MO*magazine 105

32
inhoud ‘In Brussel staan 41.000 personen op de wachtlijst voor een sociale woning. Dat is bijna het dubbele van tien jaar geleden.’ Q Dossier pagina 26 JUNI 2013 6 de wereld kort Afghaanse vluchtelingen, Wereldbankdochter, militaire uitgaven, Braziliaanse dammen, privatisering in Egypte 10 baanbreker Redder van de Iraakse moerassen 12 thomas leysen Kapitalisme zonder groei 14 saoedi-arabië Slaat de vlam van de Arabische lente over? nieuws 6-15 tendensen 16-41 mensen en verhalen 42-55 16 in beeld Sancties tegen Iran 18 interview Madaraka Nyerere 22 dossier brussel (1) Groeipijnen van een gewest 26 dossier brussel (2) Wooncrisis 28 vrijhandelsverdrag eu-vs Alle macht aan de bedrijven? 32 reportage Brazilië Wereldbeker corruptie 38Kroatië Onverwerkt verleden 40 Chili De terugkeer van Bachelet 42 in beeld Kennis uit de dorpen 44 portret Razia Arefi: een Afghaanse vrouw 48 portret Sidi Larbi Cherkaoui 52 essay De moord op Rwagasore 3 MO Q juni 2013 www.mo.be 56 debat & lezing 58 recensies 62 agenda 64 opinie 66 column bruksel mo Q service 56-66 10 32 44 © Goldman Environmental Prize © Morten Andersen © Bart Lasuy MO*magazine is beschikbaar op iPad. Abonnees kunnen de iPad- versie gratis downloaden en lezen. Niet-abonnees kunnen via de Apple-nieuwskiosk een los nummer of een jaarabonnement kopen. Download de MO*-app via de QR-code of via www.mo.be/ipad.

description

De juni-editie van MO*magazine 2013

Transcript of MO*magazine 105

Page 1: MO*magazine 105

inhoud

‘In Brussel staan 41.000 personen op de wachtlijstvoor een sociale woning.

Dat is bijna het dubbele van tien jaar geleden.’ Q

Dossier pagina 26

JUNI 2013

6 � de wereld kortAfghaanse vluchtelingen, Wereldbankdochter, militaire uitgaven, Braziliaanse dammen, privatisering in Egypte

10 � baanbrekerRedder van de Iraakse moerassen

12 � thomas leysenKapitalisme zonder groei

14 � saoedi-arabiëSlaat de vlam van de Arabische lente over?

nieuws

6-15tendensen

16-41mensen en verhalen

42-5516 � in beeld

Sancties tegen Iran

18 � interviewMadaraka Nyerere

22 � dossier brussel (1)Groeipijnen van een gewest

26 � dossier brussel (2)Wooncrisis

28 � vrijhandelsverdrag eu-vsAlle macht aan de bedrijven?

32 � reportage BraziliëWereldbeker corruptie

38� KroatiëOnverwerkt verleden

40 � ChiliDe terugkeer van Bachelet

42 � in beeldKennis uit de dorpen

44 � portretRazia Arefi: een Afghaanse vrouw

48 � portretSidi Larbi Cherkaoui

52 � essayDe moord op Rwagasore

3MOQ • juni 2013 • www.mo.be

56 � debat & lezing58 � recensies62 � agenda64 � opinie66 � column bruksel

moQservice

56-66

10

32

44

© G

oldm

an E

nviro

nmen

tal P

rize

© M

orte

n An

ders

en

© B

art L

asuy

MO*magazine is beschikbaar op iPad. Abonnees kunnen de iPad-versie gratis downloaden en lezen. Niet-abonnees kunnen via deApple-nieuwskiosk een los nummer of een jaarabonnement kopen.Download de MO*-app via de QR-code of via www.mo.be/ipad.

Page 2: MO*magazine 105

� Zouden de meer dan duizend mannen en vrouwen dieomkwamen bij de ineenstorting van hun kledingfabriek in Bangladesh dan toch niet helemaal voor niets zijn gestorven? Misschien. Het is in elk geval de eerste keer datzoveel kledingmultinationals bereid zijn een akkoord te sluiten met Bengalese en internationale vakbonden om debrand- en bouwveiligheid in de Bengalese kledingbranchete verbeteren. De grote merken zullen samen zo’n vijf miljoen euro op tafel leggen voor geregelde veiligheids -inspecties in de fabrieken die onze kleren produceren.Inspecties met inspecteurs die worden aangeduid door ver-tegenwoordigers van bedrijven én lokale vakbonden. Er komen comités voor veiligheid en gezondheid in defabrieken: lokale vakbonden mogen de helft van de ledenvan die comités aanduiden. Indien er geen vakbond is,mogen de werknemers hun vertegenwoordigers kiezen.Gekwalificeerde vakbondsleiders gaan bovendien werk -nemers opleiden inzake brand- en bouwveiligheid. Het staater niet met zoveel woorden maar ‘daarmee wordt de deurvoor de vakbonden in de bedrijven opengeduwd’, zegt BenVanpeperstraete van de Schone Kleren Campagne. ‘Tot nutoe werden vakbondsmensen er geïntimideerd en ontslagen.’ De rol van de werknemers en hun organisaties is cruciaalwant niemand kent de arbeidsomstandigheden in een fabriekbeter dan diegenen die ze dag in, dag uit moeten ondergaan.Als zij zich mogen organiseren om op te komen voor hun vei-ligheid, dan is dat de sterkst denkbare kracht van verandering.Het akkoord pleit weliswaar nergens voor de vrijheid van ver-eniging maar lijkt ze impliciet wel te erkennen.Toch is de houding van de grote merken niet gespeend vanenig cynisme. Wisten zij immers niet dat er een probleemwas in de kledingfabrieken, en al zeker die in Bangladesh? ‘Er is inderdaad een dimensie van nalatigheid met zelfs juri-dische connotaties’, zegt Vanpeperstraete. ‘Bedrijven wistendat er een probleem was met de brandveiligheid in deBengalese textielbedrijven. Toch hebben ze niet gehandeld.’

De volgende vraag is dan of men in andere landen – zoalsPakistan – ook zal wachten tot er evenveel slachtoffers vallen. Als de aanpak in Bangladesh geen navolging krijgt in andere landen, is dat een indicatie voor de graad vancynisme in de sector.

Gevraagd: sociale globalisering‘Blouse: 10 euro’. Onder dat commentaar lacht een of anderfotomodel ons toe van op affiches in stations en winkel -straten. Achter de glitter van die schone dames zaten – enzitten – soms aan slavernij grenzende arbeidsomstandig -heden. Het contrast tussen “voorkant” en “achterkant” kanniet groter zijn. De fotomodellen zijn eigenlijk leugendellen. Wie de kosten drukt, drukt vaak ook op mensen. Dat besefontbreekt te dikwijls bij de verdedigers van de neoliberaleglobalisering die de voordelen van competitie bezingen.Het is meteen ook het grote tekort van de globalisering: dater geen sociale bodem is. Zowat alles kan. Werknemers infabrieken en sweatshops in het Zuiden ondergaan de meest barre arbeidsomstandigheden omdat ze er meerverdienen dan op het platteland. Maar moet je per se zobrutaal van die kwetsbaarheid gebruik maken? Moet je zover gaan om hun vrijheid van vereniging te knevelen? Datdoen we al vele jaren. Het grote atelier van de wereld,China, heeft nooit toegestaan dat zijn miljoenen arbeiderszich echt organiseren. Onze leiders hebben daar nooit eenpunt van gemaakt. Is het niet hoog tijd dat sociale rechten een integraal deelworden van de wereldeconomie? Waarom zou je er niet naarstreven een aantal minimale sociale normen op te nemen inde wereldhandelsakkoorden? Het is een oude discussie – ikweet het – die in de jaren negentig is doodgebloed op het njetvan de regeringen van ontwikkelingslanden, multinationalsen een aantal regeringen van rijke landen. Kunnen we deramp in Dhaka niet aangrijpen om harder te werken aan eensociaal gecorrigeerde globalisering?

VOORWOORD

door John VandaeleDe leugendellen van ‘Blouse: 10 euro’

5MOQ • juni 2013 • www.mo.be

COMMENTAAR

�Chili is Latijns-Amerika’s economische tijger bij uitstek. Een stabiele democratie, lid van de OESO en het meest open land vanLatijns-Amerika wanneer het over economische handelsakkoordengaat. De voorbije twintig jaar heeft het een economische groei kunnen realiseren van 4 tot 5 procent –Chili is de bakermat van dekopermijnen. De weldaden daarvan vloeien echter systematisch afnaar een rijke bovenlaag, niet meer dan 2 tot 3 procent van de bevol-king. Sinds de dictatuur van Pinochet (1973) en het neoliberale modelvan de Chicago Boys, die Chili als experiment voor hun theorieëngebruikten, groeit er een diepe kloof tussen de haves en de havenots.De jongeren vandaag vinden dat dit lang genoeg geduurd heeft. ‘Achter die fraaie macro-economische cijfers gaat een realiteit schuildie wij aan de oppervlakte willen brengen’, zegt Giorgio Jackson, diesamen met Camila Vallejo het studentenprotest van de voorbije jarenleidde. De post-Pinochet-generatie neemt het niet meer dat universi-teiten (naar verluidt voor een groot deel in handen van Opus Dei)melkkoeien geworden zijn in plaats van democratische kennisinstel-lingen. Ze vragen hervormingen van het onderwijs en een einde aande woekerpraktijken in de onderwijsinstellingen, die met hun hogeinschrijvingsgeld miljoenen jongeren niet alleen de toegang tot onder-wijs ontnemen maar ook hun toekomst hypothekeren. Sinds 2006bouwen ze systematisch de tegenbeweging op. Toen waren ze leerlin-gen aan de middelbare school, daarna universiteitsstudenten. In november nemen Vallejo en Jackson deel aan de parlements -verkiezingen. Jackston is kandidaat voor de Democratische Revolutie,een nieuwe partij die hij mee oprichtte. Vallejo komt op voor deCommunistische Partij. Jackson bundelde zijn visie in het boek Het land waar wij van dromenen dat ziet er anders uit dan het “individualistisch kapitalisme” van hethuidige systeem, aldus Jackson. De jonge generatie wil een nieuwebasis, een hervorming van de grondwet. Intussen zijn ze lang nietmeer de enigen die hun mond durven open doen. De syndicaten hebben opnieuw de vrees overwonnen. De mijnwerkers willen delenin de koperwinsten. De havenarbeiders nemen geen genoegen meermet de kruimels die van tafel vallen. Hoe de verkiezingen van 17 november ook uitdraaien, de geest is uit de fles.

door Alma De Walsche

‘Het land waar wij van dromen’

�We zijn halverwege een Europees jaar dat volgens de bijhorendewebsite ‘draait om uw rechten als burger van de EU’. Viviane Reding,Europees commissaris voor Justitie, Grondrechten en Burgerschap,vat het opzet samen in een persmededeling: ‘Burgers moeten hunstem kunnen laten horen in het debat over de toekomst van de EU.’Dat treft. In juni lanceren de EU en de VS namelijk onderhandelingenover een vrijhandels- en investeringsverdrag, dat in lengte van jaren deverhouding tussen de burgers, bedrijven en hun overheden kan bepa-len. Het is niet overbodig daar eens ernstig over te debatteren.Wat nu voorgesteld wordt als een rondje armworstelen tussenBrussel en Washington, is in realiteit een strijd om het overwicht vanpolitieke keuze of economische vrijheid. Definiëren we een verbodop dierenproeven voor het ontwikkelen van cosmetica als een poli-tieke beleidskeuze of als een onnodige belemmering van de handel?Die vraag zal zich ook stellen in verband met het verplichten van zui-nigere of schonere verbrandingsmotoren, het opleggen van hetgebruik van talen, het beperken van het telen en invoeren van gene-tisch gemanipuleerde organismen, en uiteindelijk ook over hetbeschermen van werknemers of over overheidsinvesteringen ingezondheidszorg, drinkwatervoorziening, onderwijs en media... Delogica van een vrijhandelsverdrag is dat elke sector die beschouwdwordt als handelswaar meteen onderworpen wordt aan de wettenvan zo groot mogelijke privatisering en concurrentie. Bedrijven diedan menen dat overheidsingrijpen hun actuele of toekomstige win-sten in gevaar brengt, kunnen op basis van vastgelegde proceduresde betrokken overheden voor het gerecht dagen.Als het trans-Atlantisch handels- en investeringspartnerschap (TTIP)alleen onderhandeld wordt tussen eurocraten en “experts” verbon-den aan multinationale bedrijven of neoliberale denktanks, danwordt dat TTIP de overval van de eeuw op onze democratieën en verzorgingsstaten. Maar, zoals Europees commissaris Reding suggereert, de burgers kunnen ook hun stem laten horen. Dat doenze best voordat een afgewerkt voorstel als te nemen of te laten aan het Europees Parlement voorgelegd wordt. Want als we alleen op depolitici rekenen om de poltiek te verdedigen tegen de economie, danis het resultaat vooraf gekend.

Burgers, aux armes!

door Gie Goris

4 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Page 3: MO*magazine 105

7MOQ • juni 2013 • www.mo.be

de wereld kort

6 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

� De westerse landen ontvangenvooral vluchtelingen uit Afgha -

nistan, Syrië en Servië. Dat blijkt

uit het asieltrendrapport voor 2012

van VN-vluchtelingen-organisatie

UNCHR. Het rapport focust op

individuele asielaanvragen in

38 Europese landen en een aantal

niet-Europese westerse landen.

Vanessa Saenen van UNHCR

Brussel zet de cijfers van de top

drie in perspectief: ‘Ook in België

vormen de Afghanen nog altijd de

grootste groep vluchtelingen, met

2349 aanvragen. België stuurt

asielzoekers vaak terug naar

Kaboel. Vaak wordt geopperd

dat Kaboel een veilig terugkeer-

alternatief biedt, maar voor

UNHCR is de situatie daar

onstabiel. Pakistan vangt jaarlijks

bijna twee miljoen Afghaanse

vluchtelingen op, waardoor het

land zelf een stuk armer is

geworden. Toch laat het zijn

grenzen open.’ Dat Servië op de

derde plaats staat, verrast. Het land

staat in België op lijst van de

veilige landen. ‘In die groep

Serviërs zitten vooral uitgesloten

Roma uit Kosovo.’

Saenen is niet tevreden over het

vluchtelingenbeleid in Europa.

‘Europa vangt op wereldniveau

maar zeventien procent van de

vluchtelingen op. Dat is evenveel

als Zuid-Afrika. De grenzen van

Europa staan niet echt open.’ In

vergelijking met 2011 groeide het

aantal asielaanvragen met acht

procent –in totaal 479.300. Dat is

het tweede hoogste aantal in de

voorbije tien jaar.

Vooral de humanitaire hulp voor

Syrië schiet volgens Saenen

tekort. ‘Door de economische

crisis zijn de mensen minder

solidair.’ Volgens de Europese

Commissie hebben maar liefst

6,5miljoen Syriërs nood aan

humanitaire bijstand. Velen van

hen zoeken toevlucht in de

buurlanden. ‘In Libanon, Jordanië

en Irak is het aantal enorm

gestegen. Ongeveer 8000mensen

steken dagelijks de grens over.

Dat zet die landen onder een

gigantische sociale druk, zij

dragen de financiële en

menselijke kost van de oorlog.

In vergelijking zijn de cijfers

van Europa heel bescheiden, de

meeste vluchtelingen geraken niet

tot hier. Europa doet gewoon niet

genoeg voor die mensen. Dat is

problematisch aangezien er steeds

meer vluchtelingen zijn. We

hebben altijd maar minder geld,

dus moeten we soms pijnlijke

keuzes maken.’ (Sofie Coen)

Op 20 juni is het Wereldvluchtelingendag

�Sinds de jaren negentig wordt de Wereldbankgroep geacht erop toe te zien dat zijninvesteringen beantwoorden aan bepaalde sociale en ecologische normen, en dat de

gefinancierde projecten geen schade aanrichten. Dat geldt ook voor de International

Finance Corporation (IFC), de Wereldbankdochter die kredieten verschaft aan de

private sector. De voorbije maanden is onzekerheid gerezen of alle IFC-leningen wel

aan die normen voldoen. Met name voor de kredieten die de IFC niet rechtstreeks ter

beschikking stelt maar via financiële bedrijven – microkredietondernemingen,

commerciële banken of private financiers – is onduidelijk of de normen worden

nageleefd. Het bedrag dat op die manier wordt besteed, steeg tussen 2007 van 2011

nochtans van 5,3 naar 8,4miljard euro.

‘In een audit van de ombudsman van de IFC staat

dat die financiële tussenschakels wel sociale en

ecologische controlesystemen op poten hebben gezet

en dat het dus procedureel allemaal in orde is, maar

dat de IFC geen methode heeft om te controleren of

het doel van “geen schade aanrichten” effectief wordt

gerealiseerd’, zegt Pol Vandevoort, die materie op de

voet volgt bij de ontwikkelings-ngo 11.11.11. ‘De

benadering van de IFC genereert geen informatie

over de werkelijke sociale en ecologische resultaten

op het niveau van de subcliënt – op het niveau van

het project zelf dus.’

Johan Rosseel, die de Belgische Wereldbankdirecteur

Gino Alzetta adviseert, ontkent de problemen niet.

Rosseel: ‘Op 8 april besprak de commissie voor

ontwikkelingseffectiviteit de kwestie. Er werd beslist

dat de IFC binnen de twee maanden met een

gedetailleerde reactie moet komen. België vertolkte

in deze geen eigen standpunt omdat het niet in die

commissie zetelt.’

Een voorbeeld dat de problematiek illustreert, is het

Kamalanga-energieproject. Die steenkoolcentrale in

India is onrechtstreeks mee gefinancierd door de

IFC. Ngo’s klagen aan dat het project het milieu en

de gezondheid van de omwonenden bedreigt. In mei

2011 vond de ombudsman van de IFC die klacht

ontvankelijk voor verder onderzoek. Dat onderzoek

loopt twee jaar later kennelijk nog altijd. Rosseel: ‘Na

verschillende ontmoetingen is een gezamenlijke

oplossing van de klacht niet mogelijk gebleken. De

ombudsman onderzoekt nu of het geval een audit

vanwege de IFC verdient. De resultaten van dat

onderzoek worden publiek gemaakt.’

(John Vandaele)

© Im

aged

esk

/ Ba

s Bo

gaer

ts

‘ Militaire uitgaven mee oorzaak van crisis’� ‘Militaire uitgaven hebben zeker een invloed gehad op de schuldencrisisin Cyprus, Griekenland, Spanje en Portugal.’ Dat zegt Frank Slijper van de

Nederlandse ngo Campagne tegen Wapenhandel. Hij schreef het rapport

Guns, Debt and Corruption voor het Transnational Institute, een

internationaal netwerk van activistische onderzoekers.

De Navo en de Europese Unie roepen lidstaten op niet te besparen op

militair vlak. ‘Anders Fogh Rasmussen, secretaris-generaal van de Navo,

grijpt elke kans aan om de lidstaten aan te sporen te blijven investeren in

defensie. De Franse voorzitter van het Militaire Comité van de EU, Patrick

de Rousiers, suggereerde tijdens een zitting van het Europees Parlement dat

de toekomst van Europa op het spel staat als er niet meer uitgegeven wordt

aan defensie’, schrijft Slijper in het rapport.

Frankrijk en Duitsland hebben volgens Slijper de Griekse regering onder

druk gezet om niet op defensie-uitgaven te besparen. Griekenland geeft

procentueel gezien sowieso van alle Europese landen al het meeste uit aan

defensie, en dat terwijl het land in een diepe crisis zit. Van 2002 tot 2010

ging het volgens het Zweedse onderzoekscentrum Sipri om 2,8procent van

het bnp, dubbel zoveel als Duitsland.

‘Spanje heeft door jarenlang veel te grote en onnodige wapenaankopen grote

problemen gekregen’, zegt Slijper. ‘In Portugal en Griekenland ging de

aankoop van onderzeeboten gepaard met smeergeld. Natuurlijk zijn

militaire uitgaven niet de enige oorzaak van de economische crisis, maar het

is wel een oorzaak die nog niet genoeg belicht is. Er is veel meer ruimte om

op militair vlak te bezuinigen, zodat andere sectoren buiten schot kunnen

blijven.’ (Manon Pauwels)

Afghanen nog altijd grootste groep vluchtelingen

© R

eute

rs /

Stri

nger

Wereldbankdochter onzeker of ze eigen normen wel naleeft

Jin-Yong Cai, ceo van deInternational Finance Corporation.

Page 4: MO*magazine 105

� De Europese en Amerikaanse steun aan delanden van de Arabische Lente is slechts een

middel om een agressief privatiseringsbeleid

op te dringen. Via de zogenaamde PPP’s (privé-

publieke partnerschappen) wil men sectoren

zoals water en energie naar de privésector over-

hevelen. Tot die conclusie komt Counter

Balance, een samenwerkingsverband van

milieu- en ontwikkelings-ngo’s. Counter

Balance heeft de geplande projecten van grote

financiële instellingen in het Midden-Oosten

en Noord-Afrika onder de loep genomen. Het

stelt vast dat die instellingen het neoliberale

systeem dat ze al jaren in de regio promoten,

verder willen pushen. De Europese Investe -

ringsbank (EIB) bijvoorbeeld is van plan haar

investeringen in Egypte op te trekken naar een

miljard euro per jaar. De Europese Bank voor

Reconstructie en Ontwikkeling liet verstaan

jaarlijks bijna 2 miljard euro in de regio te wil-

len investeren. Een grote brok daarvan gaat

naar Egypte. En het IMF heeft het licht op

groen gezet voor een lening aan de Egyptische

regering ter waarde van 3,7 miljard euro.

Het IMF en het EIB gaan volgens Counter

Balance op dezelfde vertrouwde manier te

werk. Steun wordt gekoppeld aan hervormin-

gen. En hervormingen betekenen verdere pri-

vatiseringen, een gunstiger fiscaal systeem voor

privébedrijven en de afbouw van subsidies voor

basisgoederen zoals voedsel en energie.

Amr Adly van het Egyptische Initiatief voor

Persoonlijke Rechten vreest dat de nieuwe

lening Egypte verder zal vastbinden aan het

oude systeem van corruptie en heling. In plaats

van de economie te helpen herstellen, zal ze het

land verder in de spiraal van schulden duwen.

De nieuwe lening aan Egypte heeft volgens

Counter Balance twee doelstellingen. Ten eer-

ste dient ze om de oude lening af te betalen. De

tweede doelstelling is een programma van

bezuinigingen afdwingen dat vooral de armen

zal treffen en de sociale onrust niet zal doen

afnemen. Precies dat sociaal protest is hoopge-

vend. De nieuwe elite, die voor een groot deel

uit de oude elite bestaat en als handlanger fun-

geert van de internationale financiële instellin-

gen, zal dankzij de mensen die nog op straat

komen haar plannen toch niet zo gemakkelijk

kunnen verwezenlijken, concludeert Counter

Balance. (Samira Bendadi)

8 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

de wereld kort

� In Brazilië is de derde grootste stuwdam ter wereld in volleopbouw op de Rio Xingu in het Amazonewoud. Ondanks de

controverse rond het project Belo Monte gaan de werkzaamhe-

den gestaag verder. Nieuw is dat Brazilië nu ook het leger

inschakelt om het indianenprotest de kop in te drukken.

Voor de bouw van de Belo Monte-stuwdam wordt 80procent

van het waterdebiet van de Xingu-rivier afgeleid. 1500vierkante

kilometer Amazonewoud verdwijnen en 30.000 inwoners

moeten opkrassen, inclusief meer dan 1000 indianen die

direct van de rivier afhankelijk zijn voor hun overleven.

Ondanks massaal protest van de indianen, wijkt de

Braziliaanse overheid niet. En toch is Belo Monte slechts het

topje van de ijsberg: er staan nog vijftig andere damprojecten

in de steigers om aan Braziliës immense energienood te vol-

doen om de economische groei te garanderen.

Ook op de Rio Tapajos, een andere zijrivier van de Amazone,

zet de Braziliaanse overheid het leger in tegen indianenprotes-

ten. ‘Alle damprojecten verlopen volgens hetzelfde patroon: de

overheid voert plannen uit zonder de indianen en de lokale

bevolking te raadplegen’, zegt Brent Millikan van de ngo

International Rivers. ‘Als er protesten komen, wordt het leger

ingezet in het kader van een wet omtrent nationale veiligheid

die nog dateert van de dictatuur. Zo worden protesten tegen

strategische belangen stelselmatig de kop ingedrukt, wat resul-

teert in een totaal gebrek aan democratie.’

Het is volgens Millikan moeilijk vat te krijgen op het proces

van studies die de bouw van waterkrachtcentrales voorafgaan.

Reden is de gesloten structuur van de publiek-private samen-

werkingen. De overheid financiert de projecten via onder meer

de Nationale Ontwikkelingsbank BNDES en als tegenprestatie

spekt de private sector de partijkassen voor hun campagnes.

‘In 2014 zijn het presidentiële en deelstaatverkiezingen in

Brazilië. Dit is niet het moment voor politici om hun eigen

financiering stokken in de wielen te steken. Zelfs IBAMA, het

Braziliaans instituut voor het leefmilieu dat milieuvergunnin-

gen aflevert, heeft wegens politieke druk niet veel in de pap de

brokken.’

Toch is er een straaltje hoop. ‘De indianen beginnen zich te

verenigen in hun verzet. Als de civiele maatschappij en de aca-

demici zich daar nu massaal achter scharen, is een nieuwe aan-

pak met respect voor de grondwet en voor minderheden moge-

lijk’, zegt Millikan. Greenpeace is sceptisch. De milieuorganisa-

tie heeft de strijd tegen de Belo Monte opgegeven. ‘De regering

rolt als een pletwals over de indianenrechten heen. President

Dilma Rousseff ondersteunt militaire interventies om protes-

ten de kop in te drukken. Het is niet meer mogelijk Belo

Monte te stoppen’, zegt Leonardo

Medeiros van Greenpeace. ‘Wij

richten onze energie nu op de vele

andere stuwdammen die in de stei-

gers staan, ondermeer op de Rio

Tapajos.’ (Benjamin Tollet)

© R

eute

rs /

Lun

ae P

arra

cho

9MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Ontwikkeling als dekmantel voor privatisering in Egypte‘Als de dam komt, stopt onze geschiedenis’

Lees een uitgebreid artikel over het project Belo Monte op

MO.be.

Page 5: MO*magazine 105

10 11

BAANBREKERn i e u w s

In 1991 waren 450.000 Irakezen afhan-kelijk van de moerassen; ongeveer80.000moerasarabieren leefden er indrijvende eilandjes en dorpjes. De familievan Azzam Alwash leefde in nauwe ver-bondenheid met de moerassen –zijnvader was verantwoordelijk voor het irri-gatiesysteem. Toen Alwash in 2003 naarIrak terugkeerde, was het aantal inwo-ners van de grootste stad van de moeras-regio teruggelopen van 67.000 naar6000 inwoners.Amper enkele maanden na de val van Saddam Hoessein zette delokale bevolking zelf de sluisdeuren opnieuw open en sloeg dekades kapot. Daardoor werd overstroming opnieuw mogelijk, zijhet met een variërende frequentie en niet overal. De terugkeer vanhet water deed de fauna en flora heropleven. Vogels kwamen terugen er kan opnieuw gevist worden. Maar de situatie is zeker niet watze ooit was. Ondanks het feit dat een aantal Irakezen hun “nieuwe”

dorpen hebben verlaten om terug in hetoorspronkelijk gebied te wonen, is het verrevan zeker dat ze daar ook zullen blijven. Dekwaliteit van het water blijft een probleemen voorzieningen ontbreken. Bovendien isniet evident je terug aan je oude levensstijlaan te passen eens je het leven in de stadgewoon bent. Het belangrijkste obstakel voor een volledigherstel van de moerassen is de bouw vanstuwdammen in Syrië en Turkije. De hoe-veelheid water die intussen weer naar de

moerassen vloeit, blijft beperkt. Er zijn geen overstromingen en dekwaliteit van het water is afgenomen, zegt Azzam Alwash in eeninterview met The Guardian. Samenwerking tussen Irak, Syrië enTurkije over de waterkwestie is noodzakelijk wil men de moerassenin leven houden. Voor Azzam Alwash is die samenwerking priori-tair, maar door de oorlog in Syrië en de blijvende instabiliteit inIrak zelf lijkt ze nog niet voor morgen.

MOQ • juni 2013 • www.mo.be

� De eerste satellietfoto’s die het VN-Milieuprogramma (UNEP)in 2001 van het moerassengebied in het zuiden van Irak maakte,toonden dat al 90procent van de moerassen uitgedroogd waren. Defoto’s waren de aankondiging van een ecologische ramp. Het ecosys-teem van het moerassengebied –uniek in zijn soort– is immers ergbelangrijk voor het hele Midden-Oosten. Het huisvest zeldzamelokale fauna en flora en is belangrijk voor het visbestand en de vol-geltrek. Samen met de moerassen dreigt bovendien een eeuwen-oude levensstijl in het Tweestromenland te verdwijnen. De moeras a-rabieren –de Madan– zijn de afstammelingen van de Sumeriërs, diein Mesopotamië één van de oudste beschavingen vestigden. De ecologische ramp kwam pas echt onder de aandacht na deAmerikaanse invasie in Irak in 2003. Daarop lanceerde UNEPeen programma om de moerassen te herstellen. Ook de Iraakseregering die na de val van Saddam Hoessein aan de machtkwam, zette zich in om het gebied nieuw leven in te blazen,gevolgd door ngo’s zoals Nature Iraq van Azzam Alwash. Na eenkwarteeuw in de VS keerde Azzam Alwash meteen na de val vanSaddam Hoessein terug naar zijn thuisland om er mee te wer-ken aan het herstel van het gebied waar hij als kind vaak vertoef-de. De Iraakse moerassen zijn eeuwenlang onveranderd gebleven. In de tweede helft van de twintigste eeuw echter leden ze aanzien-lijke schade als gevolg van stuwdammen in de Eufraat en deTigris. De waterstand daalde, periodieke overstroming verminder-de of bleef uit. Door de afname van de hoeveelheid water en deindustriële vervuiling verslechterde de kwaliteit van het water.Ook de Britten brachten begin jaren vijftig de moerassen schadetoe. Ze zagen het economische belang van de moerassen niet in.Het water dat naar het gebied vloeide, vonden ze verspilling. Via kanalen, sluizen en duiken lieten ze het water van de rivierdoorstromen naar noordelijke landbouwgebieden. Zo zijn decentrale moerassen drooggelegd. In de jaren tachtig werd boven-dien een tweede moerasgebied drooggelegd om olie-ontginningmogelijk te maken. Om politieke redenen werd de drooglegging nog verder gezet. Hetgebied bleek tijdens de oorlog met Iran (1980-1988) een goedeschuilplaats voor deserteurs en opposanten. De vervolging van deopstandelingen en het neerslaan van verzet waren reden voor hetregime van Saddam om het gebied begin jaren negentig verder uitte drogen. Rietbedden werden in brand gestoken –zogenaamd omlandbouw mogelijk te maken– en de bewoners werden gedwongente verhuizen naar dorpen in beton.

MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Azzam Alwash, oprichter vanmilieuorganisatie Nature Iraq, heeft de

prestigieuze Goldman-milieuprijs gewonnen.De prijs bekroont de inzet van de Iraaks-

Amerikaanse ingenieur voor het herstel vanhet moerasland in het zuiden van Irak.

Ondanks belangrijke verwezenlijkingen is dieecologische strijd nog lang niet gewonnen.

© G

oldm

an E

nviro

nmen

tal P

rize

door Samira Bendadi

De moerassen van Irak

Voor elkaar gemaakt

IN JUNI ZIJN ER ELKE ZATERDAG BIOPROEVERTJES IN ONZE WINKELS!

Page 6: MO*magazine 105

13MOQ • juni 2013 • www.mo.be12 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

door Gie Goris & John Vandaele

‘Als er nog groei mogelijk is, moet die naar armere landen gaan’

DE NIEUWE WERELDn i e u w s

Wat dacht u van kapitalisme zonder groei en een gedienstige banksector? KBC-voorzitter Thomas Leysen gelooft erin.

gen moeten aanpassen en dat geldt vooriedereen. Om binnen dat nieuwe gegeveniedereen werk en welvaart te geven, zullenwe beter moeten verdelen.’ Dat een werknemer moeilijk zijn inko-mensverwachtingen kan temperen als deCEO’s en de aandeelhouders hun fortuinaanzienlijk zien toenemen, noemt hij eenbegrijpelijke reactie. ‘De sterkste schouderszullen de zwaarste lasten moeten dragen,

dat lijkt me vanzelf te spreken. Al is nietiedereen met sterke schouders daar evensterk van overtuigd.’

belastingenInzake belastingen is Leysen voorzichtiger.Hij nuanceert de kritiek dat de grootstebedrijven en de rijkste individuen niet ofnauwelijks belasting betalen. ‘Als een internationale groep in elk land

waar ze actief is belastingen betaalt op deactiviteiten en winsten die daar gemaaktworden, is het normaal dat er niet nog eensbelast wordt als de uiteindelijke winstensamengebracht worden in bijvoorbeeldBelgië. Sommige multinationals slagen erblijkbaar in om via creatief belastingbeleidheel weinig belastingen te betalen. Als datconform de wet is, kun je hen dat niet ver-wijten. Dan moet de wetgever maar zijnverantwoordelijkheid nemen. Ik wil zekerniet de pleitbezorger zijn van bedrijven diezo weinig mogelijk belastingen betalen,maar ik wil ook het gebruik van wettelijkemogelijkheden niet onethisch noemen.’Dat er een grotere bereidheid is om belas-tingparadijzen en andere ontsnappingsrou-tes aan te pakken, overtuigt Leysen er nietvan dat de inkomens uit vermogen numeer zullen worden belast, zodat de belas-ting op arbeid verlicht kan worden.‘Internationale samenwerking inzake belas-tingen is zeer moeilijk, omdat elke staatzijn belastingbeleid beschouwt als eeninstrument van nationale soevereiniteit.Bovendien proberen landen investeringenaan te trekken door middel van lage aan-slagvoeten. Ik zie de wereld dus nog nietsnel bestuurd worden met een uniformbelastingsysteem. Maar meer samenwer-king om misbruiken te bestrijden is welmogelijk. Daar is men ook mee bezig. Detolerantie voor grensgedrag is sterk afgeno-men, dat is zeker waar.’Ook KBC had een aantal dochterbedrijvenin belastingparadijzen. ‘Die worden afge-bouwd. Geloof het of niet, maar die zijndestijds niet gecreëerd om fiscale redenen,maar omdat het beter en vooral snellermogelijk was om bepaalde juridische enti-teiten daar op te richten. De feitelijke activi-teiten vonden plaats in België, de VS enGroot-Brittannië en we betaalden dan ookin die landen belastingen. Het was uitgere-kend via die bedrijven dat we de activiteitendeden die ons bij de crisis de grote verlie-zen opleverden. We zullen dat in de toe-komst dus niet meer doen.’

� De voorbije eeuw is gebleken dat er velesoorten kapitalisme zijn. Kapitalisme zondersociale bescherming, kapitalisme met wel-vaartsstaten, nationaal kapitalisme, mondi-aal kapitalisme, kapitalisme met een dienst-bare financiële sector of met een dominantefinanciële sector. Thomas Leysen, captain ofindustry en momenteel voorzitter van KBC,verwacht opnieuw een grote verschuiving.

de verloren eer van de banksectorOm te beginnen gelooft hij dat de financië-le sector moet en zal veranderen. Leysenkwam van buiten het bankwezen – hij ver-anderde het vervuilende grondstoffenbedrijfUnion Minière in het milieuvriendelijketechnologiebedrijf Umicore – en door dieafstand kan hij makkelijker zeggen waar-door het fout liep: te veel hebzucht. Al for-muleert hij het veel zachter. ‘Het strevennaar winstmaximalisatie op korte termijn is er zeker de oorzaak van dat er dingengebeurden die tot grote problemen hebbengeleid die zowel de banken zelf als de bre-dere economie in gevaar hebben gebracht.’Om herhaling te voorkomen is een grondi-ge hertekening van de sector nodig. Zovindt Leysen dat zakenbanken en deposito-banken beter van elkaar worden gescheiden.‘Persoonlijk denk ik dat het gemengde

model niet wenselijk is vanwege de risico’s,maar ook omdat het veel moeilijker temanagen is.’ KBC besloot zich terug te trekken uit het riskante zakenbankieren, en terug te keren naar zijn kerntaak: dienst-verlening aan de reële economie van bedrij-ven en burgers. Leysen erkent ook dat banken beter niet totin de wolken groeien. ‘Banken moetenzeker niet aangemoedigd worden om steedste groeien, maar ze zullen toch voldoendeomvang moeten hebben om efficiënt tekunnen werken. Het verdwijnen van KBCzou nog steeds een systemische impacthebben, ook al zijn we nu een derde kleinerdan voor de crisis. Daarom is betere regule-ring zo belangrijk, niet alleen voor bankendie zoals KBC hun kapitaalbasis voldoendehebben hersteld, maar zeker bij banken dienog niet zo ver staan. Vooral in de Angel -saksische wereld moet er nog een cultuur-omslag plaatsvinden.’ De KBC-voorzitter gelooft dat de banksectorhaar greep op de politiek kwijt is. ‘De finan-ciële wereld heeft haar maatschappelijk aan-zien en het vertrouwen van de samenlevingverloren en bezit nog maar weinig hefbo-men om de politiek te beïnvloeden. Dat uitzich ook in de regelgeving die op ons af -komt en waarvan ik driekwart perfect aan-vaardbaar vind.’

groei, het oude paradigmaLeysens standpunt over groei is het opmer-kelijkst. Kapitalisme en groei leken tot nutoe haast synoniemen. Maar Leysen denktniet dat dat zo moet blijven. ‘Er is inder-daad weinig groei in het Westen, maar devraag is: hoeveel groei is hier eigenlijk nogrealistisch, onder andere vanuit ecologischstandpunt? De realiteit is dat we jarenlangeen kunstmatige groei hebben gehad diegebouwd was op groeiende schulden. Diegroei was dus eigenlijk de grond van hetprobleem. Daarin hebben banken, overhe-den én particulieren een rol gespeeld.Vandaag moeten we niet alleen die schuld-opbouw stoppen, maar ook de schulden uithet verleden terugbetalen. En dat zal de economische groei voor vele jaren laag houden. Persoonlijk ben ik er ook van overtuigd dat we daarmee moeten lerenleven, want als er nog groei mogelijk is,moet die prioritair naar armere landengaan. Maar we weten nog niet hoe we metlage groei moeten leven.’Dat politici unisono groei tot topprioriteituitroepen, wijt Leysen aan het feit dat ‘zijnog te veel vanuit een oud paradigma den-ken. Politici, bedrijfsleiders, vakbonden:iedereen moet nog beginnen aan het omke-ren van onze kijk op groei. We zullen onzesociale systemen en inkomensverwachtin-

Lees het uitgebreide interview op

MO.be.

© R

epor

ters

/ T

hier

ry d

u Bo

is

Page 7: MO*magazine 105

15

Het rommelt in Saoedi-Arabië. De derde rijkstekoning ter wereld, koning Abdullah, zal meeruit zijn hoed moeten toveren dan de hervormingen die hij tot nu beloofde om dearmen en de werklozen in zijn land te sussen.

� Recent hervormde Saoedi-Arabië zijn arbeidswetgeving. Ofbeter: het voegde een amendementje toe. In een poging zuurstofaan de economie en de arbeidsmarkt te geven, richtte Riyad zich opde naar schatting twee miljoen illegale arbeidsmigranten in hetland. Voortaan mogen arbeidsmigranten niet langer een eigenonderneming opstarten. Buitenlanders zonder werkvergunningworden onherroepelijk de deur gewezen als ze er niet in slagen bin-nen de drie maanden hun papieren in orde te maken. Na een natio-nale razzia op bedrijven en in de straten, uitgevoerd door officiëleinspectie- en veiligheidsdiensten, zijn naar schatting al meer dan250.000 buitenlanders gerepatrieerd. Een miljoen migranten zijnop eigen initiatief vertrokken. Een noodzakelijk begin om de eigenbevolking meer kansen te geven op de arbeidsmarkt, aldus debehoudsgezinde Saoedische regering. Een schijnbeweging, stellenhervormingsgezinde Saoedi’s. Ze noemen het een poging van deSaoedische overheid om de aandacht af te leiden van haar eigenverantwoordelijkheid. Want ondanks de groeiende werkloosheid inSaoedi-Arabië blijven structurele maatregelen om de arbeidsmarktte verbreden uit. Meer dan twee miljoen, vooral jonge en vrouwelij-ke, Saoedi’s zijn werkloos. En dat lokt in het tot dusver nogal rusti-ge Saoedi-Arabië steeds meer protest uit. ‘Koning Abdullah weet uiteraard dat de sociale ongelijkheid en deuitzichtloosheid op de arbeidsmarkt de Tunesiërs en de

ACTUEELn i e u w s

MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Egyptenaren in 2011 naar de protestpleinendreven’, reageert de bekende Saoedischemensenrechtenactivist Waleed abu al-Khairvia de telefoon. ‘Steeds meer mensen mor-ren, en dat wil de Saoedische koning ontze-nuwen op de kap van arbeidsmigranten,mensen die het koningshuis zelf naar hierheeft gehaald. Alleen zijn er grotere investe-ringen nodig dan dit om sociale onrust tedoen luwen.’

saoedische lente? Saoedi-Arabië heeft zijn eigen versie van deArabische Lente. De protesten zijn minderhevig, de eisen minder streng, het geheellijkt minder doordacht. ‘We moeten hierrekening houden met twee controleni-veaus’, zegt Waleed abu al-Khair. ‘Je hebthet bestuurlijke machtsniveau van dekoninklijke familie en daarnaast de klerika-le macht op het niveau van de straat. Decontrole is overal. Mensen zijn bang om devolgende politieke gevangene te worden diezonder eerlijk proces in de cel belandt.’Saoedi-Arabië beleefde in maart 2011 zijneigen Dagen van woede. Het protest was inde eerste plaats gericht op de vrijlating vanpolitieke gevangenen. De demonstratiesvonden vooral plaats in steden in het sjiiti-sche en olierijke oosten, waar al decenniageprotesteerd wordt tegen de discriminatieen politieke ondervertegenwoordiging vande sjiitische minderheid in het land –zowattien tot vijftien procent van de bevolking.De Saoedische veiligheidsdiensten ant-woordden met harde hand, rubberkogels enschokhandgranaten. De protesten blevennadien sporadisch doorlopen en namen nanovember 2011 in hevigheid toe, toen in destad Qatif vijf demonstranten werdengedood en vele anderen gewond.Maar ook elders, in niet-sjiitische steden,wordt gedemonstreerd, zij het in minderemate. In maart 2013 arresteerdenSaoedische troepen 161 personen inBuraida, de hoofdstad van de centrale pro-vincie Qassim. En ook elders weerklonkprotest. Kondigt zich dan toch eenSaoedische Lente aan? Waleed abu al-Khair

nuanceert. ‘Buraida, een stad in het noor-den, is niet representatief. De mensenkomen er veel sneller op straat, zijn radica-ler in hun acties en eisen. Wie enkel afgaatop de vele protest-tweets uit Saoedi-Arabië,denkt dat de revolutie morgen uitbreekt. Destraten blijven leeg. Openlijk protesteren enburgerlijke ongehoorzaamheid zitten nog teweinig in onze cultuur.’Via de sociale media wordt er wel flinkgeprotesteerd. En volgens abu al-Khair wer-den sinds 2012meer dan vier petities naarkoning Abdullah gestuurd. ‘Recent teken-den 12.000mensen op korte tijd een petitiedie pleit voor constitutionele hervormingeninzake burgerrechten.’ De eisen zijn duide-lijk en “Arabisch herkenbaar”: de vrijlatingvan politieke gevangenen, een ban op dediepgewortelde corruptie en een aanpak vande werkloosheid en armoede.

olierijke armenSaoedi-Arabië kende de afgelopen decenniaeen ware bevolkingsexplosie, van zes mil-joen in 1970 naar 28 miljoen begin dit jaar.Ze ging echter niet gepaard met de nodigejobcreatie en investeringen in een structu-reel bijstandssysteem. Nochtans voorziet deSaoedische regering nog steeds in gratisonderwijs en gezondheidszorg en andere

sociale programma’s zoals voedselbijdragenen sociale uitkeringen voor kwetsbare groe-pen. Dat geld komt vooral van de herverde-ling van de zakaat, de religieuze bijdrage diede Saoedi’s jaarlijks aan de regering geven.Dat alles volstaat blijkbaar niet. De armoedeen sociale ongelijkheid zijn fors toegeno-men. Volgens The Guardian moeten tussende twee en vier miljoen Saoedi’s met min-der dan 408 euro per maand rondkomen,terwijl de olieopbrengsten vorig jaar 231mil-jard euro bedroegen. Officiële armoedecij-

fers ontbreken echter. ‘Over armoede wordtniet gecommuniceerd. Armoede in onsolierijke land is een taboe van de bovensteplank, iets wat het rijke koningshuis nietwil zien’, zegt abu al-Khair. ‘Vooral alleen-staande vrouwen of vrouwen wiens manniet werkt, hebben het hard te verduren. Zijvinden nauwelijks een job en krijgen ookgeen bijstand want de Saoedische wetschrijft voor dat ze moeten worden onder-houden door hun man.’ Koning Abdullah beloofde in 2012 om28,5miljard euro te investeren in huisves-ting, loonsverhogingen en hogere werkloos-heidsuitkeringen. Bovendien beloofde hijzes miljoen nieuwe banen tegen 2030. Abual-Khair blijft sceptisch. ‘Abdullah heeft soci-ale hervormingen doorgevoerd maar hetzijn druppels op een hete plaat. Het gaat omgeïsoleerde maatregelen die de groeiendearmoede niet snel genoeg aanpakken. Ophet vlak van vrouwenrechten hervormde hijop een niet-consequente manier. Vrouwenkregen stemrecht, en ze mogen nu lid wor-den van de Sjoera Raad (de Saoedische ver-gadering die de koning adviseert en 150leden telt, td). Velen noemen dat mijlpalen.Akkoord, maar die vrouwen moeten, con-form de wet, nog steeds toestemming vra-gen aan een mannelijke voogd om de deur

uit te mogen.’ Koning Abdullah is negentig. Is prinsMuqrin bin Abdulaziz –die als troonopvol-ger wordt genoemd– een mogelijke hervor-mer? De vraag lokt bij Abu al-Khair cynismeuit. ‘Hij is zeventig. Veel verandering vanuitdat “oudjespaleis” moeten we niet verwach-ten.’ Maar de verandering zal ergens van-daan moeten komen, vervolgt hij. ‘Ik houme vast aan de idee dat een week voor deTunesische Lente niemand had geloofd dateen revolutie zou losbarsten.’

Sociale onrust in Saoedi-Arabië

‘De controle is overal. Mensen zijn bang om de volgendepolitieke gevangene te worden die zonder eerlijk procesin de cel belandt.’

Olierijkmaar arm

door Tine Danckaers

Reut

ers

/ ST

R N

ew

Protest in de sjiitische stad Qatif (2011) voor de vrijlating vangevangenen die ‘zonder eerlijk proces’ zijn opgesloten.

Page 8: MO*magazine 105

MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

????� xxxxx

MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

door Gie Gorisin beeldReza Aslan: ‘Sancties makenIraniërs afhankelijk van regime’� Op 14 juni kiezen de Iraniërs een nieuwe president. Verdwijnt met MahmoudAhmedinejad de grote boeman? Reza Aslan zet er enkele vraagtekens bij.Reza Aslan: Het Iraanse regime heeft zich jarenlang overeind gehouden door zich af te zetten tegen externe vijanden en druk vanuit Israël, de Verenigde Staten en de Arabischegolfstaten. De andere factor van cohesie binnen het regime was interne druk, zoals tijdensde Groene opstand van 2009. Die interne druk is vandaag afwezig. Een groot gedeelte vanhet jongere electoraat, dat vroeger verkiezingen beschouwde als zijn unieke kans om eenstem te laten horen, zal bij de verkiezingen in juni thuis blijven. Zij geloven er niet meerin. Het resultaat is dat het electoraat van de hervormingsbeweging verdampt. Maar ook datde verschillende fracties van het regime elkaar naar het leven staan.

Dat is exact wat gebeurde in 2005, na acht jaar presidentschap van Khatami: mensenwaren teleurgesteld dat er zo weinig hervormingen gerealiseerd waren, bleven thuis, enkregen daardoor Ahmedinejad als president.

Reza Aslan: Dat klopt. En sindsdien heeft de wereld die president fout geanalyseerd. Je leest nu vaak dat hij zichzelf heruitvindt als een Iraanse nationalist die Iran en zijnPerzische identiteit verdedigt tegen de greep van de klerikale machtselite, nu hij in de eindfase van zijn presidentschap is. Ik denk dat hij intern vanaf het begin die positie in -genomen heeft, maar omdat zijn buitenlandse discours zo weerzinwekkend was, hebbenwe dat nooit kunnen zien. Toch ligt het bijna voor de hand, want hij heeft geen theologi-sche scholing, hij behoort niet tot de klerikale kringen, en dus móet hij zich, om politiekemachtsverwerving mogelijk te maken voor zichzelf en zijn generatiegenoten, wel afzettentegen de klerikale macht. Dat resulteert stilaan in een soort nationalistische tegenbeweging.

Hoe kan de buitenwereld Iran effectiever benaderen?Reza Aslan: Door het economische isolement van Iran zijn de Iraniërs volkomen afhanke-lijk geworden zijn van de staat, en dat geldt zeker voor de veertig procent burgers die onderde armoedegrens leeft. Dat verklaart trouwens waarom de Groene Beweging niet succesvolwas terwijl de Tahrir-beweging in Egypte dat wel was: in Egypte kon die stedelijke midden-klasse de verarmde meerderheid ervan overtuigen dat een regimewissel ook voor hen – economisch – voordelig zou zijn. Het Egypte van Moebarak gaf de armen immers niets,de bijstand kwam toen al van de Moslimbroeders en vergelijkbare bewegingen. In Iran hadhet economisch isolement de overheid gedwongen een soort welvaartsstaat uit te bouwen,waardoor de armen veel meer te verliezen hadden. Met andere woorden: het economischisolement produceert in Iran een grotere afhankelijkheid van de overheid, waardoor eenwankel regime onnodig lang overeind gehouden wordt.

Reza Aslan is de auteur van onder andere Geen God dan God, over oorsprong, evolutie en toe-komst van de islam, en van How to Win a Cosmic War. Hij is verbonden aan de Universiteitvan Californië en de invloedrijke denktank Council on Foreign Relations, is redacteur voor TheDaily Beast en runt ook zijn eigen Aslan Media. Op de foto: Iraanse studenten volgend de parlementaire debatten over de afzetting van ministervan Arbeid, Abdolreza Sheikholeslami, op zondag 3 februari 2013

Voor het hele gesprek, zie www.MO.be

Andr

eas

Stah

lRe

porte

rs /

Vah

id S

alem

i

Page 9: MO*magazine 105

� Voor veel (oudere) mensen in Europa blijftTanzania het land waar in de jaren zeventig het experiment met Afrikaans socialisme ofujamaa plaatsvond. Door de term “ujamaa” tegebruiken probeerde de leider van de onafhan-kelijkheidsbeweging, Julius Nyerere, eenmodern socialisme te baseren op het functio-neren van de traditionele grootfamilie engemeenschap in Afrika (het woord betekentook “grootfamilie” in het Swahili). De doelstel-ling van zijn ujamaa-socialisme omschreef hijin Socialism and Rural Development (september1967) als volgt: ‘Een samenleving waarin alleleden gelijke rechten en gelijke kansen hebben;waarin allen in vrede kunnen leven met hun

buren zonder onrecht te ondergaan of op teleggen, zonder uitgebuit te worden of uit tebuiten; en waarin iedereen een langzaam stij-gend niveau van materiële welvaart kent voor-dat één individu in luxe leeft.’ Nyerere is intus-sen een wat vergeten figuur. Te links voor deneoliberale opiniemakers die sinds de jarentachtig de plak zwaaien en te soft voor de hard-core marxisten. Nochtans hebben zijn ideeëneen hele generatie in Afrika en ver daarbuiten–onder andere in de Vlaamse derdewereldbe-weging – in beweging gezet. Daarom liet MO*de unieke kans om te spreken met de erf -genaam van de Mwalimu – “leraar”, zoals depresident wel werd genoemd – niet liggen. ��

19MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Afrikaanse overheden moeten meer doen dan “eengunstige omgeving” creëren voor bedrijven en

investeerders. Ze moeten een sociaal beleid voeren endat kan alleen als ze meer greep krijgen op de uitbating

van hun natuurlijke rijkdommen, zegt MadarakaNyerere, de zoon van de legendarische eerste president

van Tanzania. ‘En als dat voor sommigen klinkt alssocialisme, dan is dat maar zo.’

‘Afrika moet greepkrijgen op zijn

eigen rijkdommen’

door Gie Goris

Madaraka Nyerere, zoon van, over Oost-Afrika en economie

18 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

INTERVIEWt e n d e n s e n

Madaraka Nyererewas in Leuven op

uitnodiging van hetAfrika Filmfestival.

MO* sprak methem direct voor hij

deelnam aan destudiedag

“OndernemendZuiden”, georgani-

seerd doorOndernemers voor

Ondernemers en deKU Leuven.

© L

ilian

Nab

ora

Page 10: MO*magazine 105

Madaraka Nyerere: Op het platte-land, waar ik nu al meer dan twaalfjaar woon, zie ik niet meer dan eenhandvol mensen vooruitgaan. Opnationale schaal zijn het ook maarenkele grote bedrijven, voornamelijkuit de mijnbouwsector, die grotewinsten maken. Voor de grote meer-derheid van de Tanzanianen veran-dert er niets. Globaal genomen heeftde economische groei de mensenniet geholpen.

Uw vader geloofde heel sterk in deeconomische meerwaarde van eensterke regionale integratie in Oost-Afrika. Dat is eind jaren zeventig dra-matisch geëindigd in een oorlog metOeganda, om een einde te maken aande strapatsen van de dictator Idi Amin,en in internationale sancties, maar devoorbije jaren heeft dat proces blijk-baar een nieuw elan gekregen.Madaraka Nyerere: Het voordeel van de samenwerking is duidelijk:door de grenzen tussen Tanzania,Oeganda, Kenia, Rwanda enBurundi te openen, ontstaat eenmarkt van ongeveer 100miljoenmensen. Dat biedt grote mogelijkhe-den voor ondernemingen en dusvoor economische groei. In de jarenzestig was Tanzania inderdaad totzowat alles bereid om tot een Oost-Afrikaanse Unie te komen, vandaagis er dan weer juist in Tanzania watvoorbehoud tegenover de Oost-Afrikaanse Gemeenschap. Dat heeftallereerst te maken met angst voorhet vrije verkeer van mensen en de – oorspronkelijke – verplichting omgrondbezit door mensen uit de ande-re lidstaten toe te staan. De bevol-kingsdruk in landen als Rwanda enBurundi is zo groot dat men vreest

voor een grootschalige overname vanhet land.Ambassadeur Dr. Dioderus BuberwaKamala, die het gesprek op afstandvolgt, was vroeger minister voor deOost-Afrikaanse Gemeenschap. Hijvult aan:Grond is het enige productiemiddeldat beschikbaar is voor de armstenen waarvan zij gebruik kunnenmaken om zich uit de armoede tewerken. Daarom is het zo cruciaaldaar verstandig mee om te gaan.Bovendien is de wetgeving overgrondbezit in elk land anders. InTanzania is grond in principe bezitvan de staat of de gemeenschap. Inalle gevallen moet de relevante auto-riteit haar akkoord geven voor debestemming van stukken grond.Iedereen kan naar een dorp gaan envragen om daar te mogen wonen eneen stuk land van enkele hectare tekrijgen om aan landbouw te doen,dat wordt op dat niveau besloten.Grotere stukken grond moeten ophogere beleidsniveaus goedgekeurdworden. Een paar jaar geleden kre-gen 120.000 Burundese en Rwan -dese vluchtelingen de toestemmingom zich in Tanzania te vestigen ende nationaliteit aan te vragen. Zijkunnen dus ook grond krijgen omdie te bewerken. Vanwege de ver-schillen in wettelijk kader werd uit-eindelijk besloten om het grondbezitte regelen op basis van nationalewetten en niet op basis van overkoe-pelende unitaire regelgeving.

Vreest Tanzania ook de economischsterkere buren?Dioderus Buberwa Kamala: Nee,want de Tanzaniaanse economiegroeit al jaren sneller dan de

Keniaanse, en is momenteel al goedvoor ongeveer twee derde van dehele Oost-Afrikaanse economie. We hebben ook meer natuurlijkerijkdommen dan de buurlanden.Belangrijk voor het succes van eenregionale organisatie zoals de Oost-Afrikaanse Gemeenschap is dat geenenkele lidstaat overleeft ten koste vande andere, en dat iedereen het gevoelheeft te winnen bij de integratie.

Ujamaa was een van de inspirerendeideeën die ontstonden in het pasonafhankelijke Afrika van de jarenzestig. Welke fundamentele ideeënzouden het beleid anno 2013 moe-ten aansturen?Madaraka Nyerere: Het is vandaagvan heel groot belang dat Afrikaanselanden een stevig aandeel hebben inde exploitatie van hun natuurlijkerijkdommen en grondstoffen. Datbetekent onder andere dat de winstenvan die grondstoffen in het land moe-ten blijven, in plaats van uitgevoerd teworden naar enkele rijke investeer-ders elders in de wereld. AangezienAfrika zo rijk is aan grondstoffen,zou een verstandig mijnbouwbeleidecht de ontwikkeling van heel hetcontinent kunnen financieren. Datklinkt bij sommigen misschien nogsteeds als een pleidooi voor socialis-me, so be it.

U pleit niet alleen voor eerlijke con-tracten en transparante bedrijfsvoe-ring, maar voor reëel aandeelhou-derschap – of zelfs nationalisering?Madaraka Nyerere: Niet noodzakelijknationalisering, en voor mij hoeft destaat zelfs geen meerderheidsaan-deelhouder te zijn, maar een aandeelvan veertig procent of meer lijkt mijnoodzakelijk om te garanderen dat derijkdommen van een land ook inge-zet worden voor de inwoners van datland. Q

21MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Zijn er nog sporen van het beleid dat JuliusNyerere voerde om ontwikkeling en solida-riteit te combineren?Madaraka Nyerere: Het land is fundamen-teel veranderd, natuurlijk. Een van de din-gen die nog steeds bestaan, is het gevoelvan eenheid onder de Tanzanianen. Ik benervan overtuigd dat die eenheid het resul-taat is van dat vroege beleid, dat de klem-toon legde op de waardigheid van iedermens, omdat die waardigheid niet alleen de individuele burger op het oog had, maar ook de mens in sociaal verband, in gemeenschap. In al te veel Afrikaanse landen wordt machtgebaseerd op tribale netwerken. Dat isfunest voor de nationale samenhang en ontwikkeling. Tanzania had natuurlijk hetvoordeel dat de grote diversiteit aan volke-ren gecompenseerd werd doordat er ééntaal was die door iedereen gesproken ofbegrepen kon worden. Het is bovendieneen land met tientallen stammen en volke-ren die alleen door samen te werken eennatie konden vormen. De eerste presidentkwam niet uit een van de grote volkeren,maar van een kleine stam. Dat kan ook eenbelangrijke bijdrage geleverd hebben tot diesamenhang en eenheid. Maar wellicht washet nog belangrijker dat hij weigerde privi-leges of voordelen te verlenen aan degenendie hoopten daarop te kunnen rekenen opbasis van verwantschap of nabuurschap.

Tanzania baseerde zijn ontwikkelingsbeleidde eerste twee decennia op het belang vanlokale gemeenschappen en solidariteit. Van-af de jaren tachtig werd, onder druk van hetIMF, maar dus ook omdat de verhoopte voor-uitgang uitbleef, gekozen voor een veel libe-ralere koers. Was dat een terechte keuze?Madaraka Nyerere: Ik stel vast dat ook eenmarktgedreven beleid niet in staat is om deongelijkheid in inkomen, scholingskansen,gezondheidszorg en dergelijke weg te wer-ken in een land als Tanzania. Wanneer hetbeleid van een land enkel gebaseerd wordtop de werking van de markt, dan dreigtmen een heel grote groep inwoners te ver-

vreemden van dat beleid. De overheid steltvandaag dat haar taak erin bestaat de voor-waarden en het kader te creëren opdat elkeburger de aanwezige kansen kan grijpen.Maar dat ziet voorbij aan de diepe ongelijk-heden in de samenleving. Iemand op hetplatteland of iemand met gebrekkige scho-ling heeft veel minder kans om gebruik temaken van de schaarse mogelijkheden daniemand met een rijkere achtergrond.Daarom heb je een sociaal beleid nodig, datiedereen ondersteunt om zijn of haarmogelijkheden te realiseren.

In Ujamaa –The Basis of African Socialism(april 1962) citeert uw vader een Swahilispreekwoord: “Mgeni siku mbili, siku yatatu mpe jembe”, wat zoveel betekent als:“geef iemand twee dagen gastvrijheid, ende derde dag een schoffel” – dan kan hijmeewerken op het veld. Ook inSocialismand Rural Development (september 1967)benadrukte Julius Nyerere de filosofie datiedereen moest werken om de samenlevingals geheel vooruit te helpen. Is dat desamenvatting van de Afrikaanse visie opsolidariteit?Madaraka Nyerere: Het is in ieder geval eenmooie verwoording van de traditionele visieop werk en gastvrijheid. Iedereen moet naareigen vermogen bijdragen om zelf vooruitte komen én om de samenleving vooruit tehelpen.

Geldt die werkethiek nog in de 21ste eeuw,met haar grote steden en werkloosheid?Madaraka Nyerere: Het probleem is dat destaat niet meer zo veel instrumenten heeftom werk aan te bieden. De meeste over-heids- of semi-overheidsbedrijven zijngeprivatiseerd. De overheid legt daarom ookmeer de nadruk op de opleiding van jonge-ren, zodat ze in staat zijn zelfstandig te wer-ken en een inkomen te verwerven, dan ophet zoeken van een baan die er toch niet is.Dat is terecht, zeker met een groeiendebevolking. Er is gewoon onvoldoende werk-gelegenheid om elke nieuwe generatiewaardig werk te geven.

Moet de Tanzaniaanse economie nog meerintegreren in de wereldmarkt, of moet meneerder teruggrijpen op het oude ideaal vanzelfvoorziening?Madaraka Nyerere: Integratie in de wereld-markt is onvermijdelijk vandaag, maar ze istegelijk secundair. Waar we echt in moeteninvesteren, is in de landbouwproductie, omte zorgen voor voedselzekerheid op het plat-teland. Als boeren goed kunnen producerenen vervoeren, dan kunnen ze niet alleen inhun eigen onderhoud voorzien maar ook deoverschot uitvoeren naar steden of het bui-tenland.

Julius Nyerere schreef onder andere detekst Freedom and Development (oktober1968), waarin de basisideeën verwoordstaan die veel later de kern van het werkvan Nobelprijswinnaar Amartya Sen zoudenvormen. Was hij zijn tijd vooruit en zou hijvandaag meer weerklank vinden?Madaraka Nyerere: Iemand als JimmyCarter heeft ooit gezegd dat mijn vaderzoveel voor was op zijn tijd. Maar zou hijvandaag meer gerespecteerd worden, meerinvloed hebben? Ik twijfel daar sterk aan.Vandaag wordt de toon zozeer gezet doorhet vrijemarktdenken dat iedereen dieopkomt voor een sociaal beleid klinkt alseen buitenaards wezen. In de tijd van uja-maa behoorden de natuurlijke rijkdommenvan het land de staat toe, om er de ontwik-keling van de hele bevolking mee mogelijkte maken. In deze tijden van vrijemarkteco-nomie wordt zo’n beleid weggezet als eco-nomisch nationalisme – en dat heeft daneen uitdrukkelijk negatieve bijklank. Dedominante ideologie stelt dat grondstoffenin handen moeten zijn van privé-investeer-ders, terwijl de rol van de overheid beperktwordt tot het verschaffen van een “gunstigeomgeving”.

Die marktgerichte economie leverde Afrikaeen decennium van opvallende economi-sche groei op, maar ook veel ongelijkheid.Wat is uw globale oordeel over het gevoer-de beleid?

��

20 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

‘Met al die grondstoffen die Afrika heeft, zou een verstandigmijnbouwbeleid de ontwikkeling van heel het continentkunnen financieren. Maar dan moeten de Afrikaanse landenzélf een stevig aandeel hebben in de exploitatie.’

INTERVIEWt e n d e n s e n

Page 11: MO*magazine 105

23MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Spaanse werkloosheidsniveaus, Chinese inkomensongelijkheid, New Yorkse diversiteit: je vindt het allemaal in Brussel. De stad wordtvoortgedreven door de internationale dynamieken van nu maar wordt

bestuurd door instellingen die voortkomen uit de communautaire spanningen van het verleden. Het toenemende

Brusselgevoel kan helpen de problemen beter aan te pakken.

Groeipijnen van een gewest

Brussel, kleine wereldstad en wereld in het klein

22 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

DOSSIERb r u s s e l 1

1

11

12

6

8

13

7

18

4

1719

9

15

5

10

2

14

16

3

3

��

gemiddeld jaarinkomen per inwoner(2009) per Brusselse wijk

door John Vandaele

� Younes is een van de tienduizenden mensen zonder papierenin Brussel. Hij vertrok uit Tunesië enkele maanden nadat deArabische lente er begon: ‘Die opstand was goed, maar het zal zijntijd duren voor hij economische verbetering en banen brengt’, zegthij. Younes blijft er helder bij, ondanks zijn harde bestaan. Metklussen in de bouw of op de zondagse markt aan het Zuidstationschraapt hij een paar honderd euro per maand bijeen.Hij loodst ons de Gésu binnen, een verlaten klooster in Sint-Joost-ten-Node, nu eigendom van een Zwitser en een van de grootstekraakpanden van Europa. Younes wil er zelf niet wonen: ‘Hetsamenleven is niet beheersbaar met zoveel moeilijke mensen.’Toch is duidelijk dat er geregeld schoongemaakt wordt. Victor, deKameroener die met de eigenaar een tweede akkoord ofte “conventi-on” nastreeft (de eerste conventie ging in oktober 2011 in, en liep afna acht maanden) en dienst doet als een soort manager van deGésu, is uitgeput. ‘Ik heb vannacht bijna niet geslapen’, zucht hij.‘Om drie uur vannacht begon iemand vuur te stoken in de tuin. Ikmoest ingrijpen, maar dat is niet makkelijk met het soort mensendat hier soms woont.’ In de Gésu wonen 160mensen uit alle conti-nenten behalve Oceanië.

Op een kilometer afstand van de Gésu staat het Berlaymont -gebouw, het peperduur gerenoveerde hoofdkwartier van deEuropese Commissie van waaruit de grootste economie ter wereldwordt bestuurd. Een Europees Commissaris als Karel De Guchtgaat elke maand naar huis met 15.000 euro netto, Europese top-ambtenaren eveneens. Even verderop ligt het Europees parlement.De 751 Europarlementariërs verdienen per maand 6.000 euronetto, hun tweeduizend medewerkers hebben uiteenlopende lonentot 5.000 euro. De EU telt alles samen haast 40.000 doorgaansgoedbetaalde werknemers: die maken Brussel rijk en doen dewoningprijzen stijgen.

permanente immigratieTwee werelden, zo dichtbij en toch zo ver van elkaar. Het typeert de“kleine wereldstad” die Brussel is volgens Eric Corijn, hoogleraarstadsgeografie aan de VUB. ‘Brussel heeft de kenmerken en allurevan een wereldstad – de connectiviteit via mondiale netwerken, deenorme diversiteit – maar is veel kleiner en leefbaarder dan pakwegLonden.’ Slechts 1,1miljoen inwoners en toch bijna alle nationalitei-ten van de wereld. ‘Het speciale is dat al die culturen en volkeren in

Groen

Gemeentegrens

Geen bewoning

Geen data

< 9.000 €

9.000-11.500 €

11.500-13.0000 €

13.000-15.000 €

> 15.000 €

LEGENDE

11. Sint-Agatha-Berchem

8. Koekelberg

6. Ganshoren

19. Watermaal-Bosvoorde

14. Sint-Joost-ten-Node

9. Oudergem

5. Evere

16. Sint-Pieters-Woluwe

4. Etterbeek

7. Jette

12. Sint-Gillis

15. Sint-Lambrechts-Woluwe

18. Vorst

17. Ukkel

3. Elsene

13. Sint-Jans-Molenbeek

1. Anderlecht

10. Schaarbeek

2. Brussel

Brussel dicht bij elkaar wonen. In Parijs wonende armen ver weg van het centrum’, weet Ander -lechtenaar Nordine Saïdi van de politieke bewe-ging Egalité. Een kleine wereldstad waar machtig en kwets-baar, arm en rijk, verbitterd en hoopvol vaak ergdicht bij elkaar wonen. Immers, de sikkel vanarmere wijken langs het kanaal ligt in het hartvan de stad. Deze halvemaan, waar ooit deVlaamse gastarbeiders uit het Pajottenland zichvestigden tijdens de industriële revolutie, wordtnu bewoond door oude en nieuwe immigrantenuit de hele wereld. Hier komen de armen van dewereld Brussel binnen. Het zijn goedkopere wij-ken, waar de netwerken en contacten bestaan dieimmigranten aan werk en huisvesting kunnenhelpen, al blijft dat moeilijk. Rijke immigrantenwonen vooral in het zuidoosten van het gewest.Brussel herbergt 36procent van de Belgischenieuwkomers.

Die permanente immigratie zwengelt een van defenomenen aan die het huidige Brussel zo ken-merken: de bevolkingstoename. Sinds 1995groeit de stad elk jaar met ongeveer 10.000mensen aan. Soms ook met (veel) meer: in 2010kwamen 55.590 buitenlanders in Brussel wonen,terwijl er 26.184 de stad verlieten. De internBelgische migratiestromen zijn negatief: meerBelgen verlaten Brussel dan er komen wonen (-12.819). Tot slot worden er jaarlijks meerBrusselaars geboren dan er sterven (+9179). Die voortdurende instroom verklaart waaromeen derde van de Brusselaars niet de Belgische

Stel je voor dat het Vlaamse en Franstalige onderwijs samenwerken en elkaar de leerkrachten bezorgen die nodig zijn om van alle Brusselaars drietalige burgers te maken.

Page 12: MO*magazine 105

hectare. In Parijs ligt dat cijfer op 200. Dan zijn er de financiën. Door de enormependel ligt een zeer groot deel van hetBrusselse leefcomplex (dat zijn het gebieden het aantal mensen dat via de arbeids-markt socio-economisch onderling verbon-den is) buiten het gewest Brussel. Dat vloeitook voort uit het Vlaamse verlangen, des-tijds, om de verfransende inktvlek Brusselzo klein mogelijk te houden.Christian Kesteloot, professor sociale geo-grafie aan de KU Leuven: ‘60procent vanhet Brusselse leefcomplex ligt buiten destad. Dat aandeel ligt in steden in buurlan-den tussen de 20 en 40 procent.’ Dat heeftfinanciële gevolgen. Te meer omdat hetinkomen in sommige delen van de randsinds 1976 verdrievoudigd is, terwijl het ingrote delen van Brussel amper toenam (ziekaart hierboven). ‘Toch betaalt dat armereBrussel de veiligheid en mobiliteit van derijkere randbewoners. Dat is onhoudbaar’,aldus Kesteloot, die pleit voor een overleg-stad die door overleg tussen Brussel en zijnbrede rand tot een nieuwe overeenkomstkomt.

Eric Corijn, geograaf aan de VUB: ‘Brusselis een economische machine die niet slechtdraait, maar vooral voor Waals- en Vlaams-Brabant. Al die pendelaars betalen belastin-gen waar ze wonen, niet waar ze werken.Of men compenseert dat door een akkoorddat de belastingen verdeelt over de woon-plaats en de werkplaats, of Brussel zal viawegenbelastingen en het aangenamermaken van de stad – en dus het versmallenvan de invalswegen – de pendelaars indivi-dueel meer doen bijdragen.’ Corijn wijst erop dat Vlaanderen enWallonië nu maar beperkt bijdragen en diemiddelen voorbestemmen voor veiligheiden mobiliteit. ‘Maar er moet ook iets gebeu-ren om de levensstandaard van de armeBrusselaars op te krikken: een economischproject op basis van de talenten en activitei-ten in de kanaalzone met zijn 100.000werklozen. Een voorbeeld. In alle Europesesteden worden oude industriële panden nade desindustrialisering gebruikt om culture-le industrieën te huisvesten. Dat kan hierook. Alleen zit cultuur bij de gemeenschap-pen en het economisch beleid bij de gewes-

ten, waardoor je dat dus niet optimaal kanaanpakken.’ Dat brengt ons bij de bestuurlijke structu-ren die zijn voortgekomen uit de commu-nautaire conflicten van het verleden en nietaangepast zijn aan de nieuwe uitdagingen.‘Maar ook daar zit absoluut beweging in’,aldus Corijn. ‘De civiele samenleving en de culturele wereld denken meer en meerBrussels in plaats van Vlaams of Franstalig.Ook bij Brusselse politici groeit de geweste-lijke tendens. De nieuwe ministerpresidentVervoort denkt veel meer Brussels dan zijnvoorganger.’ Dat blijkt onder meer uit zijnvoorstel om een tweetalig onderwijs te lan-ceren in Brussel. Iedereen is het erover eens dat onderwijscruciaal is om de jongeren meer kansen tegeven. Meertaligheid is daarbij erg belang-rijk. Het onderwijs en dan met name hetFranstalig onderwijs worstelt daarmee.Nordine Saïdi: ‘Ik heb op school vele jarenNederlands geleerd, maar steeds weerdezelfde zinnetjes. De leerkrachten sprakenzelf amper Nederlands.’ Onderwijs is hetschoolvoorbeeld van hoe de communautai-re structuren een optimale respons belem-meren. Stel je voor dat het Nederlands -talige en Franstalige onderwijs samen-werken en elkaar de leerkrachten bezorgendie nodig zijn om van alle Brusselaars drie-talige burgers te maken. Tot slot duurzaamheid. Groene mobiliteiten klimaatvriendelijke huisvesting vergengrote investeringen. Dat kan de bron zijnvan vele banen. Wie de auto terugdringt,schept ook publieke ruimte waar deBrusselaars samen leuke dingen kunnendoen en waardoor de stad prettiger om tewonen wordt. Op dat gebied loopt Brusselniet voorop. Onder die kleine wereldstad zitbijna onzichtbaar de ecologische structuurvan rivieren, beken, heuvels en dalen. Ar -chitect en socioloog Pierre Vander straeten:‘Een duurzame stad speelt daarop in. Maakvan de valleien groene corridors waardoorfietsers de stad inrijden en die de stad in tijden van klimaatverandering kunnen verluchten.’

25MOQ • juni 2013 • www.mo.be24 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

��

Bevekom

Eigenbrakel

KasteelbrakelChaumont-

Gistoux

Graven

Itter

Terhulpen

Nijvel

Rixensart WaverWaterloo

LasneOttignies-

Louvain-la-Neuve

Asse

Beersel

Dilbeek BRUSSELS

HOOFDSTEDELIJK

GEWEST

Gooik

Grimbergen

Halle

Hoeilaart

Kampenhout

Machelen

Meise

Overijse

Steenokkerzeel

Ternat

Vilvoorde

Zaventem

Zemst

Kraainem

Linkebeek

DrogenbosSint-Pieters-Leeuw

Sint-Genesius-

Rode

Wemmel

Wezembeek-Oppem

Lennik

Kortenberg

Tervuren

Tubeke

Evolutie van hetbelastbaar inkomen

1976 = 100,constante prijzen 2004

99 - 110

110 - 150

150 - 200

200 - 337

LEGENDE

1

Andere86.033

BulgarijeRoemenië

15.486Polen21.431

Frankrijk50.753

GriekenlandVK

Duitsland

Portugal

Spanje

CongoTurkije

Italië27.637

Marokko38.819

2001 2010

262.771

327.070

G

nationaliteit heeft. De helft daarvan komtuit de EU-15, nog eens vijftien procent uitde twaalf nieuwe lidstaten. De rest komt uitandere continenten. Polen en Roemenenzijn de grootste stijgers van de voorbijetwintig jaar. Het aantal Polen in Brusselsteeg van 2.000 naar 20.000, dat van deRoemenen van 700 naar 15.000 (zie staaf-diagram).De toegenomen immigratie heeft alles metde grote ongelijkheid in de wereld te makenen de factoren die het vanaf de jaren negen-tig mogelijk maakten om je inkomen op tekrikken door naar de EU te komen: globali-sering, het verdwijnen van het IJzerenGordijn, de Europese uitbreiding. De mon-diale inkomensongelijkheid sijpelt Brusselbinnen en zo wordt Brussel ook een beetjede wereld in het klein: Brussel is het onge-lijkste van de drie gewesten. De Gini-indexvoor inkomensongelijkheid lag er in 2007op 0,36, tegenover 0,31 voor België. In rijkegemeenten als Ukkel of Sint-Pieters-Woluweligt de index zelfs boven de 0,4. Na belastin-gen en sociale correcties, en zonder de erglage inkomens van de mensen zonderpapieren mee te rekenen. Dat neigt naar deinkomensongelijkheid in landen alsRusland, de VS of China. Nordine Saïdi, Belg met Marokkaanse roots:‘Brussel, dat is zoals de Noord-Zuidrelaties inde wereld. Het grootste deel van de rijkdomzit in bepaalde gemeenten geconcentreerd,terwijl in Anderlecht, Molenbeek, Sint-Joost,Brussel en Schaarbeek de helft van de jonge-ren geen werk heeft. De ingrediënten van deopstand die je in de Arabische landen had,zijn hier ook aanwezig.’

700.000 banen, 100.000 werklozenNochtans heeft Brussel geen tekort aanbanen, aldus Christian Vandermotten,hoogleraar economische geografie aan deULB. ‘Het aantal banen steeg van 639.000in 1997 naar meer dan 700.000 in 2006.De crisis knaagde daar wat af, maar al bij aldoet Brussel het niet slecht.’ Tijdens de hoogtijdagen van de desindus -

trialisering en de stadsvlucht van de mid-denklasse zag Brussel zijn bevolking dalenvan 1.079.000 in 1967 tot 950.000 in1995. Zijn aandeel in de Belgische econo-mie liep terug van 16 naar 14 procent. In de jaren negentig trad een kentering in.In de neoliberale globalisering wedijverensteden met elkaar om kapitalen en koop-krachtige consumenten. Brussel deed datdoor het grote beslissingscentrum van deEU te worden, het NAVO-hoofdkwartier ende meeste Belgische regeringen te huisves-ten. Die hele bestuursmachinerie en haarvele belendende percelen vergen hoogge-schoolde arbeid, die vooral van buiten destad komt. Meer dan 60procent van deBrusselse banen wordt ingevuld door niet-Brusselaars. Gevolg: in Brussel leeft meer dan 28 pro-cent van de bevolking onder de armoederi-sicogrens, veel meer dan in Vlaanderen (10procent) en Wallonië (17 procent). Er zijngrote verschillen in Brussel: in Sint-Joost isde mediane belastingaangifte maar half zohoog als in Sint-Pieters-Woluwe (zie kaartop bladzijde 23). In Sint-Joost leeft tien

procent van de actieve bevolking van eenleefloon, in Woluwe is dat één procent. Dewerkloosheid in Sint-Joost of in Molenbeekbereikt Spaanse of Griekse niveaus met omen bij de 30 procent. Van de Molenbeeksejongeren is 40procent werkloos. Brusseltelt meer dan 100.000 werklozen. 35 pro-cent van de niet-Europese jongeren heeftgeen diploma hoger middelbaar onderwijs.‘Ik stopte ook met school toen ik zestienwas’, zegt Nordine Saïdi, die als opvoederwerkt. ‘Waarom? Ik weet het niet. Het zeime niks meer. Nu weet ik dat het een mira-kel is dat ik werk heb. Wellicht omdat ikgoed met gehandicapten om kan. Let wel,ik verdien 1300 euro per maand: A1’s diehetzelfde werk doen als ik vangen 2200euro. Dat probeer ik jongeren in de quar-tiers diets te maken: dat het gevolgen heeftals ze geen diploma behalen.’ Saïdi is blijmet zijn baan. ‘Daardoor kom ik elke daguit mijn wijk; dat verruimt mijn blik. Demeeste van mijn vrienden zijn niet meervan de straat af geraakt.’ De straat, dat iswerkloosheid, drugs, soms ook diefstal. Saïdi vertolkt wat er leeft in de wijken. ‘HetArabische woord ‘hoegra’ vat het samen:vernedering. Sinds 9/11 is het racisme veelerger geworden. Als we onze wijk uitko-men, worden we gecontroleerd. Mijnouders wonen hier veertig jaar en hebbenhet gevoel dat ze geen Belg zijn, geen burger van dit land. Dat is spijtig.’

toekomstDe bevolkingsgroei en de evolutie naareen diensteneconomie met vraag naarhooggeschoolden zullen zich doorzetten.Tegen 2060 zou bijna anderhalf miljoenmensen in Brussel wonen. Zullen al diemensen woningen, scholen en banen vinden? Kan Brussel een aangename en duurzame stad worden in tijden vanklimaatverandering? Heeft Brussel destructuren en middelen om dat te doen?Anderzijds: die bevolkingsgroei is op zichniet dramatisch. Zelfs met anderhalf miljoen inwoners stijgt de Brusselsebevolkingsdichtheid van 63 naar 85 per

gemiddeld jaarinkomen per inwoner(2009) per Brusselse wijk

DOSSIERb r u s s e l 1

99 - 110

110 - 150

150 - 200

200 - 337

LEGENDE

1

Evolutie van hetbelastbaar inkomen

1976 = 100,constante prijzen 2004

Page 13: MO*magazine 105

wonen kunnen besteden anderzijds. ‘De situatie van de huurders op deBrusselse huurmarkt is ronduit catastro-faal.’ Dat staat niet te lezen in een actiepam-flet, wel in het laatste rapport van het over-heidsgebonden Brussels Observatoriumvan de huurprijzen. Op zes jaar tijd is degemiddelde huurprijs in Brussel met bijnanegen procent gestegen. De armste helftvan de Brusselaars heeft maar toegang totzeven, acht procent van een huurmarkt diegeen huurrichtprijzen kent. Een calvarietocht noemt Werner VanMieghem van de Brusselse Bond recht opwonen de zoektocht naar een betaalbarewoning voor Brusselaars met een laag inko-men. ‘41.000mensen staan op de wachtlijstvoor een sociale woning. In 2004 waren erdat 22.500. Dat betekent dat het investe-ringsplan voor de sociale woningbouw inBrussel al is achterhaald nog voor het deftigwerd aangevat.’ De Brusselse regering gaf in 2005 eenakkoord voor de bouw van 5000 woningen:3500 sociale woningen en 1500middelgrotewoningen. Tot nu werden nog maar 1000sociale woningen gerealiseerd. Dat is vol-gens Van Mieghem geen kwestie van geld-

tekort, ‘wel van een te slecht begeleidegewestelijke huisvestingsmaatschappij ende onwil van gemeenten om socialewoningbouw toe te laten op het grondge-bied’. Volgens het sociale middenveld ligthet accent van de Brusselse regering te veelop een woonbeleid voor mensen met eenmiddelgroot inkomen en nauwelijks op eensociaal woonbeleid. Project X pakt onder de vleugels van hetOCMW van 1000 Brussel de huurwoningenaan die niet in orde zijn met de Brusselsewooncode. Die legt regels op inzake hygiëne,veiligheid en uitrusting. Het project is eengoed –maar nog te stil– antwoord op hetgroot aantal huurwoningen dat niet in ordeis. Bovendien heeft datzelfde OCMW eenpatrimonium van maar liefst 1800 wonin-gen die grotendeels verhuurd worden aanprijzen die de eigen doelgroep niet kan beta-len. Alweer zo’n Brusselse paradox.De teller staat op 150.000 geregistreerdegezinnen zonder degelijk dak boven hunhoofd. In 1000 Brussel en de centrumge-meenten daarrond nemen bewoners hunintrek in gammele huurhuizen. Mensen dieecht geen woning vinden, kunnen in hetbeste geval terecht in een vorm van samen-

leven in de dertig Brusselse onthaalhuizen.Daar lopen de maximum verblijfstermijnenintussen op van een half jaar tot een jaar. Wie niets vindt, wijkt uit.

solidair wonenWie niets heeft, blijft in Brussel. De Tunesische Younes, dak- en papierloos,is erbij als we een sociale woonwijk bezoe-ken in Anneessens, hartje Brussel. Eensociale luchtbel met slechte behuizing vol-gens de wijkopbouwwerker, een droom vol-gens Younes. Het verschil tussen arm zijnmét, en arm zijn zonder papieren. Younes laveert al anderhalf jaar tussen deBrusselse kraakpanden. Hij is de stank vanurine en vuilnis beu en zoekt naar oplossin-gen. Die zijn er. De leegstand biedt ruimtevoor wie een alternatief wil voor het gebrekaan betaalbare woningen. Koningsstraat123, een voormalig administratief gebouw,is zo’n vorm van “legaal kraken” die al zesjaar goed draait. De eigenaar, het WaalseGewest, ging akkoord met een conventievan tijdelijke bezetting. Nu is het gebouween collectief thuis voor zestig bewoners. Younes stapte mee in het project Leeggoed,een samenwerkingsverband tussenBrusselse sociale organisaties en thuislo-zen. Ze zijn in onderhandeling met deElsense sociale huisvestingsmaatschappijom een paar panden te bezetten en renove-ren. Ze liggen in een Elsens tuinwijkje enzouden sowieso nog jaren blijven leegstaan. ‘Voorlopig is ook dat een calvarietocht’, zegtLien Gijbels van SamenlevingsopbouwBrussel. ‘Het is niet evident om tot eencompromis te komen, maar we hebbengeduld.’ Westwaarts, ergens in Kuregem,knapten ingenieur Jan Janssen en doctoran-dus Isabel Berckmans een leegstaand pandop om er te gaan samenwonen met eengezin en een alleenstaande minderjarigezonder papieren. Een antwoord van tweemeer fortuinlijke burgers op de precairewoonsituatie van de Brusselse aangestran-den, zo noemen ze het.

2726 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

� Een maandagmiddag, onthaaltehuisAlbatros in de Anneessenswijk. De tafelge-noten hebben meer aandacht voor het lapjevlees met champignonroomsaus op hunbord dan voor Willem Defieuws oproep totactie. Defieuw werkt voor Archipel, eenCentrum Algemeen Welzijnswerk inBrussel, en voert actie tegen de huisves-tingscrisis. Alweer. Al jarenlang kaartArchipel de problematiek van betaalbaarwonen in Brussel aan. Het welzijnswerkdreigt door de huisvestingscrisis ontwrichtte geraken, klinkt het. Ze zijn de noodplan-nen beu, willen betonvaste maatregelen omde Brusselse thuisloosheid tegen te gaan. De onthaaltehuizen en transitwoningen inBrussel slibben dicht. Steeds meer pandenworden gekraakt, want er is behoorlijk watleegstand. Om het probleem aan te pakken,is in 2012 een gewestelijke leegstandscelopgericht. Die bracht bijna 2200 leeg-standsdossiers in kaart. 130 woningen wer-den op de markt gegooid. Vooruitgang opmaat van een druppel. 11,5procent van deBrusselse kantoren en naar schatting zevenprocent van de woonpanden zijn verlaten,latente daken boven het hoofd. Het leest netzo averechts als het gegeven dat Brussel, deop twee na rijkste regio van Europa, kamptmet een werkloosheid vergelijkbaar met dievan Spanje. ‘Er is meer extreme armoede dan vroeger’,zegt Martine Dewinter van centrum De

Harmonie in de Brusselse Noordwijk, die alheel wat jaren in de Brusselse wijken werkt.Vooral huisvesting vindt ze een probleem.Mensen wringen zich in bochten om eendak te hebben. ‘Zelfs mensen met een –laagbetaalde– job slapen in auto’s. Dat hadje vroeger niet.’

huurcatastrofeOf ik zijn zieke stem wel kan verstaan,vraagt Christian Gregoir. Het vorige hoofd-stuk van Gregoirs leven leest niet zo vlot.Toen hij zijn ontslag indiende bij zijn werk-gever, een tuinarchitect, tekende hij –‘hoe

gaat dat?’– onbewust voor een sociale glij-baan. Hij vond niet meteen een nieuwe job,geraakte aan de drank en werd ten slotte uitzijn huis gezet. Als nieuwe thuisloze inBrussel leerde ook Gregoir de daklozenop-vang kennen. Met de verbeten steun vanzijn zus raapte hij zijn moed bij elkaar enliet zich opnemen in een afkickcentrum.Daar ontdekten ze zijn keelkanker. Sindsfebruari is Gregoir, nog in volle chemo- enbestralingsbehandeling, één van de dertiggasten in Albatros –én een van de 769 personen in de Brusselse onthaaltehuizen. Voor kost, inwoning en begeleiding betaaltGregoir 21 euro per dag. Met dertig dagenin een maand en een OCMW-uitkering van‘iets meer dan 800 euro’ is het vet algauwvan de soep. Gemakkelijk is het niet, maar‘arm’ hoort hij niet graag. Anderen hebbenhet moeilijker, zegt hij. Hij heeft alles wathij moet hebben. Bovendien kondigt zicheen nieuw hoofdstuk aan. Met het mogelij-ke vooruitzicht op een invaliditeitsuitkeringen met de steun van Albatros is Gregoirbegonnen aan een huizenzoektocht. Maarer gaapt een enorme kloof tussen de huur-en koopprijzen van een Brusselse woningenerzijds en het geld dat de Brusselaars aan

In Brussel staan 41.000 personen op de wachtlijst voor eensociale woning. Dat is bijna het dubbele van tien jaar geleden.

Eén van de rijkste regio’s van Europa slaagt er niet in de armstehelft van zijn bewoners een degelijk onderdak te bieden.

door Tine Danckaers

MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Sous le ciel de BrussèlWooncrisis

© F

ranz

Ber

ckm

ans

© R

V

DOSSIERb r u s s e l 2

MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Page 14: MO*magazine 105

� Het is crisis in Brazilië: de beroemdeSeleção, het nationale elftal, staat momenteelslechts op de negentiende plaats van de FIFAwereldranglijst, lager dan Zwitserland,Griekenland, Ecuador en België. Op de jong-ste Copa America gingen de Brazilianen er alin de kwartfinales uit. Ook de bouw van destadions voor de Wereldbeker loopt flink ach-ter op schema en de internationale voetbalor-ganisatie FIFA heeft al geëist dat de werk-zaamheden een versnelling hoger gaan. Het iszo erg dat de Russische president Poetin aan-bood om de Wereldbeker te redden door dehele handel over te nemen en de competitie inRusland te organiseren. Als Vladimir Poetinzich als redder in de nood opwerpt, weet je dater iets grondig mis is.De leiding van het organiserende comité vande Wereldbeker lijkt niet in staat te reageren,verlamd door een golf corruptieschandalendie reikt van het organiseren van vriendschap-pelijke wedstrijden tot het gevecht over devraag wat er zal gebeuren met de miljoeneneuro’s die met de wereldbeker samenhangen.Van het wereldberoemde jogo bonito, hetmooie spel, waarmee sterren als Pelé,Ronaldo, Ronaldinho, Kaka en Romarioonsterfelijk werden, is naast het veld geensprake meer. De sport zelf werd gedribbelddoor het grote geld. ‘Hoe Brazilië deWereldbeker al verspeeld heeft’, kopte onlangsde krant. Elders klonk het al even pessimis-tisch: ‘Het is lang geleden dat ik het nationaleelftal gesteund heb.’

op de vluchtDe Braziliaanse voetbalbond, de CBF, is meerdan drie decennia lang een gesloten mannen-club geweest, een privé-organisatie diegewoon was op bijzonder grote voet te leven.Privéjets waren dagelijkse kost, net als lun-ches van meer dan 3000 euro, en stapelsenveloppes met elk tussen 40.000 en160.000 euro waarmee “bevriende voetbal-bonden” in het hele land vergoed werden voor bewezen diensten.Zoals dat meestal gaat met organisaties dieveel te veel geld en veel te weinig reguleringhebben, begon ook de top van de CBF zich te

gedragen als heersers in een universum waar-in alleen hun eigen regels golden. RicardoTeixeira stond aan de absolute top: hij wastegelijk voorzitter van de voetbalbond en vanhet lokale organiserende comité van deWereldbeker. Tot hij vorig jaar het land uitge-jaagd werd in een wolk van nieuwsverhalendie hem beschuldigden van allerlei onfrissepraktijken. De meest beschadigende aanklachtkomt van een Zwitserse rechtbank dieTeixeira ervan beschuldigt, samen met zijnschoonvader en FIFA-baas van 1974 tot 1998João Havelange, 30 miljoen euro smeergeldaangenomen te hebben van het sportmarke-tingbedrijf International Sports & Marketing,het bedrijf dat in 2002 en 2006 de tv-uitzend-rechten voor de Wereldbeker gekregen hadvan de FIFA. Daarnaast loopt er in Braziliëeen fraudeonderzoek omdat Teixeira de Bra -ziliaanse staat voor minstens 270.000 euroopgelicht zou hebben in het kader van eenvriendschappelijke match tegen Portugal.De corruptieschandalen nekten de nochtansheel reële kansen van Ricardo Teixeira om denieuwe FIFA-baas te worden. Kort voor zijnval verklaarde Teixeira nog aan hetBraziliaanse magazine Piaui: ‘In 2014 zalwegkomen met alles. Met de meest ondenk-bare, glibberige of Machiavellistische zaken.Het negeren van persaccreditaties, het verbie-den van toegang tot het veld, het veranderenvan wedstrijdschema’s. Weet je waarom?Omdat ik in 2015 vertrek. Dan is het allemaalvoorbij.’ Zo lang heeft het dus niet geduurd.Vandaag woont Teixeira in The Polo Club inFlorida, voorzien van zeven slaapkamers enacht badkamers, waarde: 5,7 miljoen euro. Opde oprit staan een Porsche en twee Merce -dessen, in de privéhaven ligt een twintigmeter lang Italiaans yacht van 1,5 miljoeneuro. Zelf overleeft Teixeira dankzij een con-sultancycontract met de CBF dat volgens deBraziliaanse pers maandelijks zo’n 50.000euro in het laatje brengt. Daarmee betaalt hijde eindeloze stroom advocaten die zijnopwachting maakt in The Polo Club. ‘Teixeiragedraagt zich als iemand die op de vlucht is’,zegt Juca Kfouri, een gerespecteerdeBraziliaanse sportjournalist die voor de Folha

33MOQ • juni 2013 • www.mo.be

REPORTAGEt e n d e n s e n

32 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Wereldbeker corruptie in Brazilië

Over één jaar wordt de Wereldbeker voetbal inBrazilië afgetrapt. Wat het feest der feesten had

moeten worden, dreigt weg te zinken in een moeras van schandalen en politieke controverse.

De Braziliaanse voetbalbond krijgt een rode kaart.

Eén jaar voor de aftrap

© M

orte

n An

ders

en

Van het jogo bonito,het mooie spel waar-mee Pelé en Ronaldoonsterfelijk werden,is naast het veldgeen sprake meer.

door Jonathan Franklin beeld Morten Andersen

Page 15: MO*magazine 105

Braziliaanse voetbal, Zico of “de blankePélé”, die meer dan 500 doelpunten maak-ten als middenvelder, is minder geïnteres-seerd in een doorlichting van de CBF. Hijwil eerder werk maken van het herstellenvan de glorie van het jogo bonito.‘Tegenwoordig spelen onze beste spelersverdediger in andere continenten, of ze zit-ten daar op de bank.’ Toch wijst ook Zico inde richting van de CBF als je vraagt hoe datkomt. ‘Dat zijn gewoon zakenlui met enor-me financiële belangen, in plaats van man-nen die het beste voetbal willen zien.’ De

selectie van spelers voor de nationale ploeg,vertelt Zico in zijn grote sportcomplex inhet zuiden van Rio de Janeiro, gebeurt danook niet op basis van sportieve verdienste,maar op basis van verkoopsvooruitzichten.Op die manier ziet Zico geen kans om eenzesde Wereldtitel toe te voegen aan hetnationale palmares.Begin mei breng ik een paar middagendoor in de lobby van de Braziliaanse voet-balbond, in de glanzende wijk Barra deTijuca van Rio de Janeiro. Het hoofd van decommunicatiedienst, Rodrigo Paiva, had

niet geantwoord op herhaaldelijke vragenvoor een interview, dus we besloten meteenterplekke onze opwachting te maken.Omringd door palmbomen, fonteinen enhet steriele comfort van een modern kan-toorcomplex wacht ik. En blijf ik wachten.José Maria Marin is zo druk bezet dat ergeen kwartiertje af kan voor een journalist.Er is ook niemand anders van de CBF diebereid is op mijn vragen te antwoorden.Het zijn duidelijk drukke tijden voor devoetbalbonzen.De jonge voetballers die het kantoor in- en

35MOQ • juni 2013 • www.mo.be

de São Paulo schrijft. ‘Hij verbergt zich enkan niet naar Brazilië terugkeren.’Wie gehoopt had dat het vertrek vanTeixeira een nieuwe wind zou doen waaienin de CBF, kwam echter bedrogen uit. Deman die in maart 2012 in de voorzitters-stoel belandde, José Maria Marin, raakte alheel snel zelf verwikkeld in controversesover zijn plan om een nieuw kantorencom-plex voor de voetbalbond te bouwen. De dagna de aankondiging begon een immobiliën-carrousel waarbij de grond voor het com-plex verschillende keren doorverkocht werd,wat de totaalkost voor het project met min-stens 11 miljoen euro de hoogte in joeg.Volgens de Braziliaanse kwaliteitskrantFolha de São Paulo was hier sprake van hetbewust opvoeren van de factuur. ‘Mensenhouden me op straat staande’, zegtRomario. ‘Ze vragen dat Teixeira terug-komt!’Maar de echte zwarte wolk boven het voor-zitterschap van Marin is zijn verleden alsgouverneur van São Paulo ten tijde van demilitaire dictatuur in Brazilië, die duurdevan 1964 tot 1985. ‘José Maria Marin haddirecte banden met de dictatuur’, zegtKfouri. ‘Hij stond achter acties die leiddentot het martelen, doen verdwijnen en ver-moorden van honderden Brazilianen. En

hij sprak publiek zijn steun uit voor eenmoordenaar, folteraar en ontvoerder alsSergio Fleury.’ Die Fleury kreeg de bijnaam“de Prins van de Pijn”, vanwege zijn aan-dacht voor de details bij martelingen en executies in de jaren zeventig.Een van zijn slachtoffers was VladimirHerzog, een Brazilaanse documentairema-ker die voor de BBC werkte en ook lid wasvan de Braziliaanse Communistische Partij.Een paar dagen voor hij vermoord werd,had Maria Marin nog een vlammend plei-dooi gehouden waarin hij stelde dat er drin-

gend iets gedaan moest worden aan deopenbare omroep. ‘Maria Marin is eensymbool van alles waartegen we gevochtenhebben’, zegt Ivo Herzog, de zoon van devermoorde journalist. ‘Hij had heel nauwebanden met de mensen die verantwoorde-lijk waren voor de dood van mijn vader enandere mensen die vrijheid en democratieverdedigden. En nu is hij degene die desleutel van deze natie in handen houdt?’Kfouri gelooft niet dat het José Maria Marinzal zijn die volgend jaar de poorten naarvoetballand Brazilië zal opengooien. Zolang is zijn positie niet houdbaar, meenthij.

kankerHet zijn niet alleen journalisten en linkseactivisten die af willen van José MariaMarin. Een groeiend aantal voormaligevoetballers doet stappen om verhaal tehalen bij een systeem dat hen jarenlanggebruikt heeft. Met namen als Romario,Zico en Ronaldo is het duidelijk dat de topvan het voetbal de directe confrontatie aan-gaat met de top van de voetbalbond. Zij wil-len de waardigheid, eer en grootheid vanhet Braziliaanse voetbal terug voor degenendie het verdienen: de spelers en de suppor-ters.

‘De Braziliaanse voetbalbond is een kankerop de Wereldbeker’, zegt Romario, in 1994door de FIFA uitgeroepen tot speler van hetjaar. Vandaag is Romario volksvertegen-woordiger en motor achter Fora Marin, eencampagne die het ontslag van Maria Marineist. ‘De Wereldbeker wordt de grootsteoverval uit de geschiedenis’, zei Romariovorig jaar. Hij vroeg meteen parlementaironderzoek en externe audits om zicht tekrijgen op wat er gebeurt met de 700mil-joen euro die de komende twaalf maandendoor de Wereldbeker gegenereerd zal wor-

den. Romario wil dat de winsten van hetevenement geïnvesteerd worden in buurt-ploegen en jongerenwerk, in plaats van inhelikopters, jets en nog andere pleziertjes.In een mededeling aan de Braziliaanseminister van Sport schreef Romario: ‘Mijngeachte Aldo Rebelo, het Braziliaanse volkverdient dit niet, help ons een einde temaken aan deze smeerlapperij. Voor eeninstelling als de CBF, die vrijgesteld is vanbelastingen, is een belastingdoorlichtinghoognodig. ‘ Zijn collega op de godenberg van het

REPORTAGEt e n d e n s e n

34 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Als Vladimir Poetin zich als redder in de nood opwerpt,weet je dat er iets grondig mis is.

Op het strand zie jevoetbal dat meerweg heeft vanhedendaagse dansdan van strategischeveldbezetting.

© M

orte

n An

ders

en

Page 16: MO*magazine 105

gen niet eens het voetbal waar ze zo vanhouden en waar ze recht op hebben.’

passieDe stilte van de CBF in zijn gekoelde kanto-ren is lichtjaren verwijderd van de passie enhet tumult van het echte Braziliaanse straat-of strandvoetbal. Op het strand van Rio zieje voetbal dat meer weg heeft van heden-daagse dans dan van strategische veldbezet-ting. Roman, een jonge speler, zegt na eenrondje trappen, koppen en acrobatische red-dingen met hiel, wreef of enkel: ‘Ik heballeen mijn vrienden en een bal nodig omgelukkig te zijn. In de grote clubs hebbenze geld nodig en tactiek om te functione-ren.’ In de wijk Botafogo gaat de veldver-lichting aan wanneer de zon ondergaat inde vooravond en ze wordt pas gedoofd alsde zon weer opkomt. Een hele nacht zie iknauwelijks iemand met schoenen aan spe-len. De spelers komen en gaan in golven.Rond een uur of twee arriveert een groepjekelners, die hun restaurantkleding omwis-selen voor korte broeken en bloot bovenlijf,en die met zo’n overgave aan het spelbeginnen dat je nooit zou vermoeden dat zeer net twaalf uur dienst op hebben zitten.Het spel wordt ruw gespeeld in Botafogo, erwordt geduwd en geschreeuwd. Met jeogen dicht klinkt het als een caféruzie,maar er is niet eens een scheidsrechternodig om alles toch in goede banen te lei-

den. In Brazilië heeft niemand behoefte aaneen externe autoriteit om te weten wat magen wat verboden is in de nationale religie.Tegen de ochtend maakt een speler eenonmogelijke dribbel, waarbij hij alle anderespelers uit verband speelt. Hij werkt zijnkunststukje af met een onwaarschijnlijkeknal in de linkerhoek van het doel. ‘Speel jijprofessioneel?’, vraag ik hem later. Hij kijktme aan met ogen die zeggen: ‘In mijn dro-men, ja.’ Overdag werkt Leandro als fiets-koerier om ijs of bier te leveren aan de stal-letjes langs de beroemde stranden van Rio.Dat levert hem 12 euro per dag op, of 15, alshet een uitstekende dag is. Een anoniemejongen uit de miljoenenstad. Tot hij hetvoetbalveld op komt. Zijn publiek bestaatuit niet meer dan enkele tientallen toe-schouwers die rondhangen op het nacht-voetbal. Zijn prachtgoals worden alleen inzijn eigen herinnering bewaard, er staatzelfs niemand met een gsm te filmen. Maardat geeft niet. Dromen en scoren, en datvieren met een koude pils om vier uur ’smorgens, daar draait voetbal voor Leandroom.Het is die passie die het voetbal in Braziliëdoet overleven, ondanks de corruptie, hetmachtsmisbruik en het duistere verledenvan zijn topmanagers. Of het enthousiasmevan de volkswijken ook voldoende zal zijnvoor een zesde wereldtitel voor de selecão iseen andere vraag. Q

37MOQ • juni 2013 • www.mo.be

uitlopen willen wel spreken. Allyson deOliveira, bijvoorbeeld, is een achttienjarigeaanvaller die dezelfde avond nog naarPortugal vertrok voor een oefenmatch. Datis een gouden kans voor zo’n jonge spelerom de nog steeds wijdverspreide armoedein Brazilië te ontvluchten. Hij moest nogeven langs bij de CBF om zijn papieren inorde te laten maken.Jaarlijks helpt de CBF zo’n duizend professi-onele voetbalspelers te emigreren. Ze kun-nen overal aan de slag, bij eersteklasseclubsin Duitsland, maar ook bij vierdeklasseclubsin Polen. Duizend spelers, dat is om de acht

uur een speler die geëxporteerd wordt. Achtvolledige teams per maand, bijna honderdteams per jaar. Jaar na jaar. Het is die einde-loze stroom nieuw talent die de naam vanhet Braziliaanse voetbal wereldwijd hooghoudt, en die de geldstroom naar de koffersvan de CBF op peil houdt. Deze jongens inbermuda’s en teenslippers zijn de grondstofdie door de CBF omgezet wordt in winstcij-fers. Voeg daar nog de miljoenencontractenvoor tv-rechten, ticketverkoop en merchandi-sing bij, en je hebt de miljardenbusiness dievan de voetbalbond jarenlang een maffia-achtige clan maakte waar de macht op feo-

dale wijze uitgeoefend werd, alsof hij aanniemand verantwoording moest afleggen.En dat klopte.‘Het nationale elftal zou de allerbeste spe-lers moeten samenbrengen in het allerbesteteam’, zegt Juca Kfouri. ‘In werkelijkheidechter wordt het elftal vooral ingezet voormarketing. De spelers zijn als mannequinsdie geld moeten opbrengen. Een uitsteken-de speler wordt meteen het dubbele waardop de wereldmarkt als hij voor de nationaleploeg gespeeld heeft. De voetbalbond én degeselecteerde spelers worden daar rijkervan, de supporters betalen het gelag en krij-

REPORTAGEt e n d e n s e n

36 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

De Braziliaansevoetbalbond zet talentvolleBraziliaanse jongens alsgrondstoffen omin winstcijfers.

‘José Maria Marin,voorzitter van deBraziliaanse voet-balbond, haddirecte bandenmet de dictatuur.’

© M

orte

n An

ders

en

© M

orte

n An

ders

en

Page 17: MO*magazine 105

39MOQ • juni 2013 • www.mo.be

� ‘kroatië kan toetreding servië verhinderen’

Raymond Detrez (hoogleraar Universiteit Gent): ‘Kroaten – maar ook Serviërs en andere volkeren – moeten kriti-scher leren omgaan met hun verleden. Het is moeilijk om jeeigen misdaden toe te geven. De Kroaten zien zichzelf als hetslachtoffer: ze “voerden een rechtvaardige oorlog voor onafhanke-lijkheid” en hebben zich “verdedigd tegen Servische agressie”. Ikmoet eraan toevoegen dat Servië op dezelfde manier naar het ver-leden kijkt: ook de Serviërs voelen zich het slachtoffer van agres-sie. Alleen wordt de Kroatische opvatting internationaal min ofmeer geaccepteerd, terwijl Servië met zijn kijk alleen staat.’‘Operatie Storm in 1995, de verdrijving van Serviërs uit deKrajina-regio, was een duidelijk voorbeeld van etnische zuivering.Maar gelet op de vrijspraak in hoger beroep van de Kroatischegeneraal Gotovina bekijkt het Joegoslavië-tribunaal dat blijkbaaranders. Ik denk dat het tribunaal een kans heeft gemist. Het von-nis heeft geen louterend effect op de partijen. Het tribunaal hadalles moeten doen om zelfs de schijn van partijdigheid te vermij-den. Dat is niet gebeurd. Men heeft jarenlang bewijsmateriaaltegen Gotovina verzameld en hem veroordeeld. Een paar jaarlater blijkt dat bewijsmateriaal plots niets meer waard.’‘Het grote gevaar voor de toekomst is dat nieuwe EU-lidstaten de toetreding van kandidaat-lidstaten kunnen verhinderen. Kijknaar Griekenland, dat het lidmaatschap van Macedonië tegen-houdt. Je kunt je voorstellen dat Kroatië zich tegen de toetredingvan Servië gaat verzetten, of Servië zich in een later stadiumtegen het EU-lidmaatschap van Kosovo keert. Het was betergeweest als de landen van de westelijke Balkan samen tot de EUkonden toetreden.’

� ‘schijnbaar onverzoenbare verhalen’Janine Clark (hoogleraar Sheffield University):‘Tijdens mijn veldwerk in Kroatië, met name in Vukovar, Knin ende voormalige Krajina, heb ik weinig interetnische haat gevonden.De overgrote meerderheid van de Kroaten is het beu om het overde oorlog te hebben, ze willen een gewoon leven leiden. Als ikvraag naar hun zorgen, hebben ze het vrijwel nooit over interetni-sche problemen en spanningen. Iedereen noemt dan de economi-sche situatie en het gebrek aan banen. Dat wil niet zeggen dat de

bevolking klaar is met het verleden. Ser -viërs en Kroaten blijven fundamenteeltegengestelde en schijnbaar onverzoenba-re verhalen vertellen.’‘Er is een groot gebrek aan vertrouwentussen de verschillende bevolkingsgroe-pen. Hoewel Serviërs en Kroaten wel nogsociale relaties aanknopen – ze drinkenbijvoorbeeld samen koffie of spelen eenspelletje kaart – is er een verschil met vroe-ger. Ze zoeken elkaar niet meer thuis op,ze gaan niet meer samen op vakantie, erzijn muren tussen elkaar.’

� ‘de druk van europa valtweg’

Emina Bužinki� (ngo Documenta – Center for dealing with the past, Zagreb):‘Samen met twee andere ngo’s documen-teren wij sinds 2004 de processen voorKroatische rechtbanken over oorlogsmisda-den. Elke dag volgen negen advocaten dezittingen. Meer dan vierhonderd zakenmoeten nog voor nationale rechtbankenbehandeld worden.’

‘Het wordt steeds moeilijker om oorlogsmisdadigers te vervolgen.Twintig jaar na datum is het niet eenvoudig om nog bewijsmateri-aal te verzamelen en bovendien zijn de gerechtelijke onderzoekengeen toonbeeld van kwaliteit. In het huidige maatschappelijke kli-maat zijn de burgers niet bereid om te getuigen tegen oorlogsmis-dadigers. Dag na dag neemt de publieke interesse in oorlogsmis-daden af. Onze grootste vrees is dat sommige schuldigen onbe-straft zullen blijven.’ ‘In de Kroatische media is steeds minder ruimte voor de gevolgenvan de oorlog, helemaal met de huidige economische crisis. Inplaats van feiten te publiceren, houden sommige media zich lieveraan het dominante verhaal. Bovendien valt binnenkort de druk vande Europese Commissie weg, zodra Kroatië zelf EU-lidstaat is.’ ‘Burgerslachtoffers hebben heel wat rechtszaken aangespannenom compensatie te vragen voor geleden schade, maar de meestenhebben die verloren. Nu moeten zij opdraaien voor de gerechts-kosten. Zo worden ze een tweede keer slachtoffer. Wij pleiten erbij de Kroatische overheid voor dat zij die bedragen niet hoeven tebetalen.’

� ‘dit proces vergt generaties’Rosa Balfour (denktank European Policy Centre, Brussel):‘Het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag heeft intussen ruim160 processen gevoerd over oorlogsmisdaden. In driekwartvan de zaken sprak ze een vonnis uit. Een van de meest sym-bolische en belangrijkste zaken ging over de Kroatische gene-raal Gotovina. Hij is in beroep vrijgesproken van oorlogsmis-daden, maar het hof was verdeeld. Twee rechters waren tegen.Die verdeeldheid werpt een schaduw op het Joegoslavië- tribunaal.’‘De voorbije jaren heeft een aantal politici uit de Balkan belangrij-ke eerste stappen gezet om de banden tussen landen aan tehalen. De vrijspraak van Gotovina helpt dat politieke proces nietbepaald vooruit. Bovendien is echte verzoening niet alleen eenpolitieke kwestie, maar ook een zaak van gewone mensen. Datproces is begonnen, maar het gaat langzaam.’‘We moeten daar nederig over zijn, want de meeste Europese lan-den zijn nog niet in het reine met hun erfenis van fascisme, kolo-nialisme en de omgang met minderheden. Omgaan met het ver-leden is moeilijk voor iedereen. Hoe gaat België om met zijnkoloniale verleden in Congo? Het is een complex proces dat generaties vergt.’

ACTUEELt e n d e n s e n

38 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Op 1 juli treedt Kroatië toe tot de EU. Een belangrijkevoorwaarde voor het lidmaatschap was dat Kroatiëzou meewerken met hetJoegoslavië-tribunaal, dat deoorlogsmisdaden van beginjaren negentig onderzoekt. Aan die voorwaarde heeft hetalvast voldaan. Maar aan de vooravond van het EU-lidmaatschap heeft Kroatiëzijn oorlogsverleden nog nietvan zich afgeschud, stellen vijfBalkan-experts. Werpt dat ookeen schaduw op de toekomst?

Kroatië

Bart

Lasu

y

Onverwerkt verleden

� ‘samen de geschiedenis herschrijven’

door Kristof Clerix

Zagreb, april2013. Protesttegen plannenvoor het gebruikvan cyrillischetekens (zoals inhet Servisch).

Reut

ers

/ An

toni

o Br

onic

Q

Darko Arabadzic (Institute for Historical Justice andReconciliation, Den Haag): ‘Kroatische kinderen krijgen al jaren eenzijdige geschiedenislessen:“Kroatië heeft zich verdedigd tegen de agressie van het Joegosla -vische leger. Het was een gerechtvaardigde oorlog. En we hebbengewonnen.” Vandaag zie je de resultaten. Kroatische jongeren dietijdens of na de oorlog zijn geboren, zijn radicaler dan hun ouders,die het multi-etnische Joegoslavië nog hebben gekend.’ ‘Door de huidige economische crisis zie je in Kroatië groeiend popu-lisme –zowel links als rechts– en een versterking van de ultranatio-nalistische krachten. Geen enkele Kroatische politicus of partij heeftde moed of de wil om ernstig vragen te stellen over het oorlogsverle-den. Tijdens de parlementsverkiezingen van 2011 was zelfs een aan-tal oorlogsmisdadigers kandidaat – dat was blijkbaar aanvaardbaar.’‘De Kroatische media, en vooral dan de openbare omroep, hebbenop een vooringenomen manier bericht over het Joegoslavië -tribu-

naal. Juist door het eenzijdige geschiedenisonderricht en de rolvan de media en politiek ontbreekt het vandaag volledig aan empa-thie met Servische slachtoffers die gewoon gerechtigheid willen.’‘Honderden artikels en boeken zijn al verschenen over de oorlogen zijn oorzaken, maar de meeste zijn bevooroordeeld. Daaromwil het Institute for Historical Justice and Reconciliation met zijnpartners in de regio uit alle voormalige republieken van Joegosla -vië prominente historici samenbrengen om te discussiëren overeen gemeenschappelijke geschiedschrijving en over de oorzakenvan de oorlog begin jaren negentig.’ ‘Het Europese integratieproces heeft zeker een positief effectgehad op de mensenrechtensituatie in Kroatië en het heeft dedemocratie versterkt. Ik hoop dat ook het EU-lidmaatschap zal bijdragen tot het verzoeningsproces en het helen van de oorlogs-wonden, vooral dan in de regio’s in Kroatië die destijds het zwaarst door de oorlog getroffen zijn.’

Page 18: MO*magazine 105

hoopt men meer ruimte te hebbenvoor democratische hervormingen.Alondra Maulén Vallejo, militante vande Communistische Jeugd van Chilien campagneleidster voor studenten-leidster Camila Vallejo voor de parle-mentsverkiezingen, is niet zo expli-ciet: ‘Voor ons is het gezicht nietbelangrijk, wel het programma. Wijwillen onze steun verlenen aan eenprogramma van de oppositie datingaat op de sociale eisen.’ HoewelVallejo zegt dat de CommunistischePartij (CP) nog niet uitgemaakt heeftwie ze zal steunen, zal ze volgensMagasich wel Bachelet steunen, inruil voor een verdubbeling van hetaantal parlementszetels voor de CP,van 3 naar 6.

gespleten samenlevingHet grote obstakel bij de komendeverkiezingen is de aversie van eengroot deel van de Chilenen jegens deheersende politieke klasse van zowelde centrumlinkse CPD als de cen-trumrechtse Coalitie voorVerandering. Uiteindelijk heeft geenvan die twee blokken fundamenteeliets veranderd aan het ultraneoliberalemodel dat met de dictatuur vanPinochet ingang heeft gevonden. Datmodel heeft van Chili een diep gesple-

ten samenleving gemaakt: het is hetongelijkste land van de OESO en eenvan de vier ongelijkste landen terwereld.Exponent van die ongelijkheid is hetonderwijssysteem, dat in 1981 gepri-vatiseerd werd en een bron van winstis geworden voor de rijke elite-univer-siteiten. Talloze gezinnen in Chili ste-ken zich diep in de schulden om hunkinderen te laten studeren. Die onge-lijkheid begint al als de kinderen driejaar zijn, zo bleek nog uit een recentonderzoek van de Universiteit vanChili. Een diepgaande, structurele her-vorming van het onderwijs is funda-menteel. Vandaar de breed gedragensteun voor de eisen van de studenten-bewegingen voor “gratis en goedonderwijs en een einde aan de winst-honger van de universiteiten”.Zulke diepgaande hervormingen kunnen alleen als ook het belasting -systeem wordt hervormd. En dat ver-eist dan weer een grondwetswijziging.Bachelet stelde al een commissiesamen om een voorstel voor die grond-wetswijziging te formuleren.Verschillende kleinere oppositiepartij-en en de studentenbewegingen willenechter dat er een grondwetgevende ver-gadering wordt samengeroepen waar-in een brede vertegenwoordiging van

het Chileense volk mee kan debatterenover de nieuwe grondvesten voor detoekomst van Chili.Het wordt ongetwijfeld een heet najaarvoor de Zuid-Amerikaanse tijger.

41MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Chili op een kantelpunt

� Ondanks haar succesvolle carrière alsallereerste voorzitster van VN-Women, eeninstelling die in 2010 het licht zag, namMichelle Bachelet ontslag uit die functieom deel te nemen aan de komende presi-dentsverkiezingen in haar land. In2010 moesten de centrumlinkseVerenigde Partijen voor de Democratie(CPD) het onderspit delven tegen opposi-tiekandidaat Sebastián Piñera van de cen-trumrechtse Coalitie voor Verandering. CPD-kandidaat was toen Eduardo Frei.De kans is reëel dat Bachelet, van deSocialistische Partij, ditmaal de verkiezin-gen wint, maar dat betekent niet dat ze demeerderheid van de bevolking aan haarkant heeft. Bij de gemeenteverkiezingeneind vorig jaar ging minder dan 40pro-cent van de bevolking stemmen. Bij talvan Chilenen is de afkeer van het politiekeestablishment groot en de jongste jarenheeft de post-Pinochet-generatie zich ophet voorplan gewerkt om die frustratie temobiliseren in een brede beweging voorverandering.‘De terugkeer van Bachelet was geen ver-rassing. Haar eerste publieke optredenin het Caupolicán-theater was dat wel’,zegt Jorge Magasich, een Chileens histo-ricus die hoogleraar communicatie isaan het IHECS in Brussel en net terugis van een bezoek aan zijn vaderland.‘De opkomst was mager, zo’n zesdui-zend man, en haar toespraak vrij zwak.Enkele dagen later, op 11 april, werdSantiago onder de voet gelopen door een studentenmanifestatie die zo’n

100.000mensen op de been brachtonder het scanderen van radicale slo-gans. Als krachtmeting kan dat tellen en Bachelet had de boodschap snel door.Enkele dagen later gaf ze een opmerke-lijk interview aan het kritische mediumThe Clinic, waarin ze zo ver als mogelijknaar links helde’, aldus Magasich.In dat interview, waarin ze zowat haar ver-kiezingsprogramma formuleerde, schoofze drie grote hervormingen naar voren: deonderwijshervorming, een belastingher-vorming en een hervorming van de grond-wet. Andere thema’s die in het interviewaan bod kwamen zijn abortus – eenextreem gevoelig onderwerp in Chili –, de eisen van de Mapuche, het omstredenenergieproject Hydroaysén en de territori-ale geschillen met Peru en Bolivia, die elkeen stukje land van Chili claimen en daar-over een aanklacht indienden bij hetInternationaal Strafhof van Den Haag.Een eis die in dovemansoren valt bij hui-dig president Piñera, maar waar Bacheletwel over wil praten. Net zoals over devraag naar meer zelfbestuur voor deMapuche, een vraag die in wezen gaat

over het intrekken van de antiterrorisme-wet, die werd ingeroepen in conflicten metde Mapuche en waarvan Bachelet nu toe-geeft dat het ‘een vergissing’ was, en overhet overhevelen van bevoegdheden naar deregio’s.

de roep om een nieuw modelDe belangrijkste kracht in het Chileensepolitieke landschap de afgelopen jaren iszonder twijfel het studentenprotest. Hetbegon met het Protest van de Pinguïns in2006, onder de vorige regering-Bachelet.Sindsdien heeft het indrukwekkende pro-porties aangenomen en ook andere secto-ren weten te beroeren: de eenheidscentralevan de vakbonden (CUT) kwam op straat,de havenarbeiders en de mijnwerkers gin-gen in staking, de milieubewegingen pro-testeerden. ‘Sinds de terugkeer naar dedemocratie is de populariteit van eenstaatshoofd nooit zo laag geweest als dievan Sebastián Piñera nu’, zegt Chili-analistFrançois Reman. Voor al deze sectoren iseen rechtse president geen optie omdatdie elk democratiseringsproces beknot.Met Bachelet als kandidaat voor de CPD

door Alma De Walsche

Massale roep om verandering in het land van de ongelijkheid

40 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

ACTUEELt e n d e n s e n

Op 17 november gaan de Chilenen naar de stembus voorpresidents- en parlementsverkiezingen. Met de terugkeer vanMichelle Bachelet naar haar vaderland eind maart kwam eenverkiezingscampagne op gang die cruciaal belooft te wordenvoor de toekomst van Chili. Sinds 1990, het einde van de dictatuur van Pinochet, is de politiek nooit zo woelig geweest.De Chilenen zijn ontwaakt en de nieuwe president staat voorde aartsmoeilijke taak om definitief af te rekenen met datdonkere verleden.

© R

eute

rs /

Ivan

Alv

arad

o

DE BELANGRIJKSTE POLITIEKE FORMATIES* de centrumlinkse Nieuwe Meerderheid bestaat uit deklassieke vier partijen die traditioneel de VerenigdePartijen voor de Democratie vormden, met name deSocialistische Partij, de Christendemocratische Partij, dePartij voor de Democratie en de RadicaalSociaaldemocratische Partij, met daarbij deCommunistische Partij en nog drie andere linkse partij-en.Op 30 juni zijn er voorverkiezingen, die zo goed als zekerdoor Michelle Bachelet gewonnen zullen worden.

* de centrumrechtse Alliantie bestaat uit de NationaleVernieuwing met Andrés Allamand, partijgenoot van hui-dig president Sebastián Piñera, en Pablo Longueira vande Onafhankelijke Democratische Unie.Ook zij bepalen op 30 juni wie hun kandidaat is voor deverkiezingen.

* Marcos Enrique Ominami is de kandidaat voor de PRO(Progressieve Partij). Hij is erg progressief op thema’sals abortus of toegang tot de zee voor Bolivia, maar voor-stander van een neoliberale markteconomie; bij vorigeverkiezingen haalde hij onverwacht 20 procent van destemmen in de eerste ronde.

* Marcel Claude is de kandidaat voor de HumanistischePartij: links van strekking, voor abortus en voor de her-nationalisering van de kopermijnen.

Maart 2013, lucht-haven Santiago.Bachelet wordt hartelijk onthaalddoor haar aan-hangers.

Page 19: MO*magazine 105

????� xxxxx

43MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

in beeld

42 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Haal de kennis waar ze zit� Een Indiase hoogleraar gaat op zoek naar innovatie waar weinig anderen haar zoeken: bij gemarginaliseerde boeren in kleine, afgelegendorpen op het Indiase platteland.Anil Gupta doceert aan het Indian Institute of Management in Ahma -dabad, Gujarat. En hij geeft lezingen aan prestigieuze universiteiten inBerkeley, Cambridge en Boston. De kennis waarop hij die collegesbaseert, komt niet louter uit dure academische tijdschriften, maar ook uit ontmoetingen met ongeletterde boeren. Bijvoorbeeld in het inheemsedorp Bastar, in de arme Indiase deelstaat Chhattisgarh.Gupta vroeg aan Tanadi, een van de dorpsbewoners, waarvoor hij destruik gebruikte waarvan hij een scheut genomen had. Tanadi keek naarde grond en schokschouderde: ‘Voor niet veel bijzonders.’ De hoogleraarherhaalde zijn vraag nog eens. ‘Nu ja, we steken de takken in de rijstvel-den om de snuitkever te verdrijven. Het irrigatiewater wast het medicijnuit de tak en verspreidt het over de planten.’ Anil Gupte kletst op zijn dij.‘En dat noem jij niets bijzonders? Dat is fantastisch’, roept hij uit. Tanadivoelt zich duidelijk aangemoedigd, want plots borrelen de recepten op uitzijn van betelnoten rood gekleurde mond: hij kent hout dat helpt tegenkiespijn, gebroken beenderen, malaria of stijve knieën. Het is dit soortkennis waarnaar Gupta op zoek is, ‘Wij leven in het informatietijdperk, maar toch laten we veel waardevolleinformatie verloren gaan’, zegt Anil Gupta. ‘Het resultaat is dat meer enmeer boeren gebruik maken van aangekocht zaaigoed van grote bedrij-ven, in plaats van verder te telen met hun eigen variëteiten en die verderte ontwikkelen. Die lokale variëteiten zijn immers veel beter aangepastaan de lokale bodem en microklimaat.’Daarom zette Gupta het Honey Bee Network op. ‘Net zoals honingbijenverzamelen wij lokale kennis om ze daarna te verspreiden.’ Het middel-punt van zijn netwerk is een vrij toegankelijke database met intussen almeer dan 100.000 bijdragen waarin de creativiteit van grotendeels analfa-bete boeren opgetekend en toegankelijk gemaakt wordt. De opgedanekennis wordt soms ook omgezet in producten, die het netwerk aanbiedt.15procent van de opbrengst gaat dan naar het netwerk, de rest naar deindividuele of collectieve scheppers van het idee of de kennis.De kennistochten of sodh yatras van Anil Gupta brachten hem en zijnmedewerkers al naar meer dan duizend dorpen in Assam, Gujarat,Kasjmir, Orissa, Rajasthan en West-Bengalen. De yatras worden gehou-den wanneer het te schroeiend heet of te bitter koud is om op het veld tewerken. Dat schept een sfeer van vertrouwen tussen de bezoekers en dedorpelingen, die tegelijk ook beschikbaarder zijn dan in de drukke dagenvan oogsten of planten. Onderweg toont Gupta ook voorbeelden van crea-tieve oplossingen die boeren elders in het land bedachten. Wat de dorpe-lingen nog het meest verbaast, is het respect waarmee er over die concretevoorbeelden gesproken wordt. Precies dat is de fundamentele doelstellingvan Anil Gupta: mensen doen geloven in hun eigen kennen en kunnen.

Klaus Sieg en Jörg Böthling zijn freelancejournalisten die vooral geïnteresseerd

zijn in India, het platteland en ontwikkeling.

Andr

eas

Stah

l

door Klaus Sieg beeld Jörg Böthling

43

Page 20: MO*magazine 105

45MOQ • juni 2013 • www.mo.be

� We ontmoeten elkaar voor het eerst in Kaboel,2011. Razia Arefi brengt me naar de wachtzaal vaneen wijkgezondheidscentrum, waar vrouwen en kinderen hun beurt afwachten om bij de vrouwelijke dokter van dienst langs te gaan, of waar ze Razia aan-klampen omdat ze geen volgnummer gekregen heb-ben. Noeria, bijvoorbeeld, heeft een paar uur gelopenom hier te raken, maar ze kwam toch te laat. De regering legt een maximaal aantal consultaties op vanvijftig per dag en daar kan ook Razia Arefi jammergenoeg niet aan tornen.In de gesprekken met deze vrouwen duikt de repres-sie van de late jaren negentig, de talibanjaren, telkensweer op als een nachtmerrie waarvan de herinnering

maar niet vervaagt. Ze dromen van een beter levenvoor hun dochters, en daarin speelt de kans op onder-wijs een sleutelrol.Exact twee jaar later vraag ik Razia waarvan zij droomt.Ze heeft immers alles wat de vrouwen in de Kaboelsewijk Dast-e-Barchi en in het vrouwencentrum vanIstalif ontberen: ze is goed geschoold, heeft een uitda-gende baan, veel vrijheid en een goed huwelijk. Vrede,zegt ze, zonder veel nadenken. ‘Een definitief eindeaan de nachtmerrie van het talibangeweld. Als ervrede is, dan kunnen vrouwen werk maken van huneigen toekomstplannen.’ Als ik aandring op een watpersoonlijker droom, zegt ze eenvoudig en gemeend:‘Ik hoop op een eerlijke en oprechte manier voorvrouwen te kunnen blijven werken.’

studerenRazia Arefi werd geboren in december 1980. Tien -duizenden Sovjetsoldaten waren toen net een jaaraanwezig in Afghanistan, om een communistischregime te stutten dat nauwelijks steun had van deeigen bevolking. Haar ouders vluchtten en zij groeideop in Teheran, ver weg van het geweld, de onzeker-heid en de ontbering van de oorlogen die de econo-mie en cultuur van Afghanistan vernietigden en dealtijd al broze verhoudingen tussen etnische, religieu-ze en taalgemeenschappen in complexe vijandschap-pen veranderden.Miljoenen Afghanen overleefden de oorlogsjaren als

PORTRETm e n s e n & v e r h a l e n

44 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Ze laat er geen twijfel over bestaan: vrouwen worden inAfghanistan behandeld als tweederangswezens. Dat iseen voortdurende bron van pijn, woede én motivatie omverder te werken. Want een andere wereld is mogelijkvoor vrouwen. Daar is ze van overtuigd. Razia Areficoördineert de activiteiten van Mothers for Peace inAfghanistan.

door Gie Goris

Mannen gebruikende islam om te doenwat ze zelf willen’

Razia Arefi, een Afghaanse vrouw

‘Vroeger klaagde niemand over geweld tegen vrouwen, zeker niet op het platteland.Maar nu mensen beseffen

dat het allemaal anders kan, groeit de discussie, hoe traag ook.’

Bart

Lasu

y

Page 21: MO*magazine 105

het aanzien van de manMannen. In hun eigen verbeelding vormenze het middelpunt van de beschaving, maarze domineren ook de verhalen die Razia,haar dokters en haar medewerksters te veldevertellen. Ze zijn niet geïnteresseerd in hetwelzijn van hun vrouwen of dochters, maarin aanzien binnen de gemeenschap. Ze zijnde bron van geweld, onderdrukking en ach-terstelling. Ze vormen een bijna onoverko-melijke hindernis voor vooruitgang. Bijna.Want ‘zelfs mannen denken vandaag andersdan tien jaar geleden’. Vlak na de omverwer-ping van het talibanregime zette Mothersfor Peace een vrouwenhuis op in de landelij-ke omgeving van Istalif, zo’n 25kilometerten noordwesten van Kaboel. De lokaledorpsraad, de sjoera, was er niet gerust op.Kwamen die Europese vrouwen hun vrou-wen het hoofd op hol brengen? Dat wantrouwen verdween zodra de man-nen begrepen dat de alfabetisering vanvrouwen een noodzakelijke voorwaarde wasvoor economische projecten waar de helefamilie beter van werd. Tegelijk gaf het feitdat ze konden lezen, schrijven en rekenende vrouwen ook meer stem in het gezin entegenover de buitenwereld. Het feit datvrouwen dankzij naaiwerk, kippenkweek ofandere activiteiten bijdragen tot het gezins-inkomen werkt enorm emanciperend, zegtRazia Arefi.Niet iedereen is het daarmee eens. SippiAzarbaijani-Moghadam, een Brits-Iraanseontwikkelingsexperte die al sinds de jarennegentig in Afghanistan werkt: ‘De ontwik-kelingsplannen van de overheid en van deinternationale donoren geven allemaal hoogop over de participatie van vrouwen, maarhet is allemaal zo ondiep als een ontbijt-bordje. Om echt effect te hebben, moet jede vrouwen niet leren naaien of jam maken– vaak levert dat zelfs extra werkdruk enconflicten over de inkomsten op – maarmoet je de mannen doen nadenken overhun mannelijkheid.’ Dat je mannen moet aanpakken en latennadenken over hun eigen positie en identi-teit, daar is Razia het wel mee eens. Maar

met Mothers for Peace komen ze daar nietaan toe: ‘We gaan niet frontaal in tegen deheersende gewoonten, want dat zou devrouwen gewoon de kans ontnemen omsamen te komen, met elkaar te praten endingen bij te leren. Die kleine vrijheden willen we niet in gevaar brengen door metwesterse slogans over gelijkheid en vrijheidte staan zwaaien.’

intimidatieDe omzichtige omgang met tradities,gewoonten en religieuze verordeningen isniet alleen nodig om de mannen te overtui-gen, want ‘niet alleen mannen zijn verant-woordelijk voor het geweld tegen vrouwenof voor de belemmering van hun ontwikke-ling en bewegingsvrijheid, ook schoonmoe-ders en schoonzussen, ook vrouwen repro-duceren de traditionele geboden en verbo-den. Vaak is het een kwestie van herhalenwat die vrouwen zelf doorgemaakt hebben:als je schoonmoeder thuis bevallen is, zal zijer wellicht op staan dat haar schoondochterdat ook doet.’ Verandering is nieuwlichterijen dus bedreigend. In een omgeving die al35jaar geen rust of veiligheid kent, zijn deankerpunten uit het verleden essentieel omheden en toekomst aan te kunnen.Toch ziet Razia langzaam barsten verschij-nen in het pantser van de patriarchalezekerheden. Een cultuur verander je niet indrie of in tien jaar, maar het is ook nietonmogelijk, zegt ze. ‘In Shakardara geloof-de het lokale overheidshoofd onderwijs nietin de haalbaarheid van ons alfabetiserings-

project, maar toen een eerste klas haar pro-gramma afgewerkt had en hij zag wat ze indat jaar geleerd hadden, schortte hij zijnongeloof op en verontschuldigde hij zich.Voor het tweede jaar stuurde hij dan ookzijn dochters.’Toch blijft het, twaalf jaar na de komst vande westerse troepen en ontwikkelingswer-kers, nog steeds levensgevaarlijk om eensterke, onafhankelijke vrouw te zijn. Rondnieuwjaar verdween een jonge vrouw die inde media werkte. Ze werd later vermoordteruggevonden. Twee andere meisjes verlie-ten hun baan in de media. Intimidatie enterreur zijn op korte termijn soms heeleffectief, zelfs als je niet helemaal zekerweet uit welke hoek de kille wind waait. Hoe gaat Razia om met angst in haarleven? ‘Ik heb de gevaren aanvaard’, ant-woordt ze. ‘Ik maak geen ruimte in mijngedachten voor de dreiging, ook al is diesoms reëel.’ En die dreiging komt niet altijddirect uit de loop van een geweer. Volgensde Verenigde Naties sterven er per 100.000bevallingen 460moeders, en maakte maar5,8procent van de meisjes de middelbareschool af, tegenover 34procent van de jon-gens. Op 148 landen die gescreend werdenop gendergelijkheid, staat Afghanistan danook op de 147ste plaats. ‘Vroeger klaagde niemand over geweldtegen vrouwen, zeker niet op het platteland.Maar nu mensen beseffen dat het allemaalanders kan, groeit de discussie, hoe traagook.’ Dat was de conclusie van een gesprekdat ik met Razia Arefi had in het vrouwen-centrum van Istalif. In die landelijkegemeente met zo’n 40.000 inwonerswoont iemand van Mothers for Peace regel-matig de dorpsraad of sjoera bij en is ermomenteel zelfs een vrouwensjoera geïn-stalleerd. Dat is niet het resultaat van eenagressief en geïmporteerd feminisme, maarvan een geduldige investering in het mon-dig maken van vrouwen en in de ontwikke-ling van de hele gemeenschap. Raziabeweert wel dat het niet de bedoeling is decultuur te veranderen, maar dat gebeurtwel, juist door het niet te afficheren.

‘Om echt iets te bereikenmoet je de vrouwen nietleren naaien of jam maken,maar moet je de mannendoen nadenken over hunmannelijkheid.’ Q

47MOQ • juni 2013 • www.mo.be

vluchtelingen in Pakistan of Iran. Beide lan-den boden onderwijs en gezondheidszorgzonder dat de internationale gemeenschapdaar veel steun bij verleende. ‘Wij leefdenniet op een traditioneel Afghaanse manier,maar als Iraniërs’, zegt Razia. ‘Iran geeftmeisjes en vrouwen veel mogelijkheden. Je mag op straat je eigen kleding wel nietkiezen, maar dat maakt mij niets uit. Je kon er wel studeren, en dat is wat telt.’ Ook haar ouders hechtten veel belang aanonderwijs voor de zeven kinderen, jongensen meisjes. Toen haar vader een echtgenootvoor Razia uitkoos, was dat dan ook eenbelangrijk criterium: het moest iemand zijndie zelf gestudeerd had en zijn bruid datook zou laten doen. Zij was vijftien, hij dertig.‘Als ik vandaag sta waar ik sta, dan is hetdankzij mijn echtgenoot’, zegt Razia Arefi.Hij stimuleerde haar om haar studie af temaken, Engels te leren, buitenshuis te wer-ken. Toch waren de eerste huwelijksjarenniet zorgeloos. Toen er na vier jaar noggeen kind was, begon de familie van haarman aan te dringen op een tweede huwe-lijk, om het nageslacht te verzekeren. ‘Degeboorte van mijn eerste kind, een zoon,was dan ook de gelukkigste dag van mijnleven. Er viel een enorme last van mijnschouders.’En welke dag was de pijnlijkste uit haarjonge leven? Op die vraag komt het ant-woord maar moeizaam. ‘Er is niet éénmoment dat eruitspringt. Leven in Af -ghanistan is een aaneenschakeling vanmoeilijke momenten. Telkens als ik hoorhoe mannen hun vrouw behandelen, maakik me kwaad.’ Ze vertelt het verhaal van eenvrouw die keer op keer beviel van meisjes.Telkens werd ze afgesnauwd, vernederd ensoms ook mishandeld. Toen ze opnieuwzwanger werd, bedreigde haar echtgenoothaar: ‘Als het weer een dochter is, zal ik jesamen met het kind vermoorden.’ Dat kàntoch niet, zegt Razia verontwaardigd.

taliban zijn modernHet grootste probleem in Afghanistan is de

onveiligheid, dat is duidelijk voor haar. Hettweede noemt ze “de traditie”: ‘Mannengebruiken de islam om te doen wat ze zelfwillen. Nochtans zegt de islam dat vrouwenevenveel recht hebben op onderwijs en res-pect als mannen, en dat een man de toe-stemming moet vragen aan zijn eerstevrouw eer hij een tweede echtgenote kannemen. Maar het is heel moeilijk om tegende mollahs in te gaan. Mensen vertrouwenop hun woord en inzicht. Het probleem isdat islam en de Koran uitsluitend doormannen uitgelegd worden. Het is de hoog-ste tijd dat vrouwen ook dat soort studiesdoen zodat ze zelf de teksten kunnen lezenen uitleggen.’ De Afghaanse cocktail van tribale traditiesen uiterst conservatieve islam, beide stevigverankerd in een patriarchaal systeem,wordt in het Westen meestal als middel-eeuws omschreven. De misogyne enrepressieve ideologie, die in zijn extremevorm belichaamd wordt door de talibanmaar die tot op grote hoogte overal inAfghanistan geldt, is in feite veeleer eenmodern verschijnsel. De talibanideologie,zeggen veel experts, is een weerspiegelingvan de scheefgetrokken wereld uit dePakistaanse vluchtelingenkampen, waar degewone omgang tussen mannen en vrou-wen voor de opgroeiende jongens vervan-gen werd door de geregimenteerde wereldvan de madrassa’s, de koranscholen, waarvrouwen volkomen afwezig waren – behal-ve in de donderpreken, waarin ze voortdu-

rend als bron van verleidingen en zondewerden opgevoerd.In die context sloegen de Afghaanse tradi-ties door tot strakke, dogmatische leerstel-lingen die met geweld opgelegd worden aanvrouwen, armen en al wie zich niet kan ver-weren. Het is die “traditie” die vanuit hetkapotgeschoten platteland de steden koloni-seerde: Kaboel was in 2001 een stad van500.000 inwoners, vandaag schat men hetaantal inwoners op vier miljoen of meer.Haar eigen familie en de familie van haarman behoorden niet tot de kringen diezwoeren bij de plattelandstradities of dieonder druk van de omstandigheden moes-ten meegaan in de recente, islamistischereïncarnatie van die tradities. Hun wortelsliggen eerder in de teloorgegane stedelijkegeschiedenis van de middenklasse, die al inde jaren twintig van vorige eeuw met de bliknaar het Westen gericht leefde. De hervor-mingsplannen die koning Amanoellah in1928 lanceerde, leken heel sterk op demoder niseringsprojecten van Kemal Atatürkin Turkije en Reza sjah Pahlavi in Iran.Die progressieve familieomgeving moetniet begrepen worden als volkomen gelijk-heid tussen mannen en vrouwen, zegtRazia Arefi. Dat wordt zelfs niet nage-streefd. Zij doet het huishouden. Punt. Ook al heeft ze een voltijdse baan. Ander -zijds heeft ze meer vrijheid dan veel Euro -pese vrouwen, onder andere dankzij het feit dat haar echtgenoot op dit moment in diplomatieke dienst is in Islamabad,Pakistan. De ene maand woont ze bij hem, de andere woont ze alleen in Kaboel.Hoe uitzonderlijk is dat eigenlijk, een mandie zijn vrouw zo steunt en vertrouwt?‘Uiterst uitzonderlijk’, zegt Razia.‘Misschien is hij wel uniek.’ En dat zegt zeeerder op een sociologische dan een roman-tische toon. Op een ontmoeting in Ieper,waar Mothers for Peace een stage voor drieAfghaanse gynaecologes geregeld had, blijktdat twee van die vrouwelijke dokters ookeen uitzonderlijke man hebben. De derdeheeft het risico niet genomen: zij blijft lie-ver vrijgezel.

PORTRETm e n s e n & v e r h a l e n

46 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

De talibanideologie weer-spiegelt de scheefgetrokkenwereld uit de Pakistaansevluchtelingenkampen,waar vrouwen in hetpublieke leven volkomenafwezig waren.

Page 22: MO*magazine 105

het helende’, zegt Sidi Larbi Cherkaoui. ‘Ikmoest bewegen. Ik had behoefte aan eenbeter lichaam, een gezonder en sterkerlichaam.’ Als kind voelde hij zich vaakalleen. Thuis heeft hij alleen de slechtejaren van het huwelijk van zijn oudersmeegemaakt. Dat deed hem pijn. Hij voel-de zich ook te veel. ‘Mijn vader was ookaltijd eerlijk en dan kwamen er uitsprakenals ‘Ja, maar voor de kinderen dit of voorde kinderen dat’. Of je het nu wilt of niet,als je zoiets zegt, lijkt het of het de schuldis van de kinderen en daar moeten oudersvoor oppassen’, zegt Cherkaoui. ‘You can’tblame the cake you’ve baked.’Hij mengt geregeld wat Engels door zijntaal. Maar ook zijn Frans is uitstekend. Datheeft met zijn achtergrond te maken. ZijnMarokkaanse vader sprak behalve Arabischook Frans en Spaans en zijn Vlaamsemoeder was ook meertalig. Thuis werdFrans gesproken en zijn moeder zei allestwee keer tegen haar twee kinderen. Eenkeer in het Nederlands en nog een keer inhet Frans. De televisie stond op Fransezenders.Cherkaoui’s identiteit is dus vanaf hetbegin meervoudig geweest, en dat weer-spiegelt zich in zijn werk. Hij zoekt, snuiften proeft en het resultaat is altijd ietsunieks. Dat heeft hij keer op keer bewe-zen. En elke voorstelling zegt wel ook ietsover hem. In Babel (words) bijvoorbeeld,een voorstelling die hij in 2010 samen metzijn Franstalige collega Damien Jaletmaakte, behandelt hij het thema taal enterritorium en hoe talen een bepaald terri-torium opeisen. Het is het verhaal vanVlamingen en Walen, van het Nederlandsen het Frans, van de Vlaming Sidi LarbiCherkaoui en de Franstalige Damien Jalet.De twee werken al jaren samen. En duswas de wil om met Jalet Babel te makenonbewust maar ook bewust. Het werkt tus-sen de twee choreografen. België werkt.Cherkaoui houdt niet van competitie maarook niet van nonchalance. Hij kon nietaarden op het Hoger Instituut voorVertalers en Tolken (HIVT), waar hij na

49MOQ • juni 2013 • www.mo.be

‘Fantastisch nieuws en niet meer dan normaal dat Sidi Larbi deVlaamse cultuurprijs 2012 krijgt. Zijn werk bouwt bruggen, opent jeogen en schept werelden waar je als toeschouwer naartoe wordt

gezogen.’ Dat schrijft Goedele Janssens op de website van de Singelals reactie op de aankondiging van de voorstelling Puz/zle van

choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui in mei.

‘Ik zal mijn territorium verdedigen, maar ik durf dat

territorium ook te verplaatsen’

�� Ik had me goed voorbereid op hetgesprek met Sidi Larbi Cherkaoui. Maar datnam mijn onzekerheid niet helemaal weg.De man is tenslotte een internationaalgevierd choreograaf die de successen op -stapelt en wereldwijd de meest prestigieuzeprijzen in de wacht sleept. Maar ik had eentroef. Ik ken Bouchra, iemand met wie hijjarenlang de schoolbanken heeft gedeeld.‘Sidi Larbi was uitstekend in wiskunde enonze leerkracht vond dat hij daar zeker ietsmee moest doen. Burgerlijk ingenieur ofzo’, zei ze in een gesprek een klein jaargeleden toen de naam van Sidi Larbi ter-loops viel.Sidi Larbi Cherkaoui bouwt geen barrièresom zich heen. Hij is erg bescheiden, eenvlotte spreker en hij geeft je snel het gevoel

dat je hem al jaren kent. Hij was ookgecharmeerd toen ik hem over Bouchra enhet verhaal van de wiskundeleraar vertelde.Dat ze dat nog weet, raakt hem. Bouchrawas een goede vriendin. De enige die hembegreep. ‘Ik voelde me verbonden met Bou -chra. We zijn beiden van migranten komaf.We hadden het beiden moeilijk thuis en wewerkten allebei heel hard. Het is ook niettoevallig dat zij dokter is geworden en ik dedans ben ingegaan’, zegt de choreograaf.‘Het is voor ons allebei een manier om naargenezing te zoeken. Genezing van eenomgeving die ons een beetje pijn doet.’

geen competitie‘De keuze voor dans was niet alleen eenkeuze voor het esthetische maar ook voor

PORTRETm e n s e n & v e r h a l e n

Sidi Larbi Cherkaoui, dansend in het meervoud

48 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

door Samira Bendadi

� ©Ko

en B

roos

Page 23: MO*magazine 105

met water schrijvenOf het publiek alles begrijpt van zijn voor-stellingen is niet de vraag. ‘Het probleemmet begrijpen is dat we denken alles tekunnen begrijpen. Er is zoveel dat we nietvan elkaar kunnen begrijpen en dat is nor-maal’, zegt Cherkaoui. ‘Ik was heel langkwaad op de wereld die mij niet begreep,tot ik op een bepaald moment de vraagomkeerde. Alsof ik iedereen begreep,besefte ik toen.’‘Puzzle is een voorstelling waarin ik degeschiedenis van de mens in twee uursnel doorloop. In de laatste beelden wor-den de stenen die we gebruiken opeenseen muur. Een danser staat te taggen enzegt een deur in de muur te willen maken.Andere dansers beginnen ook te taggen,maar zij doen dat met water. Wat zeschrijven kun je dus niet lezen. Dat waseen manier om te zeggen dat we kunnenblijven schrijven maar eigenlijk is hetvluchtig en ze worden toch doodgescho-ten. Maar uit elke dood komt er opnieuwleven.’‘Via mijn voorstellingen probeer ik dusdingen die ik niet kan begrijpen te verwer-ken. Ik begrijp woede, misverstanden, hetfeit dat mensen elkaar niet begrijpen,maar mijn houding is er een van: ik gaweg. Als heel de straat hier zou zeggen:‘Die jongen moet weg’, ja, dan ben ik weg.Andere mensen zullen zeggen: ‘Ja maar,wij hebben het recht hier te zijn’ en diehebben evenzeer gelijk. Ik besef dat demenselijke strijd gewoon menselijk is.Mijn attitude is een beetje als die van eenmonnik. Ik zal een territorium verdedigen,maar ik durf dat territorium ook te ver-plaatsen.’‘Ik heb met kunst een paar dingen kun-nen verwezenlijken voor mezelf en vooreen zekere kring rondom mij. Ik ben nu37. Ik ben emotioneel en spiritueel op eenheel andere plek, maar ik heb ook eentempel gebouwd om mezelf te bescher-men. Ik heb die tempel nodig en ik denkdat dat voor iedereen op zijn of haarmanier geldt.’Q

51

zijn middelbaar school ging studeren. Erwas een sfeer van competitie en een levens-stijl van drinken en fuiven die hem nietbeviel. ‘Ik voelde me daar ellendig’, verteltde choreograaf. ‘Ik voelde me ook niet wel-kom, want het eerste wat wij als nieuwestudenten te horen kregen was dat we hetniet zouden halen. En dat accepteerde ikniet’, zegt Cherkaoui. ‘Ik heb verlangennodig, want als ik het gevoel heb dat ik nietgewild of niet welkom ben, ja, dan ben ik

weg.’ En dat is ook wat hij deed. Terwijl hijaan het HIVT studeerde, volgde hij ookdansles. Het jaar nadien schakelde hij overnaar een volwaardige dansopleiding. ‘In dekunst is er verlangen, er is een publiek datnaar je toekomt. En als er verlangen is, danheb ik heel veel te bieden. Maar als er geenverlangen is, dan heb ik niets te bieden’,zegt hij.

gelukSidi Larbi Cherkaoui begon als danser in varietévoorstellingen en televisiepro-gramma’s. In Brussel studeerde hij aanP.A.R.T.S., de dansschool van Anne Tere -sa de Keersmaeker, en in 1995 won hij deprijs voor de beste Belgische danssolo.Sidi Larbi Cherkaoui’s professionele dans-leven begint in 1999. Sindsdien stapelende successen zich op. Maar dat schrijft dechoreograaf meer toe aan geluk dan aanuitzonderlijk talent.‘Ik heb het geluk dat mensen zich herken-nen in wat ik maak. Dat komt misschienomdat ik verschillende identiteiten heb. Eris altijd een deel in mij dat toegankelijk isvoor iemand, omdat het op een bepaaldemanier wiskundig is of omdat er een zeke-re mystiek in zit of omdat het over culture-le kwesties gaat waarin men zich kan vin-

den of omdat het een zeker entertain-mentgehalte heeft. Het is niet hermetisch.Ik kom ook van de variété en ik weet hoeeen voorstelling kan blijven boeien. En hetis altijd een oefening om een balans tevinden tussen iets dat blijft aanspreken eniets dat een bepaalde inhoud en diepteheeft.’Sidi Larbi: letterlijk vertaald betekent dat“Mijnheer de Arabier”. Cherkaoui: hij dieuit het oosten komt. Eastman is ook de

naam van het gezelschap dat hij in 2012heeft opgericht. ‘Ik hou van de paradox’,zegt Cherkaoui. ‘Van zo blank te zijn enzo Vlaams te klinken en dan toch “deArabier” te heten. Het is niet eenvoudigom die onmogelijke combinaties te beli-chamen en ik ben daar trots op.’Elke samenwerking is een culturele uit-wisseling, ondervindt Cherkaoui. Dat waszijn ervaring met onder anderen de Brits-Bengaalse danser Akram Khan, met wiehij Zero Degree (2010) maakte, en met fla-mencodanseres Maria Pagès, met wie hijDunas (2009) heeft gecreëerd. Met elkepersoon is er iets gemeenschappelijksmaar ook iets verschillends. Akram Khanis ook een moslim, maar in zijn omgevingwordt dans geaccepteerd. Hij heeft ooknog sterke banden met zijn familie, terwijlhet bij Cherkaoui een strijd was om dedans in te gaan en hij daardoor bandenmet de familie heeft moeten doorknippen.Met Maria Pagès deelt hij Moorse roots.In de voorstelling komen ze naar elkaartoe, maar gaan ze ook weer van elkaarweg. En dat vindt de choreograaf interes-sant. ‘Er is een moment van ontmoetingen een moment van scheiding. Er is degelijkenis en het verschil en dat is nor-maal’, zegt hij.

PORTRETm e n s e n & v e r h a l e n

50 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

‘Het probleem met begrijpen is dat we denken alles te kunnen begrijpen. Er is zoveel dat we niet van elkaar kunnen begrijpen en dat is normaal.’

©Ko

en B

roos

Sidi Larbi Cherkaoui is een van de vaste columnisten van de MO.be-serie Meningen op Maandag. Zijn onderwerpen variëren van tango over de terugkeer van Brabo naar Antwerpen tot suiker en homofoob geweld.

Page 24: MO*magazine 105

MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Moord in Burundi

53

ESSAYt e n d e n s e n

52

Koning Boudewijn op de bres voor de christendemocraten

De Belgische residentgetuigt postuum

over de moord opLouis Rwagasore, “de Burundese

Lumumba”. Wat was de rol die België daaringespeeld heeft?

door Guy Poppe

Klaa

s Ve

rpla

ncke

MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Een merkwaardige brief schrijft de kabinets-chef van Boudewijn, André Molitor, op 26juni 1962 aan Spaaks kabinetschef, RobertRothschild. Hij bevat als bijlage een anoniemdocument van tien bladzijden. Daarin maaktde goed ingevoerde auteur gewag van de ver-gadering waarop resident Regnier tegenoverhoge voogdijambtenaren open en bloot dewoorden ‘Il faut tuer Rwagasore’ uitspreekt.Vijf dagen later, op 1 juli, wordt Burundionafhankelijk en de koning weet dat SpaakRwagasore’s moordenaar voor die dagterechtgesteld wil zien. Boudewijn wil deminister overtuigen om Kageorgis gratie teverlenen en zijn doodstraf om te zetten inlevenslang. Vorige pogingen zijn op niets uit-gedraaid. Als ultieme redmiddel schrikt dekoning er niet voor terug om Spaak eennaamloos rapport te bezorgen dat België flinkin zijn hemd zet. Hij haalt alles uit de kast,met name een vernietigende uitspraak van deresident, de hoogste instantie in dat voogdij-gebied. Alsof Boudewijn Spaak eraan wil her-inneren dat België verantwoordelijkheiddraagt voor de moord op Rwagasore en hetniet aangaat dat alleen de man die de trekkeroverhaalde moet hangen.

� Op 13 oktober 1961 vermoordt de Griek JeanKageorgis de Burundese eerste minister LouisRwagasore, zoon van mwami Mwam butsa, koningvan Burundi. Prins Rwagasore heeft met zijn partijUprona enkele weken daarvoor de verkiezingengewonnen. Op basis van het archief van Buiten -landse Zaken kwam Guy Poppe in 2011 in zijnboek De moord op Rwagasore, de BurundeseLumumba al tot de vaststelling dat er een onder deradar gebleven Belgische betrokkenheid is bij diemoord. Belangrijk is een document dat koningBoudewijn minister van Buitenlandse Zaken Spaaktoestuurt. Daarin staat dat de toenmalige residentvan Burundi, Roberto Regnier, op 21 september, op een vergadering drie dagen na de verkiezingen,ronduit stelt dat Rwagasore dood moet, ‘il faut tuerRwagasore’.Aan Belgische kant is een officiële reactie op die ont-hullingen tot dusver uitgebleven. Op die Belgischeconnectie gaat MO* verder in. Guy Poppe boortbronnen aan uit het archief van wijlen Regnier endat van Mwambutsa. Ze bevatten aanwijzingen voorde stelling dat Boudewijn de christendemocratie, dieboter op haar hoofd had, uit de wind heeft willen zet-ten. Reden te over om de zaak na meer dan vijftigjaar eindelijk tot de bodem uit te zoeken.

Page 25: MO*magazine 105

daad bij het woord gevoegd heeft. ‘Ilfaut tuer Rwagasore’, de uitspraak ach-tervolgt Regnier.

de christendemocratieroert zichLaten we terugkeren naar de anoniemenota die Boudewijn Spaak toestuurt. Dekoning schaart zich achter een tekst waar-uit elke nuance geweerd is en die Regniersuitspraak dik in de verf zet. Het springt inhet oog dat zijn versie er niet toe doet. Deschrijver van de nota veronachtzaamt ze,hoewel ze minstens gedeeltelijk bekend isaangezien hij op het proces in beroep op degetuigenbank verschenen is. Hij doet geenmoeite heeft om rekening te houden metde context waarin de resident zijn woordengeuit heeft. Dat is evenmin het geval met deraadgevers van Boudewijn. Ze aarzelen nietom, nadat Boudewijn persoonlijk maartevergeefs in zijn pen gekropen is omSpaak over de brug te krijgen, een anoniemstuk in te zetten om Kageorgis’ huid te red-den. Ook al dienen ze Regnier als zondebokte offeren. De moordenaar moet en zal gra-tie krijgen. Wat is er hier aan de hand?Eerst en vooral dit. In mijn boek heb ik aangetoond dat voormalig resident RobertScheyven de auteur is van het document.Hij is een telg van een in de christendemo-cratie gepokte en gemazelde familie, waaruitook zijn neef Raymond spruit. Die was in deregering-Eyskens tot in 1960minister, belastmet de economische en financiële zakenvan Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi.Toen was de nog unitaire ChristelijkeVolkspartij verreweg de grootste politiekeformatie, met tentakels in alle geledingenvan de maatschappij en aan het Hof.Ook Ntidendereza, het brein achter hetcomplot, is een christendemocraat. Hij isde leider van de Parti Démocrate Chrétien,zusterpartij van de CVP. Tot de verkiezings-nederlaag van september 1961 draagt zemet de rond haar gebouwde alliantie vanhet Front Commun de Burundese regering.Zijn broer, Joseph Biroli, een van de anderesamenzweerders tegen Rwagasore, is net

als hij een topfiguurbinnen deBurundesechristendemo-cratie.

Het gerechtelijke dossierbevat meer signalen die opbetrokkenheid van christen-democratische politici wijzen.In een gedetailleerd schrifte-lijk getuigenis refereert

Rwagasore’s partner in zaken en politiek,Max Vanderslyen, aan voogdijambtenaren,een bank én een hooggeplaatst Belgischpoliticus als steunpilaren en geldschietersvan Ntidendereza’s PDC. Tot enkele dagenvoor de moord zijn er grote sommengetransfereerd, schrijft Vanderslyen. Maarman en paard noemt hij niet als hij eenchristendemocratisch politicus op de korrelneemt. Wie zijn verklaring goed leest,begrijpt dat hij iemand met status in deBelgische christendemocratie op het oogheeft, die in de aanloop naar de onafhanke-lijkheid van de kolonie en de voogdijgebie-den belangstelling had voor Centraal-Afrika,hetzij vanuit zijn functie of vanwege fami-liebanden. Vanderslyen is een dubieuzefiguur, dat klopt, maar dat er aan zijn getui-genis geen vervolg gegeven is, is de zoveel-ste lacune in het onderzoek.Er zijn met andere woorden aanwijzingente over voor de hypothese dat de christende-mocratie Boudewijn voor haar kar gespan-nen heeft, omdat ze nu eenmaal stevigeredenen had om potjes gedekt te houden.Dat ze in haar slotoffensief Regniers “bou-tade” zonder blikken of blozen uitspeelt,bevestigt die thesis.

pleidooi voor een nieuwe“commissie-Lumumba”100 procent zekerheid kan ik niet bieden.In de eerste plaats vanwege de tekortkomin-gen in het gerechtelijke onderzoek en ookomdat niet alle documenten die licht kun-nen werpen op de zaak opgedoken zijn.Toch kan ik, dankzij de analyse vanRegniers notities en de aanvullende bron-

nen, mijn inzichten verfijnen. De stekendie het parket heeft laten vallen, hebbenzeker de betrokkenheid van de voogdijover-heid verdoezeld, dat wisten we al. We zijner nu ook zeker van dat ze voorkomen heb-ben dat de christendemocratie in haarhemd kwam te staan. Door haar manoeu-vres op het politieke schaakspel kwamBoudewijn aan zet. Of hij meer dan eenpion was in haar handen is niet op temaken. Wel valt op hoe verbeten hij zichvan zijn taak kwijt.Om volledig zicht te krijgen op de zaakmoeten tot dusver niet ontsloten documen-ten, zoals de pv’s van de ondervragingenvan juni 1962, vrij worden gegeven.Daarnaast moeten nog levende betrokke-nen, zoals procureur Bourguignon enEtienne Davignon, de rechterhand vanSpaak in het dossier-Burundi, onder edegetuigenis afleggen. De voor de hand lig-gende werkwijze is een parlementair onder-zoek, naar het model van de commissie-Lumumba. Hoog tijd om tot de oprichtingervan over te gaan. De enquête die deKamer begin van de eeuw gevoerd heeftnaar de rol van België in de moord opCongo’s eerste premier heeft eens en voor-goed duidelijkheid geschapen. De Congo -lezen zijn nu op de hoogte van wat er zichop 17 januari 1961 in Katanga afgespeeldheeft, wat de voorgeschiedenis is en welkeverantwoordelijkheid België daarin draagt.De Burundezen hebben recht op soortgelij-ke informatie over wat er op 13 oktober vandatzelfde jaar in Bujumbura gebeurd is.Ik pleit er ook voor dat de waarheidscom-missie in Burundi een ruimere periodebestrijkt dan wat het in het parlement inge-diende wetsontwerp aangeeft. De onder-zoeksperiode heeft 1 juli 1962 als beginda-tum, de dag van Burundi’s onafhankelijk-heid. Op die manier blijft de commissieverstoken van de mogelijkheid om demoord op eerste minister Louis Rwagasoreonder de loep te nemen. Dat zou eengemiste kans zijn.

1 Gedetailleerde informatie over de notities van Regnieren de andere bronnen is te vinden op www.MO.be.

Q

55MOQ • juni 2013 • www.mo.be54 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

� lacunesUit het gerechtelijke dossier in de zaak-Rwagasore blijkt dat het parket in Bujum -bura Regnier nooit ondervraagd heeft. De resident-generaal voor Ruanda-Urundi,Harroy, evenmin. Ook al heeft 48 uur na de moord, meteen na zijn aanhouding, eenvan de samenzweerders een verklaringafgelegd waarin hij op diens mogelijkebetrokkenheid wijst. Pas op het proces inberoep in april 1962 komt het tussen eenkroongetuige, Madame Belva, en Regniertot een confrontatie. De rechtbank bestem-pelt zijn uitlatingen als lichtzinnige bouta-des en neemt ze als verzachtende omstan-digheid in aanmerking. Daarmee is de kousaf. De moordenaar, zijn medeplichtigen ende overige samenzweerders zijn gevat engestraft. Sporen die op Belgische betrokken-heid wijzen, laat het gerecht blauwblauw.De lacunes in het onderzoek lieten me inmijn boek besluiten: ‘Je kunt er niet aanvoorbij dat de Burundese justitie, op datmoment volledig in Belgische handen, alleswat Belgen impliceert, het doet er niet toeof ze in het moederland dan wel in Burundiactief zijn, zorgvuldig toedekt. En er zijn teveel aanwijzingen om er zomaar vanuit tegaan dat al die sporen nergens naartoegeleid zouden hebben.’Ik heb nu de hand kunnen leggen op stuk-ken die de rol van de Belgische voogdijover-heid in de affaire-Rwagasore belichten,meer bepaald die van Regnier. In zijnarchief vinden we drie documenten van zijnhand. Het eerste dateert van 20 april 1962.Hij komt daarin terug op zijn getuigenisvoor het hof van beroep twee dagen tevo-ren, de eerste keer dat hij verplicht was omopenlijk zijn uitspraken van vlak na de ver-kiezingen toe te lichten. Het tweede docu-ment dateert van 2 juli, enkele dagen nadathet parket in Brussel hem ondervraagdheeft. Die verhoren vinden op de dag vanKageorgis’ executie plaats én de dag ervoor,anders gezegd: zo laat dat ze geen effectmeer hebben. De processen-verbaal zijn totnu toe niet vrijgegeven. Minstens 25jaar nade gebeurtenissen heeft Regnier bovendien

ongedateerde notities gemaakt. Ze kunnenten vroegste in 1987 geschreven zijn, wanthij citeert de memoires van Harroy overBurundi, die in dat jaar gepubliceerd zijn.Met die documenten beschikken we overhet postume getuigenis van de resident.Daarnaast heb ik informatie opgedolven uithet archief van Mwambutsa, nota bene ver-slagen over Regniers getuigenis voor hethof van beroep, en heb ik gesproken metgetuigen uit die periode. Ze hebben me bijsommige aspecten van de zaak toelichtinggegeven.1

regniers betoog‘Ik heb de woorden “Il faut tuer Rwagasore”uitgesproken.’ Zo rondt Regnier zijn aante-keningen van 2 juli af. Maar hij schetst ookde context van zijn bewoordingen. Op devergadering van 21 september wil hij metde aanwezigen, allemaal Belgen, uitmakenhoe ze zouden reageren op de voor de voog-dij onverwachte verkiezingsoverwinningvan Rwagasore. De ontreddering is groot.De voogdijoverheid was voor een zege vanRwagasore’s tegenstanders, die ze financi-eel ondersteund had. Regnier wijst op deafschuwelijke faam die Rwagasore genoot.Dat verklaart dat er tijdens de campagneongelukkige opmerkingen gemaakt zijn als‘Dat zou een mooie opruiming zijn’ en ver-gelijkingen als ‘un nouveau Lumumba’.Onvoorzichtige maar onschuldige boutades,noemt hij ze, geuit vóór de verkiezingen ennooit in het bijzijn van Burundezen.Regnier legt de ambtenaren drie scenario’svoor. In een daarvan staat inderdaad het uitde weg ruimen van de prins centraal, nietals een formele opdracht, maar als onder-deel van een oplossing om van Rwagasoreaf te raken, als de vergadering die richtinguit zou gaan. Zelf is de resident er voorstan-der van om zich ten dienste te stellen vande nieuwe regering. Dat scenario wordt ookgekozen.Kortom, hoe groot de weerstand tegenRwagasore voor de verkiezingen ook was enhoe diep de malaise na zijn zege ook zit, devoogdijoverheid maakt op 21 september

haar bocht en aanvaardt de electorale aard-verschuiving. Regnier overtuigt de tegen-standers van de prins ervan om dat ook tedoen. Zijn, zoals hij ze zelf noemt, ‘onvoor-zichtige’ woorden ‘Il faut tuer Rwagasore’,maken deel uit van een afgesloten hoofd-stuk. Regnier draait die bladzijde om.

de enigmatische Savine BelvaDat is zonder de waard gerekend, madameBelva. Ze is de secretaresse van Jean Ntiden -dereza, de belangrijkste opposant van Rwa -gasore, die later in de samenzwering tegenhem aan de touwtjes trekt. Terloops, Belva ismeer dan Ntidendereza’s medewerkster enhaar relatie met hem maakt haar handelwijzebegrijpelijk. Belva brengt Regnier in op -spraak. Op een zondagmiddag eind oktober1961, enkele dagen na de moord, gaat zenaar substituut Jacques Bourguignon toe, diehet onderzoek leidt en daarna in eerste aan-leg als procureur des konings optreedt. Zebrengt hem op de hoogte van Regniers uitla-tingen, maar legt geen officiële verklaring af.Bourguigon praat erover met Regnier, maarook van die ontmoeting zijn er geen notities,laat staan een pv.Op de zitting van het hof van beroep van 18 april komt Belva terug op Regniers uit-spraak. Ze geeft wel aan dat die en petitcomité gevallen is, onder Europeanen. Hetbeweegt de rechters tot mildere vonnissen.Maar dan gooit ze het over een andereboeg, stelt Regnier vast. Belva verzoekt hemom Ntidendereza naar België over te bren-gen om daar zijn straf uit te zitten. Als zenul op het rekest krijgt, kondigt ze hem aandat ze Harroy én Regnier mee in het badtrekt (‘Je mettrai la tutelle dedans’). Tweemaanden later beschuldigt Belva Regnierervan haar en andere ambtenaren een uit-drukkelijk rechterlijk bevel gegeven te heb-ben, dat als een absolute noodzaak te begrij-pen was (‘Elle m’a accusé d’avoir émis uneinjonction formelle, à la cantonade (…) seramenant à un impératif catégorique’: ‘Il fauttuer Rwagasore’). Belva veronderstelt dat diewoorden herhaald zijn, iemand ze opgepikten als een bevel beschouwd heeft en de

ESSAYt e n d e n s e n

Page 26: MO*magazine 105

56 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

1 juniMondiale berichtgeving, realistische beeldvorming?Hoe vaak berichten journalisten over het Zuiden? Hoe

werken ze in den vreemde? Hoe werken de Afrikaanse

journalisten zélf in Afrika? Hoe berichten journalisten

over buitenlandse rampen en internationale conflic-

ten? En vooral, wat weten we daarover uit academisch

onderzoek en klopt dat eigenlijk wel met hoe de jour-

nalisten dat zelf aanvoelen en ervaren, op het terrein

en op de redactie.

Conferentie met onder meer Daniël Biltyereyst(UGent), Colette Braeckman (Le Soir), Philippe DeBoeck (Le Soir), Pol Deltour (VVJ), Béatrice Delvaux(Le Soir), Marie-Soleil Frère (ULB), Alexis Gbansé(OZIRIX Conseils Médias), Gie Goris (MO*), Stijn

Joye (UGent), Arnold Karskens (freelance), PhilippeLamair (ex-RTBF), Bernard Lepla (ex-RTBF), Jean-Claude Nkubito (BBC-Afrique), Guy Poppe (ex-VRT),Katrien Pype (KU Leuven), Luc Rademakers (VRT),Johan Swinnen (ex-ambassadeur in o.m. Kigali en

Kinshasa), Peter Verlinden (KU Leuven en VRT)...

Zaterdag 1 juni, Zaal Christian De Duve, Louizalaan231, Brussel. Organisatie: Koninklijke Academie voor OverzeeseWetenschappen (KAOW). Info en inschrijvingen: www.kaowarsom.be/en/confe-rences

3 juniDe sociale rol van media In het kader van het Millenium Documentary Festival

in Brussel, gaan Taslima Nasreen (Bangladesh, auteur

van onder andere Schaamte), Patrique de SaintExupéry (hoofdredacteur van XXI magazine) en Gie

Goris (MO*) in debat over de sociale rol van media en

over de actuele relatie tussen (nieuwe) media, kunste-

naars en publiek.

Maandag 3 juni, 19.30 uur. Dit debat kan uitsluitendop uitnodiging bijgewoond worden (wie interesseheeft, contacteert [email protected]) en wordt uitgezondenvia de website www.festivalmillenium.org

10 juniDe Stasi in BelgiëKristof Clerix (MO*) deed onderzoek in de Stasi-archieven in

Berlijn en licht de resultaten toe op een studienamiddag van het

Belgian Intelligence Studies Centre over spionage tijdens en na

de Koude Oorlog. Andere sprekers zijn Alain Winants(Staatsveiligheid), Ben de Jong (Uni versiteit Amsterdam) en Dirk

Leestmans (Panorama VRT). Verder is er een tentoonstelling met

artefacten en documenten uit de archieven van de

Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV.

Maandag 10 juni, Zaal Luc-Marc, Veiligheid van de Staat, NorthGate I, Koning Albert II-laan 6, 1000 Brussel. Deelnameprijs: 40euro. Info en inschrijvingen: www.politiestudies.be

16 juniDe geldsector: waar liep het mis enwaar moet het heen? Het jaarlijkse Jenny Walry-gesprek in de Gentse Sint-Baafsabdij

focust ditmaal op de financiële sector. Met onder meer Philippe

Lamberts, (Europarlementslid Ecolo), Herman Verwilst (ex-Fortis), Marc Bontemps (NewB) en Frans Declercq (Triodos).Moderator: John Vandaele (MO*).

Zondag 16 juni, 15u., Sint-Baafsabdij, Voorhoutkaai 43, Gent.Organisatie: Buren van de Abdij.

Info: www.burenvandeabdij.be

17 juniArmoede uitsluitenAansluitend bij de uitreiking van de jaarlijkse Prijs Armoede

Uitsluiten, organiseert Welzijnszorg vzw een debat over de vraag

welke plaats “moeilijke” of vergeten kansengroepen krijgen in

het armoedebeleid. Met onder andere Els Keytsman(Vluchtelingenwerk Vlaanderen), Naima Charkaoui(Minderhedenforum), Pieter-Jan van der Bracht (vzw jeugdclubs,laureaat Prijs Armoede Uitsluiten 2012, o.v.) . Moderator: Gie

Goris (MO*) . Maggie de Block, staatssecretaris voorMaatschappelijke Integratie, doet het slotwoord.

Maandag 17 juni, 14 uur, Bronkstheater, Varkensmarkt 15-17,1000 Brussel. Organisatie: Welzijnszorg vzw. Info en inschrijven: www.welzijnszorg.be

Page 27: MO*magazine 105

08.06 − theaterWACHTEN I WAITING One-Night FestivalToneelhuis, Antwerpen

www.moussem.be

Curator en theatermaker Mokhallad Rasem laat vier internationale theatermakers een blik werpen op het thema wachten. Wat betekent wach-ten voor hen in een onzekere wereld? Wachten beloo� een schi�erende confrontatie te worden …

mokhallad rasemlotte van den bergkristian al droubiyousif abbasgökhan shapolski girginol

za 08.06 – 20:00 bourlaschouwburg, antwerpenza 15.06 & zo 16.06 bitef, belgrado

HOGE RIELENLICHTAART

HET WERELDKAMP BIEDT 6 GEVULDE DAGEN

MET GASTSPREKERS, INLEEFSPELEN, DEBAT,

LIVE OPTREDENS, EEN FUIF, GEZELLIGE EETMOMENTEN, WORKSHOPS, ANIMATIE EN

NOG ZO VEEL MEERtentenka

m p

no ord-zu idthema’s

16 > 25 jaar

SCHRIJF JE IN OP WWW.WERELDKAMP.BE

feest park Minnewaterpark Brugge

gratis toegang

in’t

Wereldkinderdorp

Zuiderse markt

Workshops

Expo’s

Wereldmuziek

RSVP

Kasba

Balcony players

www.feestintpark.be

Organisator: Noord-Zuidraad i.s.m. Noord-Zuiddienst

V.U. Luc Knockaert, Oostmeers 105, 8000 Brugge Tel 050 44 82 44 Ontwerp: Anthony Vanderhaeghe, Kta Brugge

29 juni 2013Eigen drank niet toegelaten

Page 28: MO*magazine 105

Arabische cocktailJef Lambrechts blijft de omwentelin-gen in de Arabische wereld op de voetvolgen. De Arabische Cocktail is danook een nauwkeurig en goed gedocu-menteerd verslag van de opstanden inde verschillende landen. De auteurfocust op de belangrijkste momenten.Hij neemt de lezer mee naar het moe-ras dat Syrië heet. Hij informeert,duidt, analyseert en stelt belangrijkevragen, ook wanneer hij geen ant-woorden heeft. Zo vraagt hij bijvoor-beeld of er opzet zat achter de misluk-king van de missie van de ArabischeLiga in Syrië. En als dat het geval was,wie zat daar achter? Jef Lambrechtsheeft zich nooit optimistisch opge-steld tegenover de Arabische Lente.Het is ook niet voor niets dat hij metDe dood van de kolonel opent. De lentewas al lang gesneuveld en één van desterkste mediataboes, het tonen vaniemand in doodsnood, sneuvelde ook.De ex-VRT-journalist is bijzonder kritisch tegenover de media. De focuswordt voor ons bepaald, want als weniet naar Yemen of Bahrein kijkendan komt dat onder meer omdat degrote internationale netwerken bepa-len waar de focus ligt. Maar trapt deauteur zelf niet in de val waarvoor hijvaak waarschuwt? Als de ArabischeLente niets voor de vrouw bijgebrachtheeft, wie heeft dan beslist dat dieLente voor vrouwenrechten was? Enklopt het wel dat de omwentelingenin Syrië en elders het conflict camou -fleerden tussen sjiieten en soennietenof tussen Semitische Arabieren enIndo-Europese Perzen. Dat zijnstandpunten die een discussie waardzijn maar die niets afdoen aan dekwaliteit van het boek. (sb)

De Arabische Cocktail. Van revolutietot contrarevolutie door Jef Lambrecht isuitgegeven door Van Halewyck. 428blzn. ISBN 9789461311429

Arabisch optimisme Er werd het voorbije jaar veel gepubliceerd naar aanleiding van derevoluties in de Arabische wereld.Met Het Midden-Oosten. The Timesthey are a-changin’ onder redactie vanSami Zemni, wordt er eindelijk ern-stig werk geleverd. Het boek schetstde omwentelingen van de laatstetwee jaar in de Arabische wereld enbehandelt elk land apart. De regio,schrijven Sami Zemni en zijn team,is ondanks gedeelde referentieszoals taal, religie en cultuur, heelcomplex. Politieke veranderingen ineen land leiden niet automatisch totdezelfde resultaten in andere lan-den. De Arabische wereld is ookgeen eiland. Er bestaat een verbandtussen de Arabische revoluties en deeconomische en financiële crisis, entussen deze revoluties en de nieuwevormen van verzet en mobilisatie. Het feit dat verschillende auteursaan het boek meegewerkt hebben, iszeker een pluspunt. Het zijn des-kundigen, vaklui die hun materiegoed kennen. Zij staan stil bij zakenwaar de media vaak aan voorbijgaan. Zo worden er vragen gesteldbij de reële macht die aan Al-Qaedain een land als Jemen wordt toege-dicht, wordt de Marokkaanse uitzon-dering doorprikt en wordt het R2P-concept (Responsability to Protect)–dat aan de basis lag van de inter-ventie in Libië– onder de loep geno-men. Ondanks de moeilijkheden ende dramatische ontwikkelingen insommige landen blijft de algemeneteneur van het boek optimistisch.Mensen blijven betogen en zichpolitiek engageren. De strijd gaatverder. (sb)

Het Midden-Oosten. The times theyare a-changin’ door Sami Zemni (red.)is uitgegeven door Epo. 375blzn. ISBN9789491297410

MO*lezers krijgeneen exclusievekorting van €2,5bij aankoop vanelk gerecenseerdboek in volgendeboekhandels: DeGroene Waterman(Antwerpen), DeReyghere (Brugge)en de Accoboekhandels vanGent, Antwerpenen Leuven. Knipdeze bon uit engeef hem af bijaankoop van hetboek. De kortingis 2 maandengeldig napublicatie van ditMO*nummer (29/05/2013).

Drie zussenIn zijn debuutroman Drie zussen legtBi Feiyu zonder medelijden het reilen en zeilen in het Chinese dorpjeWangjiazhuang bloot en haalt elkgeheim van de dorpelingen naarboven. Na zeven dochters en ontelba-re keren overspel krijgt secretarisWang Lianfang eindelijk een zoon.Vanaf dat moment verwaarloost zijnvrouw al haar taken en moeten dekinderen het zelf zien te redden ineen mannenwereld, waar eer en aan-zien van het allerhoogste belang zijn. Yumi, Yuxiu en Yuyang zoeken alledrie hun eigen manier om iets te bete-kenen. De ene probeert het op slinksewijze, de andere door hard te stude-ren. De stad is hun toekomst en zoverschuift het decor van het boek mee. Feiyu volgt de meisjes overal en duiktin elk huis mee binnen. Geen enkelekeuken of slaapkamer blijft gevrij-waard. Op deze manier weerspiegeltde schrijver de tijdsgeest. Aan het einde kan de lezer zich afvra-gen of Feiyu zijn publiek wilde ont-spannen met een meeslepend verhaalof veeleer de Chinese mentaliteit vande jaren tachtig wilde uiteenzetten.Ondanks de lange gedachtegang vanYumi over haar huwelijk om de eervan de familie te redden, laat Feiyu hetaanvoelen als een normaliteit. Ennauwgezet beschrijft hij wat overspelbetekent in het Chinese dorp en hoede lentewind aanvoelt, zonder dat hetiets uitleggerigs krijgt. De eenvoudigezinnen, vreemde taferelen en ongewo-ne metaforen herinneren de lezer erregelmatig aan dat het boek oorspron-kelijk in het Chinees geschreven is.Niettemin neemt Feiyu de lezer zon-der moeite mee in de nadagen van deGrote Culturele Revolutie. (mp)

Drie zussen door Bi Feiyu is uitgegevendoor De Geus. 414blzn. ISBN9789044520354

Exclusieve kortingvoor MO*lezers

59

recensies

Toevallige geschiedenisTwee jaar geleden verscheen India.Een persoonlijke biografie van 1,2mil-jard mensen van Patrick French. Datboek was eigenlijk een tweede deelvan een groter project waarinFrench de geschiedenis van Indiaprobeert te vertellen op zijn eigen,meeslepende en met talloze detailsgelardeerde manier. Het eerste deel–De vrijheid of de dood– verscheenonlangs in Nederlandse vertaling,en verhaalt de aanloop naar augus-tus 1947. Die maand schrapte Lon-den zijn imperiale aanspraken opIndië en viel het onafhankelijkesubcontinent uiteen in India enPakistan. Pakistan was op datmoment nog een samengesteldland, dat in 1971 verder uiteenviel inPakistan en Bangladesh. French kreeg voor zijn historischeonderzoek toegang tot de archievenvan onder andere de Britse geheimedienst. Het levert uniek materiaalop, maar tegelijk is het perspectiefbehoorlijk Brits gekleurd. Niet datFrench zich op enigerlei manierbezondigt aan laattijdige verdedi-ging van de koloniale inspanning.Maar evenmin blinkt hij uit inempathie voor de strijd van deIndiërs tegen de dubbele overheer-sing –vanwege de Britse kroon ende lokale aristocratie. De geschiede-nis volgens French is een onhandi-ge aaneenschakeling van toevallig-heden, stuntelige leiders en gera-teerde kansen. Dat is nuttig tegengifvoor wie lijdt aan overdreven adora-tie voor Gandhi, Nehru, Jinnah ofgodbetert Churchill. Voor anderenhad iets meer respect voor de ontvoogdingsstrijd misschien welgemogen. (gg)

De vrijheid of de dood door PatrickFrench is uitgegeven door Atlas Contact.Blzn. 560 blzn. ISBN 978 90 4501 669 6

Amartya Sen is Nobelprijswinnaar Economie, maar hij publiceerde ook uit-gebreid over kwesties als ontwikkeling, cultuur, vrijheid en geweld. Hij putvoor zijn onderzoek en zijn visie uit een ongelooflijk brede en diepe kennisvan zowel westerse als Aziatische kennistradities, waardoor hij niet alleeneen van de grootste, levende intellectuelen is, maar ook een 21ste eeuwseversie van homo universalis. Het idee van rechtvaardigheid, onlangs ver-taald in het Nederlands, wordt beschouwd als het magnum opus van Sen.Dat is niet omwille van zijn omvang, maar omwille van het feit dat het boekvele draden uit zijn vroegere werk samenweeft tot een intens wetenschap-pelijk inzicht in rechtvaardigheid, één van de wezenlijke vraagstukken vanmenselijke samenlevingen. Amartya Sen vertrekt onder andere van twee begrippen uit de klassiekeSanskriet-literatuur, niti en nyaya, die allebei rechtvaardigheid betekenen.Niti staat voor de juiste instellingen die noodza-kelijk zijn voor rechtvaardig bestuur, nyaya voorecht ervaren rechtvaardigheid in reële mensen-levens. Sen minimaliseert het belang van instel-lingen niet, maar legt uitdrukkelijk de prioriteitbij concrete en betekenisvolle stappen in derichting die we met zekerheid als rechtvaardigervaren. Een moordende hongersnood voorko-men is voor hem belangrijker dan het formule-ren van een theorie waarin zo’n hongersnoodniet zou kunnen voorkomen.Om onrecht te kennen en dus in staat te zijn aanrechtvaardigheid te werken, hecht Amartya Sengroot belang aan een aantal essentiële vrijhe-den, waaronder de vrijheid van organisatie,meningsuiting en pers. Het belang van correcteen kritische informatie illustreert hij met deafwezigheid ervan in de hongersnood in Bengalen in 1943 (onder Britskoloniaal bestuur) en in China in 1958-61 (de Grote Sprong Voorwaarts).Onder informatie verstaat hij op de eerste plaats rationele, verifieerbaregegevens, maar hij pleit ook uitdrukkelijk voor het ernstig nemen van deemoties die onrecht bij de slachtoffers teweegbrengt. Woede en verzet zijnook informatie.Amartya Sen is de schok van de confrontatie met ontoelaatbare ongelijk-heid en onrechtvaardigheid in zijn jeugd nooit te bvoven gekomen. Daar-om blijft hij een bewogen wetenschapper, die een impact op de wereldnastreeft. Het idee van rechtvaardigheid is dan ook een academisch boekin de beste traditie: de stellingen worden rigoureus geargumenteerd, dedensiteit van inzichten is groot, terwijl het geheel toegankelijk blijft vooreen geïnteresseerde leek. Het is in Nederlandse vertaling ook echt eenmooi boek. (gg)

Het idee van rechtvaardigheid door Amartya Sen is uitgegeven door Lemniscaat.486 blzn. ISBN 978 90 477 0463 8

Reëel bestaande rechtvaardigheid

58 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Page 29: MO*magazine 105

ANTI-KOLONIALE BRILMet The Colonial Signs of International Relations schrijftHimadeep Muppidi, professor Internationale Studies aanhet Vassar College in New York, een opmerkelijk boek.Hoewel hij op nauwelijks 139bladzijden een frontale aanvalop de hedendaagse studie van internationale betrekkingenbij elkaar pent, is zijn relaas op geen enkel moment droog ofafstandelijk. Integendeel. Muppidi rijgt allerhande actuelevoorbeelden aan elkaar om zijn verontwaardiging tastbaaren bespreekbaar te maken: de politiemoord op de Braziliaanin de Londense metro; de ontelbare gezichtloze doden inIrak en Afghanistan; de schoen die in Irak naar het hoofdvan Bush werd geslingerd; de Antwerpse zoo en Kuifje inCongo… Muppidi wijst op de twee maten en gewichtenwanneer we internationale gebeur-tenissen vertellen of verzwijgen.Die vertelstijl vergelijkt hij met eenzoo waar je de dieren hebt waar-over gesproken wordt en zoo-hou-ders die de vertelling sturen enorganiseren. Muppidi wijst er opdat deze gang van zaken de koloni-ale machtsverhoudingen enextreem menselijk lijden in standhoudt. Muppidi chargeert metkrachtige stem tegen de bestaandemachtsstructuren maar stopt erook een oproep voor zichzelf en ons, de nieuwsconsumen-ten, in. Niet op een arrogante, alleswetende manier, maarhortend en stotend, met vertwijfeling en bedachtzaamheid–die een element van eerlijkheid en bescheidenheid door-heen het boek weven. The Colonial Signs is een aanradervoor iedereen die met een andere bril naar internationalegebeurtenissen wil kijken. Een bril die meer doet danonrecht aanklagen, maar ook suggereert waar we naar deoplossingen moeten zoeken. Een zeldzame parel in de stu-die van internationale betrekkingen. (or)

The Colonial Signs of International Relations door Himadeep

Muppidi is uitgegeven door Hurst & Company. 193blzn.

ISBN9781849040150

OUDE KAARTEN EN TOEKOMSTIGECONFLICTEN‘Ook al zijn we in staat om satellieten naar de uiteinden van onssterrenstelsel te sturen, en ook al klopt het dat de financiële mark-ten en cyberspace geen grenzen kennen, toch blijft ook vandaagde Hindoekoesj een onvoorstelbare scheidsmuur.’ Met die stel-ling sluit Robert Kaplan de inleiding op zijn jongste boek af. Wie,zoals Kaplan, wel eens van Peshawar in Pakistan naar Afghani-stan gereden is of over de door erosie diep geaderde bergen vande Hindoekoesj gevlogen is, weet dat hij gelijk heeft: de wereld isniet plat, ook niet in de globaliseringsbetekenis die de Ameri-kaanse auteur Friedman aan die uitdrukking gaf.Kaplan vertrekt weliswaar van de stelling dat geografie geen nood-lot is, met het boek betoogt hij toch vooral dat de invloed van het

landschap op de geschiedenis –en dusook op toekomstige conflicten– veel gro-ter is dan algemeen aangenomen wordt.De auteur neemt je mee op zijn reizendoor Iraaks Koerdistan, de RoemeenseKarpaten, de Euraziatische steppes, dewoestijnen van Egypte en Irak. Hij wil dekijk van de lezer op de wereld waarin dieleeft aarden in de specifieke karakteristie-ken van het terrein, door er traag over-heen te reizen. Je hoeft het niet eens tezijn met de vele conclusies die hij trekt,The Revenge of Geography bewijst in elk

geval dat investeren in jarenlange reisjournalistiek meer oplevertdan de snelle copy-pastejournalistiek van op internetbudgettenwerkende redacties. Het levert geur en kleur op, verrassende vra-gen en eigenzinninge inzichten. Soms leest het boek niet alleen als de wraak van de geografie opde globaliseringsideologie, maar ook als het gelijk van een waar-nemer die het verleden voorspelt. Hoe geloofwaardig is de stel-ling dat de bloedige tegenstellingen in Irak vandaag in wezen uit-drukking zijn van het feit dat Mesopotamië onder het Ottomaan-se rijk al de zwakst bestuurde regio was? Hoe relevant is de vast-stelling dat Sidi Bouzid, het dorp waar de Tunesische opstand in2010 begon, net voorbij de buitengrens van het Romeinse rijkligt, een grens die in het zand getrokken werd in 202 voor Chris-tus? Ik heb daar twijfels bij, maar de vraagstelling zelf en debeschrijving ervan in Kaplans boek, zijn onweerstaanbaar. (gg)

The Revenge of Geography door Robert D. Kaplan is uitgegeven door

Random House. 403blzn. ISBN 978-1-4000-6983-5

Anderstaligeboeken

60 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

Page 30: MO*magazine 105

haal tijdens verschillende activiteiten. Opverschillende locaties in Vlaanderen.Info: www.bioweek.be

11 juniGrote Prijs ToekomstigeGeneratiesDe Stichting voor ToekomstigeGeneraties organiseert de 7de editie vande Grote Prijs voor Toekomstige Generaties.Op de uitreiking wordt bekendgemaaktwie van de 11 finalisten de laureaat van2013 wordt. 18u., KVS, Arduinkaai 7, Brussel.Info en inschrijvingen: www.gp-toekomstige-generaties.be

INFORMATIEF4 juniDe Coöperatie NewBAnders bankieren kan: een coöperatieve,ethische en duurzame bank opstarten.Dat is de ambitie van vijftig organisatiesen een tiental banken. Maar wat zijn dat,coöperaties? Welke plaats bekleden zij inonze economie? En in die van zuidelijkelanden?20u.30, De Roma, Turnhoutsebaan286, Borgerhout.Info en tickets: www.deroma.be

5 juniDe mythe van de groene economieHet boek De mythe van de groene econo-mie ontrafelt de mythe van de groeneeconomie in al haar dimensies: vanemissiehandel tot duurzaam consume-ren, van bevolkingscontrole tot technolo-gisch optimisme. Maar het tekent ookeen aantal krachtlijnen uit voor een alter-natief. 20u.00, CC Het Bolwerk, Bolwerkstraat17, 1800 Vilvoorde.Info en tickets: www.hetbolwerk.be

6 juniAfrika fietsavondGesprek met twee fietsactivisten uitAfrika. Een verhaal over mobiliteit, duur-zame ontwikkeling, engagement en pas-sie. Wat kunnen wij leren van hen overde situatie van de fiets in Brussel?19u.30, ViaVia Travellers Café,Micromarché, Steenkoolkaai 9, Brussel.Gratis Toegang. Info: www.cactus-co.be

22 juniTEDxGhent 2013Vanuit de gedachte dat ideeën delen demoeite waard is, komt de derde editievan TEDxGhent eraan. TEDTalks-video’sen live sprekers worden afgewisseld omdiepgaande discussies met het publiekuit te lokken. 9u.30-18u., De Bijloke, JozefKluyskensstraat 2, Gent.Info en tickets: www.tedxghent.be

CULTUUR8 juniWachtenHoe kijken een Arabische, Servische,Vlaamse en een Nederlandse theaterma-ker naar de toestand in de wereld? Watbetekent wachten? Mokhallad Rasemvraagt vier theatermakers met diverseachtergronden een hedendaagse blik tewerpen op Waiting for Godot van Beckett. 20u.00, Bourlaschouwburg,Komedieplaats 18, Antwerpen.Info en tickets: www.toneelhuis.be

14 juniLow Man Impact ShowLow Impact Man alias Steven Vromanwerd bekend door de gelijknamigeCanvasreeks. Zijn strijd: onze ecologi-sche voetafdruk verkleinen. 19u.30, den Ichter, Kapelstraat 16,Opglabbeek.Info en tickets: [email protected]

15 en 16 juniWach AufAls reactie op de financiële en politiekecrisis trokken de Noorse artieste MajaRatkja en het muziekensemble Poing de straten van Olso op. Het resultaat isWach auf: socialistische traditionals eneigenzinnige versies van klassiekers. 20u., Kunstencentrum Vooruit vzw,Sint-Pietersnieuwstraat 23, Gent.Info en tickets: www.vooruit.be

23 juniTimbila TracksEen audiovisuele lappendeken van tradi-tionele muziek en nieuwe compositiesuit Mozambique op basis van een ritmi-sche montage van video-opnames. 20u.15, Pianofabriek, Fortstraat 35, Sint-Gillis (Brussel).Info en tickets: www.pianofabriek.be

De Stichting voor Toekomstige Generaties reiktelk jaar een Grote Prijs uit, waarmee de stichtinginitiatieven wil belonen die op een vernieuwendeen effectieve manier bijdragen tot een duurzamesamenleving. Enkele Waalse provincies starttenintussen ook hun Provinciale prijs. De winnaar(bekend op 11 juni) zal in een uitgebreid inter-view op MO.be verschijnen.

In het Zuiden zijn coöperaties al langer een vande traditionele ontwikkelingsinstrumenten. Maarook bij ons zet de crisis mensen kennelijk aanom er samen iets aan te doen. In België is sindsde goede start van het NewB-project rond deoprichting van een nieuwe coöperatieve bankhaast sprake van een hype. In Duitsland werdenvorig jaar liefst 150 energiecoöperaties opge-richt. Peter Bosmans van Febecoop en MarcBontemps van NewB geven tekst en uitleg.

Timbila Tracks

63MOQ • juni 2013 • www.mo.be

FESTIVALS31mei t/m 9 juniMillenium FilmfestivalInternationaal filmfestival met onafhan-kelijke documentaires die het publiekconfronteren met deMillenniumdoelstellingen. Aanvullendmasterclasses, debatten en lezingen.Films in het Frans en Engels. Op ver-schillende locaties in Brussel.Info en tickets: www.festivalmillenium.org

15 en 16 juniZaradi TebeEcologisch cultuurfestival met een mixvan poëzie, beeldende kunst, straatthea-ter, circus, stand-up en muziekoptre-dens.12u.00 tot 22u.00, Pierkenspark,Haspelstraat 38, 9000 GentInfo en tickets: www.zaraditebe.com

22 juniBorgerRioDe Turnhoutsebaan wordt verkeersvrijgemaakt en toont haar rijkdom. Kuier opde BorgerRio-markt met kraampjes,infostands, muziek en andere artistiekeacts.14u-20u., De Roma, Turnhoutsebaan286, Borgerhout.Gratis toegang, info op www.borgerrio.be

28-30 juniCouleur CaféMet onder meer CeeLo Green, CodyChessnuut, Birdy Nam Nam en Féfé.Festivalterrein Tour&Taxis, Picardstraat3, 1000 Brussel.Info en tickets: www.couleurcafe.be

28-30 juniAfro-Latino FestivalHet Afro-Latino Festival biedt elk jaareen vernieuwend, exclusief en toonaan-gevend programma van internationaleen gerenommeerde artiesten uit Afrika,Latijns-Amerika, de Caraïben en Zuid-Europa. Met onder meer FatoumataDiawara, Flavia Coelho, Jamaram,Katchafire en Jungle by Night.Festivalterrein Bree, Bergstraat 19, Bree.Info en tickets: www.afro-latino.be

29 juniFeest in ‘t ParkHet gratis mondiaal familiefestival in hetMinnewaterpark laat je genieten vanworkshops, een kleurrijke Zuidersemarkt, kinderanimatie, expo, muziek endans uit alle windstreken.Feest in ’t Park, Oostmeers 105, 8000Brugge.Info: www.feestintpark.be

EVENEMENTEN1 juniRepair Café Iets kapot? Een knuffel, mixer, jeans-broek of stoel? Breng het naar het RepairCafé. Materiaal en gereedschap zijn aan-wezig en deskundigen helpen u bij hetrepareren. 13u.00-16u.00 Ecohuis Antwerpen,Turnhoutsebaan 138, Borgerhout.Info: www.repaircafe.be

1-9 juniBioweekDeze editie staat in het teken van ont-moetingen met bio-ondernemers zelf.Waarom? Omdat zij het beste wetenwaarom bio werkt. Je ontdekt hun ver-

* 10 duotickets voor de avant-première van The Attack op 4 juni in Cinema Sphinx in Gent.* 5 duotickets voor de theatervoorstelling Wachten van Mokhallad Rasem op 8 juni in het

Toneelhuis in Antwerpen.* 5 duopassen (= 10 films) voor het Millenium Filmfestival van 31 mei tot 9 juni in Brussel.* 5 duotickets voor Timbila Tracks op 23 juni in de Pianofabriek in Brussel.

MO trakteert

agenda

62 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

© R

V

Voor menig liefhebber van swingende heupenis er geen mooiere manier om de zomer in te zetten dan een weekend chillen op het Afro-Latino Festival in Bree. Op de afficheonder meer Prince Royce, het nieuwe latinogodenkind. Hij komt voor de eerste keer naarBelgië voor een exclusief Benelux-concert. Ook bijzonder is dat het festival al voor devierde keer op rij CO2-neutraal zal zijn.

© R

V

Wil je kans maken op deze prijzen, doe danmee op www.MO.be/wedstrijd.

Page 31: MO*magazine 105

64 MOQ • juni 2013 • www.mo.be 65

� De burgeroorlog in Syrië schreeuwt om een oplossing,maar niet iedereen is ervan overtuigd dat een militaire inter-ventie soelaas brengt. De toestand in Libië na de interventiegeldt vaak als waarschuwing. Onterecht, vinden de Libiërszelf. De voortdurende stroom negatieve berichten vanuitLibië geeft de indruk dat het land op het punt staat uiteen tevallen. Zowel de Republikeinen in de VS als het Kremlinhebben belang bij dat verhaal. De eersten proberen politiekemunt te slaan uit de dood van ambassadeur Chris Stevens inBenghazi, terwijl de Russen er alle belang bij hebben deindruk te wekken dat alle problemen in Libië veroorzaaktzijn door de Navo-bombardementen. Zo proberen ze vooriedereen duidelijk te maken dat indien in Syrië geïnterveni-eerd wordt, die problemen zich zullen herhalen.

Inderdaad, er zijn problemen in Libië. De aanval op deAmerikaanse ambassade in september 2012, de aanslag opde Franse ambassade vorige maand, de aanval op de minis-teries van Justitie en Buitenlandse Zaken door gewapendemilities –om er maar enkele te noemen. Toch geldt de inter-ventie in Libië nog steeds als een succes. Mensen hebbenover het algemeen een gevoel van vrijheid en controle overhun eigen leven. Bovendien zijn er –minder dan twee jaarna de dood van Khaddafi– vrije en eerlijke verkiezingengehouden. De regering die op basis daarvan gevormd werd,heeft het niet makkelijk om haar wil en wet op te leggen.Toch wordt haar autoriteit en legitimiteit door de overgrote

Libië: ruwe democrati-sering na de interventie

door Michel Cousins

MOQ maakt de globalisering ervaarbaar, begrijpbaar en hanteerbaar.

ContactVlasfabriekstraat 11 - 1060 BrusselTel. 02.536 19 77 - [email protected] - www.MO.be

HoofdredacteurGie GorisRedactieSamira Bendadi, Kristof Clerix, Tine Danckaers, Alma De Walsche, Olivia Rutazibwa en John VandaeleEindredactieKristof Clerix en Herman JacobsWebredactieMaarten Lambrechts en Kilian De JagerStagiairsSofie Coen, Manon Pauwels, Nana Van de Poel en Steffi VermeireAan dit nummer werkten mee:Guy Poppe, Jonathan Franklin, Morten Andersen, Jörg Böthling,Klaus Sieg, Benjamin Tollet, Malvina Poelvoorde, Yvo Flachet,Michel Cousins en Bie VancraeynestCreatie en vormgeving Chris Defossez en Inge D’haenKaarten en grafieken Dirk Billen en Maarten LambrechtsIllustratieKlaas Verplancke, LectrrCoverontwerpDarwin / beeld: Brecht GorisDrukRoularta PrintingMarketing, communicatie en agendaJan BuelinckxreclameregieADeMAR - www.ademaronline.com - 03 448 07 57AdministratieJan VanhuysseAfgevaardigd bestuurderJan LamersVerantwoordelijke uitgever Frank BekeISSN 1379-5619

• MO* is een uitgave van Roularta Publishing NV in opdracht vanWereldmediahuis vzw. De leden van Wereldmediahuis zijn 11.11.11, Broederlijk Delen, FOS, Oxfam Wereldwinkels, Plan België,Stichting Liedts, Trias, Vredeseilanden en Wereldsolidariteit. • MO* is aangesloten bij CeLT vzw, de vereniging van Culturele en Literaire Tijdschriften, www.detijdschriften.be.• MO* krijgt de steun van de Belgische Ontwikkelings samenwerking en de Vlaamse regering. Overname van artikels is toe gestaan mits bron-ver melding en toestemming van de hoofdredacteur.

Abonnementen MO*Postbus 360 - 8800 RoeselareTel 078 35 33 13 - Fax 078 35 33 [email protected](voor inschrijving, wijziging of info over uw abonnement)PrijsJaarabonnement België: 36 euro.Jaarabonnement buitenland: vraag inlichtingen.BetalingOfwel gewoon uw naam en adres opgeven en wachten op ons bericht.Ofwel rechtstreeks op rekeningnummer IBAN: BE57 4721 0111 8135 enBIC: KREDBEBB met vermelding van het exacte afleveradres.Ofwel door opgave van nummer en vervaldag van uw kredietkaart(American Express, Diners, Eurocard, Visa).

colofon

MOQ • juni 2013 • www.mo.be

meerderheid van de Libiërs erkend. Het negatieve beeld van Libië in de buitenlandse pers

klopt niet met de bruisende werkelijkheid op het terrein.Nieuwe winkels en cafés worden dagelijks geopend, en zedoen allemaal heel goede zaken. Er lopen zoveel mensen opstraat in Tripoli dat niet onveiligheid maar verkeersopstoppin-gen er het grootste probleem vormen. De vrijheid die Libiëverworven heeft, krijgt vandaag het karakter van een soort vrij-heidsextremisme. Mensen lappen zelfs de verkeersregels enhet optreden van de politie aan hun laars. Na vier decenniavan dictatuur, waarin alleen de stem van één man zijn familietoegestaan was, is het nu een land waar elke stem telt, alle zesmiljoen. Met als gevolg dat individuele of groepsbelangenzwaarder wegen dan de visie van de regering of het parlement.Bovenop die extreme vrijheid komt extreem ongeduld, met deblijvende werkloosheid, de lamentabele toestand van dewegen, het gebrek aan water en elektriciteit, de slechtegezondheidszorg... Het gevolg is dat demonstraties vaak ont-aarden in gewapende bestormingen van overheidsgebouwen.Dat is allemaal deel van het –toegegeven, nogal ruwe– demo-cratiseringsproces in Libië.

De meerderheid van de Libiërs ziet de democratie als eendierbare prijs die ze veroverd hebben met het bloed van derevolutie, en met de hulp van de Franse, Britse enAmerikaanse interventie. Wie uit die landen afkomstig is,krijgt nog altijd vaak zijn taxirit of koffie op café gratis.Niemand in Libië wil vandaag nog verteld worden wat te den-ken of wat te doen. Libiërs willen een sterke overheid, maardan wel een die verantwoording aflegt.

Michel Cousins is hoofdredacteur van de Lybia Herald, een Engelstalige web-krant die vanuit Benghazi uitgegeven wordt.

Het mattheuseffect vande afbraak van de juridische bijstand

door Ivo Flachet

bemoeilijkt en de onvermogende rechtszoekende wordt aan extra controle onder-worpen. Het budget zou verminderen. Minister van Justitie AnnemieTurtelboom stelt dat men misbruik maakt van het systeem en vindt dat het bud-get de pan uit swingt. De rechtszoekenden zouden moeten geresponsabiliseerdworden. In haar persmededeling spreekt de minister van een mattheuseffect.Het zouden steeds dezelfde mensen zijn die van het systeem “profiteren”.

De ministerraad legde bij het goedkeuren van deze plannen het protest vanzowat het hele Belgische middenveld zonder verpinken naast zich neer. DeFranstalige Orde van Advocaten kondigde aan de regering voor de rechter tedagen en plant een campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid.

De verwijzing van de minister naar het mattheuseffect is ronduit schandalig.Had ze ook maar even geluisterd naar de betrokkenen, dan had ze dat geweten.Er is een steeds grotere nood aan kwaliteitsvolle juridische bijstand. Cynischgenoeg is het niet het pro Deo-systeem maar de hervorming ervan die een mattheuseffect tot gevolg heeft. Want ‘wie heeft zal nog meer krijgen (…) maarwie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen’ (Mattheus 13: 12).Juridische bijstand is dikwijls juist het laatste recht dat onvermogenden nog heb-ben. Dit recht aan banden leggen, heeft een multiplicator-effect wat armoedebetreft.

Naar verluidt zou de regering de noodzakelijke wijziging van het GerechtelijkWetboek nog door het parlement willen jagen in de “programmawet” van juni.De initiatiefnemers van de petitie Stop de afbraak van de juridische bijstand hopendat door het protest tegen de regeringsplannen het parlement de voorstellen zalverwerpen.

Artikel 23 van de Belgische Grondwet en artikel 6 van het Europees Verdragvoor de Rechten van de Mens garanderen het recht op juridische bijstand als eenaspect van het recht een menswaardig leven te leiden. In een opiniestuk van 11januari 2013 stelde Rudy De Leeuw terecht dat de armoedecijfers in België allanghet alarmpeil voorbij zijn. Uit cijfers van armoedeorganisaties blijkt dat het aantalVlamingen in armoede vorig jaar met een derde is gestegen. 1 op 4 kinderengroeit op in armoede.

Door de toename van de armoede en de uitdeinende crisis doen steeds meermensen een beroep op een pro Deo-advocaat. De regering wil daar paal en perkaan stellen. Het wetsvoorstel is een nieuwe aanval tegen de zwaksten in onzesamenleving. Het zal tot gevolg hebben dat nog meer mensen uit de boot vallen.

Het contrast met de aanpak van het diamantbedrijf Omega Diamond, ver-dacht van 3miljard euro fraude, kan moeilijk groter. Zij gooien het op eenakkoord “in der minne” met de Bijzondere Belastinginspectie en betalen uitein-delijk maar… 150miljoen euro. Omega Diamond kan zich een legertje advocatenpermitteren. Met die 3miljard euro zou de regering het budget voor het pro Deo-systeem kunnen verdubbelen… 42jaar lang!

Ivo Flachet is advocaat bij het PROGRESS Lawyers Network Brussel.

© RV

OPINIE

© RV

� Op vrijdag 3mei 2013 zette de ministerraad het licht opgroen voor een belangrijke hervorming van het systeem vanjuridische bijstand, beter gekend als pro Deo-bijstand.Remgeld wordt ingevoerd, de instroom in het systeem

Page 32: MO*magazine 105

� De accordeonbus 71 wordt onverminderd door avon-tuurlijke chauffeurs bestuurd. Zijn slingerende trajectschudt zijn reizigers door elkaar. Ongeveer in het midden,aan de Naamsepoort, schudden boven- en benedenstadelkaar de hand en ruilt de bus zijn passagiers in voor eennieuwe lading. Die wissel gebeurt op een veel te smallestoep, die altijd opgebroken lijkt. Fatima Zibouh stapt, in het spitsuur van haar dag, de busaf en de Exki binnen. Door haar felgekleurde hoofddoekkan ik haar onmiddellijk spotten. Eén lievelingsplek kiezenin haar stad, daar begint ze niet aan. Dus hebben we onsbeider drukke agenda’s op de kaart van Brussel gelegd enbevinden ons nu in de doorsnede. Ze komt van een confe-rentie aan de ULB. ‘Mijn promotor heeft gezegd dat ik nuecht aan mijn bureau moet blijven zitten’, zegt ze met eenglimlach die doet vermoeden dat dat wel een erg grote uit-daging is voor haar. Ze zit in de laatste rechte lijn van haardoctoraat over artistieke expressie van minderheden in destedelijke ruimte. Het einde van een dolle rit. Haar onder-zoek heeft haar op zoveel nieuwe plaatsen gebracht enzoveel fijne mensen op haar pad gezet. Nu weet ze het welzeker: hier zijn zoveel verborgen schatten, je kan blijvenontdekken. Haar verhouding met de stad laat zich aardigsamen vatten: ‘Ik ben hier thuis.’ Hier kan Molenbeek,Matongé, Terkamerenbos en de Beurs zijn. Haar academische carrière combineert ze, met schijnbaargemak, met het moederschap en activisme in al zijn vor-men. Van een reflectiegroep over actief pluralisme tot pick-nicken op het Beursplein: haar burgerschapsbalboekje staatbehoorlijk vol. Ze hoort evenveel bij een denktank met hetkruim van de Brusselse intelligentsia als bij het oudercomi-té van de school van haar zoontje. Engagement begint in jeeigen leven. ‘Ik wil het beste voor mijn kind, natuurlijk,maar ook voor alle andere kinderen’. Dus neemt ze andere

mama’s op sleeptouw en zet zich verbeten in voor deschool. ‘Zo ben ik dan ook wel: een beetje hyperactief.’ Zelacht zich kuiltjes in de wangen. Rondom ons blijven men-sen aan en af lopen voor mokken koffie, wifi-paswoordenen kaastaart. Zou het echt wel toeval zijn dat we net hierzijn beland, in deze ‘gezonde’ fastfoodketen, waar jeBrusselaars van werkelijk elke kunne tegenkomt? Graag wil ik weten in welk nest zo’n activiste is opgekweekt.Fatima is hier geboren, ‘in hetzelfde ziekenhuis als Jean-Claude Van Damme en Philippe Van Parijs’, vermeldt zepour la petite histoire. Haar grootouders zijn uit Marokkohierheen gemigreerd en van al haar broers, zussen, nevenen nichten is zij als enige naar de universiteit getrokken.Het is daar pas dat het verandervirus haar te pakken kreeg.Dat de politieke overheden nog steeds de ongelooflijketroeven van een diverse samenleving niet willen zien, datstemt haar droef. Maar verder is de teneur van haar betoogontegensprekelijk optimistisch. Ze treedt haar engagemen-ten met sérieux maar ook een zekere lichtheid tegemoet.Het leven is mooi en we hebben ongelooflijk veel geluk datwe aan deze bijzondere stad mogen bijdragen. Zelf vergeetik dat soms. Het interesseert haar niet om de problemenop te lijsten. Ik hoor uit haar mond alleen maar mogelijkeoplossingen. Waar ze het nodig acht, zet ze zich in. Hetgevoel bij te dragen aan een betere wereld is haar antido-tum. De geestdrift waarmee ze dat doet, werkt aanstekelijk. En dat er nog zoveel te zeggen valt en dat dit niet delaatste keer is dat wij elkaar zullen treffen. Even snel alsze binnenkwam, is ze weer weg. Op weg naar een retro-tentoonstelling in een bobocafé aan de Hallepoort die zesnel nog even mee wil pikken. Ik blijf nog even zittenen tol na van de positieve wervelwind die net aan mijvoorbij trok. Fatima Zibouh is een aspirientje tegenBrusselkoorts.

BRUKSELc o l u m n

66 MOQ • juni 2013 • www.mo.be

door Bie Vancraeynest©

Die

ter T

elem

ans

Aspirientje

Brusselkoortstegen