Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

39
Hoofdstuk 1: De ontwikkeling van kinderen Mensenkind biologisch gezien te vroeg geboren in vergelijking tot andere zoogdieren » na geboorte meer tijd nodig om op eigen benen te kunnen staan en zelf voedsel te zoeken. De vroege geboorte van een kind houdt hem lange tijd afhankelijk van verzorging die hij krijgt » aangeboren beschermingsinstinct huilen om hulp te vragen. Instinct: aangeboren gedragsmogelijkheid (of vermogen), waartoe mens of dier vanuit zichzelf wordt aangezet en dat in dienst staat van de overleving van de soort. Sommige instinctgedrag treedt niet automatisch op, maar komt alleen tot bloei als kind of dierenjong min of meer normaal heeft geleerd en is verzorgd op manieren die bij zijn soort passen. Wat is ontwikkeling? Ontwikkelingspsychologie vaak gezien als wetenschap die zich louter bezighoudt met opeenvolgende zichtbare en hoorbare veranderingen die een kind in de loop van de jaren doormaakt, wat betreft waarneming, bewegen, denken, praten, moraal, emoties, seksualiteit, enzovoort; ontwikkelingspsychologie omvat echter meer: men zoek de mechanismen die achter de zichtbare veranderingen schuilgaan (Wat is ontwikkeling eigenlijk? Waarom zou er een ontwikkeling zijn? Wat zet de kinderlijke ontwikkeling in gang? Wat houdt die ontwikkeling vervolgens gaande?). Psychologie (ook ontwikkelingspsychologie) kent geen algemeen aanvaarde, sluitende theorie over het wezen van de kinderlijke ontwikkeling. Paradigma’s: theorieën die naast elkaar bestaan, elk met hun eigen samenhangende model van ontwikkelingsprincipes en redeneerregels. Ontwikkeling als vooruitgang Zie bladzijde 20 t/m 22. Wat zet de ontwikkeling in gang?

Transcript of Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

Page 1: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

Hoofdstuk 1 De ontwikkeling van kinderen

Mensenkind biologisch gezien te vroeg geboren in vergelijking tot andere zoogdieren raquo nageboorte meer tijd nodig om op eigen benen te kunnen staan en zelf voedsel te zoekenDe vroege geboorte van een kind houdt hem lange tijd afhankelijk van verzorging die hijkrijgt raquo aangeboren beschermingsinstinct huilen om hulp te vragenInstinct aangeboren gedragsmogelijkheid (of vermogen) waartoe mens of dier vanuitzichzelf wordt aangezet en dat in dienst staat van de overleving van de soort Sommigeinstinctgedrag treedt niet automatisch op maar komt alleen tot bloei als kind of dierenjongmin of meer normaal heeft geleerd en is verzorgd op manieren die bij zijn soort passenWat is ontwikkelingOntwikkelingspsychologie vaak gezien als wetenschap die zich louter bezighoudt metopeenvolgende zichtbare en hoorbare veranderingen die een kind in de loop van de jarendoormaakt wat betreft waarneming bewegen denken praten moraal emoties seksualiteitenzovoort ontwikkelingspsychologie omvat echter meer men zoek de mechanismen dieachter de zichtbare veranderingen schuilgaan (Wat is ontwikkeling eigenlijk Waarom zou ereen ontwikkeling zijn Wat zet de kinderlijke ontwikkeling in gang Wat houdt dieontwikkeling vervolgens gaande)Psychologie (ook ontwikkelingspsychologie) kent geen algemeen aanvaarde sluitende theorieover het wezen van de kinderlijke ontwikkeling Paradigmarsquos theorieeumln die naast elkaarbestaan elk met hun eigen samenhangende model van ontwikkelingsprincipes enredeneerregelsOntwikkeling als vooruitgangZie bladzijde 20 tm 22Wat zet de ontwikkeling in gangGroei een toename in omvang in functies en in complexiteit van de verschillende facettenvan gedrag en belevingMaturistisch (to mature) rijpen volgroeien Kinderen ontwikkelen zich volgens eenNatuurlijk Plan ze hebben al naargelang hun leeftijd eigen vaardigheden denkwijzen engevoelspatronen als men dat zelfregulerende proces nu mar zijn gang laat gaan en niet vanbuitenaf ingrijpt en modelleert wordt een optimale eindfase bereikt (een kind heeft als hij opde wereld komt de beschikking over een aantal aanvangsgedragingen maar hij heeft het ookin zich dat die gedragingen steeds veranderen en ingewikkelder worden ongeacht reacties uitde omgeving)Behaviouristen (behaviour = gedrag) de kinderlijke ontwikkeling drijft volgens hen opervaring en leerprocessen De belangrijkste leerprocessen spelen zich af volgens de wettenvan het effect dat gedragingen hebben Positieve gevolgen van wat een kind doet werken alseen versterking negatieve gevolgen zwakken zijn gedrag afAanleg en ervaringAanleg van de soort (alle kinderen delen eenzelfde aanleg ndash rechtop lopen tanden wisselen)en aanleg van het individuOnderscheid tussen aanleg (onder aanleg verstaan we oacuteoacutek wat naacute de bevruchting maar voacuteoacuterde geboorte de ontwikkeling heeft beiumlnvloed (ziekte van moeder of gebruik van tabak drugs of alcohol kan neurofysiologische ontwikkeling van kind nadelig beiumlnvloeden) enerfelijkheidOnderscheid tussen maturisme en behaviourisme leidt tot principieumlle tegenstellingen inopvattingen over individuele verschillen als ontwikkelingspotentieel geacht wordt in kindzelf te liggen (in zijn aangeboren rijpingsdrang) raquo verschillen tussen kinderen zijn een kwestievan verschillen in aanleg daartoe (ook kinderen die in vrijwel gelijke omstandighedenopgroeien kunnen daardoor grote verschillen te zien geven)

Ontwikkeling gestuurd door ervaring raquo oorzaak van individuele verschillen wordt grotendeelsgelegd bij omgevingsfactoren die sommige leerprocessen wel en andere niet mogelijk makenVolgens degenen die de nadruk leggen op aanleg bestaan individuele verschillen voor wievoornamelijk denkt aan ervaring ontstaan zeWanneer zich tegenstelling voordoen is er ook vaak een poging de tweeontwikkelingsprincipes van aanleg en ervaring te combineren raquo interactiemodel raquo aanleg enervaring in gecompliceerde wisselwerking met elkaar beschouwdBehaviourisme en maturisme10486961048696 behaviourisme aanleg betekent lsquoleermogelijkheidrsquo maturisme aanleg betekentlsquoaanwezig programmarsquo10486961048696 behaviourisme prikkel voor ontwikkeling komt van buitenaf maturisme prikkel voorontwikkeling komt van binnenuit10486961048696 behaviourisme verschillen ontstaan door verschil in omgeving maturismeverschillen bestaan door verschil in aanlegHet interactiemodelModerne interactionele denken gaat verder dan enerzijds lsquoaanleg begrenst de mogelijkhedenvan ervaringrsquo of anderzijds lsquoaanleg heeft ervaring nodig om tot ontplooiing te komenrsquo raquowisselwerking gezien als gecompliceerder raquo drie vromen hierbij onderscheiden (het zichontwikkelende kind wordt hierbij een actieve inbreng toegedacht)1 Evocatieve wisselwerking niet alleen de omgeving lokt uit tot bepaald soort gedragmaar het kind lokt door zijn gedrag net zo goed uit tot een bepaald soort omgevingGaat vooral op voor de niet-materieumlle omgeving met name voor het gedrag vanandere mensen en nog weer specifieker dat van de oudersKind roept al naargelang zijn aanleg in zijn omgeving bepaalde reacties wel of juistniet op2 Actieve wisselwerking elk kind schept min of meer zijn eigen omgeving echter nietalleen door gedrag raquo omgeving bestaat voor kind alleen voorzover zijn genetischeaanleg het hem mogelijk maakt die waar te nemen wil de omgeving invloed hebbendan moet er iets zijn wat het kind aanspreekt verschillen in aanleg maken dat er doorhet kind selectief wordt waargenomenKind neemt uit de omgeving alleen datgene op wat aansluit bij zijn aanleg3 Passieve wisselwerking deze is beperkt tot huiselijk milieu (omgeving die op basisvan erfelijkheid het meest aansluit bij de kinderlijke aanleg raquo wordt vormgegeven doorde ouders die doen dat in overeenstemming met hun eigen voor een deel eveneensaangeboren eigenschappen) kinderen delen ongeveer helft van genen met vader enmoeder raquo daardoor kans vrij groot dat zij in het huiselijk milieu dat hun ouders creeumlrenaansluiting vinden voor hun eigen aangeboren neigingen en voorkeurenDe omgeving die ouders creeumlren past bij het kind omdat hij genetisch op hen lijktApart facet van verband tussen aanleg en omgeving betreft wat men het verschil tussen vormen inhoud zou kunnen noemen (als men ervan uitgaat dat een kind de aangeboren potentie heeft om te leren spreken dan hangt het van de omgeving af in welke taal (inhoud) zich datzal afspelen kind heeft het in zich een sociaal wezen te zijn maar de opvattingen gewoontennormen en waarden die tezamen zijn socialisatie zullen gaan uitmaken zijn afhankelijk vanwat hoort bij zijn cultuur)Wat houdt ontwikkeling gaandeBehaviourisme mechanisme van versterking en uitdoving beloning en straf positieve ofnegatieve reinforcementPsychoanalytische gedachtegang botsing tussen de wensen van het Es en de eisen van deculturele omgeving die door bemiddeling van het Ego steeds in nieuwe vormen met elkaarmoeten worden verzoend

Piaget (constructivistisch) gaat ervan uit dat een kind voortdurend bezig is constructies temaken van de werkelijkheid om die op zijn manier te kunnen begrijpen ontwikkeling vindtplaats doordat kind zich realiseert dat zijn constructie niet meer past (cognitieve evenwichttussen hem en de dingen en verschijnselen om hem heen is verstoord) raquo moet worden hersteldvia nieuw denkpatroonAan ontwikkeling ligt er altijd proces van rijping onder- Hersencellen groeien en nemen in aantal toe- Zenuwbanen worden dikker raquo kunnen meer en sneller boodschappen verwerken- Isolatie van zenuwbanen wordt dikker raquo hetgeen waargenomen wordt kan zuiverderworden doorgegeven aan de hersencentra ongehinderd door prikkels die langs anderebanen passeren raquo mogelijkheden van kind veranderen om ervaringen op te doen dieeventueel weer psychologische veranderingen bij hem teweegbrengenRijpingsproces maakt het mogelijk dat (behaviouristisch gezien) dat een kind gaandewegsteeds subtielere vormen van reinforcement kan waarnemen en verwerken rijpingsprocesverandert ook lustvolle wensen van het Es of stelt het kind dat ziet dat zijn denkschema nietmeer opgaat in staat iets nieuws te bedenkenStadia van ontwikkelingZie bladzijde 2627Kritieke of gevoelige periodenKritieke periode(afkomstig uit klassieke ethologie) allerlei organismen moeten bepaaldeervaringen hebben in bepaalde rijpingsfasen van het neurologisch systeem moeten bepaaldeprikkels van buiten ondergaan willen zij de standaardontwikkeling van hun soort goeddoormaken Als in een bepaalde rijpingsfase een bepaalde ervaring mist is er onherroepelijkschadeGevoelige periode in een bepaalde rijpingsfase is een bepaalde ervaring optimaal maar laterkan ook nogGeleidelijke of sprongsgewijsTheoretische beschrijvingen in fasen doen vermoeden dat de ontwikkeling sprongsgewijsverloopt raquo kinderen maken in dergelijk model steeds een overgang naar belevingen engedragingen die niet zozeer kwantitatief meacuteeacuter of beter zijn maar kwalitatief anders danvoorgaande als er slechts sprake was van geleidelijke kwantitatieve veranderingen zou elkeopdeling in stadia immers willekeurig zijn grenzen tussen stadia alleen zinvol als kind in eenstadium wezenlijk anders is dan in het volgendeIn dagelijkse observatie zijn veel vaker plotselinge kwalitatieve overgangen te zien dangeleidelijke Vraag is echter of wat aan de buitenkant te zien is aan kwalitatieve sprongen van binnen nietwordt mogelijk gemaakt door geleidelijke kwantitatieve veranderingen in hetneurofysiologisch systeem (zie voorbeeld van Kagan bladzijde29)Continuiumlteit en onvoorspelbaarheidZie bladzijde 2930Ontwikkelingstaken primaire en secundaire vermogensOntwikkelingstakenontwikkelingsopgaven (psycholoog Havighurst) oud en omstredenbegrip alles wat een kind zich in de loop van zijn ontwikkeling eigen maakt AldusHavighurst Erikson distantieerde zich van het moraliserende idee dat een kind de taak zouhebben om wat volgens hem in de diverse ontwikkelingsstadia successievelijk tot hetkinderlijk belevings- en gedragsrepertoire gaat horen allemaal onder de knie te gaan krijgen raquoontwikkeling is geen opdracht waaraan een kind naar behoren moet voldoen maar voltrektzich grotendeels aan hem of haar bijna of het kind wil of nietBegrip ontwikkelingstaak is eventueel bruikbaar voorzover het slaat op de verwachtingen diede omgeving heeft van kinderen en adolescenten die een bepaalde fase hebben bereikt (van

kind dat goed kan lopen mogen ouders verwachten dat het niet altijd meer gedragen wilworden)In evolutiepsychologie spreekt men van biologisch primaire (universeel vermogen wat menniet hoeft te leren) en biologisch secundaire vermogens (de door de cultuur ontwikkeldesecundaire vermogens bouwen voort op de primaire raquo alleen met moeite en veel oefening kanmen die verwerven)Het verschil tussen een groep en een individueel kindZie bladzijde 31 tm 33

Hoofdstuk 2 Moeders babyrsquos en vaders

Interactie tussen moeder en babyBaby huilt raquo geluid via oorzenuw als signaal in hersenen van de moeder raquo hersenen zendenvia zenuwbanen een boodschap naar hypothalamus raquo omgezet in aansporing van hypofyse omde daarin opgeslagen stof oxytocine uit te stoten raquo tepels worden groot raquo kind kangemakkelijker drinken en melk schiet toeZie ook bladzijde 37 tm 39Inbreng van het kindMeest in het oog springende inbreng van kind vanaf geboorte is de sekse ouders hebben vaakdiep in hun hart wel een voorkeur raquo relatie tussen ouder en kind mede beiumlnvloed door het feitof de wens van de ouders al of niet in vervulling is gegaanVerschillen tussen pasgeboren jongens en meisjes10486961048696 Jongens kwetsbaarder zwaarder langer beweeglijker sneller uit hun doen dooronbekende prikkels gevoeliger voor wat er is te zien10486961048696 Meisjes steviger botten zuigen sneller en langer zijn gemakkelijker in aanpassingaan onbekende prikkels gevoeliger voor wat er te horen is Babyrsquos komen gewoon of met moeilijkheden ter wereld10486961048696 Handicap kind wordt vanaf eerste dag op andere manier verzorgd afhankelijk vanaard van handicap (is kind doof of slechthorend geboren dan kan dat pas later blijkenen dat leidt dus niet tot een afwijkende verzorging)10486961048696 Prematuur eerste dagenweken in couveuse raquo met meer zorg en bezorgdheid omringdAnder belangrijk aanlegverschil tussen babyrsquos wordt gevormd door temperament (onderandere de mate van de emotionaliteit en activiteit ook of de baby onmiddellijk op ietsreageert of pas langzaam de heftigheid van zijn reacties op prikkels speciaal het huilen ofhet gemak waarmee hij te kalmeren is raquo patroon van dergelijke reacties bepaalt of men spreektvan een makkelijke of een moeilijke baby)Tenslotte is er het uiterlijk van de baby Uit Amerikaans onderzoek bleek dat de meestevolwassenen dachten dat een mooie baby ook een gemakkelijker baby zou zijn In anderonderzoek is aangetoond dat moeders positiever reageren op aantrekkelijk uitziende babyrsquosInbreng van de moederBestaat uit10486961048696 De helft van haar genen raquo kind erft dus deel van de eigenschappen van de moederzover die in aanleg zijn meegegeven10486961048696 Persoonlijkheidkaraktereigenschappeninlevingsvermogen (op grond van haar aanlegen levenservaring) raquo speelt een rol bij verzorging van het kind eacuteeacuten verzameling vaneigenschappen die nader bekeken is door verschillende onderzoekers is de matewaarin de moeder in staat is door de ogen van haar baby te kijken zich in te leven inzijn behoeften en ervoor openstaat om te reageren op wat hij doet10486961048696 (Jeugd)ervaringen heeft moeder ervaring met een liefdevolle jeugd raquo de kunst afkunnen kijken van eigen moeder of juist geen goed voorbeeld Onderzoekers hebben

op basis van sekseverschil het volgende geconstateerd bij een meisje is de relatie diede moeder met haacuteaacuter moeder had van invloed op hoe zij moedert Als het gaat om eenjongetje is die invloed minder Dan speelt de relatie die moeder met haar vader hadeen rol10486961048696 Leeftijd bijvoorbeeld teenager-moeders raquo halen door moederschap zelfstandigheid enmoederschap naar zich toe (iets van jezelf om voor te zorgen) raquo merken dat hun kindveel veeleisender is dan ze hadden verwacht uit onderzoek blijkt dat deze moedersminder makkelijk inspelen op de behoeften van de baby er blijkt dat er minderstimulansen van zulke jonge moeders uitgaan raquo verklaring die men daar voor geeftwordt in twee redeneringen onderscheiden1 Sociaal-economische en cognitieve factoren het gaat meestal om minderintelligente meisjes met weinig opleiding met geldzorgen en die meerverwijten dan steun van familie krijgen2 Ontwikkelingspsychologisch adolescenten bevinden zich in eenbetrekkelijk egocentrische fase en zijn vooral bezig met de indruk die zij opanderen maken Bij sommigen brengt de ouderlijke zorg voor een babyechter een groeispurt teweeg de volwassenheid in met de daarbij horendesensitiviteit jegens anderen en dus ook jegens het kind Relatief zijn er veelteenager-moeders voor wie het kind een verstorende factor is in deze fasevan hun ontwikkeling raquo twee reacties dan mogelijk heel passieve of heelagressieve houding jegens de baby10486961048696 Alleenstaand of niet Wel of geen baan Uit de praktijk krijgt men de indruk dat als moeder ten minsteenkele uren haar aandacht op werk kan richten dit de moeder-kindrelatie ten goedekomt baby enige daginvulling vaak niet gunstig raquo zij ziet dan te veel en maakt zichdan ook onnodig zorgen moeder die fulltime buitenshuis werkt ongunstig omdat danhet gevaar van overbelasting dreigtDaarnaast is er een groot verschil tussen afmattend en licht werk en tussengeestdodend en stimulerend werk Belangrijk is ook onderscheid tussen wat eenmoeder graag zou willen en wat haar feitelijke situatie is10486961048696 Relatie met vader10486961048696 Dromen en wensen denk bijvoorbeeld aan donorinseminatie of in-vitrofertilisatie (zieook bladzijde 4445)10486961048696 Sociaal niveau moeders uit lagere milieus gingen er vaker van uit dat veel van dekinderen al vastligt en zij waren banger hun kinderen te verwennen zonder dat dat ietsafdeed aan de genegenheid voor hun babyInbreng van de vaderBiologisch gezien vader alleen nodig voor bevruchting van moederVaders en hun baby10486961048696 Niet meer nodig voor de overleving wel voor de emotionele steun10486961048696 Wie meeleeft met de zwangerschap is later meer met de baby bezig10486961048696 Keizersnede en vroeggeboorte maken dat vader meer mee zorgt10486961048696 Of hij mee zou willen zorgen is belangrijker dan ertoe in staat zijn10486961048696 Hoe ouder en hoe minder belangrijk de carriegravere des te meer hij mee zorgt10486961048696 Vaders zijn springeriger en prikkelen hun babyrsquos meer tot activiteitZie ook bladzijde 45 tm 48Rol van omgevingsfactoren10486961048696 Woonomstandigheden10486961048696 Werksituatie10486961048696 Stressvolle ervaringen

10486961048696 Gif en verontreinigingInvloed van stress tijdens zwangerschap10486961048696 Psychosociaal moeder is depressief door diverse oorzaken en kan zich niet op dekomst van het kind voorbereiden10486961048696 Biologisch moeders hoge bloeddruk en hormonale processen beiumlnvloeden delichamelijke ontwikkeling van het kind10486961048696 Indirect biologisch door stress gaat moeder roken drinken of drugs gebruiken watnadelig is voor het kindOnderscheid moet worden gemaakt tussen stress die de moederlijke aandacht en zorgvermindert (samenspel van psychologische factoren dat de moeder depressief maaktverhuizen uit vertrouwde omgeving verlies van werk gemis van collegarsquos gebondenheid aanhuis vader vanwege carriegravere nauwelijks thuis raquo sociaal isolement) en stress die delichamelijke toestand van het kind beiumlnvloedt (stress die via neurofysiologische processen detoestand van het ongeboren kind raakt (hoge bloeddruk hormonale processen raquo verminderingvan bloedtoevoer naar foetus)Alcohol en nicotine mensen gaan in stressvolle situaties roken of drinken raquo stoffen leiden totgroeiachterstand raquo dysmatuur (te laag geboortegewicht)

Hoofdstuk 4 LichaamsbeheersingReflexenEerste bewegingen zijn reflexbewegingen reflexen bestuurd vanuit hersenstam (een oud deelvan de hersenen dwz een deel dat zich vroeg in de evolutie heeft ontwikkeld)mensenkinderen leren in de loop der tijd vele bewust bestuurde bewegingen bij raquogecooumlrdineerd vanuit de hersenstamHet deel van de hersenen dat de onwillekeurige bewegingen (reflexen) bestuurt is bij degeboorte volledig ontwikkeldKinderen worden geboren met10486961048696 De omklemmingsreflex (Moro-reflex) baby voor zich vasthouden raquo plotselinghoofdje heel even niet steunen zodat het een eindje zakt raquo kind spreidt armpjes enbeentjes wijd uit en sluit ze dan weer met een zwaai naar voren alsof hij zijn moederwil omklemmen10486961048696 De voetgrijpreflex voetzool zacht aanraken raquo teentjes sluiten onmiddellijk om datgenewat voor de aanraking gebruikt werd10486961048696 De handgrijpreflex handpalm zacht aanraken raquo vingertjes sluiten onmiddellijk omdatgene wat voor de aanraking gebruikt werdGrijpreflexen verdwijnen grotendeels in eerste halfjaarPlaatsingsreflex stapreflex en kruipreflex zijn voorbeelden van reflexen die bij opgroeienworden vervangen door willekeurig bestuurde bewegingen die echter wel op vrijwel hetzelfdeneerkomenMen denkt dat het willekeurig zenuwstelsel bij het leren van behendigheid voortbouwt op watin het onwillekeurig zenuwstelsel aan bewegingsmogelijkheid is gegevenVerschil tussen reflex en vaardigheid10486961048696 Reflex onwillekeurige beweging bestuurd door de ouder hersenstam10486961048696 Vaardigheid willekeurige beweging bestuurd door de jonge hersenschorsReflexen van een pasgeborene10486961048696 Alleen van nut als baby zuigreflex10486961048696 Het hele leven van nut oogreflex (sluiten van het oog zodra er een plotselingelichtflits een zuchtje wind of een voorwerp op af komt)10486961048696 Vroeger voor baby van nut omklemmingsreflex handgrijpreflex en voetgrijpreflex10486961048696 Vroeger een leven lang van nut plaatsingsreflex

10486961048696 Basis voor latere motoriek stapreflex en kruipreflexRijping en oefeningDe steeds grotere lichaamsbeweging (zittenkruipenstaanlopenklimmen) is in de eersteplaats een resultaat van rijping en niet van ervaringOefening heeft alleen zin van de lichaamsbewegingen waar het kind aan toe is die hij al eenbeetje lijkt te beheersen (gebruik van hersenen zenuwbanen en spieren is stimulerend voorverdere ontwikkeling) Oefenen heeft geen zin om rijping van zenuwbanen en spieren te versnellen maar heeft welzin om gerijpte zenuwbanen en spieren verder te verfijnenGebogen houding en vaste rijpingsvolgordeTwee aspecten van de rijping1 Spierspanning zenuwstelsel aanvankelijk ingericht dat spanning in buigspieren vanledematen vele malen groter is dan die in de strekspieren in eerste maanden is allesaan baby dan ook gebogen voor lichaamsbeheersing is een subtiel samenspel nodigvan buigen en strekken van spieren raquo kan geen sprake van zijn zolang de buigspanningzo veel groter is dan de strekspanning eerste echte beheersing van spieren begint intweede maand2 Het successievelijk leren beheersen van de diverse spieren verloopt volgens eenpatroon met een vaste volgorde spieren die dichtst bij hersenen liggen komen heteerst onder controle (halsspieren ndash schouderspieren ndash op tenen staan pas tussen drie envijf jaar ndash op eacuteeacuten been staan met zes jaar)Lichaamsbeweging heeft te maken met10486961048696 Neurologische rijpheid10486961048696 Spiermassa en -kracht10486961048696 Lichaamsverhoudingen10486961048696 Omvang vetkussentjesKruipen en lopenWat gebeurt er bij kruipen en lopen1 Besturing van de links-rechtsafwisseling nodig afwisselen van links en rechts vereistlateralisatie (het verschijnsel dat de hersenen uit twee helften bestaan die tot op zekerehoogte elk hun specialismen hebben rechterhelft van lichaam bestuurd vanuitlinkerhelft van hersenen en omgekeerd raquo komt doordat zenuwbanen die vanuit dehersenen naar de rest van het lichaam lopen elkaar in het hoofd vlak achter de ogenkruisen) en cooumlrdinatie van beide hersenhelften2 Een toenemende beheersing van het eigen lichaamsgewicht (met name bij het lopen)evenwicht van belang raquo nodig dat de hersenen via zenuwbanen van de spierzintuigende allerfijnste gegevens kunnen opvangen over de stand van talrijke spierentegelijkertijdFijne en grove motoriekGrove motoriek grote gebaren mbv spieren en spiergroepen dicht bij de romp (zwaaienbukken traplopen fietsen duikelen)Fijne motoriek de kleine bewegingen die je met handen en vingers maakt (pakken vanspeelgoedje leggen van puzzelstukje vasthouden van rozijn sturen van tekenstift overpapier indrukken van televisieknopje in elkaar zetten van modelvliegtuig)Grove motoriek loopt steeds stap voor op de ermee in verband staande fijne motoriek binnenfijne motoriek is ook weer onderscheid te maken lopen van lsquofijnrsquo maar lsquouitgesprokenpriegelwerkrsquo al naargelang ook de allerkleinste spieren ervoor nodig is raquo of en de matewaarin kind die allerfijnste spieren leert beheersen hangt voor een groot deel af van zijnaanleg of zijn zenuwstelsel de mogelijkheid voor die verfijning in zich heeftOntwikkeling van grove motoriek iets eerder afgerond dan die van de fijne

Met zes zeven jaar beheersen meeste kinderen basisvaardigheden raquo jaren daarna leren zij nogwel heel veel nieuwe motorische vaardigheden (wordt niet zozeer mogelijk gemaakt doorverdergaande natuurlijke rijping als wel door op basis van ervaring gestuurde neurologische ontwikkeling raquo ook kunnen zij door steeds meer ervaring telkens nieuwe combinaties makenvan allerlei behendigheden die zij beheersen door toenemende lichaamskracht detoenemende grootte van de diverse ledematen en de verandering van lichaamsverhoudingenworden allemaal nieuwe bewegingen mogelijk)Grijpen en hanterenGrijpen naar iets wat hem wordt voorgehouden is een automatische neiging voor een babytot maand of negen laat kind reflexmatig los wat hij in zijn handjes heeft om het nieuwe tepakkenGrijpen bevindt zich op raakvlak van waarneming en motoriek (kind moet eerst handuitstrekken om iets te pakken in tegenstelling tot wanneer hem iets in handen wordt gegevenen daarvoor moet hij zien in welke richting en tot wat hij moet reiken) raquo vergt ooghandcooumlrdinatieOnder vijf maanden heeft baby moeite met reikend grijpen met zevenmaanden kunnen de meesten het wel raquo lijkt erop dat dit meer ligt aan een tekortschieten vande waarneming dan van de motoriekKunnen grijpen en vasthouden is ook de basis voor het kunnen hanteren van voorwerpenhanteren doelbewust kunnen besturen van een hand waarin zich een voorwerp bevindt datwordt gebruikt als instrumentLichaam en geestVermogens kan men opvatten als de mate waarin het zenuwstelsel het in zich heeftuitgebreide en verfijnde zenuwnetwerken en zenuwschakelstations te ontwikkelen niet alleende maten maar ook het tempo waarin het zenuwstelsel rijpt en ontwikkelt is in aanleggegeven raquo hierdoor ontstaat verschil tussen vlugge en langzame babyrsquosHet is wel zo dat bij een jong kind bewegingsmogelijkheden inspelen op de kansen ook deverstandelijke aanleg tot ontwikkeling te stimulerenSpecialisatie en stoornissenBij motorische vaardigheden kan men verschillende gebieden onderscheiden Training van deene vaardigheid komt de andere niet ten goede raquo sprake van een zeker specialisme raquo wordtversterkt door verschillen in lichaamsbouw lichaamsverhoudingen en spiermassaIn aanleg is kind meer of minder begaafd in mogelijke behendigheid van bepaaldelichaamsgebieden raquo hangt samen met wat het bijbehorende zenuwgebied aan potentieumllevermogens heeft raquo of die mogelijkheden ook gerealiseerd worden hangt af van de mate waarinhij gelegenheid krijgt zich daadwerkelijk in die behendigheid te oefenenBij motorische vaardigheden gaat het om willekeurige bewegingen Ook al verlopen dehandelingen door routine zo te zien vanzelf in de hersenen speelt zich eeninformatieverwerkingsproces af raquo gaat razendsnel zodat de betreffende persoon niet bewustkiest voor bepaalde beweging maar in hersenen wordt keuze wel gemaakt raquo er spelen globaalvier processen waarnemingsprikkels omtrent de situatie komen via zintuigzenuwen in dehersenen aan keuze voor de beste beweging wordt gemaakt prikkels voor de betreffendespieren worden naar de spierzintuigen doorgeseind raquo spieren bewegen (en dit af en aan in eenvloeiend bewegingspatroon)Wisselwerking tussen lichamelijk een geestelijke ontwikkeling10486961048696 Meer bewegingsmogelijkheden geeft meer ervaring en dus meer denkstof10486961048696 Meer begrip van omgevingskenmerken geeft meer bewegingsruimteTestsZie bladzijde 7980 Vier trajecten achter de motoriek waar iets kan haperen

10486961048696 Waarnemingsprikkels omtrent de situatie worden in de hersenen niet goed ontvangen10486961048696 Afweging in de hersenen van wat de beste reactie zou zijn gaat te langzaam10486961048696 Zenuwbanen die prikkels naar de spieren terugsturen zijn niet verfijnd genoeg10486961048696 Er zijn problemen met de spieren die in beweging zouden moeten komen

Hoofdstuk 9 Een veilige basisHechtingstheorie (Bowlby) richt zich specifiek op eerste twee levensjaren op de basis die danvoor latere zelfstandigheid wordt gelegd en voor het zelfvertrouwen waarmee het kind in dewereld staatVerschil tussen ontwikkeling van motoriek en zelfstandigheidMotoriek vanaf de geboorte gaat een kind rechtlijnig vooruit en wordt steeds een beetjegroter en sterkerZelfstandigheid na de geboorte eerst een verdieping van de afhankelijkheid en pas in hettweede levensjaar vooruitImprinting = het proces dat het van levensbelang is dat een jong er onmiddellijk na de geboorte onuitwisbaar van wordt doordrongen wie zijn moeder is en wie hij moet volgenDe vraag is of ook nu nog bij mensen het hechtingsproces begint met imprinting kort na degeboorte raquo andere mensen dan de biologische moeder hebben dan weinig kans deaanhankelijkheid van een kind op te wekkenWeinig psychologen geloven dat mensenkinderen oogcontact en huidcontact tussen moederen pasgeboren baby onherroepelijke voorwaarde is voor hechting raquo het kan wel eenbelangrijke ondersteuning zijn voor het op gang komen van het hechtingsprocesMoeder als startpunt voor andere relatiesBowlby ging ervan uit een baby zich aan eacuteeacuten volwassenen kan hechten en dat relaties metanderen pas later ontstaan en worden afgeleid van de relatie met de moederfiguur raquo hoeft nietde moeder te zijn maar degene die vanaf de geboorte als een moeder voor het kind zorgtKritieke of gevoelige periodenMet kritieke periode bedoeld Bowlby dat het neurologische systeem van het kind in dieperiode openstaat voor het opnemen van kennispatronen omtrent de moederfiguur raquo kritieke periode voorbij raquo de daarin thuishorende ervaringen kunnen nooit meer met eenzelfdeeffectiviteit worden opgenomenBonding = emotionele bandModerne psychologen kiezen voor gevoelige perioden ipv kritieke perioden (kind is inbepaalde perioden misschien wel bijzonder gevoelig voor bepaalde ervaringen doordatzenuwstelsel bepaalde rijping heeft bereikt maar datzelfde zenuwstelsel is plooibaar genoegom ook op andere momenten van bepaalde ervaringen te profiteren) raquo overleven betekent juisteen subtiel aanpassingsproces aan omstandigheden die nooit helemaal volmaakt zijn en dusnooit honderd procent speciale ervaringen in kritieke perioden opleveren (plasticiteit van hetneurologisch systeem)Zie blauwe schema bladzijde 180Van mensachtig naar individuele verschillenVan echte gevoelsverbondenheid is in het begin nog geen sprake (baby herkent moeders stemen geur maar heeft nog geen emotionele voorkeur voor haar) baby is wel soortgericht = meerorieumlnteren op soortgenoten dan op levenloze voorwerpen daarnaast is er ook een met deweek toenemende actieve gerichtheid (huilen kraaien vastpakken) raquo baby probeertsoortgenoot naar zich toe te lokken en bij zich te houdenGlimlach speelt heel speciale rol baby die een verwachtingsvol vertrouwen heeft kunnenkrijgen in de persoon (of de personen) die hem verzorgt zal hem of haar vanaf een week ofzes toelachen (geen imitatiegedrag en ook meer dan conditionering (voor iedere keer dat babymin of meer lachtrekjes vertoont wordt hij door vader en moeder extra lief bejegend)) het niet

gaan glimlachen kan een teken van een ontwikkelingsstoornis zijn na eerste lachen treedtleerproces op zuigeling merkt dat zijn glimlachen positief effect teweegbrengt in zijnomgeving raquo gaat het van lieverlee gebruiken om mensen gunstig te stemmen raquo verschijnsel indienst van overleving (ouders en vreemden raken er door vertederd raquo verhoogt kans opontferming over kind na wegvallen ouders)Met 30 weken worden gezichtsuitdrukkingen belangrijk om de interesse en de glimlach vaneen baby te wekken raquo baby kan dan pas individuele verschillen tussen mensen bepalenWil een kind zich aan bepaalde mensen kunnen hechten dan moet hij die mensen wel vananderen kunnen onderscheiden (eerste dertig weken nog niet mogelijk)Passieve en actieve gerichtheidPassief bij het zien van mensen reageert een baby met meer geluidjes bewegingen englimlachjes dan bij het zien van dingenActief door uit zichzelf te beginnen met geluidjes bewegingen en glimlachjes probeert eenbaby mensen naar zich toe te lokkenHechting in aanbouwMeeste leerprocessen voltrekken zich bij babyrsquos via conditionering (steeds weerkerendecombinaties van gebeurtenissen met slechts kleine variaties) raquo kind kan hierdoor met trial anderror komen van generalisatie tot discriminatie discriminatieproces is een leerproces datgeholpen wordt als moeder erin slaagt zichzelf in hoge mate voorspelbaar te maken voor haarkind (vast patroon van zorg en vooral van interactie met kind)Kind leert eerst de moederfiguur onderscheiden van andere mensen daarna volgt emotionelebinding (hechting) in de periode dat moeder al weacutel wordt herkend lijken alle andere mensenvoor het kind nog op elkaar raquo als groep hebben zij voor hem wel het vertrouwde mensachtigeen als zodanig vindt hij ze niet eng raquo oog voor eindeloze variaties raquo steeds meer onbekendenmet daartussen slechts een paar bekenden raquo aanhankelijkheid aan moeder komt dan tot uiting(in voorafgaande maanden onmerkbaar en geleidelijk gegroeid) raquo huilen bij moederwegkruipen = eenkennigheid (plusmn 30 weken) raquo hiermee fase ldquohechting in aanbouwrdquo (Bowlby ldquoattachment in the makingrdquo) afgesloten eenkennigheid kan naar gelang de aard van het kindzeer intens tot nauwelijks merkbaar zijn niet bij alle kinderen is een dramatische en lastigevreemdenangst te zienExploratie en ontwikkelingKind zorsquon zes agrave zeven maanden gebleken dat kind in nabijheid van moeder meer rondkijktrondkruipt en rondloopt en meer met speeltjes in de weer is raquo aanhankelijkheid aan moederstaat mede in dienst van de verstandelijke motorische en (destimulerende rol van moeder is te verklaren door te zeggen dat zij een bekend en vertrouwdelement is in een telkens wisselende situatie en als zodanig voor het kind een startpunt om viatrial and error ook over andere elementen iets te leren)Het kijken naar moeder kan voor een kind de plaats innemen van de moeder aan willen raken(op afstand lijkt moeder ook een veilige basis voor het kind)Kind van twee jaar kan en durft steeds meer raquo durft steeds verder bij moeder vandaan en haaruit het oog te verliezen raquo wel steeds even kijken of moeder er nog is op gegeven momentdurft veilig gehecht kind tegen moeder in te gaan dingen te doen die zij niet wil zijn eigenzin doordrijven (conflicten ontstaan doordat kind motorisch instaat is dingen te doen waarvanhij verstandelijk nog niet beseft dat zij gevaarlijk hinderlijk of onherstelbaar zijn)Kind durft risico aan moeder boos te maken maar is ook bang moeder kwijt te raken raquoscheidingsangstverlatingsangst (niet bij ieder kind even hevig tijd van kinderangsten vooralrsquos nachts)Veilige hechting helpt ontwikkeling raquo kinderen met veilige hechtingsrelaties lijken zich watbetreft sommige aspecten iets beter en sneller te ontwikkelen dan kinderen met onveiligehechtingsrelaties

Onveilige hechtingsrelaties kind heeft geen keus (afhankelijkheid van die bepaaldevolwassene)De vreemde situatieZie bladzijde 186187 voor het meetinstrument ldquode Vreemde SituatierdquoHechtingsgedrag van een kind is niet alleen een kenmerk van dat kind maar vooral ook vande relatie raquo de theorie is dat door bepaald gedrag van de volwassene het kind zich veilig danwel onveilig is gaan voelen en verschillende volwassenen kunnen op verschillende wijze methet kind omgaan raquo verschillende hechtingsrelaties kunnen ontstaanVeilig of onveilig gehechtVier soorten hechtingA ndash Afstand onveilig gehecht met een zeker onverschilligheid (vermijdend afstandelijk)B ndash Basis veilig gehecht met vertrouwen en een zekere durfC ndash Contact onveilig gehecht vastklampend uit onzekerheid (ambivalentie)D ndash Desorieumlntatie kind weet niet goed waar hij het zoeken moet (combinatie van A en C)Zie bladzijde 187 tm 189 voor voorbeelden en uitleg bij de vier soorten hechtingHechtingsrelaties buiten het laboratoriumZie bladzijde 189Aard van de moeder(figuur)In hechtingstheorie worden moeders gedrag en emotionele instelling gezien als belangrijksteoorzaken van het ontstaan van een veilige dan wel onveilige hechtingsrelatie (vooralsensitiviteit en responsiviteit waarmee moederfiguur reageert op gedrag en emotionele nodenvan kind) uit veel van de gevallen van streng gecontroleerd onderzoek blijkt het verbandtussen sensitiviteit en responsiviteit van de moeder en veilige hechting van het kind te zwakom van een wetmatigheid te kunnen sprekenZie bladzijde 189190Aard van het kindWelke factoren behalve het gedrag van moeder of moederfiguur zouden een rol kunnenspelen De vraag ligt voor de hand op welke wijze het temperament en andere kenmerken vanhet kind zelf bijdragen aan het ontstaan van een bepaald type hechtingsrelatie raquo kan op driemanieren gebeuren1 doordat het temperament van het kind de ouder beiumlnvloedt bij het ontwikkelen van eenbepaald patroon van hechtingsgedrag2 doordat omgekeerd een bepaald soort hechtingsrelatie invloed heeft op hettemperament van het kind (temperament is ook veranderlijk ligt niet geheel vast bij degeboorte)3 de waarnemers die de aard van de hechtingsrelatie moeten vaststellen worden zelf ookbeiumlnvloed door het temperament van het kindTot nu toe weinig samenhang gebleken tussen temperamentverschillen en de typenhechtingsrelatie zoals die worden vastgesteld met de vreemde situatieZie bladzijde 190191GezinsomstandighedenVeilige relaties zijn gezinskenmerken geen exclusieve kindkenmerken En positievekenmerken van het gezin zoals ook opleiding en welstandsniveau vergroten de kans opveilige relaties waarbinnen de kinderen zich beter kunnen ontwikkelenVerhoogde kans op veilige hechting- bij moeder sensitiviteit- bijvader inlevingsvermogen- bij kind gemakkelijk temperament- in gezin geen problemen

VadersZie bladzijde 192 tm 194Broertjes en zusjesBroertjes en zusjes zijn belangrijk voor elkaars emotionele ontwikkeling elkaars nabijheidbiedt veiligheidZie bladzijde 194Kind ontwikkelt klaarblijkelijk niet allee aanhankelijkheid jegens degene die doelgericht enverzorgend met hem bezig is maar ook jegens wie hij louter gewend is veel en vaak om zichheen te zien en te horen alleen maar vertrouwd contact zonder dat een bepaalde behoeftewordt bevredigd kan ook een band scheppen en een gevoel van geborgenheid gevenKnuffelsGehechtheid van kinderen aan knuffellap of ndashbeest ook gezien als een middel om hetgescheiden-zijn van moeder te overbruggen raquo ze worden door het kind beleefd als iets watemotioneel met moeder te maken heeftDrie verklaringen voor knuffels1 in leerproces geconditioneerd2 teken van beeldende fantasie3 overdracht van gehechtheidZie ook bladzijde 195 voor uitlegWaarom het ene kind wel en het andere kind geen knuffel heeft is niet duidelijk Behalve hetidee dat het iets te maken heeft met fantasie en creativiteit is er een aanwijzing dat kinderenmet sterke orale behoeften er eerder toe komen er is een hoge correlatie met duimenDuimzuigen ndash of zuigen op een speen ndash en het bevoelen van een knuffel hebben met elkaargemeen dat er een kalmerende en angstverminderende werking van uitgaat Daarbij lijkt hetop het ritmisch bewegen bij het wiegen en schommelen Bepaalde delen van de hersenenworden er wellicht door geprikkeld waardoor andere ndash onrustzaaiende en angstaanjagende ndashprikkels niet kunnen doordringenKinderopvangZie bladzijde 196197AdoptieBij veel diersoorten is gebleken dat het plotseling of onvrijwillig verbreken van een relatiemet een hechtingsfiguur een bron van grote spanning is die zich uit in gedrag dat wijst opangst en onzekerheid zo ook bij de mensHechting bij adoptie- als het kind bij adoptie jonger is dan dertig weken zelfs vaker veilig gehecht- als het kind zich in eigen land als heeft gehecht aanvankelijk problemen- hij kan dat hechtingsgevoel en ndashgedrag overdragen op zijn adoptiefoudersZie bladzijde 198199EchtscheidingKinderen tussen 2 en 8 jaar echtscheiding moeilijk te begrijpen en te aanvaarden geneigd omschuld voor scheiding bij zichzelf te zoeken kunnen minder gemakkelijk troost en afleidingzoeken buiten het gezinAan echtscheiding gaan dikwijls lange perioden vooraf met heftige ruzies en ook geweld raquoleidt tot angst en verdriet bij kinderenHet aantal kinderen dat ernstige gedrags- of emotionele problemen ervaart na eenechtscheiding is twee tot drie keer zo groot als bij kinderen die dit niet hoeven door te makenGedragsproblemen komen meer voor bij jongens en emotionele problemen meer bij meisjesHet kind past zich het beste aan als gescheiden ouders in staat zijn een goede relatie te blijvenonderhouden en als de verzorgende ouder warm en steunend blijft inspeelt op de behoeftenvan het kind en het met vaste hand begeleidt in zijn ontwikkeling

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 2: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

Ontwikkeling gestuurd door ervaring raquo oorzaak van individuele verschillen wordt grotendeelsgelegd bij omgevingsfactoren die sommige leerprocessen wel en andere niet mogelijk makenVolgens degenen die de nadruk leggen op aanleg bestaan individuele verschillen voor wievoornamelijk denkt aan ervaring ontstaan zeWanneer zich tegenstelling voordoen is er ook vaak een poging de tweeontwikkelingsprincipes van aanleg en ervaring te combineren raquo interactiemodel raquo aanleg enervaring in gecompliceerde wisselwerking met elkaar beschouwdBehaviourisme en maturisme10486961048696 behaviourisme aanleg betekent lsquoleermogelijkheidrsquo maturisme aanleg betekentlsquoaanwezig programmarsquo10486961048696 behaviourisme prikkel voor ontwikkeling komt van buitenaf maturisme prikkel voorontwikkeling komt van binnenuit10486961048696 behaviourisme verschillen ontstaan door verschil in omgeving maturismeverschillen bestaan door verschil in aanlegHet interactiemodelModerne interactionele denken gaat verder dan enerzijds lsquoaanleg begrenst de mogelijkhedenvan ervaringrsquo of anderzijds lsquoaanleg heeft ervaring nodig om tot ontplooiing te komenrsquo raquowisselwerking gezien als gecompliceerder raquo drie vromen hierbij onderscheiden (het zichontwikkelende kind wordt hierbij een actieve inbreng toegedacht)1 Evocatieve wisselwerking niet alleen de omgeving lokt uit tot bepaald soort gedragmaar het kind lokt door zijn gedrag net zo goed uit tot een bepaald soort omgevingGaat vooral op voor de niet-materieumlle omgeving met name voor het gedrag vanandere mensen en nog weer specifieker dat van de oudersKind roept al naargelang zijn aanleg in zijn omgeving bepaalde reacties wel of juistniet op2 Actieve wisselwerking elk kind schept min of meer zijn eigen omgeving echter nietalleen door gedrag raquo omgeving bestaat voor kind alleen voorzover zijn genetischeaanleg het hem mogelijk maakt die waar te nemen wil de omgeving invloed hebbendan moet er iets zijn wat het kind aanspreekt verschillen in aanleg maken dat er doorhet kind selectief wordt waargenomenKind neemt uit de omgeving alleen datgene op wat aansluit bij zijn aanleg3 Passieve wisselwerking deze is beperkt tot huiselijk milieu (omgeving die op basisvan erfelijkheid het meest aansluit bij de kinderlijke aanleg raquo wordt vormgegeven doorde ouders die doen dat in overeenstemming met hun eigen voor een deel eveneensaangeboren eigenschappen) kinderen delen ongeveer helft van genen met vader enmoeder raquo daardoor kans vrij groot dat zij in het huiselijk milieu dat hun ouders creeumlrenaansluiting vinden voor hun eigen aangeboren neigingen en voorkeurenDe omgeving die ouders creeumlren past bij het kind omdat hij genetisch op hen lijktApart facet van verband tussen aanleg en omgeving betreft wat men het verschil tussen vormen inhoud zou kunnen noemen (als men ervan uitgaat dat een kind de aangeboren potentie heeft om te leren spreken dan hangt het van de omgeving af in welke taal (inhoud) zich datzal afspelen kind heeft het in zich een sociaal wezen te zijn maar de opvattingen gewoontennormen en waarden die tezamen zijn socialisatie zullen gaan uitmaken zijn afhankelijk vanwat hoort bij zijn cultuur)Wat houdt ontwikkeling gaandeBehaviourisme mechanisme van versterking en uitdoving beloning en straf positieve ofnegatieve reinforcementPsychoanalytische gedachtegang botsing tussen de wensen van het Es en de eisen van deculturele omgeving die door bemiddeling van het Ego steeds in nieuwe vormen met elkaarmoeten worden verzoend

Piaget (constructivistisch) gaat ervan uit dat een kind voortdurend bezig is constructies temaken van de werkelijkheid om die op zijn manier te kunnen begrijpen ontwikkeling vindtplaats doordat kind zich realiseert dat zijn constructie niet meer past (cognitieve evenwichttussen hem en de dingen en verschijnselen om hem heen is verstoord) raquo moet worden hersteldvia nieuw denkpatroonAan ontwikkeling ligt er altijd proces van rijping onder- Hersencellen groeien en nemen in aantal toe- Zenuwbanen worden dikker raquo kunnen meer en sneller boodschappen verwerken- Isolatie van zenuwbanen wordt dikker raquo hetgeen waargenomen wordt kan zuiverderworden doorgegeven aan de hersencentra ongehinderd door prikkels die langs anderebanen passeren raquo mogelijkheden van kind veranderen om ervaringen op te doen dieeventueel weer psychologische veranderingen bij hem teweegbrengenRijpingsproces maakt het mogelijk dat (behaviouristisch gezien) dat een kind gaandewegsteeds subtielere vormen van reinforcement kan waarnemen en verwerken rijpingsprocesverandert ook lustvolle wensen van het Es of stelt het kind dat ziet dat zijn denkschema nietmeer opgaat in staat iets nieuws te bedenkenStadia van ontwikkelingZie bladzijde 2627Kritieke of gevoelige periodenKritieke periode(afkomstig uit klassieke ethologie) allerlei organismen moeten bepaaldeervaringen hebben in bepaalde rijpingsfasen van het neurologisch systeem moeten bepaaldeprikkels van buiten ondergaan willen zij de standaardontwikkeling van hun soort goeddoormaken Als in een bepaalde rijpingsfase een bepaalde ervaring mist is er onherroepelijkschadeGevoelige periode in een bepaalde rijpingsfase is een bepaalde ervaring optimaal maar laterkan ook nogGeleidelijke of sprongsgewijsTheoretische beschrijvingen in fasen doen vermoeden dat de ontwikkeling sprongsgewijsverloopt raquo kinderen maken in dergelijk model steeds een overgang naar belevingen engedragingen die niet zozeer kwantitatief meacuteeacuter of beter zijn maar kwalitatief anders danvoorgaande als er slechts sprake was van geleidelijke kwantitatieve veranderingen zou elkeopdeling in stadia immers willekeurig zijn grenzen tussen stadia alleen zinvol als kind in eenstadium wezenlijk anders is dan in het volgendeIn dagelijkse observatie zijn veel vaker plotselinge kwalitatieve overgangen te zien dangeleidelijke Vraag is echter of wat aan de buitenkant te zien is aan kwalitatieve sprongen van binnen nietwordt mogelijk gemaakt door geleidelijke kwantitatieve veranderingen in hetneurofysiologisch systeem (zie voorbeeld van Kagan bladzijde29)Continuiumlteit en onvoorspelbaarheidZie bladzijde 2930Ontwikkelingstaken primaire en secundaire vermogensOntwikkelingstakenontwikkelingsopgaven (psycholoog Havighurst) oud en omstredenbegrip alles wat een kind zich in de loop van zijn ontwikkeling eigen maakt AldusHavighurst Erikson distantieerde zich van het moraliserende idee dat een kind de taak zouhebben om wat volgens hem in de diverse ontwikkelingsstadia successievelijk tot hetkinderlijk belevings- en gedragsrepertoire gaat horen allemaal onder de knie te gaan krijgen raquoontwikkeling is geen opdracht waaraan een kind naar behoren moet voldoen maar voltrektzich grotendeels aan hem of haar bijna of het kind wil of nietBegrip ontwikkelingstaak is eventueel bruikbaar voorzover het slaat op de verwachtingen diede omgeving heeft van kinderen en adolescenten die een bepaalde fase hebben bereikt (van

kind dat goed kan lopen mogen ouders verwachten dat het niet altijd meer gedragen wilworden)In evolutiepsychologie spreekt men van biologisch primaire (universeel vermogen wat menniet hoeft te leren) en biologisch secundaire vermogens (de door de cultuur ontwikkeldesecundaire vermogens bouwen voort op de primaire raquo alleen met moeite en veel oefening kanmen die verwerven)Het verschil tussen een groep en een individueel kindZie bladzijde 31 tm 33

Hoofdstuk 2 Moeders babyrsquos en vaders

Interactie tussen moeder en babyBaby huilt raquo geluid via oorzenuw als signaal in hersenen van de moeder raquo hersenen zendenvia zenuwbanen een boodschap naar hypothalamus raquo omgezet in aansporing van hypofyse omde daarin opgeslagen stof oxytocine uit te stoten raquo tepels worden groot raquo kind kangemakkelijker drinken en melk schiet toeZie ook bladzijde 37 tm 39Inbreng van het kindMeest in het oog springende inbreng van kind vanaf geboorte is de sekse ouders hebben vaakdiep in hun hart wel een voorkeur raquo relatie tussen ouder en kind mede beiumlnvloed door het feitof de wens van de ouders al of niet in vervulling is gegaanVerschillen tussen pasgeboren jongens en meisjes10486961048696 Jongens kwetsbaarder zwaarder langer beweeglijker sneller uit hun doen dooronbekende prikkels gevoeliger voor wat er is te zien10486961048696 Meisjes steviger botten zuigen sneller en langer zijn gemakkelijker in aanpassingaan onbekende prikkels gevoeliger voor wat er te horen is Babyrsquos komen gewoon of met moeilijkheden ter wereld10486961048696 Handicap kind wordt vanaf eerste dag op andere manier verzorgd afhankelijk vanaard van handicap (is kind doof of slechthorend geboren dan kan dat pas later blijkenen dat leidt dus niet tot een afwijkende verzorging)10486961048696 Prematuur eerste dagenweken in couveuse raquo met meer zorg en bezorgdheid omringdAnder belangrijk aanlegverschil tussen babyrsquos wordt gevormd door temperament (onderandere de mate van de emotionaliteit en activiteit ook of de baby onmiddellijk op ietsreageert of pas langzaam de heftigheid van zijn reacties op prikkels speciaal het huilen ofhet gemak waarmee hij te kalmeren is raquo patroon van dergelijke reacties bepaalt of men spreektvan een makkelijke of een moeilijke baby)Tenslotte is er het uiterlijk van de baby Uit Amerikaans onderzoek bleek dat de meestevolwassenen dachten dat een mooie baby ook een gemakkelijker baby zou zijn In anderonderzoek is aangetoond dat moeders positiever reageren op aantrekkelijk uitziende babyrsquosInbreng van de moederBestaat uit10486961048696 De helft van haar genen raquo kind erft dus deel van de eigenschappen van de moederzover die in aanleg zijn meegegeven10486961048696 Persoonlijkheidkaraktereigenschappeninlevingsvermogen (op grond van haar aanlegen levenservaring) raquo speelt een rol bij verzorging van het kind eacuteeacuten verzameling vaneigenschappen die nader bekeken is door verschillende onderzoekers is de matewaarin de moeder in staat is door de ogen van haar baby te kijken zich in te leven inzijn behoeften en ervoor openstaat om te reageren op wat hij doet10486961048696 (Jeugd)ervaringen heeft moeder ervaring met een liefdevolle jeugd raquo de kunst afkunnen kijken van eigen moeder of juist geen goed voorbeeld Onderzoekers hebben

op basis van sekseverschil het volgende geconstateerd bij een meisje is de relatie diede moeder met haacuteaacuter moeder had van invloed op hoe zij moedert Als het gaat om eenjongetje is die invloed minder Dan speelt de relatie die moeder met haar vader hadeen rol10486961048696 Leeftijd bijvoorbeeld teenager-moeders raquo halen door moederschap zelfstandigheid enmoederschap naar zich toe (iets van jezelf om voor te zorgen) raquo merken dat hun kindveel veeleisender is dan ze hadden verwacht uit onderzoek blijkt dat deze moedersminder makkelijk inspelen op de behoeften van de baby er blijkt dat er minderstimulansen van zulke jonge moeders uitgaan raquo verklaring die men daar voor geeftwordt in twee redeneringen onderscheiden1 Sociaal-economische en cognitieve factoren het gaat meestal om minderintelligente meisjes met weinig opleiding met geldzorgen en die meerverwijten dan steun van familie krijgen2 Ontwikkelingspsychologisch adolescenten bevinden zich in eenbetrekkelijk egocentrische fase en zijn vooral bezig met de indruk die zij opanderen maken Bij sommigen brengt de ouderlijke zorg voor een babyechter een groeispurt teweeg de volwassenheid in met de daarbij horendesensitiviteit jegens anderen en dus ook jegens het kind Relatief zijn er veelteenager-moeders voor wie het kind een verstorende factor is in deze fasevan hun ontwikkeling raquo twee reacties dan mogelijk heel passieve of heelagressieve houding jegens de baby10486961048696 Alleenstaand of niet Wel of geen baan Uit de praktijk krijgt men de indruk dat als moeder ten minsteenkele uren haar aandacht op werk kan richten dit de moeder-kindrelatie ten goedekomt baby enige daginvulling vaak niet gunstig raquo zij ziet dan te veel en maakt zichdan ook onnodig zorgen moeder die fulltime buitenshuis werkt ongunstig omdat danhet gevaar van overbelasting dreigtDaarnaast is er een groot verschil tussen afmattend en licht werk en tussengeestdodend en stimulerend werk Belangrijk is ook onderscheid tussen wat eenmoeder graag zou willen en wat haar feitelijke situatie is10486961048696 Relatie met vader10486961048696 Dromen en wensen denk bijvoorbeeld aan donorinseminatie of in-vitrofertilisatie (zieook bladzijde 4445)10486961048696 Sociaal niveau moeders uit lagere milieus gingen er vaker van uit dat veel van dekinderen al vastligt en zij waren banger hun kinderen te verwennen zonder dat dat ietsafdeed aan de genegenheid voor hun babyInbreng van de vaderBiologisch gezien vader alleen nodig voor bevruchting van moederVaders en hun baby10486961048696 Niet meer nodig voor de overleving wel voor de emotionele steun10486961048696 Wie meeleeft met de zwangerschap is later meer met de baby bezig10486961048696 Keizersnede en vroeggeboorte maken dat vader meer mee zorgt10486961048696 Of hij mee zou willen zorgen is belangrijker dan ertoe in staat zijn10486961048696 Hoe ouder en hoe minder belangrijk de carriegravere des te meer hij mee zorgt10486961048696 Vaders zijn springeriger en prikkelen hun babyrsquos meer tot activiteitZie ook bladzijde 45 tm 48Rol van omgevingsfactoren10486961048696 Woonomstandigheden10486961048696 Werksituatie10486961048696 Stressvolle ervaringen

10486961048696 Gif en verontreinigingInvloed van stress tijdens zwangerschap10486961048696 Psychosociaal moeder is depressief door diverse oorzaken en kan zich niet op dekomst van het kind voorbereiden10486961048696 Biologisch moeders hoge bloeddruk en hormonale processen beiumlnvloeden delichamelijke ontwikkeling van het kind10486961048696 Indirect biologisch door stress gaat moeder roken drinken of drugs gebruiken watnadelig is voor het kindOnderscheid moet worden gemaakt tussen stress die de moederlijke aandacht en zorgvermindert (samenspel van psychologische factoren dat de moeder depressief maaktverhuizen uit vertrouwde omgeving verlies van werk gemis van collegarsquos gebondenheid aanhuis vader vanwege carriegravere nauwelijks thuis raquo sociaal isolement) en stress die delichamelijke toestand van het kind beiumlnvloedt (stress die via neurofysiologische processen detoestand van het ongeboren kind raakt (hoge bloeddruk hormonale processen raquo verminderingvan bloedtoevoer naar foetus)Alcohol en nicotine mensen gaan in stressvolle situaties roken of drinken raquo stoffen leiden totgroeiachterstand raquo dysmatuur (te laag geboortegewicht)

Hoofdstuk 4 LichaamsbeheersingReflexenEerste bewegingen zijn reflexbewegingen reflexen bestuurd vanuit hersenstam (een oud deelvan de hersenen dwz een deel dat zich vroeg in de evolutie heeft ontwikkeld)mensenkinderen leren in de loop der tijd vele bewust bestuurde bewegingen bij raquogecooumlrdineerd vanuit de hersenstamHet deel van de hersenen dat de onwillekeurige bewegingen (reflexen) bestuurt is bij degeboorte volledig ontwikkeldKinderen worden geboren met10486961048696 De omklemmingsreflex (Moro-reflex) baby voor zich vasthouden raquo plotselinghoofdje heel even niet steunen zodat het een eindje zakt raquo kind spreidt armpjes enbeentjes wijd uit en sluit ze dan weer met een zwaai naar voren alsof hij zijn moederwil omklemmen10486961048696 De voetgrijpreflex voetzool zacht aanraken raquo teentjes sluiten onmiddellijk om datgenewat voor de aanraking gebruikt werd10486961048696 De handgrijpreflex handpalm zacht aanraken raquo vingertjes sluiten onmiddellijk omdatgene wat voor de aanraking gebruikt werdGrijpreflexen verdwijnen grotendeels in eerste halfjaarPlaatsingsreflex stapreflex en kruipreflex zijn voorbeelden van reflexen die bij opgroeienworden vervangen door willekeurig bestuurde bewegingen die echter wel op vrijwel hetzelfdeneerkomenMen denkt dat het willekeurig zenuwstelsel bij het leren van behendigheid voortbouwt op watin het onwillekeurig zenuwstelsel aan bewegingsmogelijkheid is gegevenVerschil tussen reflex en vaardigheid10486961048696 Reflex onwillekeurige beweging bestuurd door de ouder hersenstam10486961048696 Vaardigheid willekeurige beweging bestuurd door de jonge hersenschorsReflexen van een pasgeborene10486961048696 Alleen van nut als baby zuigreflex10486961048696 Het hele leven van nut oogreflex (sluiten van het oog zodra er een plotselingelichtflits een zuchtje wind of een voorwerp op af komt)10486961048696 Vroeger voor baby van nut omklemmingsreflex handgrijpreflex en voetgrijpreflex10486961048696 Vroeger een leven lang van nut plaatsingsreflex

10486961048696 Basis voor latere motoriek stapreflex en kruipreflexRijping en oefeningDe steeds grotere lichaamsbeweging (zittenkruipenstaanlopenklimmen) is in de eersteplaats een resultaat van rijping en niet van ervaringOefening heeft alleen zin van de lichaamsbewegingen waar het kind aan toe is die hij al eenbeetje lijkt te beheersen (gebruik van hersenen zenuwbanen en spieren is stimulerend voorverdere ontwikkeling) Oefenen heeft geen zin om rijping van zenuwbanen en spieren te versnellen maar heeft welzin om gerijpte zenuwbanen en spieren verder te verfijnenGebogen houding en vaste rijpingsvolgordeTwee aspecten van de rijping1 Spierspanning zenuwstelsel aanvankelijk ingericht dat spanning in buigspieren vanledematen vele malen groter is dan die in de strekspieren in eerste maanden is allesaan baby dan ook gebogen voor lichaamsbeheersing is een subtiel samenspel nodigvan buigen en strekken van spieren raquo kan geen sprake van zijn zolang de buigspanningzo veel groter is dan de strekspanning eerste echte beheersing van spieren begint intweede maand2 Het successievelijk leren beheersen van de diverse spieren verloopt volgens eenpatroon met een vaste volgorde spieren die dichtst bij hersenen liggen komen heteerst onder controle (halsspieren ndash schouderspieren ndash op tenen staan pas tussen drie envijf jaar ndash op eacuteeacuten been staan met zes jaar)Lichaamsbeweging heeft te maken met10486961048696 Neurologische rijpheid10486961048696 Spiermassa en -kracht10486961048696 Lichaamsverhoudingen10486961048696 Omvang vetkussentjesKruipen en lopenWat gebeurt er bij kruipen en lopen1 Besturing van de links-rechtsafwisseling nodig afwisselen van links en rechts vereistlateralisatie (het verschijnsel dat de hersenen uit twee helften bestaan die tot op zekerehoogte elk hun specialismen hebben rechterhelft van lichaam bestuurd vanuitlinkerhelft van hersenen en omgekeerd raquo komt doordat zenuwbanen die vanuit dehersenen naar de rest van het lichaam lopen elkaar in het hoofd vlak achter de ogenkruisen) en cooumlrdinatie van beide hersenhelften2 Een toenemende beheersing van het eigen lichaamsgewicht (met name bij het lopen)evenwicht van belang raquo nodig dat de hersenen via zenuwbanen van de spierzintuigende allerfijnste gegevens kunnen opvangen over de stand van talrijke spierentegelijkertijdFijne en grove motoriekGrove motoriek grote gebaren mbv spieren en spiergroepen dicht bij de romp (zwaaienbukken traplopen fietsen duikelen)Fijne motoriek de kleine bewegingen die je met handen en vingers maakt (pakken vanspeelgoedje leggen van puzzelstukje vasthouden van rozijn sturen van tekenstift overpapier indrukken van televisieknopje in elkaar zetten van modelvliegtuig)Grove motoriek loopt steeds stap voor op de ermee in verband staande fijne motoriek binnenfijne motoriek is ook weer onderscheid te maken lopen van lsquofijnrsquo maar lsquouitgesprokenpriegelwerkrsquo al naargelang ook de allerkleinste spieren ervoor nodig is raquo of en de matewaarin kind die allerfijnste spieren leert beheersen hangt voor een groot deel af van zijnaanleg of zijn zenuwstelsel de mogelijkheid voor die verfijning in zich heeftOntwikkeling van grove motoriek iets eerder afgerond dan die van de fijne

Met zes zeven jaar beheersen meeste kinderen basisvaardigheden raquo jaren daarna leren zij nogwel heel veel nieuwe motorische vaardigheden (wordt niet zozeer mogelijk gemaakt doorverdergaande natuurlijke rijping als wel door op basis van ervaring gestuurde neurologische ontwikkeling raquo ook kunnen zij door steeds meer ervaring telkens nieuwe combinaties makenvan allerlei behendigheden die zij beheersen door toenemende lichaamskracht detoenemende grootte van de diverse ledematen en de verandering van lichaamsverhoudingenworden allemaal nieuwe bewegingen mogelijk)Grijpen en hanterenGrijpen naar iets wat hem wordt voorgehouden is een automatische neiging voor een babytot maand of negen laat kind reflexmatig los wat hij in zijn handjes heeft om het nieuwe tepakkenGrijpen bevindt zich op raakvlak van waarneming en motoriek (kind moet eerst handuitstrekken om iets te pakken in tegenstelling tot wanneer hem iets in handen wordt gegevenen daarvoor moet hij zien in welke richting en tot wat hij moet reiken) raquo vergt ooghandcooumlrdinatieOnder vijf maanden heeft baby moeite met reikend grijpen met zevenmaanden kunnen de meesten het wel raquo lijkt erop dat dit meer ligt aan een tekortschieten vande waarneming dan van de motoriekKunnen grijpen en vasthouden is ook de basis voor het kunnen hanteren van voorwerpenhanteren doelbewust kunnen besturen van een hand waarin zich een voorwerp bevindt datwordt gebruikt als instrumentLichaam en geestVermogens kan men opvatten als de mate waarin het zenuwstelsel het in zich heeftuitgebreide en verfijnde zenuwnetwerken en zenuwschakelstations te ontwikkelen niet alleende maten maar ook het tempo waarin het zenuwstelsel rijpt en ontwikkelt is in aanleggegeven raquo hierdoor ontstaat verschil tussen vlugge en langzame babyrsquosHet is wel zo dat bij een jong kind bewegingsmogelijkheden inspelen op de kansen ook deverstandelijke aanleg tot ontwikkeling te stimulerenSpecialisatie en stoornissenBij motorische vaardigheden kan men verschillende gebieden onderscheiden Training van deene vaardigheid komt de andere niet ten goede raquo sprake van een zeker specialisme raquo wordtversterkt door verschillen in lichaamsbouw lichaamsverhoudingen en spiermassaIn aanleg is kind meer of minder begaafd in mogelijke behendigheid van bepaaldelichaamsgebieden raquo hangt samen met wat het bijbehorende zenuwgebied aan potentieumllevermogens heeft raquo of die mogelijkheden ook gerealiseerd worden hangt af van de mate waarinhij gelegenheid krijgt zich daadwerkelijk in die behendigheid te oefenenBij motorische vaardigheden gaat het om willekeurige bewegingen Ook al verlopen dehandelingen door routine zo te zien vanzelf in de hersenen speelt zich eeninformatieverwerkingsproces af raquo gaat razendsnel zodat de betreffende persoon niet bewustkiest voor bepaalde beweging maar in hersenen wordt keuze wel gemaakt raquo er spelen globaalvier processen waarnemingsprikkels omtrent de situatie komen via zintuigzenuwen in dehersenen aan keuze voor de beste beweging wordt gemaakt prikkels voor de betreffendespieren worden naar de spierzintuigen doorgeseind raquo spieren bewegen (en dit af en aan in eenvloeiend bewegingspatroon)Wisselwerking tussen lichamelijk een geestelijke ontwikkeling10486961048696 Meer bewegingsmogelijkheden geeft meer ervaring en dus meer denkstof10486961048696 Meer begrip van omgevingskenmerken geeft meer bewegingsruimteTestsZie bladzijde 7980 Vier trajecten achter de motoriek waar iets kan haperen

10486961048696 Waarnemingsprikkels omtrent de situatie worden in de hersenen niet goed ontvangen10486961048696 Afweging in de hersenen van wat de beste reactie zou zijn gaat te langzaam10486961048696 Zenuwbanen die prikkels naar de spieren terugsturen zijn niet verfijnd genoeg10486961048696 Er zijn problemen met de spieren die in beweging zouden moeten komen

Hoofdstuk 9 Een veilige basisHechtingstheorie (Bowlby) richt zich specifiek op eerste twee levensjaren op de basis die danvoor latere zelfstandigheid wordt gelegd en voor het zelfvertrouwen waarmee het kind in dewereld staatVerschil tussen ontwikkeling van motoriek en zelfstandigheidMotoriek vanaf de geboorte gaat een kind rechtlijnig vooruit en wordt steeds een beetjegroter en sterkerZelfstandigheid na de geboorte eerst een verdieping van de afhankelijkheid en pas in hettweede levensjaar vooruitImprinting = het proces dat het van levensbelang is dat een jong er onmiddellijk na de geboorte onuitwisbaar van wordt doordrongen wie zijn moeder is en wie hij moet volgenDe vraag is of ook nu nog bij mensen het hechtingsproces begint met imprinting kort na degeboorte raquo andere mensen dan de biologische moeder hebben dan weinig kans deaanhankelijkheid van een kind op te wekkenWeinig psychologen geloven dat mensenkinderen oogcontact en huidcontact tussen moederen pasgeboren baby onherroepelijke voorwaarde is voor hechting raquo het kan wel eenbelangrijke ondersteuning zijn voor het op gang komen van het hechtingsprocesMoeder als startpunt voor andere relatiesBowlby ging ervan uit een baby zich aan eacuteeacuten volwassenen kan hechten en dat relaties metanderen pas later ontstaan en worden afgeleid van de relatie met de moederfiguur raquo hoeft nietde moeder te zijn maar degene die vanaf de geboorte als een moeder voor het kind zorgtKritieke of gevoelige periodenMet kritieke periode bedoeld Bowlby dat het neurologische systeem van het kind in dieperiode openstaat voor het opnemen van kennispatronen omtrent de moederfiguur raquo kritieke periode voorbij raquo de daarin thuishorende ervaringen kunnen nooit meer met eenzelfdeeffectiviteit worden opgenomenBonding = emotionele bandModerne psychologen kiezen voor gevoelige perioden ipv kritieke perioden (kind is inbepaalde perioden misschien wel bijzonder gevoelig voor bepaalde ervaringen doordatzenuwstelsel bepaalde rijping heeft bereikt maar datzelfde zenuwstelsel is plooibaar genoegom ook op andere momenten van bepaalde ervaringen te profiteren) raquo overleven betekent juisteen subtiel aanpassingsproces aan omstandigheden die nooit helemaal volmaakt zijn en dusnooit honderd procent speciale ervaringen in kritieke perioden opleveren (plasticiteit van hetneurologisch systeem)Zie blauwe schema bladzijde 180Van mensachtig naar individuele verschillenVan echte gevoelsverbondenheid is in het begin nog geen sprake (baby herkent moeders stemen geur maar heeft nog geen emotionele voorkeur voor haar) baby is wel soortgericht = meerorieumlnteren op soortgenoten dan op levenloze voorwerpen daarnaast is er ook een met deweek toenemende actieve gerichtheid (huilen kraaien vastpakken) raquo baby probeertsoortgenoot naar zich toe te lokken en bij zich te houdenGlimlach speelt heel speciale rol baby die een verwachtingsvol vertrouwen heeft kunnenkrijgen in de persoon (of de personen) die hem verzorgt zal hem of haar vanaf een week ofzes toelachen (geen imitatiegedrag en ook meer dan conditionering (voor iedere keer dat babymin of meer lachtrekjes vertoont wordt hij door vader en moeder extra lief bejegend)) het niet

gaan glimlachen kan een teken van een ontwikkelingsstoornis zijn na eerste lachen treedtleerproces op zuigeling merkt dat zijn glimlachen positief effect teweegbrengt in zijnomgeving raquo gaat het van lieverlee gebruiken om mensen gunstig te stemmen raquo verschijnsel indienst van overleving (ouders en vreemden raken er door vertederd raquo verhoogt kans opontferming over kind na wegvallen ouders)Met 30 weken worden gezichtsuitdrukkingen belangrijk om de interesse en de glimlach vaneen baby te wekken raquo baby kan dan pas individuele verschillen tussen mensen bepalenWil een kind zich aan bepaalde mensen kunnen hechten dan moet hij die mensen wel vananderen kunnen onderscheiden (eerste dertig weken nog niet mogelijk)Passieve en actieve gerichtheidPassief bij het zien van mensen reageert een baby met meer geluidjes bewegingen englimlachjes dan bij het zien van dingenActief door uit zichzelf te beginnen met geluidjes bewegingen en glimlachjes probeert eenbaby mensen naar zich toe te lokkenHechting in aanbouwMeeste leerprocessen voltrekken zich bij babyrsquos via conditionering (steeds weerkerendecombinaties van gebeurtenissen met slechts kleine variaties) raquo kind kan hierdoor met trial anderror komen van generalisatie tot discriminatie discriminatieproces is een leerproces datgeholpen wordt als moeder erin slaagt zichzelf in hoge mate voorspelbaar te maken voor haarkind (vast patroon van zorg en vooral van interactie met kind)Kind leert eerst de moederfiguur onderscheiden van andere mensen daarna volgt emotionelebinding (hechting) in de periode dat moeder al weacutel wordt herkend lijken alle andere mensenvoor het kind nog op elkaar raquo als groep hebben zij voor hem wel het vertrouwde mensachtigeen als zodanig vindt hij ze niet eng raquo oog voor eindeloze variaties raquo steeds meer onbekendenmet daartussen slechts een paar bekenden raquo aanhankelijkheid aan moeder komt dan tot uiting(in voorafgaande maanden onmerkbaar en geleidelijk gegroeid) raquo huilen bij moederwegkruipen = eenkennigheid (plusmn 30 weken) raquo hiermee fase ldquohechting in aanbouwrdquo (Bowlby ldquoattachment in the makingrdquo) afgesloten eenkennigheid kan naar gelang de aard van het kindzeer intens tot nauwelijks merkbaar zijn niet bij alle kinderen is een dramatische en lastigevreemdenangst te zienExploratie en ontwikkelingKind zorsquon zes agrave zeven maanden gebleken dat kind in nabijheid van moeder meer rondkijktrondkruipt en rondloopt en meer met speeltjes in de weer is raquo aanhankelijkheid aan moederstaat mede in dienst van de verstandelijke motorische en (destimulerende rol van moeder is te verklaren door te zeggen dat zij een bekend en vertrouwdelement is in een telkens wisselende situatie en als zodanig voor het kind een startpunt om viatrial and error ook over andere elementen iets te leren)Het kijken naar moeder kan voor een kind de plaats innemen van de moeder aan willen raken(op afstand lijkt moeder ook een veilige basis voor het kind)Kind van twee jaar kan en durft steeds meer raquo durft steeds verder bij moeder vandaan en haaruit het oog te verliezen raquo wel steeds even kijken of moeder er nog is op gegeven momentdurft veilig gehecht kind tegen moeder in te gaan dingen te doen die zij niet wil zijn eigenzin doordrijven (conflicten ontstaan doordat kind motorisch instaat is dingen te doen waarvanhij verstandelijk nog niet beseft dat zij gevaarlijk hinderlijk of onherstelbaar zijn)Kind durft risico aan moeder boos te maken maar is ook bang moeder kwijt te raken raquoscheidingsangstverlatingsangst (niet bij ieder kind even hevig tijd van kinderangsten vooralrsquos nachts)Veilige hechting helpt ontwikkeling raquo kinderen met veilige hechtingsrelaties lijken zich watbetreft sommige aspecten iets beter en sneller te ontwikkelen dan kinderen met onveiligehechtingsrelaties

Onveilige hechtingsrelaties kind heeft geen keus (afhankelijkheid van die bepaaldevolwassene)De vreemde situatieZie bladzijde 186187 voor het meetinstrument ldquode Vreemde SituatierdquoHechtingsgedrag van een kind is niet alleen een kenmerk van dat kind maar vooral ook vande relatie raquo de theorie is dat door bepaald gedrag van de volwassene het kind zich veilig danwel onveilig is gaan voelen en verschillende volwassenen kunnen op verschillende wijze methet kind omgaan raquo verschillende hechtingsrelaties kunnen ontstaanVeilig of onveilig gehechtVier soorten hechtingA ndash Afstand onveilig gehecht met een zeker onverschilligheid (vermijdend afstandelijk)B ndash Basis veilig gehecht met vertrouwen en een zekere durfC ndash Contact onveilig gehecht vastklampend uit onzekerheid (ambivalentie)D ndash Desorieumlntatie kind weet niet goed waar hij het zoeken moet (combinatie van A en C)Zie bladzijde 187 tm 189 voor voorbeelden en uitleg bij de vier soorten hechtingHechtingsrelaties buiten het laboratoriumZie bladzijde 189Aard van de moeder(figuur)In hechtingstheorie worden moeders gedrag en emotionele instelling gezien als belangrijksteoorzaken van het ontstaan van een veilige dan wel onveilige hechtingsrelatie (vooralsensitiviteit en responsiviteit waarmee moederfiguur reageert op gedrag en emotionele nodenvan kind) uit veel van de gevallen van streng gecontroleerd onderzoek blijkt het verbandtussen sensitiviteit en responsiviteit van de moeder en veilige hechting van het kind te zwakom van een wetmatigheid te kunnen sprekenZie bladzijde 189190Aard van het kindWelke factoren behalve het gedrag van moeder of moederfiguur zouden een rol kunnenspelen De vraag ligt voor de hand op welke wijze het temperament en andere kenmerken vanhet kind zelf bijdragen aan het ontstaan van een bepaald type hechtingsrelatie raquo kan op driemanieren gebeuren1 doordat het temperament van het kind de ouder beiumlnvloedt bij het ontwikkelen van eenbepaald patroon van hechtingsgedrag2 doordat omgekeerd een bepaald soort hechtingsrelatie invloed heeft op hettemperament van het kind (temperament is ook veranderlijk ligt niet geheel vast bij degeboorte)3 de waarnemers die de aard van de hechtingsrelatie moeten vaststellen worden zelf ookbeiumlnvloed door het temperament van het kindTot nu toe weinig samenhang gebleken tussen temperamentverschillen en de typenhechtingsrelatie zoals die worden vastgesteld met de vreemde situatieZie bladzijde 190191GezinsomstandighedenVeilige relaties zijn gezinskenmerken geen exclusieve kindkenmerken En positievekenmerken van het gezin zoals ook opleiding en welstandsniveau vergroten de kans opveilige relaties waarbinnen de kinderen zich beter kunnen ontwikkelenVerhoogde kans op veilige hechting- bij moeder sensitiviteit- bijvader inlevingsvermogen- bij kind gemakkelijk temperament- in gezin geen problemen

VadersZie bladzijde 192 tm 194Broertjes en zusjesBroertjes en zusjes zijn belangrijk voor elkaars emotionele ontwikkeling elkaars nabijheidbiedt veiligheidZie bladzijde 194Kind ontwikkelt klaarblijkelijk niet allee aanhankelijkheid jegens degene die doelgericht enverzorgend met hem bezig is maar ook jegens wie hij louter gewend is veel en vaak om zichheen te zien en te horen alleen maar vertrouwd contact zonder dat een bepaalde behoeftewordt bevredigd kan ook een band scheppen en een gevoel van geborgenheid gevenKnuffelsGehechtheid van kinderen aan knuffellap of ndashbeest ook gezien als een middel om hetgescheiden-zijn van moeder te overbruggen raquo ze worden door het kind beleefd als iets watemotioneel met moeder te maken heeftDrie verklaringen voor knuffels1 in leerproces geconditioneerd2 teken van beeldende fantasie3 overdracht van gehechtheidZie ook bladzijde 195 voor uitlegWaarom het ene kind wel en het andere kind geen knuffel heeft is niet duidelijk Behalve hetidee dat het iets te maken heeft met fantasie en creativiteit is er een aanwijzing dat kinderenmet sterke orale behoeften er eerder toe komen er is een hoge correlatie met duimenDuimzuigen ndash of zuigen op een speen ndash en het bevoelen van een knuffel hebben met elkaargemeen dat er een kalmerende en angstverminderende werking van uitgaat Daarbij lijkt hetop het ritmisch bewegen bij het wiegen en schommelen Bepaalde delen van de hersenenworden er wellicht door geprikkeld waardoor andere ndash onrustzaaiende en angstaanjagende ndashprikkels niet kunnen doordringenKinderopvangZie bladzijde 196197AdoptieBij veel diersoorten is gebleken dat het plotseling of onvrijwillig verbreken van een relatiemet een hechtingsfiguur een bron van grote spanning is die zich uit in gedrag dat wijst opangst en onzekerheid zo ook bij de mensHechting bij adoptie- als het kind bij adoptie jonger is dan dertig weken zelfs vaker veilig gehecht- als het kind zich in eigen land als heeft gehecht aanvankelijk problemen- hij kan dat hechtingsgevoel en ndashgedrag overdragen op zijn adoptiefoudersZie bladzijde 198199EchtscheidingKinderen tussen 2 en 8 jaar echtscheiding moeilijk te begrijpen en te aanvaarden geneigd omschuld voor scheiding bij zichzelf te zoeken kunnen minder gemakkelijk troost en afleidingzoeken buiten het gezinAan echtscheiding gaan dikwijls lange perioden vooraf met heftige ruzies en ook geweld raquoleidt tot angst en verdriet bij kinderenHet aantal kinderen dat ernstige gedrags- of emotionele problemen ervaart na eenechtscheiding is twee tot drie keer zo groot als bij kinderen die dit niet hoeven door te makenGedragsproblemen komen meer voor bij jongens en emotionele problemen meer bij meisjesHet kind past zich het beste aan als gescheiden ouders in staat zijn een goede relatie te blijvenonderhouden en als de verzorgende ouder warm en steunend blijft inspeelt op de behoeftenvan het kind en het met vaste hand begeleidt in zijn ontwikkeling

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 3: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

Piaget (constructivistisch) gaat ervan uit dat een kind voortdurend bezig is constructies temaken van de werkelijkheid om die op zijn manier te kunnen begrijpen ontwikkeling vindtplaats doordat kind zich realiseert dat zijn constructie niet meer past (cognitieve evenwichttussen hem en de dingen en verschijnselen om hem heen is verstoord) raquo moet worden hersteldvia nieuw denkpatroonAan ontwikkeling ligt er altijd proces van rijping onder- Hersencellen groeien en nemen in aantal toe- Zenuwbanen worden dikker raquo kunnen meer en sneller boodschappen verwerken- Isolatie van zenuwbanen wordt dikker raquo hetgeen waargenomen wordt kan zuiverderworden doorgegeven aan de hersencentra ongehinderd door prikkels die langs anderebanen passeren raquo mogelijkheden van kind veranderen om ervaringen op te doen dieeventueel weer psychologische veranderingen bij hem teweegbrengenRijpingsproces maakt het mogelijk dat (behaviouristisch gezien) dat een kind gaandewegsteeds subtielere vormen van reinforcement kan waarnemen en verwerken rijpingsprocesverandert ook lustvolle wensen van het Es of stelt het kind dat ziet dat zijn denkschema nietmeer opgaat in staat iets nieuws te bedenkenStadia van ontwikkelingZie bladzijde 2627Kritieke of gevoelige periodenKritieke periode(afkomstig uit klassieke ethologie) allerlei organismen moeten bepaaldeervaringen hebben in bepaalde rijpingsfasen van het neurologisch systeem moeten bepaaldeprikkels van buiten ondergaan willen zij de standaardontwikkeling van hun soort goeddoormaken Als in een bepaalde rijpingsfase een bepaalde ervaring mist is er onherroepelijkschadeGevoelige periode in een bepaalde rijpingsfase is een bepaalde ervaring optimaal maar laterkan ook nogGeleidelijke of sprongsgewijsTheoretische beschrijvingen in fasen doen vermoeden dat de ontwikkeling sprongsgewijsverloopt raquo kinderen maken in dergelijk model steeds een overgang naar belevingen engedragingen die niet zozeer kwantitatief meacuteeacuter of beter zijn maar kwalitatief anders danvoorgaande als er slechts sprake was van geleidelijke kwantitatieve veranderingen zou elkeopdeling in stadia immers willekeurig zijn grenzen tussen stadia alleen zinvol als kind in eenstadium wezenlijk anders is dan in het volgendeIn dagelijkse observatie zijn veel vaker plotselinge kwalitatieve overgangen te zien dangeleidelijke Vraag is echter of wat aan de buitenkant te zien is aan kwalitatieve sprongen van binnen nietwordt mogelijk gemaakt door geleidelijke kwantitatieve veranderingen in hetneurofysiologisch systeem (zie voorbeeld van Kagan bladzijde29)Continuiumlteit en onvoorspelbaarheidZie bladzijde 2930Ontwikkelingstaken primaire en secundaire vermogensOntwikkelingstakenontwikkelingsopgaven (psycholoog Havighurst) oud en omstredenbegrip alles wat een kind zich in de loop van zijn ontwikkeling eigen maakt AldusHavighurst Erikson distantieerde zich van het moraliserende idee dat een kind de taak zouhebben om wat volgens hem in de diverse ontwikkelingsstadia successievelijk tot hetkinderlijk belevings- en gedragsrepertoire gaat horen allemaal onder de knie te gaan krijgen raquoontwikkeling is geen opdracht waaraan een kind naar behoren moet voldoen maar voltrektzich grotendeels aan hem of haar bijna of het kind wil of nietBegrip ontwikkelingstaak is eventueel bruikbaar voorzover het slaat op de verwachtingen diede omgeving heeft van kinderen en adolescenten die een bepaalde fase hebben bereikt (van

kind dat goed kan lopen mogen ouders verwachten dat het niet altijd meer gedragen wilworden)In evolutiepsychologie spreekt men van biologisch primaire (universeel vermogen wat menniet hoeft te leren) en biologisch secundaire vermogens (de door de cultuur ontwikkeldesecundaire vermogens bouwen voort op de primaire raquo alleen met moeite en veel oefening kanmen die verwerven)Het verschil tussen een groep en een individueel kindZie bladzijde 31 tm 33

Hoofdstuk 2 Moeders babyrsquos en vaders

Interactie tussen moeder en babyBaby huilt raquo geluid via oorzenuw als signaal in hersenen van de moeder raquo hersenen zendenvia zenuwbanen een boodschap naar hypothalamus raquo omgezet in aansporing van hypofyse omde daarin opgeslagen stof oxytocine uit te stoten raquo tepels worden groot raquo kind kangemakkelijker drinken en melk schiet toeZie ook bladzijde 37 tm 39Inbreng van het kindMeest in het oog springende inbreng van kind vanaf geboorte is de sekse ouders hebben vaakdiep in hun hart wel een voorkeur raquo relatie tussen ouder en kind mede beiumlnvloed door het feitof de wens van de ouders al of niet in vervulling is gegaanVerschillen tussen pasgeboren jongens en meisjes10486961048696 Jongens kwetsbaarder zwaarder langer beweeglijker sneller uit hun doen dooronbekende prikkels gevoeliger voor wat er is te zien10486961048696 Meisjes steviger botten zuigen sneller en langer zijn gemakkelijker in aanpassingaan onbekende prikkels gevoeliger voor wat er te horen is Babyrsquos komen gewoon of met moeilijkheden ter wereld10486961048696 Handicap kind wordt vanaf eerste dag op andere manier verzorgd afhankelijk vanaard van handicap (is kind doof of slechthorend geboren dan kan dat pas later blijkenen dat leidt dus niet tot een afwijkende verzorging)10486961048696 Prematuur eerste dagenweken in couveuse raquo met meer zorg en bezorgdheid omringdAnder belangrijk aanlegverschil tussen babyrsquos wordt gevormd door temperament (onderandere de mate van de emotionaliteit en activiteit ook of de baby onmiddellijk op ietsreageert of pas langzaam de heftigheid van zijn reacties op prikkels speciaal het huilen ofhet gemak waarmee hij te kalmeren is raquo patroon van dergelijke reacties bepaalt of men spreektvan een makkelijke of een moeilijke baby)Tenslotte is er het uiterlijk van de baby Uit Amerikaans onderzoek bleek dat de meestevolwassenen dachten dat een mooie baby ook een gemakkelijker baby zou zijn In anderonderzoek is aangetoond dat moeders positiever reageren op aantrekkelijk uitziende babyrsquosInbreng van de moederBestaat uit10486961048696 De helft van haar genen raquo kind erft dus deel van de eigenschappen van de moederzover die in aanleg zijn meegegeven10486961048696 Persoonlijkheidkaraktereigenschappeninlevingsvermogen (op grond van haar aanlegen levenservaring) raquo speelt een rol bij verzorging van het kind eacuteeacuten verzameling vaneigenschappen die nader bekeken is door verschillende onderzoekers is de matewaarin de moeder in staat is door de ogen van haar baby te kijken zich in te leven inzijn behoeften en ervoor openstaat om te reageren op wat hij doet10486961048696 (Jeugd)ervaringen heeft moeder ervaring met een liefdevolle jeugd raquo de kunst afkunnen kijken van eigen moeder of juist geen goed voorbeeld Onderzoekers hebben

op basis van sekseverschil het volgende geconstateerd bij een meisje is de relatie diede moeder met haacuteaacuter moeder had van invloed op hoe zij moedert Als het gaat om eenjongetje is die invloed minder Dan speelt de relatie die moeder met haar vader hadeen rol10486961048696 Leeftijd bijvoorbeeld teenager-moeders raquo halen door moederschap zelfstandigheid enmoederschap naar zich toe (iets van jezelf om voor te zorgen) raquo merken dat hun kindveel veeleisender is dan ze hadden verwacht uit onderzoek blijkt dat deze moedersminder makkelijk inspelen op de behoeften van de baby er blijkt dat er minderstimulansen van zulke jonge moeders uitgaan raquo verklaring die men daar voor geeftwordt in twee redeneringen onderscheiden1 Sociaal-economische en cognitieve factoren het gaat meestal om minderintelligente meisjes met weinig opleiding met geldzorgen en die meerverwijten dan steun van familie krijgen2 Ontwikkelingspsychologisch adolescenten bevinden zich in eenbetrekkelijk egocentrische fase en zijn vooral bezig met de indruk die zij opanderen maken Bij sommigen brengt de ouderlijke zorg voor een babyechter een groeispurt teweeg de volwassenheid in met de daarbij horendesensitiviteit jegens anderen en dus ook jegens het kind Relatief zijn er veelteenager-moeders voor wie het kind een verstorende factor is in deze fasevan hun ontwikkeling raquo twee reacties dan mogelijk heel passieve of heelagressieve houding jegens de baby10486961048696 Alleenstaand of niet Wel of geen baan Uit de praktijk krijgt men de indruk dat als moeder ten minsteenkele uren haar aandacht op werk kan richten dit de moeder-kindrelatie ten goedekomt baby enige daginvulling vaak niet gunstig raquo zij ziet dan te veel en maakt zichdan ook onnodig zorgen moeder die fulltime buitenshuis werkt ongunstig omdat danhet gevaar van overbelasting dreigtDaarnaast is er een groot verschil tussen afmattend en licht werk en tussengeestdodend en stimulerend werk Belangrijk is ook onderscheid tussen wat eenmoeder graag zou willen en wat haar feitelijke situatie is10486961048696 Relatie met vader10486961048696 Dromen en wensen denk bijvoorbeeld aan donorinseminatie of in-vitrofertilisatie (zieook bladzijde 4445)10486961048696 Sociaal niveau moeders uit lagere milieus gingen er vaker van uit dat veel van dekinderen al vastligt en zij waren banger hun kinderen te verwennen zonder dat dat ietsafdeed aan de genegenheid voor hun babyInbreng van de vaderBiologisch gezien vader alleen nodig voor bevruchting van moederVaders en hun baby10486961048696 Niet meer nodig voor de overleving wel voor de emotionele steun10486961048696 Wie meeleeft met de zwangerschap is later meer met de baby bezig10486961048696 Keizersnede en vroeggeboorte maken dat vader meer mee zorgt10486961048696 Of hij mee zou willen zorgen is belangrijker dan ertoe in staat zijn10486961048696 Hoe ouder en hoe minder belangrijk de carriegravere des te meer hij mee zorgt10486961048696 Vaders zijn springeriger en prikkelen hun babyrsquos meer tot activiteitZie ook bladzijde 45 tm 48Rol van omgevingsfactoren10486961048696 Woonomstandigheden10486961048696 Werksituatie10486961048696 Stressvolle ervaringen

10486961048696 Gif en verontreinigingInvloed van stress tijdens zwangerschap10486961048696 Psychosociaal moeder is depressief door diverse oorzaken en kan zich niet op dekomst van het kind voorbereiden10486961048696 Biologisch moeders hoge bloeddruk en hormonale processen beiumlnvloeden delichamelijke ontwikkeling van het kind10486961048696 Indirect biologisch door stress gaat moeder roken drinken of drugs gebruiken watnadelig is voor het kindOnderscheid moet worden gemaakt tussen stress die de moederlijke aandacht en zorgvermindert (samenspel van psychologische factoren dat de moeder depressief maaktverhuizen uit vertrouwde omgeving verlies van werk gemis van collegarsquos gebondenheid aanhuis vader vanwege carriegravere nauwelijks thuis raquo sociaal isolement) en stress die delichamelijke toestand van het kind beiumlnvloedt (stress die via neurofysiologische processen detoestand van het ongeboren kind raakt (hoge bloeddruk hormonale processen raquo verminderingvan bloedtoevoer naar foetus)Alcohol en nicotine mensen gaan in stressvolle situaties roken of drinken raquo stoffen leiden totgroeiachterstand raquo dysmatuur (te laag geboortegewicht)

Hoofdstuk 4 LichaamsbeheersingReflexenEerste bewegingen zijn reflexbewegingen reflexen bestuurd vanuit hersenstam (een oud deelvan de hersenen dwz een deel dat zich vroeg in de evolutie heeft ontwikkeld)mensenkinderen leren in de loop der tijd vele bewust bestuurde bewegingen bij raquogecooumlrdineerd vanuit de hersenstamHet deel van de hersenen dat de onwillekeurige bewegingen (reflexen) bestuurt is bij degeboorte volledig ontwikkeldKinderen worden geboren met10486961048696 De omklemmingsreflex (Moro-reflex) baby voor zich vasthouden raquo plotselinghoofdje heel even niet steunen zodat het een eindje zakt raquo kind spreidt armpjes enbeentjes wijd uit en sluit ze dan weer met een zwaai naar voren alsof hij zijn moederwil omklemmen10486961048696 De voetgrijpreflex voetzool zacht aanraken raquo teentjes sluiten onmiddellijk om datgenewat voor de aanraking gebruikt werd10486961048696 De handgrijpreflex handpalm zacht aanraken raquo vingertjes sluiten onmiddellijk omdatgene wat voor de aanraking gebruikt werdGrijpreflexen verdwijnen grotendeels in eerste halfjaarPlaatsingsreflex stapreflex en kruipreflex zijn voorbeelden van reflexen die bij opgroeienworden vervangen door willekeurig bestuurde bewegingen die echter wel op vrijwel hetzelfdeneerkomenMen denkt dat het willekeurig zenuwstelsel bij het leren van behendigheid voortbouwt op watin het onwillekeurig zenuwstelsel aan bewegingsmogelijkheid is gegevenVerschil tussen reflex en vaardigheid10486961048696 Reflex onwillekeurige beweging bestuurd door de ouder hersenstam10486961048696 Vaardigheid willekeurige beweging bestuurd door de jonge hersenschorsReflexen van een pasgeborene10486961048696 Alleen van nut als baby zuigreflex10486961048696 Het hele leven van nut oogreflex (sluiten van het oog zodra er een plotselingelichtflits een zuchtje wind of een voorwerp op af komt)10486961048696 Vroeger voor baby van nut omklemmingsreflex handgrijpreflex en voetgrijpreflex10486961048696 Vroeger een leven lang van nut plaatsingsreflex

10486961048696 Basis voor latere motoriek stapreflex en kruipreflexRijping en oefeningDe steeds grotere lichaamsbeweging (zittenkruipenstaanlopenklimmen) is in de eersteplaats een resultaat van rijping en niet van ervaringOefening heeft alleen zin van de lichaamsbewegingen waar het kind aan toe is die hij al eenbeetje lijkt te beheersen (gebruik van hersenen zenuwbanen en spieren is stimulerend voorverdere ontwikkeling) Oefenen heeft geen zin om rijping van zenuwbanen en spieren te versnellen maar heeft welzin om gerijpte zenuwbanen en spieren verder te verfijnenGebogen houding en vaste rijpingsvolgordeTwee aspecten van de rijping1 Spierspanning zenuwstelsel aanvankelijk ingericht dat spanning in buigspieren vanledematen vele malen groter is dan die in de strekspieren in eerste maanden is allesaan baby dan ook gebogen voor lichaamsbeheersing is een subtiel samenspel nodigvan buigen en strekken van spieren raquo kan geen sprake van zijn zolang de buigspanningzo veel groter is dan de strekspanning eerste echte beheersing van spieren begint intweede maand2 Het successievelijk leren beheersen van de diverse spieren verloopt volgens eenpatroon met een vaste volgorde spieren die dichtst bij hersenen liggen komen heteerst onder controle (halsspieren ndash schouderspieren ndash op tenen staan pas tussen drie envijf jaar ndash op eacuteeacuten been staan met zes jaar)Lichaamsbeweging heeft te maken met10486961048696 Neurologische rijpheid10486961048696 Spiermassa en -kracht10486961048696 Lichaamsverhoudingen10486961048696 Omvang vetkussentjesKruipen en lopenWat gebeurt er bij kruipen en lopen1 Besturing van de links-rechtsafwisseling nodig afwisselen van links en rechts vereistlateralisatie (het verschijnsel dat de hersenen uit twee helften bestaan die tot op zekerehoogte elk hun specialismen hebben rechterhelft van lichaam bestuurd vanuitlinkerhelft van hersenen en omgekeerd raquo komt doordat zenuwbanen die vanuit dehersenen naar de rest van het lichaam lopen elkaar in het hoofd vlak achter de ogenkruisen) en cooumlrdinatie van beide hersenhelften2 Een toenemende beheersing van het eigen lichaamsgewicht (met name bij het lopen)evenwicht van belang raquo nodig dat de hersenen via zenuwbanen van de spierzintuigende allerfijnste gegevens kunnen opvangen over de stand van talrijke spierentegelijkertijdFijne en grove motoriekGrove motoriek grote gebaren mbv spieren en spiergroepen dicht bij de romp (zwaaienbukken traplopen fietsen duikelen)Fijne motoriek de kleine bewegingen die je met handen en vingers maakt (pakken vanspeelgoedje leggen van puzzelstukje vasthouden van rozijn sturen van tekenstift overpapier indrukken van televisieknopje in elkaar zetten van modelvliegtuig)Grove motoriek loopt steeds stap voor op de ermee in verband staande fijne motoriek binnenfijne motoriek is ook weer onderscheid te maken lopen van lsquofijnrsquo maar lsquouitgesprokenpriegelwerkrsquo al naargelang ook de allerkleinste spieren ervoor nodig is raquo of en de matewaarin kind die allerfijnste spieren leert beheersen hangt voor een groot deel af van zijnaanleg of zijn zenuwstelsel de mogelijkheid voor die verfijning in zich heeftOntwikkeling van grove motoriek iets eerder afgerond dan die van de fijne

Met zes zeven jaar beheersen meeste kinderen basisvaardigheden raquo jaren daarna leren zij nogwel heel veel nieuwe motorische vaardigheden (wordt niet zozeer mogelijk gemaakt doorverdergaande natuurlijke rijping als wel door op basis van ervaring gestuurde neurologische ontwikkeling raquo ook kunnen zij door steeds meer ervaring telkens nieuwe combinaties makenvan allerlei behendigheden die zij beheersen door toenemende lichaamskracht detoenemende grootte van de diverse ledematen en de verandering van lichaamsverhoudingenworden allemaal nieuwe bewegingen mogelijk)Grijpen en hanterenGrijpen naar iets wat hem wordt voorgehouden is een automatische neiging voor een babytot maand of negen laat kind reflexmatig los wat hij in zijn handjes heeft om het nieuwe tepakkenGrijpen bevindt zich op raakvlak van waarneming en motoriek (kind moet eerst handuitstrekken om iets te pakken in tegenstelling tot wanneer hem iets in handen wordt gegevenen daarvoor moet hij zien in welke richting en tot wat hij moet reiken) raquo vergt ooghandcooumlrdinatieOnder vijf maanden heeft baby moeite met reikend grijpen met zevenmaanden kunnen de meesten het wel raquo lijkt erop dat dit meer ligt aan een tekortschieten vande waarneming dan van de motoriekKunnen grijpen en vasthouden is ook de basis voor het kunnen hanteren van voorwerpenhanteren doelbewust kunnen besturen van een hand waarin zich een voorwerp bevindt datwordt gebruikt als instrumentLichaam en geestVermogens kan men opvatten als de mate waarin het zenuwstelsel het in zich heeftuitgebreide en verfijnde zenuwnetwerken en zenuwschakelstations te ontwikkelen niet alleende maten maar ook het tempo waarin het zenuwstelsel rijpt en ontwikkelt is in aanleggegeven raquo hierdoor ontstaat verschil tussen vlugge en langzame babyrsquosHet is wel zo dat bij een jong kind bewegingsmogelijkheden inspelen op de kansen ook deverstandelijke aanleg tot ontwikkeling te stimulerenSpecialisatie en stoornissenBij motorische vaardigheden kan men verschillende gebieden onderscheiden Training van deene vaardigheid komt de andere niet ten goede raquo sprake van een zeker specialisme raquo wordtversterkt door verschillen in lichaamsbouw lichaamsverhoudingen en spiermassaIn aanleg is kind meer of minder begaafd in mogelijke behendigheid van bepaaldelichaamsgebieden raquo hangt samen met wat het bijbehorende zenuwgebied aan potentieumllevermogens heeft raquo of die mogelijkheden ook gerealiseerd worden hangt af van de mate waarinhij gelegenheid krijgt zich daadwerkelijk in die behendigheid te oefenenBij motorische vaardigheden gaat het om willekeurige bewegingen Ook al verlopen dehandelingen door routine zo te zien vanzelf in de hersenen speelt zich eeninformatieverwerkingsproces af raquo gaat razendsnel zodat de betreffende persoon niet bewustkiest voor bepaalde beweging maar in hersenen wordt keuze wel gemaakt raquo er spelen globaalvier processen waarnemingsprikkels omtrent de situatie komen via zintuigzenuwen in dehersenen aan keuze voor de beste beweging wordt gemaakt prikkels voor de betreffendespieren worden naar de spierzintuigen doorgeseind raquo spieren bewegen (en dit af en aan in eenvloeiend bewegingspatroon)Wisselwerking tussen lichamelijk een geestelijke ontwikkeling10486961048696 Meer bewegingsmogelijkheden geeft meer ervaring en dus meer denkstof10486961048696 Meer begrip van omgevingskenmerken geeft meer bewegingsruimteTestsZie bladzijde 7980 Vier trajecten achter de motoriek waar iets kan haperen

10486961048696 Waarnemingsprikkels omtrent de situatie worden in de hersenen niet goed ontvangen10486961048696 Afweging in de hersenen van wat de beste reactie zou zijn gaat te langzaam10486961048696 Zenuwbanen die prikkels naar de spieren terugsturen zijn niet verfijnd genoeg10486961048696 Er zijn problemen met de spieren die in beweging zouden moeten komen

Hoofdstuk 9 Een veilige basisHechtingstheorie (Bowlby) richt zich specifiek op eerste twee levensjaren op de basis die danvoor latere zelfstandigheid wordt gelegd en voor het zelfvertrouwen waarmee het kind in dewereld staatVerschil tussen ontwikkeling van motoriek en zelfstandigheidMotoriek vanaf de geboorte gaat een kind rechtlijnig vooruit en wordt steeds een beetjegroter en sterkerZelfstandigheid na de geboorte eerst een verdieping van de afhankelijkheid en pas in hettweede levensjaar vooruitImprinting = het proces dat het van levensbelang is dat een jong er onmiddellijk na de geboorte onuitwisbaar van wordt doordrongen wie zijn moeder is en wie hij moet volgenDe vraag is of ook nu nog bij mensen het hechtingsproces begint met imprinting kort na degeboorte raquo andere mensen dan de biologische moeder hebben dan weinig kans deaanhankelijkheid van een kind op te wekkenWeinig psychologen geloven dat mensenkinderen oogcontact en huidcontact tussen moederen pasgeboren baby onherroepelijke voorwaarde is voor hechting raquo het kan wel eenbelangrijke ondersteuning zijn voor het op gang komen van het hechtingsprocesMoeder als startpunt voor andere relatiesBowlby ging ervan uit een baby zich aan eacuteeacuten volwassenen kan hechten en dat relaties metanderen pas later ontstaan en worden afgeleid van de relatie met de moederfiguur raquo hoeft nietde moeder te zijn maar degene die vanaf de geboorte als een moeder voor het kind zorgtKritieke of gevoelige periodenMet kritieke periode bedoeld Bowlby dat het neurologische systeem van het kind in dieperiode openstaat voor het opnemen van kennispatronen omtrent de moederfiguur raquo kritieke periode voorbij raquo de daarin thuishorende ervaringen kunnen nooit meer met eenzelfdeeffectiviteit worden opgenomenBonding = emotionele bandModerne psychologen kiezen voor gevoelige perioden ipv kritieke perioden (kind is inbepaalde perioden misschien wel bijzonder gevoelig voor bepaalde ervaringen doordatzenuwstelsel bepaalde rijping heeft bereikt maar datzelfde zenuwstelsel is plooibaar genoegom ook op andere momenten van bepaalde ervaringen te profiteren) raquo overleven betekent juisteen subtiel aanpassingsproces aan omstandigheden die nooit helemaal volmaakt zijn en dusnooit honderd procent speciale ervaringen in kritieke perioden opleveren (plasticiteit van hetneurologisch systeem)Zie blauwe schema bladzijde 180Van mensachtig naar individuele verschillenVan echte gevoelsverbondenheid is in het begin nog geen sprake (baby herkent moeders stemen geur maar heeft nog geen emotionele voorkeur voor haar) baby is wel soortgericht = meerorieumlnteren op soortgenoten dan op levenloze voorwerpen daarnaast is er ook een met deweek toenemende actieve gerichtheid (huilen kraaien vastpakken) raquo baby probeertsoortgenoot naar zich toe te lokken en bij zich te houdenGlimlach speelt heel speciale rol baby die een verwachtingsvol vertrouwen heeft kunnenkrijgen in de persoon (of de personen) die hem verzorgt zal hem of haar vanaf een week ofzes toelachen (geen imitatiegedrag en ook meer dan conditionering (voor iedere keer dat babymin of meer lachtrekjes vertoont wordt hij door vader en moeder extra lief bejegend)) het niet

gaan glimlachen kan een teken van een ontwikkelingsstoornis zijn na eerste lachen treedtleerproces op zuigeling merkt dat zijn glimlachen positief effect teweegbrengt in zijnomgeving raquo gaat het van lieverlee gebruiken om mensen gunstig te stemmen raquo verschijnsel indienst van overleving (ouders en vreemden raken er door vertederd raquo verhoogt kans opontferming over kind na wegvallen ouders)Met 30 weken worden gezichtsuitdrukkingen belangrijk om de interesse en de glimlach vaneen baby te wekken raquo baby kan dan pas individuele verschillen tussen mensen bepalenWil een kind zich aan bepaalde mensen kunnen hechten dan moet hij die mensen wel vananderen kunnen onderscheiden (eerste dertig weken nog niet mogelijk)Passieve en actieve gerichtheidPassief bij het zien van mensen reageert een baby met meer geluidjes bewegingen englimlachjes dan bij het zien van dingenActief door uit zichzelf te beginnen met geluidjes bewegingen en glimlachjes probeert eenbaby mensen naar zich toe te lokkenHechting in aanbouwMeeste leerprocessen voltrekken zich bij babyrsquos via conditionering (steeds weerkerendecombinaties van gebeurtenissen met slechts kleine variaties) raquo kind kan hierdoor met trial anderror komen van generalisatie tot discriminatie discriminatieproces is een leerproces datgeholpen wordt als moeder erin slaagt zichzelf in hoge mate voorspelbaar te maken voor haarkind (vast patroon van zorg en vooral van interactie met kind)Kind leert eerst de moederfiguur onderscheiden van andere mensen daarna volgt emotionelebinding (hechting) in de periode dat moeder al weacutel wordt herkend lijken alle andere mensenvoor het kind nog op elkaar raquo als groep hebben zij voor hem wel het vertrouwde mensachtigeen als zodanig vindt hij ze niet eng raquo oog voor eindeloze variaties raquo steeds meer onbekendenmet daartussen slechts een paar bekenden raquo aanhankelijkheid aan moeder komt dan tot uiting(in voorafgaande maanden onmerkbaar en geleidelijk gegroeid) raquo huilen bij moederwegkruipen = eenkennigheid (plusmn 30 weken) raquo hiermee fase ldquohechting in aanbouwrdquo (Bowlby ldquoattachment in the makingrdquo) afgesloten eenkennigheid kan naar gelang de aard van het kindzeer intens tot nauwelijks merkbaar zijn niet bij alle kinderen is een dramatische en lastigevreemdenangst te zienExploratie en ontwikkelingKind zorsquon zes agrave zeven maanden gebleken dat kind in nabijheid van moeder meer rondkijktrondkruipt en rondloopt en meer met speeltjes in de weer is raquo aanhankelijkheid aan moederstaat mede in dienst van de verstandelijke motorische en (destimulerende rol van moeder is te verklaren door te zeggen dat zij een bekend en vertrouwdelement is in een telkens wisselende situatie en als zodanig voor het kind een startpunt om viatrial and error ook over andere elementen iets te leren)Het kijken naar moeder kan voor een kind de plaats innemen van de moeder aan willen raken(op afstand lijkt moeder ook een veilige basis voor het kind)Kind van twee jaar kan en durft steeds meer raquo durft steeds verder bij moeder vandaan en haaruit het oog te verliezen raquo wel steeds even kijken of moeder er nog is op gegeven momentdurft veilig gehecht kind tegen moeder in te gaan dingen te doen die zij niet wil zijn eigenzin doordrijven (conflicten ontstaan doordat kind motorisch instaat is dingen te doen waarvanhij verstandelijk nog niet beseft dat zij gevaarlijk hinderlijk of onherstelbaar zijn)Kind durft risico aan moeder boos te maken maar is ook bang moeder kwijt te raken raquoscheidingsangstverlatingsangst (niet bij ieder kind even hevig tijd van kinderangsten vooralrsquos nachts)Veilige hechting helpt ontwikkeling raquo kinderen met veilige hechtingsrelaties lijken zich watbetreft sommige aspecten iets beter en sneller te ontwikkelen dan kinderen met onveiligehechtingsrelaties

Onveilige hechtingsrelaties kind heeft geen keus (afhankelijkheid van die bepaaldevolwassene)De vreemde situatieZie bladzijde 186187 voor het meetinstrument ldquode Vreemde SituatierdquoHechtingsgedrag van een kind is niet alleen een kenmerk van dat kind maar vooral ook vande relatie raquo de theorie is dat door bepaald gedrag van de volwassene het kind zich veilig danwel onveilig is gaan voelen en verschillende volwassenen kunnen op verschillende wijze methet kind omgaan raquo verschillende hechtingsrelaties kunnen ontstaanVeilig of onveilig gehechtVier soorten hechtingA ndash Afstand onveilig gehecht met een zeker onverschilligheid (vermijdend afstandelijk)B ndash Basis veilig gehecht met vertrouwen en een zekere durfC ndash Contact onveilig gehecht vastklampend uit onzekerheid (ambivalentie)D ndash Desorieumlntatie kind weet niet goed waar hij het zoeken moet (combinatie van A en C)Zie bladzijde 187 tm 189 voor voorbeelden en uitleg bij de vier soorten hechtingHechtingsrelaties buiten het laboratoriumZie bladzijde 189Aard van de moeder(figuur)In hechtingstheorie worden moeders gedrag en emotionele instelling gezien als belangrijksteoorzaken van het ontstaan van een veilige dan wel onveilige hechtingsrelatie (vooralsensitiviteit en responsiviteit waarmee moederfiguur reageert op gedrag en emotionele nodenvan kind) uit veel van de gevallen van streng gecontroleerd onderzoek blijkt het verbandtussen sensitiviteit en responsiviteit van de moeder en veilige hechting van het kind te zwakom van een wetmatigheid te kunnen sprekenZie bladzijde 189190Aard van het kindWelke factoren behalve het gedrag van moeder of moederfiguur zouden een rol kunnenspelen De vraag ligt voor de hand op welke wijze het temperament en andere kenmerken vanhet kind zelf bijdragen aan het ontstaan van een bepaald type hechtingsrelatie raquo kan op driemanieren gebeuren1 doordat het temperament van het kind de ouder beiumlnvloedt bij het ontwikkelen van eenbepaald patroon van hechtingsgedrag2 doordat omgekeerd een bepaald soort hechtingsrelatie invloed heeft op hettemperament van het kind (temperament is ook veranderlijk ligt niet geheel vast bij degeboorte)3 de waarnemers die de aard van de hechtingsrelatie moeten vaststellen worden zelf ookbeiumlnvloed door het temperament van het kindTot nu toe weinig samenhang gebleken tussen temperamentverschillen en de typenhechtingsrelatie zoals die worden vastgesteld met de vreemde situatieZie bladzijde 190191GezinsomstandighedenVeilige relaties zijn gezinskenmerken geen exclusieve kindkenmerken En positievekenmerken van het gezin zoals ook opleiding en welstandsniveau vergroten de kans opveilige relaties waarbinnen de kinderen zich beter kunnen ontwikkelenVerhoogde kans op veilige hechting- bij moeder sensitiviteit- bijvader inlevingsvermogen- bij kind gemakkelijk temperament- in gezin geen problemen

VadersZie bladzijde 192 tm 194Broertjes en zusjesBroertjes en zusjes zijn belangrijk voor elkaars emotionele ontwikkeling elkaars nabijheidbiedt veiligheidZie bladzijde 194Kind ontwikkelt klaarblijkelijk niet allee aanhankelijkheid jegens degene die doelgericht enverzorgend met hem bezig is maar ook jegens wie hij louter gewend is veel en vaak om zichheen te zien en te horen alleen maar vertrouwd contact zonder dat een bepaalde behoeftewordt bevredigd kan ook een band scheppen en een gevoel van geborgenheid gevenKnuffelsGehechtheid van kinderen aan knuffellap of ndashbeest ook gezien als een middel om hetgescheiden-zijn van moeder te overbruggen raquo ze worden door het kind beleefd als iets watemotioneel met moeder te maken heeftDrie verklaringen voor knuffels1 in leerproces geconditioneerd2 teken van beeldende fantasie3 overdracht van gehechtheidZie ook bladzijde 195 voor uitlegWaarom het ene kind wel en het andere kind geen knuffel heeft is niet duidelijk Behalve hetidee dat het iets te maken heeft met fantasie en creativiteit is er een aanwijzing dat kinderenmet sterke orale behoeften er eerder toe komen er is een hoge correlatie met duimenDuimzuigen ndash of zuigen op een speen ndash en het bevoelen van een knuffel hebben met elkaargemeen dat er een kalmerende en angstverminderende werking van uitgaat Daarbij lijkt hetop het ritmisch bewegen bij het wiegen en schommelen Bepaalde delen van de hersenenworden er wellicht door geprikkeld waardoor andere ndash onrustzaaiende en angstaanjagende ndashprikkels niet kunnen doordringenKinderopvangZie bladzijde 196197AdoptieBij veel diersoorten is gebleken dat het plotseling of onvrijwillig verbreken van een relatiemet een hechtingsfiguur een bron van grote spanning is die zich uit in gedrag dat wijst opangst en onzekerheid zo ook bij de mensHechting bij adoptie- als het kind bij adoptie jonger is dan dertig weken zelfs vaker veilig gehecht- als het kind zich in eigen land als heeft gehecht aanvankelijk problemen- hij kan dat hechtingsgevoel en ndashgedrag overdragen op zijn adoptiefoudersZie bladzijde 198199EchtscheidingKinderen tussen 2 en 8 jaar echtscheiding moeilijk te begrijpen en te aanvaarden geneigd omschuld voor scheiding bij zichzelf te zoeken kunnen minder gemakkelijk troost en afleidingzoeken buiten het gezinAan echtscheiding gaan dikwijls lange perioden vooraf met heftige ruzies en ook geweld raquoleidt tot angst en verdriet bij kinderenHet aantal kinderen dat ernstige gedrags- of emotionele problemen ervaart na eenechtscheiding is twee tot drie keer zo groot als bij kinderen die dit niet hoeven door te makenGedragsproblemen komen meer voor bij jongens en emotionele problemen meer bij meisjesHet kind past zich het beste aan als gescheiden ouders in staat zijn een goede relatie te blijvenonderhouden en als de verzorgende ouder warm en steunend blijft inspeelt op de behoeftenvan het kind en het met vaste hand begeleidt in zijn ontwikkeling

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 4: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

kind dat goed kan lopen mogen ouders verwachten dat het niet altijd meer gedragen wilworden)In evolutiepsychologie spreekt men van biologisch primaire (universeel vermogen wat menniet hoeft te leren) en biologisch secundaire vermogens (de door de cultuur ontwikkeldesecundaire vermogens bouwen voort op de primaire raquo alleen met moeite en veel oefening kanmen die verwerven)Het verschil tussen een groep en een individueel kindZie bladzijde 31 tm 33

Hoofdstuk 2 Moeders babyrsquos en vaders

Interactie tussen moeder en babyBaby huilt raquo geluid via oorzenuw als signaal in hersenen van de moeder raquo hersenen zendenvia zenuwbanen een boodschap naar hypothalamus raquo omgezet in aansporing van hypofyse omde daarin opgeslagen stof oxytocine uit te stoten raquo tepels worden groot raquo kind kangemakkelijker drinken en melk schiet toeZie ook bladzijde 37 tm 39Inbreng van het kindMeest in het oog springende inbreng van kind vanaf geboorte is de sekse ouders hebben vaakdiep in hun hart wel een voorkeur raquo relatie tussen ouder en kind mede beiumlnvloed door het feitof de wens van de ouders al of niet in vervulling is gegaanVerschillen tussen pasgeboren jongens en meisjes10486961048696 Jongens kwetsbaarder zwaarder langer beweeglijker sneller uit hun doen dooronbekende prikkels gevoeliger voor wat er is te zien10486961048696 Meisjes steviger botten zuigen sneller en langer zijn gemakkelijker in aanpassingaan onbekende prikkels gevoeliger voor wat er te horen is Babyrsquos komen gewoon of met moeilijkheden ter wereld10486961048696 Handicap kind wordt vanaf eerste dag op andere manier verzorgd afhankelijk vanaard van handicap (is kind doof of slechthorend geboren dan kan dat pas later blijkenen dat leidt dus niet tot een afwijkende verzorging)10486961048696 Prematuur eerste dagenweken in couveuse raquo met meer zorg en bezorgdheid omringdAnder belangrijk aanlegverschil tussen babyrsquos wordt gevormd door temperament (onderandere de mate van de emotionaliteit en activiteit ook of de baby onmiddellijk op ietsreageert of pas langzaam de heftigheid van zijn reacties op prikkels speciaal het huilen ofhet gemak waarmee hij te kalmeren is raquo patroon van dergelijke reacties bepaalt of men spreektvan een makkelijke of een moeilijke baby)Tenslotte is er het uiterlijk van de baby Uit Amerikaans onderzoek bleek dat de meestevolwassenen dachten dat een mooie baby ook een gemakkelijker baby zou zijn In anderonderzoek is aangetoond dat moeders positiever reageren op aantrekkelijk uitziende babyrsquosInbreng van de moederBestaat uit10486961048696 De helft van haar genen raquo kind erft dus deel van de eigenschappen van de moederzover die in aanleg zijn meegegeven10486961048696 Persoonlijkheidkaraktereigenschappeninlevingsvermogen (op grond van haar aanlegen levenservaring) raquo speelt een rol bij verzorging van het kind eacuteeacuten verzameling vaneigenschappen die nader bekeken is door verschillende onderzoekers is de matewaarin de moeder in staat is door de ogen van haar baby te kijken zich in te leven inzijn behoeften en ervoor openstaat om te reageren op wat hij doet10486961048696 (Jeugd)ervaringen heeft moeder ervaring met een liefdevolle jeugd raquo de kunst afkunnen kijken van eigen moeder of juist geen goed voorbeeld Onderzoekers hebben

op basis van sekseverschil het volgende geconstateerd bij een meisje is de relatie diede moeder met haacuteaacuter moeder had van invloed op hoe zij moedert Als het gaat om eenjongetje is die invloed minder Dan speelt de relatie die moeder met haar vader hadeen rol10486961048696 Leeftijd bijvoorbeeld teenager-moeders raquo halen door moederschap zelfstandigheid enmoederschap naar zich toe (iets van jezelf om voor te zorgen) raquo merken dat hun kindveel veeleisender is dan ze hadden verwacht uit onderzoek blijkt dat deze moedersminder makkelijk inspelen op de behoeften van de baby er blijkt dat er minderstimulansen van zulke jonge moeders uitgaan raquo verklaring die men daar voor geeftwordt in twee redeneringen onderscheiden1 Sociaal-economische en cognitieve factoren het gaat meestal om minderintelligente meisjes met weinig opleiding met geldzorgen en die meerverwijten dan steun van familie krijgen2 Ontwikkelingspsychologisch adolescenten bevinden zich in eenbetrekkelijk egocentrische fase en zijn vooral bezig met de indruk die zij opanderen maken Bij sommigen brengt de ouderlijke zorg voor een babyechter een groeispurt teweeg de volwassenheid in met de daarbij horendesensitiviteit jegens anderen en dus ook jegens het kind Relatief zijn er veelteenager-moeders voor wie het kind een verstorende factor is in deze fasevan hun ontwikkeling raquo twee reacties dan mogelijk heel passieve of heelagressieve houding jegens de baby10486961048696 Alleenstaand of niet Wel of geen baan Uit de praktijk krijgt men de indruk dat als moeder ten minsteenkele uren haar aandacht op werk kan richten dit de moeder-kindrelatie ten goedekomt baby enige daginvulling vaak niet gunstig raquo zij ziet dan te veel en maakt zichdan ook onnodig zorgen moeder die fulltime buitenshuis werkt ongunstig omdat danhet gevaar van overbelasting dreigtDaarnaast is er een groot verschil tussen afmattend en licht werk en tussengeestdodend en stimulerend werk Belangrijk is ook onderscheid tussen wat eenmoeder graag zou willen en wat haar feitelijke situatie is10486961048696 Relatie met vader10486961048696 Dromen en wensen denk bijvoorbeeld aan donorinseminatie of in-vitrofertilisatie (zieook bladzijde 4445)10486961048696 Sociaal niveau moeders uit lagere milieus gingen er vaker van uit dat veel van dekinderen al vastligt en zij waren banger hun kinderen te verwennen zonder dat dat ietsafdeed aan de genegenheid voor hun babyInbreng van de vaderBiologisch gezien vader alleen nodig voor bevruchting van moederVaders en hun baby10486961048696 Niet meer nodig voor de overleving wel voor de emotionele steun10486961048696 Wie meeleeft met de zwangerschap is later meer met de baby bezig10486961048696 Keizersnede en vroeggeboorte maken dat vader meer mee zorgt10486961048696 Of hij mee zou willen zorgen is belangrijker dan ertoe in staat zijn10486961048696 Hoe ouder en hoe minder belangrijk de carriegravere des te meer hij mee zorgt10486961048696 Vaders zijn springeriger en prikkelen hun babyrsquos meer tot activiteitZie ook bladzijde 45 tm 48Rol van omgevingsfactoren10486961048696 Woonomstandigheden10486961048696 Werksituatie10486961048696 Stressvolle ervaringen

10486961048696 Gif en verontreinigingInvloed van stress tijdens zwangerschap10486961048696 Psychosociaal moeder is depressief door diverse oorzaken en kan zich niet op dekomst van het kind voorbereiden10486961048696 Biologisch moeders hoge bloeddruk en hormonale processen beiumlnvloeden delichamelijke ontwikkeling van het kind10486961048696 Indirect biologisch door stress gaat moeder roken drinken of drugs gebruiken watnadelig is voor het kindOnderscheid moet worden gemaakt tussen stress die de moederlijke aandacht en zorgvermindert (samenspel van psychologische factoren dat de moeder depressief maaktverhuizen uit vertrouwde omgeving verlies van werk gemis van collegarsquos gebondenheid aanhuis vader vanwege carriegravere nauwelijks thuis raquo sociaal isolement) en stress die delichamelijke toestand van het kind beiumlnvloedt (stress die via neurofysiologische processen detoestand van het ongeboren kind raakt (hoge bloeddruk hormonale processen raquo verminderingvan bloedtoevoer naar foetus)Alcohol en nicotine mensen gaan in stressvolle situaties roken of drinken raquo stoffen leiden totgroeiachterstand raquo dysmatuur (te laag geboortegewicht)

Hoofdstuk 4 LichaamsbeheersingReflexenEerste bewegingen zijn reflexbewegingen reflexen bestuurd vanuit hersenstam (een oud deelvan de hersenen dwz een deel dat zich vroeg in de evolutie heeft ontwikkeld)mensenkinderen leren in de loop der tijd vele bewust bestuurde bewegingen bij raquogecooumlrdineerd vanuit de hersenstamHet deel van de hersenen dat de onwillekeurige bewegingen (reflexen) bestuurt is bij degeboorte volledig ontwikkeldKinderen worden geboren met10486961048696 De omklemmingsreflex (Moro-reflex) baby voor zich vasthouden raquo plotselinghoofdje heel even niet steunen zodat het een eindje zakt raquo kind spreidt armpjes enbeentjes wijd uit en sluit ze dan weer met een zwaai naar voren alsof hij zijn moederwil omklemmen10486961048696 De voetgrijpreflex voetzool zacht aanraken raquo teentjes sluiten onmiddellijk om datgenewat voor de aanraking gebruikt werd10486961048696 De handgrijpreflex handpalm zacht aanraken raquo vingertjes sluiten onmiddellijk omdatgene wat voor de aanraking gebruikt werdGrijpreflexen verdwijnen grotendeels in eerste halfjaarPlaatsingsreflex stapreflex en kruipreflex zijn voorbeelden van reflexen die bij opgroeienworden vervangen door willekeurig bestuurde bewegingen die echter wel op vrijwel hetzelfdeneerkomenMen denkt dat het willekeurig zenuwstelsel bij het leren van behendigheid voortbouwt op watin het onwillekeurig zenuwstelsel aan bewegingsmogelijkheid is gegevenVerschil tussen reflex en vaardigheid10486961048696 Reflex onwillekeurige beweging bestuurd door de ouder hersenstam10486961048696 Vaardigheid willekeurige beweging bestuurd door de jonge hersenschorsReflexen van een pasgeborene10486961048696 Alleen van nut als baby zuigreflex10486961048696 Het hele leven van nut oogreflex (sluiten van het oog zodra er een plotselingelichtflits een zuchtje wind of een voorwerp op af komt)10486961048696 Vroeger voor baby van nut omklemmingsreflex handgrijpreflex en voetgrijpreflex10486961048696 Vroeger een leven lang van nut plaatsingsreflex

10486961048696 Basis voor latere motoriek stapreflex en kruipreflexRijping en oefeningDe steeds grotere lichaamsbeweging (zittenkruipenstaanlopenklimmen) is in de eersteplaats een resultaat van rijping en niet van ervaringOefening heeft alleen zin van de lichaamsbewegingen waar het kind aan toe is die hij al eenbeetje lijkt te beheersen (gebruik van hersenen zenuwbanen en spieren is stimulerend voorverdere ontwikkeling) Oefenen heeft geen zin om rijping van zenuwbanen en spieren te versnellen maar heeft welzin om gerijpte zenuwbanen en spieren verder te verfijnenGebogen houding en vaste rijpingsvolgordeTwee aspecten van de rijping1 Spierspanning zenuwstelsel aanvankelijk ingericht dat spanning in buigspieren vanledematen vele malen groter is dan die in de strekspieren in eerste maanden is allesaan baby dan ook gebogen voor lichaamsbeheersing is een subtiel samenspel nodigvan buigen en strekken van spieren raquo kan geen sprake van zijn zolang de buigspanningzo veel groter is dan de strekspanning eerste echte beheersing van spieren begint intweede maand2 Het successievelijk leren beheersen van de diverse spieren verloopt volgens eenpatroon met een vaste volgorde spieren die dichtst bij hersenen liggen komen heteerst onder controle (halsspieren ndash schouderspieren ndash op tenen staan pas tussen drie envijf jaar ndash op eacuteeacuten been staan met zes jaar)Lichaamsbeweging heeft te maken met10486961048696 Neurologische rijpheid10486961048696 Spiermassa en -kracht10486961048696 Lichaamsverhoudingen10486961048696 Omvang vetkussentjesKruipen en lopenWat gebeurt er bij kruipen en lopen1 Besturing van de links-rechtsafwisseling nodig afwisselen van links en rechts vereistlateralisatie (het verschijnsel dat de hersenen uit twee helften bestaan die tot op zekerehoogte elk hun specialismen hebben rechterhelft van lichaam bestuurd vanuitlinkerhelft van hersenen en omgekeerd raquo komt doordat zenuwbanen die vanuit dehersenen naar de rest van het lichaam lopen elkaar in het hoofd vlak achter de ogenkruisen) en cooumlrdinatie van beide hersenhelften2 Een toenemende beheersing van het eigen lichaamsgewicht (met name bij het lopen)evenwicht van belang raquo nodig dat de hersenen via zenuwbanen van de spierzintuigende allerfijnste gegevens kunnen opvangen over de stand van talrijke spierentegelijkertijdFijne en grove motoriekGrove motoriek grote gebaren mbv spieren en spiergroepen dicht bij de romp (zwaaienbukken traplopen fietsen duikelen)Fijne motoriek de kleine bewegingen die je met handen en vingers maakt (pakken vanspeelgoedje leggen van puzzelstukje vasthouden van rozijn sturen van tekenstift overpapier indrukken van televisieknopje in elkaar zetten van modelvliegtuig)Grove motoriek loopt steeds stap voor op de ermee in verband staande fijne motoriek binnenfijne motoriek is ook weer onderscheid te maken lopen van lsquofijnrsquo maar lsquouitgesprokenpriegelwerkrsquo al naargelang ook de allerkleinste spieren ervoor nodig is raquo of en de matewaarin kind die allerfijnste spieren leert beheersen hangt voor een groot deel af van zijnaanleg of zijn zenuwstelsel de mogelijkheid voor die verfijning in zich heeftOntwikkeling van grove motoriek iets eerder afgerond dan die van de fijne

Met zes zeven jaar beheersen meeste kinderen basisvaardigheden raquo jaren daarna leren zij nogwel heel veel nieuwe motorische vaardigheden (wordt niet zozeer mogelijk gemaakt doorverdergaande natuurlijke rijping als wel door op basis van ervaring gestuurde neurologische ontwikkeling raquo ook kunnen zij door steeds meer ervaring telkens nieuwe combinaties makenvan allerlei behendigheden die zij beheersen door toenemende lichaamskracht detoenemende grootte van de diverse ledematen en de verandering van lichaamsverhoudingenworden allemaal nieuwe bewegingen mogelijk)Grijpen en hanterenGrijpen naar iets wat hem wordt voorgehouden is een automatische neiging voor een babytot maand of negen laat kind reflexmatig los wat hij in zijn handjes heeft om het nieuwe tepakkenGrijpen bevindt zich op raakvlak van waarneming en motoriek (kind moet eerst handuitstrekken om iets te pakken in tegenstelling tot wanneer hem iets in handen wordt gegevenen daarvoor moet hij zien in welke richting en tot wat hij moet reiken) raquo vergt ooghandcooumlrdinatieOnder vijf maanden heeft baby moeite met reikend grijpen met zevenmaanden kunnen de meesten het wel raquo lijkt erop dat dit meer ligt aan een tekortschieten vande waarneming dan van de motoriekKunnen grijpen en vasthouden is ook de basis voor het kunnen hanteren van voorwerpenhanteren doelbewust kunnen besturen van een hand waarin zich een voorwerp bevindt datwordt gebruikt als instrumentLichaam en geestVermogens kan men opvatten als de mate waarin het zenuwstelsel het in zich heeftuitgebreide en verfijnde zenuwnetwerken en zenuwschakelstations te ontwikkelen niet alleende maten maar ook het tempo waarin het zenuwstelsel rijpt en ontwikkelt is in aanleggegeven raquo hierdoor ontstaat verschil tussen vlugge en langzame babyrsquosHet is wel zo dat bij een jong kind bewegingsmogelijkheden inspelen op de kansen ook deverstandelijke aanleg tot ontwikkeling te stimulerenSpecialisatie en stoornissenBij motorische vaardigheden kan men verschillende gebieden onderscheiden Training van deene vaardigheid komt de andere niet ten goede raquo sprake van een zeker specialisme raquo wordtversterkt door verschillen in lichaamsbouw lichaamsverhoudingen en spiermassaIn aanleg is kind meer of minder begaafd in mogelijke behendigheid van bepaaldelichaamsgebieden raquo hangt samen met wat het bijbehorende zenuwgebied aan potentieumllevermogens heeft raquo of die mogelijkheden ook gerealiseerd worden hangt af van de mate waarinhij gelegenheid krijgt zich daadwerkelijk in die behendigheid te oefenenBij motorische vaardigheden gaat het om willekeurige bewegingen Ook al verlopen dehandelingen door routine zo te zien vanzelf in de hersenen speelt zich eeninformatieverwerkingsproces af raquo gaat razendsnel zodat de betreffende persoon niet bewustkiest voor bepaalde beweging maar in hersenen wordt keuze wel gemaakt raquo er spelen globaalvier processen waarnemingsprikkels omtrent de situatie komen via zintuigzenuwen in dehersenen aan keuze voor de beste beweging wordt gemaakt prikkels voor de betreffendespieren worden naar de spierzintuigen doorgeseind raquo spieren bewegen (en dit af en aan in eenvloeiend bewegingspatroon)Wisselwerking tussen lichamelijk een geestelijke ontwikkeling10486961048696 Meer bewegingsmogelijkheden geeft meer ervaring en dus meer denkstof10486961048696 Meer begrip van omgevingskenmerken geeft meer bewegingsruimteTestsZie bladzijde 7980 Vier trajecten achter de motoriek waar iets kan haperen

10486961048696 Waarnemingsprikkels omtrent de situatie worden in de hersenen niet goed ontvangen10486961048696 Afweging in de hersenen van wat de beste reactie zou zijn gaat te langzaam10486961048696 Zenuwbanen die prikkels naar de spieren terugsturen zijn niet verfijnd genoeg10486961048696 Er zijn problemen met de spieren die in beweging zouden moeten komen

Hoofdstuk 9 Een veilige basisHechtingstheorie (Bowlby) richt zich specifiek op eerste twee levensjaren op de basis die danvoor latere zelfstandigheid wordt gelegd en voor het zelfvertrouwen waarmee het kind in dewereld staatVerschil tussen ontwikkeling van motoriek en zelfstandigheidMotoriek vanaf de geboorte gaat een kind rechtlijnig vooruit en wordt steeds een beetjegroter en sterkerZelfstandigheid na de geboorte eerst een verdieping van de afhankelijkheid en pas in hettweede levensjaar vooruitImprinting = het proces dat het van levensbelang is dat een jong er onmiddellijk na de geboorte onuitwisbaar van wordt doordrongen wie zijn moeder is en wie hij moet volgenDe vraag is of ook nu nog bij mensen het hechtingsproces begint met imprinting kort na degeboorte raquo andere mensen dan de biologische moeder hebben dan weinig kans deaanhankelijkheid van een kind op te wekkenWeinig psychologen geloven dat mensenkinderen oogcontact en huidcontact tussen moederen pasgeboren baby onherroepelijke voorwaarde is voor hechting raquo het kan wel eenbelangrijke ondersteuning zijn voor het op gang komen van het hechtingsprocesMoeder als startpunt voor andere relatiesBowlby ging ervan uit een baby zich aan eacuteeacuten volwassenen kan hechten en dat relaties metanderen pas later ontstaan en worden afgeleid van de relatie met de moederfiguur raquo hoeft nietde moeder te zijn maar degene die vanaf de geboorte als een moeder voor het kind zorgtKritieke of gevoelige periodenMet kritieke periode bedoeld Bowlby dat het neurologische systeem van het kind in dieperiode openstaat voor het opnemen van kennispatronen omtrent de moederfiguur raquo kritieke periode voorbij raquo de daarin thuishorende ervaringen kunnen nooit meer met eenzelfdeeffectiviteit worden opgenomenBonding = emotionele bandModerne psychologen kiezen voor gevoelige perioden ipv kritieke perioden (kind is inbepaalde perioden misschien wel bijzonder gevoelig voor bepaalde ervaringen doordatzenuwstelsel bepaalde rijping heeft bereikt maar datzelfde zenuwstelsel is plooibaar genoegom ook op andere momenten van bepaalde ervaringen te profiteren) raquo overleven betekent juisteen subtiel aanpassingsproces aan omstandigheden die nooit helemaal volmaakt zijn en dusnooit honderd procent speciale ervaringen in kritieke perioden opleveren (plasticiteit van hetneurologisch systeem)Zie blauwe schema bladzijde 180Van mensachtig naar individuele verschillenVan echte gevoelsverbondenheid is in het begin nog geen sprake (baby herkent moeders stemen geur maar heeft nog geen emotionele voorkeur voor haar) baby is wel soortgericht = meerorieumlnteren op soortgenoten dan op levenloze voorwerpen daarnaast is er ook een met deweek toenemende actieve gerichtheid (huilen kraaien vastpakken) raquo baby probeertsoortgenoot naar zich toe te lokken en bij zich te houdenGlimlach speelt heel speciale rol baby die een verwachtingsvol vertrouwen heeft kunnenkrijgen in de persoon (of de personen) die hem verzorgt zal hem of haar vanaf een week ofzes toelachen (geen imitatiegedrag en ook meer dan conditionering (voor iedere keer dat babymin of meer lachtrekjes vertoont wordt hij door vader en moeder extra lief bejegend)) het niet

gaan glimlachen kan een teken van een ontwikkelingsstoornis zijn na eerste lachen treedtleerproces op zuigeling merkt dat zijn glimlachen positief effect teweegbrengt in zijnomgeving raquo gaat het van lieverlee gebruiken om mensen gunstig te stemmen raquo verschijnsel indienst van overleving (ouders en vreemden raken er door vertederd raquo verhoogt kans opontferming over kind na wegvallen ouders)Met 30 weken worden gezichtsuitdrukkingen belangrijk om de interesse en de glimlach vaneen baby te wekken raquo baby kan dan pas individuele verschillen tussen mensen bepalenWil een kind zich aan bepaalde mensen kunnen hechten dan moet hij die mensen wel vananderen kunnen onderscheiden (eerste dertig weken nog niet mogelijk)Passieve en actieve gerichtheidPassief bij het zien van mensen reageert een baby met meer geluidjes bewegingen englimlachjes dan bij het zien van dingenActief door uit zichzelf te beginnen met geluidjes bewegingen en glimlachjes probeert eenbaby mensen naar zich toe te lokkenHechting in aanbouwMeeste leerprocessen voltrekken zich bij babyrsquos via conditionering (steeds weerkerendecombinaties van gebeurtenissen met slechts kleine variaties) raquo kind kan hierdoor met trial anderror komen van generalisatie tot discriminatie discriminatieproces is een leerproces datgeholpen wordt als moeder erin slaagt zichzelf in hoge mate voorspelbaar te maken voor haarkind (vast patroon van zorg en vooral van interactie met kind)Kind leert eerst de moederfiguur onderscheiden van andere mensen daarna volgt emotionelebinding (hechting) in de periode dat moeder al weacutel wordt herkend lijken alle andere mensenvoor het kind nog op elkaar raquo als groep hebben zij voor hem wel het vertrouwde mensachtigeen als zodanig vindt hij ze niet eng raquo oog voor eindeloze variaties raquo steeds meer onbekendenmet daartussen slechts een paar bekenden raquo aanhankelijkheid aan moeder komt dan tot uiting(in voorafgaande maanden onmerkbaar en geleidelijk gegroeid) raquo huilen bij moederwegkruipen = eenkennigheid (plusmn 30 weken) raquo hiermee fase ldquohechting in aanbouwrdquo (Bowlby ldquoattachment in the makingrdquo) afgesloten eenkennigheid kan naar gelang de aard van het kindzeer intens tot nauwelijks merkbaar zijn niet bij alle kinderen is een dramatische en lastigevreemdenangst te zienExploratie en ontwikkelingKind zorsquon zes agrave zeven maanden gebleken dat kind in nabijheid van moeder meer rondkijktrondkruipt en rondloopt en meer met speeltjes in de weer is raquo aanhankelijkheid aan moederstaat mede in dienst van de verstandelijke motorische en (destimulerende rol van moeder is te verklaren door te zeggen dat zij een bekend en vertrouwdelement is in een telkens wisselende situatie en als zodanig voor het kind een startpunt om viatrial and error ook over andere elementen iets te leren)Het kijken naar moeder kan voor een kind de plaats innemen van de moeder aan willen raken(op afstand lijkt moeder ook een veilige basis voor het kind)Kind van twee jaar kan en durft steeds meer raquo durft steeds verder bij moeder vandaan en haaruit het oog te verliezen raquo wel steeds even kijken of moeder er nog is op gegeven momentdurft veilig gehecht kind tegen moeder in te gaan dingen te doen die zij niet wil zijn eigenzin doordrijven (conflicten ontstaan doordat kind motorisch instaat is dingen te doen waarvanhij verstandelijk nog niet beseft dat zij gevaarlijk hinderlijk of onherstelbaar zijn)Kind durft risico aan moeder boos te maken maar is ook bang moeder kwijt te raken raquoscheidingsangstverlatingsangst (niet bij ieder kind even hevig tijd van kinderangsten vooralrsquos nachts)Veilige hechting helpt ontwikkeling raquo kinderen met veilige hechtingsrelaties lijken zich watbetreft sommige aspecten iets beter en sneller te ontwikkelen dan kinderen met onveiligehechtingsrelaties

Onveilige hechtingsrelaties kind heeft geen keus (afhankelijkheid van die bepaaldevolwassene)De vreemde situatieZie bladzijde 186187 voor het meetinstrument ldquode Vreemde SituatierdquoHechtingsgedrag van een kind is niet alleen een kenmerk van dat kind maar vooral ook vande relatie raquo de theorie is dat door bepaald gedrag van de volwassene het kind zich veilig danwel onveilig is gaan voelen en verschillende volwassenen kunnen op verschillende wijze methet kind omgaan raquo verschillende hechtingsrelaties kunnen ontstaanVeilig of onveilig gehechtVier soorten hechtingA ndash Afstand onveilig gehecht met een zeker onverschilligheid (vermijdend afstandelijk)B ndash Basis veilig gehecht met vertrouwen en een zekere durfC ndash Contact onveilig gehecht vastklampend uit onzekerheid (ambivalentie)D ndash Desorieumlntatie kind weet niet goed waar hij het zoeken moet (combinatie van A en C)Zie bladzijde 187 tm 189 voor voorbeelden en uitleg bij de vier soorten hechtingHechtingsrelaties buiten het laboratoriumZie bladzijde 189Aard van de moeder(figuur)In hechtingstheorie worden moeders gedrag en emotionele instelling gezien als belangrijksteoorzaken van het ontstaan van een veilige dan wel onveilige hechtingsrelatie (vooralsensitiviteit en responsiviteit waarmee moederfiguur reageert op gedrag en emotionele nodenvan kind) uit veel van de gevallen van streng gecontroleerd onderzoek blijkt het verbandtussen sensitiviteit en responsiviteit van de moeder en veilige hechting van het kind te zwakom van een wetmatigheid te kunnen sprekenZie bladzijde 189190Aard van het kindWelke factoren behalve het gedrag van moeder of moederfiguur zouden een rol kunnenspelen De vraag ligt voor de hand op welke wijze het temperament en andere kenmerken vanhet kind zelf bijdragen aan het ontstaan van een bepaald type hechtingsrelatie raquo kan op driemanieren gebeuren1 doordat het temperament van het kind de ouder beiumlnvloedt bij het ontwikkelen van eenbepaald patroon van hechtingsgedrag2 doordat omgekeerd een bepaald soort hechtingsrelatie invloed heeft op hettemperament van het kind (temperament is ook veranderlijk ligt niet geheel vast bij degeboorte)3 de waarnemers die de aard van de hechtingsrelatie moeten vaststellen worden zelf ookbeiumlnvloed door het temperament van het kindTot nu toe weinig samenhang gebleken tussen temperamentverschillen en de typenhechtingsrelatie zoals die worden vastgesteld met de vreemde situatieZie bladzijde 190191GezinsomstandighedenVeilige relaties zijn gezinskenmerken geen exclusieve kindkenmerken En positievekenmerken van het gezin zoals ook opleiding en welstandsniveau vergroten de kans opveilige relaties waarbinnen de kinderen zich beter kunnen ontwikkelenVerhoogde kans op veilige hechting- bij moeder sensitiviteit- bijvader inlevingsvermogen- bij kind gemakkelijk temperament- in gezin geen problemen

VadersZie bladzijde 192 tm 194Broertjes en zusjesBroertjes en zusjes zijn belangrijk voor elkaars emotionele ontwikkeling elkaars nabijheidbiedt veiligheidZie bladzijde 194Kind ontwikkelt klaarblijkelijk niet allee aanhankelijkheid jegens degene die doelgericht enverzorgend met hem bezig is maar ook jegens wie hij louter gewend is veel en vaak om zichheen te zien en te horen alleen maar vertrouwd contact zonder dat een bepaalde behoeftewordt bevredigd kan ook een band scheppen en een gevoel van geborgenheid gevenKnuffelsGehechtheid van kinderen aan knuffellap of ndashbeest ook gezien als een middel om hetgescheiden-zijn van moeder te overbruggen raquo ze worden door het kind beleefd als iets watemotioneel met moeder te maken heeftDrie verklaringen voor knuffels1 in leerproces geconditioneerd2 teken van beeldende fantasie3 overdracht van gehechtheidZie ook bladzijde 195 voor uitlegWaarom het ene kind wel en het andere kind geen knuffel heeft is niet duidelijk Behalve hetidee dat het iets te maken heeft met fantasie en creativiteit is er een aanwijzing dat kinderenmet sterke orale behoeften er eerder toe komen er is een hoge correlatie met duimenDuimzuigen ndash of zuigen op een speen ndash en het bevoelen van een knuffel hebben met elkaargemeen dat er een kalmerende en angstverminderende werking van uitgaat Daarbij lijkt hetop het ritmisch bewegen bij het wiegen en schommelen Bepaalde delen van de hersenenworden er wellicht door geprikkeld waardoor andere ndash onrustzaaiende en angstaanjagende ndashprikkels niet kunnen doordringenKinderopvangZie bladzijde 196197AdoptieBij veel diersoorten is gebleken dat het plotseling of onvrijwillig verbreken van een relatiemet een hechtingsfiguur een bron van grote spanning is die zich uit in gedrag dat wijst opangst en onzekerheid zo ook bij de mensHechting bij adoptie- als het kind bij adoptie jonger is dan dertig weken zelfs vaker veilig gehecht- als het kind zich in eigen land als heeft gehecht aanvankelijk problemen- hij kan dat hechtingsgevoel en ndashgedrag overdragen op zijn adoptiefoudersZie bladzijde 198199EchtscheidingKinderen tussen 2 en 8 jaar echtscheiding moeilijk te begrijpen en te aanvaarden geneigd omschuld voor scheiding bij zichzelf te zoeken kunnen minder gemakkelijk troost en afleidingzoeken buiten het gezinAan echtscheiding gaan dikwijls lange perioden vooraf met heftige ruzies en ook geweld raquoleidt tot angst en verdriet bij kinderenHet aantal kinderen dat ernstige gedrags- of emotionele problemen ervaart na eenechtscheiding is twee tot drie keer zo groot als bij kinderen die dit niet hoeven door te makenGedragsproblemen komen meer voor bij jongens en emotionele problemen meer bij meisjesHet kind past zich het beste aan als gescheiden ouders in staat zijn een goede relatie te blijvenonderhouden en als de verzorgende ouder warm en steunend blijft inspeelt op de behoeftenvan het kind en het met vaste hand begeleidt in zijn ontwikkeling

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 5: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

op basis van sekseverschil het volgende geconstateerd bij een meisje is de relatie diede moeder met haacuteaacuter moeder had van invloed op hoe zij moedert Als het gaat om eenjongetje is die invloed minder Dan speelt de relatie die moeder met haar vader hadeen rol10486961048696 Leeftijd bijvoorbeeld teenager-moeders raquo halen door moederschap zelfstandigheid enmoederschap naar zich toe (iets van jezelf om voor te zorgen) raquo merken dat hun kindveel veeleisender is dan ze hadden verwacht uit onderzoek blijkt dat deze moedersminder makkelijk inspelen op de behoeften van de baby er blijkt dat er minderstimulansen van zulke jonge moeders uitgaan raquo verklaring die men daar voor geeftwordt in twee redeneringen onderscheiden1 Sociaal-economische en cognitieve factoren het gaat meestal om minderintelligente meisjes met weinig opleiding met geldzorgen en die meerverwijten dan steun van familie krijgen2 Ontwikkelingspsychologisch adolescenten bevinden zich in eenbetrekkelijk egocentrische fase en zijn vooral bezig met de indruk die zij opanderen maken Bij sommigen brengt de ouderlijke zorg voor een babyechter een groeispurt teweeg de volwassenheid in met de daarbij horendesensitiviteit jegens anderen en dus ook jegens het kind Relatief zijn er veelteenager-moeders voor wie het kind een verstorende factor is in deze fasevan hun ontwikkeling raquo twee reacties dan mogelijk heel passieve of heelagressieve houding jegens de baby10486961048696 Alleenstaand of niet Wel of geen baan Uit de praktijk krijgt men de indruk dat als moeder ten minsteenkele uren haar aandacht op werk kan richten dit de moeder-kindrelatie ten goedekomt baby enige daginvulling vaak niet gunstig raquo zij ziet dan te veel en maakt zichdan ook onnodig zorgen moeder die fulltime buitenshuis werkt ongunstig omdat danhet gevaar van overbelasting dreigtDaarnaast is er een groot verschil tussen afmattend en licht werk en tussengeestdodend en stimulerend werk Belangrijk is ook onderscheid tussen wat eenmoeder graag zou willen en wat haar feitelijke situatie is10486961048696 Relatie met vader10486961048696 Dromen en wensen denk bijvoorbeeld aan donorinseminatie of in-vitrofertilisatie (zieook bladzijde 4445)10486961048696 Sociaal niveau moeders uit lagere milieus gingen er vaker van uit dat veel van dekinderen al vastligt en zij waren banger hun kinderen te verwennen zonder dat dat ietsafdeed aan de genegenheid voor hun babyInbreng van de vaderBiologisch gezien vader alleen nodig voor bevruchting van moederVaders en hun baby10486961048696 Niet meer nodig voor de overleving wel voor de emotionele steun10486961048696 Wie meeleeft met de zwangerschap is later meer met de baby bezig10486961048696 Keizersnede en vroeggeboorte maken dat vader meer mee zorgt10486961048696 Of hij mee zou willen zorgen is belangrijker dan ertoe in staat zijn10486961048696 Hoe ouder en hoe minder belangrijk de carriegravere des te meer hij mee zorgt10486961048696 Vaders zijn springeriger en prikkelen hun babyrsquos meer tot activiteitZie ook bladzijde 45 tm 48Rol van omgevingsfactoren10486961048696 Woonomstandigheden10486961048696 Werksituatie10486961048696 Stressvolle ervaringen

10486961048696 Gif en verontreinigingInvloed van stress tijdens zwangerschap10486961048696 Psychosociaal moeder is depressief door diverse oorzaken en kan zich niet op dekomst van het kind voorbereiden10486961048696 Biologisch moeders hoge bloeddruk en hormonale processen beiumlnvloeden delichamelijke ontwikkeling van het kind10486961048696 Indirect biologisch door stress gaat moeder roken drinken of drugs gebruiken watnadelig is voor het kindOnderscheid moet worden gemaakt tussen stress die de moederlijke aandacht en zorgvermindert (samenspel van psychologische factoren dat de moeder depressief maaktverhuizen uit vertrouwde omgeving verlies van werk gemis van collegarsquos gebondenheid aanhuis vader vanwege carriegravere nauwelijks thuis raquo sociaal isolement) en stress die delichamelijke toestand van het kind beiumlnvloedt (stress die via neurofysiologische processen detoestand van het ongeboren kind raakt (hoge bloeddruk hormonale processen raquo verminderingvan bloedtoevoer naar foetus)Alcohol en nicotine mensen gaan in stressvolle situaties roken of drinken raquo stoffen leiden totgroeiachterstand raquo dysmatuur (te laag geboortegewicht)

Hoofdstuk 4 LichaamsbeheersingReflexenEerste bewegingen zijn reflexbewegingen reflexen bestuurd vanuit hersenstam (een oud deelvan de hersenen dwz een deel dat zich vroeg in de evolutie heeft ontwikkeld)mensenkinderen leren in de loop der tijd vele bewust bestuurde bewegingen bij raquogecooumlrdineerd vanuit de hersenstamHet deel van de hersenen dat de onwillekeurige bewegingen (reflexen) bestuurt is bij degeboorte volledig ontwikkeldKinderen worden geboren met10486961048696 De omklemmingsreflex (Moro-reflex) baby voor zich vasthouden raquo plotselinghoofdje heel even niet steunen zodat het een eindje zakt raquo kind spreidt armpjes enbeentjes wijd uit en sluit ze dan weer met een zwaai naar voren alsof hij zijn moederwil omklemmen10486961048696 De voetgrijpreflex voetzool zacht aanraken raquo teentjes sluiten onmiddellijk om datgenewat voor de aanraking gebruikt werd10486961048696 De handgrijpreflex handpalm zacht aanraken raquo vingertjes sluiten onmiddellijk omdatgene wat voor de aanraking gebruikt werdGrijpreflexen verdwijnen grotendeels in eerste halfjaarPlaatsingsreflex stapreflex en kruipreflex zijn voorbeelden van reflexen die bij opgroeienworden vervangen door willekeurig bestuurde bewegingen die echter wel op vrijwel hetzelfdeneerkomenMen denkt dat het willekeurig zenuwstelsel bij het leren van behendigheid voortbouwt op watin het onwillekeurig zenuwstelsel aan bewegingsmogelijkheid is gegevenVerschil tussen reflex en vaardigheid10486961048696 Reflex onwillekeurige beweging bestuurd door de ouder hersenstam10486961048696 Vaardigheid willekeurige beweging bestuurd door de jonge hersenschorsReflexen van een pasgeborene10486961048696 Alleen van nut als baby zuigreflex10486961048696 Het hele leven van nut oogreflex (sluiten van het oog zodra er een plotselingelichtflits een zuchtje wind of een voorwerp op af komt)10486961048696 Vroeger voor baby van nut omklemmingsreflex handgrijpreflex en voetgrijpreflex10486961048696 Vroeger een leven lang van nut plaatsingsreflex

10486961048696 Basis voor latere motoriek stapreflex en kruipreflexRijping en oefeningDe steeds grotere lichaamsbeweging (zittenkruipenstaanlopenklimmen) is in de eersteplaats een resultaat van rijping en niet van ervaringOefening heeft alleen zin van de lichaamsbewegingen waar het kind aan toe is die hij al eenbeetje lijkt te beheersen (gebruik van hersenen zenuwbanen en spieren is stimulerend voorverdere ontwikkeling) Oefenen heeft geen zin om rijping van zenuwbanen en spieren te versnellen maar heeft welzin om gerijpte zenuwbanen en spieren verder te verfijnenGebogen houding en vaste rijpingsvolgordeTwee aspecten van de rijping1 Spierspanning zenuwstelsel aanvankelijk ingericht dat spanning in buigspieren vanledematen vele malen groter is dan die in de strekspieren in eerste maanden is allesaan baby dan ook gebogen voor lichaamsbeheersing is een subtiel samenspel nodigvan buigen en strekken van spieren raquo kan geen sprake van zijn zolang de buigspanningzo veel groter is dan de strekspanning eerste echte beheersing van spieren begint intweede maand2 Het successievelijk leren beheersen van de diverse spieren verloopt volgens eenpatroon met een vaste volgorde spieren die dichtst bij hersenen liggen komen heteerst onder controle (halsspieren ndash schouderspieren ndash op tenen staan pas tussen drie envijf jaar ndash op eacuteeacuten been staan met zes jaar)Lichaamsbeweging heeft te maken met10486961048696 Neurologische rijpheid10486961048696 Spiermassa en -kracht10486961048696 Lichaamsverhoudingen10486961048696 Omvang vetkussentjesKruipen en lopenWat gebeurt er bij kruipen en lopen1 Besturing van de links-rechtsafwisseling nodig afwisselen van links en rechts vereistlateralisatie (het verschijnsel dat de hersenen uit twee helften bestaan die tot op zekerehoogte elk hun specialismen hebben rechterhelft van lichaam bestuurd vanuitlinkerhelft van hersenen en omgekeerd raquo komt doordat zenuwbanen die vanuit dehersenen naar de rest van het lichaam lopen elkaar in het hoofd vlak achter de ogenkruisen) en cooumlrdinatie van beide hersenhelften2 Een toenemende beheersing van het eigen lichaamsgewicht (met name bij het lopen)evenwicht van belang raquo nodig dat de hersenen via zenuwbanen van de spierzintuigende allerfijnste gegevens kunnen opvangen over de stand van talrijke spierentegelijkertijdFijne en grove motoriekGrove motoriek grote gebaren mbv spieren en spiergroepen dicht bij de romp (zwaaienbukken traplopen fietsen duikelen)Fijne motoriek de kleine bewegingen die je met handen en vingers maakt (pakken vanspeelgoedje leggen van puzzelstukje vasthouden van rozijn sturen van tekenstift overpapier indrukken van televisieknopje in elkaar zetten van modelvliegtuig)Grove motoriek loopt steeds stap voor op de ermee in verband staande fijne motoriek binnenfijne motoriek is ook weer onderscheid te maken lopen van lsquofijnrsquo maar lsquouitgesprokenpriegelwerkrsquo al naargelang ook de allerkleinste spieren ervoor nodig is raquo of en de matewaarin kind die allerfijnste spieren leert beheersen hangt voor een groot deel af van zijnaanleg of zijn zenuwstelsel de mogelijkheid voor die verfijning in zich heeftOntwikkeling van grove motoriek iets eerder afgerond dan die van de fijne

Met zes zeven jaar beheersen meeste kinderen basisvaardigheden raquo jaren daarna leren zij nogwel heel veel nieuwe motorische vaardigheden (wordt niet zozeer mogelijk gemaakt doorverdergaande natuurlijke rijping als wel door op basis van ervaring gestuurde neurologische ontwikkeling raquo ook kunnen zij door steeds meer ervaring telkens nieuwe combinaties makenvan allerlei behendigheden die zij beheersen door toenemende lichaamskracht detoenemende grootte van de diverse ledematen en de verandering van lichaamsverhoudingenworden allemaal nieuwe bewegingen mogelijk)Grijpen en hanterenGrijpen naar iets wat hem wordt voorgehouden is een automatische neiging voor een babytot maand of negen laat kind reflexmatig los wat hij in zijn handjes heeft om het nieuwe tepakkenGrijpen bevindt zich op raakvlak van waarneming en motoriek (kind moet eerst handuitstrekken om iets te pakken in tegenstelling tot wanneer hem iets in handen wordt gegevenen daarvoor moet hij zien in welke richting en tot wat hij moet reiken) raquo vergt ooghandcooumlrdinatieOnder vijf maanden heeft baby moeite met reikend grijpen met zevenmaanden kunnen de meesten het wel raquo lijkt erop dat dit meer ligt aan een tekortschieten vande waarneming dan van de motoriekKunnen grijpen en vasthouden is ook de basis voor het kunnen hanteren van voorwerpenhanteren doelbewust kunnen besturen van een hand waarin zich een voorwerp bevindt datwordt gebruikt als instrumentLichaam en geestVermogens kan men opvatten als de mate waarin het zenuwstelsel het in zich heeftuitgebreide en verfijnde zenuwnetwerken en zenuwschakelstations te ontwikkelen niet alleende maten maar ook het tempo waarin het zenuwstelsel rijpt en ontwikkelt is in aanleggegeven raquo hierdoor ontstaat verschil tussen vlugge en langzame babyrsquosHet is wel zo dat bij een jong kind bewegingsmogelijkheden inspelen op de kansen ook deverstandelijke aanleg tot ontwikkeling te stimulerenSpecialisatie en stoornissenBij motorische vaardigheden kan men verschillende gebieden onderscheiden Training van deene vaardigheid komt de andere niet ten goede raquo sprake van een zeker specialisme raquo wordtversterkt door verschillen in lichaamsbouw lichaamsverhoudingen en spiermassaIn aanleg is kind meer of minder begaafd in mogelijke behendigheid van bepaaldelichaamsgebieden raquo hangt samen met wat het bijbehorende zenuwgebied aan potentieumllevermogens heeft raquo of die mogelijkheden ook gerealiseerd worden hangt af van de mate waarinhij gelegenheid krijgt zich daadwerkelijk in die behendigheid te oefenenBij motorische vaardigheden gaat het om willekeurige bewegingen Ook al verlopen dehandelingen door routine zo te zien vanzelf in de hersenen speelt zich eeninformatieverwerkingsproces af raquo gaat razendsnel zodat de betreffende persoon niet bewustkiest voor bepaalde beweging maar in hersenen wordt keuze wel gemaakt raquo er spelen globaalvier processen waarnemingsprikkels omtrent de situatie komen via zintuigzenuwen in dehersenen aan keuze voor de beste beweging wordt gemaakt prikkels voor de betreffendespieren worden naar de spierzintuigen doorgeseind raquo spieren bewegen (en dit af en aan in eenvloeiend bewegingspatroon)Wisselwerking tussen lichamelijk een geestelijke ontwikkeling10486961048696 Meer bewegingsmogelijkheden geeft meer ervaring en dus meer denkstof10486961048696 Meer begrip van omgevingskenmerken geeft meer bewegingsruimteTestsZie bladzijde 7980 Vier trajecten achter de motoriek waar iets kan haperen

10486961048696 Waarnemingsprikkels omtrent de situatie worden in de hersenen niet goed ontvangen10486961048696 Afweging in de hersenen van wat de beste reactie zou zijn gaat te langzaam10486961048696 Zenuwbanen die prikkels naar de spieren terugsturen zijn niet verfijnd genoeg10486961048696 Er zijn problemen met de spieren die in beweging zouden moeten komen

Hoofdstuk 9 Een veilige basisHechtingstheorie (Bowlby) richt zich specifiek op eerste twee levensjaren op de basis die danvoor latere zelfstandigheid wordt gelegd en voor het zelfvertrouwen waarmee het kind in dewereld staatVerschil tussen ontwikkeling van motoriek en zelfstandigheidMotoriek vanaf de geboorte gaat een kind rechtlijnig vooruit en wordt steeds een beetjegroter en sterkerZelfstandigheid na de geboorte eerst een verdieping van de afhankelijkheid en pas in hettweede levensjaar vooruitImprinting = het proces dat het van levensbelang is dat een jong er onmiddellijk na de geboorte onuitwisbaar van wordt doordrongen wie zijn moeder is en wie hij moet volgenDe vraag is of ook nu nog bij mensen het hechtingsproces begint met imprinting kort na degeboorte raquo andere mensen dan de biologische moeder hebben dan weinig kans deaanhankelijkheid van een kind op te wekkenWeinig psychologen geloven dat mensenkinderen oogcontact en huidcontact tussen moederen pasgeboren baby onherroepelijke voorwaarde is voor hechting raquo het kan wel eenbelangrijke ondersteuning zijn voor het op gang komen van het hechtingsprocesMoeder als startpunt voor andere relatiesBowlby ging ervan uit een baby zich aan eacuteeacuten volwassenen kan hechten en dat relaties metanderen pas later ontstaan en worden afgeleid van de relatie met de moederfiguur raquo hoeft nietde moeder te zijn maar degene die vanaf de geboorte als een moeder voor het kind zorgtKritieke of gevoelige periodenMet kritieke periode bedoeld Bowlby dat het neurologische systeem van het kind in dieperiode openstaat voor het opnemen van kennispatronen omtrent de moederfiguur raquo kritieke periode voorbij raquo de daarin thuishorende ervaringen kunnen nooit meer met eenzelfdeeffectiviteit worden opgenomenBonding = emotionele bandModerne psychologen kiezen voor gevoelige perioden ipv kritieke perioden (kind is inbepaalde perioden misschien wel bijzonder gevoelig voor bepaalde ervaringen doordatzenuwstelsel bepaalde rijping heeft bereikt maar datzelfde zenuwstelsel is plooibaar genoegom ook op andere momenten van bepaalde ervaringen te profiteren) raquo overleven betekent juisteen subtiel aanpassingsproces aan omstandigheden die nooit helemaal volmaakt zijn en dusnooit honderd procent speciale ervaringen in kritieke perioden opleveren (plasticiteit van hetneurologisch systeem)Zie blauwe schema bladzijde 180Van mensachtig naar individuele verschillenVan echte gevoelsverbondenheid is in het begin nog geen sprake (baby herkent moeders stemen geur maar heeft nog geen emotionele voorkeur voor haar) baby is wel soortgericht = meerorieumlnteren op soortgenoten dan op levenloze voorwerpen daarnaast is er ook een met deweek toenemende actieve gerichtheid (huilen kraaien vastpakken) raquo baby probeertsoortgenoot naar zich toe te lokken en bij zich te houdenGlimlach speelt heel speciale rol baby die een verwachtingsvol vertrouwen heeft kunnenkrijgen in de persoon (of de personen) die hem verzorgt zal hem of haar vanaf een week ofzes toelachen (geen imitatiegedrag en ook meer dan conditionering (voor iedere keer dat babymin of meer lachtrekjes vertoont wordt hij door vader en moeder extra lief bejegend)) het niet

gaan glimlachen kan een teken van een ontwikkelingsstoornis zijn na eerste lachen treedtleerproces op zuigeling merkt dat zijn glimlachen positief effect teweegbrengt in zijnomgeving raquo gaat het van lieverlee gebruiken om mensen gunstig te stemmen raquo verschijnsel indienst van overleving (ouders en vreemden raken er door vertederd raquo verhoogt kans opontferming over kind na wegvallen ouders)Met 30 weken worden gezichtsuitdrukkingen belangrijk om de interesse en de glimlach vaneen baby te wekken raquo baby kan dan pas individuele verschillen tussen mensen bepalenWil een kind zich aan bepaalde mensen kunnen hechten dan moet hij die mensen wel vananderen kunnen onderscheiden (eerste dertig weken nog niet mogelijk)Passieve en actieve gerichtheidPassief bij het zien van mensen reageert een baby met meer geluidjes bewegingen englimlachjes dan bij het zien van dingenActief door uit zichzelf te beginnen met geluidjes bewegingen en glimlachjes probeert eenbaby mensen naar zich toe te lokkenHechting in aanbouwMeeste leerprocessen voltrekken zich bij babyrsquos via conditionering (steeds weerkerendecombinaties van gebeurtenissen met slechts kleine variaties) raquo kind kan hierdoor met trial anderror komen van generalisatie tot discriminatie discriminatieproces is een leerproces datgeholpen wordt als moeder erin slaagt zichzelf in hoge mate voorspelbaar te maken voor haarkind (vast patroon van zorg en vooral van interactie met kind)Kind leert eerst de moederfiguur onderscheiden van andere mensen daarna volgt emotionelebinding (hechting) in de periode dat moeder al weacutel wordt herkend lijken alle andere mensenvoor het kind nog op elkaar raquo als groep hebben zij voor hem wel het vertrouwde mensachtigeen als zodanig vindt hij ze niet eng raquo oog voor eindeloze variaties raquo steeds meer onbekendenmet daartussen slechts een paar bekenden raquo aanhankelijkheid aan moeder komt dan tot uiting(in voorafgaande maanden onmerkbaar en geleidelijk gegroeid) raquo huilen bij moederwegkruipen = eenkennigheid (plusmn 30 weken) raquo hiermee fase ldquohechting in aanbouwrdquo (Bowlby ldquoattachment in the makingrdquo) afgesloten eenkennigheid kan naar gelang de aard van het kindzeer intens tot nauwelijks merkbaar zijn niet bij alle kinderen is een dramatische en lastigevreemdenangst te zienExploratie en ontwikkelingKind zorsquon zes agrave zeven maanden gebleken dat kind in nabijheid van moeder meer rondkijktrondkruipt en rondloopt en meer met speeltjes in de weer is raquo aanhankelijkheid aan moederstaat mede in dienst van de verstandelijke motorische en (destimulerende rol van moeder is te verklaren door te zeggen dat zij een bekend en vertrouwdelement is in een telkens wisselende situatie en als zodanig voor het kind een startpunt om viatrial and error ook over andere elementen iets te leren)Het kijken naar moeder kan voor een kind de plaats innemen van de moeder aan willen raken(op afstand lijkt moeder ook een veilige basis voor het kind)Kind van twee jaar kan en durft steeds meer raquo durft steeds verder bij moeder vandaan en haaruit het oog te verliezen raquo wel steeds even kijken of moeder er nog is op gegeven momentdurft veilig gehecht kind tegen moeder in te gaan dingen te doen die zij niet wil zijn eigenzin doordrijven (conflicten ontstaan doordat kind motorisch instaat is dingen te doen waarvanhij verstandelijk nog niet beseft dat zij gevaarlijk hinderlijk of onherstelbaar zijn)Kind durft risico aan moeder boos te maken maar is ook bang moeder kwijt te raken raquoscheidingsangstverlatingsangst (niet bij ieder kind even hevig tijd van kinderangsten vooralrsquos nachts)Veilige hechting helpt ontwikkeling raquo kinderen met veilige hechtingsrelaties lijken zich watbetreft sommige aspecten iets beter en sneller te ontwikkelen dan kinderen met onveiligehechtingsrelaties

Onveilige hechtingsrelaties kind heeft geen keus (afhankelijkheid van die bepaaldevolwassene)De vreemde situatieZie bladzijde 186187 voor het meetinstrument ldquode Vreemde SituatierdquoHechtingsgedrag van een kind is niet alleen een kenmerk van dat kind maar vooral ook vande relatie raquo de theorie is dat door bepaald gedrag van de volwassene het kind zich veilig danwel onveilig is gaan voelen en verschillende volwassenen kunnen op verschillende wijze methet kind omgaan raquo verschillende hechtingsrelaties kunnen ontstaanVeilig of onveilig gehechtVier soorten hechtingA ndash Afstand onveilig gehecht met een zeker onverschilligheid (vermijdend afstandelijk)B ndash Basis veilig gehecht met vertrouwen en een zekere durfC ndash Contact onveilig gehecht vastklampend uit onzekerheid (ambivalentie)D ndash Desorieumlntatie kind weet niet goed waar hij het zoeken moet (combinatie van A en C)Zie bladzijde 187 tm 189 voor voorbeelden en uitleg bij de vier soorten hechtingHechtingsrelaties buiten het laboratoriumZie bladzijde 189Aard van de moeder(figuur)In hechtingstheorie worden moeders gedrag en emotionele instelling gezien als belangrijksteoorzaken van het ontstaan van een veilige dan wel onveilige hechtingsrelatie (vooralsensitiviteit en responsiviteit waarmee moederfiguur reageert op gedrag en emotionele nodenvan kind) uit veel van de gevallen van streng gecontroleerd onderzoek blijkt het verbandtussen sensitiviteit en responsiviteit van de moeder en veilige hechting van het kind te zwakom van een wetmatigheid te kunnen sprekenZie bladzijde 189190Aard van het kindWelke factoren behalve het gedrag van moeder of moederfiguur zouden een rol kunnenspelen De vraag ligt voor de hand op welke wijze het temperament en andere kenmerken vanhet kind zelf bijdragen aan het ontstaan van een bepaald type hechtingsrelatie raquo kan op driemanieren gebeuren1 doordat het temperament van het kind de ouder beiumlnvloedt bij het ontwikkelen van eenbepaald patroon van hechtingsgedrag2 doordat omgekeerd een bepaald soort hechtingsrelatie invloed heeft op hettemperament van het kind (temperament is ook veranderlijk ligt niet geheel vast bij degeboorte)3 de waarnemers die de aard van de hechtingsrelatie moeten vaststellen worden zelf ookbeiumlnvloed door het temperament van het kindTot nu toe weinig samenhang gebleken tussen temperamentverschillen en de typenhechtingsrelatie zoals die worden vastgesteld met de vreemde situatieZie bladzijde 190191GezinsomstandighedenVeilige relaties zijn gezinskenmerken geen exclusieve kindkenmerken En positievekenmerken van het gezin zoals ook opleiding en welstandsniveau vergroten de kans opveilige relaties waarbinnen de kinderen zich beter kunnen ontwikkelenVerhoogde kans op veilige hechting- bij moeder sensitiviteit- bijvader inlevingsvermogen- bij kind gemakkelijk temperament- in gezin geen problemen

VadersZie bladzijde 192 tm 194Broertjes en zusjesBroertjes en zusjes zijn belangrijk voor elkaars emotionele ontwikkeling elkaars nabijheidbiedt veiligheidZie bladzijde 194Kind ontwikkelt klaarblijkelijk niet allee aanhankelijkheid jegens degene die doelgericht enverzorgend met hem bezig is maar ook jegens wie hij louter gewend is veel en vaak om zichheen te zien en te horen alleen maar vertrouwd contact zonder dat een bepaalde behoeftewordt bevredigd kan ook een band scheppen en een gevoel van geborgenheid gevenKnuffelsGehechtheid van kinderen aan knuffellap of ndashbeest ook gezien als een middel om hetgescheiden-zijn van moeder te overbruggen raquo ze worden door het kind beleefd als iets watemotioneel met moeder te maken heeftDrie verklaringen voor knuffels1 in leerproces geconditioneerd2 teken van beeldende fantasie3 overdracht van gehechtheidZie ook bladzijde 195 voor uitlegWaarom het ene kind wel en het andere kind geen knuffel heeft is niet duidelijk Behalve hetidee dat het iets te maken heeft met fantasie en creativiteit is er een aanwijzing dat kinderenmet sterke orale behoeften er eerder toe komen er is een hoge correlatie met duimenDuimzuigen ndash of zuigen op een speen ndash en het bevoelen van een knuffel hebben met elkaargemeen dat er een kalmerende en angstverminderende werking van uitgaat Daarbij lijkt hetop het ritmisch bewegen bij het wiegen en schommelen Bepaalde delen van de hersenenworden er wellicht door geprikkeld waardoor andere ndash onrustzaaiende en angstaanjagende ndashprikkels niet kunnen doordringenKinderopvangZie bladzijde 196197AdoptieBij veel diersoorten is gebleken dat het plotseling of onvrijwillig verbreken van een relatiemet een hechtingsfiguur een bron van grote spanning is die zich uit in gedrag dat wijst opangst en onzekerheid zo ook bij de mensHechting bij adoptie- als het kind bij adoptie jonger is dan dertig weken zelfs vaker veilig gehecht- als het kind zich in eigen land als heeft gehecht aanvankelijk problemen- hij kan dat hechtingsgevoel en ndashgedrag overdragen op zijn adoptiefoudersZie bladzijde 198199EchtscheidingKinderen tussen 2 en 8 jaar echtscheiding moeilijk te begrijpen en te aanvaarden geneigd omschuld voor scheiding bij zichzelf te zoeken kunnen minder gemakkelijk troost en afleidingzoeken buiten het gezinAan echtscheiding gaan dikwijls lange perioden vooraf met heftige ruzies en ook geweld raquoleidt tot angst en verdriet bij kinderenHet aantal kinderen dat ernstige gedrags- of emotionele problemen ervaart na eenechtscheiding is twee tot drie keer zo groot als bij kinderen die dit niet hoeven door te makenGedragsproblemen komen meer voor bij jongens en emotionele problemen meer bij meisjesHet kind past zich het beste aan als gescheiden ouders in staat zijn een goede relatie te blijvenonderhouden en als de verzorgende ouder warm en steunend blijft inspeelt op de behoeftenvan het kind en het met vaste hand begeleidt in zijn ontwikkeling

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 6: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

10486961048696 Gif en verontreinigingInvloed van stress tijdens zwangerschap10486961048696 Psychosociaal moeder is depressief door diverse oorzaken en kan zich niet op dekomst van het kind voorbereiden10486961048696 Biologisch moeders hoge bloeddruk en hormonale processen beiumlnvloeden delichamelijke ontwikkeling van het kind10486961048696 Indirect biologisch door stress gaat moeder roken drinken of drugs gebruiken watnadelig is voor het kindOnderscheid moet worden gemaakt tussen stress die de moederlijke aandacht en zorgvermindert (samenspel van psychologische factoren dat de moeder depressief maaktverhuizen uit vertrouwde omgeving verlies van werk gemis van collegarsquos gebondenheid aanhuis vader vanwege carriegravere nauwelijks thuis raquo sociaal isolement) en stress die delichamelijke toestand van het kind beiumlnvloedt (stress die via neurofysiologische processen detoestand van het ongeboren kind raakt (hoge bloeddruk hormonale processen raquo verminderingvan bloedtoevoer naar foetus)Alcohol en nicotine mensen gaan in stressvolle situaties roken of drinken raquo stoffen leiden totgroeiachterstand raquo dysmatuur (te laag geboortegewicht)

Hoofdstuk 4 LichaamsbeheersingReflexenEerste bewegingen zijn reflexbewegingen reflexen bestuurd vanuit hersenstam (een oud deelvan de hersenen dwz een deel dat zich vroeg in de evolutie heeft ontwikkeld)mensenkinderen leren in de loop der tijd vele bewust bestuurde bewegingen bij raquogecooumlrdineerd vanuit de hersenstamHet deel van de hersenen dat de onwillekeurige bewegingen (reflexen) bestuurt is bij degeboorte volledig ontwikkeldKinderen worden geboren met10486961048696 De omklemmingsreflex (Moro-reflex) baby voor zich vasthouden raquo plotselinghoofdje heel even niet steunen zodat het een eindje zakt raquo kind spreidt armpjes enbeentjes wijd uit en sluit ze dan weer met een zwaai naar voren alsof hij zijn moederwil omklemmen10486961048696 De voetgrijpreflex voetzool zacht aanraken raquo teentjes sluiten onmiddellijk om datgenewat voor de aanraking gebruikt werd10486961048696 De handgrijpreflex handpalm zacht aanraken raquo vingertjes sluiten onmiddellijk omdatgene wat voor de aanraking gebruikt werdGrijpreflexen verdwijnen grotendeels in eerste halfjaarPlaatsingsreflex stapreflex en kruipreflex zijn voorbeelden van reflexen die bij opgroeienworden vervangen door willekeurig bestuurde bewegingen die echter wel op vrijwel hetzelfdeneerkomenMen denkt dat het willekeurig zenuwstelsel bij het leren van behendigheid voortbouwt op watin het onwillekeurig zenuwstelsel aan bewegingsmogelijkheid is gegevenVerschil tussen reflex en vaardigheid10486961048696 Reflex onwillekeurige beweging bestuurd door de ouder hersenstam10486961048696 Vaardigheid willekeurige beweging bestuurd door de jonge hersenschorsReflexen van een pasgeborene10486961048696 Alleen van nut als baby zuigreflex10486961048696 Het hele leven van nut oogreflex (sluiten van het oog zodra er een plotselingelichtflits een zuchtje wind of een voorwerp op af komt)10486961048696 Vroeger voor baby van nut omklemmingsreflex handgrijpreflex en voetgrijpreflex10486961048696 Vroeger een leven lang van nut plaatsingsreflex

10486961048696 Basis voor latere motoriek stapreflex en kruipreflexRijping en oefeningDe steeds grotere lichaamsbeweging (zittenkruipenstaanlopenklimmen) is in de eersteplaats een resultaat van rijping en niet van ervaringOefening heeft alleen zin van de lichaamsbewegingen waar het kind aan toe is die hij al eenbeetje lijkt te beheersen (gebruik van hersenen zenuwbanen en spieren is stimulerend voorverdere ontwikkeling) Oefenen heeft geen zin om rijping van zenuwbanen en spieren te versnellen maar heeft welzin om gerijpte zenuwbanen en spieren verder te verfijnenGebogen houding en vaste rijpingsvolgordeTwee aspecten van de rijping1 Spierspanning zenuwstelsel aanvankelijk ingericht dat spanning in buigspieren vanledematen vele malen groter is dan die in de strekspieren in eerste maanden is allesaan baby dan ook gebogen voor lichaamsbeheersing is een subtiel samenspel nodigvan buigen en strekken van spieren raquo kan geen sprake van zijn zolang de buigspanningzo veel groter is dan de strekspanning eerste echte beheersing van spieren begint intweede maand2 Het successievelijk leren beheersen van de diverse spieren verloopt volgens eenpatroon met een vaste volgorde spieren die dichtst bij hersenen liggen komen heteerst onder controle (halsspieren ndash schouderspieren ndash op tenen staan pas tussen drie envijf jaar ndash op eacuteeacuten been staan met zes jaar)Lichaamsbeweging heeft te maken met10486961048696 Neurologische rijpheid10486961048696 Spiermassa en -kracht10486961048696 Lichaamsverhoudingen10486961048696 Omvang vetkussentjesKruipen en lopenWat gebeurt er bij kruipen en lopen1 Besturing van de links-rechtsafwisseling nodig afwisselen van links en rechts vereistlateralisatie (het verschijnsel dat de hersenen uit twee helften bestaan die tot op zekerehoogte elk hun specialismen hebben rechterhelft van lichaam bestuurd vanuitlinkerhelft van hersenen en omgekeerd raquo komt doordat zenuwbanen die vanuit dehersenen naar de rest van het lichaam lopen elkaar in het hoofd vlak achter de ogenkruisen) en cooumlrdinatie van beide hersenhelften2 Een toenemende beheersing van het eigen lichaamsgewicht (met name bij het lopen)evenwicht van belang raquo nodig dat de hersenen via zenuwbanen van de spierzintuigende allerfijnste gegevens kunnen opvangen over de stand van talrijke spierentegelijkertijdFijne en grove motoriekGrove motoriek grote gebaren mbv spieren en spiergroepen dicht bij de romp (zwaaienbukken traplopen fietsen duikelen)Fijne motoriek de kleine bewegingen die je met handen en vingers maakt (pakken vanspeelgoedje leggen van puzzelstukje vasthouden van rozijn sturen van tekenstift overpapier indrukken van televisieknopje in elkaar zetten van modelvliegtuig)Grove motoriek loopt steeds stap voor op de ermee in verband staande fijne motoriek binnenfijne motoriek is ook weer onderscheid te maken lopen van lsquofijnrsquo maar lsquouitgesprokenpriegelwerkrsquo al naargelang ook de allerkleinste spieren ervoor nodig is raquo of en de matewaarin kind die allerfijnste spieren leert beheersen hangt voor een groot deel af van zijnaanleg of zijn zenuwstelsel de mogelijkheid voor die verfijning in zich heeftOntwikkeling van grove motoriek iets eerder afgerond dan die van de fijne

Met zes zeven jaar beheersen meeste kinderen basisvaardigheden raquo jaren daarna leren zij nogwel heel veel nieuwe motorische vaardigheden (wordt niet zozeer mogelijk gemaakt doorverdergaande natuurlijke rijping als wel door op basis van ervaring gestuurde neurologische ontwikkeling raquo ook kunnen zij door steeds meer ervaring telkens nieuwe combinaties makenvan allerlei behendigheden die zij beheersen door toenemende lichaamskracht detoenemende grootte van de diverse ledematen en de verandering van lichaamsverhoudingenworden allemaal nieuwe bewegingen mogelijk)Grijpen en hanterenGrijpen naar iets wat hem wordt voorgehouden is een automatische neiging voor een babytot maand of negen laat kind reflexmatig los wat hij in zijn handjes heeft om het nieuwe tepakkenGrijpen bevindt zich op raakvlak van waarneming en motoriek (kind moet eerst handuitstrekken om iets te pakken in tegenstelling tot wanneer hem iets in handen wordt gegevenen daarvoor moet hij zien in welke richting en tot wat hij moet reiken) raquo vergt ooghandcooumlrdinatieOnder vijf maanden heeft baby moeite met reikend grijpen met zevenmaanden kunnen de meesten het wel raquo lijkt erop dat dit meer ligt aan een tekortschieten vande waarneming dan van de motoriekKunnen grijpen en vasthouden is ook de basis voor het kunnen hanteren van voorwerpenhanteren doelbewust kunnen besturen van een hand waarin zich een voorwerp bevindt datwordt gebruikt als instrumentLichaam en geestVermogens kan men opvatten als de mate waarin het zenuwstelsel het in zich heeftuitgebreide en verfijnde zenuwnetwerken en zenuwschakelstations te ontwikkelen niet alleende maten maar ook het tempo waarin het zenuwstelsel rijpt en ontwikkelt is in aanleggegeven raquo hierdoor ontstaat verschil tussen vlugge en langzame babyrsquosHet is wel zo dat bij een jong kind bewegingsmogelijkheden inspelen op de kansen ook deverstandelijke aanleg tot ontwikkeling te stimulerenSpecialisatie en stoornissenBij motorische vaardigheden kan men verschillende gebieden onderscheiden Training van deene vaardigheid komt de andere niet ten goede raquo sprake van een zeker specialisme raquo wordtversterkt door verschillen in lichaamsbouw lichaamsverhoudingen en spiermassaIn aanleg is kind meer of minder begaafd in mogelijke behendigheid van bepaaldelichaamsgebieden raquo hangt samen met wat het bijbehorende zenuwgebied aan potentieumllevermogens heeft raquo of die mogelijkheden ook gerealiseerd worden hangt af van de mate waarinhij gelegenheid krijgt zich daadwerkelijk in die behendigheid te oefenenBij motorische vaardigheden gaat het om willekeurige bewegingen Ook al verlopen dehandelingen door routine zo te zien vanzelf in de hersenen speelt zich eeninformatieverwerkingsproces af raquo gaat razendsnel zodat de betreffende persoon niet bewustkiest voor bepaalde beweging maar in hersenen wordt keuze wel gemaakt raquo er spelen globaalvier processen waarnemingsprikkels omtrent de situatie komen via zintuigzenuwen in dehersenen aan keuze voor de beste beweging wordt gemaakt prikkels voor de betreffendespieren worden naar de spierzintuigen doorgeseind raquo spieren bewegen (en dit af en aan in eenvloeiend bewegingspatroon)Wisselwerking tussen lichamelijk een geestelijke ontwikkeling10486961048696 Meer bewegingsmogelijkheden geeft meer ervaring en dus meer denkstof10486961048696 Meer begrip van omgevingskenmerken geeft meer bewegingsruimteTestsZie bladzijde 7980 Vier trajecten achter de motoriek waar iets kan haperen

10486961048696 Waarnemingsprikkels omtrent de situatie worden in de hersenen niet goed ontvangen10486961048696 Afweging in de hersenen van wat de beste reactie zou zijn gaat te langzaam10486961048696 Zenuwbanen die prikkels naar de spieren terugsturen zijn niet verfijnd genoeg10486961048696 Er zijn problemen met de spieren die in beweging zouden moeten komen

Hoofdstuk 9 Een veilige basisHechtingstheorie (Bowlby) richt zich specifiek op eerste twee levensjaren op de basis die danvoor latere zelfstandigheid wordt gelegd en voor het zelfvertrouwen waarmee het kind in dewereld staatVerschil tussen ontwikkeling van motoriek en zelfstandigheidMotoriek vanaf de geboorte gaat een kind rechtlijnig vooruit en wordt steeds een beetjegroter en sterkerZelfstandigheid na de geboorte eerst een verdieping van de afhankelijkheid en pas in hettweede levensjaar vooruitImprinting = het proces dat het van levensbelang is dat een jong er onmiddellijk na de geboorte onuitwisbaar van wordt doordrongen wie zijn moeder is en wie hij moet volgenDe vraag is of ook nu nog bij mensen het hechtingsproces begint met imprinting kort na degeboorte raquo andere mensen dan de biologische moeder hebben dan weinig kans deaanhankelijkheid van een kind op te wekkenWeinig psychologen geloven dat mensenkinderen oogcontact en huidcontact tussen moederen pasgeboren baby onherroepelijke voorwaarde is voor hechting raquo het kan wel eenbelangrijke ondersteuning zijn voor het op gang komen van het hechtingsprocesMoeder als startpunt voor andere relatiesBowlby ging ervan uit een baby zich aan eacuteeacuten volwassenen kan hechten en dat relaties metanderen pas later ontstaan en worden afgeleid van de relatie met de moederfiguur raquo hoeft nietde moeder te zijn maar degene die vanaf de geboorte als een moeder voor het kind zorgtKritieke of gevoelige periodenMet kritieke periode bedoeld Bowlby dat het neurologische systeem van het kind in dieperiode openstaat voor het opnemen van kennispatronen omtrent de moederfiguur raquo kritieke periode voorbij raquo de daarin thuishorende ervaringen kunnen nooit meer met eenzelfdeeffectiviteit worden opgenomenBonding = emotionele bandModerne psychologen kiezen voor gevoelige perioden ipv kritieke perioden (kind is inbepaalde perioden misschien wel bijzonder gevoelig voor bepaalde ervaringen doordatzenuwstelsel bepaalde rijping heeft bereikt maar datzelfde zenuwstelsel is plooibaar genoegom ook op andere momenten van bepaalde ervaringen te profiteren) raquo overleven betekent juisteen subtiel aanpassingsproces aan omstandigheden die nooit helemaal volmaakt zijn en dusnooit honderd procent speciale ervaringen in kritieke perioden opleveren (plasticiteit van hetneurologisch systeem)Zie blauwe schema bladzijde 180Van mensachtig naar individuele verschillenVan echte gevoelsverbondenheid is in het begin nog geen sprake (baby herkent moeders stemen geur maar heeft nog geen emotionele voorkeur voor haar) baby is wel soortgericht = meerorieumlnteren op soortgenoten dan op levenloze voorwerpen daarnaast is er ook een met deweek toenemende actieve gerichtheid (huilen kraaien vastpakken) raquo baby probeertsoortgenoot naar zich toe te lokken en bij zich te houdenGlimlach speelt heel speciale rol baby die een verwachtingsvol vertrouwen heeft kunnenkrijgen in de persoon (of de personen) die hem verzorgt zal hem of haar vanaf een week ofzes toelachen (geen imitatiegedrag en ook meer dan conditionering (voor iedere keer dat babymin of meer lachtrekjes vertoont wordt hij door vader en moeder extra lief bejegend)) het niet

gaan glimlachen kan een teken van een ontwikkelingsstoornis zijn na eerste lachen treedtleerproces op zuigeling merkt dat zijn glimlachen positief effect teweegbrengt in zijnomgeving raquo gaat het van lieverlee gebruiken om mensen gunstig te stemmen raquo verschijnsel indienst van overleving (ouders en vreemden raken er door vertederd raquo verhoogt kans opontferming over kind na wegvallen ouders)Met 30 weken worden gezichtsuitdrukkingen belangrijk om de interesse en de glimlach vaneen baby te wekken raquo baby kan dan pas individuele verschillen tussen mensen bepalenWil een kind zich aan bepaalde mensen kunnen hechten dan moet hij die mensen wel vananderen kunnen onderscheiden (eerste dertig weken nog niet mogelijk)Passieve en actieve gerichtheidPassief bij het zien van mensen reageert een baby met meer geluidjes bewegingen englimlachjes dan bij het zien van dingenActief door uit zichzelf te beginnen met geluidjes bewegingen en glimlachjes probeert eenbaby mensen naar zich toe te lokkenHechting in aanbouwMeeste leerprocessen voltrekken zich bij babyrsquos via conditionering (steeds weerkerendecombinaties van gebeurtenissen met slechts kleine variaties) raquo kind kan hierdoor met trial anderror komen van generalisatie tot discriminatie discriminatieproces is een leerproces datgeholpen wordt als moeder erin slaagt zichzelf in hoge mate voorspelbaar te maken voor haarkind (vast patroon van zorg en vooral van interactie met kind)Kind leert eerst de moederfiguur onderscheiden van andere mensen daarna volgt emotionelebinding (hechting) in de periode dat moeder al weacutel wordt herkend lijken alle andere mensenvoor het kind nog op elkaar raquo als groep hebben zij voor hem wel het vertrouwde mensachtigeen als zodanig vindt hij ze niet eng raquo oog voor eindeloze variaties raquo steeds meer onbekendenmet daartussen slechts een paar bekenden raquo aanhankelijkheid aan moeder komt dan tot uiting(in voorafgaande maanden onmerkbaar en geleidelijk gegroeid) raquo huilen bij moederwegkruipen = eenkennigheid (plusmn 30 weken) raquo hiermee fase ldquohechting in aanbouwrdquo (Bowlby ldquoattachment in the makingrdquo) afgesloten eenkennigheid kan naar gelang de aard van het kindzeer intens tot nauwelijks merkbaar zijn niet bij alle kinderen is een dramatische en lastigevreemdenangst te zienExploratie en ontwikkelingKind zorsquon zes agrave zeven maanden gebleken dat kind in nabijheid van moeder meer rondkijktrondkruipt en rondloopt en meer met speeltjes in de weer is raquo aanhankelijkheid aan moederstaat mede in dienst van de verstandelijke motorische en (destimulerende rol van moeder is te verklaren door te zeggen dat zij een bekend en vertrouwdelement is in een telkens wisselende situatie en als zodanig voor het kind een startpunt om viatrial and error ook over andere elementen iets te leren)Het kijken naar moeder kan voor een kind de plaats innemen van de moeder aan willen raken(op afstand lijkt moeder ook een veilige basis voor het kind)Kind van twee jaar kan en durft steeds meer raquo durft steeds verder bij moeder vandaan en haaruit het oog te verliezen raquo wel steeds even kijken of moeder er nog is op gegeven momentdurft veilig gehecht kind tegen moeder in te gaan dingen te doen die zij niet wil zijn eigenzin doordrijven (conflicten ontstaan doordat kind motorisch instaat is dingen te doen waarvanhij verstandelijk nog niet beseft dat zij gevaarlijk hinderlijk of onherstelbaar zijn)Kind durft risico aan moeder boos te maken maar is ook bang moeder kwijt te raken raquoscheidingsangstverlatingsangst (niet bij ieder kind even hevig tijd van kinderangsten vooralrsquos nachts)Veilige hechting helpt ontwikkeling raquo kinderen met veilige hechtingsrelaties lijken zich watbetreft sommige aspecten iets beter en sneller te ontwikkelen dan kinderen met onveiligehechtingsrelaties

Onveilige hechtingsrelaties kind heeft geen keus (afhankelijkheid van die bepaaldevolwassene)De vreemde situatieZie bladzijde 186187 voor het meetinstrument ldquode Vreemde SituatierdquoHechtingsgedrag van een kind is niet alleen een kenmerk van dat kind maar vooral ook vande relatie raquo de theorie is dat door bepaald gedrag van de volwassene het kind zich veilig danwel onveilig is gaan voelen en verschillende volwassenen kunnen op verschillende wijze methet kind omgaan raquo verschillende hechtingsrelaties kunnen ontstaanVeilig of onveilig gehechtVier soorten hechtingA ndash Afstand onveilig gehecht met een zeker onverschilligheid (vermijdend afstandelijk)B ndash Basis veilig gehecht met vertrouwen en een zekere durfC ndash Contact onveilig gehecht vastklampend uit onzekerheid (ambivalentie)D ndash Desorieumlntatie kind weet niet goed waar hij het zoeken moet (combinatie van A en C)Zie bladzijde 187 tm 189 voor voorbeelden en uitleg bij de vier soorten hechtingHechtingsrelaties buiten het laboratoriumZie bladzijde 189Aard van de moeder(figuur)In hechtingstheorie worden moeders gedrag en emotionele instelling gezien als belangrijksteoorzaken van het ontstaan van een veilige dan wel onveilige hechtingsrelatie (vooralsensitiviteit en responsiviteit waarmee moederfiguur reageert op gedrag en emotionele nodenvan kind) uit veel van de gevallen van streng gecontroleerd onderzoek blijkt het verbandtussen sensitiviteit en responsiviteit van de moeder en veilige hechting van het kind te zwakom van een wetmatigheid te kunnen sprekenZie bladzijde 189190Aard van het kindWelke factoren behalve het gedrag van moeder of moederfiguur zouden een rol kunnenspelen De vraag ligt voor de hand op welke wijze het temperament en andere kenmerken vanhet kind zelf bijdragen aan het ontstaan van een bepaald type hechtingsrelatie raquo kan op driemanieren gebeuren1 doordat het temperament van het kind de ouder beiumlnvloedt bij het ontwikkelen van eenbepaald patroon van hechtingsgedrag2 doordat omgekeerd een bepaald soort hechtingsrelatie invloed heeft op hettemperament van het kind (temperament is ook veranderlijk ligt niet geheel vast bij degeboorte)3 de waarnemers die de aard van de hechtingsrelatie moeten vaststellen worden zelf ookbeiumlnvloed door het temperament van het kindTot nu toe weinig samenhang gebleken tussen temperamentverschillen en de typenhechtingsrelatie zoals die worden vastgesteld met de vreemde situatieZie bladzijde 190191GezinsomstandighedenVeilige relaties zijn gezinskenmerken geen exclusieve kindkenmerken En positievekenmerken van het gezin zoals ook opleiding en welstandsniveau vergroten de kans opveilige relaties waarbinnen de kinderen zich beter kunnen ontwikkelenVerhoogde kans op veilige hechting- bij moeder sensitiviteit- bijvader inlevingsvermogen- bij kind gemakkelijk temperament- in gezin geen problemen

VadersZie bladzijde 192 tm 194Broertjes en zusjesBroertjes en zusjes zijn belangrijk voor elkaars emotionele ontwikkeling elkaars nabijheidbiedt veiligheidZie bladzijde 194Kind ontwikkelt klaarblijkelijk niet allee aanhankelijkheid jegens degene die doelgericht enverzorgend met hem bezig is maar ook jegens wie hij louter gewend is veel en vaak om zichheen te zien en te horen alleen maar vertrouwd contact zonder dat een bepaalde behoeftewordt bevredigd kan ook een band scheppen en een gevoel van geborgenheid gevenKnuffelsGehechtheid van kinderen aan knuffellap of ndashbeest ook gezien als een middel om hetgescheiden-zijn van moeder te overbruggen raquo ze worden door het kind beleefd als iets watemotioneel met moeder te maken heeftDrie verklaringen voor knuffels1 in leerproces geconditioneerd2 teken van beeldende fantasie3 overdracht van gehechtheidZie ook bladzijde 195 voor uitlegWaarom het ene kind wel en het andere kind geen knuffel heeft is niet duidelijk Behalve hetidee dat het iets te maken heeft met fantasie en creativiteit is er een aanwijzing dat kinderenmet sterke orale behoeften er eerder toe komen er is een hoge correlatie met duimenDuimzuigen ndash of zuigen op een speen ndash en het bevoelen van een knuffel hebben met elkaargemeen dat er een kalmerende en angstverminderende werking van uitgaat Daarbij lijkt hetop het ritmisch bewegen bij het wiegen en schommelen Bepaalde delen van de hersenenworden er wellicht door geprikkeld waardoor andere ndash onrustzaaiende en angstaanjagende ndashprikkels niet kunnen doordringenKinderopvangZie bladzijde 196197AdoptieBij veel diersoorten is gebleken dat het plotseling of onvrijwillig verbreken van een relatiemet een hechtingsfiguur een bron van grote spanning is die zich uit in gedrag dat wijst opangst en onzekerheid zo ook bij de mensHechting bij adoptie- als het kind bij adoptie jonger is dan dertig weken zelfs vaker veilig gehecht- als het kind zich in eigen land als heeft gehecht aanvankelijk problemen- hij kan dat hechtingsgevoel en ndashgedrag overdragen op zijn adoptiefoudersZie bladzijde 198199EchtscheidingKinderen tussen 2 en 8 jaar echtscheiding moeilijk te begrijpen en te aanvaarden geneigd omschuld voor scheiding bij zichzelf te zoeken kunnen minder gemakkelijk troost en afleidingzoeken buiten het gezinAan echtscheiding gaan dikwijls lange perioden vooraf met heftige ruzies en ook geweld raquoleidt tot angst en verdriet bij kinderenHet aantal kinderen dat ernstige gedrags- of emotionele problemen ervaart na eenechtscheiding is twee tot drie keer zo groot als bij kinderen die dit niet hoeven door te makenGedragsproblemen komen meer voor bij jongens en emotionele problemen meer bij meisjesHet kind past zich het beste aan als gescheiden ouders in staat zijn een goede relatie te blijvenonderhouden en als de verzorgende ouder warm en steunend blijft inspeelt op de behoeftenvan het kind en het met vaste hand begeleidt in zijn ontwikkeling

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 7: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

10486961048696 Basis voor latere motoriek stapreflex en kruipreflexRijping en oefeningDe steeds grotere lichaamsbeweging (zittenkruipenstaanlopenklimmen) is in de eersteplaats een resultaat van rijping en niet van ervaringOefening heeft alleen zin van de lichaamsbewegingen waar het kind aan toe is die hij al eenbeetje lijkt te beheersen (gebruik van hersenen zenuwbanen en spieren is stimulerend voorverdere ontwikkeling) Oefenen heeft geen zin om rijping van zenuwbanen en spieren te versnellen maar heeft welzin om gerijpte zenuwbanen en spieren verder te verfijnenGebogen houding en vaste rijpingsvolgordeTwee aspecten van de rijping1 Spierspanning zenuwstelsel aanvankelijk ingericht dat spanning in buigspieren vanledematen vele malen groter is dan die in de strekspieren in eerste maanden is allesaan baby dan ook gebogen voor lichaamsbeheersing is een subtiel samenspel nodigvan buigen en strekken van spieren raquo kan geen sprake van zijn zolang de buigspanningzo veel groter is dan de strekspanning eerste echte beheersing van spieren begint intweede maand2 Het successievelijk leren beheersen van de diverse spieren verloopt volgens eenpatroon met een vaste volgorde spieren die dichtst bij hersenen liggen komen heteerst onder controle (halsspieren ndash schouderspieren ndash op tenen staan pas tussen drie envijf jaar ndash op eacuteeacuten been staan met zes jaar)Lichaamsbeweging heeft te maken met10486961048696 Neurologische rijpheid10486961048696 Spiermassa en -kracht10486961048696 Lichaamsverhoudingen10486961048696 Omvang vetkussentjesKruipen en lopenWat gebeurt er bij kruipen en lopen1 Besturing van de links-rechtsafwisseling nodig afwisselen van links en rechts vereistlateralisatie (het verschijnsel dat de hersenen uit twee helften bestaan die tot op zekerehoogte elk hun specialismen hebben rechterhelft van lichaam bestuurd vanuitlinkerhelft van hersenen en omgekeerd raquo komt doordat zenuwbanen die vanuit dehersenen naar de rest van het lichaam lopen elkaar in het hoofd vlak achter de ogenkruisen) en cooumlrdinatie van beide hersenhelften2 Een toenemende beheersing van het eigen lichaamsgewicht (met name bij het lopen)evenwicht van belang raquo nodig dat de hersenen via zenuwbanen van de spierzintuigende allerfijnste gegevens kunnen opvangen over de stand van talrijke spierentegelijkertijdFijne en grove motoriekGrove motoriek grote gebaren mbv spieren en spiergroepen dicht bij de romp (zwaaienbukken traplopen fietsen duikelen)Fijne motoriek de kleine bewegingen die je met handen en vingers maakt (pakken vanspeelgoedje leggen van puzzelstukje vasthouden van rozijn sturen van tekenstift overpapier indrukken van televisieknopje in elkaar zetten van modelvliegtuig)Grove motoriek loopt steeds stap voor op de ermee in verband staande fijne motoriek binnenfijne motoriek is ook weer onderscheid te maken lopen van lsquofijnrsquo maar lsquouitgesprokenpriegelwerkrsquo al naargelang ook de allerkleinste spieren ervoor nodig is raquo of en de matewaarin kind die allerfijnste spieren leert beheersen hangt voor een groot deel af van zijnaanleg of zijn zenuwstelsel de mogelijkheid voor die verfijning in zich heeftOntwikkeling van grove motoriek iets eerder afgerond dan die van de fijne

Met zes zeven jaar beheersen meeste kinderen basisvaardigheden raquo jaren daarna leren zij nogwel heel veel nieuwe motorische vaardigheden (wordt niet zozeer mogelijk gemaakt doorverdergaande natuurlijke rijping als wel door op basis van ervaring gestuurde neurologische ontwikkeling raquo ook kunnen zij door steeds meer ervaring telkens nieuwe combinaties makenvan allerlei behendigheden die zij beheersen door toenemende lichaamskracht detoenemende grootte van de diverse ledematen en de verandering van lichaamsverhoudingenworden allemaal nieuwe bewegingen mogelijk)Grijpen en hanterenGrijpen naar iets wat hem wordt voorgehouden is een automatische neiging voor een babytot maand of negen laat kind reflexmatig los wat hij in zijn handjes heeft om het nieuwe tepakkenGrijpen bevindt zich op raakvlak van waarneming en motoriek (kind moet eerst handuitstrekken om iets te pakken in tegenstelling tot wanneer hem iets in handen wordt gegevenen daarvoor moet hij zien in welke richting en tot wat hij moet reiken) raquo vergt ooghandcooumlrdinatieOnder vijf maanden heeft baby moeite met reikend grijpen met zevenmaanden kunnen de meesten het wel raquo lijkt erop dat dit meer ligt aan een tekortschieten vande waarneming dan van de motoriekKunnen grijpen en vasthouden is ook de basis voor het kunnen hanteren van voorwerpenhanteren doelbewust kunnen besturen van een hand waarin zich een voorwerp bevindt datwordt gebruikt als instrumentLichaam en geestVermogens kan men opvatten als de mate waarin het zenuwstelsel het in zich heeftuitgebreide en verfijnde zenuwnetwerken en zenuwschakelstations te ontwikkelen niet alleende maten maar ook het tempo waarin het zenuwstelsel rijpt en ontwikkelt is in aanleggegeven raquo hierdoor ontstaat verschil tussen vlugge en langzame babyrsquosHet is wel zo dat bij een jong kind bewegingsmogelijkheden inspelen op de kansen ook deverstandelijke aanleg tot ontwikkeling te stimulerenSpecialisatie en stoornissenBij motorische vaardigheden kan men verschillende gebieden onderscheiden Training van deene vaardigheid komt de andere niet ten goede raquo sprake van een zeker specialisme raquo wordtversterkt door verschillen in lichaamsbouw lichaamsverhoudingen en spiermassaIn aanleg is kind meer of minder begaafd in mogelijke behendigheid van bepaaldelichaamsgebieden raquo hangt samen met wat het bijbehorende zenuwgebied aan potentieumllevermogens heeft raquo of die mogelijkheden ook gerealiseerd worden hangt af van de mate waarinhij gelegenheid krijgt zich daadwerkelijk in die behendigheid te oefenenBij motorische vaardigheden gaat het om willekeurige bewegingen Ook al verlopen dehandelingen door routine zo te zien vanzelf in de hersenen speelt zich eeninformatieverwerkingsproces af raquo gaat razendsnel zodat de betreffende persoon niet bewustkiest voor bepaalde beweging maar in hersenen wordt keuze wel gemaakt raquo er spelen globaalvier processen waarnemingsprikkels omtrent de situatie komen via zintuigzenuwen in dehersenen aan keuze voor de beste beweging wordt gemaakt prikkels voor de betreffendespieren worden naar de spierzintuigen doorgeseind raquo spieren bewegen (en dit af en aan in eenvloeiend bewegingspatroon)Wisselwerking tussen lichamelijk een geestelijke ontwikkeling10486961048696 Meer bewegingsmogelijkheden geeft meer ervaring en dus meer denkstof10486961048696 Meer begrip van omgevingskenmerken geeft meer bewegingsruimteTestsZie bladzijde 7980 Vier trajecten achter de motoriek waar iets kan haperen

10486961048696 Waarnemingsprikkels omtrent de situatie worden in de hersenen niet goed ontvangen10486961048696 Afweging in de hersenen van wat de beste reactie zou zijn gaat te langzaam10486961048696 Zenuwbanen die prikkels naar de spieren terugsturen zijn niet verfijnd genoeg10486961048696 Er zijn problemen met de spieren die in beweging zouden moeten komen

Hoofdstuk 9 Een veilige basisHechtingstheorie (Bowlby) richt zich specifiek op eerste twee levensjaren op de basis die danvoor latere zelfstandigheid wordt gelegd en voor het zelfvertrouwen waarmee het kind in dewereld staatVerschil tussen ontwikkeling van motoriek en zelfstandigheidMotoriek vanaf de geboorte gaat een kind rechtlijnig vooruit en wordt steeds een beetjegroter en sterkerZelfstandigheid na de geboorte eerst een verdieping van de afhankelijkheid en pas in hettweede levensjaar vooruitImprinting = het proces dat het van levensbelang is dat een jong er onmiddellijk na de geboorte onuitwisbaar van wordt doordrongen wie zijn moeder is en wie hij moet volgenDe vraag is of ook nu nog bij mensen het hechtingsproces begint met imprinting kort na degeboorte raquo andere mensen dan de biologische moeder hebben dan weinig kans deaanhankelijkheid van een kind op te wekkenWeinig psychologen geloven dat mensenkinderen oogcontact en huidcontact tussen moederen pasgeboren baby onherroepelijke voorwaarde is voor hechting raquo het kan wel eenbelangrijke ondersteuning zijn voor het op gang komen van het hechtingsprocesMoeder als startpunt voor andere relatiesBowlby ging ervan uit een baby zich aan eacuteeacuten volwassenen kan hechten en dat relaties metanderen pas later ontstaan en worden afgeleid van de relatie met de moederfiguur raquo hoeft nietde moeder te zijn maar degene die vanaf de geboorte als een moeder voor het kind zorgtKritieke of gevoelige periodenMet kritieke periode bedoeld Bowlby dat het neurologische systeem van het kind in dieperiode openstaat voor het opnemen van kennispatronen omtrent de moederfiguur raquo kritieke periode voorbij raquo de daarin thuishorende ervaringen kunnen nooit meer met eenzelfdeeffectiviteit worden opgenomenBonding = emotionele bandModerne psychologen kiezen voor gevoelige perioden ipv kritieke perioden (kind is inbepaalde perioden misschien wel bijzonder gevoelig voor bepaalde ervaringen doordatzenuwstelsel bepaalde rijping heeft bereikt maar datzelfde zenuwstelsel is plooibaar genoegom ook op andere momenten van bepaalde ervaringen te profiteren) raquo overleven betekent juisteen subtiel aanpassingsproces aan omstandigheden die nooit helemaal volmaakt zijn en dusnooit honderd procent speciale ervaringen in kritieke perioden opleveren (plasticiteit van hetneurologisch systeem)Zie blauwe schema bladzijde 180Van mensachtig naar individuele verschillenVan echte gevoelsverbondenheid is in het begin nog geen sprake (baby herkent moeders stemen geur maar heeft nog geen emotionele voorkeur voor haar) baby is wel soortgericht = meerorieumlnteren op soortgenoten dan op levenloze voorwerpen daarnaast is er ook een met deweek toenemende actieve gerichtheid (huilen kraaien vastpakken) raquo baby probeertsoortgenoot naar zich toe te lokken en bij zich te houdenGlimlach speelt heel speciale rol baby die een verwachtingsvol vertrouwen heeft kunnenkrijgen in de persoon (of de personen) die hem verzorgt zal hem of haar vanaf een week ofzes toelachen (geen imitatiegedrag en ook meer dan conditionering (voor iedere keer dat babymin of meer lachtrekjes vertoont wordt hij door vader en moeder extra lief bejegend)) het niet

gaan glimlachen kan een teken van een ontwikkelingsstoornis zijn na eerste lachen treedtleerproces op zuigeling merkt dat zijn glimlachen positief effect teweegbrengt in zijnomgeving raquo gaat het van lieverlee gebruiken om mensen gunstig te stemmen raquo verschijnsel indienst van overleving (ouders en vreemden raken er door vertederd raquo verhoogt kans opontferming over kind na wegvallen ouders)Met 30 weken worden gezichtsuitdrukkingen belangrijk om de interesse en de glimlach vaneen baby te wekken raquo baby kan dan pas individuele verschillen tussen mensen bepalenWil een kind zich aan bepaalde mensen kunnen hechten dan moet hij die mensen wel vananderen kunnen onderscheiden (eerste dertig weken nog niet mogelijk)Passieve en actieve gerichtheidPassief bij het zien van mensen reageert een baby met meer geluidjes bewegingen englimlachjes dan bij het zien van dingenActief door uit zichzelf te beginnen met geluidjes bewegingen en glimlachjes probeert eenbaby mensen naar zich toe te lokkenHechting in aanbouwMeeste leerprocessen voltrekken zich bij babyrsquos via conditionering (steeds weerkerendecombinaties van gebeurtenissen met slechts kleine variaties) raquo kind kan hierdoor met trial anderror komen van generalisatie tot discriminatie discriminatieproces is een leerproces datgeholpen wordt als moeder erin slaagt zichzelf in hoge mate voorspelbaar te maken voor haarkind (vast patroon van zorg en vooral van interactie met kind)Kind leert eerst de moederfiguur onderscheiden van andere mensen daarna volgt emotionelebinding (hechting) in de periode dat moeder al weacutel wordt herkend lijken alle andere mensenvoor het kind nog op elkaar raquo als groep hebben zij voor hem wel het vertrouwde mensachtigeen als zodanig vindt hij ze niet eng raquo oog voor eindeloze variaties raquo steeds meer onbekendenmet daartussen slechts een paar bekenden raquo aanhankelijkheid aan moeder komt dan tot uiting(in voorafgaande maanden onmerkbaar en geleidelijk gegroeid) raquo huilen bij moederwegkruipen = eenkennigheid (plusmn 30 weken) raquo hiermee fase ldquohechting in aanbouwrdquo (Bowlby ldquoattachment in the makingrdquo) afgesloten eenkennigheid kan naar gelang de aard van het kindzeer intens tot nauwelijks merkbaar zijn niet bij alle kinderen is een dramatische en lastigevreemdenangst te zienExploratie en ontwikkelingKind zorsquon zes agrave zeven maanden gebleken dat kind in nabijheid van moeder meer rondkijktrondkruipt en rondloopt en meer met speeltjes in de weer is raquo aanhankelijkheid aan moederstaat mede in dienst van de verstandelijke motorische en (destimulerende rol van moeder is te verklaren door te zeggen dat zij een bekend en vertrouwdelement is in een telkens wisselende situatie en als zodanig voor het kind een startpunt om viatrial and error ook over andere elementen iets te leren)Het kijken naar moeder kan voor een kind de plaats innemen van de moeder aan willen raken(op afstand lijkt moeder ook een veilige basis voor het kind)Kind van twee jaar kan en durft steeds meer raquo durft steeds verder bij moeder vandaan en haaruit het oog te verliezen raquo wel steeds even kijken of moeder er nog is op gegeven momentdurft veilig gehecht kind tegen moeder in te gaan dingen te doen die zij niet wil zijn eigenzin doordrijven (conflicten ontstaan doordat kind motorisch instaat is dingen te doen waarvanhij verstandelijk nog niet beseft dat zij gevaarlijk hinderlijk of onherstelbaar zijn)Kind durft risico aan moeder boos te maken maar is ook bang moeder kwijt te raken raquoscheidingsangstverlatingsangst (niet bij ieder kind even hevig tijd van kinderangsten vooralrsquos nachts)Veilige hechting helpt ontwikkeling raquo kinderen met veilige hechtingsrelaties lijken zich watbetreft sommige aspecten iets beter en sneller te ontwikkelen dan kinderen met onveiligehechtingsrelaties

Onveilige hechtingsrelaties kind heeft geen keus (afhankelijkheid van die bepaaldevolwassene)De vreemde situatieZie bladzijde 186187 voor het meetinstrument ldquode Vreemde SituatierdquoHechtingsgedrag van een kind is niet alleen een kenmerk van dat kind maar vooral ook vande relatie raquo de theorie is dat door bepaald gedrag van de volwassene het kind zich veilig danwel onveilig is gaan voelen en verschillende volwassenen kunnen op verschillende wijze methet kind omgaan raquo verschillende hechtingsrelaties kunnen ontstaanVeilig of onveilig gehechtVier soorten hechtingA ndash Afstand onveilig gehecht met een zeker onverschilligheid (vermijdend afstandelijk)B ndash Basis veilig gehecht met vertrouwen en een zekere durfC ndash Contact onveilig gehecht vastklampend uit onzekerheid (ambivalentie)D ndash Desorieumlntatie kind weet niet goed waar hij het zoeken moet (combinatie van A en C)Zie bladzijde 187 tm 189 voor voorbeelden en uitleg bij de vier soorten hechtingHechtingsrelaties buiten het laboratoriumZie bladzijde 189Aard van de moeder(figuur)In hechtingstheorie worden moeders gedrag en emotionele instelling gezien als belangrijksteoorzaken van het ontstaan van een veilige dan wel onveilige hechtingsrelatie (vooralsensitiviteit en responsiviteit waarmee moederfiguur reageert op gedrag en emotionele nodenvan kind) uit veel van de gevallen van streng gecontroleerd onderzoek blijkt het verbandtussen sensitiviteit en responsiviteit van de moeder en veilige hechting van het kind te zwakom van een wetmatigheid te kunnen sprekenZie bladzijde 189190Aard van het kindWelke factoren behalve het gedrag van moeder of moederfiguur zouden een rol kunnenspelen De vraag ligt voor de hand op welke wijze het temperament en andere kenmerken vanhet kind zelf bijdragen aan het ontstaan van een bepaald type hechtingsrelatie raquo kan op driemanieren gebeuren1 doordat het temperament van het kind de ouder beiumlnvloedt bij het ontwikkelen van eenbepaald patroon van hechtingsgedrag2 doordat omgekeerd een bepaald soort hechtingsrelatie invloed heeft op hettemperament van het kind (temperament is ook veranderlijk ligt niet geheel vast bij degeboorte)3 de waarnemers die de aard van de hechtingsrelatie moeten vaststellen worden zelf ookbeiumlnvloed door het temperament van het kindTot nu toe weinig samenhang gebleken tussen temperamentverschillen en de typenhechtingsrelatie zoals die worden vastgesteld met de vreemde situatieZie bladzijde 190191GezinsomstandighedenVeilige relaties zijn gezinskenmerken geen exclusieve kindkenmerken En positievekenmerken van het gezin zoals ook opleiding en welstandsniveau vergroten de kans opveilige relaties waarbinnen de kinderen zich beter kunnen ontwikkelenVerhoogde kans op veilige hechting- bij moeder sensitiviteit- bijvader inlevingsvermogen- bij kind gemakkelijk temperament- in gezin geen problemen

VadersZie bladzijde 192 tm 194Broertjes en zusjesBroertjes en zusjes zijn belangrijk voor elkaars emotionele ontwikkeling elkaars nabijheidbiedt veiligheidZie bladzijde 194Kind ontwikkelt klaarblijkelijk niet allee aanhankelijkheid jegens degene die doelgericht enverzorgend met hem bezig is maar ook jegens wie hij louter gewend is veel en vaak om zichheen te zien en te horen alleen maar vertrouwd contact zonder dat een bepaalde behoeftewordt bevredigd kan ook een band scheppen en een gevoel van geborgenheid gevenKnuffelsGehechtheid van kinderen aan knuffellap of ndashbeest ook gezien als een middel om hetgescheiden-zijn van moeder te overbruggen raquo ze worden door het kind beleefd als iets watemotioneel met moeder te maken heeftDrie verklaringen voor knuffels1 in leerproces geconditioneerd2 teken van beeldende fantasie3 overdracht van gehechtheidZie ook bladzijde 195 voor uitlegWaarom het ene kind wel en het andere kind geen knuffel heeft is niet duidelijk Behalve hetidee dat het iets te maken heeft met fantasie en creativiteit is er een aanwijzing dat kinderenmet sterke orale behoeften er eerder toe komen er is een hoge correlatie met duimenDuimzuigen ndash of zuigen op een speen ndash en het bevoelen van een knuffel hebben met elkaargemeen dat er een kalmerende en angstverminderende werking van uitgaat Daarbij lijkt hetop het ritmisch bewegen bij het wiegen en schommelen Bepaalde delen van de hersenenworden er wellicht door geprikkeld waardoor andere ndash onrustzaaiende en angstaanjagende ndashprikkels niet kunnen doordringenKinderopvangZie bladzijde 196197AdoptieBij veel diersoorten is gebleken dat het plotseling of onvrijwillig verbreken van een relatiemet een hechtingsfiguur een bron van grote spanning is die zich uit in gedrag dat wijst opangst en onzekerheid zo ook bij de mensHechting bij adoptie- als het kind bij adoptie jonger is dan dertig weken zelfs vaker veilig gehecht- als het kind zich in eigen land als heeft gehecht aanvankelijk problemen- hij kan dat hechtingsgevoel en ndashgedrag overdragen op zijn adoptiefoudersZie bladzijde 198199EchtscheidingKinderen tussen 2 en 8 jaar echtscheiding moeilijk te begrijpen en te aanvaarden geneigd omschuld voor scheiding bij zichzelf te zoeken kunnen minder gemakkelijk troost en afleidingzoeken buiten het gezinAan echtscheiding gaan dikwijls lange perioden vooraf met heftige ruzies en ook geweld raquoleidt tot angst en verdriet bij kinderenHet aantal kinderen dat ernstige gedrags- of emotionele problemen ervaart na eenechtscheiding is twee tot drie keer zo groot als bij kinderen die dit niet hoeven door te makenGedragsproblemen komen meer voor bij jongens en emotionele problemen meer bij meisjesHet kind past zich het beste aan als gescheiden ouders in staat zijn een goede relatie te blijvenonderhouden en als de verzorgende ouder warm en steunend blijft inspeelt op de behoeftenvan het kind en het met vaste hand begeleidt in zijn ontwikkeling

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 8: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

Met zes zeven jaar beheersen meeste kinderen basisvaardigheden raquo jaren daarna leren zij nogwel heel veel nieuwe motorische vaardigheden (wordt niet zozeer mogelijk gemaakt doorverdergaande natuurlijke rijping als wel door op basis van ervaring gestuurde neurologische ontwikkeling raquo ook kunnen zij door steeds meer ervaring telkens nieuwe combinaties makenvan allerlei behendigheden die zij beheersen door toenemende lichaamskracht detoenemende grootte van de diverse ledematen en de verandering van lichaamsverhoudingenworden allemaal nieuwe bewegingen mogelijk)Grijpen en hanterenGrijpen naar iets wat hem wordt voorgehouden is een automatische neiging voor een babytot maand of negen laat kind reflexmatig los wat hij in zijn handjes heeft om het nieuwe tepakkenGrijpen bevindt zich op raakvlak van waarneming en motoriek (kind moet eerst handuitstrekken om iets te pakken in tegenstelling tot wanneer hem iets in handen wordt gegevenen daarvoor moet hij zien in welke richting en tot wat hij moet reiken) raquo vergt ooghandcooumlrdinatieOnder vijf maanden heeft baby moeite met reikend grijpen met zevenmaanden kunnen de meesten het wel raquo lijkt erop dat dit meer ligt aan een tekortschieten vande waarneming dan van de motoriekKunnen grijpen en vasthouden is ook de basis voor het kunnen hanteren van voorwerpenhanteren doelbewust kunnen besturen van een hand waarin zich een voorwerp bevindt datwordt gebruikt als instrumentLichaam en geestVermogens kan men opvatten als de mate waarin het zenuwstelsel het in zich heeftuitgebreide en verfijnde zenuwnetwerken en zenuwschakelstations te ontwikkelen niet alleende maten maar ook het tempo waarin het zenuwstelsel rijpt en ontwikkelt is in aanleggegeven raquo hierdoor ontstaat verschil tussen vlugge en langzame babyrsquosHet is wel zo dat bij een jong kind bewegingsmogelijkheden inspelen op de kansen ook deverstandelijke aanleg tot ontwikkeling te stimulerenSpecialisatie en stoornissenBij motorische vaardigheden kan men verschillende gebieden onderscheiden Training van deene vaardigheid komt de andere niet ten goede raquo sprake van een zeker specialisme raquo wordtversterkt door verschillen in lichaamsbouw lichaamsverhoudingen en spiermassaIn aanleg is kind meer of minder begaafd in mogelijke behendigheid van bepaaldelichaamsgebieden raquo hangt samen met wat het bijbehorende zenuwgebied aan potentieumllevermogens heeft raquo of die mogelijkheden ook gerealiseerd worden hangt af van de mate waarinhij gelegenheid krijgt zich daadwerkelijk in die behendigheid te oefenenBij motorische vaardigheden gaat het om willekeurige bewegingen Ook al verlopen dehandelingen door routine zo te zien vanzelf in de hersenen speelt zich eeninformatieverwerkingsproces af raquo gaat razendsnel zodat de betreffende persoon niet bewustkiest voor bepaalde beweging maar in hersenen wordt keuze wel gemaakt raquo er spelen globaalvier processen waarnemingsprikkels omtrent de situatie komen via zintuigzenuwen in dehersenen aan keuze voor de beste beweging wordt gemaakt prikkels voor de betreffendespieren worden naar de spierzintuigen doorgeseind raquo spieren bewegen (en dit af en aan in eenvloeiend bewegingspatroon)Wisselwerking tussen lichamelijk een geestelijke ontwikkeling10486961048696 Meer bewegingsmogelijkheden geeft meer ervaring en dus meer denkstof10486961048696 Meer begrip van omgevingskenmerken geeft meer bewegingsruimteTestsZie bladzijde 7980 Vier trajecten achter de motoriek waar iets kan haperen

10486961048696 Waarnemingsprikkels omtrent de situatie worden in de hersenen niet goed ontvangen10486961048696 Afweging in de hersenen van wat de beste reactie zou zijn gaat te langzaam10486961048696 Zenuwbanen die prikkels naar de spieren terugsturen zijn niet verfijnd genoeg10486961048696 Er zijn problemen met de spieren die in beweging zouden moeten komen

Hoofdstuk 9 Een veilige basisHechtingstheorie (Bowlby) richt zich specifiek op eerste twee levensjaren op de basis die danvoor latere zelfstandigheid wordt gelegd en voor het zelfvertrouwen waarmee het kind in dewereld staatVerschil tussen ontwikkeling van motoriek en zelfstandigheidMotoriek vanaf de geboorte gaat een kind rechtlijnig vooruit en wordt steeds een beetjegroter en sterkerZelfstandigheid na de geboorte eerst een verdieping van de afhankelijkheid en pas in hettweede levensjaar vooruitImprinting = het proces dat het van levensbelang is dat een jong er onmiddellijk na de geboorte onuitwisbaar van wordt doordrongen wie zijn moeder is en wie hij moet volgenDe vraag is of ook nu nog bij mensen het hechtingsproces begint met imprinting kort na degeboorte raquo andere mensen dan de biologische moeder hebben dan weinig kans deaanhankelijkheid van een kind op te wekkenWeinig psychologen geloven dat mensenkinderen oogcontact en huidcontact tussen moederen pasgeboren baby onherroepelijke voorwaarde is voor hechting raquo het kan wel eenbelangrijke ondersteuning zijn voor het op gang komen van het hechtingsprocesMoeder als startpunt voor andere relatiesBowlby ging ervan uit een baby zich aan eacuteeacuten volwassenen kan hechten en dat relaties metanderen pas later ontstaan en worden afgeleid van de relatie met de moederfiguur raquo hoeft nietde moeder te zijn maar degene die vanaf de geboorte als een moeder voor het kind zorgtKritieke of gevoelige periodenMet kritieke periode bedoeld Bowlby dat het neurologische systeem van het kind in dieperiode openstaat voor het opnemen van kennispatronen omtrent de moederfiguur raquo kritieke periode voorbij raquo de daarin thuishorende ervaringen kunnen nooit meer met eenzelfdeeffectiviteit worden opgenomenBonding = emotionele bandModerne psychologen kiezen voor gevoelige perioden ipv kritieke perioden (kind is inbepaalde perioden misschien wel bijzonder gevoelig voor bepaalde ervaringen doordatzenuwstelsel bepaalde rijping heeft bereikt maar datzelfde zenuwstelsel is plooibaar genoegom ook op andere momenten van bepaalde ervaringen te profiteren) raquo overleven betekent juisteen subtiel aanpassingsproces aan omstandigheden die nooit helemaal volmaakt zijn en dusnooit honderd procent speciale ervaringen in kritieke perioden opleveren (plasticiteit van hetneurologisch systeem)Zie blauwe schema bladzijde 180Van mensachtig naar individuele verschillenVan echte gevoelsverbondenheid is in het begin nog geen sprake (baby herkent moeders stemen geur maar heeft nog geen emotionele voorkeur voor haar) baby is wel soortgericht = meerorieumlnteren op soortgenoten dan op levenloze voorwerpen daarnaast is er ook een met deweek toenemende actieve gerichtheid (huilen kraaien vastpakken) raquo baby probeertsoortgenoot naar zich toe te lokken en bij zich te houdenGlimlach speelt heel speciale rol baby die een verwachtingsvol vertrouwen heeft kunnenkrijgen in de persoon (of de personen) die hem verzorgt zal hem of haar vanaf een week ofzes toelachen (geen imitatiegedrag en ook meer dan conditionering (voor iedere keer dat babymin of meer lachtrekjes vertoont wordt hij door vader en moeder extra lief bejegend)) het niet

gaan glimlachen kan een teken van een ontwikkelingsstoornis zijn na eerste lachen treedtleerproces op zuigeling merkt dat zijn glimlachen positief effect teweegbrengt in zijnomgeving raquo gaat het van lieverlee gebruiken om mensen gunstig te stemmen raquo verschijnsel indienst van overleving (ouders en vreemden raken er door vertederd raquo verhoogt kans opontferming over kind na wegvallen ouders)Met 30 weken worden gezichtsuitdrukkingen belangrijk om de interesse en de glimlach vaneen baby te wekken raquo baby kan dan pas individuele verschillen tussen mensen bepalenWil een kind zich aan bepaalde mensen kunnen hechten dan moet hij die mensen wel vananderen kunnen onderscheiden (eerste dertig weken nog niet mogelijk)Passieve en actieve gerichtheidPassief bij het zien van mensen reageert een baby met meer geluidjes bewegingen englimlachjes dan bij het zien van dingenActief door uit zichzelf te beginnen met geluidjes bewegingen en glimlachjes probeert eenbaby mensen naar zich toe te lokkenHechting in aanbouwMeeste leerprocessen voltrekken zich bij babyrsquos via conditionering (steeds weerkerendecombinaties van gebeurtenissen met slechts kleine variaties) raquo kind kan hierdoor met trial anderror komen van generalisatie tot discriminatie discriminatieproces is een leerproces datgeholpen wordt als moeder erin slaagt zichzelf in hoge mate voorspelbaar te maken voor haarkind (vast patroon van zorg en vooral van interactie met kind)Kind leert eerst de moederfiguur onderscheiden van andere mensen daarna volgt emotionelebinding (hechting) in de periode dat moeder al weacutel wordt herkend lijken alle andere mensenvoor het kind nog op elkaar raquo als groep hebben zij voor hem wel het vertrouwde mensachtigeen als zodanig vindt hij ze niet eng raquo oog voor eindeloze variaties raquo steeds meer onbekendenmet daartussen slechts een paar bekenden raquo aanhankelijkheid aan moeder komt dan tot uiting(in voorafgaande maanden onmerkbaar en geleidelijk gegroeid) raquo huilen bij moederwegkruipen = eenkennigheid (plusmn 30 weken) raquo hiermee fase ldquohechting in aanbouwrdquo (Bowlby ldquoattachment in the makingrdquo) afgesloten eenkennigheid kan naar gelang de aard van het kindzeer intens tot nauwelijks merkbaar zijn niet bij alle kinderen is een dramatische en lastigevreemdenangst te zienExploratie en ontwikkelingKind zorsquon zes agrave zeven maanden gebleken dat kind in nabijheid van moeder meer rondkijktrondkruipt en rondloopt en meer met speeltjes in de weer is raquo aanhankelijkheid aan moederstaat mede in dienst van de verstandelijke motorische en (destimulerende rol van moeder is te verklaren door te zeggen dat zij een bekend en vertrouwdelement is in een telkens wisselende situatie en als zodanig voor het kind een startpunt om viatrial and error ook over andere elementen iets te leren)Het kijken naar moeder kan voor een kind de plaats innemen van de moeder aan willen raken(op afstand lijkt moeder ook een veilige basis voor het kind)Kind van twee jaar kan en durft steeds meer raquo durft steeds verder bij moeder vandaan en haaruit het oog te verliezen raquo wel steeds even kijken of moeder er nog is op gegeven momentdurft veilig gehecht kind tegen moeder in te gaan dingen te doen die zij niet wil zijn eigenzin doordrijven (conflicten ontstaan doordat kind motorisch instaat is dingen te doen waarvanhij verstandelijk nog niet beseft dat zij gevaarlijk hinderlijk of onherstelbaar zijn)Kind durft risico aan moeder boos te maken maar is ook bang moeder kwijt te raken raquoscheidingsangstverlatingsangst (niet bij ieder kind even hevig tijd van kinderangsten vooralrsquos nachts)Veilige hechting helpt ontwikkeling raquo kinderen met veilige hechtingsrelaties lijken zich watbetreft sommige aspecten iets beter en sneller te ontwikkelen dan kinderen met onveiligehechtingsrelaties

Onveilige hechtingsrelaties kind heeft geen keus (afhankelijkheid van die bepaaldevolwassene)De vreemde situatieZie bladzijde 186187 voor het meetinstrument ldquode Vreemde SituatierdquoHechtingsgedrag van een kind is niet alleen een kenmerk van dat kind maar vooral ook vande relatie raquo de theorie is dat door bepaald gedrag van de volwassene het kind zich veilig danwel onveilig is gaan voelen en verschillende volwassenen kunnen op verschillende wijze methet kind omgaan raquo verschillende hechtingsrelaties kunnen ontstaanVeilig of onveilig gehechtVier soorten hechtingA ndash Afstand onveilig gehecht met een zeker onverschilligheid (vermijdend afstandelijk)B ndash Basis veilig gehecht met vertrouwen en een zekere durfC ndash Contact onveilig gehecht vastklampend uit onzekerheid (ambivalentie)D ndash Desorieumlntatie kind weet niet goed waar hij het zoeken moet (combinatie van A en C)Zie bladzijde 187 tm 189 voor voorbeelden en uitleg bij de vier soorten hechtingHechtingsrelaties buiten het laboratoriumZie bladzijde 189Aard van de moeder(figuur)In hechtingstheorie worden moeders gedrag en emotionele instelling gezien als belangrijksteoorzaken van het ontstaan van een veilige dan wel onveilige hechtingsrelatie (vooralsensitiviteit en responsiviteit waarmee moederfiguur reageert op gedrag en emotionele nodenvan kind) uit veel van de gevallen van streng gecontroleerd onderzoek blijkt het verbandtussen sensitiviteit en responsiviteit van de moeder en veilige hechting van het kind te zwakom van een wetmatigheid te kunnen sprekenZie bladzijde 189190Aard van het kindWelke factoren behalve het gedrag van moeder of moederfiguur zouden een rol kunnenspelen De vraag ligt voor de hand op welke wijze het temperament en andere kenmerken vanhet kind zelf bijdragen aan het ontstaan van een bepaald type hechtingsrelatie raquo kan op driemanieren gebeuren1 doordat het temperament van het kind de ouder beiumlnvloedt bij het ontwikkelen van eenbepaald patroon van hechtingsgedrag2 doordat omgekeerd een bepaald soort hechtingsrelatie invloed heeft op hettemperament van het kind (temperament is ook veranderlijk ligt niet geheel vast bij degeboorte)3 de waarnemers die de aard van de hechtingsrelatie moeten vaststellen worden zelf ookbeiumlnvloed door het temperament van het kindTot nu toe weinig samenhang gebleken tussen temperamentverschillen en de typenhechtingsrelatie zoals die worden vastgesteld met de vreemde situatieZie bladzijde 190191GezinsomstandighedenVeilige relaties zijn gezinskenmerken geen exclusieve kindkenmerken En positievekenmerken van het gezin zoals ook opleiding en welstandsniveau vergroten de kans opveilige relaties waarbinnen de kinderen zich beter kunnen ontwikkelenVerhoogde kans op veilige hechting- bij moeder sensitiviteit- bijvader inlevingsvermogen- bij kind gemakkelijk temperament- in gezin geen problemen

VadersZie bladzijde 192 tm 194Broertjes en zusjesBroertjes en zusjes zijn belangrijk voor elkaars emotionele ontwikkeling elkaars nabijheidbiedt veiligheidZie bladzijde 194Kind ontwikkelt klaarblijkelijk niet allee aanhankelijkheid jegens degene die doelgericht enverzorgend met hem bezig is maar ook jegens wie hij louter gewend is veel en vaak om zichheen te zien en te horen alleen maar vertrouwd contact zonder dat een bepaalde behoeftewordt bevredigd kan ook een band scheppen en een gevoel van geborgenheid gevenKnuffelsGehechtheid van kinderen aan knuffellap of ndashbeest ook gezien als een middel om hetgescheiden-zijn van moeder te overbruggen raquo ze worden door het kind beleefd als iets watemotioneel met moeder te maken heeftDrie verklaringen voor knuffels1 in leerproces geconditioneerd2 teken van beeldende fantasie3 overdracht van gehechtheidZie ook bladzijde 195 voor uitlegWaarom het ene kind wel en het andere kind geen knuffel heeft is niet duidelijk Behalve hetidee dat het iets te maken heeft met fantasie en creativiteit is er een aanwijzing dat kinderenmet sterke orale behoeften er eerder toe komen er is een hoge correlatie met duimenDuimzuigen ndash of zuigen op een speen ndash en het bevoelen van een knuffel hebben met elkaargemeen dat er een kalmerende en angstverminderende werking van uitgaat Daarbij lijkt hetop het ritmisch bewegen bij het wiegen en schommelen Bepaalde delen van de hersenenworden er wellicht door geprikkeld waardoor andere ndash onrustzaaiende en angstaanjagende ndashprikkels niet kunnen doordringenKinderopvangZie bladzijde 196197AdoptieBij veel diersoorten is gebleken dat het plotseling of onvrijwillig verbreken van een relatiemet een hechtingsfiguur een bron van grote spanning is die zich uit in gedrag dat wijst opangst en onzekerheid zo ook bij de mensHechting bij adoptie- als het kind bij adoptie jonger is dan dertig weken zelfs vaker veilig gehecht- als het kind zich in eigen land als heeft gehecht aanvankelijk problemen- hij kan dat hechtingsgevoel en ndashgedrag overdragen op zijn adoptiefoudersZie bladzijde 198199EchtscheidingKinderen tussen 2 en 8 jaar echtscheiding moeilijk te begrijpen en te aanvaarden geneigd omschuld voor scheiding bij zichzelf te zoeken kunnen minder gemakkelijk troost en afleidingzoeken buiten het gezinAan echtscheiding gaan dikwijls lange perioden vooraf met heftige ruzies en ook geweld raquoleidt tot angst en verdriet bij kinderenHet aantal kinderen dat ernstige gedrags- of emotionele problemen ervaart na eenechtscheiding is twee tot drie keer zo groot als bij kinderen die dit niet hoeven door te makenGedragsproblemen komen meer voor bij jongens en emotionele problemen meer bij meisjesHet kind past zich het beste aan als gescheiden ouders in staat zijn een goede relatie te blijvenonderhouden en als de verzorgende ouder warm en steunend blijft inspeelt op de behoeftenvan het kind en het met vaste hand begeleidt in zijn ontwikkeling

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 9: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

10486961048696 Waarnemingsprikkels omtrent de situatie worden in de hersenen niet goed ontvangen10486961048696 Afweging in de hersenen van wat de beste reactie zou zijn gaat te langzaam10486961048696 Zenuwbanen die prikkels naar de spieren terugsturen zijn niet verfijnd genoeg10486961048696 Er zijn problemen met de spieren die in beweging zouden moeten komen

Hoofdstuk 9 Een veilige basisHechtingstheorie (Bowlby) richt zich specifiek op eerste twee levensjaren op de basis die danvoor latere zelfstandigheid wordt gelegd en voor het zelfvertrouwen waarmee het kind in dewereld staatVerschil tussen ontwikkeling van motoriek en zelfstandigheidMotoriek vanaf de geboorte gaat een kind rechtlijnig vooruit en wordt steeds een beetjegroter en sterkerZelfstandigheid na de geboorte eerst een verdieping van de afhankelijkheid en pas in hettweede levensjaar vooruitImprinting = het proces dat het van levensbelang is dat een jong er onmiddellijk na de geboorte onuitwisbaar van wordt doordrongen wie zijn moeder is en wie hij moet volgenDe vraag is of ook nu nog bij mensen het hechtingsproces begint met imprinting kort na degeboorte raquo andere mensen dan de biologische moeder hebben dan weinig kans deaanhankelijkheid van een kind op te wekkenWeinig psychologen geloven dat mensenkinderen oogcontact en huidcontact tussen moederen pasgeboren baby onherroepelijke voorwaarde is voor hechting raquo het kan wel eenbelangrijke ondersteuning zijn voor het op gang komen van het hechtingsprocesMoeder als startpunt voor andere relatiesBowlby ging ervan uit een baby zich aan eacuteeacuten volwassenen kan hechten en dat relaties metanderen pas later ontstaan en worden afgeleid van de relatie met de moederfiguur raquo hoeft nietde moeder te zijn maar degene die vanaf de geboorte als een moeder voor het kind zorgtKritieke of gevoelige periodenMet kritieke periode bedoeld Bowlby dat het neurologische systeem van het kind in dieperiode openstaat voor het opnemen van kennispatronen omtrent de moederfiguur raquo kritieke periode voorbij raquo de daarin thuishorende ervaringen kunnen nooit meer met eenzelfdeeffectiviteit worden opgenomenBonding = emotionele bandModerne psychologen kiezen voor gevoelige perioden ipv kritieke perioden (kind is inbepaalde perioden misschien wel bijzonder gevoelig voor bepaalde ervaringen doordatzenuwstelsel bepaalde rijping heeft bereikt maar datzelfde zenuwstelsel is plooibaar genoegom ook op andere momenten van bepaalde ervaringen te profiteren) raquo overleven betekent juisteen subtiel aanpassingsproces aan omstandigheden die nooit helemaal volmaakt zijn en dusnooit honderd procent speciale ervaringen in kritieke perioden opleveren (plasticiteit van hetneurologisch systeem)Zie blauwe schema bladzijde 180Van mensachtig naar individuele verschillenVan echte gevoelsverbondenheid is in het begin nog geen sprake (baby herkent moeders stemen geur maar heeft nog geen emotionele voorkeur voor haar) baby is wel soortgericht = meerorieumlnteren op soortgenoten dan op levenloze voorwerpen daarnaast is er ook een met deweek toenemende actieve gerichtheid (huilen kraaien vastpakken) raquo baby probeertsoortgenoot naar zich toe te lokken en bij zich te houdenGlimlach speelt heel speciale rol baby die een verwachtingsvol vertrouwen heeft kunnenkrijgen in de persoon (of de personen) die hem verzorgt zal hem of haar vanaf een week ofzes toelachen (geen imitatiegedrag en ook meer dan conditionering (voor iedere keer dat babymin of meer lachtrekjes vertoont wordt hij door vader en moeder extra lief bejegend)) het niet

gaan glimlachen kan een teken van een ontwikkelingsstoornis zijn na eerste lachen treedtleerproces op zuigeling merkt dat zijn glimlachen positief effect teweegbrengt in zijnomgeving raquo gaat het van lieverlee gebruiken om mensen gunstig te stemmen raquo verschijnsel indienst van overleving (ouders en vreemden raken er door vertederd raquo verhoogt kans opontferming over kind na wegvallen ouders)Met 30 weken worden gezichtsuitdrukkingen belangrijk om de interesse en de glimlach vaneen baby te wekken raquo baby kan dan pas individuele verschillen tussen mensen bepalenWil een kind zich aan bepaalde mensen kunnen hechten dan moet hij die mensen wel vananderen kunnen onderscheiden (eerste dertig weken nog niet mogelijk)Passieve en actieve gerichtheidPassief bij het zien van mensen reageert een baby met meer geluidjes bewegingen englimlachjes dan bij het zien van dingenActief door uit zichzelf te beginnen met geluidjes bewegingen en glimlachjes probeert eenbaby mensen naar zich toe te lokkenHechting in aanbouwMeeste leerprocessen voltrekken zich bij babyrsquos via conditionering (steeds weerkerendecombinaties van gebeurtenissen met slechts kleine variaties) raquo kind kan hierdoor met trial anderror komen van generalisatie tot discriminatie discriminatieproces is een leerproces datgeholpen wordt als moeder erin slaagt zichzelf in hoge mate voorspelbaar te maken voor haarkind (vast patroon van zorg en vooral van interactie met kind)Kind leert eerst de moederfiguur onderscheiden van andere mensen daarna volgt emotionelebinding (hechting) in de periode dat moeder al weacutel wordt herkend lijken alle andere mensenvoor het kind nog op elkaar raquo als groep hebben zij voor hem wel het vertrouwde mensachtigeen als zodanig vindt hij ze niet eng raquo oog voor eindeloze variaties raquo steeds meer onbekendenmet daartussen slechts een paar bekenden raquo aanhankelijkheid aan moeder komt dan tot uiting(in voorafgaande maanden onmerkbaar en geleidelijk gegroeid) raquo huilen bij moederwegkruipen = eenkennigheid (plusmn 30 weken) raquo hiermee fase ldquohechting in aanbouwrdquo (Bowlby ldquoattachment in the makingrdquo) afgesloten eenkennigheid kan naar gelang de aard van het kindzeer intens tot nauwelijks merkbaar zijn niet bij alle kinderen is een dramatische en lastigevreemdenangst te zienExploratie en ontwikkelingKind zorsquon zes agrave zeven maanden gebleken dat kind in nabijheid van moeder meer rondkijktrondkruipt en rondloopt en meer met speeltjes in de weer is raquo aanhankelijkheid aan moederstaat mede in dienst van de verstandelijke motorische en (destimulerende rol van moeder is te verklaren door te zeggen dat zij een bekend en vertrouwdelement is in een telkens wisselende situatie en als zodanig voor het kind een startpunt om viatrial and error ook over andere elementen iets te leren)Het kijken naar moeder kan voor een kind de plaats innemen van de moeder aan willen raken(op afstand lijkt moeder ook een veilige basis voor het kind)Kind van twee jaar kan en durft steeds meer raquo durft steeds verder bij moeder vandaan en haaruit het oog te verliezen raquo wel steeds even kijken of moeder er nog is op gegeven momentdurft veilig gehecht kind tegen moeder in te gaan dingen te doen die zij niet wil zijn eigenzin doordrijven (conflicten ontstaan doordat kind motorisch instaat is dingen te doen waarvanhij verstandelijk nog niet beseft dat zij gevaarlijk hinderlijk of onherstelbaar zijn)Kind durft risico aan moeder boos te maken maar is ook bang moeder kwijt te raken raquoscheidingsangstverlatingsangst (niet bij ieder kind even hevig tijd van kinderangsten vooralrsquos nachts)Veilige hechting helpt ontwikkeling raquo kinderen met veilige hechtingsrelaties lijken zich watbetreft sommige aspecten iets beter en sneller te ontwikkelen dan kinderen met onveiligehechtingsrelaties

Onveilige hechtingsrelaties kind heeft geen keus (afhankelijkheid van die bepaaldevolwassene)De vreemde situatieZie bladzijde 186187 voor het meetinstrument ldquode Vreemde SituatierdquoHechtingsgedrag van een kind is niet alleen een kenmerk van dat kind maar vooral ook vande relatie raquo de theorie is dat door bepaald gedrag van de volwassene het kind zich veilig danwel onveilig is gaan voelen en verschillende volwassenen kunnen op verschillende wijze methet kind omgaan raquo verschillende hechtingsrelaties kunnen ontstaanVeilig of onveilig gehechtVier soorten hechtingA ndash Afstand onveilig gehecht met een zeker onverschilligheid (vermijdend afstandelijk)B ndash Basis veilig gehecht met vertrouwen en een zekere durfC ndash Contact onveilig gehecht vastklampend uit onzekerheid (ambivalentie)D ndash Desorieumlntatie kind weet niet goed waar hij het zoeken moet (combinatie van A en C)Zie bladzijde 187 tm 189 voor voorbeelden en uitleg bij de vier soorten hechtingHechtingsrelaties buiten het laboratoriumZie bladzijde 189Aard van de moeder(figuur)In hechtingstheorie worden moeders gedrag en emotionele instelling gezien als belangrijksteoorzaken van het ontstaan van een veilige dan wel onveilige hechtingsrelatie (vooralsensitiviteit en responsiviteit waarmee moederfiguur reageert op gedrag en emotionele nodenvan kind) uit veel van de gevallen van streng gecontroleerd onderzoek blijkt het verbandtussen sensitiviteit en responsiviteit van de moeder en veilige hechting van het kind te zwakom van een wetmatigheid te kunnen sprekenZie bladzijde 189190Aard van het kindWelke factoren behalve het gedrag van moeder of moederfiguur zouden een rol kunnenspelen De vraag ligt voor de hand op welke wijze het temperament en andere kenmerken vanhet kind zelf bijdragen aan het ontstaan van een bepaald type hechtingsrelatie raquo kan op driemanieren gebeuren1 doordat het temperament van het kind de ouder beiumlnvloedt bij het ontwikkelen van eenbepaald patroon van hechtingsgedrag2 doordat omgekeerd een bepaald soort hechtingsrelatie invloed heeft op hettemperament van het kind (temperament is ook veranderlijk ligt niet geheel vast bij degeboorte)3 de waarnemers die de aard van de hechtingsrelatie moeten vaststellen worden zelf ookbeiumlnvloed door het temperament van het kindTot nu toe weinig samenhang gebleken tussen temperamentverschillen en de typenhechtingsrelatie zoals die worden vastgesteld met de vreemde situatieZie bladzijde 190191GezinsomstandighedenVeilige relaties zijn gezinskenmerken geen exclusieve kindkenmerken En positievekenmerken van het gezin zoals ook opleiding en welstandsniveau vergroten de kans opveilige relaties waarbinnen de kinderen zich beter kunnen ontwikkelenVerhoogde kans op veilige hechting- bij moeder sensitiviteit- bijvader inlevingsvermogen- bij kind gemakkelijk temperament- in gezin geen problemen

VadersZie bladzijde 192 tm 194Broertjes en zusjesBroertjes en zusjes zijn belangrijk voor elkaars emotionele ontwikkeling elkaars nabijheidbiedt veiligheidZie bladzijde 194Kind ontwikkelt klaarblijkelijk niet allee aanhankelijkheid jegens degene die doelgericht enverzorgend met hem bezig is maar ook jegens wie hij louter gewend is veel en vaak om zichheen te zien en te horen alleen maar vertrouwd contact zonder dat een bepaalde behoeftewordt bevredigd kan ook een band scheppen en een gevoel van geborgenheid gevenKnuffelsGehechtheid van kinderen aan knuffellap of ndashbeest ook gezien als een middel om hetgescheiden-zijn van moeder te overbruggen raquo ze worden door het kind beleefd als iets watemotioneel met moeder te maken heeftDrie verklaringen voor knuffels1 in leerproces geconditioneerd2 teken van beeldende fantasie3 overdracht van gehechtheidZie ook bladzijde 195 voor uitlegWaarom het ene kind wel en het andere kind geen knuffel heeft is niet duidelijk Behalve hetidee dat het iets te maken heeft met fantasie en creativiteit is er een aanwijzing dat kinderenmet sterke orale behoeften er eerder toe komen er is een hoge correlatie met duimenDuimzuigen ndash of zuigen op een speen ndash en het bevoelen van een knuffel hebben met elkaargemeen dat er een kalmerende en angstverminderende werking van uitgaat Daarbij lijkt hetop het ritmisch bewegen bij het wiegen en schommelen Bepaalde delen van de hersenenworden er wellicht door geprikkeld waardoor andere ndash onrustzaaiende en angstaanjagende ndashprikkels niet kunnen doordringenKinderopvangZie bladzijde 196197AdoptieBij veel diersoorten is gebleken dat het plotseling of onvrijwillig verbreken van een relatiemet een hechtingsfiguur een bron van grote spanning is die zich uit in gedrag dat wijst opangst en onzekerheid zo ook bij de mensHechting bij adoptie- als het kind bij adoptie jonger is dan dertig weken zelfs vaker veilig gehecht- als het kind zich in eigen land als heeft gehecht aanvankelijk problemen- hij kan dat hechtingsgevoel en ndashgedrag overdragen op zijn adoptiefoudersZie bladzijde 198199EchtscheidingKinderen tussen 2 en 8 jaar echtscheiding moeilijk te begrijpen en te aanvaarden geneigd omschuld voor scheiding bij zichzelf te zoeken kunnen minder gemakkelijk troost en afleidingzoeken buiten het gezinAan echtscheiding gaan dikwijls lange perioden vooraf met heftige ruzies en ook geweld raquoleidt tot angst en verdriet bij kinderenHet aantal kinderen dat ernstige gedrags- of emotionele problemen ervaart na eenechtscheiding is twee tot drie keer zo groot als bij kinderen die dit niet hoeven door te makenGedragsproblemen komen meer voor bij jongens en emotionele problemen meer bij meisjesHet kind past zich het beste aan als gescheiden ouders in staat zijn een goede relatie te blijvenonderhouden en als de verzorgende ouder warm en steunend blijft inspeelt op de behoeftenvan het kind en het met vaste hand begeleidt in zijn ontwikkeling

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 10: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

gaan glimlachen kan een teken van een ontwikkelingsstoornis zijn na eerste lachen treedtleerproces op zuigeling merkt dat zijn glimlachen positief effect teweegbrengt in zijnomgeving raquo gaat het van lieverlee gebruiken om mensen gunstig te stemmen raquo verschijnsel indienst van overleving (ouders en vreemden raken er door vertederd raquo verhoogt kans opontferming over kind na wegvallen ouders)Met 30 weken worden gezichtsuitdrukkingen belangrijk om de interesse en de glimlach vaneen baby te wekken raquo baby kan dan pas individuele verschillen tussen mensen bepalenWil een kind zich aan bepaalde mensen kunnen hechten dan moet hij die mensen wel vananderen kunnen onderscheiden (eerste dertig weken nog niet mogelijk)Passieve en actieve gerichtheidPassief bij het zien van mensen reageert een baby met meer geluidjes bewegingen englimlachjes dan bij het zien van dingenActief door uit zichzelf te beginnen met geluidjes bewegingen en glimlachjes probeert eenbaby mensen naar zich toe te lokkenHechting in aanbouwMeeste leerprocessen voltrekken zich bij babyrsquos via conditionering (steeds weerkerendecombinaties van gebeurtenissen met slechts kleine variaties) raquo kind kan hierdoor met trial anderror komen van generalisatie tot discriminatie discriminatieproces is een leerproces datgeholpen wordt als moeder erin slaagt zichzelf in hoge mate voorspelbaar te maken voor haarkind (vast patroon van zorg en vooral van interactie met kind)Kind leert eerst de moederfiguur onderscheiden van andere mensen daarna volgt emotionelebinding (hechting) in de periode dat moeder al weacutel wordt herkend lijken alle andere mensenvoor het kind nog op elkaar raquo als groep hebben zij voor hem wel het vertrouwde mensachtigeen als zodanig vindt hij ze niet eng raquo oog voor eindeloze variaties raquo steeds meer onbekendenmet daartussen slechts een paar bekenden raquo aanhankelijkheid aan moeder komt dan tot uiting(in voorafgaande maanden onmerkbaar en geleidelijk gegroeid) raquo huilen bij moederwegkruipen = eenkennigheid (plusmn 30 weken) raquo hiermee fase ldquohechting in aanbouwrdquo (Bowlby ldquoattachment in the makingrdquo) afgesloten eenkennigheid kan naar gelang de aard van het kindzeer intens tot nauwelijks merkbaar zijn niet bij alle kinderen is een dramatische en lastigevreemdenangst te zienExploratie en ontwikkelingKind zorsquon zes agrave zeven maanden gebleken dat kind in nabijheid van moeder meer rondkijktrondkruipt en rondloopt en meer met speeltjes in de weer is raquo aanhankelijkheid aan moederstaat mede in dienst van de verstandelijke motorische en (destimulerende rol van moeder is te verklaren door te zeggen dat zij een bekend en vertrouwdelement is in een telkens wisselende situatie en als zodanig voor het kind een startpunt om viatrial and error ook over andere elementen iets te leren)Het kijken naar moeder kan voor een kind de plaats innemen van de moeder aan willen raken(op afstand lijkt moeder ook een veilige basis voor het kind)Kind van twee jaar kan en durft steeds meer raquo durft steeds verder bij moeder vandaan en haaruit het oog te verliezen raquo wel steeds even kijken of moeder er nog is op gegeven momentdurft veilig gehecht kind tegen moeder in te gaan dingen te doen die zij niet wil zijn eigenzin doordrijven (conflicten ontstaan doordat kind motorisch instaat is dingen te doen waarvanhij verstandelijk nog niet beseft dat zij gevaarlijk hinderlijk of onherstelbaar zijn)Kind durft risico aan moeder boos te maken maar is ook bang moeder kwijt te raken raquoscheidingsangstverlatingsangst (niet bij ieder kind even hevig tijd van kinderangsten vooralrsquos nachts)Veilige hechting helpt ontwikkeling raquo kinderen met veilige hechtingsrelaties lijken zich watbetreft sommige aspecten iets beter en sneller te ontwikkelen dan kinderen met onveiligehechtingsrelaties

Onveilige hechtingsrelaties kind heeft geen keus (afhankelijkheid van die bepaaldevolwassene)De vreemde situatieZie bladzijde 186187 voor het meetinstrument ldquode Vreemde SituatierdquoHechtingsgedrag van een kind is niet alleen een kenmerk van dat kind maar vooral ook vande relatie raquo de theorie is dat door bepaald gedrag van de volwassene het kind zich veilig danwel onveilig is gaan voelen en verschillende volwassenen kunnen op verschillende wijze methet kind omgaan raquo verschillende hechtingsrelaties kunnen ontstaanVeilig of onveilig gehechtVier soorten hechtingA ndash Afstand onveilig gehecht met een zeker onverschilligheid (vermijdend afstandelijk)B ndash Basis veilig gehecht met vertrouwen en een zekere durfC ndash Contact onveilig gehecht vastklampend uit onzekerheid (ambivalentie)D ndash Desorieumlntatie kind weet niet goed waar hij het zoeken moet (combinatie van A en C)Zie bladzijde 187 tm 189 voor voorbeelden en uitleg bij de vier soorten hechtingHechtingsrelaties buiten het laboratoriumZie bladzijde 189Aard van de moeder(figuur)In hechtingstheorie worden moeders gedrag en emotionele instelling gezien als belangrijksteoorzaken van het ontstaan van een veilige dan wel onveilige hechtingsrelatie (vooralsensitiviteit en responsiviteit waarmee moederfiguur reageert op gedrag en emotionele nodenvan kind) uit veel van de gevallen van streng gecontroleerd onderzoek blijkt het verbandtussen sensitiviteit en responsiviteit van de moeder en veilige hechting van het kind te zwakom van een wetmatigheid te kunnen sprekenZie bladzijde 189190Aard van het kindWelke factoren behalve het gedrag van moeder of moederfiguur zouden een rol kunnenspelen De vraag ligt voor de hand op welke wijze het temperament en andere kenmerken vanhet kind zelf bijdragen aan het ontstaan van een bepaald type hechtingsrelatie raquo kan op driemanieren gebeuren1 doordat het temperament van het kind de ouder beiumlnvloedt bij het ontwikkelen van eenbepaald patroon van hechtingsgedrag2 doordat omgekeerd een bepaald soort hechtingsrelatie invloed heeft op hettemperament van het kind (temperament is ook veranderlijk ligt niet geheel vast bij degeboorte)3 de waarnemers die de aard van de hechtingsrelatie moeten vaststellen worden zelf ookbeiumlnvloed door het temperament van het kindTot nu toe weinig samenhang gebleken tussen temperamentverschillen en de typenhechtingsrelatie zoals die worden vastgesteld met de vreemde situatieZie bladzijde 190191GezinsomstandighedenVeilige relaties zijn gezinskenmerken geen exclusieve kindkenmerken En positievekenmerken van het gezin zoals ook opleiding en welstandsniveau vergroten de kans opveilige relaties waarbinnen de kinderen zich beter kunnen ontwikkelenVerhoogde kans op veilige hechting- bij moeder sensitiviteit- bijvader inlevingsvermogen- bij kind gemakkelijk temperament- in gezin geen problemen

VadersZie bladzijde 192 tm 194Broertjes en zusjesBroertjes en zusjes zijn belangrijk voor elkaars emotionele ontwikkeling elkaars nabijheidbiedt veiligheidZie bladzijde 194Kind ontwikkelt klaarblijkelijk niet allee aanhankelijkheid jegens degene die doelgericht enverzorgend met hem bezig is maar ook jegens wie hij louter gewend is veel en vaak om zichheen te zien en te horen alleen maar vertrouwd contact zonder dat een bepaalde behoeftewordt bevredigd kan ook een band scheppen en een gevoel van geborgenheid gevenKnuffelsGehechtheid van kinderen aan knuffellap of ndashbeest ook gezien als een middel om hetgescheiden-zijn van moeder te overbruggen raquo ze worden door het kind beleefd als iets watemotioneel met moeder te maken heeftDrie verklaringen voor knuffels1 in leerproces geconditioneerd2 teken van beeldende fantasie3 overdracht van gehechtheidZie ook bladzijde 195 voor uitlegWaarom het ene kind wel en het andere kind geen knuffel heeft is niet duidelijk Behalve hetidee dat het iets te maken heeft met fantasie en creativiteit is er een aanwijzing dat kinderenmet sterke orale behoeften er eerder toe komen er is een hoge correlatie met duimenDuimzuigen ndash of zuigen op een speen ndash en het bevoelen van een knuffel hebben met elkaargemeen dat er een kalmerende en angstverminderende werking van uitgaat Daarbij lijkt hetop het ritmisch bewegen bij het wiegen en schommelen Bepaalde delen van de hersenenworden er wellicht door geprikkeld waardoor andere ndash onrustzaaiende en angstaanjagende ndashprikkels niet kunnen doordringenKinderopvangZie bladzijde 196197AdoptieBij veel diersoorten is gebleken dat het plotseling of onvrijwillig verbreken van een relatiemet een hechtingsfiguur een bron van grote spanning is die zich uit in gedrag dat wijst opangst en onzekerheid zo ook bij de mensHechting bij adoptie- als het kind bij adoptie jonger is dan dertig weken zelfs vaker veilig gehecht- als het kind zich in eigen land als heeft gehecht aanvankelijk problemen- hij kan dat hechtingsgevoel en ndashgedrag overdragen op zijn adoptiefoudersZie bladzijde 198199EchtscheidingKinderen tussen 2 en 8 jaar echtscheiding moeilijk te begrijpen en te aanvaarden geneigd omschuld voor scheiding bij zichzelf te zoeken kunnen minder gemakkelijk troost en afleidingzoeken buiten het gezinAan echtscheiding gaan dikwijls lange perioden vooraf met heftige ruzies en ook geweld raquoleidt tot angst en verdriet bij kinderenHet aantal kinderen dat ernstige gedrags- of emotionele problemen ervaart na eenechtscheiding is twee tot drie keer zo groot als bij kinderen die dit niet hoeven door te makenGedragsproblemen komen meer voor bij jongens en emotionele problemen meer bij meisjesHet kind past zich het beste aan als gescheiden ouders in staat zijn een goede relatie te blijvenonderhouden en als de verzorgende ouder warm en steunend blijft inspeelt op de behoeftenvan het kind en het met vaste hand begeleidt in zijn ontwikkeling

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 11: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

Onveilige hechtingsrelaties kind heeft geen keus (afhankelijkheid van die bepaaldevolwassene)De vreemde situatieZie bladzijde 186187 voor het meetinstrument ldquode Vreemde SituatierdquoHechtingsgedrag van een kind is niet alleen een kenmerk van dat kind maar vooral ook vande relatie raquo de theorie is dat door bepaald gedrag van de volwassene het kind zich veilig danwel onveilig is gaan voelen en verschillende volwassenen kunnen op verschillende wijze methet kind omgaan raquo verschillende hechtingsrelaties kunnen ontstaanVeilig of onveilig gehechtVier soorten hechtingA ndash Afstand onveilig gehecht met een zeker onverschilligheid (vermijdend afstandelijk)B ndash Basis veilig gehecht met vertrouwen en een zekere durfC ndash Contact onveilig gehecht vastklampend uit onzekerheid (ambivalentie)D ndash Desorieumlntatie kind weet niet goed waar hij het zoeken moet (combinatie van A en C)Zie bladzijde 187 tm 189 voor voorbeelden en uitleg bij de vier soorten hechtingHechtingsrelaties buiten het laboratoriumZie bladzijde 189Aard van de moeder(figuur)In hechtingstheorie worden moeders gedrag en emotionele instelling gezien als belangrijksteoorzaken van het ontstaan van een veilige dan wel onveilige hechtingsrelatie (vooralsensitiviteit en responsiviteit waarmee moederfiguur reageert op gedrag en emotionele nodenvan kind) uit veel van de gevallen van streng gecontroleerd onderzoek blijkt het verbandtussen sensitiviteit en responsiviteit van de moeder en veilige hechting van het kind te zwakom van een wetmatigheid te kunnen sprekenZie bladzijde 189190Aard van het kindWelke factoren behalve het gedrag van moeder of moederfiguur zouden een rol kunnenspelen De vraag ligt voor de hand op welke wijze het temperament en andere kenmerken vanhet kind zelf bijdragen aan het ontstaan van een bepaald type hechtingsrelatie raquo kan op driemanieren gebeuren1 doordat het temperament van het kind de ouder beiumlnvloedt bij het ontwikkelen van eenbepaald patroon van hechtingsgedrag2 doordat omgekeerd een bepaald soort hechtingsrelatie invloed heeft op hettemperament van het kind (temperament is ook veranderlijk ligt niet geheel vast bij degeboorte)3 de waarnemers die de aard van de hechtingsrelatie moeten vaststellen worden zelf ookbeiumlnvloed door het temperament van het kindTot nu toe weinig samenhang gebleken tussen temperamentverschillen en de typenhechtingsrelatie zoals die worden vastgesteld met de vreemde situatieZie bladzijde 190191GezinsomstandighedenVeilige relaties zijn gezinskenmerken geen exclusieve kindkenmerken En positievekenmerken van het gezin zoals ook opleiding en welstandsniveau vergroten de kans opveilige relaties waarbinnen de kinderen zich beter kunnen ontwikkelenVerhoogde kans op veilige hechting- bij moeder sensitiviteit- bijvader inlevingsvermogen- bij kind gemakkelijk temperament- in gezin geen problemen

VadersZie bladzijde 192 tm 194Broertjes en zusjesBroertjes en zusjes zijn belangrijk voor elkaars emotionele ontwikkeling elkaars nabijheidbiedt veiligheidZie bladzijde 194Kind ontwikkelt klaarblijkelijk niet allee aanhankelijkheid jegens degene die doelgericht enverzorgend met hem bezig is maar ook jegens wie hij louter gewend is veel en vaak om zichheen te zien en te horen alleen maar vertrouwd contact zonder dat een bepaalde behoeftewordt bevredigd kan ook een band scheppen en een gevoel van geborgenheid gevenKnuffelsGehechtheid van kinderen aan knuffellap of ndashbeest ook gezien als een middel om hetgescheiden-zijn van moeder te overbruggen raquo ze worden door het kind beleefd als iets watemotioneel met moeder te maken heeftDrie verklaringen voor knuffels1 in leerproces geconditioneerd2 teken van beeldende fantasie3 overdracht van gehechtheidZie ook bladzijde 195 voor uitlegWaarom het ene kind wel en het andere kind geen knuffel heeft is niet duidelijk Behalve hetidee dat het iets te maken heeft met fantasie en creativiteit is er een aanwijzing dat kinderenmet sterke orale behoeften er eerder toe komen er is een hoge correlatie met duimenDuimzuigen ndash of zuigen op een speen ndash en het bevoelen van een knuffel hebben met elkaargemeen dat er een kalmerende en angstverminderende werking van uitgaat Daarbij lijkt hetop het ritmisch bewegen bij het wiegen en schommelen Bepaalde delen van de hersenenworden er wellicht door geprikkeld waardoor andere ndash onrustzaaiende en angstaanjagende ndashprikkels niet kunnen doordringenKinderopvangZie bladzijde 196197AdoptieBij veel diersoorten is gebleken dat het plotseling of onvrijwillig verbreken van een relatiemet een hechtingsfiguur een bron van grote spanning is die zich uit in gedrag dat wijst opangst en onzekerheid zo ook bij de mensHechting bij adoptie- als het kind bij adoptie jonger is dan dertig weken zelfs vaker veilig gehecht- als het kind zich in eigen land als heeft gehecht aanvankelijk problemen- hij kan dat hechtingsgevoel en ndashgedrag overdragen op zijn adoptiefoudersZie bladzijde 198199EchtscheidingKinderen tussen 2 en 8 jaar echtscheiding moeilijk te begrijpen en te aanvaarden geneigd omschuld voor scheiding bij zichzelf te zoeken kunnen minder gemakkelijk troost en afleidingzoeken buiten het gezinAan echtscheiding gaan dikwijls lange perioden vooraf met heftige ruzies en ook geweld raquoleidt tot angst en verdriet bij kinderenHet aantal kinderen dat ernstige gedrags- of emotionele problemen ervaart na eenechtscheiding is twee tot drie keer zo groot als bij kinderen die dit niet hoeven door te makenGedragsproblemen komen meer voor bij jongens en emotionele problemen meer bij meisjesHet kind past zich het beste aan als gescheiden ouders in staat zijn een goede relatie te blijvenonderhouden en als de verzorgende ouder warm en steunend blijft inspeelt op de behoeftenvan het kind en het met vaste hand begeleidt in zijn ontwikkeling

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 12: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

VadersZie bladzijde 192 tm 194Broertjes en zusjesBroertjes en zusjes zijn belangrijk voor elkaars emotionele ontwikkeling elkaars nabijheidbiedt veiligheidZie bladzijde 194Kind ontwikkelt klaarblijkelijk niet allee aanhankelijkheid jegens degene die doelgericht enverzorgend met hem bezig is maar ook jegens wie hij louter gewend is veel en vaak om zichheen te zien en te horen alleen maar vertrouwd contact zonder dat een bepaalde behoeftewordt bevredigd kan ook een band scheppen en een gevoel van geborgenheid gevenKnuffelsGehechtheid van kinderen aan knuffellap of ndashbeest ook gezien als een middel om hetgescheiden-zijn van moeder te overbruggen raquo ze worden door het kind beleefd als iets watemotioneel met moeder te maken heeftDrie verklaringen voor knuffels1 in leerproces geconditioneerd2 teken van beeldende fantasie3 overdracht van gehechtheidZie ook bladzijde 195 voor uitlegWaarom het ene kind wel en het andere kind geen knuffel heeft is niet duidelijk Behalve hetidee dat het iets te maken heeft met fantasie en creativiteit is er een aanwijzing dat kinderenmet sterke orale behoeften er eerder toe komen er is een hoge correlatie met duimenDuimzuigen ndash of zuigen op een speen ndash en het bevoelen van een knuffel hebben met elkaargemeen dat er een kalmerende en angstverminderende werking van uitgaat Daarbij lijkt hetop het ritmisch bewegen bij het wiegen en schommelen Bepaalde delen van de hersenenworden er wellicht door geprikkeld waardoor andere ndash onrustzaaiende en angstaanjagende ndashprikkels niet kunnen doordringenKinderopvangZie bladzijde 196197AdoptieBij veel diersoorten is gebleken dat het plotseling of onvrijwillig verbreken van een relatiemet een hechtingsfiguur een bron van grote spanning is die zich uit in gedrag dat wijst opangst en onzekerheid zo ook bij de mensHechting bij adoptie- als het kind bij adoptie jonger is dan dertig weken zelfs vaker veilig gehecht- als het kind zich in eigen land als heeft gehecht aanvankelijk problemen- hij kan dat hechtingsgevoel en ndashgedrag overdragen op zijn adoptiefoudersZie bladzijde 198199EchtscheidingKinderen tussen 2 en 8 jaar echtscheiding moeilijk te begrijpen en te aanvaarden geneigd omschuld voor scheiding bij zichzelf te zoeken kunnen minder gemakkelijk troost en afleidingzoeken buiten het gezinAan echtscheiding gaan dikwijls lange perioden vooraf met heftige ruzies en ook geweld raquoleidt tot angst en verdriet bij kinderenHet aantal kinderen dat ernstige gedrags- of emotionele problemen ervaart na eenechtscheiding is twee tot drie keer zo groot als bij kinderen die dit niet hoeven door te makenGedragsproblemen komen meer voor bij jongens en emotionele problemen meer bij meisjesHet kind past zich het beste aan als gescheiden ouders in staat zijn een goede relatie te blijvenonderhouden en als de verzorgende ouder warm en steunend blijft inspeelt op de behoeftenvan het kind en het met vaste hand begeleidt in zijn ontwikkeling

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 13: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

Men moet oppassen gedragsmoeilijkheden van kinderen die na een echtscheiding wordenvastgesteld uitsluitend aan die scheiding te wijten Dit zou zowel uit een al langer bestaandedisharmonie tussen beide ouders kunnen voortkomen als uit een erfelijke aanleg die het kindvan zijn ouders heeft meegekregenZie ook bladzijde 199200Een stabiele basis voor het leven

1 Zie bladzijde 200201

Hoofdstuk 14 FantasieAllersimpelste vorm van fantaseren is denken in beelden die op dat moment geenweerspiegeling zijn van de werkelijkheid raquo men haalt ze voor de geest en doet of voelt zichalsof het wel werkelijkheid is raquo dit laatste is belangrijk want anders gaat het louter om zichiets herinnerenBij fantaseren gedraagt of voelt men zich alsof het om realiteit gaatDeze simpele vorm van fantasie komt waarschijnlijk voor het eerst voor in het tweedelevensjaar als een kind een beeld van zijn moeder in zich meedraagt raquo kan korte perioden vanscheiding verdragen raquo kind haalt zich moeder voor de geest raquo lijkt alsof ze er toch is raquo lsquodan isze er want men is het er in het algemeen over eens dat een kind tot een jaar of drie niet goeduit elkaar kan houden wat lsquoechtrsquo is en wat lsquomaar alsofrsquo (dit is ook het verschil tussenkinderlijke en volwassen fantasie raquo voor klein kind zijn beelden uit de werkelijkheid en debeelden uit zijn fantasie even lsquowaarrsquo en levendig)Fantasie kan verdergaan raquo de innerlijke voorstelling wordt dan een beetje veranderd tot ietswat men in het echt nooit heeft gezien of meegemaakt raquo hieruit blijkt dat fantaseren een hogevorm van denken is in die zin dat men niet gebonden is aan wat is aan wat men heeft lerenkennen maar zich gaat voorstellen hoe het zou kunnen zijnFantasie is geen vervalsing of verminking van de werkelijkheid maar een verrijking ervanSoms zijn nieuwe combinaties (zie voorbeelden op bladzijde 292) ook productief er komt ietsblijvends uit raquo fantasie wordt dan ook wel in verband gebracht met intelligentieFantasie neemt in leven van kinderen een grotere plaats in dan in het leven van volwassenen raquovolwassenen hebben meer ervaring met hoe dingen zijn en hoe ze samenhangen zodat ze ditniet fantaserend zelf hoeven te bedenken raquo kind mist deze ervaring raquo kind ken fragmenten vande werkelijkheid en al denkend vult het de gaten met fantasie op raquo kind wordt hierbij nietgehinderd door kennis over wetmatigheden die grotere kinderen en volwassenen wel alsonherroepelijk hebben leren kennenVolgens Piaget raakt het fantaserend denken pas rond het zevende jaar op de achtergrond raquokind heeft zoveel denkschemarsquos over de werkelijkheid in zich opgenomen dat hij nieuweinformatie daarin op een voor hem begrijpelijke manier kan inpassen raquo blijven steeds minderonbegrepen gaten over die hij met fantasie moet opvullenVerschillen tussen kinderlijke en volwassen fantasie kunnen met name tussen twee en vijf jaarproblemen geven de combinatie van de hoeveelheid en de levensechtheid ervanWie feitelijke verklaringen kan geven voor verschijnselen kan verbaasd zijn rond vijfde jaarkent kind aantal wetmatigheden van verschijnselen raquo heeft ze door ervaring geleerd als vasteregels waaraan gebeurtenissen en verschijnselen zijn onderworpen raquo pas dan komt kindverstandelijk op niveau dat het verbaasd kan zijn (goochelaars sprookjes)Ook de levensechtheid van fantasieeumln kan problemen geven raquo kinderen kunnen in alleoprechtheid heel bang worden van hun eigen bedenkselsVerschil tussen kleintjes en schoolkinderenKleintjes

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 14: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

10486961048696 Kunnen fantasie en werkelijkheid niet altijd uit elkaar houden10486961048696 Kunnen daardoor wel fantaserend jokken maar niet liegen 10486961048696 Hebben fantasie nodig om allerlei verschijnselen te verklarenSchoolkinderen10486961048696 Kunnen net als volwassenen fantasie en werkelijkheid scheiden10486961048696 Kunnen daardoor de werkelijkheid bewust verdraaien en liegen10486961048696 Hebben voldoende feitenkennis om verschijnselen te verklarenMagisch denken kind fantaseert de oorzaak enerzijds vanuit zijn algemeen menselijkebehoefte om verklaringen te vinden voor wat hij meemaakt en anderzijds vanuit zijn nogtekortschietend verstand om de ware toedracht te begrijpen raquo kind zoekt vaak oorzaak bijzichzelf raquo de magie zit erin dat hij veronderstelt dat dingen gebeuren doordat hij ze wenst (bijvrijwel alle kinderen tussen drie en zes jaar is dit te merken) raquo kan soms leiden totschuldgevoelens (zie voorbeelden bladzijde 295)Omgekeerde vorm van deze magie komt vooral in de lagere-schoolleeftijd voor bepaaldedingen denken of doen om narigheid te bezweren (zie voorbeeld bladzijde 295)Zelf gefantaseerde monsters en vriendjes10486961048696 Monsters maken voor een kind een onbestemde vage angst tot bang zijn voor ietsconcreet aanwijsbaars10486961048696 Vriendjes helpen het nog wankele Ik van een kind zich te houden aan de regels vanzijn geweten en Ik-ideaalMotieven om te fantaseren10486961048696 Kind kan ermee zichzelf gerust stellen (over moeder fantaseren alleen-zijn verdrijvenals kind in bed ligt)10486961048696 Oplossing vinden voor onbegrijpelijke vraag (zie voorbeeld van Freud op bladzijde296)10486961048696 Om een vage angst concreet te maken (kind fantaseert griezelige monsters om bangvan te worden zodat hij zijn eigen onbegrepen angst kan begrijpen en lokaliseren)10486961048696 Om een concrete angst de baas te worden10486961048696 Om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen imitatiespel)10486961048696 Om een emotioneel probleem te verwerken (speltherapie)10486961048696 Om het eigen nog zwakke ik te versterken (gebeurt meestal in de vorm van eengefantaseerd vriendje of van een knuffel die menselijke eigenschappen krijgttoegedacht)Fantasievriendjes ontstaan niet bij gebrek aan echter vriendjes (zie bladzijde 298 onderzoek)Twee verbindingen tussen fantasie en angst10486961048696 Enerzijds voelt een kind zich via magisch denken soms de schuld van allerleigebeurtenissen zijn fantasie is dan oorzaak van zijn angst10486961048696 Anderzijds is een kind soms bang doordat het niet begrijpt wat er allemaal om hemheen gebeurt zijn fantasie is dan een remedie tegen zijn angstVormen van fantasie10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en je voelen alsof het er wel is depeuter die in bed ligt en zich mamma voorstelt om zich niet alleen te voelen10486961048696 Aan iets wat aanwezig is een nieuwe betekenis geven en ermee doen alsof het echt isde peuter die een pompoen in een wagentjes rondrijdt alsof het een pop is

10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en in gedachten zo veranderen datiets geheel nieuws ontstaat de kleuter die een paars paard tekent10486961048696 Een beeld oproepen van iets wat niet aanwezig is en doen alsof het er wel is het kinddat praat en overlegt met zijn onzichtbare fantasievriendje op de stoel naast zich

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 15: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

Hoofdstuk 15 KinderspelVan spelen als bezigheid kan men de volgende vier algemene karakteristieken geven1 Als een kind speelt wil het daar niets speciaals mee bereiken bet bezig zijn is doel inzichzelf (sport noch beeldend bezig zijn (tekenen boetseren) moeten tot spelengerekend worden omdat een kind daarbij toch meestal is gericht op het bereiken vaneen resultaat)2 Bij het spelen is een kind in enige mate actief3 Kind vindt het leuk wat het doet (het speelt omdat en zolang hij er zin in heeft)4 Het is alleen maar spelen als een kind vrijwillig bezig isAls deze vier afzonderlijke karakteristieken in combinatie voorkomen is er sprake van spelDe grens vervaagt tussen spel en ernst raquo een kind dat zichzelf aan de gang houdt als het nietleuk meer is (bijvoorbeeld als het kind zichzelf dwingt dat het opbouwen van de blokkenmoet lukken) is dat nog spelen Het is misschien beter niet het werkwoord spelen tegebruiken voor bepaalde activiteiten maar speels als bijwoord dat de ene keer wel en deandere keer niet van toepassing is op eenzelfde activiteitVerschillende opvattingen over spelen10486961048696 Piaget vooral in dienst van hun verstandelijke ontwikkeling assimilatie (vervormenvan omgeving)en accommodatie (organisme past zichzelf aan bij de omgeving) raquospelen met dingen leert kind vooral het assimileren de dingen naar zijn handen zettenspelend imiteren van anderen mensen leert kind daarentegen ook accommoderenhelemaal zijn als de ander Om bezigheid speels te noemen moet assimilatie deoverhand hebben10486961048696 Spelen staat in dienst van alle functies lichaamshouding en beweging zintuigen taalen denken en sociale omgang raquo successievelijk worden deze functies in het spelgeoefend verschil met opvatting van Piaget is ongeveer dat voor hem de ontwikkelingvan de verschillende functies uiteindelijk in dienst staat van de verstandelijkeontwikkeling terwijl hier elke menselijke functie op zichzelf van waarde wordt gezienen het spelen bovendien niet alleen goed is voor later10486961048696 De theorie waarin spelen bovenal wordt gezien als sociale oefening (spel van hoogsteniveaus is het rollenspel van kleuters raquo grote-mensensituaties nagespeeld)10486961048696 Cultuursimulatietheorie van Bruner raquo sluit aan bij spelen van dieren raquo al spelend krijgtkind gelegenheid gedragingen en emoties te oefenen die horen bij de cultuur waarinhet leeft raquo heersende cultuur bepaalt voor kind wat waard is om al spelend te leren enwat nietBij het idee van het cultuursimulatiespel gaat het niet alleen om het oefenen vanbepaalde vaardigheden maar ook om een algemene levensinstelling die voor eenoptimale deelname aan een bepaalde cultuur nodig is raquo al spelend wordt kind actiefvindingrijk gevoelig voor de inbreng van anderen bewust van eigen kunnenenzovoortWezenlijke verschil voor Bruner tussen spelend en niet-spelend bezig zijn is dat in hetspel een kind zijn gang kan gaan zonder de consequenties te hoeven dragen van wat hij doet raquo simulatie cultuursimulatietheorie sterk geiumlnspireerd door het werk vandierpsychologen (vooral door bestudering van apen)In een autoritaire menselijke samenleving zal in het kinderspel de nadruk liggen op imitatieWat de volwassenen doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar In een vrijesamenleving zijn ook de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te varieumlren opwat zij grote mensen zien doenIn nieuwe ontwikkelingsfasen ontstaan nieuwe manieren van spelen raquo de oude blijven welbestaan maar treden minder op de voorgrond

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 16: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

Spelen is niet echt10486961048696 Het gaat niet om een bepaald resultaat10486961048696 Het moet niet ergens voor nodig zijn10486961048696 Er moeten geen consequenties aan vastzitten10486961048696 Maar toch is het nuttig voor nu en laterIn verschillende overzichten van spelvromen kan met samenspel of sociaal spel alsafzonderlijke soorten spelletjes tegenkomen raquo vraag is echter of dit juist is raquo veel spelletjesdie een kind in de loop van zijn ontwikkeling speelt Kan hij of in zijn eentje of samen metanderen doenIn het algemeen wordt er van uitgegaan dat samenspel al vroeg is te zien en belangrijk is raquogaat in tegen de stelling van Piaget dat samenspelen voorafgaand aan ongeveer het zevendejaar niet mogelijk is omdat kinderen dan nog veel te egocentrisch zijn Volgens Piaget zijn ervier elkaar opvolgende spelvormen1 Alleen spelen2 Parallel spelen (naast elkaar spelen zonder aandacht voor elkaar)3 Geassocieerd spelen (naast elkaar spelen waarbij wel op elkaars spel wordt gelet endingen worden nageaapt)4 Sociaal spelen (rond zevende jaar)Laatste jaren wordt dit Piagetiaanse idee door nauwkeurige observatie steeds meerondergraven raquo alleen als men sociaal spelen opvat als het delen van speeltjes en het spelenvan rollen volgens bepaalde regels is duidelijk dat eacuteeacuten- en tweejarigen nog veel hebben teleren Als men sociaal echter opvat als interesse in de aanwezigheid van een ander zijnbabyrsquos vanaf het begin sociaal ingesteld en is dat ook aan hun spel te merkenVrij vormen het bevoelen van ongevormde materialen (water zand (rond tweede jaar)boetseerklei vingerverf) raquo het gaat hier wel om spel tenzij het kind er echt voor gaat zittenom iets speciaals te maken (niet resultaatgericht in eerste instantie)Psychoanalytisch een sublimatie van anale behoeftenPiaget geheel ligt in sensomotorische sfeer van assimilatie-ervaringen het materiaal voegtzich geheel naar het kindIdeeeumln over speelgoed10486961048696 Net echt speelgoed zoals een poppenhuis met toebehoren past bij decultuursimulatietheorie10486961048696 Het is niet aangetoond dat net echt speelgoed zoals de Barbiepop fantasie doetafnemen10486961048696 Het is niet aangetoond dat oorlogsspeelgoed kinderen in het algemeen agressief maakt 10486961048696 Het is waarschijnlijk omgekeerd dat agressieve kinderen houden van agressiefspeelgoed10486961048696 Een interessant speeltje kan aanleiding zijn voor sociaal contact tussen kleinekinderenGoede computerspelletjes10486961048696 Houden een kind actief10486961048696 Vereisen veel interactie10486961048696 Geven ruimte aan fantasie10486961048696 Maken samenspel mogelijk10486961048696 Zijn mooi om te zien10486961048696 Stimuleren allerlei functies10486961048696 Vergroten de belevingswereldRollenspel is hoog ontwikkeld10486961048696 Het doet een beroep op denken over wat niet aanwezig is10486961048696 Allerlei voorwerpen krijgen een symbolische betekenis

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 17: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

10486961048696 Allerlei handelingen krijgen een symbolische betekenis10486961048696 Er is heel genuanceerd taalgebruik voor nodig10486961048696 De manier van praten wordt aangepast aan de tegenspelerVeelvoorkomende verschillen tussen jongens en meisjesJongens10486961048696 Zitten elkaar meer achterna10486961048696 Vechten en stoeien meer10486961048696 Verkennen een grote speelterrein10486961048696 Lopen vader van de leidster weg10486961048696 Houden vaker van onbekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van hard materiaalMeisjes10486961048696 Doen verfijnder bewegingsspel10486961048696 Blijven dichter bij huis10486961048696 Zitten meer aan tafeltjes10486961048696 Spelen meer vadertje en moedertje10486961048696 Houden van bekend speelgoed10486961048696 Lievelingsspeeltje is meestal van zacht materiaalDe functionele en de culturele betekenis staan centraal bij de taalspelletjes raquo praten is meestalserieuze vorm van communiceren maar kind kan er ook speels mee bezig zijn raquo speelt danmet woorden en klanken zonder speciale boodschap kind bedenkt zelf nieuwe woorden enkrijg gevoel voor rijm en ritmeOpvallend dat rollenspel kleuters er toe brengt ingewikkelder zinswendingen te gebruiken danin het dagelijks leven en dat vooral de verleden tijd een belangrijke plaats krijgtWat Piaget vond van spel10486961048696 Het staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling10486961048696 Nadruk op assimilatie kind zet speelgoed naar zijn hand

10486961048696 Fantasie in symbolisch spel is toppunt van assimilatie10486961048696 Bij rollenspel en spelregels overhand van accommodatie10486961048696 Bewegingsspel en vrij vormen in sensomotorische fase10486961048696 Samenspelen is pas mogelijk rond een jaar of zeven

Hoofdstuk 16 KindertekeningenOnderzoekers op het terrein van tekenen van kinderen hebben de volgende drie verschijnselenkunnen constateren1 Globaal de eerste tien jaar is er een bepaalde ontwikkeling in de manier van tekenen tezien2 In grote lijnen is er een overeenkomst te zien in de eerste vijf jaar in wat kinderentekenen3 Beide eerste ontwikkelingen zijn grofweg dezelfde in verschillende culturen en zijn zeook terug te vinden in kindertekeningen die uit vroeger tijden bewaard zijn geblevenTekenen begint rond eerste verjaardag als bewegingsspel raquo wanneer hangt af van moment datkind voor het eerst iets als papier en potlood of stift te pakken krijgt raquo kind maakt met potloodzwaaibewegingen raquo blijken tot zijn grote verrassing sporen na te laten raquo met opzet krassenbegint raquo lsquokinesthetische fase van het tekenenrsquo genoemd omdat het plezier van het kind noghelemaal lijkt te zitten in de ritmische spierbewegingen die het maakt en die iets tevoorschijntoveren wat er eerst niet was raquo het is met recht bezig zijn om het bezig zijn en valt dus onderlsquospelrsquoPiaget rekent het in zijn theorie tot de sensomotorische spelfase waarin het lichamelijk gevoel

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 18: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

centraal staatHet begint vrijwel altijd met horizontale krassen heen en weer raquo daar ontdekt kind de verticaleop en neer en dan die in het rond omdat krassen in verschillende culturen en tijden gelijkzijn wordt wel verondersteld dat het spontaan optredende bewegingspatronen zijn van dehanden als gevolg van bepaalde neurologische rijpingsprocessen in de hersenen raquo doorverdere neurologische rijping ergens in de buurt van de tweede verjaardag worden debewegingen beheerster raquo niet hele arm zwaait mee maar slechts de onderarm en de hand raquokrabbels komen tevoorschijnAls tekenen nog spel is10486961048696 Krassen heen en weer op en neer en in het rond10486961048696 Krabbels krassen die minder over elkaar liggen10486961048696 Basiskrabbels lijn zigzag rondje kruis enzovoort10486961048696 Herkennen van rondje gezicht of zon10486961048696 Gecombineerde basiskrabbels achteraf benoemenMeestal na derde verjaardag kan kind benoemen wat het heeft gekrabbeld raquo peuter tekent nogniet iets wat het in zijn hoofd heeft raquo fase wordt overgangsfase genoemd omdat hij ligt tussentekenen als bewegingsspel en de fase van het doelbewust uitbeeldend tekenen (duurt meestaltot na de vierde verjaardag en soms wel tot vijf jaar)Het uitbeeldend tekenen wordt de schematische fase genoemd omdat wat op papierterechtkomt is op te vatten als ruwe schetsen tot schemarsquos terechtgebrachte vormen vanmensen en dingen Het tekenen van mensen10486961048696 Eerst hoofden met armen en benen zonder lijft (kopvoeters)10486961048696 Lijven erbij als het kind gericht is op het eigen lichaam10486961048696 Lijf heeft zelden een geslacht wel vaak een navelVoorstellingen van taferelenHet tekenen van taferelen10486961048696 Wat aan achterkant zit wordt ook getekend10486961048696 Wat in iets zichtbaar is komt ernaast10486961048696 Wat in iets onzichtbaar is wordt transparant10486961048696 Geen diepte en perspectief10486961048696 Wat belangrijk is wordt het grootstKind tekent wat hij van de dingen denkt te weten niet hoe ze er vanuit een bepaaldgezichtspunt uitzien Piaget gaat ervan uit dat bij iedere ontwikkelingsfase een typerendemanier van denken hoort met behulp waarvan een kind de dingen die het om zich heenwaarneemt probeert te ordenen en voor zijn nog tekortschietend begrip toch begrijpelijkprobeert te maken raquo het zijn denkschemarsquos die over de werkelijkheid heen gelegd worden endie de waarneming kleuren en aanvankelijk kunnen vertekenenAnder opvallend verschijnsel in deze fase is het transparante tekenen iets wat in iets andersonzichtbaar is wordt dwars door dat andere heen getekend (zie ook bladzijde 336337 voorvoorbeelden)Ongeveer tussen achtste en negende verjaardag beginnen kinderen te tekenen vanuit bepaaldstandpunt van een toeschouwer en zich te beperken tot wat er van daaruit te zien valt raquotekeningen zijn geen uitbeeldingen meer van eigen innerlijke beelden raquo kind geeft zich als hetware gewonnen ten aanzien van de realiteit en kind komt in de fase van het visueel realisme(volgens Piaget komt kind lost van egocentrisme raquo kind past zich aan (accommodatie))Enkele trefwoordenIntellectueel realisme10486961048696 Egocentrisch10486961048696 Assimilatie10486961048696 Innerlijk denkschema

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 19: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

10486961048696 FantasieVisueel realisme10486961048696 Standpunt van kijker10486961048696 Accommodatie10486961048696 Uiterlijk zichtbaar10486961048696 ZelfkritiekTekenen is te zien als een vorm van communicatie vergelijkbaar met taal raquotekenvaardigheden die kind successievelijk onder de knie krijgt vormen zijn woordenschatdaarbij raquo vooral in de uitbeeldende fase kan het veel laten zien van wat er in hem omgaat raquo ditemotionele patroon van wat voor een kind belangrijk is waar hij bang voor is (door verkeerdbegrip kunnen angsten ontstaan en halfbegrepen gedachtegangen worden aangevuld metfantasieeumln) drukt het uit in wat het tekent Tekenen naast emotioneel communicatiemiddel ook te zien als uitdrukking van eeningewikkeld cognitief proces raquo maken van tekening is vorm van probleem oplossen (detekening is een resultaat van een denkproces)Tekenen is een vorm van denken10486961048696 Als een kind werkt naar een resultaat10486961048696 want dan moet het vooraf gaan plannen10486961048696 waar te beginnen en waar wat moet staan10486961048696 en beoordelen of het lukt zoals het wil10486961048696 zo niet kijken waar het probleem zit10486961048696 en nadenken hoe het is op te lossenEn soms begrijpt het bij het zien van zijn eigen tekening opeens hoe iets werkelijk in elkaarzit

Hoofdstuk 17 Plaats in de kinderrijWat een kind in het gezinsleven ziet en beleeft bepaalt voor een belangrijk deel hoe het overzichzelf en de wereld gaat denken en dus zijn persoonlijkheid het bepaalt ook zijnverstandelijk niveau binnen zijn door aanleg gegeven grenzenHoe kind gezin beleefd en wat het thuis beleeft is onder meer afhankelijk van10486961048696 Gezinsgrootte10486961048696 Sekseverhoudingen10486961048696 Geboortevolgorde10486961048696 Kinddichtheid (hoeveel de kinderen in leeftijd verschillen)Verzamelbegrip voor bovenstaande gegevens is lsquogezinssamenstellingrsquo raquo de plek die het kinddaarin inneemt wordt lsquoplaats in de kinderrijrsquo genoemd raquo het gaat hierbij om wat een kindvanaf die plaats aan ervaringen opdoetKinderen uit eacuteeacuten gezin beleven thuis door hun specifieke plaats andere dingen en als zijhetzelfde meemaken beleven zij het op een verschillende manier Daar komt bij dat oudersnaarmate hun gezin van samenstelling verandert zelf veranderen wat betreft hun gevoelens enhun gedragKleine gezinnen lijken voor de kinderontwikkeling gunstiger Hetzelfde lijkt te gelden alskinderen niet te dicht op elkaar worden geboren de individuele benadering (kinderen doorouders als individu behandeld en niet als lsquode kinderenrsquo) is er bij verschillen van twee totdrieeumlnhalf jaarOuders zien hun kinderen nooit helemaal los van elkaar raquo onwillekeurig zien zij het ene kindsteeds tegen de achtergrond van de andere kinderen (juist ouders die willen inspelen op deeigenheid van hun kinderen)De ouderlijke aanpak van oudere kinderen in het gezin wordt vaker gekenmerkt dooraanmoediging tot zelfstandig optreden De aanpak van de jongere kinderen wordt daardoor

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 20: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

vaker gekenmerkt door afremming van zelfstandigheid raquo er wordt hen meer uit handengenomen Verschil in overwicht en sekse zie bladzijde 347348 moeilijk en makkelijk10486961048696 Het is voor ouders soms mmoeilijk zich in te leven in de gevoelens en het gedrag vanhet kind van hun eigen sekse dat een heel andere plaats in de kinderrij heeft dan zijzelfvroeger thuis10486961048696 Het is voor ouders soms gemakkelijk zich in te leven in de gevoelens en het gedragvan het kind dat ongeacht sekse dezelfde plaats in de kinderrij heeft als zijzelfvroeger thuisEigenschappen van een enig kindNooit bevestigd in onderzoek10486961048696 Zielig10486961048696 Egocentrisch10486961048696 VerwendWel bevestigd in onderzoek10486961048696 Cooumlperatief10486961048696 Doorzetterig10486961048696 Ouwelijk10486961048696 IJverig10486961048696 Netjes10486961048696 Gezagsgetrouw10486961048696 Op zichzelfEn tegen de eenzaamheid helpt een fantasievriendjeVan enig kind tot oudste kindGevoelens10486961048696 Angst pappa en mamma vinden mij niet meer lief en hebben daarom een nieuw kindbron van de latere behoefte om aardig gevonden te worden10486961048696 Schuld eigenlijk mag ik niet boos zijn op de nieuwe baby want die doet me niksbron van latere gewetensvolle levensinstellingGedrag10486961048696 Kijk eens hoe klein ik heus ook nog ben emotionele regressie10486961048696 Kijk een hoe knap ik al ben motorische en verstandelijke progressieDe jongeste van twee kinderenIs vergeleken met de oudste soms wat10486961048696 Zorgelozer10486961048696 Vernieuwender10486961048696 Rebelser10486961048696 DiplomatiekerMaar soms ook niet afhankelijk van10486961048696 Eigen aard en sekse10486961048696 Dominante oudste10486961048696 Reactie van oudersDe middelsteZie bladzijde 354355 Broertjes en zusjesIn een doorsnee gezin krijgen kinderen een positieve betekenis voor elkaar als10486961048696 Ouders van begin af aan het nieuwe kindje niet als alleen van henzelf beschouwenmaar de oudste op zijn eigen manier ermee mag omgaan10486961048696 Het ouders lukt een groepsgevoel te doen ontstaan maar ieder kind soms ookindividuele ouderlijke aandacht krijgt ook van vader10486961048696 Kinderen onderling mogen kibbelen om agressie te leren hanteren maar ouders met

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit

Page 21: Literatuur Kohnstam Deel 1 Samengevat

oplossingsmanieren tussenbeide komen als het te hevig wordt10486961048696 Ouders niet altijd onmiddellijk klaarstaan voor iedere kinderwens want dat voedtrivaliteit en niet voortrekken want dat is een bron van jaloezieEenheidbevorderend bij tweelingenAlleen bij eeneiige10486961048696 Dezelfde sekse10486961048696 Hetzelfde uiterlijk10486961048696 Hetzelfde temperamentBij een- en twee-eiige10486961048696 Lichamelijke nabijheid10486961048696 Als eenheid behandeld10486961048696 Weinig scheidingservaring10486961048696 Seksuele spelletjes10486961048696 Eigen geheimtaal10486961048696 Elkaar aanvullende rollenMen zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van tweelingkinderen wordt gekenmerkt dooreen verhevigde vorm van een algemeen menselijk conflict tussen de drang je teonderscheiden van een ander en de drang je eacuteeacuten te voelen met een ander Vooral bij eeneiigetweeling wordt drang tot eenheid op allerlei manieren van buitenaf ondersteund raquo kanzodoende de overhand krijgen ten nadele van de individualiteit