Het internationale tijdschrift over bijbelse profetie ... · ‘Varkensbaai’! De put van de...

Middernachtsroep

Het internationale tijdschrift over bijbelse profetie

www.middernachtsroep.nl ■ Nr. 05.2013

Nog vreemder dan fi ctie• Eindtijd in Hollywood – Amerika’s ‘dromenfabriek’ produceert steeds vaker fi lms die zich met de Apocalyps bezighouden. Waarom?

Zijn er nu nog profeten? ■ Als de Opname werkelijk zou plaatsvinden

Bestelnr. 199047 · Boek · paperback · 185 pagina‘sISBN: 978-90-6451-162-2

€ 14,95


€ 14,95


€ 14,95


€ 14,95

3Middernachtsroep Mei 2013

Groetwoord door Peter MalGo

Luister dagelijks naar de Bijbel. Met Live-boodschappen, radiobijbelschool, boeklezingen, voordrachten en muziek.Actueel, evangelisch en geloofsopbouwend

Via Internet en satelliet

Astra 1L Satellit19.2° Ost12604 MhzHorizontale polarisatieTransponder 1.111Symbol Rate 22000FEC 5/6

www.rnh.de

Inhoud


€ 14,95


€ 14,95


€ 14,95


€ 14,95

"Zijn geslachtsregisters ook Gods Woord?"Geliefde vrienden, “Dit alles is echter lang geleden”. Deze paar woorden staan mid-den in een rij van wel eindeloos lijkende ge-slachtsregisters (1 Kron. 4:22.). En inder-daad, het lezen van geslachtsregisters zal voor menigeen een droge of zelfs vervelen-de aangelegenheid zijn.Toch heeft God er wel een bedoeling mee, want anders stonden ze niet in de Bijbel. Ook stambomen zijn Gods Woord. Bij een nadere beschouwing van het geslachtsre-gister van Jezus stuiten we niet op een alge-hele onberispelijke reeks voorouders. Er zijn daar een paar bepaald niet roemrijke voor-ouders te vinden: Tamar, die zich als pros-tituee verkleedde om zwanger te worden van haar schoonvader, Bathseba, die met Uria was getrouwd en zich met David inliet, Rachab, die een hoer was. Voor God speel-de dat alles echter geen rol. Hij zond Zijn Zoon Jezus Christus naar een verloren, zon-dig geslacht. Zo werd Jezus volkomen mens, zonder dat Hem echter ooit ook maar één zonde heeft bevlekt (2 Kor. 5:21). Jezus werd weliswaar vaker de ‘Zoon van David’ genoemd, maar Zelf beroemde Hij Zich niet op een koninklijke afkomst. Ook Zijn fami-lie zag Hij niet primair als bloedverwanten, want toen Zijn moeder en Zijn broers een keer met Hem wilden praten, zei Hij: “Wie is Mijn moeder en wie zijn Mijn broers?” (Mat. 12:48). Dat was geen geringschat-ting, maar een aanwijzing naar wat werkelijk telt; kijk maar naar de verzen 49 en 50 van hetzelfde hoofdstuk!Als Gods Woord zegt: “Dit alles is echter lang geleden”, dan zegt het daarmee dat het geen nut meer heeft om je daar nog diepgaand mee bezig te houden of er zelfs nog over te ruziën. Paulus zegt in zijn eer-ste Brief aan Timotheüs heel duidelijk: “Ik … heb u ertoe opgeroepen … om sommigen te bevelen … zich ook niet bezig te houden met verzinsels en eindeloze geslachtsre-gisters” (1 Tim. 1:4). Ook aan Titus schrijft Paulus deze vermaning: “Maar ontwijk dwa-ze vragen, geslachtsregisters en ruzies en strijdvragen over de wet, want die zijn nut-

teloos en zinloos” (Tit. 3:9).Laten we 1 Kronieken 4:22 eens op onze relatie tot onze voorouders toepassen. Ve-len van ons hebben foto’s van ouders en grootouders aan de muur hangen. En dat mag ook gerust. Soms is het dan bijna een vooroudergalerij waar men trots op is, vooral als men uit een aanzienlijke familie stamt. Met de middelen die ons tegenwoor-dig ten dienste staan is het ook eenvoudi-ger geworden om er snel achter te komen of men misschien uit een prominente familie stamt, want er zijn heel wat websites die op dit punt hulp bieden. Zeker, er staat geschreven: “Eer uw vader en uw moeder” (Ex. 20:12). In Matthe-us 10:37 perkt Jezus dit wat in: “Wie va-der of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard”. En Hij gaat nog verder. Hij betrekt er niet alleen onze voorouders in, maar ook onze nakomelingen: “…en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard”. Hier kan de Bijbel een gevoe-lige snaar raken. Want menigeen is niet al-leen trots op wat hij allemaal gepresteerd heeft, maar ook apetrots op zijn kinderen, vooral als zij met de hoogste cijfers hun schooldiploma halen. Dat kan het gebeu-ren dat men ze gewoonweg vereert. Wat eigen eer en familie-eer betreft, is Paulus een groot voorbeeld voor ons. Hij die al-le reden had om met zijn afstamming en opleiding, met zijn hele reputatie te pron-ken, beschouwde het allemaal als waarde-loos. Hij zei van zichzelf: “… besneden op de achtste dag, uit het geslacht van Isra-el, van de stam Benjamin, een Hebreeër uit de Hebreeën … in de wet … onberispe-lijk. Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus’ wil als schade beschouwd” (Fil. 3:5,7). Niet onze afstamming, niet de verdienste van onze ouders, niet onze eigen werken, ook niet onze ‘prijzenswaardige’ le-vensloop of de carrière van onze kinderen maken ons waardig en rechtvaardig voor God! Wat telt is enkel en alleen onze positie in Jezus Christus en onze relatie met Hem!

In hartelijke verbondenheid

bijbelse boodschap

4 Nog vreemder dan fictie 8 Eindtijd in Hollywood

eruit Gelicht

10 Killervirussen en eindtijdoordelen 10 Palestijnen hoeven niet met smoezen

te komen 11 Eén klinker, en wat een verschil! 11 Profetenschool in Tel Aviv

in perspectief

12 De blijde boodschap – ook voor Joden?

14 Heeft God de profeten om de tuin geleid?

15 Griezelige parallellen 16 De Davidische koninklijke eerschappij

van Jezus 17 Als de opname werkelijk zou

plaatsvinden 18 Zijn er nu nog profeten?

brieven van leZers

19 Zijn de oorlogen van Ezechiël en Openbaring dezelfde?

middernachtsroep

20 Impressies van de 36e Paasonferentie

21 Waarom het de moeite waard is, Christen te zijn

3 Groetwoord 11 Eye-opener 16 Spreuken 22 Interview 22 Voruitblik/Colofon

4 Middernachtsroep Mei 2013

bijbelse boodschap

Nog vreemder dan fictie

O p 30 oktober 1938 presenteerden Orson Welles en het Mercury The-atre of the Air een radio-adaptatie

van H. G. Wells’ novelle Oorlog der we-relden in de vorm van een nieuwsbericht via het zendstation van Columbia. Tussen acht en negen uur (tijdzone Eastern) werd het muziekprogramma regelmatig onderbroken door de fictieve nieuwslezer Carl Phillips, die bekendmaakte dat er in New Jersey creaturen van Mars waren geland en tot de aanval overgingen. Het land raakte al in paniek nog voordat Wel-les de uitzending kon beëindigen en de luisteraars kon verzekeren: Wat u zojuist gehoord hebt was “de radioversie van het Mercury Theatre van Mann, die een laken over zich heen trok, uit de struiken sprong en ‘Boeh’ riep”!

Naar schatting zes miljoen mensen luisterden die avond voor Halloween naar de uitzending, en 1,2 miljoen van hen dachten dat het echt waar was. Hon-derden auto’s stroomden weg uit de in de uitzending genoemde steden en men meldde verscheidene zelfmoordpogin-gen. De meeste mensen die de uitzending geloofden, verdrongen zich bij het raam en hielden rekening met het ergste.

Een van de interessantste reacties op de mededelingen was wel dat er berichten binnenkwamen van mensen die beweerden de aanval te kunnen zien. Sommigen zwoeren dat ze hadden gezien dat afgelegen gebieden door een vuurstraal in brand werden gestoken. Anderen schilderden hoe reusachtige metalen buizen op de aarde neerstortten. Meerdere verwarde mensen in New Jersey waarschuwden de politie dat er op de steile oever van Jersey Marsmannetjes op driepotige oorlogsmachines stonden, klaar om de Hudson over te steken en New York City in te nemen.

Na dit voorval hebben velen zich afge-vraagd hoe anders verstandige mensen zo panisch konden reageren en bang konden zijn van hun eigen fantasieën. In zijn boek Invasion from Mars zegt professor Hadley Cantril van de Princeton univer-siteit dat hij gelooft dat het tijdstip van de

uitzending wel eens belangrijk kon zijn voor de verklaring van de paniek en de hallucinaties. De uitzending ging aan het einde van de wereldwijde economische crisis en vlak voor de Tweede Wereldoor-log de lucht in. Dat was een tijd waarin de Amerikanen uiterst bezorgd waren en op iets geweldigs wachtten.

In de eerste jaren van de 21ste eeuw heersen er weer een enorm verwach-tende houding en angst en houdt men er rekening meer dat er aan de horizont iets monumentaals te wachten staat. Te-genwoordig zijn de mensen nog meer op een ‘oorlog van de werelden’ voorbereid dan in 1938. Veel mensen verwachten zelfs een invasie vanuit de wereld van het hiernamaals. En verbazend genoeg is dat precies wat de Bijbel voor de laatste dagen voorspelt.

In Openbaring 9:1-2 lezen we over de vijfde oordeelsbazuin – een van zeven bazuinen die in de laatste dagen het oordeel aankondigen. Als de vijfde engel in Openbaring 9:1 op zijn bazuin blaast, ziet de apostel Johannes als eerste “een ster, uit de hemel op de aarde gevallen”. Het is echter geen ster of asteroïde, zoals in Openbaring 6:13 en 8:10,12, maar een gevallen engel. We weten dat de ster een persoon voorstelt, omdat hem de sleutel van de put van de afgrond wordt gegeven, wat bij een echte ster natuurlijk niet mogelijk is. Bovendien stellen de sterren in Openbaring 1:20 engelen voor (zie Job 38:7). Omdat deze engel op de aarde is gevallen, moet het of een demon, of de duivel zelf zijn. Hoewel alleen God de sleutel van de afgrond be-zit, geeft Hij hem hier voor een tijdje aan deze gevallen engel om Zijn soevereine plannen te verwezenlijken. God heeft alles onder controle! Laat dat maar onze grote troost zijn.

In Openbaring 9 wordt drie keer de af-grond of letterlijk “de put van de afgrond”

genoemd (vs. 1,2,11). Het Griekse woord abussos komt in het Nieuwe Testament negen keer voor, waarvan zeven keer in Openbaring (Luk. 8:31; Rom. 10:7; Op. 9:1,2,11; 11:7; 17:8; 20:1,3). In het Nieu-we Testament worden vier delen van de onderwereld beschreven: Gehenna (de vuurzee), Hades (het dodenrijk), Tartarus en de afgrond.

Het laatste deel van de onderwe-reld, dat voor Openbaring 9 relevant is, wordt afgrond of letterlijk “put van de afgrond” genoemd. De put van de afgrond stelt een onderaardse grot voor, met het aardoppervlak verbonden door een schacht, die met een soort zegel is afgesloten. In Lukas 8:30-32 vraagt het legioen demonen in de bezeten Gadareense man of Jezus hen in de varkens wilde laten varen en niet in de afgrond werpen. Jezus stond het hun toe en de varkens stortten zich van de steilte het meer in en verdronken. Dat was het oorspronkelijke incident in de ‘Varkensbaai’! De put van de afgrond is dus een plek waar de gevallen engelen of demonen die tegen God hebben ge-rebelleerd en hun bewegingsvrijheid in de zichtbare wereld zijn kwijtgeraakt, voorlopig opgesloten zitten.

Als de vijfde engel op de bazuin blaast, krijgt een gevallen engel de sleutel van de afgrond om hem, voor zover wij weten, voor de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid te openen.

Enkele jaren geleden heb ik met mijn gezin de grotten in Carlsbad (New Mexi-co) bezocht. Ik herinner me nog hoe het voelde om langzaam in het inwendige van de aarde af te dalen en de muffe lucht

5

Middernachtsroep Mei 2013

van de grot te ruiken. De reis was van begin tot eind een opwindend avontuur. En als hoogtepunt vlogen bij het invallen van de duisternis de vleermuizen de grot uit. Als duizenden vleermuizen de grotten uit vliegen, verduisteren ze het beetje licht van de schemering dat er nog is. Het is een ongelooflijk mooi en uniek schouwspel.

In een nog veel aanschouwelijker en angstaanjagender scene beschrijft Openbaring 9:2-3 dat de afgrond wordt geopend: er komt rook vrij als die uit een grote oven en talloze sprinkhaanachtige wezens verduisteren de lucht boven de hele aarde. “En hij opende de put van de afgrond, en er steeg rook op uit de put als rook van een grote oven. En de zon en de lucht werden verduisterd door de rook van de put. En uit de rook kwamen sprinkhanen op de aarde, en hun werd macht gegeven, zoals de schorpioenen van de aarde macht hebben.”

Wat of wie komt er uit deze onderaard-se grot tevoorschijn en bedekt de stralen van de zon? Wie zijn deze sprinkhanen die uit de afgrond komen zwermen en de lucht boven de aarde verduisteren? Zijn het werkelijk sprinkhanen, of andere wezens?

In verschillende perioden in de kerk-geschiedenis zijn de sprinkhanen in Openbaring 9 op verschillende manieren uitgelegd. Soms symboliseerden ze de ketters of de Goten, een andere keer de Mohammedanen, de bedelorden, de Jezuïeten of de protestanten, de Sara-cenen of de Turken. De beschrijving in Openbaring 9:2-5 laat echter zien dat deze sprinkhanen demonische wezens in een materiële, zichtbare gestalte zijn. Het zijn de griezelige bewoners van de afgrond – helse sprinkhanen, gedreven door een infernale kracht. Dit vers be-schrijft een ongelooflijke demonische invasie van de aarde door het leger van satan in de laatste dagen.

Zeven punten ondersteunen de op-vatting dat deze wezens demonen in materiële gestalte zijn.

1. Zoals we al in vers 1 hebben gezien, is hun aanvoerder een gevallen engel of demon.

2. Ze komen uit de put van de af-grond, die in het Nieuwe Testament de plek is waarnaar enkele gevallen

engelen of demonen zijn verbannen (Luk. 8:31).

3. Het kunnen geen echte sprinkha-nen zijn omdat hun aanvalsdoelen de mensen zijn, niet de vegetatie. Openba-ring 9:4 zegt: “En tegen hen werd gezegd dat ze geen schade mochten toebrengen aan het gras van de aarde, of welke groe-ne plant of welke boom dan ook, maar alleen aan de mensen die het zegel van God niet op hun voorhoofd hadden”.

4. Deze sprinkhanen kwellen alleen de mensen die niet bij God horen (Op. 9:4). Dat komt overeen met het optreden van demonen.

5. Demonen zijn klaarblijkelijk in staat om verschillende fysieke levens-vormen te bewonen, zowel mensen als dieren. In Openbaring 16:13 vinden we bijvoorbeeld demonen in de gestalte van onreine kikkers.

6. De beschrijving van deze wezens in Openbaring 9:7-10 gaat veel verder dan alles wat er in deze wereld bestaat: “En de sprinkhanen zagen eruit als paarden die voor de oorlog gereedgemaakt zijn. En op hun koppen droegen zij kransen als van goud, en hun gezichten leken op gezichten van mensen. En zij had-den haar als haar van vrouwen, en hun tanden waren als tanden van leeuwen. En zij hadden borstharnassen van ijzer, en het geluid van hun vleugels was als het geluid van wagens met veel paarden die ten strijde snellen. En zij hadden staarten die leken op schorpioenen, en er zaten angels aan hun staarten. En zij hadden de macht om de mensen schade toe te brengen, vijf maanden lang.”

7. Echte sprinkhanen hebben geen koning boven zich. Spreuken 30:27 zegt: “De sprinkhaan heeft geen koning, maar hij trekt gezamenlijk ordelijk op”. In tegenstelling hiermee hebben de in Openbaring 9 beschreven sprinkhanen “de engel van de afgrond” als aanvoerder (vs. 11). Het zijn demonische wezens in een materiële gestalte, aangevoerd door een koning, de “engel van de afgrond”. Bijbelleraar John MacArthur is het met deze conclusie eens: “Dit zijn geen normale sprinkhanen, maar demonen, die als sprinkhanen verderf zaaien. Dat ze als sprinkhanen worden beschreven symboliseert hun geweldige aantal en hun enorme verwoestende krach-

ten” (Revelation 1-11, pag. 259-260).In de oudheid behoorden sprinkhanen tot de meest vernietigende schepsels. Ze stonden gewoon symbool voor vernieti-ging. De vijfde oordeelsbazuin van de eindtijd beschrijft niets minder dan het inwendige van de hel die een vreselijke menigte afschuwelijke demonen uitstoot, die de niet geredde mensen in de tijd van de Grote Verdrukking met afgrijselijke pijnen en kwellingen zullen teisteren.

Stelt u zich eens voor hoe de wereld eruit zou zien als de deuren van de ge-vangenissen en strafinrichtingen overal geopend werden en de ergste criminelen van de wereld werden vrijgelaten. Zij had-den dan de vrije hand om chaos onder de mensen te veroorzaken en hun misdaden te plegen. De scene in Openbaring is nog veel en veel erger. Hoe zal het zijn als er in de tijd van de Verdrukking vele, vele duizenden demonen, die duizenden jaren lang in de afgrond geboeid zijn geweest, in een zichtbare gestalte onbelemmerd op de aarde worden losgelaten? Dat wordt een onvoorstelbare gruwel!

Openbaring 12 voegt eraan toe dat ook de duivel en zijn gevallen engelen uit de hemel op de aarde worden geworpen. De aarde komt dan in een demonisch kruisvuur terecht, als de duivel en zijn gevallen engelen uit de hemel worden geworpen en er tegelijkertijd demonen uit de afgrond aan het aardoppervlak komen. Het zal in deze wereld wemelen van hele menigten demonische wezens. Voor de mensen die dit beleven zal het een ervaring zijn die aan Auschwitz her-innert. De op de aarde geworpen duivelse machten en degenen die uit de afgrond komen zullen vrijuit hun ontzettende en onvoorstelbare gruweldaden aan de mensen kunnen plegen. De aarde wordt dan overspoeld door een leger van buiten-aardse wezens, zoals geen enkel special effects team het kan bedenken. Deze invasie zal de Oorlog van de werelden op een zondagschooluitje doen lijken.

Natuurlijk werpt dit bizarre scenario alle mogelijke vragen op, waarvan we er veel niet kunnen beantwoorden. Maar de Schrift geeft ons wel enkele antwoorden en daar willen we eens naar kijken.

Voordat het uiterlijk en de daden van deze wezens wordt beschreven, maakt God heel duidelijk dat Hij alles wat er

6


bijbelse boodschap

gebeurt onder controle heeft. Hij geeft de gevallen engel de sleutel van de afgrond en Hij perkt de speelruimte van deze ‘sprinkhanen’ heel precies in. God legt hen minstens drie duidelijke beperkingen op: Hij bepaalt wie zij hoe en hoe lang mogen beschadigen.

Als deze demonische horden over de wereld trekken, zegt God hen uitdruk-kelijk “dat ze geen schade mochten toebrengen aan het gras van de aarde, of welke groene plant of welke boom dan ook, maar alleen aan de mensen die het zegel van God niet op hun voorhoofd hadden” (Op. 9:4). Ze kunnen het gras, de planten en de bomen en degenen die in Jezus Christus geloven – zij die het zegel van God op hun voorhoofd heb-ben – niets doen (zie Op. 7:4-8). Deze 144.000 worden tegen de demonische kwellingen beschermd, en waarschijnlijk zullen ook alle andere gelovigen op aarde in deze tijd verschoond blijven.

Nu vraagt u zich misschien wel af: “Ik dacht dat alle gelovigen vóór de Grote Verdrukking werden opgenomen. Wie zijn deze gelovigen op aarde die tijdens de tijd van de Verdrukking voor deze demonische plaag bewaard blijven?” We mogen niet vergeten dat in de tijd van de Grote Verdrukking veel ongelovigen de Heer als hun Verlosser zullen aan-nemen. Openbaring 7 noemt minstens twee groepen mensen die gedurende de tijd van de Verdrukking worden gered: 144.000 Joden en een groot aantal hei-denen. God zal de chaos van de Grote Verdrukking gebruiken om veel verloren zondaars tot Zich te roepen. Hoewel velen van hen vervolging en zelfs de marteldood zullen ondergaan, zal God hen er voor bewaren dat ze niet samen met de verlorenen door de demonen van Openbaring 9 worden gekweld.

Ook in Exodus kunnen we zien dat God Zijn volk beschermde. Toen Hij de tien plagen over de Egyptenaren uitgoot

om farao op de knieën te dwingen, werd het volk van God bewaard voor de gevol-gen (Ex. 8:18-19; 9:4,6,26; 10:23).

De demonen uit de afgrond kunnen de mensen niet doden, maar alleen de wens om te sterven in hen oproepen. “En hun werd macht gegeven, niet om hen te doden, maar om hen te pijnigen, vijf maanden lang. Hun pijniging was als de pijniging door een schorpioen, wanneer hij een mens steekt. En in die dagen zullen de mensen de dood zoeken maar die niet vinden. En zij zullen ernaar verlangen te sterven, maar de dood zal van hen wegvluchten” (Op. 9:5-6).

Het woord dat hier met «pijniging» is vertaald, wordt in de Bijbel vaak gebruikt voor het lijden en de pijnen van de hel. De pijniging van deze demonische wezens zal zijn als “de pijniging door een schor-pioen, wanneer hij een mens steekt”. Ik ben nog nooit door een schorpioen gesto-ken, maar heb wel een keer beleefd dat een kleine jongen op het veld naast onze gemeente door een kleine schorpioen in de hand werd gestoken. Hij heeft een uur lang geschreeuwd als een speenvarken. In de eerste 30 minuten na de steek was hij helemaal niet stil te krijgen. Stel je voor dat je zo’n pijn vijf maanden lang ononderbroken moet ondergaan! De mensen zullen er volkomen gek van wor-den. Het zal hen tot zelfmoord drijven, maar volgens Openbaring 9:6 zullen zij niet in staat zijn om zich van het leven te beroven om zo een einde te maken aan deze verschrikkelijke pijn. De theoloog Charles Ryrie schreef: “Deze kwelling zal de mensen tot zelfmoord aanzetten, maar ze zullen niet kunnen sterven. Hoewel de mensen de voorkeur zullen geven aan de dood boven een leven met zulke pijnigingen, zullen ze de dood niet kunnen vinden. Lichamen zullen in het water niet zinken en verdrinken; vergif en tabletten zullen niet werken en op de een of andere manier zullen ook kogels en messen hun werk niet meer doen” (Revelation, pag. 62).

Stel je de kwelling en de vertwijfeling eens voor als je jezelf van het leven wilt beroven en dat niet kunt. Je vuurwapen doet het niet, vergif werkt niet, als je van

een hoog gebouw springt, word je door een onzichtbaar vangnet opgevangen, en jezelf ophangen of wurgen lukt ook al niet. Zelfs dokter Kevorkian (een Ame-rikaanse arts die zich voor legalisering van actieve euthanasie heeft ingezet en ongeveer 100 mensen heeft geholpen euthanasie te plegen) zal niet kunnen helpen. Dat is werkelijk een ongeloof-lijke tijd.

De derde beperking die God dit inva-sieleger zal opleggen is de periode waarin ze de mensen kunnen kwellen. Die is tot vijf maanden beperkt. Ik noem deze tijd ‘vijf maanden de hel op aarde’. De periode wordt nadrukkelijk twee keer genoemd (Op. 9:5,10). Interessant genoeg duurt het normale sprinkhanenseizoen precies vijf maanden (mei-september). Dit is het enige oordeel in het boek Openbaring dat tot een bepaalde tijdspanne is beperkt.

In Openbaring 9 staat een angstaan-jagende beschrijving van deze «buiten-aardse» indringers: “En de sprinkhanen zagen eruit als paarden die voor de oorlog gereedgemaakt zijn. En op hun koppen droegen zij kransen als van goud, en hun gezichten leken op gezich-ten van mensen. En zij hadden haar als haar van vrouwen, en hun tanden waren als tanden van leeuwen. En zij hadden borstharnassen van ijzer, en het geluid van hun vleugels was als het geluid van wagens met veel paarden die ten strijde snellen. En zij hadden staarten die leken op schorpioenen, en er zaten angels aan hun staarten. En zij hadden de macht om de mensen schade toe te brengen, vijf maanden lang” (Op. 9:7-10).

Let wel, het hoofdkenmerk van deze indringers is dat ze als ‘sprinkhanen’ zijn. Zoals we al gezien hebben, zijn het geen echte sprinkhanen, maar demonische wezens met het uiterlijk van sprinkha-nen. Interessant genoeg zien de buiten-aardse wezens in veel sciencefiction films er uit als sprinkhanen, in elk geval wat hun kop en gezicht betreft.

In de film Independence Day komen wezens voor die bijna helemaal over-eenkomen met de beschrijving van de demonische aanvallers in Openbaring 9. In een scene tegen het einde van de

In de oudheid behoorden sprinkhanen tot de meest ver-nietigende schepsels. Ze stonden gewoon symbool voor vernietiging.

7


film ontmoet de president van de Ver-enigde Staten een van deze buitenaardse wezens in Area 51 in Nevada. Op de een of andere manier communiceert het wezen langs telepathische weg met de president. Hij houdt van pijn zijn hoofd vast en zegt: “Het zijn net sprinkhanen, ze trekken van het ene gebied naar het andere en vernietigen alles wat op hun weg komt”. Zo zijn ook de in Openbaring 9 beschreven buitenaardse aanvallers net sprinkhanen, en ook zij zullen alles verslinden wat hen voor de voeten komt. In de onlangs verschenen film District 9 lijken de aliens op reusachtige garnalen.

De wezens in openbaring 9 zijn niet alleen als sprinkhanen, ze hebben nog acht andere kenmerken:

1. Ze lijken op paarden,2. kransen (als van goud) op hun

koppen,3. gezichten die op mensengezichten

lijken,4. lang haar zoals vrouwenhaar,5. tanden als die van leeuwen (wat

wijst op hun vraatzucht),6. borstharnassen als van ijzer (als

een zware wapenrusting) – ze zijn goed beschermd, terwijl de mensen hulpeloos aan hun aanvallen zijn overgeleverd,

7. hun bewegingen kinken als wagens en paarden in de strijd,

8. staarten als schorpioenen.Bij ieder punt wijst het woordje «als»

op een vergelijking en daarnaast dat er iets anders moet zijn bedoeld dan een letterlijk op te vatten beschrijving. Dat betekent niet dat deze wezens niet echt zijn, maar alleen dat Johannes hen zo goed mogelijk beschrijft door hen te vergelijken met andere dingen die hij en zijn lezers wel kenden. Hieronder een alternatieve lijst van de typische ken-merken van deze sprinkhanen uit de hel.

Koppen: kronen als van goud.Gezichten: als die van mensen.Haar: als dat van vrouwen.Tanden: als die van leeuwen.Borstharnas: als van ijzer.Vleugels: als het gedruis van veel

wagens en paarden.Staarten: als die van schorpioenen.Stel je alleen al het angstaanjagende

uiterlijk van deze indringers uit de afgrond voor: langharige, op paarden lijkende vliegende sprinkhanen met staarten van schorpioenen en gouden kronen op menselijke gezichten en overtrokken met een huid die op een maliënkolder lijkt. Het zijn een soort ‘helse cherubim’ – een combinatie van paard, mens, vrouw, leeuw, schorpioen en sprinkhaan. Hun grootte wordt niet genoemd, maar ze zijn duidelijk groter dan gewone sprinkhanen.

De vleugels van deze agenten van de ellende klinken als het luide geraas van “wagens en veel paarden die ten strijde snellen”. Dit geraas zal geweldig zijn en er op wijzen dat elke tegenstand hopeloos is. Joël vergelijkt het gedruis van sprinkhanenvleugels met het geratel van wagenwielen en het klepperen van paardenhoeven die ten strijde trekken (Joël 2:4-5; zie ook 2 Kon. 7:6; Jer. 47:3). Over dit soort gedruis gaat het in Openbaring 9.

Men heeft mij wel eens gevraagd of deze demonische wezens zichtbaar of onzichtbaar zullen zijn. Omdat demonen geesten zijn, concluderen veel mensen dat de demonen uit de afgrond onzicht-baar zullen zijn. Hoewel men in deze kwestie niet al te dogmatisch behoort te zijn, lijkt het mij toch het meest lo-gisch dat deze demonische sprinkhanen tenminste een tijdlang zichtbaar zullen zijn. De uitvoerige beschrijving van hun fysieke kenmerken en het feit dat ze de zon verduisteren als ze uit de afgrond worden vrijgelaten, doen een materiële, lichamelijke en zichtbare gestalte ver-moeden. Omdat demonen geesten zijn, is het natuurlijk ook mogelijk dat ze van een materiële en zichtbare gestalte naar een immateriële en onzichtbare gestalte en andersom kunnen omschakelen.

De kernvraag is echter niet of deze we-zens zichtbaar of onzichtbaar zijn, maar of ze werkelijk bestaan. Openbaring 9 toont heel duidelijk dat deze wezens reëel zijn en dat hun boosaardigheid alle ongelovige mensen met onvoorstelbare verschrikkin-gen en kwellingen zal teisteren.

De aanvoerder of koning van deze buitenaardse invasie is de engel van de

afgrond. In het Hebreeuws heet hij Abad-don en in het Grieks Apollyon (Op. 9:11), wat ‘verderver’ of ‘verwoester’ betekent. Zijn titel drukt de verwoestingen uit die de door deze engel geleide demonische menigten veroorzaken. De schrijvers Tim LaHaye en Jerry Jenkins beschrijven deze creaturen en hun daden in Apollyon, een roman die tot de reeks Left BehindTM (Nederlands: De laatste bazuin) behoort.

Sommigen identificeren deze koning van de afgrond als de duivel zelf; maar satan is in de hemelse gewesten, niet in de onderwereld. In de Schrift staat de duivel niet in verband met de afgrond; dat gebeurt pas als hij er in Openbaring 20:1-3 in geworpen wordt. Het is beter om in deze koning een onbekende ge-vallen engel te zien die voor de afgrond verantwoordelijk is. Je zou hem satans helse ‘aartsengel Michaël’ kunnen noe-men. Deze angstaanjagende vernietiger zal in de laatste dagen de massale aanval van deze duivelse speciale eenheid op de planeet Aarde leiden.

De beschrijving van deze toekomstige buitenaardse (demonische) invasie is zo bizar, dat ik na het lezen van Openba-ring 9:1-11 eerst even wil stoppen en goed doorademen. De pure horror van deze scene is volkomen surrealistisch en onvoorstelbaar. Het is zo vreemd dat ik het niet zou geloven als het niet in de Bijbel stond. Maar het staat er wel. En het is een reden te meer waarom mensen Christus als hun Verlosser aan moeten nemen voordat het te laat is. Kunt u zich voorstellen dat u na de opname achter-blijft en deze nachtmerrie mee moet maken? Ik kan het niet. Maar ik kan wel de Heer danken voor zijn genadegave van de Redding.

Ik bid dat ook u dit grootste van alle geschenken hebt ontvangen. MARK HITCHCOCK

Uittreksel uit Die erstaunlichen Behauptungen der biblischen Prophetie van Mark Hitchock, pag. 125-137. Als u meer over de buitengewone uitspraken van het profetische Woord wilt weten, kunt u het boek bestellen (bestelnummer 180011 - Alleen in het Duits verkrijgbaar).


bijbelse boodschap

Eindtijd in Hollywood

te redden. En The Book of Eli toont een eenzame zwerver in een vernietigde wereld; hij heeft een machtig wapen bij zich: de laatst overgebleven Bijbel.

Sinds 2009/2010 zijn er alweer enige jaren verstreken. Natuurlijk is de wereld in 2012 niet vergaan. Maar de fascinatie van de wereld voor de ondergang van de wereld blijft onverminderd groot. Een van de meest succesvolle films van 2012 was een cartoon verfilming: Marvel’s The Avengers. Daarin gaat het over su-perhelden; en natuurlijk, wat anders, ook over de redding van de wereld voor een komende Apocalyps, preciezer gezegd voor een buitenaardse invasie.

Veel moderne films en tv-series gaan op dit thema in: de wereld wordt door een mysterieuze macht bedreigd en de mensheid moet als underdog de krachten bundelen en terugslaan. In de door Steven Spielberg geproduceerde tv-serie Falling Skies moet de mensheid zich verdedigen tegen oppermachtige, demonenachtige buitenaardse wezens. In Fringe dreigt de Apocalyps door een oorlog met een paralleluniversum; later komt het dan inderdaad door de zogenaamde waarnemers. En ook in de superheldenserie Heroes gaat het erom

de wereld te redden, meerdere keren. Intussen plant men zelfs een seculiere televisieserie over de Opname.

Dat is alleen nog maar de televisie. In de bioscoop wordt de wereld ook regel-matig bedreigd. Voor 2013 staan onder andere de volgende films op stapel: in The Host neemt een buitenaardse parasiet het lichaam van een meisje over om de aarde te veroveren. De parasiet verbindt zich echter met het meisje. Oblivion schildert de wereld na een apocalyptische strijd met buitenaardse wezens. This Is the End vat de Apocalyps als een komedie op. In World War Z wordt de mensheid bedreigd door een zombie Apocalyps. In Pacific Rim zijn het weer eens opper-machtige aliens die het bestaan van de aarde bedreigen. Elysium heeft de tijd na de vernietiging van de aarde als thema. The World’s End ook weer een komedie over de ondergang van de wereld. En dit is maar een kleine opsomming.

Je heb niet veel fantasie en ook geen doctortitel in bijbelse profetie nodig om tenminste heel voorzichtig de conclusie te trekken dat Hollywood meedoet aan het voorbereiden van de mensheid op de eindtijd. De gedachte dat er een tijd vol bovenaardse rampen komt is de wereld niet vreemd. En de idee dat de laatste rest van de mensheid zich tegen een oppermachtige, onoverwinnelijk lijkende buitenaardse macht moet verdedigen, wordt ijverig in films en op tv verbreid. Natuurlijk neemt de mens deze films niet serieus. Hij wil ze als vermaak opvatten. Maar ondertussen...

De mensheid zal inderdaad door een bovennatuurlijke, oppermachtige en onoverwinnelijke macht worden aange-vallen. Er zullen demonen op de wereld

Amerika’s ‘dromenfabriek’ produceert steeds vaker, zo lijkt het althans, films die zich met de Apocalyps bezighouden. Waarom?

H et was begin 2010 toen de filmcriticus James Berardinelli terugblikkend schreef: “De inter-

nationale fascinatie voor de Apocalyps is waarschijnlijk nog nooit zo groot geweest als tegenwoordig en heeft geresulteerd in films als Knowing, The Road, 2012 en The Book of Eli, die binnen 12 maanden in de bioscopen draaiden” (reelviews.net, Book of Eli, The).

Knowing gaat over de ondergang van de aarde in een reusachtige vuurbal. Maar eerst worden de uitverkorenen (onschuldige kinderen) door engelach-tige buitenaardse wezens van de aarde weggehaald om op een andere planeet een nieuw bestaan te beginnen. De film eindigt, tekenend, met een jongen en een meisje die door een korenveld naar een grote bloeiende boom lopen. The Road toont hoe een vader en zijn zoon door een apocalyptisch landschap zwerven, op zoek naar voedsel. 2012 gaat in op de ondergang van de wereld die door de Maya’s zou zijn voorspeld. In deze film vergaat de wereld door natuurrampen (zoals plaatverschuivingen, vulkaanuit-barstingen, orkanen, zondvloed enz.). Een klein deel van de mensheid weet zich met behulp van zelfgebouwde arken


EyE-opEnEr

worden losgelaten. Ja, God Zelf zal de aarde op Zijn dag van oordeel aanvallen, op de dag des Heren, die zal komen als “een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden” (2 Pet. 3:10).

Hollywood roept graag het beeld op van de goddeloze mens die op eigen kracht een bovenaardse of buitenaardse kracht afweert. De goddeloze mens zal inderdaad proberen tegen een boven-aardse of buitenaardse macht staande te blijven, maar dat gaat niet lukken. Als God Zelf de aarde aanpakt, zal de mens er niets tegen kunnen doen. Veeleer zul-len de ‘superhelden’ van de aarde “zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen” verbergen tegen de bergen en de rotsen zeggen: “Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?” (Op. 6:15-17).

Wij christenen weten dat de wereld niet voorgoed zal ondergaan en dat de mensheid niet voor eeuwig door een apocalyptisch landschap hoeft te zwer-ven. “Maar wij verwachten, overeen-komstig zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont” (2 Pet. 3:13). Maar eerst komt het oordeel, een tijd van verdrukking, die bovennatuurlijke aanval op de wereld die onze maatschappij op de een of andere manier schijnt te voorvoelen. Gelukkig is hij of zij die zich in veiligheid heeft ge-bracht in de Ark die Jezus Christus heet!

Met het oog op “Hollywoods huidige geconcentreerdheid op de Apocalyps” stelde Mick LaSalle in de San Francisco Chronicle de vraag: “Moeten we intussen zo langzamerhand paranoïde worden?” (sfgate.com, Review: The Book of Eli). De wereld heeft inderdaad redenen genoeg om zich zorgen te maken. Wat dat betreft zit Hollywood er echt niet ver naast. Maar wij die in Christus zijn hebben alle reden om de toekomst vol vertrouwen tegemoet te zien. Laten we ons hoofd opheffen, want onze verlossing nadert. En tot dat moment willen we een wereld die zo van zijn eigen ondergang bezeten is, verkondigen wie hen werkelijk kan redden. Maranatha, kom spoedig, Heer Jezus! RENé MALGO

hebt u een gezond hart?De bijbel zegt van het menselijk hart: “Arg-listig is het hart, boven alles, ja, onge-neeslijk is het, wie zal het kennen?” (Jer. 17:9).Met deze niet zo vleiende waardering be-doelt de Bijbel onze vloekwaardige eigen-willigheid, onze ellendige Adam natuur. En inderdaad, zo is ons hart; het is de plek waar de als een afgrond zo diepe opstan-digheid tegen God schuilt. Onze Heer Zelf zegt over ons hart: “Want uit het hart ko-men voort kwaadaardige overwegingen, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen, lasteringen” (Mat. 15:,19).Wat bij dit alles bijzonder erg is, is de doofheid en de hardheid van het mense-lijk hart. In Zacharia 7:11-12 wordt over de onwillige mensen uit het volk van God van die tijd gezegd: “Maar zij weigerden er acht op te slaan,… zij maakten hun hart als di-amant om maar niet te hoeven luisteren naar de wet”.Een getuigenis van de ergste soort hard-heid van het hart was in oude tijden de toestemming van Mozes om te scheiden, wat “vanwege de hardheid van uw hart” werd toegestaan, zoals Jezus de Farizeeën verklaarde (Mat. 19:6-8).Wat kan het toch slecht gaan met het menselijk hart! En hoe oneindig ernstig is daarom in het boek Spreuken de oproep tot hernieuwde overgave: ‘Mijn zoon, geef Mij je hart” (Spr. 23:26).Nu is het zo dat ons hart, of het nu goed of slechts is, ventielen heeft, waardoor van tijd tot stoom moet worden afgebla-zen. Onze Heer noemt een van deze ven-tielen, namelijk onze mond: “Want uit de overvloed van het hart spreekt de mond” (Mat. 12:34). De tong is een ventiel dat allebei de zaken, zowel het goede als het slechte, uit het hart naar buiten laat ko-men.Er is nog een ventiel, en dat brengt eigen-lijk alleen maar slechte dingen uit ons hart naar buiten. Dit ventiel is ons ‘ik’. Ons ‘ik’ staat – omdat het de spreekbuis van ons slechte hart is – een hartelijke ge-meenschap met de Vader heel dikwijls in de weg. En het presenteert zich vaak als opgeblazen, brutaal en arrogant.Wat doen we eraan? Luister naar de op-roep van Jeremia: “Ga staan op de we-gen (...) vraag naar de aloude paden (...) de goede weg (...) en bewandel die” (Jer. 6:16). En luister dan goed naar de woor-

den van de Heer: “Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven” (Joh. 14:6).De Heer Zelf wil ons helpen om ons kop-pige hart, ons slechte ’ik’ , te bedwingen en wijst ons daarvoor de aloude weg naar Golgotha. Daar zien we de lijdende Hei-land aan het kruis.Ik bezit al vele jaren een indrukwekkende prent, die mijn vader mij een keer cadeau gaf. De prent toont in grote letters een ‘ik’, die door het kruis doorboord wordt. Of om het anders te zeggen: deze ‘ik’ wordt door het kruis onschadelijk gemaakt. En dat ge-beurt met ons slechte, trotse ‘ik’ als we voor het kruis van het Lam van God staan. Daar worden we ons enerzijds weer he-lemaal opnieuw bewust wat Hij allemaal vanwege onze zonden voor ons heeft gele-den. Maar anderzijds zien we – juist in het aanschouwen van het lijdende Lam van God – opnieuw een belangrijke waarheid onder ogen, namelijk: “Als Eén voor allen gestorven is, dan zijn zij allen gestorven. Ik ben met Christus gekruisigd” (2 Kor. 5:14; Gal. 2:19).Bij het kijken naar het kruis van Christus word ik niet alleen overweldigd door het onuitsprekelijke lijden van Christus, maar door het feit dat ik met hem gestorven ben! Dit inzicht slaat mijn ‘ik‘ tegen de grond; het wordt door het kruis overwel-digd en het heeft geen recht meer om nog langer te leven.Jezus‘ woorden: “Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven”, hebben twee be-tekenissen:1) Ze spreken over het begin van het nieu-we leven.2) Ze spreken over de wandel in dit nieu-we leven.Toen we de woorden van Jezus – “Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven” – voor het eerst in ons leven hoorden, ging het om onze redding, om het geschenk van het nieuwe leven. Maar telkens als we die woorden vandaag horen, gaat het om het blijven in dit nieuwe leven, om toewijding, om praktische heiliging.Deze dingen leert een kind van God slechts op Golgotha, als hij naar het lijdende Lam van God kijkt. Wat is het daarom belang-rijk om gehoor te geven aan de oproep van de Heer: “Ga staan op de wegen (...) vraag naar de aloude paden (...) de goede weg (...) en bewandel die” (Jer. 6:16) MARCEL MALGO

Het doel van de Palestijnen blijft:De vernietiging van Israël


Eruit gElicht

Killervirussen en eindtijdoordelenEnige tijd geleden meldde Der

Spiegel: “Griepvirussen, uiterst agressief en hoogst besmettelijk: mogen onderzoekers zoiets creëren? Nederlandse virologen hebben het gedaan – en er een hooglopende dis-cussie over bioterrorisme en losgelaten dodelijke kiemen mee uitgelokt.” De viroloog Ron Fouchier zou “een nieuw wezen hebben gecreëerd: minuscuul, dat wel, maar als het ooit buiten het laboratorium komt, kan dat veel meer mensenlevens eisen dan een explode-rende kernreactor. De verwekker is een nieuwe variant van het gevreesde volgelgriepvirus H5N1. (…) Voor Fouchier is het duidelijk: hij wil met behulp van zijn killervirus te weten komen welke mutaties in het erfgoed verantwoordelijk zijn voor de extreem hoge besmettelijkheid. “In de toekomst weten we dan waar we naar moeten kijken”, zegt de viroloog. Hij hoopt daarmee een ‘vroeg reagerend waar-schuwingssysteem voor pandemieën’ te kunnen ontwikkelen. En dat is nu juist wat anderen een illusie noemen.“1

De mens probeert onvermoeibaar de geheimen in Gods schepping te onthullen. Sommige van de grootste uitvindingen waren oorlogswapens en vooral in de laatste 150 jaar heeft de mens daar bijzonder veel gebruik van gemaakt. Een van de ergste men-selijke creaties was de atoombom, die tot dusver slechts door één land is gebruikt. Wat er in het geval van het kunstmatige vogelgriepvirus zou kunnen gebeuren, is volstrekt on-

duidelijk. Zouden zulke virussen een onderdeel van de oordelen van de tijd van de Grote Verdrukking kunnen zijn? Daar kunnen we met zekerheid ‘nee’ op zeggen. Waarom? Omdat de oordelen van de eindtijd, zoals ze in Openbaring beschreven worden, door God worden gezonden. Op aarde zul-len dingen gebeuren die letterlijk niet van deze wereld zijn. In Openbaring 9:3-6 lezen we bijvoorbeeld: “En uit de rook kwamen sprinkhanen op de aarde, en hun werd macht gegeven, zoals de schorpioenen van de aarde macht hebben. En tegen hen werd gezegd dat ze geen schade mochten toebrengen aan het gras van de aarde, of welke groene plant of welke boom dan ook, maar alleen aan de mensen die het zegel van God niet op hun voorhoofd hadden. En hun werd macht gegeven, niet om hen te doden, maar om hen te pijnigen, vijf maanden lang. Hun pijniging was als de pijniging door een schorpioen, wanneer hij een mens steekt. En in die dagen zullen de mensen de dood zoeken maar die niet vinden. En zij zullen ernaar verlangen te sterven, maar de dood zal van hen wegvluchten.”

En wat is het eindresultaat? Vers 21 geeft het antwoord: “Ook bekeerden zij zich niet van hun moorden, hun tovenarij, hun ontucht en het plegen van diefstal”. af

1 Der Spiegel 7/2012, «Killer aus dem Labor», Veronika Hackenbroch en Gerald Traufetter

De Palestijnen hoeven niet met smoezen te komenDe leiders in de Gazastrook heb-

ben onlangs meerdere keren verklaard dat hun doel is Joden te doden en het ‘Zionistische bouw-sel’ te vernietigen. Zelfs als alle gevangenen werden vrijgelaten, de moordenaars en de terroristen, zouden volgens deze uitspraken de pogingen om Joden te doden morgen niet ophouden.

Daarom, en dit is een feit, bestaat er geen verband tussen de een of andere Israëlische politiek of een Israëlisch besluit en de wens van de Palestijnen, of liever gezegd hun hartstocht om Israël en zijn bewoners aan te vallen. Wie dat niet begrijpt of het ondanks de al tientallen jaren bewezen feiten niet wil begrijpen, is of gewoon naïef, of

blind voor wat er ter plekke gebeurt. En laat niemand mij vertellen dat het aan het gedrag van de Israëli’s ligt dat de Palestijnen zich zo gedragen. Mijn oom Natan Klieger werd in 1939 door Arabische relschoppers in Haifa doodgeschoten. Als ik me niet vergis, was er toen nog geen bezetting.

Noah Klieger, uit ynetnews, gepubliceerd in de Nieuwsbrief van de ambassade van Israël van 26.02.13


Eén klinker, en wat een verschil!De werkwoorden van het Hdi, een in

Kameroen gesproken taal, eindigen altijd op een van drie mogelijke klinkers, namelijk -i, -a en –u. Alle drie de uitgan-gen komen bij vrijwel alle werkwoorden voor. Maar het woord voor ‘liefhebben’ eindigt slechts op -i of -a. Waarom niet ook op -u?

De zendeling wendde zich tot de mannen van het Hdi volk die hem bij het vertalen hielpen. Onder hen waren en-kele zeer invloedrijke oudsten. Hij vroeg hen: “Kun je je vrouw dvi-en?”

“Jawel”, antwoordden zij, “dat be-tekent dat iemand ooit van zijn vrouw heeft gehouden, maar dat de liefde is vervlogen”.

“Kun je je vrouw ook dva-en?” “Ja hoor”, kwam als antwoord, “die vorm van liefde hangt van het gedrag van de vrouw af. Je houdt van haar zolang zij trouw blijft en goed voor haar echtgenoot zorgt”.

“En kun je je vrouw ook dvu-en?“ Ze

begonnen allemaal te lachen. “In geen geval! Als je dat zegt, moet je altijd van je vrouw houden, wat ze ook gedaan heeft, zelfs als ze jou nooit water brengt en nooit eten voor je kookt. Zelfs als zij je bedriegt, ben je nog steeds verplicht onveranderd van haar te blijven houden. Nee, wij zeggen echt nooit dvu. Dat is gewoon onmogelijk.”

Daarop zweeg de zendeling een hele tijd en dacht na over Johannes 3:16. Toen wendde hij zich weer tot de mannen: “Kan God de mensen dvu-en?” Een paar minuten lang heerste er volkomen stilte. Toen stroomden de tranen over de verweerde gezichten van deze oude mannen. Tenslotte antwoordden ze diep geroerd: “Weet je wat dat zou betekenen? Het zou betekenen dat God ons altijd en eeuwig lief heeft gehad, duizenden en duizenden jaren lang, terwijl wij al die tijd Zijn oneindige liefde hebben afge-wezen. Het zou betekenen dat Hij Zich verplicht heeft om ons lief te hebben,

hoewel wij de grootste zondaars van alle volken zijn!”

Eén enkele klinker verandert de betekenis van ‘ik houd van je’ zo fun-damenteel! Niet meer: “Ik houd van je, afhankelijk van wat je doet of wie je bent”, maar: “Ik houd van je, afhankelijk van wie ik ben. Ik houd van je omdat ik ik ben en niet omdat jij jij bent.” Sindsdien hebben niet alleen Johannes 3:16, maar ook Bijbelverzen als Efeze 5:25 voor de Hdi een gehele nieuwe betekenis gekre-gen: “Mannen, dvu-t uw vrouwen, zoals Christus de Gemeente ge-dvu-d heeft...”

Zo heeft God in het Hdi een aanwij-zing voor Zijn onvoorwaardelijke liefde gelegd. Het woord bestond al eeuwenlang – niet gebruikt, maar wel beschikbaar, grammaticaal juist en volkomen begrij-pelijk.

Miriam Eikelboom, overgenomen van: www.wycliffe.net

Profetenschool in Tel AvivVorig jaar deed een bericht de ronde

dat er “in Tel Aviv een academie voor profetie geopend” was. “De oprichter van de school wil de deelnemers ver-schillende niveaus van profetie door-geven.” Zo moeten zij in staat gesteld worden tot gesprekken met engelen, tot het uitleggen van dromen en tot geeste-lijke ervaringen.

Volgende de Joodse overlevering is er sinds de verwoesting van de tweede tempel geen profetie meer. Pas in de tijd van de verlossing en de komst van de Messias zal dit weer betekenis krijgen. Rabbijn Shmuel Portman Hapartzi, de oprichter van de ‘Kaïn en Abel Profe-tenschool’, is er van overtuigd dat deze tijd nu is aangebroken. Hij profeteert zelf ook en wil een nieuwe generatie profeten in het leven roepen. De rabbijn benadrukt dat hij niet gek is: “Ik ben geen freak. Ik heb op alle vragen over dit onderwerp goede antwoorden. Ik verzamel al een aantal jaren materiaal en

het meeste daarvan heb ik zelfs vanuit het Russisch in het Hebreeuws vertaald.”1

Tegenwoordig, in de tijd van de Gemeen-te en na de afsluiting van de canon van de Bijbel, bestaan er geen profeten meer. Wat dat betreft geeft rabbijn Shmuel met zijn uitspraak dat er sinds de verwoes-ting van de tweede tempel geen profetie meer is, de Bijbel enerzijds gelijk, maar anderzijds verloochent hij hem.

De apostel Johannes waarschuwt voor valse profeten en roept de christenen op om de geesten te beproeven: “Geliefden, geloof niet elke geest , maar beproef de geesten of zij uit God zijn, want er zijn veel valse profeten in de wereld uitge-gaan” (1 Joh. 4:1).

Deze academie voor profeten laat eens te meer duidelijk zien hoe ver we al in de eindtijd zijn gevorderd en dat de weder-komst van Jezus voor de deur staat. Want Jezus heeft in Zijn rede op de Olijfberg voorspeld dat er voor Zijn wederkomst weer valse profeten zouden zijn: “En er

zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden” (Mat. 24:11).

Het geheel zal uitlopen op de laatste valse profeet, wiens einde in Openbaring wordt genoemd: “En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aan-beden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt” (Op. 19:20).

Een academie voor profeten keert zich tegen de duidelijke uitspraken van het Nieuwe Testament en kan daarom alleen maar ‘valse profeten’ voortbrengen, die dan na het tijdperk van de Gemeente de wereld en met name Israël gaan verlei-den, zoals Jezus en Zijn apostelen hebben geprofeteerd. nol

1 ILI News 10 december 2012


In PersPectIef

Het antwoord van de Duit se Evangelische Kerkendag op het verzoek van Messiaans-Joodse

groeperingen om deelname aan de ‘Markt van de Mogelijkheden’ op de Kerkendag van 2013 was ondubbel-zinnig. In hun schrijven van 14 mei 2012 verklaarde het presidium dat voor de zending onder Joden geëngageerde christenen niet tot de Markt van de Mo-gelijkheden toegelaten konden worden. Daarmee bevestigde en hernieuwde men een vroegere eendere beslissing uit 1999. Het betekent dat Messiaanse organisaties die zich de verkondiging van het Evangelie verplicht voelen, niet worden toegelaten.

In de motivering wordt een theolo-gisch verstaan duidelijk dat ook aan Jood-se zijde wordt gehanteerd. Wie gelooft dat Jeshua de Messias is, is geen Jood meer. Dit denken is niet nieuw; het kwam al op in de eerste dagen van de vroege Kerk: door het belijden van Jeshua verruilde men op radicale wijze de ene godsdienst voor de andere en ging men voor de oor-spronkelijke godsdienst verloren.

Tegen deze achtergrond is het begrij-pelijk dat er tussen Joden en christenen naar een consensus wordt gezocht, want niemand wil dat iemand voor zijn gods-dienst verloren gaat. Daarom is de dialoog in de plaats van de zending gekomen. Maar klopt het werkelijk dat een Jood die in Jeshua gelooft niet langer een Jood is? Ik ben bereid me bij dit verstaan aan te sluiten als het door de jonge kerkge-schiedenis bevestigd wordt. Maar van dat laatste zie ik niets.

Voor mij ligt het besluit van het kerkelijk ambt van Kiel van 10 februari 1942. Daarin wordt opdracht gegeven om ‘niet-arische christenen’ uit te sluiten. De Duitse volkskerk moest in letterlijke zin een volkskerk zijn en daarom als juridische rechtspersoon de ‘niet-arische christenen’ in de gemeenten uitsluiten. De uitvoering geschiedde systematisch in de gehele Duitse staatskerk en ook in de vrije gemeenten. Volgens historicus A.-S. Vuletic zijn er toen circa 160.700 ‘christenen van niet-arische afkomst’ uit de kerken uitgesloten. Historicus E. Klee spreekt over ongeveer 200 dominees van

Joodse komaf, die van hun kant uit de kerkelijke dienst ontslagen werden. Een groot deel van de betrokkenen is later in de concentratiekampen om het leven gekomen.

En nu, 70 jaar na de misdaad jegens «christenen van niet-arische afkomst», zou de kerk er goed aan doen de her-nieuwde aanwezigheid van Joodse gelo-vigen in Jezus binnen de Gemeente van Jezus te begroeten en naar waarde te schatten, want zij behoren sowieso tot het Lichaam van Christus. Het is God Zelf die Zijn Gemeente bouwt.

Maar in plaats daarvan doet men pre-cies het tegenovergestelde. Niet alleen op de Evangelische Kerkendag, maar ook in christelijke plaatselijke gemeenten erva-ren Messiaanse groeperingen afwijzing, zoals onlangs in Hamburg en Osnabrück is gebeurd.

Tegenwoordig zijn er andere redenen om ‘christenen van niet-arische afkomst’ niet te erkennen. Het resultaat is echter hetzelfde: het buitensluiten van Joden die in Jeshua geloven.

In een besluit van de synode van de Duitse Rheinische Kirche staat onder andere: “Wij geloven dat Joden en chris-tenen beiden, voor zich in hun roeping, getuigen van God voor de wereld en voor elkaar zijn; daarom zijn we er van overtuigd dat de kerk haar getuigenis tegenover het Joodse volk niet kan geven zoals zij in de volkerenwereld zending bedrijft.” De christenen uit de heidenen dienen te “zwijgen” en alleen het “getui-genis van hun leven” te laten “spreken”.De Konferenz Bekennender Gemein-

De blijde boodschap – ook voor Joden? Naar aanleiding van de jongste Kerkendag in Hamburg is de kwestie van de omgang met de Joods-Messiaanse groeperingen opnieuw ontvlamd.

Maar klopt het werkelijk dat een Jood die in Jeshua gelooft niet langer een Jood is?

13


schaften heeft hiertegen geprotesteerd met de verklaring ‘Zending aan Israël – ook vandaag’: “We dienen ons te verzet-ten tegen een principiële afwijzing van zending onder de Joden als een theologi-sche verwarring. Veeleer nodigen we alle christenen uit om de dienst te steunen die op een juist verstane wijze aan Joodse mensen gedaan wordt.”

Eckhard Schnabel stelt bij deze con-troversiële discussie terecht de vraag: Hoe moeten we zending onder de Joden opvatten? Moeten ze lid van een bepaalde kerk of denominatie worden?

Erich Lubahn schrijft dat bekeerde Joden niet in een “heidenchristelijke kerk” geïntegreerd of “met een of ander christendom” geassimileerd behoren te worden. De consequentie is dan dat Joden die in Jezus geloven niet in een kerk, maar in aparte gemeenten worden geïntegreerd.

Jezus predikte en verrichtte genezin-gen onder Zijn Joodse tijdgenoten. Zijn discipelen gaf Hij de opdracht het Woord te verkondigen en Hij zond hen uit “tot de verloren schapen van het huis Israël” (Mat. 10:6). Na Pesach (Pasen) gaf Hij de twaalf de opdracht om uitgaand van Jeruzalem, in Judea en Samaria en tot aan het einde der aarde getuigenis af te leggen (Mat. 28:19; Hand. 1:8). Lukas schildert ons hoe deze opdracht werd uitgevoerd. In Handelingen wordt eerst de evangelisatie in Jeruzalem beschreven (hfdst. 2-7), daarna het werk in Judea en Samaria (hfdst. 8-9).

Paulus zag zichzelf als «apostel van de heidenen» (Rom. 11:13), maar hij ging wel altijd eerst naar de Joden (Rom. 1:16; Hand. 9:15). Daarom bevonden de eerste Joods-Messiaanse gemeenten zich in Jeruzalem, Damascus en Antiochië. Handelingen schildert niet de overgang van de zending door de Joden naar de zending door de heidenen, maar wel hoe de zending door de Joden in Israël ook buiten Israël, in andere landen door de Joode christenen werd bedreven, tot Rome toe, waar Paulus niet aarzelde om voor een Joods gehoor een evangelisti-sche preek te houden (Hand. 28:24).

Vanuit Nieuwtestamentisch oogpunt is door Gods duurzame verbond met

Israël de verkondiging van het Evangelie onder de Joden niet overbodig, maar juist geboden. “Het blijft”, zo schrijft Eckhard Schnabel, en hij citeert daarbij Jacob Jer-vell, “het besluit van God: het heil komt tot het volk van God (de Joden)”.

Op dezelfde theologische lijn igt ook de verklaring van van LCJE (Lausanner Beweging voor Evangelisatie onder Joden):

“Hierom verklaren wij: wij schamen ons voor de gruweldaden van de Kerk (als Gemeente van Jezus in haar totaliteit) jegens het Joodse volk en voor de aan-leiding om het de hele kerkgeschiedenis door te verachten en we stellen beide aan de kaak.

Wij beloven de herinnering aan de misdaden van de Kerk jegens Joden levend te houden. Alleen met deze her-innering kunnen christenen een nieuw hart voor het Joodse volk ontwikkelen.

Een nieuwe visie: in onze tijd van globalisering moet de Kerk een nieuwe visie voor de redding van het Joodse volk en van alle andere volken op aarde krijgen.

Als vandaag de dag Joden samen met de andere volken hun geloof in Jezus als hun Redder belijden, is dat een teken van hoop voor de Kerk en voor de wereld.

Daarom verklaren wij verder: wij schamen ons niet voor het Evangelie. Om die reden verplichten wij ons vast te houden aan een visie voor de Kerk als Lichaam van Jezus die bevestigt dat wij, Joden en niet-Joden, in Christus één zijn.”

In dit verband zijn de 13 Messi-aans-Joodse geloofsartikelen interessant die op 29 maart 1998 door ongeveer 100 Messiaanse Joden uit heel Duitsland zijn opgesteld. Het wordt duidelijk dat het heil niet alleen uit de Joden is, maar dat het ook naar hen terugkeert. Er staat onder andere:

“1. Wij geloven dat de Bijbel door God is geïnspireerd.

2. Wii geloven dat God één is en zich aan de mensen openbaart als Vader, zoon (Messias Jeshua) en Heilige Geest.

3. Wij geloven dat Jeshua de beloofde Messias van Israël is.

8. Wij geloven (…) dat Joden die in Jezus geloven nog steeds tot Israël, het

uitverkoren volk van God, behoren.9. Wij geloven dat in Jeshua gelovende

Joden als leden van het volk Israël en van de geestelijke familie van de kinderen van God aan hun bijbels-Joodse erfgoed verplicht zijn.

11. Wij geloven dat het Messiaanse jodendom in onze tijd de voortzetting van het bijbelse, rechtmatige jodendom is.

13. Wii geloven dat het onze bijbelse plicht is om de waarheid over Jeshua aan alle mensen te vertellen, het eerst aan de Joden.”

Een groot aantal van deze fundamen-tele geloofsartikelen is identiek met die van de Joodse Evangelische Alliantie, die vóór de oorlog actief was. Daarom is het tegenwoordig verraad en was het destijds een misdaad om Joden die in Jezus geloven uit de kerken uit te sluiten.

Jezus is geen Jood zonder betekenis, en ook is Hij niet zonder betekenis voor de Joden. En Hij is of de Messias voor ie-dereen, of Hij is de Messias helemaal niet.

De Joodse geleerde Arthur A. Cohen, die geen voorvechter van de christelijke zending onder Joden was, zei het volgen-de: “Ik kan niet met een goed geweten tegen zendingsactiviteiten onder Joden zijn en ik keur het missionaire getuigenis onder christenen goed. … Als zending betekent getuigenis afleggen, niet van jezelf maar van de waarheid, en als de zendeling zich in het gesprek met degene voor wie hij getuigt waarachtig opstelt, dan is het gerechtvaardigd.”

Opmerkelijk is wat de Joodse geleerde J.D. Levenson schrijft: “De deelnemers aan de dialoog tussen christenen en Joden (…) hebben vergeten (…) dat chris-tenen geloven dat Jezus God is”. Deze overtuiging sluit op zich de dialoog uit.

En nog een laatste woord van de schrijver C.S. Lewis: “In zekere zin is de bekeerde Jood de enige normale mens in deze wereld. Aan hem zijn de beloften gegeven en hij heeft er gebruik van gemaakt!” JuREK SCHuLZ

Eerst verschenen in amzi focus israel, 5/2012, pag. 4-5; Jurek Schulz is voorganger en theologisch referent van de commissie voor het Messiaanse getuigenis aan Israël (www.amzi.org)


In PersPectIef

vervangIngstheologIe

Heeft God de profeten om de tuin geleid?Christenen die beweren dat de Gemeente het nieuwe Israël is, menen dat Gods profetieën voor Israël in het Oude Testament door Jezus Christus op «onverwachte» wijze in Christus en de Gemeente zijn vervuld. Een voorbeeld en de weerlegging ervan.

God zegt op deze plaats tegen Zijn volk duidelijk dat het een ware van een valse profeet kan onderscheiden als datgene wat hij gezegd heeft inderdaad gebeurt. Maakt de zienswijze van Beale over profetie Gods toets voor een ware profeet niet zowel onuitvoerbaar alsook nutteloos? Als een Oudtestamentische profetie, zoals Beale in zijn boek uit-drukkelijk zegt, “op onverwachte wijze” kan worden “veranderd”, moeten we ons afvragen hoe je dan nog kunt weten of de uitspraken van een profeet waar of vals zijn. De enige mogelijkheid die we dan nog hebben is dat God Zelf ons verklaart dat het wel gebeurd is, maar dat de vervulling op onverwachte wijze is gekomen.

Maar als dat zo is, hoe kun je dan een valse profeet herkennen? Als wat een ware profeet heeft geprofeteerd niet letterlijk in vervulling hoeft te gaan, kan dan een valse profeet niet ook verklaren dat wat hij heeft geprofeteerd, gebeurt, maar op onverwachte wijze? Zo heeft Gods Woord geen zin meer.

Stel u voor dat iemand u vertelt dat hij iets bepaalds wil doen. Laten we zeggen dat hij u volgende week donderdagoch-tend om 9 uur in een bepaald restaurant wil ontmoeten. Zoals afgesproken ver-schijnt u daar op de afgesproken dag om 9 uur, maar hij komt niet opdagen. Later belt u hem op en vraagt wat er aan de

hand is. Hij verklaart dat hij heeft gedaan wat hij had gezegd: hij had om 12 uur een andere vriend in een ander restaurant ontmoet. Wat hij eerder tegen u had ge-zegd was slechts een beeld geweest van wat hij werkelijk zou doen. Hij had zich dus aan zijn belofte gehouden, maar wel op een onverwachte manier! Wie zou zo’n slechte smoes accepteren? Maar Beale schijnt te geloven dat God zo handelt.

Ik geloof niet en wil niet geloven dat God zo handelt. Om de apostel te citeren: “Want ik geloof God, dat het zo zal zijn als het mij gezegd is” (Hand. 27:25). Ik geloof het met betrekking tot het Evangelie Ik geloof het met het oog op de schepping. Ik geloof het als het gaat om de zondvloed en de onvoor-waardelijke verbonden waaraan God Zich heeft gebonden om ze te vervullen. Ik geloof dat allemaal omdat ik in een God geloof die meent wat Hij zegt en die een profetie niet op een totaal onverwachte manier in vervulling zal doen gaan. Hij is namelijk geen God, zoals de vriend in het voorbeeld van het restaurant, die mij om de tuin leidt omdat Hij iets beeldend bedoelde. DR. PAuL HENEBuRY

Eerst verschenen op drreluctant.wordpress.com; Paul Martin Henebury is Bijbelleraar en zielzorger van een gemeente en rector van de Veritas School of Theology

I n zijn boek A New Testament Biblical Theology schrijft de theoloog G.K. Be-ale: “Een van de meest opmerkelijke

eigenschappen van het Koninkrijk van Jezus is misschien wel dat het niet het soort Koninkrijk schijnt te zijn dat in het Oude Testament wordt geprofeteerd en binnen het jodendom wordt verwacht” (pag. 431).

Misschien moet u deze uitspraak meer dan één keer lezen. Wat Beale hier beweert is nogal schrikbarend. Een erkend evangelisch geleerde van het Oude Testament beweert hier dus dat de vervulling van Oudtestamentische profetieën over het Koninkrijk zich onderscheidt van wat de profeten zelf hebben geprofeteerd! Omdat God Zelf de auteur van de heilige Schrift is, betekent dit dat God Zijn profeten misleidende profetieën heeft gegeven. God heeft de profeten dan verwarrende woorden in de mond gelegd! Natuurlijk zou Beale protesteren en zeggen dat ik hier unfair speel. Maar denk er eens over na. In Deuteronomium 18:22 verklaart God Zijn volk hoe het een ware, door Hem gezonden profeet kan herkennen.

“Wanneer die profeet in de naam van de HERE spreekt, en het gebeurt niet en het komt niet uit, dan is dat een woord dat de HERE niet gesproken heeft. In overmoed heeft die profeet dan gespro-ken; wees niet bevreesd voor hem!”


de Cyprus CrIsIs

Griezelige parallellenOp aandringen van de EU moeten inwoners van Cyprus 60% van hun vermogen als ‘eenmalige belastingbetaling’ afstaan. Alleen een dictatuur kan het zich veroorloven zoiets te besluiten.

greep van de staat in de portemonnee van particulieren herhaald worden.

Het is fataal om zulke maatregelen als teken van onmacht van de kant van de Europese leiders te interpreteren. Als je namelijk de ontwikkeling van de Euro-pese unie van de laatste 25 jaar volgt, wordt duidelijk dat ondanks alle crises en momenten van zwakte van de Eu de loop der dingen toch altijd in de door Brussel gewenste richting ging. Tegen deze ach-tergrond kan men zich niet aan de indruk onttrekken dat de Europese schulden-crisis gestuurd is om in het bewustzijn van miljoenen Europeanen angst op te wekken en tevens het gevoel dat zelfs het verenigde Europa niet sterk genoeg is om de opons af komende problemen op te lossen. Nauw verbonden met zulke gevoelens van angst en onmacht groeit dan de wens naar een dynamische en charismatische leiderspersoon die ‘oprui-ming houdt’. Ter herinnering: de opkomst van Adolf Hitler in de Duitse politiek was zonder de economische crisis van 1929 niet mogelijk geweest. Een van de centrale beloften in Hitlers verkiezings-propaganda was dat er weer werk (en dus een inkomen) voor iedereen mogelijk was. Dit vooruitzicht bewoog miljoenen Duitsers er toe bij de verkiezingen hun stem aan Hitler te geven, hoewel zijn an-tisemitisme en zijn bereidheid om geweld te gebruiken sinds de publicatie van zijn boek Mein Kampf (1925/26) algemeen bekend waren. Veel Duitsers stelden zich op het standpunt: “Hij heeft misschien wel een paar komische ideeën, maar hij schijnt tenminste een recept te hebben om onze problemen op te lossen. Tot nu toe hebben immers alle andere politieke leiders gefaald.”

De huidige financiële en economische crisis van Europa begunstigt de opkomst van een nieuwe sterke man. Als deze een innemende persoonlijkheid en een indrukwekkende staat van dienst aan de dag legt en de week geworden en door crises dooreengeschudde Europeanen dan ook nog een volle broodtrommel belooft, is het niet moeilijk om uit te rekenen dat miljoenen harten op hem af zullen vliegen. De parallellen tussen onze tijd en de tijd van 80 jaar geleden en de toekomstige politieke ontwikke-ling, zoals ze in het profetische woord geopenbaard worden, zijn inderdaad griezelig. PETER BERTSCHINGER

Sinds eind maart is het definitief: beleggers die een vermogen van meer dan 100.000 euro bij de Bank

of Cyprus hebben gedeponeerd, moeten er rekening mee houden dat ze tot 60% van hun vermogen als ‘eenmalige belas-tingbetaling’ moeten afstaan om de Cypri-otische financiële crisis de baas te kunnen worden. De regering van het land heeft dit besloten, maar alle inwoners van Cyprus weten dat deze beslissing uiteindelijk in Brussel is genomen. Het unanieme besluit van het Cypriotische parlement, dat zich even eerder heel duidelijk tegen zo’n be-lasting had uitgesproken, werd domweg genegeerd.

Slechts weinig mensen schijnen zich te realiseren wat de draagwijdte van dit besluit is. De de facto onteigening van veel bankklanten op Cyprus is een maat-regel waarvan de basisprincipes alleen nog maar overeenkomen met Stalins ont-eigening van de Koelakken in 1930/31 en Hitlers onteigening van veel Joden als gevolg van de Kristallnacht in 1938. Net als deze beide dictators veroorlooft de Eu het zich om zonder enige democratische rechtsbasis in het eigendomsrecht van zijn burgers in te grijpen. Natuurlijk wordt de economische noodsituatie als uitvlucht naar voren geschoven, maar het feit blijft: alleen een dictator kan het zich veroorloven zich zo te gedragen. Elke rechtsstaat zou zich schamen om zo brutaal tegen de eigen burgers op te treden.

Daarmee heeft de eurocrisis een nieuwe dimensie gekregen. Het begon in 2010 met het verzoek van Grieken-land aan de Eu om financiële hulp te verlenen. In de maanden daarna werd de Griekse nationale staat systematisch onder voogdij geplaatst. Athene werd de boodschappenjongen van Brussel. De tweede etappe van de crisis begon toen Angela Merkel en Nicolas Sarkozy op een gezamenlijke persconferentie in Parijs in de zomer van 2011 verkondigden dat ook de grote banken moesten gaan meehelpen om de Europese financiële crisis het hoofd te bieden – op vrijwil-lige basis natuurlijk. Het meedoen van de kapitaalkrachtige banken werkte als een geste van solidariteit met het doel de financiële nood van Europa te leni-gen. Maar eigenlijk bewerkstelligde het slechts een verzwakking van de banken, die het hart van elke nationale economie vormen. En nu, in de lente van 2013, volgt de derde etappe: ook de individuele Europeaan, de heilige koe van het hu-manistische denken, wordt door Brussel naar de kassa ontboden. En het einde is nog niet in zicht: eind maart liet Jeroen Dijsselbloem, de nieuwe leider van de eurogroep, tijdens een persconferentie weten dat de maatregelen ter overwin-ning van de Cyprus crisis wel eens ‘rich-tingbepalend’ voor de toekomst konden zijn. Met andere woorden, mocht er nog een ander land van de Eu in soortgelijke problemen komen als Cyprus, dan kan de


In PersPectIefSpreuken

In 2 Samuël 7 bevestigt de Heer dat Hijzelf David had geroepen om over Zijn volk koning te zijn en dat ook Hij

het was die diens heerschappij had ge-legitimeerd en bevestigd. In 2 Samuël 8 worden de zegevierende veldtochten van David beschreven. Hij overwon 7 volken, namelijk de Filistijnen, de Moabieten, Hadadezer, de Aramese koning van Zoba, de Arameeërs van Damascus, de Ammo-nieten, de Amalekieten en de Edomieten. We lezen ook dat koning Toi van Hamath zijn zoon Joram David tegemoet stuurde om hem te feliciteren en met geschenken te overladen (vs. 9-10). Bovendien wordt in dit hoofdstuk geschilderd hoe David zijn vijanden onderwierp en wat dit voor de betrokkenen betekende, bijvoorbeeld voor de Filistijnen: “Daarna gebeurde het dat David de Filistijnen versloeg en hen onderwierp. David nam Mereg-Am-ma uit de macht van de Filistijnen” (2 Sam. 8:1). God hielp hem overal waar hij heen trok en “zo regeerde David over heel Israël, en David deed recht en gerechtigheid aan heel zijn volk” (2 Sam. 8:15). Daarnaast beloofde God koning David: “Uw huis en uw koningschap zullen voor uw ogen voor eeuwig vast-staan, uw troon zal voor eeuwig zeker zijn” (2 Sam. 7:16).

In de triomfantelijke overwinningen van David over zijn 7 vijanden kunnen we een profetisch schaduwbeeld van de overwinning en de triomf van Jezus Christus en Zijn toekomstige Koninkrijk zien.

De Heer zal bij Zijn wederkomst op zeven verschillende plaatsen verschijnen en Zijn vijanden overwinnen:

– in Armageddon: Openbaring 16:16vv. en 19:11vv.,

– in Jeruzalem: Zacharia 12,– op de Olijfberg: Zacharia 14, – in Edom Bozra: Jesaja 63:1vv., – in Teman, Paran: Habakuk 3:3

(Deut. 33:2),– in Egypte: Jesaja 19:1vv.,– op de bergen van Israël tegen Gog uit

Magog en diens bondgenoten: Ezechiël 38 en 39.

Het zal niet te missen zijn: De over-winning is van de Here! Want dan zal God voor Zijn Zoon alle vijanden tot een voetenbank voor Zijn voeten leggen en Jezus zal als Rechter en Koning met een ijzeren scepter over hen heersen en Zijn volk recht en gerechtigheid verschaffen. De volken zullen naar Hem toegaan, Hem eer bewijzen en Zijn naam hoog verheffen (Op. 19:11,15). Dan is de tijd gekomen waarvan geschreven staat: “Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen! Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HERE uit Jeruzalem” (Jes. 2;3). Dan zal de jubel klinken: “De HERE regeert; laten de volken sidderen. Hij troont tus-sen de cherubs; laat de aarde beven. De HERE is groot in Sion; Hij is verheven boven alle volken. Laten zij Uw grote en ontzagwekkende naam loven. Heilig is Hij. Loof de macht van de Koning, die het recht liefheeft! U hebt een billijk bestuur gevestigd, U hebt recht en ge-rechtigheid gedaan in Jakob. Roem de HERE, onze God; buig u neer voor de voetbank van Zijn voeten. Heilig is Hij” (Ps. 99:1-5).

De heerschappij van Jezus Christus in het duizendjarig rijk zal ook tot gevolg hebben dat het schepsel tot rust komt: “Een wolf en een lammetje zullen geza-menlijk weiden, een leeuw zal stro eten als een rund, een slang – zijn voedsel zal stof zijn. Zij zullen geen kwaad doen en geen verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, zegt de HERE” (Jes. 65:25). Dan zal de Heer in recht en gerechtigheid over Zijn volk regeren.

Onder de koninklijke heerschappij van Jezus Christus, de Messias van Israël, zal de beloofde en langverwachte vrede op aarde komen! NORBERT LIETH

De Davidische koninklijke heerschappij van Jezus

Gods liefde zoekt niet naar wat Zijn liefde waard is, maar

maakt het.

Martin Luther

Waar wij naar Gods Woord luisteren, daar spreekt God.Waar wij gehoorzamen, daar

handelt God.

Frank Buchman

Christus neemt ons aan zoals we zijn,Maar Hij laat ons niet

zoals we zijn.

Ingrid Trobisch

Je zult de zwakken niet ster-ken door de sterken te ver-

zwakken. Je helpt de mensen die hun levensonderhoud

moeten verdienen niet door degenen die hen betalen te ruïneren. Je kunt geen broe-derlijkheid creëren door klas-senhaat aan te wakkeren. Je zult de armen niet helpen als je de rijken uitperst. Je komt heel zeker in de problemen als je meer uitgeeft dan je

verdient. Je zult geen belang-stelling voor openbare gele-genheden en geen enthou-siasme wekken, als je het

individu zijn initiatief en vrij-heid ontneemt. Je kunt men-sen nooit duurzaam helpen als je voor hen doet wat ze

zelf voor zich kunnen en moe-ten doen.

Abraham Lincoln


Het thema ‘Opname’ is in ons land buiten de deuren van de gemeen-ten nauwelijks bekend. Maar in

de VS ziet dat er heel anders uit. Daar is de Opname allang een deel van de ‘popcultuur’ geworden. De boeken van Tim LaHaye en Jerry B. Jenkins over de Opname en de Grote Verdrukking daarna waren bestsellers; er zijn er miljoenen van verkocht. Nu heeft een Amerikaans schrijver kennelijk gedacht: Wat de chris-tenen kunnen, kan ik al veel langer. En romanschrijver Tom Perrotta heeft zich afgevraagd: Wat zou er gebeuren als de Opname werkelijk plaatsvond?

En zo publiceerde hij in 2011 in de VS de vertelling The Leftovers. Het verhaal begint drie jaar na een ‘Opname-achtige’ gebeurtenis en schildert hoe een gezin in Mapleton er zich in deze nieuwe wereld, waar miljoenen mensen plotseling zijn verdwenen, doorheen slaat. Bijbels is deze «Perrotta opname» overigens niet.

“Toen gebeurde het”, zo schrijft Per-rotta. “De profetie van de Bijbel werd re-aliteit, tenminste voor een deel. Mensen verdwenen, miljoenen tegelijk, overal in de wereld.” Maar in het verhaal zijn het niet alleen maar christenen: “Hindoes en boeddhisten en moslims en Joden en atheïsten en animisten en homoseksue-

len en Eskimo’s en mormonen en volge-lingen van Zoroaster, wat het allemaal niet waren”, allemaal mensen die “Jezus Christus niet als hun persoonlijke Redder hadden aangenomen”.

In een interview met NPR verklaarde Perrotta (npr.org) dat hij veel over het moderne christendom had nagedacht en gelezen en dat hij daarbij telkens weer op het onderwerp Opname was gestuit: “Het is eigenlijk best een grappig idee, weet je, mensen die gewoon wegzweven. Maar ik dacht de hele tijd ook: Wat als het nu eens echt gebeurde? Weet je, ik ben zo’n scepticus dat ik denk dat ik me, zelfs als het gebeurde, tegen de implicaties ervan zou verzetten…”

De schrijver beschouwt het scenario van de opname in zijn vertelling als een sterke metafoor van hoe mensen op onbegrijpelijke gebeurtenissen reageren. Opmerkelijk is echter zijn bekentenis dat hij, als de Opname werkelijk zou plaats-vinden, zich zou verzetten tegen de impli-caties ervan. Hij zou het niet waar willen hebben. Dat doet je de oren spitsen en herinnert je sterk aan de profetieën in Openbaring, waar van de mensen uit de tijd van de Verdrukking meerdere keren wordt gezegd: “Zij bekeerden zich niet” (Op. 9:21; 16:9,11).

Intussen heeft ook de televisie-indus-trie zijn voelsprieten naar The Leftovers uitgestrekt. Samen met de draaiboek-schrijver Damon Lindelof, van de mys-terie serie Lost, zal Perrotta van zijn verhaal een Amerikaanse televisieserie maken. Tegenover Vulture zei draaiboek-schrijver Lindelof over de situatie dat er plotseling 200 miljoen mensen (zoveel zijn het er in het boek) verdwenen zijn: “Dan kun je geen atheïst meer zijn”. Dat ziet hij dus wel in, maar…

Voor de wereld is de Opname stof voor een spannend sciencefiction verhaal over menselijke oerangsten. En wat is de Op-name voor ons? Volgens Paulus behoort de wetenschap dat Jezus terugkomt (sa-men met de genade) ons kracht te geven om “de goddeloosheid en de wereldse begeerten” te verloochenen en “bezon-nen, rechtvaardig en godvruchtig” te leven “in deze tegenwoordige wereld”, om ijverig “in goede werken” te zijn (Tit. 2;12-14).

De leer van de opname spoorde een se-culier mens aan om een boek te schrijven en een tv-serie te maken. Waartoe spoort de verwachting van de gelukzalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland Jezus Christus ons aan? RENé MALGO

Als de opname werkelijk zou plaatsvinden


In PersPectIef

E en sleutelvers voor het ambt van profeet vanuit Nieuwtestamentisch oogpunt kunnen we in 1 Korinthe

13:8 vinden: “De liefde vergaat nooit. Wat dan profetieën betreft, zij zullen tenietgedaan worden, wat talen betreft, zij zullen ophouden, wat kennis betreft, zij zal tenietgedaan worden.” Het gaat hier om een fundamentele uitspraak over de toekomst, met andere woorden, of er in de toekomst nog wel profetieën, talen (tongentaal) en een toename van Bijbelkennis zullen zijn.

Daarmee verklaart de Bijbel ons dat deze dingen zeer zeker zullen ophouden; de vraag is alleen wanneer zij ophouden. We komen al een stuk dichter bij het antwoord als we in de verzen 9-10 verder lezen: “Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele, maar wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, zal wat ten dele is, tenietgedaan worden”. Het stukwerk genoemde profetendom, het spreken in talen en de toename van de kennis houden dus op als het “volmaak-

te” komt. Nu zou je kunnen denken dat met het “volmaakte” de wederkomst van Jezus en Zijn dan gevestigde Koninkrijk bedoeld is. Dat dit echter niet het geval kan zijn blijkt uit vers 13:

“En nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie [niet profetieën, spreken in ta-len en kennis, want die zijn dan kennelijk al verdwenen], maar de meeste van hen is de liefde.”

Als met het “volmaakte” de weder-komst van Jezus en Zijn Koninkrijk be-doeld zou worden, zou dit betekenen dat naast de liefde ook het geloof en de hoop zouden blijven. Dat de liefde in eeuwig-heid blijft is wel duidelijk, maar hoe zit dat dan met het geloof en de hoop? Deze beide zaken vervallen bij het zichtbaar worden van het Koninkrijk van God. Het Woord van God verklaart ons elders ondubbelzinnig dat we van geloven tot aanschouwen overgaan.

- 2 Korinthe 5:7 — we wandelen in geloof en niet in aanschouwen.

- Hebreeën 11:1 — het geloof heeft

betrekking op zaken die je niet ziet.- Romeinen 8:24 — een hoop die

gezien en beleefd wordt, is geen hoop.Als Jezus komt, gaan we dus van ge-

loven en hopen over tot aanschouwen. Omdat we Hem en Zijn Koninkrijk dan zien, zullen geloof en hoop niet meer nodig zijn; maar de liefde zal blijven. Daarom kan met het “volmaakte” niet de wederkomst van Jezus en Zijn eeuwig Koninkrijk zijn bedoeld. Maar wat zou dat “volmaakte” dan betekenen?

Ik ben van mening dat er de definitie-ve ofwel volkomen afsluiting van de bij-belse canon mee wordt bedoeld, wat rond het jaar 100 met het boek Openbaring het geval is geweest. Toen de eerste Brief aan Korinthe werd geschreven, was de openbaring van de Nieuwtestamentische heilsgeschiedenis nog niet klaar en ook de geschreven openbaring van God was nog niet afgesloten. Als gevolg daarvan moesten er nog profetieën door profeten zijn, evenals het spreken in talen met de uitleg ervan. Daarom was er nog sprake van een toename aan kennis, juist omdat nog niet alles was geopenbaard. Met het afsluiten van de bijbelse canon hoorden deze dingen op en bleven het geloof, de hoop en de liefde over.

Het zal zeker geen toeval zijn dat de Bijbel in dit verband gezien eindigt met onder andere de woorden: “Want ik getuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn. En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven zijn” (Op. 22:18-19).

Er mag na het afsluiten van de canon dan ook niets meer aan de Bijbel worden toegevoegd; de openbaring van God is immers afgesloten. En daarom kan er dus ook geen profetendom meer zijn, want anders waren deze profetieën direct door God geïnspireerd (2 Pet. 1:20-21) en konden ze dus als verdere openbaringen aan de Bijbel worden toegevoegd. Maar er mag eveneens niets van de Bijbel worden weggenomen, zoals bij het religieuze liberalisme (his-

Zijn er nu nog profeten?In Tel Aviv is een Joodse profetenschool geopend. In chris-telijke kringen is steeds weer sprake van ‘valse profeten’. Bestaat het ambt van profeet tegenwoordig nog wel?

19


torisch-kritische methode) het geval is.In de tijd van de eerste generaties van de Gemeente waren er vanzelfsprekend nog profeten; ook Paulus, Barnabas, Judas, Silas, Agabus en anderen behoorden tot hen (Hand. 13:1; 15:32; 21:10). En voor de afsluiting van de bijbelse canon waren er ook nog apostelen (1 Kor. 12:28; Ef. 4:11). Net zo min als er tegenwoordig, na het afsluiten van de canon van het Nieuwe Testament, nog apostelen zijn, zijn er nog profeten. Anders zouden we de omgekeerde conclusie kunnen trekken en beweren dat er tegenwoor-dig ook nog apostelen moeten zijn, wat echter volgens Hebreeën 2:4 (daar staat een voltooid deelwoord) niet mogelijk is. De profeten en de apostelen waren

Zijn de oorlogen van Ezechiël en Openbaring dezelfde?Denkt u van de Middernachtsroep dat de oorlog van Ezechiël 38 en 39 een andere is dan die van Armageddon en ook eerder plaatsvindt (misschien al vóór de Opname), of is dit wel de oorlog van Armageddon? Anders uitgedrukt, is de oorlog van Eze-chiël dezelfde als die van Armageddon? Verschillenden van ons denken dat er een verschil is; misschien vergissen we ons, de meningen lopen uiteen. In Armageddon vind je alle volken, in Ezechiël 38 en 39 echter niet, want sommige volken stellen de vraag: “Komt u om een roof te plegen..?” (Ez. 38:13). Dat zijn dan dus geen aanvallers.

De “Gog in het land van Magog” (Ez. 38 en 39) lijkt niet identiek te

zijn aan “Gog en Magog” in Openba-ring 20:8. In Ezechiël wordt namelijk slechts gesproken over Gog die uit het land Magog stamt, terwijl Openbaring

twee namen noemt: “Gog en Magog”. Bij Ezechiël wordt bovendien met Magog de naam van een land bedoeld, ter-wijl Openbaring twee persoonsnamen noemt, die voor het totaal van de volken staan. Verder noemt Ezechiël enkele lan-den die Gog volgen, maar in Openbaring zijn het alle heidense volken.

Een ander verschil is dat de in Eze-chiël genoemde Gog uit het noorden komt en apart genoemde bondgenoten meebrengt, terwijl Gog en Magog in Openbaring met bondgenoten van de vier einden van de aarde tegen Jeruzalem optrekken.

Bij de Gog waarover de profeet Ezechiël schrijft vindt het herstel van Israël na de ondergang van Gog plaats. Aan Gog en Magog in Openbaring is het herstel van Israël voorafgegaan, want de ondergang van Gog en Magog

vindt na het duizendjarig rijk plaats. De overval van Gog die in Ezechiël wordt geschilderd, zal plaatsvinden als Israël in veiligheid leeft (in het rijk van de anti-christ?; Ez. 38:8,16), maar nog voordat de Heilige Geest over Israël is uitgestort (Ez. 39:29). Daarom zou het dus tijdens de laatste 7 jaar (van de 70ste jaarweek van Daniël) moeten gebeuren.

Bij Gog in Ezechiël 38 wordt satan niet genoemd; bij Gog en Magog in Openbaring is hij echter de motor achter de misleiding.

Na de eerste Gog resteert er een lange tijd (7 maanden) om doden te begraven en de wapens te verbranden (7 jaar; Ez. 39:9,12). Bij Gog en Magog in Openba-ring 20:8 is waarschijnlijk de tijd geko-men waarin God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal scheppen. NORBERT LIETH

uitdrukkelijk ‘slechts’ voor de basis, dat wil zeggen voor het fundament, voor het begin van de stichting van de Gemeente geroepen (Ef. 2:19-22).

Wat echter wel degelijk na het af-sluiten van de openbaring tot aan de wederkomst van Jezus blijft bestaan, is de dienst van de oudsten, leraars en evangelisten (Ef. 4:11-12). Hun dienst is gericht op de verdere opbouw van de Gemeente van Jezus na het leggen van het fundament.

In dit opzicht is het heel interessant dat de apostel Petrus in 2 Petrus 2:1 in de verleden tijd over valse profeten spreekt, maar met het oog op de toekomst slechts dwaalleraars, niet echter valse profeten noemt. Als apostel wist hij dat er in de

toekomst geen profeten meer zouden zijn, zodat er ook geen valse profeten meer konden zijn. Maar dwaalleraars zijn er nog wel: “Maar er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, zoals er ook onder u valse leraars zullen zijn, die heimelijk verderfelijke afwijkingen in de leer zullen invoeren. Daarmee verloochenen zij zelfs de Here, die hen gekocht heeft, en brengen zij een snel verderf over zichzelf” (2 Pet. 2:1).

Na het tijdperk van de Gemeente zul-len er in de tijd van de Grote Verdrukking echter weer echte profeten optreden, namelijk de twee getuigen in Jeruzalem (Op. 11:10). Daarom zullen er dan ook weer ‘echte’ valse profeten zijn (Op. 19:20). NORBERT LIETH

brieven van leZers


ZendinGsWerk

Impressies van de 36e Paasconferentiein de Zionshalle


ital

iaan

s

fran

s

duits

roem

eens

spaa

ns

nede

rlan

ds

kroa

tisch

serv

isch

hong

aars

russ

isch

mac

edon

isch

slov

eens

japa

ns

arab

isch

turk

s

Waarom het de moeite waard is christen te zijnDOOR JONATHAN MALGO

O nder deze titel brengt de uitgeverij Middernachtsroep al sinds 1999 een gratis boekje uit. Op de 80

pagina’s ervan wordt duidelijk uitgelegd dat het werkelijk de moeite waard is om christen te zijn. Het is kleur gedrukte boekje is al veel mensen tot zegen ge-weest. Inmiddels is het in 15 talen ver-krijgbaar. Een uitstekend middel dus om de meest uiteenlopende mensen met het Evangelie te bereiken. Momenteel wor-den er uitgaven in negen talen gedrukt:

1. Sloveens (nieuw) 2. Spaans (nieuw)3. Arabisch (nieuwe oplage)4. Frans (nieuwe oplage)5. Nederlands (nieuwe oplage)6. Italiaans (nieuwe oplage)7. Kroatisch (nieuwe oplage)8. Servisch (nieuwe oplage)9. Hongaars (nieuwe oplage).In totaal zijn er 60.000 exemplaren

gedrukt. Deze nieuwe uitgaven in de negen talen kunt u dus binnenkort bij ons bestellen. En daarnaast natuurlijk ook de nog aanwezige uitgaven in de talen:

DuitsJapansMacedonischRoemeensRussischTurks.Misschien bent u wel van plan om met

vakantie te gaan naar een van de landen waar bovengenoemde talen worden ge-sproken. Wellicht kent u buren, collega’s op het werk of hebt u kennissen die een van die 15 talen spreken. Er zijn talloze mogelijkheden om deze boodschap ver-der te geven dat het moeite waard is om christen te zijn. We verheugen ons al op uw bestelling!

Op deze plaats zeggen we u ook har-telijk dank voor uw meedragen in het gebed en het geven voor dit project!


Zendingswerk en uitgeverij Middernachtsroep

www.middernachtsroep.nl

STICHTER: Wim Malgo (1922-1992)

BESTUUR: Nederland: Conno Malgo, Norbert Lieth, Jonathan Malgo, Henk Blok

NEDERLAND: Middernachtsroep, Postbus 193, 3940 AD Doorn, tel.: 0343 477288, fax: 0343 477447, E-mail: [email protected] k.v.k. nr. 41166018 BTW nr. NL 0028 18 668 B01

ZWITSERLAND: Mitternachtsruf, Ringwiesenstrasse 12a, CH-8600 Dübendorf, tel.: 0041 44 952 14 14, www.mitternachtsruf.ch

ORGAAN: De «Middernachtsroep» verschijnt maandelijks en wordt bovendien in het Duits, Engels, Frans, Hongaars Italiaans, Portugees, Roemeens, Spaans en Tsjechisch uitgegeven.

REDACTIE: (Adres Zwitserland) E-mail: [email protected]

LAYOUT: (Adres Zwitserland) E-mail: [email protected]

ZIELZORGERLIJKE VRAGEN: (Adres Nederland)

HOTEL BETH-SHALOM: P.O.Box 6208, Haifa-Carmel 31061, Israel, tel: (00972) 04 8373 480 fax: (00972) 04 8372 443, e-mail: [email protected], Leiding: Fredi en Beate Winkler

BETALINGEN: giro 409200 t.n.v. Middernachtsroep Doorn, voor België: ING-bank 363-0507942-90 (in Brussel) t.n.v. Middernachtsroep Doorn

DRUK: De Groot Drukkerij, Goudriaan

ABONNEMENTSPRIJS JAARLIJKS: Nederland en België: Geen abonnementsprijs meer maar een vrije gift, Europa en Middellandse Zeelanden EUR 26,40 Buiten Europa en Suriname EUR 32,40.

ADRESSEN VOOR DIVERSE TAKKEN: www.mitternachtsruf.ch/weltweit

TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN: (via een notaris) «Ik legateer vrij van rechten en kosten aan de Stichting: Zendingswerk Middernachtsroep statutair gevestigd te LEIDEN en geregistreerd onder nummer .41166018. bij de Kamer van Koophandel Rijnland, een bedrag van EUR …»

IntervIewvooruItblIk / Colofon

Gedachtig aan het feit, dat alle menselijke kennis slechts ten dele is (1 Cor. 13:9), geven de auteurs onder eigen verantwoording hun persoonlijke visie weer.

Het volgende nummer verschijnt op 14.06.2013, met o.a. het thema*:

«Is het de schuld van de genen?»

*Wijzigingen voorbehouden

InITIALEn VAn DE AuTEurS In DIT nuMMEr af = Arno Froese; nol = Norbert Lieth

hoe bent u tot geloof in jezus christus gekomen?Door het getuigenis van mijn ouders en in het bijzon-der dat van mijn vader. Ik kan me nog goed herinne-ren dat hij elke morgen thuis bad en de Bijbel las. Toen ik een jaar of zes oud was, begon hij elke dag Bijbelonderwijs te geven.

Wat zijn uw drie lievelingsboeken, afgezien van de bijbel?

Dat is moeilijk te zeggen. Enkele honderden toespra-ken van W.J. Ouweneel over Bijbelboeken, die ik op cassette beluisterde, hebben mij als kind me heel erg gevormd. Als jonge volwassene heb ik gefascineerd de tien delen van De Tweede Wereldoorlog van Winston Churchill gelezen. En als ik kijk naar wat ik de laatste jaren heb gelezen, denk ik met name aan de Institutie van Johannes Calvijn, de Belijdenissen en Over de stad van God van Augustinus en de Gereformeerde dogmatiek van Herman Bavinck.

Welk bijbelboek leest u het liefst, en waarom?Ik ga altijd weer terug naar Genesis. Het is het boek van het begin, waar dingen beginnen. In de huidige postchristelijke tijd is het belangrijk het grote pano-rama van Gods heildsgeschiedenis niet te vergeten. Daar hoort bij hoe alles is begonnen.

voor welke historische persoon van het christen-dom heeft u de meeste waardering, en waarom?

Als met ‘historische persoon’ ook een christen van de 20ste eeuw bedoeld wordt, dan kies ik voor Francis Schaeffer (1912-1984). Als ‘evangelist van de intel-lectuelen’ verstond hij de kunst om een verband te leggen tussen de bijbelse boodschap en het moder-ne leven. Zijn profetisch aandoende woorden tegen de liefdeloosheid onder christenen enerzijds en tegen het liberalisme anderzijds zijn zeer actueel.

Waar denkt u aan bij het horen van de belofte van jezus: “ja, ik kom spoedig”?

Ik zeg wel eens tegen mijn zoons: “Stel je voor dat Je-zus vandaag terugkomt. Wat betekent dat voor van-daag?” Voor mij betekent het dat ik elke dag leef als-of het de laatste is.

Waar denkt u aan bij de term ‘apocalyps’?Dan denk ik aan een monument dat voor de officië-le inwijding met een doek is afgedekt en dan tijdens een feestelijke ceremonie wordt ‘onthuld’. Tot op van-daag blijven veel dingen voor ons afgedekt. Maar al-les wat we voor een leven met Jezus Christus nodig hebben heeft God ons wel meegedeeld. Niet meer en ook niet minder.

als u iets in de wereld kon veranderen, wat zou dat dan zijn?

Het eerste wat me dan te binnen schiet: ik zou met mijn hele gemeente naar een gebied in de wereld gaan waar christenen zwaar worden vervolgd. Terug in Europa zouden we dan onze prioriteiten helemaal opnieuw stellen. Overigens weet ik: Zolang ik in dit le-ven ben, blijf ik een begenadigd zondaar. Augustinus heeft gezegd: “Niemand kent jou zo goed als jijzelf; en toch kent niemand zichzelf zo goed dat hij zeker weet hoe hij zich de volgende dag zal gedragen”.

hanniel strebel, een blogger die op

hanniel.ch te vinden is, werkt mee in de woordverkondiging

van de Evangelische gemeente te Albisrieden.

“ik ga altijd weer terug naar

Genesis”


€ 9,50

En de gehele aarde ging het beest met verbazing achterna, en zij aanbaden de draak … en hem werd macht gege-ven over elke stam en natie en taal en volk … en allen, die op de aarde wonen, zullen het (beest) aanbidden … en het verleidt hen, die op de aarde wonen.

Openbaring 13 laat zien wat de wer-kelijke oorzaken zijn van de huidige, bijna chaotische wereldwijde gebeur-tenissen.

Is satan van plan om door misleiding een maatschappij te creëren waar vrede en welvaart heerst?

In de Bijbel worden heel veel gebeurtenis-sen duidelijk voorzegd, zoals de verstrooiing van de Joden, de komst van de Messias, Zijn dood en opstanding en de definitieve te-rugkeer van het Joodse volk naar hun land Israël in de eindtijd. Zelfs hardnekkige scep-tici kunnen niet ontkennen, dat Bijbelse profetie betrouwbaar is gebleken in het verleden. Geldt dat ook nog voor onze tijd? Zegt de Bijbel iets over onze toekomst? Over de toekomst van de gemeente, Israël en Jeruzalem? Arno Froese, hoofdredacteur van de Amerikaanse Middernachtsroep en Nieuws uit Israël (Midnight Call en News from Israel) beantwoordt 120 essentiële vragen over de gebeurtenissen in de eindtijd aan de hand van het profetische Woord.


€ 5,00

toren van Babeltoren van Babeltoren van BabelEuropa...

Eindhoven woensdag 2 oktoberGebouw De BronElburglaan 51

spreker Dato Steenhuisleiding Teun van Ommen

Zuidhorn woensdag 6 novemberPKN KerkDe Gast 58a

inloop 19:30 begin 20:00

+ boekentafel over dit onderwerp

+ gespreksmogelijkheid

Het internationale tijdschrift over bijbelse profetie ... · ‘Varkensbaai’! De put van de...

Documents

Transcript of Het internationale tijdschrift over bijbelse profetie ... · ‘Varkensbaai’! De put van de...