MO*magazine 109

36

description

November-editie van MO*magazine 2013

Transcript of MO*magazine 109

Page 1: MO*magazine 109
Page 2: MO*magazine 109

inhoud

‘De afgelopen decennia was elk

decennium warmerdan het voorgaande’ (Jean-Pascal van Ypersele, interview blz. 18.)

NOVEMBER 2013

6 � de wereld kortLabille. Geheimhouding onderObama. Peru. Aljazeera. Allah alsmerk. Megabedrijven.

10 � baanbreker ecuadorNatuur beschermen om armoede te bestrijden

12 � arabische lenteSaoedi-Arabië leidt de contrarevolutie

14 � gedwongen uitwijzingTerug naar Kaboel

nieuws

6-15tendensen

16-41mensen en verhalen

42-5616 � in beeld: brazilië

Oog in oog met ontwikkeling

18 � jean-pascal van ypersele‘Discussiëren met klimaatscepticiis tijdverspilling.’

22� dossier: fijn stofGezondheid van Gentse jongeren ingevaar door klimaatfraude

26� dossier: recyclageHet tweede leven van uw afval

30 � dagestanTussen tolerantie en terrorisme

32 � tristram stuart‘Er is geen enkele reden voor honger in de wereld’

36 � reportage: kazachstanGigantisch olieveld is een tikkende tijdbom.

42 � in beeld: centraal-afrikaanse republiekEen natie vol littekens

44 � portret: tarun j. tejpal‘Auteurs en journalisten zijn fundamenteel subversief.’

48 � reportage: beninOp pad met een kudde kapitaal

52 � essay detroitDe opstand van Motor Town

3MOQ • november 2013 • www.mo.be

57 � debat 58 � recensies62 � agenda64 � opinie66 � column bruksel

moQservice

57-6618

36

44

© D

iete

r Tel

eman

s

© S

haile

ndra

MO*magazine is beschikbaar op iPad. Abonnees kunnen de iPad-versie gratis downloaden en lezen. Niet-abonnees kunnen via deApple-nieuwskiosk een los nummer of een jaarabonnement kopen.Download de MO*-app via de QR-code of via www.mo.be/ipad.

© ©

Hel

ga D

’Hav

é en

Bar

t Ule

ns

Page 3: MO*magazine 109

� Het beeld van de aangespoelde schipbreukelingen inLampedusa staat ons nog op het netvlies gebrand. De dodelichamen, de machteloze vissers, de honderden kisten, eenkerkhof vol. Jaarlijks vinden duizend vijfhonderd mensen opdeze manier de verdrinkingsdood, althans voor zover de sta-tistieken weten. De achtergrond van de migratiestromen iscomplex: de Arabische Lente, de oorlog in Libië, het conflictin Syrië, armoede in Afrika. Maar een groot deel van de pas-sagiers op de rampboot waren migranten uit Eritrea, eenland dat sinds 2000 geteisterd wordt door de negatieve effec-ten van de klimaatverandering en sindsdien om de drie jaarkampt met een ernstige droogte. ‘Zolang de Europese leidershun CO2-uitstoot niet inperken en hun beloften over kli-maatfinanciering niet nakomen, zullen er vluchtelingen blij-ven toestromen en zullen rampen als die van Lampedusa

zich herhalen’, klonk het uit de mond van Pa Ousman Jarju,voorzitter van de Groep van Minst Ontwikkelde Landen opde Klimaatonderhandelingen.In een rapport van vorig jaar waarschuwde Speciaal VN-Rapporteur voor migratie François Crépeau dat migratiedoor klimaatverandering de komende jaren wereldwijd“een zekerheid” is. In 2010 kostte de klimaatveranderinghet leven aan vijf miljoen mensen en 1,6 procent van hetbnp van de wereld, een cijfer dat zonder klimaatbeleidtegen 2030 zal oplopen tot 3,2 procent jaarlijks. Natuurlijkhoor je de Europese beleidsmakers niet zeggen dat het “kli-maatvluchtelingen” zijn. Het speelt ook indirect: geen werk,geen grond, geen voedsel, geen toekomst. Denken dat dezestromen af te remmen zijn met controleposten, drones eneen repressief beleid is een waanidee. We leven vandaag ineen mondiale samenleving die op de proef gesteld wordtdoor complexe mondiale problemen. En hoewel de toe-

komst confuus is, is er maar één weg vooruit en dat is dooreen gezamenlijke aanpak en met het welzijn van de mens-heid voor ogen, in plaats van particuliere of nationale belan-gen. De grootste dreiging is niet de ander, maar een ecolo-gische ramp die ons voortbestaan in gevaar brengt.Zelfs OESO-secretaris-generaal José Ángel Gurría trok allerookgordijnen weg en pleitte onverbloemd voor een nul-CO2-uitstoot tegen 2050. Waarom dat zo moeilijk is?Gurría haalt enkele elementen aan. Een: omdat “piekolie” isbegraven en alle middelen ingezet worden voor niet-con-ventionele olie- en gasontginningen, waar tal van landenprofijt uit halen. Twee: omdat er nog 1.200 nieuwe steen-koolcentrales gepland zijn. Tegen het huidige ritme vankapitaalsinvesteringen zal nog 4,5 triljoen euro naar fossielebrandstoffen gaan. Dat betekent ook dat, als er echt eenbovengrens wordt gezet op de uitstoot, er een immensehoeveelheid “niet bruikbare kapitaalsinvesteringen” zijn diebedrijven schipbreuk kunnen doen lijden. Drie: de “fossie-lebrandstoffenrelaties”. De regeringen van de OESO landenontvangen jaarlijks 148miljard euro aan heffingen op deexploitatie van olie en gas. In vele landen gaat het om 1 tot4 procent van het bnp, voor landen als Noorwegen ofMexico loopt dat op tot een derde van hun begroting. ‘Hettrage ritme van de klimaatonderhandelingen toont hoemoeilijk het is om die relaties te ontrafelen en te ontkrach-ten’, aldus Gurria. ‘De keuze is duidelijk: laten we het geldin elkaar klappen of de aarde?’De ruimte om nog in te grijpen wordt angstwekkend klein,blijkt uit het recente IPCC-rapport. ‘Dit is een ongemakke-lijke waarheid die een impact moet hebben op de fossiele-brandstoffenindustrie’, stelt Jean Pascal van Ypersele in eeninterview in dit nummer. Of ze die impact zal hebben isnog maar de vraag. Half november zit de wereldgemeen-schap opnieuw om de tafel, in Warschau dit keer, om teknutselen aan het nieuwe klimaatakkoord. Wat we nodighebben is een krachtig akkoord dat de lang verhoopte trend-breuk afdwingt en dat ons zoveel mogelijk zekerheid geefttegen de klimaatverandering. Geen akkoord dat gezichtsver-lies moet voorkomen.

VOORWOORD

door Alma De Walsche

Schipbreuk

5MOQ • november 2013 • www.mo.be

COMMENTAAR

� Vrijwillige terugkeer naar Kaboel, het is zowat het laatste waar uitgepro-cedeerde Afghanen aan denken. Wanneer we Afghanen willen terugsturennaar Kaboel, moet dat dus via een dwangprocedure. Daar zijn afspraken tus-sen Brussel en Kaboel voor nodig, over douanedocumenten, maar ook overbijvoorbeeld reïntegratiemogelijkheden en -hulp. Afghanistan werpt echtersteeds meer vragen op. Helemaal rond is het akkoord tussen Kaboel enBrussel dus nog niet. Toch sturen we Afghanen terug op een manier die degrenzen van de wettelijkheid en de humaniteit aftast. Toegegeven, we leg-gen geen vluchten vol uitgeprocedeerde Afghanen naar Kaboel in zoalsLonden doet. Het gaat om niet meer dan twee mensen per maand. Het is niet duidelijk waarom de een wel en de ander niet moet gaan. Vande 42 Afghanen die onlangs tijdens een demonstratie werden opgepakt en opgesloten in afwachting van hun uitwijzing, werd de helft intussenvrijgelaten. Zij die bij de bevoegde Raad voor Vreemdelingenbetwistingenberoep aantekenden tegen hun uitwijzing, werden vrijgelaten omdat bijterugkeer Artikel 3 van de het Europees Verdrag voor de Mensenrechtenzou worden geschonden. De Raad oordeelde onder meer dat de situatie inKaboel er niet naar is om mensen terug te sturen en dat de DienstVreemdelingenzaken de veiligheidssituatie onvoldoende had onderzocht.Klare taal.Minder duidelijk is hoe het dan moet met die andere twintig die vastzitten.Worden ze misschien naar een ander en veiliger Afghanistan uitgewezen?Misschien krijgen ze wel terugkeerhulp van een andere Dienst Vreemde -lingenzaken, die het terrein wel goed heeft verkend en veilig bevonden, enwacht hen lekker zoete thee bij familie om hun thuiskomst te vieren. Ofhadden ze domweg geen advocaat, waren ze net te laat opgestaan om nogin beroep te gaan? Het is niet duidelijk.Het is ook best verwarrend dat de DVZ uitvoert wat een andere overheids-instantie, het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatl -ozen, nu net wil bevriezen. De laatste roept, net zoals de VN-Vluchte -lingen organisatie, op tot een moratorium op uitwijzingen van Afghanen,de eerste stuurde onlangs nog twee Afghanen naar Kaboel terug. ‘Webeschermen Afghanen meer dan andere nationaliteiten’, wierp Maggie De Block op. Waarmee ze bewees te beseffen dat uitwijzen naar Afghani -stan op zijn minst geen vanzelfsprekendheid is. Laat die Afghanen dusvoorlopig hier, liefst met een tijdelijk beschermingsstatuut, mevrouw DeBlock. Maar denk ook even hoe die uitspraak verteerd wordt door bijvoor-beeld uitgeprocedeerde Irakezen of Congolezen die ‘vrijwillig terugge-stuurd’ worden naar die andere conflictgebieden.

door Tine Danckaers

Jij wel, hij niet�Het is een beetje toeval, al bestaat dat natuurlijk niet echt. Indit nummer leest u een uitgebreide reportage uit Kazachstan eneen kortere uit Dagestan. En eigenlijk hadden we ook ruimteuitgetrokken voor een gesprek met de president van Kirgizstan,alleen bleek die te elfder ure de vastgelegde interviewafspraakminder belangrijk te vinden dan het aankleden van MannekenPis met een folkloristisch pakje. Er zijn, inderdaad, veel meer“stannen” in deze wereld dan enkel Afghanistan, alleen horenwe veel te weinig over die immense ruimte tussen de Kaukasus,Iran, India, China en Rusland, waar elk land of elke streek wellijkt te eindigen op -stan. De Centraal-Aziatische steppen, bergen en valleien wordennog te vaak gezien als perifere gebieden of toeristische bestem-mingen. De echte geopolitieke machtscentra, oude zowel alsnieuwe, weten het belang van Centraal-Azië wel naar waarde teschatten. Veel heeft te maken met de enorme olie- en gasvoor-raden die de regio bevat en belooft. De fossielebrandstoffen-economie beheerst nu eenmaal de wereldpolitiek, en dat druktzich uit in joint ventures, trajecten van pijpleidingen, diepzee-havens, exploitatierechten en andere hedendaagse instrumen-ten van economische en politieke macht. Door het gebrek aanpublieke aandacht voor en betrokkenheid bij Centraal-Aziëkunnen de grote energiebedrijven en hun politieke pleitbezor-gers ongehinderd cynische berekeningen maken over de rugvan de talloze volkeren die deze ruimte bewonen.De burgers van oude beschavingen en nieuwe natiestaten inCentraal-Azië komen bijna nooit voor in het plaatje. Zelfs detalrijke organisaties voor internationale solidariteit lijken vast tezitten in de geografie van de koloniale periode en slagen erniet in hun humanitaire en politieke bewogenheid te vertalenin samenwerking met Oezbeekse, Karakalpakse ofBaloetsjische bewegingen voor een betere wereld. Dat kan temaken hebben met het feit dat die bewegingen geen herken-bare vorm hebben die makkelijk in te schakelen is in onzestructuren en actievormen. Maar misschien is dat juist degoede reden om meer aandacht te hebben voor wat er aan dro-men, plannen en problemen leeft in wat de Britse politiek-geo-graaf Mackinder al in 1904 “de spilregio van de wereldpoli-tiek” noemde.

Stannen met plannendoor Gie Goris

4 MOQ • november 2013 • www.mo.be

De grootste dreiging is niet de ander, maar een ecologische ramp die ons voortbestaan in gevaar brengt.

Page 4: MO*magazine 109

7MOQ • november 2013 • www.mo.be

de wereld kort

6 MOQ • november 2013 • www.mo.be

� Tijdens de Algemene Vergadering van de

Verenigde Naties in september vond een topont-

moeting plaats over de ontwikkelingsagenda na

2015, het moment waarop de millenniumontwik-

kelingsdoelen (MODs) vervallen. Het ging over

fundamentele vragen: hoe ontwikkeling voor allen

combineren met een leefbare wereld? Naast VN-

secretaris Ban Ki-Moon waren er onder meer de

ministers van Buitenlandse Zaken van de VS,

John Kerry, en van China, Wang Yi, en de presi-

denten Paul Kagame van Rwanda, Yoweri

Museveni van Oeganda en Jacob Zuma van Zuid

Afrika. Ook de Belgische minister van

Ontwikkelingssamenwerking Jean-Pascal Labille

woonde de ontmoeting bij.

Aan het slot kwam er een tekst van drie pagina’s

uit die volgens Rudy De Meyer van 11.11.11 nog

vele deuren open laat. Er werd opgeroepen om de

laatste twee jaar nog hard aan de MODs te werken,

maar De Meyer vraagt zich af waar de politieke

druk vandaan zal komen om dat waar te maken.

‘Denk maar aan het snoeiwerk van de Belgische

regering in haar ontwikkelingsbijdrage. Erg wrang

als ze op hetzelfde moment in New York de grote

woorden niet schuwt.’

Minister Labille bevestigt ook tegenover ons dat er

nog zware inspanningen geleverd moeten worden

voor de MODs. Als dat zo is, waarom vermindert

België zijn hulp dan? ‘We hebben net als alle ande-

re departementen een inspanning moeten leveren.

Daardoor geraken we niet aan de norm van 0,7 pro-

cent, al blijft dat wel ons doel: als de begrotingssitu-

atie het weer toelaat, moeten we méér doen.’

Labille pleit voor een beperkt aantal globale doelen

waarin de klemtoon ligt op mondiale uitdagingen

zoals het milieu of sociale bescherming. Zowel De

Meyer als Labille vindt dat de strijd tegen de onge-

lijkheid en een betere sociale bescherming een

centrale plaats moeten krijgen in de toekomstige

ontwikkelingsagenda. Labille: ‘We moeten de

hand meer in eigen boezem steken. Ons groeimo-

del oefent een onhoudbare druk uit op de wereld.

We moeten de moed hebben om onze productie-

en consumptiepatronen, en dus het hele model

zoals we dat tot nu hebben gekend, ter discussie te

stellen. Daarvoor hebben we een mondiaal beleid

nodig dat een rechtvaardige transitie verzekert,

responsabiliseringsmechanismen in de private en

publieke sector en strikte sociale, ecologische en

transparantienormen.’(John Vandaele)

� De productie van goud, zilver, lood en zink in Peru

stijgt voortdurend. In de Peruaanse mijnbouwindustrie

werken vandaag meer dan 450.000mijnwerkers. Veel

van deze mijnwerkers presteren te veel arbeidsuren, wat

hun gezondheid in gevaar brengt.

Jaarlijks vinden ongeveer 9000milde tot zware arbeids-

ongevallen plaats. Tussen 50 en 80mijnwerkers sterven

jaarlijks bij het verrichten van hun arbeid.

Gehoorproblemen, longaandoeningen en kwikvergifti-

gingen zijn daarnaast veelvoorkomende beroepsziekten.

De Internationale Arbeidsorganisatie stelt dat werkne-

mers die meer dan 48 uur per week werken een groter

risico hebben op negatieve gezondheidsgevolgen.

In 2012 werd in samenwerking met de ngo fos-

Socialistische Solidariteit en de grootste mijnbouwvak-

bond, FNTMMSP, een onderzoek ingesteld naar de rela-

tie tussen arbeidstijd en gezondheid in ondergrondse

mijnen. De onderzochte mijnen zijn eigendom van mul-

tinationals. Het onderzoek toonde aan dat mijnwerkers

gemiddeld 72 uur per week werken. Dat doen ze boven-

dien meestal in ploegen. Dit betekent dat mijnwerkers

enkele dagen veel uren werken, waarna ze enkele dagen

vrij hebben.

In Peru is vastgelegd uit hoeveel arbeidsdagen, arbeids-

uren per dag en vakantiedagen ploegenstelsels mogen

bestaan. Deze wetten worden duidelijk niet altijd geres-

pecteerd. Het meest problematisch is de arbeidstijd van

mijnwerkers met een contract van bepaalde duur en

mijnwerkers in organisaties in onderaanneming. Veel

van deze mijnwerkers werken zeven opeenvolgende

dagen meer dan 15 uur per dag. Tussen 2001 en 2010

verdubbelde het aantal mijnwerkers in onderaanneming

en het aantal mijnwerkers met een contract van bepaalde

duur. (Lander Vermeerbergen, KULeuven, Centrum voor

Sociologisch Onderzoek)© Photo News / Philip Reynaers

‘Vanuit journalistiek standpunt isObama erger dan Bush’� Het National Security Archive van de George Washington University beheert de

grootste niet-gouvernementele bibliotheek van gedeclassificeerde documenten.

Sinds 1983 heeft de organisatie maar liefst 53.000 keer een beroep gedaan op de

Amerikaanse wet op de openbaarheid van bestuur (wob) om geheime dossiers van

de CIA en andere inlichtingendiensten in handen te krijgen. Elke vrijdag dienen de

medewerkers een nieuw wob-verzoek in.

Op de Wereldconferentie voor Onderzoeksjournalistiek, midden oktober in Rio de

Janeiro, sprak MO* met Tom Blanton, directeur van het National Security Archive

over de geheimhoudingsdrang van de Amerikaanse overheid. ‘Als je de openheid

van president Barack Obama over nationale veiligheid vergelijkt met het tijdperk van

zijn voorganger George W. Bush, dan is de analyse dubbel. Wat betreft de vrijgave

van geclassificeerd materiaal is de situatie onder Obama zonneschijn in vergelijking

met de duisternis van Bush, of het nu gaat om het budget van de inlichtingendien-

sten, het nucleaire arsenaal of andere thema’s. We hebben destijds een rechtszaak

tegen Bush aangespannen omdat hij de e-mails van het Witte Huis niet archiveerde.

Vier maanden nadat Obama was aangetreden, heeft hij daarover een schikking

getroffen. Obama zette een archiefsysteem op en redde op die manier 220 miljoen

e-mails van het personeel van het Witte Huis waar Bush zich van wilde ontdoen.

Een ander voorbeeld zijn de dossiers over marteling. Bush heeft zich vijf jaar lang

verzet tegen de ontsluiting daarvan, Obama gaf ze meteen vrij nadat hij als president

was aangetreden.’

Toch is het glas maar halfvol, zegt Blanton, want niet alles wat Obama heeft beloofd,

is ook gerealiseerd. ‘Neem Obama’s belofte om tegen 29 december 2013 een bestand

van 400 miljoen pagina’s historische geheimen vrij te geven. Tot nu toe is daarvan

slechts 70 miljoen gerealiseerd. Je kan gerust spreken van een complete mislukking.’

Het National Security Archive heeft momenteel drie rechtszaken lopen tegen de

Amerikaanse overheid. ‘Een slaat op de geschiedenis van de heimelijke operaties van

de CIA, die we in handen willen krijgen. Een tweede zaak gaat over documenten van

de Securities and Exchange Commission, die Amerikaanse bedrijven controleert. De

commissie vond bewijzen dat Chiquita twintig jaar lang geld had betaald aan

Colombiaanse doodseskaders verantwoordelijk voor moorden op mensenrechtenac-

tivisten. Het bestuur van die commissie is het met ons eens dat de documenten in

kwestie mogen worden vrijgegeven, maar Chiquita heeft een omgekeerde rechtszaak

ingespannen om dat te verhinderen.’ De derde rechtszaak is direct gelinkt aan de

NSA-onthullingen van Edward Snowden. ‘Daaruit bleek dat Justitie nota’s heeft uit-

gevaardigd die de basis vormen voor afluisteren zonder gerechtelijk bevel. Wij stel-

len dat dat indruist tegen het vierde amendement van de Amerikaanse grondwet en

willen de nota’s inkijken.’

Bovendien wijst Blanton erop dat onder Obama meer Amerikaanse ambtenaren

voor Justitie zijn gedaagd omwille van lekken dan onder al zijn voorgangers samen.

‘Je zou dus kunnen stellen dat Obama vanuit journalistiek standpunt erger is dan

Bush. Obama’s voorgangers slaagden er gewoonweg niet in om de lekkende ambte-

naren te traceren. Maar nu, met al de surveillance op e-mails en metadata, kunnen

ze worden opgespoord –zelfs zonder dat de journalisten die de lekken uitbrengen

daarvoor als getuige naar de rechtbank moeten.’ (Kristof Clerix)

Trop is te veel

Labille: de hand in eigen boezem

© Reuters / Enrique Castro-Mendivil

Minister van Ontwikkelings -samenwerking Jean-PascalLabille, op bezoek inRwanda (juli 2013). Labille:‘Net als alle departementenhebben we een inspanningmoeten leveren.’

Protestmars vaninheemsen in juni2013 tegen eennieuw mijnprojectvan NewmontMining in Peru.

Page 5: MO*magazine 109

De economische machtsverschuiving

naar de groeilanden wordt weerspie-

geld in de ranglijst met de grootste

bedrijven ter wereld. In de Fortune

Global 500-ranglijst van 2012 telde

Azië voor het eerst meer reuzenbedrij-

ven dan Europa. Het jaar daarvoor had

Azië ook al Noord-Amerika het nakij-

ken gegeven. Het aantal Aziatische

bedrijven in de Fortune-lijst steeg van

117 in 2005 naar 184 in 2013.

Maar de opgang van de grote Aziatische

bedrijven is niet homogeen. Japan, tot

2011 het land dat na de VS de meeste

grote bedrijven telde, zag zijn aandeel

in de ranglijst afnemen van 81 naar 62

bedrijven. Het aantal Chinese bedrijven

is in dezelfde periode maar liefst vervijf-

voudigd, van 17 naar 89. Volgens

Fortune kan het aantal Chinese bedrij-

ven op de lijst in 2014 oplopen tot 110.

Een jaar later zou China zelfs de

Verenigde Staten inhalen als land met

het grootst aantal bedrijven op de lijst.

Maar niet alleen China is bezig aan een

opmars onder de megabedrijven. Het

aantal bedrijven uit andere groeilanden

stijgt eveneens, weliswaar  wat minder

spectaculair dan de Chinese. Collega-

BRIC-landen Brazilië (van drie naar

acht), India (van vijf naar acht) en

Rusland (van drie naar zeven) leveren

net als China een steeds grotere bijdra-

ge aan de Fortune-lijst.

Volgens het Amerikaanse consultancy-

bedrijf McKinsey zal deze trend  de

komende jaren nog verder doorzetten.

Tegen 2025 zou 45procent van de 500

grootste bedrijven ter wereld uit groei-

regio’s komen. Slechts iets meer dan de

helft van de bedrijven zou dan nog

afkomstig zijn uit de zogenaamde ont-

wikkelde regio’s (Noord-Amerika,

West-Europa en Japan), die historisch

de meeste grote bedrijven hadden. Als

oorzaken van die ontwikkeling noemt

McKinsey onder andere de groeiende

consumptiemarkt en de snelle verstede-

lijking van de landen in de groeiregio’s.

De steden in het Zuiden die nu al mag-

neten zijn voor grote bedrijven, zullen

in de toekomst die rol nog meer spelen:

er wordt verwacht dat het aantal grote

bedrijven in bijvoorbeeld São Paulo

tegen 2025minstens zal verdrievoudi-

gen. In steden als Istanboel en Beijing

zal het aantal verdubbelen. (Maarten

Lambrechts)

8 MOQ • november 2013 • www.mo.be

de wereld kort

Bro

n: M

cKin

sey

1980 1990 2000 2010 2025

Aantal bedrijven in deFortune Global 500 ranglijst

261382

477 23

26

34

120

54

271

2013

Ontwikkelde landen

China

Latijns Amerika

Oost-Europa en Centraal-Azië

Zuid- en Zuidoost-Azië

Afrika en het Midden-Oosten

Andere groeiregio's

De ster van Aljazeera taant � De populariteit van Aljazeera in

de Arabische wereld lijkt recht

evenredig met de euforie over de

Arabische lente. Naarmate deze

lente veranderde in een herfst die

een koude winter aankondigde,

begonnen de twijfels te rijzen en

maakte de bewondering plaats voor

teleurstelling. Teleurstelling in de

wending die de opstanden hebben

genomen, maar ook in de manier

waarop Aljazeera daarover verslag

uitbrengt. Volgens een enquête uit-

gevoerd door een Amerikaans

bureau in 2012 en uitgebracht door

de Marokkaanse website Lakom in

februari van dit jaar, is het aantal

kijkers in de Arabische wereld

gedaald van 43miljoen naar zes

miljoen.

Deze daling begon al met de con-

currentie door de lokale media in de

landen waar de dictaturen zijn

gevallen. Maar ze werd vooral ver-

sterkt door het groeiende wantrou-

wen in het professionalisme en de

geloofwaardigheid van Aljazeera.

De steun voor een militair optreden

in Libië en vooral de eenzijdige

berichtgeving over de opstand in

Syrië hebben het imago van de zen-

der zware schade toegebracht.

Aljazeera wordt niet meer als infor-

matiezender gezien, maar eerder

als propagandazender die de visie

van zijn broodheer Qatar wil door-

drukken. Nog voor de kijkers dat

deden, had een aantal medewerkers

de zender de rug al toegekeerd.

Directeur-generaal Waddah

Khanfar verliet het station in sep-

tember 2011. Een aantal journalis-

ten volgden naar aanleiding van de

opstand in Syrië. En met de afzet-

ting van Mohamed Morsi in Egypte

is het vertrouwen verder gezakt.

Aljazeera kiest partij. Voor veel kij-

kers, ongeacht hun standpunt over

de gebeurtenissen in Egypte, is

Aljazeera de spreekbuis van de

Moslimbroeders geworden en dus

niet meer in staat om aan objectieve

berichtgeving te doen. (Samira

Bendadi)

© Reuters / Fadi Ai-Assaad

Allah, gedeponeerd merk?

Nieuwe megabedrijven uit nieuwe economische grootmachten

� Op 14 oktober bevestigde het

Maleisische hof van beroep een

opmerkelijke uitspraak uit 2009.

Het gerecht verbiedt het katholie-

ke weekblad Herald het woord

“Allah” te gebruiken. De Herald

en de hele christelijke gemeen-

schap vinden dat hun grondwette-

lijke rechten op godsdienstvrijheid

geschonden worden door dit ver-

bod.

Het is op het eerste gezicht een

bizar incident waarin een kerk die

eerder het Latijn als universele taal

gebruikt(e) het recht opeist om

over haar God te spreken in het

Arabisch, de universele taal van

een andere religie. Voor de

Maleisische katholieken gaat het

echter om het recht om in hun

eigen taal over hun geloof te kun-

nen publiceren. Al sinds jaar en

dag gebruiken christenen de term

“Allah” als ze het in het Bahasa, de

officiële taal van Maleisië, over

God hebben, zegt dominee Eu

Hong Seng, voorzitter van de

Christian Federation of Malaysia.

Ook in de Al-Kitab, de bijbel in het

Bahasa, is Allah de naam die voor

God gebruikt wordt. Volgens Eu

Hong Seng heeft zestig procent

van de christenen het Bahasa als

moedertaal. De anderen, groten-

deels etnische Chinezen, lezen

eerder Chinees of Engels.

De rechters motiveren hun uit-

spraak met de stelling dat het

gebruik van “Allah” door christe-

nen ‘voor verwarring in de

gemeenschap’ zal zorgen.

Achterliggende vrees is dat het op

die manier makkelijker zou wor-

den voor christelijke kerken om

aan missionering onder de mos-

limmeerderheid in Maleisië te

doen. Dat verklaart wellicht ook de

voorwaarden die in 2009, na het

indienen van een beroep tegen de

oorspronkelijke uitspraak, opge-

legd werden aan het verlenen van

een publicatielicentie aan de

Herald: voorlopig verbod op het

gebruik van de term “Allah” én

vermelding van “Restricted” op

de voorpagina, verwijzend naar

het feit dat het weekblad enkel

onder christenen en in kerken

mocht circuleren. De regering

wilde het anderzijds deze zomer

makkelijker maken om in de

andere richting te missioneren,

door voortaan bekering tot de

islam toe te staan voor kinderen

die slechts van één van beide

ouders daartoe de instemming

krijgen. Die wetswijziging kreeg

kritiek uit eigen hoek, onder

andere van minister van

Toerisme en Cultuur Datuk Seri

Nazri Aziz, en werd dan ook

ingetrokken. Verschillende reli-

gieuze minderheden in Maleisië

stellen dat dergelijke incidenten

deel uitmaken van een bredere

beweging naar minder vrijheid

en meer islamitische orthodoxie.

(Gie Goris)

Aljazeera wordt gezienals propagandazenderdie de visie van zijnbroodheer Qatar wildoordrukken.

Lees de hele serie over de megabedrijven in

de wereld opMO.be.

MOQ • november 2013 • www.mo.be

© Reuters / Sam

sul Said

9

Page 6: MO*magazine 109

� Ecuador heeft ruim 100.000vierkantekilometer waardevolle bossen, met een floraen fauna die het evenaarsland tot een broei-nest van biodiversiteit maken. Tegelijk is deontbossingsgraad er een van de hoogste vanLatijns-Amerika. Dat is het gevolg van groteontwikkelingsprojecten, maar ook armegezinnen en gemeenschappen helpen er,noodgedwongen, aan mee. De regering vanRafael Correa heeft die problematiek opge-nomen in het Plan Nacional para el BuenVivir, het Nationaal Plan voor het GoedeLeven, dat zich tot doel stelt om tussen2009 en 2013 de ontbossing met 30procentterug te dringen en tegelijk de armoede tebestrijden. Het programma Socio Bosque,dat afhangt van het ministerie van Milieu,moet een en ander concretiseren.

geld voor natuurbehoudMet Socio Bosque wil Ecuador 36.000vier-kante kilometer (= 1,2maal België) waarde-volle natuur beschermen, niet alleen bossenmaar ook hoogwaardige ecosystemen zoalsgraslanden van de Andes-hoogvlakten. Dat

betekent de biodiversiteitsrijkdom behou-den, de bodem beschermen en zorg dragenvoor de watercyclus. Jagen is alleen toege-staan om in de eigen voedselbehoefte tevoorzien, evenals het verzamelen van devruchten van het woud, zonder bomen tekappen. Zowel individuele gezinnen als gemeen-schappen met collectieve gronden mogenzich aansluiten, als ze althans eigendoms-bewijzen kunnen voorleggen. Ze kiezenzelf hoeveel hectare van hun eigendom zein het programma inbrengen. Wie zichaansluit, moet zich houden aan een reekscriteria voor duurzaam beheer en een enga-gement aangaan voor twintig jaar, om opdie manier echt duurzame bescherming tegaranderen. Het ministerie wil hiermee vijf-honderdduizend tot anderhalf miljoenmensen bereiken.De vergoeding voor dit duurzame beheer isvastgelegd op 30 dollar (22 euro) per hecta-re per jaar voor de eerste vijftig hectare, 20dollar (14,75 euro) voor de volgende 50, enzo degressief voort. Iemand die 75hectare

beschermt, kan bijvoorbeeld rekenen op2000 dollar (1475 euro) per jaar. Elke deel-nemer moet een “sociaal investeringsplan”voorleggen, waarin hij aangeeft hoe hij hetgeld denkt te besteden. Bij gemeenschap-pen en gemeenschappelijke gronden moeter gezamenlijk overlegd worden waar hetgeld naartoe gaat en moet ook de overleg-procedure meegedeeld worden: controle omervoor te zorgen dat het geld de gemeen-schap ten goede komt en niet één individumet de buit gaat strijken. Gemeenschappenkrijgen opleidingen om aan al die criteria tekunnen voldoen.

geld voor klimaatbeleidAl het geld voor die premies komt uit destaatskas. Voor de eerste twee jaar trok deregering 8,5miljoen dollar uit. Het initiatiefpast in Ecuadors klimaatbeleid, concreet denationale REDD+-strategie (ReducingEmissions from Deforestation and forestDegradation). Door nu al een concreetmodel uit te werken, hoopt Ecuador in detoekomst in aanmerking te komen voorfondsen van het REDD+-programma in hetkader van de VN-Klimaatconventie. De voor-waarde daarvoor is dat het gaat om bossenof natuur met een hoge ecologische waardedie echt bedreigd zijn en die zonder diefinanciële tegemoetkoming zouden verdwij-nen. Concreet gaat het om bossen en waar-devolle natuur langs wegen of waterlopen.De financiële tegemoetkoming moet ook dearmoede verlichten. Wie in de categorie vande armen valt, wordt ook gedefinieerd vol-

gens een index van “niet voldane basisbehoeften”. Opbasis van deze criteria is in kaart gebracht welke regio’sallemaal in aanmerking komen voor Socio Bosque.Het programma heeft in 2008 een snelle start genomenen omvat momenteel een 50.000vierkante kilometer, deovergrote meerderheid collectieve gronden. Sommigegemeenschappen halen op deze manier 35.000 dollar(26.000 euro) per jaar binnen. Dat geld wordt gedeelte-lijk geïnvesteerd in productieve activiteiten, zoals land-bouw, boslandbouw, aquacultuur of ecotoerisme. Eendeel van het bedrag gaat ook naar toezichters, opleidin-gen, het afbakenen van de gebieden, de aanleg van water-leiding, sanitair, basisgezondheidszorg, elektriciteit enschoolinfrastructuur. Individuele gezinnen besteden hetbedrag voor veertig procent aan voedsel, kleding, scho-ling en gezondheid, slechts een kwart gaat naar produc-tieve activiteiten als microbedrijven, ecotoerisme of bos-landbouw.

proefprojectSocio Bosque is een soort proefproject om na te gaan ofmonetaire stimuli kunnen helpen om natuur te bescher-men en tegelijk armoede te bestrijden. Het project looptnu vier jaar en is meermaals doorgelicht en geanalyseerddoor bosbouwingenieurs, economen en ontwikkelings-deskundigen. Uit hun onderzoek blijkt dat het program-ma zeker succesvol is qua geografisch bereik en betrok-kenheid van gezinnen en gemeenschappen. Toch staaner heel wat hinderpalen tussen het theoretische ontwerpen de praktische uitvoering. Afgelegen gemeenschappenblijken bijzonder moeilijk bereikbaar; het is vaak ookmoeilijk om te communiceren met de inheemsen en omte garanderen dat iedereen van de gemeenschap betrok-ken is bij het programma of weet waar het precies overgaat. Een structureel struikelblok is de voorwaarde dat ereen eigendomsbewijs van de grond overgelegd moet wor-den. Mensen hebben dat niet altijd omdat ze er gewoonal altijd woonden. Socio Bosque kan wel een pressiemid-del zijn om korte metten te maken met die regulering.Voor vele inheemse gemeenschappen wordt het pro-gramma ervaren als van bovenuit opgelegd, met eenvreemde logica en organisatiestructuur. Andere critici stellen dan weer dat niet de ontbossingdoor de armen het probleem is, maar de kaalslag die deoprukkende mijnbouw en olieontginning aanrichten.‘Als de regering echt de natuur wil beschermen, moet zedie laatste een halt toeroepen,’ vinden de inheemsegemeenschappen, die daarover vaak conflicten met deregering hebben.

11MOQ • november 2013 • www.mo.be

Bijna een derde van Ecuador is waardevolbos. Maar misschien niet lang meer: deontbossing grijpt er verwoestend om zichheen. Om die in te dijken en tegelijk ietsaan de armoede te doen, zette de regeringSocio Bosque op, een programma datmensen financieel vergoedt voor hetbeschermen van waardevolle natuur.

10 MOQ • november 2013 • www.mo.be

3vragen aan...

Farida Shaheed, BIJZONDER VN-RAPPORTEUR OVER CULTURELE RECHTEN

BAANBREKERn i e u w s

© A

ssoc

iate

d Pr

ess

/ Re

porte

rs /

Ron

ald

Zak

Lees het hele interview

op MO.be.

Begin oktober prsenteerde u in Brussel het rapport The Right to Freedom ofArtistic Expression and Creativity. Wie bedreigt de artistieke vrijheid?Farida Shaheed: De druk op de vrijheid van meningsuiting is niet alleen afkom-stig van overheden, maar ook van oppositiepartijen, het bedrijfsleven, paramili-taire groepen of criminele bendes, van extremistische organisaties maar somsook van buurtbewoners die zich verzetten tegen bepaalde kunstwerken of inter-venties in hun publieke ruimte. Wat dat laatste betreft vraag ik me altijd af waar-om er zo scherp gereageerd wordt als een kunstenaar iets doet in de publiekeruimte, terwijl niemand de minste opmerking maakt over de alomtegenwoordig-heid van advertenties in straten en op pleinen. Waar doet het probleem zich voor?Farida Shaheed: Zowat overal. In het noordwesten van Pakistan en inAfghanistan slagen de Taliban erin zo goed als alle vormen van artistieke expres-sie uit te bannen. Je zag dat ook gebeuren in Mali. Dat heeft niets te maken methun veronderstelde religieuze overtuigingen, maar alles met hun streven naarmacht en controle over de mensen. Wie een bevolking wilt controleren, zorgtervoor dat ze niet meer denkt of creatief is. Maar wie de creativiteit en diversiteitvan expressie wurgt, vermoordt de menselijkheid.In Hollywood voert een bekende regisseur zijn project voor een film over HillaryClinton af. Reden: onhoudbare druk vanuit zowel de Republikeinse als deDemocratsche partij. In Griekenland vermoordt een lid van de Gouden Dageraadeen bekende rapper. En in Rusland zitten nog steeds twee vrouwen van PussyRiot in de gevangenis omdat ze religieuze en politieke symbolen ter discussiegesteld hadden. Nochtans is het duidelijk dat de politiek, grote bedrijven en reli-gies kunst gebruiken om hun overtuigingen uit te dragen. En dus moeten kunste-naars het recht hebben om zich die symbolen van nationale, religieuze of econo-mische macht weer toe te eigenen om er kritisch mee om te gaan.

Niet alleen overheden en extremisten zijn verantwoordelijk, zegt u?Farida Shaheed: Muziekmaatschappijen, uitgevers, curators en musea spelensoms een grotere rol in het beperken van de artistieke creativiteit dan overhe-den of pressiegroepen. De voortschrijdende monopolievorming in de sector vande kunsten, met haar inherente winstlogica, zou het voor Franz Kafka vandaagbijna onmogelijk maken zijn boeken te publiceren. Als je bedenkt hoeveelmeesterwerken uit het verleden vandaag de sluis van de verkoopsafdelingenniet zouden passeren! Deze logica verstoort ook helemaal het beeld van mon-diale creativiteit, want in landen als Pakistan komt het grootste deel van deartistieke import uit de Verenigde Staten. Alternatieve visies, beelden, voorstel-len uit andere hoeken van de wereld maken gewoon geen kans om besprokente worden aangezien ze niet verspreid raken. (Gie Goris)

door Alma De Walsche

Natuur beschermen om armoede te bestrijden in Ecuador

© R

eute

rs /

Gui

llerm

o G

ranj

a

Page 7: MO*magazine 109

wikkelt, kan heel het systeem, dat geen par-tijen of vakbonden duldt, ter discussiegesteld worden. Saoedi-Arabië promoot zijn eigen versie vanhet geloof: het wahhabitische salafisme, datgeen ruimte laat voor democratie of politie-ke partijen, en een opstand tegen het staats-hoofd als strijdig met het geloof beschouwt.Toch heeft Riyad salafistische partijen hel-pen oprichten in Tunesië en in Egypte. ‘Diepartijen weren opgericht met de bedoelingtegenwicht te bieden tegen deMoslimbroeders, die wel deelnemen aanhet democratische spel’, zegt Madawi Al-Rasheed.

iran als grote boemanSaoedi-Arabië steunt de rebellen in Syrië,ondanks het feit dat een deel van henMoslimbroeders zijn. En dat toont aan, vol-

gens waarnemers, hoe bedreigd het zichwel voelt door Iran, de grootste concurrentin de regio. Riyad ziet in Iran een gevaarlij-ke stokebrand, die er niet voor terugdeinstom de sjiitische minderheden te gebruikenom zijn invloedsfeer in de regio te vergro-ten. De strijd tegen de zogenaamde sjiiti-sche “sikkel” – Iran en zijn bondgenoten inIrak, Syrië en Libanon – is daarom een vande prioriteiten van Saoedi-Arabië.Vandaar ook de sektarische houding in dereactie op het sociale en het politieke pro-test, zowel in Saoedi-Arabië zelf als in derest van de Golfstaten. ‘Saoedi Arabië isbang van Iran, omdat het land over eenechte militaire macht beschikt. Maar vol-gens mij is deze bedreiging overdreven’,zegt Madawi Al-Rasheed. ‘Uiteindelijk staatde Amerikaanse vloot klaar om de oliebron-nen te beschermen’, aldus de academica.

Saoedi-Arabië wilde ook een militair optre-den tegen Syrië. Maar dat kwam er niet.‘Saoedi-Arabië wilde een militair optredenen was bereid om, zoals gewoonlijk, derekening te betalen. Het feit dat de VSanders besloot, toont aan dat de Saoedischebelangen uiteindelijk niet de beslissendefactor vormen als er keuzes gemaakt wor-den voor de regio’, zegt Al-Rasheed.De toenadering tussen de VS en Iran is danook slecht nieuws voor Riyad. Heel watwaarnemers in de Arabische landen den-ken dat dit Saoedi-Arabië in de armen vanIsraël drijft. Officieel zijn er geen betrekkin-gen tussen de twee landen, maar in werke-lijkheid is er wel degelijk samenwerking viaderden, via denktanks en experts in Dohaen Washington en via bedrijven, schrijftAdam Shatz in op het blog van de LondonReview of Books. Israëlische media hebbenbegin oktober ook gerapporteerd over inten-sieve gesprekken tussen Israëlische diplo-maten en diplomaten uit een aantalGolfstaten in de marge van de AlgemeneVergadering van de VN. Deze berichtenvolgden op de uitspraak van de Israëlischepremier Netanyahu dat veel Arabische lan-den, door de gedeelde ongerustheid overhet Iraanse nucleaire programma, eindelijkerkend hebben dat hun vijand niet Israël is,en dat het Iraanse dossier het mogelijkmaakt om nieuwe relaties op te bouwen.

de eerste voorwaardeDe rol die Saoedi-Arabië speelt in het coun-teren van het democratiseringsproces in deArabische wereld laat waarnemers conclu-deren dat, in tegenstelling tot wat menaltijd veronderstelde, een reële veranderingin de Arabische wereld niet vanuit Egyptezal komen, ondanks het grote strategische,menselijke en culturele gewicht van hetland. De groeiende rol die Saoedi-Arabiëspeelt, is gebaseerd op de enorme hoeveel-heid kapitaal waarover het land beschikt. Deconclusie lijkt dan ook dat de voorwaardevoor een echt democratiseringsproces in deregio erin bestaat dat dit proces eerst inSaoedi-Arabië zelf plaatsvindt.

1312

DE NIEUWE WERELDN I E U W S

� De positie van Saoedi-Arabië ten opzichte van deomwentelingen in de Arabische wereld was vanaf het beginduidelijk. Het is niet voor niets dat de gevluchte Tunesischepresident Zine Al-Abedine Ben Ali in Riyad een veiligonderkomen vond. Saoedi-Arabië heeft ook alle middeleningezet om de opstand in buurland Bahrein neer te slaan.Maar het is de open steun aan de militairen in Egypte, diede eerste democratisch verkozen president hebben afgezet,die duidelijk maakt hoe de kaarten in het Midden-Oostenjuist liggen.Het lijkt eigenaardig dat een staat waarvan de legitimiteitvoor een deel op het religieuze stoelt, positie inneemt tegeneen Moslimbroederpresident. Saoedi-Arabië feliciteerde denieuwe machthebbers in Egypte meteen na de aankondi-ging dat Mohamed Morsi niet langer president was enkende samen met de Arabische Emiraten een bedrag vantwaalf miljard dollar toe aan de nieuwe overgangsregering.‘Saoedi-Arabië presenteert zich graag als enig land dat desharia toepast, maar het ziet in de Moslimbroeders eenreëel gevaar omdat ze ook in eigen land een alternatief kun-nen vormen’, zegt Madawi Al-Rasheed, onderzoekster ver-bonden aan de Middle East Centre van de London Schoolof Economics, gespecialiseerd in het Arabisch schiereiland.Saoedi-Arabië voelt zich van alle kanten bedreigd. Deopstanden die de regio door elkaar schudden en de mogelij-ke democratiseringsprocessen zijn een gevaar voor demachthebbers in Riyad. Want als de ontevredenheid vanhet volk, waarvan ook het olierijke Saoedi-Arabië nietgespaard is gebleven, zich tot een revolutionaire vlam ont-

Qatar geeft de Moslimbroeders financiële, politieke enmediatieke steun in de Arabische Lente. Saoedi-Arabië spaartmoeite noch middelen om de volksopstanden te gebruiken omconcurrenten uit te schakelen en bevriende leiders in het zadel tehouden. Maar de Saoedi’s hebben niet alle touwtjes in handen.

Saoedi-Arabië leidtde contrarevolutie

door Samira Bendadi

Juli 2012. Voormalig Egyptisch president Mohamed Morsi op bezoek bij koning Abdullah van Saudi-Arabië. Meteen nadat Morsi werdopzijgeschoven, feliciteerde Saudi-Arabië denieuwe machthebbers in Egypte.

© R

eute

rs /

Sau

di P

ress

Age

ncy

/ H

ando

ut

MOQ • november 2013 • www.mo.be MOQ • november 2013 • www.mo.be

Page 8: MO*magazine 109

len terugkeren’. Toch vinden sinds oktober 2011 gedwongen uit-wijzingen naar Kaboel plaats. De dienst Vreemdelingenzakenstuurt mensen immers terug met een Europees laissez-passer. Viadit reisdocument, initieel voor diplomatiek verkeer, kan de DVZAfghanen toch door de Afghaanse douane loodsen. Dat is eenzeer betwistbare manier om repatriëring te regelen, zeggen advo-caten. Vandaar de vraag: schendt België de wet? ‘Het klopt dat repatriëring naar Afghanistan in de strikte zin nietvolgens het boekje verloopt’, zegt Els Keytsman van Vluchte -lingenwerk Vlaanderen. ‘Een Europees terugnameakkoord bestaatniet, en daarbuiten bestaat geen wettelijke regeling die criteria voor-schrijft.’ Maar in de praktijk blijkt repatriëring toch mogelijk dooreen zogenaamd memorandum of understanding of een onderlingeafspraak, ondertekend door de Afghaanse ministeries vanBinnenlandse Zaken en van Vluchtelingen en Terugkeer, de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR en de Belgische overheid. Datprotocolakkoord was in eerste instantie bedoeld om vrijwilligeterugkeer mogelijk te maken. Gelet op het gebrek aan kandidatendie vrijwillig naar Kaboel terug willen, wordt het nu echter gebruiktvoor gedwongen terugkeer.De kern van de zaak is dat dit memorandum of understanding zelfsnog niet officieel werd goedgekeurd door alle Afghaanse autoritei-ten. Er ontbreken nog handtekeningen. ‘De facto wordt het echteral wel toegepast’, legt Keytsman uit. ‘Tussen 2011 en juli 2013 wer-den in totaal 44 Afghanen gedwongen gerepatrieerd. Dat is dus

niet de grote massa. Collectievevluchten zijn er nu niet, omdatAfghanistan maar een paar mensenper maand toelaat.’ Het is dus zeerde vraag wat er zal gebeuren met de42 Afghanen die in septemberopgepakt werden en nu in de centrawachten op een gedwongen uitwij-zing.

veiligheid‘De Europese opvatting dat er geenalternatief is dan mensen terug testuren, klinkt erg hol in Kaboel’,vindt de Londense Liza Schuster,

die in Afghanistan onderzoek deednaar de re-integratiemogelijkheden van gedeporteerde Afghanen.‘Daar overheerst het algemene gevoel dat Europese lidstaten veelbetere alternatieven kunnen bieden en meer mogelijkheden heb-ben dan de Afghaanse regering.’ Ze zei dat ook op een internatio-nale studiedag over de terugkeer van niet-begeleide minderjarigenin mei dit jaar. Volgens Schuster vrezen Afghaanse politici dat depublieke opinie steeds minder ingenomen is met het idee datAfghanistan samen zou gaan werken met Europese lidstaten diehun zonen terugsturen. Veel Afghaanse jongeren die in de voorbijejaren zonder ouders in Europa aankwamen, konden de tocht vooralmaken dankzij het kapitaal van hun familie, een verloren investe-ring in het geval van terugkeer.En dan is er uiteraard nog de veiligheidskwestie. In september ditjaar besloot het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen ende Staatlozen om de asielaanvraagdossiers van Afghanen tijdelijk tebevriezen. De asielinstantie doet dat op basis van de nieuwe richtlij-nen van de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR, die de verslech-terde Afghaanse veiligheidssituatie van 2013 onder de loep wilnemen. Experts voorspellen dat de veiligheid er nog op achteruit zalgaan in 2014, het jaar waarin alle internationale troepenmachtenzich uit Afghanistan zullen terugtrekken. Els Keytsman vanVluchtelingenwerk begrijpt dan ook niet waarom er op dit momentmensen worden teruggestuurd naar Afghanistan. Totdat er eengoede analyse gemaakt is van de veiligheidssituatie, vraagt de orga-nisatie een moratorium op de uitwijzingen.

15

� ‘De zaak-Navid Sharifi bracht, net als de zaakvan zijn voorganger Parwais Sangari, een feldebat op gang over ons integratie- en terugkeerbe-leid. Op de vraag of het ethisch en moreel is ommensen terug te sturen die hier een duurzaamverblijf hebben opgebouwd, kwam het antwoorddat wetten niet werden goedgekeurd om uitzon-deringen toe te laten maar om grenzen te trekkenen duidelijkheid te scheppen. Maar echt helder isdie legale kant alvast niet, net zoals de Afghaansestem in de zaak. Aanvaarden de Afghaanse autori-teiten zomaar dat België Afghaanse burgers – ookburgers die al lang naar buurlanden Pakistan enIran waren verhuisd – terugstuurt naar Kaboel,een arme stad die tot de vijf snelst groeidende steden ter wereld behoort?Zelfs voor de best geïnformeerde krantenlezer ishet moeilijk om de stem van de Afghaanse over-heid terug te vinden in de debatten over de repa-triëring van uitgeprocedeerde Afghanen. Aan deene kant vreemd, want je zou denken datAfghanistan hier toch zijn zeg in wil hebben. Aande andere kant te verwachten, als je ziet hoe stevighet gordijn wordt dichtgetrokken over terugname-akkoorden tussen België en herkomstlanden. Ophet herhaalde verzoek van MO* om een gesprekmet de ambassade kwam het antwoord dat ‘deambassadeur – de enige die antwoordt op ditsoort vragen – vastzit in Kaboel’. Met anderewoorden, het onderwerp ligt gevoelig in termenvan diplomatie.Zowel Europa als de Benelux en België proberenterugnameakkoorden te bedingen. Dat zijn bilate-rale administratieve akkoorden die afsprakenbevatten over de verwijdering en terugname van

vreemdelingen die niet (langer) het recht hebbenom zich op het grondgebied van een bepaald landte bevinden. Dat loopt niet altijd van een leiendakje. Het is vaak een kwestie van jaren onderhan-delen. Lees: economische investeringen of financi-ële steun in het terugnameland helpen.Onderhandelingen lopen vaak vast op criteria inverband met visaversoepeling. De onderhandelin-gen van België met Marokko en Algerije over eenterugnameakkoord zitten zo al jaren in een impas-se. Toch werkt Marokko mee, zozeer zelfs dat hetland in de top vijf staat van landen waarheenBelgië gedwongen terugstuurt.In het geval van Irak is dat anders. Ook hier isgeen sprake van een terugnameakkoord. DeIraakse autoriteiten laten officieel geen gedwon-gen terugkeer uit Europa toe en weigeren om reis-documenten af te leveren voor een Irakees die nietinstemt met zijn terugkeer. België kan Irakezendus niet gedwongen terugsturen en zet bijgevolgalle zeilen bij om mensen vrijwillig te laten terug-keren. Nederland, transparanter over terugname-akkoorden dan België, onderhandelde eind juninog met Irak over gedwongen terugkeer. Het stel-de voor om 5,5miljoen euro voor reïntegratie vanteruggekeerden in een fonds te beleggen en boodIraakse studenten vijftig plaatsen in het hogeronderwijs aan.

wettelijk kaderOok België en Afghanistan hebben geen terug-nameakkoord gesloten. De Afghaanse ambassa-de in Brussel weigert sinds kort ook officieel omeen laissez-passer of andere reisdocumenten afte leveren ‘voor Afghaanse burgers die niet wil-

ACTUEELn i e u w s

14 MOQ • november 2013 • www.mo.be

Q

MOQ • november 2013 • www.mo.be

Terug naar Kaboel

door Tine Danckaers

België tast grenzen van gedwongen uitwijzing af

België heeft geenterugnameakkoord

met Afghanistan overde uitwijzing van uit-geprocedeerde asiel-zoekers. Toch sturen

we mensen naarKaboel terug en wer-den in september nog

twintig Afghanenopgesloten in

afwachting van eenrepatriëring. Kan dat?

Vluchtelingenwerk Vlaanderen wil eenmoratorium op uitwijzingen vanAfghanen totdat er een goede analysegemaakt is van de veiligheidssituatie.

© B

rech

t Gor

is

Page 9: MO*magazine 109

16 MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

????� xxxxx

17MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

beeld Reuters / Ueslei Marcelino tekst Alma De Walschein beeld

Oog in oog met ontwikkeling� De voorbije maand oktober vierde Brazilië de vijfentwintigsteverjaardag van zijn grondwet. Die sloot in 1988 het tijdperk vande militaire dictatuur definitief af. Voor de indianen viel er echterniet veel te vieren. Begin oktober bezetten ze een week lang hetparlement omdat hun rechten, hun cultuur en hun toekomstnooit erger bedreigd werden dan vandaag.Na de dictatuur is er een proces ingezet van erkenning enafbakening van inheemse territoria, maar in het parlement heeftde lobby van de agro-industrie altijd een stok in het wielgestoken. Vandaag dreigen ze de grondwet zo te veranderen datde inheemsen de claim op eigen territoria helemaal verliezen.‘We willen geen geweld, we willen dialoog’, aldus de inheemseleiders. In juli hadden de indianen een ontmoeting metpresident Dilma Rousseff, maar die zei de eisen van de agro-industrie niet te kunnen negeren.Het is een ongelijke krachtmeting. Zowel de indianen als degrootgrondbezitters vertegenwoordigen elk één procent van de 200miljoen Brazilianen. De indianen beschikken over12 procent van het territorium, de grootgrondbezitters over 46 procent van het bebouwde land.Een wijziging van de wet betekent niet alleen een aanslag op deinheemsen, maar ook op het woud dat zij al eeuwen duurzaambeheren. Vandaag bedreigen stuwdammen, mijnbouw engroene woestijnen van soja hun habitat, hun cultuur en hunvoortbestaan. De botsing tussen de indianen en de ordediensten staat voor debotsing tussen twee ontwikkelingsmodellen: een model dat altijdheeft samengeleefd met de natuur en een model dat de grenzenen de draagkracht van de natuur negeert. De krachtmeting lijkteen anachronisme. Toch is het conflict actueler dan ooit, nu hetmoderne ontwikkelingsmodel op zijn natuurlijke grenzen stuiten het inheemse model onbruikbaar lijkt om de heleBraziliaanse bevolking van welzijn en toekomst te voorzien. De moderne ontwikkelingsmachine dreigt echter het inheemseleven weg te vagen, in plaats van ervan te leren. De indianenlijken steeds minder geneigd dat passief te ondergaan.

17

Page 10: MO*magazine 109

� Al meer dan twintig jaar wordt de opwarming van de aardedoor honderden wetenschappers gemonitord en in kaart gebracht.Ook het vijfde IPCC-rapport –waarvan het eerste deel eind septem-ber in Stockholm werd gepubliceerd– bevestigt met nog meerzekerheid dat de opwarming zich gestaag doorzet en dat de mensdaarvoor verantwoordelijk is. Wanneer ik van Ypersele ontmoet aande UCL, is hij net terug uit Stockholm. Vijf dagen lang is daar bijnadag en nacht gediscussieerd over de ‘Samenvatting voorBeleidsmakers’. Klimaatwetenschappers gaan nu eenmaal niet overeen nacht ijs. En eens de bewijzen zonneklaar zijn, willen ze ookdat politici hun verantwoordelijkheid nemen. Die politieke dimensie is voor van Ypersele bijna even belangrijkals zijn wetenschappelijk werk. Van kindsbeen af werd hij gedre-ven door twee grote passies. De interesse voor de politiek, diekreeg hij van thuis uit mee. Zijn vader was adjunct-kabinetschefvan voormalig premier Théo Lefèvre en zijn overgrootvader waszelf eerste minister in 1920. Daarnaast is er van Ypersele’s passie

voor het heelal en de wetenschap. Op zijn veertiende werd hij lidvan de Astronomische Kring van Brussel. Vandaag is hij onder-voorzitter van het IPCC en, tussen de internationale conferentiesdoor, professor Klimatologie en Milieuwetenschappen aan deUCL.

De dagen voor de publicatie is er verwarring gezaaid in de mediadoor het bericht dat ‘de opwarming de afgelopen vijftien jaar is stilge-vallen’, dat er een soort “pauzeknop” is aangesprongen in het sys-teem. Hoe moeten we die boodschap begrijpen? Van Ypersele legtrustig uit wat er precies aan de gang is: ‘Het bericht heeft betrekkingop één paragraaf uit het hele rapport, die door de klimaatsceptici uitzijn context is gerukt. Voor het rapport is het echter van belang allemetingen in kaart te brengen. We zien effectief een kleine vertragingin de opwarming voor de periode van vijftien jaar die begint in 1998.Daar moeten twee dingen bij verduidelijkt worden: 1998 was eenjaar met een heel sterk El Niño-fenomeen, het sterkste in decennia,

INTERVIEWt e n d e n s e n

Jean-Pascal van Ypersele (VN-Klimaatpanel)

18 MOQ • november 2013 • www.mo.be

en dus vertekent het enigszins de werke-lijkheid als we dit als referentiepuntnemen. Bovendien zijn zulke fluctuatiesniet abnormaal. Klimaat kan je ook nietmeten over vijftien jaar; het is gedefini-eerd over een periode van dertig jaar.Een ander element is dat negentig pro-cent van de opgeslagen extra energie inhet klimaatsysteem (door de uitstoot vanbroeikasgassen) tussen 1971 en 2010 isgeabsorbeerd door de oceanen. De oce-aan is een zeer groot reservoir van warm-te. Een kleine fluctuatie in de tempera-tuur van de oceanen kan zeer grotegevolgen hebben voor de atmosferischetemperaturen. De oceaan kan die warmtelater weer afgeven. Dat is wat er met El

Niño gebeurde: een groot deel van de tro-pische Stille Oceaan wordt warmer, voor-al in het oostelijk deel, en wanneer dewarmte van de oceaan terugkomt naar deatmosfeer, heeft dat een grote invloed opde atmosferische temperatuur. Wellichtzullen de oceanen over enkele jaren diewarmte opnieuw afgeven, over drie jaar,vijf jaar, tien jaar misschien. Het gaatdus om een fluctuatie in het systeem. Ditpatroon betekent zeker niet het einde vande opwarming. De afgelopen vier decen-nia was elk decennium warmer dan hetvoorgaande.’

Het nieuwe rapport stelt ‘met 95procentzekerheid’ dat de aarde opwarmt ten

gevolge van menselijke activiteiten. Wisten we dat ook al niet in het vorigerapport in 2007?

Van Ypersele: Toen wisten we datmet 90procent zekerheid. Is dat eengroot verschil? Ja en neen. Als je de straatwil oversteken en er is negentig procentkans dat je aangereden wordt, dan vol-staat dat om niet over te steken. Eengroot verschil is het dus niet. Je kan hetechter ook omgekeerd bekijken: de onze-kerheid is kleiner geworden met een fac-tor twee. De tien procent onzekerheid isgereduceerd tot vijf procent. Dat betekentdat de kernbevindingen van het vorigerapport nog eens bevestigd zijn. Nieuw isook dat de cijfers over het stijgen van dezeespiegel in dit rapport vollediger zijn.In de vorige rapporten was de invloedvan de ijskappen niet meegerekend.Opmerkelijk is ook dat de cijfers over destijging van de zeespiegel –van dertigcentimeter tot een meter in 2100– pre-cies dezelfde zijn als die in het eerste rap-port van 1990.

Wat is voor u de kern van het nieuwe VN-Klimaatrapport?

Van Ypersele: Als we doorgaan metbusiness as usual, komen we tegen heteinde van de eeuw aan een opwarmingvan 4,8 graden. Als wij onder de tweegraden opwarming willen blijven, moe-ten we onder de biljoen ton koolstof inde atmosfeer blijven. We zitten vandaag

19MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

‘Nog discussiërenmet klimaatscepticiis tijdverspilling’

Het laatste rapport van het VN-Klimaatpanel (IPCC) zou de onderhandelaars op de VN-Klimaatconferentie, eind novemberin Warschau, een duw in de rug moeten geven. Zal de wereld eindelijkin actie schieten? MO* vroeg het aanJean-Pascal van Ypersele, klimatoloogaan de UCL en ondervoorzitter van het IPCC.

Jean-Pascal vanYpersele voor eenfresco van ClaudeRahir. Het stelt deBig Bang voor en hangt in hetResearch CenterGeorges Lemaître,genoemd naar de auteur van deBig Bang-theorie.

© D

iete

rTel

eman

s

door Alma De Walsche

Page 11: MO*magazine 109

dat er een pauze is gevallen in de opwar-ming hebben we voldoende gecounterd,denk ik. Dat mag het debat niet meer versto-ren. En de grafiek die aangeeft hoeveelruimte er ons nog rest om onder de 2°C teblijven, zal gevolgen hebben. Dat besef zaleen culturele schok veroorzaken. We kun-nen niet langer fossiele brandstoffen blijvengebruiken. We kunnen zelfs niet meeropgebruiken wat nu voorhanden is. Datheeft zijn gevolgen voor de brandstoffenin-dustrie. Er ligt nu een taart op tafel –geentwee of drie maar één– van duizend miljardton koolstof. Meer dan de helft van die taartis opgegeten in 200jaar tijd. En er komenmogelijk nog onverwachte mee-eters, zoalsmethaan uit de permafrost.

Het gevecht om het resterende deel zal nogheviger worden.

Van Ypersele: Dat gaat inderdaad heelmoeilijk zijn. Er zal nog heel wat gediscus-sieerd worden tussen India, China, Braziliëen de rijke landen. De contouren zijn heelduidelijk maar of dit de onderhandelingenmakkelijker maakt, is niet zo zeker.

Is het nog zinvol om alles te zetten op eenglobaal akkoord? Zal een pragmatische aan-pak met “vrijwillige inspanningen” en eencoalition of the willingniet sneller werken?

Van Ypersele: Mondiale onderhandelin-gen blijven heel belangrijk, opdat er op eendag –op de klimaatconferentie van Parijs in2015 of later– een echte sterke overeen-komst komt om de emissies te reduceren,mét de steun van alle landen. Tot het zoveris, zijn gedeeltelijke afspraken en lokale en

regionale initiatievenzeer belangrijk. Door dekracht van het voorbeeldkunnen zij het procesvooruitstuwen en eentussenstap vormen voorde grotere schaal. Maarhet zou een vergissingzijn te denken dat we demondiale onderhande-lingen kunnen vervan-gen door lokale of bilate-rale initiatieven. Het is ook heel belang-rijk om een level-playingfield (een gelijke uit-gangspositie voor allebetrokkenen, adw) tehebben. Dat is een uit-drukking die de bedrijfs-wereld altijd gebruiktmaar ze hebben hiereen punt. Je moet gelij-ke spelregels hanterenwant als er te grote ver-schillen zijn tusseninvesteringen op de eneplaats en investeringenelders, dan zal dat eco-nomisch moeilijk houd-baar zijn of zullen ver-nieuwende initiatieven altijd klein blijven ofoverkop gaan. Het is ook belangrijk dat ereen correctere prijs komt voor koolstofdioxi-de uitstoot, die geldt over een bredere regiodan alleen Europa of de kleine Kyotoclub.Zo zouden meer mensen de atmosfeer nietlanger als een gratis vuilnisbak beschouwen.

Welke moeilijk te ontwarren knopen verwacht u voor de conferentie?

Van Ypersele: Landen willen huneigen belangen op de korte termijn verde-digen, terwijl het gaat om een probleemdat alle landen van de wereld treft en overde lange termijn. Daar is een grote discre-pantie tussen.

De andere moeilijkheid is de financië-le en economische context van vandaag.De prioriteit voor vele landen is om deeconomie terug aan te zwengelen en nietom het klimaatprobleem aan te pakken.De uitdaging is om ten minste deze tweeobstakels te overwinnen.

Dat zijn evenwel de obstakels van deafgelopen drie jaar, het is een heel moei-lijk gegeven. Q

21MOQ • november 2013 • www.mo.be

al aan 500miljard ton –de helft dus.Naarmate de opwarming vordert, komendaar door het smelten van de permafrostnog methaan en CO2 bij. Dat versterkt hetproces nog; de nog beschikbare ruimte zalzo sneller opgebruikt zijn. We moeten dusvolledig stoppen met fossiele brandstoffen tegebruiken, zo vlug mogelijk. We kunnenonmogelijk alle beschikbare voorraden fos-siele brandstoffen opgebruiken. Het is deeerste keer dat er zo’n duidelijke grensgesteld is, die ook door alle regeringen vande wereld aanvaard is.

Is het nog realistisch om de opwarmingonder die twee graden te houden?

Van Ypersele: Het derde deel van onsnieuwe rapport gaat hier in detail op in. Hetzal in april 2014 verschijnen en focust opmitigatie. Maar indirect staan er ook al aan-wijzingen in het eerste deel van ons rapport.Vier scenario’s worden aangereikt. Een vandie vier is het scenario zonder klimaatbeleid,waarbij de temperatuur tot boven de viergraden zal stijgen. De drie andere zijn stabi-lisatiescenario’s, op basis van klimaatbeleid.Het laagste scenario geeft tegen het eindevan de eeuw een stabilisatie waarbij de tem-peratuurstijging onder de twee graden blijft.Dit scenario wordt als technologisch realis-tisch beschouwd, maar dat impliceert dan

wel de opvang en opslag van koolstof en deinzet van biomassa –algen kweken bijvoor-beeld. Wat niet in het rapport staat maar watje tussen de lijnen kan lezen, is dat ditalleen mogelijk is áls er voldoende politiekewil is. En ook dat is een groot vraagteken.

Dagenlang is vergaderd alvorens het eerstedeel van jullie rapport vrij te geven en er zijnliefst 55.000 commentaren in verwerkt. Watzijn de hete hangijzers? En is het eindresul-taat nog wel betrouwbaar?

Van Ypersele: In dit document heeft dewetenschap het laatste woord, daar wordtniet aan getornd. De geloofwaardigheid vande onderzoekers staat hiermee op het spel.De wetenschappers zullen nooit een vervor-ming van de onderzoeksresultaten aanvaar-den. Maar dat wil niet zeggen dat regerin-gen niet proberen (zie kaderstuk, adw). Erzijn effectief regeringen die erop aandrin-gen om de onzekerheden meer zichtbaar temaken in de slottekst, maar ze kunnen ergeen nieuwe uitvinden. Het gaat sowiesoom onzekerheden die in het rapport zelfaanwezig zijn. Door onze manier van werken –rekeninghouden met al die gevoeligheden en allecommentaren– ontstaat een interactie diede relatie tussen wetenschappers enbeleidsmakers van alle VN-lidstaten rijker

maakt. Dankzij de dialoog wordt de teksttoegankelijk en beter, maar zonder dewetenschap te vervormen.

Zo’n rapport is op zich al conservatief, de cijfers zijn al enkele jaren oud.

Van Ypersele: Het kan ook niet andersdan conservatief zijn, met alle filteringen diehet onderging. Maar de eindbevindingenzijn wel aanvaard door alle landen, inclusiefRusland en Saoedi-Arabië. Dat is heelbelangrijk, het rapport is zeer solied. Als weover deze gegevens al geen controversemeer moeten hebben, is dat een zeerbelangrijke basis. Daarom ook heeft het VN-Klimaatpanel besloten geen debatten meeraan te gaan met klimaatsceptici over weten-schap. Het debat moet nu gaan over deoplossingen.

Toch blijven de sceptici nog heel actief –denk aan de berichtgeving over de“pauzeknop”.

Van Ypersele: Dat is waarom ik vorigezondag niet ben ingegaan op de vraag vanhet RTBF-programma Mise au Point (verge-lijkbaar met De Zevende Dag, adw) om indebat te treden met een collega-chemicusvan de UCL, Istvan Markó. Het is tijdver-spilling om met zo iemand in debat te gaanvoor een publiek dat daar niet op eenwetenschappelijke manier mee bezig is. Ikga het debat over wetenschappelijke vragenniet uit de weg, maar dan moet het welgevoerd worden in een wetenschappelijkkader, in vergaderingen met wetenschap-pers. Als je een wetenschap hebt die zo ste-vig gefundeerd is, door honderden weten-schappers onderzocht, en wanneer hetresultaat aanvaard is door alle regeringenvan de wereld, neen, dan heb ik geen tijdmeer om hierover nog in debat te gaan meteen klimaatondeskundige die twijfel zaait.

Is dit rapport nu een belangrijke ondersteuning voor de klimaatconferentievan Warschau?

Van Ypersele: Ik kan dat niet voorspel-len maar laat het ons hopen. Het argument

INTERVIEWt e n d e n s e n

20 MOQ • november 2013 • www.mo.be

ACHTER DE SCHERMENTijdens de onderhandelingen van het VN-Klimaatpanel in Stockholm over de beleidsaanbeve -lingen is ook druk gelobbyd. Zo is Saoedi-Arabië herhaaldelijk tussengekomen om onzekerhe-den in het rapport te benadrukken en de term ‘opwarming’ zoveel mogelijk te vermijden.Gesteund door Venezuela vroeg het ook om niet alleen fossiele brandstoffen aan te wijzen alsbron van CO2 maar ook andere broeikasgassen te vernoemen die de opwarming veroorzaken,zoals methaan en N2O. De zin ‘opwarming is ondubbelzinnig en sinds 1950 zijn heel wat van de geobserveerde verande-ringen ongezien sinds decennia tot millennia’ vond Saoedi Arabië te alarmistisch. Het vroeg omte verwijzen naar het jaar 1850 in plaats van 1950 en het was ook op vraag van Saoedi-Arabië dater een verwijzing kwam in de ‘Samenvatting voor Beleidsmakers’ over de vertraging van deopwarming in de periode 1998-2012. Canada, dat volop olie onttrekt uit zijn teerzanden, stelde dan weer bij de observaties over hetklimaat, dat in de toekomst andere factoren dan “opwarming” moeten benadrukt worden wan-neer gesproken wordt over het klimaatsysteem. Rusland ijverde dan weer voor het gebruik vande term “klimaatverandering” in plaats van “opwarming van het klimaat”, en lobbyde hard omeen erkenning van “geoengineering” als oplossing voor het klimaatprobleem te krijgen.

‘Als dit geen alarmbel is, weet ik niet meer wat er wel een gaat zijn. Als er ooit een thema is dat sterkere samenwerking, partnership en toegewijde diplomatievereist, dan is het wel dit.’

(John Kerry, Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken, in een reactieop het nieuwe rapport van het VN-Klimaatpanel)

© D

iete

rTel

eman

s

Page 12: MO*magazine 109

fijnstofconcentraties in Zelzate en naburigegemeenten. Daarbij moet wel opgemerktworden dat 75procent van het fijn stof inVlaanderen afkomstig is uit de naburigegrote industriële regio’s van Europa.

chinese koelkastenHet verband tussen de vervuilde lucht diewe inademen en het falende klimaatbeleidheeft veel weg van een puzzel met veel teveel stukjes. Het sleutelstukje van het ver-haal bevindt zich op tienduizend kilometervan Zelzate, in de Volksrepubliek Chinameer bepaald. In 2005 hadden verschillende chemischebedrijven in China hetzelfde geniale idee: zeontwierpen een manier om het internatio-nale mechanisme voor handel in CO2-kre-dieten te gebruiken om hun winsten te ver-

hogen. Een van de succesvolste klimaatfrau-deurs werd Shandong Dongyue, een koel-kastenfabriek in overheidshanden, gevestigdhalverwege Beijing en Sjanghai. Binnen diekoolstofhandel, die door de VN gecoördi-neerd wordt, krijgen ontwikkelingslandeneen koolstofcertificaat voor elke ton CO2-uit-stoot die ze vermijden. Die certificaten ofkredieten kunnen ze dan verkopen aanbedrijven elders in de wereld die hun kli-maatdoelstellingen willen halen. Het project waarmee Shandong Dongyuekoolstofcertificaten binnenhaalde, draaideom het opvangen van HFC-23, een broeikas-gas dat duizendmaal schadelijker is danCO2 voor de opwarming van de aarde. Hetgas wordt gebruikt bij de productie van koel-kasten. Shandong Dongyue begon bewustaan overproductie van koelkasten te doen,zodat de volumes aan opgevangen HFC-23exponentieel toenamen. Die enorme, maarkunstmatige “uitstootvermindering” over-spoelde de markt met miljoenen koolstof-certificaten die echter geen enkele relatiemeer hadden met een reële verminderingvan broeikasgassen. Integendeel.In Europa werden die twijfelachtige certifi-caten vooral opgekocht door grote vervuilers,aangezien ze daarmee hun eigen uitstootkonden compenseren en de Europese nor-men konden halen. Op 1mei 2013 schraptenEU-autoriteiten uiteindelijk de HFC-23 kre-dieten, maar het kwaad was intussengeschied. De valse certificaten vertegenwoor-digden op dat moment al de helft van allekoolstofcertificaten die uitgewisseld werdenbinnen het Europese Emission TradingSystem (ETS). Tussenhandelaren van kool-stofcertificaten hadden geen andere keuzedan de certificaten massaal te verkopenvoordat ze onbruikbaar zouden worden, watde prijzen naar een historisch dieptepuntduwde.Bovendien was de “koolstofprijs” al gedaaldomdat bedrijven te veel kredieten toegewe-zen kregen in verhouding tot hun werkelijkeuitstoot, die opvallend gedaald was alsgevolg van de economische crisis. In het

ETS kunnen overheden immers kredietenverdelen onder bedrijven om de last van hetverminderen van hun CO2-uitstoot te ver-lichten. Bedrijven kunnen die nationale uit-stootrechten gedeeltelijk inwisselen voorinternationale kredieten. Dat zette de grotevervuilers aan tot een slim spel: ze kochtenvoortdurend supergoedkope internationalekredieten om daarmee op een heel voordeli-ge manier toekomstige uitstoot te compen-seren. Zo voldoen ze aan hun verplichtin-gen tegen de laagst mogelijke prijs en zon-der dat ze hoeven te investeren in vernieu-wende technologie om hun uitstoot écht teverminderen. Het hoeft dus niet te verwonderen dat deArcelor Mittal Group in Europa de grootsteaankoper van koolstofkredieten is, volgensde gegevens van Sandbag, een Londensengo die de integriteit van het ETS contro-leert. Arcelor Mittal Gent kocht niet minderdan 4,1miljoen HFC-23 kredieten vanShandong Dongyue. Een deel van dieChinese “gebakken lucht” werd gebruikt tervervanging van nationale uitstootrechten,die verkocht werden om kapitaal te verzame-len voor investeringen in energie-efficiëntie.Het grootste deel werd echter gebruikt omop te tellen bij de al royale toekenning vanuitstootrechten door de Vlaamse regeringtussen 2008 en 2012, waardoor ArcelorMittal boven op zijn 20miljoen ton CO2-uit-stoot nog eens voor 26miljoen ton de luchtin kan blazen.

er is een alternatiefDe vraag is dan: waarom zou Arcelor MittalGent een fortuin uitgeven om zijn cokes-gestookte installaties te vervangen en zijnCO2-uitstoot drastisch te verminderen, alshet die uitstoot ook gewoon kan afkopendoor zijn overtollige uitstootrechten en -kre-dieten te gebruiken, of door steeds meerrechten en kredieten te kopen, tegen respec-tievelijk 3 en 1 euro per ton?‘Tot vandaag bestaat er geen leefbare alter-natieve technologie voor onze sector’, zegtRonald Mortier, hoofd van het departement ��

23MOQ • november 2013 • www.mo.be

In de Gentse havenregiohangt de uitstoot van CO2 enschadelijk fijn stof samen methet falen van Europese eninternationale klimaatmaat-regels. Arcelor Mittal blijkt deontbrekende schakel te zijntussen Chinese koelkasten

en Gentse astma.

Fijn stof, grove winst

� De schoolkinderen in het atheneum van Zelzate zijn even veel of weinig bezig metklimaatverandering als hun leeftijdsgenoten in andere scholen van Vlaanderen. DeZelzaatse jongeren zouden echter opkijken als ze zouden beseffen hoe nauw de band istussen hun gezondheid en de manier waarop beleidsverantwoordelijken en bedrijvenomgaan met de klimaatverandering. Op een paar kilometer van hun speelplaats stotenindustriële schoorstenen volop het broeikasgas CO2 uit. Zelzate is immers een van de gemeenten in de Gentse havenzone waar onder andere deop één na grootste producent van plaatstaal van Europa actief is: het vroegere Sidmar,vandaag eigendom van de Arcelor Mittal Group, wereldleider in staalproductie. Dezeenorme fabriek, waar zo’n 4.700mensen werken, is kampioen in het uitstoten van CO2én van fijn stof, dat verantwoordelijk gehouden wordt voor heel wat gezondheidsproble-men bij kinderen. Een onderzoek door verschillende Vlaamse onderzoekers in 2011bewees dat de fijnstofconcentraties afkomstig van industrie, transport en landbouw deoorzaak zijn van de voortijdige dood van kinderen die geboren worden in vervuilings-haarden zoals de Gentse havenzone.Het Vlaams Milieu Agentschap schat dat meer dan 60procent van het fijn stof dat uit-gestoten wordt in Gent verband houdt met industriële activiteit. Arcelor Mittal alleenstootte tussen 2008 en 2011 anderhalf miljoen ton fijn stof uit in Zelzate. Daarmee ishet bedrijf, volgens officiële rapporten, verantwoordelijk voor 10 tot 14procent van de

door Stefano Valentino

22 MOQ • november 2013 • www.mo.be

DOSSIERt e n d e n s e n

Europese klimaatfraude brengt gezondheid Gentse jongeren in gevaar

© B

art L

asuy

Page 13: MO*magazine 109

gevolg van het herstel na de crisis, waardoor de industriëleproductie en dus ook de uitstoot – en dus wellicht ook devraag naar uitstootrechten – zal toenemen. Bovendien ver-wacht men strengere normen voor de vermindering vanCO2-uitstoot indien de hervorming van het controversiëleETS doorgaat. Als dat scenario bewaarheid wordt, dan krij-gen we een heel andere kostenafweging bij de staalprodu-centen, en ontstaat er echt een economische impuls om teinvesteren in nieuwe en schonere technologie.In afwachting van die mooiere toekomst ‘is het ETS volko-

men onderhevig aan politieke onzekerheid’, stelt RichardChatterton, koolstofmarktanalist bij Bloomberg NewEnergy Finance in Londen. Eurofer, de machtige Europeselobby van staalproducenten, verzet zich met hand en tandtegen elke poging om de prijzen op de koolstofmarkt aante pakken door bijvoorbeeld de overtollige uitstootrechtente schrappen en het gebruik van kredieten te beperken.Arcelor Mittal is een belangrijk bedrijf in Eurofer. ‘Tussennu en 2020 verwachten we een tekort aan uitstootrechtenvan twintig procent vergeleken bij de vorige periode. Deoorzaak daarvan is de nieuwe toewijzingsprocedure van deEU die dit jaar in werking trad’, zegt Wim Van Gerven,ceo van Arcelor Mittal Gent. ‘Als de prijs daardoor gaatstijgen tot bijvoorbeeld 30 euro per ton, dan houdt hetvoor ons op en verhuizen we naar China, waar onze inter-nationale concurrenten niet af te rekenen hebben met dieextra kosten. Innovatie is alleen haalbaar als het ETSgemondialiseerd wordt zodat iedereen zich aan dezelfderegels moet houden.’

sleutel in europese handenDie mondialisering van de regels is niet voor morgen,maar de vervuiling is er wel vandaag al. Volgens EdwardRoekens, hoofd van de afdeling Lucht bij de VlaamseMilieumaatschappij, is roet het schadelijkst voor de mense-lijke gezondheid, ook al vertegenwoordigt het maar eenfractie van fijn stof. ‘Tachtig procent van het roet in Zelzateis afkomstig van lokale bronnen, inclusief de cokesovensvan Arcelor Mittal. ‘ Het grootste deel van de fijnstofuit-stoot waarvoor Arcelor Mittal Gent verantwoordelijk is, isechter terug te voeren op het transport en de verwerkingvan de de ruwe grondstoffen in de diverse productiestadia.

‘Fijn stof beïnvloedt zowel de fysiekeals de psychologische ontwikkeling van jonge-ren’, zegt Vera Nelen, directeur van het ProvinciaalInstituut voor Hygiëne van de provincie Antwerpen. Haarinstituut werkt samen met de universiteiten van Gent,Antwerpen en Brussel aan een onderzoek, gecoördineerddoor het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek(VITO), dat duidelijk moet maken wat de oorzaken zijnvan de gezondheidsproblemen bij jongeren in de Gentsehavenzone. In 2013 en 2014 wordt informatie verzameld

over diverse blootstellingen, waardoor het volgens Nelenmogelijk moet worden de impact van de industriële activi-teit op de gezondheid van twaalf- tot veertienjarigen vast testellen. De resultaten worden verwacht tegen eind 2015.Tegen die tijd zal de Vlaamse regering ook de milieuver-gunning van Arcelor Mittal opnieuw bekijken. ‘Als blijktdat de technologieën die door Arcelor-Mittal worden toege-past niet de beste beschikbare techniek meer zijn, dan zalhet bedrijf worden opgelegd om over te schakelen op ande-re technologieën’, zegt Vlaams minister voor Milieu JokeSchauvliege. Ze verwijst daarbij naar een bindende lijst vantechnologieën die opgesteld werd door de EU, die daarbijoverduidelijk het advies van de industrie gevolgd heeft.Daardoor werden enkel wijdverspreide toepassingen, zoalsde met cokes gestookte ovens, beschouwd als “beschikbaar”vanuit economisch perspectief.‘Toen we met de bedrijfsleiding in dialoog gingen over fijnstof, gaf die toe dat ze niet meer zal doen dan vereist doorbindende wetgeving’, zegt Kevin Reygaerts, woordvoerdervan de bewonersvereniging van Sint-Kruis-Winkel, hetdorp dat het dichtst bij Arcelor Mittal ligt. ‘Maar overhedenleggen juist zo weinig mogelijk regels op aan een bedrijfvan zo’n omvang, omdat het gewicht ervan in de lokaleeconomie zo groot is.’De sleutel is dus in handen van de EU. Als die er niet inslaagt de ETS-regelgeving strikter te maken en zo innovatiete stimuleren en het verbruik van vuile fossiele brandstoffenterug te dringen, dan zullen bedrijven als Arcelor Mittal nogjaren een beroep blijven doen op cokes. En dat zou beteke-nen dat ze doorgaan met de uitstoot van zowel CO2 als fijnstof, waardoor ze de mondiale klimaatverandering aanjagenen de levenskwaliteit van mensen aantasten.

25MOQ • november 2013 • www.mo.be

Milieuzorg van Arcelor Mittal Gent. ‘We hebben al wel 200mil-joen euro geïnvesteerd in systemen om de luchtvervuiling tebeheersen, waardoor onze uitstoot van CO2met 20procent ver-minderd is tegenover 2002 en van fijn stof met 80procenttegenover 1990. Als we nog meer willen doen, zou dat tenkoste gaan van onze energie-efficiëntie, die juist nodig is om deCO2-uitstoot te verminderen. Besluit: we kunnen op ditmoment en binnen het geldende concurrentiesysteem de uit-stoot van fijn stof én CO2 niet langer tegelijk verminderen. ‘Er bestaan nochtans veelbelovende alternatieven. Sinds 2004leidt de Arcelor Mittal Group het ambitieuze Ulcos-onderzoeks-project, met een budget van 600miljoen euro en gesteund dooreen consortium van Europese staalproducenten en de EU. Hetgrootste deel van het onderzoeksgeld wordt besteed aan hetinnoveren van de bestaande cokestechnologie. Maar er werdook onderzoek gedaan naar het vervangen van cokes door kool-stofarmere energie, zoals gas en elektriciteit.‘Die technologieën zouden niet alleen de uitstoot van CO2 ver-minderen, maar ook van fijn stof – met wel 80 procent’, zegtJean-Pierre Birat, voormalig manager en hoofd van het Ulcos-project. Birat is ook secretaris-generaal van het European SteelTechnology Platform, een overleg- en lobby-orgaan van staalpro-ducenten in Brussel dat innovatie in de staalindustrie promoot,en de grootste CO2- en fijnstofuitstoters van Vlaanderen enEuropa verenigt. ‘De testfase leverde goede resultaten op’, zegtBirat. ‘Met voldoende investeringen zouden deze technologieënover tien jaar het productiestadium kunnen bereiken. Maarstaalproducenten zullen daar alleen voor kiezen als de voorzienelangetermijnprijs van koolstof zo hoog is dat productie op basisvan gas of elektriciteit goedkoper wordt dan op basis van cokes. ‘

mondialiseer de regelsJoe Hennon, woordvoerder Milieu van de Europese Commissiebevestigt de stelling van Birat: ‘Hogere koolstofprijzen zoudenschonere technologie economisch haalbaar maken. ‘ Ook JohnVan Aardenne, expert klimaatbeleid en vervuiling bij hetEuropean Environmental Agency, zit op dezelfde lijn. ‘De ver-branding van vuile fossiele brandstoffen zoals cokes vormt debelangrijkste bron van zowel CO2 als fijn stof. Daarom is hetverminderen of vervangen van die brandstoffen de efficiëntstemanier om beide vormen van vervuiling te bestrijden.’ Hijvoegt er wel aan toe dat de bedrijven die onder het ETS vallenminder bijdragen tot fijnstofvervuiling in Europa dan bijvoor-beeld woningen en transport. Het EEA bracht begin oktobernog een studie uit waarin aangetoond wordt dat 96procent vande Europese stadsbewoners blootgesteld wordt aan luchtvervui-ling die de normen van de Wereld Gezondheidsorganisatieoverschrijdt.Marktanalisten voorzien een stijging van de koolstofprijs als

24

DOSSIERt e n d e n s e n

Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos.

© B

art L

asuy

© B

art L

asuy

Het Vlaams Milieu Agentschap schat dat meer dan 60 procent van het fijn stof dat uitgestoten wordt in Gent verband houdt

met industriële activiteit.

Arcelor Mittal alleen stootte tussen 2008 en 2011 anderhalf miljoen ton fijn stof uit en is daarmee verantwoordelijk voor 10 tot 14procent van de fijnstofconcentraties in Zelzate en naburige gemeenten.

24

Lees de extra’s op MO.be: een uitgebreid antwoord van

minister Schauvliege op onze vragen, een overzicht van lucht- enklimaatverontreiniging in de EU,

een overzicht van de manier waarop staalproductie verloopt en hoe ze

vervuilt.

Q

Page 14: MO*magazine 109

uitvoer terecht komt– is afkomstiguit die landen zelf, hebben tweeonderzoeken van het VN-Milieu -programma (UNEP) aangetoond. Er wordt voorspeld dat Afrika tegen2017 meer e-waste zou genererendan de EU. Tussen 2009 en 2011,zo stelde UNEP vast, werd 85 pro-cent en 91 procent van het ingevoer-de elektronisch “afval” hergebruiktin Ghana respectievelijk Nigeria. InGhana stelden onderzoekers vast dat30 procent van de ingevoerde toe-stellen niet werkte; de helft daarvanwerd nog hersteld en verkocht voorhergebruik. De realiteit blijkt dusheel wat genuanceerder te zijn dande perceptie dat de grote meerder-heid van wat hier wordt uitgevoerdrechtstreeks naar het stort gaat. Het lijkt daarom aannemelijk dat deoplossing voor het e-wasteprobleemin Afrika ligt bij de opbouw van eendegelijke Afrikaanse recyclage-indus-trie, veeleer dan bij een strengereEuropese wetgeving die export zoumoeten tegenhouden. ‘Het enige datin CRT’s (cathode ray tubes, beeldbui-zen, red.) nog waarde heeft, is hetkoper en wat metaal. De recuperatiedaarvan is rendabel als je de rest kandumpen en lage lonen betaalt. Datloodhoudend beeldbuisglas gaat hiernog jaren circuleren, maar momen-teel is er niemand in Afrika die datop een correcte manier kan verwer-ken’, zegt Olivier Vanden Eynde,directeur van WorldLoop. DieBelgische ngo timmert in enkele

Afrikaanse landen mee aan hetbegin van een recyclage-industrie.De organisatie is een spin-off vanClose The Gap, dat ICT-materiaaldoneert aan projecten in ontwikke-lende landen en ook in België. InKenia, waar Close The Gap hetmeeste materiaal in omloop heeft,werkt WorldLoop samen met eenlokaal recyclagebedrijf om in de“informele” sector die fracties op tehalen waar geen interesse meer voorbestaat en dus gedumpt worden(vaak is het niet eens zo duidelijkwaar je met dat beeldbuisglas danwél heen zou moeten). Bedoeling isom aan informele recyclers net ietsmeer te bieden dan de materiaal-waarde. Een eerste proefproject leverdezeven ton laagwaardige printplatenop, die maar moeilijk doorverkochtraken aan de traders die de marktafschuimen. Bij het te perse gaanvan dit nummer stond nog een aan-der project in de steigers: CRT’sophalen. Daar is wel nog vraag naarop de Ngara-markt, maar die neemthand over hand af naarmate flats-creens het overnemen. De CRT’sworden lokaal ontmanteld en voor-behandeld. De fracties die ter plaatseniet gerecycleerd kunnen worden –het beeldbuisglas en de printplaten–verscheept het recyclagebedrijf naarverwerkers in België, waaronderUmicore. Momenteel hangt hetWorldLoop-model in Kenia voor eenstuk af van de vrijgevigheid van

27

� Net buiten het Central BusinessDistrict van de Keniaanse hoofdstadNairobi loopt een klein riviertje. Aande oever slaat een man geroutineerdoude beeldbuizen stuk met eensteen, om vervolgens het metalenframe dat er nog omheen zit te recu-pereren. Het giftige loodhoudendeglas gaat de stroom in en het al evengevaarlijke fosforpoeder komt zicht-baar vrij. Dat glas is elektronischafval of e-waste: het restafval datgeen enkele waarde meer heeft endaarom gedumpt wordt. Dit soortbeeld is de essentie van e-waste opzijn slechtst. Vraag iemand die nietonmiddellijk thuis is in het onder-werp naar de uitvoer van elektronicanaar Afrika, en hij denkt meteen aanzulke taferelen. De impact op mensen milieu van deze backyard recy-cling, zoals dat heet, mag niet onder-schat worden, maar tegelijk is er inAfrika veel meer herstel en herge-bruik van onze afgedankte elektrodan deze rudimentaire recyclage.

alles kan nog dienenIn de Ngara-markt huizen vele tien-tallen, zoniet honderden, kleine elek-tronicazaken in hutten onder golf-platen daken. Je vindt er strijkijzers,

lichtschakelaars, gsm’s, tv’s en com-puters, allemaal tweedehands. Voorzowat alles vind je een reserve-onderdeel en de markt werkt bijzon-der efficiënt in het oplappen vanafgedankte, voornamelijk Europese,apparaten. Er gaat amper iets verlo-ren. De markt dient ook indirect eenbelangrijk doel. Voor een stuk gaatéén van de acht millenniumdoelstel-lingen van de VN over meer toegangtot communicatiemiddelen zoals hetinternet. En er is wel degelijk vraagnaar betaalbaar tweedehands ICT-materiaal. Lang niet iedereen kanzich de nieuwste elektronica veroor-loven. Zelfs in de armste wijken vanNairobi zie je veel reclame voor com-puterlessen.Waar de beeldbuizen van de manaan het riviertje vandaan komen, isnagenoeg onmogelijk te achterhalen.Ze kunnen net zo goed uit Belgiëkomen, als van een Keniaan op dehoek van de straat. Feit is dat veelAfrikaanse landen inmiddels perfectin staat zijn zelf hun elektronischafval te genereren. Tussen 50 en85 procent van het afval op deberuchte elektronische dumpsites inGhana en Nigeria –de landen waarhet grootste deel van de Europese

DOSSIERt e n d e n s e n

26 MOQ • november 2013 • www.mo.be

Het tweede leven van uw afval door Arthur Debruyne

De idee dat elektronisch afval achteloos gedumptwordt in de uithoeken van de gemondialiseerdewereld, is achterhaald. Iedereen wil de materialen uitonze oude computers en televisies halen, ook de EU.

MOQ • november 2013 • www.mo.be

© Wim Blonk

© Wim Blonk

© Wim Blonk

Recyclage in Afrika

Het grootste deelvan het uitgevoerdeelektronisch afval uitEuropa komt terechtin Ghana en Nigeria.

��

Page 15: MO*magazine 109

Lees op www.MO.be. een uitgebreidere versie van dit dossier, met bijkomende stukken over e-wasterecyclage in België en

korte videodocumentaires.

stouwen met oude elektro. Daarnaastheb je netwerken van families dieenkele lokale elektrowinkeltjesbevoorraden met pc’s die ze inBelgië opkopen bij kleine bedrijvendie dat materiaal niet langer nodighebben. Aan de andere kant van hetspectrum zijn er de afvaltraders, dieop een professionele manier elektro-nisch schroot verschepen naar lage-loonlanden omdat het daar meeropbrengt. Daar komt soms fraudeaan te pas. Het materiaal wordt bij-voorbeeld vals gedeclareerd als twee-dehandsgoederen, valse facturenworden opgesteld of een lading rom-mel wordt in een container achterenkele lagen proper materiaal ver-

stopt. Nog zo’n truc is bewust eenvalse bestemming opgeven. Heel wate-schroot gaat in werkelijkheid naarChina, maar omdat daar een invoer-verbod op geldt, wordt Hong Kongdoorgaans als bestemming opgege-ven. Dan blijkt uit samenwerkingmet lokale autoriteiten dat het “recy-clagebedrijf” in Hong Kong geves-tigd is op pakweg de dertiende ver-dieping van een appartementsge-bouw in het stadscentrum. Tijdens onderzoeken naar hetmilieu van Chinese traders kwamvolgens het parket vanDendermonde (bevoegd voor eenstuk van de Antwerpse haven)Louvain-la-Neuve al eens in beeld,

omdat daar historisch een relatiefgrote groep Chinezen gevestigd is.In juni 2013 werd een bedrijf uitLouvain-la-Neuve veroordeeld toteen boete van 5.000 euro omdat erin twee containers elektrisch afvalvoor China ook printplaten zaten(elektronisch afval zoals printplatenmet edele metalen mag niet naarChina verscheept worden; elektri-sche kabels en kunststoffracties uitafgedankte elektrische en elektroni-sche apparaten mogen wel). Ook opde Ngara-markt in Nairobi was spra-ke van een mysterieuze Chineseenkeling die er alle hoogwaardigeprintplaten opkocht. ‘Dat zijn fan-toomtraders: je ziet ze nooit, maar jehoort er wel van’, zegt Steven Artvan Umicore. Heel wat actoren in deze businesswerken op de grens van de illegali-teit. De situatie is dan ook complex.In het ene land mag een bepaaldelading binnen, in het andere niet.Evenmin is altijd duidelijk wat nuprecies illegaal afval is. Volgens commissaris Patrick VanHecke van de federale gerechtelijkepolitie werkt aan grootschalige illega-le uitvoer een keten aan daders mee.‘Je hebt de afvaltrader, de schroot-handelaar (waar de afvaltrader zijnmateriaal koopt, red. ), de douanede-clarant, de agent die de goederen ver-scheept, en dikwijls ook nog detransport- en expeditiebedrijven enop- en overslagbedrijven.  Velen vanhen kennen de werkelijke aard vande materialen, en worden veronder-steld voldoende kennis te hebbenvan wat mag uitgevoerd worden ofwat niet. Maar iedereen knijpt voorelkaar een oogje toe want het zijnallemaal klanten van elkaar.’ Op diemanier voeden volgens een milieu-inspecteur ook erkende Belgischerecyclage- of opslagbedrijven –al danniet bewust– illegale transporten.

29MOQ • november 2013 • www.mo.be

Belgische en Nederlandse bedrijfsdo-noren, maar op termijn is het bedoe-ling dat in Kenia een systeem zoalsin België ontstaat. De overheid legtmomenteel de laatste hand aan eene-wastewetgeving die importeursertoe zou verplichten om onder meereen deel van de recyclage-kosten voorzich te nemen. ‘De implementatieervan kan echter nog lang op zichlaten wachten,’ zegt WorldLoop-pro-jectdirecteur Thomas Poelmans, ‘Inde tussentijd willen we de mogelijk-heden van ons systeem laten zien, enop termijn kan dat misschien opgaanin dat van de overheid.’

fantoomtradersDe Europese Unie maakt zich onder-tussen zorgen om de veiligheid vanhaar secundaire grondstoffen, vervatin onze oude computers en televisies.De verwerkingscapaciteit van de recy-clage-industrie in Europa is groterdan de instroom van elektronischafval –de EU produceert jaarlijks zo’n10miljoen ton e-waste, goed voor

400.000 grote zeecontainers.De herziening van de Europese richt-lijn over afgedankte elektrische enelektronische apparaten (AEEA), diebegin 2014 in België geïmplemen-teerd wordt, moet ervoor zorgen datde officiële inzameling van ons elek-tronisch afval de komende jaren aan-zienlijk toeneemt. Naast milieu-over-wegingen, is die richtlijn hoofdzake-lijk ingegeven door economischebelangen. De toevoer voor de urbanmine moet en zal binnen Europesegrenzen blijven. Er wordt gevreesddat Europese recyclagebedrijven nietverder zullen investeren in recupera-tietechnologie zonder bevoorradings-zekerheid. Spreek eender welkeEuropese eindverwerker aan overconcurreren voor secundaire grond-stoffen op de wereldmarkt, en hijheeft het gegarandeerd over hetgebrek aan een level playing field (gelij-ke uitgangspositie voor iedereen).Materiaalverwerkers aan de anderekant van de wereld hebben het “voor-deel” van een laksere milieuwetge-

ving én een lage loonkost, en kunnendus meer betalen voor e-schroot. Dattrekt kooplustigen naar onze contrei-en. Geen eerlije situatie, luidt hetmantra. De vzw Recupel, die in België deinzameling en verwerking van afge-dankte elektro-apparaten organiseert,schat dat ze zowat de helft van al hetmateriaal inzamelt dat in België opde markt komt. In 2012 ging het om111.947 ton. De andere helft komtterecht in een grijze zone. Voor eenaanzienlijk deel van wat we hier bijhet vuilnis zetten, bestaat elders nogeen grote markt. De uitvoer van twee-dehands elektro vanuit België –tv’s,computers, koelkasten, enzovoorts–gaat hoofdzakelijk naar hetAfrikaanse continent. Die transpor-ten gaan in de perceptie vaak hand inhand met illegale uitvoer. Werkt eentoestel niet, of is het slecht gestapelden onverpakt, dan is de uitvoer inprincipe illegaal. Er wordt vanuitgegaan dat het niet hergebruikt zalworden en dat bijgevolg de niet-waar-devolle onderdelen (denk aan beeld-buisglas) gedumpt worden. Uit gege-vens van de douane en de milieu-inspectie blijkt dat ongeveer dertigprocent van de afgedankte elektrischeen elektronische apparaten ver-scheept in containers of als bijladingin tweedehands voertuigen en aange-geven als “tweedehands”, in feite nietwerkt. Nochtans gaat het om zowat1.400 ton per jaar. Die inschattingkomt overigens overeen met watUNEP vaststelde voor de invoer inGhana en Nigeria.

op de grens van illegaliteitDe export van afgedankte elektronicaheeft verschillende gezichten.Enerzijds heb je Afrikanen die een-malig een tweedehandsbestelwagenverschepen naar Afrika en die vol-

��

DOSSIERt e n d e n s e n

28 MOQ • november 2013 • www.mo.be

Q

Dit artikel kwam totstand met de steunvan het FondsPascal Decroos voorBijzondereJournalistiek.

GEMAAKT OM STUK TE GAANTijdens ons onderzoek hoorden en lazen we heel vaak dat elektrische en elektronische spullen eensteeds kortere levensduur hebben, alsof dat de normaalste zaak van de wereld zou zijn. Ingebouwdeveroudering heet dat, planned obsolescence in het jargon. Elektronisch afval lijkt met reden de snelstgroeiende afvalstroom te zijn. Denk aan zwakke onderdelen die door een specifiek design snel stukgaan. Slijtagegevoelige onderdelen bij een warmtebron. Incompatibiliteit van besturingssystemen:een nieuwe versie van Windows kan je moeilijk draaien op een oudere pc. En ga zo maar verder. ‘Er is wel degelijk iets aan de hand. Het is ontegensprekelijk zo dat er een probleem is met de duur-zaamheid van onze producten’, klinkt het bij Test-Aankoop, de Belgische vereniging voor consumen-tenbescherming. In de aanloop naar de verkiezingen van 2014 gaat Groen van het thema één van despeerpunten van haar campagne maken. Ingebouwde veroudering ligt ook op ieders lippen in de Repair Cafés, waar vrijwillgers elektro gratisherstellen. Op één jaar tijd zijn er al 45 in België, en ze blijven als paddenstoelen uit de grond schie-ten. Binnen de Repair Cafés circuleert op een informele manier consumenteninformatie, bijvoor-beeld over welke merken slecht scoren op het vlak van ingebouwde veroudering. De overkoepelendevzw van de Franstalige Repair Cafés, Repair Together, bekijkt hoe die informatie-doorstroming opeen meer gestructureerde manier kan gebeuren, maar wil zich de woede van de elektronica-industrieniet op de hals halen.

‘Het enige dat in beeldbuizennog waardeheeft, is het koper en watmetaal.’

© Wim Blonk

Page 16: MO*magazine 109

AZERBEIDZJAN

RUSLANDUS

niëTTTsjetsjenTsjgoesjetiëIngoI iëI

DagestanZZwarte Zee

Kaspische zee

ARMENIËAARTURKIJE

GEORGIË

200 km

Q

‘Niet bang zijn, jullie doen ze niets.’ Hetgerucht gaat dat een lid van deWoudbroeders –zoals men hier de radicaleterreurgroepen noemt die zich ophouden inde ontoegankelijke bergpassen– vandaagafdaalt naar het dorp om zijn familie tebezoeken. Het is niet moeilijk te raden wathem te wachten staat.Als ik er probeer achter te komen wie diegroepen zijn, waar ze vandaan komen, watze willen, bots ik op een kakofonie aanmeningen. Volgens de ene is het allemaalimport: fundamentalisten uit Saoedi-Arabiëen Afghanistan, niets eigen aan Dagestan.Een ander stelt dat juist wel veel jongeDagestanen zich tot de radicale islamgewend hebben, bij gebrek aan andere per-spectieven. Ook de overflow van hetTsjetsjeense conflict zou een rol spelen. Eenvan onze gastheren –die ook Ruslan heet–vertelt hoe niet zo lang geleden de vertalervan Shamil Basajev gearresteerd werd.Basajev is de Tsjetsjeense rebellenleider diein 1999 Dagestan binnenviel, wat het beginvan de Tweede Tsjetsjeense Oorlog beteken-de. ‘Die vertaler had gewoon een apparte-ment op nog geen driehonderd meter vaneen overheidsgebouw in Machatsjkala(hoofdstad van Dagestan, jr), en opereerdevanuit een witte huwelijkslimousine waar-mee hij door de stad reed.’De eerste Ruslan is specialist politieke islamen adviseur van de Dagestaanse president.

‘In Vlaanderen willen jullie een officiëleimamopleiding inrichten? Hebben we hierook geprobeerd. Ze werden niet aanvaard,na een paar maand waren ze allemaal ver-moord.’ Religieuze leiders die zich uitspre-ken voor gematigdheid en verzoening vor-men een geliefd doelwit voor aanslagen.Ook Boston bomber Tamerlan Tsarnaev zouzijn mosterd in Dagestan gehaald hebben. De manier waarop het Kremlin de terreur-strijd aanpakt, draagt niet bepaald bij totmeer stabiliteit. Collateral damage is veeleernorm dan uitzondering: tientallen jonge-mannen die niets met radicale groepen temaken hebben, werden en worden ontvoerdof verdwijnen spoorloos na hun arrestatie –zoals onder meer de ngo’s Human RightsWatch en Memorial hebben bericht. Hetresultaat is een spiraal van wraak en chaos.

deksel op het kruitvatDerbent viert in 2013 zijn tweehonderdjari-ge jubileum als Russische stad –een peul-schil als je weet dat de stad een geschiedenisvan meer dan vijfduizend jaar toegeschre-ven wordt. Tegenwoordig betekent deel uit-maken van Rusland strak geïntegreerd zijnin het verticale machtssysteem van presi-dent Poetin: tot voor kort benoemde de pre-sident zelf alle hoofden van de regio’s, dedeelgebieden van de Russische Federatie.Dit veranderde na de massale protesten dievolgden op de doemaverkiezingen in het

najaar van 2012. De wet werd aangepast:vanaf nu mogen de deelrepubliekenopnieuw hun leider rechtstreeks verkiezen.Met uitzondering van Ingoesjetië enDagestan: de president wil persoonlijk hetdeksel op het kruitvat van deze deelrepublie-ken houden.We hadden een ontmoeting met RamzanAbdulatipov gepland, president vanDagestan. Hij wordt aan een korte lijngehouden door Poetin, dat werd wel duide-lijk toen hij onze afspraak enkele uren opvoorhand moest afzeggen omdat hij opstaande voet naar Moskou ontboden werd. Toch lijkt het er niet op dat het Kremlinhelemaal vat krijgt op Dagestan. In de loopvan de geschiedenis is dat trouwens geenenkel imperium voor erg lange tijd gelukt –daarvoor zijn de bergen te hoog, de passente diep, de volkeren te trots, de intriges tecomplex. Alle conflicten zijn vervlochten toteen beweeglijk kluwen waar niemand nogwijs uit raakt. De eeuwenoude vestingNaryn-Kala mag dan wel de titel vanUnesco-werelderfgoed dragen, het gebiedals geheel is door diplomatieke dienstenwereldwijd geklasseerd als ‘extreem gevaar-lijk’. Toeristen blijven weg, voor Dagestan isde geschiedenis nog niet aan een eindegekomen.

Deze reportage kwam tot stand in het kader van eenreis georganiseerd door de Unrepresented Nationsand Peoples Organization (http://unpo.org).

31

� Derbent in Dagestan is één van de oud-ste steden ter wereld maar buiten Rusland ishet nauwelijks gekend. Ook voor de Russenis Derbent niet meteen een toeristische trek-pleister.Derbent telt zo’n 120.000 inwoners en ligtoverzichtelijk op een relatief smalle strookvlak land tussen het hooggebergte van deKaukasus en de Kaspische zee. De regendrijft de hitte wat uit de lucht, zware wolkenhangen boven de torenende bergen in deverte. Verder in het straatbeeld: het fortNaryn-Kala uit de zesde eeuw, het centraleplein met Lenin nog steeds stevig op zijnsokkel, een meisje met lolly dat voorbijglijdtop haar rollerskates.

david de bergjoodAan het hoofd van de rijkgevulde tafel –gast-vrijheid is wat alle volkeren van de Kaukasusverbindt– heft burgemeester Jaraliyev ImamMuzamudinovitsj het glas en heet ons wel-kom in naam van de inwoners van Derbent,‘gezagstrouwe, vredelievende en toleranteRussische burgers’. De Russische taal kent twee woorden voorwat wij als ‘Russisch’ vertalen: er is russky,dat ‘etnisch Russisch’ betekent, en rossiisky,dat verband houdt met de Russische staat.

Het is dit tweede adjectief dat de burge-meester gebruikt. In Dagestan is immersslechts een kleine vier procent etnisch Rus.De bevolking is een amalgaam van meerdan dertig volkeren (en bijna evenveeltalen). Het beste vertegenwoordigd zijn deAvaren, Dargin, Koemukken en Lezgin,maar geen enkele groep is in de absolutemeerderheid. Muzamudinovitsj gaat prat op de etnischetolerantie die volgens hem de norm is inzijn stad. Russisch is de voertaal, maar wan-neer ouders dat willen, kan hun kind opschool een aantal uur per week les krijgenover zijn moedertaal. In Derbent staat eensynagoge waarvan de restauratie royaalgesponsord werd door Israël. Het materiaalvoor de sjiïtische moskee wat verderop isdan weer aangevoerd uit Iran. Zelfs de inter-etnische huwelijken gaan in stijgende lijn,een nieuwe ontwikkeling in de geschiedenisvan de regio.Hoe belangrijk en toch alledaags die etnici-teit als deel van je identiteit in Dagestan is,wordt echt duidelijk wanneer we in onshotel een jongeman ontmoeten die zichschijnbaar plompverloren voorstelt als‘David, de Bergjood’. Hij vertelt hoe er in deSovjettijd etnische quota waren om je in te

schrijven aan de Staatsuniversiteit, en deBergjoden (Goretskie evrei) om hun kansente vergroten zich vaak opgaven als ‘Tat’, eennog kleinere joodse minderheid die diep inhet hooggebergte woont. ‘Maar als ik van-daag in Moskou rondloop, ben ik gewooneen “zwarte”, zoals iedereen uit deKaukasus.’

woudbroeders Hoewel de lof van burgemeesterMuzamudinovitsj voor zijn tolerante bevol-king met een korrel zout genomen moetworden, lijkt de interetnische verdraagzaam-heid inderdaad grotendeels een realiteit tezijn. De breuklijnen in Dagestan liggenelders. De doden die elke maand vallen –ordehandhavers, journalisten, rebellen, reli-gieuze leiders, politici, rechters, mensen dieop het verkeerde moment op de verkeerdeplek waren– zijn vooral het slachtoffer van(de strijd tegen) terrorisme, persoonlijkevetes of corruptieverhalen. Onderweg duikt tussen de gammele huisjeslangs de onverharde weg ineens een leger-wagen met een stuk of acht militairen op,sommigen gemaskerd, allemaal gewapendmet een kalasjnikov. Ruslan, een van onzegidsen, wuift het spektakel lachend weg.

ACTUEELt e n d e n s e n

30 MOQ • november 2013 • www.mo.be

door Julie Reniers

MOQ • november 2013 • www.mo.be

© H

elga

D’H

avé

en B

art U

lens

Dagestan

De bevolking vanDagestan is eenamalgaam vanmeer dan dertigvolkeren. Hetbeste vertegen-woordigd zijnonder meer deLezgin (ziefoto’s).

De noordelijke Kaukasus wordt vaak in een adem genoemd met oorlog, moslimterrorisme enmessentrekkende bergvolkeren. De realiteit is complexer. ‘We zijn vredelievende en toleranteburgers.’

© P

ietro

Bru

ni

© P

ietro

Bru

ni

© P

ietro

Bru

ni

Tussen tolerantie en terrorisme

Page 17: MO*magazine 109

allen samen tegen voedselverspillingIk ontmoet Tristram Stuart in hartjeLonden, in de daktuin van hetgebouw waar hij een kantoortje heeft.Nu kweekt hij varkens in Londen, eenachttal die hij vetmest met voedselaf-val, resten van groenten en fruit ofgraanresten van brouwerijen. Innovember gaan die onder het mes,voor een Voed de 5000-diner opTrafalgar Square. Met zijn campagne

Feeding the 5000 zet Stuart in tal vansteden wereldwijd zulke collectievemaaltijden op: publieke banketten,bereid met kwalitatief hoogstaandvoedsel dat door supermarkten of res-taurants werd afgevoerd, dat boerenniet kwijt konden aan hun afnemers,of dat gewoon op de akker achterbleefna de oogst. Alle voorbijgangers zijnuitgenodigd om aan te schuiven aande dis. In februari organiseerde Stuartin Nairobi een galadiner voor het VN-Milieuprogramma (UNEP) enmomenteel trekt Think. Eat. Save dewereld rond, een campagne vanUNEP om voedselverspilling tegen tegaan. In juni was het de beurt aanAmsterdam voor het Voed de 5000-diner, in juli landde de campagne inLissabon en Sidney en binnenkort isNew York aan de beurt. Stuart en zijnmedewerkers brengen lokaal een net-werk van organisaties samen diegevoelig zijn voor het thema en knut-selen het opzet in elkaar. Zelfs deUniversiteit van Wageningen, dé refe-rentie op het vlak van landbouw envoedsel, nodigde op 1 oktober Stuartuit om zijn verhaal te doen. En bin-nenkort zal ook Brussel zijn Voed de5000 opzetten.

een ongemakkelijke waarheid Wereldwijd gaat een derde van hetgeproduceerde voedsel verloren. In derijke landen van Europa en in de VSloopt dat op tot 50 procent. Dat zijn debevindingen die Tristram Stuart deedin het onderzoek voor zijn boekWaste. Uncovering the global food scan-dal (2009). Die cijfers zijn inmiddelsdoor de VN en door Europa onder-schreven. Ook volgens een rapportvan het McKinsey Global Institute(Mobilizing for a resource revolution)produceert de wereld dagelijks 10mil-joen ton eetbaar afval, een derde van

alle voedsel. Die verliezen situerenzich over de hele keten. In het Zuidengaat vooral veel kostbaar voedsel verlo-ren door een tekort aan infrastructuurvoor transport en bewaarinstallaties.In de rijke landen situeren de verlie-zen zich vooral in de verwerking, ver-pakking en distributie, en aan heteinde van de keten, bij de consumentdie niet opeet wat hij koopt. In de VSloopt dit op tot 1500 euro per jaar vooreen gezin van vier. Als men dit kanvoorkomen, is dat niet alleen goednieuws in de strijd tegen honger (in2011 werden vier miljoen mensen inEthiopië getroffen door honger; devoedselverspilling van Italië alleen albevat voldoende voedingswaarde omdit tekort te compenseren). Het zouook de verspilling voorkomen vanlandbouwsubsidies en arbeid, en vanwater, grond en grondstoffen, zekernu de druk op het land wereldwijdvoor conflicten zorgt.

oplosbaar probleem ‘Iedereen kan een bijdrage leverenom de impact op het milieu en dedruk op de ecosystemen te verminde-ren’, zegt Tristram Stuart. ‘Dat kandoor wat we in onze huishoudensdoen, maar belangrijker nog is dat weals burgers de macht hebben om opte roepen voor verandering in de voe-dingsindustrie. Als consument kun-nen we van de voedingsindustrieeisen dat ze ons voedsel verschaft datgeproduceerd is op een manier dieovereenstemt met onze principes. Wemoeten laten weten dat we het nietoké vinden dat er zoveel verspildwordt en dat we best bereid zijn omgroente en fruit te eten dat niet zouniform in de rekken wordt aangebo-den. Dat we bereid zijn niet enkel desteak van het dier te eten, maar ookde kop, de poten en de oren. We kun-nen onze macht en ons geld gebrui- ��

33MOQ • november 2013 • www.mo.be

Een derde van het voedsel dat wereldwijdgeproduceerd wordt, belandt nooit op

iemands bord. Van alle complexeecologische en ethische problemen in dewereld is dit er een waar we echt iets aan

kunnen doen, stelt de Britse voedselactivistTristram Stuart. Hij krijgt hoe langer hoe

meer gehoor bij politici, supermarktketensen academici wereldwijd.

� Stuarts gevoeligheid voor voedselverspilling ontlook toen hij als opgroeien-de jongen van vijftien varkens begon te kweken. Stuart woonde met zijn vaderop een boerderij in Sussex. Stuarts vader had een groentetuin, hijzelf hield kip-pen en vooral varkens. Die voerde hij met etensresten die hij ging ophalen inde buurt. ‘Toen zag ik hoe in de refters van de scholen, in de winkels en op deboerderijen voedsel dat geschikt was voor menselijke consumptie in de vuilnis-bak belandde.’ Een van zijn politieke eisen vandaag is dat varkens in Europaopnieuw met etensresten gevoerd mogen worden. In 2001 werd dat naar aan-leiding van de dollekoeienziekte (BSE) in Europa verboden, wat een massaleinvoer van sojaschroot (jaarlijks 40 miljoen ton) tot gevolg had, afkomstig uit de oprukkende sojaplantages in Brazilië, Paraguay en Argentinië.

32 MOQ • november 2013 • www.mo.be

ACTUEELt e n d e n s e n

‘Er is geen enkele reden voor honger in de wereld’

Brits voedselactivist Tristram Stuart

door Alma De Walsche

© T

ristra

m S

tuar

t

Page 18: MO*magazine 109

supermarkt open die enkel “vervallen” voe-dingsproducten verkoopt: producten die deaangegeven vervaldatum bereiken of kant-en-klare maaltijden die daarmee bereid zijn.Het initiatief komt van Dough Rauch, diemet zijn Urban Food Initiative in 2014 zo’nsupermarkt zal openen in Dorchester, eenarbeiderswijk in de buurt van Boston(Massachusetts), een voedselwoestijn. In België wil supermarktketen Delhaize devoedselverspilling systematisch tegengaan.Communicatieverantwoordelijke RoelDekelver: ‘Er is een uitgebreid aanbod vankleine porties in de verse voeding –kwartjestaart, kleine pakketjes kaas– inspelend ophet groeiende aantal alleenstaanden en klei-ne gezinnen.’ De supermarkt levert al lan-ger overschotten aan voedselbanken maarsinds kort heeft de voedingsketen het inno-vatieve project Zero food waste opgezet, metde steun van Vlaams minister vanArmoedebestrijding Ingrid Lieten. Doel isproducten tegen de vervaldatum gratis aante bieden aan sociale organisaties. In navol-ging van drie pilootprojecten in Limburg isafgelopen zomer in Lokeren een project vanstart gegaan in samenwerking met verschil-lende sociale organisaties. Een drietal vrij-willigers van Ontmoetingshuis DeMoazoart, een initiatief van onder meerSamenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen,mag bijvoorbeeld iedere week naar deDelhaize gaan om de producten uit de rek-ken te halen waar een gele afslagsticker opkleeft –producten die die dag vervallen. DeMoazoart gebruikt die producten om ertwee keer per week soep mee te maken, omde twee weken een warme maaltijd vooreen zestigtal bezoekers van De Moazoart tebereiden en twee keer per week een ontbijt.Daarnaast gebruiken ze de producten ookom bezoekers een tussendoortje aan te bie-

den tijdens vormingen of andere activitei-ten. De andere producten die zullen verval-len, gaan naar de voedselbedeling vanLokeren en Zele –die iedere maand aanhonderden gezinnen een gratis voedselpak-ket meegeven– of naar andere sociale orga-nisaties. Het initiatief is opgezet in samen-werking met het Federaal Agentschap voorVoedselveiligheid. Inmiddels schaarden alveertien Delhaizesupermarkten en een der-tigtal zelfstandige winkels van Delhaize(Proxy, AD en Shop&Go) zich achter dit ini-tiatief. Ook Colruyt heeft een beleid rond voedsel-overschotten, uitgewerkt in drie sporen.‘We vertrekken bij preventie, via een stock-beheer voor verse groenten en fruit dat dagper dag en soms meerdere keren per daggemonitord wordt’, zegt Tony De Bock,directeur Productpromotie bij Colruyt.‘Daarnaast brengen onze eigen vrachtwa-gens producten naar de voedselbank, waarze professioneel en volgens de normen vande voedselveiligheid behandeld worden.Oud brood wordt gebruikt als veevoer, ver-vallen groenten en fruit worden vergist. Eenderde spoor is dat we ook willen werkenaan bewustwording bij de consumentenover de datum op de verpakking. “Ten min-ste houdbaar tot” betekent niet dat dit devolgende dag niet meer gegeten kan wor-den. Maar er is zeker ook bij ons nog ruim-te voor verbetering.’

kwestie van respectTijdens zijn wereldreis ter voorbereidingvan het boek raakte Stuart in Japan, Taiwanen Zuid-Korea diep onder de indruk vaninnoverende initiatieven om voedselverspil-ling tegen te gaan. Het meeste was hij ech-ter getroffen door de leefwijze van deOeigoeren in de Chinese Xinjiang-provin-

cie. In hun cultuur heerst een totaal taboeop voedselverspilling, zo stelde Stuart vast.Geen graankorrel ging er verloren, elk botjewerd afgelikt tot het helemaal glad was, elkbord leeggeschraapt. Stuart: ‘De hoeveel-heid voedselverspilling die een samenlevinggenereert, hangt af van culturele patronen.Je kan wettelijke, fiscale en logistieke maat-regelen nemen om voedselverspilling terugte dringen, maar de doeltreffendheid daar-van hangt af van wat een samenleving aan-vaardbaar acht. In die zin ligt de oplossingvoor voedselverspilling in onze handen. Alswij –zoals de Oeigoeren, die in een woestijnleven– voedsel ervaren als iets van onschat-bare waarde, zouden we er op een heelandere manier mee omgaan.’ Want uitein-delijk, stelt Stuart, is voedsel geen koop-waar. ‘Het is de koppeling tussen de mensen de aarde. Grond is onze belangrijksterijkdom. Ons lot hangt af van hoe we daar-mee omgaan.’

35MOQ • november 2013 • www.mo.be

ken om deze praktijken te stoppen.’ De supermarkten zijn immers de spil vande voedselvoorziening vandaag. Zij leggenhun eisen op aan de boeren –die vaak methopen verse producten blijven zitten dieniet aan de normen van de supermarktbeantwoorden. Als remedie tegen deze verspilling is inGroot-Brittannië het Gleaning Network (‘deArenlezers’) opgezet, vrijwilligers die deresten van groente en fruit verzamelen dieop de akker achterblijven. Supermarktenwentelen de lasten ook af op de boerendoor bijvoorbeeld aan de boer een schattingte geven van hoeveel ze gaan afnemen,maar later de afname aan te passen, naar-gelang de verkoopcijfers. De boer blijft danmet het surplus zitten. In 2008 deed deConcurrentiecommissie in Groot-Brittannië hierover een onderzoek enkwam tot de conclusie dat dit ‘doorschui-ven van het risico’ is, met ‘morele schade’tot gevolg. De instantie verantwoordelijkvoor de schade of verspilling neemt dekostprijs ervan niet op zich of neemt geenmaatregelen om die verspilling af te bou-wen. Er kwam een wet om controleurs aante stellen om op deze overeenkomsten tus-sen boeren en supermarkten toe te zien. Al enkele jaren vind je in tal van super-markten in Groot-Brittannië ook apartestands met “lelijke groente en fruit”. Zevallen buiten standaardformaat, zien erminder vers uit of raakten lichtjes bescha-digd. ‘Het leuke aan deze “voedselrevolu-tie”,’ zegt Stuart, ‘is dat die goed is voor deportemonnee, in tegenstelling tot campag-nes voor bio- en fairtradeproducten, diemeestal duurder uitvallen voor de consu-ment.’ Stuart verduidelijkt: ‘Natuurlijk zouhet ideaal zijn als we allemaal bio zoudeneten en ons zouden kunnen bevoorradenvia de korte keten bij de boer om de hoek.Maar met de campagne willen we nietalleen de niches en de reeds overtuigdenbereiken. We willen dat het hele productie-systeem verandert en dat de grote ketensmee zijn.’

voedselzekerheidOok de Europese Commissie is in actiegeschoten en heeft 2013 uitgeroepen tot hetjaar tegen de voedselverspilling. Volgens deCommissie zou er in Europa jaarlijks zo’n300kilo voedsel en plantaardig afval perpersoon verloren gaan, waarvan 200kiloeetbaar is. Dat aantal wil Europa tegen 2025halveren from farm to fork, door kleine enmiddelgrote landbouwbedrijven en de pro-ductie voor de lokale markten te stimule-ren. Het Europese Parlement heeft hierovereen resolutie goedgekeurd. Voedsel is altijd al een belangrijk themageweest voor de Europese Unie, zowelvoedselzekerheid als -veiligheid. De bekom-mernis voor voedselveiligheid heeft ondermeer geleid tot het invoeren van de houd-baarheidsdatum op verpakkingen. Stuart:‘Voedselzekerheid is een van de succesver-halen van de menselijke beschaving. Wehebben inmiddels een aanzienlijke bufferopgebouwd tussen ons en honger, eniemand die ooit honger leed, weet wat ditbetekent.’ Stuart toont een grafiek uit zijn

boek. ‘In deze anderhalve pagina krooptwintig procent van al mijn werk voor ditboek.’ De grafiek brengt het voedselaanbodvan een land in beeld (in supermarkten enrestaurants of op landbouwbedrijven), inverhouding tot het bnp van dat land.‘Naarmate landen rijker worden, investerenze meer in voedsel als buffer voor tegensla-gen. Heel wat landen beschikken over eenaanbod van 150 tot 200procent van hetstrikt noodzakelijke.’ Congo en Eritrea bij-voorbeeld zitten onder de 100 procent. Alswe daarbij ook nog de gewassen in reke-ning brengen die we aan het vee voederen,zitten we in de rijke landen snel aan 300 tot

400 procent. ‘Zo’n groot surplus is nietnodig vanuit het oogpunt van voedselzeker-heid’, zegt Stuart. ‘Gezien we worstelen meteen systeem dat voor de productie van datvoedsel zijn ecologische grenzen heeftbereikt en onder druk wordt gezet door deklimaatverandering, is dit een contrapro-ductief surplus.’ Tweede conclusie vanStuart: ‘Er is helemaal geen reden voor hon-ger, zelfs niet voor een stijgende voedsel-productie. We moeten het systeem alleenhelemaal anders organiseren.’

iedereen gelukkig De crisis helpt daarbij. Sinds 1 septembermogen supermarkten in Griekenland inspeciale afdelingen voedingsproducten aan-bieden die de datum gelabeld ‘best tegebruiken voor’ naderen of net overschre-

den hebben. Ze worden voorzien van eensticker met daarop ‘Voeding met beperktehoudbaarheid’. Burgers die zwaar getroffenzijn door de crisis kunnen zich zo bevoorra-den aan prijzen die tot een derde van deoorspronkelijke prijs liggen. Alleen particu-lieren komen in aanmerking, voor restau-rants en cateringbedrijven zijn deze rekkenverboden terrein. De Griekse minister voorOntwikkeling Costis Chatzidakis zag zichgedwongen over te gaan tot die maatregelomdat het niet mogelijk bleek de prijs vaneen basisvoedselpakket naar beneden tehalen. Ook in de VS gaat begin volgend jaar een

34 MOQ • november 2013 • www.mo.be

‘Voedsel is de koppeling tussen de mens en de aarde. Grond is onze belangrijkste rijkdom. Ons lot hangt af van hoe we daarmee omgaan.’

��

Met de campagne Feeding the 5000zet Stuart publieke banketten op, bereidmet voedsel dat door supermarkten of restaurants werd afgevoerd.

Donderdag 7 november isTristram Stuart in Brussel op uitnodiging van 11.11.11. 19.30u-21.30 u. in de KVS, Zaal Top, Lakensestraat 146,1000 Brussel. Toegang gratis,

inschrijven viawww.11.be/debat,

www.tristramstuart.co.uk

ACTUEELt e n d e n s e n

© F

eedi

ng th

e 5k

© F

eedi

ng th

e 5k

Page 19: MO*magazine 109

37

� Het offshore Kashagan-olieveld bevindt zich zo’n vijfkilometer onder de zeebodem in de sector van deKaspische Zee die Kazachstan toebehoort. Met eenafmeting van 75 bij 45kilometer is dit het grootste olie-veld dat de laatste veertig jaar is ontdekt. Het bevindtzich ongeveer 80kilometer van Atyrau, de Kazachsestad van waaruit internationale oliegiganten en hun tal-rijke expats de exploitatie van Kashagan en anderenabijgelegen olievelden dirigeren. Het internationalebelang blijkt uit het bezoek van de Britse premierDavid Cameron eind juni. Samen met president Nursultan Nazarbayev vanKazachstan, al meer dan twintig jaar aan de macht,vierde Cameron in Atyrau de oplevering van de produc-tiefaciliteiten. Op 11 september, meer dan vijf jaar laterdan gepland, werd de eerste druppel olie bovengehaald.In de beginfase moet de productie een dagelijkse capa-citeit van 180.000 vaten halen. Die zal worden opge-dreven tot 1,5miljoen vaten per dag in 2020. Er zoudenin het Kashagan-olieveld minstens 35miljard vaten zit-ten, maar door de enorme technische uitdagingen zul-len de uitbaters slechts zo’n 13miljard vaten kunnenbovenhalen.

internationale spelers houden touwtjes in handen Terwijl we ontbijten in ons hotel in Atyrau kunnen weniet naast de grote aanwezigheid van Italianen kijken.Dat is geen toeval, want nabij het hotel bevinden zichmeerdere gebouwen van het Italiaanse energiebedrijfEni. Eni’s dochtermaatschappij Agip zorgt samen metandere grote internationale spelers voor de uitvoeringvan het Kashagan-project. Ook onder de aandeelhou-ders domineren grote internationale bedrijven zoalsEni, Total, Exxon Mobil, Royal Dutch Shell, ConocoPhilips en Inpex, naast het Kazachse KazMunaiGas(KMG) dat 16,81procent van de aandelen in zijn bezitheeft. Volgens sommigen heeft Kazachstan bij de ver-deling van de aandelen een bijzonder slechte dealgesloten. Ook internationale kapitaalinjecties warenbroodnodig, want door de technische complexiteit ste-gen de kosten van alleen al de eerste fase van het pro-ject van 24 naar 46miljard dollar. Onder de investeren-de banken die aan KMG geld leenden, vinden we ondermeer BNP Paribas en ING. Internationale bedrijven houden de touwtjes in han-den, maar bij een olielek dragen ze niet de volle verant-

REPORTAGEt e n d e n s e n

36 MOQ • november 2013 • www.mo.be

Gigantisch olieveld iseen tikkende tijdbom

tekst en foto’s Helga D’Havé en Bart Ulens

Het Kashagan-olieveld in de Kaspische Zee bevatonpeilbare hoeveelheden zwart goud. De ontginningis echter technisch erg complex, het risico op een milieuramp enorm en de winst voor de lokalebevolking miniem. Vindt er een ecologische rampplaats, dan staat bovendien de relatieve politieke rustin de Kaspische Zee-regio op het spel.

MOQ • november 2013 • www.mo.be

© H

elga

D’H

avé

en B

art U

lens

Kazachstan

De Kaspische Zeeis het grootste

zoutwatermeerter wereld, een

bijzonder kwets-baar ecosysteem.

��

Page 20: MO*magazine 109

plant zich moeilijk voort. De grootschaligejacht voor zeehondenolie en -huid werd danwel aan banden gelegd, nog steeds wordendieren sporadisch gedood en sterven er jaar-lijks zo’n 10.000 als gevolg van bijvangstdoor vissers die het op de steur hebbengemunt. Sinds de testboringen in het Kashagan-olie-veld in 1999 van start zijn gegaan, hebbenmilieu-organisaties een alarmerende impactop de biodiversiteit vastgesteld. Kaspischezeehonden en vogels stierven massaal zon-der dat de oorzaak eenduidig kon wordenbepaald. Het bestand van de beloegasteuren andere commerciële vissoorten ging ver-der achteruit. Professor Diarov, directeurvan het onafhankelijke Atyrau Instituut vanOlie en Gas, vreest dat de ontwikkeling vande olie-industrie in de komende decenniatot een complete biologische dood van dede Kaspische Zee zal leiden als gevolg vande hoge concentraties giftige zwavelverbin-dingen die zullen vrijkomen. Het is opmer-kelijk dat niet alleen milieuorganisaties enwetenschappers hun vrees uiten. Ook demedewerker van de Bolashak-olieraffinade-rij en Abdulla, die milieurisico-analyses uit-voert voor internationale oliebedrijven, stel-len vlakaf dat de technische uitdagingen

van Kashagan zo enorm zijn, dat eenmilieuramp vroeg of laat onvermijdelijklijkt.

olie-boom vergroot klooftussen arm en rijk Niet alleen de fauna en flora, maar ook debevolking langs de kustlijn van deKaspische Zee heeft weinig reden om te jui-chen. De bewoners staan nu al bloot aangiftige zwavelverbindingen van andere olie-velden en -raffinaderijen. In Atyrau beho-ren ademhalingsaandoeningen daardoor totde meest voorkomende ziekten. In sommi-ge regio’s moesten inwoners zelfs verhui-zen. Zo gaven de lokale autoriteiten de

opdracht om 3000mensen te verhuizen uiteen dorp dat zich 64kilometer van hetTengiz-olieveld bevindt omdat een berg vanzes miljoen ton zwaveloverschotten in desteppe er gezondheidsproblemen veroor-zaakte. Tot nu toe zijn slechts tachtig fami-lies verhuisd. Met de komst van de nieuweBolashak-raffinaderij, die de olie vanKashagan op zo’n dertig kilometer vanAtyrau zal verwerken, zullen de hoeveelhe-den giftige zwavelverbindingen in de luchtalleen maar toenemen.De arbeiders die in de gevaarlijke olie-industrie werken, krijgen het nog harder teverduren. Tijdens een poging om eenglimp op te vangen van de nieuwe

39MOQ • november 2013 • www.mo.be

woordelijkheid. ‘Zoals de situatie nu is,draait Kazachstan bij een ramp op voor dekosten’, zegt Abdulla Amin. Hij werkt inAtyrau voor een Amerikaans bedrijf datvoor verschillende oliemaatschappijenmilieurisicoanalyses uitvoert en noodplan-nen opmaakt. ‘En olielekken zijn inKazachstan geen uitzondering.’ Hij toontons zelfgemaakte foto’s van met olie bedek-te grond en zelfs kleine oliemeren. ‘Zo’n600.000hectare land in de KazachseKaspische Zee-regio is vervuild met eendikke laag olie die de bodem en het grond-water aantast. Als er in de Kaspische Zeeeen olieramp plaatsvindt, staat het voortbe-staan van dit bijzonder kwetsbare ecosys-teem op het spel. Want Kazachstan heeftmomenteel geen bekrachtigd plan om olie-lekken aan te pakken.’ Ook de Kazachseminister voor Milieubescherming NurlanKapparov stelde eerder dat de milieu-instel-lingen van zijn land momenteel niet klaarzijn om olielekken te bestrijden. En dat ter-wijl de technische uitdagingen van deexploitatie van het Kashagan-olieveld hetrisico op lekken enorm vergroten.

grootste technische uitdaging ooitOp een zwoele zaterdagavond in Atyrauontmoeten we op een druk terras een 25-jarige Kazach, die liever anoniem wil blij-ven. Hij werkt in de Bolashak-raffinaderij,zo’n dertig kilometer van Atyrau, waar deruwe olie van Kashagan verwerkt wordt. ‘Inde noordelijke Kaspische Zee heersen extre-me klimaatcondities, gekenmerkt door ergkoude winters –tot min veertig graden– enhete zomers –tot plus veertig graden’, steekthij van wal. ‘Omdat het water in dat deelvan de Kaspische Zee slechts zo’n vier tottien meter diep is, is het van november totmaart met een ijslaag bedekt. Bovendienfluctueert de waterstand van de KaspischeZee, soms zelfs met twee meter. Dat zijnbijzonder hachelijke omstandigheden omnaar olie te boren. Het werk van de ingeni-eurs wordt bemoeilijkt omdat de olie zichmeer dan vier kilometer onder de zeebo-

dem bevindt, terwijl gangbare olievelden inde Kaspische Zee slechts tot 1,5kilometerdiep liggen. Bovendien bevindt de olie zichonder extreem hoge druk (800 bar) en bijhoge temperatuur (125 graden). Omwillevan de specifieke omgevingsfactoren kon-den de uitbaters geen klassiek olieboorplat-form bouwen. Ze ontwierpen daarom eencomplex van artificiële eilanden van waaruitze de olie oppompen en via pijpleidingennaar de Bolashak-raffinaderij transporterenvoor verwerking.’De uitbaters staan bovendien voor een extrauitdaging. De olie bevindt zich in een reser-voir dat 15 tot 20procent van het giftigewaterstofsulfide bevat, de grootste concen-tratie die ooit in de offshore olie-industriewerd waargenomen. Na scheiding van deolie kan slechts een beperkt deel van dezwavelverbindingen worden gebruikt voorenergieopwekking, een ander deel zal wor-den verkocht. De rest willen ze offshoreopnieuw in de bodem injecteren, eenhachelijke onderneming omdat de zeebo-dem onder extreem hoge druk staat. En dannog zullen er overschotten zijn die ze moe-ten stockeren, wat een risico inhoudt voorde volksgezondheid. Zwavel op zich is nietgevaarlijk, maar wanneer het bij hoge tem-peraturen wordt opgeslagen, kan de chemi-sche structuur veranderen in giftige stoffen.Dan is niet meer dan een steppewind nodigom de gevaarlijke zwavelverbindingen overde bebouwde kom uit te spreiden. De grotehoeveelheden zwavel kunnen ook voor zureregen zorgen, tot in Europa.

de kribbe van de zeehondDe Kaspische Zee is het grootste geslotenzoutwatermeer ter wereld. Omdat het nietin verbinding staat met de oceaan, is heteen bijzonder kwetsbaar ecosysteem.Vroeger had de noordelijke Kaspische Zee

de status van natuurgebied, maar na hetuiteenvallen van de Sovjet-Unie schraptenKazachstan en Rusland die status en maak-ten ze de weg vrij voor olie- en gaswinning.De olieboringen die er plaatsvinden –en depijpleidingen en drukke scheepvaart die deolie naar de westerse markten moetentransporteren– stellen die kwetsbaarheidzwaar op de proef. Niet alleen is er hetgevaar op een olielek of het vrijkomen vanzwavelverbindingen, de artificiële booreilan-den werden ook gebouwd pal in de migra-tieroute van de steur en de kribbe van deKaspische zeehond. Galina Chernova, leading lady van CenterGlobus, een lokale milieu-organisatie, lichtin haar kantoor in Atyrau de situatie toe. ‘Inhet noorden van de Kaspische Zee, waar deeilanden zijn neergepoot, passeert de beloe-gasteur op zijn migratieroute naar en vande Oeral-rivier. De beloegasteur is wereld-vermaard voor zijn onbevruchte eitjes ofkaviaar, de duurste ter wereld. Maar hetgaat al een tijd niet goed met de soort.Vissers vangen te veel steur, zowel legaalals illegaal. De illegale vangst zou volgenssommigen even groot zijn als de legalevangst. Ook de vervuilde rivieren die in deKaspische Zee uitmonden, zoals de Oeral-rivier waarin de steur paait, spelen de visparten. De exploitatie van Kashagan zal deal verkleinde populatie van de beloegasteurnog verder aantasten.’‘Maar de steur is niet de enige verliezer’,zegt Galina. ‘Ook het voortbestaan van deKaspische zeehond, één van de weinige zee-honden die in binnenwateren leeft, staat ophet spel. Deze zeehondensoort wordt alsbedreigde soort aangegeven op de lijst vande IUCN (International Union for theConservation of Nature). De populatie slonkvan meer dan één miljoen dieren in 1900naar zo’n 100.000 dieren vandaag. Het dier

��

��

REPORTAGEt e n d e n s e n

38 MOQ • november 2013 • www.mo.be© X

ande

r Sto

ckm

ans

De technische uitdagingen van het Kashagan olieveldzijn zo enorm, dat een ecologische ramp vroeg of laatonvermijdelijk lijkt.

MILITARISERING VAN DE KASPISCHE ZEENa de val van de Sovjet-Unie in 1991 moesten plots vijf landen –Iran, Rusland,Azerbeidzjan, Turkmenistan en Kazachstan– de Kaspische Zee delen. De legale statusvan de Kaspische Zee en de verdeling ervan in sectoren waarop elk land recht heeft, zijnnog steeds niet uitgeklaard. Kazachstan, Rusland en Azerbeidzjan maakten onderlingwel afspraken over de sectoren waar ze zich geopolitiek en economisch kunnen ont-plooien. Volgens die afspraken ligt het Kashagan-olieveld in de sector die Kazachstantoebehoort. Over het zuidelijke deel van de Kaspische Zee bestaat al meer dan tien jaargrote onenigheid, met disputen over de eigendom van olievelden en het transport vanolie en gas. Onder meer om die reden hebben de vijf landen sinds de val van de Sovjet-Unie hun militaire aanwezigheid in de Kaspische Zee opgedreven. Daardoor kunnenkleine strubbelingen in de toekomst tot grotere problemen leiden. Want de KaspischeZee is strategisch enorm belangrijk, niet alleen door de aanwezigheid van olie en gas,maar ook voor de visgronden en de toegang tot internationale wateren. Als de ontgin-ning van het Kashagan-olieveld een ecologische ramp veroorzaakt, kan dat extra olie ophet vuur gooien.

Het Kashagan-olieveld moet in2020 maar liefst

1,5 miljoen vatenolie per dag opleveren.

© H

elga

D’H

avé

en B

art U

lens

Page 21: MO*magazine 109

de ontmoeting van Brits premier Cameronmet de Kazachse president in juni uitte demensenrechtenorganisatie AmnestyInternational kritiek op de Britse eersteminister. Volgens de organisatie vindtCameron de economische belangen belang-rijker dan de vrije meningsuiting van debevolking. ‘Waarom ben ik in Kazachstan?’,verdedigde Cameron zich in The Guardian.‘Omdat we ons in een mondiale race bevin-den om jobs en investeringen. EnKazachstan is een van de snelst groeiendelanden ter wereld.’ Hij voegde eraan toe dathij meer dan dertig Britse bedrijven meehad op zijn handelsmissie en hoopte voor700miljoen pond (825miljoen euro) over-eenkomsten te sluiten. Over mensenrech-ten in Kazachstan repte hij met geenwoord. Nochtans werden in 2011 tijdens

protesten van olie-arbeiders in Zhanaozen,zo’n 200kilometer van de oliestad Atyrau,minstens veertien mensen door de politiegedood. De arbeiders eisten hogere lonen.Volgens een journalist in Atyrau is de situa-tie in Zhanaozen vandaag nog steeds verhit.Ook milieuorganisaties kunnen inKazachstan niet zonder problemen hunwerk doen. Galina Chernova van CenterGlobus vertrouwde ons toe dat haar e-mailssoms “verdwijnen” voor ze die kan lezen.Bij een andere belangrijke milieuactiviste inAlmaty werden een jaar geleden de datavanop afstand van haar laptop gewist. Eenaantal weken geleden gingen ze een stapverder. Toen de activiste met vakantie was,kreeg ze bezoek van inbrekers die haarcomputer en alle externe harde schijvenontvreemdden.

Ook langs politieke weg wordt de ecologi-sche strijd geblokkeerd. Zo werd de Groenepartij, die de ecologische impact van hetKashagan project-aanklaagde, in 2011 vande verkiezingslijsten geschrapt, volgens hetCentrale Verkiezingscomité omdat ze nietvoldeed aan de voorwaarden om deel tenemen aan de parlementaire verkiezingen.In Almaty ontmoeten we SerikhzanMambetalin, toenmalig voorzitter van deGroene partij. ‘Het land is om zeep’, zegthij. ‘De zogenaamde democratie bestaatniet. En internationale bedrijven komennaar hier en verknoeien ons milieu.’ Maarhij wijst ook met de vinger naar Europa.‘De Kaspische Zee staat voor een milieu-ramp en Europa onderneemt niets.Nochtans is de Kaspische Zee ook voor eendeel Europees.’

Bolashak-olieraffinaderij, botsen we op eentaxi-chauffeur die als arbeider meewerkteaan de constructie van de Kashagan-eilan-den. De kalende dertiger lacht zijn goudentanden bloot wanneer we voor onze rit eenprijsovereenkomst bereiken. Omdat zijnbaan als arbeider op de oliebooreilandenslechts drie maanden duurde, zet hij nuzijn auto in als taxi. Dat blijkt niet evident,want aan zeventig kilometer per uur doorde steppewoestijn valt de motor van zijnoude Lada wel tienmaal stil. Wanneer wetoch ons doel bereiken, valt de Bolashak-raf-finaderij niet te bespeuren. De wijde omge-ving rond de raffinaderij is hermetisch afge-sloten. Een imposante checkpoint verspertde toegang tot het immense terrein. Terwijlwe personenwagens en vrachtwagens af enaan zien rijden, vertelt de vriendelijke manachter de balie ons dat we geen doorgangkrijgen. Op de terugweg wordt de taxichauffeurspraakzamer. ‘Ik hielp niet alleen bij deconstructie van de artificiële Kashagan-

eilanden, ik heb ook op het Tengiz-olieveldgewerkt. Wellicht heb ik toen mijn cataractopgelopen’, wijst hij naar zijn glazige ogen.‘Ik kreeg 500 dollar per maand voor mijnbaan bij het Kashagan-project’, voegt hijeraan toe. Dat lijkt een mooi maandloon alsje weet dat heel wat Kazachen met minderdan 200 dollar per maand moeten toeko-men. Maar in de boomende oliestad Atyrauliggen de prijzen hoger dan in de rest vanKazachstan. In de supermarkten en hotelsstoten we op bijna westerse prijzen diemaar moeilijk betaalbaar lijken voor meniginwoner van de kuststad. Ook de werkloos-heid en armoede blijven hoog, want de olie-industrie heeft slechts een relatief klein aan-tal –vaak tijdelijke en laagopgeleide– arbei-ders nodig. Bovendien nemen oliemaat-schappijen heel wat buitenlandse arbeidersin dienst. Tegelijkertijd is er een selectegroep mensen die met reusachtige terrein-wagens rondrijdt, de nieuwste smartphoneshanteert en zijn vakantie doorbrengt inTurkije. De kloof tussen arm en rijk lijkt

hier gigantisch. En de weelde die de olie-boom met zich meebrengt, lijkt slechts voorenkelingen weggelegd.

corruptie en censuur schering en inslagCorruptie is geen zeldzaam goed inKazachstan en ook het Kashagan-project isverstrengeld in corruptieschandalen. Zowerd onder meer Eni aangeklaagd voor derechtbank van Milaan, omdat het geld zouhebben toegestoken aan de schoonzoon vande Kazachse president Nazarbayev.Verschillende mensen die we sprakenbevestigden wat ook in opinieonderzoeknaar voor kwam: corruptie bestond niet indie mate toen Kazachstan nog deel uit-maakte van de Sovjet-Unie. De onafhanke-lijkheid van het land opende massa’s oppor-tuniteiten voor wie snel rijk wilde worden,zowel op legale als illegale manier. Dat isniet anders in de olie-industrie.Maar ook de vrije meningsuiting wordt inKazachstan met de voeten getreden. Tijdens

��

REPORTAGEt e n d e n s e n

40 MOQ • november 2013 • www.mo.be

Q

Milieu-organisatieskunnen in Kazach-

stan niet zonderproblemen hun

werk doen.

© H

elga

D’H

avé

en B

art U

lens

PUBINCOFIN

Page 22: MO*magazine 109

42 MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

????� xxxxx

MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

beeld en tekst Jacob Zochermanin beeldEen natie vol littekens� Mamadou Kevin woonde in Dékoua, een stadje in het middenvan de Centraal-Afrikaanse Republiek. Tot de rebellen van Sélékalangskwamen. Eén van de opstandelingen eiste geld van hem, waarop Mamadou deman zijn geweer afnam. Even later keerde de gegriefde rebel terugmet versterking, waarop ze halve wijken begonnen platbranden. Nietminder dan 216 huizen gingen volledig in de vlammen op. Zes men-sen lieten er het leven bij en talloze anderen werden verwond.Mamadou kreeg een houw van een machete in zijn hals, maar omdathij het geweer teruggaf, werd zijn leven gespaard. Sindsdien leeeft hijondergedoken in het woud. En heeft hij eeuwige spijt dat hij hetgeweer teruggaf.De Centraal-Afrikaanse Republiek is ongeveer zo groot als Frankrijken telt 4,6miljoen inwoners. Sinds het land onafhankelijk werd in1960 reduceerde een ononderbroken serie corruptieschandalen,staatsgrepen en gewapende opstanden de beloftevolle natie tot eensmeulende ruïne. Valerie Amos, hoofd van de VN-organisatie voorHumanitaire Hulp, had het na een recent bezoek over een falendestaat in wording. Op dit moment zijn de scholen gesloten, ligt deopenbare dienstverlening plat en is de infrastructuur kapot. DeSéléka-rebellen, het Lord’s Resistance Army, rebellen uit Tsjaad engewapende groepen uit andere buurlanden bedreigen de bevolking.Resultaat: de Verenigde Naties tellen 200.000 ontheemden in hetland en 50.000 vluchtelingen in de buurlanden. De machtsgreep van de nieuwe rebellencoalitie Séléka in het voorjaarleidde tot een internationaal verbod op de export van diamant, debelangrijkste grondstof van het land. Het gevolg is dat de uitzichtlozesituatie van de gewone Centraal-Afrikaan nog wanhopiger werd. ‘Ikkan niets meer verkopen door die stomme overeenkomst op een netstuk papier’, klaagt Parfait Alexandre Befio (26). Hij werkt in een dia-mantmijn in Carnot, niet ver van de Kameroense grens. Parfait ver-wijst naar het Kimberley-proces, dat bedoeld is om de handel in zoge-naamde conflict- of bloeddiamenten te blokkeren –en op die manierte voorkomen dat de edelstenen gewelddadige conflicten draaiendehouden.Artsen zonder Grenzen signaleert een scherpe toename in ondervoe-de kinderen sinds het embargo in werking trad. In de diamantgordelis immers weinig landbouw en nu de inkomsten van de diamanthan-del ook wegvallen, blijft alleen bittere armoede.

© Ja

cob

Zoch

erm

an

43

Page 23: MO*magazine 109

45MOQ • november 2013 • www.mo.be

��

V.S. Naipaul noemt hem een virtuoosen origineel auteur. Tegelijk prijkt hijboven aan het ene na het andere lijstjemet “invloedrijke Indiërs”. Tarun J.Tejpal schreef drie dikke romans enzette onderzoeksjournalistiek op deIndiase mediakaart.

� ‘Toen ik hoorde dat ik was neergeschoten, zat ik ’sochtends in mijn kantoor op de tweede verdieping enkeek ik door het grote raam naar de goudenregen, die inenkele dagen van felgoud naar vaalgeel was verkleurd,alsof de krullerige blaadjes door de bleek warengehaald.’ Tarun Tejpal heeft een patent op onweerstaan-bare openingszinnen, zoals deze uit Het leven van mijnmoordenaars. Zijn eerste roman, De alchemie van het ver-langen, opende met: ‘Het is niet liefde wat twee mensenhet sterkst bindt, maar seks.’De fictie van Tejpal leest als een goed geïnformeerd verslagvan de werkelijkheid – en dat gaat zeker op voor zijn

Moordenaars – terwijl zijn journalistieke verhaal sterker danfictie is. In de meer dan dertig jaar dat Tarun werkzaam isin de media, werkte hij eerst als redacteur, eindredacteur ofuitgever voor belangrijke Engelstalige bladen in India zoalsIndia Today en Outlook. Hij werd echt een maatschappelij-ke factor van belang toen hij in 2000 Tehelka lanceerde:een nieuwssite die compromisloze journalistiek wildebedrijven. De site scoorde in 2001meteen door een langeketen van corruptie in het ministerie van Defensie te vol-gen en met verborgen camera vast te leggen, tot bij de ver-antwoordelijke minister zelf. Die scoop, die de ministerzijn baan kostte, maakte tegelijk ook ei zo na een einde aanhet prille succesverhaal. De ene rechtszaak na de anderevolgde – en dat gaat in 2013 nog altijd verder. De site moestoffline en van de 150medewerkers schoten er drie jaar laternog zes over. Maar die zes bleven koppig terugvechten enslaagden erin het nodige kapitaal te verzamelen om nietalleen de rechtszaken te betalen, maar ook Tehelka te doenherrijzen, online én op papier deze keer, in het Engels en

44 MOQ • november 2013 • www.mo.be

PORTRETm e n s e n & v e r h a l e n

Tarun J. TejpalLiteratuur en journalistiek in India

© S

haile

ndra

in het Hindi. Vandaag werken erzo’n 160mensen, kopen 65.000Indiërs de magazines en bezoeken520.000mensen elke maand de site.

de meervoudige schrijverDe eerste keer dat ik Tarun Tejpalinterviewde, in 2008, was in zijnkantoor, in een van die onderlinginwisselbare wijken die rond NewDelhi ontstaan zijn de voorbijedecennia. Het was niet makkelijkom een halfuur vrij te maken in zijnagenda, en binnen dat halve uur washet moeilijk om vijf minuten onafge-broken door te praten. Telefoons,binnenlopende redacteurs, nieuwetelefoons, mails: het leven van TarunTejpal is hectisch, bij het hyperkine-tische af. Dat blijkt opnieuw als wetussen half september en half okto-ber een uurtje zoeken om bij te pra-ten. Het voordeel van een telefonischinterview – het lukt uiteindelijk dantoch – is dat het niet onderbrokenwordt door andere oproepen. Tochhoor ik hem voortdurend kamers inen uit, trappen op en af en gangendoor lopen, hier en daar een kleineopmerking uitwisselend met demedewerkers. De enige die geenmoment zijn concentratie verliest indie wervelende chaos is Tarun J.Tejpal zelf. Op mijn suggustie dat er twee TarunTejpals zijn, de muckraking journalistannex mediaondernemer en deauteur van drie heel verschillende,vuistdikke en romans, reageertTejpal lachend: ‘Er zijn minstens 25Taruns. Ik ben heel erg overtuigdvan de fundamentele veelvuldigheidvan elk individu. Voor een schrijver

door Gie Goris

Auteurs enjournalisten zijn fundamenteel subversief’

Het leven van mijn moordenaars verschijnteind oktober, uitgegeven door De Geus,

net als De alchemie van het verlangen (2008).The Valley of Masks werd nog niet in het

Nederlands vertaald.

© S

haile

ndra

Page 24: MO*magazine 109

Tehelka dat wij de verhalen van de men-sen die ons nooit zouden lezen of bekij-ken, wilden bezorgen aan de mensen diedergelijke verhalen zouden moeten lezen.Dat is vanuit economisch perspectief nietverstandig, maar we hebben die lijn wel ingrote mate aangehouden.’De economie van de media is iets watTejpal vanzelfsprekend bezighoudt.Volgens hem is de grondoorzaak van destructurele crisis in de media dat consu-menten blijkbaar wel bereid zijn om tebetalen voor ontspanning, maar niet voorjournalistiek. ‘Daardoor wordt de journa-listiek afhankelijk van reclame-inkomstenen commerciële uitgeverijen. En dat leidtdan weer tot ernstige beperkingen van demogelijkheden van de journalistiek omhaar rol ten volle te spelen: burgers ensamenleving dienen door ernstige en onaf-hankelijke berichtgeving.’

de dood van de literatuurDe commerciële belangen van grotebedrijven of de eenvoudige behoefte vande auteur om een fatsoenlijk inkomen teverdienen zorgen niet alleen in de journa-listiek voor moeilijkheden. Ook in deschone kunsten ziet Tejpal dezelfde bot-sende belangen aan het werk, met namein de sector waarin hij zelf ook actief is:de Engelstalige literatuur uit India.‘Volgens mij zijn de schrijvers vanEngelstalige literatuur in India vooralbezig met het bedienen van buitenlandseuitgevers en lezers. Het gevolg is dat ermeer commercieel werk dan literatuurgeproduceerd wordt. Dat is nochtans nietomdat er geen belangrijke, diepgaande encomplexe verhalen te vertellen zijn overIndia.’Er zijn twee dingen die de dood van deliteratuur maar ook van journalistiek bete-

kenen, zegt Tejpal: niet oorspronkelijkschrijven en banaliteit. Hij probeert zich-zelf te wapenen tegen die twee bedreigin-gen door alleen te schrijven als hij hetgevoel heeft een oorspronkelijke bijdragete kunnen leveren. In zijn literatuur krijgtdat onder andere de vorm van een eigentaalgebruik voor elke roman, dat ontstaatuit het onderwerp in plaats van uit eenonveranderlijk zelf van de auteur. Eenlyrische taal om de emotionaliteit van hetverlangen op te roepen; een harde, bruta-le taal om de realiteit van het hedendaag-se India te schetsen; of een meditatievetaal om de filosofische levensvragen meete benaderen. Die omgang met taal enstem maakt het voor uitgevers lastig omhem te verkopen en –zeker voor buiten-landse– lezers inspannend om hem telezen. Eerlijkheid en originaliteit hebbenhun prijs.Q

is het trouwens essentieel om zoveel moge-lijk persoonlijkheden te belichamen, wantdaardoor kun je heel empathisch schrijvenover de uiteenlopendste personages.’ Eenromanschrijver, voegt hij daar nog aan toe,is in zijn hart een dichter, terwijl een jour-nalist een strijder is. ‘Fictie is de literairevorm van twijfel, journalistiek zoekt zeker-heid over wat juist of verkeerd is. Maar watbeide auteurs verenigt, is dat ze allebei fun-damenteel subversief zijn. Ze leggen zichniet neer bij de bestaande status-quo.’

het seculiere ideaalTarun Tejpal ziet er een beetje subversiefuit, of liever: als typische culturo, met zijnlange haar in een paardenstaartje, zijn grij-ze baard en bestudeerd non-conformisti-sche outfit. Zijn politieke overtuiging ligtechter ver van enig modieus anarchisme ofpostmodernisme. ‘Ik ben een Nehruviaan’,zegt hij. En daarmee verwijst hij vooral naarhet secularisme van Jawaharlal Nehru, deeerste premier van het onafhankelijkeIndia, zoals onder andere vastgelegd in eenresolutie van de Congrespartij op 23 novem-ber 1947: ‘India zal een democratische,seculiere staat zijn waar alle burgers volledi-ge rechten genieten en allemaal evenveel

recht hebben op bescherming door de staat,ongeacht de godsdienst waartoe ze beho-ren.’ Die resolutie was een reactie op deinval van Pakistaanse groepen in het noor-delijke Jammu en Kasjmir. Tejpals secula-risme is eerder een reactie op het hindoena-tionalisme in India zelf. Dat betekent nietdat Tehelka strijdbaar antihindoe is.Vertegenwoordigers van de belangrijkstepolitieke partij uit die hoek, de BJP, krijgener geregeld een platform om hun visie envoorstellen in interviews of opinies uiteen tezetten. ‘Een nieuwsplatform moet objectivi-teit en betrouwbaarheid nastreven’, zegt hij. Dat belet de redactie van Tehelka niet omzich als een school piranha’s vast te bijtenin het verhaal achter de antimoslimpogromin Gujarat in 2002. Het blad heeft de voor-bije tien jaar onafgebroken onderzoek ver-richt naar de betrokkenheid van de deel-staatregering, de lokale BJP, andere organi-saties uit het hindoenationalistische univer-sum, en vooral deelstaatpremier NarendraModi bij het geweld. Daarbij verloren, vol-

gens Shakeel Ahmad, destijdsvoorzitter van het IslamicRelief Committee Gujarat,tweeduizend moslims hetleven en honderdduizendenhave en goed. Duizenden hui-zen en winkels gingen invlammen op en 650moskeeënof andere plaatsen van ere-dienst werden vernield ofonteerd.Die zelfde Narendra Modi isnu aangewezen als boegbeeldvan de BJP voor de federaleparlementsverkiezingen in2014. Dat vindt Tarun Tejpalbijzonder verontrustend: ‘Ikzie Modi als een fundamenteelautoritaire en onverdraagzamepoliticus. Als hij premier van

India wordt, dan maak ik me zorgen overde toekomst van India als liberale democra-tie. De idee van India is niet gebaseerd opreligie of andere communautaire belangen,maar op vrijheid, gelijkheid en rechtvaar-digheid.’

indiase media en hun beperkingenOm verzet te bieden tegen het altijd drei-gende gevaar van sektarisme en onver-draagzaamheid hanteert Tejpal het wapenvan het woord, of bij uitbreiding van demedia. Met naar schatting 86.000 krantenen tijdschriften, en 831 tv-zenders, waarvanmeer dan 400 die geregeld nieuws geven,is het Indiase medialandschap wellicht hetlevendigste van de hele wereld. Tejpal: ‘Aldie kranten, tijdschriften en nieuwskana-len zijn niet geconcentreerd in enkele han-den. Dat betekent dat het heel moeilijk isom feiten en achtergronden af te scher-men van het publieke oog, want er is altijdwel ergens een zender die of een blad datde waarheid uitbrengt. De Indiase mediagenieten dus een grote mate van vrijheid,en dat levert uiteraard een boel lawaai enruis op, maar ook veel goede journalistiek.’De indrukwekkende cijfers komen uit AnUncertain Glory van Amartya Sen en JeanDrèze. De auteurs schrijven echter ook dat‘de belangrijkste belemmering voor hetvrije functioneren van de media in hetdemocratische India wellicht ligt in hunvooringenomenheid ten voordele van derijken en de machtigen, die wijdverspreidis in hun berichtgeving en analyses (…)wat opvallend duidelijk is, is het ernstigegebrek aan belangstelling voor de levensvan de Indiase armen.’Tarun Tejpal vindt dat Drèze en Sen eenpunt hebben. ‘Ik heb dat zelf ook al bijherhaling geschreven en we stelden al inde beginselverklaring bij de lancering van

��

46 MOQ • november 2013 • www.mo.be

PUBCultuurnet

PORTRETm e n s e n & v e r h a l e n

EEN GECULTIVEERD GEBREK AAN RESPECT Tarun J. Tejpal gaat op 19 november in gesprek met Tom Naegels over de opdracht van de journalistiek. Dit debat is een initiatief van MO*, Apache.be,StampMedia, DeWereldMorgen.be en Rekto:Verso,i.s.m. het Vlaams-Nederlands Huis deBuren en Europalia India.

Dinsdag 19 november, 20 uur, CAMPO nieuwpoort,Nieuwpoort 31-35, 9000 Gent. Inschrijven [email protected]

Tarun Tejpal is op 20 november te gast in Bozar vooreen avond waarop ook Vikas Swarup (SlumdogMillionaire) en Jeet Thayil (Narcopolis) geïnterviewd wor-den door Gie Goris. Ten slotte spreekt hij in Leuven op21 november (14 uur, Blijde Inkomststraat 21, JustusLipsiuszaal). Telkens in het kader van Europalia India.

De grondoorzaak van de structurele crisis in de media isdat consumenten blijkbaar wel bereid zijn om te betalenvoor ontspanning, maar niet voor journalistiek.

Page 25: MO*magazine 109

48 MOQ • november 2013 • www.mo.be

� ‘Is dat een man of een vrouw?’ vraagt de voorbijganger,een Peul, die zijn brommertje tot stilstand heeft gebracht.Hij bekijkt me van top tot teen. ‘Een vrouw’, antwoordtmijn wandelgenoot Maso. De man gelooft het niet en ikneig ietwat beledigd op de voorkant van mijn T-shirt te wij-zen. Als hij na de gebruikelijke uitwisselingen aanstaltenmaakt om weer door te rijden, vraagt hij nog even of ik ookmelk drink. Ja, natuurlijk. Als je met drie veehouders eneen kudde koeien over de Beninese graasgronden loopt,zijn er niet veel alternatieven. We lopen grinnikend door.De weg is nog lang en de dieren zijn ons alweer ver voor-uit, niet gehinderd door ons oponthoud. Maso is een vijfentwintigjarige magere Peul met één oog.Hij spreekt drie woorden Frans en is gehuld in wijde, don-kere kleding, een hoed en felblauwe plastic schoentjes. Hijis samen met twee andere jongens, Joshua en Adamu,door de familie Sabi Boum ingehuurd om een kudde run-deren te begeleiden van het dorp Boukoussera, 380kilome-ter ten noorden van Cotonou, tot in buurland Togo enweer terug. Ze zijn al bijna zes maanden onderweg. Ik bende laatste zes dagen aangehaakt. De transhumance is de jaarlijkse trektocht die de Peul, hetgrootste veehoudersvolk in West- en Centraal-Afrika, methun runderen maken. In het droge seizoen, tussen novem-ber en april, trekken grote kuddes uit Sahellanden als Malien Niger richting de vruchtbare weiden van onder andereBenin, Ghana, Ivoorkust en Togo, op zoek naar water envoedzaam groen. De seizoensmigratie is onderdeel van hetagro-pastoralisme, een levenswijze waarbij mobiele veeteeltwordt aangevuld met landbouwbedrijfjes en andere econo-mische activiteiten. De transhumance houdt de savanneschoon van wildgroei, geeft vegetatie de kans zich te herstel-len en houdt de dierlijke productiviteit in stand. Het stimu-leert handel en via mestcontracten met boeren profiteertook de landbouw ervan. Het is tevens een uiting van de“culturele identiteit” waarmee de Peul zich uitdrukkelijkonderscheiden van andere etnische groepen.

spaarrekeningPaul Sabi Boum heeft de voettocht voor me geregeld. Paulis een Peul die ik twaalf jaar geleden leerde kennen, toenhij studeerde aan de universiteit van Benin en ik mijn

afstudeeronderzoek in Boukoussera deed. Nu werkt hijvoor de organisatie Plan Benin en is eigenaar van een flin-ke kudde. Een kapitaal dat hij net als zijn vader, broers enneven sinds zijn geboorte heeft opgebouwd en waarmeedeels zijn studie is betaald. Paul hoopt dat mijn avontuureen ander perspectief kan bieden in de eenzijdige en veelalnegatieve berichtgeving over de transhumance. Het wordteen bijzondere ervaring. De extreme fysieke inspanningwordt ruimschoots gecompenseerd door verse melk, wel-dadig groen en de beelden van de moederkoe die zich overhaar kalf ontfermt. Maar vooral krijg ik een unieke inkijkin de deugden van de transhumance, en problemen zoalsziekte en conflict. Met zijn motor traceren we zijn kudde. We stuiten er mid-denin de bossen op. De drie Peul jongens liggen er op hunversleten matten naast. Ze ontvangen ons met melk en gari(gemalen gedroogde cassave) die we uit een kalebas schep-pen. Als Paul me grijnzend meldt dat dit vanaf nu dagelijk-se kost is, realiseer ik me dat mijn maag er aan zal moetenwennen. Hij inspecteert zijn dieren. De S van Sabi Boumis in de koeienkonten gebrand. Ik probeer ze te tellen.Zoals ik niet zomaar verklap hoeveel er op mijn spaarreke-ning staat, zegt een Peul niet snel hoeveel koeien hij heeft.Ik schat dat we gaan lopen met een vijftigtal dieren, inclu-sief enkele kalfjes die niet ouder zijn dan een paar weken.Een deel van de kudde is van Paul, een ander deel van zijnneef en veehandelaar Wourahi. Het is niet hun completekapitaal. Uit voorzorg houden ze hun dieren op verschil-lende plekken, om risico’s op bijvoorbeeld ziektes te beper-ken. Een deel blijft in Boukoussera om de achtergeblevenfamilieleden van melk en kaas te voorzien.Als de runderen zijn geïnspecteerd en de laatste wetens-waardigheden uitgewisseld, worden ze losgemaakt en bij-een gedreven voor het vertrek. Paul gaat weer terug naarkantoor. Hij krijgt een delegatie van de Wereldbank opbezoek. Zowel Paul als Wourahi lopen de transhumanceallang niet meer. Het is te zwaar en ze hebben simpelweggeen tijd. Ze huren nu bekwame en betrouwbare jonge-mannen zoals Maso in om het zware werk te doen. Debetaling is in de vorm van een kalf. Een salaris van omge-rekend zo’n 350 euro voor zes maanden immense inspan-ning en een hele grote verantwoordelijkheid. Daarnaast

49

REPORTAGEt e n d e n s e n

Op pad met eenkudde kapitaal

door Manon Stravens

© Manon Stravens

MOQ • november 2013 • www.mo.be

Mobiele veeteelt in Benin

Adamu, Joshuaen Maso tijdenseen korte pauze.

��

Peul veehouders in West- enCentraal-Afrika trekken jaarlijkszes maanden lang met hun kuddes op zoek naar water enweiden voor hun vee. Een eeuwenoude bestaanswijzedie onder druk staat. Uit nieuwsgierigheid liep Manon Stravens een week mee met de Peul in Benin.

© Manon Stravens

��

Page 26: MO*magazine 109

vertelt dat ze zo ooit eens een hele kuddekwijtraakten. Pas een paar dagen later von-den ze de kudde terug. Het is volgens heméén van de redenen dat ze nu met veel klei-nere en beheersbare aantallen rondtrekken.Begrijpelijk, één koe kwijt is toch al snelzo’n 600 euro verloren.

vrijbrief voor een klopjachtWe lopen een vertrouwde en redelijk vasteroute, die deels langs nederzettingen vanfamilieleden gaat. Dat garandeert de toe-gang tot weiden en water. Toch lijken wenogal eens te verdwalen, raken we verstriktof stuiten we op grote akkers of beschermdgebied. We proberen de gretig grazendedieren er met veel moeite omheen te lei-den. Dat lukt niet altijd. ‘Als ze ons zien,

vermoorden ze ons’, zegt Maso, wanneerwe dwars door een –gelukkig onbewerkt–akker lopen. De dag ervoor passeerden weeen man met een jachtgeweer, die ons boosvroeg wat we kwamen doen en later zagenwe een wild gebarende boer die ons maan-de óm en niet óver zijn cassaveveldje heente lopen. ‘Die landbouwvelden liggen steedsvaker op onze route en zo verdwalen we.’Precies hier zit de kern van het verhaal dattegenwoordig de kranten haalt: een kuddekan in een paar minuten het brood van eenboer volledig vertrappen. Een voedingsbo-

dem voor conflict, dat soms levens kost. Begin dit jaar vielen er doden bij incidentenin het zuiden van Benin. Rondtrekkendeveehouders, voornamelijk uit buurlanden,raakten slaags met de lokale boerenbevol-king. Autoriteiten en media leggen deschuld veelal bij de Peul. Die zijn niet op dehoogte van, of houden zich niet aan, deafgesproken corridors, oogluikend toege-staan door omgekochte functionarissen.Dat ook boeren de gemaakte afspraken watbetreft akkerverbouw negeren, wordt zijde-lings vermeld. Volgens de minister vanBinnenlandse Zaken en OpenbareVeiligheid hebben dialoog en bewustma-kingscampagnes geen effect gehad. In zijnwoorden heeft de transhumance enkel ‘ver-nietigende effecten’. Tijd voor harde maat-

regelen: operatie-Jachtluipaard moetmilitairen en politie inzetten om‘degenen die buiten de wet tredenonschadelijk te maken.’ De plannenen het taalgebruik hebben kwaadbloed gezet bij vertegenwoordigersonder de Peul en intellectuelen inheel West-Afrika. Ze zien de repres-sieve maatregelen als een vrijbriefvoor een klopjacht. Het is boven-dien in strijd met de afspraken dieop regionaal niveau zijn gemaakt.De West-Afrikaanse economischegemeenschap ECOWAS stelde in1998 een overeenkomst op die vrijverkeer van mensen en dieren tus-sen lidstaten onder bepaalde voor-waarden goedgekeurde. West-Afrika

werd een voorloper met het legaliseren vande crossborder transhumance. Het erkendedaarmee dat mobiele veeteelt een productie-ve vorm van landgebruik is die gepromooten beschermd moet worden. De afsprakenhebben zich echter niet vertaald naar goedlokaal beleid in Benin.

toekomstperspectieven Mannenzweet, koeienscheten, het loeien,snuiven en gerommel van honderd paarhoeven zijn de dominerende geuren engeluiden tijdens de tocht. De extreme fysie-

ke inspanning geeft geen ruimte voor diep-gravende analyses over de toekomst van hetpastoralisme. Al lopend observeer ik de die-ren die zonder stoppen kunnen urineren,ontlasten, stoeien, melken en de anderesekse bestijgen. Trouwe koplopers lopensteevast voorop. De kalfjes hobbelen er ach-ter aan. Met hun tanige lijven en elegantehorens zien ze er gezonder uit dan de vlees-fabrieken in onze polders. De tocht komtten einde op een open veld vlakbijBoukoussera, waar de Sabi Boums een deelvan hun kuddes houden. Met gezwollenenkels plof ik languit in het veld neer. Ikkan geen poot meer verzetten. Maso bindtde beesten bij mekaar en geeft ze zout enkrachtvoer. Tot het laatste moment verzorgthij de dieren. Hij wijst me op de volgegetenbuiken. Het half jaar heeft ze duidelijk goedgedaan. Al bijkomend in Boukoussera spreek ikmet Pauls familie over mijn ervaringen.Zijn oudste broer Adamu vreest dat conflic-ten, ziekten en roof alleen maar toenemen.Hij wil investeren in een stuk grond en deverbouw van veevoer, om de noodzaak vande transhumance in de toekomst te beper-ken. Het is kenmerkend voor de veerkrachtvan het pastoralisme, dat zich door de eeu-wen heen heeft ontwikkeld en aangepastaan het extreem variabele klimaat in deSahel. Mobiele veeteelt was een antwoordop periodieke droogtes. Extra voedsel eninkomen in onzekere tijden. Vestigingvraagt extra investeringen en de vraag is ofdat rendabel is. Als mobiliteit onderdruktwordt en natuurlijke graasgronden verdwij-nen, wordt een fundament van de veehou-derij en akkerbouw ondergraven. Voor Paulis zijn kudde zijn toekomst en zijn pensi-oen. ‘Ik kan dit werk niet de rest van mijnleven doen’, zegt hij vanuit zijn kantoor. ‘Ikinvesteer in mijn kudde, want dat is mijntoekomst.’

Manon Stravens is auteur van Bamako Bonjour!, in2013 verschenen bij KIT Publishers. Met dank aan Paul Sabi Boum en familie, Joost Nelenen Henk Nugteren. Met de opbrengsten van dit artikelwordt een kalf gekocht en geschonken aan de familieSabi Boum.

51MOQ • november 2013 • www.mo.be

mag Maso de melk gebruiken en verkopen.De eigenaren coördineren het verloop vande tocht met hun mobiele telefoon en ophun motoren. Bij problemen springen zein. Zoals die keer dat Maso werd opgepakten drie dagen vastzat omdat hij de koeienover een akker had laten lopen en hij moestworden vrijgekocht.

teken als een kidneyboonDe dagen beginnen vroeg. Tegen de achter-grond van prachtige paars-rode luchten,staan de runderen één voor één loeiend op.Eén enkeling ligt naast mijn muskietennet.Adamu melkt ons ontbijt voordat de kalfjesworden losgemaakt. Die lagen gedurendede nacht ver van de uiers aangelijnd. Hetzoete, lauwwarme en schuimende vocht is

een ware weldaad. De rest gaat in een vijfli-terbidon die gedurende de dag al klotsenddoor de zon verzuurt. Dat is niet erg. Metgari en suiker smaakt het prima. Maso gaatteken trekken. Tientallen hebben zich aanachterwerken en onderbuiken vastgezogen.Sommigen zo groot als een kidneyboon.Geen ongevaarlijke klus. Maso verloor ooitzijn oog door de trap van een vermoeidekoe die hij zo van teken wilde ontdoen. Deslaapmatten worden op een koe vastgebon-den en dan gaan we op weg. Ik heb geleerdlicht te reizen, maar deze jongens dragen

niets meer dan een halve liter water, eenbidon melk, een zak gari en een zaklamp.De plastic eetkom omgekeerd op het hoofd.Water om te drinken en te wassen vindenze onderweg. Onderweg komen we regelmatig anderePeul met hun kuddes tegen, waarmeeMaso steevast een praatje maakt. Deze ont-moetingen en de uitwisselingen over koe-tjes, kalfjes, marktprijzen, water- en weiden-standen geven de trek tevens een belangrij-ke sociale functie. We slapen bij familie, waar we altijd wor-den ontvangen met pap van melk en maïs,

een stevig avondmaal en een douche in deopen lucht. Languit op de matten onder eenopen sterrenhemel worden we uitgemolkenover onze ervaringen. De keren dat we ver-dwalen of door een stortbui worden overval-len, slapen we in de bossen onder een stukplastic of in een zelfgemaakte iglo van buig-zame takken.

mond-en-klauwzeer Al lopend realiseer ik me dat ik achter despaarbankrekening van Paul en zijn familieaanloop. Een kudde van vijftig koeien is op

de veemarkt al gauw 20.000 euro waard.Het nuanceert het beeld dat de eenvoudigehut van een Peulfamilie een teken vanarmoede zou zijn. Hun kudde is eenlevensverzekering, een wandelend kapitaaldat al grazend groeit en aanzien geeft. Dateen half jaar begeleiden is niet zonder risi-co’s. Zo lopen we onderweg een zieke enverdwaalde koe tegen het lijf. Ze wordtgezocht door twee Peul jongens die we deweg wijzen. Maso wijst me op de geelgroe-ne smurrie in de uitwerpselen van eenandere zieke voorganger. Ook onze kuddeheeft een zieke koe. Ze is mager en loopt

moeilijk. Mond-en-klauwzeer is een veelvoorkomende, uiterst besmettelijke en ver-zwakkende virusziekte. Hoewel het diervanzelf geneest en er zelden aan overlijdt,kan het heel veel andere beesten besmetten. Hoewel een rund normaliter weet bij welkekudde het hoort, kan het altijd kwijtraken,afdwalen of gestolen worden. De tweenieuw aangekochte en nog onwillige dierenkunnen op de vlucht slaan. En als we doorbewoond gebied lopen, slaat de hele kuddeplots op hol door een wild blaffende hond.We rennen er in alle macht achteraan. Paul

��

REPORTAGEt e n d e n s e n

50 MOQ • november 2013 • www.mo.be© Xander Stockmans

‘De kudde is een levensverzekering, een wandelend kapitaal dat al grazend groeit en aanzien geeft.’

Paul Sabi Boum en ik traceren de kudde aan het

begin van de tocht.

Adamu wast onderweg zijn

gezicht in een poel.

Slaapplek onderplastic op de

vroege ochtendna een regen-achtige nacht.

© Manon Stravens

© Manon Stravens

© Manon Stravens

Q

Page 27: MO*magazine 109

� Afgelopen zomer, op 18 juli, vroeg de 310jaar oudeAmerikaanse stad Detroit het faillissement aan. ‘Fort Ponchartrain du Detroit’ zag in 1701 het licht als eenstrategisch gelegen Franse handelsnederzetting op degrens met Canada. In 1910 werd Detroit voor het eerstevermeld in de top-10 van de grootste Amerikaanse steden.De enorme auto-industrie, met naast Ford, Chrysler enGeneral Motors nog honderden andere bedrijven, leiddetot een explosieve bevolkingstoename met een absolutepiek van 1,8miljoen mensen in de jaren vijftig en eenterugloop tot nog amper 700.000 in 2010. In de jarenvijftig was de meerderheid van de bevolking blank enmiddenklasse, in 2010 zwart en werkloos.De enorme influx van bewoners, vooral Afro-Amerikanenvanuit het zuiden, deed de sociale spanningen stijgenmet de Detroit Race Riot van 1943 en de Twelfth StreetRiot in 1967 als gevolg. Stijgende olieprijzen en een afna-me van de vraag naar Amerikaanse auto’s leidden totmassale ontslagen, een verplaatsing van de industrie enbedrijven naar buiten de stad, gevolgd door de blankemiddenklasse en met haar ook de winkels, de jobs en hetbelastinggeld. De zwarte kernbevolking van lage inko-mens bleef achter, zonder jobs, zonder openbaar vervoeren te midden van toenemende leegstand en verval. In dejaren zeventig verkreupelde de situatie nog meer toen destad systematisch scholen, brandweerkazernes en politie-kantoren begon te sluiten.

megalomane bouwprojecten‘Het breekt mijn hart maar veertig jaar geleden zat heteraan te komen’, zegt John Sinclair. De inmiddels 72jaaroude dichter, politiek activist en oprichter van de White

Panther Party leeft inmiddels deeltijds in Amsterdam. ‘Opmicroschaal zijn er goede projecten, mensen, geweldigemuziek en kunst –zoals dat altijd geweest is– maar deinfrastructuur voor een beschaafde samenleving is weg,geruild voor een leven in de voorsteden. Een slechte ruil alsje het mij vraagt, maar het was een gewilde strategie.Vandaar al die snelwegen in de stad. De blanke midden-klasse creëerde het hele systeem en dan vertrokken ze. Zewilden niet langer in de stad wonen met al die zwarten, zewilden hun eigen blanke buurten. Je kan niets begrijpenvan een grootstad in Amerika als je het racisme negeert.’Toen de eerste Afrikaans-Amerikaanse burgemeesterColeman Young (van 1974 tot 1994) besefte dat de indus-trie niet zou terugkomen, en de middenklasse evenmin,probeerde hij de stad te redden met immense bouwprojec-ten zoals het Renaissance Center downtown, de nieuweGeneral Motors Detroit/Hamtramck-fabriek in 1980 en deChrysler Jefferson North Assembly in 1991. Maar de vrijemarkt was niet bereid om Detroit van onderwijs, lokalejobs, elektriciteit, transport, gezondheid en veiligheid tevoorzien. De enorme protesten van de buurtbewoners kon-den niet verhinderen dat volledige woonbuurten verderontmanteld werden en helaas leidden de sociale debattenniet tot een verandering in het kiesgedrag. Youngs opvol-ger Dennis Archer ging vanaf 1995 door met megalomanebouwprojecten, waaronder nieuwe sportstadions voor deDetroit Tigers en de Lions, terwijl de rest van de stad letter-lijk wegzonk tussen de verouderde industriële infrastruc-tuur, overwoekerende leegstand en toenemend geweld.Zoals Allan Sanderson, econoom van de Universiteit vanChicago stelde: ‘Als je geld wilt injecteren in lokale econo-mie, dan kan je het beter vanuit een helikopter laten vallen ��

53MOQ • november 2013 • www.mo.be

door Marleen Wynants

52 MOQ • november 2013 • www.mo.be

ESSAYm e n s e n e n v e r h a l e n

is een leeg blad,

Het verval van Motor Town tot leegstand en –letterlijk en figuurlijk–zwarte armoede is een symbool geworden van de dreigende neergang van het machtige Westen. Maar eigenlijk is Detroitintussen ook het symbool van hoop die mensen vanuit de marge en met eigen handen opbouwen.

© K

laas

Ver

plan

cke

hun eigen verhaalbewoners schrijven

Detroit

Page 28: MO*magazine 109

Brigade, een team gemotoriseerde gazon-maaiers die onbewoonde terreinen kortwie-ken. Grace Lee Boggs is inmiddels 98 endoet niet graag interviews meer. Haar laat-ste boek, The Next American Revolution(2011), en de blogs boggscenter.org endcoh.org moeten volstaan. In een mum van tijd werd Detroit de DIY(do it yourself)-stad bij uitstek, waarbij nega-tieve ruimtes als creatieve werkplaatsenwerden opgeëist. De rest zou gebruikt wor-den voor stedelijke landbouw. De problema-tiek van de stad blijft weliswaar gekoppeldaan de grootte van het braakland: Detroit isgespreid over 360vierkante kilometer entelt ongeveer 150.000 braakliggende of ver-laten (bouw)gronden –een stuk land onge-veer de grootte van Manhattan. Officiëlehulp of controle is er op die plekken niet.‘Enkele huizen hier, enkele daar, geen elek-triciteit, hoe bouw je dat opnieuw op terwijlje de ziel van de stad bewaart? In Detroithebben veel grassroots-projecten vaak nietde tijd om te groeien. Ze zijn persoonlijk,klein, soms open, lokaal maar ze zijn nietverbonden met elkaar. In tijden waar over-leven eerst komt, is iedereen heel bescher-mend wat eigen projecten betreft’, zegtMaria Luisa Rossi, professor aan hetCollege for Creative Studies. ‘Architecten,designers, wetenschappers en kunstenaarsmoeten hier het tegenovergestelde doen vanwat ze normaal gezien doen: krimpen. Dieboodschap overbren-gen naar de bevol-king is het moeilijk-ste wat er is.’

Vooral als met krimpen ook ver-huizen bedoeld wordt, want voorde rest valt er niet veel meer tekrimpen. Een terugkerendvoorstel is de verplaatsing vanbewoners van vervallen engrotendeels lege stratenblok-ken naar beter bewoonbarebuurten of nieuwbouw waarze opnieuw een basis dienst-verlening krijgen. ‘Mijn grootvader heeftaltijd in Hamtramck gewoond en zelfs toenze dreigden een brug boven zijn huis tebouwen, wou hij niet wijken. Als je nietsmeer te verliezen hebt, dan is uit je ver-trouwde huis en buurt weggaan de laatstestap –die je niet wilt zetten.’ Peter Markusis auteur en medewerker van het InsideOutproject voor kansarme zwarte jongeren. ‘Destad heeft een heel positieve dynamiekondanks alle problemen. Het grootste pro-bleem is het ontbreken van openbaar ver-voer. De kinderen in mijn klassen zitten let-terlijk vast in de buurten waar ze wonen. Positieve verbazing en verwonderingopwekken is moeilijk als je niet verder dantwee desolate straten geraakt. Tegelijkertijd

is er het onvermijdelijke proces van degentrificatie want studentenen professionelen die hierwillen komen studeren enwerken, willen ook buurtenwaar ze veilig te voet op

straat kunnenkomen. Detroit

zit vol met gaten. We moe-ten complementair en nietcompetitief denken en van-uit de grassroots het sys-teem geleidelijk aan vullen.’

soepkeukensMeer dan twintig jaar geleden kocht deDetroitse onderwijzer Paul Weertz enkelestratenblokken op rond Farnsworth Street.Weertz is geen projectontwikkelaar maaronderwees landbouw aan de CatherineFerguson-school voor zwangere meisjes entienermoeders. In zijn vrije tijd ploegde hijde braakliggende gronden om tussen dehuizen in Farnsworth en begon er met veelsucces alfalfa te kweken. Zijn oproep aanjonge creatieve mensen om deel uit temaken van de Farnsworth-gemeenschapresulteerde in gratis fietsenherstelplaatsenals The Back Alley Bikes en The Hub, ste-delijke landbouwprojecten als RisingPheasants en de door het MIT gesteundetechnologische atelier Mt ElliottMakerspace. Stuk voor stuk werkplaatsendie kansarme kids en hun ouders engage-ren in de toekomst van hun eigen buurt inde eerste plaats, in die van Detroit op detweede. Het hoekhuis op Farnsworth Street enMoran Street kreeg in 2008 opnieuw eenpioniersfunctie toen Kt Andresky, kunste-nares en activiste die in San Francisco meeaan de basis lag van het Million Fishes ArtCollective, samen met fotograaf GarrettMacLean en drukker Blake Carroll hunintrek namen in Fransworth Street. Ze lap-ten het hoekhuis op met materiaal uit verla-ten en uitgebrande huizen. De voormaligekerkwinkel waar zuster Estelle Laster tot zein 2000 stierf de arme buurtbewoners eenbijbellezing en warme maaltijd gaf, werdThe YesFarm. Het kunstencollectief groeideal snel uit van atelier en galerie tot een

buurthuis waar elke vernissage uit-mondde in een straatfeest of ineen collectieve oogst of zaaisessie.De belangrijkste strategie omiedereen erbij te betrekken, was

��

54 MOQ • november 2013 • www.mo.be

dan het in een nieuw sportstadion teinvesteren’.Met de inmiddels meermaals voormeineed, seksschandalen en fraudeveroordeelde burgemeester KwameKirkpatrick kwam in de jaren negen-tig een nooit geziene chronische cor-ruptie op gang. De schulden stapel-den zich op. Tussendoor verdweenook 57miljoen dollar uit het publiekeschoolsysteem en niemand wist waarhet geld naartoe was. Meer dan dehelft van de overgebleven bevolkingwas gepensioneerd of niet meeractief en dat leidde tot de fatale ero-sie van de stedelijke pensioenfond-sen, één van de hoofdoorzaken vanDetroits faillissementsverzoek.

fabuleuze ruïnesIn 2013 was de totale schuld opgelo-pen tot 18,5miljard dollar.Noodmanager Kevyn Orr maakte inseptember duidelijk dat crediteurenbij wie de gemeente ongedekte schul-

den heeft uitstaan hun claims totéén tiende zullen moeten beper-ken. De overige schuldeisers,die wel een onderpand heb-ben, mogen op iets meerrekenen. Dat zou ruwweg

14miljard moeten aflossen. ‘Orr doet fantastisch werk’, zegtSterling Gallup II, sinds 1965 deongedisputeerde nachtburgemeestervan Detroit. Sterling rijdt rond in eenaftandse Prius, met een hakbijl tus-sen zijn voeten om carjackers af teschrikken. ‘Klink ik als eenReaganite? Dat ben ik niet. Maar deboekhouding moet wel in ordegebracht worden. Net zoals dat inSpanje, Frankrijk en Griekenlandmoet gebeuren. Als Chrysler nog een

fabriek wil openen en als DonaldTrump bereid is om te investeren…moet je dan nee zeggen? Het is hierelke dag Halloween, al tientallenjaren. Wanneer je echt op de bodemzit, dan is er maar één richting waar-in je kunt gaan: terug omhoog. Wieook de nieuwe burgemeester innovember wordt, het nieuwe stads-bestuur zal zijn best doen. De priori-teiten zijn gekend. Daarboven heb-ben we al die activisten, artiesten enstedelijke landbouwers die gewoonzullen doorgaan, wat er ook gebeurt.Bouwen aan de culturele solidariteitis trouwens het enige dat de dingenecht doet keren.’Sinds het officiële faillissement injuli volgden reportages, artikels endocumentaires over hoe erg het metDetroit wel gesteld is. En dat is hetook. Racisme, misdaad, verlaten hui-zen, lege straten, leegstaande lood-sen, geen straatverlichting en hetterugkerend advies nooit te blijvenstaan voor een rood licht (vertragenvolstaat, tenzij in downtown). Defabuleuze ruïnes van Detroit werdengeportretteerd, voorzien van sound-stracks met motown, techno,Eminem of White Stripes –al naarge-

lang de leeftijd van de samenstellers.De Detroiters zelf zien er de esthe-tiek niet van in. Naar hun meningwerd meestal ook niet gevraagd. Alser nationale schadenfreude was overhet mislukken van Detroit, dan wasde regionale schadenfreude nog veelgroter, en rechtstreeks verbondenmet ras. Hadden de rellen van 1967het allemaal voorspeld? Of waren zijde oorzaak van het verval? Enkele buitenlandse documentaireslieten de Detroiters wel aan het

woord: Searching for Sugarman,Detropia, Detroit Je ’t Aime en FromGlasgow to Detroit. Plots kreegDetroit een gezicht. En achter elkgezicht zat een verhaal, een project,een engagement, dat vaak al meerdan dertig jaar terugging.

grassrootsDe kracht van creativiteit om levenste veranderen begon reeds in1986met Tyree Guyton, die met zijngrootvader het Heidelbergprojectstartte. Ze kochten een straat op metvervallen huizen, bouwden die omtot kunstwerken en maakten van eengure straat een toeristische attractie. In 1992 lanceerden de politieke acti-visten James en Grace Lee BoggsDetroit City of Hope, een veerkrachti-ge campagne die de bewoners van debinnenstad opriep om zelf betekenis-volle jobs te creëren. De grootseinvesteringen van Coleman Younghadden duidelijk gemaakt dat Detroitniet gered zou worden door éénsoort industrie of bedrijf. Toen hijcasino’s voorstelde als ultiem red-middel, vonden de Boggs dat hetgenoeg geweest was. The Boggs zijneen begrip in Detroit en de netwer-kende kracht achter de arbeiders,bedienden, lesgevers en culturelewerkers die bezorgd waren over deeconomische, politieke en moreledesintegratie van Detroit. Sinds 1995bericht het Boggs Center over de tal-loze grassroots-activisten en acties. In het kielzog daarvan ontstondentalloze coöperaties voor kinderop-vang, buurtbewaking en kunstcollec-tieven maar ook anarchistischeafbraakteams zoals de Motor CityBlight Busters en de Lawn Mower

ESSAYm e n s e n e n v e r h a l e n

‘Wanneer je echt op de bodem zit, dan is er maar één richting waarin je kunt gaan: opnieuw omhoog.’

��

Page 29: MO*magazine 109

Kt die persoonlijk van deur tot deur ging,ook al was de deur van het eerstvolgendebewoonde huis drie straten verder. Begindit jaar werd de YesFarm gesloten wegenste gevaarlijk voor publieke evenementen. Inafwachting van de nodige herstellingen ofeen nieuwe ruimte, geeft Kt les in deRoosevelt Primary School en in de soepkeu-kens waar kinderen, jongeren en volwasse-nen naartoe komen voor hun dagelijkseten. ‘We moeten beginnen in onze achtertuinen daar waar de situatie het wanhopigst is. Voor de kinderen in mijn lessen is voedingiets wat in benzinestations verkocht wordt.

Sommigen wonen in een opvangcentrumvoor daklozen, anderen in even wanhopigesituaties die ze “thuis” noemen. Ze doen ermeer dan een uur over om op school tegeraken, te voet, door vervallen buurten.Logisch dat hun hoofd er niet altijd bij is.Een jongen beet in een kerstomaatgekweekt in de YesFarm en spuwde die uit.“Te veel ketchup!”, riep hij. Is dat een stapvooruit of achteruit? Detroit is een leegblad, dus wat iemand ook doet, het is altijdbeter dan wat er is. Stoppen is geen optie.’ Het keerpunt is volgens Kt Andreskybereikt. Minder mensen gaan weg, meermensen komen binnen. Ook opportunis-

ten. ‘Veel nieuwkomers willen geen crack-heads of arme zwarte mensen in hun buurten zijn het eens met de optie om de onsta-bielen te verhuizen zodat die ergens andersonstabiel kunnen zijn. Maar je intrek hiernemen en niet willen samenwerken metdeze kinderen en families is crimineel.’‘Vergeet de grote bedrijven en ondernemin-gen’, zegt Jeff Sturges van Mt EliottMakerspace. ‘De positieve dynamiek komtniet vanuit competitief maar vanuit collabo-ratief denken, vanuit het versterken en ver-binden van de grassroots-mensen en hunprojecten. Het is een kwestie van de achter-geblevenen in de foute ZIP-code van destad, om die kinderen, jongeren, hun fami-lies en buren te doen geloven in een moge-lijk Detroit, net zoals wij dat doen. Waaromzijn we hier anders komen wonen?’

��

56 MOQ • november 2013 • www.mo.be

Q

‘Je kan niets begrijpen van een grootstad in Amerika als je het racisme negeert.’

ESSAYm e n s e n e n v e r h a l e n

PUBFOS

Page 30: MO*magazine 109

57MOQ • november 2013 • www.mo.be

5, 12, 19, 26 novemberDebating Development� 5 november: The financialisation of food: opportunities and risks.Myriam Vander Stichele (Centre for Research on MultinationalCorporations, The Netherlands) in debat met Michel Vermaerke(Febelfin, Belgium). Moderator: John Vandaele (MO*). � 12 november: Ethical issues in genetically modified food: valuesand risks of biotechnology. Louise O. Fresco (University of Amsterdam,The Netherlands) in debat met Barbara Van Dyck (independent resear-cher, Belgium). Moderator: Alma De Walsche (MO*).� 19 november: How ‘fair’ is Fair Trade Food? Sushil Mohan(University of Dundee, United Kingdom) in debat met Lily Deforce(Max Havelaar, Belgium). Moderator: John Vandaele (MO*).� 26 november: ANNO 2030: what to serve when you have nine bil-lion mouths to feed? Mark Post (Maastricht University, TheNetherlands) in debat met Arnold van Huis (Wageningen University,The Netherlands). Moderator: Alma De Walsche (MO*).Telkens op dinsdagavond om 19 u., Stadscampus UA, Rodestraat 14 -R. 002 - 2000 Antwerpen. Organisatie: IOB, USOS, MO* en VLIRU-

OS. Info en inschrijvingen: www.uantwerpen.be/debatingdevelopment

6 en 11 novemberMO* op de BoekenbeursMO*journalist Kristof Clerix gaat op woensdag 6 november in gesprekmet de Nederlandse journaliste Sanne Terlingen (OneWorld) over jour-nalistiek in de Lage Landen, en over hoe doorbreken als “jonge garde”.

Op maandag 11 november treedt Clerix, auteur van Spionage. Doelwit:

Brussel, in debat met Idesbald Goddeeris (historicus KU Leuven), auteurvan Spioneren voor het communisme. Beiden doken onder in Oost-

Europese archieven van geheime diensten. Academisch onderzoek ver-

sus onderzoeksjournalistiek, wat kunnen ze van mekaar leren?

Woensdag 6 november, 15u., in het kader van ‘De Naakte Journalist’,Boekenbeurs Antwerpen. Maandag 11 november, 15u.30, Oranjezaal,

Boekenbeurs Antwerpen.

10 novemberHelpt hulp?Vertoning van de documentaire De bijsluiter van goed doen, gevolgd door

een debat over de vraag of hulp helpt. Met Ruddy Doom (prof. em.UGent), Raf Allaert (Afopadi, heeft een tijd in Guatemala gewerkt),Chrispin Mvano (Congolese journalist en oprichter van een weeshuis inOost-Congo) en Louis Ide (dokter bij AzG in Soedan; N-VA-parlements-lid). Moderator: John Vandaele (MO*).Zondag 10 november, 19u.30, Herberg Macharius, Voorhoutkaai 43+,9000 Gent. Info: www.burenvandeabijd.be

19 novemberTejpal en Naegels over de vierde machtHoe organiseren media het noodzakelijke gebrek aan respect voor de

macht en de geldende overtuigingen in een wereld die overloopt van

feiten en meningen, maar niet bereid lijkt te betalen voor onderzoek

en kwaliteit? Daarover gaan Tom Naegels (auteur en ombudsman DeStandaard) en Tarun J. Tejpal (auteur en directeur van de indiasenieuwssite/magazine Tehelka) in gesprek.

Dinsdag 19 november, 20u, CAMPO Nieuwpoort, Nieuwpoort 31-35,9000 Gent. Initiatief: MO*, Apache.be, DeWereldMorgen.be,

StampMedia en Rekto: Verso, i.s.m. het Vlaams-Nederlands Huis

deBuren en Europalia India. Informatie en inschrijvingen: [email protected].

20 novemberDrie Indiase schrijversDrie Indiase schrijvers vertellen over hun werk en lezen fragmenten.

Vikas Swarup is bekend van het verfilmde Slumdog Millionaire. TarunJ. Tejpal is naast schrijver ook een voorvechter van politieke verande-ring in Azië en Jeet Thayil was finalist van de Man Booker prize metzijn Narcopolis, een hedendaagse drugsroman à la William Borroughs

The Naked Lunch. Gie Goris (MO*) leidt het gesprek.Woensdag 20 november, 20u., Paleis voor Schone Kunsten,Ravensteinstraat 23, Brussel. Tickets: €8/€6 - www.bozar.be

23 novemberNacht van de KennisTot in de vroege uurtjes vullen sprekers TEDx-gewijs het Kaaitheater

met ‘ideeën die de moeite waard zijn om te weten’. Thema is Brussel.

Moderatie: Béatrice Delvaux en Friedl Lesage. MO*journalist KristofClerix, auteur van Spionage. Doelwit: Brussel, vertelt aan het begin vande avond over de 007-dimensie van de Europese hoofdstad.

Vrijdag 23 november, 19u-02u., Kaaitheater, Brussel. Info:

26 novemberZwarte Piet, is Sinterklaas racistisch? Is het sinterklaasfeest een racistisch relikwie uit een koloniaal verleden?

En bevordert het een racistisch mensbeeld bij kinderen? Debat met

Omar Ba (coördinator Afrikaans Platform en bestuurslid bij Kif Kif) enJohnny Van Hove (coauteur Media en Racisme; doctoreert aan deUniversiteit Gieβen over “Congo-ism”: Congo als de ander in (het)Amerikaanse intellectuele discours. Moderator: Gie Goris (MO*)Dinsdag 26 november, 20u., Pianofabriek, Fortstraat 35, 1060 Sint-Gillis. Toegang: €5 / €4 (studenten en werkzoekenden) / €1.25 (art. 27).

Een initiatief van de Pianofabriek ism Kif Kif, Masereelfonds en MO*.

Page 31: MO*magazine 109

Konkelaars en gluiperdsHistoricus Idesbald Goddeeris (KULeuven) klopte in 2004 als eersteBelgische onderzoeker aan bij hetInstituut voor Nationale Herinne-ring in Warschau, het archief vande voormalige Poolse geheimedienst SB. In Spioneren voor hetcommunisme bundelt hij de resulta-ten van zijn onderzoek naar Poolsespionage in België. Het boek maaktbrandhout van het klassieke beeldvan Oost-Europese geheime dien-sten. ‘De Poolse veiligheidsdienstwas een roddelfabriek. Zebeschreef haar objecten in termenvan eunuchen en pantoffelhelden.Haar archieven wemelen van dekemels en de inconsistenties’,schrijft Goddeeris. De spionnennoemt hij konkelaars, kuipers,janussen en gluiperds. Als academicus verzet Goddeerisbakens, want België heeft helaasgeen traditie in academisch onder-zoek naar spionagewerk. Zijnboek, tegelijkertijd onthullend engenuanceerd, is een standaard-werk, met plaats voor analyse,humor en veel zelfreflectie. Zondertwijfel was het nog completergeweest als Goddeeris ook verhaalwas gaan halen bij de Belgischeinlichtingendiensten en meerbetrokkenen – journalist FreddyDe Pauw of rector Jerzy Lukas-zewski bijvoorbeeld. Maar het boekvormt zeker een belangrijke bijdra-ge aan de geschiedschrijving enheeft tevens een actuele maat-schappelijke meerwaarde. (kc)

Spioneren voor het communisme doorIdesbald Goddeeris is uitgegeven doorLannoo Campus. 304blzn. ISBN9789401413626

De Groote Oorlog in AfrikaDe herdenking van de EersteWereldoorlog is niet compleet alsalleen het IJzerfront belicht wordt.Lucas Catherine vertelt over de ver-geten oorlog in Afrika, waar Belgiëen Duitsland via hun kolonialeonderdanen vochten. De Congolezen werden de handenen de voeten van de oorloggenoemd, omdat ze behalve alssoldaten ook als dragers van hetvoedsel en materiaal fungeerden.Het leger lijfde hen in en ook hunvrouwen en kinderen trokken mee,zij kookten en deden de was voorde troepen. De bevoorrading ver-liep in erbarmelijke omstandighe-den. Door de zware lasten, de hitteen de uitputting stierven naarschatting meer dan 20.000men-sen. De Afrikaanse soldaten werdennooit naar Europa overgebracht.Spotprenten wijten dat aan deonweerstaanbare aantrekkings-kracht die Afrikanen op de Europe-se vrouwen zouden hebben. LucasCatherine stelt dat België de inzetvan de Congolese troepen het liefstvergeet. Achteraf bleek dat de dra-gers wel uitbetaald maar niet gere-gistreerd werden en velen dus ano-niem bleven. De geestdrift vanLucas Catherine is aanstekelijk, hijdoorspekt de geschiedenis in ditboek met cijfers en foto’s. Door depagina’s brandt zijn overtuigingdat we de geschiedenis en haarminder bekende facetten nietmogen vergeten. (km)

Loopgraven in Afrika (1914-1918) doorLucas Catherine is uitgegeven door Epo.111blzn. ISBN 9789491297557

MO*lezers krijgeneen exclusievekorting van €2,5bij aankoop vanelk gerecenseerdboek in volgendeboekhandels: DeGroene Waterman(Antwerpen), DeReyghere (Brugge)en de Accoboekhandels vanGent, Antwerpenen Leuven. Knipdeze bon uit engeef hem af bijaankoop van hetboek. De kortingis 2 maandengeldig napublicatie van ditMO*nummer (30/10/2013).

VloedgolfDe tsunami die eind december 2004de kusten rond de Indische Oceaantrof, schokte de hele mensheid metzijn verwoestende oerkracht. Het aan-tal doden, verwoeste huizen en boer-derijen, getroffen landen en gemeen-schappen: het ging allemaal het bevat-tingsvermogen te boven. Nochtans iszelfs de apocalyps terug te brengen totpersoonlijke verhalen van verlies, ver-werking en moeizame heropbouw.Vloedgolf van auteur Sonali Deraniy-agala is een autobiografisch relaas datbegint bij het vreemde en al snel drei-gende naderbijkomen van de oceaanop 26 december, een beklemmendebeschrijving van de vloedgolf, de vast-stelling dat de ik-persoon de enigeoverlevende van haar gezin is, endaarna de lange en pijnlijke weg terugnaar het leven. Deraniyagalabeschrijft haar eigen afdaling in dedepressie – wangedrag en alcoholmis-bruik incluis – in korte, zakelijke zin-nen, waardoor ze de lezer juist heeldicht op de huid komen. Haar langza-me herstel en, in zekere zin, het aan-vaarden van het onvermijdelijke wor-den met evenveel aandacht voor detailverteld.Wat uit het woeste schuim van dieonfortuinlijke tweede kerstdag uitein-delijk komt bovendrijven is de onver-woestbare liefde voor haar man entwee jongens, die in de herinneringvan hun moeder meegroeien met dejaren die ze missen. Vloedgolf maaktniet alleen het onvoorstelbare natuur-geweld en verlies ervaarbaar, de romanbeschrijft ook het perspectief van eenleven daarna niet geromantiseerd opeen geloofwaardige manier. (gg)

Vloedgolf door Sonali Deraniyagala isuitgegeven door Nieuw Amsterdam.224blzn. ISBN 9789046815038

Exclusieve kortingvoor MO*lezers

59

recensies

Stad en drugsOm structuur aan te brengen in eendreigende chaos neemt de mens sindsde vroegste tijden zijn toevlucht totoertegenstellingen waaromheen deverbeelding dan de ongrijpbare enonbeheersbare realiteit kan organise-ren. Goed en kwaad; landbouwer enveeteler; arbeid en kapitaal; eigen envreemd: de tweedeling heeft velegedaanten. In de Indiase verbeeldinggaat het vaak over stad en binnenland,en vaak is de stad in kwestie Mumbai,vroeger Bombay. Dat heeft te makenmet haar omvang, de tastbare tegen-stellingen tussen onpeilbare rijkdomen onvoorstelbare armoede, en het feitdat Mumbai ook de plaats is waar deIndiase verbeelding gefabriceerdwordt en uitgevoerd naar alle biosco-pen en tv-toestellen van het land, deregio, het continent en de wereld.Mumbai in de debuutroman vanThayil is de hoofdstad van de narcoti-ca, op de eerste plaats het bijna traditi-onele opium. Thayil beweert dat hijzelf heel wat jaren veloren heeft in dewazigheid van de verslaving. Dat kande verklaring zijn voor zijn inlevendebeschrijving van het genot dat de ver-slaving voorafgaat; het is in elk gevalniet te merken aan zijn trefzekere enbeheerste taal. Narcopolis blijft ook nietsteken in de wereld van opiumgebrui-kers, die al decennia opzijgeduwdwerd door de veel hardere wereld vanheroïnegebruikers en dealers. HetMumbai van dit boek verkleurt danook van het roze van de hippiezonne-bril naar het donkerbruine van deonderkant van de samenleving. Nietvoor gevoelige zielen, wel voor liefheb-bers van echte literatuur –maar voorlo-pig niet in het Nederlands. (gg)

Narcopolis door Jeet Thayil isuitgegeven door Faber and Faber.292blzn. ISBN 9780571283071

Hedendaags IndiaTarun Tejpal heeft geen strakke schrijfdiscipline, zegt hij. Geen vastmoment, geen vaste plek, geen heilig ritueel. En hij heeft ook geen drangom elk jaar een roman klaar te hebben tegen de boekenbeurs, aangezienhij niet van zijn literatuur moet leven. Niettemin heeft hij de voorbije achtjaar drie dikke romans gepubliceerd, waarvan de tweede nu in het Neder-lands verschijnt. Die vertaling voegt opvallend “India” toe voor de oor-spronkelijke titel Het leven van mijn moordenaars. Dat lijkt op het eerstegezicht een verkoopstruc, maar het klopt ook helemaal met de ambitievan de auteur, die met deze roman de brutaliteit van het hedendaagseIndia wilde verbeelden, aan de hand van een moordcomplot dat in werke-lijkheid tegen hemzelf gesmeed werd (naar aanleiding van een onder-zoeksjournalistiek project dat wat te succes-vol werd voor de Indiase powers that be – zieportret op blz. 44). De kracht van deze Moordenaars zit in het feitdat Tejpal niet focust op zijn verhaal (of datvan het fictieve hoofdpersonage), maar op delevens van de vijf mannen die opgepakt zijn enbeschuld worden van het moordcomplot. Zokan hij vluchten uit de verveling van de stede-lijke middenklasse, met haar onbevredigenderelaties en stuntelige seks, en zich onderdom-pelen in de onzichtbare levens van de honder-den miljoenen Indiërs die onder of op deextreem lage armoedegrens leven.Tejpal beschrijft die levens met journalistiekeinteresse en precisie, waardoor de lezer zichinderdaad meer gaat identificeren met debeschuldigden als slachtoffers dan alsdaders. Het hedendaagse India in de ogen van Tarun Tejpal is trouwensniet op de eerste plaats een land waar armoede en ondervoeding onaan-vaardbaar wijd verspreid blijven, het is vooral een natie waar de ongelijkemachtsverhoudingen zo diep verankerd zitten in de samenleving én in hethuidige groeimodel, dat de armen geen schijn van kans maken om op eenfatsoenlijke manier uit hun uitzichtloze situatie te geraken. De journalistieke empathie met de uitgesloten en vernederde personagesvoorkomt ook dat het boek een didactische illustratie wordt van de infer-nale opeenstapeling van economische, communautaire, sociale en anderevormen van uitsluiting, die de armoede in India juist zo ondraaglijk enmoeilijk uitroeibaar maakt. Tejpal verbloemt niet, integendeel zelfs, maarmaakt van “zijn moordenaars” vooral mensen van vlees en bloed die je vanharte een beter leven toewenst. (gg)India. Het leven van mijn moordenaars door Tarun J. Tejpal is uitgegeven doorDe Geus. 512 blzn. ISBN 978 90 445 1750 7

58 MOQ • november 2013 • www.mo.be MOQ • november 2013 • www.mo.be

Page 32: MO*magazine 109

DE MANNELIJKE STAATIn A Most Masculine State. Gender, Politics, and Religion in SaudiArabia identificeert de Saoedische sociologe Madawi Al-Rasheedde staat als bepalende factor voor genderrelaties. De situatie vande vrouw in Saoedi-Arabië wordt dus niet alleen door cultuur, tri-bale tradities en religie bepaald, zoals algemeen aangenomenwordt. De staat speelt een cruciale rol. Om de situatie van devrouw te begrijpen moet men dus eerst de natuur van de staatbegrijpen. In verschillende Arabische landen was “de vrouwen-kwestie” een belangrijke hoeksteen bij de opbouw van de nieuwestaten. Het nationalisme en de antikoloniale strijd hebben vormgegeven aan het beleid ten opzichte van de vrouw.In Saoedi-Arabië was er geen koloniale strijd en ook geen seculiernationalisme. De Saoedische staat werd opgericht op basis vanwat Al-Rasheed religieus nationalismenoemt. De naam Saoedi-Arabië refereertniet aan een nationale identiteit maar aande familie die de staat in 1932 opgerichtheeft. Het is het huwelijk tussen Al-Saoeden de doctrine van sjeik Mohamed Abdel-wahab dat gestalte heeft gegeven aan hetreligieuze nationalisme waarop het huidi-ge Saoedi-Arabië gebouwd is. En die doc-trine is er een van een vrome staat waarde vrouw symbool van geworden is.Twee belangrijke elementen komen aanbod. Er is de plotselinge rijkdom die erkwam met de ontginning van de olie en die niet in het voordeelwas van vrouwen. Die rijkdom heeft een consumptiemaatschap-pij gecreëerd en segregatie en uitsluiting in de hand gewerkt.Maar er is ook 11 september, dat voor een omwenteling zorgde inde Saoedische samenleving. In haar analyse neemt Madawi Al-Rasheed de literatuur die doorvrouwen geschreven is onder de loep en identificeert ze twee gro-te stromingen binnen het veld van vrouwelijk activisme. Vrouwendie los van religie genderkwesties tegen het licht houden en vrou-wen die dit binnen het kader van de religie doen. A Most Masculi-ne State helpt niet alleen de situatie van de vrouw begrijpen maarbiedt ook toegang tot de complexe Saoedische samenleving.Madawi Al-Rasheed doet aan pionierswerk. A Most Masculine Sta-te zal nog jaren een referentie zijn voor veel onderzoekers. (sb)

A Most Masculine State. Gender, Politics, and Religion in Saudi Arabiadoor Madawi Al-Rasheed is uitgegeven door Cambridge UniversityPress. 333blzn. ISBN 978-0-521-76104-8 (bk.) – ISBN978-0-521-12252-8

DODELIJKE PLAYSTATIONTijdens het diner waarop de Amerikaanse president naarjaarlijkse gewoonte de jounalisten uitnodigt die verslag uit-brengen van de activiteiten van het Witte Huis, maakte Oba-ma twee jaar geleden een grapje. Terwijl de muziekgroepJonas Brothers zich opmaakte voor haar optreden, waar-schuwde hij de muzikanten: ‘Jongens, mijn dochters Sashaen Malia zijn vurige fans. Maar hou je gedeisd. Ik zeg alleenmaar deze twee woorden: Predator drone. Je ziet ze nooitaankomen.’‘Een misplaatste opmerking, deze verwijzing naar de dro-nes, de onbemande vliegtuigjes’, meent de gedreven activis-te Medea Benjamin, 61, in haar boek Drone Warfare. Killingby Remote Control. Dat is een stevig gedocumenteerd pam-

flet, aangevuld met getuigenissenvan zowel slachtoffers als Amerika-nen die er op de een of anderemanier bij betrokken zijn.Amper drie dagen na Obama’s eed-aflegging in januari 2009 werd deeerste drone-aanval onder zijn pre-sidentschap al uitgevoerd in Paki-stan. Een bolwerk van terroristenzou vernietigd zijn. In werkelijk-heid ging het om de woning vangewone burgers. Sindsdien is hetgebruik van drones en het aantal

onschuldige burgerslachtoffers almaar toegenomen. Het is big business geworden. Alle grote Amerikaanse produ-centen van vliegend en ander militair materieel zijn erbijbetrokken. Ondanks hun technologische kennis zijn er heelwat ongewilde incidenten gebeurd. De Amerikaanse bur-gers die geruime tijd van achter een scherm de tuigen heb-ben begeleid, lijden nadien aan het posttraumatische stress-syndroom, zoals soldaten die op een slagveld hebbengevochten. Maar dat is natuurlijk niks in vergelijking methet grote aantal onschuldige burgerslachtoffers in Afghani-stan, Pakistan, Somalië en Jemen. Bovendien zijn de Ver-enigde Staten al lang niet meer het enige land dat over zulkemoordtuigen beschikt, waarvan de wettelijke en morelegrondslagen voor het gebruik ervan nogal wat vragen oproe-pen. Op 16 en 17 november zal Benjamin een van de spre-kers zijn op een Drone Summit in Washington. (jw)

Drone Warfare door Medea Benjamin is verschenen bij Verso.224blzn. ISBN 9781935928812

Anderstaligeboeken

60 MOQ • november 2013 • www.mo.be

Page 33: MO*magazine 109

MET LINX+ OP REIS

www.linxplus.be ANDERS BEKEKEN REIZEN

ZUID-AFRIKA, IN DE VOETSPOREN

VAN MANDELA

Voorbereiding, bemiddeling en uitvoering van de reizen door AZURA cvbaondernemingsnummer 0415.795.547, r.p.r. Luik, vergunning A1374

FOTO: ANDRE LANGENUS

VAN 14 T/M 27 FEBRUARI 2014

DERS BEKEKENA.linxwwww.linxplus

.54597.15ondernemingsnummer 04oering vveiding, bemiddeling en uitoorberV

NZEIERNDERS BEKEKE.be .linxplus

4774gunning A13eruik, v. L.rr. L.p, r r.p77, r.54avbA cen door AZUReizan de roering v

WERELDMUZIEK CULTUURCENTRUM BRUGGE 09.01.2014

BAI KAMARA JR

26.01.2014

GORDIE MACKEEMAN & THE RHYTHM BOYS

20.02.2014

MARCEL, RAMI & BACHAR KHALIFÉ

INFO & TICKETS WWW.CCBRUGGE.BE 050/44 30 60

DO 07 | 11 CHARANJIT SINGH & DJ EDO BOUMAN VR 08 | 11 STROPHOP #04 ZA 09 | 11 OSTAD DOLATMAND & WIN-BANG ENSEMBLE ZO 10 | 11 YENİ TÜRKÜ DI 12 | 11 MIJN LAND! MIJN LAND! DE CHOCOPRINCE VAN TSUIDE DO 14 | 11 LA MANOUCHE ZA 16 | 11 LITTLE AFRICA DOBET GNAHORE e.a. ZO 17 | 11 LITTLE AFRICA AFRIKAANSE VERTELLINGEN (3+) ZO 17 | 11 LITTLE AFRICA DE ZWARTE SCHANDE DO 21 | 11 SONGHUNTER ZA 23 | 11 SUDAN CREATION WO 27 | 11 SANDEEP DAS - KUDSİ ERGÜNER ENSEMBLES VR 29 | 11 UITREIKING BERABERPRIJS

WW

W.D

ECEN

TRAL

E.BE

@DE CENTRALE NOV 2013

16 NOV

17 NOV

ZATERDAG

ZONDAG

LITTLEAFRICA

Page 34: MO*magazine 109

INFORMATIEF5 novemberJuniorprogramma ontwikkelings-samenwerkingJongeren die een professionele werker-varing in ontwikkelingssamenwerkingwillen opdoen zijn welkom op dezeinfo-avond georganiseerd door hetBelgisch Ontwikkelingsagentschap.18u., Espace Jacqmotte, Hoogstraat 147,1000 Brussel.Info: www.btcctb.org

7 novemberTristram StuartDebat over de voedselproblematiek metde Brit Tristram Stuart, auteur vanWaste en specialist inzake voedsel-verspilling. Organisatie: 11.11.11. 19u.30, KVS, Lakensestraat 146, 1000 Brussel.Info en inschrijvingen: www.11.be/debat

14 novemberSuperdiversiteitMaurice Crul (VU Amsterdam) steltzijn boek Superdiversiteit voor en gaatonder leiding van Meryem Kanmaz(UGent) in gesprek met Wouter Van Besien (Groen).19u.30, deBuren, Leopoldstraat 6,1000 Brussel.Info en inschrijvingen: www.deburen.eu

19 novemberTarun Tejpal & Tom NaegelsWat moet goede journalistiek doen?Over die vraag debatteren de Indiasetopjournalist Tarun Tejpal (Tehelka) en De Standaard-ombudsman Tom Naegels. Moderator is Gie Goris (MO*). 20u., Campo nieuwpoort, Nieuwpoort31-35 , 9000 Gent.Info en inschrijvingen: [email protected]

24 novemberDe stad in de geglobaliseerdewereldDe meerderheid van de wereldbevolkingwoont in de stad, het kloppende hart vande postindustriële maatschappij. Hoekunnen wij die stad vormgeven? 11u., de Singel, Desguinlei 25, 2018Antwerpen.Info en tickets: www.desingel.be

3 decemberCongolese grondstoffenMO*lezing met als centrale vraag: ‘Wiewordt beter van de Congolese grondstof-fen?’ Sprekers: David Van Reybrouck,Karel De Gucht, Steven Spittaels,Chrispin Mvano en John Vandaele. 20u.30, De Roma, Turnhoutsebaan286, 2140 Borgerhout.Tickets: www.deroma.be

CULTUURVanaf 30 oktoberBlackfishEen beklemmende psychologische thril-ler met een orka in de hoofdrol, die onslaat zien hoe de natuur wraak neemt opde mens wanneer hij deze tot het uiter-ste drijft. Vanaf 30 oktober in de bioscoop.Info: www.blackfish-film.be

Vanaf 13 novemberOnce Upon A ForestCineast Luc Jacquet en bioloog FrancisHalle zijn je gids op een duizelingwek-kende reis door de prehistorische regen-wouden, de grote groene longen en stillegetuigen van onze planeet. Vanaf 13 november in de bioscoop.Info: www.onceuponaforest-film.be

22 novemberMaguaréGeïnspireerd door de Colombiaanse ball-room en dancehall-sound van de jarenvijftig en zestig brengt Maguaré eenunieke en aanstekelijke mix van cumbiaen afro. Na het concert volgt een swin-gende latin-party met Dj Frankie Francisen The Rudies.20u., Vooruit, Sint-Pietersnieuwstraat23, 9000 Gent.Info en tickets: www.democrazy.be

27 novemberTaj MahalSandeep Das en het Kudsi ErgunerEnsemble brengen in hun project TajMahal een unieke kruisbestuiving tus-sen traditionele Indiase en Turksemuziek. 20u., De Centrale, Kraankindersstraat 2,9000 Gent.Info en tickets: www.decentrale.be

Tristram StuartWereldwijd gaat een derde van hetgeproduceerde voedsel verloren. In de rijkelanden van Europa en in de VS loopt dat op tot50 procent. Dat zijn de bevindingen die TristramStuart deed in het onderzoek voor zijn boekWaste. Uncovering the global food scandal (2009).Die cijfers zijn inmiddels door de VN en doorEuropa onderschreven. Stuart komt naar Brusselin het kader van de 11.11.11-campagne. Zie blz. 32.

Tarun Tejpal & Tom NaegelsDe juiste vragen stellen, dat is de kortstesamenvatting van de journalistieke opdracht. Datwordt op applaus onthaald totdat de vervelendevragen aan het applaudiserende deel van hetpubliek gesteld worden. In de regel worden devragen gesteld aan de macht. MO*, Apache.be,DeWereldMorgen.be, StampMedia enrekto:verso organiseren hierover een debat mettwee experts: Tom Naegels (auteur enombudsman De Standaard) en Tarun J. Tejpal(zie Portret blz 44). De vijf organisatoren komenook met een paar eigen voorstellen voor eenVlaams mediabeleid dat meer garanties biedtvoor een kwaliteitsvolle journalistiek en eengezond democratisch medialandschap.

63MOQ • november 2013 • www.mo.be

EVENEMENTENVanaf 1 novemberOorlog & TraumaHet Ieperse In Flanders Fields-muse-um en het Gentse Dr.Guislainmuseum slaan de handen inelkaar voor de dubbeltentoonstellingOorlog & Trauma. Beide locaties zijnverworven tot lieux de mémoire: ener-zijds het front en anderzijds de psychi-atrie en het psychische lijden.Tentoonstelling loopt nog tot 29 juni2014. Lakenhallen, Grote Markt 34, 8900Ieper - Jozef Guislainstraat 43, 9000Gent.Info en tickets: www.museumdrguislain.be– www.inflandersfields.be

2 novemberDag van het socialismeEen hele dag lezingen, workshops endebatten in het teken van het socialis-me georganiseerd door de Ronde Tafelvan Socialisten. Sprekers: JanBlommaert, Yasmine Kherbache, PeterMertens, Paul Verhaeghe, HaythamManna, Ferre Wyckmans… Presentatie:Marijke Pinoy. 10u.30, deSingel, Desguinlei 25, 2018Antwerpen.Info en inschrijvingen: www.rondetafel-vansocialisten.be

6-25 novemberLatino Film FestivalVijfde editie van het filmfestival waar-bij de Latijns-Amerikaanse film cen-traal staat.Hoofdlocatie: UGC Antwerpen. Anderelocaties in Antwerpen: Atlas enArenbergschouwburg. Locatie inBrussel: Pianofabriek.Info en tickets: www.latinofilmfestival.be

6-17 novemberDe Leuvense klimaatweekEen hele week in het teken van ecolo-gie en duurzaamheid. Info en prakti-sche tips voor een duurzamer leven.Lezingen, docu’s en films, workshops,expo’s en voorstellingen voor een breedpubliek.Diverse locatie in Leuven.Info en tickets: www.30cc.be

5 en 6 decemberFestival van de GelijkheidDebatten, lezingen, films, literatuur,tentoonstellingen, speeddates en con-certen met als rode draad: streven naargelijkheid, vrijheid, diversiteit en ver-bondenheid. Enkele namen: MartinSchulz, Paul Verhaeghe, RachidaLamrabet, Jef Lambrecht en GoranBregovic. Vooruit, Sint-Pietersnieuwstraat 23,9000 Gent.Info en tickets: www.festivalgelijkheid.be

3 december

congolesegrondstoffen

Noteer deze datum nu al in je agenda, wantop deze avond stellen we het dossier voor datJohn Vandaele gemaakt heeft met uw recht-

streekse steun. Naar aanleiding van de veroor-deling vazn MO* voor het publiceren van eencartoon over Forrest (in 2006) deden we een

crowdfunding oproep om een vervolg te schrij-ven op de dossier over de kroonjuwelen -grondstoffen- van Congo. Het dossier ver-

schijnt in MO*110, en u kan er live mee overkomen debatteren op 3 december. Met enkele

goed- of hooggeplaatste gasten.

5 exemplaren van de Feesten met de buren-jaarkalender van Kerkwerk MulticultureelSamenleven.5 duotickets voor de documentaire Blackfish, vanaf 30 oktober te zien in de bioscoop.10 duotickets voor de avant-première van de documentaire Once Upon A Forest(datum en locatie worden op www.MO.be/wedstrijd bekendgemaakt)10 duotickets voor de openingsfilm en de afterparty van het Latino Film Festival op 15november in Antwerpen.10 duotickets voor het concert van Maguaré op 22 november in de Vooruit in Gent.5 duotickets voor Moussem Sounds op 23 november in Bozar.5 duotickets voor het concert van Sandeep Das en het Kudsi Erguner Ensemble op 27november in De Centrale in Gent.

agenda

62 MOQ • november 2013 • www.mo.be

Doe mee opwww.MO.be/wedstrijd!

MO trakteertKudsi Erguner

Page 35: MO*magazine 109

65

MOQ maakt de globalisering ervaarbaar, begrijpbaar en hanteerbaar.

ContactVlasfabriekstraat 11 - 1060 BrusselTel. 02.536 19 77 - [email protected] - www.MO.be

HoofdredacteurGie GorisRedactieSamira Bendadi, Kristof Clerix, Tine Danckaers, Alma De Walsche en John VandaeleEindredactieKristof Clerix en Herman JacobsWebredactieMaarten Lambrechts en Kilian De JagerStagiairsKaat Meys, Julie Putseys en Lucas DestrijckerAan dit nummer werkten mee:Lander Vermeerbergen, Stefano Valentino, Arthur Debruyne, Julie Reniers, Helga D’Havé, Bart Ulens, Jacob Zocherman, Manon Stravens, Marleen Wynants, Bruno De Wever, Bogdan Vanden Berghe en Bie VancraeynestCreatie en vormgeving Chris Defossez en Inge D’haenKaarten en grafieken Dirk Billen en Maarten LambrechtsIllustratieKlaas Verplancke, LectrrCoverontwerpDarwin.DrukRoularta PrintingMarketing, communicatie en agendaJan BuelinckxreclameregieADeMAR - www.ademaronline.com - 03 448 07 57AdministratieJan VanhuysseVerantwoordelijke uitgever Frank BekeISSN 1379-5619

• MO* is een uitgave van Roularta Publishing NV in opdracht vanWereldmediahuis vzw. De leden van Wereldmediahuis zijn 11.11.11, Broederlijk Delen, FOS, Incofin cvso, Oxfam Wereldwinkels, Plan België, Stichting Liedts, Trias, Vredeseilanden en Wereldsolidariteit. • MO* is aangesloten bij CeLT vzw, de vereniging van Culturele en Literaire Tijdschriften, www.detijdschriften.be.• MO* krijgt de steun van de Belgische Ontwikkelings samenwerking en de Vlaamse regering. Overname van artikels is toe gestaan mits bron-ver melding en toestemming van de hoofdredacteur.

Abonnementen MO*Postbus 360 - 8800 RoeselareTel 078 35 33 13 - Fax 078 35 33 [email protected](voor inschrijving, wijziging of info over uw abonnement)PrijsJaarabonnement België: 36 euro.Jaarabonnement buitenland: vraag inlichtingen.BetalingOfwel gewoon uw naam en adres opgeven en wachten op ons bericht.Ofwel rechtstreeks op rekeningnummer IBAN: BE57 4721 0111 8135 enBIC: KREDBEBB met vermelding van het exacte afleveradres.Ofwel door opgave van nummer en vervaldag van uw kredietkaart(American Express, Diners, Eurocard, Visa).

colofon

MOQ • november 2013 • www.mo.beMOQ • november 2013 • www.mo.be

� De Eerste Wereldoorlog is straks honderd jaar geledenen dat zullen we geweten hebben. De Vlaamse overheidbazuint al jaren rond dat deze centenaire –excusez le mot –met de nodige luister zal worden herdacht. Flanders Fields iseen sterk merk dat onze regio op de wereldkaart zet.Vandaar. De herdenking dient in de eerste plaats heden-daagse politieke en commerciële belangen. Boek tijdig eenhotel in de Westhoek. Geschiedenis komt pas op de tweedeplaats.

Jubilea als deze dienen altijd doelstellingen die meerzeggen over het heden dan over het verleden. Daar is op zichniets mis mee in zoverre die doelstellingen nobel zijn. Nooitmeer oorlog bijvoorbeeld. Alleen mag men ze nooit verwarrenmet de geschiedenis zelf. Wij vinden vandaag dat tien mil-joen mensen in een zinloze oorlog sneuvelden. Dat betekentniet dat diegenen die de oorlog streden hem zinloos vonden.Vele soldaten sneuvelden met een overtuiging. In ons landwas dat overigens vaak –horesco referens – Belgisch patriottis-me. De kans is klein dat u dat zult vernemen tijdens deVlaamse herdenkingen. In de brochure 100jaar GrooteOorlog in Vlaanderen, waarin de belangrijkste activiteitenworden aangekondigd, staat het woord België éénmaal ver-meld, namelijk bij het adres van het Vlaamse projectsecreta-

Honderd jaar Eerste Wereldoorlog: de herdenking als hol vat

riaat. Kijkt u het maar na: http://www.vlaanderen.be/int/docu-menten.

Maar gelukkig heeft de nationale overheid haar eigen her-denkingsprogramma. Daar is nog weinig van gekend, behalvehet feit dat anders dan in Vlaanderen op het Belgische niveauwel een wetenschappelijk comité werd opgericht met specialis-ten over de Eerste Wereldoorlog. Of dat het historische gehaltevan de herdenking zal vergroten, moet nog blijken. Maar ikwed dat het herdenkingsprogramma tricolore zal kleuren. Elkbestuursniveau zijn eigen oorlog.

Wie iets wil begrijpen van de oorlog zal voorbij de herden-kingen ook naar de weerbarstige en complexe geschiedenismoeten kijken. Anders verwordt het verleden tot een hol vatwaarin we alleen onszelf horen. Wie zich afvraagt hoe het danwel moet, kan te rade gaan bij het uitstekend rapport van hetVlaams Vredesinstituut: Honderd jaar Eerste Wereldoorlog in hetteken van vrede. Ook een initiatief van de Vlaamse overheid.Als het goed is zeggen we het ook.

Bruno De Wever doceert Nieuwste Geschiedenis aan deUniversiteit Gent.”.

Andere strofe, zelfde refrein

zoveel jaar geleden zelf voor opgericht – maar wel eentje dat weer helemaalbovenaan de agenda prijkt.

Natuurlijk is het zo dat de grote zichtbaarheid van elk van de thema’s diewe aankaarten na de campagne een beetje verdwijnt. Het is elke keer weereven afscheid nemen. Een jaar lang hebben we ons met een hele ploeg enmet veel lidorganisaties over een thema gebogen. Hebben we gezocht naar dejuiste vertaling, hebben we op politieke deuren gehamerd en de pers opge-zocht. Na een jaar, of soms twee jaar, schakelen we over op een nieuwonrecht. We laden ons even op, checken waar het gaspedaal zit en hop, wezijn vertrokken.

Is daarmee het vorige thema vergeten en begraven? Allerminst. Achter deschermen blijven beleidsmedewerkers bergen werk verzetten en blijven weonze partners in het Zuiden ondersteunen. Met minder zichtbaarheid in eigenland, maar daarom niet minder intensief. Af en toe zie je nog wel iets van datwerk achter de schermen naar boven komen. Als we de onmenselijke behan-deling van werknemers in Qatar aanklagen past dat natuurlijk in de campagne“Waardig werk” van 2008-2009. Als we een dossier over klimaat naar buitenbrengen (binnenkort) is dat ter opvolging van vorig jaar. Het werk gaat dussteeds door. Afhankelijk van het thema met andere gespecialiseerde (ngo-)part-ners, die overigens ook de continuïteit van onze thema’s verzekeren.

Natuurlijk begrijpen we wel dat mensen soms in de war raken van al dieverschillende muziekjes. Maar, net als bij een echte song, blijft het refrein vande Noord-Zuidbeweging wel steeds hetzelfde. 11.11.11 vecht tegen onrecht.Kunnen we dat soms harder? Uiteraard. Moet het soms langer? Absoluut.Maar of we nu inzetten op voedsel, klimaat, handel of waardig werk: veel vande oorzaken van het onrecht liggen hier, en daar kunnen onze politici iets aandoen. Als ze maar voldoende druk voelen.

Bogdan Vanden Berghe is algemeen directeur van 11.11.11, de koepel van deVlaamse Noord-Zuidbeweging.

© G

F

© C

hris

toph

e Lu

ts

� Het is een vraag die om de zoveel tijd terugkomt: waar-om kan 11.11.11 niet nog een jaar langer campagne voeren?Over handel bijvoorbeeld (de uienactie), waardig werk (werk-nemers zijn geen gereedschap) of het klimaat (sing for theclimate). Om het jaar, of om de twee jaar wisselen we inder-daad van thema. In 2011 en 2012 ging het nog over klimaat-verandering, dit jaar schakelen we over naar honger.Waarom is er genoeg eten en hebben toch één op acht men-sen chronisch honger. Een klassiek thema – we zijn er

door Bruno De Wever

door Bogdan Vanden Berghe

RechtzettingIn het artikel Gezocht: huis te kraak (MO*108) stond Wouter van Cleef foutiefals auteur vermeld. Het artikel is geschreven door Toon Lambrechts. Onzeoprechte excuses.

64

Page 36: MO*magazine 109

� Er staat een man aan de bar met een bontjas aan, waar blotebenen onder uitsteken, de voeten in pantoffels gestoken. Dat is geenvreemd gezicht in de lobby van Hôtel du Berger, dat voorheenkamers per uur verhuurde. De boudoirsfeer is gebleven, maar dedecadentie wordt nu eerder gepersifleerd, wat vermeldingen opdesignsites oplevert en avontuurlij-ke euroambtenaren aan de toog. Deman wordt gefotografeerd, en wijzijn gewillige figuranten die vaneen glas prosecco van zeven euronippen. De regen geselt de stratenen ook de mensen die na ons bin-nenkomen, schudden zich als nattehonden. De lange zomer heeft onsovermoedig gemaakt. Ik dacht Lieve Van de Velde te kunnen treffenin een ligstoel, op een terras aan de andere kant van de stad, op hetSint-Katelijneplein. 54, cinq-quat’, is een plein waar zij graag haarBrussel aan zich voorbij laat trekken: rijk en arm, multicultureel,bruisend van joie de vivre. ‘Zelfs over het citroensap is daar nage-dacht’.Haar verblijf hier, na langere passages in Leuven en Linkebeek,moest haar uit haar comfortzone halen. Dat is een beetje te goedgelukt. ‘Die duizend werelden in één stad, ik wil dat zo graag leukvinden, maar mijn politiek correcte kant moet het soms afleggentegen de zaniktante in mij.’ Die in een cannabiswolk gehulde hang-jongeren voor haar woontoren verdedigt ze wel bij haar bejaardeItaliaanse buurvrouw, maar stilletjes verwenst ze hen als ze zelflangs hen heen moet. Rust is er haast niet te vinden op de plaatswaar zij is gaan wonen, zes hoog in een woonblok waar de helewereld huist, naast de brandweer, boven een kinderboerderij. Het isaltijd wat. ‘Hier heb ik geleerd wat mijn veiligheidsgevoel waard is’. Dat je

ogen op je rug moet hebben, het is op zich geen drama. Maar bijhet ochtendjoggen over de slaapzakken heen springen van mensendie in het Maximiliaanpark wonen, dat wringt. Een bizar decor omde dag mee te beginnen, en een van de vele die ze hier doorkruist.Leven in Brussel doet haar denken aan de film ‘Smoke’: het zijnallemaal microkosmosjes naast elkaar, die ogenschijnlijk heel voor-spelbaar zijn, maar waar het toeval voortdurend overheen walst.Er is meer humor in de stad dan in de provincie. Iedereen doetmaar wat. Dat is geruststellend en verontrustend tegelijkertijd.Maar het is vooral eindeloze inspiratie voor de verhalensprokkelaardie ze al was, lang voor ze aan de bak kwam als journaliste. ‘Ik zagdeze week een lelijke oude kleine man met vet haar in een zijschei-ding, aan de arm van een jonge prostituee die zijn dochter hadkunnen zijn. Die man leek even, oprecht, in de liefde te geloven.‘Het is een van de vele mentale snapshots die ze in een dag bijelkaar schiet.‘Ik heb hier wel geleerd dat ik niet alleen kijk naar het decor, maarer zelf toe behoor. Ook ik ben een ijkpunt, niet alleen meer de groteobservator. ‘ Ze heeft een buurman die exact weet hoe vaak ze dezeweek al is gaan joggen.

Of mensen eenzamer zijn in de stad vragen we ons af, maar wewillen vooral weten of wij, zelf zonder kerngezin, ons minder ofjuist meer alleen zouden voelen op het platteland. Ook lonely run-ners hebben behoefte aan verbinding, willen deel zijn van een gro-ter verhaal. Wij mogen graag dolen, van koffiebar naar café, omnaar de mensen te kijken of een boek te lezen, maar daar komt zel-den een echte ontmoeting van. De eenzaamheid schuilt misschienjuist in het zien van al die andere verbanden. In de stad kan je geenkluizenaar zijn.Op een boogscheut van ‘54’ ligt het mooie begijnhof. Misschien isdat een optie? Na je vijfentwintigste nog samenhokken met anderevolwassenen, daar wordt toch nog een beetje om gelachen. Terwijlhet voor zoveel mensen zou werken. Alleen, maar toch in een con-text. We laten ons als hippe kwezels achterover zakken en nippen vanons veel te dure glas. Er komt een jongeman binnen met een zon-nebril en een wandelstok. Wij kijken naar hem. Wij zijn modernebegijntjes, maar dan zonder de kuisheidsgelofte.

BRUKSELc o l u m n

66 MOQ • november 2013 • www.mo.be

© D

iete

r Tel

eman

s

door Bie Vancraeynest

Hippe kwezels