verslagen van de intendant een belangrijke bron geweest. De resultaten van deze aparte analyse zijn uiteindelijk geïntegreerd in de hierboven besproken totaal-analyse (tabel 3.2). Het Actieplan Cultuurbereik is gericht op activiteiten die tegelijkertijd zowel een kwaliteitsimpuls als een bereikimpuls betekenen voor het stedelijk culturele leven. De hoop is dat activiteiten die plaats vinden in het kader van het actieplan ook bestaande conventies in de culturele sector doorbreken of overstijgen. In het gemeentelijke Actieplan Cultuurbeleid worden drie uitgangspunten genoemd: • publieksverbreding/ vernieuwing in aanbod en publieksbenadering; • nieuwe generatie makers/ bevorderen van dynamiek in de stad; • doorbreken traditionele presentatie cultureel erfgoed.

“Het betekent het bevorderen van een open klimaat waarin initiatieven kunnen ontstaan, het uitproberen van samenwerkingsverbanden, het onderzoeken op welke manier we ruimte kunnen geven aan nieuwe makers, onderzoeken hoe we de relatie met nieuw publiek kunnen leggen en hoe dit binnen de schaal van de culturele instellingen en de schaal van de stad past.”

Intendant Er is binnen de gemeente ’s-Hertogenbosch voor gekozen de uitvoering van het eigen Actieplan uit te besteden aan een intendant. Dit is een direct gevolg van de conclusie van professor Klamer dat er sprake is van een remmende bestuurscultuur. De intendant voert het gemeentelijk Actieplan Cultuurbereik uit namens de gemeente 's-Hertogenbosch zonder onderdeel te zijn van de gemeentelijke organisatie. De intendant krijgt de nodige vrijheid om zelf projecten te entameren en om mensen en/ of instellingen bij elkaar te brengen, die deze projecten uitvoeren. De rol die de intendant zou moeten vervullen is die van bruggenbouwer, creatief denker en stimulator. De intendant kan helpen om nieuwe samenwerkingsverbanden te smeden tussen producenten, programmeurs en een nieuw publiek. De intendant heeft onder meer als opdracht meegekregen om netwerken op te zetten die een blijvend effect hebben op samenwerking. Met name het bereiken van de jeugd heeft haar aandacht.

“In de stad moet ruimte komen voor jongeren, je moet ze zelf hun gang laten gaan, snelheid is belangrijk. Jongeren zijn maar 2 à 3 jaar actief! Soms duurt de procedure om een subsidie te krijgen zo lang! De procedures moeten sneller, jongeren zitten niet op formulieren te wachten, dan organiseren ze niets meer.”

De intendant is eind augustus 2001 begonnen met haar werk. De intendant reikt subsidies uit aan iedereen die door middel van een culturele activiteit aan één van de drie genoemde uitgangspunten voldoet. Het initiatief tot nieuwe activiteiten ligt in eerste instantie bij de participanten. Iedereen met een plan of idee is uitgenodigd voor een gesprek met de intendant.

“Er zijn geen aanvraagformulieren. Het gaat erom in gesprek te komen en te blijven met instellingen en personen die iets willen. Niet alleen uitgewerkte plannen beoordelen, maar juist in samenwerking projecten mede vormgeven en uitbouwen zodat er dwarsverbanden binnen de stad en de spelers van het culturele veld worden gelegd.”

De intendant heeft financiële middelen ter beschikking waarmee zij zelf mag bepalen hoe die worden uitgegeven. De financiële middelen van de intendant zijn echter relatief bescheiden ten opzichte van het totale budget dat aan kunst en cultuur wordt uitgegeven. In 2001 had de intendant een budget van ruim 150.000 euro tot haar beschikking. Voor de jaren 2002-2004 is dit per jaar ruim 210.000 euro. In 2002 was voor kunst en cultuur in totaal ruim 21 miljoen euro begroot (kosten minus baten). Dit is

Page 60: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

59

inclusief de kosten van het ambtelijk apparaat en de bijdragen aan Monumentenzorg, Archeologie en Bouwhistorie en het Stadsarchief. In de volgende tabel zijn de nieuwe initiatieven die met medewerking van de intendant van augustus 2001 tot en met oktober 2002 zijn gerealiseerd (ruim 50) nader geanalyseerd aan de hand van de zes dimensies zoals besproken in paragraaf 3.1. Daarbij dient in aanmerking te worden genomen dat de rijksmiddelen voor beeldende kunst nog niet worden verdeeld via de intendant, maar via de gemeente omdat ze volgens de laatste nodig zijn voor ‘basale taken’. De initiatieven die in de tabel binnen de discipline beeldende kunst staan genoteerd, werden meestal gerealiseerd binnen het kader van cultuureducatie. Tabel 3.3: Nieuwe initiatieven via intendant Cultureel

erfgoed Podium-kunsten

Beeldende kunst

Cultuur-educatie

Amateur cultuur

Letteren en media

Populaire cultuur

Culturele evene-menten

Toege-paste kunst

Vitaliteit

+++

++++

++

++++

+

++

+

+++

-

Dynamiek

+ ++++ + ++++ + + ++ ++++ -

Onder-schei-dend of uniek

++ +++ + +++ - - - +++ -

Waarde

Cultureel Sociaal/ cultureel

Cultureel Cultureel Sociaal/ cultureel

Cultureel Sociaal/ cultureel

Sociaal/ cultureel

Cultureel

Primaire doelgroep

Bossche-naren, vaak leerlingen basis- en middelbaar onderwijs

Bossche-naren, vaak jeugd en jongeren

Bossche-naren, met name basis- en middelbaar onderwijs, beeldend kunste-naars

Basis- en middelbaar onderwijs

Bossche-naren in het algemeen

Bossche-naren, jeugd en jongeren

Bossche-naren in het algemeen, jongeren en leerlingen basis-onderwijs

Bossche-naren in het algemeen, vaak jongeren

Leerlingen voortgezet onderwijs

Initiatief Initiatief participanten, invulling deels in overleg met intendant

Evenals in tabel 3.2 (alle nieuwe initiatieven tezamen), blijkt dat de in het algemeen sterke disciplines ook in het Actieplan Cultuurbereik goed zijn vertegenwoordigd. Het gaat dan met name om nieuwe initiatieven binnen het cultureel erfgoed, de podiumkunsten, de cultuureducatie en de culturele evenementen. Het aantal nieuwe initiatieven binnen het Actieplan Cultuurbereik gericht op amateur cultuur, letteren en media, populaire cultuur en toegepaste kunst blijft nog wat mager. Ook het aantal initiatieven specifiek gericht op allochtonen is nog gering.

“Er is op dit moment te weinig aanbod wat allochtonen aanspreekt. Zij komen bijvoorbeeld niet in het theater, behalve als er een allochtone cabaretier staat. Allochtonen komen wel naar het Noord-Zuidbevrijdingsfestival, dit heeft alles te maken met de programmering. Allochtonen hebben een hele andere perceptie van cultuur dan de westerse wereld. Allochtonen zien cultuur als een feest met eten en drinken met muziek, theater als omlijsting, het is een familie-uitje.”

Page 61: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

60

3.5 Imago cultureel ’s-Hertogenbosch Beleving door gemeenten buiten 's-Hertogenbosch De aanspraak dat ’s-Hertogenbosch niet dynamisch zou zijn, lijkt tenminste voor een deel te wijten aan een imagoprobleem binnen de stad zelf. Uit een onderzoek van Berenschot gehouden in 2002 onder een zestiental middelgrote gemeenten in Nederland, blijkt dat ’s-Hertogenbosch in vergelijking met de andere gemeenten qua culturele voorzieningen boven het gemiddelde scoort als het gaat om beeldvorming. Vooral op het gebied van historie, festivals en publieksbereik wordt ’s-Hertogenbosch door sommige steden een voorbeeldfunctie toegedicht. Volgens het onderzoek wordt het negatieve beeld dat ’s-Hertogenbosch van zichzelf heeft door de andere steden niet herkend. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat respondenten uit de andere steden, geen deelgenoot zijn van de culturele geschiedenis van de stad. Sommigen spreken in dit kader van een ‘sfeereffect’. ‘Mislukkingen’ uit het verleden worden binnen de gemeente en in de belangrijkste regionale krant, het Brabants Dagblad, regelmatig opgehaald bij actuele discussies als die rondom de (her)nieuwbouw van Het Kruithuis aan de Citadellaan. Hierdoor ontstaat binnen de stad soms een negatiever beeld van het culturele klimaat dan bij de buitenwacht.

“De historische binnenstad vormt juist een prachtig decor voor verschillende festivals. Kennelijk heel uitnodigend want het publieksbereik is goed. Omdat de vijf grote Brabantse steden zo dicht bij elkaar liggen is het goed dat er concurrentie bestaat. Dat 's-Hertogenbosch het sterke punt van de historie uitbuit, lijkt me logisch.”

De Bossche bevolking Uit het participatieonderzoek onder de Bossche bevolking blijkt dat bijna de helft (46%) van de inwoners de mening is toegedaan dat er binnen de gemeente veel kunst- en cultuuractiviteiten plaatsvinden. Slechts 5% geeft aan dat dit niet zo is. Het feit of er al dan niet veel activiteiten plaatsvinden in de ogen van de Bosschenaren, blijkt (uit nadere analyse), echter niet altijd hetzelfde te zijn als de beleving van ‘dynamiek’. Met andere woorden: het feit dat er veel activiteiten plaatsvinden op het gebied van cultuur (vitaliteit) wordt niet altijd geassocieerd met het feit dat het culturele klimaat prikkelend, dynamisch en vernieuwend is (dynamiek). Over het algemeen zijn de bewoners wat positiever over de vitaliteit dan de dynamiek. In de volgende tabellen zijn de bevindingen van Klamer en Zuidhof, afgezet tegen de uitkomsten van het participatieonderzoek (gehouden in het kader van de monitor). Dit om te zien of er de afgelopen jaren veranderingen zijn opgetreden in de beeldvorming. Klamer en Zuidhof, hebben in hun onderzoek de uitkomsten gebaseerd op een drietal stellingen die door de individuele leden van verschillende focusgroepen werden beantwoord. Dezelfde stellingen zijn voorgelegd aan de Bossche bevolking. Tabel 3.4: Vitaliteit culturele leven ’s-Hertogenbosch: “Het culturele leven in de gemeente ’s-Hertogenbosch is:…” Focusgroepen Klamer en

Zuidhof 2000 Participatieonderzoek Bossche bevolking 2001

Suf 10% 3% Gewoontjes 52% 24% Levendig 34% 41% Spannend 3% 1% Overdreven 0% 1% Weet niet/ geen mening 0% 30%

Page 62: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

61

Tabel 3.5: Dynamiek culturele leven ’s-Hertogenbosch:

“Ontwikkelingen in het culturele leven in de gemeente ’s-Hertogenbosch zijn het best te typeren als:…”

Focusgroepen Klamer en

Zuidhof 2000 Participatieonderzoek Bossche bevolking 2001

Verstard 12% 2% Traditioneel 63% 18% Bij de tijd 21% 33% Vernieuwend 2% 6% Modieus 2% 1% Weet niet/ geen mening 0% 41% Tabel 3.6: Onderscheidend vermogen t.o.v. andere steden: “Ten opzichte van andere steden, geldt het volgende voor het culturele leven in de gemeente ’s-Hertogenbosch. De gemeente ’s-Hertogenbosch:…” Focusgroepen Klamer en

Zuidhof 2000 Participatieonderzoek Bossche bevolking 2001

Doet zichzelf te kort 14% 2% Blijft achter 29% 7% Is gemiddeld 46% 44% Blinkt uit 5% 10% Boven haar stand 0% 1% Weet niet/ geen mening 5% 36% Uit de tabellen blijkt dat de gemiddelde burger positiever is over de vitaliteit, dynamiek en het onderscheidend vermogen van de stad, dan de leden van de verschillende focusgroepen uit het onderzoek van Klamer en Zuidhof.17 Het is onwaarschijnlijk de verschillen in cijfers toe te rekenen aan de ontwikkelingen in één à twee jaar tijd. De verschillen in cijfers laten zich waarschijnlijk met name verklaren door het feit dat de (leden van de) focusgroepen, geen dwarsdoorsnede van de Bossche bevolking vertegenwoordigden.

17 Deze conclusie wordt versterkt door het grotendeels ontbreken van de ‘weet niet/ geen mening’ groep in het onderzoek van Klamer en Zuidhof. Het ontbreken van deze antwoordcategorie in dit onderzoek en het wel voorkomen daarvan in het participatieonderzoek, heeft te maken met verschillen in onderzoeksopzet (focusgroepen versus schriftelijke vragenlijst).

Page 63: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

62

4. Cultuurbereik 4.1 Inleiding In paragraaf 4.2 wordt nader bekeken welk deel van de Bossche bevolking gebruik maakt van bepaalde culturele voorzieningen. Deze analyse vindt plaats per discipline. Tenslotte wordt in paragraaf 4.3 nader ingegaan op het informatiegebruik van de Bosschenaar en hoe deze beter ‘bereikt’ zou kunnen worden. Tabellen Ter illustratie worden waar mogelijk enige kerncijfers gegeven van een aantal belangrijke instanties. Het gaat daarbij om cultureel aanbod en bezoekersaantallen. De cijfers zijn volgens opgaaf van de afdeling cultuur. 4.2 Cultuurparticipatie Cultureel erfgoed Van de Bosschenaren zegt bijna tweederde (62%) in twaalf maanden tijd wel eens bezienswaardige gebouwen, monumenten, dorpen of stadsdelen te hebben bezocht. Ruim viervijfde (85%) van de bewoners geeft aan dat deze bezoeken (ook) binnen de eigen stad plaatsvinden. Ruim een kwart (27%) van de inwoners geeft aan het Noord Brabants Museum te hebben bezocht. Overige musea staan beduidend minder in de belangstelling. Museum Slager wordt door 3% van de inwoners gemiddeld één keer per jaar bezocht. De Bouwloods Sint Jan, het Zwanenbroedershuis en het Capucijnenmuseum worden tezamen door zo’n 6% van de bevolking bezocht. Een archief, bijvoorbeeld voor stamboomonderzoek of streekgeschiedenis, wordt door 5% van de Bosschenaren geraadpleegd. In 83% van de gevallen gaat het om een archief binnen de gemeente. Tabel 4.1: Kentallen Stadsarchief Stadsarchief 2000 2001 2002

Studiezaalbezoekers 1.667 1.694 1.683

Studiezaalbezoeken 4.956 4.674 4.175

Abonnees Bossche Bladen 1.272 1.305 1.371 Podiumkunsten Toneelvoorstellingen, cabaret of kleinkunst, musicals en concerten van pop- of wereldmuziek worden door een groter publiek bezocht dan jazz- en bluesconcerten, concerten van klassieke muziek, opera en operette, uitvoeringen van harmonie, fanfare of brassband, ballet- en dansvoorstellingen, kerkconcerten en uitvoeringen van koren. Waar de participatie in de eerste groep varieert van een kwart tot een derde van de bevolking (25% tot 32%), worden de voorstellingen uit de tweede groep bezocht door 8% tot 15%. Bij het interpreteren van de cijfers moet in ogenschouw worden genomen dat ’s-Hertogenbosch geen echte Concertzaal heeft. Wel programmeren het Theater aan de Parade (TAP) en de Azijnfabriek klassieke concerten, geeft Het Muziekcentrum zo’n vijf jazzconcerten per jaar en wordt in hotel Central iedere maand een jazzconcert gegeven. Voor het overige worden in Het Muziekcentrum kamermuziek

Page 64: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

63

en nieuwe muziek geprogrammeerd en is W2 het poppodium van de stad. Optredens van harmonie, fanfare en koren spreken vanwege hun specifieke karakter (meestal amateur-kunsten) een beperktere doelgroep aan, hetgeen zich vertaalt in een beperktere participatie. Als de Bosschenaar een voorstelling in de eigen stad bezoekt dan is het Theater aan de Parade de meest bezochte plek. Ruim de helft (56%) van de inwoners bezoekt minimaal één maal per jaar deze instelling voor een voorstelling of optreden. Conform het huidige beleidskader van het TAP wordt een programmeringsmix aangeboden bestaande uit 60% conventioneel en onconventioneel eenvoudig aanbod (amusement) en 40% conventioneel en onconventioneel complex aanbod (musement). Het Koningstheater en Theater Bis worden door 10% van de Bosschenaren bezocht. Het bezoek aan Theater Artemis, de Azijnfabriek, W2 en Het Muziekcentrum ligt lager (5% of minder van de Bosschenaren bezocht deze in twaalf maanden tijd). De Azijnfabriek programmeert lunchconcerten in een zaal met een beperkte capaciteit (zo’n 50 man). Ook de capaciteit van Artemis (jeugdtheatergezelschap met eigen huis) en Het Muziekcentrum ligt veel lager dan die van het Theater aan de Parade. W2 richt zich met name op jongeren. Onder de 25 t/m 34 jarigen ligt de participatie dan ook hoger (10%). Door het ontbreken van een grote concertzaal en de landelijke programmering van musicals op locaties als het Circustheater, ligt het in de lijn der verwachting dat met name musicals en concerten van pop- of wereldmuziek door de Bosschenaar minder vaak in de eigen stad worden bezocht. Ruim tweevijfde van het publiek van dergelijke voorstellingen zegt deze dan ook altijd elders te bezoeken (respectievelijk 43% en 44% geeft dit aan). Tabel 4.2: Kentallen Theater aan de Parade Theater aan de Parade 2000 2001 2002 Theater/muziek eigen beheer

Bezoekers 102.843 116.268 107.112

Activiteiten 219 220 227

Gemiddeld bezoek 469 528 472

Theater/muziek derden

Bezoekers 32.784 30.499 24.441

Activiteiten 77 50 51

Gemiddeld bezoek 425 610 479 Tabel 4.3: Kentallen Theater Bis Theater Bis 2000 2001 2002

Aantal theater- en dansvoorstellingen 90 89 99

Aantal bezoeken 7.578 7.643 8.446

Aantal kindervoorstellingen 25 29 20

Aantal bezoeken 2.595 2.737 1.720

Totaal aantal activiteiten 273 265 256

Aantal voorstellingen in eigen beheer 152 156 159

Aantal bezoeken theater 13.066 14.368 12.912

Aantal bezoeken totaal 27.246 29.796 26.810

Page 65: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

64

Tabel 4.4: Kentallen Koningstheater Koningstheater18 1997/1998 1998/1999 1999/2000 2000/2001 2001/2002

Voorstellingen 40 70 90 120 175

Bezoekers 2.950 7.250 10.750 15.930 25.000

Bezettingsgraad 35,1 49,3 53,1 59 65 Een relatief groot aantal respondenten geeft aan dat er te weinig (pop)concerten en (pop)muziekfestivals in ’s-Hertogenbosch plaatsvinden.

“Ik mis culturele voorzieningen voor jongeren zoals het vroegere "Den Bosch Popwerk" voor beginnende en bekende bands. Dit vonden veel jongeren het culturele hoogtepunt van het jaar!”

Sommige respondenten vinden dat het met name aan een goede concertzaal of -gebouw (zowel klassiek19 als pop20) ontbreekt in ’s-Hertogenbosch. Tabel 4.5: Kentallen W2 W2 2000 2001 2002

Aantal concerten en festivals 62 67

Waarvan wereldmuziek 7 5

Aantal dance-avonden 21 18 5

Aantal W2 tv-avonden 45 42

Totaal aantal activiteiten 128 127 125

Aantal bezoekers 13.572 17.244 13.600 Tabel 4.6: Kentallen Muziekcentrum

Muziekcentrum 's-Hertogenbosch 2000 2001 2002

Aantal concerten 74 81 89

Aantal bezoekers 4.218 5.018 5.609

Gemiddeld per concert 57 62 63 Beeldende kunst Van de Bosschenaren bezoekt ruim een kwart (27%) wel eens een galerie of atelier. Eén op de tien respondenten (10%) is tenminste in één van de Bossche galeries Hüsstege, Borzo, Arti Capelli en Van Hoof geweest. Daarnaast heeft 5% wel eens een beeldende kunstexpositie van Artis, Nova Zembla, het Grafisch Atelier, de Melkfabriek of de Kunstacademie bezocht. Voor een deel kunnen deze bezoeken tijdens de zogenaamde Atelierroute hebben plaatsgevonden. Van de respondenten geeft 3% aan hieraan deel te hebben genomen. Zowel de tentoonstellingsruimte van Het Kruithuis (waarin door het voorlopig karakter de hoofdcollectie niet is ondergebracht) als de kunstuitleen van Het Kruithuis of Sluis 0 worden tenslotte door 5% van de Bosschenaren bezocht. 18 Bron: Koningstheater 2003 19 Vooral 55-plussers geven dit aan. 20 Respondenten jonger dan 45 geven dit aan.

Page 66: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

65

Tabel 4.7: Kentallen Artis, Melkfabriek, Nova Zembla en Artots Aantal exposities in: 2000 2001 2002

Artis 12 12 11

Melkfabriek 7 6 9

Nova Zembla 7 5 4

Artots 6 7 Tabel 4.8: Kentallen Kunstuitleen Kruithuis Kunstuitleen Kruithuis 2000 2001 2002

Uitleningen kunstuitleen 2.756 2.934 2.640

Abonnementen kunstuitleen 1.525 1.591 1.538 Cultuureducatie en kunstzinnige vorming Volgens het participatieonderzoek heeft tweevijfde (43%) van de 15-17 jarigen van de Uitlokdag, een initiatief van Stichting de Uitlok, gehoord. Bijna een kwart (23%) van deze doelgroep heeft de beschikking over Cultureel Kunstzinnige Vormingsbonnen. Kortingskaarten Van de jongeren in de leeftijd van 15-26 jaar beschikt één op de vijf (21%) over een Cultureel Jongeren Paspoort (CJP; doelgroep t/m 26 jaar) en/of CKV-pas (doelgroep 15-17 jaar). Tabel 4.9: Kentallen Muzerije Muzerije 2000 2001 2002

Aantal cursisten: 5.185 5.550

Waarvan uit 's-Hertogenbosch 4.515 4.524

Waarvan uit 's-Hertogenbosch onder 20 jaar 2.573 3.121 Actief aanbod voor primair onderwijs

Aantal deelnemende groepen 64 68 73

Aantal deelnemers 1.507 1.563 1.493

Percentage dat deelneemt 86% 90% Tabel 4.10: Kentallen Schoolvoorstellingen Schoolvoorstellingen 2000 2001 2002Aantal bezoeken van leerlingen primair onderwijs 19.136 18.710 21.288 Tabel 4.11: Kentallen ‘Uit voor jeugd’ Uit voor de jeugd (kindertheatercircuit) 2000 2001 2002

Aantal voorstellingen 26 26 26

Aantal bezoeken 2.191 2.171 1.797

Page 67: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

66

Amateur cultuur De drie meest geliefde artistieke bezigheden die de Bosschenaar in zijn vrije tijd uitoefent, zijn respectievelijk tekenen, schilderen en grafisch werk (16%), het bespelen van een muziekinstrument (13%) en zingen (13%). Deze activiteiten worden wekelijks door 6 tot 10% van de Bosschenaren beoefend. Daarnaast houdt de Bossche bevolking zich vooral bezig met: fotografie/ film/ video, verhalen schrijven en dichten, (volks)dans en (jazz)ballet, textiele werkvormen, websites ontwerpen of beeldhouwen/ boetseren/ sierraden maken. Deze activiteiten worden alle door tenminste 5% van de respondenten beoefend. Of men deze activiteiten individueel of in georganiseerd verband doet, wordt voor een groot deel beïnvloed door de aard van de activiteit. Het tekenen, schilderen en grafisch werk wordt door vier op de vijf respondenten vooral op eigen gelegenheid gedaan (78% geeft dit aan). Van hen die zingen of een muziekinstrument bespelen, doet bijna de helft (respectievelijk 49% en 44%) dit vooral in georganiseerd verband. Bij toneel/ mime en dans is dit laatste zelfs respectievelijk 77% en 78%. Tabel 4.12: Kentallen amateurkunst Amateurkunst 2000 2001 2002Het aantal amateur culturele verenigingen die een jaarlijkse subsidie ontvangen uit de deelsubsidie-verordening Amateurkunstbeoefening 66 70 73

Totaal aantal leden 3.122 3.118 3.250

Waarvan uit 's-Hertogenbosch 2.313 2.542 2.650

Waarvan jeugdleden uit 's-Hertogenbosch 634 620 646

Gemiddeld aantal leden per organisatie 47 45 45

Aantal uitvoeringen 300 300 310 Letteren en media Tijdens het onderzoek naar cultuurparticipatie is de respondenten gevraagd hoe lang het geleden was dat zij een boek lazen voor de ontspanning. Van de Bosschenaren zegt ruim de helft (55%) dat het op het moment van vraagstelling nog geen maand geleden was dat men dit deed. Voor een kwart (24%) van de inwoners geldt dat men weinig of nooit boeken leest. Twee op de vijf Bosschenaren (41%) gaat minstens één keer per maand naar de bibliotheek21 en ruim een derde (35%) bezoekt minimaal eens per maand een videotheek. Voor beide geldt dat zo’n 15% van de Bosschenaren dit tenminste wekelijks doet. Bijna één op de tien respondenten (9%) maakt minstens één keer per maand gebruik van een fonotheek/ muziekuitleen. Hier ligt de bezoekfrequentie echter veel lager, zo’n 3% bezoekt deze wekelijks. Ongeveer één op de twintig Bosschenaren bezoekt tenslotte wel eens een lezing over kunst- of kunstgeschiedenis (5%) of een literaire bijeenkomst (4%).

21 Uit een onderzoek van 2002 waar de prestaties van bibliotheken van gemeenten met elkaar zijn vergeleken, blijkt dat het aantal uitleningen in s‘-Hertogenbosch circa 17% lager ligt dan bij andere gemeenten met tussen de 100.000 en 200.000 inwoners. Het deelnemerspercentage ligt echter hoger dan bij andere gemeenten. Uit het vergelijkend onderzoek bleek bovendien dat het lidmaatschap van de Bossche bibliotheek duurder is dan in vergelijkbare steden. In 2003 is een nieuw tariefsysteem ingevoerd waarbij de mate van gebruik van de bibliotheek bepalend is voor de kosten van het abonnement. Onduidelijk is hoe de bibliotheek nu scoort qua prijs in vergelijking met andere gemeenten.

Page 68: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

67

Tabel 4.13: Kentallen Bibliotheek Bibliotheek 2000 2001 2002

Ledental 39.714 39.566 38.524

Waarvan percentage uit regio 11,4% 11,2% 10,76%

Ledental uit gemeente 35.170 35.156 34.378

Uitleningen 1.061.165 1.029.645 995.621

Collectieomvang 343.350 344.767 343.873 Tabel 4.14: Kentallen Literair Café Literair café 2000 2001 2002

Aantal voorstellingen 10 10 10

Aantal bezoekers per evenement 45 45 45 Cultuurparticipatie via het medium radio en televisie Het kijken of luisteren naar diverse vormen van podiumkunsten via radio of televisie vindt vaker plaats dan het daadwerkelijk bezoeken van voorstellingen. Met name cabaret en kleinkunst, concerten van pop- en wereldmuziek en musicals zijn populair via de ether. Ongeveer de helft van de respondenten kijkt of luistert thuis naar concerten van pop- en wereldmuziek en/ of musicals (respectievelijk 56% en 45%). Cabaret en kleinkunst wordt zelfs door 65% van de mensen thuis beluisterd en bekeken. Populaire cultuur Binnen het genre populaire cultuur wordt de bioscoop veruit het meest bezocht. Van de Bosschenaren zegt 59% wel eens naar de bioscoop of het filmhuis te gaan. Bovendien doet 95% dit in ieder geval ook in de eigen stad. Daarvoor bezoekt men onder meer Euro Cinema (50%), Cinema Parade (32%) en Filmtheater Jeroen (9%). Overigens kijkt vier op de vijf (80%) Bosschenaren minstens één keer per maand naar een film op televisie en zegt zelfs iets meer dan de helft (54%) dit vaker dan één keer per week te doen. Het aanbod aan ‘bioscoop/ filmhuis’ behoeft verbetering volgens een relatief grote groep Bosschenaren. Het betreft enerzijds de roep om een groot (mega)bioscoopcomplex en/of een bioscoop met goede voorzieningen. Anderzijds vraagt men om een beter en breder aanbod van films, met name ook van de kwalitatief betere niet-commerciële films.

“Nodig zijn betere bioscopen met meer zalen waar wel de topfilms draaien.” “Ik zou graag een goed cultureel filmhuis hebben met keuze uit meerdere cultfilms.”

Culturele horecagelegenheden als de culturele cafés (Totaalcafé Boulevard, Welvaart, Literair Café) en de Orangerie worden door respectievelijk 9% en 18% van de bevolking bezocht wanneer het gaat om culturele aangelegenheden als lezingen, voorstellingen of (feesten met) optredens. Voorbeelden van ‘massa-evenementen’ gericht op de jeugd zijn de dance- of houseparty’s. Van de jeugd in de leeftijd van 15-24 jaar en 25-34 jaar bezoekt respectievelijk 35% en 15% wel eens een dergelijke party en doet ongeveer vier op de vijf bezoekers dit onder meer in ’s-Hertogenbosch. Van de Bosschenaren geeft bovendien 15% aan eens per jaar naar een concert in de Brabanthallen of in de Maaspoorthal te gaan.

Page 69: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

68

De respondenten geven aan dat ze diversiteit missen in het uitgaansleven van ’s-Hertogenbosch. Een aantal mensen gaat hierbij specifiek in op het gemis aan een uitgaansgelegenheid voor de ‘oudere’ jeugd.

“We missen een ‘normale’ discotheek of club waar je goed kan dansen. Bij de Orangerie kan dit slechts één keer per maand. The Galaxy (NB: nu gesloten) & The Kings spreken slechts een heel kleine doelgroep aan.” “'s-Hertogenbosch mist een goede discotheek voor twintigers en dertigers. Dit zou een gat in de markt zijn!”

Tabel 4.15: Kentallen Cinema Parade

Cinema Parade 2000 2001 2002

Bezoekers 65.696 76.052 80.000

Activiteiten 1.905 1.973 1.831

Gemiddeld bezoek 35 39 44 Kinderfilm Cinema Parade

Aantal voorstellingen 13 12 12

Aantal bezoeken totaal 529 702 251 Tabel 4.16: Kentallen Filmhuis Jeroen Filmhuis Jeroen 2000 2001 2002

Aantal voorstellingen 420 416 422

Aantal bezoekers 18.699 14.434 16.846 Culturele evenementen Het meest bekend onder Bosschenaren is Jazz in Duketown; 96% van de Bosschenaren heeft hiervan gehoord en 55% bezoekt dit festival. Andere bekende festivals zijn Theaterfestival Boulevard (85% heeft er van gehoord en 44% heeft het bezocht) en Den Bosch Maritiem (80% heeft er van gehoord en 31% heeft het bezocht). Theaterfestival Boulevard behoort samen met Oerol, Het Holland festival en Festival aan de Werf tot de grootste festivals van Nederland. Het Noord-Zuid Bevrijdingsfestival en Muziek op de Binnendieze zijn bekend bij (iets) meer dan de helft van de bevolking (beide 54%). Het bezoek aan deze festivals ligt echter een stuk lager met respectievelijk 17% en 12% van de Bosschenaren. Het meest onbekende en tegelijkertijd minst bezochte festival is November Music. Slechts 7% van de inwoners kent dit festival en slechts 1% bezoekt het daadwerkelijk. De bezoekersaantallen worden onder meer beïnvloed door de duur van een festival, de kosten van een kaartje en de doelgroep. Zo vindt Jazz in Duketown plaats in de binnenstad tijdens Pinksteren. Daarbij zijn alle cafés open en zijn de concerten gratis toegankelijk. Ook Den Bosch Maritiem is gratis toegankelijk. Het Theaterfestival Boulevard duurt maar liefst 10 dagen lang. Het Noord-Zuid Bevrijdingsfestival vindt daarentegen maar op één dag (5 mei) plaats. November Music is een festival voor nieuwe hedendaagse muziek. Dit is een bijzonder festival, met een landelijke of zelfs internationale uitstraling in haar genre. Er komen veel bezoekers van buiten de stad, maar het experimentele karakter trekt op zichzelf een relatief beperkt publiek.

Page 70: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

69

Tabel 4.17: Kentallen Theaterfestival Boulevard Theaterfestival Boulevard 2000 2001 2002 2003

Aantal bezoekers 100.000 100.000 90.000 90.000

Aantal verkochte plaatsbewijzen 45.000 41.468 35.000 45.000 Tabel 4.18: Kentallen November Music November Music 2000 2001 2002

Aantal voorstellingen in 's-Hertogenbosch 21 9 18

Waarvan kindervoorstellingen 5 1 1

Aantal bezoekers in 's-Hertogenbosch 600 866 1.611

Waarvan voor kindervoorstelling 200 180 120 Toegepaste kunst Toegepaste kunst bevindt zich veelal in de zakelijke sfeer waarbij bedrijven producten en diensten aan elkaar leveren. Cor Unum produceert echter ook direct voor de consument. Gezien de aard van de bedrijvigheid kan echter niet gesproken worden van participatie door consumenten. Participatie en non-participatie naar achtergrondkenmerken De volgende tabel laat beknopt zien welk deel van de Bossche bevolking gebruik maakt van bepaalde culturele voorzieningen in zowel de stad zelf als daarbuiten. Ook staat nader omschreven wie dat zijn. Tabel 4.19: Participatie en non-participatie

Culturele voorzieningen/ aanbod

Participatie in 1 jaar tijd

non-participatie in 1 jaar tijd

Geslacht Leeftijd Opleiding

Cultureel erfgoed en beeldende kunst

Bezoek bezienswaardige gebouwen, monumenten, dorpen of stadsdelen

62% 38% Geen verschil tussen mannen en vrouwen

65-plussers participeren minder

Participatie neemt toe naarmate het opleidingsniveau

hoger is

Bezoek museum, galerie of artotheek/ kunstuitleen

52% 48% Geen verschil tussen mannen en vrouwen

Participatie neemt toe naarmate men ouder is

Participatie neemt toe naarmate het opleidingsniveau

hoger is

Podiumkunsten22 Bezoek concerten (pop, klassiek, opera, etc.)

52% 48% Geen verschil tussen mannen en vrouwen

Participatie hoogst onder 25-34 jarigen en

65-plussers

Participatie neemt toe naarmate het opleidingsniveau

hoger is

Bezoek voorstellingen (theater, toneel, cabaret, dans, etc.)

58% 42% Vrouwen participeren meer dan mannen

Participatie hoogst onder 25-34 jarigen

Participatie neemt toe naarmate het opleidingsniveau

hoger is

Page 71: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

70

Tabel 4.19 (vervolg): Participatie en non-participatie

Culturele voorzieningen/ aanbod22

Participatie in 1 jaar tijd

non-participatie in 1 jaar tijd

Geslacht Leeftijd Opleiding

Letteren en media Regelmatig lezen van boeken (laatste keer maximaal maand geleden)

55% 45% Vrouwen lezen meer dan mannen

Het minst wordt er gelezen door 15-24

jarigen

Het lezen neemt toe naarmate het

opleidingsniveau hoger is, vooral hoogopgeleiden

lezen vaker

Amateur cultuur/ kunstzinnige vorming

Zelf actief met amateur cultuur

45% 55% Vrouwen zijn actiever dan mannen

Het meest actief zijn 15-24 jarigen

Laag opgeleiden participeren minder dan middelbaar en

hoog opgeleiden

Populaire cultuur Bezoek bioscoop of filmhuis

59% 41% Geen verschil tussen mannen en vrouwen

Participatie neemt toe naarmate men jonger is

Participatie neemt toe naarmate het opleidingsniveau

hoger is

Culturele evenementen

Bezoek Bossche festivals/ evenementen

73% 27% Geen verschil tussen mannen en vrouwen

65-plussers participeren minder

Participatie neemt toe naarmate het opleidingsniveau

hoger is

Uit de tabel valt op te maken dat, evenals landelijk, het opleidingsniveau de grootste bepalende factor is met betrekking tot de mate waarin men participeert. Over het algemeen geldt, uitzonderingen daargelaten, dat naarmate het opleidingsniveau hoger is, de participatie toeneemt. Op de tweede plaats is de leeftijd van invloed. De deelname van de verschillende leeftijdsgroepen varieert afhankelijk van de culturele activiteit. Vrouwen blijken ten slotte, gemiddeld genomen, vaker te participeren dan mannen. 4.3 Informatiegebruik door Bossche bevolking Gebruik media Uit het Bossche participatieonderzoek blijkt dat drie kwart (75%) van de Bosschenaren informatie over het waar en wanneer van culturele activiteiten uit huis-aan-huis-bladen haalt. Andere veel genoemde informatiebronnen zijn achtereenvolgens: vrienden of familie (59%), lokale en regionale dagbladen (54%), brochures en folders (47%), affiches, uithangborden en posters (43%), de landelijke televisie en radio (respectievelijk 39% en 23%), de lokale/ regionale televisie en radio (respectievelijk 31% en 25%), kabelkrant/ teletekst (25%), tijdschriften (23%) en de landelijke dagbladen (20%). Laag opgeleiden raadplegen voor het aanbod van cultuur relatief vaker de lokale en regionale televisie/ radio, de kabelkrant en teletekst. Daarentegen bieden brochures, folders, affiches, uithangborden, posters en de landelijke dagbladen relatief vaker informatie voor hoog opgeleiden.

22 De totale participatie voor podiumkunsten (bezoek theater en/of concerten) is 73%.

Page 72: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

71

Internet De mate waarin internet een functie vervult bij het achterhalen van cultuuraanbod, is nog maar beperkt. Ongeveer één op de zeven Bossche inwoners (15%) raadpleegt dit medium voor het cultureel aanbod. Internet is een informatiebron die voornamelijk door hoog opgeleiden wordt genoemd en weinig door 55-plussers. Volgens een onderzoek van het NIPO uit 2002, speelt internet voor de theaterbezoeker echter wel een steeds belangrijker rol bij het bestellen van kaarten. Rond de dertig procent bestelt landelijk via het web. Volgens het onderzoek van het NIPO haalt echter maar 3% informatie van het net. Uit het onderzoek blijkt dat mensen eerder op het idee komen om naar de schouwburg te gaan door tips van vrienden of informatie uit krant of tijdschrift, van radio of televisie. Vergroten van bereik Met betrekking tot het bereiken van die groepen in de samenleving die nu nog weinig of niet gebruik maken van het aanbod aan cultuur, wordt door de geïnterviewden uit het culturele veld onder meer de volgende raad gegeven:

“Er moeten meer verbindingen komen tussen ‘high and low culture23’ zoals op Theaterfestival Boulevard. Je moet mensen, potentiële bezoekers, over de drempel heentrekken.” “Probeer mensen te betrekken, het Stadsarchief en het carnaval staan bijvoorbeeld dicht bij de mensen.” “Een bezoek aan het ‘Echt Bosch Tejater’ werkt drempelverlagend voor theaterbezoek. Vaak zijn het mensen die nog nooit in een theater zijn geweest.” “Toneel is niet het eerste middel om doelgroepen als jeugd en allochtonen binnen te halen. Film en muziek zijn dat veel meer. Het Filmhuis zou verbeterd moeten worden want deze is sterk in het combineren van high and low culture.”

Ook voor de organisaties binnen de discipline cultuureducatie en kunstzinnige vorming is een rol weggelegd met betrekking tot het vergroten van de cultuurparticipatie onder de Bosschenaren:

“Amateurs gaan vaker naar professionele voorstellingen dan andere mensen. De participerende burger is het toekomstig publiek. Kunsteducatie is dan ook in dit kader belangrijk. De taak van De Muzerije is een beetje om het publiek op te voeden.” “Voor jongeren die het vak CKV1 volgen, zijn de activiteiten van de Stichting de Uitlok vaak een eerste kennismaking met cultuur en kunst, of met culturele instellingen die ze nog niet kennen.”

Het betreft opmerkingen die wijzen op het belang van drempelverlagende impulsen, door mensen al op jonge leeftijd met cultuur in aanraking te laten komen en/of door ‘low and high culture’ vaker een verbintenis met elkaar te laten aangaan. Vooral ten aanzien van het combineren van ‘low and high culture’ liggen er nog tal van kansen. Het gemeentelijke beleid aangaande amateurs maakt van de laatste mogelijkheid echter nog weinig gebruik. Culturele agenda Eind jaren ’80 verenigden Theater Bis en Theater aan de Parade zich in de ‘Stichting Uit!’ Tien jaar lang maakten zij het gratis culturele maandblad ‘Uit!’, waarin de Bossche culturele instellingen hun

23 Van oudsher is het onderscheid tussen ‘high’ and ‘low culture’ gekoppeld aan sociale klasse. Vandaag de dag zijn de grenzen tussen de ‘high’ and ‘low culture’ echter veel vager. Kenmerkend voor de hedendaagse cultuur is dat vormen van ‘high’ and ‘low culture’ door elkaar heen lopen. In het publiek ontstaan zogenaamde culturele omnivoren, publiek dat alle cultuur consumeert.

Page 73: Monitor Cultuur 2003 - s-Hertogenbosch · • De amateur cultuur kenmerkt zich door een groot aanbod, maar blijft enigszins ‘onzichtbaar’ in de ... Voor het verkrijgen van een

72

activiteiten - van theater en film tot beeldende kunst - konden etaleren. Maar in 1999 ging de ‘Uit!’ ter ziele. Uit het participatieonderzoek onder de Bossche bevolking blijkt dat de Bosschenaar heden ten dage soms moeite heeft om te achterhalen wat er ‘speelt’ in de stad:

“Ik mis culturele voorzieningen gericht op kinderen en als die voorzieningen er al zijn, mis ik gedegen informatie en/of weet ik niet waar ik die informatie kan vinden.” “Ik heb te weinig informatie over het waar en wanneer, dus mis ik een hoop. Op zoek ga ik niet, ‘het moet me overkomen’.”

“Ik mis een goed 'alles-in-een' overzicht van alle activiteiten dat wekelijks in de bus valt.”

Ook door het culturele veld wordt regelmatig gewezen op het gemis van een collectieve agenda:

“Sinds het verdwijnen van ‘Uit!’, moeten Bosschenaren die willen weten wat er in de stad speelt zelf hun informatie bij elkaar ‘harken’. Elke instelling heeft nu zijn eigen kwartaalboekjes, maandladders, folders en mailinglijsten.”

“Het is doodzonde dat 's-Hertogenbosch geen uitkrant meer heeft. De gemeente heeft altijd gezegd dat het een initiatief is van de instellingen, ze krijgen namelijk subsidie en een gedeelte daarvan is gereserveerd voor publieksbenadering. De instellingen op hun beurt zeggen dat ze zonder extra subsidie geen uitkrant kunnen uitgeven. De uitkrant is nog steeds levensvatbaar, mits de gemeente financieel over de brug komt. Iedereen zit nu voor eigen parochie te preken.” “Je moet dagjesmensen langer vasthouden in de stad. Zorg dat er een uitkrant komt, waarin deze toeristen kunnen zien wat er te doen is. Het VVV, Economische Zaken, Toerisme en de afdeling Cultuur zouden hierin een voortrekkersrol moeten vervullen.”

Gezien het bovenstaande en het feit dat internet nog een ondergeschikte rol speelt wat betreft informatievoorziening op het gebied van cultuur (hetgeen in nog grotere mate geldt voor lager opgeleiden en ouderen), is er behalve initiatieven als nieuw gestarte sites zoals ‘uitinbrabant.nl’ (2002) en ‘UitInDenBosch.nl’ (2003) (zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 ‘Nieuwe ontwikkelingen en initiatieven’), duidelijk behoefte aan een gemeenschappelijke culturele agenda of uitkrant op papier. Op dit moment wordt dan ook gewerkt aan een nieuw Bosch Uit-magazine, met een oplage van 11 keer per jaar. In de stad zijn tenslotte te weinig centrale punten waar klanten en toeristen alles kunnen vinden over cultuur in de stad, van informatie tot kaartjes kopen. Ook ‘informatiezuilen’ ontbreken op strategische locaties als: het Centraal Station, bij de grote Parkeergarages (bijvoorbeeld Hekellaan), op de markt, bij het VVV en de bibliotheek. Wel zijn er plannen voor een bezoekerscentrum en wil de gemeente in 2004 in de Stadsbibliotheek een zogenaamd ‘Uitpunt’ openen (zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 ‘Nieuwe ontwikkelingen en initiatieven’).