Minder onderwijzen, meer leren Minder onderwijzen ... - Bazalt...10 Plannen: Een groepsplan maken 83...

18
Nico van der Meer Minder onderwijzen, meer leren Handelingsgericht Werken 2.0

Transcript of Minder onderwijzen, meer leren Minder onderwijzen ... - Bazalt...10 Plannen: Een groepsplan maken 83...

In samenwerking met

Nico van der M

eerM

inder onderwijzen, m

eer leren

Nico van der Meer

Minder onderwijzen,meer lerenHandelingsgericht Werken 2.0

Minder onderwijzen, meer lerenHandelingsgericht Werken 2.0Passend onderwijs voor iedere leerling. Hoe krijg je dat als leraar voor elkaar? Hoe sluit je aan bij alle onderwijsbehoeften? Hoe voorkom je dat Handelingsgericht Werken een administratieve last wordt in plaats van een hulpmiddel?Dit boek geeft antwoord op die vragen. De vernieuwde werkwijze Handelingsgericht Werken 2.0 combineert de inzichten van John Hatties Leren zichtbaar maken met de uit-gangspunten van HGW. Leraren kijken naar het onderwijs door de ogen van hun leerlingen. Ze bepalen vervolgens samen wat nodig is om goed te kunnen leren. Leerlingen worden daarbij meer eigenaar van hun ontwikkeling. Dat vraagt van leraren dat ze niet alleen onderwijzen, maar vooral doen leren. In deze uitgave lees je waarom je dat zou willen, hoe je dat kunt realiseren en wat je dan in de praktijk kunt doen.

“Nico van der Meer heeft een goed toegankelijk, goed gefundeerd en vooral praktisch boek geschreven voor leraren die hun leerlingen een faire kans willen geven om te laten zien wat ze kunnen.”

Luc Stevens, Emeritus hoogleraar orthopedagogiek, Algemeen directeur NIVOZ

Voor Tibbe, Madelief, Florian, Femke,Alexander en Tibo

Kinderen als eigenaar van hun ontwikkeling.

“Het is eenvoudig, maar niet gemakkelijk.”

Voorwoord

Nico van der Meer heeft een goed toegankelijk, goed gefundeerd en vooral praktisch boek geschreven voor leraren die hun leerlingen een faire kans willen geven om te laten zien wat ze kunnen. Wij hebben al te lang in de missies van onze scholen verklaard dat wij respect hebben voor onze leerlingen en voor individuele verschillen en dat wij de uniciteit van elke leerling zullen erkennen. Dat respect was in feite meer een passief dan een actief respect. Dat wil zeggen: wij erkennen de eigenheid van onze leerlingen, maar we doen daar niets mee (klassikale instructie, niveauwerken, voor ieder dezelfde normprestatie in dezelfde tijd). Die tijd is voorbij, zou je willen zeggen. Het is tijd om vanuit de gerespecteerde verschillen met leerlingen aan het werk te gaan, te handelen, actief respect te tonen. Niet je methode of je toetsen vormen je werkmateriaal, maar de ontwikkelingspotentie van je leerlingen. Dat is je uitdaging als leraar. Je wil al werkend met je leerlingen hen kunnen laten zien wat ze kunnen. Dat is de boodschap van dit boek, dat tegelijk laat zien hoe dat in zijn werk gaat.

Het is een ander mensbeeld dat uit dit boek spreekt: kinderen blijven ook in school eige-naar van hun eigen ontwikkeling, dus medeverantwoordelijk. Met dat laatste erkent een leraar zijn leerling als actor, als actief in de interactie, als partner. Een leraar heeft een leerling als actieve partij ook nodig omdat hij niet kan weten wat een leerling nu bezig-houdt of nodig heeft. Leerprocessen zijn in hun gang niet goed voorspelbaar en het is maar beter om ze niet af te dwingen. Deze leraar-leerlingrelatie in de zin van wederzijdse betrokkenheid vraagt van beiden vertrouwen en geloof in de goede gang van het proces. Maar als dat proces in orde is, komt het resultaat vanzelf en is dat resultaat oké. Dat was het dan, uitkomst van optimale inspanning van leerling en leraar.

De auteur stelt meer dan eens in de tekst de ‘waarom’-vraag. Dat wordt in praktijk- publicaties weinig gedaan, want dat is niet praktisch. Het gaat om de ‘hoe’-vraag. Maar de ‘hoe’-vraag valt gemakkelijker te beantwoorden als je een goed antwoord hebt op de ‘waarom’-vraag. Dan heb je namelijk de richting van het antwoord op de ‘hoe’-vraag bepaald. Het boek stelt eigenlijk voortdurend de vraag: “Is het wel zinnig wat ik als leraar doe?” Voortdurend wordt de leraar uitgedaagd zijn werk, zijn handelen, te toetsen aan de kennelijke mogelijkheden, motivaties en vragen van de leerling. Want daar werkt hij voor, voor zijn leerlingen. Niets is logischer.

Het kind, de leerling, als eigenaar van zijn ontwikkeling en als eigenaar van zijn leerproces: een kijk op leerlingen die velen niet vertrouwd is. Maar ieder van ons is voor zijn eigen

ontwikkeling volledig uitgerust en vooral gemotiveerd, ook om verantwoordelijkheid te dragen. Het zijn die mogelijkheden van onze leerlingen die vragen om erkenning en bevestiging, om actief respect. Daar is de leraar essentieel, in het oproepen van mogelijk-heden en het ontwikkelen van vertrouwen van de leerling zelf in die mogelijkheden. Dat is de hele dag met leerlingen zoeken, zoeken naar de beste match van wat kan en wat aan aanbod daarbij past. Dat is niet het makkelijkste werk, het vraagt toewijding en tegelijk distantie voor reflectie, en ruimte voor een leerling om zijn weg te vinden. Dat vraagt re-latie van een bepaalde kwaliteit. Die vind je in dit boek voortdurend tussen de regels door, een relatie die tactvol handelen mogelijk maakt, gebaseerd op respect en vertrouwen.

Minder onderwijzen, meer leren - Handelingsgerichtwerken 2.0 is een modern boek, een boek van deze tijd, waarin leerlingen vragen om mee te kunnen doen en verantwoorde-lijkheid te dragen en leraren niet meer worden bepaald door wat anderen aan instructie hebben bedacht. Leren en ontwikkeling spelen zich hier, in deze school, in deze klas af.

Luc Stevens, Emeritus hoogleraar orthopedagogiek & Algemeen directeur Nivoz

Inhoud

Inleiding

Proloog: Veilig naar de overkant 13

1 Handelingsgericht werken: hoe en waarom? 171.1 Inspelen op ieders onderwijsbehoeften 171.2 Hoe werkt dat dan? 18 1.3 Waarom Handelingsgericht Werken? 19 1.4 Kijken door de ogen van leerlingen 20 1.5 Handelingsgericht Werken 2.0 21 1.6 Opbouw van dit boek 21

Waarom?

2 De school als een fijne plek om te leren 252.1 Met elkaar en van elkaar leren 252.2 Een fijne school voor leerlingen 252.3 Een fijne school voor leraren 262.4 Onderzoekende houding 26

3 De goede dingen doen 293.1 Verschillende opvattingen 29 3.2 Persoon - proces - resultaat 303.3 Houd je doel voor ogen 313.4 Keuzes maken is belangrijk 32

4 Een andere tijd 354.1 De invloed van het machine-denken 354.2 Collectief mentaal model 364.3 Overgangsperiode 374.4 De school als levend systeem 374.5 Heroriëntatie op leren en onderwijzen 40

5 De school als een groot gezin 475.1 Onvoorwaardelijke steun en acceptatie 475.2 Eigenwaarde is een kernwaarde 475.3 Samen met verschillen 49

6 Passend onderwijs vraagt omdenken 516.1 Meer handen in de klas? 516.2 Leren persoonlijk maken 526.3 Flexibele organisatie 526.4 Invloed van de leraar 53

Hoe?

7 De uitgangspunten van HGW 577.1 Doelgericht werken: samen doelen formuleren en evalueren 577.2 Wisselwerking en afstemming: wat werkt? 587.3 Onderwijsbehoeften: wat heeft de leerling nodig om ... de doelen te bereiken? 607.4 De leraar doet ertoe, door ... 627.5 Positieve aspecten van kind, leraar en ouders benutten om ... 637.6 Constructieve samenwerking tussen school, kind, ouders en professionals ... 657.7 De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant, zodat ... 657.8 De HGW-cyclus 66

8 Misverstanden over HGW 698.1 HGW gaat vooral over het hebben van een groepsplan 698.2 HGW is te moeilijk voor leraren 708.3 HGW is werken in drie niveaugroepen 708.4 HGW moet van ... 708.5 HGW is vooral veel papierwerk 72

9 De werkwijze van HGW 2.0 759.1 Focus op het leren van leerlingen 759.2 Anders omgaan met de HGW-cyclus 769.3 Vier veranderingen 77

Wat?

10 Plannen: Een groepsplan maken 8310.1 Groepsplan versus groepsoverzicht 8310.2 Een krachtig basisaanbod 8410.3 Heldere doelen in een passende leeromgeving 8410.4 Schema van de 9 W’s 8510.5 Groepsplan: zet een andere bril op 8810.6 Bespreken van het groepsplan 92

11 Plannen: Vaardigheden om eigenaar te worden van je ontwikkeling 9511.1 Procesvaardigheden 9511.2 Vaardigheden om een bijdrage te leveren aan de klas als een fijne plek om te leren 9511.3 Vaardigheden om op eigen benen te kunnen staan: leervaardigheden,

denkvaardigheden en samenwerkingsvaardigheden 9711.4 Vaardigheden om vorm en inhoud te geven aan je eigen leren en aan het

leren van elkaar en met elkaar 10211.5 Vaardigheden om te zorgen dat leerlingen ‘verstand krijgen van zichzelf’

en zichzelf kunnen sturen door het ontwikkelen van een reflectieve houding 10411.6 Overleg over je keuzes 105

12 Realiseren: Hoe voer je het groepsplan uit? 10912.1 Doelen zichtbaar maken in de klas 109 12.2 Van groepsplan naar weektaak 11212.3 Feedback geven en krijgen 11512.4 Vorderingen bijhouden 11712.5 Gesprekken voeren met kinderen (en ouders) over leren 118

13 Waarnemen: Het verzamelen van gegevens 12313.1 Waarnemen en Begrijpen 12313.2 Mentale modellen 12413.3 Evalueer het leerproces 12913.4 Houd een logboek bij 13013.5 Bekijk de resultaten 130

14 Begrijpen: Begrijpen wat je ziet 13314.1 Groepsoverzicht 133 14.2 De juiste conclusies 136

Hoe nu verder? 15 Hoe denkt de leraar erover? 14115.1 Je werkconcept stuurt je handelen 14115.2 Anders werken betekent anders denken 14215.3 Je werkconcept ontwikkelen 143

16 HGW 2.0 doe je niet alleen 14716.1 Veranderingen doorvoeren 14716.2 Professioneel kapitaal 147

17 In kleine stappen naar een groot resultaat 15117.1 Zoek je eigen vorm en inhoud 15117.2 Wat kan de schoolleiding doen? 15117.3 Samen leren 15217.4 Van 100% idee naar 15% aanpak 15317.5 Ontwikkel je leiderschap 155

Ten slotte 161

Bijlagen

Bijlage 1: Checklist Opstellen Groepsplan 165Bijlage 2: Voor wie verdieping zoekt 168Literatuur 170Over de auteur 171Woord van dank 172

Omwille van de leesbaarheid duiden we leerlingen in dit boek aan als ‘hij’. Leraren duiden we aan met ‘zij’. Uiteraard bedoelen we in alle gevallen zowel hij als zij.

12 Minder onderwijzen, meer leren

If a child can’t learn the way we teach,

maybe we should teachthe way they learn

Michael J. Fox

13Handelingsgericht Werken 2.0

Proloog: veilig naar de overkant

Onlangs hoorde ik een mooie vergelijking van een Engelse psycholoog wiens naam niet meer te achterhalen bleek. De gedachte was als volgt:

Je kunt het leven vergelijken met een groot veld dat je moet oversteken.Bij je geboorte begin je aan de ene kant en je eindigt ten slotte aan de overkant.Hoe dat veld er precies uitziet, weet je niet. Wat je onderweg allemaal zulttegenkomen, weet je ook niet.Er zijn onderweg brede wegen, maar ook kronkelige paadjes. Er zijn uitdagende en inspirerende zaken, maar ook gaten en valkuilen. Er zijn mensen met wie je samen kunt optrekken, maar je kunt ook alleen je weg zoeken. In zo’n onbekend terrein kun je maar beter heel nieuwsgierig zijn om erachter tekomen hoe je het veld het beste kunt oversteken. Waar liggen kansen, wat kun je beter vermijden, wat zou er gebeuren als ... ?Naarmate je meer kennis, inzicht en vaardigheden ontwikkelt, samen met een nieuwsgierige houding, heb je meer kans om verantwoorde risico’s te nemen en het onbekende terrein op een voor jou goede manier over te steken.

Als ouders en als leraren is het onze taak kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op het zelfstandig oversteken van het veld. Hoe doen we dat? Wat geven we kinderen mee voor onderweg? Wat willen we kinderen leren om hun weg te vinden in een steeds ver-anderend veld? Een veld waarvan ook wij niet precies weten wat het kind zal tegenkomen op zijn pad.

Om antwoord te geven op deze vraag, dienen we stil te staan bij wat we elke dag doen in onze omgang met kinderen. Waar zijn we op uit en hoe proberen we dat voor elkaar te krijgen? Hoe kunnen we kinderen helpen hun potentieel, hun mogelijkheden te laten groeien zodat ze kunnen worden wie ze zijn? En meer persoonlijk: wat draag ík bij aan hun ontwikkeling tot volwassenen die verstand hebben van zichzelf, die oog hebben voor elkaar en verantwoordelijkheid nemen voor een leefbare samenleving? Wat kan ik ze meegeven zodat ze opgroeien tot mensen die niet alleen denken aan ‘ik’ en ‘hier en nu’, maar ook aan ‘de ander’ en aan ‘daar’ (andere plekken in de wereld) en ‘straks’ (de toe-komst en zorg voor de wereld).

De kunst is dit soort grote vragen te vertalen naar je dagelijkse doen en laten met kinderen. Hierin wordt het onderwijs betekenisvol. Dit voor elkaar krijgen is niet altijd makkelijk, maar het vinden van antwoorden op de vraag ‘Hoe doe je dat?’ lukt beter als je weet waaróm het voor jou belangrijk is. Als je weet waarvoor je het doet.

14 Minder onderwijzen, meer leren

In dit boek beschrijf ik hoe een school Handelingsgericht Werken (HGW) kan gebruiken als methodiek om onderwijs te creëren waarin elk kind tot zijn recht komt. Als een mogelijk antwoord op de ‘hoe-vraag’: Hoe maak je van een school een fijne plek om te leren en te leven en jezelf breed te ontwikkelen tot wie je in de kern al bent? De school als fijne plek, zowel voor kinderen als voor leraren. Een plek waar iedereen erbij hoort en meetelt, en waar goede resultaten er vanzelfsprekend bij horen.

Nico van der Meer

Van HGW naar HGW 2.0

In dit boek bouw ik voort op het begrip Handelingsgericht Werken (HGW) zoals dat bekend is geworden uit de publicatie Handelingsgericht werken: een handreiking voor het schoolteam (Pameijer, N., Beukering, T. van, & Lange, S. de (2009) | Leuven: Acco). Sinds die tijd zijn er meerdere publicaties verschenen waarin aspecten van HGW verder zijn uitgewerkt en toegelicht.In deze publicatie spreek ik van Handelingsgericht Werken 2.0, waarbij ik me realiseer dat ik met name inzoom op de werkcyclus van HGW. Handelingsgericht Werken gaat echter over meer dan de werkcyclus. HGW is het overkoepelend kader met zeven uitgangspun-ten die op verschillende niveaus zijn toe te passen:1. binnenschools voor de hele groep (de basis) = de werkcyclus HGW;2. binnnenschools voor een enkele leerling (in een leerlingbespreking of SOT);3. bovenschools door begeleiders SWV (handelingsgerichte diagnostiek en handelings-

gericht arrangeren);In dit boek ligt de focus op wat er in de klas gebeurt. Op de vraag wat elk kind nodig heeft om de doelen die je wilt bereiken ook daadwerkelijk te bereiken. Op de manier waarop leraren en kinderen (en ouders) samen het onderwijs vorm en inhoud geven.

17Handelingsgericht Werken 2.0

1. Handelingsgericht werken: hoe en waarom?

1.1 Inspelen op ieders onderwijsbehoeftenIn toenemende mate stellen leraren zich de vraag hoe zij kinderen meer eigenaar kun-nen laten worden van hun eigen ontwikkeling. Leraren merken dat het minder effectief wordt om de groep als één geheel te benaderen. Ze zoeken mogelijkheden om rekening te houden met de verschillen tussen leerlingen. Ze zoeken manieren om het onderwijs beter te laten aansluiten bij de onderwijsbehoeften en ze streven naar meer betrokkenheid van leerlingen bij wat ze leren.Dit vraagt nogal wat van een leraar. In veel scholen gebruiken leraren methoden die werken met drie niveaugroepen: een groep ‘gemiddelde’ leerlingen1, een groep die meer aankan en een groep die extra oefening en/of uitleg krijgt. Het differentiëren naar drie niveaugroepen is meestal vooral gebaseerd op toetsscores. Het lijkt vanzelfsprekend om te veronderstellen dat een leerling die hogere scores haalt, moeilijkere opgaven nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. En dat een leerling die lagere scores haalt, makkelijkere leerstof en meer instructie nodig heeft. Vanuit dit denken - leerlingen met dezelfde scores hebben hetzelfde nodig - ontstaan de niveaugroepen. Soms is dit natuurlijk ook zo, maar toch is dit slechts een deel van het verhaal. Soms heeft een kind namelijk geen makkelijkere opgaven nodig maar bijvoorbeeld andere instructie, meer tijd, meer overleg met de leraar of met een ander kind, meer of ander hulpmateriaal of meer of andere oefenstof. Ook kunnen er stimulerende of belem-merende factoren zijn die mede bepalen wat een kind nodig heeft om goed te kunnen leren. Dat kunnen factoren zijn in het kind (zoals meer of minder aanleg, doorzettings-vermogen, concentratie, kunnen omgaan met moeilijkheden, zelfvertrouwen enzovoort) maar ook factoren in de omgeving van het kind (zoals samenstelling van de groep, voor-spelbaarheid over wat er in de klas gebeurt, de mate waarin er een veilig klimaat heerst in de groep, de relaties met klasgenoten en met de leraar, de verwachtingen en de aanpak). Daarnaast kunnen situaties die thuis spelen het kind beïnvloeden.Er zijn dus veel meer factoren dan alleen toetsscores die bepalen wat een kind nodig heeft om goed te kunnen leren. Het gaat dan om:- Onderwijsbehoeften: wat heeft deze leerling op school nodig om de doelen te be-

halen? Het gaat hierbij tegelijkertijd over het begrijpen van de leerstof; over didactiek en opbouw van de verschillende vak- en vormingsgebieden én over een pedagogisch

1 Ik zet ‘gemiddelde’ leerlingen tussen aanhalingstekens, omdat er naar mijn idee geen gemiddelde leerlingen bestaan; er bestaan wel kinderen die op toetsen en repetities een score halen die dicht bij de gemiddelde score van een groep ligt.

18 Minder onderwijzen, meer leren

tactische aanpak met betrekking tot gedrag, sociaal-emotionele ontwikkeling en wel-bevinden.

- Opvoedingsbehoeften: wat heeft deze leerling in de opvoeding nodig? - Ondersteuningsbehoeften: wat hebben de leerkracht en de ouders nodig om dit kind

te kunnen bieden wat nodig is om de doelen te behalen?

Scholen die werken vanuit de uitgangspunten van Handelingsgericht Werken (HGW) stemmen hun aanpak en aanbod af op de onderwijsbehoeften van kinderen. Door goed waar te nemen en te analyseren welke factoren van invloed zijn op de leerresultaten, begrijpen leraren beter wat kinderen nodig hebben op didactisch gebied. Door ieder kind goed te leren kennen in wie het is, begrijpen leraren beter wat leerlingen nodig hebben aan ondersteuning in hun ontwikkeling. Op basis hiervan kunnen scholen een passend en haalbaar onderwijsaanbod formuleren. HGW is onderwijskundig gereedschap waarmee je onderbouwde keuzes kunt maken in wat je als leraar doet in de klas. Keuzes waardoor je datgene wat jij te bieden hebt, beter laat passen bij wat iedere leerling uit de groep wil en ook kán leren.

1.2 Hoe werkt dat dan?Vrijwel elke leraar die ik spreek, wil zijn onderwijs graag afstemmen op de diverse onder-wijsbehoeften, maar: hoe doe je dat in de dagelijkse praktijk? Zeker nu je alle keuzes op schrift moet kunnen verantwoorden, vinden scholen dit lastig. Hoe zorg je dat Hande-lingsgericht Werken een hulpmiddel blijft en geen obstakel (‘papierwinkel’) wordt?Ten eerste: gelukkig verschillen kinderen niet zo veel van elkaar dat iedere leerling aparte onderwijsbehoeften heeft. En je hoeft deze onderwijsbehoeften als leraar niet allemaal zelf op het spoor te komen. Er zijn een heleboel algemene onderwijsbehoeften die voor alle kinderen gelden. Denk hierbij aan de basisbehoeften om gemotiveerd en betrokken te kunnen leren: relatie (het gevoel dat je erbij hoort en meetelt), competentie (het gevoel dat je iemand bent die iets kán) en autonomie (het gevoel dat je zelf keuzes en beslissin-gen kunt nemen). Door leerlingen en hun ouders meer te betrekken bij het onderwijsleerproces krijg je meer inzicht in de stimulerende en belemmerende factoren en kun je met elkaar bepalen welke onderwijsbehoeften de belangrijkste rol spelen. Kinderen kunnen dit in veel gevallen zelf heel goed aangeven. Ten tweede: rekening houden met onderwijsbehoeften van kinderen lukt in de praktijk be-ter als er sprake is van een flexibele klassenorganisatie, met verschillende werkvormen en keuzemogelijkheden. Veel leraren willen dit ook, maar de eerste vraag die ze dan meestal stellen, is: “Ja, maar hoe gaat dat dan?” Leraren vragen voorbeelden en concrete tips, want anders blijft het alleen maar bij mooie woorden.

19Handelingsgericht Werken 2.0

1.3 Waarom Handelingsgericht Werken?Natuurlijk is ‘Hoe doe je dat in de praktijk?’ een heel belangrijke vraag. Maar soms komt deze vraag te vroeg. Want als er antwoord wordt gegeven op de vraag hoe het zou kun-nen, volgt er vaak: “Ja, maar ....” Voor de ‘hoe-vraag’ ligt de ‘waarom-vraag’. Waarom zou je meer rekening willen houden met onderwijsbehoeften van kinderen? Waarom zou je kinderen meer eigenaar laten wor-den van hun ontwikkeling? Past dit wel bij wat je belangrijk vindt en bij hoe de school wil zijn? Past het bij de visie? Komen de achterliggende waarden overeen met de kernwaar-den van de school? Ben je ervan overtuigd dat deze verandering goed is voor de leer-lingen? Pas wanneer de school hier duidelijk ‘ja’ tegen zegt, is het tijd voor de praktische vragen van het hoe.Er bestaat een mooi boek van Peter Block met de veelzeggende titel: Het antwoord op HOE? is: JA! Hierin beschrijft hij dat, ook al weet je nog niet precies hoe je iets voor elkaar kunt krijgen, je er eerst voor moet kiezen om het te gaan doen. Dat doe je omdat je weet waarom het belangrijk is:- omdat je weet dat het de moeite meer dan waard is;- omdat je het heel graag wilt;- omdat je vindt dat ieder kind het verdient; - omdat ieder kind een belofte is en jij het als je taak ziet te helpen deze belofte waar te

maken. Je moet het dus eerst en vooral willen.

Het kan ook zijn dat het team nog niet goed genoeg weet of de verandering past bij jullie ‘waarom-vraag’. Het antwoord is dan geen ‘ja’ maar ‘misschien’. Dan is het tijd om dit eerst te onderzoeken. Dat kun je doen door nadere bestudering en door er een korte pe-riode mee te werken. Op basis van de ervaringen neem je later het definitieve besluit om hiermee wel of niet aan de slag te gaan.

Er is een verschil tussen iets willen of ergens voor kiezen. Willen, zoals de meesten van ons wel een prijs willen winnen in een loterij, is willen waarvoor je zelf verder niet veel hoeft te doen. Je gaat ervan uit dat het lukt omdat je het graag wilt. Maar ergens voor kiezen impliceert dat je gaat doen wat nodig is om het voor elkaar te krijgen. Bijvoorbeeld: als je ervoor kiest een heel goede pianist te worden, betekent dit dat je dagelijks moet oefenen. Dat vraagt discipline en doorzettingsvermogen, ook als het soms nog niet lukt. Als je heel goed weet waarom je het allemaal doet, is de kans groter dat je niet opgeeft.Als je er dus voor kiest om je onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van elk kind omdat je ervan overtuigd bent dat dit een goede manier is om elk kind tot zijn recht te laten komen, dan weet je waarom je doet wat je doet. Dan is je werk bijzonder beteke-nisvol.

20 Minder onderwijzen, meer leren

1.4 Kijken door de ogen van leerlingen Er is nog een aspect waarom het belangrijk is kinderen eigenaar te laten worden van hun ontwikkeling. Dat betreft het kijken naar het onderwijs door de ogen van de leerlingen. Dit is een aspect dat prof. John Hattie centraal stelt in zijn baanbrekende boek Leren zichtbaar maken2.In veel scholen ligt de nadruk nu vooral op het kijken naar het onderwijs vanuit het per-spectief van de leerstof (wat moet er allemaal geleerd worden?) en het handelen van de leraar (wat moet de leraar doen om te zorgen dat alle leerlingen de leerstof op een goede manier aangeboden krijgen?).Dit leidt ertoe dat leerlingen vooral meedoen met wat de leraar aanbiedt. Het onthouden en begrijpen van de aangeboden leerstof is het doel van het onderwijs en uit toetsen blijkt in welke mate de kennis wordt beheerst.In dit boek leg ik minder de nadruk op het onderwijzen door de leraar, maar meer op het leren van de leerlingen. Het gaat er dus minder om of de leraar de instructie via de juiste stappen heeft aangeboden en of alle oefeningen uit de methode aan bod zijn geweest, maar meer om de vraag of de leerlingen voldoende leren. Wat is het effect van wat de leraar doet en van wat er in de groep gebeurt op het leren van ieder kind? Worden de doelen bereikt door alle leerlingen? Gaat ieder kind voldoende vooruit in zijn ontwikkeling? En hoe weet je dat?Het leren van leerlingen (in de brede zin van het woord) lukt beter als je de leerlingen hierbij betrekt en ze zelf een actieve bijdrage laat leveren. Voorwaarde daarvoor is dat leraar én leerling weten wat de doelen zijn en waar je met elkaar op uit bent.Dan komen er allerlei vragen op:• Heb je als leraar voor jezelf helder in beeld wat de doelen voor de komende periode zijn

(zowel de inhoudelijke leer- en ontwikkelingsdoelen als de opvoedkundige doelen)?• Kun je die doelen in eenvoudige woorden met de leerlingen en hun ouders bespreken?• Worden de doelen niet alleen bepaald door de leraar, maar hebben leerlingen daarop

ook enige invloed?• Weten de leerlingen waar je met elkaar op uit bent? Kunnen ze dat in hun eigen woor-

den vertellen? • Weten leerlingen hoe ze er voorstaan ten opzichte van de doelen? Weten ze wat ze al

kunnen en wat ze er nog bij moeten leren?• Hoe weet je als leerling dat je iets beheerst? Wanneer is het goed? Wat moet je kunnen

(laten zien)?

Door leerlingen in toenemende mate verantwoordelijk te maken voor wat ze aan het leren zijn, krijgen ze meer grip en invloed op hun leerproces. Het leerproces lukt beter wanneer leerlingen niet alleen hoeven te onthouden en begrijpen wat de leraar aanbiedt, maar als ze deze kennis ook leren verbinden aan de kennis die ze al hebben, en leren toepassen in verschillende situaties. Het verwerven van kennis en vaardigheden wordt dan niet alleen een doel, maar is tegelijkertijd een middel. Een middel om goed met anderen te kunnen

2 Hattie, J. (2013), Leren zichtbaar maken, Bazalt. Zie ook pagina 168.

21Handelingsgericht Werken 2.0

samenwerken, om zelf nieuwe informatie op te doen, om problemen op te lossen, om iets nieuws te creëren, om je weg te vinden in de wereld, om .... noem maar op.Het gebruiken van wat je geleerd hebt, zorgt ervoor dat de leerstof steeds meer van het kind zelf wordt. Het wordt betekenisvol door de toepassing in verschillende situaties. Op deze manier worden leerlingen steeds vaardiger in het verwerven en gebruiken van kennis om ‘veilig aan de overkant te komen’.

1.5 Handelingsgericht Werken 2.0Wanneer je op deze manier samen met leerlingen (en hun ouders) nadenkt over wat de juiste activiteiten zijn met het oog op wat je wilt bereiken, rekening houdend met hun onderwijsbehoeften, zal het onderwijs in je groep steeds meer passen bij wat kinderen nodig hebben. Het zal er ook toe leiden dat er minder druk bij jou als leraar komt te liggen om voor elk kind passend onderwijs te ontwerpen. Juist door met leerlingen in gesprek te gaan over wat ze aan het leren zijn en hoe dat verloopt, denken leerlingen mee over wat hen helpt om iets onder de knie te krijgen. Over de manier waarop je dit voor elkaar kunt krijgen en hoe Handelingsgericht Werken hierbij kan helpen, gaat dit boek. In dit boek heb ik het over Handelingsgericht Werken 2.0 (HGW 2.0), omdat we Hande-lingsgericht Werken op een aantal punten aanpassen zodat leraren er beter mee kunnen werken. Door Hatties inzichten over ‘kijken door de ogen van je leerlingen’ toe te voegen aan de systematische, cyclische werkwijze van Handelingsgericht Werken, wordt het effect op je onderwijs veel groter. Bij HGW 2.0 gaan groepsplannen meer over leren dan over lesgeven. De groepsplannen verschuiven van verantwoordingsgericht (hoe geef je goed les in de doelen?) naar handelingsgericht (welk effect heb je op het leren van alle leerlingen?). De groepsoverzichten bevatten uiteindelijk alleen nog informatie die relevant is voor het leren. Het groepsoverzicht wordt dé plek voor reflectie op het leren van de leerling. Het groepsplan biedt ruimte om te reflecteren op het leren van de groep en de leraar. Zo wordt Handelingsgericht Werken weer functioneel gereedschap!

1.6 Opbouw van dit boekZoals ik al aangaf: de ‘waarom-vraag’ gaat vooraf aan de ‘hoe-vraag’. Het uitvoeren van een verandering lukt immers pas als je weet waaróm je iets doet en als je ervan overtuigd bent dat die verandering de juiste keuze is. Dat uitgangspunt vind je terug in de opbouw van dit boek. We behandelen achtereenvolgens het waarom, het hoe en het wat. Vervol-gens komt de vraag aan de orde: hoe nu verder?

Waarom?Waarom zou je de werkwijze van Handelingsgericht Werken 2.0 willen integreren in je onderwijs?- omdat je écht wilt uitgaan van onderwijsbehoeften (H1)- omdat je gelooft in de ontwikkelkracht van kinderen (H2)- omdat het beter (en leuker) kan voor jezelf en voor leerlingen (H2)- omdat het huidige model niet goed voelt (H3)

22 Minder onderwijzen, meer leren

- omdat de tijd/maatschappij het vraagt (H4)- omdat je onvoldoende aan kernwaarden toekomt (H5)- omdat je leerlingen meer zelf wilt laten leren (H6)- om passender onderwijs te geven (H6)

Hoe?Minder onderwijzen en meer leren, hoe doe je dat? Hoe kun je beter inspelen op ieders onderwijsbehoeften en hoe maak je leerlingen eigenaar van hun ontwikkeling?- door alle uitgangspunten van Handelingsgericht Werken na te streven (H7)- door niet in valkuilen te trappen (H8)- door zelf verantwoordelijkheid te nemen en de baas te blijven in je klas (H8)- door de HGW-cyclus anders te starten (H9)

Wat?Wat kun je in de praktijk doen om HGW 2.0 gestalte te geven? - Stel een groepsplan op met duidelijke doelen vanuit het perspectief van de leerling

(H10)- Leer kinderen procesvaardigheden om zichzelf te kunnen ‘sturen’ (H11)- Zorg dat elk kind steeds weet wat hij (erbij) aan het leren is (H12)- Verzamel alle relevante gegevens over de voorbije periode en maak een goede analyse

(H13)- Breng de onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften voor de komende periode

in beeld en herhaal de werkcyclus (H14 )

Hoe nu verder? Hoe pak je het aan als je HGW 2.0 in je school wilt invoeren? - Leraren: ontwikkel je werkconcept, want dat stuurt je handelen (H15)- Team: werk samen als professionele leergemeenschap (H16)- Schoolleiders: ga in kleine stappen naar een groot resultaat (H17)

Het boek eindigt met suggesties voor mensen die verder willen lezen.

De uitgave bestellen? U kunt Minder onderwijzen, meer leren in de webwinkel van

Bazalt (€ 42,-). Vanaf € 20,- gratis verzending - anders € 1,99

Bestellen vanuit België? Abimo is onze distributeur in Vlaanderen. www.abimo.net

In de praktijk aan de slag? Wij kunnen u daarbij helpen!

De Bazalt Academie biedt opleidingen voor onderwijsprofessionals die direct aan de slag

willen met nieuw opgedane kennis en inzichten: www.bazalt.nl/open-inschrijving.

Uiteraard verzorgen wij ook trainingen, coaching en implementatietrajecten op maat!

Meer informatie: [email protected].

Wilt u meer previews ontvangen meldt u dan aan voor de wekelijkse e-mailing.

aanmelden