Lees het infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN ...C USB ( )-poort Gebruik een in de handel...

1
Nederlands Gebruikershandleiding Lees het infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” zorgvuldig alvorens het apparaat te gebruiken. Het infoblad bevat belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Om er bovendien zeker van te zijn dat u elke functie van uw nieuwe apparaat goed begrijpt, leest u best de hele gebruikershandleiding. Deze handleiding moet als referentie worden bewaard en voorhanden zijn. Copyright © 2014 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION. USB-audio-interface Door een in de handel verkrijgbare USB 2.0-kabel te gebruiken om de VT-3 aan te sluiten op uw computer, kunt u de VT-3 gebruiken als USB-audio-interface. * U moet de USB-driver installeren alvorens de VT-3 aan te sluiten op uw computer. Download de USB-driver van de Roland-website. Raadpleeg het bestand Readme.htm dat is inbegrepen in de download voor meer informatie. http://www.roland.com/support/ Weergave U kunt de VT-3 gebruiken om te luisteren naar het geluid dat wordt afgespeeld door uw computer. Het geluid zal worden uitgestuurd via de OUT-aansluitingen van de VT-3 en via de PHONES- aansluiting. Opnemen Het door de VT-3 bewerkte microfoongeluid kan op uw computer worden opgenomen. De VT-3 zal het met effecten bewerkte geluid en het niet bewerkte geluid (bypass) uitsturen. Loop-back Het door uw computer afgespeelde geluid kan op de VT-3 gemixt worden met het microfoongeluid en teruggestuurd worden naar de computer. * U kunt de instellingen ook wijzigen zodat er geen loop-back zal optreden. Zie “Overige instellingen” Computergeluid Effect Bypass Microfoongeluid Microfoongeluid + computergeluid Computergeluid Loop-back Scene Memory Oproepen 1. Druk op de Scene Memory-knop [1]–[3] die u wenst op te roepen. De knop licht op en de instellingen van de [ROBOT]-knop, de karakter-regelaar en de schuifknoppen (de Scene) worden onmiddellijk opgeroepen. * Wanneer u een Scene oproept, zullen de huidige posities van de schuifknoppen niet overeenkomen met het eigenlijke geluid. * Wanneer u de schuifknoppen bedient na het oproepen van een Scene, zullen de instellingen van de schuifknoppen het geluid wel beïnvloeden. In dit geval zal de Scene Memory-knop knipperen. Opslaan Hier leest u hoe u de instellingen van de [ROBOT]-knop, de karakter-regelaar en de schuifknoppen kunt opslaan naar een Scene Memory-knop [1]–[3]. 1. Druk de Scene Memory-knop [1]–[3] waarin u uw instellingen wilt opslaan in en houd die ingedrukt. Wanneer alle Scene Memory-knoppen [1]–[3] knipperen, zijn de instellingen opgeslagen. Kopiëren Hier leest u hoe u een Scene naar een ander nummer kunt kopiëren. 1. Druk op de Scene Memory-knop die u wilt kopiëren; die wordt opgeroepen. 2. Druk de Scene Memory-knop van de kopieerbestemming in en houd die ingedrukt. Wanneer alle Scene Memory-knoppen [1]–[3] knipperen, is het kopiëren voltooid. Uw stem vervormen Hier leest u hoe u een effect kunt toepassen om uw stem te vervormen. 1. Sluit uw microfoon aan op de MIC IN-aansluiting (vooraan of achteraan). Wanneer u een condensatormicrofoon hebt aangesloten op de XLR-connector van de MIC IN-aansluiting (achteraan), zet dan de [PHANTOM]-schakelaar aan. 2. Schakel de [BYPASS]-knop in. 3. Pas de invoergevoeligheid aan met de [MIC SENS]-regelaar terwijl u in de microfoon zingt. Pas dit zo aan dat de PEAK-indicator af en toe oplicht. 4. Druk op een van de Scene Memory-knoppen [1]–[3]. 5. Schakel de [BYPASS]-knop uit. 6. Zing in de microfoon. De met effecten bewerkte stem wordt uitgestuurd. MEMO Stel de invoergevoeligheid nauwkeurig in. Het effect zal niet correct werken wanneer het ingangsniveau van de microfoon te laag of te hoog is. Wanneer in de microfoon wordt gezongen, mag alleen de stem van één persoon worden ingevoerd. Het effect zal niet correct werken wanneer meerdere stemmen worden ingevoerd. Zorg ervoor dat het geluid van de luidspreker niet door de microfoon wordt opgepikt. * Er kan akoestische feedback optreden afhankelijk van de plaats van de microfoons ten opzichte van de luidsprekers. Dit kan worden voorkomen door: de richting van de microfoon(s) te wijzigen; de microfoon(s) verder van de luidsprekers te plaatsen; het volume te verlagen met de [VOLUME]-regelaar. De stem aanpassen Hier leest u hoe u de karakter-regelaar en de schuifknoppen kunt gebruiken om de stem aan te passen. 1. Druk op de [MANUAL]-knop. Ook kunt u een Scene Memory-knop indrukken en wijzigingen aanbrengen aan die opgeslagen Scene. 2. Gebruik de karakter-regelaar om het karakter te selecteren dat u wenst. U kunt een karakter selecteren uit onderstaande lijst. 3. Schakel de [ROBOT]-knop in of uit. Wanneer u deze knop inschakelt, wordt er een uitdrukkingsloze robotstem met een vaste toonhoogte geproduceerd. 4. Gebruik de schuifknoppen om instellingen zoals PITCH en FORMANT aan te passen. Karakter Uitleg DIRECT Schakelt het karakter-effect uit. AUTO PITCH 1 Een in toonhoogte gecorrigeerde stem. AUTO PITCH 2 Een elektronisch in toonhoogte gecorrigeerde stem. VOCODER Een klassieke vocoder-stem. SYNTH De toonhoogte van de ingevoerde stem wordt gedetecteerd en gebruikt om een synth- geluid af te spelen. LEAD De toonhoogte van de ingevoerde stem wordt gedetecteerd en gebruikt om een synth- geluid af te spelen. BASS De toonhoogte van de ingevoerde stem wordt gedetecteerd en gebruikt om een basklank af te spelen. MEGAPHONE Produceert een vervormde stem zoals bij het gebruik van een megafoon. RADIO Produceert een stem zoals men die hoort op de radio. SCATTER Herhaalt de ingevoerde stem op effectieve intervallen. Overige instellingen De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) Hier leest u hoe u de VT-3 kunt herstellen naar de fabrieksinstellingen. 1. Schakel de stroom in terwijl u de [BYPASS]-knop ingedrukt houdt. De [MANUAL]-knop knippert. Schakel de stroom uit wanneer u beslist de herstelling van de fabrieksinstellingen te annuleren. 2. Druk op de [MANUAL]-knop om de herstelling van de fabrieksinstellingen uit te voeren. 3. Schakel de stroom van de VT-3, met alle knoppen opgelicht, uit en vervolgens terug in. Instellingen Loop-Back en Voetschakelaar 1. Schakel de stroom in terwijl u de [MANUAL]-knop ingedrukt houdt. Alle led's van de karakter-regelaar lichten op en de [BYPASS]-knop knippert. Schakel de stroom uit wanneer u beslist de instellingen niet te wijzigen. 2. Gebruik de Scene Memory-knoppen [1], [2] en [3] en de [ROBOT]-knop om instellingen uit te voeren. Parameter Knop Uitleg USB-audio loop-back [1] Opgelicht (aan) Het door uw computer afgespeelde geluid wordt op de VT-3 gemixt met het geluid van de microfoon en teruggestuurd naar de computer. Het geluid wordt ook uitgestuurd via de OUT-aansluitingen van de VT-3 en via de PHONES-aansluiting. (standaard) Gedoofd (uit) Het door uw computer afgespeelde geluid wordt uitgestuurd via de OUT- en PHONES-aansluitingen van de VT-3. Polariteit voetschake- laar [2] Opgelicht (normaal) Normaal laat u dit “opgelicht”. (standaard) Gedoofd (geïnverteerd) Wanneer de polariteit van de voetschakelaar geïnverteerd is, kies dan de instelling “gedoofd”. Type voetschake- laar [3] Opgelicht (latch) Kies de instelling “opgelicht” wanneer u een voetschakelaar van het “latch”-type (vergrendelend) hebt aangesloten (BOSS FS-5L). (standaard) Gedoofd (unlatch) Kies de instelling “gedoofd” wanneer u een voetschakelaar van het “unlatch”-type (niet-vergrendelend) hebt aangesloten (BOSS FS-5U, Roland DP-2). Functie BYPASS-knop ROBOT Opgelicht (gedempt) Druk op de [BYPASS]-knop om het geluid te dempen. Gedoofd (bypass) Druk op de [BYPASS]-knop om het effect uit te schakelen. 3. Druk op de [BYPASS]-knop om de instellingen op te slaan. De instellingen worden opgeslagen en de VT-3 herstart. Belangrijkste specificaties Roland VT-3: VOICE TRANSFORMER Stroomtoevoer Netstroomadapter, of verkregen via de USB-poort (USB busvoeding) Stroomverbruik 380mA Afmetingen 210 (B) x 175 (D) x 57 (H) mm Gewicht 690g Accessoires Netstroomadapter, gebruikershandleiding, infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” Opties (apart verkrijgbaar) Voetschakelaar: BOSS FS-5L, FS-5U Voetschakelaar: DP-2 * Met het oog op productverbetering kunnen de specificaties en/of het voorkomen van dit apparaat worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. Paneelbeschrijvingen 1 9 8 10 11 12 2 3 6 4 5 7 1 [VOLUME]-regelaar Past het uitgangsvolume van de OUT- en PHONES-aansluitingen aan. * Dit heeft geen invloed op het volume van de USB-audio. 2 [MIC SENS]-regelaar Past de invoergevoeligheid van de microfoon aangesloten op de MIC IN-aansluitingen (vooraan/achteraan) aan. 3 PEAK-indicator Licht op wanneer het ingangsniveau van de microfoon te hoog is. Gebruik de [MIC SENS]-regelaar ( 2 ) om de gevoeligheid aan te passen zodanig dat deze indicator af en toe oplicht. Wanneer deze regelmatig oplicht, verlaag dan de gevoeligheid. 4 [MANUAL]-knop Wanneer u die indrukt zodat hij oplicht, worden de huidige instellingen van de schuifknoppen ( 9 10 11 12 ) toegepast op het geluid. 5 Scene Memory-knoppen [1]–[3] Roep de instellingen (scenes) van de [ROBOT]-knop ( 7 ), de karakter-regelaar ( 8 ) en de schuifknoppen ( 9 10 11 12 ) onmiddellijk op. De Scene Memory-knop die u oproept, licht op. U kunt maximaal drie Scenes opslaan. Zie “Scene Memory” 6 [BYPASS]-knop Wanneer u deze inschakelt zodat de knop oplicht, zullen de effecten (inclusief galm) worden overbrugd. * Wanneer u de voetschakelaar gebruikt voor de overbrugging zal de galm nog steeds worden toegepast. 7 [ROBOT]-knop Wanneer u deze knop inschakelt zodat de knop oplicht, wordt er een uitdrukkingsloze robotstem met een vaste toonhoogte geproduceerd. Zie “De stem aanpassen” 8 Karakter-regelaar Selecteert het zang-karakter. De led van het geselecteerde karakter licht op. Zie “De stem aanpassen” 9 [PITCH]-schuifknop Wijzigt de toonhoogte van de stem. U kunt deze aanpassen in een bereik van 1 octaaf omhoog of omlaag. 10 [FORMANT]-schuifknop Wijzigt de formant. Negatieve (“-”) instellingen produceren een mannelijk karakter; positieve (“+”) instellingen produceren een vrouwelijk karakter. 11 [MIX BALANCE]-schuifknop Past de balans tussen niet-bewerkte stem (NORMAL) en met effecten bewerkte stem (EFFECT) aan. 12 [REVERB]-schuifknop Wijzigt de hoeveelheid galm. Uw apparatuur aansluiten * Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten of storingen aan de apparatuur te voorkomen. A PHONES-aansluiting (stereo mini-jack) Sluit hier uw hoofdtelefoon (apart verkrijgbaar) aan. Die stuurt hetzelfde geluid uit als de OUT-aansluitingen ( I J ). B MIC IN-aansluiting (vooraan) (mini-jack) Sluit een microfoon aan die compatibel is met plug-in-voeding (apart verkrijgbaar). * Dit is alleen voor gebruik met een microfoon die compatibel is met plug-in-voeding. Sluit geen ander type microfoon aan. C USB ( )-poort Gebruik een in de handel verkrijgbare USB 2.0-kabel om deze poort met uw computer te verbinden. Zie “USB-audio-interface” D DC IN-aansluiting Sluit de meegeleverde netstroomadapter hier aan. Gebruik alleen de meegeleverde netstroomadapter. Het gebruik van een andere adapter kan oververhitting en defecten veroorzaken. * Bij aansluiting via USB wordt er voeding geleverd via de USB-aansluiting en hoeft de netstroomadapter niet aangesloten te worden. E [SELECT]-schakelaar Schakelt de audio om die wordt uitgestuurd via de OUT-aansluitingen ( I J ). Schakelaar Uitleg R-L Er zal stereoaudio worden uitgestuurd. BYPASS-MONO Het niet bewerkte geluid (BYPASS) en het bewerkte geluid (MONO) zullen afzonderlijk uitgestuurd worden. F [PHANTOM]-schakelaar Zet deze op “ON” (aan) indien u wenst dat er fantoomvoeding geleverd wordt aan de MIC IN-aansluiting (achteraan) ( G ). * Er wordt geen fantoomvoeding geleverd aan de TRS-aansluiting. G MIC IN-aansluiting (achteraan) (1/4” TRS/XLR-aansluiting) Sluit hier een microfoon (apart verkrijgbaar) aan. Wanneer er een condensatormicrofoon wordt aangesloten op de XLR-connector, kan er fantoomvoeding geleverd worden. H Beveiligingsslot ( ) http://www.kensington.com/ I J OUT-aansluitingen Sluit deze aansluitingen aan op uw versterker of monitoren. Wanneer de [SELECT]-schakelaar ( E ) op “BYPASS-MONO” wordt gezet, zullen het onbewerkte geluid (BYPASS) en het bewerkte geluid (MONO) afzonderlijk worden uitgestuurd. K PEDAL-aansluiting Sluit een voetschakelaar aan (apart verkrijgbaar). De voetschakelaar kan de BYPASS in-/uitschakelen. * Wanneer u overbrugt via de voetschakelaar wordt de galm nog steeds toegepast. De stroom in- en uitschakelen L [POWER]-schakelaar Schakel de stroom van de VT-3 in/uit. * Nadat u alles hebt aangesloten, schakelt u de apparaten in deze volgorde in: eerst de VT-3 en vervolgens het aangesloten systeem. Inschakelen in de verkeerde volgorde kan defecten of schade veroorzaken. Zorg er bij het uitschakelen voor dat u eerst het aangesloten systeem uitschakelt en dan pas de VT-3. * Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het duurt even (een paar seconden) voordat het apparaat normaal functioneert nadat het is ingeschakeld. * Zet het volume altijd op nul voordat u het apparaat in- of uitschakelt. Zelfs als het volume volledig op nul staat, kunt u nog geluid horen wanneer het apparaat wordt in- of uitgeschakeld. Dit is normaal en wijst niet op een defect. * Dit instrument is uitgerust met gebalanceerde (XLR/TRS) aansluitingen. Hieronder vindt u de bedradingsschema's voor deze aansluitingen. Maak de aansluitingen pas nadat u eerst de bedradingsschema's hebt gecontroleerd van andere apparaten die u wenst aan te sluiten. A B Frontpaneel C D E J K F I G H L Achterpaneel 1: GND 2: HOT 3: COLD TIP: HOT RING: COLD SLEEVE: GND

Transcript of Lees het infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN ...C USB ( )-poort Gebruik een in de handel...

Page 1: Lees het infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN ...C USB ( )-poort Gebruik een in de handel verkrijgbare USB 2.0-kabel om deze poort met uw computer te verbinden. Zie “USB-audio-interface”

NederlandsGebruikershandleiding

Lees het infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” zorgvuldig alvorens het apparaat te gebruiken. Het infoblad bevat belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Om er bovendien zeker van te zijn dat u elke functie van uw nieuwe apparaat goed begrijpt, leest u best de hele gebruikershandleiding. Deze handleiding moet als referentie worden bewaard en voorhanden zijn.

Copyright © 2014 ROLAND CORPORATIONAlle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.

USB-audio-interfaceDoor een in de handel verkrijgbare USB 2.0-kabel te gebruiken om de VT-3 aan te sluiten op uw computer, kunt u de VT-3 gebruiken als USB-audio-interface.

* U moet de USB-driver installeren alvorens de VT-3 aan te sluiten op uw computer. Download de USB-driver van de Roland-website. Raadpleeg het bestand Readme.htm dat is inbegrepen in de download voor meer informatie.

http://www.roland.com/support/

Weergave

U kunt de VT-3 gebruiken om te luisteren naar het geluid dat wordt afgespeeld door uw computer. Het geluid zal worden uitgestuurd via de OUT-aansluitingen van de VT-3 en via de PHONES-aansluiting.

Opnemen

Het door de VT-3 bewerkte microfoongeluid kan op uw computer worden opgenomen. De VT-3 zal het met effecten bewerkte geluid en het niet bewerkte geluid (bypass) uitsturen.

Loop-backHet door uw computer afgespeelde geluid kan op de VT-3 gemixt worden met het microfoongeluid en teruggestuurd worden naar de computer.

* U kunt de instellingen ook wijzigen zodat er geen loop-back zal optreden. Zie “Overige instellingen”

Computergeluid

Effect

Bypass

Microfoongeluid

Microfoongeluid +

computergeluid

Computergeluid

Loop-back

Scene Memory

Oproepen

1. Druk op de Scene Memory-knop [1]–[3] die u wenst op te roepen.De knop licht op en de instellingen van de [ROBOT]-knop, de karakter-regelaar en de schuifknoppen (de Scene) worden onmiddellijk opgeroepen.

* Wanneer u een Scene oproept, zullen de huidige posities van de schuifknoppen niet overeenkomen met het eigenlijke geluid.

* Wanneer u de schuifknoppen bedient na het oproepen van een Scene, zullen de instellingen van de schuifknoppen het geluid wel beïnvloeden. In dit geval zal de Scene Memory-knop knipperen.

Opslaan

Hier leest u hoe u de instellingen van de [ROBOT]-knop, de karakter-regelaar en de schuifknoppen kunt opslaan naar een Scene Memory-knop [1]–[3].1. Druk de Scene Memory-knop [1]–[3] waarin u uw instellingen wilt opslaan in en houd die

ingedrukt.Wanneer alle Scene Memory-knoppen [1]–[3] knipperen, zijn de instellingen opgeslagen.

Kopiëren

Hier leest u hoe u een Scene naar een ander nummer kunt kopiëren.1. Druk op de Scene Memory-knop die u wilt kopiëren; die wordt opgeroepen.

2. Druk de Scene Memory-knop van de kopieerbestemming in en houd die ingedrukt.Wanneer alle Scene Memory-knoppen [1]–[3] knipperen, is het kopiëren voltooid.

Uw stem vervormenHier leest u hoe u een effect kunt toepassen om uw stem te vervormen.

1. Sluit uw microfoon aan op de MIC IN-aansluiting (vooraan of achteraan).Wanneer u een condensatormicrofoon hebt aangesloten op de XLR-connector van de MIC IN-aansluiting (achteraan), zet dan de [PHANTOM]-schakelaar aan.

2. Schakel de [BYPASS]-knop in.

3. Pas de invoergevoeligheid aan met de [MIC SENS]-regelaar terwijl u in de microfoon zingt.Pas dit zo aan dat de PEAK-indicator af en toe oplicht.

4. Druk op een van de Scene Memory-knoppen [1]–[3].

5. Schakel de [BYPASS]-knop uit.

6. Zing in de microfoon.De met effecten bewerkte stem wordt uitgestuurd.

MEMO• Stel de invoergevoeligheid nauwkeurig in. Het effect zal niet correct werken wanneer het

ingangsniveau van de microfoon te laag of te hoog is.• Wanneer in de microfoon wordt gezongen, mag alleen de stem van één persoon worden

ingevoerd. Het effect zal niet correct werken wanneer meerdere stemmen worden ingevoerd.

• Zorg ervoor dat het geluid van de luidspreker niet door de microfoon wordt opgepikt.

* Er kan akoestische feedback optreden afhankelijk van de plaats van de microfoons ten opzichte van de luidsprekers. Dit kan worden voorkomen door:• de richting van de microfoon(s) te wijzigen;• de microfoon(s) verder van de luidsprekers te plaatsen;• het volume te verlagen met de [VOLUME]-regelaar.

De stem aanpassenHier leest u hoe u de karakter-regelaar en de schuifknoppen kunt gebruiken om de stem aan te passen.

1. Druk op de [MANUAL]-knop.Ook kunt u een Scene Memory-knop indrukken en wijzigingen aanbrengen aan die opgeslagen Scene.

2. Gebruik de karakter-regelaar om het karakter te selecteren dat u wenst.U kunt een karakter selecteren uit onderstaande lijst.

3. Schakel de [ROBOT]-knop in of uit.Wanneer u deze knop inschakelt, wordt er een uitdrukkingsloze robotstem met een vaste toonhoogte geproduceerd.

4. Gebruik de schuifknoppen om instellingen zoals PITCH en FORMANT aan te passen.

Karakter UitlegDIRECT Schakelt het karakter-effect uit.AUTO PITCH 1 Een in toonhoogte gecorrigeerde stem.AUTO PITCH 2 Een elektronisch in toonhoogte gecorrigeerde stem.VOCODER Een klassieke vocoder-stem.

SYNTH De toonhoogte van de ingevoerde stem wordt gedetecteerd en gebruikt om een synth-geluid af te spelen.

LEAD De toonhoogte van de ingevoerde stem wordt gedetecteerd en gebruikt om een synth-geluid af te spelen.

BASS De toonhoogte van de ingevoerde stem wordt gedetecteerd en gebruikt om een basklank af te spelen.

MEGAPHONE Produceert een vervormde stem zoals bij het gebruik van een megafoon.RADIO Produceert een stem zoals men die hoort op de radio.SCATTER Herhaalt de ingevoerde stem op effectieve intervallen.

Overige instellingen

De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)

Hier leest u hoe u de VT-3 kunt herstellen naar de fabrieksinstellingen.1. Schakel de stroom in terwijl u de [BYPASS]-knop ingedrukt houdt.

De [MANUAL]-knop knippert. Schakel de stroom uit wanneer u beslist de herstelling van de fabrieksinstellingen te annuleren.

2. Druk op de [MANUAL]-knop om de herstelling van de fabrieksinstellingen uit te voeren.

3. Schakel de stroom van de VT-3, met alle knoppen opgelicht, uit en vervolgens terug in.

Instellingen Loop-Back en Voetschakelaar

1. Schakel de stroom in terwijl u de [MANUAL]-knop ingedrukt houdt.Alle led's van de karakter-regelaar lichten op en de [BYPASS]-knop knippert. Schakel de stroom uit wanneer u beslist de instellingen niet te wijzigen.

2. Gebruik de Scene Memory-knoppen [1], [2] en [3] en de [ROBOT]-knop om instellingen uit te voeren.

Parameter Knop Uitleg

USB-audio loop-back [1]

Opgelicht (aan)

Het door uw computer afgespeelde geluid wordt op de VT-3 gemixt met het geluid van de microfoon en teruggestuurd naar de computer. Het geluid wordt ook uitgestuurd via de OUT-aansluitingen van de VT-3 en via de PHONES-aansluiting. (standaard)

Gedoofd (uit) Het door uw computer afgespeelde geluid wordt uitgestuurd via de OUT- en PHONES-aansluitingen van de VT-3.

Polariteit voetschake-laar

[2]

Opgelicht (normaal) Normaal laat u dit “opgelicht”. (standaard)

Gedoofd (geïnverteerd)

Wanneer de polariteit van de voetschakelaar geïnverteerd is, kies dan de instelling “gedoofd”.

Type voetschake-laar

[3]

Opgelicht (latch)

Kies de instelling “opgelicht” wanneer u een voetschakelaar van het “latch”-type (vergrendelend) hebt aangesloten (BOSS FS-5L). (standaard)

Gedoofd (unlatch)

Kies de instelling “gedoofd” wanneer u een voetschakelaar van het “unlatch”-type (niet-vergrendelend) hebt aangesloten (BOSS FS-5U, Roland DP-2).

Functie BYPASS-knop ROBOT

Opgelicht (gedempt) Druk op de [BYPASS]-knop om het geluid te dempen.

Gedoofd (bypass) Druk op de [BYPASS]-knop om het effect uit te schakelen.

3. Druk op de [BYPASS]-knop om de instellingen op te slaan.De instellingen worden opgeslagen en de VT-3 herstart.Belangrijkste specificaties Roland VT-3: VOICE TRANSFORMER

Stroomtoevoer Netstroomadapter, of verkregen via de USB-poort (USB busvoeding)Stroomverbruik 380mAAfmetingen 210 (B) x 175 (D) x 57 (H) mmGewicht 690gAccessoires Netstroomadapter, gebruikershandleiding, infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”Opties (apart verkrijgbaar)

Voetschakelaar: BOSS FS-5L, FS-5U Voetschakelaar: DP-2

* Met het oog op productverbetering kunnen de specificaties en/of het voorkomen van dit apparaat worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.

Paneelbeschrijvingen

1

98 10 11 12

2 3 64 5

7

1 [VOLUME]-regelaarPast het uitgangsvolume van de OUT- en PHONES-aansluitingen aan.

* Dit heeft geen invloed op het volume van de USB-audio.

2 [MIC SENS]-regelaarPast de invoergevoeligheid van de microfoon aangesloten op de MIC IN-aansluitingen (vooraan/achteraan) aan.3 PEAK-indicator

Licht op wanneer het ingangsniveau van de microfoon te hoog is. Gebruik de [MIC SENS]-regelaar ( 2 ) om de gevoeligheid aan te passen zodanig dat deze indicator af en toe oplicht. Wanneer deze regelmatig oplicht, verlaag dan de gevoeligheid.4 [MANUAL]-knop

Wanneer u die indrukt zodat hij oplicht, worden de huidige instellingen van de schuifknoppen ( 9 10 11 12 ) toegepast op het geluid.5 Scene Memory-knoppen [1]–[3]

Roep de instellingen (scenes) van de [ROBOT]-knop ( 7 ), de karakter-regelaar ( 8 ) en de schuifknoppen ( 9 10 11 12 ) onmiddellijk op. De Scene Memory-knop die u oproept, licht op. U kunt maximaal drie Scenes opslaan.

Zie “Scene Memory”6 [BYPASS]-knop

Wanneer u deze inschakelt zodat de knop oplicht, zullen de effecten (inclusief galm) worden overbrugd.

* Wanneer u de voetschakelaar gebruikt voor de overbrugging zal de galm nog steeds worden toegepast.

7 [ROBOT]-knopWanneer u deze knop inschakelt zodat de knop oplicht, wordt er een uitdrukkingsloze robotstem met een vaste toonhoogte geproduceerd.

Zie “De stem aanpassen”8 Karakter-regelaar

Selecteert het zang-karakter. De led van het geselecteerde karakter licht op.

Zie “De stem aanpassen”9 [PITCH]-schuifknop

Wijzigt de toonhoogte van de stem. U kunt deze aanpassen in een bereik van 1 octaaf omhoog of omlaag.10 [FORMANT]-schuifknopWijzigt de formant. Negatieve (“-”) instellingen produceren een mannelijk karakter; positieve (“+”) instellingen produceren een vrouwelijk karakter.11 [MIX BALANCE]-schuifknopPast de balans tussen niet-bewerkte stem (NORMAL) en met effecten bewerkte stem (EFFECT) aan.12 [REVERB]-schuifknopWijzigt de hoeveelheid galm.

Uw apparatuur aansluiten

* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten of storingen aan de apparatuur te voorkomen.

A PHONES-aansluiting (stereo mini-jack)Sluit hier uw hoofdtelefoon (apart verkrijgbaar) aan. Die stuurt hetzelfde geluid uit als de OUT-aansluitingen ( I J ).B MIC IN-aansluiting (vooraan) (mini-jack)

Sluit een microfoon aan die compatibel is met plug-in-voeding (apart verkrijgbaar).

* Dit is alleen voor gebruik met een microfoon die compatibel is met plug-in-voeding. Sluit geen ander type microfoon aan.

C USB ( )-poortGebruik een in de handel verkrijgbare USB 2.0-kabel om deze poort met uw computer te verbinden.

Zie “USB-audio-interface”D DC IN-aansluiting

Sluit de meegeleverde netstroomadapter hier aan. Gebruik alleen de meegeleverde netstroomadapter. Het gebruik van een andere adapter kan oververhitting en defecten veroorzaken.

* Bij aansluiting via USB wordt er voeding geleverd via de USB-aansluiting en hoeft de netstroomadapter niet aangesloten te worden.

E [SELECT]-schakelaarSchakelt de audio om die wordt uitgestuurd via de OUT-aansluitingen ( I J ).Schakelaar UitlegR-L Er zal stereoaudio worden uitgestuurd.

BYPASS-MONO Het niet bewerkte geluid (BYPASS) en het bewerkte geluid (MONO) zullen afzonderlijk uitgestuurd worden.

F [PHANTOM]-schakelaarZet deze op “ON” (aan) indien u wenst dat er fantoomvoeding geleverd wordt aan de MIC IN-aansluiting (achteraan) ( G ).

* Er wordt geen fantoomvoeding geleverd aan de TRS-aansluiting.

G MIC IN-aansluiting (achteraan) (1/4” TRS/XLR-aansluiting)Sluit hier een microfoon (apart verkrijgbaar) aan. Wanneer er een condensatormicrofoon wordt aangesloten op de XLR-connector, kan er fantoomvoeding geleverd worden.H Beveiligingsslot ( )

http://www.kensington.com/I J OUT-aansluitingen

Sluit deze aansluitingen aan op uw versterker of monitoren. Wanneer de [SELECT]-schakelaar ( E ) op “BYPASS-MONO” wordt gezet, zullen het onbewerkte geluid (BYPASS) en het bewerkte geluid (MONO) afzonderlijk worden uitgestuurd.K PEDAL-aansluiting

Sluit een voetschakelaar aan (apart verkrijgbaar). De voetschakelaar kan de BYPASS in-/uitschakelen.* Wanneer u overbrugt via de voetschakelaar wordt de galm nog steeds toegepast.

De stroom in- en uitschakelen

L [POWER]-schakelaarSchakel de stroom van de VT-3 in/uit.

* Nadat u alles hebt aangesloten, schakelt u de apparaten in deze volgorde in: eerst de VT-3 en vervolgens het aangesloten systeem. Inschakelen in de verkeerde volgorde kan defecten of schade veroorzaken. Zorg er bij het uitschakelen voor dat u eerst het aangesloten systeem uitschakelt en dan pas de VT-3.

* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het duurt even (een paar seconden) voordat het apparaat normaal functioneert nadat het is ingeschakeld.

* Zet het volume altijd op nul voordat u het apparaat in- of uitschakelt. Zelfs als het volume volledig op nul staat, kunt u nog geluid horen wanneer het apparaat wordt in- of uitgeschakeld. Dit is normaal en wijst niet op een defect.

* Dit instrument is uitgerust met gebalanceerde (XLR/TRS) aansluitingen. Hieronder vindt u de bedradingsschema's voor deze aansluitingen. Maak de aansluitingen pas nadat u eerst de bedradingsschema's hebt gecontroleerd van andere apparaten die u wenst aan te sluiten.

A B

Frontpaneel

C D E

JK

F

I

G H

L

Achterpaneel

1: GND2: HOT

3: COLD

1: GND 2: HOT

3: COLD

TIP: HOTRING: COLDSLEEVE: GND