leesfragment Kind van de schemering - Paul Bos

9
Paul Bos Kind van de schemering roman

description

leesfragment Kind van de schemering - Paul Bos

Transcript of leesfragment Kind van de schemering - Paul Bos

Page 1: leesfragment Kind van de schemering - Paul Bos

Paul Bos

Kind van de schemering

roman

Kindvandebescherming_BOS_druk1_binnenwerk_derdeproef_04-09-2012_JP.indd 3 04-09-12 08:08

Page 2: leesfragment Kind van de schemering - Paul Bos

© Uitgeverij Kok – Utrecht, 2012Postbus 13288, 3507 LG Utrechtwww.kok.nl

© Paul Bos, 2012

Omslagillustratie Renske HarkemaOmslagontwerp FlashworksISBN 978 90 435 2042 3ISBN e-book 978 90 435 2043 0NUR 301

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvou-digd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar ge-maakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schrif-telijke toestemming van de uitgever.

Kindvandebescherming_BOS_druk1_binnenwerk_derdeproef_04-09-2012_JP.indd 4 04-09-12 08:08

Page 3: leesfragment Kind van de schemering - Paul Bos

5

1

De zon daalde snel, het begon al te schemeren. De schadu-wen van de huizen werden groter maar ook minder scherp, doordat het zonlicht minder krachtig werd. Het zou niet lang meer duren voordat het helemaal donker zou zijn.

Ze kon de man niet zien, want hij stond schuin achter haar, maar ze voelde dat hij naar haar keek. Goed zo, dacht ze. Ze had er moeite genoeg voor gedaan om zijn aandacht te trekken. Het was de hele dag stil geweest bij haar huis. Daarom was ze eropuit gegaan. Ze had over de markt gelopen, waar het druk was met mensen die inkopen deden voor het avondeten. Ze voelde zich veilig op de markt. Terwijl ze praatte en lachte met de kooplui had ze zich echt opge-wekt gevoeld. Maar ook daar moest ze oplettend blijven en proberen de aandacht van mannen te trekken. Terwijl ze rondliep, had ze iedereen om zich heen in de gaten ge-houden. Ze had bewust net iets te hard gepraat en zich zo bewogen dat de belletjes van haar voetkettinkjes rinkelden. Maar het had haar niet veel opgeleverd. De kooplui had-den haar blikken niet beantwoord. Ze zag wel de begerige schittering in hun ogen, maar kennelijk hadden ze niet ge-noeg verdiend om zelf iets uit te kunnen geven.

Kindvandebescherming_BOS_druk1_binnenwerk_derdeproef_04-09-2012_JP.indd 5 04-09-12 08:08

Page 4: leesfragment Kind van de schemering - Paul Bos

6

Maar nu voelde ze dat ze werd bekeken. Daarmee begon het spel. Het leek een spel van kat en muis, alleen was het niet altijd even duidelijk wie de kat was en wie de muis. De spanning van het moment gaf haar een gevoel van opwin-ding, maar ze was zich ervan bewust dat het meer was dan een spel. Als het haar niet zou lukken om de aandacht van een man vast te houden, als ze hem niet met zich mee wist te krijgen, dan zou Taänak niet tevreden zijn. Als ze daaraan dacht, liep er een rilling over haar rug. Ze wist hoe hij haar dan duidelijk zou maken wat er van haar verwacht werd. De man liet het niet bij kijken. Uit haar ooghoek zag ze dat hij dichter naar haar toe kwam. Langzaam bracht ze haar linkerhand naar haar hoofd, terwijl ze iets opzij draai-de. Ze voelde de warmte van de zon op haar wang. Haar lange, donkere haar veegde ze over haar schouder naar ach-teren, waarbij ze bewust de spanning in haar schouder nog iets meer vergrootte. Daarmee trok de zachte stof van haar kleurige gewaad strak om haar borsten. Ze wist dat de man haar profiel nu goed kon zien in het licht van de ondergaande zon. Dat haar mouw daarbij om-laag schoof, zodat haar naakte arm te zien was, was evenmin toeval. Uit ervaring wist ze dat veel mannen even de adem inhielden als ze een vrouw zo zagen staan. Vanuit haar oog-hoek zag ze dat de man nog steeds naar haar keek, en uit de manier waarop hij keek bleek dat hij meer wilde. Taänak zou tevreden zijn. Even bleef ze zo staan, alsof ze in gedachten was. Onwil-lekeurig ging daarbij haar rechterhand omlaag, naar de bont versierde gordel die ze onder haar borsten droeg. Haar hand sloot zich om een steen die aan de gordel hing. De steen was onopvallend, geel-grijs van kleur, met een roestbruine plek aan de rand. Hij was niet glad afgewerkt,

Kindvandebescherming_BOS_druk1_binnenwerk_derdeproef_04-09-2012_JP.indd 6 04-09-12 08:08

Page 5: leesfragment Kind van de schemering - Paul Bos

7

zoals de andere versieringen aan haar gordel. Ze voelde de randen in haar handpalm snijden terwijl ze de steen om-klemde. Even golfde er een heftig gevoel in haar binnenste, maar dat drukte ze snel weg. Ze liet de steen weer los. Nu was de man zo dichtbij dat ze zijn ogen kon zien. Ze onderdrukte een huivering. Hij had harde ogen, meedo-genloos. Die ogen gingen nu langs haar lichaam. Ze werd beoordeeld. De man gaf een goedkeurend knikje. Met haar ogen wenkte ze hem. Hij volgde. Terwijl ze in de schemering naar haar huis liepen, sloeg hij een arm om haar middel. Ze hoorde zijn zware ademhaling vlak naast zich en rook een mengeling van zweet en kruiden. De hand om haar middel versterkte zijn greep. Nam zij hem mee, of hij haar? Hoe dan ook, ze gingen naar haar huis. Het spel was begonnen en zou doorgaan. Taänak zou de man niet zonder betalen laten vertrekken. ‘Hoe heet je?’ Het klonk bevelend. De stem van de man kwam overeen met zijn ogen en handen. ‘Nymfa, mijn heer,’ zei ze met zachte stem.

Kindvandebescherming_BOS_druk1_binnenwerk_derdeproef_04-09-2012_JP.indd 7 04-09-12 08:08

Page 6: leesfragment Kind van de schemering - Paul Bos

8

2

Met een ruk kwam Nymfa overeind. Het leek wel of het zweet uit alle poriën van haar lichaam stroomde. Ze was er zeker van dat ze iets had gehoord. Daar was het weer: een klein kind dat angstig om zijn moeder riep. Het was nog nacht. De man was al een tijd geleden weg-gegaan. Hij was inderdaad hard geweest en haar lichaam deed op meerdere plekken pijn. Maar dat was niet de reden dat ze wakker was geschrokken. ‘Mama!’ Die stem had haar wakker geschud. Maar, rea-liseerde ze zich, dat was niet het enige geweest. Terwijl ze weer ging liggen, kwam het terug. Het was de droom! De droom die ze al vaker had gehad. Als ze wakker werd, pro-beerde ze wanhopig de vervagende beelden vast te houden. Maar het leek wel of ze rook wilde vastgrijpen: de beelden vervlogen altijd voordat ze erover na kon denken. Maar dit keer was het anders. Het was de stem van het roepende kind geweest, die met haar droom leek samen te smelten. Het was geen doodsschreeuw geweest, maar… Langzamerhand kwamen flarden van haar droom terug. Een donkere binnenplaats in het maanlicht. Een meisje. Een schaduw die zich losmaakte uit de schaduw van de muur. Een mes dat flitste in het maanlicht. De afgebroken kreet: ‘Mam…!’

Kindvandebescherming_BOS_druk1_binnenwerk_derdeproef_04-09-2012_JP.indd 8 04-09-12 08:08

Page 7: leesfragment Kind van de schemering - Paul Bos

9

Het zweet brak haar opnieuw uit toen ze zich de hand op haar eigen mond herinnerde en de stem die had ge-zegd: ‘Stil, anders ben jij ook dood.’ Het was alsof ze die hand daadwerkelijk voelde en ze hapte naar adem. Waarom droomde ze dit keer op keer, en waarom kostte het haar zo veel moeite om die beelden vast te houden nadat ze wakker was geworden? Wie was dat meisje? Had ze haar gekend? Er kwam een andere stem in haar gedachten: ‘Je bent hier je hele leven al geweest, je zult hier heel je leven blijven.’ Was het een andere stem, of was het dezelfde als in haar droom? De woorden waren bekend, ze had ze vaak ge-hoord. Een traan vocht zijn weg naar buiten, maar ze weer-stond die kracht. Nee, ze zou niet huilen, nooit! Toch moest ze iets doen met dat heftige gevoel. Haar lippen vormden woorden: ‘Heer van de hemelse legers, help me alstublieft…’ De beelden begonnen te vervagen. Ook kostte het steeds meer moeite om helder te blijven denken. Waarom gebeurt dit toch allemaal? Waarom kan ik dat moment zo moeilijk vast-houden, waarom kan ik er niet verder over nadenken? De woorden kwamen terug in haar gedachten. Heel haar leven was ze hier al, heel haar leven zou ze hier blijven. Andere woorden kwamen terug: Heer van de hemelse legers… Was zij het geweest die deze woorden had gefluisterd? Ze kon een cynische gedachte niet onderdrukken. Welke heer zou mij kunnen helpen? Haar heer was de man die haar bezat. Ze was het bezit van vele mannen.

Kindvandebescherming_BOS_druk1_binnenwerk_derdeproef_04-09-2012_JP.indd 9 04-09-12 08:08

Page 8: leesfragment Kind van de schemering - Paul Bos

10

3

De rabbi stond op. De dauw had druppels in zijn haren ge-vormd die langs zijn gezicht liepen en in zijn baard en nek gleden. Even huiverde hij, maar toen rechtte hij zijn rug en keek om zich heen: het was nog donker, alles was stil. Hij was al lang wakker, feitelijk had hij die nacht nau-welijks geslapen. Al vroeg was hij het huis uitgegaan, naar zijn vaste plek in de stille, donkere heuvels die rond de stad lagen. Hij had geen angst voor roofdieren. Vele uren had hij in deze heuvels doorgebracht, pratend, zacht zingend, luisterend. Zo ook nu, in deze nacht. Hij dacht nog even na en knikte toen. Ja, hij wist wat hem te doen stond. Rustig liep hij terug naar de stad. Ka-farnaüm lag er vredig bij. Het donker van de nacht begon te wijken voor het licht van de nieuwe morgen. Even stond hij stil om het wonder van de nieuwe dag te beleven. De kracht van het licht deed zijn hart opspringen van vreugde. De eerste stralen van de opkomende zon sche-nen van achter de horizon en zetten de lucht in een adem-benemend kleurenspel van rood, roze, oranje en geel. ‘Als een bruidegom, die uit zijn bruidsvertrek naar buiten treedt.’ De woorden waren als vanzelf in hem naar boven gekomen. Jazeker, de machten van de duisternis waren sterk. En sterker, vele malen sterker dan de zichtbare duisternis waren

Kindvandebescherming_BOS_druk1_binnenwerk_derdeproef_04-09-2012_JP.indd 10 04-09-12 08:08

Page 9: leesfragment Kind van de schemering - Paul Bos

11

de machten van de onzichtbare duisternis. Dat wist hij uit ervaring. Maar meer nog was hij overtuigd van de kracht van het licht. Uit de stad kwamen hem nu geluiden tegemoet. Op het strand hoorde hij vissers die tijdens de nacht hadden ge-vist en nu met hun vangst aan land kwamen. Uit de stra-ten kwamen geluiden van deuren die opengingen en weer dichtvielen. Stemmen, begroetingen. Toen de rabbi de stad in liep, werd hij onderdeel van die geluiden. Hij zocht zijn vrienden en vond ze op het plein in het midden van de stad. ‘We gaan op weg,’ waren zijn eerste woorden. ‘Waar gaan we heen, heer?’ ‘We gaan naar Jeruzalem.’ ‘Jeruzalem? Dan moeten we onze spullen maar eens bij elkaar gaan zoeken.’ De rabbi glimlachte. Zijn vrienden vonden het inmiddels al niet vreemd meer dat ze op weg gingen, hoewel er geen feest in aantocht was. Hij wist dat het geen bedevaart zou zijn, maar ook dat zijn vrienden erop vertrouwden dat hij, hun meester, wist wat hij deed.

Kindvandebescherming_BOS_druk1_binnenwerk_derdeproef_04-09-2012_JP.indd 11 04-09-12 08:08