Magazine 2028, eerste editie

32
HEEL NEDERLAND NAAR OLYMPISCH NIVEAU 1E EDITIE – VOORJAAR 2011 Wakkie & Been De winst van het verlies Veen & Eggenkamp Presenteren met trots het Topsportteam Leontien van Moorsel, Jochem Uytdehaage en Esther Vergeer “Het Olympisch Plan gaat om zoveel méér dan sport” Pieter van den Hoogenband “Olympisch niveau staat gelijk aan topkwaliteit bieden” Gerard Dielessen “Focussen op een (sport)evenementenkalender” Z.K.H. de Prins van Oranje “Het Olympisch Plan; een integraal masterplan” En verder: Introductie van het Topsportteam 2028 | Primeur: de SportLandKaart | Het vergeten bewustzijn van 1928 | Aansprekende projecten uit het hele land | Alliantiepartners aan het woord | Sport & Zaken en het Olympisch Plan

description

Magazine 2028, eerste editie, voorjaar 2011.

Transcript of Magazine 2028, eerste editie

Page 1: Magazine 2028, eerste editie

Heel NederlaNd Naar OlympiscH Niveau

1e editie – voorjaar 2011

Wakkie & BeenDe winst van het verlies

Veen & EggenkampPresenteren met trots het Topsportteam

Leontien van Moorsel, Jochem Uytdehaage en Esther Vergeer“Het olympisch Plan gaat om zoveel méér dan sport”

Pieter van den Hoogenband“olympisch niveau staat gelijk aan topkwaliteit bieden”

Gerard Dielessen“Focussen op een (sport)evenementenkalender”

Z.K.H. de Prins van Oranje“Het olympisch Plan; een integraal masterplan”

en verder: Introductie van het Topsportteam 2028 | Primeur: de SportLandKaart | Het vergeten bewustzijn van 1928 | aansprekende projecten uit het hele land | alliantiepartners aan het woord | Sport & Zaken en het olympisch Plan

Page 2: Magazine 2028, eerste editie

Colofon2028 is een uitgave van Olympisch Vuur in samenwerking met Sport & Strategie.

HoofdredactieFrans Oosterwijk

EindredactieKarlijn de Jonge

Redactionele bijdragenRick de Haan, Joost de Jong, Friso Schotanus, Jurryt van de Vooren

Ontwerp en opmaakWielaard Studio, Belfeld

UitgeverAlice [email protected] van [email protected]

Foto’sANP Photo, René Bouwman, Jeroen Hermes, Maurits van Hout, Rebke Klokke, Ivar Pel, Rens Plaschek, Soenar Chamid, Collectie Spaarnestad Photo, Rogier van Steennis/NLroei, René Verleg, Evert Wilstra

DrukPreVision, Eindhoven

LezersserviceAbonnementen/adreswijzigingenArko Sports MediaPostbus 3933430 AJ NieuwegeinT. +31 (0)30 - 707 30 00F. +31 (0)30 - 60 52 618E. sport @arko.nl

©2011 Arko Sports Media, NieuwegeinNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opge-slagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,

mechanisch, in fotokopie of anderszins gereproduceerd door middel van boekdruk, foto-offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van de uitgever.

Lid van het Nederlands Uitgeversverbond

ISSN 2211-288X

1. Ter inspiratie Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje

2. Olympisch Vuur in het kort

3. Interview met Eric Eijkelberg Programmadirecteur van Olympisch Vuur

4. 8 ambities, 26 aanspre-kende resultaten

12. Projecten in het land Proeftuinen en aansprekende projecten

14. Pieter van den Hoogenband: “Olympisch niveau staat gelijk aan topkwaliteit bieden”

20. Overzicht evenementen 2011-2014

21. SportLandKaart Alle accommodaties voor topsportevenementen op één kaart

24. Sport & Zaken verbindt be-drijfsleven met Olympisch Plan 2028

25. Gerard Dielessen: “We moeten focussen op een strategische (sport)evenemen-tenkalender tot 2020”

26. Tien inspirerende projecten van Alliantiepartners

6. Het vergeten bewustzijn van 1928 De Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam

11. Het Topsportteam 2028

Interviews9. De bright guys achter het

Topsportteam 2028 Veen en Eggenkamp zetten hun top sportervaring én zakelijke kennis in

15. Esther Vergeer: “Het denkpatroon moet anders”

16. Jochem Uytdehaage: “Het Olympisch Plan gaat om zoveel méér dan sport”

17. Leontien van Moorsel: “Ik gun de talenten van nu de ervaring die ik zelf heb opgedaan”

18. Harry Been en Johan Wakkie in gesprek “Het Olympisch Plan is juist ook belangrijk voor al die bonden die een WK willen organiseren”

Page 3: Magazine 2028, eerste editie

1 | 2028

“Alweer vijf jaar geleden startte NOC*NSF een onderzoek, dat resulteerde in een veelomvattend plan, het Olympisch Plan 2028, geïnspireerd op het Australische model. Dat plan is in de zomer van 2009 omarmd door de sportbonden, het kabinet en de belangrijkste bestuurlijke organisaties van Nederland. En deze supporters van het Olympisch Plan hebben zich verenigd in de Alliantie Olympisch Vuur. Nog niet eerder werd in Nederland een dergelijk groots plan zo breed gedragen. Dat bewijst de verbindende, inspirerende en richting-gevende kracht ervan.Ook het nieuwe regeerakkoord noemt de belangrijke functie van sport in maatschappij en economie, en bevestigt nadrukkelijk de ambitie om in Nederland gezamenlijk naar Olympisch niveau toe te werken en hiermee de Spelen binnen te halen. De komende kabinets-periode zal op dit punt veel moeten gebeuren. Zoals beslissingen over belangrijke ruimtelijke vraagstukken en de keuze van een stad. Maar ook de uitkomsten van een verkenning naar de maatschappelijke kosten en baten voor ons land zullen interessant zijn.

Sceptici mogen zich afvragen of dit onder de huidige economische omstandigheden een verantwoorde inzet is. Ik zou zeggen dat Nederland juist nu een dergelijke ambitie met bijbehorende visie nodig heeft. De crux is dat het om veel meer gaat dan het organiseren van de Spelen. Het Olympisch Plan is een integraal masterplan dat gedragen wordt door alle sectoren van de samenleving en waar-aan we – ook als wij de Spelen onverhoopt niet toegewezen zouden krijgen – toch een duidelijke meerwaarde kunnen ontlenen.De ambities van het Olympisch Plan gaan uiteraard over sport. Zowel in de breedte als bij de echte topsport, waarbij ik ook de gehandi-captensport wil noemen. Zo worden er door NOC*NSF ambitieuze plannen ontwikkeld om Nederland structureel in de top tien van het medailleklassement te brengen. Maar het Olympisch Plan gaat over veel meer: ook over gezondheid en welzijn, ook over de economie en ruimtelijke ordening, over de organisatie van evenementen en over internationale media-aandacht.

De komende periode, tot 2016, moet het draagvlak onder de bevol-king versterkt worden voor het uitbrengen van een bid. We moeten ons ook internationaal laten zien, meer dan nu al het geval is. Ons internationaal profileren met een trackrecord op het gebied van grote evenementen en met blijvende indrukwekkende topsportprestaties, met innovaties op sportgebied en daarbuiten.Uiteindelijk kan iedere organisatie, elk gemeente, ieder bedrijf díe dingen uit het plan halen die van toepassing zijn op de eigen situatie en die werken voor de eigen doelstellingen én voor die van het Olympisch Plan. En als we allemaal naar dezelfde stip aan de horizon toewerken, gaan we het doel om Nederland naar Olympisch niveau te brengen samen uiteindelijk halen.”

Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje

FOTO

: ANP

PH

OTO

Voor u ligt de eerste editie van 2028, het magazine

van de Alliantie Olympisch Vuur. Hierin leest u over

onze missie, de men-sen die erbij betrokken

zijn, en bovenal over de verbindende kracht

van sport, die wij inzet-ten om Nederland naar

Olympisch niveau te tillen. Ter introductie willen wij u graag inspireren zoals prins Willem-Alexander

dat deed met zijn speech tijdens het Schipholdiner

van de Kamer van Koophandel Amsterdam op

14 oktober 2010.

Ter inspiraTie

Page 4: Magazine 2028, eerste editie

Het Olympisch Plan 2028:• Olympische Spelen 2028 als inspirerende stip aan de horizon

en als katalysator• Het profijt (legacy) naar voren halen• Sport als middel om heel Nederland naar een hoger

(Olympisch) niveau te brengen• Met als mogelijke uitkomst Olympische en Paralympische

Spelen in Nederland

Olympisch Plan 2028Heel nederland naar Olympisch niveau

Het Plan kent 3 fasen1 - Onderzoeksfase 2006-2009 (afgerond)Resultaat: het Olympisch Plan 2028 en het ontstaan van de Alliantie (8 juli 2009)2 - Opbouwfase 2009-2016Gewenste resultaat: heel Nederland op Olympisch niveau & draagvlak voor Spelen3 - Kandidaatfase vanaf 2016Gewenste resultaat: kandidaatstelling en organisatie van de Spelen door en in Nederland

Acht ambities1. Topsportambitie2. Breedtesportambitie3. Sociaal-maatschappelijke ambitie4. Welzijnsambitie5. Economische ambitie6. Ruimtelijke ambitie7. Evenementen ambitie8. Media-aandacht ambitie

De Alliantiepartners• NOC*NSF• Rijksoverheid met VWS als ‘voortrekker’• Interprovinciaal Overleg• Vereniging van Nederlandse Gemeenten• G4 (Utrecht, Rotterdam, Den Haag en Amsterdam)• VNO-NCW• MKB Nederland• FNV

De Samenwerkingspartners• NISB, Nederlands Instituut Sport en Bewegen• Sport & Zaken• NBTC, Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen• Nationaal Sport Platform

Organisatiestructuur Olympisch Vuur• Council OP2028 (coördinatiecommissie)• Club van 2028 (adviesraad)• Topsportteam 2028• Program Office OP2028 (facilitair bureau)

Missie Olympisch VuurWe gaan met sport in de volle breedte heel Nederland naar Olympisch niveau brengen. Daar hebben we allemaal profijt van, nu en in de toekomst; op sociaal-maatschappelijk, economisch, ruimtelijk en welzijnsgebied. Met als mogelijk resultaat Olympische en Paralympische Spelen in 2028 in Nederland.

2 | 2028

Page 5: Magazine 2028, eerste editie

3 | 2028

Wie is Eric Eijkelberg?“Een gepassioneerd sportliefhebber en -beoefenaar. Een trotse vader. Een man met ambitie. Bij alles wat ik doe, of het nu gaat om studie, carrière of sport, wil ik het beste uit mijzelf en mijn omgeving halen. Dat ik nu de kans krijg om, samen met alle betrokkenen, het beste uit Nederland te halen, vind ik fantastisch.”

Gepassioneerd sportliefhebber en beoefenaar? Vertel…“Het begon al heel jong. Mijn vader was voorzitter van de plaatselijke handbal-vereniging en mede daardoor ging ik met mijn twee broers op handbal. Dat heb ik van mijn 6e tot mijn 18e fanatiek gedaan. Mijn interesse voor sport werd al snel breder. Tijdens mijn studie ging ik bergbeklimmen en heb ik de Mont Blanc beklommen. Later ging ik skiën en werd skileraar. Ook liep ik, na een wedden-schap, met twee collega’s van Heineken de marathon van New York. Maar het leukste van alles vind ik wielrennen en het fietsen van cyclosportieven zoals de Marmotte. Kortom, sport hoort bij mijn leven.”

Waarom Olympisch Vuur“Uiteraard heeft mijn affiniteit met sport daar mee te maken, maar het gaat verder dan dat. Sport is een hele elegante manier om ingewikkelde problemen aan te pakken en op te lossen. Daar kan bij wijze van spreken geen beleidsnota tegenop. Daarom geloof ik ook echt in het Olympisch Plan 2028. We kunnen hier samen het verschil maken. Voor een betere samenleving, een sterkere eco-nomie, kortom een gezonder Nederland.

Vier vragen aan eric eijkelbergdie op 21 maart begint als de nieuwe directeur van Olympisch Vuur

Biografie Eric Eijkelberg2006-heden plaatsvervangend directeur Energie en

Duurzaamheid bij het Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie (voorheen Ministerie van Economische Zaken)

2004-2006 plaatsvervangend directeur Strategie en

Internationale Zaken bij hetzelfde ministerie

2000-2005 lid van het managementteam bij Rijkswaterstaat,

waar hij onder meer verantwoordelijk was voor Verkeer & Vervoer en Bestuurlijke & Juridische Zaken

1996- 2000 werkzaam bij Heineken in Nederland en Nigeria

1995-1996 ingenieursbureau Tebodin in Litouwen

Eric Eijkelberg (1971) studeerde Chemische Technologie aan Technische Universiteit Eindhoven en rondde de opleiding Master of Business Administration aan de Universiteit Nyenrode en University of Rochester (Verenigde Staten) cum laude af.

Een groot compliment voor NOC*NSF, waar het Plan is geboren. Er is al veel bestuurlijk draagvlak voor. Nu komt het er op aan – met concrete resultaten! – draagvlak in Nederland te krijgen. Dat is een mooie uitdaging.”

Geloof je er ook in dat we de Spelen in 2028 gaan binnenhalen?“2028 is ook voor mij het wenkend

perspectief. De stip aan de horizon. Waar het nu om gaat is Nederland naar Olympisch niveau te brengen. Dit is het fundament. Er moet nog veel gebeuren, maar we zijn op de goede weg. Ik geloof dus zeker dat we ons doel - Nederland op Olympisch niveau in 2016 - kunnen halen. En als dat ons uiteindelijk brengt tot de organisatie van de Spelen in Nederland, zou dat geweldig zijn!”

Page 6: Magazine 2028, eerste editie

4 | 2028

8 ambities, 26 aansprekende resultatenTOpSpORT• Het Nederlands Olympisch Team haalt

tijdens de Spelen in Vancouver een mondiale toptienpositie

• Prins Willem-Alexander en Jeroen Straathof ontvangen uit handen van Pieter van den Hoogenband de studie ‘Nederland in de top-10’, waarin wordt verwoord hoe ons land een positie bij de beste tien topsportlanden kan veroveren.

• Via het programma ‘Goud op de werkvloer’ beginnen 41 sporters in een baan na(ast) de sport. Daarmee stijgt het totaal aantal plaatsingen tot boven de zeventig, en komt het doel van honderd plaatsingen tot de Olympische Spelen van Londen 2012 al aardig in zicht.

BREEDTESpORT• Het project ‘Start to Run’ van de

Atletiekunie trekt steeds meer lopers tussen de dertig en vijftig jaar. Inmiddels zijn er 110 locaties in Nederland waar gelopen kan worden

• Het Marc Lammers Plaza XL in Den Bosch is een van de vijf proeftuinen die NOC*NSF het afgelopen jaar heeft geopend. Doel van de proeftuinen is sportverenigingen te stimuleren

tot een aantrekkelijk en klantgericht sportaanbod.

• NOC*NSF en de Basketballvereniging ST4R openen de eerste straatbasket-balvereniging van Nederland.

• In december 2010 tekenden 124 gemeenten de intentieverklaring ‘Combinatiefuncties’, dit brengt het totaal op ruim 300 gemeenten. De combinatiefunctionaris verbindt school en sportvereniging, en zorgt zo voor een toename van de sportparticipatie van de jeugd.

SOCiAAL-MAATSCHAppELijK• Het NISB voerde samen met partners

in de periode 2006-2010 het pro-gramma ‘Meedoen alle jeugd’ uit, met als doel het stimuleren van jeugdsport. In samenwerking met gemeenten en sportbonden werden meer dan 500 clubs ‘maatschappelijk actief’, en trokken 26.000 nieuwe jeugdleden.

• Het project ‘Tijd voor Vechtsport’ van de KNKF wint de IOC Trophy. Het project is onderdeel van het programma ‘Meedoen Alle Jeugd Door Sport’, dat wordt gesubsidieerd door het Ministerie van VWS, en zet vechtsporten in ten behoeve van de integratie en persoon-lijke ontwikkeling van allochtone jeugd.

• ‘Judo in de zorg’ wint de Nationale Jeugdzorgprijs 2010. In dit project wordt judo ingezet als middel om probleemgedrag van jongeren aan te pakken, maatschappelijke uitval te voorkomen en (re)integratie te bevorderen.

• Het project ‘Denken en Doen’ van de Nederlandse Bridgebond, onderdeel van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, creëert een socialer en gezonder leefklimaat voor inac-tieve ouderen en biedt ze een sociaal netwerk.

WELzijN• Dertien deelnemers met diabetes

type 2 halen samen met Bas van de Goor de top van de 4.167 meter hoge Toubkal.

FOTO

: ANP

PH

OTO

Page 7: Magazine 2028, eerste editie

5 | 2028

Acht ambities werden er in 2008 in het Olympisch Plan geformuleerd: acht terreinen waarop Nederland de komende jaren naar Olympisch niveau wil reiken. Op elk van die gebieden werden het afgelopen jaar belangrijke resultaten geboekt.

• Met 150.000 deelnemers van 200 verschillende scholen zijn de finales van Mission Olympic in het Olympisch Stadion wederom een doorslaand succes.

• In 2010 fietsten deelnemers van het Sportplan Tegenkracht onder begeleiding van (oud-)Olympiërs vanuit Nederland langs legendarische etappes naar de Alpe d’Huez om deze vervolgens gezamenlijk te beklimmen. Met het ingezamelde geld helpt stich-ting Tegenkracht kankerpatiënten aan een sportplan op maat, om zodoende het vertrouwen in hun lichaam weer terug te winnen.

• Naast de succesvolle variant voor het basisonderwijs introduceert Rotterdam ook de Schoolsportvereniging voor het voortgezet, mbo en speciaal onderwijs.

EVENEMENTEN

• Met onder andere de start van de Giro d’Italia en de Tour de France, het WK zwemmen voor Gehandicapten, WK turnen, EK korfbal en het EK zwem-men korte baan vinden in 2010 in Nederland weer tal van grote internati-onale evenementen plaats.

• Olympisch Vuur lanceert de Nationale Evenementen Kalender, waarop alle evenementen op het gebied van sport,

cultuur en congressen te vinden zijn.• Vijf Nederlandse steden gaan samen

met NOC*NSF en het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen naar Dubai om Nederland te vertegen-woordigen tijdens SportAccord.

Ruimtelijk• NOC*NSF rondt samen met de

Alliantiepartners de Sportlandkaart af. Op deze kaart zijn alle accommodaties voor topsportevenementen te vinden die Nederland rijk is, alsmede accom-modaties die nodig zijn voor 2016 en eventueel voor de Olympische Spelen van 2028.

• Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu start met de ontwikkeling van de Olympische Hoofd Structuur. In 2011 volgt het definitieve ontwerp.

• Met de opening van de Internationale Indoor Sport Accommodatie (IISPA) op 18 november 2010 door topsport team-lid Mark Huizinga beschikt Almelo over een (top)sportaccommodatie waar in de toekomst vele (topsport)evenementen plaats kunnen gaan vinden.

ECONOMiE• De HBO-raad presenteert het

ambitiedocument ‘Olympische ambitie

voor het hbo’. Daarin wordt beschreven hoe hbo-instellingen kunnen bijdragen aan de realisering van de ambities van het Olympisch Plan 2028.

• 53 universiteiten, hogescholen, onderzoeksinstituten, sportorganisa-ties en sportkoepels publiceren samen met de ministeries van OCW en VWS het Sectorplan Sportonderzoek en -onderwijs 2011-2016. Daarin wordt beschreven wat er tot 2016 moet ge-beuren om deze sector op Olympisch niveau te brengen.

MEDiA• In 2010 werd de Kijkcijfertop-25

wederom gedomineerd door sport. Liefst 24 van de 25 best bekeken tv-programma’s waren sportgerelateerd. Sport leeft in Nederland.

• Public viewing geeft een nieuwe impuls aan de media-aandacht voor sport: 100.000 mensen keken op het Museumplein samen naar de WK voetbalfinale tussen Nederland en Spanje.

• De LinkedIn-groep ‘Olympisch Plan 2028’ overstijgt het Olympisch niveau van 2028 leden.

FOTO

: ANP

PH

OTO

FOTO

: ANP

PH

OTO

Page 8: Magazine 2028, eerste editie

COLL

ECTI

E SP

AARN

ESTA

D PH

OTO/

FOTO

GRAA

F ON

BEKE

ND

6 | 2028

Het vergeten bewustzijn van 1928

De Olympische Spelen van 1928 maak-ten een enorme indruk op Nederland én op de wereld. Het waren de eerste Spelen waar het Olympisch vuur werd ontstoken. Ook mochten er voor het eerst in de geschiedenis vrouwen deelnemen. De Spelen zorgden ervoor dat Nederland, en Amsterdam in het bijzonder, een grote stap van de 19e naar de 20e eeuw maakte.

De Olympische

Spelen van

1928 in Amsterdam

Page 9: Magazine 2028, eerste editie

7 | 2028

Veruit het grootste evenement dat Nederland in de vorige eeuw binnen zijn landsgrenzen had, waren de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam. Nederlandse sportliefhebbers konden zo de internationale sporthelden eindelijk eens in le-vende lijve bewonderen. De stad sidderde van opwinding door de aanwezigheid van het Finse loopwonder Paavo Nurmi, maar deze was helaas zo mensenschuw dat hij zelfs het contact met zijn eigen ploegleider vermeed. Na afloop van zijn gouden race op de 10.000 meter was hij daarom meteen verdwenen. Dagblad De Eemlander: ‘Zonder zich om de filmoperateurs te bekommeren, rent Nurmi meteen den tunnel voor de kleedka-mers binnen.’

De Australische roeier Bob Pearce daarentegen werd populair als de Held van Sloten, vernoemd naar het dorp waar de Olympische races werden gevaren. De plaatselijke jeugd achtervolgde hem overal. Door het gekrioel langs de kant viel er een keer een peuter van een vlonder, die net op tijd weer uit het water werd gevist. Nadat Pearce al zijn wedstrijden had gewonnen, kreeg hij van de kinderen een vaasje met bloemen en een zilveren lepeltje met het wapen van Sloten. Met zijn enorme handen en sympathieke grijns was Pearce een van de sterren van 1928 – in ieder geval onder de kinderen.

vreemde gebruikenGlunderend en gnuivend keek het Nederlandse publiek naar de vreemde gebruiken van die buitenlanders. De Portugese

voetballers bijvoorbeeld zoenden elkaar als ze een doelpunt hadden gemaakt! Voetbaljournalist Ad van Emmenes had het zelf gezien nadat zo’n voetballer had gescoord: ‘Hij kreeg meer zoenen dan een normale Hollandse vrijer in een week afkan. Die zwarte rechtsbinnen met z’n blozende wangen was de gelukkigste man van de wereld.’

Tussen al die gekke namen en gebruiken door zagen de toeschouwers vooral hoe goed de internationale sporters waren. Dat leverde voor Nederlandse deelnemers wel eens een pijnlijk moment op, meldde tijdschrift Revue der Sporten: ‘Sommige van die wereldcracks hebben er ’n satanisch plezier om eens naar de Nederlandsche athletiekrecords op spring- en werpnummers te informeeren en dan op hun doode gemak ’n heel eind verder te springen of te werpen dan onze nationale topprestaties.’

vrouwensportToch was Nederland vooral in de ban van zijn eigen sporters. De gouden zwemmedaille van Zus Braun maakte veel emoties los. ‘Het Wilhelmus klonk op,’ zag de verslaggever van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, ‘statig ging de vaderlandsche driekleur omhoog. Het was het moment waarop ieder gewacht had … het was een oogenblik van vreugde en ontroering. Velen pinkten een traan weg, omdat het zoo heerlijk was, die vlag in ons eigen land op onze Olympische Spelen.’

Door Jurryt van de Vooren

Op de Spelen van 1928 mochten vrouwen voor de eerste keer meedoen bij het atletiek en turnen – met zwemmen de belangrijkste Olympische sporten. Dat viel niet bij iedereen in goede aarde. Vooral de atletiekfinale op de 800 meter was verschrikkelijk, vond De Telegraaf: ‘Het heele stel had tien minuten nodig om weer op adem te komen, waarop het grienend zwikje, met uitzondering van de winster, elkander melodramatisch de schouders omvattend uit het gezichtsveld verdween. Laat dit de laatste maal zijn, Heeren voorbereiders der Olympiades.’

olympisch vuurDe Amerikaanse atlete Anne Vrana O’Brien vond deze kritiek schandalig: “Ik was erbij en geef toe dat de meisjes uitgeput waren. Maar de mannen die in 1928 de 200 meter hadden gelopen, waren er na afloop net zo slecht aan toe.” Ondanks de vele kritiek markeerden de Spelen van Amsterdam de Olympische doorbraak van de internationale vrouwensport. Het aantal vrouwelijke deelnemers groeide daarna als kool - als een legacy van 1928.Voor het eerst in de geschiedenis van de Olympische Spelen brandde in Amsterdam ook het Olympisch vuur.

“Voor het eerst in de geschiedenis van de Olympische Spelen

brandde in Amsterdam het Olympisch vuur”<< De intocht in

het Olympisch Stadion bij de Spelen in 1928. Voorop lopen de Zwitsers, daarachter de Nederlanders.

COLL

ECTI

E SP

AARN

ESTA

D PH

OTO/

ANP

Page 10: Magazine 2028, eerste editie

8 | 2028

Stadionarchitect Jan Wils zag het in april 1926, twee jaar voor aanvang van de Spelen, al helemaal voor zich. In dagblad Het Vaderland vertelde hij toen over de Marathontoren bij het Olympisch Stadion: “Ik stel me daarvan veel voor. Het wordt een heele ijle toren. Er boven komt een groote schaal, waarin overdag een rookpluim kan opstijgen en ’s avonds een vuurzuil.”

het veiligste stadion ter wereldBehalve het Olympisch vuur schonk Wils de wereld ook een ultraveilig Olympisch Stadion, wat vooral te danken was aan het ingenieuze trappenstelsel. Architectuurhistoricus Maurits Nibbering: ‘De vorm, organisatie, afmetingen van trappen en treden in het Olympisch Stadion gelden al decennialang als modelvoorbeeld voor de geleiding van publieksstromen in en uit het stadion.’

Als de toeschouwers het Olympisch Stadion verlaten, lopen ze over steeds grotere trappen, die stuk voor stuk worden onderbroken door ruime bordessen. Deze fungeren als buf-ferruimtes om de met verschillende snelheid lopende mensen op te vangen. Nibbering: ‘De brede trappen, die uitmonden op het straatniveau, nodigen daarom uit deze zonder angst af te lopen, als de monding van een rivier.’

Wils had dit beter doordacht dan menig stadionbouwer in de 21ste eeuw, die de bezoeker het liefst opsluit in helse trappen-stelsels. Het Olympisch Stadion heeft de veiligste trappen ter wereld: nimmer vond er een ongeluk plaats!

amsterdam wereldstadNa de Spelen van 1928 was het collectieve zelfbeeld grondig veranderd. Alhoewel ons land na afloop geen vierkante kilome-ter in oppervlakte was gegroeid, was er tussen de oren van de toenmalige Nederlanders, in ieder geval de Amsterdammers, wel degelijk iets veranderd.

Het begon al in 1913 toen het zogenaamde Oude Stadion werd gebouwd aan de Amstelveenseweg – tegenover de plek waar in 1928 het Olympisch Stadion kwam te staan. Net als steden als Parijs, Londen, Berlijn en New York kreeg Amsterdam eindelijk zijn eigen sportstadion. Toen vijftien jaar later het Olympisch Stadion werd gebouwd, verzuchtte de N.R.C.: ‘Zooveel vreemde talen als men op straat en vooral op de overvolle café-terrassen hoort spreken, heeft men hier wel-licht nog nooit door elkander kunnen hooren.’ Dankzij de sport kon Amsterdam zich met recht een wereldstad noemen – eerst in 1913, later in 1928.

renaissanceAnno 2011 zijn alle Nederlandse deelnemers aan de Spelen van 1928 overleden. En er zullen ook niet veel mensen meer zijn die de Spelen met eigen ogen hebben kunnen aanschouwen. Een van hen was de in 2009 overleden Piet Kranenberg. Tien jaar oud liep hij in 1928 aan de hand van zijn vader naar het stadion. In 2008, tachtig jaar na de Spelen, stond die herinne-ring nog als de dag van gisteren in zijn geheugen gekerfd. “Het was heel fantastisch.”Mede daardoor werd Kranenberg eind vorige eeuw het gezicht van de reddingsactie van het Olympisch Stadion. Als een mantra herhaalde hij keer op keer: “Je breekt geen Olympisch Stadion af. Dat doe je niet als je jezelf als land respecteert.”

Ware woorden, want het stadion symboliseert een tijdperk waarin Nederland en Amsterdam het grootste evenement van de twintigste eeuw organiseerden. Het was een tijdperk van daadkracht en creativiteit, welke in de ambitie om honderd jaar later opnieuw de Spelen te organiseren, zijn renaissance lijkt te beleven.

“Je breekt geen Olympisch Stadion af. Dat doe je niet als je jezelf als land

respecteert”

FOTO

: ANP

PH

OTO

Page 11: Magazine 2028, eerste editie

9 | 2028

De bright guys achter het Topsportteam 2028 Veen en Eggenkamp zetten hun

topsport ervaring én zakelijke kennis in

Ze zijn beiden vanaf het eerste uur bij het Olympisch Plan betrokken. Ook zijn ze – zeker gezien hun ervaring – jong, bekleden ze vooraanstaande functies in het bedrijfsleven én kunnen ze bogen op een imposante topsportcarrière. Logisch dus dat Stephan Veen en Gerritjan Eggenkamp, beiden lid van het Dagelijks Bestuur van Olympisch Vuur, de rol van ‘kwartiermaker Topsportteam 2028’ toebedeeld kregen. ‘Topsporters belichamen als geen ander de ‘kracht van sport’ en zijn een inspirerend voorbeeld voor hun omgeving. Het is geweldig én essentieel dat Olympisch Vuur kan putten uit de unieke ervaring, expertise, wilskracht én daadkracht die (oud-)topsporters eigen is.” Door Friso Schotanus | Foto’s René Bouwman

Page 12: Magazine 2028, eerste editie

10 | 2028

Roeier Gerritjan Eggenkamp (35) won als eerste Nederlander de beroemde Boat Race tussen de universiteiten van Oxford en Cambridge en nam tweemaal deel aan de Olympische Spelen (Sydney en Athene), waarbij hij in 2004 zilver won met de Holland Acht. Daarna trad de voormalig student computerwetenschap-pen als management consultant in dienst van McKinsey. Vanuit die functie belandde hij in 2006 samen met een aantal collega’s op Papendal. “In de zomer van dat jaar hebben we met Marcel Sturkenboom en Ton Nelissen, die je gerust de oervaders van het Olympisch Plan kunt noemen, pro bono nagedacht over de manier waarop je de Olympische ambities gestalte kunt geven. Het idee om de legacy, de nalaten-schap van de Spelen naar voren te halen is toen ontstaan, en dat is nog niet eerder vertoond. Zelfs als de Spelen uiteindelijk niet naar Nederland komen, hebben we het profijt mogen ervaren van de kracht van sport & de Olympische gedachte. En ons land hierdoor naar een hoger niveau getild. Binnen het IOC schijnt men met interesse naar ons te kijken: Wat zijn de Nederlanders aan het doen? Ze noemen het de Dutch approach.”

dagelijks bestuurOok Stephan Veen (40) was van begin af aan, als lid van de Club van 2028, betrok-ken bij het Olympisch Plan. Veen nam deel aan drie Olympische Spelen (Barcelona, Atlanta en Sydney), en won tweemaal Olympisch goud. In de hockeyfinale in Sydney scoorde hij drie keer en benutte de laatste en beslissende strafbal. De zoon van oud-profvoetballer en De Graafschap-voorzitter Sietze Veen werd ook tweemaal wereldkampioen, won twee keer de Champions Trophy er werd in 1998 en 2000 verkozen tot ’s werelds beste hockeyer.

Geen wonder dat bij het formeren van het dagelijks bestuur van de Council Olympisch Plan 2028, dat toeziet op het realiseren van het Olympisch Plan en het draagvlak ervoor probeert te bevorderen, behalve aan Gerritjan Eggenkamp ook aan Stephan Veen werd gedacht. “We zijn relatief jong, maar bij het uitdenken en opzetten van bepaalde projecten komt onze ervaring

– zowel zakelijk als op topsportniveau – goed van pas”, vertelt de voormalig tophockeyer.Veen is regiodirecteur voor de Rabobank in Oost-Nederland. Hij stuurt een team van 35 man aan, en heeft te maken met de belangen van lokale banken, die een grote mate van autonomie bezitten. Veen leert naar eigen zeggen goed omgaan met de verschillende belangen. Die vaardigheid is in de Council een gewenste eigen-schap. Veen: “We vormen met zijn vijven het dagelijks bestuur en komen eens in de twee weken bij elkaar. NOC*NSF-voorzitter André Bolhuis heeft de taken van voormalig voorzitter Ivo Opstelten (de huidige minister van Veiligheid) uitste-kend waargenomen. In zijn plaats komt binnenkort Jan Willem Maas, bestuurslid NOC*NSF en voorzitter van hockeyvereni-ging Kampong. Daarnaast hebben Geert van Maanen, topambtenaar van VWS, en Albert Spijkman van marketingbureau VODW zitting in het bestuur. De lijnen zijn kort, waardoor we snel en adequaat kunnen handelen.”

wapenfeitenEggenkamp en Veen constateren dat het fundament van het Olympisch Plan staat. Ook over de voortgang van de uitvoering zijn ze, ondanks het feit dat Nederland moet bezuinigen, niet bezorgd. Veen: “We zijn nog lang niet waar we moeten zijn, maar zijn wel op de goede weg. Het stimuleren van bewegen, het sporten op scholen en de naschoolse opvang, daar zit vooruitgang in, en daarvan is Olympisch Vuur de ontbrander geweest. Ook slagen we er beter in om grote evenementen naar Nederland te halen. In gesprekken over het Olympisch Plan vallen mij altijd de superenthousiaste reacties op, als het gaat om het inzetten van sport als middel om een betere samenleving tot stand te brengen.”

topsportteam 2028Een van de wapenfeiten van Veen en Eggenkamp is de formatie van het Topsportteam 2028 (zie pagina 11). Om meer (oud-)sporters bij het plan te betrek-ken, gingen ze op zoek naar ‘maatschap-pelijk geëngageerde’ ex-topsporters, uit verschillende disciplines. “Het mooie is”, vertelt Eggenkamp, “dat iedereen in deze groep activiteiten ontplooit die onder de ambities van het Olympisch Plan te scharen zijn. Zo dragen ze echt inhoudelijk bij aan het naar Olympisch niveau brengen van Nederland. Neem Leontien van Moorsel met haar Ladies Ride, Bas van de Goor met zijn Foundation. Naast een inhoudelijke rol, hebben de leden van het Topsportteam 2028 ook een ambassadeursfunctie. Dit houdt in dat ze op verschillende plekken ‘het Olympische verhaal’ uitdragen en andere partijen en personen enthou-siasmeren om een bijdrage te leveren. Daarnaast komen we ongeveer vier keer per jaar bij elkaar, waarbij de leden hun ken-nis en ervaring beschikbaar stellen aan het Olympisch Plan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Richard Krajicek en Esther Vergeer, beiden toernooidirecteur met kennis van Evenementen. Deze kennis kunnen ze inbrengen en is van grote waarde.

Het formeren van het Topsportteam kostte de drukbezette heren veel vrije tijd. Veen: “We wilden alle sporters individueel bena-deren. Gelukkig werden en worden we heel goed ondersteund door het Program Office. Het is machtig mooi om te zien – en daar hebben we ons echt over verbaasd – hoe deze sporters zich inspannen en bereid zijn iets terug te geven aan de samenleving. Normaal zou je zeggen: topsporters gaan alleen voor topsport. Maar dit plan is breder, en deze topsporters dragen daar allemaal aan bij, op het gebied van gezondheid, welzijn of sociaal-maatschappelijke taken. Dát is de grootste kracht van het Topsportteam.”Eggenkamp: “Het is heel erg inspirerend om met deze groep bij elkaar te zijn. Als je ziet wat ze allemaal doen, het enthousiasme en de gedrevenheid wat van ze afstraalt, dat is echt heel bijzonder.”

Eggenkamp: “Binnen het IOC schijnt men met interesse naar ons te kijken: Wat zijn de Nederlanders aan het

doen? Ze noemen het de Dutch approach”

Veen: “Normaal zou je zeggen: topsporters gaan alleen voor topsport. Maar dit plan is breder, en deze topspor-

ters dragen daar allemaal aan bij. Dát is de grootste kracht van het Topsportteam”

Page 13: Magazine 2028, eerste editie

11 | 2028

Topsport­team 2028Op Koninginnedag 2010

werd het ‘Topsportteam

2028’ wereldkundig

gemaakt. Onder de noe-

mer ‘Een beter Nederland

door de kracht van sport’

hebben de volgende pro-

minente ex-topsporters

zich aan het realiseren

van het Olympisch Plan

2028 verbonden:

Van links naar rechts:1. Bas van de Goor2. Floris Jan Bovelander3. Chiel Warners4. Mark Huizinga5. Minke Booij6. Stephan van den Berg7. Pieter van den Hoogenband8. Richard Krajicek9. Leontien Zijlaard-van Moorsel10. Yvonne van Gennip11. Ellen van Langen12. Esther Vergeer13. Saskia Mulder14. Trinko Keen15. Jochem Uytdehaage16. Erben Wennemars17. Nicole Bulk18. Kirsten van der Kolk19. Arnold Vanderlyde20. Tineke Bartels21. Nienke Nijenhuis22. Deborah Gravenstijn23. Wietse van Alten24. Daniëlle de Bruijn25. Bettine Vriesekoop26. Jeroen Straathof (voorzitter

Atletencommissie NOC*NSF)27. Stephan Veen28. Gerritjan Eggenkamp

FOTO

’S: A

NP P

HOT

O

1 2 3 4

5 6 7 8

9 10 11 12

13 14 15 16

17 18 19 20

21 22 23 24

25 26 27 28

Page 14: Magazine 2028, eerste editie

12 | 2028

projecten in het land

De kracht van sport benutten voor een betere maatschappij is niet nieuw. Ook voor de introductie van het Olympisch Plan 2028 waren er al prachtige projecten en initiatieven, die een waardevolle bijdrage leverden aan een beter Nederland, een gezon-der en sportiever leven of een pret-tiger en socialer leefklimaat. Denk hierbij bijvoorbeeld aan landelijke ini-tiatieven als de Nationale Sportweek, Mission Olympic, de Richard Krajicek Playgrounds en de Cruyff Courts. Een ander mooi voorbeeld zijn de proeftuinen van NOC*NSF, waarin sportverenigingen zich presen-teren met een vernieuwend en klantgericht aanbod. Vorig jaar werd met Sportfrissel in Drachten de twintigste proeftuin geopend. Daarnaast heeft de introductie van het Olympisch Plan 2028 ook geleid tot nieuwe aansprekende projec-ten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Sonsbeek Runningpark in Arnhem, het Drents Olympisch Plan en Grolloo Olympisch Dorp 2011. Kortom het Olympisch Vuur verspreidt zich…Mist u een aansprekend project? Mail deze dan naar [email protected].

Van Sportdag naar Vereniging, Esther Vergeer gehandi-captensport (hoofdkantoor Woerden)

Sportiefste School 2010, Het Scala College (Alphen a/d Rijn)

ClubFIT (Amsterdam)

Sportdorp (Opende , Hoorn) Duursportief Noord-Holland (Alkmaar) Sportfair (Opmeer, Haarlem, Enkhuizen, Den Helder) 45-plus voetbal Lisse

Den Haag De vereniging als winkel en leerbedrijf De Sportbank Streetball in de wijk

Rotterdam Schoolsportvereniging Topsporthal Rotterdam Streetball in de wijk

Landelijk:• Richard Krajicek Playgrounds (totaal 49 playgrounds in 22

verschillende steden)• 76 Johan Cruyff Courts• Nationale Sportweek (95 gemeenten, 4.500 sportacti-

viteiten georganiseerd, 550.000 deelnemers, gastge-meente 2011 nog niet bekend)

• Scool on wheels, Fonds Gehandicaptensport landelijke clinics (hoofdkantoor Bunnik)

• Mission Olympic, finales Amsterdam, voorrondes heel Nederland

• KPN Junior schaatsclub, landelijke clinics (hoofdkantoor KNSB Amersfoort)

45-plus voetbal, Middelburg

Page 15: Magazine 2028, eerste editie

13 | 2028

de proeftuinen van noc*nsf

overige aansprekende projecten Regionaal/plaatselijk

Runningpark Sonsbeek (Arnhem)

SportZ (Nijmegen)

Eindhoven, Helmond Lisso Beweegtuin Senioren

Sportconnextion (Utrecht) Jeugd wil Scoren (Utrecht) Sportvarianten (Zeist) Waterpolo Rulez (Hilversum)

Sporttop, Jochem Uytdehaage (hoofdkantoor Blaricum)

Tilburg Lisso Topsporthal Tilburg Streetball in de wijk

Den Bosch Grenzeloos in Beweging Marc Lammers Plaza XL Lisso

Sport & Leisure Park Landgraaf (Landgraaf)

Vrijenbroek.nl (Venlo)

De Pelikaan (Zwolle) Sportboulevard Enschede Scoren in de Wijk, FC Twente

(Enschede) Topsporthal Almelo

Drenthe Play it Forward Drents Olympisch Plan

OranjeRun (Groningen) De vereniging als winkel en

leerbedrijf (Groningen)

Grolloo Olympisch Dorp 2011 (Grolloo)

Sportdorp (Stedum, Blijham, Eenrum/Wehe-den)

45-plus voetbal (Leeuwarden) Sportfrissel (Drachten)

Page 16: Magazine 2028, eerste editie

14 | 2028

FOTO

: ANP

PH

OTO

colu

mnPolonaise

Als Brabander en carnavalsfan is mijn favoriete dansvorm uiteraard de polonaise.

Zodra ik de eerste tonen van ‘Het dondert en het bliksemt’ hoor, loop ik al op de dans-

vloer met m’n armen vooruit. Wachtend tot twee schouders zich onder mijn handen

nestelen. Maar – zoals het een goede polonaise betaamt – meestal sluiten de mensen

achter aan. Dat doe ik zelf ook regelmatig, want ik hoef echt niet per se voorop te

lopen. Als de koploper maar de juiste richting bepaalt en alle mensen daarachter

ongeveer hetzelfde tempo aanhouden. Zodra er een paar harder gaan lopen of

tegendraads gaan draaien, valt de slinger uiteen in allerlei losse regenwormpjes die

telkens tegen elkaar opbotsen.

We moeten oppassen dat het Olympisch Plan 2028 niet uitmondt in een slechte polonaise, waar ieder voor zich z’n eigen draai geeft aan de term ‘Olympisch niveau’. Ik ben als lid van het Topsportteam 2028 een groot supporter van de gedachte achter en de doelstellingen van het Olympisch Plan, maar de laatste tijd heb ik de indruk dat de (al dan niet feest)neuzen niet meer allemaal dezelfde kant op staan. Dat is jammer, want het Olympisch Plan heeft een enorme po-tentie. Naast uiteraard de sport heeft vrijwel elke sector het plan inmiddels omarmd: de politiek, de economie, de wetenschap en ga zo maar door. Het lijkt wel of iedereen is betoverd door de magie en de grootsheid van de Olympische Spelen. Men lijkt er in Nederland – eindelijk – van doordrongen dat sport het ideale (bind)middel is om ook tal van economische, sociale en maatschappelijke doelen te bereiken.

De basis is gelegd en theoretisch hebben we goud in handen. Nu is het nog zaak om die plak ook daadwerkelijk binnen te slepen en dat is mak-kelijker gezegd dan gedaan, weet ik uit ervaring. Want hoewel het natuurlijk wel te prijzen is dat al die gemeenten linksom of rechtsom bezig zijn met het Olympisch Plan, krijg ik sterk de indruk dat het toch nog steeds een beetje ieder voor zich is. De bedoelingen van al die verschillende projecten en initiatieven zijn goed – laat daar geen misverstand over bestaan – maar ik denk dat we nog een heel grote slag moeten maken op het gebied van samenwerken en kennisuitwisseling. Gemeenten moeten niet met elkáár concurreren, maar juist samen optrekken en profiteren van elkaars kennis. Want de échte concurrentie zit in

het buitenland. Willen we straks daadwerkelijk een kans maken om die Spelen binnen te halen, dan zullen we als land één front moeten vormen.

Ik weet dat het Olympisch Plan vooral is bedoeld om Nederland eerst maar eens – in 2016 – op Olympisch niveau te kríjgen en pas daarna om de Spelen daadwerkelijk te mogen organiseren. Echter, we moeten ons dan wel met z’n allen realiseren wat Olympisch niveau dan precies inhoudt. Voor mij staat dat gelijk aan topkwaliteit bieden. In de topsport natuurlijk, maar óók in de breedtesport, in talentontwikkeling, in de zorg, in de export, enzovoort, enzovoort.Om dat te bereiken is het van belang dat we de juiste poppetjes op de juiste plaatsen gaan krijgen. Ex-topsporters of mensen die lang in de topsport hebben gewerkt, weten hoe ze op het juiste moment moeten pieken. Dat is niet vandaag, maar in 2016. Stel daarom een aantal kartrekkers uit de topsport aan die over een langere periode de richting van de Olympisch Plan-polonaise gaan be-palen en die er ook voor gaan zorgen dat iedereen in dezelfde richting en in hetzelfde tempo loopt. De beleidsbepalers achter de Olympische missie moeten juist nu moed en leiderschap tonen door de juiste mensen verantwoordelijkheid te geven en andere mensen die niet goed functioneren, te laten gaan of andere taken te geven. Dat is niet makkelijk en ook niet leuk, maar wel nodig als je je doelen wilt bereiken. Het Olympisch Plan staat als een huis, maar heeft wel een injectie van daadkracht nodig om ervoor te zorgen dat we in 2016 en misschien ook wel in 2028 met alle Nederlanders een oneindig lange ‘Polonaise Hollandaise’ gaan lopen.

pieTer Van Den

HOOGenBanD

Page 17: Magazine 2028, eerste editie

15 | 2028

Europese titels, wereldtitels, grand slams, drie (zes, als je haar dubbeltitels meetelt) Olympische gouden medailles, acht jaar lang ongeslagen, elf jaar achter-een nummer één op de wereldranglijst. Dus is de logische vraag: Wat valt er nog te winnen? “Halverwege 2009 worstelde ik met mijn motivatie”, vertelt Esther Vergeer. “Ik merkte dat ik het heerlijk vond om thuis te zijn bij vrienden en familie, had een vriend gekregen en dat is ook heel fijn. Ik vroeg me af of ik nog wel in die topsporttunnel wilde blijven. Ook maatschappelijk gezien lagen er mogelijkheden. Maar ik heb er toch voor gekozen om de focus te richten op de Spelen van volgend jaar in Londen. Daar wil ik nog één keer goud halen.”Dus reist Vergeer weer de wereld rond, maar wel in aangepaste vorm. “Voorheen speelde ik elk jaar ruim twintig toer-nooien en was ik zo’n 25 weken per jaar onderweg. Nu doe ik nog maar tien, twaalf toernooien per jaar. Dat is mak-kelijker vol te houden, geeft me de kans om meer thuis te zijn en om te werken aan mijn maatschappelijke carrière.”

Die carrière staat tot dusver vooral in het teken van het verbeteren van de positie

Esther Vergeer wil volgend jaar bij de Olympische Spelen in Londen nog één keer boven op het podium staan. Dan is het gedaan met de topsport en gaat de rolstoeltennisster zich toeleggen op haar maatschappelijke carrière, die voor een deel in het teken zal blijven staan van het Olympisch Plan en de emancipatie van de gehandicaptensport.

“Het denkpatroon moet anders”

Door Joost de Jong

van gehandicaptensport in Nederland. Ze geeft lezingen voor studenten, het bedrijfsleven en sportverenigingen, en verzorgt met haar Esther Vergeer Foundation clinics voor gehandicapte kinderen op mytylscholen. “Samen met de Johan Cruyff Foundation proberen we onder het motto ‘Van sportdag naar vereniging’ zoveel mogelijk kinderen met een handicap in contact te laten komen met sport en bij een vereniging onder te brengen. Daar is grote behoefte aan. Er wordt wel veel aandacht besteed aan Olympische en Paralympische topsport en aan de reguliere breedtesport, maar de gehandicaptenbreedtesport ligt nog braak. Het is nog steeds heel moeilijk om je weg te vinden als je gehandicapt raakt en aan sport wilt doen. Waar moet je heen, hoe moet je beginnen? Er zijn weinig instanties die je dan kunnen helpen.”Ook in de topsport strijdt Vergeer voor de positie van de Paralympiërs. “Binnen de bonden is het niet altijd vanzelfsprekend dat Olympisch en Paralympisch één zijn. Het wordt gelukkig wel steeds beter, dankzij de organisatorische integratie van beide takken. Zo zou het misschien ook wel met de Spelen moeten. Ik denk

wel eens: Waarom moeten er twee weken zitten tussen de Olympische Spelen en de Paralympics? Daardoor verdwijnt de aandacht. Waarom is hun sluitingsceremonie niet onze opening?”Als enige gehandicapte sporter maakt Vergeer deel uit van het Topsportteam 2028. “Ik kan ogen openen, zeggen: ‘Hé, denken jullie wel aan de Paralympische Spelen?’ Ik hoop op die manier mijn steentje bij te dragen aan het Olympisch Plan. Ik geloof sterk in dat Plan, vooral in het samen proberen dingen voor elkaar te krijgen. Daardoor zal de positie van de gehandicaptensport ook verbeteren.” Als toernooidirecteur is Vergeer dit jaar voor de derde keer verantwoordelijk voor het rolstoeltennistoernooi tijdens het ABN AMRO World Tennis Tournament in Ahoy Rotterdam. “Sportmarketing en het organiseren van evenementen is een van de andere richtingen die ik na mijn carrière op wil”, zegt ze. “In Rotterdam is het rolstoelevenement geïntegreerd in het reguliere toernooi, en dat is een perfecte manier om rolstoeltennis te laten zien aan het publiek. Zo breng je beide werelden bij elkaar en zien de mensen dat gehandicaptensport óók mooi en spectaculair kan zijn.”

FOTO

: SOE

NAR

CH

AMID

Page 18: Magazine 2028, eerste editie

16 | 2028

Jochem Uytdehaage, tweevoudig Olympisch kampioen, heeft van de ambitie om Nederland op Olympisch niveau te brengen zijn werk gemaakt.

Weg met de negatieve energie!

op je energieniveau, wat doet stress of slaap op je energiehuishouding? In dit werk kan ik heel goed putten uit mijn ervaring als sporter. Als schaatser weet ik namelijk heel goed hoe ik het optimale uit mijn lichaam kan halen. Een topsporter is in staat om ‘energielekken’ te benoemen en daarmee aan de slag te gaan. Je moet namelijk zoveel mogelijk energie overhouden voor de finale. Daar komt ‘stressmanagement’ bij kijken. Als ik terugkijk naar Salt Lake: daar ging alles super. Ik reed onwijs lekker, ik sliep prima, het was mooi weer. Ik wil maar zeggen: uiteindelijk draait het allemaal om welzijn. Je moet jezelf lekker voelen om optimaal te kunnen presteren. Als dat lukt kun je de hele wereld aan. Dat probeer ik te vertalen naar de werkvloer: Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen die continu negatieve druk ervaren, een switch kunnen maken, ervoor zorgen dat ze positiever in hun werk staan? Vaak blijkt dat mensen streven naar een betere verhouding tussen werk en privé. Maar in de praktijk kiezen ze niet écht. Als je afspraken maakt met je gezin en je

kunt ze niet waarmaken, dan levert dat ‘interne ontevredenheid’, stress op. Dus is het zaak duidelijke keuzes te maken.”Gezien mijn werk is het logisch dat ik een enthousiast ambassadeur ben van het Olympisch Plan 2028; voor elk individu in Nederland zijn er voordelen aan te behalen. De grootste makke is dat mensen denken: het Olympisch Plan, dat gaat alleen maar over sport en het binnenhalen van de Olympische Spelen. Daarom moet je mensen ervan bewust maken dat het om zoveel méér dan sport gaat. Al vind ik wel dat mensen écht meer moeten bewegen, omdat het nu eenmaal goed is om te doen. Het geeft je energie.”

FOTO

: SOE

NAR

CHAM

ID

<< Salt Lake City, 2002. Jochem Uytdehaage rijdt een ereronde na het behalen van de gouden medaille op de 10.000 meter.

”Voor elk individu in Nederland zijn er voordelen aan

het Olympisch Plan te behalen”

In zijn sportieve topjaar 2002 (Olympisch goud op de 5.000 en 10.000 meter in Salt Lake City), nam Uytdehaage het ini-tiatief tot de oprichting van de Stichting Sporttop, een stichting die jonge sporters ondersteunt. “Hierbij koppelen we de ervaring van (ex-)topsporters aan sporttalenten. Je krijgt koppels, met een mentor-pupilverhouding. Ik ben ervan overtuigd dat de kennis en kunde van sporters, in welke tak dan ook, van waarde is voor jonge sporters.”Maar Uytdehaage doet meer. Zijn

voornaamste werk bestaat uit het fitter en vitaler maken van de werkende Nederlander. Onder de noemer Everyday Olympics zet hij zich als lifeguard in om de Olympische spirit te bevorderen. “Ik houd mij met name bezig met het geven van bedrijfstrainingen, gericht op ‘energiemanagement’. Dat betekent dat je leert omgaan met en je bewust wordt van je eigen energie. Hoe je ervoor kan zorgen dat je gedurende de gehele dag voldoende energie hebt. Wat voor invloed heeft bijvoorbeeld voeding

Door Friso Schotanus

Page 19: Magazine 2028, eerste editie

17 | 2028

Leontien van Moorsel heeft van haar voornaam een platform gemaakt. Leontien.nl fungeert als online da-mesmagazine waarop alles draait om gezond leven. Het oogt als een glossy, en gaat over lifestyle, met gezondheids-, voedings- en bewegingstips. Daarnaast heeft zij haar eigen sportkledinglijn, die weer nauw aansluit bij haar eigen wielerteam, dat succesvol deelneemt aan het Nederlandse wedstrijdcircuit en natuurlijk de Ladies Ride, hét fietsevene-ment voor vrouwen.Voor Van Moorsel sluiten al deze activitei-ten aan bij haar beleving als topsporter. “Je hebt sporters die gaan alleen voor de winst. Ik vond tijdens mijn topsportcar-rière de positieve kracht die sport geeft al net zo belangrijk. Daarom ben ik na mijn actieve carrière ook blijven bewegen, ik wilde die positieve energie blijven voelen. En ik wilde er iets meer mee, namelijk die positieve energie overbrengen op anderen, op de huisvrouw op de stads-fiets, of de buurvrouw die gaat joggen. Ik wil ervoor zorgen dat mensen in balans komen en blijven, dat vind ik heel erg

belangrijk. Alles wat ik doe, of het nu de Ladies Ride is, mijn eigen wielerteam, mijn kledinglijn, dat doe ik allemaal met heel veel passie en enthousiasme. Dan merk je ook dat het succes heeft.”“Bij alles wat ik doe grijp ik ook terug op mijn topsportcarrière. Vooral bij het adviseren van mijn wielerteam natuurlijk, maar ook bij de evenementen die wij opzetten. Als wij een Ladies Ride organiseren dan moet ook alles van a tot z kloppen. Het is net als een wedstrijd: je leeft er helemaal naar toe, puzzelstukjes moeten in elkaar vallen. Mijn valkuil in mijn huidige werk is net als tijdens mijn topsportcarrière: te veel hooi op mijn vork nemen. Niet goed luisteren naar je lichaam. Als iets af moet, ga ik ermee door, totdat mijn lichaam zegt: Leontien: tot hier en niet verder. Dan heb ik last van allerlei kwaaltjes en dingetjes, of mijn weerstand gaat naar nul.”Van Moorsel is lid van het Topsportteam 2028 van Olympisch Vuur. Zij gunt de talenten van nu de ervaring die ze zelf heeft opgedaan. “Ik ben Olympisch kampioen geworden in Australië en in

Griekenland. Het lijkt me zó mooi voor ‘onze’ jonge sporters om dat in 2028 in eigen land mee te kunnen maken. Daar wil ik me hard voor maken. Daarvoor is het wel absoluut noodzakelijk dat iedereen goed samenwerkt. Dus niet Amsterdam versus Rotterdam, het moet niet uitmaken waar de openingscere-monie is en waar het grote stadion komt te staan. Nee, alleen als we de handen

ineenslaan kan het kans van slagen hebben. Trouwens, mijn eigen kleine meid is nu drie jaar en ze heeft net zo’n fel karaktertje als ik, dus misschien… Nee hoor, ze hoeft van mij niet aan topsport te doen. Al zal ik haar wel stimuleren te gaan sporten.”

Leontien van Moorsel is niet het type om stil te zitten. Sinds het beëindigen van haar topsportcarrière trekt ze alles uit de kast om sport en een gezonde levensstijl voor vrouwen te promoten.

alles met passie

FOTO

: JER

OEN

HER

MES

<< De Ladies Ride afgelopen jaar in Den Bosch.

“Het is wel abso-luut noodzakelijk

dat iedereen goed samenwerkt”

Door Friso Schotanus

Page 20: Magazine 2028, eerste editie

18 | 2028

De ontmoeting tussen Harry Been en Johan Wakkie begint hilarisch. De twee kennen elkaar goed, delen een diepe liefde voor sport en muziek, en schaken met elkaar via internet. Been op zijn iPhone, Wakkie tegenwoordig via zijn iPad. Dat maakt Been nieuwsgierig. “Wat kan je daar nou mee, met zo’n iPad?” “Het is geweldig”, juicht Wakkie. “Ik lees er alle kranten op, heerlijk in de trein.” Het verhaal dat uit het gesprek moet voortvloeien, is even bijzaak. “Ach,” zegt Wakkie, “dat verhaal komt vanzelf. En de kop hebben we al: Wakkie-Been 1-0!” Want de KNHB heeft wel een WK veroverd en de KNVB niet. Been laat de provocatie niet op zich zitten: “Ach, is het ook eens andersom.”

WAKKiE - BEEN

1 0

nederland vs. rusland“Ik was er echt van overtuigd dat het tot het laatste moment tussen Rusland en ons zou gaan,” zegt Been. “In de week voor de stemming was onze analyse: Engeland haalt het zeker niet. Die zijn vermoord door hun eigen pers en de verhalen over omkoping en corruptie. De 22 mensen uit het FIFA-bestuur die moeten stemmen, komen uit Zuid-Amerika, Zuid-Korea, Japan et cetera, die hebben geen zin om zeven jaar last te hebben van de Engelse pers. Ook was al vroeg duidelijk dat Spanje/Portugal het niet zou redden vanwege de stemmendeal met

De toon is dus snel gezet in het sfeervolle Zwolse restaurant Poppe, waar Been, op steenworp afstand van huis, optreedt als gastheer. Het zijn de dagen na Kerstmis, niet lang na 2 decem-ber 2010 dus, D-day voor het Nederlandse voetbal en eigenlijk de hele Nederlandse sport. Op die dag wees de FIFA het WK voetbal van 2018 toe aan Rusland en niet aan het door Been geleide HollandBelgiumBid, kortweg The Bid. Na maanden van lobbyen en promoten, probeert Been de rust te vinden voor een eerste reflectie.

Page 21: Magazine 2028, eerste editie

19 | 2028

Qatar. Dat is in FIFA-kringen niet gewaardeerd. Dus ging het tussen Rusland en ons. Wij hebben ons steeds gepositioneerd als het bid waarbij voetbal voorop stond, een beetje alternatief, groen, vooruitstrevend. Maar ook als integer. Bij ons valt niks te halen, wie iets financieels wil, moet niet bij ons zijn. Dat is risicovol. In Nederland is het goed je zo te positioneren, maar internationaal?”Been vervolgt: “Ik denk dat uiteindelijk de positie van FIFA-voorzitter Sepp Blatter de doorslag heeft gegeven. Hij besloot voor Rusland te gaan. Het merkwaardige is dat in geen van de onderzoeken die vooraf werden gepresenteerd – van de technische commissie van de FIFA, McKinsey en de Universiteit van Sankt-Gallen – Rusland er als beste uit kwam. Het is een volstrekt irrationele keus geweest. Waarschijnlijk op basis van het feit dat de FIFA zich welkom voelt in Rusland. Daar is geen gedoe met de pers, de rode loper gaat uit. En ze hebben waarschijnlijk geld genoeg.”

voorkeur voor geld en geen gezeurWakkie breekt in: “Als buitenstaander is mijn conclusie dat de twee rijkste landen, niet echt democratieën, gewonnen hebben. De keuze voor Qatar en Rusland geeft aan dat die 22 stemgemachtigden een voorkeur hebben voor landen met veel geld en waar je geen gezeur hebt van de pers. Dat staat haaks op wat Nederland doet: niks extra’s, gewoon een mooi event aanbieden.”Been: “Klopt, maar er is nog een factor. Afgelopen zomer is in het Nederlandse parlement en in de pers een sfeer ontstaan van: de FIFA mag komen, maar ze moet wel normaal doen. De toestanden rond de Bavaria-babes in Zuid-Afrika speelden daarin een grote rol. Dat heeft het beeld gecreëerd van ‘de FIFA die de wereld overneemt’. De vrije rijbanen voor Blatter en de 300 miljoen euro die de FIFA niet aan belasting hoeft te betalen, hebben dat beeld versterkt. Onzin allemaal, maar in het ontzenuwen ervan hebben we veel energie moeten steken. Terwijl we op pad moesten, lobbyen.”

sporters het voortouw laten nemenHet bid mag dan zijn verloren, er is ook veel winst geboekt, vindt Been. “We hebben Nederland en België aan het denken gezet over de toekomst van het voetbal. Ook is aangetoond dat het Nederlandse bedrijfsleven bereid is om dit soort processen te steunen. Met de KLM, BAM, Randstad, ING en PWC hebben we vijf bedrijven gevonden die ook in deze tijd van recessie fors wilden investe-ren en zich voor jaren wilden verbinden aan een ambitie. Terwijl je tijdens zo’n bidproces nog niets te bieden hebt: er is geen evenement, geen exposure.Uniek is vooral dat we de hele voetbal- en sportwereld achter ons hebben gekregen. Ik denk dat dat vooral komt omdat we de sporters, inclusief niet-voetballers als Pieter van den Hoogenband en Justine Henin, zo duidelijk het voortouw

Door Joost de Jong | Foto’s Maurits van Hout

hebben laten nemen. Michael van Praag, François De Keersmaecker [voorzitters van respectievelijk KNVB en KBVB, red.] en ik, hebben een stap terug gedaan, ten gunste van de sporters. Dat was best een avontuur. Ruud Gullit als president van een WK-bid, dat had je in 1990 toch niet voor mogelijk gehouden. Gebleken is dat sporters en oud-sporters meer kunnen en veel enthousiaster zijn dan je denkt en dat ze een geweldige beweging op gang brengen. Die ervaring mag niet verloren gaan. Ik vind dat we binnen de KNVB en misschien ook wel binnen NOC*NSF sporters een belangrijker rol moeten geven.”

meer dan sportHockey dan. In 2014 is Nederland, om precies te zijn Den Haag, het toneel van het WK hockey voor mannen en vrouwen. “De positie van Nederland in het hockey is heel anders dan in het voetbal”, zegt Wakkie. “Je kunt rustig zeggen dat wij het belang-rijkste hockeyland van de afgelopen twintig, dertig jaar zijn. Een groot toernooi in Nederland is altijd succesvol. We kunnen goed organiseren, het zit lekker vol, er zijn sponsors, er is televisie en onze teams spelen redelijk goed. Maar ons plan voor het WK 2014 gaat verder dan alleen het organiseren van het toernooi. We koppelen het evenement heel bewust aan het Olympisch Plan. Daarom wilden we met het toernooi ook naar Den Haag. Daar zitten de ministeries, daar zit de regering. Of het nu VWS, Economische Zaken of Sociale Zaken is, de komende 3,5 jaar ga ik alle ministeries bestoken met projecten voor sport: van jeugdsport tot integratie.

Een ander belangrijk onderdeel van ons bid is dat we met de internationale federatie een langdurige verbintenis zijn aangegaan om hockey internationaal te ontwikkelen en te promoten. De FIH mag 500 mensen naar Nederland brengen: trainers, scheidsrechters, bestuurders. Die gaan we structureel helpen zich verder te ontwikkelen. Wij betalen, maar het gaat niet om het geld, maar om de spirit. Op die manier geef je extra én blijvende waarde aan een toernooi.”

bonden helpen bondenMeer maken van een toernooi of evenement, sport als vliegwiel voor een hoger doel, dat is wat Wakkie bedoelt. “Dat is ook de

Been: “We moeten binnen de KNVB en

misschien ook binnen NOC*NSF sporters een belangrijker rol geven”

Page 22: Magazine 2028, eerste editie

20 | 2028

kern van het Olympisch Plan,” zegt hij. “Niet de Spelen van 2028 zijn het doel, maar het proces, het in gang zetten van ontwik-kelingen. Daarom was het zo mooi geweest om in 2018 het WK voetbal te organiseren. Het had extra energie, motivatie en infrastructuur gecreëerd.Wakkie vervolgt: “Het Olympisch Plan is juist ook belangrijk voor al die bonden die een WK willen organiseren. Je moet vooraf bedenken wat je er ‘aan de achterkant’ mee wilt bereiken. Het WK tafeltennis in mei is een goed voorbeeld. Na de tweede

ronde zit er waarschijnlijk geen Nederlander meer in het toernooi, behalve de genaturaliseerde Chinezen. Dan kun je zo’n WK afdoen als: ‘leuk, maar we winnen niks’. Uit oogpunt van sportparticipatie, een van de sleuteltermen uit het Olympisch Plan, biedt dat WK echter volop kansen, want tafeltennis-sen, kunnen we allemaal! Denk ook aan de honderdduizend Chinezen, de Indonesiërs en Japanners in Nederland die je bij het toernooi kunt betrekken. Het WK tafeltennis is dus een schitterende mogelijkheid voor projecten eromheen. Zelf

heeft de tafeltennisbond niet de capaciteit dat te organiseren en VWS geeft maar beetje subsidie. Dus moeten de grotere bonden helpen. Ik probeer nu andere bonden zover te krijgen dat zij hun toppers afvaardigen naar een tafeltennistoernooi rond het WK. Weet je wat mooi zou zijn, Harry? Als jouw Robin van Persie ambassadeur van het WK tafeltennis wordt. Hij is een goede tafeltennisser, als hij erachter staat, misschien een dag meespeelt, dan denken veel kinderen: hé tafeltennis, mooi man!”

Been onderbreekt zijn hockeyvriend met een kwetsbare vraag: “Vind je dat wij te weinig mensen helpen bij de KNVB?”Wakkie: “Ja.”Been: “Wie zouden we dan moeten helpen?”Wakkie: “Je zou je expertise moeten aanbie-den aan bonden die WK’s willen organiseren en moeten zeggen: Waar kan ik jullie mee van dienst zijn? De KNVB heeft zo veel kennis en ervaring. Keer niet naar binnen, keer naar buiten!”Been, peinzend: “We zouden meer kunnen doen, inderdaad. We zijn de grootste bond, dat schept verplichtingen. We bedenken al zo veel dingen, waarom zouden we dat ook niet voor anderen doen?”

Wakkie: “Onze evenementencommissie telt zestien man. Die weten alles van parkeren, hotels, organiseren. Als andere bonden dat willen, mogen ze daar gebruik van maken. Kan de KNVB ook doen.”Been: “Mee eens. Dit soort kennis moet beschikbaar zijn voor andere bonden. Ik denk dat ik de KNVB wel zover kan krijgen om daarin mee te gaan. Zo veel ruimte en flexibiliteit is er wel.”Wakkie: “Laten we het samen doen. Laten we er een gezamen-lijke bijdrage van maken in het kader van het Olympisch Plan.”

Wakkie: “De komende 3,5 jaar ga ik alle minis-

teries bestoken met projecten voor sport: van jeugdsport tot integratie”

2011EK zitvolleybal RotterdamEK bridge landenteams VeldhovenWK squash mannen en vrouwen Rotterdam WK schaatsen sprint HeerenveenEK shorttrack HeerenveenEK badminton AmsterdamEK BMX HaaksbergenWK tafeltennis RotterdamEK dressuur RotterdamEK boksen vrouwen RotterdamWK baanwielrennen Apeldoorn

2012EK handboogschieten Amsterdam WK schaatsen afstanden HeerenveenWK wielrennen op de weg ValkenburgEK handbal vrouwen Rotterdam Almere Eindhoven ApeldoornEK waterpolo EindhovenEK handboogschieten Amsterdam

2013EK schaatsen allround HeerenveenEuropean Youth Olympic Festival Utrecht

2014WK hockey Den HaagWK roeien Amsterdam

Grote evenementen in nederland

Page 23: Magazine 2028, eerste editie

Alle accommodaties voor topsport­evenementen op één kaartDe SportLandKaart: tussenstap op weg naar de Olympische HoofdstructuurNOC*NSF heeft in samenwerking met een breed scala aan deskundigen uit de sport-

bonden en alle overheidslagen de SportLandKaart laten samenstellen. Hierin staan

de huidige en de benodigde accommodaties voor topsportevenementen beschreven.

Het is voor het eerst dat deze accommodaties landelijk in kaart zijn gebracht.

Hiermee neemt NOC*NSF tegelijkertijd het initiatief om namens de sportsector

in brede zin (bonden en overheid) input te geven aan de ontwikkeling van de

Olympische Hoofdstructuur. Naar aanleiding van een verzoek

van de Tweede Kamer uit 2008 werkt het Ministerie van

Infrastructuur en Milieu op dit moment aan de ontwikkeling

van deze Olympische Hoofdstructuur. Beide projecten vor-

men integraal onderdeel van de Ruimtelijke ambitie van het

Olympisch Plan 2028.

21 | 2028

Page 24: Magazine 2028, eerste editie

22 | 2028

Om de ruimtelijke ambitie van het Olympisch Plan 2028 waar te maken zijn de alliantiepartners Olympisch Vuur (IPO, VNG, de G4, VNO-NCW en MKB Nederland, FNV, NOC*NSF en de rijksoverheid) gestart met vier projecten:

• De SportLandKaart: een verkenning naar de ruimtelijke inrichting van grootschalige en bovenregionale sportaccommodaties in Nederland;

• De ontwikkeling van een Olympische Hoofdstructuur (OHS);

• Een verkenning van de te verwachten Maatschappelijke Kosten en Baten (MKBV);

• De ruimtelijke inpassing van de Olympische en Paralympische Spelen

in Nederland, waaruit onder meer de keuze van de stad voortvloeit.

De SportLandKaart is het eerste project dat is afgerond. Hierbij is onder begeleiding van bureau Nieuwe Gracht in een intensief proces door alle alliantiepartners van het Olympisch Vuur samengewerkt.

inventarisatieDe SportLandKaart geeft allereerst een overzicht van alle wedstrijdaccommodaties in Nederland die volgens de huidige maatstaven ingezet kunnen worden voor het organiseren van topsporteve-nementen. Analyse leert dat Nederland al veel accommodaties heeft om in een breed scala van sporten EK’s en WK’s te

organiseren. Er kunnen in Nederland nu al EK’s en WK’s turnen, baanwielren-nen, voetbal, hockey, roeien, kano/kajak, slalomvaren, zeilen, handbal, judo, tafeltennis, taekwondo en worstelen worden gehouden. EK’s kunnen worden georganiseerd in alle zwemdisciplines, in volleybal, basketbal en badminton. Om in deze sporten ook WK’s te kunnen organiseren, zijn grotere accommodaties nodig dan welke nu beschikbaar zijn. Uit deze analyse blijkt ook dat Nederland enkele stads/regionale clusters kent die meer dan andere geschikt zijn om te voldoen aan de behoefte aan wedstrijd-accommodaties op Olympisch niveau (zie figuur pagina 23). Op nationaal niveau kan afstemming tussen clusters leiden

Page 25: Magazine 2028, eerste editie

23 | 2028

tot een efficiëntere inzet van middelen, dan wanneer alle steden en regio’s voor zichzelf opereren.

In de tweede plaats inventariseert de SportLandKaart de voor EK’s en WK’s geschikte topsportaccommodaties in Nederland, alsmede de accom-modaties die daar, met het oog op de Evenementenambitie, nog aan toege-voegd zouden moeten worden (zie figuur pagina 22). Kern van die ambitie is om in de periode 2009-2020 60 procent meer EK’s en WK’s in Nederland te organiseren dan in het tijdvak 1996-2007. Een goede verdeling van EK’s en WK’s over steden en provincies met evenementenambities kan hierbij helpen.

tussenstapTen derde wordt in de SportLandKaart vastgesteld welke accommodaties nog gebouwd moeten worden om in 2028 eventueel de Olympische Spelen in Nederland te organiseren, en waar deze ruimtelijk gezien ingepast kunnen wor-den. Als zodanig levert de SportLandKaart belangrijke input voor de Olympische Hoofdstructuur die momenteel onder leiding van het Ministerie van I&M wordt uitgezet en ontwikkeld.De SportLandKaart is nog niet af. Ambities, wensen en feitelijke mogelijk-heden lopen niet altijd parallel. Ook richt de SportLandKaart zich nu nog uitsluitend op wedstrijdaccommodaties voor topsportevenementen. De faciliteiten die

nodig zijn voor training, warming-up en verzorging zijn niet bij de beschouwingen betrokken. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de hotelbehoeften van officials en publiek en de faciliteiten voor de pers.De SportLandKaart moet gezien worden als de eerste tussenstap in het continu voortschrijdende proces dat Nederland in 2016 op Olympisch niveau moet brengen. De winst die is geboekt ligt vooral in het feit dat sportbonden, gemeenten en andere overheden in het kader van het Olympisch Plan 2028 gezamenlijk om tafel zijn gaan zitten om landelijk afstemming te zoeken voor realisatie van wedstrijdaccommodaties voor topsportevenementen.

Page 26: Magazine 2028, eerste editie

24 | 2028

Sinds kort kunnen ze terecht bij de stichting Sport & Zaken, die als samenwerkingspartner van Olympisch Vuur het bedrijfsloket voert. Sport & Zaken bemiddelt al sinds 2003 op verschillende manieren tussen sport en bedrijfsleven. Maaike van Meerten van Sport & Zaken coördineert de verzoeken. “Ieder bedrijf wordt door ons, in samenspraak met Olympisch Vuur, zorgvuldig en op maat begeleid”, vertelt ze. “Daarnaast gaan we ook zelf actief op zoek naar organisaties. Er zijn eindeloos veel voorbeelden te noemen van initiatieven om Nederland ‘op Olympisch niveau’ te krijgen. Denk aan experts op het gebied van ruimtelijke ordening die meedenken over de Olympische Hoofdstructuur, sportbonden en -verenigingen die worden bijgestaan door professionele adviseurs, werknemers die meedoen aan een sportcompetitie voor bedrijven of het in dienst nemen van een (oud-)topsporter.”

maatschappelijke betrokkenheidBedrijven kunnen zich via Sport & Zaken op vier manieren inzetten voor het Olympisch Plan 2028. Uitgangspunt is dat ze dit doen vanuit maatschappelijke betrokkenheid, vanuit de overtuiging om de sport in Nederland op een hoger niveau te tillen, zonder er direct een tegenprestatie van te verwachten.

Denktanks en advies: Binnen de acht ambities van het plan spelen voortdurend nieuwe vraagstukken waarover bedrijven kunnen meedenken. Dit gebeurt door adviseurs uit het net-werk van Sport & Zaken in de vorm van denktanks en 1-op-1 adviestrajecten. Op dit moment zijn reeds tachtig adviserende bedrijven aangesloten.Bedrijfssport: Om in 2016 een echte breedtesportcultuur te creëren, waarin minimaal 75 procent van de Nederlanders regelmatig sport (dit is nu 65%), promoten bedrijven sport onder hun medewerkers met bedrijfssportprogramma’s. De

afgelopen drie jaar startten ruim 120 bedrijven een sportpro-gramma via Sport & Zaken. Zij konden kiezen uit 23 sporten.Goud op de werkvloer: Om in 2016 een echte topsportcultuur te hebben, waarin topsporters optimaal kunnen presteren binnen hun sport maar ook binnen het maatschappelijke leven, bieden bedrijven een topsporter tijdens of na de sportcar-rière een werk- of stageplek aan. Het streven is om honderd werkplekken te creëren voor topsporters op weg naar Londen 2012. Op dit moment is ruim de helft gerealiseerd.Eigen ideeën en initiatieven: Bedrijven kunnen via Sport & Zaken eigen ideeën delen en zelf projecten initiëren en uitvoe-ren, die een waardevolle bijdrage leveren aan de realisatie van de doelstellingen uit het Olympisch Plan 2028.

concrete oplossingenMeedenken en meewerken aan het Olympisch Plan 2028 levert bedrijven de mogelijkheid om hun kennis in te zetten voor een hoger maatschappelijk doel en onderdeel te worden van het waardevolle netwerk van Olympisch Vuur.“Het werkt zeer inspirerend voor onze medewerkers om samen hun tanden te zetten in een belangrijk maatschappelijk thema”, zegt Eric de Groot van Boer & Croon, het bureau dat optreedt als procesbegeleider bij het opzetten van een vrijwilligersdata-base voor sportbonden en evenementorganisatoren.Advocatenkantoor Clifford Chance houdt zich bezig met de juridi-sche component van een landelijke ‘Olympische’ kennisbank. “De experts van Clifford Chance wisten meteen waar de juridische valkuilen van ons project zaten, kwamen snel met concrete, direct uitvoerbare, oplossingen en hielpen mee in de uitvoering daarvan. Door de samenwerking met Clifford Chance hebben wij veel juridisch ‘gedoe’ kunnen voorkomen”, zegt Herbert Wolff, coördinator Olympische Kennis bij Olympisch Vuur.Zie ook www.sportenzaken.nl.

sport & Zaken verbindt bedrijfsleven met Olympisch plan 2028

Het Nederlandse bedrijfsleven speelt met zijn kennis, expertise en netwerk een onmisbare rol in de realisatie van de ambities uit het Olympisch Plan 2028. Dat het plan ook lééft bij deze groep, blijkt wel uit de groeiende vraag. Steeds meer bedrijven zoals VNO-NCW, Ernst &

Young en Randstad, maar ook veel kleinere bedrijven, melden zich bij Olympisch Vuur met de vraag hoe ze een bijdrage kunnen leveren aan het Olympisch Plan 2028.

Page 27: Magazine 2028, eerste editie

25 | 2028

FOTO

: REN

S PL

ASCH

EK

colu

mnAmbitieus en

on-NederlandsNiet dat we met de sport alle problemen van de hele wereld kunnen oplossen, dat

is een nogal overdreven ambitie. Toch kan sport veel meer voor een samenleving

betekenen dan we wel eens geneigd zijn te denken. Langzaam maar zeker begint

dat besef ook in de Nederlandse samenleving door te dringen. Er is niet voor niets

onder de meest uiteenlopende instanties brede (maatschappelijke) steun voor het

Olympisch Plan 2028, dat Nederland in 2016 in de meest brede zin op ‘Olympische

niveau’ zal brengen.

In de periode daarna, en vooral niet eerder, gaan wij ons als samenleving de vraag stellen of wij, bijvoorbeeld in 2028, de Olympische Spelen in Nederland willen organiseren, of in ieder geval een gooi willen doen naar de organisatie van dit grootste evenement ter wereld.Bij de politiek, het bedrijfsleven, de sport, de overheden en het onderwijs, overal alleen maar enthousiasme om met het Olympisch Plan onze samenleving, zoals ik altijd zeg, ‘een beetje beter te maken’. En terecht, want grote wereldleiders gingen ons al voor, met de charismatische Nelson Mandela voorop. Zijn uitgangspunten:

• sport inspireert;• sport verbindt mensen;• sport verandert de wereld.

Ik heb hierboven niet voor niets het woord ‘maatschappelijke’ tussen haakjes gezet. Want op basis van de bijeenkomsten waar ik in de afgelopen maanden zo her en der in het land aan heb meegedaan, ben ik er niet van overtuigd geraakt dat de samenleving als geheel, en met name dus de bevolking, op dit moment staat te trappelen om grote en dure (sport)evenementen naar Nederland te halen in een periode dat er ook stevig (18 miljard) moet worden bezuinigd.En zolang ‘de mensen in het land’ de noodzaak niet, of niet voldoende inzien van het op Olympisch niveau brengen van Nederland, wordt het een moeilijke klus.Dat betekent dat iedereen die wel pal achter het plan staat, met het Program Office ‘Olympisch Vuur’ voorop, er wat mij betreft de komende jaren alles, maar dan ook alles aan moet doen

om de onschatbare waarde van het Olympisch Plan in het land uit te leggen. Het is van groot belang de theorie daarbij aan de praktijk van nu te koppelen. Dus niet focussen op de organisatie van de Olympische Spelen van 2028, maar wel op een strategische (sport)evenementenkalender tot 2020. En, laten we de waarde van passieve en vooral actieve sportbeoefening voor de volks-gezondheid, de economie, het toerisme en de sociale samenhang, van de daken schreeuwen.De sport heeft twee belangrijke doelstellingen geformuleerd die een bijdrage leveren aan het Olympisch Plan. Doel voor 2016 is dat:

• de sportdeelname is verhoogd van 65 naar 75 procent en

• dat Nederland een structurele plaats bezet in de top tien van de wereld.

Ambitieus en on-Nederlands misschien, maar toch gaan wij dit doen om zo de prachtige doelstellingen van het Olympisch Plan in te vullen.

GerarD DieLessen

algemeen Directeur nOC*nsF

Page 28: Magazine 2028, eerste editie

26 | 2028

Tien inspirerende projecten van de alliantiepartnersSinds de lancering van de Alliantie Olympisch Vuur zijn de alliantiepartners IPO, VNG, de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag), VNO-NCW en MKB Nederland, FNV, NOC*NSF en de rijksoverheid met tientallen projecten in de weer om Nederland te vernieuwen en op Olympisch niveau te brengen. Welk project wensen zij als inspirerend voorbeeld extra in de schijnwerpers te zetten?

UTRECHT

Utrecht: gastheer European Youth Olympic Festival 2013“Van 14-19 juli 2013 brandt de Olympische Vlam in Utrecht. Daar, in het hart van Nederland, vindt het European Youth Olympic Festival

plaats, waar duizenden jonge topsporttalenten uit 49 Europese landen in negen sporten de sportieve strijd met elkaar zullen aangaan. Het festival, dat wordt gelardeerd met de mooiste Olympische tradities, zoals het Olympisch Dorp, de openings- en sluitingsceremonie en de Olympische Vlam, zal in Utrecht uitgebreider en compacter zijn dan ooit. Op slechts zeven locaties gaat het in 2013 om meer sportdisciplines dan ooit.Als gaststad van dit schitterende evenement zal Utrecht bruisen van sportieve, culturele en educatieve side events. Samen met tal van sport- en onderwijspartners wordt gewerkt

aan een uitgebreid programma, met als centrale slogan ‘Celebrate Talent’. Ieder kind heeft een talent en het European Youth Olympic Festival en de side events bieden het podium om dat talent te laten zien.Voor Utrecht is het een grote eer het European Youth Olympic Festival te mogen organiseren. De gemeente Utrecht, provincie Utrecht en NOC*NSF hebben de handen ineengeslagen om een feestelijk podium te bieden waarop topsporttalenten schit-teren en Nederland kan laten zien dat het een echt sportland is, met ambitie en talent voor het organiseren van grote evenementen.”

Aleid Wolfsen, burgemeester van Utrechtwww.utrecht2013.com

FOTO

: REN

É VE

RLEG

MiNiSTERiE VAN VWS

“Meest inspirerend is de Alliantie zelf”“Het meest inspirerende project om Nederland naar Olympisch niveau te krijgen, vind ik de Alliantie Olympisch Vuur zelf. Ook het kabinet heeft bij zijn aantreden in het regeerakkoord aangegeven te willen streven

naar een Nederland op Olympisch niveau. De meerwaarde van samenwerking tussen overheden, de sportsector, het

bedrijfsleven en andere maatschappelijke sectoren, zoals de onderwijswereld, is nodig om deze forse ambitie te realiseren. De alliantievorm is een inspirerend model om deze samen-werking vorm te geven. Als overheid zullen wij onze bijdrage leveren om deze samenwerking te laten slagen.”

Minister Edith Schippers van VWS

Page 29: Magazine 2028, eerste editie

27 | 2028

ROTTERDAM

Lekker fit in Rotterdam“In 2005 startte de gemeente Rotterdam het actieprogramma Rotterdam Lekker Fit! om de toename van overgewicht en bewegingsarmoede bij kinderen en jongeren tegen te gaan. Dit actieprogramma is het succesvolst in het basisonderwijs, waar momenteel

88 Lekker Fit!-scholen zijn; vijftig procent van het totaal.Belangrijk onderdeel van het project is de gymleraar nieuwe stijl die op school de reguliere bewegingslessen verzorgt. Daarnaast verzorgt deze leraar tijdens en na schooltijd voor beweegclinics. Hierdoor krijgen kinderen op de Lekker Fit!-scholen drie tot vijf keer per week een professioneel beweegaanbod. Voorheen werd op de meeste basisscholen slechts één à twee keer per week gegymd. Lessen over gezonde voeding en voldoende beweging maken deel uit van Lekker Fit! De GGD Rotterdam Rijnmond verzorgt voorlichting aan ouders en maakte gebruik van een leerlingvolgsysteem (de Fitmeter) om kinderen met overgewicht te traceren en door te

verwijzen naar de schooldiëtist. Daarnaast wordt Lekker Fit! ondersteund met andere initiatieven. Zo werd door Rotterdam Sportsupport de Schoolsportvereniging opgezet, om kinderen structureel aan het sporten te krijgen en de doorstroom naar sportverenigingen te stimuleren.”

Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdamwww.rotterdamlekkerfit.nl

VNG

Grolloo ontsteekt Olympisch vuur“Van de vele Olympische acties en initiatieven die de afgelopen tijd in tal van gemeenten het licht heb-ben gezien, is die van Grolloo een van de meest karakteristieke. Op 2 januari jl. werd in Grolloo cere-

monieel het Olympisch vuur ontstoken: het officiële startsein voor het Olympisch jaar in deze Drentse gemeente. Doel is om 75 procent van alle Grolloënaren aan het sporten/bewegen krijgen. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van al bestaande faciliteiten en sportverenigingen. Wie wil voetballen gaat naar de voetbalvereniging, wie wil volleyballen naar de

volleybalvereniging. Zo is er in Grolloo voor ieder wat wils, van gym tot loop- en wandelgroepen, nordic walking, mountain-biken, schaatsen, aerobics en paardrijden in de natuur. Alle inwoners van Grolloo tussen de drie en honderd jaar kunnen hun bewegingsinspanningen (laten) registeren in een speciaal paspoort. Eind 2011 wordt het project afgesloten met een Oudejaarsestafette waarbij 2028 minuten achter elkaar wordt gelopen. Dan wordt ook de eindstand van het bewegingsjaar 2011 bepaald: Is de 75 procent gehaald?”

Annemarie Jorritsma, voorzitter VNG www.vng.nl/op2028

FOTO

: IVA

R PE

L

NOC*NSF

Arnhemhal: nieuwe parel van Sportcentrum Papendal“Met de bouw van de Arnhemhal wordt Sportcentrum Papendal een trainingscentrum dat kan concur-

reren met de beste sportcentra in de wereld op het gebied van duurzaamheid, innovatie en variatie van faciliteiten. De Arnhemhal omvat geavanceerde voorzieningen op het gebied van kracht- en hersteltrainingen, het ‘coachplein’ en het sportrestaurant van de toekomst, waardoor Papendal bij uitstek geschikt wordt als trainingskamp voor nationale en internationale selecties.

Maar de hal heeft ook toegevoegde waarde voor breedtesport en zal een belangrijke lokale functie vervullen. Er zullen clinics en gasttrainingen georganiseerd worden voor de Arnhemse sportverenigingen op het gebied van voeding, kracht- en conditietraining, mental coaching en life skill coaching. Middelbare scholieren zullen middels ‘opschepsessies’ ervaring kunnen opdoen bij het Sportrestaurant. Met de Arnhemhal beschikt Nederland over een nieuwe trainingsaccommodatie op Olympisch niveau!”

André Bolhuis,voorzitter NOC*NSF

Page 30: Magazine 2028, eerste editie

28 | 2028

AMSTERDAM

Giromania! Heel Amsterdam in roze sferen“‘De stad als stadion’ is een belang-rijk concept in de manier waarop Amsterdam grote evenementen positioneert. De start van drie etappes van de Giro d’Italia in mei

2010 was hiervan het ultieme voorbeeld, het was een roze volksfeest dwars door de hoofdstad dat niet stopte bij de grenzen van de sport.Met een investering van nog geen 5 miljoen euro zorgde ’s werelds één na grootste wielerronde voor een economische spin-off van 10,8 miljoen euro. In totaal kwamen 209.000 be-zoekers naar Amsterdam, die het evenement waardeerden met een fraaie 7,8. De 7.500 deelnemers aan de Giro-toertocht gaven als gemiddeld rapportcijfer nota bene een ferme 8.Het concept Giromania! werd aangegrepen voor tal van

initiatieven. Onder andere de Giro-toertocht, de actie ‘Heel Nederland fietst’, een 24-uurs Fietskoeriersrace en de Ladies Ride van Leontien van Moorsel vormden de invulling van het omlijstende breedtesportprogramma.Amsterdam trok de Giro door naar minder voor de hand liggende gebieden. Er waren theaterprogramma’s in de Brakke Grond, een filmfestival in Pathé Tuschinski, een Madonna-tentoonstelling in het Rijksmuseum, exposities in het Amsterdams Historisch Museum, het muziekfestival ‘Il Sound Del Giro’ en de verkiezing ‘Miss Italia nel Mondo’ in de Odeon. Zo werd de stad een stadion, en de Giro een feest dat de stad dagenlang in roze sferen hulde.”

Eberhard van der Laan, burgemeester van Amsterdamwww.giromania.nl/Default_offline.aspx

VNO-NCW

“Het Olympisch Plan past bij een land met ambitie”“Nú is het moment voor bedrijven om in actie te komen voor het Olympisch Plan 2028. Dit past bij een land met ambitie en kan als katalysator werken om projecten in beweging

te brengen. Ook kunnen bedrijven een bijdrage leveren aan het plan door hun medewerkers aan te sporen om gezonder te leven en meer te sporten. Ik roep werkgevers op om aan de

slag te gaan met het Olympisch Plan 2028 en contact op te nemen met Sport & Zaken. Deze stichting coördineert namens Olympisch Vuur alle initiatieven en verzoeken vanuit de sport, waardoor geïnteresseerde partijen uit het bedrijfsleven vanuit hun eigen kracht en expertise kunnen meewerken aan het waarmaken van onze Olympische ambities!”

Bernard Wientjes, voorzitter van ondernemingsorganisatie VNO-NCW

FOTO

: REB

KE K

LOKK

E

FNV

“Ook de arbeidsverhoudingen van sporters moeten naar Olympisch niveau”“FNV Sport is de specialist op het gebied van werk en inkomen in de sportsector. Als het gaat om professionele sport is NL Sporter onze partner. Met het oog op

de Nederlandse topsportambities is het noodzakelijk de arbeidsverhoudingen van beroepssporters te professionali-seren. Dit komt het topsportklimaat en de prestaties van de topsporters ten goede. De eerste stap is deze zomer gezet: de Werkgeversorganisatie in de Sport (WOS) en NL Sporter hebben het Convenant Arbeidsverhoudingen Beroepssporters ondertekend. Dit convenant vormt de voorloper van een echte cao voor beroepssporters en bevat afspraken over minimum arbeidsvoorwaarden.Aanleiding voor het convenant zijn de resultaten van het in 2009 verschenen rapport ‘Een wereld te winnen’ van de WOS en NL Sporter, dat is opgesteld in opdracht van het Ministerie

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Daaruit bleek dat sport voor ruim 4.600 personen geheel of gedeeltelijk een middel van bestaan is. Ook bleek dat juist voor deze groep rela-tief weinig geregeld is op het gebied van arbeidsverhoudingen, arbeidsvoorwaarden, sociale voorzieningen en begeleiding.NL Sporter zal zich de komende tijd hard maken om collectieve voorzieningen voor topsporters te creëren. Te denken valt aan pensioenvoorzieningen, verzekeringen, fiscale aspecten en een verbeterd stipendium voor A-sporters. Ook zal NL Sporter sporters stimuleren een beroep te doen op het Convenant, zodat deze breed kan worden toegepast. Het is belangrijk dat er in plaats van over, met de topsporters wordt gesproken. Want, indachtig de ambities van het Olympisch Plan, ook de arbeidsverhoudingen van de beroepssporter moeten op Olympisch niveau worden gebracht!”

Agnes Jongerius, voorzitter vakcentrale FNV

Page 31: Magazine 2028, eerste editie

De drie sporten vinden plaats in een arena-achting setting. De zuidkant van de arena wordt gevormd door het water (skûtsjesilen), de andere zijden worden gebruikt als zitplaats (tribune) en staplaatsen. In het middendeel is ruimte voor de kaatsbaan en de fierljepschans(en). Vanaf de tribune en staplekken rondom de wedstrijdvelden kan het publiek alle sporten tegelijkertijd volgen.

FOTO

’S: E

VERT

WIL

STRA

DEN HAAG

Den Haag, sportieve wereldstad aan zee“Vanaf het Scheveningse strand, turend naar de horizon, ziet Den Haag de Olympische Spelen van 2012 in Londen dichterbij komen. Maar Den Haag ontwikkelt zichzelf ook tot sportstad van Olympische allure. Veel topzeilers trainen voor de

Scheveningse kust, waar de omstandigheden lijken op die van Weymouth, waar volgend jaar het Olympisch zeilprogramma wordt afgewerkt.Rond de jachthaven in Scheveningen is een nautisch centrum verrezen, thuishaven van de kernploegen van het Watersportverbond. En afgelopen jaar vond voor de Scheveningse kust het WK 470-klasse plaats. Uitgerekend de Haagse sportvrouw van het jaar, Lisa Westerhof, werd er samen met Lobke Berkhout wereldkampioen.Profiterend van de unieke ligging aan zee verrijst iedere zomer op het Scheveningse strand een semipermanent beachsport-stadion. Een voorziening waar strandsporten op Olympisch niveau beoefend worden, met als kroonjuweel de World Tour Beach Volleyball. Tijdens dat toernooi wordt op meer dan honderd volleybalveldjes rond het stadion recreatief gesport. Voor de internationale volleybalfederatie (FIV) was juist dit

initiatief aanleiding om dit internationale toptoernooi aan Den Haag toe te wijzen.Twaalf kilometer verderop wordt hard gewerkt aan de voorbereidingen van een ander topevenement: het WK hockey in 2014. Rond dit toernooi in het stadion van ADO Den Haag wordt op het gebied van toerisme, kunst, muziek en cultuur een keur aan side events georganiseerd. Zo komen we iedere dag een stap dichterbij het doel dat ons inspireert: Den Haag als thuishaven van topsport.”

Jozias van Aartsen, burgemeester van Den Haag

ipO

Fryske Olympiade brengt de Friese buitensporten bij elkaar “In alle provincies leeft het Olympisch Plan 2028 en een van de mooie voorbeelden van de provin-ciale betrokkenheid is ‘de Fryske Olympiade’, die in de zomer van

2012 voor het eerst wordt georganiseerd. Bij deze Olympiade worden op één dag en op één locatie de drie Friese buitenspor-ten kaatsen, fierljeppen en het skûtsjesilen bij elkaar gebracht.Behalve een dag vol sportieve spanning en ontspanning wordt de Fryske Olympiade ook een dag waarop de Friese cultuur in de schijnwerpers staat. Het is een evenement voor Friesland,

maar ook voor elke niet-Fries die geïnteresseerd is in deze sporten en de daarbij horende cultuur.Een belangrijke doelgroep van de Fryske Olympiade is de jeugd. De organisatoren van de stichting ‘de Fryske Olympiade’ vinden het belangrijk om het Friese erfgoed levend te houden en zullen rond en tijdens de Olympiade samen met scholen en opleidingen talloze sport- en (Friese) cultuurprogramma’s aanbieden.”

Jan Franssen, voorzitter van het IPO

Page 32: Magazine 2028, eerste editie

2028 is een uitgave van Olympisch Vuur in samenwerking met Sport & Strategie