Literatuur en moderniteit, college 10
-
Upload
thomas-vaessens -
Category
Education
-
view
110 -
download
0
Transcript of Literatuur en moderniteit, college 10
Literatuur en moderniteit (MNL 2)
College 10 – Awater (M. Nijhoff), deel 2
Thomas Vaessens
Even terug: eerste ‘Awater’-college
Typ hier de footer 2
• ‘Awater’ is een ambiguë tekst die in de loop van zijn eigen geschiedenis
steeds anders geïnterpreteerd is (uiteenlopende ‘symptomatische
betekenissen’). • ‘Awater’ is als voorbeeld van verschillende ‘stromingen’ aangemerkt.• Ambiguïteit en onbeslisbaarheid vergroten het betekenispotentieel van een
tekst
Tweede ‘Awater’-college: 2 vragen
Typ hier de footer 3
1. Welke aanknopingspunten biedt ‘Awater’ voor een lectuur
vanuit het
• Romantische frame?• Realistische frame?• Avant-gardistische frame?• Modernistische frame?• Postmodernistische frame?
2. Welke frames zijn te herkennen in daadwerkelijk
gerealiseerde interpretaties van ‘Awater’?
Tweede ‘Awater’-college: 2 vragen
Typ hier de footer 4
1. Welke aanknopingspunten biedt ‘Awater’ voor een lectuur
vanuit het
• Romantische frame?• Realistische frame?• Avant-gardistische frame?• Modernistische frame?• Postmodernistische frame?
2. Welke frames zijn te herkennen in daadwerkelijk
gerealiseerde interpretaties van ‘Awater’?
Ideaaltypische interpretaties
Symptomatische betekenissen
Tweede ‘Awater’-college: 2 vragen
5
1. Welke aanknopingspunten biedt ‘Awater’ voor een lectuur
vanuit het
• Romantische frame?• Realistische frame?• Avant-gardistische frame?• Modernistische frame?• Postmodernistische frame?
2. Welke frames zijn te herkennen in daadwerkelijk
gerealiseerde interpretaties van ‘Awater’?
Ideaaltypische interpretaties
Symptomatische betekenissen
Bijvoorbeeld: romantisch, realistisch of
modernistisch geïnformeerde lecturen van
‘Awater’
6
Ideaaltypische interpretaties I:het romantische frame
7
Ideaaltypische interpretaties I:het romantische frame
Nijhoff door een romantische bril: het gedicht als expressie
8
Ideaaltypische interpretaties I:het romantische frame
9
Ideaaltypische interpretaties I:het romantische frame
10
Ideaaltypische interpretaties I:het romantische frame
11
Ideaaltypische interpretaties I:het romantische frame
organisch
vs
mechanischmechanisch
12
Ideaaltypische interpretaties II:het realistische frame
13
Ideaaltypische interpretaties II:het realistische frame
Nijhoff door een romantische bril: de dichter als ‘mens’
14
Ideaaltypische interpretaties II:het realistische frame
Poëtica (literaire denkstijl):o De literaire tekst wordt opgevat als een representatie van de werkelijkheid en als
onderdeel van de geschiedenis; de tekst presenteert een wereld die de lezer kan herkennen. Aan de kennismaking met die fictionele wereld kan de lezer consequenties verbinden voor de manier waarop hij naar zijn eigen wereld kijkt.
o Het lezen van een literaire tekst wordt opgevat als een reconstructie; de lezer reconstrueert de reële samenhang van de elementen van de fictie door na te gaan welke plaats die elementen innemen (of zouden kunnen innemen) in de werkelijkheid achter de fictie.
o De belangrijkste poëticale norm die in het realistische frame geldt, is de norm van menselijkheid: goede fictie maakt de abstracties van de geschiedenis invoelbaar door echte, herkenbare mensen op te voeren als actoren in die geschiedenis.
Referentiekader (sociaal-culturele denkstijl):o Het realistische referentiekader wordt bepaald door een aantal metaforische
opposities die samengenomen kunnen worden onder de overkoepelende tegenstelling menselijk-onmenselijk
De term ‘menselijk’ veronderstelt de subteksten van de medische wetenschap en de psychologie en zij verwijst naar de verworvenheden of de idealen van de moderne democratiserings- en emancipatiebewegingen.
Connotaties: vitaal, natuurlijk, hartstochtelijk, rechtvaardig, zelfbeschikkend, individualistisch…
De term ‘onmenselijk’ verwijst naar de schaduwzijden van de modernisering die correctie behoeven: een op drift geraakte moderniteit die slachtoffers maakt.
Connotaties: onderdrukking, beheersing, uitbuiting, onrecht, hypocrisie…
15
Ideaaltypische interpretaties II:het realistische frame
Poëtica (literaire denkstijl):o De literaire tekst wordt opgevat als een representatie van de werkelijkheid en als
onderdeel van de geschiedenis; de tekst presenteert een wereld die de lezer kan herkennen. Aan de kennismaking met die fictionele wereld kan de lezer consequenties verbinden voor de manier waarop hij naar zijn eigen wereld kijkt.
o Het lezen van een literaire tekst wordt opgevat als een reconstructie; de lezer reconstrueert de reële samenhang van de elementen van de fictie door na te gaan welke plaats die elementen innemen (of zouden kunnen innemen) in de werkelijkheid achter de fictie.
o De belangrijkste poëticale norm die in het realistische frame geldt, is de norm van menselijkheid: goede fictie maakt de abstracties van de geschiedenis invoelbaar door echte, herkenbare mensen op te voeren als actoren in die geschiedenis.
Referentiekader (sociaal-culturele denkstijl):o Het realistische referentiekader wordt bepaald door een aantal metaforische
opposities die samengenomen kunnen worden onder de overkoepelende tegenstelling menselijk-onmenselijk
De term ‘menselijk’ veronderstelt de subteksten van de medische wetenschap en de psychologie en zij verwijst naar de verworvenheden of de idealen van de moderne democratiserings- en emancipatiebewegingen.
Connotaties: vitaal, natuurlijk, hartstochtelijk, rechtvaardig, zelfbeschikkend, individualistisch…
De term ‘onmenselijk’ verwijst naar de schaduwzijden van de modernisering die correctie behoeven: een op drift geraakte moderniteit die slachtoffers maakt.
Connotaties: onderdrukking, beheersing, uitbuiting, onrecht, hypocrisie…
16
Ideaaltypische interpretaties II:het realistische frame
17
Ideaaltypische interpretaties II:het realistische frame
menselijk
vs
onmenselijk
zoon
vader
18
Ideaaltypische interpretaties III:het avant-gardistische frame
19
Ideaaltypische interpretaties III:het avant-gardistische frame
Nijhoff door een avant-gardistische bril: strijdbaarheid en verandering
20
Ideaaltypische interpretaties III:het avant-gardistische frame
Poëtica (literaire denkstijl):o De literaire tekst wordt opgevat als een interventie: hij grijpt in in het leven van de lezer doordat
hij die lezer confronteert met vormen en uitdrukkingswijzen die zodanig nieuw en ongewoon zijn dat ze desoriënterend en activerend werken.
o Het lezen van een literaire tekst wordt opgevat als een confrontatie: de lezer moet zich zien te verstaan met iets dat hem (nog) niet eigen is, en hij is daarnaar ook op zoek. Lezen is een activiteit die op (zelf)onderzoek gericht is, niet op amusement, geruststelling of herkenning.
De avant-gardistische leeshouding gaat ervan uit dat een tekst iets in beweging wil zetten.
De lezer die deze houding aanneemt is er dus op voorbereid dat de tekst hem/zijn wereldbeeld/zijn verwachtingspatroon kan ontwrichten, dat de tekst een appel op hem doet.
o De normatieve vooronderstelling die aan de avant-gardistische literaire denkstijl ten grondslag ligt is dat waardevolle teksten ontregelend zijn: zij confronteren de schrijver en de lezer ervan met onaangename waarheden, met de ondeugdelijkheid van zijn eigen visie of met het tekortschieten van zijn instrumenten om de tekst of de wereld te begrijpen.
Referentiekader (sociaal-culturele denkstijl):
o Het avant-gardistische referentiekader wordt bepaald door een aantal metaforische opposities die samengenomen kunnen worden onder de overkoepelende tegenstelling dynamisch-statisch.
De term ‘dynamisch’ veronderstelt de subtekst van de vooruitgang en zij verwijst naar het geloof in de realiseerbaarheid van abstracte (politieke, maatschappelijke) idealen en in de mogelijkheid radicaal te breken met het verleden.
Connotaties: progressief, onderzoekend, nieuwsgierig… De term ‘statisch’ verwijst naar alles waardoor mensen (in deze visie) buitenspel komen
te staan: nostalgie, traagheid, gehechtheid aan traditie en zekerheden… Connotaties: conservatief, lui, tevreden…
21
Ideaaltypische interpretaties III:het avant-gardistische frame
Poëtica (literaire denkstijl):o De literaire tekst wordt opgevat als een interventie: hij grijpt in in het leven van de lezer doordat
hij die lezer confronteert met vormen en uitdrukkingswijzen die zodanig nieuw en ongewoon zijn dat ze desoriënterend en activerend werken.
o Het lezen van een literaire tekst wordt opgevat als een confrontatie: de lezer moet zich zien te verstaan met iets dat hem (nog) niet eigen is, en hij is daarnaar ook op zoek. Lezen is een activiteit die op (zelf)onderzoek gericht is, niet op amusement, geruststelling of herkenning.
De avant-gardistische leeshouding gaat ervan uit dat een tekst iets in beweging wil zetten.
De lezer die deze houding aanneemt is er dus op voorbereid dat de tekst hem/zijn wereldbeeld/zijn verwachtingspatroon kan ontwrichten, dat de tekst een appel op hem doet.
o De normatieve vooronderstelling die aan de avant-gardistische literaire denkstijl ten grondslag ligt is dat waardevolle teksten ontregelend zijn: zij confronteren de schrijver en de lezer ervan met onaangename waarheden, met de ondeugdelijkheid van zijn eigen visie of met het tekortschieten van zijn instrumenten om de tekst of de wereld te begrijpen.
Referentiekader (sociaal-culturele denkstijl):
o Het avant-gardistische referentiekader wordt bepaald door een aantal metaforische opposities die samengenomen kunnen worden onder de overkoepelende tegenstelling dynamisch-statisch.
De term ‘dynamisch’ veronderstelt de subtekst van de vooruitgang en zij verwijst naar het geloof in de realiseerbaarheid van abstracte (politieke, maatschappelijke) idealen en in de mogelijkheid radicaal te breken met het verleden.
Connotaties: progressief, onderzoekend, nieuwsgierig… De term ‘statisch’ verwijst naar alles waardoor mensen (in deze visie) buitenspel komen
te staan: nostalgie, traagheid, gehechtheid aan traditie en zekerheden… Connotaties: conservatief, lui, tevreden…
22
Ideaaltypische interpretaties III:het avant-gardistische frame
23
Ideaaltypische interpretaties III:het avant-gardistische frame
dynamisch
vs
statisch
aanvang
Typ hier de footer 24
Symptomatische betekenissen I:Modernistisch geïnformeerde lecturen
Theo de Boer, ‘Awater als plaatsvervanger’
•‘de sleutel tot het gedicht’ (p.946)•‘de centrale betekenis van het gedicht’ (p.946)•‘de eerste drie regels […] lijken op het eerste gezicht
raadselachtig, maar…’ (p.950):• wat op eerste gezicht raadselachtig lijkt, blijkt op
hogere abstractieniveau van de veronderstelde
eenheid van het gedicht verklaarbaar te zijn
Typ hier de footer 25
Symptomatische betekenissen I:Modernistisch geïnformeerde lecturen
Theo de Boer, ‘Awater als plaatsvervanger’
•De complementaire benadering: aansluiten bij eerdere
commentatoren, hun observaties gebruiken• Interpretatie als een doorgaans proces, op weg naar
een ‘definitieve’, ‘juiste’ betekenis….
Typ hier de footer 26
Symptomatische betekenissen I:Modernistisch geïnformeerde lecturen
Van den Akker, ‘Een onduidelijk kletsverhaal’
•Afstand nemen van Van den Akkers historische classificering van
‘Awater’ als historisch modernistische tekst en van Nijhoff als
vertegenwoordiger van het historisch modernisme
•Op zoek naar Van den Akkers eigen vooronderstellingen
Typ hier de footer 27
Symptomatische betekenissen I:Modernistisch geïnformeerde lecturen
‘Wat aanvankelijk nog ‘onduidelijkheid’ werd genoemd en dus afgekeurd, veranderd allengs [als je maar goed genoeg leest] in een fascinerende raadselachtigheid die tot nadenken en schrijven prikkelt’ (p.23).
Wat zegt dit over Van den Akkers visie op het lezen van een gedicht?
Typ hier de footer 28
Symptomatische betekenissen I:Modernistisch geïnformeerde lecturen
Thematisch:
‘Awater handelt […] over de fundamentele vervreemding van de mens in de moderne wereld’ (p.26).
‘De wereld is een woestijn, onleefbaar, en de enige manier om zin aan het bestaan te geven is illusies projecteren en de werkelijkheid te mythologiseren’ (p.26).
Typ hier de footer 29
Symptomatische betekenissen II:Postmodernistisch geïnformeerde lecturen
Typ hier de footer 30
Symptomatische betekenissen II:Postmodernistisch geïnformeerde lecturen
Opnieuw Van den Akker, ‘Een onduidelijk kletsverhaal’:
‘De tekst biedt voortdurend suggesties en interpretaties aan, maar zonder dat het leidt tot enig houvast. […] De lezer krijgt de vrijheid om de tekst op meer dan één manier betekenis te geven’ (p.25).
‘Nogal wat commentatoren willen de enigjuiste interpretatie geven en hebben de neiging om de speelruimte van de ander te verkleinen. […] Maar wie enige afstand neemt, komt al snel tot het inzicht dat niemand het patent op de ware interpretatie kan krijgen’ (p.25).
Typ hier de footer 31
Symptomatische betekenissen II:Postmodernistisch geïnformeerde lecturen
Dirk van Bastelaere, ‘Rifbouw’
“Het postmodernisme […] is de perfecte antipode van het soort neo-klassiek dat zich beroept op orde, maatgevoel, helderheid, metrum, structuur, enzovoort (zijn patroon: Nijhoff, zijn motto: ‘Het leven ordenen!’”
• Een vertegenwoordiger van het historisch postmodernisme
zet zich af tegen Nijhoff als historisch modernist.
•Maar tegelijkertijd nodigt de passage uit te denken: ‘nou…
misschien kun je Nijhoff best in van Bastelaere’s richting lezen’
(zie Van Den Akker)
Typ hier de footer 32
Symptomatische betekenissen II:Postmodernistisch geïnformeerde lecturen
•Maar tegelijkertijd nodigt de passage uit te denken: ‘nou…
misschien kun je Nijhoff best in van Bastelaere’s richting lezen’
(zie Van Den Akker)
Van Bastelaere dringt Nijhoff een ideaaltypische,
modernistische lectuur op
Het postmoderne frame zou óók vruchtbaar kunnen zijn.
Alles tegelijk: Vestdijk over Awater
Typ hier de footer 33
“Awater is Bernard of Willem Awater, een banaal kantoorheer; maar tevens is hij de broer, de
vriend, de reisgenoot, de dubbelganger, de middelaar, de profeet, de boetgezant, de verlosser,
de gangmaker, de mentor, het betere Ik, het demonisch losbrekende Ik, het oorspronkelijke,
allereerste begin, het oerwater waarover de geest zweeft […], de anonieme mens der
gemeenschap, de eerste de beste maar ook de mens der uiterste vereenzaming, de ontwortelde
mens, de gemechaniseerde mens, de opnieuw bezielde, de wedergeboren mens, […] de
verlossersfiguur tegelijk Mithras, Mani, Hermes, Osiris, Adonis, Attis, Kadmos, Orpheus,
Dionysos, Zagreus is, de Stoïsche of Philonische Logos, de gnostische demiurg, de Indische
Garuda, de Egyptische Chnum, god, mens, vis, leeuw, adelaar, in één eindeloze historische
litanie verenigd die iedere nieuwe uitlegging aan het woord laat, omdat zij nooit meer en anders
kan behelzen dan het oude...”
Simon Vestdijk (1935)
Typ hier de footer 34
“Awater is Bernard of Willem Awater, een banaal kantoorheer; maar tevens is hij de broer, de
vriend, de reisgenoot, de dubbelganger, de middelaar, de profeet, de boetgezant, de verlosser,
de gangmaker, de mentor, het betere Ik, het demonisch losbrekende Ik, het oorspronkelijke,
allereerste begin, het oerwater waarover de geest zweeft […], de anonieme mens der
gemeenschap, de eerste de beste maar ook de mens der uiterste vereenzaming, de ontwortelde
mens, de gemechaniseerde mens, de opnieuw bezielde, de wedergeboren mens, […] de
verlossersfiguur tegelijk Mithras, Mani, Hermes, Osiris, Adonis, Attis, Kadmos, Orpheus,
Dionysos, Zagreus is, de Stoïsche of Philonische Logos, de gnostische demiurg, de Indische
Garuda, de Egyptische Chnum, god, mens, vis, leeuw, adelaar, in één eindeloze historische
litanie verenigd die iedere nieuwe uitlegging aan het woord laat, omdat zij nooit meer en anders
kan behelzen dan het oude...”
Simon Vestdijk (1935)
Het romantische frame
Alles tegelijk: Vestdijk over Awater
Typ hier de footer 35
“Awater is Bernard of Willem Awater, een banaal kantoorheer; maar tevens is hij de broer, de
vriend, de reisgenoot, de dubbelganger, de middelaar, de profeet, de boetgezant, de verlosser,
de gangmaker, de mentor, het betere Ik, het demonisch losbrekende Ik, het oorspronkelijke,
allereerste begin, het oerwater waarover de geest zweeft […], de anonieme mens der
gemeenschap, de eerste de beste maar ook de mens der uiterste vereenzaming, de ontwortelde
mens, de gemechaniseerde mens, de opnieuw bezielde, de wedergeboren mens, […] de
verlossersfiguur tegelijk Mithras, Mani, Hermes, Osiris, Adonis, Attis, Kadmos, Orpheus,
Dionysos, Zagreus is, de Stoïsche of Philonische Logos, de gnostische demiurg, de Indische
Garuda, de Egyptische Chnum, god, mens, vis, leeuw, adelaar, in één eindeloze historische
litanie verenigd die iedere nieuwe uitlegging aan het woord laat, omdat zij nooit meer en anders
kan behelzen dan het oude...”
Simon Vestdijk (1935)
Het avant-gardistische frame
Alles tegelijk: Vestdijk over Awater
Typ hier de footer 36
“Awater is Bernard of Willem Awater, een banaal kantoorheer; maar tevens is hij de broer, de
vriend, de reisgenoot, de dubbelganger, de middelaar, de profeet, de boetgezant, de verlosser,
de gangmaker, de mentor, het betere Ik, het demonisch losbrekende Ik, het oorspronkelijke,
allereerste begin, het oerwater waarover de geest zweeft […], de anonieme mens der
gemeenschap, de eerste de beste maar ook de mens der uiterste vereenzaming, de ontwortelde
mens, de gemechaniseerde mens, de opnieuw bezielde, de wedergeboren mens, […] de
verlossersfiguur tegelijk Mithras, Mani, Hermes, Osiris, Adonis, Attis, Kadmos, Orpheus,
Dionysos, Zagreus is, de Stoïsche of Philonische Logos, de gnostische demiurg, de Indische
Garuda, de Egyptische Chnum, god, mens, vis, leeuw, adelaar, in één eindeloze historische
litanie verenigd die iedere nieuwe uitlegging aan het woord laat, omdat zij nooit meer en anders
kan behelzen dan het oude...”
Simon Vestdijk (1935)
Het postmodernistische frame
Alles tegelijk: Vestdijk over Awater
Typ hier de footer 37
Symptomatische betekenissen:
‘Awater’ als de drukst becommentarieerde tekst in de moderne Nederlandse literatuur.
Een casus uit het vak Grondslagen (MNL1)
Modernistisch geïnformeerde lectuur vs. postmodernistisch geïnformeerde lectuur:
Een casus uit het vak Grondslagen (MNL1)
Twee interpretaties van ‘De moeder de vrouw’
A.L. Sötemann, ‘De moeder de vrouw. Een analyse in twee etappes’. In: De nieuwe taalgids 1968
Yra van Dijk, ‘Midden in de oneindigheid’. In: Nederlandse letterkunde 2002.
De moeder de vrouw
1 Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
2 Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
3 die elkaar vroeger schenen te vermijden,
4 worden weer buren. Een minuut of tien
5 dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
6 mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd –
7 laat mij daar midden uit de oneindigheid
8 een stem vernemen dat mijn oren klonken.
9 Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
10 kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
11 Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
12 en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
13 O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
14 Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.
De moeder de vrouw
1 Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
2 Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
3 die elkaar vroeger schenen te vermijden,
4 worden weer buren. Een minuut of tien
5 dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
6 mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd –
7 laat mij daar midden uit de oneindigheid
8 een stem vernemen dat mijn oren klonken.
9 Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
10 kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
11 Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
12 en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
13 O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
14 Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.
“De tweede zin lijkt de banaliteit zelve. Syntactisch en ritmisch al
even onopvallend, en qua inhoud een haast ontstellende anti-clima
x”.
(p.144) Verwachtingspatroon:
- Poëzie is niet banaal- In poëzie wordt iets opvallends gezegd
“De tweede zin lijkt de banaliteit zelve. Syntactisch en ritmisch al
even onopvallend, en qua inhoud een haast ontstellende anti-clima
x”.
(p.144) Verwachtingspatroon:
- Poëzie is niet banaal- In poëzie wordt iets opvallends gezegd
“Na de bedrieglijk simpele inzet heeft Nijhoff in een zin de lezer geconfonteerd
met een heel complex van zwaar aangezette raadselachtigheden”.
(p.145)
“Wanneer men met dit inzicht gewapend ‘De moeder de vrouw’ opnieuw bekijkt,
verschuiven vele zaken, en krijgen de veronderstelde banaliteiten een diepere zin”
(p.148-9)
MAAR:
“Zo bezien is ‘De moeder de vrouw’ een gaaf, volledig coherent,
complex gedicht, waarin alle aspecten hun volkomen
doorzichtige functie hebben, en waarin het octaaf allerminst een
omslachtige en weinig gemotiveerde introductie vormt”
(p.151)
Sötemann
Sötemann
“Zo bezien is ‘De moeder de vrouw’ een gaaf, volledig coherent,
complex gedicht, waarin alle aspecten hun volkomen
doorzichtige functie hebben, en waarin het octaaf allerminst een
omslachtige en weinig gemotiveerde introductie vormt”
(p.151)
Sötemann
Van Dijk
“Sötemann accepteert de tegenstrijdigheden niet en wil ze oplossen. Hij
ging uit van het structuralistische principe dat het literaire werk een eenheid
is van onderling samenhangende elementen, en wilde dus niet berusten in
het bestaan van […] losse eindjes […]. Sötemann meent dat de ‘splinters
en brokken’ waaruit Nijhoffs tekst bestaat, kunnen worden samengevoegd
bij een symbolische lezing van het gedicht. In zijn vernuftige poging om een
sluitende interpretatie te vinden, werkt Sötemann alle ‘ongerijmdheden’ we
g”
(p.173-4)
“Een sluitende interpretatie […] stopt alle kieren van de poëzie dicht”
(p.175)
Van Dijk
- Gericht op ‘open plekken’ - De tekst niet sluiten, maar openen
Van Dijk
Hoofdpunt college 10
Typ hier de footer 50
• Ideaaltypische interpretaties: hoe zou een tekst betekenis krijgen wanneer
hij gelezen werd vanuit één van de vijf onderscheiden transhistorische
frames?• Een meerduidige, ambigue tekst als ‘Awater’ plooit zich gemakkelijk
naar verschillende frames
• In de successieve symptomatische betekenissen van een tekst
(daadwerkelijk gerealiseerde interpretaties) zijn vaak verschillende frames
te herkennen• Er bestaan modernistisch geïnformeerde lecturen van Awater, maar
ook postmodern, romantisch, realistisch en avant-gardistisch
geïnformeerde lecturen