Visies op modern infra-ondernemerschap

20
ONGEBAANDE WEGEN visies op modern infra-ondernemerschap

description

Beschikbaar gesteld door collega vereniging MKB-Infra

Transcript of Visies op modern infra-ondernemerschap

Page 1: Visies op modern infra-ondernemerschap

ONGEBAANDE WEGEN

visies op modern infra-ondernemerschap

Page 2: Visies op modern infra-ondernemerschap

Colofon

Uitgave: MKB Infra,

www.mkb-infra.nl,

tel: (0318) 54 49 05

Copyright © 2014 MKB Infra, Veenendaal

Tekst en vormgeving: Arie Grevers (atotz communicatie)

Fotografie: Kees Stuip Fotografie

Productie: Benny Lammers (lammersDtp)

Page 3: Visies op modern infra-ondernemerschap

Wie heeft tegenwoordig nog tijd boeken te lezen, zelfs als het maar een heel klein boek-je is? Iedere auteur of uitgever zal natuurlijk zeggen dat zijn of haar boek uniek is en heel bijzonder en dat die twee eigenschappen meer dan voldoende zijn om een uitgave te rechtvaardigen. Ook ik ontkom er dus niet aan te benadrukken hoe waardevol de uitga-ve is die u nu in handen hebt. MKB Infra, de brancheorganisatie van on-dernemers in de grond-, weg- en waterbouw die in 2006 het licht zag, nam enkele jaren na haar geboorte het initiatief aansluiting te zoeken bij de wereld van de wetenschap, op-drachtgevers, politiek en ingenieursbureaus. Niet door een gesprek hier en een kennisma-king daar, maar door een aantal prominenten te vragen zitting te nemen in een adviesraad die de leden van MKB Infra op alle mogelijke manieren ondersteunt in hun zoektocht naar nieuwe kansen en mogelijkheden. We hebben vier zeer inspirerende en gepas-sioneerde experts gevonden, allen acterend op sleutelposities, waardoor ze in staat zijn om op persoonlijke titel en dus niet gehinderd door protocollen ons met hun kennis en in-zichten te verrijken. Het is typisch zo’n boekje

Voorwoord

dat je in één keer uitleest, omdat de heren snaren raken, die reiken tot in het hart van onze bedrijfsvoering.

Daan Stuit, voorzitter MKB Infra

Page 4: Visies op modern infra-ondernemerschap

Denk globaal, acteer lokaal,

werk samen en houd de

eindgebruiker in het vizier.

De slimme mkb-ondernemer

ent zijn beleid op deze

uitgangspunten.

Aldus Hubert Habib,

directeur Grontmij.

Kennis delen

Hubert Habib behaalde te Parijs zijn titel MSc Civiele Tech-niek aan Ecole Nationale des Ponts et Chaussées. Hij is project-manager geweest op tal van spraakmakende internationale pro-jecten en is lid van vele adviesraden, waaronder die van MKB Infra. In 1995 gaat hij aan de slag bij de Grontmij Groep, waar hij sinds 2012 directeur Transportation en Asset Management is.

Page 5: Visies op modern infra-ondernemerschap

‘Ons advies- en ingenieursbureau is ook een mkb-be-

drijf,’ zegt Hubert Habib. Maar de Grontmij Groep is toch

een onderneming, die wereldwijd 7000 mensen op de

loonlijst heeft staan? Daarbij denk je niet onmiddellijk aan

een bedrijf uit het midden- en kleine segment. Wat bedoelt

Habib?

‘Bij elk project waarvoor wij gevraagd worden, zijn we met

een team betrokken dat beslist niet groter is dan het ma-

nagementteam van een gemiddeld mkb-bedrijf. Dat team

verdiept zich behalve in de feitelijke opdracht, ook in om-

gevingsfactoren en de lokale bouwcultuur. En waar nodig

zoeken we partners die de lacunes in onze kennis opvullen.

Bijvoorbeeld bedrijven die goed zijn ingevoerd in de lokale

netwerken. Want er zijn beïnvloeders die niets met de fi-

nanciering van het project te maken hebben, maar als ze

dwarsliggen, kan een project op de tocht komen te staan of

op zijn minst vertraagd worden. Sociale engineering – hoe

krijg je een project geaccepteerd door de samenleving – is

tegenwoordig misschien wel belangrijker dan technische

engineering.

De opgaven van vandaag zijn complex. Die complexiteit

gaan onze projectteams te lijf met vergaarde ‘wereldkennis’

en partners. Samen met hen kunnen we opdrachtgevers op

maat bedienen en zijn we in staat hen te begeleiden in de

complexe processen bij de totstandkoming van projecten.’

Ook de uitvoerende aannemers staan in deze tijd

voor complexe uitvragen, zegt Habib. Even een prijs maken

op basis van een volledig uitgewerkt bestek en tekening

komt nog wel voor, maar wordt een zeldzaamheid. ‘Als je

de complexiteit van de eigentijds uitvragen niet begrijpt,

veroordeel je jezelf tot de uitvoering van werken, die onder

een raw-bestek van de hand gaan. Dat lijkt voor sommi-

ge bedrijven misschien veilig, maar dat is het op den duur

zeker niet, want op een enkele uitzondering na zullen in

de toekomst verreweg de meeste werken onder een geïn-

tegreerd contract uitgevoerd worden. De klant wil via one

stop shopping integrale oplossingen voor zijn wensen. Vaak

weet de klant niet eens wat hij precies wil en verwacht hij,

dat je hem bijstaat in de zoektocht naar de juiste oplossing.

‘Partnership, beheer van de raakvlakken, omgevings­management en communicatie’

Page 6: Visies op modern infra-ondernemerschap

Daarvoor moet je door zijn bril kunnen kijken en – als daar

sprake van is – de eindgebruiker in het vizier houden. Wees

proactief en anticipeer op de uitdagingen van de toekomst.

De onderhouds- en gebruikskosten, bijvoorbeeld, gaan be-

palend worden voor de gunning van werken. Verdiep je in

de levenscyclus van het object. Haal er een partij bij die alles

weet van materialengedrag of van financieringsconcepten.

Als je twintig jaren geleden een wasmachine kocht, kreeg

je vijf jaren onderhoud gratis. Als je nu een onderhoudscon-

tract voor tien jaren tekent, mag je de wasmachine gratis

meenemen. Dat is toch iets om over na te denken.

Ook als je uitsluitend onderaannemer wilt zijn, moet

je op zijn minst weten hoe je moet acteren in complexe

processen. Ben je in staat een reële risicoanalyse te maken?

Kun je omgaan met projectbeheerssystemen? Je kunt alleen

sterk zijn in een niche, als je ook de raakvlakken van die

niche begrijpt. Als de wereld om je heen inmiddels denkt

in krachtige lijm en jij bent nog steeds uitsluitend gespeci-

aliseerd in schroeven, dan hebben ze jou niet meer nodig.

Een ondernemer prijst zichzelf uit de markt als hij of zij de

uitdaging van de complexiteit niet aangaat.’

En die uitdaging ga je volgens Habib aan door de ont-

wikkelingen op terrein van aanbestedingen op de voet te

volgen en door in te schrijven bij uitvragen onder innovatie-

ve contractvormen, want van de praktijk leer je het meest.

Maar waar haal je de overall kennis vandaan om in te spe-

len op de uitdagingen? ‘Houd contact met universiteiten, hogescholen en kennis-

instellingen. Haal jonge, ambitieuze mensen naar je bedrijf

en bezoek congressen. Wissel kennis uit met collega’s en

steek je licht eens op bij aanpalende disciplines. Kortom,

wees nieuwsgierig en durf je kennis te delen. Tot mijn ver-

bazing echter zie ik nog weinig aannemers uit het mkb-seg-

ment – niet als gast en niet als spreker – op de congres-

sen die ertoe doen, terwijl er toch voldoende ideeën leven.

Maar mkb-aannemers willen die ideeën graag afschermen

en voor zichzelf houden. Dat was vroeger misschien zinvol,

want met dat ene goede idee of die bijzondere uitvinding

‘Europese opdrachtgevers zitten met smart te wachten op mkb­allianties’

Page 7: Visies op modern infra-ondernemerschap

kon je het verschil maken bij aanbestedingen. Maar als je

jouw inzichten deelt op de aangewezen platforms, dan zien

in één klap vele opdrachtgevers en potentiele partners dat

jij een bedrijf bent van deze tijd, die kennis deelt en bereid

is samen te werken om de beste waarde te verschaffen,

best value procurement. Door te delen en samen te werken

kom je in deze tijd veel verder dan door de kaarten tegen

de borst te houden.’

Het behoort vanzelfsprekend te zijn dat de technisch

kennis perfect moet zijn en dat de afspraken nagekomen

dienen te worden. Daar hoef je het eigenlijk niet eens over

te hebben, meent Habib. ‘Technisch vákmanschap, inter-

actie en communicatie met de omgeving, daar draait alles

om. Proactief communiceren met opdrachtgevers, overhe-

den, natuurbeheerders, waterschappen, omwonenden, met

belangengroepen en in het bijzonder communiceren met de

partners die samen met jou het werk uitvoeren. Daar gaat

het om en daar schuilt ook de kracht van het mkb. Want

eigenlijk zijn deze bedrijven daar erg goed in. Van oudsher

zijn ze immers verankerd in lokale en regionale netwerken.

Het is alleen zaak om de kunst van het communiceren ver-

sneld op een hoger niveau te brengen. De kansen voor het

mkb-segment zijn enorm, want overal in Europa zitten de

opdrachtgevers op hen te wachten. Zij zien allang dat sa-

menwerkende mkb-aannemers een aanwinst zijn op een

markt, waar nu nog de grote concerns domineren. Allianties

van kleine tot middelgrote ondernemingen zijn goed voor

innovatie en competitie. Vier keer 25% is meer dan 100%.’

Ben je in staat een reële risicoanalyse te maken? Kun je omgaan met projectbeheerssystemen?

oreet dui. Nul lam feugi­

at, met us id vanatus

Page 8: Visies op modern infra-ondernemerschap

Erik Ziengs was 22 jaren – tot 2010 – directeur van zijn eigen Drentse onderneming De Waard Sport en Reklame. Altijd al is hij een actieve VVD-er geweest, die pal staat voor de belangen van de mkb’er. De successen in de gemeenteraad van Assen en voor de afdeling Drenthe brachten hem in de Tweede Kamerfractie van zijn partij. Ook steunt hij zijn vrouw Mieke bij de aansturing van haar kapperszaak.

VVD-parlementariër Erik Ziengs ontleent zijn inzich-ten aan praktijkervaring en aan contacten met onder-nemers. Bijvoorbeeld: betrek medewerkers, wees onder-scheidend en zoek nieuwe wegen samen met andere ondernemers.

Kansen creëren

Page 9: Visies op modern infra-ondernemerschap

Ziengs definieert een typische mkb-ondernemer als

een baas met tien tot dertig medewerkers, die hij persoonlijk

kent. Ziengs: ‘Ze dragen de economie, zorgen voor lokale en

regionale werkgelegenheid en steunen de plaatselijke vereni-

gingen. En natuurlijk willen ze er zelf ook wijzer van worden.

Dit zijn de ondernemers voor wie ik me met ziel en zaligheid

inzet. Neem de discussie over een half jaar doorbetalen na

ontslag. Gelukkig hebben we dat kunnen afwenden. Want,

als mkb-ondernemers het moeilijk hebben, zie je toch vaak

dat er eerst lange tijd ingeteerd wordt op het eigen vermo-

gen, voordat er ontslagen vallen. Ondernemers moeten hun

eigen boontjes doppen, daar zijn ze ondernemer voor. Maar

je kunt ze niet straffen door aan hen een soort ‘boete’ op te

leggen als ze ten einde raad mensen moeten ontslaan.’

Die groep, die zo belangrijk is voor de economie, ver-

dient kansen en een belangrijke plaats in de politieke afwe-

gingen, vindt Erik Ziengs. Hij voegt de daad bij het woord en

wordt actief in lokale en provinciale gremia van de VVD om

in 2010 toe te treden tot de fractie van de Tweede Kamer. De

oud-ondernemer ontpopt zich in het parlement als bevlogen

pleitbezorger van mkb-zaken. Hij viel middenin de discussie

over de Aanbestedingswet.

Ziengs: ‘Ik heb toen in de aanloop naar de wet een amende-

ment ingediend waardoor zelfverklaring afdoende is als men

niet over alle certificaten beschikt om mee te dingen naar

overheidsopdrachten. Dan moet je denken aan keurmerken

en certificaten over dierenwelzijn, milieu en gebaseerd op so-

ciale overwegingen. Het behalen van die certificaten is tijdro-

vend en voor een gemiddelde mkb-ondernemer een enorme

belasting. Maar als je ze niet hebt, kun je niet inschrijven op

overheidsopdrachten. Dankzij het amendement hebben ze nu

de mogelijkheid om op een eigen en innovatieve wijze een

gelijkwaardige invulling te geven aan de aanbestedingsei-

sen. En later heb ik samen met Carola Schouten van de CU

het amendement ingediend om de proportionaliteitsgids deel

te laten uitmaken van de Aanbestedingswet.’

Nu de Aanbestedingswet van kracht is, wil Ziengs de

uitwerking in de praktijk op gezette tijden toetsen. Ziengs: ‘In

‘Transparantie is van deze

tijd’

Page 10: Visies op modern infra-ondernemerschap

‘Wees niet te bescheiden over je kwaliteiten’

het verleden is herhaaldelijk bewezen dat een wet anders uit

kan pakken dan voorzien. Dit zag je bijvoorbeeld bij de Wet

Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). Een

akkerbouwer zou elke keer een klic-melding moeten doen,

als hij zijn ploeg in de grond zet. Dat is natuurlijk absurd. Om

maar aan te geven: als politicus hoop je een probleem op te

lossen, maar regelgeving maakt de praktijk soms alleen maar

complexer. Daarom ben ik voortdurend in gesprek met be-

drijven en geloof ik in terugkoppeling en kruisbestuiving. Ik juich de monitoring van de Aanbestedingswet die MKB Infra

nu halfjaarlijks doorvoert, van harte toe, want er kan nog

wel wat verbeterd worden. Het is bijvoorbeeld nog moeilijk

om met meerdere mkb-bedrijven een alliantie te vormen en

mee te doen bij overheidsaanbestedingen, omdat elk bedrijf

afzonderlijk over de gevraagde ervaringen moet kunnen be-

schikken. Ook op zulke punten kun je als politicus misschien

net het verschil maken. De doelstelling was per slot van rekening, dat overheidsaanbestedingen toegankelijker zou-

den worden voor kleine en middelgrote ondernemers.’

Welke punten wil Ziengs in zijn hoedanigheid als lid van

de adviesraad onder de aandacht brengen van de leden van

MKB Infra? Ziengs: ‘Laat ik dat vertellen door te beginnen

met een verhaal over de kapperszaak van mijn vrouw, een

klein en overzichtelijk bedrijf met negen medewerkers. Loon-

kosten vormen veruit de grootste variabele kostenpost. In

een tijd dat de zaken niet goed liepen heeft mijn vrouw alle

medewerkers bij elkaar geroepen om samen te brainstormen

over de toekomst. Ze legde alle cijfers op tafel, waardoor de

kapsters konden begrijpen waarom verandering noodzakelijk

was. Doorgaan als reguliere kapperszaak zou onherroepelijk

leiden tot verdere achteruitgang en dus tot ontslagen. Dat

wilde niemand en in gezamenlijk overleg is er toen gekozen

voor een koers van vernieuwing met een breder pakket dien-

sten. Zo kan de klant een hoofdmassage krijgen en organi-

seert mijn vrouw in samenwerking met andere ondernemers

uit de straat regelmatig een ‘ladies night’, waardoor ze bin-

ding creëert met klanten.’

Page 11: Visies op modern infra-ondernemerschap

‘Ik denk dat mkb bouwondernemers op drie punten le-

ring kunnen trekken uit dit verhaal. Punt één: als het slecht

gaat met een bedrijf, doet de ondernemer er goed aan de

medewerkers te informeren en te betrekken. Ik denk, dat het

sowieso van deze tijd is transparant te zijn richting perso-neelsleden over de prestaties van de gezamenlijke inspan-

ningen. Daar zit natuurlijk niet elke medewerker op te wach-

ten, maar het is al erg belangrijk de mogelijkheid te bieden

mee te denken over het bedrijfsbeleid. Degenen die begrijpen

waarom 5 uur ook half 6 kan worden als dat eens een keertje

moet, vormen de basis van het bedrijf.

Een tweede punt is de noodzaak tot onderscheiden en in-

novatie. Elke ondernemer die denkt dat hij op dezelfde wijze

een bedrijf kan voeren als dertig jaar geleden, zal verdwijnen.

De jaren voor de crisis waren gouden tijden voor de bouw en

infra, waardoor er nauwelijks een prikkel voor innovatie was.

Uit ervaring weet ik, dat een ondernemer het beste presteert

als hij honger heeft. Je ziet de laatste jaren dan ook tallo-ze vernieuwende initiatieven, waardoor nieuwe kansen ge-

creëerd worden.

Punt drie: het is zinvol om bij elkaar over de schutting te kij-

ken en kennis te delen. In deze tijd moet je samenwerken en

– heel belangrijk – elkaar wat gunnen. Hierbij hoort ook, dat

je laat zien wat je kunt. Ik kom uit Noord-Nederland, waar de

ondernemers bescheiden zijn van karakter. Ik sta er soms van

versteld hoeveel ze in huis hebben en hoe weinig ze daarmee

naar buiten treden. Durf je verhaal neer te zetten bij colle-ga’s en stimuleer elkaar met ideeën. Een branche organisatie

kan hiervoor vanuit de netwerkfunctie een prachtig platform

bieden.’

‘Belangrijk: continu de werking van wetten toetsen’

Page 12: Visies op modern infra-ondernemerschap

Lorem ipsum dolor sit amet,

consectetur adipiscing elit.

Donec bibendum rutrum

arcu, nec consequat ligula

congue et. Ut euismod vehi

Lorem Ipsis

Denk globaal, acteer lokaal,

werk samen en houd de

eindgebruiker in het vizier.

De slimme mkb-ondernemer

ent zijn beleid op deze

uitgangspunten.

Aldus Hubert Habib,

directeur Grontmij.

Kennis delen

Hennes de Ridder aanvaardde in 1995 na 21 jaren project-leider te zijn geweest bij HBG het hoogleraarschap aan de Tech-nische Universiteit van Delft. Eerst als voltijds professor Design en Engineering, faculteit Civiele Techniek; later als hoogleraar Integraal Ontwerpen. Sinds 2012 richt hij zich geheel op het in 1999 opgerichte adviesbureau De Ridder Consult BV.

De meeste plannen voor vernieuwing zijn oude wijn in nieuwe zakken. Dat schrijft hij in zijn boeken, in krantenartikelen en die boodschap houdt professor Hennes de Ridder ook de achterban van MKB Infra voor.

Het kan anders

Page 13: Visies op modern infra-ondernemerschap

‘De bouwkolom is de laatste ambachtelijk werkende

productiesector die we kennen. Alsof je een smid vraagt om

een kar in elkaar te zetten op grond van een tekeningetje

dat je de avond ervoor aan de keukentafel samen met je kin-

deren gemaakt hebt …. Denk je nou echt, dat KLM samen

met Boeing een vliegtuig gaat bouwen? …. Alsof een luier-

fabrikant samen met de ouders een luier ontwikkelen voor

hun baby’s …. Ga jij maar eens met een tekening naar de

BMW-fabriek en laat daar maar eens een auto bouwen. Wat

denk je dat dat kost? In de bouw betaal je gewoon vijf keer

te veel.’

Hennes de Ridder bedient zich graag van de vergelij-

king om te zeggen dat het allemaal anders moet en vooral

ook kan in de bouw en infra. Maar gebeurt er dan helemaal

niks? Er lopen toch tal van vernieuwingstrajecten in de bouw.

Neem de initiatieven als meer aandacht voor ketensamen-

werking, lean bouwen, prestatie- en geïntegreerde contrac-

ten, emvi-aanbiedingen, innovatieve contracten, enzovoort. ‘Al die innovaties, het zijn de nieuwe kleren van de keizer.

Want er verandert helemaal niets. De opdrachtgever blijft

de prestaties bepalen en zegt nog steeds hoe hij het heb-

ben wil en onder de streep heeft de laagste prijsaanbieder

de twijfelachtige eer het project te mogen uitvoeren. In de

bouw zit proceskennis nog steeds bij gefragmenteerde spe-

lers, daar waar in de gewone wereld de kennis, zoals het

hoort, in de producten zit. Daar zit het grote verschil en

kan de verbetering gerealiseerd worden. Laten we zo snel

mogelijk stoppen met het vernieuwen van een sector die de

houdbaarheidsdatum al ver overschreden heeft.’

De Ridder vindt, dat het mkb – ook de gww-bedrijven

– zijn macht moet aanwenden om een andere uitvraag te

bewerkstelligen. ‘Ze zijn met z’n allen verreweg de groot-

ste werkgever van Nederland. Dus macht hebben ze. Toch

mis ik het lef om eens stevig aan de bel te trekken bij de

opdrachtgever. Die mkb-steun heb ik ook gemist toen ik

bij Prorail een andere uitvraag heb bepleit voor het onder-

tunnelen van de gelijkvloerse spoorkruisingen. Het ging

over minstens 1000 tunneltjes. Ik adviseerde ze een com-

‘Concurreren op producten in plaats van op de laagste prijs’

Page 14: Visies op modern infra-ondernemerschap

petitie te organiseren waarmee de producenten hun eigen

standaardmodel zouden ontwikkelen met verschillende

gestandaardiseerde typen, omdat elk tunneltje weer anders

is (grond, grondwater, hoogte, etc). Dan kan Prorail die

modellen goedkeuren en kunnen de gemeenten goedkoop

een gat in de dijk kopen waar ze vervolgens zelf hun aan-

sluitingen op kunnen laten maken. Samen met de drie beste

aanbieders gaat Prorail met de variabele standaardtunnels

de markt op. De gemeenten kunnen kiezen. Prorail verkoopt

aan de gemeenten een gat in de spoordijk en controleert

steekproefsgewijs de kwaliteit van de gestandaardiseerde

tunnels. Het idee heb ik samen met een enthousiast team

compleet uitgewerkt. En toen… heb ik er ineens nooit meer

iets over gehoord. Alle deuren waren plotseling gesloten.

Nu gaat het weer zoals altijd en wordt elke tunnel apart

gespecificeerd en op de oude manier in de markt gezet. De

grote jongens zitten weer fijn aan boord zonder enige vorm

van serieus te nemen competitie. Een project van 15 miljard

euro weg en vooral ook weg voor het mkb.’

‘In de bouw doen ze alles net andersom als in de ge-

wone mensenwereld. Ik vind dat raar. We kunnen toch niet

allemaal een fabriek gaan bouwen, zeggen de traditionele

bouwers? Hoeft ook niet. Die fabrieken zijn er al bij de toe-

leveranciers. De bouwers hoeven slechts een virtuele fabriek

te maken die neerkomt op enerzijds een digitaal kennismo-

del, waarin het complete gedrag als gevolg van alle denkbare

omgevingsomstandigheden zit en anderzijds een gestandaar-

diseerde assemblagemethode op de bouwplaats. Complete

bouwwerken maak je niet in een fabriek. Dus de toekomstige

bouwer biedt digitaal zijn prachtige, hoogwaardige product

aan. Je kunt nu nog nergens een viaduct of een gebouw ko-

pen. In de Gouden Gids kom ik alleen beroepen tegen. Als

je een kunstwerk wilt kopen, vindt je alleen galeries, geen

aanbieders van viaducten of bruggen. Er is niemand te vin-

den die een gebouw aanbiedt, ja, hooguit een tuinhuisje dat

aangeboden wordt door een tuincentrum. We moeten af van

die traditionele situatie, waarin we te kampen hebben met 10

miljard euro aan – en nog steeds stijgende – faalkosten die

in de zakken van de zogenaamde vernieuwers verdwijnen.’

‘Elke infra­ondernemer kan een standaardspoortunnel bouwen’

Page 15: Visies op modern infra-ondernemerschap

Juist het mkb-segment in de bouw kan een omwente-

ling in het denken bewerkstelligen, meent De Ridder. Daar-

uit haalt De Ridder een deel van zijn motivatie voor zijn

adviesraadschap MKB Infra.

‘De mkb-brancheverenigingen kunnen een voortrekkersrol

vervullen. In plaats van voortdurend te praten over het ver-

dwijnen van het vakmanschap, zouden ze hun leden kun-

nen aansporen om meer geïntegreerd digitaal te bouwen

om daar met personeel dat wel te krijgen is, producten te

maken. Dat is heel wat anders dan een vijfdimensionaal

procesgericht BIM, dat alleen aan clashcontrol doet. En dan ga je niet op de laagste prijs concurreren, maar op de output

en prijsverhouding van de producten die je aanbiedt.’

De Ridder is niet het type criticaster dat alleen maar

mooie boekjes schrijft (o.m. Living Building en LEGOlisering

van de bouw) en dat staat te roeptoeteren langs de zijlijn.

Nee, hij toetst zijn ideeën ook graag aan de praktijk en daar-

mee haalt hij regelmatig de krant. Onlangs nog met een plan

voor de verbouwing van het stadion van Feijenoord.

‘Ik was geschokt door de kosten die bij de diverse plan-

nen schommelen tussen de 200 en 350 miljoen euro met

een zogenaamd dbfmo-contract. Wat een aanbodgeweld

voor een club die net uit zijn schuld is en nauwelijks spe-

lers kan vasthouden! Feyenoord gaat nu de komende 30

jaar, elke dag, 40.000 euro financieringskosten betalen

voor een stadion dat eens per 10 jaar uitverkocht is. Ik heb toen samen met architect Crouwel en bouwer Van Wijnen

en plan gepresenteerd op basis van mijn LEGO-principes,

dus fijnkorrelig, op het niveau van knooppunten en verbin-

dingen. Kosten 80 miljoen. We verlagen het bestaande veld

met vier meter en brengen in de onderste ring, dus pal aan

het veld, business units en andere voorzieningen aan. In

een ‘Saturnusring’ rond de Kuip komen de voorzieningen

voor de huidige bovenste ring. Daarmee zou het mooiste

stadion van Nederland ook de grootste worden. Helaas is

de voorkeur gegeven aan een ander plan.’

‘Mkb­bedrijven moeten een andere uitvraag afdwingen’

oreet dui. Nul lam feugi­

at, met us id vanatus

Page 16: Visies op modern infra-ondernemerschap

Arnoud van Vliet studeerde politicologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zijn carrière echter heeft zich ontwikkeld in bestuurlijke kringen van diverse organisaties. Behalve lid van de adviesraad MKB Infra, is hij ondermeer lid van de stuurgroe-pen Pianoo en het Opdrachtgevers Forum in de bouw. Sinds 2008 is hij secretaris/directeur van Waterschap Hollandse Delta.

Opdrachtgevers hebben zich door de crisis versneld geprofessionaliseerd. De infra-aannemer die denkt dat hij anno 2014 zijn portefeuille kan vullen via raw- bestekken, komt bedrogen uit. Aldus Arnoud van Vliet.

Definitief veranderd

Page 17: Visies op modern infra-ondernemerschap

Drie miljoen euro heeft waterschap Hollandse Delta uitge-

trokken om de komende twee jaren de medewerkers te leren

omgaan met integrale contracten. Deze investering schetst

de trend die Arnoud van Vliet ook waarneemt bij andere

grote publieke opdrachtgevers als Rijkswaterstaat, ProRail,

gemeenten en corporaties. ‘Ze zijn allemaal bezig slagen te

maken in professionalisering. Sinds het begin van de crisis

in 2008 is het snel gegaan. Ik zeg niet dat de professiona-

liseringsslag veroorzaakt is door de crisis, want ook los van

de crisis zou er wel verandering gekomen zijn in de houding

van de publieke opdrachtgevers. Maar de recessie heeft het

proces versneld door de noodzaak van bezuiniging. De pu-

blieke opdrachtgever van nu is een andere dan in 2008. Het

is een zelfbewuste opdrachtgever geworden die niet zonder

slag of stoot een prijsstijging zal accepteren. Dus wie denkt,

dat hij zijn aanbieding met 10 tot 15 procent kan verhogen

als de crisis voorbij is, heeft het mis. Verder is het een op-

drachtgever geworden die van opdrachtnemers verwacht,

dat ze begrijpen wat het betekent om werken uit te voeren

onder geïntegreerde contracten, dat ze in staat zijn integrale

aanbiedingen te doen, dat ze proactief zijn en dat ze met

innovatieve oplossingen komen die de opdrachtgever zelf

niet heeft kunnen bedenken. Zo weet ik dat ze bij ProRail

een soort ideeënbus hebben, waar marktpartijen ongevraagd

suggesties kunnen doen voor bijvoorbeeld een originele

uitvoeringsaanpak. Meer dan de helft van de bedrijven die een idee hebben geopperd, is beloond voor die pro actieve

houding; de suggesties zijn omgezet in opdrachten. Het zou

misschien ook wel iets voor ons zijn, zo’n ideeënloketje voor

aan nemers. De manier waarop wij bijvoorbeeld bagger-

bestekken in de markt zetten is volstrekt middeleeuws. Als

er een bedrijf ongevraagd met een goed plan komt, ben ik

één en al oor.’

Van Vliet is zich ervan bewust dat zijn boodschap niet

bij elk MKB Infra-lid in goede aarde valt. ‘Dat vind ik ook helemaal niet erg. Sterker nog, als ik met mijn verhaal louter

instemming oogst, doe ik iets niet goed. Want ik zie nog

veel te weinig mkb-ondernemers bij emvi-aanbestedingen.

Een gebrek aan belangstelling voor vernieuwing bij een

‘Zelfbewuste opdrachtgevers willen zelfbewuste opdrachtnemers’

Page 18: Visies op modern infra-ondernemerschap

belangrijk deel van de mkb-bedrijven is niet goed voor een

gezonde competitie in de markt en is een bedreiging voor

de bedrijfscontinuïteit van de bedrijven zelf, nota bene door

eigen toedoen. Een bedreiging van twee kanten eigenlijk.

Wie niet weet hoe hij moet inschrijven bij emvi-aanbeste-

dingen, kan simpelweg niet meedoen. En anderzijds zijn er

de ondernemers uit het grootbedrijf. Zij weten allang hoe ze

met geïntegreerde contracten moeten omgaan en zullen zich

storten op de kleinere werken. Ze doen dat niet alleen als

ze werkhonger hebben, maar ook om hun jonge ambitieuze

medewerkers op te leiden. Deze kunnen hun ervaringen dan

later inzetten bij de grotere werken. Dat is nu al de praktijk.

Een jaar geleden hebben we onderzoek gedaan naar hoe we

het baggerwerk op een eigentijdse manier in de markt kun-

nen zetten. We hebben een aantal regionale ondernemers

uitgenodigd. Doorgaans ondernemers die gewend zijn de

kaarten tegen de borst te houden. Er zaten ook enkele grote

ondernemers in de zaal vertegenwoordigd door jongeren. Die

zitten dan op de voorste rij en je merkt dat zij begrijpen waar

wij het over hebben, doordat ze instemmend knikken. Op de

achterste rij zag ik toch voornamelijk vraagtekens. Het zijn

non-verbale signalen, maar wel veelzeggend. Nu weet ik ook

wel dat er een aantal infra-bedrijven is dat de uitdagingen

wel aangaat. Maar het gros blijft achter en tot hen richt ik

me met mijn verhaal en met mijn oproep te leren omgaan

met emvi-opdrachten. Speel in op verwachtingen omtrent

een inzet op duurzaamheid, op creativiteit, op omgaan met

lifecyclekosten, enzovoort. Het zijn trends die blijven. Dus

anticipeer met een eigentijds ontzorg-D&C, want de ontwik-

kelingen gaan door. Uitvragen over de hele levenscyclus zijn

misschien nu nog een zeldzaamheid, maar zullen hand over

hand toenemen.’

Het wijzen op veranderingen en kansen is een ad-

viesraadtaak die Van Vliet zich heeft opgelegd. Maar dat

is niet de enige uitdaging of toegevoegde waarde van zijn

betrokkenheid bij de branchevereniging. ‘Ik wil ook graag dat onder nemers beter in staat zijn door de bril van de op-

drachtgever te kijken dan nu. Verdiep je in de wereld van de

opdrachtgever. Toon nou eens echte interesse voor de ge-

‘Verdiep je in de wereld van de opdrachtgever’

Page 19: Visies op modern infra-ondernemerschap

meente waarvan je de opdrachten hoopt te krijgen. Ga eens

praten met de betrokken ambtenaar; ook als er geen werk

in het verschiet ligt. Gewoon uit belangstelling om bijvoor-

beeld een beeld te krijgen van de druk waaronder hij moet

werken of een beeld van de ambtelijke route die projecten

moeten afleggen alvorens ze op de markt komen. Ik mis die

nieuwsgierigheid naar de dynamiek van een gemeente. Het

gebeurt gewoon te weinig. Ik ben geruime tijd ambtenaar bij

een gemeente geweest en alleen bij mijn afscheid heb ik de

ondernemers een hand mogen schudden. Bij alle contacten

geldt natuurlijk, dat men integer, transparant en oprecht is.

Dat zijn toch wel de pijlers onder een professionele houding.’

‘Door een dergelijke professionele houding leer je ondermeer

de set van spelregels bij aanbestedingen kennen. Die spelre-

gels kunnen verwarrend zijn. Ze komen bijvoorbeeld van de

grote spelers, Prorail en Rijkswaterstaat. Maar de MKB In-

fra-leden hebben vooral te maken met de middelgrote en de

kleine opdrachtgevers: de waterschappen, gemeenten, pro-

vincies en in mindere mate: zorginstellingen, corporaties en

Rijksgebouwendienst. Een grote diversiteit aan opdrachtge-

vers. Ze hebben onderling allemaal net weer wat afwijkende

spelregels geïmplementeerd. Niet altijd op een begrijpelijke

en inzichtelijke wijze. Ondernemers constateren dan, dat de

praktijk afwijkt van wat de theorie belooft. Er is ook voor de

opdrachtgevers dus nog een weg te gaan. Door mijn erva-

ringen kan ik helpen het speelveld te ordenen en te duiden.’

De Aanbestedingswet biedt mkb-kansen, vindt Van Vliet.

‘De wet koerst op emvi- en geïntegreerde contracten. Ho-

pelijk houdt men vast aan de uitgangspunten en blijft de

marktwerking behouden. Het zou doodzonde zijn als we

vervallen in onderhands en meervoudig onderhands. Ik weet dat infra-ondernemers daarvan houden, maar het is fnuikend

voor vernieuwing en creativiteit.’

Tot slot zegt van Vliet dat zelfbewuste opdrachtgevers het

meest gebaat zijn bij zelfbewuste aannemers, ‘Ja, eentje die

bijvoorbeeld durft te zeggen: beste opdrachtgever, u bent één

van de 27 ondertekenaars van Duurzaam GWW, dus ik denk

een greendeal te kunnen afspreken, maar ik vind er helemaal

niets van terug in de uitvraag. Hoe zit dat?’

‘Uitvragen gaan steeds vaker over de levenscyclus’

oreet dui. Nul lam feugi­

at, met us id vanatus

Page 20: Visies op modern infra-ondernemerschap

In 2013 heeft MKB Infra vier experts

gevraagd zitting te nemen in een Ad-

viesraad. Hun taak: de leden en het

bestuur van de branchevereniging,

gevraagd en ongevraagd, bijstaan

met goede raad en opbouwende kri-

tiek. Elk van hen vertegenwoordigt

een partij waarmee de infra-onder-

nemers direct of indirect te maken

hebben: de opdrachtgever, het inge-

nieursbureau, de wetenschap en de

politiek. Hun commentaar en de op-

merkingen over kansen, bedreigingen

en ondernemerschap zijn van meet

af aan buitengewoon nuttig en soms

ook confronterend gebleken. Zeer uit-

eenlopend ook; de één dicht op de

huid van de ondernemer, de ander

visionair, wat meer op afstand. Maar

allemaal boeiend genoeg om vast te

leggen in een boekje. Want de visies

gelden niet alleen voor vandaag, maar

ook voor morgen en overmorgen. Het

is een boekje geworden om met enige

regelmaat ter hand te nemen.