Millioenen nu levende Menschen z u l l e n nimmer sterven !

Uitgegeven door de Internat. Vereeniging van E rnstige B ijbelonderzoekers Brooklyn, New-York U. S. A. - Zürich, Usteristrasse 19 Bern, Allmendstrasse 36/39 - Amsterdam, Witte de W itstraat 111

DIT BOEKJE IS DEN NU OP AARDE LEVENDEN MENSCHEN GEW IJD,

DIE LEVEN, VRIJHEID EN GELUKZALIGHEID W ENSCHEN.

I N L E I D I N G .

Rechter J. F. Rutherford, Brooklyn, N. Y.

Geachte Heer,De proefbladen van Uwe brochure „M illioenen nu

levenden zullen nim m er sterven” , welke U zoo vrien- deliik w aart mij vooruit ter lezing te geven, zijn mij gebleken zelfs nog belangw ekkender te zijn dan ik had durven hopen, en ik m aak van deze gelegenheid ge­bruik, U m ijn oprechte w aardeering voor d it w erk te kennen te geven.

De bew onderensw aardige wijze, waarop U de uit­spraken van den Heere Jezus, van de Apostelen en van de oude Profeten gerangschikt en door tal van w ereldsche bewijzen gestaafd hebt, alle om aan te toonen, dat er een tijd komen zal w aarin m illioenen nu levenden nim m er zullen sterven — ja, d a t wij thans in dezen tijd leven — zal hoop en vertrouw en w ekken in het gemoed van iederen oprecht naar w aarheid zoeken­den lezer.

Als degene, die het hooggeschatte voorrecht had om dominee R ussell’s preeken in duizenden nieuwsbladen van vele landen te publiceeren, w as ik natuurlijk ver­langend te weten, hoe U de zoo vaak in zijn preeken aangehaalde voorspellingen behandelen zou. Het ver­heugt mij te zien, d a t U het grootste deel van uw be­wijsvoering behandelt van het standpunt der v e r ­v u l d e profetie, en d a t U zulk een reeks van bewijzen b ijbrengt om Uw bew eringen te staven en den m en­schen, als basis voor een hoop, die de moeite w aard is, laat zien, hoe zij het eeuwige leven kunnen erlangen.

U nogm aals dankende en U rijken, eeuwigen zegen toewenschende op Uw arbeid der liefde, noem ik m ij Uw trouwe

G. S . DRISCOLLSanta Monica, Calif., 17 Mei 1920.

Millioenen nu levende menschen zullen nimmer sterven.

De nadrukkelijke verzekering d a t millioenen nu op aarde levenden nim m er zullen sterven, zal velen m en­schen vermetel toeschijnen, m aar als men de aange­voerde getuigenissen zorgvuldig beschouwt, geloof ik, dat nagenoeg ieder welwillend lezer zal toestemmen, dat het een redelijke conclusie is.

Gedurende bijna negentien honderd jaren hebben Christenen, hopende en vertrouw ende zoowel op de getuigenis van de geïnspireerde oude profeten — van Mozes tot Johannes — als op die van Jezus van Na- zareth, den Zoon van den levenden God, en van de geïnspireerde apostelen, uitgezien naar een komenden tijd, w aarin aan alle geslachten der aarde eeuwig leven aangeboden zal worden.

Meer dan 4000 jaren geleden deed God aan Abraham een belofte, w aarin Hij zeide, dat Hij hem zegenen zou, en dat door zijn zaad alle geslachten der aarde gezegend zouden worden, welke belofte hij met een eed be­zegelde, en Paulus zegt duidelijk, dat deze twee dingen, Gods woord en de eed, onveranderlijk zijn en dat deze belofte vervuld moet w orden. Steunende op deze, met een eed bezegelde belofte en op latere dergelijke , aan de nakom elingen van Abraham gedane beloften, hebben sedert godvruchtige joden der gansche wereld naar een kom enden tijd uitgezien, w aarin de m enschheid de zegeningen van eeuwig leven en gelukzaligheid aange­boden zullen worden.

Thans zijn de oogen van de orthodoxe joden der wereld op Palestina gericht. Zij heffen hu n hoofden op en blikken omhoog en in millioenen harten wordt de hoop levendig, dat de tijd voor de wederverzam eling

der joden in Palestina en van de oprichting daar van een staa t of regeering van de joden en voor de joden, overeenkom stig goddelijke beschikking, aanstaande is. Sedert A braham s t ijd hebben zij n aar den Messias uit- gekeken, m aar tot nog toe n iet doorgrond hoedanig die M essias zijn zal.

Eeuwig leven in een gelukkigen slaat is het hoogste verlangen van alle m enschen. Of men in de goddelijke beloften gelooft of niet, een ieder zou blijde zijn h ier­om trent zekerheid te hebben, dat hem eeuwig leven in een gelukkigen staat te w achten staat. Gezien d it groote verlangen en de getuigenis van de heilige m annen der oudheid betreffende zulke komende zegeningen, schijnt het vreemd, dat n ie t meer m enschen beproefd hebben zich van dit onderwerp op de hoogte te stellen. De reden hiervan is, gelijk door den Apostel Paulus gezegd w ordt, dat ,,de god dezer wereld (Satan, de onzichtbare beheerscher van de tegenwoordige sociale orde der dingen) de zinnen der ongeloovigen verblind heeft, opdat hen niet bestrale d e verlichting van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is” . (2 Kor. 4 : 4.)

Vele m annen van bekwaam heid zijn in de vervlogen eeuwen in den d ienst van God getreden, m aar de groote tegenstander, hun gevoelige plaatsen kennend, heeft anderen gebruik t om hen te vleien en te overreden en hun gedachten op wereldsche dingen te richten, m et het gevolg, dat het grootste aantal dezer geestelijken het oor geleend heelt aan de verderfelijke en verlok­kende inblazingen van den tegenstander, zich van den Bijbel hebben afgewend en het volk blindelings in de verkeerde rich ting hebben geleid. Zij schijnen geheel h e t feit u it het oog te hebben verloren, d a t God een grootsch plan heeft, dat Hij op ordelijke en m ajestueuze wijze laat uitvoeren. M aar het u u r heeft geslagen, dat het volk de waarheid moet weten, en zij, die de w aar­heid kennen, zullen bevrijd zijn u it de knechtschap van onw etendheid en bijgeloof en hun geest zal geleid w or­den in de richting, die n aa r oneindige vreugde voert.

Het doel van den schrijver is, te trachten het volk

8 Millioenen n u leven de m enschen zullen n im m er s te rven

to t een zorgvuldige en gebedvolle beschouw ing van de goddelijke beloften te brengen , en he t zou diep te be treu ren zijn als de geestelijken een streven om h et volk de Bijbelsche w aarheden te verkondigen, moeilijk­heden in den w eg zouden leggen; tegenstand onder­vinden wij overal genoeg, en ook thans zullen vele geestelijken ongetwijfeld trachten het volk van het lezen van hetgeen hier geschreven slaat, af te houden. Wij verzekeren daarom den lezer bij voorbaat, d a t wij geen bijbedoelingen hebben bij het b rengen dezer bood­schap. Het is geen p ropaganda . W ij doen geen moeite de n lezer over te halen om zich ergens bij aan te s lu i ten. Het doel van deze uitgave is een volkomen onzelfzuchtig doel. De schrijver heeft m aar één wensch en die is, he t volk ertoe te bewegen de goddelijke be­loften te lezen, zich daarop te verlaten en aldus, in deze u re van benauw dheid voor h e t m enschdom , hoofd en h a r t daarop te r ichten, dezulken te troosten, die daar treu ren en hen te wijzen op een beteren dag, die aan ­s taande is.

W ij moeten in gedachten houden, da t de g roo te, alwijze Schepper nu reeds m eer dan 4000 ja ren met zekere m enschen voorbereidend onderhandelt, om ieder m ensch een gelegenheid voor eeuw ig leven te brengen. Als Hij, w iens wijsheid vo lm aakt is, zooveel tijd en energie aan de u itw erk ing van een groot p lan wijdt, dan is h e t voorzeker een zorgvuldig en onverdroten onderzoek en beschouw ing van ieder m ensch w aard, van welk geloof of politiek inzicht hij of zij ook wezen moge.

Sedert de dagen van A braham hebben vele menschen van buitengew oon intellect het goddelijke plan niet alleen vlijtig bestudeerd, m aar h u n leven gewijd om aan d e verkondig ing ervan een aandeel te hebben. Zoo w aren er vier-en-twintig heilige profeten, w ie r bood­schappen in den Bijbel s taan opgeteekend, en die allen een kom enden tijd van groote zegeningen voor het menschelijk geslacht voorspelden. Dit deden z ij n ie t op eigen gezag, w an t voor een menschelijk vers tand was het onmogelijk om den g an g der eeuw en te door-

M lllioenen nu levend e m enschen zu llen nim m er s te rv en 9

schouw en en te voorspellen w at de toekom st b ren g en zou, m aar deze onderscheidene profeten , geleid a ls zij w erden door den alw ijzen Schepper, d ie het e inde vóór den aan v an g w ist, schreven en sp raken lou ter als in stru m en ten van God, die n im m er in een van zijn beloften teko rt schoot, en die zeg t: „ W a n t ik, de Heer, w ord n ie t v eranderd” (M aleachi 3 :6 ) . „N iet een eenig w oord is e r gevallen van al zijne goede w oorden”. (1 Kon. 8 :5 6 ) . En a lle B ijbelonderzoekers stem m en h ie rin overeen, d a t de tijd kom en m oet, d a t iedere be­lofte van Jehovah in vervu lling zal gaan , m aar bij God gaa t alles ordelijk en te zijner tijd en w el op den ju isten d o o r H e m b e p a a l d e n t i j d en n ie t op den tijd, dien den m enschen past. E en dag is bij Hem gelijk du izend ja a r en duizend ja a r gelijk een dag, en w a t den m enschen a ls een lange v e rtra g in g eener belofte toeschijn t, beteekent bij God slech ts een korte sp an n e tijds.

A lle B ijbelonderzoekers stem m en ook h ie rin overeen, d a t h e t Jehovah behaagd heeft, de van h e t begin van de w ereld af bestaande sociale o rde van zaken in tijd p er­ken te verdeelen, w elke tijdperken wij w erelden noem en en w aarvan d e Heer ook als w erelden spreekt, zoodat een in een gegeven tijdperk bestaande sociale o rde van zaken m et het w oord „w e re ld ” aangedu id w ord t. Ge­durende bijna negentien eeuw en hebben onderzoekers van de goddelijke profetie h e t e inde van de w ereld ver­w acht, om dat Jezus gezegd had, d a t ze zou eindigen . Bij vele christenen , die het onderscheid n ie t zien tusschen sym bolische en le tterlijke u itd ru k k in g en van den Bijbel, b estaa t ech ter v e rw arrin g ten aanzien van h e t e in d e d er w ereld . Zoo leerde bijv. de groote Jo h . Calvijn, d a t bij h e t p laats grijpen van deze gebeurten is Jezus, die dan w eder in de nabijheid d er aarde zal verschijnen, v u u r u it de w olken zal doen nederdalen , w aardoo r de aa rd e en alles w a t op h aa r is volkom en vern ie tigd zou w o r­den. D aar hij een beroem d hervo rm er w as, geloofde m en, d a t zijn bew ering de ju iste bedoeling van den Bijbel verto lk te en dies zagen velen m e t an g s t en beven het einde d er w ereld tegem oet. De rede zegt ons ech ter,

10 Millioenen nu le vende m enschen zullen nimmer sterven

d a t J ehovah n ie t zulk een schoone aa rd e als deze zal scheppen en den m ensch veroorlooven h aa r aan vele p laa tsen to t hooge cu ltu u r te b rengen , om h a a r d aarn a totaal te verw oesten . Zooiets is n ie t alleen volkom en in s tr ijd m et zijn aard , m a a r ook m et zijn aan duidelijkheid niets te w enschen latend W oord , dat zeg t: ,,D e aarde s ta a t in eeuw igheid” . (P rediker 1 : 4). ,,W a n t alzoo zegt de Heere, die de hem elen geschapen heeft; die God d ie de aa rd e geform eerd en d ie ze gem aak t heeft; Hij heeft ze bevestigd, Ilij heeft ze n iet geschapen d a t ze ledig zijn zoude, m aar hoeft ze geform eerd opdat men d aa rin w onen zoude” . (Jes. 45 : 18). W a n n e e r de Bijbel sp reek t van h e t e inde d er w e r e ld , w o rd t niet d e le tterlijke aa rd e bedoeld, m aar een tijdperk w aarin een zekere m aatschappelijke of sociale o rde bestaat. Ten bew ijze h iervan d ie ne, d a t de S chrift zegt, dat er w as een „w e re ld ” , w elke in Eden bestond en m et den grooten zondvloed e ind igde: „D oor w elke de wereld, a ls toen w as, m et het w ater van den zondvloed bedekt zijnde, vergaan is” . (2 Petr. 3 : 6). Aan h e t einde van dien vloed begon een n ieuw e , ,w ereld” , die volgens de belofte van denzelfden B ijbelschen sch rijver zal e ind igen en het tijdperk om vat van den zondvloed tot de kom st van het M essiaansche kon inkrijk , m et welk kon inkrijk w eder een n ieuw e , ,w ere ld” of n ieuw e orde van zaken aanbreek t.

De eers te w ereld begon dus m et de schepp ing van den m ensch en eindigde met. den zondvloed, toen de tweede w ereld begon, w aarvan de S ch rift sp reek t a ls van „de tegenw oordige booze w ere ld ' ' en ten aanzien w aarvan God duidelijk vooru it gezegd heeft, d a t zij in een tijd van g roo te benauw dheid zou ondergaan , om gevolgd te w orden door de toekom ende w ereld of m aatschap- pelijke o rden ing . P au lu s onderw ijst ons „ h e t woord d e r w aarheid goed u it te deelen” , w aarm ede hij o.a. 'bedoelt de B ijbelteksten toe te passen op de tijdvakken of de perioden w aarin zij behooren, ze aan te w enden op de eigenlijke p laatsen , w aard o o r wij den ordelijken en m ajestueuzen g a n g van de goddelijke o rd en in g zien.

Alle B ijbelonderzoekers stem m en verder h ie rin over-

Mill ioene n n u leven de m e n s c h e n z u l len n im m e r s t e r v e n 11

een, d a t Jezus vóór zijn k ru is ig in g tot zijn discipelen zeide, d a t hij op h e t p u n t stond hen te verlaten, m aar da t hij zou w ederkeeren en hen to t zich nem en zou, en da t zijn tw eede kom st h e t e inde van de w ereld, d .i. van de m aatschappelijke o rden ing d ie bestond toen hij op de aa rd e w as, beteekende, en d a t dan , gelijk uit som ­m ige teksten blijkt, de zoo lang beloofde zegen, n l . leven, vrijheid en geluk, aan h e t gansche m enschelijk geslach t aangeboden zal w orden .

Alle onderzoekers van de goddelijke profetie zijn het ook hierover eens, d a t de door God aan de profeten g e­dane beloften eenm aal in vervu lling zu llen gaan, e n d a t de tijd van de vervu lling der belofte . betreffende een w ederherste lling van h e t m enschelijk geslach t to t leven, vrijheid en gelukzaligheid bij h e t e inde van deze w ereld en m et den aan v an g van de n ieuw e aangebroken zal zijn, d .w .z. w anneer de in de dagen van Jezu s be­g a a n d e sociale o rde d er d ingen voorbijgegaan en de n ieuw e orde gevestigd zal w ezen. Vol geloof keken de profeten der oudheid n aa r dien t ijd u it en beg roetten zijn kom st als de G ouden Eeuw, w ijl gedu ren d e d ie eeuw de M essias heerschen en d e gerechtigheid op aa rd e opgerich t zal w orden.

Men zal dus m oeten toestem m en, d a t h e t een ge­w ichtige v raag voor ons is, w an n eer deze w ereld ten einde loopt. W an n e e r wij d it tijdsstip met ju isthe id k u nnen bepalen, dan is h et niet m oeilijk te zeggen w an n eer de goddelijke beloften m et betrekk ing to t h e t eeuw ige leven voor d e w ereld in h et algem een in v er­vu lling zullen gaan. W ij zullen d aarom trachten te be- w ijzen, dat de sociale orde d e r d ingen , de tw eede w ereld, w ettelijk in 1914 eind igde en sedert dien aan het verdw ijnen is, d a t de n ieuw e o rden ing van zaken aanbreek t, d a t b innen een bepaald tijdsverloop de oude o rd en in g volkom en vern ietigd en de nieuw e ten volle gevestigd zal zijn, dat deze d ingen in den tijd van het tegenw oord ig levende geslacht p laats zullen grijpen en d a t daarom m illioe nen nu op aarde levende m enschen, aan wie eeuw ig leven aangeboden zal w orden en dus, als zij d it op de ges te lde voorw aarden a annem en e n

12 Millioenen nu levende m enschen zullen nimmer s te rv en

d ie gehoorzaam opvolgen, n im m er zullen sterven , ze aanschouw en zullen . Als deze feiten to t tevredenheid van elk redelijk denkend m ensch bew ezen kunnen w orden , dan zal iedereen ze m et b lijdschap begroeten, zelfs al zouden daardoo r voorop gezette denkbeelden, d ie m en zich door de bestudeering van d e geloofs­belijden issen en inzichten d er m enschen gevorm d heeft. a an h e t w ankelen g eb rach t w orden . W ij noodigen den lezer d aarom uit, ieder h ie r aangevoerd p u n t zo rg ­vu ld ig te onderzoeken en m et de aan gehaalde Schrift- p laa tsen te vergelijken, h e t aan de tegenw oord ige ge- b e u r ten issen , die voor iedereen w aar te nem en zijn, te toetsen en op g rond van al deze getu igen issen zijn conclusie te trekken. Ieder m oet zichzelf w illen over­tu igen en n iem and m ag zich laten w eerhouden een op den Bijbel beru sten d e v raag onder de oogen te zien. o m d a t een geestelijke of iem and an d ers d e ongegronde b ew erin g oppert, d a t zu lks gevaarlijk of een be­scho u w in g n ie t w aard is. De dw alin g zoekt altijd de d u is te rn is , terw ijl d e w aarheid h e t lich t zoekt. De d w alin g v reest onderzoek, het lich t nood ig t ertoe uit. L ich t en w aarheid zijn zinverw ant. Beide zijn p rog res­s ie f; „ h e t pad d er rech tvaard igen is gelijk een sch ij- n en d lich t, voortgaande en lich tende to t d en vollen d ag toe". (Spreuken 4 : 18). En de P sa lm ist zeg t ons d u ide lijk : „U w w oord is een lam p voor m ijnen voet en een licht op m ijn p ad ” . (Psalm 119 : 105).

Millioenen nu levende m enschen zullen nimmer sterven 13

Tijden der N atiën .

De u itd ru k k in g , , tijden d er N atiën” , die in de Schrift g e b ru ik t w ord t, beteeken t een tijdperk g ed u ren d e het­w elk de Natiën de volkeren der aa rd e regeeren zullen Bij den dood van Jacob o rgan iseerde God Israël to t een n a tie m e t w elke hij, m et u its lu itin g van alle andere naties d er aarde, gedurende een bepaalden tijd op een bepaa lde wijze onderhandelde. D aar het. van tijd to t tijd v an zijn verbond m et Jehovah afw eek, bestra fte hij het, te rw ijl het nu en dan een s tra f van langeren d u u r werd

voorgehouden als het bleek door vroegere ervaringen niet geleerd te hebben. Het had vele k oningen, goede e n slechte, van w ie de laa ts te Zedekia w as, die zoo slecht en goddeloos w erd, dat God het volgende besluit legen hem u itvaard igde : „D aarom zegt de Heere Heere a lzóó : om dat gijlieden uwe- ongerech tigheid doel ge­denken , doordien uw e overtred ingen ontdekt, w orden, zoodat uw e zonden gezien w orden in alle u w e h an d e­lingen , om dat u w er gedacht w ordt, zu lt gij m e t de hand gegrepen w orden. En gij, o onheilig, goddeloos V orst Israëls, w iens dag kom en zal ten tijde der u iterste ongerechtigheid , alzoo zegt d e Heere H eere: Doe dien hoed w eg en hef die kroon a f: deze zal dezelfde niet w ezen; ik zal verhoogen dien die nederig is en ver­nederen dien d ie hoog is. Ik zal de kroon om gekeerd, om gekeerd , om gekeerd ste llen ; ja , zij zal n ie t zijn, tot­dat hij kom e die daartoe rech t heeft en w ien ik d a t geven za l” . (Ezechiël 21 : 24—27).

Het is een bekend h isto risch feit, d a t Zedekia in den h ier verm elden tijd door k on ing N ebukadnezar a ls ge­vangene naar Babylonië is gevoerd gew orden, en dat het la ter den Israëlieten veroorloofd w erd om onder het oppertoezich t van andere naties een nationaal bestaan te voeren, w elke toestand v o o rtduu rde to t h e t jaar 73 n. C hr., terw ijl ten tijde van de o n ttroo n in g van Zedekia de kroon, heerschappij of regeeringsgezag over de volken der aarde van de joden w erd afgenom en en den natiën (Heidenen) vergund w erd deze over te nem en, Het eerste universeele keizerrijk w as h e t B abylonische, dan volgde h e t M edo-Perzische, daarop het G rieksche en la ter h e t R om einsche, u it w elk laa ts te keizerrijk alle naties der christenheid zijn voortgekom en. W at den d u u r van de s tra f betreft, die den joden w erd opgelegd, alsm ede hoelang God aan de natiën de heerschappij overliet, deze w o rd t door de Schrift op zeven (sym bo­lische) tijden bepaald. (Zie Leviticus 26 : 18). Een t i j d w o rd t in de S ch rift geb ru ik t om een sym bolisch ja a r aan te duiden . N aar joodsche rek en in g heeft een ja a r 360 dagen. Een dag voor een ja a r genom en, zou d u s iederen t i j d 360 jaa r du ren . De zeven tijden zouden

1 4 m illioenen nu le vende m enschen zullen nimmer s t e rve n

derhalve een tijdvak van 2520 ja ren om vatten, g edu ­ren d e w elke de natiën de leenm ach t zouden hebben en aan h e t e inde w aarvan h u n leenheerschappij w ettelijk ophouden zou te bestaan .

De d a tu m van den val van Zedekia en d e vestig ing van N ebukadnezar’s heerschappij der n a tië n , w elke de eerste w ereldheerschappij d e r na tiën w as, w o rd t zoo­wel door d e w ereldgeschiedenis a ls door de S ch rift be­paald op 606 v. C hr. In h e t jaar 1 n a C hr. w aren 606 ja ren van h e t geheele tijdvak verloopen. D it getal ge­voegd bij 1914 ja ren , zou een to taal van 2520 ja ren geven en dus het tijdvak van de leen m ach t of heer­schappij d e r na tiën in h e t jaa r 1914 doen afloopen. Deze d a tu m b ean tw oord t aan h e t bew ijs, d a t u it h e t verband der om stand igheden afgeleid w ord t, en w a a ru it over­tu igend blijkt, w an n eer de w ereld, d .w .z. d e oude orde van zaken, zal beg innen te verdw ijnen en d e tijd voor de o p en b arin g der M essiaansche heerschappij en voor de n ieuw e o rden ing d er d ingen gekom en zal zijn.

Als iem and, om een voorbeeld te noem en, een stuk g rond koopt, w aarop zich een bouw vallig h u is bevindt, m e t h e t doel om op dien g rond b in n en ko rten tijd een n ieu w gebouw te s tich ten , d an zal h e t ee rs te w erk van den n ieuw en eigenaar zijn h e t oude gebouw te slechten en h e t te rre in voor h e t oprich ten van h e t n ieuw e ge­sch ik t te m aken . Zoo m ogen wij ook verw ach ten , dat, toen de oude orde van zaken in 1914 begon te ver­dw ijnen en de o p rich ting van h e t k on ink rijk van ge­rechtigheid door den M essias een aan v an g nam , zijn ee rs te w erk is gew eest, het oude stelsel d er ongerech­tigheid aan te tasten .

W ij beroepen ons h ie r op een getu ige, w iens be­voegdheid boven a llen tw ijfel s ta a t en w iens getu igen is als ab so lu u t w aar aangenom en m ag w orden . Deze ge­tu ige is Jezus van N azareth , die voor d e orthodoxe joden een g ro o t le e raa r onder de joden w as, m a a r voor de ch ris tenen n iet alleen d a t w as, m a a r door hen is aangenom en en erkend als de Zoon van God, de ver­losser d e r m enschheid , de R edder d er w ereld , d e K oning der heerlijkheid . Hij getu igde, d a t de Joden

Millioenen nu levende m enschen zullen nim m er sterven 15

door de H eidenen vertr eden zouden w orden to t de tijden der H eidenen vervu ld zullen zijn. (Lukas 21 : 24). Jo h an n es, den O penbaarder, o n d errich tte hij w a t er g e ­b eu ren zou w an n eer die tijd gekom en w as en h ij, de M essias, zijn k oninklijke m a c h t zou beginnen u it te oefenen. Deze beschrijft, hoe d e profeten, de m o n d ­s tu k k en van Jehovah, vervolgens van hem zelf, den M essias, zeg g en : „W ij danken U, Heere God, a lm ach ­tig , die is, en d ie w as, en d ie kom en zal! d a t Gij uw e g ro o te k rach t heb t aangedaan en als k o n in g h eb t ge- heersch t. En d e volken w aren to o rn ig gew orden, en een toorn is gekom en. (Openb. 1 1 :1 7 —18).

H ieru it zien wij duidelijk, d a t de tijden d er H eidenen in den herfs t v an 1914 ten einde liepen. In dien tijd o n tstaken de volkeren, overeenkom stig de profetische u itsp raak , in toorn en is Gods g ram sch ap over hen g e­kom en en zijn alle naties on d er d e zon allengs zw akker gew orden.

Hot einde der wereld.

Om de b e teeken is van deze ge tu igen is goed te be­grijpen , vestigen wij de aan d ach t op h e t w oord dat Jezu s sp ra k w ein ige dagen vóór zijn k ru is ig ing in de len te van ’t ja a r 33 n . Ch r., en voorkom ende in het 24ste H oofdstuk van M attheus: „ E n a ls hij op den O lijfberg gezeten w as, g in g en de discipelen to t hem alleen, zeg ­g e n d e : „Z eg ons, w an n eer zu llen deze d ingen zijn ? en w elk zal h e t teeken zijn van uw e toekom st en v a n de v o l e i n d i n g d e r w e r e l d ? ” Na h u n g ew aar­schuw d te hebben zich n ie t door a n d e re getu igen issen te laten m isleiden , an tw oordde de H eer op deze vraag : „H et eene volk zal tegen h e t an d ere opstaan , en h e t eene kon ing rijk tegen h e t andere k o n in g rijk ; en daar zu llen zijn hongersnooden , en pestziekten en aardbev ingen in verscheidene p laa tsen ” . (M attheus 24 :7 .) M et andere w oorden , gaf hij te kennen , d a t e r een groo te w ere ld ­oorlog zou u itb reken , w aarin bijna al de volken d er aa rd e b e trokken zouden w orden . Deze groote oorlog begon op den ju is ten tijd, aan h e t e inde van de lijden

16 Millioenen nu levende m enschen z ullen nimm er sterven

d er n a t i ën, to en de o u d e m aa tsch a p p e lijk e o rde ineen begon te s to rten , d u u rd e o n g ev eer v ier ja re n en de v e r - n ie tig in g van m en sch en levens en g o ed e ren w a s zóó g roo t, d a t zij m et g een a n d e re n tijd u it de m en sch e lijk e g e sc h ie d e n is te v e rg e lijk e n is.

Gelijk Je zu s zeide, d a t de oo rlog v an h o n g e rsn o o d v e r­gezeld zou g a a n , is e r in vele lan d e n v a n E u ro p a , te n ­gevo lge van h e t g ro o te g e b re k aan lev en sm id d e len g ro o te nood o n ts ta a n , z ijn e r d u ize n d e n m e n sc h e n le t­te r lijk v an h o n g e r g e s to rv en en s tijg en de k o s ten van h e t lev e n so n d e rh o u d , bij een s c h a a rs c h te a a n v o e d in g s­m id d e len in vele lan d e n , v o o rtd u re n d . Dit a lle s is n ie t to e te s c h rijv e n aan h e t fe it, d a t d e a a rd e m in d e r v o o rt­b re n g t of d a t de m en sc h e n n ie t in s ta a t zijn m ee r v o o rt te b re n g e n , m a a r is h e t g ev o lg v a n d e o n b e s te n d ig e to e s ta n d e n , ge lijk J e z u s d u id e lijk v o o rzeg d heeft, d a t deze u it d en oo rlog z o u d en v o o rtk o m en , even du id e lijk als u i t z ijn w oord , d a t , ,d i t a lle s s le c h ts h e t b eg in d e r

w eeën is” , b lijk t, d a t ’t ja a r 1914 h e t b eg in w a s v a n h e t e inde d e r w ere ld .

Je z u s ze ide v e rd e r , d a t oorlog en h o n g e rsn o o d v an p es tz iek ten ve rgeze ld zo u d en g a a n , een v o o rsp e llin g d ie le tte rlijk u itg e k o m e n is, w a n t de S p a a n sc h e g r ie p hee ft in n o g geen tw a a lf m aa n d e n m e e r s la c h to ffe rs g eë isc h t d an de g ro o te w e re ld o o rlo g in v ie r ja a r , te rw ijl in vele lan d e n v an E u ro p a d a a ro p n o g de v e rsc h rik k e lijk e ty p h u s- en veeziek ten gevo lgd zijn .

V oorts hee ft Jezu s, die gew oon w as zich in sy m b o li­sch e taal u it te d ru k k e n , om z ijn w a re b e d o e lin g te v e rb e rg e n , to t de b e s te m d e tijd d a a r to e gek o m en w as, gezegd , d a t oo rlog , h o n g e rsn o o d e n p e s tz iek ten gevolgd zo u d en w o rd e n d o o r a a rd b e v in g e n , een v o o rsp e llin g , d ie ook u itg e k o m e n is, w a n t b eh a lv e h o n g e rsn o o d en z iek ten z ijn in ve le la n d e n in d e rd a a d rev o lu tie s , in B ijbe lsch e sy m b o liek a a rd b e v in g e n g e n o em d , u itg e - b ro k en — b loed ige en o n b loed ige . R u s la n d , w a a r h e t B ab y lo n isch e reg iem in e e n g e s to r t is, D u itsc h la n d , A u s tra lië en H o n g arije zijn d a a r om h e t t e bew ijzen , te rw ijl d e g eesten o v era l voo r rev o lu tie r ijp z ijn . D it b e te e k e n t in tu s sc h e n n ie t h e t e in d e van de o n ru s t en

Millioenen nu levende m enschen zullen nim m e r sterven 17

v erw arrin g , m a a r h e t beteekent, in overeenstem m ing m et Jezu s’ w oorden, d a t de oude w ereld in h e t ja a r 1914 w ettelijk eind igde en h e t p roces van o p ru im ing d er verouderde ste lsels zich sindsd ien bezig is te vol­trekken, ter voorbereid ing van de o p rich tin g v an h e t M essiaansch e K oninkrijk .

Een bevestigd getu igen is.

Het is v an belang h ier een zinnebeeld nad er te be­schouw en, d a t Jehovah eeuw en geleden gaf in den p e r­soon van den profeet Elia, die als een voorbeeld g eb ru ik t is gew orden voor de w are volgelingen v an Jezus C h ris­tus en w iens re is n a a r den berg H oreb d e re is voorstelt van de w are ch ris ten en to t aan den tijd van h e t einde d e r w ereld . De Heer gebood hem u it te kom en en zich op den ber g te p laatsen — een zinnebeeld voor de u it­verkorenen , opdat zij een ju is t inz ich t krijge v an de geb eu rten issen die p laats g rijp en en n o g zullen plaats g rijpen — en zeide to t h em : „G a uit, en s ta op dezen berg , voo r h e t a a n g ez ig t des H eeren” . E n zie, de Heerg in g voorbij, en een g roo te en s terke w in d , scheurende

de bergen (koninkrijken) en b rekende de s teenro tsen (de m a ch t d er kon inkrijken) g in g voor den H eer h en en ; doch de Heer w as in den w ind (sym bool voor oorlog) n ie t; en na dezen w ind eene ao rdbev ing (recolutie); de H eer w as ook in de aardbev ing n i e t : en n a de a a rd ­bev ing een v u u r (een sym bool van g roo tere onrust), de H eer w as ook in h e t v u u r n ie t : en n a h e t v u u r het s uizen van eene zach te s tilte ' ' . (1 K oningen 19 : 11, 12).

In 1898 heeft dom inee R ussell, de g roo tste Bijbel­onderzoeker van den tegenw oord igen tijd, van boven- staan d en tek st d e volgende v e rk la rin g gegeven:

,,D e v ier beschrijv ingen die de H eer aan E lia gaf. m oeten, gelooven wij, als v ie r openbaringen beschouw d w orden, w aardoor hij zich a a n d e m enschheid w il doen kennen , van w elke de eerste drie de m enschen zu llen voorbereiden op de laatste, gedu rende w elke de ge- w ensch te zegen ing van alle geslachten d e r aarde zal kom en. Deze openbaringen z ijn :

18 Millioe n en nu levende m enschen zullen nimm er sterven

1° . De s t e r k e w i n d , die de b ergen scheurt. B lazende w inden sch ijnen in de S ch rift oorlogen aan te d u iden . De oorlogen, die de beschaafde w ereld ge­d u ren d e d e laa ts te d e rtig ja ren zoo onheilspellend hebben bedreigd, zijn op w onderbaarlijke w ijze u itge­bleven, om gelegenheid te geven ,,h e t gew ijde volk des H eeren aan h u n voorhoofden (hun verstand) m et de tegenw oord ige w aarheid te verzegelen” . W ij kunnen daaro m verw achten , dal, w an n eer deze oorlogsw inden losgelaten w orden, e r een g roo t aan tal oorlogen zullen kom en, w elke d e kon inkrijken (bergen) verdeelen zullen, gelijk de m achtige w inden, w elke aan Elisa getoond w eiden en w elke de ro tsen scheurden , ver­zinnelijken . (1 Kon. 19 : 11). M aar Gods kon inkrijk ' zal op d it oorlogstijdperk n ie t volgen, om dat de w ereld er nog n ie t door voorbereid zal zijn voor de heerschappij van Im m anuel. Neen, e r zal nog een les noodig w ezen en ook gegeven w orden , w elke zal bestaan in :

2°. Een a a r d b e v i n g . De geheele S ch rift door sch ijn t aardbev ing revolu tie te beteekenen, en het ligt voor de hand, d a t een tijdperk van algem eene oorlogen de lagere k lassen des volks in E uropa in bew eging zal b ren g en en zóó ontevreden m et h a a r lot m aken (en speciaal m et de toestanden , w elke zulke oorlogen in h e t leven roepen) d a t een r e v o l u t i e e r h e t gevolg van zal w ezen. (O penb. 16 : 19). M aar w elk een strenge les zu lk een revolutie ook voor de w ereld zijn moge, is zij toch n ie t voldoende om de m enschen n a a r de stem van God te doen lu isteren . Het vereisch t n o g :

3°. Het v u u r u i t d e h e m e l e n — een tijdperk van goddelijke gerich ten en tuch tig ingen voor een verdw aasde, onbekeerde w ereld , overgeleverd aan een w ilde anarch ie , zooals andere teksten zeggen. De ge­volgen van deze oorlogen, revoluties en anarch ie , het m islukken van al ’s m enschen p lannen , zal een veroot­m oedigenden invloed hebben en de m enschen voorbe­reiden op de openbaring Gods in.

4°. h e t s u i z e n v a n e e n z a c h t e s t i l t e . J a , hij, d ie to t de w inden en de golven van de Gallieesche zee sp rak , zal te r bestem der tijd ,,den volken vrede

Millioenen nu levende m enschen zullen nimmer sterven 19

toespreken”. Hij za l d it m et gezag doen en de inach t­nem in g van zijn zoo lang verw aarloosde w et d er liefde e ischen. ,,E n het zal geschieden, d a t alle ziel die dezen profeet n ie t zal gehoord hebben , u itgeroeid zal w orden u it h e t volk” . (Hand . 3 : 23).

Iedere aandach tige beschouw er zal toestem m en, d a t deze profetie reeds gedeeltelijk in vervu lling gegaan is en nog bezig is d it te doen.

2 0 Millioenen nu levende m enschen zullen nimmer sterven

Israël’s dubbele.

Het Joodsche volk w erd door God g eb ru ik t a ls een zinnebeeld ig volk, w elks w et betere, toekom ende d in ­gen afschaduw de (Hebreë n 1 0 : 1). In gedachten houdende, d a t voorspellen v o o ru it geschreven gesch ie­den is is, d .w .z. d a t God h e t e in d e van het begin a f vooru it w is t en de m eest in ’t oog vallende zaken deed sch rijven tot zegen dergenen die in den, tijd d a t zij zouden p laats v inden , leefden, zullen wij eens verder n ag aan w a t Jezus te dezen aanzien gezegd heeft. Hij ze id e : ,,E n leert van den vijgeboom deze ge lijken is: w an n ee r zijn tak nu tee d er w ordt, en de b laderen u itsp ru iten , zoo w eet g ij, d a t de zom er nabij is ; alzoo ook gijlieden, w an n eer gij al deze d ingen zult zien, zoo weet. d a t h e t nabij is voor de d e u r” . (M atth .24 :32 , 33). De vijgeboom is h ie r een sym bool v an de joodsche natie, w elke con­clusie wij trokken u it de w oorden d ie Jezus zelf sp rak bij h e t vervloeken van den vijgeboom , eenige dagen voor het u iten van de boven a a ngehaa ld e w oorden. (M atth. 21 : 19, 20).

Jehovah zeide door Jerem ia, zijn profeet, vooru it to t Israë l. dat zijn s tra f h e t hoogtepunt zou bereikt hebben , als hij hen u it P a lestina in een vreem d land zou ver­dreven hebben, w a a r het anderen zou m oeten d ienen en even lang o n d erd ru k t zou w orden als hij (Jehovah) he t zijn g u n s t beloond had . De w oorden van den profeet lu id en : , ,D aarom zal ik ulieden u it d it land w erpen, in een land d a t gij n iet gekend hebt, gij noch uw e v a d e rs ; en a ld aa r zu lt gij andere goden dienen.

d a g en n a c h t; om dat ik u geen genade zal geven. D aarom zie, de d ag en kom en, sp reek t de Heer, d a t er n ie t m eer zal gezegd w o rd e n : Zoo w aarach tig de Heer leeft, d ie de k inderen Israels u it E gypteland heeft opge- voer d ! M aar: Zoo w aarach tig de He e r leeft, d ie de k inderen Is ra ëls heeft opgevoerd u it h e t land van het N oorden, en u it al de landen w aarhenen hij hen ge­dreven h ad ! w an t ik zal hen w ederb rengen in hun land , d a t ik h unnen vaderen gegeven heb. Zie, ik zal zenden to t vele v isschers, spreekt de Heer, die zullen hen v issch en ; en d a a rn a zal ik zenden to t vele jagers, d ie zullen hen jagen , van op allen berg, e n v a n op allen heuvel, ja u it de kloven d er s teenro tsen . W a n t mijne oogen zijn op al h u n n e w egen ; zij zijn voor m ijn a a n ­gezich t n ie t verbergen , noch h u n n e ongerech tigheid verho len voor m ijne oogen. Dies zal ik ee rs t h u n n e ongerech tigheid en h u n n e zonden dubbel vergelden, om dat zij m ijn land ontheiligd hebb en ; zij hebben m ijne e rfen is m et de doode licham en h u n n e r verfoeiselen en h u n n e r g ruw elen v ervu ld” . (Jerem ia 16 : 13— 18).

H ieru it zien wij, d a t God n iet alleen v o o ru it zeide, d a t hij de Joden verdrijven en bestraffen , m a a r d a t hij hen ten slo tte w eder n a a r P alestina te ru g b ren g en zou. en d a t de d u u r van h u n s tra f ju is t h e t dubbele zou zijn van den tijd, gedu ren d e w elke hij h u n zijn genade be­w ezen had . „ E e rs t w il ik h u n ongerech tigheid en hun zonde dubbel vergelden”, w elk w oord d u b b e l h ier b eteeken t dup licaat of ju is te tegenhanger. A ls w e ons n u een ju is t beg rip k u n n e n vorm en van den t ijd w aar­op deze gebeurten is p laa ts vond, bepalen k u n n en w aar het dubbele begon, dan valt het ons gem akkelijk te zeggen w an n eer Gods genade to t de Joden terug zal keeren en in welk verband d it s ta a t m et het u itsp ru iten van den vijgeboom . w aarover boven gesp roken w erd.

God is zijn eigen tolk en leg t zijn plan aan diegenen bloot, die er m oeite voor w illen doen om h e t te be­grijpen . D oor den m ond van een anderen pro feet geeft hij ons den sleutel tot de kennis van den ju is ten dag van het begin van h e t dubbele. De profeet Zacharia schrijft o m tren t Jeruzalem deze w o o rd en : , ,V erheug

Millioene n n u levende m enschen zullen n im m er s te rv e n 21

u zeer, gij d o ch te r Z ions! ju ich, gij d och ter Jeruzalem s! Zie, uw K oning zal to t u kom en, rech tvaard ig , en hij is een Heiland, arm en rijdende op een ezel, en op een veulen, een jo n g der ezelinnen. K eert gijlieden w eder to t de sterkte, gij gebondenen die d aa r loopt! ook heden verkond ig ik, d a t ik u dubbel zal w edergeven” . (Zacharia 9 : 9, 12). Het is duidelijk , d a t deze profe­tische u itsp raak van den H e e r te een iger tijd in v er­v u lling m oet gaan en d a t dan ook de da tum zal blijken van af w elken h e t du b b ele te rekenen is.

22 Millioenen n u le vende m enschen zullen n im m er s te rv e n

De voorspelling u itgekom en.

Op den 10en d ag van N isan van h e t ja a r 33 n a C hr., overeenkom ende m e t onze m aand A pril, reed Jezus v an N azareth op een ezel Jeruzalem b innen en bood zichzelf als k o n in g der Joden aan , w a t M attheüs in de volgende w oorden besch rijft: „ E n a ls zij nu Jeruzalem genaak ten en gekom en w aren te B ethfaqé aan den Olijf­berg , toen zond Jezus tw ee d iscipelen , zeggende to t h e n : Gaat henen in h e t vlek d a t tegen u over ligt, en gij zu lt te rstond een ezelin gebonden vinden, en een veulen m et h a a r ; on tb in d t ze en b ren g ze to t m ij. En indien u iem and iels zegt, zoo zu lt gij zeggen, dat de H eer deze van noode heeft, en hij zal ze terstond zenden. Dit alles nu is geschied op d a t vervuld w orde ’t geen gesproken is door den profeet, zeggende: Z egt der doch te r Z ions: Zie, u w K oning ko m t to t u , zachtm oedig en gezeten op een ezelin en een veulen, zijnde een jong eener jukd ragende ezelin. E n de d iscipelen henengegaan zijnde, en gedaan hebbende gelijk Jezu s hun bevolen had , b rach ten de ezelin en h e t v eu len ; en leiden h u n n e kleederen op dezelve, en zeilende hem daarop. En de m eeste schare sp re idden h u n n e kleederen op den weg, en anderen h ieuw en takken van de boom en en sp re id ­den ze op den w eg. En de scharen die voorgingen en die volgden riepen, zeggende: H osanna den Zoon D avids! Gezegend is hij die kom t in den naam des H eeren!

H osanna in de hoogste hem elen! (M atth . 2 1 :1 —9).Hier hebben w ij d u s de positieve vervu lling van

Z acharia’s voorspelling en is de ju iste dag ervan vast­gesteld, en zoo zeide d e H eer: „R eeds heden verkondig Ik, d a t Ik u het dubbele vergelden z a l” . Deze dag betee- k e n t dus het m iddelpun t in de geschiedenis d er J oden, en h e t is derhalve van buitengew oon be lang u it te vin­den hoe la n g zij zich in Gods g u n s t hebben m ogen ver­heugen . De Joodsche n a tie b eg in t bij den dood van Jacob , toen deze zijn tw aalf zonen to t zich riep en hen zegende, w a t derhalve ook het begin van de genade Israë ls gew eest is. V an Jaco b ’s dood to t den 10en dag in N isan van h e t ja a r 33 n. C hr. lig t een tijd van 1845 ja ren , d .w .z. d a t op den 10en dag in N isan v an h e t jaar 33 n. C hr. het dubbele begon te tellen, van d ien d ag af P a le s tin a zich begon op te lossen, de Joodsche natie begon te verdw ijnen en P a lestin a ju is t v eertig ja ren la te r volkom en on tvo lk t w as. M et an d ere w oorden , had Jehovah een periode van veertig ja ren noodig v an den tijd toen hij h e t dubbele in w erk in g deed treden to t de volkom en ontvolk ing van Palestina, ten bew ijze w aar­van wij ons beroepen op de volgende h isto rische b e r ic h te n :

„H e t m oge h ie r te r p laa tse opgem erk t w orden , welke d ingen zich voordeden w a a ru it d e m ilddad igheid van de algoede V oorzienigheid blijkt, die de vern ie tig ing van Is raë l, n a h u n m isdrijf tegen C hristus, nog veertig ja ren verschoof” . (E usebius’ K e r k g e s c h i e d e n i s ) . ,,O p den 15en dag van N isan, d.i. van A pril van h e t ja a r 73 n a C hr., den eersten dag van h e t P aaschfeest, den- zelfden d ag w aarop, volgens de overlevering, de God Israë ls zijn volk u it de knech tschap in d e vrijheid geleid had , w as h e t laa tste bolw erk van Israë ls’ vrijheid ge­vallen en w erd het aan d e knech tschap overgeleverd” . (Cornil, G e s c h i e d e n i s v a n h e t I s r a ë l i e t i - s c h e v o l k ) . ,,M asada w erd van groote beteekenis in den oorlog m et de R om einen . . . M et den val van M asada, op den 15en N isan 73, eindigde d e oorlog” . ( J o o d s c h e E n c y c l o p e d i e ) . „M e t de in nem ing van M asada, een Joodsche vesting op de zuid-w estelijke

Millioe ne n nu levende m enschen zullen n im m er s te rv e n 23

k u st van de Doode Zee, e indigde een van de w reedste oorlogen w elke in de geschiedenis s laan opgeteekend (73 n a C hr.)” (M orrison, D e J o d e n o n d e r d e R o m e i n s c h e h e e r s c h a p p i j ) . , ,J u d e a w as nog n ie t geheel onderw orpen , w an t d rie s le rk e vestingen : H erodium , M achaerus en M asada, boden nog steeds tegenstand . . . De helden ju ich ten geestd riftig d it voo r­stel (van h u n le ider E leasar) toe en op den eersten dag van h e t groote P inksterfeest (73 n . C hr.) stierven zij a llen , na h un eigen vrouw en en k inderen gedood te hebben , door h u n eigen zw aard ” . (Graetz, G e s c h i e ­d e n i s d e r J o d e n , dl. 2). „D aaro m overreedde E leasar zijn volk om, n a ee rs t al hun bezittingen ver­b ra n d te hebben, gedurende dien n a c h t h u n vrouw en en k inderen en d a a rn a zichzelf te dooden. Den vol­genden d ag vonden de R om einen slech ts 960 lijken, behalve twee v rouw en en vijf kinderen, d ie zich in holen verborgen h ad den . M et Paschen van h e t ja a r 73, ju is t zeven ja ren sed ert h e t begin van den groo ten veldtocht e n veertig ja ren n a de k ru is ig in g van C hristus, eindigde d u s de groote traged ie van h e t Joodsche vo lk” . (Ewald, G e s c h i e d e n i s v a n I s r a ë l , dl. 7). Alle w elke d a ta door den geschiedschrijver Jo sep h u s bevestigd w orden .

Het dubbele b eg in t ten einde te loopen.

Het dubbele begon, zooals aangetoond is gew orden, in de lente van h e t ja a r 33 n. Chr. te tellen, en d a a r de genade-periode 1845 ja a r g ed u u rd had , zou de s tra f­p eriode eveneens 1845 ja ren du ren . De 33 ja a r na Chr. voegende bij 1845 jaa r, b re n g t ons to t h e t ja a r 1878, in den loop van w elk ja a r w ij, zoo onze bereken ingen ju is t zijn, overeenkom stig de para lle l of h e t dubbele, o p een of an d er tijdstip voorteekenen m oeten k u n n en zien, d a t de genade Gods to t h e t Joodsche volk b eg in t te ru g te keeren, d a t m e t an d ere w oorden de sym bolische vijgeboom b eg in t u it te botten , w at d a n ook 40 ja a r la te r het geval zou zijn, n . l . in h e t ja a r 1918 n. C hr., w an n eer de paralle l tot u itvoering kom t.

2 4 Millioen e n n u le vende m enschen zullen n im m er s te rven

De genade beg in t te ru g te keeren.

In den zom er van h e t ja a r 1878, ju is t op den tijd, w aarop wij verw achten , d a t Gods g enade to t de Joden te ru g zou keeren, v in d t er een gebeurten is p laats be- lan g rijk e r voor hen dan in 1800 ja a r is voorgekom en, en w aarover de Joodsche Encyclopedie, d ie een erkende au to rite it is, h e t volgende sch reef: „D a a r R uslan d in den oorlog tegen T urk ije voorspoedig w as, w erden bij het v e rd ra g van San S tephans d e T u rken , p ractisch gesproken, u it E u ro p a verd rongen . L ord Beaconsfield, een Jood, kw am in 1874 to t m ach t en aanzien , zond, als eerste m in ister, de E ngelsche vloot n a a r de D ardanellen en m aakte doo r h e t b ren g en van Ind ische troepen op M alta een m achtsvertoon tegen R usland , w elk land den w ijsten w eg koos en zich to t een besp rek ing in Berlijn bereid verk laarde. D ientengevolge kw am van 13 Jun i to t 13 Ju li 1878 het B erlijnsche Congres b ije e n ; bij w elke gelegenheid Beaconsfield R usland dw ong zijn verd rag grootelijks te herzien en T u rk ije vrij en onafhankelijk werd verk laard op voorw aarde, d a t de n Joden b u rg e r­lijke en godsd ienstrech ten w erden verleend . D it is in de geschiedenis d e r Joden een zeer gew ichtige g eb eu rten is” .

A ndere m enschen die h e t w eten k unnen zeggen, d a t Beaconsfield het C ongres p resideerde en h e t v e rd rag schreef, in één w oord de le idende ziel e rvan w as. Zooals m en w eet, is zijn w are naam D’Israeli, een echte, vol­bloed Jood, d e eerste en eenige joodsche eerste m in is te r d ie E ngeland ooit gehad heeft. V an d ien tijd af begon Jeho v ah ’s genade w eder to t d e Joden te ru g te keeren, en zou zij volgens de parallel van h e t ja a r 1878 af steeds toenem en, om in 1918 h a a r hoog tep u n t te bereiken.

Millioenen n u levende m e n s c h e n zu llen n im m e r s te rv en 25

Het Zionism e.

G edurende vele eeuw en zijn e r herhaaldelijk pogingen in ’t w erk gesteld om de Joden u it te roeien, w elke p ogingen ech ter alle vergeefs zijn gew eest. Het heeft

nim m er in Gods bedoeling gelegen om hen te vernie­tigen en d it zal ook nim m er gelukken, daar de vervol­gingen, w aaraan zij hebben blootgestaan, hen als volk bijeengehouden en hun verlangen naar een eigen woon-p laats in het land hu n n er vaderen ju is t aangewakkerd hebben. God handelt met zijn volk zoo, dat hij altijd te

gelegener tijd een m an doet opstaan, die vaak ook door zijn trouw aan de hem opgedragen taak, als m artelaar daarvoor sterft. In vervlogene tijden heeft Jehovah als zijn bedoeling doen kennen, dat de toorn des menschen hem prijzen zou, en d a t iedereen die voor een recht­vaardige zaak geleden heeft, te bestem der tijd voor zijn trouw aan waarheid en gerechtigheid beloond zal w orden.

In het jaar 1860 w erd in Budapest een Joodsch kind geboren, dat, tot den m annelijken leeftijd gerijpt, zich eerst op de rechtsw etenschap toelegde, m aar zich spoe­dig ook tot do journalistiek voelde aangetrokken en dan ook w eldra een eerste plaats onder do journalisten en schrijvers innam . Daar zijn h a rt bloedde om de onrecht­vaardige en snoode vervolgingen w aaraan zijn rasge- nooten, het Joodsche volk, blootstond, zinde hij op een plan om hen te hulp te komen en stichtte hij in 1896 het voortreffelijke tijdschrift E e n J o o d s c h e S t a a t , d a t vele Joden tot het inzicht bracht, in dezen man een kampioen voor hun zaak te hebben gevonden. Toen E e n J o o d s c h e S t a a t voor het eerst verscheen, weende zijn bureauchef, om dat deze geloofde, dal de schrijver zijn verstand verloren had, m aar toen men het gew icht van dit tijdschrift begon in te zien, werd h e t door vele onderdrukte Joden als een bevrijdingsbood- schap begroet, w aaraan de oprichter zijn gansche leven w ijdde en w iens laatste woorden w aren : „Groet Palestina van m ij; ik heb mijn leven voor mijn volk gegeven” .

Thans is do naam Theodor Herzl op de lippen van de Joden der gansche aarde en de tijd zal komen, dat de volken der aarde, Joden en Heidenen, erkennen zullen, d a t ook deze m an op het juiste tijdstip verw ekt is om het Zionisme, d a t bestemd is om beteekenisvoller te

2 6 Millioenen n u levende m enschen zullen n im m er s te rven

w orden dan hij ooit gedroom d heeft, in h e t leven te roepen.

De oo rsp rong van het Zionism e.

W aardoo r is h e t Z ionism e on tslaan? Is h e t aan de w elvaart van de Joden toe te schrijven? W ij zu llen den geliefden Herzl deze vragen laten bean tw oorden : ,,D e onderhavige bew eging (het Zionism e) v in d t h a a r grond in een k rach t die ons steeds voortdrij ft. A lles h an g t van d ie k rach t af. E n w at is die krach t? D e e l l e n d e d e r J o d e n ” .

Als w ij bedenken , d a t God van tevoren gew eien heeft in w elken ellendige n toestand de Joden zouden geraken, en d a t hij dezen toegelaten heeft, om hen voor te berei­den op de Z ionistische bew eging, opdat zij n a a r h e t land h u n n e r vaderen te rug g eb rach t zouden w orden, is d a t dan n ie t in s ta a t om ons geloof in de beloften van Jehovah betreffende h e t e in d resu ltaa t te versterken? „E n Ik zal u overvoeren m et uw e vijanden , in een land d a t gij n ie t k e n t; w a n t een v u u r is aangestoken in m ijnen toorn , h e t zal over u b ran d en ” . , ,D aarom zal ik ulieden u it d it land w erpen in een land d a t gij n iet gekend hebt, gij noch uw e v ad ers ; en a ld aa r zu lt gij andere goden d ienen , dag en nacht, o m d a t ik U geene genade zal geven” . , ,Zie, Ik zal zenden tot vele v issche rs sp reek t d e Heere, die zullen ze v issch en ; en d a a rn a zal Ik zenden to t vele jagers, die zullen ze jag en van op allen berg en van op allen heuvel, ja, u it de kloven der s teen ro tsen ” . ,,E n gij zu lt zijn tot eenen sch rik en tot een sp reekw oord en tot een spotrede on d er alle d e vol­ken w aarh en en u d e H eere leiden zal” . (Jerem ia 15 : 14; 16 : 13, 16; 24 : 9 ; D euteronom ium 28 : 37).

O ntw ikkeling van het Z ionism e.

Officieel in h e t ja a r 1897 on tslaan , heeft het Z ionism e van jaa r to t ja a r vo rderingen gem aakt. Het ee r s te con- gres, dat in dat ja a r in Basel (Zw itserland) gehouden w erd, w erd door 206 afgevaard igden bezocht, een

Millioe nen nu levende m enschen zullen n im m er s te rv en 27

handjevol Joden d u s m aar, terw ijl th a n s het Zionism e zijn vertakk ingen heeft in ieder deel van de w ereld w aar Jo den zijn en d a t is in b ijn a ieder land het geval. G roote som m en gelds zijn b ijeengeb rach t en voor de vestig ing van vele landbouw kolonies besteed gew orden, w aar w etenschappelijke m ethoden zijn toegepast. Scho­len zijn o p g erich t en op den O lijfberg is de g ro n d ge­legd voor d e groote H ebreeuw sche U niversiteit terw ijl de vestig ing van kolonies in voorbere id ing is. Joden verw erven land in P alestina en bouw en e r huizen, w oeste g ro n d en w orden tot bouw grond gem aakt, en zoo v erheft zich het volk langzam erhand hoe langer hoe m eer.

Het dubbele in vervu lling gegaan .

Toen h e t Z ionism e opkw am v erk laard e het eerste congres o.a. d a t h e t doel w as en is h e t verkrijgen van zulke regeeringssanc ties als te r u itvoering van het doel van het. Z ionism e noodig zijn.

Zooals boven reeds opgem erk t is, begon Gods genade in 1878 to t de Joden te ru g te keeren en zou er, overeen­kom stig h e t profetische dubbele, d a t door d e profeten des H eeren voorspeld w as, veertig ja a r la ter, of in ’t ja a r 1918, een zekere bijzondere o p en b arin g van Gods genade jegens de Joden gezien w orden . Het joodsche ja a r b eg in t in den herfst, daarom valt N ovem ber 1917 eigenlijk in h e t begin van 1918. In 1917 dreven d e g eallieerde legers de T urken te ru g en nam en bezit van Palestina. Op 2 N ovem ber 1917, of om streeks de tw eede m aand van h e t Joodsche ja a r 1918, w erd h e t Z ionism e officieel door G root-B ritannië e rkend , zooals u it h e t volgende schrijven b lijk t:

B uiten landscheZaken 2 N ovem ber 1917.

G eachte L ord R othschild ,„ Ik heb het groote genoegen, in naam van Z ijner

M ajesteits regeering , U de volgende verk la ring van

28 Millioenen nu levende mensche n zullen nim m er s terven

s y m p a th ie m et h e t Joodsche Z ionistische streven , dat aan h e t K abinet is voorgelegd en goedgekeurd , te doen to ek o m en :

,,D e Regee rin g van Zijne M ajesteit ziet m e t genoegen de o p rich ting van een nationale w oonplaats voor het jo o d sch e volk en zal alles doen om h e t bere iken van d it doel te vergem akkelijken, terw ijl zij hoopt, d a t n ie ts zal w orden gedaan d a t aan de bu rgerlijke en godsdienstige rech ten van bestaande niet-joodsche gem eenschappen in Palestina, of aan de politieke rech ten , w aa rin zich de Joden in eenig ander land verheugen , schade zou kunnen doen.

, ,lk zou zeer dankbaar zijn als U deze verk la ring ter kenn is van het Z ionistisch G enootschap zoud t w illen b rengen .

Uw toegenegenARTHUR JAMES BALFOUR” .

In h e t jaa r 1918 gaven tien w ere ld n a tiën, w aaronder G root-B rittannië en de V er. S taten , officieel toestem ­m ing to t d e op rich ting van een Joodsche s ta a t in Palestina. En h e t w as in d e lente van 1918, om streeks den v e rjaa rd ag van de bevrijd ing d er k inderen Israë ls u it Egypte, ju is t veertig ja ren n a den tijd w aarop de genade to t d e Joden begon te ru g te keeren, d a t onder aanvoering van Dr. Chaim W eizm ann een door de B ritsche regeering gevolm achtigde C om m issie van L on­den n a a r P alestina voer m et op d rach t om te zorgen voor de o p rich ting van een Joodsche gem eenschap in Palestina. H ieru it zien wij, d a t h e t d u bbele ju is t op den tijd, d ien God door den m ond zijner profeten voor­speld heeft, vervuld is gew orden.

Doel van h e t Zionism e.

Het eerste Z ionisten-congres, d a t op a a n d ra n g van den zeer gezienen T heodor Herzl b ijeengeroepen werd, heeft een aan duidelijkheid n ie ts te w enschen latend prog ram opgesteld, d a t n im m er v eranderd is en als volgt lu id t:

Millioenen nu levende m enschen zullen nimmer sterven 29

„H et Z ionism e s te lt zich ten doel een openlijk g ew aar­borgd , wet telijk verzekerd vaderland voor h e t Joodsche volk in P a lestina in h e t leven te roepen.

„O m dit doel te bereiken beveelt het Congres de vol­gende m iddelen a a n :

„1 ° . De bevordering van de vestig ing in P alestina van Joodsche landbouw kund igen , handw erkslieden , industrieelen en van lieden, die d a a ru it voortvloeiende beroepen beoefenen.

,,2°. Het overeenkom stig de p laatselijke w etten sam envoegen en vereenigen van h e t geheele Jodendom door m iddel van p laatselijke en algem eene inste llingen .

,,3°. De vers te rk in g van het Joodsche gevoel of denkw ijze e n van h et nationaal besef.

„ 4 ° . Het bezorgen van zulke w etten a ls ter bereik ing van de doeleinden van h e t Z ionism e noodig z ijn” .

3 0 Millioe nen nu le vende m enschen zu llen n im m er s te rv en

De Jo d en bouw en P alestina w eder op.

De Joden zijn n ie t slechts bezig een g rondslag voor een S taa t in P a lestina te leggen, m aar er zijn groote p lan n en in u itvoering to t verbe tering van h e t land door m iddel van een doorvoer- en irrigatiestelsel, het bou­w en van huizen, de o p rich ting van scholen, van een groote u n iversite it te Jeruza lem en vele an d ere zaken. Om eenig denkbeeld h iervan te geven la ten wij h ie r­on d er eenige b erich ten u it de pers vo lgen :

Het Special B ulletin No. 469, d a t door de Z ionisten- o rgan isa tie van New-Y ork City u itgegeven w ordt, zegt, d a t de gem iddelde regenval in P a le s tin a zesen tw in tig du im bedraag t en dat d it w ater, w an n eer h e t in Palestina verzam eld zou w orden, vo ldoende zou zijn om een bevolking van 15,000,000 zielen te onderhouden, te rw ijl de tegenw oordige bevolking 600,000 bedraag t. V erder deelt h e t m ede, d a t u it een b ron , die zich zestien m ijlen ten Zuiden van Jeruza lem bev ind t, g roote hoeveelheden w ate r in de stad toevloeien, terw ijl de pers p lannen aank o n d ig t voor reu sach tig e ir r ig a tie- w erken , welke, als zij voltooid zijn, geheel P alestina

van een overvloed van w a te r voor irr ig a tie en andere doeleinden zal voorzien.

T h e Z i o n i s t B u l l e t i n van 25 F eb ru ari 1920 zeg t:

E en m illioen zeven h o n d erd du izend euca lyp tu s en andere soorten van boom en zullen op een oppervlakte van 2.1125 d u n am s aan g ep lan t w orden , w aarvan in M erchavia alleen 20,000 op 200 d u n am s om de gezond- heidstoestan d van de kolonie te bevorderen.

,,In K inere th en D aganiah zullen 42,000 eucalyp tus e n an d ere so o rten van boom en op 175 d u n am s op de hellingen van den berg , op h e t landgoed van K inereth . aan de oevers van de Jo rd aan en aan de k u sten van het m eer van K inereth aan g ep lan t w orden .

,,In B enschem en zullen ongeveer 70,000 boom en op 230 d u n am s aan g ep lan t w orden.

„ In H ulda 425,000 op 140 dunam s.„ In Ber-Tobiah (Kastin ic) 27,000 boom en op 380

dunam s, behalve d e boven reeds verm elde.„ In de om geving van de kolonie C hederah zullen in

totaal 50,000 boom en, h e t m eest eucalyptus, w orden aangep lan t op 1000 d u n a m s” .

Een speciaal bu lletin van 1 M aart 1920 zegt :„D riedu izend schoolk inderen van Jeruza lem , die

onlangs den Joodschen B ebosschingsdag v ierden , p lan t­ten, ter u itvoering van het Z ionisten p ro g ram om, k rach tens een ra p p o rt van de Z ionisten C om m issie te Jeruzalem , d it ja a r een m illioen boom en te p lan ten — in de voorsteden van de heilige stad 500 boom en.

„M et de bedoeling om de w ouden van P alestina, die door h e t T u rk sch e w anbeheer en den oorlog verw oest w aren, w eder te herstellen , w erden gedu rende h e t ja a r 1919 369,000 boom en gep lan t. De bebossch in g van P alestina w ord t, w egens h e t belang d a t zij heeft voor de landbouw kundige verjong ing van h e t land en voor de verschaffing van tim m erhou t voor toekom stige bouw ­w erken, beschouw d a ls een van de g rootste herstellings- p lannen , d ie de Z ionisten bezig zijn in h e t Heilige Land u it te v o eren ” .

Een an d er speciaal bu lletin , van 26 M aart 1920, zegt :

Millioenen nu levende m enschen zullen nim m er s te r ven 31

„T ien jaa r lan g w erd deze s trijd geheel door Jood- schen arbeid gestreden . T hans is deze eertijds do rre bodem m et 150,000 olijf- en 10,000 am andelboom en bedekt, V erleden jaa r w erden 100,000 pond am andelen verkocht, w elke te zam en m et de o p b ren g st van den ver­koop van hu iden en wol, gew onnen u i t d e u itgebreide ru n d er- en schapenteelt, een zuivere w in st opleverden van 15% van h e t oorspronkelijke kap itaa l” .

H et is van h e t g roo tste be lang voor a lle denkende m enschen te w eten, d a t deze w erkzaam heid van de Z ionisten reeds m eer dan 2500 ja a r geleden doo r den profeet G ods voorspeld is gew orden, toen deze sch reef: , ,Ik zal riv ieren op de hooge plaatsen openen, en fon­teinen in het m idden d er valle ien ; Ik zal de w oestijn to t een w aterpoel zetten, en het do rre land to t w a te r­toch ten ; Ik zal in de w oestijn den cederboom , den sittim boom en den m irteboom en den olieachtigen boom zetten, Ik zal in de w ild e rn is stellen den denne- boom , den beuk, en den buxboom te gelijk ; opdat zij zien en bekennen en overleggen en tegelijk verstaan , d a t d e hand des H eeren zulks gedaan en d a t de Heilige Is raëls zulks geschapen heeft” . Jesa ja 41 : 18—20).

„Z ij zu llen hu izen b o uw en”.

In den Executiven Z ionistenraad , die den 16en F eb ru a ri 1920 te Londen bijeen kw am , stelde Dr. Rup- p in bij h e t debat voor, een groote m aatschappij op te rich ten , die zoo spoedig m ogelijk zou beg innen m et het bouw en van a rb e idersw on ingen . En reeds n u w orden ten behoeve van de toestroom ende, n aa r het land te rugkeerende bevolk ing snel huizen gebouw d. Ook h ier zien wij w eer duidelijk de vervu lling van een lang geleden gegeven voorzegging, m et h e t doel de Joden aan te m oedigen om geloof te hebben in des H eeren beloften. De huizen, w elke nu in aanbouw zijn, w orden n ie t u it w instbe jag gebouw d, noch zullen de bew oners aan den w il van de e ig en aars overgeleverd m ogen zijn, m aar d e bezitters zullen in hun eigen hu izen w onen, gelijk de profeet des H eeren voorspeld

3 2 Millioenen nu levende m enschen zu llen nimmer sterven

heeft: „Z ij zullen huizen bouw en en bew onen, zij z u l­len w ijngaarden p lan ten en derzelver v ru ch t e ten . Zij zullen n ie t bouw en dat een an d er het b ew o n en ; zij zullen n ie t p lan ten , d a t een an d er het e te ; w a n t de dagen m ijns volks zullen zijn a ls de dagen eens boom s, en m ijne u itverkorenen zullen h e t w erk h u n n e r handen verslijten . Zij zullen n ie t tevergeefs arbeiden , noch baren te r versto ring , w a n t zij zijn het zaad d er geze- genden des H eeren, en h u n n e nakom elingen m et hen". (Jesaja 65 : 21—23).

Deze getu igen is bevestig t d u s u itd rukkelijk h et feit, d a t de G enade Gods, overeenkom stig de belofte, tot de Joden is teruggekeerd , d a t de parallel is vervuld g e­w orden en d a t d e vijgeboom zijn b laderen voortb reng t, van al hetw elk Jezu s zeide, d a t h e t p laats zou vinden aan h e t e inde der w ereld.

G ebeurten issen in de dagen Noachs.

Jezus lie t h e t n ie t slechts aan ons over om ons over het w ezen van een gebeurten is een oordeel te vorm en, m aar hij deelde m ede w at e r in den tijd, w a a rin de w ereld ten einde loopt, p laats zou v inden, d a t h e t dan nl. zoo zijn zou a ls h e t w as in d e dagen van Noach. ,,E n gelijk de dagen van Noach w aren , alzóó zal ook zijn de toekom st van den Zoon des m enschen . W an t gelijk zij w aren in de dagen vóór den zondvloed, etende en d rinkende , trouw ende en ten huw elijk uitgevende, to t den d ag toe op w elken Noach in de a rk g ing, en bekenden ’t n ie t, to td a t d e zondvloed kw am en hen allen w eg n am : alzóó zal ook zijn de toekom st van den Zoon des m enschen” . (M atth. 2 4 : 37—39).

De eerste w ereld e ind igde m et den zondvloed, en een honderd en tw in tig ja ren er voor beval God Noach zich erop voor te bereiden, opdat hij zichzelf in veiligheid kon stellen , e n h e t volk op het naderend einde te w ijzen. In N oach’s tijd g ingen de m enschen h u n ge­w onen gang , trokken zich n ie ts aan van het feit. d a t de oude o rde van zaken in een g roo ten zondvloed eindigen zou e n bespotten en hoonden Noach. toen hij

3

Millioenen nu levende m enschen zullen nimmer sterven 33

hen h e t e inde d er w ereld verkondigde. Ook than s gaan de m enschen h u n gew onen g ang en leggen een volko­m en onverschilligheid voor en onw etendheid aan den dag om tren t d e groote overgangsperiode, w aarin wij th an s leven, zooals u it h e t h iernavo lgende zal blijken.

K ort n a de in n em in g van P alestina doo r de geallieer­den, kw am en een aan ta l e rn stige bed ienaars van het evange lie bijeen, die h e t volgende m anifest, gelijk het in een L ondensch tijd sch rift verscheen , u itgaven en w aarin gezegd w erd :

„ T e n eerste - d a t de tegenw oordige crisis op een ten e in d e loopen van de tijden d er na tiën w ijst.

„T en tw eede — d a t de openbaring des H eeren op een of an d er tijdstip kan w orden verw acht, als w an n eer hij zich even duidelijk zal openbaren a ls hij zu lks op den avond van zijn o p s tan d in g aan zijn discipelen deed.

„T e n derde — dat de voltallige gem eente zal w orden veranderd om „v o o r altijd bij den H eer te z ijn” .

„T e n v ierde — d a t Is ra ël nog in ongeloof to t zijn eigen land te rugkeeren en zich d aarn a bekeere n zal door de aan hem betoonde genade bij de verschijning; van C hristus.

„ T e n vijfde — d a t alle m enschelijke p lan n en to t w ederopbouw ondergesch ik t m oeten w ezen aan de tw eede kom st onzes Heeren, o m d a t alle naties aan zijn heerschappij onderw orpen zullen zijn.

,,T en zesde — d a t e r onder de heerschappij van C hristu s een verdere rijkelijke u itg ie ting van den Heili­gen Geest op a lle vleesch p laats zal v inden.

,,T en zevende — d a t de in deze v e rk la rin g belichaam ­de w aarheden van groote practische w aarde zijn bij h e t bepalen van het christe lijk k a rak te r en handelen m et be trekk ing to t de actueele v raagstukken van dezen tijd” .

Deze m erkw aard ige v e rk la rin g w as onderteekend door A. C. D ixon en F . B. Moyer, doopsgezinden; G eorge Cam pbell M organ en A lfred B yrd, leden d e r onafhankelijke k e rk ; W illiam F u lle r Gouch, p resby ­te ria a n ; H. W ebb Peploe, J . S tu a rt Holden, ep isco­paten en D insdale T. Y oung, m ethodist.

Dit. zijn w elbekende nam en van eenige d e r g ro o ts te

34 Millioen e n n u levende m enschen z ullen nim m er sterven

predikers d e r w ereld. Dat deze em inen te m an n en , van verschillend inzich t, zich geroepen gevoelden om zulk een m an ifest op en b aar te m aken, is op zichzelf van buitengew one beteekenis; alleen is h et te b e treu ren , dat er nog zoo vele geestelijken zijn, d ie e r an d ers over denken.

Voor ieder denkend m ensch is h e t duidelijk, d a t e r twee soorten van pred ikers z i jn : goede en slech te, ee r­lijke en oneerlijke, trouw e en on trouw e. Het is w aar. dat deze regel op bijna elk beroep toepasselijk is, m aar van alle beroepen der w ereld is d e p laats, die de bedie­n aa r van h e t evangelie inneem t, van goddelijk s ta n d ­p u n t beschouw d, eervoller d an alle andere , om dat h ij verondersteld w o rd t zich bezig te houden m et d ingen , die to t h et W oord Gods behooren en een trouw e ver­vulling van zijn taak hem in een zeker aanzien brengt. A nders is h e t m et een m an, die zich b ed ien aar van het evangelie noem t, m aar zich de w ereldsche vleierij laat w elgevallen, de zuivere leer van h e t evangelie veron­ach tzaam t e n h e t volk m isleid, w a n t zu lk een m an strek t zijn beroep to t on eer en v o rm t een gevaar voor het welzijn d e r m enschheid . Een eerlijk bed ienaar zal op d it p u n t n ie t van meening: verschillen , en hij, die dit wel deed, zou daardoo r zichzelf to t de slechte bedie­naars s tem pelen . L aat ieder dus zichzelf den m aa ts ta f aanleggen en nagaan to t w elk soo rt hij behoort, opdat hij, als hij bem erkt, d a t het de slechte is, zoo spoedig mogelijk zorge, als hij eerlijk is, to t d e goede te gaan behooren.

Een ondernem end dagblad-u itgever bood aan al de voornaam ste evangelieverkondigers v an de hoofdsteden van A m erika een afschrift van h e t zooeven besproken m anifest aan , en u it de houding , die zij ertegen a a n ­nam en, b lijk t voldoende hoe de m eesten erover denken. Algemeen dreven zij d e n spot m et de d aarin u itge­sproken gedach ten , en velen van hen an tw o o rd d en : „H et is onzin te spreken van een ten einde loopendew ereld. Dat zal de ee rs te 50.000 ja a r of lan g er n ie t ge­beuren. Deze oorlog heeft dezelfde w aarde als e lke a n ­dere oorlog en die v e rw arrin g op aarde beteekent n ie ts”.

M illioene n n u levende m en sch en zullen n im m er s te rv e n 35

G edurende m eer dan veertig ja ren heeft Ds. R ussell, een t rouw en toegew ijd C hristen , doo r h e t gesproken w oord zoowel als door d e pers en zijn boeken h e t volk verkondigd , dat h e t ja a r 1914 h e t e inde van de tijden d e r na tiën beteekende, d a t in d ien tijd de w ereld zou beg innen te eind igen en dat h et M essiaansche kon ink ­rijk spoedig d aarop volgen zou. W el slo ten zich h ier en d a a r eeni ge evangelieverkondigers bij hem aan, m aar de m eesten v an hen w isten n ie ts beters te doen dan hem te bespotten en kw aad van hem te spreken , gelijk t ro u - w ens de ge ïn sp ireerde getu igen is des H eeren reeds voorzegd heeft, d a t er in dezen tijd sp o tte rs zijn zouden, die zich tegen de goddelijke g e tu igen is zouden ver­zetten , zeggende: „ D it a llereerst w etende, dat in 't laa ts te d e r dagen sp o tte rs kom en zullen , d ie n a a r hun eigen begeerlijkheden (zelfzuchtig verlangen) zu llen w andelen , en zeggen : „ W a a r is de belofte (het bewijs) z ijner toekom st? w an t van dien dag, d a t de v a d e re n o n tslapen zijn, blijven alle d ingen alzóó gelijk van het begin d er schepping . W a n t w illens is d it h u n onbekend, dat door h e t W oord Gods de hem elen (onzichtbare heersch en d e m achten) die nu zijn , en de a a rd e (sociale orde d er d ingen), door hetzelfde w oord a l s een schat, zijn w eggelegd, en w orden ten v u re (on t- w rich ten d e v erw arring ) bew aard legen den d ag des oordeels en d e r verderv in g d e r goddelooze m enschen” . (2 P e tru s 3 : 3—7).

D at bovenstaande profetische u itsp ra ak in v e rv u l- lin g gegaan is, zal ieder redelijk en denkend m e n sc h m oeten toestem m en en hem overtu igen , d a t wij o n s th a n s in een tijd van overgang van de oude to t d e n ieuw e orde van zaken bevinden.

De g roo te M eester zegt over d it onderw erp v e rd e r: „D e zon zal verdu isterd w orden, en de m aan zal h aa r sch ijnsel n iet geven, en de s te rren zullen van den hem e l vallen, en de k rach ten der hem elen zullen bew ogen w o rd en ” . (M atth. 24 : 29), w elke sym boliek van Jezu s in h e t licht van an d ere B ijbelteksten beschouw d, het volgende be teeken t: De zon is het beeld voor het evan - gelie van Jezus C hris tu s en dien gekru isd , de w ijs-

36 Millioenen nu levende m enschen zullen nim m er s te rven

begeert e van h e t g roo te loskoop-offer. De m aan sym bo­liseert het M ozaïsch w etsverbond, d a t de on tw ikke­ling van het p lan Gods zoowel in h e t Evangelie als in h et M ilenniu m -tijdperk afbeeldde, terw ijl de s te r­ren de g ro o te voorgangers van h e t goddelijk W oord voorstellen.

De g roo te a fval van bed ienaars van h e t evangelie van C hristus Jezus en d ien gekru isd , w aarvan ieder g edu ­rende de laatste tien ja ren getuige is gew eest, w ijst wel op h e t in vervu lling gegaan zijn van deze p ro fetie des Heeren. Zoo kw am en in N ovem ber 19 17 in de C arnegie Hall te N ew -Y ork Joodsche, P ro te s ta n tsc h e en K atho­lieke geestelijken bijeen om een gem eenschappelijken g rondslag voor hun w erkzaam heid te leggen, in welke sam enkom st de naam van Jezus als de g roo te V erlosser zelfs n ie t genoem d w erd . W el bestond e r een neig ing om h e t over bu rgerlijke of politieke v ragen m e t el kaar eens te w orden, m aar de g roote leer d er w aarheid , die door d e apostelen en p ro feten verkondigd w erd , bleef onaangeroerd . Een der sp rek ers op deze b ijeenkom st zeide: „W ij kunnen h ie r d rie d ingen doen : 1°. he t door een in terdenom inale Com m issie doen voorbereiden van een boek d a t u ittrekse ls u it den Bijbel bevat, e n d a t bij de w et of door het college van R egenten voo r school­gebru ik bestem d zou k unnen w o rd en ; 2°. de forrnu- leering van een, n ie t op bekeering b e ru sten d p lan van sam enw erk ing tusschen de school en de verschillende denom inaties, opdat ieder k in d zijn dem ocratisch en relig ieus onderw ijs genieten m oge; 3°. h e t door de besturen bevorderen van ern stigen arbeid e n Bijbel­studie bu iten de school o m ” .

Dit p lan w erd m e t geestd rift aangenom en, en een andere sp rek e r op die v ergadering zeide volgens de b laden : ,,D e tijd is gekom en voor een sam enw erk ing tusschen P ro testan ten , K atholieken, Joden en H eidenen om ieder k ind ten m in ste eenig besef bij te b rengen van zijn zedelijke en relig ieuze erfen is” , terw ijl in een in Jan u a ri 1920 verschenen m ededeeling van de Inter- church W o rld M o v em en t1) geschreven w e rd : „W ij ge- looven, dat de tijd volkom en rijp is om van de zijde van

Millioenen nu Ievende m enschen zullen n im m er s te r ve n 37

h e t vereenigd Protestantism e tot eenheid van handelen te kom en; dat, zonder te trachten om de vraagstukken op te lossen, d ie v e rband houden m et zoo uiteenloopende i n z i c h t e n o v e r g o d s d i e n s t e n p o l i t i e k , de kerken tot een gemeenschappelijke actie bereid zijn".

Zooals men ziet, veel mooie woorden, m aar op de g r o o t e f u n d a m e n t e e l e w a a r h e d e n van h e t Christendom, voorschaduwd door de voorbeeldelijke offeranden en vast gem aakt door h et eene groote offer van Jezus, de uitverkiezing van de gem eente en, door haar, de w ederherstelling der wereld gedurende de heerschappij van Christus — in één woord, door h e l in vervulling gaan van ’s Meesters woord — wordt geen acht geslagen.

De sterren, die volgens M atth. 24 van den hemel zul­len vallen, zijn voorgangers, die h ier zeggen Gods W oord te verkondigen, m aar die inderdaad zijn afge- daald tot h et niveau der algemeene wereldpolitiek. En om den aard van d e zooeven genoem de W ereldlijke kerk- bew eging te laten zien, en om aan te toonen dat het doel, hetwelk beoogd wordt, niet in overeenstem m ing is m et het goddelijk plan, d a t zij het k lare doel van Jezus en de apostelen veronachtzaam t, halen wij hier de woorden aan, die Dr. J. Campbell W hite, de Alge- m eene Secretaris d ier beweging en een van de leidende figuren ervan, onlangs volgens de pers gesproken heeft: „Om het nieuwe program van de sam enw erkende ker- ken u it te voeren, zij n er voor de volgende vijf jaren 100,000 nieuw aangestelde leiders noodig, die een a cade- m ischen graad behaald moeten hebben. Het zal een uit­gaaf van 250,000,000 à 300,000,000 dollar vereischen om d it program gedurende 1920 te financeeren, over welke som in de week van 25 April tot 2 Mei beschikt zou m oeten w ord en ; een derde van het geld zou aan oplei­ding besteed kunnen worden, een derde uitsluitend voor Am erika en een ander derde voor het bereiken van de billioenen menschen in de niet-christelijke wereld. Zoo zou het mogelijk zijn om de wereld in tw intig jaar door

1) Een w ere ld lijke kerkbeweging in A m erika.

38 Millioen e n n u levende m enschen zullen n im m er s t e rve n

de m acht van het christendom beheersch t te doen worden".

Deze W ereldlijke kerkbeweging is inderdaad w at haar naam aanduidt, de „w ereldlijke” beweging in de kerk, of de kerken zich bewegende op wereldlijk gebied. En dat deze beweging inderdaad georganiseerd is in het belang van de grootm achten op politiek- en handels­gebied, blijkt u it w at de I n t e r c h u r c h B u l l e t i n onlangs sch ree f:

„George W . W ickersham , vroeger procureur-gene- raal in de Ver. Staten, zeide in een interview , dat het Christendom en de m oderne wijze van zaken doen door niets van elkaar gescheiden zijn. Iemand met een lei­dende positie in de Episcopaalsche kerk verklaart, dat datgene w at de kerken het meest noodig hebben is een meer aan het zakenleven ontleende wijze van handelen.

„C hina dankt aan de zending zijn bedrevenheid in de boekdrukkunst zoowel als in den verbouw van katoen en fruit.

,,S iam heeft het ver in het leerlooien gebracht door de wetenschappelijke hulp van zendelingen.

„ Brazilië en Indië hebben door hun hulp de opbrengst van den bodem weten op te voeren.

„Japan is rijker geworden ten gevolge van de invoe­ring van A m erikaansche vruchtboom en door vooruit­strevende christelijke pioniers.

,,De inboorlingen van Zuid-Afrika, die vroeger w erk­loos rondliepen, verdienen nu een weekloon in su iker­plantages en in den aanplant van cacaoboonen, die door zendelingen ingevoerd zijn” .

En Reverend David Cam egie zegt in de T o r a n t o G l o b e :

,,De k erk aan deze zijde van den A tlantischen Oceaan heeft wel is w aar u it eigenbelang de partij gekozen van de werkgevers en de regeerende klasse en daardoor trouweloos en verraderlijk gehandeld ten aanzien van het haar toevertrouw de goed, m aar ondanks d it alles is dit toch de eenige weg langs welken alles w at christen­dom heet tot u itdrukking kan komen. Daardoor alleen kan de industrie met nieuw leven bezield w orden.

Millioenen nu le vende m enschen zullen n im m er s te rv e n 39

„H oe kan d e K erk to t de kenn is en h e t gebru iken van h a a r m ach t kom en ? Door aan te toone n, d a t m aat­schappij en in d u strie onverbrekelijk bij e lkander be- hooren, d a t aan beide fu n d am e n teele beginselen ten g ro n d slag liggen, w aarvan zij de d aag s ter is ” .

W aarom doen m annen , die bew eren bed ienaars van h e t goddelijke W oord te zijn, hun beroep zooveel oneer aan , door zich m et zu lke g roo te zaken en de politiek bezig t e houden ? O m dat zij h u n geloof in God en in zijn W oord, den Bijbel, verloren hebben, z iedaar de w are reden. Zij zoeken m ach t en aanz ien bij de m en ­schen en n ie t n a a r goddelijke erken ten is , ten bewijze w aarvan wij ’t volgende aanhalen u it de te Chicago ver­sch ijnende H e r a l d a n d E x a m i n e r :

„D oor Meth odist ische bed ienaars van Gods W oord w erd g isteren gezegd, d a t d e theologische scholen van A m erika van C hristu slee r afw ijken en d a t de Bijbel door vele p red ikan ten n ie t langer als de g ro n d slag van h e t geloof beschouw d w ord t.

„ D r. Henry P au l Sloan, afgevaard igde van de N ew - Yerse y jaarlijk sche conferentie der M ethodist Episcopal C hurch , sp rak op de bijee nkom st van p red ikan ten , die in d e F irs t C hurch, C lark en W ash in g to n stree t g eh o u ­den w erd , over den loop van de studie, d ie door de kerk van iederen p red iker gevorderd w erd, en zeide, d a t vijf en tw in tig jaarconferen ties een verzoekschrift n a a r de kom ende algem eene conferentie gezonden had, die a.s. Mei te Des M oines gehouden zal w orden , om de rich ­tin g van de s tu d ie te herzien .

„V ele M ethodistische p red ikan ten trekken som m ige van d e fondam enteele stellingen van h e t C hristendom in tw ijfel en h an g en de hoogere T ekstk ritiek aan , die vern ie tigend is voor de g rondslagen w aarop het ev an ­gelie berust, zeide de sp re k e r” .

S lechts een enkele m aal ontm oeten w ij een evangelie­pred iker, die den m oed heeft zijn am b tsb roeders de w aarheid o m tren t den tegenw oord igen toestand te zeg­gen, en noem en h ie r R everend W illiam Allan, die in De N e w - Y o r k A m e r i c a n sc h re e f:

4 0 M illioenen n u levende m enschen zullen n im m er s te rv en

„E en van d e redenen w aarom zoovele kerken zoo slech t bezocht w orden , is, d a t d e Heer n ie t onder ons is. In zoo vele gevallen s ta a t C h ris tu s bu iten de deur, trach ten d e b innen te kom en, te rw ijl wij tro tsch zijn op d e g roo te som m en gelds, w elke wij door onze groote m assabew eging in s ta a t zijn op te b ren g en en s teeds doen alsof zilver en goud d e p laa ts van d e geestelijke m acht en van de genade Gods kunnen innem en, welke beide ech ter slechts kom en als de H eer onder ons is. Als d it h e t geval is, dan „za l u itgestroo id w orden , dat hij in h e t h u is is” en zal d e w ereld nogm aals toest roo- m en n a a r de p laats w a a r Jezu s toeft.

„O , d a t de dagen van w eleer toch te rugkeeren , toen de Heer tem idden v an de sam enkom st zijns volks was, de veelvoudige w erkzaam heid van d e gem eente leidende en b es tu ren d e” .

Ook s tem t h e t to t verheuging nu en d an een ch ris te ­lijk blad in handen te krijgen d a t m oedig voor de w aar­heid du rft u itkom en, gelijk de C h r i s t i a n L e a d e r van C in c in n a ti in een hoofdartikel over de W ereldlijke kerkbew eging als vo lg t doet :

„ Ied e re poging om een sch ijnbare eenheid van gevoe­len en van o rgan isa tie b u i t e n d e l e e r v a n C h r i s t u s o m tot s ta n d te b rengen , is n ie t w aard om doo r iem and, die de souverein ite it van onzen Heer en V erlosser erkent, gesteund te w orden . Noch de een­heid w aarvoor hij (onze Heer) zoo v u rig bad. noch de o rgan isa tie die zijn goedkeu ring w egdraag t, noch de geest zijns levens, k u n n en door een v e rw erp in g van C h r i s t u s ’ l e e r verkregen w orden. De geest noch h e t leven van C hristus k u nnen den ind iv iduen of een vereen ig ing van ind iv iduen geopenbaard w orden, als de leer van C hristus n ie t in acht genom en w o rd t. Alle gep raa t over h e t verk rijgen van eenheid in geest en organ isatie , zonder allen op h e t h a r t te d ru k k en om het evangelie van C hristus aan te nem en, is daarom be­driegerij, valschheid , een u itv ind ing van S atan , om de onbedach tzam en te m isleiden. Het is een m assale, be­lachelijke vereenig ing , hoofdzakelijk m et h e t doel om de kerk van C hristus in een com prom itteerende positie

Millioe ne n n u levende m enschen zu llen n im m er s te rv e n 41

42 Millioenen nu levende menschen zullen nimmer sterven

te b ren g en en daarm ede de k rach t v an h e t zuivere evangelie, dat zij predikt, te breken, of, wijl h e t tegen die bew eging opkom t, h a a r in de oogen van alle d e n o- m in a tio n a listen zóó hatelijk te doen schijnen, dat deze e r zich van af w enden” .

W alls tree t op z ’n Zondags.

Het is van belang h ier eens de nam en te verm elden van eenige m annen , die volgens de pers een vooraan­s taan d e p laats in d e W e re ld sc h e kerkbew eg ing innem en, zoom ede de licham en w aarin deze heeren officieel zijn geïn teresseerd en het kapitaal dezer licham en. Onder­den naam van ieder persoon verm elden wij den naam v an h e t lichaam w aaraan deze verbonden is, terw ijl d aa ra ch te r het actief, voor zoover d it bekend is, van het betreffende lichaam verm eld w o rd t:

ALFRED. E. M ARLING:P resid en t New Y ork C ham ber of

C o m m e r c e ..............................................H orace S. E ly & Co...................................C hairm an , B oard of D irectors of

A dvisory Council of R eal E stateIn te rests .................................................

A ssociates L and Co...................................Bond & M ortgage G uarantee Co. . .P resident, C ham ber of C om m erce of

the S tate of New Y o r k ..................... .C olum bia T ru s t Co............................ .Com m ercial U nion A ssu rance Co. . .F ifth A venue B ank of New Y ork . . .F u lton T ru s t Co. of New Y ork . . . .H anover F ire In su ran ce Co..................M utual Life In su ran ce Co. of New

Y ork .................................................New Y ork Life In su ran ce & T ru s t Co.S a ilo r’s S n u g H arb o r ............................

$ 121,100,000„ 1,607,578„ 21,306,000,, 8,780,000„ 5,840 ,184

, , 673,714,294„ 33,958,000

GEORGE W . WICKERSHAM:Law firm of Cadwalader, W ickers-

ham &, Taft . . . . ..............................American Hawaiian Steam ship Co. . . $ 5 ,000,000

ALEXANDER R. NICOL:Agwi Oil Co..............................................Agwi Pipe Lines Co.................................Agwi R efining Co....................................A tlantic Gulf & West. Indies Steam-

ship L in e s .............................................. $ 39,754,800A tlantic Gulf Oil C o rp o ra tio n ............. ,, 20,000,000Carolina Term inal Co............................. „ 100,000Clyde Steam ship Co................................. 7,000,000Clyde Steam ship Term inal Co............. „ 100,000International Shipping Corporation . ,, 100,000M allory S teamship Co........................... ,, 7,000,000Mexican N&vigalion Co. . . ,, 5,000,000New York & Cuba Mall Steam ship Co. ,, 10,000,000 New York & Porto Rico Steam ship

Co. of New Y o r k ......................... .............. 50,000New York & Porto Rico Steamship

Co. of M a in e ........................................ „ 5,000,000San Antonio Co........................................ „ 50,000San Antonio Docking Co....................... „ 1,000Santiago Term inal Go...........................Scandinavian T rust Co........................... ,, 34,264,000Seventy-Sixth Street Co..........................Southern Steam ship Co.......................... „ 90,000Sum m it Estates Co.................................United States & Porto Rico Navigation

Co.............................................................. „ 2,000W ilm inglon Term inal Co.................... ,, 100,000

CLEVELAND H. DODGE :Phelps Dodge Corporation . . . . . . . ,, 45,000,000Alamogordo & Sacram ento Mountain

Ry ........................................................ ...,, 3,000,000Alamogordo Lum ber Co.......................... ..... 740,000American Brass Co................................. ...,, 15,000,000Atlantic Mutual Insurance Co................„ 16,823,401

Millioenen nu levende m enschen zullen n im m er s te rv e n 43

44 M illioe ne n nu leven d e m enschen zullen n imme r s te r ven

B u rro M ounta in Ry. C o........................ $C om m ercial M ining Co............................D aw son Fuel Sales Co............................D aw son R ailw ay & Coal Co..................El Paso & N ortheastern Go.....................El Paso & N ortheastern R ailroad Co. .El Paso & Rock Island R y.....................El Paso & S o u th easte rn Co.....................El Paso South w este rn R ailroad Co.G olden Hill C o rp o ra tio n .........................M orenci S ou thern R ailw ay Co..............N acozari R ailroad Co................................N ational City B ank of New Y ork . . .National City Co.......................................New Y ork Life In su rance & T ru s t Co.N orth S ta r M ines Co................................Old Dom inion Co. of M a in e ..................Russell Sage F o u n d a t io n .....................

FLEMING H. R EV ELL:F lem ing H. Revell Co...............................Board of Home M issions of the Pres-

by teria n Chu rch of the U. S. A. . . M issionary Review P ublish ing Co. . . New Y ork Y oung M en’s C hristian

A ssociati o n ..............................................New York Life In su ran ce C o..............Nor thfield Schools ................................W heaton College, N orton, M ass. . . .

JOHN. D. ROCKEFELLER, J r . :Bureau of Social H y g ie n e .....................C hina M edical B o a r d ............................ ...Colorado F uel & Iron Co........................U niversity of C h ic a g o .........................G eneral E ducalion B o a r d .....................In terna lional H ealth C om m ission . . .M an h a ttan R ailw ay Co.............................M erchan ts F ire A ssurance C orpora­

tion of New Y o r k ................................R ocke feller F o u n d a t io n .........................

400,000

3, 100,000 16,792,000 5,400,0005,000,000

25,000,00019,055,000

1,250,0001,000,000

887,193.000

33,958,0002,500,000 7,426,775

$ 995,087.285

$ 76,262,200

„ 60,000,000

„ 2 786 ,431

R ocke feller In stitu te fo r MedicalR esearch ....................................................De heer Jo h n D. R ockcfeller J r . w o rd t ook verm eld

in W h o ' s W h o i n A m e r i c a 1920 als „ d e be lan ­gen van zijn vader b eh artig en d ” — den w elbekenden John . D. Rockefeller, w iens verm ogen, n a a r m en zegt, m eer dan een billioen do lla r bedraag t.

S edert h e t ja a r 1899 is deze zoon, behalve deelgenoot van de s tra k s genoem de licham en, afw isselend d irec­te u r gew eest van de vo lgende:

Chicago T erm inal T ra n s fe r R ailroad Co. . . . . . . . . . . . . . .D elaw are, L ackaw anna & W este rn

R ailroad Co.............................................. $ 42,597,000Lake S u p erio r C onsolidated Iron

M i n e s .....................................................New Y ork P ro d u ce E xchange Safe

Doposit an d S to rage Co........................A m erican Linseed Co................................ „ 33,445,678N ational City Bank of New Y ork . . . ,, 887,193,000P u g e t Sound Reduction Co..................U nited S ta tes Steel C orporation . . . „1425,229,769 M issouri Pacific R ailw ay Co. . . . . „ 3 45,632,400Federa l M in ing & S m elting Co................... 18,000,000S tan d ard Oil Co. of New Jersey . . . . „ 98,338,300

Uit de Los A ngeles T i m e s nem en wij h e t volgende over:

„ In ‘t kort, de eered ienst heeft besloten om d e m etho­den v a n groo te zaken en sch itte ren d e financieele onder­nem ingen over te nem en, w aarin hij overigens van deze ook m oge verschillen . Onze christe lijke leeraren en h e r­d ers zeggen, d a t de voorm annen der g roo te onder­nem ingen , regeeringen en leiders van g roo te religieuze licham en den toestand van de w ereld hebben on d er­zocht en d a t zij allen h ie rin overeenstem m en, d a t de doo r oorlog verw oeste wereld slechts doo r geld kan w orden gered . En m issch ien hebben zij wel gelijk , sinds deze zelfde w ereld, w aarin , zooals ons geleerd w ordt, ,,een helle lich tstraa l gevallen is” , en zich beroem t op

Millioenen nu levende m enschen zullen n im m er s te rv e n 45

een ige nederige tim m erlieden en v isschers, die v a n alle w ereldsche gem akken afs tand deden en als discipelen een arm en M eester navolgden.

„H u n geschriften w em elen van iron ische w aarheden. „D e m ees t bescheiden ondern em in g zo rg t tegenw oordig voor de vorm ing van haar personeel: k u n n en de kerken m in d er doen?” v ragen zij. „ In A m erika hebben w e ken- n e rs van de Zondagschool, B ijbeluitleggers, geoefende v isschers van m enschen noodig” , heet h e t verder. Hoe­zeer zijn wij afgedw aald van de eenvoud van Jezus, van zijn Bergrede, van zijn verheven leer, vrij voor ieder die h a a r navolgen w il. „D e verw erkelijk ing van de behoefte d e r m enschheid aan C hristus is in dezen lijd m et plot- se lin ge, verb lindende k laa rheid gevolgd, n ie t ongelijk aan w a t m et Sau l van T arsu s het geval w as” , w ordt verder gezegd. M aar w a t Saul van T a rsu s overkw am sc h ijn t oen b ijzonder zeldzam e gebeurten is. Liever geeft m en zijn bed ien ing op w egens de la ge aan h e t am bt verbonden aardsche belooning. Slechts tonnen gouds zijn in s ta a t h en te behouden, of n ieuw e S au lussen te k rijgen . Onze m oderne S aulussen nem en n ie t toe zonder een u itstekende v o rm in g en belofte van hooger sa la ris .

„ E n alles w a t d ie h erders zeggen is ook zoo logisch! A lles ad em t veelbelovende beloften, on tw ijfelbare be­w eringen ten aanz ien van de toestanden en de noodige hervo rm ingen . En toch geeft d a t alles ons een gevoel van leedwezen, d a t h e t C hristendom in zulk een toe­stand verkeert, ofschoon h e t ons ju is t d aa rd o o r m isschien h e t verw aarloozen van onzen geestelijken plicht d o e t ge­voelen, w ant alleen op onzen financieelen plicht w o rd t de n ad ru k gelegd. E r w o rd t n ie t van ieder van ons ge­vraagd , d a t w c o n s zelf tot zendeling zonder betaling zu llen vorm en. E r w o rd t n ie t van ons gevraagd onze eigen ziel, ons eigen leven, onze eigen geestelijke ver­rich tingen te onderzoeken; wij w orden slechts ver­m aan d om voor de godsdienstige vo rm in g van anderen , d e godsdienstige verb e te rin g van anderen te betalen . E r zijn ta lrijke z innen die beg innen m e t „U w geld z a l” enz., w aarn a d an opgesom d w ord t hoeveel d iensten van a n d e r e n erm ede gekocht kunnen w orden. F.r zijn

4 6 Millioenen nu levende menschen zullen n immer sterven

zinnen w aarin van onzen , ,p lich t” gesp roken w ordt, m a a r zij kom en alle neer op h e t verschaffen van geld voor de p lich ten v a n a n d e r e n , w aardoo r d e ind ruk w o rd t gevestigd, d a t wij ons van onze p lich ten kunnen vrijkoopen, hoewel zij zelf zeggen, d a t „ h e t d w aas zou zijn te denken , d a t geld alleen h e t C hristendom vooru it kan b rengen , w a n t d a t h e t voo rnaam ste v raag stu k altijd de leiders zijn gew eest” . Een an d ere v e rm an in g lu id t: „W ij m oeten voortgaan m annen en v ro u w en u it te zenden , d ie h e t C hristus-leven in h u n zaken, h u n ver­m aak en h u n hu isgezinnen u itd rag en ” . A lw eer d u s : Zend a n d e r e n uit, ' t is n ie t noodzakelijk, d a t ge het zelf doet. ,,A ls ge h e t n ie t zelf doet, zal een geslach t van geoefende christe lijke leiders er voor zorgen, dat u w k in d eren uw n aam zullen zegenen”, hee t h e t voorts, m e t alle w elke u itsp rak en m en eigenlijk n ie ts anders zeggen wil, dan d a t wij in gebreke zijn gebleven de beu rs te openen.

,,Zij zull en h u n honderd m illioen opb ren g en . . . m a a r a ls de m eesten van ons h u n ch ris ten d o m niet m eer a ls iets persoonlijks, iets individueels beschouw en, als wij o n s zelf geen an d ere en hoogere eischen gaan stellen d a n h e t verschaffen van geld, dan zal ons aan anderen overgedragen ch ristendom der w ereld n ie t to t veel n u t zijn en onze financieele w elstand n ie t veel ijs in den hem el b rek en ” .

W allstree t zet een vroom gezicht.

Roger W . Babson, eerste s ta tis ticu s van W allstree t, zeide in een b rief van 27 Jan . 1920, d ie op beperkte schaal gepubliceerd is gew orden, h e t volgende over de k e rk e n :

„D e w aarde van onze beleggingen h a n g t n ie t af van de m a ch t van onze banken , m aar veel m eer van die onzer kerken. De s lech t betaalde p red ikers van de natie zijn de m annen van wie wij in w erkelijkheid veel m eer afhangen dan van de goed betaalde advokaten, bank iers en m akelaars. De religie van de gem eenschap is in w erkelijkheid h e t bolw erk van ons verm ogen. En als wij

M illioenen n u levende m enschen zu llen n im m er s te rv e n 47

48 Millioenen nu le vende m enschen zu llen n im m er s te r ven

bedenken, d a t slechts 15% van het volk effec ten van een of andere soort bezit en m inder dan 3% genoeg heeft om inkom stenbelasting te betalen, dan kom t de belangrijkheid der kerken nog meer uit.

„L aten wij, zakenm enschen, ter wille van ons zelf, terw ille van onze kinderen en terwille van onze natie de kerken en h aar predikers de hand reiken, ook al zijn deze niet volmaakt, al is hun theologie verouderd, w ant dit beteeken t alleen, d a t als zij w erkkrachtiger w aren, zij ook meer zouden doen. D e v e i l i g h e i d v a n a l o n z e b e z i t t i n g e n d a n k e n wi j a a n d e k e r k e n , z e l f s i n h a a r t e g e n w o o r - d i g e n o n w e r k z a m e n t o e s t a n d . L a a t o n s bi j a l l e s w a t o n s d i e r b a a r i s, v a n d e z e n d a g a f m e e r t i jd, g e l d e n a a n d a c h t wi j - d e n a a n d e k e r k e n v a n o n z e s t a d , w a n t v a n h a a r h a n g t t e n s l o t t e d e w a a r d e a f v a n a l l e s w a t wi j b e z i t t e n ! "

d e geldw isselaars oefenen dus hun bedrijf weder uit in het huis des Heeren, en h ier schijnen d e woorden van d e n Mees te r wederom toepasselijk: ,,E r is ge­schreven: Mijn huis is een huis des gebeds; m aar gij hebt dat tot een kuil der m oordenaren gem aakt” . (Lukas 19 : 45, 46).

Natuurlijk zal h e t „grootbedrijf” het vereischte geld bijeenbrengen, om dat het d it noodig ach t, m aar zou het volk inderdaad zijn geestelijke belangen toevertrouwen aan een klasse van m enschen wier god Mammon is ?

W ij w eten het niet, m aar d a t e r ook zijn, die de spits­vondigheid van deze beweging inzien en den moed hebben het ook te zeggen, blijkt u it h e t woord van Dr. A. T. Peterson, een Baptistisch p redikant te Illinois, die zeide: „H et is een opper-Volkenbond”, en u it w at Dr. Conant, een evangelist, zeide in een rede over de W ereldlijke kerkbew eging:

„ In eensm elt ing is aan d e orde van den dag op alle gebied van menschelijke werkzaam heid, en d e laatste en mees t dreigende fusie is de wereldlijke kerkenbewe- ging. Door deze beweging w ord t de gansche Christelijke Kerk onbew ust in een groot kerkverbond gebracht, het-

welk door vrijzinnigen (ongeloovigen, hoogere tekst- critici, evolutionisten, tegenstanders van de belangen van God en de menschen) geleid wordt.

„Deze beweging is geheel doortrokken van dw aling Onze Heer zegt, dat het de taak van de kerk is het evan­gelie te prediken aan alle creaturen — d a t alleen- en niets meer, m aar de leiders van deze beweging zeggen, dat d e kerk tot opdracht heef t ,,een beschaving in de gansche wereld te vestigen, die christelijk is naar den geest en naar het gevoel” , welke beide begrippen zich zoo slecht tot elkander verhouden als olie tot water.

„Door hun sociaal program trachten zij de S taats­organen voor zich te w innen en zoo kerk en Staat tot elkaar te brengen” .

Het evangelie als een getuigenis.

Jezus voerde als een bewijs van h e t einde der wereld aan : „D it evangelie des koningrijks zal in de geheele wereld gepredikt w orden tot een getuigenis aller volke­ren ; en dan zal het einde kom en” . (Matt. 24 : 14).

Als de leiders van de W ereldlijke Kerkbeweging be­weren, dat hun doel is de wereld lol het Christendom te bekeeren, dan zeggen wij hun, dat zij te laat komen, en dat zij dit niet doen op de wijze als de Heer wil. In de eerste plaats prediken zij n iet het evangelie van het koninkrijk, e n bekennen zelf openlijk, d a t zij de leer­stellige w aarheden van het evangelie niet doen gelden. In de tweede plaats heeft de prediking van h e t konink­rijk niet ten doel de gansche wereld te bekeeren, m aar om uit de wereld „een volk voor zijn naam ” (Hand. 15 : 14) aan te nemen. En in de derde plaats is dit reeds gedaan, bevinden wij ons aan het einde van de oude orde van zaken en is de nieuwe bezig aan te breken.

Benauwdheid en radeloosheid.De verhoudingen, zooals deze zich sedert 1914 ontwik­

keld hebben, zijn neerdrukkend en ontmoedigend. De staatslieden over de geheele wereld zijn radeloos. De financiers zijn radeloos; de zakenm enschen zijn rade-

Millioenen nu levende menschen zullen nimmer s t erven 49

loos; het volk is het, ja, allen zijn het. Hoe kom t d it en w at beteeken t di t ? Jezus, wijzende op h e t einde der wereld, zegt ten bewijze daarvan, d a t e r zou zijn ,,op de aarde benauw dheid der volkeren, m et twijfelmoedig, he id ; de zee (d e onrustige menschheid) en d e w ater­golven (hervorm ingsbeweging) zullen groot geluid geven, en den m enschen het hart zal bezwijken van vrees en verw achting der dingen, die het aardrijk zullen overkom en; w ant de krachten der hemelen zullen be­w ogen w orden” (Lukas 21 : 25, 26) welke uitspraak wij dagelijks m eer in vervulling zien gaan.

En als een voorbeeld hoe de groote staatslieden h ie r­over denken, wijzen wij op w at President W ilson in zijn rede voor het Congres, n a het uitbreken van den grooten oorlog, zeide: , ,Dit zijn dagen van groote radeloosheid, w aarop zich donkere wolken over het grootste deel der w ereld sam enpakken. Het schijnt alsof groote, stille, m aterieele krachten losgelaten zijn geworden, welke lang gesluim erd en in toom gehouden zijn gew orden” .

Vrees heeft zich van alle m enschen in alle standen m eester gem aakt. Zelfzucht schijnt overal de boventoon te voeren. De landheer, die voelt dat wellicht niet ten tweeden male zulk een oogst binnengehaald zal kunnen w orden, verhoogt de pacht. De grossier, d e handelaar in voedingsm iddelen, kleederen enz. schijnen te vree- zen. dat e r geen tweede gelegenheid zal komen en d a t zij daarom van de gelegenheid gebruik moeten maken om zooveel mogelijk voor hun waren te vragen, terwijl er overal een geest van w antrouw en bestaat, in al het­welk wij de vervulling zien van Jezus’ woorden.

Het verlangen der m enschen.

Tem idden van al deze benauwdheid, zorg en kom m er leeft er een sterk verlangen in het h a rt der menschen naar leven, vrijheid en geluk. Bijna iedereen wenschl in vrede te leven m et hen, die hem lief zijn, en strijd en oneenigheid te vermijden, m aar d e om standigheden schijnen ’s m enschen moeilijkheden onoverkomelijk te m aken. Zij kunnen n iet w at zij gaarne zouden willen.

5 0 Millioe nen nu levende menschen zulle n nim m er s t e rven

E r schijnt een onzichtbare m acht te bestaan die hen leidt. En welke is die m acht ?

De dem onen zijn werkzaam .

Nogmaals wijzen wij h ier op het feit, d a t het bij het einde van de wereld zijn zal zooals het in de dagen van Noach w as. De Schrift zegt duidelijk, dat de w ereld toen door gevallen engelen beheerscht is geworden, die, zooals u it het zesde hoofdstuk van Genesis blijkt, de gestalte van een mensch aangenom en en, de gehoor­zaam heid jegens Jehovah overtredend, zich vrouwen u it het menschelijk geslacht gekozen hadden, en dat d aa ru it een boos nageslacht is voortgesproten, dat de gansche aarde met boosheid vervulde, w aarop God den zondvloed liet komen. De Apostel Petrus, nagaande w at u it die dem onen gew orden is, zeg t: ,,W an t indien God de engelen, die gezondigd hebben, m et gespaard heeft, m aar die in de h e l geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bew aard te w orden” . „ W a n t Christus heeft ook voor de zonde geleden, hij rechtvaardig voor de onrechtvaar- digen, opdat hij ons tot God zoude brengen, die wel is gedood in het vleesch, m aar levend gem aakt door den geest; in denwelke hij ook henengegaan zijnde den geesten die in de gevangenis zijn gepredikt heeft, die eertijds ongehoorzaam w aren, w anneer d e lankm oedig­heid Gods eenmaal verw achtte in de dagen van Noach, als de ark toebereid w erd” . (2 Petrus 2: 4 : 1 Petrus 3 : 18—20). ,,E n de engelen die hun beginsel n ie t be­w aard hebben, m aar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft hij tot het oordeel des grooten dags m et eeuwige banden onder de duisternis bew aard” . (Judas 6).

Deze demonen, wier verblijf in den dam pkring der aarde beperkt is, bezitten de m acht om zich door middel van m edium s m et de levenden in verbinding te stellen, w aarover in een ander boek „Spreken met de dooden” uitvoerig gehandeld w ord t en daarom hier n ie t op de details w ordt ingegaan. Alleen wordt de aandacht ge-

Mil lioe nen nu levende m enschen zullen nim m er s te rv en 51

vestigd op h e t feit, dat uit de bovengenoemde teksten duidelijk blijkt, dat d e dem onen, als het einde van de wereld bereikt is, groote r m acht over de m enschen zullen krijgen en deze ook zullen uitoefenen. De Czaar van R usland stond steeds door middel van een medium, die in zijn paleis woonde, m et de dem onen in verbin­ding. Ex-keizer W ilhelm van D uischland beweerde, dat. bij ,,een innerlijk oor” had, w aardoor hij „stem - m en” hoorde van de andere zijde, door welke hij zich liet leiden. De weg echter w aarop de dem onen zich bewegen, is die der goddeloosheid, en zonder twijfel is de groote wereldoorlog, die in 1914 uitbrak, hoofdzake­lijk hun w erk geweest.

De Schrift spreekt van een grooten wervelwind, welke van de einden der aarde zal opsteken (Zie Jerem ia 2 3 :1 9 ; 25 : 32, 33 ; 30:23, 24) met welken wervelwind een grooten oorlog bedoeld w ordt. De groote oorlog heeft een belangstelling in he t spiritism e gew ekt als nim m er te voren gezien is, zóó, dat tallooze veel op den voor­grond tredende m annen er vereerders van zijn gew or­den en de spiritistische leer, tot m eerdere verw arring der m enschheid, zijn gaan verkondigen. Op een andere p laats in de Schrift worden deze dem onen als de ,,vier w inden” beschreven, en Jezus, sprekende door den Openbaarder, zegt: ,,lk zag vier engelen aan de vier hoeken der aarde staan, die d e vier w inden der aarde vasthielden, zoodat noch op het land, noch op zee, noch tegen eenigen boom een w ind waaien zou . . . voordat wij op het voorhoofd der dienstknechten van onzen God het zegel gedrukt hebben” . (Openb. 7 : 1—3). Deze winden of krachten der luch t zijn geen krachten der natuurlijke lucht, m aar de krachten w aarvan de Apostel Paulus spreekt als ,,de oversten der m acht van de luch t” (Ephezen 2 : 2). Doordat deze dem onen nood, ontevre­denheid, onrust-, haat, boosheid, strijd en alle andere slechtheden te voorschijn roepen — alle welke gevoe­lens temidden van groote h itte wegsmelten, zooals de Heer bij monde van Apostel Paulus voorspelde (2 Petrus 3 : 10) — oefenen zij grooten invloed u it op den men- schelijken geest .

52 M illioenen n u le vende m enschen zu llen n im m er s te rv en

Menschelijke geneesmiddelen.

W elke geneesmiddelen prijzen de menschen nu aan om orde in d e chaos en vrede en voorspoed aan hot volk te brengen ? De financiers doen wanhopige pogin­gen om d e tegenwoordige financieele stelsels in stand te houden, m aar zij kennen geen geneesmiddel en weten niet, hoe een beteren toestand in het leven te roepen. Na eeuw enlange inspanning, hebben de politieke p a r- tijen wel voldoende het vruch telooze aangetoond van de pogingen om de tegenwoordige toestanden te verbeteren en d e netelige vraagstukken op te lossen. Economen en staatslieden, die deze vraagstukken vlijtig bestudeerd hebben, moeten toegeven, dat zij n iet in staat zijn iets te doen; een onm acht, die bij alle politieke partijen en organisaties bestaat, om dat zij alle gevorm d worden door zelfzuchtige, onvolmaakte menschen, die derhalve ook geen volmaakte toestanden kunnen scheppen.

M illioenen n u levende m enschen zu llen n im m er s te rv e n 5 3

De Volkenbond.

Met het ophouden van de vijandelijkheden hielden de staatslieden van d e voornaam ste bij den oorlog betrok­ken landen een conferentie meenende thans vrede en w elvaart te kunnen vestigen — w aarvan het resultaat was het oprichten van een verbond, bekend onder den naam Volkenbond, die nu he t heilmiddel zou zijn voor de tegenwoordige kwalen. Zal dit inderdaad het geval zijn ? Een door alle landen der wereld gevorm d ver­bond, opgetrokken op de grondslagen van recht en rechtvaardigheid, en w aarin alle betrokken partijen eerlijk het doel zouden trachten te bereiken, zou onge­twijfeld n u tt ig werk kunnen doen, m aar een verbond w aarin zelfzucht d e boventoon voert en d e handelingen van allen beheerscht, kan geen ideale toestanden schep- pen. In zijn wijsheid w ist God van te voren, dat de Volkenbond komen zou e n heeft hem ook voorspeld, maa r ook heeft hij vooruit gezegd, dat hij m islukken zou , gelijk wij kunnen lezen in Jesaja 8 : 9, 10.

De reden w aarom de Volkenbond opgericht is, wor- telt eigenlijk in vrees. V ertrouw en op God en diens be- loften kent hij niet, en daarom zal ook nim m er het beoogde doel bereikt worden. Het is niet de weg Gods die gevolgd wordt, w ant deze heeft duidelijk gezegd: „ W an t mijne gedachten zijn niet u lieder gedachten, en uwe wegen zijn n iet mijne wegen, spreekt Jehovah. W an t gelijk de hemelen hooger zijn dan de aarde, alzoo zijn mijne wegen hooger dan uwe wegen, en m ijne ge- dachten dan ulieder gedachten” . (Jesaja 55 : 8—9). W aar nu bij de oprichting van den Volkenbond heele- m aal geen rekening is gehouden met het groote plan van Jeh ovah, en een natie, of een bond van naties, die aan het goddelijk plan geen aandacht schenkt, n iet is „een gezegende natie, w ier God de Heer is", zooals Psalm 33 : 12 zegt, daarom kan het begeerde resultaat e r n iet van verw acht w orden. De profeet des Heeren dacht ongetwijfeld aan de vorm ing van zulk een volken­bond en aan een verbond van kerkelijke systemen, toen hij schreef: ,, V ergezelt u tezam en gij volken, doch wordt verbroken; en neem t ter oore gij allen die in verre lan­den zijt, om gordt u doch w ordt verbroken; om gordt u doch wordt verbroken ! Beraadslaagt eenen raad doch hij zal vernietigd worden, spreekt een woord, doch het zal niet tot stand kom en” . (Jesaja 8 : 9—10).

Kerkelijk geneesmiddel.

De uitdrukking „kerkw ezen” du id t een samenvoe­ging van verschillende kerksystem en aan, en wel hoofd- zakelijk op de in den dienst der kerken werkzaam zijnde geestelijken of priesterklasse. Gedurende langen tijd was het Roomsch-Kath olieke het eenig bestaande ge­loof, totdat in d e zestiende eeuw de reform atie het aan­zijn gaf aan het Protestantsche kerk wezen. W aar nu de geestelijkheid m et een geneesmiddel voor d e bedrukte menschheid voor den dag komt, is het geboden ernstig te onderzoeken of het heilmiddel d a t zij aanprijsts in ­derdaad dien naam verdient. De Katholieke zoowel als de Protestantsche kerk beweert, d a t het haar zending

54 Millioe ne n n u le vende m enschen zullen n im m er s te r ven

is om de w ereld te bekeeren en daardoor het volk onder de vleugelen van de kerk te brengen. L aat ons nu eens aannem en, dat het haar gelukt het beoogde doel te be­reiken en h e t geheele m enschelijk geslacht to t de eene of andere kerk te brengen, welke is dan de hoop, die zij het volk kan geven?

Het katholieke geloof of de katholieke leer is, d a t de bestem m ing van den mensch bij den dood bepaald wordt, dat de goede en w are katholieken dan naar den hem el gaan, om d aar in een toestand van eindelooze zege te komen, en dat de anderen, die in een of ander opzicht niet trouw zijn geweest, in h e t vagevuur komen, om daar een onbepaalden lijd — n iet m inder dan dui­zend jaar — te verblijven, gedurende welken tijd zij verondersteld w orden een reiniging en zuivering te ondergaan, om dan h e t hem elsche rijk te kunnen b in­nentreden. Alle anderen, de ketters, de afvalligen enz. daarentegen zullen in het v u u r der hel komen, om daar bij volle bewustzijn eeuw ig te lijden.

De protestantsche leer in ’t algemeen is, d a t de be­stem m ing van den m ensch bij den dood voor eeuwig bepaald wordt, dat het trouw e lidm aat der kerk dan tot heerlijkheid geraakt, in een toestand van vreugde in den hemel komt, m aar d a t alle anderen aan een eeuwig­durende kwelling ten prooi zullen wezen.

Men zal bem erken, dat w anneer er van eenig werke­lijk verschil tusschen de twee heilm iddelen sprake is, het P ro tes tan tsche het slechtste is van de twee, omdat het geen m iddenw eg aanbiedt, terwijl het door iedereen gem akkelijk ingezien kan worden, d a t noch het Katho­lieke noch het Protestantsche geloof eenig geneesmid­del, welk ook, dat tot vrede, voorspoed, vrijheid, geluk en eeuwig leven zou kunnen leiden, voor de tegenwoor­dige w anorde aanbiedt, w aaru it w eer volgt, dat als het zou gelukken om de meeste of alle m enschen tot haar theorieën te bekeeren, het toch geen oplossing van de tegenwoordig bestaande vraagstukken zou beteekenen.

Het groote bezwaar tegen de kerkelijke stelsels is, dat ze h e t goddelijk geneesmiddel, de aan de christenen gegeven opdracht geheel verwaarloozen, hu n hoop op

M illioenen nu le ve nd e m enschen zullen n im m er s t e r ven 55

de door menschen opgestelde theoriën, gelooven of in ­stellingen vestigen en de goddelijke opdracht, welke aan iedereen gegeven is, die zich toegewijd heelt om des Heeren wil te doen, volkomen m iskennen. K atho- lieken zoowel als Protestanten zullen wel willen toe- geven, d a t slechts een klein deel van de bevolking der aarde de leeringen van hun kerk hebben omhelsd, of zeggen zulks gedaan te hebben, en zelfs de ijverigsten onder hen zullen niet willen beweren, dat zij hopen iedereen tot hun denkwijze en daarm ede tot hun kerk te bekeeren. Feit is, dat zij in onzen ,,m odernen lijd” de leer verwaarloosd en het volk n iet voorgehouden hebben deze leer aan te nemen, m aar het slechts heb­ben opgewekt om mede te helpen het benoodigde geld bijeen te krijgen. Zich den oorlogsgeest, den wereldschen geest ten nutte m akend, zijn deze kerk- stelsels thans bezig millioenen dollars bijeen te krijgen onder het voorw endsel: „A ls wij m aar geld hadden, dan zouden wij d e wereld kunnen bekeeren” . Is het niet een lasteren van den Heer, te m eenen, dat hij geld behoeft om zijn doel te bereiken, of d a t het hem behagen zou de ongewijde geldm iddelen der w ereldlingen te ge­bru iken om zijn w erk te doen ? Is het noodig om in den naam van God geld in te zamelen van menschen, die geen deel hebben aan Gods’ werk niet alleen, m aar slechts gehoor geven aan den aandrang der voorgangers om geld te geven, ten einde daardoor een bepaalde plaats onder een zekere klasse van menschen in te nem en ? Mag m en zeggen, dat de Heer tot zulke methoden zijn toevlucht moet nem en om zijn plan u it te voeren ? Ieder redelijk denkend m ensch zal moeten antw oorden: zeker niet. En wederom w orden wij h e r­innerd aan de door de profelen geuite woorden, welke God sprak tot hen, die deze w ereldsche theorieën ver­kondigen: „M ijne gedachten zijn niet uwe gedachten, en uwe wegen zijn n iet mijn wegen, spreekt Jehovah. W ant gelijk de hemel hooger is dan de aarde, alzoo zijn mijne wegen hooger dan uwe wegen en m ijne ge- dachten dan ulieder gedachten” . (Jesaja 55 : 8—9).

W ijs is de mensch dus, die onderzoekt w al h e t god-

56 M illioenen nu levende m enschen zullen n im m er s te rv e n

delijk geneesmiddel is, en die, als h ij dit kent, tracht daarnaar te handelen, w ant niets dan de goddelijke m acht kan in den tegenwoordigen verw arden toestand orde scheppen en den m ensch geven w at deze wenscht. Laat ons bedenken, dat het altijd het verlangen van den mensch geweest is om zich in leven, in vrijheid en geluk te kunnen verheugen, welk verlangen zoo diep in hem geworteld is, dat hij het h ier en d aar in de grondw et van zijn land heeft vastgelegd. Men verspilt derhalve zijn geld, zijn tijd en energie als men, het god­delijk geneesmiddel n iet achtend, een dw aallicht, een door menschen uitgedachte theorie najaagt. Kent men dit goddelijk geneesmiddel echter niet, dan kan men het natuurlijk ook niet najagen, en dat de groote m assa het n iet kent, kom t om dat de predikers ontrouw zijn geworden aan hun opdracht, nagelaten hebben de Schrift te onderwijzen, m aar daarvoor door menschen uitgedachte theorieën in de plaats hebben gesteld, waarom God dan ook, vooruit wetende, dat d it alzoo zijn zou, zeide: „Zie, de dagen komen, spreekt de Heere Jehova, dat ik een honger op het land afzend; een hon­ger niet naar brood, een dorst, niet naar water, m aar n aa r het hooren van Jehova’s w oord” . (Amos 8 : 11).

Na vele eeuwen van goddelijke genade hebben de leeraars van de Naam kerk als k lasse zich ontrouw be­toond aan de hun gegeven goddelijke opdracht. Na een zesduizendjarige krachtsinspanning om een idealen toestand op aarde in het leven te roepen, zien de vol­keren zich thans voor een chaotische verw arring ge­plaatst en tasten zij in den blinde rond. De menschen, die recht en w aarheid liefhebben, zijn zonder hulp, raad en troost gebleven van hen, van wie ze deze hadden mogen verwachten en die zich de boden des Heeren noemen. Deze z.g. geestelijke raadgevers hebben het m asker afgerukt en verklaren nu onbeschaam d, dat zij de leerstellingen m inder achten en sam en hu n krach­ten inspannen om geld en m acht te verkrijgen.

Als nu d e groote leerstellingen van het christendom niet geacht worden, w aarm ede zullen dan de honge­rende zielen gevoed w orden? — de zielen, die naar

Millioenen nu levende m enschen zullen nimmer s te rve n 57

gerechtigheid hongeren en dorsten, w aarm ede zullen zij verzadigd w orden ? (Psalm 107 : 1—7). Is h e t niet voor allen tijd om h e t goddelijke geneesm iddel te zoe­ken ? ’s Menschen verlegenheid is Gods' gelegenheid. De gansche w ereld gaat onder lijden en kom m er gebukt— mochten dan zij, die daar treuren, getroost worden door het groote en zegenrijke werk, dat in Gods W oord geopenbaard wordt.

58 Millioenen nu levende m enschen zullen n im m er s t e rv en

Het goddelijk geneesmiddel.

De Heilige Schrift bevat de u itdrukking van den wil Gods betreffende den mensch, en is de eenige w are bron w aaru it de kennis van de toekomstige hoop der m en­schen geput kan w orden. De Apostel Paulus, een profe- tischen blik w erpende op den komenden tijd van zege­ningen, welke voor de m enschheid kom en zal, schreef aan de volgelingen van Jezus: „ W a t geen oog gezien, w at geen oor gehoord heeft, en in ’s m enschen h art n iet opgekomen is, w at God heeft bereid voor hen, die Hem liefhebben. W an t ons heeft God het geopenbaard door zijn geest; de geest toch doorvorscht alles, zelfs de diep­ten Gods” . (Cor. 2 : 9—11).

En het w as de groote Meester, die zeide: , ,Heilig ze door uw e w aarheid : uw woord is w aarheid". (Joh. 17 : 17). Alleen dus een verstaan, een w aardeering van Gods W oord kan den mensch op den rechten w eg brengen, hem een begrip van de toekomstige zegenin- gen en vreugde en troost schenken.

De geïnspireerde getuige schreef: ,,God kent alle zijne werken sedert het begin der aarde” . (Hand. 15 : 18). Van de schepping van den mensch af tot de voleinding van zijn grootsch plan, dat op een ordelijke wijze, lang­zaam voortgaande, w ordt uitgevoerd, kende Jehovah alles vooruit. Om dus het goddelijke geneesm iddel naar w aarde t e kunnen schatten, moeten wij eerst de w are oorzaak van den tegenwoordigen tijd van strijd , onrust, verw arring, oorlog e n revolutie kennen.

De oorzaak.

Den eersten mensch, die volm aakt geschapen werd, was in het Eden ook een volm aakte w oonplaats ge­geven; hij ontving leven als een m enschelijk wezen, kende geluk, vrede- en al de zegeningen, welke to t een volmaakt leven en een volm aakte w oonplaats behooren, en had het vermogen om volm aakte kinderen voort te brengen en de aard e met een volm aakt geslacht te be­volken. Bij gehoorzaamheid aan de goddelijke wet, zou hij deze zegeningen eeuwig genieten, bij ongehoor­zaamheid, w as hem gezegd, zou hij het recht op het leven zoowel als dat op geluk en vrede verbeuren. Hij overtrad de wet, gelijk in het derde hoofdstuk van Gene­sis kortelijk vermeld wordt. Dies werd hij ter dood ver­oordeeld, u it zijn volm aakte w oonplaats verdreven en het oordeel aan hem voltrokken om zoo lang als hij leefde in het zweet zijns aanschijns zijn brood te eten, onder welke slechte gevolgen van de zonde de mensch sedert de vervlogen eeuwen door heeft geleden, hopende en w achtende op bevrijding.

Men m erke wel op, dat de mensch geen plaats in den hemel verloor. Daarin w as hem geen plaats aangeboden gew orden; w at hij bezat was een woonplaats op aarde, met een volm aakt leven als mensch, w at door zijn over­treding verloren ging. Zoo hij dus ooit w eer tot zijn oor­spronkelijke genade en zegen hersteld zou worden, zou het moeten zijn tot die w aarin hij zich eertijds ver­heugde — volm aakt leven als menschlijk wezen, een volmaakte woonplaats en vrede en geluk op aarde.

De ongohoorzaamheid van Adam had voor zijn ge- heele nakom elingschap zorg, ziekte, lijden en dood ten gevolge. Het volkomen m enschenpaar b rach t toen het in Eden was, geen kinderen voort, d it geschiedde pas na zijn veroordeeling, toen de mensch op de onvoltooide aarde zijn brood verdienen moest, en daar het doods­oordeel langzam erhand aan hem werd voltrokken, en hij onvolm aakt was, volgt e r logisch uit, d a t hij geen volm aakt geslacht kon voortbrengen, dat het geslacht in een stervenden toestand geboren werd. Dit is wat de

Millioenen nu le ve nd e m enschen zullen n im m er s te rv en 59

profeet bedoelt, als hij schrijft: „Zie, ik ben in onge­rechtigheid geboren en in zonde heeft mij m ijne moeder ontvangen” . (Ps. 51 : 5), w aaraan ook de Apostel P au lus dacht, toen hij schreef: , ,Daarom, zooals door eenen m ensch de zonde in d e wereld is gekomen en door de zonde de dood, en aldus de dood zich tot alle m enschen een weg gebaand heeft, om dat allen gezon­digd hebben” . (Rom. 5 : 12).

De beloofde verlossing.

Daar Jahovah van den beginne af besloten had de m enschhei d u it h aa r toestand van lijden en dood te ver­lossen en weder tot h aar vroegeren s taa t te herstellen, riep God A braham , die in het land van Chaldea woonde en op Jehovah vertrouw de, tot zich en deed hem deze belofte: ,Ik zal u zegenen, en uw en naam groot maken, en gij zult een zegen zijn . . . en in u zullen alle geslach­ten d er aarde gezegend w orden” . (Genesis 12:2, 3). Toen A braham deze belofte gedaan werd, had hij geen k in ­deren, w as hij vijf en zeventig jaar en zijn vrouw te oud om kinderen te kunnen baren ; toch had hij vertrouw en op God, en toen hij honderd jaar w as w erd zijn zoon Isaac geboren. Toen deze den m annelijken leeftijd be- reikt had, stelde God de trouw van A braham op een zw are proef door van hem te eischen op een berg tegaan en daar zijn zoon te offeren. Het g ing Abraham zeer ter h a rte om d it te doen, m aar aangezien hij ver­trouw en in God stelde, gehoorzaam de hij. Hij begaf zich n aar den berg, bouwde daar een altaar, bond lsaac e r op, en op het p un t staande om den doodsteek toe te brengen, riep God hem u it den hemel toe, en ver­nieuw de zijn belofte, welke hij m et een eed bekrach­tigde, zeggende: ,,Ik zweer bij mijzelven, spreekt de H eere: Daarom dat gij deze zaak gedaan hebt, en uwen zoon, uw eenige, mij niet onthouden hebt, voorzeker zal ik u grootelijks zegenen, en uw zaad zeer verm enig­vuldigen, als de sterren des hem els en als het zand dat aan den oever der zee is; en uw zaad zal de poort zijner vijanden erfelijk bezitten, e n i n u w z a a d z u l l e n

60 M illioenen n u levende m enschen zullen n im m er s te rv en

g e z e g e n d w o r d e n al l e v o l k e n d e r a a r d e , naardien gij m ijner s tem gehoorzaam geweest zijt” . (Genesis 22 : 10—18).

Deze belofte is nog wel niet in vervulling gegaan, m aar dit moet gebeuren, om dat God in geen enkele zijner beloften nalatig is, „om dat Hij niet verandert” . (Maleachi 3 : 6). Het is duidelijk, dat de hier gedane be­lofte leven, vrijheid en geluk inhoudt — een w ederher­stelling tot de dingen, welke Adam door zijn ongehoor­zaam heid verbeurd heeft, welke w ederherstelling door alle profeten, die later geschreven hebben, voorspeld is geworden.

De over Adam uitgesproken doodstraf kon natuurlijk n im m er w eer ingetrokken worden, om dat d it gelijk ge­staan zou hebben met Gods eigen ontkenning, m aar h e t lag volkomen in de lijn van de goddelijke inrichting om een voorziening te treffen ter rechtvaardiging van h e t vonnis en tevens om de grootheid e n het majes­tueuze van de goddelijke wet te doen blijken, vandaar, dat God den profeet Hosea deze belofte deed: „ Ik zal ze van h e t geweld der hel verlossen, ik zal zo vrijmaken van den dood; o dood, w aar zijn uw pestillentiën ?o Hel, w aar is uw verderf” . (Hosea 13 : 14).

Deze voorziening ter bevrediging van het recht en de bevrijding der m enschheid van het op h aar rustende vonnis kon slechts door het vrijwillige offer van een ander volm aakt m ensch gegeven worden, zooals u it het woord „ lo sp rijs” al blijkt, d a t een prijs beteekent, die precies dezelfde waarde heeft als datgene wat er door „ ingelost” moet worden. Zoo had een volm aakt mensch gezondigd en werd krachtens de goddelijke wet d aar­voor gestraft m et het verbeuren van leven, vrijheid en geluk, en zoo kon God daarin ook alleen voorzien, en deed d it ook, door, a ls een ander volm aakt mensch gevonden kon worden, die vrijw illig zijn leven, vrijheid en geluk wilde offeren, al deze voorrechten in de plaats van de verbeurde te stellen, om daarm ede den grond­slag of basis te leggen w aarop Jehovah Adam en diens nakom elingschap tot vrijheid, geluk en leven kon wederherstellen en welk plaatsvervangerschap geen

M illioenen nu le vende m enschen zullen n im m er s te rv en 61

dezer nakom elingen natuurlijk in staat was te stellen, wijl deze allen onvolm aakt zijn. V andaar d a t de Psal­m ist schreef: „N iem and van hen zal zijnen broeder im m erm eer kunnen verlossen; hij zal Gode zijn ran t­soen niet kunnen geven” . (Psalm 49 : 7). W at kon er dus voor d e verlossing van het m enschelijk geslacht gedaan worden ?

De Verlosser.

Johannes m aakt gew ag van het feit, dat in den be­ginne van Jehovah’s schepping het W oord of L o g o s was, en dat deze later het werkzame beginsel in al het- geschapene w as en dat ,,het W oord (Logos) vleesch is geworden, en onder ons heeft gewoond (en wij zijne heerlijkheid aanschouwd hebben, eene heerlijkheid als van den Eeniggeborene des Vaders) vol van genade en w aarheid” . (Joh. 1 : 14). M attheus geeft het verhaal van d e geboorte van Christus en zegt, dat hij niet door m enschen, m aar door de m acht van Jehovah verw ekt geworden is, en dat daarom de vloek en de bezoedeling van Adam niet op hem overgegaan zijn. De L o g o s werd van de geestelijke op de menschelijke trap van bestaan overgezet. Hij werd het kindeke Jezus. Hij werd ,,heilig, onnoozel, onbesmet, afgescheiden van d e zon­d aren ” (Hebreers 7 : 26), zonder zonde (Petrus 1 : 19) onder het w etsverbond geboren, welk verbond den m eerderjarigen leeftijd om een priesterlijk am bt uit te oefenen op dertig jaar bepaalde. Toen Jezus dan ook dien leeftijd bereikt had, w as hij lichamelijk, geestelijk en zedelijk volm aakt — volm aakt onder de wet, het vol­komen tegenbeeld van den volmaakten m ensch Adam in Eden vóór zijn ongehoorzaam heid aan d e goddelijke wet. W aarom vond Jehovah goed zijn geliefden Zoon van de geestelijke op de m enschelijke trap over te d ra­gen ? W aarom kwam Hij eigenlijk op aarde ? Laten wij Jezus zelf laten antw oorden: „De Zoon des m enschen is niet gekomen om gediend te worden, m aar om te dienen en zijne ziel te geven tot een ra n tsoen voor velen” . (Matth. 20 : 28). En verder: „ Ik ben gekomen

6 2 Millioene n n u levende m enschen zu llen n imm e r s t e rve n

opd a t zij het leven hebben en overvloed hebben” . (Joh. 10 : 10). En zichzelf in sym bolische taal vergelijkende bij het brood, dat d e menschen eten en w aardoor zij leven, zegt h ij: ,,lk ben het levend e brood dat u it den hemel nedergedaald is: zoo iem and van d it brood eet, die zal in eeuwigheid leven; en het brood dat ik geven zal, is m ijn vleesch (menschelijkheid), hetwelk ik geven zal voor het leven der w ereld” . (Joh. 6,: 51).

Millioene n n u levende menschen zullen nimmer sterven 63

De loskoopprijs.

Afkoopen beteekent koopen en de afkoopprijs is een prijs die ju is t dezelfde w aarde heeft van het afgekochte. Een volm aakt mensch had gezondigd en alles verloren, een volm aakt mensch zou nu ook, door vrijw illig in den dood te gaan, den gelijkwaardigen prijs betalen ter ver­lossing der m enschheid. Jezus w as geen zondaar, be­ging nooit zonde, w aarom zou hij dan sterven? Paulus an tw oordt: ,,C hristus is gestorven voor onze zonden, n aar d e Schriften” (1 Cor. 15 : 3) en Johannes voegt er aan toe: Hij is de verzoening (bevrediging) voor onze zonden', en niet alleen voor de onze, m aar ook voor de zonde der geheele w ereld” . (1 Joh. 2 : 2).

,,W an t alzóó lief heeft God de wereld gehad, dat hij zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in hem gelooft niet verderve m aar het eeuwige leven hebbe. Want. God heeft zijnen Zoon niet gezonden in d e wereld opdat hij d e wereld veroordee- len zoude, m aar opdat de wereld door hem zoude be­houden w orden” . (Joh. 3 : 16, 17). Jezus is gedood in het vleesch, m aar levend gem aakt door den Geest. (1 Petrus 3 : 18). Als goddelijk wezen voer hij n aa r den hooge, in ’t bezit van het recht op een volm aakt m en­schelijk leven, dat in de plaats van dat hetwelk Adam verbeurd heeft, gegeven zou worden, en door hetwelk hij den losprijs voor de verlossing en bevrijding van de gansche m enschheid van den dood betaald heeft. Even zeker als God deze voorziening getroffen heeft, even zeker zal hij haar tot levende werkelijkheid brengen.

5

Het zaad.

Men houde in h e t oog, d a t God in zijn belofte aan Abraham zeide: „ In uw zaad zullen alle geslachten des aardbodem s gezegend w orden” (Genesis 28:14), welke zegen hier eeuwig leven is (Rom einen 6 : 23). W aaruit volgt, d a t vóór de zegen van eeuw ig leven en de daar­toe behoorende zegeningen d o o r h e t z a a d tot de m enschheid kan worden u itgestrekt, h e t z a a d zelf eerst tot ontw ikkeling moet kom en. Het zaad der belofte was alle eeuwen en geslachten door een verborgenheid, en is dat voor velen nog, behalve voor hen, die zich aan den Heer hebben overgegeven en ijverig zoeken te ver­staan w at het zaad vorm t. De Apostel Paulus verklaarde onder inspiratie het zaad als volgt: ,,Nu zijn de belofte­nissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; m aar als van één: En uwen zade, hetwelk is C hristus" . (Galatiërs 3 : 16). Het woord Christus beteekent h ier gezalfde, evenals het woord Messias. De Christus bestaat u it den verheerlijk­ten Jezus, h e t Hoofd, en de leden van zijn lichaam, welke de uitverkorenen zijn. „W an t zoovelen als gij in C hristus gedoopt zijt, hebt gij C hristus aangedaan. En indien gij van Christus zijt, zoo zijt gij dan Abraham s geslacht,, en naar de beloften is e rfg en am en ". (Galatiërs3 : 27, 29). ,,En hij is het hoofd des lichaam s, namelijk der gemeente, hij die het begin is, de eerstgeborene u it de dooden, opdat hij in allen de eerste zoude zijn". (Colossenzen 1 : 18).

Uitverkiezing van de leden des lichaam s.

De bedienaars van Gods' W oord in h e t algemeen, en de m oderne in ’t bijzonder, schijnen de roeping van een christen en het doel d a t God met de vorm ing der chris­tenheid had, geheel verkeerd te verstaan. Zij denken, en geven daar ook u iting aan, dat iedereen die gered wil worden, zich bij een bepaald kerkgenootschap moet aansluiten, te n wijl toch de Schrift duidelijk zegt, dat het Gods plan en bedoeling is, om gedurende den tijd die

64 Millioen en nu leven de menschen zullen nim m er s te rven

er ligt tusschen de kru isig ing des Heeren en het oprich- ten van zijn koninkrijk, zijn werk u it de m enschen u it te kiezen. Het woord kerk beteeken t u itverkozen klasse m aar niet een of ander denom inationeel lichaam. Het duidt de w are volgelingen van den M eester aan, die trouw volharden tot in den dood. De Apostel Paulus spreekt van kerk als hij wijst op de gem eente der eerst­geborenen, „die in de hem elen opgeschreven zijn” (Hebreërs 12 : 23). Hij zegt niet: w ier nam en in de hoeken van de kerk staan opgeteekend, of die zich ver­bonden hebben om zoo en zooveel bij te dragen — niet d e nam en van hen, die door m enschen zijn ingeschre­ven, m aar die door den Heer in de hem elsche oorkonden zijn vermeld, om hun toew ijd ingen trouw jegens hem. Het goddelijk doel blijkt duidelijk uit de volgende woor­d e n : „God heeft eerst de heidenen bezocht, om u it hen een volk aan te nem en voor zijn naam . En hiermede stem m en overeen de woorden der profeten, gelijk ge­schreven is : Nadezen zal ik w ederkeeren en opbouwen den tabernakel Davids die vervallen is, en ’t geen daar­van verbroken is wederopbouwen, en ik zal denzelven wederoprichten, ondat de overblijvende m enschen den Heer zoeken, en a l de heidenen over welke mijn naam aangeroepen is, sp reek t de Heer, die d it alles doet’’. (Hand. 15 : 14—17).

In de Schriften w ordt een reine m aagd gebruikt als een zinnebeeld voor de bruid van Christus, de ware kerk, en een onkuische vrouw of hoer als zinnebeeld voor d e onw are, d ie zich beide , zooals de Heer zegt, naast elkaar zul len ontwikkelen en de reine maagd door de onkuische vrouw vervolgd zou worden. De Heere Jezus geeft een gelijkenis, w aarin hij beiden met tarw e en onkruid vergelijkt, de w are kerk m et tarwe, de andere met onkruid. (Matt. 13 : 24—39). Hij zegt: „L aat ze beide tezamen opwassen tot den oogst, en in den tijd des oogstes zal ik tot d e m aaiers zeggen: Ver­gadert eerst het onkruid en bindt h e t in bossen, om 't zelve te verb randen, m aar b reng t de tarw e tezamen in mijne sch u u r" . De groote afvallige licham en binden zichzelven tot bossen en de Heer zelf doet zulks met zijn

M il l io e n e n n u levende m en sche n z u llen n im m e r s t e r ven 6 5

ware heiligen. Deze gelijkenis verklarend, zegt Jezu s: „ h e t goede zaad zijn de kinderen des koningrijks, en het onkruid zijn de kinderen der boozen; d e vijand die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel, en de oogst is de voleinding der w ereld” . (Matt. 13 : 38, 39). Verder de vraag beantw oordend, w at er aan de voleinding der wereld gebeuren zou, zegt hij, d a t hij zijn engelen zen­den zal m et ,,een bazuin van groot geluid (verkondiging der w aarheid), en zij zullen zijne u itverkorenen bijeen­vergaderen u it de vier winden, van het eene uiterste der hemelen (kerkelijke systemen) tot het andere uiterste derzelve” . (Matt. 24 : 31). Gedurende de voorbijgegane veertig jaren of meer zijn de ware Christenen verzameld geworden zonder te vragen naar belijdenis of denomi­natie, terwijl de kerkgenootschappen zichzelve in groote bossen of bonden tezam en binden en veel ophef maken van de bekeering der wereld.

V erdrukking eens Christen.

h e t is iets heel gewoons om lid van h e t een of ander kerkgenootschap te worden of om zich bij d e W ereld­lijke Kerkbeweging aan te sluiten, en de m an of de vrouw die d it doet w ordt te m eer geacht n aar male hij of zij m eer geld bijdraagt. Het is daarentegen nooit iets gewoons gew eest om een waren christen, een w aar vol­geling van Jezus te zijn, hetwelk toe te schrijven is aan h e t feit, „d a t wij door vele verdrukkingen moeten in­gaan in het koninkrijk Gods” , (Ha nd. 14 : 22). Jezus zeide: „Zoo iem and achter mij wil komen, die ver- loochene zichzel ven, en neme zijn kruis op en volge m ij” . (Matt 10 : 24). Jezus gaf zich geheel om den wil des Vaders te doen — die zijn voetstappen willen druk­ken, m oeten desgelijks doen Jezus stond bloot aan ver­volgingen en beschim ping van de zijde der schijnvro­men van zijn tijd, zijn volgelingen zullen een zelfde ervaring maken „ W a n t h ie rtoe zijt gij geroepen, dewijl ook C hristus voor ons geleden heeft, ons een stempel nalatende, opdat gij zijne voetstappen zoudt navolgen' ' . (1 Petrus 2 : 21). Jezus zeide: ,.De discipel is niet boven

66 M illioenen nu levende menschen zullen nim m er s terven

den m eester, noch de d ienstknecht boven zijnen heer. Het zij den discipel genoeg dat hij w orde gelijk zijn m eester, en de d ienstknecht gelijk zijn heer. Indien zij den heer des huizes Beëlzebub hebben geheeten, hoe­veel temeer zijne huisgenooten” . (Matt 10 : 24, 25). En wederom zeide hij tot zijn volgelingen: „ In d ien de wereld u haal, zoo weet, dat zij mij eer dan u gehaat heeft. Indien gij van de wereld waart, zoo zou de wereld het hare liefhebben, doch om dat gij van de wereld niet zijt, m aar ik u uit d e w ereld heb uitverkoren, daarom haal de wereld u. Gedenkt het woord, dat ik u gezegd heb: Een dienstknecht is n iet m eerder dan zijn heer. Indien zij mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervol­gen; indien zij mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uw e bew aren” . (Joh 15 : 18—20). Beschim ping en vervolging van de zijde der zich noem ende godsd ien- stigen en van de hen bescherm ende m achten is het deel van de w are volgelingen van Ch r istus Jezus. ,,D e geest zelf getuigt m et onzen geest dat wij kinderen Gods zijn, en indien wij kinderen zijn, zoo zijn wij ook erfge­nam en, erfgenam en Gods en medeë rfgenam en van C hristus; zoo wij nam elijk m et hem lijden, opdat wij ook m et hem verheerlijkt w orden” . (Rom. 8 : 16 -17). ,,D it is een getrouw woord, w ant indien wij m et hem gestorven zijn, zoo zullen wij ook m et hem leven; indien wij verdragen, wij zullen ook m et hem heerschen” . (2 Tim. 2 : 11—12).

De goddelijke voorziening stelt als voorw aard e om de heerlijkheid binnen te gaan, d a t de ware christen door lijden tot volm aking gekomen zij. De kerk omvat betrekkelijk slechts een klein aantal en is, naar de be­lofte h e t zaad van A braham vormende, dat door de in die belofte genoem de sterren gesymboliseerd werd, m et h aar Hoofd, C hristus Jezus, to t een verheven en hooge plaats in den hemel geroepen, m et het oog w aarop God het toelaat, dat zij door een periode van lijden en beproeving gaat. opdat haar de gelegenheid verschaft worde om haar trouw en toewijding aan hem te toonen. , ,W ant h e t betaam de hem, om welken alle dingen zijn, en door welken alle dingen zijn, dat hij vele

Millioene n nu levende m enschen zullen n im m er s te rv e n 67

kinderen tot de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsm an hunner zaligheid door lijden zoude heiligen. W an t èn hij die heiligt èn zij die geheiligd worden zijn allen u it één; om welke oorzaak hij zich niet schaam t hen broeders te noem en”, (Hebreeën 2 :1 0 , 11).

Overeenkomstig de goddelijke voorziening is de kerk langs een lijdensweg gevoerd en het hoofd en d e leden van het lichaam telkens en telkens onrechtvaardig van m isdaad beschuldigd geworden. Paulus zegt, evenals de Meester, dat Satan de god dezer w ereld is (2 Cor.4 : 4) en in Joh. 5 : 19 lezen wij, dat de geheele wereld in het booze ligt. Daarom hebben ook de regee- ringen der aarde altijd onder de heerschappij van Satan gestaan en is diens zaad het w erktuig geweest, en is d it nog, dat hij gebruikt heeft om te vervolgen, zooals in de dagen van den M eester het de Schriftgeleerden, d e Pharizeeërs en de rechtsgeleerden zijn geweest die bew eerden te zitten in den stoel van Mozes, J ehovah te vertegenw oordigen en als leiders optraden bij de v e r­volging van den Meester. Jezus zeide duidelijk tot hen. dat zij tot het zaad van den slang, den duivel, behoor­den, en het ligt dus voor de hand, dat Satan bij zijn instrum enten de gedachte trachtte te doen postvatten, d a t de volgelingen van Jezus aan de m isdaad van ver­zet, van rebellie, tegen zijn (Satan’s) rijk schuldig ston­den, zooals de schijnvrom en in die dagen Jezus van oproerzaaien beschuldigden en hem op dien grond ter dood gebracht w enschten te zien. Stefanus, de eerste m artelaar, werd om zijn trouw en ch ris telijken wandel en het volgen van den Meester, op een valsche beschul­d iging van oproer, gesteenigd. Paulus w erd om zijn trouw aan den Heer op een dergelijke beschuldiging vier ja a r in de gevangenis gew orpen en op andere wijzen m ishandeld, en Johannes de openbaarder, op een valsche aanklacht naar het eiland Patm os verban­nen, w aar hij tuchthuiskleeding m oest dragen en steenen bikken. De wereldgeschiedenis is daar om te bewijzen, dat de w are volgelingen van Jezus overal en ten allen tijde aan vervolging en verdrukking bloot­gesteld zijn geweest.

6 8 Millioenen nu levende m enschen zullen n im m er s te rv e n

Ter illustratie van deze feiten, zij erop gewezen, dat toen de z.g. kerk van Engeland Staatskerk werd, allen die zich niet bij h aar wenschten aan te sluiten, vervolgd w erden. Zoo staat e r op korten afstand van Londen een gebouw, dat opgericht is ter herinnering aan de m annen, die op deze plek verbrand zijn geworden wegens hun trouw aan de kerk en om dat zij weigerden de door m enschen ontw orpen godsdienststelsels te omhelzen. John Bunyan, een nederig volgeling van Jezus, die d it ook weigerde, en deswege veroordeeld en in de gevangenis geworpen werd, kreeg in zijn cel bezoek van een godsdienstleeraar, die opdracht had het volgende to t hem te zeggen: Drie m aanden zult ge hier opgesloten b lijven; zoo ge na verloop van dezen tijd tot ander inzicht gekom en zijt en u bij de S taats­kerk w ilt aansluiten, zu lt ge uw vrijheid herkrijgen, in 't tegenover gestelde geval w ord t ge ter dood gebracht W aarop Bunyan kalm antw oordde: „Ge kunt mij even­goed dadelijk ter dood laten brengen, w an t ik zal mij nim m er aansluiten”. Hij werd twaalf jaren gevangen gehouden, gedurende welke tijd hij B unyan’s Pe l - g r i m s r e i z e schreef, een boek, dat voor christenen, die steeds den sm allen weg volgden, een groote troost en steun gew eest is.

Sprekende van d e bewijzen voor h e t einde van de wereld, zegt Jezus verder: „A lsdan zullen zij u (zijn volgelingen) overleveren in verdrukking, en zullen u d ooden, en gij zult gehaat w orden van alle volkeren om m ijns naam s wil” . (Matt. 24 : 9).

Dat er vaak van tijden van oorlog of beroering ge­bruik gem aakt w ordt om van zijn afkeer van bepaalde personen te doen blijken, toonen de feiten aan. Zoo werden in Du itschland bij het uitbreken van den grooten wereldoorlog zekere christenen, die bekend stonden als Bijbelonderzoekers en gevraagd hadden om, op grond van hun geloof en van ’s Heeren gebod om niet te dooden, vrijgesteld te worden van den wer- kelijken m ilitairen dienst, m ishandeld en in de voorste gelederen geplaatst, zoodat zij de eersten w aren die vie­len. In Oostenrijk, het bolw erk van een der grootste kerk-

Millioenen n u levende m enschen z ullen nim m er s terve n 6 9

system en, werd een aan tal van deze Bijbelonderzoekersgedood en anderen voor den d u u r van den oorlog in

de gevangenis geworpen. In Canada w erden velen, onder beschuldiging, dat zij in ’t bezit w aren van Bijbels m et zekere com m entaren, van psalm boeken, die zij reeds jaren lang gebruikten, en andere in ver­band m et de Schrift staande literatuur, voor d e recht- bank gesleept, oppervlakkig verhoord zonder d e ge­legenheid tot verdediging te geven en m et geldboete of gevangenis gestraft. En in Am erika vond tot verbazing van velen een vervolging op groote schaal plaats van talrijke conscientieuze volgelingen van den Meester. M aar een christen zal door zulk een onrechtvaardige behandeling niet verbitterd w orden, integendeel zal hij er de vervulling in zien van de goddelijke profetie en h e t beschouwen als een der getuigenissen, door den Heer gegeven aan dezulken, die zich deemoedig onder­w erpen aan de goddelijke voorziening, als blijk, dat zij hem toebehooren. De geïnspireerde Apostel schreef dan ook:

„Geliefden, houdt u niet vreemd over de hitte der ver­drukking onder u, die u geschied tot verzoeking, alsof u iets vreem ds overkw am ; m aar gelijk gij gem eenschap hebt aan het lijden van Christus, alzoo verblijdt u : opdat gij ook in de openbaring zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen. Indien gij gesmaad w ordt om den naam van Christus, zoo zijt gij zalig, w ant de Geest der heerlijkheid en de Geest Gods ru st op u. W at hen aangaat, hij w ordt wel gelasterd, m aar w at u aangaat, hij w ordt verheerlijkt”. (1 Petrus 4 :12—14).

Jezus nu en de aldus, krachtens de goddelijke voor­ziening, door lijden en verdrukking ontwikkelde leden van zijn lichaam, zullen het zaad van Abraham vor­men, door hetwelk God tenslotte alle geslachten der aarde zegenen zal. Zoo roept de Apostel Paulus, in een profetisch visioen den gang der eeuwen doorschouwend en naar het lijden der m enschheid en de ontw ikkeling der Christus-klasse, h e t z a a d , heenwijzend, uit? „ W a n t wij w eten, d a t het gansche schepsel tezamen zucht en tezamen als in barensnood is tot nu toe, ver-

7 0 M illioenen nu levende m enschen zu llen n im m er s te rven

wachtende de openbaring der kinderen Gods”. (Romei­nen 8 : 19, 22).

Het Koninkrijk komt.

De oorlogen, hongersnooden, pestziekten, volkeren- nood, enz. zijn slechts de voorloopers van de oprichting van h e t M essiaansche koninkrijk, gelijk de Heer het door zijn profeet zeide: „Ik zal alle de heidenen doen beven, en zij zullen komen tot den w ensch aller heide­n e n ’’. (Haggai 2 : 7). En terwijl deze „beving” aan het opkomen is, koningen hun kronen verliezen en aristo­cratische en autocratische tronen naar omlaag tuimelen, klinken de woorden van den profeet den volgelingen van Jezus duidelijk in de ooren: „Doch in de dagen van die Koningen zal de God des hem els een koninklijk verwekken dat in eeuwigheid niet zal verstoord worden, en dat koninkrijk zal aan geen ander volk overgelaten w ord en : het zal alle die koninkrijken verm alen en te n iet doen, m aar zelf zal he t in alle eeuwigheid beslaan”. (Daniel 2 : 44).

Elia w as een voorbeeld voor de volgelingen van C hristus Jezus, dien de Heere gebruikte om, gelijk w ij hiervoor reeds opm erkten (zie blz. 18—20), de gebeur­tenissen, welke zich aan het einde der wereld zullen voordoen, af te beelden, h e t tegenbeeld verw ezen­lijkende, w isten Elia en de zijnen d a t de oorlog komen zou en een van hen, de trouwe dienaar des HeerenDs. R ussell, toonde aan de hand van de profetieën reeds vóór veertig jaren aan, dat hij in 1914 zou u it­breken. „De Heer is niet in den oorlog" b eteekent, dat des Heeren koninkrijk (tijdens den oorlog) nog niet ten volle opgericht was. Dan volgt de aardbeving, een symbool voor revolutie, die reeds over eenige landen heen gegaan is. Daarop zal de anarchie, de wetteloos­heid volgen, m et een aanm atiging van gezag door zekere klassen en onbeschrijfelijk lijden en ellende in haar gevolgen. Ook hierin is de Heer niet, m aar hetis een verder middel om den bodem te zuiveren en voor de oprichting van h e t koninkrijk voor te bereiden.

Millioe nen nu levende m enschen zullen n im m er s t e r ve n 71

Alsdan hoorde Elia h e t zachte ru ischen — een bood­schap, een symbolische boodschap van den Heer, gelijk de boodschap welke hij lang- geleden in zijn W oord, den Bijbel, heeft neergelegd ten behoeve van hen, die in deze ure d e r benauw dheid zullen leven. Overal m aakt zich groote onrust van de volksm assa’s meester, overal verkeert men in verlegenheid, in nood, is men bitter gestem d en stijgt d e ellende schier tot radeloos­heid. En als men het thans diep in ’t h art der m enschen levende verlangen hooren kon, dan zou ongetwijfeld van alle hoeken der aarde de bede van de lippen s tijg en : geef ons een regeering der rechtvaardigheid m et een wijs heerscher, die d e wetten in a ller belang hand­haaft, geef ons vrede en geen oorlog meer, geef ons overvloed en geen karigheid, geef ons vrijheid en geen teugelloosheid, geef ons leven en geen lijden en dood. En uit het verleden kom t de zoete, zachte stem van den Heer tot ons, zeggende, dat ons verlangen vervuld zal w orden: ,,W an t een kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op zijnen schouder; en men noem t zijnen naam : W onderlijk, Raad, S terke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst. De grootheid, dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon Davids en in zijn Koninkrijk, om dat te be­vestigen, en dat te sterken m et gericht e n gerechtig­heid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des Heeren der Heirscharen zal zulks doen” . (Jesaja 9:5—6).

Het Jubeljaar.

Een goed begrip van de instelling der jubeljaren, die Jehovah voor Israël ontw ierp, geeft een helder inzicht in de gebeurtenissen der nabije toekomst. De Schrift zegt duidelijk, dat Israël, met hetwelk God gedurende meer dan achttien eeuwen onderhandelde, een voor­beeldelijk volk was, evenals hun w et, die een schaduw heeft der toekomende goederen. (Hebreërs 1 0 : 1). Jehovah beval Mozes een Sabbathstelsel in te voeren, en wel in het jaar dat Israël het land Kanaan betrad, w at 1575 jaar vóór het jaar 1 v. Chr. (Leviticus

72 Millioene n nu le ve nd e me nschen zullen nim m er s te rv e n

25 : 1—12) het geval w as. V erder zou dan ieder vijftig­ste ja a r een ju be ljaar voor hen zijn, te beginnen met den tienden dag van de zevende m aand, den verzoen­dag. „E n gij zu lt dat vijftigste jaar heiligen, en vrijheid uitroepen in den lande voor alle zijne inw oners; het zal u een ju be ljaar zijn, en gij zult wederkeeren een ieder tot zijne bezitting en zu lt wederkeeren een ieder to t zijn geslacht” .

Uit andere teksten blijkt, d a t er zeventig jubeljaren gehouden m oesten w orden (Jerem ia 2 5 : 11; 2 Kron. 38 : 17—21), zoodat w anneer wij een eenvoudige be- reken ing opzetten, deze ons tot d it belangrijke feit b reng t: Zeventig jubeljaren van vijftig ja a r ieder geeft een totaal van 3500 jaren . D aar deze tijdsperiode in 1575 voor h e t ja a r 1 begon, zou zij noodzakelijk in den herfst van 1925 ten einde moeten loopen, in welken tijd h e t voorbeeld eindigen en het groote tegenbeeld zou m oeten beginnen. En welke gebeurtenissen hebben w e dan te verw achten? K rachtens het voorbeeld een volkomen w ederherstelling , w aarom het groote tegen­beeld dan ook het begin d ier w ederherstelling aller dingen m oet aanduiden. D aar nu de w ederherstelling van h e t m enschelijk geslacht tot leven het voornaam ste i s van alles w at w ederhersteld zal worden, en u it andere teksten bepaaldelijk blijkt, d a t A braham , Isaac en Jacob en andere getrouw en van het ouden Verbond, die het eerst deze g u n st ontvangen zullen, w eder zullen op­staan, m ogen wij verw achten, dat wij in 1925 getuigen zullen zijn van de terugkom st van deze getrouw e m an­n en van Israël, w eder opgew ekt en wederhersteld als zij dan zullen w orden tot volm aakte m enschen en tot de zichtbare, wettelijke vertegenw oordigers van de nieuwe orde van zaken.

W anneer het Messiaansche koninkrijk eenmaal opge- rich t zal zijn, zal Jezus e n zijn verheerlijkte kerk, die sam en den grooten M essias zullen vorm en, h e t volk de zegeningen schenken w aarnaar het zoo lang ver­langd, w aarop h e t gehoopt en om welke het zoo lang gebeden heeft. Dan zal er, zooals de profeet het zoo schoon in de volgende woorden zegt, vrede zijn en geen

M illioenen n u levende m enschen zu llen nim m er s te rv e n 73

oorlog: „M aar in ’t laatste d e r dagen zal h e t geschieden d a t de berg van het Huis des Heeren zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en hij zal verheven zijn boven de heuvelen, en d e volken zullen to t hem toe­vloeien; en vele heidenen zullen henengaan en zeggen: Komt en laat ons opgaan ten berge des Heeren en ten Huize des Gods Jacobs, opdat hij ons leere van zijne wegen en wij in zijne paden w andelen; w ant u it Sion zal de w et uitgaan en d e s H e e r e n W o o r d u i t J e r u z a l e m . E n hi j z a l onder groote volken r i c h t e n en m achtige heidenen straffen, tot verre toe, en zij zullen hune zw aarden slaan tot spaden en hunnen spiesen tot sikkelen, h e t eene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen den krijg n ie t m eer leeren; m aar zij zullen zitten een ieder onder zijnen w ijnstok en onder zijnen vijgeboom. en d aar zal niem and zijn die ze verschrik t: w ant d e m ond des Heeren d e r Heirscharen heeft het gespro­ken”. (Micha 4 : 1— 4).

Aardsche heerschers.

Zooals wij zooeven aangetoond hebben, zal de Jubel- jaar-cyclus in het ja a r 1925 eindigen en in d it jaar de aardsche phase van het koninkrijk haar intrede doen. In den elfden Hebreërsbrief som t de Apostel Paulus een lange reeks van geloofsgetrouwe m annen op, d ie vóór de kruisiging des Heeren en de uitverkiezing der kerk gestorven zijn, die nim m er deel konden uitmaken van de hemelsche klasse, n im m er ook een hem elsche hoop hadden, m aar voor wie God iels voortreffelijks bereid heeft. Zij zullen n .l . w eder opgewekt worden als volmaakte m enschen en, overeenkom stig Gods belofte, de vorsten of heerschers op aarde zijn. (Ps. 46 : 16; Jesaja 32 : 1; M att. 8 : 11). Daarom kunnen wij er van verzekerd zijn, dat in 1925 A braham , Isaak en Jacob en de geloofsgetrouwe profeten van het ouden Ver­bond, in het bijzonder degenen, w ier nam en door den Apostel in Hebreërs 11 genoemd w orden, als volmaakte menschen zullen terugkom en.

7 4 Mi llioen en n u levende m enschen zullen n im m er s te rven

M illio en en n u le vende m enschen z ullen n imm er s te rv e n 75

W ederherstelling.

Alle s taatsliede n der wereld, alle staathuishoud­kundigen, alle denkende menschen erkennen, dat de toestanden, welke vóór den oorlog bestonden, onher­roepelijk voorbij zijn en dat een nieuwe orde van zaken — dat een periode van w ederherstelling zal zijn— in het leven geroepen zal moeten worden, waarbij het alleen m aar jam m er is, dat al deze m enschen naar m en sch e lijk wijsheid oordeelen en het goddelijke plan volkomen m iskennen, inderdaad leven wij in een tijd van wederherstelling, van opbouw, n ie t van enkele dingen, m aar van alle dingen, niet van oude en ineen­gestorte stelsels, vormen of instellingen, m aar wij s laan voor de oprichting van een geheel nieuw e en rechtvaardige orde van zaken onder den grooten heer- scher Jezus Christus, den vredevorst. De Apostel Petrus, op het Pinksterfeest onder goddelijke inspiratie naar dezen tijd heenwijzende, zeide: ,,De tijden der verkoeling zullen komen, van het aangezicht des Heeren, en Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, die u te voren gepredikt is; welken de hemel moet ont­vangen tot de tijden der w ederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door den m ond van alle zijne heilige profeten van alle eeuwen”. (Handel. 3 : 19—21).

Een onderzoek van de profetieën van Mozes tot aan Johannes toont ons aan, dat alle profeten den komen­den t ijd, w aarin wij van de zegeningen der w ederher­stelling gem eten zullen, voorspeld hebben, een weder­herstelling der m enschheid tot de dingen, welke ver­loren gingen, waarbij niet gedacht moet worden aan d e verheerlijking der kerk in den hemel, w an t deze kende d e m enschen oorspronkelijk niet, en is haar (de kerk) alleen gegeven als een groote belooning voor h aar trouw aan den Heer, bewezen in tijden van groote beproeving. W ederherstelling beteekent, dat der m enschheid in ’t algem een weder de zegeningen deel­achtig zal worden, welke d e volm aakte mensch Adam eenmaal genoot: leven, vrijheid en geluk, en wel door

Millioenen zullen nim m er sterven.

Alles waartoe God besloten heeft m oet vervuld w or­den, geen tittel of jota zal onvervuld blijven. Daarom is ieder deel van de goddelijke belofte van groot gewicht. De vraag beantwoordend, welke toestanden het einde der wereld zullen voorafgaan, haalde Jezus de boven­verm elde profetische uitspraak u it het Boek van Daniël aan of gebruikte dergelijke woorden toen hij zeide „W a n t alsdan zal groote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook n iet zijn zal. En zoo die dagen niet verkort wier- den, geen vleesch zoude behouden w orden; m aar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort w or­d en” . (Matt. 24 : 21, 22). Jezus zegt h ier dus, dat de ellende op aarde m et een tijd van verdrukking eindigen zal, zooals de wereld nog nie t gekend heeft, en er n im ­m er meer een zijn zal, en voegt er aan toe, dat ter wille

he t zaad, de verhoogde, uitverkoren klasse, den Mes- sias, den Christus.

De Schrift zegt duidelijk, dat aan dezen glorierijken tijd van zegen een tijd van benauw dheid vooraf zal gaan, in welken tijd wij ons thans bevinden, en in be- trekking tot welken tijd de geïnspireerde profeet Daniel schreef: , ,En te d ie r tijd zal Michaël opstaan, die groote vorst, die voor de kinderen uws volks staa t; als het zulk een tijd der benauw dheid zijn zal, als er niet ge- w eest is, sinds d a t er een volk gew eest is, tot op dien tijd toe; en te d ier tijd zal een volk verlost worden al wie gevonden w ordt geschreven te zijn in het boek En velen van hen, die in het stof der aarde slapen, zul- len ontwaken, deze ten eeuwigen leven, en gene tot ver- sm aadheden, en to t eeuwige afgrijzing” . (Daniël 12 : 1, 2). Het woord Michaël in dezen tekst beteeken t „Een zooals God' ' , of God vertegenwoordigend — Christus Jezus, de groote Verlosser, naar w iens tweede kom st en naar de oprichting van w iens koninkrijk de christenen de vervlogen eeuwen door verlangd hebben.

7 6 M illioenen n u leven d e m enschen zullen n im m er s te rven

van de u i t v e r k o r e n e n dien tijd verkort e n veel vleesch gespaard zal worden.

W ij v ragen : W aarom zou de Heer een groot aantal menschen door dezen tijd van verdrukking heen helpen, en hen sparen voor den dood, als hij niet van plan was, hen een bijzondere zegen te schenken ? Om dat God een w ederherstelling beloofd heeft tot datgene w at in Adam verloren is gegaan, en deze belofte dadelijk na de ver­drukking vervuld zal worden, om dat u il de belofte du i­delijk blijkt, d a t de uitverkorenen, die het zaad Abra­ham s vormen, de instrum enten zullen zijn, door welke de zegeningen zullen uitgestort worden, daarom bewijst de u itspraak van Jezus helder en klaar, d a t velen m en­schen, die bij het eindigen der verdrukking op aarde leven, de eersten zullen zijn, aan wie de zegeningen der w ederherstelling door de uitverkorenen, de Messias, aangeboden zullen worden, w aaru it van zelf volgt, dat degenen, die, als hun h e t aanbod gedaan wordt, d it aannem en en gehoorzaamheid bewijzen, w ederhersteld worden tot datgene w at in Adam verloren is gegaan, n .l. tot leven, vrijheid en geluk.

In overeenstem m ing m et het bovenstaande, geeft de profeet Gods nog de volgende getuigenis: „E n het zal geschieden in het gansche land, sp reek t de Heer, dat de twee deelen daarin zullen uitgeroeid w orden, en den geest geven; m aar het derde deel zal daarin overblijven. En ik zal dat derde deel in het vuur brengen, en ik zal het louteren gelijk men zilver loutert, en ik zal het be- proeven gelijk m en goud beproeft; het zal m ijnen naam aanroepen, en ik zal h e t verhooren; ik zal zeggen: Het is mijn volk; en het zal zeggen: De Heer is mijn God” . (Zacharia 13 : 8, 9). Hier hebben wij dus een duidelijke uitspraak, d a t een derde deel der m enschen in dien tijd van verdrukking gespaard zal worden en d a t d it ten slotte zijn volk zal zijn en Jehovah zijn God.

Als wij bedenken, d a t datgene w at Adam verloor een aardsche woonplaats, m enschelijk leven en bijkom ende zegeningen waren, en dat deze h e t zijn w aartoe God be­loofd heeft den m ensch weder te zullen herstellen, dan kunnen wij zoo goed verstaan wat de profeet David

Millio e n e n n u levend e m enschen zullen n im m er s t e r ven 77

schreef: „W elgelukzalig is hij, die zich verstandig ge­draag t jegens eenen ellendige: d e Heer zal hem bevrij­den ten dage des kwaads. De Heer zal hem bewaren, en zal hem bij he t leven behouden; hij zal op aarde geluk­zalig gem aakt worden. Geef hem ook niet over in zijner vijanden begeer te” . (Psalm 41 : 1, 2). Hier w ordt du i­delijk gezegd, dat dezulken, die in dezen tijd van ver­drukking rechtvaardig handelen, op aarde gezegend zullen worden.

Hoe kunnen wij eeuwig leven?

De kerkgenootschappen willen het volk doen geloo- ven, d a t alleen zij, die lidmaten zijn behouden zullen w orden. De Bijbel leert ons echter zooiets niet. De Heer rich tte ook nim m er kerkgenootschappen op, w ant de ware kerk is m aar een klein kuddeke, dat het koninkrijk des hem els beërven zal en tot hetw elk Jezus zeide : „V reest niet, gij klein kuddeken! w an t het is uws V aders w elbehagen ulieden het koninkrijk te geven” . (Lukas 12 : 32). Jezus is n iet alleen gestorven voor hen, die leden d er kerk zijn, m aar voor alle m enschen, w at Johannes zoo duidelijk zegt: „Hij is eene verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, m aar ook voor de zonden der geheele w ereld” . (1 Joh. 2 : 2).

Den grooten Verlosser en diens am bt besprekende, zegt de Apostel P au lus: „W ij zien Jezus met heerlijk­heid en eer gekroond, die een w einig m inder dan de engelen geworden was, van wege het lijden des doods, opdat hij door de genade Gods voor allen den dood sm a­ken zoude. W an t het betaam de hem, om w ien alle d in­gen zijn, en door w ien alle dingen zijn, dat hij vele k inderen tot de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsm an hunner zaligheid door lijden zouden heili­g en” . (Hebreën 2 : 9, 10). W e zien dus, dat Jezus stierf voor allen en niet voor enkelen, w al ook w eer de Apos­tel getuigt, w aar deze zegt: ,,W an t er is één God, er is ook één M iddelaar Gods en der m enschen, de mensch C hristus Jezus; die zich zelven gegeven h eeft tot een rantsoen voor allen, zijnde de getuigenis te zijner tijd” .

7 8 Millioenen n u levende m enschen zu llen n im m er s te rven

(1 T im otheüs 2 : 5, 6). Uit dezen tekst blijkt duidelijk, dat op den door God bestem den tijd ieder schepsel ken­nis zal m oeten nomen van w at Jezus voor hem gedaan heeft en w at het verlossingsplan voor hem is. De Apos­tel Paulus zegt: ,,De genadegift Gods is het eeuwige leven in Jezus Christus, onzen Heer” . (Rom. 6 : 23). Om iets te geven moet er zoowel een gever en een ont­vanger als een w aardeering van de gift aan beide zijden bestaan. Met andere woorden, de gever m oet zich be­w ust zijn w at hij geeft en de ander van w at hij ont­vangt. Daarom zou het m enschelijk geslacht onmogelijk de gave van eeuwig leven kunnen aan nemen vóór de aanbieding ervan, welke aanbieding zal plaats vinden op den door God bepaalden tijd, die volgens het godde­lijke plan d aar zal zijn als het zaad der belofte zich ont­w ikkeld heeft en het koninkrijk zal zijn opgericht. Als­dan zal ieder in zijn o rde zich van het feit bew ust w or­den, dat e r een verlossingsplan bestaat en d a t d e weg voor hem open staat om de voorw aarden ervan aan te nem en en te leven. D aar deze kennis noodig is, gaat zij vooraf aan h e t ontvangen van de zegeningen des Heeren, en is het dus gomakkelijk te begrijpen waarom de tegenstander, de duivel, en diens w erktuigen alles in het w erk stellen om te verhinderen, dat het volk tot de kennis van de w aarheid komt. M aar als het konink- r ijk van den Messias zal zijn opgericht, dan zal, zooals ons in Openb. 20 : 1—4 bepaaldelijk gezegd wordt, Satan zijn m acht ontnom en zijn, zoodat hij de volkeren n ie t m eer bedriege n kan, het volk de w aarheid kennen en niets m eer in staat zijn het ervan terug te houden.

Positieve belofte.

Aan de woorden welke Jezus gesproken h eef t moet groote w aarde en beteekenis toegekend worden omdat hij sprak zooals n im m er een mensch gesproken heeft: m et absoluut gezag, en zijn woorden op den door God bestem den tijd in vervulling moeten gaan. Jezus dan zeide: „V oorw aar, voorw aar, ik zeg u, indien iemand op m ijn woord acht slaat die zal in der eeuwigheid den

6

Mill ioenen nu levende m enschen zullen n imm er s t e r ven 79

8 0 Millioenen nu levende m enschen zullen n immer sterven

dood n ie t aanschouw en” . (Joh. 8 :5 1 ). Uit deze uit­spraak volgt d a t hij slechts de woorden van Jezus be­waren kan, die ze gehoord heeft, die Gods plan kent, en daar het gedurende de evangelische eeuw de christenen geweest zijn, die dit p lan kenden en Jezus woorden be­w aard hebben, zullen zij, die d it trouw gedaan hebben, tot het einde toe, het eeuwige leven erlangen. (Openb.2 : 10). Aangezien de overigen de woorden n ie t ver­staan hebben, konden zij ze ook niet bewaren, maar zullen ze op den bestem den tijd, na de oprichting van het koninkrijk hooren. Dan zal h e t geschieden, datieder die het W oord des Heeren bew aart, n im m er den dood aanschouwen zal, welke belofte Jezus n ie t gedaan zou hebben als hij n iet van plan gew eest w as h aar op den bestem den tijd in vervulling te doen gaan.

Jezus zeide verder: ,,Een iegelijk die leeft en in mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. (Joh. 11 : 26). Gelooven wij deze u itspraak van den Meester? Zoo ja, dan hebben zij, die d it doen, als de tijd voor d e wereld gekomen is om het te ervaren, en de voorw aarden ge­hoorzaam vervullen, de absolute en positieve uitspraak van Jezus, dat zij nim m er zullen sterven.

S teunende op het reeds eerder ontwikkelde argum ent, d a t de oude orde van zaken, de oude wereld, bezig is ten einde te loopen en te verdwijnen, dat de nieuwe orde staat aan te breken en d a t in 1925 de opstanding van de getrouwe overw innaars van het oude verbond zal p laats vinden en de w ederherstelling zal beginnen, lig t d e gevolgtrekking voor de hand, dat, w aar milli- oenen nu op aarde levende m enschen in 1925 nog leven zullen, krachtens de in Gods W oord gegeven beloften, millioene n nu op aarde levende m enschen n im m er zul­len sterven — ook zij, die het booze gedaan hebben, m aar tot d e rechtvaardigheid en het goede terugkeeren, m aar n iet zij, die de goddelijke wet weigeren te gehoor­zamen. Te dezen aanzien hebben wij de positieve uit­spraak van den profeet, die zegt: „A ls de goddelooze zich bekeert van zijne goddeloosheid die hij gedaan heeft en recht en gerechtigheid doet, die zal zijn ziel in het leven behouden; dewijl hij toeziet en zich bekeert

Millioenen nu levende m enschen zullen n im m er s te rv en 8 1

van al zijne overtredingen, die hij gedaan heeft, hij zal gewisselijk leven, hij zal niet sterven” . (Ezechiël

: 27. 28).Terugkeerende jeugd.

In zijn liefderijke ontferm ing jegens den m ensch heeft de Heer vele schilderingen en beelden gegeven betref­fende d e uitw erking van zijn grootsch plan, zoo geeft hij in het Boek Job een beeld van de volm aaktheid van den m ensch, van zijn val, van zijn verlossing door den grooten Verlosser en zijn eindelijke w ederherstelling. Als de lijden der w ederherstelling beginnen, zullen er ongetwijfeld vele zeer oude m enschen leven, die aan den rand van het graf staan, m aar diegenen van hen, die van het groote loskoop-offer hooren en den Verlosser aan- nemen, zullen hun jeugd weder krijgen, tot volm aakt­heid van lichaam en geest wederherste ld worden en voor altoos op aarde wonen. De profeet zegt h ierom ­tren t: ,,Dat Hij (Jehovah) zijne ziel van h e t verderf af- houde; en zijn leven, dat het door het zw aard niet doorga. Ook w ordt hij (d e mensch) gestraft m et sm art op zijn leger, en de sterke m enigte zijner beenderen: z o o d a t zijn leven het brood zelf verfoeit, en zijne ziel de begeerlijke spijze; dat zijn vleesch verdw ijnt u it het ge­zicht, en zijne beenderen, die niet gezien w erden, uit­steken ; en zijne ziel nadert ten verderve. en zijn leven tot de dingen die dooden” .

Hier w ordt ons een levendige beschrijving gegeven van het stervende m enschelijk geslacht, individueel encollectief. Dan voortgaande toont de profeet aan hoe het de boodschap der w aarheid gebracht wordt en kennis neemt van het groote loskoop-offer, e n zegt h ij: ,,Is er dan bij hem (den mensch) een gezant (iemand die de blijde boodschap brengt), een uitlegger, één uit duizend (de Heer zal h ier en d aar leeraars geven om anderen tot zegen t e zijn), om den mensch zijnen (des Heeren) rechten plicht te verkondigen; zoo zal hij (de Heer) hem genadig zijn, en zeggen: , ,Verlos hem, dat hij niet nederdale in het verderf (graf, en de m ensch zegt vol vreugde): ik heb verzoening gevonden. Zijn vleesch zal

frisscher worden, dan het was in de jeugd; hij zal tot de dage zijner jongheid wederkee re” . (Job 33 : 18—25).

Toen God Adam u it Eden verdreef zeide h i j : „Nu dan, dat hij (Adam) zijne hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid. Zoo verzond hem de Heere God u it het hof van Eden . . . En hij dreef den m ensch u it; en stelde cherubs togen het Oosten, en een vlam m ig lem m er eens zw aards, dat zich omkeerde, om te bew aren den weg van den boom des levens” . (Genesis 3 : 22—24). Hier blijkt dus uit het W oord, dat als Adam in Eden gebleven was, zich voedende m et het volm aakte voedsel, dat de hof hem bood, hij zou hebben blijven voortleven, terwijl het oor­deel, dat legen hem voltrokken werd, hierin bestond, d a t hij zich m et onvolm aakt voedsel voeden moest. Vol­m aakt voedsel sch ijn t dus een noodzakelijk elem ent ler onderhouding van het eeuwige m enschelijke leven te zijn, w aarom de groote Messias, als zijn koninkrijk opgericht zal w orden, ten opzichte daarvan dan ook voorzieningen zal treffen.

Zoo zal, w anneer de w ederherstelling begint, een m an van zeven lig jaar langzam erhand tot een toestand, van lichamelijke gezondheid en geestelijk evenwicht wederhersteld w orden; zal de Heer hem leeren hoe en w at te eten, hoe zich andere levensgewoonten eigen te m aken, en bovenal hoe hij denken en hoe hij zijn geest op heilige dingen te richten heeft, gelijk hij door het langzam e w ederherstellingsproces door den grooten M iddelaar opgericht en weder tot de dagen zijner jeugd en to t eeuwig leven op aarde hersteld zal worden.

Opstanding.

Niet alleen zij, die bij het begin der W ederherstelling op aarde leven, zullen een gelegenheid tot leven heb­ben, m aar ook de dooden, die weder opgewekt en ieder in zijn eigen orde teruggebracht zullen w orden . De groote Meester zeide: „V erw ondert u d aar n iet over: w ant de u re komt, in welke allen die in de graven zijn, zijne stem zullen hooren, en zullen u itgaan” . (Joh.

8 2 Millioenen n u le vende m enschen zulle n n im m er s te rve n

5 : 28, 29). Paulus zegt duidelijk: „ E r zal een opstan­ding der dooden wezen, beide van regtvaardigen en van onregtvaardigen” . (Hand. 24 : 15). En na in 1 C orinthen 15 helder en klaar aan getoond te hebben, dat de op­standing van Jezus C hristus een w aarborg ervoor is, dat iederen doode opgewekt en to t de kennis der w aar­heid gebracht zal worden, m erkt hij in Hand. 17 : 31 op: „Hij (God) heeft een dag gesteld, op welken hij den aardbodem rechtvaardig zal oordeelen, door eenen m an dien hij daartoe verordend heeft, verzekering daarvan doende aan allen, dewijl hij hem u it de dooden heeft opgewekt” , w aaru it dus blijkt, dat gedurende de regee- ring van den Messias iedereen een gunstige gelegenheid zal hebben om de zegeningen des levens, der vrijheid en der gelukzaligheid te erlangen.

De dappere jonge m annen, die ten oorlog trokken en op het slagveld hun leven lieten, voor wie m enige moe­der slapelooze nachten heeft doorgebracht en bittere tranen heeft gestort, m enige bruid, m enige vader en m enig kind diepe sm arten geleden heeft, zijn niet naar den hemel gegaan, noch aan eeuwige pijniging overge­leverd, zooals de geloofsbelijdenissen van het Christen­dom het hun geliefde bloedverw anten willen doen ge- looven — zij hebben niet hun lichamen overgegeven en zweven nu niet in de w ereldruim te rond, zooals de spi­ritisten den m enschen willen w ijsm aken . . . zij zijn dood, w achtende op de opstanding, en te bestem der lijd zullen zij tot het leven teruggeroepen en aan h un dier­bare betrekkingen teruggegeven en hun ten volle gele­genheid geboden w orden om d e voorw aarden van de nieuwe orde van zaken aan te nem en en eeuwig te leven.

De gelegenheid der evangeliebedienaars.

W elk een schoone gelegenheid hebben de geestelijke herders gedurende de afgeloopen jaren van oorlogswee gehad — en verwaarloosd —, om, in plaats van het volk op dwaalwegen te leiden, w aar zij in de huisgezinnen leed en verdriet vonden wegens den dood van geliefden,

M illioenen nu levende m enschen zullen n im m er s te rv e n 83

die op het slagveld gevallen w aren, de aandach t te ves­tigen op de waardevolle beloften van de H. Schrift. Om bijv. tot de weenende moeder te zeggen : „Zoo zegt d e Heer: Bedwing uwe stem van geween, en uw e oogen van tran en ; w ant er is loon voor uw en arbeid, spreekt de Heer; w ant zij zullen u it des vijands land weder­komen. En er is verw achting voor uw e nakom elingen, spreekt de Heer; w ant uw e kinderen zullen wederkom en tot hunne landpale” . (Jerem ia 31 : 15—17). Het vijan­delijk land is het land van den dood, om dat de dood de groote vijand is. M aar de Heer zal allen terugroepen, die in dezen toestand gegaan zijn; gedurende zijne heer­schappij zal h ij den dood vernietigen. (1 Kor. 15: 25, 26) .

Een beroep op de geestelijkheid.

Verre ervan dat het ons doel zou zijn de geestelijkheid in een belachelijk daglicht te stellen, zouden wij veel­eer een beroep op h aar willen doen om in deze u re van benauw dheid haar plicht tegenover het volk te doen. Wij zouden haar eraan willen herinneren, d a t de op­dracht, aan alle volgelingen van Jezus gegeven, niet is de wereld te bekeeren en aan een of ander kerksysteem te binden, om geld in te zamelen, ten einde d it doel te bereiken, om anderen te vervolgen, m aar haar van God gegeven opdracht wordt door den Heer duidelijk in deze woorden u itgedruk t: ,,De Geest des Heeren is op mij, om dat de Heer mij gezalfd heeft, om eene blijde boodschap te brengen den zachtm oedigen: hij heeft mij 'gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den ge- bondenen opening der gevangenis; om u it te roepen het jaar van het welbehagen des Heeren, in den dag der w raak onzes Gods; om alle treurigen te troosten ; om den treurigen Zions te beschikken, dat hu n gegeven worde sieraad voor asch, vreugde-olie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor eenen benauw den geest; op- d a t zij genaam d w orden eikenboomen der geregtigheid. eene planting des Heeren. opdat hij verheerlijkt w orde". (Jesaja 61 : 1—3).

84 Miilioenen nu levende menschen zullen nim m er s te rven

Nimmer is er zulk een geschikte lijd geweest om de gebroken harten te verbinden, om te troosten die daar treuren, dan thans. W aarom het volk de schoone, won­dere waarheden niet te verkondigen die de Bijbel bevat en het daardoor te verheffen boven de ellende, welke thans op de wereld drukt, en het te wijzen op den komenden dag, waarop de gansche m enschheid leven, vrijheid en geluk aangeboden zal worden ?

Millioene n n u levende m enschen z u llen n imm e r s te r ven 85

Komende groote vreugde.

De dingen, welke Adam bezat en verloor, en die door Jezus door zijn eigen bloed teruggekocht zijn, waren leven, geluk en vrijheid, welke vrijheid hij gedurende /ijn regeering allen gevangenen in de gevangenis des doods en die onder de heerschappij van don tegenstan­der staan, geven en ten volle op de aarde oprichten zal, gelijk door den profeet zoo schoon gezegd w ord t: „Zie, mijn knecht, dien ik ondersteun, mijn uitverkorene, in welken m ijne ziel een welbehagen heeft ! Ik heb m ijnen Geest op hem gegeven; hij zal het recht den heidenen voortbrengen. Hij zal n iet schreeuwen, noch zijne stem verheffen, noch zijne stem op de s traa t laten hooren. Het gekrookte rie t zal hij niet verbreken, en de rookende vlaswiek zal hij niet u itb lusschen ; met w aarheid zal hij het recht voortbrengen. Hij zal niet verdonkerd worden, en hij zal niet verbroken worden, totdat hij het recht op aarde zal hebben besteld; en de eilanden zullen naar zijne leer wachten. Alzoo zegt God, de Heer, die de hemelen geschapen en dezelve uitgebreid heeft, die de aarde uitgespannen heeft, en w at daaru it voortkom t; die den volke dat daarop is den adem geeft, en den geest dengenen die daarop w andelen: Ik, de Heer, heb u geroepen in gerechtigheid, en ik zal u bij uw e hand grijpen; en ik zal u behoeden, en ik zal u geven to t een verbond des volks, tot een licht der heidenen; om te openen de blinde oogen, om de gebondenen u it te voe­ren u it de gevangenis, en u it het gevangenhuis, die in duisternis zitten' ' . (Jesaja 42 : 1—7).

Onder zijn glorierijke regeering zal de Heer, zooals wij tevoren aangeloond hebben, allen gehoorzamen eeuwig leven aanbieden, welke tijd van terugkeer dezer genadegave inderdaad een tijd van gelukzaligheid zal zijn — een gelukzaligheid, die duurzaam zal blijken, gelijk de profeet Gods, n aar dezen tijd uitziende, onder insp iratie van den Heiligen Geest schrijft: ,,De vrijge- kochten des Heeren (het geheele m enschengeslacht) zul­len wederkeeren (uit den toestand van gebondenheid aan zonde en dood), en tot Zion (de Messias) kom en met gejuich, en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vroolijkheid en blijdschap zullen zij verkrijgen, m aar droefenis en zuchting zullen weg vlieden” . (Jesaja 35:10).

In schoone taal schildert de profeet dan verder, hoe de aarde zelf een geëigende w oonplaats voor den m ensch zal worden, hoe de w ildernis en de dorre plaat­sen zullen bloeien als de roos, de w ateren in de woestijn zullen uitbarsten, de aarde haar opbrengst zal geven en alles op haar God zal prijzen voor de vervulling van zijn w onderbare beloften. Het is het gulden tijdperk, w aarvan de profeten geprofiteerd hebben en waarvan de psalm ist zong: en heden is ’t het voorrecht van de onderzoekers des goddelijken W oords, m et h e t oog des geloofs ziende, dat wij juist aan de poorten van dezen gezegenden tijd staan ! Laat ons opblikken en onze hoofden opheffen ! Bevrijding staat voor de deur !

86 M illioenen nu levende m enschen zull en n im m er s te rv en

Het toppunt der heerlijkheid.

De Messias, de C hristus in heerlijkheid, zal de nieuwe, onzichtbaar heerschende m acht vorm en, welke daarom in de Schrift dan ook als de nieuwe hemel aangeduid wordt, terwijl de op de aarde op te richten rechtvaar­dige regeering de Schrift in symbolische taal de nieuw e aarde noem t — de aardsche phase van het Koninkrijk des Heeren, w aarvan Petrus zegt, dat de getrouwen, naar de belofte Gods, ,,verwachten nieuwe hemelen en eene nieuw e aarde, in welke gerechtipheid woont” . (2 Petrus 3 : 13).

Toen Johannes, de Openbaarder, zijn straf op het eiland Patm os onderging, toonde de Heer hem zijn er­kenning door hem te bezoeken en hem in zijn genade een wondervol visioen te geven, d a t een deel van de H. Schrift u itm aakt. In extase schreef deze geïnspi­reerde getuige des Heeren : „E n ik zag eenen nieuwen hemel (onzichtbaar heerschende m acht) en eene nieuwe aarde (m aatschappij): w ant de eerste hemel en de eerste aarde (de oude orde) w as voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad (het K oninkr ijk van den Messias), het nieuwe Jeruzalem , nederdalende van God u it den hemel, toebereid als eene bruid die voor haren m an versierd is. En ik hoorde een groote slem u it den hemel, zeggende: Zie, de tabernakel Gods is hij de menschen, en hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn, en God zelf zal bij hen en hun God zijn. En God zal alle tranen van hunne oogen af- w isschen; e n d e d o o d z a l n i e t m e e r z i j n ; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal m eer zijn: w ant de eerste dingen zijn voorbij gegaan. En die op den troon zat zeide: Zie, ik maak alle dingen nieuw. En hij zeide tot m ij: Schrijf, w ant deze woorden zijn w aarachtig en getrouw ” . (Openb. 21 : 1—5).

Hier w ordt ons dus de stellige en overtuigende belofte begeven, dat onder de regeering van den Messias de dood zal w orden uitgeroeid, zorg, rouw en sm art zul­len ophouden te bestaan en alle gehoorzam en tot leven, vrijheid en geluk wederhersteld zullen w orden. En daar de oude orde thans bezig is te verdwijnen en de nieuwe staat aan te breken, kunnen wij m et vertrouw en de blijde boodschap verkondigden, d a t m illioenen thans op aarde levenden de gelegenheid voor eeuwig leven aan­geboden en de gehoorzamen tot een eeuwig leven in vrijheid, vrede en geluk w ederhersteld zullen worden.

Groot en w onderbaar zijn uwe werken,Heor, alm achtige God;Rechtvaardig en w aarachtig zijn uwe wegen,Gij K oning der Volken.

Openb. 15 : 3—4.

Millioenen n u levende m enschen zu llen n im m er s te rv e n 87

I N H O U D DER B I J B E L P L A A T S E N

G enesis 1 :22 -24 .B la dz.. 82 M attheüs 24: 31.

B la d z. . 66

,, 6 . . 53 , 24 : 3 2 -3 3 . . 20,, 12 : 2 - 3 . . 60 „ 2 4 :3 7 -3 9 . . 33,, 22:12 64 Lucas 12:32. . 78„ 22 :16 18 , 61 ,, 1 9 :4 5 -4 6 . . . 48

28 : 14 , 64 . 2 1 : 2 4 . . 16Lev iticu s 25 : 1 - 12 . 73 . 21 28 26 . . . . 50

. 26 18 . 14 Johannes 1:14 . 62D euteronom ium 28: 37Eer s te boe k der Kon ingen 8: 56 .

2710

. 3 :16 17 ,, 5 :28 -2 9 . . .

6383

. , . 19 11-12 18& 19 ,, 6 : 5 1 . . . 63Tweede b. d. K ron ieken 36 17-21 73 ,, 8 : 5 1 . . . 80J o b 33: 18- 2 5 D e P sa lm e n 3 3 :12

82 10 :10 . 6354 ,, 11:28 . 80

4 1 :1 -2 . 78 ,, 18:18 10 6745 :17 74 . 17:17 5849 :7 62 D e H and elingen 3: 19-21 . 753 1 :3 . 60 3:23 20107 : 1 - 7 . . 58 ,, 15:14 49119:105 . . 13 ,, ,, 15 :1 4 -1 7 . 65

D e Spreuken 4 : 18 13 ,, ,, 13:18 88D e Prediker 1 : 4 . 9 . 17:31 83

78 24:15 83. 8 : 9 - 1 0 . . 53 & 54 Rom einen 5 : 12 65. 25 :1 . 81 6 :2 3 . 64 & 79. 35 :10. 86 8 :9 10:22 . 71. 41 18 -20 . 32 „ 8 :1 6 -1 7 67H 42: 1 - 7 . . . 85 1 Corin th iers 2 :9 10 . 88„ 45 :18 . 11 1 18 . . . , 91. 55 :8 9 54 & 56 1 . 15 :3 . . . 63. 61:1 3 . . 93 2 15 :25 - 26 . 92. 6 5 :21 -2 3 . . 33 2 4 :4 . 8 &68

Jerem ia 15:14 27 2 . 11:14 . 6. 1 6 :1 4 - 16 . 27 G alatiers 3 :1 6 . 64, 23:19 - 3 :27 - 29 . 64, 24 :9 28 E feziers 2 :2 52„ 25 :11 73 C o lo s senzen 1: 18 . 64,, 28:32 33 . . 52 1 T im o th eüs 2 :5 6 . . 70. 30 : 23 24 . 52 2 . 2 : 11 -12. 67,, 3 1 :1 5 - 17 84 Hebreers 2 : 9 10 78

Ezechiël 18:27 - 28 . . 81 2 :10 -11 . 68. 21 2 9 - 32 . . 14 ,, 7 :26 . . . . 62

D a n iël 2: 44 . 71 „ 10:1 . 2 0 & 72. 12:1— 2 . . . 76 12:23 . 65

H o sea 13: 14 . 61 1 Petrus 1:19 . 62A m os 8:11 . . 57 1 ,, 2:21 66M icha 4 : 1 - 4 . 74 1 ,, 3 18 63H a g ai 2 : 7 . . 71 1 ,, 3 : 18 —20 57Zacharia 9 :9 en 12 . . 22 1 . 4 :1 2 -1 4 70

13:8 9 . , 77 2 , 2 :4 . 38Maleach i 3 :6 10 & 61 2 „ 3 : 3 - 7 . 36M attheü s 8:11 . . 74 2 . 3 : 6 . 11

10:24 25 . 67 2 „ 3 : 1 0 52. 13 24 39 . 65 & 66 2 . 3 :11 . . . . 86

16:24 . . 66 1 Johannes 2 :2 . 63 & 78„ 20:28 . 62 1 . 5 :19 . . 73. 21 :1 - 9 . . 23 Openbaring 2 :2 — 10 . . . 80. 21:19 20 . . 20 7 : 1 -3 . 52. 24 7 8 . . . 16 11:17- 18. . 16,, 24 9 . . 69 ,, 16:18 . 19, 24: 14 . 49 2 0 : 1 - 4 . . 79. 24 21 -2 2 . 83 2 1 : 1 - 5 . . 87„ 24 :29 . 36

De Bijbel, een geopend Boek„D e w oorden z u llen toeges lo ten en

ver zege ld z ijn to t op den tijd v an het e in d e. Dan zullen velen h e t (h e t W oord G ods) n a sp e u re n e n de w e te nsch ap zal ve rm en igvu ld igd w orden .”

( D aniël 1 2 :4,9 en 10.)

CH. T. RU SSELL’S SCHRIFTSTUDIËN

Het Goddelijke Plan der Eeuwenhet eers te e n gew ichtigste d e r 7 deelen de „Schrifts tud iën '' bevat EE NE

VOLLEDIGE HARMONISCHE uitlegging va n d en Bijbel.In 5 millioenen exem plaren e n tw in tig ta len verspreid,

leder deel vorm t één voor zich afgesloten werk.

„ B ill A r p ” z e g tbet r e ffende h et eer s t e dee l: Het is onmogelijk , d it boek te lezen , zonder d e schrijver te bem innen en z ijne heerlijke oplossing va n h e t groote raadsel te waardeeren, welke onze dagen des levens bezig hou den. Rr is haas t geen familie, die zich n ie t over den dood beklaa g t van bloed­verw anten e n vrienden, die ,,buiten de Kerk s taande” gestorven zijn — b u iten he t heilsplan, en derhalve, w anneer h e t Calvynism e recht had,

ooit van iedere hoop, in eeuw ige pijn en vertw ijfeling.Wij verkoopen d it wondervolle boek, hetw elk waa rlijk onschatbare gees t ige waarden presen teert, te gen inkoopsprijs, om d e Goddelijke

W aa rheid te verspreiden, welke de Bijbel b e v a t.

Verkrijgbaar voor NEDERLAND en KOLONIËN:

Internationale Vereeniging van Ernstige BijbelonderzoekersA M S T E R D A M , Witte de W itstraat 111.

Voor FRANKRIJK, ELZAS-LOTHRING IN en B EL G IË N :

Société de Bibles et de Traités de la „TOUR DE G ARDE"B E R N E (Suisse), rue de Com munaux, 36.

Voor (duitsch) ZWITZERLAND:

,,W ACH T-TU RM ” Bibel- und T ra k ta t -GesellschaftB E R N, Allmendstrasse 36

Voor DEUTSCHLAND, OSTENRYK en HONGARYE:

„W ACH T-TU RM ” Bibel- und T ra k ta t -GesellschaftMA GDEBUR G, Le ipzig e r s t rasse 11—12.

Schriftstudiën van Ch.T. RussellIn den waren zin des woords de

,,Sleutel tot de kennis der Heilige Schrift"Deze boekdeele n vorm en e lk voor zich e e n a fzonde r l ijk a fgesloten w e rk ;

ev e n a ls vele le e rzam e B ijbelsche b ro ch u res, zooals:

„Wat leert de Heilige Schrift omtrent de H e l? " „Millioenen nu levende menschen zullen nimmer

s terven"„Waar zijn de D o o den ?"

„ W ac h ter, hoe ver is 't in den n a c h t ? "

„D e m orgen komt en ook de nacht! "

Jesaja 2 1 :1 1 -12.

De

Wachttorenen verkondiger

der tegenwoordigheid van Christus.

Dit tijdschrift, onge­rich t door den auteur d . Schr iftstu d iën, behandelt voornamelijk diepgaande onderw erpen voor ver- g evorderde Christenen , m et het doel d e ke nnis en de ontw ikkeling van Gods welbehagelijk ka- rak te r te leer e n door - gronden.

„D e W a c h tto r e n " is voor h e t E n gelsch, D uitsch of Fransch spre- kend publiek een zeer a a n te bevelen tijd schrift. hetwelk ih 't Engelsch 2 m aal i n de m a a nd verschi j n t

O n b e m i d d e l d e kinderen Gods , die den ab onnem entsprijs n iet

k u n n en beta len, ont- vangen d it blad gra tis .

Men wende zich tot: „ T O U R D E G A R D E " , Société de B ib le s et de T ra ités , B E R N E (S uisse), rue d e s C o m m u n a u x , 3 6 ;

, , W A C H T T O R E N " , Bijbel- en Tractaatgenootschap, Z Ü R IC H ,

„ W A C H T T O R E N " B ijbe l- en Tractaatgenootschap, W itte de W it- straat 111, A M S T E R D A M . Nederland.

P rinted b y

t he Watch Tower Bible and Tract Society Pr inting Office Bern (Switzerl and)

M ade in Sw it s erland