magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer...

48
magazine nummer #60 juni 2019 De Nijmeegse Vierdaagse als studieobject FYSIOLOGEN RADBOUDUMC Sterrenkundige droomde 20 jaar geleden al van foto zwart gat HEINO FALCKE Bijblijven op je vakgebied, je kennis verbreden en interessante evenementen en cursussen ontdekken. Dat is de belofte van Radboud Recharge, een service van de Radboud Universiteit. In dit nummer een overzicht van activiteiten deze zomer en een cursus over hebzucht. > zie katern Radboud Recharge PIETER ROELOFS, HOOFD SCHILDER- EN BEELDHOUWKUNST RIJKSMUSEUM OVER HET MOOISTE STUKJE NACHTWACHT

Transcript of magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer...

Page 1: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

m a g a z i n e

nummer #60 juni 2019

De Nijmeegse Vierdaagse als

studieobjectFYSIOLOGEN RADBOUDUMC

Sterrenkundige droomde 20 jaar

geleden al van foto zwart gat

HEINO FALCKE

Bijblijven op je vakgebied,

je kennis verbreden en

interes sante evenementen en cursussen

ontdekken. Dat is de belofte van Radboud

Recharge, een service van de Radboud

Universiteit. In dit nummer een overzicht van

activiteiten deze zomer en een cursus over

hebzucht.

> zie katern Radboud Recharge

PIETER ROELOFS, HOOFD SCHILDER- EN BEELDHOUWKUNST RIJKSMUSEUM

OVER HET MOOISTE STUKJE NACHTWACHT

Page 2: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

REDACTIONEEL VERJAARDAG23 mei 2019. De campus is omgebouwd tot festivalterrein met twee podia. Rapper Fresku laat de menigte springen, de Nijmeegse band Navarone sluit knallend af. Medewerkers en studenten vieren samen de 96ste verjaardag van de universiteit. Nijmegen is begonnen met aftellen, over vier jaar staat er een eeuwfeest op het programma. Hoe je zo’n bijzonder jaar publiekelijk viert, zou je kunnen afkijken van het Rijksmuseum. 2019 staat in het teken van de 350ste sterfdag

van Rembrandt van Rijn. Niet alleen binnen de muren van het Amsterdamse museum staat ’s lands bekendste schilder centraal, ook in de Nederlandse huiskamers komt hij veelvuldig voorbij.Met het tv-programma Project Rembrandt kon iedereen zien hoe hij tot op de dag van vandaag amateurschilders inspireert. A la Heel Holland Bakt streden deelnemers om de titel ‘grootste talent’. In de jury zat Pieter Roelofs, hoofd Schilder- en Beeldhouwkunst van het Rijksmuseum. Roelofs studeerde van

colofon Radboud Magazine

is het kwartaalblad voor alumni en

relaties van de Radboud Universiteit

Redactieadres (ook voor adreswijzigingen)

Dienst Marketing & Communicatie DMC

Postbus 9102 | 6500 HC Nijmegen

Tel: 024-361 22 30

E-mail: [email protected]

Redactie

Paul van den Broek (bladcoördinator)

Medewerkers aan dit nummer

Willem Claassen,

Susanne Geuze,

Annemarie Haverkamp,

Jos Joosten,

Ken Lambeets,

Lara Maassen,

Mathijs Noij,

Bea Ros,

Helene Seevinck,

Machiel van Zanten (eindredactie),

Martine Zuidweg,

Stijn Zunneberg

Fotografie

Bert Beelen,

Duncan de Fey,

Flip Franssen (Hollandse Hoogte),

Erik van ’t Hullenaar

Illustraties

Esther Aarts

Vormgeving en opmaak

Gloedcommunicatie, Nijmegen

www.gloedcommunicatie.nl

Drukwerk

Media Center Rotterdam

Redactieraad

prof. dr. Otto Boerman,

dr. mr. Maarten Hageman,

prof. dr. Margot van Mulken (voorzitter),

drs. Koen Overeem,

prof. dr. Floris Rutjes,

drs. Mascha van Vark,

prof. mr. Paul Bovend’Eert,

Judith de Rooy

m a g a z i n e #60

Page 3: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

coverfoto: duncan de fey

foto

: tom

hessels

Radboud Rocks, het verjaardagsfeestje van de universiteit

Inhoud

1991 tot 1997 kunstgeschiedenis en klassieke archeologie in Nijmegen en woont nog altijd in deze stad.Een interview met hem laat zich niet eenvou-dig plannen, de man is nogal druk. Ga maar na: voor de aanstaande tentoonstelling Lang Leve Rembrandt – elke Nederlander mag een stuk insturen voor een expo in het Rijks – heeft hij 9000 inzendingen te beoordelen. Maar als je dan eenmaal na sluitingstijd met deze kunst-kenner voor de Nachtwacht staat, is dat het beste verjaardagscadeau dat je je kunt wensen.

Wetenschappers bestuderen Nijmeegse

Vierdaagse Zie pagina 22

6 Pieter Roelofs staat elke dag stil bij de Nachtwacht

12 Bijzondere vriendschap tussen een schrijver en een uitgever

14 Literatuurdocent fotografeert protest gele hesjes

28 Zo presenteerde Heino Falcke de eerste foto van een zwart gat

32 Europarlementariërs met Radboud-roots

35 Scheidend hoogleraar Milieu en beleid: ‘Milieu is niet voor de armen’

Page 4: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

oud-medewerkers van de universiteits bibliotheek, Lennie van Orsouw en Robert Arpots, zullen de komende jaren op vrij-willige basis verder werken aan dit project.

CAMPUS

Bètafaculteit breidt verder uit naar Mercator

De Faculteit der Natuurweten-schappen, Wiskunde en Informa-tica (FNWI) gaat verder uitbrei-den naar de Mercatorgebouwen. De bètafaculteit barst steeds ver-der uit haar voegen. Dat komt door de toename van het aantal studenten en medewerkers, zegt faculteitsdirecteur bedrijfsvoe-ring Iwan Holleman. “We krijgen meer structurele financiering, on-der andere uit het sectorplan bè-tatechniek en voor onderwijs. Hierdoor kunnen we meer men-sen aannemen. Ook wordt er meer extern onderzoeksgeld bin-nengehaald dan een paar jaar ge-leden.”

STUDENTEN

Rechtenstudent wint prestigieuze pleitwedstrijdEuropean Law-student Demi van den Berg won begin april de finale van de European Law Moot Court Competition (ELMC). De ELMC is een van de bekendste en meest prestigieuze internationale pleit-wedstrijden van Europa, waarbij studenten uit de hele wereld in

de abdij opnemen in het digitale zoeksysteem van de universi-teitsbibliotheek. De bijzondere boeken collectie wordt daarmee toegankelijk voor studenten en onderzoekers. De totale collectie van de abdij omvat ongeveer 5.700 werken van vóór 1901. Naast een aantal levensbeschrij-vingen van de heilige Norbertus maken ook drukken van de Antwerpse drukker Christoffel Plantijn en unieke edities van Noord- en Zuid-Nederlandse uitgevers deel uit van deze bij-zondere verzameling. Inmiddels zijn de gegevens van ruim 2.400 boeken van de kloosterboekerij ingevoerd in zoeksysteem RU-Quest – voorzien van de code AvB (Abdij van Berne). Twee

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK

Abdij digitaliseert eeuwenoude boeken

Vrijwilligers van de bibliotheek van de Abdij van Berne in Heeswijk-Dinther gaan samen met de Radboud Universiteit 51 incunabelen (vóór 1501 gedrukte boeken) en 183 postincunabelen (gedrukt tussen 1501 en 1540) van

tekst: stijn zunnebergnieuws

“DIT SOORT MAAT-REGELEN IS GOED,

MAAR GOOGLE ZAL NOOIT ÉCHT PRIVACY-

VRIENDELIJK WORDEN. DAARVOOR ZIJN DE

COMMERCIËLE BE LANGEN TE GROO T.”

FREDERIK ZUIDERVEEN BORGESIUS, HOOGLERAAR ICT EN PRIVAATRECHT

RELATIVEERT DE DOOR GOOGLE AAN-GEKONDIGDE PRIVACYMAATREGELEN,

DE VOLKSKRANT, 8 MEI 2019

ONDERZOEK

Supersnelle én zuinige dataopslag

Moderne elektronica moet steeds sneller en compacter zijn. Maar hoe meer snelheid, hoe meer energie dat kost. Door de toenemende vraag naar opslagcapaciteit raken datacenters oververhit. Het koelen van de processoren vraagt veel energie. Natuurkundigen van de Radboud Uni-versiteit zijn erin geslaagd te demonstreren hoe efficiënte dataopslag in de toekomst eruit zou kunnen zien, door gebruik te maken van laserlicht op magneten. Alexey Kimel, hoogleraar Ultrafast spectroscopy of corre-lated materials, en zijn collega’s zoeken al meer dan tien jaar naar de optimale manier om laserlicht te gebruiken om magnetisatie van een materiaal te beïnvloeden. Kimel: ‘’Dit is tot nu toe een puur fundamen-teel resultaat, maar het brengt nieuwe mogelijkheden in magnetische technologie, zoals computers die tegelijkertijd supersnel én koud zijn.”

4 radboud magazine 60

foto

: erik van ’t h

ullen

aarbrad baxley (partto

wh

ole.co

m)

Page 5: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

de rol kruipen van advocaat, ver-tegenwoordiger van de Europese Commissie of advocaat-generaal. Van den Berg werd geselecteerd voor het Radboudteam, samen met medestudenten Tom Poppe, Guus de Vries en Timo Hieselaar. Waar haar teamgenoten de finale in Luxemburg net misten, wist Van den Berg zich wél te kwalifi-ceren. De jury bestond uit echte rechters van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Aanvanke-lijk was Van den Berg erg zenuw-achtig, maar toen ze er eenmaal stond, verdween haar spanning. “Je staat er maar tien minuten. Dan moet je niet meer nadenken, maar gewoon doen”, aldus Van den Berg, die als eerste Radboud-student ooit tot winnaar werd gekroond.

ONDERZOEK

Steeds minder jungledieren door jachtJagers zorgen in meer dan de helft van de tropische bossen voor een

forse afname van het aantal zoog-dieren, soms wel met zeventig procent of meer. Tot die conclusie komen Nijmeegse milieukundigen onder leiding van Ana Benítez-López op basis van nieuw onder-zoek. Veel plattelandsbewoners in de tropen zijn voor hun eten nog afhankelijk van de jacht. Eerder illustreerde Benítez-López al dat dierpopulaties rond dorpen en wegen hierdoor onder druk staan. In een vervolgpublicatie laat ze zien welke plekken in de Aziati-

sche, Afrikaanse en Latijns-Ameri-kaanse tropen meer last hebben van de jacht, en welke minder. Zo zijn er gebieden in West-Afrika waar het aantal zoogdieren momenteel zeventig procent minder is dan veertig jaar gele-den. Vooral grote dieren, zoals luipaarden, apen en olifanten, hebben het zwaar te verduren omdat zij zich langzamer voort-planten.

OVERHEID

Advies Van Rijn nadelig voor Radboud UniversiteitTechnische universiteiten moeten snel meer geld van de overheid krijgen, ten koste van de algeme-

ne universiteiten. Dat is een van de conclusies van de adviescom-missie-Van Rijn, die medio mei haar rapport presenteerde. De Radboud Universiteit zou gekort worden met tien miljoen euro. Het college van bestuur schrijft in een korte reactie dat ‘op grond van eerste lezing’ het rapport veel vragen oproept. ‘Net als de VSNU maken we ons grote zor-

gen over de gevolgen van de aan-bevelingen voor de alfa-, gamma- en medische wetenschappen en onze opleidingen in het bijzonder. (…) Het risico is dat met de aanbe-velingen uit dit advies niet alleen nieuwe knelpunten gecreëerd worden, maar ook bestaande knelpunten verergeren.’ De advies-commissie wijst op het grote gat tussen de opleidingscapaciteit en arbeidsmarktvraag naar afgestu-deerden in de bètatechniek. Volgens de commissie lijdt de Nederlandse kenniseconomie grote schade als dit probleem niet wordt opgelost en zij adviseert om met ingang van volgend jaar geld te verschuiven naar univer-siteiten met veel bètatechniek-studenten.

in de media tamara van bergen, promovendus bij milieukunde

‘Mediaoptredens zijn net een spel’Met haar allereerste publicatie wist ecoloog Tamara van Bergen direct de aandacht op zich te vestigen. Via Vox haakten de Volkskrant en Trouw in april in op haar onderzoek naar broeikasgasuitstoot in stads-vijvers. Na het paasweekend volgden Editie NL, Radio 538, Radio 2 en EenVandaag. Ondertussen leek op sociale media de belangrijkste vraag: mogen we nog eendjes voeren?

“Hoewel we met ons onderzoeksteam een persbe-richt hadden geschreven, rekenden we niet op zoveel aandacht. Ik was aangewezen als woordvoerder en mocht dus vol aan de bak. Even wennen, maar wel heel leuk om te doen. Je betreedt een ander werk-veld; als wetenschapper benadruk je de nuances ter-wijl journalisten op zoek zijn naar een kernachtig ver-haal. Soms was dat lastig. Waar geschreven media onze bevindingen genuanceerd verwoordden, werd in video-opnamen geknipt waardoor je iedere uit-spraak extra goed moest formuleren. Dat ging steeds beter en over de meeste items ben ik tevreden.Het verbaasde me dat sommige media ons gedetail-leerde onderzoek terugbrachten tot de vraag of we

nog eendjes mogen voeren. Dat maakte op internet veel los. Discussies die al gauw over alles behalve het onderzoek gingen en rare opmerkingen als ‘ze kun-nen beter mensen uitzetten in plaats van eenden’. Met het lezen van die reacties ben ik snel gestopt. Maar we ontvingen ook veel positieve berichten, bijvoorbeeld van een gemeente die met haar stads-vijvers aan de slag wil. Dat je werk zoiets in gang kan zetten, geeft voldoening. Voor nu is de aandacht even mooi geweest, maar in volgende onderzoeken sta ik de pers weer graag te woord. Het dwingt je om afstand te nemen van je werk zodat je de belangrijkste punten van het onder-zoek duidelijk weet te verwoorden. Mediaoptredens zijn net een spel: soms ingewikkeld, met journalisten die azen op een snelle headline, maar ook leuk wan-neer het lukt om je bevindingen met een breder publiek te delen.”

juni 2019ko rt n i e u w s 5fo

to: bert beelen

foto

: getty im

ages

Page 6: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

‘Bij de Nachtwacht komt de hele wereld samen’

6 radboud magazine 60

Page 7: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

7juni 2019i n te rv i ew

Pieter Roelofs

Page 8: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

‘Kijk dáár.’ Pieter Roelofs wijst naar iets op de Nachtwacht. Het is doodstil in de eregalerij van het Rijksmuseum. De laatste bezoeker is twee uur

geleden de Amsterdamse binnenstad ingetrok-ken. Roelofs, hoofd schilder- en beeldhouwkunst van het Rijksmuseum, is – met pers en foto-graaf op de hielen – door de witgepleisterde gangen onder het museum door gelopen, de verlaten trappen op gesneld en tot stilstand gekomen voor Rembrandts beroemdste schil-derij. Een langslopende bewaker knikt naar Roelofs en verdwijnt weer in de leegte. “Kom iets dichterbij”, zegt Roelofs en hij stapt over het strak gespannen touwtje. Even daarvoor heeft hij verteld hoe geraffineerd Rembrandt van Rijn het oog van de kijker stuurt. Hier is dat naar de hand van kapitein Frans Banninck Cocq, waarvan de schaduw precies valt op de jas van zijn luitenant. Tussen duim en wijsvinger van die schaduw staat op het borduurwerk van de jas, inderdaad, het wapen van Amsterdam. Het fraaiste stukje van de Nachtwacht, vindt Roelofs, want het drukt precies uit waar het schilderij over gaat: de stadswacht van Amsterdam die de bevolking beschermt tegen binnendringers, Spanjaarden in die periode. Uniek omdat in de rest van de wereld de adel en niet het volk belast was met de veiligheid van stad en land. Rembrandt plaatst de schut-ters niet netjes naast elkaar, iedereen even goed herkenbaar en in felle kleuren. “Hij doet iets

volstrekt anders dan al zijn tijdgenoten. Rembrandt zet niet de mens, maar de actie centraal, hij maakt er een theaterstuk van. Hij schildert de stadswacht op het moment van uitmarcheren; met de wapens die de mannen vasthouden, zet hij lijnen die beweging suggereren. Hij creëert diepte en spanning met gedempte kleuren op de achtergrond en heldere kleuren op de voor-grond. Rembrandt zet eigenlijk alles in wat je als kunstenaar volgens de kunsttheorie kunt inzetten om een verhaal te vertellen.”De Nachtwacht heeft de mooiste plek in het museum. Architect Pierre Cuypers gaf het Rijksmuseum in 1885 vorm als een kathedraal voor de kunst, waarbij de Nachtwacht een plaats kreeg op het hoofd-altaar. Het schilderij heeft er sindsdien vrijwel altijd gehangen. Alleen in de oorlog en voorafgaand aan de grote verbouwing

De Nachtwacht loopt als een rode draad door het leven van Pieter Roelofs, hoofd schilder- en beeldhouwkunst van het Rijksmuseum. De restauratie van het meesterwerk vanaf deze zomer maakt hij van dichtbij mee. Zijn liefde voor de Waalstad, waar hij kunstgeschiedenis studeerde en nog altijd woont, sijpelt door tot in de eregalerij van het museum.tekst: martine zuidweg | fotografie: duncan de fey

8 radboud magazine 60

Page 9: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

in 2003 gleed het door de reuzenbrieven-bus, onopvallend aangebracht vlak onder de Nachtwacht, naar de passage buiten.

witte waasDeze zomer wordt het schilderij gerestau-reerd. Voor de 26ste keer in vier eeuwen tijd. Rond het hondje hangt een witte waas. In de kleding van Banninck Cocq zitten vage plekken. Hier en daar is sleets-heid zichtbaar. De keren dat het schilderij is aangevallen met mes of zoutzuur heb-ben sporen nagelaten en de overschilde-ring begint zichtbaar te worden. “Dingen die niet zorgwekkend zijn, maar die we wel willen begrijpen en aanpakken. We voelen de verantwoordelijkheid om het schilderij goed door te geven aan onze kinderen en kleinkinderen. Daarom hebben we gezegd: nu is het moment om er, met de expertise die we hebben, met de restauratoren, de natuurwetenschappers en conservatoren, goed de schouders onder te zetten.” Eerst is er een gedegen onderzoek naar de conditie van het schilderij, daarna stellen de deskun digen een behandelplan op. De Nachtwacht gaat van de muur en uit de lijst en dan op de ezel die er speciaal voor is gemaakt. Op een hefplateau komt state-of-the-art onderzoeksapparatuur te staan. Met die apparatuur is het mogelijk om dwars door alle verflagen heen te kijken: van het vernis en de toplaag tot aan het doek. “Je kijkt eigenlijk naar iets wat niet voor onze ogen bedoeld is. Al Rembrandts denkbewegingen op het doek kunnen we gaan bekijken.” En niet alleen die van de meesterschilder. Rembrandt was een firma. Hij werkte met leerlingen die allemaal bijdroegen aan het eindproduct. “Het kan zijn dat we – door zo gedetailleerd te kijken – een onderscheid in handen kunnen zien.” Het publiek kan via een glazen wand – en online – meekijken met de restauratoren. Er is geen dag dat de Nachtwacht niet zichtbaar zal zijn.

tofPieter Roelofs was tien jaar oud toen hij voor het eerst vertelde over Rembrandt. Locatie: zijn basisschool in Druten. Na die spreekbeurt heeft de zeventiende-eeuwse

Als student specialiseerde hij zich al in zeventiende-eeuwse Nederlandse schilderkunst. Hij heeft goede herinneringen aan die jaren. “We hadden een heel actieve studentenclub bij kunstgeschiedenis. We zijn een kunsthistorisch tijdschrift begonnen, Desipientia, en het leuke is dat het nog steeds bestaat.” Na een kor-te periode als onderzoeker werkte Roelofs drie jaar in Museum Het Valkhof, waar hij als conservator onder meer de tentoonstelling ‘Gebroeders van Limburg: Meesters aan het Franse Hof’ organiseerde. Het werd een kaskraker. Nu werkt hij al dertien jaar in het Rijksmuseum. De tweede verdieping is voor hem één grote snoepwinkel. Daar hangen de topstukken uit de gouden eeuw.Roelofs leidt zijn bezoek langs portretten van rijke burgers met plooikragen, schilderijen van gewonnen zeeslagen, Delfts blauw servies en poppenhuizen waar-in de rijken hun eigen interieur nabootsten. Het model van een Nederlands oorlogsschip uit de gouden eeuw, met 74 kanonnen aan boord, is favoriet bij het jonge publiek. “Het is gebouwd in 1698 en stond in de ver-gaderzaal van de Zeeuwse Admiraliteit in Middelburg. Het is het grootste bewaard gebleven scheepsmodel dat we in Nederland hebben. Er staat geen glas omheen, want we willen dat alles zo aanraakbaar mogelijk is. Kinderen vinden het geweldig.”

aspergesHij loopt naar een groepje kleine stillevens van Adriaen Coorte: van kruisbessen, asperges en schelpen, fel verlicht tegen een donkere achtergrond. “Als ik deze schilderijtjes zie, moet ik steeds denken aan de man die ze, zes uur voor zijn overlijden, aan het museum heeft nagelaten. Het was een vrij jonge man, in de veertig nog. Hij vond het belangrijk om de schilderijen in het publieke domein te houden. Nu hebben we alle

LevensloopGeboren: Druten 1972 Studie: kunstgeschiedenis & klassieke archeologie (1991-1997) Loop-baan: docent kunstgeschiedenis, Instituut Posterheide (1999-2001) en Emerson College Boston, Euro-pean Center, Kasteel Well (2000-2003), junior onderzoeker bij kunstgeschiedenis, Radboud Uni-versiteit (2001-2003), conservator Museum Het Valkhof (2003-2006), conservator Rijksmuseum (2006-2018), hoofd schilder- en beeldhouwkunst Rijksmuseum (2018-heden). Overig: Fellow Center for Curatorial Leadership, New York/Los Angeles (2015)

schilder Roelofs niet meer los-gelaten. Samen met zijn zusje bezocht hij musea, ook het Rijksmuseum. Vader en moeder gingen mee “omdat ze wel zagen dat wij een museum-bezoek echt heel tof vonden”.Roelofs ging kunstgeschiedenis studeren aan de Radboud Universiteit en stond op zijn negentiende opnieuw voor de Nachtwacht. Hij kan het zich nog precies herinneren, want daar ontspon zich een discus-sie tussen zijn hoogleraar Christian Tümpel en kunst-historicus Egbert Haverkamp Begemann over het schilderij. “Tussen die twee mannen ont-stond ter plekke echt iets bij-zonders.” Luisterend naar dat tweegesprek werd de student Roelofs opeens haarscherp duidelijk wat de Nachtwacht voor de Nederlandse schilder-kunst betekent. “Soms heb je van die momenten in je leven die je altijd bijblijven en dat was er een voor mij.”

9juni 2019i n te rv i ew

'Rembrandt doet iets volstrekt anders dan zijn tijdgenoten'

Page 10: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

categorieën uit het oeuvre waar deze schilder beroemd mee is geworden.” Eigenlijk is het een wonder dat Nederland nog zo’n grote collectie aan zeventiende-eeuwse schilderijen heeft, zegt Roelofs ter-wijl hij verder loopt. In die gouden eeuw zijn in Nederland tussen de zes en tien miljoen schilderijen gemaakt, maar een groot deel verdween een eeuw later al de grens over. “Catharina de Grote verscheepte hele ladingen naar Sint-Petersburg, grote industriëlen namen ze mee naar Amerika. Toen wij in 1885 voor het toen nieuwe Rijksmuseumgebouw begonnen met verza-melen, was de markt al volledig afgeroomd.”Ruilen. Dat is de manier waarop musea hun collectie – tijdelijk – uitbreiden, zodat

ze een tentoonstelling over een thema of kunstenaar kunnen organiseren. Ik leen iets aan jou, dan leen jij iets uit aan mij, dat principe. En het Rijksmuseum heeft een goede uitgangspositie, met zoveel top-materiaal in huis. “Die zetten we ook in voor de Collectie Nederland”, haast Roelofs zich te zeggen. “Nu gaat er bijvoorbeeld een stuk van ons naar Berlijn en in ruil daarvoor krijgt Museum Prinsenhof in Delft een schilderij voor de tentoonstelling die zij maken. Dat doen we vaak op die manier. We vinden het belangrijk dat cultuur veel te zien is en ook breed wordt gedragen in Nederland.”

champions leagueRoelofs en zijn collega’s speuren voort-durend naar nieuwe kunst: een nog on ontdekte Jan Steen of een Rembrandt die vrijkomt uit particulier bezit. De musea hebben veel contact met verzamelaars en rijke families als de Rothschilds, die wer-ken van de grote schilders in huis hebben. Komt er iets vrij dan is het duwen en trekken te midden van spelers als het

10 radboud magazine 60

' Ik voel me ambassadeur van Nijmegen'

Page 11: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Metropolitan Museum of Art in New York en de National Gallery of Art in Washington. Lachend: “Soms is het net de Champions League.” Getrainde ogen zijn onderdeel van het vak. Als een schilderij is overgeschilderd, heeft Roelofs dat door. “Je ziet het onder meer aan de gelaagdheid. Als de verf er later op is gezet, krijg je niet die doorschijnendheid van de ondergrond die nog een keer door de toplaag heen komt.” Maar hij sluit niet uit dat hij een blinde vlek heeft. Een colle-ga van het Louvre had twee jaar geleden bijna een schilderij van Frans Hals gekocht; het bleek een vervalsing te zijn. “Dan denk je: hoe is het mogelijk vandaag de dag, we hebben state-of-the-art onder-zoekstechnieken en dan loop je toch in de val. Kunstvervalsing is van alle tijden, dus ik durf niet te garanderen dat in de collec-tie van het Rijksmuseum, zevenduizend schilderijen, niet ergens een vervalsing zit. Maar wat we wel doen, is de hele collectie

stelselmatig doorlichten met de nieuwe technieken.” In het Louvre kwamen ze achter de ver valsing toen de eerste laag van het schilderij twintigste-eeuwse pigmentfragmenten liet zien.Roelofs is altijd in Nijmegen blijven wonen. En dat laat hij merken ook. “Een klein stukje lokaal chauvinisme mag wel, toch? Ik voel me echt een ambassadeur van Nijmegen.” De expositie anderhalf jaar geleden over de middeleeuwse schilder Johan Maelwael, afkomstig uit Nijmegen, kwam er op Roelofs’ initiatief. En ‘Rivier-land schap met ruiters’ van Albert Cuyp, met een zicht op de polder bij Nijmegen, hangt mede dankzij hem op een mooie plek in de eregalerij van het museum. Als hij zijn bezoek met grote ogen naar het landschap ziet kijken, glimlacht hij. “De schilder heeft de stuw-wal opgepompt om het tafereel wat romantischer en dramatischer te maken. En zie je dat goudgele op de achtergrond? Hij zet er Italiaans licht op. Dat is wat zeventiende-eeuwse schilders graag doen: ze mani-puleren de kijker.” Nijmegen was een toplocatie in de zeventiende eeuw, weet Roelofs. “De halve Rembrandtschool zat er, misschien Rembrandt zelf ook wel. Het was een opmerkelijk, atypisch stukje Nederlands landschap. Ook het Valkhof maakte indruk, als een van de grootste kastelen die je in de Lage Landen kon tegenkomen.”

playmobilWeten we trouwens dat Nijmegen ook een soort Rijksmuseum heeft? Het oude Canisius College aan de Berg en Dalseweg lijkt qua vormgeving sterk op het ‘Rijks’. Het werd gebouwd door Nicolaas Molenaar, een leerling van Cuypers, en herbergt een kleinere versie van de magistrale bibliotheek van het Rijksmuseum. Roelofs wil het maar even gezegd hebben. Terug bij de Nachtwacht. Ziet hij het beroemde schut-tersstuk nou elke dag? “Ik probeer er altijd wel even langs te lopen. Ik vind het interessant om te kijken en te luisteren waar mensen het over hebben als ze hier staan. De hele wereld komt samen op deze plek. Er is een soort hub aan energie.” “Papa”, vroeg zijn toen vijfjarige zoontje terwijl ze samen naar de Nachtwacht stonden te kijken, “is er nou ook Playmobil van die mensen?” Roelofs heeft het toen, alweer een jaar of zes geleden, geopperd bij zijn collega’s, in de veronderstelling dat er wel wat mitsen en maren zouden volgen. “Maar iedereen was enthou-siast.” Als hij nu bij een werkbezoek aan bijvoorbeeld het Metropolitan Museum de Playmobil-versie van kapitein Frans Banninck Cocq en zijn luitenant in de museumwinkel ziet staan, moet hij weer denken aan hoe klein de dingen kunnen beginnen.

Rembrandtjaar

Rembrandt is hot, tonen de kijkcijfers van Project Rembrandt, een schilder-wedstrijd tussen amateurs die de afgelopen maanden op televisie te zien was. De afleveringen ter gele-genheid van het Rembrandtjaar (de schilder stierf 350 jaar geleden) trokken telkens ruim anderhalf miljoen kijkers. Roelofs was een van de twee vaste juryleden. In het kielzog van het programma opent het Rijksmuseum binnenkort ook de tentoonstelling ‘Lang Leve Rembrandt’, waar zeshonderd kunst-werken van amateurs - geïnspireerd door Rembrandt - een plek krijgen. Roelofs heeft afbeeldingen van de bijna 9000 inzendingen persoonlijk bekeken. “Supersympathiek toch, zoveel enthousiasme! Er zijn mensen bij die de hele Nachtwacht hebben geborduurd. Als je als kind in het Rijks hebt gehangen, blijft dat je je hele leven bij. Ja toch?” Projecten als deze passen bij zijn missie: duidelijk maken dat kunst van en voor ieder-een is. “We zijn continu bezig om te bedenken hoe we het museum nog relevanter, nog meer open kunnen maken.”

11juni 2019i n te rv i ew

Page 12: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Cobi van Baars (51) werd schrijver, Marc Beerens (48) begon een uitgeverij. Ze kennen elkaar van de opleiding Nederlands en delen een liefde voor poëzie. “Jij was heel bevlogen, daarin vonden we elkaar.”

Vrienden voor het

leven

tekst: annemarie haverkamp | foto: bert beelen

Diep van binnen wilde Cobi toen al schrijver worden, maar dat durfde ze nog niet hardop te zeggen. Na haar afstuderen kreeg ze drie kinderen en begon ze te schilderen. Die omweg had ze nodig, zegt ze nu, om uit te komen bij het beroep van romanschrijver. Marc had geen schrijfaspiraties. Hij had als redacteur van het literaire tijdschrift Parmentier wel veel contac-ten met schrijvers. Niet zo raar dus dat hij nog tijdens de opleiding zijn eigen uitgeverij Vantilt oprichtte. Hij ontwikkelde een sterke voorkeur voor non-fictieboeken, liefst met een historische insteek. Romans heeft hij nooit op de markt gebracht.“Ik kon mijn eerste boek dus niet bij Marc onderbrengen”, zegt Cobi. Haar studievriend gaf haar wel advies toen ze op zoek ging naar een geschikte uitgeverij. Begin bij de club waar je het liefst zou willen zitten, was zijn tip. Zij luisterde en werd warm onthaald door de landelijke uitgeverij Atlas Contact. Dat maakte hem dan weer trots. In maart van dit jaar publiceerde ze haar tweede boek: Over het krakende ei.Nee, bekent Marc, hij heeft de roman nog niet gelezen. “Ik lees weinig fictie meer.” Nu is zij het die haar wenkbrauwen optrekt.Ze zijn elkaar in de loop der jaren nooit uit het oog verloren. Soms is het contact intensief, soms minder. “Ik heb nog niet één keer gedacht: ik moet Marc nodig eens bellen”, zegt Cobi. Marc: “We spreken weleens gericht af, maar meestal komen we elkaar vanzelf tegen omdat we dezelfde dingen opzoeken. Er zit een grote mate van vanzelfsprekendheid in onze vriendschap.”

“Jij was de eerste aan wie ik mijn manuscript durfde te laten lezen”, zegt Cobi van Baars.Marc Beerens trekt zijn wenkbrauwen op. “Is dat zo?”Cobi: “Jazeker, ik kwam laatst de mail met jouw commentaar nog tegen.”Marc: “En, zei ik zinnige dingen?”Cobi: “Heel zinnige dingen.”Marc: “Dingen die ik nu nog zou zeggen?”Cobi: “Zeg ze eens dan.”Marc: “Dat een schrijver zijn boek niet moet gaan uitleggen. Dat het werk dat zelf moet doen.”Cobi: “Show, don’t tell. Ja, dat heb je gezegd.”Marc en Cobi kennen elkaar van de studie Nederlands. Het was begin jaren negentig, ze hadden allebei een passie voor poëzie. “Wij hadden gewoon tien weken lang werk-colleges waarin een bundel van Lucebert werd geanalyseerd”, herinnert Marc zich. “Door Kees Fens. Dat was een evenement! Hoe meer je Luceberts gedichten leest, hoe verder ze wegschieten. Je krijgt er geen grip op. Zo is bij mij de fascinatie voor Lucebert ontstaan.”Cobi begon wat later aan de opleiding, zij heeft de legendarische colleges niet mee-gemaakt. “Ik weet nog dat jij heel bevlogen was”, zegt ze. “Daarin vonden we elkaar.” Marc was een verzamelaar. Cobi ziet zijn collectie eerste drukken nog zo in zijn boekenkast staan, keurig op een rij. Marc woonde aan de Nieuwe Markt, tussen de KwikFit en de dames van lichte zeden. “Als je naar binnen stapte, rook het altijd naar spruitjes. Dat was jouw onderbuurman.”

12 radboud magazine 60

Page 13: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Uw Radboud-vriendschap ook in deze rubriek? Mail naar de redactie: [email protected]

COBI VAN BAARS STUDEERDE NEDERLANDS TUSSEN 1991 EN 1995. PUBLICEERDE DE ROMANS SCHIPPER & ZN. EN OVER HET KRAKENDE EI. WERKT OOK ALS KUNSTSCHILDER.

MARC BEERENS STUDEERDE NEDERLANDS TUSSEN 1989 EN 1996. IS EIGENAAR VAN DE IN NIJMEGEN GEVESTIGDE NON- FICTIE-UITGEVERIJ VANTILT.

v r i e n d e n

‘Er zit een grote mate van vanzelfsprekendheid in onze vriendschap’

13juni 2019

Page 14: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Zo dicht mogelijk op de gele hesjes

14 radboud magazine 60

Page 15: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

re p o rtage

Wilco Versteeg (33) is niet bang voor traangas. De literatuur docent begeeft zich elke zaterdag tussen de gele hesjes in Parijs om foto’s te maken van de protesten. tekst: mathijs noij | fotografie: wilco versteeg

‘Ben hard gevallen (…). Denk dat ik iets gebroken heb’. Een WhatsAppbericht van Wilco Versteeg. Even later ver-schijnt hij in de mensenstroom op een smalle parallelweg langs de

Boulevard Jules Ferry, met een gepijnigde grimas op het gezicht. Zijn rechterarm ondersteunt hij met de linker. Op de gewonde elleboog zit een rare knobbel.Versteeg schiet zijn foto’s tijdens de demonstraties van de gele hesjes in Parijs met een 35 millimeterlens. Sommige fotografen lopen rond met een telelens – die kunnen op veilige afstand blijven. Versteeg niet. Als hij wil vastleggen wat er in de frontlinie van de demon-stratie gebeurt, dan is dat waar hij moet zijn. Met alle risico’s van dien.

bont volksprotestEen paar uur eerder verzamelen de gele hesjes zich op het plein voor het kolossale ministerie van Financiën, vlakbij Gare de Lyon. De sfeer is uitgelaten: de eerste liederen weerklinken en de demonstranten, deels af -komstig uit andere steden dan Parijs, zoeken elkaar op. Het is vandaag 20 april en op de agenda staat de 23e demonstratiemars van de gele hesjes. Al 23 weken lang, élke zaterdag, komen ze samen. Wat begon als een aanklacht tegen de brandstofprijzen, is uitgegroeid tot een bont volksprotest van antikapitalisten, hele en halve neonazi’s, boeren, radicale feministen en andere boze burgers, tegen het economisch beleid van president Emmanuel Macron. Op sommige zaterdagen verloopt het protest zonder grote incidenten. Op andere dagen worden winkels geplunderd, auto’s in brand gestoken en politieagenten afgerost.

Voor Versteeg is dit zijn zoveelste demonstratie. Doordeweeks geeft hij colleges aan de Radboud Universiteit, maar als die erop zitten reist hij naar zijn woonplaats Parijs, waar hij met zijn Spaanse vriendin samenwoont. “Als ik kan, ben ik erbij. Ik heb mis-schien zes demonstraties gemist.”

confrontatieNog voor de gele hesjes aan hun protestmars door de stad beginnen, staan de eersten al tegenover de politie. De gendarmerie verspert de toegangsweg naar het ministerie. Bierflesjes en vuurwerkbommetjes vliegen door de lucht en belanden op of tussen de politiebus-jes. De bewapende en in het harnas gehesen dienders kijken stoïcijns voor zich uit en laten de eerste prikken van de demonstranten onbeantwoord.Niet veel later is het wel raak en gaat de eerste traan-gasgranaat de lucht in als een groepje gele hesjes de aanval inzet op een aantal agenten, dat de benen neemt om aan de actievoerders te ontkomen. Aanvallen over en weer zijn de rest van de dag sche-ring en inslag. Op de Quai de Jemmapes, voor een McDonald’s-restaurant, zoekt een groep ‘gele hesjes’ de confrontatie met een linie politieagenten, die zwaar in de minderheid zijn. Op een zeker moment, waar-schijnlijk door een charge van de agenten, begint de meute te rennen. Wilco Versteeg moet mee, maar valt hard op zijn arm. Een actievoerder helpt hem overeind.Als de gele hesjes daarna door een politieafzetting breken en oprukken naar de Place de la République, gaat de fotograaf mee, ondanks de pijn. “Het gaat wel”, zegt hij terwijl hij af en toe nog een foto probeert te schieten met zijn verkeerde linkerhand.‘République’, zo was vooraf aangekondigd, is vandaag het eindpunt van de mars. Met het bereiken van het plein is de demonstratie echter nog niet afgelopen. Om te voorkomen dat de gele hesjes zich verspreiden over de stad, zet de politie de toegangswegen naar het plein af. Een waterkanon houdt de menigte op afstand, terwijl wolken traangas het plein vullen. Regelmatig klinkt het angstaanjagende, ploppende geluid van afgevuurde rubberkogels. Als een actievoerder gewond wordt weggedragen, juichen omstanders hem toe.Versteeg schiet een medische hulpverlener aan, die ons voorbij een van de politiebarrières brengt.

15juni 2019

Page 16: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

scherp en supergeconcentreerd.” De pro-testen van de gele hesjes beginnen vaak ’s ochtends en duren de hele dag. “Ik leef zo’n dag volledig in het nu en voel me onderdeel van wat er gebeurt. Dat is een interessante ervaring.”Afgelopen zaterdag was behoorlijk heftig, oordeelt Versteeg, al was de opkomst met een kleine tienduizend actievoerders niet heel groot. “Chaotisch was het. Ik kwam steeds te laat en heb veel gemist. Geen enkel moment zat ik er lekker in. Misschien dat ik daarom viel, ik was niet scherp.” Het was de eerste keer dat Versteeg letsel opliep tijdens een demonstratie. “Ik ben wel eens geraakt door een rubberkogel. Dat geeft een fikse blauwe plek, maar is verder niet zo ernstig.”De eerste keer dat Versteeg de gele hesjes bezocht, was hij stomverbaasd door het gemêleerde gezelschap waarin hij terecht-kwam en het gewelddadige en ongecon-troleerde karakter van de demonstraties. “Extreemlinks en extreemrechts lopen

Daar schudden we elkaar de hand – in Versteegs geval zijn niet-gewonde linker. Hij gaat op weg naar een ziekenhuis, ik zoek rustigere sferen op in de zonnige Franse hoofdstad.Drie uur later stuurt hij weer een appje. “Twee enkelvoudige breuken. Operatie nodig.”

concentratieMet zijn arm in een mitella en de vermoeidheid op zijn gezicht, neemt Versteeg drie dagen na de demon-stratie plaats in De Refter, op de Nijmeegse campus. Hij heeft net een literatuurcollege gegeven aan studen-

ten amerikanistiek. De dagen vóór de zaterdag zijn altijd leuker dan die erna, wanneer de adrenalinerush plaatsmaakt voor een lege vermoeidheid. “Meestal heb ik een dag of twee nodig om tot rust te komen. Ben ik chagrijnig.” Wijzend op zijn arm: “Nu loop ik ook hier nog mee.”Vóór een demonstratie kruipt de gezonde spanning in Versteegs lijf. Die bouwt zich op tot het protest, alwaar de adrenaline het overneemt. “Adrenaline maakt me

‘Het anti semitisme, racisme en geloof in

complot theorieën onder de demon­

stranten blijft me verbazen’

16 radboud magazine 60

Page 17: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Wilco Versteeg

re p o rtage

foto: jérôme chobeaux

kriskras door elkaar. Toen dacht ik wel: wat gebeurt me nou?” Na een stuk of zeventien zaterdagen in het kielzog van de hesjes heeft Versteeg het gevoel de beweging beter te begrijpen. “Daar is ook behoorlijk wat onderzoek naar gedaan. De gele hesjes zijn onder meer ontstaan uit bestaande actiegroepen, die onder meer protesteerden tegen de vorige president François Hollande.” Volgens Versteeg zijn veel van de gele hes-jes in Frankrijk rechts tot extreemrechts. “Het antisemitisme, racisme en geloof in complottheorieën onder de demonstranten blijft me verbazen.”

geweldloze jeugdGroot vraagteken – ook voor Versteeg zelf – is zijn drijfveer om telkens weer het gevaar op te zoeken. “Ik denk daar veel over na. Niemand zegt mij dat ik naar de demon-straties moet gaan. Dat komt uit mezelf. Voor mijn beweegredenen zijn allerlei aanwijzingen, maar uiteindelijk doe ik nu eenmaal wat ik doe. Ik weet ook niet waarom.”Zijn jeugd is zo’n aanwijzing. Vader Versteeg was zendamateur en als zijn radio weer een noodmelding opving, sprong het gezin in de auto om te gaan kijken bij een brand of ongeval. Thuis kon de jonge Wilco onafge-broken naar CNN kijken, waar beelden voorbijkwamen van oorlogen in het verre Irak en op de Balkan. En geen krant was voor hem veilig, omdat hij mappen vulde met knipsels van ingestorte huizen en autobranden.“Ik had een gelukkige jeugd. Mijn ouders zijn nog bij elkaar en we gingen elk jaar op vakantie. Misschien komt mijn fascinatie voor geweld wel daar vandaan – dat er meer is in het leven dan het rustige bestaan in Deventer. Dat het echte leven zich elders afspeelt.”En daar komt nu – al vindt hij het verve-lend om te zeggen – een verslavingsaspect bij. De gele hesjes weten immers niet van ophouden. Elke zaterdag dient zich weer een nieuwe mogelijkheid aan voor een adrenalinekick. En elke zaterdag sluimert er een irrationele, ongecontroleerde hoop in Versteegs gedachten dat de hesjes er

Dat Versteeg nu gedwongen een paar weken rust moet nemen, komt hem wel goed uit. “Ik word moe van de demonstraties. Het wordt te veel, ook met het vele rei-zen tussen Parijs en Nijmegen. Ook fotografisch haal ik er minder uit – het is toch vaak hetzelfde riedeltje.”

kruispuntSowieso staat Versteeg op een kruispunt in zijn leven. “Mijn overtuiging groeit dat het leven zoals ik dat de afgelopen jaren heb geleid zijn langste tijd heeft gehad. Als fotograaf wil ik me op andere vlakken ontwikkelen en ook als jonge wetenschapper is dit het moment om me te profileren. Ik heb wel een geldingsdrang. Misschien omdat ik ooit begonnen ben op het vmbo. Bij elk stapje hoger dacht ik weer: dit zal wel te hoog gegrepen zijn. En nu heb ik mijn proefschrift af, dus moet ik weer op zoek naar iets nieuws.”Parijs is zijn stad geworden. Versteeg kwam er als Erasmusstudent terecht en kreeg de kans er zijn proef-schrift over de geschiedenis van de oorlogsfotografie te schrijven. In de winter van 2015, toen het allemaal

niet zo wilde lukken met zijn promotieonderzoek vanwege

een writer’s block, vielen terroristen het kantoor van cartoonistenblad Charlie Hebdo binnen. De gijzeling

Wilco VersteegWilco Versteeg (Deventer, 1986) is docent bij de oplei-ding Amerikanistiek aan de Radboud Universiteit. Hij studeerde American Studies en filosofie en religieweten-schap, en deed de onder-zoeksmaster letterkunde en literatuurwetenschap. In 2018 promoveerde Versteeg aan de Université Paris Dide-rot op een proefschrift over oorlogsjournalistiek en -foto-grafie. Naast zijn docent-schap schrijft en fotografeert hij onder andere voor HP/De Tijd en Katholiek Nieuwsblad. Versteeg was vorig jaar genomineerd voor de publieksprijs Zilveren Camera 2018.

weer een schepje bovenop zul-len doen. “Als er een keer geen tien auto’s uitbranden, denk ik: hm, saai. Of ik heb nie-mand op de foto die zijn hand is verloren, mwah.”

17juni 2019

Page 18: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Gele hesjesDe beweging van de gele hesjes ontstond vorig jaar in Frankrijk als aanklacht tegen de stijgende brandstofprijzen en de hoge kosten voor levens-onderhoud. De eerste demon-stratie was op 17 november 2018 in Parijs. Volgens schat-tingen gingen toen 300.000 mensen de straat op. Sinds-dien zijn elke zaterdag demon-straties in de Franse hoofd-stad, al nemen de aantallen betogers de laatste tijd rap af. Op zaterdag 1 juni togen nog 1.500 betogers naar de Parijse straten, terwijl er in Frankrijk als geheel op die dag 10.000 gele hesjes actief waren. Afge-lopen januari lanceerde presi-dent Macron als antwoord op de protesten Le grand débat national. In een periode van twee maanden werden duizen-den bijeenkomsten georgani-seerd waarin Franse burgers hun zorgen konden uiten. Vol-gens veel analyses hebben de bijeenkomsten Macron geen wind eieren gelegd: hij staat sindsdien weer hoger in de peilingen.

in een joodse supermarkt, niet ver van zijn kamer, volgde twee dagen daarna. Versteeg begon met zijn camera de verwarring en angst in de Franse hoofdstad vast te leggen – ook toen in datzelfde jaar een bloedbad werd aangericht in de Bataclan.Hij voelt zich thuis in Parijs, maar Nederland trekt heel erg. Versteegs vriendin – een Spaanse hersenwetenschapper – heeft een grote kinderwens, en ook hijzelf ziet het ouderschap wel voor zich, maar eerder in Nederland dan in metropool Parijs. “Ik ben opgegroeid in Deventer, in een rijtjeshuis met een tuin. Dat is hoe ik mij een gezinsleven voorstel.”

Tegelijkertijd speelt in het hoofd van Versteeg het idee van een radicaal ander leven: dat van oorlogsjourna-list. In Oost-Oekraïne bijvoorbeeld.

Voor zijn huidige onderzoek legt Versteeg socialemedia-uitingen onder de loep van een radicale pro-Russische militie in het gebied. Maar het idee dat hij de wetenschap de rug zou toekeren, staat Versteeg niet aan. “Ik vind het belangrijk dat de fotografie naast mijn werk als onderzoeker bestaat.

Tegelijkertijd hebben wetenschappers soms de neiging wereldvreemd te worden. Door mijn journalistieke werk blijf ik met beide benen op de grond.”

blauwe luchtBovendien speelt er nog een andere factor mee, die Versteeg naar Nederland trekt. Zijn vader, een oude zeeman met baard en tatoeage, leeft met de ziekte van Alzheimer. “Het is prettig om bij hem te zijn, en mijn moeder te ontzien. Dan ga ik met hem wandelen of fietsen, we kletsen wat. Dat zijn voor mij echte geluks-momenten – daar kan het fotograferen van een stel idioten in Parijs niet tegenop.” Soms pakt Versteeg de camera erbij en legt hij zijn vader vast in zijn eigen verwarrende wereld. “Dat vindt hij wel leuk. ‘Ben ík dat?’, vraagt hij dan als ik de foto laat zien. Laatst keek hij door het raam naar buiten en vroeg me: ‘Heb jij die mooie blauwe lucht gemaakt?’ Door met mijn vader op te trekken, leer ik op een heel tedere, ontroerende en ook poëtische manier door zijn ogen kijken.”Maar sommige van zijn eigen beelden ziet Versteeg liever niet. Als hij een foto heeft geschoten waarop de paniek in de ogen van zijn vader te zien is. Of als hij met de lego speelt. “Het is moeilijk om mijn vader, een sterke man, zo te zien. Tegelijkertijd denk ik: het is nu eenmaal zo, dus moet het maar gezien worden.”Net als bij de rellen in Parijs helpt de camera Versteeg om afstand te nemen. “De camera objectiveert de werkelijkheid. Ik ben erbij, maar er zit iets tussen mij en de werkelijkheid. Met mijn vader heb ik die afstand gelukkig steeds minder nodig.”

‘Door mijn journalistieke

werk blijf ik met beide benen

op de grond’

18 radboud magazine 60

Page 19: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

ToekomstNooit gedacht dat ik nog eens terug zou keren in de Refter en al helemaal niet in deze setting. Opeens ben ik heel erg in de toe-komst. Op een vrijdagmiddag eet ik samen met mijn vrouw en dochter (2) appelpannenkoeken in het volledig vernieuwde res-taurant naast het Erasmusge-bouw. Mijn vrouw kwam met het idee. Ze werkt op de universiteit en de vrijdag is mijn dag met onze dochter. De Refter betekende voor mij altijd lunchen met een broodje kroket en cola. Met een groep vrienden ging ik bij het raam zit-ten in de buurt van de draaideur, zodat we goed zicht hadden op de meisjes die voorbijliepen. We gaven ze cijfers. Dit kon toen

nog, of tenminste: wij vonden dat het kon. Op die plek luisterde ik ook vaak half naar discussies over Chuck Norris en zijn films, ondertussen twijfelend of ik naar het volgende hoorcollege zou gaan. Als geschiedenisstudent (2003-2008) leefde ik van moment naar moment. Ik dacht wel aan de toe-komst, maar dan vooral op abstract niveau. Ik dacht aan de mogelijkheden en hoe het zou zijn als ik later dit of dat ging doen. Heel soms stelde ik het me voor, mijn persoontje op een kan-toor of voor de klas. Maar dat waren simpele, clichématige beelden in mijn hoofd. Ik zat in mijn derde jaar toen een vriend diep in de nacht op straat verkondigde dat ik vader werd. We waren uit geweest in Mer-leyn en fietsten richting een friettent. We vonden het allebei

column WILLEM CLAASSEN IS DE NIEUWE COLUMNIST VAN RADBOUD MAGAZINE. HIJ STUDEERDE GESCHIEDENIS (2003-2008) EN IS SCHRIJVER EN SCHRIJFCOACH.

een heel goede grap. De gedach-te erachter was dat naar aan-staande vaders heel anders wordt gekeken en dat ik zo meer aandacht zou krijgen van meis-jes. Die aandacht kwam, maar bleek niet per se positief. Ik her-inner me nog de cynische reactie van een meisje dat achter ons fietste. “Nou, veel succes ermee.” Veertien jaar later voel ik me in de Refter meer vader dan op menig andere plek. Mijn dochter heeft haar pannenkoek nog niet voor een kwart op of ze glijdt al van haar stoel en rent zomaar een richting uit. Ik moet achter haar aan, langs de onderzoekers en studenten die in hun hoofden met heel andere dingen bezig zijn. Op een van de wc’s, die zich nog wel altijd beneden bevinden, verschoon ik haar luier. Terug in de Refter zeg ik mijn vrouw gedag en loop met mijn dochter de draaideur uit. Niemand zal vragen waar ik heen ga. Ik sta niet voor de klas en ik hoef niet naar kantoor. Ik ben baas over mezelf en over die kleine, meest-al dan. Mijn toekomst had er op veel manieren uit kunnen zien, maar ik vind deze wel prima.

19juni 2019co lum n

Page 20: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Bescherm de biodiversiteit via het levend archiefOnze natuur staat op veel plekken onder druk. Van de 1.500 inheemse plan-tensoorten wordt de helft ernstig bedreigd. Tientallen soorten kunnen zelfs binnen enkele jaren verdwijnen uit ons land. Nijmeegse onderzoekers zijn daarom – in een race tegen de klok - een levend archief aan het aan-leggen, met zaden van bloemen en planten. Dit archief wordt gevuld met inheemse plantensoorten en dient als bron voor herstel van onze bio-diversiteit. Het is de basis voor onderzoek over de werking en het herstel van ecosystemen. Met uw donatie kunnen onderzoekers onze inheemse bloemen behouden voor de toekomst.

Het Radboud Fonds is een gezamenlijk initiatief van de Radboud Universiteit en het Radboudumc. Het doel van het fonds is het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en patiëntenzorg en het verrijken van het Nijmeegse studentenleven.

Meer informatie op www.radboudfonds.nl Het Radboud Fonds is geregistreerd als ANBI (algemeen nut beogende instelling). Hierdoor gelden belastingvoordelen bij giften en schenkingen. U kunt uw bijdrage overmaken op IBAN NL84 ABNA 0248 6906 55 o.v.v. Radboud Fonds en de titel van het project van uw keuze.

‘Ik blijf fietsen’: onderzoek naar hersenactiviteit Fietsen verleer je nooit. Of toch wel? Meestal stap-pen we zonder nadenken op de fiets, maar als je ouder wordt, kan fietsen moeilijker en minder vanzelfsprekend worden. Sommige ouderen durven zelfs niet meer te fietsen. De koppeling tussen hersenen en beweging kent geen vaste vorm, maar verandert voortdurend in de loop van de jaren of bij het kopen van een nieuwe fiets. Dit onderzoek helpt om de vaardigheden te behouden die nodig zijn om te kunnen blijven fietsen. Zonder angst en tot op hoge leeftijd.

Drie bijzondere projecten uitgelichtDe Radboud Summer School, het levend archief en een onderzoek om mensen op de fiets te houden, zijn drie voorbeelden van projecten waarmee we een bijdrage leveren aan nieuwe perspectieven in de wetenschap, de samenleving en het studentenleven. Het zijn ook voorbeelden van initiatieven die niet zonder particuliere donaties kunnen.

Maak het mogelijk

20 radboud magazine 60

Page 21: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Beurzen voor deelname aan de Radboud Summer School Sinds de eerste editie, in 2014, is de Radboud Summer School flink gegroeid. Zowel qua deelnemers – van 270 naar een verwacht aantal van bijna 800 in 2019 - als qua reputatie. We willen graag nóg meer inter nationale studenten naar Nijmegen halen, ook die studenten voor wie het financieel niet altijd haalbaar is. Met uw donatie kunnen zij via een beurs toch deelnemen. Zo draagt u bij aan de internationalisering van het studieklimaat in Nijmegen en aan de internationale bekendheid van de Radboud Universiteit.

50 JAAR KDC: SCHATKAMER VAN ONS KATHOLIEK ERFGOEDDe Vrienden van het KDC (Katholiek Documentatie Centrum) hebben ter ere van het vijftigjarig jubileum van het centrum het KDC Fonds opgericht als onder-deel van het Radboud Fonds. Zo willen ‘de vrienden’ bijzondere projecten rond katholiek erfgoed steunen en tevens waarborgen dat er aandacht is voor de geschiedenis van de katholieke gemeenschap en cultuur in Nederland.Mede dankzij donaties van de Vrienden van het KDC is de gehavende lijst met namen van 164.000 katho-lieke ondertekenaars van het volkspetitionnement van 1878 gerestaureerd, gedigitaliseerd en in leesbaar Nederlands overgezet. Dit kwetsbare document is zo voor het nageslacht veiliggesteld en vormt nu een databestand voor verder onderzoek naar katholieke participatie.Dit jaar wil het KDC Fonds twee nieuwe projecten mogelijk maken: het redden van missie-archieven in Indonesië en het financieren van een boek naar de rol die katholieken de afgelopen twee eeuwen hebben gespeeld op het Binnenhof. Deze beide initiatieven om ons erfgoed te ontsluiten en toegankelijk te houden in de toekomst, kunnen uw bijdrage goed gebruiken. Bovenaan deze pagina meer informatie over hoe u deze twee projecten kunt steunen of een algemene donatie aan het KDC Fonds kunt doen.

Congres bij gelegenheid van het tweede lustrum van de KVP

te Utrecht. Vooraan staan Jo Cals, kardinaal Alfrink, Louis Beel,

Herman Witte en A.C. de Bruijn (1956). Fotograaf: Louis van

Paridon / collectie KDC.

21juni 2019

Steunt u ook uw universiteit? Namens alle studenten en onder-zoekers: bij voorbaat hartelijk dank voor uw bijdrage aan een van deze prachtige projecten van de Radboud Universiteit!

Page 22: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Wandelen voor de wetenschap:

22 radboud magazine 60

Page 23: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

“Je zou het niet zeg-gen, maar de eer-ste dag, díe is het zwaarst.” Louis van Mechelen kan

het weten. 82 is hij, en al twin-tig jaar trouw deelnemer aan de Nijmeegse Vierdaagse. Niet dat hij zijn hele leven al wan-delt. Pas op zijn zestigste trok hij voor het eerst loopschoenen aan. “Als ik vroeger wandelaars voorbij zag komen, dacht ik altijd: hebben die mensen niets beters te doen?”Maar ja, toen hij na een leven lang bakkerswerk met pensioen ging, miste hij zijn dagelijkse beweging enorm. Tot zijn eigen verbazing raakte hij verslingerd aan het lopen; de Nijmeegse Vierdaagse is een van de vele tochten die hij jaarlijks vol-brengt. “Van China en Korea tot Australië, ik heb overal wel stempels gehaald”, zegt hij vrolijk.Naast deelnemer aan de Nijmeegse wandelmars is Van Mechelen ook trouw proefper-soon in het Vierdaagse onder-

Over een paar weken begin-nen 45.000 wandelaars aan de Nijmeegse Vierdaagse. Honderd lopers worden extra in de gaten gehouden door een team fysiologen van het Radboudumc. Wat testen die wetenschappers zoal, en wat levert dat op? “Een wandelaar met hartklachten is er een stuk beter aan toe dan zijn stilzittende medepatiënt.”tekst: susanne geuze | illustratie: esther aarts

zoek van het Radboudumc. Sinds 2007 neemt de afdeling Fysiologie jaarlijks zo’n honderd deelnemers uitgebreid onder de loep, om telkens een andere onderzoeks-vraag te beantwoorden. Dat de eerste wandeldag fysiologisch gezien inderdaad het zwaarst is, zoals Van Mechelen ervaart, was de eerste – verrassende – conclusie. Dit jaar bekijkt het team, onder leiding van inspanningsfysiologen Maria Hopman en Thijs Eijsvogels, of de combinatie van lichaamsbeweging en nitraatrijke voeding bloeddrukverlagend werkt (zie kader).

rampzalige editie “Ons werk kent een trieste aanleiding”, vertelt Eijsvogels, die aan de wieg stond van de jaarlijkse studie. Nijmegenaren her-inneren zich vast nog de rampzalige editie van 2006, toen de Vierdaagse na dag één werd afgelast. “Het was toen gemiddeld 33 graden en windstil. Twee lopers stierven en tientallen anderen belandden in het ziekenhuis.”Dat nooit meer, besloot de organisatie. Daarom stelde ze een adviesraad in van experts die voortaan de wandelomstandig-heden per dag scherp in de gaten moesten houden. “Helaas bleek er wetenschappelijk nog nauwelijks iets bekend over de risico’s van wandelen”, zegt Eijsvogels. “Wát we

23juni 2019we te n s c h a p

Page 24: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Vierdaagse-onderzoek 2019: spinazie en bietensapKun je door bietensap drinken en wandelen je bloeddruk verlagen? Om die vraag draait het Vier-daagseonderzoek deze zomer. De onderzoekers bekijken of het eten van nitraatrijke voeding effect heeft op je bloeddruk en sportprestaties. Van nitraat is al bekend dat het de bloeddruk verlaagt. Ook blijkt uit eerder onderzoek dat mensen die veel nitraatrijke groenten als paksoi, rucola en spinazie eten, beter kunnen lopen. Maar er is nog weinig onderzoek gedaan naar het langetermijneffect van meer nitraat eten en sporten. Negentig Vierdaagselopers die een hoge bloeddruk hebben en geen medicatie slikken, doen mee aan het experiment. Dertig van hen drinken dagelijks een shot rodebietensap. Een andere groep krijgt elke week advies over het bereiden van nitraatrijke groente. Die groep doet ook mee aan twee kookworkshops. De overige deelnemers vormen de controlegroep die ‘gewoon’ meewandelt. Voor de kerst ver-wachten de onderzoekers hun eerste conclusies te trekken.

wisten, kwam uit de militaire wereld. Dat was onderzoek onder jonge, goedgetrainde mannen en vrouwen, een totaal andere populatie dan de Vierdaagselopers. Dus welke adviezen geef je dan?”Het Radboudumc besloot zelf een studie te starten. Voor Eijsvogels vormde het de hoofdmoot van zijn promotie-onderzoek. “Die eerste jaren keken we naar drie dingen: wat doet lopen met je temperatuur en je vochtbalans, en wat bete-kent het voor de belasting van je hart? Zo bleek dat de lichaamstemperatuur van een wandelaar tijdens de dag ongeveer één graad stijgt: van gemiddeld 37,2 naar 38,2 g raden.”

uitdrogingDie lichte temperatuurstijging is in principe niet problema-tisch, zegt Eijsvogels. Wél schrokken de onderzoekers van de hoeveelheid lopers die na het wandelen was uitgedroogd. “Op de eerste dag was dat wel twintig procent. Reken je dat door naar de 45.000 deelne-mers, dan komt het erop neer dat 9.000 mensen uitgedroogd over de finish komen. Stopt zo iemand met wandelen, dan

heeft hij meer kans om flauw te vallen. Bovendien raken uitgedroogde lopers sneller oververhit.”Wat de onderzoekers met name verraste, is dat het probleem van vochttekort vooral op de eerste dag speelt. “Je zou verwachten dat wandelaars later in de week vermoeider zijn. Maar we ontdekten dat het lichaam na een dag lopen allerlei aanpassingen door-voert, waardoor uitdroging veel minder een probleem wordt. Het plasmavolume in je bloed neemt bijvoor-beeld toe, waardoor wandelaars een grotere vochtbuf-fer hebben en minder snel uitgedroogd raken. Dat was voor ons een eyeopener: die eerste dag, dáár moeten we wat mee.”Daarom hamert de organisatie er tegenwoordig op dat wandelaars genoeg vocht binnenkrijgen. Er zijn meer waterposten en op warme dagen staan matrixborden langs de weg: vergeet u niet te drinken? Sterker nog, dat de dinsdagroute twee jaar geleden is veranderd, is een direct gevolg van hun onderzoek, zegt Eijsvogels niet zonder trots. “Nu loop je na de Waalbrug meteen over de dijk richting Oosterhout. Voorheen waren dat de laatste kilometers. Maar op die dijk staat vaak nauwelijks wind, er is weinig ruimte voor waterposten en het stuk is moeilijk bereikbaar voor hulpdiensten. Dus heeft de organisatie gezegd: laten we daar ’s morgens beginnen, dat is veiliger.”

meetweekIn de ‘meetweek’, zoals het onderzoeksteam de Vierdaagse noemt, draaien de wetenschappers piek-uren. Alle medewerkers van de afdeling Fysiologie doen mee – ook promovendi die zich de rest van het jaar met ander onderzoek bezighouden. De vrijdag vóór de start van de Vierdaagse verhuist het volledige onder-zoekslab met alle apparatuur naar de Wedren. In de gymzaal van het Karel de Grote College richten de fysiologen hun onderzoekscentrum in. Studenten staan op posten langs de route om onderweg de hartslag van deelnemers te meten.“Voor ons is deze studie ook een stuk teambuilding”, zegt Eijsvogels. “Ook toen ik na mijn promotie een paar jaar aan de slag ging in het buitenland, kwam ik tijdens de meetweek altijd naar Nijmegen. Het zijn intensieve, bijzondere dagen; voor de deelnemers én voor ons. Veel mensen, zoals Louis van Mechelen, werken al jaren trouw mee. Lief en leed worden

‘Twintig procent van de lopers was op de eerste dag uitge droogd’

24 radboud magazine 60

Page 25: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

gedeeld, we bouwen echt een band op.”Van dinsdag tot en met vrijdag opent het lab ’s nachts om kwart over drie. Van Mechelen komt wat later; hij stapt dagelijks om half zes in de trein vanaf Roosendaal en is rond zeven uur bij de Wedren. Eijsvogels: “Samen drinken we een kopje koffie, delen verhalen over de vorige dag. ’s Morgens wegen we deel-nemers en meten we hun hartslag. ’s Middags na de wandeltocht zijn we langer bezig. Dan nemen we bloed af en doen we allerlei testjes. Per deelnemer duurt dat twintig tot dertig minuten.”

opbrengstAl vóór de intocht proberen Eijsvogels en zijn collega’s wat eerste, voorzichtige con-clusies te delen in de media. “Daar is veel vraag naar. Natuurlijk houden we een slag om de arm, pas in het najaar werken we alles in detail uit. Elke deelnemer krijgt een brief thuis met de onderzoeksresul-

Vierdaagselopers opgelet: drie tips om gezond(er) de finish te halen

1. Voorkom uitdrogingUitdroging is gevaarlijk. Het probleem is dat je niet meteen merkt dat je uitdroogt, zegt onderzoeker Thijs Eijsvogels. “In eerste instantie kun je prima doorlopen. Pas als je na de finish stilstaat, merk je dat je duizelig wordt of zelfs flauwvalt.” Let dus onderweg goed op als je naar het toilet gaat: is je urine donkergeel of hoef je überhaupt nauwelijks te plassen, dan heb je te weinig gedronken.

2. Eet genoeg eiwitten (vooral als je ouder bent)Wie ouder wordt, verliest spiermassa. Dat kun je tegengaan door genoeg te bewegen, maar dan moet je wél vol-doende bouwstoffen binnenkrijgen. “In ons onderzoek zagen we dat wande-laars van 65 jaar en ouder die een extra eiwitdrankje namen, meer spieren kweekten én meer vet verloren dan wandelaars die een placebo kregen”, zegt Eijsvogels. Neem dus ’s morgens en ’s avonds extra yoghurt, melk of kwark. “Ook als je minder beweegt, hebben die extra eiwitten effect.”

3. Train onder alle omstandighedenHet is verleidelijk om bij warm weer je looptraining over te slaan en lekker op het terras te gaan zitten. Of juist binnen te blijven als het hard regent of waait. Ga tóch, adviseert Eijsvogels. “Het is belangrijk dat je lichaam went aan inspanning onder alle omstandigheden. En let bij warm weer extra op hoeveel je drinkt; zo weet je tijdens een zomerse wandelmars beter wat je nodig hebt om goed gehydrateerd te blijven.”

taten én zijn eigen data. We vertellen er ook bij of iemand hoger of lager scoort dan gemiddeld, en hoe dat dan komt.”De opbrengst van de Vierdaagseonderzoeken is niet gering: in dertien jaar tijd publiceerden Eijsvogels en zijn collega’s een kleine veertig weten-schappelijke artikelen. Naast de doorbraak over uitdroging was het groot nieuws dat ouderen verlies van spiermassa kunnen voorkomen door extra yoghurt of kwark te eten (zie kader). “Voor de academische wereld is ons onderzoek erg nuttig, maar de maatschappelijke waarde ervan vind ik minstens zo belangrijk. Daarom vertalen we onze conclusies zoveel mogelijk naar concrete tips en adviezen.”

lopersgeheimDertien jaar onderzoek lijkt lang, maar voor de ruim honderdjarige Vierdaagse is het relatief kort. Was er voorheen geen behoefte aan wetenschappelijk onder-bouwde voorlichting? “De wandelmars is veel meer een publieksevenement gewor-den”, verklaart Eijsvogels. “Van oudsher deden vooral goedgetrainde mensen mee, tegenwoordig is de lopersgroep een dwars-doorsnede van de Nederlandse bevolking. We zien grotere variatie, in gezondheid én getraindheid. Opvallend veel wandelaars – wel een derde – hebben iets onder de leden. Ze lijden aan astma, hart- en vaat-

‘Opvallend veel wandelaars hebben iets onder de leden’

25juni 2019we te n s c h a p

Page 26: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Combinatiestudie Vierdaagse en Zevenheuvelenloop

Naast de studie waarbij honderd deelnemers tot in detail worden doorgemeten, voert het Radboud-umc nog een ander onderzoek uit onder Vierdaagselopers. In het kader van de zogenaamde Nijme-gen Exercise Study (NES) vullen 13.000 wandelaars jaarlijks een online vragenlijst in over hun gezondheid en leefstijl. Ook 12.000 deelnemers van de Zevenheuvelen-loop beantwoorden de vragen. Daarnaast kunnen partners, fami-lieleden, vrienden en buren van lopers meedoen; zij vormen de niet-wandelende controlegroep. “Dankzij deze combinatiestudie kunnen we de verschillende effec-ten van matige en hoge inspanning vergelijken”, zegt onderzoeker Thijs Eijsvogels. Zo bleek bijvoorbeeld dat de lichaamstemperatuur bij hardlopers veel meer stijgt dan bij wandelaars. “De gemiddelde finish-temperatuur van een deelnemer aan de Zevenheuvelenloop was 39,4 graden. Maar liefst vijftien procent finishte zelfs met een tem-peratuur boven de 40 graden. Je zou verwachten dat je dan omvalt, maar omdat de inspanning relatief kort duurt, levert zo’n tempera-tuurstijging weinig problemen op.”

ziekten of hebben kanker gehad. Anderen doen mee vanwege een weddenschap en hebben nauwelijks getraind. Dan gaat er natuurlijk vaker wat mis.”Dat betekent trouwens niet dat minder fitte mensen beter thuis kunnen blijven, bena-drukt de onderzoeker. “Integendeel: een wandelaar met hartklachten is er een stuk beter aan toe dan zijn

stilzittende medepatiënt. Een stelling uit mijn proefschrift is dat de zorgkosten in ons land een stuk lager zouden liggen, als elke Nederlander een Vierdaagse liep. Daar raak ik met de jaren alleen maar meer van overtuigd.”

‘Ze eten vaak Hollandse kost: brood, aardappelen, vlees en groenten’

Twee jaar geleden deden Eijsvogels en zijn collega’s onderzoek onder de honderd oudste deelnemers van de Vierdaagse: hoe verteert hun lichaam de loopkilometers? De oudste deelnemer van die groep was 92, de jongste 82. Hun echte geheim heeft Eijsvogels nog niet weten te ontrafelen, geeft hij toe. “Maar we zien wel dat het vaak mensen zijn die een leven lang actief zijn geweest – en dan vooral in en rondom het huis. Het zijn dus niet zozeer sporters, eerder mensen die graag tuinieren of fiet-sen naar de supermarkt. En ze eten vaak Hollandse kost: brood, aardappelen, vlees en groenten.”

stapelbedjeHeeft Eijsvogels zélf zijn Vierdaagsekruisje eigenlijk al binnen? De onderzoeker lacht. “Die vraag krijg ik natuurlijk vaak. Sinds mijn afstuderen ben ik elke zomer bezig met dit onderzoek, dus het is er nog niet van gekomen. Wel ben ik eens een dag meegelopen met een 87-jarige deelnemer uit Groningen. Die sliep nog de hele week op een stapelbedje, in een hal met vijf-honderd anderen. Toen dacht ik wel: wauw, als je op die leeftijd nog zó fit bent.”Over fitheid gesproken: ook de 82-jarige Louis van Mechelen is weer klaar voor de start. Hij wandelt nog altijd zo’n driedui-zend kilometer per jaar. “In mijn toptijd was dat zelfs vijfduizend”, grijnst hij. Voorlopig is hij niet van plan te stoppen. “Stilzitten? Nee, daar begin ik niet aan. Ik moet altijd even op gang komen, maar ben ik eenmaal aan de wandel, dan loop ik zo lang door als ik wil.”

26 radboud magazine 60

Page 27: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Cardioloog Angela Maas schreef het boek Hart voor vrouwen. Vrouwen worden bij medische klachten nog altijd langs een mannelijke meet-lat gelegd, wat tot onduidelijke diag noses en verkeerde behandeling kan leiden.

Waarom moest dit boek er komen? “Het idee zat al langer in mijn hoofd. Wat ik weet over hart- en vaatziekten bij vrouwen wilde ik eens opschrijven voor iederéén. In eerste instantie voor leken, maar stiekem hoop ik dat huisartsen en cardiologen het ook lezen.”

In het voorwoord schrijft u dat vrouwen lange tijd als ‘zeur’ werden weggezet als ze vage klachten hadden. Het zou wel tussen de oren zitten. “Hartproblemen openbaren zich bij vrouwen anders dan bij mannen. De afgelopen dertig jaar hebben we gelukkig heel veel kennis verzameld. Vrouw-gerelateerde klachten hebben officiële medische namen gekregen en patiënten zijn steeds beter geïnformeerd. Het thema zit in de versnelling. Toch krijg ik nog altijd vrouwen in mijn spreekkamer die al jaren rondlopen met onbegrepen klachten. Als ik dan zeg ‘dit past bij deze en deze aan-doening’, schrikken ze bijna. Was het zó makkelijk?”

Waar heeft u dit boek geschreven? “Grotendeels thuis in Apeldoorn. Eind oktober ben ik een week naar een acade-misch schrijfcentrum geweest in Griekenland: Artisa. Ik had een studio met balkon en uitzicht op zee. Er waren zes andere vrouwen, allemaal met iets anders bezig. ’s Ochtends was er gymnastiek of yoga; ik ging dan meestal even op de mountainbike naar een dorpje. Vóór negen uur waren we aan het werk, ’s avonds om iets na zevenen stopten we. Er werd voor ons gekookt, om half acht zaten we aan tafel. Glaasje wijn erbij en dan naar bed.”

Klinkt hemels. “Was het ook. Als je zin had in een manda-rijn, kon je die zo uit de boom plukken. Het voordeel van zo’n schrijfcentrum is: je bent helemaal gefocust. Dan kom je in een flow. Dat lukt niet als je thuis na het werk steeds een uurtje gaat schrijven.”

Heeft het boek tot nieuwe inzichten geleid? “Ik heb ideeën gekregen voor nieuwe onderzoeken. Bijvoorbeeld: we weten dat vrouwen die zwangerschapsvergiftiging hebben gehad, eerder en vaker hart- en vaatziekten krijgen. Samen met een student ben ik nu mijn polibestand aan het bekij-ken. Welk spectrum aan hartklachten zien we dan bij deze risicovrouwen? Daar kunnen we weer een nieuw artikel over schrijven, het materiaal ligt er gewoon.”

‘Mannen krijgen vaker een harttransplantatie

dan vrouwen, maar vrouwen doneren vaker een hart.’ (Gevormd of

vervormd?, p. 152)

Boek,zweet entranen

tekst: annemarie haverkamp | foto: duncan de fey

Angela Maas, Hart voor vrouwen. De cardioloog over het vrouwenhart. De Arbeiderspers, 2019. Per ver-kocht boek gaat 2 euro naar wetenschappelijk onderzoek.

27juni 2019b o e ke n

Page 28: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

tekst: ken lambeets | fotografie: erik van 't hullenaar

beeldreportage De Nijmeegse sterrenkundige Heino Falcke beleefde dit voorjaar zijn wereldprimeur. Al twintig jaar droomde hij ervan een foto van een zwart gat te maken, op woensdag 10 april kon hij het beeld eindelijk in Brussel presenteren. Fotograaf Erik van ’t Hullenaar volgde hem van het Duitse Frechen, waar hij woont, tot de persconferentie die vanuit de Europese Commissie live werd uitgezonden. Fotoverslag van een historisch moment.

De weg naar het zwarte gat

Page 29: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

i n b e e l d

dinsdag 9 april, 8.15 uur frechen, nabij

keulen. “viel glück morgen”, roept de

schoonmoeder van falcke, voor hij in

de auto stapt die hem naar het station

van keulen brengt.

11.30 uur falckes hotel ligt vlak naast

het berlaymontgebouw, het hoofd-

kantoor van de europese commissie,

waar morgen de pers conferentie

plaatsvindt. voor het inchecken neemt

hij nog snel enkele foto’s van het

gebouw, voor op twitter.

09.30 uur op gleis 5 van köln

hauptbahnhof ontmoet falcke

zijn collega’s eduardo, anton en

luciano, die ook zullen spreken

op de persconferentie. het eerste

deel van de rit naar brussel

gebruikt falcke om zijn praatje

voor te bereiden, tussen brussel

en luik spreken de vier heren, die

in verschillende wagons zitten,

met elkaar af in de ruimte tussen

twee wagons voor een korte

vergadering. “daar is het lekker

rustig”, zegt falcke.

29juni 2019

Page 30: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

22.35 uur ijsberend over de stoffen

vloer van zijn hotelkamer oefent

falcke nog een paar keer zijn praatje.

morgenochtend wil hij zich even

afzonderen. “ik bereid mij zo goed

mogelijk voor, maar wat er gebeurt,

ligt in gods handen. ik vind het

belangrijk om dat vertrouwen aan

hem te geven. als het misgaat, zal

ik dat accepteren. tot aan de pers-

conferentie is het aan mij. nog even

op de tanden bijten.”

13.15 uur onderweg naar het

rogierplein, waar het hoofdkan-

toor van de european research

council staat, grappen de ster-

renkundigen over de brexit-top

die morgen aan de overkant van

de straat plaatsvindt. “misschien

moeten we merkel uitnodigen op

de persconferentie. of rutte, die

neemt graag zijn momentjes. dan

krijgen we nog meer aandacht

voor ons evenement”, zegt falcke.

14.00 uur in het hoofdkantoor van de

european research council, de financier

van het megaproject, is een generale repe-

titie voor de persconferentie van de dag

erna. in een vergaderzaal op de beneden-

verdieping van een hoog appartementsblok

zitten zo’n 25 personen bij elkaar. niet enkel

wetenschappers, maar ook eu-medewerkers

die met hun mobieltjes spelen.

30 radboud magazine 60

Page 31: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Zo maak je een foto van een zwart gatEen foto van een zwart gat maken is in meerdere opzichten een uitdaging. Allereerst staan zwarte gaten ver weg. M87, de black hole waarvan de Event Horizon Telescope (EHT) een foto maakte, staat 55 miljoen lichtjaar ver weg. Om haar te foto-graferen was een megatelescoop nodig met een lens die zo groot is als de aarde zelf. Onmogelijk? Nee, de EHT-onderzoekers bedachten een truc: ze koppelden telescopen in de VS, Chili, Spanje, Mexico en op de Zuidpool aan elkaar en maakten zo een virtuele supertelescoop. Het tweede pro-bleem: een zwart gat is, ehh… zwart. Geen enkel deeltje kan eruit ontsnappen, zelfs licht niet. Het enige dat we kunnen zien, zijn de signalen die nog net wel weg kunnen komen. Deze bevinden zich buiten de waarnemingshorizon – in het Engels: Event Horizon – vandaar de telescoopnaam. Die ontsnapte geluksvogels zijn wél zichtbaar, als radiostraling. De EHT-telescopen vangen die signalen op, waarna onderzoekers ze omzetten in een ‘normale’ foto.

woensdag 10 april, 15.00 uur het

moment suprême. de persconferen-

tie in de europese commissie wordt

in de hele wereld gestreamd. na

een korte toespraak van europees

commissaris voor wetenschap

carlos moedas neemt heino falcke

het woord.

“this is the nucleus of the galaxy

m87 and this is the first ever image

of a black hole.” die laatste zin

herhaalt hij in het duits,

nederlands en frans. achter hem

verschijnt de zwarte vlek, omhuld

met een felgele radiostraling:

de eerste foto ooit van een

zwart gat.

Page 32: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Het is 2004 als Bart Groothuis in de aanloop naar de Europese verkiezingen een debat organiseert. Hij is dan 23 en voorzitter van de

JOVD, de Jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie. “Stuur je beste mensen”, vraagt hij aan studieverenigingen en politieke jongerenorganisaties. Een paar weken later druppelen de studenten bin-nen. Eén vrouwelijke student gaat aan het hoofd zitten en neemt meteen de leiding. Groothuis is overdonderd. “Ik was op slag verliefd.”Nu, vijftien jaar later, zorgen de Europese verkiezingen er juist voor dat Groothuis diezelfde vrouw misschien moet missen. De alumnus geschiedenis stond op plek vier voor de VVD: een verkiesbare plek. Door voorkeursstemmen van de nummer vijf greep hij net naast een plekje in het Europees Parlement, maar “als in oktober de Bexit doorgaat, mag ik alsnog naar Brussel om de extra zetel voor de VVD in te nemen”.

Groothuis is niet de enige alumnus die naar Brussel wil: bij de laatste Europese verkiezingen bemachtigden alumni Bas Eickhout (GroenLinks, nummer 1) en Tineke Strik (GroenLinks, nummer 3) een plaats

in het Europees Parlement. Daarnaast stonden

alumni Laurens Dassen

(Volt, nummer 3), Dirk-Jan Koch (GroenLinks, nummer 4), Daan Versteeg (CDA, nummer 7), Stéphanie Palsma Van Voorthuizen (Partij voor de Dieren, nummer 8) en Gideon van Meijeren (Forum voor Democratie, nummer 8) op de verschillende lijsten.

spaargeldDe Europese verkiezingen zijn in ons land niet populair. In 2014 ging slechts 37,3 procent naar de stembus, dit jaar was dat iets meer: 41,8 procent. Uit onderzoek van Ipsos blijkt dat veel niet-stemmers (43 pro-cent) aangeven geen interesse te hebben in de Europese politiek, of geen vertrouwen te hebben in Europa (27 procent). Waarom zijn deze oud-studenten wél bereid om alles op te geven voor Brussel?Alumnus managementwetenschappen Laurens Dassen (33) voelde zich nooit geroepen om zelf politiek actief te worden, tot hij een artikel las over de Volt. ‘Deze eerste pan-Europese partij moet Europa weer aantrekkelijk maken’, las hij in NRC. Dassen ging naar een bijeenkomst, werd lid en kwam in actie. In september besloot hij zijn baan bij ABN AMRO op te zeggen. Sindsdien is hij fulltime voorzitter van de Nederlandse afdeling. Hij leeft inmiddels al maanden van zijn spaargeld. “We zijn een jonge partij, dus er is weinig geld. Maar er is zoveel energie. Die energie moet weer terugkomen in Europa. Ik heb

Nijmegen als opstapje naar Brussel

‘Tech­giganten als Google en Facebook krijgen veel macht’BART GROOTHUIS (VVD)

Tijdens hun studenten - tijd werd hun politieke bewustzijn aangewakkerd. Bij de recente Europese verkiezingen streden ze om een plek in Brussel. Vier alumni over hun Europese ambities.tekst: lara maassen

fotografie: flip franssen (hollandse hoogte)

32 radboud magazine 60

Page 33: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

nog geen hypotheek, geen kinderen, nú kan het nog.”Volt kwam twee procentpunten tekort voor een zetel vanuit Nederland in het Europees Parlement, maar behaalde wel een zetel in Duitsland. Voor Dassen is inmiddels duidelijk dat hij niet naar Brussel gaat. Het neemt zijn enthousiasme voor Europa niet weg. “Ik zie hoe échte Europese samenwerking nodig is op alle grote thema’s van dit moment: klimaatbe-leid, migratiebeleid, belastingwetten. Daar willen wij voor zorgen. Die nationale gren-zen mogen niet in de weg blijven staan.”Ook Groothuis wil het verschil maken. “Ik werk nu tien jaar voor het ministerie van Defensie op het gebied van cyber-security. Daar zie ik hoe wetgeving op het gebied van digitalisering achterloopt op de werkelijke ontwikkelingen. Een internet-jaar duurt maar drie maanden, zeg ik weleens. Tech-giganten als Google en Facebook krijgen veel macht. Ook landen als China en Rusland zijn bezig steeds meer digitale macht te verwerven.”Europa moet investeren om de achter stand met andere wereld-machten in te lopen én duidelijker regelgeving en veiligheid waarbor-gen, vindt hij. “Techneuten slaan alarm dat we te ver gaan – met gezichtsherkenning bijvoorbeeld – maar politici zien niet in hoe snel het gaat. Door de technologi-

sche ontwikkelingen verandert de geopoli-tiek volledig. We moeten nú ingrijpen. En dat moet op Europees niveau: als Nederland zijn we daar te klein voor. Dus toen de vraag kwam of ik dit zelf wilde oppakken in Brussel, hoefde ik niet lang na te denken.”

Universitair hoofddocent migratierecht Tineke Strik (57) wil eveneens naar Europa om iets te doen met haar eigen specialis-me. Als nummer twee op de lijst voor GroenLinks is ze inmiddels verzekerd van een plek in Brussel. “Ik combineer al twaalf jaar mijn baan bij de Radboud Universiteit met een plek in de Eerste Kamer. Na drie termijnen in Den Haag dacht ik: nu is het wel genoeg. Ik ga me volledig focussen op de wetenschap. Totdat Jesse [Klaver, red.]

belde: of ik niet naar Brussel wilde.”Strik is gespecialiseerd in migratierecht. Een gevoelig thema momenteel, zeker op Europees niveau. “Alle belangrijke wet-geving over migratierichtlijnen wordt in Brussel gemaakt. Het lukt de lidstaten maar niet om het daarover eens te worden: geen enkel wetsvoorstel is erdoorheen gekomen de afgelopen jaren. Ik wil zorgen dat we wél concrete afspraken gaan maken. En dat die in overeenstemming zijn met de mensenrechten. Nu vragen we te vaak aan landen als Turkije om veel vluchtelingen op te nemen. Maar uiteinde-lijk sluiten zij daardoor ook hun grenzen met bijvoorbeeld Syrië, en kunnen de vluchtelingen daar niet meer weg.”

hanenkammenHoe kijken de alumni terug op hun tijd in Nijmegen? “Hier vond ik het juiste klimaat om me te specialiseren in de menselijke, internationale kant van het recht”, zegt Strik. “Ik begon steeds meer vakken te vol-gen over mensenrechten en schreef mijn masterscriptie over de begeleiding van minderjarige vluchtelingen. Uiteindelijk ben ik hier gepromoveerd op de eerste asiel- en migratierichtlijnen die Europa maakte, en de effecten daarvan in de lidstaten. Nu heb ik de kans om mijn kennis in praktijk te brengen.”Groothuis vond juist een tegenhang van zijn eigen politieke idealen, zegt hij.

Nijmegen als opstapje naar Brussel

‘Alle belangrijke

wet geving over migratie wordt

in Brussel gemaakt’

TINEKE STRIK (GROENLINKS)

33juni 2019p o l i t i e k

Page 34: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

“Ik ben een liberale conservatieveling. Juist daarom was Nijmegen zo interessant. Ik had ook naar Leiden kunnen gaan, maar hier kon ik met krakers en jongens met hanenkammen een biertje drinken. Dan hadden we discussies over het kapitalisme en marxisme. Die gesprekken hebben mij geleerd om altijd fundamenteel geïnteres-seerd te zijn in de ander: wat maakt dat je zo overtuigd bent van je standpunt?”Ook advocaat en alumnus rechten Daan Versteeg (39, nummer 7 voor het CDA) werd in zijn studententijd actief. “Er gebeurde van alles in de wereld – de Twin Towers stortten in, Pim Fortuyn kwam op – maar veel studenten gingen alleen maar naar hun colleges en hingen onderuitge-zakt voor de tv. TMF-studenten, noemde ik ze. Staatsrechtprofessor Tijn Kortmann zei elk college: ‘Dóe iets. Het maakt me niet uit wat, of je nou gaat roeien of debatteren, maar wees betrokken.’”Versteeg werd actief bij het CDA, waarvoor hij al tijdens zijn studie in de Provinciale Staten terechtkwam. “Ik dacht: als ík het niet doe, doet niemand het. Daar zag ik al hoe belangrijk politiek is – zeker op Europees niveau. We kijken allemaal naar Den Haag, maar in Brussel worden vaak de belangrijkste beslissingen genomen.”Groothuis en Versteeg waren als student actief in de lokale politiek, Strik organi-seerde politieke avonden in cultureel cen-trum O42 en legaliseerde kraakpanden. Ook Dassen werd actief: hij deed mee aan United Netherlands – waarbij studenten uit allerlei landen een halfjaar lang de Verenigde Naties simuleren − en werd langzaam enthousiast over de inter-nationale politiek.Toch lonkte voor de meesten Brussel niet meteen. Versteeg kreeg na zijn tijd bij de Provinciale Staten het advies om eerst maar eens twintig jaar zijn vak als advo-caat te uit te oefenen. “Politicus worden

kan daarna altijd nog”, vonden zijn men-toren. Ook Dassen voelde aanvankelijk meer voor het zakenleven. “Ik was wel lid van D66, maar vond nooit een partij waar ik me écht thuis bij voelde. Pas bij Volt kwam die omslag.”

betrokkenheidWat maakt dat de oud-studenten nu wel naar Brussel willen? “Europa ligt onder vuur”, zegt Versteeg. “Het anti-Europese geluid is de laatste jaren steeds sterker geworden. En ergens hebben de tegenstan-ders gelijk: Europa móet ook democrati-scher en transparanter worden. Maar de oplossing is niet om er dan maar mee op te houden.”Dassen: “Het debat gaat vaak over ‘meer’ of ‘minder’ Europa. Maar de vraag is eer-der: hoe kunnen we Europa weer relevant maken voor de burgers? Als je echt door-vraagt, wil bijna iedereen wel een Europees Parlement dat opkomt voor hun belangen en hun veiligheid. Ze missen alleen de betrokkenheid, ze voelen zich niet gehoord. Daar wil ik verandering in brengen.”Europa moet ook weer meer over de feiten gaan, vindt Strik. “Ik wil een tegengeluid bieden aan het anti-Europese en extreem-rechtse geluid. En luisteren naar de burgers. Als parlement moeten we laten zien dat we er voor hen zijn, in plaats van alleen voor de grote bedrijven. En de betrok kenheid vergroten. Nu kunnen organisaties, burgers en pers de onderhan-delingen en standpunten van lidstaten amper volgen. Zo krijg je op lokaal niveau natuurlijk nooit door welke politieke keuzes op het spel staan.”Vanaf juli krijgt Strik de kans om haar plannen in Brussel waar te maken. Groothuis blijft nog even op de reserve-bank. Dassen en Versteeg zijn bij de ver-kiezingen buiten de boot gevallen. “Ik blijf

actief voor Volt in Nederland”, zegt Dassen. “Juist op lokaal niveau willen we Europa zicht-baarder maken. Ook na de verkiezingen.”

‘Europa móet democratischer

en transparanter worden’

DAAN VERSTEEG (CDA)

‘Juist op lokaal niveau willen we Europa zichtbaarder maken’LAURENS DASSEN (VOLT)

34 radboud magazine 60

Page 35: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

‘Alleen rijken

kunnen duurzaam

zijn’

exit pieter leroy

35juni 2019

Page 36: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Pieter Leroy las onlangs op de universitaire website twee nieuwsberichten: over afnemen-de biodiversiteit en het fotogra-feren van zwarte gaten. Hij werd

meteen vijftig jaar terug in de tijd gekata-pulteerd. 1969: op zijn slaapkamer hingen foto’s van de maanlanding naast portret-ten van de Ierse burgerrechtenactiviste Bernadette Devlin. Met op één daarvan Devlins uitspraak ‘de aarde is voorlopig nog belangrijker dan de maan’. “Die dub-belhartigheid heb ik nog steeds. Ik begrijp de nieuwsgierigheid van astronomen zeer goed, maar Devlin heeft wel een punt.”Met die slaapkamer voor ogen hoeft het niet te verbazen dat Vlaaming Leroy socio-logie ging studeren, maar zich ook speciali-seerde in een bètathema als milieu. Tijdens zijn promotieonderzoek over de kernener-giediscussie ploos hij rapporten uit over alfa-, bèta- en gammastraling. “Je moet toch begrijpen waar het bij kernenergie over gaat. Anders denken ze: daar komt weer zo’n linkse socioloog met lang haar.”

Wat was en is uw fascinatie als socioloog met dat milieuthema? “Dat heeft te maken met wat wij sociologen mobilisatie noemen: waarom brengt milieu mensen in bewe-

ging? Waarom maken ze zich druk over duurzaam-heid? Het tweede thema dat me van meet af aan intri-geerde, is dat van de moderniteit: het milieuvraagstuk gaat in wezen over een crisis in de relatie tussen de mens en de rest van de natuur. Het modernistische misverstand dat wij mensen boven de natuur staan en die naar onze hand mogen zetten en leeg mogen plun-deren. We zijn onbehoorlijk en onbescheiden en den-ken dat we hier de baas zijn.”

Hebben de klimaatrapporten ons geleerd bescheidener te zijn? “Veel mensen denken dat we nu op een definitief keerpunt staan, maar ik ben er nog niet zo zeker van. Het is namelijk geen crisis die door iedereen gevoeld wordt. Het blijft nog een beetje een door de intellectu-ele elite gevoerd debat waar veel mensen niet mee bezig zijn. Dat is ook een ongelijkheidsprobleem.”

Dat moet u even toelichten. “Ik heb me veel beziggehou-den met locatiekeuzes: waarom staan kerncentrales en vervuilende fabrieken in Europa waar ze staan? Ze komen allemaal terecht op plekken waar de minste weerstand is. Samen met een Engelse collega heb ik daarover de peripheralisation-theorie ontwikkeld: mili-euhinderlijke activiteiten komen vrijwel altijd in de periferie terecht. Daar is geen nimby, maar pimby: please in my backyard, want dan hebben we werkgele-genheid. Die locatiekeuze heeft altijd met sociale en politieke achterstelling te maken. De meest stinkende fabrieken stonden ook in het armste deel van de

Toen Pieter Leroy in 1976 als onderzoeker begon, was een socioloog die zich bezighield met milieuonderzoek een rariteit. De hoogleraar Milieu en beleid mag graag prikken. “Hoeveel democratie kan de klimaat-verandering aan en hoeveel klimaatverandering kan de democratie aan?”tekst: bea ros | foto: bert beelen

Page 37: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Rijnmond. De rijkste mensen wonen altijd op de beste milieuplekken. Zij kunnen bovendien de gevolgen van milieumaat-regelen beter opvangen. De gele hesjes in Frankrijk maken dat heel duidelijk. Een Franse wijkverpleegkundige rijdt buiten Parijs al gauw honderd kilometer per dag en verdient zeg 1.200 euro netto in de maand. Tegen zo iemand gaan we dan zeggen: uw diesel wordt dubbel zo duur. Ja, zou jij niet boos worden dan? Mondiaal zie je dat nog pregnanter. De noordelijken roepen ‘het moet duurzaam’ en de zuidelijken zeggen ‘we willen gewoon leven’. Ik zie niet in hoe je het klimaatvraagstuk kunt oplossen als je niet dat ongelijkheidsvraagstuk oplost.”

Dat zou je de onbescheidenheid van de rijken kunnen noemen. Hoe zit het met de weten-schappers? “Ik zie nog steeds wetenschap-pers en beleidsmakers die hun heil zoeken in technologische oplossingen als elektrisch rijden en warmtepompen. Dat is bijna een ontkenning dat er een probleem is, want technologie lost het allemaal op. Dat is fijn, want dan hoeven jij en ik ons gedrag niet te veranderen en geen luxe en comfort in te leveren. In plaats van dat je een stinken-de CO2-auto rijdt, rijd je straks met een gloednieuwe elektrische auto. Alles kan.”

U gelooft daar niet in? “Nee, het getuigt van een optimisme dat ik absoluut niet deel. Ik verbaas me over rapporten als die van het IPCC [Intergovernmental Panel on Climate Change, red.], het Living Planet Report van het WWF [World Wide Fund for Nature,

red.] of de Energy Outlook van het IEA [International Energy Agency, red.]. Alle drie hebben als boodschap dat het de verkeerde kant op gaat, maar bieden ook een uitweg: de wereld gaat naar de filistijnen, maar als we goed ons best doen, kan het nog. En in het dit voorjaar verschenen rapport over biodiversiteit staat dat van de acht miljoen soorten er een miljoen verlo-ren gaat ‘unless we realize transformative changes’. Wat stel je je daarbij voor? En dan ook nog binnen twintig, dertig jaar? Wie moet dat doen en waar ga je de stu-ringskracht en de legitimiteit vandaan halen om die veranderingen te bewerkstel ligen? Ik zie dat niet. Ik zie die legitimiteit niet, omdat hooguit vijftien procent van de Europese bevolking klimaatbeleid ondersteunt.”

Pleit u voor een overheid die stevige maatregelen neemt?“Nee, ik bepleit niets en heb ook geen oplossingen. Ik stel alleen kritische vragen. Kijk, ik kom natuurlijk uit een jaren zeventig Habermasiaanse wereld, waarin participatie goed is en de democratie moet worden ver-sterkt. Maar inzake het klimaat weet ik dat zo net nog niet. Een dubbele vraag die ik al vaak aan mensen heb voorgelegd, is: hoeveel democratie kan de klimaatver-andering aan en hoeveel klimaatverandering kan de democratie aan? Ik weet het antwoord niet, maar wat ik wel weet, is dat die twee niet erg compatibel zijn. Het klimaat vergt stevige maatregelen in de komende vijftig jaar. Hoe wil je dat doen in een parlementaire

Laatste woorden“Ik wil niet prekerig zijn. Als ik al een boodschap heb, is het deze: politiseer het milieuvraagstuk veel meer. Het is nu ontzettend getechnocratiseerd, maar het is een politiek vraagstuk over welke keuzes we gaan maken. Hoe gaan we om met arme mensen en het arme deel van de wereld? Onrechtvaardigheid is in het milieu- en duurzaamheidsdebat een onder-geschoven kind. De wereld kan niet duurzamer worden als ze niet een beetje gelijker wordt.”

democratie als die van ons? Hoe wil je dat doen in landen à la Turkije, Zuid-Afrika of Myanmar? Ik zie dat niet gebeuren. Mijn stelling is dat zulke fundamentele processen 200, 250 jaar duren. Kijk naar de afschaf fing van de slavernij of de invoering van het alge-meen kiesrecht.”

Ik hoor u zeggen: eigenlijk is er geen redden meer aan. “Nee, nee, dat is een reactie vanuit een conservatieve reflex van: we moeten wat we nu hebben, redden. Maar dit bestond hon-derd jaar geleden ook niet. We kunnen geen stilstand organi-seren. Het alternatief is niet het apocalyptische van: morgen valt de hemel op ons hoofd en zijn we allemaal dood.”

Wat is er over 250 jaar dan wel gebeurd? “Dan zullen we in een totaal andere wereld leven, die ik me niet kan voorstellen. Waarin nog een paar miljard mensen over zijn en grote delen van de aarde de facto onbewoonbaar zijn. Dat wordt dus een wereld waarin deze achtertuin van mij (Leroy gebaart door het raam naar de fraai aangelegde achtertuin) niet meer zal bestaan. Is dat een slechtere wereld? Vanuit mijn perspectief: ja. Maar we kennen allemaal het shifting baseline syndrome, we vergelij-ken altijd maar met wat we zelf kennen.”

Foto’s van links naar rechts | 1955 twee jeugdfoto’s |

2009 vakantie in de Sand Dunes, Colorado, waar hij

visiting professor was | 2011 met Margot Ribberink |

2013 Argus-energieconferentie in Brussel

37juni 2019ex i t

Page 38: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

U bent een geëngageerd wetenschapper. Hoe verhoudt de activist zich tot de wetenschap-per? “Ik ben nooit lid van de milieubewe-ging geweest. Welbewust, om niet partijdig te zijn. Als onderzoeker moet je een enga-gement hebben van willen weten hoe din-gen in elkaar zitten, geen engagement van het type: ik ben hiervoor en daartegen. Ik heb natuurlijk wel mijn mening over kern-energie. Ik vind het technisch fantastisch, maar menselijkerwijs een vergissing, want we weten bij god niet wat we met het afval moeten. Diep onder de grond stoppen en nimmer over praten, is eigenlijk de enige strategie die we hebben. Dat is weer die doorgeschoten moderniteit: we denken het allemaal te kunnen beheersen en beheren.”

Wat ziet u als uw belangrijkste bijdrage aan het vakgebied? “Dat ik breed heb weten duidelijk te maken dat de inbreng van sociologen en politicologen aan milieu-vraagstukken een meerwaarde heeft. Toen ik in de jaren zeventig als onderzoeker begon, was ik een witte raaf of een zwart schaap zo je wil. Het milieuveld werd gedo-mineerd door natuurwetenschappers, en een socioloog die zich met milieuvraag-stukken bezighield, was echt een rariteit. Ik kon in Vlaanderen geen werk vinden en ben uiteindelijk naar Nederland verhuisd, waar iets meer mogelijk was. In 2010 heb ik een prijs gekregen van de Vlaamse rege-ring, de Rudi Verheyenprijs, vernoemd

Nijmegen Green CapitalNijmegen stond in 2018 als Euro-pean Green Capital in het teken van duurzaamheid. Onderzoek-ster Nanda Kurstjens keek mee en hield een dagboek bij van wat ze zag en hoorde. Samen met Pieter Leroy schreef ze daarover het begin juni verschenen boek Wat doen die mensen toch duur­zaam? Hun analyse is dat Nijme-gen duurzaamheid vooral heeft neergezet als fun (duurzaam leven is leuk) en als individuele gedragsverandering (wat kun jij doen?). “Minder vlees eten, fiet-sen, dat is allemaal leuk en aardig, maar duurzaamheid zal ook structureel beleid vergen. Dat hele politieke verhaal is wegge-drukt”, zegt Leroy. Verder ziet hij dat het vooral een feestje voor ‘ons soort mensen’ is geweest. “De gekleurde medemens is niet bereikt, de inwoners van Neer-bosch-Oost, het Waterkwartier en het Willemskwartier ook niet. Maar we hebben die mensen wel dringend nodig. Echte duurzaam-heid vraagt een sociale verande-ring van een compleet andere orde.”

Foto’s van links naar rechts | 2014 feest tgv 60-jarige

verjaardag, met alle medewerkers in de tuin. “Ik houd

van mijn mensen.” 2017 samen met Mieke Verloo

(links): twee kersverse Officieren in de Orde van

Oranje Nassau. “Toen de rector me belde om het

nieuws te vertellen, vroeg ik als eerste: ‘Weten jullie

wel dat ik Vlaming ben?’” | 2019 gespreksleider in

klimaatdebat Lux, Nijmegen

U hebt in de jaren negentig ook de opleiding milieu-maatschappijwetenschappen opgezet. “Ja, daar heb ik in 2012 de Onderwijsprijs van de Radboud Universiteit voor gekregen. Het opleiden van jonge mensen in deze richting vind ik heel belangrijk. Ik volg onze afgestudeerden en zie dat ze op heel diverse plekken terechtkomen: van het organiseren van inspraak voor burgers rondom natuurbeheer tot en met de UNEP [United Nations Environment Programme, red.] in Nairobi. Zo maken we in de breed-te duidelijk dat wij vanuit ons vakgebied wat te vertellen en toe te voegen hebben.”

Waarover bent u, terugblikkend, minder tevreden? “Er is één ding waar ik heel boos over ben geweest. Onze opleiding werkte nauw samen met de milieuopleiding bij natuurwetenschappen, we hadden een semester gedeeld onderwijs. Dat was uniek in Nederland. Na het vertrek van de hoog-leraar bij natuurwetenschappen viel er een gat van een jaar alvorens er een opvolger benoemd was, en uitgerekend in dat jaar is die opleiding opgedoekt. Ik heb toen ook heel hard voor onze opleiding moeten vechten. Die bleef gelukkig overeind, maar het heeft me veel zeer gedaan.”

Wat gaat u na uw emeritaat doen behalve in de tuin werken? “Ik ben gevraagd door de universiteit in Bordeaux voor een fellowship rondom environmental (in)justice. Ik hoop dat ik aan dat vraagstuk van milieubeleid en rechtvaardigheid mijn gezonde jaren nog kan besteden en daarin collega’s kan meenemen.”

Op 21 juni 2019 houdt Pieter Leroy zijn afscheidscollege: ‘Il lui manque un peu de modeste’.

naar de hoogleraar biologie die voor mij als jong socioloog een van mijn rolmodellen was. Hij beijverde zich ervoor om wetenschap nuttig voor beleid te maken. Ik ben er heel trots op dat ik die prijs heb gekregen voor mijn bijdrage vanuit de sociale wetenschappen aan het milieudebat.”

‘Ik ben nooit lid van de milieubeweging

geweest. Welbewust, om niet partijdig te zijn’

38 radboud magazine 60 ex i t

Page 39: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

Je moet er in Nijmegen, oudste stad van Nederland, altijd naar zoeken, naar die plekken waar Huizinga’s histori-

sche sensatie fysiek ervaren kan worden. Al dwalend vind je ze weleens: locaties die sinds hun bouw onveranderd lijken. Langs het Kronenburgerpark stijgt zo’n straat waar je je kunt voelen als was het honderd-of-meer jaar geleden. Alsof het weer oktober 1907 is, toen de ‘berichtgever te Nijmegen’ van het Algemeen Handelsblad de tachtigste ver-jaardag versloeg die stadsarchi-varis H.D.J. van Schevichaven vierde in zijn ‘anders zoo stille woning aan den Parkweg’. Wie de lijst van af en aan lopende bezoe-kers bekijkt, ziet de halve straat-namenlijst van de negentiende-eeuwse schil: Sloet, Guyot, dr. Jan Berends, Van Schaeck Mathon. De hele stedelijke elite (en wat provinciale adel) gaf acte de présence.

Van Schevichaven was toen al een zeer markante Nijmegenaar. In 1827 geboren in een vooraan-staande plaatselijke familie,

leidde hij een negentiende-eeuws welgesteldenleven. Hij ging naar Leiden om rechten te studeren, maar colleges volgde hij niet. Hij leerde er wel Engels, Spaans, Italiaans en tekenen. Toen hij 23 werd, viel hem zijn vaders erfdeel toe en begon een kosmopolitisch bestaan. In 1851 vestigde hij zich in Parijs, waar hij zich drie jaar later als vrijwilliger meldde om mee te vechten in de Krimoorlog. Vanaf 1858 woonde hij in Londen, waar hij naar de kunstacademie ging (hij bleef zijn leven lang de plekken tekenen die hij bezocht), enkele Engels-talige boeken schreef en histo-rische artikelen over de stad Londen voor de tijdschriften van Charles Dickens. In 1869 overleed Van Schevichavens moeder en met zijn ongetrouwde halfzus Jacqueline Guyot trok hij nog eens 23 jaar door Europa en Noord-Afrika.Uiteindelijk betrokken broer en zus in 1893 het huis Parkweg 36. Van Schevichaven begon een stroom van publicaties te schrij-ven over de Nijmeegse geschie-denis uit alle perioden. In 1897 werd hij officieel benoemd tot

gemeentearchivaris: als zeventig-jarige had hij zijn eerste echte baan. Die functie vervulde hij nog bijna twintig jaar, onvermoeibaar schrijvend aan artikelen en boe-ken. In de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant publi-ceerde hij talloze historische beschouwingen, tussen 1898 en 1904 gebundeld in drie banden Penschetsen uit Nijmegen’s ver­leden. Het zijn ook nu nog zeer leesbare stukken. Qua bronnen-gebruik en archiefwerk niet altijd conform de huidige maatstaven, maar met veel oog voor markan-te details, in een frisse stijl die evident Brits understatement verraadt.

Op 12 oktober 1918, twee dagen voor zijn 91ste verjaardag, over-leed Van Schevichaven – onver-wacht – in zijn huis aan de Parkweg. Daags ervoor was hij ’s middags gewoon in het archief aan het werk geweest, een week eerder had er nog een artikel van hem in de krant gestaan.

jos joostenalumnus en voorzitter historische vereniging numaga

foto

: dun

can de fey

kosmopoliet aan de parkweg

Page 40: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

DE ZOMER STAAT VOOR VELEN GELIJK AAN

VAKANTIE. MAAR WAT IS VAKANTIE? WAT DOET

HET MET JE? EN IS HET EIGENLIJK WEL GEZOND?

dit alles en meer lees je in de speciale zomerselectie op

radboud recharge.

NAAST LEZEN OOK LEREN? OOK CURSUSSEN & OPLEIDINGEN ZIJN NU OP RADBOUD RECHARGE TE

VINDEN. ZO KUN JE VOORAFGAAND AAN JE VAKANTIE

ALVAST STARTEN MET EEN CURSUS ARABISCH. AFWAN!

www.radboudrecharge.nl/zomer

Page 41: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

RADBOUD RECHARGE IS DE GRATIS ONLINE

SERVICE VAN DE RADBOUD UNIVERSITEIT.

JE VINDT ER EEN SELECTIE VAN DE BESTE

WETENSCHAPPELIJKE VERHALEN EN EEN

OVERZICHT VAN ACTIVITEITEN GEBASEERD OP

JOUW INTERESSES. ONTDEK HET NU:

WWW.RADBOUDRECHARGE.NL

agenda juni t/m september

Page 42: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

agenda radboud recharge

juni juli

In één dag neemt cultuurfilosoof Evert Jan Ouweneel je mee op reis rond de wereld, op zoek naar oude en nieuwe glorietijden. De cursus vertrekt in het Midden-Oosten, met zijn oude voorspoed en hui-dige misère. Dan naar China, de oude reus die zijn plaats weer inneemt op het wereldtoneel. Daarna volgt het even geweld-dadige als creatieve Europa, dat eeuwenlang de wereld naar zijn hand wist te zetten. Amerika

winnen, zouden veel dialogen beter verlopen”, zegt Noelle Aarts. Schuif aan onder de Waalbrug en leer hoe gesprek-ken misgaan en hoe het wél kan.

studiedag geschiedenis cultuur internationaal

4 JULI, 9.45 - 17.00 UURhovoReis om de wereld in één dagDocent: Evert Jan Ouweneel

lezing communicatie gedrag

27 JUNI, 20.30 - 21.15 UURradboud reflects @ de kaaijPraten, praten, niet luisterenLezing door communicatie­wetenschapper Noelle AartsWaarom gaan onze gesprekken vaak mis? Waarom is dialoog zo moeilijk? We luisteren niet goed, willen overtuigen of we inter-preteren verkeerd. “Als we onze gesprekken niet ingaan om ze te

volgt, waarbij de vraag luidt waar-om het noorden zo machtig werd en het zuiden zoveel dictaturen en recessies kende. We vervolgen de reis naar Afrika, het ooit rijke continent dat nu worstelt met droogte en geweld. Eindstation is het werelddeel dat als geen ander ons denken en doen zal gaan bepalen: Azië.

studiedagen filosofie cultuur 3 EN 4 JULI, 10.30 - 16.30 UURhovo

Nietzsches Aldus sprak ZarathoestraHoe moeten we onszelf vormen tegen de achtergrond van de erosie van gedeelde culturele en morele standaarden? Deze vraag vormt de leidraad voor de bespreking van Nietzsches Aldus sprak Zarathoestra (AsZ). Dit werk blijkt nog steeds relevant in de context van heden-daagse maatschappelijke en technische ontwikkelingen.Nietzsche noemde Aldus sprak Zarathoestra het grootste geschenk ooit aan de mensheid gegeven. Erkenning voor dat geschenk heeft Nietzsche nooit gekregen. Echter, meer dan honderd jaar later is de invloed van dit meesterwerk nauwelijks te overschatten. Het heeft diepe sporen achtergelaten in de literatuur, kunst en filosofie. Het is ook een ‘ongemakkelijk boek’, niet alleen vanwege zijn invloed op het nazisme, maar ook omdat het aan elke karakterisering lijkt te ontsnappen: er lijken soms net zo veel interpretaties als interpreten te bestaan van de übermensch, de wil tot macht en de eeuwige wederkeer, begrippen die in AsZ de revue passeren. In deze cursus komen de belangrijkste teksten uit AsZ aan de orde en bespreken we wat ze zeggen over onze cultuur, levensstijl en toekomst.Docent: Ciano Aydin

www.ru.nl/hovo

Page 43: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

www.ru.nl/radboudenrichment | www.ru.nl/radboudreflects | www.ru.nl/hovo

summer school filosofie religie

8, 9, 11 EN 12 JULIhovoLevenskunst uit de Chinese filosofie - Op zoek naar de WegDocent: Michel DijkstraChinese filosofen zijn van ouds-her meesters in de levenskunst. Tijdens deze Summer School maak je kennis met de inzichten over het goede leven van het confucianisme, taoïsme en (zen)boeddhisme. Deze opvattingen zijn nog altijd actueel en kunnen je verleiden om ook zelf op weg te gaan.

summer school filosofie 8, 9, 11 EN 12 JULIhovoEen korte reis door de geschiedenis van de filosofieDocent: Nico DieterenAnders dan dieren kan de mens zich verwonderen over zichzelf, maar vooral over de werkelijk-heid als zodanig. Vandaar dat Plato en Aristoteles de verwon-dering zagen als de aanvang van de filosofie. Als kinderen treden filosofen de werkelijkheid met een open blik tegemoet. We bieden een overzicht van belang-rijke inzichten die deze open houding heeft opgeleverd en maken kennis met Plato, Aristoteles, Thomas van Aquino, Descartes, Kant, Nietzsche en Heidegger.

summer school kunst 8, 9, 11 EN 12 JULIhovoRembrandt na 350 jaar - De aanhoudende fascinatie voor een uitzonderlijke schilderDocent: Volker Manuth In 2019 is het 350 jaar geleden dat Rembrandt Harmensz van Rijn in Amsterdam overleed. Het aantal tentoonstellingen en publicaties dat dit jaar aan Rembrandt en zijn werk wordt gewijd en waarin de kunstenaar wordt gevierd als een van de belangrijkste schilders, teke-naars en etsers, is enorm. Rembrandts kunst werd in zijn eigen tijd geprezen én bekriti-seerd en hij is tot op de dag van vandaag niet vergeten.

summer school cultuur geschiedenis

8, 9, 11 EN 12 JULIhovoFranz Kafka en het intellectuele klimaat rond 1900 - Een tijds -beeld in Het proces en korte verhalenDocent: Michiel Hagdorn Kafka’s oeuvre, hoe klein ook, wordt gerekend tot de invloed-rijkste literatuur van de twintig-ste eeuw. Wat maakt het werk zo belangrijk en hoe kan het, in al zijn raadselachtigheid, worden geduid?

lezing gedrag ethiek maatschappij

14 JULI, 18.30 - 19.00 UURradboud reflects @ festival op ’t eiland Vreemdgaan Lezing door theoloog Liesbeth JansenWaarom gaan mensen vreemd? Kom luisteren naar theoloog Liesbeth Jansen en leer wat de geschiedenis van vreemdgaan ons vertelt over onze kijk op de liefde. Door de jaren heen werd vreemdgaan gezien als zonde, als normaal en zelfs als de enige vorm van echte liefde. Tegenwoordig lijkt vreemdgaan een onvermijdelijke bijkomstig-heid van een langdurige relatie. Dit komt door de tegenstrijdige verwachtingen die we van een relatie hebben: avontuur en vei-ligheid. We zijn geneigd te willen kiezen tussen óf de hartstocht óf de geborgenheid. Maar zodra we kiezen, gaan we automatisch verlangen naar hetgeen we niet hebben. En juist dat werkt vreemdgaan in de hand.

lezing gedrag gezondheid maatschappij

16 JULI, 18.30 - 19.00 UUR radboud reflects @ festival op ’t eiland

Ongezond eten: je eigen schuld?Lezing door ethicus Tjidde TempelsBibliotheken vol met dieetboe-ken. Workshops mindful eten. De boodschap is duidelijk: je bent zelf verantwoordelijk voor wat je eet. Maar hoe zit het dan met die onweerstaanbare pro-ducten, ijzersterke marketings-trategieën en beeldschone verpakkingen, precies op oog-hoogte in de supermarkt? Kom en denk mee met Tjidde Tempels over de verantwoordelijkheid voor gezonde voeding.

Page 44: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

lezing filosofie hersenen 18 JULI, 18.30 - 19.00 UUR radboud reflects @ festival op ’t eiland

Je mind is geen dingLezing door filosoof Frank van CaspelDe vraag ‘waar zit onze mind?’ is onzinnig, vindt filosoof Frank van Caspel. Maar hoe moeten we daar dan wel over nadenken zonder de complexi-teit ervan geweld aan te doen? Hij suggereert om een parallel te trekken tussen mind en sport; net zoals we sport zien als een activiteit kunnen we mind zien als het doen van mentale activiteiten.

agenda radboud recharge

lezing filosofie politiek

3 SEPTEMBER, 19.30 - 21.30 UURradboud reflectsVriend en vijand Lezing door schrijver Arnon GrunbergHoeveel natiestaat hebben wij nodig? Hoeveel vijanden? Waartoe dient politiek? En is een samenleving zonder oorlog en geweld mogelijk? Aan de hand van de filosofen Carl Schmitt, Walter Benjamin en Jacques Derrida probeert Arnon Grunberg in zijn boek Vriend & vijand antwoord te geven op die vragen. Kom luisteren hoe hij de vinger legt op zowel de zere plek-ken van de parlementaire demo-cratie als die van de kritiek erop.

studiedagen kunst geschiedenis

4 EN 5 SEPTEMBER, 10.00 - 15.45 UURhovoDe wereld van de HanzestedenDocent: Joris van SleeuwenDeze cursus vertelt het verhaal van de Hanzesteden. Aan bod komen de stedenbouwkundige situatie; de bouw van stad-huizen, kerken, pakhuizen en woningen; de rol van de bouw-technieken en -materialen; en de positie van de bouwmeesters. Ook is er aandacht voor de inrichting: beeldhouwwerken, altaarstukken en edelsmeed-kunst.

deelnemers. Socioloog Niels Spierings geeft het gesprek inhoudelijk focus en houdt ons scherp. Gespreksleiders Maïté Tjon A Hie en Anouta de Groot zorgen voor structuur en ver-dieping.

cursus gezondheid zorg 13 SEPTEMBERrcswTweedaagse cursus positieve psychologieHet klinkt misschien vreemd, maar gelukkig zijn kun je leren. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat een groot deel van ons welbevinden te beïnvloeden is door cognitie en gedrag. Door te focussen op positieve ervaringen, welbevinden en positieve indivi-duele eigenschappen verbeter je de kwaliteit van leven en word je veerkrachtiger. In deze cursus maak je kennis met de relevant-ste theorieën binnen de positieve psychologie en kun je welbevin-den en veerkracht bij jezelf, maar ook bij je team, leerlingen of cliënten vergroten.

lezing innovatie duurzaamheid

13 SEPTEMBER, 15.00 UURfnwiGreen Information TechnologyMeerdere sprekersGreen Information Technology staat onder meer voor het toe-passen van ecologische duur-

lezing filosofie 5 SEPTEMBER, 19.30 - 21.00 UUR radboud reflects en uitgeverij boom

De zin van denkenLezing door filosoof Markus GabrielHoe kan het denken ons richting geven in deze wereld waarin verstandige reflectie verder weg lijkt dan ooit? De Duitse filosoof Markus Gabriel stelt dat filoso-fisch nadenken ons kan wapenen tegen de stroom van propaganda, nepnieuws en andere onzin die ons dagelijks overspoelt. Daarbij benadert hij denken als een zin-tuig: net als horen, zien, proeven, ruiken en voelen, betasten wij al denkend de werkelijkheid. Om te voorkomen dat we veranderen in hopeloze infojunks en techno-zombies, moeten we weer begrijpen wat denken is.

gesprek gezondheid ethiek 9 SEPTEMBER, 20.00 - 21.30 UUR radboud reflects en luxHet Dilemma – Moet ik mijn kind laten vaccineren? Onderzoekend gesprek met onder anderen socioloog Niels SpieringsHet Dilemma is een programma-reeks van Radboud Reflects en LUX. De avonden draaien om een persoonlijk moreel dilemma. In een intieme setting verkennen we samen de vraag ‘Moet ik mijn kind laten vaccineren?’ Niet de sprekers staan centraal, maar de

septemberjuli

foto: ronald puma

Page 45: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

www.ru.nl/radboudenrichment | www.ru.nl/radboudreflects | www.ru.nl/hovo

lezing religie ethiek maatschappij

10 SEPTEMBER, 19.30 - 21.00 UURradboud reflects

De barmhartige Samaritaan

Wiskunde en Informatica daar invulling aan geeft. Op het programma: Intro ductie over Green Information Technology door Antoine Wellink (hoofd Radboud Innovation Science); lezing van

prof. dr. Marko van Eekelen en dr. Bernard van Gastel over het analyseren van energieverbruik van software en een lezing van dr. Hans Elemans over het coderen van informatie coderen in poly-meren. www.ru.nl/fnwi/alumni

Lezingen door theoloog Matthijs den Dulk en socioloog Mark van OstaijenHoe moeten we, in een tijd van globalisering, voor onze naaste zorgen? Nu de ellende van de hele wereld zichtbaar is en binnen handbereik lijkt, komt de vraag op: wie is onze naaste eigen-lijk? Het verhaal van de barmhartige Samaritaan

gaat over dit soort vragen: een man die op reis is, wordt overvallen. Theoloog Matthijs den Dulk in gesprek met socioloog Mark van Ostaijen over de vraag hoe we om kunnen gaan met de ellende van anderen en over de betekenis van verantwoordelijkheid in een geglobaliseerde wereld.

zaamheid bij het ontwikkelen en het gebruik van informatietech-nologie.Tijdens de lezingenmiddag ver-tellen medewerkers en weten-schappers hoe de Faculteit der Natuur weten schappen,

lezing maatschappij

18 SEPTEMBER, 19.30 UURradboud reflects en luxDe opkomst van Jordan PetersonFilm en gesprek met psycholoog Jan DerksenDe Canadese psycholoog Jordan Peterson is met zijn omstreden denkbeelden bij sommigen mateloos populair, terwijl anderen hem verguizen. In de documentaire ‘Shut Him Down; The Rise of Jordan Peterson’ volgt de documentairemaker Patricia Marcoccia hem een tijd. Wat verklaart zijn toenemende populariteit onder grote groe-pen jonge mensen?

studiedagen filosofie 18 EN 19 SEPTEMBER, 11.00 - 17.00 UURhovoSloterdijks sferenDocent: Dirk de SchutterPeter Sloterdijk is een van de meest inspirerende en contro-versiële filosofen van de laatste vijftig jaar. Hij staat in de kriti-sche traditie van Nietzsche, Heidegger en Derrida en hernieuwt de aloude vraag naar wat voor soort wezens wij, mensen, zijn.

Page 46: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

agenda radboud recharge

september

cursus filosofie economie geschiedenis

25 SEPTEMBER T/M 30 OKTOBER, 19.00 - 20.45 UUR enrichment

Hebzucht - Geschiedenis van het filosofisch denken over inhaligheid

Het afgelopen decennium is er veel gesproken over hebzucht als oorzaak van de financiële en economische crisis. Tegelijkertijd heeft het pleidooi voor matiging nauwelijks gehoor gevonden. Sterker nog, om de kwakkelende economie uit het slop te trekken, werden we aangespoord tot consumptie, zodat de econo-mie weer zou aantrekken. Hebzucht als oor-zaak van de ziekte, maar ook het medicijn ertegen. Deze ambiguïteit heeft historische wortels: in de afgelopen duizend jaar was er steeds filosofische kritiek op het kwaad van de hebzucht, maar ontdekte het filosofisch discours ook de nuttige werking ervan.

In de cursus besteden we eerst aandacht aan de radicale afwijzing van de hebzucht in de middeleeuwen en de renaissance. Economische activiteiten, zoals het maken van zoveel mogelijk winst of het lenen tegen een zo hoog mogelijke rente, stonden in een kwaad daglicht.

In de zeventiende en achttiende eeuw werd hebzucht milder bejegend. De langzame triomf van het kapitalisme deed vele denkers inzien dat hebzucht als motor van bedrijvig-heid zo slecht nog niet was.

De negentiende en twintigste eeuw, eeuwen van grote oppositie tussen socialisme en liberalisme, komen aan bod via Karl Marx versus Jeremy Bentham.

Ten slotte de vraag waarom het ons nu zo moeilijk valt om hebzucht terug te dringen. Centraal staat de diagnose dat dit komt doordat we al vier decennia leven onder een neoliberaal gesternte: onze samenleving is een ‘ondernemersmaatschappij’ geworden. Wij zijn ondernemers van ons eigen leven; we investeren en willen daar de vruchten van plukken. Een beetje hebzucht hoort daarbij.Docent: Jeroen Linssen

Meer info op www.ru.nl/radboudenrichment

soundsample-lezing cultuur 21 SEPTEMBER, 20.00 UURradboud reflects @ nijmeegse kunstnacht

Soundsample-lezing met Joris van Suijdam en filosofen van de Radboud UniversiteitSample artist Joris van Suijdam dook in het audio-archief van Radboud Reflects en monteerde speciaal voor de Kunstnacht vier gloednieuwe composities. In poppodium Merleyn mixt hij fragmenten van lezingen tot een magische luisterervaring. De thema’s zijn klimaat, digita-lisering, liefde en diversiteit. Kom luisteren en praat na in het café met onze filosofische barmannen en -vrouwen.

gesprek cyber security ethiek maatschappij

24 SEPTEMBER, 19.30 - 21.00 UUR radboud reflects

De ondervraging - Gaat veiligheid boven privacy?Gast: directeur­generaal van de AIVD Dick SchoofNa een korte inleiding door een Radboud-wetenschapper zijn studenten aan de beurt om Dick Schoof te ondervragen. Schoof studeerde van 1975 tot 1982 planologie in Nijmegen. Hij was eerder Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid en is

Page 47: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

sinds 2018 directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

cursus natuur moleculen en mineralen

24 SEPTEMBER T/M 3 DECEMBER, 15.30 - 17.15 UURenrichment Elementaire deeltjes - Het Standaard Model en daarna?Docent: Ronald KleissNa het aantonen van het bestaan van het higgsdeeltje (2012) lijkt

de ontwikkeling van ons beeld van de fundamentele structuur van het universum op een natuurlijk rustpunt beland. Of is dat schijn? Over donkere materie, donkere energie en zwaartekrachtgolven.

cursus onderwijs filosofie

25 SEPTEMBER T/M 6 NOVEMBER, 15.30 - 17.15 UURenrichment Bildung als levensvormDocenten: Jan Bransen en gastsprekers

Deze cursus gaat over de funda-mentele rol die bildung (brede vorming) speelt in ons bestaan als homo educandus. Het is kenmerkend voor onze soort dat wij elkaar altijd weer aanspreken op ons gedrag en onze ideeën, om zo ons bestaan een vorm te geven die het niet vanzelf heeft.

gesprek cultuur ethiek maatschappij

30 SEPTEMBER, 19.30 - 21.45 UURradboud reflects

The Handmaid’s Tale

Gesprek met cultuurwetenschapper Sara Janssen en filosoof Anya TopolskiThe Handmaid’s Tale is een serie die zich afspeelt in de nabije toekomst, waarin de weinige overgebleven vrucht-bare vrouwen door de machthebbers als bijzondere dienstmaagden gehouden worden. Door middel van een geritualiseerde verkrachting moeten zij zorgen voor nage-slacht. Sara Janssen en Anya Topolski gaan in gesprek over de vraag waarom deze serie juist nu zo populair is? Hoe zit het bij ons met vrouwenrechten en heeft de staat iets te zeggen over het krijgen van kinderen?

www.ru.nl/radboudenrichment | www.ru.nl/radboudreflects | www.ru.nl/hovo

Page 48: magazine - Radboud UniversiteitPaul van den Broek (bladcoördinator) Medewerkers aan dit nummer Willem Claassen, Susanne Geuze, Annemarie Haverkamp, Jos Joosten, Ken Lambeets, Lara

oktober

6 OKTOBER FSW

Tour de Dumoulin - WielerdagTom Dumoulin maakt zich sterk voor de ontwikke-ling van het wielrennen en de (sport)ontwikkeling van de jeugd. Daarom organiseert hij op 6 oktober 2019 een wielerdag voor jongeren én een toertocht voor volwassenen, met verschillende afstanden over zijn trainingsroutes door Zuid-Limburg, Wallonië en de Voerstreek. De Radboud Universiteit is officieel partner van deze wielerdag.

OnderzoekWe bewegen steeds minder. Jochem Tolsma en Hidde Bekhuis (Faculteit der Sociale Weten-schappen) onderzoeken bij de Tour de Dumoulin hoe we kinderen lichamelijk actiever kunnen krijgen én houden. De tour is een living lab voor de onder-zoekers, die met meer dan duizend jongeren aan de slag kunnen. Voor de Tour de Dumoulin is de samenwerking met de universiteit belangrijk om (wetenschappelijk) inzicht te krijgen in de manier waarop dit evenement ertoe kan bijdragen om jongeren in beweging te krijgen en te houden.

SportmotivatieVia vragenlijsten onderzoeken de wetenschappers voor welk type motivatie iemand gevoelig is: voor de één is dat het wedstrijdelement, voor de ander juist het sociale aspect van samen sporten. Door een ‘in-app’ in te bouwen in de populaire Strava sport-app, kunnen de onderzoekers de sporters gericht motiveren. Bekhuis gaat overigens ook de gemeente Maastricht en de provincie Limburg helpen om dit sportevenement voor jongeren tot een blijvend succes te maken.Of de onderzoeksresultaten vertaald kunnen worden naar bruikbare tips voor coaches, trainers en buurtsportcoaches in de regio Limburg, is afhankelijk van het aantal deelnemende kinderen uit die regio.

Deelname wielerdagSchrijf je – al dan niet samen met je kind (6-14 jaar) – in voor deze dag! Volwassenen kunnen kiezen uit de volgende afstanden: 75, 125 of 175 kilometer. Start en finish zijn op de Markt in Maastricht.

Aanmelden: www.tourdedumoulin.nl

sport opvoeding gedrag