Literatuur, hoofdstuk 1

8
Literatuur, hoofdstuk 1 Opdrachten

description

Literatuur, hoofdstuk 1. Opdrachten. Opdracht 1.1. I ontstaan van het Frankische Rijk II bestuur van het Fr. Rijk / leenstelsel III uiteenvallen van het Fr. Rijk / ontstaan van Frankrijk en Duitsland IV het ontstaan van de Nederlanden De drie perioden van de Middeleeuwen en de drie standen - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Literatuur, hoofdstuk 1

Page 1: Literatuur,  hoofdstuk  1

Literatuur, hoofdstuk 1

Opdrachten

Page 2: Literatuur,  hoofdstuk  1

Opdracht 1.1

a) I ontstaan van het Frankische RijkII bestuur van het Fr. Rijk / leenstelselIII uiteenvallen van het Fr. Rijk / ontstaan van Frankrijk en DuitslandIV het ontstaan van de Nederlanden

b) De drie perioden van de Middeleeuwen en de drie standen

c) Geestelijk / wereldlijkd) Geestelijk: religieus, godsdienstig

wereldlijk: niet-religieus, niet-godsdienstig

Page 3: Literatuur,  hoofdstuk  1

Opdracht 1.2

a) Alinea I-V: beeldende kunstAlinea VI-VII: muziek

b) I: theocentrischII: bouwkunstIII: schilderkunstIV: ridderlijkV: burgerlijkVI: kerkelijke muziekVII: wereldlijke muziek

Page 4: Literatuur,  hoofdstuk  1

Opdracht 1.3 - aa) vergankelijkheid: kortstondigheid, het niet eeuwig durend zijn

massief: niet hol, steviggedecoreerd: versierdperspectief: diepte in een afbeelding, manier waarop je een afbeelding ‘in’ kijktanatomie: lichaamsbouwarchitectuur: bouwkunstvroom: godsdienstiggilde: middeleeuws verbond van vakliedenliturgie: kerkelijke eredienstvocaal: gezongeninstrumentaal: niet gezongen, alleen met instrumenten gespeeld

Page 5: Literatuur,  hoofdstuk  1

Opdracht 1.3 - b• Anatomische verhoudingen kloppen niet• Onderbenen en bovenlichaam van Christus• Armen en handen van Johannes• Schouder van de vrouw uiterst links

• Engelen in de lucht• Aureolen (stralenkransen) rond de hoofden

Page 6: Literatuur,  hoofdstuk  1

Opdracht 1.4 aI Voor ca 1100 werd alleen in het Latijn geschreven, daarna ook

in volkstalen.II De lit. was eerst ridderlijk en theocentrisch, vanaf het einde

van de 13e eeuw ook burgerlijk.III Literatuur was niet om te lezen, maar om te beluisteren.IV Vóór 1450 werden alle boeken met de hand

(over)geschrevenV Door de boekdrukkunst veranderde de literatuur van poëzie

in proza

Page 7: Literatuur,  hoofdstuk  1

Opdracht 1.4 a

VI: Vóór de boekdrukkunst was alle literatuur gemeenschapskunstVII: In de Middeleeuwen was er nog geen eenheidstaal. VIII: Het Middelnederlands wijkt van het huidige Nederlands af in de

uitspraak van ‘ij’ en ‘ui’. IX: In de Middeleeuwen was er nog niet overal dezelfde spelling

Page 8: Literatuur,  hoofdstuk  1

Opdracht 1.4b) De literatuur in de volkstaal werd niet opgeschreven.c) Ze kreeg ook een burgerlijk karakter.d) Een minstreel voerde de teksten uit;een troubadour schreef ze. e) perkament: dunne dierenhuid die als papier werd gebruikt.Plagiaat: werk van iemand anders onder jouw naam

publiceren, het ‘stelen’ van andermans werkf) Het proza kreeg de overhand op poëzie g) Lettertype en initiaal