meinummer uit 2011 van CaissaNieuws

48
Caissa 60 e JAARGANG NR . 427 Nieuws Caissa wie ben je? Eerbetoon aan Micha Leuw Een hik in de tijdmachine Ephraïm: “Intergalactische expansie wordt voorzien” Wie wàs die schaker? JUBILATE: 60 Jaar Caissa!

Transcript of meinummer uit 2011 van CaissaNieuws

Caissa60e JAARGANG • NR. 427

Nieuws

Caissa wie ben je?

Eerbetoon aan Micha Leuw

Een hik in de tijdmachine

Ephraïm: “Intergalactische expansie wordt voorzien”

Wie wàs die schaker?

JUBILATE: 60 Jaar Caissa!

Redactioneel 3Van de voorzitter 3Hugo van HengelVan de secretaris 4Abe Willemsma

JUBILATE: 60 Jaar Caissa!

Stamboom 5Eric CoppoolseEen terugblik op Caissa:Terugblik periode 1934-1951 6P. BroersmaCaissa en de wereld -recordhouder 8Johan van Hulst/Eric CoppoolseEen terugblik op Euwe:Watergraafsmeer/US 9Piet van der WeideMax Euwe en de man zelf 10Evert StraatEen hik in de tijdmachine 12Wim NijenhuisMEMO is dood 13Rob BödickerEen goede speelzaal 14Rob BödickerCaissa en Euwe samen:Het laatste seizoen van Euwe 16Helmer Wieringa Spannende gebeurtenissen 17Dennis BreukerSamen staan we sterker? 20Olaf Ephraïm

TERZIJDE

WorldWideWeb:Over de Caissawebsite 21Sander TichelaarEen foto van een mooie dag:Oude clubbladen 22Eric Coppoolse

Feuilleton:Deel 4: Jubileum! 23Eric CoppoolseHet ongerijmde: Caissa wie ben je? 24Eric Coppoolse

CAISSANEN

Wie wàs die schaker?Jubileumprijsvraag 26Wim SuyderhoudWillem Eijgenbrood 30Johan van Hulst50 Stappen 30Willem EijgenbroodIn memoriam, Pim Zonjee 31Jeroen Hoogenboom

INTERNE COMPETITIE

Partij van het jubileum 40Eric CoppoolseDe nietsontziende tegenstander 41Coen VenemaOverzicht clubkampioenen 42Eric Coppoolse

EXTERNE COMPETITIE

Overzicht van landskampioenen 43Eric Coppoolse

PROBLEMEN EN STUDIES

Schaakproblemen 11Angelo SpilerSchaakstudies 15Aldo van de Woestijne

JEUGD

Eerbetoon aan Micha Leuw 43Michael WunninkCartoontime 46Eric CoppoolseJeugdpartijen van beroemde meesters:Euwe 47Siep Postma

2

Inhoud CN Mei 2011ColofonCaissaNieuws is het club -

orgaan van schaakverenigingCaissa, opgericht 1 mei 1951

Redactie:Eric Coppoolse, Wim Suyder-houd, Aldo van de Woestijne

Vormgeving:Angelo Spiler

Kopij:[email protected]

Clublokaal: Multifunctioneel centrum

Coenen-Lydia, Roe lof Hart-plein 2, Amsterdam

Contact:[email protected]

Website:www.caissa-amsterdam.nl

14

26

43

Deze editie van CaissaNieuws is een heel bij-zondere. Caissa bestaat in mei 2011 zestigjaar en dat jubileum gaan we vieren. In de

eerste plaats doen we dit door deze ongetwijfeldprachtige editie van CaissaNieuws. Het verledenvan Caissa wordt uitgebreid belicht en dan metname ook de verschillende verenigingen die voorafzijn gegaan aan wat uiteindelijk Caissa is gewor-den. Als relatieve jonkie heb ik van dat verledenmaar weinig meegemaakt, ik ben ook pas 10 jaarlid van deze vere niging, maar verschillende oud-gedienden komen uitgebreid aan het woord overde geschiedenis van Caissa. Op zaterdag 21 mei zullen we het jubileum uit-gebreid gaan vieren. Vanaf 13.00 uur zullen erverschillende activiteiten zijn. Zo is er een blind-simultaan door GM Daniël Stellwagen. Aanvan-kelijk had ik Paul van der Sterren, een van onze ei-gen Caissa-grootmeesters, benaderd voor dezeblindsimultaan, maar hij schreef: “Het is alsof jeBernard Hinault vraagt om dit jaar niet directeurvan de Tour de France te zijn, maar om er nog eensals renner aan mee te doen. (…) Zo’n blind simul-taan is echt een reusachtige inspanning en dat kanje alleen opbrengen als je tot in de punten van jetenen gemotiveerd bent. Voor een schaker metpensioen is dat niet meer vanzelfsprekend.” Het isduidelijk dat Daniël Stellwagen een zware be-proeving te wachten staat. We hebben ervoor ge-kozen om de blindsimultaan te beperken tot vierborden om zodoende de spanning niet al te zeer tedoen oplopen. Het is immers niet voor niets datblindschaken in Rusland vroeger verboden was. In1930 werden in de Sovjet-Unie toernooien si-multaan blindschaken verboden in verband metgezondheidsredenen. Het zou volgens de Russenniet goed voor je denkvermogen zijn om meerdere

borden tegelijk te onthouden. Daar naast zal Paulvan der Sterren wel nog een ‘gewone’ simultaan ge-ven. Verder is er Vechten met de Beer: snelschakentegen Manuel Bosboom, een van de rapste vlug-geraars van Nederland. Bij mooi weer zullen webuiten voor de ingang van Huize Lydia condichessgaan spelen. Dat is een spelvorm waarbij de klokaan de ene kant staat en het schaakbord aan de an-dere kant. Dat betekent dat je na elke zet dus eenpaar meter heen en weer moet lopen om de klokin te drukken. En als de partij zo’n 40 zetten

We vieren het 60-jarig bestaan van Caissajubelend met een extra dik feestnum-mer. We blikken terug op al die vereni-

gingen en clubjes die in de loop der jaren in Caissazijn opgegaan en laten veel leden en ex-leden aanhet woord over de geschiedenis en over elkaar. Ukunt met Jeroen Hoogenboom het geheim vanhet tuinhekje van zijn vriend Pim Zonjee probe-ren te doorgronden en u leest van het dilemmadat het legaat van Jan van ’t Hul veroorzaakte. Tus-sen de inmiddels vertrouwde rubrieken vindt u ditkeer een speciale aflevering van Wie is die schaker?met een heuse prijsvraag rond de ereleden enleden van verdienste van Caissa. We hebben zelfsde jeugdrubriek een historisch tintje kunnengeven, hoe paradoxaal dat ook mag klinken. Deredactie hoopt u veel plezier met dit nummer teverschaffen en feliciteert u allen met de verjaardagvan onze prachtige vereniging. Leve Caissa!

Redactioneel

3

Van de voorzitter door Hugo van Hengel

De oprichtingsdatum van Caissa is 1 mei1951. Na de jaren vijftig en zestig is hetaantal clubleden langzaam gestegen. In

oktober 1971 werd voor de eerste keer het aantalvan 50 genoteerd. Vijf jaar later, toen Caissa het25-jarig jublieum vierde, waren er 81 leden. In ja-nuari 2009 ontving Caissa de ‘verenigingsprijs2008’ van de KNSB. Deze prijs werd gewonnenomdat in 2008 de grootste ledenwinst werd be-haald van alle Nederlandse schaakverenigingen.Netto kwamen er 29 leden bij.

In 2009 besloot schaakvereniging Max Euwe Am-sterdam zich op te heffen en op te gaan in Caissa.Bijna alle leden van Euwe zijn toen lid gewordenvan Caissa en dit heeft ertoe geleid dat Caissa vande derde grootste schaakclub ineens de grootsteschaakvereniging van Nederland werd. Op datmoment (juni 2009) telde Caissa 198 leden (165senioren en 33 jeugdleden). Dus vanaf juni 2009is Caissa de grootste schaakvereniging van Neder-land. En Caissa lijkt nog niet uitgegroeid ...

Op 1 mei 2011 telt Caissa 213 leden (180 senio-ren en 33 jeugdleden). Dit is een toename met 9leden ten opzichte van februari 2011.

Een hartelijk welkom aan de volgende leden:Senioren: Harmen van den Berg, Kristyna Stodo-lova, Farkhad Muktarov, Eelke Wiersma (+4)

Jeugdleden: Willem Breekveldt, Arthur van Gogh,Bram del Canho, Gijs Schouten, Everett Smith,Roman Sabajo (+6)

De volgende leden hebben hun lidmaatschap op-gezegd:Jeugdleden: Alwin Bakker (-1)

duurt, dan heb je daar echt wel een goede condi-tie voor nodig! Dat beloven spectaculaire taferelente worden. Voor wie het allemaal wat rustiger aanwil doen is er in de bovenzaal gongschaak. Vanaf17.00 uur is er dan een receptie met lekkere hap-jes en drankjes. De muziek wordt verzorgd doorJan van der Pouw. Ook oud-leden van Caissa zijnop deze dag van harte welkom.Een andere activiteit die we zullen hebben in hetkader van het 60-jarig bestaan van Caissa gaat insamenwerking met het Max Euwe-Centrum. Opzaterdag 25 juni wordt op het Max Euweplein hetjaarlijkse schaakfestival gehouden. Dit jaar zal datin het teken staan van jubilerende verenigingen.Behalve Caissa vieren ook BSG uit Bussum (100jaar) en Schaakvereniging Wageningen (75 jaar)een jubileum. Op het Max Euweplein wordt eentoernooi tussen deze verenigingen gehouden (drieronden rapid). De competitie wordt gecomple-teerd door HMC Den Bosch. Hiertoe zullenteams geformeerd worden van acht spelers meteen maximale (totale) rating van 16.400 (gemid-deld dus 2050). Caissaleden die niet in het teamspelen, krijgen bij de inschrijving voorrang op deandere activiteiten op het plein. Tot zover het jubileum. De wintercompetitieloopt inmiddels ook al aardig op zijn eind en bin-nenkort start de rapidcompetitie weer. Voor-gaande jaren is de SGA-rapid voor Caissa vaak eengroot succes gebleken. Als ik het mij goed herin-

ner won Caissa vorig jaar slechts in 1 klasse niet deeerste prijs. Laten we hopen dat we het ook ditjaar weer zo goed doen, want de externe competi-tie lijkt dit jaar weinig succesvol te zijn. Op hetmoment van schrijven heeft nog slechts 1 Caissa-team serieuze kans om kampioen van zijn klasse teworden (C3) en zelfs dat is nog helemaal nietzeker. Bij de rapidcompetitie kunnen we ons gramhalen!Een ander punt dat ik onder de aandacht wilbrengen is het materiaal. René Nooteboom doetgoed werk in zijn functie van materiaalcommissa-ris. Het spelmateriaal uit Sporthal De Pijp is in-middels weggehaald en deels naar Huize Lydiagebracht. Een ander deel is in een grote bergingbij Jurgen Stigter ondergebracht. Verder zult ubinnenkort merken dat de schaakdoosjes zijn ver-vangen door schaakzakjes. De staat van de doos-jes werd aldoor slechter met dekseltjes die kapotwaren of kwijt waren. En als gevolg daarvan raak-ten spellen incompleet. De schaakzakjes zijn de-gelijk en zien er mooi uit, en bovendien zijn zeveel efficiënter op te bergen. Denk ook aan de zak-jes die bij de SGA worden gebruikt. Ik hoop datwe weer jaren vooruit kunnen met deze zakjes. Tot slot is er nog een vreugdevol bericht van onzeinterne wedstrijdleider Cas Zwaneveld. Hij is op22 april vader geworden van een dochter: Marijn.Van harte gefeliciteerd.Ik wens u allen veel schaakplezier!

Van de secretaris

4

60 Jaar geleden werd ze geboren uit eenfusie tussen de schaakclubs Amsterdam-Zuid en De Vondelbrug. Ze werd Caissagenoemd - volledige naam schaakverenigingCaissa. Weinigen konden op dat momentbevroeden wat de toekomst haar zou bren-gen. Nu, 60 jaar later, is ze uitgegroeid totde grootste schaakvereniging van Neder-land! Maar hoe heeft ze het zover kunnenbrengen? En heeft ze op de lange weg vankleine, vriendelijke club naar nationaleschaakmoloch haar beminnelijke karakterkunnen behouden? En wat gaat de toe-komst brengen, gaat het vanaf nu bergaf-waarts of wachten er nog grotere hoogten? Deze vragen komen in de volgende artikelen uitgebreid aan bod. Een mach-

tige boom zoals Caissa nu is, leeft bij degratie van de stevigheid van haar wortels.Daar om leggen we het historische wortel-stelsel van Caissa bloot; onderdeel daar-van is sinds 2009 ook het roemruchteEuwe. Eerst duiken we diep onder degrond in de rubrieken ‘Een terugblik op Caissa’ en ‘Een terugblik op Euwe’,waarin het wortelstelstel van Caissa totin de haarwortels wordt uitgeplozen. Vervolgens gaan we weer naar het maai-veld in de rubriek ‘Caissa en Euwe samen’,waarin de opheffing van Euwe en samen-smelting met Caissa wordt beschouwdvanuit diverse perspectieven - en waarook terloops een blik omhoog wordt geworpen in de bladerkruin der toekomst.

Stamboom door Eric Coppoolse

GelijkgezindenAangezien wij in CaissaNieuwsondanks ’t voortreffelijkespeurwerk van onze archivarisP. Deken weinig bijzonderhe-den ontmoet hebben over hetallereerste begin, lijkt het mijals oudste lid van onze vereni-ging wel interessant enkeleherinneringen uit die begin-periode aan het papier toe tevertrouwen.In 1934 kwamen enkele men-sen, allen lid van ‘Patrimonium’,de oudste Christelijk SocialeOrganisatie, bijeen met hetidee om een schaakclub op terichten. Men leefde in die tijdin een schaakroes (Euwe - Al-

jechin). Het moest, hoe kanhet ook anders, een schaak-club worden op Christelijkegrondslag, want men wildeeen club vormen met zoveelmogelijk gelijkgezinden. Omdat te bereiken moest een aspirant-lid een bepaald artikeluit de statuten kunnen onder-schrijven. Dit had natuurlijkmet schaken niets van doen,maar de visie van de oprich-

ters was nu eenmaal zo. Om-dat ’t clubje maar klein bleefen merendeels bestond uitpersonen, die elkaar wat hunopvattingen betreft goed ken-den, werden de statuten nooitte voorschijn gehaald. Tot deoprichters behoorden o.a. deheren Poesiat, onderwijzer;Serlijn, drogist; Kamman,groenteboer; Van Commenée,kantoorman; de dikke en demagere De Vries, zo genoemdvanwege hun omvang; Schen-sema, bode; Harmsen en nogenkelen, wier naam mij ont-schoten is. Een lokaal in deLutmastraat werd gehuurd en de Chr. SchaakverenigingAmsterdam/Zuid was geboren(6 sept. 1934).

Schots en scheef Opmerkzaam gemaakt op hetbestaan van deze club, beslootik eens poolshoogte te nemen.Van ’t één kwam het ander. Erheerste een prettige sfeer en in1935 liet ik mij als lid inschrij-ven (mijn eerste bondswedstrijdspeelde ik op 9 febr. 1936).Het spelpeil stond niet hoog.Dat was ook niet te verwach-ten. Allen waren wij huis-,tuin- of keukenschakers, dienog nooit in clubverband ge-speeld hadden. De bedoelingwas een leuk partijtje schaaken ’n genoeglijk onderonsje.Het systeem-Keizer was onbe-

kend. Partijresultaten werdenniet genoteerd. Van een club-blad was geen sprake. Klokkenwaren er niet, dat kon Bruin-tje niet trekken. De contribu-tie bedroeg één kwartje perweek. Elke speelavond werddoor voorzitter Poesiat ge-opend met Schriftlezing engebed. Al heel gauw voldeedhet lokaal in de Lutmastraat(in de Nieuwe Pijp, red.) nietmeer. De financiën vormdenhet grote struikelblok en daar-om verhuisden wij achtereen-volgens naar de Tolstraat ende Oosterparkstraat, waarna

we uiteindelijk rust vonden inde bovenzaal van de Quellijn-straat 92. In de benedenzaalhad DOS zijn speelavond.Omdat het aantal autobezit-ters nog niet groot was, brakje zowat je nek over de rijwie-len, die schots en scheef in degang werden neergezet. Dezelaatste verhuizing leverde onseen aantal nieuwe leden op,waardoor het spelpeil aanmer-kelijk steeg. Ik noem o.a.Booyenga, Bruijns, Toebes,Barendregt en Van Hulst,waardoor wij een alleszins res-pectabel tiental op de beenkonden brengen. Er kwameen maandblad met speciaal

6

E E N T E R U G B L I K O P C A I S S A

Terugblik periode 1934 - 1951door P. Broersma

Dit stuk is overgenomen uit CaissaNieuws 225, februari1978. Het biedt een unieke blik in de begintijd vanCaissa. Naast vele andere prominenten uit het verledenkomen we ook Van Hulst en Eijgenbrood tegen.

‘Men leefde indie tijd in eenschaakroes’

‘Je brak je nekzowat over derijwielen’

clubnieuws, waarbij de voor-zitter opmerkte, dat de ledenniet moesten schrikken alshun naam in de krant kwam.

Duitse spionVoorzitter Poesiat gaf te ken-nen, dat hij zijn voorzitter-schap voor enige tijd wildeneerleggen in verband meteen buitenlandse reis. Nu wasLeiden in last. Wie moest devoorzittershamer hanteren? Erbleek geen gegadigde voor ditillustere ambt te zijn. Na veelheen en weer-gepraat werdmijn naam genoemd. Veelvoelde ik er niet voor, omdatik het werk van P. niet in zijngeest zou kunnen voortzetten.Tot mijn verbazing leverde datgeen enkel bezwaar op, zodatik na enige aarzeling dan maarbesloot tijdelijk achter de be-stuurstafel plaats te nemen.Het heeft zeer kort geduurd.I.v.m. de oorlogstoestand moestonze ‘schaaktent’ helaas geslo-ten worden. Einde of nieuwbegin? Niemand die ’t wist.Ook niemand die zijn hoofderover brak. ’t Was eenvoudigeen feit en dat hadden wemaar te aanvaarden. Als goede vaderlanders ston-den we zeer wantrouwend tegenover onze oosterburen.Op ’n avond kwam een Duits-sprekende man ons clublokaalbinnenwandelen. Hij wildelid worden. Grote consterna-tie. ’t Woord ‘spion’ werd algefluisterd. Hoe moesten wehier op een fatsoenlijke ma-nier uitkomen? Aan mij de eerdat zaakje op te knappen.Misschien was er niets aan dehand, maar we leefden in eengespannen tijd. Plotselingschoot me te binnen dat wenog statuten hadden. Hoewelnauwelijks gebruikt, zou hetomstreden artikel wellicht uit-komst kunnen bieden. Hijkon ze niet onderschrijven.

Hij was theosoof en verdween.Hiermee was de zaak afge-daan. Een korte tijd hebbenwe ook een predikant in onzegelederen gehad. Zijn naamwas Bloten. Later las ik, datde naam veranderd was inBlonet. Toen de donkere oorlogsjarenvoorbij waren, werd er ookweer aan schaken gedacht.Het lokaal in de Quellijn-straat bleek echter op dat mo-ment niet beschikbaar. Geluk-kig konden wij toen een loka-liteit betrekken in de Her-vormde Kweekschool in dePlantage Middenlaan, waar-van Van Hulst destijds direc-teur was. Van Hulst werd onzenieuwe voorzitter. Enige tijdlater konden we weer in onsoude speellokaal terecht, maaréén verdieping lager. Dat wasmogelijk, omdat DOS inmid-dels verhuisd was. Van Hulstdroeg de hamer i.v.m. drukkewerkzaamheden over aan dhr.Poesiat, die intussen weer te-ruggekeerd was. Als nieuweleden mochten we toen be-groeten Neidig (eerste bonds-wedstrijd 27.11.45) en DeJong (eerste bondswedstrijdop 15.12.48).

Vele ouderen van vóór de oor-log keerden niet terug, deelsdoor bedankjes, deels doorverhuizing, deels door overlij-den. Het ledental bleef vrijwelhetzelfde. Het accent werd nuverschoven en gelegd op hetschaken als zodanig. Het ideaal

van de gelijkgezindheid, reedslang ondermijnd, werd losge-laten.

Langdurig gepiekerNa enige informatie werd eenfusie aangegaan met De Von-delbrug, ook een kleine ver-eniging (1 mei 1951). De ver-eniging moest nu een nieuwenaam hebben. Langdurig ge-pieker. Door mij werd toenvoorgesteld de naam ‘Caissa’in te voeren, hetgeen met al-gemene stemmen werd aan -genomen, een naam, die totheden gehandhaafd bleef. DeChr. Schaakvereniging Am-sterdam-Zuid had opgehoudente bestaan. De heer Poesiattrad terug als voorzitter. Hetbestuur van de nieuwe vereni-ging werd nu waargenomendoor de heren Van Breevoort(vz.), Brobbel (secr.), Bergsma(penn.), Schensema (commis-saris) en Hemelraad (w.l.).Deze laatste stierf in het har-nas (tijdens een schaakwed-strijd).Mijn buurman en collega uitde Watergraafsmeer bleek eenrasechte puzzelaar. Hij hielddienovereenkomstig ook vanschaken en het kostte me wei-nig moeite hem over te haleneens een kijkje te komen nemen.Zijn naam... Wim Eijgen-brood, al jaren lang uw secre-taris en w.l. (eerste bondswed-strijd 2.11.48).Graag wil ik eindigen met hetbrengen van hulde, zij hetvoor velen van hen postuum,aan de oprichters, de mannenvan het allereerste uur, diehoewel zij dat in de verste ver-te niet konden vermoeden, defeitelijke grondslag hebbengelegd voor onze verenigingen aan wier initiatief en door-zetten wij zeer veel dank ver-schuldigd zijn.

7

E E N T E R U G B L I K O P C A I S S A

‘Het ideaalvan de

gelijkgezindheidwerd losgelaten.’

Van Hulst begint er bijnaal aan te wennen datmen van alles van hem

wil weten. Interviews zijn voorhem aan de orde van de dagen ook de televisie weet hemte vinden. Donderdag 5 meiwas hij weer op TV en in de-cember jl. was hij niet minderdan drie keer te zien - in hetkader van de officiële herden-kingsdag van Euwe op 15 de-cember - bij de NOS, Manbijt Hond en Studio Sport.Hij weet ook waarom hij zogevraagd is. Hij steekt drie

vingers op. “Ja, dat heeft 3 re-denen: ik ben schaker, ik bener zelf bij geweest èn ik kan ergoed over vertellen!”. Daar is geen speld tussen tekrijgen, en het geldt zeker voorzijn ervaringen bij Caissa. Hijvertelt: “Ik ben in 1938 lidgeworden van de ChristelijkeSchaakclub Amsterdam Zuid.De speelzaal was op de Quel-lijnstraat in de Pijp - Quellijnis de beeldhouwer die bijvoor-beeld het praalgraf van Admi-raal De Ruiter in de NieuweKerk heeft gemaakt”.

Van Hulst vervolgt: “De eerstevoorzitter was Poesiat. Hij wasmet een paar anderen de schaak-club begonnen in het gebouwvan Patrimonium (‘der vade-ren erfdeel’) - een woning-bouwvereniging op Christelijkegrondslag. Poesiat hield methand en tand vast aan gebeden bijbellezing. Dat was in dietijd overigens heel normaal,verzuiling was de norm. Hetwas bijvoorbeeld gebruikelijkdat bij een Katholieke ver -eniging een geestelijke zittinghad in het bestuur. Die hadgeen stemrecht, maar wel vetorecht indien er sprak wasvan strijdigheid met het ge-loof!” Van Hulst had hier zo zijntwijfels over. ‘Ik ben zelf gelo-vig, maar wat is er Christelijkaan een schaakclub? Tijdensmijn voorzitterschap vanSchaakclub Amsterdam Zuiden later ook als gewoon lidheb ik er voor gestreden dezezaken te scheiden. Na de fusiemet De Vondelbrug was Caissaaanvankelijk ook nog eenChristelijke vereniging, maardat is op een zeker momentuit de statuten geschrapt. Datis niet vanzelfsprekend, wantbijvoorbeeld De Pion is vol-gens de statuten nog steedsKatholiek”.

8

E E N T E R U G B L I K O P C A I S S A

Caissa en de wereldrecordhouder

door Johan van Hulst/ Eric Coppoolse

Bij Caissa hebben we de beschikking over 73 jaar his-torische kennis over onze vereniging, verenigd in éénpersoon: professor Johan van Hulst. 73 Jaar is hij al

lid van onze vereniging (is dat geen wereldrecord? Wie belt het Guinness Book of Records?) en alles water in die tijd is voorgevallen heeft hij met eigen ogen

mogen aanschouwen. Niemand kan beter vertellenover de beginjaren van onze geliefde schaakvereniging!Welnu, dat heeft hij gedaan - in een kwartiertje voor

aanvang van de 14e speelronde van de interne compe-titie. Veel te kort natuurlijk. Maar zelfs een stief

kwartiertje met Johan van Hulst is van onschatbarewaarde.

In 1966 werd de onvergetelijke Jaap Wittebolvoorzitter van WGM en het bestuur plandeeen transformatie van buurtclub tot topclub.

Na een aantal spectaculaire promoties werd in1967 de Hoofdklasse (wat nu de Meesterklasse is)bereikt. In het seizoen 69/70 werden we voor deeerste keer kampioen van Nederland en er zoudennog vele kampioenschappen volgen. Die transfor-matie kwam tot stand doordat sterke spelers zichmeldden, waarbij ook wel met de geldbuidel werdgerammeld. Rob Hartoch kwam al in 1964 en vande anderen noem ik: Coen Zuidema, Frans Borm,Jaap Vogel, Paul van der Sterren, Helmer Wie-ringa, Ton Timman, Nico Schouten, Gert-Jan deBoer enz.

Spelers die altijd in het eerste team opgesteldwaren, kwamen nu wat lager terecht. En sommi-gen vonden dat helemaal niet zo leuk. Op ver -gaderingen ging het hectisch toe: “de club gaateraan” en “zijn die nieuwe mensen wel zo goed?”(ELO bestond toen nog niet). Er was ook iemanddie vond dat hij in het eerste team thuishoorde“omdat hij Rob Hartoch bij de club had gehaald”.In 1974 diende zich een sponsor aan en gingenwe spelen onder de naam DesiscoWGM. Het bijzondere was dat alle spelers hetzelfde bedragkregen, nl. fl. 200 per wedstrijd (voor mij was dattwee maanden huur). Later veranderde dit toen ergrootmeesters aangetrokken werden.Inmiddels hadden we een ander clublokaal. Opde Polderweg in Oost, iets centraler gelegen. Dewerkelijke verbetering kwam in 1993 toen we inSporthal Wibaut, bij het Weesperplein terechtkonden.

Met ingang van het seizoen 1980/81 ging ik voorde Koningsclub van Arnfried Pagel spelen, maarbleef lid van WGM (de interne competitie was altijd interessant). Toen de zaken van Pagel doortoedoen van justitie en belastingdienst te grondewaren gericht werd de Koningsclub opgeheven. Ikkeerde terug in het eerste van WGM (seizoen91/92). Ook hier was de sponsoring geëindigd.Het laatste landskampioenschap werd behaald in1990. Daarna werd er een paar keer gedegradeerd,maar in 1993 zaten we weer in de 1e klasse KNSB.Tot aan de fusie met US en MEMO in 1994 wasdat ons niveau.

9

Watergraafsmeer

In 1967 werd ik lid van WGM. Daarvoor speelde ik bijEerste Diemer Schaakclub en VAS. Van oorsprong eenbuurtclub (speellokaal het Meerhuis in Betondorp) speeldeWGM I jarenlang of in de 2e klasse KNSB (een 3e klassebestond toen nog niet) of in de hoogste afdeling van deSGA.

‘Er werd met degeldbuidel gerammeld.’

door Piet van der Weide

De bakker, de bri-gadier en bewonerVan Dijk

In de Weteringstraat in Am-sterdam stond een school, eenpolitieposthuis en een winkel-bakkerij. Drie mannen, debakker, de brigadier van hetposthuis en bewoner Van Dijkspeelden ’s middags hun par-tijtje schaak in het posthuis.Al spoedig kwamen ze op hetidee om een schaakclub op terichten. Het hoofd van de school wasCornelis Willem Euwe, de va-der van Max. De initiatiefne-mers vroegen Euwe of hij zijnnaam aan de club wilde ver-binden. Hij gaf toestemmingmaar hij vond het wel vreemd.Het was niet gebruikelijk denaam van een levende schaak-meester aan een club te ver-binden. Wel was er een club‘Lasker’ maar die was toen aleen levende legende. Euwe:(…) “Goed, ik was kampioenvan Nederland, maar nietmeer dan de zoveelste van een

hele reeks nationale kampioe-nen en mijn voorgangers had-den er geen van allen een peet-vaderschap aan overgehouden.Een beetje verlegen was ik danook wel met deze onverdiendeonderscheiding.” (…). Als op-richtingsdatum van ‘Max Euwe’wordt 1 november 1922 aan-gehouden. Midden 1923 werdGerard van Harten lid. Weldrazou hij zich tot motor van declub ontwikkelen en de ver-eniging tientallen jaren leiden.

Clubkampioen van Nederland

Na de oorlog bereikte ‘MaxEuwe’ onder de energieke lei-ding van Gerard van Hartende landelijke hoofdklasse. In1951 culmineerde dit, onderaanvoering van Theo vanScheltinga, in het clubkam -pioenschap van Nederland voorhet VAS en de AmsterdamseSchaakclub (ASC). Euwespeelde toen voor de ASC,waarmee hij in de jaren twin-tig vele keren het clubkam -

pioenschap had behaald. Intus-sen had Van Harten in 1948zijn zilveren jubileum gevierdals bestuurslid van ‘Max Euwe’en werd benoemd tot erevoor-zitter. Euwe had een grote bewondering voor zijn onver-woestbare ijver en doorzettings-vermogen. Hij beschouwdehem als de drijvende krachtvan het in 1934 opgerichteNederlandsch Comité Wereld-kampioenschap Schaken datals voornaamste doelstellinghad Euwe een kans op de wereldtitel te bieden. In 1973zijn de grote verdiensten vanVan Harten erkend door hemtot lid van verdienste van deKNSB te benoemen.Van Harten was trouwens zeeromstreden. Euwe was eengroot bewonderaar, anderenmoesten niets van hem heb-ben. Terug van de man naarde club.

MEMOEen conflict met de KNSB in-zake het financiële beleid leid-de in 1955 tot de uittredingvan de Amsterdamse Schaak-bond uit de KNSB. Voor ‘MaxEuwe’ was dit een slechte zaakwant sterke spelers, zoals VanScheltinga, vertrokken naarclubs die in de landelijkecompetitie speelden. In dezesituatie kwam het zeer gelegendat de schaakvereniging Morphybereid was tot een fusie. Zoontstond in 1962 de nieuwecombinatie met de welluiden-de naam Max Euwe/Morphy.

10

Max Euwe en de man zelfdoor Evert Straat

Olympiade 1954, vlnr Cortlever, Slavenkoorde, Zittersteijn, Van Harten, Euwe

E E N T E R U G B L I K O P E U W E

De nieuwe club deed een goe-de zet door zich weer aan tesluiten bij de KNSB die de af-vallige met open armen ont-ving. Met medewerking vanerelid Max Euwe lukte het omvoor Max Euwe/Morphy eenextra plaats in de tweede klassevan de KNSB-competitie tereserveren. Max Euwe was bereid het eerste bord van denieuwe combinatie te verdedi-gen. Zijn bijdrage leidde er inieder geval toe dat de clubniet gelijk degradeerde. Welverloor hij verrassend een par-tij van W. de Jong (Water-graafsmeer).

Euwe - W. de Jong KNSB-competitie 1963, 2e klasse1.d4 e6 2.c4 f5 3.g3 Pf64.Lg2 Le7 5.Pc3 d5 6.e3 c67.Pge2 Pbd7 8.Pf4 Pf8 9.0-0 g5 10.Pd3 Pg6 11.Pe5Dc7 12.f4 g4 13.Ld2 Ld8

14.b4 Dg7 15.b5 Pxe516.fxe5 Pe4 17.Pxe4 dxe418.bxc6 bxc6 19.Lb4 h520.Ld6 h4 21.Te1 Dh622.Kf2 Lg5 23.Tb1?

Een grove onderschatting vande zwarte aanvalskansen. Juistwas 23.De2 om pion e3 eenextra dekking te geven.23…hxg3+ 24.hxg3 Dh2!Met de dodelijke dreigingTh3. 25.Da4 Ld7 26.Th1Lxe3+! 27.Kf1 Dxg3

28.Txh8+ Kf7 29.Th7+ Kg630.Dc2 Kxh7 31.Tb7 Dh2Onnauwkeurig. Sterker was31…Kg6 32.Txd7 Th8 enzwart wint gemakkelijk. Detekstzet geeft de winst niet uithanden. 32.Ke1 Dg1+33.Lf1 Dg3+ 34.Kd1 Td835.Le7 Dg1 36.Dg2 Dxg237.Lxg2 Lc8 38.Txa7 Txd4+39.Ke2 Lh6 40.Tc7 Td2+41.Kf1 Td7 42.Txc8 Txe743.Txc6 e3 44.Tb6 f4 45.Le4+Kg7 46.Ke2 Tf7 0-1.

Een fraaie prestatie van DeJong, die alleen in clubverbandspeelde en daarom weinig be-kend is geworden. Talent hadhij zeker! En hoe verging hetEuwe verder? Hij stond nogeen remise af aan Rob Faasevan Het Oosten (Haarlem) enwon de overige partijen. Ditwas de laatste bemoeienis vanEuwe met de eerste naar hemvernoemde club.

Diagram 1

� Wit geeft mat in 2 � Wit geeft mat in 2 � Wit geeft mat in 2

� Wit geeft mat in 3 � Wit geeft mat in 3 � Wit geeft mat in 7

S C H A A K P R O B L E M E N

De oplossingen van deze schaakproblemen staan op pagina 48.

door Angelo Spiler

11

12

Een wedstrijd uit 1948

Max Euwe II - Watergraafsmeer I 6½-3½Misdom - Daame 0-1Oordan - Geerts ½-½Ouwens - Ruiselaar 1-0Warminkhuyzen - Holst 0-1Hinkelman - Aalderink ½-½J. van’t Hul - Manuel 1-0Sieverding - Mevr. Vd Veen 1-0Brink - Pielage ½-½Braun - Wittebol 1-0Bakker - Kerbert 1-0

“Dame en heren, het kan enmoet anders, zo gaat het nietlanger”, zo schreef redacteur J.Heynert. Niet leuk voor Watergraafsmeer inderdaad!Fijn voor Max Euwe!

60 Jaar na dato“Wat heeft dit met mij te ma-ken?” zo vraagt u zich af, bijna60 jaar na dato. Welnu, wekunnen een aantal conclusiestrekken: (we hebben het overde fusiepartners van onze hui-dige club EUWE (Max Euwe/Morphy - MEMO - en Water-graafsmeer/US)):1) Max Euwe (opgericht 1922)

was destijds sterker dan dejongere fusiepartner Water-graafsmeer (opgericht

1927). Max Euwe was in1950/51 zelfs landskampi-oen, later overvleugeldeWatergraafsmeer Max Euwe- vooral door sponsoring.Watergraafsmeer verbondhaar naam gedurende eenaantal jaren aan computer-bedrijf DESISCO - voorlo-per van Volmac. Toen desponsor het liet afwetendreven beide clubs als van-zelf in elkaars armen;

2) destijds speelden ze nogmet tientallen.

Jan van ‘t HulWaar het werkelijk om gaat isde Euwe-speler Jan van ‘t Hul.

Jan van ‘t Hul - huisschildervan beroep - was een man metenorme clubliefde, geheel inde geest van de dertiger jarenvan de vorige eeuw, met zijnnadruk op het gemeenschaps-leven, geworteld in een socia-listisch ideaal. Hij overleed ophoge leeftijd en liet na een le-gaat van fl.1000,- aan de club(destijds nog MEMO) - speci-fiek voor het clubblad, datweerspiegelde immers de zielvan de club! Dat bedrag staatnog altijd op de balans (nuvoor 453 euro). We denken almeer dan tien jaar na wat er-mee gedaan moet worden.Het bestuur heeft beslist datdit jaar nog bepaald moetworden of dat bedrag aange-wend wordt voor een specifiekdoel - in overeenstemmingmet het legaat - of dat het aande algemene middelen wordttoegevoegd. Het verledenwerkt door in het heden. Hetis van alle tijden: geld is nodigom een club te laten bestaan,echter: moet het komen uitwinstbejag (sponsoring) of ge-meenschapszin? Die vraag isde nalatenschap van Jan van ‘tHul.

Een hik in detijdmachinedoor Wim Nijenhuis

Dit stuk is verschenen in 2008 in de door Wim verzorgdeonline nieuwsbrief ‘Euwe Online’. Het stuk raakt velezaken aan, van schaakclubs Max Euwe en Watergraafs-meer tot prominenten Wittebol (volgens Helmer Wieringade ‘Eijgenbrood van Euwe’) en Jan van ’t Hul tot socia-lisme en nalatenschap. Het stuk begint met een passageuit een artikel in ‘Watergraafsmeer-Nieuws’, najaar 1948.

Van ’t Hul en Nijenhuis, Wijk aan Zee 1984

E E N T E R U G B L I K O P E U W E

13

Max Euwe en Morphy wordenMEMO

In september 1961 beslotende verenigingen Max Euwe enMorphy te gaan fuseren enwerd de naam Max Euwe/Morphy gekozen. De afkor-ting MEMO was een vondstvan de in 1990 overledenteamleider van het eerste,Wim van der Vecht (de vader

van ons huidige lid Lucy vander Vecht). De fusie was lo-gisch daar beide verenigingenin hetzelfde lokaal speelden,namelijk het onvolprezenschaakhuis aan de Bilderdijk-straat 130. Na verhuizing naarde Obrechtkerk in 1976 be-leefde MEMO zijn grootstebloeiperiode, zowel kwantita-tief als kwalitatief. Van 1978tot 1982 speelden we afwisse-lend in de hoofdklasse en inde eerste klasse van de KNSBen allerlei nu nog bekendespelers speelden voor onzeclub. Ik noem Blees, VanGeet, Pieterse, Andriessen(New in Chess), etc. Het ledental liep toen op tot rondde 130!

MEMO wordt EUWENa de verhuizing in 1985naar de ‘de Lange Pier’ in deVan Hilligaertstraat begonvrijwel meteen de afkalvingvan het ledental. Langzamer-hand werd wel duidelijk datwe zo niet verder kondengaan, bij de laatste ledencon-trole zakte het ledenbestandonder de 50! Toen kwam hettoeval ons te hulp. In januari

1994 moest ons eerste tegenWatergraafsmeer 1 spelen.Terloops kwam een fusie tersprake en beide verenigingenbesloten hierover contact metelkaar op te nemen. De nade-re kennismaking beviel zogoed dat we in no time eenfusieovereenkomst haddenmet als enige probleem denaam. Na veel wikken en wegen is het S.V. Max EuweAmsterdam geworden. Om-dat de naam wat lang is zal declub als EUWE door het levengaan. Ik wens deze nieuwevereniging een mooie toe-komst toe en wil dan ook besluiten met de uitroep:MEMO is dood, leve EUWE!

MEMO is dooddoor Rob Bödicker

De volgende – ingekorte – tekst

schreef Rob Bödicker inseptember 1994 naar

aanleiding van de fusievan MEMO en Water-graafsmeer tot EUWE.

Rob was lid van MEMO sinds de

oprichting in 1962 en MEMO’s laatste

voorzitter.

E E N T E R U G B L I K O P E U W E

Op zolderTussen 1961 en midden jarenzeventig had MEMO zijn club-gebouw in het Schaakhuis,Bilderdijkstraat 130, tussen deKinkerstraat en het Kwakers-plein. ‘De zolder’, zoals hetschaakhuis werd genoemd,was eigenlijk niet zo geschiktom met veel mensen bijeen tezijn. Na tienen was de rook tesnijden, er was namelijk geenventilatie die die naam mocht

hebben; bij brand zouden weallen jammerlijk zijn omgeko-men... Ook de hoogte wasvoor oudere spelers bezwaar-lijk. Elke speelavond tilden 4potige schakers de sterke spe-ler Dick Smorenberg naar bo-ven, 3 steile trappen hoog +een stoepje. Oudere spelerszullen zich deze levenslustigeinvalide nog wel herinneren.Hij stierf in 1987, pas 56 jaaroud. In 1976 liep de huur-

overeenkomst af en werd dehuur zo verhoogd (de zaalbleek verhuurd te kunnenworden als bedrijfsruimte) dathet voor een schaakclub nietmeer op te brengen was.

Bloei in de kerkVrij snel hadden we een nieu-we behuizing gevonden bij de Obrechtkerk (vlakbij hetCon certgebouw), waar wezeer gastvrij zijn behandeld,met speciale lof voor de con-ciërge Pierre uit Sicilië; hierspeelden we op dinsdagavondin 3 zalen. Eind jaren 70, be-gin jaren 80 was de bloeitijdvan MEMO. Toen waren wede grootste vereniging vanAmsterdam en hebben we eenaantal jaren in de Hoofdklasse(thans Meesterklasse) gespeeld.

Helaas raakte de kerk in ver-val en moesten we in 1982uitkijken naar een anderespeelzaal.

14

E E N T E R U G B L I K O P E U W E

Een goede speelzaaldoor Rob Bödicker

Caissa is in de gelukkige omstandigheid te beschikkenover een goede en betaalbare zaal; dat dat van levens -belang is illustreert de geschiedenis van MEMO maarweer eens. Want als men te vaak moet verhuizen, gaatzelfs de bloeiendste vereniging vroeg of laat ten onder.Dit is een overgenomen artikel waarin Rob ingaat ophet verband tussen een goede, betaalbare speelzaal eneen bloeiende schaakvereniging.

Bloei in de Obrechtkerk

‘Bij brandzouden we allenjammerlijk zijnomgekomen...’

‘Elke speelavondtilden 4 potigeschakers Dicknaar boven.’

� Wit speelt en wint � Wit speelt en wint

� Wit speelt en wint � Wit speelt en maakt remise

S C H A A K S T U D I E S

door Aldo van de Woestijne

De oplossingen vandeze schaakstudiesstaan op pagina 48

15

Nieuwe verhuizingenWe kwamen terecht in gebouw‘De Lange Pier’ in de Hilli gaerts-straat (vlakbij sporthal De Pijp).Deze zaal was niet slecht maarkleiner, en elk jaar verloren weper saldo wel enkele leden. In1992 besloot de deelraad ‘DeLange Pier’ te sluiten en bodenons ter vervanging sporthalDe Pijp aan. We vonden dezaal echter niets en gingen opzoek naar een betere zaal. Nalang zoeken konden we vooreen lage huur terecht in hetMontessorilyceum Zuid in dePieter de Hooghstraat (aan dewestkant van de Albert Cuyp).Daar hebben we twee jaar ge-zeten en vergeleken met devorige zalen was de achteruit-gang groot.

SporthallenTe veel verhuizingen naarmindere zalen ging steedsmeer leden kosten en toen weop een goede dag in het sei-zoen 1993/94 tegen US/ Wa-tergraafsmeer speelden, kwamondergetekende, toentertijdvoorzitter, in gesprek met Pietvan der Weide, die vond dat

er veel te veel kleine vereni-gingen waren. We waren hetsnel eens: de twee clubs zou-den er goed aan doen samente gaan. Zo gezegd, zo gedaan.De nieuwe vereniging begonin 1994 als Euwe/Amsterdamin de competitie te spelen. Webetrokken de sporthal aan hetRhijnspoorplein en aanvanke-lijk ontstond een bloeiendevereniging. Helaas moestenwe die hal ook verlaten enkwamen we toch terecht in dezeer matige en vooral sfeerlozespeelzaal van sporthal De Pijp.De deelraad stond erop de zaalzo onaantrekkelijk mogelijk tehouden en zo verloren we eengroot aantal leden. Het kon nietuitblijven dat we een nieuwefusiepartner moesten zoeken.

‘De deelraadstond erop dezaal zo onaan -trekkelijk moge- lijk te houden’

De laatste voorzitter vanEuwe blikt terug op hetlaatste seizoen van een

het roemruchte Euwe. ‘Het deedpijn de club op te doeken’.

Licht uit in de badkamer

In 2008 stond SchaakVerenigingMax Euwe er niet goed voor.Wij speelden op dat momental enige jaren in de SporthalDe Pijp aan de Lizzy Ansingh-straat, alwaar weliswaar eengezellige bar was, maar declubruimte aan een betegeldebadkamer deed denken metcontinue geluidsoverlast vannerveus krassende stoelen. Inhet begin kregen we het regel-matig aan de stok met de be-heerder die vroeg naar huiswilde. Tijdens het uitvlugge-ren van een partij werd doorhem dan gewoon het licht vande zaal uitgedaan. Het opvro-lijken van deze treurige zaalmet wanddecoraties was niettoegestaan.Deze problemen waren over-komelijk, maar het echte pro-bleem was dat de interne com-petitie te sterk was. Nieuweaanwas die het bij ons wildeproberen, vertrok na drie we-ken met evenzovele nullen naarelders. Het beeld ontstond datde Euweleden “niet voor hunplezier speelden”. Wim Nijenhuis verzorgde depittige e-mailbrief Euwe Onlinedie in totaal 593 keer uitkwam.Een belangrijk bindmiddelvoor de club die ook doorniet-leden in heel Nederlandwerd gelezen. Het mocht nietbaten: het ledental daalde jaarop jaar. Ook waren er geenjeugdleden, terwijl we in het

verleden twee zeer talenvollejeugdleden hadden gehad, diebeiden een tweede plaats be-haalden bij de jeugdwereld-kampioenschappen, RobbieHartoch en Roy Dieks.

Spelen op verschil-lende borden

Het bestuur (Abe Willemsma,Paul Janse, Marc Overeem, RobRitzema, Helmer Wieringa)besloot om op verschillendeborden tegelijk te gaan spelen,hoe konden we SV Euwe bin-nen een jaar weer op de railskrijgen? Een jeugdafdelingontwikkelen viel af: het zou telang duren om die op te zettenen het rendement daarvan moestje maar afwachten. Nieuweactiviteiten? We brainstormdenover de gekste dingen zoalshet introduceren van een team-schaaktoernooi waar je elkaarmocht helpen en zelfs het bordvan elkaar mocht overnemen.Nieuwe leden laten winnen?Minder goed idee. Samenwer-ken en fuseren, dat leek nogde beste mogelijkheid. Weschreven vrijwel alle (25) ver-enigingen in Amsterdam aanom na te gaan of samenwer-king mogelijk was. In samen-werking met de gemeente zoch-ten we ook naar een nieuwclubgebouw om een eventueelsamengaan aantrekkelijk te ma-ken voor een fusiekandidaat.

Aansluiting bij CaissaEr waren acht clubs die wel wil-den praten, waaronder Zuker -tort Amstelveen, VAS en Caissa. Caissa viel al snel af: onze voor-stellen werden beleefd aange-hoord maar vriendelijk afge-wezen.

Met de andere tweewerden voorstellen uitgewerktdie we op een bijzondere le-denvergadering voorlegden aande leden; zij werden uitgeno-digd om zelf ook voorstellente doen. Op de valreep kwamGertjan van der Hoeven methet voorstel om toch nog eenscontact op te nemen metCaissa. Dit voorstel kreeg dui-delijk de meeste stemmen.Het bestuur concludeerde datSV Euwe zich maximaal flexi-bel moest opstellen: het werdeen voorstel om simpelwegaan te sluiten bij Caissa. Naeen succesvolle kennismakings-bijeenkomst van besturen enledenvertegenwoordiging wer-den spijkers met koppen ge-slagen. Bij SV Euwe stemde92% voor het voorstel om aante sluiten, bij Caissa stemden33 leden voor en 22 tegen hetopnemen van SV Euwe. Dehuiver van de tegenstemmerswas begrijpelijk: zomaar zestigdolende zielen erbij die mis-schien niet eens voor hun ple-zier speelden; en het ging tochgoed zo...

2022Het deed pijn om een club -opgericht in 1922 - op te doe-ken, maar we mogen blij zijnmet het uiteindelijk resultaat:de grootste club in Nederland,een sterke eerste-klasser metervaring in de Meesterklasseen van integratieproblemen isnooit iets vernomen. Caissa,gefeliciteerd met het 60-jarigejubileum; misschien moetenwe in 2022 al het honderdja-rig bestaan vieren!

16

C A I S S A E N E U W E S A M E N

Het laatste seizoenvan Euwedoor Helmer Wieringa

Een rustige start?In september 2006 nam ikhet voorzittersstokje van LeoOomens over. Op dat momenthadden we net de perikelen vanhet zoeken naar een nieuwelocatie achter de rug. Althans,zo dacht ik. We moesten na-melijk uit het Oranjehuis, onzevertrouwde locatie waar wesinds 1963 in zaten. Gelukkighadden we twee alternatievelocaties gevonden: Huize Lydiaen het ROC (Regionaal Op-leidingsCentrum) in de Donge-straat. Tijdens de ALV van 5september 2006 (ik was dusnet voorzitter) stemde een

overgrote meerderheid van deleden voor het ROC, dus datwerd het. Helaas kregen wekort daarop te horen dat hetROC toch niet beschikbaarwas. Dat zorgde dus ineensvoor enorme stress. Ik had mehet begin van het voorzitter-schap anders voorgesteld...

Appelwangige SusanWe hebben toen kunnen rege-len dat we tot januari nog inhet Oranjehuis mochten blij-ven. Tegelijkertijd is er hardgezocht naar een vervangendelocatie. Die werd op korte ter-mijn gevonden en per 1 janu -ari 2007 speelden we in hetAfrikahuis.

Een locatie met een ‘bijzonde-re’ sfeer: donker, met veel be-ton en een laag plafond. Ombinnen te komen moest je eenbetonnen trap af, iets dat Johanvan Hulst iedere week met ge-vaar voor eigen leven deed. Ikhield mijn hart vast... We ble-ven dus doorzoeken naar een

betere locatie, en toen kwamHuize Lydia weer ter sprake.Helaas zou dat betekenen datde contributie omhoog moestwegens de hogere huur en hetfeit dat we de bar niet meer ineigen beheer zouden hebben.Bij de ingelaste ALV van 22mei 2007 stemden de ledengelukkig toch voor deze nieu-we locatie. Vanaf het seizoen2007-2008 spelen we daar, endat heeft ons geen windeierengelegd. Het was wel erg jam-mer dat we hierdoor afscheidmoesten nemen van onze ap-pelwangige bardame Susan,die ons jaren van de nodigeversnaperingen had voorzien.

17

C A I S S A E N E U W E S A M E N

Spannende gebeurtenissendoor Dennis Breuker

De voorzitter van Caissa van 2006 - 2010 laat zijn lichtschijnen over het samengaan van Caissa en Euwe en andere spannende gebeurtenissen tijdens zijn voorzitter-stermijn.

Het donkere Afrikahuis

Appelwangige Susan met meer-voudig clubkampioen Niek Narings

C A I S S A E N E U W E S A M E N

Het voorstel van Euwe

Hierna kreeg ik het als voor-zitter wat rustiger, totdat schaak-vereniging Euwe ineens contactmet ons zocht. Op 7 novem-ber 2008 had Euwe veel clubsin Amsterdam aangeschrevenmet het idee om te fuseren.Hoewel Caissa geen enkele re-den had om hierop in te gaan(het ging hartstikke goed metde club) besloten we toch tepraten, onder het motto “pra-ten kan altijd”. Op 15 decem-ber 2008 hebben Hugo vanHengel en ik gesproken metHelmer Wieringa en Abe Willemsma. Dat gesprek heefttoen geen vervolg gekregenomdat een fusie geen enkelvoordeel voor Caissa zou heb-ben.In maart 2009 had Euwe eeningelaste ledenvergaderingwaarin gestemd zou wordenover fusie-opties (met Amstel-veen of VAS, geloof ik). Tijdensdie vergadering is een lid vanEuwe met het voorstel gekomenom toch nog eens bij Caissa teinformeren. Dit keer niet omte fuseren, maar om op tegaan in Caissa. Dat voorstelbleek grote bijval te krijgen en

zo kon het gebeuren dat ik 31maart 2009 werd gebeld doorHelmer om informeel hieroverte spreken. Daarna heb ik ditmet het bestuur besproken, en- om een lang verhaal kort temaken - uiteindelijk hebbenbeide verenigingen op een in-gelaste ledenvergadering overdeze kwestie gestemd.

Verhitte vergaderingDe vergadering bij Euwe (11juni 2009) verliep soepel. Uit-eindelijk was 91% voor hetopgaan in Caissa - 43 voor, 4tegen. De vergadering bij ons(16 juni 2009) verliep minder

soepel. De emoties liepen somshoog op. Er waren leden diepertinent tegen waren. Hetviel me op dat veel bezwarenop gevoelsniveau lagen. Erwerd gesproken over cultuur-verschil en zelfs ook door ie-mand over “sfeer bederven”.Dit soort bezwaren kwamenveelal van leden die ooit (meer

dan tien jaar geleden) bijEuwe of zelfs MEMO haddengeschaakt. Andere bezwarengingen over de grootte van declub (“een reus op lemen voe-

ten”). Ik had dit negatievesentiment van tevoren andersingeschat. Ik wist wel dat ertegengeluiden waren, maardacht dat die van een enkelingkwamen. Maar ook de voor-standers lieten zich niet onbe-tuigd. Bijvoorbeeld: Caissagroeide al bijna uit de boven-zaal, en met de komst vanEuwe zou de benedenzaal er-bij gehuurd kunnen worden.Dat zou voor de jeugd ookeen enorm voordeel zijn. Enook: hoe meer zielen, hoemeer vreugd. De stemmingleverde uiteindelijk het vol-gende resultaat op 60% wasvoor het opgaan van Euwe inCaissa (33 voor, 22 tegen). Ikhad dit percentage graag hogergezien, maar het was niet anders.

Huize Lydia volgens Joseph Segaran

‘De emotiesliepen hoog op’

‘De voorstanderslieten zich ookniet onbetuigd’

18

ClubculturenDat betekende dat dit samen-gaan niet zonder slag of stootzou gaan. Ook zag het bestuurhet gevaar in van twee bloed-groepen. Er komt ineens eengrote groep schakers bij de albestaande club, en dat moettoch goed samengaan. Er moetgeen botsing komen van club-culturen. Hierop besloot hetbestuur om een introductie-commissie met Caissa- en Euweleden in het leven te roe-pen. Deze bestond uit OlafEphraïm (voorzitter), Dickvan Dam, Francis Lesman,Gertjan van der Hoeven,Matthijs de Feber en SanderTigelaar. Deze commissie hadals doel: “Een soepele over-gang van een grote groepnieuwe leden afkomstig vanEuwe en het zorgen van eensnelle kennismaking van henmet Caissa en vice versa. Cais-sa moet een grote bloeiendevereniging blijven waar sterkeen zwakke spelers met plezierschaken en waar niet betaaldwordt om voor de club te spe-len.” De introductiecommissiebegon het nieuwe seizoen meteen kennismakingsavondwaarop in duo’s tegen elkaarwerd gespeeld en zoveel mo-gelijk duo’s bestonden uit eenCaissa-speler en een ex-Euwe-speler. Dit toernooi was eengroot succes en een mooi be-gin van een bloeiende synergie.

SmoelenboekWe zijn nu anderhalf jaar ver-der, en hoe staat het ermee? Ikvind dat het opgaan van degrote groep ex-Euwe mensenin Caissa goed is verlopen.Natuurlijk was het in het be-gin even wennen. De eersteclubavond hadden we meerdan honderd personen! Dat isandere koek. De twee speelza-len zijn altijd goed gevuld.Wat ik heb gemerkt is dat ereen rustige zaal is (de beneden-zaal), en een wat levendigerezaal (de bovenzaal, met debar). En ik heb het idee datiedere schaker zijn eigen voor-keur heeft voor een zaal. Zospeel ik zelf liever boven. Dedrukte na 23:00 uur neem ikdan maar op de koop toe. Deinterne loopt als een trein, erzijn hierdoor zelfs veel nieuweleden bijgekomen. De groottevan onze vereniging betekentwel dat niet iedereen elkaar

meer persoonlijk kent. Regel-matig hoor ik nog een schakervragen hoe zijn tegenstanderer uitziet. Wat dat betreft zouhet fijn zijn als het smoelen-boek online wordt gezet, want

er ligt al wel iets op dit gebied.Verder merk ik weinig vantwee groepen (of drie: EEEE-EENHOOOORN!!).

VrijwilligerDe synergie is zelfs zo goedgeslaagd dat menig ex-Euwespeler meteen vrijwilliger isgeworden (denk aan topjeugd-trainer Gertjan van der Hoe-ven, interne wedstrijdleiderRob Ritzema en secretaris Abe Willemsma). Kortom, deintroductiecommissie heeftzichzelf kunnen opheffen endat is inmiddels allang gedaan.Wat me wel opvalt is dat heteerste seizoen de externeteams (heel bewust) gemengdwaren, en dat dat in het hui-dige seizoen minder het gevalis. Als ik naar de KNSB-teamskijk (die maak ik het meestvan dichtbij mee): Caissa 1 isgemengd, maar Caissa 2 en 4zijn voornamelijk ex-Euweteams, en Caissa 3 en 5 zijnvoornamelijk oud-Caissateams. Of dit erg is, weet ikniet. Kijken hoe dat volgendseizoen zal zijn.Al met al waren het soms roe-rige en spannende tijden. In-teressant om mee te maken,dat zeker.Het stokje heb ik in septem-ber 2010 doorgegeven aanHugo van Hengel. Ik hoopdat hij het wat rustiger zalhebben dan ik.

19

C A I S S A E N E U W E S A M E N

Levendige bovenzaal Rustige benedenzaal

‘Hoe ziet mijntegenstander er uit?!’

Op een mooie avond inmei was er een bijzon-dere ALV van Caissa.

Daar moest worden beslotenover het opgaan van Euwe inCaissa. Dat besluit kwam erniet zomaar, er ging een lang-durige en emotionele discussieaan vooraf. Dat verbaasde mij,naïef in Amsterdamse schaak-onderonsjes, nogal.

Heidense rituelenIn een pauze waarin de gemoe-deren tot bedaren moestenkomen begon ik eens wat na-vraag te doen. “Bij Euwe heb-ben de leden geen namen, al-leen ratings”, zei iemand. “Ja,en aan de bar worden de ratingsvan 1700 en lager pas geholpenals de hogere ratings voorzienzijn”, wist een ander. “Eendrankje halen? Het gebeurtdaar regelmatig dat na terug-komst van de bar dat je danineens een stuk kwijt bent. Denotatie is zelfs al tot dat doeldoor zo’n ratinglijder bijgewerkt”,zei een Caissaan die zich bijmijn groepje voegde. “Of hetbord is gewoon omgedraaid,in plaats van een winststellingsta je plotseling verloren”, zeide eerste. Hij keek om zichheen en ging fluisterend ver-der. “Enne, ik heb gehoorddat de KNSB-teams van Euwevoor een wedstrijdronde ge-heime bijeenkomsten in duis-tere gewelven hebben waarbijtijdens oude heidense rituelenop een levensgroot schaakbordeen wit paard op f7 geofferdwordt, en dat er ook wel eensop h2 een zwarte dame...”“We beginnen weer!” schalde desonore stem van de voorzitter,vol gloedvolle warmte vermengdmet strenge doch rechtvaardigeautoriteit door de zaal.

InquisitieVerward ging ik zitten. Kon-den wij zo’n belangrijk besluitwel in een avond nemen? Wasik niet moreel verplicht viaeen discrete bommelding uit-stel te regelen voor de club diehaar hoofd onwetend in destrop dreigde te steken? Hetwas te laat, er werd al gestemd.Het voorstel tot opname vanEuwe in Caissa werd met eenkrappe meerderheid aan geno-men. Ongetwijfeld zou EuweCaissa vernielen, zoals ooit deGothen met Rome gedaanhadden. Wat konden wij anders verwachten?Maar kijk, het viel in de prak-tijk reuze mee. De voormaligeleden van Euwe bleken gewoonnormale, vaak aardige mensente zijn die wel veel van schakenmaar niet allemaal van appel-taart houden, ongeveer zoalsde mensen die al lid warenvan Caissa. De angsten warenvoorbarig en overdreven ge-weest. De integratiecommis-sie, door het bestuur op sluweOrwelliaanse wijze ‘Introduc-tie Commissie’ genaamd, eensoort mengeling van Polit Bu-reau, Stasi en Spaanse Inquisi-tie waar ik uit voorzorg in wasgaan zitten, hoefde feitelijknooit enige opstand van bete-kenis met harde hand neer teslaan. Een enkele fusillade te-gen de muur van het Tuinhuiszorgde voor genoeg afschrik-wekkende werking.

Caissa World.comLaten wij nu eens subjectiefnaar het samengaan kijken.Caissa is veel groter geworden.Het gevolg hiervan is dat deinterne competitie veel sterkergeworden is, ook door eenaanzuigende werking naar

andere clubs. Een nadeel vindik wel dat de interne meer enmeer op een open toernooilijkt met toch een wat minde-re sfeer als gevolg. Door hetaantal deelnemers speel je min-der vaak tegen dezelfde men-sen, hetgeen jammer is. De externe teams hebben voorals-nog niet geprofiteerd van hetsamengaan: weliswaar is deMeesterklasse bereikt maarrealistisch gezien zal na dit sei-zoen het aantal KNSB teamshetzelfde zijn maar voor eendeel in lagere klassen dan Caissaen Euwe speelden.Veel lof verdient het vorige enhuidige bestuur voor de wijzewaarop het samensmelten gemanaged en begeleid is. Eninmiddels wordt ook het MaxEuwe Centrum en de SGAdoor Caissanen beheerst. Enwaarom zou het daarbij blij-ven? Hierna wacht de KNSB,die na overname zal wordenomgedoopt in Caissa Neder-land. Uiteraard is dit slechtseen tussenstation op weg naarde FIDE. Na inlijving zal dezeCaissa World.com heten. In-tergalactische expansie wordtvoorzien, maar niet voor 2020.

20

C A I S S A E N E U W E S A M E N

Staan we samen sterker?door Olaf Ephraïm, voorzitter van de Introductie Commissie

ReferentiesIn de diverse rubrieken betref-fende het jubileum zijn devolgende referenties gebruikt -aanvullend op de kennis vande Caissa-leden zelf.

[1] CAISSA WEBSITE ARCHIEF,WWW.CAISSA-AMSTERDAM.NL;BREUKER, OSTERWALD E.V.A.

[2] EUWE WEBSITE ARCHIEF,WWW.XS4ALL.NL/~WIMNIJ/EUWE/MAXEUWE.HTML; NIJENHUIS E.A.

[3] KNSB WEBSITE, WWW.SCHAAK-BOND.NL/WEDSTRIJDSCHAAK/KNSB-COMPETITIE

[4] DE SCHAKELING, US-SCHAKENJUBILEUMNUMMER, JANUARI1993; WESTERA E.A.

[5] SCHAAKNIEUWS VAN DESISCO-WATERGRAAFSMEER, 50 1927-1977; WITTEBOL E.A.

21

T E R Z I J D E W O R L D W I D E W E B

Sinds ongeveer 2006 benik bij de website betrok-ken. In 2007-2009 is de

website twee jaar in beheer geweest bij Bert Gijsbers, hijheeft gezorgd dat de websiteover ging naar het huidigecontent managementsysteem(Joomla). Hij heeft ook eenredesign aan de website gege-ven in 2007. Midden 2010kwam de huidige website on-line. Het is bedoeld als inter-actieve website waarop ieder-een artikelen en commentarenkan achterlaten en ik ben blijdat daar ook veel gebruik vangemaakt wordt.

Artikelen plaatsenEen aantal mensen op de clubis inmiddels zeer handig methet systeem en die mensenplaatsen veel artikelen, maarhet ontwerp is zo dat hetplaatsen van een artikel rede-lijk eenvoudig gedaan moetkunnen worden door een ie-der die enig gevoel voor inter-nettechnologie heeft. Wat vaak wat lastiger is, is ompartijen op de website te krij-gen. Zeker in de veelgebruiktebrowser Internet Explorerwerkt dat niet altijd zoals ge-wenst. Dat is helaas niet een-voudig op te lossen, dus daarzullen we omheen moetenwerken. Mocht u zelf er niet

uitkomen, schroom dan voor-al niet om voor het plaatsenvan artikelen of partijen eenberoep te doen op de groepmensen die vaker artikelen enpartijen geplaatst hebben. Ukunt deze artikelen en/of par-tijen (liefst in PGN) mailennaar: [email protected].

Mede-webmasterMocht u nog vragen of op-merkingen over de websitehebben, dan hoor ik dat na-tuurlijk graag. Ik heb gedu-rende het afgelopen seizoenaardig wat ideeën en adviezengekregen van mede-Caissanen.Die worden allemaal gewaar-deerd, maar ik heb niet heelveel tijd om ze ook allemaal

toe te passen. Zo af en toe zietu dus iets gewijzigd aan dewebsite om te proberen te zor-gen dat de website actueel enhandig blijft om te gebruiken.Ik ben nog op zoek naar eenmede-webmaster die ook han-dig is met code en/of Joomlaom de taken een beetje te ver-delen en te zorgen dat er altijdeen back-up persoon aanwezigis, ook als ik bijvoorbeeld opvakantie ben. Voelt u zich ge-roepen? Laat mij maar weten.

De website van Caissa Amsterdam is inmiddels bijna15 jaar oud. De start is inmiddels zo lang geleden datik persoonlijk niet weet hoe het gestart is, dat was voormijn tijd bij Caissa. Ik vermoed dat de site gestart isdoor John Könst (maar mogelijk dat andere leden daarmeer over weten). Vanaf 1998 is de website een hele tijddoor Dennis Breuker onderhouden. Dennis heeft veelgedaan aan het redesign van de website en gezorgd datde site de uitstraling kreeg die past bij een club als Caissa.

Over de Caissawebsitedoor Sander Tichelaar

ArchiefAanvulling redactie: in het kadervan het jubileum is het ook inte-ressant om te weten dat er eenuitgebreid archief te vinden is opde website, o.a. van oude clubbla-den. Zelfs het allereerste nummer(november 1951) staat er op! -met dank aan onder anderenDennis Breuker en Elwin Oster-wald. Voor diegenen die geïnte-resseerd zijn in de historie vanEuwe is er ook nog het door WimNijenhuis beheerde archief vanEuwe op www.xs4all.nl/~wimnij/euwe/archief.html.

T E R Z I J D EE E N F O T O VA N E E N M O O I E D A G

Het in het niet eens zo verreverleden met schaar, potlood enpapier vervaardigen van titelbla-den heeft vele miskleunen opge-leverd, maar ook evenzovele on-geëvenaarde hoogstandjes. Doorhet tonen van een aantal hoog-

tepunten uit het oeuvre van hetclubblad van MEMO - eenvou-dig MEMO geheten - en hetclubblad van US - De Schake-ling - brengen we hier een eer-betoon aan het hand gemaaktetitelblad.

Oude titelbladendoor Eric Coppoolse

Het titelblad van ons clubblad ziet er prachtig uit. Mooilogo, suggestieve foto, pakkende teksten. Daar is over nage-dacht en we zouden het niet anders willen. Toch is er in al het tegenwoordige digitale geweld wat verloren gegaan, en dat is: ambachtelijk vakmanschap. Of nee, eigenlijk juist het tegenovergestelde: ambachtelijkeimperfectie.

23

De zon brandt onbarmhartig neer op hetVondelpark. Het is zaterdag, begin van demiddag, en het grasveld rondom de Grote

Vijver ligt vol met mensen. Het is zo warm, datéén jongen zelfs verkoeling heeft gezocht onder defontein in het midden van de vijver - het waterkomt daar overigens maar tot net boven zijnknieën. Overal zie je lichamen, veel mooie licha-men, ook minder mooie, maar vooral blote licha-men - in deze hitte is elk kledingstuk teveel.Daarom is het des te opmerkelijker dat er in deverte een dichtbehaarde bruine beer komt aange-fietst.Waar je normaal gesproken grote paniek zou ver-wachten bij de verschijning van een bruine beerin het Vondelpark, overheerst hier merkwaardiggenoeg de hilariteit. Begeleid door gefluit en gejoelrijdt de beer voorbij de Grote Vijver en slaatrechtsaf de Jacob Obrechtstraat in. Doelgerichtmanoeuvreert hij door de statige straten van Oud-Zuid. Uiteindelijk slaat hij aan het einde van deVan Bronckhorststraat weer rechtsaf en zet zijnfiets in het fietsenrek van Huize Lydia - de thuis-haven van schaakclub Daphnis.

‘Hé daar heb je Tinus!’ ‘Tinus!!!!’ Meteen dromteen groepje lachende kinderen om de bruine beerheen, die net zijn kop heeft afgezet. Daaronderblijkt inderdaad het rode, oververhitte hoofd vanTinus te zitten. Zijn haren zijn drijfnat en plak-

ken langs zijn gezicht, het zweet loopt in straaltjesvia zijn nek zijn berenlijf in. “Raaaahhhhgrrrrr”,gromt Tinus en maakt voor de grap met zijnklauw een slaande beweging, die kleine Tim volin zijn gezicht raakt. Kleine Tim kijkt hem evenverbaasd aan en rent vervolgens huilend HuizeLydia in. “Ja sorry jongens”, mompelt Tinus. “Ongelukje...Gaan jullie maar weer verder met schaken, ik gawel even naar Tim toe”. Toch een beetje ge-schrokken gaan de kinderen weer verder waarmeeze bezig waren. Er is een levensgroot schaakbordmet stukken zo groot als de kinderen zelf, en inhet plantsoen voor huize Lydia wordt condi-chessgespeeld: een combinatie van schaken en hardlo-pen waarbij de schaakklok vele meters verwijderd

is van het schaakbord - na elke zet moet er eensprintje getrokken worden naar de klok en weerterug naar het schaakbord. Als Tinus de trap op-loopt naar de ingang, hoort hij de kinderen alweerlachen - uit zijn ooghoeken ziet hij hoe ze de Klapvan de Bruine Beer nadoen... Hij zet zijn beren-kop weer op.

In de gang naar de speelzaal hoort hij al het ge-zwollen stemgeluid van Brobbels, de gewichtigevoorzitter van de club - Tinus schat hem op min-stens 150 kilo. Brobbels zit midden in zijn toe-spraak. “Dus u ziet, waerde clubgenoten, dat wekosten nog moeite hebben gespaerd om van dezejubileumviering - 60 jaar mensen, 60 jaar - eendoorslaend succes te maeken!” Zijn parmantigesnor krult van trots een beetje omhoog. “Maar laatons nu in gedachten weer retourneren naer de bo-venzael, de zael waar u allen zich thans bevindt.Alhier is - in tegenstelling tot de benedenzael - deplaats voor luidruchtig vertier.” Tinus weet watBrobbels bedoelt. In de benedenzaal wordt eenschaaksimultaan gegeven door het gewaardeerdeclublid èn schaakgrootmeester Twinkel; bovendienis er een blindsimultaan - grootmeester Stellwa-gen speelt zonder bord of stukken te zien tegenvier Daphnis-spelers tegelijk. Tinus weet wat eenenorme concentratie dit vergt - stilte is noodzake-lijk. Brobbels vervolgt: “Hier boven spelen we gong-schaek; telkenmaele wanneer deze gong geluidwordt, dient u een zet uit te voeren. En op het po-dium boven de gong... Ah, daar is hij net! De beer!Tinus, kom toch naer voren! Waerde aanwezigen,op het podium kunt u schaeken tegen onze eigenbeer, Tinus! En bij winst eet hij u niet op,” Brob-bels’ snor krulde weer op van plezier, “nee, u krijgtzelfs een aerdigheidje van hem. Tinus, neem je plaetsmaer in!”

Applaus klinkt op, weer gejoel. Met een menge-ling van trots en gêne baant Tinus - alias de BruineBeer - zich een weg naar voren. De opmerkingenzijn niet van de lucht... “Tinus, wat zie je er goeduit vandaag!” (Iris) “Ben je vergeten je te scheren?”(Nijlpaard). Enzovoort. Hij speelt het spel mee enheft zijn voorpoten dreigend op naar de dichtst-bijzijnde grappenmakers. Tinus beklimt het po-dium en gaat zitten achter de centraal op hetpodium geplaatste tafel met schaakbord. Hijhoopt wel een beetje dat zijn berenpak indrukmaakt op zijn tegenstanders, want als hij verliestheeft hij een probleem. De ‘aerdigheidjes’ die hijzou meenemen liggen namelijk nog bij hemthuis...

‘… het zweet loopt instraaltjes via zijn nek

zijn berenlijf in.’

T E R Z I J D E F E U I L L E T O N

door

Eri

c Cop

pool

se

Deel 4: Jubileum!

24

De geschiedenis van CaissaCaissa vindt haar oorsprong in een omvang-rijk gedicht van 658 regels genaamd ‘Scacchia,Ludus’, gepubliceerd in 1527 door de Italiaansebisschop Hieronymus Vida, waarin eenschaakpartij tussen Apollo en Mercurius beschreven wordt. In dat verhaal stuurde devader der goden na afloop van de partij eennimf naar de mensen om hen te leren scha-ken. Een naam had deze nimf toen nog niet.Ongeveer 200 jaar later pakte de Engelserechtsgeleerde en oriëntalist Sir WilliamJones (1746 - 1794) de draad weer op. DezeSir William kende al op jonge leeftijd het gedicht van Vida, op basis waarvan hij als 17-jarige een tweetal nieuwe gedichten schreef.Hierin gaf hij de nimf de naam Caissa, endaarmee schonk hij de schaakwereld haar‘godin’.

The Game at Chess; a PoemTot zover de woorden ‘uit betrouwbare bron’.Om Caissa nu uit eerste hand te leren kennen,richten we ons op het gedicht The game atchess van Jones, waarin Caissa het levens-licht ziet. Het gedicht is lang (330 regels!) enmoeilijk te volgen, dus het wordt in een aan-tal fragmenten doorlopen.Het verhaal begint idyllisch. Op een mooiedag in een prachtig bos vol onschuldige maarsexy nimfen besluiten Delia en Sirena, zelfook nimfen, een spel te spelen. De muziekvan Purcell klinkt tussen de regels door.

In artful contest let our warlike trainMove well-directed o’er the field preside: No prize we need, our ardour to inflame; We fight with pleasure, if we fight for fame.

Maar welk spel? Het schaakspel natuurlijk!Dat is in ieder geval de keuze van Daphnis,zoon van de god Hermes, die tussen de al die prachtige nimfen leeft en lieft. (Terzijde:zoveel geluk is natuurlijk niemand gegund,zeker niet in de Griekse mythologie. Later zalde arme Daphnis versteend worden door eenjaloerse nimf omdat hij vreemdgaat met eenstervelinge).

He rose, and on the cedar table plac’dA polish’d board, with differing colours grac’d; [...]Then from a chest, with harmless heroes stor’d, O’er the smooth plain two well-wroughthosts he pour’d;

Maar voordat er gespeeld gaat worden, zingende nimfen eerst het verhaal van Caissa en deoorsprong van het schaakspel.

A lovely dryad rang’d the Thracian wild, Her air enchanting, and her aspect mild: To chase the bounding hart was all her joy, Averse from Hymen, and the Cyprian boy; O’er hills and valleys was her beauty fam’d, And fair Caissa was the damsel nam’d.

T E R Z I J D E H E T O N G E R I J M D E

Caissa, wie ben je?door Eric Coppoolse

De levensloop van de naamgeefster van onze club is voor velen in nevelen gehuld. Op zich is dat heel toepasselijk voor een godin, maar nu heeft u de kans haar beter teleren kennen. Als u een tipje van de sluier opgelicht wilt zien - als u het aandurft! om

zich een moment te wentelen in haar goddelijke aangezicht, leest u dan verder.

Kort samengevat: Caissa is een nimf en boven-dien een ontzettend lekker wijf. De oorlogs-god Mars ziet haar dus wel zitten.

Mars saw the maid; with deep surprize he gaz’d, Admir’d her shape, and every gesture prais’d: His golden bow the child of Venus bent, And through his breast a piecing arrow sent.

Maar zoals het een keurig meisje betaamt,moet ze zo’n ruwe, oorlogszuchtige klant niet,ondanks zijn aandringen.

Soon to the nymph he pour’d his tender strain; The haughtly dryad scorn’d his amorous pain:He told his woes, where’er the maid he found, And still he press’d, yet still Caissa frown’d;

Mars gaat vervolgens een beetje mokken bijeen stroom pje. Gelukkig heeft de daar reside-rende naiade (waternimf) goede raad. Ze adviseert hem een spel met haar te spelendat zijn zachte kant laat zien, zonder zijn wareaard te verloochenen. Een oorlogsspel dus,maar dan wel een oorlogsspel gelijk Kunst!

With gentle art thy martial look beguile; Be mild, and teach thy rugged brow to smile. Canst thou no play, no soothing game devise; To make thee lovely in the damsel’s eyes?[...]Kind nymph, said Mars, thy counsel I approve; Art, only art, her ruthless breast can move.

Gelukkig kan Euphron, onder stervelingen bekend als Sport, hem daarbij helpen. Hijgeeft Mars het schaakspel!

He fram’d a tablet of celestial mold, Inlay’d with squares of silver and of gold; Then of two metals form’d the warlike band, That here compact in show of battle stand; He taught the rules that guide the pensive game, And call’d it Caissa from the dryad’s name.

Het vervolg laat zich raden. Mars vermomtzich als faun, en speelt een potje schaak metCaissa. Ze vindt het hartstikke leuk, en krijgtzelfs begrip voor de oorlogszuchtige Mars.Hoe heeft ze hem zo onaardig kunnen behan-delen?

He took the figure of a wanton faun, And stood before her on the flowery lawn; Then show’d his tablet: pleas’d the nymphsurvey’dThe lifeless troops in glittering ranks display’d; She ask’d the wily sylvan to explainThe various motions of the splendid train; With eager heart she caught the winning lore, And thought ev’n Mars less hateful than before; “What spell,” said she, “deceiv’d my carelessmind? The god was fair, and I was most unkind.”

Dan presto! verandert de faun weer in Marsen Caissa valt alsnog voor hem. En ze leefdennog lang en gelukkig! - of in ieder geval totMars’ volgende verovering.

The dryad blush’d; and, as he press’d her, smil’d, Whilst all his cares one tender glance beguil’d.

Nu de oorsprong van het schaakspel bekendis, wordt er begonnen met schaken. Dat duurtnog een kleine honderd regels, waarbij Deliauiteindelijk de partij wint. Maar eigenlijk is ie-dereen de winnaar, aangezien ze allen heb-ben mogen meedelen in de schoonheid vanhet schaakspel!

She smil’d; the nymphs and amorous youthsarise, And own that beauty gain’d the nobler prize.

Caissa, wie ben je?We zijn zo bij het einde van het gedicht aan-geland, en ook het einde van dit stuk nadertmet rasse schreden. We hebben een glimpvan de jonge Caissa opgevangen, maar nuheeft ze zich weer teruggetrokken achter haarsluier. Wat hebben we eigenlijk gezien, wetenwe nu wie zij is? Hoewel zeker verhevenboven gewone stervelingen, blijkt ze in iedergeval niet de schaakgodin waar ze vaak voorgehouden wordt. Zij wikt niet, beschikt niet.Eerder is ze zoals wij, gewone schakers - eenliefhebber, verleid en betoverd door hetschaakspel. Ze is beter dan een godin, ze is één van ons.

25

[Caissa de godin

26

Zelfportret 1 Mensen vragen me wel eens:lid van verdienste, hoe wordje dat? En dan weet ik eigen-lijk niet wat ik moet zeggen.Het overkomt je eigenlijk ge-woon. Nergens op gerekenden dan toch opeens… danben je het. Nu moet ik welzeggen dat zoiets niet voorniks gaat. In mijn geval heb ikhet clubblad vier jaar lang ver-zorgd. Blijkbaar tot tevreden-heid van de clubbobo’s toen-tertijd. Tijdens het draaiendhouden van het clubblad leerje geleidelijk aan ieder clublidkennen. Je houdt dan rekeningmet hun eigenaardigheden,hun gevoeligheden, je smeert

af en toe wat stroop want hetgaat maar om één ding: eenbijdrage aan het clubblad. Dehuidige redactie vraagt omeen prestatie en laat ik dit danmaar als mijn mooiste presta-tie noemen (afgezien van dieene keer in de jaren ’90 dat ikvijfde werd in het wielerkam-pioenschap van Amsterdambij de liefhebbers).In die jaren deed ik verslagvan de belangrijkste ontwik-kelingen in ons clubleven.Toen ik begon in 1998 speel-de het eerste van Caissa in detweede klasse van de KNSB.Errit Petersma begeleidde ‘zijnjongens’, hij was tevens hunmental coach en als iemand

opeens naar New York moestom als schaker de kost te ver-dienen of moest handballenin de Zaanstreek, dan was hijniet te beroerd om zelf plaatste nemen achter het bord.Nergens bang voor. Hij werdopgevolgd door Gerard Rilldie de leiding van het teamferm ter hand nam. Beruchtwerd zijn Rill-drill. Veel suc-ces had hij niet. Ontgoocheldverzuchtte hij in maart 1999:‘Het interesseert ze geen reet!’Toen ik in 2002 mijn laatstenummer samenstelde degra-deerden de heren van het eer-ste naar de tweede klasse.Het waren de jaren waarin decontroverse rond het roken al-lerwege tot scheuringen in al-lerlei clubs leidde. Bij Caissaniets van dat al. Op zeer be-daarde wijze smoorde FransOranje toen alle opwinding.Het poldermodel werd ookbuiten de landsgrenzen gezienals een benijdenswaardige ma-nier van probleemoplossingen al polderend hield Fransmoeiteloos de boel bij elkaar.Niet meer dan één Caissaanverliet in opgewonden toestandde algemene ledenvergadering.Hij beweerde nooit meer eenstap in het clublokaal te zullen

Wie wás die schaker?Jubileumprijsvraag

door Wim Suyderhoud

Een alternatieve Wie is die schaker? dit keer. De ereledenJohan van Hulst en Frans Oranje en leden van verdiensteJeroen Hoogenboom, Tony Lith en Dennis Breukerschreven voor het jubileumnummer van CN een zelf-portret en stuurden een jeugdfoto in. Aan u, lezendeleden van het jubilerende Caissa, de schone taak om denamen van de schrijvers te raden en te matchen met dejuiste foto, bijvoorbeeld: 1/Johan van Hulst/Foto D.Onder de juiste inzendingen wordt een schaakboeken-bon verloot, mits zij in het bezit zijn van de redactievoor de volgende deadline van CaissaNieuws (CN428).Die deadline wordt bekendgemaakt via de site.

C A I S S A N E N

zetten en in theoretisch opzichtis dat ook wel zo gebleven. Derust leek weergekeerd, maar watlater gooide een groep JongeTurken onder leiding van Ge-rard Rill en Robert Kikkert deknuppel in het hoenderhok.Alles moest anders! Weg metde gezapigheid! Het leek weleen generatieconflict. De eisenwerden minzaam aangehoord,er werd ook wel gehoor aangegeven en daarna kon er weerfijn doorgeschaakt worden.

In 2000 was overigens niethelemaal duidelijk waar datzou moeten gebeuren. Het gewetenloze bestuur van deOranjekerk meende na 40 jaarzomaar de huur te kunnenopzeggen. Dankzij de juridi-sche adviezen van Pim Zonjeeen een stevig geformuleerdebrief waarin het sentimentniet werd geschuwd, kregenwe nog een dispensatie van 5jaar. Niettemin was duidelijkdat Caissa gedwongen wasnaar een andere locatie om tezien. Een bekend filosoof heefteens beweerd dat elk nadeel

z’n voordeel heeft. Dat blijktook van toepassing op onshuisvestingsprobleem. Na eenkorte periode in het donkereen naargeestige Afrikahuis be-leefde Caissa dan uiteindelijkonder leiding van DennisBreuker haar opmerkelijkeopleving in Huize Lydia. Depromotie naar de meesterklas-se illustreert de gunstige ont-wikkelingen en vormt de voor-lopige bekroning van dit suc-cesverhaal.Tja, en dan wil de redactieook van me weten wat mijnambitie is. Die is heel simpel:alles weten! Daar moet deoorzaak worden gezocht voorvan mijn grootste eigenaardig-heid: ik ben krantverslaafd.

Zelfportret 2 Op Facebook kwam ik eenjonge blonde vrouw tegen,een soort schatje, haar achter-naam is Veekens... dus niksnieuws onder de zon... maarhaar voornaam luidt...... Caissa!

Ik mailde haar: is dat écht jevoornaam? Ze beweert vanwel, en ze zegt dat haar vaderschaakfanaat is. Pft.. de eneschaker is gewoon nog gekker

dan de andere. We zouden haareigenlijk voor de jubileumdagmoeten uitnodigen, als eensoort mascotte. Maar watmoet zij dan doen, valt er ietsuit te reiken, een prijs, oor-konde? Word ik misschien toterelid uitgeroepen? In plaatsvan dat goedkope lid van ver-dienste, waar ik lang geledenmee afgescheept ben? En mageen erelid haar dan één nachtbekennen?

Foto A Foto B

Zelfportret 3 Persoonlijke eigenschappen:ik ben een krullendraaier (ikdraai krullen in mijn haar wan-neer ik lees); ik kan geen diep-te zien; ik ben een perfectionist,een mensenmens, een tijd-noodjunk en een openings-kenner.Ambities: op mijn 85e in eenparkje op een bankje in de

zon een potje schaken meteen goede vriend; vijf kilo af-vallen; de damloop binnen 1uur 20 min. lopen en mensenverder helpen in het leven.Prestaties: ik heb in 1986 deAlpe d’Huez beklommen (inde ochtend, terwijl de tour

‘s middags finishte (met Hinaulten Lemond hand in hand); ik was Beste Nederlander bijGroot Dictee der NederlandseTaal in 2005; ik was Bridge-

winnaar Universiteit Maastrichtin 1993 en ik deed een win-nend dubbel loperoffer (Lxh2en Lxg2) in 1994.

Zelfportret 4Ik ben geboren in Moddergat,een klein dorpje aan de Friesezeedijk. Als je boven op dedijk staat, zie je Ameland lig-gen en als je dan achteromkijkt moet je wel zeggen: er isop deze aarde geen mooierplekje om geboren te worden!Ik heb er de eerste zeven maan-den van mijn leven gewoonden toen verhuisden we naarhet toenmalige Batavia in Ne-derlands Oost Indië. Na deTweede Wereldoorlog werdons gezin na een verblijf vandrie en een half jaar in Japan-se gevangenkampen herenigdin Bangkok. Daar ben ik voorhet eerst naar school gegaan.Mijn jeugd heb ik voor hetgrootste deel doorgebracht inBatavia, later Djakarta en noglater Jakarta. Van mijn vaderleerde ik schaken toen ik on-geveer 11 jaar oud was. In 1958kwam ik terug in Nederland.Een paar jaar studeerde ik inWageningen Tropische Land-bouweconomie, maar dat werdgeen succes. Ik werd reisleideren kwam veel in Israël en hetMiddellandse Zeegebied. Eenpaar jaar ben ik lid van deSchaakclub Bergen geweest.Daarna werk ik tot ik in deVUT terecht kom op eenbank in Amsterdam. In 1972word ik lid van Caissa. Uit dietijd zijn Johan van Hulst enWillem Grünbauer nu nog lidvan onze vereniging. In datzelfde jaar zijn ook Hans Dirksen Pim Zonjee lid geworden

van Caissa. Willem Eijgen-brood is dan de spil waar allesom draait. Hij is de wedstrijd-leider, secretaris en redacteurvan CaissaNieuws. We begin-nen ook met een jeugdafdelingen één van de eersten bij dejeugd is Micha Leuw! Laterzijn ook onder meer MichaelWunnink, Michiel Pos en

Elwin Osterwald als jeugdledenbij Caissa gekomen. In 1976hebben we ons vijfentwintig-jarig jubileum gevierd met eentelefoonschaakwedstrijd meteen aantal andere verenigingenin Nederland die ook denaam Caissa dragen. We had-den een feest met de band vanJan Leijen in een café bij hetVan Hoogendorpplein. Eenaantal jaren ben ik actief in dezomertoernooien van Amster-dam, IBM en OHRA, alswedstrijdleider bij de jeugd.Dat ging allemaal onder debezielende leiding van WilHaggenburg. Bij het eersteIBM-toernooi werd de jeugdnog toegesproken door MaxEuwe! Als Eijgenbrood in1984 overlijdt verandert erveel. Er komen meer bestuurs-leden en een aparte redactie

28Foto C

Foto D

‘Ik heb in 1986de Alpe d’Huez

beklommen.’

C A I S S A N E N

voor CaissaNieuws. Errit Petersma wordt voorzitter. In1987 beginnen we met orga-niseren van het eerste Eijgen-broodtoernooi. Dat doen wedoor de Stichting Caissa op terichten via de notaris. PelleMug is dan penningmeestervan Caissa. In het bestuur

functioneerde ik als jeugdlei-der, wedstrijdleider in- en ex-tern, voorzitter en penning-meester. Aan het materiaal enhet secretariaat zijn mijn zor-gen nimmer toevertrouwd. Ikzat ook in het bestuur metJohn Könst, Robert van hetKaar, Kees Sterrenburg, StephanSteemers, Jaap Spreeuw, JopDekker, Peter van der Werf enMirjam Klijnkramer om maareen paar te noemen. Tien jaargeleden vierden we het vijftig-jarig bestaan. Er zijn simul-taans van Sosonko en HansRee. Ik houd een lustrumredemet ook een historische terug-blik en we hebben een buffet -rijsttafel van Manuri! Onzehuisvesting – Van Ostade-straat 153, wijkgebouw vande Nederlands HervormdeOranjekerk – verandert voorons in gunstige zin: we mogenzelf de bar gaan runnen. Eenaantal jaren hoeft de contribu-tie niet verhoogd te worden.Maar een aantal jaren latermoeten we verhuizen. Het

Afrikahuis is geen succes en zokomen we dan in Huize Lydiaen wat later wordt Euwe enmasse lid van onze vereniging.Het hoogste team waar ik ingezeten heb is Caissa 3 geweest,nu zit ik in Caissa 12!

Zelfportret 5Eigenaardigheden: ik ben zeergeïrriteerd als ik zelf iets ver-keerds of iets fout doe, bij-voorbeeld als ik iets breek(een kopje) of als ik onnodigtegen iets aanschop, of als ikeen stommiteit in een schaak-partij bega. Dan scheld ikmijzelf uit voor stomkop, huf-ter, idioot, of erger. Toen ik ineen simultaan tegen Euwe meteen stuk méér remise aanbood,waren daarna de ergste scheld-woorden nauwelijks goed ge-noeg. Euwe keek mij aan alsof

hij dacht dat ik gek was ge-worden, accepteerde onmid-dellijk mijn voorstel en liepzeer haastig weg, blijkbaarbang dat ik op mijn aanbodterug zou komen.Prestaties: nadat ik 20 jaarjong de zogenaamde hoofdak-te had behaald, wilde ik aca-demisch Nederlandse taal enletterkunde studeren, maar ikmoest met een volle dagtaakmijn brood verdienen. Dus ikwierp mij op avondstudie maarik legde wel academische ten-tamens af. Ik heb hiervoor 6jaar keihard gezwoegd metopoffering van al mijn vakan-ties. Toen was ik ‘volledig bevoegd Neerlandicus’ enwerd leraar aan Gymnasium,Lyceum, HBS en Kweekschool.Ambities: op mijn leeftijd zijndie zo bescheiden dat ze hetvermelden nauwelijks waardzijn.

29

Foto E

‘Ik houd eenlustrumrede met

ook eenhistorischeterugblik’

C A I S S A N E N

Professor Johan van Hulst,ons oudste lid, heeft Eij-genbrood goed gekend,

en niet alleen bij de schaak-club. “Ik ken Eijgenbrood alvanaf zijn 14e jaar. We warenbeiden leerling bij de Hervorm-de Kweekschool op de PlantageMiddenlaan. Ik zat twee klas-sen hoger, dus we kenden elkaar daar slechts oppervlak-kig. Twee jaar is een groot verschil op die leeftijd.”Een grijns glijdt over zijn ge-zicht. “Ik heb hem ook gezientoen hij voor het eerst schar-relde met meisjes! Toen hij 15of 16 was, werd hij verliefd opHennie Dutij. Ik zeg zelf vaak:een mens trouwt nooit zijneerste liefde. Maar ze is tochzijn vrouw geworden, en hijheeft haar ook kinderen ont-lokt. Ze zijn lang samen ge-weest. Het was een heel goed,gelukkig huwelijk. Een studentvroeg mij eens: “Is dat bij uook zo gegaan?” Daarop hebik geantwoord: “Nee, ik benmeteen aan mijn 2e liefde be-gonnen!”Van Hulst vervolgt: “Ik benhem ook later tijdens mijnwerk vaak tegengekomen, hij

was min of meer een collega.Hij was een sterk voorstandervan Christelijk onderwijs. Hijis hoofd van diverse scholengeweest, in die hoedanigheidheb ik hem zeer vaak ontmoet.Hij was ook oprichter van deVereniging tot Heil des Volks;deze vereniging is nog steedsactief, bijvoorbeeld op deWallen.”Daarnaast trof hij Eijgenbroodnatuurlijk regelmatig bij Caissa.“Niemand zal ooit zoveeldoen voor de club als hij heeftgedaan. Meer dan 25 jaar langdeed hij de redactie van hetclubblad, was wedstrijdleider,secretaris. Hij was overigensgeen makkelijke man. Hijduldde geen tegenspraak enwas gauw geïrriteerd. Als hijzijn zin niet kreeg, kon hijsoms onprettig worden. Ikheb zelf ook wel eens aanva-ringen met hem gehad. Maardan liep ik gewoon weg, hetwas het niet waard om ruziete maken. We zijn nooit echtvrienden geweest - we zijn bij-voorbeeld nooit bij elkaarthuis geweest; maar ik heb al-tijd een goede relatie met hemgehad.”

C A I S S A N E N

Willem Eijgenbrooddoor Johan van Hulst/Eric Coppoolse

Op de Caissa-website staat het volgende te lezen overEijgenbrood. ‘Niemand heeft zo veel voor Caissagedaan als de heer Willem Eijgenbrood (1914-1984).In mei 1953 nam hij de clubkrant, toen nog CaissaMaandblad geheten, zowel wat betreft redactie alsproductie en verspreiding in handen. Zo ongeveer inzijn eentje verzorgde hij de nummers 9 tot en met273. In februari 1955 werd de krant CaissaNieuwsgedoopt. Meer dan 25 jaar was Eijgenbrood wedstrijd-leider. De laatste 12 jaren was hij tevens secretarisvan de club. Naar deze bijna legendarische man ishet Eijgenbroodtoernooi genoemd. In de herfst van1987 werd het voor de eerste maal georganiseerd.’50 Stappen

op je pantoffelsdoor Willem Eijgenbrood

Willem zelf aan het woordin het redactioneel vanCaissaNieuws 22. Hij is opdat moment 63 jaren jong.

“Je bent gek!”. Dat werd uwredacteur toegevoegd op hetdorpsplein van Petten, dat deweidse naam ‘Plein 1945’draagt. Dat gaat elke week inAmsterdam schaken, terwijlhij op zijn pantoffels, 50 stap-pen doende, naar de Pettenseschaakclub kan gaan. Ja, 60km rijden of 50 stappen doen.Op je pantoffels. Het hele be-stuur van de ‘Strandloper’ is alop visite geweest in de Vassy-straat. Maar ze kregen nul ophet rekest.Je gaat jezelf dan wel afvragen:waarom? Je kunt niet zo maareven een streep halen dooreen 30-jarig lidmaatschap. Je hebt het wel en wee vanCaissa meegemaakt. Je hebtvoor de club mogen werken.De sfeer in de club is goed.Wat doe je dan? Kort maarkrachtig: voorlopig blijven.Voorlopig, want de jaren gaanook tellen. Maar een mens isnet zo oud als hij zich voelt.

Tekening: Jeroen Hoogenboom

31

C A I S S A N E N

In memoriam, Pim Zonjee (1939-2010)

Over een man uit één stuk,een ode aan de vriendschapdoor Jeroen Hoogenboom

2009‘En als het zo is, dat de dingenzijn zoals ze zijn,’ zei ik, ‘watzegt dat? Dat zegt dat zij nietánders hadden kunnen wezen!Terwijl we ons met groot ge-mak kunnen voorstellen dater helemaal geen dingen waren,dat er niets was. Wat zeg ik?Minder nog! Dat er zelfs nietniets was! Want niets veron-derstelt iets!’ Pim kromde zich even van hetlachen, zoals hij meestal deedbij dit soort opmerkingen.Minder dan niets, toe maarjongens, voor minder deed Jeroen het niet. We verlietenhet OLVG-ziekenhuis, op denegende dag van de maanddecember, waar we zojuist eengemeenschappelijke kennis uitde schaakwereld hadden be-zocht. Doordat het maar zeerde vraag was of deze de gevol-gen van zijn hartinfarct zouoverleven en hij al dagenlangtussen hemel en aarde zweef-de, raakten Pim en ik in ge-sprek over de dood, al warenwe kies genoeg daarmee tewachten totdat we buitenstonden. We spraken niet zo-zeer over het doodgaan opzichzelf, maar over wat demens daarna te wachten stond.Voor Pim was dat een uitge-maakte zaak: niets. Terwijl desneeuw zacht op zijn donkerewintermuts neerdwarrelde, uitzuiver scheerwol gebreid, diehij ver over de oren trok, be-weerde hij dat het leven niksanders was dan een korte dag

tussen twee eindeloze nach-ten. Grof gezegd: iets wits tus-sen twee zwarten. Dat had hijergens gelezen, bij Maarten ’tHart, in diens curieuze boek-werkjes Wie God verlaat heeftniets te vrezen en De bril vanGod, waarin ’t Hart de edele

taak op zich neemt om deSchrift te betwisten. Beide titels hadden Pim de ogen geopend en daar was hij nogaltijd opgetogen over en deschrijver dankbaar voor. Van-uit een soort omgekeerde zen-dingsdrang had hij erop ge-staan dat ik in ieder geval éénvan beide werkjes van hemzou lenen, opdat ik evenalshijzelf de waarheid zou lerenkennen. Blijmoedig garan-

deerde hij mij: nadat ik dézeschrift gelezen had, zou ik nietlanger het Licht zien, alleennog maar de Waarheid, endaar verheugde hij zich al bijvoorbaat over, want gelukzaligkon ik daarna sterven, zonderenige hoop of verwachting, inde geruststellende wetenschapdat het allemaal voor niks wasgeweest, zonder zin of bedoe-ling, en gene zijde zou voort-aan ontzag noch vrees inboe-zemen, maar zou wenken enfluisteren: kom maar, wanthier is niets, hier is het goed…Het boekje was echter onlees-baar. Zoals je dat wel vaker bijmensen ziet, was Pim beheptmet enkele zeer vreemde ge-woontes, en nu juist één daar-van bleek voor mij op dit hei-ligste moment volstrekt on-verdraaglijk: wanneer hij eenboek las, dan onderstreeptehij met potlood hele zinnen,plaatste uitroeptekens en ver-ticale aandachtsstrepen in demarge, of hij krabbelde naasteen alinea: juist! Of: zo is het!Ik heb nooit begrepen waar-óm mensen dat doen, en alhelemaal niet voor wíe, ingodsnaam. Het boek bleekniet alleen door de aangetastelay-out onleesbaar; de inhoudwas vele malen erger. Ik sloeghet thuis op een willekeurigepagina open en las: ‘Het isonmogelijk dat de mensendestijds iets van Christus’ be-roemde Bergrede hebben ver-staan want in die tijd had jenog helemaal geen versterkers

‘Terwijl de sneeuwzacht op zijn donkere

wintermutsneerdwarrelde, uitzuiver scheerwol

gebreid, die hij verover de oren trok,

beweerde hij dat hetleven niks anderswas dan een kortedag tussen tweeeindeloze nachten.’

en luidsprekers!’ Wel verdraaid!En driewerf juist zo is het! Ik gaf hem het boek daagsdaarna ongelezen terug en zei:‘Iedereen mag mij alle soortenonzin verkopen, maar dit gaatme echt te ver.’ En ik voegdeeraan toe: ‘Hoe zit het eigen-lijk met de lijkwade?’ Hij keekeerst beteuterd en daarna boos.Ik hielp hem wat op weg: ‘Jeweet wel, die van Turijn!’ Ikschepte er al langere tijd een(duivels) genoegen in om hemdaarmee om de oren te mep-pen. Toen ik Pim vele jarendaarvoor had leren kennen,geloofde hij als enige in Ne-derland nog heilig in de Lijk-wade van Turijn, ook al wasallang vast komen te staan dathet allemaal onzin was en dathet kleed, met daarop een ver-onderstelde afdruk van deoverleden Christus, ergensrond 1300 moest zijn vervaar-digd. Eeuwenoud, dat wel,maar nog steeds veel te jong.Knap gedaan, dat ook, maareen vervalsing. Hij wilde ertoen niet van horen, koolstof14-datering of niet, het kleedwas écht! Het was de eerstemaal dat mij bij Pim eendiepgewortelde eigenschap

opviel: hij bezat alle deugdenen ondeugden van de eigen-wijsheid… hij was de meestvolkomen, zuivere en vleesge-worden eigenwijze mens dieik ooit gekend heb. Wie hetnóóit is, zal dat een keer ern-stig opbreken, wie het voort-durend is, zal dat een keerflink bezuren. Pim niet. Hijwas het weliswaar onophou-delijk, maar het hoorde bijhem, zoals een wit veld rechts-onder het schaakbord hoort.Dat kan net zo goed zwartzijn, maar het moet wit.

En toch, toen ik die 9e decem-ber, voorafgaand aan ons zie-kenbezoek even de kapel vanhet ziekenhuis binnenliep omeen kaars voor de zieke scha-ker te branden, liep hij mee,keek toe, deed niets, maar zeievenmin iets. Zijn eigenwijs-heid was vooral naar binnengericht, veel minder naar bui-ten. Ik weet zeker dat als ikdaar in die kapel gezegd had:‘Pim, morgen word ik totpriester gewijd,’ dat hij nietanders gekeken zou hebbendan wanneer ik had gezegddat men mij morgenochtendtot ridder zou slaan, in mid-

dag tot koning zou uitroepen,en bij het vallen van de avondtot de bedelstaf zou brengen.Hij zou het één niet veel op-zienbarender hebben gevon-den dan het ander. Hooguitzou hij, heel even, hebben ge-dacht: die Jeroen. Want hijdroeg een erg opvallende twee-de eigenschap in zich: hij wasuitermate flegmatiek, mijngoede vriend, hij was nogalronduit: onverstoorbaar. Eenbij uitstek mánnelijke eigen-schap.

De volgende dag werd Pimgetroffen door een hersen-bloeding, op de 11e december,in de middag, op 70-jarigeleeftijd. Het zou de eerste vantwee blijken te zijn. De bloe-ding was niet eens zo heelernstig, althans niet verwoes-tend, maar misschien was hettoch een voorbode geweest,een gezant, of zelfs de vooruit-gelopen schildknaap van devale ruiter. Zo zagen we datechter helemaal niet en al ze-ker niet in die bewoordingen.Ik bezocht nu voortaan dom-weg telkens twéé schaakbroe-ders, in één moeite door, in

hetzelfde ziekenhuis, op de af-delingen Cardiologie en Neu-rologie. Want eigenlijk gaanwe er hoe dan ook altijd vanuit dat iedereen onsterfelijk istotdat het tegendeel echt be-wezen wordt. Maar echte

32

C A I S S A N E N

Pim en Jeroen

‘… eigenlijk gaanwe er hoe dan ookaltijd van uit dat

iedereen onsterfelijkis totdat hettegendeel echtbewezen wordt.’

schade was er wel. Het spre-ken viel hem zwaar. Zijnwoordenschat was niet zoekmaar was onbereikbaar gewor-den, althans, alleen maar wan-neer je precies dat éne woordwilde zeggen. Als een honddie een worst voorgehoudenwordt, ren je voortdurendachter een woord aan. Dit ver-schijnsel werkte hem meteendanig op de zenuwen. Daaromzei ik al snel: ‘We gaan straksgaan oefenen, Pim, wég metdat idiote Scandinavisch vanje, waar toch niemand wataan heeft, het is nu: leve deLogopedie! De edele spraak-kunst, het woord! Een schonerzaak is er niet!’ Maar hij ant-woordde boos: ‘Hoezo? Als ikniet meer kan praten, houd ikvoortaan gewoon mijn bekdicht.’ Juist deze zin kwam ervloeiend uit en ik kon het nietlaten om hier even bewonde-

rend bij te knikken. Want ikhoud erg van mensen die zichweten te verzoenen met eenongelukkig lot. Al ging het nu wel erg snel en veel te radi-caal: het is de ultieme levens-kunst.

Hij had me hiervan al eenseerder een sterk staaltje latenzien. Dat gebeurde tijdens eensnelschaaktoernooi, acht jaardaarvoor, een huistoernooitje,dat Mirjam K. op een warmeaugustusdag had georganiseerdop het terras in haar tuin. Pimzat schuin tegenover mij, ikkon alles goed volgen. Achterzijn rug hield het terras op enbegon de tuin, een halve meterlager. Opeens leek er bewegingin Pim en de stoel te komen,alsof zij langzaam schuin naarachteren werden getrokken. Ikkeek beter: dat was ook zo! Eenachterpoot van de stoel was in

rul zand gegleden waardoorhet geheel van mens en stoelzijn samenhang en houvastaan het verliezen was. Ik keeknaar Pims gezicht. Daar stondverbazing op te lezen: vanwaartoch deze achterwaartse bewe-ging? Een en ander leek zichdermate langzaam te voltrek-ken, dat ik even meende dater nog redding mogelijk was,een tegenbeweging. De zwaar-tekracht trok echter onverbid-delijk; de stoel kwam nu wer-kelijk op gang, op weg omnaar beneden te duikelen, re-gelrecht de tuin in. En toenkwam het… de verbazing opPims gelaat maakte plaats vooriets anders… want nú drongtot hem door: we gaan neer!We storten ter aarde! Het on-afwendbare… het hele erge!Door zijn bruine snor deedhij me in een flits denken aaneen Engelse gevechtspiloot tij-

33

Pim in Gambiet. Op de rug gezien: Micha Leuw. Uiterst rechts: Rik Lith

dens de Slag om Engeland…en precies op dát momentverscheen er een grijns op zijngezicht… dat was de lach vande berusting, de verzoening.Het was beslist geen grimas,door schrik veroorzaakt, ikvergiste me niet, het was eenduidelijke lach… en mét dezekalme grijns donderde hij metstoel en al een halve meter dediepte in, lag languit tussenbloemen en struiken, hethoofd nu voor ons verscholentussen twee uit de kluiten ge-wassen coniferen, als de eerstede beste bengel, of kwajongen.En terwijl er om mij heen kre-ten van ontzetting klonken,en tussen alle commotie dooren de inderhaast op touw ge-zette hulpacties – Nederlandhelpt! – zat ik daar nog steedste kijken, volkomen verbluft,en ik kon maar één ding den-ken: zó sterft een echte man,zó delft hij het onderspit…met een glimlach.

Na twee dagen volgde Pimsontslag uit het ziekenhuis.Een periode van uiterlijk her-stel brak aan. Zijn spraakver-mogen kwam in zeer ruimemate terug, min of meer van-zelf, zijn concentratievermo-gen voor de dingen om hemheen echter niet. Hij was nietgebroken, deze goede vriend,want zo gemakkelijk ging datniet. Net als de vermaarde Saraceense zwaarden, of zoalsExcalibur en Durendal uit delegenden, brak een man als hijniet zomaar. Maar hij was weldegelijk geknakt.

1986Nu precies vijfentwintig jaargeleden: 1986 was een bijzon-der jaar voor Caissa. Eigenlijkeen jubeljaar. Tot het bestuurvan voorzitter Errit Petersmatraden in september drie nieuwebestuurderen toe: Robbert

van ’t Kaar, aanvankelijk alsjeugdleider, Pelle Mug alspenningmeester, en ikzelf alswedstrijdleider externe. Tweemaanden eerder had Caissa –voor het eerst in de dan al lan-ge geschiedenis van het club-blad – haar eerste échte redac-teur gekregen: Pim Zonjee.Pim herschiep het maande-lijkse mededelingenblad vanEijgenbrood – hetgeen totdan toe steeds uit enkele pagi-na’s noodzakelijk clubnieuwshad bestaan – tot een leesblad,dat ook uitnodigde er in teschrijven. Er ontstonden rubrieken, Pim wierf door -lopend auteurs, André Bachbegon met zijn onnavolgbareCommentaar op de stand.

En die Pim Zonjee, die kendeik toen nog maar nauwelijks. Eind ’86 had ik misschien aleens tegen hem gespeeld wantdrie jaar daarvoor was ik lidgeworden, hijzelf ging helemaalterug naar ’72. En dan had ikdus al eens gedacht: ach, eenheer! Immers, hij verscheendestijds zeer verzorgd in col-bert en stropdas op de club.Of hij droeg weleens zo’nding, hoe heet het, ik bedoeleen zijden sjaaltje, elegant omde hals geknoopt en onder hetoverhemd gedragen. ZoalsMulisch deed. Overhemdenuitsluitend van linnen of ka-toen. Schoenen uit Italië. Hijrookte een sigaartje. Hij dronkeen enkel glaasje rode port.Heel zeker zou ik binnen dekortste keren een bepaaldeonhebbelijkheid hebben opge-merkt: het maken van eenflauwe woordgrap en je daar-na strak aankijken, om eenlach op je gezicht te branden.Op den duur moet het ver-schijnsel mijn aandacht heb-ben getrokken dat hij in par-tijen áltijd veel beter had ge-staan, hoe verschrikkelijk

slecht ook. En ten slotte zoume tijdens het analyseren vaneen partij direct zijn opgeval-len hoe zorgvuldig en welspre-kend hij zich uitdrukte, als dejurist die hij was. Hij vloektenimmer, noch schold hij ooitiemand uit. Kortom: er wasniets wat ons bond.

En dus stond ook niets eenontluikende vriendschap in deweg want er zou domweg nietszijn waarover wij ruzie kondenkrijgen, zelfs niet over vrouwen.(Ik heb Pim een keer, zoalsdat tussen goede vriendengaat, een van mijn exen aan-geboden – een amandelogigevrouw, die ná mij opeens op‘ouder’ viel, of misschien weldóór mij! – met wie hij ver-volgens als blind date op eenoudejaarsavond vrolijk naarhet Willem Breuker Kollektiefstapte, maar er bloeide nietiets moois op.) En bovendien:in den beginne was het Woord.Dit is de openingszin waar-mee Johannes het ontstaanvan de schepping beschrijft enik haal het hier aan omdat hetóók precies weergeeft hoeonze vriendschap begon, opwelke leest die werd geschoeid,namelijk… op het woord, opde taal. Want Pim was eenhaarzuivere taalpurist. En ikwas dat toen nog niet, maarwel in spé. Dus dat schept eenband. Hij was zeventien jaarouder dan ik en dat scheptnatuurlijk eveneens een band,want hij had mijn vader kun-nen zijn. Wat zich hier vol-trok, was het diepe wezen vande vriendschap: júist de groteverschillen tussen ons leiddentot een intens plezier in el-kaars gezelschap, en het groteraakvlak was de taal. Natuur-lijk moesten we beiden ookinleveren: al spoedig vergaf ikhem zijn keurigheid, zijn eigen-wijsheid en de flauwe woord-

34

C A I S S A N E N

grappen, en al snel haalde hijzijn schouders erover op – ofmoest er zelfs om grinniken –wanneer ik mij in het sociaalverkeer had misdragen en hijzette mij dan vaderlijk wegals: ‘enfant terrible, hoewelniet onsympathiek’. Een keervroeg hij mij, in schaakcaféGambiet: ‘Ken jij die man die daar aandat tafeltje zit?’ Ik keek. ‘Nee,’ antwoordde ik, ‘nooitgezien.’ ‘Dat is grappig,’ zei Pim,‘want twee weken geledenhoorde je hem een tijdlang uitover zijn privéleven en wildeje per se weten of hij weleensiets onvergeeflijks gedaan had,en zo ja, wát dan!’ Een andere keer, toen ik rondlunchtijd onverwacht aanbel-de bij no. 18 aan de HenriPolaklaan, betrapte ik hemerop dat hij de tafel keurig ge-dekt had, voor zichzélf, com-pleet met servet en botermes-je, een perversiteit die ik nooiteerder bij iemand had gezienen die me eigenlijk ook welwat ontroerde. Zolang eenman niet óók nog eens weke-lijks een bosje bloemen voorzichzelf koopt en daarmee inzijn nopjes is, kan dit weldoor de beugel, al levert hetnatuurlijk een triest en een-zaam beeld op. Dat nog eensversterkt werd door de twee-meter-vijftig hoge stapel oudekranten die hij had, die hijalle nog moest lezen, althans,die nog uitgeplozen dienden teworden, want gelezen warenze allang. In sommige opzich-ten was Pim een beetje excen-triek. Al snel ontpopte hij zichals echte ‘morgenster’, of, zo-als dat nu bekend staat: alseen hoarder. Hij hield zijnconditie op peil door ’s avondseen vast rondje hard te lopenen op de dagen dat de buurt

de vuilnis buitenzette, kwamhij altijd wel met iets bruik-baars thuis. Dankzij Pim rijdik nog steeds op een echt le-deren Brookszadel. Ik belderegelmatig op: heb je nog eenbagagedrager, een bel, een kop -lamp, een kompas, een bui-tenthermometer, vijf onder-zetters, een kurkentrekker, ofeen fietswiel? Het antwoordwas steevast: ja, heb ik. Dus ikmag ze wel, de morgensterren!Zolang ze niet met iemand samenwonen, gaat het best. In het verlengde daarvan zagik dat Pim volkomen machte-loos stond tegenover de verlei-dingen van veilinghuizen, zoals De Zon of De Looier.Het gebeurde een keer dat hijdaardoor twee televisies had,voor het gemak bovenop el-kaar gestapeld, de een mét, deander zónder geluid. Op zón-der boven schitterde dan eenvoetbalwedstrijd, op benedenmét tegelijkertijd een actuali-teitenprogramma. Standaardbezat Pim drie stereo-installa-ties en een oude gietijzerenstaande schemerlamp, waar-over zo meer.

We had no plan. So nothingcould go wrong. Wanneer iktijdens vluggertjes dergelijkeuitspraken citeerde, in dit ge-

val van Spike Milligan, konPim dubbel liggen van hetlachen … behalve de taal waser de humor. Het was mijslechts één keer in mijn leveneerder overkomen dat je meteen vriend van je stoel konvallen van het lachen, ongeachthet tijdstip of hoedanigheidvan de dag. Zijn lach werktezó aanstekelijk dat er altijdmeteen twee dubbel lagen.

Zwoele nachtenmet Pim

Dit kopje is niet alleen bedoeldom de aandacht vast te hou-den; ik heb het letterlijk overzomernachten. Nadat onzevriendschap zich aanvankelijkdoor middel van eindeloze te-lefoongesprekken steeds ver-der ontwikkelde, kwam hetmoment dat hij mij voor eenavondmaaltijd en een schaak-seance uitnodigde. Ik beldevoor de eerste keer aan. Wat een ingewikkeld huis! Eigenlijk een soort doolhof.Twéé voordeuren, daar begonhet al mee. Op de deur waarje níet moest zijn, was eenbriefje geplakt: Hek dicht? Hebdank! Dat was voor zijn huur-ders in het pand, inzake hetlage tuinhekje, eigenlijk eensoort nekbreker, een gammelding waar drie spijlen in ont-

35

Pim en Tony tijdens een van Pims laatste interne partijtjes

braken. Waarom het iedersplicht was dat hek te sluiten,was me direct al een raadsel.Hij bewoonde de gehele bene-denverdieping, maar de factohuisde hij in een bescheidenachterkamer met potkachel,welk vertrek met twee open-slaande deuren uitzag op deachtertuin. In het binnenstevan het pand kronkelde eencomplex gangenstelsel, dat afen toe naar beneden voerde endan weer omhoog, zonder vanverdieping te wisselen, en datuitmondde in een uitbouw inde tuin, waarin zich eenkeukentje uit grootmoederstijd bevond met zwart-wit ge-spikkeld granieten aanrechten betegelde gootsteen inschaakbordmotief. Grenzendaan deze keuken, nog eensdieper de tuin in, bevond zichzijn slaapvertrek, eigenlijk eensoort ommuurd moeras meteen dak erop. Pim klaagde ersteen en been over dat hij doorde hoge grondwaterstand inAmsterdam ’s ochtends hoes-tend en proestend en stijf enstram van leden zijn bed uit-kroop. Maar hij deed er nietsaan. Dat was nóg een overeen-komst tussen ons: wanneeronze fiets een lekke band had,betekende dat wekenlang tevoet de stad in.

Pim Zonjee at en kookte uit-sluitend vegetarisch. Verschil-lende soorten groenten doorelkaar, in olie gebakken tahoe,ongepelde rijst. De eettafelsjouwden we een eind de tuinin, voorzien van studenten -haver (!), gekoelde dranken eneen schaakbord. De maaltijdschepte hij zelf in de keukenop grote borden, om te voor-komen dat gasten de groentenmeteen door hun rijst stamp-ten, wat verboden was. Een-maal op bezoek mocht jemaar bitter weinig, en moestje van alles, eigenlijk was dit

adres een soort schurkenstaat.Wilde je de maaltijd even on-derbreken, dan zette je je bordop een rechaud, met driebranders. Pim legde uit hoegeweldig het ding was en hoehet hem dwarszat dat menigrestaurant met inferieure rechauds kwam aanzetten,met daarin slechts één lichtje.Daarom was hij een keer metvriendin én met deze super-rechaud naar de Chinees gegaan,de Happy Corner bij hem omde hoek, om de Chinezen daareen lesje in rechauds te leren,maar de eigenaar had hen bei-den zonder pardon meteenbuitengezet. Het ongelooflijkfrappante aan dit soort verha-len vond ik telkens dat Pim zezonder enige gêne vertelde.Want waar ikzelf gewoon benmijn afwijkingen zoveel mo-gelijk aan het oog te onttrek-ken, daar etaleerde hij die

juist. Hij zág ze ook helemaalniet als afwijkingen! Al dezeverhalen, en ze waren talloos,vertelde hij me zonder blik-ken of blozen en áls er al eenemotie bij kwam kijken, danwas het er een van gepastetrots, van gelijk.

Het viel me in de middag alop hoezeer hij zich luidop er-gerde aan tuingeluiden van deburen, de blaf van een hond,wat kindergeschrei, muziek-flarden van ver weg. Op mijnvraag of hij dacht helemaal al-léén in Amsterdam te wonen,verklaarde hij audiofoob tezijn: hij kon niet tegen gelui-den van anderen. Het ergstvan alles waren de middagenop dinsdag en donderdag; danhing er een politiehelikopterboven de stad en ook pal bo-ven zijn huis, tegen bankover-vallers. Ziedend van woedeprobeerde hij op die momen-ten via het stadhuis de burge-meester aan de lijn te krijgen,om beklag te doen. Het zie-den… dat zat grappig genoegook in zijn naam. De van oor-sprong Franse familie Zonjeeheette vroeger Saunier en datsloeg op een oud beroep vaneen zijner voorvaderen: le sau-nier, de zoutzieder.

Toen de duisternis inviel, liephij naar binnen en kwam te-rug met een boomlange giet-ijzeren staande schemerlamp,drie gekrulde poten en eenlinnen kap, eigenlijk een soortlantaarnpaal. Plus verleng-snoer. Zo brachten we denacht door, schakend, pratend,lachend, proestend en proos-tend, tot aan het ochtend -gloren, toen de vogels zongen.Er volgden nog vele nachtenals deze. Des winters binnengezeten, naast het ziedendezwarte potkacheltje, en deschemerlamp.

36

C A I S S A N E N

‘Eenmaal op bezoekmocht je maar bitterweinig, en moest jevan alles, eigenlijkwas dit adres een

soort schurkenstaat.’

Echte manPim Zonjee was op en top,wat ik noem, een echte man.Een begrip dat zowel zeld-zaamheid als geslachtelijke eigenschappen aangeeft. Diezijn: moedig, trouw, sterk, onverschrokken, solidair,rechtdoorzee, empathisch, onwankelbaar, humorvol, gul,ridderlijk, onverstoorbaar,zelfbewust, een zuiver hart,waarheid- en vaderlandlievend.Mocht de lezer nu menen datdit alles ook op hém van toe-passing is, hij bedenke dandat ik nu enkele eigenschap-pen weglaat die minder fraaizijn. Omdat ik vastzit aan hetadagium ‘over de doden nietsdan goeds’, kan ik ze slechtsvaag aanduiden, met: star, on-buigzaam, dominant, wellustig,dictatoriaal en egocentrisch.Wie nu roept: ‘O, maar datben ik allemaal niet hoor,’ dieis dus geen echte man, maareen soort watje. (Er zijn na-tuurlijk ook echte vrouwen.Ik hoorde over een vrouw diemet echtgenoot een langewandeling maakte, in het bui-tenland, bosrijk gebied. Zeliepen zó ver, dat werkelijkverdwalen acuut dreigde. Deman hakte de knoop door:‘We maken rechtsomkeert!’De vrouw zei: ‘Nooit! Ik ver-dwaal nog liever!’ Welnu, dátis een vrouw waar je eenmoord voor doet.)

Een voorbeeld. Pim zag zichop een gegeven moment vooreen dilemma geplaatst, ver-oorzaakt door de moderneverruwde tijd. Hij was er ergop tegen dat er in Amsterdamop het trottoir werd gefietst,des te meer wanneer dat voorzijn woning gebeurde, en sprakde overtreder daarop aan.Maar hij werd zich ergens vanbewust, een verandering diezich in hem voltrokken had:‘Tegenwoordig, wanneer deze

fietser het postuur heeft vaneen Eddy Leuw, dan spreek ikhem aan en houd hem desnoodsstaande. Gelijkt hij echter opeen Robert Kikkert, dan houdik mijn mond.’ Hierbij doeldehij níet op het feit dat Kikkertveruit de sterkste schaker isvan de twee! Eén oplossingwas: níemand meer aanspre-ken. Moeilijk. Een andere op-lossing: iederéén aanspreken,op hoop van zegen. Ookmoeilijk. Mijn punt is: een dilemma erkennen, is een ech-te mannenzaak. Het dilemmaveroorzaken, eveneens. Een di-lemma oplossen, is echter weervrouwelijk.

Een tweede voorbeeld. Toenbekend werd dat ik eind 2004naar Thailand zou afreizenom Micha Leuw te gaan zoe-ken, was Pim de enige diedaar enthousiast over was. Hijzei: precies de juiste man. Alleanderen zeiden: straks zijn ertwéé vermist. Waar ik erg meezat, was: wat te doen wanneerik geen enkel spoor vind? Hoekon ik me dan van de zoek-tocht losscheuren en onver-richter zake terugkeren? Ikhad daar een zwaar hoofd in.Pim sprak de enig juiste endaardoor verlossende woor-den: ‘Beschouw het als eenmilitaire operatie. Die hoog-

uit drie weken mag duren.’Mensen slaan goede adviezenin de wind vanwege een krak-kemikkige en nietszeggendeformulering. Alleen juistewoorden komen aan, dat is demacht van het woord. Juistewoorden vinden, dat is een ui-terst mannelijke aangelegen-heid.

AnekdotiekMoeilijke zaak. In het alge-meen houd ik niet erg vananekdotes, maar bij Pim is hetlastig eraan te ontkomen. Zekunnen ook wel, doordat zezo simpel en klein zijn. En zoveelzeggend… De steiger. Als huiseigenaar/verhuurder was hij natuurlijkonderhoudsplichtig. Veelmeer dan hem wel lief was.Toen de dienst Bouw- en Wo-ningtoezicht in de gaten kreegdat je met Pim enorm kon la-chen, liepen ze de deur bijhem plat en droegen hem deonmogelijkste dingen op.Vaak kon hij daar juridischeen stokje voor steken, maardan kwamen ze júist terugvoor een nadere inspectie. Alsik kon, hielp ik hem en zo be-landden we op het dak: ermoest van de dienst een nieu-we schoorsteenpijp gemetseldworden! Een jaar later beldehij op: ‘De buitenboel moetnu worden geverfd, dat be-steed ik uit, maar om kostente sparen bouw ik zelf de stei-ger! Kun je morgen?’ Daarstonden we, hoger en hogerbouwden we, tot aan de nok.Pim knoopte beneden de alu-minium palen vast aan eentouw, ik hees ze op, hij klomnaar boven en we maakteneen nieuwe verdieping. Opeen gegeven moment riep hijvan beneden: ‘Laat het touwmaar vieren!’ En kort daaropriep hij: ‘Of moet het zijn:vier het touw maar?’ Stilte. Entoen: ‘Ik zoek het even op!’

37

‘Mijn punt is: een dilemma

erkennen, is een echte mannenzaak.Het dilemma

veroorzaken, eveneens.Een dilemma

oplossen, is echterweer vrouwelijk.’

Vanaf vierhoog zag ik hoe hijnaar binnen rende, op wegnaar zijn geliefde Koenen. Geduldig wachtte ik op zijnterugkeer, overtuigd van hetbelang van deze zaak. Hijkwam terug. ‘Jeroen! Vierenbetekent “laten schieten, loslaten” dus correct is: vier hettouw maar!’Anne-Marie. Een schrijfvrien-din van mij, uit Hippolytus-hoef. Aan huis gekluisterd wegens MS. Om haar wat inmijn leventje te betrekken,vroeg ik vrienden en kennis-sen die langskwamen om haarop grappige wijze de groetente doen, ik legde dat digitaalvast en stuurde het haar via e-mail. Later bedacht ik: het isbeter dat vrienden nu eenliedje voor haar zingen, naareigen keuze. Sommigen wei-gerden botweg, vonden degroeten doen wel gek genoeg.Pim nam de microfoon aan,en ging er eens even goedvoor zitten… Na een heel ver-haal over onze vriendschap,ter introductie, kondigde hijaan een ‘Engels groentijdslied’voor haar te gaan zingen.Overgebleven uit 1958, toenhij zich bij een studenten-corps aansloot, ‘daar leerdenwe altijd schunnige liederen,zoals je wel begrijpt’. En hijzong… I am looking underyour skirt. And wonder why Inever looked before! First comeyour ankles and then come yourknees, then come your thighs thatnobody sees. No use explainingthe thing remaining, the thing Iadore the most... O place of hea-ven! Why did I never look before!Anne-Marie schreef een daglater terug: ‘Die Pim van jouheeft ballen…’CaissaNieuws. In 1987 namik CN over, Pim had tiennummers gemaakt. Net als hijwas ik een deadline-fetisjist,tegen wil en dank. Dat houdt

in dat je wekenlang niks doet,totdat je wel móet. Het bete-kent dus ook vaak: nachten-lang doorhalen. Ik zat in delaatste nacht, ’s ochtendsmoest ik de achtuur-trein naarUtrecht halen, waar onze vasteCopyrette zat. Alle kopij inhuis, behalve natuurlijk eenartikel van Pim. ‘Ik kom hetzo wel even brengen,’ verteldehij rond 02.00 uur door de telefoon, ‘het is nog niet hele-maal klaar.’ Want pc’s en e-mail bestonden nog helemaalniet. Tijdens alle uren die ver-streken: geen Pim. Ik maakteeen nieuwe pagina en metmooi de smoor in fietste ikrond half acht naar het AmstelStation. Ik sta op perron 1.De trein rijdt binnen. Ieder-een stapt in, ik als laatste…Opeens hoor ik een luid ge-schreeuw… mijn naam… ikkijk… in de verte zie ik opons perron een kerel aan ko-men fietsen… hij laveert han-dig tussen de mensen door…zijn linkerarm in de lucht ge-stoken, in zijn knuist wapperteen A4’tje… het is Pim! Ik stain de deuropening, de con-ducteur ziet het tafereel, wachteven met fluiten. Buiten ademremt Pim af en geeft me hetvel papier. ‘Gehaald! Dat zeiik je toch!?’ Een beetje verbluft rijd iknaar Utrecht.

De pier. Het is nacht, rondeen uur of drie. Ik kijk uit hetraam. Het stormt flink. Detwee grote luiken aan weers-zijden van mijn ramen schok-ken en trillen. Ik krijg opeenseen onweerstaanbaar verlan-gen om naar de pier van IJ-muiden te gaan… de elemen-ten trotseren… daarom zijnwe hier toch? Maar hoe komik daar? Niet bang zijn, ge-woon iemand bellen met eenauto, dit is een soort noodge-val. De eerste twee die ik aande lijn krijg, kunnen hun orennauwelijks geloven en gooienwoedend de hoorn op dehaak: jij geschifte gek! Mooievriendschappen zijn dat! Enzo blijft het gaan. Pim Zonjeeis de laatste, vanwege de Z.De laatste… Slaperig neemthij op: ‘Zonjee…’ Ik roep:‘Pim!, Jeroen hier!, pak deauto, we gaan naar de pier vanIJmuiden!’ Er valt een stilte.Dan vraagt hij: ‘Hoe laat ishet?’ ‘Drie uur!’ En dan: ‘Watvoor het weer is het buiten?’‘Het stormt flink, Pim!’ Enten slotte, na enig beraad: ‘Tegevaarlijk, in het donker. Ikben er morgen om 09.00 uur.’En hij was er, stipt op tijd, enhet stormde nog altijd. Omdathet altijd stormt.

Het eindeZo’n vijf jaar geleden kreeg ikeen mailtje, het slot daarvanluidde:Ik moet afronden want je begrijpt dat ik vanwege Amorminder tijd heb dan ooit! Denkmaar eens aan al die inmiddelsemanent geworden reinigings-en renovatiewerkzaamheden. Ik zou wat dat betreft nietgraag in mijn schoenen staanals ik jou was!Weet je geliefd als immer, PimInmiddels was onze taalkun-dige verhouding klassiek ge-worden: de leerling (ik) over-

38

C A I S S A N E N

Een jonge Pim

trof steeds vaker de meester(hij). Ik schreef terug: totmijn spijt bestaat het woord‘emanent’ helemaal niet, óókniet in die Koenen van jou,noch zou ik weten wat je be-dóelde want ‘immanent’ slaathier nergens op en ‘eminent’evenmin. Omnipresent zoukunnen!

Maar wat veel belangrijkerwas: de verbouwing van deeerste verdieping was begon-nen… Twintig jaar lang uitge-steld, nu ter hand genomen.Waarom nu? Zoals hij schreef:‘Vanwege Amor.’ Cherchez lafemme. Oorlogen worden omhaar uitgevochten, huizenvoor haar verbouwd. Je doeter niets tegen. Hij was iemandtegengekomen, een vrouw be-doel ik, op Spaanse les, deman die nooit één stap buitenAmsterdam zette, laat staanbuiten Nederland, was opSpaanse les gegaan. Ze kwamdie week, ze bleef dat jaar. Zetrok bij hem in, was dit deondergang? Mijn vriend Pim,de grote onafhankelijke, nueen verloren man? De meters-hoge stapel kranten verdween.De kelder met morgenster-spullen werd leeggeruimd.Streng verbod op nieuwetroep. De drie stereo-installa-ties, de twee tv’s met en zon-der geluid, allemaal weg. Erkwam een flatscreen tv voor inde plaats. De nieuwste keukenuit Beter Wonen werd ingebouwd,een fonkelend aanrecht, demodernste afzuigkap, de laat-ste snufjes. De hele beneden-verdieping verbouwd. Parket-

vloer. Zware eikenhouten kas-ten. Nieuw bankstel. Servies.Geen snippertje papier slin-gerde meer door de smettelozekamer. Voortaan op tijd thuiszijn voor het eten, maar datwas hij toch al altijd al. Ikkwam er niet helemaal uit. Enik hield het maar op: onder-gang en redding ineen.

En het hele erge: ook de giet-ijzeren staande schemer-lamp… was weg. Afgedankt.Er is een oud Turks spreek-woord, dat zegt: wanneer hethuis klaar is, komt de dood.Dergelijke spreekwoordenworden nooit bedacht, ze ont-staan langzaam en worden uitervaring geboren. In de nachtvan 14 op 15 december, om02.15 uur, overleed Pim, na-dat hij door een tweede her-senbloeding was getroffen.Hoewel je zou denken vanniet, is elke dood telkens weernieuw. Slaat telkens weer eennieuw gat. Dat komt doordatje op dat moment in zijn ge-heel beseft hoe uniek dezemens was en hoe eigen. Meestalonderga je iemand fragmen -

tarisch, al naar gelang de om-standigheden, al naar gelangzijn humeur, de dag, het weer.In één klap zie je hem in zijnvolle omvang, wanneer hijweg is. Omar Khayyam, uitPerzië, dichtte rond de twaalf-de eeuw:

Wij werden vóór ons komenniet gemist, na ons vertrek zal het niet anders wezen.

Zelden zat een Pers er meernaast dan deze Omar. Pimzou nu opmerken: stop dePersen! Ik miste iemand alsPim lang voordat ik hem ken-de. En daarna, nu, nog onein-dig veel meer.

39

‘In één klap zie jehem in zijn volleomvang, wanneer

hij weg is.’

I N T E R N E C O M P E T I T I E

GemakzuchtDe methode begint met ge-makzucht. Ik beperk me totvoormalige winnaars van dePartij van de Maand, gepubli-ceerd in CN415 (februari 2008)tot en met CN426 (maart2011); niet toevallig zijn dezenummers als ‘recent’ opgesla-gen in het CN archief. Hier-mee ben ik al 57 jaar partijenlichter, dat schiet op. Helaaszijn er nog steeds 10 partijenover, in chronologische volg-orde (waarbij de winnaar isonderstreept): Juan de RodaHusman - Peter Doggers; Michaël Wunnink - Arno Be-zemer; Albert Riemens - Markvan Ojik; Henk-Jan Visser -Dennis Breuker; Eric Cop-poolse - Teun Timmerman;Paul Schipper - Martin Botte-ma; Lance Oldenhuis - EnricoVroombout; Enrico Vroom-bout - Niek Narings; PaulSchipper - Lucie van derVecht; Coen Venema - Johanvan Hulst.

OpportunismeHet moet niet te lang durenallemaal, dus we gaan directdoor naar de laatste stap: hetopportuun aangrijpen van eentoepasselijk thema. Het jubi-leum! Dan blijft er meteen

maar 1 partij over: Coen Ve-nema - Johan van Hulst. Hetoudste lid en sinds kort eeuwe-ling tegen onze op-één-na-jongste trotse vader**, datheeft jubileum written all overit! En wat wil het toeval?Coen heeft al een mooi stukjegeschreven over deze partijvoor de onvolprezen schaak -biografie van Van Hulst: ‘Eenleven lang schaak als subliemebijzaak’. Dus Coen, winnaar vande Partij van het Jubileum***,take it away!

noten:* Van Dik Hout Zaagt Men

Planken.** Cas Zwaneveld is sinds

kort de jongste vader. Afge-lopen dinsdag raakten bei-de jonge vaders natuurlijkmeteen aan de praat overde geneugten van het va-derschap in het algemeen,en luiers in het bijzonder...

*** Coen, eeuwige roem is metje uitverkiezing al je deel,de fles wijn (champagne?)komt nog je kant uit!

40

Partij van het Jubileumdoor Eric Coppoolse

Hoeveel mooie partijen zijn er wel niet gespeeld in 60 jaar interne competitie? En welke is dan de mooiste? Een onmogelijke opgave... behalve met de VDHZMP*-methode!

I N T E R N E C O M P E T I T I E

Coen Venema - Johan vanHulstCaissa intern, 13 november2007

Hierbij op verzoek van Hugonog maar een partij met watsummier commentaar. Ik waszelf wel blij met deze partij,omdat mijn idee achter hetofferen van de tweede helemaaluitkwam. Ik speel tegen deheer Van Hulst, leuk, je weetzeker dat het geen schuifpartijwordt en dat er scherp gespeeldgaat worden. 1.e4 e6 2.Nf3 d5 3.e5 c5 4.b4Het Franse vleugelgambiet.4...cxb4 Zo hoort het, leuk!5.a3 Pc6 6.d4 Ld7 7.axb4Lxb4+ 8.c3 Le7 Ik heb nu dedoor mij gewenste pionnen-opstelling en het idee is nu

om een paard op d6 te krij-gen. 9.Ld3 f5 Ik had ergensgelezen dat g4 nu mogelijkwas maar vond het niet goed.Dus verder met 10.O-O Dc711.Pa3 a6 12.Pb5 Het paardkan nu richting d6 het gaatwel een of twee pionnen kos-ten maar ik zag mogelijkhe-den met een loper op a3 enzwart kan niet meer rokeren.Dit plan lukte en besliste eigenlijk de partij. Dus12...Db8 13.Pd6+ Lxd614.exd6 Dxd6 En daar is hijdan: 15.La3 Dc7 16.Te1 Ikdreig Lxf5.16...g6 17.Pg5 Pd818.De2 h6 19.Pf3 Pf6 20.c4Lc6 21.Pe5 [zie diagram 1]

Nu wel Pe5 en de damevleu-gel openbreken. 21...Dg722.Dc2 Met als plan richting

a4 en dan moet er wel wat teofferen zijn. 22...Pd7 23.Pxc6bxc6 24.cxd5 cxd5 25.Da4Mijn plan is gelukt, zwartstaat bijna klem. 25...Df726.Tac1 Th7 27.Tc7 Zwartstaat vast. 27...Dg8 28.Lxa6Dh8 29.Lc5 Tf7 Iedereensnapt dat ik steeds zit te kij-ken naar Txe6, maar laat ikeven wachten. 30.Db5 Txa6Je moet wat, er is bijna nietsanders. 31.Dxa6 Pxc5 32.Txc5Dxd4 33.Tc8 Dreigt Txe6,zwart speelt: 33...Te7 en nu ishet echt uit. 34.Dc6+ Kf735.Txd8 Dd2 36.Dc1 en hiergeeft Van Hulst mij een handen zegt: “Ik zal het u niet moei-lijk maken, goed gespeeld.”Dank u wel.

41

De nietsontziende tegenstanderdoor Coen Venema

Begin 2008 werd de partij Coen Venema - Johan vanHulst door Hugo van Hengel tot Partij van de Maanduitgeroepen. Johan van Hulst bood zijn tegenstander demogelijkheid tot scherp spel. Offerkoning Coen vliegtzijn tegenstander naar de keel met het vleugelgambietvan het Frans en offert vervolgens nog een pion vooropen lijnen en diagonalen. Daarna voert hij de drukverder op en zelfs prof. Van Hulst weet daar niets meertegenover te stellen. De keuze viel op deze partij omdatCoen Venema van meet af aan offert dat het een lievelust is en de intuïtieve speelstijl de kijker aanspreekt.“De gok om alle schepen achter je te verbranden ennietsontziend ten aanval te gaan”, aldus Hugo.

Diagram 1

De interne competitiedoor Eric Coppoolse

Het jubileum is een mooie aanleiding om een overzicht te geven van clubkampioenenvan de diverse verenigingen die zich tegenwoordig onder de vlag van Caissa hebbengeschaard. Het overzicht is vanaf 1951, het jaar van oprichting van Caissa. De kampioenen van nog oudere verenigingen ontbreken, te weten: Chr. SV AmsterdamZuid, De Vondelbrug, Max Euwe en Morphy. De gegevens komen uit de archievenvan de websites van Euwe en Caissa.

Caissa EUWE MEMO Watergraafsmeer US

2009-2010 Michaël Wunnink2008-2009 Arno Bezemer2007-2008 Niek Narings Rob Witt2006-2007 Martijn van Maanen R. Witt/P. v.d. Weide2005-2006 Robert Kikkert Alje Hovenga2004-2005 Michaël Wunnink G. van der Hoeven2003-2004 Micha Leuw Piet van der Weide2002-2003 Michaël Wunnink Jack Blanchard2001-2002 Micha Leuw Arne Moll2000-2001 Niek Narings Rob Witt1999-2000 Micha Leuw G. van der Hoeven1998-1999 Niek Narings Piet van der Weide1997-1998 Michaël Wunnink Piet van der Weide1996-1997 Aran Köhler Karel van der Weide1995-1996 Karel van de Weide Karel van der Weide1994-1995 Aran Köhler Roy Dieks1993-1994 K. van de Weide Nirav Christophe1992-1993 J. Spreeuw Nirav Christophe Hans De Vilder Bert Westera1991-1992 Aran Köhler Gunther Ballon Karel van der Weide Bert Westera1990-1991 Aran Köhler Nirav Christophe Piet van der Weide Bert Westera1989-1990 Aran Köhler Hajo Jolles Nico Schouten Martijn Spaan/Ed Schouten1988-1989 Van het Kaar Hajo Jolles Piet van der Weide Martijn Spaan1987-1988 Lith Ch. van de Loo/N. Christophe Piet van der Weide Martijn Spaan1986-1987 Van het Kaar Jan Boekelman Rob Witt Martijn Spaan1985-1986 Wildschut Taco Vrenegoor Gerard Rill Paul van der Werve1984-1985 Van het Kaar Jan Boekelman Rob Witt Paul van der Werve1983-1984 Ignacia Gunther Ballon ? Rene in ‘t Veld1982-1983 Ignacia Gert Pieterse Rob Witt Hans Polee1981-1982 Ignacia Albert Blees Gert Geskus Gerard Rill1980-1981 Ignacia ? Paul van der Sterren Jurgen Stigter1979-1980 Ignacia ? ? Gerard Rill1978-1979 Ignacia ? Rob Beekman Paul van der Werve1977-1978 Roos ? Aart van de Brink Rob van de Kamp/Han Gieske1976-1977 Broersen ? Rob van de Kamp1975-1976 Broersen ? Guus Kamps1974-1975 Sewrajsingh ? Rob van de Kamp1973-1974 Sewrajsingh ? Reijer van der Weij1972-1973 Sewrajsingh ? Reijer van der Weij1971-1972 Eijgenbrood jr. ? Toon Versteeg1970-1971 Swart ? Han Gieske1969-1970 Vlasbloem Rob Bödicker -1968-1969 Vonk Pieter Kroon Klein Reijer van der Weij1967-1968 Van der Spek Dirk Oudshoorn Plukker/Roos Toon Versteeg1966-1967 Eijgenbrood ? Rob Hartoch Ron Landsbergen1965-1966 Van der Vos ? L. Cop1964-1965 Schippers ? Rob Hartoch1963-1964 Schippers ? Trautwein1962-1963 Veer ? Van Femeren1961-1962 Van ‘t Riet ? De Jong1960-1961 Zuidema D. Wolfers1959-1960 Zuidema Kennedy/Punt1958-1959 Barendregt J. Staal1957-1958 Barendregt J. Staal1956-1957 Goldschmeding P. Geerts1955-1956 Baas ?1954-1955 Brobbel ?1953-1954 Broersma ?1952-1953 ? P. Geerts1951-1952 ? ?

42

Externe competitiedoor Eric Coppoolse

Caissa heeft nog nooit het genoegen van het landskampioenschap mogen smaken. Nu is dat niet noodzakelijk een gemis; het is inherent aan de filosofie van onze club -een vereniging waar spelers van alle niveaus met plezier schaken en waar niet betaaldwordt om voor de club te spelen. Desondanks is het interessant dat de Euwe-tak vande vereniging diverse landskampioenschappen heeft binnengehaald. Een (mogelijk onvolledig) overzicht.

Watergraafsmeer (1927 - 1994)Landskampioen in 1969/70, 1971/72, 1973/74, 1974/75 en 1975/76.

Max Euwe (1922 - 1961)Landskampioen in 1951.

43

E X T E R N E C O M P E T I T I E

Het was in december 2004dat ik met Dennis Breuker,Niek Narings en Paul Schip-per een snelschaakavond hadafgesproken. Ik zou eerst mijnafgebroken partij [toen wer-den partijen soms nog afge-broken, red.] tegen Dennisuitspelen en daarna zoudenwe lekker wat gaan vluggeren.Toen kwam terloops ter spra-ke dat we al een tijdje nietsvan Micha hadden gehoord.We trokken ons daar toen nogniet te veel van aan - Michawas immers altijd wat later -maar ik kreeg meteen een raarvoorgevoel. Ik besloot er nietaan toe te geven in de hoopdat er niets aan de hand wasen Micha gewoon aan het ge-nieten was van zijn vrijheid inThailand. In de loop van demaand werd beetje bij beetjede hoop op een teken van

Micha opgegeven en werdenmijn ergste nachtmerries be-waarheid. Ik kan niet onderwoorden brengen hoe diep ikhierdoor geraakt was. DoorMicha’s plotselinge dood benik het leven meer gaan waar-deren en nu ik zelf een kindheb, is dat gevoel alleen maarsterker geworden. Ik ben gaannadenken over hoe die periodenu is verlopen en met terug-werkende kracht sta ik ver-steld dat een van mijn bestepartijen tegen, maar in dit ge-val vooral met Micha, achter-af een van mijn laatste metMicha blijkt te zijn. Ik laatdeze partij zien, ondanks datik hem won, wat op zich nieteen goede gewoonte is bij eeneerbetoon, maar omdat Michaingaat op scherpe hoofdvari-anten. Deze partij herinnertmij eraan dat Micha bezig was

J E U G D

Eerbetoon aanMicha Leuwdoor Michael Wunnink

De jeugd van Caissa heeft eenaantal zeer sterke spelers voort-

gebracht. Michael Wunninken Micha Leuw bijvoorbeeld.Toen zij doorstroomden naar

de senioren behoorden zijdaar al snel tot de allerbesten.

Ze hebben een aantal kerenmet elkaar gestreden om het

clubkampioenschap. Dat leverde prachtige partijen op.Helaas overleed Micha - veelte jong - tijdens een vakantie

in Thailand in december2004. Michael, die dit sei-

zoen voor het eerste team vanCaissa in de Meesterklasse

speelt (de hoogste divisie inNederland), haalt voor dit

jubileumnummer van Caissa-Nieuws herinneringen op aanzijn rivaal van toen. Hij laatook een Siciliaanse partij zien

die hij tegen Micha speeldeom de titel in het Eijgen-

broodtoernooi van 2004. Pakhet bord er maar bij en speel

deze bijzondere partij na.Wie weet wordt je later ook

zo goed als deze twee ex-jeugdleden!

met een comeback in deschaakwereld en er weer veelaan was gaan doen. Zo werdik in deze periode ook vaakuitgenodigd om bij Michathuis wat openingsvariantente bekijken. Juist deze partijgeeft aan hoe hij weer metschaken bezig was, niet langvoor die dramatische decem-bermaand. Des te confronte-render is het dat hij ons in debloei van zijn leven en tijdenszijn wederopstanding in deschaakwereld is ontnomen.Schaken is voor mij altijd eenvorm van sublimatie geweesten om mijn verdriet te over-stijgen volsta ik met een wan-deling door een van mijn laatsteschaakontmoetingen met Micha, zodat het toch nogeven lijkt of Micha tegenoverme zit, schoenen uitgeschoptnaast de tafel en tabaksresten(en vaak ook mij) van hetbord vegend. Ik zal Michanooit vergeten.

M. Leuw – M. WunninkInterne competitie Caissa, 21 september 2004

1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd44.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.f3Wit wil een Engelse aanvalspelen, maar vermijdt lieverde 6... Pg4-variant.6...e5 7.Pb3 Le6 8.Le3 Pbd79.Dd2 b5 10.O-O-O Tc8

11.g4Le7 12.g5Ph5 13.Kb1!?Deze zet is helemaalniet slecht. [De kritieke vari-ant is 13.Pd5 Lxd5 14.exd5Pb6 15.Pa5 Pxd5 16.Dxd5Dxa5 17.Lh3 [17.Kb1 O-O18.c4 Tb8 19.cxb5 [19.Ld3]19...axb5] 17...Tc4 18.Lg4[18.Lf1 Tc7] 18...Pf4[18...O-O!? 19.Lxh5Dxa2 ∞] 19.Lxf4Txf4 20.Dc6+ Kf821.Txd6 g6 ∞]13...O-O14.Tg1! Dekt g5 en be-reidt Df2 voor.Direct 14.Df2...is ook gespeeld,maar niemandheeft toen op g5durven nemen,wat mij zeer sterklijkt. 14...Dc7

[14...Pb6 zou het logischevervolg zijn, maar zwart krijgtdan te maken met de penningover de d-lijn na 15.Df2 Pc416.Lxc4 bxc4 17.Pc5 +/-]

44

J E U G D

Micha Leuw geeft

simultaan na het

behalen van een van zijn

clubkampioenschappen

Micha (links) en Michael in oppersteconce

ntratie

.

Micha trok altijd zijn schoenen uit!

J E U G D

45

15.Df2!Nu zwart geen last meer zouhebben van de d-lijn in de va-rianten na Pb6 is het tijd voorwit om deze zet te verhinderen.15...Pf4Na een half uur nadenken besloot ik dat ik met dit paardde strijd om de centrale vel-den moest inzetten. [15...b416.Pd5 Lxd5 17.Txd5 ligtweliswaar voor de hand maarspeelt wit in de kaart. Zwartheeft geen spel op de dame-vleugel en heeft zelfs moeite oma5-a4 direct door te zetten.]16.Td2?!Deze zet rechtvaardigt mijnplan. Kritieker lijkt mij[16.Lxf4 exf4 17.Pd4 b4[17...Dc5!? was ik tijdens departij van plan, maar 17,....b4is directer en zeker niet mindersterk.] 16...b4Op het moment dat ik dezepion losliet realiseerde ik medat ik niet met mijn paard opd5 kon nemen, omdat a6blijft hangen.17.Pd5 Lxd5Dan maar met deloper. [17...Pxd518.exd5 Lf519.Lxa6 Ta820.Lb5 en ikzie geen com-pensatie voorde pion.]18.exd5 a519.Lxf4!?exf4 20.Lh3[20.Pd4 Pe5]20...Ta821.Lxd7 Dxd722.Pd4Dit was Micha’s bedoe-ling met zijn 19e zet.22...Tfe8!?Met deze zet hield ik nogeven in het midden of ik mijnloper naar d8 speel of naar f8(en g7). [Objectief sterkerlijkt mij 22...Ld8 23.Pc6 Ditleek mij tijdens de partij beter

voor wit, omdat wit makkelij-ker zijn torens op de e-lijnkan zetten en het witte paardveel sterker is dan de zwarteloper. Zwart komt er echteraan toe zijn loper op e3 teplomberen, waarna hij zekerniet slechter komt te staan.23...Te8 24.Te2! [24.h4 Te3leidt tot de partij.] 24...Txe225.Dxe2 Lb6 26.Te1 Le3!]23.h4[23.Te2! Lf8! += [23...Ld8?!24.Txe8+ Dxe8 25.Pc6 +=De3?? 26.Te1!! +-]]23...Ld8[23...Lf8 24.h5! g6 25.h6!was het idee achter 23.h4.Zwart kan zijn loper niet fian-chetteren.]24.Pc6Anders volgt Lb6.24...Te3!Tijdens de partij was ik hiererg tevreden over. De wittedame wordt beperkt, f3 staatonder druk en Lb6 komt in

de stelling. Alleen is f4 watzwak.25.Tg4 Lb6![25...Df5 26.Te2 +=]26.Txf4[26.Td1!? Tae8 27.Txf4 Td3

28.Df1 Txd1+ 29.Dxd1 Lf230.Te4 Txe4 31.fxe4 Lxh4 ∞]26...Dh3! 27.Td1 OnlyMove Te4! [27...Tae8!?]28.Dxb6[28.fxe4 Lxf2 29.Txf2 Dxh4en de witte stukken tegen dedame hebben niet genoegcoördinatie om het zwart las-tig te maken.] [28.Dd2? Le3 -/+]28...Txf4 29.Pb8In lichte tijdnood best lastigte bestrijden. [29.Pe7+ Kh830.Dc6!? [30.Dxd6 Txf3]30...Td8! met controle. Alszwart geen Td8 had, zou witbijna winnende compensatiegehad hebben voor de kwali-teit.]29...Dc8! 30.Pc6[30.Dxd6?? Dxb8 dekt f4!]30...Dd7 31.h5 Txf3 32.h6Te8! -/+ 33.Dd4[33.Dxa5! was het best. Zwartzal nog wel gewonnen staan,maar wit kan nog vechten.33...Tf4 34.Tc1 Dg4 35.hxg7Tfe4 -+ [35...Dxg5?! 36.Pxb4

Kxg7 37.a3 =+]]33...f6 -/+ 34.hxg7

[34.gxf6 Txf6 [<=34...gxf635.Tc1 =]35.Pxa5 Txh636.Dxb4 Df5-/+]34...Dxg7[34...fxg5!?

35.Dg1 Dh3 -+]35.Dg4?

[ >=35.gxf6 Dxf636.Dxf6 Txf6

37.Pxa5 -/+]35...Tfe3 -+ 36.Pd4

[36.Pxa5 Te1 37.Tc1 Dxg538.Dxg5+ fxg5 39.Pb3 -+]36...Dxg5 37.Dd7 Te1 0-1

desp

annende

slotfase van de partij trok veel kijkers

46

CCaarrttoooonnttiimmeeJe eigen tekeningin CaissaNieuws?door Eric Coppoolse

Hé jij! Ja, ik bedoel jou! Ben jij jong en schaak je bijCaissa? Dan kan hier kan jouw cartoon komen te staan!Of tekening. Of iets anders. Het hoeft niet mooi te zijn.Of grappig. Het hoeft niet eens over schaken te gaan.Mag wel natuurlijk. Probeer maar eens wat! Geef hetdan aan Robert Jan, of Jan, of Tjerk, of je eigen schaak-trainer. Maar zeg er wel bij dat het voor CaissaNieuws is!

De cartoons hieronder zijn van onbekende tekenaars.Kunnen jullie dat ook? Laat dat dan maar eens zien!

47

‘Ik ben nooit een wonderkindgeweest, ik heb er altijd hardvoor moeten werken’, zei Euweer later zelf van. Zestien jaaroud promoveerde hij naar dehoofdklasse. In 1919 deed hijmee aan zijn eerste buiten-landse toernooi. Dat was inhet beroemde Hastings. Hijkwam uit in het ‘First ClassTournament’ en won met 7uit 11 de vierde prijs. In eenofferrijk treffen versloeg hij delatere kampioen van Ierland.

Max Euwe - J. O’HanlonHastings, augustus 1919

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5De Italiaanse opening. 4.c3Pf6 5.d4 exd4 6.cxd4 Lb4+7.Pc3 De jonge Euwe in devoetsporen van Greco.7...Pxe4 8.O-O Lxc3 9.d5Met deze zet heeft de DeenMöller de oude variant nieuwleven ingeblazen. Na 9. bxc3d5! heeft zwart niets te vrezen.9...Lf6 In Jeugdschaak van7/8/83 worden in ‘Schakenop zijn Italiaans’ andere mo-gelijkheden behandeld. Noguitvoeriger staat het in detheorieboeken. 10.Te1 Pe7Na 10...0-0 11.Txe4 Pa512.Ld3 d6 13.g4 c5 14.De2staat wit dreigend opgesteld.11.Txe4 d6 12.Lg5 Lxg513.Pxg5 O-O?! [Zie diagram 1]De Hongaarse grootmeesterLajos Portisch heeft hier 13...h6ingevoerd. De gevolgen daar-

van lijken gunstig voor zwart.Drie varianten: 1e) 14.De2hxg5 15.Te1 Le6 16.dxe6 f62e) 14.Dh5 O-O 15. Tae1 Pf516. Pxf7 Df6 3e) 14.Lb5+Ld7 15.De2, Lxb5! 16.Dxb5Dd7! 17.De2 Kf8! Zou dit deweerlegging van de Möller-aanval zijn? 14.Pxh7 Eenstukoffer volgens het boekje.14...Kxh7 Een nader onder-zoek verdient 14...Lf5. Hiernaleidt 15.Txe7 Dxe7 16.Pxf8Txf8 tot een ongeveer gelijkestelling. Wit kan op aanvalspelen met 15.Th4. In Thieme’snieuwe schaakboek geeft deDuitse grootmeester WolfgangUnzicker als vervolg 15...Te816.Dh5 Pg6! 17.Td4 Te518.f4 Pxf4 19.Txf4 Lg6!20.Pf6+ Dxf6 en oordeelt datzwart beter staat. 15.Dh5+Kg8 16.Th4 f5 Op 16...f6ziet 17.g4! Te8 18.Ld3 er ge-vaarlijk uit. Maar het kon tochnog wel eens meevallen: 18...Kf819.Dh8+ Pg8 20.Lh7 Kf721.Lg6+!, met remise door

her-haling.17.Te1?!Een riskantewinstpoging. Hetboek geeft o.a. 17.Dh7+ Kf718.Th6 Tg8 19.Te1 Df820.Lb5! Th8 21.Dxh8 gxh622.Dh7+ Kf6 23.Txe7 Dxe724.Dxh6+ met voortdurendschaak tot besluit. 17...Pg6 Debeste verdediging: 18.Dxg6Dxh4. 18.Th3 f4? Maar dit isde beslissende fout! Zwart kanals volgt in het voordeel ko-men: 18...Tf6! 19.Dh7+ Kf720.Te6 Pf8 21.Dh5+ g622.Dh6 Lxe6 23.dxe6+ Txe624.Lxe6+ Kxe6 25.Dg7 f4 ende witte aanval is uitgeblust.19.Te6 De weerlegging. Na19...Lxe6 20.dxe6 kan zwartmeteen opgeven. 19...Tf6Een leuke variant - voor witdan - is 19...Pe5 20.Ld3! Pxd321.Th6! gxh6 22.Dg6+ Kh823.Txh6 mat. 20.Dh7+ Kf8Op 20...Kf7 volgt 21.Th6! enwit wint zijn stuk terug metbehoud van de aanval: 21...Lxe622.dxe6+ Kf8 23.e7+! en wint.21.Dh8+ Hij wikkelt af naareen gewonnen stelling.21...Pxh8 22.Txh8+ Kf723.Txd8 Wat materiaal be-treft staan de partijen preciesgelijk, maar zwart verkeert inzetdwang! Er dreigt 24.Tee8en 25.Txc8. 23...c6 Twee va-rianten: 1e) 23...Lxe6? 24.dxe6+en 25.Txa8. 2e) 23...Txe624.dxe6+ Ke7 25.Tg8 c626.Txg7 Ke8 27.e7 d5 28.Ld3Le6 29.Lg6+ Kd7 30.e8D+enz. 24.Tee8 Ld7 25.dxc6+Le6 26.Lxe6+ Txe6 27.Txa8Txe8 28.Txe8 Kxe8 29.cxb7en zwart geeft het op. 1-0

Diagram 1

EuweMax Euwe, wereldkampioen schaken 1935-1937, werd20 mei 1901 in de Watergraafsmeer geboren. Dat gebiedhoorde toen nog niet bij Amsterdam. De jonge Max wonals twaalfjarige zijn eerste prijsje in een tweede-klassetoernooi. Hij had nog een lange weg te gaan.

fragment uit het boek ‘Jeugdpartijen van beroemde meesters’ van Siep Postma

Jeugdpartijen van grote meestersdoor Siep Postma

Cartoontime

Oplossingenproblemen (pag 11)

Probleem 1A. Derevenko, 19361.Tf7 (dreigt Dxd7)d6 2.Df5

d5 2.Da6Pe5 2.Pf4Pf6 2.Te7

Hier is sprake van vier blokke-ringen door zwart met even-zoveel verschillende matzet-ten: een zeldzaamheid vooreen miniatuurprobleem.

Probleem 2B. Ellinghoven, 19711.Dh3 g6 2.Dd7

g5 2.Df5h5 2.Dxh5Kh8 2.Dxh6Kg6 2.Df5

Op 1.Dd4? volgt 1...Kg6! enop 1.Df3? Kh8!. Ook 1.Dg3?is niet goed wegens 1...g5!Een veelvoud van matzettendoor de dame zowel in de op-lossing als in de verleidings-zetten.

Probleem 3A.W. Galitzky, 19051.Td2 L~ 2.Df1

Kf4 2.Tf2Andere zetten vormen geenoplossing, voornamelijk om-dat zwart Le3 in petto heeft.

Probleem 4E. Boström, 19291.Dh8 Ta4 2.Td2+ en 3.Dh1

Ta5 2.Te2+ en 3.Dh1Ta6 2.Tf2+ en 3.Dh1Txa7 2.Tg2+ en 3.Dh1Txb3+ 2.Txb3+ Ka2 3.Db2Ta2 2.T~ en 3.D

geeft mat.Vooral de varianten Ta4, Ta5,Ta6 en Txa7 zijn interessanten fraai: de zwarte torenwordt herhaaldelijk van deeerste lijn afgehouden door dewitte toren. We spreken hier

met een chique vakterm over‘oppositie bij voorbaat’.

Probleem 5K. Braithwaite,19811. Da3 a1 (D,T) 2.Db3 en 3.Tc1

a1 (L) 2.Dd3+ Ka2 3.Ta8a1 (P) 2.Ta8 P~ 3.Da2Ka1 2.Tc1+ en 3.D

geeft mat.Bij iedere (minor)promotiemoet wit oppassen voor pat ofschaak, vandaar de verschil-lende reacties op zijn tweedezet.

Probleem 6E.B. Cook, 18571.Lf7 Ke4 2.Kf6 Kf4 3.Lh5Ke4 4.Lf3+ Kf4. 5.Lg2 Kg46.e3 Kh5 7.Lf3Een miniatuur uit de oudedoos, maar wel een mooie.Wits loper sluipt als een katop kousenvoeten om de des-perate zwarte muis. Deze be-landt tenslotte in zijn val oph5.

Oplossingenstudies (pag 15)

Studie 1L.I. Kubbel 19211.De4+ Kb8 2.Tb6+ Lxb63.Ka6! Td7 4.Da8+ Kxa85.Pxb6+ Kb8 6.Pxd7+ en7.Pxf8

Studie 2L. Prokes 19471.Le5 Kd3 2.Kd7 Ke4 3.Ke6a1D (als wit op de eerste zetde loper naar een ander velddan e5 had gespeeld konzwart nu met 3... Kf4 de wittepion veroveren). 4.Lxa1 Kf45.Le5+ en wit behoudt zijnpion.

Studie 3L.I. Kubbel 19091.Lc5 Tc8 (1… Tb8 2.Th8+

Kc7 3.Ld6+ of 1…Kc8 2.La7en de witte koning haalt de a-pion op.) 2.Lb6+ Ke8 3.Lc7!a5 4.Kd2 a4 5.Kc1 a3 6.Kb1a2+ 7.Ka1! (7…Kxa2? Ta8+en de toren ontsnapt) en witwint een toren.

Studie 4F. Lazard 19121.Tg7+ (1.Tc7? Th5+ 2.Kd4Tc5) 1… Kf3 (1… Kh42.Tc7) 2.Tc7 Th5+ 3.Kd4Tc5 4.Txc5 bxc5+ 5. Kd3!c1D pat ( 5… c1L 6.Kc4 La37.d4 =)

48