Maak er een spel van HIGH ‘Storytelling is onze kracht ... · Droge voeten In Delft wordt de...

9
Maak er een spel van Tygron maakt ‘serious games’ waarmee bestuurders en ondernemingen snel complexe problemen kunnen oplossen. “We scheppen spelenderwijs orde in chaos.” Delftse uitvindingen Delft wordt internationaal geassocieerd wetenschap en innovatie. Vooral dankzij de kwaliteit van het hoger onderwijs én de wereldberoemde uitvindingen die hier zijn gedaan ‘Storytelling is onze kracht’ DOKLAB ontwikkelt instrumenten om niet alleen via boeken, maar ook digitaal via films, foto’s, muziek en games verhalen bij mensen te brengen. Storytelling. NO.6 / DECEMBER 2011 12 4-5 14 /////////////////////////////////// vriend én vijand DELFT HIGH LIGHTS Water Wateroverlast Waterhuishoudingen die niet op orde zijn, vormen de belangrijkste oorzaak voor de toenemende wateroverlast. Zegt waterbouwkundige Chris Zevenbergen. p.6-7 Droge voeten In Delft wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook ter wereld. p.9 Meten en monitoren Het project Slim Meten en Monitoren onderzoekt waar het water in de binnenstad naartoe gaat. Iedere Delftenaar kan helpen met informatie uit zijn eigen buurt. p.15 losse verkoop €1.30 Nederland leeft met water. We kampen met steeds langere droge periodes, maar ook met wateroverlast. Daar worden in Delft heel uiteenlopende slimme oplossingen voor bedacht. Onze kennis van water, waterkeringen en bouwen met water is inmiddels een belangrijk exportproduct.

Transcript of Maak er een spel van HIGH ‘Storytelling is onze kracht ... · Droge voeten In Delft wordt de...

Page 1: Maak er een spel van HIGH ‘Storytelling is onze kracht ... · Droge voeten In Delft wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook

Maak er een spel vanTygron maakt ‘serious games’ waarmee bestuurders en ondernemingen snel complexe problemen kunnen oplossen. “We scheppen spelenderwijs orde in chaos.”

Delftse uitvindingen Delft wordt internationaal geassocieerd wetenschap en innovatie. Vooral dankzij de kwaliteit van het hoger onderwijs én de wereldberoemde uitvindingen die hier zijn gedaan

‘Storytelling is onze kracht’DOKLAB ontwikkelt instrumenten om niet alleen via boeken, maar ook digitaal via films, foto’s, muziek en games verhalen bij mensen te brengen. Storytelling.

NO.6 / DECEMBER 2011

12

4-5

14

/// / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

vriend én vijand

D E L F TH I G HL I G H T S

Water

WateroverlastWaterhuishoudingen die niet op orde zijn, vormen de belangrijkste oorzaak voor de toenemende wateroverlast. Zegt waterbouwkundige Chris Zevenbergen. p.6-7

Droge voetenIn Delft wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook ter wereld. p.9

Meten en monitorenHet project Slim Meten en Monitoren onderzoekt waar het water in de binnenstad naartoe gaat. Iedere Delftenaar kan helpen met informatie uit zijn eigen buurt. p.15

losse verkoop€1.30

Nederland leeft met water. We kampen met steeds langere droge periodes, maar ook met wateroverlast. Daar worden in Delft heel uiteenlopende slimme oplossingen voor bedacht. Onze kennis van water, waterkeringen en bouwen met water is inmiddels een belangrijk exportproduct.

Page 2: Maak er een spel van HIGH ‘Storytelling is onze kracht ... · Droge voeten In Delft wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook

DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011 32

Onderzoekers van de TU Delft hebben een meet-methode ontwikkeld en getest die een belangrijke verbetering voor de proto-nentherapie tegen kanker kan betekenen. Dankzij die meetmethode kunnen de protonen tijdens de behande-ling heel precies op de tumor worden gericht, zonder schade te veroorzaken aan omliggend weefsel.

Protonentherapie is een veelbe-lovend alternatief voor de bestra-ling van kanker en is wereldwijd aan een ge-stage opmars bezig. In Nederland is het echter nog niet mogelijk de be-handeling te ondergaan. De TU Delft spant zich in om in het Science Park Holland (ten zuiden van de campus) een proto-nenkliniek gerealiseerd te krijgen.

Het onderzoek van dr. ir. Victor Bom, prof. dr. Freek Beekman en dr. Leila Joulaeizadeh be-looft de nieuwe therapie

nog verder te verbeteren. Beekman: ‘Protonentherapie is de radiothe-rapie van de toekomst. Een goed gerichte protonenbundel vernietigt tumorcellen op een efficiëntere ma-nier dan bestraling.” Het was tot nu toe echter niet een-voudig om de protonenbundels op de juiste plek te laten aankomen. Dat was wel globaal te meten, maar die metingen zijn zo traag dat de protonenbundel tijdens de behan-deling niet opnieuw en beter is in te stellen. Met de nieuwe meetme-thode van de Delftse onderzoekers kan dat wél.

Geïnteresseerd in de projecten en opleidingen van De Haagse Hogeschool? Surf dan snel naar www.dehaagsehogeschool.nl

Protonentherapie voor kanker wordt nauwkeuriger

The Green Campus: serieuze studentengame

Studenten uit heel Neder-land kunnen ideeën aan-dragen voor een groene TU Delft campus: The Green Campus.

Dat kan door een interactief spel te spelen. The Green Cam-pus is een project van TU Delft hoogleraar Future Energy Sys-tems Ad van Wijk en de Energy Club, de studievereniging van het Delft Energy Initiative. Het doel is dat de campus in 2020 op energiegebied helemaal zelf-

voorzienend is. Alle energie wordt dan op de eigen campus opgewekt, verwerkt en gebruikt. Een van de winnende ideeën uit een eerdere studentenwedstrijd op dit gebied, de Campus Ener-gy Challenge uit 2010, is inmid-dels gerealiseerd. Op een par-keerterrein op de campus is een proefproject met intelligente straatverlichting geïnstalleerd.Meer uitleg over het spel is te vinden op de site van de Energy Club: www.energyclub.nl/thegame.

Nieuw netwerk Zorg & Techniek Tijdens de onlangs gehouden eerste bijeenkomst van het nieu-we Netwerk Zorg & Techniek is besloten om te onderzoeken of de communicatie tussen zorg-aanbieders, mantelzorgers en cliënten kan worden verbeterd. Dat onderzoek wordt uitge-voerd door de ketenregisseur dementieketen van Careyn, Pie-ter van Foreest en DIVA Delft en het bedrijf ConnectedCare. Het nieuwe netwerk bestaat uit ruim zeventig zorgaanbieders, technostarters, organisaties van zorgvragers en kenniscentra. Zij bespreken met elkaar de moge-lijkheden die techniek biedt voor cure & care.

Delft krijgt innovatieve sportplek Delft, Eindhoven, het Bel-gische Kortrijk en het En-gelse Sheffield gaan onder de naam ProFit samenwerken op het gebied van sport, gezondheid en technologie. Samen met vier universitei-ten en een hogeschool gaan deze gemeenten in zogeheten field labs innovatieve pro-ducten, diensten en concep-ten ontwikkelen en testen. Het Delftse field lab komt aan de Beukenlaan in de Bomenwijk.

Het Delftse field lab wordt een eigentijdse, aantrekkelijke sport- en ontmoetingsaccommodatie. Gratis toegankelijk voor zowel schoolkinderen als andere wijk-bewoners. Bedrijven, sportorga-nisaties, sportmedische instel-lingen, overheden en kennis-, zorg- en onderwijsinstellingen werken samen om alle leef-tijdscategorieën te laten spelen, sporten en bewegen. Speciale

aandacht wordt besteed aan ou-deren. In de field labs, die onder-ling nauw gaan samenwerken en kennis uitwisselen, worden dan ook onder meer bewegingspro-gramma’s voor deze doelgroep ontwikkeld. Daarnaast wordt het de broedplaats voor innovatieve speeltoestellen voor kinderen, programma’s voor talentontwik-keling, ledverlichting voor sport-velden.

Bijna 6 miljoenBehalve de TU Delft en TU Eind-hoven zijn ook de Sheffield Hallam Universiteit, de Universiteit van Ulster in Belfast en Hogeschool West-Vlaanderen in Howest be-trokken bij het ProFit project. In totaal wordt hierin voor bijna zes miljoen euro geïnvesteerd; voor de helft afkomstig van de Europese Unie. Het grootste deel van het bedrag wordt besteed aan infra-structuur, apparatuur en systemen om te testen, te meten en te mo-nitoren.

Living Labs Composail en The HydroCruisers maken on-derdeel uit van het onderwijs van de technische opleidingen van De Haagse Hogeschool. De technische opleidingen be-vinden zich bij de academies Technology, Innovation & So-ciety in Den Haag en Delft. Welke wil jij volgen?

- Bedrijfswiskunde- Bewegingstechnologie- Bouwkunde

KasteelgebakmachineDelftse studenten van de Haagse Hogeschool hebben een machine ontworpen om kasteelgebak te maken. Daarmee realiseerden zij wat fabrikanten niet aan-durfden, want tot nu toe bestond zo’n machine nog niet.

Het was John’s Gebak uit Delf-gauw die behoefte had aan een dergelijke machine, want het ma-ken van kasteelgebakjes is hand-werk: intensief en specialistisch. Eén van de wensen die de bakker had was een machine om de cake-jes machinaal in de marsepein te rollen. Daarmee zou de produc-

tiecapaciteit kunnen worden ver-tienvoudigd.Het bedrijf kwam via Kennisbrug-gen, een project van de Kennisal-liantie en Syntens in contact met tachtig studenten Werktuigbouw-kunde van de Haagse Hogeschool. Het ontwerpen van de machine bleek als project prima te passen in het studieblok ‘Hygiënisch ont-werpen’. De studenten hebben tien verschillende ontwerpen gemaakt. De ultieme oplossing zit er wellicht nog niet tussen, maar volgens de banketbakker zijn ze op onderde-len wel te combineren. Er werd ook nog een ander resultaat geboekt: een beter mes om de cake van het gebak eenvoudiger te snijden.

KooabaPaperboy Een aantal pagina’s in deze krant is ‘geladen’ met Kooaba Paperboy. Deze mobiele toepassing koppelt gedrukte media direct aan digitale media.

De technologie werkt via beeldherkenning. Nadat u de app heeft gedownload op uw smartphone of tablet met camera, maakt u een foto van een van de pagina’s in Delft Highlights waarop de toepas-sing actief is en u krijgt auto-matisch een filmpje te zien, of u wordt doorgeschakeld naar een relevante website voor meer informatie. U kunt de pagina ook delen met vrienden of opslaan in uw persoonlijk archief. Probeer het bijvoor-beeld eens met de pagina hier-naast van de Haagse Hoge-school.U herkent de toepassing aan het oranje Kooaba logo dat ook bovenaan alle pagina’s staat.

foto

grafi

e: M

elan

ie G

ull

ick

foto

: Vin

cent

Bas

ler

Bart Oosterling van de HHS Composail

Jorine Koopman

- Civiele Techniek- Climate & Management- Elektrotechniek- Human Technology- Industrial Design Engineering- Industrieel Product Ontwerpen- Installatietechniek- Mechatronica- Process & Food Technology- Technische Bedrijfskunde- Technische Natuurkunde- werktuigbouwkunde

Maak een keuze en ga naar www.dehaagsehogeschool.nl

Living Lab laat studie levenDe Haagse Hogeschool biedt zijn studenten vele kansen. Een aantal opval-lende en aansprekende kan-sen spelen zich af binnen een relatief nieuw concept: het projectconcept Living Labs. Dat zijn realistische test- en ontwikkelprojecten die zich niet beperken tot

Zeilschip verbreedt horizonvraagstukken waar zij tegenaan lopen op innovatieve wijze oplos-sen.

Diversiteit“Zo wordt er op dit moment bij-voorbeeld onderzoek gedaan naar een herontwerp voor een lier en naar een variabele kielgeometrie”, vertelt Jorine Koopman, docent Bewegingstechnologie en project-leider van Composail. “Uiteinde-lijk moet dat leiden tot een ver-nieuwing die waardevol is voor de zeilwereld.”

Waardevol voor de studenten is het feit dat zij moeten samen-werken met verschillende op-leidingen, opleidingsniveaus en type mensen. Koopman: “Onze

studenten komen via dit project in contact met een brede groep uit de samenleving. De project-groep bestaat namelijk uit hoge-schoolstudenten, maar ook uit mbo-studenten van het ROC Mondriaan. En er werkt op dit moment ook een projectgroep mee van de minor sportinnova-tie van de TU Delft. De parti-ciperende studenten komen ook nog eens uit allerlei studierich-tingen; van Werktuigbouwkun-de tot Communicatie.”

Zij vervolgt: “Daarbij komt ook nog het zakelijke contact met bedrijven, de scholen én de wa-tersporters die de ontwikkelin-gen op de voet volgen. De stu-denten worden een beetje in het diepe gegooid, want daar moet je mee leren omgaan. Aan de an-dere kant blijkt dat ze snel leren ‘zwemmen’ en een eigen netwerk opbouwen dat carrièremogelijk-heden kan opleveren.”

Innovatieve vraagstukken“Het is vergelijkbaar met een echt bedrijf”, voegt student Technische Bedrijfskunde en projectleider Bart Oosterling toe. “We hebben veel contact met die overheidsinstellingen en bedrijven. Zo werken we bij-voorbeeld nauw samen met In-noSportNL. Als student leer je ontzettend veel door te kijken in de keukens van die bedrijven en te brainstormen over innovatie-ve vraagstukken.”“Je hoeft trouwens geen zeiler te zijn om een bijdrage te kunnen leveren aan dit project. Het is opvallend dat studenten die daar geen affiniteit mee hebben, gere-geld met frisse technische ideeën komen.” Waar Bart nog aan toe-voegt: “Het is wel belangrijk dat je initiatief neemt en zelfstandigheid toont. Dus vooral ondernemende studenten zitten hier perfect. Ik kan het iedereen aanraden. Het is toch geweldig dat we straks als studenten een innovatieve zeil-boot hebben gebouwd?”

De Haagse Hogeschool gaat voor de vierde keer voor goud in de Shell Eco-marathon. Deze efficiëntierace, waarbij een auto zo veel mogelijk kilometers moet rijden met zo min mogelijk brandstof, heeft elk jaar plaats en daagt studenten-teams uit om een voertuig te bouwen dat zo zuinig mogelijk rijdt. Innovatie is het sleutelwoord en dat is precies wat De Haagse Hogeschoolstudenten beheersen.

Een jaar lang bouwt studen-tenteam ‘The HydroCruisers’ in het gebouw aan de Rotter-damseweg in Delft aan een ex-treem zuinige auto. Met ruim dertig techniekstudenten uit meer dan zes participerende opleidingen gaat De Haagse Hogeschool de uitdaging aan; in competitie met teams uit bij-na alle Europese landen en de rest van de wereld.

Lat hoog leggenHet studententeam van De Haagse Hogeschool, The Hy-dro Cruisers, steekt al jaren andere teams de loef af op het terrein van energiezuinigheid. Maar om de concurrentie voor te blijven, moet de lat hoog worden gelegd. Peter Menger, docentprojectleider van The HydroCruisers legt uit hoe ze dat doen: “Om de technische vraagstukken en innovatie te stimuleren stellen wij doelen. Zo móet de auto elk jaar 25 pro-cent anders zijn dan het jaar er-voor. Wij werken daarbij samen met andere onderwijsinstellin-

gen en het bedrijfsleven in het binnen- en buitenland.”

Leerzame ervaringDie samenwerking is leerzaam voor de studenten. Naast het plezier dat zij beleven aan het project, helpt het hen ook zich te ontwikkelen. “Zowel op werkgebeid als in sociaal op-zicht”, stelt Menger. “Ze krij-gen de kans om met mensen van technische bedrijven te brainstormen en daarvan te le-ren. Maar daarnaast nemen zij ook deel aan bijvoorbeeld een studentuitwisseling met het team uit Zuid-Afrika en komen ze tijdens de race tweehonderd andere teams in een tiental klassen tegen. Dat betekent zo’n drieduizend studenten uit alle windstreken, die allemaal hetzelfde doel voor ogen heb-ben: technische innovatie. Het kijken naar de prestaties van de andere auto’s op de racebaan en het uitwisselen van gedachten met al die buitenlandse studen-ten, zijn ervaringen waar je de rest van je leven iets aan hebt.”

Beukenlaan

advertorial

het papier, maar ook daad-werkelijk worden gereali-seerd.

In een Living Lab werken bedrij-ven, (hoge)scholen, overheden en gebruikers samen. Producten worden bedacht, uitgevoerd, ge-test, geëvalueerd en verbeterd. Met als doel: positieve econo-

Een innovatief zeilschip bouwen dat watersportend Nederland verrijkt en daar studiepunten voor krijgen. Bij de Haagse Hogeschool kan dat. Via het Living Lab-project Composail bouwen studenten van de hogeschool in samenwerking met bedrij-ven, overheidsinstanties en ervaren zeilers een 12,8 meter lang wedstrijdjacht.

Volgend jaar wordt het schip te water gelaten en zal het funge-ren als experimenteel vaartuig om de watersport verder te hel-pen. Maar nu staat het schip nog in een loods in Schevenin-gen, waar studenten er naarstig aan werken en tegelijkertijd de

mische en maatschappelijke im-pulsen realiseren voor de deel-nemende partijen en de nabije omgeving. Composail en The HydroCruisers zijn voorbeelden van Living Lab-projecten waar studenten van De Haagse Hoge-school aan kunnen meewerken. Een blik op beide projecten.

Technische racekampioenen

Page 3: Maak er een spel van HIGH ‘Storytelling is onze kracht ... · Droge voeten In Delft wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook

DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011 54

HET VERLEDEN: BACINOL

Penicilline werd in 1928 bij toe-val ontdekt door sir Alexander Fleming, een Britse arts en mi-crobioloog. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het antibi-oticum in Delft in het diepste geheim opnieuw uitgevonden. Door een groep wetenschappers in de laboratoria van de Neder-landse Gist & Spiritusfabriek. Een prestatie van formaat die later zou leiden tot een enorme productie en wereldwijde export.

Toen de Tweede Wereldoorlog uit-brak was het antibioticum penicilli-ne in ons land nog niet beschikbaar. Niemand wist hoe je het moest ma-ken en internationale vakliteratuur was destijds niet voorhanden. Maar

dat sloeg een kleine groep we-tenschappers met onder anderen professor Albert Jan Kluyver van de Technische Hogeschool Delft niet uit het veld. Met slechts heel beperkte informatie probeerden zij hun eigen penicilline te ont-wikkelen. Gelukkig had de (enige) Duitse bewaker die erop moest toezien dat er in de fabriek geen ongeoorloofde dingen gebeurden, geen verstand microbiologie of gis-tingsprocessen. Bovendien lustte hij wel een slokje, dus voorzag de directie van de Gist hem in ruime mate van jenever…

Exact hetzelfdeDe clandestien opererende micro-biologen ontdekten sterke antibac-teriële activiteit bij een schimmel met de naam Penicillium bacta-

tum. De werkende stof gaven zij de codenaam Bacinol. Toen aan het einde van de oorlog de geallieerden voedsel en medicijnen dropten, wist de fabrieksarts enkele ampul-len penicilline te bemachtigen. Uit vergelijkend onderzoek bleek dat penicilline en Bacinol exact de-zelfde werking hadden. Tot grote vreugde van de Delftse weten-schappers.

Een jaar na de oorlog produceerde de Gist voldoende penicilline voor alle ziekenhuizen in Nederland, in 1948 kon heel Nederland ermee worden bediend en nog een jaar later startte de export. Dat was het begin van de leidende positie die de Delftse fabriek (tegenwoordig on-derdeel van DSM) in de antibioti-camarkt zou gaan innemen.

HET HEDEN: BLUETOOTH

“Draadloos telefoneren is slechts het begin van de ontwikkeling die door Bluetooth in gang is gezet. Uiteinde-lijk krijg je een wereld waarin je niet meer weet waar de chip precies in zit. Er zal een compleet nieuwe manier van communiceren ontstaan”, zei de destijds 36-jarige prof. dr. ir. Jaap Haartsen in 2000, toen de door hem ontwikkelde standaard voor draadlo-ze communicatie tussen mobiele ap-paraten werd geïntroduceerd.

Inmiddels is Bluetooth niet meer weg te denken. De techniek kwam als eerste terecht in de headsets voor mobiele tele-foons, maar kent nu meer toepassingen dan snel valt op te sommen. Hoewel Haartsen zijn uitvinding deed terwijl hij als hoofdwetenschapper in dienst was bij Ericsson, valt de uitvinding ook toe te schrijven aan Delft. Want de uitvinder van Bluetooth studeerde elektrotechniek aan de TU Delft en promoveerde hier in 1990 ook tot doctor in de technische we-tenschappen.

In 1994 begon de Westlander te werken aan de ontwikkeling van een klein, goed-koop en zuinig radiosysteem. Zo ontwik-kelde hij gaandeweg een chip die door middel van radiogolven communicatie op korte afstand, zonder tussenkomst van een basisstation, mogelijk maakt.

Viking BlauwtandHet concept Bluetooth is genoemd naar de viking Harald Blaatand (Blauwtand), een Deense koning die leefde van 940 tot 981. Harald wordt gezien als de ko-ning die Noorwegen en Denemarken verenigde. Zijn zuster was getrouwd met de Noorse koning. Toen deze monarch stierf, riep de weduwe de hulp in van haar broer bij de troonopvolging. Harald nam deze taak op zich en kreeg zodoende naast Denemarken ook Noorwegen on-der controle. Om zijn rijk te verdedigen bouwde hij veel bruggen en forten, wat voor de alliantie rond Bluetooth genoeg reden was om hem tot beschermheer van de moderne communicatietechniek te benoemen.

De clandestien opererende microbiologen ontdekten sterke antibacteriële activiteit bij een schimmel met de naam Penicillium bactatum. De werkende stof gaven zij de codenaam Bacinol

Pompen of

verzuipenLangs de tuin achter mijn huis loopt een sloot. Dat is leuk, vooral ’s zomers als er zwanen, eenden, meerkoeten en water-hoentjes rondzwemmen. In tegenstelling tot ’s zomers stroomt het water daar ’s winters flink door. Dat is zeker na zwa-re regenval ook hard nodig, want soms stijgt het waterpeil behoorlijk. Nu ben ik niet direct bang voor wateroverlast, want het is een diepe tuin en het huis ligt zeker twee meter hoger dan de sloot. En eigen-lijk, al vielen de hogere waterstanden me wel op, ik stond er nooit zo bij stil.

Dat is verleden tijd. Door alle verhalen in deze Delft Highlights over water, ben ik me bewuster geworden van de rol en de ri-sico’s daarvan in verstedelijkte gebieden. Al is onze kennis over water en waterkerin-gen wereldberoemd, toch zijn ook in ons land wateroverlast (door zware regenval) of zelfs overstromingen (door een dijkdoor-braak) niet helemaal uit te sluiten. De kans op overstromingen is weliswaar niet groot, want Nederland hanteert op het gebied van waterveiligheid de strengste eisen ter wereld.

Wateroverlast daarentegen – met onderge-lopen kelders en straten die blank staan – komt wel vaak voor. Tachtig procent van de Nederlandse gemeenten kampt ermee. Ook Delft, dat net als andere steden in de Rand-stad onder de zeespiegel ligt. Daarom neemt het Hoogheemraadschap van Delfland voortdurend maatregelen en overwegen ze om sterkere waterpompen te installeren.

Bovendien worden in deze stad allerlei in-novatieve oplossingen bedacht en getest om ook in de toekomst de voeten droog te houden; van demonteerbare kunststof bak-ken gevuld met water tot vlotterkeringen die stijgen en dalen met de waterstand. Ook bouwen op het water is een oplossing. Voor-al nu twee zaken tegen elkaar in werken: de stijging van de zeespiegel door klimaatver-andering enerzijds en het feit dat we meer bouwen op lager gelegen delen omdat de ho-gere al zijn volgebouwd anderzijds. Daarom zullen we in de toekomst drijvende wijken zien verrijzen. Want die hebben, doordat ze niet op vaste grond zijn gefundeerd, geen last van stijgend water.

Pompen of verzuipen? Pompen dus. En met alle innovatieve oplossingen en de komst van drijvende steden wordt de kans op verzuipen helemaal klein. Maar ik realiseer me plotse-ling wel dat ik in een ouderwets huis woon. Want dat staat dus nog gewoon langs het wa-ter in plaats van erop.

Hans DalmeijerHoofdredacteur Delft Highlights

DE TOEKOMST: ATALANTA

Zal hij ooit vliegen? Dat is nog de vraag en het antwoord kan nog wel vijf of mis-schien zelfs tien jaar op zich laten wach-ten. Aan de inzet en inspanning zal het niet liggen, want binnen diverse facultei-ten van de TU Delft wordt met man en macht gewerkt aan de ontwikkeling van Atalanta, tien centimeter klein en vier gram licht.

“Het Atalanta project is in de eerste plaats een wetenschappelijke en technische uit-daging”, stelt dr. ir. Hans Goosen, on-derzoeker aan de faculteit 3mE van de TU Delft. “We willen een minuscuul ob-ject realiseren dat met f lappende vleugels zoals van een insect zelfstandig in een zwerm kan vliegen, navigeren en waar-nemen. Dat vraagt om de integratie van technieken van verschillende disciplines: mechanica, mechatronica, regeltechniek, aerodynamica en scheikunde.”

Daarbij komen ze allen tot dezelfde conclu-sie: we moeten het simpel houden en steeds kleiner maken! In Amerika is $10 miljoen uitgetrokken voor een onderzoek verge-lijkbaar met het Atalanta project. In Delft moeten ze het met een heel wat beperkter budget doen, gesponsord door Devlab, een samenwerkingsverband van twaalf kleine tot middelgrote technologiebedrijven die via ge-zamenlijke research nieuwe businesskansen proberen te creëren.

Mensen redden“Míjn droom is om het ding uiteindelijk vliegend te krijgen”, zegt prof. dr. ir. Fred van Keulen, hoogleraar bij 3mE. “Niet met batterijen, maar met een minuscuul motor-tje op waterstofperoxide. Als Atalanta over een aantal jaren echt vliegt, kun je er men-senmassa’s mee in de gaten houden en on-derzoek doen in ingestorte gebouwen of in stralingsgebieden. Atalanta zou dus mensen kunnen redden. Maar je kunt er bij evene-menten en in commercials ook leuke dingen mee doen. We jagen met dit flapping wings concept iets geks na, maar het wordt wél steeds meer realiteit.”

‘Mijn droom is om het ding uiteindelijk vliegend te krijgen. Met een minuscuul motortje op waterstof-peroxide’

Beroemde Delftse UitvindingenDelft wordt internationaal al snel geassocieerd met het Delfts blauw van De Porceleyne Fles. Maar ook met wetenschap en innovatie. Niet in de laatste plaats dankzij de hoge kwaliteit van het hoger onderwijs in deze stad én de wereldberoemde uit-vindingen die hier zijn gedaan.

De Atalanta

Prof. dr. ir. Fred van KeulenAntibioticum-molecule

Eigenlijk is het aantal ideeën, con-cepten en praktische toepassingen dat jaar in, jaar uit in deze stad van nog (net) geen 100.000 inwoners wordt ‘geboren’ nauwelijks te tel-len. Soms na vele jaren van gericht onderzoek, soms doordat tijdens zo’n proces technieken worden ontdekt die ook op een heel andere

manier kunnen worden gebruikt dan waar het onderzoek voor be-doeld was (serendipiteit). Veel van die uitvindingen of productinno-vaties bewijzen wereldwijd grote diensten, maar worden nooit bij het brede publiek bekend. Of al-thans niet als een uitvinding van Delftse origine.

In deze Delft Highlights de verhalen achter drie uitvindin-gen. Over Bacinol dat in het diepste geheim werd uitgevon-den, Bluetooth dat een vinding is van een wetenschapper die

hier studeerde en promoveerde en Atalanta, een uitvinding die nog niet klaar is, maar waar we-tenschappers en studenten van verschillende studierichtingen op dit moment hard aan werken.

Penicilline schimmel

1

2 3

Harald Blaatand

Page 4: Maak er een spel van HIGH ‘Storytelling is onze kracht ... · Droge voeten In Delft wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook

DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011 76

zijn volgebouwd en op een wa-teronvriendelijke manier. Bij die nieuwbouw moet wel voldoende rekening worden gehouden met de waterbergingcapaciteit. Ver-stedelijking waarbij de waterhuis-houding niet op orde is, is name-lijk de voornaamste oorzaak voor de toenemende wateroverlast. Door de explosieve groei van veel steden is dat een wereldwijd op-komend probleem.”

Ook Delft kent het probleem. Omdat de stad relatief laag ligt – een aantal meter beneden zeeni-veau – is wateroverlast beslist een risico. “Daarom richt Delfland waterbergingslocaties in, probe-ren ze waterneutraal te bouwen en wordt nagedacht over sterkere waterpompen. Delft is daar heel erg mee bezig en het is voor deze stad ook een enorme opgave om het droog te houden. Er staan hier zo nu en dan kelders onder water. Ook in het Westland zijn de kassen geregeld slachtoffer van water.”

Maar hoe zit het dan met over-stromingen? De watersnoodramp van 1953 is niet alleen een histo-risch feit, maar zeker in Zeeland en delen van Zuid-Holland ook een schrikbeeld uit het verleden. Sindsdien is veel gedaan om her-haling te voorkomen en kent ons land de beroemde Deltawerken. Daar wordt vanwege de veilig-heidseisen die eraan worden toe-gekend ten volle op vertrouwd, maar soms komt er toch een scheurtje in dat vertrouwen. Van veel dijken in Nederland is de kwaliteit onvoldoende bekend. Bijvoorbeeld toen in de vroege ochtend van 26 augustus 2003 in Wilnis een dijkverschuiving ontstond. Dat bracht bij de inwo-ners van Wilnis heftige emoties teweeg en was dagenlang lande-lijk nieuws. De discussie over de veiligheid van onze dijken laaide op en er werd onderzoek gedaan naar zwakke plekken in ons wa-terkeringsstelsel.

Toch hoeft Nederland zich over overstromingsgevaar géén acute zorgen te maken, meent Zeven-bergen. “Nederland is wat dat betreft het veiligste land ter we-reld. Na de deltaramp in 1953 hebben we gezegd dat zoiets nooit meer mag gebeuren. Daar-door hanteren wij nu de strengste eisen ter wereld. De kans dat er een dijk doorbreekt is hier eens in de 1000 jaar, en zelfs nog min-der. In andere landen is dat eens in de honderd of zelfs nog hoger.”

Wereldberoemde waterkennisNederland heeft dankzij alle ervaring een wereldnaam op het gebied van waterkennis. “Een goed voorbeeld is Del-tares. Een expert van Delta-res heeft zes weken lang het watersysteem in Bangkok

Verstedelijking waarbij de waterhuishouding niet op orde is, is de voornaamste oorzaak voor de toenemende wateroverlast

gemodelleerd en heeft daar baanbrekend werk verricht”, vertel Zevenbergen. “Zo heeft hij onder meer kunnen verkla-ren waarom het water zo hoog stond, waarom het water zich op een bepaalde manier ver-spreidde én hij heeft een raming gemaakt hoe lang het duurt om het nog droog te krijgen.”

Hij vervolgt: “En dit was nog maar één voorbeeld. Zodra er een ramp is, waar dan ook in de wereld, worden experts uit Nederland vaak gevraagd om hun kennis te delen, de situatie te verklaren en advies te geven. We kunnen dus wel stellen dat de Nederlandse waterkennis wereldberoemd is. “

Kennis delenWaterkennis is een Nederlands exportproduct geworden en daar wordt om die reden ook op voort-borduurt. Zevenbergen is al vijf jaar hoogleraar aan de TU Delft maar ziet dat er op meer plekken in de wereld hoogwaardige kennis is waar zelfs wij nog van kunnen leren. “In Melbourne zetelt het Centre for Water Sensitive Cities. Daar onderzoeken ze hoe een ste-delijke omgeving moet worden in-gericht zodat er op een duurzame manier met water kan worden om-gegaan. Nog concreter: hoe water kan worden vastgehouden om de droogte tegen te gaan. Uiteraard kampen ze daar met veel droogte, maar onderschat Nederland niet. Ook wij kennen droge periodes.”

Australië innoveert flink op het gebied van stedenbouw en Zeven-bergen erkent dat zij een belang-rijk aandeel hebben in ‘het nieuwe bouwen’. “Het belangrijkste is dat we bij het maken van bouwplan-nen vanaf het begin rekening hou-den met het watersysteem”, stelt Zevenbergen. “Voorheen werden waterexperts pas in de laatste fase van een bouwproces betrokken. Dus de innovatie zit hem eigenlijk in het samen plannen. In Neder-land gebeurt dat al steeds meer. We hebben ook een watertoets die daarop toeziet, maar in het bui-tenland, bijvoorbeeld de Aziati-sche steden, gebeurt dat nog bijna niet.”

Economische gevolgen“De economische gevolgen van overstromingen zijn tegenwoor-dig zo groot, dat wij ons nu re-aliseren dat we de risico’s on-voldoende kennen en mee laten wegen bij de keuzes van maatre-

De wereld kampt met water-problemen. De overstroming als gevolg van zware regenval in Thailand is de laatste tijd breed uitgemeten in het nieuws. Ook Nederland heeft last van water. Hoe komt dat, welke oplossin-gen bestaan daarvoor en hoe ziet de wereld er straks uit?

/door Maxim Dalmeijer

Professor Chris Zevenbergen PhD Msc (1958), directeur Business Development bij Dura Vermeer, werkzaam bij UNESCO IHE als professor Water engineering én hoogleraar bij de afdeling water-bouwkunde aan de faculteit Civie-le techniek en Geowetenschappen van de TU Delft legt het uit. Wateroverlast“Het is belangrijk dat we in Nederland onderscheid maken tussen wateroverlast en een overstroming. Dat is namelijk niet hetzelfde”, zegt hij. “Een overstroming komt bij ons voor zodra een dijk breekt. Bij extre-me stormen bijvoorbeeld. Wa-teroverlast wordt veroorzaakt door zware regenval waarbij het water niet meer via nor-male kanalen weg kan stromen en vervolgens kelders en straten blank zet.” In het buitenland wordt meestal alleen over over-stromingen gesproken.

De recente ramp in Bangkok was een gevolg van zware re-genval. Zevenbergen: “Het ging daar fout omdat de bebouwing in Bangkok alle afwateringska-

nalen afsloot. De doorstroming van het water van boven naar beneden werd dus geblokkeerd. Maar het blijkt ook dat er wa-terkeringen (objecten die als functie hebben om water tegen te houden) ontbraken. Dat het met keringen niet deugde was in 2005 in New Orleans trouwens

ook het geval toen de orkaan Katrina daar een gigantische ravage aanrichtte.”

Situatie NederlandIn Nederland is wateroverlast op een enkel incident na niet zo’n hot item. Als het in een gemeente fout gaat, staat daar de volgende

dag een foto van in de krant, maar verder wordt daar in brede kring niet veel ophef over gemaakt. Over het algemeen zijn we er aan gewend dat ongeveer een derde van ons land onder de zeespie-gel ligt en maakt het gros van de Nederlander zich niet zo’n zorgen om wat water hier allemaal kan

uitrichten. Toch is het een feit dat meer dan tachtig procent van de Nederlandse gemeenten last heeft van wateroverlast. “En als we niet oppassen zal percentage alleen maar toenemen”, aldus Zevenber-gen. “We bouwen namelijk steeds vaker op lage plekken, omdat alle hoge plekken in het verleden al

gelen. In Bangkok zijn fabrieken van Honda en Toyota stilgelegd door de overstromingen. Het moet nu nog maar blijken of de multinationals nog vertrouwen hebben in het gebied waar die fabrieken staan. De kans dat er in de nabije toekomst nog een keer een overstroming komt, is namelijk reëel.”

Zo is het niet ondenkbaar dat de industrie in lage dichtbe-volkte delen van Nederland door wateroverlast gevaar kan lopen. Maar ook in gebieden die weinig gevaar lopen, kan het – weliswaar op kleinere schaal – economisch voordeel opleveren om al in de eerste fase van een bouwproces er een waterexpert bij te betrekken. “Dat kan na-melijk onnodige kosten voor-komen. Als er achteraf nog een straat moet worden verhoogd of iets dergelijks, is dat geldver-kwisting. Innovatief bouwen le-

vert bovendien ook ruimtelijke kwaliteit op. En dat heeft weer een positief economisch effect. Een huis aan het water is bij-voorbeeld tien procent meer waard dan een huis zonder een sloot, vaart of plas in de buurt”, aldus de hoogleraar water-bouwkunde.

Drijvende stedenIn de toekomst heb je niet alleen meer huizen aan het water, maar ook ín en op het water, verwacht Zevenbergen. “Er zijn concrete plannen om drijvende woonwij-ken en zelfs drijvende steden te bouwen. Vooral in Azië zijn hier serieuze plannen voor. Maar ook in Nederland wordt er over nage-dacht. Het Delftse bedrijf Delta-Sync maakt wereldwijd naam op dit gebied.”

“Ik geloof ook dat steden, die met een fluctuerend waterpeil mee kunnen bewegen als drijvende steden, onze toekomst zijn. Als je op dit moment naar de situatie van deltasteden kijkt, zie je dat we te maken met hebben zakkende bodems. In die hoogstedelijke gebieden zijn waterwoonwijken een goede oplossing voor het pro-bleem.

De huizen zijn dan niet meer ge-fundeerd op vaste grond en dat is een groot voordeel. Aangezien de huizen dan op een flexibele bodem staan, valt het probleem van zakkende bodems weg en bij extreme natuuromstandigheden kunnen de klappen beter worden opgevangen.”

Nieuw gezichtDe ontwikkelingen in waterma-nagement garanderen steeds meer veiligheid ten opzichte van wa-ter. Maar met de verandering in het klimaat en de inherent daar-aan stijgende zeespiegel en door de sterke van steden, moeten we blijven werken aan onze water-veiligheid. Dit geldt ook voor onderzoek. Echt gevaar lopen we volgens Zevenbergen niet, maar bebouwing zal in de toekomst zich meer moeten aanpassen aan het wassende water. De wereld zal over enkele decennia dus een nieuw gezicht hebben.

Chris Zevenbergen

Recente overstroming in Bangkok

foto: Rob L

engkeek

Overstroming Ketelbinkie - Deventer

Watersnoodramp 1953

Nederland heeft dankzij alle ervaring een wereldnaam op het gebied van waterkennis

foto: Du

ra Verm

eer Groep N

V

foto: Du

ra Verm

eer Groep N

V

Wateroverlast teistert óók Nederland

Page 5: Maak er een spel van HIGH ‘Storytelling is onze kracht ... · Droge voeten In Delft wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook

DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011 98

Hogeschool Inholland Delft

Hogeschool Inholland Delft biedt als enige onderwijsinstelling op hbo-niveau in de Randstad ‘groene’ opleidingen aan. Met het Westland als ‘achtertuin’ en het tekort aan mensen in de agrarische sector liggen er legio kansen voor studenten. Hoog-waardige kennis voor een van de innovatiefste sectoren die het land kent, daar draait het om.

Tijdens de opleidingen Dier- en Veehouderij, Food commerce and Technology, Greenport business and Retail en Landscape and Envi-ronment management worden stu-denten geconfronteerd met actuele vraagstukken uit de maatschappij.

Samen sterk“De innovatie in de ‘groene’ sector gaat razendsnel”, stelt lo-catiedirecteur, Peter Scheerder. “Hogeschool Inholland Delft blijft daarin meegaan. Wij pro-beren daar in diverse sectoren een bijdrage aan te leveren door studenten te laten werken aan op-lossingen voor actuele vraagstuk-ken. Andersom worden we daar ook vanuit het tuinbouwgebied

actief bij betrokken door onder anderen de burgermeester van de gemeente Westland, Sjaak van der Tak.”

Zo is Hogeschool Inholland Delft gevraagd om samen met kennisin-stellingen als de TU Delft en de Haagse Hogeschool, onderzoeken uit te voeren die de markt verder helpen. Scheerder: “Het project Green Eyes is een mooi voor-beeld. De studenten gaan samen met andere partijen onderzoeken wat er allemaal in kas gebeurt als er bijvoorbeeld een plantziekte uitbreekt. Veel tuinbouwers blij-ken in zulke situaties te denken dat zij wel weten waardoor die ziekte wordt veroorzaakt. En dus

Hoe doen ze dat? “Onder meer via onderzoek naar mogelijkhe-den en het bevorderen van de be-wustwording van hele ketens. De lat ligt hoog. We willen voor 2015 twintig procent minder voedsel-verspilling in Nederland”, stelt projectleider Gerry Kouwenho-ven van Hogeschool Inholland Delft.

Bewustwording“Slechts een paar praktische aan-passingen volstaan al om ervoor te zorgen dat er minder voedsel wordt verspild”, vertelt Kouwen-hoven. “Het is van essentieel be-lang dat zowel bedrijven als con-sumenten inzien dat het anders kan. En dus geven onze studen-ten beide kanten de aandacht. Zo hebben zij onderzoek gedaan naar het gedrag van de consu-ment en geven zij voorlichting aan bedrijven.”

De projectleider constateert dat het tijd kost om het gedrag van consumenten en bedrijven te veranderen, maar ziet ook dat de studenten écht iets teweeg brengen in de foodsector: “Zij jagen ontwikkelingen aan op het gebied van reductie van voedsel-verspilling. Via onderzoek, maar ook door fysiek langs te gaan bij bedrijven. De studenten van Inholland hebben bijvoorbeeld training gegeven aan een groot cateringbedrijf. De medewerkers daarvan hebben de ideeën en tips opgepikt en zijn vervolgens hun werkwijze gaan veranderen. Hierdoor werken zij nu veel be-wuster en minder verspillend.”

KetensHet is een voorbeeld van een klei-ne verandering in een grote sec-tor, maar Kouwenhoven stelt dat het daar wel mee begint: “Uit-eindelijk proberen we hele ketens bewust te maken van het feit dat zij zaken moeten veranderen. Als bedrijven in een keten beter met elkaar communiceren, scheelt dat enorm. Maar dan moeten ze wel eerst geholpen worden om in te zien dat reductie van voedsel-verspilling niet alleen een morele kwestie is, maar ook een kwestie van geldverspilling. In de praktijk blijkt dat bedrijven hun aanpak pas willen veranderen zodra het besef is doorgedrongen dat zij geld kunnen besparen.”

advertorial

Delft krijgt ‘themapark droge voeten’

De wereld kijkt toe wat we in Delft met water doen

Delft is de mondiale etalage van waterhuishoud-kundig vernuft. Hier wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstro-mingen, waar ook ter wereld. In januari wordt een begin gemaakt met het zichtbaar maken, op ware grootte, van de werking van tijdelijke waterkerin-gen. Een soort themapark voor droge voeten./door Dolf Dukker

Bij dreigende watersnoden zien we steevast dezelfde beelden. Mannen in zware regenpakken die met zandzakken lopen te sjouwen, om zo goed en zo kwaad als het gaat een geïmproviseerde waterkering op te bouwen. Dat moet toch slimmer kunnen. Effi-ciënter, sneller en waarschijnlijk ook goedkoper, dachten produ-centen en leveranciers van water-huishoudelijke voorzieningen en materialen.

Unieke trekpleisterMaar goede ideeën vinden niet automatisch hun weg naar de praktijk. Gelukkig bestaat in Delft een samenwerkingsver-band van ondernemingen, on-derwijs, onderzoek en over-heid. Onder de naam Delft Blue Technology bundelen de ge-meente Delft, het Hoogheem-raadschap van Delf land, TU Delft, TNO, Deltares, Unesco-IHE, Science Port Holland en de Kennisalliantie hun krach-ten om watervraagstukken op te lossen. Dankzij hun inzet krijgt Delft er een unieke trekpleister bij.

Als het weer niet tegenzit, gaat in januari de schop de grond in voor de aanleg van een proeftuin waar de werking van tijdelijke waterkeringen zal worden gede-monstreerd. Daarvoor is langs de A13 tussen de afslag Delft Zuid en het NMI een gebied van 50 hectare gereserveerd. Over een maand of drie wordt dit nu nog braakliggende gebied doorkruist met watergeulen en

dijken. Elke wateroverlast ge-vende situatie kan hier op reële grootte in scène worden gezet. Vertegenwoordigers van water-schappen en andere overheden uit binnen- en buitenland kun-nen met eigen ogen zien welke tijdelijke waterkering het best aan hun eisen voldoet.

Grote waterbakkenZij zullen zich verbazen over de ingenieuze manieren die de par-ticiperende bedrijven en instel-lingen hebben bedacht om over-stromingen te voorkomen. Wie kan bedenken dat je water heel simpel kunt tegenhouden met… water? De BoxBarrier, een sys-teem van grote kunststof bakken, maakt dat mogelijk. Door op een dijk of kade een rij van deze bak-ken neer te zetten en met water te vullen, kan de kerende werking van deze dijk of kade eenvoudig worden verhoogd. De BoxBar-rier is een coproductie van GMB Infra en BAM Infraconsult. Het systeem kan overal waar over-stromingsgevaar dreigt, worden toegepast. Op harde en zachte ondergrond. Voor een harde on-dergrond zijn op de onderkant van de bak rubberen profielen aangebracht, om een waterdichte afsluiting te garanderen. Is het overstromingsrisico geweken, dan kunnen de bakken eenvou-digweg worden gedemonteerd en opgeslagen.

Een andere ingenieuze oplos-sing is een kering die in de grond verstopt zit en die automatisch omhoog komt wanneer de water-

stand een bepaalde grens over-stijgt, gewoon door gebruik te maken van de opwaartse kracht van het water. Staat het te hoog, dan stroomt het water vanzelf in betonnen bakken die zijn in-gegraven in een dijkwand of ka-dewand. In de bakken hangt een vlotter van polyester met daarop een metalen deksel die door het stijgende water omhoog wordt gedrukt en als kering gaat funge-ren. Voordeel van dit systeem is dat er bij normale waterstanden niks van te zien is. Het landschap wordt er niet door ontsierd.

Met het idee voor deze innova-tieve vlotterkering wonnen Ge-rard Jansen en Jan Vermond, twee Westlandse particulieren, in 2007 de door het Hoogheem-raadschap Delf land uitgeschre-ven Europese prijsvraag voor het beste ontwerp voor de ‘Tijdelij-ke waterkering Woudsepolder’. Hoewel de vlotterkering dus in feite was bedoeld voor een expe-riment in de Woudsepolder wordt nu met de partners van Delft Blue Technology onderhandeld of de vlotterkering niet beter in de Delftse proeftuin voor tijdelij-ke waterkeringen kan worden ge-bouwd en gedemonstreerd. Het is dus nog niet honderd procent zeker of de vlotterkering er komt.

Sneller innoverenDe inrichting van een test- en de-monstratieterrein voor tijdelijke waterkeringen is een mooi voor-beeld van de dynamiek van sa-menwerkingsverbanden. Het is de Kennisalliantie niet alleen gelukt

om de ontwikkeling van innovatie-ve waterkeringsystemen te versnel-len, maar ook om de werking ervan aanschouwelijk te maken voor ie-dereen die zich zorgen maakt of we de komende jaren de voeten droog kunnen houden, gezien het veran-derende klimaat.

“Het is begrijpelijk dat overhe-den die moeten besluiten over dergelijke keringen er zeker van willen zijn dat die keringen ook echt in de praktijk werken”, zegt Sander van der Wal, programma-manager bij de Kennisalliantie, partner van Delft Blue Techno-logy. “Het gaat immers om onze veiligheid. Als klanten een be-paalde omstandigheid willen tes-ten, bijvoorbeeld de kracht van boomstammen tegen een kering,

kunnen we dat hier ook doen.”Joost de Haan, innovatiemana-ger bij het Hoogheemraadschap van Delf land, ziet de regio Delft als één grote etalage van water-huishoudkundige innovaties. “Ik verwacht dat de deltatechnologi-sche kennis die hier aanwezig is een enorm aanzuigende werking zal hebben op de rest van Ne-derland. Ik zie deze regio als een kraamkamer van onderzoekers en ondernemers, waaruit inno-vatieve producten komen voor de uitdagingen die klimaatverande-ring en waterbeheer ons stellen. Niet alleen Nederland heeft daar straks wat aan, maar ook de rest van de wereld. Ik heb er veel ver-trouwen in dat er mooie innova-ties tot stand komen in onze regi-onale proeftuinen.”

Kansen“Het is ook frappant dat eten ook nog niet wordt afgestemd op het jaargetij”, vervolgt de docent en projectleider. Deze overproductie proberen wij tegen te gaan. Wij zijn actief met de valorisatie van rest-stromen. We moeten zo goed mo-gelijk in kaart brengen wat er nodig is en de productie daarop afstem-men.”

Het aandeel van consumenten in het geheel mag niet worden on-derschat. Kouwenhoven: “Vooral jongeren blijken eten weg te gooien, terwijl dat nog van prima kwaliteit is. Kliekjesdag? Bestaat in veel ge-zinnen niet meer. Er liggen écht meer dan genoeg kansen om ver-spilling te verminderen. Dit bete-kent dat er evenveel uitdagingen voor onze studenten zijn.”

Geïnteresseerd in de opleidingen en projecten van Hogeschool Inholland Delft? Surf dan snel naar www.in-holland.nl/delft

In Nederland gooien we met z’n allen per jaar 4,4 miljard euro aan voedsel weg. Dat móet echt minder en studenten, de managers van de toekomst, moeten hier een belangrijke rol in spelen, vindt de overheid. Via een gesubsidieerd project krijgen studenten van Inholland de kans om samen met andere onderwijsinstellingen, overheidsinstellingen en bedrijven te werken aan het terugdringen van die verspilling.

Gerry Kouwenhoven

“Gelukkig bestaat in Delft een

samenwerkingsverband van ondernemingen,

onderwijs”

‘Groene’ leider in de Randstad Twintig procent minder voedselverspilling vóór 2015

wordt er verder geen onderzoek naar gedaan. Terwijl dat herha-ling zou kunnen voorkomen.”

Oude imago afstoffenVan de studenten die aan het pro-ject Green Eyes meewerken wordt verwacht dat zij innovatieve oplos-singen bedenken voor het bedrijfs-leven. De directeur vindt het dan ook spijtig dat agrarische opleidin-gen niet bij iedereen het imago heb-ben dat bij de interessante en hyper-moderne sector past.

“Onze opleidingen worden nog te vaak gerelateerd aan het verou-derde cliché van vroeg opstaan, keihard werken en toch weinig geld verdienen. Jammer. In wer-kelijkheid ontwikkelen onze stu-denten zich tot mensen die in de toekomst waardevolle kennis gaan overbrengen en sectoren vooruit helpen met vernieuwende ideeën.

Het is wetenschap pur sang voor ondernemende studenten.”

Page 6: Maak er een spel van HIGH ‘Storytelling is onze kracht ... · Droge voeten In Delft wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook

DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011 1110

COLUMN

We lopen langs een lange bomenrij in de ochtend-schemering. Het is al november maar nog hele-maal niet koud, mijn zomerjas is nog steeds meer dan voldoende. Engelse meteorologen hebben een winter voorspeld met Siberische temperaturen, -40°C of zoiets, maar daar merken we nog niets van.

Langs de rand van een sloot zijn winterkoninkjes druk in de weer en in de wat hogere bomen zien we een aan-tal mezen. Verderop doet een groot aantal kramsvogels zich te goed aan prachtige rode bessen. Dit rood in combinatie met de gele en bruine herfsttinten en een laatste beetje groen maakt er in mijn ogen een typisch Hollands tafereel van.

In het water jaagt een snoek – of is het een school baarzen? – op kleine visjes. De snoek of baarzen zijn zelf niet te zien, maar wel de scholen visjes. Die springen, om hun leven te redden, herhaaldelijk als groep boven het water uit. Tussen de vele kaarsrechte sloten lopen ook merkwaardig kronkelende greppels. Oude kreekjes? Ik denk aan de geulen op het wad, zoiets zal vast ook de oorsprong van deze sloten zijn.

We komen, hoewel in de volle Randstad, tijdens een uur of twee wandelen langs polderweggetjes, knotwilgen en weilanden, nauwelijks iemand tegen. Tot we in de verte toch een groepje mensen zien staan dat, zo lijkt het, fietsen of brommers heeft meegenomen op de grasdijk. Een hangplek?

Dichterbij gekomen blijken het vogelaars te zijn. De fiets-en zijn verrekijkers, telescopen en telelenzen op statieven. Ik zie iets verderop een zilverreiger in het land maar die is ook goed met het blote oog te zien. Dus vraag ik de eige-naars van al die ‘vergrotingsobjecten’ wat er te zien is. Het antwoord is kort en uitnodigend: “Kijk zelf maar eens.” Zo’n tweehonderd meter verder staan wat wilgen-bosjes; op de keper beschouwd meer struiken dan bomen. Daar blijkt een klapekster op een tak te zitten. Dankzij de techniek in de glimmende apparatuur zie ik voor het eerst in mijn leven deze bijzondere vogel. De vo-gelaars lachen een beetje smalend als ik in een eerste op-welling constateer dat de kleuren wel op die van een klu-ut lijken, een vogel die ik wel vaker zag. Hier zien we in de praktijk gebracht wat onderzoek en wetenschap zoal vermag. Ooit is in Delft door Antho-

nie van Leeuwenhoek onderzoek gedaan met een microscoop. Verrekijkers en tele-scopen zijn, hoewel op iets andere principes gebaseerd, verwante apparaten. Zij kunnen elk op een andere manier ons kijkplezier enorm vergroten.

De klapekster zal dit gemijmer overigens een zorg zijn. Ik weet niet hoe de vogelaars dat zo snel zien, maar ze zeggen dat het een mannetje is. Hij is in elk geval niet te beroerd om na een fraaie vlucht – in een min of meer rechte lijn op ons af – korte tijd vlakbij op een paaltje te gaan zitten. Nu is de vogel ook met het blote oog goed te zien. Na een poosje zie ik dat de vogelaars gelijk hadden, er zijn wel degelijk grote verschillen met de kluut …

Niek Praagmanis toegpast wiskundige en natuurliefhebber

Klapekster

Unieke opleidingen in de Randstad Ben je op zoek naar een vervolgopleiding?Word jij de specialist waar het bedrijfsleven zo om zit te springen?Kies dan voor een opleiding van Hogeschool Inholland Delft:- Aeronautical Engineering- Dier- en Veehouderij- Food Commerce and Technology- Greenport Business and Retail- Landscape and Evironment Management- Luchtvaarttechnologie Meer weten? www.inholland.nl/delft

Hogeschool Inholland Delft

Elke Delftenaar kan helpen bij waterbeheer

Het Delftse project Slim Meten en Monitoren onderzoekt waar het water in de bin-nenstad naartoe gaat. Iedereen kan daarbij helpen met informatie uit zijn eigen buurt, straat of huis. Zo wordt elke Delftenaar een beetje waterbeheerder.

Project Slim Meten en Monitoren heeft zoveel mogelijk informatie nodig

InnovatieprojectHet project ‘Slim meten en monitoren’ is een innovatie-project dat wordt uitgevoerd onder de paraplu van Delft Blue Technology. Binnen Delft Blue Technologie stel-len de gemeente Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland hun beheersgebied ter beschikking om nieuwe kennis en technologieën op het gebied van water- en del-tatechnologie te testen. Het project is mede gefinancierd met steun van het Europese Fonds voor Regionale Ont-wikkeling van de Europese Commissie.

Het is weer tijd voor paraplus, capuchons, laarzen en een dikke (regen)jas! Nat worden we niet graag. We wachten liever tot een regenbui voorbij is, of pak-ken de auto in plaats van de fiets om ergens te komen. Het kan plaatselijk ineens hard regenen, waardoor in huis de wc-pot gaat borrelen of buiten grote plassen ontstaan. Water heeft altijd iets onvoorspelbaars. Daarmee zorgt het wel voor leven in de brouwe-rij. Maar om te voorkomen dat water tot overlast leidt, moet het zorgvuldig worden beheerd en beheerst.

Grachten op peilDe gemeente Delft en het Hoog-heemraadschap van Delfland zijn elke dag bezig met het beheren van regenwater, grondwater, het peil in de grachten en de riolering. Als de weersverwachting is dat er veel regen gaan vallen, wordt met gemalen water uit de grachten weggepompt. Is het droog weer, dan wordt juist water de binnen-stad ingelaten om de grachten op peil te houden. Zo proberen de gemeente en het Hoogheem-raadschap te voorkomen dat het ergens te droog of te nat wordt. Vaak lukt dat, soms ook niet. Dan lopen kelders en tunnels onder of verzakken huizen.

Het project Slim Meten en Mo-nitoren heeft tot doel om dat soort vervelende situaties zoveel mogelijk te voorkomen. En om te onderzoeken wat er met het wa-ter in de binnenstad precies ge-beurt. Samen met de inwoners

van de stad werken de gemeente Delft, Hoogheemraadschap van Delfland, TU Delft, advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos en Munisense BV (leverancier van beheerde infrastructuur voor draadloos meten) aan dit project om het watersysteem beter te be-grijpen.

Social mediaDaartoe meten de gemeente en het Hoogheemraadschap in de gracht, het grondwater, de neer-slag en de riolering. Maar er is veel meer informatie beschik-baar. Mensen blijken namelijk via social media steeds vaker te communiceren over water. Foto’s van wateroverlast komen op facebook. Er wordt getwit-terd over plensbuien. Bovendien zijn er mensen die van het me-ten van water hun hobby hebben gemaakt. Weeramateurs voeren bijvoorbeeld zelf neerslagmetin-

gen uit. Slim Meten en Monito-ren kan die waardevolle infor-matie goed gebruiken.Iedereen kan interessante waar-nemingen doorgeven: een foto van een straatkolk die niet goed werkt, een deel van de straat dat steeds vol water staat of een gracht die bijna droogvalt. Geef het door via www.slim-meten.nl. De metingen van de ge-meente en het Hoogheemraad-schap komen eveneens op deze website te staan. Alle informa-tie wordt gekoppeld en gedeeld. Zodoende kan iedereen bij wa-teroverlast volgen wat er precies gebeurt. Het project Slim Meten en Monitoren betrekt inwoners bij het waterbeheer. Voor de of-f iciële beheerders van het water in Delft is het een innovatieve manier om via waarnemingen van burgers uit te zoeken wat het effect is van de maatregelen die ze nemen.

Niveaumeter in rioolput Neerslagmeter

Peilbuis in de grond

Wateroverlast Rietveld Delft

Page 7: Maak er een spel van HIGH ‘Storytelling is onze kracht ... · Droge voeten In Delft wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook

DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011 1312

Problemen? Maak er een spel van!

Spelenderwijs problemen oplossen. Haast te mooi om waar te zijn. En toch gebeurt het. Met zogeheten ‘serious games’. Dat zijn computerspellen over serieuze onderwerpen. Onze kroon-prins Willem Alexander demonstreerde een speciale versie van het spel bij het begin van de grote Nederlandse handelsmissie in Vietnam. /door Dolf Drukker

Een zaal vol hooggeplaatste Viet-namezen zag op een beamer-scherm hoe met Delftse kennis een eind kan worden gemaakt aan de overstromingen in de Me-kong Delta. Treffender staaltje van levensreddend Nederlands vernuft kon de prins niet geven.

De succesvolle start van de han-delsmissie was mede mogelijk ge-maakt door twee oud-studenten van de TU Delft: Jeroen Warmer-dam en Maxim Knepflé. Door een vakantiebaantje bij de facul-teit Technische Bestuurskunde kwamen zij op het idee meer met games te gaan doen. Zelf studeer-den zij technische informatica, wisten dus veel van computers. Gecombineerd met wat zij bij Be-stuurskunde leerden over nieuwe toepassingen van gamingsyste-men bij besluitvormingsprocessen wisten zij één ding zeker: hier zit business in; wij gaan zelf dit soort games maken.

YES!DelftOnder de naam ‘Tygron Seri-ous Gaming’ vestigden de jonge ondernemers zich in 2007 in YES!Delft, de broedplaats van de TU Delft voor technisch onderne-merschap. Eerste spel was voor het Havenbedrijf Rotterdam over de bouw en exploitatie van de Tweede Maasvlakte, het uitbreidingspro-ject van de Rotterdamse haven. Daarna volgde een aaneenschake-ling van opdrachten, onder meer voor een spel over de gevolgen van bevolkingsafname in Limburg, Groningen, Drenthe en Zeeland, een watergame over ruimtelijke ordening en watermanagement, een mixed reality/media-spel over een virusuitbraak en een online spel over de ontwikkeling van een windmolenpark. Voor de gemeente Delft maakte Tygron een spel over de herinrichting van de TU-wijk.

“De kern van ons bedrijf is orde scheppen in de chaos van ver-schillende gegevens en verschil-lende invalshoeken”, legt Maxim Knepf lé uit. “De uitdaging van de 21ste eeuw is de enorme hoe-veelheid data. Je hebt kaarten van het kadaster, kaarten met geo-informatie, zogeheten GIS-kaarten. Je hebt een heleboel verschillende economische mo-dellen, sociale modellen. Uit die

brij van informatie vissen wij de belangrijkste componenten en kijken wat de onderlinge relaties zijn tussen deelnemers en waar mogelijke belangenconf licten kunnen ontstaan.”

Wat gebeurt er?Voordeel van een spel is dat partijen eerder geneigd zijn uit hun loopgraven te komen, heeft Knepf lé ervaren. “O, het is maar een spelletje, daarbij mag je fou-ten maken. Als je zegt ‘we gaan het project met een decision sup-port systeem doorrekenen’ dan houdt een projectontwikkelaar z’n kaarten liever voor de borst.”

Serious gaming versnelt het be-sluitvormingsproces. “Het voor-komt dat bewoners tegen plannen gaan procederen. Dat kan jaren duren. Het weerhoudt gemeenten er ook van bewoners gouden ber-gen te beloven die zij uiteindelijk niet waar kunnen maken. Je kunt ook verschillende scenario’s tes-ten. Wat gebeurt er bij een eco-nomische crisis? Wat is het effect van klimaatverandering, als het harder gaat regenen. Door op voorhand slimme deals te maken met grondeigenaren over water-berging zijn waterschappen wel-licht goedkoper uit.”

Over de inhoud van een spel: “Een game bestaat uit een game engine; dat is de kernsoftware. Die kunnen wij telkens confi-gureren. Voor een nieuw gebied lezen we de kaart in. We voeren een hydrologisch model in dat het waterbeheer doorrekent. We maken een actoranalyse (deel-nemeranalyse; red.) , welke ac-toren zijn in het gebied actief ? Wat zijn hun opgaven, welke ei-gendomsposities nemen zij in, hoeveel geld hebben ze? Wat is de hoeveelheid groen in het gebied. Wat is de ruimtelijke kwaliteit? Is het watersysteem op orde? Hoe belangrijk vinden zij de sociale leefbaarheid ten opzichte van de hoeveelheid groen? En ten opzichte van de financiën? Heel belangrijk is ook dat alle deelne-mers dezelfde taal spreken, zich niet achter het jargon van hun ei-gen vakgebied verschuilen.”

“Voor het spel over de herinrich-ting van de TU-wijk hebben we

het watersysteem doorgerekend met Deltares. Op het gebied van bouwen, werken we samen met een architectenbureau. Met UNESCO-IHE hebben we een model gemaakt dat hittestress doorrekent. Zij weten precies hoe je die sommen moet maken. Heb-ben we in het spel ingebouwd. Twaalf partijen hebben eraan meegewerkt. Twee jaar geleden hadden we driekwart jaar nodig om een spel te bouwen. We kun-nen het inmiddels in twee, drie maanden.”

PraktijkvoorbeeldOm een idee te geven hoe het in de praktijk toegaat, laat Knep-f lé zien wat er bij de herinrich-ting van de TU-wijk op het spel stond. Vier partijen deden eraan mee: de gemeente, het water-schap, DUWO en TU-Vastgoed. DUWO heeft de opgave in het gebied 3.100 studentenwoningen te bouwen. “Hier staan de indi-catoren”, wijst hij naar een taart op het scherm. De grootste stuk-ken illustreren waaraan DUWO het meeste belang hecht. “Je ziet dat de bouwopgave en de ruim-telijke kwaliteit belangrijker zijn dan wat er met het groen en het klimaat gebeurt. Dus als DUWO 3.100 woningen bouwt, scoort de corporatie honderd procent. Bouwen zij er 1.500 dan scoren zij vijftig procent.”

“We geven spelers die hun op-gave realiseren expres een score voor hun eigen belang, omdat dat de realiteit is. Een ontwikkelaar speelt niet volledig voor het alge-meen welzijn. Hij wil vooral z’n eigen doelstelling halen. In dit geval kan DUWO kiezen voor een studentenwoning of voor een container. Een container is een stuk goedkoper, maar slecht voor de ruimtelijke kwaliteit. En het is de vraag of de gemeente hier-voor een bouwvergunning geeft. De uitkomsten verschillen per sessie. Dat is het leuke van het spel, het onderhandelen. Er zijn mensen die heel agressief spelen en mensen die het samen willen oplossen. Waar je het meest aan hebt, is een oplossing waarin ie-dereen zijn eigen opgave, binnen het budget kan realiseren. Seri-ous gaming helpt om die slimme oplossingen te vinden.”

“Een mens moet altijd blijven dromen”. Coen woont in het Delfgauwse Emerald en volgde onlangs de cursus ‘Bouw uw ei-gen droomhuis’ in Harnaschpol-der. Niet omdat hij al een kavel heeft gekocht in de jongste woon-wijk van Delft, wel omdat hij ‘ooit een huis wil bouwen waar ik zelf omheen kan lopen’. Vier avonden lang kregen cursisten te horen en te zien welke mogelijkheden er zijn voor zelfbouwers.

“Ik vond het allemaal heel inte-ressant”, zegt Coen. “Ik wist bij-voorbeeld niet dat het mogelijk is dat je bij aankoop van een kavel direct een architect in de arm kunt nemen die jou van A tot Z begeleidt als je een kavel koopt. En van Collectief Particulier Op-drachtgeverschap (CPO), dus sa-men met een groep bouwen, had ik helemaal nog nooit gehoord. Het was dus zeker erg leerzaam.” En met een grijns: “Alleen jam-mer dat ik óók heb geleerd dat ik nog moet sparen of een lote-rij moet winnen om mijn droom waar te maken.”

Professionele hulpAnderen zijn al verder. Tieneke Reijke en Hans den Otter koch-ten een kavel in Harnaschpolder en hopen binnenkort te gaan bou-wen. In eerste instantie wilden ze alles zelf doen, maar uiteindelijk

schakelden ze toch een architect in die het voorlopig ontwerp van hun nieuwe huis tekende. Dat laatste is gebruikelijk: ook zelf-bouwers (officieel: particuliere opdrachtgevers) huren immers meestal specialisten in op diverse gebieden. En om te helpen bij het maken van de juiste keuzes, staat er in Harnaschpolder een team deskundigen (bijvoorbeeld ver-gunningenspecialist en technisch specialist) klaar. Wat extra hulp is geen overbodige luxe, weet Tie-neke Reijke inmiddels. “We zijn nu al zo’n twee jaar bezig, maar eigenlijk hadden we de cursus zelf bouwen twee jaar eerder moeten doen.” Delftenaar Martijn van den Brink zag de cursus ‘Bouw uw eigen droomhuis’ vooral als diepte-investering. “Ik was to-taal onbekend met zelf bouwen. Sterk aan de cursus vond ik dat er niet alleen professionals, maar ook ervaringsdeskundigen aan het woord kwamen: mensen die eerlijk vertellen waar je allemaal tegenaan loopt. Ik heb zelf trou-wens geen concrete plannen om al in Harnaschpolder een kavel te kopen, maar als er straks ruimte komt in de Spoorzone, ben ik zeer geïnteresseerd.”

MiddeninkomensZelf bouwen is in opkomst. Het heeft weliswaar de naam duur te

zijn, maar dat is zeker niet het hele verhaal. Steeds meer ge-meenten bieden immers kavels aan waarbij zelfbouw ook voor middeninkomens bereikbaar is.

In Harnaschpolder Delft gebeurt dat ook. Er zijn er diverse moge-lijkheden, variërend van water-kavels (534 euro per vierkante meter), ‘gewone’ vrije kavels (ka-vels boven de 200.000 euro) tot Delft à la Carte. Bij die laatste vorm kiest de bewoner een ka-vel en een basisvorm, waarna er talloze mogelijkheden zijn voor onder meer de indeling van het huis en uitbreidingen. Alle vor-men van ‘zelfbouw’ zijn terug te vinden op: www.gemeentedelft.nl/bouwkavels

Zelf bouwen is ook helemaal van deze tijd, vindt architect Frank Toeset, die zich als voorzitter van de stichting Architecten Bouwers heeft toegelegd op ‘Particulier Opdrachtgeverschap’. Toeset: ,,Een nieuwbouwhuis kopen is waarschijnlijk de grootste uitgave in je leven, maar vaak mag je al-leen iets zeggen over de kleur van de tegels. Wij vinden dat mensen zelf keuzes moeten kunnen ma-ken. Dat is ook goed voor een ge-varieerd woningaanbod.”

BouwstijlCritici stellen soms dat het rom-melig kan worden, met botsende bouwstijlen als iedereen zijn eigen huis laat neerzetten. Hans Vos, specialist op het gebied van (Col-lectief ) Particulier Opdrachtge-verschap (CPO) en cursusleider van ‘Bouw uw eigen droomhuis’,

vertelt dat de praktijk anders uitwijst. “Mensen bouwen geen rommel, integendeel. Door de ideeën van bewoners ontstaan juist pareltjes.”

Tijdens de cursus kregen de be-langstellenden verschillende van die pareltjes te zien, maar ze kre-gen ook te horen wat er bij komt kijken.

Martijn van den Brink is dan ook tevreden met de inspiratie die hij opdeed en de extra bagage die hij nu heeft. “Ik weet nu welke ken-nis en kunde je om je heen moet verzamelen als je begint aan zelf bouwen. En ja, door de cursus is het wel meer gaan kriebelen.”

Harnaschpolder Delft: zelf bouwen aan ultieme woonwens

Zelf een huis helemaal naar je eigen smaak (laten) bouwen: het is de droom van veel mensen. In Harnaschpolder Delft zijn diverse mogelijkheden om die woonwens te verwezenlijken. Lijkt het u geweldig, maar ook ingewikkeld? Valt mee, want u staat er niet alleen voor.

“Sterk aan de cursus vond ik dat er niet alleen

professionals, maar ook ervarings-deskundigen

aan het woord kwamen”

Van droom naar huis

advertorial

CURSUS

‘Bouw uw eigen droomhuis’De eerste cursus ‘Bouw uw eigen droomhuis’ is inmiddels voor-bij. Zodra er voldoende nieuwe aanmeldingen zijn, wordt een tweede cursus gestart. De cursus (kosten: 25 euro voor 4 avon-den) wordt verzorgd door Laagland’advies op verzoek van de ge-meente Delft. U kunt zich aanmelden door uw contactgegevens te sturen naar [email protected]. Kijk voor meer info op de website van Harnaschpolder Delft: www.wonentussendeschatten.nl

INFORMATIE

Inspiratie opdoen?Heeft u interesse om zelf te bouwen? Bezoek dan geheel vrij-blijvend de woonwinkel in Harnaschpolder Delft. Daar vindt u onder meer een maquette met beschikbare kavels en u kunt meer informatie krijgen over zelf bouwen. Zoekt u inspiratie achter uw pc? Kijk dan op de website van het informatiecentrum Eigen Bouw, www.iceb.nl. Daar vindt u onder meer filmpjes van men-sen die een eigen huis hebben gebouwd.

Tygron Serious Gaming schept orde in chaos

Page 8: Maak er een spel van HIGH ‘Storytelling is onze kracht ... · Droge voeten In Delft wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook

DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 2011 1514

ColofonDelft Highlights is een uitgave van Dumay Strategie & Communicatie, Qliq en Rodi Media. Dit nummer is mede mogelijk gemaakt door de gemeente Delft, De Haagse Hogeschool, Hogeschool Inholland en projectbureau Harnaschpolder.

Delft Highlights wordt vier maal per jaar huis-aan-huis verspreid in Delft, Pijnacker-Nootdorp, Delfgauw, Schipluiden, Den Hoorn en delen van Rijswijk en Ypenburg. Daarnaast wordt deze kenniskrant

gecontroleerd verspreid onder een selecte doelgroep. Oplage: 81.000 exemplaren.

UitgeverRaymond Sparreboom / Dumay Strategie & Communicatie

RedactieraadStef Breukel (voorzitter), Sylvia Coenen (gemeente Delft), Job Nijs (Science Port Holland), Maarten van der Sande (TU Delft), Anne Strobos (Yes!Delft)

HoofdredacteurHans Dalmeijer / De TekstGroep Services BV, Delft

RedactieMaxim Dalmeijer, Dolf Dukker, Geert de Vries

FotografieStef Breukel, Science Centre Delft, Jorit Lousberg e.a.

VormgevingJob Hugenholtz, Maya van der Veer

AcquisitieJacqueline Jonkhart, Qliq [email protected]

Druk en distributieRodi Media zh-bv

Delft Highlights is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden of mogelijke gevolgen die kunnen voorvloeien uit het gebruik van de

hierin opgenomen informatie. . Getracht is om allen recht te doen bij het achterhalen van copyrights. Als in deze uitgave beeld zou zijn opgenomen waarvan de rechthebbende niet of niet tijdig kon worden achterhaald, dan kan de eigenaar binnen twee weken na de verschijningsdatum daarvoor alsnog zijn of haar normale tarief berekenen

Klimaatbestendig bouwen is een kans

Steeds meer TU-studenten halen hun propedeuse (eerste jaar) in één jaar. Hun aantal is het afgelopen jaar gegroeid van 18 naar 22 procent, zo meldde het weekblad TU Delta re-cent. Uitschieters waren de opleidin-gen Industrieel ontwerpen (IO) waar het aantal studenten met een p-in-1 steeg van 22 naar 38 procent en tech-nische wiskunde met een groei van 28 naar 42 procent. Rector magnificus Karel Luyben verwacht dat de percen-tages verder zullen stijgen als de TU volgend jaar het bindend studieadvies verhoogt van 30 naar 45 punten.

Het Amsterdamse Centrum voor Wiskunde en Informatica (ACWI) gaat de komende vier jaar samen met de TU Delft be-tere planningsmethoden voor ambulances ontwikkelen.

Er kan namelijk veel tijdwinst worden geboekt bij de inzet van ambulances. Een efficiëntere inzet betekent dat mensen in nood sneller kunnen worden ge-holpen, maar levert ook financi-ele winst op. Gebrek aan doel-matigheid gaat volgens prof. dr. Rob van der Mei van het Am-sterdamse instituut gepaard met onnodige kosten. Hij stelt ook

dat de kwaliteit die ambulance-diensten leveren onderling sterk verschilt.

Rekening houdend met zaken als de verkeersdrukte willen het ACWI en de TU Delft inventa-riseren hoe lang het een ambu-lance op bepaalde tijdstippen van de dag kost om van A naar B te komen. Ook gaan ze na hoe groot de kans is dat er een am-bulance nodig is. Aan de hand van die gegevens valt te bepa-len waar in een regio het beste standplaatsen voor ambulances kunnen komen om een dekkend netwerk te hebben.

Ambulancediensten kunnen efficiënter

“Nederland bungelt zeker niet onderaan, maar hoort niet tot de absolute wereldtop”, heeft Nico van Buren, directeur van de Kennisalliantie in Delft, ge-zegd tegen de Metro-uitgave ‘Nederland & innovatie’. Ons land stond lang hoog op de in-novatieranglijsten, maar daar kon wel eens verandering in komen. Volgens Van Buren moet en kan innovatief Ne-

derland beter. Daarvoor moet hoogwaardige kennis worden gekoppeld aan ondernemers-kracht. “Willen we welvarend blijven en bij de top horen, dan moeten we er hard aan trekken. Door fundamenteel onderzoek te blijven vertalen naar innova-ties. Dat levert harde euro’s op en daar profiteren ook de toe-leveranciers van”, aldus de di-recteur van de Kennisalliantie.

‘Innovatief Nederland moet en kan beter’

‘Storytelling is onze kracht’ Verhalen bij de mensen brengen. Instrumenten ontwikkelen omdat niet alleen via boeken, maar ook via films, foto’s, mu-ziek en games te doen. Storytelling. Dat is in het kort waar DOKLAB zich mee bezighoudt. De afdeling Wetenschap van de Delftse bibliotheek gaat vanaf 1 januari verder als zelf-standig bedrijf. Met lokale, nationale en zelfs internationale projecten in de portefeuille. /door Hans Dalmeijer

Bibliotheken en musea uit alle delen van de wereld volgen nauwlettend wat de Delftse bi-bliotheek DOK, in 2009 nog uitgeroepen tot Beste biblio-theek van Nederland, gebeurt en wat de afdeling Wetenschap daarvan allemaal bedenkt en ontwikkelt. Niet alleen voor de innovatieve instelling in de Delftse binnenstad, maar ook voor andere bibliotheken; van Almere tot de Oekraïne. DOKLAB ontwerpt en ontwik-kelt storytelling tools en geeft visie en advies op het gebied van innovatie in het culturele en informatieve vakgebied. Bo-vendien onderzoekt DOKLAB technologische vernieuwingen in de bibliotheeksector. Vanaf januari volgend jaar als zelf-standige onderneming, omdat dat meer bewegingsvrijheid biedt dan als onderdeel van een bibliotheek die met overheids-geld wordt gesubsidieerd.

Innovatiecentrum“Dus tja, hoe kun je ons het beste omschrijven?’, vraagt

Erik Boekesteijn zich hardop af. “Ik zou zeggen als een in-novatiecentrum dat concepten en instrumenten ontwikkelt om bibliotheken, musea en archie-ven te helpen zich te vernieuwen en naar een hoger plan te tillen. Want bibliotheken en alle andere organisaties met schatten aan informatie moeten met hun tijd meegaan. Hier bij DOK, een van de meest vernieuwende biblio-theken ter wereld waar vanuit alle windstreken naar wordt gekeken, kun je goed zien dat de rol van bibliotheken verschuift. Natuur-lijk blijven boeken hier nog heel lang een voorname rol spelen, maar de invloed van alle digitale informatie wordt steeds sterker. Maar je hoeft niet alles meer te bieden wat je vroeger deed. Na-slagwerken zullen bijvoorbeeld geleidelijk uit de schappen van bibliotheken verdwijnen.”

“Daar komt wel veel nieuws voor terug”, vult Jaap van de Geer aan. “Daar spelen wij als specialisten op het gebied van multi-touch-schermen (aanraakschermen met uitgebreide mogelijkheden om-dat ze meer dan één input tege-lijk kan verwerken) een belang-rijke rol in. Om een voorbeeld te geven, we hebben een applicatie ontwikkeld om bibliotheken en beeldarchieven aan elkaar te kop-pelen. Je scant je bibliotheekpas en kunt de foto’s zoeken die jouw interesseren. Het Delftse stads-archief bezit zo’n 25.000 foto’s. Wat doe je daarmee? Nou, digi-taal toegankelijk maken natuur-lijk. Hoe leuk is het om foto’s van

jouw straat tevoorschijn te tove-ren? Deze applicatie draait in di-verse bibliotheken.”

“We hadden hier op een gegeven moment studenten op bezoek die alles wilden weten over de tech-niek achter de multi-touchscher-men”, vertelt Koen Rotteveel verder. “Toen we demonstreer-den hoe het werkte en daarbij een veertig jaar oude foto lieten zien van een van de studenten-panden hier in de stad, waren ze verkocht. Ineens was de techniek totaal niet relevant meer voor ze. Wat ze wilden was meer foto’s van vroeger zien van de huizen waar ze nu zelf wonen. En bin-nen de kortste keren waren ze vergeten waar ze voor kwamen en stonden ze elkaar details aan te wijzen en er verhalen bij te ver-tellen. Die omslag was mooi om te zien. Doel bereikt.”

Inspelen op actualiteitMocht de koppeling van biblio-theek en beeldarchief nog een-voudig lijken, DOKLAB heeft ook applicaties ontwikkeld waar-in actuele ontwikkelingen in de stad zijn verwerkt in en game. De archeologische applicatie verbindt opgravingen binnen de spoorzone aan het publiek, dat allerlei prachtige vondsten in het gebied kan bewonderen via het multifunctionele aanraakscherm in DOK. Het feit dat archeolo-gen maar een beperkte tijd heb-ben om te speuren naar waar-devolle restanten uit vervlogen tijden in de bodem, vormde de

inspiratiebron voor een spel dat DOKLABS begin volgend jaar lanceert. In die game moet de speler in een race tegen de klok archeologische vondsten ver-zamelen, terwijl de bulldozers klaar staan om elk moment alles ondersteboven te halen, waarbij wellicht mooie schatten verloren gaan.

Zo bedenken de drie die samen binnen de zelfstandige BV de toe-komst tegemoet treden tal van concepten waar ook andere biblio-theken gebruik van kunnen ma-ken. En daarbij beperken ze zich niet alleen tot leuke en educatieve digitale tools, maar wenden ze hun expertise ook aan om samen met het bekende Delftse architec-tenbureau Mecanoo een concept voor een nieuwe bibliotheek in Oekraïne uit te werken.

Veel belangstelling“We hebben inmiddels een uit-stekende naamsbekendheid in de sector opgebouwd”, zegt Erik. “Dus de naam is er en aan be-langstelling hebben we geen ge-brek. Er is maar een schaduw-kant aan dit hele verhaal in deze tijd: geld. Dat is in deze tijd van bezuinigingen vaak erg lastig. Aan de andere kant willen bi-bliotheken en musea graag van onze diensten gebruik maken om te vernieuwen. Want is innovatie in deze branche ook geen luxe, maar een must. Omdat de wereld thuis onder handbereik is geko-men. Dus je moet meer bieden en verrassen. Dan ben je bij ons aan het goede adres.”

Innovatoren van DOK starten eigen onderneming: DOKLAB

De komende decennia worden in de kwetsbare gebieden van laag Nederland naar verwachting tussen een half en anderhalf miljoen nieuwe woningen gebouwd. Jaarlijks komen er in ons land ongeveer 80.000 nieuwe woningen bij. De strategie ´Nederland Omhoog´ stelt dat er een kans ligt om deze woningen klimaatbestendig te bouwen.

Het concept Nederland Om-hoog omvat het idee om met lo-kaal gewonnen zand en zand uit de Noordzee, locaties voor nieu-we stadswijken en industriege-bieden in laag Nederland op te hogen tot minstens vijf meter boven het maaiveld. Onder deze opgehoogde wijken ontstaat ruimte voor andere functies zo-als infrastructuur, leidingen en andere voorzieningen. Op deze manier worden de kosten van investeringen gedeeld omdat

dezelfde ruimte over meerdere functies wordt verdeeld.

Zand eroverOp de korte termijn is er een grote kostenbesparing te reali-seren. Door functies te combi-neren op het hetzelfde opper-vlak gaan de investeringskosten omlaag. Denk aan de aanleg van een spoortunnel bovengronds, waarna het zand erover wordt geschoven. Op de lange termijn is er te besparen op veiligheid: als de zeespiegel sneller stijgt dan verwacht moeten kosten worden gemaakt voor bescher-ming. De nieuwe woningen staan er al en achteraf aanpas-sen is altijd duurder.Fysisch geograaf Jeroen Aerts van de VU Amsterdam heeft in samenwerking met verschil-lende instanties in opdracht van de Deltacommissie onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van grootschalige (woon)terpen en superdijken.

Deze strategie voor klimaatbe-stendig bouwen wordt wel ´Ne-derland Omhoog´ genoemd. Advies- en ingenieursbureau Movares heeft multifunctioneel ruimtegebruik als aspect inge-bracht. Hierin wordt de ruimte onder de terpen en superdijken gebruikt voor infrastructuur.

Consequent ophogenTNO heeft uitgerekend dat het consequent f link ophogen van laag Nederland op plekken waar gebouwd gaat worden, binnen honderd jaar tot een hoge mate van ‘klimaatbestendigheid’ leidt.

Hoger wonen biedt intrinsieke veiligheid tegen overstromen en wateroverlast.

Studenten halen sneller propedeuse

‘De rol van bibliotheken verschuift.

Boeken blijven

belangrijk, maar de

invloed van digitale

informatie wordt steeds

sterker’

Industrieel ontwerpen

Page 9: Maak er een spel van HIGH ‘Storytelling is onze kracht ... · Droge voeten In Delft wordt de technologie bedacht en ontwikkeld om het hoofd te bieden aan overstromingen, waar ook

DELFT HIGHLIGHTS / NO.6 / DECEMBER 201116

3luik_SC_v7.indd 10-12

3/25/10 9:02 AM

Kom in de herfstvakantie naar het Science Centre Delft en vlieg

als een echte piloot in onze nieuwe Simona Flightsimulator!

Mijnbouwstraat 120 | 2628 RX Delft | 015 - 27 85200

www.sciencecentre.tudelft.nl

Volg het laatste nieuws op

Fasten your seatbelts... ...ready for takeoff?

Test nu onze nieuwste Simona Flightsimulator!

adv_simona_265x390.indd 1 10/6/11 11:55 AM

Kom naar het Science Centre Delft en vlieg als een

echte piloot in onze nieuwe Simona Flightsimulator!