Medewerker sociale zekerheid

25
BCP sociale zekerheid 1 Medewerker sociale zekerheid Beroepscompetentieprofiel September 2007

Transcript of Medewerker sociale zekerheid

Page 1: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

1

Medewerker sociale zekerheid

Beroepscompetentieprofiel September 2007

Page 2: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

2

Inhoudsopgave

Inleiding ................................................................................................................................................. 3

Colofon ................................................................................................................................................ 5 Brondocumenten ................................................................................................................................ 5

1. Algemene informatie over het beroep ............................................................................................ 6

1.1 Beschrijving van het beroep ...................................................................................................... 6 1.2 Ontwikkelingen in de sociale zekerheid .................................................................................... 6 1.3 Kritische beroepssituaties ......................................................................................................... 7 1.4 Typering Beroepengroep .......................................................................................................... 8 1.5 Loopbaanperspectief............................................................................................................... 10 1.6 Trends en innovaties ............................................................................................................... 11

2. Overzicht van kerntaken en werkprocessen ............................................................................... 14

3. Beschrijving van de kerntaken ..................................................................................................... 15

3.1 Kerntaak 1; Onderhoudt de klantcontacten ............................................................................ 15 3.2 Kerntaak 2; Regisseert de inkomensverstrekking en -ondersteuning .................................... 16 3.3 Kerntaak 3; Regisseert reïntegratie en activeringsdiensten ................................................... 17 3.4 Kerntaak 4; Regisseert voorzieningen en/of zorgtrajecten ..................................................... 18 3.5 Kerntaak 5; Regisseert trajecten schuldhulpverlening en inkomensbeheer ........................... 19

4. Totaal overzicht competenties ...................................................................................................... 20

4.1 Proces-competentie-matrix kerntaak 1; Onderhoudt de klantcontacten bij verzoeken voor inkomensondersteuning ...................................................................................... 20 4.2 Proces-competentie-matrix kerntaak 2; Regisseert de inkomensverstrekking en -ondersteuning ............................................................................................................................... 21 4.3 Proces-competentie-matrix kerntaak 3; Regisseert reïntegratie en activeringsdiensten ....................................................................................................................... 22 4.4 Proces-competentie-matrix kerntaak 4; Regisseert voorzieningen en/of zorgtrajecten ................................................................................................................................. 23 4.5 Proces-competentie-matrix kerntaak 5; Regisseert trajecten schuldhulpverlening en inkomensbeheer ............................................................................................................................ 24

Er bestaat in het Nederlands een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met 'hij/zij' en 'zijn/haar', maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. De personen die in dit stuk de handelingen verrichten of beschreven worden, kunnen in onze optiek net zo goed mannen zijn als vrouwen.

Page 3: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

3

Inleiding Voor u ligt het beroepscompetentieprofiel medewerker sociale zekerheid Een beroepscompetentieprofiel (bcp) is een op de beroepspraktijk gerichte set kerntaken, werkprocessen en competenties van een vakvolwassen beroepsbeoefenaar. Deze beschrijving van het beroep vormt het referentiekader voor het ontwikkelen van een kwalificatieprofiel van de beginnende beroepsbeoefenaar. Aangezien het bedrijfsleven de „afnemer‟ is van de door het beroepsonderwijs gekwalificeerde beginnende beroepsbeoefenaars, is het bedrijfsleven daarom ook in hoge mate richtinggevend voor de eisen die aan de handelingsbekwaamheid van beginnende beroepsbeoefenaren moeten/mogen worden gesteld. Deze eisen hebben zowel betrekking op de aard en inhoud van het handelen als op de mate van bekwaamheid waarmee dit handelen gebeurt. Conform de ketengedachte zorgt het bedrijfsleven voor beroepscompetentieprofielen, het onderwijs voor opleidingsleerplannen. Bedrijfsleven en onderwijs samen zijn de constructeurs van kwalificaties en kwalificatieprofielen en zorgen voor de inhoudelijke opvulling daarvan. De kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven fungeren als platforms én regisseurs voor deze interactie tussen bedrijfsleven en onderwijsveld. In het beroepscompetentieprofiel staan drie begrippen centraal: Kerntaken, de daar onderliggende Werkprocessen van het beroep en de Competenties die noodzakelijk zijn bij de uitvoering hiervan. Bij het ontwerp van de kwalificatiedossiers wordt gebruik gemaakt van een competentiemodel met 25 competenties. Het Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (powered by SHL) is een in alle lagen op het MBO toegesneden standaardset, gebaseerd op het competentieraamwerk van SHL. De nieuwe kwalificatiedossiers zijn door het gebruik van deze standaard competentietaal onderling goed vergelijkbaar. Bij de ontwikkeling zijn de volgende organisaties/personen betrokken geweest: Personen Organisaties Dhr. H. Brinkman Sociale Verzekeringsbank (SVB) Dhr. J. Kempen Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) Dhr. K. Verwei

Dhr. W. Prins Mw. J Haagsma Dhr. F. Siemer Mw. Kuperus-Hartink Mw. Overdam

Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen (UWV) stichting WIN Nederland, DebtCare u.a. en Myvesta.NL Gemeente Woudenberg Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek Sociale Zaken en Werkgelegenheid gemeente Zwolle Sociale Zaken gemeente Capelle aan den IJssel

Dhr. E. van Raamsdonk Dhr. J. van Dalen

Dienst sociale zaken en werkgelegenheidsprojecten gemeente Den Haag Sociale Zaken & Werkgelegenheid gemeente Utrecht

Mw. G. Jongma Divosa

Page 4: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

4

Het dossier beschrijft op hoofdlijnen de beroepseisen. Deze eisen geven samen weer wat een medewerker op mbo niveau als vakvolwassen beroepsbeoefenaar moet kunnen op het moment dat hij al drie tot vijf jaar werkzaam is als Medewerker sociale zekerheid. Deze beroepseisen zijn vastgesteld door: Mw. G. Jongma Divosa Dhr. H. Brinkman Sociale Verzekeringsbank (SVB) Dhr. J. Kempen Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) Dhr. K. Verwei

Dhr. W. Prins

Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen (UWV) Stichting WIN Nederland, DebtCare u.a. en Myvesta.NL

Page 5: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

5

Colofon

Onder regie van

ECABO

Brondocumenten

- Competentiegericht opleiden en competentiemanagement ten behoeve van

gemeentelijke diensten en afdelingen Werk, Inkomen en Zorg, 8 februari 2007, Divosa competentiemanagement voor diensten van sociale diensten oktober 2007 - BCP Medewerker sociale zekerheid, 27 oktober 2004, regie ECABO - Functieprofielen UWV, CWI, SVB, gemeentelijke WIZ-diensten

Page 6: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

6

1. Algemene informatie over het beroep

1.1 Beschrijving van het beroep

De medewerker sociale zekerheid1 werkt bij het UWV, de SVB, het CWI, gemeentelijke

diensten Werk, Inkomen, Zorg (WIZ), de schuldhulpverlening of andere organisaties in de sociale zekerheid (in brede zin). Zijn taken zijn zeer divers, maar hebben allemaal een uitvoerend karakter waarbij het contact met de klant

2 en het beoordelen van „claims‟

centraal staan. In de klantgerichte uitvoerende functies in de sociale zekerheid kunnen globaal drie profielen c.q. taakvelden worden onderscheiden: werk, inkomen en zorg. „Schuldhulpverlening en inkomensbeheer‟, als onderdeel van de taakvelden inkomen en zorg is, gezien het specifieke karakter en de omvang, als aparte (kern)taak in dit profiel opgenomen. Niet alle taakvelden zijn voor alle uitvoeringsorganisaties relevant en niet alle onderdelen van taakvelden worden door een medewerker sociale zekerheid op mbo-niveau uitgevoerd. Werkzaamheden met een hoge complexiteit en een groot afbreukrisico behoren over het algemeen niet tot de verantwoordelijkheden van een medewerker op mbo niveau; de functie van de mbo medewerker ligt vaak op „junior‟ niveau. Voor het CWI geldt dat het verder opleiden van de medewerker tot hbo-niveau noodzaak is. De genoemde taken en werkprocessen in dit profiel zijn mogelijke taken van een medewerker sociale zekerheid. Bij de SVB zal de nadruk liggen op het taakveld inkomen, bij het CWI en het UWV op de taakvelden werk en inkomen, terwijl bij gemeentelijke diensten WIZ de medewerker sociale zekerheid werkzaamheden binnen alle taakvelden moet kunnen uitvoeren.

1.2 Ontwikkelingen in de sociale zekerheid

De medewerker sociale zekerheid zal in zijn taakuitoefening invulling moeten geven aan een aantal nieuwe ontwikkelingen binnen de sociale zekerheid. Eén van die ontwikkelingen betreft de rol van de klant. Klanten worden mondiger en verwachten snelle en toegespitste informatie en een professionele dienstverlening. Tegelijkertijd gaat het overheidsbeleid in toenemende mate uit van de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Een andere ontwikkeling betreft de omslag van „productgerichtheid‟ naar „klantgerichtheid‟. In de uitvoering van de sociale zekerheid zal de klant als uitgangspunt moeten worden genomen: wat is gegeven de wensen en mogelijkheden van de klant de beste oplossing? De „beste oplossing‟ zal echter ook moeten passen binnen het beleid van de eigen organisatie en wet- en regelgeving. Er dient sprake te zijn van een tweerichtingsverkeer (contractrelatie). Daarvoor is het noodzakelijk dat de klant tijdig en goed wordt geïnformeerd over rechten en plichten, dat er zakelijke afspraken met de klant worden gemaakt over de te bereiken doelstellingen en ieders inzet en verwachtingen. Klant en medewerker moeten elkaar kunnen aanspreken op hun inspanningen en resultaten. Een andere belangrijke ontwikkeling in de sociale zekerheid is dat de grenzen tussen de diverse uitvoeringsorganisaties en hun taken gaan schuiven. Ook is er steeds meer sprake van automatisering en geautomatiseerde ondersteuning van (deel-)taken en van gegevensuitwisseling tussen de organisaties en andere overheidsorganen. Er is steeds meer sprake van een “keten” in de gehele sociale zekerheid uitvoering, ook met de Belastingdienst.

1 In dit document wordt gesproken over de medewerker sociale zekerheid. Bij de diverse

uitvoeringsorganisaties worden verschillende benamingen gebruikt voor deze medewerker o.a. junior

adviseur werk en inkomen (CWI), junior klantmanager (gemeentelijke dienst WIZ), beslisser

(UWV), medewerker (SVB). 2 In dit document wordt gesproken over de klant. In voorkomende gevallen kan voor klant ook

gelezen worden: cliënt of burger.

Page 7: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

7

Nieuwe wetten en regelingen worden vanuit doelmatigheidsredenen en op basis van politieke keuzes aan diverse uitvoeringsorganisaties toegewezen. In de keten wordt steeds vaker samengewerkt; taken en volumina schuiven.

Een ontwikkeling die met name geldt voor de beroepsuitoefening bij gemeentelijke diensten WIZ betreft de ontwikkeling naar een „resultaat gerichte overheid‟. Waar de gemeenten voorheen vooral moesten zorgdragen voor een rechtmatige verstrekking van de inkomensverstrekking, dienen gemeenten nu te zorgen dat burgers die voor ondersteuning een beroep doen op de gemeente zo snel mogelijk weer zelfstandig in hun bestaan kunnen voorzien. Dus het gaat er minder om of de gemeente „de dingen die zij moet doen goed doet (rechtmatigheid), maar vooral ook of zij de goede dingen doet (doeltreffendheid en doelmatigheid)‟. Hiervoor is een omslag nodig van een organisatie en medewerkers die primair gericht zijn op „controle‟ naar een organisatie en medewerkers die primair gericht zijn op „pro-actief handelen‟. Voor de medewerker sociale zekerheid bij diensten WIZ betekent dit: „Een hart voor de cliënten (sociaal) combineren met een zakelijke en ondernemende instelling‟. Er dient een balans gevonden te worden tussen enerzijds fraudealertheid, streng aan de poort en stimuleren van zelfredzaamheid en aan de andere kant de zorg voor klanten, armoedebestrijding en contact maken met de klant om goed te kunnen motiveren naar werk.

1.3 Kritische beroepssituaties

- De diversiteit van de werkzaamheden maakt dat de medewerker sociale zekerheid snel moet kunnen schakelen tussen de verschillende taken.

- De medewerker sociale zekerheid dient bij werkzaamheden die zich tegelijkertijd aandienen, zijn concentratie en nauwkeurigheid te behouden, prioriteiten te stellen, overzicht te bewaren en ordelijk en assertief te zijn.

- De medewerker sociale zekerheid kan te maken krijgen met moeilijke klanten met heel specifieke wensen en omstandigheden en moet de gespreksstijl snel kunnen aanpassen aan een veranderende situatie.

- De medewerker sociale zekerheid moet in staat zijn om de verwachtingen van de klant snel te peilen om de klant naar tevredenheid te kunnen helpen.

- De medewerker sociale zekerheid moet snel en juist kunnen vaststellen hoever hij kan gaan en wanneer specialisten moeten worden ingeschakeld en/of zaken moeten worden overgedragen.

- De medewerker sociale zekerheid moet signalen kunnen onderkennen van (mogelijke) fraude en daarop adequaat en volgens de juiste procedurele regels kunnen inspelen.

- De medewerker sociale zekerheid dient conform regels en procedures te werken, maar moet wel in staat zijn om in te schatten wanneer het gerechtvaardigd is om hiervan af wijken en de regels en procedures te kunnen en mogen interpreteren al naar gelang de specifieke situatie van de klant.

Page 8: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

8

1.4 Typering Beroepengroep

Beroepscontext De medewerker sociale zekerheid is werkzaam bij WIZ-diensten, het UWV, de SVB, het CWI, de schuldhulpverlening of andere organisaties binnen de sociale zekerheid (in brede zin). De werkzaamheden bestaan uit het geven van voorlichting, informatie en advies, het houden van intake- en voortgangsgesprekken, het ondersteunen en (soms) representeren van klanten, het analyseren en beoordelen van gegevens, het opstellen van (juridische) documenten, zoals beschikkingen en het uitvoeren van beheersmatige werkzaamheden.

Typerende beroepshouding De competenties die essentieel voor alle medewerkers sociale zekerheid van de toekomst zijn de competenties ondernemerschap, klantgerichtheid, samenwerken en resultaatgerichtheid. Daarnaast zijn er een drietal competenties die kunnen worden gerekend tot de kerncompetenties voor de medewerkers die „uitvoerend‟ werken in de profielen Werk, Inkomen of Zorg. Het gaat om de specifieke competenties probleemanalyse, luisteren en oordeelsvorming. Competenties die vooral van belang zijn voor het helder in beeld krijgen van de wensen, belemmeringen en mogelijkheden van verschillende klanten. Om de veelheid aan wetten en regelingen, die bovendien regelmatig veranderen, te kunnen toepassen is tevens de competentie leervermogen van belang. De medewerker sociale zekerheid voert het beleid uit zonder aanziens des persoons, discrimineert niet en levert waar nodig maatwerk. Daarnaast is hij in staat om op adequate wijze om te gaan met vertrouwelijke informatie zodat de belangen van de eigen organisatie en de privacy van de klanten wordt gewaarborgd. Daarnaast zijn ook competenties als vakmanschap, drukbestendigheid, communicatief vermogen, initiatief nemen, integriteit aanpassingsvermogen en plannen en organiseren essentieel voor de uitvoering van de werkzaamheden. Essentiële competenties per werkproces staan beschreven in paragraaf 4 „totaal overzicht competenties‟.

Rol en verantwoordelijkheden

De medewerker sociale zekerheid werkt meestal in een team en heeft een eigen klantenbestand, dan wel handelt de gehele klantvraag zelfstandig af van de intake t/m de beschikking of de bemiddeling (CWI). Hij moet goed kunnen beoordelen of hijzelf de aangewezen en bevoegde persoon is om een zaak af te handelen of dat dat door anderen, binnen of buiten de organisatie moet worden gedaan. Tevens staat hij voor de opgave om conform regels en procedures te werken, maar moet hij wel in staat zijn om in te schatten wanneer het gerechtvaardigd is om hiervan af wijken en de regels en procedures te kunnen en mogen interpreteren al naar gelang de specifieke situatie van de klant. In voorkomende gevallen moet hij zijn leidinggevende of collega consulteren. De medewerker sociale zekerheid werkt in een organieke organisatie; er is altijd terugval op een inhoudelijk deskundige mogelijk.

Complexiteit

Het beroep wordt gekenmerkt door opdrachten die volgens vastgestelde procedures worden afgehandeld. In

Page 9: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

9

voorkomende gevallen echter is creatief en ondernemend handelen gewenst en dient de medewerker sociale zekerheid slagvaardig te zijn en risico‟s te durven nemen. Hij dient in deze situatie zijn leidinggevende of collega te consulteren. De medewerker sociale zekerheid beheert een eigen klantenbestand, dan wel behandelt de gehele klantvraag van intake t/m beslissing en heeft te maken met procedures in de verschillende stadia van afhandeling. Hij moet in staat zijn prioriteiten te stellen en processen te bewaken. Daarnaast heeft hij te maken met complexe klanten met (afhankelijk van de betreffende organisatie) soms of veelal problemen van psychische, sociale, medische en/of financiële aard. Dit stelt hoge eisen aan zijn communicatieve vaardigheid en incasseringsvermogen. De medewerker sociale zekerheid moet een balans vinden in de besteding van tijd en het leveren van kwaliteit, een kritische houding hebben en efficiënt zijn.

Wettelijke beroepsvereisten X nee

Branche vereisten X nee Al hanteren organisaties wel eigen standaarden voor een aanstelling

Page 10: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

10

1.5 Loopbaanperspectief

Voor horizontale doorstroming geldt dat de vaardigheid wat betreft het hanteren van procedures en geautomatiseerde informatievoorzieningssystemen alsmede de communicatieve en sociale vaardigheden die voor dit beroep noodzakelijk zijn, een hoge transferwaarde hebben. Dit maakt het mogelijk om bij allerlei organisaties binnen de sociale zekerheid werkzaam te zijn. Voor verticale doorstroming dient de medewerker sociale zekerheid een hbo-opleiding te voltooien, dan wel gespecialiseerde kennis op te doen in combinatie met werkervaring. Mogelijke functies zijn: klantmanager, juridisch kwaliteitsmedewerker, (senior) adviseur werk en inkomen (CWI), coördinator, beleidsmedewerker (niet bij het CWI) medewerker bezwaar, medewerker beroep, intern controleur, materie opleider en medewerker internationaal, ombudsman, zorgmakelaar, Binnen functies kunnen op basis van ervaring ook extra (doorgroei) mogelijkheden worden toegekend aan bepaalde medewerkers, waardoor meerdere loopbaanpaden ontstaan.

Page 11: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

11

1.6 Trends en innovaties

Hieronder worden enkele, voor het in dit beroepscompetentieprofiel beschreven beroep relevante ontwikkelingen beschreven. Het gaat hierbij om ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, ontwikkelingen in wetgeving en overheidsregulering en ontwikkelingen in de beroepsuitoefening zelf (b.v. technologische veranderingen of marktontwikkelingen in de sector).

Arbeidsmarkt Arbeidsmarkt biedt kansen (aantrekkende arbeidsmarkt) en bedreigingen (risico structurele uitsluiting onderkant arbeidsmarkt) Betekenis voor de (uitvoering) sociale zekerheid: - In contact blijven met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

en kansen signaleren en benutten voor specifieke doelgroepen of burgers in het algemeen.

- Van nazorg naar voorzorg. Om te voorkomen dat jongeren zonder startkwalificatie op de arbeidsmarkt komen, verschuift het beleid van „nazorg naar voorzorg‟: preventie van schooluitval

Wetgeving, regelgeving en bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen

Veranderingen in regelgeving hebben direct en indirect invloed op de dagelijkse praktijk van de uitvoering sociale zekerheid. Centraal uitgangspunt in het overheidsbeleid is dat de beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheid zoveel mogelijk wordt gedecentraliseerd naar de partij die het dichtst bij „het probleem‟ zit; werkgevers (en werknemers) worden in toenemende mate zelf verantwoordelijk voor het oplossen van de gevolgen van ziekte en arbeidsongeschiktheid en gemeenten (en haar burgers) worden in toenemende mate verantwoordelijk voor activering, participatie, zorg en inkomensverstrekking en -ondersteuning. Wet- en regelgeving Betekenis voor de (uitvoering) sociale zekerheid: - Per 1 januari 2007 is de poortwachtertoets WW

ingevoerd. - Per 1 januari 2007 is de WMO van kracht.

o WIZ-diensten moeten PGB‟s kunnen aanbieden. De autonomie van de burger is daarmee boven de instrumentele autonomie van gemeenten gesteld.

o Europese Aanbestedingsregels blijven in het kader van de WMO van toepassing

- Per 1 januari 2007 is de nieuwe Wet Inburgering ingevoerd.

- Per 1 januari 2008 wordt de nieuwe gemoderniseerde WSW van kracht.

- Per 1 januari 2008 wordt het tweede deel van de WIA-wetgeving ingevoerd.

- In de uitvoering van de werkzaamheden moet in toenemende mate rekening worden gehouden met internationale verdragen met betrekking tot de sociale zekerheid.

- Diverse regelingen in het kader van inkomensregulering worden inmiddels uitgevoerd door de Belastingdienst

Decentralisatie van beleid. Betekenis voor de WIZ diensten: - Eigen (regiospecifiek) beleid ontwikkelen - Financiële verantwoordelijkheid: denken in kosten

investeringen) en baten (opbrengsten) zowel op

Page 12: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

12

beleidsniveau als op klantniveau - Om binnen het beschikbare budget te kunnen werken

dient doelmatigheid voorop te staan. Dat betekent een goede poortwachtersfunctie en klanten in de bijstand zo snel mogelijk laten uitstromen.

- Durven ondernemen: van risicomijdend naar risico nemen.

- Het kabinet studeert nog op de mogelijkheid om terugkeerbanen te introduceren aan de onderkant van de arbeidsmarkt om te voorkomen dat langdurig werklozen in een sociaal isolement raken. WIZ-diensten hebben daarbij een belangrijke rol. Contacten met werkgevers over die terugkeerbanen wordt van toenemend belang.

Resultaatgerichte overheid Betekenis voor de WIZ diensten: - Van controle naar pro-actief handelen. - En rechtmatigheid én doelmatigheid. - Een sluitende beleidscyclus met meetbare beleidsdoelen

en evaluatie.

Ontwikkelingen in de beroepsuitoefening

Technologische ontwikkelingen Betekenis voor de (uitvoering) sociale zekerheid: - Kennissystemen en/of beslissingsondersteunende

systemen ondersteunen de medewerker in toenemende mate bij zijn werkzaamheden, c.q. gaan deze in standaardsituaties ook vervangen.

- Het BKWI (Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen) ondersteunt en stimuleert de gegevensuitwisseling tussen ketenpartners. Het Digitaal KlantDossier (DKD) maakt het dubbel aanleveren en verifiëren van gegevens overbodig.

Klant centraal Betekenis voor de (uitvoering) sociale zekerheid: - Denken en handelen vanuit klant binnen geëxpliciteerde

beleidskaders van de organisatie. - Kwaliteit aan de voorkant van het proces bevorderen - Beslissingen durven en kunnen nemen binnen

discretionaire ruimte. - „werk boven uitkering en klant boven regels‟ (UWV en

CWI) Inkomensafhankelijke regelingen Betekenis voor de (uitvoering) sociale zekerheid: - Er is een toename van regelingen met

inkomensafhankelijke componenten. Hiervoor is meer fiscale kennis nodig en kennis van lonen, loonspecificaties e.d.

Regie van de gemeente bij de uitvoering van de verschillende (gemeentelijke) beleidsterreinen. Betekenis voor de WIZ diensten: - Verbindingen leggen tussen aanpalende beleidsterreinen

(werk, inkomen, zorg, onderwijs, inburgering, economie etc.).

- Netwerken opbouwen. Optreden als facilitator of initiator voor vernieuwende arrangementen die vraagstukken breed oppakt (o.a in de SUWI-keten).

Page 13: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

13

Allroundschap

Betekenis voor de SVB: Het principe van scheiding van front- en backofficetaken is inmiddels verlaten. Alle bedrijfsinspanningen, programma‟s en trainingen zijn gericht op het uitvoeren van het gehele proces Voor de functie medewerker Serviceteam betekent dat dat de medewerker (van alle werksoorten binnen die functie) alle activiteiten van het hele werkproces kan uitvoeren (van aanleiding tot resultaat). Een allround medewerker kan regisseren, beoordelen, betalen en de daarbij behorende klantcontacten onderhouden. Daarnaast kan een allround medewerker frauderisico‟s signaleren, terug- en invorderen alsmede boete en maatregelen opleggen.

Page 14: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

14

2. Overzicht van kerntaken en werkprocessen In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de kerntaken en werkprocessen kenmerkend voor het beroep. Onder een kerntaak wordt verstaan een geheel van inhoudelijk met elkaar samenhangende werkprocessen, kenmerkend voor de beroepsuitoefening. Het betreft een substantieel deel van de beroepsuitoefening naar omvang, tijdsbeslag, frequentie en/of belang. Onder een werkproces wordt verstaan een afgebakend geheel van beroepsactiviteiten binnen een kerntaak. Het werkproces kent een begin en een eind, heeft een resultaat en wordt kenmerkend herkend in de beroepspraktijk

Naam van het beroep Medewerker sociale zekerheid

Kerntaak Werkproces

Kerntaak 1 Onderhoudt de klantcontacten

1.1 Geeft voorlichting en informatie

1.2 Verzorgt de intake

1.3 Ondersteunt klanten

Kerntaak 2 Regisseert de inkomensverstrekking en -ondersteuning

2.1 Beoordeelt de claim

2.2 Verricht beheerswerkzaamheden

2.3 Handhaaft regels en bestrijdt fraude

Kerntaak 3 Regisseert reïntegratie en activeringsdiensten

3.1 Geeft voorlichting en informatie

3.2 Verzorgt de intake

3.3 Stelt een trajectplan op

3.4 Zorgt voor de afhandeling van de trajecten

3.5 Begeleidt klanten

Kerntaak 4 Regisseert voorzieningen en/of zorgtrajecten

4.1 Geeft informatie, advies en klantondersteuning

4.2 Verzorgt de intake

4.3 Beoordeelt de claim

4.4 Verzorgt de afgesproken dienstverlening

Kerntaak 5 Regisseert trajecten schuldhulpverlening en inkomensbeheer

5.1 Geeft informatie, advies en klantondersteuning

5.2 Verzorgt de intake

5.3 Representeert de klant

5.4 Voert het financieel beheer

Page 15: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

15

3. Beschrijving van de kerntaken In dit hoofdstuk zijn de verschillende kerntaken in dit beroepscompetentieprofiel beschreven. Daarnaast worden in de rechterkolom de werkprocessen benoemd

3.1 Kerntaak 1; Onderhoudt de klantcontacten

Kerntaak 1 Onderhoudt de klantcontacten

Werkprocessen bij kerntaak 1

De medewerker sociale zekerheid verstrekt informatie over de diensten, activiteiten en werkwijze van de eigen organisatie. Daarnaast informeert hij klanten over de procesmatige afhandeling van het dossier en geeft een inhoudelijke toelichting op juridische documenten zoals rapportages, beschikkingen, (uitkerings)specificaties en berekeningen. Bij het CWI verwijst de adviseur voor juridische zaken naar een expert. De informatie kan zowel schriftelijk als mondeling, gevraagd en ongevraagd worden gegeven. Hij legt het gesprek vast en rapporteert zo nodig. Indien de klant moet worden doorverwezen naar een collega of een andere organisatie, verstrekt de medewerker algemene informatie over de diensten, de activiteiten de werkwijze en de (juridische) procedures van die organisaties. De medewerker sociale zekerheid zorgt er voor dat (klant)informatie die van belang is voor de eigen organisatie, ter optimalisering van de dienstverlening, wordt doorgespeeld naar betreffende collega‟s dan wel zijn leidinggevende. De medewerker sociale zekerheid heeft het eerste contact met de klant waarin deze verzoekt om voor een bepaalde regeling in aanmerking te komen. De medewerker sociale zekerheid vraagt door om de relevante gegevens en bewijsstukken te verkrijgen. Vervolgens stelt hij vast of de klant voldoet aan de criteria van de regeling en neemt hij de aanvraag in behandeling. Indien noodzakelijk levert de klant aanvullende gegevens aan. De medewerker sociale zekerheid ondersteunt klanten bij het gebruik van computers, indienen van aanvragen en het invullen van formulieren. Dat kunnen zowel formulieren van de eigen organisatie zijn als formulieren van andere organisaties (te denken valt aan organisaties binnen de ketensamenwerking en de Belastingdienst). Ondersteuning geldt niet alleen in de aanloop van een traject, maar ook tijdens en na afloop van een traject (nazorg). Zo nodig overlegt de medewerker sociale zekerheid namens de klant met collega‟s van andere organisaties om de overgang van de klant te ondersteunen.

1.1 Geeft voorlichting en informatie

1.2 Verzorgt de intake

1.3 Ondersteunt klanten

Page 16: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

16

3.2 Kerntaak 2; Regisseert de inkomensverstrekking en -ondersteuning

Kerntaak 2 Regisseert de inkomensverstrekking en -ondersteuning

Werkprocessen bij kerntaak 2

De medewerker sociale zekerheid doorloopt wettelijke en interne procedures en stelt juridische documenten op zoals rapportages en beschikkingen. Hij analyseert feiten en omstandigheden en verricht dossieronderzoek: vraagt gegevens op, verifieert deze en verwerkt de gegevens in het op te stellen document; typeert en interpreteert eenvoudige standaarddocumenten op (eventuele) rechtsgevolgen, wint advies van derden in, past wet- en regelgeving toe op de verzamelde gegevens en voert berekeningen uit. De medewerker sociale zekerheid beoordeelt of de klant tot de doelgroep van een regeling behoort, welke regeling van toepassing is, of er sprake is van (inkomens)schade of een (inkomens)tekort, of de klant voldoet aan de voorwaarden om voor een prestatie van een bepaalde regeling in aanmerking te komen, op welke prestatie de klant recht heeft, wat de verplichtingen van de klant zijn en welke sancties er eventueel dienen te worden opgelegd. Wanneer een aanvraag is afgehandeld dienen vervolgens alle mutaties en wijzigingen te worden verwerkt. Dit kan variëren van een eenvoudige mutatie tot een volledige (her)overweging. Daarnaast beheert de medewerker sociale zekerheid het dossier. Hij maakt een dossier aan, vraagt mondeling en schriftelijk gegevens op, codeert en boekt documenten in en archiveert deze, voert gegevens in het geautomatiseerde systeem in, onderhoudt contact met internen en derden en verzorgt de (standaard)correspondentie. Hij bewaakt (wettelijke) termijnen per dossier en houdt overzicht op het verloop van de (juridische) procedure. In voorkomende gevallen verricht of initieert hij de betaling. De medewerker sociale zekerheid voert werkzaamheden uit ten behoeve van fraudepreventie en handhaving

3:

Hij voert handhavingsgesprekken (huisbezoek), sanctioneert (opleggen maatregel) en stelt adviezen ten behoeve van derden op. Hij verricht ondersteunende werkzaamheden bij bestuursrechtelijk en strafrechtelijk onderzoek (uitkeringsfraude) en de analyse van risicoprofielen en fraudepatronen.

2.1 Beoordeelt de claim

2.2 Verricht beheerswerkzaamheden

2.3 Handhaaft regels en bestrijdt

fraude

3 De medewerker sociale zekerheid is geen sociaal rechercheur.

Page 17: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

17

3.3 Kerntaak 3; Regisseert reïntegratie en activeringsdiensten

Kerntaak 3 Regisseert reïntegratie en activeringsdiensten

Werkprocessen bij kerntaak 3

De medewerker sociale zekerheid heeft in zijn functie-uitoefening te maken met klanten die niet direct bemiddelbaar zijn naar werk. Dat kunnen zowel klanten zijn met een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt, waarvoor b.v. een kortdurend scholingstraject of een sollicitatietraining afdoende is, maar ook klanten met meervoudige problemen zoals schulden, verslaving, crimineel gedrag en andere problemen van sociale en psychische aard. De medewerker sociale zekerheid geeft informatie over reïntegratie en activeringsdiensten zoals de inzet van uitstroombevorderende instrumenten en sociale activerings/participatietrajecten (waaronder inburgeringstrajecten). Deze informatie kan zowel individueel als aan groepen worden gegeven. Voor „minder complexe‟ doelgroepen stelt de medewerker sociale zekerheid vast wat de mogelijkheden, wensen en motivatie van de klant zijn ten aanzien van werk en/of sociale activering (diagnose). Hij doet dit d.m.v. klantgesprekken, dossieranalyse en de adviezen van derden. Het testen van klanten kan zowel individueel als op groepsniveau. Vervolgens stelt hij een individueel trajectplan op. Daarin worden realiseerbare doelen beschreven aan de hand van wensen en mogelijkheden van de klant, de mogelijkheden op de arbeidsmarkt en de belangen van de eigen organisatie. Vervolgens worden de noodzakelijke tussenstappen nader ingevuld en gekoppeld aan bestaande instanties. Als trajectbegeleider draagt de medewerker sociale zekerheid de eindverantwoordelijkheid voor de trajecten. Nu de gemeenten niet meer verplicht zijn om alle reïntegratietrajecten uit te besteden, gaan steeds meer gemeenten er toe over om trajecten voor bepaalde klanten in eigen beheer uit te voeren. Andere trajecten worden (deels) uitbesteed. Daarvoor is in de verschillende fasen van de trajecten een heel scala van instanties en specialisten aanwezig die ingeschakeld kunnen worden. De medewerker sociale zekerheid zorgt bij deze trajecten voor de organisatorische en administratieve afhandeling van de trajecten en onderhoudt de contacten binnen het netwerk van instanties en specialisten. Als onderdeel van zijn werkzaamheden beheert hij contracten en toetst declaraties en betalingen. De medewerker sociale zekerheid voert regelmatig gesprekken met de klant over de voortgang van de trajecten en rapporteert daarover. Hij wijst klanten actief op hun rechten en plichten en waar nodig activeert en motiveert hij hen. In voorkomende gevallen stelt hij, in overleg met de klant en de leidinggevende, het traject bij of legt hij een sanctie op wanneer de klant zich niet aan de gemaakte afspraken houdt. Indien nodig verleent de medewerker sociale zekerheid na afloop van de trajecten (na)zorg om te voorkomen dat klanten terugvallen in een uitkeringssituatie.

3.1 Geeft voorlichting en informatie

3.2 Verzorgt de intake

3.3 Stelt een trajectplan op

3.4 Zorgt voor de afhandeling van

de trajecten

3.5 Begeleidt klanten

Page 18: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

18

3.4 Kerntaak 4; Regisseert voorzieningen en/of zorgtrajecten

Kerntaak 4 Regisseert voorzieningen en/of zorgtrajecten

Werkprocessen bij kerntaak 4

In grote lijnen kunnen de voorzieningen en/of zorgtaken worden onderverdeeld in:

1. het verstrekken van voorzieningen zoals voorheen onder meer op grond van de WVG/AWBZ en vanaf januari 2007 op grond van de WMO (bijvoorbeeld het aanvragen van een rolstoel, het aanpassen van een woning of het verstrekken van hulp in de huishouding) en

2. het aanbieden en regisseren van zorgtrajecten zoals verslavingszorg, schuldhulpverlening en sociale activeringstrajecten.

In deze kerntaak ligt de nadruk vooral op het verstrekken van individuele voorzieningen (prestatieveld 6 in de WMO) en het geven van informatie, advies en klantenondersteuning (prestatieveld 3 in de WMO). Het aanbieden en regisseren van zorgtrajecten zit deels in kerntaak 3 (sociale activering) en 5 (schuldhulpverlening).

De medewerker sociale zekerheid wijst de klant de weg in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het gaat hierbij om algemene informatie en specifieke informatie zoals een individueel advies, of hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag. Zo nodig wijst hij de klant door. De informatie kan zowel schriftelijk als mondeling, gevraagd en ongevraagd worden gegeven. Daarnaast ondersteunt de medewerker sociale zekerheid de klant bij het maken van een keuze of het oplossen van een probleem. Klantondersteuning heeft de regieversterking van de klant (en zijn omgeving) tot doel ten einde de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te bevorderen. Het kan informatie en advies, maar ook uitgebreide vraagverheldering en kortdurende en kortcyclische ondersteuning bij keuzes op diverse levensterreinen bevatten. De juridische medewerker sociale zekerheid stelt de hulpvraag van de klant vast (intake) en wint zo nodig het onafhankelijke advies in van derden (indicatiestelling). Bij de intake staat het probleem van de klant centraal (compensatiebeginsel) en niet de gevraagde voorziening (claimbeoordeling). De hulpvraag dient in de volledige breedte geanalyseerd te worden. De medewerker sociale zekerheid dient derhalve goed te kunnen doorvragen om de situatie van de klant helder te krijgen. In complexe zaken verwijst hij door naar een meer gespecialiseerde collega. Bij het verstrekken van voorzieningen beoordeelt de medewerker sociale zekerheid de claim (rechtmatigheid en doelmatigheid), rapporteert hierover en verzorgt de afgesproken dienstverlening. Het verzorgen van de dienstverlening is een administratief organisatorisch proces en wordt geregeld in (gedifferentieerde) teams waarin meerdere opeenvolgende stappen worden gezet, die moeten worden gepland, bewaakt en opgevolgd.

4.1 Geeft informatie, advies en klantondersteuning 4.2 Verzorgt de intake 4.3 Beoordeelt de claim 4.4 Verzorgt de afgesproken dienstverlening

Page 19: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

19

3.5 Kerntaak 5; Regisseert trajecten schuldhulpverlening en inkomensbeheer

Kerntaak 5 Regisseert trajecten schuldhulpverlening en inkomensbeheer

Werkprocessen bij kerntaak 5

De medewerker sociale zekerheid beantwoordt vragen van klanten over schuldhulpverlening en inkomensbeheer. Hij geeft daarbij algemene informatie en specifieke informatie zoals een individueel advies, of hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag. Onderdeel van zijn werkzaamheden is het bevorderen van de (financiële) zelfredzaamheid van de klant. Afhankelijk van de taakstelling kan hij daartoe zelf een traject met een klant (of groepen klanten) inzetten en uitvoeren, dan wel doorverwijzen naar een meer gespecialiseerde collega of instantie. De medewerker sociale zekerheid beheert het dossier. Hij vergaart, ordent en administreert door de klant ter beschikking gestelde administratieve bescheiden en door hem zelf verworven bescheiden bij crediteuren van de klant. Hiertoe maakt hij gebruik van een intakeprocedure. De procedure bestaat uit een mondeling interview en het schriftelijk vastleggen van de overeengekomen dienstverlening. De dienstverlening is op basis van standaard procedures. De medewerker sociale zekerheid representeert de klant o.b.v. een beschikking civiel bewind van de kantonrechter of een verklaring van betrokkene waarin de medewerker sociale zekerheid tot budgetbeheerder wordt benoemd. Hij representeert de klant bij overheden, rechtszittingen, comparitie bijeenkomsten, schuldeisers, incassobureaus en gerechtsdeurwaarders. Ook begeleidt en controleert hij de voortgang van een mogelijke wsnp-aanvraag. Indien er sprake is van civiele bewindvoering treedt de medewerker sociale zekerheid op als wettelijk vertegenwoordiger van de klant. Als budgetbeheerder heeft de medewerker sociale zekerheid altijd voorafgaande goedkeuring van de klant nodig voor te verrichten handelingen namens betrokkene. De medewerker sociale zekerheid verricht alle handelingen t.b.v. het dagelijks beheer van de financiële belangen van de klant. Naast het beheren van de rekening couranten voor vaste lasten en leefgeld draagt hij ook zorg voor het verwerven, uitoefenen en behouden van andere financiële belangen zoals toeslagen van de Rijksoverheid, pensioen- en levensloop voorzieningen, vormen van bijstandsverlening door lokale overheden en charitatieve instellingen. De medewerker sociale zekerheid dient daartoe kennis te hebben van inkomensondersteunende regelingen en deze te kunnen effectueren. De medewerker sociale zekerheid verzorgt tevens de aangiften van inkomstenbelasting, zorgkantoren, landelijk bureau invordering ouderbijdragen, gemeentelijke en bovengemeentelijke aangiften voor zover van toepassing. De medewerker sociale zekerheid is ook belast met het opstellen van financiële rapportages t.b.v. de rechtbank en periodieke verantwoordingen aan de klant.

5.1 Geeft informatie, advies en klantondersteuning

5.2 Verzorgt de intake 5.3 Representeert de klant

5.4 Voert het financiële beheer

Page 20: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

20

4. Totaal overzicht competenties In de proces-competentie-matrix wordt per kerntaak aangegeven welke competenties aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen voor deze kerntaak. Dit is zichtbaar door middel van een kruisje in de matrix. De hier aangegeven kruisjes zijn dus voorbeeldmatig. Een gedetailleerde uitwerking en verantwoording van de keuzes van competenties wordt in een Kwalificatieprofiel opgenomen

4.1 Proces-competentie-matrix kerntaak 1; Onderhoudt de klantcontacten bij verzoeken voor inkomensondersteuning

Kerntaak 1 Onderhoudt de klantcontacten Competenties

Werkprocessen

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y

Be

slis

se

n e

n a

ctv

iteite

n

initië

ren

Aa

nstu

ren

Be

ge

leid

en

Aa

nd

ach

t en

be

grip

tone

n

Sa

me

nw

erk

en

en

ove

rleg

ge

n

Eth

isch

en

inte

ge

r han

dele

n

Rela

ties b

ou

wen e

n

ne

twe

rke

n

Ove

rtuig

en

en

be

ïnvlo

ed

en

Pre

se

nte

ren

Fo

rmule

ren

en

rap

po

rtere

n

Va

kd

esku

ndig

heid

toe

passe

n

Ma

teria

len

en

mid

dele

n

inzette

n

An

aly

se

ren

On

de

rzoe

ken

Cre

ëre

n e

n in

nove

ren

Le

ren

Pla

nn

en

en o

rga

nis

ere

n

Op

de

beh

oe

ften

en

ve

rwach

ting

en v

an

de

„kla

nt‟

rich

ten

Kw

alite

it leve

ren

Instru

ctie

s e

n p

roced

ure

s

op

volg

en

Om

ga

an

me

t ve

ran

de

ring e

n

aa

np

asse

n

Me

t dru

k e

n te

ge

nsla

g

om

gaa

n

Ge

dre

ven

heid

en

am

bitie

ton

en

On

de

rnem

en

d e

n

co

mm

erc

iee

l ha

nd

ele

n

Be

drijfs

ma

tig h

and

ele

n

1.1 Geeft voorlichting en informatie

X X X X X X X X X X

1.2 Verzorgt de intake X X X X X X X X X X X X

1.3 Ondersteunt klanten X X X X X X X X X X X

Page 21: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

21

4.2 Proces-competentie-matrix kerntaak 2; Regisseert de inkomensverstrekking en -ondersteuning

Kerntaak 2 Regisseert de inkomensverstrekking en -ondersteuning Competenties

Werkprocessen

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y

Be

slis

se

n e

n a

ctiv

iteite

n

initië

ren

Aa

nstu

ren

Be

ge

leid

en

Aa

nd

ach

t en

be

grip

tone

n

Sa

me

nw

erk

en

en

ove

rleg

ge

n

Eth

isch

en

inte

ge

r han

dele

n

Re

latie

s b

ou

wen e

n

ne

twe

rke

n

Ove

rtuig

en

en

be

ïnvlo

ed

en

Pre

se

nte

ren

Fo

rmule

ren

en

rap

po

rtere

n

Va

kd

esku

ndig

heid

toe

passe

n

Ma

teria

len

en

mid

dele

n

inzette

n

An

aly

se

ren

On

de

rzoe

ken

Cre

ëre

n e

n in

nove

ren

Le

ren

Pla

nn

en

en o

rga

nis

ere

n

Op

de

beh

oe

ften

en

ve

rwach

ting

en v

an

de

„kla

nt‟

rich

ten

Kw

alite

it leve

ren

Instru

ctie

s e

n p

roced

ure

s

op

volg

en

Om

ga

an

me

t ve

ran

de

ring e

n

aa

np

asse

n

Me

t dru

k e

n te

ge

nsla

g

om

gaa

n

Ge

dre

ven

heid

en

am

bitie

ton

en

On

de

rnem

en

d e

n

co

mm

erc

iee

l ha

nd

ele

n

Be

drijfs

ma

tig h

and

ele

n

2.1 Beoordeelt de claim X X X X X X X X X X X

2.2 Verricht beheers-werkzaamheden

X X X X X

2.3 Handhaaft en bestrijdt fraude

X X X X X X X X X X X X X

Page 22: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

22

4.3 Proces-competentie-matrix kerntaak 3; Regisseert reïntegratie en activeringsdiensten

Kerntaak 3 Regisseert reïntegratie en activeringsdiensten Competenties

Werkprocessen

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y

Be

slis

se

n e

n a

ctiv

iteite

n

initië

ren

Aa

nstu

ren

Be

ge

leid

en

Aa

nd

ach

t en

be

grip

tone

n

Sa

me

nw

erk

en

en

ove

rleg

ge

n

Eth

isch

en

inte

ge

r han

dele

n

Rela

ties b

ou

wen e

n

ne

twe

rke

n

Ove

rtuig

en

en

be

ïnvlo

ed

en

Pre

se

nte

ren

Fo

rmule

ren

en

rap

po

rtere

n

Va

kd

esku

ndig

heid

toe

passe

n

Ma

teria

len

en

mid

dele

n

inzette

n

An

aly

se

ren

On

de

rzoe

ken

Cre

ëre

n e

n in

nove

ren

Le

ren

Pla

nn

en

en o

rga

nis

ere

n

Op

de

beh

oe

ften

en

ve

rwach

ting

en v

an

de

„kla

nt‟

rich

ten

Kw

alite

it leve

ren

Instru

ctie

s e

n p

roced

ure

s

op

volg

en

Om

ga

an

me

t ve

ran

de

ring e

n

aa

np

asse

n

Me

t dru

k e

n te

ge

nsla

g

om

gaa

n

Ge

dre

ven

heid

en

am

bitie

ton

en

On

de

rnem

en

d e

n

co

mm

erc

iee

l ha

nd

ele

n

Be

drijfs

ma

tig h

and

ele

n

3.1 Geeft voorlichting en informatie

X X X X X X X

3.2 Verzorgt de intake X X X X X X X

3.3 Stelt een trajectplan op X X X X X

3.4 Zorgt voor de afhandeling van de trajecten

X X X X X X

3.5 Begeleidt klanten X X X X X X X

Page 23: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

23

4.4 Proces-competentie-matrix kerntaak 4; Regisseert voorzieningen en/of zorgtrajecten

Kerntaak 4 Regisseert voorzieningen en/of zorgtrajecten Competenties

Werkprocessen

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y

Be

slis

se

n e

n a

ctiv

iteite

n

initië

ren

Aa

nstu

ren

Be

ge

leid

en

Aa

nd

ach

t en

be

grip

tone

n

Sa

me

nw

erk

en

en

ove

rleg

ge

n

Eth

isch

en

inte

ge

r han

dele

n

Rela

ties b

ou

wen e

n

ne

twe

rke

n

Ove

rtuig

en

en

be

ïnvlo

ed

en

Pre

se

nte

ren

Fo

rmule

ren

en

rap

po

rtere

n

Va

kd

esku

ndig

heid

toe

passe

n

Ma

teria

len

en

mid

dele

n

inzette

n

An

aly

se

ren

On

de

rzoe

ken

Cre

ëre

n e

n in

nove

ren

Le

ren

Pla

nn

en

en o

rga

nis

ere

n

Op

de

beh

oe

ften

en

ve

rwach

ting

en v

an

de

„kla

nt‟

rich

ten

Kw

alite

it leve

ren

Instru

ctie

s e

n p

roced

ure

s

op

volg

en

Om

ga

an

me

t ve

ran

de

ring e

n

aa

np

asse

n

Me

t dru

k e

n te

ge

nsla

g

om

gaa

n

Ge

dre

ven

heid

en

am

bitie

ton

en

On

de

rnem

en

d e

n

co

mm

erc

iee

l ha

nd

ele

n

Be

drijfs

ma

tig h

and

ele

n

4.1 Geeft informatie, advies en klantondersteuning

X X X X X X X X

4.2 Verzorgt de intake X X X X X X X X

4.3 Beoordeelt de claim X X X X X X

4.4 Verzorgt de afgesproken dienstverlening

X X X X X X

Page 24: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

24

4.5 Proces-competentie-matrix kerntaak 5; Regisseert trajecten schuldhulpverlening en inkomensbeheer

Kerntaak 5 Regisseert trajecten schuldhulpverlening en inkomensbeheer Competenties

Werkprocessen

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y

Be

slis

se

n e

n a

ctiv

iteite

n

initië

ren

Aa

nstu

ren

Be

ge

leid

en

Aa

nd

ach

t en

be

grip

tone

n

Sa

me

nw

erk

en

en

ove

rleg

ge

n

Eth

isch

en

inte

ge

r han

dele

n

Rela

ties b

ou

wen e

n

ne

twe

rke

n

Ove

rtuig

en

en

be

ïnvlo

ed

en

Pre

se

nte

ren

Fo

rmule

ren

en

rap

po

rtere

n

Va

kd

esku

ndig

heid

toe

passe

n

Ma

teria

len

en

mid

dele

n

inzette

n

An

aly

se

ren

On

de

rzoe

ken

Cre

ëre

n e

n in

nove

ren

Le

ren

Pla

nn

en

en o

rga

nis

ere

n

Op

de

beh

oe

ften

en

ve

rwach

ting

en v

an

de

„kla

nt‟

rich

ten

Kw

alite

it leve

ren

Instru

ctie

s e

n p

roced

ure

s

op

volg

en

Om

ga

an

me

t ve

ran

de

ring e

n

aa

np

asse

n

Me

t dru

k e

n te

ge

nsla

g

om

gaa

n

Ge

dre

ven

heid

en

am

bitie

ton

en

On

de

rnem

en

d e

n

co

mm

erc

iee

l ha

nd

ele

n

Be

drijfs

ma

tig h

and

ele

n

5.1 Geeft informatie, advies en klantondersteuning

X X X X X X X X

5.2 Verzorgt de intake X X X X X X X X

5.3 Representeert de klant X X X X X X X X X

5.4 Voert het financieel beheer

X X X X X X X X

Page 25: Medewerker sociale zekerheid

BCP sociale zekerheid

25