MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787tot ca. 1850 het 'industrieterrein' van Arnhem en van grote betekenis...

48
MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787 Jos Diender en Joop Morsink

Transcript of MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787tot ca. 1850 het 'industrieterrein' van Arnhem en van grote betekenis...

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

Jos Diender en Joop Morsink

De St. Jansbeek omstreeks 1787, gete-kend door Joop Morsink, naar schetsenen tekeningen uit het archief van degemeente Arnhem.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

InleidingOp de historische Witte Watermolen in parkSonsbeek in Arnhem hebben in de loop dereeuwen vele molenaars hun brood verdiend.In de archieven komen we namen tegen alsGerrit Alisleger, Hinrick Roeloffsen,Wesselius Casparus Nibbelink en Adriaanvan den Toorn.

Van 1776 tot aan zijn dood in 1800 werdde molen gepacht door ene Hendrik van deWall. Dit boekje schetst een jaar uit hetleven van molenaar Van de Wall.

Het dal van de St. Jansbeek was van 1300tot ca. 1850 het 'industrieterrein' van Arnhemen van grote betekenis voor de stad. In detijd van molenaar Van de Wall stonden langsde St. Jansbeek meerdere watermolens. DeWitte Watermolen heette in die tijd de'Molen aan de Bloemenbleek' en is nu deenige nog werkende molen aan de beek. Deandere molens zijn in de loop der tijd alle-maal verdwenen. Verschillende watervallenin park Sonsbeek geven nu nog de plaatsaan, waar ooit een molen heeft gestaan.

1

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

Witte WatermolenDe Witte Watermolen heeft in deloop der eeuwen verschillendenamen gehad. De molen wordtvoor het eerst genoemd in archief-stukken uit 1281 en is vernoemdnaar Hendricus van Jamerlo, éénvan de eerste eigenaren van demolen in de 13de eeuw.

Kennelijk is de molen in de 15deeeuw gesloopt en is er op dezelfdeplek een nieuwe molen gebouwd. Hethuidige molengebouw bevat namelijkelementen die niet verder teruggaandan de tweede helft van de 15de eeuw.

In de 16de eeuw komt de molen inbezit van de familie Vorstenburch. In devolksmond heet de molen dan 'De Vorsten-burgmolen'. De erven Vorstenburg zijn tot inde jaren dertig van de 17de eeuw eigenaarvan deze waterkorenmolen.

2

Op de weide naast de WitteWatermolen wordt de was gebleekt.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

Buiten de Arnhemse stadswallenstaan sinds de Middeleeuwenzeven watermolens langs de St.Jansbeek. Vanaf de stad gezien isde Witte Watermolen de 'Derdemolen aan de Beek' en wordt in dietijd dan ook als zodanig aangeduid.

Het gebied tussen de St. Jansbeeken de huidige Apeldoornseweg heetin de 17de en 18de eeuw de'Bloemenbleek'. Op de grasveldennaast de molen begieten wasvrouwenlange linnen banen, die in de zon lig-gen te bleken, met het water uit de St.Jansbeek. Ten tijde van molenaar Van

de Wall wordt de molen 'Molen op deBloemenbleek' genoemd.

De watermolen is de enige witgekalktemolen in het beekdal van de St. Jansbeek.Daaraan dankt de molen zijn huidige naam;'De Witte Watermolen'. De molen is in dejaren '60 van de vorige eeuw volledig ge-restaureerd en weer bedrijfsklaar gemaakt.

3

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

Hendrik van de WallMolenaar Van de Wall is in 1746 in Heterengeboren. De achternaam 'Van de Wall' komtoorspronkelijk van 'Wonend aan de stads-wal'. In de loop van de 18de eeuw wordt detweede 'l' aan de familienaam toegevoegd,om aan het begin van de 19de eeuw weer teverdwijnen. Op 21-jarige leeftijd vertrektHendrik naar Huissen en negen jaar later, op2 februari 1776, trouwt hij in Arnhem met de20-jarige Anna Margaretha Breunisse uitElst. Vijf dagen later wordt Hendrik inge-schreven in het Burgerboek als ingezetenevan de stad Arnhem en wordt molenaar opde 'Molen aan de Bloemenbleek'.

MolenaarEen molenaar of mulder neemteen aparte plaats in het socialeleven in, vooral op het platte-land. In veel streken van Neder-land is de molenaar een burgermet aanzien en behoort hij metde geestelijke, de burgemeester,de notaris en de brouwer tot denotabelen van stad of dorp. Of

4

Trouwacte van Hendrik van de Wall enAnna Margaretha Breunisse uit 1776.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

deze notabelen de molenaar ook als hungelijke zien, valt te betwijfelen.

In het verleden is de beroepskeuze doorgaanseenmalig en wordt het ambacht in de meestegevallen door één of meer kinderen voortge-zet. Deze traditie komt vooral veel voor bijmolenaars en bakkers, die ook vaak viahuwelijken onderling met elkaar verbondenzijn. Omdat het huwelijk tussen Hendrik enAnna Margaretha kinderloos blijft, neemt nahet overlijden van Hendrik een neef demolen over. Ook latere molenaars op deWitte Watermolen en diverse andere molenslangs de St. Jansbeek, zijn verwanten vanHendrik.

Uit het Burgerboek: Hendrik van de Wall bijappointement van den 7 februarij 1776 tothet borgerschap geadmitteert sijnde en ver-volgens aen den stads rentmeester de gereg-tigheid daar toe staande ad 45-10-: betaalthebbende heeft werkelijk den borgereedafgelegt in handen van de heeren Tullekenvica judey van Hamel en Bongart scheepe-nen actum 12 februarij 1776.

5

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

6

Document waaruit blijkt dat '... het erf en goedde Bloembleek genaamd...' van 1783 t/m 1793 inbezit was van '....wijlen Mr. Cornelis van Eck...'

Cornelis van EckAanvankelijk zijn molenaars in dienst van deeigenaar van de molen. Molenbezit is eendure aangelegenheid en niet altijd evenwinstgevend. Vandaar dat veel eigenaren inde 17de en 18de eeuw hun molen verpach-ten. Daarmee kunnen ze een groot deel vande onderhoudskosten op de pachter afschui-ven.

Hendrik pacht de ‘Molen aan de Bloemen-bleek’ van Cornelis van Eck. De uit Tielafkomstige familie Van Eck behoort, samenmet de familie Brantsen, Tulleken enBentink, tot de meest vermogende eninvloedrijkste regentenfamilies van destad. Uit hun midden worden gene-raties lang opeenvolgende bur-gemeesters en schepenengekozen.

Familiewapen vanCornelis van Eck

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

PachtovereenkomstIn de pachtovereenkomst tussen Van de Wallen Van Eck is bepaald dat Hendrik de molengoed moet onderhouden, zodat er geenkosten zijn als de pachtperiode is afgelopen.Verder staat beschreven dat Hendrik zelf allelopende onderdelen en het touwwerk moetonderhouden, repareren en zonodig vernieu-wen. Groot onderhoud aan de molen en slij-tage van de stenen komt voor rekening vande eigenaar-verpachter.

7

'De Klap' is een buurtbuiten de St. Janspoort aan de Zijpen-

daalseweg, bestaande uit enkele eenvoudigewoningen, wasserijen en watermolens.

Document uit 1790 waarin debezittingen van Cornelis vanEck beschreven staan, waaronder'... 't huijs en erve 't Klap...'.Daarmee wordt de WitteWatermolen bedoeld.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

WatermolenMolens worden voornamelijk gebruikt omgraan te malen. In het grootste deel vanNederland wordt de wind als energiebrongebruikt. Nadeel van een windmolen is dater niet gemalen kan worden als er geen windis en als het stormt kan de molen op holslaan. Een watermolen kent die problemenniet. Vandaar dat de meeste Veluwse molensworden aangedreven door de constante toe-voer van beekwater, dat van de heuvels vande Veluwezoom stroomt.

SprengDoor de geologische opbouw van deVeluwe vloeit een groot deel van hetregenwater dat op de heuvels valt,ondergronds naar een lager gelegenplek in het dal en welt op de meestonverwachte plaatsen uit de bodem.Deze bronnen en kwelgebieden wor-den uitgegraven om de Veluwsebeken van water voorzien. Zo'n uit-gegraven bron is een spreng. De aan-sluitende beek heet een sprengen-beek.

8

Gulden Spijker

St. Jansbeek

Witte Watermolen

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

BeekIn de 17e en 18e eeuw zijn vele beken ge-graven om de waterkracht te kunnen benut-ten voor het aandrijven van watermolens. Deloop van een sprengenbeek wordt in de loopder tijd steeds aangepast om de toevoer vanwater voor de molens te verzekeren. Ookstuwvijvers of wijers maken hier deel vanuit. De meeste vijvers in park Sonsbeek zijnoorspronkelijk stuwvijvers geweest.

St. JansbeekEén van de beekstelsels die vanuit deVeluwezoom richting Arnhem stroomt is de St. Jansbeek. Deze beek wordt gevoed doorenkele sprengen (bronnen) in park Zijpen-daal. De St. Jansbeek stroomt met een vervalvan 35 meter over een lengte van 2,5 kilo-meter door park Sonsbeek, langs de Zijpen-daalseweg en met een grote boog door destad naar de Rijn. De bodem van de St. Jans-beek is met aangestampte leem ondoordring-baar gemaakt.

91

23

4 5

1 Kunstmatig gegraven bron2 Grondwaterspiegel3 Ondoordringbare leemlaag4 Kunstmatige waterspiegel5 Natuurlijke beekloop

Uitgraven van een spreng.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

MolenbeekDoor het snel stromende water van de beekworden al sinds de 13de eeuw korenmolens,eek- en runmolens (waarin eikenbast wordtvermalen tot een grondstof voor de leerlooi-erij), wasserijen en een enkele papiermolenaangedreven. De St. Jansbeek wordt daaromook wel de Molenbeek genoemd. Het molen-bedrijf langs de St. Jansbeek is in feite heteerste industriegebied van Arnhem en vangroot belang voor de ontwikkeling en degroei van de stad.

RuzieAlle molens langs de St. Jansbeek wordenaangedreven door water. Iedere molenaarheeft daarom de plicht ervoor te zorgen datook zijn buren, stroomafwaarts, voldoendewater krijgen om hun molens gaande te hou-den. Als Hendrik niet voldoende water laatdoorstromen, krijgt hij gegarandeerd ruziemet de andere molenaars. Waarschijnlijkkrijgt hij ook ruzie met de boeren in debuurt, want als hij het water te lang tegen-houdt, lopen de aangrenzende landbouw-gronden en weilanden onder water.

10

Kaart van de St. Jansbeek en de molensuit ongeveer 1550 getekend door

Jacobus van Deventer.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

BeekmeesterNadat het beekwater is gebruikt voor de aan-drijving van de diverse watermolens, wordthet water gebruikt door de wasserijen, zowelvoor de aandrijving van de molen als voorhet schoonmaken van de was. Vervolgenswordt het water gebruikt door de looierijenvoor het spoelen van de huiden. Tot ca. 1836loopt de St. Jansbeek geheel open door destad, hier en daar door een vlonder overdekt.Het beekwater wordt nog verder vervuilddoor de op de beek lozende secreten en ille-gaal gedumpt afval. 'Beekmeesters' moetenervoor waken dat in de beek geen 'vuylniss,noch onrendlicke dingen in geworpen,gestort oft gewassen en worden'. Het sterkvervuilde water wordt uiteindelijk via deRoermondsgracht op de Rijn geloosd.

11

De St. Jansbeek komt bij de Janspoort(linksboven) Arnhem binnen en looptals een open riool via de Beekstraaten de Markt naar de haven.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

OnderhoudGezamenlijk houden de molenaars de beekschoon. Een paar keer per jaar worden desprengen uitgegraven, wordt gras en planten-groei gemaaid, de beschoeiing hersteld endrijvend vuil en blad verwijderd. Behalveallerlei rommel drijven er soms ook dodebiggen en kippen in het water. Met plukhaaken berkenbezem wordt de beek schoon'geveegd'. In de regel gebeurt dit onderhoudop zaterdag, zodat het opgewoelde vuil eendag kan bezinken voordat de molens weer inwerking worden gesteld.12

De beschoeiing van de beek wordt hersteld.De wanden van de spreng worden verstevigd.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

ArnhemArnhem telt eind 18de eeuw niet meer dan9000 inwoners en is redelijk welvarend. Destad is omgeven door grachten, wallen enhoge muren met talrijke torens en is slechtste bereiken via vier poorten; de Rijnpoort,Sabelpoort, Velperpoort en de SintJanspoort. Veel gevels in de binnenstad, zoals hier aanhet einde van de Jansstraat, zijn voorzienvan fraai gevormde uithangborden, die metsierlijke letters de naam van de neringdoendeen de door hem verkochte producten vermel-den. De inwoners leven voornamelijk van delandbouw. Binnen de stadswallen staan nogmaar dertig boerderijen. Veel boeren zijn verhuisd naar de velden rondom de stad.

13

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

AdelIn het midden van de 18de eeuw krijgen deboeren in het buitengebied gezelschap vanvermogende regentenfamilies uit Arnhem enuit het westen van het land, die het land inde omgeving van de stad aankopen en erprachtige buitenverblijven bouwen. De adel-lijke families brengen het goedkope heide-land op grote schaal in cultuur en houdenzich voornamelijk bezig met de aanleg vantuinen, paardrijden en de jacht.

14

Adellijke families vestigen zich inprachtige landhuizen in het buiten-

gebied ten noorden van Arnhem.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

SonsbeekHet dal van de St. Jansbeek wordt aan dezuidzijde begrensd door hoogliggende heide-velden en aan de noordzijde door de glooien-de Hartgersberg met zijn koren- en tabaks-velden. Verspreid over het dal liggen behalvede watermolens ook enkele boerderijen enarbeidershutjes. Landgoed Sonsbeek is hetlager gelegen gebied met de vijvers en de St.Jansbeek. Het huis op de Hartgersberg staattegenwoordig bekend als 'De Witte Villa'.

Ten tijde van molenaar Van de Wall is deArnhemse burgemeester Gerhard Pronckeigenaar van dit landgoed. Tussen 1780 en1790 laat hij veel bomen aanplanten, zoalsbeuken, zilversparren en fijnsparren. De beukenlaan naar de Ronde Weide vormtde oorspronkelijke grens tussen Sonsbeek enhet hoger gelegen landgoed Hartgersberg. In1806 koopt Baron de Smeth het landgoedSonsbeek en twee jaar later het landgoedHartgersberg. Hij voegt de beide land-goederen samen en noemt het 'Sonsbeek'.

15

Familiewapen van Gerhard Pronck.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

Engelse landschapsstijlDe tuinaanleg in Engelse stijl, zoals dat van-daag de dag nog steeds zichtbaar is in parkSonsbeek, dateert uit de periode 1775-1850.Oerbos van meer dan 100 jaar oud wordtafgewisseld door glooiende weiden, kronke-lende paden, beukenlanen, doorkijkjes, vij-vers, fonteinen en pittoreske bruggetjes.

16

De grote hoogteverschillen van Sonsbeekzijn een ideale basis voor de romantiek vande Engelse landschapsstijl. Deze romanti-sche opvatting van tuinaanleg vormt eengrote tegenstelling met de zogenaamdeFranse stijl uit de 16de en 17de eeuw, waar-in strenge geometrische patronen overheer-sen.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

ConflictDe nieuwe mode om op landgoederen par-ken en tuinen aan te leggen met grote vijver-partijen, leidt tot grote ergernis bij Van deWall en zijn collega-molenaars. De watertoe-voer van de St. Jansbeek wordt hierdoornamelijk steeds slechter. Er ontstaan regel-matig conflicten tussen de eigenaar van land-goed Sonsbeek en de molenaars aan de beek,zoals blijkt uit dit proces-verbaal uit 1801,waarin een aantal molenaars, waaronderJelis van de Wall, broer en zakenwaarnemervan de pas overleden Hendrik van de Wall'... hun uiterste verlegenheid te kennengevende, doordien zij thans niet in staat zijnhunne molens behoorlijk te kunnen gebruij-ken, om hunne calanten zo bakkers als ver-dere op en ingezetenen te kunnen helpen methet behoorlijk malen van 't koorn...'.

17

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

BovenslagmolenWatermolens kunnen een van boven, middenof van onder aangedreven waterrad hebben.De 'Molen op de Bloemenbleek' is eenbovenslagmolen. Langs de zijgevel loopt degoot waardoor het water van de beek naarhet waterrad wordt geleid. Het waterradheeft een diameter van 2,60 meter. Het watervult de anderhalf meter brede bakken aan devoorzijde van het rad en duwt het rad doorhet gewicht naar beneden. Het rad brengt dekracht van het water, via het gaande- ofdrijfwerk, over op de maalstenen. Het vervalvan het water is 2,70 meter.

RendementHet voordeel van een bovenslagmolen is dathet rad tijdens het draaien het water bijnavolledig benut. Bovenslagmolens hebbeneen rendement van bijna 80 à 90%. Het ren-dement van een onderslagmolen komt vaakniet boven de 30%. Bij de meeste boven-slagmolens is bovenstrooms een stuwvijveraangelegd, waarin het water 's nachts wordtopgevangen, zodat er overdag voldoendewater is om te malen.

18

Bovenslag Middenslag Onderslag

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

Gaande- of drijfwerkHet gaande- of drijfwerk van de molenbestaat uit een waterrad op een wateras, diedoor middel van een waterwiel het konings-spil aandrijft. Het koningsspil drijft hetspoorwiel aan en deze brengt via het rondselde steenspil in beweging. De steenspil brengtde bovenste- of lopersteen in beweging. Deonderste- of liggersteen ligt stil. De afstandtussen de bovenste en onderste molensteenkan worden afgesteld met een specialemechanisme, de 'licht'. Een kleinere afstandgeeft meel van een fijnere kwaliteit.

MolenstenenDe Witte Watermolen beschikt over driekoppels molenstenen, die beurtelings aange-dreven kunnen worden. Daarvoor zijn in hetgaandewerk een aantal koppelbare overbren-gingen. Op de koningsspil draait ook nogeen horizontale as mee, die op het einde eenronde knop heeft. Molenaar Van de Wallgebruikt deze as als een soort lier om dezakken koren naar de korenzolder te hijsen.

19

Waterrad

Waterwiel

Wateras

Steenspil

RondselSpoorwiel

Kon

ings

spil

Kaar

Lopersteen

Liggersteen

Licht

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

ReuzelGoed onderhoud is het behoud van demolen. Hendrik smeert regelmatig de kam-men en staven in met reuzel (varkensvet).Tevens controleert hij of alle wiggen, kam-men en staven van het aswiel, de bonkelaarsen de rondsels goed vastzitten en slaat hijregelmatig tegen de kaar om verstopping tevoorkomen.

Tijdens het werk luistert hij nauwkeurig naarde geluiden die de molen maakt. Is een lagerniet goed gesmeerd, of zijn er verstoppingen,dan kan een deel van het gaande- of drijf-werk warm lopen en kan er brand uitbreken.Als de draaiende stenen te heet worden, ruiktHendrik de schroeilucht en kan hij meteeningrijpen.

20

Hendrik slaat tegen de kaarom verstopping te voorkomen.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

MolendwangOmdat het bouwen van een molen duur is,zijn ze veelal eigendom van de plaatselijkeadel. In ruil daarvoor krijgen ze het recht ombij het malen van het graan op hun molenbelasting te heffen, het z.g.n. 'belasting ophet gemaal'. Om te voorkomen dat de pacht-boeren uitwijken naar andere molens, wordthen 'molendwang' opgelegd. Men is dan ver-plicht het graan op de molen van de adel telaten malen. Behalve op enkele windmolens,komt molendwang op de Veluwe en in heelOost-Nederland boven de grote rivieren nau-welijks voor. Boeren en burgers zijn daar vrijom te kiezen op welke molen ze hun graanlaten malen. Ook op de molens in het dalvan de St. Jansbeek bestaat ten tijde vanHendrik van de Wall geen molendwangmeer.

21

Twee windmolens bij herberg de RodeHaan aan de Amsterdamseweg.

Het bouwen van een molen iseen dure aangelegenheid.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

ScheploonVan de Wall verwerkt partijen graan voor deplaatselijke bakkers, meelwinkeliers en boe-ren uit de naaste omgeving. Hij mag naast deverschuldigde belasting voor de eigenaar,een vastgesteld deel van het te malen graanvoor zichzelf houden. Deze vorm van loonin natura wordt door de molenaar met eenspeciale schep (strijkmaat) geschept. Daar-om spreekt men ook wel van 'scheploon'.

MolstervatHet scheploon varieert sterk per regio enbedraagt 1/16 tot 1/24 per deel van de gema-len hoeveelheid graan. 1/16 deel is gelijk aanruim 6 kg per 100 kg graan en 1/24 deel isgelijk aan ruim 4 kg per 100 kg graan. Uitelke zak schept de molenaar zijn deel endoet dit in het zogeheten 'molstervat'. Hetscheploon wordt pas begin 19de eeuw afge-schaft. Vanaf dat moment krijgen de mole-naars geld voor hun werk.

22

Spreuk van de molderHier maalt men voor allemanDie zijn leen geven kanDie wil borgenMoet wachten tot morgen.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

RakkersOm te voorkomen dat molenaars te veel inhun eigen voordeel scheppen, worden destrijkmaten jaarlijks door de stadsijkmeestergeijkt. Op overtreding staat een flinke boete.Er zijn molenaars die met hun wijde mou-wen extra graan scheppen en zich dat graanvervolgens toe-eigenen. Hier komt hetgezegde vandaan 'Molenaars en bakkers diestelen als rakkers'.

Een andere spreuk van de klanten is:Meulderke, meulderke korendiefDe grote zakken die maalt hij liefDe klein wil hij niet malenDaar kan hij geen grote schep uit halen.

23

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

NachtmalenEr moet hard gewerkt worden op de molen.De meelproductie van de watermolens aande St. Jansbeek is erg laag. De beek geefteen constante maar te kleine hoeveelheidwater om tot een hogere productie te komen.Daarom moet Hendrik soms de hele nachtdoorwerken. Tijdens het nachtmalen kan hijmet tussenpozen even slapen in de kleinebedstee in de molen.

Door het belletje van hetweksysteem, dataangeeft dat de kaarop de graanzolderbijna leeg is, schriktHendrik wakker uitzijn hazenslaapje.Even snel de kaar volstorten, de fijnheid vanhet meel controleren,het meel uit de kistonder de meelkoker ineen linnen zak scheppen,het weksysteem instellenen dan gauw weer slapen.

24

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

GildenIn veel steden zijn de uitoefenaars van een-zelfde beroep in een ambachtsgilde georga-niseerd. De toelating tot een gilde en de be-roepsuitoefening zijn streng gereglemen-teerd. Voor leden van een molenaarsgildegelden bv. afspraken omtrent de inrichtingvan de molen, de dienstverlening aan deklant, het maalloon en de tijden waaropgemalen mag worden. De leden van hetgilde treden samen op in processies, houdenfeestmaaltijden, behartigen elkaars belangenen zorgen voor de weduwen en wezen vangestorven leden.

Sint Victor van MarseilleBeschermheilige van de meeste molenaars-gilden is Sint Victor van Marseille. Victorwas aan het einde van de 3de eeuw alsRomeins officier in Marseille. Hij bekeerdezich tot het christendom en weigerde noglanger het gezag van de keizer als staats-hoofd te aanvaarden. Daarvoor werd hijgevangen gezet en moest de meest verschrik-kelijkste martelingen ondergaan. Tijdens zijngevangenschap weet Victor zijn bewakers tot

25

St. Victor van Marseille metmolensteen om de nek.

Titelblad van het gildeboek vanhet Arnhemse Schippersgilde.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

het christelijk geloof te bekeren. Voor strafwerd hij veroordeeld om verbrijzeld te wor-den tussen twee molenstenen. Dan gebeurt ereen groot wonder: het lichaam van SintVictor doet de molenstenen breken. Uitein-delijk heeft men hem moeten onthoofden.De feestdag voor Sint Victor is 21 juli.

Sint Jans gildeDe Arnhemse molenaars hebben zich nietverenigd in een ambachtsgilde, maar in eenschuttersgilde; het Sint Jans Gilde. Dit gildewordt ook wel de 'Schutters van St. Jans-0beecke' genoemd of de 'Schutterij aan deKlap' en voert een blauw vaandel, met daar-op een Sint Jansfiguur en het opschrift SintJans Gild.

Papagaai-schietenEenmaal per jaar, op Pinksterdinsdag, vierende molenaars het schuttersfeest van Sint Jan.Die dag wordt er niet gewerkt en trekt hetgilde onder leiding van hun officieren metvliegend vaandel en slaande trom naar deHartjesberg om daar op de 'papagaai' teschieten. De papagaai is een houten vogel op

26

Het jaarlijkseschuttersfeest vande ‘Schutters vanSt. Jansbeecke’.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

27

een lange stok. Wie de vogel eraf schiet, isvoor dat jaar koning en wordt als zodanigmet alle egards behandeld. Hij wordt met hetkoningszilver omhangen en zijn vrouw ofvrijster wordt voor dat jaar koningin.

SchuttersgildeDe schuttersgilden - ook wel 'burgervendels'geheten - bestaan al sinds de 14de eeuw enzijn oorspronkelijk opgericht als gewapendeburgerwacht ter verdediging van de stad. Hetgilde oefent niet alleen met de wapens, maarvormt ook een begrafenisfonds voor haarleden. Eind 18de eeuw heeft het gilde alleennog een folkloristische functie.

VergunningVoor het schuttersfeest van het Sint Jansgildemoet ieder jaar opnieuw een vergunningworden aangevraagd. Volgens deze vergun-ning-aanvraag uit 1780, heeft Hendrik vande Wall binnen het Sint Jansgilde de rangvan 'Luitenant Veendrik' (vaandrig).

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

MaalstenenEén van de maalstenen van de'Molen op de Bloemenbleek' isversleten. Hendrik heeft vaneigenaar Cornelis van Ecktoestemming gekregen om inDuitsland een nieuwe steen tebestellen. Maalstenen, ookwel 'blauwe stenen' genoemd,komen over het algemeen uit deEifel en worden vanaf Andernachaan de Rijn per schip aangevoerd.De steen wordt vervoerd met een platbo-demvaartuig. Zo'n boot is voorzien van eenoplopende boeg. Als er geen kade is, kan deschipper gemakkelijk tegen de zanderigeoever varen om te laden en te lossen. Deschippers van deze schepen onderhoudengeregelde diensten tussen Rotterdam enArnhem, Den Haag, Amsterdam ofDuisburg. Ze kunnen een lading van onge-veer vijf ton vervoeren en worden stroomop-waarts door een paard getrokken, dat overhet jaagpad langs de oever loopt.

De haven van Arnhem, met hijskraan.

28

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

HijskraanIn de haven staat een hijskraan. Deze houtenkraan werkt met behulp van een tredmolen,die door mensen of dieren in bewegingwordt gebracht. Voorzichtig wordt de nieuwesteen van de boot omhooggehesen.

29

Na enig hijsen en vieren ligt de zware steenplat op de bodem van de hessenwagen enkan naar de molen vervoerd worden. Hen-drik heeft voor deze zware klus de hulpingeroepen van een paar bevriende domein-boeren.

HessenwagenHessenwagens zijn wagens met een grotespoorbreedte. De wagens danken hun naamaan het feit dat ze in de Middeleeuwen goe-deren vervoeren tussen Hessen in Duitslanden de Nederlandse steden.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

VervoerVanaf de haven rijdt de zwaarbeladen wagenlangs de stadswal richting de Janspoort.Daar gaan ze linksaf de Zijpendaalseweg opnaar de molen. De weg is slecht en zit voldiepe gaten. Veel verkeer is er niet. Tochbestaan er al ongeschreven verkeersregels.Het is gebruikelijk dat de minst beladenwagen voorrang geeft aan een die volgela-den is. Een volgeladen kruiwagen is te kleinen daarom de mindere van een lege meelwa-gen. Een ruiter moet aan de kant voor eenwagen en een voetganger moet de ruiter tepaard voor laten gaan.

SteenzolderDe wagen met de molensteen wordt zo dichtmogelijk bij de steenzolder gereden. Doordompen en opklossen werken de mannenmet vereende krachten de zware steen om-hoog, totdat de grijpijzernokken van desteenkraan in het steengat klemmen. Het isnu nog een kwestie van omhoog draaien,zwenken en de nieuwe steen op de steenzol-der laten zakken.

Diverse vormen van vervoer.

30

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

BillenNu kan de molensteen bewerkt worden. De steen moet van groeven worden voor-zien, het zogenaamde 'billen'. Het billen iseen inspannend en secuur werk, dat metgrote regelmaat terugkeert. 'Bil' is verwantaan 'bijl'. Hendrik gaat op zijn knieën op eenbilkussen zitten en pakt de bilhamer mettwee handen vast. De ellebogen laat hij steu-nen in zijn dijen om een vaste slag te krij-gen. Uiterst nauwkeurig en gelijkmatig hakthij de groeven in de steen. Vanwege de rond-spattende steensplinters is het niet geheelongevaarlijk. Hendrik bilt bij voorkeur 'savonds bij kaarslicht. Door het strijklicht vande kaars kan hij de oneffenheden in de groe-ven goed zien.

31

Bilhamers

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

MaalgastenHet werk op de watermolen begint al vroeg.Als Hendrik om 7 uur 's ochtends de mo-lendeur open doet, zoeken ratten en muizeneen goed heenkomen. De eerste boer staat almet zijn graan te wachten. Het duurt nietlang of het erf staat vol maalgasten.

'Wie 't eerst komt, 't eerst maalt' gaat nietvoor iedereen op. De domeinboeren, diemeestal wat later komen, hebben het rechtvan 'voormalen'. Dat wil zeggen dat zijvoorrang hebben bij het malen. Daar staattegenover dat zij de molenaar gratis moetenhelpen bij zware klussen, zoals het keren vande maalstenen of met het vervoer van nieu-we stenen vanaf de Rijnkade. Ook moetenzij het waterpeil van de beek in de gatenhouden als Hendrik afwezig is en moeten zehet stro voor het dak leveren.

32

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

LuienDankzij de lage doorrijpoort kunnen de zak-ken met graan droog worden aan- en afge-voerd. Hendrik staat op zolder bij het luikwaar de zakken omhoog worden gehesen,het zgn. 'luien'. Hij maakt de strop los en zetde zakken bij de kaar (molentrechter). Alsde kaar bijna leeg is, stort hij deze weer vol,net zo lang tot de hele lading graan gemalenis. Het is eentonig werk. Zo nu en dan veegthij met een bezem de zolder aan en gooit hetstof, waartussen nog heel wat graan zit, ineen oude meelkist. Dit graanafval wordt latertot veevoer verwerkt.

ZandIn die tijd is er weinig verschil tussen graanvoor menselijke consumptie en het graanvoor veevoer. Om te voorkomen dat armemensen het goedkopere veevoer kopen vooreigen consumptie, doet Hendrik een schepzand bij het meel. De arme mensen kopenhet goedkope met zand vervuilde meel ech-ter toch onder het motto, 'Zand schuurt demaag'.

33

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

MolenpraatDe boeren, die op de molenwerf staan tewachten tot hun graan gemalen is, hebbenondertussen met elkaar handel gedreven enafspraken gemaakt. Ook bespreken ze opluide toon de laatste dorpsroddels en de poli-tieke toestand in de stad. Dit geroddel en ge-klets wordt ook wel 'molenpraat' genoemd.

StadsbestuurOver de politieke situatie raken de boerenniet uitgepraat. Het stadsbestuur van Arnhembestaat uit 12 schepenen, die telkens voordrie jaar door stadhouder Willem V wordenbenoemd. De schepenen worden belast methet dagelijkse beheer en bestuur van de staden vormen het rechtscollege onder voorzit-terschap van de Richter van Arnhem en deVeluwezoom. Jaarlijks kiezen de schepenenuit hun midden twee burgemeesters. DeArnhemse schepenen worden gekozen uitleden van enkele belangrijke, vermogendefamilies. Van al deze regentenfamilies is defamilie Brantsen de meest invloedrijke.

34

Portretten van Gerard en Johan Brantsen.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

naar een voormalige vuilstortplaats buiten destadsmuren, slaat in 1782 de vlam in de pan.Militairen raken in de Turfstraat slaags metde burgerwacht. Op een spotprent uit die tijdworden 'Goossen Geurt Bentink en HentBrantsen, burgemeesters te Arnhem, aldaarop de markt door de wyven gekastydt'.

35

RegentenpolitiekHet botert al jaren niet tussen de burgers vanArnhem en het stadsbestuur. Het volk ergertzich meer en meer aan de regentenpolitiekvan deze bevoorrechte families en hetmachtsmisbruik dat daarmee gepaard gaat.Na een besluit van het bestuur om begrafe-nissen van de arme inwoners te verplaatsen

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

PatriottismeDe onrust en rellen in de stad zijn niet alleeneen uiting van toenemend ongenoegen, maarstaan ook symbool voor het opkomend patri-ottisme in de Republiek der Zeven VerenigdeNederlanden. Tussen 1 januari en 20 augus-tus 1787 heeft de gevestigde orde het zwaarte verduren. De patriotten zijn ontevredenover stadhouder Willem V. Deze staatbekend als een onbekwame en besluitelozestadhouder, die zich door zijn vrouwWilhelmina laat vertellen wat hij moet doen.

Willem VVolgens de patriotten behoort het land aande burgers en niet aan de bevoorrechte klas-se met hun bestuursvormen. Zij eisen eengrotere rol van de burgerij in het bestuur. Inseptember 1785 ziet Prins Willem V zichgenoodzaakt Den Haag te ontvluchten. Hijvestigt zich in het Oranjegezinde Nijmegen.De patriotten zien dit als een grote overwin-ning.

36

Stadhouder Willem V en zijnvrouw Wilhelmina van Pruisen.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

EscalatieOok de Gelderse bevolking raakt steedsmeer op de hand van de patriotten. In deloop van 1787 escaleert het conflict. Op 12 maart schiet de patriottisgezindekastelein Limpkers met een pistool opOranjegezinde soldaten. In juni 1787 is destad drie dagen lang het toneel van allerleischermutselingen. Verschillende patriottenworden half dood geslagen door bendesplunderaars, die onder aanvoering van derijke Torck van Roosendael korte mettenmaken met alles wat anti-oranje is. Er wor-den huizen geplunderd, waaronder het huisvan kastelein Limpers.

Kastelein Limpkers schiet op Oranjegezinde soldaten.

37

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

Wilhelmina van PruisenDe patriotten roeren zich in heel Nederland.Om een burgeroorlog tussen de patriotten enOranjegezinden te voorkomen, besluit deechtgenote van Willem V, prinses Wilhelmi-na van Pruisen, op 28 juni 1787 om vanuitNijmegen naar Den Haag te gaan. In debuurt van Gouda, bij Goejanverwellesluis,wordt zij door de patriotten tegengehoudenen teruggestuurd naar Nijmegen. Een daglater roept een woedende Wilhelmina dehulp in van haar broer Frederik Willem II,koning van Pruisen. Deze stuurt half septem-ber ca. 20.000 soldaten naar Nederland omde orde te herstellen. InArnhem nemen ruim200 soldaten van hetRegiment van Som-merlatte hun intrek.

38

Het Pruisische leger komt hetArnhemse stadsbestuur te hulp.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

KanonMet behulp van plunderende Pruisische sol-daten krijgen de Oranjegezinde regenten demacht in Arnhem weer stevig in handen. Desoldaten plaatsen een kanon op de Markt eneisen dat het carillon het Wilhelmus van Nas-souwe speelt. Het stadsbestuur willigt dezeeis in. De Pruisische soldaten kunnen tevre-den zijn. Hun woede wordt echter weer aan-gewakkerd als een paar onbezonnen burgersvanuit het koffiehuis van Van Leeuwen op deMarkt een handgranaat werpen en op de sol-daten beginnen te schieten. De soldaten val-len het koffiehuis binnen en in een mum vantijd is het pand geplunderd.

Burgemeester Van Hamelheeft de situatie niet meer inde hand. Het stadsbestuurstuurt een afgezant naarprins Willem V. Deze maantde Pruisische soldaten totrust. Ruim 14 huizen zijndan al geplunderd en velehebben schade.

39

Soldaten van het Regimentvan Sommerlatte plaatseneen kanon op de Markt.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

BroodOndanks alle onlusten en strubbelingen in destad probeert Hendrik van de Wall zijnMolen aan de Bloemenbleek draaiende tehouden. De Arnhemse bakkers hebbenimmers extra meel nodig om behalve debevolking ook het ingekwartierde Pruisischeleger van brood te kunnen voorzien. Derekeningen van het Bakkersgilde voor hetgeleverde brood ten behoeve van de Prui-sische troepen gaan naar het gemeentebe-stuur.

Rekening so als dezelve ingekomen is doorden boekhouder van 't bakker gilde aan destad van Arnhemwegens gelevertbrood bij de door-passering en ver-blijf der troepen van zijn koninglijke majesteit vanPruissen

40

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

41

WinterNovember 1787, de winter nadert, de Prui-sische militairen zijn vertrokken en de rust

in de stad is weerge-keerd.

Hendrik heeft demolengoot en hetwaterrad afgedektmet hout en bossenstro, zodat er eendikke beschermendelaag ontstaat bovende voortkabbelendewaterstroom.Daarbovenop komteen dikke laag heide-plaggen, zodat het

stro niet wegwaait. Ook stopt Van de Wall deruimte tussen het rad en de molenmuur volstro om ijsvorming te voorkomen. Zo kan hijin de komende wintermaanden rustig door-malen.

De stadsgrachten zijn dichtgevroren, op achtergrond de St. Walburgiskerk.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

ToekomstAls het werk gedaan is, staat Hendrik voorzijn molen en kijkt zorgelijk voor zich uitrichting de stad. De toekomst ziet er somberuit. De meeste watermolens langs de Arn-hemse St. Jansbeek verkeren in een slechtestaat en de beek levert te weinig water om demolens goed te laten draaien. In de stad doetbovendien het gerucht de ronde dat ze inEngeland geen water- of windkracht meernodig hebben om molens en machines telaten draaien. Daarvoor gebruiken ze sindskort 'stoomkracht'. Molenaar Van de Wallschudt zijn hoofd en gaat naar binnen.Morgen moet hij weer vroeg op.

42

De ontwikkeling van de stoom-machine zal het einde betekenenvan veel water- en windmolens.

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

43

De Witte WatermolenHis to r i e in Beweg ingHendrik van de Wall zal niet de laatste mole-naar zijn, die zijn brood op de Witte Water-molen verdient. Ondanks alle tegenslagen isde molen nog steeds in bedrijf. In de jaren'60 van de vorige eeuw is de molen vollediggerestaureerd en weer bedrijfsklaar ge-maakt. Op de molen wordt nog bijna dage-lijks op ambachtelijke wijze graan vermalentot diverse meelproducten. Zo wordt er o.a.tarwemeel, boekweitmeel, havermout en'vrekkenmeel' vervaardigd. Deze productenzijn te koop in de Witte Watermolen en bijBezoekerscentrum Sonsbeek, dat is gevestigdin de naastgelegen voormalige opslagschuurvan de molen.

OpeningstijdenWilt u weten wat 'vrekkenmeel' is, breng dangerust een bezoekje aan de Witte Water-molen. De molen is van dinsdag tot en metvrijdag geopend van 10.00 tot 17.00 uur ende toegang is gratis. De molenaars vertellenu graag over de historie en werking van demolen. Voor schoolklassen worden er spe-ciale 'molenlessen' georganiseerd.

AdresU vindt de historische Witte Watermolen aande rand van park Sonsbeek, op loop-afstandvan het centrum en het station (uitgangSonsbeekzijde), aan de Zijpendaalseweg 24in Arnhem (tel. 026 - 4450660).

MOLENAAR AAN DE BEEK anno 1787

ColofonHendrik van de WallMolenaar aan de Beek anno 1787is een uitgave van BezoekerscentrumSonsbeek, Zijpendaalseweg 24a, Arnhem

Bezoekerscentrum Sonsbeek is het informa-tiecentrum voor de Arnhemse stadsparkenSonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem.

Samenstelling en research: Jos DienderIllustraties: Joop MorsinkVormgeving: Studio DienderDruk: Drukkerij HPC, Arnhem

44

Deze uitgave is geïnspireerd op het boek'Benno, de Molenaarsleerling'van J. Morsink.

Informatie en beeldmateriaal komt o.a. uit:'Op kracht van Stromend Water' - H. Hagens'Arnhemse Molens en hun Geschiedenis' -

G.B. Janssen'Ach Lieve Tijd, 750 jaar Arnhem en de

Arnhemmers'Het Gelders ArchiefHet Gelders Documentatiecentrum

Deze uitgave werd financieel mogelijkgemaakt door:Gemeente Arnhem, Gelderland CultuurlandPrins Bernhard Cultuur FondsBezoekerscentrum Sonsbeek

Woongedeelte van de Witte Watermolen.

Molenaar aan de BeekHet is 1787 en Nederland heeft zwaar te lij-den onder de al jaren durende machtsstrijdtussen de patriotten en de Oranjegezindeaanhangers van stadhouder Willem V. Ookde Arnhemse bevolking komt in opstandtegen het machtsmisbruik van de regenten.Met behulp van Pruisische troepen probeerthet stadsbestuur de opstand de kop in tedrukken. Er wordt geplunderd, er vallengewonden en doden en veel huizen gaan invlammen op.

Ondanks alle onlusten en strubbelingen pro-beert Hendrik van de Wall, molenaar op deWitte Watermolen aan de St. Jansbeek, zijnmolen draaiende te houden. De Arnhemsebakkers hebben immers meel nodig om debevolking en het ingekwartierde Pruisischeleger van brood te kunnen voorzien. Dit boekje schetst een jaar uit het leven vanmolenaar Van de Wall, over de ontwikkelingvan de molenindustrie langs de St. Jansbeek,over de werking en het onderhoud van deWitte Watermolen en over de politieke situa-tie aan het einde van de 18de eeuw.