MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie · Projectnaam: MJA-monitoring 2015 Sector: Asfaltindustrie...
Transcript of MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie · Projectnaam: MJA-monitoring 2015 Sector: Asfaltindustrie...
MJA-Sectorrapport 2015
Asfaltindustrie
Colofon
Projectnaam: MJA-monitoring 2015
Sector: Asfaltindustrie
Datum: 7 Juli 2016
Status: Definitief
Kenmerk: FVDP/156001
Locatie: Roermond
Contactpersoon: Frank van der Pas/Li Hua
Ondersteunend adviesbureau: ARCADIS Nederland BV
Inhoud
Hoofdstuk 1. Inleiding .......................................................................... 3
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik ............................... 3
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik ............................... 4
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP ...................................................... 5
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler.......................................................... 6
Hoofdstuk 6. Tabellen .......................................................................... 9
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie | Pagina 1 van 12
Samenvatting
Kerngegevens
Sectorgegevens Asfaltindustrie
Aantal MJA-deelnemers in 2015 37
Aantal beschouwde bedrijven voor 2015 in dit rapport 37
Aantal toetreders in 2015 0
Aantal uittreders in 2015 0
Werkelijk energieverbruik 2015 (TJ) 2.515
Effecten van maatregelen 2015 t.o.v. 2014 2015 t.o.v. 2012 2015 t.o.v. 2005
Procesefficiencyverbetering 0,6% 2,7% 9,7%
Besparing in de keten [TJ] -42 25,8 211,8
Duurzame energie [TJ] -10,6 -16,9 252,8
Resultaten
Energieverbruik
Het totale werkelijke energieverbruik van de sector bedroeg 2.515 TJ in 2015. Dit is ongeveer
3,8% lager dan in 2014. Dit komt vooral door een lager productievolume in 2015
(7.702.393 ton) dan in 2014 (8.221.900 ton). Een productiedaling heeft vaak een negatief
effect op het specifiek energiegebruik (meer energie nodig per ton asfalt). Dat is ook in de sec-
tor te zien: de lagere productie in 2015 heeft gezorgd voor een stijging van het specifiek ener-
giegebruik: 327 MJ/ton waar dit vorig jaar 318 MJ/ton was.
Daarnaast kan op grond van de opgave van de bedrijven worden geconcludeerd dat er sprake
is geweest van een hogere vochtigheid van de grondstoffen, hetgeen eveneens de genoemde
stijging voor een deel kan verklaren.
Uitvoering van het meerjarenplan van de sector
In het meerjarenplan (MJP) heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2016 tot
een jaarlijkse besparing van 271 TJ leiden. Na drie jaar bedraagt het jaarlijkse effect van
maatregelen 83,6 TJ. Op basis van de absolute besparingen is hiermee 30,9% van de MJP-
doelstelling gerealiseerd.
Energiebesparing in het proces
Procesmaatregelen in 2015 hebben een besparing van 15,6 TJ opgeleverd. De belangrijkste
procesmaatregelen zijn:
Overkappen van de opslag van asfaltpuingranulaat 6,2 TJ (9 keer toegepast);
Nieuw doekenfilter, nieuwe brander en nieuwe witte trommel 3,4 TJ;
Extra controle vochtpercentage en betere afwatering grondstoffen 2,0 TJ.
Energiebesparing in de keten
Ketenmaatregelen hebben in 2015 een totale besparing van 370 TJ opgeleverd. De belangrijk-
ste ketenmaatregelen is optimalisatie productafdanking en – herverwerking, namelijk het ver-
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie | Pagina 2 van 12
hogen van het hergebruik van oud asfalt met een totale besparing van 337 TJ. Dit is 91 % van
de totale ketenbesparing van 370 TJ. In vergelijking met 2012 is er een toename van 25,8 TJ.
Ten opzichte van 2014 is er in 2015 een afname van ketenmaatregelen van 42 TJ.
Inzet duurzame energie
De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 257,3 TJ in 2015. Deze vergroe-
ning van de energie is volledig toe te rekenen aan de inkoop van groene elektriciteit. Het aan-
tal asfaltcentrales dat groene elektriciteit inkoopt is gelijk gebleven, 27 centrales van de 37.
Ten opzichte van 2014 is de inzet van duurzame energie in 2015 met bijna 11 TJ afgenomen.
Vooruitblik
Algemene ontwikkelingen
Bij het opstellen van de energie-efficiencyplannen voor de periode 2017-2020 blijkt dat het
vinden van rendabele energiebesparende maatregelen, vooral als het gaat om procesefficien-
cyverbetering, steeds moeilijker wordt. Veelal wordt energiebesparing gezocht in het opvoeren
van het hergebruik van asfalt. Maar daar geldt dat het rendement van investeringen op dit
gebied gekoppeld is aan de prijs van aardolie, de grondstof voor het bindmiddel bitumen.
Maatregelen worden gezocht en ontwikkeld op het gebied van logistiek bij de uitvoering van
werken, inclusief productie, transport en verwerking.
De verwachting is dat in de komende jaren het aantal productielocaties zal afnemen waardoor
er een betere verhouding tussen de productiecapaciteit en de vraag naar asfalt ontstaat. Voor-
al kleinere, verouderde installaties zullen uit productie worden genomen.
Het rendement van duurzame innovaties is vooral afhankelijk van het inkoopgedrag van de
overheidsopdrachtgevers. Daarbij spelen twee aspecten een rol. Enerzijds moeten de op-
drachtgevers vanuit hun inkoopbeleid willen inzetten op duurzaamheid en duurzame inspan-
ningen van aanbieders ook willen honoreren. Gelijktijdig is het van belang dat opdrachtgevers
open staan voor het introduceren van duurzame technische innovaties als het gaat om meng-
sels en constructies.
Wat betreft het inzetten op duurzaam inkopen is een belangrijke ontwikkeling te signaleren bij
Rijkswaterstaat, als toonaangevende opdrachtgever. RWS heeft te kennen gegeven een ver-
snelling te willen doorvoeren voor het gunnen op duurzame asfaltvarianten. RWS heeft de as-
faltbranche uitgenodigd om voor dit traject input te leveren. Daarbij wordt zowel gekeken naar
het terugdringen van de CO2-uitstoot als naar het optimaliseren van asfalt-hergebruik.
Gekoppeld hieraan ontstaat de noodzaak om te beschikken over een eenduidige systematiek
voor het valideren van alternatieve duurzame asfaltmengsels. Vaak stranden duurzame alter-
natieven omdat er in de ogen van de opdrachtvers te weinig onderbouwing is voor de (techni-
sche) gelijkwaardigheid. Er zijn ontwikkelingen gestart voor een eenduidig validatiesysteem.
Van belang daarbij is een breed draagvlak ook bij andere opdrachtgevers dan RWS.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie | Pagina 3 van 12
Hoofdstuk 1. Inleiding
Dit rapport bevat de resultaten van uw sector in het kader van het MJA3-convenant.
De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van:
De ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf 2009.
De verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar.
De spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) 2013-2016 van uw sector.
De ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE-maatregelen vanaf 2009, waarbij alle
relevante gegevens vanaf 2005 zijn meegenomen.
Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen.
Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het
kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de
methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de
methodiek kunt u vinden in de Handreiking Monitoring op de website van RVO.nl.
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik
Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van uw sector vanaf 2009 zien. Waar
in 2009 nog vijf asfaltcentrales overige brandstoffen gebruikten, gebruikt in 2015 nog één cen-
trale overige brandstof in de vorm van bruinkool. Het energiegebruik is in 2015 met 3,8% ge-
daald ten opzichte van 2014.
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
En
erg
iev
erb
ruik
[T
J p
rim
air
]
Jaarlijks primaire-energieverbruik
Elektriciteitsverbruik Aardgasverbruik Verbruik overige brandstoffen Warmteverbruik
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie | Pagina 4 van 12
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik
Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het
energieverbruik tussen het verslagjaar 2015 en het jaar daarvóór, 2014 verklaren.
Nieuwe maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben dit jaar een besparend effect ge-
had van 15,6 TJ TJ.
De totale asfaltproductie in 2015 (7.702 kton) was ongeveer 6,3 % lager dan in 2014. Dit
heeft een energie verlagend volume-effect van 117 TJ veroorzaakt.
Overige invloedsfactoren resulteerden in een per saldo ontsparend effect van 17,8 TJ ten op-
zichte 2014. De belangrijkste ontsparingen in deze categorie zijn toe te rekenen aan een rela-
tief hoger vochtpercentage in de grondstoffen als gevolg van nattere weersomstandigheden.
Ook is er sprake van ontsparend effect van deze categorie als een gevolg van hoge specifiek
energieverbruik door een lager productievolume.
De restpost laat zien dat een besparend effect van 15,6 TJ (0,6 %) nog onverklaard is geble-
ven.
En
erg
iev
erb
ruik
2014
2.6
14,5
PE
-ma
atr
eg
ele
n
(besp
are
nd
) -
15,6
Vo
lum
e-e
ffect
(verl
ag
en
d)
- 1
17,0
Ov
eri
ge
in
vlo
ed
sfa
cto
ren
(o
nts
pare
nd
)
17,8
On
verk
laard
(o
nts
pare
nd
)
15,6
En
erg
iev
erb
ruik
2015
2.5
15,2
2.000
2.100
2.200
2.300
2.400
2.500
2.600
2.700
En
erg
ie [
TJ p
rim
air
]
Verklaring verandering energieverbruik 2015 t.o.v. 2014
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie | Pagina 5 van 12
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP
Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEP-
maatregelen binnen de sector ten opzichte van 2012, het jaar voorafgaand aan de beschouwde
EEP-periode. De horizontale lijn is de MJP-doelstelling voor 2016 op basis van zekere en voor-
waardelijke maatregelen.
De MJA3 kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Keteneffici-
ency kan nog worden onderverdeeld in twee categorieën: deelketen productie en deelketen
product. Voor duurzame energie is eveneens een splitsing mogelijk: inkoop en (eigen) opwek-
king. Uitsplitsing van de resultaten naar de verschillende pijlers levert onderstaande grafiek
op. Ook hier worden de jaarlijkse cijfers gepresenteerd ten opzichte van 2012.
0,9%
6,2%
5,8%
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
8%
9%
10%
2013 2014 2015 2016
Aan
deel
van
en
erg
iev
erb
ruik
Voortschrijdend resultaat versus MJP-doelstelling
Doelstelling Resultaat
8,9%
1,1%
2,1%
2,7%
0,2%
3,5%
2,5%
-0,3%
0,6% 0,6%
-1%
0%
1%
2%
3%
4%
2013 2014 2015 2016
Aan
deel
van
en
erg
iev
erb
ruik
Voortschrijdend resultaat per pijler
Procesefficiency Ketenefficiency Duurzame energie
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie | Pagina 6 van 12
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler
De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler weer, met de kanttekening dat alle relevan-
te gegevens vanaf 2005 in berekeningen van de resultaten zijn verwerkt. Deze resultaten zijn
aangegeven als percentage van het energieverbruik van de sector.
Procesefficiency
Procesmaatregelen ingevoerd in 2015 hebben een besparing van 15,6 TJ opgeleverd. De be-
langrijkste maatregelen op het gebied van procesefficiency zijn overkappen APG-opslag en PR-
opslag, het plaatsen van een nieuwe doekenfilter, het installeren van een nieuwe PR brander
en nieuwe witte trommel, extra controle vochtpercentage en betere afwatering grondstoffen.
In het MJP2013-2016 is voorzien dat relatief veel van de maatregelen op het gebied van pro-
cesefficiency in de jaren 2013 en 2014 gerealiseerd zouden worden. (3,5% besparing in de
eerste twee jaar t.o.v. 4,1% besparing over de gehele EEP-periode).
Echter in 2013 t/m 2015 is in totaal 2,7% procesefficiency gerealiseerd in plaats van de voor-
ziene 3,9%. Ook in 2015 is er een achterstand op de doelstelling MJP 2013-2016 zichtbaar.
1,9%
3,5% 4,4%
5,6% 6,4%
6,9% 7,2% 8,2%
9,1% 9,7%
10,9%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
PE
-be
sp
ari
ng
PE-maatregelen (gerealiseerd t/m 2014 - in 2015 - vanaf 2016 volgens MJP)
2,3%
3,5% 3,9% 4,1%
1,1%
2,1% 2,7%
0%
1%
2%
3%
4%
5%
2013 2014 2015 2016
PE gepland PE gerealiseerd
PE
-B
esp
ari
ng
Vergelijking PE -maatregelen gepland - gerealiseerd 2013 -2016 t.o.v. 2012
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie | Pagina 7 van 12
Ketenefficiency
De lange termijn trend voor de KE-effecten wijst op een gemiddelde toename van 0,9 % per
jaar over de periode 2006-2016. Na een sterke toename in 2006 en 2008 en een veel lager
niveau dan gemiddeld in 2009-2010, een afvlakking in 2013, een sterke toename in 2014,
heeft in 2015 een daling plaatsgevonden. De belangrijkste KE-maatregel is het hergebruik van
asfaltpuingranulaat. De hoeveelheid wordt sterk beïnvloed door de hoeveelheid en soorten as-
falt die ieder jaar worden geproduceerd.
In 2015 is er een achterstand op de doelstelling MJP 2013-2016 zichtbaar.
3,2% 2,1%
4,2%
1,1% 1,5%
5,0%
6,5% 6,6%
10,0% 9,0%
9,7%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
KE-maatregelen (gerealiseerd t/m 2014, in 2015 - in 2016 volgens MJP) K
E b
es
pa
rin
g
2,0% 2,3%
3,3% 3,8%
0,2%
3,5%
2,5%
0%
1%
2%
3%
4%
5%
2013 2014 2015 2016
KE
-be
sp
ari
ng
Vergelijking KE-maatregelen gepland - gerealiseerd periode 2013 -2016 t.o.v. 2012
KE gepland KE gerealiseerd
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie | Pagina 8 van 12
Duurzame energie
De lange termijn trend voor DE bedraagt gemiddeld 1,0% per jaar over de periode 2006-2016.
Na de sterke groei in de periode 2009-2012 en een kleine daling in 2013 is het aandeel DE in
het jaar 2014 wederom met 1% gestegen. In 2015 is het aandeel DE op hetzelfde niveau ge-
bleven als in 2014.
0,0% 0,0% 0,8%
4,3%
7,3% 7,6%
9,5% 9,2% 10,1% 10,1% 10,4%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Aan
de
el D
E
DE-maatregelen (gerealiseerd t/m 2014 - in 2015 - in 2016 volgens MJP)
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie | Pagina 9 van 12
Hoofdstuk 6. Tabellen
De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energiever-
bruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2009.
De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen
op jaarbasis ten opzichte van 2012. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandig-
heden (bijvoorbeeld het productieniveau). Alle waarden in tabel 1 en 2 zijn in TJ primair per
jaar.
De derde tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 hebben gerapporteerd.
Van deze bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2015 in het sectorrap-
port verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2015 in dit
rapport zijn meegenomen.
Tabel 1 Energie- en besparingscijfers.
Resultaten per jaar [TJ] 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Werkelijk energieverbruik 2.976 2.924 3.076 2.839 2.888 2.615 2.515
Besparing door PE-maatregelen 36 26 16 8 31 28 16
KE-besparing in de productieketen 202 210 328 344 357 403 364
KE-besparing in de productketen 0 0 0 0 0 9 6
Inkoop van duurzame energie 94 215 239 274 269 268 257
Opwekking van duurzame energie 41 4 0 0 0 0 0
Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2015.
Categorie Subcategorie
Effect [TJ] ten opzichte van 2012
Verwacht eindresultaat in 2016 (MJP)
Gerealiseerd jaarlijks effect t/m verslagjaar
Procesefficiency
Procesmaatregelen 91,0 42,4
Installaties en gebouwen 17,0 14,8
Energiezorg en gedragsmaatregelen 14,0 10,2
Strategische projecten 2,0 7,3
Subtotaal procesefficiency 124,0 74,7
Ketenefficiency
Maatregelen in de productieketen 109,0 20,2
Maatregelen in de productketen 9,0 5,6
Subtotaal ketenefficiency 118,0 25,8
Duurzame energie
Inkoop van duurzame energie 1,0 -16,9
Opwekking van duurzame energie 28,0 0,0
Subtotaal duurzame energie 29,0 -16,9
Totaal 271,0 83,6
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie | Pagina 10 van 12
Tabel 3 Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief (historische) uittreders.
Bedrijfsnaam Status in 2015 Meegenomen
in 2015 Toelichting
AC Dordrecht Deelnemer Ja
AC Hengelo Deelnemer Ja
AC Nijkerk (ACN) Deelnemer Ja
AC Rivierenland Deelnemer Ja
AC Stedendriehoek (ACS) Deelnemer Ja
Asfaltproductie Regio Amsterdam (ARA) Deelnemer Ja
Asfalt Centrale (AC) Harderwijk Deelnemer Ja
Asfalt Centrale Rotterdam Deelnemer Ja
Asfalt Centrale Utrecht VOF Deelnemer Ja
Asfalt Productie Hoogblokland BV Deelnemer Ja
Asfalt Productie Maatschappij (APM) Deelnemer Ja
Asfalt Productie Nijmegen (APN) Deelnemer Ja
Asfalt Productie Rotterdam Rijnmond (APRR) BV Deelnemer Ja
Asfalt Productie Westerbroek BV Deelnemer Ja
AsfaltCentrale Bovenveld BV Deelnemer Ja
Asfalt-Centrale Limburg (ACL) Deelnemer Ja
AsfaltCentrale Over-Betuwe (ACOB) bv Deelnemer Ja
Asfaltcentrale Rasenberg Wegenbouw BV Deelnemer Ja
Asfaltproductie Amsterdam (APA) Deelnemer Ja
Asfaltproductie De Eem BV Deelnemer Ja
Asfaltproductie Doetinchem Deelnemer Ja
Asfalt-Centrale BAM (ACB) Deelnemer Ja
Brabantse AsfaltCentrale (BAC) Deelnemer Ja
BV Menginstallatie Overijssel Deelnemer Ja
Haagse Asfalt Centrale Deelnemer Ja
Heijmans Asfaltcentrale Amsterdam Deelnemer Ja
Heijmans Asfaltcentrale Venlo Deelnemer Ja
Heijmans Asfaltcentrale Zwijndrecht Deelnemer Ja
Heijmans Wegen BV (Den Bosch) Deelnemer Ja
Installatie Kootstertille (APK) Deelnemer Ja
Koudasfalt Staphorst BV Deelnemer Ja
KWS Infra (Eindhoven) Deelnemer Ja
Noordelijke Asfalt Productie NOAP BV Deelnemer Ja
Ooms Producten bv Deelnemer Ja
Roosendaalse Asfalt Centrale (RAC) Deelnemer Ja
STRABAG-asfaltproductie Deelnemer Ja
Zeeuws Vlaamse Asfalt Centrale Deelnemer Ja
AsfaltCentrale Twente vof Uittreder Nee Uitgetreden in 2006
Bruil infra bv Uittreder Nee Uitgetreden in 2010
Zuid-Nederlandse Asfalt Centrale (ZNAC) Uittreder Nee Uitgetreden in 2012
AVG Asfaltcentrale Cuijk BV Uittreder Nee Uitgetreden in 2013
AC Gouda Uittreder Nee Uitgetreden in 2014
Echter Asfalt Centrale Uittreder Nee Uitgetreden in 2014
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie | Pagina 11 van 12
Sectorspecifieke bijlage
Ontwikkeling Productie, Energieverbruik en SEV
Het specifiek energieverbruik (SEV) van de asfaltcentrales, oftewel de hoeveelheid energie die
nodig is voor de productie van 1 ton asfalt, varieert met veel invloedsfactoren. Een van de be-
langrijkste invloedsfactoren is de capaciteitsbezetting van de installaties. De figuren hieronder
laten duidelijke relaties zien tussen productie, energieverbruik en Specifiek EnergieVerbruik
(SEV) in de asfaltindustrie.
Terwijl productieomvang en energiegebruik dezelfde ontwikkeling laten zien (zie figuur links)
varieert het SEV in omgekeerde richting ten opzichte van de productie (zie figuur rechts):
een hogere productieomvang gaat gepaard met een hoge capaciteitsbezetting van asfalt-
centrales en heeft een duidelijk effect op het SEV (verlaging);
andersom, een lagere productieomvang veroorzaakt een hoger SEV, waardoor het effect
van besparingsmaatregelen in jaren met lage productie niet of nauwelijks waarneembaar is
in de SEV-waarde.
Vergelijking SEV kopgroep met sectorgemiddelde
In de grafiek hieronder wordt de ontwikkeling van het SEV van de sector (blauwe lijn) en van
de top-6-installaties (rode lijn) sinds 1998 bijgehouden.,
Het specifiek energieverbruik (SEV) per ton asfalt (gewogen gemiddelde van alle bedrijven) is
gestegen van 318 in 2014 naar 326,6 TJ/ton in 2015 door de dalende productiehoeveelheid.
Het SEV van de meest efficiënte installaties (top-6-installaties) is gestegen van 280,3 in 2014
naar 298,8 MJ/ton in 2015. Met deze forse stijging van de SEV voor de top-6-installaties is de
energie-efficiencywinst van de afgelopen jaren verdwenen. De productiehoeveelheid van de
top-6-installaties is in 2015 met meer dan 35% gedaald ten opzichte van 2014. Dit verklaart in
belangrijke mate de verhoging van het specifiek energiegebruik van de top-6-installaties.
Zowel de productiehoeveelheid als het specifiek energiegebruik van de niet-top-6 bedrijven is
nagenoeg gelijk gebleven.
250,00
270,00
290,00
310,00
330,00
350,00
-
2.000.000
4.000.000
6.000.000
8.000.000
10.000.000
Productie [ ton/jaar] SEV [ MJ/ton]
-
2.000.000
4.000.000
6.000.000
8.000.000
10.000.000
0
800
1.600
2.400
3.200
4.000
Energieverbruik [TJ/jaar] Productie [ ton/jaar]
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie | Pagina 12 van 12
1998 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Gewogen gemiddelde branche 342,3 333,6 328,6 323,9 317,2 323,7 320,0 313,2 313,5 321,4 311,3 320,0 319,9 321,7 317,8 318,0 326,6
Gewogen gemiddelde TOP 6 291,9 289,9 285,3 287,9 281,3 289,5 281,6 282,5 288,6 292,1 278,3 291,9 297,1 294,7 286,9 280,3 298,8
250
270
290
310
330
350M
J/to
n a
sfal
t