LifeSciences_Trends_2016

12
Dit dossier wordt gepubliceerd door Mediaplanet en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van Trends MEI 2016 WWW.IEDEREENINNOVEERT.BE WETENSCHAPSPARKEN Alle faciliteiten voor start-ups. GEZONDHEIDSZORG Kanker herleiden tot chronische ziekte. HR Werking van een online crowdsourcingplatform . Life Sciences Christine Van Broeckhoven : “Spin-offs spelen een belangrijke rol bij de valorisatie van onze knowhow.” © COVERFOTO: JOOST DE BOCK informatie ondersteuning inspiratie Vlaanderen is ondernemen Nood aan inspiratie, informatie of ondersteuning om stappen te zetten op uw ondernemerspad? Goed nieuws! Agentschap Innoveren & Ondernemen zorgt voor alle drie. U kan bij ons terecht voor alle info over overheidsmaatregelen en voor een extra duwtje in de rug via subsidies of coaching... Op vlaio.be vindt u het allemaal. Of bel gratis naar 0800 20 555. AGENTSCHAP INNOVEREN & ONDERNEMEN Ondernemen is... elke dag de sprong wagen

Transcript of LifeSciences_Trends_2016

Dit dossier wordt gepubliceerd door Mediaplanet en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van Trends

MEI 2016 WWW.IEDEREENINNOVEERT.BE

WETENSCHAPSPARKEN Alle faciliteiten voor start-ups.

GEZONDHEIDSZORG Kanker herleiden tot chronische ziekte.

HR Werking van een online crowdsourcingplatform .

Life SciencesChristine Van Broeckhoven : “Spin-o� s spelen een belangrijke rol bij de valorisatie van onze knowhow.”

© C

OV

ER

FO

TO

: JO

OS

T D

E B

OC

K

informatie

ondersteuning

inspiratie

Vlaanderenis ondernemen

Nood aan inspiratie, informatie of ondersteuning om stappen te zetten op uw ondernemerspad? Goed nieuws! Agentschap Innoveren & Ondernemen zorgt voor alle drie. U kan bij ons terecht voor alle info over overheidsmaatregelen en voor een extra duwtje in de rugvia subsidies of coaching... Op vlaio.be vindt u het allemaal. Of bel gratis naar 0800 20 555.

AGENTSCHAPINNOVEREN & ONDERNEMEN

Ondernemen is... elke dag de sprong wagen

in deze bijlage

2 www.iedereeninnoveert.be MEDIAPLANET

Op basis van wetenschappe-lijk werk aan onze Vlaamse Universiteiten zijn begin de jaren 80 bedrijven zoals Innogenetics en Plant Gene-

tic Systems opgezet en zijn - onder impuls van de toenmalige Vlaamse regeringen - strategische onderzoekscentra zoals imec, VITO, VIB en later ook iMinds opgestart. Daarnaast heeft de steun van het toenmalige IWT ervoor gezorgd dat heel wat opstartende bedrijven over de eerste financiële middelen beschikten om hun technologie te bewijzen en op die manier de volgende stap te zetten in de financiering van het bedrijf. De doelstel-ling van de strategische onderzoekscentra en het IWT is om excellent onderzoek te combi-neren met valorisatie. Deze strategische visie - in combinatie met een groeiende ervaring in lifesciencesondernemerschap - heeft geen windeieren gelegd.

indrukwekkende cijfersVandaag zijn er in de cluster meer dan 300 bedrijven actief die 18.500 directe jobs heb-ben gecreëerd en nog eens meer dan 70.000 indirecte jobs. De Vlaamse cluster blijft vooral sterk in gezondheidsoplossingen, landbouw en voeding: domeinen waar onze knowhow een wereldimpact heeft. De cluster is intus-

sen volwassen geworden en telt ook meer dan 200 bedrijven die competentieondersteuning geven aan de lifesciencesbedrijven.

Meer dan 80 Vlaamse bedrijven commerci-aliseren wereldwijd producten gebaseerd op life sciences. Onze biofarmaceutische bedrij-ven staan op de radar van lokale en internati-onale farmabedrijven en hebben in de laatste 10 jaar voor een totale waarde van meer dan 17 miljard euro contracten getekend (waar-van reeds meer dan 3,5 miljard euro gereali-seerd). 11 Belgische bedrijven zijn intussen beursgenoteerd en hebben in de laatste 5 jaar een totale investeringswaarde van 1,5 miljard euro uit de VS gerealiseerd - naast de 3,5 mil-jard uit Europa. Daarnaast heeft België een zeer actieve en ervaren gemeenschap van particuliere beleggers. Er zijn weinig regio’s in Europa waar je een combinatie vindt van kleinere en grotere lokale en internationale investeerders.

Knowledge for GrowthOp 26 mei wordt in Gent de jaarlijkse hoog-mis van de life sciences in België georgani-seerd: ‘Knowledge for Growth’. Het thema van het congres zet een vergrootglas op onze sterktes: ‘nieuwe oplossingen voor gezond-heid en voeding’. In een aantal parallelle ses-sies belichten we ook de technische sterktes

in specifieke domeinen: België als (klinische) testregio, gezonde voeding in een gezonde omgeving, onderzoek in zeldzame en moei-lijk te genezen ziekten, enz. Daarnaast gaan we ook de uitdagingen niet uit de weg. In een bijna exponentieel groeiende cluster worden we meer en meer geconfronteerd met bijko-mende financieringsnoden en noden voor talent dat klaar is voor de industrie. We gaan in panelgesprekken onszelf bevragen, maar ook over de grenzen heen kijken naar goede voorbeelden.

Daarnaast merken we dat oplossingen voor patiënten en consumenten steeds meer life sciences combineren met andere technologieplatformen, zoals ICT en micro-electronica. De recent aangekondigde fusie tussen imec en iMinds moet deze ambitie meer kracht bijzetten. Deze ‘snelle werelden’ samenbrengen met life sciences, waar ont-wikkeling typisch 10-15 jaar duurt, wordt een grote uitdaging en tegelijk een opportuniteit voor ons Vlaams ecosysteem.

We reiken dan ook de hand uit naar alle spelers en naar de Vlaamse en Belgische over-heden om mee te bouwen aan de volgende fase van het ‘life sciences toekomstproject’. De lifesciencessector is een speerpuntecono-mie voor Vlaanderen en we zijn klaar om deze op de wereldkaart te zetten.

Henk Joos

Managing director FlandersBio

De zogenoemde ‘snelle werelden’ samenbrengen

met life sciences, waar ontwikkeling 10-15 jaar duurt, wordt een grote uitdaging en tegelijk een opportuniteit voor

ons Vlaams ecosysteem.

“Onszelf blijven bevragen en voor uitdagingen plaatsen”De lifesciencescluster in Vlaanderen viert dit jaar zijn 35-jarige bestaan. Henk Joos, managing director van FlandersBio, schetst de sterktes en uitdagingen van de sector.

onderzoek

Catherine Verfaillie over de voortrekkersrol van België op het vlak van stamceltherapie.

P07

innovatie

Nieuw initiatief stimuleert en ondersteunt innovatie en ondernemerschap.

P09

infrastructuur

Ontdek waarom het bouwontwerp van een laboratorium verschilt met dat van een ander gebouw.o

nlin

e

VoorwoorD

Lees Meer op: www.iedereeninnoveert.be

life ScienceS Mei 2016 § Managing director: Leoni Smedts § Head of Production: Daan De Becker § web editor: wouter ollevier § business developer: Bart Van Der elst § Project Manager: roel Jansen - Tel: +32 2 421 18 38 - e-mail: [email protected] § redactie: Joris Hendrickx, Gerlinde De Bruycker § Print: roularta § distributie: Trends § lay-out: i GrapHic - e-mail: [email protected] § Mediaplanet contactinformatie: Tel: +32 2 421 18 20 - Fax: +32 2 421 18 31 - e-mail: [email protected] § D/2016/12.996/22

volG onS /MediaplanetBelgium @MediaplanetBE Mediaplanetbe Mediaplanet BelgiumMediaplanet Belgium

expertise

www.iedereeninnoveert.be 3MEDIAPLANET

De rol van nano-elektronica“Gordon Moore, oprichter van intel, voorspelde 50 jaar geleden dat er na elke 18 maanden dubbel zoveel transistoren op een chip zouden passen. en de elektronica-industrie heeft deze voorspelling weten waar te maken. dit heeft voor de nano-elektronica heel wat interessante aspecten met zich meegebracht: extreme miniaturisatie, minimaal energieverbruik, sterke rekenkracht en goedkope volumeproductie”, aldus dr.ir. Peter Simkens van dSP valley. Hij schetst zijn visie op een sector in volle evolutie.

“Vandaag levert Vlaanderen baanbrekend werk door nano-elektronica te combineren met bio-technologie en door levende cellen te connecteren met chips. De clusters DSP Valley en FlandersBio, de eco-systemen voor slimme elektronische sys-temen en voor biotechnologie en levensweten-schappen, hebben hun krachten gebundeld om de voordelen van de moderne nano-elektronica ook binnen het bereik van de biotechnologen te brengen. Dat iedere cluster een beroep kan doen op het toponderzoek van de onderzoekscentra imec en VIB, is daar helemaal niet vreemd aan.”

Succesverhaal biocartis“Een schitterend succes van de combinatie van deze technologieën vinden we in de producten van het Mechelse bedrijf Biocartis. Dankzij de combinatie van nano-elektronica met microsys-teemtechnologie, microfluidica en biomarkers, zijn zij erin geslaagd om de volumineuze klinische testlabo’s te miniaturiseren tot desktopformaat. De oplossing van Biocartis, die klinische tests naar het kabinet van de huisdokter brengt, kan je gerust de ‘Apple’ van de Point-of-Care-toestellen noemen. En verdere miniaturisatie ligt in het verschiet, zodat we binnenkort zullen kunnen spreken van een volledig lab-on-chip: de testappa-ratuur zal misschien nog maar zo groot zijn als een SD-kaartje, dat voor verdere analyse gewoon in de smartphone kan ingeschoven worden.”

timmeren aan de toekomst“Dankzij de energiezuinigheid en de miniaturi-satie van de nano-elektronica liggen ook implan-teerbare medische toestellen binnen handbereik. Klassieke voorbeelden zijn de pacemaker en het cochleaire hoorimplantaat. Intussen zijn nieuwe implantaten, bijvoorbeeld voor diepehersensti-mulatie bij de behandeling van Parkinson, of zelfs het bionische oog, werkelijkheid. Als je bovendien de energiezuinige chiptechnologie gaat combine-ren met micropompjes, met sensoren en met een minicontainer voor een geneesmiddel, dan krijg je een slimme pil. Hiermee is het mogelijk om geneesmiddelen selectief en perfect gedoseerd in het spijsverteringsstelsel af te leveren.”

“Dankzij heel wat onderzoek en ontwikke-ling over de combinatie van nano-elektronica met biotechnologie, is Vlaanderen zonder twijfel een pionier in het vinden van nieuwe oplossin-gen voor onze gezondsheidszorg. Ik nodig graag iedereen uit die ideeën heeft rond geminiaturi-seerde diagnosetoestellen, lab-on-chip of actieve implantaten, om mee te timmeren aan de toe-komst voor de gezondheidszorg in onze regio!”

Beginnende bedrijfjes uit de biotechnologische sec-tor hebben wel wat meer nodig dan een kantoor-ruimte en een vergader-

zaal. Hun spitstechnologische onderzoek vereist de juiste faciliteiten voor labora-toria en ondersteunende diensten. Twee experts leggen uit welke cruciale rol een wetenschapspark hierin kan spelen.

De sector van de biotechnologie en levens-wetenschappen verricht baanbrekend onderzoek naar de werking van het menselijk lichaam, dieren, planten en micro-organis-men. Dat onderzoek is peperduur, terwijl de inkomsten pas na jarenlange research bin-nenkomen. “Om die reden hokken heel wat biotechbedrijven samen in bio-incubatoren in grote wetenschapsparken. Zo beperken ze de kosten voor infrastructuur en kunnen ze zich volledig focussen op het onderzoek”, zegt Stefan Mariën van Biovest, een investerings-bedrijf dat het gloednieuwe lifesciencespark ‘Bioscape’ in Gent heeft opgericht.

wat moeten we ons bij zo’n lifesciencespark precies voorstellen? “Je kan het bekijken als een soort campus voor wetenschappelijk onderzoek en ont-wikkeling, waar biotechbedrijven voordelig een compleet ingerichte laboratorium- en kantoorruimte ter beschikking hebben en ondersteunende diensten, zoals vergader-zalen of parkeerruimtes, delen. In één lifes-ciencespark kunnen meerdere bio-incuba-toren of innovatieve omgevingen gevestigd zijn. Het park is voornamelijk bedoeld om de verdere groei van jonge beloftevolle bio-techbedrijven te ondersteunen.”

Kunnen deze bedrijven dan niet op zichzelf beginnen?“Je moet weten dat beginnende biotechbe-drijven de middelen die ze van investeerders krijgen, willen uitgeven aan onderzoek en ontwikkeling en niet aan ‘bakstenen’. De infrastructuur is een kostenpost die ze zo

veel mogelijk willen uitbesteden. Daarom is het belang van de bio-incubatoren zo groot, want zij geven bedrijven de tijd en ruimte om toch te kunnen opstarten en door te groeien.”

vormt het voor biotechbedrijven ook een meerwaarde om in elkaars buurt te zitten?“Zeker, want zo kunnen de bedrijven van elkaar leren en informatie uitwisselen. Ook met het oog op personeelswerving is het handig. Een bio-incubator vind je in de buurt van elke Vlaamse universiteit, en de meeste werknemers in biotechbedrijven stromen meestal rechtstreeks door vanuit de universiteit. Veel onderzoekers werken trouwens graag in zo’n ecosysteem: de sec-tor van de biotechnologie is een heel dicht netwerk van ‘ons kent ons’.”

Hoe belangrijk is huisvesting globaal genomen voor de sector?“Dit is cruciaal voor de uitbouw van een eco-systeem. Vlaanderen bezet al jarenlang een toppositie in de Europese biotechnologie. Om dat hoge niveau te behouden, hebben de bedrijven professionele laboratorium-infrastructuur nodig. Indien dat niet zo is, dan trekken deze bedrijven op termijn naar het buitenland. Vlaanderen heeft al lang de ambitie om een soort ‘Silicon Valley voor bio-tech’ te worden. Met de juiste huisvesting en faciliteiten moet dat zeker lukken.”

“Het ontwerp van een lifesciencespark is niet te vergelijken met dat van een klassieke kantorensite.  De complexiteit van labora-toriumgebouwen is nog veel groter dan die van kantoren”, vervolgt Jean-Pierre Van Lief-feringe van SVR-Architects, het bureau dat Bioscape in Gent heeft ontworpen. “In een wetenschapspark is het een komen en gaan van biotechbedrijven. We ontwerpen dus gebouwen voor klanten die we niet op voor-hand kennen. De meeste van die start-ups blijven nog geen tien jaar in een bio-incuba-tor, sommige zelfs maar drie jaar. In dit geval zou het dus niet efficiënt zijn om de labora-toria volledig op maat in te richten. De grote uitdaging voor ons is het vinden van een

evenwicht tussen een algemeen ontwerp en de specifieke noden van de klant.”

Hoe gaan jullie die uitdaging concreet aan?“Onze projecten getuigen van een sterk doorgedreven modulair concept. Zo voor-zien we in een hoge mate van flexibiliteit bij de technische voorzieningen, kunnen we wanden of deuren verplaatsen, enz. Door te werken met modulair indeelbare ruimtes, behouden we wel een houvast als ontwer-per en kunnen we inspelen op de vragen van elke klant, zonder het geheel uit het oog te verliezen en in ‘koterijen’ te verzanden.”

waarmee moet je nog rekening houden bij het ontwerp van een bio-incubator? “Wel, privacy en confidentialiteit zijn heel belangrijk in de sector. We trekken dat door in de indeling van de gebouwen. Een bio-incuba-tor is geen open lab zoals bij een universiteit waar studenten komen en gaan: er zijn bar-rières tussen de laboratoria gebouwd om de privacy te kunnen garanderen. Verder is een eerlijke verdeling van de energiekosten niet zo eenvoudig, aangezien sommige laboratoria meer of minder luchtventilaties nodig heb-ben afhankelijk van hun activiteiten.”

ook de algemene look and feel van een lifesciencespark is van belang?“Zeker. Om goeie onderzoekers aan te trek-ken, is een mooi loon niet de enige factor: een inspirerende omgeving speelt een even grote rol. Het uitzicht van het gebouw, het comfort van de laboratoria, de hoeveelheid daglicht die binnenvalt, de aanleg van tuinen en ter-rassen om te lunchen of brainstormen, enz. Toponderzoekers willen niet in een blikken doos werken, maar in kwalitatieve en pro-fessionele gebouwen. Je kan geen bedrijven met hoog potentieel aantrekken in een infra-structuur die niet op hetzelfde niveau staat.”

“Vlaanderen kan het Silicon Valley van de biotech worden”

Het gloednieuwe lifesciencespark ‘Bioscape’ in Gent is voornamelijk bedoeld om de verdere groei van jonge beloftevolle biotechbedrijven te ondersteunen. © Foto’s: privé

Gerlinde de bruycker [email protected]@mediaplanet.com

viSie

EXPERTISE

4 WWW.IEDEREENINNOVEERT.BE MEDIAPLANET

Quality by Design is in slechts vijf jaar uitgegroeid tot een toonaangevende Beneluxspeler op het vlak van kwaliteitsmanagementprocessen voor bedrijven in de farmaceutische, biotechnologische, cosmetica- en foodsector. Bart Van Acker, oprichter en CEO, legt uit welke vernieuwende aanpak het bedrijf daarbij hanteert.

“We zijn de enige speler op de markt met zo’n brede waaier aan diensten. Ten eerste is er de validatie. Het is cruciaal dat produc-tieprocessen en -systemen doen wat ze ver-ondersteld worden te doen. Enkel zo kan het

eindproduct voldoen aan de kwaliteitseisen en de vele strenge regels. Dankzij controle en validatie weet men dat het product op de juiste manier werd geproduceerd, verpakt, gelabeld en opgevolgd.”

“Een tweede focuspunt betreft de techno-logy transfer. Producten die aanvankelijk op een zeer kleine testschaal werden gemaakt, moeten uiteindelijk opgeschaald worden naar een commercieel productieniveau. Hier kunnen jaren overheen gaan en iedere vertraging betekent een verlies van inko-men. Door een e� ciënte technology trans-fer kan het registratieproces alvast aanzien-lijk worden versneld. Ten derde is ook het opzetten van een kwaliteitsmanagement-systeem een must. Zo is men steeds in lijn met de huidige en toekomstige regelgeving én klaar voor eventuele audits.”

Ondertussen zijn jullie uitgegroeid tot een bedrijf met meer dan 80 werknemers. Hoe verklaart u die groei?“Vooral in het eerste jaar hebben mijn erva-ring en netwerk in de sector natuurlijk een rol gespeeld, maar de afgelopen jaren is het

ook een kwestie geweest van de juiste men-sen aan te trekken, die op hun beurt ons team versterken en mee helpen groeien. We hech-ten veel belang aan goede ondersteuning van onze werknemers en een gezonde dosis ‘fun’ op en naast het werk. We zijn dan ook blij dat zo veel goede mensen ons vinden. En uiter-aard is het totaalpakket waar ik eerder over sprak een heel belangrijke troef. Bovendien proberen we mee te denken met klanten en steeds proactief te zijn.”

“Recent tekenden we trouwens een samenwerkingsovereenkomst met het Spaanse QbD Pharmaceutical Services, waardoor we de door hen ontwikkelde SMART QbD-methodologie voor farmaceuti-sche bedrijven aan ons portfolio konden toe-voegen. Op deze manier kunnen we klanten een nog completere service aanbieden.”

Dankzij deze samenwerking beschikken jullie nu ook over een ‘quality by design’-methodologie. Waarvoor staat ‘quality by design’?“De klassieke manier van een procesvalida-tie met drie batches en staalafnames bij elk productielot volstaat niet meer voor de steeds

strenger wordende normen en regels in de lifesciencessector. Daarom hanteren we een methodologie op basis van het quality by design-principe (ICH Q8), dat stelt dat kwali-teit ingebouwd dient te worden in een product. Door productontwikkeling op een systemati-sche manier te benaderen, met vooraf vastge-stelde kwaliteitsaspecten, bijhorende kritische procesparamaters en een optimaal begrip en controle van producten, processen en risico’s, wordt de kwaliteit van de producten met zeker-heid gegarandeerd.”

“Deze manier van werken is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, wiskundige modellen en quality risk management. Hier-bij bekijkt men structureel en door het hele productieproces heen de parameters die de kwaliteit van het product beïnvloeden, zodat men te allen tijde weet of de kwaliteit onder controle is. Zulke proactieve controles zorgen voor meer garanties en maken de voormalige eindcontrole overbodig, wat ook een fi nancieel voordeel oplevert.”

De Belgische start-up eTheRNa werkt aan een immuunthera-pie met als doel om van huid-kanker en triple negatieve

borstkanker chronische ziektes te maken. Zopas nog haalde de voormalige spin-o� van de VUB €24 miljoen aan dur� apitaal binnen. CEO Dirk Reyn staat ons te woord.

Waarmee is eTheRNa exact bezig?“Het levenswerk van onze stichter Prof. Thielemans is het beter verstaan en beïn-vloeden van de dendritische cel. Die cel is de gatekeeper in het immuunsysteem van de mens. Ze herkent lichaamsvreemde bestanddelen of cellen, capteert die en geeft die informatie vervolgens door aan T-cellen. Die cellen zijn dan weer de soldaten van ons immuunsysteem die ons lichaam verdedi-gen tegen allerhande bedreigingen.”

“Om de dendritische cellen te programme-ren, gebruikt Prof. Thielemans mRNA. Dat is een genetische transmitter die de code van een bepaald eiwit tot expressie brengt binnen de cellen waaraan het wordt toegediend. De mRNA wordt dus gebruikt als de drager van informatie om die cellen te programmeren.”

Hoever staan jullie in de ontwikkeling?“eTheRNA is ontstaan als een kleine mRNA productie-eenheid naast het universitaire labo van Prof. Thielemans. In dat labo werd de TriMix mRNA technologie uitgewerkt die in drie stappen de dendritisch cel program-meert. De volgende stap was een studie bij patiënten met vergevorderde huidkanker. Ongeveer één op de vier patiënten bleek in remissie te gaan en leeft na verschillende jaren follow-up nog steeds. In een volgende studie werden de dendritische cellen samen met een nieuwe immuuntherapie gecombi-neerd. Bij ongeveer één op de vijf patiënten bleek de tumor te verdwijnen.”

“In meerdere, nog beperkte studies werd dus aangetoond dat dit concept werkt. Ver-volgens ging Prof. Thielemans op zoek naar investeerders en trok hij extra mensen aan, zoals mezelf, die hem hiermee konden hel-pen. Samen bouwen we het bedrijf nu ver-der uit en intussen hebben we alvast enkele topinvesteerders kunnen overtuigen. Met dit geld zullen we het product, nu in fase 1, verder ontwikkelen voor huidkanker én voor triple negatieve borstkanker.”

Wat brengt de toekomst?“Immuuntherapie is momenteel een van de meest besproken items in de farmaceutische industrie. Intussen begrijpt het merendeel van de actoren dat we met immuuntherapie van kanker waarschijnlijk een chronische ziekte zullen kunnen maken. Er verschijnen alsmaar meer publicaties die dit bevestigen. Kanker als chronische ziekte zal mogelijk zijn door enerzijds het immuunsysteem te stimuleren, zoals wij doen, en anderzijds met andere producten de verdedigings-mechanismen van de kanker te proberen omzeilen. Het potentieel is dus enorm, maar we verwachten wel dat het product steeds

in combinatie zal moeten worden genomen met andere producten. “

“Verder is het in de toekomst zeker moge-lijk om deze techniek ook in te zetten tegen andere kankers en hopen we ook dat het e� ec-tief is tegen infectieziekten zoals Hepatitis B en HPV. Deze pistes zullen we waarschijnlijk samen met een partner verkennen. Onze eerste prioriteit voor 2016 is alvast de verhuis naar onze nieuw locatie in Niel en het zoeken van nieuwe medewerkers voor de research en onze groeiende productie-eenheid.”

Joris [email protected]

Joris [email protected]

“Kwaliteit dient ingebouwdte worden in het product”

“Het doel is om van kankereen chronische ziekte te maken”

Bart Van Acker

Oprichter en CEO Quality by Design

KENNISPARTNER

KENNISPARTNER

Prof. Thielemans en Dirk Reyn, respectievelij k stichter en CEO van eTheRNa.

expertise

www.iedereeninnoveert.be 5MEDIAPLANET

welke uitdagingen stellen zich bij de bestelling van producten voor laboratoria?“Een klassieke uitdaging waarmee we zeker bij de Universiteit Antwerpen worden gecon-fronteerd, zijn de strenge veiligheidsvoor-schriften voor allerhande producten. Tot recent hadden we geen geïntegreerd systeem om bij te houden welke producten we in huis hadden en welke eventuele gevaren eraan verbonden waren. Er was dus nood aan meer geïntegreerde informatie. Bovendien heb-ben we een massa laboratoria die ieder voor zichzelf en op hun eigen manier producten bestelden bij leveranciers. Er was geen over-zicht. Hiervan maakten sommige leveran-ciers misbruik door het ene laboratorium wél en het andere géén korting te geven.”

welke oplossing hebben jullie hiervoor gevonden?“Sinds kort werken we met een digitaal plat-form dat ons toelaat om een beter overzicht te hebben over alle bestellingen en om beter tegemoet te komen aan alle veiligheidsvoor-schriften. Bovendien stroomlijnt het onze

bestellingen en kunnen we dankzij grotere volumes betere kortingen bedingen. Tot slot geeft het de laboranten een vlotte toegang tot marktinformatie, waarvoor ze in het verle-den vooral waren aangewezen op vertegen-woordigers en online informatie.”

Hoe hebben jullie de implementatie aangepakt?“Na een eerste marktverkenning stelden we vast dat er weinig spelers bestonden die op alle net genoemde terreinen werkzaam waren en dus een allesomvattende oplossing konden bieden voor onze noden. Uiteindelijk hebben we een bestek gemaakt met al onze vereisten en een open marktvraag gelan-ceerd. Hieruit kwam BIPP als winnaar uit de bus. Als universiteit hebben we een zeer grote diversiteit aan laboratoria en dus ook aan types van producten die moeten worden aangekocht. Ieder type product vergt echter een andere aanpak van bestellen en ieder laboratorium doet dit op zijn manier. Daarom zijn we gestart met een pilootproject binnen de laboratoria van de faculteit geneeskunde. Hierbij hebben we getest of het nieuwe plat-

form in staat was om alle verschillende types van bestelvormen te integreren. Dit bleek te lukken. Vervolgens hebben we het uitgerold naar de andere faculteiten.”

Hoe verliep die uitbreiding?“Aanvankelijk lieten we ieder laboratorium op zijn vertrouwde manier verderwerken, maar dan met het nieuwe platform. Onze aankoopdienst heeft deze werking geobser-veerd en kreeg zo een zeer goed overzicht. Hierna zijn we vanuit het management stil-aan beginnen sturen om bepaalde processen efficiënter te maken en de laboratoria beter van dienst te zijn. In de laatste fase hebben we het aanbod van bestelbare producten nog in belangrijke mate uitgebreid. Het hele bestelproces verloopt nu via dit ene bestel-platform. Momenteel werken we bovendien nog aan een verdere integratie van het plat-form met ons bestaande ERP-systeem en aan het finetunen van de flow aan bestelbonnen en facturen.”

welke noden ontdekte u in de jobmarkt van de lifesciencessector?“De klassieke jobmarkt binnen deze sector verloopt grotendeels via rekruteerders. Geen enkele rekruteerder heeft echter alle jobs of alle kandidaten, wat tot zwarte gaten leidt voor beide partijen. Kandidaten zijn niet op de hoogte van alle jobs en bedrijven zien niet alle kandidaten. Als antwoord op dit ineffi-ciënte systeem hebben we een uniek online crowdsourcingplatform ontwikkeld waar bedrijven en potentiële kandidaten recht-streeks gematcht worden. Transparantie staat centraal: één vacature voor één job en alle informatie wordt vrijgegeven.”

U heeft het over een crowdsourcingplatform. wat houdt dit concreet in?“Het platform geeft jobsuggesties op basis van een slim algoritme, maar laat kandidaten uit-eindelijk zelf beslissen welke jobs ze interessant vinden en of ze er op willen reageren. Het is dus niet langer de traditionele middenman die de eerste schifting maakt. Zowel de kandidaten als

de bedrijven winnen hierbij. Bovendien moe-ten we de interessante kandidaten niet meer rechtstreeks opbellen om te weten of ze wel echt op zoek zijn. In het platform geeft men aan dat men op zoek is, dus dat weten we zeker. Voor een belangrijke groep van kandidaten is het dan weer positief dat bedrijven hen niet op naam kunnen opzoeken. Op die manier trekt het plat-form veel passieve zoekers aan die tevreden zijn in hun huidige job, maar op lange termijn toch wel uitkijken naar een volgende stap. Zij doen dit uiteraard graag in alle anonimiteit, zonder publiekelijk te moeten aangeven dat ze ‘op zoek’ zijn. Pas wanneer iemand effectief solliciteert voor een job, krijgt het betreffende bedrijf de naam te zien.”

“Indien een kandidaat in aanmerking komt, toetsen we in een gesprek af of de job hem of haar al dan niet ligt en welke andere jobs eventueel nog interessant zijn. Indien men niet geselecteerd wordt, krijgt men ook een motivatie waarom. Deze transparante manier van werken vergroot de kans dat kandidaten een job vinden die werkelijk bij hen past, zonder een opportuniteit te hebben

gemist. En het slaat aan: intussen ontvan-gen al 20.000 lifesciencesexperten van het BrightOwl-netwerk onze nieuwsbrief.”

wat zijn de belangrijkste voordelen voor bedrijven?“Indien gewenst (en nodig) steken we veel moeite in het begeleiden van bedrijven bij hun zoektocht naar de juiste kandidaat. Kwa-liteit staat hierbij voorop. Niettegenstaande deze begeleiding aan de zijde van de bedrij-ven is er transparantie voor alle partijen. Een ander voordeel voor de bedrijven is dat een online crowdsourcingplatform hen toelaat om een veel breder publiek aan te spreken. Recent hebben we trouwens een abonne-mentsformule toegevoegd aan het aanbod voor bedrijven. Daarbij kiest het bedrijf zelf in welke mate wij tussenkomen. Zo komt het platform aan nog meer noden tegemoet, want we merkten uit onze eerste ervaringen dat hier veel vraag naar was.”

Joris Hendrickx [email protected]

Joris Hendrickx [email protected]

Online crowdsourcing maakt jobmarkt efficiënter en transparanter

Meer overzicht dankzij een geïntegreerd en gedeeld bestelplatformMartin Decancq, CFO van de Universiteit Antwerpen, legt uit hoe hij alle laboratoria van zijn universiteit hielp om over te schakelen naar een geïntegreerd en gedeeld bestelplatform.

Jef van Rompay, oprichter en CEO van BrightOwl, wil via zijn online crowdsourcingplatform de jobmarkt van de lifesciencessector grondig vernieuwen.

Een digitaal platform laat ons toe om een beter overzicht te hebben over alle bestellingen en om beter tegemoet te komen aan alle veiligheidsvoorschriften.

Geen enkele rekruteerder beschikt over alle jobs of alle kandidaten, wat tot zwarte gaten leidt voor beide partijen.

Martin DecancqCFO Universiteit Antwerpen

Jef van RompayOprichter en CEO van BrightOwl

NIEUWS

6 WWW.IEDEREENINNOVEERT.BE

inspanningen om bijkomende fondsen te zoeken, maar dit alleen zal nooit voldoende zijn. Onze overheid moet meer investeren dan dat ze vandaag doet.”

“In Nederland maakt de overheid via het ‘Deltaplan Dementie’ 36 miljoen euro vrij, in Frankrijk heeft men eveneens een ‘Alzhei-merplan’, in Duitsland heeft men excellen-tiecentra, in het Verenigd Koninkrijk heeft men onder meer het ‘Wellcome Trust’,… In België hebben we daarentegen tot vandaag zeer weinig. We mogen dit niet overlaten aan onze buurlanden. Daarom wordt er momen-teel gewerkt aan een nieuw ‘Vlaams Demen-tieplan’.”

Er is ook het economische aspect. Welke winsten vallen er te halen?“We beschikken over veel internationaal erkende wetenschappers en onderzoekscen-tra, een gegeven dat we moeten valoriseren. Doen we dit niet, dan zullen we op termijn ook heel wat gespecialiseerde bedrijven zien vertrekken naar onze buurlanden. We moe-

Welke impact zullen geestesziekten de komende jaren hebben op onze maatschappij?“Maar liefst 90% van de mensen met demen-tie zijn ouder dan 65 jaar. Aangezien het aan-tal ouderen ieder jaar stijgt en zij steeds ouder worden, zal ook het aantal patiënten sterk toenemen. We leven vandaag bovendien in een dienstenmaatschappij waar de psyche erg belangrijk is voor de economische pro-ductiviteit. Gezien de noodzakelijke verho-ging van de pensioengerechtigde leeftijd, zul-len we er zeker rekening mee moeten houden dat we een derde van de 65-plussers verliezen aan dementie.”

“De toename van het aantal patiënten met dementie is een globaal fenomeen en kost onze economie naar schatting al 800 miljard per jaar. Wereldwijd zijn er reeds 47 miljoen patiënten met een diagnose, maar er is ook een grote groep die (nog) geen diagnose heeft gekregen. We kunnen dus niet anders dan investeren in onderzoek om dit probleem gericht aan te pakken en het aantal patiënten te doen dalen. Doen we dat niet, dan gaan we als maatschappij op termijn failliet. Geestes-ziekten zijn dé ziekten van deze eeuw.”

Waarom gaat dit u persoonlijk zo aan, los van het maatschappelijke aspect?“Als humanist staat de mens centraal in mijn leven. Onze maatschappij is een product van die mens, en in het bijzonder zijn intellectu-eel vermogen. De psyche is dus heel kostbaar. Ik zou me niet kunnen inbeelden hoe ik zelf verder zou moeten leven indien die psyche het bij mij zou laten afweten. Ik werk nu een-maal erg cerebraal en zou mijn identiteit en persoonlijkheid in dat geval grotendeels ver-liezen. Bovendien merk ik vanuit de praktijk dat we enorm succesvol kunnen zijn. We zijn in staat om ongeloofl ijk veel ziekten te gene-zen, dus waarom dan niet ziekten die met onze hersenen te maken hebben?”

Wat is er nodig om daartoe te komen?“De wetenschappelijke wereld werkt zeer hard en er zijn veel goede ideeën, maar de fi nanciële middelen ontbreken vaak of zijn niet voldoende om binnen afzienbare tijd tot successen te komen. De budgetten zouden in overeenstemming moeten zijn met de noden en het belang ervan voor onze gezondheids-zorg. Zowel internationaal als op Belgisch niveau leveren tal van organisaties zware

Voor meer cijfers over biotechnologie en life sciences in Vlaanderen,ga naar www.iedereeninnoveert.be

We moeten al onze kennis binnen de landsgrenzen omzetten in een economische meerwaarde. Spin-offs spelen hierbij een belangrijke rol.

Christine Van BroeckhovenProfessor in de moleculaire biologie en genetica aan de Universiteit Antwerpen en departementdirecteur van het VIB

“We verliezen een derde van de 65-plussers aan dementie”Christine Van Broeckhoven, professor in de moleculaire biologie en genetica aan de Universiteit Antwerpen en departementdirecteur van het VIB, legt uit wat het maatschappelijk en economisch belang is van het Belgische onderzoek naar geestesziekten.

Christine Van Broeckhoven:

“De wetenschappelij ke wereld werkt zeer hard en er zij n veel goede ideeën, maar de fi nanciële middelen ontbreken vaak of zij n niet voldoende om binnen afzienbare tij d tot successen te komen.”

© FOTO: JESSE WILLEMS

Rubensstraat 104/42300 TURNHOUTTEL.: 014 43 50 60

GRATIS LUISTER- & INFOLIJN: 0800 15 225GIFTEN: BE87 3101 0355 8094

SECRETARIAAT@ALZHEIMERLIGA.BEWWW.ALZHEIMERLIGA.BEWWW.JONGDEMENTIE.INFO

Laat ons samen dementie draagbaar maken!Vergeet onze naasten met dementie nieten help ons om hen te ondersteunen.Onze vrijwilligers bieden hulp, informatie en een luisterend oor.

VOOR GIFTENVANAF 40 EUROKRIJG JE 45 %TERUG VIA DEBELASTINGEN

MEDIAPLANET 7

ten al deze kennis dus absoluut binnen onze landsgrenzen omzetten in een economische meerwaarde.”

“Spin-offs spelen hierbij een belangrijke rol. Zij zijn vaak de eerste etappe om een inno-vatie van het labo naar de markt te brengen. In een later stadium worden deze spin-offs dan mogelijk overgekocht door bestaande bedrijven. Daarnaast hebben uiteraard ook octrooien een groot economisch belang. Door voldoende te blijven investeren in onderzoek houden we deze economische activiteiten in ons land én kunnen we de problematiek van de vergrijzing beter aan, zonder daarvoor afhankelijk te worden van andere landen.”

Waar ligt de focus van uw onderzoeksdepartement?“Mijn departement richt zich specifiek op de problematiek van de neurodegeneratie. We doen zowel onderzoek naar de degeneratie van het centrale als het perifere zenuwstel-sel. Mijn onderzoeksgroep werkt voorname-lijk rond neurodegeneratieve dementies en

verwante aandoeningen die vaak voorko-men bij mensen op oudere leeftijd en die de levenskwaliteit aanzienlijk kunnen vermin-deren. Het maatschappelijk belang van dit soort onderzoek is enorm, gezien de vergrij-zing die zich afspeelt.”

“Hierbij kijken we in eerste instantie naar het DNA, om zo een inzicht te krijgen in welke eiwitten een rol spelen bij het ontstaan van de ziekte. Dit geeft ons vervolgens een beeld van de biologische en moleculaire opbouw, waardoor we een model kunnen maken dat we samen met de industrie kunnen gebrui-ken voor de ontwikkeling van potentiële medicatie tegen neurodegeneratie. Op het vlak van zorg zijn we in België immers wel vrij goed georganiseerd, maar helaas is er voor veel van deze chronische zieken tot op vandaag nog geen gerichte en efficiënte the-rapie. Dat willen we veranderen.”

Joris Hendrickx [email protected]

België is een wereldtopper op het vlak van stamcel-onderzoek. Dankzij een historisch sterke exper-tise in de life sciences en

de biotechnologie gebeurt er in ons land heel wat vooruitstrevend onderzoek naar de mogelijkheden die stamcellen kunnen bieden. Professor Catherine Verfaillie (KU Leuven) geeft meer uitleg.

Over welke specifieke onderzoeksdomeinen gaat het?“De UGent en de VUB richten zich voor-namelijk op embryonaal stamcelonder-zoek. Verder is haast elke universiteit bezig met onderzoek rond volwassen stamcellen. Bij de KU Leuven spitsen we ons de laatste jaren toe op repro-grammering van volwassen cellen naar cellen met eigenschappen gelijkend op embryonale stamcells, zogenaamde iPScellen, met als doel ziektemodellen te maken. In dit kader hebben we meer-dere buitenlandse topprofessoren gere-kruteerd die zwaar inzetten op basison-derzoek om te begrijpen hoe reprogram-mering werkt.”

“Op het klinische en preklinische niveau wordt sterk werk geleverd om modellen te creëren rond degeneratieve hersenaandoeningen, zoals Alzheimer, ALS, Parkinson, enz. Een andere groep focust zich op het maken van hart-spiercellen uit stamcellen voor gebruik in medicatie en mogelijk ook bij trans-plantaties. Er wordt zelfs gewerkt aan

het maken van bot uit stamcellen om niet-helende botfracturen te genezen. Tot slot is ook het onderzoek rond hepa-tocyten belangrijk om hepatitis tegen te gaan, leverinfecties te bestuderen en de metabolisatie en toxiciteit van medica-tie in kaart te brengen.”

Voor welke grote uitdagingen staan onderzoekers vandaag?“Dé grote uitdaging blijft om een cel te maken die helemaal gelijk is aan onze lichaamscellen. We slagen er tot van-daag enkel in om een cel te maken die eruit ziet zoals een hersencel en daar-van enkele karakteristieken heeft. Het probleem is dat we negen maanden zwangerschap moeten nabootsen in een kweekschaal, en dat is verre van eenvoudig. Vroeger dacht men dat het volstond om stamcellen een bepaalde richting uit te duwen. Vandaag is het duidelijk dat dit moet gebeuren in een complex codifferentiatiesysteem, waar verschillende cellen die in een orgaan aanwezig zijn elkaar tijdens de ontwik-keling beïnvloeden.”

Wat mogen we in de toekomst verwachten van stamcelonderzoek?“Er zit zeer veel potentieel in de rege-neratieve geneeskunde, waarbij men cellen, weefsel of organen vervangt om ziekten te voorkomen en te genezen. Op dit vlak gebeurt er vandaag al heel wat, maar dan met volwassen stamcellen. Ook zal het niet meer zo heel lang duren vooraleer ook pluripotente stamcellen zullen worden gebruikt.”

“Binnen enkele jaren zullen er klinische studies komen om diabetespatiënten te behandelen. Twee jaar geleden werd reeds aangetoond dat de cellen die hiervoor nodig zijn, kunnen worden geproduceerd in een labo. Enkele maanden geleden werd ook bevestigd dat deze cellen via een zakje onder de huid kunnen worden inge-plant, waardoor ze niet zullen worden aangevallen door het immuunsysteem en de kans op tumorvorming miniem is. Ook blindheid door degeneratie van de retina en de ziekte van Parkinson zullen in de toekomst mogelijk op dezelfde manier kunnen worden behandeld.”

Joris Hendrickx [email protected]

Belgisch stamcelonderzoek geniet internationaal aanzien

Catherine VerfaillieProfessor KU Leuven

ONDErzOEk

[email protected]

ExpErtpanEl

8 www.iedereeninnoveert.be MEDIAPLANET

Onze 3 experten beschrijven de uitdagingen en mogelijkheden om innovaties sneller en efficiënter bij de patiënten te krijgen en zo de kwaliteit van onze gezondheidszorg verder te optimaliseren.

De toekomst van onze gezondheidszorg

Voor meer informatie over onderzoek en ontwikkeling binnen onze gezondheidszorg, ga naar www.iedereeninnoveert.be

O m innovaties zoals regeneratieve geneeskunde, gepersonaliseerde geneesmiddelen, genetica en nieuwe

diagnostische technieken te blijven stimule-ren, is er nood aan meer adaptief onderzoek. Traditioneel doet men onderzoek bij een grote groep mensen, maar dat is duur, traag en zeer streng gereglementeerd. Bij adaptief onderzoek test men eerst bij een kleine groep patiënten, waarna het al meteen in de praktijk kan worden toegepast bij die patiënten die het hoognodig hebben. Dit vraagt uiteraard om een nauwe opvolging en regelmatige evaluatiemomenten, maar het zorgt er wel voor dat innovaties sneller tot bij de patiënten raken.

D e bestaande wetenschappelijke ken-nis binnen de gezondheidszorg wordt momenteel onvoldoende gevalori-

seerd in de praktijk. Als deze effectief zou wor-den toegepast in systemen of processen, of in de verfijning van ontwikkelde producten, zou men maximale innovaties in de zorg bereiken. Vaak wordt hierbij onvoldoende of te laat geluisterd naar de patiënt zelf. We denken als onderzoe-kers en professionals te weten wat een patiënt wil zonder echt naar hem te luisteren. Pas als we de patiënt betrekken vanaf het idee tot en met de implementatie zal men tot succesvolle valorisaties komen. Vanuit VIVES beschouwen we de patiënt zeer bewust als een belangrijke actor in innovatieprocessen.

E r is nood aan meer durfkapitaal. In tegenstelling tot de Verenigde Staten wordt bij ons iedere stap

apart gefinancierd, waardoor bedrijven continu in funding modus zitten in plaats van er echt voluit voor te kunnen gaan. Ook moeten we nog meer studenten hun weg helpen vinden naar de industrie, want we kampen met een enorm tekort aan spe-cifiek geschoolde kandidaten. Daarnaast moeten we als Belgen nog meer naar buiten treden met onze sterke biotech- en farmaceu-tische sector. In Vlaanderen en Brussel alleen al zijn maar liefst 146 lifesciencesbedrijven actief, goed voor zo’n 13.000 werknemers. Het belang hiervan voor onze economie valt niet te onderschatten.

Nieuwe diagnostische technieken kunnen, samen met de telegeneeskunde en allerlei toepassingen met robotten, zorgen voor enorme besparingen. Maar uiteraard heb-ben ze eerst en vooral toch ook als doel om de gezondheid van de mensen te verbete-ren. Hoe vroeger een diagnose kan worden gesteld, hoe efficiënter de behandeling. Deze diagnostische technieken moeten uiteraard wel zeer accuraat zijn en dus de juiste voor-spellingen doen. Een onjuiste voorspelling kan immers zorgen voor veel bijkomende kosten.

Het gebruik van e-health en het promoten van gezondheidsvaardigheden zijn momenteel in volle expansie. De technologie staat klaar om bijvoorbeeld voor een consultatie bij de arts of specialist een gevalideerde vragenlijst rond depressie in te vullen vanuit de huiskamer. Zodoende wordt bij een consultatie gerichter een diagnose gesteld en efficiënter gebruik-gemaakt van tijd en middelen. Anderzijds worden patiënten gestimuleerd tot empower-ment, zodat ze zelf vaardigheden aanleren om hun zorg te managen, assertiever te zijn en een hogere kwaliteit van leven te ervaren.

Dankzij de moleculaire diagnostiek kan men medicijnen en behandelingen verfijnen voor specifieke subgroepen van patiënten en voor specifieke fases van een ziekte. Bovendien wordt de diagnostiek alsmaar betrouwbaar-der en meer geautomatiseerd. Hierdoor kunnen veel kosten worden bespaard, want precisiediagnostiek zorgt ervoor dat dure medicijnen enkel aan die patiënten worden gegeven bij wie ze echt zullen werken. Auto-matisatie laat ook een decentralisatie van de testen en een centralisatie van de informa-tie toe. Veel patiënten kunnen zich hierdoor dicht bij de zorgvraag laten onderzoeken of testen, waarna de geanonimiseerde informa-tie eventueel digitaal en centraal zou kunnen worden verzameld.

Preventie is cruciaal. Nieuwe technieken, zoals de smartwatch en telemonitoring, staan ons toe om daar alsmaar verder in te gaan. Mensen zullen dan wel beter moeten worden begeleid door bijvoorbeeld artsen, apothekers en andere zorgverstrekkers. Technologie zal de menselijke component van zorg en preventie nooit volledig kunnen uitsluiten. In dit kader past de relatief jonge studierichting ‘Master in de Gezondheidspro-motie’, waar we studenten specifiek opleiden om mensen te begeleiden in preventie. We zullen zulke specialisten broodnodig hebben in de toekomst.

Hier ben ik van overtuigd. Een geïntegreerde zorgbenadering is een absolute must. Pre-ventie, vroegdetectie, selfmanagement en interdisciplinaire samenwerking tussen zorgverstrekkers zijn punten die, samen met e-health, onlosmakkelijke elementen zijn om te kunnen spreken van een (blijvende) goede zorg voor de patiënt. Naast de inzet op preventie zal ook een naadloze trans-murale hulpverlening (van thuiszorg naar residentiële zorg en omgekeerd) helpen om de bevolking te stimuleren tot levenslang gezond thuis wonen.

Dat zou het grootste doel moeten zijn. Toch staan we nog ver van een volledig preven-tieve zorg en zullen we ook moeten inzet-ten op het vroeger opsporen van ziekten. Onderzoek naar vroege diagnose en pre-ventie is echter relatief beperkt, alsook het aandeel in de gezondheidsuitgaven. Minder dan vijf procent van het budget voor gezondheidszorg betreft diagnostiek, terwijl die 60 tot 70 procent van alle medi-sche beslissingen beïnvloedt, wat zeker in vroege opsporing cruciaal is.

wat is er nodig om innovatie in de gezondheidszorg te stimuleren?

welke trends en ontwikkelingen heersen er binnen de diagnostica?

Zullen we evolueren naar een preventieve zorg?

Lieven Annemans

Hoogleraar aan de UGent en gezondheidseconoom

tine vanderplancke

Coördinator Expertisecentrum Zorginnovatie Hogeschool VIVES

raf Pasmans

Market Access Manager bij Biocartis

Joris Hendrickx [email protected]

nieuws

www.iedereeninnoveert.be 9MEDIAPLANET

“Wie onderneemt, moet elke dag een beetje innoveren”

De Vlaamse lifesciences-sector staat wereldwijd bekend voor zijn voortrek-kersrol. Het belang hiervan voor onze economie en

tewerkstelling valt niet te onderschatten. Het Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO) spendeert bijna een derde van zijn budget aan innovatiesteun voor life sciences. Dirk Veelaert, Teamleider innovatiesteun, verduidelijkt wat dit concreet inhoudt.

welk belang heeft de lifesciencesector voor onze vlaamse economie?“Vlaanderen heeft een bloeiende lifesciences-sector. Heel wat grote farmaceutische bedrijven zijn hier vertegenwoordigd, zowel op het vlak van productie als van onderzoek en ontwik-keling. Ze creëren heel wat tewerkstelling en vertegenwoordigen een groot deel van de O&O uitgevoerd door de private sector. We beschik-ken dus over een sterke lifesciencescommunity met een sterk netwerk. Dit zou niet mogelijk zijn zonder de combinatie van goed opgeleide mensen en de middelen om hen in te zetten in de sector.In het verleden werd de bewuste keuze gemaakt om strategische onderzoeks-centra op te richten zoals het VIB, imec, iMinds, VITO en meer recent ook Flanders Make. Deze centra hebben samen met onze universitei-ten een kennisbasis gecreëerd die een sterke lifesciencessector mogelijk maakt. Ook voor wat betreft de convergentie van technologieën binnen de life science, zoals ICT en micro-elek-tronica, bekleden we dankzij het werk van deze onderzoekscentra een internationale voortrek-kersrol.”

Hoe tracht het Agentschap innoveren & ondernemen (vLAio) deze voortrekkersrol te bevestigen?“Innoveren is ondernemen en ondernemen is innoveren. Wie onderneemt, moet elke dag een beetje innoveren en elke bedenker van een inno-

dirk veelaert

Teamleider innovatiesteun VLAIO

vatief idee weet dat een ondernemende hou-ding onontbeerlijk is om van dat idee echt iets te maken. De twee versterken elkaar. Daarom bundelden het Agentschap Ondernemen en het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) sinds januari 2016 de krach-ten voor bedrijven in Vlaanderen. Daarbij garan-deren we de continuïteit van de dienstverlening die men reeds kende bij onze voorlopers, maar dan via één geïntegreerd loket. VLAIO is hét aan-spreekpunt van de Vlaamse overheid voor alle ondernemers in Vlaanderen. We stimuleren en ondersteunen innovatie en ondernemerschap en dragen bij tot een gunstig ondernemerskli-maat. VLAIO werkt verder in nauwe interactie met de innovatiecentra. Zij hebben een vesti-ging in iedere provincie en vormen een lokaal aanspreekpunt voor bedrijven rond innovatie. Ondernemers kunnen er terecht voor indivi-duele ondersteuning bij een innovatieproject, voor begeleiding naar financiële steun voor die innovatie, maar ook naar de juiste kennis en partners.”

welke vormen van publieke steun voor innovaties in de lifesciencessector biedt het vLAio aan?“Bedrijven die steun zoeken voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten met een focus op innovatieve oplossingen kunnen een ‘O&O-bedrijfsproject’ opzetten. Daarmee kunnen ze gericht onderzoek doen binnen de eigen onder-neming of samen met meerdere bedrijven. Ook samenwerken met onderzoeksinstellingen en, waar aangewezen, partners uit Europese lidsta-ten wordt sterk aangemoedigd. Met de KMO-portefeuille krijgen ondernemers bovendien financiële steun bij de aankoop van opleiding en adviesdiensten. De KMO-groeisubsidie biedt dan weer gerichte financiële steun voor groeitra-jecten. Dit kan zowel bij het oriëntatie- (voor een recent opgerichte onderneming) of het heroriën-tatieproces (bestaande onderneming).”

“Met een KMO-haalbaarheidsstudie kan een bedrijf betere en onderbouwde inzichten

over de mogelijkheden en de haalbaarheid van een innovatie inwinnen. Een KMO-innovatie-project draagt in een volgende fase bij tot het realiseren van die bedrijfsinnovatie. Dit kan zowel de ontwikkeling van een volledig nieuw of een beduidend vernieuwend (verbeterd) product, proces, dienst of concept omvatten.”

Zijn er ook steunmaatregelen voor individuele onderzoekers?“Er is inderdaad ook de persoonsgebonden steun. Een Baekeland-mandaat geeft een docto-raatsstudent de kans een innovatie uit te voeren in samenwerking met een bedrijf en tegelijk een doctoraat te behalen aan een kennisinstelling. Postdoctorale onderzoekers kunnen zich via een innovatiemandaat verder bekwamen in de valo-risatie van hun onderzoeksresultaten naar de bedrijfswereld, hetzij naar een bestaand bedrijf, hetzij naar een nog op te richten bedrijf.”

Hoe komt men in aanmerking voor eventuele steun?“Het Agentschap hanteert een bottom-up bena-dering, waarbij alle projecten die innovatief zijn een kans hebben op een of andere vorm van steun. De projecten komen hoofdzakelijk uit software en hardware, nieuwe materialen en de lifesciencessector. Vooral de projecten die een potentieel bieden voor de groei van onze economie willen we alle kansen geven.”

wat is uw visie op de toekomst van de lifesciencessector in vlaanderen?“Een aantal aandoeningen zoals diabetes en de ziekte van Alzheimer komen steeds meer voor in onze samenleving. De oplossing voor deze aandoeningen zal niet enkel van de farmaceuti-sche en biotechbedrijven komen, maar ook van een vernieuwende moleculaire diagnostiek en geavanceerde opvolging van patiënten.”

Projecten die een potentieel bieden voor de groei van

onze economie willen we alle kansen geven.

Joris Hendrickx [email protected]

EXPERTISE

10 WWW.IEDEREENINNOVEERT.BE MEDIAPLANET

Geneesmiddelenproducent Sanofi kondigde onlangs aan dat het 300 miljoen euro investeert in de uit-breiding van zijn vestiging in Geel. Gunther Pauwels, General Manager,

legt uit waarom het bedrijf kiest voor Vlaanderen.

Waaruit bestaan uw activiteiten in Geel?“Onze vestiging in Geel is in hoofdzaak een com-merciële productie-eenheid voor biologische genees-middelen, meer in het bijzonder een therapie voor de ziekte van Pompe. Daarnaast hebben we een bijkomende productielijn voor monoklonale anti-lichamen, ook wel de medicijnen van de toekomst genoemd. Deze antilichamen worden op verschil-lende gebieden ingezet, zoals oncologie, immunolo-gie, MS en weesziekten. Maar we richten ons ook op het verder ontwikkelen en verbeteren van onze hui-dige processen en het verhogen van de productiviteit. Dit doen we in eerste instantie via testen op een klein labomodel van onze werkelijke productie. Zo onder-zoeken we onder meer wat de impact is van bepaalde situaties die afwijken van de standaardprocedures.”

U investeert bijkomend 300 miljoen euro. Waarom zo’n belangrijke investering?“Deze investering past volledig binnen onze stra-tegie om als innovator sterk in te zetten op de

nieuwere biologische geneesmiddelen, waaronder specifiek ook monoclonale antilichamen. De pro-ductie van dit type geneesmiddelen is erg complex en vergt ook een intensieve investering in infra-structuur. In hoofdzaak dient de investering voor bijkomende productie- en laboratoriuminfrastruc-tuur. Zo wordt een bestaande productielijn aange-past en geheractiveerd. Een volgende component is het uitrusten van een bestaand gebouw met een compleet nieuwe productielijn voor celcultuur en opzuivering. Daarnaast wordt ook onze laboratori-umcapaciteit voor procesverbeteringen en kwali-teitscontrole uitgebreid.”

Waarom een verdere verankering in Geel?“Sinds 2001 hebben we in Geel al 600 miljoen euro geïnvesteerd om zulke complexe geneesmiddelen te kunnen produceren. Ondertussen hebben we hier bovendien een stabiele en performante orga-nisatie uitgebouwd. Maar ook de technische ken-nis en kunde van de medewerkers samen met de beschikbare capaciteit zijn troeven geweest om deze investering naar Geel te halen. Tot slot kunnen we rekenen op een goede samenwerking met de lokale en de regionale overheden.”

Wat zal de impact zijn op de werkgelegenheid?“Deze strategische investering verzekert de werk-gelegenheid voor de huidige 550 collega’s voor min-stens 15 jaar en daarbovenop zullen we nog zeker 100 extra medewerkers aannemen. Dit zijn voorname-lijk zogenoemde ‘operationele functies’ waaronder productie-operatoren, laboranten en technisch geschoolde mensen.”

Geneesmiddelenproducent investeert 300 miljoen euro in Vlaanderen

Joris [email protected]

Gerichte methodologie als strategische innovatieYvan Gouttebelle en Delphine Delaunay van de Biotech Quality Group geven meer uitleg over hun methodologie ‘Apollo Maturity Program’.

“Onze zelf ontwikkelde methodologie ‘Apollo Maturity Program’ maakt deel uit van ons strategisch innovatieplan, waarvoor we in 2014 de RISE-prijs ontvingen. Met het ‘Apollo Maturity Pro-gram’ onderscheiden we ons van de meer algemene adviesbe-drijven. Zij beschikken meestal niet over een methodologie die zich specifi ek toespitst op het verbeteren van de prestaties en de conformiteit binnen de biofarmaceutische sector. We focussen via honderden criteria zowel op kosten, het verminderen van vertragingen, de kwaliteit van het product als op het voldoen aan alle regels die de overheid oplegt. Het ‘Apollo Maturity Pro-gram’ is gebaseerd op een maturity model. Dit model vormt de kern en laat toe om de conformiteit en de prestaties binnen de biofarmaceutische sector te verbeteren. Dit doet het door alle specifi eke elementen en uitdagingen van de sector te integreren in de methodologie, en deze vervolgens via query’s en diagnos-tiek te verwerken tot verschillende pragmatische oplossingen of processen. We stellen daarbij meteen ook tools, templates en middelen ter beschikking om de problematiek aan te pakken. Via leermodellen helpt het bovendien om de competenties bin-nen het betre� ende bedrijf verder te ontwikkelen. De resultaten van deze methodologie reduceren tot slot de time-to-market voor medicijnen en verlagen de kost van kwaliteit, met respect voor de reglementeringen.”

Een ‘dokter’ voor biofarmaceutische bedrijven“We gaan dus als een soort van ‘dokter’ naar een biofarmaceu-tisch bedrijf om er te praten met de verschillende mensen en om gegevens te analyseren. We meten eerst de temperatuur en onderzoeken de patiënt grondig. Hieruit volgt een diagnose, op basis waarvan we een gepersonaliseerde behandeling zullen voorstellen die de organisatie een duidelijke weg biedt naar ver-beteringen op het vlak van prestaties en conformiteit. Het suc-ces laat ons toe om te internationaliseren. We hebben reeds een fi liaal in Zwitserland en ook in Frankrijk zijn we al actief. Maar we willen in de toekomst ook nog andere tools en methodolo-gieën ontwikkelen. Ons ATLAS programma (ATypical Lump-sum Approach and Services) is hier een eerste voorbeeld van. Dit is een systematische methodologie om succes-fee gebaseerde projecten en uitbestedingsdiensten te leveren om de time-to-market van biofarmaceutische producten te reduceren.”

KENNISPARTNERKENNISPARTNER

Gunther Pauwels

General Manager Sanofi

We are in the business of anticipation to drive Life sciences forWard

SANOFI, ZOVEEL MÉÉR DAN EEN FARMACEUTISCH BEDRIJF

Sano� is een innovatieve en gediversi� eerde farmaceutische onderneming die wereldwijd de gezondheid, de levens kwaliteit en het welzijn van de patiënt 100% centraal stelt.

LEIDINGGEVENDE REPUTATIEMet meer dan 110.000 medewerkers en vestigingen in ruim 100 landen is Sano� één van de grootste farmaceutische ondernemingen ter wereld. Vanuit een gemeenschappelijk engagement streven wij ernaar om het leven van patiënten te verbeteren. Hoe? Door geneesmiddelen en vaccins klinisch te ontwikkelen, medische hulpmiddelen ter beschikking te stellen en innovatieve therapeutische oplossingen te onderzoeken.

SITE IN GEELSinds de overname van Genzyme in 2011 heeft Sano� op de productiesite in Geel haar expertise versterkt op vlak van biotechnologie en behandeling van zeldzame ziektes. Het is uitgegroeid tot een Center of Excellence voor de productie van

therapeutische enzymen om de ziekte van Pompe te behandelen. De productie van deze enzymen gebeurt via celculturen in grote bioreactoren, gevolgd door de opzuivering. Zo’n 650 enthousiaste medewerkers zetten zich elke dag ten volle in om dit complexe proces in goede banen te leiden.

ONDERZOEK & ONTWIKKELINGIn België omvatten onze activiteiten het volledige spectrum van de biofarmaceutische ontwikkeling: van onderzoek en klinische studies over de productie tot de marktlancering. Dankzij recente investeringen hebben we onze ultramoderne vestiging in Geel uitgebreid en de totale productiecapaciteit vergroot. Ook diversi� catie is nu nog meer mogelijk: in nauwe samenwerking met andere partners in de gezondheidszorg zoekt Sano� continu naar grensverleggende therapieën en innovatieve geneesmiddelen om ziektes te bestrijden en te voorkomen. Zo brengen we nieuwe hoop voor patiënten en streven we naar een betere gezondheid voor iedereen.

MEER WETEN OVER SANOFI? Surf naar www.sano� .be

INSPIRATIE

WWW.IEDEREENINNOVEERT.BE 11MEDIAPLANET

Nadat een geneesmiddel een marktvergunning heeft bekomen, is het belangrijk dat het ook wordt terugbetaald. Enkel zo kan de patiënt er op een betaalbare manier toegang tot krijgen. ‘Managed Entry Schemes’ brengen hierbij overheid en fabrikant samen, zo zegt Philippe Van Wilder van Smart&Bi.

“Innovatieve middelen krijgen een marktvergun-ning door hun therapeutisch potentieel voor de patiënt. Helaas hebben zulke innovaties vaak ook een beduidend hoge prijs, wat de fi nanciële houd-baarheid voor de ziekteverzekering bemoeilijkt. Bij de beoordeling van een eventuele terugbetaling overweegt men daarom steeds of de meerprijs van het nieuwe middel in verhouding staat tot de the-rapeutische meerwaarde voor de patiënt en/of de maatschappij”, aldus Van Wilder.

De waarde van innovatieve middelen“Toen België in 2010 het Europees voorzitterschap waarnam, heeft het zich uitdrukkelijk gericht naar de value of innovation in de verschillende lidsta-ten. Zo verkiezen bijvoorbeeld België, Frankrijk en Nederland om geneesmiddelen in eerste instantie in te delen naargelang de meerwaarde (betere werk-zaamheid, grotere veiligheid) die ze bieden voor de

patiënt. Of ze fi nancieel haalbaar zijn, wordt pas in een tweede fase onderzocht. Die fase van de econo-mische waardebepaling gaat echter gepaard met heel wat onzekerheid.”

Van Wilder: “In verschillende therapeutische domeinen verschijnen producten met een meer-waarde. Zo heeft men in de bestrijding van kanker recent de cellulaire mechanismen in tumorweefsel verder kunnen ontrafelen, zodat een gerichte thera-pie mogelijk werd die én meer werkzaam én veiliger is dan de bestaande chemotherapie. Ook de opkomst van de regeneratieve geneeskunde, waarbij het her-stel van defecte weefsels of genen wordt beoogd, biedt een enorm potentieel. Om die geneesmidde-len betaalbaar te houden, is de ‘overheid-betaler’ de laatste jaren noodgedwongen creatief geweest met de manier waarop innovatie wordt vergoed.”

Pragmatische tussenoplossing“In onder meer België en Italië tracht men de onzeker-heid alvast voor een deel weg te nemen via de zoge-naamde ‘Managed Entry Schemes’. Deze baseren zich op een contract tussen de overheid en de aanvrager, waarbij het innovatieve geneesmiddel voorwaardelijk en beperkt in de tijd wordt terugbetaald. Voor het bedrijf heeft dit het voordeel dat zijn product al vergoedbaar wordt, terwijl de overheid strikte voorwaarden stelt rond de kost en het gebruik”, zegt Van Wilder.

“Het laatste RIZIV-rapport terzake stelt dat in 2015 met deze contracten een besparing werd beko-men van maar liefst 54,5 miljoen euro, of 26,3 pro-cent van de verwachtte omzet van die geneesmid-delen. Dergelijke contracten dragen dus wezenlijk bij tot een beperking van de budgettaire impact voor de ziekteverzekering.”

‘Managed Entry Schemes’ versnellen terugbetaling van geneesmiddelen

Joris [email protected]

Di� erentiële diagnosesDe diagnostiek en behandeling van kankers staan voor een revolutie. Dirk Pollet en Luc Segers van Multiplicom leggen uit.

Wat is het potentieel van ‘differentiële diagnoses’?“De huidige testen laten toe om één gen tegelijk te onderzoeken op mutaties. Men verwijdert daarbij de tumor van een kanker-patiënt of doet een biopsie, en neemt vervolgens stalen om de testen op uit te voeren. Zo’n sequentiële werkwijze is een erg intensief proces en geeft telkens slechts een deel van de infor-matie. Daarom ontwikkelen we bij Multiplicom nu testen waarmee we meerdere genen tegelijk kunnen onderzoeken. Zo krijgt men meer informatie op éénzelfde staal en op hetzelfde moment. Dit creëert niet alleen een tijdsvoordeel, maar ook meer e� ciëntie. Bij sommige kankers is het beschikbare mate-riaal immers niet voldoende om alle aparte testen te doen. In de toekomst zullen we met één staal mogelijk een ‘moleculair pro-fi el’ van de tumor kunnen schetsen. Oncologen zullen dan op basis van dat profi el zeer snel beslissingen kunnen nemen en de gepaste behandeling meteen kunnen opstarten of aanpassen.”

Welke rol spelen ‘companion diagnostics’ bij het succes van gepersonaliseerde behandelingen?“We geloven sterk in diagnostische testen die kunnen nakijken welke van de beschikbare medicijnen kans hebben om de pati-ent e� ectief te behandelen. Dit is dus één test voor een brede waaier van gepersonaliseerde behandelingen. Een voorbeeld van zo’n test is de SOMATIC 1 MASTR Dx. Deze laat toe om de genen NRAS, KRAS en BRAF na te kijken op alle mutaties in het DNA die de patiënt al dan niet geschikt maken voor behandeling met verschillende geneesmiddelen die inwerken op deze doel-moleculen. De geneesheer kan op die manier het beste genees-middel kiezen voor de behandeling van de patiënt.”

“Het is van groot belang om uitzaaiingen vroegtijdig te kun-nen opsporen en behandelen. Momenteel werken we aan een reeks van testen die moet toelaten om, vertrekkende van kleine stukjes DNA die vrij in het bloed van de patiënt voorkomen, vroegtijdig kanker primair of secondair op te sporen en de meest e� ectieve behandeling voor te schrijven. Wanneer deze testen op punt staan, willen we samen met de farmaceutische indus-trie kanker tot een chronische ziekte herleiden. We kunnen de kanker dan misschien nog niet helemaal uitroeien, maar wel onderdrukken zodat de levenskwaliteit en de levensduur van de patiënten er sterk op vooruitgaan.”

KENNISPARTNERKENNISPARTNER

Philippe Van Wilder

Zelfstandig consulent Smart & Bi en wetenschappelij k medewerker VUB/ULB

Vera Bormans - Philippe Van Wilder

www.smartbi.org - [email protected]: Gebroeders Paters Abelooslaan 20, 1933 Zaventem

Access to Healthcare