Meer-Historie, juni 2010

42
1 Meer-Historie juni 2010 VAN DE REDACTIE

description

Cultuurhistorisch Haarlemmermeer

Transcript of Meer-Historie, juni 2010

Page 1: Meer-Historie, juni 2010

1

Meer-Historie juni 2010

van de redactie

Page 2: Meer-Historie, juni 2010

2

Meer-Historie juni 2010

Page 3: Meer-Historie, juni 2010

3

Meer-Historie juni 2010

inHOUd

Bestuur B. van Groenigen Van de voorzitter .................................................................... 4 Bram Verbeek, erelid ............................................................. 5 Lintjesregen in Haarlemmermeer .......................................... 5 H. Stroet Jaarlijkse uitje vrijwilligers .................................................... 6 J. van der Maarl En de winnaar is… ................................................................. 7 F. Ossewaarde Nieuws uit de Gemeentelijke Monumentencommissie .......... 8Leesonderzoek M. Harlaar Meer-Historie positief beoordeeld ....................................... 10Museum E. van Melis Verhalen aan tafel en meer… ............................................... 12Boederijen M. van Rijsbergen Fortboerderij Dijkzicht ......................................................... 14 L. de Jong-Bronkhorst Rudolphsburg, een verdwenen boerderij ............................. 16 J.J. v.d. Hulst De Dankbaarheid, de vergeten boerderij ............................. 19artikel G. Dijkzwager De caponnière van het Fort bij Hoofddorp .......................... 20 P. Roodenburg Historische wandeling Vijfhuizen ....................................... 21Zorg H. Stroet De eerste en de nieuwste auto van het Rode Kruis ............. 22 H. Stroet Wie was Dokter Nanninga? ................................................. 24Luchtvaart J.W. de Wijn 90 jaar geleden: Vliegkamp wordt luchthaven..................... 27Straatnamen L. de Jong-Bronkhorst De Ter Veenlaan in Hoofddorp ............................................ 32Familiebedrijven E. Destrée Donker, een modeketen met wortels in de Haarlemmermeer ........................................................ 33 J. Tamboer 100 jaar VICON: De tijd vooruit .......................................... 36ingezonden .............................................................................................. 38 Wie het weet mag het zeggen ............................................... 41

Jan van der Maarl in de lappenmand. Ook het ziekenvervoer in Haarlemmermeer heeft een hele geschiedenis.

Page 4: Meer-Historie, juni 2010

4

Meer-Historie juni 2010

Waarom nou een foto van Jan van der Maarl onder de inhoudsopgave? Die gedachte zal u zeker zijn bekropen na het openslaan van deze editie van Meer-Historie. Niet alleen omdat het sneu is voor Jan, maar omdat het aansluit op het minithema van dit nummer: ziekenzorg in de Haarlem-

mermeer. Twee bijzondere artikelen illustreren dit minithema: over de vervoersmiddelen van het Rode Kruis (in Haarlemmermeer) en over de vraag wie Dokter Nanninga was. Daarnaast hebben we weer een keur aan artikelen die voortkomen uit lezersbijdragen. Dat onze inspanningen worden gewaardeerd blijkt wel uit het leesonderzoek waarin het blad Meer-Historie onder de loep is genomen door de lezers. Met enige

trots verklap ik hier dat het allemaal erg positief is. Maar dat is geen reden om op deze lauweren te rusten. Als redactiecommissie kijken we vooruit en nemen we onze verantwoordelijkheid om ieder kwartaal een lees-baar en informatief historisch magazine te maken. Dat kan onder meer door spontaan toegezonden bijdragen over boerderijen - voor dit nummer zijn er drie prach-tige verhalen aangeleverd - , verhalen uit de oorlog, herinneringen aan loonbedrijven en reacties op oude foto's; alles geconcentreerd op de cultuurhistorie van de Haarlemmermeer.

Namens de redactiecommissie,

Marcel HarlaarEindredacteur

PS: De redactie van Meer-Historie is ook actief op LinkedIn en Hyves!

van de voorzitterIk heb u vanaf deze plaats al eerder geïnformeerd over het feit dat er besprekingen gaande waren tussen vertegenwoor-digers van het bestuur van de Stichting Historisch Museum Haarlemmermeer en het bestuur van de Stichting Meer-Historie. Deze zogenaamde integratie-commissie had de opdracht om te onderzoeken of en zo ja op

welke wijze er gekomen kan worden tot integratie van beide stichtingen. Dit met de achterliggende bedoeling om te komen tot een gezamenlijke en brede missie om het historisch erfgoed van Haarlemmermeer te onder-zoeken, in kaart te brengen, te bewaren en toegankelijk te maken voor een zo groot mogelijk publiek, van binnen en buiten Haarlemmermeer, van jong tot oud. In feite is een samenwerking op bestuurlijk en uitvoerend vlak een bevestiging van het reeds bestaande beeld, waarin beide stichtingen, hoewel om historische redenen apart geregistreerd, als één ervaren worden en hun respectie-velijke werkgebieden complementair zijn. Vele vrijwilli-gers zijn actief betrokken in gezamenlijke werkgroepen en evenementen. Verder zijn de stichtingen wederzijds op bestuurlijk niveau al vertegenwoordigd en vindt veel-vuldig afstemming plaats over te volgen beleid. Zowel het bestuur van de stichting Historisch Museum Haar-

redactiOneeL

BeStUUr

lemmermeer als het bestuur van Meer-Historie hebben in hun bestuursvergaderingen van respectievelijk 29 en 30 maart jl. besloten om uiterlijk 1 juli 2010 te komen tot een zogenaamde personele unie van de besturen van beide stichtingen. Dit houdt in dat vanaf dat moment er in praktische zin sprake zal zijn van één bestuur voor beide stichtingen. Dit bestuur heeft de opdracht om binnen één tot maximaal twee jaar te komen met voorstellen tot de vorming van één stichting. De heer mr. C. Wisse, voormalig notaris te Haarlemmermeer, is verzocht om de statuten van beide stichtingen te bestu-deren en indien noodzakelijk met wijzigingsvoorstellen te komen opdat er gedurende de periode dat er sprake is van de zogenaamde personele unie geen problemen met betrekking tot mogelijk conflicterende bepalingen zullen ontstaan. Het voordeel van de gekozen strategie is enerzijds het gegeven dat er gedurende de voorberei-dingsfase, noodzakelijk om te komen tot één stichting, geanticipeerd kan worden op mogelijke problemen die thans nog niet als zodanig zijn onderkend. Anderzijds hebben ook alle vrijwilligers riant de tijd om te leren wennen aan en om te gaan met het feit dat er uiteinde-lijk één stichting zal bestaan.

Bab van [email protected]

Page 5: Meer-Historie, juni 2010

5

Meer-Historie juni 2010

Bram verbeek, erelid van de Stichting Meer-HistorieBram Verbeek is 20 april tijdens de begunstigers- en sympathisantenavond van de Stichting Meer-Historie in het Trefpunt in Nieuw Vennep benoemd tot erelid van de stichting. Bram Verbeek was vanaf 2000 bestuurslid en penningmeester en maakte uit hoofde daarvan deel uit van het Dagelijks Bestuur van de stich-ting. Daarnaast had hij vele andere functies en taken zoals beheerder van de 'Witte Boerderij', het 'zenuw-centrum' van Meer-Historie, voorzitter van de werk-groep Luchtvaarthistorie Haarlemmermeer en lid van de werkgroep Boerderijonderzoek. In die hoedanigheid was hij nauw betrokken bij het samenstellen en uitgeven van de twee boeken over Haarlemmermeerse boerde-rijen. De boeken zijn uitgegeven in 2005 en 2008. Bram Verbeek was ook jarenlang actief binnen de werkgroep Collectiebeheer. Voorzitter Van Groenigen motiveerde het erelidmaatschap met de woorden 'met zijn positieve

hem jarenlang in goede handen, hij bracht structuur aan in de organisatie, werkgroepen werden geformeerd en deze werkten met een duidelijke taakomschrijving.. En altijd bezig met het werven van nieuwe begunsti-gers! Het zijn er inmiddels 2500, een enorm aantal en van de Putte is er trots op maar heeft daar ook hard aan gewerkt!. Nu de jaren gaan tellen toch nog actief in zijn werkgroep fotoarchief en zeer betrokken bij de Stichting. Dat hij nog maar lang mag genieten van deze eervolle onderscheiding en voor zijn vrouw Greet geen lintje maar wel een pluim op haar hoed! Omdat ze hem al die jaren de gelegenheid heeft gegeven en omdat ze het geheimpje zo goed heeft weten te bewaren. En dat vond ze erg moeilijk!

De werkgroep boerderijonderzoek was al vanaf 1997 bezig met het samenstellen van een boek. Intussen is het 2003 en de werkgroep is op een punt, dat er een flinke stap gemaakt moet worden. Contacten met mogelijke schrijvers liepen op niets uit. Toen kwam de werkgroep

BeStUUr

instelling, deskundigheid op vele gebieden en grote bereidheid om zaken op te pakken en te regelen, heeft hij de afgelopen 10 jaar onafgebroken een grote en belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de stichting'.

Lintjesregen 2010 in de Haarlemmermeer

Wat een gezellige drukte op de ochtend van de 29ste april in de burgerzaal van het raadhuis in Hoofddorp. Geheimzinnige gezichten, wie zijn de laureaten en voor wie kom jij?

Mevrouw Lidwien van Velsen mag zich Ridder in de Orde van Oranje Nassau noemen en maar liefst 12 inwoners van onze gemeente kregen van burgemeester Weterings te horen dat het de Koningin heeft behaagd hen te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje Nassau, onder hen twee zeer actieve leden van enkele werk-groepen binnen de stichting Meer-Historie.

Onder een vals voorwendsel was Joop van de Putte naar het raadhuis gelokt en een aanzienlijk aantal Meer Historie vrienden hebben met veel genoegen mogen aanschouwen dat de versierselen bij deze trouwe vrij-williger opgespeld werden. Het secretariaat was bij

Page 6: Meer-Historie, juni 2010

6

Meer-Historie juni 2010

BeStUUrin contact met Ben Langendoen, die ervaring had met het beschrijven van boerderijen. Op 13 april 2003 brengt hij een voorstel in de groep en samen met fotograaf Kees van der Veer wordt actie ondernomen Er moet nog heel veel gebeuren. Veel interviews met boeren, herhalingsbezoeken, veelal op de fiets. Hij heeft voor een groot deel gezorgd voor het succes van de boerde-rijboeken. In 2005: Haarlemmermeerse boerderijen en hun bewoners en in 2008 Haarlemmermeerse boerde-rijen bewoners en wijken. Naast het werk voor Meer-Historie is Ben ook kerkelijk zeer actief.

Beide vrijwilligers van harte gefeliciteerd

Jaarlijks uitje van de vrijwilligersOp 13 maart vertrok de boot vol vrijwilligers vanaf de steigers voor het Cruquiusmuseum richting mooie Nel. Dat wil zeggen een boottocht van drie uur over de Spaarne, van de monding in de Ringvaart tot bij Spaarndam, de Mooie Nel en weer terug. Een goede keus van mevrouw Harlaar; tenslotte is er een nauw

verband met het Haarlemmermeer en het Spaarne. Zo zorgde het Spaarne er ruim vierduizend jaar geleden al voor dat het overtollige water in de veengebieden rond het Haarlemmermeer werd afgevoerd naar het IJ. Met de drooglegging van het Haarlemmermeer kwam het Spaarne en daardoor Haarlem in de problemen. De grachten werden niet meer doorgespoeld. Ernstige gevolgen voor de gezondheid van de stadsbevolking bleven niet uit, er brak cholera uit. Het leidde tot het dempen van een aantal stadsgrachten en de aanleg van een gesloten rioleringssysteem.

De conversatie kwam langzaam op gang, maar na een half uur was het al reuze gezellig toen de koffie, de lekkere koekjes, sap, en al gauw bier en wijn op tafel kwamen. Dirk Hoeksema probeerde de vrijwilligers nog wat geschiedenis bij te leren, zoals naar aanleiding van een beeld (Gebonden mannen) bij de Verfroller (een brug over het Spaarne) van Mari Andriessen. Het gaat om een herinnering aan de moordpartij door de Span-jaarden in 1572. Na de overgave zijn ongeveer 2000 soldaten vermoord, maar een groep van 247 soldaten werd naar de monding van het Spaarne gebracht. Ze zijn twee aan twee, ruggelings vastgebonden, het water in gedreven en verdronken. Later nam de kapitein van de rondvaartboot het over om over Haarlem het een en ander te vertellen, interes-sante dingen over de toren van de Grote Kerk en waar het woonhuis van de journalist Mart Smeets was.Dat er onderweg veel te zien was belette niemand om eens gezellig met elkaar te praten. Zo kwam ik zelf in contact met de heer van de Burg die vertelde o.a. hoe hij had geleden als kind van het hoofd van de school in Rijk. Ik kende de heer van de Burg niet, maar blijkbaar was hij wel bekend bij de andere vrijwilligers, want niet weinig keren kreeg hij een sympathieke aai over zijn bol. Onderweg werd er niet uitgestapt, zo gebeurde het dat maar weinig mensen door hadden dat de boot in de buurt van Spaarndam gekeerd was. Opeens zagen we opnieuw de molen, maar nu van een andere kant. Zo rond een uur of vijf meerde de boot weer aan bij de Cruquiusgemaal. Wie meer wil weten over het Spaarne en misschien de boottocht nog eens wandelend wil overdoen (3,5 uur heen en 3,5 terug) moet het boekje maar eens lezen van Richard Stekelenburg Met de Stroom Mee, het Spaarne van Pontje tot Sluis.

Henri Stroet

Dirk Hoeksema deed zijn best

Een en al gezelligheid

Page 7: Meer-Historie, juni 2010

7

Meer-Historie juni 2010

BeStUUren de winnaar is…

Van dhr. Geert Deddens – nu ex-bestuurslid maar hij blijft wel de begunstigersadministratie doen – ontving ik het volgende bericht: ‘Het lot is niet op Jona gevallen maar op de fam. Bosma, Kinheim 204 in Zwanenburg. Vanwege een operatie vroeg ik de prijswinnaar – dhr. en mevr. Bosma – bij mij thuis voor het interview. Ook dhr. Ad Flick was daarbij. Hij is al secretaris van de nieuw op te richten acquisitie club samen met het HMH (u hoort daar in de loop van het jaar meer van), maar ook secretaris van de commissie R(uimtelijke)O(rdening)L(andschap)N(atuur).

Wim BosmaWim Bosma’’s vader (Gerrit Bosma) is in 1884 in Haarlemmermeer geboren, aan de Vijfhuizerweg 39. Wim’s moeder was Jacoba Valk. Wim werd in 1930 in Amsterdam geboren. Weinige tijd later verhuisde hij naar Abcoude. Wim ging na de lagere school aan het Schinkelplein in Amsterdam naar de Schinkelschool/ambachtsschool. Zijn wensen om te gaan varen, om naar Australië te emigreren, gingen vanwege de oorlog niet door. Ook was zijn broer in 1949 in Indië gesneuveld.Uiteindelijk werd hij instrumentmaker. Hij startte zijn werkzaamheden bij de Gemeentelijke Universiteit, later werkte hij bij het Gemeentelijk Energie Bedrijf. In 1980 streek hij in Zwanenburg neer.

tineke BosmaTineke’s vader, Jan Poen (geb. 1905 in Haarlemmer-liede) en haar moeder, Elizabeth Visbeen (geb. 1912 in Haarlemmermeer) verhuisden naar de Oude Kruisweg 1242 in Cruquius, waar zij in 1943 werd geboren. Het voert hier te ver om de gehele door haar vlekkeloos weergegeven stamboom op te voeren. Met gepaste trots vertelt zij over haar voorouders die als pioniers hier kwamen. Zij geeft blijk van een enorme interesse voor de geschiedenis van haar familie. Op 5 jarige leeftijd verhuisden zij naar Badhoevedorp. De (lagere) school met den bijbel, de latere Oranje Nassau School met dhr. Rijpstra als hoofd, werd gevolg door de Pro Rege Mulo in Amsterdam/Oud Zuid. 2 ½ jaar werkte zij in de boekhouding bij de KLM, daarna 7 jaar in het Zwanenburgse dienstcentrum voor ouderen en 20 jaar bij de Gemeentelijke Sociale Dienst in Haarlem-mermeer op diverse locaties; o.a. in het gebouw van de Lagere Landbouw School (directeur dhr. Ligtenberg) in Nieuw-Vennep.Tineke woont al ruim 45 jaar in Zwanenburg. In 1979 ontmoet zij haar huidige echtgenoot Wim; zij zijn nu 21 jaar getrouwd.Sinds de eind jaren ’80 zijn zij al lid van Meer-Historie. Tijdens het gesprek bleek al de grote interesse van beiden in de geschiedenis, m.n. waar het personen betreft. Ons kwartaalblad vinden zij prachtig, zeer lezenswaardig. Verhalen over families, over mensen, genieten hun voorkeur. Verwonderd zijn zij beiden over het feit dat met het toenemen van de jaren hun belangstelling voor de geschiedenis toeneemt. Enthousiast kunnen ze een bezoek aan het Historisch Museum Haarlemmermeer aanbevelen aan bijv. geëmigreerden die hun vaderland weer bezoeken. Zelfs kinderen van geëmigreerden, die daar zijn geboren, zijn vaak zeer geïnteresseerd in de roots van hun ouders. De Witte Boerderij, het HMH, bieden gelegenheid te over om aan die belangstelling tegemoet te komen.Zij verzekerden ons dat zij hun pogingen om mensen begunstiger te maken zouden blijven voortzetten. Waarvan akte.

Jan van der Maarl

nieuwe begunstigersFam.J.A.Voet Nieuw-VennepMw.W.N.Blanken-Oostwouder ZwanenburgFam.P.Krijger ZwanenburgFam.H.de Nijs-Rip ZwanenburgFam.J.M.Cappendijk ZwanenburgHr.J.Beenakker NoordwijkHr.F.van Beenen HoofddorpManege “de Cruquiushoeve” HoofddorpHr.A.van der Maarl Wieringerwaard

Hr.J.Hoogendam AmsterdamHr.J.Parlevliet ZwanenburgHr.R.Breuere ZwanenburgMw.M.Iking HoofddorpFam.G.Hinderks ZwanenburgFam.Meulenbroek VijfhuizenMw.J.M.Jansen-Blommesteijn BadhoevedorpFam.M.T.Huymans HoofddorpBadhoevebuurt C.V. Badhoevedorp

Ad Flinck(links) overhandigt bloemen en een cadeauaan Wim en Tineke Bosma

Page 8: Meer-Historie, juni 2010

8

Meer-Historie juni 2010

Inmiddels is het nieuwe college van B&W aangetreden. Cultuur, waar-onder monumentenbeleid, maakt deel uit van de portefeuille van Arthur van Dijk (VVD). Hij behar-tigt ook economische zaken en citymarketing. Ik hoop dat hij een goed oog heeft voor het belang van monumentenbeleid en van cultu-

reel erfgoed in het algemeen, en dat hij zich realiseert dat de verschillende onderdelen van zijn portefeuille elkaar prima kunnen versterken. Een mooi voorbeeld is de Witte Kerk in Lynden. Na jaren van verwaarlo-zing is dat kerkje nu een schitterend voorbeeld van een modern bedrijfspand dat aantrekkingskracht heeft op jonge ondernemers. Het is te hopen dat de gemeente de komende jaren meer van dergelijke herontwikkelings-initiatieven ondersteunt. De boerderij Den Burgh aan de Rijnlanderweg leent zich daar ook goed voor. En ook de in het toekomstige Park 21 liggende monumenten, zoals de Olmenhorst, kunnen prima een dergelijke functie vervullen. In de vorige ‘Nieuws uit de monumentencommissie’ (maart 2010) heb ik het gehad over de veranderingen in aantallen en soorten monumenten in Nederland en in Haarlemmermeer. Nu wil ik het hebben over enkele andere recente ontwikkelingen in monumentenland, en wel specifiek die ontwikkelingen die van belang zijn voor het monumentenbeleid in onze eigen gemeente. Ik pik er juist deze ontwikkelingen uit omdat het gemeen-tebestuur op dit moment bezig is om het gemeentelijk erfgoedbeleid – waar het monumentenbeleid onder-deel van uitmaakt - te actualiseren. Daarbij volgt de gemeente een aantal landelijke ontwikkelingen.

Er zijn verschillende aanleidingen om het gemeente-lijk erfgoedbeleid te actualiseren. Ten eerste is dat de ‘ouderdom’ van het monumentenbeleid in de Haar-lemmermeer. Met de instelling van een monumenten-commissie en de aanstelling van een aparte ambte-naar voor monumentenbeleid begin jaren tachtig was Haarlemmermeer een van de voorlopers in Nederland. Maar zoals dat altijd gaat met voorlopers, die worden ingehaald door de rest. Inmiddels hebben de meeste gemeenten een monumentencommissie, hetzij apart, hetzij gecombineerd met een welstandscommissie. In Haarlemmermeer zijn beide commissies apart, wat ook zeker aan te bevelen is omdat het gaat om verschil-

BeStUUr

Sinds 2004 heeft Meer-Historie een kwaliteitszetel in de gemeentelijke monumentencommissie. Frank Ossewaarde geeft als voorzitter inzicht in nieuwe ontwikkelingen en wetenswaardigheden.

nieuws uit de Gemeentelijke Monumentencommissie

F. Ossewaarde

lende invalshoeken en deskundigheden. Met een aparte monumentencommissie is verzekerd dat er voldoende aandacht is voor monumenten, en niet alleen voor welstand. Het voorstel is dan ook om dat zo te houden. Wel is er de wens om meer professionele deskundig-heid aan te boren. In het gemeentelijk apparaat is er na de inkrimping van de afgelopen jaren nog slechts een functionaris die zich voor een klein deel van zijn taken richt op monumentenbeleid. Dat is te weinig. Door meer gebruik te gaan maken van professionele clubs die op dit gebied inmiddels zijn ontstaan, wordt dat ondervangen. In Noord-Holland is er de Stichting Welstandszorg Noord-Holland. Veel gemeenten maken daar inmiddels gebruik van. Ook Haarlemmermeer zal dat meer gaan doen. Een derde reden om het Haar-lemmermeerse monumentenbeleid te actualiseren is de wens om meer integratie te bewerkstelligen tussen cultuur-, archeologie- en monumentenbeleid. Een voor-beeld van hoe deze drie elkaar kunnen versterken is de Stelling van Amsterdam. Dit is niet alleen een belang-rijk monument, maar het terrein is ook archeologisch en cultureel van belang (Fort Vijfhuizen).

Een vierde reden om het monumentenbeleid te herzien is de wettelijke verplichting om als gemeente meer taken te gaan verrichten op het gebied van monumen-tenzorg en archeologie die tot nu toe door het Rijk werden uitgevoerd. Gemeenten kunnen in de toekomst minder een beroep doen op kennis van de Rijksover-heid en het archeologie wordt verkleind.

En tenslotte is er een aanpassing nodig van het subsi-diebeleid. In de praktijk wordt de huidige restauratiere-geling in Haarlemmermeer onvoldoende gebruikt. Een belangrijke oorzaak daarvan is dat er op de regeling vaak pas een beroep wordt gedaan als het monument – al dan niet bewust – al veel te ver verwaarloosd is. Met als gevolg dat de kosten van restauratie dan inmiddels zo hoog zijn dat de subsidie slechts een druppel op een gloeiende plaat is. Eigenaren van monumenten zien om die reden vaak af van restauratie. Om dat in de toekomst te voorkomen wordt nu voorgesteld de subsidieregeling zo aan te passen dat niet meer uitsluitend een restau-ratieregeling is, maar meer een instandhoudingrege-ling wordt: de regeling en de hoogte van de uit te keren bedragen worden flexibeler en de regeling mag volgens de voorstellen voortaan ook worden aangesproken om bouwhistorisch onderzoek uit te voeren.

Page 9: Meer-Historie, juni 2010

9

Meer-Historie juni 2010

BeStUUrDit zijn enkele van de voorstellen voor de aanpassing van het erfgoedbeleid van de gemeente. De nota bevat nog vele andere voorstellen, maar het voert nu te ver om daar op in te gaan. De manier waarop het nieuwe erfgoedbeleid vorm wordt gegeven verdient alle lof. Er is veel aandacht voor gedachtewisseling met betrokkenen, niet alleen met de monumentencommissie, maar ook met andere organisaties en instellingen. Inmiddels zijn er bijeenkomsten geweest waar onder andere eigenaren van monumenten, dorps- en wijkraden en particuliere organisaties en culturele instellingen, waaronder Meer-Historie hun zegje hebben kunnen doen. Het resultaat moet leiden tot een nieuw cultureel erfgoedbeleid dat hopelijk nog dit jaar door raad en college kan worden vastgesteld.

Nu nog enkele andere actuele zaken. Allereerst ‘Den Burgh’. Zoals ik eerder heb geschreven is de commissie al geruime tijd in overleg met de gemeente over de verdere ontwikkeling van de monumentale boerderij Den Burgh op de kruising Rijnlanderweg met de Geniedijk. De plannen krijgen steeds verder vorm. Meest recente ontwikkeling is dat een bouwhistorisch onderzoek is uitgevoerd. Geconstateerd is dat de monu-mentwaarde van het pand vooral zit in de ligging van de boerderij en de ernaast staande kastanjebomen en in de ligging van de bijgebouwen op het erf. Deze zijn karakteristiek voor een ‘ontginningsboerderij’ uit 1859. De boerderij bezit een monumentale constructie met grenen binten en spanten. De kelder, de opkamer en de keuken hebben nog hun oorspronkelijke afmetingen en elementen zoals vloertegels, bedsteden, schouw en balklagen.

Hiernaast enkele afbeeldingen uit het onderzoeks-rapport.

Inmiddels is door bureau Rijnboutt een beeldkwali-teitsplan gemaakt waarin deze elementen zijn vertaald naar spelregels voor de toekomstige inrichting van het gebied. Kernelementen van het beeldkwaliteitsplan zijn de herkenbaarheid van het ensemble van de boerderij, de overgang tussen het boerderijkavel en de kanto-renkavels die eromheen komen. De boerderij wordt gerestaureerd, eromheen komen tuinen en een veld van gazon en grind. De beide kastanjebomen blijven behouden evenals de rode beuk. Aanbouwen moeten de hoofdvorm van de boerderij volgen. De ruimtes in het gebouw met monumentale waarde moeten behouden blijven. De kantoorgebouwen om de boerderij krijgen twee dakvlakken en worden maximaal 14,80 meter hoog. Materialen die gebruikt moeten worden zijn in hoofdzaak baksteen, hout en natuursteen. Met deze spelregels lijken de voorwaarden aanwezig om te voor-

komen dat de boerderij zijn monumentale uitstraling verliest.

Tot slot nog iets over het pomphuisje tussen Hoofddorp en Nieuw Vennep. U weet wel, het bekende witte huisje langs de Hoofdweg oostzijde. De vorige keer meldde ik dat er plannen waren om naast dit gemaaltje een crematorium te bouwen van ongeveer 50 meter breed. Ik beloofde u op de hoogte te houden. Veel kan ik er nog niet over zeggen, want de plannen hebben de monu-mentencommissie nog niet bereikt. Maar in de krant las ik dat er inmiddels wel een aanvraag voor een bouw-vergunning bij de gemeente is ingediend !

Frank Ossewaarde

Page 10: Meer-Historie, juni 2010

10

Meer-Historie juni 2010

LeeSOnderZOek

eind vorig jaar is in het kader van een breder positioneringonderzoek van de Stichting Meer-Historie een leesonderzoek voor Meer-Historie gehouden. de redactiecommissie was evenzeer en met name benieuwd naar de uitkomsten van het door dana elstgeest uitgevoerde leesonderzoek in opdracht van stichting Meer-Historie en Beijer creatieve communicatie.

Meer-Historie positief beoordeeld

Het totale onderzoek omvatte een uitgebreide schrif-telijke enquête onder de lezers van Meer-Historie, een onderzoek onder externe doelgroepen en een drietal interviews. Het doel van het onderzoek onder de lezers van het blad was een duidelijk beeld verkrijgen in hoeverre de lezer tevreden is met het blad en de website van Meer-Historie. Daarnaast was het doel enkele verbeterpunten te ontdekken.

LeesonderzoekDe enquête is uitgezet onder 500 leden die willekeurig uit het begunstigerbestand zijn geplukt. Hier hebben 163 begunstigers op gereageerd. De drie belangrijkste conclusies:1) Lezers zijn tevreden over het huidige magazine,

inhoudelijk en qua vormgeving. Veranderingen worden niet echt nodig geacht.

2) Verbeteringen van het magazine ziet men graag op het gebied van kleurgebruik en vormgeving. Het gebruik van kleur, meer beeld en een meer eigen-tijdse vormgeving zouden het blad een professione-lere uitstraling geven en bijdragen aan een minder stoffig imago van het blad.

3) Veranderingen in het magazine vallen zeker te proberen. Uit de enquête is gebleken dat het maga-zine geen belangrijke reden is voor mensen om begunstiger te zijn van de stichting Meer-Historie. De kans dat begunstigers stoppen met hun donatie is daardoor ook kleiner bij veranderingen.

De enquête die werd gehouden onder potentiële begun-stigers (externe doelgroepen) werd afgenomen in het Historisch Museum Haarlemmermeer. De response op de vragenlijst die daar om praktische reden was neerge-legd was zo laag dat daar geen conclusies aan verbonden kunnen worden. Ook de interviews met de vrijwilli-gers van de Stichting Meer-Historie zijn summier: de voorzitter van het bestuur (Van Groenigen), de eindre-dacteur van het blad (Harlaar) en de directeur van het museum (Van Melis). Hieruit blijkt dat men open staat voor vernieuwing - zonder daarbij te vervreemden van het huidige begunstigerbestand - om zo nieuwe doel-groepen te benaderen . Niet verbazingwekkend zijn de uitkomsten van de alge-mene vragen over de Stichting Meer-Historie. De begun-stigers zijn wat ouder en de gemiddelde leeftijd van de respondenten is 66,1. De begunstigers zijn trouw: veelal

langer dan 10 jaar lid. 70 % van de respondenten geeft aan dat zij begunstiger zijn van de stichting omdat zij geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van de Haarlem-mermeer. 62 % geeft daar bij aan dat zij dit doen voor het behoud van de geschiedenis van Haarlemmermeer. 67,5 % is geen begunstiger geworden vanwege het magazine (!). De meeste begunstigers zijn via familie, vrienden of kennissen in contact gekomen met het werk van de stichting (41,7).

inhoudInteressante uitkomsten uit het leesonderzoek onder de begunstigers gaan dieper dan de conclusies die hier-boven gegeven zijn. Met name wanneer de vergelijking wordt getrokken tussen de verschillende waarderingen voor het magazine: over de hele linie positief beoor-deeld. Het blad wordt door 34,4 % van de respondenten helemaal gelezen; slechts 1,8 % bladert het blad even door. De diepgang, schrijfstijl, omvang, onderwerp-keuze, variatie en overzichtelijkheid van het blad Meer-Historie worden goed beoordeeld. De vraag in welke historische onderwerpen men geïn-teresseerd is levert weer een verhelderend beeld op: 74,7% van de respondenten heeft interesse in families, 56 % in woonplaatsen, 70,7 % in boerderijen en 54 % in gebouwen. Zeer laag scoren feesten (10%) voertuigen (16%) en – vreemd genoeg- luchtvaart (26%). Bij de leeftijdscategorie 0 t/m 49 jaar valt op dat hetzelfde beeld naar voren komt, maar dat men wel meer inte-resse heeft voor bedrijven. Ook luchtvaart scoort hier iets hoger. Opvallend is tevens de opmerking meer aandacht te besteden aan alle 26 woonkernen van Haar-lemmermeer. Inhoudelijk wordt het blad Meer-Historie positief beoordeeld. Op de vraag welke onderdelen toegevoegd zouden moeten worden ziet 76% van de begunstigers het liefst vergelijkingen getrokken worden tussen toen en nu, terwijl 36% een fotobijlage op prijs stelt en 29,3 % een thema graag dieper uitgewerkt ziet.

vormgevingAan de vormgeving hoeft niets te veranderen als het aan de begunstigers van Meer-Historie ligt: tekst (91%), lettergrootte (97%), kleurgebruik (77%) en adverten-ties (86%) scoren hier goed, iets minder maar wel positief is het oordeel over beeld en fotografie (66%).

Page 11: Meer-Historie, juni 2010

11

Meer-Historie juni 2010

LeeSOnderZOek

Aansluitend volgt een uitkomst waar de redactiecom-missie zeer benieuwd naar was: een ruime meerder-heid kiest voor een cover van een historisch plaatje die eigenlijk qua lay-out dicht bij de huidige vormgeving blijft. De uitkomst op de vraag welke vormgeving men voor het binnenwek prefereert is nogal verdeeld. 35,6 % kiest voor een wat speelsere opzet die dicht bij de huidige bladenmarkt ligt. Een kleine meerderheid van de respondenten kiest ook voor een vaste cover. Inte-ressant is dat bij de leeftijdscategorie tot 49 jaar een per editie wisselende cover het hoogst scoort. De verschijningsfrequentie van het blad wordt goed beoordeeld. Er worden wel alternatieve suggesties gedaan (6 x per jaar, 12,9 %), maar daarbij zal toch in overweging moeten worden genomen of dit voor de redactiecommissie in de huidige opzet haalbaar is. Hetzelfde geldt in feite ook voor de suggestie om een tweemaandelijks magazine uit te geven met korte artikelen, nieuwsberichten en recente ontwikkelingen. Daarnaast zou dan bijvoorbeeld tweemaal per jaar een los dossier over een bepaald onderwerp kunnen verschijnen. 62 % van de respondenten vindt dit geen goed idee. Op de vraag of men het magazine als digitaal bestand zou willen ontvangen is het antwoord van 76,6 % onverbiddelijk: nee, alleen het papieren magazine.

WebsiteIets meer dan 40% van de respondenten weet van het bestaan van de website maar de site wordt amper bekeken. De vormgeving van de website wordt wel goed beoordeeld. Men vindt voor zover men ooit een bezoek heeft gebracht aan de website de site overzichte-lijk, gebruiksvriendelijk, aantrekkelijk en volledig. Ook worden suggesties gevraagd en gedaan met betrekking tot de website, maar representatief voor de mening van de begunstigers kan dit niet genoemd worden. Tot slot nog iets over het onderzoek: de onderzoekster heeft een gedegen onderzoek verricht en heeft conform de opdracht veel boeiende feiten boven tafel gebracht. Het zal de redactiecommissie veel stof tot nadenken geven. Helaas lijdt de uitwerking van het onderzoek op papier nogal onder foutieve redeneringen en al te gemakkelijke gevolgtrekkingen. Ook de voorstelling van zaken is ietwat verdraaid. Zo wordt gesuggereerd dat Paswerk uitgever is van het blad maar dit bedrijf doet slechts de opmaak (op basis van een vast stramien), het drukwerk en het verzendklaar maken. Verder zou het onderzoek aan kracht gewonnen hebben als er meer interviews waren gehouden met de vrijwilligers van de stichting waarin hun enthousiasme en inzet binnen de werkgroepen tot uiting komt

Marcel Harlaar

e-mailadressen begunstigers/sympathisanten

De Stichting Meer-Historie heeft ruim 2400 begunstigers. Van al die mensen beschikken we slechts over ca. 120 e-mailadressen en dat zijn er dus heel weinig. Voor een berichtgeving aan onze begunstigers gebruiken we het Meer-Historie kwartaalmagazine dat, zoals de naam al doet vermoeden, 1 x per kwartaal bij u op de deurmat valt.

Even snel een brief schrijven aan alle begunstigers met een belangrijke mededeling doen we zelden, voorname-lijk vanuit financieel oogpunt. ( 2400 x € 0.44 = € 1056,00). E-mail is kosteloos en snel. Even een memo of een nieuwsbrief aan de begunstigers, Internet bezorgt die post binnen enkele minuten, zonder verdere rompslomp.

Wij zouden het daarom enorm op prijs stellen als u uw e-mailadres (of een ‘contact’ e-mailadres) aan ons door-geeft, c.q. laat doorgeven. Even een mailtje met daarin uw naam – adres – woonplaats (optioneel uw telefoon-nummer) naar de secretaris en uw e-mailadres wordt toegevoegd aan de verzendlijst van Meer-Historie.

Vanzelfsprekend blijft het kwartaalblad ons communicatiemiddel en sturen we belangrijke post gewoon naar uw huisadres, doch het bestuur wil graag wat vaker een berichtje doen uitgaan over de stand van zaken binnen Meer-Historie en een nieuwsbrief staat ons daarbij voor de ogen. Die kan er alleen komen als dat financieel haalbaar is, en ja….. dan is uw e-mailadres bijna onontbeerlijk.

Bas Stolk,Secretaris Meer-Historie

e-mail: [email protected]

Page 12: Meer-Historie, juni 2010

12

Meer-Historie juni 2010

verhalen aan tafelDit voorjaar reisde een zogenaamde verhalentafel door Haarlemmermeer, een ‘meubel’ waarin een bezoeker een verhaal kan inspreken dat vervolgens bewaard wordt voor later. Eerst stond deze tafel in de openbare bibliotheek en daarna in het Historisch Museum Haarlemmermeer.

Bezoekers aan de bibliotheek en aan het museum waren uitgenodigd een verhaal te vertellen, een herinnering te delen. Dit gebeurde door het praten in een aan het meubel verbonden telefoonhoorn. De verhalen zijn digitaal opgeslagen. Ze zijn te beluisteren op – onder meer - www.gister.nl.Vanuit het oogpunt van behoud van cultureel erfgoed van Haarlemmermeer zijn wij in het museum heel blij met deze verhalen. We zullen ze ook bewaren en koppelen aan de collectie. Net als alle objecten krijgen ook de verhalen een plek en worden ze bewaard voor later.Dit graven in de herinnering levert hele mooie verhalen op, dat is overduidelijk gebleken. Dat verhalen over vroeger vertellen een vak apart is bleek al heel snel. In het museum stond Sybil van Dam ons terzijde. Zij heeft al meerdere verhalengroepen begeleid en onlangs heeft zij een prachtig boek gemaakt over verhalen uit Zwaanshoek. Er is veel onderzoek verricht naar de werking van het geheugen. Professor Douwe Draaisma, hoogleraar in de geschiedenis van de psychologie, heeft daar glas-heldere, zeer toegankelijke publicaties over laten verschijnen. Zijn boeken als ‘De Heimweefabriek’ en ‘Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt’ laten ons zien dat ons geheugen en de werking van de mense-lijke geest ons maken wie we zijn maar dat ze ons ook geregeld voor de gek houden. Draaisma vertelt ons dat ons geheugen een dagboek is, maar ook een vergeet-boek. Dit boek openen we op verschillende manieren. Een geur of geluid brengt je plotseling bij iets waar je dertig jaar niet meer aan dacht. En, waarom weten we bijna niets meer van de tijd dat we drie jaar oud waren en daarvoor. Beginnen we ons leven met geheugen-verlies? En waarom weten we niet wat we deden op 31 augustus 1997? De herinnering van een willekeurige dag is weg gevaagd. Maar dit verandert meteen met de wetenschap dat het de dag was dat prinses Diana verongelukte. Dan kunt u precies benoemen waar u was en met wie. Zijn bevindingen waren inspiratiebron voor de verhalentafel, een heel praktische manier om herin-neringen vast te leggen in ‘het register van de dag van gister’. Wilt u meer weten ga naar de website www.gister.nl of slaat u Draaisma’s heel populair geschreven boeken er maar eens op na.

Het Haarlemmermeers hart in het Historisch Museum Haarlemmermeer

Kom snel kijken in het Historisch Museum Haarlemmermeer

E. van Melis

van babyweegschaal tot straalkachelVoorwerpen bepalen in belangrijke mate ons verleden. Stoelen tafels, kasten, fietsen, ploegen, handdoeken, instrumenten of kunstvoorwerpen. We kopen ze op, we krijgen ze, we omringen ons ermee in onze huizen of we gaan ze bekijken in musea. Meestal zijn er verhalen mee overgeleverd, vaak ook prikkelen ze ons historisch gevoel. Ze zijn mede bepalend voor het beeld (letterlijk) van het verleden. In de geschiedschrijving wordt weinig aandacht besteed aan voorwerpen. Historici baseren zich voornamelijk op archiefstukken. Gelukkig komt daar gaandeweg steeds meer verandering in. Ook uw verhalen, volksgebruiken en monumenten spelen een rol in het tonen van een verhaal. Een voorwerp speelt een bijzondere rol. Enerzijds is het een bron voor historisch onderzoek en anderzijds is het een middel om een verhaal te vertellen. Zoals voor-werpen dat in een museum doen. Natuurlijk vragen we ons altijd af hoe betrouwbaar ze zijn, hoe zijn ze overge-leverd en welke betekenis kunnen we ze toekennen. In het museum tonen we u graag de voorwerpen van vroeger. Net als het bewaren van verhalen, houden we ons ook bezig met het bewaren van objecten. Bijna wekelijks ontvangt Meer-Historie de mooiste spullen uit de polder, variërend van jubileummok en miniaturen van landbouwmachines, tot een hoge hoed, babyweeg-schaal en straalkachel.

In het museum bedenken we dan steevast of we het kunnen gebruiken in een tentoonstelling, in de vaste presentatie, of bij een evenement. Soms zoeken we ook verder. Zo ook bij de tentoonstelling BRAND MEESTER! Om het verhaal, de geschiedenis en de taken van de Haarlemmermeerse brandweer, vroeger en nu inzichtelijk te maken, tonen we niet alleen een historische handbrandspuit, maar ook een openge-knipte auto, mét de zware, geavanceerde knipschaar.

Objecten bij een tentoonstelling (Kees van der Veer)

Page 13: Meer-Historie, juni 2010

13

Meer-Historie juni 2010

Het Haarlemmermeers hart in het Historisch Museum Haarlemmermeer

Kom snel kijken in het Historisch Museum Haarlemmermeer

- Jan 2011 t ‘Brandmeester – de Brandweer in Haarlemmermeer’15 juni – 14 oktober t ‘Wie wat bewaart…’24 – 27 juni e concours Hippique in het bosVerwacht in najaar t Jan reinierse T = tentoonstelling E = evenement

aGenda

adres Museum:Bosweg 17, 2131 LX, Hoofddorp, tel.: 023-5620437, website: www.historisch-museum-haarlemmermeer.nl of mail: [email protected] Openingstijden: dinsdag t/m zondag van 13.00–17.00 uur.Bereikbaarheid per auto: Randweg N201 (volg borden Claus!) Openbaar Vervoer: Lijn 140 Utrecht-Hoofddorp-Haarlem (halte Haarlemmermeerse Bos, Lijn 300 Zuidtangent Haarlem-Weesp (halte Overbos).

Brand MeeSter! – de brandweer van Haarlem-mermeerDe opening van de tentoonstelling was een groot spek-takel. Er was veel belangstelling. Districtscomman-dant Zuid Schoonderwoert van de Brandweer Kenne-nemerland nam het blusapparaat in de hand en bluste een (nep)brand waarmee de tentoonstelling geopend was. Daarna kon men ‘in alle rust’ de tentoonstelling bekijken, een tentoonstelling waarin veel te zien en te doen is. Om de ontwikkeling die de brandweer heeft doorgemaakt duidelijk te maken hebben we in de expo-sitie oud tegenover nieuw geplaatst. Draaiende poppen met een oud uniform naast een nieuw brandweerpak. Een oude handbrandspuit – deze is geplaatst voor een zogenaamd handbrandspuithuisje, waarvan er vroeger acht in de polder waren - tegenover een foto van een levensgrote brandweerauto. In een film zijn ook een uitruk van vroeger en daartegenover een uitruk van nu zien. Deed men er vroeger vijf kwartier over om na een brandmelding ter plekke te zijn met spuit, paard

en opperbrandmeester, tegenwoordig moet men binnen acht minuten ter plaatse zijn. Dat het verschil groot is en dat er veel veranderd is in de tijd is te zien in de tentoonstelling BRAND MEESTER!.

Wie wat bewaart…In de zomermaanden is in het museum de tentoonstel-ling ‘Wie wat bewaart…’ te zien. Deze tentoonstel-ling is mogelijk gemaakt dankzij een gemeentelijk subsidie om volkscultuur te promoten. Daarmee laat de gemeente Haarlemmermeer zien aandacht te hebben voor tradities en gebruiken. Het sparen en verzamelen is daar een van. In het museum houden we ons bezig met verzamelen, maar u thuis ook, zo blijkt wel! In de expositie ‘Wie wat bewaart…’ zijn delen van prach-tige privéverzamelingen te zien, bijeengebracht door verzamelaars met grote passie voor hun liefhebberij. De verzamelaar heeft tenslotte een sterke persoonlijke gevoelswaarde bij de objecten. Omdat ze bijzonder zijn, of kostbaar, omdat de verzamelaar ze mooi vindt of omdat bepaalde verzamelobjecten een heel persoon-lijke affectieve waarde hebben. Hoe het ook zij, wij vinden de verzamelingen gewoon mooi en we willen er meer van hebben en zien. Het verzamelen is uiteindelijk meer dan zomaar een leuke hobby! We zijn heel blij deze verzameling in het museum te mogen presenteren zodat u kunt zien hoe leuk verzamelen kan zijn. Kom vooral kijken!

Elise van Melis,directeur Historisch Museum Haarlemmermeer

Brandweercommandant Schoonderwoert in actie! (door Jeffrey Koper)

Tentoonstelling BRAND MEESTER! (Kees van der Veer)

Page 14: Meer-Historie, juni 2010

14

Meer-Historie juni 2010

Gelegen aan de aalsmeerderdijk 463 te aalsmeerderbrug. Paul Bos, geboren op 4 augustus 1960 in rijsenhout aan de Bennebroekerweg, is de boer. Hij noemt zichzelf liever ‘ondernemende boerenzoon’, maar daarover later meer.

Fortboerderij dijkzicht

Zijn ouders kwamen in de jaren vijftig vorige eeuw naar de Haarlemmermeer, en gingen wonen in Nieuw-Vennep. Vader Arie werd daar bedrijfsleider op de proefboerderij van de Vicon. Vandaar de verhuizing uit Moordrecht/Zevenhuizen. In 1960 besloten de ouders van Paul naar Rijsenhout te vertrekken, om daar aan de Bennebroekerweg een kleinschalige pluimveehouderij te beginnen. Door de jaren heen breidde het bedrijfje zich uit: van legkippen en slachtkuikens naar melk-koeien en zwoegervrije schapen, en ook nog wat akker-bouw voor het wintervoer. Halverwege de jaren zestig kwam het land van het voormalige Fort bij Aalsmeer en de Geniedijk erbij, gelegen aan de Aalsmeerderdijk in Aalsmeerderbrug. Hier werd de kiem gelegd voor het boerenbedrijf dat Paul veel later zou overnemen. Een ding was wel duidelijk, dit was al een heel ander bedrijf dan de meeste boerenbedrijven in de polder, die veelal actief waren met akkerbouw. Ondanks de middelbare agrarische opleiding van Paul besloot hij om na zijn militaire dienstplicht niet op de boerderij te gaan meewerken maar een hele andere kant op te gaan, en koos in 1981 voor een opleiding tot journa-list, waarna hij in het midden van het land een eigen communicatiebureau startte. Wie schetst ieders verbazing, dat na bijna 20 jaar carrière in journalistiek, marketing en communicatie, Paul in 2000 besluit om terug te komen naar de boerderij in Aalsmeerderbrug - zijn ouders waren inmiddels daar ook gaan wonen - om alsnog de pacht en het beheer van het land met schapen over te nemen. Paul over deze opmerkelijke stap in zijn leven: ‘Kort en goed: er zat teveel werk in mijn leven, merkte ik. En juist op het

moment dat ik op zoek was naar meer leven in m’n werk, belde vader Arie op of ik nog eens kwam hooien. Dat heb ik gedaan en al vrij snel daarna heb ik besloten om het roer om te gooien. Dat was in het begin niet makkelijk, maar al vrij snel kreeg ik het gevoel dat ik met mijn achtergrond uit het bedrijfsleven op deze plek vernieuwing kwam brengen. De cirkel was weer rond. En toen begon het te lopen.’

natuurbeheer met schapenPaul ging verder met de schapenhouderij van zijn ouders, maar wel met een ander ras. ‘Van begin af aan had ik het idee dat wij het ecologische beheer van de Geniedijk (tussen A’dijk en A4) moesten gaan combi-neren met de behoefte van de inmiddels verstedelijkte Haarlemmermeer om dichterbij de natuur te komen. Ik kocht in Drenthe een kudde met Drentse heideschapen, een zeldzaam ras op de lijst van werelderfgoederen, wat nog zelfstandig lammetjes krijgt, zonder hulp van de boer. Met de voormalige Genieloods als schaapskooi. Naast het natuurbeheer van het eigen land, ben ik met die kudde ook een paar keer door de polder getrokken, als een soort ‘aaibare maaimachine’. Al snel kwamen er verzoeken van particulieren die op bezoek wilden komen op de boerderij om iets te beleven rond de kudde. Jaarlijks organiseren wij op Fortboerderij Dijk-zicht darteldagen als de lammeren in het voorjaar voor het eerst naar buiten gaan, schaapscheerdersfeesten in de zomer, een streekmarkt met producten uit de regio, wandelingen met de kudde bij het wisselen van de seizoenen en een heuse herderstocht op kerstavond voor de kinderen uit de buurt. Toen dat begon te draaien, wist

(foto: Kees van der Veer)

Page 15: Meer-Historie, juni 2010

15

Meer-Historie juni 2010

cadeaU-aBOnneMentSteeds meer begunstigers ontdekken dat Meer-Historie zich uitstekend leent als cadeau-abonnement. Een ieder die wordt aangemeld als `abonnee' of als `niet-betalend lid', wordt door ons als begunstiger beschouwd en geniet daardoor dezelfde voordelen als iedere andere begunstiger. Ook een idee voor u om iemand mee te verrassen? Stuur ons een briefje met naam en adres van degene die u het cadeau wilt geven. Desgewenst kunnen wij in de welkomstbrief de reden van de schenking vermelden en eventueel of het voor één jaar of langer is. De begunstiger die voor de betaling zorg draagt, krijgt van ons een kopie van de wel komstbrief. Uw opgave kan (gefrankeerd) rechtstreeks aan Vliegersplein 9, 2141 VC Vijfhuizen gezonden worden of via Antwoordnummer 628, 2130 WB Hoofddorp (zonder postzegel). Inlichtingen tel. 023-5581464. (JvdP)

ik, ik ben hier als pionier op mijn plaats. Namelijk, hoe zorgen wij ervoor dat de traditionele boerderij van mijn ouders weer op een intelligente manier kan inspelen op de behoeften van mensen in de 21e eeuw. Inmiddels staat het biologische vlees van de kudde al een paar jaar op de kaart bij verschillende regionale restaurants, waaronder Vork & Mes in Hoofddorp.

inspiratie voor managersIn 2003 dient zich een nieuwe ontwikkeling aan. Paul krijgt versterking van Misja van der Marck, woonachtig in Amsterdam, opgeleid als fotograaf, en op zoek naar ander werk, het liefst in de buitenlucht. Als Misja korte tijd later in dienst van de boerderij komt, om te zorgen voor land en kudde, kan Paul een tweede hoofdactivi-teit vormgeven. Hij noemt het Boer Bos, ‘management van natuurtalent’. Hierbij komen managers en mede-werkers uit de kantorenparken van Schiphol een dag op bezoek op zich op de boerderij te laten inspireren rond de wetten van de natuur. ‘Van die paar jaar weer werken op de boerderij, was ik beter geworden. Ik had veel geleerd van mijn ouders die altijd met een bepaalde boerenwijsheid naar de dingen van het leven en het werk keken. Ik dacht al vrij snel, als ik daar zelf nu van ben gegroeid, en daardoor succesvoller ben geworden, dan moet dat ook goed zijn voor anderen. En boven-dien, de boerderij is een heerlijke plek om sowieso eens even afstand te nemen van de ADHD-wereld waarin heel veel mensen leven.’ Zo gezegd zo gedaan. Aller-

eerst mondjes maat, en later in grote getale, vinden de bedrijven Boer Bos om daar een programma te volgen. Paul: ‘Eigenlijk doen wij zoveel mogelijk het ritme van de boerderij volgen. Het kan gaan over beter met elkaar samenwerken, leiderschap, natuurlijke veranderingen, zingeving, spiritualiteit, duurzaamheid en innovatie. Wij zijn hier van alle markten thuis. Of eigenlijk moet je zeggen, de boerderij is van alle markten thuis. Door hier een dag te zijn, wordt je geïnspireerd door het ritme van de seizoenen, door de groeiprocessen in de natuur, en het belang goed voor grond en dieren te zorgen, dan komt de output vanzelf. Mensen stappen hier in een metafoor van paradoxen. Ga maar eens een korte trek-tocht met de kudde maken. Dan leer je dat langzaam snel is. En snel langzaam. Wij zijn een soort ‘green learning centre’, aldus Boer Bos die inmiddels vrijwel elke week een groep op de boerderij ontvangt, geholpen door de verschillende vakmensen en vrijwilligers op de boerderij. En soms geeft hij ook lezingen in andere regio’s. ‘Het is mooi om te zien dat steeds meer boeren, bedrijven en bestuurders behoeften hebben aan dit soort onderwerpen.’

netwerk voor duurzaamheidDe laatste jaren was Fortboerderij Dijkzicht ook het decor om met bestuurders uit de regio na te denken over de toekomst van de landbouw en een duurzaam stad en platteland in het algemeen. Hoogtepunt daarin was het bezoek van de voormalige minister van Landbouw, de heer Cees Veerman, en prinses Irene van Lippe Biester-veld, die als oprichter van het Natuurcollege de officiële opening van Boer Bos in 2003 verzorgde. Inmiddels is Paul oprichter van een nieuw netwerk voor duurzaam-heid in de regio Schiphol, is hij bezig een plan uit te werken om met z’n schaapskudde door de polder te gaan trekken en is hij betrokken bij de herontwikkeling van het voormalige Fort bij Aalsmeer. ‘Het is heerlijk om hier te pionieren. Deze regio biedt zoveel kansen om te innoveren en met elkaar te werken aan een duur-zame samenleving’.

M. van Rijsbergen

( foto:Kees van der Veer)

Page 16: Meer-Historie, juni 2010

16

Meer-Historie juni 2010

Op 22 februari 2009 vond onze ontmoeting plaats in het Historisch Museum in Hoofddorp. cornelis nieuwenhuis woont in Hoofddorp. Hij wilde mij die middag iets komen vertellen over de boerderij waar hij op 22 juli 1933 het levenslicht zag.

rudolphsburg, een verdwenen boerderij

Eigenlijk was deze ontmoeting het gevolg van een eerdere ontmoeting met zijn zuster Cornelia [1932]. Aan haar indrukwekkende verzameling textiel hopen we in het museum aandacht te gaan schenken middels een tijdelijke tentoonstelling van haar werk.Na beide kinderen Nieuwenhuis werden Gijs-bert[1934], Jacobus Marinus Cornelis[1935] en Ever-dina Bartha[1937] nog op Rudolfsburg geboren . Hun ouders waren Gijsbert Nieuwenhuis[1900-1957] en Adriana Helena Hoogerheide uit Brui-nisse. Zij waren in 1931 gehuwd.

Cornelis Nieuwenhuis, een opgewekte man betreedt de hal van het museum met een in een doek gewikkeld pak onder de arm. Blijkt een foto te zijn. Een foto? In een indrukwekkende zwarte lijst vervat kijken acht ernstig uitziende heren ons aan, het is meer dan een foto, het mag een document genoemd worden. Dirk Nieuwenhuis als een wijze vader in het midden, hij leefde van 1840 tot 1923 in Lisse en was kweker en expor-teur van bollen. Cornelis vertelt dat in de familie altijd over de Oude D gesproken werd. En die andere zeven? Gewoon zijn zonen, de jongste moet op de foto niet veel ouder dan 16 jaar geweest zijn, keurig in het donkere kostuum met de das die toen gebruikelijk was, een z.g vader-moorder.. Eén van hen is Gijsbert , in 1870 geboren en de grootvader van Cornelis, hij is de verteller vandaag en hij wordt Kees genoemd..Evenals de grootvader werd ook de vader van Kees Gijsbert genoemd, hij leefde van 1900 tot 1957.

In Lisse draaide in de tijd van de Oude Dirk alles om de bollen, de kwekerij en de handel. De jonge Gijs[1900] wilde heel graag boer worden, hoe kwam hij aan dat

plan? Wel, elke dag werd er brood bezorgd voor het gezin in Lisse, bakker Sweenen kwam met paard en wagen en dat paard vormde de aanleiding voor de plannen van Gijs. Werken met paardenkracht. Dat werd zijn droom en op een boerderij kon hij die droom verwezenlijken.Vader wilde hem wel ter wille zijn en na de Ulo ging Gijs als volontair ervaring opdoen op allerlei boeren-bedrijven in heel Nederland. Eén van de boeren die hem een tijdje aan het werk had stuurde een brief aan vader dat de jonge Gijs technisch gezien best een goede boer zou kunnen worden met liefde voor de beesten en de natuur maar…….hij moest nog wel met geld leren omgaan! In de wereld van de bollen was men vaak makkelijk met geld, er werd goed verdiend en men gaf het snel weer uit ook. Als je boer wilt worden en blijven heb je toch een andere instelling nodig.

In 1925 werd Rudolphsburg Sloterweg 486 gekocht. Hendrik van Dorsten verkocht de boerderij aan

Gijsbert Nieuwenhuis. De pachter van het bedrijf liet een verwaarloosde boel achter.

Aan elkaar genaaid van de kweek, zo is de uitdrukking in boerenkringen en zo veel kweek is een nachtmerrie voor elke boer . Paarden hadden een hogere prioriteit bij de pachterWat betreft de historie van de boer-derij kan ik U melden dat Zacharias Becker de polderkavels EE 13+14 kocht op de zevende grondveiling welke plaats vond te Lisse, in het jaar 1854. Becker was warmoezenier

(groentekweker) te Watergraafsmeer.Al in 1855 verkoopt Becker de lande-

rijen aan Cornelis Baet, bouwman te Hazerswoude,voor 23.600 gulden

Bijna 20 jaar later, in 1874 vinden we dat Cornelis Boer landbouwer wonend te Heem-

stede op Hofstede de Gliphoeve publiekelijk wenst te veilen en verkopen aan de meest biedende de bouw-hoeve ‘Dank en Hoop’ in de Haarlemmermeer afd. Rijk aan de Sloterweg, waaronder een huismanswoning en bijbehorende percelen bouwland.Jan Gerard Schone, landbouwer en koopman, wonend te Amsterdam wordt de nieuwe eigenaar voor een bedrag van 81.885 gulden.

1931: Huwelijk van Gijsbert Nieuwenhuis en Adriana Helena Hoogerheide

Page 17: Meer-Historie, juni 2010

17

Meer-Historie juni 2010

Pieter Gerrit Versluys is pachter van de boerderij in 1873, dit blijkt uit een boedelbeschrijving. De beschrijving was naar aanleiding van de dood van zijn vrouw een jaar eerder. De minderjarige kinderen waren Cornelis Jan en Jan Versluys, de overledene heette Cornelia Johanna Verkuyl. In 1905 wordt bij notaris Heinsius een testament opge-steld van Pieter Gerrit, hij is hertrouwd met Cornelia Kooij en op oude foto’s zien we dat de fam. Versluys in 1900 op Rudolphsburg woonde. Waarom zou de naam van de boerderij veranderd zijn?

Justus Rudolf Wüste is na Schone eigenaar geworden van de boerderij, in welk jaar is niet precies na te gaan maar in 1916 verkoopt de Hoog Edel Geboren Vrouwe Olga Emma Alexandra Eleonora Baronesse van Gotsch als enige erfgename van haar overleden echtgenoot Justus Rudolf Wüste aan Hendrik van Dorsten, land-bouwer en wonende te Haarlemmermeer een stuk land van 29 hectare, 85 are en 70 centiare. Voor de som van Vijftig Duizend vijf Honderd en Vijftig Gulden [fl 50.550]. Wüste had er intussen de voorkeur aan gegeven zijn tweede voornaam te gebruiken als naam voor zijn boerderij. Er was een publieke veiling gehouden op 21 september 1916 ten overstaan van notaris Beets te Haarlem en op de kwitantie wordt het volgende beschreven: een bouwmanswoning met schuren, een graanberg, een arbeiderswoning, erf ,werf, tuin, bouwland, weiland en klaverland aan de Sloterweg en de Vijfhuizerweg.Uit een huurcontract uit 1917 blijkt dat de Baronesse intussen ook is overleden en dat Hendrik van Dorsten in onderhandeling is met Reinier Gerard Wijers. Hij had een lopend huurcontract met de familie Wüste voor een periode van negen jaar en van Dorsten koopt de laatste twee jaar af voor de som van zeven duizend gulden. Uiteraard moet Wijers zijn huurpenningen blijven voldoen en er wordt heel nauwkeurig beschreven wat hij mee mag nemen bij het verlaten van de woning

in het jaar 1925. Het gaat om een ijzeren hek, twee kippenhokjes en de mestputhekken hem toebehorend. De stalling voor zes paarden en het juiste moment van het ontruimen daarvan wordt omschreven. De over-eenkomst eindigt met de volgende zin: dat ondergete-kende van Dorsten vanaf 1 januari 1925 het recht heeft het tilbury schuurtje voor zich alleen te gebruiken, het schuurtje af te sluiten en de sleutel in zijn bezit te houden.In 1925, op 20 februari wordt kavel EE 14+15 door Gijsbert Nieuwenhuis, koopman te Lisse gekocht van Hendrik van Dorsten. De koopsom bedraagt dan fl 119.745. Boerenhofstede Rudolphburg met bouw en weiland te samen groot ruim 30 ha benevens enige percelen ook aan de Sloterweg van bijna 10 ha. Zoals eerder vermeld wilde Gijs Nieuwenhuis dolgraag boeren en zo moest de laatste huurder worden afgekocht.

Na de Eerste Wereldoorlog waren de twintiger jaren best wel gunstig voor de boeren. Met behulp van Jan Kamerman werd het land vakkundig bewerkt. Kamerman woonde al in het daggelderhuis en had bij de voorganger gewerkt. Kamerman had één uitdrukkelijke wens en die luidde: ‘elke week mijn loon ontvangen’, dat was er in het verleden nogal eens bij ingeschoten.Gijsbert woonde de eerste zes jaar alleen op de boer-derij en na zijn huwelijk in 1931 en de geboortes van de kinderen brak in 1940 de oorlog uit en daarvan weet Kees te vertellen dat ze samen met hun ouders in de kelder gingen schuilen toen het bombardement op Schiphol plaats vond.

Moeder was een nuchtere flinke vrouw en voor geen kleintje vervaard. Voor haar huwelijk was zij gedurende een jaar in Duitsland geweest, ze sprak de taal goed en ze had ook nog een tijdje in Zwitserland gewoond en gewerkt. Toen ze met inkwartiering door de Duitse bezetters te maken kregen sprak ze gemakkelijk met hen. Ze waren van de Kriegsmarine, een Oberboots-

Gijsbert Nieuwenhuis en Adriana Helena Hoogerheide met hun gezin. Uiterst rechts Kees, de verteller.

De oude D (Dirk) met zijn zeven zonen. Gijsbert is de eerste (v.l.n.r.), geb. 1870, en de grootvader van Kees Nieuwenhuis.

Page 18: Meer-Historie, juni 2010

18

Meer-Historie juni 2010

mann was de commandant. Ze stopte hun sokken wel eens maar zei ook: ‘Jullie zullen deze oorlog verliezen, jullie land is de oorlog onrechtmatig begonnen’.En ze kon erg vrijmoedig zijn, een beetje gevaarlijk zelfs als ze blufte:’Wir haben unsere Beziehungen in der Wilhelmstrasse’, ze zouden goede betrekkingen hebben met het hoofdkwartier in Berlijn, onzin natuurlijk!

‘Brennen Sie ihre Finger nicht’, ook zo’n uitspraak.Moeder Nieuwenhuis was een Godvrezende vrouw; ze mocht geloven dat ook tijdens de oorlog het oog van de Heere op haar gezin zou zijn.

Na de oorlog gaat Kees naar de Ulo in Hoofddorp. Hij weet nog goed dat Cor van Beek belde, ze kwamen in aanmerking voor een tractor via de Marshall Hulp, de toewijzing geschiedde op

volgorde van aanvraag. Het was een John Deere. Eigen-lijk werd dit het begin van de mechanisatie. Tot dat moment hadden ze nog met paardentractie geploegd, ze hadden twee spannen van vier, paarden waren immers vaders liefhebberij. Je kon een kwart bunder per dag ploegen, elke dag moesten de paarden drie maal in en ook uitgespannen worden. Je werkte vanaf 5.30 tot 8 uur, van 8.30 tot 12 uur en van 13 tot 17.30 uur. Op zaterdag gingen ze tot 12 uur werken, zeiden dan wel te rusten tegen elkaar, dat waren ze zo gewend. Een extreem warme zomer was de zomer van 1947 en er volgde een zeer strenge winter waardoor alle winter-tarwe was uitgevroren. In plaats daarvan werd gerst gezaaid en aangezien van gerstestro geen baal te persen valt werd de jonge Kees er na de oogst met een drie-tander vork en een doosje lucifers op afgestuurd om de boel in de fik te steken. Mooie klus voor een vijf-tien jarige knaap! Bijzonder eigenlijk dat 1950 en 1955 en 1959 zeer droge jaren waren, droogte valt eigenlijk altijd wel mee in onze polder, de zware klei houdt het vocht lang vast, gunstig voor de gewassen. En dat in de jaren 60 de boeren juist zo geplaagd werden door extreme regenval. Zo ontstonden de drogerijen in de pakhuizen en de boeren gingen zelf hun graan drogen om de kosten in de hand te houden en om niet afhan-kelijk te zijn van de drukte bij de pakhuizen tijdens de oogst. Vader Gijsbert is in 1957 overleden. Hij was toen al op de hoogte van de plannen voor de uitbreiding van de luchthaven Schiphol en dat ze daar mee te maken zouden gaan krijgen. Zoon Cornelis [Kees] is samen met zijn broers Gijsbert en Jacobus verder gegaan. Hun

boerderij moest worden afgebroken en na de afron-ding van de onderhande-lingen met de luchthaven over hun bezit zijn ze verder gegaan als pachter op de gronden die na de herverkaveling beschik-baar waren. Als de Schip-holboeren, zo waren de gebroeders Nieuwenhuis al snel een begrip in de Meer. In 1962 is Gijsbert naar Canada vertrokken, ook weer teruggekomen en in 1985 opnieuw naar Canada geëmigreerd.Aan de Vijfhuizerweg stonden drie goede woningen, daar konden de broers prettig wonen. Op een schuur stond Nieuw Rudolphsburg vermeld.Toen Gijsbert voorgoed vertrok hadden de twee achter-blijvers hun twijfels, aan wie zou de luchthaven het vrij-gekomen huis gaan verhuren? Ze hadden te maken met Antoine van Wieringen, je kon hem vergelijken met de landheer van weleer. Hij was hoofd onderhoud terreinen voor de luchthaven en hij kwam met een subliem idee, dat vonden de broers tenminste. Afbreken dat huis, dat was zijn idee en aldus geschiedde!Na opnieuw uitbreidingen van de luchthaven verzorgden de broers in 1999 de laatste oogst. Ze wonen nu in Hoofddorp en hun broer Gijsbert is overleden.

Laura de Jong-Bronkhorst

Met dank aan Piet Gorter en de werkgroep boerderijen-documentatie. En aan Bert van Dorsten omdat ik oude aktes mocht inzien en gebruiken.

advertentie

Voor het actuele aanbod

www.schenkmakelaars.nl

Haarlemmermeer

heeft alles ....

Postbus 3103 2130 KC Hoofddorp Tel. 023 - 568 93 50 Fax 023 - 584 03 74

E-mail: [email protected]

DE WILDT

TOYOTA VERKOOPTOYOTA SERVICETOYOTA LEASINGTOYOTA VERHUURTOYOTA OCCASIONS

VENNEPERWEG 3892153 AA NIEUW-VENNEPTEL. 0252 - 672 515 ...HEEL TOYOTA

Nijverheidsstraat 3A2132 AZ Hoofddorp

T (023) 56 40 750F (023) 56 58 146

[email protected]

DTP • Ontwerp • Drukwerk • Kopieën • Prints • Posters • Textiel • Belettering

RengBloemsierkunst

Venneperstraat 72151 AP Nieuw-Vennep

Tel. 0252-672355Fax 0252-673782

OOK UW ADRES VOOR PLASTIC!Naast het scheiden van papierafval is ook het scheiden van plasticafval de moeite waard!

Begin dus direct met gescheiden inzamelen en breng het bij ons bedrijf datcentraal gelegen is langs de A4 tussen Rijnsburg, Leiden en Schiphol.

Afslag Nieuw-Vennep, richting leimuiden, bij stoplichten linksaf,weg volgen en A4 weer oversteken, eerste weg links.

PAPIER- EN PLASTIC-RECYCLING

Ons adres is: Wed. G.J. Nijssen B.V.Rijnlanderweg 1427Nieuw-VennepTel. 0252-674041

Onze openingstijden zijn: Maandag t/m vrijdagvan 07.00-18.00 uur. Zaterdag 08.00-13.00 uur.

Ook voor containerplaatsingen (alle soorten + maten)

bezoek aan: akkerbouw • veeteelt • glastuinbouw• bloembollenkwekerij • fruitteelt

Venneperweg 1502153 MA Nieuw-Vennep

tel.: 0252 - 621 458fax: 0252 - 621 459

Marianne Koeckhoven-van HaasterKruisweg 11132131 CV HoofddorpTelefoon 023 563 48 07

Luxe assortimentopen haarden enaccessoires in onze showroom

Showroom is geopend dinsdag t/m vrijdag 13 -17.00 uurzaterdag van 10 -16.00 uur

TVD meerhistorie90x65 12-08-2004 09:35 Pagina 1

Voor het actuele aanbod

www.schenkmakelaars.nl

Haarlemmermeer

heeft alles ....

Postbus 3103 2130 KC Hoofddorp Tel. 023 - 568 93 50 Fax 023 - 584 03 74

E-mail: [email protected]

DE WILDT

TOYOTA VERKOOPTOYOTA SERVICETOYOTA LEASINGTOYOTA VERHUURTOYOTA OCCASIONS

VENNEPERWEG 3892153 AA NIEUW-VENNEPTEL. 0252 - 672 515 ...HEEL TOYOTA

Nijverheidsstraat 3A2132 AZ Hoofddorp

T (023) 56 40 750F (023) 56 58 146

[email protected]

DTP • Ontwerp • Drukwerk • Kopieën • Prints • Posters • Textiel • Belettering

RengBloemsierkunst

Venneperstraat 72151 AP Nieuw-Vennep

Tel. 0252-672355Fax 0252-673782

OOK UW ADRES VOOR PLASTIC!Naast het scheiden van papierafval is ook het scheiden van plasticafval de moeite waard!

Begin dus direct met gescheiden inzamelen en breng het bij ons bedrijf datcentraal gelegen is langs de A4 tussen Rijnsburg, Leiden en Schiphol.

Afslag Nieuw-Vennep, richting leimuiden, bij stoplichten linksaf,weg volgen en A4 weer oversteken, eerste weg links.

PAPIER- EN PLASTIC-RECYCLING

Ons adres is: Wed. G.J. Nijssen B.V.Rijnlanderweg 1427Nieuw-VennepTel. 0252-674041

Onze openingstijden zijn: Maandag t/m vrijdagvan 07.00-18.00 uur. Zaterdag 08.00-13.00 uur.

Ook voor containerplaatsingen (alle soorten + maten)

bezoek aan: akkerbouw • veeteelt • glastuinbouw• bloembollenkwekerij • fruitteelt

Venneperweg 1502153 MA Nieuw-Vennep

tel.: 0252 - 621 458fax: 0252 - 621 459

Marianne Koeckhoven-van HaasterKruisweg 11132131 CV HoofddorpTelefoon 023 563 48 07

Luxe assortimentopen haarden enaccessoires in onze showroom

Showroom is geopend dinsdag t/m vrijdag 13 -17.00 uurzaterdag van 10 -16.00 uur

TVD meerhistorie90x65 12-08-2004 09:35 Pagina 1

Voor het actuele aanbod

www.schenkmakelaars.nl

Haarlemmermeer

heeft alles ....

Postbus 3103 2130 KC Hoofddorp Tel. 023 - 568 93 50 Fax 023 - 584 03 74

E-mail: [email protected]

DE WILDT

TOYOTA VERKOOPTOYOTA SERVICETOYOTA LEASINGTOYOTA VERHUURTOYOTA OCCASIONS

VENNEPERWEG 3892153 AA NIEUW-VENNEPTEL. 0252 - 672 515 ...HEEL TOYOTA

Nijverheidsstraat 3A2132 AZ Hoofddorp

T (023) 56 40 750F (023) 56 58 146

[email protected]

DTP • Ontwerp • Drukwerk • Kopieën • Prints • Posters • Textiel • Belettering

RengBloemsierkunst

Venneperstraat 72151 AP Nieuw-Vennep

Tel. 0252-672355Fax 0252-673782

OOK UW ADRES VOOR PLASTIC!Naast het scheiden van papierafval is ook het scheiden van plasticafval de moeite waard!

Begin dus direct met gescheiden inzamelen en breng het bij ons bedrijf datcentraal gelegen is langs de A4 tussen Rijnsburg, Leiden en Schiphol.

Afslag Nieuw-Vennep, richting leimuiden, bij stoplichten linksaf,weg volgen en A4 weer oversteken, eerste weg links.

PAPIER- EN PLASTIC-RECYCLING

Ons adres is: Wed. G.J. Nijssen B.V.Rijnlanderweg 1427Nieuw-VennepTel. 0252-674041

Onze openingstijden zijn: Maandag t/m vrijdagvan 07.00-18.00 uur. Zaterdag 08.00-13.00 uur.

Ook voor containerplaatsingen (alle soorten + maten)

bezoek aan: akkerbouw • veeteelt • glastuinbouw• bloembollenkwekerij • fruitteelt

Venneperweg 1502153 MA Nieuw-Vennep

tel.: 0252 - 621 458fax: 0252 - 621 459

Marianne Koeckhoven-van HaasterKruisweg 11132131 CV HoofddorpTelefoon 023 563 48 07

Luxe assortimentopen haarden enaccessoires in onze showroom

Showroom is geopend dinsdag t/m vrijdag 13 -17.00 uurzaterdag van 10 -16.00 uur

TVD meerhistorie90x65 12-08-2004 09:35 Pagina 1

Page 19: Meer-Historie, juni 2010

19

Meer-Historie juni 2010

auteur J.J. v.d. Hulst werd geboren aan de Hoofdweg 1040. Zijn vader was daar als nieuwe boer begonnen. in 1965 volgde J.J. v.d. Hulst zijn vader op. nu is de belangrijkste bron van zoon nico de paardenhouderij. voorheen was akkerbouw de hoofdzaak met wat kleinschalig melkvee en varkens en kippen. vanaf 1974 was het een kippenboerderij met 20.000 legkippen.

de dankbaarheid, de vergeten boerderij

Het verhaal van de vergeten boerderij De Dankbaarheid begint met een vraag aan Barend Klaassen waarom er nooit iets over deze boerderij is geschreven in een boek over boerderijen. Klaassen antwoordde: ‘Dan doe je dat toch zelf’.De Dankbaarheid is gebouwd in 1860-1861 en stond aan de Vijfhuizerweg (no.119). Op zich was het al iets bijzonders om aan de dwarswegen in de Haarlemmer-meer een boerderij te bouwen. De meeste boerderijen staan en stonden aan de lengtewegen. Enkele markante boerderijen aan de dwarswegen zijn bijvoorbeeld de Mentzhoeve (Kruisweg), voorheen proefbedrijf van Cebeco, nu vestiging van het Historisch Museum Haarlemmermeer en Claus Party House, de Landman (Bennebroekerweg) die er niet meer is, de Olmenhorst (Lisserweg).

Op 18 mei 1854 kocht J.P.G. v.d. Meer de kavels FF13/14/15. Hij verkoopt ze door aan D.W.P. Wisboom, die al eigenaar was van de tegenoverliggende kavels. De uit Leimuiden afkomstige pachter, N. van Egmond, moest zelf voor de bouw van de hoeve zorgen. Het moet een zeer nat najaar zijn geweest in 1860, want de bouwmaterialen die per boot aangevoerd werden aan de dijk van de Vijfhuizerweg werden met ploegsleden vervoerd. Na voltooiing van de bouw waren eigenaar en pachter zeer gelukkig en lieten door de dorpssmid op het smeedijzeren hek de letters ‘De Dankbaarheid’ aanbrengen. In diverse verhalen over Rijk kom je de naam Van Keulen tegen als dorpssmid, maar ik weet niet of er toen een Van Keulen of Dalmijer als smid was. In 1957 haalt smederij Dalmijer de letters uit het hek.

In december 1861 gaan N. van Egmond en zijn vrouw, Wilhelmina van Leeuwen daar wonen. Tot zijn dood op

26 november 1893 blijft hij daar wonen. Zoon Cornelis volgt hem op en dan volgt er een bedrijfssplitsing. Op Aalsmeerderweg (kavel FF13) wordt een nieuwe boerderij gebouwd met de naam ‘Eensgezindheid’. Huis no. 228 waar Cornelis van Egmond met zijn gezin gaat wonen. Op de Dankbaarheid gaat een zwager van Cornelis wonen, Cornelis (Kees) Bakker.Kees Bakker was gehuwd op 1 mei 1889 met Wilhel-mina van Egmond. Hij was veeboer in Aarlanderveen en werd nu dus ook akkerbouwer. Op de boerderij in Aarlanderveen werden vier kinderen geboren: Antho-nius (Teun), Wilhelmina (Mijntje), Cornelis (Cor) en Nicolaas (Klaas). In 1894 komt dit gezin te wonen op de Dankbaarheid. Daar wordt nog een vijfde kind geboren, Cornelia Johanna (Keetje).

In 1895 overlijdt Kees Bakker en wed. Bakker met vijf jonge kinderen op de Dankbaarheid wonen. Cornelis van Egmond blijft vanuit de Eensgezindheid ook het bedrijf aan de Vijfhuizerweg bewerken. Op 12 juni 1903 trouwt Harrie v.d. Hulst in de Haarlemmermeer met wed. Bakker en zo ontstaat de familieband Bakker- v.d. Hulst. Uit dat gezin wordt op 1 mei 1904 Johannes Nicolaas v.d. Hulst geboren. Op 23 juni 1906 wordt de vader van de auteur, Adrianus Antonius v.d. Hulst, geboren.

Alle neven en nichten (inclusief de auteur) hebben goede herinneringen aan de ooms en tantes Bakker van de hoeves Eensgezindheid en Dankbaarheid. In de oorlog zijn ooms en tantes door bombardementen gedwongen verhuisd.

J.J. v.d. Hulst

Page 20: Meer-Historie, juni 2010

20

Meer-Historie juni 2010

een onbekend onderdeel van het Fort bij Hoofddorp is de caponnière. Mede doordat het Fort bij Hoofddorp tot nu toe weinig opengesteld is geweest en de caponnière ontoegankelijk is.

de caponnière van het Fort bij Hoofddorp

Het fort behoort tot de stelling van Amsterdam en is er één van de tweeënveertig. Het bijzondere aan dit fort is dat er twee verdiepingen zijn. Bijna alle forten hebben alleen een begane grond. Met name om laag te blijven om minder kans te hebben om geraakt te worden door het kanonvuur van de vijand. Dwars op de eerste verdieping van het hoofdgebouw van het fort (de noordoostelijke zijde) ontspringt een grote ruimte, de poterne, die uitkomt in het frontgebouw.Dit frontgebouw bevat drie vertrekken met in het zuid-oostelijke vertrek een uitzichtkoepel.Achter dit frontgebouw- dus richting Nieuw Vennep ofwel de “vijandelijke“ zijde – loopt een trap naar beneden met een gang van ongeveer veertig meter lengte, waarin op dit moment ongeveer vijftig centimeter water staat.Het toeval wil dat het net zoveel is als de waterhoogte tijdens de inundatie. Ik heb enigszins kunnen ervaren

hoe het is om door geïnun-deerd terrein te moeten lopen. (Het ge deelte van de Haar-lemmermeer ten zuiden van de geniedijk zou bij oorlogsdrei-ging onder water gezet worden. De waterstand moest laag genoeg zijn om er niet door-heen te kunnen varen en te hoog

om erdoor te kunnen waden). Uiteraard hoort er normaal geen water in de gang te staan. Aan het eind van de gang bevindt zich de gietstalen caponnière op een betonnen onderbouw. De onderbouw bevindt zich gedeeltelijk in en boven de fortgracht, maar ligt lager dan de begane grond van het bomvrije hoofd-gebouw.De caponnière was nodig vanwege het hoogte verschil tussen de gracht en de wal, de wal (feitelijk een voortzetting van de geniedijk) moest op dit diepste punt van de polder op hetzelfde niveau liggen als de ringdijk. Het Fort bij Hoofddorp ligt noodzakelijkerwijs voor de geniedijk, buiten het te inunderen gebied. De caponnière is in 1904 gefabriceerd door Škoda en dit is waarschijnlijk de enige pantserkoepel in West Europa, gefabriceerd door Škoda, die nog bestaat!De tekst aan de binnenzijde van de koepel luid: M. K. K. No 5. 1904. SKODAWERKE A.C. PILSEN. AUSTRIA. M. K. K. staat voor Mitrailleuse Kapitale Koffer. Een koffer is een soort kazemat, kapitale staat voor hoofdas of hoofdlijn, die het in twee ongeveer gelijke delen verdeelt. Het bedrijf Škoda ontstaat doordat Emil Škoda in 1869 een machinebedrijf in Pilsen, Oostenrijk overneemt en dit uitbreidt met smederijen en ijzergieterijen. In 1925 vindt er een fusie plaats met een autoproductie bedrijf dat na de Tweede Wereldoorlog zelfstandig verder gaat in genationaliseerde vorm. De Škoda ijzergieterij bestaat als Pilsen Steel nog steeds maar de plaats ligt nu in Tsjechië. Het is een zeer geavanceerd bedrijf dat in staat is geweest om de bolscharnieren van de Maas-landkering te produceren. Gezien zowel de omvang van het gietwerk als de precisie ervan, een huzarenstukje.

Gijs Dirkzwager

Plattegrond Fort bij Hoofddorp

ingang achter frontgebouw

Page 21: Meer-Historie, juni 2010

21

Meer-Historie juni 2010

Veel dank ben ik verschuldigd aan de Stichting Mega (stichting Militair Erfgoed Groot Amsterdam) en de

sportschuttersvereniging Buitenveldert voor de onder-steuning.

Bronnen:Fort bij Hoofddorp: http://www.stelling-amsterdam.nl/forten/hoofddorp/Pilsen Steel: http://www.pilsensteel.cz/en/Emil Škoda op Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Emil_Škoda'100 m' over bolscharnieren waterkering: http://www.trouw.nl/krantenarchief/1995/04/19/2624991/100_m.htmlPlattegrond Fort bij Hoofddorp: tekening Genie 1906 2e Commandement Haarlem 22 november 1906. (privé-bezit René Ros) Terminologie Verdedigingswerken, Stichting Menno van Coehoorn ISBN 90-9013382-8.Terminologie: http://www.forten.info/terminologie/

Op 21 april wandelde een gezelschap van vrijwilligers van Meer-Historie door Vijfhuizen.Een HISTORISCHE wandeling omdat het alleroudste gedeelte van Vijfhuizen grondig en vanuit historisch oogpunt werd bekeken en omdat dit plaatsvond onder leiding van Rijn Clay die daarmee afscheid nam van de restauratiewerkgroep. Een historisch moment dus.Rijn had al geruime tijd geleden aangegeven een stapje terug te willen doen zodra er ‘jonge aanwas’ was gevonden voor de restauratiewerkgroep. Nu dit feit was gerealiseerd met de komst (vorig jaar) van Cor Monster en (dit jaar) van Jan Blom vond Rijn het tijd om terug te treden. Niet helemaal, want voor speciale klussen blijft hij beschikbaar en als de werkgroep Presentaties

Verzorgingstehuizen hem nodig heeft kan op hem een beroep worden gedaan.Rijn had bedacht dat het misschien leuk zou zijn om ter gelegenheid van zijn terugtreden met zijn directe colle-ga’s een wandeling door oud Vijfhuizen, waar hij zijn jeugd doorbracht, te maken. Dat idee werd met groot enthousiasme ontvangen.Vertrekpunt voor deze historische wandeling was het Dorpshuis Vijfhuizen (= voormalige school nr. 3) aan de Kromme Spieringweg waar koffie werd gedronken en Rijn de nodige dankwoorden alsmede een cadeautje en een fraaie bos bloemen in ontvangst mocht nemen.Via de Zarte Weg, de Vijfhuizerdijk liepen wij via de Klugt en Kromme Spieringweg naar de Spieringweg en kwamen uit op Vijfhuizerweg. En daarna weer terug naar de Kromme Spieringweg.Het is ongelofelijk wat Rijn zich uit zijn jeugd kan herin-neren. Over de panden en pandjes die er stonden (en soms nog steeds staan) maar vooral over de mensen die er hebben gewoond (en in sommige gevallen nog steeds wonen), de beroepen die zij uitoefenden, hun bijnamen maar vooral de geweldig leuke verhalen en anekdotes die hij zich nog kan herinneren en die hij op onnavolg-bare wijze vertelde. Deze historisch wandeling o.l.v. Rijn Clay gun ik aan iedereen die belangstelling heeft voor oud Vijfhuizen. Misschien is Rijn over te halen om de ronde nog eens te doen. Het mooiste zou zijn indien daar ook jeugd bij zou zijn en indien deze ‘oral history’ op de een of andere wijze voor het nageslacht kan worden vastgelegd.

Peter Roodenburg

Caponnière zichtbaar op de foto boven op de horizon de observatiekoepel.

Historische wandeling vijfhuizen

Rijn Clay aan het woord tijdens de wandeling door 'OUD VIJFHUYIZEN'. (Foto: Pieter Hartog)

Page 22: Meer-Historie, juni 2010

22

Meer-Historie juni 2010

anderen niet minder. Vooral ook arts Van Mansum.’ Dat de belangstelling ervoor zo groot was, was mede het gevolg van het feit dat dienstplichtige jongeren er vrij van dienst door konden verkrijgen. Dokter van Mansum was de leider van de colonne en gaf ook de cursussen. Twee jaar na de oprichting van het Rode Kruis afdeling Haarlemmermeer, in 1917, waren er al drie ploegen. Elke ploeg had een commandant en

zeven helpers en voorts in totaal nog 2 reserve commandanten en 11 reser-vehelpers. Verder waren er 24 dames aan het Rode Kruis verbonden. Van de ploegcommandanten weten we de namen nog: het waren H. Hulscher, B. Asjes en Joh. F. Dunweg. Voor die tijd had men al wel een ziekenraam en 13 brancards, een raderbrancard en ook nog een rijwiel-brancard. Leden van de transportco-lonne stonden dag en nacht klaar om zieken of gewonden naar een zieken-huis in de omgeving te brengen, zodat men niet op een boerenwagen op stro vervoerd hoefde te worden.De leden van de transportcolonne verleenden zo nodig ook eerste hulp en assisteerden de dokters bij het vervoeren van zieken of gewonden. Maar er leefde toch nog een wens,

De keus viel uiteindelijk op een dubbel verlengde en eenmaal verhoogde Volkswagen Crafter met een schone en zuinige 136 pk TDi. De nieuwe auto is voor-zien van alle gemakken: een lage instap, plaats voor zes rolstoelen en acht zitplaatsen. De bus heeft airco en een extra kachel. Met bedieningen op het stuur, navi-gatiesysteem, parkeercensoren voor en achter en een achteruit-rijdcamera is voor de chauffeurs het rijden een feest.́ De nieuwste bus waar men in Hoofddorp trots op is. Maar hoe ging het eigenlijk met de aller-eerste auto van het Rode Kruis. Net als de nieuwste auto kon die er komen uit particuliere gelden: een bijdrage van een aantal sponsoren, contributiebij-dragen en opbrengsten uit collecten. ‘Ik kan me nog goed herinneren’, schreef journalist Wouter Slob 40 jaar geleden in de Hoofddorpse Courant, ‘hoe trots men in 1917 in Hoofddorp was op de z.g. trans-portcolonne van het Nederlandse Rode kruis’. Hij was toen een jongen van veertien jaar. ‘Vooral mijn vader spande zich er als burgemeester voor in, maar tal van

Half februari van dit jaar kreeg het rode kruis een nieuwe auto. na twaalf trouwe dienstjaren en meer dan 140.000 kilometers was de bestaande aan vervanging toe.

de eerste en de nieuwste auto van het rode kruis

Transportcolonne 1917

Volkwagen Crafter

Page 23: Meer-Historie, juni 2010

23

Meer-Historie juni 2010

van de ingezetenen van de gemeente leverde een bedrag op van f. 3404.65. Een propaganda-avond in de beurs bracht nog eens extra de som op van f. 263. In totaal dus f. 5825,15. Begin juli kon zo het ziekenrijtuig naar Hoofddorp komen, zodat dokter Mansum op een vrijdagavond met de leden van de Transport-colonne al een demonstratie kon geven. Vanaf die dag kon die auto ook al ter beschikking gesteld worden aan het publiek voor het vervoer van zieken. De inwoners van de gemeente betaalden 60 cent per km en 50 cents chauffeurskosten per uur. De leden van het Comité van het Nederlandse Rode Kruis voor Haarlemmermeer echter genoten nog 30% reductie

en zij behoefden bovendien geen chauffeurskosten te betalen. Mensen buiten de gemeente betaalden uiter-aard meer. Aanvragen voor de ziekenauto konden gericht worden aan C.L. de Groot, die op het Markt-plein woonde en telefonisch onder nummer 20 was aangesloten.

Op de dag van de opening, 17 juli 1917, van het wijkge-bouw, op de hoek van de Parklaan en de Nieuweweg, kon tenslotte de ziekenauto voor het publiek ter bezich-tiging worden gesteld. En dat is wat we op de foto’s kunnen zien. Wie er op de foto’s staan weten we niet precies. In ieder geval staat de P. Klaassen op de eerste foto 2e van links. Op de anderen foto tweede van rechts. De foto’s komen uit het bezit van de zoon van P. Klaassen, n.l. Piet Klaassen.

Henri Stroet

n.l. een ziekenrijtuig te mogen bezitten. ’Wat zou dit een weldaad zijn! Ieder die wel eens een familielid naar een ziekenhuis moest helpen vervoeren, zal dat weten te waarderen. Het schone doel zij warm aanbevolen aan alle medeburgers’, zo stond het in de Meerbode.

En waar een wil is een weg. Half maart 1917 ging men aan de slag. De leden van de transportcolonne maakten een rondreis langs de ingezetenen om geld te verza-melen. De stoutste verwachtingen werden echter over-troffen. De leden der Transport-colonne brachten zelf een bedrag bijeen van f. 2157,50. Vrijwillige bijdragen

Raderbaar

Fietsbaar

Transportcolonne 1917

advertentie

Volkstuinente huur

Gelegen op landgoed De Baarsjesin Vijfhuizen

Info verhuur:Schoorl Beheer B.V.- Tel: 0523 - 682161

Page 24: Meer-Historie, juni 2010

24

Meer-Historie juni 2010

ik werd geboren in de oorlog op het Marktplein. Mijn geboorte verliep helemaal niet zo geweldig soepel. althans, zo vertelde mijn moeder het. dokter nanninga moest met een been tegen het ledikant kracht zetten. ik zal u de details verder besparen, maar ik had een veel te groot hoofd voor een baby en mijn moeder had al eerder twee miskramen gehad. Het is allemaal goed afgelopen, dankzij het vakmanschap van dokter nanninga. een andere verklaring heb ik niet.

Wie was dokter nanninga (1898-1980)?

Het stemgeluid van dokter Nanninga is mij altijd bijgebleven, zijn stem was zacht en vertrouwenwekkend. En ik dacht als kind dat je daarop geselecteerd werd, want een dokter met een andere stem kon ik me niet voor-stellen. Later merkte ik dat lang niet alle dokters zo’n zachte stem hadden. Maar voor mij was hij nog de ideale dokter. Medicijnen moest je in die tijd nog niet bij een apotheek afhalen. Om naar de wacht-kamer te gaan, moest je dat via een trappetje (wat er nog altijd is). In het voorportaal was een kastje en daar werden de medicijnen klaar gezet, die je op het eind van de dag of de volgende dag kon halen.De dokter had ook een behoorlijke grote tuin. Zowel voor als achter, met veel bloemen en struiken. Omdat mijn vader bij hem de tuin onderhield, was ik daar ook regelmatig. Zo maakte ik ook kennis met de charmante vrouw van de dokter.Gevoel voor humor ontbrak de dokter niet. Op een keer moest ik met mijn moeder naar de dokter omdat

ik volgens haar nooit naar haar luisterde en misschien wel doof was. Ik laat je oren

nog eens uitspuiten dreigde ze regel-matig. Op een goede dag zat ik met

haar in de wachtkamer. De dokter inspecteerde mijn oren en zei na grondig onderzoek: hij is oostin-disch doof. Ik herinner mij het nog als de dag van gisteren. Het was 1954, ik was nog een lagere-school-jongen. Ik zat in de wacht-kamer met geelgeverfde banken

tussen nogal wat oudere mensen die in alle openheid hun kwalen

met elkaar bespraken. Opeens verscheen de dokter om de hoek

met achter hem nog een dokter. Dit is mijn opvolger, zei hij, dokter Roeme-

ling Frima. In het dorp gonsde het van de geruchten. Wie is die dokter met die rare naam?

Dokter Roemeling Frima bleek zijn schoonzoon.

PersonaliaHendrik Dirk Nanninga werd geboren in Hoofddorp op 22 april 1898. Zijn vader was ook dokter, Johan

Hendrik Nanninga, zijn moeder Theodora Frederik Catharina Schleurholts. Het gezin woonde aan de Kruisweg nummer 1013. Het huis maakt nu deel uit van hotel restaurant De Beurs. In 1927 trouwde hij met de in Bloe-mendaal woonachtige Johanna Dyserinck. Hij was van oorsprong Rooms Katholiek, maar op 1 januari 1931 had hij zich uit laten schrijven. Hij kreeg drie kinderen waarvan de jongste trouwde met de negen jaar oudere Hagenaar, Jan Roemeling Frima.Hij had vele talenten. Een daarvan was zijn muzikaal talent. Hij speelde dagelijks muziek van Chopin, Beethoven en noem maar op. ‘Piano spelen vind ik heerlijk. Iedere dag speel ik wel een paar uur’, zei hij tegen een journalist van de Hoofddorpse Courant, toen hij al 67 was. Daarnaast moet hij ook nog een fanatiek tennisser zijn geweest. In 1980 over-leed hij op Nieuwjaarsdag, in Amstelveen. De

Portret nanninga

Als kind bij een aubade

Page 25: Meer-Historie, juni 2010

25

Meer-Historie juni 2010

crematie volgde in besloten familie kring op 5 januari 1980.

Huisarts en gemeenteartsOp 7 juli 1927 nam hij de huisartsenpraktijk van zijn vader over. En werd ook direct lid van de Gezondheids-commissie. Op zijn beurt droeg hij de praktijk weer na 27 jaar, in 1954, over aan zijn schoonzoon. Na zijn tijd als huisarts werd hij arts in dienst van de gemeente. Gemeentearts zoals dat toen nog heette.Terugkijkend op zijn leven vertelde hij aan een jour-nalist dat hij opgroeide in de tijd van de petroleum-lamp en de beerputten. Met de hygiëne nam men het niet zo nauw, met als gevolg dat aan de het begin van de twintigste eeuw de babysterfte hier 40% was. Alle normale huiselijke hygiëne was de Hoofddorpse bevolking vreemd. Hij wilde de Hoofddorpse bevol-king hygiëne bijbrengen. Zijn idee douchecellen aan te bouwen bij het Groene Kruisgebouw, toen nog Witte kruis geheten, aan de Nieuwe weg, ging niet door. Het Witte Kruis wimpelde het af. Dan maar een zwembad, en dat kwam er wel. Daarnaast vond hij ook lichamelijke opvoeding belang-rijk. En natuurlijk goede eerste hulp bij ongelukken.

twaalfeneenhalf jaar huisartsOp donderdag 14 december 1939 werd herdacht hij twaalfeneen-half jaar als dokter werkzaam was geweest. Het was tevens de dag dat hij en zijn vrouw hun zijn koperen bruiloft vierde. De ouden van dagen, zoals die toen genoemd werden, vergat hij niet. Hij verraste ze in de Landbouw op een gezellige en feestelijke bijeen-

komst. ’s Avonds vond er in diezelfde Landbouw een grootse huldiging plaats die er blijk van gaf hoezeer de dokter en zijn echtgenote in Hoofd-dorp bemind waren. Naast de vele bloemstukken werden ook nog cadeaus aangeboden o.a. een mooie antieke haverkist en verschillende instru-menten die de dokter in de dokterspraktijk van pas konden komen. Verschillende sprekers deden hun zegje. Zuydam, namens de sociëteit Harmonie, kantonrechter Goudsmit namen de ijsclub, wethouder de Zeeuw namens de gymnastiekver-eniging, Sparnaay namens de zwemvereniging, zuster Feikema, Kistenmaker en Piet Heilker, het hoofd der katholieke school. Het clubje notabelen mocht geen kans voorbij laten gaan zich te laten zien. Afwezigheid betekende immers heel veel. Heb je gehoord wie er niet was? Zou hij …

nevenfunctiesDokter Nanninga bekleedde een veelheid van functies. Het wordt een lange opsomming maar voor de volledig-heid moeten ze toch genoemd worden.38 jaar lang was hij lid van het bestuur en al gauw voor-zitter van de gymnastiekvereniging. Altijd aanwezig was hij daar overigens niet. Regelmatig kwam hij te laat als hij een ooievaar had gehad, zoals dat toen genoemd werd, dan zei hij: er is weer een turnstertje geboren. Hij richt in 1928 met een aantal mensen een Bad- en Zweminrichting op. Er werd in die tijd nog gezwommen in de Hoofdvaart, tussen de bietenschepen door. Dat was geen prettige situatie. Toen heeft hij met een comité geijverd voor een zwembad, wat er ook een paar jaar later is gekomen. In 1935 richt hij een EHBO-vereniging op. Cursussen zijn zeker van waarde zei hij: ‘doch dient erkend te worden dat van het geleerde spoedig en juist vaak de

Voormalig woonhuis

Bij een uitvoering van de gymnastiekvereniging

Page 26: Meer-Historie, juni 2010

26

Meer-Historie juni 2010

belangrijkste dingen vergeten waren.’ Zo had hij gezien dat bij een verdrinkings-geval door enige oud-cursisten wel de voeten werden schoongeborsteld, kunst matige adem-haling werd evenwel niet toegepast. Een cursus alleen heeft geen zin. Het geleerde kan je alleen onthouden als je de kennis blijft onder-houden op oefen-avonden, hield hij de leden voor. Als hij in 1950 benoemd wordt tot commandant in het Rode Kruis Korps

Haarlemmermeer( later wordt hij ook nog districtcom-mandant) legt hij zijn functie bij de afdeling EHBO- Hoofddorp neer. In een feestelijke bijeenkomst wordt hij gehuldigd voor het vele en goede werk, als medisch leider en docent. Voorzitter van de afdeling, de heer J. W. Stassen: ‘U waart van allen de ziel en daarom valt het ons moeilijk, U te laten gaan’. Nanninga ontvangt het boek 15 jaar EHBO en een grammofoonplaat. Ook krijgt hij het erelidmaatschap aangeboden.In 1952, als hij 25 jaar huisarts is, krijgt hij twee medailles. Hij ontvangt de zilveren medaille van verdienste van het Ned. Rode Kruis. Hij en zijn vrouw krijgen ook het Herinneringskruis 1940-1945 voor de oprichting van het Rode Kruiszieken-huis te Hoofddorp. Er wordt een enorm festijn georgani-seerd. Ruim 800 personen bezoeken de receptie. Er wordt een defilé gehouden met drumband en trompet-ters van gymnastiekvereniging Bato uit Haarlem, daarachter in kraakwitte kleding de Gymnastiek- en Atletiekver-eniging Hoofddorp, in het midden de fanfare Excelsior, gevolgd door verte-genwoordigers van de Bad- en Zwem-vereniging Hoofddorp en helpers en helpsters van de Rode Kruiskolonne. ’s Avonds was er een huldiging in de Landbouw. Mijn vader Cor Stroet, had de zaal met planten en bloem aange-kleed, zodat het geheel een keurige

indruk maakte, zo stond het althans in de Hoofddorpse Courant. Er werd gesproken door een keur van nota-belen: burgemeester Jansonius, Kistenmaker namens de patiënten, wethouder Bos, Gijs van Driel namens de Gymnastiekvereniging, Sparnaay van de zwembad-vereniging, de Groot, inspecteur van de volksgezond-heid, veearts Zuydam namens de sociëteit Harmonie en anderen. ‘Dokter Nanninga heeft veel voor op menige arts’, zei een van de laatste sprekers, ‘hij voelt mensen aan en door dit gevoel van vertrouwen stelt hij zijn patiënten op zijn gemak.’ In zijn dankwoord, reageerde dokter Nanninga bescheiden: zijn kwaliteiten waren hem aangewaaid, ‘daarnaast heb ik de evenwichtig-heid van zijn vader en de opgewekte natuur van mijn moeder.’ Een paar jaar later was hij een van de grote animatoren van de sportuitwisseling met de Engelse gemeente Caterham-Haarlemmermeer. Eerst werd Enge-land bezocht. Burgemeester Van der Willigen, met wethouder Van der Zwaard en raadslid Arie de Koning waren ook mee naar Engeland. Er werd gevoetbald, er werd getennist, er waren wielerwedstrijden. Nanninga speelde ter afsluiting van de wedstrijden het Wilhelmus op de piano. Het jaar daarop kwamen de Engelsen naar de Haarlemmermeer. De uitwisselingen waren zo’n succes dat ze nog jaren geprolongeerd werden.

Als hij afscheid neemt als voorzitter van de gymnas-tiekvereniging in 1965 wordt hij tot Ereburger van de gemeente Haarlemmermeer benoemd. Omdat dat blijkbaar niet genoeg is komt er in 1991 ook nog een Dr. Nanningastraat, die nu een korte doodlopende zijstraat van de Raadhuislaan is. Het is goed dat er tenminste een straat is. Dan vraagt er nog eens iemand: Wie was dat dokter Nanninga?

Henri Stroet

Straatnaambordje

Advertentie

Page 27: Meer-Historie, juni 2010

27

Meer-Historie juni 2010

We schrijven 1920. als het jaar begint, ligt er al ruim drie jaar een militair vliegkamp in het noordoostelijk deel van de Haarlemmermeer. Maar als het jaar eindigt, is dat een burgerluchthaven geworden. Hoe vond die omslag plaats? en verliep die zonder slag of stoot? Jan Willem de Wijn reconstrueert ontwikkelingen op en rond Schiphol van negentig jaar geleden.

90 jaar geleden: vliegkamp wordt luchthaven

eerste ijzeren hangaar

Begin januari 1920 zijn de militairen nog aan ’t bijkomen van de storm van december. Die heeft behoorlijk huisge-houden, want van drie van de zes kleine houten hangaars zijn de deuren eruit gewaaid en stuk geslagen. Dat is niet de enige reden dat er in januari bouwtekeningen worden opgesteld voor ‘het bouwen van een vliegtuig-loods met een ijzeren geraamte en dakbedekking’.1 Vanzelfsprekend wordt ook de gemeente Haarlemmer-meer om toestemming gevraagd voor de bouw aan de Spaarnwouderweg. Uit die plaatsbepaling blijkt dat de eerste ingang van het vliegveld zich niet (zoals nu op Schiphol-Oost) aan de zuidoostkant tegenover de Ring-vaart bevindt, maar aan de noordoostkant, waar nu de Schipholweg loopt. Dus tegenover de ingang van het kazernecomplex dat inmiddels aan de andere kant van de weg is verrezen. Op de hierbij geplaatste kaart uit 1918 (1) is de indeling van het kazernecomplex goed te zien met de ingang naar de vliegtuigloodsen op het

vliegkamp midden onder. Op 12 februari verleent de gemeente de vergunning voor de bouw van de hangaar (2). Dat die niet alleen vanuit een oogpunt van stormbe-stendigheid, maar vooral vanwege capaciteit hard nodig is, blijkt uit een overzicht van de Luchtvaartafdeling, zoals de luchtmacht toen nog heette. Op Schiphol zijn begin 1920 acht jachtvliegtuigen ‘voor gewone dienst’ gestationeerd plus nog twee voor instructie. Daarnaast staan er standaard 24 verkenningsvliegtuigen plus vier voor oefenvluchten: bij elkaar dus 38 toestellen.2 En daarvoor zijn slechts zes kleine houten loodsjes ter beschikking; zes per loods, dat is gewoon krap! De Eerste Wereldoorlog is dan wel voorbij, maar toch denkt men begin dat jaar nog niet aan een compactere bezetting op Schiphol, maar wel aan een kleinere opera-tionele eenheid. Het Ministerie van Oorlog denkt aan een splitsing van operationele vliegtuigen en gedemon-teerde toestellen. Tien jagers en 28 ‘overige vliegtuigen’ blijven ‘gemonteerd’, maar rekening wordt gehouden met nog eens grotere aantallen gedemonteerde jagers en verkenners. Als een noot wordt aan het overzicht toegevoegd dat voor alle garnizoenen (dus niet allen Schiphol) geldt: ‘Er is nog geen rekening gehouden met de ev. Aanschaffing van tien grote tweemotorige vlieg-tuigen waarvoor bijzondere loodsen nodig zullen zijn.’ In totaal moet op Schiphol ook ruimte worden gevonden

voor het onder-brengen van 27 auto’s, waaronder twee keuken-auto’s, een tank-auto, een foto-grafieauto en een draadloze tele-grafieauto. Daar is die ene wagen-loods ook nooit toereikend voor. Hoe gebrekkig de communicatie op het militaire vlieg-kamp nog is, blijkt in januari 1920 als de nieuwste uitrusting voor het terrein besteld wordt: een hok

1. Midden loopt de Spaanwouderweg (= nu Schip-holweg). Daarboven de kazerne en beneden de eerste van de zes houten vliegtuigloodsjes

2. Haarlemmermeer verleent vergunning voor de eerste ijzeren hangaar op Schiphol

Page 28: Meer-Historie, juni 2010

28

Meer-Historie juni 2010

voor dertig postduiven! Die moet komen aan de rechter zijkant van de nieuw op te richten grote vliegtuigloods.3 Het moet vier bij drie meter worden en twee meter hoog. Intussen vordert de bouw van de grote hangaar gestaag: op 26 maart zijn er 139 palen geheid en is men begonnen met het stellen van bekistingen.4 Op de kaart uit 1921 (3) is de hangaar inmiddels klaar en wordt hij vermeld onder nummer 7. Aardig is dat op deze kaart het gehele kazernecomplex (links naast de Spaarnwou-derweg) om strategische redenen is weggelaten.

van Stoom naar stroomAls de heimachine voor de bouw van de hangaar bezig is, wordt een soortgelijk apparaat, een locomobiel (5), ingezet voor het opwekken van stroom voor de voorzie-ning van licht en het oppompen van water. Er werken drie man aan de bediening van de locomobiel, maar ze hebben onderling mot. Door de gespannen werksfeer ontstaat een onhoudbare situatie, zeker als de motor doorbrandt en er problemen ontstaan met water en licht. Slechts met behulp van handpompen kan water naar het reservoir worden gebracht.5 Maar ook die raken defect ‘zoodat door de handlangers geen water

meer kon worden opgepompt’. De militairen kunnen zich niet meer goed wassen en de toiletten vervuilen. Die situatie duurt drie dagen en wordt uiteindelijk, na de nodige strubbelingen en onduidelijkheden, door de Genie opgelost. Twee van de verantwoordelijke machi-nisten worden ontslagen, maar ook de genisten werken verre van optimaal. Dit voorval benadrukt nog eens de noodzaak om te worden aangesloten op het elektrici-teitsnet van de PEN. De aanvraag daarvoor is allang de deur uit, maar op 28 maart lijkt het er eindelijk op dat: ‘in de nieuwe kabel van de PEN stroom zal worden geleid en dat Schiphol binnen 14 dagen aangesloten kan worden.’ De commandant van het militaire vliegkamp, de Luitenant A. Steup (6), wordt er bijkans moedeloos van: ‘tenslotte kan en mag ik deze toestand niet meer laten voortduren, ten koste van de goede stemming onder het personeel van mijn detachement, temeer daar de Genie blijken geeft aan deeze kwestie niet de noodige zorgen te wijden’. Nee, het is in de eerste maanden van 1920 zeker geen goedgeoliede machine daar op het militaire vliegkamp.

vreemde vliegtuigenEr is in de kazerne plaats voor onderofficieren en manschappen, maar omdat de hogere rangen ‘officers and gent-lemen’ zijn, moeten die apart worden onderge-bracht. In maart 1920 worden plannen opge-steld voor een officiers-verblijf in de vorm van een landhuistype met een hoge kap en riet-gedekt dak , inclusief ‘een conversatie-, eet- en leeszaal ‘. Dat moet 130.000 gulden gaan kosten, maar vanwege bezuinigingen wordt

3. Op deze kaart uit 1921 staat de grote hangaar, maar ontbreekt de kazerne en het fort (NHA)

4. Medio 1920: de bouw van de grote hangar vordert (Schiphol)

5: De locomobiel op het militaire vliegkamp (Schiphol)

6: De eerste commandant van Schiphol, Lt. A.K. Steup

Page 29: Meer-Historie, juni 2010

29

Meer-Historie juni 2010

dat maximaal een ton. Belangrijk is dat er een grote keuken komt, die ook voor algemeen gebruik geschikt is. ‘Zulks met het oog op bezoekers. Door den minder gunstige toestand van het ELTA-terrein (in Amsterdam-Noord) zijn o.a. landingen van vreemde vliegtuigen te Schiphol te verwachten.’6 De officieren vinden onderdak in Hoeve Kraayveld, die op de kaart (3) staat aange-geven als nummer 10, dus net ten zuidwesten van het vliegterrein. In maart begint het bezoek van vreemde vliegtuigen zich op papier dus af te spelen op Schiphol. In maart 1920 heeft de PTT de voorwaarden bekend gemaakt waaraan een internationale luchtpostdienst op Engeland moet voldoen. Eén daarvan is dat de post per vliegtuig wordt aangevoerd op een vliegveld in de buurt van een hoofdpostkantoor. Die staan in Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Amsterdam. De KLM (gevestigd in Den Haag) krijgt het contract voor het vervoer van post vanuit Nederland en begint met de bouw van een eigen hangaar op het vliegveld Maaldrift bij Wassenaar (en dus het postkantoor van Den Haag). Maar op 9 mei 1920 verzoekt de administrateur van de KLM, Albert Plesman, aan minister König van Waterstaat (met kopie aan de Commandant van de Luchtvaartafdeling: zijn vroegere baas) om op 17 mei te mogen beginnen met een geregelde proefdienst op Schiphol (bij Amsterdam). Dat is wel héél erg kort dag voor een ambtelijk appa-raat! (7). De minister van Waterstaat heeft dan ook iets uit te leggen aan zijn collega Pop van Oorlog. Dat doet

hij in een brief van 26 mei (dus pas nadat de proef-dienst is begonnen). ‘Het was aanvankelijk de bedoe-ling dat een terrein bij Wassenaar als luchthaven zou worden gebruikt. Even voor den dag waarop de eerste vlucht was bepaald, moest dit plan echter worden opge-geven, aangezien het terrein door de Engelsche vliegers ongeschikt werd geoordeeld. Toen daarop de keuze op Schiphol viel, was er geen gelegenheid meer hierom-trent nog met U.E. ’s departement overleg te plegen, weshalve ik my genoopt zag, wilde ik voorkomen dat de opening van den dienst wederom zou worden uitge-steld, hetgeen de Koninklyke Luchtvaart Maatschappy met het oog op hare afspraak met de Engelsche zuster-maatschappy zeer ongewenscht achtte, de noodi ge voorzieningen ondershands te doen treffen.’7 Sorry, maar ik kon even niet anders, lijkt zijn commentaar.

eén cent per P.k.De eerste vlucht van de KLM speelt begin mei, maar al in maart had men op Schiphol rekening gehouden met de komst van vreemde vliegtuigen. Op 18 maart

heeft men instructies aan het ministerie van Financiën gevraagd hoe te handelen bij het faci-literen van vreemde vliegtuigen. De afdeling Invoerrechten van het ministerie reageert op 1 april met de mededeling dat: ‘Van elke aankomst van een vliegtuig te Schiphol, zou de comman-dant van dat vliegkamp onmiddellijk telefo-nisch kennis kunnen geven aan de Inspectie der Invoerrechten en Accynzen te Amsterdam.’ Men is op dat departement duidelijk nog een beetje zoekende. De minister van Oorlog is echter doortastender, hij heeft op 18 februari een stuk ‘Voorlopige voorwaarden’ laten opstellen voor hulp aan niet-militaire vliegtuigen op Soester-berg. Dat zendt hij op 10 april naar de Chef van de Generale Staf. Die vindt dat deze voorlopige voorwaarden een definitiever en uitgebreider karakter moeten krijgen, waarbij hij verwijst

7: Kort dag: Plesman heeft nog maar acht dagen!

8: Op deze luchtfoto uit 1920 rechtsonder Hoeve Kraayveld, in het midden de grote hangaar, en helemaal links de kazerne met daar tussenin de zes houten loodsjes met zendmast (Schiphol)

9: Antony Fokker bij aankomst van de eerste KLM-vlucht op 17 mei 1920 (Schiphol)

Page 30: Meer-Historie, juni 2010

30

Meer-Historie juni 2010

naar voorbeelden zoals die in Engeland en Frankrijk gelden. Dan moet er nog wel een knoop worden doorge-hakt over de in rekening te brengen eventuele landings-kosten. Voor hangaarhuur vindt men zowel in Enge-land als Frankrijk dat grotere vliegtuigen meer moeten betalen. In beide landen ‘hanteert men een basis die verband houdt met het oppervlak (grootste breedte x grootste lengte ‘. Maar voor de landingskosten wijken de Franse af van dit principe: ‘De Franschen berekenen daarentegen per P.K. Voor dit laatste principe is veel te zeggen.’ Dat wordt door de Chef van de Generale Staf nader uitgewerkt. Voor de luttele somma van f 0,01 per P.K. krijgt een bezoekend vliegtuig afhande-ling, hulp bij het vullen der bezine- olie- en waterreser-voirs, inlichtingen en gegevens die voor de vliegers van belang zijn en ook nog eens: ‘hulp bij het aanslaan van den motor (de motoren’).’ Wordt een vliegtuig minder dan drie dagen in een hangar gestald, dan moet f 0,01 per P.K. worden betaald. Dat tarief wordt verdubbeld als er tussen drie dagen en een maand wordt door-gebracht in een loods. Moeten er reparaties aan een bezoekend vliegtuig worden verricht, dan kan dat in de werkplaatsen van de Luchtvaartafdeling ‘voor gebruikt materieel: de kostende prijs en voor werkloon f 0,90 per uur per werkman’.8

de eerste burgerlijnvluchtDie tarieven zijn dus al staande bij als het eerste vliegtuig in het burgerluchtverkeer op 17 mei 1920 op Schiphol landt. Op foto’s van de ontvangst van de DeHavilland/Airco DH-16 uit Londen zien we uiteraard Albert Plesman van de KLM (met bolhoed) de eerste twee passagiers welkom heten in Nederland. Opvallend in de hele serie foto’s van die dag, is een foto waarop Anthony Fokker (met pet) een uit Londen meegebrachte zak kranten opent. Tot nog toe werd aangenomen dat Fokker inhaakte op de komst van het eerste

echte verkeersvliegtuig naar Neder-land om zijn nieuwe Fokker F.2 te demonstreren. Maar in het Noord-Hollands Archief berust een brief van de vliegtuigbouwer van 15 april 1920 waarin hij namens de NV Nederlandsche Vliegtuigen-fabriek aan de minister van oorlog schrijft: ‘Wij hebben de eer Uw Excellentie beleefd mede te deelen, dat wij gereed zijn gekomen met den bouw van een nieuw verkeers-vliegtuig. Van deze machine wilden wij gaarne de geschikheid

demonstreren, zowel voor handels- als voor militaire doeleinden. Als het eenige, gemakkelijk van hier uit (Amsterdam-Noord, JWdW) bereikbare geschikte terrein tot het houden van deze demonstratievluchten, is aangewezen het militaire vliegveld Schiphol.’9 De exacte datum weet Fokker nog niet, daar zal hij later op terugkomen. We mogen rustig aannemen dat Fokker (die graag aan de KLM wilde leveren) die datum later heeft laten samenvallen met de aankomst van het eerste in Engeland gehuurde KLM-vliegtuig.

voorspoedige vluchtenDrie dagen voor de aankomst van het eerste KLM-vliegtuig richt Albert Plesman zich nogmaals tot de minister van Waterstaat. De radioverbinding tussen Schiphol bij Amsterdam en Croydon bij Londen zal via Soesterberg moeten lopen en dat is natuurlijk een mijl op zeven. Gedurende de proefdienst van 17 mei tot en met 15 september wil KLM gebruik maken van een ‘door de Nederlandsche Seintoestellenfabriek te Hilversum voor ons in te richten zeer moderne draad-loze telefooninstallatie.’10 Staat alleen ten dienste van de vliegers en niet van de passagiers, wordt nog eens benadrukt. Ten behoeve van het berichtenverkeer wordt niet lang daarna een zendmast op Schiphol opgericht. Na 17 mei ontwikkelt het vliegverkeer van de KLM

11: Links de autoloods, rechts hangar 1 en daartussen de zendmast (Schiphol)

10: Het eerste postvliegtuig op Waalhaven, 26 juli 1920 (Gemeentearchief Rotterdam)

Page 31: Meer-Historie, juni 2010

31

Meer-Historie juni 2010

zich voorspoedig. Op 22 juni van dat eerste jaar worden voor het eerst aan bederf onderhevige goederen (dagverse kersen) door de lucht naar Londen vervoerd: een nieuwe markt. De dienst is op dat moment nog om de andere dag een vlucht, maar op 28 juni wordt dat een dagelijkse verbinding op Londen (niet op zondag!). Dan gaat het rap: op 5 juli de eerste luchtpost vanuit Nederland met de KLM, in nog steeds gehuurde Engelse toestellen, naar Londen. Een week later krijgt deze dienst zelfs een frequentie van twee keer per dag. De post wordt op dat moment alleen nog maar uit Nederland naar Engeland gevlogen. In omgekeerde richting gebeurt dat nog niet omdat de Britse Royal Mail het contract voor luchtpost uit Engeland niet aan KLM’s partner Aircraft Trans-port & Travel gunt, maar aan concurrent Handley Page Air Transport. Die start op 19 juli met het vervoeren van Engelse post van en naar ons land. Weer een week later landt een toestel van Handley Page op het in nog in wording zijnde vliegveld Waalhaven om daar vast post op te halen.11 Als de lijn op Engeland eenmaal lekker loopt, opent KLM op 1 september vanuit Haarlemmer-meer een lijn op Duitsland (Hamburg) met doorverbin-ding naar Denemarken (Kopenhagen). Dat gebeurt in samenwerking met Deutsche Luft Reederei. Binnen veertien dagen gaat ook die frequentie van om de dag naar dagelijks.12 Met de douane wordt op 17 september een voorlopige regeling getroffen: als een vlucht tijdig tevoren wordt aangekondigd, komt een beambte vanuit Amsterdam naar Schiphol. Is men te laat, dan moet men wachten tot douaneafhandeling wel kan plaatsvinden. Tot 30 september worden alle vluchten voor de KLM nog uitgevoerd met ingehuurd buitenlands materieel, maar op deze datum wordt het Nederlandse vliegtuig-kenteken H-N (gevolgd door drie letters) ingevoerd en meteen aangebracht op twee splinternieuwe Fokker F.2’s van de KLM. Het zijn de eerste echte KLM-toestellen. Ze worden ingezet op de lijn naar Londen.

dreigende gevarenDe (naderende) toename van het aantal starts en landingen met burgervliegtuigen doet de Chef van de Generale Staf in juni achter z’n oren krabben. Met name de benzineopslag baart hem zorgen. ‘De benzine is geborgen in vaten en bussen in een vliegtuighan-gaar en is dus op geenerlei wijze tegen brand beschut.’ Meer vliegtuigen betekent meer brandstof nodig en daar wringt een schoen, sterker nog: de Chef is ronduit pessimistisch: ‘Indien in de huidige toestand brand zou ontstaan in of nabij de benzineberging, kan als zeer waarschijnlijk beschouwd worden dat het gehele vlieg-kamp Schiphol zal afbranden.’ Dat zijn nog ’s teksten! De proefdienst zou voor de lijn naar Hamburg tot 1 oktober duren, maar KLM wil langer doorvliegen. ‘Zo zou bij een sluiting van den dienst op 1 October op het traject Amsterdam-Hamburg en met het oog op het doorvervoer naar Londen te weinig ervaring zijn opge-daan voor de organisatie van het seizoen 1921.’13 Men wil de proef verlengen tot 1 november. Maar dan zijn de dagen al behoorlijk korter aan ’t worden. Het zal geen toeval zijn dat op 10 oktober aan de radiomast voor verbinding met het internationale vliegverkeer over de hele hoogte van die mast verlichting wordt aangebracht zodat gevaar kan worden vermeden.14 Op 1 november 1920 wordt het eerste seizoen burgerluchtvaart in Haarlemmermeer afgesloten. Dat eerste jaar wordt wel gezien als een koekoeksei. Deze gevederde vogel legt z’n eieren in het nest van een andere soort die dan trouw haar ei uitbroedt. Maar als eenmaal een koekoeksjong uit het ei is gekomen, stoot het de andere jonge vogeltjes uit het nest. In die vergelijking heeft de burgerlucht-vaart uiteindelijk de militaire luchtvaart uit z’n eigen nest verdrongen. Schiphol is nu een wereldluchthaven waar nog slechts sporadisch militaire vliegtuigen te gast zijn. Dat gevaar zagen de militairen negentig jaar geleden echter nog niet dreigen.

Jan Willem de Wijn

voetnoten:1. NHA, 239 Eerst Aanwezend Ingenieur, 287, 165/120: brief

EaI aan minister van Oorlog dd. 23 januari 19202. NA, Luchtvaartafdeling, LVA-977, bijlage IV en V. Over-

zicht van de onderbrenging van het vliegtuigmaterieel van de LVA

3. NHA, 239 EaI, 287, 249: brief van 19 januari 19204. NHA, 239 EaI, 289, 576: Maandrapport bouw vliegtuig-

loods, delen 15 en 16, dd. 26 maart 19205. NHA, 239 EaI, 289: 600: briefwisseling Generale Staf en

Commandant Schiphol, 31 maart – 8 april 19206. NHA, 239 EaI, 288, 490: omschrijving officiersverblijf

dd. 20 maart 19207. NA, LVA, 1797, brief Minister van Waterstaat dd. 26 mei

1920

8. NA, LVA, 1139, brief Chef van de Generale Staf, dd. 16 april 1920

9. NHA, 239 EaI, 290: brief A.H.G. Fokker aan de minister van Oorlog, dd. 15 april 1920

10. NA, LVA, 2289, brief Albert Plesman KLM aan Directeur Generaal der Posterijen en Telegrafie, dd. 14 mei 1920

11. Jan Willem de Wijn, Woorden en daden in de geschie-denis van de Rotterdamse luchtvaart, 47

12. Het Vliegveld. 1920, 42213. NA, AHK (Secr) GG.1516, Bundel 1975/192, stuk 3254:

brief E.J. Iserief KLM aan de minister van Waterstaat dd. 16 september 1920

14. Het Vliegveld, 1920, 376

Page 32: Meer-Historie, juni 2010

32

Meer-Historie juni 2010

een eenvoudige laan in het centrum van Hoofddorp, vanaf het Beursplein de Hoofdweg westzijde volgend is het de tweede afslag. direct op de hoek aan de rechterzijde staat de doopsgezinde kerk en een trouw lid van deze ‘vermaning’ meende dat het een aardig idee was om iets over ter veen te vertellen.

de ter veenlaan in Hoofddorp

Een nadere bestudering van de plattegrond van dit stukje Hoofddorp leert mij dat ook andere namen van historische betekenis vernoemd zijn : de Boekelstraat, D Egginkstraat, Beekman, Eigenhuis en de Gelderstraat en ook nog een Dr Nanningastraat, een C J Kieviethof en de Engelmanstraat.Met de bouw van deze wijk is men in het jaar 1958 begonnen en voor ik U iets over Ter Veen ga vertellen mag niet onvermeld blijven dat Meester Boekel uit Abbenes in schetsen en taferelen over de Haarlemmer-meer heeft geschreven, dat Beekman, Eigenhuis en Professor de Gelder publicaties over de polder verzorgd hebben . Dat Engelman landmeter was en in 1819 al een verhandeling heeft gepubliceerd over de droogleg-ging van het Haarlemmermeer en aangelegen plassen. Dat D. Eggink de eerste gemeente secretaris was en dokter Nanninga een bekende Hoofddorpse huisarts. Ramaer was ingenieur bij waterstaat, en natuurlijk mogen we C. J. Kieviet niet overslaan, Dik Trom was zijn geesteskind.

Kruislaan en Kruisweg, na de droogmaking heette Hoofddorp gewoon het Kruis of Kruisdorp, Trijnie Krabbendam werd in 1912 geboren aan het Marktplein. Als zij op bezoek ging buiten de polder ging ze huiswaarts naar het Kruis!Nu naar Professor Dr H.N. Ter Veen. De Haarlem-mermeer als Kolonisatiegebied, dat is de titel van zijn boek en het boek verscheen in 1925. Proeve eener sociaal-geografische monographie. Een studie over de volksgroei en het karakter van de bevolking, welke, in verband met de economische verhoudingen van grote betekenis zijn geweest voor de verklaring van maat-schappelijke verschijnselen. Naast de historische werd vooral de vergelijkende methode toegepast, waarvoor de statistiek zeer waardevol materiaal leverde. Ten einde de lezer het vergelijken te vergemakkelijken werden de meeste gegevens in grafieken verwerkt.Ouderwets. Natuurlijk is dat een onvermijdelijke gedachte, een saaie bruine kaft maar bij nader inzien zeer lezenswaardig en interessante lectuur.Over de immigranten, vanwaar kwamen zij, de leef-tijdsopbouw en Ter Veen beschrijft het droevige leven van de kolonisten, hun primitieve behuizing, de ernstige ziekten en het ontbreken van medische zorg. Over de strijd om het bestaan, hoe langzaam maar zeker de bevolking groeide. Opmerkelijk is dat tot 1900 de bevolking van de nieuwe polder niet erg honkvast

was, een groot deel vertrok al vlug weer en anderen kwamen, het vestigingsoverschot was gering.Over het grondeigendom. Een kaart uit 1857 leert ons dat een aanzienlijk deel van de grond in handen is van grootgrondbezitters, het grootste deel van de kaart is roze gekleurd en dat zijn bedrijven van boven de 100 Ha. Op een kaart uit 1924 zien we in een oogopslag dat groene vakjes in de meerderheid zijn, dit zijn bedrijven van 20 tot 60 Ha. Zetboeren en pachters hebben een andere positie gekregen en zijn vaak eigenaar van de grond geworden.

Natuurlijk besteedt de auteur aandacht aan het maat-schappelijke leven, aan de scholen en de kerken. De geestelijke behoeften van de meerbewoners zijn vooral van godsdienstige aard; op ander geestelijk terrein is de belangstelling niet groot. Slechts in enkele gezinnen treft men een boek aan terwijl van bibliotheken nauwelijks gebruik gemaakt wordt. Verenigingen worden eenja-rige planten genoemd, gaan ten gronde door gebrek aan belangstelling of door onderling gekrakeel. Een plaat-selijk blad schreef: ‘naar wij vernemen, bestaat er in Hoofddorp een vereniging die het eerste lustrum zal vieren’. Dat kan als merkwaardig worden beschouwd! In 1925 bestonden plannen tot inpoldering, de Zuider-zeeplannen en Ter Veen spreekt in zijn boek de hoop uit dat de ervaring die men in de Haarlemmermeer heeft opgedaan gebruikt zal worden in het nieuwe gebied. ‘Niemand wenscht een herhaling van de onverschillige zorgeloosheid welke de staat toonde bij de droogmaking van het Haarlemmermeer; doch een teveel aan Staats-zorg is evenzeer schadelijk’. Bij de oplossing hoopt de schrijver dat de Volksvertegenwoordiging een beslis-sende stem mag hebben en dat men zich zal laten leiden door wetenschappelijk onderzoek.

Henri Nicolaas ter Veen leefde van 1883-1949 en hij promoveerde cum laude op zijn proefschrift over de Haarlemmermeer als kolonisatiegebied. Direct na de tweede wereldoorlog beijverde hij zich de ontwrich-ting van de Amsterdamse samenleving gedurende de Hongerwinter van 1944-1945 vast te leggen.. Ook maakte hij studiereizen naar de Sovjet Unie, Polen, Italië en Libië en deed daar verslag over in vaktijdschriften en de reizen leverden ook stof voor zijn colleges.

Laura de Jong Bronkhorst, [email protected]

Page 33: Meer-Historie, juni 2010

33

Meer-Historie juni 2010

Het bedrijf met de weidse naam donker Personal Style Stores is een modeketen met diepe wortels in de Haarlemmermeerse samenleving. Het huidige bedrijf is gespecialiseerd in de verkoop van lingerie; daarnaast worden ook bad- en nachtkleding verkocht. Oorspronkelijk had het een veel breder assortiment. Hieronder licht ed destrée een tipje van de geschiedenis ervan op.

donker, een modeketen met wortels in de Haarlemmermeer

In 1848 werd in Woubrugge geboren Kees (Cornelis) Nederveld. Hij beproefde als boerenknecht zijn geluk in de nog tamelijk nieuwe Haarlemmermeer en kwam zo ook terecht in Nieuw-Vennep, waar hij kennis kreeg aan Johanna Buurman. Het kwam tot een huwelijk in de zeventiger jaren van die eeuw. Ze voorzagen in hun onderhoud door de verkoop van manufacturen – ‘meter-waren’, d.i. waren, ver-kocht per meter. Hun winkel stond in de Dorpstraat in Nieuw-Vennep. Johanna deed de winkel en Kees ging met zijn waren langs de boer-derijen.Zij kregen drie kinderen; in 1877 werd hun oudste dochter Klaasje geboren. Het is door haar dat de familie Donker in beeld komt. Dat zit zo. In 1875 was in Nieuw-Vennep Aart Donker geboren, als zoon van de post-bode Catharinus Donker en Antje de Geus. Beide jonge mensen leren elkaar kennen en in 1897 treden Aart en Klaasje in het huwelijk. Ook deze Aart verwierf een aanstelling als postbo-de, in 1898, warmee hij letterlijk in de voetsporen van zijn vader trad.Nog in hetzelfde jaar waarin Klaasje en Aart Donker trouwen wordt hun zoon Catharinus geboren, later bekend onder de roepnaam Trien. Deze jongen wordt grotendeels opgevoed door zijn grootouders Nederveld, die nog steeds de zaak in de Dorpstraat dreven. Hij toont al vroeg belangstelling voor de winkelnering; als 12-jarige gaat hij al met Kees Nederveld de boerde-rijen af. Eerst nog met de hondenkar en toen de zaken beter gingen met paard-en-wagen. Het geval wil dat de enige zoon van Kees Nederveld, Lodewijk (1886-1964), geen belangstelling voor het zakenleven heeft. Hij zoekt emplooi als timmerman.Het werk voor de winkel bevalt Trien Donker bijzonder

goed. Anders dan zijn vader en grootvader voelt hij niets voor een baan als postbode. Hij laat een oogje vallen op de verkoopster die inmiddels in dienst genomen is, t.w. Pi (Petronella) van Buijten. In 1925 trouwen ze. Ook de familie Nederveld is erg met Trien ingenomen. Als opa Nederveld komt te overlijden, in 1924, doet de weduwe de zaak aan hem over, officieel Catharinus Donker.

donker dynastieDe zaken floreren dermate dat Trien en Pi zich al spoedig een auto kunnen permitteren, een T-Ford, waardoor ze op grotere schaal zaken kunnen doen, tot aan dorpen in

de bollenstreek toe. Ze betrekken een nieuw pand, aan de Venneperweg 7, vlak bij de hoek met de Hoofdweg, naast de kruidenier Gebr. Mathôt. Van hieruit zal zich de latere Donker-keten ontwikkelen.Winkeltijden waren oudtijds van acht uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds, op zaterdag zelfs tot 23.00 uur. Soms kwamen klanten op afspraak, dan kwamen de dames hun uitzet kiezen. Of het ging om een baby-uitzet; dat wilden ze dan nog niet weten voor de buitenwacht.Men verkocht witte of gele katoen per el, want alles werd toen nog zelf genaaid. Klanten kochten vaak op de Trien en Pi Donker (Fotoarchief Aart Donker Lisserbroek)

Venneperweg 7; voor Joop, achter Klaasje (Fotoarchief Aart Donker Lisserbroek)

Page 34: Meer-Historie, juni 2010

34

Meer-Historie juni 2010

pof. Op zaterdag, als Trien naar Leiden moest om goed in te kopen, ging hij ’s morgens vroeg langs de mensen om zoveel mogelijk geld op te halen. Van de opbrengst kon hij dan weer textiel kopen.

In 1928 wordt het echtpaar verblijd met een dochter, Klaasje. In 1932 wordt hun zoon Joop geboren. In 1939 koopt Trien van de familie Verkuyl het voormalige dokters - en notarishuis op de hoek van Schoolstraat en Hoofdweg. Daar hield in de negentiende eeuw dokter Van Dorsten praktijk; de latere notaris was Wubbe. De nieuwe naam wordt C. Donker Manufacturen en Confectie.

In de Tweede wereldoorlog was er, net als in de Eerste, van overheidswege een distributiesysteem, d.w.z. men kocht ‘op de bon’. Een situatie die in vredestijd nog jaren heeft voortgeduurd. In die na-oorlogse jaren vroegen de mensen geregeld: ‘Is het oud?’ Ze bedoelden dan of het van vooroorlogse kwaliteit was! Na de oorlog kwamen de eerste synthetische garens. Als Joop 23 jaar is – we zijn dan in 1955 - gaat hij werken in de zaak van zijn ouders, die inde volksmond dan de naam van ‘kleine Hema’ gekregen heeft. (De Hema was opgericht in 1926; de naam staat voor Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam.) Drie jaar later trouwt Joop met Maria (Ria) van ’t Hof. Van de inkomsten van de zaak moeten dan (minimaal) twee gezinnen bestaan. Dit duurt tot 1968, wanneer vader Trien uit de zaak gaat.Joop en Maria zijn de tweede generatie Donker in het bedrijf. Ook Joop begint weer in een nieuw en groter pand. Het oude, monumentale doktershuis laat hij slopen. Op dezelfde plaats wordt in 1973 een geheel nieuwe zaak geopend onder de naam Donker Textiel. Joop en Maria beginnen zich daar te specialiseren in lingerie; in plaats van een algemeen textielzaak met een afdeling lingerie, wordt het nu helemaal lingerie.

Joop bezwijkt helaas vroeg aan een ziekte, in 1981, nog geen 50 jaar oud. Hij laat een vrouw en twee kinderen na, Ruud en Ella. Een paar maanden later overlijdt ook zijn vader, Trien, op 84-jarige leef-tijd.

nieuwste generatieNa het overlijden van vader besluit zoon Ruud direct zijn moeder te assisteren in de zaak. Ook de jon-gere dochter Ella komt weldra in de zaak. Daarmee treedt de derde generatie Donker aan. Het bedrijf begint nu een grote vlucht te nemen. Dat begint al meteen in 1984 met de overname van Livera Hoofddorp, een lingeriewinkel gevestigd in de Markthof. De familie heeft de smaak te pakken en begint in 1986 een filiaal in Lisse, in 1993 een filiaal in Heemstede. Moeder draagt in datzelfde jaar de zaak in eigendom over aan Ruud en Ella; zelf blijft ze nog actief in de winkel tot 1997. Ze is dan 62. Ze hertrouwt en beleeft nog vier gelukkige jaren, tot aan haar dood in 2001.In Nieuw-Vennep verhuist de zaak nog een paar keer; eerst naar het pand van Van Groenigen aan de Venne-perstraat 20. Sinds 2004 is Donker Lindessa gehuisvest in het nieuwe winkelcentrum, de Symfonie.

donker Personal Style StoresTen tijde van de ziekte van zijn vader deed Ruud al de boekhouding. Hij volgde de middelbare detail-handelsschool in Haarlem. Omdat je als man niet goed ondergoed aan dames kunt verkopen, vertelt Ruud zich bezig te houden met de zakelijke leiding op het gebied van marketing, financiering, verbouwingen, perso-neelszaken, etc. De winkels zijn tegenwoordig volledig geautomatiseerd: men weet dus precies hoeveel van elk artikel verkocht is en hoe groot de voorraad is. De vrouw van Ruud, Jolanda, werkt ook in het bedrijf.: zij is werkzaam bij Lindessa in Hoofddorp.Ella Donker is in haar eentje verantwoordelijk voor de gehele inkoop: lingerie, nachtmode en badkleding. Zij stelt collecties samen uit een zestigtal verschillende, internationale merken.Livera heeft een assortiment in de goedkopere prijs-

Schoolstraat/Hoofdweg (Fotoarchief Aart Donker Lisserbroek)

Joop en Ria (Fotoarchief Aart Donker Lisserbroek)

Page 35: Meer-Historie, juni 2010

35

Meer-Historie juni 2010

klasse. Zo wordt o.a. het jonge merk Sapph verkocht. Dit merk maakt ontwerpen in de stijl van Marlies Dekkers, maar gebruikt andere materialen.Livera en Lindessa werken volgens de franchisefor-mule; deelnemers hebben minder vrijheid doordat ze gebonden zijn aan gezamenlijke inkoop (20 % per serie), advertenties, en interieurontwerp. Lindessa-winkels onderscheiden zich uiterlijk door o.a. een interieur in oudroze en wit. De artikelen zitten in het midden tot hoge segment. Hier wordt, naast veel andere, het merk Marlies Dekkers verkocht. De ontwerpster ervan is in 15 jaar groot geworden. Behalve een goede pasvorm worden haar ontwerpen ook gekenmerkt door romantische, fantasievolle toevoegingen. Een ander merk is Aubade, dat veel kant en strikjes gebruikt. Op het gebied van herenmode is o.a. het merk Borg vertegenwoordigd. De ontwerpers, in dienst van de voormalige tenniskampioen Björn Borg, gaan ervan uit dat de moderne man een boxershort draagt, in felle kleuren.Tenslotte is er nog de formule Jackie D. – de D van Donker! - met zaken in Amsterdam en Alphen aan den Rijn. Dit is een geheel eigen concept, in het luxe segment. De formule komt tot uiting in de gehele

winkelstijl: inrichting van het interieur - in de kleuren zwart en wit - de verlichting, het meubilair, tot en met het verpakkingsmateriaal. (zie ook: www.jackie.nl)Andere aanbieders in deze markt zijn Hunkemöller, Hema en H&M. De eerste is met 130 winkels het grootste onafhankelijke bedrijf van ons land in lingerie. Het vertegenwoordigt overwegend het goedkopere segment. Een bh kost er gemiddeld de helft van wat hij bij Lindessa kost. Dat is, behalve een kwestie van ontwerp, ook een kwestie van de kwaliteit van het verwerkte materiaal. Is het niet beetje overdreven om veel geld uit te geven aan onderkleding? Donker ziet dat niet zo. Op allerlei gebied gaan de wensen omhoog. Een bh werd vroeger veelal gezien als een noodzakelijk kwaad, tegen-woordig speelt de mode een grote rol. Er was vroeger weinig keus in modellen. De kleu-ren waren wit of huidkleur. Modeshows in deze branche zijn inmiddels ook alweer verleden tijd. Donker wijst op de invloed van een rolmodel als Madonna.Het ontwerpen van lingerie gebeurt in Europa, nog steeds vooral door mannen. De vervaardiging vaak in het Verre Oosten. Een bh bijvoorbeeld is nog veel

Directeur Ruud & Ella

Manager Inkoop

Manager Kantoor/ personeel

Manager Filialen / Logistiek

Assistent

Manager Training/ opleiding

Filiaalleidsters Assistent Inkoop

Assistent Logistiek

Logistiek medewerksters

Verkoopsters

Financiele admin.

Manager Marketing

Ellure

Organogram van de modeketen donker

Interieur Jackie D. Alphen a/d Rijn

Ruud en Ella Donker (midden) bij opening Jackie D. in de Beethovenstraat Amsterdam Geflankeerd door part-ners en kinderen

Page 36: Meer-Historie, juni 2010

36

Meer-Historie juni 2010

handwerk: bestaat uit maar liefst 32 onderdelen! Moei-lijkheden bij de bedrijfsvoering zijn er ook, zoals het (tijdig) verkrijgen van de juiste vergunningen. Maar ook de rechtspositie van werknemers is een factor om rekening mee te houden. Niet alleen de kosten van trai-ning en opleiding zijn voor rekening van het bedrijf. Bij ziekte draait de ondernemer ook op voor de kosten. Ontslag kan een probleem zijn; soms moet daarvoor een heel jaarsalaris be-taald worden.Een grote kostenpost is de voorkoming van diefstal.

Bij de inrichting van een nieuwe winkel moet daarvoor al gauw zo’n 20.000 euro gereserveerd worden. Daar komen vervolgens nog de jaarlijkse kosten bij. De algehele bedrijfsstrategie is nog steeds gericht op expansie. Momenteel beheert Donker twaalf winkels. Daarnaast wordt verkocht via internet, de website is te vinden op: www.ellure.nl. Zie ook: www.donker.org.

Edm. Destrée

de Haarlemmermeerse boeren liepen niet achter, integendeel. Ze waren voor WO ii al behoorlijk gemecha-niseerd en gemotoriseerd. Zo had albert kofoed, nabij de Lisserweg, een eigen dorsgarnituur, twee trekkers, een Austin (voorloper van Nuffield) en een Fordson. Voor aandrijving van de bietensnijmolen en andere werk-tuigen was er een Lister motor en, heel uniek, een renault vrachtauto, een soort legervoertuig. dan was er nog een werktuigenpark van ploegen, een zaaimachine, een schoffeltuig, een graanmaaier en zo meer.

vicOn 100 jaar: de tijd vooruit

Pas na de oorlog kwam de mechanisatie in volle breedte tot ontwikke-ling. Minder paarden, meer machines, minder arbeidskrachten. De mechanisatie kwam mede tot stand door de Wed. H. Vissers, domi-cilie houdende aan de Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep. Begonnen als een eenmans loonbe-drijfje, uitgegroeid tot een begrip in de agrari-

sche wereld, VICON landbouwwerktuigenfabriek.Na de oorlog trok de onderneming medewerkers aan, voor een deel kwamen ze uit de land- en tuinbouw. Dat leverde in die sector aanvankelijk de klaagzang: ‘… die jongens van Vissers trekken ons personeel weg’. Maar, al gaande verstomde die zang, immers bij voortschrij-dende mechanisatie is minder mankracht nodig. De zaak kwam in balans, wie op de boerderij ‘boventallig’ werd, vond een baan bij Vicon.Ging dat goed met die mannen die met gebruinde koppen de vrije natuur verruilden voor werk binnen vier muren met veel machinelawaai? In de zomer was er wel eens heimwee naar het open veld, echter zodra regen wind en kou het klimaat bepaalde prees ieder z’n baan die onder dak uitgeoefend kon worden.Er was nog een ander klimaat binnen het begin-nende en groeiende bedrijf, noem het de sociale para-graaf. Eigenlijk was die er al in de oorlogstijd toen er een tiental onderduikers werk en een zekere vrijheid

vonden. Iedere dag was er een broodmaaltijd van door boeren geschonken tarwe dat door molenaar Van Maasdam gemalen werd. Bijzonder was de situatie toen na de oorlog de zogenaamde politieke delinquenten te werk werden gesteld. Zij, en voormalige onderduikers en oud-verzetsmensen, met op de achtergrond een bewaker, stonden met elkaar aan de werkbank.Al spoedig was er ook behoefte het reeds bestaande overleg tussen personeel en de gebroeders Vissers meer structuur te geven. Ik herinner me nog goed de eerste vergadering die voor dit plan gehouden werd. Het was in het huisje dat voor Herbert Vissers op het terrein gebouwd was toen hij als eerste van de gebroe-ders trouwde. Aanwezig waren Driekus Betjes, hij was de oudste, verder Jan Beukers, die meewerkend voorman was, de constructeur-tekenaar Bienze Kruit, Jan Tamboer en Herbert en Bas Vissers.Wat daar besloten werd? Ik kan het gedetailleerd niet navertellen, maar ik geef u het uitgangspunt, enthou-siasme voor de jonge onderneming en de wens dat die zou uitgroeien.

vakantie en pensioenOnder Calvinisten wordt voor waar gehouden dat je op een jongemannenvereniging leert het woord te voeren. Overigens, anderen die niet tot die stroming horen kunnen er ook wat van, dit terzijde. Maar, Jan Beukers had de les geleerd, als meerdere onder gelijken verwoordde hij de doelstelling van het samenzijn. Hij deed als de jongelingen die, als latere kamerleden dat plachten te doen, welluidend en overtuigend. Hij besloot zijn met verschuldigde eerbied en aandacht aangehoorde rede plechtig met: ‘ik heb gezegd’. Daarna was het -zoals betamelijk- plechtig stil.

Page 37: Meer-Historie, juni 2010

37

Meer-Historie juni 2010

Wat was het resultaat? Oprichting van wat we noemden ‘De Kern’, de voorloper van de O.R., de Onderne-mingsraad. En daarmee was het jonge bedrijfje de tijd vooruit.Op 22 juli 1950 is er een personeelsvergade-ring en vlak voor de vakantie (die toen één week was) spreekt hij de medewerkers toe en doet verslag van de stand van zaken. De directie is bereid een vakantie-toeslag te geven van 2%, directie en Kern hadden dit eerder besproken, met de suggestie 1% nu uit te keren en 1% met Kerstmis. De keus valt op Kerstmis waarna de directie toezegt er een ½% bij te doen.Voor de werkers van het eerste uur werden pensioenen afgesloten. Er kwam een sociaal fonds waaruit beta-lingen werden gedaan voor aanschaf van brillen, het plaatsen van gebitskronen en andere medische hulp-middelen. Op het gebied van ontspanning ontstond het mannenkoor onder leiding van de bekende dirigent S.P. Visser, er was een wandelclub voor jongeren en ouderen, in Noordwijkerhout kwamen zomerhuisjes ter beschikking. Het VIVAKI organiseerde zomerkampen en er kwam een sociaal werkster, zuster Vissers die spreekuur hield en huisbezoek deed. Er kwam een medische dienst onder leiding van de bekwame Siem Bokhorst, bijgestaan door een assistente. Daarbij waren er bedrijfsartsen, waarvan dokter Hekman gespeci-aliseerd was in acupunctuur en homeopathie. Voor ouderen boven de 50 jaar waren er jaarlijkse keuringen met doorlichting voor longafwijkingen.Bedenk dat dit alles gerealiseerd werd in de vijftiger jaren toen dit beslist geen gemeen goed was. Resultaat was bijzonder goede verhoudingen binnen het bedrijf, overigens met uitzonderingen. Typerend was een spreuk op één van de fabrieksbogen. Op zekere dag lazen we daar: ‘Aanpakken of inpakken’, de bedenker van die kreet – die overigens heel serieus genomen werd – was de spatzuivere SDAP’er Wout Uithoven die een boor-machine bediende uit de BMW fabriek die we als een soort herstelbetaling hadden gekregen.Met het risico dat sommigen dat niet zo leuk vinden, zou zo’n kreet ook nu kunnen stimuleren. Landelijk

hebben we een groot aantal werkers die wegens licha-melijke onvolkomenheden niet, of niet meer aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Er is voortdurende discussie over wanneer, waar en hoe zo iemand nog wel actief en productief kan zijn.

viconfamilieOnder de Vennepers was er een gezegde dat ongeveer zo was: ‘Bij VICON kan iedereen terecht’, dat sloeg echt niet alleen op de vaak ongeschoolden uit land- en tuinbouw, maar ook hen die wat betreft lijf en leden wat minder uit de voeten konden. Het waren tientallen, een hoog percentage op het totaal van de medewerkers. Ze werden prima opgevangen, geaccepteerd en gewaar-deerd, het was vanzelfsprekend; het hoorde binnen de Viconfamilie. Waar nodig werden aanpassingen gedaan, zoals goede toegankelijkheid voor een rolstoel en hoogte van het bureau. Niet alleen op kantoor, ook in de fabriek was ruim plaats voor medewerkers met een beperking. Landelijk, maar zelfs daarbuiten kreeg VICON bekendheid door een blinde collega die een productiedraaibank bediende. Van oorsprong was hij tuinder, werd omgeschoold en draaide nu –letterlijk en figuurlijk- mee in het werk van alle dag. Zijn precisiege-reedschap was aangepast met brailleschrift, zijn gele-verde werk was van hoge nauwkeurigheid. Begrijpelijk dat bij fabrieksbezoek de man veel aandacht kreeg, die hij vriendelijk lachend onderging en verder heel vrien-delijk op gestelde vragen inging.Misschien zegt de aandachtige lezer, wacht even, in de 50er jaren was er geen W.A.O. en moesten die mensen wel aan de slag. Terecht, die voorziening kenden we niet in die vorm. Blijft staan dat toen de mogelijkheid als vanzelfsprekend geboden werd, volwaardig mee te doen. In die tijd aan de opbouw van ons land en lang daarna, bij mijn weten tot aan hun pensioen en in een enkel geval eerder als hun beperking dat vereiste.Toen, de tijd vooruit. Voor nu, tijd om over na te denken en mogelijk iets van te leren.

Jan Tamboer

Voor het actuele aanbod

www.schenkmakelaars.nl

Haarlemmermeer

heeft alles ....

Postbus 3103 2130 KC Hoofddorp Tel. 023 - 568 93 50 Fax 023 - 584 03 74

E-mail: [email protected]

DE WILDT

TOYOTA VERKOOPTOYOTA SERVICETOYOTA LEASINGTOYOTA VERHUURTOYOTA OCCASIONS

VENNEPERWEG 3892153 AA NIEUW-VENNEPTEL. 0252 - 672 515 ...HEEL TOYOTA

Nijverheidsstraat 3A2132 AZ Hoofddorp

T (023) 56 40 750F (023) 56 58 146

[email protected]

DTP • Ontwerp • Drukwerk • Kopieën • Prints • Posters • Textiel • Belettering

RengBloemsierkunst

Venneperstraat 72151 AP Nieuw-Vennep

Tel. 0252-672355Fax 0252-673782

OOK UW ADRES VOOR PLASTIC!Naast het scheiden van papierafval is ook het scheiden van plasticafval de moeite waard!

Begin dus direct met gescheiden inzamelen en breng het bij ons bedrijf datcentraal gelegen is langs de A4 tussen Rijnsburg, Leiden en Schiphol.

Afslag Nieuw-Vennep, richting leimuiden, bij stoplichten linksaf,weg volgen en A4 weer oversteken, eerste weg links.

PAPIER- EN PLASTIC-RECYCLING

Ons adres is: Wed. G.J. Nijssen B.V.Rijnlanderweg 1427Nieuw-VennepTel. 0252-674041

Onze openingstijden zijn: Maandag t/m vrijdagvan 07.00-18.00 uur. Zaterdag 08.00-13.00 uur.

Ook voor containerplaatsingen (alle soorten + maten)

bezoek aan: akkerbouw • veeteelt • glastuinbouw• bloembollenkwekerij • fruitteelt

Venneperweg 1502153 MA Nieuw-Vennep

tel.: 0252 - 621 458fax: 0252 - 621 459

Marianne Koeckhoven-van HaasterKruisweg 11132131 CV HoofddorpTelefoon 023 563 48 07

Luxe assortimentopen haarden enaccessoires in onze showroom

Showroom is geopend dinsdag t/m vrijdag 13 -17.00 uurzaterdag van 10 -16.00 uur

TVD meerhistorie90x65 12-08-2004 09:35 Pagina 1

Adverteren?Bel voor informatie met:

Ed Destrée 023 - 56 27 888e-mail: [email protected]

Voor het actuele aanbod

www.schenkmakelaars.nl

Haarlemmermeer

heeft alles ....

Postbus 3103 2130 KC Hoofddorp Tel. 023 - 557 22 88 Fax 023 - 557 97 33

E-mail: [email protected]

advertenties

Page 38: Meer-Historie, juni 2010

38

Meer-Historie juni 2010

inGeZOndenverbaasd?

Nee, ik was eigenlijk niet zo verbaasd toen ik het blad van de ANBO las. De cover werd in februari vernieuwd met de foto van De Witte Boerderij. Geweldig, want zeg nu zelf het is toch een mooi plaatje? Ja, ik heb wat met de witte boerderij, ik woon zelf al 45 jaar in de Haarlemmer-meer met veel plezier.In 2008 mocht ik met 6

schilders exposeren in de witte boerderij. Een geweldig succes, er kwamen heel veel bezoekers. Soms moesten we hen uitleggen waar de witte boerderij was, wat ik vreemd vond, want iedereen behoort dat toch te weten als Haarlemmermeerder? Dus besloot ik me in te zetten voor de werkgroep WEB (werkgroep evenementen boerderij) van de stichting Meer-Historie. Het zou toch geweldig zijn als mensen iets zouden kunnen laten zien in de witte boerderij. Van de Haarlemmersmeerders - voor de Haarlemmersmeerders. Hetzij een expositie, lezing, tentoonstelling etc. etc. Want zeg nu zelf, de Witte Boerderij is toch de Parel van de Haarlemmer-meer?

Cobi Buser

de ‘vliegende Hollander’Het meeste wat ik wil vertellen is van horen zeggen maar daarom niet minder interessant,In de oorlog werd Schiphol menige keer gebombardeerd door de Engelsen, op een bepaald moment was het zo erg dat een lokale aannemer werd benaderd om twee paarden met wagen en twee man personeel te ronselen om puin te ruimen voor een leuke vergoeding voor hem en de leveranciers van het materiaal. Maar dat was geen succes want niemand was bereid om daar aan mee te werken.Maar de Duitsers waren niet voor een gat te vangen want alle boeren uit de omgeving werden toen verplicht gesteld het materiaal te leveren, daar bleef je dan met je principe.Mijn vader leverde een wagen met twee paarden met op de bok Jan Schellingerhout uit Badhoevedorp . Een van de onderduikers wilde met alle geweld mee ondanks alle risico’sDat was Japie Wijbrands uit de Jordaan (een oomzegger van buurman Polhaar )Ik weet niet hoelang ze dat moesten doen, maar ik weet wel dat ze een keer een vrachtje retour hadden en wel

een bronzen beeld van een man op een wereldbol, waar de wereldbol was gebleven weet ik niet maar die was er niet bij, ze hadden er wat jute zakken overheen gegooid en zo mee terug genomen maar wat moest je daarmee. Want we hadden wel een aantal soldaten in de schuur en wat officieren in het huis van mijn grootouders wat op het zelfde erf stond. Die waren voor bewaking van de ‘tankval’ die door ons land liep. Naast de boerderij stond een ‘wagenschuur’ voor berging van materiaal en achter de korenmaaier werd het beeld weggestopt.Een kennis van mijn vader (David Burgersdijk) werkte op Schiphol en kwam ons ook wel eens helpen als er extra mankracht nodig was , zo ook eens toen we zouden ‘Dorsen’ zo als toen gebruikelijk was, Hij vroeg toen of hij iemand mee mocht brengen om te helpen want die man had weinig of niets te eten, en een paar handen zijn nooit weg, maar het pakte toch anders uit als waar mijn vader op had gerekend, want wat kwam er de andere dag aan, een kantoormannetje op een sportfietsje en wat moet je nu zo iemand laten doen? Kaf ruimen was het enige wat mijn vader kon bedenken. Aan het einde van de dag heeft mijn vader hem maar een zakje tarwe gegeven en bedankt voor de moeite, maar niet voor hij hem had mee getroond naar de wagenschuur en hem het beeld laten zien want die man was een hoge pief op de luchthaven, mogelijk Jan Dellaert, havenmeester en latere directeur van luchthaven Schiphol.Hij wilde het direct op laten halen maar dat heeft mijn vader hem uit zijn hoofd gepraat in afwachting van een

geschikter moment. Maar wij hadden er wel bekijks mee want menig school-vriendje wilde dat beeld toch ook wel graag zien. Later in de tijd werd het beeld weer in alle glorie onthuld met menig hoogwaar-digheid bekleder, mijn vader werd ook uitgenodigd maar de onderduiker die het had ‘gered’ werd vergeten, die heeft mijn vader toen zonder uitno-

diging toch maar meegenomen en zowaar hij kon de ceremonie ook mee maken.Het beeld staat nog steeds op Schiphol-Oost vlak bij de ingang van het niet openbare gedeelte.

Jacques A.Slootweg.

Page 39: Meer-Historie, juni 2010

39

Meer-Historie juni 2010

Gebroeders verstraeten (of van Straeten?)Aan de Pa Verkuillaan in Badhoevedorp was en is waarschijnlijk nog een rijtje winkels. Ik meen dat rond 1950 de gebroeders Verstraeten hun winkel hadden tussen gebroeders Haaker motorfietsen en Van Wees manufacturen. In hetzelfde rijtje was onder andere Groeneweg lingerie gevestigd.De beide broers Verstraeten, al op leeftijd, hielden zich bezig met de handel in petroleum, verf, borstels en bezems, behang, enz. In de winkel stond een groot (200 liter) vat met petroleum. Wanneer mijn zusje Sonja in de winkel kwam - zij werkte in ‘Het Spinnewiel’ – doofde Verstraeten tot haar grote schrik zijn sigaret daarin uit.Terwijl één van de broers in het dorp was om te schilderen of te behangen, was de ander de verkoper. Uitvoerig kon Verstraeten vertellen over de mobili-satie van 1914-1918, toen hij als ordonnans per fiets de oproepen om op te komen in militaire dienst, weg moest brengen. Dat voerde hem zo te horen door een groot deel van Nederland. En daarover kon hij lang en smakelijk vertellen.De broer die in de winkel stond was op zichzelf aangewezen, zo kon het gebeuren dat je in de winkel kwam maar dat er niemand was om te helpen. Nu kon Verstraeten, wanneer hij op het toilet zat, net de deur van de winkel op een kier openen en dan riep hij: ‘Ik zit op de WC, even wachten het is zo gebeurd!’ En dan verscheen hij, met z’n kleine hoedje boven het gebrilde, smalle, bleke muizengezichtje. Gekleed in werkbroek en kort geel werkjasje maar mét stropdas, jawel.En veelal een sigaret tussen de dunne lippen.De etalage zag er altijd origineel uit, ze smeten een pak closetrollen of borstels leeg in de etalage, legden er nog wat bezems bij en klaar was de uitstalkast. Het was een feest om er in de winkel te komen. Achter de winkel was een kamer waarvan een volledige wand uit vogelkooien bestond en waar prachtige kroon-luchters en schilderijen hingen.En er werden altijd grappen verteld.‘Ik heb de vogels weg gedaan’ zei hij dan. Op de vraag waarom antwoordde hij: ‘Ze kregen net zulke gekke smoeltjes als de kinderen van Van Wees.’ Een andere keer waren het dan de kinderen van Groeneweg die de gekke smoeltjes hadden. Ik meen dat Groeneweg niet eens kinderen had.Wanneer zijn broer thuis kwam van een schilderklus - op de fiets en met de ladder, soms driedelig, op zijn schouder - en dat luidkeels liet weten, spoedde de winkelier zich naar buiten. De broer reed dan een extra rondje om het voor de winkel gelegen plantsoen en kiepte de ladder in handen van zijn broer. Wanneer die tenminste gevangen werd, anders rolde er een ladder door de straat.

De heren waren katholiek en zo kon het dat Vertstraeten vertelde: ‘De pastoor wil dat we de kerk schilderen. Maar ik heb gezegd dat hij zelf maar aan de goot gaat hangen, daar waag ik mijn broer niet aan. Die vent kon wel gek zijn geworden!’En over die broer: ‘Die gaat de laatste tijd alleen maar naar de kerk, hij is zeker bang om dood te gaan.’Ze verkochten ook behang. ‘Komt één van die wijven van de KLM (er woonde vliegend personeel in Badhoeve-dorp) behang kopen. Zulk stom modern behang en ze wil dat wij het erop plakken. Ik heb gezegd dat we alleen fatsoenlijk behang plakken. Wat jij hebt uitgezocht plak je er zelf maar op!’En wanneer zijn broer wél ergens had behangen, vertelde hij doodgemoedereerd dat het daar en daar achter de kasten wel erg smerig was.Wanneer je vroeg of ze familie hadden zei hij, wijzend naar de grond: ‘Gelukkig niet, ze zijn allemaal pssst.’Het zou mooi zijn wanneer iemand over fotomateriaal van deze heren beschikte en/of hun voornamen en geboortedata wist. En liefst ook nog waar ze oorspron-kelijk vandaan kwamen.Daar zou ik voor mijn archief dan graag een kopie van hebben!

Piet Tuik, Amerongen

thema oorlog [maart 2010]Het op verzoek van de redactiecommissie aansnijden van het thema oorlog (2e Wereldoorlog)door een aantal schrijvers was - denk ik - vooral voor mensen die die oorlog hebben meegemaakt een schot in de roos. De 10e mei 1940 - mijn vrouw werd toen 13 jaar - was inderdaad het onvergetelijke verschrikkelijke begin en de daarop volgende 5 jaren zijn voor velen, ook voor mij zeer heftig geweest.Bij een ontmoeting met mevr. Rie Kooij-van Ee (nu 99 jaar) en een toevallig gesprek met haarover dat begin begon ze zo'n spannend verhaal dat ik haar vroeg daarover voor ons blad te schrijven. Zij woonde toen namelijk met haar gezin bijna op het vliegveld Schiphol. Met haar zoon P. Timmerman (helaas niet zo lang geleden overleden) heeft zij dit gedaan. Het vrese-lijke verhaal staat in het decembernummer van 2004 (p.24 e.v.) Uit hun door bomaanvallen op de 10e mei 's morgens om ca. 4 uur gedeeltelijk ingestorte woning zijn zij gevlucht en later op de dag in Hoofddorp terecht gekomen. Logisch dat het goed gedetailleerde artikel van d heer Bloemendaal mij direct interesseerde.In de ochtend van vrijdag de l0e mei 1940 om ca. 4 uur schrokken wij wakker door hevige knallen. Naar buiten gegaan zagen we vreemde kleine donkere wolkjes aan een heel heldere blauwe hemel. Dit waren wolkjes van uiteenspattende granaten, waarmee onze luchtdoelar-tillerie Duitse bommenwerpers onder vuur nam. We

Page 40: Meer-Historie, juni 2010

40

Meer-Historie juni 2010

wisten toen nog niet dat de neervallende scherven dodelijk konden zijn.Ook het artikel van de heer Joost Klootwijk over de Duitse waarnemingspost vond ik interessant. De fami-lies van Wieringen en Bronkhorst waren onze directe buren en de waarnemingspost lag dus ook niet zover bij ons land vandaan. De Arbeitseinsatz heeft mij parten gespeeld. Ik had geen onderduikadres, geen adres om aan distributiebonnen te komen en wist er niet onderuit te komen. Ze hielden mij van het Arbeidsbureau goed in de gaten (dhr. Borman) en ik ging op 19-jarige leeftijd op 4 februari 1943 alsnog naar Essen. Het onderduiken werd eerst later actueler toen ook distributiekantoren door verzetsorganisaties voor bonnenroof werden over-vallen.Het hoeft eigenlijk niet gezegd dat die tijd heel moei-lijk was, maar ik prijs mij gelukkig en dankbaar dat ik alle bombardementen overleefde en ongedeerd op 14 juni 1945 ’s morgens om 6 uur alle slapenden thuis bij

verrassing kon wakker maken.De baas van de luisterpost -lees ik nu - was Feldwebel Fritzy Riedemann. Volgens mijn zuster Els, die hem ook wel eens sprak, was hij nogal fanatiek en hij zei altijd: ‘Wir gewinnen den Krieg’. Blijkbaar sprak mijn vader hem ook wel eens, want ze liepen nogal eens uit de rimboe waar zij toch zaten naar het dorp. Maanden-lang was door de oprukkende geallieerde troepen post-verkeer niet meer mogelijk en hoorde ik dus van thuis niets. Tot mijn grote verrassing ontving ik op zekere dag toch van thuis een brief die nota bene per Feldpost was verzonden, zodat ik van de toestand thuis weer op de hoogte was. Mijn slimme vader had dus Fritzy voor zijn karretje gespannen.Complimenten ook voor de goede artikelen van Bob Bekker en (dus mijn vroegere buurmeisje) Laura de Jong-Bronkhorst.

Jaap van der Pol

OPrOePenOude Foto's cruquiusVoor onze nieuwe vestiging in Cruquius zijn wij op zoek naar historische foto’s van omgeving en gebouwen in Cruquius. Wij zijn een bedrijf in Comfort Producten, geves-tigd door heel Nederland. Dit heeft niks met oude foto’s te maken of iets dergelijks, maar wij ontvangen heel veel senioren in onze showroom en het leek ons leuk om, zoals we in elke vestiging doen, een wand te reserveren zodat we oude, historische foto’s van Cruquius kunnen presenteren. Graag zou ik in contact met u komen om te bespreken wat de mogelijkheden zijn. Zou u mij kunnen mailen ([email protected]) of bellen, tel: 0341-411938

noodkreet!Het Historisch Museum Haarlemmermeer zoekt op korte termijn mensen die het museum een warm hart toedragen. Wij zijn met name op zoek naar vrijwilligers die baliewerkzaamheden willen verrichten. U komt te werken in een leuk team, waar de communicatielijnen kort en de sfeer ongedwongen is. Vanzelfsprekend wordt u wegwijs gemaakt en goed ingewerkt. Heeft u een paar uur per week beschikbaar voor deze leuke klus, of weet u iemand in uw kennissenkring die op zoek is naar leuk vrijwilligerswerk, neem dan contact op met: Elise van Melis, Bosweg 17, 2131 LX Hoofddorp, 023-5620437, [email protected]

Page 41: Meer-Historie, juni 2010

41

Meer-Historie juni 2010

Landbouwwinterschool [maart 2010]

Naar aanleiding van de oproep in Meer-Historie [maart 2010] schrijft de heer J.D. Geertsema uit Ulrum: ‘De tweede spreuk boven de deur luidde ‘Zonder orde op z’n zaken, zal geen landman zaken maken’. Beide foto’s zijn van dezelfde klas, want de tweeling Kroon bezocht gelijkertijd de Chr. Landbouwwinterschool te Hoofd-dorp. De foto in het klaslokaal genomen toont meer personen; dit komt omdat veelal bij die foto’s ook leraren en de conciërge erop stonden. Het was een jolige klas die zich als klas meerdere keren heeft laten fotogra-feren; vaak met petten op. Tot deze klas behoorden: A. Biesheuvel Azn, K v/d Bijl, S.N. Dongen, T.G. Geert-sema, G. Hesse, M. Ingweisen, A.M. Kiers, W.J. Kiers, J.C. Kroon, G.A. Kroon, H. van Leeuwen, J. Straatsma, J.H. van Wijk en J. van Woerkom en F. Anslijn.Zij verlieten de school in het voorjaar van 1926 na twee winterhalfjaren onderwijs te hebben genoten. Als tussen de middag de boterhammen genuttigd werden, kwam mevr. Woldendorp – de echtgenote van de direc-teur – met een grote pan chocolademelk (op de linker-foto te zien vastgehouden door J.C. Kroon) ’.

case tractoren

In 1946 kwam vanuit Amerika een bootzending van 161 stuks Case tractoren. Aangekocht door de Nederlandse regering. De Case fabriek was gevestigd in Racine in de staat Wisconsin (USA). Op deze foto staan 9 Case tractoren bij de importeur firma G.W. van Driel & van

Wie het weet mag het zeggenDorsten aan de Stationsweg te Hoofddorp om aan de gebruikers ‘op vergunning’ af te leveren. Op de trac-toren zitten van links naar rechts: Goof Barendregt, Willem Verbeek, Jan Driessen, Gijs Slootweg, Jan Boeting, Jurrie Sluis, Joop Arensman, Sjaak v.d. Werve en Wim Klootwijk. De activiteiten van de firma zijn in 1993 overgenomen door de werkmaatschappij Netagco in Lelystad. Op 29 maart 1994 is de fa. G.W. van Driel & van Dorsten failliet verklaard. Op de achtergrond van de foto zijn de huizen aan de J.C. Beetslaan te zien.

De foto is aan de Stichting Meer-Historie geschonken door Sjaak v.d. Werve. De informatie is van Joop Arensman

reactie op Wie het weet mag het zeggen (p39) [maart 2010]Joh. Verkuyl is de eerste persoon links. Oud-oom van mijn vorig jaar overleden vrouw Cock van Rijsbergen-Verkuyl. Zijn laatste woonadres was Laan van Rozen-burg 2 in Heemstede. Overigens, hij was niet secretaris van de CBTB maar van de CBTB Holland-Brabant. reactie op kinderjaren in de Oorlog [p28, maart 2010]Verschoor, wijlen mijn zwager, getrouwd met mijn oudste zuster Teuntje Janna van Rijsbergen, is niet in Halfweg terechtgesteld, maar overleden tijdens trein-transport naar concentratiekamp Neuengammen. Hij was inderdaad huisvriend van Bob’s vader. Wel is de andere zwager terechtgesteld op de Haarlemmerweg tussen Sloterdijk en Halfweg. Dit was Henk, zoon van Pa Verkuyl, broer van mijn overleden vrouw. Zij werden gedwongen naast elkaar over de railbaan te wandelen om op die wijze doodgeschoten te worden. Het in de omgeving zijnde publiek was verplicht er naar te kijken.

Beide reacties Rinus van Rijsbergen

advertentie

Page 42: Meer-Historie, juni 2010

42

Meer-Historie juni 2010

ISSN: 1383-0074

doelstellingMeer-Historie is een uitgave van de stichting Meer-Historie. Het doel van de stichting Meer-Historie is het behoud van het cultuurhistorische erfgoed in de gemeente Haarlemmer-meer en omgeving voor zover de stichting hierop een directe invloed heeft. Zij wil dit doel bereiken door het bevorderen van de belangstelling en de waardering voor, alsmede de kennis van dit erfgoed.

BestuurB. van Groenigen, voorzitter, Parlevinker 33, 2152 LC Nieuw-Vennep, t. 0252-621486P. Roodenburg , vice-voorzitter, Van ’t Hoffstr. 29, 1171 AP Badhoevedorp, t. 020-6595816. Bas Stolk, secretaris, Spieringweg 805, 2142 ED Cruquius, t. 023-5284743A. Verbeek, penningmeester, Hoofdweg 520, 2132 MH Hoofddorp, t. 023-5617223H.C.M.van Raak, Marathonstraat 75, 2134 CC Hoofddorp t.023-5614356Dr. J.F.J. Jonkers, Louisahoeve 35, 2131 MP Hoofddorp, t. 023-5626674J.A.H. van der Maarl, Eug. Previnaireweg 2A, 2151 BE Nieuw-Vennep, t. 0252-672854F. D. Ossewaarde, J.C. Beetslaan 25, 2131 AG Hoofddorp, t. 023-5611475

rekeningnummersING banknummer 35.11.852 Rabobank 15.55.92.564

ereledenDrs. J. Achterstraat; J. Arensman; Mr. R. M. Dunselman; Fr. de Jong; A. de Koning; J. van der Putte; J.C. Suidgeest; A. Verbeek.

LocatieDe stichting is gevestigd in de ‘Witte Boerderij’, Hoofdweg 743, 2131 MA Hoofddorp, tel. 023-5615998

Begunstigers/donateurs/abonneesDe minimumbijdrage is € 12,50 per jaar.

OrgaanMeer-Historie verschijnt 4x per jaar en wordt aan alle begun-stigers gestuurd.

Losse verkoopIn het Historisch Museum Haarlemmermeer en in de volgende boek- en tijdschriftenhandels: Stevens, Nieuweweg 63, 2132 CM Hoofddorp en Bruna De Symfonie, De Symfonie 37, 2151 MD Nieuw-Vennep.

Nabestellingen via het secretariaat (€ 4, excl. verzendkosten).

redactieMarcel Harlaar, eindredactie; Barend Klaassen, Harry van Raak, Henri Stroet.Rijk Pol, webmaster www.meerhistorie.nl

deadLine kOPiJ: 15 juli 2010

Postadres:Redactie Meer-Historie, Hermitage 196, 2134 AC Hoofddorp, tel.: 06-11513990

BeeldmateriaalU kunt afbeeldingen aanleveren als foto’s of als digitaal bestand. Let er bij digitale bestanden op dat de foto een hoge resolutie heeft (minimaal 300 dpi), denk aan een bestand van minimaal 1 Mb. Als u digitaal op cd-rom aanlevert, lever dan altijd een afdruk bij, zodat controleerbaar is wat op de cd staat.nota bene: Foto’s altijd apart als jpg-bestand toezenden en niet in een WORD bestand

vormgeving en druk: Paswerk Grafisch, Cruquiusvormgeving omslag: Ontwerpbureau Mirjam Boelaars, A’dam

auteursrechtOp het auteursrecht van het gepubliceerde in Meer-Historie is artikel 7 van de Auteurswet 1912 van toepassing.

cOLOFOnServicenummersAlgemene inlichtingen B. Stolk 023- 5284743 [email protected]/kopij M. Harlaar 06- 11513990 [email protected] A. Verbeek 023- 5617223 [email protected], abonnementen J. v.d. Putte 023- 5581464 Adreswijzigingen, opzeggingen G. Deddens 023- 5613130 [email protected] bijz. voorwerpen F. Kamerling 023- 5642231 [email protected] Museum H’meer E. van Melis 023- 5620437 [email protected] + I. Cohenno 023- 5625326 [email protected] + F. Kooreman 023- 5581697 [email protected] R. Pol [email protected]