Microsoft Word - Landenonderzoek s u r i n a m e.docx · Web viewSuriname . Landenonderzoek ....
Transcript of Microsoft Word - Landenonderzoek s u r i n a m e.docx · Web viewSuriname . Landenonderzoek ....
Suriname Landenonderzoek
Juli Hoekstra & Kirsten Ravensbergen
Minor Internationalisering 2014- 2015‐
Inhoudsopgave INLEIDING ............................................................................................................................................................... 3
ONDERWIJS (SOCIOLOGISCH/HISTORISCH) ................................................................................................ 4
HOE ZIET HET SURINAAMSE ONDERWIJS ERUIT? ................................................................................................................. 4
HOE IS DE KLASSENVERDELING? IS DE TOEGANG/VERDELING TUSSEN
JONGENS EN MEISJES GELIJK? ..................... 6 HOEVEEL MENSEN IN SURINAME ZIJN ANALFABEET?
......................................................................................................... 6 IS ER IN SURINAME VERNIEUWINGSONDERWIJS AANWEZIG?
............................................................................................ 6
DEMOGRAFIE ......................................................................................................................................................... 7
WAT IS HET INWONERAANTAL EN WELKE STEDEN ZIJN HET DICHTST
BEVOLKT? ........................................................ 7 WELKE VERSCHILLENDE BEVOLKINGSGROEPEN ZIJN TE ONDERSCHEIDEN IN
SURINAME? ......................................... 7 WELKE TALEN WORDEN ER IN SURINAME GESPROKEN?
................................................................................................. 10 WAT IS DE VERHOUDING TUSSEN JONGEREN EN OUDEREN?
GEBOORTE/STERFTECIJFER? ...................................... 10
GEOGRAFIE ........................................................................................................................................................... 11
WAT IS DE LIGGING VAN HET LAND? ................................................................................................................................... 11
WAT VOOR SOORT KLIMAAT KENT HET LAND? .................................................................................................................. 11
WELKE FLORA EN FAUNA KOMEN ER IN SURINAME VOOR? ............................................................................................ 12
WELKE VERSCHILLENDE DISTRICTEN ZIJN ER IN SURINAME? ........................................................................................ 15
GESCHIEDENIS ..................................................................................................................................................... 19
WAT WAS DE GESCHIEDENIS VAN SURINAME VOOR DE KOLONISATIE DOOR
NEDERLAND? ..................................... 19 WAT WAS DE GESCHIEDENIS VAN SURINAME TIJDENS DE KOLONISATIE
DOOR NEDERLAND? ................................ 19
2
WAT WAS DE GESCHIEDENIS VAN SURINAME NA DE DEKOLONISATIE? ........................................................................ 20
HUIDIGE POLITIEK ............................................................................................................................................. 22
HOE ZIET DE SURINAAMSE POLITIEK BESTUURLIJKE INDELING ERUIT? ....................................................................... 22
WELKE POLITIEKE PARTIJEN ZIJN HET GROOTST IN SURINAME? ................................................................................... 23
WIE IS DE HUIDIGE POLITIEK LEIDER VAN SURINAME? ................................................................................................... 25
HOE ZIT HET MET DE CORRUPTIE IN SURINAME? ............................................................................................................. 26
ECONOMIE ............................................................................................................................................................. 27
WELKE MUNTEENHEID BEZIT SURINAME? ........................................................................................................................ 27
WAT IS HET BRUTO NATIONAAL PRODUCT PER HOOFD IN SURINAME? ........................................................................ 28
WAT ZIJN DE GROOTSTE INKOMSTENBRONNEN VOOR SURINAME? ............................................................................... 28
WIE ZIJN DE BELANGRIJKSTE AFNEMERS EN LEVERANCIERS VAN DE
SURINAAMSE EXPORT EN IMPORT EN WAT
ZIJN DE IMPORTPRODUCTEN VAN SURINAME? ................................................................................................................... 30
LITERATUURLIJST .............................................................................................................................................. 31
Inleiding
Wij zijn Juli Hoekstra en Kirsten Ravensbergen. Twee
studenten uit het derde jaar van de opleiding Pabo die
wij volgen op de Hogeschool in Leiden. Wij hebben
gekozen voor de minor internationalisering en gaan naar
3
Suriname. In de afgelopen periode ging het bij ons allebei
steeds meer kriebelen om in het 4e jaar deel te
kunnen nemen aan deze minor. Wij hebben elkaar
pas ontmoet tijdens deze bijeenkomsten. Daar kwamen we
erachter dat onze interesses hetzelfde waren en zo besloten
wij om dit avontuur aan te gaan. Na vele bijeenkomsten
en een berg aan informatie was de keuze duidelijk!
Wij willen naar Suriname! Een land vol met culturen en
avonturen. Met dit landenonderzoek gaan we op zoek naar
antwoorden op de vele vragen die wij nu al hebben
over dit land op het gebied van onderwijs, demografie,
geografie, geschiedenis, politiek en de economie.
Onderwijs (sociologisch/historisch)
4
Hoe ziet het Surinaamse onderwijs eruit? Het onderwijs in Suriname wordt gegeven in de
Nederlandse taal. Er is leerplicht tot en met je 12de jaar.
Tot deze tijd ben je verplicht om naar school te gaan.
Kleuters hebben geen leerplicht, maar in Paramaribo en andere
grote steden gaan de meeste kinderen gewoon naar
een kleuterschool. Er zijn openbare scholen en privéscholen.
Ook zijn er scholen waar wel of juist geen geloof
aan is verbonden. Op school wordt een schooluniform
gedragen om het verschil tussen rijk en arm minder
zichtbaar te maken (Bos, 2008).
De peuter- ‐ en de kleuterschool
Een klein deel van de kinderen gaat vanaf hun derde
jaar naar de peuterschool. Vanaf vier jaar kunnen de
kinderen naar de kleuterschool. Hier worden vakken gegeven
als zingen, tekenen, gym, voorbereidend rekenen en
lezen. De dag begint om 08.00 uur en eindigt om
12.00 uur (Bos, 2008).
De lagere school
Vanaf zes jaar kan je als kind naar de lagere school.
Dit duurt in totaal zes jaar. Het schooljaar begint
pas in oktober na een lange vakantie. Dit komt omdat
het in de zomer erg warm is. Een schooldag begint
om 08.00 uur en eindigt om 12.30 voor de twee
laagste klassen en om 13.00 uur voor de rest.
Voordat de kinderen naar de klassen gaan wordt
gezamenlijk het volkslied gezongen op het schoolplein. Tot
1975 leerden de kinderen er veel over Nederland, maar
5
na de onafhankelijkheid zijn de boeken vernieuwd en meer
gericht op Suriname (Bos, 2008).
Na de lagere school
Na de lagere school kan er worden gekozen tussen
verschillende richtingen voor het voortgezet onderwijs. Er
kan daarna doorgeleerd worden via het hoger
beroepsonderwijs, het instituut voor de opleiding van leraren
of de universiteit van Paramaribo. Er zijn ook kinderen
die kiezen voor een vervolgstudie in Nederland of Amerika
als de studiemogelijkheden niet aanwezig zijn in
Suriname zelf (Bos, 2008).
6
Het huidige onderwijssysteem van Suriname. Onderwijs in het binnenland
In grote delen van het binnenland van Suriname is
het geven van onderwijs niet vanzelfsprekend. Er zijn vaak
te weinig opgeleide leerkrachten en te weinig
leermiddelen aanwezig. Ook wordt er in het binnenland vaak
een andere taal gesproken waardoor de Nederlands sprekende
leraren niet begrepen worden. Het komt voor dat kinderen
in het binnenland helemaal niet naar school gaan, omdat
zij moeten helpen op het kostgrondje of op moeten
passen op de broertjes en zusjes. In het binnenland zijn
7
alleen lagere scholen aanwezig. Voor vervolgonderwijs
moeten de jongeren naar de stad verhuizen. Zij komen
dan terecht in hiervoor bestemde internaten. Zo kunnen
zij toch naar school (Bos, 2008).
Hoe is de klassenverdeling? Is de toegang/verdeling
tussen jongens en meisjes gelijk? In Suriname komen
veel combinatieklassen voor. Dit komt grotendeels door een tekort
aan leerkrachten of lokalen. Ook kan het zijn dat
er niet veel leerlingen op een school zitten, waardoor
de klassen te klein worden. Een klas bestaat gemiddeld
uit 15 leerlingen. Zowel jongens als meisjes zijn
verplicht om naar school te gaan (Eerstelling, 2012).
Hoeveel mensen in Suriname zijn analfabeet? Er zijn geen recente data bekend, maar volgens de laatste
statistieken ligt het aantal analfabeten op circa 35.000.
De meeste analfabeten wonen in het binnenland in
gebieden als Brokopondo en Sipaliwini. De afdeling
Alfabetisering is wel bezig met onderzoek naar het analfabetisme.
Dit gebeurt in samenwerking met het centraal bureau
van statistiek (redactie Suriname, 2013).
Is er in Suriname vernieuwingsonderwijs aanwezig?
8
Er is niet veel te vinden over het vernieuwingsonderwijs
in Suriname zoals wij dat hier kennen in Nederland.
Verschillende vormen van onderwijs zoals het dalton onwijs,
jenaplan, montessori etc. zijn daar niet aanwezig. Als je op
zoek gaat naar het vernieuwingsonderwijs in Suriname kom je
vooral artikelen tegen op het gebied van vernieuwingen
binnen het reguliere onderwijs. Zo geeft minister Shirley
Sitaldin van onderwijs en volksontwikkeling aan dat er wel
degelijk vernieuwingen zijn in het onderwijs op gebied
van leerkrachtscholing, verbetering van leerprestaties en het
aantrekkelijker maken van het leerklimaat. Door verschillende
trainingen voor leerkrachten moet het percentage zitblijvers en
vroegtijdige schoolverlaters afnemen. Verder is er vernieuwing
van schoolboeken en worden verenigingen als
naschoolse opvang verder uitgebreid (Sitaldin, 2012).
Demografie
Wat is het inwoneraantal en welke steden zijn het dichtst bevolkt? Aantal inwoners : Circa 530.000 inwoners, iets meer dan 3 % ten opzichte van Nederland.
Ongeveer de helft van de inwoners woont in Paramaribo.
De tweede plaats is Lelydorp met 17.000
inwoners. Dan volgen Nieuw Nickerie ( 10.000) en
Moengo (7000). In Nederland wonen ruim 345.000
Surinamers.
Bevolkingsgroepen: Het grootste deel betreft Hindoestanen 27,4
%, Creolen 17,7 %, Marrons (bosnegers) 14,7 % en Javanen
14,6 %. Het aandeel van de inheemse ‘ Indianen’
ligt op een paar procent. Andere kleine groepen zijn
9
Chinezen, Libanezen, Joden, en blanke Europeanen (Schuring,
2012).
Welke verschillende bevolkingsgroepen zijn te onderscheiden in Suriname?
Suriname is een land met vele
bevolkingsgroepen afkomstig
uit verschillende
werelddelen. De
oorspronkelijke bewoners zijn
de Indianen, ook wel
inheemsen genoemd.
Daarnaast heb je de
Creolen, Marrons, Chinezen,
Europeanen, Hindoestanen,
Javanen, Joden, Libanezen en inwoners van buurlanden. Deze
etnische groepen onderscheiden zich van elkaar door
verschillende waarden en normen, culturele uitingen en de
geestelijke belevingswereld. De uiterlijke verschillen tussen deze
bevolkingsgroepen worden steeds minder. De trek naar de
stad om economische redenen heeft ervoor gezorgd dat
de gewoonten en gebruiken van elkaar zijn overgenomen.
Zo leven veel verschillende mensen naast elkaar
zonder al te veel radicale spanningen (Leuwsha, 2005).
Inheemsen
Dit zijn de huidige Indianen. Columbus dacht dat hij
in Indië was beland en noemde de bevolking zo ten
10
onrechte Indianen. De term inheemsen geeft de toename aan
van het zelfbewustzijn van deze kleine groep. Deze
bevolkingsgroep is de eerste bewoner van
Suriname en leefde er al ongeveer 10.000 tot
7.000 jaar geleden (Leuwsha, 2005). Marrons
Dit waren slaven die van de plantages wegliepen. Veel
van deze slaven waren afkomstig uit West-‐ en
Midden- Afrika‐ en werden gebruikt om het zware werk
op de plantages te verrichten. De term is afgeleid van
het Spaanse woord Cimarron, wat ontsnapt vee betekent.
De naam veranderde in bosneger voor de Marrons met
wie het gouvernement vrede had gesloten. Tegenwoordig is
het begrip Marron weer van toepassing uit trots op
de voorouders die de vrijheid wisten te veroveren. De
Marrons leven vooral in dorpen langs de oevers
van de rivieren en leven van landbouwgrond, de
visvangst en de jacht (Leuwsha, 2005). Creolen
De Creolen stammen af van de vroegere negerslaven.
Dit woord stamt af van het Portugese woord criar,
wat in huis geboren of eigen kweek betekent. Rond
de 16e eeuw werd deze term voor het eerst gebruikt voor
personen, die uit Portugese of Spaanse ouders in Zuid--
Amerika geboren werden. Deze kinderen die geboren werden
kregen de naam creool. Vanaf het begin
van de koloniale overheersing ontsnapten er slaven. Zowel
in het bos als in de stad ontstonden zwarte
gemeenschappen. Wanneer er tegenwoordig gesproken wordt
over
11
Creolen bedoelt men de negerbevolking van de stad en
kuststreek (Leuwsha, 2005). Hindostanen
Nadat de slavernij was afgeschaft in 1863 ontstond er al
snel een arbeidstekort op de plantages. Zo werden er
krachten uit Brits- Indië‐ gehaald, uit het toenmalige Hindoestan.
Deze groep vormt tegenwoordig het grootste deel van
de Surinaamse samenleving en is niet meer weg te denken
(Leuwsha, 2005).
Javanen
Toen de Nederlanders problemen kregen met de Hindostaanse
arbeiders, wilden zij arbeidskrachten uit hun eigen
kolonie Nederlands- Indië‐ halen. Deze Javaanse immigranten
behoren tegenwoordig ook tot een van de grotere
bevolkingsgroepen van Suriname. De Javanen zijn bescheiden en
in economisch en politiek opzicht achtergesteld bij de
andere bevolkingsgroepen. De Javaanse keuken is erg
populair en veel Surinaamse huisvrouwen weten hun gasten
behoorlijke nasi of bami schotels te serveren (Leuwsha,
2005).
Overige bevolkingsgroepen
De overige bevolkingsgroepen bestaan uit de Joden,
Chinezen, Libanezen, Boeroes en fortuinzoekers. De Joden
hebben nog maar sinds kort invloed op de Surinaamse
gemeenschap. Dit aantal bedraagt nauwelijks 1 %. In
het verleden is de betekenis van de Joden zeer groot
geweest. Zo telde de kolonie rond 1700 driemaal zoveel
Joden als christenen onder de blanke bevolking.
12
Veel gebruiken in taal, voeding en gewoonten, persoons-‐ en
plaatsnamen zijn terug te voeren op de invloed van de
Joden uit het begin van de koloniale periode van
Suriname. Ook de Chinezen zijn niet meer weg te denken
uit de
Surinaamse samenleving. Deze kwamen rond 1853 als
contractarbeiders richting Suriname. Tegenwoordig is op elke
hoek van de straat wel een winkel van Omu Snesi (oom
Chinees) te vinden. Zo zijn er ook veel Chinese winkels
met kruiden, medicijnen, specerijen etc. De Libanezen zijn
in de loop der jaren richting Suriname gekomen om geld
te verdienen in de textielhandel. Deze groep is
vrijwillig geëmigreerd (Leuwsha, 2005). De Boeroes worden
gezien als Hollandse boeren en bewerkten
landbouwgrond. De akkers waren slecht en er was
weinig vee. De leefomstandigheden waren zwaar en velen
overleden aan tropische ziektes. De overblijvers werden
vooral specialisten op het gebied van melkvee (Wesselink, 2008).
Als laatste groep heb je nog de fortuinzoekers.
Dit zijn de mensen uit de buurlanden die een nieuw
leven wilden opbouwen in Suriname.
Welke talen worden er in Suriname gesproken? In Suriname geldt het Nederlands als de officiële voertaal.
Maar buiten deze voertaal zijn er nog vele andere talen.
Omdat bijna iedere bevolkingsgroep ook een eigen
‘thuistaal’ heeft, is het Sranantongo (Surinaams, ook wel
verouderd Neger- Engels‐ genoemd) de contacttaal in het
dagelijkse leven. Het Sranan is geen ‘taki- taki’,‐ dit is
13
een term voor de Surinaamse taal, maar een omgangstaal,
beïnvloedt door het Afrikaans, Portugees, Engels en Nederlands.
Tussen het deftige Nederlands en het Sranantongo bevindt
zich nog het Surinaams-Nederlands. Dit is de Surinaamse
versie van de Nederlandse taal. Hier worden woorden anders
gebruikt. Zo wordt het werkwoord ‘gaan’ bijvoorbeeld
toekomend gebruikt als: ‘Wij gaan gaan’ of ‘Ga je gaan?’.
Het Nederlandse woord ‘zetten’ wordt gebruikt
in de betekenis van ‘leggen’: ‘Zet die dinges daar’.
Het Sranantongo klinkt soms een beetje streng, maar
ondanks dit is het een levendige taal met humor. Ook
bestaat er een vorm van het
Sranantongo die ‘wakamantaal’ wordt genoemd. Dit wordt door de wakamans
(rondhangende jongeren) gesproken. Het Sranantongo is een
echte spreektaal en geen schrijftaal. Zo wordt er met de
officiële spelling speels omgegaan (Leuwsha, 2005).
Wat is de verhouding tussen jongeren en ouderen? Geboorte/sterftecijfer?
Leeftijd Aantal
Mannen
Vrouwen
0- 14‐ jaar 26.4%
66.440
63.469
15- 64‐ jaar
67.3%
164.739
166.139
>65 jaar
6.3%
13.300
17.902
De
bevolking van Suriname is vrij jong. Zo is te zien in
14
bovenstaande tabel dat de leeftijdsgroep van 15- 64‐ jaar
het grootst is met 67.3% (Republiek Suriname, z.j.).
Daarnaast is bekend dat het geboortecijfer in Suriname is
17,44 geboortes op de 1000 inwoners en het
sterftecijfer 6,17 doden op de 1000 inwoners. Er is dus
een geboorteoverschot in Suriname (Index Mundi , 2012).
Geografie
Wat is de ligging van het land? Suriname ligt aan de noordkust van
Zuid- Amerika,‐ vlak boven de
evenaar en behoort tot het
gebied
Guyanaschild, een gebied ingesloten
tussen de rivieren de Orinoco in
het westen en de Amazone in
het oosten en zuiden.
Guyanaschild is een vulkanisch uitgebarsten gesteente dat
gevormd is in de oertijd. Suriname maakt ondanks
de ligging geen deel uit van het Zuid-‐Amerikaanse cultuur-‐ en taalgebied. De afstand van oost naar
west is circa 350 kilometer en van noord naar zuid 450
kilometer. Dit brengt de totale oppervlakte van Suriname
op 164.000 vierkante kilometer. Het land is ruim vier keer
zo groot als Nederland (Leuwsha, 2005). Suriname grenst
aan de buurlanden Guyana, Frans Guyana en Brazilië,
en ligt aan de Atlantische oceaan. Het land is te
verdelen in drie gebieden. In het Noorden ligt de
15
kustvlakte. Dit is een gebied met veel zoetwatermoerassen.
Deze zijn nog geen meter diep en de bodem bestaat
uit een dikke laag veen. Tussen de moerassen groeien
struiken en bomen. In het zuiden ligt het grote
tropische regenwoud. Dit regenwoud is zo’n 80 % van de
totale oppervlakte van Suriname en maakt deel uit van het
Amazone regenwoud, het grootste regenwoud ter wereld (Bos,
2008)
Wat voor soort klimaat kent het land? Door de ligging dicht bij de evenaar heeft Suriname een
tropisch klimaat met een erg hoge luchtvochtigheid. De
gemiddelde temperatuur is 27 graden. De neerslag in
Suriname bedraagt meer dan in Nederland en is gemiddeld
60 millimeter per maand. Door deze omstandigheden is het
grootste gedeelte van het land bedekt met oerwoud. Er
wordt onderscheid gemaakt tussen een lange en een
korte regentijd. Het korte regenseizoen is van december
tot februari, gevolgd door een korte droge periode.
Van eind april tot half augustus is de grote regentijd met
daarna de grote droge tijd. In deze periode valt de
Surinaamse schoolvakantie vanwege de hitte. In de droge
periode kan het ook regenen en de seizoenen kunnen
per jaar nogal wisselen. Het weer in Suriname is erg
wisselvallig. De regenbuien die vallen zijn kort en hevig.
Dit wordt een sibibusi (‘bosbezem’) genoemd. Het land
wordt schoongeveegd door de regen (Leuwsha, 2005). De
zon komt iedere ochtend rond zes uur op en gaat in
de avond tussen half zeven en zeven uur weer
onder. De seizoenen herfst, winter, lente en zomer zoals
wij die kennen komen in Suriname niet voor. Hier wordt
16
onderscheid in jaargetijde gemaakt door de regentijden
en droge tijden.
Suriname ligt tussen twee grote rivieren in. De Corantijn
aan de westkant en de Marowijne aan de oostkant. In
beide rivieren liggen eilandjes. Andere grote rivieren zijn
de
Coppename, de Saramacca en de Surinamerivier. Door het
regenwoud stromen veel verschillende rivieren. Veel ervan
met sula’s ( stroomversnellingen), waar het water wild
tussen de rotsen doorloopt. Voordat je door een sula gaat
mag je de naam ervan niet noemen uit respect.
De rivieren zijn erg belangrijk voor de Surinamers. De
vis uit de rivieren wordt gegeten, de afwas wordt
er gedaan, de kleding gewassen en ook de mensen
17
wassen zich in de rivier
(Bos,
2008)
Welke flora en fauna komen er in
Suriname voor?
Planten
Ongeveer 90% van Suriname is bedekt met bos. Dit grote
bos werd lange tijd als niemandsland beschouwd, maar nu
de natuurlijke hulpbronnen van het binnenland in kaart zijn
gebracht, staan de belangen van bos-‐ en stadbewoners
tegenover elkaar. De bomen zijn hoog en de stammen
kaarsrecht. Onder het bladerdak dat weinig licht door laat,
kan op de dikke humuslaag nog maar weinig anders
groeien dan schimmels en zwammen. Er zijn vele planten-‐
en boomsoorten die nog niet allemaal naar familie en
geslacht zijn ingedeeld. Alles wat bruikbaar en eetbaar is
wordt gezien als nuttig en krijgt een naam. De
rest is brandhout. De bodem van het binnenland is arm
aan voedingsstoffen. De belangrijke stoffen in de humuslaag
worden door de zware regenval weggespoeld. Fruitbomen
komen hier niet voor. Verder zijn er wel eetbare
gewassen te vinden. Van de cassave worden alleen
de knollen gegeten, van de bredebon (broodboom) worden
de grote vruchten gegeten. Deze boom is door de
Britten hier naartoe gehaald en was bestemd als
goedkoop voedingsgewas om de slaven in leven te
houden. De zaden van de kastanje broodboom kunnen
ook worden gegeten, de cacaoboom levert chocolade, de
bosvrucht mopé is een oranjegele vrucht en wordt
veel verkocht in de steden. Verder word er uit het
bos veel bruikbaars gehaald.
In Suriname komen ongeveer zestig palmsoorten voor.
De bladeren van deze bomen worden gebruikt als
bedekking van de daken en de vezels worden gebruikt
en verwerkt tot touwhangmatten. Verder wordt bamboe
18
nog voor vele andere dingen gebruikt. De kantantri is
een heilige boom voor de bosbewoners. De Marrons
geloven dat de geesten van hun voorouders in de
woudreus wonen. Een bosbewoner haalt dus voedsel,
materiaal en geneesmiddelen uit het bos (Leuwsha, 2005).
Dieren
Bijna alle diergroepen zijn in Suriname te vinden. Van
zoogdieren tot vogels, reptielen, amfibieën, vissen en
insecten. Ook bij de dieren geldt: eetbaar is
bruikbaar. In het binnenland wordt nog veel gejaagd.
Niet alleen eetbare dieren, maar ook angstaanjagende,
gevaarlijke of giftige dieren worden vaak gedood.
Katachtige dieren (tigri’s), bosspinnen (vogelspinnen), makslagen
(bosmeester), anaconda’s (wurgslangen) en pirengs (piranha’s)
worden zeer gevreesd.
Insecten
De insecten zijn niet te missen in dit land. Er zijn
honderdduizenden insectensoorten in
Suriname van mooi tot eng. Neem
bijvoorbeeld de morpho
vlinder.
Dit is een staalblauwe dagvlinder van zo’n 10 cm groot.
Minder zijn de mot en de plantenetende sprinkhanen.
Verder zijn er vele soorten muggen. Deze kunnen zorgen
voor ziektes als gele koorts en malaria. Vogels
19
De vele insecten worden
weer opgegeten door verschillende
vogels. Vogels zoals
de stern, de blue wing,
de visarend, de
koprofowru en de
voerenzwaluw komen
jaarlijks uit Noord- Amerika‐ om aan de kust te
overwinteren. Ook de rode ibis is een bekende vogel
in Suriname en wordt vaak verward met flamingo. De
reigersoorten worden sabaku genoemd en komen in
veelvoud voor. Behalve het kustgebied is ook de omgeving
van Paramaribo een goudland voor vogelliefhebbers: wevervogels
(banabeki en ponpon), zangvogels (pikolet en twatwa),
blauwgrijze tangara, blawki (blauwtje), katoenvogeltje, gotromotyo
(straatslet), powisi, zwarte hokko, marai (jonge
kalkoen), busi-‐ kaka (roodpoot caracara), kwetkwetyaba
(roepende piha), papegaaien (24 soorten), parkieten,
raafparkieten, toekan en het rotshaantje. Daarnaast zijn in
Suriname 48 soorten roofvogels gesignaleerd. Zoogdieren
De zoogdieren laten zich niet makkelijk zien. Het grootste doelwit
van een jager is de bofru die 250 kilogram kan
wegen. Dit dier is in grote delen uitgeroeid en laat
zich nog maar weinig zien. Ook wilde zwijnen komen
veel voor, zoals de pingo en de pakira. Er zijn drie
hertensoorten aanwezig; het savannehert, en het groot
en klein boshert. Deze grazen veel op open plekken in
het bos en de savanne en zijn makkelijk waar te nemen.
Ook apen komen voor in Suriname. Er zijn acht soorten.
De brulaap (babun), kapucijnapen (keskesi’s) en de
witkopaap (wanaku) zijn moeilijk te vangen. Helaas voor
20
de zwarte spinaap (kwata) schijnt zijn vlees bijzonder
lekker te zijn. De zwarte pluimstaart van de baardaap (pisa)
kan tot plumeau dienen. Doodskopaapjes (monkimonki)
en zijdeaapjes (saguwenke) zijn zo klein, dat ze niks
waard zijn. Beide soorten komen dan ook in heel
Suriname voor. De Paramaribo Zoo in de Cultuurtuin heeft een
aardige verzameling groot wild. De kans om groot
wild in het echt tegen te komen is klein. Eén
exemplaar zwerft rond in een enorm groot jachtgebied
van wel 6000 ha. In Suriname komen de jaguar,
geelbruine poema, de kleinere ocelot (tigrikati),
boomkat/margay (pikin tigrikati) en de jagoearoendi
(blakatigrikati) voor.
Vissen
Er is een groot aanbod in zoet-‐ en
brakwatervissen. Niet alle
soorten worden gegeten,
bijvoorbeeld door teveel graten,
een giftige soort of een
verbod. Bekende roofvissen zijn
de anyumara en de
piranya, die met hun sterke en scherpe tanden vingers
of tenen kunnen afhappen. Veel mensen zijn er
bang voor, maar toch wordt de mens
zelden aangevallen. De anyumara is een geliefde vis en komt veel voor in het van
Blommenstein stuwmeer. Verder zijn de pataka en de kubi voedzame vissen.
21
Slangen en kaaimannen
Ook slangen en kaaimannen zijn veelvoorkomende diersoorten
in Suriname. De slangen komen veel voor in hoog gras
en de kaaimannen in sloten. De kaaiman lijkt op
een alligator en leeft vooral in de buurt van
stroomversnellingen. Deze dieren zien er vaak
angstaanjagend uit, maar leveren geen direct gevaar op.
Een paar slangen zijn maar giftig. De beet van een
lanspuntslang kan de dood tot gevolg hebben. Ook de
bruine ratelslang is giftig. De grootse giftige slang met
een lengte van ruim drie meter is de bushmaster
(Leuwsha, 2005).
Welke verschillende districten zijn er in Suriname? In Suriname zijn meer dorpen dan steden. De steden
die er zijn, bevinden zich in de kuststrook. Suriname is
opgebouwd uit de tien districten (zoiets als provincies)
Paramaribo, Nickerie, Coronie, Marowijne, Commewijne, Saramacca,
Para, Brokopondo, Wanica en Sipaliwini. Het grootste district
is Sipaliwini, dat voornamelijk uit regenwoud bestaat.
Het kleinste district is Paramaribo, maar hier wonen
wel de meeste mensen. District Paramaribo
Paramaribo is de hoofdstad van Suriname, tevens het
economisch centrum van het land. De naam stamt af
van Parmurbo, een vroeger indianendorp. Naast de
moderne gebouwen
staan er ook nog veel houten huizen in de stad. Dit
zijn overblijfselen uit de koloniale tijd toen hier rijke plantage
eigenaren woonden. In de kleinere houten huisjes
woonden de armere mensen, onder wie de slaven.
Deze bebouwing is uniek en zorgt er voor dat de hele
22
stad op de UNESCO wereld erfgoedlijst staat. Paramaribo is
het kleinste district van
Suriname en biedt plaats aan de helft van de
Surinaamse bevolking. District Nickerie
De tweede grote stad is Nieuw- Nickerie,‐ tevens de
hoofdstad van het district Nickerie, ontstaan in het jaar
1879. De stad bevindt zich aan de monding van de
Corantijn en de Atlantische oceaan. In de koloniale tijd
lagen hier veel plantages, waar koffie, cacao, suiker,
bananen, aardvruchten en mais werden verbouwd. Maar na
hevige en langdurige regenval, begon de malariamug dood en
verderf te zaaien. De mensen gingen dood en de
plantages raakten in verval. Rond 1900 bloeide de balata
(rubber) industrie hier op, toen dit product niet meer
genoeg opbracht ging men over op de rijstbouw. Tegenwoordig
heeft het district ongeveer 41000 inwoners. Ruim een
kwart hiervan woont in Nieuw Nickerie. Rijst en banaan
zijn grote exportproducten.
District Coronie
Het district Coronie heeft maar een inwonersaantal van
ongeveer 3500 mensen. Totness is de hoofdstad van het
district. De naam van dit dorp is schots en komt
uit de tijd van de Britse overheersing. Ook veel andere
Engelse namen kom je nog tegen in dit district
door het tijdelijke Engelse bestuur in het begin
van de 19e eeuw. Coronie stond bekend als het
‘kokosdistrict’, omdat er kokosolie werd verhandeld van geperste kokosnoten.
23
Tegenwoordig is de kokoshandel sterk verminderd door onder
andere de komst van andere producten. Naast
kokosolie staat Coronie nu bekend om de rijst, honing
en varkensveeteelt. De bevolking is overwegend Creools.
Het grootste gebied is onbewoond en de meeste
mensen wonen langs de oost- westverbinding.‐
District Marowijne
De hoofdstad van dit district is Albina. Albina heeft
een belangrijke ligging. Vanuit hier vertrekken veel boten
naar het dorp Galibi aan de monding van de Marowijne.
De bewoners in dit district zijn voornamelijk
afstammelingen van de plantagearbeiders. Het district telt
ongeveer 20000 inwoners. De meeste inwoners zijn
bosnegers en Creolen. Er wordt vooral geleefd van
de visserij.
District Commewijne
Nieuw- Amsterdam‐ is de hoofdplaats van dit district. Tussen
1734 en 1747 werd hier een fort gebouwd dat diende als
verdedigingslijn tegen vijandelijke vloten. In de koloniale
tijd lagen hier de meeste plantages. Vandaag de dag
zijn er hier nog een paar van over die bezichtigd kunnen
worden.
District Saramacca
Sarramacca telt maar 13000 inwoners en is daarmee redelijk
dun bevolkt. Het voor ons bekende Groningen siert het
plaatsnaambord van de hoofdstad van het district Saramacca.
De naam stamt uit de tijd van de Nederlandse
boeren. Het is een klein dorpje. De grond in dit
gebied is erg vruchtbaar en daarom zijn er veel
24
landbouwbedrijven. Ook bevinden zich in Sarramacca de grootste
olieputten van het bedrijf Staatsolie. Daarnaast liggen er
twee belangrijke natuurreservaten: de Coppenamemonding en de
Boven- Coesewijne.‐ District Para
De hoofdstad van het district heet Onverwacht. Para telt
15000 inwoners. De grootste bevolkingsgroep bestaat uit Javanen.
Daarnaast wonen er ook Creolen en Hindoestanen.
Voor toeristen is Para een aantrekkelijk district. In dit district bevinden zich de
Jodensavanne en de Johan Adolf Pengel Airport (beter
bekend als vliegveld Zanderij). Verder vindt er in
het gebied veel bosbouw plaats, is er sprake van
veeteeld en er wordt bauxiet gewonnen.
District Brokopondo
Dit district telt ongeveer 8000 inwoners. Bijna alle inwoners
zijn bosnegers. In dit district met de gelijknamige
hoofdstad ligt het enorme Brokopondo Stuwmeer. Er
wordt aan goudwinning
gedaan, maar ook aan houtkap,
steenkoolwinning en veeteelt. Veel
toeristen bezoeken dit district
om de eilanden in het
stuwmeer te bezoeken of om
te wandelen op de Brownsberg.
District Wanica
Wanica is een van de kleinste
districten, echter niet qua
25
inwonersaantal. Het inwonersaantal betreft namelijk ruim 76000
mensen. Hiermee komt dit district na het district
Paramaribo op de tweede plaats. De belangrijkste plaats
van het district is Lelydorp. Begin twintigste eeuw
legde gouveneur Lely hier een spoorweg aan. In Wanica
wonen veel Javanen en daardoor zijn hier veel
eettentjes te vinden.
District Sipaliwini
Sipaliwini is verruit het grootste district van Suriname
met een oppervlakte van 130000 vierkante kilometer. Het grootste
deel is onbewoond. Het district telt in totaal
maar 30000 inwoners en is daardoor erg dunbevolkt. Het
district bestaat voornamelijk uit bergen, heuvels en
tropisch regenwoud, die moeilijk te bereiken zijn. De
bewoners zijn
voornamelijk inheemsen en Marrons. Er zijn in dit gebied veel dieren te vinden (Bos, 2008).
Het district is onderverdeeld in zes ressorten: Tapanahony,
Boven- Suriname,‐ Boven-Saramacca, Boven- Coppename,‐ Kabalebo
en Curuni.
Geschiedenis
Wat was de geschiedenis van Suriname voor de kolonisatie door Nederland? De naam ‘Suriname’ komt van ‘Surinen’. Dit indianenvolk
was de oorspronkelijke bewoner van Suriname. In 1499 werd
Suriname ontdekt door de Europeanen. Om precies te
zijn door de Spaanse zeevaarders. De Europeanen
stichtten nederzettingen om handel te drijven met
26
Suriname. Later werden er ook plantages aangelegd. De Surinen
werkten als slaaf op de plantages. In 1613 werd een
Nederlandse nederzetting gesticht in Suriname waaruit later
Paramaribo ontstaat. Zeeuwse ontdekkingsreizigers probeerde
Suriname te veroveren, maar dit mislukte. De Nederlanders
gaven het op en vertrokken. Rond 1651 lukte het
Engeland een volksplanting te stichten. Door die kennis en het kapitaal veranderde
Suriname van handelspost naar landbouwgebied. Al de aangelegde
plantages vereisten heel veel Afrikaanse slaven. In 1667 werd
Suriname veroverd door de Zeeuwen onder leiding van
Abraham Crijnssen. De Engelsen ruilden Suriname met de
Nederlanders voor Nieuw Amsterdam (tegenwoordig New- York).‐
In 1682 werd Suriname overgedragen aan de West Indische
Compagnie (WIC). De aandelen werden verdeeld. Een derde
van de aandelen was voor de WIC, een derde voor
de stad Amsterdam en een derde aandeel was voor de
familie Van Aerssen van Sommelsdijk (Fey, 2003).
Wat was de geschiedenis van Suriname tijdens de
kolonisatie door Nederland? De eerste gouverneur van
Suriname werd Cornelis van Aerssen. Hij vergrootte het aantal
plantages. Hij maakte Suriname aantrekkelijk voor
Europese investeerders. De koffie en suiker uit
Suriname werd op de Nederlandse markt verkocht. In
het derde kwart van de achttiende eeuw kwam
er een weerslag in de ontwikkeling van Suriname. Dit
kwam door de problemen in Europa en de Nederlanden.
De Nederlanden kregen te maken met de macht
van de patriotten, de revolutie van Frankrijk, de opmars
van Napoleon en een crisis op de Amsterdamse beurs.
Hierdoor werd Suriname aan haar lot overgelaten. De slaven
27
bleven wel gedwongen hun arbeid verrichten. Rond die
tijd waren er nog zo’n 50.000 slaven in Suriname.
Engeland wilde voorkomen dat Suriname net als Nederland
in de handen van hun aarsrivaal de Fransen terecht
zou komen. Daarom ontfermde Engeland zich tussen 1799-‐1802 en 1804- 1816‐ over Suriname. Na de tijd van Napoleon
werden de Nederlanden definitief een koninkrijk. Door de
grondwetten van 1814 en 1815 kwam Suriname onder het
gezag van de koning van Oranje. In 1863 wordt de
slavernij in Suriname afgeschaft. Landbouw kreeg economisch
een steeds minder grote betekenis. Door de vondst van
goud kwam er weer meer werkgelegenheid. De Staten van
Suriname werden in 1866 ingesteld. Hierin werden de
sociale machtsverhoudingen weerspiegeld. In 1948 werd het
algemeen kiesrecht in Suriname ingevoerd. Na de tweede
wereldoorlog kreeg Suriname een mate van zelfbestuur verleend.
De positie van Suriname en de Nederlandse Antillen
werden in 1954 in het Statuut voor het Koninkrijk der
Nederlanden geregeld. Er was niet echt sprake van een
industriële ontwikkeling in Suriname. In 1970 kwam 23%
van de inkomsten van landbouw, 15% van industrie en 40%
van diensten, zoals overheid en ambachten. Bij
parlementsverkiezingen in 1973 won de Nationale Partij- kombinatie‐
(NPK). De voorzitter van de NPK, Arron, vormde een nieuwe
regering en wilde Suriname voor het einde van
1975 onafhankelijk maken. Op 25 november 1975 werd
Suriname officieel onafhankelijk.
Gouverneur Ferrier werd de eerste president en premier
Arron bleef leider van de NPK (Fey, 2003).
Wat was de geschiedenis van Suriname na de dekolonisatie?
28
De eerste parlementsverkiezingen in het onafhankelijke
Suriname waren in 1977 en werden gewonnen door de
NPK. Arron vormde opnieuw een regering. In 1980 kwam
er een militaire staatsgreep tot stand. Dit kwam
door een oud conflict tussen de regering en
beroepsmilitairen over de oprichting van een vakbond. Hierdoor
verdween de burgerregering. Een aantal opstandige militairen
waaronder Sital en Desi Bouterse, vormde een Nationale Militaire
Raad (NMR). Ze verklaarden dat ze de macht
overgenomen hadden. Ze wilden zo corruptie beëindigen
en hervormingen invoeren. President Ferrier was bereid
de staatsgreep te legaliseren als er een burgerregering zou
komen. Het parlement aanvaarde een machtigingswet die de
rol van de volksvertegenwoordiging sterk verminderde en de
regering verstrekkende bevoegdheden gaf. De militairen van
Desi Bouterse hadden het laatste woord. In 1982 vonden
de decembermoorden plaats. Hierbij werden vijftien
prominente oppositieleden door de militairen geëxecuteerd. De
populariteit van Desi Bouterse werd minder. Dit kwam door
de politieke onvrijheid, de verslechterde economie en het
ontstaan van guerrilla onder leiding van Ronnie
Brunswijk. Er kwamen nieuwe verkiezingen in 1987,
die de oude partijen weer in het kabinet brachten.
President R. Shankar werd de belangrijkste man van het
land. Toch hielden de militairen, ondanks het verlies, grote
macht. In 1990 vond er een nieuwe staatsgreep plaats door
militairen op kerstavond. Oude partijen werden verenigd in
het Nieuwe Front. Het Nieuwe Front werd de grootste
partij. Ronald Venetiaan werd de nieuwe opvolger
in 1991. Met leden van het Nieuwe Front zocht
hij meer toenadering tot Nederland. In 1992 kwam er
29
een vriendschapsverdrag tussen Nederland en Suriname.
Afgesproken werd om de
grensoverschrijdende misdaad aan te pakken. In 1994 kwam
er een grote sociale onrust in Suriname. Dit kwam
door de uit de hand gelopen inflatie wat er voor
zorgde dat de salarissen van overheidspersoneel steeds
minder waard werden. Suriname moest op de been
worden gehouden door financiële steun vanuit Nederland.
In 1995 bleef nieuwe hulp uit, omdat Suriname het IMF
en de wereldbank niet accepteerde. In 1996 vonden er
nieuwe parlementsverkiezingen plaats. Het Nieuwe Front
raakte de meerderheid van het parlement kwijt. Desi
Bouterse was met de NPD een van de grootste winaars
van de verkiezingen. Jules Wijdenbosch werd bij de
presidentverkiezingen de opvolger van Ronald Venetiaan.
Suriname had op het gebied van drugs een slechte
naam. Vooral de cocaïnehandel speelde daarbij een
belangrijke rol. Bouterse werd verdacht van betrokkenheid bij
drugshandel en later ook door Nederland veroordeeld. In 2000
werd Ronald Venetiaan weer gekozen tot president van
Suriname. Hij wilde de economie verbeteren, vertrouwen van
de Surinaamse bevolking in de politiek herstellen en de
relatie met Nederland verbeteren. In 2005 bij de nieuwe
verkiezingen verloor het Nieuwe Front zetels. De NPD
van Desi Bouterse boekte winst. Ronald Venetiaan werd
weer president en Ramdien Sardjoe werd vicepresident. In
2007 was er een conflict over een olierijk gedeelte voor
de kust tussen Guyana en Suriname. Uiteindelijk krijgen
beide landen een gedeelte. In 2010 wint Bouterse de
verkiezingen. Hij wordt tot president verkozen met steun
30
van twee vroegere vijanden. Bouterse is alleen in
Nederland welkom om zijn straf uit te zitten. In
2012 wordt de amnestiewet in Suriname aangenomen.
Hierdoor gaan de verdachten van de decembermoorden vrijuit.
Nederland stopt hierdoor met betalingen aan Suriname. Later treedt
er nog wel een lichte verbetering op in de relatie
tussen Nederland en Suriname (Verrijp & Willems,
2015).
Huidige politiek
Hoe ziet de Surinaamse politiek bestuurlijke indeling eruit? Suriname is een presidentiële republiek met als regeringsvorm
een parlementaire democratie. De meest recente versie
van de grondwet is op 30 september 1987 vastgesteld.
In deze grondwet is de president een belangrijke positie
toebedeeld. De president is naast regeringsleider ook
staatshoofd, te vergelijken met de president van Amerika.
Suriname heeft een eenkamerparlement, De Nationale Assemblee
(DNA), dat 51 zetels telt. Elke vijf jaar worden er
algemene, vrije en geheime verkiezingen gehouden om vast
te stellen wie plaats mogen nemen op de
parlementszetels. Ook voor de verkiezingen wordt Suriname
opgedeeld in tien (kies)districten. Elk district wordt
vertegenwoordigd met een aantal zetels. Dunbevolkte
districten hebben daarbij in verhouding meer zetels op
basis van het aantal inwoners dan dichtbevolkte districten
als Paramaribo. Van de 51 DNA zetels worden er 3
toegekend aan het district Brokopondo, 4 aan
Commewijne, 2 aan Coronie, 3 aan
31
Marowijne, 5 aan Nickerie, 3 aan Para, 17 aan Paramaribo,
3 aan Saramacca, 4 aan Sipaliwini en 7 aan Wanica.
De tien districten zijn hun beurt weer onderverdeeld in
ressorten. Aan het hoofd van het districtsbestuur staat de
districtscommissaris. Ieder district wordt in De Nationale
Assemblee vertegenwoordigd door een evenredig aantal
parlementariërs. In de Nationale Assemblee worden ook de
leden van de ressortraden gekozen. De ressortraden hebben
naast beperkte uitvoerende bevoegdheden vooral een
controlerende functie en signaalfunctie naar de regering
in Paramaribo (Fey, 2003). Er bestaan onder de 10
districten van Suriname 62 ressorten. Die ressorten zijn vooral
wijken. Een gemiddeld ressort is 2600 vierkante
kilometer en heeft bijna 8000 inwoners. De leden van de
ressortraad worden tegelijk gekozen met de 5- jaarlijkse‐
verkiezingen voor De Nationale Assemblee (Ministerie van Regionale
Ontwikkeling).
De regering in Suriname bestaat uit de president, de
vicepresident en de ministers. De eerste twee worden gekozen
in de DNA. Ze hebben daarvoor een twee derde
meerderheid nodig van ten minste 34 DNA- leden.‐ Indien
na twee stemrondes deze meerderheid niet is behaald wordt
de Verenigde Volksvergadering (VVV) opgeroepen. Alle
DNA-‐ leden, maar ook de districtraadsleden en ressortraadsleden
maken deel uit van deze vergadering. De VVV kiest bij
meerderheid van stemmen. De gekozen president mag vervolgens
zijn eigen kabinet van ministers samenstellen (Fey, 2003).
32
De eerstvolgende verkiezingen vinden plaats op
25 mei 2015.
Welke politieke partijen zijn het grootst in Suriname? Suriname heeft veel verschillende politieke partijen. Dit heeft
te maken met het feit dat vrijwel elke partij in
de eerste plaats een etnische bevolkingsgroep
vertegenwoordigt. Een evenwichtige vertegenwoordiging van alle
bevolkingsgroepen is de voornaamste zorg van de politiek,
omdat dit maar niet goed van de grond wil komen. Ook
de gezondheidszorg en het onderwijs zijn aan verbetering toe
(Fey, 2003). Voor de verkiezingen vormen de
politieke partijen vaak combinaties met meerdere partijen om
zo een maximaal aantal zetels te krijgen. Hieronder
worden de belangrijkste partijen en combinaties beschreven
die hebben meegedaan aan de verkiezingen van 2010.
NPS staat voor Nationale Partij Suriname. Deze partij is een grote politieke partij in
Suriname. Johan Ferrier is een van de oprichters van
de partij. In 1973 vormde de NPS een coalitie met
een aantal andere partijen onder de naam
Nationale Partij- Kombinatie‐ (NPK). NPK won de verkiezingen
van 1973 en in 1977 opnieuw. Na een staatsgreep werd de
NPS deel van de Front voor Democratie en Ontwikkeling.
Vier jaar later werd NPS- politicus‐ Ronald Venetiaan president.
Bij de verkiezingen in 2000 maakte de NPS deel uit
van de combinatie het Nieuw Front (NF). NF haalde
33 zetels waarvan 16 voor de NPS. Ook in 2005
won NF de verkiezingen. Ronald Venetiaan werd opnieuw
president. Ronald
33
Venetiaan is nu nog steeds parlementslid voor de NPS.
Gregory Rusland is sinds 2012 voorzitter van de NPS.
NDP staat voor Nationale Democratische Partij. Deze partij is
ook een grote partij in Suriname. Voorzitter van deze
partij is Desi Bouterse. Voor de verkiezingen van 2010 nam
de NDP deel aan een samenwerkingsverband met KTPI en PALU.
KTPI staat voor
Kerukunan Tulodo Prenatan Inggil, een partij die vooral onder Javanen veel kiezers trekt.
Willy Soemita is de voorzitter van de partij. PALU (Progresssieve Arbeiders en
Landbouwers Unie) werd opgericht in 1977 en heeft als
doelstelling om een betere, rechtvaardige verdeling in de
productie te krijgen. Samen vormden de partijen de
Megacombinatie (MC) die in 2010 als winnaar van de
verkiezingen uit de bus kwam.
VHP: staat voor Vooruitstrevende Hervormings Partij. Deze partij
is oorspronkelijk een Hindoestaanse partij. De partij
is momenteel, op de NDP van Desi Bouterse na, de
grootste politieke partij van Suriname. In 2011 trad
Santokhi als voorzitter van de VHP aan. Hierdoor is de
partij ontzettend in populariteit gestegen. De partij ontplooit
meer dan alleen politieke activiteiten. Het is namelijk ook
uitgegroeid tot een grote multi- etnische‐ partij. Samen met
de NPS en SPA vormt de VHP het huidige Nieuw
Front (NF). Ramdien Sardjoe is de ere- voorzitter‐ van de
VHP.
SPA staat voor Surinaamse Partij van de Arbeid. De
Surinaamse Partij van de Arbeid richt zich op personen
34
uit alle bevolkingsgroepen en dan vooral arbeiders, landbouwers,
vrouwen, jongeren en progressieve intellectuelen. Fred
Derby was de eerste voorzitter van de partij. Bij de
verkiezingen van 2005 haalde de partij twee zetels.
Siegfried Gilds werd de tweede voorzitter van de partij,
later opgevolgd door Guno Castelen. Bij de verkiezingen van
2010 deed de SPA als onderdeel van NF weer mee en haalde
maar één zetel.
ABOP: staat voor Algemene Bevrijdings-‐ en Ontwikkelings Partij, de partij van Ronnie
Brunswijk. Doel van deze partij is het nastreven van
maximale ontwikkeling van de Surinaamse natie en van de
Surinaamse bevolking. Dit in het kader van vrijheid en
democratie. Sinds 2005 nemen ze deel aan de verkiezingen
en doen dit als lid van de A-Combinatie. De A-‐Combinatie bestaat uit de ABOP en SEEKA (op
waardige wijze orde op zaken brengen) onder leiding
van Paul Abena. Doel van de A- Combinatie‐ is om de
bewoners van het binnenland kans te geven invloed uit
te oefenen op hun ontwikkeling. De leiders zijn van
mening dat er te lang te weinig aandacht wordt
geschonken aan de mening van de mensen in het
binnenland. Daarnaast streeft de partij ook naar verbetering
voor de gehele Surinaamse maatschappij. Ze voeren een
zo sterk mogelijk economisch en sociaal beleid
Naar het zich laat aanzien zal er bij de eerstvolgende
verkiezingen op 25 mei 2015 sprake zijn van vier combinaties
en een tiental individuele partijen. Het voert te ver om
nu al een voorschot te nemen op de uitslag, maar
zeker is dat er de nodige politieke verandering komt
(Verkiezingen Suriname, 2015).
35
Wie is de huidige politiek leider van Suriname? De huidige president van Suriname is Desi Bouterse. Hij is
geboren op 13 oktober 1945 in Suriname. Na zijn
opleiding vertrekt hij in 1968 naar Nederland. Hier vervult
hij zijn militaire dienstplicht. Daarna meldt hij zich
aan bij de Koninklijke Militaire School in Weert voor
de opleiding tot onderofficier. In 1970 trouwt hij met
Ingrid Figueira en krijgt met haar twee kinderen. Hij werkt
een aantal jaar op een Nederlandse militaire basis
in
Duitsland genaamd Seedorf. In 1975 keert Bouterse terug naar
Suriname. In datzelfde jaar wordt Suriname onafhankelijk.
Bouterse wordt voorzitter van een militaire vakbond. In
1980 neemt hij, samen met vijftien anderen, deel aan
een illegale poging om de macht van het land over
te nemen. De regering van president Arron wordt
hierbij omver geworpen. Hij wordt na deze staatsgreep
bevelhebber van het Surinaamse leger. Desi Bouterse wordt
lid
die ontkent betrokken te zijn. In 1994 doet hij afstand
van al zijn militaire functies. Dit gebeurt na conflicten
met de regering. Hij blijft wel leider van de Nationale
36
van de Nationale
Militaire Raad (NMR). Bouterse
wordt in de NMR een van de
machtigste figuren. In december 1982
worden
vijftien critic
i van het
militaire regime
geëxecuteerd, in de volksmond
de
Decembermoorden
genoemd. De
militairen door wie de
moorden worden gepleegd, staan onder
leiding van Desi Bouterse
Democratische Partij (NDP). In 1996 komt er een coalitie
onder leiding van deze partij. Jules Wijdenbosch
wordt president en Bouterse wordt adviseur van de staat.
In 1997 komt er vanuit
Nederland een internationaal arrestatiebevel tegen Bouterse.
Hij wordt verdacht betrokken te zijn bij de handel
in cocaïne. Het gaat hierbij om de drugslijn Colombia-‐Paramaribo-Schiphol. Bouterse ontkent tot op de dag van
vandaag zijn betrokkenheid. In april 1999 vindt er een proces
tegen hem plaats en wordt hij veroordeeld
tot zestien jaar gevangenisstraf en een boete van 4,6
miljoen gulden. Bouterse vindt zijn veroordeling ‘een politiek
spel van Nederland’. In 2007 begint het proces over
de Decembermoorden.
Bouterse is de hoofdverdachte. Naast hem staan er
nog 24 anderen terecht. Bouterse biedt uiteindelijk wel zijn
excuses aan voor de moorden, erkent dat hij toen politiek
verantwoordelijk was, maar ontkent dat hij erbij betrokken
was. In mei 2010 wint de Mega Combinatie de verkiezingen
in Suriname. De NDP van Desi Bouterse maakt hier ook
onderdeel van uit. De Mega Combinatie kreeg 23 van de
51 zetels. Tot op de dag van vandaag verbiedt
Nederland Bouterse het land binnen te komen. Hij is
alleen welkom in Nederland om zijn straf uit te zitten
(Admin, 2010).
Hoe zit het met de corruptie in Suriname? Op hoger niveau wordt voorgang geboekt in de bestrijding van corruptie in Suriname.
Vooralsnog wordt een deel van de corruptie nog steeds geaccepteerd (Van Der Parre,
2011). Hieronder volgen enkele voorbeelden.
37
Grond. In Suriname is er heel veel onbewoonde en lege
grond. Toch kost het de gemiddelde Surinamer veel moeite om
een stuk grond te kunnen kopen. Dit komt door
ingewikkelde regelgeving en macht van de overheid. Alleen
als een Surinamer in staat is om veel geld te betalen
lukt het om uiteindelijk een stuk grond te bemachtigen.
Er gaan geruchten dat politici grond verkopen die ze
zelf gratis hebben gekregen of de grond weggeven
in ruil voor politieke gunsten.
Twee keer salaris . In Suriname zijn er etnische politieke
partijen die kiezers rechtstreeks belonen. De politieke
partij geeft de kiezer dan bijvoorbeeld een baan of zet
ze op de loonlijst van de overheid. Het gebeurt vaker
in Suriname dat mensen niet werken maar wel loon
krijgen of mensen die meerdere baantjes hebben en
niet komen opdagen. Kleinere betalingen worden in
Suriname niet gecontroleerd. Vandaar dat grote bedragen vaak
gesplitst worden in kleinere bedragen.
Bedrijfsleven. In de journalistiek komt ook corruptie voor. Zo
moeten Surinaamse freelance- journalisten‐ een deel van hun
inkomsten terugbetalen aan de hoofdredacteur die hun de
klus heeft gegund. Daarnaast worden journalisten omgekocht door
politieke partijen en bedrijven in ruil voor goede
berichten.
Kabinet. In 2007 was er het bericht dat een
verjaardagsfeestje van een politicus werd betaald door het
ministerie. Deze politicus moest aftreden. Daarnaast werd een
aantal ambtenaren verdacht van het vervalsen van rekeningen.
38
Economie
Welke munteenheid bezit Suriname? In 2004 heeft Suriname de Surinaamse
gulden vervangen voor de Surinaamse dollar. Er waren
verschillende redenen voor de overstap naar de Surinaamse dollar:
-‐ Er was namelijk een groot aantal bankbiljetten
in omloop waardoor de vervanging, die gemiddeld om
de twee jaar plaatsvond, erg duur was.
-‐ De gulden was niet efficiënt door de vele nullen
op de bankbiljetten en de grote hoeveelheden die
moesten worden gebruikt.
-‐ Er was weinig vertrouwen in de Surinaamse gulden.
Voordelen van de overstap naar de Surinaamse dollar:
-‐ Er werd bespaard op de vervangingskosten van de
bankbiljetten, omdat er minder in omloop waren.
-‐ Het was efficiënter, omdat het rekenen met de
Surinaamse dollar makkelijker ging, omdat er minder
biljetten nodig waren en het geldsysteem werd
vereenvoudigd.
-‐ Er kwam een betere aansluiting op de rest van de regio.
-‐ De waardering van de eigen munteenheid werd hoger.
Een risico was dat de waarde van het geld zou
veranderen. Uiteindelijk heeft de komst van de Surinaamse dollar
niet geleid tot onderbreking van het economisch proces
39
en is de overgang van de gulden naar de dollar
goed verlopen. 1 euro staat gelijk aan 3,68
Surinaamse dollar. Er zijn munten van 1, 5, 10, 25, 100 en 250 cent, muntbiljetten van 1 en
2,5 en bankbiljetten van 5, 10, 20, 50 en 100 Surinaamse dollar (Orie, 2015).
Wat is het bruto nationaal product per hoofd in Suriname? Om te kijken hoe de economie ervoor staat in een
land kan er worden gekeken naar het Bruto Nationaal
Product per hoofd van de bevolking (BNP). Het BNP is
een maat voor de welvaart in een land. Met het BNP
kan ook de welvaart van twee landen worden vergeleken.
Het BNP is alles wat in een jaar door een land wordt
verdiend, gedeeld door het aantal inwoners. Dit bedrag
wordt meestal uitgedrukt in dollars. In 2011 was het BNP
van
Suriname 9600 Amerikaanse dollar. In Nederland was in
2011 het BNP 42700 Amerikaanse dollar. Dat is dus
bijna 4,5 keer zo veel (Indexmundi, 2012).
Wat zijn de grootste inkomstenbronnen voor Suriname? In potentie is Suriname een rijk land volgens economen.
Dit komt voornamelijk door de aanwezigheid van delfstoffen.
Het gaat hierbij om de delfstoffen bauxiet, olie en goud.
Deze delfstoffen vormen een stevige basis voor de
economie van Suriname.
40
Bauxiet. Bauxiet wordt ook wel beschreven als de kurk
waar de Surinaamse economie op drijft. In 1915 werd deze
grondstof in Suriname ontdekt. Deze grondstof wordt gebruikt
voor aluminium en de export hiervan besloeg voor
lange tijd het grootste deel van het totale exportbedrag.
De bauxietwinning is formeel in handen van twee
multinationals genaamd: Alcoa en Billiton.
Olie. In 1980 werd in Suriname voor het eerst olie uit de
grond gehaald. Vooral de olievoorraden aan de kust van
Suriname zijn spectaculair. Door deze voorraden kwam er
al snel meer belangstelling. Hierdoor kwam er een
tijdelijke samenwerking tussen de bedrijven: Staatsolie, Shell,
TotalFina en enkele andere oliemaatschappijen (Fey, 2003).
Tegenwoordig heeft de olie- export‐ de export van bauxiet
al verdreven (Ramdharie, 2013).
Goud. De goudwinning in Suriname leverde niet alleen
geld op, maar ook werkgelegenheid voor de Creolen. De
mechanische goudwinning mislukte waardoor de kleinschalige
goudwinning opkwam. Eigenaren verhuurden hun percelen aan meestal
Creoolse arbeiders. Dit deden ze voor een bepaald
percentage van de opbrengst (Fey, 2003). De goudkoorts begon
in 2004 toe te nemen waardoor de goudproductie
in Suriname bijna is verdrievoudigd tot jaarlijks meer dan
20 duizend kilo. Het Surinaamse aandeel in de Rosebel- mijn‐ wordt uitgebreid naar 30%. De goudmijn van Newmont
wordt voor 25% van
Suriname. Op deze manier wordt er nog meer aan het goud verdiend (Ramdharie, 2013).
41
Niet alleen delfstoffen leveren een grote bijdrage aan de
economie van Suriname, maar ook het klimaat en de
vruchtbare bodem aan de kust. Hierdoor kan Suriname onder
andere bananen en rijst verbouwen. Maar ook bosbouw
en visserij vormen een inkomstenbron voor Suriname.
Bananen zijn lang een van de belangrijkste exportproducten
geweest van Suriname. De bananen zijn afkomstig uit de
plaatsen Jarikaba en Nickerie en werden geproduceerd
door staatsbedrijf Surland. Het werk aan de bananen is
arbeidsintensief (Fey, 2003). Surland ging failliet en er
werd een doorstart gemaakt onder de naam Stichting
tot Behoud van de Bananensector in Suriname (SBBS).
De SBBS werknemers krijgen slecht betaald en de
werkomstandigheden zijn ook niet goed (Hendriks, 2008).
Rijst. De rijstbouw komt voor rekening van de Javanen en
Hindoestanen, die vroeger in hun families rijst zaaiden
en verbouwden. Dit is uiteindelijk uitgebreid tot een ver
doorgevoerde mechanisatie. Het totale oppervlak aan
rijstvelden in Suriname telt ongeveer 52000 hectare. Niet
alle rijstvelden worden nog intensief gebruikt. Dit komt door
de marksituatie en de verzilting van de grond.
Bosbouw. In Suriname is een uitgestrekt regenwoud. De
houtproductie was lange tijd uiterst winstgevend.
Aziatische bedrijven hebben echter een groot deel van
deze bedrijfstak overgenomen. Zij kregen over een groot
gebied winningrechten en eigendomsrechten over de bossen. Door
slechte controle van de overheid wordt er vrijwel
zeker meer gekapt dan toegestaan. De verwerking van het hout
42
vindt maar gering plaats. Dit komt door gebrek aan
onvoldoende geschoold personeel. Voor de kleine Surinaamse
houtverwerkingsbedrijven is het lastig om aan boomstammen
te komen, omdat buitenlandse bedrijven hogere prijzen
kunnen vragen. Er zijn wel stappen ondernomen
om de kwaliteit van de bosbouw aan te passen. In
1999 is de Stichting Bosbeheer en Bostoezicht (SBB)
opgericht. Visserij. Vis wordt veel gegeten in Suriname.
De exportvisserij wordt met name uitgevoerd door
buitenlandse vissersboten. In Paramaribo bevindt zich een
visverwerkende industrie
(Fey, 2003).
Wie zijn de belangrijkste afnemers en leveranciers van de Surinaamse export en import en wat zijn de importproducten van Suriname? Hierboven werd al beschreven dat de belangrijkste
exportproducten van Suriname goud, aluminium, olie en
voedingsmiddelen zijn. De meeste producten worden geëxporteerd
naar de Verenigde Staten, België, Verenigde Arabische
Emiraten, Canada en Guyana. In 2013 bedroeg de totale
waarde van de export in Suriname 2,5 miljard
dollar. Terwijl de waarde van de import 1,8 miljard
dollar bedroeg. Dit betekend dat de balans in de handel
voor Suriname positief is. (Verrijp & Willems, 2015).
Volgens statistieken van het CBS uit 2014 bestaat het
grootste deel van de import uit voeding en levende
dieren. Hieronder vallen vleesproducten, zuivel,
graanproducten, groenten & fruit etc. Vervolgens komen de
niet eetbare grondstoffen zoals kurk, hout, textielvezels,
papierstof etc. Op nummer drie staan de diverse
gefabriceerde goederen, op nummer vier de chemische
producten, op nummer vijf de machines en vervoermateriaal,
43
op zes de dranken en tabak en als laatste de
niet genoemde overige goederen. De belangrijkste exportlanden
voor Suriname zijn de Verenigde Staten, Nederland, China,
en de Verenigde Arabische Emiraten (Verrijp & Willems,
2015).
Literatuurlijst
Admin. (2010). Desi Bouterse (1945). Historiek. Verkregen op 20 maart, 2015 van http://historiek.net/desi- bouterse-‐ 1945/7179/‐
Ammerlaan, R. (2005). Koloniale tijd in Suriname bracht verscheidenheid aan culturen. NPO geschiedenis. Verkregen op 20 maart, 2015 van http://www.npogeschiedenis.nl/nieuws/2005/november/Koloniale- tijd-‐ in-‐ Suriname-‐ - bracht- verscheidenheid-‐ aan-‐ culturen.html‐
Bos, K. (2008). Op bezoek in Suriname. Amsterdam: KIT Publishers, cop.
Centraal Bureau voor de Statistiek (2015). Verkregen op 27 maart, 2015, van http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=81266NED&D1=0&D2=a&D3= 221&D4=51,64,77- 78&HDR=G1&STB=G3,G2,T&CHARTTYPE=1&VW=T‐
Fey, T. (2003). Suriname Switi Sranan. Amsterdam: Uniepers, Abcoude.
44
Hendriks, H. (2008). Surinaamse bananen, speelbal van de politiek. Parbode Surinaams Magazine. Verkregen op 20 maart, 2015 van http://www.parbode.com/reportage/item/544- surinaamse-‐ bananen-‐ speelbal-‐ van-‐ de-‐ - politiek
Index Mundi (2012). Verkregen op 27 maart, 2015, van http://www.indexmundi.com/map/?t=0&v=67&r=xx&l=nl
Index Mundi. (sd). Nederland . Opgehaald van Index Mundi
: http://www.indexmundi.com/nl/suriname/demografie- profiel.html‐
Leuwsha, T. (2010). Suriname (Wereldwijzer). Rijswijk: Elmar.
Ministerie van Regionale Ontwikkeling. Verkregen op 22 maart, 2015 van http://www.gov.sr/media/283100/brochure_bestuurlijke_indeling_ro_1_.pdf
Orie, W. (2015). De Surinaamse Dollar. Centrale Bank van Suriname. Verkregen op 22 maart, 2015 van https://www.cbvs.sr/nl/externe- links/27-‐ publicaties/publicaties-‐ - stafmedewerkers- cbvs/79-‐ de-‐ surinaamse-‐ dollar‐
Ramdharie, S. (2013). Olie en goud: met Suriname gaat het goed. Volkskrant. Verkregen op 20 maart, 2015 van http://www.volkskrant.nl/buitenland/olie- en-‐ goud-‐ met-‐ suriname-‐ gaat- het-‐ ‐ goed~a3375560/
Redactie Suriname. (2013). Verkregen op 13 maart, 2015 van http://www.dbsuriname.com/dbsuriname/index.php/suriname- telt-‐ ruim-‐ 35-‐ 000-‐ -analfabeten/ Republiek Suriname . (sd). Demografie. Opgehaald van Republiek Suriname: http://www.gov.sr/sr/over- suriname/demografie.aspx‐
Sitaldin, S. (2012). Nieuw schooljaar in teken vernieuwing onderwijs. Opgehaald van http://www.waterkant.net/suriname/2012/10/01/nieuw- schooljaar-‐ in-‐ teken-‐ -vernieuwing- onderwijs/‐
45
Schuring, H. (2012). Suriname. Den Haag: ANWB, cop.
Van Der Parre, H. (2011). Corruptie in Suriname: een handleiding. NOS. Verkregen op 27 maart, 2015, van http://nos.nl/artikel/217866- corruptie-‐ in-‐ suriname-‐ een-‐ handleiding.html
Verkiezingen Suriname (2015). Verkregen op 20 maart, 2015 van http://www.verkiezingensuriname.nl/
Verrijp, A. & Willems, G. (2015). Suriname Economie. Landenweb.net. Verkregen op 22 maart, 2015 van http://www.landenweb.net/suriname/economie/
Verrijp, A. & Willems, G. (2015). Suriname Geschiedenis. Landenweb.net. Verkregen op 22 maart, 2015 van
http://www.landenweb.net/suriname/geschiedenis/
Wesselink, P. (2008). Wij willen weten Suriname. Arnhem: Ellessy jeugd, cop.
46