marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen,...

33
1 Geen peil op te trekken

Transcript of marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen,...

Page 1: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

1

Geen peil op te trekken

Page 2: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

2

Inhoudsopgave

Inleiding -------------------------------------------------------------------------------------------------------pag. 3

Hoofdstuk 1: Wat zijn peilingen? -----------------------------------------------------------------------pag. 4 t/m 8

Hoofdstuk 2: Hoe belangrijk zijn peilingen?----------------------------------------------------------pag. 9 t/m 11

Hoofdstuk 3: Hoe worden peilingen gebruikt?------------------------------------------------------pag. 12 t/m 17

Hoofdstuk 4: Kritiek op media en opiniepeilers-----------------------------------------------------pag. 18 t/m 19

Hoofdstuk 5: Journalisten aan het woord-------------------------------------------------------------pag. 20 t/m 21

Hoofdstuk 6: Conclusie------------------------------------------------------------------------------------pag. 22 t/m 23

Bronnen-------------------------------------------------------------------------------------------------------pag. 24

Page 3: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

3

Inleiding

Peilingen zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit een verkiezingsstrijd. W.L. Tiemeijer schreef het boek ‘Wat 93,7 procent van de Nederlanders moet weten over opiniepeilingen’. Hij beschrijft het als volgt: “Verkiezingen zijn vooral een spannende wedstrijd, een politiek Goede Tijden, Slechte Tijden, met liefst een spectaculaire ontknoping op verkiezingsdag.”

Maar in hoeverre worden peilingen gebruikt bij deze ‘wedstrijd’? In mijn reflectie kijk ik naar de rol van belangrijke televisiemedia in de omgang met peilingen bij afgelopen verkiezingsstrijd. Ik ben van mening dat de journalist er minder mee moet werken en minder moet suggereren naar aanleiding van peilingen. De huidige aanpak heeft naar mijn idee een verkeerde invloed op het stemgedrag van de kiezer, door de manier waarop peilingen worden behandeld.

Ik ga in mijn reflectie onderzoeken wat een peiling precies waard is, welke peilingen belangrijk waren bij afgelopen verkiezingsstrijd en hoe deze werden vormgegeven.

Daarnaast kijk ik hoe enkele grotere televisiemedia zijn omgegaan met peilingen. Waar stopt de objectieve berichtgeving en begint de interpretatie van de journalist mee te spelen? Op basis van welke factoren komt een peiling tot stand, en op wie en wat heeft een peiling welke invloed?

Verder behandel ik de kijk van verschillende deskundigen op de berichtgeving over peilingen, en de manier waarop journalisten zelf naar hun optreden kijken.

Uiteindelijk wil ik een antwoord geven op één centrale vraag, namelijk; gaan de grote televisiemedia verantwoord om met peilingen?

Page 4: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

4

Hoofdstuk 1 Wat zijn peilingen?

Definitie

Alvorens we kijken naar de rol van de journalist bij peilingen is het belangrijk om te definiëren wát peilingen precies zijn, hoe ze tot stand komen en wie verantwoordelijk zijn voor de peilingen die de grote televisiemedia gebruiken.

Deze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over iets’. De uitvinder van de peiling is de Britse wetenschapper Francis Galton. Zijn filosofie over opiniepeilingen stamt uit 1906. De wetenschapper bezocht een veemarkt waar bezoekers het gewicht van een koe mochten raden. Galton verzamelde de verschillende schattingen die de mensen deden en berekende op basis hiervan een gemiddelde. Het gemiddelde bleek erg dicht in de buurt te komen van het daadwerkelijke gewicht van de koe. De logica hierachter wordt omschreven als de wet van de grote aantallen. Binnen een groep respondenten zijn er altijd uitschieters, maar als de groep groot genoeg is worden deze tegen elkaar uitgemiddeld. Dit is de basiswaarde van een peiling. (bron: galton.org)

Representatief of niet?

Een peiling heeft altijd een aselecte afwijking. Dit wil zeggen dat een peiling nooit representatief is voor de hele bevolking. “Een steekproef is pas representatief als deze een goede afspiegeling is van de groep waarover je uitspraken wil doen. De steekproef moet het volk ‘in miniatuur’ voorstellen”, aldus Tiemeijer. “Of je nu willekeurig gaat bellen, in een druk winkelcentrum gaat staan, gebruik maakt van een onderzoekspanel – welke methode van dataverzameling je ook kiest, het is vrijwel onmogelijk een werkelijke representatieve steekproef te verkrijgen.”

Reparatiemiddel

Er is volgens Tiemeijer een statistisch reparatiemiddel, waarmee wanhopige opiniepeilers uit een niet representatieve steekproef toch representatieve resultaten weten te halen. Door middel van weging worden de antwoorden van ondervertegenwoordigde groepen zwaarder geteld en die van oververtegenwoordigde groepen minder zwaar. Stel dat er onderzoek wordt gedaan naar het aantal SP-stemmers in Nederland. Om representatief onderzoek te doen naar deze groep moet heel de Nederlandse bevolking worden weerspiegeld. Stel dat uit cijfers van het CBS blijkt dat twintig procent van de Nederlanders een universitaire opleiding heeft genoten, en in de steekproef is maar tien procent van de respondenten universitair geschoold, dan weegt deze groep in de berekening van de resultaten twee keer zo zwaar. Natuurlijk is weging ook geen wondermiddel, aldus Tiemeijer. Een groep die binnen de bevolking al klein is, zoals niet-Westerse allochtonen, wordt in een steekproef soms niet eens meegenomen. Wanneer dit wel het geval is gaat het om zo weinig respondenten dat het niet meer representatief is voor de groep als geheel.

De verschillende bureaus

De MarktOnderzoekAssociatie (MOA) is de vereniging van marktonderzoekers. Volgens de MOA bevatten de panels in totaal ongeveer 900.000 unieke panelleden. Tweederde zit in meer dan één panel en 25.000 Nederlanders zijn ‘beroepsrespondenten’ die in minstens tien panels zitten. Een gemiddeld panellid ontvangt ruim één enquête per week. Het blijkt dat zo’n 80 procent van alle

Page 5: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

5

enquêtes wordt ingevuld door een relatief kleine groep van ongeveer 200.000 respondenten die gemiddeld twee enquêtes per week invullen. Dit betekent dat slechts een paar honderdduizend Nederlanders verantwoordelijk zijn voor het leeuwendeel van de meningenproductie.

De opiniepeilingen tijdens de verkiezingen gaan over de politieke voorkeur van de burger. Er kan inhoudelijk gevraagd worden naar het standpunt over een bepaalde kwestie, bijvoorbeeld of de respondent voor of tegen Europa is. Maar veruit de meeste peilingen tijdens verkiezingen gaan over zetelverdeling. Deze reflectie richt zich hoofdzakelijk op de zetelpeilingen.

Er waren afgelopen verkiezingsstrijd een paar peilers die we telkens op televisie terug zagen. Er was De Stemming van het programma EenVandaag, maar vooral opinieonderzoekbedrijven als Peil.nl, van Maurice de Hond, TNS Nipo en Ipsos Synovate werden door meerdere media geraadpleegd. Hieronder staat een lijst met peilingen die we het meest zagen terugkomen tijdens de verkiezingsstrijd. Er staat ook beschreven op welke manier de peilingen worden vormgegeven.

De Stemming van het programma EenVandaag.

Soort peiling: Voor de Stemming worden circa vierduizend respondenten per steekproef ondervraagd. Ze worden geselecteerd op basis van sekse, leeftijd, opleiding, religieuze overtuiging en stemgedrag bij de vorige verkiezingen. Bij afgelopen verkiezingsstrijd kreeg de respondent niet één maar vijf stemmen om weg te geven aan politieke partijen. Zo kon er een rangorde ontstaan van de populairste partij tot aan de minst populaire.

De Stemming zagen we uiteraard het meest terug bij EenVandaag. Andere grote media vergeleken wel peilingen met de uitkomst van de Stemming.

De politieke barometer van Ipsos Synovate.

Soort peiling: Elke week worden duizend personen uit een online-panel van Synovate ondervraagd. Daarnaast wordt dagelijks de politieke voorkeur van honderd Nederlanders telefonisch gepeild, zodat de mensen zonder internet ook bereikbaar zijn. De telefonische steekproef komt tot stand door middel van ‘Random Digit Dialing’. Hierbij genereert de computer willekeurige telefoonnummers samen.

Hoe beide onderzoeksmethoden zijn gecombineerd wordt niet beschreven door Ipsos Synovate. Het bureau vertelt wel dat het online-panel de basis vormt van de peiling, het telefonisch onderzoek dient als aanvulling hierop.

De politieke barometer zagen we tijdens afgelopen verkiezingen terug in het RTL-nieuws, NOS-journaal, Nieuwsuur en Pauw en Witteman.

TNS Nipo .

Soort peiling: TNS Nipo gebruikt vijf verschillende methodes om tot een peiling te komen. computer assisted telephone interviewing (telefonisch)computer assisted personal interviewing (door enquêteur)computer assisted self interviewing (respondent ontvangt vragenlijst via modem)computer assisted web interviewing (respondent bezoekt site)

Page 6: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

6

Kwalitatief onderzoek

De resultaten houden rekening met leeftijd, geslacht, opleiding, gezinsgrootte, sociale klasse, regio en politiek stemgedrag van de respondent. Doorgaans doen er 1000/1500 respondenten mee aan het onderzoek.

De peilingen van TNS Nipo zagen we tijdens afgelopen verkiezingen terug in het RTL-nieuws, NOS-journaal, Pauw en Witteman en De Wereld Draait Door.

Peil.nl van Maurice de Hond.

Soort peiling: De Hond heeft in 1976 de ‘Methode- De Hond’ ontwikkeld als correctiemethode bij verkiezingsonderzoek. Dit houdt in dat er een juiste verdeling moet zijn van de deelnemers van het onderzoek bij de laatste verkiezingsuitslag. Zo ontstaat er, volgens De Hond, een representatief beeld. In de praktijk betekent het dat respondenten zich via het internet aanmelden om in het panel te komen. Vervolgens worden enkele persoonlijke kenmerken gevraagd, zoals het stemgedrag bij eerdere verkiezingen. Voor elke peiling wordt een steekproef van drieduizend personen getrokken. De steekproef wordt op zo’n manier getrokken dat deze representatief is met betrekking tot de persoonlijke kenmerken van de respondenten.

De peilingen van Maurice de Hond zagen we tijdens afgelopen verkiezingen terug in het RTL-nieuws, NOS-journaal, Pauw en Witteman en vooral bij De Wereld Draait Door(DWDD). In DWDD kwam De Hond zelfs elke avond langs om een nieuwe ‘tussenstand’ te tonen. Hier komen we later in de reflectie nog op terug.

De panels

Er is een onderscheid tussen onderzoekspanels die actief zelf mensen benaderen en panels waar iedereen zich voor kan aanmelden, zoals bij Peil.nl. “In het eerste geval heeft het bureau (enige) controle over de samenstelling van het panel. Het kan dan eventueel de samenstelling bijsturen, bijvoorbeeld door specifiek leden te werven onder groepen die mogelijk zijn ondervertegenwoordigd, zoals lager opgeleide vrouwen”, vertelt Tiemeijer. “In het tweede geval moet het bureau maar afwachten wie zich allemaal aanmeldt. Het panel is dan zelfselecterend en een willekeurige steekproef zou vertekend zijn. Bovendien bestaat hier ook het risico dat belangengroepen hun achterban oproepen zich massaal bij die panels aan te melden.” Maurice de Hond trekt geen willekeurige steekproef uit zijn panel, hij probeert wel een eerlijke verhouding tussen de verschillende partijen te creëren.

Het feit dat belangenorganisaties zijn uitkomsten kunnen manipuleren blijft een feit. De Hond heeft wel enkele manieren om dit te voorkomen, zoals het natrekken van IP-adressen. Toch is het nog steeds mogelijk jezelf meerdere malen aan te melden bij Peil.nl. Om de uitslag van een peiling te manipuleren zal echter een grote groep respondenten nodig zijn, of iemand die erg veel tijd over heeft en veel verschillende computers tot zijn beschikking.

Wat zegt een peiling?

Het is belangrijk om vast te stellen wat een peiling in essentie weergeeft. Peter Kanne van TNS Nipo omschrijft het als volgt. “Een peiling staat slechts voor de krachtsverhouding op het moment van

Page 7: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

7

afname.” Kanne probeert te zeggen dat het slechts een momentopname is van een groep mensen, en geen tussenstand of prognose. Toch behandelen televisiemedia peilingen op een andere manier, de een zorgvuldiger dan de ander. “Media moeten nieuws maken en wij willen graag onze peilingen aan de media kwijt. Het is dus telkens opnieuw een afweging maken. De manier waarop wij onze peilingen presenteren aan de media is soms anders dan de manier waarop ze worden geïnterpreteerd. Media moeten minder onzin verkondigen”, aldus Kanne. Op deze misinterpretatie van de media komen we in hoofdstuk drie terug.

Verschil

Wat opvalt wanneer je verschillende peilingen over dezelfde gebeurtenis naast elkaar legt is dat ze vaak van elkaar verschillen. De ene peiling kan gerust twee of drie zetels verschillen van de andere peiling. De NOS probeerde met behulp van de Peilingwijzer de verschillen te duiden. In een peiling wordt een gemiddelde genomen op basis van de verschillende uitkomsten. Met de Peilingwijzer probeerde de NOS een gemiddelde te nemen op basis van de verschillende peilingen. De laatste peilingen van de vier grootste bureaus, TNS Nipo, De Stemming, de Politieke Barometer en Peil.nl, worden vergeleken met peilingen uit het recente verleden. Daarnaast wordt kritisch gekeken naar het feit dat de meeste peilingbureaus hun resultaten in zetels uitdrukken. Volgens de maker van de Peilingwijzer, Tom Louwerse, is dit een vrij onnauwkeurige rapportage, aangezien het onderliggende percentage gerust 2 of 3 procent kan verschillen. Daarom speelt de Peilingwijzer op ‘safe’ door een marge te nemen. In de tabel hieronder vind je de Peilingwijzer van 11 september. In de laatste tabel vind je het gemiddelde van de uitkomsten van de vier grote peilers.

Hieronder staan de verschillende zetelaantallen volgens de peilingen van de verschillende bureaus en daarachter de uitkomst

van deze Peilingwijzer.

TNS NIPO (04-09) 

De Stemming (05-09) 

Barometer (08-09) 

Peil (10-09) 

Peilingwijzer

VVD  34  34  35  35  33-37 

PvdA  26  30  35  35  33-37 

PVV  17  17  19  19  15-19 

CDA  13  12  13  13  12-14 

SP  28  26  21  20  19-23 

D66  13  12  11  11  11-13 

GL  5  4  4  4  3-5 

CU  5  7  6  5  4-6 

Page 8: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

8

Je kan jezelf afvragen wat de toegevoegde waarde is van een Peilingwijzer als blijkt dat de marge zo groot is dat je nog niet weet wie er eigenlijk aan kop ligt. De PvdA en de VVD hebben allebei tussen de 33 en 37 zetels, maar een verschil van 4 zetels of een verschil van 1 zetel kan een wereld van verschil betekenen voor publicaties in de media.Verder kan je vraagtekens zetten bij de betrouwbaarheid van de verschillende peilingen. Elk peilingbureau stelt respondenten andere vragen. Er wordt in de Peilingwijzer niet bekeken welke keuzes een respondent krijgt voorgelegd om een standpunt in te nemen, wat kan betekenen dat er door gebrekkige context een andere uitslag verschijnt dan het standpunt dat de respondent eigenlijk inneemt. Dit is iets waar Tiemeijer voor waarschuwt.

De zwijgspiraal

Een ander effect dat Tiemeijer beschrijft in zijn boek is het zwijgspiraal-effect, in de jaren zeventig ontwikkeld door de Duitse opinieonderzoeker en wetenschapper Noelle Neumann. Zij meent dat mensen bang zijn voor sociale isolatie en daarom voortdurend in de gaten houden welke opinies kunnen rekenen op instemming van de omgeving en welke niet. Wie denkt dat zijn mening overeenstemt met de heersende opvatting zal eerder geneigd zijn deze mening te uiten dan wie denkt dat zijn mening tot een minderheid behoort. Doordat de mening in het tweede geval niet gehoord wordt ontstaat er een neerwaartse spiraal, steeds meer mensen zullen namelijk denken dat hun mening niet aansluit op de publieke opinie.

Hoe aannemelijk de theorie over de zwijgspiraal ook lijkt, het effect ervan bleek lastig aan te tonen. Het is wel een goede schets van de sociaal-maatschappelijke invloeden die meespelen in de betrouwbaarheid van een respondent. Respondenten die een ander antwoord geven dan ze eigenlijk willen worden door Tiemeijer omschreven als non-attitudes. Zo kan iemand bijvoorbeeld uit schaamte ja of nee antwoorden op een vraag, terwijl diegene het antwoord helemaal niet weet. Peilingbureaus proberen op alle manieren rekening te houden met dergelijke factoren.

Page 9: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

9

Hoofdstuk 2 Hoe belangrijk zijn peilingen?

De rol van peilingen

Waarom een kiezer stemt zoals hij stemt is moeilijk vast te stellen. Er zijn namelijk veel factoren die meespelen, vertelt universitair docent politicologie Armèn Hakhverdian. Neem bijvoorbeeld achtergrond, leeftijd, geslacht of cultuur. Deze omstandigheden proberen peilingbureaus zoveel mogelijk mee te nemen in hun peilingen, denk aan de statistische reparatiemiddelen uit het eerste hoofdstuk. Maar het blijft een feit dat de ene kiezer het programma van een partij leest, de ander afgaat op het charisma van de voorman, en weer een ander blindweg de keuze van zijn ouders volgt. Zo zijn er tal van voorbeelden van factoren waarbij de invloed op de kiezer niet te meten valt. “We kunnen wel zien dat de kiezer niet alleen naar de inhoud van een partijprogramma kijkt. Peilingen spelen een rol, het kan een van de vele factoren zijn die een verkiezingsuitslag bepaalt”, aldus Hakhverdian.

En in hoeverre laat de kiezer zich leiden door die peilingen? Ook dit is vrijwel onmogelijk te meten. Je kan kiezers wel vragen of ze zich laten beïnvloeden door peilingen, maar hoe weet je of het antwoord eerlijk is? Vraag iemand bijvoorbeeld hoe groot de invloed van reclame is op zijn koopgedrag. De meeste mensen zullen zeggen zich niet te laten beïnvloeden, maar hebben gewoonweg niet door dat dit gebeurt. Zo geldt dit ook voor peilingen. Tiemeijer beschrijft dit verschijnsel als het ‘derdepersoon-effect’. Mensen zijn er van overtuigd dat reclame invloed heeft op koopgedrag, maar dan wel bij iemand anders en niet bij zichzelf. Dit gaat ook op voor de invloed van peilingen.

Peilingen in het nieuws

De Nederlandse Nieuwsmonitor is het wetenschappelijk instituut voor de journalistiek in Nederland. Verschillende onderzoekers hebben samen een rapport geschreven over de rol van opiniepeilingen in Nederlandse media in de periode van 1 januari 2000 tot 21 januari 2012.

De onderzoekers onderscheiden drie soorten nieuws als het gaat om het belang voor partijen in de strijd om de kiezer. De eerste soort is nieuws over standpunten van partijen ten aanzien van verschillende issues. De tweede soort is conflictnieuws, oftewel berichtgeving over steun aan en kritiek op partijen. Maar de derde soort heeft volgens het rapport verreweg het sterkste effect. Wedstrijdnieuws wordt het genoemd. Dit gaat over het succes en falen van politieke partijen. Dit nieuws gaat vaak over (zetel)peilingen en wordt gekoppeld aan de gedachte ‘Success breeds success’. Kiezers willen liever bij een winnende partij horen dan bij een verliezende partij. De onderzoekers concluderen dat wedstrijdnieuws beter verkoopt en daarom populair is bij de media.

Wedstrijdmentaliteit

Het rapport van de Nederlandse Nieuwsmonitor wijst nog enkele opvallende conclusies uit. Vanaf 2000 is er een duidelijke stijging zichtbaar in de aandacht die media schenken aan peilingen. In 2000 verschenen er gemiddeld 3 artikelen over opiniepeilingen per maand, in 2011 waren dit er al 9 per maand. In de grafiek hieronder is te zien wanneer de aandacht voor opiniepeilingen door de jaren

Page 10: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

10

heen het grootst was. Wat opvalt is dat de pieken zich bevinden rondom de verkiezingsstrijd, en dat er verder vrijwel geen aandacht is voor de peilingen. Dit is een bevestiging van de ‘wedstrijdmentaliteit’. Als de strijd gewonnen is lijkt het er minder toe te doen wat de Nederlander vindt van een partij.

Quote uit rapport: “De journalistiek bericht over meerdere opiniepeilingen zonder verder in te gaan op de verschillen tussen de opiniepeilingen of context te leveren waarin de peilingen zijn gedaan en wat dit betekent. Hiermee wordt de politiek in steeds sterkere mate weergegeven als een wedstrijd om de kiezers, zonder inhoudelijk debat. De vraag is welke partij hiervan kan profiteren.”

Het premiersdebat

Om te schetsen hoe belangrijk peilingen voor politieke partijen zijn gaan we terug naar het premiersdebat. 26 augustus nodigt RTL 4 de lijsttrekkers van de grootste partijen uit voor een debat. Hoe is bepaald wie de grootste partijen zijn? Op basis van de peilingen. Meteen na het debat is duidelijk hoe groot de invloed van het debat was. RTL Nieuws publiceert diezelfde avond nog een item onder de kop ‘’Samsom wint premiersdebat dik’’. Ook in Nieuwsuur concludeert Twan Huys dat Samsom het goed heeft gedaan. Waar baseren ze zich op? In ieder geval niet alleen de inhoud van het debat. RTL maakte namelijk gebruik van de ‘thuistribune’. Kijkers konden tijdens en na het debat hun waardering of afkeuring doorgeven via een ‘like’ en ‘dislike’ stemknop. Pieter Klein is adjunct-hoofdredacteur bij RTL Nieuws, hij verklaart het gebruik van de thuistribune als volgt. “Er werd bij gezegd dat het hier ging om de kijkers naar het debat die hun stem hadden uitgebracht. Er is niet gesuggereerd dat het een gewogen peiling is. En overigens sloot deze uitslag aan bij de opvatting van de meeste commentatoren en experts.”

De reacties van grote televisiemedia na het debat tonen dat het erg belangrijk is ‘wie de winnaar is’. “Al sinds 2006 zien we dat er elke verkiezing een tweestrijd wordt gecreëerd. Dit jaar was dat eerst tussen Rutte en Roemer, daarna tussen Rutte en Samsom. De media willen een soort race,een strijd met een winnaar en verliezer. We leven in een land met een coalitiestelsel, die tweestrijd gaat volledig in tegen de praktijk”, aldus Van der Meer.

Page 11: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

11

De NOS gaat terughoudend om met conclusies en kijkt meer naar de inhoud. Het debat wordt geanalyseerd en in het eerste artikel dat op het internet volgt probeert de NOS te duiden waarom Samsom sterk was en waarom Roemer dit niet was. Er wordt eerder gesproken over de felle toon tijdens het debat. Jeroen van Dommelen, van het NOS-journaal, vertelt dat de redactie veel waarde hecht aan betrouwbaarheid en achtergrond. “Het is belangrijk om een eerlijk beeld te schetsen. Je kan je wel baseren op peilingen vlak na het debat, maar het is belangrijker om te duiden waarom de mensen volgens de peilingen een keuze maken.”

Toch kunnen we concluderen dat opiniepeilingen voor politieke partijen een belangrijke rol spelen. Om in de uitzending te komen moet je tenslotte eerst goed staan in de peilingen.

Agendasetting

Een effect waar media meer rekening mee zouden moeten houden is het agendasetting-effect. Dit houdt in dat media niet bepalen wát mensen over iets denken, maar wel wáár mensen iets over denken. Tiemeijer verwoordt het als volgt: “Het nieuws in de massamedia kan wel degelijk invloed hebben op de antwoorden die mensen geven in opinieonderzoek. De nieuwsmedia leveren het informationele decor van hun meningen. Ze beïnvloeden wat de onderwerpen zijn waar mensen over denken en spreken, ze beïnvloeden hoe vaag geformuleerde opinievragen worden geïnterpreteerd, en ze beïnvloeden welke argumenten respondenten vervolgens in hun antwoorden betrekken.” Enkele harde conclusies waaruit valt op te maken dat media een grote verantwoordelijkheid dragen en secuur moeten omgaan met peilingen.

Page 12: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

12

Hoofdstuk 3 Hoe gebruiken media peilingen?

Wie is de winnaar?

In het vorige hoofdstuk is te zien dat er genoeg peilingen gedaan worden en dat de uitkomst van de ene peiling vaak verschilt met andere peilingen. Toch worden peilingen veelvuldig geraadpleegd en verkeerd gebruikt op televisie. Reinier Heutink van Ipsos Synovate heeft geen goed woord over voor de manier waarop de pers peilingen behandelt. “Goede peilingen die een betrouwbaar beeld geven van de ontwikkelingen van het politieke draagvlak van partijen zijn waardevol. Zij informeren de kiezer en de partijen over de stand van zaken. De media zijn niet in staat kwaliteit te beoordelen, en gaan graag aan de haal met de meest spectaculaire uitkomsten.”

“Het is jammer dat media niet zorgvuldiger omgaan met peilingen. Vaak worden ze misbruikt waardoor de kiezer onterecht wordt beïnvloed”, zo denkt Hakhverdian. Hij vindt dat peilingen zeker een waarde hebben, maar dat overdaad schaadt en dat de media er verkeerd mee omgaan. Vooral tijdens afgelopen verkiezingen was er een totaal gebrek aan terughoudendheid in de berichtgeving over peilingen. Volgens de hoogleraar was de belangrijkste vraag; wie wordt de winnaar?

Rekenfout

Universitair hoofddocent politicologie Tom van der Meer heeft onderzoek gedaan naar peilingen en de invloed op de kiezer. Zijn conclusie is ook dat sommige televisiemedia beter omgaan met peilingen dan andere.

Als voorbeeld nemen we een wekelijkse peiling. In de eerste week staat partij A op 30 zetels, in de tweede week op 31 zetels. In sommige media klinkt vervolgens het geluid dat partij A winst maakt. Van der Meer wijst erop dat veranderingen van 1 of 2 zetels doorgaans te wijten zijn aan rekenfouten en dat het verschil zo klein is dat er eigenlijk geen sprake is van winst of verlies. Toch leest, ziet of hoort de kiezer dat partij A winst heeft behaald, waardoor de peiling totaal verkeerd wordt geïnterpreteerd door de kiezer. NOS en Eenvandaag gingen volgens de hoofddocent het zorgvuldigst om met peilingen.

Gijs Rademaker van Eenvandaag heeft een duidelijke boodschap voor zijn collega’s. “Hoe saai het af en toe ook kan zijn, een journalist moet zich verdiepen in een peiling wanneer deze wordt gepubliceerd. We zien hoe belangrijk factchecken is in deze tijden, waarom zou dit bij peilingen niet zo zijn?” Eenvandaag is bij uitstek het meest voorzichtig in berichtgeving over een daling/stijging van slechts enkele zetels. Rademaker hamert er tijdens de presentaties in het programma op dat dergelijke fluctuaties niets willen zeggen.

De opmars en afgang van Roemer

Emile Roemer begon afgelopen verkiezingsstrijd als koplopende verdediger van links Nederland. Er was nog amper strijd gevoerd of Roemer torende in de peilingen al boven de VVD uit. Roemer verklaart 29 september aan de NOS dat de hoge verwachtingen en de hoge peilingen een ‘verlammend effect’ op hem hadden. Hij stond dus hoog in de peilingen, maar beweert dat dit alleen maar negatief voor hem heeft uitgepakt. Maar komt dit door de peilingen zelf, of door de beeldvorming van de media?

Page 13: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

13

We gaan nog een keer terug naar het premiersdebat. Wanneer dit debat wordt gehouden slaan de peilingen namelijk om. In De Stemming, van EenVandaag, gaat de SP van 38 zetels terug naar 30 zetels. Bij TNS Nipo zakt de partij al een stuk minder snel terug, namelijk met 4 zetels. Opvallend is dat in de peiling van Maurice de Hond de SP slechts 1 zetel verliest. Grote verschillen dus.

Voor Roemer was de peiling van Eenvandaag van cruciaal belang. Volgens Kanne gingen media op basis van die peiling onderzoeken wat er mis ging bij Roemer. Dit betekent dat een peiling in zoverre effect heeft dat de insteek en gedachtegang van de journalist worden beïnvloed. Op die manier kan de peiling een zelfversterkend effect hebben, vertelt hoofddocent Van der Meer. “Of hier in dit geval ook sprake van was is moeilijk te zeggen.

Framing

Als we Tiemeijer mogen geloven is Roemer in ieder geval het slachtoffer geworden van framing. Journalisten proberen afzonderlijke gebeurtenissen inzichtelijk te maken door ze in de context van een groter verhaal te plaatsen. Vervolgens zoeken journalisten nieuws dat in dit verhaal past en alles dat er niet in past wordt genegeerd, over het hoofd gezien of zo geherinterpreteerd dat het alsnog klopt. Vaak gebeurt dit onbewust. “Iedereen kent het beeld van een politicus die er slecht voor staat in de peilingen en in een interview probeert te vertellen wat zijn partij allemaal wil doen in Nederland, terwijl de enige vraag van de journalist blijft: wat ga je doen aan de slechte peilingen?”

Jeroen van Dommelen, van het NOS-journaal, denkt ook dat een peiling een zelfversterkend effect kan hebben. “Een opvallende peiling wordt natuurlijk gelijk onder een journalistiek vergrootglas gelegd. Onder framing kom je niet uit, als het gaat over verlies dan gaan media logischerwijs zoeken naar oorzaken voor verlies.”

Van der Meer denkt dat we beter stil kunnen staan bij de invloed van de peiling waarop het premiersdebat werd gebaseerd. “Wie aan het debat mee mocht doen werd namelijk bepaald op basis van de partijen die, volgens die peiling, de meeste zetels hadden. Stel dat niet Roemer maar daarvoor in de plaats Sybrand Buma van het CDA had deelgenomen, dan waren de verhoudingen totaal anders geweest en daarmee de uitslag van het debat ook.” De invloed van een peiling op de kiezer kan dus indirect plaatsvinden.

Journalist Coen Verbraak portretteerde de fractievoorzitter in de documentaire Emile Roemer – Tussen pieken en peilen. In de documentaire hoor je Roemer zichzelf verbazen over het verschil tussen het geluid op straat, en het geluid in de media na het premiersdebat. De mensen op straat waren een stuk positiever volgens de voorman. Dit terwijl hij bijvoorbeeld bij De Wereld Draait Door op de beklaagdenbank plaats moest nemen. Roemer pleit in de laatste weken voor de verkiezingen dan ook voor een verbod op peilingen. Hij wil daarmee ‘de hype weghalen’.

Peilingen in het buitenland

Was het een gek voorstel van Roemer, een verbod op peilingen? Niet alle landen omarmen peilingbureaus namelijk zoals de Nederlandse media dit doen. Neem Italië, Spanje of Griekenland bijvoorbeeld, waar peilingen tijdens een verkiezingsstrijd verboden zijn. Roemer opperde, een paar weken na het premiersdebat, in het programma Buitenhof om in Nederland hetzelfde te doen. Politicoloog Joop van Holsteyn deed in 2006 onderzoek naar de welwillendheid onder het publiek om een (tijdelijk) verbod op peilingen in het leven te roepen. Uit de resultaten bleek dat ruim een derde

Page 14: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

14

van de Nederlanders hier iets voor zou voelen. Opiniepeilers willen er echter niets van weten. Toen deze discussie in 2003 volop aandacht kreeg in de media, reageerde Maurice de Hond met de woorden: “In dat geval zet ik de uitkomsten via Taiwan op het internet. Dan kan heel Nederland de resultaten zien.” Een verbod op peilingen zal er dus niet snel komen omdat het praktisch onuitvoerbaar is. We hebben in Nederland nog wel een hoop te leren over de manier waarop we peilingen moeten behandelen.

De ultieme richtlijn

The New York Times (NYT) heeft in 2006 een richtlijn opgesteld van maar liefst 6 pagina’s over de omgang met peilingen. Enkele harde regels uit de richtlijn zijn: vermeldt bij ieder artikel de foutmarge en de onderzoeksmethode. Peilingen direct na een debat (denk aan het premiersdebat) zijn uit den boze, want deze zijn ‘zeer onbetrouwbaar’. Tenslotte moeten peilingen waar respondenten zichzelf voor kunnen aanmelden worden genegeerd. Dit staat in schril contrast met het optreden van Maurice de Hond in De Wereld Draait Door, die dagelijks zijn verhaal mocht komen doen terwijl bij Peil.nl iedereen die het wil zich kan aanmelden als respondent.

Hakhverdian pleit ook voor de richtlijn van de NYT. “Media vinden het leuker om cijfers te gebruiken dan feitelijk te zijn. Als ik de media een boodschap mee kon geven zou het zijn dat journalisten de richtlijn van de NYT moeten volgen. Dit prestigieuze medium heeft keurig opgeschreven hoe om te gaan met peilingen. het feit dat grote Nederlandse media meedoen aan de onzorgvuldige publicaties over peilingen is een deuk in hun imago.”

Disclaimer

“Het is opmerkelijk hoe weinig methodologische achtergrondinformatie Nederlandse media geven bij de peilingen waarover ze berichten”, schreef Tiemeijer in 2006. Hier zijn inmiddels wel enkele veranderingen zichtbaar. Iets nieuws bij de afgelopen verkiezingen was namelijk de disclaimer. Onderaan het bericht stond een korte tekst waarmee de lezer werd geattendeerd op het feit dat de uitkomst van peilingen niet altijd even nauwkeurig is. De disclaimer van de NOS luidt:

Foutenmarge 

Alle politieke peilingen hebben een foutmarge van zeker twee zetels naar boven of naar beneden. Dat betekent dat als een partij in een peiling tien zetels haalt, het werkelijke aantal waarschijnlijk tussen de acht en twaalf ligt.

Marleen Zachte volgde op haar blog Peilloos.nl vanaf eind mei dit jaar de peilingen en de wijze waarop over peilingen bericht werd gedaan in de media. Zij trekt de heldere conclusie dat de consequentie van de disclaimer is dat het bericht erboven nooit geschreven kon worden. Hoe kan je tenslotte beweren dat partij A met 31 zetels groter is dan partij B met 30 of 29 zetels?

“Het is lastiger dan je denkt”, vertelt Jeroen van Dommelen van het NOS-journaal. “Persoonlijk vind ik het erg jammer dat we ook berichten publiceren over 1 of 2 zetels verschil, maar hier is altijd veel discussie over. Het is inderdaad zo dat de disclaimer in sommige berichten suggereert dat het geschreven bericht niks nieuws vertelt, maar er zijn soms andere factoren die meespelen in de keuze om het bericht toch te publiceren. Wanneer we bijvoorbeeld zien dat een ander medium een dergelijk bericht plaatst en hier wordt flink op gereageerd, dan kan het zijn dat wij hier ook over

Page 15: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

15

publiceren. Je hebt altijd voor- en tegenstanders, de Peilingwijzer en de disclaimer zijn in ieder geval twee stappen naar een meer genuanceerde berichtgeving.

De wereld draait door

Het medium met het grootste gebrek aan terughoudendheid was bij uitstek De Wereld Draait Door (DWDD), aldus Hakhverdian. Als voorbeeld neem ik een quote uit DWDD van afgelopen 4 september. De Hond is te gast en de uitzending begint met een kort gesprek tussen hem en Matthijs van Nieuwkerk over ‘de tussenstand’. “De kiezers blijven in beweging, de PvdA stond gisteren op 25 zetels en vanavond zijn dat er 27…”, vertelt De Hond. Van Nieuwkerk speculeert over een opkomende strijd tussen Samsom en Rutte, De Hond beaamt dat die mogelijkheid aanwezig is. Als we kijken naar de disclaimer van de NOS, die ook voor de peilingen van De Hond geldt, zien we dat zulke kleine verschuivingen helemaal niks willen zeggen. Toch trekt het tweetal conclusies.

Hakhverdian staat te kijken van de onzorgvuldigheid. “De Hond was niet genuanceerd. Je zou kunnen zeggen dat DWDD haar eigen realiteit creëert. De kracht van een peiling is alleen terug te zien als het gaat om lange-termijn trends. Het feit dat De Hond elke avond een nieuwe tussenstand presenteerde is dus onaanvaardbaar. Het is namelijk niet zo dat er dagelijks dingen veranderen. Ik denk dat dit voortkomt uit de behoefte van de kijker om alsmaar op de hoogte te zijn.”

Volgens Sebastiaan Timmermans, redacteur bij DWDD, heeft het programma wel degelijk een journalistieke functie. Het belang van peilingen moeten we volgens hem ook niet onderschatten. “Peilingen hebben een grote waarde, je maakt er nieuws mee en het is bij ons vaak basis voor een gesprek. We zien zeker ook dat er onder de kijkers van ons programma behoefte is aan peilingen.” Maar afgelopen verkiezingen deed DWDD er nog een schepje bovenop. De Hond was weer elke avond te gast om te voorspellen wat de uitslag werd, deze keer had hij zijn peilingen uitgebreid.

Maar De Hond gaat in de betreffende uitzending nog verder. Hij zegt dat er heel veel verkeer is tussen de PvdA en de SP, waarbij de SP kiezers inlevert. Hij baseert zich op een peiling die vervolgens in beeld verschijnt. (Zie hieronder)

Page 16: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

16

Toelichting op de cijfers: De percentages staan voor ‘het deel van het Nederlandse volk dat potentieel stemt op de PvdA’. Er wordt vergeleken tussen het percentage van 4 weken geleden en het percentage op de dag van de uitzending. Zo is te zien dat het deel van het Nederlandse volk dat potentieel stemt op de PvdA vier weken voor de uitzending op 25 procent ligt. Op het moment van de uitzending is de potentie gestegen met 11 procent tot 36 procent.

Er zijn verschillende aspecten aan deze peiling waardoor je vraagtekens kan zetten bij de betrouwbaarheid. Er is geen sprake van uitleg over de onderzoekswijze. Als we de NYT mogen geloven zijn de peilingen van De Hond in eerste instantie al niet serieus te nemen omdat respondenten zich zelf kunnen aanmelden om deel te nemen aan een peiling.

Daarnaast spreekt De Hond letterlijk van ‘een percentage van de kiezers’. Er wordt dus geen rekening gehouden met de aselecte afwijking, anders zou er namelijk nooit gesproken mogen worden over een percentage van de bevolking.

Verder wordt de ‘totale potentie’ berekend op basis van de groep binnen de peiling die nu PvdA kiest, opgeteld met de groep die de PvdA ‘een kans geeft’. Wat wordt bedoeld met die tweede groep? Stemt die nu op een andere partij, maar zou die groep op de PvdA stemmen als het eropaan komt? Of vindt deze groep de PvdA een geschikte partner voor haar partij? Er is geen peil op te trekken wat deze groep wil, en waarom het rekensommetje van beide groepen uit zou komen op de totale potentie. Tiemeijer benadrukt hoe belangrijk het is om specifiek te zijn in de vraagstelling. “De betekenis van een vraag staat nooit vast, maar is altijd afhankelijk van de context waarin deze wordt gesteld.”

Ten slotte zijn de verschillen tussen de peiling van 4 weken geleden en de peiling van de uitzending in sommige gevallen slechts 1 of 3 procent. In de disclaimer van NOS staat dat er bij de peilingen een foutmarge van zeker 2 zetels naar boven of beneden moet worden gehanteerd. Geldt dit bij peilingen met percentages niet? Bij elkaar opgeteld tot een totale potentie lijken de cijfers een groter verschil te maken dan daadwerkelijk het geval is. (De uitzending is te vinden in de bronvermelding op pagina 24)

Kanne, van TNS Nipo, heeft er geen goed woord voor over. “DWDD is het minst zorgvuldig. Erg jammer, want het is een medium dat met een gemiddelde van 1 miljoen kijkers per aflevering bij uitstek de meeste kijkers bereikt. Daarnaast suggereert het medium wetenschappelijk te zijn, maar er wordt zo scheef met peilingen omgegaan. De Hond heeft boter op z’n hoofd en DWDD maakt onverantwoorde journalistiek, als je het al journalistiek kan noemen.”

Van der Meer organiseerde laatst een symposium, genaamd “Vinger aan de Polls”, waar alle grote media en peilers bijeen kwamen om te praten over het gebruik van peilingen. DWDD en De Hond waren de enige niet-aanwezigen. “Erg jammer. Ik heb ze meerdere malen uitgenodigd, maar hier is geen reactie op gekomen.”

Rademaker is voorzichtig in wat hij over andere peilers zegt. “Er is de afgelopen jaren een hele hoop verbeterd in de omgang met peilingen. Uiteraard kan er nog veel beter, maar de peilers proberen zo nauwkeurig mogelijk te werk te gaan. Er is veel kritiek op Maurice de Hond, maar mensen vergeten dat het zo ongeveer de stamvader van de peilingen betreft. Dan mag je enigszins vertrouwen hebben in zijn kunde.”

Page 17: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

17

Ook Van Dommelen heeft nog wel vertrouwen in De Hond. “Peilers hekelen hem omdat hij zijn onderzoeksmethode gedeeltelijk geheimhoudt, maar we hebben zijn resultaten wel verwerkt in de Peilingwijzer. Als zijn peilingen niet zouden deugen, hadden we dat natuurlijk niet gedaan. Hij werkte keurig mee, en gaf ons ook de ruwe data die nodig zijn voor de resultaten van de Peilingwijzer.Waar ik veel minder gelukkig mee was, waren de dagelijkse peilingen bij DWDD. Doorgaans waren er geen significante verschuivingen, maar als je daar elke dag uitgebreid gaat discussiëren over één verschoven zetel, wek je wel die suggestie. Daar bewijs je het publiek geen dienst mee, denk ik.Naar mijn overtuiging is de waarde van een peiling alleen in de lange-termijn trend te vinden.”

Page 18: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

18

Hoofdstuk 4 kritiek op media en opiniepeilers

Kritiek opiniepeilers

Vlak na de verkiezingsuitslag verscheen er via de sociale media veel kritiek op de opiniepeilers. De peilingen die zij deden bleken namelijk erg te verschillen van de daadwerkelijke uitslag. Hieronder zijn de verschillen duidelijk te zien in een tabel:

Bron: thefactclub.nl

Aangezien de peilingen geen prognose van de uitslag zijn was de kritiek op de peilers ongegrond, maar het geeft wel een goed beeld van de wedstrijdmentaliteit in de media. De peilingen werden duidelijk gebruikt als tussenstand in de race naar de eindstreep, anders zou er geen kritiek komen op de verschillen tussen de peilingen en de uitslag, zo denkt Kanne.

Volgens Heutink wordt de onterechte kritiek door iets anders veroorzaakt. “Het kernprobleem is het kwaliteitsverschil, het gebrek aan transparantie. Als verkiezingen dichterbij komen nemen de verschillen tussen peilingen sterk af, omdat de betrokkenheid van respondenten op dat moment de gevoeligheid voor meetfouten reduceert. Veel kwalijker zijn de verschillen bij peilingen buiten de verkiezingen, wanneer mensen minder geïnteresseerd en betrokken zijn en de gevoeligheid voor meetfouten groot is. Ondanks dat, wordt er op die momenten nieuws gecreëerd. De SP is volgens mij enorm ‘gehyped’ in de maanden voorafgaand aan de verkiezingen, een luchtballon die ook heel snel weer leegliep. De PvdA werd door een aantal peilingen systematisch onderschat, en is nooit zo kansloos geweest als sommigen ons wilden doen geloven. Er zou in alle discussies over peilingen veel meer aandacht moeten zijn voor peilingen die een eigen werkelijkheid creëren, en minder voor de ontwikkelingen in de laatste twee weken voor de verkiezingen, want daar waren de peilingen redelijk vergelijkbaar.”

Kritiek op de media

Naast de kritiek op de opiniepeilers was er na de verkiezingsuitslag ook kritiek op de journalistiek. Er zouden teveel verschillende opiniepeilers worden aangehaald en hier zouden de media teveel aandacht aan besteden, zo constateert ondermeer de Volkskrant op 13 september. In andere geschreven media wordt ook gewezen op de foute omgang met peilingen, maar de grotere

Page 19: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

19

televisiemedia doen hier niet aan mee. Met de foute peilingen houden ze zich wel bezig. De NOS gaat, ook 13 september, verhaal halen bij Reinier Heutink van Ipsos Synovate. Er wordt op verwijtende toon gevraagd wat er mis is gegaan, Heutink beweert dat alles juist goed is gegaan. Hij vertelt nu dat hij geïrriteerd was door de valse beschuldigingen en de verkeerde interpretatie van peilingen door de media. Hij blijft erop hameren dat peilingen geen prognose zijn. “De gemakzuchtige manier waarop de pers oordeelt is schrikbarend. Onze slotpeiling inclusief de interpreterende tekst was een voortreffelijke indicatie van de werkelijke verkiezingsuitlag.” Maar waarom blijven de media dan tóch elke verkiezingsstrijd terugvallen op deze peilingen en ze verkeerd gebruiken?

Tom van der Meer houdt er zijn eigen theorie op na. Hij beweert dat de Nederlandse omgang met peilingen getuigt van statistisch analfabetisme. “Media hebben een zekere angst voor cijfers, snappen ze niet of weigeren ze juist te interpreteren. De eerbied voor peilingen is veel te groot: als je iets in cijfers kunt uitdrukken, moet het wel waar zijn. Het geeft een glans van onaantastbaarheid om te kunnen praten over exacte zetelverschuivingen”, stelt de hoofddocent.

Wie zat er écht fout?

De opiniepeilers waren verontwaardigd dat met de vinger naar hen werd gewezen. " Media zijn hypocriet door wel kritiek te hebben op de opiniepeilers maar niet naar zichzelf te kijken. Een duidelijk gebrek aan zelfreflectie", verklaart Peter Kanne. Hij wijst dan ook de journalistiek aan als schuldige partij. Volgens Kanne moeten media beter uitleggen aan het publiek dat een peiling een weergave van een mening is op dat moment, en geen prognose of een voorspelling van de verkiezingsuitslag.

Hij wijst erop dat de media na de verkiezingsuitslag allemaal koppen dat de peilingen ernaast zaten, terwijl peilingen eigenlijk een hele andere waarde hebben dan de journalisten eraan verbinden. Hij noemt een peiling een ‘self-denying prophecy’. De stand van zaken die in de peiling wordt getoond beïnvloedt namelijk hoe mensen stemmen. “Peilingen zijn vooral een bron van informatie. Kiezers kijken wel naar de inhoud, maar zijn ook slim genoeg om bijvoorbeeld strategisch op de tweede partij van hun voorkeur te stemmen. Ze gebruiken in dit geval de peiling als informatiebron om een meerderheid te vormen", aldus Kanne. Als voorspelling is de peiling dus al achterhaald op het moment dat deze door een kiezer wordt gelezen. Toch publiceren sommige media peilingen wel als voorspellingen volgens Kanne.

Daarnaast heb je het ‘bandwagon-effect’. Dit gaat over kiezers die stemmen op een partij omdat die hoog staat in de peilingen. Op deze manier wint een partij aan stemmen, puur door de peiling. Maar ook hier heeft de peiling dus een informerende functie. Tiemeijer wijst er echter op dat de invloed van het bandwagon-effect en dergelijke moeilijk is te meten.

De conclusie die te trekken valt is dat de meeste media, net zoals de meeste kiezers, een heel verkeerd beeld hebben van de betekenis van peilingen, maar dat de media verantwoordelijk zijn voor dit verkeerde beeld. Peilingen zijn er niet om een tussenstand te laten zien, verklaart Kanne, maar om je persoonlijke keuze te vergelijken met die van de gepeilde groep.

Page 20: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

20

Hoofdstuk 5 journalisten aan het woord

Wat vinden de journalisten zelf?

Uit de reacties van de journalisten zelf valt op te maken dat over de hele linie wordt geworsteld met de peilingen.

RTL Nieuws

Pieter Klein van RTL-Nieuws verklaart het volgende. “Peilingen zijn wat ons betreft niet heel belangrijk. Ze zijn indicatief, en verschuivingen kunnen nieuwswaardig zijn”, aldus Klein. Op de vraag wat de waarde van een peiling precies is antwoordt hij dat uit de lange termijn trends in peilingen doorgaans valt af te leiden of een partij in opkomst, of aan het afglijden is. De zetelverdeling geeft een indicatie van coalities die wellicht mogelijk zijn. Verder laten partijen zich beïnvloeden door peilingen.”

Een disclaimer om de uitkomst van een peiling te nuanceren is volgens Klein niet de taak van RTL Nieuws. “Dit lijkt me eerder iets voor peilingbureaus”.

DWDD

De waarde van een peiling is volgens Klein dus het best terug te zien op de langere termijn. Maar hoe zit dat dan bij DWDD, waar De Hond dagelijks te gast was met peilingen? Timmermans verwoord het als volgt. “Afgelopen verkiezingen zag je een duidelijke tweestrijd, eerst tussen de VVD en de SP, daarna tussen de VVD en de PvdA. Door die tweestrijd zijn dagelijkse peilingen een stuk betrouwbaarder. Daarnaast laat De Hond zien hoe er op de specifieke dag van de peiling gestemd zou worden, dus mensen moeten er ook niet meer waarde aan verbinden.”

Timmermans is duidelijker dan Klein als het gaat om het gebrek aan een disclaimer. “We verwijzen natuurlijk altijd naar het onderzoek van De Hond, maar het gebrek aan een disclaimer kan je inderdaad zien als een zwak punt. Nu is het tekenend voor Nederland om deze niet te gebruiken, maar het zou goed kunnen dat DWDD daar in de toekomst wel naartoe gaat.”

NOS

Volgens Jeroen van Dommelen van het NOS-journaal zijn feiten voor de NOS het belangrijkst. ieder medium heeft zijn eigen drempels, vertelt hij, en het feit dat sommige media een ruime interpretatie geven aan peilingen komt omdat het nieuws behapbaar moet zijn voor de kijker. Nuancering wordt geschuwd omdat het voor de kijker een saai ingewikkeld verhaal kan worden, maar volgens hem vindt de kijker het helemaal niet erg om te weten dat cijfers soms weinig zeggen. “Iedereen is gebaat bij een eerlijke en betrouwbare verslaggeving. Ik ben er van overtuigd dat ook onze kijkers liever een saaie betrouwbare peiling zien, dan een ruim geïnterpreteerde peiling die nieuws verkoopt dat er helemaal niet is.”

Eenvandaag

Gijs Rademaker is overwegend tevreden over de manier waarop Eenvandaag peilingen presenteert. De Stemming is eigenlijk ontstaan door een gebrek aan nuance in, en uitleg over de onderzoekswijze bij andere peilingen. “Wij proberen zo transparant mogelijk te zijn, we zijn de enige die een applicatie

Page 21: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

21

hebben en een website met uitgebreide onderzoeksuitleg.” De Stemming hanteert echter nog geen disclaimer waar de standaardafwijking in vermeld wordt, maar op de vraag waarom deze er niet is antwoordt hij met de belofte dat ze dit gaan aanpassen.

Ook inhoudelijk probeert de jongste peiler van de vier meer genuanceerd te zijn. “We letten erg goed op het moment van peilen, het moment van publiceren en wát we publiceren. Veel peilingen gaan over de vraag ‘op wie de respondent zou stemmen als het op dat moment verkiezingen waren’. Wij proberen juist weer te geven in welke mate kiezers twijfelen over een partij. Niet de keuze, maar de twijfel staat bij ons centraal.” Bij afgelopen verkiezingsstrijd kreeg de respondent bij Eenvandaag niet één maar vijf stemmen om weg te geven aan politieke partijen. Zo kon er een rangorde ontstaan van de populairste partij tot aan de minst populaire. “We kregen vaak te horen ‘hoe wil je de kijker in godsnaam geboeid houden met zoveel informatie en uitleg?’ We hebben bewezen dat de kijker het juist fijn vindt om een genuanceerd beeld te krijgen, ook al zijn de zaken wat onzekerder.”

Page 22: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

22

Hoofdstuk 6 Conclusie

Ik begon mijn reflectie met een duidelijke vraag, namelijk: gaan de grote televisiemedia secuur om met peilingen? Ik stelde dat de televisiemedia minder met peilingen moeten werken, minder moeten suggereren n.a.v. peilingen en meer moeten ingaan op hetgeen waar een partij voor staat. Ik vond dat de journalist een verkeerde invloed heeft op het stemgedrag van de kiezer, door de manier waarop peilingen worden behandeld.

Helaas is mijn mening na het onderzoek niet veranderd, maar eerder onderbouwd. Ik ben er teleurgesteld uitgekomen, aangezien het op meer gebieden fout gaat dan ik voor ogen had. Eén ding is zeker, de meeste televisiemedia gaan niet secuur om met peilingen.

De journalist moet inderdaad minder met peilingen werken. Allereerst zijn er tegenwoordig teveel verschillende peilingen met verschillende uitkomsten die allemaal geraadpleegd worden. Er wordt niet gekeken, of vermeld, hoe de peiling tot stand komt, maar eerder dankbaar gebruikgemaakt van een tussenstand.

Hier kom ik bij het tweede deel van mijn standpunt, de media moeten minder suggereren. De rol van peilingen wordt nog niet goed begrepen en daarom publiceren media peilingen als een tussenstand in een wedstrijd. Het getuigt van statistisch analfabetisme en een wedstrijdmentaliteit dat media zo makkelijk omspringen met een peiling.

Maar ook de opiniepeilers doen nog veel fout. Tiemeijer trekt een heldere conclusie. “Opiniepeilers worden vaak voorgesteld als neutrale waarnemers langs de zijlijn die periodiek een thermometer in de samenleving steken om de temperatuur te meten. Die metafoor gaat niet op in het geval van opiniepeilingen over stemvoorkeur. Thermometers beïnvloeden namelijk niet hoe warm het morgen wordt. Opiniepeilingen daarentegen hebben grote invloed op wat er gebeurt in media en politiek. Peilers staan niet langs de zijlijn maar bevinden zich - of ze dat nu leuk vinden of niet – midden op het speelveld.

De misverstanden rondom opiniepeilingen worden niet alleen veroorzaakt door de opiniepeiler, de journalist of de kiezer. De schuld wordt door alle drie de partijen gedeeld. Opiniepeilers presenteren peilingen niet altijd even nauwkeurig. Ze nuanceren de peilingen soms wel door middel van een disclaimer, maar als ze die altijd serieus nemen zou een groot deel van de peilingen geen waarde meer hebben. De media publiceren vervolgens de peilingen, vaak vanuit een wedstrijdmentaliteit, want wedstrijdnieuws verkoopt goed. Oftewel, de behoefte van de kiezer telt ook mee.

Als we een peiling van de website www.peilendoejezo.nl mogen geloven heeft de kiezer hele andere behoeften (zie tabel). Het grootste deel van de respondenten vindt dat journalisten minder aandacht aan peilingen moeten besteden. Wat wil de kiezer dan wel? Er is geen peil op te trekken.

Page 23: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

23

Page 24: marcdevriesstudeertaf.files.wordpress.com  · Web viewDeze reflectie gaat over opiniepeilingen, door de Dikke van Dale gedefinieerd als ‘een enquête naar de publieke opinie over

24

Bronnen:

http://www.nrc.nl/verkiezingen/2012/09/14/de-peilingencarrousel-de-wereld-draait-door-was-het-ergst/

http://www.trouw.nl/tr/nl/11364/Verkiezingen-2012/article/detail/3313270/2012/09/08/Media-en-peilingen-zorgden-voor-kantelpunt-in-deze-campagne.dhtml

http://www.joop.nl/media/detail/artikel/15784_media_zakken_weg_in_de_peilingen/

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/10637/VK-Dossier-Verkiezingen-van-2012/article/detail/3315874/2012/09/13/Verschil-peilingen-en-uitslag-goed-te-verklaren-aldus-peilers.dhtml

http://www.peilloos.nl/

http://www.denieuwereporter.nl/2012/09/peilingen-zijn-niet-voor-betas/

http://www.allepeilingen.com/index.php/vergelijk-peiling-met-uitslag-2010-en-2012.html

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/10637/VK-Dossier-Verkiezingen-van-2012/article/detail/3315874/2012/09/13/Verschil-peilingen-en-uitslag-goed-te-verklaren-aldus-peilers.dhtml

http://www.nieuwsmonitor.net/n/153/Medialogica_in_Campagnetijd

http://www.bnr.nl/topic/verkiezingen_2012/273105-1209/opiniepeilers-niet-blij-met-kritiek

http://www.nieuwsmonitor.net/news/list/2012

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/10637/VK-Dossier-Verkiezingen-van-2012/article/detail/3315841/2012/09/13/Campagnestrategen-Premiersdebat-RTL-was-game-changer.dhtml

http://www.denieuwereporter.nl/2012/09/ideeen-voor-genuanceerder-peilingnieuws/

http://www.vn.nl/Archief/Politiek/Artikel-Politiek/Wij-zijn-niet-zo-van-de-richtlijnen.htm

(Job Cohen in DWDD van 4 juni) http://www.hebikietsgemist.nl/aflevering/30334/nederland-3/de-wereld-draait-door/aflevering-675.html

Maurice de Hond in DWDD van 4 september) http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/170766

https://peilendoejezo.nl/resultaten/vraag/7

http://nos.nl/artikel/423957-roemer-peilingen-verlammend.html

http://www.ipsos-nederland.nl/content.asp?targetid=621

http://www.pietervandenberg.net/documentaireskijken/?p=10992

Jeroen van Dommelen, NOS Journaal

Gijs Rademaker, Eenvandaag

Sebastiaan Timmermans, De Wereld Draait Door

Pieter Klein, RTL Nieuws

Reinier Heutink, Ipsos Synovate

Peter Kanne, TNS Nipo

Tom van der Meer, universitair docent politicologie, Armén Hakhverdian, universitair docent politicologie