Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp 382341 · Erfgoed moeten dus bruikbaar zijn op diverse...
Transcript of Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp 382341 · Erfgoed moeten dus bruikbaar zijn op diverse...
1
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
2
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
3
Inhoud 1. Inleiding ........................................................................................................................................... 4
1.1 Opzet Kunstgoed Erfgoed ........................................................................................................ 5
1.2 Opzet Trainingsdag .................................................................................................................. 5
2. Verantwoording............................................................................................................................... 7
2.1 Behoefte- en contextanalyse......................................................................................................... 7
2.2. Kunstpedagogische visie............................................................................................................... 7
2.3 Het belang van erfgoededucatie ................................................................................................. 13
2.4 Good Practice .............................................................................................................................. 15
2.4.1 Good Practice ‘Reizen in de tijd’ van Erfgoed Gelderland ................................................ 15
2.4.2 Good Practice ‘Erfgoed a la Carte Den Helder´ ................................................................. 16
2.5 Gehanteerde werkvormen, vaardigheden en technieken ......................................................... 16
2.5.1 Visible Thinking Routines ..................................................................................................... 16
2.5.2 De keuze voor Componeren als betekenisvolle activiteit ................................................... 17
2.5.4 Het gebruik van de 21e eeuwse vaardigheden .................................................................... 17
2.6 Ontwerpcriteria ........................................................................................................................... 18
3. Workshops Kunstgoed Erfgoed ......................................................................................................... 20
3.1 rondleiding op erfgoedlocatie ..................................................................................................... 20
3.2 Workshopronde deel 1: Verkenning erfgoed-object .................................................................. 21
3.3 workshopronde deel 2 ................................................................................................................ 23
3.3.1 Globale omschrijving raamworkshop dans/theater/multimedia ......................................... 23
3.3.2 Raamworkshop muziek groep 3,4,5 ..................................................................................... 25
3.3.3 Raamworkshop muziek groep 6,7,8 ..................................................................................... 27
3.4 Workshopronde deel 3: Ontdekkingstocht , reflectie en evaluatie ............................................ 29
4. Reflectie ............................................................................................................................................. 31
4.1 Reflectie Jantien .......................................................................................................................... 31
4.2 Reflectie Lieke ............................................................................................................................. 31
3. bronnen ......................................................................................................................................... 33
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
4
1. Inleiding Kunstgoed Erfgoed is een aanzet om de eigen kwaliteiten van leerkrachten op het gebied van
cultuureducatie binnen het primair onderwijs te combineren met erfgoededucatie. Het is de
bedoeling dat leerkrachten gebruik gaan maken van hun eigen talenten op het gebied van
cultuureducatie, deze vakoverstijgend inzetten voor erfgoededucatie en dit delen met collega’s uit
het eigen team. In Kunstgoed Erfgoed worden leerkrachten gestimuleerd om zoveel mogelijk hun
eigen kunst-educatieve expertise in te zetten en door de combinatie van die expertises met
teamgenoten samen een vakoverstijgend project voor erfgoededucatie binnen de eigen school te
ontwikkelen.
Bij de totstandkoming van Kunstgoed Erfgoed wordt uitgegaan van de rol die cultuureducatie binnen
het gehele onderwijsprogramma op veel basisscholen heeft en de daaraan gekoppelde praktische
toepasbaarheid. Natuurlijk zou het geweldig zijn als cultuureducatie op elke school een belangrijke
plaats zou innemen, maar Kunstgoed Erfgoed gaat uit van de hedendaagse praktijk. Dit betekent dat
het aanbod aan moet sluiten bij diverse onderwijsvisies binnen het primair onderwijs en daarnaast
direct toepasbaar moet zijn, zonder dat dit al te veel voorbereiding van de leerkracht vergt.
Erfgoedonderwijs staat momenteel in de belangstelling van veel scholen binnen het primair
onderwijs en scholen zijn daarbij ook op zoek naar nieuwe manieren om hier vorm en inhoud aan te
geven. Vaak wordt daarbij in eerste instantie de link met beeldend gelegd en blijven de andere
kunstdisciplines buiten beeld. Daarom bieden wij met Kunstgoed Erfgoed een raamwerk aan voor de
verbinding van erfgoed met muziek, dans, drama en multimedia. Daarbij zijn wij vooral uitgegaan van
maakonderwijs, zodat leerlingen het erfgoed echt leren kennen door er op een nieuwe manier mee
bezig te zijn en door zelf iets toe te voegen aan wat er al was.
Omdat het in dit kader te arbeidsintensief is om voor al deze disciplines een compleet uitgewerkte
workshop te ontwikkelen, zijn voor dans, drama en multimedia alleen de contouren van de
workshops weergegeven en zijn de workshops voor muziek nader uitgewerkt. Hierbij is bewust
gekozen voor het domein componeren, omdat dit in het muziekonderwijs op de basisschool nog al
eens dreigt onder te sneeuwen en omdat wij menen dat dit juist gezien ons uitgangspunt van
maakonderwijs, mooie aanknopingspunten biedt.
Tot slot willen wij voor het meelezen en meedenken bij de totstandkoming van Kunstgoed Erfgoed
docenten en medestudenten van de Master Kunsteducatie Groningen en onze collega’s bij de
kunstinstellingen in Emmen en Den Helder hartelijk bedanken. Ook hartelijk dank aan Joanneke
Vogel die voor Kunstgoed Erfgoed het logo heeft ontworpen.
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
5
1.1 Opzet Kunstgoed Erfgoed Kunstgoed Erfgoed is een trainingsdag voor leerkrachten uit het basisonderwijs waarin zij door
middel van diverse workshops inspiratie op kunnen doen en geprikkeld worden om samen met
collega’s projecten op school te realiseren waarin verschillende kunstdisciplines en erfgoed met
elkaar verbonden worden en waarbij zij en hun collega’s zoveel mogelijk zelf de kunstlessen
verzorgen.
In aansluiting op de trainingsdag zou de school voor de eigen leerlingen een soortgelijk project rond
het eigen cultureel erfgoed kunnen opzetten, waarbij de leerlingen gestimuleerd worden om dit
eigen cultureel erfgoed te onderzoeken en ontdekken door een combinatie van benaderingswijzen:
bezoek aan erfgoedlocaties, lessen rondom kennisverwerving van het erfgoed, verkenning van
gerelateerde professionele kunst en de eigen kunstzinnige verwerkingen. Dit alles mondt uit in een
door de leerlingen vormgegeven ontdekkingstocht voor medeleerlingen, ouders en wijk- en
dorpsbewoners. De bezoekers kunnen de bij de erfgoed-objecten behorende QR-codes met hun
telefoon scannen. Achter deze codes zitten de kunstzinnige verwerkingen van de leerlingen. Ook
bepalen de leerlingen zelf op welke plek het erfgoed-object geplaatst wordt en wat de relatie met de
omgeving is. Deze relatie kan een eigen vertaalslag van de leerling krijgen in de kunstzinnige
verwerking.
1.2 Opzet Trainingsdag Locatie: Als locatie wordt gekozen voor een bijzondere erfgoedlocatie in de regio waar de
trainingsdag plaats vindt. Dit kan bijvoorbeeld een voormalige fabrieksruimte zijn, een museum,
archeologische vindplaats, stadsmuur, vuurtoren …. Voorwaarde is dat er mogelijkheden moeten zijn
om met gebruikmaking van de omgeving een eigen ontdekkingstocht te creëren waar erfgoed vanuit
het eigen perspectief van de deelnemers belicht wordt.
Programma trainingsdag:
9.30 - 10.00 inloop met koffie, speciale ontvangst door ‘depotmedewerkers’
10.00 - 10.30 inleiding of korte rondleiding erfgoedlocatie
10.30 – 12.00 1e workshopronde: verkenning van het erfgoed-object
12.00 – 12.30 lunch
12.30 - 14.00 2e workshopronde: erfgoed ervaren door kunst, maakproces
14.00 – 14.30 thee, koffie en versnapering
14.30 – 16.00 3e workshopronde: ontdekkingstocht en reflectiegesprek o.l.v. gespreksleider
De resultaten binnen de workshops van de verschillende disciplines worden middels audio of video
verwerkt in de QR-codes die bij de erfgoed-objecten geplaatst worden, zodat deze tijdens de
ontdekkingstocht door de bezoekers gescand kunnen worden. In workshopsronde 3 staat na de
ontdekkingstocht het reflectiegesprek binnen het eigen team centraal. Hierbij komen de volgende
onderdelen ter sprake:
- Wat levert de verwerking middels de narratieve kunstdisiciplines aan extra inzichten op?
- Wat heeft deze workshopdag leerkrachten gebracht als het gaat om hun individuele talenten
in te zetten voor een vakoverstijgend erfgoedproject als Kunstgoed Erfgoed en welke nieuwe
input brengt dit in het team?
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
6
- Hoe zouden we een project Kunstgoed Erfgoed op school kunnen inrichten om optimaal
gebruik te maken van onze eigen en elkaars competenties op het gebied van Kunst en
Cultuur?
- Wat hebben we hiervoor in huis, hoe gaan we dat versterken? Wat hebben we niet in huis en
halen we elders?
De leerkrachten hebben van te voren hun voorkeuren aan kunnen geven, maar de uiteindelijke
plaatsing in de workshops ligt bij de organisatie. Het is de bedoeling dat schoolteams zich zodanig
inschrijven, dat spreiding van kunstdisciplines binnen het team gewaarborgd is.
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
7
2. Verantwoording
2.1 Behoefte- en contextanalyse
Binnen CMK2 (cultuureducatie met kwaliteit, tweede periode) ligt de nadruk sterk op
deskundigheidsbevordering van het team. Het Fonds voor Cultuurparticipatie stelt dat een aanvraag
voor meerjarige subsidie kan worden ingediend voor het organiseren van de volgende activiteiten:
- implementatie, verdieping en ontwikkeling van het curriculum voor het leergebied
kunstzinnige oriëntatie, met het doel doorgaande leerlijnen te verankeren in het onderwijs;
- inhoudelijke deskundigheid versterken van leerkrachten, vakdocenten en educatief
medewerkers op het gebied van cultuureducatie;
- versterken van de relatie van de school met de culturele en sociale omgeving, met het doel
de kunstzinnige en culturele ontwikkeling van leerlingen te bevorderen.
Het uiteindelijk doel van de CMK-regeling is dat scholen aan het eind van de regeling in staat zijn hun
cultuuronderwijs zelfstandig vorm te geven. Op dat moment houdt de regeling CMK op te bestaan en
beschikken scholen alleen nog over de prestatieboxgelden voor cultuur ( momenteel €11, 87 per
leerling per schooljaar).
Veel scholen zijn daarom op zoek naar de manier waarop zij cultuureducatie het beste vorm kunnen
geven. Daarbij staan een aantal kernvragen centraal:
- welke doelen willen we als school nastreven voor cultuureducatie en hoe vertalen we dit
naar praktisch handelen in de klas? Voor welke onderdelen willen we bijvoorbeeld leerlijnen
uitzetten en moeten dit verticale leerlijnen zijn, binnen een discipline of horizontale
leerlijnen, dat wil zeggen vakoverstijgend.
- Wat is er nodig om deze doelen te bereiken? Welke deskundigheid is er op school aanwezig,
hoe zetten we die op een goede manier in en hoe versterken we als school onze
deskundigheid? Hoe kunnen we onze culturele omgeving hierbij betrekken en waar moeten
mogelijk kunstprofessionals ingezet worden?
- Hoe geven we het praktisch handelen vorm in combinatie met het creatief proces, 21e –
eeuwse vaardigheden en de eigen onderwijskundige visie? Hoe kun je kunst en cultuur
inzetten bij vakoverstijgend werken.
Erfgoedonderwijs staat momenteel bij veel scholen in de belangstelling. Het wordt door hen
belangrijk gevonden, maar zij worstelen soms ook met de invulling ervan. Vooral het onderwijs over
erfgoed uit de nabije omgeving van de school wordt door veel ICC-ers benoemd als hen gevraagd
wordt met welk erfgoed zij op hun school aan de slag willen.
2.2. Kunstpedagogische visie
Iedere school(leerkracht) werkt vanuit een eigen pedagogische visie. De resultaten van Kunstgoed
Erfgoed moeten dus bruikbaar zijn op diverse scholen die een breed scala aan pedagogische visies
vertegenwoordigen. Daarnaast is het belangrijk dat de deskundigheidsbevordering aansluit bij de
wensen en mogelijkheden van de leerkrachten en dat het project rondom eigen erfgoed dat
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
8
vervolgens op de scholen tot stand komt, bouwsteen kan zijn voor een leerlijn erfgoed en/of
cultuureducatie. Kortom aansluiting bij CMK2 is een belangrijk doel van Kunstgoed Erfgoed.
Kunstgoed Erfgoed is daarnaast gebaseerd op een kunstpedagogische visie die uitgaat van zowel
authentieke kunsteducatie als van participatie-pedagogiek. Als basis voor de gehanteerde werkwijze
wordt uitgegaan van procesgerichte didactiek en het creatief proces. Verder is voor de kunstzinnige
verwerking de attitude van de leerkracht van wezenlijk belang.
Kunstgoed erfgoed en de participatie-pedagogiek
Erfgoedonderwijs en kunstonderwijs zijn volgens ons belangrijk voor de eigen persoonsvorming van
leerlingen: ‘Wie ben ik?’ en ‘Waar kom ik vandaan?’ Het besef dat ‘je er mag zijn’, dat jouw ‘roots’
iets zijn om trots op te zijn. Deze trots op jezelf en je eigen achtergrond kan van belang zijn voor die
persoonsvorming, voor het besef dat je een plaats verdient in de maatschappij, dat jij daar onderdeel
van bent en dat je mede verantwoordelijk bent voor die maatschappij. In het visiedocument van
Lieke Wartena, (Wartena, 2018, p. 6) ‘De pedagogische meerstemmigheid van cultuureducatie in het
primair onderwijs’, wordt in dit verband verwezen naar John Dewey. Dewey (Dewey, 2011, p.
149)zegt hierover: ‘Ontwikkeling betekent niet slechts iets uit de geest krijgen. Het gaat om een
ontwikkeling van de ervaring en in de ervaring die werkelijk wordt verlangd.’ De leraar vervult daarbij
de rol van gids die het kind op zijn reis via een landkaart de weg wijst. Dewey (Dewey, 2011, p.
152)merkt over de leraar op:’ Hij houdt zich niet met de leerinhouden als zodanig bezig maar met de
leerinhouden als een verbonden factor in een volledige en groeiende ervaring.’ Leren moet volgens
Dewey betekenisvol zijn. Om dit op effectieve wijze aan het kind over te dragen is het wel
noodzakelijk dat de leraar grondige kennis heeft van het curriculum en dit zodanig kan ordenen dat
het aansluit bij de actuele ervaring en de toekomstige ervaring van het kind. De Winter (De Winter,
2000) bouwt hierop voort in zijn participatie-pedagogiek. Voor hem is de persoonsvorming van de
leerling een belangrijk onderdeel van de opvoeding. Die opvoeding is geen zaak van ouders alleen,
ook leerkrachten, vrienden, familie, buren…We zijn met z’n allen verantwoordelijk voor de
opvoeding van kinderen. De Winter (De Winter, 2000, p. 15) zegt hierover: ‘It takes a village to raise a
child’. In Kunstgoed Erfgoed komen betekenisvol leren, het uitbreiden van de ervaring van het kind,
zoals Dewey (Dewey, 2011) beschrijft en de bijdrage aan de persoonsvorming van de leerling, waarbij
de maatschappelijke omgeving een rol speelt, aan bod.
Kunstgoed Erfgoed en narratieve kunstdisciplines
Erfgoedonderwijs hangt volgens ons nauw samen met deze maatschappelijke omgeving. De relatie
tussen ons maatschappelijk verleden en ons maatschappelijk heden bepaalt onze culturele identiteit,
maar het bepaalt daarnaast ook wie we als individu zijn, het beïnvloedt onze persoonsvorming.
Hierbij speelt betekenisgeving van die maatschappelijke omgeving en dus ook van ons cultureel
erfgoed een rol. In één van de streefcompententies van de SLO ‘Nieuw elan voor kunstzinnige
oriëntatie in het primair onderwijs - praktische hulpmiddelen’ (SLO, 2014, p. 15) met betrekking tot
de leerlijn erfgoed lezen we ‘De leerling kan een vertaling maken van zijn onderzoek naar een eigen
betekenisgeving van het cultureel erfgoed met betrekking tot het heden en hij verbeeldt zijn
onderzoek via de kunstvakdisciplines’. Erfgoed krijgt naar ons idee pas betekenis voor leerlingen als
zij erop kunnen reflecteren, het kunnen bekijken vanuit hun eigen context en er hun eigen verhaal bij
kunnen vertellen. In onze visie zijn de narratieve kunstdisciplines daarom bij uitstek geschikt om
leerlingen hun eigen verhaal bij het erfgoed te laten ontdekken. Dit kan in woorden, beelden,
muziek, dans, theaterperformances en via multimedia. Deze manier van werken sluit aan bij ‘Cultuur
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
9
in de Spiegel’ (van Heusden, 2010, p. 25)en het doel van cultureel zelfbewustzijn door verbeelding,
dat verderop besproken wordt.
Verder zijn wij van mening dat door gebruikmaking van een kunstzinnige narratieve creatieve
verwerking de leerling op een andere manier dan alleen cognitief met kennisverwerving bezig is,
waardoor er aan de ene kant meer en andere hersenverbindingen aangemaakt worden, wat leidt tot
het beter beklijven van de lesstof en aan de andere kant een ander en wellicht dieper soort
bewustwording ten aanzien van de betekenis van erfgoed ontstaat.
Kunstgoed Erfgoed en authentieke kunsteducatie
Kunstgoed Erfgoed biedt leerkrachten tevens handvatten om te werken vanuit de visie van
authentieke kunsteducatie. Dat gebeurt in de workshops op leerkrachtenniveau en kan door die
leerkrachten zelf vertaald worden in hun eigen projecten naar leerlingenniveau. Folkert Haanstra
(Haanstra, 2009, p. 9) merkt hierover op: ‘Authentiek leren vindt plaats in voor de lerende relevante,
praktijkgerichte en levensechte contexten, waarbij hij/zij ( de lerende) een actieve constructieve en
reflectieve rol vervult, mede via de communicatie en interactie met anderen.’ Haanstra (Haanstra,
2009, p. 31) voegt daar aan toe: ‘Authentiek kunstonderwijs daagt docenten uit om zich continu te
verdiepen in zowel de kunstbeleving en kunstbeoefening van hun leerlingen als in de actuele kunst
en cultuur. Authentieke kunsteducatie zoekt daarbij naar een balans tussen persoonlijke en
maatschappelijke relevantie en tussen leerling-gestuurd en docent-gestuurd onderwijs.’ Dit is precies
wat de workshops van Kunstgoed Erfgoed naar ons idee beogen: een lerende levensechte setting,
interactie met anderen, zoekend naar een goede balans tussen docent-gestuurd en leerling-
gestuurd. Ook het feit dat er gewerkt wordt met een relevante, maar in zekere zin complexe
opdracht, waarbinnen ruimte is voor eigen inbreng en creativiteit, draagt volgens ons bij aan het
authentieke kunst-educatieve karakter van Kunstgoed Erfgoed.
Kunstgoed Erfgoed en leerlijnen
In het visiestuk (Wartena, 2018, p. 9) ‘De pedagogische meerstemmigheid van cultuureducatie in het
primair onderwijs’ wordt dieper ingegaan in op de ontwikkeling van leerlijnen. Het ontwikkelen van
zowel horizontale leerlijnen - het vakoverstijgend werken - als de ontwikkeling van verticale
leerlijnen, de ontwikkeling binnen één vak – zijn speerpunten van de CMK –regeling. Kunstgoed
Erfgoed probeert aan beide tegemoet te komen. Dit gebeurt door erfgoed vanuit verschillende
gezichtspunten te benaderen: vanuit de praktische kant van het aanbod, zoals bezoek aan musea en
andere erfgoedlocaties, vanuit de kennismaking met de professionele kunsten, vanuit de kant van
kennisverwerving door middel van onderzoek door leerlingen en door middel van verwerking aan de
hand van de verschillende kunstdisciplines. Zoals in deze pedagogische visie omschreven (Wartena,
2018, p. 9) zien wij een leerlijn niet als een lineair vast gegeven, maar veel meer als een cyclisch
proces, waarbij de leerlijn bestaat uit diverse bouwstenen, die al naar gelang de omstandigheden
opnieuw geëvalueerd, eventueel vervangen en gerangschikt worden. Projecten die voortkomen uit
Kunstgoed Erfgoed, zoals de ontdekkingstocht van cultureel erfgoed kunnen een bouwsteen zijn voor
de leerlijnen erfgoed en voor de verschillende kunstdisciplines.
Kunstgoed Erfgoed en het creatief proces
Als uitgangspunt voor Kunstgoed Erfgoed zijn wij uitgegaan van het creatief proces zoals gehanteerd
door de Stichting Leerplan Ontwikkeling de SLO ‘Nieuw elan voor kunstzinnige oriëntatie in het
primair onderwijs – praktische handreiking voor leerkrachten’ (SLO, 2014).Dit creatieve proces is
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
10
Bron: https://despoele.wordpress.com/cultuur-i 1 bron:http://kunstzinnigeorientatie.slo.n 1
gebaseerd op het theoretisch kader voor het creatief proces dat zijn oorsprong vindt in ‘Cultuur in de
spiegel’ van Barend van Heusden (van Heusden, 2010). Door leerlingen mee te nemen in het proces
van waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren, ontwikkelen zij volgens Van Heusden
(van Heusden, 2010, p. 25)cultureel zelfbewustzijn door verbeelding. Dit proces van waarnemen,
verbeelden, conceptualiseren en analyseren wordt door het SLO vertaald in: oriënteren,
onderzoeken, uitvoeren en evalueren, een proces dat steeds gekoppeld wordt aan reflectie. Wat
betreft muziekonderwijs willen wij hier een kanttekening plaatsen. Van Heusden (van Heusden,
2010, p. 26)beschrijft hoe muziekonderwijs volgens hem vormgegeven kan worden op basis van het
creatieve proces uit ‘Cultuur in de spiegel’. Daarbij zoemt hij dieper in op de betekenis van muziek,
de context waarbinnen de muziek geplaatst kan worden, de vaardigheden waardoor we muziek leren
analyseren en het cultureel zelfbewustzijn. Wij hebben moeite met deze kijk op muziekonderwijs.
Natuurlijk staat muziek luisteren, creëren en uitvoeren in relatie tot de wereld om ons heen en de
betekenis binnen die wereld, maar volgens ons is dit een benadering van muziekonderwijs gebaseerd
op kennis en vaardigheden ‘over’ muziek. Het heeft slechts zijdelings te maken met de muzikale
ontwikkeling die muziekdocenten bij leerlingen proberen te stimuleren en die werkt ‘vanuit’ de
muziek. Muziekonderwijs is volgens ons meer een muzikale ervaring binnen de ervaring, gericht op
het ontwikkelen van het muzikale gehoor, de muzikaliteit van kinderen. Binnen muziekonderwijs
richten we ons naast creëren ook op uitvoeren. Bij zowel uitvoeren als creëren speelt volgens ons
creativiteit en muzikaliteit een belangrijke rol. Alleen of dit voor zowel creëren als uitvoeren
bewerkstelligd kan worden door te werken vanuit het creatief proces, is voor ons nog geen
uitgemaakte zaak. Immers, een leerling kan via google-songmaker of de gekleurde weergave voor
boomwhackers een compositie maken door middel van het rangschikken van de gekleurde blokjes
zonder daarbij één toon of klankfragment te beluisteren, maar louter en alleen door gebruik te
maken van de kleurcombinaties en de weergave hiervan in het platte vlak. In dit proces zitten zeker
creatieve elementen, maar nog geen muzikale. Zie hiervoor de uiterste rechterkant van de rechter
cirkel. Ook kunnen leerlingen een muziekstuk verklanken, zonder dat daar direct een muzikale
interpretatie aan te pas komt, het zuiver reproduceren. In het uiterste geval mondt dat uit in het
zogenaamde ‘fietsen van noot naar noot’, waarbij het muzikale aspect ver te zoeken is, zie hiervoor
de uiterste linkerkant van de linker cirkel. In muziekonderwijs streven we vanuit beide buitenste
cirkels naar een punt onder de overlappende cirkel van de muzikaliteit. Daar waar het muzikale
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
11
gehoor en het muzikaal voorstellingsvermogen het proces van uitvoeren en/of het proces van
creëren verrijken. Wij zijn daarom van mening dat naast creativiteitsontwikkeling bij muziek ook
muzikaliteitsontwikkeling een belangrijke rol speelt en dat die twee niet per definitie hetzelfde zijn.
Uiteindelijk streven we bij zowel muziek creëren als uitvoeren naar een muzikale ontwikkeling van de
leerling.
Creativiteit Creativiteit Creativiteit Creativiteit
Voor het creëren van muziek is het volgens ons wel zinvol om het creatief proces uit ‘Cultuur in de
Spiegel’ te hanteren, maar hierbij wijzen we tevens op de procesgerichte didactiek van Karin Kotte
(Kotte, 2017). Voor het uitvoeren van muziek zou meer onderzoek moeten worden gedaan naar de
processen die hierbij een rol spelen.
Kunstgoed Erfgoed en de procesgerichte didactiek
Wat betreft deskundigheidsbevordering is het volgens ons van belang dat getracht wordt de potentie
van het hele team op het gebied van de kunsten zo optimaal mogelijk te benutten. Kunstgoed
Erfgoed is dan ook een aanzet om leerkrachten op individueel niveau te stimuleren hun eigen
talenten in te zetten en op teamniveau de kennis en vaardigheden te delen. Daarbij merken we op
dat een deskundigheidstraject onder leerkrachten alleen binnen de school vruchten afwerpt als
rekening wordt gehouden met de wensen van de leerkrachten, hun mogelijkheden en beperkingen.
De mate waarin dit in de workshops voor leerkrachten meer of minder docent-gestuurd kan
gebeuren, hangt sterk af van de mate waarin leerkrachten zich vertrouwd voelen met de
gehanteerde kunstdiscipline. Daarom kan het zijn dat een stappenplan in dit kader beter past dan
een meer leerling-gestuurd proces. Hieronder lichten we dit verder toe aan de hand van het
procesgerichte werken, zoals Karin Kotte dit hanteert. Kotte (Kotte, 2017) biedt in haar
‘Procesgerichte didactiek, de basis van cultuureducatie met kwaliteit’ naar ons idee een praktisch
toepasbare werkwijze voor het hanteren van het creatief proces in relatie tot
creativiteitsontwikkeling. Volgens haar bevindt de procesgerichte didactiek zich in het midden tussen
productgerichte didactiek en vrije expressie. Kotte (Kotte, 2017, p. 10)zegt hierover: ’Bij de
ambachtelijke of productgerichte didactiek ontneem je leerlingen de kans om de wereld zelf te
ontdekken en uit te vinden. Keuzes zijn al voor ze gemaakt, oplossingen al bedacht. Bij de vrije
expressie is er vaak zoveel ruimte dat het risico ontstaat dat de kinderen terugvallen op hun veilige
referentiekader waardoor de resultaten overwegend clichématig zullen zijn. De ontwikkeling
stagneert halverwege de basisschool. De generatie die nu voor de klas staat, is zich vaak niet bewust
van hun eigen kunstzinnige potentieel omdat ze vroeger al overtuigd zijn geraakt van het feit dat ze
‘het niet kunnen’ of ‘niet in zich hebben’.
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
12
Bron: Kotte, K. 'Procesgerichte didactiek'.(2017), oorspronkelijk 'Laat maar zien', Onna, J. Jacobse
Hieruit volgt volgens haar dat de leerkracht moet werken aan een betekenisvolle opdracht of
probleemstelling waarin het creatief proces van oriënteren, onderzoeken, uitvoeren en evalueren
centraal staat. Dit sluit aan bij het door de SLO (SLO, 2014) gehanteerde creatieve proces. Maar ook
tijdens dit creatieve proces moet er altijd ruimte zijn voor het aanleren van vaardigheden en
technieken. Verder is Kotte (Kotte, 2017)voorstander van een geleide beweging van leerkracht-
gestuurd naar leerling-gestuurd in dit proces. Wanneer de leerkracht in dit proces te snel overstapt
naar heel intensief leerling-gestuurd, zullen de resultaten tegenvallen. Kotte (Kotte, 2017, p. 17)
merkt hierover op ‘procesgericht werken kan zowel leerkracht- als leerling-gestuurd worden
aangeboden. Ergens in het midden kan ook. Dat wordt ook wel: gedeelde sturing genoemd.’
Gedeelde sturing is volgens ons voor de raamworkshops van Kunstgoed Erfgoed een belangrijk
uitgangspunt. Immers voor zowel leerkrachten als leerlingen geldt dat zij vaak nog enigszins
zoekende zijn als het gaat om het vrijelijk inzetten van hun creatieve talenten. Te veel vrijheid kan
juist afremmen, te veel sturing eveneens. Daarom proberen wij in ons Kunstgoed Erfgoed ergens in
het midden te gaan zitten. Dit betekent dat er in deze workshops ook met stappenplannen gewerkt
kan worden, maar dan wel stappenplannen die ruimte laten aan het invlechten van de eigen inbreng
van leerlingen en leerkrachten.
Kunstgoed Erfgoed en de attitude van leerkrachten
In de kunst pedagogische visie Samen van Jantien Bijvoet staan daarnaast 11 punten beschreven die
voor leerkrachten het uitgangspunt zouden moeten vormen voor goede kunstlessen. (Bijvoet, 2018,
p. 6) Uit deze punten kunnen voor de juiste attitude de volgende uitgangspunten worden afgeleid:
- De wereld om ons heen is continu in beweging, dat geldt ook voor een klas met kinderen.
Zorg dat je met de klas meebeweegt, zodat de kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Dit betekent niet dat er geen kaders zijn, kaders geven koers en houvast, maar juist het
afwijken ervan kan een interessante en leerzame leerroute opleveren. Om op de leerroute te
blijven is het belangrijk dat je als docent altijd het eindpunt in de gaten houdt en de juiste
vragen stelt.
- Door de constante beweging van de wereld om ons heen, is het nu meer dan ooit belangrijk
om als leerkracht ook in beweging te blijven. Er moet niet alleen voor de kinderen een
inspirerende leeromgeving zijn, ook leerkrachten moeten kansen krijgen en deze benutten
om op de hoogte te blijven van de veranderende wereld om hen heen. Daarvoor kunnen ze
gebruik maken van kennis van buitenaf, maar ook van de expertise van collega’s.
- Om kritisch te blijven kijken naar wat je doet en waarom je iets doet en jezelf te kunnen
verbeteren is evalueren van essentieel belang. Een evaluatie voor jezelf, met collega’s, maar
ook met de kinderen, kan nieuwe inzichten opleveren of bestaande inzichten bevestigen.
Evaluatie draagt daardoor ook bij aan de ontwikkeling van goed (kunst)onderwijs.
Zijn deze uitgangspunten allemaal haalbaar in de trainingsdag Kunstgoed Erfgoed? Uiteraard ligt dit
aan het type leerkracht dat meedoet, maar geprobeerd is wel om deze uitgangspunten mee te
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
13
nemen in het ontwerp van de raamworkshops. Wij gaan er namelijk vanuit dat vooral leerkrachten
met extra feeling voor bepaalde kunstdisciplines, type 2 (Bijvoet, 2018, p. 14) aan de workshops
deelnemen. Bij de aanmelding worden leerkrachten gestimuleerd om de kunstdiscipline te kiezen die
het beste bij hen past. Hiervoor worden globale richtlijnen gegeven. Wij hopen dat het
enthousiasme en de uitbreiding van hun kennis en expertise vervolgens doorwerken in de rest van
het team en dat de opgedane kennis met elkaar wordt gedeeld. In hoeverre dit zal lukken, zal
achteraf uit een evaluatie moeten blijken.
2.3 Het belang van erfgoededucatie Veel scholen geven aan dat zij graag aan de slag willen met erfgoed uit de eigen omgeving van het
kind. Kinderen leren hierdoor om waardering te krijgen voor hun eigen en andermans omgeving en
het prikkelt hen om na te denken in de betekenis van erfgoed in hun eigen context. Door
erfgoedonderwijs te benaderen vanuit de kunsten, creëren we een extra betekenislaag en worden er
mogelijkheden geboden om erfgoed anders te bekijken, anders te verbinden en in een ander daglicht
te bezien. Het eigen verhaal van de kinderen kan ermee verteld worden.
Erfgoed Gelderland omschrijft volgens ons het belang van erfgoedonderwijs heel treffend: ‘Erfgoed
kun je zien als een spiegel van onze cultuur; het laat zien hoe het verleden ons heden heeft
vormgegeven. Overal waar je kijkt is erfgoed te zien. De landschappen, gebouwen, voorwerpen en
verhalen om ons heen zijn door de tijd gevormd en vertellen iets over wie we waren en (willen) zijn.’
Zoals in het voorgaande beschreven, zijn wij van mening dat kinderen door erfgoededucatie leren om
hun eigen omgeving te waarderen en daardoor in aanraking komen met de vraag ‘wat is de betekenis
van dit cultureel erfgoed voor mij in mijn eigen context?’ Dit is ook de reden waarom scholen belang
hechten aan erfgoedonderwijs, met name erfgoedonderwijs dat betrekking heeft op erfgoed uit de
directe omgeving. Zij geven aan dat zij het belangrijk vinden dat leerlingen hun eigen erfgoed leren
kennen, waarderen en daarnaast de betekenis die dit voor henzelf heeft, leren ontdekken.
In de kerndoelen voor het primair onderwijs wordt het doel van erfgoed als volgt omschreven:
Kerndoel 56 : De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten
van cultureel erfgoed
In aansluiting op de leerlijn erfgoed van de SLO ‘Nieuw elan voor kunstzinnige oriëntatie in het
primair onderwijs - praktische hulpmiddelen’. (SLO, 2014) leggen wij in Kunstgoed Erfgoed de nadruk
op onderstaande elementen uit de streefcompententies die bij deze leerlijn horen:
- Leerling leert betekenis geven aan cultureel erfgoed en kan de betekenissen van anderen
spiegelen aan de eigen betekenisgeving.
- De leerling kan zijn brononderzoek vanuit cultureel erfgoed, wereld-oriëntatie en
kunstzinnige vakdisciplines gebruiken als inspiratiebron voor eigen betekenisgeving,
waardeoordeel of idee.
- De leerling kan een vertaling maken van zijn onderzoek naar een eigen betekenisgeving van
het cultureel erfgoed met betrekking tot het heden en hij verbeeldt zijn onderzoek via de
kunstvakdisciplines.
- De leerling kan zijn (nieuwe) betekenis in verschillende media presenteren (individueel of
samen met anderen).
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
14
- De leerling kan laten zien dat hij enige kennis, inzicht en waardering heeft in de betekenis
van cultureel erfgoed voor mensen van vroeger en nu.
Voor zowel onderbouw als bovenbouw geldt dat wij gekozen hebben voor een gemeenschappelijk
erfgoedthema, dat benaderd wordt vanuit verschillende invalshoeken, waaronder kunstdisciplines.
Zie hiervoor ook de indeling van Eisner die Haanstra weergeeft in het hoofdstuk ‘Integratie van
kunstvakken’ (Haanstra, 2009) Daarnaast gaan wij uit van een bredere basis waarin plaats is voor:
verkenning van het eigen erfgoed op locatie, lessen van de eigen leerkracht, zowel qua achtergrond
over het thema als de koppeling met verschillende kunstdisciplines en zo mogelijk aanvullingen in de
vorm van ‘verhalenvertellers’ en externe deskundigen op het gebied van erfgoed en kunsteducatie
en professionele kunst. Uitgangspunt is dat er in ieder geval aan een zekere kennisbasis wordt
gewerkt ten aanzien van het erfgoed-thema, waaraan daarna de verschillende verwerkingen vanuit
de narratieve kunstdisciplines gekoppeld worden. Deze kennisbasis verschilt per leerjaar, per school
en culturele omgeving. De school bepaalt zelf welke narratieve kunstdiscipline in welke klas voor de
verwerking wordt gekozen. Het thema wordt afgesloten met een ontdekkingstocht voor
medeleerlingen, ouders, wijk en dorp. Zo wordt een terugkoppeling gemaakt naar de eigen omgeving
waaruit het erfgoed-thema afkomstig is.
Vanaf groep 5 sluiten de erfgoed-thema’s bij voorkeur aan op de landelijke en regionale canons van
www.entoen.nu
Voor de onder-en bovenbouw bepaalt de school zelf hoe zij de gemeenschappelijke erfgoed
kennisbasis invullen. We stimuleren daarbij wel dat scholen variatie in de activiteiten aanbrengen.
Hieronder doen we een aantal aanbevelingen:
a. Koppel het erfgoed-thema zoveel mogelijk aan de eigen context en ervaringen van
de leerling. Betrek hierin ook verhalen van familieleden en wijk- en dorpsbewoners.
b. Laat de leerlingen het erfgoed ook fysiek beleven. Breng bijvoorbeeld een bezoek
aan een plaatselijk museum, ga naar het strand, bezoek de plekken die een rol spelen
in de ontstaansgeschiedenis van dit erfgoed.
c. Laat leerlingen na een introductie zelf het erfgoed verder onderzoeken. Dit kan
digitaal, maar ook fysiek en in gesprekken met anderen. Laat leerlingen hun
ontdekkingen delen met andere leerlingen en wellicht ook met ouders en wijk- en
dorpsbewoners
d. Laat leerlingen met elkaar het bezochte of ervaren erfgoed bespreken. Wat vonden
ze ervan? Hoe hebben ze het ervaren? Wat voor gevoel hadden ze erbij?
e. Zorg voor afwisseling in individuele activiteiten, samenwerking in kleine groepen en
activiteiten met de hele klas of school. Dit laatste kan bijvoorbeeld in de vorm van
een presentatie, tentoonstelling, rondleiding door de leerlingen zelf……
f. Maak daar waar mogelijk gebruik van eerder ontwikkelde werkvormen en
materialen, zoals uit ‘Reizen in de tijd’ van Erfgoed Gelderland en ‘Erfgoed à la carte,
den Helder’ van Plein C.
g. Gedurende het hele project is er ruimte voor reflectie.
h. Laat leerlingen in hun kunstzinnige verwerking door middel van de narratieve
kunstdisciplines hun eigen verhaal vertellen met betrekking tot het erfgoed-thema.
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
15
2.4 Good Practice
In veel regio’s zijn erfgoedprojecten ontwikkeld. Wij hebben er een aantal bekeken en geven
hieronder een beknopte omschrijving van twee daarvan, namelijk ‘Reizen in de tijd’ van Erfgoed
Gelderland en ‘Erfgoed al la carte’ uit Helder.
2.4.1 Good Practice ‘Reizen in de tijd’ van Erfgoed Gelderland
Erfgoed Gelderland heeft een leerlijn erfgoedonderwijs ontwikkeld die zich richt op het ontdekken
van het eigen cultureel erfgoed en de betekenis daarvan voor de leerling zijn eigen context. Hiervoor
worden veelvuldig digitale middelen ingezet. Een deel van deze middelen zouden ook goed
toepasbaar kunnen zijn voor andere erfgoedprojecten. Uitgangspunten van deze good practice zijn:
o Vakoverstijgend, interactief, diverse werkvormen
o Doorlopende leerlijn
o Vanaf groep 5 gekoppeld aan tijdvakken www.entoen.nu
Wat is bruikbaar van dit erfgoedproject?
De lessenseries gaan uit van lessen gegeven door de eigen leerkracht, digitaal lesmateriaal, bezoek
aan instelling of bezoek van een deskundige in de klas en zo mogelijk een workshop door een
vakdocent. Voor Kunstgoed Erfgoed is vooral de digitale gereedschapskist die bij dit project hoort
interessant. Daar waar deze digitale middelen niet al te specifiek op het thema van Erfgoed
Gelderland gericht zijn, laten zij ruimte voor gebruik bij andere erfgoedprojecten. Volgens ons zijn de
volgende onderdelen bruikbaar in andere erfgoedprojecten:
- Opdrachten voor het maken van erfgoedspellen, zoals memory en andere
combinatiespellen. Deze opdrachten bieden de leerlingen de mogelijkheid om zelfstandig en
op een speelse manier kennis over het erfgoed te ontwikkelen en dit in de vorm van een
spel met andere leerlingen te delen.
- Opdrachten die werken met historische landkaarten en hedendaagse google-maps. Dit
materiaal is vooral geschikt voor de bovenbouw. Het biedt leerlingen de mogelijkheid om te
onderzoeken hoe hun eigen omgeving in de loop van de tijd veranderd is. Wat was er
vroeger wel wat er nu niet meer is en andersom.
- Digitale games ‘Richt het in’ en ‘Wie wat bewaart….’ Deze games leiden niet zozeer tot
reflectie of uitgebreid onderzoekend leren, maar bieden wel de mogelijkheid om leerlingen
te motiveren voor erfgoed en te enthousiasmeren middels computergames. Ze kunnen
gebruikt worden als speels intermezzo in combinatie met bijvoorbeeld kennisverwerving
over erfgoed in de eigen omgeving.
Hierbij kan nog een kanttekening geplaatst worden. Schrandt en Van Vliet onderzochten in hoeverre
computerspellen (Schrandt, 2017) een zinvolle aanvulling zijn op de leerlijn ‘Reizen in de Tijd’ van
Erfgoed Gelderland en kwamen tot een aantal conclusies en aanbevelingen: leerlingen zijn positief
over het werken met de computerspellen. De spellen sluiten aan bij de belevingswereld en de
leerstrategieën van leerlingen. Ook verwerven de leerlingen nieuwe kennis, maar deze is beperkt en
wordt onvoldoende geplaatst in de persoonlijke context. Leerlingen reflecteren nauwelijks op hun
eigen handelen.
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
16
We kunnen concluderen dat het materiaal dat door Erfgoed Gelderland is ontwikkeld ten dele
bruikbaar is voor erfgoedprojecten die voortvloeien uit Kunstgoed Erfgoed. Het gebruik hiervan is
sterk afhankelijk van het gekozen lokale erfgoed, maar de andere digitale tools die Erfgoed
Gelderland toevoegt, kunnen wel degelijk van belang zijn.
2.4.2 Good Practice ‘Erfgoed a la Carte Den Helder´
Helderse basisscholen en tien erfgoedinstellingen uit de omgeving, Bureau Erfgoededucatie Noord-
Holland ( Plein C) en de Onderwijsbegeleidingsdienst Noord-West zijn in 2004 een
samenwerkingsverband gestart onder de naam ´Erfgoed al la carte den Helder’. Het doel van dit
project is scholen te stimuleren het erfgoed in de omgeving structureel in te zetten in het onderwijs,
zoals in de kerndoelen voor ´oriëntatie op jezelf en de wereld´ beschreven staat. Hiervoor zijn 9
tijdvakkisten ontwikkeld, met materiaal over het leven in Den Helder en omgeving in alle historische
tijdvakken. Uitgangspunt voor deze good practice is het vakoverstijgend en interactief werken met
gebruikmaking van diverse werkvormen.
Wat is bruikbaar van dit erfgoedproject?
De negen tijdvakkisten zijn zo opgebouwd, dat in iedere kist het thema wordt behandeld aan de hand
van de onderwerpen wonen, werken, bewoners, omgeving, vervoer en voedsel. In elke kist zit een
tijdvakplaat, een voorleesverhaal, verkleedkleren, kinderboeken, en een verzameling historische
bronnen, zoals beeld- en geluidsfragmenten, foto’s, tekeningen, voorwerpen en historische
documenten. In de handleiding bij de kisten zitten lessuggesties, excursies en tips voor de leerkracht.
Alhoewel de kisten duidelijk zijn gemaakt vanuit het Helderse erfgoed, zijn er opdrachten die ook
ingezet zouden kunnen worden als verdieping en-of uitwerking in een andere omgeving. Bovendien
zijn de thema’s wonen, werken, bewoners, omgeving, vervoer en voedsel in iedere erfgoed omgeving
bruikbaar. De handleidingen met lesmateriaal voor leerkrachten zijn via www.doedebieb.nl vrij
toegankelijk.
We kunnen concluderen dat het materiaal dat voor ‘Erfgoed a la Carte Den Helder’ is ontwikkeld ten
dele bruikbaar is voor erfgoedprojecten die voortvloeien uit Kunstgoed Erfgoed. Het gaat dan om de
meer algemene opdrachten uit de tijdvakkisten die voor de gemeenschappelijke basis Kunstgoed
Erfgoed ingezet kunnen worden. Voor Den Helder kan Kunstgoed Erfgoed een goede en eigentijdse
aanvulling zijn op de tijdvakkisten. Er mist in ‘erfgoed a la Carte Den Helder’ namelijk een stukje
digitale geletterdheid en uitwerking vanuit de narratieve kunstdisciplines.
2.5 Gehanteerde werkvormen, vaardigheden en technieken
In Kunstgoed Erfgoed worden een aantal werkvormen gehanteerd die hieronder nader worden
toegelicht. Verder is voor de workshop muziek bewust gekozen voor het domein componeren.
2.5.1 Visible Thinking Routines
Tijdens de eerste workshop ‘Verkenning van het erfgoed-object’ worden ‘Visible Thinking Routines’
gebruikt, een set vragen die het denkproces van leerlingen op gang brengt en meer inzichtelijk
maakt. Visible Thinking routines is een methode die ontwikkeld is door David Perkins (Ritchhart, R.
& Perkins, D. 2008) van Harvard graduate school of education in ‘Project Zero’ en eveneens
beschreven wordt in ‘Visible Thinking Routines to Engage Students and Check for Understanding’
door Ivine, R. (Irvine, 2017) Het is een flexibel en systematisch op onderzoek gebaseerd conceptueel
raamwerk, waarin de ontwikkeling van het denken van leerlingen wordt geïntegreerd met het
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
17
inhoudelijk leren over verschillende onderwerpen. De Visible thinking Routines helpen leerlingen
goed te leren kijken, ideeën goed te organiseren en zorgvuldig te beargumenteren en helpen
daarnaast om te reflecteren op wat ze bedacht hebben. De werkwijze van Visible Thinking Routines
gaat volgens Irvine( Irvine, 2017) uit van drie basisvragen:
- ‘What do you see?
- What do you think about what you see?
- What does it make you wonder?’
2.5.2 De keuze voor Componeren als betekenisvolle activiteit
In ‘Componeren als betekenisvolle activiteit in de basisschool’ breekt Michel Hogenes (Hogenes,
2017)lans voor componeren als reguliere en betekenisvolle klassenactiviteit, omdat er in het
Nederlandse muziekonderwijs nauwelijks aandacht is voor zelf muziek ontwerpen door leerlingen. Hij
komt tot het volgende stappenplan
1. Creëren van een gemeenschappelijke basis
2. Genereren van ideeën en schrijven van de compositie.
3. Presentatie en uitgave of opname
Met dit model zou iedere leerkracht in staat moeten zijn met leerlingen muziek te componeren.
Volgens Hogenes (Hogenes, 2017) is de veronderstelde kracht van dit pedagogische model, dat het
betekenisvol muzikaal leren bij basisschoolleerlingen kan worden versterkt.
Dit artikel over Componeren in de klas biedt voor vakdocenten wellicht voldoende
aanknopingspunten om tot een praktische uitvoering te komen, voor leerkrachten menen wij dat er
een concreter kader moet worden geschapen. Daarom zullen onze raamworkshops erop gericht zijn
dat leerkrachten zonder al te veel extra inspanning zelfstandig met componeren in de klas aan de
slag kunnen gaan.
2.5.4 Het gebruik van de 21e eeuwse vaardigheden
Het huidige cultuuronderwijs moet naar ons idee aansluiten bij de 21e eeuwse vaardigheden,
aangezien dit vaardigheden zijn die essentieel zijn voor de ontwikkeling van de leerling, vaardigheden
die in het basisonderwijs ook voor andere vakken worden gehanteerd. Om tot een zinvolle
verwerking te komen hebben leerlingen kennis nodig van kunst, cultureel erfgoed en media, in
combinatie met sociale en vakspecifieke vaardigheden. Daarnaast spelen vaardigheden als creatief
denken, probleem oplossen en kritisch denken in Kunstgoed Erfgoed een belangrijke rol. Niet voor
niets wordt ingespeeld op het gebruik van multimedia-technieken zoals QR-codes. Leerlingen groeien
op met deze nieuwe technieken, zij zijn ermee vertrouwd, het is hun belevingswereld. Daar willen we
met Kunstgoed erfgoed op aansluiten en hopelijk is een belangrijk neveneffect hiervan dat
erfgoedonderwijs enigszins ontdaan kan worden van het soms wat stoffige imago dat het nog vaak
heeft. In Kunstgoed Erfgoed zijn de volgende vaardigheden verwerkt:
- Creatief denken
- Kritisch denken
- Creatief denken
- Probleem oplossen
- Computational thinking
- Informatie-vaardigheden
- Communiceren
- Samenwerken
- Sociale en culturele vaardigheden
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
18
- Zelfregulering
Bron: http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/21 1
2.6 Ontwerpcriteria Om tot workshops te komen, die voor leerkrachten ondersteunend en versterkend zijn met
betrekking tot de inzet van hun eigen kwaliteiten in de kunstlessen en die hen tevens uitdagen en
prikkelen, hebben we een aantal ontwerpcriteria op een rij gezet. Deze zijn onder te verdelen in:
a. Algemene criteria
b. Praktische criteria
c. Kunst-pedagogische criteria
d. Muziek-pedagogische criteria
Algemene criteria
- Het materiaal moet te gebruiken zijn op alle basisscholen, dus het moet aansluiten bij een
breed scala aan kunstpedagogische uitgangspunten.
- De workshops moeten leerkrachten enthousiasmeren, inspireren, uitdagen, prikkelen en
stimuleren om hun eigen talenten met overtuiging in te zetten voor cultuuronderwijs.
- Door deze workshops maken leerkrachten kennis met de talenten van hun collega’s, leren zij
deze meer waarderen en krijgen zij een indruk van de mogelijkheden die dit biedt voor de
eigen school en het eigen team.
Praktische criteria
- De workshops hebben de vorm van een raamworkshop. Dit betekent dat iedere school de
cultuur-educatieve verwerking kan verbinden aan het eigen cultureel erfgoed uit de naaste
omgeving.
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
19
- De workshops moeten de leerkracht praktische handvatten geven om zelf één of meerdere
lessen te verzorgen waarin de verbinding wordt gemaakt tussen erfgoed en ten minste één
van de kunstdisciplines.
- De workshops moeten ertoe leiden dat ook leerkrachten en scholen die niet veel tijd en
energie kunnen of willen steken in cultuuronderwijs verleid worden om aan de hand van de
bijgeleverde lesbrief hun nieuwe vaardigheden m.b.t. één van de kunstdisciplines in een
erfgoedproject op school in te zetten.
- Het materiaal waar in de workshops mee gewerkt wordt moet voor alle scholen toegankelijk
zijn. Dit heeft vooral consequenties voor de keuze van bijvoorbeeld digitale
componeerprogramma’s voor muziek.
- Leerkrachten van dezelfde school die verschillende workshops volgen moeten zoveel
mogelijk de gelegenheid hebben om de presentaties van hun eigen teamgenoten bij te zien.
Kunstpedagogische criteria
- De leerling kan een eigen kunstzinnig verhaal maken waarin hij samen met anderen
betekenis geeft aan het cultureel erfgoed met betrekking tot het heden en verleden en hij
verbeeldt dit via de narratieve kunstdisciplines
- Uitgangspunt voor de workshops is het creatief proces, zoals gehanteerd door de SLO (
stichting Leerplanontwikkeling)Omdat dit bij veel scholen al bekend is en gehanteerd wordt
in het kader van CMK2
- Er wordt in zoverre aangesloten bij authentieke kunsteducatie dat er zoveel mogelijk gebruik
gemaakt wordt van het cultureel erfgoed uit de eigen omgeving en kennismaking met
gerelateerde professionele kunst uit die naaste omgeving .
- Binnen de workshops neemt naast de ontwikkeling en het gebruiken van het eigen talent ook
het samenwerken met anderen een belangrijke plaats in.
- Aangezien het hier slechts om een workshop gaat van beperkte omvang en er gestreefd
wordt naar maximale toepasbaarheid binnen de eigen school, zal er gewerkt worden met
min of meer concrete stappenplannen per workshop.
- Tijdens de workshops staat het proces centraal, hoewel er wel naar een product in de vorm
van een ontdekkingstocht wordt toegewerkt.
- Om draagvlak en praktische toepassing binnen het team te vergroten moeten schoolteams
de kans krijgen om onder leiding van een deskundige samen te reflecteren op de eigen
resultaten van de workshops en op die van collega’s.
Muziek-pedagogische criteria
- Plezier in muziek maken staat voorop. De opdrachten en werkvormen moeten daarom speels
en uitdagend zijn en leiden tot een bevredigend klinkend resultaat.
- Tijdens de workshops voor muziek zal de nadruk op het domein componeren/noteren liggen.
Dit betekent niet dat de andere domeinen: zingen, spelen, luisteren, bewegen, geheel buiten
beeld blijven, maar juist (digitaal)componeren wordt door veel leerkrachten als lastig
ervaren. Om het werken met componeren voor de docenten een heldere structuur te geven
zullen wij het door Michiel Hogenes (Hogenes, 2017) gemaakte stappenplan uit
‘Componeren als betekenisvolle activiteit in de basisschool’ meenemen bij het ontwerpen
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
20
van de raamworkshop muziek. Wij zullen echter dit stappenplan een concreter kader geven,
zodat het voor basisscholleerkracht beter praktisch toepasbaar is.
- Voor componeren met een klas zullen als basis in korte tijd op een efficiënte manier enkele
nieuwe vaardigheden aangeleerd moeten worden. Dit vraagt om een duidelijke
overzichtelijke structuur.
3. Workshops Kunstgoed Erfgoed De trainingsdag bestaat uit 4 onderdelen die op zichzelf het creatief proces volgen.
Onderdeel Fase Creatief proces
Inhoud Opmerkingen
rondleiding oriënteren Rondleiding op erfgoedlocatie door erfgoed professional
Groepssamenstelling op basis van indeling 2e workshopronde
1e workshopronde onderzoeken Verkenning van het erfgoed; onderzoeken van het eigen erfgoedobject en de relatie tot de erfgoedlocatie
Groepssamenstelling zie 2e workshopronde
2e workshopronde uitvoeren 2 Workshops dans 2 Workshops theater 2 Workshops multimedia 2 Workshops muziek
Groepssamenstelling per discipline, indeling A groep 3,4,5, B groep 6,7,8
3e workshopronde evalueren Ontdekkingstocht, kennismaken met de alle erfgoed-objecten en verwerkingen op de erfgoedlocatie Reflectie en evaluatie in schoolteams
Schoolteams, kleine scholen gekoppeld
3.1 rondleiding op erfgoedlocatie De rondleiding is voor alle disciplines hetzelfde. De rondleiding volgt de route die later ook gelopen
zal worden, maar dan zijn er erfgoed objecten aan toegevoegd met een kunstzinnige uitwerking die
aan een QR code is gekoppeld. De rondleiding vindt plaats in groepen, waarvan de samenstelling
overeen komt met de indeling van workshop 1 en 2. Tijdens deze rondleidingen worden er indien
mogelijk acteurs ingezet om het historisch kader ervaarbaar te maken. Onder deze acteurs bevinden
zich enkele ‘depotmedewerkers’, die tevens bij de ontvangst en het uitzoeken van erfgoed-objecten
zullen assisteren. De rondleiding wordt uitgevoerd door een erfgoeddeskundige van de erfgoed-
locatie, deze kan eventueel zelf de rol van ‘depotmedewerker’ op zich nemen.
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
21
3.2 Workshopronde deel 1: Verkenning erfgoed-object Deze workshopronde is voor alle disciplines hetzelfde.
Samenstelling groep: de groepssamenstelling voor workshopronde deel 1 en deel 2 is hetzelfde,
omdat er gewerkt wordt met dezelfde subgroepen.
Beginsituatie: Voorafgaande aan deze workshop is er een inleiding/rondleiding geweest op de
erfgoedlocatie. ( 1e fase: Oriënteren, creatief proces) De workshop vindt plaats ergens op /bij deze
erfgoedlocatie
Doelstelling: Deelnemers onderzoeken een zelf gekozen erfgoed-object daarbij komen de volgende
aspecten aan bod:
- Uiterlijk erfgoed-object
- Eigenschappen erfgoed-object
- Het (eigen)verhaal achter het erfgoed-object
- Kennis over het erfgoed-object
- Relatie van het erfgoed-object tot elementen uit de omgeving
- Betekenis van het erfgoed-object voor de deelnemer
Benodigde Materialen: een aantal (losse) extra erfgoed-objecten, mobiele telefoon of tablet met app
voor het maken van QR-codes. Eén groot vel papier per groep waarop alle aantekeningen gemaakt
worden, stiften, pennen, vlaggetjes met groepsnummers.
Opdrachtkaarten 1 en 2, Ontdekkingskaart per subgroep.
N.B. *Grote vel Papier met daarop verwerking van de opdrachten 1 en 2 gaat met de subgroep mee
naar Workshopronde deel 2.
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
22
Creatief proces
Workshop -inhoud workshopleider Materialen en middelen
Vervolg Oriënteren Onderzoeken Reflecteren Intermezzo vaardigheden Vervolg onderzoeken
Erfgoed-object kiezen uit depot - Verdeling in subgroepjes, 3-4 personen - Ieder subgroepje haalt één erfgoed-object uit
het depot dat prikkelt, verbaast, nieuwsgierigheid oproept of ….uit het zogenaamde depot . Objecten worden niet aan de rest van de groep getoond.
- Waarnemen: ( Visible Thinking Routines). Geef onderstaande opdrachten op opdrachtkaart 1:
1. Schrijf 10 dingen op die je ziet 2. Wat is de functie van het object? 3. Wat is het mogelijke verhaal achter dit object? 4. Welke sfeer roept het object bij je op?
Verder zoeken
- Noteeer 3 dingen die je over het object wilt weten.
- Ga op zoek naar de antwoorden Terugkoppeling naar de groep:
- Subgroepen verwoorden hun ervaringen - Feedback door de groepsleden
Praktisch – vaardigheden Docent geeft korte instructie voor het maken van een QR-code bij het object Vaardigheden toepassen Subgroepjes maken een QR-code voor het eigen object Relatie van object met de omgeving Het erfgoed-object moet een plek krijgen in de ontdekkingstocht.
- Inventariseer met de gehele groep wat de keuze voor een plek kan bepalen:
o kleur, vorm, o geschiedenis, o tegenstelling o …..
- Geef de volgende opdrachtkaart (2) aan de subgroepen:
o Ga met de subgroep op zoek naar een geschikte plek ( binnen de ruimte van de ontdekkingstocht) en plaats daar je vlaggetje en maak een foto met je
Instructie en indeling in groepen Begeleiding groepen, coaching, niet te veel sturen. Gesprek leiden Instructie geven Coaching Gesprek leiden, Noteren opties Opdracht verstrekken Coaching
Erfgoed-objecten Doeken Opdrachtkaart 1 *Groot vel papier per groep, stiften *Papier, pen, laptop, tablet, internet Tablet of telefoon Layar app PPT met instructie Whiteboard of digibord Opdrachtkaart 2 Vlaggetje met nummer Ontdekkingskaart
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
23
Reflectie
telefoon van de plek en noteer de plek op de ontdekkingskaart.
o Noteer 3 eigenschappen van de plek. Waarom kiezen jullie deze plek? Noteer 3 motivaties.
o Houd deze informatie binnen je eigen subgroep, nog niet uitwisselen! Laat het object er nog niet staan, neem het mee naar de volgende ronde!
Wat hebben deelnemers geleerd/ervaren in dit workshop deel 1?
- Vraag deelnemers om individueel in drie woorden weer te geven hoe ze dit eerste deel van de workshopdag hebben ervaren
- Groepsgesprek: delen van ervaringen en feedback van de groepsleden uit andere subgroepen.
*N.B. Grote vel Papier met daarop verwerking van de opdrachten 1 en 2 gaat met de subgroep mee naar Workshopronde deel 2.
Gesprek leiden
*Papier, stiften, pen Post-its, pennen evaluatievel voor hele groep
3.3 workshopronde deel 2 In de tweede workshop worden de resultaten uit de eerste workshop verder uitgewerkt en toegespitst op de verschillende kunstdisciplines. Per discipline is er een workshop voor leerkrachten voor groep 3,4,5 en één voor leerkrachten voor groep 6, 7,8. Hieronder geven we eerst een globaal overzicht van de raamworkshops voor dans, theater en multimedia. Daarna volgen de uitgewerkte raamworkshops voor muziek.
3.3.1 Globale omschrijving raamworkshop dans/theater/multimedia
3.3.1.1 dans, vertel je eigen verhaal!
Tijdens de workshops dans kan de leerkracht handvatten krijgen om het gekozen erfgoed met de
leerlingen te verdiepen, verrijken en creatief te verwerken door de eigen verbeelding. Onderstaande
ideeën zouden aanbod kunnen komen:
Het verhaal achter het erfgoed-object Leerlingen geven op een dansante wijze een eigen verwerking aan het verhaal achter het
erfgoedobject. Dit doen zij door zich te verplaatsen in de tijd dat het object werd gebruikt en door
gebruik te maken van de sfeer die het erfgoedobject oproept. Hulpvragen hiervoor zouden kunnen
zijn: Hoe zou het object gebruikt zijn? Wie gebruikte het? Waarom werd het gebruikt en Welke sfeer
hoort bij die situatie? Vervolgens zou de resultaten hiervan verder gewerkt kunnen worden aan de
hand van de volgende vraag: Wat zijn de kenmerken van die sfeer, bijvoorbeeld donker en zwaar of
licht en luchtig. Welke bewegingen en muziek zouden daarbij passen? In deze sfeer kunnen
vervolgens de andere verhaalelementen verder verwerkt worden.
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
24
Overige didactische elementen die voor de dansdocent belangrijke zijn om in de workshop te betrekken, zijn: ruimte, kracht en tijd.
Ruimte: In welke ruimte zou het object hebben gestaan en hoe zou het object zich hebben verhoudt tot de ruimte?
Kracht: Hoe beweeg ik? Maar in dit geval hoe zou het erfgoed object bewegen, als het zou kunnen bewegen.
Tijd: Uit welke tijd komt het erfgoedobject, hoe bewogen de mensen zich toen? Het element kracht kan individueel of met een groep uitgewerkt worden met één erfgoedobject, maar er kunnen ook meerdere dansant uitgewerkte objecten achter elkaar geplaatst worden. Dans, muziek en multimedia zouden gekoppeld kunnen worden om tot een videoclip te komen.
3.3.1.2 theater, vertel je eigen verhaal!
Tijdens de workshops theater kan de leerkracht handvatten krijgen om het gekozen erfgoed met de leerlingen te verdiepen, verrijken en creatief te verwerken door de eigen verbeelding. Onderstaande ideeën zouden aanbod kunnen komen: - Deelnemers geven op een theatrale wijze informatie over het erfgoedobject - Deelnemers maken bij het door hen gekozen erfgoedobject een theatrale performance. Ze
laten zich hierbij inspireren door het erfgoed. Dit kunnen ze uitwerken met decor, kleding enz. En er zou hierbij een samenwerking kunnen zijn met multimedia, de performance zou vast gelegd kunnen worden, als onderdeel van een rondleiding.
- Personages bedenken hun eigen verhaal rondom het erfgoed object. Eventueel uit verschillende periodes. Verschillende verhalen uit verschillende periodes kunnen tegenover elkaar geplaatst worden. Hoe reageren ze op elkaar, wat ontstaat hieruit?
- Als je niet weet wat het voor erfgoedobject is, hoe zou het gebruikt kunnen zijn? Dit wordt theatraal uitgewerkt.
- Quiz maken bij het erfgoed object, was dit om: A.B.C. en de bijbehorende antwoorden uitspelen.
- Verhaal bij een object, wat heeft dit object meegemaakt of gezien? - Zelf nog extra objecten bedenken rondom het gekozen erfgoed object, die objecten spelen
en tot leven laten komen.
3.3.1.3 multimedia, vertel je eigen verhaal
Tijdens de workshops multimedia kan de leerkracht handvatten krijgen om het gekozen erfgoed met de leerlingen te verdiepen, verrijken en creatief te verwerken door de eigen verbeelding. Onderstaande ideeën zouden aanbod kunnen komen:
- leerlingen maken een informatieve en/of creatieve VLOG bij/over het erfgoedobject. - Leerlingen maken foto’s bijvoorbeeld in de vorm van tableaux vivants uitgaande van hun
erfgoed-object - Leerlingen maken een stop-motion filmpje uitgaande van hun erfgoed-object - Ook kunnen bij andere kunstdisciplines ontwikkelde producten in deze VLOG’s verwerkt
worden. Denk daarbij aan dans, composities en drama-verwerkingen. Op die manier krijgt een project een meer interdisciplinair karakter. Het vraagt echter wel om een hele zorgvuldige planning binnen de school.
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
25
3.3.2 Raamworkshop muziek groep 3,4,5. Vertel je eigen verhaal!
Omdat het niveau verschil tussen de groepen 3,4,5 behoorlijk groot zijn, zullen we, in deze workshop, wijzen op verschillende differentiatiemogelijkheden. Centraal staat de verbinding van erfgoed middels de eigen verbeelding met componeren. De subgroepen uit de vorige ronde werken hiervoor verder met het door hen gekozen erfgoed-object. De leerkrachten onderzoeken in de subgroepen klankeigenschappen en -mogelijkheden. Ze houden zich bezig met het luisteren naar en herkennen van klanken, ideeën creëren, schrijven en reviseren. Beginsituatie: Docenten hebben affiniteit met muziek, hebben enige muzikale basis en zijn op dit moment (op welke manier dan ook) bezig met muziek in de klas. Doelstelling: Het verdiepen, verrijken een muzikale compositie verwerken van het gekozen erfgoed-object door de eigen verbeelding. Een eerste aanzet tot leren componeren. Materialen: Papier, stiften, (school)muziekinstrumentarium, tablet, laptop, telefoon, behangpapier, krijt
Creatief proces
Workshop -inhoud workshopleider Materialen en middelen
Oriënteren Onderzoeken
Introductie – warming up: maken van geluiden en klanken bouwsteen 1 Als warming up zijn er een aantal opdrachten die je met de leerlingen al ruim voor het erfgoed project kan doen, zodat zij vertrouwd raken met het experimenteren met geluiden. Doe dit met de leerlingen niet vlak voor de componeeropdracht, anders hebben ze een te overheersend voorbeeld.
- Deelnemers zijn stil en luisteren naar de
geluiden in de omgeving. Doe een geluid dat je hebt gehoord na. Laat om de beurt aan elkaar horen.
- Deelnemers bedenken een eigen geluid. De geluiden laten ze achter elkaar horen op volgorde van kring. Zo ontstaat een eerste compositie. De Workshopleider geeft verschillende variaties aan waar aan gedacht kan worden, denk aan:
Hoog/laag Hard/zacht Snel/langzaam Erfgoed object als uitgangspunt - individuele opdracht De docenten hebben tijdens de gezamenlijke introductie een erfgoed-object gekozen, dat gebruikt wordt in de volgende fase. Ze gaan in de deze fase brainstormen, verzamelen van ideeën op een divergente manier.
- Gebruik de vellen van opdracht 1 en 2 uit
Uitleg geven Leiden muzikale activiteit Leiden muzikale activiteit Uitleg geven, Voorbeelden
Vellen workshop ronde 1
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
26
Ontwerpen en Uitvoeren
de eerste workshop ronde - Bespreek met je groep de bevindingen
wat betreft het erfgoed stuk uit workshop ronde 1.
- Per groep zouden de volgende aanvullende vragen nog aanbod kunnen komen: *Wat zie je, voel je, ruik of hoor je aan/bij het gekozen erfgoed- object? *Wat is er opvallend aan het gekozen erfgoed object?? *Welke sfeer roept het gekozen erfgoed object bij jezelf op? *Waar moet je aan denken bij het gekozen erfgoed object?
- Geef individueel aan deze gedachten woorden
- Bespreek in subgroepen je gedachten/aantekeningen. Differentiatie: in plaats van woorden kun je aan je gedachten ook in kleine schetsjes weergeven.
Compositie maken aan de hand van het erfgoed object:
- Oefen hiervoor eerst gezamenlijk met de groep hoe je geluiden zou kunnen weergeven in een beeldpartituur.
- Welke geluiden passen bij het gekozen erfgoed object? Maak keuzes uit de ideeën van de vorige opdracht. Haal het belangrijkste eruit, convergeren.Iedereen uit de groep bedenkt/componeert één (of meerdere) geluid(en). Deze geluiden worden aan elkaar gekoppeld. Differentiatie:
- Dit kan vocaal(met de stem) - (school) instrumentaal - Maak een tekening bij ieder geluid(en)(beeldpartituur) - Plaats deze tekeningen achter elkaar en oefen dit. Verander de volgorde totdat je als groep tevreden bent. Differentiatie: Kijk naar hard/zacht snel/langzaam een geluid meerdere keren herhalen.
Vastleggen/uitvoeren
coaching Onderwijsleergesprek coaching Leiding/coachin
Papier, potloden, stiften. Digibord Schoolinstrumentaria Stukken behangpapier, stiften, krijt…etc. Tablet, laptop, telefoon
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
27
evalueren
• Als iedereen tevreden is leg je je getekende compositie digitaal (audio/video)vast in volgorde waarop je gaat spelen.
• Je maakt een audio- of videopresentatie van je compositie, zodat deze gekoppeld kunnen worden aan de eerder gemaakte QR-code.
• Je bent vrij om bij de presentatie van je compositie een eigen performance te maken.
Reflectie op eigen en andermans werk binnen de eigen discipline: Is het muziekstuk geworden zoals je dacht? Heb je de juiste instrumenten/stemmen? Heb je overal het goede ritme? Klopt de notatie?
g geven aan opname moment Gesprek leiden
3.3.3 Raamworkshop muziek groep 6,7,8. Vertel je eigen verhaal!
Beginsituatie: leerkrachten hebben affiniteit met muziek, zijn in staat zelf lessen te verzorgen aan de
hand van een muziekmethode. Leerkrachten hebben workshop deel 1 gevolgd en daarin onderzoek
verricht naar een erfgoed-object dat het uitgangspunt vormt voor workshop deel 2.
Doelstelling: leerkrachten verrijken en verdiepen hun eigen kijk op erfgoed en maken in subgroepen
een muzikale creatieve verwerking aan de hand van het gekozen erfgoed-object door gebruikmaking
van de eigen verbeelding. Leerkrachten kunnen met eenvoudige digitale tools een korte compositie
samenstellen die past bij het gekozen erfgoed-object.
Benodigde Materialen: tablet of laptop, apps: - Apple: Garageband - Windows: google-songmaker en ikcomponeer ( metropole-orkest),
Boomwhackers, diverse ritme-instrumenten, klankstaven, keyboards. *Groot vel papier uit workshop 1 per subgroep met aantekeningen
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
28
Creatief proces
Workshop -inhoud workshopleider Materialen en middelen
Orienteren Onderzoeken Uitvoeren
Introductie – warming up: bodysounds en stem bouwstenen 1
- Kringopstelling, deelnemers staan - body-percussion, docent doet onderstaand
ritme, A-deel, voor. Deelnemers doen na, herhalen
- Bouwstenen: opdracht twee aan twee ritme bedenken van 2x 4 tellen(als boven, of twee maten 4 tellen hetzelfde)
- uitvoeren in Rondovorm: A, B, A, C, D, A….. bouwstenen 2( + stem): 4 tellen
- docent begint, groep imiteert. Vervolgens deelnemer, 1 groep imiteert etc. Voeg in 1e maat evt. bodypercussie toe: clap clap, shoulder, shoulder, 2e maat vrije invulling(+ stem) bij erfgoed-object.
Demo: bouwstenen in componeertools Zeer korte introductie, nadruk op bouwsteen, maat, weergave in blokjes:
- Google-songmaker: toon 1 maat ingevuld met twee componenten
- Ableton: idem - Garageband: idem ( blokstructuur gebruiken!) - Ikcomponeer, Metropole( werkt iets anders)
frases. Experimenteren met tool Subgroepen kiezen één van de aangereikte componeer tools uit om mee aan de slag te gaan: experimenteren en leren. Subgroepen die dit onderdeel moeilijk vinden, kunnen een stappenkaart pakken en aan de hand daarvan verder experimenteren, evt. met extra coaching.
1. Verbeelden, docent geeft opdracht: - Subgroepen kiezen 4 kenmerkende
elementen( bijv. sfeer), tegenstellingen en/of wetenswaardigheden van het erfgoed-object, zie * groot vel papier
- Componeer tenminste 4 bouwstenen, meer mag van 1 of 2 maten van 4 tellen
Leiden muzikale activiteit coaching leiden muzikale activiteit Uitleg geven, Voorbeelden coaching korte instructie coaching
PPT Tablets, laptops, componeertools Stappenkaart per tool *vel papier, Tablet, laptop, instrumenten Digitale tool
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
29
evalueren
- Zorg voor een opbouw van het muzikale verhaal:
o Begin, sfeertekening o Midden muzikale verhaal, toewerken
naar climax o Eind, afronding
- Verwerk de 4 bouwstenen hierin d.m.v. de digitale tool, stem en geluiden opnemen kan bij sommige programma’s wel, andere niet
2. Mp3 of video maken en achter QR-code
plaatsen - Korte instructie voor plaatsen achter QR-code - Uitvoeren - Subgroepen laten het resultaat aan elkaar
horen/zien Reflectie op eigen en andermans werk
- Hoe is het maakproces verlopen? - wat was lastig, wat ging goed, wat zou je
volgende keer anders doen? - Is het resultaat volgens verwachting?
Korte instructie gesprek leiden
Tablet, laptop, telefoon
3.4 Workshopronde deel 3: Ontdekkingstocht , reflectie en evaluatie Deze workshopronde is voor alle disciplines hetzelfde. Samenstelling groep: in schoolteams, kleinere teams worden gecombineerd. Beginsituatie: Voorafgaande aan deze workshop hebben alle deelnemers in subgroepen tijdens
workshopronde 2 een kunstzinnige verwerking gemaakt bij het gekozen erfgoed-object. De erfgoed-
objecten hebben een plek gekregen in de ruimte die aangewezen is voor de ontdekkingstocht en zijn
voorzien van een QR-code waar de kunstzinnige verwerking achter zit.
Doelstelling: Leerkrachten ondernemen de ontdekkingstocht alleen of in groepjes en kunnen samen
met hun team reflecteren op hun ervaringen, de uitkomsten van zichzelf en anderen en de (nieuwe)
mogelijkheden die na deze trainingsdag ontstaan zijn voor de eigen school. Daarnaast bespreken zij
op welke wijze zij nieuwe kennis en vaardigheden op het gebied van de kunsten en erfgoed in het
team kunnen delen en hoe zij gebruik kunnen maken van elkaars expertise.
Benodigde Materialen: mobiele telefoon of tablet om QR-codes te scannen. Een flapover, stiften, post-its. Routekaart met reflecterende vragen voor de ontdekkingstocht.
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
30
Creatief proces
Workshop -inhoud workshopleider Materialen en middelen
Ontdekken Reflectie en evaluatie
Ontdekkingstocht Alle deelnemers ondernemen individueel of in groepjes de ‘Ontdekkingstocht’. Zij hebben daarvoor een routekaart waar ook 4 vragen op staan (antwoorden op post-its):
- Wat verwondert of verrast mij op deze ontdekkingstocht?
- Waarover wil ik meer weten en waarom? - Wat heb ik zelf ervaren bij het creëren? - Wat zou ik graag met anderen uit mijn team
willen delen? Reflectie in teams
- Bij binnenkomst plakt iedereen zijn post-its op de vier grote flapover-vellen. Ieder vel correspondeert met een van bovenstaande vragen:
o verwondering/verrassingen, o vragen, o zelf creëren o delen
- Verwonderingen/verrassingen: Noem één ding wat je verwonderde of waardoor je verrast werd tijdens je ontdekkingstocht. ( hierbij wordt niet op elkaar gereageerd)
- Vragen: De gespreksleider vraagt wie aan iemand anders een vraag heeft n.a.v. de ontdekkingstocht. Deelnemers vanuit de verschillende workshopdisciplines beantwoorden deze vragen voor zover mogelijk, nog geen discussie
- Zelf creëren: N.a.v. reacties op de flap-over voert de gespreksleider het gesprek over de ervaringen van de deelnemers t.a.v. het creëren en het gebruik van hun talenten.
o Denk je dat je het geleerde in de workshop makkelijk zelf in de klas kan inzetten?
o Heb je meer handvatten gekregen om de kunstdiscipline zelf te geven?
o Is je expertise op het gebied van de gekozen kunstdiscipline vergroot?
- Delen: N.a.v. reacties op de flap-over voert de gespreksleider het gesprek over de volgende items:
o Wat kunnen je teamgenoten voor jou betekenen?
o Wat kun jij voor je teamgenoten
Onderneemt individueel de ontdekkingstocht en maakt foto’s van objecten( met nummer) en locatie Gespreksleider Gespreksleider leidt gesprek en koppelt terug naar flapovers N.B . heb hierbij ook aandacht voor de toegevoegde waarde en betekenis voor de deelnemers van de kunstzinnige creatieve verwerking en het narratieve karakter
Telefoon, tablet Post-its Pennen, stiften Digibord en/of flapover
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
31
betekenen? o Hoe implementeer je het geleerde in
erfgoed-projecten in je eigen school?
Afronding
4. Reflectie
4.1 Reflectie Jantien Om te beginnen ben ik erg trots op het kunsteducatief product dat Lieke en ik samen hebben
ontworpen en vormgegeven. Ik denk dat we met dit product echt iets kunnen betekenen voor het
meer op de kaart zetten van erfgoed onderwijs. Bovendien hebben we het zo gemaakt dat
basisschool leerkrachten er zelf mee aan de slag kunnen, waardoor de kans dat het ook
daadwerkelijk wordt gebruikt groot is. Door verschillende kunstdisciplines aan het erfgoed onderwijs
`te hangen` hebben we bovendien een product gemaakt dat nieuw, verfrissend en vakoverstijgend is.
De samenwerking tussen mij en Lieke is erg goed verlopen. We delen uiteraard dezelfde muzikale
achtergrond, maar hebben ook hetzelfde arbeidsethos, geen half werk, maar dingen oppakken, aan
de slag gaan en naar de best van ons kunnen vormgeven. Wij hebben hierin elkaar ook goed
aangevuld, ik werk vooral in de praktijk met de docenten, Lieke zit daarboven, heeft meer een
helicopterview en meer zicht op het `theoretische` gedeelte.
Het ontwerpen van het kunst educatief product is voor mij ook een zeer goed leerproces geweest, ik
miste de basis van de eerste Master werkplaats, maar ben door Lieke enorm geholpen en bijgestuurd
waar nodig. Ik heb veel geleerd op het gebied van schrijfstijl, bronvermelding en onderbouwing. Naar
mijn idee heb ik daardoor een hele goede stap gezet in mijn ontwikkeling.
Tot slot wil ik nog de meerwaarde van onze `Kep-groep’ benoemen. Die bestond namelijk niet alleen
uit mij en Lieke, maar ook Sander Daams zat in onze groep. Hij heeft ons waardevolle feedback en
tips gegeven, die ons de goede kant op hielpen en inspireerde. Het is fijn dat iemand die met een
grotere afstand naar je kunst educatieve product kijkt, je van advies en ideeën voorziet. Kortom er
een frisse kijk op geeft.
4.2 Reflectie Lieke Hoewel dit werkstuk een enorme klus was, zeker als je het in het kader van je opleiding naast je
werk doet, heb ik veel voldoening gehaald uit het maken van dit kunsteducatief product. Ik vind het
altijd heerlijk om iets te kunnen creëren, een nieuwe vorm voor iets te kunnen ontwikkelen of
nieuwe verbindingen te leggen. Dat hebben we in dit werkstuk naar hartenlust gedaan: het creëren
van een nieuw concept voor een workshopdag , een nieuw product waarin nieuwe verbindingen
tussen erfgoed en narratieve kunstdisciplines gelegd worden. Het was ook bijzonder fijn om dit
samen met Jantien te kunnen doen. Maar er zaten meer leerzame kanten aan het uitwerken van dit
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
32
kunsteducatief product. In mijn werk ben ik gewend om bij het ontwikkelen van nieuwe werkwijzen,
concepten en projecten vooral praktisch en concreet te zijn. Tijdens het werken aan Kunstgoed
Erfgoed is daar een extra laag aan toegevoegd, die van het nadenken over ‘het waarom’ en niet
alleen over ‘het wat’ en ‘het hoe’.
Visie-ontwikkeling Aanvankelijk had ik bij mijn intake wel een visie, maar ik zie nu, dat de dingen die daarin staan nog
niet echt gegrond waren op een kunstpedagogische onderbouwing. De visie in ontwikkeling die ik
voorafgaande aan dit kunsteducatieve product heb geschreven, is daartoe een eerste aanzet. Tijdens
het maken van Kunstgoed Erfgoed heb ik verder nagedacht over onderdelen van deze visie, zoals die
met betrekking tot muziekonderwijs. Dit heeft voor mij opgeleverd dat ik nu voor muziekonderwijs
mijn meer intuïtieve bezwaren ten aanzien van de relatie tot het creatief proces, die ik overigens ook
bij andere muziekdocenten herkende, beter kan verwoorden. Al denkend ben ik voor mezelf tot een
voor dit moment bruikbaar model gekomen. Dit model zou in de toekomst zeker nog verder
ontwikkeld kunnen worden.
Samenwerking met Jantien De samenwerking met Jantien was prima: zeer inspirerend en stimulerend. Het werk dat Jantien
momenteel doet, heb ik zelf ook een tijd lang gedaan. Op dit moment werk ik niet meer in de klas,
maar ondersteunend op schoolniveau. Ook door onze opleidingen, hoewel verschillend, delen we
dezelfde soort inzichten en qua kennis en vaardigheden vullen we elkaar aan. Dit alles vormt volgens
mij voor dit kunsteducatieve product een ijzersterke combinatie. Qua persoonlijkheden zijn we
daarnaast ook een goede combinatie: we delen hetzelfde enthousiasme, dezelfde werkhouding en
drive en betrokkenheid bij leerlingen en onderwijs. We hebben uiteindelijk hetzelfde doel:
cultuureducatie op een hoger plan brengen en daarbij het plezier van leerlingen en leerkrachten
voeden.
Relatie Kunstgoed Erfgoed en De Kunstbeweging Kunstgoed Erfgoed zou in de toekomst wellicht als concept gebruikt kunnen worden voor
activiteiten die wij vanuit De Kunstbeweging voor leerkrachten organiseren. Afgelopen jaar hebben
we een culturele markt georganiseerd voor culturele aanbieders en scholen. We hopen deze dag in
de toekomst uit te kunnen breiden met activiteiten voor leerkrachten gericht op
deskundigheidsbevordering. In dat kader zou het concept van Kunstgoed Erfgoed gebruikt kunnen
worden voor een soort symposium, gekoppeld aan een thema.
Rol van de KEP-groep Het werkstuk is een gezamenlijk product van Jantien en mij, maar daarnaast zat ook Sander Daams in
de KEP-groep. Ook de KEP-groep werkte heel inspirerend en we hebben met veel plezier
samengewerkt. Het is mooi dat Sander vanuit een andere werksituatie komt, maar wel werkt voor
het basisonderwijs net als Jantien en ik. Dit heeft waardevolle bijdrages, opmerkingen en inzichten
opgeleverd. We hebben elkaar op een positieve manier gestimuleerd en geprikkeld. Lang leve deze
KEP-groep!
Ondersteuning door Gudrun Deze ondersteuning was voortreffelijk. Het was heel plezierig dat we onze ideeën en probeersels
steeds konden delen en daarop bruikbare feedback kregen. Dit voorkomt dat je een eind op weg
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
33
bent en uiteindelijk niet goed bezig bent. Het geeft richting, is heel leerzaam en levert een beter
product op. Wat mij betreft heeft dit positief bijgedragen aan de groei die ik in dit leerproces heb
doorgemaakt. Zonder deze wisselwerking was die groei voor mij beslist kleiner geweest.
Rol van de Col Voor ons was de COL in dit proces wat minder van belang. Het was juist de KEP-groep waar we veel
aan hebben gehad. We hebben in de COL wel een oriënterende activiteit uitgeprobeerd. Dit startte
wat lauw, misschien vanwege het tijdstip, maar leverde wel op dat de meeste medestudenten het
een hele leuke werkvorm vonden, die voor hen nieuwe inzichten bood. Iedereen moest er blijkbaar
even inkomen.
Tot slot wil ik nog opmerken dat het werken aan dit kunsteducatief product voor mij een hele
positieve ervaring is geweest, waarin ik op een plezierige manier veel heb geleerd en waardoor ik ook
het gevoel krijg dat ik voor mijn werk een steeds meer solide fundament aan het bouwen ben.
3. bronnen Bijvoet, J. (2018). Kunstpedagogische visie Samen. Callantsoog.
De Winter, M. (2000). Beter maatschappelijk opvoeden. Beter maatschappelijk opvoeden. Assen: Van
Gorcum.
Dewey, J. (2011). Het kind en het curriculum. In J. Dewey, Over onderwijs, opvoeden en burgerschap.
Uitgeverij SWP bv.
Haanstra, F. (2009). Intergratie van kunstvakken: literatuuroverzicht. In T. K. Hagen, Grenzen aan
samenhang (pp. 51-58). Amsterdam: AHK.
Hogenes, M. (2017). Componeren als beteknisvolle activiteit in de basisschool. Cultuur+Educatie nr.
47 jaargang 16, 131-148.
Irvine, R. (2017). Visible thinking routines to engage students and check for understanding (Vol.
Vol.25 Issue 2). Ethos.
Kotte, K. (2017). Procesgerichte didactiek, de basis van cultuureducatie met kwaliteit. Overijssel:
Rijnbrink.
Ritchhart, R. & Perkins, D. (2008, februari). Making Thinking Visible. Educational Leadership. Vol.65,
nr.5., 57-61.
Schrandt, B. v. (2017). Reizen in de tijd; evaluatie van een cultureel computerspel in het
basisonderwijs. Cultuur en Educatie 47, jaargang 16, 168-193.
SLO, s. l. (2014). Nieuw elan voor kunstzinnige oriëntatie in het primair onderwijs - praktische
handreiking voor leerkrachten. Enschede: SLO Enschede.
Master KE, MWP2, kunst-educatief ontwerp
Jantien Bijvoet: 382341; Lieke Wartena, 188397
34
SLO, s. l. (2014). Nieuw Elan voor kunstzinnige oriëntatie in het primair onderwijs-praktische
hulpmiddelen. Enschede: SLO Enschede.
van Heusden, B. (2010). Cultuur in de spiegel. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.
Wartena, L. (2018). Kunstpedagogische visie, De pedagogische meerstemmigheid van cultuureducatie
in het primair onderwijs. Assen.
Graduate School of Education at Harvard University. Project Zero. http://www.pz.harvard.edu/projects/visible-thinking Erfgoed Gelderland. Reizen in de tijd. http://www.reizenindetijd.nl/didactisch-kader/ Erfgoed Den Helder, Erfgoed a la carte Den Helder. http://www.doedebieb.nl/primair-onderwijs/erfgoed-projecten/50-primair-onderwijs/erfgoed-a-la-carte-den-helder Fonds voor Cultuurparticipatie. Subsidies Cultuureducatie met Kwaliteit 2017-2020. http://www.cultuurparticipatie.nl/subsidies/cultuureducatie-met-kwaliteit-2017-2020.html Stichting Leerplan Ontwikkeling. De publicatie Cultuur in de Spiegel en het Leerplankader kunstzinnige oriëntatie. Notitie. https://www.lkca.nl/primair-onderwijs/leerlijnen/~/media/439ccd95101b42edb91f7b06e7e5d13f.ashx