Meer taalsteun voor nieuwkomers...2019/12/04  · onderwijsachterstanden en versterking van...

3
Verslag ontwikkelgroep Nieuwkomers – 4 december 2019 Meer taalsteun voor nieuwkomers Op woensdag 4 december komt de ontwikkelgroep Nieuwkomers van het Steunpunt Passend Onderwijs voor de laatste maal dit jaar bijeen in Utrecht. Ondanks de drukte van de decembermaand zijn er ruim 30 deelnemers aanwezig, uit het hele land: de subgroepen Noord en Zuid zijn namelijk voor het eerst sinds de startbijeenkomst in mei weer samen bijeen. Tussentijds zijn ‘Noord’ en ‘Zuid’ in het afgelopen half jaar los van elkaar elk twee keer bijeen geweest op gastlocaties waar nieuwkomers op een bijzondere manier les krijgen. Noord in Groningen en Utrecht en Zuid in Rotterdam en Arnhem. Uit recente ontwikkelingen blijkt dat het onderwerp ‘nieuwkomers in regulier onderwijs’ door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) erkend wordt als belangrijk onderwerp, maar niet goed past in het ‘hokje’ passend onderwijs. Nieuwkomers gaat over gelijke kansen, onderwijsachterstanden en versterking van taalbeleid. Volgens OCW is het daarom niet logisch om de ontwikkelgroep vanuit het steunpunt passend onderwijs te financieren. Namens de VO-raad verzekert Mike Jolink de aanwezigen in de zaal dat het nieuwkomersnetwerk op een andere plek geborgd zal worden. Zo lopen er momenteel gesprekken met LOWAN en andere projecten binnen de VO-raad. Verder wordt aangekondigd dat er (over een maand of drie) een speciale Handreiking zal verschijnen, met praktijkvoorbeelden en tips, voortbordurend op het werk van de ontwikkelgroep.

Transcript of Meer taalsteun voor nieuwkomers...2019/12/04  · onderwijsachterstanden en versterking van...

Page 1: Meer taalsteun voor nieuwkomers...2019/12/04  · onderwijsachterstanden en versterking van taalbeleid. Volgens OCW is het daarom niet logisch om de ontwikkelgroep vanuit het steunpunt

Verslag ontwikkelgroep Nieuwkomers – 4 december 2019

Meer taalsteun voor nieuwkomers Op woensdag 4 december komt de ontwikkelgroep Nieuwkomers van het Steunpunt Passend Onderwijs voor de laatste maal dit jaar bijeen in Utrecht. Ondanks de drukte van de decembermaand zijn er ruim 30 deelnemers aanwezig, uit het hele land: de subgroepen Noord en Zuid zijn namelijk voor het eerst sinds de startbijeenkomst in mei weer samen bijeen. Tussentijds zijn ‘Noord’ en ‘Zuid’ in het afgelopen half jaar los van elkaar elk twee keer bijeen geweest op gastlocaties waar nieuwkomers op een bijzondere manier les krijgen. Noord in Groningen en Utrecht en Zuid in Rotterdam en Arnhem. Uit recente ontwikkelingen blijkt dat het onderwerp ‘nieuwkomers in regulier onderwijs’ door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) erkend wordt als belangrijk onderwerp, maar niet goed past in het ‘hokje’ passend onderwijs. Nieuwkomers gaat over gelijke kansen, onderwijsachterstanden en versterking van taalbeleid. Volgens OCW is het daarom niet logisch om de ontwikkelgroep vanuit het steunpunt passend onderwijs te financieren. Namens de VO-raad verzekert Mike Jolink de aanwezigen in de zaal dat het nieuwkomersnetwerk op een andere plek geborgd zal worden. Zo lopen er momenteel gesprekken met LOWAN en andere projecten binnen de VO-raad. Verder wordt aangekondigd dat er (over een maand of drie) een speciale Handreiking zal verschijnen, met praktijkvoorbeelden en tips, voortbordurend op het werk van de ontwikkelgroep.

Page 2: Meer taalsteun voor nieuwkomers...2019/12/04  · onderwijsachterstanden en versterking van taalbeleid. Volgens OCW is het daarom niet logisch om de ontwikkelgroep vanuit het steunpunt

Van DAT naar CAT (bis) De hoofdschotel van het programma van vandaag is een ‘vervolglezing’ van NT2-professor Maaike Hajer, tevens lector ‘Meertaligheid en Onderwijs’ aan de Hogeschool van Utrecht. In mei was zij ook al de keynote speaker op de openingsbijeenkomst van de ontwikkelgroep. Het onderscheid tussen de Dagelijkse Algemene Taalvaardigheid (DAT) en de Cognitieve Academische Taalvaardigheid (CAT) stond toen nadrukkelijk centraal, omdat nieuwkomers na een eerste introductie in de Nederlandse taal nog vele jaren begeleiding nodig houden om ook schooltaalvaardigheid te ontwikkelen. Nu gaat Maaike erop in hoe taalontwikkeling na de overstap van leerlingen naar de reguliere VO-school eruit kan zien. Dat kan vooral binnen vakonderwijs. Hoe betrek je vo-docenten nou bij de specifieke taalproblematiek van nieuwkomers, hoe spreek je ze aan? Een onderwerp, aldus Hajer met een verwijzing naar haar grijze haren, waar ze “al heel lang mee bezig” is – maar “de aanhouder wint!” Het leren van een nieuwe taal is heel wat anders dan het leren in een nieuwe taal, en van dat verschil zijn docenten in po en vo zich nog lang niet altijd goed bewust. Nieuwkomers landen na twee jaar ISK namelijk hard op een reguliere school. Die twee jaar in de schakelklas zijn immers veel te kort, want om ‘van DAT tot CAT’ te komen ben je wel vier tot zeven jaar zoet. Hajer laat een sheet zien waarin die ontwikkeling schematisch staat weergegeven: eerste opvang in het eerste jaar, instapniveau in het tweede jaar en doorgroei naar CAT in de drie à vijf jaar daarna. Ze verwijst naar het door haar en Theun Meestringa geschreven handboek TAALgericht VAKonderwijs, een titel die veel van de aanwezigen in de zaal zorgvuldig in hun aantekenblokje noteren.

Niet nodeloos versimpelen Het zou enorm helpen als docenten in het po en vo dit alles weten, en inzien dat het leren van taal niet is voorbehouden aan de officiële taalles. Dat ze ondersteuning bieden aan nieuwkomers ook met inzet van de eigen taal bijvoorbeeld door ze moeilijke begrippen of processen (bijvoorbeeld: de spijsvertering) eerst in hun moedertaal onder woorden te laten brengen. Meertalige taalsteun dus, als deel van ‘inclusief werken’: iets waar gelukkig steeds meer belangstelling voor komt. Hajer wijst er nadrukkelijk op dat vaktaal het best uitgelegd kan worden door – inderdaad – vakdocenten: een begrip als ‘kostencalculatie’ moet toch echt door de leraar economie worden uitgelegd. Maar die moet niet denken: ik pik voor de nieuwkomers alleen het belangrijkste er uit. Het gevaar om te veel te versimpelen is levensgroot. Taal is geen kwestie van losse woorden, maar van verbanden tussen die woorden kunnen leggen en kunnen redeneren. Koester als docent dan ook altijd hoge verwachtingen van je leerlingen, dus ook van nieuwkomers, en je zult zien: leerlingen waarderen dat! In de visie van Hajer moeten nieuwkomers talig mee leren doen aan vakspecifieke activiteiten. Ze moeten net als alle andere leerlingen specifiek leren benoemen en beschrijven - schrijven is minstens even belangrijk bij het grip krijgen op een taal. Maak lessen voor nieuwkomers contextrijk, zorg voor interactie en geef taalsteun. Laat leerlingen het zelf vertellen, ook al hakkelen ze nog zo erg.

Page 3: Meer taalsteun voor nieuwkomers...2019/12/04  · onderwijsachterstanden en versterking van taalbeleid. Volgens OCW is het daarom niet logisch om de ontwikkelgroep vanuit het steunpunt

Hajer geeft voorbeelden van hoe je interactie kunt uitlokken: laat vier leerlingen elk aan een kant van een placemat opschrijven – desnoods in een andere taal – hoe iets werkt, en laat ze in het midden de gezamenlijke conclusie – sowieso in het Nederlands – formuleren. Geef leerlingen hulpzinnetjes waarmee ze op gang kunnen komen als ze iets moeten omschrijven.

Intermezzo met fietslamp Als intermezzo vraagt Hajer of twee vrijwilligers uit de zaal aan de andere deelnemers willen uitleggen waarom de fietslamp die ze van haar krijgen het niet doet. Ze moeten hardop hun denkproces blootleggen. Zoiets zou een aansprekend startpunt van een les over design (in dit geval van een fietslamp) kunnen zijn: je gedachten ordenen, systematisch denken en aan dat denken continu woorden geven. “Steigertjes die je later weer weg kunt laten.” Bespreek die lamp die het niet doet in DAT (‘kapot’) en in CAT (‘defect’). Dat vraagt wel dat je als leraar heel goed weet wat die volgende stap kan zijn, je zult goed inzicht in de talige doelen van je vakles moeten hebben. Dat is te leren, en daar ligt ook een taak voor de lerarenopleidingen. Aan het slot van haar lezing poneert Hajer als interactief element drie stellingen waar de zaal over mag discussiëren:

• Taalgerichte vakdidactiek is gewoon goed onderwijs– maar met een scherper oog voor (vak-) taal

• De visie op taal en leren van de schoolleider vormt de sleutel tot een breed gedragen taalaanpak

• Taalbeleid staat of valt met persoonlijke betrokkenheid van de leraar bij de ontwikkeling van leerlingen

Ze vinden alle drie bijval, maar een van de deelnemers merkt op dat betrokkenheid alleen niet volstaat: er moet ook voldoende kennis zijn over de specifieke vaktaaldidactiek die je voor nieuwkomers toe moet passen.

Workshops Het laatste uur van de bijeenkomst is gewijd aan drie workshops: 1. De overgang van ISK naar het vo zoals die gestalte krijgt in Gorinchem bij het project LINK. 2. Kennisdeling in de klas en als schoolorganisatie op het vo. 3. Knelpunten bij de doorstroming van 16- en 17-jarige nieuwkomers. Uit de enthousiaste deelname aan de discussies naar aanleiding van deze onderwerpen komt één ding duidelijk naar voren: nieuwkomers staan op de kaart. Het onderwerp lééft. Maar er is nog een lange weg te gaan voordat het gedachtegoed van Hajer ‘Nederlandbreed’ ingang heeft gevonden. Aan de deelnemers van de ontwikkelgroep, als zelfverklaarde ambassadeurs van taalgerichte vakdidactiek voor nieuwkomers, zal het in elk geval niet liggen. Wordt dus vervolgd, met steun van het Steunpunt Passend Onderwijs.