Link41
description
Transcript of Link41
MAGAZINE VAN DE HAAGSE HOGESCHOOL
Wat ging er mis
bij Bouwkunde?
24 uur bij de beveiliging
Leonard Geluk:
‘Den Haag is de meest
uitdagende plek’
maart 2014
41
VRIENDSCHAP
2 LINK • 41
Passie
Zijn passie voor autoraces begon op de middelbare school toen Jettro Tjie meegenomen werd naar een race. Tweedejaars student Business IT & Management hoopt dit jaar zijn eerste Grandprix mee te maken. tekst Claire Schouten • beeld Bas Kijzers
‘Ik heb wel aardig wat Formule 1 merchandise: een stuk of
vijftien shirts en overhemden, drie truien en een hele stapel
petten. Ik ben er elke dag wel mee bezig. Ik lees over nieuwe
modellen of ontwikkelingen in de sport. Ook zoek ik oude frag-
menten op. Zelf racen gaat niet: het is een hele dure sport. Wel
ga ik soms karten met vrienden. En op de PlayStation speel ik
af en toe race-spellen. Een uurtje gamen loopt vaak uit naar een
middag, dus dat heb ik voor mijn studie op een lager pitje gezet.
Ik ben nog nooit naar een echte Grand Prix geweest, maar als
alles volgens plan gaat komt daar verandering in. Ik wil volgend
schooljaar in Singapore stage lopen en in september zijn daar de
Grand Prix races. Dat kan ik dan mooi meepakken! Het allerlief-
ste zou ik nog een keer in zo’n auto zitten: ik hoef er niet in te
rijden, al is dat wel de ultieme droom!’ •
‘Formule 1 rijden is de ultieme droom’
41 • LINK 3
Link wordt uitgegeven en geproduceerd door de dienst Communicatie & Marketing van De Haagse Hogeschool.
Redactieadres Ovaal 0.82/ Poseidon 6 Postadres Postbus 13336, 2501 EH Den Haag e: [email protected] f: 070 445 7554 i: http://link.hhs.nl Redactie Dieuwke de Boer (070 445 8851), Esha Gowricharn (070 445 72 81, stagiaire), Laura Muis (070 445 72 81, stagiaire), René Rector (070 445 8813, hoofdredacteur), Martine Seijffert (070 445 8814), Youri van Vliet (070 445 8796) • Studentredacteuren Mariska van Andel, Ilse van Beest, Esther Bliek, Martin Cok, Patty Elbersen, Kerttu Henriksson, Tim de Jong, Stefan van Klink, Danielle Peterson, Darren Power, Astrid Prins, Yvonne Rijff, Claire Schouten • Medewerkers Cheryl Porcelijn, Jacco van Uden • Strip Margreet de Heer • Beeld Mieke Barendse, Quintin van der Blonk, Thirjeet Gurwara, Bas Kijzers, Michel Mees, Barbara Mulderink, Mireille Schaap, Loek Weijts • Vormgeving Mustafa Özbek, Josean de Pie • Druk OBT bv, Den Haag Advertenties Bureau Nassau, Achterom 100c, Hoorn Postbus 4130, 1620 HC Hoorn e: [email protected] t: 020 623 0905 f: 020 639 0846 i: www.bureaunassau.nl ISSN 2210-7983 Copyright Het is verboden zonder toestemming van de redactie artikelen geheel of gedeeltelijk over te nemen. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten ontleend worden. Het volgende nummer komt uit op 1 mei. Op 24 april verschijnt een Engelstalig nummer.
Redactioneel
DOSSIER BOUWKUNDE
Inhoud
OVER LINK
6 Leven met faalangst Huilbuien en lichamelijke klachten krijgen van een tentamenweek, om uitgeput af te wachten wat je gepresteerd hebt. Twee portretten van studenten met faalangst en tips om het aan te pakken.
8 Dossier Bouwkunde In januari 2013 stapten ontevre-den studenten Bouwkunde met hun klachten naar het Landelijk Studenten Rechtsbureau. Een terugblik. Wat kan de hogeschool leren van dit dossier?
12 Vriendschap is… Maximaal zes echte vrienden heeft de gemiddelde HHs-student. Daarvoor laat je alles vallen als het nodig is. Link presenteert de uitslag van de vriendschapsenquête.
17 Leonard Geluk, de nieuwe collegevoorzitter
20 Een dag waken met de beveiliging
24 Scriptieprijs: mogen Nederlandse schepen knokken tegen piraten?
Rubrieken
4 In beeld: jouw sportieve moment
5 Column Jacco: eert uw manager
23 Onder de hamer
26 Juweeltjes: win de stadsgids 100% Den Haag
28 Melting pot: rouwmaaltijd uit Kenia
Geruststellende rimpelingen
Het was op de onderzoeksdag, 13 maart, dat niemand minder
dan onze nationale wetenschappelijke mopperkont Maarten
van Rossem een mooi verhaal over de toekomst kwam vertel-
len. Ik had twee goede redenen om daar te zijn: even daarvoor
hadden we de Link scriptieprijs 2014 uitgereikt, dus ik was er
toch al. En Van Rossem live… yolo!
Van Rossem gromde iedereen tegen zich in het harnas, maar
hij had wel een punt. De toekomst voorspellen is onbegonnen
werk, omdat we naar de verkeerde dingen kijken. We vinden
het heel gewoon om de geschiedenis te zien als een aaneen-
schakeling van incidenten. Die berusten op toeval. Van Rossem
claimt dat incidenten maar rimpelingen in het wateroppervlak
zijn. ‘Maar,’ zei Van Rossum, ‘over de onderliggende processen
kun je wel iets zeggen.’ Bijvoorbeeld: de bevolking in Neder-
land gaat krimpen, vanaf 2035. Dat kun je voorspellen, omdat
je nu al weet dat er vanaf dan meer mensen doodgaan dan er
geboren worden. Zo ziet onze bevolkingsopbouw er nu een-
maal uit. Vandaar dat Van Rossem flink uithaalde naar iedereen
die nu verbaast constateert dat er zoveel ouderen zijn. Dat was
veertig jaar geleden al te voorzien.
Op 12 maart, één dag voordat orakel Van Rossem sprak, stemde
de hogeschoolraad in met de reorganisatie. Een incident van
belang, dus daar schreven we online over. Maak je een sprong
van twintig jaar, dan zijn de diensten voorspellenderwijs weer
wat ze zijn, maar niet nadat beleid en uitvoering uit elkaar
geharkt zijn geweest, en weer bijeen gevoegd zijn. De school
heeft alleen nog maar computerruimtes en colleges worden al-
lemaal online gegeven, en daar is het gebouw door de verbou-
wing van 2022 ook op ingericht.
De onderliggende processen in de hogeschool zijn te vatten in
termen van samenvoegen en splitsen: mensen in steeds weer
andere groepjes bij elkaar zetten omdat dat op dat moment het
beste lijkt. Dat veranderen komt omdat de ideeën over onder-
wijs, over hoe je dat aanstuurt en de gewoontes van studenten
veranderen.
Geruststellend dus: op de lange termijn zijn incidenten onbe-
nullig als je, zoals Van Rossem, de toekomst wilt voorspellen.
Al kan ik me moeilijk voorstellen dat de arrestatie van Justin
Bieber, of gekrakeel over de gemeenteraadsverkiezingen über-
haupt de moeite waard zijn, incident of niet. •
René Rector
Hoofdredacteur Link
Sportief
4 LINK • 41
In beeld
Tussen de Olympische Winterspelen in
Sochi en het Braziliaanse WK voetbal gaan
studenten en medewerkers van De HHs
gewoon door met sporten. Hiernaast zie je
ze vrolijk, actief of uitgeput vastgelegd.
Nancy van der Burg [1] droomde ooit van
een carrière als profwielrenner, maar doet
nu de opleiding Voeding en Diëtetiek
(V&D). Haar liefde voor wielrennen blijft
echter bestaan. Net als de liefde die
Saskia Zwaard [2], stagiaire dienst O&Sz,
heeft voor hoogspringen. Haar wereld
stond letterlijk upside down toen deze
foto genomen werd. [3] Mecheline Rutjes
gaat liever wekelijks badmintonnen met
haar sportieve collega’s. En terwijl Iris de
Goede [4], student V&D, zich na de Ladies
Run in Leiden alweer klaarstoomt voor
een halve marathon, heeft Tamara van der
Spek [5], student Commerciële Economie,
een schaatswedstrijd achter de rug. Lori
Popelier [6] blijft naast haar opleiding
V&D graag synchroonzwemmen. Door
een blessure is dit helaas niet mogelijk.
Gelukkig heeft Lori deze foto nog als
een herinnering. Boulderen is niet echt
een bekende sport, maar docent halo
Michiel Krijger [7] beklom met plezier de
rotsen in Frankrijk. Dion Troumpas [8] deed echter mee aan de onbekendste
sportieve activiteit: ‘kruiwagen lopen.’
Lianne Bijl [9] doet aan teamwork met een
grote groep meiden bij het Showballet in
Schiedam. Karin Vreeken [10] beklom de
‘top’ in Spanje juist alleen. [11] Yin Wong
moest haar tegenstander flink van zich
afschudden toen ze aan het voetballen
was. De winnaar [12] van deze maand
hoefde zich geen zorgen te maken over
andere sporters. Eva van Groningen
(opleidingscoördinator MPC): ‘Deze foto is
een van mijn beste selfies ever! De blauwe
lucht, witte sneeuw en onze kleurige
skikleding maakt deze foto extra vrolijk.’
Eva wint de waardebon van vijftig euro. •
[9]
[5]
[1]
[10]
[2]
[12]
[6]
41 • LINK 5
Ook 50 euro?De lente staat voor de deur met haar
bloemetjes, lammetjes en mooie weer. Naar buiten dus, voor quality time met
moeder natuur. Stuur een foto van jezelf in de natuur, dat koddige lammetje of de eerste bloesems.
Mail ’m uiterlijk dinsdag 22 april naar [email protected]. Zet je naam en studie of
dienst in de mail en vertel waar/wanneer/waarom je deze foto maakte. De winnaar
krijgt een tegoedbon van 50 euro.
Jacco
Eert uw manager
Een opstootje tussen stichting Alpe d’Huzes en KWF Kankerbestrijding. De
eerste haalt veel geld op bij veertigers op fietsen in de verwachting dat de
tweede er belangrijke dingen mee doet. De NOS bericht erover: ‘Uit het onder-
zoek van Nieuwsuur bleek dat pas 200.000 euro van het geld aan wetenschap-
pelijk onderzoek is besteed. Wel is er minstens 686.000 euro uitgegeven aan
managementfees, reis- en verblijfskosten. Dat geld is gedeclareerd door drie
niet-wetenschappers.’ 1
De NOS weet dat het de kwestie niet zwaarder hoeft aan te zetten. De niet-
wetenschappers, dat zijn de managers, dat is het Kwaad. Managementfees?
Een laf eufemisme voor wat de gekrijtstreepte geldwolven zich toe-eigenen,
liefst ten koste van minderjarige kankerpatiëntjes.
Ik neem niet eens meer de moeite om de lezersreacties te bekijken bij dit soort
berichten. Noord-Koreaanse showprocessen zijn het. De schuldige manager
is een pleonasme. De managers zelf kiezen intussen eieren voor hun geld. Ze
doen iets in marketing of werken gewoon bij de bank. Alles om dat ene woord
maar te vermijden. Ik zeg: manager, herpak jezelf en word weer trots op je vak.
Over management wordt vaak gezegd dat het geen rocket science is. Terecht
natuurlijk, want managen is een stuk lastiger dan een raket in elkaar sleutelen.
Ten eerste. Ik ken meer goede raketwetenschappers dan goede managers.
En dat terwijl ik nauwelijks raketwetenschappers ken, en veel managers. Dat
moet wel iets over de zwaarte van het managementvak zeggen. Ten tweede.
De beelden van een goed functionerende raket zijn scherp en breed gedeeld.
Managers kunnen het nooit goed doen. Denk je je medewerkers fijn in hun
eigen kracht te hebben gezet, dan missen ze toch dat stukje richting en kaders.
Ten slotte. Raketwetenschappers werken met heerlijk willoze materie. Mana-
gers moeten het stellen met (zelfverklaarde) professionals die zich hebben laten
aanpraten dat zij, en niemand anders, het primaire proces zijn. De handen aan
het bed, het blauw op straat, de inspirators voor de klas. Hoe goed ook de relatie,
als het erop aankomt zullen ze niet nalaten de ophefbaarheid van je manage-
mentfunctie te benadrukken. Da’s niet lekker naar je werk fietsen ’s ochtends.
Toegegeven, het was best leuk, dat management bashing van de afgelopen jaren.
Maar nu is het klaar. We gaan aan het werk. Onder leiding van onze managers. •
Jacco van Uden is Lector Change Management aan De Haagse Hogeschool
1 http://nos.nl/artikel/585380-ruzie-tussen-kwf-en-alpe-dhuzes.html
[3]
[7]
[11]
[4]
[8]
6 LINK • 41
Faalangst
41 • LINK 7
Spanning voor een belangrijk tentamen, wie heeft hier geen last van? Voor de een blijft dit bij gezonde spanning, maar voor de ander gaat het veel verder. Alles moet altijd meer dan perfect en het is nooit goed genoeg. Faalangst. ‘Ik hield het mentaal niet vol.’ tekst Astrid Prins • beeld Barbara Mulderink
Als falen GEEN OPTIE is
J e hebt hard geleerd, goed gepland en je bent op
alles voorbereid. Toch ben je bang om te misluk-
ken. Of erger: je krijgt midden in een tentamen
een black-out en je kunt geen enkele vraag meer
beantwoorden. Dat is faalangst. Uit een onderzoek
van hogeronderwijsbladen over studieresultaten op
vijf hogescholen en tien universiteiten (zie ook Link
17, pagina 10) blijkt dat landelijk gezien vier op de
tien studenten last heeft van zeer grote stress over
hun studie. Op De Haagse Hogeschool zijn dat zelfs
zes op de tien studenten. Haagse studenten ervaren
dus meer stress tijdens hun studie dan landelijke stu-
diegenoten. Bij 51 procent van deze stress-studenten
ontaardt de zeer grote stress in faalangst. Iets waar
vrouwen overigens vaker last van hebben dan man-
nen. Maar wat is faalangst eigenlijk?
Vluchten of vechtenFaalangst begint bij stress. Stress zet een proces in
de hersenen in gang. Bij het ervaren van spanning
komen er stresshormonen in het bloed. Deze
stresshormonen maken het lichaam klaar om te
vluchten of om te vechten: deze flight-or-fight-response is een oerinstinct van de mens. Hierdoor
verhoogt de hartslag en bloeddruk, het lichaam
begint te zweten en bij langdurige stress neemt de
‘Ik was geobsedeerd door school’Sanne* faalde nooit op school, want dat stond ze zichzelf niet toe. Ze betaalde er wel een prijs voor: klasgenoten begrepen haar niet en ze kreeg lichamelijke klachten.
‘Zo lang ik mij kan herinneren heb ik faal-angst. Op de basisschool viel het nog mee. Pas toen ik in de eerste klas van het vmbo zat, werd mijn faalangst problematisch. Ik deed het goed op school en ik haalde heel goede cijfers. Niks om bang voor te zijn, zou je zeggen. Blijkbaar wilde ik altijd negens en tienen blijven halen, maar dat hield ik mentaal niet vol. Ik mocht van mezelf geen fouten maken en mijn hele wereld draaide nog alleen om school. Alles wat ik deed, moest perfect zijn. ’s Morgens kreeg ik niks
meer door mijn keel en ik moest bijna elke les huilen. Op een gegeven moment dachten klasgenoten zelfs dat ik thuis mishandeld werd, wat totaal niet het geval was.
Nachten voor een toets kwam ik bijna niet in slaap door het gepieker en ik werd uren voor mijn wekker wakker met buikpijn van de zenuwen. Mijn mentor kreeg door dat er iets mis was en heeft me op een faalangsttrai-ning gezet. Daar leerde ik ermee omgaan en sindsdien gaat het beter met me. Nu heb ik vooral last van faalangst als ik in een nieuwe omgeving kom.
Zo was de overgang naar het hbo weer groot gevecht met mijn faalangst. Ik was
weer zo geobsedeerd door school dat ik mijn propedeuse in één jaar heb gehaald, zonder herkansingen. In de zomer na het tweede studiejaar stortte ik in. Ik kreeg veel steun van mijn studieloopbaanbegeleider en ouders en ik heb hulp bezocht bij een mental coach buiten school, die me hielp om situaties beter te visualiseren. Het gaat nu goed met me, ook al blijft faalangst altijd een deel van mij.’
Sanne studeert aan de Academie voor European Studies & Communication Management.
* De namen in dit verhaal zijn op verzoek gefingeerd.
8 LINK • 41
‘Wil ik zo tachtig worden of zoek ik hulp?’Door zijn onzekerheid en extreme perfecti-onisme is alles wat Daniël* doet nooit goed genoeg voor hem. Uiteindelijk brak dit hem mentaal en fysiek op.
‘Ik ben altijd al perfectionistisch en onzeker geweest. Tijdens mijn havo-examen begon ik te merken dat er iets met mij aan de hand was. Ik had vaak negatieve gedachten zoals: wat als ik het als enige niet haal en wat als ik moet herkansen? Ik was heel bang om mezelf en mijn omgeving teleur te stellen.
Toen mijn eindexamens er eenmaal op za-ten, kon ik niet meer uit mijn bed komen. Ik was helemaal gesloopt. Mijn rug zat zo vast
van het non-stop leren, dat ik bijna niet meer kon lopen. Uiteindelijk moest ik hiervoor een aantal weken naar de fysiotherapeut en heb ik daarnaast veel bedrust moeten houden.
Aan het begin van mijn huidige opleiding kwam ik weer dezelfde belemmeringen te-gen. In de eerste weken wilde ik overal waar ik was leren. In de trein richting school las ik alles nog een keer door en zelfs tijdens het koken stond ik met een studieboek in mijn hand. Ik was alleen maar met school bezig. Ik lag nachten wakker, omdat ik het gevoel had dat ik het niet kon. Door dit gevoel bleef ik het maken van verslagen maar uitstellen tot het allerlaatste moment.
Mijn moeder werkt in de zorg en ze herkende bij mij de klassieke symptomen van faal-angst. In twee nachten sliep ik maar één uur en ik had het non-stop over school. Toen ik na mijn eerste tentamenweek weer mentaal en fysiek was uitgeput, heb ik het besproken op school. Ik dacht: wil ik zo tachtig jaar worden of zoek ik hulp? Na een gesprek met mijn loopbaancoach en de decaan ben ik bij de studentpsycholoog terecht gekomen. Ik krijg nog maar kort hulp, maar ik heb nu al meer rust en vertrouwen in mezelf.’
Daniël studeert aan de Academie voor Bestuur, Recht en Veiligheid.
weerstand af. Al het zuurstofrijke bloed gaat naar
het lichaam, waardoor de hersenen minder zuurstof
krijgen. Normaliter zakt die lichamelijke reactie snel
af, bij faalangst versterkt dit proces zich juist. Je blijft
constant alert en de spanning blijft onafgebroken.
Hierdoor raak je uiteindelijk mentaal uitgeput en krijg
je fysieke klachten.
Faalangst uit zich op drie verschillende manieren.
Cognitieve faalangst is de angst om te falen tijdens
denkwerk. ‘Het gaat hierbij vooral om het maken van
tentamens of verslagen,’ vertelt Marieke Lambeek,
studentpsycholoog aan De HHs. Sociale faalangst
heeft te maken met het optreden in het openbaar.
‘Het stellen van een vraag in een volle collegezaal of
een presentatie houden is een grote drempel voor
de student. Maar bijvoorbeeld een gezellig avondje
karaoke in de kroeg is ook een nachtmerrie.’ Motori-
sche faalangst ten slotte heeft te maken met de angst
om het lichaam te gebruiken. Lambeek: ‘Bijvoorbeeld
tijdens een belangrijke sportwedstrijd. Vaak voelt het
lichaam dan verstijfd of verdoofd aan.’
Piekeren Lambeek krijgt met veel faalangstige stu-
denten te maken. ‘Om eerlijk te zijn kom ik
nooit echt pure faalangst tegen. Meestal is
het een mix van meerdere situaties samen,
waardoor er stress is en faalangst ontstaat.’
Lambeek zet een aantal tips om met
faalangst om te gaan op een rijtje: ‘Zorg voor
een goede planning waarin je rust en ruimte
creëert, zodat je op de avond voor het tentamen
niet meer hoeft te leren. Maak tijd om goed te
eten en te sporten. Door te sporten maak je
je hoofd leeg en hou je minder energie over om
te piekeren. Vergeet daarnaast niet te ontspannen!
Probeer de ontspanningsoefeningen eens op www.
psycholoog.net/ontspanningsoefeningen. Heb het
er ook op school over met klasgenoten, docenten,
je decaan en je studiecoach, zodat ze er rekening
mee kunnen houden. Kom je er zelf niet uit?
Maak een afspraak met de studentpsycholoog via
41 • LINK 9
In februari 2013 werd de opleiding Bouwkunde opgeschrikt door een serie klachten van verschillende studenten. Twee onafhankelijke onderzoeken moesten de ernst en omvang
van de problemen in kaart brengen. Nu, ruim een jaar later, maakt Bouwkunde de balans op. Wat was er mis, hoe gaat
het nu en wat kunnen andere opleidingen van de casus Bouwkunde leren? tekst René Rector en Youri van Vliet • beeld Shutterstock
Bouwkunde
‘We zijn hardhandig wakker geschud’
DOSSIER BOUWKUNDE
10 LINK • 41
‘Ik had pas echt door dat er iets structureel mis was toen de individuele klachten gebundeld wer-
den,’ vertelt Ton de Jager, academiedirecteur van TIS Den Haag. ‘Als je terugkijkt, zie je ook dat het
aantal klachten bij de toets- en examencommissie enorm was, veel meer dan bij andere opleidingen.
Die signalen hadden we eigenlijk eerder en adequater moeten oppakken.’ De Jager kijkt samen met
de interim-teamleider van Bouwkunde Peter Vroom en collegelid Jan Lintsen terug op een bewogen
jaar met veranderingen in het curriculum, maar ook in de manier van lesgeven en de cultuur bij de
opleiding. Waarom was dat nodig? Om dat te begrijpen spoelen we terug naar 24 januari 2013.
Die dag steken zo’n dertig Bouwkundestudenten de koppen bij elkaar om over hun problemen
met de opleiding te praten. De emoties lopen hoog op, maar daar is de onvrede ook naar.
De communicatie en organisatie zouden rammelen: toetsen raken kwijt, waarna studenten verplicht
worden een herkansing te maken. Studenten hebben het gevoel dat ze van het kastje naar de
muur gestuurd worden. De manier van beoordelen deugt volgens hen evenmin: ze krijgen geen of
tegenstrijdige feedback op gemaakte opdrachten. Ook vinden ze het merkwaardig dat hun cijfer na
het verwerken van feedback lager uitvalt. En een deel van het docententeam krijgt er van langs:
het hanteert onduidelijke en verschillende wijzen van beoordelen, maakt selectief uitzonderingen,
is moeilijk bereikbaar, reageert onprofessioneel en houdt zich niet aan de afspraken, vinden de
studenten. Omdat sommige studenten niet durfden te komen uit angst voor represailles, stelt de
groep een e-mailadres open. In februari wordt de balans opgemaakt: 53 studenten beschrijven een
bonte verzameling klachten.
De studenten stappen rechtstreeks naar het Landelijke Studenten Rechtsbureau (LSR). De klachten
aanbieden aan de teamleider of de academiedirecteur vinden ze een gepasseerd station. Het LSR
zoekt op haar beurt versterking bij Judion (Juridische Dienstverlening Onderwijs). Het College van
Bestuur en de LSR komen na een aantal overleggen tot de conclusie dat alle partijen het meeste
baat hebben bij een eerlijk, onafhankelijk onderzoek naar wat er aan de hand is. Op 8 mei is er witte
rook. In een officiële mededeling laat het College van Bestuur weten: ‘In goed overleg met het LSR
en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is besloten om een onderzoekscommissie in te stellen.
Deze zal bestaan uit vier leden, waarvan er twee door het LSR, en twee door De Haagse Hogeschool
worden aangewezen. Deze commissie zal onder leiding staan van een onafhankelijke, externe
voorzitter.’ Daarnaast zal adviesbureau Hobéon de organisatie van de opleiding, de inrichting van de
Onderwijs- en Examenregeling en de wijze waarop deze wordt toegepast onderzoeken.
De Jager juichte destijds het idee van een externe commissie toe. ‘Natuurlijk had ik liever gehad
dat studenten naar mij waren gekomen, maar het belangrijkste is dat we wat met die signalen gaan
doen. En met zo’n commissie kan je op een neutrale manier helder maken wat er aan de hand is.’
Uiteindelijk meldden ‘slechts’ achttien studenten zich bij de onderzoekscommissie, opmerkelijk
weinig in verhouding met de originele 53 klachten in februari. Drie klachten wijst de commissie af,
één gedeeltelijk, één student treft een regeling met de opleiding voordat de commissie een uitspraak
kan doen en bij dertien zaken constateert de commissie dat ‘mede door inadequaat handelen van
de opleiding studieachterstand is ontstaan’. Voor de gedupeerde studenten adviseert de commissie
daarop aan het College van Bestuur (CvB) een compensatie in de vorm van extra ondersteuning
bij het afstuderen (drie studenten) of een financiële vergoeding (twee studenten). Acht studenten
krijgen beide compensaties – in een enkel geval loopt die vergoeding op tot een periode van achttien
maanden. Het CvB en Bouwkunde nemen alle adviezen van de onderzoekscommissie over.
ONDERZOEK
KLACHTEN
41 • LINK 11
‘We zijn hardhandig wakker geschud,’ zegt Jan Lintsen, terugkijkend op het proces. ‘In principe hoop je
dat de klachten al eerder gehoord waren, want er zijn in het hele proces natuurlijk al eerder studenten
geweest die via toets- en examencommissies dingen aan de kaak hebben gesteld, maar die zijn toen niet
goed genoeg opgepakt. Ik ben ervan overtuigd dat iedere kwalitatief hoogwaardige opleiding met een
goed kwaliteitsproces ook Bouwkundeachtige klachten kan hebben, maar zo’n opleiding doet daar wel
eerder zelf wat mee. Helaas was het zuiverend vermogen van Bouwkunde vorig jaar niet groot genoeg.
Door dit proces hebben we daar door schade en schande lering uit getrokken. Nu zitten we in de fase dat
we het juist heel goed proberen te doen.’
Met die verbeterfase houdt vooral Peter Vroom zich bezig, de nieuwe interim-teamleider die in juni op
De Haagse begon. ‘Ik zag al vrij snel, mede dankzij Hobéon, dat er patronen waren die niet productief
waren, zowel op het gebied van de basiskwaliteit als het curriculum en de cultuur. En daar hebben we
sinds de zomer grote stappen in gezet,’ aldus Vroom. Zo heeft de opleiding bijvoorbeeld de beruchte in
2008 ingevoerde OverAll-Toets afgeschaft, een toets van acht onderdelen. Haalde je een onderdeel niet
– en dat kwam nog wel eens voor – dan moest je de hele toets overdoen. Ook zijn er concrete plannen om
het curriculum te vereenvoudigen. Zo zijn er volgend jaar niet meer dertien modules (met dertien ver-
schillende inschrijfmomenten), maar slechts twee. Waren er voorheen nog drie afstudeercoördinatoren,
is dat er nu nog één (dat maakt het makkelijker om de afstudeereisen te bewaken en voorkomt verwar-
ring bij studenten) en het zogeheten Plan van Aanpak moeten studenten nu direct aan het begin van het
vierde jaar maken. Vroom: ‘Als studenten dan in januari aan hun afstudeerperiode beginnen, kunnen
ze zich helemaal daarop focussen. Deze verandering vinden ze geweldig.’ En was er in het verleden
nog wel eens sprake van koehandel waarbij docenten aparte afspraken maakten met studenten, maakt
Vroom daar nu korte metten mee. ‘Ik hou de docenten, maar ook de studenten aan de afspraken die we
maken. Als je te laat bent voor het inschrijven voor een module, dan ben je echt te laat. Dat doet even
pijn, maar daar moeten we duidelijk in zijn.’
Ten slotte heeft Vroom nog met wat hulp een win-winsituatie gecreëerd voor de grote groep docenten
die hij onder zijn hoede heeft en de noodzaak om het curriculum te actualiseren. ‘Binnen Bouwkunde zijn
veel docenten met kleine aanstellingen. Het gevolg is dat verbindingen snel verwateren, maar je hebt
ze wel nodig om een consistente lijn uit te zetten. Toen ik in juni vroeg waar we onze studenten precies
voor opleiden, kreeg ik twintig verschillende antwoorden. Dat kan natuurlijk niet.’ Om dit probleem te
tackelen, blies Vroom zes kennisclusters in het leven: een groep relatief autonome docenten die een be-
paalde specialisatie hebben, die in staat zijn te anticiperen op wat in het werkveld gebeurt en die voor-
stellen kunnen doen voor de inhoud van het onderwijs. Vroom, gepassioneerd: ‘De verbeteringen die we
nu bedenken, hebben alleen zin als je weet waarvoor je het doet en dat was bij Bouwkunde verdwenen.
We hebben nu gezegd: we verbinden onze opleiding met Civiele Techniek en Climate & Management
voor de toekomstige bachelor of Built Environment, en wij kiezen waar we onze ingenieurs voor willen
opleiden: voornamelijk voor de herbestemming van bestaande gebouwen in een stedelijke omgeving.
Op deze manier weet ik zeker dat we een betere opleiding worden, en ook een unieke.’
Rest de vraag: wat kunnen andere opleidingen van Bouwkunde leren? Volgens Lintsen moet De Haagse
Hogeschool sneller ‘op schaal’ durven te communiceren. ‘Wat je wilt hebben is een situatie waarbij men-
sen ook met hun probleem naar voren komen. En wat je vaak ziet - en daar is De Haagse niet uniek in - is
dat mensen zich verantwoordelijk voelen voor een probleem en dat ze hun leidinggevende daar niet mee
willen lastigvallen. Maar het is juist wél de bedoeling om je baas daarmee lastig te vallen. Het hoeft niet
te betekenen dat die dan direct ingrijpt - vaak is luisteren voldoende - maar dan is hij wel bekend met het
probleem en mocht het dan toch escaleren, dan kan die altijd nog inspringen. Het melden van een pro-
bleem is geen zwakte, het is juist een teken van kracht en die mentaliteit moeten we hier versterken.’ •
TOEKOMST
12 LINK • 41
Enquête
Met een klik is het gebeurd: een nieuwe vriend erbij. Zo makkelijk kan het op Facebook althans. Maar is zo’n vriendschap ook iets waard? We vroegen HHs’ers in een enquête wat zij vinden van vriendschap. Wat blijkt? Echte vrienden tel je nog steeds op één hand. tekst Laura Muis en Martine Seijffert • beeld Bas Kijzers en Loek Weijts
Liever één vriend aan tafel, dan tien op het web
D e cijfers liegen er niet om: in Nederland
besteden we wekelijks een uur of veertien
aan sociale media, aldus onderzoeksbureau
Multiscope. En wees eerlijk, die smartphone is stie-
kem ook best verslavend. Intussen wordt het hebben
van een sociaal leven ook steeds belangrijker. En heb
je naast je studie ook vaak een bijbaantje, sportver-
eniging, misschien een studentenvereniging. En dan
moet er natuurlijk ook nog tijd zijn om te chillen. Er
is dus een overvloed aan keuzes waarin je je moet
zien te handhaven, zeker als student, stelt ook lector
Filosofie en Beroepspraktijk Marli Huijer in haar boek
Discipline waarover ze vertelt in Link 39. Hoe kijken
studenten tegenwoordig tegen vriendschap aan in dit
drukke leven?
Link voelde 275 studenten aan de tand met een
vriendschapsenquête. Allereerst vroegen we de
HHs’ers naar hun definitie van vriendschap. Wanneer
noem je iemand nou je vriend? Uit de verschillende
keuzeopties werd ‘Dingen delen die je niet zomaar
met anderen bespreekt’ het meest aangeklikt (72
procent). Maar ook het gevoel bij iemand op je gemak
te zijn telt flink mee (60 procent), en het gevoel dat
iemand voor jou door het vuur zou gaan (51 procent).
Een deelnemer aan de enquête vat het zo samen: ‘Een
vriend is iemand die je accepteert, ook met je minder
goede eigenschappen.’
Er zijn slechts drie respondenten die een Facebook-
vriendschap als voorwaarde zien voor een echte
vriendschap. Dat we best kieskeurig zijn als het
om onze vrienden gaat, zie je aan het aantal ‘echte’
vrienden dat een HHs’er zegt te hebben: zeventig
procent van de HHs’ers heeft er tussen de één en zes.
Daar wordt ook regelmatig mee afgesproken. Dertig
procent doet dat meerdere keren per week, ruim
zestig procent ziet zijn vrienden minimaal eens in de
week. Een grote meerderheid (86 procent) vindt face-
to-face afspreken een van de belangrijkste manieren
om contact te houden met vrienden.
Tijdens deze afspraken ondernemen studenten van
De Haagse van alles: sporten bijvoorbeeld (12 pro-
cent), winkelen (26 procent) of samen een hapje ko-
ken (23 procent). De top drie activiteiten met vrienden
vind je op de pagina hiernaast terug. Opvallend is dat
samen studeren (op culturele activiteiten na) de minst
41 • LINK 13
‘Ze kwam toen ik dacht dat mijn konijn doodging’
Demi Kok (17 jaar), midden op de fotoEerstejaars PedagogiekAantal echte vrienden: 5Aantal Facebookvrienden: zo’n 320Langste vriendschap: 4 jaar
Vriendschap is… dat je aan iemand net zo makkelijk een heel serieus verhaal kwijt kunt als dat je met iemand kunt lachen. Twee van mijn vijf vrienden, Michelle en Emma (zie foto), ken ik van De Haagse Hogeschool. We gaan buiten school met elkaar naar de stad, sporten, winkelen en uit eten. We leren ook samen en dat wisselen we dan af met een kopje thee drinken of even elkaars nagels doen. Mijn andere drie vrienden zijn wel weer heel anders. Daar zou ik niet zo snel thee mee gaan drinken, eerder gewoon bankhangen of uitgaan.
Het liefste wat een vriendin ooit voor me heeft gedaan? Het is misschien een beetje een raar voor-beeld, maar dat was toen mijn konijn heel ziek was. Zij was bij een verjaardag van haar oma met haar vriend, met wie ze normaal onafscheidelijk was. Ik belde haar op en zei: ‘Mijn konijn gaat dood!’ En toen kwam ze, zonder haar vriend. Mijn konijn bleek een dubbele longontsteking te hebben. Hij leeft gelukkig nog steeds.
Om contact te houden met mijn vrienden vind ik Whatsapp het makkelijkst, maar het liefst spreek ik af. Je kunt in een berichtje iemand nu eenmaal geen echte knuffel geven of zien hoe hard iemand ergens om moet lachen.
populaire manier is om je sociale leven in te richten.
Face-to-face afspreken gebeurt vaak, maar dat bete-
kent overigens niet dat Facebook helemaal geen rol
speelt in vriendschappen, want er worden een hoop
berichtjes over en weer gestuurd via het medium.
Ook WhatsApp is bij vrijwel iedereen populair (zie
infographic op pagina 14).
HHs-vriendschapAl is samen studeren niet echt een prioriteit in vriend-
schappen, toch is de studie voor 88 procent van de
respondenten de makkelijkste manier om vrienden
te vinden. Dat gemak levert niet de meeste vrienden
op: veertig procent van de studenten zegt minder
dan een kwart van zijn of haar vrienden ontmoet te
Wat doe je met je vrienden?
35%Naar de
kroeg gaan41%48% Thee/koffie
drinken
Ontspannen
Liever één vriend aan tafel, dan tien op het web
14 LINK • 41
hebben op De Haagse. Wie wel een vriend vindt op
De Haagse, ziet daar toekomst in: bijna veertig pro-
cent van de respondenten denkt in elk geval de helft
van die vrienden ook na zijn studie nog te zien.
Er zijn ook HHs’ers die zeggen helemaal geen echte
vrienden te hebben. Da’s bij elkaar drie procent van
de respondenten. De voornaamste reden van dit
groepje is dat ze ‘er geen behoefte aan hebben’. Van
deze zevenkoppige groep zeggen vier geen vrienden
te willen. Een paar hebben die behoefte überhaupt
nooit gehad, de rest is vooral teleurgesteld in vorige
vriendschappen.
Binnen De HHs zijn per studierichting wat sociale uit-
schieters. In de enquête deelden we alle studies in bij
Via welke kanalen
houd jij je vrienden
up-to-date?
Face-to- face
Anders
86%
What’sapp75%
15%Bellen
15%
3%
f
f
‘Als een vriend een probleem heeft, laat ik alles vallen’
Pascal Rombout (24 jaar), rechts op de fotoDerdejaars Werktuigbouwkunde in DelftAantal echte vrienden: 3 Aantal Facebookvrienden: geen FacebookLangste vriendschap: 11 jaar
Vriendschap is… wederzijds klaarstaan voor elkaar. Ik heb drie echte vrienden. Eentje ken ik al sinds mijn dertiende. Inmiddels heb ik elke dag contact met hem, het liefst persoonlijk. Ik vind het heel belangrijk dat ik iemand zijn emoties en lichaamstaal kan zien, want zestig tot zeventig procent van je gesprek voer je zonder woorden. Met Facebook heb ik dan ook niks. Ik heb ooit een account aangemaakt zodat ik van Spotify gebruik kon maken en dat heb ik meteen op slot gegooid. Je moet vrienden niet op die manier in een systeem zetten.
Als één van mijn vrienden een probleem heeft, laat ik alles vallen. Zo woont een vriend van mij bij z’n ma en dat gaat niet goed. Ik leef erg met hem mee en help hem zoeken naar een andere plek om te wonen. Desnoods komt hij bij mij op de bank. Andersom krijg ik ook wat uit mijn vriendschappen terug. Die vriend die ik al heel lang ken, geeft me vaak inzichten waar ik wat aan heb. Als ik een projectgenoot niet begrijp, dan ziet hij de beweegredenen in van zo’n persoon.
Ik denk wel dat als ik een relatie zou hebben, dat ik dan minder tijd heb om af te spreken. Maar ik krijg denk ik niet zo snel een vriendin. Er is namelijk heel wat voor nodig wil zij meer voor mij betekenen dan mijn vrienden.
41 • LINK 15
Vriendschap is… dat je elkaar de wereld gunt. Dat gevoel heb ik ook echt bij de mensen uit mijn klas. Zelfs leraren zijn verbaasd over hoe hecht we zijn. Op vrijdag hebben we les en altijd blijven we alle dertien om wat te gaan drinken. Doordeweeks praten we elkaar bij via een Whatsapp-groep, ooit opgezet door een le-raar. Hij zit er nog steeds in, en als hij een dag even niet kijkt heeft hij zo 350 appjes gemist. Onbewust maken we vriendschap-pen voor het leven.
Naast mijn klasgenoten heb ik nog meer vriendengroepjes. In totaal heb ik zo’n 25 echte vrienden en hen zie ik als het even kan wekelijks. Mijn broertje is mijn beste vriend. Met hem kan ik alles bespreken en we hoeven elkaar maar aan te kijken, of we weten wat we bedoelen. Ik heb ook een beste vriendin en haar ken ik al sinds mijn geboorte. We hebben dagelijks contact door persoonlijke berichtjes te sturen via Facebook. Dat is voor mij een fijn middel, want ik heb familie in Engeland.
Dit jaar word ik op 25 juli 25 jaar en geef ik een groot feest. Normaal nodig ik zo’n honderd mensen uit voor mijn verjaardag, maar ik denk dit jaar wel meer.
Alice Vernout (24 jaar), midden op de fotoEerstejaars Bedrijfskunde MER-deeltijdAantal echte vrienden: 25Aantal Facebookvrienden: zo’n 1200Langste vriendschap: 24 jaar
‘Onbewust maken we
vriendschappen voor het leven’de zes studierichtingen van De HHs, en die verschil-
len onderling nog best wat in de gegeven antwoor-
den. De bokaal voor face-to-face-contact gaat naar
Onderwijs en Welzijn. In deze sector gaf iedereen aan
deze manier van contact op de eerste of tweede plaats
te zetten als het gaat om contact met vrienden. De
meest intensieve contacten vind je echter bij Recht,
Veiligheid en Maatschappij, waar twintig procent da-
gelijks contact heeft met zijn/haar vrienden. Dat komt
misschien ook omdat ze gemiddeld minder vrienden
hebben. Bijna de helft van de RVM’ers geeft aan één
tot drie vrienden te hebben. Online vriendschappen
bestaan overigens ook. Althans, van de afdeling Tech-
nology, Innovation & Society (TIS) beweert 2 procent
vrienden te hebben die ze nooit zien.
De studierichting die zich het liefst in een groep
vrienden bevindt is ICT&Media (82 procent). Die sa-
menstelling van groepen verschilt per studierichting:
zo gaan de vrouwen van ICTM het liefst met andere
vrouwen op stap, maar ook de mannen van Welzijn
en Onderwijs hebben overwegend vrouwen in hun
vriendengroepen. De kuddes mannen vind je bij Eco-
nomie en Markt, en TIS.
Verre vriendEen andere bijzondere groep vormen de buitenlandse
studenten. Wat opvalt is dat buitenlandse studenten
in tien procent van de gevallen dagelijks contact met
hun vrienden hebben. Dat is opvallend vaker dan bij
de Nederlandse studenten, namelijk 6 procent. Een
ander verschil is dat ze bijna allemaal vrienden heb-
ben op De HHs (96 procent), terwijl bijna een derde
van de Nederlandse studenten zegt helemaal geen
vrienden binnen de hogeschool te hebben. Gek is dit
niet: De Haagse Hogeschool is voor internationale
studenten meestal hun thuisbasis in Nederland.
Wat alle studenten gemeen hebben, is dat de ‘echte’
vriendschappen die zij hebben vaak behoorlijk inten-
sief zijn. Dat geldt zeker op de lange termijn. Volgens
de studenten zijn de paar goede vriendschappen die
zij opdoen vriendschappen om vast te houden. Of
zoals Bedrijfskunde-MER student Alice Vernout (zie
kader) het verwoordt: ‘Onbewust maken we vriend-
schappen voor het leven.’ •
De Hogeschoolbibliotheek feliciteert de winnaars van de Link scriptieprijs…
De Hogeschoolbibliotheek, voor niet te missen kennis
Larissa Gonzalez won de eerste prijs van 1.500 euro, Mirjam Brandsma (2e) 500 euro en Riska Veldhoven (3e) 250 euro.
Jij volgend jaar op het podium?
Kijk op www.hhs.nl/linkscriptieprijs
Wil je weten welkemasteropleiding bij je past?
Kom naar de Master Open Dag op 11 april!”
Wageningen University heeft 29 masteropleidingen
op het gebied van
• Economics & Social Sciences
• Nature & Agriculture
• Earth & Environment
www.wageningenuniversity.nl/masteropendag
“• Technology
• Food
• Health
zoektRedacteuren | Filmmakers | EditersAls studentredacteur werk je mee aan de productie van Link magazine en Link online, de nieuwsmedia van De Haagse Hogeschool. Je doet dat op basis van eigen inbreng en/of in opdracht. Jij bent……al enigszins ervaren in (journalistiek) schrijven of film maken.…iemand die zich journalistiek wil ontwikkelen.…initiatiefrijk, en hebt een kritische, open houding.…een goede beheersing van het Nederlands.
Wij bieden…een kans een journalistiek of toegepast folio te ontwikkelen...een progressief leertraject…een progressieve beloning
Solliciteren?Interesse? Stuur dan je motivatie, cv en een voorbeeld van je eigen werk (voor de filmers: een link naar youtube of vergelijkbaar) naar [email protected]. Met vragen over de vacature kun je terecht bij René Rector, hoofdredacteur Link, tel. 070 - 445 8813
41 • LINK 17
Geluk
‘Ik zit hier niet voor het eerst, maar onwennig is het wel.’ De afspraak voor het interview is in zijn toekomstige werkkamer, en die voelt voor Leonard Geluk, vanaf 1 april de voorzitter van het College van Bestuur, nog niet helemaal vertrouwd. tekst René Rector • foto’s Quintin van der Blonk
‘Den Haag is de meest uitdagende plek’
G eluk volgt Rob Brons op, die begin febru-
ari de school verliet. Brons heeft hem in
die kamer in een paar goede gesprekken
bijgepraat over De Haagse. ‘Ik wil zoveel mogelijk
opzuigen wat er leeft in de organisatie, en daar hoort
natuurlijk ook een gesprek met je voorganger bij.’
Ben je daar nu al druk mee bezig?Dat wil ik graag. Bij het ROC Midden Nederland, waar
ik nu collegevoorzitter ben, ben ik mijn werkzaam-
heden aan het afronden. . En ik wil in april direct van
start. Die laatste periode voor de zomervakantie is
juist het moment om nog te kunnen bijsturen voor het
volgende collegejaar.
Wat zou je willen bijsturen?De Haagse is een bekende school. Gedegen. Sterk.
We denken van buiten naar binnen. De wereld om ons
heen kent De Haagse ook goed. Bovendien heeft De
Haagse haar profiel, zowel in de zwaartepunten als in
de lectoraten, goed gekozen. Het past bij deze regio.
Dat vormt een goede basis. Mijn eerste indruk is dat
de regio ons ziet als de vanzelfsprekende kennispart-
ner. Maar onze verankering in de regio kan denk ik
steviger. Het is de rol die de Wetenschappelijke Raad
voor het Regeringsbeleid het hoger beroepsonderwijs
aanbeveelt in dat veelbesproken rapport ‘Naar een
lerende economie’. Het onderwijs – met een accent
op het hbo – en het Midden en Kleinbedrijf moeten in
goede onderlinge samenwerking de motor worden
van onze economische groei. Daar ben ik het mee
eens. Dát is de stip aan de horizon.
18 LINK • 41
Dus als er een probleem is waar het bedrijfsleven of de regionale overheid door gebrek aan kennis niet zelf uitkomt, dan moet de hogeschool de eerste deur zijn waar ze aanklopt voor hulp. Gebeurt dat ook?We moeten ons niet te klein maken. Wij zijn er voor
studenten en voor bedrijven en instellingen in onze
regio. Onze focus moet duidelijk zijn. Ik merk, in de
beleidsplannen die ik zie, de prestatieafspraken met
de staatssecretaris, de jaarverslagen, de gesprekken
die ik voer, dat niet iedereen zou kunnen aangeven
wat die stip aan de horizon precies inhoudt. Dan krijg
je een organisatie die zoekt naar waar ze eigenlijk
voor staat. Je moet wel keuzes maken!
Waarvoor zou die keuzes moeten staan?Het is niet alleen aan mij om dat te be-
palen. Maar omdat het nergens expli-
ciet wordt wat onze waarden zijn, ben
ik er benieuwd naar. We vinden bij-
voorbeeld wel dat iedereen een plek
moet kunnen krijgen op deze school,
maar we willen met z’n allen tegelij-
kertijd niet inleveren op kwaliteit. Dat
laatste vind ik ook. Als je kijkt naar
de wereld om ons heen, dan is die het
meest gebaat bij een hoge kwaliteit.
Ik vind dat je die kwaliteit moet kun-
nen garanderen, en niet omdat anders
iemand uit het parlement protesteert
en ‘het hbo weer onder vuur ligt’,
maar omdat je mensen opleidt om iets
aan de samenleving bij te dragen en
je daarom als school die samenleving
als uitgangspunt moet nemen.
In de praktijk is dat een enorm dilemma: geen hoge
drempel, wel hoge kwaliteit bij de uitgang. Dan
vraag je nogal wat van je docenten. Wat mij dan zo
verbaast, is dat we met elkaar afspreken dat je als
student geacht wordt 1.600 uur per jaar aan je studie
te besteden, maar we het normaal vinden dat er stu-
denten een diploma kunnen halen die er veel minder
in gestoken hebben. Dat zie je trouwens in het hele
hoger onderwijs. In die tegenstelling zou ik de oplos-
sing zoeken om het studierendement te verhogen.
Onderwijs moet veel van studenten vragen, de lat
moet hoog zijn. Ik vind dat als je inzet toont, je het
moet kunnen halen, maar als je verslonst, heb ik er
geen problemen mee dat je vertrekt.
Die instelling kenmerkt je hele loopbaan. Ook toen je wethouder van Rotterdam was bijvoorbeeld, wilde je iedereen binnen boord houden, zolang die maar bereid waren er zelf ook moeite voor te doen.Ik vind doorzettingsvermogen belangrijk, ja. Daarom
heb ik ook zo’n zin in deze school. Kijk, in Amsterdam
of in Utrecht – laat staan andere delen van het land –
komen de kansen naar binnen gevlogen. Rotterdam
en Den Haag zijn prachtige steden, maar de grootste-
delijke problematiek is er van een andere orde. Hoger
opgeleiden trekken er vaak weg. Het is moeilijker.
Die problemen uit de samenleving zie je ook terug in
het hoger onderwijs. Daardoor kan een school als De
Haagse het verschil maken, juist in Den Haag. Als
deze school elders had gestaan, had ik geen inte-
resse gehad in de functie. Den Haag is voor mij een
bewuste keuze.
Dat lijkt me wel ingewikkelder besturen dan een regio waar alles voor de wind gaat.Dat is het ook. Maar samen met Rotterdam is Den
Haag wel de meest uitdagende plek. Aan het eind
van mijn wethouderschap heb ik gezegd: ‘Ik wil een
goed bestuurder zijn.’ Ik wil besturen bij organisaties
die maatschappelijk relevant zijn. De Haagse kan de
motor van Den Haag zijn. •
De Haagse Hogeschool kan de motor van Den Haag zijn
41 • LINK 19
Curriculum Vitae
Leonard Geluk (43) werd geboren in Dordrecht. Politieke interesse had hij al snel: op zijn zestiende werd hij lid van het CDA. Hij studeerde in 1994 af in Rechtsgeleerdheid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In datzelfde jaar werd hij als CDA-lijsttrekker raadslid van het Rotterdamse stadsdeel Delfshaven. In de jaren daarna bekleedde hij diverse functies, om in 2004 wethouder van Onderwijs en Jeugd in Rotterdam te worden. Saillant detail: in die functie kwam hij in opspraak toen hij ouders per brief ontraadde hun kind nog langer naar het Ibn Ghaldoun college te laten gaan – iets dat de rechter verbood, waarbij Geluk later van het Hof alsnog gelijk kreeg. In 2009 werd Geluk voorzitter van het College van Bestuur van ROC Midden Nederland in Utrecht. Die functie verruilt hij nu voor De Haagse Hogeschool. Hij woont in Rotterdam, is getrouwd en heeft drie kinderen.
20 LINK • 41
Reportage
41 • LINK 21
De wakers van Iedere dag lopen duizenden medewerkers en studenten er langs: de meldkamer van de beveiliging. In het aquarium bij de hoofdingang van de hoofdvestiging waken de beveiligers over de gebouwen van De HHs. ‘Je moet wel weten waar je mee bezig bent.’ tekst Youri van Vliet • beeld Bas Kijzers
‘D aar komen ze,’ zegt Roy Kalloe (35).
Het is 8.30 uur en de waterzebra die
kort daarvoor nog leeg was, ziet nu
zwart van de mensen. ‘Er is vast weer een trein
op Hollands Spoor aangekomen,’ concludeert Roy.
Sommigen slaan bij binnenkomst linksaf richting
de balie van de meldkamer om een sleutel of pie-
per op te halen. Voordat ze er om kunnen vragen,
heeft Roy de betreffende sleutel al gepakt. Met een
glimlach: ‘Je leert hier een hoop mensen kennen.’
Roy bemant vandaag samen met zijn collega van
de ochtenddienst Baris Lirau (36) de meldkamer,
het zenuwcentrum van de beveiligers. Op zes
schermen flitsen verschillende kamers, lokalen en
gangen van de verschillende vestigingen langs.
DE HAAGSE
22 LINK • 41
Ook hun leidinggevende, Jeroen Frieser, is aanwezig.
‘Er gebeurt hier van alles,’ weet Jeroen die de veilig-
heidscoördinator is van Profi-Sec, het bedrijf dat voor
De HHs de beveiliging doet. ‘Onlangs hebben we nog
iemand op heterdaad betrapt. Een student probeerde
met valse waardebonnen te betalen. Dat had ’ie al een
keer eerder gedaan, dus toen we ’m weer in het vizier
kregen, hebben we ‘m met de camera’s gevolgd.
Precies op het moment dat ’ie de bon wilde overhan-
digen, hebben we ’m ter plekke staande gehouden
en overgeleverd aan de politie. Zulke gebeurtenissen
maakt ons werk wel interessant.’
Intussen komt Baris terug van een rondje computer-
lokalen openen. ‘Nog bijzonderheden?,’ vraagt Roy.
‘Niet echt,’ antwoordt Baris. ‘Ali, de schoonmaker
van de bieb, heeft wat last van zijn ogen. Ik heb ge-
zegd dat hij moet langskomen als het erger wordt.’
Dan gaat de alarmtelefoon. Roy neemt kordaat op:
‘Alarmcentrale… Maar je belt nu met de alarmlijn,’
om vervolgens direct op te hangen. ‘Dat was een
collega. Die moet beter weten. De alarmlijn – 8000 –
moet altijd vrij blijven voor het geval er echt iets aan
de hand is.’ En dat is soms nog best lastig weet Roy,
want er zijn altijd studenten die het leuk vinden om
een lolletje te trappen.
CalamiteitProfi-Sec doet sinds 2013 de beveiliging van De HHs.
Zo’n twaalf mannen en vrouwen houden in drie ploe-
gen, vijf dagen per week, 24 uur per dag het gebouw
in de gaten. In het weekend is De HHs helemaal
verlaten, maar sommige beveiligers hebben dan wel
consignatiedienst; als een alarm afgaat, moet de
beveiliger er binnen een half uur zijn. ‘Een week-
endje Groningen zit er dan dus niet in,’ grapt Jeroen.
Een studente in een rolstoel meldt zich bij de balie.
Baris springt op en pakt de sleutel van de rolstoellift
waarmee de studente naar de foyer kan. ‘Over service
gesproken,’ knipoogt Baris. Kort daarvoor vertelde hij
dat Profi-Sec de opdracht heeft om gastvrijheid een
‘prominente plek te geven’. ‘Natuurlijk moeten we
ons gastvrij opstellen,’ vult Jeroen aan. Dat betekent
dat we dus ook af en toe een deur openen voor een
medewerker of de batterijen van sloten vervangen,
maar onze kerntaak is het borgen van de veiligheid.’
Hierop geeft Jeroen een hele rits van voorbeelden
waar de beveiliging zich zoal mee bezighoudt: ’s
ochtends de deuren openen en ’s avonds sluiten,
gedurende de dag meerdere keren surveilleren om te
zorgen dat je ‘zichtbaar’ bent, checken of de alarm-
telefoons in de lift en in het invalidetoilet nog wel
werken, de brandblussers controleren en eventueel
vervangen, eerste hulp verlenen als iemand onwel is,
en als je als roker binnen de lijnen van het rookverbod
je sjekkie aansteekt, krijg je dat ook van de beveili-
ging te horen. Als de rolstoelstudente vijf minuten
later is geholpen, mengt Baris zich nog even in het
41 • LINK 23
Onder de hamer
Informeer studenten op tijd
Studente S. van de opleiding Voeding en Diëtetiek hoort gedurende het afstudeerjaar dat ze, vanwege organisatorische redenen, in dat jaar geen tweede kans krijgt voor haar scriptie. Ook de examencommissie weigert haar een herkansing, maar S. laat het hier niet bij zitten. tekst Claire Schouten
De feitenStudente S. zit in het afstudeerjaar (2012-2013) van de opleiding Voeding
en Diëtetiek. Dit jaar bestaat uit twee onderdelen: een stageperiode en het
schrijven van een afstudeerscriptie. Studenten mogen zelf kiezen of zij eerst
de scriptie schrijven of eerst stage gaan lopen. In juli 2012 kiest S. ervoor om in
september 2012 te beginnen met haar stageperiode en in het tweede semes-
ter haar scriptie te schrijven. Omdat ze een onvoldoende haalt, vraagt S. een
herkansing aan, zodat ze in het lopende jaar nog kan afstuderen. Dit verzoek
wordt geweigerd door de examencommissie. Het is namelijk organisatorisch
niet mogelijk een tweede afstudeerronde te organiseren.
De argumentenS. vindt dat zij ongelijk behandeld wordt ten opzichte van de studenten uit
het vorige studiejaar. Zij hebben namelijk wel een tweede kans gehad om
in augustus hun scriptie in te leveren. Bovendien is pas tijdens het lopende
studiejaar bekendgemaakt dat de herkansingsmogelijkheid in augustus zou
vervallen. Als zij voor het begin van het studiejaar al van deze wijziging wist,
zou zij begonnen zijn met haar scriptie.
De tegenargumentenDe examencommissie stelt dat er geen sprake is van ongelijke behandeling,
omdat studenten die voor hun stage een onvoldoende hadden behaald in
periode 2 de herkansing ook in het volgende jaar moeten doen. Het verschil
met het vorige studiejaar is dat de zomervakantie toen een week eerder was
afgelopen, waardoor er ruimte was om een volledige tweede afstudeermoge-
lijkheid aan te bieden.
De uitspraakVolgens het College van Beroep behoort het tot de competentie van de oplei-
ding de tijdstippen vast te stellen waarop (her)tentamens en toetsonderdelen
kunnen worden afgelegd. De informatie hierover dient tijdig aan studenten
bekend te worden gemaakt, zodat de planning van hun studiejaar niet in het
gedrang komt. Het College van Beroep verklaart het beroep van de student
daarom gegrond.
Niet eens met een beslissing van de examencommissie? Je hoeft je er niet zonder meer bij neer te leggen. Kijk voor regels en procedures op studentennet.hhs.nl/loketrechtsbescherming
gesprek. ‘Kijk,’ zegt ie, ‘het werk dat we doen is niet
moeilijk, maar je moet wel weten waar je mee bezig
bent. En bij een brandmelding moet je er wél staan.
Toen ik hier begon heb ik kilometers door het gebouw
gelopen om alle gangen te leren kennen. In het geval
van een calamiteit wil je echt niet de Slinger met de
Strip verwisselen.’
Halve marathonEen paar uur later zijn Richard Jochemsz (30) en Merut
Aksu (24) bezig met hun avonddienst en maakt Yücel
Nehir (32) zich klaar voor de nachtdienst. Richard
heeft net een ‘rondje rugzakken’ gedaan, als hij druk
de meldkamer inloopt. ‘Die studenten Bewegingstech-
nologie kunnen mooie fietsen maken, maar ze moeten
wel wat beter op de veiligheid letten. De hele gang
staat vol met die dingen. Wat als er nu brand uit-
breekt? Moet je kijken!,’ roept Richard stomverbaasd,
terwijl hij de foto’s op zijn telefoon aan zijn collega’s
laat zien. Zijn collega’s Merut en Yücel kunnen er wel
om lachen. ‘Die stuur ik dus door naar Jeroen,’ belooft
Richard, ‘en dan mag hij de opleiding aanspreken.’
Het loopt tegen sluitingstijd en de beveiliging doet
een laatste ronde om te zorgen dat alle lichten uit en
alle deuren en ramen dicht zijn. ‘Het ergste wat ik ooit
heb meegemaakt is een vrijpartij,’ verklapt Richard als
hij de Slinger controleert. ‘“Broek aan en lekker naar
mama toe,” heb ik toen geroepen.’ Het zweet staat op
Richards voorhoofd als hij in hoog tempo van kamer
naar kamer loopt. ‘Ja, je moet wel van lopen houden
als je dit werk doet. Ik neem wel eens een stappentel-
ler mee en op een gemiddelde dag loop je al gauw een
halve marathon.’ Plots stopt hij bij een deur: ‘Port 2,
centrale post, 7.25 tweemaal.’ Dat blijkt codetaal voor
‘de batterij van het slot moet vervangen worden’, een
taakje voor de ochtenddienst. ‘Op beveiligingsgebied
is dit het mooiste wat er is,’ vertelt Richard enthousi-
ast. Er wordt niet over je schouders meegekeken en
zolang je je werk goed doet, heb je van niemand last.’
Dan gaan de lichten uit. Het is 23.00 uur en De Haagse
gaat op slot. Een licht geïrriteerde medewerker
meldt zich nog even bij de balie: ‘Krijgen we geen
seintje meer, dat de school dicht gaat?’ De beveili-
gers blikken terug op een rustige dag. ‘Ondanks de
duizenden studenten en medewerkers, gebeurt er vrij
weinig,’ concludeert Yücel. ‘In de tram lopen ze al met
handboeien rond, maar dat hoeven wij niet. Natuurlijk
zijn er wel eens opstootjes of studenten die stiekem
aan het blowen zijn, maar het merendeel wil hun
toekomst gewoon niet verpesten.’ •
24 LINK • 41
ScriptieprijsWat is de beste afstudeerscriptie? Link nomineert iedere maand een afstudeerder die niet alleen uitmuntend presteerde, maar nog relevant is ook. Jaarlijks in maart wint de beste 1.500 euro.
‘Nederland moet onze handelsschepen tegen piraten beschermen’
P ieter Rademakers ging met studentenorga-
nisatie Jason op studiereis met een marine-
schip, raakte geïnteresseerd in piraterij en
organiseerde een congres over het onderwerp. Daar
kwam hij in gesprek met een officier van justitie en
die legde de vinger op de zere plek: handelsschepen
lopen in de Golf van Aden het risico geënterd te wor-
den door piraten, die dreiging is constant aanwezig.
Twintig procent van de wereldhandel wordt door dat
gebied vervoerd – door Nederland alleen al jaarlijks
zo’n driehonderd schepen. De Nederlandse marine
kan niet alle Nederlandse schepen tegen piraterij be-
schermen. En zelfstandig een gewapend knokploegje
aan boord nemen om piraten van je schip te laten
slaan… dat mag niet van de Nederlandse overheid. In
steeds meer andere landen mag zo’n ‘knokploegje’,
of beter gezegd een particulier beveiligingsbedrijf,
wel. Piraterij is zeker voor Nederland dus een enorm
probleem. Pieter was meteen geïnteresseerd.
Het was een mooi juridisch doolhof: de overheid die
haar burgers niet kan beschermen, staat het diezelfde
burgers niet toe zichzelf te verdedigen. Hoe kan dat?
Gek genoeg is de grootste moeilijkheid dat de zee
geen landoppervlak is. Van land is wereldwijd be-
paald dat het iemands territorium is. De Nederlandse
rechtsgeleerde Hugo de Groot riep in de zeventiende
eeuw dat de zee van iedereen was. Dat is handig:
geen land kan daardoor een stukje zee claimen en er
belasting gaan heffen. ‘Mare liberum’, vond De Groot:
de zee is vrij. Schepen in internationale wateren ma-
ken via hun vlag kenbaar welke set rechten en regels
aan boord gelden, maar toch is het juridisch gezien
geen territorium van dat land, waardoor aan boord
niet alle regels helder zijn. Juist omdat de zee vrij is,
blijven internationale afspraken soms in gebreke over
wat er mag of niet mag.
In de praktijk zijn er voor reders nu twee ‘oplossingen’:
je opent een kantoortje in bijvoorbeeld Groot-Brittan-
Pieter Rademakers in de biblio-theek van het Vredespaleis met op de achtergrond – hoe kan het anders? – Hugo de Groot, die in de zeventiende eeuw de basis voor het huidige zeerecht legde.
Pieter RademakersStudie: HBO-RechtenScriptie: Neerlands Koopvaardij onder Vuur - Volkenrechtelijke Verplichtingen voor het toestaan van Private Gewapende BeveiligingCijfer: 9
Je mag in Nederland niet zomaar een wapen dragen. Dat is voorbehouden aan overheidsfunctionarissen, zoals de politie of militairen. Maar wat nu, als die ‘niet thuis’ geven, en je moet toch iets gevaarlijks doen? Pieter Rademakers belandde voor het beantwoorden van die vraag in een woud van internatio-nale regels en wetgeving. tekst René Rector • beeld Bas Kijzers / Anke Nobel
41 • LINK 25
Link scriptieprijsBen je (bijna) afgestudeerd en wil je ook kans maken op de hoofdprijs van € 1.500,-? Kijk op www.dehaagsehogeschool.nl/linkscriptieprijs hoe je mee kunt doen. Scripties zijn terug te vinden in de hbo kennisbank. www.hbo-kennisbank.nl
1 Zeerecht. De zee is een vrije plaats. Geen enkele overheid mag er buiten haar territoriale wateren optreden.
2 Vlagstaat. Schepen die de vrije zee opgaan, voeren altijd een vlag van het land waar ze toe behoren. De wetten en regels van dat land gelden aan boord.
3 Regels, geen rechten. Op zo’n schip gelden wel de regels, maar dat maakt het schip nog steeds geen onderdeel van het territorium.
4 Het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens stelt dat iedereen het recht heeft te mogen leven.
5 Het Europees Verdrag geldt ook buiten Europa, zolang het maar van toepassing is op plaatsen en personen die op dat moment binnen Europese macht vallen.
6 Omdat piraterij levensbedreigend is, en schepen en haar bemanning voldoen aan de vereiste ‘plaatsen en personen-mix’, geldt het Verdrag aan boord.
7 Volgens het Europees Verdrag zijn lidstaten verplicht acties te ondernemen wanneer een levensbedreigende situatie zich voordoet.
geslaagde kapingengefaalde aanvallenafgeweerde aanvallen
2008
2009
2010
2011
2012
0 50 100 150 200 250 300
Aantal aanvallen door piraten in de Hoorn van Afrika
In Nederland mag je niet zomaar een wapen bij je hebben. Of dat op een handelsschip wèl mag, of dat de staat de plicht heeft schepen tegen piraten te verdedigen, herleid je in zeven stappen.
Mag een koopvaarder zich verdedigen..... ..of niet?
Mare liberum
nië en gaat onder Britse vlag varen. De Britse overheid
staat namelijk wèl toe dat je gewapende beveiligers
mee aan boord neemt. Of je laat een beveiligingsploeg
op volle zee aan boord van je schepen komen. Het
eerste is niet goed voor de Nederlandse economie, het
tweede brengt de schipper in de problemen zodra er
echt iets gebeurt, en daardoor ook de overheid (want
dan geldt natuurlijk ineens wel dat het schip waar
ongeregeldheden waren onder Nederlandse vlag voer).
In de rechtsgeleerdheid bewijs of ontkracht je uit-
spraken door te kijken hoe in vergelijkbare gevallen
het recht heeft gesproken. Rademakers kwam in
zijn speurtocht naar vergelijkbare gevallen uit bij
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
(EVRM). Dat verdrag geldt op Europees grondgebied,
uiteraard. Maar het geldt ook voor situaties waarin
praktisch gezien Europees gezag geldt. Pieter: ‘Je
kunt het een beetje vergelijken met militairen van
Europese lidstaten die op een vredesmissie patrouil-
leren. Die militairen hebben zich dan te houden aan
het EVRM. Ze mogen bijvoorbeeld krijgsgevangen
niet martelen of executeren.’ Ongelukkig genoeg
staat in het EVRM niet met zoveel woorden waar en
wanneer precies het verdrag van kracht is. Pieter had
er pagina’s lange juridische analyse voor nodig om
erop uit te komen dat het fundamentele recht op leven
niet alleen de staat verbiedt om levensbedreigend ge-
weld te gebruiken, maar bovendien verplicht om op te
treden tegen mensen die dat recht aantasten, zelfs
aan boord van Nederlandse schepen. Rademakers
concludeert: ‘Nederland moet onze handelsschepen
tegen piraten beschermen.’
En dat is een probleem. ‘Praktisch gezien kan dat
niet. Daarvoor is de marine niet groot genoeg,’ stelt
Rademakers. ‘Daarom heb ik uitgezocht onder wel-
ke voorwaarden je die verdediging kunt overlaten
aan particulieren. De angst leeft dat er een trigger
happy knokploegje piraten om zeep gaat helpen.
Dat kun je ondervangen door alleen gecertificeerde
beveiligingsbedrijven toe te staan op zulke sche-
pen, en hen goed te controleren.’
Inmiddels is het in de Golf van Aden een stuk rustiger,
maar de discussie over particuliere beveiligers woedt
in politieke kringen volop. Immers: het is er nu rustig,
omdàt er veel wordt opgetreden. Piraterij is nu een
groter wordend probleem aan de westkust van Afrika.
De huidige minister van Defensie, Jeanine Hennis-
Plasschaert, laat nu uitzoeken hoe het inzetten van ge-
wapende particuliere beveiliging toch zou kunnen.•
26 LINK • 41
Treinrit boeit tot laatste minuut
Een experiment om de opwarming van de aarde te stoppen mislukt dramatisch: de aarde verandert in een diepvrieskist waarop geen menselijk leven mogelijk is. Slechts enkelen overleven de ramp; de passagiers op de trein Snowpiercer.
Deze trein, gebouwd door Mr. Wilford om de mensheid te redden, raast non-stop over de wereld. Diezelfde Wilford besluit om de klassenverschillen tussen mensen in stand te houden: de voorste wagons zijn voor de rijken, de achterste voor de armen. Het wordt de kijker al snel duidelijk dat het leven achterin de trein geen pretje is: de ruimte is klein, er is geen daglicht, voedsel is schaars en de rijken mishandelen met hun wapens de armen. Curtis (Chris Evans), een passagier in één van de achterste wagons, besluit hiertegen in opstand te komen. Samen met zijn goede vrienden Gilliam (John Hurt) en Edgar (Jamie Bell) bedenkt hij een plan om de zwaar beveiligde, voorste wagons te bereiken en een revolutie tot stand te brengen.
Hun harde tocht door de trein roept verschillende emoties op. In hun gevecht tegen de ongelijk-heid tussen arm en rijk voel je als kijker de band tussen Curtis en zijn vrienden groeien, wat zorgt voor diepgang in de film. De bloederige
actiescènes zijn prima in balans met rustige momenten, zoals wanneer Curtis het middenstuk van de trein bereikt en voor het eerst in jaren weer daglicht en de bevroren wereld ziet. Ook humor ontbreekt niet: pro-beer je lach maar eens in te houden als Minister Mason, het stuntelige hulpje van Mr. Wilford, in haar truttige witte mantelpakje en turend door haar jampotglazen de armen tot orde roept.
Deze afwisseling zorgt ervoor dat de film van begin tot eind boeit. En ondanks het scifi-karakter van de film, sneeuwt de belangrijkste boodschap van de film niet onder. Regisseur Bong Joon-Ho maakt dit in de laatste scène heel duidelijk: een ijsbeer kijkt je lang genoeg aan om te beseffen dat de opwarming van de aarde grote gevolgen kan hebben. • PE
JuweeltjesLEZERSACTIE
lllllSnowpiercerGenre: Science fictionVanaf 3 april in de bios.
Of je nu een Hagenaar in hart en nieren bent en stad op je
duimpje kent, of als uitwonende student net de eerste stap-
pen zet in de internationale Hofstad, de 100% Den Haag
stedengids is voor iedereen handig. Wil jij ook de hotspots van
Den Haag (her)ontdekken met behulp van dit boekje? Doe dan
mee aan de prijsvraag!
De leukste activiteiten van Berlijn, Milaan, Istanbul en vele an-
dere steden staan al opgesomd in de 100% boekjes. Maar nu zijn
eindelijk ook de haven van Scheveningen, Noordeinde, Maduro-
dam en andere (verborgen) parels verzameld in 100% Den Haag.
Drie wandelingen leiden je langs de mooie plekken van de stad.
Zo kan je tijdens een wandeling langs het Binnenhof zo lang het
nog bestaat shoppen bij Maison De Bonnetrie of een hapje eten
bij een van de restaurants op de Avenue Culinaire.
De bijbehorende navigatie app wijst je niet
alleen de weg, maar geeft ook aan welke leuke
adressen zich in jouw buurt bevinden. Zo
leer je in no time de leuke plekjes van de stad
kennen.
Wil je ook een echte Den Haag kenner worden? Link geeft drie
exemplaren van 100% Den Haag weg. Geef aan welke hotspot
echt niet kan ontbreken in de reisgids en mail dit voor 14 april
naar [email protected]. Vergeet hierbij niet je naam en opleiding/
dienst te vermelden.
Welcome to O’Casey’s Irish Pub
Noordeinde 140 The Haque Holland • www.ocaseys.nl
O’Casey’s is the biggest international bar of The Hague Come in and enjoy a pint of
tm and
some of our traditional Irish food. We offer daily entertainment on 2 floors and in Sarah’s Garden
wich used to be part of our Queen’s Royal Gardens
Come in and enjoy a pint of some of our traditional Irish food. We offer daily
Win3x Den Haag stedengids
41 • LINK 27
Pharell Williams maakt ons ‘happy’Het lijkt wel alsof alles wat hij aanraakt in goud verandert: Robin Thickes Blurred Lines, Get Lucky van Daft Punk en het nieuwe album van Beyoncé. Alleen ging de Oscar – zijn nummer Happy was genomineerd – aan Pharell Williams’ neus voorbij. De verwachtingen voor Girl, het tweede soloalbum van de succe-sartiest, waren hoe dan ook hoog
gespannen. Met de nummers Come Get It Bae en It Girl weet Pharell het vrolijke ritme en de groove van Happy vast te houden. Misschien te goed, want Pharell zingt dan wel op verschillende toonhoogtes, echt divers is de plaat niet. Het album, dat een ode aan de vrouw moet zijn, gaat vooral over het najagen van vrouwen. Verder beschrijft Pharell hoe hij zijn ‘prooi’ te grazen neemt. Over het instrumentale gedeelte valt echter niks te klagen. Girl bevat vooral veel vrolijke up-tempo num-mers die je heel happy maken. • EG
Verbeter je dancemoves op het StadsbalHou je van salsa, bachata, ballroom of doe je toch liever de tango? Op het Stadsbal, zaterdag 5 april in het stad-huis van Den Haag, kan je dansen in deze en meer andere stijlen. Het Atrium wordt dan omgetoverd in een grote dansvloer, waarbij verschil-
lende dj’s voor een feelgood-sfeer zullen zorgen. De dansvloer is onder-verdeeld in drie area’s met drie verschillende podia. Zo geniet je in area 1 onder andere van exotische salsa muziek en dans je de Argentijnse tango in area 3. Ben je niet bekend met de dansstijlen of zien jouw dansmoves eruit alsof Bambi zich net op het ijs begeeft? Dan kun je de workshops voor beginners volgen.
Als student betaal je € 7,50 voor de entree in plaats van € 15,00. Kijk voor meer informatie op: www.stadsbal.nl.
lllllGirlPharell WilliamsGenre: R&B
TIPS VAN...
Hij mag dan wel in Voorburg wonen, als student Bestuurskunde is Sanne Jansen vaak in Den Haag te vinden. Hij zet zijn places to go en must sees voor je op een rij. tekst Esha
Gowricharn • foto Michel Mees en Bas
Kijzers
ETEN > Slagerij Van Muijden (Prinsestraat 12, Den
Haag)
Mijn lunch haal ik bij slagerij Van Muijden in de
Prinsestraat. Niet alleen zijn de broodjes heerlijk,
ook de Prinsestraat zelf heeft een gezellige ambi-
ance. Bovendien zit mijn kapper naast de slagerij.
Dus na een knipbeurt eet ik er vaak een broodje bal
met mayo.
WINKEL > Vinyl Grove (Boekhorstraat 97 C, Den
Haag)
Vorig jaar ontdekte ik in de Boekhorsstraat ‘Vinyl
Grove’. Deze platenzaak wordt gerund door een
getinte man met lang haar en een lange baard die
vaak hardrock draait. Niet echt mijn muzieksmaak,
maar dat je daar lp’s kan kopen, vind ik super gaaf.
Het liefst luister ik naar platen, omdat je dan echt de
tijd neemt om naar muziek te luisteren.
KUNST > Keith Haring (1958-1990)
Keith Haring vind ik een gave kunstenaar, door zijn
niet-commerciële en politieke insteek. Volgens hem
was kunst voor iedereen en niet alleen voor de elite.
Na mijn geboorte stond er geen ooievaar, maar een
schildering van Haring op het raam. Het is dus met
de paplepel ingegoten.
BIOS > Pathé Buitenhof (gebouwd in 1904)
Mijn films kijk ik het liefst in Pathé Buitenhof. Niet
alleen om het assortiment, maar ook voor de sfeer.
De art deco stijl van het gebouw maakt Buitenhof
erg authentiek. Ik heb veel premières in deze bios
meegemaakt. Zo werd ik geïnterviewd voor de
Haagsche Courant toen ik als tienjarig jochie stond
te wachten voor de première van Star Wars.
HANGPLEK > Zeeheldenkwartier (Den Haag)
Ik vind het Zeeheldenkwartier een hele mooie
buurt, omdat het heel authentiek en volks is. Vooral
de Piet Heinstraat vind ik gaaf, omdat daar veel
gekke winkeltjes zitten. Zo zit er een hipster- en een
stripwinkel, maar ook nog steeds een groenteboer.
Dat maakt de straat zo apart.
... Sanne Jansen
28 LINK • 41
Een Keniaans gerecht om een moord voor te doen
Wacht niet tot de eerstvol-gende Keniaanse begrafenis om een hapje te proeven van Pilau, een licht pittig eenpansgerecht. Josephine Gommans (22), eerstejaars International and European Law studente, vertelt hoe je deze populaire rijstschotel kunt maken. tekst Danielle
Peterson • beeld Mieke Barendse
Wat is dit voor gerecht en wan-neer hoor je het te eten?Pilau is een rijstschotel met
kruiden, tomaten, ui en vlees.
Officieel is het een gerecht dat
je eet bij begrafenissen, maar
iedereen in Kenia die kan koken
weet hoe je dit moet maken. Ik at
het voor het eerst bij een uitvaart
in Mombasa. Toen ik twaalf was,
verhuisden we naar Canada en
mijn broers en ik vonden het zo
lekker dat we onze moeder altijd
vroegen om het klaar te maken.
Dat deed ze niet altijd – het is
tenslotte een begrafenisgerecht –
dus ik heb zelf geleerd hoe ik het
moet bereiden. Hier in Den Haag
kan je de benodigde kruiden vin-
den in Afrikaanse supermarkten.
Hoe ziet een begrafenis in Kenia eruit?We rouwen op traditionele
wijze, maar huilen niet want het
rouwproces duurt de hele dag
en na een uur huilen ben je al
hartstikke moe. Mensen die in
de stad sterven worden naar hun
geboortedorp gebracht en mees-
tal komen dan alle inwoners naar
de begrafenis toe. Iedereen van
eten voorzien hoort erg bij de
Afrikaanse gastvrijheid en het
kan in een dorp dus zomaar zijn
dat je voor wel duizend mensen
moet zorgen.
Waarom is Pilau zo speciaal bij een begrafenis?Vlees is duur en niet een product
dat de meeste mensen in Afrika
elke dag eten. Dit is weliswaar
een vleesgerecht, maar je kunt
het makkelijk voor veel mensen
maken door de hoeveelheid rijst
te verhogen in verhouding met
het vlees. Mensen verwachten
dit gerecht bij een begrafenis.
Als je familie het niet serveert,
dan zullen de nabestaanden het
later niet zozeer hebben over
je leven, maar over dat er geen
Pilau werd geserveerd op je
begrafenis!
Wil jij Link uitnodigen in jouw keuken en vertellen over je culinaire roots? Stuur dan een mailtje naar [email protected].
Melting pot
RECEPT OP LINK ONLINEBekijk het recept voor Pilau en een filmpje over hoe het te bereiden op
link.hhs.nl