media.scholieren.net · Web viewHet gevaar van honger en ondervoeding is extra groot als de vrouw...

12
Samenvatting AK - Hoofdstuk 2 – Het wereld voedselvraagstuk §2 – Wat is het wereldvoedselprobleem? 1. Wat zijn de twee vormen van honger en ondervoeding? 2. Hoe kan technologie en politiek voor voedselzekerheid zorgen? 3. Aan welke factoren moet er voldaan worden om voedselzekerheid te krijgen? 4. Hoe ziet honger er op mondiale schaal uit? https://www.youtube.com/watch?v=9HEgUYBJzuA&t=56s 2.1 Honger en ondervoeding Voedselvoorziening wordt gemeten in kilocalorieën. Bij te weinig of niet voldoende gevarieerd voedsel is er sprake van honger of ondervoeding. Hiervan zijn 2 vormen: Kwantitatief – mensen krijgen te weinig eten, dus de hoeveelheid. Kwalitatief – onvolwaardige voeding door een tekort aan bepaalde voedingsstoffen, dus de kwaliteit / variatie. 2.2 Voedselzekerheid en voedselveiligheid Technologie en politiek? Om ondervoeding uit te bannen wordt er gestreefd naar voedselzekerheid. Voedselzekerheid bestaat uit 4 factoren: 1. Voldoende voedselvoorraden 2. Toegang tot voedsel 3. Voedselvoorraad moet stabiel zijn 4. Voedsel is cultureel aanvaardbaar Voedselveiligheid wordt ook steeds belangrijker. Is het voedsel genetisch gemanipuleerd? Is het niet bespoten met schadelijke stoffen? Is er medicatie gebruikt op het diersoort wat nu verwerkt is tot voedsel? 2.3 De stand van zaken in de strijd tegen honger Het allergrootste deel van ondervoeding vind plaats in ontwikkelingslanden. In veel landen zijn meer mensen ondervoed op het platteland dan in de stad. Dit komt doordat de voedselproductie op het platteland 2 kanten heeft, namelijk: Er is teelt van commerciële gewassen deze worden in stedelijke gebieden of rijke landen verkocht tegen wereldmarktprijzen en ook is er zelfvoorzienende landbouw, hier verbouwen de boeren voedsel voor zichzelf maar hebben te weinig kennis en middelen om jaarlijks voldoende voedsel te produceren. Hierdoor lijdt een groot deel van de boeren op het platteland honger.

Transcript of media.scholieren.net · Web viewHet gevaar van honger en ondervoeding is extra groot als de vrouw...

Page 1: media.scholieren.net · Web viewHet gevaar van honger en ondervoeding is extra groot als de vrouw het hoofd van het gezin is en hiv/aids krijgt. Dit komt vaak voor omdat de vrouw

Samenvatting AK - Hoofdstuk 2 – Het wereld voedselvraagstuk

§2 – Wat is het wereldvoedselprobleem?

1. Wat zijn de twee vormen van honger en ondervoeding?2. Hoe kan technologie en politiek voor voedselzekerheid zorgen?3. Aan welke factoren moet er voldaan worden om voedselzekerheid te krijgen?4. Hoe ziet honger er op mondiale schaal uit?

https://www.youtube.com/watch?v=9HEgUYBJzuA&t=56s

2.1 Honger en ondervoedingVoedselvoorziening wordt gemeten in kilocalorieën. Bij te weinig of niet voldoende gevarieerd voedsel is er sprake van honger of ondervoeding. Hiervan zijn 2 vormen:Kwantitatief – mensen krijgen te weinig eten, dus de hoeveelheid.Kwalitatief – onvolwaardige voeding door een tekort aan bepaalde voedingsstoffen, dus de kwaliteit / variatie.

2.2 Voedselzekerheid en voedselveiligheidTechnologie en politiek?Om ondervoeding uit te bannen wordt er gestreefd naar voedselzekerheid. Voedselzekerheid bestaat uit 4 factoren:

1. Voldoende voedselvoorraden2. Toegang tot voedsel3. Voedselvoorraad moet stabiel zijn4. Voedsel is cultureel aanvaardbaar

Voedselveiligheid wordt ook steeds belangrijker. Is het voedsel genetisch gemanipuleerd? Is het niet bespoten met schadelijke stoffen? Is er medicatie gebruikt op het diersoort wat nu verwerkt is tot voedsel?

2.3 De stand van zaken in de strijd tegen hongerHet allergrootste deel van ondervoeding vind plaats in ontwikkelingslanden. In veel landen zijn meer mensen ondervoed op het platteland dan in de stad. Dit komt doordat de voedselproductie op het platteland 2 kanten heeft, namelijk: Er is teelt van commerciële gewassen deze worden in stedelijke gebieden of rijke landen verkocht tegen wereldmarktprijzen en ook is er zelfvoorzienende landbouw, hier verbouwen de boeren voedsel voor zichzelf maar hebben te weinig kennis en middelen om jaarlijks voldoende voedsel te produceren. Hierdoor lijdt een groot deel van de boeren op het platteland honger.

2.4 De mondiale strijd tegen ondervoedingIn 1996 werden er millennium doelen opgesteld. Het eerste millennium doel luidt: Halvering van extreme armoede en honger. Ten opzichte van 1990 moest in 2015 het percentage van de wereldbevolking dat ondervoed is en moet leven van minder dan §1 per dag , gehalveerd worden.

Page 2: media.scholieren.net · Web viewHet gevaar van honger en ondervoeding is extra groot als de vrouw het hoofd van het gezin is en hiv/aids krijgt. Dit komt vaak voor omdat de vrouw

§3 – Denkers over het wereldvoedselprobleem

1. Wie waren de grote denkers als het gaat om voedselvraagstukken?2. Waarom dacht Malthus dat bevolkingsgroei tot honger leidt?3. Waarom zocht Marx de oplossing van het voedselprobleem meer in de verdeling?4. Waarom Boserup honger niet als probleem zag op de lange termijn?

https://www.youtube.com/watch?v=DXQOyOrWQpo&t=43s

3.1 – Malthus: Bevolkingsgroei leidt tot honger

Hij constateerde dat armoede en honger veroorzaakt werden door onvoldoende bestaansmiddelen om de groeiende bevolking menswaardig te laten leven. De bevolking begon geleidelijk toe te nemen. In de bevolkingstheorie gaat Malthus uit van twee veronderstellingen;

1. De bevolking van een gebied neemt – als er geen sprake is van oorlogen, epidemieën en honger – volgens een meetkundige reeks met een bepaald percentage per jaar (exponentieel) toe.

2. De groei van de voedselproductie in een gebied verloopt lineair volgens een rekenkundige reeks.

Door het verschil van groeitempo zal in een gebied de groei van de bevolking altijd groter zijn dan de groei van de voedselproductie. Hierdoor wordt de “carrying capacity” oftewel de draagkracht van het gebied op den duur overschreden. Dit lijdt tot sterfte.

Twee regelmechanismen Malthus onderscheidt in zijn theorie twee regelmechanismen om weer evenwicht te krijgen tussen bevolkingsomvang en voedselproductie.

1. Regelmechanismen die zorgen voor sterfte. Volgens malthus moet je bij het optreden van de sterfte in een dergelijke situatie niet ingrijpen

2. Regelmechanismen die zorgen voor minder geboorten. Hoe minder kinderen, hoe minder monden te voeden.

3.2 – Marx: Het voedselvraagstuk – een verdelingsvraagstuk

Hij vindt de ongelijke verdeling van kapitaal in de kapitalistische samenleving de kern van het probleem. Er is genoeg voor iedereen maar de middelen zijn ongelijk verdeeld. Volgens Marx is het dus niet noodzakelijk om het aantal geboorten te verminderen, maar moeten de middelen beter verdeeld worden. Een socialistische samenleving kan zorgen voor voldoende bestaansmiddelen voor iedereen.3.3 – Boserup: Voedselnood leidt tot oplossingen

Zij stelde dat niet de bevolkingsgroei wordt bepaald door de landbouw, maar dat juist de landbouwontwikkeling wordt gestimuleerd door bevolkingsgroei. De bevolking kan volgens Boserup door nieuwe technologie steeds opnieuw verder groeien.

Page 3: media.scholieren.net · Web viewHet gevaar van honger en ondervoeding is extra groot als de vrouw het hoofd van het gezin is en hiv/aids krijgt. Dit komt vaak voor omdat de vrouw

§4 – Productie van voedsel in de wereld

1. Wie zijn de producenten van voedsel?2. Wat is de relatie tussen land eigendom en de voedselproductie?3. Wat is de relatie tussen water en de voedselproductie?4. Wat is de relatie tussen vrouwen en de voedselproductie?5. Wat is de relatie tussen gezondheid en de voedselproductie?6. Wat is de relatie tussen politiek en de voedselproductie?

https://www.youtube.com/watch?v=nomwbNyvFl8&t=46s

4.1 – De producenten van voedselTraditionele landbouw en moderne landbouw. Zie afbeelding voor verschillen.

Traditioneel: Bevolkingslandbouw, handelsgewassen, voedsellandbouw, productiviteit per hectare, grootfamilieModern: Commerciële landbouw, ondernemingslandbouw, handelsgewassen, exportgeoriënteerde landbouw, plantages

4.2 - Land en voedselproductieOngelijkheid tussen sociale lagen in de samenleven (= sociale stratificatie) is een van de oorzaken van het achterblijven van de voedselproductie in veel ontwikkelingslanden. Deze maatschappelijke belemmering zorgt voor ondervoeding en honger. Dit komt omdat kleine boeren vaak te weinig grond hebben en het land op de zeer grote bedrijven vaak extensiever benut wordt. Dus door sociale ongelijkheid is de grond niet eerlijk verdeeld, de grote bedrijven hebben in verhouding tot de familiebedrijven veel meer grond in bezit. Als de grondbezit verhoudingen in een land erg scheef zijn heeft dat als gevolg veel armoede bij familiebedrijven.

In een aantal landen heeft de ongelijkheid in grondbezit geleid tot landhervormingen. Soms was het moeilijk om tot een sociaal rechtvaardige verdeling in een land te komen. Vaak hebben de grootgrondbezitters goede politieke contacten en kunnen ze landverdeling voorkomen. Als landhervormingen slagen heeft dit niet altijd garantie voor succes doordat bijvoorbeeld het land van grote boeren onder landloze boeren en werkloze arbeiders werd verdeeld. Deze mensen hadden te weinig kennis van landbewerking en teelttechnieken, wat zorgde voor het instorten van de nationale voedselproductie.

Page 4: media.scholieren.net · Web viewHet gevaar van honger en ondervoeding is extra groot als de vrouw het hoofd van het gezin is en hiv/aids krijgt. Dit komt vaak voor omdat de vrouw

4.3 – Water en voedselproductieZoet water is in de landbouw onmisbaar voor het produceren van gewassen en vlees. De landbouw is in de wereld de grootste en snelst groeiende watergebruiker. Voldoende water is niet overal beschikbaar. Er zijn veel landen die te maken hebben met waterschaarste die de voedselzekerheid belemmert. Er bestaat fysische en economische waterschaarste.Het water dat verspild wordt bij export en het water dat binnen komt bij import wordt virtueel water genoemd.

Net als bij land is er bij water in landen ongelijkheid in de toegang tot een belangrijke hulpbron. De grote en moderne boeren pompen grondwater omhoog, door te veel gebruik van de motorpompen daalt de grondwaterspiegel en daardoor komen de waterputten van veel kleine traditionele boeren droog te staan. Zo ontstaan er regelmatig conflicten over de toegang tot water.

4.4 – Vrouwen en voedselproductieIn landen die lijden aan een voedselgebrek is er een verschil tussen de positie van vrouwen en mannen. Het komt regelmatig voor dat bij voedseltekort de meisjes en vrouwen minder te eten krijgen, terwijl ze toch het meeste en zwaarste werk moeten doen. Vrouwen en meisjes worden het meest getroffen door de armoede en ondervoeding = feminisering van de armoede.

4.5 – Gezondheid en voedselproductie Ondervoeding komt in de wereld het meest voor bij groepen met de zwakste positie in de

samenleving zoals veel vrouwen en minderheden. Gezondheid en honger beïnvloeden en versterken elkaar. Doordat de armen weinig voedsel produceren, zijn ze ondervoed en lijden ze honger. Daardoor zijn ze veel ziek, waardoor ze niet voldoende kunnen werken. Daardoor produceren ze te weinig voedsel en zo ontstaat er hongersnood.

Vooral in veel Afrikaanse landen is hiv/aids één van de ziekten die de voedselzekerheid van de bevolking in sterke mate beïnvloedt. De ziekte zorgt ervoor dat de voedselproductie sterk achteruitloopt als één van de ouders van het gezin komt te overlijden. Het gevaar van honger en ondervoeding is extra groot als de vrouw het hoofd van het gezin is en hiv/aids krijgt. Dit komt vaak voor omdat de vrouw door sociale druk, traditie en geringe rechten erg kwetsbaar is voor besmetting.

Aids tast ook de traditionele vormen van hulpverlening aan. Dit is zeker het geval als men samenleeft in grootfamilies. Door aids worden complete samenlevingen ontwricht. Er ontstaat ook een grote daling van het aantal mensen dat in de landbouw kan werken. Dit kan zorgen voor een voedselcrisis en een daling van de economische groei.

Page 5: media.scholieren.net · Web viewHet gevaar van honger en ondervoeding is extra groot als de vrouw het hoofd van het gezin is en hiv/aids krijgt. Dit komt vaak voor omdat de vrouw

4.6 – Conflicten en voedselproductiePolitieke factoren spelen vaak ook een rol bij het ontstaan van ondervoeding enhonger. Sinds de onafhankelijkheid van de meeste ontwikkelingslanden na de Tweede Wereld oorlog worden deze landen regelmatig geteisterd door conflicten. Veel mensen slaan door het gebrek aan politieke stabiliteit op de vlucht, waarna dorpen en oogsten worden vernietigd. Voor de achterblijvers is het vaak lastig de voedselvoorziening weer op peil te krijgen. Maar ook de mensen die gevlucht zijn, hebben vaak te maken met situaties van ondervoeding. In vluchtelingenkampen vormen zij één van de meest kwetsbare groepen in de wereldDe oorlogen en conflicten worden meestal veroorzaakt door regionale etnische en religieuze spanningen, zoals is in Afghanistan en lrak. Het conflictrisico is nog steeds erg groot. Er zijn veel territoriale conflicten waarbij etnische bevolkingsgroepen meer zelfstandigheid willen of een eigen staat willen vormen, zoals in Afrika.

§5 - Globalisering en handel in voedsel

1. Wat zijn de kenmerken van geglobaliseerde landbouw?2. Hoe lopen de wereldwijde handelsstromen van voedsel?3. Wat zijn de hiaten/gebreken als het gaat om de wereldhandel van voedsel?4. Wat is de ecologische voetafdruk van voedsel?

https://www.youtube.com/watch?v=LFgpVhGtjvU&t=55s

5.1 – Globalisering en landbouw

Geglobaliseerde landbouw – landbouw die onder invloed van de globalisering een internationaal karakter heeft en gebruikmaakt van wereldwijde verspreide productieonderdelen. Er ontstaan mondiale voedselnetwerken. De niet-landbouwsector (consument, voedselwerkende industrie en supermarktketens) bepaalt steeds meer het voedselpakket

De geglobaliseerde landbouw kent drie kenmerken namelijk;1.Mondiale voedselnetwerkenIn de landbouw is steeds meer sprake van een internationale taakverdeling. Er is sprake van een mondiaal samenhangend geheel van productie, verwerking, distributie, verkoop en consumptie van voedselproducten. Er zijn voedselnetwerken ontstaan waarin boeren op lokale schaal verbonden zijn met activiteiten die op mondiale schaal plaatsvinden. Bij geglobaliseerde landbouw zijn er allerlei relaties tussen delen van het productieproces in ver van elkaar gelegen gebieden.2. Mondiaal transportDoor het proces van tijd-ruimtecompressie gaat transport over de wereld steeds gemakkelijker. MNO’s dragen voor een belangrijk deel bij aan deze mondiale spreiding van voedsel. Doordat transport niet langer een grote belemmering is voor de handel in voedsel, zijn mondiale handelsstromen ontstaan van allerlei soorten voedsel.3. StandaardiseringDe geglobaliseerde landbouw heeft sterk te maken met standaardisering. De MNO’s zorgen voor standaardisering van producten en de internationale overheden zorgen voor standaardisering van regels. Een standaardisering van ideeën komt vooral uit de niet-landbouwsector. De voedselverwerkende bedrijven en de voedseldetailhandel gaan steeds meer bepalen wat voor soort voedsel de consument gaat eten. De supermarktketens bepalen meestal de marktprijs waarvoor de voedselverwerkende bedrijven en de boeren moeten leveren. De boeren zitten dus steeds meer in een ondergeschikte positie.

Page 6: media.scholieren.net · Web viewHet gevaar van honger en ondervoeding is extra groot als de vrouw het hoofd van het gezin is en hiv/aids krijgt. Dit komt vaak voor omdat de vrouw

5.2 – Wereldwijde handelsstromen van voedselDe wereldhandel in voedsel bestaat uit diverse soorten voedingsbronnen. Zoals voedingsgewassen en handelsgewassen.

Comparatieve voordelen en koopkrachtDe spreiding van de wereldhandel in voedsel kan verklaard worden met behulp van de interactietheorie van Ullman. Complementariteit is hier erg belangrijk, de gebieden moet elkaar namelijk aanvullen. V.b. Een gebied met een overschot van een voedingsbron vult het tekort in een ander gebied aan. Elk land heeft zijn eigen comparatieve voordeel. Hierdoor ontstaat regionale specialisatie, gebieden concentreren zich op het maken van producten waar men zeer goed in is en waarvoor de productieomstandigheden gunstig zijn.Maar door de ongelijke spreiding worden de tekorten in veel gebieden niet opgevuld door overschotten uit andere gebieden. Hiervoor zijn twee oorzaken, namelijk:1. Gebrek aan koopkracht in veel landen. 2. De prijsvorming op de wereldmarkt.

5.3 – Ongelijke toegang op de wereldmarktBij de aankoop en verkoop van producten op de wereldmarkt hebben niet alle landen gelijke kansen. Er is sprake van een ongelijke toegang, waardoor de wereldhandel scheef verdeeld is. Het handelsbeleid van rijke landen speel hierbij een rol.De landbouw in ontwikkelingslanden heeft vooral last van de handelspolitiek van de EU en de VS. Beide grootmachten beschermen de eigen landbouw met als motief voedselzekerheid en voedselveiligheid. Ze beperken hiermee de mogelijkheid voor ontwikkelingslanden export georiënteerde landbouw te ontwikkelen. Boeren in ontwikkelingslanden zijn hierdoor aangewezen op de binnenlandse markt, waar de koopkracht erg laag is. Dat brengt veel boeren in een kwetsbare positie. Er is bovendien grote concurrentie op de wereldmarkt door overproductie vanuit de VS en EU. Boeren worden hier door productiesubsidies gestimuleerd zoveel mogelijk te produceren, het gevolg is het ontstaan van overschotten. Om de overschotten kwijt te raken, worden ze met exportsubsidies (die de productie goedkoper maken) op de wereldmarkt gedumpt = dumpen. Voor ontwikkelingslanden lijkt de dumping op het eerste gezicht gunstig maar op lange termijn zorgt dit alleen maar voor problemen voor de boeren. De boeren kunnen namelijk op het platteland niet concurreren met het geïmporteerde voedsel en krijgen voor hun eigen productie geen goede prijs. Boeren gaan hierdoor failliet. De lage prijzen leiden in veel ontwikkelingslanden tot inkomensdaling en verarming van de omvangrijke boerenbevolking.

5.4 - De ecologische voetafdruk en voedselTegenwoordig worden in rijke landen voedseltekorten aangevuld door voedsel uit andere landen aan te voeren. Hierbij wordt dus landbouwruimte elders op de wereld benut om tekorten of behoeften te dekken. De inwoners van vooral rijke landen hebben voor dit ‘lenen’ van landbouwruimte hun eigen ruimte gebruik voor voedsel erg vergroot. We spreken van een vergroting van de ecologische voetafdruk voor voedsel = De grootte van de ecologische voetafdruk is afhankelijk van de welvaart en rijkdom van een persoon. Er is sprake van een ongelijke verdeling van de ruimte wereldwijd. We zouden met zijn allen minder grond nodig hoeven hebben, als we alles goed zouden gebruiken en verdelen. Als alle ruimte op aarde gelijk verdeeld zou zijn over alle mensen en we de aarde duurzaam gebruiken, dan hebben we per persoon voor voedsel een ecologische voetafdruk van 0,51 hectare beschikbaar. In werkelijkheid gebruiken we gemiddeld niet alleen meer dan 0,69 hectare, maar is er ook sprake van een ongelijke verdeling.

Stoppen met landbouw activiteiten en trek naar de stad is veelal het gevolg en resultaat daarvan is afhankelijk van voedselimporten en voedselhulp.

Page 7: media.scholieren.net · Web viewHet gevaar van honger en ondervoeding is extra groot als de vrouw het hoofd van het gezin is en hiv/aids krijgt. Dit komt vaak voor omdat de vrouw

§6 – Draagkracht en technologiehttps://www.youtube.com/watch?v=CjeDJ3j1E_o&t=28s

6.1 – Bevolkingsgroei en draagkrachtDe bevolkingsgroei gaat tegenwoordig en in de toekomst steeds sneller. Er is kans dat in veel gebieden de draagkracht voor voedsel door de gestegen bevolkingsdichtheid zal worden overschreden. Belangrijk zijn de mogelijkheden en beperkingen van het natuurlijke milieu. Dit verschilt per land en gebied nogal. Het neerslagregime ( de verdeling van neerslag over het jaar) lijkt in sommige gebieden te veranderen. Er komen steeds langere droge periodes en in de regentijd valt er minder neerslag. Zelfs droogtelandbouw die efficiënt omgaat met de spaarzame neerslag en gewassen met droogteresistentie gebruikt, kan in gevaar komen. Ook ontstaan er in sommige gebieden verandering van het milieu door bodemerosie en landdegradatie. Houtkappen van bossen is de boosdoener. Ontboste gebieden verdrogen gemakkelijk, omdat er geen vocht kan worden vastgehouden. Voedselproductie is dan al helemaal niet meer mogelijk.

6.2 – De groene revolutieVanaf 1967 gaan technologische ontwikkelingen een rol spelen bij de voedselproductie. De bevolking in ontwikkelingslanden groeide fors en er was meer voedsel nodig. Nieuwe kennis en technieken vanuit de Westerse landen werden geïntroduceerd. Deze periode werd bekend als de Groene Revolutie. Het belangrijkste kenmerk in de deze periode is de introductie in ontwikkelingslanden van nieuwe graansoorten, deze gaven enorme opbrengsten vergeleken met de traditionele gewassen. Het zorgde in veel landen voor een sterke groei van voedselproductie. De nieuwe gewassoorten gaven echter alleen hoge opbrengsten als er sprake was van optimale omstandigheden ten aanzien van bodem en water. Er was meer kunstmest, irrigatie, bestrijdingsmiddel en machines nodig om die opbrengsten ook werkelijk te halen. De Groene Revolutie betekende daardoor een verschuiving naar een meer kapitaalintensieve landbouw. Veel ontwikkelingslanden voerden de moderne landbouw in, in de meeste gunstige gebieden. De kleine boeren hadden te weinig geld om al deze dure technische hulpmiddelen te betalen. De enige optie was dan geld lenen. Al snel kregen vele kleine boeren door de hoge rentes die ze op hun leningen moesten betalen, schulden waardoor ze hun bedrijf moesten verkopen. Ze werden daarmee landloos, terwijl grote boeren hun bedrijven konden uitbreiden. Ongelijkheid was het gevolg.

De groene revolutie zorgde ook voor verstoring van het ecologisch evenwicht

6.3 – De GenenrevolutieEnkele grote MNO’s zijn de laatste jaren betrokken bij de ontwikkelingen van genetisch gemanipuleerd voedsel = aanpassen van eigenschappen van cellen van gewassoorten. We spreken van een Genenrevolutie. Tegenstanders wijzen erop dat de ontwikkeling van deze nieuwe dure gewassen opnieuw kan leiden tot versterking van ongelijkheid tussen grote boeren en kleine boeren. Ook is er nog geen bewijs dat genetisch gemanipuleerde gewassen 100% veilig zijn voor mens en milieu.

Page 8: media.scholieren.net · Web viewHet gevaar van honger en ondervoeding is extra groot als de vrouw het hoofd van het gezin is en hiv/aids krijgt. Dit komt vaak voor omdat de vrouw

§ 7 – Op weg naar meer duurzaamheid

1. Hoe wordt de weg richting duurzaamheid ingezet?2. Welke vormen van ontwikkelingssamenwerking zijn er?3. Welke vormen van voedselhulp zijn er?4. Welke overige vormen van hulp kan er geboden worden?

https://www.youtube.com/watch?v=ffCZqhg0p3M

7.1 – OntwikkelingssamenlevingHet stimuleren van ontwikkeling en het bestrijden van armoede is het beste medicijn tegen honger in de wereld. Ontwikkelingshulp is hierbij onmisbaar. Er zijn vele manieren waarop deze hulp zijn vorm krijgt:1. Bilaterale hulp – Hulp gaat rechtstreeks naar ontwikkelingsland, tussen de overheid van 2 landen. Een

belangrijke voorwaarde die bijv. Nederland aan een land stelt, is een goed bestuur dat corruptie bestrijd (good governance). Er gaat dus in principe geen geld naar corrupte regimes.

2. Intergouvernementele organisaties (IGO’s) – Wereldwijd initiatief. Bijv. Nederland geeft een deel van het budget voor ontwikkelingssamenwerking aan IGO’s. Belangrijke internationale organisaties zijn: World Food Programme (WFP) en Food and Agriculture Organisation (FAO). Deze organisaties bevorderen voedselzekerheid en bieden hulp bij voedselcrisis.

3. Niet gouvernementele organisaties (NGO’s) – Zoals Oxfam Novib en Cordaid. Deze organisaties ontvangen ook geld van een grote groep donateurs en hebben een wereldwijd netwerk van lokale hulporganisaties die zij ondersteunen.

4. Particuliere initiatieven – Kleinere organisaties die vrijwillig op kleine schaal in ontwikkelingslanden helpen. Door de kleinschaligheid van de initiatieven komt het geld direct op de juiste plaats en wordt corruptie uitgesloten.

7.2 - Soorten voedselhulpBij vele noodsituaties is voedselhulp noodzakelijk. Er kunnen 3 soorten voedselhulp worden onderscheiden:

1. Voedselnoodhulp – Deze soort noodhulp wordt gegeven bij rampsituaties. Door particuliere donaties aan organisaties, de overheid en door het WFP. Een zeer korte termijn, eenmalige hulp, als de ramp over is stopt de hulp.

2. Projectvoedselhulp – Termijn 0 tot 5 jaar. Lokale productieomstandigheden worden verbeterd. Het er om te zorgen voor beschikbaarheid van voedsel in de toekomst

3. Programmavoedselhulp – Zeer lange termijn. De totale agrarische sector van een land moet dan verbeteren

7.3 – Een combinatie van oplossingen1. Technologisch verhogen van de voedselproductie – Technologie zal absoluut een bijdrage moeten leveren aan voldoende voedsel voor iedereen op aarde. Zoals bijv. de Groene Revolutie en de Genenrevolutie. Oplossingen in de zin van Boserup.2. Geboortebeperking als oplossing – Deze programma’s zijn vooral gericht op geboortebeperking en verbetering van de gezondheid van moeder en kind. Programma’s gericht op geboortebeperking sluiten naadloos aan op de ideeën van Malthus. Deze stelde dat bevolkingsgroei het belangrijkste probleem is bij het overschrijden van de draagkracht in een gebied.3. Herverdeling van land – Er zijn in de wereld grote verschillen in toegang tot landbouwgrond. Er is sprake van een mondiaal verdelingsstuk. De landhervorming zijn een oplossing voor de ongelijke verdeling van een land. Beter verdelen van de grond sluit aan bij de opvattingen van Marx, die stelt dat de ongelijkheid het grootste probleem is bij het voedselvraagstuk.4. Minder verspillen en meer duurzaam eten - Verspilling van voedsel moet worden voorkomen. Ook is belangrijk dat boeren in ontwikkelingslanden voedsel blijven produceren en niet naar de stad trekken. Het is hiervoor belangrijk dat de boeren kansen krijgen en een eerlijke prijs voor hun producten ontvangen = Fairtrade.