LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte...

52
2016 | 8 TIJDSCHRIFT VOOR BIBLIOTHEEK & ARCHIEF Interview met Wally De Doncker Cartesius.be een wereld van oude kaarten online Hoe kan je archief gebruiken te leren? Voorlezen = Nederlands leren? LEREN EN KENNISDELING IN DE OB Periodiciteit: Maandelijks • november 2016 • Afgiftekantoor: Turnhout • Erkenningsnummer: P802070 InsPIrATIE uIT lEErcEnTrA En cocrEATIE

Transcript of LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte...

Page 1: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

2016 | 8

tijdschrift voor bibliotheek

& archief

Interview met Wally De DonckerCartesius.be een wereld van oude kaarten onlineHoe kan je archief gebruiken te leren?Voorlezen = Nederlands leren?

LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB

Per

iod

icit

eit:

Maa

nd

elijk

s •

no

vem

ber

20

16 •

Afg

ifte

kan

too

r: T

urn

ho

ut

• E

rken

nin

gsn

um

mer

: P8

020

70 InsPIrATIE uIT lEErcEnTrA En cocrEATIE

Page 2: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

VVBADomdat informatie belangrijk is

VLAAMSE VERENIGING VOOR BIBLIOTHEEK, ARCHIEF & DOCUMENTATIEStatiestraat 179 2600 Berchem+32 3 281 44 57 [email protected] www.vvbad.be

Page 3: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

META 2016 | 8 | 1

Groot MisverstandVERANTWOORDELUKE UITGEVER

Julie Hendrickx, Statiestraat 179,

2600 Berchem

HOOFDREDACTEUR

Julie Hendrickx • [email protected]

REDACTIE

Bram Baert, Klaartje Brits, Paul Buschmann,

Gerd De Coster, Noël Geirnaert, An Labis,

Myriam Lemmens, Kris Michielsen,

Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega,

Peter Rogiest, Eva Simon, Patrick Vanhoucke,

Bruno Vermeeren.

REDACTIESECRETARIS

Tom Van Hoye • [email protected]

REDACTIEADRES

VVBAD • META

Statiestraat 179, 2600 Berchem

Tel. 03 281 44 57

[email protected] • http://www.vvbad.be/meta

Reageer op Twitter: #overmeta

ADVERTENTIES

Marc Engels • [email protected]

LAY-OUT

Marc Engels

DRUK

EVM

META verschijnt 9x per jaar,

niet in januari, juli en augustus.

META is een uitgave van de VVBAD en is

begrepen in het lidmaatschap, maar is ook

verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie

op http://www.vvbad.be/lidmaatschap.

ISSN 2033-639X

Hermione L’Amiral, ondervoorzitter VVBAD

Ik ben een kind van de jaren zeventig, geboren tussen twee oliecrisissen in. Qua leeftijd beantwoord ik daarmee aan het profiel van de gemiddelde archivaris — zoals die uit onze werk-belevingsenquête naar voor kwam. Samen met mij is er een

generatie archivarissen opgegroeid met het “gat in de begroting”. We werden doordrongen van mantra’s als “de buikriem aanhalen” en “de tering naar de nering zetten” die wijze politieke mannen met een gepijnigde blik van onder hun gigantisch lelijke brilmonturen via de zwart-wittelevisie op ons loslieten.

Ondanks al de inspanningen die zij, en vooral de burgers, zich getroostten is de buikriem ondertussen tot kaasschaaf verworden. “Crisis” en “geldtekort” zijn niks nieuws. We leven al jaren met het idee dat niet alles kan. Zowel het individu als de staatsman budgettaire moeten keuzes maken.

Het editoriaal van META 5 berichtte hoopvol over het nieuwe cultureel erfgoed-decreet. Ondertussen hebben overlegmomenten met de sector plaatsgevon-den en kregen we een eerste conceptversie van dit decreet te lezen. De “ruime waaier aan projectsubsidies in de dynamische ruimte” waar we het in juni nog verwachtingsvol over hadden, blijkt redelijk op slot te zitten. Het idee van focus op “erfgoed als kerntaak” wordt tot in het extreme uitgewerkt.

Nu hebben wij — kinderen van de oliecrisis — geen problemen met een overheid die haar beleid ter ondersteuning van de erfgoedsector stoelt op duidelijke cri-teria. Alleen blijkt er een groot misverstand te bestaan over de uitvoering van de kerntaak ‘erfgoed’.

Een stadsarchief zou, zoals het nu in dit concept van decreet staat — de facto niet de kerntaak ‘erfgoed’ kunnen hebben. Een erfgoedbibliotheek evenmin. Ook geen universiteitsarchief. Kortom: elk archief dat beheerd wordt onder aus-piciën van zijn oorspronkelijke vormer, zou nooit erfgoed als kerntaak hebben. Stadsarchief Brugge, met zijn charters, zijn middeleeuwse stadsplannen, zijn ‘huizenonderzoek’-projecten zou dus niet erfgoed als kerntaak hebben. En kan dus geen aanspraak maken op projectsubsidies.

Dit moet een misverstand zijn. Denkt u niet? Het moet ook een misverstand zijn dat de proeftuinen van Stadsarchief Mechelen en Ieper, die mede op basis van bescheiden Vlaamse subsidiëring een regionale werking uitbouwden erfgoed niet als kerntaak hebben. Hun lokale besturen zouden voor de volledige finan-ciering ervan moeten instaan?

Onze stadsarchieven en gemeentearchieven bewaren en beheren wel degelijk Vlaams erfgoed, met lokale wortels en van internationale waarde. Ze doen dit op professionele wijze, zonder veel subsidiëring van buitenaf. Ze doen het ook al vele decennia, zonder het etiketje ‘kwaliteitslabel’ als motivator. Zou dit erf-goedbeheer niet eerder gestimuleerd moeten worden, dan het al bij de wortel te snoeien?

Het is een misverstand, jazeker. Laten we hopen in dit concept van decreet nog hier en daar enkele concepten — zoals “erfgoed als kerntaak” bijvoorbeeld, wat beter omschreven wordt.

Afsluitelement

editoriaal

Page 4: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Meta 2016/8Jaargang 92 - november 2016

VASTE RUBRIEKEN

1 EditoriaalGroot Misverstand

4 Nieuws

21 InzetStef Strobbe

22 EtalageOWB-Werkgroep BioDing

24 SignalementOpenbare bibliotheek Waregem

31 De vraagHoe kan je archief gebruikenom les te geven?Bart De Nil

32 Over de grensIBBY laat boeken bruggen bouwenEva Devos

34 TrendVoorlezen = Nederlands leren?Tine Depypere

35 Het plan

36 UitgepaktVerweesde werkenSam Donvil

37 ColumnBlijvertjesLaurent Meese

37 Citaat

“ DIE BOEKDRuKKuNST… DA’S GEEN BLIJVERTJE. MENSEN WILLEN TOCH ALTIJD HANDGESCHREVEN BOEKEN BLIJVEN LEZEN.”

38 TrendVluchtelingen als lectorenKathy Van Crombruggen

41 Kroniek• Studiedag ‘Een collectieplan, hoe werk je eraan?’• Bij de archivaris op schoot: de Abdij van Park en het CRKC• IFLA-congres

44 Personalia

46 Toepassing

47 Zo gelezenLien Ceûppens

48 Uitzicht

2 | META 2016 | 8

Foto: David Plas.

inhoud

Page 5: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

16

In onze veranderende samenleving verleggen bibliotheken de focus van lenen naar leren, van het product (de media) naar het proces van kennisontwikkeling, van toegang tot informatie naar kennisdeling. Hoe dragen hedendaagse openbare bibliotheekmodellen hiertoe bij? Welke inspiratie vinden we bij leercentra in het hoger onderwijs? En hebben we nood aan een nieuw, cocreatief model?

INTERVIEW

IBBY-president Wally De Doncker

Hoe dragen hedendaagsebibliotheek modellen bijtot leren en kennisdeling?

Katrien Vanderheyden

Cartesius.be: een wereld vanoude kaarten online

Rink W. Kruk en Marc Carnier

10

26

ARTIKELS

“ ALS HET GOED IS, KOMT HET ER TOCH. SOMS OOK MET TEGENSTAND.”

Foto: Marianne Weyn.

inhoud

10

41

Page 6: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Dagelijkse kost uit de 17e eeuwAl eens gehoord van een Toerte van appelen op basis van oude kaas en ricotta? Het is een van de recepten die je kan vinden in het Familieren keu-kenboec van Antonius Magirus uit het begin van de 17e eeuw. De Leuvense universiteitsbibliotheek kocht onlangs een eerste druk van dit kookboekje uit 1612 met de steun van het Jan Roegiersfonds. Professor Jan Roegiers was van 1981 tot 1996 hoofdbibliothecaris van de Leuvense universiteitsbibliotheek. Bij zijn overlijden in 2013 schonk hij een belangrijk deel van zijn nalaten-schap aan de bibliotheek, waaronder ook een bij-zonder mooie collectie kookboeken.

Door een eeuwenlang verblijf in vochtige keu-kens is het oude kookboekje echter dringend aan restauratie toe. Daarom organiseert de universiteitsbibliotheek op dinsdag 22 november 2016 een sponsordiner in het historische kader van de Faculty Club in het Begijnhof in Leuven. Meer informatie en inschrijven: www.kuleuven.be/mecenaat/magirus.

Dirk Aerts

Bibliotheken amsterdam en new York werken samen

De Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) en de New York Public Library (NYPL) gaan samenwerken. Martin Berendse, directeur OBA, en Anthony Marx, president NYPL, hebben daarover onlangs afspraken gemaakt tijdens een werkbezoek in New York.

De samenwerking tussen beide bibliotheken heeft onder andere betrekking op Engelstalige e-content, internationale col-lecties en uitwisseling van kennis op het gebied van educatie en maatschappelijke dienstverlening, met als bedoeling de versterking van de maatschappelijke functies van Amsterdamse filialen.

> Bron: Bibliotheekblad

Foto Amsterdam: Diego Porttale (CC - Flickr).Foto New York: Faungg (CC - Flickr).

4 | META 2016 | 8

nieuws

Page 7: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Cultureel erfgoeddecreet: archiefsector uitgeveegd

De sectie Archief en Hedendaags Documentbeheer van de VVBAD heeft het Cultureel-erfgoeddecreet doorgenomen en komt tot de conclusie dat Vlaanderen zijn handen af lijkt te trekken van de archiefsector. Het stand-punt van de sectie maakt, net zoals dat van het Overleg Landelijke Archieven Vlaanderen (OLAV) deel uit van het standpunt van het Overleg Cultureel Erfgoed (OCE).

Het is tekenend dat binnen de zogenaamde basisinfrastructuur niet veel ruimte is voor de erkenning van archiefinstellingen. De financiële ondersteu-ning van deze basisinfrastructuur zal geen vijfjaarlijkse evaluatie behoeven. Dat scheelt heel wat zorgen qua continuïteit en werking. Geen enkel archief lijkt hiervoor dus in aanmerking te komen.

Maar het is vooral de negatie van het “brede veld” dat de archiefleden van de VVBAD zorgen baart. Het Cultureel-erfgoeddecreet heeft tot doel te ondersteunen, maar VVBAD stelt vast dat 95 procent van de Vlaamse archie-finstellingen uit de boot vallen en net géén beroep kunnen doen op onder-steuning. De voorwaarde voor werkingssubsidies die omschreven wordt in artikel 48 van het ontwerp van decreet komt hard aan binnen de sector. “De collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie heeft een afzonderlijk, op zichzelf staande werking die uitgevoerd wordt binnen dezelfde organisatie in het kader van een omvangrijkere kerntaak van deze organisatie”. Hoe op zichzelf staand een werking moet zijn om als “op zichzelf staand” erkend te worden?

Wat wel duidelijk wordt uit de memorie van toelichting is dat het “lokale niveau” uitgesloten wordt. En dat mag breed begrepen worden: “Organisaties die opereren als museum, archief of erfgoedbibliotheek in het kader van een andere, grotere, kerntaak komen niet in aanmerking voor subsidiëring. universiteiten, openbare bibliotheken of stadsarchieven komen hierdoor niet in aanmerking”. We overdrijven dus niet als we zeggen dat een hele sector wordt “uitgevaagd”. De OCMW-archieven, die door de nakende inkanteling in de gemeenten nog meer in de kantlijn komen te staan, verdwijnen hier-door nog meer naar de achtergrond.

> het volledige standpunt kan je vinden op onze website: http://www.vvbad.be/standpunt_Ced

Voorinschrijving Publieksonderzoek archieven 2017

Op verzoek van heel wat archieven organiseert FARO in 2017 terug een Publieksonderzoek Archieven. Wie is het publiek van uw archief? Waarom komen uw bezoekers? Wat verwachten ze en vooral: wat vinden ze nu eigen-lijk van uw dienstverlening? Zoekt uw archief al lang een antwoord op deze vragen? Neem dan deel aan het Publieksonderzoek Archieven. Archieven die interesse hebben om deel te nemen kunnen zich hier online inschrijven: http://www.faronet.be/voorinschrijving-publieksonderzoek-archieven-2017.

Koninklijke Bibliotheek krijgt gloednieuwe handschriftengalerij

In september 2019 heeft Brussel er een nieuwe topbezienswaardigheid bij: De Librije van de Hertogen van Bourgondië. Deze multimedi-ale galerij komt in het hart van de Koninklijke Bibliotheek, en wordt volledig opgebouwd rond de unieke handschriftencollectie van de biblio-theek. Vlaams minister Ben Weyts, de Regie der Gebouwen, de Koninklijke Bibliotheek en het Fonds Baillet Latour investeren samen zo’n 5 miljoen euro in De Librije.

De Koninklijke Bibliotheek van België bezit een unieke collectie met een 300-tal handschriften uit de Bourgondische periode (eind 14e tot eind 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een rijk verleden dat tot de verbeelding van een breed publiek spreekt. De collectie is op dit ogenblik echter weinig bekend en niet kwalitatief ontsloten voor een breed museumpubliek.

“We hebben meer bezoekers dan ooit, maar ze vinden de weg niet meer naar onze collec-tie”, zegt Patrick Lefèvre, algemeen directeur van de Koninklijke Bibliotheek. “We pakken nu uit met het verhaal achter het erfgoed. Met De Librije gaan we een meer actieve rol spelen in het culturele leven in de hoofdstad. De biblio-theek krijgt verder vorm als ontmoetingsplek waar iedereen kan komen om te ontdekken, te beleven en te ontspannen”.

MULTIMEDIALE LIBRIJEIn De Librije van de Hertogen van Bourgondië, een geheel van 2.000 m², worden bezoekers ondergedompeld in middeleeuwse sferen. De prachtige 16e-eeuwse Nassaukapel wordt opgenomen in het parcours, maar er zal ook gebruik gemaakt worden van virtual reality om het verleden tot leven te wekken. Het wordt een authentieke erfgoedbeleving voor een breed binnenlands publiek én veeleisende buiten-landse bezoekers.

De Librije mikt op 100.000 betalende bezoe-kers per jaar. Naast de nieuwe galerij wordt eveneens aandacht besteed aan de ontwikke-ling van een gezellige brasserie op de vijfde verdieping, met magistraal uitzicht op de histo-rische binnenstad. Er komt ook een vernieuwd onthaal en een beglaasd binnenterras dat uit-geeft op de prachtige tuin van de Kunstberg.

> Bron: KBr

META 2016 | 8 | 5

nieuws

Page 8: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

aCtiViteitenKalender

15-16.11 Vlaams Mediawijs Congres

2016

Mediawijs.be18.11 Brabantse Archivarissendag

2016: “De klant bestaat

niet”

KAPA21.11 Basisopleiding ‘Informatie

aan het werk: informatie

op orde houden, behe-

ren en uitwisselen’

Coördinerende Archiefdienst24.11 Colloquium – Sport als spie-

gel van de samenleving

Liberaal Archief

Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten

Brabantse archivarisdag

De Brabantse Archivarisdag 2016 vindt plaats op vrijdag 18 november 2016 in het FelixArchief Antwerpen. De keynote en de daaropvolgende casussen staan allemaal in het teken van onze klanten: Wie zijn ze? Hoe kennen we hun behoeftes? Maar vooral, hoe organiseren we een gedifferentieerd aanbod?

9.30 u. Ontvangst 10.00 u. Verwelkoming door Inge Schoups, FelixArchief10.10 u. Keynote: De klant centraal, Rudy Pieters, www.PubliekCentraal.be 11.10 u. Casussen (25 minuten + 10 minuten gesprek) Informatie die digitaal niet beschikbaar, is voor de gebruiker niet in beeld,

Janna Leguijt, RHC Eindhoven Hoe ontwikkel je een doelgroepenbeleid, Nico Verplancke, Vlaams

Instituut Audiovisuele Archivering12.30 u. Lunch13.30 u. Vervolg casussen Hoe is Euregionaal Historisch Centrum nu als onderdeel van De Domijnen

zichtbaar?, Peer Boselie, De Domijnen in Sittard-Geleen Ken je klanten. Digitale dienstverlening op maat bij het FelixArchief, Marie

Juliette Marinus, Filip Boudrez, Muriel Geel, FelixArchief Antwerpen15.00 u. Bezoek & rondleidingen17.00 u. Aperitief18.00 u. Diner bij Nautiv (Lux, Aldegondiskaai)

De deelname aan het dagprogramma (9.30 u. - 20.00 u.) kost 40 euro en aanvullend 50 euro voor het traditionele aangename en verzorgde diner.

Inschrijven kan tot maandag 7 november via het formulier: http://www.archief-ant-werpen.be/BAD2016, voor aanmelding en menukeuze, én door vooraf betalen op de rekening van KAPA, Grote Markt 1, Turnhout: IBAN: BE51 0013 4543 5062. BIC: GEBA BE BB (BNP Paribas Fortis).

studiedag ‘lezen: lastig én leuk.’ over leesplezier en leesmoeilijkheden bij kinderen en jongeren.21 november 2016 - De Studio, Antwerpen

In november is het weer tijd voor de Voorleesweek van Iedereen Leest. Samen met verschillende partners zet Iedereen Leest het belang én het plezier van voorlezen in de kijker. Want voorlezen is een goede manier om leesplezier door te geven aan jong én oud. En dat is belangrijk, want wie graag leest, doet dat vaker. En wie vaak leest, kan het op termijn beter. Ook voor kinderen met leesmoeilijkheden heeft voorlezen dus heel wat voordelen.

Een goede boekenselectie maken is een hele opdracht. Een geschikt boek is een boek dat aansluit bij de interesses én het leesniveau van het kind. Kinderen zullen veel gemo-tiveerder zijn om te lezen als het thema en het verhaal hen aanspreken.Er zijn speciale boeken voor kinderen met dyslexie, zoals de Zoeklicht-reeks en ‘Makkelijk Lezen’-boeken. Maar ook prentenboeken kunnen voor oudere kinderen nog ideaal voorleesvoer zijn. Vele verhalen zijn gelaagd genoeg om (voor)leesplezier te bieden voor jong en oud.En dankzij Daisy-luisterboeken kunnen kinderen met dyslexie van dezelfde boeken genieten als hun leef-tijdsgenoten. Zo kunnen ze tegelijk lezen en luisteren, ze laten het Daisy-boek dan meestal ietsje langza-mer afspelen om mee te volgen met de tekst. Of ze genieten met een Daisy-boek gewoon van de verhalen, zonder zich op het lezen zelf te moeten concentreren (en zo het verhaal vaak missen). Leesplezier binnen handbereik.

Tijdens de Voorleesweek organiseren Iedereen Leest en Luisterpunt een studievoormiddag voor leerkrachten, logopedisten, bibliotheekmedewerkers en andere geïnteresseerden. Met o.m. lezingen van Prof. Dr. Annemie Desoete (onderzoeksgroep leerstoornissen uGent) en zelfstandig leesbevorderaar Daniëlle Daniëls, inspi-rerende praktijkvoorbeelden en sessies rond het boekenaanbod.

> het volledige programma en info over inschrijvingen vind je op www.voorleesweek.be.

> Bron: luisterpunt

6 | META 2016 | 8

nieuws

Page 9: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

EEN BRON VAN KENNISAxiell ALM is de leidende leverancier van collectie management systemen, online publicatie en mobiele oplossingen. Adlib bib-lio-theek is een professioneel softwarepakket voor informatie-management, kennismanagement en catalogusbeheer en wordt gebruikt in bibliotheken, mediatheken, documentatiecentra, (hoger)onderwijs, gezondheidszorg, juridische instellingen en bed-rijven. Adlib Bibliotheek voldoet aan alle gangbare standaarden. Een krachtige thesaurus, koppeling met digitale media en andere externe bestanden en thesauri behoren tot de standaardfunctio-naliteit. Adlib Bibliotheek kan naadloos geïntegreerd worden met onze Archief en Museum modules, tot één compleet ‘cross domain’ systeem. Uiteraard kunt u Adlib Bibliotheek ook uitbreiden met uit-leen-, tijdschrift-, bestel- & SDI modules en online services.

AXIELL ALM Netherlands BV t +31 (0)346 58 68 00Postbus 1436, 3600 BK Maarssen [email protected] Nederland www.axiell-alm.com

Meer dan 2600 klanten gebruiken onze software wereldwijd, van acade-mische collecties tot openbare bibliotheken

app moet jongeren naar antwerpse bib lokken

Met een nieuwe app willen de Antwerpse bibliotheken meer tieners naar de bibliotheek lokken. Via thema’s die aansluiten bij hun leefwereld beginnen jongeren aan een interactieve zoektocht door de bib.

“Elke twaalfjarige heeft ondertussen een smartphone, met toegang tot een reusachtige hoeveelheid kennis. Dan kan je hen niet meer met een leeslijst naar de bibliotheek sturen. Met deze app willen we die jongeren zelf op zoek laten gaan naar de thema’s die hen interesseren”, zegt Mieke van Geel, coör-dinator van het innovatief cultuurbeleid in de stad Antwerpen.

SPECIFIEK OP JONGEREN TuSSEN 12 EN 15Met BIBIT richten de Antwerpse bibliotheken zich specifiek tot jongeren tussen 12 en 15 jaar oud. Vaak haken jongeren af op deze leeftijd. Het leesplezier daalt en de ‘goesting’ en het enthousiasme om de bibliotheek te bezoeken nemen af.

De app is vanaf nu te gebruiken in alle Antwerpse districtsbibliotheken. De eerste reacties waren alvast positief. De app toont een aantal personages die in de bib naar bepaalde boeken gezocht hebben. Aan de hand van tips moeten de jongeren achterhalen wat zij gezocht hebben.

Eén personage is ‘leeg’ en kunnen tieners zelf vullen met materialen die hen geïnspireerd hebben. Hiermee kunnen ze op Facebook, Snapchat en Instagram hun ervaring delen met anderen. De app is ook gelinkt aan de stad Antwerpen. Jongeren die informatie zoeken over skateboarden krijgen bijvoorbeeld ook te zien waar ze in de stad een skateplein kunnen vinden. “Op die manier willen we jongeren aanspreken die in het digitale tijdperk opgroeien en van de bibliotheek weer een inspirerende plek maken”, besluit Mieke Van Geel.

> Bron: Het Laatste Nieuws

nieuws

Page 10: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

reChtZettinG

De foto die in META2016/6 verscheen

op pagina 31 had een onvolledig bij-

schrift. “De jongste schenker van de

Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience”

is een foto van de Erfgoedbibliotheek

Hendrik Conscience getrokken door foto-

graaf Michel Detobel.

naar een collectieplan in 6 stappen. een leidraad voor bibliotheek en archief

Tijdens de VVBAD-studiedag ‘Een collectieplan, hoe werk je eraan?’ lanceerden Bart De Nil en Jeroen Walterus de nieuwe FARO-publicatie Naar een collectieplan in 6 stappen. Een leidraad voor bibliotheek en archief. Medewerkers van archieven en erfgoedbibliotheken vinden hierin een handige leidraad die hen stap voor stap begeleidt naar zowel de uitwerking van een integrale visie als naar ‘goede praktij-ken’. De publicatie is opgevat als een flexibel werkinstrument dat u echt helpt bij het uittekenen van een doordacht collectiebeleid.

De oorsprong van deze publicatie ligt bij een collegagroep van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek die FARO van eind 2012 tot eind 2014 begeleidde. De zes partnerbibliotheken van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek deelden er hun ervarin-gen en tips over de opmaak van een collectieplan. Alle stappen, methodieken en tips werden zorgvuldig gedocumenteerd. Een bruikbaar werkplan met zes stap-pen was het resultaat.

Omdat archieven net als erfgoedbibliotheken werken met documentaire collecties nam FARO het initiatief om dit stappenplan om te zetten naar de context van het archief. Dankzij twee collegagroepen met archieven werd het stappenplan verder aangepast en aangevuld.

We hopen dat archivarissen en bibliothecarissen in de toekomst met deze publica-tie aan de slag gaan om een doordacht collectiebeleid uit te stippelen. De opmaak een collectieplan is immers een zeer belangrijke voorwaarde voor het behalen van het kwaliteitslabel.

> Bestellen via http://www.faronet.be/publicatie-bestellen

> Bron: Faro

CoMeet ontvangt de Vlaamse Cultuurprijs lokaal Cultuurbeleid 2015

Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz bekroonde op 9 september Cultuuroverleg Meetjesland, kortweg COMEET, met de Vlaamse Cultuurprijs voor Lokaal Cultuurbeleid 2015. Dat gebeurde tijdens de lancering van Cultuurconnect in Brussel.

De jury looft COMEET om haar integrale en brede werking. COMEET is een cultuur-dienst en projectvereniging voor 14 gemeenten in het Meetjesland. Het samenwer-kingsverband werkt rond bibliotheken, erfgoed, lokaal cultuurbeleid en podia. De voorbije 12 jaar zorgde COMEET voor groeiend cultuuroverleg in de regio.

De jury wil de regionale samenwerkingsverbanden als model voor lokaal cultuur-beleid onder de aandacht brengen. Vooral kleinere entiteiten hebben baat bij een inspirerende regionale samenwerking. Een goed samenwerkingsverband toont waar lokaal cultuurbeleid in kleinere gemeenten kan voor staan. “COMEET onderstreept het belang van samenwerking, ondersteuning, versterking en begeleiding van het lokaal cultuurbeleid over verschillende gemeenten heen.” Aldus minister Sven Gatz. COMEET brengt op regelmatige basis vrijwilligers en vaklui uit de cultuursector uit het Meetjesland samen om kennis en ervaring uit te wisselen. Vorming en ont-moeting versterken hun rol. COMEET initieert projecten en informeert over het cultuur- en vrijetijdsaanbod in eigen streek.

> Bron: cjsm

8 | META 2016 | 8

nieuws

Page 11: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Vormgevingserfgoed in Vlaanderen na 1945

Op 29 september 2016 verscheen de archievengids Vormgevingserfgoed in Vlaanderen na 1945. Met dit boek biedt het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven van het Vlaams Architectuurinstituut voor het eerst een overzicht van archieven en collecties over vormgeving die publiek toegankelijk zijn. Meer dan tweehonderd beschrijvingen van archieven van ontwerpers, producenten, overheden, opleidingen en winkels, worden voorafgegaan door essays van Fredie Floré, Ko Goubert, Irene Amanti Lund, Katarina Serulus en Eva Van Regenmortel. De gids is een instrument voor onderzoekers, erfgoedmedewerkers en liefhebbers. Ellen Van Impe en Eva Van Regenmortel namen de redactie voor hun rekening.

Het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (CVAa) rondt met deze archievengids een meerjarig project af over het cultureel erfgoed van vormgeving, waartoe we ontwerpen voor interieurs, meubilair, keramiek, textiel, gebruikszilver en allerhande toege-paste kunsten rekenen, uit zowel de ambachtelijke als de industriële praktijk. De doelstellingen waren meervoudig. Om te begin-nen wilde het CVAa een inhaalslag realiseren voor de registratie en de duurzame bewaring van privaat vormgevingserfgoed, als waardevol cultureel erfgoed en als bronnenmateriaal voor historisch en ontwerpend onderzoek. Het wilde ook het bewustzijn erover vergroten bij ontwerpers, erfgoedvormers en cultureel-erfgoedorganisaties en expertise opbouwen en doorgeven over de zorg voor vormgevingserfgoed.

Het CVAa zette hiertoe verschillende strategieën in, waaronder de publicatie van de bovenvermelde archievengids, het registreren van vormgevers en hun archieven in de Databank Architectuurarchieven (www.cvaa.be/databank), het online brengen van een beeldbank (www.designerfgoed.be), een archiefbevraging bij winnaars van de Henry van de Velde Awards, een archiefworkshop tijdens de Biënnale Interieur in Kortrijk, een samenwerking rond het archief van Design Vlaanderen, een reeks interviews met vak-mensen en intermediaire figuren, de begeleiding van archiefoverdrachten en een ontwerpopdracht aan een textielontwerpster met een vormgevingsarchief als inspiratie. Deze installatie werd geopend samen met de tentoonstelling Ensembles. Architectuur en Ambacht in de Singel in Antwerpen (coproductie Vlaams Architectuurinstituut, deSingel en Architectuurarchief Provincie Antwerpen). Beide lopen nog tot 15 januari 2017.

> Meer info: www.cvaa.be

> Bron: CVaa

nieuws

DE BELGISCHE PARTNER VOOR BIBLIOTHEEK EN UITGEVER ALS HET OM ABONNEMENTEN GAAT!

CONTACTEER ONS VOOR MAATWERK !Par tner Press - Lenniksebaan 451 - 1070 Brussel

Luc Dewinter - Tel : 02/525 15 82 - Mail : [email protected]

Voor het beheer van al uw abonnementen bieden wij :

• 1 vaste contactpersoon• De mogelijkheid om 1 bestelbon op te maken en 1 jaarlijkse factuur te ontvangen

• Geen overnamekosten en transparante voorwaarden

O P T I M AR E C O N S T R U C T I E V A N 1 2 M A A R T 2 0 1 1

D E D A G WA A R O P A L H E T Z WA R T G E L D V E R D W E E N

BAHAMAS LEAKS‘Misdaad, maffia en dictators:

op de Bahama’s zit het vuilste geld’EDWIN DE BOECK, brein van de N-VA

‘Je hebt in een maatschappijook wat ongelijkheid nodig’

AANKLACHT TEGEN DE MEDIAWaarom Chris De Stoop stoptmet de journalistiek

BELG

IË | NR

66

| SEPTEM

BER

2016

| € 4

,90

I N S P I R A T I E V O O R E E N L E V E N I N B A L A N S

N R 6 6 | S E P T E M B E R 2 016� | € 4 ,9 0 VLAAMSE EDITIE

OP DE SOFA

Sofie Lemaire

Wegwijs in de jungle van

ZELFHULPBOEKEN

ERVEN ZONDER

FAMILIERUZIES,

hoe doe je dat?

Therapeutisch reizen

Onder vrouwen

naar Compostela

OPVOEDENEen

optimistisch kind in

5 stappen

NIC BALTHAZAR

Pleidooi voor meer

innerlijke rust

‘We moéten niks!’

DOSSIER

26 PAGINA’SNA AR ZINOP ZOEK

‘Er zit een feministe in mij’

je leven, je tegenslagen? Hoe geef je betekenis aan je werk,

Cover september_finaal.indd 1

24/08/16 15:05

U wenst nog te besparen op uw budget van 2017 ?

Bezorg ons uw lijst van abonnementen tegen eind november en geniet nog van het 2016 uitgeverstarief.

Page 12: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Hoe dragen Hedendaagse bibliotHeekmodellen bij tot leren en KennisdelinG? Inspiratie uit leercentra en cocreatie

Leercentrum AGORA, KU Leuven © Agora Leuven.

Katrien Vanderheyden, Karel de Grote-Hogeschool

In onze veranderende samenleving verleggen bibliotheken de focus van lenen naar leren, van het product (de media) naar het proces van kennisontwikkeling, van toegang tot informatie naar kennisdeling. Hoe dragen hedendaagse openbare bibliotheekmodellen hiertoe bij? Welke inspiratie vinden we bij leercentra in het hoger onderwijs? En hebben we nood aan een nieuw, cocreatief model?

10 | META 2016 | 8

artiKel

Page 13: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

“ DE CHICKEN bATTErIEs VAN DE EERSTE LEERCENTRA, GROTE RUIMTES GEVULD MET RIJEN COMPuTERS NAAST ELKAAR, HEBBEN PLAATS GERuIMD VOOR OPEN LAND-SCHAPPEN MET GEVARIEERDE EN AANGENAME ZIT- EN WERKHOEKJES.

De missie van bibliothecarissen is volgens R. David Lankes de maatschappij verbeteren door kennisontwikkeling (m.a.w. leren) te faciliteren bij hun gemeenschappen (Lankes, 2011). Daarmee verleggen zij de focus van het middel (de collectie) opnieuw naar de essentie van hun bestaan. Om zinvol leren te facilite-ren, moeten bibliothecarissen weten hoe mensen leren en welke competenties belangrijk zijn om als burger volwaardig te par-ticiperen in de 21e eeuw. Daarna volgt de vraag hoe het retail-concept, het Delphimodel van de vraaggerichte bibliotheek en de belevingsbibliotheek bijdragen tot leren en kennisdeling. Kunnen ze de toekomstgerichte missie volgens Lankes waar-maken? Hoe kunnen ze elkaar inspireren? Tot slot bespreek ik enkele mogelijke andere bronnen van inspiratie. Leercentra in het hoger onderwijs hebben heel wat ervaring en expertise in het ondersteunen van leerprocessen. Een tweede spoor is cocre-atie. Kan deze trend bibliotheken helpen om duurzaam leren te faciliteren bij haar gemeenschappen?

LErEN IN DE 21E EEUW

LERENDe tijd van doceren voor een muisstille klas is lang voorbij. Naarmate de wetenschappelijke kennis over leerprocessen toe-nam, paste ook het onderwijs zich aan om zijn doel beter te bereiken.

Leren is in wezen een actief en sociaal proces. Actief leren gaat volgens onderwijsexpert Kris Van den Branden niet alleen over leren door ervaring of door te doen, maar ook over mentale actie en reflectie. Als je leert, koppel je nieuwe kennis aan wat je al weet. Door een wisselwerking tussen denken en doen, reflec-teren en bijsturen verwerft de lerende competenties op een diepgaande en duurzame manier. Actieve participatie is dus een voorwaarde voor leren. (Van den Branden, 2015)

In alle leertheorieën speelt conversatie een belangrijke rol. De lerende leert in conversatie met zichzelf tijdens denkprocessen bij het luisteren, lezen, observeren, uitproberen, … en in conver-satie met anderen (leerkrachten, experten, elkaar, …). (Van den Branden, 2015) (Lankes, 2011) De sociale dimensie van leren heeft twee aspecten. Enerzijds is leren met en van anderen bevorderlijk voor het leerproces. Samen met anderen kom je tot betere oplossingen voor complexe problemen. Anderzijds vervult het een fundamentele sociale behoefte. We vinden steun bij elkaar en smeden sociale relaties. Samen streven naar een gemeenschappelijk doel verbindt mensen, doorbreekt stereo-typen en zorgt voor een geluksgevoel. Het sociale aspect van leren motiveert, en intrinsieke motivatie om te leren is een cru-ciale succesfactor. (Van den Branden, 2015)

Daarnaast wordt effectief, duurzaam leren bevorderd door te streven naar waardevolle en haalbare doelen voor de leerder. Leren gebeurt geleidelijk. Elke succeservaring geeft een boost aan het zelfvertrouwen en motiveert om weer een stapje verder te gaan. Verder worden mensen gemotiveerd door een gevoel

van autonomie, als ze zelf hun leerdoelen en leerproces mogen bepalen. Effectieve leerprocessen zijn ook gesitueerd of contex-tueel. Complexe competenties verwerft de leerder best in een levensechte context. (Van den Branden, 2015)

COMPETENTIES 21E EEuWVan den Branden onderscheidt acht sleutelcompetenties voor de 21e eeuw:• taal en informatie doen werken: informatievaardigheden,

waarbij de focus verschuift van informatie vinden naar het kritisch verwerken en communiceren van complexe informatie;

• kennis doen werken: probleemoplossend denken vereist een diepgaande verwerking en het flexibel kunnen toepassen van informatie in uiteenlopende situaties;

• verbeelding doen werken: creativiteit, innovatief denken;• sociale relaties doen werken: samenwerking, omgaan met

diversiteit;• technologie doen werken: ICT functioneel, doelgericht en kri-

tisch kunnen gebruiken;• verandering doen werken;• hun leerkracht doen werken: motivatie om levenslang te leren;• het leven op de planeet doen werken: maatschappelijk enga-

gement. (Van den Branden, 2015)

Deze competenties sluiten perfect aan bij de actieve, sociale aard van leren. Ze worden ontwikkeld door leerlingen en studen-ten te laten leren en samenwerken in een levensechte context. Er zijn competenties bij die traditioneel tot de core business

META 2016 | 8 | 11

artiKel

Page 14: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

“ IN DE PRAKTIJK ZIJN OOK BIBLIOTHECARISSEN IN HET HOGER ONDERWIJS NOG VOLOP ZOEKENDE HOE ZE LEREN EN KENNISDELING KUNNEN FACILITEREN EN ONDERSTEuNEN.

van bibliothecarissen horen (informatie doen werken), compe-tenties waar bibliotheken de laatste jaren op inzetten (ICT doen werken, ontmoeting) en al deze competenties sluiten naadloos aan op de missie van bibliothecarissen volgens R. David Lankes (via conversatie kennisontwikkeling faciliteren bij hun gemeen-schappen om de samenleving te verbeteren).

BIBLIOTHEEKMODELLEN, LErEN EN KENNISDELING

Hoe dragen het retailconcept, het Delphimodel en de belevings-bibliotheek bij tot kennisontwikkeling en kennisdeling?

RETAILCONCEPTHet retailconcept focust vooral op een rationele, vraaggerichte collectieontwikkeling en een aantrekkelijke, klantgerichte opstel-ling van de collectie om de verblijfsduur in de bib te verhogen en de uitleningen te doen stijgen. Dit model blijft erg product-gericht en draagt weinig actief bij tot leren en kennisdeling. Retailbibliotheken organiseren uiteraard ook educatieve acti-viteiten, maar veel tijd en aandacht gaan naar de collectie. Interessant is de vraaggerichte collectievorming. Die leidt tot een kleinere, meer performante collectie, waardoor er ruimte vrijkomt die ingericht kan worden als ruimte voor ontmoeting, leren en kennisdeling.

Dit model vindt vooral opgang in Nederland. In België liet onder meer de bib van Kalmthout zich erdoor inspireren voor haar collectiemanagement. We vroegen Jan Collet om een reactie: “Ik ben nooit een representant van het retailconcept geweest. Geen enkele Vlaamse bibliotheek is volledig op het model inge-stapt. De vertaling van retail naar Vlaanderen gebeurde van in het begin op een gematigde manier, met oog voor op het beleid geënte correcties zoals educatieve doelen.” Volgens Collet kan het wel interessant zijn om in een bepaalde fase sommige technieken ervan toe te passen: “Daardoor kwam er hier plek vrij voor een verblijfsbib van de 21e eeuw, een gezellige, open en transparante plek met een sociale functie.” Ook de bib van Kalmthout maakte volop de omslag van collectie naar connectie. Jan Collet: “Veel meer dan in de collectie stoppen we energie in activiteiten, het uitbouwen van netwerken en samenwerkings-verbanden, educatie en mediawijsheid, kortom onze sociaal-maatschappelijke functie.”

DELPHIMODELDelphibibliotheken hebben baanbrekend werk verricht in Vlaanderen in het verleg-gen van de focus van de fysieke collectie naar de informatiebehoefte van de klant, dus ook van lenen naar leren, naar het proces van kennisontwikkeling op maat van de klant, individueel en collectief. De burger komt met zijn of haar vragen naar de bib en de bemiddelaar brengt hem of haar in contact met een expert of erva-ringsdeskundige, leidt hem of haar toe tot vorming of organiseert zelf activitei-ten. In die zin gaat het om een vrij hië-rarchisch model en lijkt het fundamenteel te gaan om éénrichtingsverkeer, toegang tot informatie in plaats van kennisdeling. Zo zijn de Infopleinen een nuttig instru-ment om burgers te leiden naar antwoor-den op een aantal vragen, maar krijgen ze er niet de mogelijkheid zelf kennis te delen via een forum.

Dit moet echter genuanceerd worden. Een Delphibibliotheek stimuleert ont-moeting en kennisdeling als een wezenlijk onderdeel van de informatiebemiddeling, benadrukt Natalie Decrock van WINOB. Dit doet ze zowel informeel via de verschillende zit-, sta- en hangplekken als gericht via activiteiten zoals ervaringsuitwisse-ling en peer-to-peerleren. “Het merendeel van de vragen wordt beantwoord in de sociale netwerken. Informatie krijgt pas zin door communicatie. Een Delphibibliotheek probeert communi-catieprocessen te stimuleren en kan hierdoor wezenlijk bijdra-gen tot het tot stand komen of versterken van lokale netwer-ken.” (website Delphibibliotheken) “Delphi is een model dat een bibliotheek richting geeft, maar in elke lokale context anders wordt toegepast, afhankelijk van de lokale situatie. Vaak is er ook een mix van verschillende modellen en kan een strikte opde-ling niet gemaakt worden. Daarnaast is Delphi een model dat continu in beweging is en zich aanpast aan het veranderende (bibliotheek)landschap,” voegt Decrock er nog aan toe.

BELEVINGSBIBLIOTHEEKMet de beleveniseconomie van Pine & Gilmore als inspiratie-bron verschuift de focus in een belevingsbibliotheek van lenen naar beleving. Anders dan deze term doet vermoeden, neemt leren hierbij een belangrijke plaats in. Een belevingsbibliotheek bouwt haar werking op rond vier soorten belevenissen: de edu-catieve, de escapistische, de ontspannende en de esthetische. Onder de educatieve belevenis vallen alle meer traditionele vor-men van educatie. Maar ook escapistische belevenissen draaien vaak rond leren. Het zijn alle activiteiten waarbij de deelne-mer een actieve invloed heeft. Alle workshops vallen hieronder. (Verbergt, De Snijder, & De Sadeleer, 2013) Met de hedendaagse kennis over leerprocessen weten we trouwens dat elk succes-vol leerproces een actieve inbreng van de leerder vraagt. Ook het esthetische aspect heeft een grote invloed op leerproces-sen. Zo benadrukt Les Watson voor leercentra het belang van de emotionele impact van de ruimte, die zowel remmend als bevorderend kan werken voor het leren. (Watson, 2013) Door de focus te verleggen naar belevenissen, krijgen ook educatieve activiteiten een grotere rol en komt er naast ontspanning meer aandacht voor leren. Naarmate dit meer of minder ‘escapistisch’ is opgevat, zal er ook plaats zijn voor kennisdeling. Verbergt en co houden bij de concrete uitwerking van het model echter sterk

ARhus Roeselare.

12 | META 2016 | 8

artiKel

Page 15: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

vast aan beleve-nissen rond boe-ken en auteurs. Vertaa ld naar de missie van R. David Lankes kan dit model een veel ruimere en meer toekomstgerichte invulling krijgen, met de focus op belevenissen die bijdragen tot ken-nisontwikkeling en kennisdeling in de lokale gemeen-schap.

Bij de start enkele jaren geleden pro-fileerde Muntpunt Brussel zich als belevingsbiblio-theek. Gevraagd naar het waarom

van deze keuze, antwoorden Leen Lekens en Martine Seys van Muntpunt vandaag dat zij zich niet langer willen laten beper-ken tot één model. De term ‘belevingsbibliotheek’ riep te veel misverstanden op. De bibliotheek maakt een constante evolutie door waarbij ze zich laat inspireren door verschillende model-len, trends en evoluties in de maatschappij, in de bibliotheek-sector én daarbuiten. Deze diverse invloeden past Muntpunt eclectisch en flexibel toe in haar werking, de vinger aan de pols van de noden van de lokale gemeenschap. Ook elders hoor je hetzelfde geluid. Is de tijd van de grote modellen voorbij? Leen Lekens zegt daarover: “Ik denk dat één groot landelijk model niet meer voldoet aan de eisen van de ‘lokale’ bib, zeker in een grootstedelijke context. Wij ontlenen onze betekenis aan de lokale context en die is niet zo maar inwisselbaar. Diversiteit en differentiatie zijn het nieuwe adagium!”

INSPIrATIE UIT LEErCENTrA EN COCrEATIE

LEERCENTRA IN HET HOGER ONDERWIJSZowel directeurs van openbare bibliotheken als hun collega’s in het hoger onderwijs omschreven tegenover R. David Lankes de toekomst van hun type bibliotheek als a community space focused on learning (Lankes, 2011, p. 96). Bibliotheken van het hoger onderwijs vorm(d)en zich om naar inspirerende leerom-gevingen in het hart van de campus, erop gericht om leerpro-cessen te faciliteren en ondersteunen. Als plekken van informeel, sociaal en zelfsturend leren faciliteren ze, in nauwe samenwer-king met de opleidingen, effectief leren volgens de nieuwste inzichten. Ze hebben alle faciliteiten in huis om de verschuiving van kennisoverdracht en kennisconsumptie naar kenniscreatie en –uitwisseling waar te maken. Zo kunnen ze zelfs een motor worden voor onderwijsinnovatie. Bovendien versterken ze sleu-telcompetenties voor de 21e eeuw bij hun publiek: creativiteit aanwakkeren, samenwerken, omgaan met diversiteit, omgaan met informatie, ICT doen werken, kennis opbouwen en deze doelgericht doen werken in de samenleving. In Groot-Brittannië is er heel wat expertise op dat vlak, dichter bij ons hebben we Leercentrum AGORA (Ku Leuven). Omdat ook openbare biblio-theken evolueren naar een focus op leren, kunnen ze heel wat opsteken van deze leercentra.

HOE ONDERSTEuNEN DEZE BIBLIOTHEKEN/LEERCENTRA LEREN EN KENNISDELING?Enerzijds bieden ze een kwalitatieve leeromgeving aan, waar studenten in interactie kunnen gaan met bronnen, docenten, medewerkers en elkaar. Zo’n kwalitatieve omgeving is ICT-rijk, wat studenten enerzijds ondersteunt in hun leeractiviteit en hen anderzijds de kans biedt om te oefenen met nieuwe technolo-gieën om te communiceren en te presenteren. Er is een grote diversiteit aan soorten werkplekken en opstellingen om samen of individueel aan de slag te gaan, zodat gebruikers voor elke leeractiviteit, leerstijl en leerbehoefte een geschikte plaats vin-den. Daarbij is comfort belangrijk en wordt er gekeken naar de emotionele impact van de ruimte. Daarom hebben de chicken batteries van de eerste leercentra, grote ruimtes gevuld met rijen computers naast elkaar, plaats geruimd voor open land-schappen met gevarieerde en aangename zit- en werkhoek-jes. Groepswerk kan meestal zowel in open en halfopen sociale zones als in afgesloten groepswerklokalen. Sociaal leren staat centraal, de stille ruimte verhuist meestal naar een afgesloten ruimte op de bovenste verdieping. Een derde kenmerk is flexi-biliteit. De ruimtes kunnen flexibel aangepast worden voor ver-schillend en steeds evoluerend gebruik. Vaak staan meubels op wieltjes, zodat alles aan de kant kan voor evenementen. In flex-zones kunnen studenten zelf de meubels reorganiseren volgens hun behoeften. Dat brengt ons bij een laatste kenmerk: student ownership. Vooruitstrevende leercentra vertrouwen op zelfregu-lering door gebruikers. Er zijn weinig regels, ze mogen de ruimte gebruiken zoals ze dat zelf nodig achten. Op die manier sluit het gebruik nauw aan bij hun behoeften. Medewerkers obser-veren, bevragen gebruikers en sturen de inrichting indien nodig bij. Studenten worden aangemoedigd om er eigen activiteiten te organiseren.

Anderzijds staat of valt het succes van een leercentrum met een kwalitatieve omkadering door het personeel. Een voldoende groot team van flexibele, innovatiegerichte, klantgerichte en proactieve medewerkers, die een netwerk uitbouwen en oog hebben voor kansen tot samenwerking. Enkel faciliteiten aan-bieden volstaat niet, je moet ze ook aan de man brengen en als volwaardige partner ontmoeting en kennisdeling actief mee organiseren, begeleiden en coachen, in cocreatie met interne (onderwijsbeleid, docenten, ondersteunende diensten) en externe partners (werkveld, organisaties, …). Wie daarbij welke rol opneemt, is afhankelijk van de expertise van elke partner. Wat interne partners betreft, zien we in Groot-Brittannië een ver-schuiving van een samensmelting met ICT naar een samensmel-ting met ondersteunende (studenten)diensten en een nauwe samenwerking met onderwijs. Daarnaast zetten bibliotheken in het hoger onderwijs traditioneel in op informatievaardigheden. Daarbij verschuift de focus van het vinden van informatie naar het omgaan met de gigantische veelheid aan informatie, het kri-tisch beoordelen, verwerken en communiceren van informatie en kennis doen werken in de samenleving. Dit in nauwe samen-werking met het onderwijs en liefst ingebed in het curriculum.

In de praktijk zijn ook bibliothecarissen in het hoger onderwijs nog volop zoekende hoe ze leren en kennisdeling kunnen faci-literen en ondersteunen. Een boeiend veranderproces.

COCREATIELeren is een actief en sociaal proces. Daarbij heeft samenwer-ken op basis van een gelijke status aan een gezamenlijk, als zin-vol ervaren doel een grote meerwaarde. De leerwinst is groter, samen kom je tot betere, innovatieve oplossingen en je leert omgaan met diversiteit. (Van den Branden, 2015) Ook breder

ARhus Roeselare.

META 2016 | 8 | 13

artiKel

Page 16: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

voelen we vanuit onze gemeenschappen een pressure for parti-cipation. (Lankes, 2011) Mensen zijn niet langer enkel consumen-ten van informatie en producten, ze delen als informatieprodu-cent hun eigen ervaringen en expertise in social communities en ontwerpen mee de producten die ze zullen consumeren (pro-sumer). Gezag is niet meer vanzelfsprekend, relaties werden veel horizontaler. R. David Lankes weigert een hoofdstuk te wijden aan ‘participatieve bibliotheken’ omdat elke bibliotheek in wezen participatief moet zijn om haar missie te volbrengen. (Lankes, 2011) In deze context is er nood aan een nieuwe manier van werken. De (marketing)trend van cocreatie, die vanuit de com-merciële wereld ook de non- en social profitsector begint te veroveren, kan een antwoord bieden. Bij bibliotheken zien we hiervan de eerste experimenten.

Sommige bibliotheken zetten cocreatieve projecten op. Zo engageren de bibliotheek van Gent en Kenniscentrum ARhus in Roeselare kinderen en jongeren om de jeugdbib mee vorm te geven. Daarnaast zet ARhus cocreatieve projecten op samen met partners uit het onderwijs, de cultuursector en het bedrijfs-leven, bijv. het project MOLSLA rond vergeten groenten en W.O.I, samen met het VABI en partners uit andere sectoren. 1

Begin 2017 start ARhus met partners uit Denemarken, Polen en Nederland met een Erasmus+ project met, voor en door jonge-ren rond burgerschap en Europese waarden en normen, vertelt algemeen directeur Yves Rosseel.

Verbergt, De Sadeleer en De Snijder hebben het over belevenis-sen van de tweede generatie of cocreatieve belevenissen, die samen met de gebruiker worden vormgegeven. (Verbergt, De Snijder, & De Sadeleer, 2013) Bij Delphi zou het feit dat de bur-ger niet alleen komt met een informatiebehoefte maar ook met expertise, kennis en ervaringen om te delen een meer funda-mentele plaats kunnen krijgen in het hele model. Maar volstaat het om enkele aanpassingen te doen in een bestaand model?

Meer structureel vraagt cocreatie een fundamenteel andere organisatiestructuur, organisatiecultuur en aanpak. Een cocre-atief bibliotheekmodel bestaat echter (nog) niet. We kunnen ons hiervoor laten inspireren door cocreatie in de bedrijfswereld en haar toepassing in de non- en social profit. In het bedrijfsleven

betekent cocreatie dat je samen met klanten en partners producten en diensten ontwik-kelt en verbetert op basis van een gelijkwaar-dige dialoog. Zo kom je tot een waardevoller, innovatiever product dat beter aansluit op de klantenbehoeften en is je lerend vermo-gen als organisatie groter. Je kan werken met doelgroepcommunities en expertcommuni-ties. (van Leeuwen, 2012) Omdat cocreatie bij uitstek geschikt is om innovatieve en gedra-gen oplossingen te bedenken voor complexe maatschappelijke problemen, maakt ze ook opgang in de non- en social profit. Cocreatie is dan het proces van samen oplossingen te creëren die tegemoet komen aan een alge-meen belang. (Steuperaert, 2015) Dat sluit perfect aan bij de missie van bibliotheca-rissen volgens Lankes. Lankes spreekt over gedeeld eigenaarschap: “They [librarians]– you – facilitate the creation of knowledge, and by doing so you improve society. (…) True facilitation means shared ownership.” (Lankes, 2011, pp. 63-65) Van Der Heijden en De Moor schreven al over de bib als stadslab,

de bib die kennisontwikkeling en kennisdeling rond maatschap-pelijke kwesties faciliteert. Daartoe moeten bibliotheken aan communitybuilding doen, zowel in de digitale als in de fysieke ruimte. (Van Der Heijden & De Moor, 2012). Cocreatie lijkt hier bij uitstek voor geschikt.

Hoe gaat cocreatie in zijn werk in de non- en social profit? Verschillende experten, betrokkenen, belanghebbenden en part-ners worden samengebracht. Via een zelfsturend proces van open en respectvolle interactie streven ze naar een gedeelde kijk, een gemeenschappelijk doel en gedragen acties. Voorwaarden zijn een collectief eigenaarschap van de groep over het hele proces, gelijkwaardigheid, openheid en vertrouwen, motivatie en tijd. Organisatorische voorwaarden zijn een open cultuur, een horizontale en democratische organisatiestructuur en een goede, transparante interne communicatie, waarbij informatie gedeeld wordt in twee richtingen. (Steuperaert, 2015)

De topical centers die R. David Lankes beschrijft vormen een inspirerend voorbeeld. De bibliotheek van Philadelphia bracht ondernemers uit de lokale gemeenschap rond de tafel en zette samen met hen een dienstverlening voor hen op, op maat van hun behoeften. Die gaat veel breder dan het samenstellen van een collectie: goed uitgeruste meeting spaces, databan-ken, bedrijfsbezoeken, mentoring, ... De klantengemeenschap beslist wie het topical center bestuurt: zijzelf, een curator of een bibliothecaris. Deze bib deed hetzelfde met muzikanten en schrijvers. Topical centers geven de gemeenschap de nodige omkadering om via een gerichte dienstverlening tot kennisont-wikkeling en kennisdeling te komen. (Lankes, 2011) Dichter bij huis werkt AGORA structureel cocreatief door de student te benaderen als young professional en eigenaar van zijn of haar eigen leerproces en door studenten-medewerkers de werking mee vorm te laten geven in eigen projecten op maat van hun talenten, aldus coördinator Peter Verbist. Zo implementeerden studenten-medewerkers een book swap store, creëerden ze een muurbrede wereldkaart met ansichtkaarten, testten ze een nieuwe technologie uit voor de infoschermen of deden ze markt-onderzoek naar het draadloos opladen van mobiele toestellen. Kenniscentrum ARhus speelt dan weer met het idee van een burgerplatform rond stadsontwikkeling, naast een lopend lerend

Leercentrum AGORA, KU Leuven © Agora Leuven.

14 | META 2016 | 8

artiKel

Page 17: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

• Bell, S. (2011). Delivering a WOW user experience: do academic librarians mea-

sure up? Opgeroepen op 16 oktober 2015, van ALA: http://www.ala.org/acrl/

sites/ala.org.acrl/files/content/conferences/confsandpreconfs/national/2011/

papers/delivering_wow.pdf

• Delphibibliotheken. (sd). Opgeroepen op 3 oktober 2016, van http://delphi.

winob.lcp.be/delphibibliotheken/model-delphi

• Lankes, R. D. (2011). The atlas of new librarianship. Cambridge: The MIT Press.

• Steuperaert, K. (2015). Cocreatie #kwadraet. KdG-Hogeschoolcongres,

Antwerpen, 10/11/2015.

• Van den Branden, K. (2015). Onderwijs voor de 21ste eeuw. Leuven: Acco.

• Van Der Heijden, E., & De Moor, A. (2012). De openbare bibliotheek als stadslab

: onmisbare schakel in kennisintensieve steden. InformatieProfessional, Jg. 16

(2012), nr. 1/2, p. 26-30.

• van Leeuwen, S. (2012). Klant in de driver’s seat: klantgedreven innove-

ren met cocreatie, crowdsoursing en communities. Culemborg: Van Duuren

Management.

• Verbergt, B., De Snijder, L., & De Sadeleer, D. (2013). Wauw, hier leest men boe-

ken! Leuven: Uitgeverij LannooCampus.

• Watson, L. (2013). Better library and learning space : projects, trends and ideas

[e-book]. London : Facet Publishing.

1 Filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=IhPG4rfJj68

netwerk met verschillende steden, zo vertelt Yves Rosseel. Met haar nieuwe coördinator Lerende Netwerken wil het kenniscen-trum haar meerwaarde voor het onderwijs en het brede maat-schappelijke veld structureel verankeren. Die meerwaarde zit in het verbinden van relevante partners.

BESLUIT

In een samenleving waar creativiteit en innovatie belangrijk zijn, waar mensen digitale en fysieke plekken opzoeken om commu-nities te vormen waarin kennis wordt gecreëerd en uitgewis-seld, verschuift de focus van bibliotheken naar de essentie van hun bestaan: het faciliteren van kenniscreatie en kennisdeling. Interactie tussen mensen staat daarbij centraal. Op die manier werken gebruikers ook aan cruciale competenties voor de 21e eeuw en bouwen bibliotheken in cocreatie met hun gemeen-schappen aan een betere samenleving. Zowel elementen uit openbare bibliotheekmodellen als de ontwikkelingen in biblio-theken/leercentra in het hoger onderwijs dragen daartoe bij. Met een nauwere samenwerking en uitwisseling van expertise, ervaringen en good practices kunnen ze elkaar inspireren en verrijken. In de praktijk laten bibliotheken zich al inspireren door een mix van modellen, maatschappelijke trends en de lokale context. Omwille van de participatieve en sociale aard van leren, het feit dat burgers in onze samenleving medezeggenschap willen en de complexe maatschappelijke uitdagingen die aan-gepakt moeten worden, is cocreatie een interessant spoor om verder te ontwikkelen.

artiKel

Bron: Nationaal Archief, Den Haag

Page 18: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

IBBY-president Wally De Doncker

“ ik ben geworden wie ik ben door het lezen van boeken. ”

Page 19: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Interview: Tom Van Hoye

Sinds 2014 staat er een Vlaming aan het hoofd van de International Board on Books for Young People (IBBY) en niet de minste. Gelauwerd jeugdauteur Wally De Doncker is net herkozen voor een tweede termijn van twee jaar als president van deze niet-gouvernementele interna-tionale organisatie die iedereen die in verband staat met jeugdliteratuur wil samenbrengen. We kregen Wally even te pakken in zijn thuisbasis Hamme.

Hoe ben je bij IBBY terecht gekomen?Ik debuteerde als schrijver in 1989 maar ik had al gauw door dat het wereldje van schrijvers heel klein is, een beetje te klein. Je zat snel aan je grenzen. Mijn horizon liep al snel verder. Ik wou andere dingen zien, ook internationaal. Ik heb me eigen-lijk onmiddellijk bij IBBY aangesloten. Bij IBBY-Nederland dan want IBBY-Vlaanderen bestond nog niet. Daar kon ik al meteen contacten leggen met schrijvers zoals Thea Beckman en ik kon er gewoon mee praten, dat vond ik fantastisch! In 1993 is IBBY-Vlaanderen opgericht en ik ben er meteen bestuurslid gewor-den. Ik schreef veel artikels over internationale jeugdliteratuur en ik durf ook wel standpunten in te nemen en dat begint dan op te vallen. Ze vroegen me om in de redactie te komen van The Lion and the Unicorn, een Amerikaans tijdschrift over jeugdlite-ratuur en zo is het allemaal beginnen rollen.

Als IBBY niet bestond dan schreef ik allang niet meer denk ik. Ik zou te veel gestoten hebben op grenzen. Ik ben iemand die snel dingen wil doorbreken. Ik ben ook leraar geweest in het lager onderwijs waar ik mij onder meer al bezig hield met lees-bevordering en daaruit is een nieuwe taalleesmethode ontstaan, ‘Leesdraak’. Dat was heel vernieuwend. Misschien iets te avant-gardistisch voor die tijd: samenwerking met de derde kleuter-klas, roldoorbrekend, creatief schrijven, invoegen van kinderli-teratuur en kinderpoëzie, groeiboeken, …. Standaard Educatieve uitgeverij geloofde er sterk in. Het is misgelopen door een te grote wisseling van uitgevers (vijf op twee jaar tijd) met ver-schillende visies.

Er is al veel geschreven over de AVI-leesmethode voor kinde-ren. Wat vind je daarvan?‘Leesdraak’ was al anti-AVI. We hebben de gewoonte om in Vlaanderen en Nederland alleen maar woorden met één letter-greep te gebruiken in eerste leesboekjes maar zo krijg je een taal die niet bestaat en heel kunstmatig is. Kinderen lezen en begrijpen ook perfect woorden met twee of drie lettergrepen. Dankzij IBBY heb ik al veel internationale bibliotheken bezocht. Daar werken ze niet met woorden van één lettergreep voor de kleinste lezertjes. Er wordt niet gekeken hoeveel medeklinkers vooraan staan. Die kinderen leren lezen in hun eigen taal, in het Italiaans bijvoorbeeld met woorden van vier lettergrepen, so what! Anderstalige kinderen begrijpen bijna niets van die begin-nende boekjes met alleen éénlettergrepige woorden.. Ik kan je gerust een paar AVI-teksten voorlezen waarvan ook jij niets of weinig zult begrijpen! Kinderen moeten ook altijd maar diezelfde AVI-boekjes lezen, ten treuren toe en met AVI worden kinde-ren opgedeeld in groepjes, kinderen in een lager niveau voelen zich minder. Hier bovenop wordt er dan nog eens eindeloos

getest, vaak nog met de chronometer. Dat is dodelijk voor het leesplezier. In Vlaanderen en Nederland leren kinderen lezen in een kunstmatig taaltje dat ver afwijkt van het Nederlands. Niemand praat alleen maar met éénlettergrepige woorden. Het is spijtig dat bibliotheken dit ontmoedigende systeem overne-men. In buitenlandse bibliotheken zie ik dat veel minder. Het technisch lezen wordt er uit de bibliotheek gehaald. Ik blijf dat maar herhalen. Niet helemaal in dovemansoren. Iedereen Leest geeft nu aan leesplezier de hoogste prioriteit en wil er duidelijk iets aan veranderen. Dat doet me plezier.

AVI is natuurlijk een zakelijk systeem dat draait en moet blijven draaien dus is het moeilijk om daar kritiek op te hebben. We zouden goede verhalen moeten aanbieden en afstand nemen van het technische lezen. Maar anderzijds begrijp ik het ook wel. Veel mensen in de bibliotheek zeggen mij dat leerkrachten die boekjes vragen en dat is vaak een reden om eraan toe te geven maar je moet andere argumenten kunnen presenteren.

Hoe ziet een week er voor je uit tijdens je presidentschap van IBBY?60 procent van mijn tijd ben ik bezig met het presidentschap. Ik krijg heel veel vragen voor interviews, speeches, voorwoor-den, enz. Mensen contacteren mij van over de hele wereld en er komen heel veel vragen voor nieuwe projecten. Het IBBY-secretariaat zit in het Zwitserse Basel en daar ben ik ook con-stant mee in contact. Ik ben gemiddeld een week per maand in het buitenland. Ik ben nu pas terug van een congres in Nieuw-Zeeland, van daar ging het rechtstreeks naar Peking, morgen ben ik in Parijs en dan Frankfurt, Sjanghai en zo gaat het altijd maar verder. Ik besteed heel veel tijd aan het presidentschap maar ik geniet ervan. Je kunt echt wel iets veranderen. Je ont-moet overal gemotiveerde mensen. Het mooie is ook dat het interprofessioneel is. Je komt niet alleen bibliothecarissen tegen maar ook auteurs, illustratoren, leesbevorderaars, wetenschap-pers, … Die trekken allemaal aan het zelfde zeel en dat is fan-tastisch. IBBY zet wereldwijd miljoenen kinderen aan het lezen.

De andere 40 procent van mijn tijd gaat naar het schrijven. Toen ik wist dat het presidentschap eraan kwam, ben ik al begonnen met de voorbereiding van de publicaties die de komende jaren gepland zijn. Maar er zijn ook nieuwe dingen die nu groeien. China is bijvoorbeeld heel geïnteresseerd in mijn werk. Dit jaar alleen al verschijnen er zes van mijn vroegere titels in het Chinees. De belangstelling is er al sinds 2002 met de uitgave van Ik wou dat ik een pop was in het Chinees. Vorig jaar verscheen mijn manuscript billie’s Factory rechtstreeks bij een Chinese uitgeverij. Dat was uniek voor Vlaanderen en meteen een

IBBY-president Wally De Doncker

“ ik ben geworden wie ik ben door het lezen van boeken. ”

> Zie ook p. 32

META 2016 | 8 | 17

interView

Page 20: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

fantastisch geschenk. Het is een prentenboek getekend door Xu Kayun, een Chinese illustrator. Ik heb er altijd van gedroomd om met andere culturen te kunnen samenwerken en nu lukt dat. Ze hebben me nu ook gevraagd om een traditioneel Chinees verhaal te bewerken. Hoe kijkt een westerse auteur naar dit verhaal? Dat is nog nooit gebeurd. Het boek komt uit in januari 2017. De verwachtingen zijn heel hoog bij de mensen die het typoscript gelezen hebben.

Waarom heb je je geëngageerd binnen IBBY?De sociale dimensie van IBBY vind ik heel belangrijk. De ont-staansgeschiedenis van IBBY is ook heel mooi (nvdr. zie Over de grens in dit nummer). Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog stonden alle Duitstalige boeken vol met de nazi-filosofie. Dat kon natuurlijk niet voor Jella Lepman, de Duitse stichtster van IBBY. Als voorbereiding op een tentoonstelling stuurde Lepman brieven naar buitenlandse instanties met het verzoek om haar kinderboeken toe te sturen. Ze wees erop dat de Duitse kinderen hoegenaamd geen schuld dragen aan de oorlog. De boeken uit de vrije wereld zouden volgens haar de eerste vredesbodes zijn. Alle Europese landen reageerden posi-tief. Eén land weigerde expliciet om mee te werken: België. De Belgische autoriteiten verantwoordden zich met het feit dat hun land al tweemaal door de Duitsers bezet werd en dat dit alleen al genoeg was om niet in te gaan op haar verzoek. Jella legde er zich echter niet bij neer. Ze schreef: “Is België dan niet geïnteresseerd in de opleiding van een nieuwe generatie jonge Duitsers, die er borg voor staat dat een derde inval niet meer te vrezen valt?” De Belgen stuurden als antwoord toch een boe-kenpakket. Lepman vond de Belgische inzending de mooiste van de tentoonstelling. Een mooi verhaal dat ook veel zegt over IBBY. Beroemde auteurs uit die tijd zoals Erich Kästner, Astrid Lindgren en P.L. Travers hebben zich mee achter het initiatief geschaard. Die grote namen spreken nu nog altijd tot de ver-beelding. IBBY geeft ook prijzen. Er is bijvoorbeeld een inter-nationale leesbevorderingsprijs, het gebeurt niet vaak dat zulke projecten internationaal gewaardeerd worden. En natuurlijk ook de Hans Christian Andersen Award, de kleine Nobelprijs voor jeugdliteratuur, zowel voor auteurs als voor illustratoren.

Die sociale dimensie is de jaren nadien nog meer gegroeid. Een mooi voorbeeld is dat van een project dat nu loopt in Afghanistan: mensen rijden er met een klein bibliotheekje rond met de fiets om kinderen toch te laten lezen. Dat is zo belang-rijk voor de ontvoogding van kinderen. IBBY werkt mee met de motorfietsbibliotheken in Indonesië, de kameelbibliothe-ken in Mongolië, de containerbibliotheken in Ghana, de IBBY-bibliotheken in Gaza enz… Die sociale projecten zijn voor mij heel belangrijk. Mijn ouders waren niet echt lezers van boeken. Er was hier in mijn geboortedorp Hamme-Zogge geen biblio-theek. Ik las kranten en boeken voor volwassenen. Gelukkig kocht mijn moeder af en toe een kinderboek dat de kranten-man aanbood. Toen ik 10 werd kwam er in het dorp wel een bibliotheekje. Er ging voor mij een gehele nieuwe wereld open. Nu twee jaar geleden is de bibliotheek gesloten en dan denk ik

toch, verdorie! Je speelt zo toch talentvolle lezers kwijt. Vooral diegenen die het nodig hebben. Ouders die geld hebben gaan wel naar de boekenwinkel, dat is het probleem niet. Voor kans-armen en anderstalige kinderen moet de bibliotheek er zijn. En meer en meer ook voor vluchtelingen. Dat is een nieuwe taak van de bibliotheek.

Hoe kijkt IBBY naar de vluchtelingencrisis in Europa? Met IBBY beginnen we altijd van onderuit. We hebben geen grote budgetten. De bibliotheek op het Italiaanse eiland Lampedusa was oorspronkelijk een bibliotheek opgericht voor kinderen van vluchtelingen. Een heel moeilijke situatie. Politiek gezien mogen die kinderen niet naar de bibliotheek komen. De bibliotheekmedewerkers merkten al snel dat het niet werkte met Italiaanse boeken, zelfs niet met Engelstalige boeken. “Oké,” zei-den ze, “we zouden eigenlijk boeken moeten hebben die ieder-een kan lezen.” Daar zijn dan de Silent Books uit gegroeid, boe-ken zonder woorden. Dat heeft zich heel snel verder gezet naar andere landen. In heel Zweden werken ze nu in alle bibliotheken met Silent Books. Ouders van anderstalige kinderen kunnen die boeken voorlezen in hun eigen taal en zo groeit ook de liefde voor het boek. Er is zo een IBBY Silent Books-collectie ontstaan. Het is een heel mooi project. IBBY-Zweden heeft nu ook een handleiding gemaakt over hoe je er mee aan de slag kan gaan en die is vertaald in het Engels. Ik hoop dat het in Vlaanderen ook een succes wordt.

We werken ook aan de Amerikaanse grens met Mexico. Er zijn daar heel veel kampen met bibliotheekjes om de kinderen op te vangen. Velen onder hen zijn wees. Kinderen die naar de biblio-theek komen krijgen een bibliotheekkaart, om zo toch een iden-titeit te krijgen. Dat heeft de overheid niet altijd graag natuurlijk. Ze heeft liever een grote onbekende massa. In Canada doen we dit nu ook en we hopen het ook in Europa door te voeren. Het zijn kleine dingen, maar soms wel belangrijk. Ik blijf het herha-len. Een kind is een kind. Alleen het beste is goed genoeg voor kinderen.

De Algemene Vergadering van IBBY heeft in augustus iedereen, die in het veld van de kinder- en jeugdliteratuur staat, opgeroe-pen dringend werk te maken van een vriendelijke en professio-nele opvang van de vluchtelingenkinderen en tegelijkertijd aan de kinderen van de autochtone gemeenschap te leren hoe ze kunnen omgaan met kinderen uit een andere cultuur.

Waarom zouden Vlaamse bibliotheken lid moeten worden van IBBY? Ze kunnen veel leren van onze sociale projecten. Als je samen-werkt met andere professionele groepen sta je veel sterker. Dat is de kracht van IBBY. Het is goed om elkaar te horen. Een biblio-thecaris heeft me ooit eens gezegd dat we in Vlaanderen een elite aan het vormen zijn, kinderen van welgestelde ouders die het zich kunnen permitteren om boeken te lezen en anderen die het niet kunnen en die gaan uit de boot vallen. Dat mogen we niet laten gebeuren.

18 | META 2016 | 8

interView

Page 21: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

“ ELKE BIBLIOTHEEK DIE JE WEGNEEMT ZIJN KANSEN DIE JE EEN KIND ONTNEEMT. DAT VIND IK ERG EN NIET TE VERANTWOORDEN.

Hoe zou een bibliotheek met leesbevordering aan de slag kun-nen gaan?Je kan heel veel dingen doen. IBBY-Vlaanderen heeft het prach-tige O Mundo-project uitgewerkt. Boeken uit andere culturen met Nederlandse vertaling. IBBY-Nederland zou dit nu ook wil-len laten gebruiken in Nederlandse bibliotheken en scholen. Elke Vlaamse bibliotheek zou meteen met de IBBY Silent Books kun-nen werken.

Ik geef veel lezingen in bibliotheken maar dat zijn dan auto-matisch al bibliotheken die dynamisch zijn, anders vragen ze je niet. Er zijn er nog altijd veel die nooit auteurs uitnodigen, dat kan al een begin zijn. Ze moeten ook aandacht hebben voor anderstaligen. Toen ik 20 jaar geleden in een bibliotheek in Denemarken kwam, zag ik daar Franstalige boeken, Italiaanse boeken, Spaanse boeken, … maar in Vlaanderen bestond dat blijkbaar niet. Ik heb me altijd afgevraagd hoe dat kwam. Een bibliotheek moet ook aandacht hebben voor kwaliteitsvolle wer-ken en niet altijd kiezen voor de gemakkelijke populaire wer-ken. We zijn ook een rijke gemeenschap maar er zijn nog altijd veel mensen voor wie lezen niet vanzelfsprekend is. Je pakt die mensen veel af. Ik ben geworden wie ik ben door het lezen van boeken. Ik had me nooit zo kunnen ontwikkelen zonder. Elke bibliotheek die je wegneemt zijn kansen die je een kind ont-neemt. Dat vind ik erg en niet te verantwoorden. Ook merken we bij migrantenkinderen dat er niet vaak een leescultuur is maar eerder een mondelinge cultuur, die mensen moet je warm maken om te lezen. Dat gaat niet vanzelf. En dat wordt soms wel eens gedacht, we sturen een briefje rond en het is klaar! Maar wie leest dat briefje? Er moet in dat geval ook meer dynamiek zijn. En het werkt! Als je dynamisch bent werkt het!

Er breken spannende tijden aan voor de sector. Volg je het op de voet?Ja zeker! Ik zou bibliotheken dan ook een raad willen geven: werk samen met de school en andere plaatselijke ver-enigingen maar behoud je kwaliteits-normen. Het is de bibliotheek die de knowhow heeft. Ik begrijp dat bepaalde uitleenposten moeten sluiten omdat er misschien maar vier à vijf mensen per maand komen. Probeer dat om te keren en doe er iets mee. Geef er een nieuwe dynamiek aan. Er zijn gemeen-ten die filialen sluiten en er niets voor in de plaats aanbieden. Zo werkt het niet! Als je iets afschaft moet je wel alter-natieven geven en dat gebeurt soms niet. Ik vind dat de bibliothecarissen soms te braaf zijn. Ze staan natuurlijk onder druk van hun bestuur. Toen de bibliotheek van Dendermonde 125 jaar bestond heb ik daar gespeecht. Ik zei dat ik vond dat het niet kon dat zo’n

grote stad als Dendermonde zo’n kleine bibliotheek had. Ik denk dat de mensen van de bibliotheek dat zelf niet durfden zeggen. Nadien kwam de toenmalige burgemeester naar mij om te zeg-gen dat hij niet wist dat het zo erg was en dat hij vond dat er iets moest gebeuren.

Ik neem wel aan dat het niet gemakkelijk is omdat je te maken hebt met de gemeentelijke politiek en dat is niet altijd evident. Daarom moeten ze zich ook overkoepelen, regionaal maar ook internationaal om zo bepaalde tendensen aan te kunnen geven. Die samenwerkingsverbanden tussen bibliotheken is een goede zaak maar dat mag natuurlijk ook geen bezuinigingsmaatregel zijn. Zie maar wat er in Groot-Brittannië gebeurd is, maar daar heeft de overheid het ondertussen wel begrepen. De gevolgen van de besparingen worden duidelijk. De ontlezing is heel groot. De bibliotheken zijn afgeschaft dus moet men gigantische lees-bevorderingsbudgetten vrijmaken. Mensen die niet kunnen lezen zijn alleen al op economisch gebied van nulwaarde, zoals ik laatst op een vergadering met Eu-verantwoordelijken hoorde.

Je komt veel in bibliotheken, ook in het buitenland. Hoe kan je de Vlaamse bibliotheken vergelijken met de buitenlandse?Elk land is anders natuurlijk. Ze nemen mij natuurlijk ook altijd mee naar de meest moderne bibliotheken. In Stockholm heb ik bijvoorbeeld een bibliotheek bezocht in de stadshal, dat was bijna een speelruimte. Daar was er ook een bibliotheek voor acht- tot veertienjarigen waar geen enkele volwassenen binnen mag, ook geen leerkracht. Want wat doen leerkrachten vaak bij ons, niet allemaal gelukkig: “Ah ja, maar dat ga jij niet kun-nen lezen, dat is niet jouw AVI-niveau!” Daar begin je al meteen met ontmoedigen en dat is verkeerd. Je moet positief werken.

Wally De Doncker geeft de openingsspeech van het Grand Prix Nami Concours 2015 in Zuid-Korea.

META 2016 | 8 | 19

interView

Page 22: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Maar de grootte van de bibliotheek is niet belangrijk. Er zijn er die het met veel minder moeten stellen. Als de dynamiek er maar is. Het zijn de bibliothecaris en zijn ploeg die het verschil moeten maken. Het is verkeerd om van bovenaf iets te willen organiseren. Dat merken we bij IBBY ook, kleine projecten die van onderuit gegroeid zijn werken beter. Een andere bibliotheek ziet dat het werkt en neemt het over.

Waar wil je met IBBY nog aan werken?Het grote probleem van IBBY was dat de naamsbekendheid niet zo groot was. Vanaf de start van mijn presidentschap zijn we daar heel hard aan beginnen werken, ook met sociale media, en het blijkt wel te werken. We zien het explosief groeien. We heb-ben nu ook heel veel regionale samenwerkingen. Er lopen confe-renties in Azië, Latijns-Amerika, Noord-Amerika, Afrika, Europa en die secties willen echt allemaal samenwerken. Ik denk ook dat wij een heel mooi project hebben. En we zouden het hier bijna vergeten maar er bestaan nog altijd boeken die haat prediken. In Saoedi-Arabië bijvoorbeeld vind je nog altijd kinderboeken waarin er geschreven wordt dat je andere volkeren moet haten. Dat was bij de nazi’s zo en dat was in Cambodja zo en daar wil ik ook voor waarschuwen. Soms is het heel verfijnd. Dat is ook een taak van IBBY denk ik, om daar op te wijzen.

Het recht op lezen voor meisjes is ook een van mijn strijdpun-ten. Het blijft een persoonlijke frustratie en misschien wel een van de kernthema’s van mijn leven. Ik ben een vader en een grootvader en ik kan niet dulden dat er een onderscheid zou gemaakt worden tussen mijn kinderen en mijn kleinkinderen op basis van hun geslacht. Toch zijn er nog altijd regimes die meisjes verbieden om te lezen. In Beloetsjistan is de geletterd-heidsgraad van meisjes 3 tot 8 procent. IBBY-Iran heeft nu een project uitgewerkt dat hier iets probeert aan te veranderen. Als IBBY-president kan je er mondjesmaat iets aan veranderen. De steun voor de strijd die Malala Yousafzai levert, is ook voor mij uitermate belangrijk.

De verschillende IBBY-secties kunnen ook projecten aanbren-gen om de productie van kinderboeken en jeugdliteratuur te verbeteren in hun land. Er zijn landen waar er bijna geen schrij-vers of illustratoren zijn of met beperkte kennis en die proberen we dan in contact te brengen met collega’s uit andere landen. Zo is bijvoorbeeld Klaas Verplancke naar Armenië geweest om de Armeniërs te leren wat goede illustraties zijn. Hij heeft daar een prachtig boekje gemaakt. We brengen ook de knowhow van buiten naar binnen.

We leggen nu in Chili ook de basis van een internationaal kin-derboekeninstituut dat ook vanuit IBBY is gegroeid. De initi-atiefnemers hebben mij bij de start van het project een klein hartje gegeven. Ze hopen er binnen vier jaar mee klaar te zijn en dan gaan ze me opnieuw uitnodigen om met dat hartje naar daar te komen. Misschien wat sentimenteel maar ik vind het toch een mooi gebaar.

Dat is ook een beetje het karakter van IBBY: als een project effectief werkt en toch niet gesteund wordt door de grote over-heid, dan doen we het toch. Dan doen we het op een kleine

manier. Als het goed is, komt het er toch. Soms ook met tegen-stand. En niet alleen in ontwikkelingsladen merken we soms tegenkantingen. In vluchtelingencentra hier in Europa gaan voorlezen is niet vanzelfsprekend. De overheden willen vaak niet dat de vluchtelingen het goed hebben. We zijn aan het werk in het vluchtelingenkamp in Lampedusa en daar is de onwil heel groot. Maar bon, dat interesseert ons niet, het kind zelf interesseert ons, dat willen we bereiken. Die eigenzinnigheid is typisch voor IBBY en werd meegegeven door haar stichter Jella Lepman. Misschien is IBBY daarom ook een beetje op mijn lijf geschreven.

We hebben bij IBBY heel grote secties. Bijvoorbeeld in Mexico werken ze met 80 beroepskrachten en honderden vrijwilligers maar we hebben ook evengoed landen waar er maar een tien-tal vrijwilligers werken maar die wel een pioniersrol spelen met effect op tienduizenden jonge lezers. Zij zetten een werking op die binnen vijf of tien jaar het verschil kan maken.

Weet je al wat je gaat doen na je presidentschap?Ik ben nu nog twee jaar president en dan is het sowieso afgelo-pen. Op voorhand dacht ik dat het langer mocht duren maar nu denk ik er toch anders over. Je steekt er toch wel veel energie in en het blijft een vrijwilligersfunctie. Je moet al snel je doe-len vastleggen om ze te kunnen bereiken. Wat je in je tweede termijn op poten zet zal iemand anders moeten uitvoeren. Op zichzelf ook niet slecht. Daarom moet je eigenlijk op voorhand al wat bij het bestuur betrokken zijn. Anders weet je niet hoe het allemaal werkt en verlies je al veel kostbare tijd. Je moet in onze organisatie organisch van onderuit groeien.

Wat ik na het presidentschap ga doen weet ik nu nog niet goed. In de eerste plaats ga ik me meer toeleggen op mijn schrijven. Er is veel belangstelling voor mijn literaire en leesbevorderings-werk. Vooral het buitenland is sterk geïnteresseerd in mijn visie en knowhow. Ik kan me nu voor sommige projecten niet enga-geren omdat ik als president niet vrij ben om te doen wat ik wil. Ik moet de IBBY-geest volledig uitstralen, wat ook logisch is. Ik zal wel zien wat ik ga doen. De dynamiek is er en de geest ook. Ik ga zeker ook nog de opvolgers kunnen steunen. Bij IBBY blijf je familie. Elk jaar in Bologna verzamelen de oud-bestuursleden om bij te praten. Dat is ook goed. De knowhow blijft bewaard.

Ik heb binnen IBBY een denktank opgericht om te bekijken wat met IBBY in de toekomst willen doen. We hebben een secretari-aat van drie mensen dat een wereldorganisatie draaiende moet houden. De secties zijn het zwaartepunt van de organisatie en het zijn ook zij die de internationaal projecten ondersteunen. Maar hoe dan ook gaan we dat met onze huidige personeelsbe-zetting niet kunnen volhouden. We zitten daar in Basel ook in een kleine ruimte met een groot archief, daar zullen we ook een oplossing voor moeten vinden. Ik ben voorstander van zacht-jes te groeien en niet té groot te worden want dan verliezen we dat familiegevoel.

Maar er is in elk geval nog veel werk aan de winkel wat leesbe-vordering betreft. Het fysieke boek is zo belangrijk en we moe-ten er blijven in investeren.

20 | META 2016 | 8

interView

Page 23: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Stef Strobbe:

Geboren op 27 september 1967 in Gent

Werkt sinds 2001 bij de VDAB als bibliothecaris

Eerste baan: Medewerker in een direct marketing bedrijf

Hobby’s: reizen, foto-grafie, urban exploration, geocaching

Inspiratie: Alles wat te maken heeft met het ont-sluiten van informatie met in het bijzonder de nieuwe technologie die hierin ont-wikkeld wordt.

steF stroBBe

“Onze toekomst is verzekerd mits we snel een nieuwe naam voor onszelf weten te bedenken!”Hoe ben je in de bibliotheeksector beland?Een gigantische stapel ongestructu-reerde, eigenhandig verzamelde, reisdo-cumentatie is daar eigenlijk voor verant-woordelijk. Ik kreeg die documentatie maar niet fatsoenlijk georganiseerd en tijdens mijn zoektocht naar oplossin-gen ontdekte ik de graduaatsopleiding aan de Gentse Bibliotheekschool. Het diploma behaalde ik ondertussen maar de stapel groeit nog steeds…

Waar werk je nu? En wat houdt jouw baan in?Mijn interesse in het informatiegebeuren was uiteraard aangewakkerd tijdens die opleiding maar ik had eigenlijk niet echt de ambitie om in deze sector tewerkge-steld te worden. Toen er in 2001 (ik was toen instructeur bij de VDAB) intern een plaats vrij kwam als bibliothecaris heb ik mijn kans gewaagd. Gezien het niet echt overliep van kandidaten met toch iets of wat bibliotheekkennis had ik het geluk die functie toegewezen te krijgen.

Persoonlijk spreek ik echter liever over een kenniscentrum rond arbeidsmarkt-informatie dan wel over een bibliotheek. Mijn taak bestaat er dan ook uit dit ken-niscentrum draaiend te houden. Het is echter vrijwel onmogelijk te vertellen hoe mijn dagen zijn opgebouwd. Elke dag is anders en vaak lukt het zelfs niet datgene te doen dat ik voor die dag in gedachte had. Neem ik mij bijvoor-beeld voor om een voormiddag wat collectievormingsactiviteiten te doen dan begeeft ons bibliotheeksysteem het plots of komt er een dringende vraag naar informatie binnen die mijn hele planning overhoop haalt. Maar natuurlijk zijn het die dingen die mijn job boeiend en gevarieerd maken.

Met welke thema’s ben je beroepsmatig veel bezig?De thema’s waar ik hoofdzakelijk mee bezig ben zijn uiteraard meestal arbeidsmarktgerelateerd maar juist die ‘gerelateerdheid’ schept variatie in de thematieken. Van leeftijdsbewust

personeelbeleid, over arbeidsbemidde-ling bij jongeren tot arbeidsmarktdis-criminatie of werkplekleren, de thema’s zijn heel erg gevarieerd.

Welke ambities koester je?Ambitie vind ik een lelijk woord en het is in die zin ook niet echt aan mij besteed maar ik koester toch de stille hoop van ‘mijn’ bibliotheek een heus kenniscen-trum te maken dat een prominente plaats krijgt en erkend wordt in de ganse organisatie.

Hoe zie je het beroep van bibliothecaris evolueren?Bibliothecaris is eigenlijk een zeer mooi woord maar, vreemd genoeg, blijven mensen dit associëren met een duf, saai, wereldvreemd wezen dat leeft tus-sen eindeloze boekenrijen. Toegegeven informationmanager, contentcurator of kennisadviseur klinken een stuk hipper maar ze dekken misschien ook wel beter de lading? Toen men pakweg vijftien jaar terug verkondigde dat bibliotheca-rissen met uitsterven bedreigd waren vreesde ik dat door de vergaande digi-talisering dat wel eens bewaarheid zou kunnen worden en wij inderdaad over-bodig zouden worden. Nu daarentegen ben ik overtuigd dat de toekomst voor ons beroep er nog nimmer zo rooskleu-rig heeft uitgezien want de digitalisering heeft ondertussen duidelijk gemaakt dat ze verre van zaligmakend is en er eigenlijk meer dan ooit tevoren nood is aan mensen die weten hoe ze informa-tie moeten vergaren, ontsluiten, orga-niseren en terugvindbaar maken. Moge dit nu net de competenties van ons als bibliothecarissen zijn! Onze toekomst is verzekerd mits we snel een nieuwe naam voor onszelf weten te bedenken!

Volg je het internationale vakgebied op?Ik volg het internationale vakgebied op maar niet fanatiek. Daarmee bedoel ik dat ik lees wat onze eigen vaktijdschrif-ten hierover berichten. Waar ik tijdens mijn bibliotheekopleiding ook de inter-nationale vakpers monitorde kom ik nu

helaas niet meer op de plaatsen waar deze bronnen gelezen kunnen worden en om dat er digitaal nog even bij te pakken heb ik helaas geen tijd …. noch goesting.

META 2016 | 8 | 21

inZet

Page 24: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

“ We hopen een inspiratiebron te zijn voor collega’s”

OWB-Werkgroep BioDing:

Wanneer werd de werkgroep opge-richt?Tijdens de opstartvergadering van het Overleg Wetenschappelijke Bibliotheken (OWB) werd gepolst naar interes-sante nieuwe projecten. Een vervolg op het succesvolle depotproject rond Biomedische Wetenschappen (BIOMED) leek evident. Verschillende voorstel-len werden onder de loep genomen en uiteindelijk werd als thema gekozen voor de bio-ingenieurswetenschappen. Onder de vleugels van de VVBAD werd op 27 november 2015 een eerste verga-dering georganiseerd. Tijdens de derde vergadering werd het project ‘BioDing’ (D=depot) gedoopt.

Wat is jullie opdracht en hoe vullen jul-lie die in?Naar analogie met het depotproject BioMed rond de biomedische weten-schappen zal getracht worden om de tijdschriften van de bio-ingenieurs-wetenschappen efficiënter te beheren. Zo maken verschillende bibliotheken in Vlaanderen samen met de Koninklijke Bibliotheek van België opnieuw afspra-ken rond het gedistribueerd bewaren van tijdschriften. Met veel enthousiasme willen we er graag voor zorgen dat het depotproject BioDing tot een even goed einde wordt gebracht en resulteert in een rationalisatie van het collectiebe-heer. In de praktijk betekent dit dat we een titellijst samenstellen en bepalen welke instelling depothouder wordt. Hiervoor hebben we een aantal criteria uitgewerkt, zoals compleetheid, belang voor de instelling, enz. De instelling die wordt aangeduid als depothouder engageert zich om de papieren exem-plaren van de toegewezen tijdschrift-titels zo goed mogelijk te bewaren en ter beschikking te stellen van de deelne-mende partnerbibliotheken.

Dankzij dit gedistribueerd bewaarbeleid kunnen bibliotheken beslissen om de papieren exemplaren van tijdschriften waarvoor zij geen bewaarplicht hebben, niet langer aan te kopen, in te binden

en te verwerken. Indien gewenst kunnen bestaande collecties integraal afgesto-ten worden. De deelnemende bibliothe-ken kunnen zich zo ook meer toeleg-gen op de uitwerking van een digitaal bewaarbeleid én hebben tegelijk de zekerheid dat de papieren exemplaren reeds in bezit, minstens op één plaats in Vlaanderen bewaard worden.

Het BioDing-project wordt technisch ondersteund door de depottoepassing, aangeboden via Anet (uAntwerpen). Deze toepassing werd ook in het BioMed-project gebruikt. Het is de bedoeling dat de BioDing-titels — net zoals voor BioMed — in Antilope als depottitels gemarkeerd worden zodat aanvragen in Impala vlot naar de depot-bibliotheken kunnen doorstromen. Mogelijk komen er naast BioMed en BioDing nog meer depotprojecten. De grootste technische uitdaging zal er dan in bestaan om de depotgegevens van verschillende projecten in één databank en toepassing samen te brengen.

Welke ambities willen jullie als team nog graag verwezenlijken?Onze ambitie is om binnen een zo kort mogelijke tijdspanne resultaat te boe-ken. Bij de start van het project opteer-den we om te beginnen met slechts een deel van alle titels. Op die manier is de kans groter om de vooropgestelde doel-stellingen binnen een redelijke termijn te kunnen afwerken. Het uiteindelijke doel is uiteraard de rationalisering van de conservatie en de garantie op een snellere IBL-service voor bepaalde tijd-schrifttitels. Eenmaal alle tijdschrifttitels uit de opgestelde titellijst toegewezen en verwerkt zijn, kunnen we eventueel nadenken over een tweede set. Verder wensen we op deze manier ook indirect de bewaarproblematiek onder de aan-dacht te brengen. We hopen eveneens een inspiratiebron te zijn voor collega’s, binnen andere vakgebieden, om hen zo te stimuleren om een eigen project te starten. Door met verschillende instel-lingen in Vlaanderen samen te werken

22 | META 2016 | 8

etalaGe

Page 25: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

voorkomen we bovendien dat waarde-vol materiaal verloren gaat.

Hoe zou je de teamspirit omschrijven?De teamspirit zit zeker goed, aange-zien het team bestaat uit bijzonder enthousiaste leden. Hoewel we zo effi-ciënt mogelijk proberen te werken is er tijdens de vergaderingen altijd plaats voor humor, waardoor de samenwer-king steeds vlot verloopt. Voor het

INBO is het tevens interessant om op deze manier met universiteiten samen te werken. Je leert hoe dan ook de andere instellingen en hun bibliotheken beter kennen.

Welke achtergrond hebben de team-leden?Alle teamleden zijn werkzaam in een bibliotheek.

Kan je het team en de organisatie in twee zinnen toelichten?BioDing is een depotproject voor tijd-schriften rond bio-ingenieursweten-schappen. De teamleden zijn enthousi-ast, to the point en formuleren kort en krachtig.

V.l.n.r. Christel Stevens, Bart Goossens, Lieselot Verryckt, Karen Verboven, Goedele Hollebosch, Inge Discart en Astrid Van Kersschaever.Ontbreken op de foto: Jan Corthouts, Patrick Vanouplines, Elke Koopman en Renilde Vanhoudt.

naMen teaMleden en FunCtie-oMsChrijVinG

• Inge Discart, Verantwoordelijke acade-

mische relaties en collectievorming, Ku

Leuven (2Bergen) (voorzitter)

• Astrid Van Kersschaever, interbibliothecair

leenverkeer uGent Boekentoren (secreta-

ris)

• Jan Corthouts, diensthoofd Anet biblio-

theekautomatisering (uAntwerpen)

• Bart Goossens, coördinator informatiecen-

trum, INBO

• Goedele Hollebosch, faculteitsbibliotheca-

ris bio-ingenieurswetenschappen uGent

• Elke Koopman, cel tijdschriften (Koninklijke

Bibliotheek van België)

• Christel Stevens, cel Elektronische Bronnen

(Koninklijke Bibliotheek van België)

• Renilde Vanhoudt, informatiespecialist van

de bibliotheek 2Bergen, Ku Leuven

• Patrick Vanouplines, hoofdbibliothecaris

VuB en voorzitter VVBAD

• Karen Verboven, informatiespecialist depar-

tementen biologie, biosystemen en micro-

biële en moleculaire systemen en facul-

teit industriële ingenieurswetenschappen,

Ku Leuven (2Bergen - Campusbibliotheek

Arenberg)

• Lieselot Verryckt, vakreferent voor

de faculteit Wetenschappen en Bio-

ingenieurswetenschappen en de faculteit

Ingenieurswetenschappen, VuB

META 2016 | 8 | 23

etalaGe

Page 26: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

OB WaregemDe Openbare Bibliotheek van Waregem kreeg een volledig nieuw gebouw op het Boekenplein. Daardoor verdubbelde de bibliotheek ook ineens van oppervlakte. De nieuwe glazen bib werd gebouwd rond een centrale binnenplaats. Via een hellend gangpad in de vorm van een spiraal kan je overal in de bibliotheek komen. Alle afdelingen, leeszalen en zithoeken zijn er rond georganiseerd. Bij de nieuwbouw was er ook aandacht voor duurzaamheid: de bib werd zo ontworpen dat ze ongeveer 40 procent minder energie verbruikt en 40 procent minder CO2 produceert dan een standaard kantoorgebouw. Waregem zorgde het eerste weekend van oktober voor een feestelijke opening van zijn nieuwe bibliotheek.

24 | META 2016 | 8

siGnaleMent

Page 27: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

META 2016 | 8 | 25

siGnaleMent

Page 28: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Cartesius.Be, een wereld van oude kaarten onlineOude kaarten en luchtfoto’s van België en Midden-Afrika

rink W. Kruk, Nationaal Geografisch Instituut en Marc Carnier, rijksarchief Leuven

Al meer dan 40.000 oude kaarten en luchtfoto’s worden sinds kort gezamen-lijk online ontsloten via Cartesius, een samenwerking tussen het Nationaal Geografisch Instituut, de Koninklijke Bibliotheek van België, het Rijksarchief en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. En het aantal blijft groeien, want het is belangrijk om ons erfgoed laagdrempelig toegankelijk te maken.

Fig. 1. Voorbeeld van een vroeg kadastrale kaart, fragment van de “Kaerte figurative van den nieuwen polder van Calloo, begrypende de oude polders van Ste-Anna, St-Nikolaes, Aendorp, Verrebrouck, Ketenisse, gemaekt ten verzoeke van den heer prelaet van de abdye van St-Pieters neffens Gent, door Ad. Vinalmont, gezworen landmeter te Kieldrecht, en gecopieerd in den jaere 1654, door Jan Bale”. Authentieke kopie uit 1654 van een figuratieve kaart van 29 juni 1653. Nadat Filips de Goede op 29 april 1432 een octrooi uitvaardigde, werd de polder van Kallo in 1450 ingedijkt. De dijkbreuken van 1583 maakten er een overstromingsgebied van. Pas bij octrooi van 2 september 1649 werd opnieuw toestemming verleend om in te polderen: de werken werden in 1653 beëindigd (Rijksarchief Gent, Kaarten en plannen nr. 440).

Oude en nieuwe kaarten, luchtfoto’s en stads- en landschapsgezichten die tot voor kort moeizaam konden geconsulteerd worden in studiezalen of via minderwaardige reproducties, kunnen vandaag dankzij Cartesius.be via hoogwaardige digitale kopieën thuis worden bekeken.

Met het zoekportaal ontdek je oude kaarten en luchtfoto’s voor het gebied dat je op een moderne kaart kunt aanduiden. En, je krijgt zo een frisse kijk op hoe het landschap er tot wel honderden jaren geleden uit zag en ook hoe het eigendom verdeeld was.

Je kan via de publieke cloud-toepassing myCartesius ook zelf aan de slag met de oude kaarten, luchtfoto’s en plattegronden en zo je eigen kaartenboek samenstellen. De mogelijkheden zijn legio. Kaarten samen-voegen, delen, aanvullen met foto’s, editeren en het resultaat weer voor anderen toegankelijk maken door

26 | META 2016 | 8

artiKel

Page 29: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Speciaal voor Cartesius heeft het NGI haar

kleurrijke en gedetailleerde topografische

kaarten 1:20.000 en 1:25.000 gegeore-

fereerd en als kaartmozaïek in Cartesius

ondergebracht voor een aantal markante

kantelmomenten in het kaartbeeld (1873,

1904, 1939, 1969, 1981, 1989) alsook een

aantal, beperkte orthofotolagen (1947-1957,

1969-1979 en 1995) als test. In de komende

jaren hoopt het NGI al haar oude lucht-

foto’s te digitaliseren, waarna men deze

zou kunnen verwerken tot orthofoto’s. Op

het ogenblik bevat Cartesius zo’n 20.000

van de 60.000 oude luchtfoto’s van het

Belgisch grondgebied.

het te embedden in een blog of op sociale media… tot zelfs een webapp die je op tablet of telefoon kunt gebruiken, waardoor je met je gps een wandeling op een oude kaart uit bijvoorbeeld 1873 kan volgen. Het lijkt op een soort Facebook, maar dan voor geo-informatie.

INHOUD Dankzij Cartesius.be kan je oude kaarten bekijken uit archieven van centrale, provinciale en lokale administraties, van adellijke families, van kloosters, abdijen en kapittels, en van rechtban-ken. Veel kaarten zijn uniek en werden opgesteld in het kader van een bepaalde zaak (rechtspraak, openbare werken, goede-ren- en landbeheer, taxatie, …). Maar ook de befaamde kaarten van Mercator, Blaeu, Ferraris, Fricx, Popp en Vandermaelen, een groot deel van de collectie topografische kaarten van België van het NGI en zijn voorgangers, net als tienduizenden luchtfoto’s, kan je in detail bekijken. Al deze kaarten, daterend van de veer-tiende eeuw tot nu, werden nauwkeurig beschreven, ook hun ‘voetafdruk’ op een moderne kaart. Hierdoor hoeft u in prin-cipe alleen nog maar uw interessegebied aan te duiden op een moderne kaart, en de zoekrobot doet de rest.

Momenteel bevat de website ruim 40.000 beelden, een aantal dat gestaag uitgebreid wordt. Zo hopen we bijvoorbeeld op termijn ook de primitieve kadasterplannen toe te voegen aan onze online collectie. Deze plannen worden ondertussen lang-zamerhand overgeheveld van het kadaster (patrimoniumdocu-mentatie) naar het Rijksarchief. Ook de gereduceerde kadaster-plannen van het NGI die als basis hebben gediend voor onze topogeografische kaarten staan bovenaan de prioriteitenlijst. Gezien het grote aantal kaarten, plattegronden en luchtfoto’s die de vier partnerinstellingen bezitten en de mogelijkheid om ook andere instellingen bij Cartesius te laten aansluiten, zijn er in theorie nog honderdduizenden beelden te gaan.

NIEUWE ZOEKMETHODEHet vernieuwende van het Cartesiusportaal is de geografische zoekmogelijkheid, meteen de belangrijkste manier van zoeken in het portaal. Je kan op een moderne kaart het gebied aanduiden waarvoor je oude kaarten wil vinden, waarna de zoekmachine je de documenten weergeeft die in het door jouw aangeduide gebied liggen. Het handige hieraan is dat men de problemen van onduidelijke, onvolledige, anderstalige of niet uniforme beschrij-vingen omzeilt. Plaatsnamen bijvoorbeeld kunnen door de tijd veranderen, net als de taal of de spelling. Of lokaliteiten kun-nen op een kaart staan zonder dat dit in de beschrijving über-haupt is weergeven. Denken we bijvoorbeeld aan Luik, dat ook Liège (Frans) en Leodium (Latijn) kan genoemd worden. En, men kan er de stad, de agglomeratie, de provincie, het bisdom of het prinsbisdom onder verstaan. Het intikken van Luik in een normale zoekrobot kan zowel een plan van een klooster binnen Luik als resultaat hebben als een kaart die de aanleg van een weg plant tussen Dinant en Givet, een kleine 100 kilometer van Luik vandaan.

Belangrijk is dus dat de opzoeking gebeurt op basis van geo-grafische coördinaten van de ‘footprint’ van de cartografische

documenten. Voor elk document wordt daarom de ‘footprint’ door ons vastgelegd: het gebied op een moderne kaart dat door een oude kaart beschreven wordt. Je kan deze ‘footprint’ op de moderne kaart zien in de resultaten van een opzoeking. Daarnaast kan men ook op schaal van het document zoeken: zo kunt u uw zoekopdracht beperken tot bijvoorbeeld groot-schalige kadasterkaarten, of kleinschaligere overzichtskaarten. Daarbij komt uiteraard nog de mogelijkheid om op de klassieke catalogus-wijze te zoeken: zoals bijvoorbeeld op auteur, uitge-ver, titel, data categorie (bijv. kadastrale informatie), document-type (bijv. gegeorefereerde kaart), enzovoort.

GEOLOKALISErENIn eerste instantie worden kaarten gegeolokaliseerd, dat wil zeg-gen voorzien van een voetafdruk volgens een bepaald, modern, cartografisch referentiesysteem. Maar eigenlijk is alles waar-aan je coördinaten kunt toekennen te geolokaliseren: tekenin-gen, prenten, foto’s en bouwtekeningen tot zelfs bijvoorbeeld

Fig. 2. Voorbeeld van een ‘voetafdruk’ (helder blauw) op een moderne kaart van een oude kaart van Antwerpen (gedefinieerd in de beschrijving volgens de internationale norm voor geo-informatie ISO19115).

META 2016 | 8 | 27

artiKel

Page 30: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

een boek over het Koninklijk Paleis van Laken. Dat paleis heeft immers ook coördinaten. Hierin kan men heel ver gaan.

Geolokaliseren kan op de volgende manieren, door middel van:1. Een punt.2. Een bounding box (met noordelijke, zuidelijke, oostelijk en

westelijke limiet). 3. Een beschrijvende polygoon.

Als het gaat om een object op een specifieke plaats zoals bij-voorbeeld een kapelletje, dan kan een punt uiteraard volstaan. Als het echter gaat om een gebied, dan zegt een punt niets over de uitgestrektheid en de vorm van dat gebied. Een bounding box vertelt al iets meer over de mogelijke uitgestrektheid van dat gebied, maar niets over de vorm. Als zo’n vorm erg afwijkt van een rechthoek op een moderne kaart, wat heel vaak het geval is met oude kaarten, dan is zo’n bounding box niet precies genoeg en heeft men nood aan een beschrijvende polygoon (Figuur 3). Immers, als men de zoekmachine op basis van boun-ding boxes in plaats van op basis van polygonen opzoekingen zou laten doen, dan zou men veel valse resultaten kunnen krij-gen, de kaart uit het voorbeeld zou immers ook verschijnen in een opzoeking voor Noord-Frankrijk, terwijl de kaart dit gebied helemaal niet beschrijft. Cartesius.be is een voorbeeld dat op basis van dergelijke polygonen werkt.

ZEEr LONENDHet geolokaliseren is een eenmalige tijdrovende opdracht voor de archivaris, maar loont zeer de moeite, omdat het geogra-fisch zoeken mogelijk maakt, wat de eindgebruiker oneindig veel tijd zal besparen. Het vraagt zeker voor oude kaarten nu nog vaak een handmatige aanpak. Er bestaan diverse off- en online tools om het geolokaliseren te faciliteren, waaronder Google Earth en diverse GIS-programma’s, maar ook bij Erfgoed en

Locatie in Nederland worden verscheidene initiatieven hierom-trent genomen.

TOEGANKELIJKHEID EN BESCHErMINGEén van de belangrijkste verwezenlijkingen van Cartesius is het virtuele portaal dat digitale toegang biedt tot de gescande delen van onze collecties. Daarmee kan eender welke bezoeker via het internet onze collecties gratis doorzoeken en tot in detail bekijken: met één druk op de knop doorzoekt ze de virtueel gebundelde collecties, en met nóg een druk op de knop bekijkt men het gevonden document tot in detail, wat in een leeszaal alleen maar met een loep en een leeslamp mogelijk geweest zou zijn. Daarbij komt nog dat de kaarten niet meer gemanipuleerd hoeven te worden en ze zo in een beschermende, geklimati-seerde omgeving opgeborgen kunnen blijven.

Het portaal zelf is in vier talen uitgevoerd: Nederlands, Frans, Duits en Engels. De taal van de cartografische documenten en hun beschrijvingen is echter afhankelijk van de beschikbaarheid.

Fig. 3. Met een polygoon (rood) kan veel nauwkeuriger een gebied beschreven worden dat door een oude kaart wordt weergegeven (zie bv. Cartesius.be) dan met een bounding box (paars), zoals op veel andere geoportalen gebruikt wordt.

Fig. 4. Het zoekportaal. De achtergrondkaart die zichtbaar is op het scherm is het zoekgebied. U kunt dit zoekgebied aanpassen door te zoomen of te verschuiven. Door te zoeken met behulp van de kaart, hoeft u zich geen zorgen te maken over de spelling van een plaatsnaam door de tijd heen. De rechterkolom kunt u gebruiken om uw zoekresultaten te verfijnen. Door op de knop “Uitgebreid” te klikken kan men ook filteren op o.a. documenttype (bijv. luchtfoto) of datacategorie (bijv. kadastrale informatie).

Fig. 5. Resultaten van een opzoeking. Rechts: De lijst van gevonden kaarten. Links: De voetafdrukken (oranje) van de gevonden kaarten (cf. lijst) voor het gebied dat zichtbaar is op de achtergrondkaart. De voetafdruk van het geselecteerde document licht op de kaart geel op.

28 | META 2016 | 8

artiKel

Page 31: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

TECHNISCHDe Cartesius website wordt gevoed met twee soorten data: de beelden, de scans van onze cartografische documenten, en de beschrijvingen van de beelden, de tekst die de beelden toelicht en die gebruikt wordt om de beelden op te kunnen zoeken.

De digitale beelden worden achter de schermen voorbewerkt, zodat ze heel snel op uw scherm getoond kunnen worden: ze zijn verknipt in kleine digitale tegeltjes op verschillende zoom-niveaus (vergrotingen). Dit betekent dat als je het document bekijkt, in plaats van het hele document te moeten downloaden — meestal heel zwaar — alleen maar het gedeelte van het beeld overgebracht hoeft te worden dat je bekijkt. De digitale beelden nemen per instelling ettelijke terabytes aan harde schijfruimte in. Omdat het om zulke grote hoeveelheden gaat, blijven de beelden bij de verschillende instellingen op de server staan, en wordt er als je een cartografisch document wilt bekijken, een directe verbinding gemaakt tussen je computer (viewer) en de server van de instelling die het document aanbiedt, zonder dat je daar trouwens iets noemenswaardig van merkt, je blijft name-lijk in de centrale Cartesius-omgeving.

De metadata bestaat uit pure alfanumerieke tekst. Ze bevat — soms in meerdere talen — informatie over bijvoorbeeld de auteur, uitgever, herkomst, datum van uitgave, data categorie, documenttype, schaal, coördinaten van de geografische foo-tprint van het document. Elke beschrijving is gelinkt met een beeld. Ondanks dat er tienduizenden van dergelijke beschrij-vingen bestaan, gaat het slechts om een kleine hoeveelheid harde schijfruimte. Ze worden daarom centraal opgeslagen in de database van het Cartesiusportaal.

Deze beschrijvende gegevens in de Cartesius-website kunnen gesynchroniseerd worden met de brongegevens van de part-nerinstellingen. Dit kan onder andere gebeuren via het Open Archives Initiative Protocol for Metadata Harvesting (OAI-PMH) of de Catalog Service for the Web (CSW). In de praktijk expor-teren de instellingen momenteel nog hun metadata naar XML-bestanden en stellen die voor de Cartesius-website ter beschik-king op een server. Door een handmatige druk op de knop, of door een periodieke, automatische update, synchroniseert de Cartesius-website automatisch haar gegevens met die van de partnerinstellingen.

GEMEENSCHAPPELIJKE STANDAArD Het vinden van een gemeenschappelijke standaard om de beel-den te beschrijven — noodzakelijk als men wil samenwerken — heeft nog aardig wat voeten in de aarde gehad. Zo wordt er op elke instelling één of meerdere (internationale) standaarden gebruikt, standaarden die het best passen bij de aard van het beschreven materiaal en de wettelijke opdracht van de eigenaar. Deze standaarden lijken wel op elkaar, maar zijn niet hetzelfde. Bovendien zijn deze standaarden niet geschikt voor geografi-sche informatie. Daarom is er een standaard ontwikkeld geba-seerd op de internationale ISO19115 en INSPIRE standaarden, die

“ Eén van de belangrijkste verwezenlijkingen van Cartesius is het virtuele portaal dat digitale toegang biedt tot de gescande delen van onze collecties.

toch de belangrijkste gemene deler bevat van de verschillende standaarden van de instellingen. Zo is uiteindelijk iedereen tevre-den, wordt de volle functionaliteit van het zoekportaal onder-steund en is het portaal ook meteen geschikt voor toekomstige samenwerkingen. Niet alle specifieke details uit de metadata van de instellingen zijn opgenomen in de gemeenschappelijke standaard, maar wel de belangrijkste. Zo was het bijvoorbeeld niet mogelijk om de context die binnen de archiefstandaard EAD prominent is, ook in de gemeenschappelijke standaard op te nemen. Het is wel mogelijk om vanuit een resultaat (metada-tafiche, te bereiken door te klikken op de knop “Metadata” in de resultaten, zie Figuur 6) door te klikken naar de uitgebreidere catalogus van de betreffende instelling, waar in het geval van het Rijksarchief de context van de kaart in principe wel weer-gegeven wordt.

Veel kaartmateriaal wordt tegenwoordig door middel van moderne technologieën op een performante en lichte manier via de internetbrowser ontsloten, zonder aparte plug-ins. Hetzij door middel van bijvoorbeeld jpeg2000-achtige technieken van rasterbeelden, die ook gebruikt worden voor ander icono-grafisch materiaal, hetzij via geografische webdiensten zoals WebMapServices (WMS) en WebMapTiledService (WMTS) voor rasterbeelden en WebFeatureServices (WFS) voor vectorinfor-matie. Met name deze tweede, geografische groep is interessant voor de ontwikkeling van nieuwe, publieksvriendelijke toepas-singen. Zo laten deze webdiensten toe bepaalde dynamische

viewers aan te bieden (Figuur 7) of door meerdere soorten webbronnen met elkaar te combineren (Figuur 8) of door het aanbieden van toepassingen die een aantal kaarten naast elkaar kunnen leggen, zoals bijvoorbeeld een moderne kaart naast een oude kaart.

Vaak worden kaartseries via de tweede groep webdiensten ont-sloten, die vanaf begin negentiende eeuw relatief eenvoudig te georefereren zijn — dat wil zeggen geherprojecteerd naar een modern cartografisch referentiesysteem. Deze gegeore-fereerde kaarten zijn door hun systematische versnijding en

Fig. 6. Door op een titel in de resultaten te klikken verschijnt de knop “Metadata” (zie handje) waarmee men de uitgebreide beschrijving van het beeld kunt openen met o.a. de contactinformatie voor het object en een eventuele link naar de catalogus van de instelling.

META 2016 | 8 | 29

artiKel

Page 32: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

kartering, eenvoudig aaneen te smeden tot (meer dan) lands-dekkende kaartmozaïeken en vervolgens door het gebruik van een gemeenschappelijk cartografisch referentie systeem met elkaar te combineren, vergelijken, of uit te breiden met andere geografische bronnen.

Als je gegeolokaliseerd of gegeorefereerd materiaal met elkaar wil combineren in één toepassing is het wel belangrijk om een algemeen geaccepteerd projectiesysteem te gebruiken. Een wereldwijd, algemeen gebruikt projectiesysteem daarvoor is Webmercator dat in veel algemeen bekende webkaarttoe-passingen gebruikt wordt zoals door Google, Bing, enzovoort. Webmercator is meetkundig niet zo precies als de projectiesys-temen die door nationale geografische instituten en landmeters gebruikt worden, maar dat is wellicht ook (nog) niet nodig voor het huidige gebruik van oude kaarten.

VIrTUEEL LABO MYCArTESIUSEen tweede interessante functie van het portaal is het zoge-naamde ‘geofacebook’ MyCartesius, ook wel een openbaar, vir-tueel lab om met onze oude kaarten te gaan ‘spelen’ en met de

Fig. 7. Een voorbeeld van een dynamische viewer van Swisstopo.ch, waarin gegeorefereerde kaarten via een webdienst worden ontsloten, zodat de kartering van Zwitserland kan worden afgespeeld waarbij met verloop van tijd kaartbladen vernieuwd worden. Vaak kan ook de bovenliggende kaart transparant gemaakt worden, zodat de verschillen ten opzichte van de onderliggende kaart direct zichtbaar worden.

rest van de wereld te gaan delen. Zo biedt MyCartesius je de mogelijkheid om bijvoorbeeld:• je eigen kaart te maken, als interpretatie van een onderlig-

gende oude kaart;• oude kaarten met elkaar te combineren, over elkaar heen te

leggen, of te vergelijken;• oude kaarten te annoteren (linked data) met tekst, beeld, of

andere informatie van het internet;• eigen openbare of privéverzamelingen virtueel aan te leg-

gen uit onze rijke collecties op bijvoorbeeld regio, thema, of toepassing (door bijvoorbeeld heemkundige of historische kringen, toeristische informatiekantoren, studiebureaus, een gewone gebruiker, enz.);

• zelf toepassingen te schrijven (apps) om de oude kaarten te bekijken, te annoteren of te bewerken;

• virtual storytelling te doen aan de hand van onze collecties en andere bronnen van het internet;

• ons en jouw werk via het internet te delen door het embed-den in andere websites, waaronder sociale netwerksites.

De mogelijkheden zijn haast onuitputtelijk. Probeer het eens uit!

Fig. 8. Een voorbeeld uit MyCartesius van het combineren van verschillende databronnen: Een Ferrariskaart uit Cartesius (als achtergrondkaart), en een opgeladen csv-bestand van het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE) met Kerken en Kapellen (zwarte kruisjes, met toelichting als je op zo’n kruisje klikt, en onder “Meer…” nog een link naar het bijbehorende inventarisfiche van het VIOE).

30 | META 2016 | 8

artiKel

Page 33: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Hoe kan je archief gebruiken om te leren?Bart De Nil, FArO

De werkgroep LeerDok werd opgericht door enkele deelne-mers aan de Summer- en Winter School Archives & Education die respectievelijk in 2014 en 2015 werden georganiseerd door FARO en The National Archives van het Verenigd Koninkrijk. In 2015 lanceerde LeerDok een eerste lespakket over censuur en vrije meningsuiting. Voor de volledigheid: de werkgroep bestaat uit medewerkers van Amsab-ISG, AMVB, ADVN, FARO, FelixArchief, Koninklijke Bibliotheek België en Letterenhuis.

Het uitgangspunt van LeerDok is dat je van documenten kan leren. In het Engels kan dit krachtig worden samengebald tot docs teach. Dit is tegelijk ook de naam van het educatief platform van The National Archives van de Verenigde Staten. Waarmee ik wil aangeven dat wereldwijd heel wat archieven deze eenvoudige methodiek van het leren doormiddel van archiefdocumenten met succes toepassen.

Leerlingen worden aangezet tot het denken door het stellen van prikkelende, uitdagende, vragen. Daarna krijgen ze bronnen waarmee ze antwoorden op die vragen kunnen vinden. Daarbij is de context zéér belangrijk. Het is de reden waarom er steeds volledige originele documenten worden gebruikt in plaats van fragmenten in een ander letter-type los van het document, zoals vaak het geval is. De historische context, het uiterlijk van de bron is van belang voor de leerlingen. Daarom wordt de bron ook niet ‘versimpeld’ door ze te trans-criberen of te vertalen naar een heden-daags taalgebruik. Leerlingen moet de vaardigheden om bronnen te lezen wor-den aangeleerd.

Het doel is dat leerlingen kritische (his-torische) onderzoeksvaardigheden verwerven en leren om te reflecteren. Hierbij kunnen worden ook audiovisu-ele en sociale media worden gebruikt. Het zijn immers de kanalen waarlangs jongeren communiceren. Die bieden een laagdrempelige toegang tot bronnen en zorgen voor betrokkenheid van de leer-lingen. Maar het blijven hulpmiddelen. De essentie is steeds het leren aan de hand van documenten.

Voor haar tweede lespakket koos LeerDok te werken rond het thema van vluchtelingen voor het secundair onderwijs. Het hoeft geen betoog dat dit onderwerp al een geruime tijd onze maatschappij beroerd. Om de bal niet mis te slaan werd er samengewerkt met Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Die zorgden voor de nodige feedback en ontwikkelde samen met FARO een bordspel dat als inleiding op de ver-schillende lesmodules moet worden gespeeld. Het spel heeft als doelstelling dat leerlingen begrijpen wat basisbe-grippen zoals ‘vluchteling’, ‘asielzoeker’, ‘Conventie van Génève’ en dergelijke betekenen en dat vluchten iets is dat zich ook in het verleden heeft afge-speeld.

Het is een modulair lespakket over vluchtelingen aan de hand van voor-beelden uit het verleden. Door middel van unieke archiefbronnen en de opmerkelijke verhalen die daaraan zijn verbonden krijgen leerlingen inzicht in verschillende perspectief op vluchtelin-gen en vluchten vanuit een historisch perspectief. De modules zijn deels ook een weerspiegeling van de collecties die de verschillende instellingen beheren. Zo ontwikkelde het Letterenhuis lessen over de verhalen van schrijvende vluch-telingen uit alle tijden en alle windrich-tingen. Aan de hand van het levens-verhaal van Leo Poppe, wiens archief in het ADVN zit, worden leerlingen aangezet een antwoorden te geven op de vragen “Is een vluchteling per defi-nitie altijd een vluchteling?” en “Vindt iedere vluchteling ooit terug een thuis?”. Het AMVB maakt de koppeling tussen vluchten en kunst tijdens de Tweede

Wereldoorlog en vandaag. De link tus-sen vluchten en kunst komt ook aan bod in lessen die de KB heeft uitgewerkt. Daarbij maakten ze gebruikt van de unieke briefwisseling van Paul Lambotte tijdens de Eerste Wereldoorlog. In het lessen van het FelixArchief wordt er gewerkt rond de terugkeer van vluch-telingen uit het Verenigd Koninkrijk na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Amsab-ISG werkte een lesuur uit waarin voorstellingen van en over vluchtelin-gen worden bekeken en besproken. De bronnen die bij deze lessen worden gebruikt zijn vooral afkomstig uit de foto- en affichecollectie die het Amsab-ISG bewaart.

> u kan het lespakket over Vluchtelingen vanaf janu-

ari 2017 downloaden van de websites van de part-

ners van leerdok.

© Maryse Willems.

META 2016 | 8 | 31

de VraaG

> Zie ook p. 38

Page 34: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

32 | META 2016 | 8

oVer de Grens

IBBY laat boeken bruggen bouwenEva Devos, Iedereen Leest

De International Board on Books for Young People (IBBY), begint met — hoe kan het anders — een mooi verhaal. Een joodse vrouw van Duitse afkomst verhuist na de oorlog opnieuw naar Duitsland. Deze Jella Lepman is, net als vele anderen in die tijd, ervan overtuigd dat kinderboeken een belangrijke rol kunnen spelen bij het ontwikkelen van een internationale verstandhouding en het streven naar vrede.

Ga Mee naar de KinderBoeKen-Beurs in Montreuil!

Op maandag 5 december legt IBBY-

Vlaanderen een bus in naar de Kinder-

boekenbeurs van Montreuil. Daar wordt

een weelde aan Franstalige boeken

aangeboden (en een beperkte selectie

anderstalige boeken, bijv. Arabisch) en

er vinden debatten en tentoonstellingen

plaats. De bus vertrekt in Antwerpen en

rijdt via Gent naar Parijs.

> Voor meer info:

mail naar [email protected].

Een beetje naïef? Misschien, maar het let haar niet om daadkrachtig dit ideaal na te streven. Lepman richt de Internationale JugendBibliothek op in München en organiseert in 1951 een congres met als titel International Understanding through Children’s books. 250 deelnemers uit 26 landen kwamen opdagen, uit alle sectoren van het jeugdliteratuur- en leesbevorde-ringsveld. Het congres werd wereldwijd gecoverd door de media.

In 1953 werd, als een rechtstreeks gevolg van het congres, IBBY opgericht. 63 jaar later is IBBY uitgegroeid tot een sterk netwerk met 76 aangesloten landen, die elk een nationale werking hebben. IBBY heeft een internationaal secretariaat in Zwitserland, en wordt geleid door een Vlaamse president, Wally De Doncker (zie het interview in dit nummer). Het huldigt nog steeds dezelfde principes als in 1953. IBBY pro-moot internationale verstandhouding via kinder- en jeugdboeken; streeft naar toegang tot kwalitatieve boeken voor kinderen over de hele wereld; moedigt de productie en distributie van kwalita-tieve kinderenboeken aan, in het bijzon-der in ontwikkelingslanden; ondersteunt opleidingsmogelijkheden voor wie bezig is met jeugdliteratuur; stimuleert aca-demisch onderzoek naar jeugdlitera-tuur, en waakt over de kinderrechten, zoals geformuleerd in het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind.

De nationale afdelingen hebben uit-eenlopende profielen. Sommige afde-lingen werken zelfstandig; sommige zijn structureel ingebed in een grotere organisatie. In Frankrijk en Letland bijv. maakt IBBY deel uit van de werking van de Nationale Bibliotheek. In Oeganda is IBBY opgericht in de schoot van de auteursvereniging. In Cambodja is IBBY een samenwerking tussen verschillende

NGO’s. De Belgische IBBY-afdeling is tweeledig: IBBY-Vlaanderen en IBBY- Belgique francophone. (Iets gelijkaar-digs gebeurt overigens in Spanje, waar vier takken samenwerken.) Op interna-tionaal vlak vormen we één IBBY-sectie, lokaal heeft ieder zijn eigen werking. IBBY-Belgique francophone werkt nauw samen met het Centre de littérature de jeunesse de Bruxelles, en is vooral gericht op bibliotheekmedewerkers. IBBY-Vlaanderen, opgericht in 1992 in de schoot van het vroegere Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur, is nu structureel ingebed in de werking van Iedereen Leest. IBBY-Vlaanderen vormt een netwerk van professionelen in het jeugdliteratuurveld – leesbevorderaars, auteurs, illustratoren, vertalers, uitge-vers, boekhandelaren, leerkrachten, academici en natuurlijk ook bibliotheek-medewerkers. Een IBBY-kabinet 1, geko-zen op basis van vakexpertise en ver-bondenheid met de thema’s waarrond IBBY werkt, heeft een adviserende en ondersteunende functie. Terwijl vroeger betaald moest worden voor het lidmaat-schap van IBBY, is Vriend worden van IBBY-Vlaanderen nu gratis. We tellen nu zo’n 240 Vrienden. Zij krijgen regelma-tige updates over de IBBY-werking en worden uitgenodigd voor evenementen. Via de facebookpagina IBBY-Vlaanderen informeren we over IBBY in het binnen- en buitenland.

Een heel groot deel van de Iedereen Leest-werking, zoals de leesbevorde-ringscampagnes, de Scriptieprijs, en de vormingsdagen die o.a. georganiseerd worden voor KJV-medewerkers, ligt helemaal in de lijn van de streefdoelen van IBBY. Toch dragen enkele speci-fieke activiteiten uitdrukkelijk de IBBY-stempel. Zo was er de voorbije jaren het O Mundo project (www.omundo.be), dat de mooiste prentenboeken uit de hele wereld binnenbrengt in klassen

Page 35: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

> Zie ook p. 17

META 2016 | 8 | 33

oVer de Grens

1 Bestaande uit Winny Ang (kinderpsychiater en

auteur bij sesam), Patricia Civetti (medewerker

integratiecentrum De Foyer vzw), Jan De Kinder

(illustrator), Jef Aerts (auteur), Laila Koubaa

(auteur), Sara van den Bossche (vorser UGent),

Inge Umans (recensente en medewerker Doc Atlas

Antwerpen), Heleen Rijckaert (leerkracht), Margot

Van Dingenen (nt2-docent), Hilde Van Dormael

(onderwijsexpert), Greet Pauwelijn (uitgeefster),

Eva Tack (educatief medewerker bibliotheek

Elsene) en Lien Devos, Elise Vanoosthuyse en

Noemi De Clercq (medewerkers Vlaams Fonds

voor de Letteren).

2 In 2015 doneerden we aan het IBBY Children in

Crisis project ten voordele van de Syrische vluch-

telingenkinderen in Libanon. In 2016 werken we

samen met Minor-Ndako, een opvanghuis voor

voornamelijk niet-begeleide minderjarige vluchte-

lingen.

en bibliotheken. Op de Cultuurmarkt in Antwerpen organiseren we elk jaar een tweedehands boekenverkoop, waar-van de opbrengst afwisselend naar een buitenlands en een binnenlands project gaat. 2 In december bezoeken we jaar-lijks de Kinderboekenbeurs in Montreuil (nabij Parijs).

Op internationaal niveau is IBBY het jeugdliteratuurnetwerk bij uitstek: orga-nisator van de Hans Christian Andersen Award, een belangrijke jeugdliteratuur-prijs; uitgever van bookbird, het enige echt internationale tijdschrift over jeugdliteratuur; gesprekspartner van die andere belangrijke jeugdliteratuurprijs, de Astrid Lindgren Memorial Award, en geconnecteerd met andere internatio-nale netwerken zoals IFLA. De nationale IBBY-afdelingen zijn voor elkaar en voor andere internationale organisaties de aanspreekpunten voor advies, kennis-deling en ervaringsuitwisseling, en voor nominaties voor internationale prijzen, tentoonstellingen en wedstrijden.

NIEUW-ZEELANDHet congres waarmee het allemaal begon in 1951 kende navolging. Nog steeds wordt er tweejaarlijks een

IBBY-congres georganiseerd. In augus-tus 2016 verzamelden 500 mensen uit 62 landen zich in Auckland voor een vierdaags congres rond het thema Literature in a Multi-literate World. Ik mocht er vertellen over onze ervaringen met O Mundo. Bijzonder indrukwekkend waren dit jaar onder andere de grap-pige en ontroerende lezing van Markus Zusak, auteur van De boekendief, en de voorstelling van de ongeëvenaard uitgebreide scholenwerking van de Nieuw-Zeelandse Nationale Bibliotheek. Minstens één bevinding sloot ik in mijn hart en hersenen: de opvallende gelij-kenissen in onderzoek naar kinderen en kinderboeken in meertalige omgevingen en, in het bijzonder, de rol van die kin-derboeken in het ontwikkelen van zelf-vertrouwen en empathie - of dat nu in de VS, Schotland of Zuid-Afrika is.

Op 6 april 2017 organiseert IBBY-Europa een conferentie tijdens de Kinderboekenbeurs van Bologna. Het wordt een dag van ideeënuitwisse-ling over de rol die we als IBBY en als leesbevorderaars kunnen spelen bij het opvangen van vluchtelingenkinderen in Europa. We houden u graag op de hoogte.

© Michiel Devijver.

Uitgaand en nieuw Executive Committee, Auckland 2016.

> Vriend worden van iBBY? http://bestellen.ieder-

eenleest.be/ibby.asp

> u wilt graag de folder van iBBY-Vlaanderen in uw

bib? Mail naar [email protected].

Page 36: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Voorlezen = Nederlands leren?Tine Depypere, OB Sint-Niklaas

Stel je voor: je komt aan in een vreemd land, waar iedereen een vreemde taal spreekt, een taal die jij niet begrijpt en waar niemand jou begrijpt. Er zijn allerlei mogelijkheden voor anderstalige nieuwkomers om Nederlands te leren. Volwassenen kunnen zich inschrijven in de verschillende Centra voor Basiseducatie, of in de Centra voor Volwassenenonderwijs. Maar wat met minderjarige nieuwkomers?

Voor minderjarigen bestaat er OKAN. OKAN staat voor ‘Onthaalklas Anderstalige Nieuwkomers’. Anders–talige minderjarigen worden op een aangepaste manier onthaald in het secundair onderwijs: ze krijgen een taal-bad, zodat ze op korte tijd voldoende kunnen integreren en zich kunnen voor-bereiden op doorstroom naar het regu-liere onderwijs.

Ook in Sint-Niklaas worden er vanuit het secundair onderwijs verschillende OKAN-klassen georganiseerd. Vier schooljaren geleden startte OKAN van scholengemeenschap Sint-Nicolaas een uniek samenwerkingsproject op, met onder andere de Bib.

Het gaat om een bijzonder voorlee-sproject dat anderstalige jongeren toelaat een stukje van hun cultureel erfgoed op een originele manier aan Nederlandstalige kinderen over te bren-gen. Tijdens dit proces leren en oefenen de OKAN-leerlingen Nederlands, maar ontplooien ze ook hun expressieve en creatieve talenten. Leerlingen uit het lager onderwijs krijgen op hun beurt de kans om de cultuur van de nieuwkomers te leren kennen.

Met zijn uitgebreide jeugdwerking bereikt de Bib al jaren heel wat kinde-ren en jongeren. De oprichting van het Taalpunt in de Bib dateert van 2010 en was de start van een doelgerichte wer-king voor anderstaligen. Als partner in dit project voor anderstalige jongeren is de Bib dan ook een logische keuze.

UNIEK PrOJECTEen schooljaar lang werken de anders-talige nieuwkomers samen met hun leerkracht aan de opdracht: het ver-zamelen van verhalen uit hun land van herkomst. De verhalen passen elk jaar in een ander thema, in de eerste editie

(schooljaar 2012-2013) was het thema ‘Iedereen held’, in de tweede (2013-2014) ‘Dieren’, vervolgens ‘Anders’ (2014-2015) en het voorbije schooljaar (2015-2016) ‘Vriendschap’.

De zoektocht naar de originele vertel-lingen verloopt niet altijd even eenvou-dig. De leerlingen zoeken op het inter-net, maar gaan ook te rade bij (groot)ouders, ooms of tantes om de inhoud te toetsen. Eens de verhalen op punt staan in hun eigen moedertaal, moet er nog een Nederlandse vertaling worden gemaakt. Sommige leerlingen heb-ben met behulp van een woordenboek hun tekst woord per woord vertaald. Ook de leerlingen van Centrum voor Volwassenenonderwijs LBC nemen een aantal vertalingen voor hun rekening. De OKAN-leerlingen en leerlingen van de kunstacademie (SASK) maken er illustraties bij. Van de zeven mooiste worden kamishibai vertelplaten gemaakt ter ondersteuning van de voorleesmo-menten. Het voorlezen met een kamis-hibai verteltheater is een fijne manier van voorlezen, omdat er naast een audi-tieve ook een visuele dimensie bij komt.

HUZArENSTUKJEHet project resulteert elk schooljaar in een reeks voorleessessies in de hoofd-bibliotheek en in de verschillende filia-len. De OKAN-leerlingen lezen voor aan leerlingen van de 1e en 2e leerjaren van de lagere scholen uit Sint-Niklaas. De Bib maakt hiervoor promo in de scho-lenbrochure, regelt de inschrijvingen en zorgt voor logistieke ondersteuning. uiteindelijk worden er zeven vertelboe-ken gedrukt, die elk een andere vertel-ling bevatten uit de verschillende her-komstlanden van de jongeren.

Dit project is een huzarenstukje waar-bij heel wat partners betrokken zijn:

naast OKAN en de Bib zorgen de leer-lingen van het zevende jaar Publiciteit en Illustratie van het Technisch Berkenboom Instituut voor illustraties. De kunstacademie (SASK) geeft work-shops waar er geleerd wordt om vertel-platen te tekenen voor de kamishibai.

Elk jaar wordt er een feestelijk toonmo-ment georganiseerd, waarop pers, direc-ties van de verschillende scholen, en een OKAN-klas uit een andere gemeente worden uitgenodigd. Het vijfde jaar Onthaal en Recreatie van Onze Lieve Vrouw Presentatie staat dan in voor het onthaal en de catering én bereidt de OKAN-leerlingen voor op hun voor-leessessie, met tips over expressie en intonatie. De dienst Reprografie van de Stad Sint-Niklaas zorgt voor het afdruk-ken van de vertelplaten. Het project wordt onder andere gesubsidieerd door het Vlaams Fonds voor de Letteren en Erfgoedcel Waasland.

De zestienjarige Rabia Cinar uit Turkije, die in 2012 deelnam, vertelt: “Eenvoudig was het niet, maar des te leerrijker. Met een Turks woordenboek in de aanslag heb ik woord per woord mijn verhaal vertaald. Eigenlijk is mijn moeder mijn grootste held, zij blijft me altijd steunen, wat er ook gebeurt” (uit: http://www.sjks.be/okanklassen-maken-multicultu-rele-verhale).

“ EEN SCHOOLJAAR LANG WERKEN DE NIEUWKOMERS SAMEN MET HUN LEERKRACHT HET VERZAMELEN VAN VERHALEN UIT HUN LAND VAN HERKOMST.

34 | META 2016 | 8

trend

Page 37: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Foto © Marcel Gaelle (CC).

Kan een archiefinstelling archiefdiensten aanbieden aan architec-tenbureaus om het beheer en de ontsluiting van hun archieven op lange termijn te verzekeren? The archives @ the architects is een haalbaarheidsstudie die een antwoord wil formuleren op deze vraag. Het project is een initiatief van het Architectuurarchief van de Provincie Antwerpen (APA) i.s.m. het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (CVAa) en wordt ondersteund door de Vlaamse Overheid.

Met dit project wordt ingezet op een tendens die al langer speelt binnen het archieflandschap. Een archivaris wacht niet meer lan-ger passief af tot een archief zijn richting uitkomt. Zeker archief-diensten van overheden, bedrijven of andere organisaties grijpen steeds vaker als records managers actief in op de archiefvorming binnen hun organisatie.

Ook bij culturele archiefinstellingen vindt deze aanpak ingang. Zij kunnen interessante private archiefvormers proactief benade-ren om hen te ondersteunen bij het archief- en documentbeheer. Idealiter resulteert dit in een verbeterde kennis over het archief, het opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen archiefvormer en -instelling en een vlotte overdracht van een goed geordend archief. Gezien de korte levensduur van digitale objecten die stil-aan de hoofdmoot beginnen te vormen van archieven, wordt deze aanpak zelfs nog belangrijker.

The archives @ the architects wil deze methode verder uitwer-ken en ook de haalbaarheid hiervan onderzoeken. Kan het APA optreden als een echte archiefconsultant voor architectenbureaus? Kunnen de voordelen voor de architecten objectief worden aan-getoond, zodat men niet louter moet rekenen op de goodwill van architecten? En wegen de baten voor het APA wel op tegen de kosten? M.a.w. is er wel degelijk een win-win voor APA en architect?

Het project ging van start in februari van dit jaar. Er werd bekeken op welke manier het APA architectenbureaus concreet kan bege-leiden, met een focus op het digitale archief. Vier bureaus werden geselecteerd als testcase. De begeleiding van deze bureaus is op dit moment volop aan de gang. In een volgende fase zal ook de impact van de werking op het APA worden geanalyseerd. Tot slot willen we nog onderzoeken of het APA kan samenwerken met andere verwante instellingen, die tevens instaan voor het verza-melen en beheren van architectuurerfgoed.

De resultaten van de haalbaarheidsstudie zullen breed worden gecommuniceerd. Er komt een eindrapport en een studiedag over het thema. De focus op architectuurarchieven verhindert immers niet dat de resultaten van toepassing zullen zijn voor de gehele cul-turele archiefsector. In afwachting kunnen tussentijdse resultaten worden geraadpleegd op http://www.cvaa.be/nl/artikel/project-the-archives-the-architects.

Wim Lowet, CVAa i.s.m. Luc Truyens, APA

The archives @ the architects

META 2016 | 8 | 35

het Plan

> Zie ook p. 48

Page 38: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

36 | META 2016 | 8

uitGePaKt

Verweesde werkenSam Donvil, PACKED vzw

Een verweesd werk (of een zogenaamd orphan work) is een werk dat naar alle waar-schijnlijkheid (nog steeds) onder bescherming van het auteursrecht of naburig recht valt, en waarvan de rechthebbende niet gekend is of niet teruggevonden kan worden.

1 Zie: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/

LexUriServ.do?uri=OJ:L:2012:299:0005:0012:NL:

PDF

2 Zie: http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/

change_lg.pl?language=nl&la=N&table_

name=wet&cn=2015072015

3 JISC Collections Trust (april 2009). In from the

cold: An assessment of the scope of ‘orphan works’

and its impact on the delivery of services to the

public. Cambridge.

4 European Commission/DG Information Society

and Media Unit (Vuopala, A. Ed) (mei 2010).

Assessment of the orphan works issue and costs

for rights clearance.

Dit betekent dat als een bibliotheek, archief of documentatiecentrum dit werk wil gebruiken op een manier waar-voor toestemming vereist is (bijv. digita-liseren of ontsluiten), het deze toestem-ming niet kan verkrijgen. Hierdoor wordt het werk in beste geval ontoegankelijk en dreigt het in het ergste geval verlo-ren te gaan. De Europese richtlijn inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken uit 2012 en de omzetting ervan in Belgisch recht uit 2015 trachten hiervoor uitkomst te bie-den.

Verweesde werken vind je terug in allerlei soorten collecties. Ze kunnen tekstueel van aard zijn: boeken, kran-ten, tijdschriften of andere geschriften. Daarnaast dekt de wet ook audiovisuele en cinematografische werken. Alhoewel ieder werk een ‘wees’ kan worden, stijgt de kans hoe ouder het werk is. Vanzelfsprekend lopen werken van lage commerciële waarde een hoog risico,

samen met werken van amateurkunste-naars en artiesten die onder een pseu-doniem werken.

EEN MArGINAAL FENOMEEN?In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, zijn verweesde werken alles-behalve een marginaal fenomeen. Een Britse studie uit 2009 schat dat hun staal van 503 culturele instellingen 25 miljoen verweesde werken in bewaring hebben. Een andere studie schat voor Europa meer dan 3 miljoen verweesde boeken, tussen 129.000 en 225.000 ver-weesde films en 17 miljoen foto’s. Verder zouden 95 procent van alle kranten van voor 1912 verweesd zijn. Terwijl de col-lectie van de gemiddelde organisatie uit ongeveer 5 tot 10 procent uit verweesde werken zou bestaan, ligt dit voor archie-ven aanzienlijk hoger, nl. tussen 21 en 30 procent.

DUE DILIGENCEBibliotheken, onderwijsinstellingen, musea, archieven, erfgoedinstellingen en publieke omroeporganisaties mogen door de omzetting van de Europese richtlijn in de Belgische wetgeving voortaan voor ‘het algemeen nut’ ver-weesde werken uit hun collectie digita-liseren, beschikbaar stellen, indexeren, catalogiseren, preserveren en restaure-ren. Vooraf moeten ze wel zorgvuldig onderzoek (due diligence) doen naar de identificatie van de rechthebbenden en de documentatie m.b.t. dit onderzoek doorsturen naar een nationale autoriteit, die het op haar beurt aan de European Orphan Works Database doorstuurt.

KOSTENEen dergelijke diligent search is arbeids-intensief, en dus duur. Om de kosten te drukken, is het aangewezen om je diligent search in groepen uit te voeren. Daarnaast mag je werken die eerder al op Europees niveau verweesd verklaard zijn, meteen digitaliseren en zowel intra als extra muros publiek toegankelijk

maken. Voor bepaalde werken is de kans zeer klein dat er ooit een recht-hebbende zal opduiken. De nood aan due dilligence hangt dus in de praktijk sterk af van de aard, de leeftijd en het voorgehouden gebruik van het materi-aal.

Rechthebbenden die constateren dat een van hun werken in de European Orphan Works Database is opgenomen, kunnen een verzoek indienen tot wij-ziging van de status van het desbe-treffende verweesde werk. In dit geval krijgen de rechthebbenden retroactief een vergoeding op het gebruik van hun werk van de instelling in kwestie. De praktische modaliteiten (inning, verdeel-sleutel, toezicht, tijdstip van uitbeta-ling) van deze vergoeding moeten nog vastgelegd worden in een Koninklijk Besluit.

Huwelijksfoto van een niet-geïdentificeerd Zuid-Australisch koppel, verweesd werk (bron: State Library of Queensland).

Page 39: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

shape “Not surprisingly, one good way to start

designing an essential school

is to plan a library

and let its shadow shape the rest.”

Theodore Sizer

Citaat

BlijvertjesLaurent Meese

Wetmatigheid van het beroep: de col-lecties worden groter en het personeels-bestand kleiner. Wieden in de collecties dan maar? Ontspullen is een van de vele hypes die dit jaar kwamen aangewaaid en de basisfilosofie die erachter schuilt is best wel oké. Geluk begint met je eigen rommel op te ruimen. James Wallman schreef er zo’n typisch zelfhulpboek over waarin hij voor een alternatief waarden-systeem pleit. Materialisme moet plaats-maken voor experiëntialisme of het vin-den van geluk in intrinsieke belevingen, zoals ervaringen. Als bibliothecaris kijk ik er met gemengde gevoelens tegenaan. Meer doen met minder klinkt vertrouwd in de oren maar snoeien in de collecties blijft een uiterst heikele zaak. Wat zijn de correcte criteria om af te voeren? Items die nooit geconsulteerd worden?

Voer een ogenschijnlijk gedateerde tijd-schriftencollectie af en je krijgt op een blauwe maandag geheid een aanvraag voor een artikel uit dat tijdschrift binnen. En net dat nummer zal om onbekende

redenen ontbreken in die andere biblio-theek die het wel nog bewaarde. Vervolgens zal het een van de titels zijn die nog niet gedigitaliseerd werden wegens — je raadt het al — niet prioritair want inhoudelijk gedateerd. De verstan-dige lezer heeft ondertussen al door dat ‘ontspullen’ iets voor de amateur-verza-melaar van pakweg postzegels of prent-kaarten is. De brave liefhebber die door een verhuis of een echtelijk dispuut de schaar in de te groot geworden collectie moet zetten. Er is een tijd om te bewaren en een tijd om op te ruimen, klinkt het dan hoopvol in de familie van de vertwijfelde verzamelaar.

In het bibliotheeklandschap wordt het ook moeilijker om zich te verschuilen voor de toenemende dematerialisering van informatie. Content is king in de gedigitaliseerde wereld. Als het boek als bewaarplaats voor kennis en verhalen ter discussie staat wordt deze klassieke grap afkomstig uit Historisch Canon van Fokke & Sukke vaak aangehaald: Twee

middeleeuwse monniken zitten aan hun schrijftafel. Zegt de ene tegen de ander: “Die boekdrukkunst… Da’s geen blijvertje.” Zegt de ander: “Mensen willen toch altijd handgeschreven boeken blijven lezen.” In onze waardevolle collectie herbergen we nog tientallen werken uit de 16e eeuw en 17e eeuw. Dat zijn pas blijvertjes.

Laurent Meese is hoofdbiblio-thecaris van het Museum voor Natuurwetenschappen (KBIN) in Brussel. Hij is nauw betrokken bij digitaliseringsprojecten, maar leest het liefst papieren boeken. Onder het alter ego Bibman is hij sinds 2005 actief als biblioblogger.

META 2016 | 8 | 37

ColuMn

Page 40: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Vluchtelingen als lectorenKathy Van Crombruggen, Communicatiemedewerker Background Educations

De vluchtelingenstroom heeft ook nieuwe talenten het land binnengebracht. Dat is het uit-gangspunt van waaruit we vertrokken zijn toen we vorig jaar de ‘refugee lectures’ opgestart hebben bij Background Educations. De eerste reeks vond plaats te Brussel in samenwerking met Muntpunt en de tweede reeks in Gent. De derde reeks zal vanaf oktober plaatsvinden in Mechelen in samenwerking met verschillende lokale partners.

Concreet gaat het over een lezingen-reeks van gevluchte professoren en onderzoekers die een uiteenzetting doen over hun vakgebied. De media en het beleid focussen bijna uitsluitend op het deel van de vluchtelingen dat een uitdaging vormt voor het integratiebe-leid. Dat creëert een eenzijdig beeld.

Hoogopgeleide gevluchte academici hadden in het land van herkomst een hoge beroepsstatus, maar komen in hun nieuwe land plots onderaan de maat-schappelijke ladder te staan. Bovendien hebben ze geen platform meer om hun kennis te delen en hun weten-schappelijk onderzoek verder te zet-ten. Onderwijsinstellingen kunnen hen de mogelijkheden bieden om verder te werken als wetenschapper en als disse-minator van waardevolle kennis. Maar ook partners in de culturele sector kunnen een belangrijke rol spelen door een forum aan te bieden om sprekers en publiek samen te brengen. Twee suc-cesvolle edities van de ‘refugee lectures’ hebben ons geleerd dat het publiek dat naar deze lezingen komt, eerder pro-gressief en hoger opgeleid is.

VOOrOOrDELENHet gaat niet alleen om wetenschaps-communicatie tijdens deze bijzondere colleges. Meer nog dan het delen van de wetenschappelijke deskundigheid wordt er tijdens de lezingen een intercultureel bewustzijn bijgebracht. Tijdens de voor-dracht, waarbij de vluchteling als docent optreedt, wordt het stereotiepe beeld dat men heeft van ‘een vluchteling’ in vraag gesteld.

De vluchteling krijgt een respectabele status van de geïnteresseerde toehoor-ders. Het onstaan van een nieuw soort relatie waarbij de traditionele statusver-houdingen gewijzigd worden, is op zich

een interessante ontwikkeling waarbij onbewuste vooroordelen bij alle deelne-mende partijen in vraag worden gesteld. Dit kritisch reflecteren is een belang-rijke doelstelling die het project ‘refugee lectures’ beoogt. Daarnaast zijn ook het ontwikkelen van interculturele commu-nicatievaardigheden bij alle betrokkenen een objectief. Enerzijds is er sprake van een gelijkaardige culturele achtergrond tussen de lector en het publiek omdat ze vaak een hoger opgeleide achter-grond gemeenschappelijk hebben. Anderzijds is er uiteraard een cultuur-verschil wegens verschillende etnicitei-ten.

Het wetenschappelijke onderwerp en discours vormt de facilitator om het etnische verschil te overbruggen en daagt beide partijen uit. Bovendien wor-den de lectoren gemotiveerd om niet als “traditionele intellectuelen” te werken, maar wel als “organische intellectuelen”. Dit impliceert dat zij een belangrijke rol op zich nemen wat betreft concrete historische en maatschappelijke vragen. De intellectueel wordt uitgedaagd om in zijn nieuwe maatschappelijke omge-ving meer te zijn dan bijvoorbeeld een abstracte wiskundige. Hij neemt deel aan historisch-humanistische discussies. Deze intellectuele categorie van vluch-telingen vormt een zeer belangrijke geleding die zich ook kan inzetten voor andere vluchtelingen. Zo zien we dat ze omwille van het feit dat ze opnieuw een maatschappelijke rol toebedeeld krijgen, met veel expertise initiatieven nemen die een ruimere groep vluchtelingen ten goede komen.

We denken daarbij aan prof. Sami Azar, astrofysicus, die met zijn vzw CBiB (Cultural Bridges in Belgium) heel wat nuttig werk doet zoals bijvoorbeeld de organisatie van cursussen Arabisch voor kinderen tussen 6 en 15, en dit

38 | META 2016 | 8

Boven: les van Felix Kaputu.Onder: les van Tarad Jwaid.

trend

Page 41: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

onafhankelijk van moskeeën. Bovendien organiseert hij ook Nederlandse les-sen voor volwassenen met Arabische achtergrond (bijv. uit Syrië, Irak en Palestina).

Daarnaast organiseert CBiB in samen-werking met een onafhankelijke boek-handel in Mechelen een Arabisch-Nederlandse leesclub waarbij auteurs als Khalil Gibran en Tawfiq el Hakim besproken worden door en gemengde groep van mensen met Vlaamse en/of Arabische achtergrond. De auteurs wor-den gekozen op basis van hun tweeta-ligheid. Khalil Gibran schreef zowel in het Engels als in het Arabisch. Tawfiq el Hakim hanteerde de pen in vloei-end Frans en in het Arabisch. Tijdens de bijeenkomsten van de interculturele leesclub worden de verschillende inter-pretaties van mensen met een andere achtergrond doorgepraat.

DIALOOGHet lijkt dus belangrijk deze intellectue-len met hun specifieke culturele exper-tise, uit te dagen en de kans te geven om een maatschappelijke voortrekkers-rol op te nemen. Het is aan professionals uit de culturele en onderwijssector om hen een hand te reiken en hen mee op weg te helpen. Daarbij mogen we niet uit het oog verliezen dat de finaliteit van projecten als ‘refugee lectures’ ligt in een meer structurele inbedding. Het project is slechts een aanleiding, een instap om intellectuelen aan het werk te zetten. Het is geen einddoel, maar wel een zeer noodzakelijke eerste ontmoe-ting met een breder publiek om een dialoog aan te gaan. Een dialoog die in de eerste plaats gebaseerd is op gelijk-waardigheid.

Background Educations geeft een meer permanent karakter aan de lezingen door sommige van de lectoren die eerder aan

bod kwamen, een structurele plaats te geven binnen reguliere opleidingen als Wereldculturen (antropologie). De derde lezingreeks van vluchtelingen startte op 24 oktober in Mechelen. Praktische info via de website: http://www.back-groundeducations.eu/refugee-lectures/. Background Educations werkt voor deze derde editie van de Refugee lectures samen met Vormingplus, Thomas More, ARSENAAL/LAZARuS, Stad Mechelen, Bibliotheek Mechelen en Agentschap Integratie en Inburgering.

MaandaG 21 noVeMBer 2016 Sami Azar, een astrofysicus uit Syrië,

woont nu in Mechelen en neemt er met-

een een actieve rol op. Hij vond werk aan

de VuB en vertelt over hoe zijn onder-

zoek en zijn leven elkaar beïnvloeden.

MaandaG 5 deCeMBer 2016Felix Kaputu, een Congolees historicus

en literatuurwetenschapper, ontvluchte

zijn land om vrij onderzoek te kunnen

doen. Hij werkte wereldwijd aan ver-

schillende universiteiten en woont sinds

2013 in België. In zijn lezing heeft hij het

over overgangsrituelen van jeugd naar

volwassenheid in Zambia en hoe die de

cultuur en de rol van mannen en vrou-

wen bepalen.

Boven: les van Felix Kaputu.Onder: les van Tarad Jwaid.

META 2016 | 8 | 39

trend

> Zie ook p. 31

Page 42: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een
Page 43: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

“ DE BROCHURE VORMT EEN HANDIG WERKINSTRUMENT VOOR BIBLIOTHEKEN DIE ZELF AAN DE SLAG WILLEN MET EEN COLLECTIEPLAN.

studiedag ‘een collectieplan, hoe werk je eraan?’27 september 2016 – Mechelen

Een collectieplan is een docu-ment dat de bibliotheek inzicht geeft in de samen-stelling en de betekenis van de collectie, het collectiebe-leid en de manier waarop dit beleid omgezet kan worden in de praktijk. Een mooie definitie op papier, maar in de praktijk blijven heel wat bibliotheken worstelen met dit abstracte begrip. Om deze bibliotheken te inspireren, organiseerde de sectie Openbare Bibliotheken van de VVBAD op 27 septem-ber de studiedag ‘Een collec-tieplan, hoe werk je eraan?’.

Na een warm welkom met een kopje koffie stelde Jeroen Walterus, adjunct-directeur en zakelijk coördinator bij FARO, het traject voor dat de Vlaamse erfgoedbibliotheken rond het opstellen van een col-lectieplan aflegden. Hoewel niet integraal van toepassing op de werking van openbare bibliotheken kan het voorge-stelde stappenplan zeker ook voor bibliothecarissen een goed aanknopingspunt vor-men. Na afloop konden alle aanwezigen de brochure Naar een collectieplan in 6 stap-pen meenemen. De brochure vormt een handig werkinstru-ment voor bibliotheken die zelf aan de slag willen met een collectieplan.

Na de theorie volgden twee praktijkvoorbeelden. Marleen Vandereyt van de PB Limburg en Koen Calis van de OB Brugge lichtten beiden het traject toe dat hun bibliotheek tot nu toe heeft doorlopen om tot een collectieplan te komen. In Limburg is het collectieplan al enkele jaren gerealiseerd en wordt het actief gebruikt als instrument om het aan-koopproces en afvoerbeleid per collectie-onderdeel te

bepalen. In Brugge zit het col-lectieplan nog in de denkfase, maar werden de doelstelling van het plan en de analyse van het bestaande collectiebeleid reeds aangepakt. Beide prak-tijkvoorbeelden tonen aan dat de totstandkoming van een collectieplan weliswaar een werk van lange adem is, maar dat de bibliotheek hier op lange termijn de vruchten van plukt. De uiteenzettingen werden gesmaakt door het publiek, want veel collega’s wilden graag wat extra verdie-ping tijdens het vragenrondje.

Na de lunch volgden nog meer voorbeelden uit de praktijk. Het publiek kon aan de hand van een doorschuifsysteem deelnemen aan vier verschil-lende praktijktafels. Per groep deed één bibliothecaris zijn of haar ervaringen uit de doe-ken. Paul Kellens van Route 42 lichtte de samenwerking van 6 bibliotheken toe rond de aankoop van de verschil-lende deelcollecties. Ook de Regiobib Meetjesland deelde gelijkaardige ervaringen en ging hierbij dieper in op de waardering van de verschil-lende collectieprofielen aan de hand van de conspectusme-thode. Muntpunt lichtte haar aanpak bij de samenstelling van de anderstalige collecties toe. Inge Goossens van de Antwerpse openbare biblio-theek vertelde ten slotte over haar ervaringen met een col-lectieplan als leidraad voor het collectiemanagement.

Als afsluiter lichtte Theo Bijvoet, medewerker van de Stadafdeling Bibliotheekstelsel van de Koninklijke Bibliotheek Nederland, de visie van onze noorderburen rond deze mate-rie toe. Naar aanleiding van de nieuwe bibliotheekwetgeving

in Nederland werkt hij momen-teel het eerste landelijke col-lectieplan voor de KB uit. Dit collectieplan moet vervol-gens de basis vormen voor het collectiebeleid van alle Nederlandse openbare biblio-theken die in het project zijn mee gestapt.

Met deze interessante studie-dag rond het hoe en waarom van een collectieplan wist de VVBAD heel wat bibliotheca-rissen te inspireren. De stu-diedag toont duidelijk het blijvende belang aan van ken-nisdeling in de sector. Een geslaagde formule die zeker voor herhaling vatbaar is.

Valerie Dekeyzer

Wie niet op deze studiedag aanwezig was, kan de brochure Naar een collectieplan in 6 stappen bestellen bij FARO. Zie p. 8.

META 2016 | 8 | 41

KronieK

Page 44: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

“ HET CRKC HECHT ER BIJZONDER VEEL WAARDE AAN OM COLLECTIES DIE ZOWEL uIT MuSEAAL ALS ARCHIEFMATERIAæAL BESTAAN, STEEDS ALS ééN GEHEEL TE BEKIJKEN.

20 mei 2016

Op 20 mei organiseerde het FAAD een bezoek aan het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC) en het archief van de Abdij van Park. De Abdij van Park is een norbertijnenabdij die gesticht werd in 1129 en doorheen zijn geschiedenis een belangrijke rol heeft gespeeld in Leuven en omstreken. Thans wordt de abdij grondig gerestau-reerd en uitgewerkt tot een unieke erfgoedsite. Eén van de belangrijkste resultaten daarvan zal het vernieuwde Museum Parkabdij zijn, dat in september 2017 zal worden

voltooid en zich zal toeleggen op religieuze cultuur.

Nu al biedt de abdij huisves-ting aan een groot aantal orga-nisaties, zoals Kerk in Nood, het Huis van de Polyfonie (Alamire Foundation) en het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC).

DE WErKING VAN HET CrKCOnder een tas koffie leerde Julie Aerts, medewerker van het CRKC, ons de werking van haar organisatie kennen. Het CRKC wordt sinds 2009 erkend als expertisecen-trum voor religieus erfgoed in Vlaanderen en Brussel. Het CRKC staat in voor exper-tiseopbouw, advies, vor-mingen, inventar isat ies ,

Bij de archivaris op schoot: de abdij van Park en het CrKC

trajectbegeleiding en herbe-stemmingen van erfgoed.

In 2012 werd de werking van het CRKC uitgebreid met de oprichting van het depar-tement Onroerend Kerkelijk Erfgoed dat instaat voor de herbestemming van Vlaamse parochiekerken. In 2014 werd daar een museale functie aan toegevoegd met de uitwerking van het Museum Parkabdij.

Het CRKC richt zich op imma-terieel erfgoed, parochieker-ken en roerend erfgoed zoals bibliotheken, kunst- en cul-

tuurvoorwerpen en dus ook archieven. Het CRKC hecht er bijzonder veel waarde aan om collecties die zowel uit museaal als archiefmateriaal bestaan, steeds als één geheel te bekijken.

Het CRKC ontplooide een wer-king over parochiearchieven. Parochiearchieven bestaan uit twee delen: het archief van de kerkfabriek (publiekrech-telijk, met toezicht van het Rijksarchief) en het pastoraal archief (privaatrechtelijk). Ondanks dit verschil in juri-disch statuut, worden ze toch best als één geheel bewaard.Door de vele opheffingen of fusies van parochies lopen vele parochiearchieven een risico. Om de werking rond paro-chiearchieven te coördineren

is een werkgroep archieven opgericht met het CRKC, het Rijksarchief, het KADOC en de archiefverantwoordelijken van de bisdommen. De werk-groep geeft advies en sensi-biliseert. Het CRKC voltooide zopas een nieuwe selectie-lijst voor parochiearchieven, in samenwerking met KADOC en Rijksarchief.

Op de studiedag ‘In saecula saeculorum’ (die door proble-men met de treinstakingen is uitgesteld naar het najaar 2016) zal de werking rond parochiearchieven verder uit-een worden gezet.

DE ABDIJ VAN PArK: HET ArCHIEF EN MUSEUMHet tweede luik van de

namiddag was een bezoek aan de Abdij zelf en zijn archief. Archivaris en sitebe-heerder Stefan Van Lani had voor ons de interessantste stukken opengelegd, waaron-der prachtig kaartenmateriaal en de originele stichtingsoor-konde uit 1129.

De abdij zelf is op dit moment in een staat van grondige res-tauratie. De archiefruimte is ondergebracht in de winterref-ter. Deze ruimte dient noodge-dwongen ook als leeszaal en werkruimte voor de archiva-ris. Na de restauratie zal een nieuwe, meer optimale, ruimte voor het archief worden inge-richt.

Voor de archiefverwerking steunt het archief in grote

42 | META 2016 | 8

KronieK

Page 45: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

mate op vrijwilligers. Zo wordt de ontsluiting van het gehele archief bijvoorbeeld door een vrijwilliger gedaan. Het archiefschema is opge-steld in samenwerking met het Rijksarchief, waar veel exper-tise over archieven van kloos-terordes aanwezig is.

De schitterende bibliotheek van de Abdij was helaas niet toegankelijk omwille van de restauratiewerken. Wel toe-gankelijk was het Museum in de oude pastorij, waar vele religieuze kunstvoorwerpen tijdelijk worden tentoonge-steld. Zo konden we er tijdens ons bezoek een tijdelijke ten-toonstelling bewonderen over de Sint-Quirinus devotie in Vlaanderen.

Samengevat bood dit bezoek een inspirerend verhaal, waar-bij de intrinsieke waarde van de abdijsite wordt aangewend om een wervende dynamiek te creëren voor de bewaring, herbestemming, ontsluiting en beleving van religieus erfgoed, waarbinnen ook archieven een belangrijke rol spelen. Wij dan-ken Julie Aerts en Stefan Van Lani voor hun gastvrijheid.

Wim Lowet

iFla-congresColumbus, VS – 13-19 augustus

Na de vorige editie in Kaapstad, was het in 2016 nog eens de beurt aan de Verenigde Staten om het IFLA-congres te organise-ren. Dat de 82e editie dit jaar doorging in Columbus Ohio, is niet zo’n grote verassing. De Amerikaanse stad pakt graag uit met haar reputatie als “library town” en hoewel alles wat in het teken stond van deze conferentie met een flinke dosis ‘proud to be American’-saus werd over-goten, is deze stelling zeker en vast terecht. Vooreerst is Columbus als hoofdstad van de staat Ohio de thuisbasis van Ohio State university. Deze telt 55 Bibliotheken, waar-onder het paradepaardje, de Thompson Library: een mooi voorbeeld van hoe belangrijk privédonaties aan universitei-ten zijn. Na een grondige reno-vatie met een kostenplaatje van ongeveer 110 miljoen dol-lar, kan OSu haar 65.000 stu-denten dan ook een pracht van een werkplaats aanbieden. OCLC, het Online Computer Library Center en stichter van de wereldbefaamde Worldcat is eveneens gevestigd in Ohio, net als een paar andere grote namen in de researchwereld zoals Chemical Abstracts en Batelle Memorial Institute. Na een afwezigheid van 15 jaar, de laatste IFLA-conventie was in Boston, kon de VS de organi-satie terug op zich nemen. En die was naar mijn mening dan ook meer dan geslaagd: wat een week!

Ik moet eerlijk toegeven, ik ben een nog maar een begin-neling in de bibliotheekwe-reld. Mijn 7-jarige ervaring is, om in de Amerikaanse sfeer te blijven, peanuts, ver-geleken met het overgrote

deel van de bezoekers hier. Daarnaast bleek ik ook nog eens de enige Vlaming (er was nog één collega uit Wallonië) te zijn! Even wat cijfers om te illustreren hoe gigantisch het World Library and Information Congress is: 3100 deelnemers uit 137 landen, op een opper-vlakte van meer dan 1000 m². Ik voelde mij dus best klein en nietig maar zou toch mijn best doen om zowel mijn eigen bibliotheek als de VVBAD te representeren.

Gelukkig was er voor onerva-ren IFLA-gangers een ‘newco-mers session’ gepland, kregen we de hulp van een prachtige overzichtelijke app en waren er bijna 400 enthousiaste vrijwilligers die iedereen weg-wijs maakten in het Greater Columbus Convention Center. Maar vooral de naamkaart-jes zorgden voor interessante kennismakingen waarbij meer dan ooit “Wow, you’re from belgium”, met bijhorende nodige clichés als openings-zin voor een gezellig netwerk-moment werd gebruikt.

Een fantastische twee uur durende openingsshow waarin met veel pracht en praal de highlights van Columbus en Ohio werden voorgesteld, was het startschot voor 4 dagen lezingen, workshops, film, discussies en vergaderingen. uiteraard is een grootscha-lige conventie zoals deze ook een ideale gelegenheid om nader kennis te maken met de lokale en minder lokale biblio-theken. Als muziekliefhebber had ik dan ook snel de keuze gemaakt om mee te gaan naar Cleveland, city of Rock and Roll waar we een bezoek brachten aan de Public Library en de Library and Archives

of the Rock and Roll Hall of Fame.

De rode draad doorheen de conventie was het woord “change”. Hoe gaan bibliothe-ken om met veranderingen in het hun bibliotheekcollectie, publiek, budget en manage-ment? Hoe gaat men om met digital born materials en research data, hoe kan ze haar kennis verspreiden? Hoe gaan bibliotheken om met de stij-gende druk van social media? Welke initiatieven worden er in minder ontwikkelde landen genomen? Allemaal vragen die uitgebreid aan bod kwa-men tijdens de (parallel)ses-sies, workshops en posterses-sies. Daarnaast had IFLA zelf ook nog een belangrijke bood-schap: hoe kan de organisatie haar leden assisteren in deze tijden van verandering? Wat vooral terugkwam tijdens de Library Association’s meeting en in de meer formele bijeen-komsten, was de participatie van de leden in de organisatie. IFLA wil meer bottom-up dan top-down werken en werkt in de zeer nabije toekomst aan maatregelen en plannen waar-door de leden meer inspraak zullen krijgen en ook makke-lijker met elkaar zullen kunnen samenwerken.

Het is duidelijk dat IFLA met behulp van haar leden een sterk bibliotheekveld wil cre-eren. Mijn ervaring is dat Vlaanderen het bijlange niet zo slecht doet, maar we moe-ten blijven innoveren en leren van elkaar, willen we onze positie blijven behouden of verder hogerop klimmen!

Fleur De Jaeger

META 2016 | 8 | 43

KronieK

Page 46: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Pensionering Fawzia hanssens

Fawzia Hanssens, een witte raaf die het schoolbiblio-theeklandshap van het secun-dair- en technisch onderwijs voorgoed verlaat. Midden de

Pensionering ria swinnen

De vakgroep Jeugd neemt afscheid van Ria Swinnen. Zij was één van de oprichters van LINC vzw en de drijvende kracht achter Pluizer, een ver-zameling van recensies die eerst als tijdschrift werd uit-gegeven en nu al vele jaren een schat van online recen-sies bevat. Sinds 1 juni mag zij genieten van een welverdiend pensioen. Ria dook het eerst op in het jaarverslag van de vakgroep in 1984 als vertegenwoordi-ger van de PLOB (voorloper van LINC). En ook al is de PLOB nadien van naam ver-anderd en zijn de doelstel-lingen wat bijgestuurd — zo is er een hele digitale uitda-ging bijgekomen — Ria is de vakgroep Jeugd altijd blijven ondersteunen. Als enige niet-bibliotheekmedewerker was het haar taak om te zorgen dat ons standpunt open bleef en dat we een brede kijk bleven behouden op het werkveld: niet enkel dat van de jeugdbib, maar ook van de jeugdlitera-tuur en het hele literaire veld.In 2005 trok een 7-koppige delegatie van de vakgroep — eindelijk! — naar de jaar-lijkse kinderboekenbeurs in Bologna. Natuurlijk was ook

Ria van de partij. Een boeiend beursprogramma werd samen-gesteld, goedkope vluchten werden geboekt en voordelige slaapplaatsen werden gezocht en gevonden. Om de kosten te drukken werd geopteerd voor groepskamers. Het kleine maar enthousiaste groepje beursgangers werd verdeeld en Ria bleek met Simone (die andere jubilaris) een kamer te moeten delen. Simone had een reiswekker meegenomen. Kwestie van de overvolle dagprogramma’s alvast zon-der vertraging te laten star-ten. Maar dat was buiten Ria gerekend. Het oeverloze getik van dat onding hield Ria uit haar slaap en in de loop van die eerste nacht verdween het reiswekkertje spoorloos. Getuigen waren er niet, maar de uitgeslapen ogen van Ria spraken boekdelen. Pas op de laatste dag — bij het inpak-ken van de koffers — kwam de wekker boven water en Ria bekende haar aandeel in de verdwijning ootmoedig.Eén van de (vele) hoogte-punten van de studiereis was de workshop van illus-tratoren Quentin Blake en Wolf Erlbruch in de open-bare bibliotheek van Bologna. Vooral Quentin Blake bleek bijzonder geïnspireerd en al snel stonden alle bladen van

de flip-over vol met zijn ken-merkende pentekeningen. De jeugdbibliothecarissen keken hun ogen uit en hadden na afloop hun zinnen gezet op een ‘original Blake’. Er werden verwoede pogingen onderno-men om enkele tekeningen te strikken, maar zelfs Ria — een vrouw die je doorgaans niets weigert — kon de illustrator niet overhalen. Eén van de weinige keren in de vakgroep dat Ria aan het kortste eind trok.Samen met de bib van Leuven startte ze in 2005 ook het voorleesproject ‘alfapret’ op. Ria ging actief mee op zoek naar voorleesvrijwilligers, waar onder haar buurvrouw Mia en gaf hen vorming. 10 jaar lang heeft LINC het voorlees-project mee ondersteund. De voorlezers konden voor advies altijd bij haar terecht, maar het was vooral haar liefde en enthousiasme voor boeken en mooie verhalen die hen het meest is bijgebleven. Patrick, één van onze voorlezers, ver-woordde het zo: “Ria heb ik leren kennen als iemand die niet veel woorden gebruikt, maar als het nodig is goede opmerkingen maakt en tips geeft. Met een helder zicht op de zaken, laat ze zich op het gepaste moment horen. Ze zal gemist worden!”

Het bleef niet bij dit ene voor-leespunt: leesfoor werd opge-start in de Brusselse rand en Leesfeest in Antwerpen, … Om al deze voorleespunten te ondersteunen en de voorlees-vrijwilligers met elkaar in con-tact te brengen richtte LINC onder leiding van Ria een blog op (http://www.LINC-vzw.be/voorleespost). Hier konden de voorlezers hun verhalen met elkaar delen.In oktober 2010 werd zij samen met Laure Van Hoecke coördinator van LINC. Immer bedachtzaam en met al haar ervaring heeft zij er mee voor gezorgd dat LINC, na een wat woelige periode, weer in rustiger vaarwater kwam en verder uitgroeide tot een gewaardeerde speler in het sociaal-cultureel werk. Ze kan dan ook met een gerust hart vertrekken. Van het grote gat hoeft Ria geen schrik te hebben: klein-kinderen, tuinieren en mooie reizen zullen die leegte snel opvullen. En natuurlijk komt er nu nog wat extra tijd vrij om te lezen!Ria, de vakgroep Jeugd dankt je voor je inzet en we heten je vervangster, Nathalie Sas van harte welkom!

An Steppe en Erika Gebruers

jaren tachtig tot ergens hal-verwege het eerste decennium van het nieuwe millennium staken enkele schoolbiblio-thecarissen van het secun-dair regelmatig de koppen bij mekaar om te vergaderen in Antwerpen als onderdeel van de sectie Schoolbibliotheken van de VVBAD. Enkele jaren later bestond er zelfs een heuse subsectie Werkgroep Secundair Onderwijs. Samen met de toenmalige pioniers: Ann Schatteman, Leo De Cnodder, Karel Vannueten en ikzelf, slaagden wij erin om verspreid in het Vlaamse land-schap een jaarlijkse studie-dag te organiseren voor een breed interessegebied. Bijv:

waarheen met de SB in een nieuwe schoolgemeenschap? (15 juni 2000 in Zwijnaarde) en Bibliotheekinstructielessen in het secundair en technisch onderwijs (1996 in Heverlee). Zo organiseerden deze werk-groep ook studiedagen in Aalst, Blankenberge, Brugge, Dilbeek, Lokeren en Sint-Niklaas.Wij verkenden samen stu-diehuizen in Nederland: het Oosterlicht College in Nieuwegein, en twee andere studiehuizen in de onmiddel-lijke buurt van utrecht. Als werkgroep vormden wij een goeddraaiend team. Wij stuur-den een gezamenlijk onderte-kende oproep naar minister

Van den Bossche, kregen een artikels in Klasse en het Nederlandse blad Leesgoed. Fawzia slaagde er zelfs in een ruim artikel te krijgen in Het Nieuwsblad van 17 oktober 1998.Wij kenden Fawzia steevast als kritisch en zeer strijdvaar-dig. Hopelijk kun je nog lang en rustig genieten van je wel-verdiende pensioen. Namens de “Schoolbibliothecaris: een pionier met schaarse midde-len,” dixit Chris Peeters. Het ga je goed, Fawzia.

Voor de Werkgroep Secundair- en Technisch Onderwijs, Jacques De raedt, schoolbibliothecaris, Don Boscocollege Zwijnaarde.

44 | META 2016 | 8

Personalia

Page 47: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Pensionering simone janssens

Op 1 september 2016 ging Simone Janssens, jeugdbiblio-thecaris in Mechelen en lid van de VVBAD-vakgroep jeugdbi-bliothecarissen met pensioen.Haar leven tussen de biblio-theekmuren en boekenrek-ken begon al op 9-jarige leeftijd toen haar vader in 1964 conciërge werd van de

hoofdbibliotheek in Mechelen en ze in de conciërgewoning in de Moensstraat 51 haar per-soonlijke bib aan huis kreeg.In 1973 later maakte ze er ook nog eens haar vaste werkplek van, ging voor een biblio-theekschooldiploma en in één beweging door voor een echtgenoot. De muziekafde-ling die we toen nog disco-theek noemden, werd haar eerste werkomgeving. Het zou nog tot 1993 duren vooraleer Simone haar tanden mocht zetten in de jeugdbibliotheek. Die groeide onder haar lei-ding uit van een zorgenkindje naar een drukbezochte afde-ling waar een kleurrijk publiek met een competent team en een dynamische werking ken-nismaakte. De boeken op het rek kwamen tot leven in thematische boe-kenpakketten en lespakketten,

in logeerkoffers of op een Makkelijk Lezen Plein. Ze werden gebruikt in projec-ten als Thee met boekjes, Jeugdboekenweek, Kinder-en Jeugdjury, Voorleeszondagen, Boekbaby’s of Vlieg. De col-lectie als instrument voor lees-bevordering en leespromo-tie met als grote ambitie een boek voor iedereen. Zo bouw-den Simone en haar team aan een hedendaagse jeugdbib in Mechelen met vensters op de samenleving en bij uitbreiding, de wereld.Ook de VVBAD mocht hier-van profiteren. Heel snel al na haar aanstelling als verant-woordelijke voor de jeugdbi-bliotheek werd Simone lid van de vakgroep Jeugd, toen nog de subsectie Jeugd. Ze kon er kennis en inspiratie opdoen van collega-jeugdbibliotheca-rissen, vond er een klankbord

voor gemeenschappelijke ver-zuchtingen en ambities. Het werden ruim twintig jaar van vergaderingen bijwonen, ver-slagen schrijven, boekenlijst-jes opmaken, studiedagen en -reizen organiseren voor de medewerkers van de Vlaamse jeugdbibliotheken. Blijven nadenken over de jeugdbiblio-theek van de toekomst en de toekomst van de jeugdbiblio-theek. Blijven ijveren voor de positie en de unieke deskun-digheid van de jeugdbibmede-werker. Altijd met hart en ziel, met kennis van zaken, met een brede glimlach of diepe ver-ontwaardiging. Simone, nu wijken de biblio-theekmuren definitief. Wie zal wie het meeste missen? We hopen dat jouw engagement heel lang blijft nazinderen en wensen je opvolger een vlie-gende start! Het ga je goed.

META 2016 | 8 | 45

Personalia

www.LMinfo.be +32 (0)9 265 02 34 [email protected]

Contacteer ons met een overzicht van uw informatiebronnen en laat ons het werk voor u doen!

LM Information Delivery is één van de wereldleiders op het gebied van dienstverlening inzake abonnementen- & informatiebeheer. Onze diensten verhogen de efficiëntie, helpen tijd te besparen bij het terugvinden van informatie en optimaliseren het gebruik van uw e-bronnen. Onze ervaren klantendienst is klaar om een naadloze overdracht en vlotte hernieuwing van al uw informatiebronnen, zowel op papier als digitaal, te verzekeren.

Page 48: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

toePassinGDigitaal lezen à volonté, nu ook in het Nederlands

Ilse Depré, BiB IDee

Twee jaar geleden bekeken we in deze rubriek streaming lees-diensten. Tegen betaling van een maandelijks abonnement, kan je onbeperkt digitaal lezen. Concurrentie voor de bib? Maar er zijn ook enkele nadelen aan verbonden.

In het buitenland zijn deze diensten al langer actief. Scribd (iOS, Android) is één van de bekendste, zeg maar dé Spotify voor boeken, met duizenden Engelstalige romans, audioboe-ken, stripverhalen en zelfs bladmuziek. Maar voor wie onbeperkt Nederlandstalige e-boeken wil lezen, was het aanbod tot voor kort erg beperkt.

De concurrentie is groot, en de levensduur van vele diensten kort. Oyster, een andere grote speler op de markt, is midden 2015 gestopt. Begin dit jaar kwam Mofibo (iOS, Android), een Scandinavisch bedrijf, met een Nederlandstalig aanbod van romans en audio-boeken. Het werd enkele maanden later overgenomen door Storytel, voorlopig met behoud van de streaming dienst voor ons taalgebied.

Andere aanbieders van Nederlandstalige e-boeken via een abonnementsformule zijn Bookmate (iOS, Android, Win), Magboox (iOS) en Bliyoo (iOS, Android). Deze laatste twee bieden naast romans ook tijdschriften aan. Omdat elke tool afhankelijk is van de uitgevers die meewerken, verschilt het aanbod wel wat. Het is dus verstandig om eerst te browsen in de ‘catalogus’ of de werken van je favoriete auteur wel aanwezig zijn.

Ten slotte moet vermeld worden dat al deze diensten via een app op tablet of smartphone werken. Lezen op een e-reader kan enkel bij Bliyoo, en alleen op de Icarus Illumina, waarop een speciale app werd geïnstalleerd. Een uitzondering is Elly’s Choice, al is dat dan weer een buitenbeentje in het aanbod. Voor 2,99 euro per maand krijg je tien e-boeken, die je op elk type toestel kan lezen, maar die je niet zelf kan kiezen. Het initia-tief leunt meer aan bij een leesclub dan een streaming dienst. Voordeel is dan weer wel dat je de e-boeken koopt i.p.v. huurt, en ze dus ook na het opzeggen van je abonnement jouw eigendom blijven.

> Meer info en nuttige app: http://bibidee.blogspot.com

Bliyoo

Magboox

Elly’s Choice

46 | META 2016 | 8

toePassinG

SO LONGAND

THANKSFOr ALLTHE FISHDouglas aDams

‘The hiTchhiker’s Guide To The Galaxy’

Page 49: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

lien CeûPPens

Lien Ceûppens is archivaris en depotconsulent bij het AMVB. Daar legt ze zich toe op het digitale archief en maakt ze verenigingen wegwijs in het (digitale) documentbeheer. Daarnaast is Lien voltijds mama van Janne en Leni. Veel tijd voor hobby’s is er niet maar op woensdagavond maakt ze tijd vrij om de Aziatische keuken te ontdekken.

Welk boek ligt er nu op je nachtkastje? Ik ben — ondanks mijn digitale focus professioneel — vooral een fan van het gedrukte woord maar het boek dat nu op mijn nachtkastje ligt, is een e-boek. Het laatste nieuwe, tijdelijk gratis te downloaden boek van Dimitri Verhulst: spoo Pee Doo. Ik werk in Brussel en hou van onze hoofdstad. Hij schreef het na de aanslagen in Europa en heeft het over de onverschilligheid die daarop volgde. Ik sta op het punt eraan te beginnen en ben erg nieuwsgierig. Want ik heb zelf angst ervaren om in Brussel-Noord de trein te nemen en merkte al snel dat het leven verdergaat. De eerste keer terug op de metro was ook bijzon-der. Op een vreemde manier deed het me beseffen dat iedereen daar zoals ik was: onderweg. Ongeacht achtergrond, roots, gender of staat van je bankreke-ning.

Welk boek mag er altijd in je nacht-kastje blijven liggen en waarom?Dit is een moeilijke. Kies ik een boek uit mijn jeugd? Of een waar ik als

student veel plezier aan heb beleefd? Mijn nachtkastje is eerder een groot hoofdeinde waarop meerdere boeken passen... Ik kies voor De gebroeders Leeuwenhart van Astrid Lindgren. Dit boek gaat over iets heel droevigs: twee broers die doodgaan. Maar ze gaan naar een betere plek waar plots alles kan. Magisch. Het prikkelde mijn verbeelding als kind enorm. Toen ik het vorig jaar in Het Paard van Troje (boekhandel) zag liggen, kocht ik het meteen.

Het andere boek is baudolino van umberto Eco. Ik las het boek tijdens mijn geschiedenisopleiding en ook hier is sprake van een fantastische wereld. Ik heb zelf een grote fantasie en hou van boeken die daarop inspelen. Het is iets om te koesteren! Want kinderen verlie-zen vaak hun verbeelding wanneer ze opgroeien. Welk boek ligt er al een tijdje op je te wachten?Het is niet een boek maar een hele bibliotheek. Ik speel al even met het

idee om me te storten op audioboe-ken die je op audible.com kan kopen. Luisterboeken spreken opnieuw mijn fantasie aan en je kan ze overal beluiste-ren: op de fiets, op de trein, in de wagen. Dat gaat niet met een gewoon boek. Ik kreeg de smaak te pakken bij de audio-versie van The hitchhiker’s guide to the galaxy. Topper!

Aan welk boek ben je begonnen maar onmiddellijk gestopt?Deze is gemakkelijk. De slinger van Foucault. Ik dacht na baudolino: ik lees ze allemaal van Eco. Maar ik ben niet verder geraakt dan de tweede pagina. Het sprak me totaal niet aan. De slinger zelf heb ik in het Pantheon in Parijs wel gezien en vond ik veel boeiender om naar te kijken dan het boek.

Wat zijn je leesgewoontes? Ik lees graag een gedrukt boek maar hou het meest van audioboeken. Ik ben geen alledaagse lezer maar eerder een occasionele bingereader. Ik lees zoveel ik kan, wanneer ik aan een boek begin.

META 2016 | 8 | 47

“ Op een vreemde manier deed het me beseffen dat iedereen daar zoals ik was: onderweg”

Lien Ceûppens:

ZoGeleZen

SO LONGAND

THANKSFOr ALLTHE FISH

Page 50: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Een vakman werkt aan het staalskelet van de Boerentoren. Deze en andere foto’s uit de collectie van het Architectuurarchief van de Provincie Antwerpen zijn tot en met 15 januari te bezichtigen

op de tentoonstelling Ensembles in deSingel. Met Ensembles wil het Vlaams Architectuurinstituut het vakmanschap in de architectuur in ere herstellen.

© Architectuurarchief van de Provincie Antwerpen

48 | META 2016 | 8

uitZiCht

> Zie ook p. 35

Page 51: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Wegwijzer bibliotheken en documentatiecentra maakt deel uit van de e-bib, een abonnementssysteem volledig op maat van de gebruiker:

Aantal exemplaren: VVBAD-lid:

Abonnementsformule:

Stuur of fax onderstaande bestelbon naarPoliteia • Keizerslaan 34 • 1000 BrusselFax: 02 289 26 19 • Tel: 02 289 26 10, of bestelvia www.politeia.be • e-mail: [email protected]

De prijs van het basisboek is eenmalig te betalen bij de opstart van het abonnement. De prijs van het abonnement is jaarlijks te betalen.

* Het betreft hier een publicatie met jaarabonnement. Een abonnement loopt van januari tot december van hetzelfde kalenderjaar. De getoonde prijs komt overeen met de prijs van het abonnement voor het volledige kalenderjaar inclusief de prijs van het basisboek (eenmalige aankoop). De prijs voor de lopende jaargang van uw nieuw abonnement wordt berekend op basis van het instapmoment. Check voor actuele prijzen steeds onze website www.politeia.be.Uw gegevens worden in vertrouwen behandeld en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

y Kies uw formule: print, digitaal of print + digitaal y Info waar, wanneer en op welke drager u het wilt y U betaalt één jaarprijs, alles inbegrepen

print digitaal print + digitaal

Print € 458 € 418

y Basisboek € 109 € 69 y Abonnement € 349 € 349

Digitaal € 378 € 338

y Basisboek € 99 € 59 y Abonnement € 279 € 279

Print + Digitaal € 568 € 528

y Basisboek € 129 € 89 y Abonnement € 439 € 439

Standaard VVBAD Standaard VVBAD Standaard VVBAD

Page 52: LereN eN keNNIsDeLINg IN De OB InslEEPIrcrATIEEnTr uAIT ... · 15e eeuw). Het gaat om echte pareltjes van de Vlaamse miniatuurkunst. De meesterwerken vormen een unieke link met een

Eindelijk inzicht in collectiebeleid en -planning.

V-eyeQ is een applicatie voor collectiebeheer en -planning.

Met V-eyeQ kunnen bibliothekenaanzienlijke besparingen realiseren door middel van een efficiënter collectiebeleid. Ze kunnen het gebruik van de collecties intensiverenen op elk moment instant-inzicht krijgenin hoe de collectie presteert.

Contact:[email protected]