methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

19

Click here to load reader

Transcript of methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

Page 1: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

Methoden en techniekenvan onderzoek

Deel 2 van 3 : Hoofdstuk 6 t/m 10Ook verkrijgbaar : Deel 1 : Hoofdstuk 1 tot en met 5

Ook verkrijgbaar : Deel 3 : Hoofdstuk 11 tot en met 13

Bronvermelding:

Titel: Methoden en technieken van onderzoekDerde editieAuteur: Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian ThornhillUitgever: Pearson Prentice HallISBN: 90-430-0893-1

Aantal pagina’s boek: 523Aantal hoofdstukken boek: 13

De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft. Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden altijd aan het bijbehorende studieboek erbij te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel worden diverseverwijzingen gemaakt naar het studieboek op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.

Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V. Copyright © 2005 StudentsOnly B.V. Alle rechten voorbehouden. De uitgever van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dit uittreksel. Voor vragen kan je je wenden per email aan [email protected].

Page 2: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

2

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 6 Steekproeven nemen……………………….....………………………….. blz. 3

Hoofdstuk 7 Secundaire gegevens gebruiken……………………..……………………. blz. 7

Hoofdstuk 8 Primaire gegevens verzamelen door middel van waarneming…………… blz. 10

Hoofdstuk 9Primaire gegevens verzamelen met behulp van semi-gestructureerde interviews en diepte-interviews………...………………………..………. blz. 12

Hoofdstuk 10Primaire gegevens verzamelen met behulp van vragenlijsten……………. blz. 15

Page 3: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

3

Hoofdstuk 6: Steekproeven nemen

1.1 Inleiding

Het is duidelijk dat je voor een onderzoek data nodig hebt. Deze data moet op een bepaalde manier worden verzameld. Wanneer data van een totale groep wordt verzameld dan wordt dit ook wel een volledige telling genoemd. Het is echter vaak praktisch onmogelijk om alle leden van een groep te onderzoeken. Dat wordt dan opgelost door het nemen van een steekproef. Hierbij wordt een afvaardiging van de totale groep ondervraagd. Een steekproef wordt genomen uit een totale zogenaamde populatie. Figuur 6.1 (Zie: hfst. 6; blz. 158; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.) laat zien hoe de verhoudingen precies liggen. Steekproeven worden gebruikt wanneer;

Er niet genoeg geld is om de gehele populatie te onderzoeken Er niet genoeg tijd is om de gehele populatie te onderzoeken Er weinig tijd is en de resultaten snel boven tafel moeten verschijnen Het onderzoeken van de gehele populatie praktisch gewoon niet uitvoerbaar is

De methoden van het nemen van steekproeven kunnen in grote lijnen in tweeën worden gedeeld. Deze twee manieren zijn;

De representatieve ook wel stochastische steekproeven genoemd De beoordelingssteekproeven, ook wel niet-stochastische steekproeven genoemd

In de rest van het hoofdstuk gaan allerlei verschillende vormen worden besproken. Figuur 6.2 (Zie: hfst. 6; blz. 160; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.) laat alvast overzichtelijk al de mogelijke steekproefmethoden zien. In paragraaf 6.2 zullen alle stochastische steekproeven aanbod komen, terwijl 6.3 zich concentreert op alle niet-stochastische steekproeven.

1.2 Kanssteekproeven

Kanssteekproeven nemen verloopt niet zo simpel als het lijkt. Het gaat dan om een heel proces waarbij vier fasen doorlopen moeten worden. Het gaat daarbij dan om de volgende vier fasen;

1. Het vinden van een geschikt steekproefkader voor de vragen en doelstellingen2. Een geschikte omvang van de steekproef kiezen3. Een geschikte methoden kiezen voor het trekken van de steekproef4. Controle naar representativiteit van de steekproef

Ad 1) Het proces begint dus met het vinden van een juist steekproefkader. Dit kader is een complete opsomming van alle cases in een populatie van waaruit de steekproef getrokken gaat worden. Vaak is het zo dat die lijsten al aanwezig zijn. Is dit niet het geval dan moet de lijst door de onderzoeker zelf opgesteld worden. Belangrijk daarbij is dat het steekproefkader volledig en nauwkeurig wordt opgesteld. Tegenwoordig zijn er zelfs gespecialiseerde bedrijven die zulke lijsten opstellen en vervolgens doorverkopen aan partijen die ze dan weer gebruiken voor het doen van onderzoek.

Ad 2) Wanneer het steekproefkader dus vastgesteld is, moet de geschikte omvang van de steekproef worden bepaald. Hoe de omvang van de steekproef wordt bepaald, is afhankelijk van de volgende vier zaken;

Het vertrouwen in de gegevens die verzameld gaan worden

Page 4: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

4

Het soort analyse dat met de data uitgevoerd gaat wordenDe foutmarge die getolereerd kan wordenDe omvang van de populatie waar de steekproef onderdeel van is

Er zijn dus een aantal zaken die van invloed zijn op de grote van de steekproef. Door al deze invloeden is het noodzakelijk dat de steekproefgrootte berekend gaat worden. Onderzoekers moeten daarbij uitgaan van een betrouwbaarheidsniveau van 95% ten opzichte van de gehele populatie. Tabel 6.1 (Zie: hfst. 6; blz. 164; Methoden en technieken van onderzoek –Mark Saunders e.a.) geeft verder in grote lijnen aan hoe een steekproefomvang berekend kan worden. Het allerbelangrijkste bij het kiezen van een steekproefomvang, is dat aan de hand van de steekproef uitspraken kunnen worden gedaan over de gehele populatie. Dit wordt ook wel een representatieve steekproef genoemd. Natuurlijk kan het voorkomen dat men niet reageert op een onderzoek. Dan is er sprake van non-respons. Vier problemen die non-respons in de hand kunnen werken, zijn;

Geen contact kunnen krijgen met een respondent Weigering om te antwoorden De respondent niet op kunnen sporen Niet in aanmerking komen om te antwoorden

Respons en non-respons zijn beide belangrijk en dienen dan ook in het eindverslag genoemd te worden. Het gaat daarbij dan om het responspercentage. In een voorbeeld onderaan bladzijde 165 wordt een voorbeeld van zo’n berekening uitgewerkt. Een schatting van het responspercentage is ook van belang voor het berekenen van de uiteindelijke steekproefomvang.

Page 5: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

5

Ad 3) Wanneer ook de steekproefomvang bekend is, kan men verder met de volgende stap in het proces, namelijk een methode kiezen voor het trekken van de steekproef. In het boek worden de volgende vijf belangrijkste methoden genoemd en besproken;

Gestratificeerd aselect; dit is een variant op de aselecte steekproef. Met het verschilt dat hierbij de populatie wordt verdeeld in twee of meerdere strata. Deze strata (groepen) zijn samengebracht aan de hand van 1 of meerdere gezamenlijke kenmerken.

Enkelvoudig en aselect; het trekken van de steekproef gebeurd geheel willekeurig. Het wordt ook wel trekken zonder terugleggen genoemd. Op die manier kan elke case er maar 1 keer uitgehaald worden. Voor deze methode wordt vaak gebruik gemaakt van een computersysteem.

Cluster; bij een steekproef aan de hand van clusters deelt men de populatie ook op in bepaalde groepen. Hierbij is het steekproefkader dan ook opgedeeld in groepen. Er wordt dan ook maar uit een beperkt aantal clusters gekozen.

Systematisch; hierbij wordt met regelmatige intervallen gekozen uit het steekproefkader. Dit wordt gedaan met de steekproeffractie. Deze wordt berekend door de werkelijke steekproefomvang te delen door de totale populatie.

Getrapte steekproef; binnen deze methode wordt doorgewerkt op de cluster methode. Binnen de getrapte steekproef is sprake van een aantal fases. Deze fases zijn te zien in figuur 6.4 (Zie: hfst. 6; blz. 177; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.). Zoals in de figuur te zien is, wordt er gewerkt met meerdere steekproefkaders. Om alles soepel te laten verlopen is het dan ook van belang dat alles kaders volledig beschikbaar en geschikt voor het onderzoek zijn.

Ad 4) Als laatste fase hebben we het controleren van de streekproef staan. Zoals eerder vermeld is representativiteit van groot belang. Daar wordt de steekproef in deze laatste fase dan ook op gecontroleerd. Algemene gegevens zoals verdeling van geslacht en leeftijd kunnen worden getoetst aan reeds bestaande gegevens die staan beschreven door het CBS.

1.3 Niet-kanssteekproeven

Hoe het kiezen van een niet-kanssteekproefmethode in grote lijnen in zijn werk gaat, kan je zien in figuur 6.5 (Zie: hfst. 6; blz. 181; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.). Er zijn een aantal redenen waarom men gebruik dient te maken van deze niet-kanssteekproeven. Denk bijvoorbeeld aan moeilijkheden met het bepalen van het steekproefkader. De volgende vormen kunnen worden onderscheiden;

De quotasteekproefDeze steekproef is niet aselect en kiest dus wel degelijk de cases uit. De voordelen van een quotasteekproef is dat het goedkoper is en dat men geen steekproefkader nodig heeft. Deze manier van selecteren wordt vooral toegepast wanneer de steekproef aan de grote kant is. Een afgeleide van de quotasteekproef is de doelgerichte steekproef. Men kiest dan aan de hand van de eigen mening zeer doelgericht een aantal cases. Dit komt vaak voor bij kleinere steekproeven. De meest voorkomende strategieën voor het gebruik van een doelgerichte steekproef, zijn de volgende 4;

o Bij extreme cases of afwijkende steekproeveno Bij een kritieke caseo Bij een typische caseo Bij een heterogene steekproef

Page 6: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

6

De gemakssteekproefHierbij wordt gekozen voor cases die het makkelijkst te krijgen zijn. Dit kan in een onderzoek onder consument bijvoorbeeld een vriendengroep of familie zijn. Men gaat door met het kiezen van de ondervraagden tot de steekproefomvang is gehaald. Vaak is het zo dat deze manier van het samenstellen van een steekproef wordt gebruikt voor het testen van een vragenlijst of enquête.

De sneeuwbalsteekproefDeze methode wordt vaak toegepast wanneer mensen moeilijk te krijgen zijn voor een onderzoek. Dit kan om verschillende redenen zijn. Als dit het geval is, kan een onderzoeker op de volgende manier te werk gaan. Maak contact met een respondent en vraag die vervolgens nog meer potentiële respondenten op te noemen en doe dat ook weer met die nieuwe respondent (dit is het sneeuwbaleffect). Men dient daarmee net zo lang mee door te gaan tot er voldoende respondenten gevonden zijn. Een iets andere vorm is de zelfselecterende steekproef. Hierbij kan de ondervraagde zelf aangeven of hij of zij mee wil doen met het onderzoek.

Page 7: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

7

Hoofdstuk 7: Secundaire gegevens gebruiken

7.1 Inleiding

Wanneer men behoefte heeft aan bepaalde data begint men vaak al met het samenstellen van een enquête en het bepalen van een steekproef. Dit is een fout die veel gemaakt wordt. De kans is namelijk aanwezig dat de data die men zoekt allang eerder zijn verzameld. Deze gegevens en data die er dus al liggen, worden ook wel secundaire gegevens genoemd. Zonder dat mensen het weten kunnen secundaire gegevens een grote rol spelen bij het binnen halen van de juiste data.

Deze data kan overal vandaan gehaald worden. Veel bedrijven hebben databases die tal van informatie bevatten. Binnen dit hoofdstuk gaat de aandacht uit naar verschillende soorten secundaire gegevens, het opsporen van die gegevens, het beoordelen van de gegevens en hetboek geeft een overzicht van de voordelen en nadelen van het gebruik van secundaire gegevens en data.

7.2 Soorten secundaire gegevens en hun gebruik in onderzoek

Wanneer gekeken wordt naar data en dan in het bijzonder naar secundaire data, dan wordt duidelijk dat er een hoop soorten te onderscheiden zijn. Het kunnen kwantitatieve, maar ook kwalitatieve gegevens zijn. Ook kunnen ze zowel in verkennend als beschrijvend onderzoek worden toegepast. Ze kunnen ruw of bewerkt zijn. Allerlei indelingen die zijn te geven aan secundaire data. Binnen deze paragraaf wordt echter voort gebouwd op drie belangrijke groepen van secundaire data. Deze hoofdgroepen zijn de volgende;

1. Documentaire secundaire data2. Data samengesteld uit diverse bronnen3. Secundaire gegevens voortkomend uit enquêtes

Ad 1) Deze soort data wordt ook toegepast binnen onderzoeken waar men ook primaire gegevens gebruikt. Wanneer men echter onderzoek doet puur aan de hand van documentaire secundaire data, dan is er sprake van archiefonderzoek. Schriftelijke documenten zoals interne rapporten en vergaderingsnotulen vallen hieronder onder andere onder.

Ad 2) Deze data kan voortkomen of uit enquêtes of uit documentaire gegevens. Een combinatie van beide is echter ook goed mogelijk. Of je zulke data kan gebruiken voor een onderzoek, is sterk afhankelijk van de manier waarop alle gegevens en data precies is samengesteld. Secundaire data van verschillende bronnen kan worden gecombineerd worden als de geografische basis hetzelfde is. Ook kan men het doen door onderzoeken in de loop van de tijd te houden. Dit gebeurt dan aan de hand van longitudinaal onderzoek.

Ad 3) Deze data voortkomend uit enquêtes zijn al eerder gebruikt en bewerkt voor andere onderzoeksuitkomsten. Zulke gegevens worden dan vaak in mooi staatjes en grafieken aangeboden. Allerlei analyses zijn er al overheen gegaan. Vaak komen secundaire enquête gegevens voort uit een drietal soorten enquêtes;

Regelmatige en doorlopende enquêtes (herhaling in de loop van de tijd) Tellingen (bijna altijd door de overheid) En zogenaamde adhoc enquêtes (erg specifiek en vaak eenmalig. Doordat deze erg

specifiek zijn, zijn ze vaak minder geschikt als secundaire data bron)

Page 8: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

8

7.3 Secundaire gegevens opsporen

Nu duidelijk is wat secundaire gegevens zijn en welke soorten er allemaal zijn, is het ook handig om te weten hoe je aan die secundaire data komt. Hierbij dien je als onderzoeker gebruik te maken van de onderzoeksdoelstellingen die opgesteld zijn. Ook kunnen onderzoeksvragen en relevante literatuur een goed handvat bieden. Relevante secundaire gegevens liggen niet zo maar op straat, sterker nog, er dient zeer intensief naar gezocht te worden. Het zoeken naar die gegevens en data verloopt in grote lijnen in de volgende twee fasen;

Kijken naar de beschikbaarheid van de gewenste gegevensOm na te gaan of er eigenlijk wel gegevens beschikbaar zijn, kan een onderzoeker een aantal stappen ondernemen. Aan de hand van de onderzoeksvraag en onderzoeksdoelstellingen dient de onderzoeker op zoek te gaan naar relevante literatuur. In die literatuur, die voornamelijk bestaat uit boeken en tijdschriften, is al enigszins te zien of er gebruik gemaakt is van bepaalde secundaire bronnen. Verder zal het zo zijn dat die gevonden literaire bronnen ook weer bronvermeldingen zullen hebben. Binnen die bronvermeldingen is vervolgens ook bepaalde informatie over bronnen naar voren te halen. Verder kan men ook tertiaire literatuur gebruiken bij het zoeken. Men dient wel rekening te houden met het feit dat dit vaak geen gratis bronnen zijn en dat dus voor bepaalde data betaald dient te worden. Ook kan tegenwoordig online gezocht worden. Veel catalogi en indices zijn online te vinden. Verder geeft tabel 7.1 (Zie: hfst. 7; blz. 206; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.) een overzicht van gidsen met informatie over secundaire bronnen.

Het daadwerkelijk opsporen van die secundaire gegevensWanneer duidelijk is of er bepaalde gegevens beschikbaar zijn, dienen ze ook echt nog opgespoord te worden. Het vinden van de juiste databases is vaak niet moeilijk wanneer men goed gebruik maakt van zaken als referenties en bronvermelding. Dit zijn ook vaak gegevens die in het bezit zijn van de overheid of in bibliotheken te vinden zijn. Wanneer het gaat om gegevens van bedrijven, dan wordt het al een stuk lastiger om die te bemachtigen. Vaak dient men zich dan te melden bij een informatieverantwoordelijke binnen een bedrijf. Deze persoon wordt ook wel de poortwachter genoemd. Wanneer we kijken naar internetgegevens, dan worden daar vaak zoekmachines voor gebruikt. Hier is al dieper op ingegaan in hoofdstuk 3. Nadeel van het gebruik van internet om secundaire gegevens op te sporen is dat het voor iedereen toegankelijk is, zodat de kwaliteit van het aangebodene nooit te garanderen is. Er zullen goede, maar ook minder goede secundaire bronnen tussen zitten. Tabel 7.2 (Zie: hfst. 7; blz. 207; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.) geeft een overzicht van informatieportalen die aanwezig zijn op het internet.

7.4 Voordelen en nadelen van secundaire gegevens

De secundaire gegevens zijn nu verzameld of juist niet, maar het is wel verstandig nog even de voordelen en de nadelen van het gebruik van secundaire data op een rijtje te zetten. Samengevat kunnen de volgende voordelen worden genoemd;

Duurzaamheid van de gegevens Het is onopvallend Men heeft minder arbeid en geld nodig Longitudinale studies zijn beter uitvoerbaar Er kunnen niet voorziene ontdekkingen uit voort komen Secundaire gegevens dienen als vergelijkingsmateriaal van de eigen gegevens

Page 9: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

9

Naast de hierboven genoemde voordelen, heeft het gebruiken van secundaire gegevens natuurlijk ook een aantal nadelen die zeker niet onderschat dienen te worden. De volgende nadelen kunnen worden genoemd;

De secundaire data kan met een ander doel zijn verzameld Definities en samenvoegingen kunnen ongeschikt zijn De toegang kan lastig en/of vrij duur zijn Je hebt geen echte controle over de data Het oorspronkelijke doel kan de interpretatie en de presentatie van de gegevens

beïnvloeden

7.5 Secundaire gegevensbronnen beoordelen

Het is van groot belang dat de secundaire data op een goede manier worden beoordeeld op hun bruikbaarheid en betrouwbaarheid. Wanneer de gegevens worden gecheckt dient de onderzoeker minimaal zeker van drie dingen te zijn. Dat zijn de volgende drie;

Men moet toegang tot de gegevens kunnen hebben De voordelen dienen zwaarder te wegen dan de nadelen De secundaire gegevens moeten de onderzoeksvragen kunnen beantwoorden

Als daar opgelet is, kan men verder met het beoordelen van de geschiktheid van de gegevens. Dit gaat in grote lijnen in drie fasen. Figuur 7.2 (Zie: hfst. 7; blz. 215; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.) laat dat overzichtelijk zien. De volgende drie fasen zijn dan te onderscheiden;

Globale bepaling van geschiktheido Wordt er gemeten in de juiste populatie? (bereik)o De validiteit van de meting (meet de data echt wat gemeten moet worden?)

Nauwkeurige bepaling van geschiktheido Validiteit en betrouwbaarheido Meetvertekening (opzettelijk of verandering van methode)

Uiteindelijke keuze baseren op afweging van kosten en batenUiteindelijk zal de geschiktheid worden bepaald aan de hand van een analyse van de kosten en de baten van het binnen halen van bepaalde secundaire gegevens. Voor sommige gegevens zal veel geld neergeteld moeten worden. Dat zal dan alleen gedaan worden als men denkt dat dit het waard is en/of dat het geld zeker terugverdient gaat worden. Het gebruiken van gegevens die niet optimaal betrouwbaar zijn is niet een heel groot probleem zolang er maar grote onderdelen van de doelstellingen bereikt kunnen worden.

Na een hoofdstuk over secundaire gegevens, zal nu dieper worden ingegaan op het verzamelen van primaire gegevens door middel van onder andere waarnemingen.

Page 10: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

10

Hoofdstuk 8: Primaire gegevens verzamelen door middel van waarneming

8.1 Inleiding

Wanneer het onderzoek en de onderzoeksvragen gaan over het feit wat de gedragingen zijn van mensen, dan kan dit worden opgespeurd door middel van waarneming. Waarneming kan binnen deze context worden omschreven als het systematisch observeren, analyseren en interpreteren van het gedrag van bepaalde (groepen) mensen. Binnen dit hoofdstuk zal gesproken gaan worden over de volgende twee soorten van waarneming;

Gestructureerde waarneming (kwantitatief, aantal handelingen) Participerende waarneming (kwalitatief)

8.2 Participerende waarneming: een inleiding

De term participerende waarneming is afkomstig vanuit de sociologische hoek. De participerende waarneming wordt vooral toegepast binnen dat sociologische onderzoek en heeft minder betrekking op het management en het bedrijfsleven. Wanneer je als participerend onderzoeker opereert, dan voeg je je als het ware tussen de te onderzoeken groep om op die manier zo veel mogelijk informatie te verzamelen over de normen en waarden van die groep. Als de onderzoeker hiermee een identiteit vormt, dan is er sprake van symbolisch interactionisme. Het kan als het ware gezien worden als een zoektocht naar het begrijpen van de identiteiten van de verschillende individuen. Nu is de vraag natuurlijk; wanneer kan je als onderzoeker het beste een participerende waarneming gebruiken? Deze vraag is te beantwoorden aan de hand van de omschrijving van het begrip participerende waarneming. Je kan deze manier van onderzoeken het beste toepassen wanneer het van belang is dat je als onderzoeker echt van dichtbij meemaakt waarom bepaalde beslissingen binnen een groep worden genomen en welke personen het voortouw nemen bij het beslissen over bepaalde zaken.

8.3 Participerende waarneming: rollen van de onderzoeker

Het is nu wel duidelijk wat participerende waarneming is, maar dan blijft de vraag over wat de participerende waarnemers dan precies doen. Met andere woorden, wat is de rol van de onderzoeker in deze? Volgens de typologie van Gill en Johnson kunnen vier verschillende rollen worden onderscheiden. Deze rollen zijn ook terug te zien in figuur 8.1 (Zie: hfst. 8; blz. 235; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.);

De complete waarnemer; deze waarnemer neemt niet deel aan de groepsactiviteiten De participant als waarnemer; de deelnemers zijn op de hoogte dat binnen de groep

een onderzoeker bezig is. Die onderzoeker moet het vertrouwen van de deelnemers proberen te winnen

De waarnemers als participant; je bent aanwezig puur om waar te nemen De complete participant; de onderzoeker die lid probeert te worden van de groep die

onderzocht moet worden

Welke van deze rollen de waarnemer of onderzoeker in gaat nemen, hangt af van; De tijd die men voor het onderzoek heeft Het doel van het onderzoek De toegang die men tot het te onderzoeken bedrijf heeft De geschiktheid voor de geparticipeerde waarneming De ethische aspecten

Page 11: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

11

8.4 Participerende waarneming: het verzamelen en analyseren van gegevens

Wanneer men bezig is met de participerende waarneming is men bezig met het verzamelen van nuttige data en gegevens. Er kunnen drie soorten gegevens worden onderscheiden;

Ervaringsgegevens (de gevoelens die de onderzoek krijgt tijdens het proces) Primaire waarnemingen (hierbij wordt opgeschreven wat letterlijk wordt gezegd) Secundaire waarnemingen (uitspraken van de waarnemers over wat gezegd is)

Wanneer men als waarnemer gegevens aan het verzamelen is dan gebeurt dit op verschillende manieren. Ten eerste is het verzamelen afhankelijk van de onderzoeksdoelstellingen. Bij het noteren van gegevens kan men gebruik maken van een beschrijvende waarneming of een verhalend verslag. Wanneer gegevens eenmaal verzameld zijn, moeten ze geanalyseerd worden. Het kan zo zijn dat men de gegevens als analyseert terwijl ze worden verzameld. Binnen deze manier van onderzoeken moet wel duidelijk worden gemaakt dat de betrouwbaarheid en de validiteit aangetast kunnen worden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door de zogenaamde observatorbias. Dit kan worden verkleind door de uitspraken en gedragingen achteraf te checken bij de proefpersonen. Ook heeft participerend waarnemen te maken met een aantal voordelen en een aantal nadelen. Nadelen kunnen zijn dat het tijdrovend is, dat de onderzoeker te nauw bij het onderwerp betrokken is en dat het erg moeilijk kan zijn om toegang te krijgen bij bepaalde organisaties. Voordelen zijn weer de aandacht voor sociale processen, de bruikbaarheid van de data en het goede verklarende karakter van de geïnterpreteerde gegevens.

8.5 Gestructureerde waarneming: inleiding

Wanneer we kijken naar gestructureerde waarneming, dan is het grote verschil dat zo’n onderzoek erg systematisch van opzet is. Daardoor is de positie van de onderzoeker iets meer afstandelijk. Belangrijk blijft dat de methode wordt gekozen die het beste bij de onderzoeksdoelstellingen past. Ook de gestructureerde waarneming heeft een aantal belangrijke voordelen en nadelen. Nadelen zijn bijvoorbeeld dat het lang duurt en dat het betrekkelijk veel geld kost en dat de resultaten wat beperkt kunnen zijn. Voordelen daarentegen zijn dat de resultaten zeer betrouwbaar zijn, dat iedereen het kan doen en dat informatie vast wordt gelegd die vaak wordt genegeerd.

8.6 Gestructureerde waarneming: gegevens verzamelen en analyseren

Binnen de gestructureerde waarneming maakt men gebruik van coderingsschema’s om gegevens te verzamelen en te analyseren. Tabel 8.1 (Zie: hfst. 8; blz. 247; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.) geeft een aantal richtlijnen voor het ontwikkelen van eigen coderingsschema’s. Wanneer het gaat om de analyse van de gegevens is formulier in figuur 8.2 (Zie: hfst. 8; blz. 246; Methoden en technieken van onderzoek –Mark Saunders e.a.) een grote steun. Ook wat betreft de gestructureerde waarneming zijn er zaken die de validiteit en de betrouwbaarheid in het gedrang kunnen brengen. De volgende drie worden daarbij onderscheiden;

Het waarnemereffect (het gedrag veranderd door aanwezigheid van de waarnemer) De proefpersoonfout De tijdfout (het tijdstip van waarnemen met vooral neutraal zijn)

Page 12: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

12

Hoofdstuk 9: Primaire gegevens verzamelen met behulp van semi-gestructureerde interviews en diepte-interviews

9.1 Inleiding

Naast observatie kan men primaire gegevens ook verzamelen met behulp van interviews. In dit hoofdstuk wordt onderscheid gemaakt tussen semi-gestructureerde interviews en diepte-interviews. Het voordeel van interviews is dat men vooral betrouwbare en valide gegevens kan binnenhalen. Ook hier is het weer belangrijk dat men voor het uitvoeren van het interview duidelijk de onderzoeksdoelstellingen en onderzoeksvragen op een rijtje heeft.

9.2 Soorten interviews en het verband met het doel van onderzoek en de onderzoeksstrategie

Als we kijken naar de soorten interviews die zoal worden gebruikt, dan zijn er nogal wat indelingen te vinden. De belangrijkste indeling, welke ook het meeste toegepast wordt, wordt ook binnen dit boek gebruikt. Deze indeling is de volgende;

Ongestructureerde interviews (erg informeel, ook wel diepte-interviews) Halfgestructureerde interviews (vragen aan de hand van een lijst met thema’s) Totaal gestructureerde interviews (vragen van tevoren vastgesteld)

Elk soort interview wordt vaak gebruikt voor een bepaald doel. Hieronder een kort overzicht van het doel van het onderzoek en de daarbij best passende interview methode;

Beschrijvend onderzoek: gestructureerde interviews Verkennend onderzoek: diepte-interviews en halfgestructureerde interviews Verklarend onderzoek: halfgestructureerd en gestructureerd

9.3 Situaties die geschikt zijn voor kwalitatieve onderzoeksinterviews

Niet elke onderzoekssituatie is even geschikt voor een bepaalde manier van interviewen. Wanneer we kijken naar kwalitatieve onderzoeksinterviews, dan kunnen deze vaak geschikt zijn, mits dan wel gelet wordt op de volgende zaken;

Of er belang is bij het hebben van persoonlijk contact De benodigde tijd en de volledigheid van het proces De aard van de verschillende vragen; interviews zijn handig bij;

o Het behandelen van open vrageno Het beantwoorden van een hoop vrageno Het door elkaar husselen van de vragen in verschillende situaties

De aard van de methode van onderzoeken

9.4 Problemen met de kwaliteit van gegevens en hoe je deze kunt oplossen

De kwaliteit van gegevens die worden verzameld is van groot belang voor de uitkomst en de conclusies van de onderzoeken. Wanneer de bovengenoemde vormen van interviews worden toegepast, is het goed mogelijk dat er problemen ontstaan op de volgende punten;

De validiteit en de generaliseerbaarheid van de gegevensDe betrouwbaarheid (ontstaat door gebrek aan standaardsituaties)Het ontstaan van vertekende beelden

Page 13: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

13

Wanneer problemen op deze manieren ontstaan, dienen ze uiteraard ook opgelost te worden. Het grootste probleem wordt eigenlijk veroorzaakt door de zogenaamde respondentenbias en interviewerbias. Om deze zaken in de toekomst te kunnen vermijden, dienen de onderzoekers en de interviewers rekening te houden met een negental punten;

Testen of antwoorden goed begrepen zijn De manier van informatie vastleggen uniform maken Letten op je eigen gedrag tijdens het interviewen (kan sterk van invloed zijn) Laten zien dat je goed naar iemand kan luisteren De manier waarop vragen worden gesteld is van belang Hoe een interviewer er uit ziet (voorkomen van de interviewer) De eerste zinnen die de interviewer zegt zetten de toon Een interviewer moet zich goed voorbereiden op het interview Doseer de hoeveelheid informatie die de respondent ontvangt. Overspoel hem daarmee

niet, dit kan een negatief effect hebben.

9.5 De vaardigheid van de onderzoeker als interviewer

Het komt vaak voor dat de onderzoeker zelf ook de interviews af moet gaan nemen. Interviewen lijkt echter makkelijker dan het is en daardoor is ook niet iedereen er even goed in. Een interview valt of staat dan ook met de interviewvaardigheden van de desbetreffende onderzoeker. De onderzoeker dient zich op de volgende gebieden te ontwikkelen. Pas dan zal hij of zij in staat zijn een goed interview af te kunnen nemen;

Weet hoe je een interview goed kan beginnen Gebruik altijd de juiste taal en vermijd accenten Probeer naast te praten ook goed te luisteren naar de respondenten Geef samenvattingen om op die manier de antwoorden te controleren Leg belangrijke gegevens vast Geef signalen af en probeer ze ook op te vangen (bijvoorbeeld lichaamstaal) Leer op een goede manier vragen stellen, gebruik zowel;

o Open vrageno Gesloten vragen en o Uitdiepende vragen waarmee verder doorgevraagd wordt

9.6 Problemen met logistiek en de beschikbare middelen en hoe deze opgelost kunnen worden

Het voorbereiden, het afnemen en het uitwerken van een interview, kortom het gehele proces is niet zo maar even gedaan. Er gaat veel tijd en moeite in zitten. Hoe langer een interview duurt, hoe groter de nadelige gevolgen ervan kunnen zijn. Het is van belang de aandacht van de respondenten vast te houden. Ze moeten dus zelf ook geïnteresseerd zijn en constant geprikkeld worden om verder te gaan met het onderzoek. Ook kunnen aan interviewen hoge kosten gaan kleven. Wanneer een interviewer veel moet reizen om de respondenten te kunnen ondervragen dan kost dit alleen maar meer tijd en geld. Om deze problemen te voorkomen is het van belang dat van tevoren goed wordt ingeschat hoeveel tijd een interview of een reeks interviews gaat kosten. Dit voor zowel de interviewer als de geïnterviewde. Gezien het tijdsaspect is het aan te raden creatief met tijd om te springen. Zo kunnen bijvoorbeeld meerdere interviews op 1 dag worden gepland. Ook dit scheelt niet alleen in tijd, maar ook in de kosten die daarbij worden gemaakt.

Page 14: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

14

9.7 Checklist voor het gebruik van semi-gestructureerde interviews en diepte-interviews

Zoals wel duidelijk is geworden in de loop van dit hoofdstuk, is dat het helemaal nog niet zo makkelijk is om verschillende soorten interviews op te stellen. De interviewer en ook de onderzoeker dienen echt op veel zaken te letten. Niet alleen de manier van interviewen, maar ook het voorbereiden en plannen spelen daarbij een belangrijke rol. In het boek is een grote checklist opgenomen met zaken waarop gelet dient te worden. Deze checklist gaat in op;

Welk soort interview het best gekozen kan worden Hoe een interview begonnen met worden Hoe het interview verder uitgevoerd dient te worden En hoe en welke informatie vastgelegd dient te worden

Een volledig overzicht van deze checklist, is te zien in kader 9.3 (Zie: hfst. 9; blz. 278/279/280; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.).

9.8 Een laatste woord over telefonische interviews en groepsinterviews

In dit hoofdstuk zijn al een hoop interviews besproken en over die interviews is ook al genoeg gezegd. Er is echter nog niet veel aandacht besteed aan twee soorten interviews die van een iets ander karakter zijn. Die twee soorten worden hieronder daarom nog even kort besproken. Het gaat daarbij om;

Groepsinterviews: meer een soort discussie waarbij de interviewer gezien kan worden als de discussieleider. Voordeel daarbij is dat nagedacht wordt over verschillende standpunten en dat men daarover van gedachte kan wisselen. Wel dient men op te passen voor het meepraten met anderen zodat geen duidelijke meningen meer worden vertolkt. De locatie van discussie is ook van belang. Deze kan zowel een positieve als negatieve uitwerking hebben op het proces.

Telefonische interviews: voordeel van deze manier van interviewen is dat het toegankelijker is, de snelheid hoog ligt en dat de kosten een stuk lager zijn vergeleken met de face-to-face interviews eerder besproken in dit hoofdstuk. Daarnaast zijn er ook een aantal nadelen te noemen; men ziet de respondent niet, dus lichaamstaal gaat verloren. De combinatie telefoneren en het noteren van gegevens is een moeilijke en de ethische problemen eerder besproken in hoofdstuk 5 komen ook hier weer naar voren.

Page 15: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

15

Hoofdstuk 10: Primaire gegevens verzamelen met behulp van vragenlijsten

10.1 Inleiding

Naast het verzamelen van primaire gegevens door observatie en door interviews is het verzamelen met vragenlijsten toch wel de meest gebruikte methode voor het verkrijgen van primaire data. De vragenlijsten die in dit boek worden bedoeld omvatten alle manieren van ondervragen zonder dat de onderzoeker daadwerkelijk aanwezig is. Hoe een vragenlijst eruit ziet, is van groot belang op onder andere het antwoordpercentage. Ook is het van invloed op de betrouwbaarheid en de validiteit van de vragenlijst. Deze problemen kunnen worden voorkomen door;

Gebruik te maken van een duidelijke lay-out De vragenlijst eerst te testen De administratie goed te plannen Duidelijk weer te geven wat het doel is van de vragenlijst De vragen goed en vooral zorgvuldig opstellen

De punten die hierboven zijn genoemd, zullen in de paragrafen 10.4 en 10.5 uitgebreid aan de orde gaan komen.

10.2 Overzicht van de vragenlijstmethode

Er zijn dus al een aantal manieren genoemd om primaire gegevens te verzamelen. Dan rijst nu de vraag wanneer het beste een vragenlijst gebruikt kan worden. Dit kan het beste door alle mogelijke manieren van het verzamelen van gegevens door te nemen en aan de hand daarvan te kiezen welke methode het beste gebruikt kan gaan worden.Vragenlijsten kunnen zowel worden toegepast bij beschrijvend als verklarend onderzoek. Bij het beschrijvende onderzoek gaat het dan vooral om het peilen van meningen en gedachten, terwijl het bij verklarend onderzoek gaat om het aantonen van causale verbanden, oftewel de oorzaak-gevolg verbanden. Ook worden vragenlijsten vaak niet alleen op zichzelf gebruikt, maar worden zo ook toegepast in combinatie met andere methoden in een multimethodenonderzoek.

Wanneer we kijken naar de vragenlijsten die zoal worden gebruikt, valt op dat er vele verschillende soorten vragenlijsten zijn. In grote lijnen kunnen de volgende twee categorieën worden onderscheiden. Binnen die twee categorieën vallen dan de volgende soorten van vragenlijsten;

Vragenlijsten die door de onderzoeker worden ingevuldo Gestructureerde interviewso Vragenlijsten die telefonisch worden doorgenomen

Vragenlijsten die door de respondenten zelf worden ingevuldo Vragenlijsten die per post worden gestuurdo Vragenlijsten die per e-mail worden verstuurd of die online kunnen worden

ingevuldo De zogenaamde uitreik en ophaal vragenlijsten

Hierboven staan dus het soort vragenlijsten die kunnen worden gebruikt. Maar hoe wordt de keuze voor een bepaalde vragenlijst gemaakt. In eerste instantie zijn het altijd de onderzoeksvragen en de onderzoeksdoelstellingen die van invloed zijn. Daarnaast kunnen de volgende elementen worden genoemd;

Page 16: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

16

De kenmerken van de verschillende respondenten Het belang van niet vervormde antwoorden De soorten vragen die worden gesteld Het aantal vragen dat wordt gesteld De steekproefomvang Het belang van het bereiken van specifieke respondenten

Niet vervormde antwoorden zijn bijvoorbeeld van belang voor de betrouwbaarheid van het onderzoek. Wanneer mensen niet veel afweten van een onderwerp dan vullen ze vaak maar wat in. Dit niet onderbouwde antwoord wordt niet-geïnformeerde respons genoemd. Ook kan het voorkomen dat respondenten zogenaamde sociaal wenselijke antwoorden in gaan vullen. Ook dit komt de resultaten van het onderzoek zeker niet ten goede. Ook al de keuze voor de soort vragenlijst afhangen van de volgende zaken;

De tijd die beschikbaar is De beschikbaarheid van eventuele interviewers en onderzoekers De financiële consequenties Het gemak van geautomatiseerd invoeren van data

10.3 Besluiten welke gegevens verzameld moeten worden

Voordat men begint met het opstellen van vragen, dient eerste geheel duidelijk te zijn welke gegevens verzameld moeten gaan worden. Anders dan bij interviews kan niet ter plekke nog een vraag worden verzonnen. In vragenlijsten ligt dit allemaal allang vast. Daarom is het van belang dat men voordat de vragen worden opgesteld;

Ideeën met anderen belangenhebbende heeft besproken Voldoende literatuur met betrekking tot het onderwerp heeft bestudeerd

Binnen een onderzoek gaat men dieper in op een aantal variabelen. Deze variabelen komen niet uit de lucht vallen en zullen ook niet volledig los staan van elkaar. Informatie met betrekking tot de variabelen moet worden ingewonnen en men dient dan voornamelijk te kijken naar de volgende drie punten;

Of variabelen extern zijn Of variabelen onafhankelijk zijn Of variabelen afhankelijk zijn

Variabelen zijn dus van belang binnen een onderzoek. Daarom dient dus van elke variabele vastgesteld te worden of hij extern, afhankelijk of onafhankelijk is. Door Dillman zijn drie soorten gegevensvariabelen onderscheiden;

De gedragsvariabelen (informatie over wat respondenten vroeger hebben gedaan) De kenmerkvariabelen (gegevens met betrekking tot kenmerken van de respondenten) De meningvariabelen (hoe denken respondenten ergens over?)

Wanneer vragenlijsten worden opgesteld is het voor de onderzoeker van groot belang om te weten of met die vragenlijsten wel echt de benodigde gegevens verzameld kunnen gaan worden. Zij moeten immers bepaalde onderzoeksvragen en onderzoeksdoelstellingen gaan beantwoorden. Om hier meer zekerheid in te krijgen, is het verstandig een gegevensvoorwaardentabel op te stellen. Een voorbeeld is te zien in tabel 10.2 (Zie: hfst. 10; blz. 301; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.). Met zo’n tabel wordt dan nauwkeurig gelet op de volgende vijf punten;

Page 17: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

17

Of vastgesteld is of het onderzoek beschrijvend of verklarend is Of men gebruik heeft gemaakt van deelonderzoeksvragen Of de variabelen bepaald zijn Of bepaald is hoe de gegevens de variabelen gaan meten

10.4 De vragenlijsten opstellen

Zoals al eerder gezegd staat of valt erg veel met de manier waarop een vragenlijst opgesteld is.Deze paragraaf gaat daar een stuk dieper op in. Het zal daarom kunnen gebeuren dat vragenlijsten veel over gelezen en verbeterd moeten worden. Elke vraag die gemaakt wordt, moet met een doel gemaakt zijn om bepaalde gegevens binnen te halen. Vragen kunnen dan op de volgende drie manieren worden gevormd;

Door de eigen vragen te ontwerpen Door vragen uit andere vragenlijsten over te nemen Door vragen uit andere vragenlijsten aan te passen en dan over te nemen

Zoals al eerder gezegd, is het ook van belang dat vragen betrouwbare en valide informatie boven tafel brengen. Dit kan worden bewerkstelligt door daarbij een aantal fasen te doorlopen. Deze fasen zijn terug te zien in figuur 10.2 (Zie: hfst. 10; blz. 304; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.). Binnen vragenlijsten komen verschillende soorten vragen voor. Men gebruikt daarbij gesloten vragen en open vragen. Wanneer we nader kijken naar de gesloten vragen, dan kunnen de volgende soorten worden onderscheiden;

Gebruik van een rooster maken Gebruik van een lijst maken Hoeveelheden aangeven (het antwoord is dus een getal) Het aangeven van een bepaalde rangorde Gebruik van een schaal maken Gebruik van categorieën maken

Open vragen zijn niet makkelijk toe te passen in vragenlijsten. Deze worden dan ook vaker in de praktijk toegepast binnen interviews. Het lastige van open vragen binnen een vragenlijst is dat het veel tijd kost bij de verwerking en de codering van de vragen. Het formuleren van een vraag moet aan een hoop criteria voldoen. Kader 10.1 (Zie: hfst. 10; blz. 311; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.) geeft een overzicht van wat belangrijk is bij het formuleren van bepaalde vragen. Het kan voorkomen dat onderzoekers vragen willen gaan gebruiken die vanuit een andere taal komen. Dan moet zeer zorgvuldig worden omgesprongen met de vertaling. De aandacht dient te liggen bij;

Het grammaticale deel De lexicale betekenis van woorden en zinsdelen De idiomatische betekenis De empirische betekenis

Bij het maken van een enquêteformulier dient ook op een aantal zaken gelet te worden. De volgende elementen zijn daarbij van belang;

De opmaak en lay-out van de vragenlijst De volgorde van de vragen

Veel mensen gaan pas echt met een vragenlijst beginnen wanneer ze weten waarom en waarvoor ze het doen. Daarom is het belangrijk dat aan de respondenten het doel duidelijk

Page 18: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

18

wordt uitgelegd. Dit kan het beste worden gedaan door het sturen van een begeleidende brief. Kader 10.4 (Zie: hfst. 10; blz. 319; Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders e.a.) geeft aan hoe de structuur van zo’n brief eruit kan zien. Verder is het van belang hoe een vragenlijst wordt geïntroduceerd en hoe de vragenlijst wordt afgesloten. Kortom het gaat niet alleen om de vragen, maar om het totaalplaatje dat respondenten krijgen bij het ontvangen van een vragenlijst. Om er zeker van te zijn dat een vragenlijst betrouwbaar en valide is, is het aan te raden deze zaken van tevoren te testen. Als we kijken naar de validiteit, dan worden daarbij de volgende twee vormen onderscheiden;

Validiteit op het eerste gezicht Inhoudelijke validiteit

Wanneer het gaat om de betrouwbaarheid dan kunnen drie manieren worden genoemd om die te testen;

De interne consistentie test (het correleren van de antwoorden op elke vraag) De test-hertest (vragenlijst wordt tweemaal uitgereikt en tweemaal ingevuld) De alternatieve vorm (werken met behulp van bepaalde controle vragen)

10.5 De vragenlijsten aanbieden

Nu alles over de vragenlijsten duidelijk is, moeten ze nog bij de respondenten worden afgeleverd. Het aanleveren van vragenlijsten kan op een aantal manieren. De volgende manieren kunnen daarbij worden onderscheiden;

Het online versturen van de vragenlijsten Het telefonisch afnemen van vragenlijsten Het uitreiken en ophalen van vragenlijsten Het per post versturen van de vragenlijsten

Page 19: methodenentechniekenvanonderzoekH6tmH10

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels!Bron: Methoden en technieken van onderzoek – Mark Saunders, Philip Lewis en Adrian Thornhill

19

Al deze vormen van het voorleggen van vragenlijsten aan respondenten hebben zo hun voordelen en hun nadelen. In het boek wordt voor elke manier opgesomd hoe men dat het beste kan aanpakken. Aangeraden wordt deze manieren van aanpakken nog even goed door te nemen. Het volgende hoofdstuk gaat door op het analyseren van verkregen kwantitatieve gegevens, de volgende stap in het gehele proces.