Memento van de werkgever

8
[ Dossiers ] [ - januari-20 11 - nr. 1 ] Informatiebulletin Erkend Sociaal Secretariaat van Werkgevers PARTENA vzw 33 e jaar - maandblad - Afgiſtebureau: Brussel X - Erkenningsnr.: P705107 Het Memento van de Werkgever® Het bevoegde paritaire comité bepalen: vergis u niet! Wanneer een onderneming wordt opgericht en voor de eerste keer personeel wordt aangeworven, dringt zich telkens weer de moeilijke vraag op welk paritair comité bevoegd is voor de onderneming. Deze vraag kan zich ook aandienen tijdens de levensloop van de onderneming: wanneer de activi- teit of de rechtsvorm van de onderneming wijzigt, wanneer het bevoegdheidsgebied van het paritaire comité verandert of wanneer het paritaire comité dat eerst werd aangeduid na een onderzoek door de Inspectie van de Sociale Wetten of na een klacht van een werknemer niet het juiste blijkt te zijn. Het ‘juiste’ paritaire comité aanduiden dat bevoegd is voor de onderneming is van groot belang: het bepaalt immers, enerzijds, de arbeids- en loonvoorwaarden die in de onderneming moeten wor- den gerespecteerd en, anderzijds, de eventuele extra bijdragen die de werkgever moet betalen ter financiering van het sociaal fonds of het bestaanszekerheidsfonds dat in zijn activiteitensector is opgericht. De impact is dus niet min voor de werkgever die er alle belang bij heeft zich niet te vergissen, op gevaar af van later geconfronteerd te worden met desastreuze gevolgen, zeker of financieel gebied! Vooraleer we de procedure voor de aanduiding van het bevoegde paritaire comité en de gevolgen daarvan bekijken, hebben we het eerst even over de oorsprong, de structuur en de opdrachten van dit overlegorgaan dat een centrale plaats in het Belgische sociale landschap inneemt! [ Actualiteit ] Toegestane arbeid van gepensioneerden in 2010 12 Grenzen voor loonbeslag en -overdracht in 2011 13 Fiscale provisie vakantiegeld 2011 14 Vervaldagkalender 2011: RSZ-bijdragen en bedrijfsvoorheffing 15 Brugpensioen (cao nr. 17 en 55) : aanpassing van bepaalde bedragen op 1 januari 2011 16 Arbeidsduur van geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaat- geneesheren, kandidaat-tandartsen en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen 17 Aanpassingen van de lonen in januari 2011 18

description

Maandelijks informatieblad van Partena HR

Transcript of Memento van de werkgever

Page 1: Memento van de werkgever

[ Dossiers ]

[ - januari-2011 - nr. 1]Informatiebulletin Erkend Sociaal Secretariaat van Werkgevers PARTENA vzw33e jaar - maandblad - Afgiftebureau: Brussel X - Erkenningsnr.: P705107

Het Memento van de Werkgever®

Het bevoegde paritaire comité bepalen: vergis u niet!Wanneer een onderneming wordt opgericht en voor de eerste keer personeel wordt aangeworven, dringt zich telkens weer de moeilijke vraag op welk paritair comité bevoegd is voor de onderneming. Deze vraag kan zich ook aandienen tijdens de levensloop van de onderneming: wanneer de activi-teit of de rechtsvorm van de onderneming wijzigt, wanneer het bevoegdheidsgebied van het paritaire comité verandert of wanneer het paritaire comité dat eerst werd aangeduid na een onderzoek door de Inspectie van de Sociale Wetten of na een klacht van een werknemer niet het juiste blijkt te zijn.Het ‘juiste’ paritaire comité aanduiden dat bevoegd is voor de onderneming is van groot belang: het bepaalt immers, enerzijds, de arbeids- en loonvoorwaarden die in de onderneming moeten wor-den gerespecteerd en, anderzijds, de eventuele extra bijdragen die de werkgever moet betalen ter financiering van het sociaal fonds of het bestaanszekerheidsfonds dat in zijn activiteitensector is opgericht.De impact is dus niet min voor de werkgever die er alle belang bij heeft zich niet te vergissen, op gevaar af van later geconfronteerd te worden met desastreuze gevolgen, zeker of financieel gebied! Vooraleer we de procedure voor de aanduiding van het bevoegde paritaire comité en de gevolgen daarvan bekijken, hebben we het eerst even over de oorsprong, de structuur en de opdrachten van dit overlegorgaan dat een centrale plaats in het Belgische sociale landschap inneemt!

[ Actualiteit ]Toegestane arbeid van gepensioneerden in 2010 12Grenzen voor loonbeslag en -overdracht in 2011 13Fiscale provisie vakantiegeld 2011 14Vervaldagkalender 2011: RSZ-bijdragen en bedrijfsvoorheffing 15Brugpensioen (cao nr. 17 en 55) : aanpassing van bepaalde bedragen op 1 januari 2011 16Arbeidsduur van geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaat- geneesheren, kandidaat-tandartsen en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen 17

Aanpassingen van de lonen in januari 2011 18

Page 2: Memento van de werkgever

[ dossier ]

s 2 t Par tena HR | Het Memento van de Werkgever ®

colofonPartena - vereniging zonder winstoogmerk - sociaal secretariaat van werkgevers erkend door MB van 3 maart 1949 met nr. 300 - Maatschappelijke zetel: Kartuizersstraat 45, 1000 Brussel, btw BE 0409.536.968.Hoofdredacteur: Francis Verbrugge, [email protected], 02-549 32 23.Werkten mee aan dit nummer: Anne Beckers, Virginie Coppens, Benoît De Vriese, Olivier Henry, Philippe Van den Abbeele, Herman Verschuere.Verantwoordelijk uitgever: Alexandre Cleven - De overname van teksten, zelfs gedeeltelijk, is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en mits de bron wordt vermeld.Abonnementen: Anne-Marie Delain, [email protected], 02-549 32 57 - jaarabonnement: klanten: € 31,00, niet-klanten: € 37,00, prijs per exemplaar: klanten: € 5,00, niet-klanten: € 6,00 (zbtw).Verschijnt niet in juli en augustus.De redactie streeft naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie maar kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid ervan.

Het bevoegde paritaire comité bepalen: vergis u niet!

Wat is een paritair comité?

OorsprongIn België is het sociale overleg in de privésector opgebouwd rond activiteitensectoren die ondernemingen verenigen die gelijkaardige of verwante activiteiten uitoefenen. Deze structuur komt tegemoet aan een evidente en eenvoudige vaststelling: elke activiteitensector of -tak werkt volgens eigen regels en voorwaarden. Zo wordt in een bouwbe-drijf op een andere manier gewerkt dan in de horeca (hotels, cafés, restaurants) en wordt in de zorgsector volgens een ander ritme gewerkt dan in de voedingsnijverheid of in de transportsector. Sinds 1919, toen in de staalindustrie, de metaalfabrikaten-nijverheid en de mijnen een sociale crisis heerste, worden de onderhandelingen op het niveau van de sector gevoerd. Officieus zijn toen de eerste 3 paritaire comités ontstaan.Bijna 50 jaar later heeft de wet van 5 december 1968 betref-fende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités een officieel kader gecreëerd en de paritaire comités een wettelijk statuut gegeven.Deze wet definieert niet alleen wat paritaire comités zijn, hun samenstelling, hun opdrachten en de procedure voor de oprichting, maar ze stelt de collectieve overeenkom-sten die door de comités worden aangenomen ook boven de

individuele overeenkomsten die tot dan voorrang hadden. De doelstelling was dubbel: enerzijds de sociale vrede in de ondernemingen bewaren en anderzijds vermijden dat binnen eenzelfde sector ondernemingen met elkaar zouden gaan con-curreren op het vlak van arbeids- en loonvoorwaarden.De wet van 5 december 1968 bekrachtigt dus het een-vormigheidsprincipe van de reglementeringen die in een activiteitensector van toepassing zijn. De bepalingen van de collectieve overeenkomsten die in een paritair comité wor-den gesloten, gelden met andere woorden in principe voor alle ondernemingen van die activiteitensector of -tak. Ze vormen in zekere zin een absoluut minimum voor alle onderne-mingen van eenzelfde sector of van eenzelfde activiteitentak.Zodoende werd binnen de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg voor elke onderscheiden activiteitensector of -tak een overlegorgaan opgericht: het paritair comité of het paritair subcomité.Op 1 januari 2010 telden we zo’n 172 paritaire comités en paritaire subcomités. De paritaire subcomités zijn onderaf-delingen van de paritaire comités die zijn opgericht voor een grondgebied of een specifieke activiteitensector. Ze kunnen autonoom zijn of niet (de collectieve overeenkomsten geslo-ten in de autonome paritaire subcomités moeten niet worden goedgekeurd door het paritaire comité).

Page 3: Memento van de werkgever

[ Dossier ]

Par tena HR | Het Memento van de Werkgever ® s 7 t

Het bevoegde paritaire comité bepalen: vergis u niet!

Voorbeeld

Paritair comité nr. 124 voor het bouwbedrijf is bevoegd -voor de activiteiten die door de volgende kengetallen wor-den geïdentificeerd:

024: activiteiten van ruwbouw; -054: voegwerken, bedekken van gebouwen en plaatsen -van bliksemafleiders;044: tegelbevloering en andere grondbedekkingen; stuka- -doors- en pleisterwerken; stuc- en stafwerk;026: afwerkingwerken. -

paritair comité nr. 112 voor het garagebedrijf is bevoegd voor -de activiteiten die verbonden zijn aan het uitbaten van een garage waar al dan niet bijkomstige herstellingen van koets-werk worden verricht en die worden geïdentificeerd door een enkel RSZ-kengetal, 064.

Van zodra de werkgever bij de RSZ is geïdentificeerd (hij heeft een kengetal gekregen) moet hij de Directie van de Identificatie van de RSZ schriftelijk inlichten over elke wijziging die een invloed zou kunnen hebben op de activiteit van de onder-neming of die een wijziging van het paritair comité met zich mee zou kunnen brengen.In dit geval moet aan de RSZ een aanvraag tot wijziging van de inschrijving worden bezorgd zodat die, op basis van de nieuwe gegevens, eventueel een nieuw RSZ-kengetal kan toekennen aan de onderneming. De kans bestaat dat de onderneming dan onder het bevoegdheidsgebied van een ander paritair comité zal vallen.

NootDe sociale partners die zijn verenigd in de Nationale Arbeidsraad herwerken momenteel, samen met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de RSZ, de procedure tot aanduiding van het bevoegde paritaire comité. Uit het eerste ontwerp van de nieuwe procedure blijkt dat de werkgever meer verantwoordelijkheid zou krijgen bij het bepalen van het paritair comité. Nu geeft de werkgever enkel aan welk paritair comité volgens hem bevoegd is voor zijn onderneming, louter ter informatie. Deze informatie is niet dwingend voor de RSZ wanneer die het kengetal toekent. Indien zij meent dat een ander paritair comité bevoegd is mag de sociale administratie een kengetal toekennen dat niet over-eenstemt met de gegevens die de werkgever bij zijn identificatie heeft overgemaakt.

Volgens de nieuwe procedure die momenteel wordt onderhan-deld zou de werkgever beschouwd worden als de authentieke bron van de meegedeelde informatie. Het is dus aan hem om het bevoegde paritaire comité mee te delen. De RSZ zal zich op die informatie baseren om het RSZ-kengetal toe te kennen en het bevoegde paritaire comité aan te duiden. Pas wanneer er gegronde twijfel is mag de RSZ advies vragen aan de Inspectie van de Sociale Wetten.Als de werkgever foute informatie geeft over het bevoegde pari-taire comité, is dat voor zijn rekening!Over deze procedure wordt momenteel nog druk gediscussi-eerd. We volgen het dossier op de voet en zullen u te gepasten tijde inlichten over hoe het verder moet.

De gevolgen van het behoren tot een paritair comité

Storten van bijdragen aan een sociaal fonds of een bestaanszekerheidsfonds

Het behoren tot een paritair comité betekent in de eerste plaats dat de werkgever en de werknemers verplicht zijn om de collectieve arbeidsovereenkomsten die binnen dat paritair comité zijn gesloten na te leven en zich ernaar te schikken (zie hieronder).Er kan evenwel nog een tweede gevolg zijn: zoals we hebben gezien, is het kengetal (of RSZ-kengetal) dat door de RSZ aan de werkgever wordt toegekend op basis van de gegevens die worden verschaft in het kader van de identificatieprocedure bedoeld om het type activiteit te bepalen waaronder de onder-neming kan worden geklasseerd en, uitgaande daarvan, het bevoegde paritaire comité aan te duiden.Aan de hand van dit kengetal zullen ook de werkgevers kun-nen worden bepaald die bijdragen verschuldigd zijn voor het bestaanszekerheidsfonds (BZF) of het sociaal fonds (SF) dat eventueel binnen de activiteitensector of -tak is opgericht.Het BZF of SF is een orgaan dat binnen de sector is opgericht en paritair wordt beheerd door de werkgevers- en werknemers-vertegenwoordigers. Het paritair comité bepaalt bij collectieve arbeidsovereenkomst de statuten en de modaliteiten voor de werking van dit fonds.

Page 4: Memento van de werkgever

[ Sociale Actualiteit ]

Par tena HR | Het Memento van de Werkgever ® s 13 t

Grenzen voor loonbeslag en -overdracht in 2011▶Het Koninklijk Besluit van 8 december 2010 (B.S. van 16 december 2010) legt de nieuwe grenzen vast voor de schijven van het nettoloon van de werknemer die vatbaar zijn voor beslag of overdracht door een schuldeiser.De nieuwe bedragen van de delen die vatbaar zijn voor beslag of overdracht (zie de tabellen hieronder) moeten in aanmerking worden genomen voor alle betalingen vanaf 1 januari 2011, zelfs indien ze betrekking hebben op bezoldigingen van vóór 1 januari 2011. Voor bezoldigingen van de maand januari 2011 die vóór 1 januari 2011 werden betaald, gelden daarentegen de oude grenzen.We herhalen dat de bedragen van de delen die vatbaar zijn voor beslag of overdracht verschillen naargelang het gaat om beroeps-inkomens of vervangingsinkomens.De bedragen (of inkomensdrempels) voor de berekening van de delen vatbaar voor beslag of overdracht zijn voor 2011 als volgt vastgesteld:

Bedragen van het beroepsinkomen vatbaar voor beslag of overdrachtNettomaandloon Deel vatbaar voor beslag of overdracht Maximum

tot € 1.003 niets -van € 1.003,01 tot € 1.077 20 % € 14,80van € 1.077,01 tot € 1.188 30 % € 33,30van € 1.188,01 tot € 1.300 40 % € 44,80

meer dan € 1.300 alles onbeperkt

Voorbeeld - Een werknemer verdient netto € 1.500. Hij heeft geen kinderen ten laste. Zijn loon is vatbaar voor beslag of overdracht ten belope van:

tot € 1.003 nietsvan € 1.003,01 tot € 1.077: 20 % ofwel € 14,80van € 1.077,01 tot € 1.188: 30 % ofwel € 33,30van € 1.188,01 tot € 1.300: 40 % ofwel € 44,80

meer dan € 1.300: alles ofwel € 200,00

Totaalbedrag van het beslag of de overdracht: € 292,90.Vanaf 1 januari 2011 is het bedrag van het voor beslag (of overdracht) vatbare gedeelte ook geïmmuniseerd ten belope van € 62 per kind ten laste (zie verder). Als de werknemer uit ons voorbeeld twee kinderen ten laste heeft zal het voor beslag (of overdracht) vatbare gedeelte € 292,90 - € 124 = € 168,90 bedragen.

Bedragen van het vervangingsinkomen vatbaar voor beslag of overdrachtNettomaandloon Deel vatbaar voor beslag of overdracht Maximum

tot € 1.003 Niets -van € 1.003,01 tot € 1.077 20 % € 14,80van € 1.077,01 tot € 1.188 40 % € 44,80van € 1.188,01 tot € 1.300 40 % € 44,80

meer dan € 1.300 alles onbeperkt

Voorbeeld - Een werknemer verdient een vervangingsinkomen van € 1.400 netto. Hij heeft geen kinderen ten laste. Zijn vervangings-inkomen is vatbaar voor beslag of overdracht ten belope van:

tot € 1.003 nietsvan € 1.003,01 tot € 1.077: 20 % ofwel € 14,80van € 1.077,01 tot € 1.188: 40 % ofwel € 44,80van € 1.188,01 tot € 1.300: 40 % ofwel € 44,80

meer dan € 1.300: alles ofwel € 100,00

Page 5: Memento van de werkgever

[ Sociale Actualiteit ]

Par tena HR | Het Memento van de Werkgever ® s 15 t

Vervaldagkalender 2011: RSZ-bijdragen en bedrijfsvoorheffing▶Hieronder vindt u de kalender van de wettelijke vervaldagen van de RSZ-bijdragen en de bedrijfsvoorheffing voor het jaar 2011. Indien u de RSZ-bijdragen en de bedrijfsvoorheffing via ons sociaal secretariaat voldoet, moet uw betaling bij ons toekomen ten laatste op de vervaldag. Zoniet kunnen wij u niet garanderen dat deze betaling tijdig wordt doorgestort. Een laattijdige betaling van de RSZ-bijdragen of de bedrijfsvoorheffing kan aanleiding geven tot het opleggen van een administratieve boete en/of verwijl-interest ten voordele van de RSZ of de FOD Financiën.

RSZ-bijdragenPeriode Vervaldag

1ste kwartaal 2011 1ste voorschot 04.02.2011

2de voorschot 04.03.2011

3de voorschot 05.04.2011

Saldo 29.04.2011

2de kwartaal 2011 1ste voorschot 05.05.2011

2de voorschot 01.06.2011

3de voorschot 05.07.2011

Saldo 29.07.2011

3de kwartaal 2011 1ste voorschot 05.08.2011

2de voorschot 05.09.2011

3de voorschot 05.10.2011

Saldo 31.10.2011

4de kwartaal 2011 1ste voorschot 04.11.2011

2de voorschot 05.12.2011

3de voorschot 05.01.2012

Saldo 31.01.2012

OpmerkingenDe RSZ-bijdrage ten laste van de werkgever ter financiering van het vakantiegeld is verschuldigd op 29.04.2011 samen met -het saldo van de RSZ-bijdragen voor het 1ste kwartaal 2011.De bijdrage voor de ‘herverdeling van de sociale lasten’ daarentegen is verschuldigd samen met het saldo van de RSZ-bijdragen -voor het 2de kwartaal 2011.

BedrijfsvoorheffingPeriode Datum Periode Datum

Januari 2011 15.02.2011 Juli 2011 12.08.2011

Februari 2011 15.03.2011 Augustus 2011 15.09.2011

Maart 2011 15.04.2011 September 2011 14.10.2011

1e kwartaal 2011 15.04.2011 3e kwartaal 2011 14.10.2011

April 2011 13.05.2011 Oktober 2011 15.11.2011

Mei 2011 15.06.2011 November 2011 15.12.2011

Juni 2011 15.07.2011 Voorschot 4e kwartaal 2011 15.12.2011

2e kwartaal 2011 15.07.2011 December 2011 13.01.2012

4e kwartaal 2011 13.01.2012

Page 6: Memento van de werkgever

[ Sociale Actualiteit ]

Par tena HR | Het Memento van de Werkgever ® s 19 t

Indexeringen en loonaanpassingen in januari 2011

102.8 Bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk: + 1 % index op alle lonen

105 Non-ferrometalen: Terugkerende premie gelijk aan € 176,86 of 0,6 % van het brutoloon aan 100 % jaarlijks te storten in een wettelijkpensioenstelsel dat (uiterlijk 30.06.2001) in de onderneming is ingevoerd Terugkerende premie gelijk aan € 305,56 jaarlijks te storten in een wettelijkpensioenstelsel dat in de onderneming is ingevoerd

106.1 Cementfabrieken: + 0,20 % index enkel op de minimumlonen Verhoging met 0,5 % van het gemiddelde referentie-uurloon voor de berekening van de ploegenpremies en aanpassing van de ploegenpremies

110 Textielverzorging: + 2,42 % index op alle lonen Derde en laatste fase van de aanpassing van de effectieve lonen aan de nieuwe schaallonen, ten belope van 100 % van het resterende positieve verschil Als het verschil negatief is, vermindering met de helft van de toekomstige conventionele verhogingen.

113.4 Pannenbakkerijen: + 0,46 % index op alle lonen Verhoging van het werkgeversaandeel in de maaltijdcheques

117 Petroleumnijverheid en –handel: + 0,20 % index enkel op de minimumlonen

118.1 tot 22 behalve

3 en 9

Voedingsnijverheid: + 2,42 % index op alle lonen

118.3 Industriële broodbakkerijen, kleinbakkerijen en kleinbanketbakkerijen: + 2,42 % index op alle lonen Indexering van de weekendpremie

118.9 Groenteconserven, watervrije groenten, zuurkool en in zout ingelegde groenten, bereiding van droge bevroren en overbevroren groenten: + 2,42 % index op alle lonen en daarna, + € 0,08/u conv. enkel op de minimumlonen + € 0,08/u conv. enkel op de reëel betaalde lonen, in de ondernemingen die de jaarlijkse premie in 2010 nog hebben betaald Afschaffing van de jaarlijkse premie

119.1 tot 3 Handel in voedingswaren: + 2,49 % index op alle lonen Enkel in de ondernemingen met 50 werknemers of meer: Jaarlijkse premie van € 156,77 bruto indien tewerkgesteld gedurende het volledige jaar 2010. Te berekenen volgens de toekenningsmodaliteiten voor de eindejaarspremie. Pro rata voor deeltijdsen. Niet van toepassing indien een gelijkwaardig voordeel wordt toegekend. Enkel in de ondernemingen met 50 werknemers of meer: Jaarlijkse premie van € 74,43 bruto indien tewerkgesteld gedurende het volledige jaar 2010. Te berekenen volgens de toekenningsmodaliteiten voor de eindejaarspremie. Pro rata voor deeltijdsen. Niet van toepassing indien een gelijkwaardig voordeel wordt toegekend.

120 Textielnijverheid en breiwerk: Aanpassing van de vergoeding voor arbeidskledij (onder voorbehoud)

120.3 Vervaardigen van en handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen: + 0,94 % index op alle lonen

121 Schoonmaak: + 0,93 % index op alle lonen

124 Bouwbedrijf: + 0,426 % index op de minimumlonen en de reëel betaalde lonen (voor hetzelfde bedrag), hetzij cat. I: € 12,429/u (+ € 0,053/u); cat. II: € 13,249/u (+ € 0,056/u); cat. III: € 14,090/u (+ € 0,060/u); cat. IV: € 14,958/u (+ € 0,063/u)

125.1 Bosontginningen: + 0,42 % index enkel op de minimumlonen

125.2 Zagerijen en aanverwante nijverheden: + 0,42 % index op de minimumlonen en de reëel betaalde lonen (voor hetzelfde bedrag)

125.3 Houthandel: + 0,42 % index op alle lonen

128.1-2-3-5-6

Leerlooierij en handel in ruwe huiden en vellen; schoeiselindustrie, laarzenmakers en maatwerkers; marokijnwerk en handschoennijverheid; zadelmakerij, vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder; orthopedische schoeisels: + 0,46 % index op alle lonen

129 Voortbrenging van papierpap, papier en karton: + 0,94 % index op alle lonen

130 Drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf: Aanpassing van de maaltijdvergoeding

Page 7: Memento van de werkgever

Bent u zeker dat uw arbeidsreglement alle uurroosters van uw onderneming bevat?

Heidi De CockStudeerde rechten aan de Universiteit Antwerpen. Ze werkt bij Partena HR als juridisch consultant en is specia-liste in volgende domeinen: arbeidsreglement, tijdskre-diet, thematische verloven en sociaal overleg.

Het arbeidsreglement is een verplicht sociaal document voor elk bedrijf ongeacht het aantal werknemers. Het is een rechtsbron waar dikwijls wordt naar verwezen, o.a. inzake internetcontrole, indienen ziekteattest, vakantie-regeling, camerabewaking,… kortom een document van niet te onderschatten waarde voor een onderneming.

Waarom is het arbeidsreglement zo’n belangrijk document?

Als er een document is dat de sociale inspectie zeker vraagt bij zijn bezoek, dan is het wel het arbeidsregle-ment. Uit onderzoek blijkt dat er vaak problemen zijn aangaande de uurroosters die moeten worden opgeno-men in het arbeidsreglement.

Waarom zeker inschrijven?We reiken u alle elementen aan om een waterdicht arbeidsreglement op te stellen. We beginnen met de wettelijke omkadering gevolgd door een studie van de mogelijke alternatieven om arbeidsverhoudingen in uw onderneming te regelen. Ook de problematiek van de uurroosters komt aan bod.

Een antwoord op uw vragen Welke clausules zijn verplicht? Welke clausules kunnen voor mij nuttig zijn? Kan iemand mij helpen om het reglement te verfijnen? Op al deze vragen krijgt u een antwoord!

Page 8: Memento van de werkgever

Een eigen beleid voor het beheer van het bedrijfswagenpark kan jaarlijks een besparing van meerdere honderden euro’s per wagen opleveren. En dat maal het aantal wagens waaruit het wagenpark bestaat! De HR-manager kan het ‘car fl eet’-beleid van de onderneming in de juiste richting sturen en aanzienlijke voordelen op fi nancieel en milieuvlak creëren. We reiken hem de sleutels aan om dat beleid te voeren.

In dit brandend actuele Legal Focus-dossier gaan we dieper in op de indirecte kosten van de toekenning van een bedrijfswagen aan de werknemer en geven we een reeks aanbevelingen en praktische antwoorden. Met die tools bent u gewapend voor een optimaal beheer van een bedrijfswagenpark van elke omvang op economisch, milieu- en juridisch vlak.

Deze Legal Focus kost 25 € (zbtw). Bestel uw exemplaar via [email protected] of neem vrijblijvend contact op via [email protected].

Onze juridische consultants begeleiden u bij het optimale beheer van uw car fl eet op economisch, ecologisch en juridisch vlak.

Nieuw!

Vraag nu juridische assistentie voor een optimaal

beheer van uw “car fl eet” op economisch,

ecologisch en juridisch vlak.