Licht_op_Thoraxchirurgie
-
Upload
hartcentrum-leiden-lumc -
Category
Documents
-
view
220 -
download
4
description
Transcript of Licht_op_Thoraxchirurgie
Licht op ThoraxchirurgieV E R W I J S B R O C H U R E A F D E L I N G T H O R A X C H I R U R G I E
Licht op Thoraxchirurgie.indd 1 14-09-10 15:22
Licht op Thoraxchirurgie.indd 2 14-09-10 15:22
3
Overzicht afdeling Thoraxchirurgie
Hoofd: Prof. dr. R.J.M. Klautz
Congenitale- en kinderhartchirurgie
Prof. dr. M.G. Hazekamp
Dr. D.R. Koolbergen
Dr. V. Sojak
Cardio-thoracale chirurgie bij volwassenen
Drs. J. Braun
Dr. M. Palmen
Drs. M.I.M. Versteegh, chef de clinique
Drs. A. de Weger
Drs. A. Tjon Joek Tjien, fellow
Wetenschappelijk personeel
Drs. E.F. Bruggemans
Dr. P. Steendijk
Verpleegkundig Management
E.M. Nagtegaal, verpleegkundig hoofd
Cardiologie/Thoraxchirurgie
F. Veen, teamleider Thoraxchirurgie
Bereikbaarheid en verwijzingen
U kunt uw patiënt schriftelijk verwijzen
door een brief met relevante informatie te
sturen naar:
Leids Universitair Medisch Centrum
t.a.v. Planningssecretariaat Hartcentrum,
kamer C4 - 104
Postbus 9600, 2300 RC Leiden
Faxnr: 071-526 6359
email: [email protected]
Telefonisch: via het planningssecretariaat
Hartcentrum 071-526 2355 of 071-526 4841.
Voor dringende zaken en overleg wordt u
doorverbonden met één van onze chirurgen.
Iedere dinsdag, woensdag en donderdag
om 16.30 uur is er een patiëntenbespreking
voor verwijzers (intern en extern). U kunt
zich melden bij ons planningssecretariaat
(C4 -104). Het verdient aanbeveling even-
tueel beeldmateriaal 24 uur van te voren op
te sturen zodat dit op de server gezet kan
worden. Ook is het mogelijk m.b.v. “video-
conferencing” patiënten te bespreken.
Licht op Thoraxchirurgie
De afdeling Thoraxchirurgie van het LUMC streeft voor patiënten
met hart- en longaandoeningen naar academische zorg op het allerhoogste kwaliteitsniveau.
Om dit te bereiken streven wij naar een constante inzet om vernieuwend te zijn,
onze resultaten te evalueren en te verbeteren. Goede samenwerking met onze verwijzers is
van essentieel belang om de kwaliteit van de zorg te kunnen waarborgen.
Binnen het LUMC doen wij dit door middel van intensieve samenwerking
met de afdeling Cardiologie; ons project Q-Mission is hier een voorbeeld van.
Deze brochure is bedoeld als naslagwerk met betrekking tot het pre- en postoperatieve
traject van uw patiënt en geeft u een overzicht van het werk van de afdeling Thoraxchirurgie.
Licht op Thoraxchirurgie.indd 3 14-09-10 15:22
4
Speerpunten en doelstellingen
1. reconstructieve klepchirurgie
2. chirurgische behandeling van hartfalen
3. chirurgie voor aangeboren hartafwijkingen
4. longchirurgie
Om in deze gebieden een rol te kunnen
vervullen als centrum van medische ver-
nieuwing hebben wij onze activiteiten sterk
gespecialiseerd om zodoende te kunnen
groeien naar het grootste academisch hart-
centrum van Nederland en een leidende rol
te spelen bij de verdere ontwikkeling van en
innovatie in de cardio-thoracale chirurgie.
De afdeling is onderverdeeld in 3 secties:
volwassen hartchirurgie, kinderhartchirurgie
en longchirurgie. Binnen deze secties zijn
verdere specialisaties in aandachtsgebieden
om onze doelen te bereiken. Dit heeft niet
alleen betrekking op onze speerpunten: voor
bijvoorbeeld coronairchirurgie hebben wij
een beleid waarbij, voor patiënten onder de
70 jaar, uitsluitend gebruik wordt gemaakt
van arteriële bypass grafts. Indien geïndi-
ceerd wordt de bypass operatie bovendien
zonder hart-long machine uitgevoerd, wat
het herstel bespoedigt.
Met betrekking tot de reconstructieve mitra-
lisklepchirurgie zijn wij in staat een zeer
hoog reparatiepercentage te verwezenlijken
door specifieke expertise en ervaring. Voor
patiënten met primair degeneratieve aandoe-
ningen wordt ongeveer 99% gerepareerd en
voor endocarditis en reuma ongeveer 75%.
Bovendien streven we ernaar in het geval
van endocarditispatiënten al enkele dagen
na het starten van de antibiotische therapie
te opereren om verdere destructie van klep-
weefsel te voorkomen. Tijdige verwijzing is
in dat geval dan ook van groot belang.
Ook op het gebied van aortaklepchirurgie
wordt een breed assortiment van operatieve
mogelijkheden aangeboden. Dit loopt uiteen
van implantatie van verschillende kleppro-
thesen (mechanisch en biologisch, zowel
gestent als niet-gestent) tot reconstructieve
chirurgie. Uiteraard leent alleen geïsoleerde
aortaklepinsufficiëntie zich voor reparatie.
In de meerderheid van die operaties kan de
aortaklep succesvol worden hersteld.
Daarnaast bestaat sinds 2007 voor de
geselecteerde “hoog-risico patiënten” een
succesvol programma voor transkatheter
klepvervanging, waarbij wij in samenwer-
king met de afdeling Cardiologie zowel
transfemoraal als transapicaal klepvervan-
gingen verrichten. Sinds juli 2010 is het
LUMC een van de centra die hier een ver-
gunning voor heeft gekregen.
Ons MISSION!Hartfalen programma
heeft inmiddels een grote reputatie en
we proberen steeds nieuwe antwoorden
te vinden voor de problematiek van het
groeiend aantal patiënten met hartfalen.
Intensieve samenwerking met onze afde-
ling Cardiologie speelt hier een cruciale
rol bij. Na een uitgebreide screening op de
MISSION!Hartfalen polikliniek wordt in
een multidisciplinaire bespreking de meest
Licht op Thoraxchirurgie.indd 4 14-09-10 15:22
5
optimale combinatie van behandelingen
geselecteerd. Dit is dikwijls een combinatie
van een operatieve ingreep, resynchroni-
satie en ICD behandeling, uiteraard steeds
gecombineerd met optimale medicamen-
teuze therapie. Mede door verbeterd inzicht
in de selectie van patiënten binnen de thera-
peutische mogelijkheden en de ervaring met
de postoperatieve zorg laten de resultaten
een sterk stijgende lijn zien.
Kinderen en volwassenen met aangeboren
hartafwijkingen (al of niet eerder geope-
reerd) kunnen worden aangeboden aan de
sectie kinderhartchirurgie/congenitale chi-
rurgie.
Het LUMC maakt deel uit van het CAHAL
(Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen
Amsterdam Leiden), het grootste centrum
van Nederland.
Kinderen worden geopereerd in het LUMC,
voor volwassenen met aangeboren hartafwij-
kingen bestaat een groot operatieprogramma
in het AMC. De kinderhartchirurgen werken
zowel in het LUMC als in het AMC.
Aanbieden van patiënten kan via het plan-
ningssecretariaat Hartcentrum of via het
secretariaat Kinderhartcentrum LUMC
(071-526 2348). Voor overleg is altijd één
van de kinderhartchirurgen beschikbaar.
Verwijzingen
Binnen 5 werkdagen worden de door u aan-
geboden patiëntengegevens door één van
onze thoraxchirurgen beoordeeld en wordt
u hiervan op de hoogte gesteld. Op bijge-
voegde praktische “verwijskaart” vindt u per
patiëntengroep de onderzoeken die voor een
goede beoordeling van belang zijn.
Licht op Thoraxchirurgie.indd 5 14-09-10 15:22
6
Alhoewel wij uiterst terughoudend zijn in
het herhalen van onderzoek zal dit in som-
mige gevallen noodzakelijk zijn voor een
gedetailleerde bepaling van het behandel-
plan of voor wetenschappelijk onderzoek.
Een voorbeeld hiervan is het TTE dat
standaard tijdens het pre-operatieve poli-
kliniekbezoek gedaan wordt en dat de basis
vormt voor vergelijking met post-operatief
onderzoek. Dit vormt een belangrijk onder-
deel van onze veiligheidscyclus.
Overigens zal slechts bij hoge uitzondering
een TEE opnieuw verricht worden, alleen
wanneer beleidsbeslissingen daarvan afhan-
kelijk zijn. In andere gevallen zal het tijdens
de operatie altijd uitgevoerde TEE gebruikt
worden voor verdere precisering van de
afwijkingen.
Verwijskaart Thoraxchirurgie LUMC
Hieronder een overzicht van de standaard -
en de aanvullende onderzoeken.
Iedere patiënt - brief met basisgegevens en het behandelvoorstel
- lab: Hb, BSE of CRP, creat- X-thorax op CD- ECG
> 60 jaar longfunctieCABG CAG, bij slechte LV ook LV-angioKlepoperatie - TTE / TEE op CD in DICOM
format- CAG: man > 40 jr, vrouw > 50 jr- icc kaakchirurg als OK > 6
weken laterHartfalen CAG, LV-angio, R-cath, ischaemie
en viabiliteits onderzoek, TTEAortachirurgie CT-scan met contrast op CD
Verwijskaart Thoraxchirurgie LUMC
Adres en telefoonnummers:
Leids Universitair Medisch Centrum
Planningssecretariaat Hartcentrum
kamer C4-104
Postbus 9600, 2300 RC Leiden
Planningssecretariaat: 071-526 2355 of
071-526 4841
Fax: 071-526 6359
Verpleegafdeling J9-P: 071-526 2624
U kunt persoonlijk langskomen en uw
patiënt bespreken, iedere dinsdag, woensdag
en donderdag om 16.30 uur op C4-104;
wij bespreken dan patiënten op C4-155
(van Voorthuizen zaal). Het verdient aanbe-
veling eventueel beeldmateriaal 24 uur van
te voren op te sturen, dan wordt dit op de
server geplaatst.
- X-thorax: bij voorkeur aangeleverd op een
separate CD-ROM. Een verslag van de
radioloog behoeft niet separaat te worden
toegevoegd.
- Laboratorium onderzoek: hemoglobine,
bezinking of CRP, creatinine. Indien nodig
ander relevant laboratorium onderzoek.
- ECG: een recent ECG. In het geval van
paroxysmaal atriumfibrilleren met een
frequentie van aanvallen van meer dan
eens per dag eveneens graag een 24-uurs
Holter onderzoek. Dit is belangrijk voor de
keuze van de behandelingsmodaliteit. Bij
Licht op Thoraxchirurgie.indd 6 14-09-10 15:22
7
permanent boezemfibrilleren volgen we
een andere chirurgische benadering dan bij
de paroxysmale variant. Indien aanvallen
niet frequent voorkomen zouden wij willen
adviseren de patiënt te motiveren tijdens
een aanval naar het ziekenhuis te komen
om een ECG te laten maken. Eventuele
ritmechirurgie is zeer afhankelijk van
gedocumenteerd AF.
- Coronair angiografie: bij alle patiënten
die worden aangeboden voor een CABG.
Graag aanleveren op CD-ROM in DICOM
formaat. Voor patiënten die voor een
andere ingreep worden aangeboden:
mannen boven de 40 jaar en vrouwen
boven de 50 jaar. Voor deze patiënten kan
ook volstaan worden met een CT-scan van
de coronairen, hoewel dat niet onze voor-
keur heeft. Immers, gedetailleerde kennis
over het verloop van de coronairen kan in
sommige gevallen belangrijk zijn (bijvoor-
beeld het verloop van de circumflex t.o.v.
de mitraalklepannulus).
- Ischaemiedetectie en viabiliteitsonderzoek:
dit onderzoek speelt met name een rol
bij hartfalenchirurgie. Bij deze patiënten
met vaak multipele infarctlittekens is het
immers minder evident dat alle afwijkin-
gen, die bij coronair angiografie worden
geduid als “significant gestenoseerd”, ook
belangrijk genoeg zijn om te revasculari-
seren. Bovendien wordt dan duidelijk waar
precies irreversibele schade is opgetreden.
Bij de meeste patiënten met een indicatie
voor coronairchirurgie speelt dit onderzoek
geen rol; een enkele keer wel bij reopera-
ties.
Licht op Thoraxchirurgie.indd 7 14-09-10 15:22
8
- LV-angiografie: bij verwijzing voor linker-
kamer reconstructie / aneurysmectomie
is dit een belangrijk onderzoek dat veel
informatie geeft omtrent de te verrichten
operatie. Bij afwezigheid van een myocard-
infarct in de voorgeschiedenis is dit
onderzoek niet nodig. Naarmate er een
ernstiger beschadiging van de linkerkamer
bestaat wordt dit een steeds belangrijker
onderzoek voor een goede planning van de
ingreep.
- Rechtscatheterisatie: bij patiënten met ern-
stig hartfalen die verwezen worden voor
hartfalenchirurgie. Bij sterk verhoogde
drukken is het zinvol de reversibiliteit van
de pulmonale hypertensie vast te stellen.
Voor patiënten met primair mitralisklep-
lijden volstaat de schatting aan de hand
van de echocardiografisch gemeten trans-
tricuspidalis drukgradiënt.
- Echocardiografisch onderzoek: alle
patiënten die aangeboden worden voor
klepoperatie ondergaan een TTE. Deze
bij voorkeur aanleveren op CD/DVD-
ROM in standaard (merk onafhankelijk)
DICOM formaat. Indien u GE (Echopac®)
apparatuur gebruikt kunt u onderzoek(en)
exporteren naar CD of DVD op de echo-
machine zelf. Selecteer het betreffende
onderzoek of patiënt en kies de optie
“export to CD/DVD-Archive”. Deze
laatste optie maakt post-processing moge-
lijk (zoomen, aanpassing van de 2D- en
color-gain en dergelijke). Indien ook een
transoesofageaal onderzoek (TEE) ver-
vaardigd is, dit graag op dezelfde wijze
aanleveren. Een TEE onderzoek is altijd
noodzakelijk voor een klepreconstructie.
Het is overigens ook mogelijk dit onder-
zoek in het LUMC te laten doen.
Indien tijdens het CAG geen LV-injectie is
gemaakt, dan graag een TTE aanleveren
ter beoordeling van de LV-functie en even-
tuele wandbewegingsstoornissen.
- CT-scan: altijd met contrast laten uit-
voeren. Is geïndiceerd indien tijdens
angiografie of bij echocardiografisch
onderzoek verdenking ontstaat op een dila-
tatie van de aorta ascendens. Bij ernstige
aortaklepinsufficiëntie dient overwogen te
worden een CT-scan te maken. Graag aan-
bieden op CD.
- MRI-scan: van belang bij patiënten die
aangeboden worden voor linkerkamer
reconstructies. Hierbij zijn niet alleen de
afmetingen van de kamers van belang
maar ook de, middels late-enhancement,
vastgestelde littekenlokalisatie en -omvang
en de viabiliteit. Voorts kan een MRI
behulpzaam zijn in de beoordeling van
aortapathologie, met name bij coarctaties.
Graag aanbieden op CD.
- Longfunctie onderzoek: geïndiceerd bij
patiënten > 60 jaar en bij jongere patiënten
met COPD.
- KNO-focus onderzoek: alleen geïndiceerd
voor patiënten met klachten van (chroni-
sche) infecties in het KNO-gebied die een
Licht op Thoraxchirurgie.indd 8 14-09-10 15:22
9
klepoperatie moeten ondergaan. In overige
gevallen heeft onderzoek uitgewezen dat
dit niet noodzakelijk is.
- Kaak-focus onderzoek: in principe zou
iedere patiënt met een hartklepaandoening
of patiënten bij wie waarschijnlijk prothe-
semateriaal geïmplanteerd gaat worden
(aortachirurgie, linkerventrikelrecon-
structie etc.) een gesaneerd gebit moeten
hebben. Wij adviseren dan ook om in een
vroeg stadium een consult kaakchirurgie te
laten verrichten.
In verband met mogelijke bacteriëmieën
moet er tussen de sanering en de operatie
in ieder geval 6 weken verstrijken. Verwijst
u een patiënt bij wie nog geen sanering
heeft plaatsgevonden, dan overleggen wij
na acceptatie voor operatie met u of de
sanering nog voor de operatie kan plaats-
vinden. Is de wachttijd voor de operatie
korter dan 6 weken, dan achten wij het ver-
standiger om de gebitssanering 3 maanden
na de operatie te laten plaatsvinden, uiter-
aard onder antibiotische profylaxe.
- Consulten en andere documenten: bij
comorbiditeit graag schriftelijke informatie
ten aanzien van eventueel te treffen
maatregelen rond de voorgenomen operatie
en/of informatie met betrekking tot de
prognose. In geval van re-operaties, waarbij
de oorspronkelijke operatie niet in Leiden
heeft plaatsgevonden graag een kopie van
het oorspronkelijke operatieverslag. Bij
reïnterventies voor coronairsclerose is het
oorspronkelijk coronair angiogram van
belang om tot een besluit over de indicatie
te komen. In voorkomende gevallen deze
graag meesturen.
Electieve patiënt
Na ontvangst van de gegevens zullen wij
binnen 5 werkdagen een (op zijn minst voor-
lopige) uitspraak doen over de operatieve
mogelijkheden voor de betreffende patiënt.
Het spreekt voor zich dat het hiervoor van
belang is dat de gegevens zo compleet
mogelijk worden aangeleverd. Alle schrifte-
lijke informatie wordt in ons EPD ingescand
en al het beeldmateriaal in de betreffende
systemen ingeladen. De gegevens worden
dan, afhankelijk van de complexiteit, door
de “thoraxchirurg van de dag” of in het
hartteam beoordeeld. U wordt per brief of
telefonisch door het planningssecretariaat
op de hoogte gebracht van deze hartteam-
bespreking, indien nodig vergezeld van een
verzoek tot aanvullend onderzoek.
Door middel van een brief wordt de patiënt
geïnformeerd dat hij/zij op de wachtlijst
staat met een indicatie van de wachttijd.
Op een bepaald moment (ca 2 weken voor
de operatie) wordt de patiënt opgeroe-
pen voor onze preoperatieve polikliniek.
Patiënt en naaste familie zullen uitvoerig
geïnformeerd worden over de hele gang
van zaken rond de operatie, gesprekken
krijgen met een arts-assistent of physician
assistant (inclusief lichamelijk onderzoek),
een verpleegkundige en een fysiothera-
peut. Zonodig zal er aanvullend onderzoek
worden verricht (lab, ECG, X-thorax).
Licht op Thoraxchirurgie.indd 9 14-09-10 15:22
10
Ook vindt er een gesprek plaats met een
thoraxanesthesioloog en een thoraxchirurg.
Tenslotte wordt een voorlopige operatieweek
met de patiënt afgesproken. De definitieve
operatiedag wordt meestal telefonisch op de
donderdag voorafgaand aan de week waarin
de operatie plaatsvindt aan de patiënt mee-
gedeeld.
Advies inzake staken antistolling:
Op de preoperatieve polikliniek worden
met de patiënt afspraken gemaakt over
welke medicatie aangepast moet worden.
Met name gaat het om aanpassingen in de
antistollingsmedicatie. Over het algemeen
wordt orale antistolling enkele dagen voor
de operatie gestaakt. Aspirine-achtige mid-
delen worden 5 dagen voor de operatie
gestaakt. Plavix, indien gegeven ter pre-
ventie van stent-thrombose, wordt meestal
niet gestaakt. Ten aanzien van het staken
van antistolling hanteren wij de volgende
adviezen:
1) patiënt met angina pectoris; zie schema
2) patiënt met aspirinederivaten gebruik
anders dan genoemd onder 1)
aspirine staken 5 dagen voor operatie
Instabiele angina pectoris klachtenJa Nee
Stent aanwezig?Ja Nee
Soort stent
Ascal en Plavix
doorgebruiken
Ascal en Plavix beide
staken
Bare Metal Stent (BMS)< 3 mnd oud
Plavix staken, Ascal
doorgebruiken
Ascal en Plavix
beide staken
Drug Eluting Stent (DES) > 12 mnd oud
Ascal en Plavix
doorgebruiken
Plavix staken, Ascal
doorgebruiken
< 12 mnd oud> 3 mnd oud
Schema antistolling
Licht op Thoraxchirurgie.indd 10 14-09-10 15:22
11
3) patiënten met orale antistolling:
Marcoumar 5 dagen en Sintrom 2 dagen
voor operatie staken. Alleen in het geval
van mechanische kunstklep of andere
indicaties die een hoge INR-streefwaarde
rechtvaardigen overbruggen met
tweemaal daags LMWH subcutaan.
Dit laatste geldt dus niet voor
bijvoorbeeld patiënten met
atriumfibrilleren.
Patiënten die klinisch op operatie wachten
Patiënten die klinisch wachten op een opera-
tie worden in principe binnen 10 werkdagen
geopereerd, nadat wij de gegevens hebben
ontvangen en beoordeeld. Voor opgenomen
patiënten zorgen wij dat u binnen 24 uur
een behandelplan van ons hebt gekregen. In
principe gelden dezelfde wensen ten aanzien
van aanvullend onderzoek als hierboven
beschreven, maar de tijdsdruk maakt dat hier
praktisch mee omgegaan wordt. Vaak kan
kort telefonisch overleg met de “chirurg van
de dag” voldoende zijn om snel een aantal
afspraken hierover te maken. Voor patiën-
ten die opgenomen zijn vanwege een acuut
coronair syndroom en een operatie-indicatie
hebben, zal het beleid ten aanzien van de
antistolling met u worden kortgesloten.
De klinisch wachtende patiënten worden de
dag voor operatie overgenomen, afhanke-
lijk van hun medicatie/instabiliteit naar de
verpleegafdeling J9 of naar de CCU of IC.
Patiënten die meer observatie en/of aanvul-
lend onderzoek nodig hebben, worden in
overleg vaak meerdere dagen voor de opera-
tie overgenomen.
Na de operatie
Uw patiënt wordt voor de nacontroles direct
naar u terugverwezen. Uitzondering zijn de
patiënten met wondproblemen en een aantal
specifieke patiëntengroepen in het kader van
onze onderzoeksprogramma’s. Deze pro-
gramma’s zijn bedoeld om behandelingen te
evalueren en de kwaliteit van ons zorgproces
te bewaken, hetgeen past bij onze acade-
mische ambities. Daarnaast worden wij
bijvoorbeeld ook door de overheid steeds
vaker gevraagd naar kwalitatieve gegevens
over onze zorguitkomsten.
1. De follow-up in het MISSION!Hartfalen
programma, waar patiënten tot één jaar
na operatie op gestandaardiseerde wijze
worden gecontroleerd. Hierna wordt de
patiënt terug verwezen naar zijn/haar
verwijzend cardioloog.
2. Patiënten die een chirurgische ablatie
vanwege atriumfibrilleren hebben
ondergaan. Zij worden op de MISSION!
Atriumfibrillatie polikliniek teruggezien,
in elk geval tot 6 maanden na de
operatie. Vaak hebben patiënten tijdelijk
aangepaste medicatie en antistolling
ontvangen die de nodige aanpassingen
vereisen in de eerste maanden na de
ablatie. Deze controles vinden geheel
onafhankelijk van de controles bij de
verwijzend cardioloog plaats.
3. Alle kleppatiënten willen wij op
gereguleerde momenten graag terugzien
voor, met name, een trans-thoracaal
Licht op Thoraxchirurgie.indd 11 14-09-10 15:22
12
echocardiografisch onderzoek. Dit
gebeurt uitsluitend in het kader van onze
eigen kwaliteitscontrole en -evaluatie en
staat geheel los van de controles bij de
verwijzend cardioloog. Uiteraard worden
u en de patiënt wel geïnformeerd over
de bevindingen van dit onderzoek. Wij
noemen deze poli de Q-poli.
4. Patiënten die op onze afdeling een
operatie aan de thoracale aorta hebben
ondergaan krijgen het aanbod om, naast
de controles door hun eigen cardioloog,
op onze aortapolikliniek gecontroleerd
te worden. Deze polibezoeken worden
voorafgegaan door een CT- of MRI-scan
van de aorta. De frequentie begint met
1 x per 6 maanden en loopt terug tot 1
x per 2 jaar. De punten waarop gelet
wordt zijn met name de vorming van
pseudo-aneurysmata (ten gevolge van
naadlekkage) en dilatatie van andere
segmenten van de aorta. De genoemde
laat-postoperatieve complicaties zijn tot
12 jaar na dit soort ingrepen beschreven.
Wetenschappelijk onderzoek
Het is mogelijk dat uw patiënt tijdens de
opname en behandeling gevraagd wordt mee
te doen aan wetenschappelijk onderzoek. Er
lopen vaak meerdere onderzoeken die soms
betrekking hebben op extra observaties maar
ook betrekking kunnen hebben op werke-
lijke interventies (medicatiestudies, nieuwe
operatietechnieken of medische hulpmidde-
len bv. kleppen).
Om deze reden is het soms noodzakelijk
aanvullend onderzoek bij uw patiënt te doen.
Regelmatig worden refereeravonden geor-
ganiseerd, waarop wij u informeren over
lopend wetenschappelijk onderzoek en daar
waar mogelijk de resultaten bespreken.
Het gebeurt ook dat wij u en uw patiënten
enige tijd na een operatie om informatie
vragen over zijn/haar gezondheid.
Wij vragen hiervoor aan alle patiënten vóór
de operatie om toestemming.
Licht op Thoraxchirurgie.indd 12 14-09-10 15:22
Licht op Thoraxchirurgie.indd 13 14-09-10 15:22
Licht op Thoraxchirurgie.indd 14 14-09-10 15:22
Licht op Thoraxchirurgie.indd 15 14-09-10 15:22
Albinusdreef 2, Postbus 9600, 2300 rc Leiden
Licht op Thoraxchirurgie.indd 16 14-09-10 15:22