Logeion ANP 17062015

24
Dit wordt het nieuws De invloed van corporate persberichten op het nieuws nader bekeken Dr. Pytrik Schafraad Universiteit van Amsterdam

description

Presentatie 'Dit Wordt Het Nieuws' bij Logeionbijeenkomst 'Het Persbericht Is Dood, Lang Leve Het Persbericht'. 17 juni 2015, ANP Perssupport.

Transcript of Logeion ANP 17062015

Dit wordt het nieuws De invloed van corporate persberichten op het nieuws nader bekeken

Dit wordt het nieuwsDe invloed van corporate persberichten op het nieuws nader bekekenDr. Pytrik SchafraadUniversiteit van Amsterdam

1

In Januari 2009, om precies te zijn de 22e, stond dit bericht op de achterpagina van de Volkskrant. Het is, op een paar herformuleringen na, een exacte copy van het persbericht dat ik samen met iemand van het bureau voorlichting van de Radboud Universiteit, waar ik toen werkte, schreef.

Het persbericht gaat over een onderzoek dat ik toen deed, samen met een aantal Nijmeegse collegas op verzoek van het KIM en bij de gelegenheid van het bezoek van Nick Davies aan Nederland. Davies boek Flat Earth News was net in de Nederlandse vertaling verschenen en het KIM nodigde hem uit, om er een lezing over te geven. Dat wilde Davies wel, op voorwaarde dat ook de Nederlandse situatie zou worden belicht.

Zodoende deden wij onderzoek naar de mate waarin binnenlands nieuws in Nederlandse kranten (herkenbaar) beinvloed wordt door informatiesubsidie (door anderen aangereikte informatie, of kant en klare teksten). Op basis van een inhoudsanalyse van enkel krantenberichten, en dus bijna zeker een onderrepresentatie, vonden we dat 32% van de berichtgeving gedeeltelijk of geheel bestond uit informatie uit persberichten van persbureaus of public relations.

Het was daarom licht ironisch om te constateren dat de Volkskrant ons persbericht over dit onderzoek nagenoeg letterlijk afdrukte in de krant en tevens plaatste op haar website.2Introductie

Dit is niet alleen een mooi voorbeeld van, wat wij communicatiewetenschappers graag, de agenda building power van persberichten noemen. Het onderzoek waar het persbericht over gaat en ook de breder geconstateerde zorg (zie de heldere toon van het boek van Nick Davies), vormen ook de aanleiding van het onderzoek , waarvan ik vandaag de bevindingen met u zal delen.

Na afronding van dat onderzoekje, vroegen we ons namelijk af hoe erg het nou echt is dat een aanzienlijk deel van het nieuws leunt op door voorlichters en public relations professionals aangeleverde informatie en copy. Het is immers ook zo, dat deze mensen relevante publieke informatie leveren aan journalisten en deze laatsten daarbij een heleboel moeite besparen. En in het ene geval is het controleren van de informatie en het toepassen van hoor en wederhoor, of duiden van het nieuws belangrijker dan op het andere moment.

Volgens Nick Davies en ook andere onderzoekers stijgt het aandeel van het nieuws wat sterk gebaseerd is op persberichten, omdat steeds minder journalisten steeds dikkere kranten en websites moeten vullen. Tegelijkertijd professionaleerd en groeit de beroepsgroep van public relations professionals.

Journalisten hebben dus een gebrek aan tijd, maar, zo vroegen wij ons af, betekent dat ook dat ze hun professionaliteit en journalistieke waarden in de kast zetten en lukraak copy pasten uit het aanbod van persberichten? Niemand die dat hardop beweert, maar je zou het bijna denken als je sommige van die alarmkreten leest.

U raadt het waarschijnlijk al, wij zijn niet zulke doemdenkers. Op basis van aloude theorieen over journalistieke routines verwachtten wij juist dat journalisten, ook bij tijdgebrek hun selectiecriteria blijven toepassen. Wat is nieuws?Wat is nieuws, dat we zo kunnen selecteren voor de krant, of website?Wat is nieuws, dat meer bewerking (in de vorm van checks, aanvullingen, duiding e.d.) nodig heeft?3Introductie

Die vragen kun je ook iets anders stellen, niet vanuit een perspectief dat zich zorgen maakt om de kwaliteit en onafhankelijkheid van de journalistiek, maar vanuit het perspectief van de PR professional die graag efficiente persberichten schrijft.

Dan luidt de vraag: Welke kenmerken van persberichten vergroten de kans dat het persbericht opgevolgd wordt door de nieuwsmedia en welke kenmerken maken dat de boodschap van het persbericht zo veel mogelijk in tact blijft?

We combineren zo, in dit onderzoek, 2 perspectieven en ook twee communicatiewetenschappelijke theorieen, namelijk de zogenaamde news factor theory en de zogenaamde agenda building theory. Ik was niet van plan hier een heel theoretisch verhaal van te maken, maar ik noem ze toch even.4Drie studiesStudie 1: Vergelijkende inhoudsanalyse van 822 corporate persberichten en alle nieuwsberichten die n.a.v. deze zijn verschenen.Studie 2: Reconstructieve interviews met journalistenStudie 3: De intermediaire rol van het persbureauIn februari van dit jaar publiceerden we samen het het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek een onderzoeksrapport. Dat rapport was de directe aanleiding voor de uitnodiging die ik ontving om hier nu te komen spreken.

Dat rapport doet verslag van een tweetal studies, of eigenlijk 1 hoofdstudie en een kleinschalig vervolg. Dat zijn in dit overzicht respectievelijk studie 1 en studie 2.

De derde studie is vers van de pers, of eigenlijk nog niet eens van de pers. We hebben de resultaten net binnen. Die vormen voor u dus een primeurtje.

Ik vertel over elk van de drie studies iets, maar niet alles. Ik hoop dus dat ik een voor u interessante selectie heb gemaakt.

Ik sluit af met enkele conclusies die, dat is althans mijn bedoeling, voor zowel het werkveld van de journalist als dat van de public relations professional, relevant zijn.5Studie 1Welk deel van de persberichten, verzonden door 30 grote Nederlandse bedrijven, wordt opgevolgd in de landelijke nieuwsmedia?Welke kenmerken van persberichten vergroten de kans op opvolging?Welke kenmerken van persberichten vergroten de mate van journalistieke bewerking van het persbericht?De eerste studie betreft een handmatige inhoudsanalyse van de persberichten van 30 grote bedrijven en de nieuwsberichten die n.a.v. verschenen zijn.Met deze studie wilden we door zowel het bronmateriaal als de uiteindelijke berichtgeving te analyseren onderzoeken welke kenmerken van persberichten door journalisten relevant gevonden worden en welke niet.

Eerder onderzoek naar de effectiviteit van persberichten besteedde vooral aandacht aan de omstandigheden. Zo weten we dat timing erg belangrijk is en dat journalisten doorgaans de voorkeur geven aan persberichten van overheden en ngos boven die van commerciele partijen.

Maar omdat we vanuit de in de introductie beschreven problematiek vooral willen weten hoe journalisten selecteren uit een gegeven aanbod en of zij daarbij principes zoals nieuwswaardigheid en publieke relevantie toepassen, ook wanneer de tijdsdruk hoog is en men niet veel anders kan dan gebruik maken van persberichten.

Nog eens heel anders geformuleerd, vanuit het PR perspectief. Welke informatie vinden journalisten relevant en welke kun je beter niet in de vorm van persberichten over journalisten uitstorten?

Mag ik nu alvast aantekenen dat we dit onderzoek hebben uitgevoerd met landelijke online en gedrukte algemene nieuwsmedia. De bevindingen zullen ongetwijfeld heel anders zijn in andere domeinen (Politiek, Sport, Cultuur), of andere typen media zoals regionale media, of special interest bladen bij voorbeeld.6Studie-opzet822 persberichten30 bedrijven uit de Elsevier top 500814 nieuwsberichten (VK, FD, Tel, NOS, NU, ANP)Inhoudsanalyse:Nieuwsfactoren PBIncentives PBOnderwerpen PBBewerking NBAantal externe bronnen in NB

We selecteerden alle persberichten verzonden door een 30 tal bedrijven uit het jaar 2012.Die 30 bedrijven zijn geselecteerd uit de Elsevier top 500, een ranglijst gepubliceerd door Elsevier en gebaseerd op omzetcijfers, gecontroleerd voor brievenbusfirmas (minstens 100 medewerkers in NL).

We selecteerden deze bedrijven dus op hun omvang, maar ook op sector, dusdanig dat uit elke sector een 3tal bedrijven in de steekproef zit. Per sector zijn ze random geselecteerd uit de lijst.

We konden helaas niet alle landelijke media onderzoeken en namen dus een zo goed mogelijke dwarsdoorsnede, bestaande uit 3 kranten, 5 websites en het persbureau waar we vandaag te gast zijn.

In de pers en nieuwsberichten codeerden we een aantal gegevens, waar ik waar ze van toepassing zijn later iets meer over zal zeggen.7Persberichten (1)Top 5 afzenders:Wolters Kluwer 514*Ford NL 148Achmea 94PostNL 79BNG 44Inactieven:Elopak 4 British American Tobacco 4 Abbott Holding 1Om te beginnen, is het wel relevant om even stil te staan bij enkele beschrijvende gegevens over die persberichten. Het was namelijk nogal een bonte verzameling.

Ten eerste was er een enorme diversiteit in het aantal persberichten dat de bedrijven verzonden.

Op het scherm ziet u een top 5 van meest fanatieke afzenders.De uitgever Wolters Kluwer was zo bedrijvig, dat we uit hun 514 persberichten een aparte steekproef hebben moeten trekken. Het totale aantal gevonden persberichten is dus nog hoger dan 822, bijna 1300.

Er is ook een aantal bedrijven dat nauwelijks persberichten de wereld in stuurt. Absolute non-communicator was de farmaceutische fabrikant Abbott. 1 persbericht kon er vanaf.8De Persberichten (2)MaatschappijProductenFinancieleWerknemersOrganisatieOverigTotaaln42434626913679822Geen opvolging81813661668173Welopvolging19196539341927Totaal100%100%100%100%100%100%100%Niet alleen belangrijk, maar ook leuk om te weten is wellicht waar die persberichten over gaan.Dat hebben we vrij nauwkeurig gecodeerd, maar om het overzichtelijk te houden hebben we dat teruggebracht tot een vijftal themasMaatschappij, politiek en economie, in de brede zin des woords en organisatieoverstijgend. Een voorbeeld is de economische crisis bij voorbeeld.Dan zijn er persberichten die producten en services van het bedrijf beschrijven of aanprijzenPersberichten die de financiele prestaties van het bedrijf als thema hebbenPersberichten die gaan over (de positie van) werknemers en managementEn ten slotte persberichten die gaan over de organisatie zelf, denk aan fusies, overnamens, organisatieverandering e.d.

Als we in de tabel kijken begint het al leuk te worden.

We zien namelijk dat grote Nederlandse bedrijven in hun persberichten nauwelijks aandacht besteden aan bredere maatschappelijke onderwerpen. Slechts 5% van hun persberichten gaat daarover.Waar sturen deze bedrijven dan wel persberichten over? Juist! Over hun producten en diensten! Ruim de helft van alle persberichten gaat daar over. Het nieuw boek van die en die, de veranderde polisvoorwaarden van verzekering dit en dat en zo voort.

Als je dat hoort, wil je natuurlijk onmiddelijk weten of al die marketing-achtige persberichten wel enig effect hebben. Dat valt dus een beetje tegen, wanneer we naar de landelijke media kijken. Slechts 19% van die persberichten krijgt enige aandacht in de nieuwsmedia. 81% gaat de vuilnisbak in.

Een veel bescheidener aantal persberichten gaat over de financiele prestaties van de bedrijven, maar die worden wel vaak opgevolgd.

Ook relevant voor de journalistiek zijn berichten over werknemers & management en de organisatie zelf.9Opvolging (vraag 1)220 persberichten werden opgevolgd door ten minste 1 van de nieuwsmedia.26,7% opvolgingMeeste opvolging door ANP en kranten (n=3)Minst door nieuwswebsites (n=5)

We kunnen nu onze eerste vraag beantwoorden.

Het varieert dus sterk per thema, maar overall wordt ruim een kwart van de persberichten opgevolgd door ten minste 1 medium. ANP en de kranten hebben daarbij een groter aandeel dan de nieuwssites. Die doen blijkbaar minder per dag.

Driekwart de prullebak in, dat klinkt slecht, maar eigenlijk waren wij positief verrast.

Veel eerdere studies, in andere omstandheden, maar toch, rapporteren namelijk vaak maar 10-15%.

Dat doen de communicatieafdelingen van deze bedrijven dus lang niet slecht.10Kans op opvolging (vraag 2)Werkzame persberichtbestanddelen

NieuwsfactorenVerrassingControverseImpact-bereikImpact-negatieve gevolgenImpact-positieve gevolgenImpact-elite personenImpact-prominente personenImpact-elite-organisatie (positie op Elsevier top 500)Dan nu, waar het ons om ging. De vraag naar kenmerken van persberichten die de kans op opvolging verhogen.Je zou dat dus de werkzame bestanddelen kunnen noemen.

Die onderscheiden we in drie categorieen. De eerste categorie bestaat uit intrinsieke aspecten van de boodschap van het persbericht. Deze zijn ontleend aan de zogenaamde nieuwsfactorentheorie die er vanuit gaat dat elke gebeurtenis, maar hier dus elk persbericht, kenmerken heeft die journalisten doorgaans meer of minder nieuwswaarde toekennen. En vervolgens selecteren voor de berichtgeving.

Er bestaan verschillende lijstjes met deze kenmerken. Op het scherm ziet u het door ons gebruikte lijstje.

De vraag was of deze, of enkele van deze kenmerken de kans verhogen dat een persbericht wordt opgevolgd door de landelijke nieuwsmedia.

NEXT11Kans op opvolging (vraag 2)Werkzame persberichtbestanddelen

Nieuwsfactoren*Verrassing +Controverse+Impact-bereikImpact-negatieve gevolgen+Impact-positieve gevolgen-Impact-elite personenImpact-prominente personenImpact-elite-organisatie (positie op Elsevier top 500) +

*) De uitkomsten wijken iets af van die in het SFvdJ rapport vanwege een verbeterde rekenmethode.4 van de 8 nieuwsfactoren hebben een positief effect op de kans op opvolging

Verrrassing. Onverwachte gebeurtenissen of aankondigingen, kunnen rekenen op bovengemiddelde belangstelling van journalisten;Dat geldt ook voor elk bericht dat gaat over iets waarover onenigheid is binnen de organisatie, of tussen de organisatie en een van haar stakeholders;Wanneer negatieve gevolgen van een gebeurtenis worden besproken, levert dit ook een verhoogde kans op media-aandacht op.Ten slotte zijn journalisten ook gevoelig voor (economische) macht, hoe hoger de organisatie op de E500 lijst, hoe groter de kans dat hun persbericht wordt opgepikt(dat is overigens analoog aan politiek nieuws), ook daar geldt macht trekt media-aandacht.De oplettende luisteraar weet datik er een heb overgeslagen, dat is een nieuwsfactor met een negatief effect, namelijk berichten waarin de positieve gevolgen van een gebeurtenis worden besproken. Wellicht dat dit juist argwaan opwekt? Ik weet het niet.

Voor de overige factoren vonden we geen significant effect op de opvolging.

Wat overigens ook helpt, is wanneer een persbericht meerdere van deze (en met name de effectieve) nieuwsfactoren bevat.12Kans op opvolging (vervolg)Toegevoegde werkzame bestanddelen:

2. IncentivesBeeldmateriaalLink aan promotie-eventLink aan actualiteitOpdrachtonderzoekCitaat medewerker/woordvoerderCitaat CEO, CFOCitaat extern persoon

Dan de bijdrage van de strategische pen van de persberichtenschrijver.

We onderscheiden een hele rij z.g. incentives, die vast bij lange na niet compleet is en uiteraard kunnen we de telefoontjes, netwerkborrels e.a. relationele massagetechnieken niet meewegen in de analyse van teksten, maar toch is dit een aardig overzichtje van volgens de lliteratuur werkzame extra bestanddelel:

In ons onderzoek blijkt echter NEXT13Kans op opvolging (vervolg)Toegevoegde werkzame bestanddelen:

2. IncentivesBeeldmateriaalLink aan promotie-eventLink aan actualiteitOpdrachtonderzoekCitaat medewerker/woordvoerderCitaat CEO, CFO +Citaat extern persoon

Dat het voor de overweging een persbericht al dan iet te gebruiken voor de nieuwsagenda allmaal weinig uitmaakt.

Leuk dat beeldmateriaal, maar als het bericht zelf niet nieuwswaardig genoeg is, trekken die fotos de journalist niet over de streep. Alleen voor een citaatje van sleutelfiguren uit de organisatie, zoals de CEO, of Marketingdirecteur, is men nog wel te porren.14Kans op opvolging (slot)Werkzame bestanddelen persbericht:

3. OnderwerpMaatschappij, politiek en economie Producten en serviceFinanciele prestatiesWerknemers & ManagementOrganisatieOverigTen slotte hebben we gekeken of er onder de journalisten een voorkeur is voor bepaalde onderwerpen, u zag daar al even een overzicht van.

Dat was slechts de beschrijvende statistiek, maar de multiple regressie-analyse die we uitvoerden, wijst in de zelfde richting:Namelijk dat journalisten van grote bedrijven vooral geinteresseerd zijn in:

NEXG15Kans op opvolging (slot)Werkzame bestanddelen persbericht:

3. OnderwerpMaatschappij, politiek en economie Producten en serviceFinanciele prestaties+Werknemers & Management+Organisatie+OverigHun financiele prestaties;Het wel en wee van werknemers en & ManagementEn ook dat van de organisatie zelf: fusies, overnamens, reorganisaties, daarmee haal je ook de krant.

Het directe eigenbelang waar het gros van de persberichten over gaat, kun je net zo goed niet naar de landelijke media sturen.16Studie 2Reconstructieve interviews

7 interviews(o.a. NU.nl, Telegraaf, Volkskrant, NRC-next)20 reconstructies van nieuwsberichtenRol van omgevingsfactoren en redactiebeleid/cultuur

Om deze bevindingen van wat meer context te voorzien hebben we vervolgens een aantal journalisten geinterviewd. Helaas nog niet zo veel, maar de bevindingen van die interviews geven toch al enig inzicht in de achtergrond van de zojuist besproken patronen in de ontvangst van persberichten door journalsten.17Grote verschillen in omgang met persberichten Verwerkende journalistenVerhalende journalistenVaak webnieuwsVaak bureauredacteurBelangrijke nieuwswaarden: Immediacy

Relatief weinig tijd (som 15 min voor een bericht)

Verwerken elk stukje informatie tot een nieuwsbericht.

Open / gevoelig voor informatiesubsidie in de vorm van persberichten.Vaak krantVaak eigen beatBelangrijke nieuwswaarden:Feitelijkheid BetrouwbaarheidAutonomie

Relatief veel tijd

Verzamelen stukjes informatie om een eigen verhaal mee te composeren.

Minder open / gevoelig voor informatie-subsidie in de vorm van persberichten.In de interviewstudie bleek dat er enorme verschillen zijn tussen de journalisten in hoe zij tegen persberichten aankijken, maar eigenlijk ook in hun algehele werkwijze.De rode draad in die verschillen is eigenlijk de taakopvatting, of functieomschrijving van de betreffende journalisten.

In onze typologie onderscheiden we twee typen journalisten:De verwerkende en verhalende journalisten

De eersten werken vaak bij een nieuwswebsite, de tweede meestal bij de krantDe eerste zijn in elk geval altijd bureauredacteuren, terwijl de tweede vaker verslaggever zijn, een z.g. eigen beat hebben. Een eigen specialisme.Terwijl de eersten vooral varen op wat er op de telex binnenkomt, vaart de tweede vooral op haar of zijn netwerk

Nieuwswaarden

Weinig/Veel tijd

Verwerkende journalisten hebben als belangrijkste taak om uit het aanbod van informatiestukjes te selecteren en die selectie (zo snel mogelijk) om te zetten in nieuwsberichten.Het tweede type journalist verzamelt stukjes informatie uit pb, en het netwerk om er later een nieuw geheel van te composeren.

Met het oog op de mogelijke invloed van persberichten op de nieuwsagenda, betekent dit alles dus dat die invloed bij het eerste type journalist veel groter is dan bij het tweede type.

Dan benadrukken uiteinden van een schaal met voorbeeld van verhalende journalist die ook verwerkt, maar grondhouding verhalende j behoudt, doch wel brokjes info verwerkt. Vaak dan van persbureaus bruggetje

18Studie 3De intermediaire rol van het persbureau(met dank aan Nathan Breuring)Goed uitleggen dat het nu gaat om bewerking. Als persbericht opvolging geniet, wat dan? In welke mate bewerken journalisten het persbericht dan?

Wij vermoedden dat journalisten vooral ANP berichten grotendeels overnemen en berichten van bronnen minder snelAls het ANP dus de belangrijkste intermediair is, betekent dat 2 dingen:Voor PR professionals is het van groot belang in elk geval door het ANP opgepikte te worden. Het nieuws wordt monotoom en heeft weinig diversiteit want het lijkt allemaal precies op wat het ANP heeft voorgefabriceerd. Een groot deel van de nieuwsberichtgeving op nieuwssites en in kranten vaart op de journalistieke bewerking door het ANP. Het ANP heeft dan (a) een grote invloed op de nieuwsagenda en (b) een grote verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het nieuws (althans die is aan hen doorgeschoven door haar afnemers).

Wat hebben we (of eigenlijk wat heeft Nathan) gedaan. We hebben de computer alle pers en nieuwsberichten gevoerd en de mate van overeenkomst tussen persberichten en n.a.daarvan verschenen nieuwsberichten berekend. Deze is weergegeven in de zogenaamde AWI index tussen 0-1. Bij 0 is er 100% overeenkomst, bij 1.0 geen enkele. In de praktijk liggen eigen producties (verhalen) >.80 en verwerkingen van persberichten onder .6019Directe/indirecte route

De informatie uit het corporate persbericht kan dus via 2 routes in de nieuwsmedia komen: rechtstreeks, en via het persbureau.

Beide routes ziet u in het schema uitgetekend.

Ook ziet ui de gemiddelde AWI indexscore per route, of stapje.

Het persbureau en de nieuwsmedia via de directe route doen ongeveer even veel aan bewerking van het originele persbericht

Maar nieuwsmedia doen een stuk minder eigen bewerking op kopij dat van het persbureau komt.

Als we deze totaal gemiddelden wat uitsplitsen, krijgen we het volgende: NEXT

20Mate van overeenkomst per medium

Tussen de door ons onderzochte nieuwsmedia zijn vrij grote verschillen te vinden.

In de tabel ziet u beide routes in de kolommen En in de rijen de score voor beide routes van 8 verschillende nieuwsmedia.

Het FD en de Volkskrant hebben beide voor zowel de directe, als de indirecte route een hoge score op de AWI index, ruim boven de .80, wat betekent dat zij de oorspronkelijke persberichten alsook de ANP berichten wel gebruiken, maar flink bewerken, aanvullen en van context en/of duiding voorzien.

Via de directe route, gebeurt dat het minst voor de telegraafwebsite

Maar via de populairste (meest gebruikte route), namelijk die via het persbureau (ANP) zie je dat de tamelijk sterk bewerkte ANP versie van het persbericht maar matig bewerkt in de meeste nieuwsmedia terrecht komt. Een score van rond de .50 betekent dat de kop wellicht is aangepast, het bericht in de huisstijl is herschreven en her hier en daar een stuk is afgeknipt, maar dat er nauwelijks sprake is van eigen toevoegingen. Inhoudelijk is de overeenkomst dus heel sterk.21Het primeurtjes-effect

Tenslotte,

Hebben we ook gekeken of de snelheid waarmee het persbericht opgepikt wordt door de nieuwsmedia invloed heeft op de mate waarin het is bewerkt, aangevuld of voorzien is van duiding.

In de tabel valt onmiddelijk op dat er op de dag van verschijnen van het persbericht een lage AWI score is, .54Terwijl het een dag later al .81 is. En daarna ruim .80 blijft

Op de dag zelf zijn het vooral de nieuwssites;De dag erna volgen de kranten met een nieuwsbericht en daarna zijn het voornamelijk follow ups en duidings/achtergrondartikelen die logischerwijs minder leunen op het persbericht.

Journalsiten houden van primeurs, en die kunnen ze mbv persberichten vooral scoren als ze snel zijn. En de snelste jongens en meisjes van de journalistiek zijn die van de onlineredacties.Daar moet u dus wezen.

Dan verschil tussen online en krant. Snelheid is overlap, is vatbaarheid voor beinvloeding door public relations.22Een paar conclusiesGeen products & services naar landelijke media;Verrassend, controversieel nieuws met merkbare gevolgen krijgt veel aandacht;Directe aandacht voor pb vooral bij verwerkende journalisten (vaak web);Als je het ANP haalt, dan volgt er meer;Het ANP verwerkt, maar controleert, vult aan en plaatst in breder perspectief.Letterlijke copy paste journalistiek komt amper voor.In het rapport staat een uitgebreide paragraaf met implicaties,Hier schotel ik u een sumiere selectie voor

Doe er uw voordeel mee!

Persberichten over producten en services van bedrijven zijn weinig of niet interessant voor journalisten. Sterker nog, m.n. de verhalende journalisten in de interviews lieten niet zelden afkeurende termen als tsunamies van persberichten vallen. Wees dus selectief;Verwerkende journalisten en snelle media leunen meestal veel sterker op informatiesubsidies, persberichten dan verhalende/langzame/kranten journalsiten;Het ANP is een belangrijke intermediair. Wanneer het ANP je bericht oppikt, volgen er meestal meer nieuwsmediaHet ANP typit niet klakkeloos over. Ze gaan dus wel aan de slag met je persbericht, controleren het, vullen het aan, voegen wat duiding toe eventueel, maar de boodschap blijft vaak wel herkenbaar. En verspreidt zich dan vaak , zonder veel verdere aanpassing over de overige nieuwsmedia.Het letterlijk copy pasten, waar vaak op wordt gewezen, of over wordt geroepen, hebben wij geen enkele keer aangtroffen.23Dank!Vragen/opmerkingen/suggesties?

[email protected]@pytrikschafraad@ditwordttnieuwsHet rapport is te downloaden op:http://www.persinnovatie.nl/19004/nl/dit-wordt-het-nieuws

24