Meer solidariteit met degressieve opbouw
-
Upload
hans-van-meerten -
Category
Documents
-
view
337 -
download
2
Transcript of Meer solidariteit met degressieve opbouw
'Meer solidariteit met degressieve opbouw' - Printer friendly version
IP Nederland
De primaire nieuwsbron van de Nederlandse pensioen- en beleggingswereld
'Meer solidariteit met degressieve opbouw' - 28 January 2013
Category: Nieuws
28 Jan 2013
Met een toespraak op een seminar wakkerde AFM-bestuurder Harman Korte de
discussie over de doorsneepremie aan. Kort samengevat: inherent aan de
doorsneepremie is subsidie van jong aan oud. Die subsidie kun je moeilijker
uitleggen naarmate meer mensen tijdens hun loopbaan wisselen van pensioenfonds.
Het maakt open en eerlijk communiceren ronduit ongemakkelijk. En zodoende 'is er
alle aanleiding de systematiek van de doorsneepremie te wijzigen'. Zijn
oplossing: afstappen van gelijkblijvende opbouw en alle deelnemers de
pensioenaanspraak laten opbouwen die precies bekostigd kan worden met de vaste
premie. Jongeren meer, ouderen minder. Degressieve opbouw, kortom.
Juridische bezwaren
De toespraak van Korte ontlokte een felle reactie aan Gerard Riemen, directeur
van de Pensioenfederatie. Hij verweet hem politiek te bedrijven, iets waarvan
een toezichthouder zich verre moet houden. Daarnaast kwam Riemen met
inhoudelijke kritiek. Zo stelt de Wet Bpf doorsneepremie verplicht. Bovendien,
zei hij, impliceert afschaffen van de doorsneepremie discriminatie naar
leeftijd. “Europese wet- en regelgeving verbiedt dat.”
Hoogleraar pensioenrecht Erik Lutjens onderschrijft de lezing van Riemen.
Leeftijdonderscheid noemt hij onder meer in strijd met de Wet gelijke
behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid.
Solidariteit ondermijnend
Pensioenuitvoerder Syntrus Achmea voert ook andere inhoudelijke bezwaren aan
tegen het voorstel van Korte. Als mensen wisselen van pensioenfonds dan bouwen
ze bij een ander fonds als oudere rechten op. Ze krijgen dan nog steeds
subsidie, zij het in een ander fonds.
Dat ontkracht het argument voor degressieve opbouw overigens maar deels, weet de
pensioenuitvoerder. “De subsidie van jong naar oud is echter moeilijker uit te
leggen aan oudere werknemers die zelfstandige worden. Voor die groep kan
waardeoverdracht helpen of vrijwillige voortzetting.”
Tegen degressieve opbouw pleit juist weer dat die de solidariteit ondergraaft.
“Degressieve opbouw leidt tot minder solidariteit, omdat er meer evenredigheid
komt tussen opgebouwde aanspraken en betaalde premie.”
Wie tornt aan de solidariteit, loopt het risico de verplichtstelling te
verspelen. Syntrus Achmea wijst in dit verband naar het rapport ‘Een sterke
tweede pijler’ van de commissie Goudswaard. “Belangrijke vraag is volgens de
commissie of degressieve opbouw zo vorm kan krijgen dat het Europese Hof er
voldoende solidariteit in ziet om de inbreuk op de vrije mededinging te
rechtvaardigen.”
Perverse solidariteit
Pensioenjurist Hans van Meerten betwijfelt juist of degressieve opbouw ten
koste gaat van de solidariteit. Je kunt met evenveel recht het tegendeel
beweren, zegt hij. “Niet voor niets wordt wel gezegd dat bij de doorsneepremie
sprake is van perverse solidariteit.”
Het is bijvoorbeeld maar de vraag of de overstap naar een ander pensioenfonds de
ongelijkheid rechttrekt. “Dat hangt helemaal af van de samenstelling van dat
fonds. Wat gebeurt er als je van een jong fonds overstapt naar een vergrijsd
fonds? Met degressieve opbouw heb je eerlijker resultaten.”
Er bestaan al verschillende blauwdrukken voor de toepassing van zo’n opbouw,
vervolgt hij. Voorbeeld is een recent voorstel van Leo Witkamp van Media
Pensioendiensten om het opbouwpercentage te differentiëren naar leeftijd.
In 2010 brak hoogleraar Lans Bovenberg met Bart Boon een lans voor degressieve
opbouw. Zij staan in hun stuk niet alleen stil bij steeds schevere
‘inter’generationele solidariteit bij doorsneepremie. Bovenberg en Boon stippen
ook wat zij noemen perverse ‘intra’generationele solidariteit aan: herverdeling
van laagopgeleiden naar hoogopgeleiden.
Los van de voordelen die Van Meerten ziet in degressieve opbouw, vindt hij de
juridische bezwaren tegen afschaffen van de huidige doorsneepremie weinig
overtuigend. Hij beaamt dat de Wet Bpf de doorsneepremie verplicht stelt. Maar
in zijn optiek is dat een slecht argument voor handhaving ervan. “Die wet kun je
zo wijzigen.”
Ook op het argument dat de doorsneepremie voorwaarde is voor behoud van de
verplichtstelling vindt hij het nodige af te dingen. Verschillende arresten van
het Europese Hof van Justitie stellen solidariteit als voorwaarde. Maar in geen
enkel arrest staat dat handhaving van de huidige doorsneepremie daarbij een
vereiste is.
“In tegendeel zelfs. Als een degressieve premie leidt tot meer bevredigende
resultaten voor jong én oud, dan zou dat wel eens de rechtvaardiging voor de
verplichtstelling kunnen zijn.”
Author: Olaf Boschman
window.print(); //try to print this page