Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide...

41
Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting Dick van Eijk Henk van Ess

Transcript of Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide...

Page 1: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Lesmateriaal voorComputer Assisted Reporting

Dick van EijkHenk van Ess

Page 2: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Uitgegeven in 2003 door de ‘Vereniging van Onderzoeksjournalisten’ (VVOJ)

Postbus 92049

1090 AA Amsterdam (Nederland)

Tel. +31 6 55 11 48 29

[email protected]

www.vvoj.nl

Kol. Bourgstraat 90

B-1030 Brussel (België)

Tel. +32 2 705 59 19

[email protected]

www.vvoj.be

Copyright 2003 ©, Dick van Eijk, Henk van Ess

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,

microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Vormgeving: Anne Van Hootegem

Page 3: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Journalisten vergaren informatie, wegen, selecteren en bewerken die.En vervolgens verschaffen ze op hun beurt informatie aan hun lezers. Het ligt dus voorde hand dat informatietechnologie het werk van journalisten kan vergemakkelijken enverbeteren. Computers zouden de natuurlijke partners van journalisten moeten zijn.

In de praktijk is dit nauwelijks het geval. Nagenoeg iedere journalist tikt zijn of haarteksten op een computer. Maar afgezien van de tekstverwerker vormen computer-programma’s onderbenut gereedschap in ons vak. De oprichters van de Vereniging vanOnderzoeksjournalisten waren zich bewust van deze onderbenutting, want velen vanhen waren op de hoogte van de potentie van informatietechnologie. Een deel van henhad zelf uitvoerig ervaring opgedaan met het op een computer analyseren van gegevensten behoeve van journalistieke publicaties, anderen hadden in presentaties op deinternationale conferentie over onderzoeksjournalistiek in Kopenhagen gezien watcollega’s in andere landen zoal doen op dit terrein.

Onze vereniging wilde zich dan ook van meet af aan inzetten voor verspreiding van dekennis over de inzet van informatietechnologie in de nieuwsgaring, of in de gangbaarderAmerikaanse terminologie, over computer assisted reporting. We wilden collega’s lerenhoe ze beter kunnen zoeken naar gegevens en documenten op internet, hoe zegegevens kunnen ordenen en analyseren op hun eigen computer, en hoe ze hieruitnieuws kunnen halen. De vraag was hoe hiermee te beginnen. Om een vliegende startte kunnen maken is gekeken naar hoe in de Verenigde Staten en Denemarken journa-listen informatietechnologie leren inzetten in hun werkzaamheden. Dit rapport vormteen weerslag van dit onderzoek

Tijdens de eerste Nederlands-Vlaamse conferentie over onderzoeksjournalistiek,november 2002 in Utrecht, heeft de VVOJ achttien trainingen aangeboden. Deze zijnalle uitvoerig geëvalueerd. Ook de rapportage daarvan is in dit rapport ondergebracht.Bij elkaar geeft dit de vereniging een kader om de verdere activiteiten op het gebied vantrainingen in computer assisted reporting en het ontwikkelen van lesmateriaal ter handte nemen.

De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk (NRC Handelsblad) en Henk vanEss (Utrechts Nieuwsblad) voor hun bijdragen, en het Bedrijfsfonds voor de Pers voorzijn financiële steun, zonder welk dit onderzoek niet gerealiseerd had kunnen worden.

Amsterdam, juni 2003

Marjan AgerbeekVoorzitter VVOJ

Voorwoord

Page 4: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

`

Page 5: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

3 Voorwoord

5 Inhoud

7 Hoofdstuk 1: Inleiding

9 Geschiedenis van Computer Assisted Reporting12 Scholing op CAR-gebied12 Opzet van dit onderzoek

15 Hoofdstuk 2: Amerikaans lesmateriaal

16 NICAR18 Europese ervaringen met Amerikaans lesmateriaal

21 Hoofdstuk 3: Deens lesmateriaal

21 De cursusinhoud25 De Deense didactiek27 Openbaarmaking van digitale bronnen27 Conferentie in Kopenhagen30 Internationaal netwerk van CAR-trainers30 Slotopmerkingen

31 Hoofdstuk 4: Nederlands lesmateriaal

31 Trainingen op de conferentie onderzoeksjournalistiek34 Evaluatie van de trainingen

39 Hoofdstuk 5: Conclusie

41 Literatuur

Inhoud

Page 6: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

6

Page 7: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

: Inleiding

Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zijn computers alomtegenwoordig in dejournalistiek. In hoogontwikkelde landen als Nederland en België bestaan waarschijnlijkgeen professionele journalisten meer die nooit een computer gebruiken. Hoe snel dit isveranderd moge blijken uit het feit dat het ook bij grote kranten midden jaren tachtig noggebruikelijk was dat journalisten hun teksten met schrijfmachines tikten op doorslagpapier.

Voor de meeste journalisten was de computer dan ook in de eerste plaats een moderneschrijfmachine. Uitgevers investeerden fors in redactionele automatisering, niet zozeer omjournalisten beter werk te kunnen laten leveren, maar om grote delen van de pre-pressafdeling te kunnen wegbezuinigen: de zetterij, de correctieafdeling, later de opmaak. Het isdan ook niet verwonderlijk dat computers ter redactie in de eerste plaats werden ingezet alsproductiegereedschap: tekstinvoer, later paginaopmaak en nog later fotobewerking. De redac-tie nam veel taken van de pre-press afdelingen over. Dit soort toepassingen van computers inde journalistiek is NIET wat wordt bedoeld met de term Computer Assisted Reporting.

Journalisten ontdekten, niet zelden op individuele basis, dat ze met een computer meerkonden dan een stukje tikken. Sommigen keken van documentalisten af dat je kon zoeken inonline databases als Lexis Nexis, Dialog of FT Profile. Anderen ontdekten de kracht van eendigitale kaartenbak, of van de analyse-mogelijkheden van een rekenprogramma. Kortom, zeontdekten dat computers ook nuttig konden zijn vóórdat ze begonnen te tikken aan hunstukje. Het zijn dit soort toepassingen van computers in de journalistiek die worden bedoeldmet de term Computer Assisted Reporting. Samengevat:

Computer Assisted Reporting is de toepassing van informatietechnologie in denieuwsgaring.

De term is overgewaaid uit Amerika en wordt inmiddels in veel landen gebruikt. Pogingenom vertalingen ingang te doen vinden zijn in de meeste talen tot dusverre op nietsuitgelopen. Dit heeft Computer Assisted Reporting – doorgaans afgekort tot CAR – overigensgemeen met soortgelijke termen als Computer Aided Design (CAD). Met name in oudereliteratuur komt men ook nog wel de term Computer Assisted Reporting and Research (CARR)tegen, maar vandaag de dag wordt research doorgaans als een onlosmakelijk onderdeelgezien van reporting.

Voor een beter begrip is het handig om onderscheid te maken tussen vier typen activiteitenwaarin informatietechnologie voor journalisten een belangrijke meerwaarde kan vertegen-woordigen:

1. Zoeken2. Ordenen3. Analyseren4. Converteren

Dit is een ideaaltypische indeling in de zin dat deze activiteiten wel analytisch te scheidenzijn, maar in de praktijk veelal in elkaar overlopen. Ook veel software is in meer dan ééncategorie inzetbaar. Hieronder worden deze activiteiten kort gekarakteriseerd en worden devoornaamste programma’s beschreven die hierbij worden toegepast.

Hoofdstuk 1

7

Page 8: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

1. Zoeken

Het gaat zowel om het zoeken naar tekstdocumenten als kranten- en tijdschrift-artikelen, wetteksten en vonnissen, als om het zoeken naar gestructureerdegegevens als namen, adressen, telefoonnummers en bedrijfsgegevens. Het gaatzowel om het zoeken op het ‘vrije’ internet, als in besloten online databases alsLexis Nexis, Mediargus, Kamer van Koophandel en Kadaster, als in lokaalopgeslagen databases, bijvoorbeeld op cd-rom.Qua methoden gaat het hier om kennis van zoekstrategieën en algemene zoek-syntactische kennis, zoals booleaanse logica. Belangrijke programma’s zijnwebbrowsers – die tevens toegang verschaffen tot de diverse webinterfaces vanallerlei online databases – en zoekprogramma’s voor internet zoals Copernic enWebferret. Voor het zoeken in lokale data kunnen ook data-baseprogramma’s alsMicrosoft Access en rekenprogramma’s als Microsoft Excel relevant zijn,alsmede programma’s om grote hoeveelheden tekst op een eigen harde schijf tedoorzoeken, zoals askSam, Enfish en ISYS.

2. Ordenen

Vooral wanneer de hoeveelheid gegevens toeneemt – of dit nu gestructureerdedata zijn of platte teksten – dan wordt het nodig om die gegevens op een ofandere manier te ordenen, zowel om ze te kunnen terugvinden als om ze tekunnen analyseren. Dit speelt zowel in het geval een journalist de gegevens stukvoor stuk zelf bijeengebracht heeft, als in het geval een complete verzamelinggegevens is verkregen van een of andere instantie.Qua methoden gaat het hier om kennis van databasestructuren en normalisatie-principes. De belangrijkste gereedschappen zijn databaseprogramma’s alsMicrosoft Access en rekenprogramma’s als Microsoft Excel, hier toegepast alseenvoudige database. Ook programma’s voor het gestructureerd opslaan vanteksten, zoals askSam en Enfish, vinden toepassing als ordeningsinstrument.

3. Analyseren

Het primaire doel van elk onderzoek is datareductie: het terugbrengen van eenveelheid aan gegevens tot een getal, een begrip of enkele alinea’s tekst.Onderzoeksjournalistiek brengt veelal het vergaren van zeer veel gegevens metzich mee, terwijl de beschikbare ruimte voor publicatie van de weerslag van hetonderzoek niet evenredig groter is dan bij een alledaags nieuwsbericht. Kortom,onderzoeksjournalistiek vergt meer datareductie en dus een krachtiger analysevan de beschikbare gegevens.Qua methoden gaat het om een zeer breed scala. Rekenen en statistiek speleneen belangrijke rol, al gaat het er maar om vast te stellen welke de grootste is, debeste of de snelste groeier. Geografische analyse kan een rol spelen, evenalstekstanalyse of netwerkanalyse. Deels kan worden geput uit sociaal-weten-schappelijke kennis, zij het dat de journalistiek andere doelen heeft en daaromook andere regels hanteert. De belangrijkste gereedschappen zijn rekenprogram-ma’s als Microsoft Excel, databaseprogramma’s als Microsoft Access, desktopmapping programma’s als MapInfo en ArcView, statistische software als SPSS endiverse nog gespecialiseerder gereedschappen.

8

Page 9: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

4. Converteren

Gegevens zoals die worden aangetroffen op het internet of worden aangeleverddoor een instantie hebben niet altijd de structuur die vanuit oogpunt vananalyse gewenst is. Een eenvoudig voorbeeld: de gegevens bevatten een veldvoor de naam, terwijl men liever drie afzonderlijke velden voor voornaam,tussenvoegsels en achternaam zou willen hebben. In zulke gevallen is conversievan de gegevens nodig. Het gaat soms om simpele dingen als het omrekenen vanvaluta of buitenlandse maten en gewichten. Maar het kan ook gaan om soms zeercomplexe operaties om specifieke gegevens geautomatiseerd uit grote lappentekst te lichten.Qua methoden is kennis van datastructuren nodig, een basiskennis programme-ren en enige kennis van reguliere expressies. Belangrijke gereedschappen zijnteksteditors als UltraEdit – zelfs met een tekstverwerker als Microsoft Wordkomt men een eind – alsmede de eerder genoemde databases en rekenprogram-ma’s. Daarnaast bestaan er allerlei gespecialiseerde conversiegereedschappen alsMonarch, Aerial, DBMS/Copy, TextPipe, WordPort en ParseRat. Ook program-meertalen als Perl en Visual Basic kunnen hun nut bewijzen.Het converteren van data, ook wel data cleansing genoemd, is een activiteit voorgevorderden. In de eerste plaats omdat men in staat moet zijn te definiëren watvoor datastructuur men nodig heeft, en dit vergt kennis van zowel analyse-methoden als van de mogelijkheden en beperkingen van de te gebruiken soft-ware, in de tweede plaats omdat het soms zeer gespecialiseerde kennis vergt enzeer gespecialiseerde software.

Geschiedenis van Computer Assisted Reporting

De inzet van informatietechnologie heeft twee beginpunten 1 . Er is een grootschaligbeginpunt in 1952, toen CBS een Remington Rand UNIVAC computer inzette om de uitslagvan de presidentsverkiezingen te voorspellen op basis van de eerste tellingen. Voorafgaandaan de verkiezingen was voorspeld dat het een nek-aan-nekrace zou worden tussen de beidekandidaten Dwight Eisenhower en Adlai Stevenson. Op basis van de eerste tellingen oorspelde het computermodel dat Eisenhower met een straatlengte voorsprong zou winnen.Maar de leiding bij CBS vertrouwde de zaak niet en wachtte eindeloos met het uitzenden vande voorspelling. Toen ze dat uiteindelijk wel deden – de computer kreeg gelijk – werd despot met ze gedreven omdat ze de computer niet hadden geloofd.... Sindsdien hebben degrote Amerikaanse televisie networks computers gebruikt in de verwerking en voorspellingvan verkiezingsuitslagen.

Hoewel de networks computers inzetten in de nieuwsgaring, speelde zich dit volledig af opmanagement-niveau. Van verslaggevers en eindredacteuren vergde deze inzet vaninformatietechnologie geen nieuwe of bijzondere kennis. De redactionele verwerking van deuitkomsten van het computermodel verschilde niet wezenlijk van de verwerking vanexterne voorspellingen van bureaus als Gallup.

Het tweede beginpunt was kleinschalig – op het niveau van individuele verslaggevers – enzou uiteindelijk wel leiden tot een grote verandering in de rol van informatietechnologie in

1 Over de geschiedenis van computer assisted reporting in de Verenigde Staten is inmiddels het een en ander gepubliceerd. Voor dithoofdstuk is met name geput uit Cox (2000), Meyer (1991) en Poynter (1999).

9

Page 10: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

verslaggeving. Philip Meyer, toen verslaggever bij de Detroit Free Press, ondervroeg in 1967zwarten over hun deelname aan de rassenrellen in Detroit. Hij werd hierin bijgestaan doortwee onderzoekers van de University of Michigan. De antwoorden werden geanalyseerd metbehulp van een IBM 360 mainframe computer. De analyse toonde aan dat in tegenstelling totwat iedereen dacht zwarten met een hogere opleiding net zo vaak meededen aan de rellen alszwarten die hun middelbare school niet hadden afgemaakt. Het leverde een Pulitzer Prize op.

Meyer was niet zo zeer geïnteresseerd in de inzet van informatietechnologie, als wel in deinzet van sociaal-wetenschappelijke onderzoeksmethoden in de journalistiek. Hij was eenjaar eerder overtuigd geraakt van de wenselijkheid hiervan toen hij als Nieman Fellow eenstudiejaar doorbracht aan Harvard University. Zijn ideeën hierover heeft hij uitgewerkt in hetboek Precision Journalism, dat verscheen in 1973. In 1991 verscheen een herziene versie alsThe New Precision Journalism.

Geheel los van Meyer liet Clarence Jones van de The Miami Herald in 1968 rechtenstuden-ten gegevens uit rechtbankdossiers intikken op een computer. De gegevens werden opgesla-gen op 13.000 ponskaarten. Analyse van de gegevens liet zien dat sommige categorieënverdachten vaker en zwaarder werden gestraft dan andere. Dit was de eerste keer datjournalisten overheidsdata analyseerden met inzet van computers.

Ook The New York Times analyseerde begin jaren zeventig criminaliteitsgegevens met eencomputer. Precision journalism en het analyseren van overheidsdata kwamen bij elkaar in1973, toen Don Barlett en James Steele van de The Philadelphia Inquirer gegevens uitvonnissen invoerden in een computer en Philip Meyer hen bijstond in de analyse ervan.‘Unequal Justice’ heette de serie artikelen die hieruit voortkwam. Meyer was inmiddelshoogleraar journalistiek aan de University of North-Carolina in Chapel Hill, ‘om de hoek’ bijde Inquirer.

Meyer stond vaker journalisten bij in het analyseren van gegevens. Zo ook in 1978, toen RichMorin en Fred Tasker van de The Miami Herald als eerste gebruik maakten van het feit datoverheidsinstanties zelf ook steeds meer gegevens in computers gingen vastleggen.Ze analyseerden een magneetband met gegevens over onroerendezaakbelasting enconcludeerden dat de taxaties van onroerend goed aanzienlijke discrepanties vertoonden.

Nog een stap verder ging een andere pionier, Elliot Jaspin van The Providence Journal, diemidden jaren tachtig als eerste journalist verscheidene overheidsbestanden aan elkaarkoppelde en zo kon vaststellen dat menig schoolbuschauffeur een geschiedenis vanverkeersovertredingen en veroordelingen wegens drugshandel had. Hij kwam erop om dit uitte zoeken toen in korte tijd drie kinderen waren doodgereden door een schoolbus.

De definitieve doorbraak van computer assisted reporting als discipline kwam in 1989. In datjaar wonnen Bill Dedman en Dwight Morris van The Atlanta Journal-Constitution eenPulitzer voor de serie ‘The Color of Money’ waarmee zij aantoonden dat wie in een buurt metveel zwarten woonde onevenredig vaak een hypotheek werd geweigerd. En Rich Mauer vande Anchorage Daily News won een Pulitzer voor zijn analyse van de doodsoorzaken vaneskimo’s in Alaska. Sindsdien is vrijwel elk jaar ten minste één Pulitzer toegekend aan eenverhaal dat met inzet van informatietechnologie tot stand is gekomen. Hetzelfde geldt voorde IRE Awards.

10

Page 11: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

De eerder genoemde Elliot Jaspin maakte het dat jaar zijn collega’s bij andere media een stukgemakkelijker om bestanden van overheden te analyseren: samen met Dan Woods schreef hijhet computerprogramma 9-Track Express, waarmee de inhoud van magneetbanden met datavan mainframecomputers zoals overheden die hanteerden gemakkelijk kon wordenovergezet naar de harde schijf van een personal computer. Sindsdien hoefden journalistengeen toegang meer te hebben tot grote computers om zulke bestanden te analyseren.

In datzelfde jaar richtte de University of Missouri School of Journalism het Missouri Institutefor Computer Assisted Reporting (MICAR) op, met wederom Elliot Jaspin als instigator. Hetinstituut moest journalisten trainen in het vinden, verkrijgen en analyseren van gegevens.Aangezien IRE op dezelfde campus was gevestigd, ontstond al snel een innige band tussenbeide organisaties. Sinds 1994 heet het instituut National Institute for Computer AssistedReporting (NICAR) en is het een samenwerkingsverband van de universiteit en IRE. Hetinstituut heeft sindsdien zo’n duizend trainingen georganiseerd in alle delen van deVerenigde Staten. De oprichting van MICAR markeert de overgang van computer assistedreporting als pionierswerk naar computer assisted reporting als onderdeel van mainstreamjournalistiek. Vanaf dat moment was CAR iets dat je kon leren in een cursus.

Deze overgang werd gefaciliteerd door de opmars van de personal computer in redactie-lokalen vanaf het midden van de jaren tachtig. Weliswaar werkten de meeste journalistentoen nog niet op een pc – krantenredacties beschikten toen doorgaans over specialeredactionele systemen met ‘domme’ terminals die geen andere programma’s konden draaiendan het programma waarmee de krantenpagina’s werden geproduceerd – maar veelal warenal wel enkele pc’s beschikbaar, bijvoorbeeld voor toegang tot online databases en voor hetanalyseren van gegevens. Ook waren er verslaggevers die van hun eigen geld een pc kochtenen thuis analysewerk deden.

De hierboven beschreven evolutie van computer assisted reporting betreft vooral hetordenen en analyseren van data, en het converteren ervan. Het gebruik van online bronnenontwikkelde zich min of meer gelijktijdig, maar betrekkelijk onafhankelijk hiervan. Hierinspeelden niet alleen verslaggevers maar ook documentalisten, bibliothecarissen (newslibrarians) of hoe ze ook werden en worden genoemd een belangrijke rol. Het PoynterInstitute in St. Petersburg, Florida, groeide uit tot het belangrijkste kenniscentrum op ditterrein in het begin van de jaren negentig, vooral dankzij het pionierswerk van Nora Paul, dievoor haar aanstelling als directeur van de bibliotheek van het Poynter Institute een carrièreals news librarian bij The Miami Herald had doorlopen.

De ontwikkeling van het gebruik van online bronnen is aanzienlijk minder goedgedocumenteerd dan die van de analyse van gegevensbestanden. Ook het gebruik vaninformatietechnologie ‘on deadline’ voor kleine dingen als het berekenen van groeipercen-tages is nauwelijks vastgelegd. Dit is wel verklaarbaar: grote data-analyseprojecten leiddenveelal tot gezichtsbepalende publicaties en soms ook tot journalistieke prijzen. Zulkegebeurtenissen zijn naar hun aard geregistreerd, en de daders zijn uitgeroepen tot helden vanhet vak. Maar met het scheppen van mogelijkheden om in enkele minuten essentiële feitente checken in een alledaags bericht – bijvoorbeeld door toegang tot een online bron of dooreen snelle berekening uit te voeren met een spreadsheet – wint men geen prijzen en sleeptmen geen professionele onsterfelijkheid in de wacht.

De geschiedenis van computer assisted reporting buiten de Verenigde Staten is slechtsfragmentarisch geboekstaafd, al was het alleen maar omdat elk land nu eenmaal zijn eigen

11

Page 12: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

geschiedschrijving kent en er in dit opzicht door journalisten weinig over de grens wordtgekeken. Nederland behoorde met Zweden en Denemarken tot de eerste landen in Europawaar CAR toepassing vond. Vast staat dat NRC Handelsblad sinds 1993 met enige regelmaatgrotere onderzoeksprojecten heeft aangepakt waarin informatietechnologie een belangrijkerol speelde. Bekend zijn onder meer de pagina’s met kaarten na verkiezingen – voor het eerstgepubliceerd in mei 1994 – en de onderzoeken naar goede en slechte buurten in grotesteden. Ook Trouw behoorde tot de voorlopers. Met name het onderzoek naar de prestatiesvan middelbare scholen – voor het eerst gepubliceerd in 1997 – behoort tot de hoogtepuntenvan de Nederlandse onderzoeksjournalistiek.

Scholing op CAR-gebied

In de Verenigde Staten worden sinds 1989 cursussen computer assisted reportingaangeboden, zowel aan werkende journalisten als aan studenten journalistiek, zowel doorNICAR als door de journalistiek-opleidingen van de universiteiten. In de eerste helft van dejaren negentig begonnen ook de Zweedse en Deense organisaties van onderzoeksjournalistenen het European Journalism Centre in Maastricht zulke cursussen aan te bieden. Vaakwerden daartoe Amerikaanse docenten ingevlogen. Ook op enkele Nederlandse journalistiek-opleidingen is inmiddels een beetje ervaring met CAR-training. Nog nergens is het een vastonderdeel van het curriculum.

In enkele gevallen hebben media op de eigen redactie cursussen georganiseerd, hetzij onderleiding van docenten van buiten, hetzij onder leiding van eigen redacteuren. Voorbeeldenhiervan zijn de regionale kranten van Wegener en NRC Handelsblad. In geen van dezegevallen heeft dat geleid tot gestandaardiseerd lesmateriaal. In het Nederlands taalgebiedbestaan geen leerboeken over CAR, er is alleen een cahier van de School voor de Journalistiekin Utrecht waarin staat beschreven wat CAR is. Kortom, wie in Nederland of Belgiëtrainingen wil geven op het gebied van computer assisted reporting, moet óf zijn eigen les-materiaal ontwikkelen, óf teruggrijpen op buitenlands, met name Amerikaans lesmateriaal.In de Verenigde Staten zijn wel diverse leerboeken verschenen over CAR, onder meeruitgegeven door IRE. Ook ontwikkelden tal van universiteiten syllabi, die soms ook viainternet beschikbaar zijn voor buitenstaanders.

In de loop der jaren is met name in de Verenigde Staten een heel palet aan trainingenontwikkeld. Op de jaarlijkse conferenties van NICAR en IRE worden workshops aangebodendie typisch één à twee uur duren. Omdat ze op allerlei niveaus worden aangeboden kunnenze zowel fungeren als kennismaking met een bepaalde techniek of een bepaald programma,als ook als verdieping van reeds aanwezige kennis. Aan het andere uiteinde staan dezogeheten bootcamps waarin cursisten een week lang worden ondergedompeld in allerleiverschillende CAR-technieken en kennismaken met vele programma’s.

Opzet van dit onderzoek

Bij de oprichting van de Vereniging van Onderzoeksjournalisten in februari 2002stond het voor de betrokkenen reeds vast dat de mogelijkheden van informatietechnologieprominent aandacht zouden vergen. Sommige oprichters hadden daar zelf uitgebreidervaring mee opgedaan en waren vertrouwd met wat er zoal in de Verenigde Staten op ditterrein werd gedaan. Nagenoeg alle oprichters hadden op de eerste wereldwijde conferentie

12

Page 13: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

over onderzoeksjournalistiek in Kopenhagen in april 2001 voorbeelden gezien vaninteressante onderzoeksprojecten die zich uitsluitend dankzij het slim inzetten vaninformatietechnologie lieten realiseren.

Op de eerste Nederlands-Vlaamse conferentie over onderzoeksjournalistiek in november2002 is dan ook amper ruimte geschapen voor het aanbieden van CAR-trainingen. Bij deopzet van deze trainingen luidde direct de vraag: wat gaan we aanbieden en op basis vanwelk materiaal? Net als bij andere activiteiten heeft ook hier de VVOJ expliciet gekeken naarde ervaringen van buitenlandse zusterorganisaties. Het heeft immers niet zo veel zin om hetwiel opnieuw uit te vinden. Indien bepaalde praktijken in andere landen telkens succesvolzijn, of juist falen, dan moeten we daaruit tijdig lering trekken.

Omdat in de Verenigde Staten en Denemarken een instituut bestaat voor computer assistedreporting hebben we ons onderzoek geconcentreerd op deze twee landen. Daarbij hebben wemet name gekeken naar de volgende vragen:

+ Welke methodische kennis wordt aan journalisten onderwezen?

+ Welke software wordt hiervoor ingezet?

+ Welke vaardigheden in die software wordt journalisten bijgebracht?

+ Zijn er volgorden van presentatie in methoden en vaardigheden die zich inde praktijk hebben bewezen?

+ Welke data worden in de trainingen gebruikt?

+ Wat is er zoal aan schriftelijk (elektronisch) lesmateriaal beschikbaar?

Op wat langere termijn – dit strekt zich uit buiten het bestek van dit onderzoeksproject –willen we gestandaardiseerd Nederlandstalig lesmateriaal ontwikkelen. Dit onderzoek moetonder meer antwoord geven op de vraag in hoeverre buitenlands lesmateriaal zou kunnenworden vertaald en/of bewerkt om voor de Nederlandstalige markt geschikt te zijn.

Uiteindelijk zijn op de conferentie in Utrecht in november 2002 achttien trainingenaangeboden, waarin reeds een deel van de hierboven genoemde ervaringen was verwerkt.Deze trainingen zijn alle uitvoerig geëvalueerd. Op basis hiervan heeft de VVOJ de eersteconclusies getrokken over de verdere ontwikkeling van lesmateriaal.In dit rapport komt in het volgende hoofdstuk eerst het Amerikaanse lesmateriaal aan bod.Hierbij zal expliciet aandacht worden besteed aan de ervaring die in Europa is opgedaan metAmerikaans lesmateriaal, zowel door Europese als Amerikaanse docenten. De tekst isgebaseerd op een inventarisatie van online materiaal, gesprekken met medewerkers vanNICAR en uitvoerige persoonlijke ervaring van de auteurs met CAR-trainingen in Nederland,België, Engeland, Zweden en Denemarken.

In het derde hoofdstuk wordt ingegaan op het Deense lesmateriaal. Aan het Deense instituutvoor computer assisted reporting (DICAR) is tamelijk systematisch lesmateriaal ontwikkeld.Voor een deel is dit materiaal ook in het Engels vertaald, en er is enige ervaring opgedaan inhet werken met dit materiaal tijdens internationale cursussen. De tekst is gebaseerd opgesprekken met medewerkers van DICAR tijdens een werkbezoek aan het instituut, alsmede

13

Page 14: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

op de ervaring van de auteurs met het lesmateriaal van DICAR in internationale cursussen inDenemarken en Engeland.

In het vierde hoofdstuk wordt beschreven welke cursussen zijn aangeboden tijdens deNederlands-Vlaamse conferentie in Utrecht en waarom. Tevens wordt ingegaan op deoverwegingen die ten grondslag lagen aan het ontwikkelen van het benodigde lesmateriaal.Ook worden de resultaten van de evaluaties door de deelnemers beschreven.

Hierna is het in het vijfde hoofdstuk tijd om conclusies te trekken. Wat kan de Verenigingvan Onderzoeks-journalisten leren van deze Amerikaanse, Deense en eigen ervaringen? Hoemoeten we verder om computer assisted reporting in Nederland en Vlaanderen op de kaartte zetten? Welke stappen zijn nodig om in de komende jaren hiervoor adequaat lesmateriaalte ontwikkelen?

Het rapport wordt afgesloten met een beknopte literatuurlijst.

14

Page 15: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

: Amerikaans lesmateriaal

In de Verenigde Staten is sinds 1989 ervaring met allerlei CAR-cursussen aanjournalisten. Instituten als het Missouri Institute of Computer Assisted Reporting en hetNational Institute for Advanced Reporting liepen voorop. Inmiddels vervult NICAR, de aanIRE gerelateerde opvolger van MICAR, veler behoefte met circa vijftig bootcamps,conferenties en speciale trainingen per jaar. Alle reguliere journalistiekopleidingen hebbenelementen van computer assisted reporting opgenomen in hun curricula. Vele redactieshebben in eigen huis trainingen georganiseerd voor hun medewerkers, hetzij verzorgd doorhun eigen specialisten, hetzij door ingehuurde krachten van elders.

Voor een deel van deze trainingen en cursussen is lesmateriaal ontwikkeld, variërend vantipsheets tot complete readers of boeken, al dan niet met bijbehorende datasets. Enkeleboeken zijn gewoon in de winkel te koop, of bij IRE te bestellen, zoals die van Houston envan Cohen. Veel tipsheets zijn online te raadplegen, zij het soms alleen voor leden van IRE.

Een van de meest gebruikte programma’s voor het analyseren van data door journalisten isMicrosoft Excel, een spreadsheet of rekenprogramma. Over dit programma zijn letterlijkduizenden boeken verschenen, van Excel for Dummies tot Excel 2000 Formulas. Voorcursussen aan journalisten blijken die boeken stuk voor stuk onbruikbaar, was een vroegeervaring van docenten en cursisten computer assisted reporting. De reden hiervoor istweeledig. In de eerste plaats zijn vrijwel alle boeken over Excel geschreven voorkwantitatief georiënteerde mensen. De meeste journalisten moeten echter een flinke drempelover voor ze zich op een pagina met cijfers storten. Des te belangrijker is het dat gebruiktevoorbeelden passen in hun denken.De tweede reden dat gewone Excelboeken niet geschikt zijn voor CAR-trainingen is dan ookdat de meeste voorbeelden zijn ontleend aan praktijken van marketing en verkoop. Voor demeeste journalisten zijn die voorbeelden te ver van hun bed.

Een typische Exceltraining voor journalisten heeft een tweeledig doel dat niet aansluit bijstandaard boeken. In de eerste plaats moet de training de journalisten ervan overtuigen datze een programma als Excel binnen hun eigen journalistieke werkzaamheden op eenzinvolle manier kunnen inzetten, met andere woorden, dat ze dat nieuws oplevert: beterestukken, primeurs, hun naam op de voorpagina. Om dit missiewerk te verrichten is hetveelal nuttig om te laten zien hoe reeds bekende journalistieke werkzaamheden makkelijker,sneller of beter kunnen worden uitgevoerd met behulp van een programma. In de tweedeplaats moeten in de training concrete vaardigheden worden aangeleerd: waarop moet jeklikken om wat te doen? Omdat de meeste journalisten weinig affiniteit hebben met rekenen,heeft die vaardigheidstraining veelal zowel betrekking op het programma in engere zin als opde achterliggende rekenkundige theorie (Wat is een procent groei? Wat is een gemiddelde?).

Naarmate journalisten meer ervaring hebben met CAR is er minder missiewerk nodig enkunnen de cursussen worden geconcentreerd op vaardigheden pur sang. Voor zeergevorderde gebruikers is een grotere afstand tot de journalistieke praktijk geen ramp: zij zijndoorgaans in staat om gebruikte voorbeelden te abstraheren en vervolgens te vertalen naar deeigen beroepspraktijk. De pioniers in de discipline hebben het immers ook op deze manieronder de knie gekregen: door voorbeelden uit volkomen andere praktijken, zoals marketingen verkoop, te vertalen naar de journalistiek, drijvend op hun eigen fantasie.

Hoofdstuk 2

15

Page 16: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Dit impliceert dat de hoogste didactische eisen moeten worden gesteld aan cursussen enlesmateriaal voor beginners. Een typische beginnerscursus bevat de volgende elementen:

1. Werving: door dit te leren word je een betere journalist. Dit is het missiewerk.Het gaat erom beginners te laten zien dat ze in hun bestaande beroepspraktijkverder kunnen komen door te leren werken met een spreadsheet, of te leren zoe-ken in een of andere database.

2. Overtuiging: je kúnt het leren. Juist omdat veel journalisten ‘bang’ zijn voorcijfers of voor computers in het algemeen is het van belang hen ervan teovertuigen dat ze geen raketgeleerde hoeven te zijn om de gepresenteerdevaardigheden onder de knie te krijgen. Het bijbrengen van enig zelfvertrouwenis essentieel om mensen de drempel over te krijgen om een programma of eentechniek daadwerkelijk te gaan gebruiken.

3. Theorie: wat wil je eigenlijk weten en hoe kom je daarachter? In veel gevallengaat het om elementaire rekenkunde of brugklaswiskunde: percentages, totalen,gemiddelden, lopende gemiddelden, veranderingen, verdelingen. Mensenmóeten begrijpen wat ze doen: krachtig rekentuig in handen van degenen dieniet weten wat ze aan het doen zijn is vragen om een goed gevulde rubriekCorrecties & Aanvullingen.

4. Praktijk: hoe moet je het doen? Het gaat om de concrete bediening van hetprogramma. Welke menu-opties heb je nodig, op welke knoppen moet jeklikken? Het heeft de voorkeur om per cursus of cursus-item niet te veel optieste behandelen. Liever maakt men de cursisten daadwerkelijk vertrouwd met eenbeperkt aantal mogelijkheden. Vooral bij beginnerscursussen moeten docentenerop bedacht zijn dat journalisten flinke lacunes kunnen hebben in algemenecomputerkennis, bijvoorbeeld niet weten hoe ze een bestand dat ze aantreffen ophet web kunnen opslaan op hun eigen harde schijf, of dat ze meer dan éénprogrammavenster tegelijk open kunnen hebben.

Deze elementen keren overal terug in het Amerikaanse lesmateriaal, zowel in de boeken vanauteurs als Houston, Garrison en Cohen, als in de talloze tipsheets van NICAR/IRE.

Voor het gebruik van online bronnen blijkt de drempel lager dan voor het gebruik vananalysegereedschap. Moest begin jaren negentig ook op dit front nog aan werving enovertuiging worden gewerkt, nu is dit nauwelijks meer nodig. Iedere journalist heeft ervaringmet het intikken van een trefwoord in Google.Van daaruit is er nog erg veel te leren, maar de gemeenschappelijke basis is een stuk stevigerdan die voor kwantitatieve analyses.

NICAR

Op de website van NICAR zijn honderden zogeheten tipsheets te vinden metuitgewerkte voorbeelden en stukjes theorie voor bepaalde facetten van computer assistedreporting. Het zijn los van elkaar staande documenten, van vele tientallen verschillendeauteurs. Tussen sommige tipsheets bestaat een aanzienlijke overlap, tussen andere gapenforse kloven. In elk geval is de inhoud van de documenten niet op elkaar afgestemd. Het is

16

Page 17: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

mogelijk in de bibliografische gegevens van de documenten te zoeken, maar er is geensystematische lijst van tipsheets voorhanden.

Het gefragmenteerde karakter van de tipsheets vloeit deels voort uit opzet. Zoals Jeff South,docent journalistiek aan de Virginia Commonwealth University in Richmond, schrijft in eenhandleiding voor het maken van lesmateriaal voor CAR-trainingen:

+ Keep training materials short

+ Focus on just one skill, like ‘calculating percentage change in Excel’ or‘joining tables with Access’

Dezelfde Jeff South heeft tevens handzame inventarisaties gemaakt van vaardigheden inExcel en Access die voor journalisten nuttig zijn. Deze inventarisaties zouden kunnendienen als uitgangspunt voor het aanleggen van een verzameling handleidingen.

De bibliografische informatie over de NICAR tipsheets kan worden doorzocht ophttp://www.ire.org/resourcecenter/initial-search-tipsheets.html

Bij nadere beschouwing blijken er twee typen tipsheets te bestaan: enerzijds zijn erhandleidingen waarin een bepaalde vaardigheid aan de orde komt (zoals het berekenen vangroeipercentages in Excel), anderzijds zijn er handleidingen over een bepaalde toepassing(zoals tips voor CAR-verhalen over onderwijs). Van die tweede categorie gaat maar een deelvan de tipsheets in op daadwerkelijke vaardigheden. De rest bevat overzichten vanpotentiële (online) bronnen en suggesties van wat je zou kunnen analyseren, zonder in detailuit te leggen hoe je dat moet doen.

Uitgebreider en systematischer dan de tipsheets zijn de boeken over bepaalde journalistiekeportefeuilles (beats) die IRE/NICAR uitgeeft. Deze gaan gedetailleerd en systematisch in opeen specifieke journalistieke data-analysetaak, bijvoorbeeld hoe je ongelijkheid in hetverlenen van hypotheken kunt opsporen, hoe je misdaadcijfers kunt analyseren, en hoe jegegevens over luchtvaartveiligheid kunt onderzoeken. Deze boeken bieden een op maatgesneden combinatie van inhoudelijke kennis en praktische vaardigheden. Ze zijn typischruim honderd pagina’s dik en voorzien van een spiraalrug, zodat ze goed open blijven liggennaast de computer en de gebruiker de voorbeelden stap voor stap door kan lopen. Nadeel isdat de inhoud zo Amerikaans is dat de boeken buiten de Verenigde Staten weinig praktischewaarde hebben. De opzet ervan kan dus voor het Nederlands taalgebied wel als voorbeelddienen, maar een vertaling of bewerking is zinloos.

Het boek van Houston, werkzaam bij IRE/NICAR, is breder van opzet en omvat veleportefeuilles. Net als voor de beat-boeken geldt dat de inhoud is toegespitst op deAmerikaanse situatie. Maar uit de opzet zijn wel lessen te trekken en sommige onderdelenzijn wel te bewerken met Nederlands of Belgisch materiaal. Een voorbeeld hiervan is hetvergelijken van gemeentelijke begrotingen van verschillende jaren waarvoor Houstonuitgewerkte voorbeelden geeft, compleet met oefeningen en datasets. Het boek van Cohengaat weliswaar over rekenen en statistiek in de journalistiek, maar gaat meer in op debenodigde theoretische kennis – Wat is een procent of een gemiddelde? Wanneer is eenenquête betrouwbaar? – dan op praktische analysevaardigheden. Dit wat abstractere karaktermaakt het boek beter bewerkbaar voor de Nederlandstalige markt, maar tevens minderbruikbaar als CAR-leerboek.

17

Page 18: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Europese ervaringen met Amerikaans lesmateriaal

De eerste ervaringen met CAR-trainingen in Europa zijn stuk voor stuk opgedaan metAmerikaans lesmateriaal. Dit geldt zowel voor trainingen op het gebied van data-analyse alsvoor trainingen in het gebruik van online bronnen. Het European Journalism Centre inMaastricht, de NetMedia conferenties in Londen, en de Zweedse en Deense verenigingen vanonderzoeksjournalisten waren pioniers in het aanbieden van CAR-scholing in Europa.Aanvankelijk – in de periode 1993 tot 2000 – werden hiervoor vooral Amerikaanse docenteningevlogen, die hier het lesmateriaal gebruikten dat ze thuis ook gebruikten. Later namenEuropeanen een steeds groter deel voor hun rekening. Maar ook Europese docenten van heteerste uur als Peter Verweij van de School voor Journalistiek in Utrecht putten aanvankelijkuit Amerikaanse voorbeelden.

De eerste ervaringen met dit lesmateriaal waren niet onverdeeld positief. Dat bleek ookdoordat de traditie van computer assisted reporting in Europa nauwelijks werd opgepikt. Endegenen die er wél zelf mee aan de slag gingen waren veelal niet degenen die in Europa eencursus hadden gevolgd, maar die de vaardig-heden zelf hadden ontwikkeld, of in deVerenigde Staten inspiratie hadden opgedaan. Gezien de eerdere Amerikaanse ervaringen isdit – achteraf gezien – ook wel verklaarbaar: de Amerikaanse voorbeelden stonden in hetalgemeen tamelijk ver af van de Europese beroepspraktijk. Zo werden veelal Amerikaanseoverheidsdata gebruikt die in de meeste Europese landen voor journalisten volstrektonbereikbaar zouden zijn, bijvoorbeeld om privacyredenen. Door deze discrepantie tussenlesmateriaal en eigen ervaring c.q. mogelijkheden konden cursisten CAR afdoen als‘interessant, maar in mijn situatie niet toepasbaar’.

In de loop van de jaren negentig moeten er vele honderden journalisten uit Europa CAR-trainingen hebben gevolgd. In de media zag men daar tot voor kort zeer weinig van terug.Zowel degenen die wél CAR-technieken toepasten als degenen die hierin trainingenverzorgden begonnen in te zien dat de trainingen op de eerste twee punten – werving enovertuiging – tekort schoten. Cursisten hadden na een training niet het idee dat ze met Excelbeter hun werk zouden kunnen doen, en ze hadden niet het idee dat ze er nu zelf mee aande slag konden. Trainingen in het gebruik van online bronnen hadden in dit opzicht meersucces, omdat het gebruik van online bronnen al snel veel breder ingang vond en docentensnel lokale voorbeelden gingen gebruiken.

Op basis van deze ervaringen drong gestaag het besef door dat lokaal, of op zijn minstEuropees trainingsmateriaal nodig was. Het Deense instituut DICAR begon al eind jarennegentig met de systematische ontwikkeling van eigen lesmateriaal, dat voor een deel ook inhet Engels is vertaald ten behoeve van internationale trainingen. Op de NetMediaconferentie in Londen in 2000 werd reeds behoorlijk wat Europees materiaal gebruikt. Bij detrainingen op de eerste Global Investigative Journalism Conference in Kopenhagen in 2001werd vrijwel uitsluitend Europees materiaal gebruikt, overwegend van DICAR. Buiten detrainingen was een sessie gewijd aan wat de perspectieven van CAR zijn in landen waar jeniet al die overheidsdatabases tot je beschikking hebt zoals in de Verenigde Staten. Aan dehand van met name Nederlandse en Zweedse voorbeelden werd getoond dat ook in Europeselanden het zelf analyseren van data door journalisten een aanzienlijke meerwaarde kanhebben: dat relevante data beschikbaar zijn, en dat er echt nieuws in de zin van voorpagina-publicaties uit te halen is voor wie weet wat hij met die data kan doen.

18

Page 19: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Op de tweede Global Investigative Journalism Conference in Kopenhagen in 2003 nam deaandacht voor niet-Amerikaanse toepassingen van computer assisted reporting verder toe.Er waren zelfs aansprekende voorbeelden uit Zuid-Amerika. Qua ontwikkeling vanlesmateriaal buiten de Verenigde Staten blijkt Denemarken voorop te lopen.

19

Page 20: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

20

Page 21: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

: Deens lesmateriaal

Iedere journalist hoort een basistraining informatietechnologie te volgen van tweeweken, zegt Flemming Svith, directeur opleidingen van het Deense DICAR (Danish Institutefor Computer-Assisted Reporting). Pas dan wordt het mogelijk om creatieve verbanden teleggen met behulp van de computer. “Welke knoppen gebruik ik? Van welke moet ik juistafblijven? Basiskennis van pc en software is het fundament van CAR. Daarna volgt al hetandere.”

CAR werd lange tijd niet serieus genomen in journalistiek Denemarken. Vijandigheid (‘gaweg, hebben we niet nodig’) ging over in argwaan (‘eerst zien, dan geloven’) en evolueerdein oprechte interesse. Volgens Nils Mulvad, directeur van DICAR, staan de Deense media nuopen voor CAR. “De primeurs zijn gekomen. Journalisten beseffen dat de computer belang-rijk is.”

Bijna vijfhonderd journalisten volgden sinds 1999 CAR-cursussen op het werk of in Århus,de zetel van DICAR. Het instituut is verbonden aan de Deense journalistenschool en wordtfinancieel gesteund door Deense media, bonden, persverenigingen en scholingsinstituten. InÅrhus heeft DICAR twee moderne lesruimtes met dertig computers die permanent inverbinding staan met internet. Er werken zes mensen. De meeste cursussen zijn voor degeldschieters gratis. DICAR gaf ook les aan (honderd) Noren, Albanezen, Moldaviërs,Hongaren en Roemenen. Europees speelt het instituut een voortrekkersrol op het gebied vande ontwikkeling van lesmateriaal voor CAR.

DICAR steekt in het bijzonder veel tijd in basistraining, lesmethodieken, en bewerkstelligingvan openbaarmaking van overheidsinformatie. Deze onderwerpen komen in achtereenvol-gende paragrafen nader aan bod. DICAR verzorgde workshops op de wereldconferentie vooronderzoeksjournalistiek in Kopenhagen in 2003 en smeedde een internationale netwerk vanCAR-trainers. Ook hieraan worden afzonderlijke paragrafen gewijd. In ‘Slotopmerkingen’staan enige suggesties voor nieuw te ontwikkelen lesmateriaal.

De cursusinhoud

Bij Deense (en ook Nederlandse) media bestaat een duidelijke wil om journalistiekeuitingen efficiënter en goedkoper te produceren met behulp van informatietechnologie.Kennis en kwaliteit van apparatuur verschillen echter sterk per onderneming. In de eneorganisatie is ‘de computerkenner’ de persoon die weet hoe een harde schijf moet wordengedefragmenteerd. Bij een ander bedrijf is dat de whizzkid die via de programmeertaal Perl‘rauwe data’ kan schonen. Bij het ene bedrijf worden elk jaar de computers vervangen, bij eenander pas eens in de vijf jaar.

Software op pc’s kent minder grote verschillen. De meeste journalisten werken met InternetExplorer (voor surfen op internet) en Microsoft Office (waarin Word, Excel en soms ookAccess zit).

Dat is ruim voldoende voor een eerste kennismaking met CAR. Het Deens lesmateriaal gaatuit van het aanleren van drie basisvaardigheden:

Hoofdstuk 3

21

Page 22: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

A.Kennis van computers en softwareB. Vaardigheden die niet gerelateerd zijn aan computersC. Sociologische kennis, analytische vaardigheden en de mogelijkheid om CAR

te combineren met andere journalistieke vormen (Overige vaardigheden)

A en B zijn direct aan te leren en kunnen worden getest met examens. De derde kwalificatie,C, moet vooral in de journalistiek praktijk gestalte krijgen. DICAR onderscheidt vijf niveaus van computer- en softwarekennis. Tot nu heeft het instituutvoornamelijk de eerste drie niveaus gedoceerd. Voor het moeilijkere, maar wel noodzakelijkevierde en vijfde niveau verwacht het instituut de komende jaren meer belangstelling.

A. Kennis van computers en software

NIVEAU 1:

Besturingssysteem (Windows)1. Openen, verwijderen en verplaatsen van mappen

2. Openen, verwijderen en verplaatsen van bestanden

3. Bestanden delen met anderen

Tekstverwerker (Microsoft Word)1. Nieuw document openen

2. Tekst openen, onderdelen wijzigen, kopiëren, verplaatsen en invoegen

3. Verschillende bestandsformaten openen

4. Meerdere teksten tegelijkertijd raadplegen

5. Zoeken en vervangen

6. Eigenschappen van documenten

7. Taalopties en leestekens

8. Opmaken van teksten, lettergrootte wijzigen, paragrafen aanpassen

Internet (Internet Explorer)1. Inhoud en navigatie kennen van de tien meest gebruikte websites op je eigen vakgebied

2. Navigeren met internet via voorkeuren, URL-adressen en surfen.

3. Organiseren van favoriete bookmarks

4. Booleaans zoeken

5. Web zoeken

6. Zoeken in archieven van kranten en speciale websites

7. Validiteit van website inschatten (begrip van URL, crosschecken)

E-mail (Outlook of Outlook Express)1. Ontvangen en verzenden

2. Tekst kopiëren vanuit tekstverwerker naar e-mailclient en omgekeerd.

3. Ontvangen van bestanden, opslaan in de relevante map, openen van aanhangsels.

4. Bestanden meesturen

5. Adressenlijsten maken

6. Gebruik van carbon copy- en blind carbon copy-velden

7. Aanmelden op mailinglijst.

8. Post sorteren, post delen met anderen

9. Doorsturen post, automatisch antwoord bij afwezigheid, handtekening instellen

22

Page 23: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Communicatie (notebook met modem)1. Kennis over communicatieprocessen met modem

2. Werken met een mobiele computer buiten het bedrijf

Rekenprogramma 1 (Excel)1. Structuur rekenbladen, intikken van cijfers, letters en formules, gebruik van muisfuncties

2. Importeren tekstbestanden

3. Importeren van html- en pdf-files.

4. Data schonen, rekenen met formules en functies.

5. Transformeren van tabellen in grafische plaatjes

6. Indexeren van berekeningen

7. Sorteren van data

NIVEAU 2

Rekenprogramma 2 (Excel)1. Data schonen en in verticale rijen zetten

2. Rijen in kolommen omzetten

3. Waardes invoegen

4. Subtotalen bepalen

5. Filters gebruiken

6. Draaitabel toepassen

7. Papieren documenten invoeren

Mapping 11. Kaart openen

2. Groeperen van data, fractals of lineair

3. Lagen toevoegen in kaart

4. Kaart omzetten in grafische afbeelding

Database 11. Openen van nieuwe tabel, data invoeren

2. Zoekactie in tabel uitvoeren

3. Selecteer data volgens bepaalde criteria

4. Groepeer, calculeer, bepaal gemiddelde, elimineer decimalen

5. Relaties tussen tabellen

6. Sorteren data

7. Importeren en exporteren

8. Gelaagde zoekacties

9. Data genereren en delen met anderen

NIVEAU 3

Rekenprogramma 3 (Excel)1. Patronen ontdekken

2. Voorbeeldtabellen maken

3. Zoeken in databases en internet

Mapping 21. Eigen kaart maken

23

Page 24: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

2. Kaartprojectie manipuleren

Database 2 (Access)1. Expressies maken

2. Zoekacties aanmaken, verwijderen en toevoegen

3. Formulieren maken

4. Rapporten maken

5. Fouten opsporen en data controleren

6. Referentietabellen en zoekacties op internet

NIVEAU 4:

Database 3 (Access)1. Ontwerpen van eigen database met vele relaties

2. Macro’s gebruiken

Statistieken (SPSS)1. Afhankelijke en onafhankelijke variabelen

2. Hypotheses formuleren

3. Importeren van data in SPSS

4. Distributie van data testen

5. Nieuwe variabelen maken en crosschecken

6. Analyse lineaire regressie

7. Intervallen

8. Willekeurige testen

NIVEAU 5

1. Aanpassen van data

2. Clusteranalyse

3. Multivariabele analyse

B. Vaardigheden die niet gerelateerd zijn aan computers

1. Wiskundige basiskennis

2. Interviewtechniek – verwerken in data

3. Kennis van waar data is te vinden en in welke vorm (mondeling, op papier of digitaal)

4. Begrip van verschillen tussen ‘schone’ en ‘ruwe data’

5. Kennis van regels toegang tot data

C. Overige vaardigheden

1. Feiten vinden

2. Vergelijkingen maken

3. Tendensen ontdekken

4. Patronen zien

5. Systemen doorgronden, werkelijkheid toetsen

6. Sociologische vaardigheden

24

Page 25: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Toepasbaarheid voor Nederlandstalige journalistenDe cursusaanpak leidde tot tientallen artikelen. Zo kwamen rariteiten in wachtlijsten in deDeense gezondheidszorg aan het licht. In het district Randers blijken vaker dan elders inDenemarken misdaden door fietsers te worden gepleegd. En een groot aantal Deense politie-mensen zit in de gemeenteraad of is anderszins actief in de politiek. De opzet van dezeverhalen was vrijwel steeds hetzelfde:

1. Vraag bij de overheid de cijfers op of dwing ze desnoods af via (dreigen met) de rechter.

2. Zorg ervoor dat de data digitaal wordt aangeleverd volgens een vast formaat.

3. Maak de data gemakkelijk manipuleerbaar, bijvoorbeeld via conversie.

4. Spoor met filters opmerkelijke verbanden en associaties op (hoogste, laagste, kleinste, grootste).

5. Is dat eenmaal gelukt, geef dan een context aan het nieuwsfeit

Deze aanpak is zondermeer toepasbaar voor Nederland.

DICAR doceert Access en SPSS. Statistiek en het manipuleren van databases is echter met denieuwere versies van Excel ook mogelijk. Hoe minder software een journalist hoeft tebedienen, hoe prettiger en praktischer dat is. Access leren omwille van het leren van Accessis weinig zinvol. Access leren is nuttig als men met Excel onvoldoende uit de voeten kan,omdat de bestanden te groot of te ingewikkeld zijn, of het risico op fouten te groot wordt.

DICAR gebruikt in veel oefeningen Deens cijfermateriaal. De meeste datasets zijn dan ookniet bruikbaar voor Nederlands lesmateriaal.

De heldere afbakening van het lesmateriaal van DICAR verdient navolging. Vooraf moet goedworden nagedacht over het minimumniveau van kennis over informatietechnologie.

De Deense didactiek

Flemming Svith, directeur opleidingen van DICAR, vindt dat CAR-trainingen eenspeciale didactische aanpak vereisen. Zijn denkbeelden zijn gebaseerd op de ‘Teach toTeach’-methode, zie ook http://www.teachtoteach.dk. Uit de gesprekken met Svith zijn achtdidactische principes te destilleren:

1. Begin goed en herhaal vaakJournalisten zijn vaak hun eigen leermeester op het vlak van informatietechno-logie. Slechte gewoontes zijn moeilijk af te leren. Alleen door een regelmatige enlangdurige kennisoverdracht is het gedrag te beïnvloeden. Eén cursusdag perjaar is onvoldoende. Na een basistraining van twee weken zijn regelmatig opfris-cursussen nodig.

2. Verander de mentaliteit: journalistiek is geen ambachtJournalisten beschouwen hun vak ten onrechte als ambacht. Daarmee doen zezichzelf tekort. De wetenschap biedt journalisten belangrijke vaardigheden,maar de meeste collega’s halen hun neus op voor sociologie, statistiek, informa-tietechnologie of rekenkunde. DICAR schuwt uitstapjes naar andere disciplinesniet..

25

Page 26: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

3. Creëer verschillende impulsen Zien, ervaren, lezen, horen en zelf doen. Bij CAR-trainingen is het belangrijk omde methoden van kennisoverdracht te variëren. De één pikt informatie liever opvia een beeldscherm, de ander wil het lezen, de derde luistert liever. DICARstopt in alle lesmodules bewust ‘voor elk wat wils’. Bij het ontwerpen van de les-programma’s wordt zorgvuldig rekening gehouden met een juiste balans tussende verschillende lesvormen.

4. Creëer een spiraal van behoeftesComponeer de lessen zó dat een elk probleem steeds opnieuw de nieuwsgierig-heid opwekt en doet verlangen naar het horen van de oplossing, net zo langtotdat de hele lesstof is behandeld.

5. Stap voor stap op de trapRafel de bij te brengen vaardigheid uiteen in een serie handelingen met de pc.Leg elke handeling zorgvuldig uit en bouw stap voor stap verder. Kijk nooitverder vooruit dan één traptrede.

6. Begrijpen is geen leren. Leren is geen begrijpenVermeng de uitleg van een vaardigheid niet met het aanleren van een vaardig-heid. Begrijpen en leren zijn twee totaal verschillende processen. Laat CAR-cursisten eerst begrijpen wat het probleem is, anders hebben ze geen baat bij deoplossing. Leer pas daarna de vaardigheid aan.

7. Speel niet na, maar laat mensen zelf ervarenFout volgens DICAR: “Ik heb met Excel het rekenkundige gemiddelde genomenvan kabeltarieven in Nederland en wat bleek: de meeste Utrechtse gemeentenhebben een hoger kabeltarief dan in de rest van het land. Kijk, dat heb ik op dezemanier berekend.” In veel CAR-cursussen kunnen deelnemers te weinig zélf hetprobleem ervaren, laat staan de oplossing vinden. De lessen zijn voorgekauwd.Een DICAR-trainer speelt een case niet na, maar laat mensen eerst het probleemervaren.

8. Zorg voor een goede opstelling en werkende techniekDICAR onderzocht de ideale opstelling van techniek en meubilair. Gekozen isvoor een vierkante opstelling van bureau’s in het midden van de lesruimte. Depc’s zijn tegen de muurkant geplaatst. Zo kan een cursist gemakkelijk overgaanvan luisteren naar oefenen en omgekeerd. Hij hoeft slechts de stoel naarachteren of naar voren te schuiven.

In Nederland is nog weinig nagedacht over de didactische aanpak van CAR-onderwijs.Wegener Medialab schakelde eenmalig een onderwijsdeskundige in, stelde leerdoelen vasten evalueerde elke les. De School voor Journalistiek in Utrecht formuleerde enige randvoor-waarden in een lesplan.

De Deense methode lijkt op korte termijn in Nederland toepasbaar voor adviezen 3 tot en met7; dat zijn didactische adviezen die niet aan ruimte, tijdsduur of budgetten zijn gebonden.

26

Page 27: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Openbaarmaking van digitale bronnen

Bij de start van DICAR was Deense overheidsinformatie niet of onvoldoende digitaalbeschikbaar. De organisatie stak veel tijd in het delven van digitale data en riep daarbij dehulp in van een gespecialiseerde jurist. De inspanningen leidden tot de leidraad ‘Toegang totelektronische data’. De belangrijkste principes zijn:

Geen digitaal gegoochel met overheidsgegevens Een verzoek tot openbaarmaking gaat niet over de manier waarop de data isopgeslagen, maar altijd over de inhoud. DICAR merkt bij herhaling dat de regelsvoor inzage of gebruik van data verslechteren wanneer het door de overheid vanpapier naar een digitaal bestand wordt overgezet.

Data in vaste formaten, geschikt voor gangbare softwareDe overheid moet de gegevens niet aanbieden in exotische bestandsformaten(zoals het CBS in Nederland af en toe nog doet), maar in gangbare. De informa-tie moet toegankelijk zijn via internet of pc met normale software.

Uniformiteit van dataDe overheid moet openbare data van parlement, registers, rechtbanken,overheidsinstanties op uniforme wijze aanbieden: dezelfde systematiek vanindeling, een heldere toegankelijkheid en goede doorzoekbaarheid.

Gegevens van de overheid zijn publiek domeinJuridisch gesproken is de overheid vaak geen eigen eigenaar van de informatie,maar behoort deze toe aan het publiek.

In Nederland komen steeds meer bronnen digitaal beschikbaar, al dan niet tegen betaling.Het kadaster geeft journalisten sinds anderhalf jaar dezelfde inzage in gegevens als bankenen notarissen hebben en staat ook zoeken op persoonsnamen toe. De Kamer van Koophandelheeft in mei 2003 de zoekmogelijkheden aanzienlijk uitgebreid maar laat zoeken oppersonen nog niet toe. Parlementaire stukken en wetteksten zijn ook digitaal toegankelijk. Detoegang tot de digitale domeindelver van de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland,bedoeld voor ‘hoor- en wederhoor’ via het web, is onlangs weer teruggeschroefd.

De VVOJ probeert leveranciers van openbare data te verleiden tot uitgebreidere zoekmoge-lijkheden. Later is de vereniging van plan actief te lobbyen voor digitalisering van nu nogniet of moeilijk toegankelijke overheidsinformatie. De ervaringen van DICAR kunnen daarbijvan pas komen.

Conferentie in Kopenhagen

Van 1 tot en met 4 mei 2003 vond in Kopenhagen de tweede Global InvestigativeJournalism Conference plaats voor onderzoeksjournalisten. DICAR was één van de organisa-toren en leverde vijf CAR-trainers en enige sprekers.

27

Page 28: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Gedurende drie dagen werden in blokken van anderhalf uur de volgende CAR-trainingengegeven:

+ ‘CAR-training: meer over het web’,

+ Excel 1 (formules), Excel 2 (sorteren data) en Excel 3 (draaitabellen)

+ Access 1 (tabellen doorzoeken), Access 2 (Criteria) en Access 2 (importerenen exporteren)

+ Eigen data vinden via het web

+ Statistiek met bevolkingscijfers

+ Mapping 1 en 2: werken met Maps en ArcView

+ Source management

Negentien CAR-trainers gaven de goed bezochte trainingen. In het leslokaal stonden vijftienlaptops voorzien van redelijk moderne software, maar abusievelijk deels in het Deens. Deopstelling van meubilair en pc’s leek sterk op die van DICAR. Alle cursisten beschikten overdraadloos internet (WLAN). Bezitters van een laptop met eigen WLAN-kaart konden ookgratis internet gebruiken. De lesmethodiek van DICAR-docenten kwam overeen met deaanpak die eerder is beschreven.

Hieronder volgen enige impressies van de trainingen in Kopenhagen.

De cursus ‘meer over het web’ was oppervlakkig. ‘Ga naar Google News en zoek daar op Noorwegen,

of als je in een ander land woont, zoek dan op de naam van je eigen land.’ Informatie ontbrak over

zoektechnieken (welke bronnen gebruik je), zoekmethodes (‘denk als een document’) of zoektrucs

met frases, mintekens of speciale opdrachten als titelzoeken en zoeken naar alleen Worddocumenten.

Bij de Mapping-cursus werd per ongeluk te sterk accent op zelfwerkzaamheid gelegd. Cursisten

klaagden over de onleesbaarheid van Deense software en onduidelijke instructies over de installatie

van bestanden. De Noorse docenten gaven geen assistentie, want ‘pas door zelf doen snap je het

probleem’. Pas achteraf begrepen de docenten de irritatie van de meeste cursisten. Maps 7.0 bevat

veel Nederlandse kaarten. Neem een Excel-bestand met Nederlandse statistieken over bijvoorbeeld

misdaad en onveilige plekken. Stop het in het programma en genereer automatisch een kaart. Het

oogt Spartaans, maar het werkt.

De Excel en Access-cursussen voldeden wel aan de verwachtingen. Aan de hand van praktische

voorbeelden werd getoond hoe een journalist grote hoeveelheden informatie kan manipuleren en

(dwars)verbanden sneller kan ontdekken.

Een verrassing was de cursus statistiek met bevolkingscijfers. De docent, politiek adviseur van een

socialistische partij in Denemarken, legde helder uit hoe je statistisch verantwoorde conclusies kunt

trekken uit een grote hoeveelheid cijfers. Hij toonde overtuigend aan waarom bepaalde stukken in

kranten onzin zijn, bijvoorbeeld ‘Mannen boven de 40 beter in seks’. Het onderzoek toont aan dat bij

185 mannen tussen de 30 en 59 jaar ruim 15 procent boven de 46 jaar problemen heeft met

erecties en 22 procent onder de 46 jaar. Dit onderzoek van Lorraine Boul haalde niet alleen Deense

kranten, maar ook de BBC (http://news.bbc.co.uk/1/hi/health/1875224.stm). Met een paar simpele

formules wordt het verhaal volledig onderuit gehaald. Er is statistisch geen significant verschil tussen

mensen van boven of onder de 40.

28

Page 29: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Op de conferentie kwam CAR ook aan de orde in vijf workshops:

+ Computer-assisted Reporting: Blending it with traditionel investigations.

+ Tracking people across borders: How to find information on people thatoperate in several countries.

+ The poor and the rich: How to examine the split in local and global econo-mies? How to find and publish income tax for thousands of politicians?

+ New media and investigative journalism: How to publish investigativestories on the net, and how to use the net for interacting with readers toimprove investigative results. Status, problems and solutions.

+ Assessing your schools: Using budgets, test scores and services to compare– how to get electronic data in Europe.

+ International data: What’s there and how to report across borders

Enige highlights uit deze workshops:

‘We zijn allemaal nerds now’ begint de goed bezochte bijeenkomst over computer assisted research.

Brant Houston (IRE) liet voorbeelden zien van geslaagde research met behulp van de computer, ook

bij regionale kranten. The Philadelphia Inquirer legde een verband tussen het aantal verkeersonge-

lukken (hoog) de ligging van bars (veel) en de plek waar de politie controleert (op de verkeerde plek).

Een uitgebreid overzicht van nieuws dat tot stand kwam dankzij internet en het gebruik van databa-

ses staat op http://www.ire.org/extraextra/car.html

De belastinggegevens van zesduizend politici, die zijn natuurlijk geheim. Maar de Braziliaanse

journalist Rodrigues vond een oude wet waarmee de inkomensgegevens van verkiesbare politici in 27

staten opvraagbaar zijn. De staten gaven de informatie alleen op papier. Rodrigues maakte er een

database van, te vinden op http://www.controlepublico.com.br.

De tienduizenden gegevens werden handmatig ingetikt door steeds twee mensen. Daarna werden

beide datasets met elkaar vergeleken. Een derde persoon controleerde de fouten.

Mark Hunter, een Amerikaan in Frankrijk (al 22 jaar), heeft het vooral over de strategie van zoeken.

Wie zoek je? Waarom zoek je? Wil je hun wereld binnentreden? Zo ja, hoe doe je dat? Hij speelt een

case na. Zijn opdracht was: kom via internet aan een vals paspoort. Hij tikt "fake id" in Google Groups

in. Op alt.2500.fakeid leest hij over mensen die een vals paspoort weten te fabriceren. Hij was ver-

bijsterd. Hij kreeg informatie van fabrikanten van paspoortdrukkerijen en allerlei directe aanbiedingen

voor de vervaardiging van een eigen, verzonnen paspoort. Tot werkelijke aankoop ging hij niet over.

In een besloten discussiegroep werd lesmateriaal uitgewisseld tussen Europese CAR-trainers.

De formule om op verschillende niveaus vaardigheden aan te leren met Excel is zonder meertoepasbaar in Nederland. De mappingsoftware is vanwege de Nederlandse kaarten goedbruikbaar. De cursussen over research met internet laten slechts een glimp zien van de velejournalistieke mogelijkheden en zijn daarom nauwelijks nuttig te noemen. Aardig is deDICAR-cursus in statistiek. Journalisten zijn na een training in staat om sneller vraagtekenste plaatsen bij uitkomsten van wetenschappelijke onderzoeken en polls. De workshopsbevatten veel prachtige voorbeelden van nuttige CAR-projecten, maar gingen niet al te diepin op methodologie van elk onderzoek.

29

Page 30: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Internationaal netwerk van CAR-trainers

In Kopenhagen werd op 5 mei een internationaal netwerk van CAR-trainers opgerichtonder auspiciën van DICAR. De oprichters zijn Dick van Eijk, Henk van Ess, Peter Verweij(Nederland), Flemming Svith, Mogens Møller Olesen (Denemarken), Gabriel Giurgiu,(Roemenië) en Sevko Bajic, (Bosnië Herzegovina). Doel is om Europese CAR-methodieken enlesmaterialen uit te wisselen.

Het netwerk gebruikt een mailinglijst om met elkaar te communiceren. Dicar maakt in samen-werking met de CAR-trainers een website met links en uitleg van researchmethodieken inEuropese landen. Een derde besluit is een gids voor Engelstalig CAR-trainingsmateriaal.

De samenwerking brengt wellicht een regelmatige uitwisseling van lesmateriaal op gang,waarmee de kennis over methodiek, didactiek en inhoud en van CAR kan worden vergroot.

Slotopmerkingen

Het Deense lesmateriaal gaat vooral over ordenen, analyseren en converteren van data.Dat is pas mogelijk als de informatie er al is. DICAR gebruikt informatietechnologie nauwe-lijks als instrument om zélf feiten te vergaren.

Trainingen in het gebruik van zoekmachines worden aan het Deense instituut maarmondjesmaat gegeven. Met geavanceerde zoektechnieken is het mogelijk om hetantwoordenlijstje aanzienlijk kleiner te maken en kan ook gericht naar documenten wordengezocht. Ook aparte trainingen over zoeken naar cijfers ontbreken. Lesmateriaal voor het vinden van nieuwsbronnen heeft DICAR niet, ondanks nieuweontwikkelingen op internet. Zo zorgen RSS-readers voor constante aanvoer van het laatstenieuws op elk vakgebied en kunnen journalisten met speciale software een seintjeontvangen wanneer en hoe de informatie van een website is gewijzigd. Afzonderlijkelesmodules over het bepalen van betrouwbaarheid van websites en web ‘hoor en wederhoor’heeft DICAR niet, net als trainingen in Personal Information Managers (PIM’s). PIM’s gevenjournalisten de mogelijkheid om dwarsverbanden te leggen tussen afzonderlijk opgeslageninformatie (denk aan apart opgeslagen rechtbankrollen, archiefstukken, e-mail).

DICAR onderschrijft het belang en nut van dit soort trainingen “We zijn er domweg nog nietaan toegekomen”, zegt Flemming Svith. Het Deense instituut overweegt in nieuwelesprogramma’s meer aandacht te besteden aan nieuwsgaring via CAR. De verwachting is dathet internationale netwerk van CAR-trainers daarin een ondersteunende rol gaat spelen.

30

Page 31: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

: Nederlands lesmateriaal

In Nederland en België bestaan geen instituten die zich hebben toegelegd op hetaanbieden van trainingen computer assisted reporting voor werkende journalisten. HetEuropean Journalism Centre in Maastricht biedt zeer incidenteel wel eens een Engelstaligecursus aan. Enkele jaren geleden is een Nederlandstalige pilot opgezet voor een onlinetraining voor economieredacteuren. Deze behelsde zowel het gebruik van online bronnen alshet analyseren van data met een spreadsheet. Deze pilot heeft echter nooit een vervolggekregen en het lesmateriaal is niet verder ontwikkeld.

Ook de derde-geldstroominstituten van de scholen voor journalistiek bieden wel eenscursussen zoeken of analyseren van data. Nergens is dit echter geïnstitutionaliseerd tot eenechte leergang. Voorts vinden binnen sommige uitgeverijen wel cursusactiviteiten plaats,bijvoorbeeld in het kader van het Wegener Medialab.

Er bestaan geen boeken in het Nederlands over de toepassing van informatietechnologie innieuwsgaring. Wel bestaan er enkele Nederlandstalige boeken over zoeken op het internet;deze zijn echter niet specifiek voor journalisten geschreven. Boeken over data-analyse voorjournalisten bestaan niet in het Nederlands.

Voor zo ver je kunt spreken van Nederlands(talig) lesmateriaal op het gebied van computerassisted reporting heeft dit de vorm van ad hoc handouts van individuele docenten, hetzijstaf van een journalistiek-opleiding, hetzij werkende journalisten die wel eens lesgeven aancollega’s. Nergens bestaat een overzicht van dit materiaal, nergens wordt het verzameld. Voorzo ver bekend heeft nooit iemand een poging gedaan lesmateriaal te schrijven dat brederinzetbaar is dan voor een eigen training.

De VVOJ heeft de ambitie zulk materiaal te ontwikkelen of te doen ontwikkelen.Consequentie van het voorgaande is dat dit vrijwel vanaf de grond zal moeten geschieden,waarbij hopelijk lessen kunnen worden getrokken uit buitenlandse ervaringen en uit deschaarse ervaringen met CAR-training in Nederland.

Trainingen op de conferentie onderzoeksjournalistiek

Op de conferentie over onderzoeksjournalistiek in Utrecht op 8 en 9 november 2002organiseerde de VVOJ tien verschillende trainingen in computer assisted reporting (CAR),variërend van zoeken op internet tot rekenen met Excel. Sommige trainingen werden meerdan één keer aangeboden, zodat in totaal achttien sessies zijn georganiseerd.

Hiervoor waren in de conferentieruimte Oudaen in Utrecht drie zalen beschikbaar, met intotaal 36 cursistenplaatsen voorzien van een laptop. Voor de trainers was eveneens eenlaptop beschikbaar, gekoppeld aan een beamer. Alle computers waren via een intern netwerkaangesloten op internet. Omdat Oudaen noch computerfaciliteiten had, noch over eennetaansluiting beschikte, is het hele pakket inclusief een netaansluiting bestaande uit zesISDN-lijnen door KPN geleverd. Drie systeemredacteuren van kranten waren gedurende dehele conferentie aanwezig om problemen op te lossen. Zij stonden tevens de KPN-medewerkers bij in het opbouwen en afbreken van het netwerk.

Hoofdstuk 4

31

Page 32: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

De belangstelling voor de trainingen was overweldigend: er waren aanzienlijk meeraanmeldingen dan plaatsen. Daarom werden de deelnemers op basis van hun tevorenkenbaar gemaakte voorkeuren ingedeeld. In totaal zijn zo 215 deelnemersplaatsen vergeven,waarmee alle trainingen op één na vol waren. Overigens is niet iedereen die zich heeftaangemeld komen opdagen. Het gros van de vrijkomende plaatsen werd direct door andereningenomen. Hoeveel mensen uiteindelijk hebben deelgenomen is niet geteld. Waarschijnlijkiets meer dan tweehonderd.

Zes van de tien trainingen hadden betrekking op online zoeken, de overige haddencomponenten van ordenen en analyseren in zich. Hieronder korte beschrijvingen van detrainingen zoals ze in het conferentieprogramma waren opgenomen. Bewust is ervoorgekozen om voornamelijk beginnerscursussen aan te bieden: er is immers nog weinigervaring met computer assisted reporting in Nederland en Vlaanderen. Alleen voor hetgebruik van online bronnen zijn ook trainingen voor wat meer gevorderden aangeboden,omdat zoeken op internet inmiddels gemeengoed is en menig journalist op dit terrein reedsover de basiskennis beschikt.

1. Basiscursus zoeken op internet Op een eenvoudige manier zijn de resultaten van een zoektocht op internet sterkte verbeteren. Tijdens deze training komen de basisbegrippen aan de orde dievan belang zijn bij het zoeken op het web en elders op internet. Verder: keuzevan het juiste zoekgereedschap, formuleren van het einddoel en de zoekvraag,zoeken door te combineren, zoeken in het onzichtbare deel van het web.Docent: Theo Stielstra (de Volkskrant).

2. Geavanceerd zoeken op internet Zoekmachines kunnen meer dan je denkt, maar pas als je slimme vragen stelt,krijg je een bruikbare reactie. Met twee journalistieke cases: vertrouwelijkeVN-documenten op straat, plus de ontmaskering van AltaVista. Met aandachtvoor bijzondere zoektrucs (de kracht van frase-zoeken, koppensnellen, specialedocumenten vinden, interne testdatabases van zoekmachines gebruiken),associatief zoeken met Google Labs en DMOZ (Soms heeft u een vreselijk vagevraag, waarmee u niet bij een zoekmachine durft aan te kloppen. Probeer hettoch.), verdwenen websites opsporen (De gevoelige website is verdwenen vanhet net. Wat nu?) en nieuws zoeken.Docent: Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad).

3. Personen zoeken via internet Met twee journalistieke cases: hoe vind ik het geheime nummer van Linda deMol en de handelaar in GBH-drugs? Verder speciale aandacht voor ‘Clavannen’zoeken (Nederlandse onderzoeksdatabank, interne mailinglijsten van beroeps-groepen – van huisartsen tot voetbal-scheidsrechters – gericht gebruik vannieuwsgroepen), ‘gewone mensen’ zoeken (‘hoe vind ik een werkloze autofanaat’,zoeken naar jongeren, doorzoeken van elektronische buurthuizen, de kracht vanhet kadaster), e-mailadressen zoeken, zoeken van telefoonnummers (ook opnummer of met heel weinig gegevens) en persoonsprofielen samenstellen viainternet.Docent: Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad).

32

Page 33: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

4. Zoeken buiten de gevestigde orde Voetbalsupporters, krakers, anti-globalisten, dieren- en milieuactivisten:allemaal gebruiken ze internet om onderling te communiceren en om hunstandpunten en inzichten naar voren te brengen. Hoe vind je als de plaatsenwaar deze uitwisselingen zich afspelen, hoe ga je te werk bij het in kaartbrengen van deze groepen of personen? Aan de orde komen onder meer: keuzevan het juist zoekgereedschap en de juiste zoektermen, zoeken door tecombineren, in kaart brengen van een netwerk rond personen, zoeken naarpersonen, zoeken buiten het web. Docent: Arjan Dasselaar (freelance).

5. Zoeken naar cijfers op internet De krant zakt over twintig minuten. In een nog te redigeren bericht staat dat inNederland de benzineprijzen het hoogst zijn in de wereld. Dit kan niet kloppen,denkt de eindredacteur. Maar hoe vind je binnen twintig minuten de juistecijfers? Bij een verhaal voor de krant van morgen over de olijfproductie in Zuid-Europa moet nog een kaartje waarop is te zien waar de meeste bomen staan. Wiebeschikt over de gegevens? Bijna alles wat te tellen is, wordt ook geteld. Maarhet vinden van de juiste bron is vaak een hele opgave – zeker als het snel moet.In deze training wordt getoond hoe het internet van dienst kan zijn bij hetvinden van betrouwbare statistieken onder tijdsdruk. Docent: Arlen Poort (NRC Handelsblad).

6. Zoeken naar bedrijfsgegevens Wie in een paradijs verkeert waar ze Bloomberg of Reuters terminals hebben,mag zich gelukkig prijzen. Maar vele journalisten moeten het doen met watinternet te bieden heeft. Dat is nog heel wat. Zowel aandacht voor grote,internationaal opererende bedrijven, als voor midden- en kleinbedrijf. Hoe komje erachter wie de bestuurders zijn van een buitenlandse vennootschap? Juist inonderzoeksprojecten loop je vaak op tegen allerlei schimmige vertakkingen vanBV-netwerken. Hoe sprokkel je die gegevens bij elkaar met hulp van onlinebronnen? Ook: hoe presteert de Mexicaanse beurs ten opzichte van Europesebeurzen? Docent: Pieter Kort (Quote Finance) en Arjan Dasselaar (freelance).

7. Je eigen documentatie in een fulltext database Artikelen bewaren in mapjes is goeddeels overbodig aan het worden. Dankzij depc en internet is het tegenwoordig heel eenvoudig om nieuws en achtergrondenrond je specialisaties op systematische wijze te volgen, je selecties vervolgens inelektronische vorm op te slaan en daar vervolgens snel weer dossiers uit samente stellen. Deze workshop gaat over het opzetten van je eigen elektronischedocumentatiesysteem en het werken met een snel doorzoekbaar fulltextdatabaseprogramma (AskSam). Docent: Marcel Metze (freelance).

8. Rekenen met Excel Ook de journalistiek ingegaan omdat je een hekel had aan rekenen? Met eenspreadsheet-programma als Excel wordt rekenen simpel en bijna net zo leuk alshet schrijven van een ‘stukkie’. In een handomdraai en een muisklik zet je bijeen bericht over hoogte van de werkloosheid of de instroom van het aantal

33

Page 34: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

asielzoekers een grafiekje, of bereken je een percentageverschil of een gemiddel-de. Met een plaatje of een grafiekje wordt het bericht leuker om te lezen; eengemiddelde zegt meer dan een rijtje afzonderlijke cijfers. In deze workshop gaathet om een eerste kennismaking met het programma, en om het laten zien vanhet belang van een spreadsheet voor berichtgeving en onderzoek. Docent: Peter Verweij (School voor Journalistiek).

9. Excel voor economieredacteuren Daar zit je dan, met een stapel jaarverslagen of een lange lijst met namen engetallen. En dan? Hoe zet je koele cijfers om in nieuws? Excel helpt. Een work-shop over de talloze analytische mogelijkheden van werken met spreadsheets:ordenen, rekenen en spelen met cijfers. Na een algemene inleiding waarinbasisvaardigheden als indexeren, sorteren en belangrijke functies alsgemiddelden berekenen en grafieken maken worden behandeld, volgt eenbijzondere praktijkopdracht: Graaien aan de top. Oftewel: wat zijn deoptiepakketten van de Nederlandse topmanagers waard? Docent: Pieter Kort (Quote Finance).

10. Zelf databases maken met Excel Kenmerk van nogal wat onderzoeksjournalistiek is dat je in de loop van eenproject erg veel informatie verzamelt. Bepaalde typen informatie lenen zich heelgoed voor opname in een gestructureerde database: zegslieden, adressen,transacties, gebeurtenissen, bezittingen, bronverwijzingen. Zolang het niet al teingewikkeld wordt zijn zulke gegevens prima bij te houden met Microsoft Excel.In deze training leer je hoe je zelf een database maakt in Excel, hoe je ergegevens aan toevoegt, en hoe je die gegevens kunt ordenen en doorzoeken.Vereiste voorkennis: geen. Het is wel aan te bevelen het programma Excel eenkeer te bekijken. Docent: Dick van Eijk (NRC Handelsblad).

Evaluatie van de trainingen

Na afloop van elke training werd de deelnemers verzocht een online evaluatieformu-lier in te vullen. Na de conferentie is aan iedereen die zich voor een training had ingeschre-ven een mailtje verstuurd met het verzoek het evaluatieformulier alsnog in te vullen indienmen dat nog niet had gedaan. Al met al zijn 143 ingevulde formulieren binnengekomen, eenrespons van ongeveer zeventig procent.

Aan de deelnemers zijn acht meerkeuzevragen en twee open vragen gesteld. Per vraag volgthieronder een samenvatting van de resultaten met een beknopte interpretatie. Indien eencursus meer dan één keer is gegeven zijn de resultaten bijeengevoegd.

1. Was je voorkennis voldoende om de cursus te kunnen volgen?1=Onvoldoende 2=Matig 3=Voldoende 4=Goed 5=Zeer goed

Basiscursus zoeken op internet 3,8Geavanceerd zoeken op internet 3,9Personen zoeken via internet 4,1Zoeken naar cijfers op internet 3,3Zoeken buiten de gevestigde orde 3,7

34

Page 35: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

Zoeken naar bedrijfsgegevens 2,8Excel voor economieredacteuren 3,3Rekenen met Excel 2,7Zelf databases maken met Excel 4,4Je eigen documentatie in een fulltext database 2,5

In het algemeen was de voorkennis van de deelnemers ruim voldoende. De trainingen warendus niet te moeilijk. Rekenen blijkt voor journalisten een lastig vak.

2. Wat vind je van de wijze van werken, zoals kennisoverdracht, oefensituatiesen de eventuele handouts?1=Onvoldoende 2=Matig 3=Voldoende 4=Goed 5=Zeer goed

Basiscursus zoeken op internet 3,8Geavanceerd zoeken op internet 3,9Personen zoeken via internet 4,1Zoeken naar cijfers op internet 3,3Zoeken buiten de gevestigde orde 3,7Zoeken naar bedrijfsgegevens 2,8Excel voor economieredacteuren 3,3Rekenen met Excel 2,7Zelf databases maken met Excel 4,4Je eigen documentatie in een fulltext database 2,5

De meeste trainingen scoren ten minste ruim voldoende. Drie blijven steken tussen matig envoldoende: de twee waarvoor de deelnemers hun voorkennis onvoldoende vonden en deaskSam-trainingen. Maar het blijkt niet zo te zijn dat degenen die hun voorkennisonvoldoende achtten de wijze van werken en de handouts als onvoldoende beoordelen. Integendeel: de relatief lage score bij Zoeken naar bedrijfsgegevens en Rekenen met Excel komtvooral door degenen die hun voorkennis wél voldoende achtten. De lage score van deaskSam-trainingen wordt voor een dele veroorzaakt door technische problemen bij een vandeze trainingen.

3. De behandelde stof was:1=veel te makkelijk 2=iets te makkelijk 3=precies goed 4=iets te moeilijk 5=veel te moeilijk

Basiscursus zoeken op internet 2,6Geavanceerd zoeken op internet 3,1Personen zoeken via internet 2,9Zoeken naar cijfers op internet 3,3Zoeken buiten de gevestigde orde 3,0Zoeken naar bedrijfsgegevens 2,8Excel voor economieredacteuren 3,3Rekenen met Excel 2,7Zelf databases maken met Excel 2,5Je eigen documentatie in een fulltext database 3,2

Alle trainingen scoren binnen een halve punt van ‘precies goed’. Dit is in overeenstemmingmet de antwoorden op vraag 1. Opmerkelijk is dat Rekenen met Excel niet als te moeilijkwordt ervaren.

35

Page 36: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

4. De opdrachten/oefeningen waren:1=veel te makkelijk 2=iets te makkelijk 3=precies goed 4=iets te moeilijk 5=veel te moeilijk

Basiscursus zoeken op internet 2,9Geavanceerd zoeken op internet 3,2Personen zoeken via internet 2,8Zoeken naar cijfers op internet 3,3Zoeken buiten de gevestigde orde 3,0Zoeken naar bedrijfsgegevens 2,8Excel voor economieredacteuren 3,3Rekenen met Excel 2,7Zelf databases maken met Excel 2,7Je eigen documentatie in een fulltext database 3,5

Wederom scoren alle trainingen binnen een halve punt van ‘precies goed’.

5. De begeleiding was:1=Onvoldoende 2=Matig 3=Voldoende 4=Goed 5=Zeer goed

Basiscursus zoeken op internet 3,5Geavanceerd zoeken op internet 4,0Personen zoeken via internet 3,8Zoeken naar cijfers op internet 3,3Zoeken buiten de gevestigde orde 3,8Zoeken naar bedrijfsgegevens 2,8Excel voor economieredacteuren 3,3Rekenen met Excel 2,7Zelf databases maken met Excel 4,4Je eigen documentatie in een fulltext database 2,6

De meeste trainingen scoren ten minste ruim voldoende. Drie trainingen scoren net ondervoldoende, namelijk dezelfde drie waarbij deelnemers hun voorkennis tekort vondenschieten en waarbij de werkwijze onder de 3 bleef steken.

6. Heeft de cursus aan je verwachtingen voldaan?1=helemaal niet 2=nauwelijks 3=enigszins 4=behoorlijk 5=volkomen

Basiscursus zoeken op internet 3,7Geavanceerd zoeken op internet 4,1Personen zoeken via internet 4,0Zoeken naar cijfers op internet 3,3Zoeken buiten de gevestigde orde 3,8Zoeken naar bedrijfsgegevens 2,8Excel voor economieredacteuren 3,3Rekenen met Excel 2,7Zelf databases maken met Excel 4,4Je eigen documentatie in een fulltext database 2,7

Geavanceerd zoeken, Personen zoeken en Zelf databases maken met Excel springen er inpositieve zin uit. De drie trainingen die bij eerdere vragen het laagste scoorden doen dat bijdeze vraag wederom.

36

Page 37: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

7. Waren de organisatie en de omstandigheden (zoals cursusruimte enapparatuur) naar tevredenheid?1=helemaal niet 2=nauwelijks 3=enigszins 4=behoorlijk 5=volkomen

Basiscursus zoeken op internet 3,4Geavanceerd zoeken op internet 3,6Personen zoeken via internet 3,8Zoeken naar cijfers op internet 3,3Zoeken buiten de gevestigde orde 2,9Zoeken naar bedrijfsgegevens 2,8Excel voor economieredacteuren 3,3Rekenen met Excel 2,7Zelf databases maken met Excel 4,3Je eigen documentatie in een fulltext database 2,1

De lage score van de askSam-trainingen valt regelrecht terug te voeren op de technischeproblemen bij de eerste training (de eerste training scoorde 1,9 de tweede 2,5). De hoge scorevan Zelf databases maken met Excel hangt er wellicht mee samen dat voor deze training geeninternetverbinding nodig was, zodat de krappe bandbreedte niet tot vertragingen leidde.

8. Ik geef de training het cijfer:1=Onvoldoende 2=Matig 3=Voldoende 4=Goed 5=Zeer goed

Basiscursus zoeken op internet 3,6Geavanceerd zoeken op internet 3,9Personen zoeken via internet 4,2Zoeken naar cijfers op internet 3,3Zoeken buiten de gevestigde orde 3,6Zoeken naar bedrijfsgegevens 2,8Excel voor economieredacteuren 3,3Rekenen met Excel 2,7Zelf databases maken met Excel 4,3Je eigen documentatie in een fulltext database 2,2

Na de antwoorden op de eerdere vragen levert het eindcijfer geen verrassingen meer op.

9. Aan welke soorten trainingen of workshops heb je in de nabije toekomstbehoefte?

Ruim de helft van de respondenten (82) hebben op deze vraag een antwoord gegeven. Eendeel van de antwoorden kan vooral worden opgevat als een aanmoediging voor de VVOJ, inde zin van ‘ga vooral zo door’. Zoals een deelnemer schreef: “Meer en langer van dit!” Eenandere veel voorkomende algemene opmerking is dat men graag langere trainingen wil (eenhalve dag of een dag). “Tempo is te hoog om meer te doen dan er aan ruiken”, schreef eendeelnemer. Voorts wordt er expliciet gevraagd naar, in afnemende frequentie:

+ Geavanceerd zoeken

+ Personen zoeken

+ Excel voor gevorderden

+ Databases (sommigen noemen expliciet Access, sommigen laten het openen kunnen dus ook fulltext databases of online bronnen bedoelen)

37

Page 38: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

+ Documenteren en archiveren

+ Zoeken buiten de gevestigde orde

+ Bedrijfsgegevens zoeken

+ Jaarverslagen lezen

+ Wobben

+ Interviewen

+ Methoden van onderzoeksjournalistiek

De honger naar zoekkennis lijkt niet te stillen. Gelukkig hebben we op dat terrein ook demeeste docenten.

10. Heb je nog opmerkingen of vragen?Bijna een derde van de respondenten (44) heeft bij deze vraag iets ingevuld. Vier typenopmerkingen domineren:

+ Algemene waardering, zowel voor het hele initiatief als voor afzonderlijkedocenten

+ Klachten over de techniek: velen vonden de internetverbinding te traag(navraag leert dat KPN op zo korte termijn niet meer bandbreedte konleveren voor een enigszins redelijke prijs), sommigen hadden graag eenexterne muis gehad

+ De trainingen waren te kort waardoor er te weinig tijd was voor oefeningen

+ De opzet was te Nederlands, van het toetsenbord (veel Belgen werken opeen azerty in plaats van een qwerty) tot de gebruikte voorbeelden

De handouts die de docenten hadden gemaakt voor de trainingen zijn inmiddels inaangepaste vorm beschikbaar gesteld aan alle VVOJ-leden via het ledendeel van de website.

38

Page 39: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

: Conclusie

Uit de jarenlange Amerikaanse ervaringen kunnen direct lessen worden getrokkenvoor de Vereniging van Onderzoeksjournalisten:

Het is in het algemeen nodig om specifiek op de journalistieke beroepspraktijk toegesnedenlesmateriaal te ontwikkelen indien men journalisten wil scholen in technieken vancomputer assisted reporting. Voor andere doelgroepen gemaakt lesmateriaal is hoogstensgeschikt voor zeer ervaren gebruikers.

Er is een duidelijke hiërarchie aan te brengen in CAR-vaardigheden. Het basisniveau behelstzoekvaardigheden en het gebruik van een spreadsheet, alsmede algemene computervaardig-heden. Een tree hoger staan complexe zoekvaardigheden, ook buiten het world wide web, enhet gebruik van databaseprogramma’s. Op het derde niveau komt het converteren van dataen het gebruik van desktop mapping. Op het hoogte niveau qua moeilijkheidsgraad staat hetgebruik van statistiekprogramma’s en programmeren. Voor het aanbieden van trainingenverhouden deze niveaus zich tot elkaar als hoogtelagen in een piramide: er moet een zekerebasiskennis op niveau één beschikbaar zijn eer het zin heeft om een training op niveau tweete ontwikkelen, etcetera. De VVOJ zou moeten beginnen om trainingen en lesmateriaal op deonderste twee lagen te ontwikkelen.

Nadat aanvankelijk veel verschillende computerprogramma’s werden gebruikt doorAmerikaanse CAR- specialisten, is de laatste jaren een standaardisatie opgetreden. Bij dekeuze van software gaat het dan niet zo zeer om wat het beste programma is, maar welkprogramma door de meeste journalisten wordt gebruikt. Immers, voor dat programma isrelatief eenvoudig hulp te krijgen binnen de journalistieke gemeenschap, bijvoorbeeld viadiscussielijsten op internet die specifiek over computer assisted reporting gaan. De VVOJdoet er goed aan meteen aan te sluiten bij deze in de Verenigde Staten ontwikkeldevoorkeuren. Voor wat betreft spreadsheets en databases zijn dit Microsoft Excel en MicrosoftAccess.

De ervaringen met Amerikaans lesmateriaal in Europa leren dat niet alleen de software en deaan te leren vaardigheden ertoe doen, maar ook de data en de te behandelen journalistiekvragen. Data en vragen moeten aansluiten bij de beroepservaringen van de cursisten. Dieaansluiting moet beter zijn naarmate de ervaring van de cursisten geringer is. Voor de VVOJbetekent dit dat ook bij de bewerking van buitenlands lesmateriaal Nederlandse en Belgischedata moeten worden gezocht, en journalistieke vragen moeten worden geformuleerdwaarmee Nederlandse en Vlaamse journalisten zich vertrouwd voelen.

Uit de ervaringen bij het Deense DICAR blijkt vooral dat het nuttig is goed doordacht lesma-teriaal te maken. DICAR geeft drie kwalificaties, maar deze zijn niet volledig. Zo ontbrekenkwalificaties voor onderzoek met internet en het gebruik van moderne gereedschappen ominformatie op te slaan en terug te vinden. In het bijzonder de suggesties voor basisvaardig-heden met software en pc van DICAR zijn toepasbaar in Nederland. De ‘Deense didactiek’ isinteressant. Voornamelijk het onderscheid tussen begrijpen en leren en het ‘zelf ervaren’ vanlesstof geeft houvast voor nog te ontwikkelen Nederlandstalig lesmateriaal voor CAR.

DICAR heeft veel kennis opgedaan voor het verkrijgen van toegang tot digitale bronnen. Diekennis is bruikbaar voor het losweken van Nederlandse data.

Hoofdstuk 5

39

Page 40: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

De cursussen in statistiek en Excel, gegeven op de wereldconferentie voor onderzoeksjour-nalisten in Kopenhagen, zijn zonder meer toepasbaar in Nederland. DICAR heeft minderkennis van het zelf vergaren van informatie via internet.

Een Europees netwerk van CAR-trainers gaat onder auspiciën van DICAR kennis enlesmateriaal uitwisselen. Hiermee kan de kennis over methodiek, didactiek en inhoud vanCAR worden vergoot.

Uit de trainingen die de VVOJ op de conferentie in Utrecht heeft aangeboden blijkt in deeerste plaats dat er onder Nederlandse en Vlaamse journalisten een grote behoefte bestaat aanscholing in technieken van computer assisted reporting.

Bovendien bleek dat het werken met Nederlands lesmateriaal en Nederlandse data werkt. Decursisten waren enthousiast, waardeerden de trainingen, die in het algemeen aansloten ophun eigen mogelijkheden en ervaringen.

Dit sluit aan bij de Amerikaanse en Deense ervaring dat lesmateriaal moet wordentoegesneden op de lokale beroepspraktijk. De VVOJ zou daarom een programma kunnenformuleren met vaardigheden waarvoor ze de komende jaren lesmateriaal en oefendata wil(doen) ontwikkelen. Naast dit ontwikkelwerk is verder onderzoek nodig naar de effectiviteitvan lesmateriaal. Zo is bijvoorbeeld niets bekend over de rekenkundige voorkennis vanjournalisten in Nederland en Vlaanderen, wat het lastig maakt om cursisten op het juisteniveau aan te spreken. Een cursus Excel voor wie percentages en gemiddelden gesnedenkoek vormen ziet er anders uit dan zo’n cursus voor wie tevens moet worden bijgeschoold inrekenen. Bij het ontwikkelwerk is bovendien aandacht nodig voor de soms aanzienlijkeverschillen tussen Nederland en Vlaanderen.

40

Page 41: Lesmateriaal voor Computer Assisted Reporting - vvoj.nl voor CAR.pdf · De vereniging dankt beide auteurs, Dick van Eijk(NRC Handelsblad) en Henk van Ess (Utrechts Nieuwsblad)voor

+ Sarah Cohen, Numbers in the Newsroom. IRE, Columbia, 2001.

+ Melisma Cox, ‘The Development of Computer-Assisted Reporting’. Paper gepresenteerdaan de University of North-Carolina in Chapel Hill in maart 2000.

+ Bruce Garrison, ‘Online Information Use in Newsrooms: A longitudal DiffusionStory’. Paper gepresenteerd op de conferentie Media in the New Millennium:Technology, Images, Issues, in februari 2000.

+ Brant Houston, Computer-Assisted Reporting: A Practical Guide (2nd edition).Bedfords/St. Martin’s, New York, 1998.

+ Philip Meyer, The New Precision Journalism. Indiana University press, Bloomington& Indianapolis, 1991.

+ Poynter Institute, When Nerds and Words Collide. Poynter Institute, St. Petersburg,1999.

+ Joel Simon & Carol Napolitano, ‘We’re All Nerds Now’, in Columbia JournalismReview, maart/april 1999.

+ Jeff South, ‘Make great training materials in 30 minutes or less’. Paper voor de NICARconferentie in Boston, maart 1999.

+ Jeff South, ‘Checklist of spreadsheet skills (Excel)’. Paper voor de NICAR conferentiein Boston, maart 1999.

+ Jeff South, ‘Checklist of database management skills’. Paper voor de NICAR conferentiein Boston, maart 1999.

+ Peter Vasterman & Peter Verwey, Computer Assisted Research and Reporting. CahiersJournalistiek en Communicatie, nummer 11. HvU Press, Utrecht, 1992.

+ Peter Verwey, CAR revisited – Ontwikkelingen in digitale journalistiek. CahiersJournalistiek en Communicatie, nummer 22. HvU Press, Utrecht, 2000.

Literatuur

41