Werken als mechatronicusMechatronicus

1 2 3 4werkproces 1

t e c h n o l y c e u m

Wat laat je zien?

• Je neemt initiatief en durft technische uitdagingen aan te gaan

• Je toont technisch inzicht en bent oplossingsgericht

• Je neemt de verantwoordelijkheid voor je taken

• Je werkt samen met internen en externen en handelt klantgericht

• Je werkt efficiënt en zet door, ook als het tegen zit

• Je werkt veilig en consequent volgens voorschriften en procedures

• Je hebt een open houding en draagt bij aan een goede werksfeer

• Je stuurt aan, begeleidt en geeft het goede voorbeeld

• Je blijft op de hoogte van ontwikkelingen in je vakgebied

• Je communiceert mondeling en schriftelijk in Nederlands, Engels en Duits

• Je reflecteert en geeft aan hoe je jouw ervaringen inzet

niv

ea

u4

5

© Frieslan

d C

olleg

e

Werken als mechatronicus

werkproces 1

Wat moet je daarvoor weten?

• Welke technische kennis heb je nodig als mechatronicus?

• Hoe zijn taken en verantwoordelijkheden in het bedrijf verdeeld en

wat is jouw rol?

• Wat maakt samenwerken tot een succes?

• Welke arbo-, veiligheid- en milieuvoorschriften zijn van toepassing?

• Volgens welke procedures en methodieken werk je?

• Hoe zorg je voor een goede werksfeer?

• Welke ontwikkelingen zijn er in je vakgebied?

• Welke carrière en scholingsmogelijkheden zijn er?

• Welk vakjargon wordt er gebruikt?

• Welke manier van reflecteren past bij jou?

Wat kun je daarvoor doen?

• Onderzoek, probeer uit en experimenteer met technische dilemma`s

• Oefen samenwerken en sta open voor andere meningen

• Houd je aan je afspraken en spreek elkaar hierop aan

• Haal je VCA diploma

• Onderzoek wat jij het goede voorbeeld vindt

• Oefen het aansturen en begeleiden van anderen

• Volg bijscholing, lees vakbladen, bezoek relevante beurzen en

internetsites

• Oefen het communiceren in het Nederlands, Engels en Duits

• Geef en vraag feedback op werkhouding

0872

2

Organiseren van de werkzaamhedenMechatronicus

1 2 3 4werkproces 2

t e c h n o l y c e u m

Wat laat je zien?

• Je zorgt dat je begrijpt wat de opdracht inhoudt

• Je verzamelt informatie en maakt een prioriteitenlijst

• Je plant de werkzaamheden en bewaakt de planning

• Je verdeelt het werk en schakelt zo nodig interne of externe

specialisten in

• Je verzamelt en bestelt benodigde materialen, deelproducten en

gereedschappen

• Je zorgt voor een veilige werkomgeving

• Je registreert werkuren, werkzaamheden en gebruikte materialen

• Je adviseert en doet voorstellen ter verbetering

• Je rapporteert de werkzaamheden en draagt het werk over

niv

ea

u4

5

© Frieslan

d C

olleg

e

Organiseren van de werkzaamheden

werkproces 2

Wat moet je daarvoor weten?

• Waar vind je de benodigde informatie?

• Hoe is het project georganiseerd en waar liggen de prioriteiten?

• Hoe maak je een planning?

• Wat zijn de vaardigheden en kwaliteiten van jezelf en je collega’s?

• Welke specialist schakel je waarvoor in?

• Wat heb je nodig voor het uitvoeren van werkzaamheden en hoe kom je

hieraan?

• Op welke wijze wordt er geregistreerd of geadministreerd?

• Hoe formuleer en presenteer je een advies of voorstel?

• Op welke wijze wordt er overgedragen en waarom?

Wat kun je daarvoor doen?

• Stel vragen, vat samen en ga na of je de opdracht begrepen hebt

• Maak een werkplanning en voer deze uit

• Oefen het verdelen van werk en controleer de uitvoering

• Oefen het bestellen van benodigdheden

• Controleer of alle benodigdheden klaar liggen

• Zorg voor je eigen veiligheid en die van anderen

• Houd op inzichtelijke wijze je administratie bij

• Oefen het presenteren en vraag feedback

• Oefen het rapporteren tijdens een overleg en bij werkoverdracht

0872

2

Vervaardigen, bouwen en testenMechatronicus

1 2 3 4werkproces 3

t e c h n o l y c e u m

Wat laat je zien?

• Je vervaardigt mechatronische deelproducten of besteedt dit uit

• Je stelt het mechatronische product samen vanaf tekening

• Je test mechatronische producten volgens testplan of methodiek

• Je assisteert de specialist bij het testen

• Je begeleidt minder ervaren collega`s

• Je coördineert en controleert de werkzaamheden

• Je overlegt met de betrokkenen en stemt de werkzaamheden af

• Je geeft instructie voor gebruik

niv

ea

u4

5

© Frieslan

d C

olleg

e

Vervaardigen, bouwen en testen

werkproces 3

Wat moet je daarvoor weten?

• Wat zijn mechatronische producten?

• Welke productietechnieken zijn er en welke kies je?

• Wanneer besteed je wat uit en aan wie?

• Welke informatie haal je uit werktekeningen en schema’s?

• Welke materialen, componenten en deelproducten gebruik je?

• Welke gereedschappen en montagehulpmiddelen gebruik je?

• Welke aansluit- en verbindingstechnieken zijn er?

• Welke testmethodieken en -middelen zijn er?

• Welke eisen worden er gesteld en hoe controleer je deze?

• Welke vormen van instructie geven zijn er en welke kies je?

Wat kun je daarvoor doen?

• Train verschillende mechanische verbindings- en productietechnieken

• Oefen het lezen en begrijpen van werktekeningen en schema’s

• Oefen het bouwen van een mechatronisch product

• Oefen het systematisch testen van machines volgens een testplan

• Werk samen en voer de aanwijzingen van een vakspecialist uit

• Oefen verschillende rollen in het werkoverleg en vraag feedback

• Instrueer bij het vervaardigen van een deelproduct

0872

2

Installeren, afregelen en onderhoudenMechatronicus

1 2 3 4werkproces 4

t e c h n o l y c e u m

Wat laat je zien?

• Je schat veiligheidsrisico’s in en neemt passende maatregelen

• Je installeert mechatronische producten volgens tekening, ook op locatie

• Je lijnt mechatronische producten uit en sluit deze aan

• Je stelt mechatronische producten in en regelt ze af volgens procedure

• Je meet en controleert mechatronische producten

• Je voert modificaties uit en maakt eenvoudige wijzigingen in de besturing

• Je signaleert storingen en stelt een diagnose

• Je lost storingen op of schakelt een specialist in

• Je onderhoudt en reviseert machines volgens voorschriften en procedures

• Je gebruikt passende hulpmiddelen en gereedschappen

niv

ea

u4

5

© Frieslan

d C

olleg

e

Installeren, afregelen en onderhouden

werkproces 4

Wat moet je daarvoor weten?

• Hoe lees je technische tekeningen?

• Aan welke specificaties moet het mechatronisch product voldoen?

• Welke documentatie over het mechatronisch product is beschikbaar?

• Hoe werkt het mechatronisch product en hoe bedien je deze?

• Hoe verloopt het productieproces en aan welke eisen moet het

eindproduct voldoen?

• Wat zijn de procedures voor instellen en afregelen?

• Wanneer pas je modificatie toe?

• Hoe werkt de besturingssoftware en hoe pas je de besturing aan?

• Wat zijn oorzaken van veelvoorkomende storingen?

• Wanneer los je een storing zelf op en wat besteed je uit?

• Welke onderhouds- en servicehandelingen zijn nodig?

• Welke hulpmiddelen, gereedschappen en meetinstrumenten zijn nodig?

Wat kun je daarvoor doen?

• Onderzoek welke veiligheidsmaatregelen mogelijk zijn en maak een

keuze

• Oefen het aansluiten en verbinden van mechatronische producten

• Lees handleidingen in Nederlands, Engels en Duits

• Modificeer en onderhoud een bestaand mechatronisch product

• Oefen met het schrijven van besturingsprogramma’s

• Vraag door om een storing helder te krijgen

• Oefen storing zoeken en oplossen, ook onder tijdsdruk

• Oefen het schrijven van storingsrapporten

• Oefen het toepassen van gereedschappen, hulpmiddelen en

meetinstrumenten

0872

2

OntwerpenMechatronicus

1 2 3 4werkproces 5

t e c h n o l y c e u m

Wat laat je zien?

• Je vertaalt de offerteaanvraag of opdracht naar een concept

• Je past nieuwe ontwikkelingen toe in je ontwerp

• Je overlegt met betrokkenen

• Je levert schetsen aan zodat de offerte gemaakt kan worden

• Je werkt de technische schets uit tot een definitief ontwerp

• Je maakt werktekeningen volgens de geldende norm

• Je maakt berekeningen ten behoeve van de constructie

• Je onderbouwt de gemaakte keuzes van het ontwerp

• Je stelt een documentatiepakket samen volgens kwaliteitseisen

niv

ea

u4

5

© Frieslan

d C

olleg

e

Ontwerpen

werkproces 5

Wat moet je daarvoor weten?

• Aan welke wensen en eisen moet je ontwerp voldoen?

• Wat zijn de toepassingsmogelijkheden van nieuwe ontwikkelingen?

• Welke normen gelden bij het maken van schetsen en tekeningen?

• Wat is de methode om te ontwerpen?

• Welke materialen, componenten en bewerkingen kies je en waarom?

• Welke berekeningen zijn nodig en welke formules gebruik je?

• Welke aansluit- en verbindingstechnieken kies je en waarom?

• Waaruit bestaat een documentatiepakket?

Wat kun je daarvoor doen?

• Analyseer de eisen en wensen voor de opdracht

• Onderzoek hoe je nieuwe ontwikkelingen kunt toepassen

• Oefen het overleggen met betrokkenen over opdracht of ontwerp

• Onderzoek meerdere mogelijkheden binnen de opdracht

• Train jezelf in het technisch tekenen met verschillende hulpmiddelen

• Maak tekeningen en schetsen met verschillende CAD programma`s

• Oefen het opzoeken en toepassen van geldende normen

• Oefen het maken van berekeningen

• Werk een opdracht uit tot een volledig ontwerp

• Licht je ontwerp toe en motiveer je keuzes

• Oefen het maken van een documentatiepakket en licht deze toe

0872

2