Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is...

71
Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare telefonie Openbare versie dr. R.G.M. Kemp drs. E.A. van Noort Zoetermeer, 11 oktober 2001

Transcript of Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is...

Page 1: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

Marktonderzoek AMM 2001: de

markt voor vaste openbare

telefonie

Openbare versie

dr. R.G.M. Kemp

drs. E.A. van Noort

Zoetermeer, 11 oktober 2001

Page 2: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

2

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA.

De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

Alle in dit document vermelde gegevens zijn openbaar. Publicatie en inzage aan derden,

geheel of gedeeltelijk, is zonder toestemming van OPTA en EIM beslist niet toegestaan. EIM

aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.

Page 3: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

3

Inhoudsopgave

1 Inleiding 5

1.1 Aanle iding van het onderzoek 5

1.2 Ui tgangspunten 6

1.3 Opzet rappor t 6

2 Onderzoeksopzet 9

2.1 Onderzoeksopzet en dataverzamel ing 9

2.2 Onderzoekspopulat ie en respons 9

2.3 Relat ie met onderzoek 2000 11

3 Aanmerkel i jke macht op de markt 13

3.1 In le iding 13

3.2 Wette l i j k kader 13

3.3 Het begr ip aanmerkel i j ke marktmacht 14

3.4 De marktafbakening 14

3.5 De huidige aanwi j z ingsprakt i j k ten aanz ien van vaste

telefonie 15

4 Marktaandelen 17

4.1 Marktaandelen als indicator voor marktmacht 17

4.2 Indicatoren voor marktaandeel 18

4.3 Het meten van omzet 20

4.4 Ui tkomsten marktonderzoek 20

4.5 Conclus ie marktaandelen 28

5 Aanvul lende cr i ter ia: Vermogen de

marktvoorwaarden te beïnvloeden 31

5.1 In le iding 31

5.2 Vermogen de marktvoorwaarden te beïnv loeden 31

5.3 Conclus ie vermogen de marktvoorwaarden te

beïnvloeden 50

6 Aanvul lende cr i ter ia: Over ige cr i ter ia 53

6.1 In le iding 53

6.2 Groepsomzet in verhouding tot de markt 53

6.3 Toegang tot e indgebru ikers 54

6.4 Toegang tot f inancië le middelen 56

6.5 Ervar ing van de aanbieders 58

6.6 Conclus ie over ige aanvul lende cr i ter ia 59

7 Conclusie 61

7.1 Conclus ie marktaandelen 61

7.2 Conclus ie ten aanz ien van cr i ter ium ‘vermogen om

marktvoorwaarden te beïnvloeden’ 62

7.3 Conclus ie ten aanz ien van de over ige ‘ l id 4 -cr i ter ia’ 62

Page 4: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

4

Bi j lage

I Vragen l i j s t 65

TOCPAGEREFP AGEREFP AGEREFP AGEREFPAGEREFPAGERE

FP AGEREFP AGEREFPAGEREFP AGEREFP AGEREFPAGER

EFP AGEREFP AGEREFPAGEREFP AGEREFP AGEREFPAGE

REFP AGEREFP AGEREFPAGEREFP AGEREFP AGEREFPAG

EREFPAGEREFP AGEREFP AGEREFP AGEREFP AGEREFPA

GEREFP AGEREFPAGEREFP AGEREFP AGEREFPAGEREFPA

GEREFP AGEREF

Page 5: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

5

1 Inleiding

1.1 Aanleiding van het onderzoek

OPTA heeft als toezichthouder op de markten voor post en telecommunicatie

de taak om het functioneren van deze markten te waarborgen. Waar nodig

kan OPTA maatregelen nemen die ervoor zorgen dat de concurrentie op de-

ze markten wordt geïnitieerd en bevorderd. Een belangrijk instrument om de

concurrentie te bevorderen is de aanwijzing van een marktpartij als aanbie-

der met aanmerkelijke macht op de markt (AMM), geregeld in artikel 6.4 Te-

lecommunicatiewet (Tw). Een partij die aangewezen wordt, krijgt bepaalde

verplichtingen opgelegd. Op deze manier wordt er gepoogd een ‘level

playing field’ te creëren, ‘een situatie op de markt waarin de concurrentie tot

ontwikkeling kan komen door de reeds op de markt aanwezige partijen, die

hun positie hebben opgebouwd op basis van bijzondere en exclusieve rech-

ten, de plicht te geven toegang tot en gebruik van die voorzieningen en

diensten aan te bieden waarvoor zij over een aanmerkelijke macht op de

markt beschikken’1.

In de huidige ONP-richtlijnen wordt het AMM-instrument gezien als een tijdelij-

ke maatregel ter ondersteuning van de overgang van beperkte naar volledi-

ge concurrentie.

Om de ontwikkelingen in de telecommunicatiemarkt te volgen, laat OPTA

jaarlijks een marktonderzoek uitvoeren. De telecommunicatiemarkt wordt

daartoe opgedeeld in een viertal productmarkten: 1) de markt met betrek-

king tot de vaste openbare telefonie of de vaste openbare telefoon dien-

sten, 2) de markt met betrekking tot de mobiele openbare telefoonnetwer-

ken of de mobiele openbare telefoondiensten, 3) de markt voor huurlijnen en

4) de nationale markt met betrekking tot vaste en mobiele openbare tele-

foondiensten tezamen.

In artikel 6.4 Tw, derde lid wordt aangegeven dat een partij wordt aangewe-

zen als aanbieder met AMM indien het marktaandeel meer dan 25% be-

draagt. In de Richtsnoeren aanwijzing aanmerkelijke marktmacht (Richt-

snoeren) wordt aangegeven dat het marktaandeel gemeten wordt in termen

van omzet. In artikel 6.4 Tw, vierde lid, wordt een aantal uitzonderingscriteria

opgenomen op grond waarvan OPTA kan afwijken van de hoofdregel. Deze

uitzonderingsregels zijn in de Tw als volgt omschreven:

! het vermogen van de desbetreffende aanbieder om de marktvoorwaar-

den te beïnvloeden;

! zijn omzet (groepsomzet) in verhouding tot de omvang van de markt;

! zijn beheersing van de middelen van toegang tot de eindgebruikers;

! zijn toegang tot financiële middelen;

! zijn ervaring met het verstrekken van producten en diensten op de markt.

1 OPTA, Consultatiedocument aanmerkelijke macht op de markt, 18 december 1998, p. 6.

Page 6: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

6

Om een besluit te kunnen nemen over AMM zullen de hierboven genoemde

uitzonderingscriteria geoperationaliseerd moeten worden. In de Richtsnoeren

worden deze uitzonderingscriteria verder uitgewerkt.

In dit rapport wordt verslag gedaan van een economische analyse van de

situatie van de markt voor vaste telefonie in statisch en dynamisch perspec-

tief. Het doel van dit onderzoek is het vaststellen van de marktaandelen van

de verschillende marktpartijen en een beoordeling geven van de uitzonde-

ringscriteria. Op basis van deze analyse moet OPTA een afweging kunnen

maken over het al dan niet aanwijzen (of continuering van de aanwijzing)

van marktpartijen met AMM. Het doel van dit onderzoek kan uitgewerkt wor-

den in twee vragen:

! Hoe groot zijn de marktaandelen van de verschillende marktpartijen (met

name Koninklijke KPN NV, hierna KPN) op de Nederlandse markt voor vas-

te telefonie en hoe hebben deze marktaandelen zich ontwikkeld?

! Hoe moeten de aanvullende criteria uit artikel 6.4 vierde lid, van de Tw

worden beoordeeld voor de positie van KPN (in relatie tot de andere

aanbieders) op de Nederlandse markt voor vaste telefonie?

1.2 Uitgangspunten

Bij de beantwoording van bovenstaande vragen zijn een paar veronderstel-

lingen gehanteerd. Allereerst is uitgegaan van de relevante artikelen in de Tw

en de uitwerking daarvan in het ‘Consultatiedocument aanmerkelijke macht

op de markt (1)’ van 18 december 1998 en de ‘Richtsnoeren aanwijzing

aanmerkelijke macht op de markt’ van 6 maart 2000.

Dit betekent dat er informatie nodig is over de omzetten van de marktpartijen

om marktaandelen te kunnen berekenen (op de markten die in de Richt-

snoeren zijn vastgesteld). Volgens de wet kunnen marktpartijen met een

aandeel van meer dan 25% op de relevante markt worden aangewezen als

marktpartij met aanmerkelijke macht op de markt. Daarnaast is informatie

nodig over de hierboven genoemde uitzonderingscriteria. Er wordt bij de in-

vulling van deze criteria uitgegaan van de uitwerking van de criteria in de

‘Richtsnoeren aanwijzing aanmerkelijke macht op de markt’.

Conform het besluit d.d. 15 november 2000 van OPTA inzake de aanwijzing

van Koninklijke KPN NV als aanbieder met AMM op de markt voor vaste open-

bare telefonie, wordt de markt voor vaste openbare telefoonnetwerken en

vaste openbare telefoondiensten als één markt beschouwd. Als in dit verslag

wordt gesproken van de markt voor vaste telefonie, wordt daarmee zowel de

markt voor vaste telefoonnetwerken als -diensten bedoeld.

Een derde uitgangspunt is dat het onderzoek zich richt op de economische

onderbouwing van een besluit om een marktpartij al dan niet (hernieuwd of

continuering) aan te wijzen als marktpartij met AMM. Er wordt dus niet geke-

ken naar eventuele collectieve dominantie.

1.3 Opzet rapport

In dit rapport wordt verslag gedaan van het onderzoek dat EIM heeft uitge-

voerd om te bekijken of de aanwijzing van KPN als marktpartij met aanmerke-

lijke macht op de vaste-telefoniemarkt al dan niet gecontinueerd zou moe-

ten worden en of er, indien de aanwijzing van KPN niet wordt gecontinueerd,

Page 7: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

7

een andere aanbieder is die zou moeten worden aangewezen als aanbieder

met AMM op de markt voor vaste telefonie. In hoofdstuk 2 komt de onder-

zoeksopzet aan bod. Omdat het begrip AMM centraal staat in dit onderzoek,

zal daarna in hoofdstuk 3 ingegaan worden op dit begrip. In hoofdstuk 4 ko-

men de marktaandelen aan bod. Er zal expliciet worden bekeken of het

marktaandeel van KPN groter is dan 25%. In de hoofdstukken 5 en 6 wordt ten

slotte ingegaan op de uitzonderingscriteria, waarna in hoofdstuk 7 enkele

conclusies worden getrokken.

Page 8: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.
Page 9: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

9

2 Onderzoeksopzet

In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de onderzoeksopzet die in dit onder-

zoek gehanteerd is. Allereerst wordt ingegaan op de verzameling van de da-

ta. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de respons van de aangeschre-

ven partijen.

2.1 Onderzoeksopzet en dataverzameling

In 2000 heeft NEI/Logica1 voor OPTA een marktonderzoek uitgevoerd naar de

markt voor vaste telefonie ten behoeve van de aanwijzing van marktpartijen

met aanmerkelijke marktmacht. In het onderhavige onderzoek is in eerste

instantie uitgegaan van de vragenlijst van NEI. Op basis van ervaringen in het

NEI-onderzoek en ervaringen van OPTA en EIM is de vragenlijst vervolgens

aangepast, waarbij tevens is geprobeerd de structuur van de verschillende

vragenlijsten van de marktonderzoeken voor AMM (mobiel, vast, huurlijnen en

interconnectie) zo veel mogelijk gelijk te houden.

In de vragenlijst voor vaste telefonie zijn gegevens gevraagd over omzetten,

aantal aansluitingen en belminuten, gesplitst naar verschillende soorten in-

komstenbronnen/verkeersstromen. Verder zijn vragen gesteld met betrekking

tot de uitzonderingscriteria die moeten worden beoordeeld bij het afwijken

van de hoofdregel. De vragenlijsten zijn opgenomen in Bijlage 1.

De partijen die bij OPTA staan ingeschreven als aanbieder van vaste telefonie

zijn door OPTA benaderd met de vragenlijst. Daarna hebben partijen die niet

op tijd hebben gereageerd een rappel van OPTA gekregen. Tevens hebben

OPTA en EIM marktpartijen gebeld met het verzoek de vragenlijst in te vullen

en terug te sturen. Daarna is nog navraag bij partijen gedaan vanwege on-

duidelijke of ontbrekende gegevens. Deze dataverzameling heeft van mei tot

en met half juli 2001 plaatsgevonden, waarna met de analyse en rapportage

kon worden begonnen.

2.2 Onderzoekspopulatie en respons

Bij OPTA staan circa 90 aanbieders geregistreerd als aanbieder van vaste te-

lefonie. Deze hebben van OPTA een brief gekregen met daarin het verzoek

de vragenlijst in te vullen. Verschillende bedrijven (12) hebben aangegeven

(nog) geen vaste telefonie aan te bieden, failliet te zijn (HLK Holding Interglo-

be, Nefimax, Transnet) of de telecomactiviteiten te hebben gestaakt. Tevens

1 NEI (2000), Aanwijzing partijen met aanmerkelijke marktmacht: Vaste openbare telefonie

en huurlijnen, NEI, Rotterdam.

Page 10: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

10

zijn verschillende partijen samengegaan1. Uit de antwoorden van de markt-

partijen is naar voren gekomen dat vier marktpartijen in de onderzoeksperio-

de actief zijn geworden. Het betreft Priority Telecom (onderdeel van UPC) in

2000 en Ortel, Telediscount en 3U Telecom in 2001. Daarnaast blijkt dat de

gegevens van de registratie niet meer klopten zonder dat daar een wijziging

van was doorgegeven aan OPTA. Deze partijen konden daardoor niet tele-

fonisch worden benaderd met het verzoek de vragenlijst terug te sturen.

Er zijn 28 marktpartijen2 meegenomen in de analyse, namelijk:

! ACN Europe BV

! Atlantic Telecom BV (Venray)

! AUCS Communications Services

! BT Ignite Nederland BV

! Cable & Wireless

! Casema

! Concert

! Debitel

! Energis

! Essent Kabelcom BV

! Global One Communications BV

! GTS

! Intelligent solutions

! KPN

! Level 3

! WorldCom BV

! One.Tel BV

! Priority Telecom3

! RSL COM Nederland

! Scarlet Telecom BV

! Swift Global Netherlands BV

! Technos Global Communication

! Tele2 Nederland BV

! Tritone BV

! UPC Nederland B.V.

! Versatel

! Vocalis

! 3U Telecom BV.

1 Uit de reactie op de vragenlijst blijkt dat verschillende partijen zijn samengegaan dan

wel overgenomen. Het betreft Atlantic Telecom Group (Rotterdam) en Telepartner Plus,

Priority Telecom en Cignal Global Communication, UPC en Telekabel en Skybernet en

Winstar Communications. UPC heeft in 2000 de dienstverlening gesplitst in een zakelijk

(Priority Telecom) en een consumentengedeelte. Ook hebben marktpartijen hun naam

veranderd, waardoor ze nog tweemaal voorkomen in de registratie (Scarlet, voorheen

Global Access). Tijdens het onderzoek is bekend geworden dat One.Tel is overgenomen

door Scarlet Telecom. Daarnaast heeft Scarlet Telecom de afgelopen tijd de volgende

andere bedrijven overgenomen: Bel 1600 (van UPC), Interout, Viatel, Netnet en Transnet.

2 Daarnaast heeft een marktpartij alleen het aantal belminuten over februari 2001. Gezien

het beperkte aantal belminuten is deze marktpartij buiten de analyse gelaten. Een an-

dere marktpartij heeft informatie verschaft na het begin van de analyse. Ook deze

marktpartij is buiten de analyse gelaten. De invloed van deze marktpartij op de gepre-

senteerde gegevens is zeer beperkt.

3 Priority Telecom en UPC Nederland hebben afzonderlijk informatie verschaft. In de analy-

se zijn beide partijen samengenomen.

Page 11: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

11

De aanbieders verschillen in kenmerken. De belangrijkste verschillen hebben

te maken met het bezit van een eigen (aansluit)netwerk en het soort telefo-

niedienst dat wordt aangeboden. Van de bovengenoemde marktpartijen

hebben er 14 een (internationaal) netwerk. Van deze netwerk-operators rich-

ten 4 marktpartijen zich alleen op wholesalediensten. De overige netwerk-

operators hebben ook een aansluitnetwerk in Nederland (directe toegang tot

de eindgebruiker). KPN heeft als enige aanbieder een landelijk aanbod voor

zowel consumenten als zakelijke eindgebruikers. De overige 14 marktpartijen

zijn actief als carrier (pre)select aanbieder (indirecte toegang tot de eindge-

bruiker). Deze carrier (pre)select aanbieders hebben een landelijke dekking

(via het aansluitnetwerk van KPN). Deze verschillen en de gevolgen daarvan

voor de verschillende uitzonderingscriteria zullen aan bod komen in de be-

spreking van de uitzonderingscriteria (met name bij verticale integratie, aan-

tal en omvang concurrenten en toegang tot de eindgebruikers).

Bij de analyses is gebruikgemaakt van de antwoorden die bovenstaande

marktpartijen hebben gegeven. Indien bepaalde gegevens ontbraken, is de

partij buiten de analyse gelaten of is er een inschatting gemaakt. Dit wordt

aangegeven bij de betreffende analyse.

2.3 Relatie met onderzoek 2000

In 2000 heeft OPTA een vergelijkbaar marktonderzoek laten uitvoeren door

NEI/Logica Consulting. Door de ontwikkeling in de markt (overnames, toe- en

uittreding van bedrijven), doordat niet alle marktpartijen uit het onderzoek

van 2000 hebben gereageerd en door marktpartijen die wel in 2001 hebben

gereageerd maar niet in 2000, zijn de onderzoeken niet geheel vergelijkbaar1.

Waar mogelijk zullen de onderzoeksresultaten van dit onderzoek worden ver-

geleken met de resultaten van het onderzoek van 2000.

1 In het onderzoek in 2000 van NEI is informatie opgenomen van marktpartijen (Colt,

Comfour, Edutel, Kast Telecom/Axxon (is volgens OPTA failliet), Netnet (overgenomen

door Scarlet), Primus Telecom, Steady Sports, Talkline, Telepartners (overgenomen door

Atlantic Telecom Group (Rotterdam)) en Viatel (overgenomen door Scarlet)) die in dit

onderzoek niet zijn opgenomen. In dit onderzoek hebben we antwoorden gekregen van

partijen die in het vorige onderzoek niet zijn opgenomen (ACN Europe, Atlantic Telecom

(Venray), AUCS Europe, Cable & Wireless, Concert, Intellegent Solutions, Level 3, Priority,

Swift Global Netherlands, Technos, Vocalis en 3U Telecom). De andere samenstelling van

marktpartijen die deel hebben genomen aan het onderzoek heeft nagenoeg geen ef-

fect.

Page 12: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.
Page 13: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

13

3 Aanmerkelijke macht op de markt

3.1 Inleiding

Om de overgang van een markt gekenmerkt door een monopoliesituatie

naar een markt waar meerdere spelers actief zijn goed te laten verlopen, is er

een wettelijk kader gecreëerd. In dit hoofdstuk zal kort worden ingegaan op

het regulerende kader, in het bijzonder de aanwijzing van marktpartijen met

aanmerkelijke macht op de markt. Er zal kort worden ingegaan op het Euro-

pese regelgevende kader aangezien dit kader richtinggevend is voor de na-

tionale wetgeving. Tevens wordt ingegaan op de huidige aanwijzingspraktijk.

3.2 Wettelijk kader

Er zijn verschillende Europese richtlijnen waarin het instrument van aanmerke-

lijke marktmacht is opgenomen. De richtlijnen zijn:

! Huurlijnen-richtlijn (92/44 zoals aangepast door Richtlijn 97/51)1

! ONP-Spraak-richtlijn (98/10)2

! Interconnectie-richtlijn (97/33)3.

Daarnaast wordt het AMM-instrument uitgewerkt in de aanvullende notitie

‘Determination of Organisations with Significant Market Power for imple-

mentation of the ONP Directives’4.

Met het instrument van AMM wordt gepoogd een ‘level playing field’ te cre-

eren en toetredingsdrempels te verlagen. Als gevolg van een AMM-

aanwijzing krijgt de aangewezen marktpartij extra (asymmetrische) verplich-

tingen. Met de aanwijzing wordt gepoogd het functioneren van de tele-

communicatiemarkt te verbeteren en de toetreding van andere marktpartij-

en te vergemakkelijken.

De Europese richtlijnen zijn verwerkt in de Tw. In artikel 6.4, eerste en tweede

lid, van de Tw wordt aangegeven dat één of meer aanbieders kunnen wor-

den aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt. In-

dien een marktpartij meer dan 25% marktaandeel heeft, wordt deze markt-

partij aangewezen (artikel 6.4 Tw, derde lid). Daarnaast wordt een aantal cri-

teria genoemd dat kan leiden tot het afwijken van de hoofdregel (artikel 6.4

Tw, vierde lid).

1 ONP Huurlijnrichtlijn, PB L 165/27, 19 juni 1992, gewijzigd door 97/51/EC, PB L 295/23 van 29

oktober 1997.

2 ONP Spraakrichtlijn, PB L 101/24, 1 april 1998.

3 Interconnectie-richtlijn, PB L 199/32, 26 juli 1997, gewijzigd door 98/61/EC, PB L 268/37 van

3 oktober 1998.

4 Determination of organisations with significant market power for implementation of the

ONP-directives, ONP-Com 98/03, 1 maart 1999.

Page 14: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

14

Om verschillende begrippen verder uit te werken heeft OPTA de ‘Richtsnoe-

ren aanwijzing aanmerkelijke macht op de markt’ gepubliceerd. In deze

Richtsnoeren wordt aangegeven dat de omvang van de aanwijzingsbe-

voegdheid primair bepaald wordt door de Tw. Voorzover de Tw ruimte laat

voor interpretatie en de interpretatie niet in de Richtsnoeren wordt ingevuld,

zal aansluiting worden gezocht bij de ONP-richtlijnen. Een begrip dat in de

Richtsnoeren verder wordt uitgewerkt is het begrip aanmerkelijke markt-

macht.

3.3 Het begrip aanmerkelijke marktmacht

Het begrip aanmerkelijke marktmacht is sterk gerelateerd aan begrippen in

de algemene mededingingswetgeving (economische machtspositie). Een

groot verschil met economische machtspositie is dat AMM een ex ante in-

strument is. Hierdoor is het mogelijk om op voorhand een marktpartij nadere

verplichtingen op te leggen. Er hoeft niet gewacht te worden met het opleg-

gen van verplichtingen totdat de marktpartij daadwerkelijk de machtspositie

misbruikt. Een praktisch aspect van het AMM-instrument is dat de relevante

markten van tevoren gedefinieerd zijn (zoals deze ook in de Tw zijn opgeno-

men). Toezicht op het misbruik van economische machtspositie is een vorm

van ex post toezicht.

Daarnaast wordt aangegeven dat een aanbieder geacht wordt een AMM-

aanbieder te zijn indien deze aanbieder een marktaandeel heeft van meer

dan 25% in een van de in de Tw bepaalde telecommunicatiemarkten. Een

aanbieder met een marktaandeel van meer dan 25% wordt in beginsel aan-

gewezen als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht. Van deze hoofdregel

kan worden afgeweken indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de

aanbieder (met 25% of meer) op basis van een aantal criteria geen markt-

macht heeft. Een aanbieder met een marktaandeel van minder dan 25% kan

aangewezen worden indien op basis van de uitzonderingscriteria blijkt dat

deze aanbieder toch aanmerkelijke marktmacht heeft. Deze uitzonderingscri-

teria worden in de Richtsnoeren verder uitgewerkt.

3.4 De marktafbakening

Zoals hierboven reeds aangegeven, wordt bij het AMM-instrument gebruik-

gemaakt van reeds vooraf afgebakende markten. In artikel 6.4 Tw eerste en

tweede lid wordt in beginsel onderscheid gemaakt in een viertal product-

markten, namelijk:

! de markt met betrekking tot de vaste openbare telefoonnetwerken of de

vaste openbare telefoondiensten;

! de markt met betrekking tot de mobiele openbare telefoonnetwerken of

de mobiele openbare telefoondiensten;

! de markt voor huurlijnen;

! de nationale markt met betrekking tot vaste en mobiele telefoondiensten

tezamen.

Afhankelijk van de ontwikkelingen op de verschillende productmarkten kan

het college een nadere afbakening introduceren. In het bijzonder kan een

onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de productmarkt voor open-

bare telefoonnetwerken en anderzijds de productmarkt voor openbare tele-

Page 15: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

15

foondiensten. Deze verdere opdeling geldt voor de markt voor vaste en die

voor de mobiele telefonie.

Bij het vaststellen van de relevante geografische markt wordt uitgegaan van

‘het gebied waarbinnen de aanbieders binnen Nederland actief zijn’ (Tw en

de Richtsnoeren). Indien de marktomstandigheden daartoe aanleiding ge-

ven, kunnen aanbieders die regionaal actief zijn tot de nationale markt wor-

den gerekend.

3.5 De huidige aanwijzingspraktijk ten aanzien van vaste telefonie

Met de inwerkingtreding van de Tw in 1998 is Koninklijke KPN N.V. en haar

groepsmaatschappijen voor een periode van twee jaar, tot 15 december

2000, aangewezen als aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk en

van vaste openbare telefoondiensten in geheel Nederland. Deze aanwijzing

is gebaseerd op overgangsrecht art. 20.1 Tw, jo 6.4 Tw.

Ten aanzien van de markt voor vaste openbare telefonie heeft het college

van OPTA (college) op 15 november 2000 Koninklijke KPN N.V. en haar

groepsmaatschappijen op basis van artikel 6.4 Tw, eerste lid, aangewezen als

aanbieder met een aanmerkelijke macht op de markt (inwerkingtreding 15

december 2000). In de aanwijzing wordt aangegeven dat de markt wordt

gedefinieerd als de markt voor vaste openbare telefoonnetwerken en vaste

openbare telefoondiensten. Het college geeft aan dat er geen redenen zijn

om de markt voor vaste telefonie nadere af te bakenen in een markt voor

vaste openbare telefoonnetwerken respectievelijk vaste openbare telefoon-

diensten. Er wordt ook geen opdeling gemaakt naar eventuele deelmarkten

die eventueel gedefinieerd zouden kunnen worden op basis van de Mede-

dingingswet. In verband met de eventuele continuering van de aanwijzing, is

in dit onderzoek uitgegaan van een markt voor vaste telefonie.

De aanwijzing is voor onbepaalde duur. Het college zal jaarlijks ambtshalve

bezien of de aanwijzing moet blijven gelden. Hiertoe is het onderhavige

marktonderzoek uitgevoerd.

Page 16: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.
Page 17: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

17

4 Marktaandelen

In dit hoofdstuk wordt ingegaan in op de marktaandelen van de verschillen-

de aanbieders in de markt voor vaste telefonie.

In het algemeen wordt aangenomen dat het marktaandeel een goede indi-

cator is voor marktmacht. Een groot marktaandeel zou een indicatie zijn van

mogelijke marktmacht, het marktaandeel kan gebruikt worden om markt-

macht uit te oefenen. Daarnaast kan marktmacht ook leiden tot een groot

marktaandeel. In de Tw wordt aangegeven dat een marktpartij geacht wordt

marktmacht te hebben indien het marktaandeel meer dan 25% bedraagt.

Hierbij speelt mee dat het onwaarschijnlijk is dat marktpartijen met een rela-

tief klein marktaandeel marktmacht hebben.

In dit hoofdstuk zal eerst de economische argumentatie van marktaandeel

als indicator voor marktmacht worden besproken. Daarna zal worden inge-

gaan op het onderscheid tussen marktaandelen op basis van waarde (om-

zet) en volume (belminuten, aantal aansluitingen). Vervolgens zullen de

marktaandeelindicatoren empirisch worden ingevuld. Dit gebeurt aan de

hand van de door de marktpartijen verstrekte gegevens. Het hoofdstuk wordt

afgesloten met een korte beoordeling van de marktaandelen.

4.1 Marktaandelen als indicator voor marktmacht

Marktaandelen worden over het algemeen gezien als een goede indicator

voor marktmacht en spelen een centrale rol in de aanwijzingspraktijk van toe-

zichthouders1. De relatie tussen marktaandelen en marktmacht is tweeledig.

Allereerst kan een groot marktaandeel leiden tot marktmacht. Doordat de

telefoniemarkt gekenmerkt wordt door schaalvoordelen, zal een aanbieder

met veel aansluitingen de vaste kosten over veel aansluitingen kunnen ver-

delen. Het grote marktaandeel leidt op deze manier dus tot een kostenvoor-

deel dat gebruikt kan worden in de concurrentiestrijd. Daarnaast speelt een

reputatie- effect mee. Een marktpartij met een groot marktaandeel zal een

grotere bekendheid hebben onder de (potentiële) afnemers. Hierdoor zullen

afnemers zich eerder bij de grootste aanbieder aansluiten. Dit effect wordt

sterker indien de aangeboden producten/diensten weinig transparant zijn.

De naam van de aanbieder zal in zo’n geval bij de keuze een belangrijkere

rol gaan spelen dan de kenmerken/kwaliteit van de aangeboden diensten.

De grootte kan daarbij als indicatie worden gebruikt voor reputatie (er zijn al

veel afnemers voorgegaan, dus het moet wel goed zijn).

Marktmacht kan ook leiden tot een groot marktaandeel. Indien een bepaal-

de marktpartij bepaalde zaken heeft die andere bedrijven niet kunnen bie-

den (lage prijs, goede kwaliteit, betere dekking etc.) zullen de afnemers bij

een gelijke prijs voor deze aanbieder kiezen (ze krijgen meer voor dezelfde

prijs). Daarnaast kan een aanbieder bepaalde bedrijfsmiddelen/inputs bezit-

ten (bijvoorbeeld een aansluitnetwerk) die nodig zijn om een bepaald pro-

duct/een bepaalde dienst te kunnen aanbieden. Door deze bedrijfsmidde-

1 Zie bijvoorbeeld Hay en Vickers (1987), The economics of market power, Basil Blackwell,

Oxford, UK en Verboven (2001) Het gebruik van simulatieanalyse in het Europese fusie-

beleid, Markt & Mededinging.

Page 18: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

18

len/inputs niet aan te bieden aan andere aanbieders of tegen ongunstige

voorwaarden kunnen andere aanbieders die hier gebruik van moeten maken

niet effectief en efficiënt concurreren. Dit zal resulteren in een groot

marktaandeel voor de marktpartij die deze bedrijfsmiddelen/input wel bezit.

Een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht kan deze positie dus gebrui-

ken om veel klanten aan te trekken. Dit zal dus leiden tot een groot

marktaandeel.

Bij de beoordeling van de machtspositie van een marktpartij moet ook geke-

ken worden naar de ontwikkeling van de marktaandelen in de loop van de

tijd. Een machtspositie komt vooral naar voren als een aanbieder een relatief

groot en stabiel marktaandeel heeft. Een afname van het marktaandeel kan

aangeven dat de markt concurrerender wordt, maar wil nog niet zeggen dat

de marktpartij geen marktmacht meer heeft.

4.2 Indicatoren voor marktaandeel

Marktaandelen kunnen op verschillende manieren gemeten worden. Hierbij

kan gedacht worden aan marktaandelen gemeten op basis van omzet

(waarde-indicator), aantal aansluitingen (volume-indicator), aantal belminu-

ten (volume-indicator) en de toegevoegde waarde (waarde-indicator). Ie-

dere maatstaf heeft zijn eigen voor- en nadelen. Bij de keuze zal rekening

moeten worden gehouden met de relatie met marktmacht, de transparantie

van de indicator en de beschikbaarheid van informatie. OPTA heeft in de

Richtsnoeren gekozen voor marktaandelen gemeten op basis van omzetten.

Hieronder zullen de verschillende indicatoren kort worden uitgewerkt.

4.2.1 Omzet

Omzet wordt in veel andere lidstaten van de Europese Unie gebruikt als toet-

singscriterium, zowel in de telecomsector als in het algemene mededin-

gingsrecht. Bij omzet wordt gekeken naar de omzet die alle marktpartijen

(netwerk-operators, dienstenaanbieders etc.) behalen in de afgebakende

markt. Algemeen wordt aangenomen dat indien een marktpartij een groot

aandeel heeft in de totale omzet van de markt, dit een indicator is van

marktmacht. Het voordeel van omzet als indicator is dat deze vrij eenduidig is

te bepalen. Daarnaast bevat het criterium omzet zowel informatie over het

volume (bijvoorbeeld hoeveelheid belminuten) als over de waarde van dit

volume (de prijs waartegen de belminuten worden verkocht). Het nadeel is

het ontstaan van mogelijke dubbeltellingen1.

4.2.2 Aantal aans luit ingen

Het aantal aansluitingen (volume-indicator) speelt een belangrijke rol in een

markt waar schaalvoordelen optreden. De gemaakte (vaste) kosten van bij-

voorbeeld een netwerk kunnen over meerdere aansluitingen worden ver-

deeld. Een aanbieder met relatief veel aansluitingen kan daardoor een (kos-

ten)voordeel behalen ten opzichte van een aanbieder met minder aanslui-

tingen. Zeker als de afnemers loyaal of weinig geneigd zijn van aanbieder te

1 Dit effect treedt op als de afgebakende markt meerdere schakels in de productiekolom

omvat. In het onderhavige onderzoek betreft dit het aanbieden van netwerkdiensten

(wholesale) en telefoniediensten (retail).

Page 19: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

19

veranderen of hoge overstapkosten hebben, is het aantal aansluitingen een

belangrijke indicator voor marktmacht. Verder speelt mee dat de verwach-

ting is dat eindgebruikers, nadat ze eenmaal als klant zijn binnengehaald,

steeds meer omzet gaan genereren (meer gaan bellen of gebruik gaan ma-

ken van andere, duurdere diensten).

In de markt voor vaste telefonie is het aantal aansluitingen minder betrouw-

baar. Er zijn marktpartijen die diensten aanbieden waar meerdere gebruikers

aangekoppeld zijn (bijvoorbeeld ISDN-30 of andere bedrijfsaansluitingen). Bij

de berekening van het aantal aansluitingen zou zo’n aansluiting slechts als

één aansluiting meetellen1. Hierdoor wordt een onderschatting gegeven van

het daadwerkelijke belang van dit soort aansluitingen. In het onderhavige

onderzoek is er geen informatie gevraagd over het soort aansluiting.

4.2.3 Aantal belminuten

Het aantal belminuten is evenals het aantal aansluitingen een volume-

indicator. Soms wordt ook het aantal in rekening gebrachte belminuten ge-

nomen: die zouden beter in kaart te brengen zijn. De verbelde minuten moe-

ten voor een groot deel de omzet genereren van de telefonieaanbieders en

geven inzicht in het gebruik van het netwerk. Een operator met een intensie-

ver netwerkgebruik (veel belminuten) dan andere operators, kan de vaste

kosten over meer belminuten verdelen. Hierdoor zal zo’n aanbieder eerder in

staat zijn een zodanig prijsbeleid te hanteren (bijvoorbeeld prijsverlaging) dat

andere aanbieders niet rendabel meer kunnen opereren (te lage prijs ten

opzichte van de kosten per belminuut).

Het aantal belminuten houdt, in tegenstelling tot het aantal aansluitingen,

wel rekening met de intensiteit van het gebruik. Zo zal een ISDN-30-aansluiting

veel meer belminuten genereren dan een gewone, enkelvoudige aansluiting.

Evenals het aantal aansluitingen houdt de indicator aantal belminuten geen

rekening met de waarde van de belminuten (bijvoorbeeld piek- versus dalta-

rief). Dit kan ertoe leiden dat aanbieders met relatief veel dure belminuten

(bijvoorbeeld veel bellen in piekperiode) een relatief groter marktaandeel,

gemeten op basis van omzet, kunnen hebben in vergelijking met een

marktaandeel gemeten in aantallen belminuten.

4.2.4 Toegevoegde waarde

De toegevoegde waarde kijkt naar de waarde die een marktpartij toevoegt.

De toegevoegde waarde is in sterke mate gerelateerd aan de omzet. Bij de

toegevoegde waarde wordt de totale omzet gecorrigeerd voor de inge-

kochte omzet. Een groot aandeel in de toegevoegde waarde in de markt

geeft een grote mate van marktmacht aan. Het voordeel van de indicator

toegevoegde waarde is dat er geen dubbeltellingen optreden. Een nadeel

van deze indicator is dat de gegevens moeilijk te verkrijgen zijn en dat er in-

terpretatieverschillen kunnen optreden. Derhalve zullen we geen gegevens

presenteren over de toegevoegde waarde.

4.2.5 Conclusie: omzet en marktmacht

Uit deze korte bespreking blijkt dat het marktaandeel gemeten in omzet een

duidelijke relatie heeft met de marktmacht. Tevens is omzet als waarde-

1 In het onderzoek van vorig jaar is rekening gehouden met de kwaliteit/waarde van de

aansluiting. Zo is een ISDN-30-aansluiting meegeteld als 30 gewone aansluitingen.

Page 20: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

20

indicator een indicator waarover relatief makkelijk informatie is te verkrijgen.

De marktaandelen op basis van omzetten zullen dan ook de belangrijkste

indicator zijn voor marktmacht (zie ook de Richtsnoeren). Dit laat echter on-

verlet dat de andere indicatoren aanvullende informatie kunnen verschaffen.

Het is dan ook nuttig deze indicatoren eveneens in kaart te brengen. In dit

onderzoek kijken we ook naar het aantal belminuten als volume-indicator. Er

wordt niet gekeken naar het aantal aansluitingen omdat deze zeer divers

kunnen zijn (grote verschillen in het aantal gebruikers per aansluiting). Om

uitspraken over de indicator toegevoegde waarde te kunnen doen, is veel

extra informatie nodig die vaak moeilijk te verkrijgen is. Daarom zal in het on-

derzoek ook geen aandacht worden besteed aan de indicator toegevoeg-

de waarde.

4.3 Het meten van omzet

Bij het gebruik van de indicator omzet is het van belang te letten op een aan-

tal aspecten. In het uitgevoerde onderzoek is de kans op dubbeltellingen

aanwezig. Daarnaast moet worden bekeken wat moet worden meegeno-

men in de omzet. De omzetten zijn berekend exclusief BTW.

Dubbeltellingen ontstaan doordat de vaste-telefoniemarkt breed is gedefini-

eerd en meerdere schakels uit de productiekolom omvat (zowel netwerken

als telefoniediensten). Er zijn partijen die alleen actief zijn op het gebied van

netwerken (wholesale), die alleen actief zijn op het gebied van telefoniedien-

sten (retail) en marktpartijen die actief zijn op beide gebieden1. Dit houdt in

dat in sommige gevallen een deel van de omzet van een marktpartij ook

meegenomen wordt in de omzet van een andere marktpartij. Het effect van

de dubbeltelling is naar verwachting beperkt.

4.4 Uitkomsten marktonderzoek

4.4.1 Marktaandeel op basis van totale omzet

In het marktonderzoek zijn omzetgegevens gevraagd per maand en uitge-

splitst naar een aantal categorieën (zie Bijlage 1 voor de vragenlijst). De om-

zet in het huidige onderzoek bestaat uit omzet uit aansluitingen, binnen basis-

, buiten basis-, internationaal, vast-mobiel verkeer, overig retail en wholesale.

Een aantal partijen kon de informatie niet op dit detailniveau verstrekken

(soms niet per maand, soms niet per deelmarkt). Voor de partijen die geen

maandcijfers konden opleveren zijn de kwartaal- of jaarcijfers lineair toegere-

kend aan de maanden. Er is geen opdeling gemaakt voor partijen die geen

opdeling konden maken per deelmarkt. De marktaandelen zijn berekend aan

1 Als er alleen maar verticaal geïntegreerde partijen actief zouden zijn, die alleen leveren

aan hun eigen bedrijfsonderdelen, hebben dubbeltellingen geen gevolgen voor de

analyse.

Page 21: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

21

de hand van de door de marktpartijen verschafte informatie. Er is uitgegaan

van de totale omzet1.

In REFtabel 1 zijn de omzetgegevens voor 2000 en de marktaandelen voor

2000 en het eerste kwartaal van 2001 weergegeven. In verband met de ver-

trouwelijkheid van de gegevens is de volgende indeling in klassen gehanteerd:

< 5%, 5-15%, 15-25%, 25-35%, 35-45%, 45-55%, 55-65%, 65-75%, 75-85%, 85-95% en

> 95% (Deze klassenindeling wordt ook elders in het rapport gehanteerd). Te-

vens zijn in REFtabel 1 gegevens van het marktonderzoek van vorig jaar opge-

nomen (eerste halfjaar 2000). De totale markt komt in 2000 uit op ƒ 9 - 11 mil-

jard. Ten opzichte van het eerste kwartaal in 2000 is de omzet in het eerste

kwartaal van 2001 met 5-15% gegroeid. De marktaandelen zijn berekend door

de omzet van een marktpartij te delen door de totale marktomzet.

Indien gekeken wordt naar individuele aanbieders en de ontwikkeling die

deze aanbieders doorlopen, valt de terugval van KPN op. Over heel 2000 had

KPN een marktaandeel van 85-95%. In de eerste drie maanden van 2001 is

dat teruggelopen tot 75-85%. In 1999 valt het marktaandeel van KPN ook in

de klasse 85-95%. Het daadwerkelijke marktaandeel van KPN in 1999 is groter

dan het marktaandeel in 2000. De daling van het marktaandeel kan te ma-

ken hebben met ontwikkelingen in de markt. Het verschil ten opzichte van

2000 kan mogelijk ook te maken hebben met de andere berekeningsmetho-

de (andere marktpartijen zijn meegenomen). De grootste verschillen ten op-

zichte van het onderzoek van vorig jaar treden op bij BT Ignite, Energis en

WorldCom. Dit heeft waarschijnlijk te maken met inkomsten verkregen uit

wholesale en/of internetverkeer. Uit een nadere bestudering van beide on-

derzoeken kan geconcludeerd worden dat beide onderzoeken goed te ver-

gelijken zijn. Alleen BT Ignite is in het onderhavige onderzoek beduidend gro-

ter, echter met een marktaandeel van minder dan 5%. Ondanks het verlies

aan marktaandeel blijft het marktaandeel van KPN aanzienlijk. De overige

aanbieders hebben een marktaandeel van minder dan 5% in 2000. In figuur 1

wordt de ontwikkeling weergegeven van de belangrijkste partijen. Er is hierbij

gebruikgemaakt van indexcijfers, waarbij januari 2000 op 100 is gezet. Wat

opvalt is dat het marktaandeel van KPN een dalende trend volgt (komt ook

door de toerekening van kwartaalcijfers naar maandcijfers). One.Tel en Tele2

hebben een opgaand indexcijfer (stijgend marktaandeel). BT Ignite, World-

Com en Energis vertonen een golvend patroon. Dit kan te maken hebben

met het segment waarop deze bedrijven zich concentreren (wholesale-

markt).

tabel 1 totale omzet en marktaandelen vaste telefonie

Aanbiedera Marktaandeel 2000

Marktaandeel 1e

kwartaal 2001

Marktaandeel 1e helft

2000 (gegevens NEI

KPN 85-95% 75-85% 85-95%

overige partijen (aantal) met aan-

deel van:

0-5% 26 26 25

1 In het onderzoek van NEI is, voorzover mogelijk, de omzet verkregen uit wholesale buiten

het onderzoek gelaten. Hiermee is gekozen voor een correctie bij de netwerk-operator

(zie paragraaf 4.3). Dit leidt volgens EIM tot een onderwaardering van de netwerk-

operators en geeft dus geen goed beeld van de verhoudingen in de markt.

Page 22: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

22

Totaal 100% 100% 100%

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

a In het onderzoek in 2000 van NEI is informatie opgenomen van marktpartijen (Colt,

Comfour, Edutel, Kast Telecom/Axxon (is volgens OPTA failliet), Netnet (overgenomen

door Scarlet), Primus Telecom, Steady Sports, Talkline, Telepartners (overgenomen door

Atlantic Telecom Group (Rotterdam)) en Viatel (overgenomen door Scarlet)) die in dit

onderzoek niet hebben gereageerd. In dit onderzoek hebben we antwoorden gekre-

gen van partijen die in het vorige onderzoek niet zijn opgenomen (ACN Europe, Atlan-

tic Telecom (Venray), AUCS Europe, Cable & Wireless, Concert, Intellegent Solutions,

Level 3, Priority, Swift Global Netherlands, Technos, Vocalis en 3U Telecom). De andere

samenstelling van marktpartijen die deel hebben genomen aan het onderzoek heeft

nagenoeg geen effect.

Concluderend kan gesteld worden dat het marktaandeel gemeten in omzet

van KPN zich ruim boven de 25% bevindt. Het marktaandeel vertoont wel een

dalende trend.

figuur 1 ontwikkeling marktaandelen o.b.v. omzet (index, jan. 2000 = 100)*

0,00

50,00

100,00

150,00

200,00

250,00

300,00

350,00

janu

ari_

2000

maa

rtm

ei juli

sept

embe

r

nove

mbe

r

janu

ari_

2001

maa

rt

BT Ignite

Energis

KPN

WorldCom

One.Tel

Tele 2

* Voor Energis geldt in verband met verstrekte gegeven index, april 2000 = 100.

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

4.4.2 Marktaandeel omzet op basis van verkeersdiensten

Behalve naar de marktaandelen op basis van de totale omzet, kan ook ge-

keken worden naar de omzet die gegenereerd wordt uit verkeersstromen.

Deze omzetindicator is gerelateerd aan de intensiteit van het gebruik van het

netwerk. De omzet die verkregen wordt uit aansluitin-

gen/abonnementsgelden wordt hierbij afgetrokken van de totale omzet. Dit

heeft tot gevolg dat het marktaandeel zal dalen van partijen die inkomsten

uit aansluitingen hebben1. Van de overige partijen zal het marktaandeel stij-

gen. In tabel 2 zijn de marktaandelen weergegeven.

1 Door de grote daling van de omzet van KPN daalt de totale marktomvang aanzienlijk.

Page 23: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

23

tabel 2 marktaandeel omzet exclusief omzet uit aansluitingen

Aanbieder

Marktaandeel

2000

Marktaandeel 1e kwartaal

2001

Marktaandeel 1e helft 2000

(gegevens NEI,

KPN 75-85% 75-85% 85-95%

overige partijen

(aantal) met aandeel

van:

0-5% 26 26 13 (0,2-5%)

Totaal 100% 100% 100%

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Het marktaandeel van KPN volgens deze berekening bedraagt 75-85% in 2000

en daalt in de eerste drie maanden van 2001 tot 75-85%. In het onderzoek

van NEI heeft KPN in het eerste half jaar van 2000 een marktaandeel van 85-

95%. Dit verschil is waarschijnlijk te verklaren uit een verschil in gehanteerde

definities en verschillen in verstrekte gegevens door marktpartijen. De overige

aanbieders zijn allemaal kleiner dan 5%. Ook bij deze berekening blijft KPN

dus veruit de grootste aanbieder. Het marktaandeel vertoont wel een dalen-

de trend.

4.4.3 Marktaandeel omzet per verkeersdienst

Behalve naar de marktaandelen gebaseerd op de totale omzet kan er ook

gekeken worden naar de marktaandelen in omzet op deelmarkten. Er is hier-

bij een onderscheid gemaakt naar de deelmarkten lokaal verkeer, nationaal

verkeer, internationaal verkeer en vast-mobiel verkeer. Op basis van deze

analyse kan inzicht worden verkregen in de concurrentieontwikkeling binnen

bepaalde deelmarkten. Een aantal marktpartijen heeft geen opsplitsing ge-

geven per deelmarkt. Er is geen correctie gemaakt voor deze marktpartijen:

deze partijen zijn dus buiten de berekening gelaten. In tabel 3 en tabel 4 zijn

de marktaandelen van 2000 respectievelijk het eerste kwartaal van 2001

weergegeven.

tabel 3 marktaandelen op basis van omzet per verkeersdienst (2000)

Aanbieder Lokaal Nationaal Internationaal Vast-mobiel

KPN >95% 85-95% 55-65% 85-95%

overige partijen (aantal)

met aandeel van:

5-15% 1 4 1

0-5%a

26 25 22 25

Totaal 100% 100% 100% 100%

a Inclusief marktpartijen die deze categorie niet aanbieden dan wel geen opsplitsing hebben verstrekt.

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Page 24: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

24

tabel 4 marktaandelen op basis van omzet per verkeersdienst (1e kwartaal 2001)

Aanbieder Lokaal Nationaal Internationaal Vast-mobiel

KPN >95% 75-85% 55-65% 75-85%

overige partijen (aantal)

met aandeel van:

5-15% 1 3 1

0-5%a

26 25 23 25

Totaal 100% 100% 100% 100%

a Inclusief marktpartijen die deze categorie niet aanbieden dan wel geen opsplitsing hebben verstrekt.

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Page 25: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

25

Uit de tabellen komt naar voren dat KPN een zeer sterke positie heeft op de

deelmarkt lokaal verkeer. Dit bevestigt het beeld uit het vorige onderzoek.

Op de overige deelmarkten heeft KPN een iets minder dominante positie. Op

de deelmarkten nationaal en vast-mobiel is een dalende trend waarneem-

baar. Bij de deelmarkt internationaal heeft KPN een duidelijk lager marktaan-

deel, tussen de 55 en 65%. In 1999 lag dit marktaandeel tussen de 75 en 85%.

Dit grote verschil kan verklaard worden door het ontbreken van een grote

partij in het marktonderzoek over 1999. Een aantal marktpartijen maakt een

duidelijke groei door op deze deelmarkt.

Geconcludeerd kan worden dat KPN op alle deelmarkten prominent tot zeer

prominent aanwezig is. KPN heeft te maken met de meeste concurrentie op

de markt voor internationale telefonie.

4.4.4 Marktaandeel op basis van aantal belminuten

Voor het berekenen van het marktaandeel op basis van (uitgaande) belmi-

nuten hebben we gebruikgemaakt van de gegevens zoals die verstrekt zijn

door de marktpartijen. Er is daarbij gevraagd naar een uitsplitsing naar een

aantal categorieën zoals lokaal en internationaal (zie ook Bijlage I). Een aan-

tal marktpartijen kon de informatie niet op dit detailniveau verstrekken. Daar-

om is ervoor gekozen met totaalcijfers te werken. Een aantal partijen kon al-

leen kwartaal- of jaarcijfers opleveren. Voor deze partijen zijn deze kwartaal-

of jaarcijfers lineair toegerekend aan de maanden.

De totale markt in 2000 bedroeg 60-75 miljard belminuten, een groei ten op-

zichte van 1999 van 25-35%. Ten opzichte van het eerste kwartaal in 2000 is

het aantal belminuten in het eerste kwartaal van 2001 met 25-35% gestegen.

In tabel 5 zijn de marktaandelen voor 2000 en het eerste kwartaal van 2001

per marktpartij weergegeven.

Zoals uit tabel 5 blijkt, heeft KPN over 2000 een marktaandeel van 75-85%. Dit

daalt in het eerste kwartaal van 2001 tot 75-85%. In 1999 bedroeg dit nog 85-

95%. Er is een marktpartij met een marktaandeel van 5-15% in 2000. Dit heeft

vooral te maken met internetverkeer. In het eerste kwartaal 2001 stijgt het

marktaandeel van de meeste partijen ten opzichte van 2000. In absolute

termen blijft de groei van het aantal belminuten van KPN veruit de grootste in

de markt. KPN blijft ook in het eerste kwartaal van 2001 veruit de aanbieder

met het grootste aantal belminuten en het grootste marktaandeel.

tabel 5 marktaandeel op basis van belminuten

Aanbieder Marktaandeel 2000 (in %)

Marktaandeel 1e kwartaal

2001 (in %)

KPN 75-85% 75-85%

overige partijen (aantal) met aandeel van:

5-15% 1 2

0-5% 25 24

Totaal 100% 100%

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

In figuur 2 is de ontwikkeling weergegeven van de belangrijkste marktpartijen.

Er is hierbij gebruikgemaakt van indexcijfers, waarbij januari 2000 op 100 is

Page 26: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

26

gezet. Zoals uit de figuur is af te lezen, daalt het marktaandeel van KPN ge-

lijkmatig1. Met uitzondering van BT Ignite groeien de andere marktpartijen

sterk tot aan het laatste kwartaal van 2000, daarna is er een kleine terugval.

Dit wordt mogelijk veroorzaakt doordat een aantal andere marktpartijen

vanaf augustus 2000 informatie heeft verstrekt dan wel later actief is gewor-

den (in absolute aantalen groeien ze licht of blijven ze gelijk).

figuur 2 ontwikkeling marktaandeel o.b.v. belminuten (index, januari 2000 = 100a)

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

janu

ari_

2000

maa

rtm

ei juli

sept

embe

r

nove

mbe

r

janu

ari_

2001

maa

rt

Energis

KPN

WorldCom

BT Ignite

Tele2

UPC/Priority

a Voor Energis geldt in verband met verstrekte gegevens index, april 2000 = 100.

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

4.4.5 Marktaandeel op basis van omzet versus marktaandeel op basis

van belminuten

Indien het marktaandeel op basis van omzet (exclusief aansluitingen) wordt

vergeleken met het marktaandeel op basis van belminuten, kan inzicht wor-

den verkregen in de waarde van een belminuut. Door de omzet verkregen uit

aansluitingen buiten de berekeningen te laten, wordt een beter beeld ver-

kregen van de opbrengsten van de verkeersstromen. Bij deze berekening is

gebruikgemaakt van de gegevens van de marktpartijen.

In tabel 6 zijn de marktaandelen en omzet per belminuut van de belangrijkste

aanbieders opgenomen. De beide marktaandelen kunnen per aanbieder

nogal verschillen. Dit heeft te maken met de opbrengst per belminuut. Indien

het marktaandeel op basis van omzet, exclusief aansluitingen groter is dan

het marktaandeel op basis van belminuten, betekent dit dat de aanbieder

relatief dure belminuten verkoopt. Dit komt naar voren bij BT Ignite. KPN heeft

een lager marktaandeel gemeten in omzet ten opzichte van de belminuten.

Dit betekent dat KPN relatief goedkope belminuten verkoopt. Dit kan ver-

klaard worden uit het feit dat KPN een sterke positie heeft bij het lokale ver-

keer, terwijl de concurrenten nauwelijks actief zijn op dit segment. Zo richten

de andere aanbieders zich vooral op zakelijke klanten of buiten basis-, inter-

1 Dit heeft te maken met de toerekening van de halfjaarcijfers naar maandcijfers.

Page 27: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

27

nationaal of vast-mobiel verkeer (dure belminuten). De relatieve lage op-

brengst per belminuut van WorldCom en Energis heeft waarschijnlijk te maken

met het internetverkeer dat zij afhandelen.

tabel 6 vergelijking marktaandeel op basis van omzet (exclusief omzet uit aansluitin-

gen) en belminuten

Aanbieder

Marktaandeel

o.b.v. omzet

exclusief aan-

sluitingen in

2000 (in %)

Marktaandeel o.b.v.

belminuten in 2000

(in %)

Gemiddelde omzet

per belminuut in

2000 (in ƒ 1,-)

Gemiddelde omzet

per belminuut in 1e

kwartaal 2001 (in ƒ

1,-)

BT Ignite 0-5 0-5 0,15-0,30 0,15-0,30

Energis 0-5 0-5 0,00-0,15 0,00-0,15

KPN 75-85 75-85 0,00-0,15 0,00-0,15

WorldCom 0-5 0-5 0,00-0,15 0,00-0,15

One.Tel 0-5 0-5 0,15-0,30 0,15-0,30

Tele2 0-5 0-5 0,00-0,15 0,00-0,15

UPC/Priority 0-5 0-5 0,15-0,30 0,15-0,30

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

4.4.6 Marktaandeel op basis van aanslui t ingen

Het marktaandeel op basis van aansluitingen geeft inzicht in de toegang die

marktpartijen hebben tot eindgebruikers. Zoals in paragraaf 4.2 reeds is aan-

gegeven, kan deze maatstaf een enigszins vertekend beeld geven. Een aan-

sluiting naar een consument zal een andere omzet genereren dan een ISDN-

30-aansluiting naar een bedrijf. Op basis van de verstrekte gegevens kan niet

gecorrigeerd worden voor dit verschil. De marktaandelen op basis van aan-

sluitingen moeten dan ook met de nodige voorzichtigheid worden behan-

deld.

Bij de berekening van de marktaandelen is alleen gekeken naar marktpartij-

en die een eigen aansluitnetwerk hebben. Dit betekent dat marktpartijen die

zich alleen bezighouden met de afwikkeling van CS en CPS verkeer of die

alleen wholesale-diensten aanbieden (veelal afwikkelen van internationaal

verkeer) buiten de berekeningen zijn gelaten. In tabel 7 zijn de resultaten ge-

presenteerd.

Page 28: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

28

tabel 7 marktaandeel op basis van aansluitingen

Marktaandeel per

1-1-1999 (gege-

vens NEI)

Marktaandeel per

1-1-2000

Marktaandeel per

1-1-2001

Marktaandeel per

31-3-2001

KPN >95% >95% >95% >95%

overige partijen

(aantal) met

aandeel van:

0-5% 10 10 10 10

Totaal 100% 100% 100% 100%

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Uit de tabel komt duidelijk naar voren dat KPN verreweg de meeste aanslui-

tingen heeft. Het marktaandeel daalt slechts zeer licht in de loop van de tijd.

De overige aanbieders spelen niet echt mee. Er moet wel opgemerkt worden

dat deze marktpartijen zich met name richten op zakelijke klanten. De waar-

de per aansluiting zal relatief hoger zijn dan bij consumenten.

4.5 Conclusie marktaandelen

In dit hoofdstuk is een analyse gemaakt van de marktaandelen in de markt

voor vaste telefonie. De berekeningen zijn gebaseerd op de gegevens zoals

de marktpartijen die hebben verstrekt. Er is gekeken naar de marktaandelen

op basis van de totale omzet. Als ondersteuning van deze gegevens is ook

gekeken naar de marktaandelen op basis van omzet exclusief omzet uit aan-

sluitingen, de marktaandelen op basis van omzet per deelmarkt, de

marktaandelen op basis van belminuten en de marktaandelen op basis van

aansluitingen.

Op basis van omzet heeft KPN in 2000 een marktaandeel van 85-95%. Dit per-

centage zakt in het eerste kwartaal van 2001 tot 75-85%. Deze daling is illu-

stratief voor de dalende trend die is waar te nemen in het marktaandeel van

KPN. De andere aanbieders hebben een marktaandeel van minder dan vijf

procent. KPN blijft met de berekende marktaandelen ruim boven de 25-

procentregel zoals die in artikel 6.4 derde lid Tw wordt vermeld.

KPN heeft een sterke positie (marktaandeel gemeten in omzet) in de deel-

markten aansluitingen en lokaal verkeer. De overige marktpartijen spelen een

zeer beperkte rol in deze deelmarkten. De meeste concurrentie is te vinden in

de markt voor internationaal verkeer. Op deze markt heeft KPN echter nog

steeds een groot marktaandeel (55-65%). Er zijn drie andere aanbieders met

een marktaandeel tussen 5 en 15% in het eerste kwartaal van 2001.

De sterke positie van KPN op basis van omzet wordt ondersteund met de posi-

tie op basis van belminuten. KPN heeft een marktaandeel op basis van bel-

minuten van 75-85% procent in 2000 en van 75-85% in het eerste kwartaal in

2001. Ook hier is een dalende trend waarneembaar. Het uiteindelijke

marktaandeel blijft echter ruim boven de 25%.

De gemiddelde omzet per belminuut verschilt aanzienlijk per aanbieder. KPN

heeft een relatief lage gemiddelde opbrengst per belminuut in 2000. Dit heeft

waarschijnlijk te maken met de positie van KPN op het segment voor lokaal

verkeer. Daarnaast lijkt het internetverkeer bij te dragen aan een lage op-

brengst per belminuut. Het is verder duidelijk dat een aantal aanbieders zich

richt op specifieke segmenten (zakelijke klanten, internationaal verkeer, etc.).

Page 29: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

29

Op basis van aansluitingen heeft KPN een marktaandeel van meer dan 95%.

Dit marktaandeel daalt slechts licht. De overige aanbieders spelen nauwelijks

mee. Er bestaan echter wel grote verschillen in soort aansluiting.

Page 30: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.
Page 31: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

31

5 Aanvullende criteria: Vermogen de markt-

voorwaarden te beïnvloeden

5.1 Inleiding

Bij de beoordeling of een marktpartij marktmacht heeft, wordt in de Tw het

marktaandeel (> 25%) als hoofdregel genomen. Het college kan afwijken van

deze hoofdregel indien daartoe aanleiding is. Het college zal daartoe een

aantal criteria beoordelen: het vermogen van een marktpartij om de markt-

voorwaarden te beïnvloeden, de (groeps)omzet in verhouding tot de omzet

van de markt, de beheersing van de middelen van toegang tot de eindge-

bruikers, de toegang tot financiële middelen en de ervaring met het verstrek-

ken van producten en diensten op de markt. Deze uitzonderingscriteria zijn

alle vijf even belangrijk en worden verder uitgewerkt in de Richtsnoeren.

Het doel van de hoofdstukken 5 en 6 is deze uitzonderingscriteria te beoor-

delen. In dit hoofdstuk wordt het criterium ‘het vermogen om de marktvoor-

waarden te beïnvloeden’ verder uitgewerkt. Gezien de vele subcriteria wordt

het criterium ‘het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden’ apart

besproken. De overige vier uitzonderingscriteria komen in het volgende

hoofdstuk aan bod. Bij de gehanteerde criteria en de invulling daarvan zijn

de Richtsnoeren uitgangspunt geweest.

5.2 Vermogen de marktvoorwaarden te beïnvloeden

Relat ie met AMM

Indien een marktpartij AMM bezit, zou deze marktpartij in staat zijn om de

marktvoorwaarden te beïnvloeden. In de Richtsnoeren wordt het begrip ‘het

vermogen om marktvoorwaarden te beïnvloeden’ niet als zodanig omschre-

ven. Er wordt wel een aantal criteria genoemd die van belang zijn bij het be-

oordeling van het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden, en

wel de volgende:

! het aantal concurrenten;

! de mate van concentratie in de markt;

! de ontwikkeling in het aantal en de omvang van concurrenten;

! de toe- en uittredingsdrempels in de markt;

! de drempels voor eindgebruikers om over te stappen naar een andere

aanbieder;

! de mate van verticale integratie;

! de prijsvorming in de markt.

In de volgende paragrafen wordt de relatie tussen AMM en deze criteria ver-

der uitgewerkt. Tevens worden de bevindingen gepresenteerd van het empi-

rische onderzoek.

Page 32: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

32

5.2.1 Aantal concurrenten

Relat ie met AMM

Het aantal aanbieders in een markt geeft een eerste indicatie voor de mate

van concurrentie. In het algemeen wordt gesteld dat hoe meer partijen ac-

tief zijn in de markt (en vergelijkbaar in omvang), hoe minder waarschijnlijk

het is dat een individueel bedrijf de marktvoorwaarden kan beïnvloeden. In-

dien er slechts één marktpartij actief is, dan kan deze monopolist de markt-

voorwaarden zelfstandig bepalen en heeft hij dus marktmacht. De afnemers

hebben geen alternatief en de monopolist kan een monopolieprijs vragen1.

In een situatie met één of enkele grote aanbieders (bijna monopolie of oligo-

polie) kan er ook snel sprake zijn van marktmacht. Marktpartijen kunnen hun

gedrag op elkaar afstemmen, waardoor er geen efficiënte prijszetting plaats-

vindt (gezien vanuit de afnemer).

Uitkomsten marktonderzoek

In dit onderzoek is gebruikgemaakt van de registraties bij OPTA. Een marktpar-

tij die actief is op de markt voor telefonie dient zich te registreren bij OPTA.

Op basis van deze registraties zijn ruim 90 bedrijven aangeschreven met het

verzoek mee te werken aan het onderzoek2. Dit betekent dat er maximaal

rond 90 marktpartijen actief kunnen zijn in de markt. Echter niet alle geregi-

streerde partijen zijn daadwerkelijk actief (zie ook hoofdstuk 2). In totaal zijn

28 marktpartijen meegenomen in dit onderzoek. Uit de verstrekte gegevens

blijkt dat ze actief zijn op de markt voor vaste telefonie. Deze aantallen ko-

men overeen met die uit het vorige AMM-vast onderzoek. Daarnaast zijn er

vijf marktpartijen geweest die aangegeven hebben actief te zijn op deze

markt, maar ze hebben te laat of geen informatie verstrekt of hebben aan-

gegeven zeer klein te zijn. Negen andere bedrijven hebben aangegeven niet

(meer) actief te zijn op de markt voor vaste telefonie. Uit deze reacties kan

worden opgemaakt dat er minimaal 30 marktpartijen actief zijn in de markt

voor vaste telefonie. Dit aantal wil echter niet zeggen dat geen enkele

marktpartij AMM zou hebben. De grootte van de aanbieders speelt daar ook

een rol bij. In hoofdstuk 4 komt reeds naar voren dat marktpartijen sterk ver-

schillen in grootte. KPN is veruit de grootste aanbieder. Het effect van de

scheve verhoudingen in grootte komt tot uitdrukking in de mate van concen-

tratie.

5.2.2 Mate van concentratie in de markt

Relat ie met AMM

De mate van concentratie in de markt is gerelateerd aan het aantal partijen

dat actief is op de markt. Daarnaast zegt de concentratie ook iets over de

grootte van de marktpartijen. Een markt met veel kleine aanbieders is niet

geconcentreerd. Een marktpartij heeft geen mogelijkheid om de marktvoor-

waarden te beïnvloeden in zo’n markt. De eindgebruikers hebben immers

1 Een dreiging van potentiële toetreders kan het gedrag van een monopolist beperken. In

een situatie van perfect contesteerbare markten kan de monopolist gedwongen worden

een prijs te hanteren die ook in een situatie van volledig vrije mededinging zou ontstaan.

Het is daarom van belang te kijken naar toetredingsbarrières.

2 Van verschillende bedrijven bleken de adres- en telefoongegevens niet meer te kloppen.

Er kan van uit worden gegaan dat veel van deze bedrijven niet meer actief zijn in de

markt voor vaste telefonie.

Page 33: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

33

genoeg alternatieven. Ook eventuele onderlinge afspraken zijn moeilijk te

realiseren (te veel partijen om echt effectief afspraken te kunnen maken).

Hierdoor is er weinig dreiging van collusie. Een markt is sterk geconcentreerd

indien er één of enkele grote marktpartijen actief zijn. In zo’n markt bestaat

het gevaar dat een of meer marktpartijen de marktvoorwaarden kunnen

beïnvloeden. Doordat er slechts een beperkt aantal belangrijke spelers actief

is, zijn de grote marktpartijen in staat elkaar goed in de gaten houden. Het is

ook van belang dit te doen omdat een actie van de ene grote marktpartij

merkbare invloed heeft op de positie van een andere grote marktpartij. In

een geconcentreerde markt is het ook eenvoudiger onderlinge (geheime of

impliciete) afspraken te maken of het gedrag onderling af te stemmen (de

zogenaamde onderling afgestemde gedragingen), waardoor de concurren-

tie wordt beperkt. In een geconcentreerde markt zal er dus eerder sprake

van zijn dat een of meer marktpartijen in staat is/zijn om de marktvoorwaar-

den te beïnvloeden.

Page 34: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

34

De mate van concentratie wordt veelal gemeten door naar de marktaan-

delen te kijken. Hierbij wordt vaak de Herfindahl-Hirschman-Index (HHI) ge-

bruikt. De HHI is de som van de gekwadrateerde omzetmarktaandelen van

alle op de markt aanwezige bedrijven. Bij een waarde van 10.000 is er sprake

van een strikt monopolie (1002) en 0 is de (technisch onmogelijke) waarde

voor perfecte concurrentie. Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat

er bij een HHI van minder dan 1.000 sprake is van een ongeconcentreerde

markt, tussen 1.000 en 1.800 van een matig geconcentreerde markt en boven

de 1.800 is er sprake van een geconcentreerde markt1.

Uitkomsten marktonderzoek

Voor de berekening van de HHI is gebruikgemaakt van de marktaandelen op

basis van de totale omzet2. In tabel 8 wordt de HHI voor verschillende maan-

den weergegeven. Indien alle 28 marktpartijen van gelijke omvang zouden

zijn, is de HHI 357. Uit onderstaande tabel blijkt dat de concentratie in de

markt afneemt. Echter een HHI van 6881 in maart 2001 geeft aan dat er nog

steeds sprake is van een geconcentreerde markt. Dit komt met name door

de zeer dominante positie van KPN.

tabel 8 mate van concentratie van de markt voor vaste telefonie

Maand HHI

januari 2000 8030

april 2000 7730

augustus 2000 7302

oktober 2000 7116

januari 2001 6926

februari 2001 7133

maart 2001 6881

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

5.2.3 Ontwikkel ing in het aantal en de omvang van de concurrenten

Relat ie met AMM

De ontwikkeling van het aantal en de omvang van de marktpartijen geeft

inzicht in de ontwikkeling van de marktstructuur. Indien het aantal marktpar-

tijen toeneemt, kan dit leiden tot meer concurrentie. Een marktpartij met een

aanzienlijk aandeel op de markt zal veel inspanningen moeten doen om de

marktpositie te handhaven. Als de concurrenten groter worden, hebben ze

meer mogelijkheden om de concurrentie daadwerkelijk aan te gaan.

Ook de groei van de bedrijfstak/markt is van belang. Als een markt sterk

groeit, is het relatief eenvoudiger om toe te treden als aanbieder. De klanten

die zich voor het eerst op de markt begeven, hoeven geen overstapkosten te

maken en hoeven ook niet ‘losgeweekt’ te worden bij bestaande aanbie-

ders. Een bedrijf dat toetreedt kan dus relatief eenvoudig deze nieuwe klan-

ten naar zich toetrekken en op die manier een positie opbouwen. Voor een

partij met een aanzienlijk marktaandeel zal het relatief moeilijk zijn om zijn po-

1 Office of Fair Trading (1999), Quantitative techniques in competition analysis, Research

paper 17.

2 Door een verschillende invulling van het begrip omzet (zie hoofdstuk 4) is de HHI niet

perfect vergelijkbaar met de HHI uit het vorige AMM-vast onderzoek.

Page 35: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

35

sitie te handhaven in een snelgroeiende markt. Het is moeilijker nieuwe klan-

ten binnen te halen dan bestaande klanten binnen te houden.

Uitkomsten marktonderzoek

Uit de reacties van verschillende marktpartijen valt op te maken dat een be-

paalde mate van consolidatie plaatsvindt in de markt voor vaste telefonie.

Een aantal bedrijven is failliet gegaan of heeft (delen van) zijn activiteiten

gestaakt. Daarnaast is ook een aantal bedrijven samengegaan. Er zijn vier

marktpartijen actief geworden in de periode 2000/2001. Dit zijn Priority (on-

derdeel van UPC), Ortel, Telediscount en 3U Telecom.

Momenteel zijn er 28 aanbieders actief, waarover in het kader van dit onder-

zoek informatie beschikbaar is. De meeste partijen zijn nog maar kort actief

op de Nederlandse markt, veelal vanaf 1997 of later. Verschillende bedrijven

zijn al langer actief in andere landen. Het gaat dus om veelal jonge bedrijven

die nog een marktpositie moeten verwerven in Nederland. De marktpartijen

richten zich veelal op een beperkt aantal terreinen (bijvoorbeeld zakelijke

klanten, carrier selectdiensten etc.). De landelijke dekking verschilt per

marktpartij. Eigenlijk is KPN de enige marktpartij met een aansluitnetwerk in

Nederland. Naast KPN zijn er 13 marktpartijen actief die een eigen (internati-

onaal) netwerk hebben. Het aansluitnetwerk van deze marktpartijen is be-

perkt, veelal een netwerk in delen van Nederland (de grotere steden of regi-

onaal), of een aantal switches. Van deze netwerk-operators richten vier

marktpartijen zich alleen op wholesale-diensten, de overige marktpartijen

hebben een (beperkt) aansluitnetwerk in Nederland. Daarnaast zijn er 14

marktpartijen actief als carrier (pre)selectaanbieder. Deze carrier

(pre)selectaanbieders hebben een landelijke dekking (via het aansluitnet-

werk van KPN).

De totale markt voor vaste telefonie maakt een redelijke groei door. Ten op-

zichte van de omzet in het eerste kwartaal in 2000 is de markt met 5-15% ge-

stegen in het eerste kwartaal van 20011. Van deze groei neemt KPN 15-25%

voor haar rekening. Bij belminuten bedraagt de groei 25-35%. KPN neemt van

deze groei 35-45% voor haar rekening. De groei van de markt betekent dat

het voor concurrenten van zittende partijen redelijk makkelijk zal zijn om een

positie in de markt te verwerven.

Het groeipercentage per marktpartij blijkt sterk te verschillen. De omzet van

KPN groeit met 0-5% (1e kwartaal 2001 ten opzichte van 1e kwartaal 2000). Bij

belminuten is de groei van KPN 5-15%. KPN kan bij beide maatstaven de groei

van de markt niet bijhouden. Echter in absolute termen is de groei van KPN

vele mate groter dan de groei in absolute termen van de snelste groeier. De

groei van de overige bedrijven bevindt zich tussen de –50 en + 500% bij omzet

en tussen de –8 en +1775% bij belminuten. De sterke groei wordt met name

gerealiseerd door overnames.

Concluderend kan gesteld worden dat veel aanbieders relatief kort op de

markt voor vaste telefonie actief zijn en zich richten op een beperkt aantal

activiteiten. De meeste aanbieders maken een sterke groei door. KPN groeit

minder snel dan de markt en lijkt dus terrein te verliezen. In absolute termen

blijft KPN echter veruit de grootste aanbieder.

1 De groei verschilt per deelmarkt.

Page 36: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

36

5.2.4 Toe- en uittredingsdrempels

Relat ie met AMM

Toe- en uittredingsdrempels hebben een grote invloed op de mate van con-

currentie op de markt. Hoge toetredingsdrempels zorgen ervoor dat er weinig

druk van potentiële toetreders is1. Hierdoor kan de concurrentie in de markt

afnemen. De marktpartijen kunnen de eindgebruikers relatief hogere prijzen

vragen omdat er toch geen alternatieven zijn. De toetredingsdrempels kun-

nen onder andere veroorzaakt worden door de hoogte van de investeringen

en de vaste kosten (bijvoorbeeld de kosten van het aanleggen van een net-

werk). Door de hoge vaste kosten kunnen schaalvoordelen optreden. Indien

een aanbieder meer klanten heeft, kunnen de vaste kosten over meerdere

klanten worden verdeeld. Een aanbieder met minder klanten zal vergelijk-

bare kosten hebben, die hij slechts kan verdelen over een kleiner aantal klan-

ten. Hierdoor zal de aanbieder met een kleiner aantal klanten relatief hoge

kosten per klant hebben. Dit zet de minder grote aanbieder op een achter-

stand ten opzichte van een grote aanbieder. Daarnaast speelt mee dat een

toetreder in de beginfase meer zal moeten investeren (in bijvoorbeeld het

opbouwen van een netwerk en een klantenbestand) dan dat er geld bin-

nenkomt. Om dit te kunnen volhouden heeft de toetreder een grote financi-

ele buffer nodig.

Bij toetredingsbarrières kan ook gedacht worden aan de minimale schaal die

bereikt moet worden om te kunnen profiteren van schaalvoordelen. Indien er

intensief gebruikgemaakt wordt van een netwerk, zullen de kosten relatief

dalen. Daarnaast kan (belemmering van) toegang tot de eindgebruikers

(door middel van beperkte toegang tot distributiekanalen en/of het netwerk)

als toetredingsbarrière fungeren. Bij de vaste telefonie gaat het vooral om het

lokale aansluitnetwerk met de eindgebruiker. Ook indien de zittende partijen

een sterke merknaam hebben, zal dit de toetreding bemoeilijken. In al deze

gevallen zal de toetreder een nadeel ondervinden ten opzichte van de reeds

aanwezige marktpartijen.

Als er uittredingsbarrières zijn (bijvoorbeeld wanneer er veel geld is gestoken

in een netwerk dat voor anderen weinig waarde heeft; sunk costs) zullen par-

tijen niet snel geneigd zijn uit te treden. Ze zullen fel concurreren om op die

manier nog iets van de kosten goed te maken. Zolang er meer wordt ver-

diend dan de variabele kosten, is het interessant om actief te blijven op de

markt (een deel van de vaste kosten wordt nog goedgemaakt). In het (mo-

menteel onrealistische) geval dat er geen partijen zijn die het netwerk willen

overnemen, betekent het hebben van een netwerk een belangrijke uittre-

dingsbarrière. Ook contracten met afnemers kunnen leiden tot uittredings-

barrières. Als er hoge kosten gemoeid zijn met het afkopen van contracten,

vormt dit een barrière om de markt te verlaten. Als er geen uittredingsbarriè-

res zijn, zal dit leiden tot minder felle concurrentie.

Bij een investeringsbeslissing moet ook de reactie van de zittende marktpartij-

en worden meegenomen. Een bedrijf dat reeds op de markt aanwezig is en

1 Een reactie op deze visie is de theorie van contesteerbare markten. De centrale ge-

dachte in deze theorie is dat potentiële toetreders een disciplinerende invloed kunnen

hebben op monopolisten en oligopolisten. Er is sprake van een volledig contesteerbare

markt als de toetreding volkomen vrij is en uittreding absoluut kosteloos. Dit betekent niet

dat toetreding kosteloos of gemakkelijk is, maar wel dat de toetreder geen relatief na-

deel heeft ten opzichte van bedrijven die reeds op de markt aanwezig zijn. De hoogte

van de investeringen speelt geen directe rol, alleen de sunk costs zijn van belang.

Page 37: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

37

een groot klantenbestand heeft, heeft het voordeel dat de vaste kosten per

aansluiting relatief laag zullen zijn. Indien deze partij toetreding beantwoordt

met een forse prijsverlaging (hetgeen kan op basis van haar relatief lage

kostprijs), kan dit voor de toetreder betekenen dat zijn business plan onderuit

wordt gehaald. De toetreder zal mee moeten gaan in de prijsverlaging om

klanten te werven. Hierdoor zal de marge per klant lager zijn dan eerder was

verwacht. De terugverdientijd van de investeringen zal daardoor langer wor-

den. Dit betekent dat de toetreder een grotere financiële buffer nodig heeft

om te overleven.

Uitkomsten marktonderzoek

KPN geeft aan dat ze geen toetredingsdrempels ziet tot de markt voor vaste

telefonie. De hoge investeringen voor het opbouwen van een netwerk zou-

den geen drempel vormen, aangezien de kapitaalmarkt bereid zou zijn de

investeringen te financieren. Daarnaast zouden volgens KPN marktpartijen

kunnen toetreden door middel van carrier (pre)select. Dat er geen toetre-

dingsdrempels zijn, wordt volgens KPN ondersteund door de snelheid waar-

mee de concurrentie zich ontwikkelt.

Naar de mening van EIM schetst KPN een te rooskleurig beeld. Zo is het aan-

nemelijk dat kapitaalverschaffers huiverig staan ten opzichte van financierin-

gen in netwerken, vanwege onder meer de lange terugverdientijden en de

onzekere marges. Verder blijkt uit de praktijk dat het instellen van carrier

(pre)select nog niet altijd optimaal werkt en zodoende ergernis veroorzaken

bij de eindgebruikers van alternatieve aanbieders.

De overige marktpartijen zien wel toetredingsdrempels. De volgende typen

toetredingsdrempels zijn te onderscheiden: financiële, technische, wettelijke

en marktstrategische barrières. In tabel 9 wordt aangegeven hoeveel markt-

partijen welke toetredingsdrempels hebben genoemd.

Page 38: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

38

tabel 9 toetredingsdrempels

Toetredingsdrempels Aantal keren genoemd

Financieel 25

Lage retailprijzen in relatie tot hoge interconnec-

tietarieven (prijssqueeze)

16

Intensieve concurrentie 3

Hoogte investeringen 5

Hoge marketingkosten 1

Technisch 9

Niet of slecht werkend aanmeldsysteem CPS 5

Capaciteitsprobleem 2

Levertijden huurlijnen 2

Wettelijk 6

Verkrijgen van (graaf)vergunningen 3

Ontbreken third party billing systeem 1

Retail/wholesale-tariefsregulering 2

Marktstrategisch 8

Afhankelijkheid van KPN

(dominante positie)

7

Psychologische barrières (naamsbekendheid) 1

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Uit de tabel valt af te lezen dat de belangrijkste toetredingsdrempels hoofd-

zakelijk financieel van aard zijn. De technische, wettelijke en marktstrategi-

sche drempels worden beduidend minder vaak genoemd.

Financië le drempels

De aanbieders noemen als belangrijke financiële drempel de lage retailprij-

zen in verhouding tot de hoge interconnectietarieven, de zogenoemde prijs-

squeeze1. De prijssqueeze geeft in de feite de marge voor de telefonieaan-

bieder weer. Voor de interconnectiediensten zijn de telefonieaanbieders

veelal afhankelijk van KPN. Een telefonieaanbieder geeft aan dat KPN dankzij

de zeer hoge vaste inkomsten (lees de abonnementsbaten) de retailprijzen

kan drukken.

Drie marktpartijen geven aan dat er intensieve concurrentie is op de retail-

markt. Hierdoor komen de marges onder druk te staan en zal het voor nieuwe

toetreders moeilijk zijn om de markt te betreden.

Ten slotte verwijst een aantal aanbieders naar kostenoverwegingen als mo-

gelijke toetredingsdrempels, zoals de investerings- en marketingkosten. Om

de investeringskosten terug te verdienen, behoren de marges voor de telefo-

nieaanbieders voldoende hoog te zijn. De hoge investeringen houden ver-

band met de aanschaf en aanleg van een netwerk. De marketingkosten

1 OPTA heeft op 28 juni een besluit genomen over de prijssqueeze. Het is nog te vroeg om

te bepalen wat het effect is van dit besluit op de marktwerking in de markt voor vaste

telefonie.

Page 39: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

39

verwijzen naar de kosten die gemaakt moeten worden om klanten aan te

trekken en binnen te houden.

Technische drempels

De op één na meest genoemde drempels zijn de technische drempels. Door

verschillende telefonieaanbieders wordt aangehaald dat het door KPN op-

gezette CPS-aanmeldsysteem niet naar behoren functioneert. De meeste

aanbieders zijn volledig afhankelijk van dit CPS-aanmeldsysteem. Door een

gebrekkig functioneren van dit systeem wordt volgens een aantal aanbieders

het vertrouwen van de eindgebruikers in de alternatieve aanbieders ge-

schaad. Andere door aanbieders genoemde technische drempels zijn capa-

citeitsproblemen, leidend tot lange doorlooptijden voor het verkrijgen van

nieuwe diensten, nieuwe POP’s etc. en de lange levertijden van huurlijnen

Wettel i jke drempels

Bij de wettelijke drempels wordt door een aantal aanbieders aangegeven

dat het moeilijk is om graafvergunningen te verkrijgen. In de grote steden zijn

de straten al een keer open gegaan voor andere aanbieders; om die reden

zullen niet snel opnieuw graafvergunningen afgegeven worden. Daarnaast

geeft een marktpartij aan dat de intransparantie en onvoorspelbaarheid van

het regelgevende kader (bijvoorbeeld ten aanzien van de wholesale/retail-

tariefregulering) aanleiding kunnen zijn om af te zien van toetreding.

Markt st rategische drempels

Bij de marktstrategische drempels wordt door verscheidene aanbieders de

afhankelijkheid van KPN benadrukt. Hierbij valt onder andere te denken aan

het verplichte CPS-aanmeldsysteem. Verder komen psychologische factoren

naar voren. KPN heeft bij eindgebruikers een vertrouwde naam, waardoor

een toetreding van een nieuwkomer wordt bemoeilijkt. Een aanbieder merkt

op dat het aantrekken van klanten in de particuliere en kleinzakelijke markt

eenvoudiger is als gedurende de eerste fase alleen diensten wordt aange-

boden en de infrastructuur door het ‘vertrouwde KPN’ wordt geleverd, zeker

omdat het afgelopen jaar de markt gekenmerkt wordt door diverse faillisse-

menten en terugtrekkende bewegingen van diverse aanbieders van telefo-

nie. Daarnaast is de afgelopen recente periode gepaard gegaan met servi-

ce-interrupties en migratietrajecten.

Marktpart i jen z ien versch i l lende toetredingsdrempel s

Concluderend kan gesteld worden dat er verschillende marktpartijen toetre-

dingsdrempels waarnemen. Dit betreft met name de door KPN gehanteerde

tarieven en netwerkgerelateerde aspecten (verkrijgen van toegang en kos-

ten van aanleg). Deze toetredingsdrempels kunnen deels door KPN worden

beïnvloed (toegang tot het netwerk en tarieven). Regulering door OPTA kan

deze drempels beïnvloeden (prijssqueeze toets en beroepszaken over toe-

gang). Marktpartijen geven aan dat de effecten van deze regulering ondui-

delijk zijn of dat er veel tijd en moeite mee gemoeid is.

Uit t redingsdrempels

Vrijwel alle partijen geven aan dat de uittredingsdrempels beperkt zijn. KPN

geeft aan dat er geen uittredingsdrempels zijn omdat andere partijen gene-

gen zullen zijn om de investeringen van de uittreder over te nemen. De uittre-

dingsbarrières in het geval van een eigen netwerk zullen groter zijn dan wan-

neer er gebruik wordt gemaakt van de netwerken van andere marktpartijen.

Door een aantal marktpartijen wordt aangegeven dat, aandeelhouders be-

paalde eisen ten aanzien van de terugverdientijd van de investeringen en de

winstgevendheid zullen stellen. Bij onvoldoende winstgevendheid, zullen

Page 40: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

40

marktpartijen hun telecomactiviteiten staken. Een aanbieder geeft aan dat

een telefonieaanbieder bij het verlaten van de markt in gedeelten (netwer-

ken, klanten, personeel) of eventueel als een geheel prima is te verkopen.

In de onderzochte periode is een aantal marktpartijen failliet gegaan of heeft

de activiteiten (tijdelijk) gestaakt. Daarnaast zijn er marktpartijen overgeno-

men door andere marktpartijen. Dit lijkt te illustreren dat uittreding geen pro-

bleem is.

Door een beperkt aantal aanbieders worden hoge investeringen in netwerk,

apparatuur en organisatie, en de langlopende contracten richting leveran-

ciers en afnemers als uittredingsdrempels genoemd.

Terugtrekking uit de markt zou vanwege de hoge investeringen kapitaalver-

nietiging met zich mee kunnen brengen. De langlopende contracten hebben

volgens de aanbieders betrekking op financieringsverplichtingen, intercon-

nectieovereenkomsten en klantcontracten.

Als algemene conclusie geldt dat de meeste marktpartijen geen uittredings-

barrières zien of dat de barrières eenvoudig overwonnen kunnen worden

(verkopen van telecomactiviteiten). Het ontbreken van uittredingsbarrières

zou kunnen betekenen dat de concurrentie tussen de aanbieders beperkt

wordt.

Ef fect aanwi jz ing op toet reding

KPN geeft aan dat de aanwijzing van marktpartijen met AMM geen effect

heeft op toetreding van marktpartijen. Volgens KPN zouden de verplichtingen

zeker niet meer op moeten gaan voor segmenten waar al voldoende con-

currentie is.

Een aantal marktpartijen ondersteunt de visie van KPN dat een aanwijzing

geen effect heeft op toetreding. Daar staat tegenover dat veel andere

marktpartijen de aanwijzing van essentieel belang vinden om toetreding mo-

gelijk te maken. Indien KPN niet wordt aangewezen, wordt toetreding nog

moeilijker en zal KPN proberen marktpartijen uit de markt te drukken. Daar-

naast vinden veel marktpartijen dat naast de aanwijzing er goed en effectief

toezicht nodig is op de naleving van de verplichtingen die met de aanwijzing

gemoeid zijn.

5.2.5 Drempels voor eindgebruikers (overstapdrempels)

Relat ie met AMM

De drempels die eindgebruikers moeten overwinnen om over te stappen naar

een andere aanbieder geven mede aan in welke mate een aanbieder

marktmacht heeft. Indien bedrijven in staat zijn deze overstapdrempels op te

werpen, geeft dit aan dat ze een bepaalde mate van marktmacht hebben.

Dit kan betekenen dat de aanbieder tot bepaalde hoogte de marktvoor-

waarden kan veranderen/verslechteren voordat de eindgebruiker zal over-

stappen. Een eindgebruiker zal pas van aanbieder veranderen als de over-

stap meer oplevert (lagere kosten, betere dienstverlening) dan de kosten van

het overstappen. Bij kosten kan gedacht worden aan de investeringen in een

andere telefooncentrale en aansluitkosten. Ook het afkopen van een con-

tract en/of het moeten veranderen van telefoonnummer kunnen barrières zijn

om over te stappen.

Uitkomsten marktonderzoek

KPN geeft aan dat er geen drempels zijn voor eindgebruikers om van KPN

over te stappen naar een andere aanbieder. Indien deze andere aanbieder

geen (volledig) vast net heeft, kan de aanbieder gebruikmaken van carrier

Page 41: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

41

services. KPN ziet wel barrières voor klanten van andere aanbieders om naar

KPN over te stappen. Dit heeft onder andere te maken met aanbiedingsvor-

men die KPN niet zou kunnen aanbieden (geen kosten in rekening brengen

voor het aansluiten van een lijn, gebundeld aanbod of maatwerkaanbiedin-

gen). Volgens KPN zouden de genoemde barrières kunnen worden opgelost

door KPN niet meer aan te wijzen op deelmarkten waar al effectieve con-

currentie is (onder andere internationale telefonie of major en corporate ac-

counts)1.

De drempels die andere aanbieders zien, zijn weergegeven in tabel 10. De

drempels voor de eindgebruikers zijn gerangschikt naar vier verschillende ca-

tegorieën, te weten: procedurele drempels, financiële drempels, psychologi-

sche drempels en contractdrempels.

tabel 10 overstapdrempels voor eindgebruiker

Overstapdrempels eindgebruiker Aantal keren genoemd

Procedureel 9

Omslachtige en onbetrouwbare procedure voor

instellen pre-select

8

Overnameproblemen bij MDF-lijnen 1

Financieel 7

Ondoorzichtigheid tariefstelling/beperkte tariefver-

schillen

2

Hoge installatiekosten voor klant 5

Psychologisch 4

Vertrouwen in alternatieve netwerken 3

KPN vertrouwde naam 1

Contractueel 6

Lock-in contracten tussen KPN mobiel en vaste

telefonie

1

Langlopende contracten voor KPN Cityring 1

Koppeling aansluiting-telefooncentrale 1

Contractuele verplichtingen 3

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Uit de tabel valt het volgende af te lezen. De belangrijkste overstapdrempels

voor eindgebruikers zijn procedureel van aard. De procedurele drempels

verwijzen hoofdzakelijk naar problemen voor eindgebruikers bij het instellen

van pre-select. Bij indirecte toegang is het essentieel dat het systeem voor

carrier preselectie ten minste dezelfde betrouwbaarheid heeft als het net-

werk en de systemen waarmee KPN Retail diensten aan haar eindgebruikers

aanbiedt. Zolang de betrouwbaarheid niet van gelijkwaardig niveau is, zal

1 In een markt met effectieve concurrentie zou het bestaan van overstapdrempels voor

eindgebruikers een verstorend effect hebben. Op de markt voor vaste telefonie is nog

geen sprake van effectieve concurrentie, gezien het marktaandeel van KPN. Mede hier-

om is KPN vorig jaar wederom aangewezen als marktpartij met AMM. De door KPN waar-

genomen beperking heeft te maken met het nastreven van een level playing field.

Daarnaast wordt bij een AMM-onderzoek gekeken naar de totale markt voor vaste tele-

fonie en niet naar deelmarkten.

Page 42: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

42

een eindgebruiker minder snel geneigd zijn om over te stappen naar een al-

ternatieve aanbieder. Op dit punt zijn betrouwbaarheid en kwaliteit van het

netwerk voor een eindgebruiker van groot belang. Verschillende marktpartij-

en hebben aangegeven niet tevreden te zijn met de manier waarop carrier

preselect moet worden ingesteld. Een marktpartij geeft aan dat de overna-

me van MDF-lijnen moeilijk verloopt. Samen met de hoge aansluitkosten van

deze directe toegang levert dit een overstapdrempel op voor de eindgebrui-

ker.

De op één na meest genoemde overstapdrempels zijn financieel van aard.

Bij de financiële drempels is de tariefstelling van belang. Om voldoende con-

currerend te zijn, behoren de tarieven van de alternatieve aanbieders lager

dan of ten minste vergelijkbaar te zijn met de tarieven van KPN. Zolang er een

te weinig stimulerende werking van de tarieven van de alternatieve aanbie-

ders uitgaat (i.e. lagere prijs dan die van KPN of betere kwaliteit voor dezelf-

de prijs) als gevolg van een eventuele prijssqueeze, zal een eindgebruiker niet

snel geneigd zijn om van aanbieder te veranderen.

Volgens een aantal marktpartijen zullen psychologische drempels voorlopig

blijven bestaan. KPN heeft bij particulieren een vertrouwde en bekende

naam, waardoor een overstap wordt bemoeilijkt, zeker als het aanbod niet

sterk verschilt. Ook bij zakelijke klanten is het een kwestie van vertrouwen: de

naam in de markt en de bekendheid spelen hier een belangrijke rol.

Ten slotte wordt door een aantal aanbieders gewezen op contractuele ver-

plichtingen, waardoor een directe overstap van een eindgebruiker naar een

andere aanbieder wordt bemoeilijkt.

In grote lijnen komen de overstapdrempels overeen met het vorige AMM-vast

onderzoek. Het lijkt er dus op dat deze drempels niet zijn veranderd/verlaagd.

Wie werpt overstapdrempels op?

Op de vraag wie verantwoordelijk is voor het opwerpen van de overstap-

drempels noemen verschillende marktpartijen KPN dan wel niet-

gespecificeerde aanbieders. In tabel 11 wordt een overzicht gegeven van de

door de marktpartijen gegeven antwoorden.

tabel 11 wie werpt welke overstapdrempels op

Aantal keren genoemd

KPN 6

! Procedureel 3

! Financieel 2

! Psychologisch 1

Geen specifieke aanbieders genoemd 2

! Contractueel 1

! Psychologisch 1

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

KPN

De meestgenoemde overstapdrempel is de omslachtige en onbetrouwbare

wijze waarop de gebruiker zelf carrier preselect moet instellen.

De financiële drempels verwijzen naar de tariefstelling van KPN. De huidige

tarieven van andere aanbieders zijn met name als gevolg van de lage retail-

tarieven van KPN voor de consument niet altijd voordeliger dan de KPN-

tarieven. Dit wordt door KPN inmiddels ook als argument gebruikt voor ‘win-

Page 43: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

43

back’-situaties. De ondoorzichtigheid in tarieven en het gegeven dat een

verandering van aanbieder niet per definitie voor elk gesprek een besparing

is, zorgen voor onzekerheid bij de klant.

Een marktpartij geeft aan dat KPN een vertrouwde naam is bij de eindgebrui-

ker, waardoor een overstap wordt bemoeilijkt van KPN naar een andere

aanbieder (psychologische drempel).

Niet speci f iek genoemde aanbieders

Een telefonieaanbieder geeft aan dat andere aanbieders opzegtermijnen

hebben waardoor een directe overstap voor de eindgebruikers niet mogelijk

is. Een andere aanbieder geeft aan dat door faillissementen van telefonie-

aanbieders het vertrouwen van de klanten in de alternatieve aanbieders is

geschaad. Hierdoor hebben aanbieders die al langer op de markt actief zijn

een voordeel.

Eindgebruiker s worden geconf ronteerd met overstapdrempels

Concluderend kan gesteld worden dat veel aanbieders overstapdrempels

voor de eindgebruiker zien. Een zeer belangrijke drempel is de omslachtige

methode van het instellen van carrier preselect. Daarnaast wordt het over-

stappen bemoeilijkt door contractuele verplichtingen of financiële kosten.

Tevens zou het vertrouwen in alternatieve aanbieders zijn afgenomen door

een aantal faillissementen. Verschillende partijen hebben aangegeven dat

met name KPN in staat is een aantal van deze drempels te bepa-

len/beïnvloeden.

KPN geeft aan dat er geen drempels bestaan voor eindgebruikers om over te

stappen naar een andere aanbieder. Omgekeerd zouden er wel overstap-

drempels zijn. Het is echter de vraag in hoeverre dit argument daadwerkelijk

opgaat.

Een aantal partijen noemt ook mogelijke oplossingen om de overstapdrem-

pels voor de eindgebruiker te verlagen. Deze oplossingen zijn weergegeven

in tabel 12.

tabel 12 mogelijke oplossingen voor de overstapdrempels

Aantal keren genoemd

Oplossing voor procedurele drempels

Carrier controlled model 1

Toezicht op interconnectiediensten 1

Oplossing voor financiële drempels

Price squeeze toets 2

Oplossing voor psychologische drempels

Concentratie van de telecommaatschappijen 1

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Als oplossing voor de procedurele drempels stelt een marktpartij voor om het

huidige carrier preselect-model om te vormen tot een carrier controle-model.

Verder geeft een andere marktpartij aan dat een systeem van consequent

toezicht op de controle van de betrouwbaarheid van KPN interconnectie-

diensten en netwerken kan leiden tot een permanente hoge kwaliteit en non-

discriminatie.

Door twee telefonieaanbieders wordt als mogelijke oplossing voor de financi-

ele drempels voorgesteld om de eindgebruikerstarieven te reguleren in het

Page 44: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

44

kader van de prijssqueeze discussie. Dit zal leiden tot een verruiming van de

marge tussen de interconnectie- en eindgebruikerstarieven. Een grotere prijs-

differentiatie is dan mogelijk, waardoor klanten eerder geneigd zijn om over

te stappen naar een andere aanbieder.

Een marktpartij geeft aan dat de aanbodconcentratie er langzamerhand toe

bijdraagt dat sterkere telefonieaanbieders op de markt gaan ontstaan die

levensvatbaar zijn en in staat zijn om betere diensten aan te bieden. Hierdoor

zou de psychologische drempel afnemen.

5.2.6 Mate van vert icale integratie

Relat ie met AMM

Een bedrijf dat verticaal geïntegreerd is kan mogelijk meer marktmacht uit-

oefenen dan een bedrijf dat niet verticaal geïntegreerd is. In de markt voor

vaste telefonie zijn drie schakels te onderkennen:

1. eigendom van een netwerk (backbone en eventueel aansluitnetwerk);

2. het aanbod van netwerkdiensten aan andere telecomaanbieders (who-

lesale);

3. retaildiensten.

Carrier (pre)select-aanbieders concentreren zich op het aanbieden van re-

taildiensten. Om dit te kunnen aanbieden zijn ze afhankelijk van het who-

lesale-aanbod van een netwerkaanbieder. Andere telecomaanbieders die

actief zijn op alle drie de schakels zijn soms ook afhankelijk van wholesale-

activiteiten van een andere telecomaanbieder (bijvoorbeeld local loop).

Als een bedrijf macht heeft op bijvoorbeeld de markt voor netwerkdiensten,

kan het deze macht gebruiken om een gunstige positie te verkrijgen op de

retailmarkt. Door bijvoorbeeld hoge wholesale-tarieven te vragen aan een

carrier (pre)select-aanbieder wordt het voor deze carrier (pre)select-

aanbieder moeilijk om te concurreren op de retailmarkt. Het retailonderdeel

van de aanbieder met een netwerk kan bevoordeeld worden door middel

van kruissubsidies, met name als de netwerk-operator in de retailmarkt op prijs

concurreert1. Indien er veel marktpartijen zijn die netwerkdiensten aanbieden,

dan kunnen carrier (pre)select-aanbieders proberen de netwerk-operators

tegen elkaar uit te spelen om gunstige tarieven te verkrijgen.

Een telefonieaanbieder die een gediversifieerd producten- en dienstenpak-

ket aanbiedt kan meer marktmacht uitoefenen. Diversificatie (gerelateerd

aan de markt waarin marktpartijen werken) kan interessant zijn als bijvoor-

beeld het klantenbestand van een bepaalde markt gebruikt kan worden in

een andere markt (bijvoorbeeld om deze klanten gericht te benaderen).

Daarnaast kunnen ook andere voordelen optreden, zoals het delen van een

gezamenlijk distributiekanaal (Primafoon verkoopt vaste en mobiele telefonie)

of het kunnen aanbieden van een gecombineerd aanbod (one-stop-shop,

één rekening, gecombineerde abonnementen). Een partij die gediversifieerd

is kan op deze manier bepaalde marktmacht verkrijgen door bijvoorbeeld de

1 Een van de doelen van een AMM-aanwijzing is om oneerlijke concurrentie tegen te

gaan. Dit kan door de AMM-netwerk-operator de carrier (pre)select-aanbieders dezelfde

tarieven te laten betalen als hij zijn eigen retail-onderdeel doorberekent of doordat de

wholesale tarieven kostengeoriënteerd zijn. Daarnaast zal ook de prijssqueeze toets in-

vloed hebben op dit onderwerp.

Page 45: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

45

betere toegang tot de eindgebruiker of de lagere kosten (eventueel zelfs

kruissubsidie van de ene markt naar de andere).

Uitkomsten marktonderzoek

Vert icale integrat ie

Verschillende marktpartijen hebben aangegeven in het bezit te zijn van een

eigen (aansluit)netwerk. Naast KPN betreft dit negen aanbieders. Daarnaast

hebben vier aanbieders alleen een internationaal backbone-netwerk. Het

hebben van een eigen netwerk heeft als belangrijk voordeel dat men minder

afhankelijk is van andere aanbieders. Echter, de meeste netwerkbezitters zijn

voor een deel afhankelijk van andere netwerkaanbieders, met name voor

het aansluitnetwerk. In meer of mindere mate zijn deze aanbieders daardoor

veelal afhankelijk van het netwerk van KPN.

Daarnaast kan een aanbieder meer marktmacht uitoefenen door zowel

wholesale- als retaildiensten aan te bieden. In de praktijk blijkt dat een aantal

aanbieders zich richt op retaildiensten. Daarnaast is er een beperkt aantal

aanbieders dat zich alleen richt op wholesale-diensten. Weer andere aan-

bieders bieden zowel wholesale- als retaildiensten aan.

Ten aanzien van de verticale integratie kan gesteld worden dat KPN op alle

drie niveaus actief is en daar een sterke positie heeft. Er zijn echter meerdere

aanbieders verticaal geïntegreerd. Deze integratie gaat echter niet zo ver als

de verticale integratie van KPN. Een van de redenen hiervoor is dat KPN als

enige over een uitgebreid aansluitnetwerk beschikt. KPN is hierdoor veel min-

der afhankelijk van andere netwerkaanbieders dan omgekeerd.

Divers i f icat ie

De mate van diversificatie kan tot uitdrukking komen in de volgende elemen-

ten:

1. diensten aanbieden aan zakelijke gebruikers en/of consumenten;

2. mate van geografisch bereik (heel Nederland of niet)

3. typen dienstverlening (voice, data, internet en/of mobiele telefonie).

KPN biedt diensten aan op alle drie de niveaus. Door het uitgebreide aan-

sluitnetwerk is KPN als enige aanbieder in staat om een zeer breed en uitge-

breid pakket van producten en diensten aan te bieden, zowel op wholesale-

als retailniveau. Hierdoor kunnen eventueel verschillende producten en dien-

sten in een bundel worden verkocht, waardoor mogelijk bepaalde overstap-

drempels worden opgeworpen of extra klantenbinding kan ontstaan. Andere

aanbieders zijn hier minder toe in staat.

KPN richt zich op alle eindgebruikers in de markt en heeft daardoor een ster-

ke positie in de totale markt. Andere telefonieaanbieders richten zich uitslui-

tend op zakelijke klanten of consumenten. Dit beperkt de marktmacht van

deze aanbieders op de totale markt voor openbare vaste telefonie. Op de

segmenten waarop ze zich richten kunnen ze wel een belangrijke positie in-

nemen.

Het geografisch bereik kan betrekking hebben op heel Nederland, delen van

Nederland en/of internationaal zijn. Hoe breder het geografisch bereik, hoe

groter de marktmacht. KPN heeft een landelijk dekkend aansluitnetwerk en

wikkelt ook internationaal verkeer af. Hierdoor heeft KPN een sterke positie.

Een aantal aanbieders is voornamelijk regionaal actief met zijn aansluitnet-

werk. Vier aanbieders bieden uitsluitend internationale (wholesale-)diensten

aan.

Page 46: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

46

Een groot deel van de telecomaanbieders biedt zowel voice- als datadien-

sten aan. Daarnaast zijn KPN (via KPN Mobile), Casema (via Dutchtone) en BT

Ignite (via Telfort) actief op de mobiele markt.

KPN behaal t voordeel u i t vert icale integrat ie en divers i f icat ie

KPN is verticaal geïntegreerd en heeft een breed aanbod van diensten. Ver-

schillende andere marktpartijen zijn ook verticaal geïntegreerd, maar minder

ver en minder breed. Veelal concentreren deze aanbieders zich op bepaalde

segmenten, waardoor ze geen volledig dienstenpakket kunnen aanbieden.

Daardoor heeft KPN een voordeel ten opzichte van andere marktpartijen. Te-

vens is KPN sterk gediversifieerd. Mogelijk kan KPN hierdoor een bepaalde ma-

te van marktmacht realiseren.

5.2.7 Pri j svorming in de markt

Relat ie met AMM

Indien de prijzen in de loop van de tijd dalen, kan dat een teken zijn dat de

concurrentie toeneemt. Dit komt ten goede aan de eindgebruikers. Een al-

gemene prijsdaling kan daarmee een indicatie zijn dat partijen minder

marktmacht hebben. Het is echter wel van belang te bekijken waardoor de

prijsdaling ontstaat. De prijsdaling kan gebaseerd zijn op een daling van de

kosten door bijvoorbeeld schaalvoordelen of andere (goedkopere) techno-

logieën1 (marge tussen prijs en kosten blijft gelijk), maar kan dus ook het ge-

volg zijn van de toegenomen concurrentie (marge tussen prijs en kosten

neemt af). Een prijsstijging kan erop duiden dat een marktpartij in staat is de

voorwaarden voor de klant negatief te beïnvloeden2. Een prijsverhoging kan

tot gevolg hebben dat sommige klanten overstappen naar de concurrenten.

Toch kan een prijsverhoging in zo’n geval leiden tot een hogere omzet (min-

der klanten die meer betalen). Als er voldoende concurrentie op de markt is

en er geen overstapbarrières zijn, leidt een prijsverhoging tot een lagere om-

zet (de klanten stappen massaal over naar de concurrent).

Behalve naar de hoogte van de prijs en de prijsverandering moet ook geke-

ken worden naar het prijsgedrag in de markt. Er kan sprake zijn van marktlei-

derschap waarbij een of meer marktleiders de ontwikkelingen op de markt

bepalen. De andere aanbieders volgen de prijsleider. Het gevolg van prijslei-

derschap is dat er meestal relatief weinig op prijs geconcurreerd zal worden,

maar vooral op productdifferentiatie. Deze productdifferentiatie kan tot uit-

drukking komen in een grote verscheidenheid aan aanbod dat net van el-

kaar verschilt. Hierdoor neemt de vergelijkbaarheid voor de eindgebruiker af.

Dit kan resulteren in een beperking van de marktwerking.

Uitkomsten marktonderzoek

Bij het onderzoek naar de prijsontwikkeling is gekeken naar de kosten voor de

eindgebruiker en de prijsstrategie die de aanbieders volgen.

Kostenontwikkel ing belprof ie len

Om inzicht te krijgen in de prijsontwikkeling is gebruikgemaakt van belprofie-

len. Aan de hand van de profielen zijn de kosten voor de eindgebruiker een-

duidig in kaart te brengen. Voor een overzicht van de gehanteerde profielen

wordt verwezen naar Bijlage I (vraag 16). Bij de berekening van de kosten per

1 In het onderzoek wordt niet verder ingegaan op de eventuele gevolgen van technologi-

sche ontwikkelingen op het prijsniveau.

2 Een prijsstijging kan ook het gevolg zijn van regulering.

Page 47: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

47

profiel is uitgegaan van het goedkoopste alternatief bij de desbetreffende

aanbieder. Een slimme eindgebruiker kan de kosten nog verder verlagen

door voor bepaalde telefoongesprekken verschillende aanbieders te kiezen

(bijvoorbeeld internet via KPN, nationaal via Tele2, en internationaal via Vo-

calis etc.). Hier is in de analyse geen rekening mee gehouden.

Verschillende marktpartijen die hebben geantwoord, hebben aangegeven

dat de belprofielen niet representatief zijn voor hun klanten. Zij hebben dan

ook geen informatie verschaft. Veelal betreft dit aanbieders die zich richten

op (groot)zakelijke klanten of dataverkeer. De in figuur 3 gepresenteerde ge-

gevens hebben betrekking op de antwoorden van 13 marktpartijen1. Er is al-

leen gekeken naar de gesprekskosten. Voor een aantal marktpartijen (carrier

(pre)select-aanbieders) geldt namelijk dat de eindgebruiker een abonne-

ment heeft bij bijvoorbeeld KPN en de gesprekskosten afrekent bij de desbe-

treffende aanbieder. Om tot de totale gesprekskosten te komen, moeten ook

de abonnementskosten worden meegenomen.

figuur 3 ontwikkeling gemiddelde prijs per profiel (index, jan. 2000 = 100)

0,70

0,80

0,90

1,00

1,10

janu

ari_20

00

maa

rtm

ei juli

sept

embe

r

nove

mbe

r

janu

ari_20

01

maa

rt

weinig beller (a)

gemiddelde beller (b)

veel beller (c)

internet ter (d)

klein zakelijk (e)

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

In figuur 3 is duidelijk waar te nemen dat de gemiddelde prijs per belprofiel

aanzienlijk is gedaald in de periode januari 2000 – maart 20012. De daling zet

zich met name in vanaf april 2000 en lijkt zich vanaf november 2000 te stabili-

seren. De daling valt samen met de invoering van carrier preselect. Het bel-

profiel D (internetter) ontwikkelt zich het meest opvallend: de sterkste daling

1 KPN heeft slechts halfjaarcijfers verstrekt. Deze cijfers zijn tot maandcijfers omgezet door

een lineaire ontwikkeling te veronderstellen.

2 De gegevens zijn niet gecorrigeerd voor de grootte van de aanbieders. Het betreft dus

geen gewogen gemiddelde. Een aantal partijen is tijdens de onderzochte periode actief

geworden.

Page 48: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

48

tot oktober 2000, waarna er een tijdelijke stijging plaatsvindt. De stijging bij de

meeste profielen in oktober/november 2000 heeft waarschijnlijk te maken met

een verhoging van de starttik bij verschillende marktpartijen.

De kosten dalen gemiddeld tussen de 10 en 17% in de onderzochte periode.

Opvallend is dat de gemiddelde kostendaling van KPN lager is dan de ge-

middelde kostendaling in de markt (met uitzondering van profiel E, kleinzake-

lijk). Dit kan erop duiden dat KPN bepaalde marktmacht heeft. In de markt

voor kleinzakelijk verkeer reageert KPN bovengemiddeld op de kostendaling

in de markt en lijkt ze het prijswapen te gebruiken om het marktaandeel te

beschermen.

In tabel 13 wordt de positie van KPN per belprofiel weergegeven ten opzichte

van het (ongewogen) gemiddelde. KPN is bij de meeste belprofielen een re-

latief dure aanbieder.

tabel 13 kosten aanbieder per profiel (t.o.v. gemiddelde)

Belprofiel Positie KPN

weinigbeller (a) rond het gemiddelde

gemiddelde beller (b) boven het gemiddelde

veelbeller (c) boven het gemiddelde

internetter (d) boven het gemiddelde

kleinzakelijk (e) boven het gemiddelde

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Uit de gepresenteerde gegevens kan worden geconcludeerd dat KPN een

relatief dure aanbieder is voor eindgebruikers die voldoen aan de belprofie-

len. Ook de prijzen van KPN dalen minder dan het marktgemiddelde. Indien

er sprake zou zijn van een goed functionerende markt en vergelijkbaar aan-

bod, zouden de eindgebruikers massaal overstappen naar andere (goedko-

pere) aanbieders. Dit lijkt niet te gebeuren (zeker niet op de markt voor con-

sumenten). Mogelijk ervaren eindgebruikers bepaalde overstapdrempels (fi-

nancieel, tijd/moeite) waardoor het verschil niet groot genoeg is om daad-

werkelijk over te stappen. Dit kan een indicatie zijn dat KPN bepaalde markt-

macht heeft (minder grote prijsverlaging dan de markt zonder grote omzet-

daling). De introductie van carrier preselect heeft geleid tot lagere kosten

voor de eindgebruiker. Het effect van de introductie van carrier preselect lijkt

vanaf oktober 2000 te zijn uitgewerkt. De kosten voor de eindgebruikers zijn bij

een aantal marktpartijen licht gestegen (waarschijnlijk door verhoging van

het starttarief).

Pr i j sst rategie

Er is aan de marktpartijen gevraagd aan te geven wie zij als prijszetter en

prijsvolger zien. Er is daarbij een onderscheid gemaakt naar de categorieën

aansluiting/abonnement, binnen basisgebied, buiten basisgebied, internatio-

naal, vast mobiel, overig retail en wholesale. In tabel 14 wordt een overzicht

gegeven van de antwoorden van de marktpartijen.

Page 49: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

49

tabel 14 prijsstrategie aanbieders

Aanslui-

ting

Binnen

basis

Buiten

basis

Internati-

onaal

Vast mo-

biel

Overig

retail

Whole-

sale

categorie

waarin KPN

zichzelf prijs-

zetter noemt

KPN KPN

aantal ande-

re partijen

dat zich

prijszetter

noemt

2 3 2 7 3 4 3

wie volgt

men

KPN KPN KPN KPN KPN KPN KPN

aantal ande-

re partijen

dat men volgt

- 6 6 8 4 - -

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Er zijn verschillende marktpartijen die zichzelf zien als prijszetter. Een aantal

marktpartijen beoordeelt zichzelf als prijszetter in verschillende categorieën

(er zijn drie marktpartijen die zich op drie of meer categorieën prijszetter

noemen). Daarnaast is een aantal marktpartijen actief op een zeer specifieke

categorie, bijvoorbeeld internationaal of wholesale. Op het segment voor

internationaal verkeer beoordelen de meeste partijen zichzelf als prijszetter.

Dit kan erop duiden dat in het segment internationaal de meeste concurren-

tie plaatsvindt.

Het merendeel van de partijen geeft aan dat ze KPN volgt in haar prijsbeleid

of dat ze de prijs van KPN als referentiepunt hanteert. Dit betreft het prijsbe-

leid op alle onderscheiden categorieën. Bij de categorieën binnen basis, bui-

ten basis, internationaal en vast-mobiel worden door enkele partijen ook an-

dere aanbieders genoemd. Bij internationaal verkeer wordt een andere

marktpartij dan KPN een aantal malen genoemd, de overige partijen worden

slechts één keer genoemd. Uit de gegevens kan geconcludeerd worden dat

de marktpartijen KPN nog steeds beoordelen als een prijsleider. Ze volgen

veelal de prijs van KPN.

KPN beoordeelt zichzelf als prijszetter in de categorieën aansluitingen en bin-

nen basis. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat KPN daar nage-

noeg geen concurrentie ondervindt van andere marktpartijen (alhoewel an-

dere marktpartijen zich ook als prijszetter zien). Voor de categorieën buiten

basis, internationaal en vast-mobiel geeft KPN aan dat ze daar rekening moet

houden met het aanbod van andere partijen. KPN maakt daarbij een onder-

scheid naar de consumentenmarkt en de zakelijke markt. Dit zou kunnen be-

tekenen dat in deze categorieën KPN geen prijszetter meer is en dat de prijs

in toenemende mate tot stand komt op basis van concurrentieverhoudingen.

Echter KPN speelt nog steeds een belangrijke rol bij de prijszetting in deze ca-

tegorieën, aangezien veel marktpartijen KPN volgen.

Concluderend kan gesteld worden dat KPN nog steeds een belangrijke rol

speelt bij de prijszetting in de markt. Dit betreft met name de segmenten aan-

sluitingen en binnenbasis. Bij de overige categorieën, met name bij internati-

onaal, lijken meerdere marktpartijen invloed te hebben op de prijsvorming.

Page 50: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

50

Het feit blijft echter staan dat de meeste marktpartijen bij alle categorieën

KPN als leidende marktpartij zien.

Conclus ie

De kosten voor telefoonverkeer zijn in de onderzochte periode aanzienlijk ge-

daald. De daling lijkt samen te vallen met de invoering van carrier preselect.

Vanaf het laatste kwartaal van 2000 lijken de kosten zich te stabiliseren.

Bij de verschillende profielen blijkt KPN over het algemeen een vrij dure aan-

bieder te zijn. Dit heeft niet geleid tot een massale overstap van eindgebrui-

kers. Mogelijk ervaren ze bepaalde overstapdrempels (financieel, tijd/moeite)

waardoor ze de overstap niet maken. Dit kan duiden op bepaalde markt-

macht van KPN.

KPN blijft een belangrijke rol spelen in de prijszetting in de markt. Veel markt-

partijen hebben aangegeven dat ze KPN volgen in hun prijsbeleid, dan wel

de prijs van KPN als referentiekader te gebruiken.

5.3 Conclusie vermogen de marktvoorwaarden te beïnvloeden

Redel i jk aantal concurrenten act ief , echter beperkt in omvang

Er zijn redelijk wat aanbieders actief op de markt voor vaste telefonie. De

meeste aanbieders groeien snel in termen van omzet. Het groeitempo in ter-

men van belminuten ligt veelal nog hoger. Ondanks deze groei blijven de

meeste aanbieders klein ten opzichte van KPN (marktaandeel omzet kleiner

dan 5%). Daarnaast is er een aantal bedrijven overgenomen, hebben zich

van de markt teruggetrokken dan wel zijn failliet gegaan. Dit kan erop duiden

dat er een bepaalde mate van aanbodconcentratie gaat plaatsvinden.

Concent rat ie i s hoog

De markt voor vaste telefonie wordt gekenmerkt door een hoge concentra-

tie. Deze hoge concentratie wordt vooral veroorzaakt door de sterke positie

van KPN. De concentratie neemt wel iets af in de loop van de tijd.

Nog steeds toet redingsdrempels

KPN geeft aan dat er geen toetredingsdrempels bestaan. Er is genoeg geld

beschikbaar voor de benodigde investeringen in netwerken. Daarnaast kan

toegetreden worden via carrier select diensten. Andere aanbieders geven

aan nog steeds toetredingsdrempels waar te nemen. Dit betreft vooral de

beperkte marge tussen retail en wholesale-tarieven. Hierdoor is het niet inte-

ressant om toe te treden. Daarnaast zijn er ook drempels ten aanzien van het

netwerk (toegang). Veel marktpartijen geven aan dat men afhankelijk is van

KPN, er zijn geen goede alternatieven. Volgens verschillende marktpartijen

zou KPN ook veel van de toetredingsdrempels kunnen beïnvloeden.

Er zijn weinig uittredingsdrempels, en als deze al bestaan, kunnen ze eenvou-

dig worden overwonnen (bijvoorbeeld verkoop van telecomactiviteiten).

Beide aspecten kunnen ertoe bijdragen dat de concurrentie in de markt voor

vaste telefonie beperkt wordt. KPN is voor een deel in staat de toetredings-

drempels te beïnvloeden.

Aanbieders ervaren overstapdrempels voor de e indgebruiker s

KPN ziet geen overstapdrempels voor eindgebruikers om over te stappen

naar andere aanbieders. Omgekeerd zouden er wel overstapdrempels zijn in

de vorm van maatwerk of gebundeld aanbod.

De andere aanbieders zien wel overstapdrempels. Dit heeft vooral te maken

met het instellen van carrier preselect. Het huidige systeem zou niet goed

Page 51: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

51

werken. Daarnaast zijn er ook de hoge installatiekosten en contractuele ver-

plichtingen. De nieuwe aanbieders moeten ook nog een bepaald kwali-

teitsimago opbouwen voordat eindgebruikers overstappen, hetgeen tijd kost.

Er is een aantal marktpartijen die aangeven dat KPN is staat is overstapdrem-

pels op te werpen.

KPN een van de meest vol ledige aanbieders

KPN is verticaal geïntegreerd en actief op netwerk- en telefoondienstenni-

veau. Ze biedt een breed pakket van diensten aan. Verschillende andere

aanbieders zijn actief met een eigen netwerk, en ook op het telefoondien-

stenniveau. Vaak concentreren ze zich op bepaalde segmenten. Doordat

het netwerk van deze aanbieders vaak nog niet landelijk dekkend is, zijn deze

aanbieders afhankelijk van andere telefonieaanbieders. Door het uitgebreide

netwerk is KPN niet afhankelijk van andere aanbieders voor de dienstverle-

ning aan haar klanten. Door de mate van verticale integratie en diversificatie

(ook mobiel en huurlijnen) kan KPN mogelijk voordeel halen uit deze positie.

Pr i j s voor vaste te lefonie daal t , KPN vaak duur

Er is een algemene trend dat de kosten voor vaste telefonie dalen. KPN is ech-

ter een relatief dure aanbieder. De prijs van KPN daalt over het algemeen

minder dan de gemiddelde prijs in de markt. Dit gaat niet gepaard met een

massale overstap van eindgebruikers naar andere aanbieders. Mogelijk we-

gen de kosten en moeite van het overstappen niet op tegen het prijsvoordeel

dat de alternatieve aanbieders bieden. Dit kan een indicatie zijn dat KPN een

bepaalde mate van marktmacht heeft. Daarnaast wordt KPN door veel

marktpartijen gezien als prijsleider. Hierdoor kan KPN bepaalde invloed uitoe-

fenen op de prijsontwikkeling in de markt.

Page 52: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.
Page 53: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

53

6 Aanvullende criteria: Overige criteria

6.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de overige uitzonderingscriteria besproken. In para-

graaf 6.2 wordt de groepsomzet in verhouding tot de markt besproken. In

paragraaf 6.3 wordt ingegaan op de toegang tot de eindgebruikers en in

paragraaf 6.4 op de toegang tot financiële middelen. In paragraaf 6.5 wordt

gekeken naar de ervaring van de aanbieders op de telefoniemarkt. In para-

graaf 6.6 zullen de conclusies worden weergegeven ten aanzien van deze

uitzonderingscriteria.

6.2 Groepsomzet in verhouding tot de markt

Relat ie met AMM

Bij het criterium de omzet in verhouding tot de markt wordt gekeken naar de

omzet van de groep waar de aanbieder deel van uitmaakt. Als de omzet van

de groep hoog is, zal de aanbieder in staat zijn langere tijd prijsconcurrentie

te voeren zonder dat dit grote gevolgen heeft voor de winstgevendheid van

de onderneming. Een onderneming kan mogelijk zelfs producten onder de

kostprijs aanbieden om bijvoorbeeld een andere partij uit de markt te druk-

ken. De kosten die hiermee gemoeid zijn, kunnen voor een deel gedragen

worden door andere onderdelen uit de groep. Daarnaast heeft een aanbie-

der die behoort tot een groep met een hoge groepsomzet ten opzichte van

de Nederlandse markt de mogelijkheid om investeringen te dragen die ge-

moeid zijn met de toetreding tot de markt (investeringen in bijvoorbeeld op-

bouw van infrastructuur en klantenbestand). Een onderneming met een rela-

tief grote (groeps)omzet kan hieruit een bepaalde mate van marktmacht

halen.

Uitkomsten marktonderzoek

In tabel 15 is aangegeven tot welke groep de belangrijkste aanbieders van

vaste telefonie in Nederland behoren en welke omzet deze groep behaalde

in 2000. Daaruit blijkt dat de meeste aanbieders behoren tot een grote (inter-

nationale) groep met een redelijk hoge groepsomzet in relatie tot de omvang

van de markt voor vaste telefonie (ƒ 9-11 miljard). Versatel en One.Tel zijn in

omvang de kleinste aanbieders. Dit betekent dat de grote aanbieders in

staat moeten worden geacht om tijdelijk lagere prijzen te hanteren teneinde

marktaandeel te winnen. Op basis van de cijfers is niet te verwachten dat

een marktpartij een voor- of nadeel heeft ten opzichte van andere marktpar-

tijen.

Page 54: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

54

tabel 15 belangrijkste aanbieders van vaste telefonie, de groep waartoe zij behoren en

de groepsomzet in 2000

Aanbieder Groep waar de aanbieder deel van uitmaakt

Groepsomzet in

2000 (in ƒ mrd)

BT Ignite Nederland BT Plc (groepsomzet van 1-4-2000 t/m 31-3-2001) 71.2

Energis Energis PLC (VK) 1.7

KPN Koninklijke KPN NV 29.8

WorldCom WorldCom Inc. (US) 93.0

One.Tel One.Tel ltd (Aus) (failliet) 0.9

Tele2 Tele2 AB (Zweden) 2.8

UPC/Priority United Global Communications (US) 3.0

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001, valutadatum 20-9-2001.

6.3 Toegang tot eindgebruikers

Relat ie met AMM

Bij deze maatstaf gaat het om de toegang die een marktpartij heeft tot de

eindgebruikers, dan wel de mate waarin zij een ander bedrijf deze toegang

kan belemmeren. Er zijn verschillende manieren om toegang tot de eindge-

bruikers te verkrijgen: directe toegang en indirecte toegang.

Er is sprake van directe toegang indien een aanbieder een eigen aansluiting

heeft met de eindgebruiker (bijvoorbeeld consument of zakelijke klant). KPN

heeft een groot aansluitnetwerk, veelal opgebouwd in de periode dat er nog

geen alternatieve aanbieders op de markt actief waren. De nieuwe netwerk-

operators kunnen ook een eigen aansluitnetwerk opbouwen. Doordat het

opbouwen van zo’n eigen aansluitnetwerk vrij kostbaar is, concentreren deze

netwerk-operators zich veelal op die eindgebruikers die een hoge omzet rea-

liseren (zakelijke klanten). Een alternatief voor het aanleggen van een eigen

aansluitnetwerk is de directe toegang te verkrijgen via Main Distribution Fra-

me-access (MDF-access). Hierbij neemt een netwerk-operator de aansluiting

over van KPN. Een aansluitnetwerk is ook te realiseren door andere netwerken

geschikt te maken voor telefonie. Dit betreft met name de tv-kabel van ka-

belbedrijven.

Toegang tot de eindgebruikers is ook te realiseren via indirecte toegang. De

marktpartijen die gebruik maken van deze vorm van toegang, maken gebruik

van het netwerk van andere marktpartijen, in het bijzonder KPN (via intercon-

nectie en/of bijzondere toegang). Hierbij kan gedacht worden aan carrier

(pre)select.

Het criterium toegang tot de eindgebruikers kan opgedeeld worden in twee

indicatoren: enerzijds de mogelijkheid overstapdrempels op te werpen en

anderzijds de ruimte om zelfstandig de voorwaarden van toegang op te kun-

nen leggen.

De mogel i jkheid over stapdrempels op te werpen

Een belangrijkere factor die een marktpartij in staat stelt om marktmacht uit

te oefenen is het aantal eindgebruikers waartoe de marktpartij de toegang

beheerst, alsmede de relatieve omvang van de omzet die door deze eind-

gebruikers wordt gegenereerd. Een aanbieder die de toegang tot de eind-

gebruikers beheerst, is tot op zekere hoogte in staat om zelf overstapdrempels

op te werpen. De mogelijkheid om overstapdrempels op te werpen zal mede

bepaald worden door een beter netwerk, betere dekking, etc. Door het be-

Page 55: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

55

tere aanbod zal de eindgebruiker ook accepteren dat de aanbieder be-

paalde overstapdrempels opwerpt.

De ru imte om zel f standig de voorwaarden van toegang op tekunnen leggen

De partij die toegang tot de eindgebruiker heeft kan in principe bepalen on-

der welke voorwaarden andere partijen toegang tot de eindgebruiker kun-

nen krijgen via het netwerk. Zo is in de markt voor vaste telefonie KPN een

belangrijke speler voor het verschaffen van indirecte toegang tot de eindge-

bruiker, namelijk via het KPN-aansluitnetwerk. Door middel van carrier

(pre)select diensten kunnen aanbieders zo toegang krijgen tot de eindge-

bruiker. Ook bij directe toegang via MDF-access zijn andere aanbieders af-

hankelijk van KPN. KPN kan bepaalde voorwaarden hanteren waaronder de-

ze directe toegang tot stand kan worden gebracht.

Uitkomsten marktonderzoek

KPN heeft als enige marktpartij een zeer uitgebreid aansluitnetwerk in Neder-

land. Dit komt tot uitdrukking in het aantal aansluitingen, meer dan 95% van

alle aansluitingen in Nederland (zie tabel 7). KPN heeft dan ook geen pro-

blemen met het verkrijgen van toegang tot de eindgebruikers. UPC/Priority is

de tweede marktpartij met aansluitingen bij consumenten en zakelijke klan-

ten. De overige marktpartijen met directe toegang richten zich vooral op za-

kelijke klanten. Het aantal aansluitingen is zeer beperkt ten opzichte van KPN.

De marktpartijen geven verschillende drempels aan die de toegang tot de

eindgebruikers belemmeren. De drempels die de eindgebruiker moet over-

winnen hebben vooral te maken met carrier (pre)select. Een aantal bedrijven

geeft aan dat ze problemen ondervinden met de carrier preselect activering.

Veelal pleiten deze aanbieders voor een operator controlled model. Het hui-

dige systeem zou een drempel vormen voor eindgebruikers om over te stap-

pen. Zo geeft een marktpartij aan dat bij iedere verhuizing carrier preselect

opnieuw ingesteld moet worden.

De meeste opmerkingen van de marktpartijen gaan over de toegang tot het

netwerk en de voorwaarden waaronder dit gebeurt. Dit betreft vooral pro-

blemen met toegang tot het netwerk van KPN. Zo zit er volgens veel markt-

partijen een lange tijd tussen de eerste onderhandelingen en de daadwerke-

lijke leveringen. Marktpartijen geven aan dat ze daardoor in de dynamische

telefoniemarkt op een achterstand komen te staan. Daarnaast worden niet

alle diensten aangeboden en worden hoge kosten in rekening gebracht voor

het testen en de installatie van bepaalde diensten. Veel alternatieven heb-

ben marktpartijen niet. Daardoor blijft men in grote mate afhankelijk van KPN.

Er zijn weinig marktpartijen met een uitgebreid aansluitnetwerk. Zo geeft een

marktpartij aan dat het aansluitnetwerk van andere aanbieders dan KPN te-

genvalt. De aanbieders met een eigen aansluitnetwerk zijn veelal kabelex-

ploitanten of marktpartijen die zich richten op de zakelijke markt. De partijen

die zich richten op de zakelijke klanten richten zich op de eindgebruikers die

een hoge omzet genereren. Het is waarschijnlijk rendabel om voor eindge-

bruikers met een hoge omzet een eigen aansluitnetwerk aan te leggen. Voor

de toegang tot andere eindgebruikers blijven ze afhankelijk van het aansluit-

netwerk van KPN. Hierdoor blijft een grote mate van afhankelijkheid van KPN

bestaan.

Page 56: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

56

Een andere manier om toegang te krijgen tot de eindgebruiker is via MDF-

access. Een aantal marktpartijen geeft aan problemen te ondervinden bij het

verkrijgen van deze MDF-access.

Naast de marktpartijen die problemen ondervinden met het verkrijgen van

toegang tot de eindgebruikers of een netwerk, zijn er ook verschillende

marktpartijen die aangeven geen problemen te ondervinden.

Concluderend kan gesteld worden dat verschillende aanbieders drempels

waarnemen voor toegang tot de eindgebruiker. Indien toegang wordt ver-

kregen via indirecte toegang, betreft dit met name problemen met het in-

stellen van carrier preselect. Door deze problemen zal de eindgebruiker mo-

gelijk overstapdrempels ervaren. De problemen zouden deels veroorzaakt

worden door keuzes die KPN heeft gemaakt (bijvoorbeeld carrier preselect

activeringssysteem). Daarnaast geven verschillende partijen aan problemen

te ondervinden bij het verkrijgen van toegang tot het netwerk van KPN. Dit

heeft vooral te maken met de doorlooptijd en de kosten die ermee gemoeid

zijn. Ook hier heeft KPN deels invloed op. Het lijkt er daardoor op dat er nog

geen sprake is van gelijke concurrentieverhoudingen.

Bij het realiseren van directe toegang krijgen de marktpartijen te maken met

de hoge kosten van het aanleggen van een aansluitnetwerk. Hierdoor is het

alleen interessant om eindgebruikers aan te sluiten die een hoge omzet ge-

nereren (zakelijke klanten). De meeste marktpartijen richten zich dan ook tot

deze eindgebruikers. Het realiseren van directe toegang via MDF-access zou

volgens sommige marktpartijen moeizaam verlopen.

6.4 Toegang tot financiële middelen

Relat ie met AMM

Toegang tot financiële middelen is heel belangrijk in de telecommarkt. De

grote investeringen die gemoeid zijn met het opbouwen van een netwerk en

een klantenbestand vereisen voldoende financiële draagkracht. Een partij

die betere toegang heeft tot de kapitaalmarkt kan bijvoorbeeld een (ren-

te)kostenvoordeel behalen, waardoor zij in staat is tegen lagere kosten te

werken. Een bedrijf moet ook voldoende geld bij elkaar kunnen brengen om

bijvoorbeeld de technologische ontwikkelingen bij te kunnen houden (bij-

voorbeeld geschikt maken netwerk voor telefoonverkeer). Dit alles vereist een

solide financiële basis. Bedrijven die zo’n basis missen, kunnen (in de toe-

komst) in de problemen komen.

Een tweede aspect, dat hier nauw mee samenhangt, is de kredietwaardig-

heid. Die zorgt ervoor dat een bedrijf kan lenen voor de investeringen. Zoals

hierboven al is aangegeven, kan een kredietwaardige partij tegen aantrek-

kelijke voorwaarden geld aantrekken. Hierdoor kan een kostenvoordeel ont-

staan.

Zowel de kapitaalkrachtigheid als de kredietwaardigheid moet gezien wor-

den in verband met de groep waarvan de aanbieder eventueel deel uit-

maakt. Het hele groepsvermogen kan gebruikt worden om bijvoorbeeld in-

vesteringen te doen of geld aan te trekken.

Uitkomsten marktonderzoek

Om een beeld te krijgen van de toegang tot financiële middelen is de

marktpartijen gevraagd om de Cost of Capital en/of de risico-opslag die be-

Page 57: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

57

taald moet worden bovenop de rente op staatsleningen. Helaas waren de

antwoorden op deze vragen niet altijd volledig en onderling slecht vergelijk-

baar. Om toch een indruk te krijgen van de toegang tot financiële middelen

is daarom gekeken naar de creditratings van de moederconcerns waartoe

de aanbieders van vaste telefonie behoren. Een aantal partijen geeft expli-

ciet aan, dat zij geen zelfstandig beroep doen op de kapitaalmarkt, maar

dat de financiering van investeringen doorgaans in concernverband wordt

geregeld. Een hoge kredietwaardigheid zorgt ervoor dat een bedrijf tegen

gunstige voorwaarden kan lenen. In tabel 16 zijn de ratings van Standaard &

Poor’s en Moody’s weergegeven (peildatum juli 2001).

tabel 16 creditratings van moedermaatschappijen van de belangrijkste aanbieders van

huurlijnen, volgens Standard & Poor en Moody’s, peildatum juli 2001

Standard & Poor’s Moody’s

Aanbieder Groep Lang Vooruitzicht Kort Lang

BT Ignite Nederland BT Plc. A- Negative A-2 BAA1

Energis Energis PLC BB- Stable - B1

KPN Koninklijke KPN NV BBB+ Watch neg A-2 BAA2

WorldCom WorldCom Inc. (US) BBB+ Stable - A3

One.Tel One.Tel ltd (Aus) - - - -

Tele2 Tele2 AB (Zweden) - - - -

UPC/Priority United Global

Communications

(US)

B+ Stable - CAA1

Bron: Moody’s en Standard & Poor, 2001.

Voor Standard & Poor’s zijn drie kengetallen opgenomen die de kredietwaar-

digheid van de partijen aangeven:

! De langetermijnrating loopt van AAA, de hoogste rating die door Stan-

dard & Poor’s wordt gegeven, tot D, de laagste rating, die aangeeft dat

een partij niet meer aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. De

betekenis is als volgt: AAA = extreem goed, AA = goed, A = goed, BBB =

adequaat, BB = enigszins kwetsbaar, etc. Met een + of – wordt aangege-

ven hoe een partij staat binnen de categorie. SD staat voor selective

default en zit tussen C en D in.

! Het vooruitzicht geeft aan of een rating in de nabije toekomst waarschijn-

lijk zal worden bijgesteld, en zo ja, in welke richting.

! De kortetermijnrating geeft aan of het bedrijf op korte termijn aan zijn

verplichtingen kan voldoen. De hoogste rating is A-1 (goed in staat om

aan de financiële verplichtingen te voldoen). Een extra plus in deze ca-

tegorie betekent extreem goed in plaats van goed.

De vermelde rating van Moody’s geeft eveneens een indicatie van de kre-

dietwaardigheid op lange termijn. De waarde van deze rating kan uiteenlo-

pen van AAA (minimaal investeringsrisico) tot C (extreem slechte vooruitzich-

ten dat een investering nog enige waarde oplevert). Met de cijfers 1, 2 en 3

wordt aangegeven hoe een partij staat binnen de categorie (1 = bovenge-

middeld, 2 = ongeveer gemiddeld, 3 = onder het gemiddelde).

Uit tabel 16 komt naar voren dat de belangrijkste aanbieders van vaste tele-

fonie een verschillende kredietwaardigheid hebben. BT Ignite heeft de beste

kredietwaardigheid, gevolgd door WorldCom en KPN. One.Tel en Tele2 of de

ouders hebben geen creditrating. Ten opzichte van vorig jaar is de krediet-

Page 58: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

58

waardigheid voor de meeste aanbieders naar beneden bijgesteld, van A

naar B. Hierdoor zullen de aanbieders moeilijker (of tegen hogere kosten)

toegang hebben tot de kapitaalmarkt. Omdat deze ontwikkeling voor de

meeste aanbieders opgaat, kan er geconcludeerd worden dat de toegang

tot financiële middelen de onderlinge verhoudingen tussen de aanbieders

niet negatief zal beïnvloeden.

6.5 Ervaring van de aanbieders

Relat ie met AMM

Tot slot kan gekeken worden naar de ervaring van de aanbieder. Deze erva-

ring zal vaak samengaan met een bepaald (kwaliteits)imago. Een aanbieder

met veel ervaring zal vertrouwen genieten van de eindgebruikers. Zeker voor

een productkenmerk dat eindgebruikers belangrijk vinden (bereikbaarheid,

leverbetrouwbaarheid) zullen eindgebruikers eerder kiezen voor een aanbie-

der die aangetoond heeft een kwalitatief goede dienst te kunnen leveren.

Het belang dat gehecht wordt aan ervaring kan voor verschillende eindge-

bruikersgroepen verschillen. Een nieuwe aanbieder die nog niet veel ervaring

heeft (bijvoorbeeld ook niet in het buitenland) zal de eindgebruiker eerst er-

van moeten overtuigen dat hij dezelfde kwaliteit kan aanbieden als de an-

dere aanbieders. Het kost tijd om een kwaliteitsimago op te bouwen. Een al-

ternatief is een lagere prijs te vragen voor de (vermeende) lagere kwaliteit.

Dit betekent wel dat de inkomsten relatief lager zullen liggen.

Uitkomsten marktonderzoek

De belangrijkste aanbieders hebben ervaring met het aanbieden van vaste

telefonie, is het niet in Nederland, dan vaak op een buitenlandse markt (bij-

voorbeeld via het moederbedrijf). De kabelbedrijven hebben hun oorspron-

kelijke activiteiten uitgebreid naar onder andere vaste telefonie. Zij hebben

minder ervaring op het gebied van deze activiteiten. Ze kunnen echter wel

gebruik maken van de contacten die ze in een ander verband (televisie) on-

derhouden met eindgebruikers.

Marktpartijen geven aan dat KPN een belangrijk voordeel heeft omdat zij een

gevestigde naam heeft. Veel eindgebruikers zijn al jaren klant bij KPN. Voor

de nieuwkomers op de markt voor vaste telefonie geldt dat veel minder. Ze

zijn druk bezig met het opbouwen van naamsbekendheid. De marktpartijen

geven ook aan dat eindgebruikers er moeite mee hebben om over te stap-

pen naar een aanbieder die nog geen kwaliteitsimago heeft opgebouwd.

Daarnaast speelt mee dat aanbieders zonder netwerk vaak afhankelijk zijn

van KPN en de kwaliteit van haar dienstverlening. Indien een eindgebruiker

carrier (pre)select gebruikt maar vaak een in-gesprek-toon krijgt, wordt de

kwaliteit van de carrier (pre)select-aanbieder in twijfel getrokken, ongeacht

waar het probleem ontstaat.

KPN lijkt nog steeds voordeel te kunnen halen met haar gevestigde naam. De

meeste andere marktpartijen zijn nog bezig met het opbouwen van een ima-

ge. Zodra de nieuwkomers hun naamsbekendheid hebben vergroot en de

afhankelijkheid ten opzichte van KPN minder groot wordt (bijvoorbeeld door

een eigen netwerk), zal de voorsprong van KPN snel afnemen.

Page 59: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

59

6.6 Conclusie overige aanvullende criteria

Om te bekijken of van de hoofdregel, dat een partij met een marktaandeel

groter dan 25% wordt aangewezen als partij met AMM, moet worden afge-

weken, is – naast het vermogen de marktvoorwaarden te beïnvloeden –

marktonderzoek uitgevoerd naar de (groeps)omzet van marktpartijen in ver-

houding tot de omzet van de markt, de beheersing van de middelen van

toegang tot de eindgebruikers, de toegang tot financiële middelen en de

ervaring met het verstrekken van producten en diensten op de markt.

Al le belangr i jke aanbieders onderdeel van een groot concern

Alle belangrijke aanbieders maken deel uit van een groot (internationaal)

concern. De markt voor vaste telefonie in Nederland is relatief klein ten op-

zichte van de totale omzet van deze concerns. Van de belangrijkste con-

cerns is One.Tel de kleinste. Geen van de aanbieders lijkt een uitzonderings-

positie in te nemen.

KPN besch ikt over goede toegang tot de eindgebruiker

KPN heeft een fijnmazig aansluitnetwerk, waardoor ze een goede toegang

heeft tot de eindgebruikers, en is daarvoor niet afhankelijk van andere

marktpartijen. Hierdoor heeft KPN een voordeel ten opzichte van de overige

aanbieders. Andere aanbieders hebben een minder uitgebreid netwerk en

richten zich in eerste instantie op zakelijke klanten die een hoge omzet ge-

nereren.

Verschillende marktpartijen hebben aangegeven moeite te hebben de

eindgebruiker over te halen naar hen te komen door gebruik te maken van

carrier preselect. Dit wordt bemoeilijkt door de problemen met het activeren

van deze carrier preselect. Daarnaast zijn er problemen met het verkrijgen

van toegang tot het netwerk. De overige aanbieders zijn soms afhankelijk van

KPN voor de aansluitingen met de eindgebruiker. KPN kan in zo’n geval be-

paalde voorwaarden (bijvoorbeeld prijs) opleggen waaronder de andere

aanbieders deze toegang kunnen verkrijgen. Behalve over de prijs, klagen

marktpartijen ook over de lange tijd tussen de onderhandelingen en de

daadwerkelijke leveren en de hoge kosten. Er is echter veelal geen alterna-

tief voor het aansluitnetwerk van KPN. Het verkrijgen van directe toegang

door middel van MDF-access zou volgens sommige marktpartijen moeilijk

verlopen. Op basis van deze gegevens kan geconcludeerd worden dat KPN

een voordeel heeft ten aanzien van toegang tot de eindgebruikers ten op-

zichte van de (meeste) andere aanbieders van vaste telefonie.

Toegang tot f inancië le middelen wordt moei l i j ker

De toegang tot financiële middelen is het afgelopen jaar moeilijker gewor-

den. De creditratings van meeste aanbieders zijn naar beneden bijgesteld.

Op basis van de creditratings mag verwacht worden dat BT Ignite een iets

betere uitgangspositie heeft op de kapitaalmarkt, op de voet gevolgd door

WorldCom en KPN.

Ervaren aanbieders

De meeste aanbieders hebben ervaring op de markt voor vaste telefonie

(eventueel via de moeder in het buitenland). KPN heeft dit voordeel hele-

maal, omdat ze aan 8 miljoen eindgebruikers telefonie aanbiedt. Kabelbe-

drijven moeten deze ervaring veelal nog opbouwen. Ze hebben wel het

voordeel dat ze een groot aantal eindgebruikers reeds andere diensten aan-

bieden (televisie). In Nederland heeft vooral KPN een voorsprong doordat ze

langer aanwezig is dan de andere marktpartijen en daardoor een naam

Page 60: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

60

heeft kunnen opbouwen. Andere aanbieders zijn nog bezig zo’n naam op te

bouwen. Deze voorsprong zal in de loop van de tijd verdwijnen.

Concluderend kan gesteld worden dat een aantal uitzonderingscriteria erop

wijst dat KPN een betere positie heeft dan de andere aanbieders. Deze posi-

tie wordt met name verkregen door de goede toegang tot de eindgebruikers

via het aansluitnetwerk en de naam die KPN in een lange periode heeft kun-

nen opbouwen. De toegang tot financiële middelen is mogelijk iets slechter

dan de toegang van BT Ignite tot financiële middelen en vergelijkbaar met

die van WorldCom. Qua omvang van het concern ten opzichte van de Ne-

derlandse markt voor vaste telefonie doen de belangrijkste marktpartijen niet

voor elkaar onder.

Page 61: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

61

7 Conclusie

In de Tw is aangegeven dat een aanbieder met een marktaandeel van meer

dan 25% aangewezen dient te worden als marktpartij met Aanmerkelijke

Macht op de Markt. Indien een marktpartij een marktaandeel heeft van meer

dan 25% (gemeten in omzet), is een afwijking van de algemene regel moge-

lijk als blijkt dat de marktpartij aan de hand van een vijftal uitzonderingscrite-

ria geen aanmerkelijk marktmacht heeft.

In dit hoofdstuk zullen de conclusies uit het marktonderzoek (zowel de

marktaandelen als de uitzonderingscriteria) worden gepresenteerd.

7.1 Conclusie marktaandelen

In dit onderzoek is uitgegaan van marktaandelen gemeten in omzet. Bij de

omzet wordt rekening gehouden met omzet verkregen uit retail- en wholesa-

le-activiteiten. Hierdoor ontstaat een bepaalde dubbeltelling, een deel van

de omzet van marktpartijen die zich alleen richten op retailactiviteiten (carri-

er (pre)select-aanbieders) valt samen met de omzet van netwerk-operators

die het verkeer van deze carrier (pre)select-aanbieders afwikkelen. Het effect

van de dubbeltelling is naar verwachting beperkt. Er kan gecorrigeerd wor-

den voor deze dubbeltelling, maar deze gecorrigeerde omzetindicators ge-

ven een minder goed beeld van de verhoudingen in de markt (zie paragraaf

4.3 voor een uitgebreidere bespreking). Om een beter beeld te krijgen van

de ontwikkelingen in de markt, wordt de omzet verder uitgesplitst naar een

aantal deelsegmenten. Als aanvulling op de marktaandelen gemeten in om-

zet wordt ook gekeken naar marktaandelen in belminuten en aantal aanslui-

tingen.

Marktaandeel KPN boven de 25%, andere aanbieders bl i jven verachter

Het marktaandeel van KPN ligt in de gehele onderzochte periode boven de

25%. Het marktaandeel gemeten in omzet ligt in de onderzochte periode tus-

sen de 75 en 95% en vertoont een dalend patroon. De tweede aanbieder in

grootte heeft een marktaandeel van minder dan 5%. Op de deelsegmenten

heeft KPN een sterke positie bij de omzet verkregen uit lokaal verkeer (meer

dan 95%). KPN heeft het kleinste marktaandeel in het segment internationaal

verkeer (55 en 65%). Bij nationaal en vast-mobiel verkeer ligt het marktaan-

deel van KPN tussen de 75 en 95%.

De marktaandelen gemeten in belminuten laten een vergelijkbaar beeld

zien. KPN is veruit de grootste aanbieder met een marktaandeel in de onder-

zochte periode tussen de 75 en 95%. Ook hier is een dalende trend waar-

neembaar. Bij het aantal aansluitingen bedraagt het marktaandeel in de on-

derzochte periode meer dan 95%. KPN heeft een relatief lage gemiddelde

opbrengst per belminuut. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de sterke posi-

tie van KPN bij lokaal belverkeer.

Page 62: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

62

7.2 Conclusie ten aanzien van criterium ‘vermogen om marktvoor-waarden te beïnvloeden’

Het criterium ‘het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden’

wordt beoordeeld aan de hand van een aantal criteria. Hieronder worden

de belangrijkste conclusies van deze beoordeling besproken.

Redel i jk aantal marktpart i jen act ief , echter hoge concent rat ie

Uit het onderzoek blijkt dat er een redelijk aantal marktpartijen actief is op de

markt voor vaste telefonie. De meeste aanbieders groeien ook flink. In absolu-

te termen blijven ze echter ver achter bij KPN. Daarnaast hebben verschillen-

de aanbieders zich teruggetrokken van de markt (soms failliet) of zijn overge-

nomen door andere marktpartijen. Dit alles resulteert in een hoge concentra-

tie, die in de loop van de tijd echter wel iets afneemt.

Toetredingsdrempels aanwezig, u i t t reding eenvoudig

Verschillende aanbieders geven aan dat er toetredingsdrempels zijn. Dit

heeft vooral te maken met de geringe marge tussen retail- en wholesale-

tarieven. Toetreden is hierdoor niet echt interessant. Daarnaast zijn veel par-

tijen afhankelijk van KPN (bijvoorbeeld voor het aansluitnetwerk). KPN zou in

staat zijn de toetredingsdrempels te beïnvloeden. Volgens de marktpartijen

bestaan er weinig uittredingsdrempels, en als ze al bestaan, kunnen ze een-

voudig worden overwonnen. Het bestaan van toetredingsdrempels en de

afwezigheid van uittredingsdrempels kunnen bijdragen aan een beperkte

concurrentie in de markt.

Aanbieders ervaren overstapdrempels voor de e indgebruiker s

Eindgebruikers kunnen niet kosteloos of moeiteloos overstappen naar een

andere aanbieder. De overstapdrempels hebben onder andere te maken

met het huidige carrier preselect aanmeldsysteem. Daarnaast heeft een

eindgebruiker te maken met hoge installatiekosten en contractuele verplich-

tingen. Marktpartijen hebben aangegeven dat KPN in staat is bepaalde over-

stapdrempels op te werpen.

KPN i s s terk vert icaal ge ïntegreerd en heef t breed aanbod

KPN kan profiteren van een fijnmazig aansluitnetwerk dat ze heeft kunnen

opbouwen in een periode zonder concurrentie. KPN heeft als enige marktpar-

tij zo’n uitgebreid aansluitnetwerk. Met dit netwerk kan KPN een groot en

breed pakket producten en diensten aanbieden, zowel op wholesale- als

retailniveau. Deze producten en diensten kunnen eventueel gebundeld wor-

den met producten en diensten van andere markten waarop KPN actief is.

Andere marktpartijen richten zich vaak op een beperkt aantal segmenten en

kunnen daardoor vaak een minder compleet aanbod doen.

KPN re lat ief dure aanbieder

Uit het marktonderzoek komt naar voren dat KPN een relatief dure aanbieder

is. De prijs van KPN daalt wel in de loop van de tijd, maar minder dan het

(ongewogen) gemiddelde van de markt. Daarnaast zien veel marktpartijen

KPN als prijsleider. Beide aspecten kunnen een indicatie zijn dat KPN een be-

paalde mate van marktmacht heeft.

7.3 Conclusie ten aanzien van de overige ‘lid 4-criteria’

De conclusies ten aanzien van de overige lid 4-criteria worden hieronder be-

sproken.

Page 63: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

63

Al le belangr i jke aanbieders onderdeel van een groot concern

Alle belangrijke aanbieders maken deel uit van een groot (internationaal)

concern. De markt voor vaste telefonie in Nederland is relatief klein ten op-

zichte van de totale omzet van deze concerns. Geen van de aanbieders lijkt

een uitzonderingspositie in te nemen.

KPN besch ikt over goede toegang tot de eindgebruiker

KPN heeft een fijnmazig netwerk, waardoor ze een goede toegang heeft tot

de eindgebruikers, en is daardoor niet afhankelijk van andere marktpartijen.

De andere marktpartijen hebben een minder uitgebreid netwerk: ze zijn

daarom soms afhankelijk van KPN voor de aansluitingen met de eindgebrui-

ker. KPN kan in zo’n geval bepaalde voorwaarden (bijvoorbeeld prijs) opleg-

gen waaronder de andere aanbieders deze toegang kunnen verkrijgen.

Hierdoor lijkt KPN een voordeel te hebben ten opzichte van de overige aan-

bieders. Daarnaast klagen marktpartijen over de lange periode tussen on-

derhandelingen en de daadwerkelijke levering van bepaalde diensten van

KPN. Het verkrijgen van directe toegang door middel van MDF-access zou

volgens sommige marktpartijen moeilijk verlopen. Ook geven marktpartijen

aan dat het systeem om carrier preselect te activeren niet goed werkt. Dit

bemoeilijkt hun toegang tot de eindgebruikers. Op basis van deze gegevens

kan geconcludeerd worden dat KPN een voordeel heeft ten opzichte van de

(meeste) andere aanbieders van vaste telefonie.

Toegang tot f inancië le middelen wordt moei l i j ker

De toegang tot financiële middelen is het afgelopen jaar moeilijker gewor-

den. De creditratings van meeste aanbieders zijn naar beneden bijgesteld.

Op basis van de creditratings mag verwacht worden dat BT Ignite een iets

betere uitgangspositie heeft op de kapitaalmarkt, op de voet gevolgd door

WorldCom en KPN.

Ervaren aanbieders

De meeste aanbieders hebben ervaring op de markt voor vaste telefonie

(eventueel via de moeder in het buitenland). KPN heeft dit voordeel hele-

maal, omdat ze aan zeer veel eindgebruikers telefonie aanbiedt. Kabelbe-

drijven moeten deze ervaring veelal nog opbouwen. Ze hebben wel het

voordeel dat ze een groot aantal eindgebruikers reeds andere diensten aan-

bieden (televisie). In Nederland heeft vooral KPN een voorsprong doordat ze

langer aanwezig is dan de andere marktpartijen en daardoor een naam

heeft kunnen opbouwen. Andere aanbieders zijn nog bezig zo’n naam op te

bouwen. Deze voorsprong zal in de loop van de tijd verdwijnen.

Page 64: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.
Page 65: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

65

Bijlage I Vragenlijst

VRAGENLIJST AMM-AANBIEDERS VASTE OPENBARETELEFOONDIENSTEN EN -NETWERKEN

Naam aanbieder: _______________________________________________

Contactpersoon

Naam: _______________________________________________

Telefoonnummer: _______________________________________________

Adresgegevens:

_______________________________________________

E-mailadres: _______________________________________________

Bij de beantwoording van deze vragenlijst verzoeken wij u gebruik te maken

van de Excel-file ‘vaste openbare telefonie.xls’. (Op de web-site van OPTA

(www.opta.nl) te vinden onder ‘aanmerkelijke marktmacht’, ‘achtergrond-

informatie’.)

Algemeen

1 Kunt u een overzicht geven van de opbouw van uw onderneming? Wij

verzoeken u hierbij aan te geven hoe de verhoudingen zijn in:

a. deelname en zeggenschap in/van (buitenlandse) moeder-, zuster- en

dochterondernemingen, voorzover het gaat om belangen van 10%

of meer.

b. deelname en zeggenschap in/van Nederlandse zuster- en moeder-

ondernemingen, voorzover het gaat om belangen van 10% of meer.

2 Hoe groot was de omzet van het concern waartoe uw onderneming be-

hoort (inclusief de in het buitenland behaalde omzet) in 2000 en wat is de

verwachting voor 2001 en 2002?

3 a. Biedt u thans in Nederland vaste telefonie aan?

b. Zo ja, sinds welk jaar?

c. Zo nee, wanneer zult u naar verwachting vaste telefonie gaan aan-

bieden in Nederland?

d. Indien u geen plannen heeft om binnen 1 jaar vaste telefonie in Ne-

derland aan te bieden, waarom heeft uw onderneming zich geregi-

streerd als aanbieder van een telefoondienst of -netwerk?

Page 66: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

66

Aanbieders die niet voornemens zijn om binnen 1 jaar vaste telefonie aan te

bieden wordt verzocht alleen de antwoorden op vraag 1, 2 en 3 aan OPTA

toe te zenden.

4 Kunt u een overzicht geven van het productaanbod (zowel retail als

wholesale) van uw onderneming in Nederland?

5 Bezit uw onderneming een eigen vast openbaar telefoonnetwerk? Indien

ja, ga naar vraag 6, indien nee, ga naar vraag 7.

6 a. In welke gebieden binnen Nederland (op gemeentelijk niveau) biedt

uw onderneming op dit moment aansluitingen voor vaste openbare

telefonie aan?

b. In welke gebieden binnen Nederland (op gemeentelijk niveau) vindt

door uw onderneming op dit moment feitelijke levering van aanslui-

tingen voor vaste openbare telefonie plaats?

Omzet

Onder omzet voor de vaste telefoondienst wordt verstaan de omzet over alle

verschillende tariefelementen die gelden voor het telefoonverkeer: de totale

inkomsten uit aansluitingen, belvolume vaste telefoonnetwerk, carrier select

en carrier preselect, etc. Voor de opsplitsing van de omzet worden in deze

vragenlijst de volgende categorieën onderscheiden: aansluitingen, binnen

basisgebied verkeer, buiten basisgebied verkeer, internationaal verkeer, vast-

mobiel verkeer, overig retailverkeer en wholesale.

7 a. Hoe groot was de omzet van uw onderneming in Nederland in de

periode van 31 januari 2000 tot en met 31 maart 2001? (S.v.p. omzet-

bedrag per categorie invullen in sheet 1 omzet)

b. Welke omzet verwacht uw onderneming per categorie in de jaren

2001 en 2002 te realiseren? (S.v.p. verwachte omzetbedragen invullen

in sheet 1 omzet)

8 a. Hoe groot was volgens u de totale omzet (wholesale en retail exclu-

sief randapparatuur) in 2000 op de Nederlandse markt voor vaste

telefonie voor elk van de onderscheiden categorieën? (S.v.p. omzet-

bedragen per categorie invullen in sheet 2 omzet totale markt)

b. Hoe groot zal deze totale omzet naar uw verwachting in 2001 en 2002

zijn? (S.v.p. verwachte omzetbedragen per categorie invullen in sheet

2 omzet totale markt)

Aanslu i t ingen

9 a. Hoe groot was het aantal abonnees van uw onderneming per het

einde van de maand in de periode van 31 december 1999 tot en

Page 67: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

67

met 31 maart 2001? (S.v.p. aantallen per maand invullen in sheet 3

aansluitingen)

b. Welk aantal abonnees verwacht u per 31 december 2001 en 31 de-

cember 2002 te realiseren? (S.v.p te verwachte aantallen invullen in

de sheet 3 aansluitingen)

10 a. Hoe groot was het aantal gebruikers dat daadwerkelijk telefoneerde

via uw onderneming per het einde van de maand in de periode van

31 december 1999 tot en met 31 maart 2001? (S.v.p. aantallen per

maand invullen in sheet 3 aansluitingen)

b. Welk aantal gebruikers dat daadwerkelijk telefoneert via uw onder-

neming verwacht u per 31 december 2001 en per 31 december 2002

te realiseren? (S.v.p. verwachte aantallen invullen in sheet 3 aanslui-

tingen)

Belminuten

11 a. Hoe groot was het aantal belminuten van uw onderneming per

maand in de periode van 1 januari 2000 tot 31 maart 2001 per cate-

gorie? (S.v.p. aantallen belminuten per categorie en per maand in-

vullen in de sheet 4 belminuten)

b. Welke aantallen belminuten verwacht uw onderneming per categorie

in de jaren 2001 en 2002 te realiseren? (S.v.p. verwachte aantallen

belminuten per categorie invullen in sheet 4 belminuten)

Toe- en u i t t redingsdrempels

12 a. Beschrijf kwalitatief en kwantitatief de toetredingsdrempels die vol-

gens uw onderneming thans en in de nabije toekomst bestaan voor

nieuwe aanbieders op de Nederlandse markt voor vaste openbare

telefonie om diensten aan te bieden tegen concurrerende voor-

waarden. (Denkt u hierbij aan technische, financiële, wettelijke en/of

marktstrategische barrières.)

b. Welke drempels zijn er wanneer een aanbieder uit deze markt wil tre-

den en kunt u dit toelichten?

13 Verwacht u dat de toetreding tot de markt voor vaste openbare telefo-

nie eenvoudiger of moeilijker wordt als Koninklijke KPN N.V. blijft aange-

wezen als partij met aanmerkelijke macht op deze markt en waarom?

(Hierbij kan gedacht worden aan de mogelijkheden van interconnectie

en bijzondere toegang.)

Overstapbarr ières

14 a. Welke barrières voorziet uw onderneming voor eindgebruikers om van

de ene naar een andere aanbieder van vaste telefonie over te stap-

pen?

Page 68: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

68

b. Voorziet uw onderneming op korte termijn oplossingen voor deze bar-

rières?

c. In hoeverre bepalen andere aanbieders dan uzelf deze overstapbar-

rières?

d. In hoeverre verwacht u dat een aanwijzing van een partij met aan-

merkelijke marktmacht invloed heeft op deze barrières?

Pr i j sontwikkel ing

15 a. In hoeverre is uw onderneming prijsvolger of prijszetter in elk van de

categorieën? (S.v.p. invullen in sheet 5 prijsstrategie)

b. Indien uw onderneming prijsvolger is, op basis van welke aanbieder(s)

baseert uw onderneming haar prijsbeleid?

16 Voor het volgen van de prijsontwikkeling zijn de volgende belprofielen

ontwikkeld:

Belprofiel A (weinig):

120 minuten; 60 gesprekken (per maand) (geen internetverkeer)

Waarvan:

binnen basisge-

bied

70% waarvan 45% piek, 45% dal en 10% weekend

buiten basisge-

bied

25% waarvan 45% piek, 45% dal en 10% weekend

internationaal 0%

mobiel 5% waarvan 50% piek en 50% dal

Belprofiel B (gemiddeld):

430 minuten; 200 gesprekken (per maand) (geen internetverkeer)

Waarvan:

binnen basisge-

bied

45% waarvan 45% piek, 45% dal en 10% weekend

buiten basisge-

bied

45% waarvan 45% piek, 45% dal en 10% weekend

internationaal 0%

mobiel 10% waarvan 50% piek en 50% dal

Belprofiel C (veel):

680 minuten; 300 gesprekken (per maand) (geen internetverkeer)

Waarvan:

binnen basisge-

bied

20% waarvan 45% piek, 45% dal en 10% weekend

buiten basisge-

bied

65% waarvan 45% piek, 45% dal en 10% weekend

internationaal 0%

mobiel 15% waarvan 50% piek en 50% dal

Belprofiel D (internet):

2.015 minuten; 400 gesprekken (per maand)

Waarvan:

binnen basisge-

bied

80% waarvan 90% in-

ternetverkeer

waarvan 10% piek, 45% dal en 45%

weekend

Page 69: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

69

buiten basisge-

bied

15% waarvan 45% piek, 45% dal en 10%

weekend

internationaal 0%

mobiel 5% waarvan 50% piek en 50% dal

Belprofiel E (kleinzakelijk):

1.500 minuten; 600 gesprekken (per maand)

Waarvan:

binnen basis-

gebied

37% waarvan 10% inter-

netverkeer

waarvan 90% piek en 10% dal

buiten basisge-

bied

38% waarvan 90% piek en 10% dal

internationaal

(omringende

landen)

5% waarvan 90% piek en 10% dal

weekend 0%

mobiel 20% waarvan 90% piek en 10% dal

a. Wat zijn de abonnementskosten en de gesprekskosten per maand (inclu-

sief starttik en exclusief BTW) die aan de eindgebruiker in rekening worden

gebracht in de periode januari 2000 tot en met maart 2001, voor elk van

de genoemde belprofielen? (U dient uit te gaan van de goedkoopste

optie voor de eindgebruiker.) (S.v.p. invullen in sheet 6 prijsontwikkeling)

b. Wat zijn de abonnementskosten en de gesprekskosten per maand (inclu-

sief starttik en exclusief BTW) die naar verwachting aan de eindgebruiker

in rekening worden gebracht in juli 2001, januari 2002 en juli 2002, voor elk

van de genoemde belprofielen? (U dient uit te gaan van de goedkoop-

ste optie voor de eindgebruiker) (S.v.p. invullen in sheet 6 prijsontwikke-

ling)

c. Van welk abonnement bent u bij elk van de belprofielen uitgegaan bij

het vaststellen van de kosten? (S.v.p. invullen in sheet 6 prijsontwikkeling)

ROCE ten opz ichte van kosten van kapitaal1

17 Hoe hoog is de opbrengst (na rente voor belastingen) over 2000 op uw

activiteiten in de Nederlandse markt voor vaste telefonie?

18 Hoe groot zijn de totale activa op 31 december 2000 (gerelateerd aan

activiteiten ten behoeve van de vaste openbare telefoondienst in Ne-

derland)?

19 Hoe groot zijn de totale kortlopende schulden op 31 december 2000

(gerelateerd aan activiteiten ten behoeve van de vaste openbare tele-

foondienst in Nederland)?

20 Wat is de gemiddelde ‘Cost of Capital’1 over 2000 op uw activiteiten in

de Nederlandse markt voor vaste telefonie? Indien u deze vraag niet kunt

beantwoorden, verzoeken wij u om vraag 21 beantwoorden.

1 ROCE= Return On Capital Employed.

Page 70: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

70

21 Wat is de risico-opslag die uw (moeder)onderneming boven op de rente

op staatsleningen moet vergoeden ten behoeve van het aantrekken van

vreemd vermogen? Graag illustreren aan de hand van het rentepercen-

tage dat geldt voor de jongste geldlening die u heeft aangetrokken.

Interconnect ie en bi j zondere toegang

22 Ondervindt u problemen bij het verkrijgen van toegang tot het netwerk

van andere aanbieders? Zo ja, kunt u deze problemen omschrijven (bij-

voorbeeld tijdsduur tussen aanvraag en realisatie, kosten, kwaliteit van

dienstverlening, etc.)?

Diversen

23 Wat is de creditrating op 31 maart 2001 voor het concern, zoals gebruikt

in vraag 2, waartoe uw onderneming behoort, volgens Standaard &

Poor’s en volgens Moody’s?

24 Hoe groot was het aantal opzeggingen per maand in de periode januari

2000 tot en met maart 2001? (S.v.p. aantallen opzeggingen per maand

invullen in de sheet 7 opzeggingen)

Bele idsmat ige aspecten van cont inuer ing aanwi j z ing

25 a. Kunt u aangeven waarom de aanwijzing van KPN als partij met aan-

merkelijke macht op de markt voor openbare vaste telefonie al dan

niet gecontinueerd zou moeten worden? In uw argumentatie kunt u

denken aan de volgende aspecten: marktaandeel, aantal concur-

renten, concentratie in de markt, ontwikkeling en omvang van de

concurrenten, toe- en uittredingsdrempels, overstapdrempels voor

eindgebruikers, verticale integratie en diversificatie, prijsvorming, om-

zet moedermaatschappij, toegang tot eindgebruikers, toegang tot

financiële middelen en ervaring op de markt.

b. Welke invloed heeft een aanwijzing van een partij met aanmerkelijke

macht op de markt voor openbare vaste telefonie op uw onderne-

ming c.q. beleid?

Indien u verdere opmerkingen heeft die relevant kunnen zijn voor het voor-

onderzoek ter bepaling van de marktaandelen van de marktpartijen op de

markt voor vaste telefonie, vernemen wij die graag.

1 De Cost of Capital is de gewogen som van de prijs voor het eigen vermogen en de prijs

voor vreemd vermogen. De prijs voor het eigen vermogen is gelijk aan de jaarlijkse divi-

dendbetalingen gedeeld door de nominale waarde van het aandelenvermogen. De prijs

voor het vreemd vermogen is gelijk aan de interestbetalingen gedeeld door het totale

vreemd vermogen.

Page 71: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare … · 2015-09-18 · 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

71

Voor verdere vragen kunt u contact op nemen met de in het briefhoofd ge-

noemde contactpersoon.

Wij verzoeken u de antwoorden op deze vragen binnen drie weken na dag-

tekening van deze brief schriftelijk te sturen aan:

OPTA

Afdeling Eindgebruikersmarkt

Postbus 90420

2509 LK Den Haag

of per e-mail: [email protected]